interview Klaas Hendrikse

5
tijdschrift voor zinvol leven VolZin ‘Het Midden-Oosten is warm, hartelijk en gastvrij’ Correspondente Nicole le Fever Atheïstisch predikant Klaas Hendrikse Rudolf Steiners erfenis Moeder Amma NUMMER 21 | € 4,30 28 OKTOBER 2011 | JAARGANG 10 | WWW.VOLZIN.NU ‘Jezus als verlosser staat ver van mij af’ ‘Waarom ik toch viel voor de vrije school’ ‘Zo zou het in de kerk moeten zijn’

description

Interview met Klaas Hendrikse over zijn nieuwe Jezusboek

Transcript of interview Klaas Hendrikse

Page 1: interview Klaas Hendrikse

t i j d s c h r i f t v o o r z i n v o l l e v e nVolZin

‘Het Midden-Oosten is warm, hartelijk en gastvrij’

Correspondente Nicole le Fever

Atheïstisch predikant Klaas Hendrikse

Rudolf Steiners erfenis

Moeder Amma

N U M M E R 21 | € 4,3028 O K TO B E R 2011 | J A A R G A N G 10 | W W W.VO L Z I N.N U

‘Jezus als verlosser staat ver van mij af’

‘Waarom ik toch viel voor de vrije school’

‘Zo zou het in dekerk moeten zijn’

VOL021_01_cover.indd 1 21-10-11 13:09

creo
Page 2: interview Klaas Hendrikse

VolZin | 28 oktober 2011

‘Jezus als verlosser staat heel ver van mij af’

Atheïstisch predikant Klaas Hendrikse ontrafelt Jezusmythe

“Hoe krijg je het in hemelsnaam verzonnen dat iemand sterft en na drie dagen weer uit zijn graf opstaat? Zoiets verzin je niet.” Fileerde Klaas Hendrikse eerder het geloof in God (die bestaat niet, maar gebeurt), nu is zijn zoon aan de beurt. Jezus is een mythische figuur, oordeelt Hendrikse, maar ook “iemand die in een volkomen scheve wereld rechtop loopt. Dat zou ik ook wel willen.”

Door Jan van Hooydonk foto’s Rick keus

18

Klaas Hendrikse, ‘de atheïstische dominee uit Mid-delburg’, is zo vriendelijk de interviewer met zijn auto af te halen van het station. Om na een paar minuten te constateren: “Verdorie, we rijden verkeerd. Ik heb niet de weg naar mijn huis genomen, maar ben auto-matisch de weg naar de begraafplaats en het crema-torium ingeslagen.” De vergissing mag zinnebeeldig heten. Immers, het gangbare christendom vertelt volgens de vrijzinnige predikant een verhaal over God en over Jezus dat “de dood in de pot” is. Gevolg, wederom volgens Hendrikse: de kerk is op sterven na dood. “De enige manier om je daaruit te redden is: laten zien dat ook jijzelf het gangbare verhaal niet snapt. Laat je twijfels maar zien! Dat komt neer op: laat zien dat je mens bent. Het mooiste compliment dat ik van mijn lezers heb gekregen is dat ik woorden heb gegeven aan waar zij al lang mee bezig zijn.”

duidelijkheid“Ik wil mensen niet opschepen met allerlei ingewik-kelde verhalen. Mijn buurman moet kunnen begrij-pen wat ik schrijf”, verduidelijkt Hendrikse – markante kop, robuust voorkomen, zoon van de allerminst vrijzinnige Alblasserwaard - zijn Anliegen. “Tuur-lijk! Tuurlijk! Ik zit zo in elkaar. Ik heb de behoefte dingen duidelijk te zeggen.” Dat blijkt te werken. Vier jaar geleden leverde hij een eerste proeve van zijn kunnen als auteur af. God staat voor een ervaring, zo betoogde hij in zijn boek Geloven in een God die niet bestaat. God bestaat niet ‘zoals een appeltaart’, maar kan tussen mensen gebeuren, meent hij. Zijn naam is: ‘Ga maar, dan ga ik met je mee.’ Intussen zijn van Ge-loven in een God die niet bestaat zo’n veertigduizend

