INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture Waarom kunnen we over deze...

36
INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren? TOCH: streven naar funderingen op basis van empirisch onderzoek en statistiek blijft een wetenschap (i.t.t. astrologie) Verschillen: Soms lachen we met gedrag dat voor ons vreemd is, soms schrikken de verschillen ons af. Verschillen tussen individuen / groepen = SOCIOLOGIE Van waar komen deze verschillen? Wat is bepaald door aanleg? Wat is bepaald door omgeving? Dit is de nature / nurture discussie

Transcript of INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture Waarom kunnen we over deze...

Page 1: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN

• Stellingenopdracht Nature / Nurture Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie

voeren? TOCH: streven naar funderingen op basis van empirisch

onderzoek en statistiek blijft een wetenschap (i.t.t. astrologie)

• Verschillen: Soms lachen we met gedrag dat voor ons vreemd is, soms schrikken de

verschillen ons af. Verschillen tussen individuen / groepen = SOCIOLOGIE

Van waar komen deze verschillen? Wat is bepaald door aanleg? Wat is bepaald door omgeving? Dit is de nature / nurture discussie

Page 2: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

I N T E RAC T I E T U S S E N E R F E L I J K H E I D E N M I L I E U

NATURE / NURTURE

Page 3: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Nature / Nurture is eerste thema in 6 GEW = op zoek gaan naar oorsprong van verschillen tussen mensen

• Later dit jaar: conflicten, conflicthantering en ook de gevolgen van verschillen voor maatschappij en wereldbeeld ( globalisering)

Op elk niveau (micro / meso / macro) sprake van ‘diversiteit’.

• Waar hoort de N/N discussie thuis? • Welke voorbeelden kan je geven van diversiteit op de andere niveaus?

Page 4: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Persoonlijkheid = omgang met anderen, idealen, mogelijkheden, beperkingen, waarden en normen

• Is onze persoonlijkheid, dat wat ons uniek maakt, aangeboren? Of is ze veeleer aangeleerd? Complex!

Deelaspecten analyseren Intelligentie Motorische vaardigheden Agressief gedrag …

Page 5: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Implicaties van antwoord:

• Als nature veelal doorslaggevend is, wat blijft er dan nog over van ideaal van maatschappelijke gelijkheid en verantwoordelijkheid?

Niet louter theorie: Vb. ontoerekeningsvatbaarheid als juridisch middel

Opvoeding en onderwijs

Leerkrachten en politici

Page 6: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Fundamenteel filosofische vraag die uit dit debat volgt:

“Is de mens van nature goed of slecht”

• In algemen termen: drie actuele standpunten

• Persoonlijkheid niet aangeboren• Persoonlijkheid bevat zowel elementen die zich

ontwikkelen op aangeboren mogelijkheden zoals intelligentie, bepaalde emoties, als specifieke aangeboren mogelijkheden als lenigheid muzikaliteit, temperament.

• Persoonlijkheid ontwikkelt zich in de loop van ons leven.

Page 7: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Filosofische discussie die voorafging aan nature / nurture standpunten = discussie tussen Empirisme en Nativisme over 3 vragen:

1. Individuele verschillen veroorzaakt door erfelijke factoren?2. Individuele verschillen veroorzaakt door opvoeding?3. Is persoon zelf verantwoordelijk voor eigen ontwikkeling?

Empirisme en nativisme (rationalisme) bekend van discussie in 5 CUW over waarneming en kennis. (Hume vs. Descartes)

Hoe vrij is onze ‘vrije wil’?

Page 8: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Nativisme vs. Empirisme

Page 9: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

Opdracht: lees p.9 + bijlage 1 en probeer een gestructureerde vergelijking te maken tussen de twee extreme standpunten in de N / N vraag.

Page 10: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Evoluties in 20ste eeuw:Lees artikels

• bijlage 2: Wetenschappelijk racisme1. Welke argumenten werden er gegeven

pro-nature?2. Hoe werden deze argumenten gepareerd?