exemplaren verkocht. “Ik heb kennelijk op het juiste moment op het juiste knopje gedrukt”, zegt de auteur, die net terug is van een spreekbeurt in Zwitserland – “daar leven precies dezelfde vragen over God als hier”- en niet alleen de Nederlandse pers maar ook buitenlandse media als de BBC en de Guardian over de vloer kreeg. De tuchtprocedure binnen de Protestantse Kerk in Nederland om hem het zwijgen op te leggen is na drie jaar met een sisser afgelopen. “Voor de verkoopcijfers van mijn boek was de tamtam binnen de kerk natuur-lijk gunstig”, zegt hij, “maar voor de kerk is dit een ge-miste kans geweest. De kerk had ook kunnen zeggen: ‘oké, we zijn het niet met je eens, maar als vrijzinnige mag jij dat zeggen, wij kiezen voor pluriformiteit’.” Jezus was er in Geloven in een God die niet bestaat be-kaaid vanaf gekomen. “Om in God te geloven is Jezus niet per se nodig”, schreef Hendrikse. “De kerkelijke fixatie op Jezus zie ik als een dwaalspoor, Jezus was zelf niet eens christen.” Dat vonden niet alleen zijn critici maar ook veel lezers te weinig. ‘Je kunt Jezus toch niet in één alinea afserveren?’ Nee, dat vond Hendrikse eigenlijk ook niet. Na de nodige aarze-lingen – “ik had geen zin de zoveelste Jezusstudie te schrijven” – nam hij de handschoen op. God bestaat niet en Jezus is zijn zoon luidt de titel van de tweede Hendrikse, die deze week verscheen. De auteur geeft daarin zijn ‘nagerekende vermoedens’ over Jezus.

MysteriegodsdienstenHistorisch gezien is er over de joodse man Jezus heel weinig bekend. “Wat we bij de apostel Paulus – de oudste bijbelse getuigenis over Jezus – en in de vier evangelies lezen, zijn verhalen over Jezus. Aan die verhalen moet een bijzondere historische persoon ten grondslag liggen. Maar we zullen nooit weten wie hij was, alleen wat er van hem gemaakt is. Daar moeten we het mee doen.” Hendrikse is niet de eerste theo-loog die dit zo stelt. Wat wel nieuw is, is de nadruk die Hendrikse legt op het mythologische en niet-joodse gehalte van de verhalen over Jezus.Hendrikse: “Een mythe is een verhaal dat niet echt is gebeurd, maar een tijdloze waarheid formuleert. Mythen zijn weliswaar verhalen over vroeger, maar ze gaan over nu. Ze plaatsen het begin van wat in

interview

275777.indd 2 24-10-2011 11:10:19

Page 3: interview Klaas Hendrikse

Klaas Hendrikse: ‘Laat maar zien dat ook jijzelf als gelovige het gangbare verhaal niet snapt. Laat je twijfels maar zien! Dat komt neer op: Laat zien dat je mens bent’

28 oktober 2011 | VolZin 19

275777.indd 3 24-10-2011 11:10:25

Page 4: interview Klaas Hendrikse

20

het heden wordt gezien, in een ver verleden. (Zoals sprookjes dat doen: er was eens..) Dat wil niet zeggen dat je uit dat verleden kunt aflezen dat het nu zus is omdat het vroeger zo was. Het is juist andersom: als je een mythe leest, kun je daaruit aflezen hoe mensen van nu zich hebben voorgesteld hoe het vroeger is geweest. Voorbeeld: het bijbelse verhaal van de zon-deval. Wie dat verhaal als een historisch verslag leest, komt tot de conclusie dat wij mensen zondigen omdat Adam in een appel gebeten heeft. Dat klopt niet. Je moet het verhaal als een mythe, andersom dus, lezen: Adam beet toen in de appel omdat wij nu zondigen.”

Gouden greepTerug naar Jezus. Die is volgens Hendrikse gemodel-leerd naar een mythe die in de populaire mysterie-godsdiensten van zijn tijd de ronde deed: de mythe van de stervende en weer herrijzende god. “Over goden als Osiris, Dionysos en Mithras – niet toevallig allemaal zonnegoden – werd verteld dat ze ten onder zijn gegaan en weer herrezen. Het christendom heeft daarvan gemaakt dat Jezus – die al evenmin toevallig Zon der Gerechtigheid wordt genoemd - is gestor-ven en na drie dagen weer uit de dood is opgestaan. Paulus speelt daarin een centrale rol. Hij is met het verhaal over Jezus naar het buitenland gegaan. De gangbare visie is dat Paulus het christendom aan de heidenen heeft gebracht. Volgens mij is het omge-keerde minstens evenzeer waar: Paulus heeft het hei-dendom binnen het christendom gebracht. Hij heeft Jezus namelijk tot Christus gemaakt, een look-a-like van de gestorven en herrezen godheid zoals de niet-joden die al kenden, een figuur die alles kon wat de buitenlandse goden ook konden. Dat bleek voor het beginnende christendom een gouden greep te zijn.

Het raakte snel verbreid. Je moet Paulus daarvoor alle krediet geven.” Volgens hetzelfde procedé van assimilatie wordt Jezus in de evangelies op één lijn gesteld met de profeten uit het Oude Testament. “Omdat Elia en Elisa mensen uit de dood konden opwekken, werd die eigenschap ook aan Jezus toegeschreven. Hij was voor zijn volge-lingen belangrijk genoeg om dat van hem te zeggen.”

Rechtop lopen“Hoe krijg je het in hemelsnaam verzonnen dat iemand zou kunnen sterven en na drie dagen weer uit zijn graf opstaat? Zoiets verzin je niet”, meent Hen-drikse, “tenzij dat verhaal, die mythe, staat voor een reële ervaring die mensen hebben opgedaan. Wat ik ‘het Paasmysterie’ noem, betreft niet een vermeende opstanding van Jezus uit de dood maar de ‘opstanding uit de levenden’, de ervaring van de leerlingen dat Jezus na zijn dood nog voluit in hun leven aanwezig was. Diezelfde ervaring zie ik in mijn gemeente als mensen hun partner verliezen door de dood. Mensen gaan finaal onderuit, zeker als de dood onverwacht is gekomen, ze zijn echt verdoofd, maar na een lange tijd zien ze heel geleidelijk toch weer spoortjes van licht. En soms hoor ik hen zeggen: ik heb haar nog iedere dag bij me, of: ik praat nog elke dag met hem. Vroeger, toen ik nog een jong predikant was, begreep ik dat niet. Nu ik ouder ben, wel. Ik kom mijn overle-den vader heel vaak tegen. Hoe vaak ook hoor ik hem niet spreken. Prachtig toch! De doden blijven onder ons leven, banden van liefde blijven bestaan. Dat is de ervaring van de opstanding.”De bijbelse verhalen over Jezus vormen volgens Hen-drikse een onachterhaalbaar mengsel van heidense mysteriegodsdiensten, overspannen joodse Messi-

VolZin | 28 oktober 2011

Klaas Hendrikse (Groot-Ammers, 1947) groeide op in een niet-gelovig gezin in de Alblasserwaard. Hij raakte geboeid door het geloof van de ‘gewone boerenmen-sen’ die hij als zoon van de dierenarts in zijn geboor-testreek ontmoette. Op zijn 23ste bezocht hij voor het eerst een kerkdienst. Hij werkte tien jaar als marketeer voor kopieermachinefabrikant Rank Xerox en begon op zijn 30ste aan de studie theologie. Sinds 1984 is hij predikant van de Protestantse Kerk in Nederland. Hij bedient vrijzinnige gemeentes in Zierikzee en Middel-burg. In 2007 publiceerde hij de bestseller ‘Geloven in een God die niet bestaat. Manifest van een atheïstische dominee’. Deze week verscheen God bestaat niet en Jezus is zijn zoon (Nieuw Amsterdam, 208 blz., € 18,-).Hendrikse is na twintig jaar weer samen met zijn ex-vrouw. Samen hebben ze een zoon en een dochter.

275777.indd 4 24-10-2011 11:10:31

Page 5: interview Klaas Hendrikse

column nuweira youskineasverwachtingen en het optreden van een historisch persoon die kennelijk grote indruk op zijn omgeving heeft gemaakt. “Een fotografische close-up maken is onmogelijk”, meent hij. “Wat we op de foto zien is een vage figuur die in een groot licht staat.” Dat schept ruimte voor mensen om hun eigen Jezusbeeld te ma-ken. Hendrikse laat zichzelf die kans niet ontnemen. Jezus is voor hem “degene die tot mensen zegt: ‘Kom maar naar buiten! Kom maar tot nieuw leven! Sta op, ga weer lopen, open je ogen, ga zien!’ Jezus is iemand die in een volkomen scheve wereld, rechtop loopt. Dat alles zou ik ook wel willen.” Helaas ging het christendom veelal een andere weg, en maakte het zich daarmee irrelevant voor mensen van nu: “De kerk is de mythe letterlijk gaan nemen, ze hebben van een tijdloos gegeven een historische ge-beurtenis gemaakt. Dan houdt de mythe op te bestaan en is het sprookje uit.” Dat wij met Jezus uit de dood zullen opstaan of dat er na de dood toch wel ‘iets’ moet zijn, van Klaas Hen-drikse mogen mensen dat geloven, “maar waar berust het op? In de Bijbel gaat geloven niet over een leven na de dood, maar over het leven hier en nu.” Bij de gedachte aan Jezus als verlosser raakt Hen-drikse “het spoor helemaal bijster. Dat traditionele leerstuk staat heel ver van me af. Kijk eens om je heen, zou ik zeggen: hoezo verlost? De wereld is in de verste verte niet verlost. Wij mensen zullen het moeten doen. Dat Jezus daarbij een inspirerend voorbeeld is: zeker! Maar er lopen zat inspirerende mensen rond.”