• Bijlage 3: ABBA-zangeres als ideale Ariër

Page 11: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• 20ste eeuwe idologieën:

• NAZISME: veronderstelling dat verschillen tussen rassen biologisch gedetermineerd zijn (basis van eugenetica)

Sterilisatiewetten

• MARXISME: klassenloze maatschappij door omgeving te hervormen

geen intelligentietests

Extreme standpunten hebben geleid tot veel leed

Page 12: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Na WOII: Onderzoek naar genen als verklaring voor gedrag niet

aanvaardbaarOnderzoek naar omgevingsfactoren is politiek correstGrote ontwikkeling in psychiatrie en gelijkheidsideologie

De mens is bij geboorte een onbeschreven blad(Lees paragraaf 3 p.10)

Andere kijk op autisme: ‘koelkastmoeders’ als verklaring gesuggereerd. Later aangetoond dat het alsnog genetisch was

hele generatie moeders met schuldgevoel

Page 13: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

• Einde 20ste eeuw: revolutie in genetica Humaan genoom ontcijferd (menselijke DNA sequentie)

Stimulans onderzoek genetische factoren• vb. Psychologische eigenschappen: intelligentie, seksuele voorkeur,

temperament, impulsief gedrag.vb. Psychische stoornissen: alhoholisme, alzheimer, schizofrenie, depressie, paniekstoornissen, diabetes.

A linkage between DNA markers on the X chromosome and male sexual orientation’, ‘Koppeling tussen DNA merkers op het X-chromosoom en

mannelijke sexuele oriëntatie” als biologische basis voor homoseksualiteit.

Is ‘nature’ opnieuw de primerende verklaringsgrond? Mogen we met die ‘nature’ ‘knoeien’? …

Page 14: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

NATURE OF NURTURE

Johan Braeckman (bioethicus, Universiteit Gent) over klonenhttp://www.youtube.com/watch?v=O5dC8kEcSbk

Ethische vragen over klonen en stamcelonderzoek

Page 15: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Polariserend debat tussen Nature en Nurture lijkt zinloos naast elkaar praten en extremen leiden tot maatschappelijke problemen

Intuitief: interactie tussen genen en omgevingSamengang van NATURE en NURTURE =

CONVERGENTIETHEORIE

Page 16: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Verschillende standpunten voor convergentie:

NATURE EN NURTURE

Vb. zwaarlijvigheid: Obesitas komt vaak in de familie voor denken spontaan aan voedingsgewoonten (omgeving)

Geen erfelijke factoren die meespelen? Jawel, synthese van genen EN omgeving

Page 17: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

“Erfelijkheid is een grote factor in obesitasEr wordt steeds meer bekend over obesitas en de oorzaken ervan. Sommige mensen kunnen eten wat ze willen zonder aan te komen, terwijl anderen worstelen om hun gewicht in

controle te houden. Onderzoekers hebben al tientallen genen ontdekt die coderen voor hormonen die een rol spelen in de regulatie van het gewicht. Het allereerste waarnaar gekeken

wordt, is teveel eten. Waarom hebben sommige mensen genoeg aan 1 bord, terwijl anderen niet verzadigd lijken te

raken?”

- http://mens-en-gezondheid.infonu.nl

Page 18: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

“Is overgewicht nu iets puur erfelijks of ligt de schuld bij de persoon zelf? Het is niet te ontkennen dat het al dan niet

ontwikkelen van overgewicht voor een deel erfelijk is bepaald. Deze genetische factor wordt nog steeds onderzocht en hierover bestaan meerdere standpunten. De invloed van erfelijkheid kan een rol spelen bij de vorming en distributie

van lichaamsvet, de activiteit van het basaal rust metabolisme, de voedselvoorkeuren, de mate van fysieke

activiteit, de veranderingen in het energieverbruik als reactie op overeten of diëten en ten slotte op de regulatie van het

honger- en verzadigingsgevoel.”

-  Jolien Vandenbosch is voedings-en dieetdeskundige, Knack

Page 19: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Twee types studies die dit onderzoeken:TweelingenonderzoekAdoptiestudies

Adoptie: genen zijn vast, omgeving is variabel vaststelling dat lichaamsgewicht vooral correleert

met gewicht van biologische ouders veeleer dan met gewicht van adoptieouders

Erfelijke factoren!(?)

Page 20: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Tweelingstudies: Verschillen onderzoeken tussen eeneiige tweelingen (volledig identieke genen) en twee-eiige tweelingen (genetisch op elkaar lijkend)

• Verschillen tussen de twee leden van een monozygote tweeling kunnen enkel bepaald worden door een verschil in omgeving, aangezien ze identieke genen bezitten.

• Verschillen tussen dizygote tweelingen daarentegen worden ook bepaald door verschillen in omgeving, maar bovendien ook door verschillen in genetische samenstelling.

Page 21: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Concordantie (overeenkomsten tussen kenmerken) bij monozygote tweelingen steeds groter dan bij dizygote tweelingen.

Het verschil in concordantie tussen monozygote endizygote tweelingen is dus een maat voor de bijdrage van genetische factoren in de variabiliteit in het optreden van een kenmerk.

Op deze manier wordt heritabiliteit van kenmerk berekend. Bvb. Heritabiliteit lichaamsgewicht 80% (iemands lichaamsgewicht wordt voor 80% bepaald door genetische factoren)

Page 22: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

2de standpunt: NATURE VIA NURTURE

‘Heritabiliteit‘ meestal niet helemaal correct geinterpreteerd =/= maat voor erfelijkheid

In vb. van Obesitas: 80% bepaald door genetische factoren.

Dit is niet juist! Heritabiliteit geeft aan in welke mate genen bijdragen tot de variatie van een bepaald kenmerk MAAR er is een nuance.

Page 23: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Vraag:

• Hoe verklaren we dat over een beperkt aantal generaties heen, de lichaamslengte van West-Europeanen sterk is toegenomen als lengtegroei genetisch bepaald is?

• Hoe verklaren we toename van de hoeveelheid obesitas door genetische omstandigheden?

Page 24: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Heritabiliteit = een maat voor variatie (in welke mate de genen bijdragen), maar in welbepaalde omstandigheden. (nurture)

Als deze omstandigheden veranderen, dan verandert ook de heritabiliteit. Genen en omgeving kunnen dus niet los van elkaar gezien worden.

Vb. VoedselschaarsteVb. intelligentie en schoolprestaties

Page 25: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

NATURE manifesteert zich pas ten volle als NURTURE geen criterium voor differentiatie isof m.a.w. nature VIA nurture.

Genen zijn niet deterministisch maar probabilistisch.• Onze genen zijn dus geëvolueerd om op een soepele manier in

te spelen op de omgeving en dit verklaart waarom het genetisch programma onderhevig is aan omgevingsinvloeden.

Vb. immunologisch systeem: afweercellen herschikken hun genen om zich voor te bereiden en te beschermen tegen lichaamsvreemde kiemen. We kunnen dus niet van determinisme spreken want dan zouden de cellen er niet toe in staat zijn zich aan te passen aan invloeden van buitenaf.

Page 26: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

“Paradoxaal zou je kunnen stellen dat de enige echte determinisme aanwezig in de genen, hun adaptatievermogen is. Maar hollen we zo het principe van ‘nature’ niet helemaal

uit?”

Ook taal is aangeboren capaciteit maar kinderen die niet met taal in aanraking komen, komen nooit tot normale taalontwikkeling. (zicht is gelijkaardig voorbeeld)

De omgeving schakelt met andere woorden bepaalde genen aan en uit.

Page 27: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU

Genetica

Vooruitgang in genetica heeft nieuwe mogelijkheden geopend voor onderzoek naar wisselwerking tussen genen en omgeving.

Het ‘Normale’ DNA bestaat niet miljoenen varianten (geen fouten) waardoor een gen soms iets minder of beter functioneert.

Grote variatie in lengte, gewicht, haarkleur, intelligentie, temperament, enz. Maar ook in aanwezig zijn van ziekten en aangeboren aandoeningen.

Page 28: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

Genetica

Voorbeelden:

MTHFR- gen: belangrijke functie in stofwisseling. Embryo’s die drager zijn van genetische variant met verminderde werking (te weinig foliumzuur) hebben kans op verstoorde vorming van centraal zenuwstelsel. Daarom zwangere vrouwen foliumzuur laten innemen.

FTO-gen: Een bepaalde variatie gaat gepaard met een toename in lichaamsgewicht met 3-4kg. Dit zien we enkel bij personen met te weinig lichaamsbeweging.

Page 29: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

DAT1-gen: geassocieerd met risico op ontstaan van ADHD. Dit gen is een belangrijke regulator van prikkelgeleiding tussen hersencellen. Andere studies wijzen op een verhoogd risico wanneer moeder tijdens zwangerschap rookt. MAAR het effect van roken treedt enkel op wanneer die specifieke variant van het gen aanwezig is en omgekeerd.