Geen agendaRijst toch de vraag: heeft Klaas Hendrikse, predikant van de Protestantse Kerk in Nederland, de zoekende zielen van vandaag wel wat te bieden? Dat hij de twijfel van zichzelf en anderen volkomen serieus neemt natuurlijk. Maar er is meer: “Ik vind het fijn om naar mensen toe te gaan. Ik wil hen het gevoel geven: ‘hier ben ik, ik heb alle tijd voor je en het kost je niets’. Als het me lukt om zo bij mensen aanwezig te zijn, is dat fantastisch. Maar soms is het heel moeilijk. Dan loop ik eerst een rondje om het ziekenhuis voordat ik er naar binnen ga. Ik vraag me dan af: ‘Klopt ‘t, Hendrikse? Ben je werkelijk zonder agenda?’ Ik neem trouwens ook nooit een bijbeltje mee als ik zieken bezoek. Mijn ervaring is dat mensen meer geholpen zijn met het stellen van de goede vragen dan met antwoorden of troost.” Maar iedereen heeft toch wel eens troost nodig? Dat kan hij alleen maar beamen. “Maar er is niemand die besteld kan worden om vanmiddag om half 3 te gaan troosten. Dat werkt niet. Ik ga nooit naar iemand toe om hem of haar te troosten. Troost kan soms het ef-fect zijn. Dan kun je zeggen: God gebeurt.” ■

28 oktober 2011 | VolZin 21

Gesprek van de dag“Kan God zien dat jij nu een zwarte trui aan hebt?” Ik staarde enige tijd nadenkend naar mijn cappuccino en keek daarna weer naar de vragen-steller, Husein. Ik wist niet goed of hij me nu in één of andere religieuze hinderlaag wilde lokken, of dat het oprechte belangstelling was. “Nou ja”, mompelde ik ten slotte, “als God dat wil kan hij dat natuurlijk best zien. Maar ik gok dat Hij wel iets beters te doen heeft dan mijn garderobe van vandaag te bekijken.”

Husein veerde op. “Dat is precies wat bepaalde filoso-fen betogen, alleen gaan ze nog een stapje verder. God heeft de hemelen en de aarde geschapen en het zó geregeld dat alles ook weer voort kan leven. De schep-ping als geheel vloeit voort uit de voorwaarden die hij gecreëerd heeft. Daarna was het aan die schepping om zich te ontvouwen. Hij is er te ver boven verheven om er nog iets mee te maken te hebben!”“Wacht even, dat kan niet”, protesteerde ik. “God is toch juist aanwezig bij alles wat we doen, hij weet precies wat we denken en zeggen. Hij gaat ons toch niet scheppen en ons vervolgens als een baksteen uit zijn handen laten vallen?”Husein keek me aan met een goedmoedig spottende blik. “Nu spreek je als een goede soenniet. Denk je echt dat God jou nu je kopje koffie ziet drinken? Nee, hij is er alleen, als wij willen dat hij er is. Als we bidden en ons tot hem richten, dán is hij er; omdat wij hem oproepen, als het ware. Als je gewoon bezig bent met je dage-lijkse beslommeringen, dan erken je hem niet en is hij er dus niet.” Ik herkende deze redenering en pijnigde tevergeefs mijn hersens op de naam van de filosoof te komen die had gesteld dat de mens God had gescha-pen en niet andersom. Maar zat er niet wat in? Was dat niet waarom gebed en meditatie in alle godsdiensten zo belangrijk is – om voortdurend bewust te zijn van Gods aanwezigheid? Niet, in mijn ogen althans, omdat God anders niet zou bestaan, maar omdat de mens anders alleen nog maar bezig is met zijn eigen, platte wereldje? Ik tilde mijn koffiekopje op. “Kijk, Husein. Ik ga mijn kof-fie drinken en terwijl ik dat doe, zal ik aan God denken en hem dankbaar zijn dat ik van deze drank kan genie-ten. Een mix tussen mijn dagelijkse beslommering en het gedenken van God.” Hij zuchtte. “Jij blijft gewoon een onverbeterlijke soefi.”

275777.indd 5 24-10-2011 11:10:36