MAO-A: Variant hiervan is risicofactor voor delinquent gedrag (dient voor afbraak van o.a. adrenaline). Als omgevingsfactor is de negatieve invloed van verwaarlozing op kinderleeftijd gekend. MAAR kinderverwaarlozing zal vooral leiden tot delinquent gedrag wanneer het kind drager is van dit type van MAO-A gen.

Page 30: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

3de standpunt: NATURE BEPAALT NURTURE

Gen-omgeving correlaties: Onze genen bepalen op verschillende wijzen de omgeving waaraan we blootgesteld worden. Nurture is dus gedeeltelijk genetisch bepaald.

Maar deze omgeving heeft dan weer invloed op onze eigenschappen en kenmerken dus de omgeving versterkt de genetische effecten.

Correlatie, onlosmakelijk met elkaar verweven.

Page 31: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

Verschillende manieren waarop de genen onze omgeving bepalen.

Lees voorbeeld p. 19-20Wat is passieve gen-omgeving correlatie?Wat is reactieve gen-omgeving correlatie?Wat is actieve gen-omgeving correlatie?Wat is niche-picking?

Page 32: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

• 4de standpunt: NURTURE BEPAALT NATURE

Onderzoek naar invloed van omgevingsfactoren op overerfbare kenmerken belangrijker dan vermoed.

Klassieke evolutietheorie: Omgevingsfactoren zijn scheidsrechter voor ‘struggle for life’.

Toevallige genetische mutaties zorgen voor variatie waaruit de omgeving de meest aangepaste kan kiezen. Zo treden genetische veranderingen op. Effect van omgeving komt op tweede plaats. Evolutie traag want is afhankelijk van toevallige veranderingen

die uitzonderlijk ontstaan.

Page 33: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

Dit i.t.t. evolutietheorie volgens Lamarck overerving van verworven kenmerken die

efficiënter zijn in omgeving (vb. giraf)

Druist in tegen grondslagen van genetica: alle erfelijke info zit in DNA-sequentie en informatiestroom loopt van DNA naar eiwitten, naar kenmerken en niet omgekeerd.

Verworven wijzigingen in kenmerken kunnen niet leiden tot wijziging in DNA-sequentie.

Page 34: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

TOCH: grond van waarheid in overerving van verworven kenmerken.

Functie van gen niet enkel afhankelijk van DNA maar ook van andere factoren.

Epigenetische factoren zijn modificaties van het DNA die de DNA-sequentie ongemoeid laten maar toegankelijkheid van dit gen in een celkern regelen. Welbepalde genen worden in welbepaalde cellen aan- of uitgeschakeld door epigenetische mechanismen (Zie nature via Nurture)

Page 35: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

Deze epigenetische veranderingen kunnen tijdens de groei van het orgaan doorgegeven worden van moeder- op dochtercel.

Doorgeven van genetische informatie gebeurt via de geslachtscellen. Normaal bevinden die zich in hun startpositie (voor normale functionering) Er zijn echter observaties die erop wijzen dat bepaalde omgevingsfactoren epigenetische wijzigingen kunnen aanbrengen in specifieke geslachtscellenHet overerven van wijzigingen alsnog mogelijk?

Denk: DNA sequentie ongewijzigd maar een bepaald gen in geslachtscellen heeft door omgeving een dimmer gekregen in plaats van een gewone schakelaar om geactiveerd te worden. (Zie vb. p.22)

Page 36: INLEIDING: GEDRAGSWETENSCHAPPEN Stellingenopdracht Nature / Nurture  Waarom kunnen we over deze onderwerpen eindeloos discussie voeren?  TOCH : streven.

INTERACTIE TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING

Waarom bestaat dat mechanisme?• Hypothese: maakt snellere aanpassing aan

levensomstandigheden mogelijk voorprogrammatie van de volgende generatie

Optimalisering van de overlevingskansen maar anderzijds ook aanwijzing dat effect van ongunstige omgevingsfactoren effect kunnen hebben over generaties heen

Zo staat sociale ongelijkheid en honger in de wereld in een totaal nieuw daglicht!

Bijkomende perspectieven p. 22 ev. probeer zelf samen te vatten.