Eindeloos november 2010

20
Dat het onderwerp tijdens zijn optre- den in De Wereld Draait Door niet ter sprake kwam, betekent dan ook niet dat het de docent koud laat; integen- deel. ‘Natuurlijk houdt het me bezig, het is het belangrijkste in mijn leven!’ vertelt Van Royen. ‘Het draait er toch om dat je werk plezierig is, dat je goed functioneert. En dat er dan opeens een knop om gaat, en gezegd wordt: zoek het maar uit, dat vind ik heel erg.’ Na tientallen jaren werkzaam te zijn geweest aan de faculteit is het einde in zicht, maar Van Royen is nog volop actief. Hij schrijft het ene na het andere boek, geeft een indruk- wekkend aantal werkgroepen en is bezig met het opzetten van een begin- nerscursus Latijn aan de hand van zijn nieuwste publicatie. Werkelijk iedere student geschiedenis houdt levendige herinneringen over aan deze markante man, al was het alleen maar omdat hij in het eerste blok alle werk- groepen Bronnen en Literatuur Oudheid persoonlijk inwijdt in klassieke teksten, en tussen neus en lippen door ook in het wel en wee van het studentenleven en de schandalige manier waarop de politiek studenten behandelt. Maar diezelfde politiek heeft bepaald dat Van Royen moet stoppen met werken als hij vijfenzes- tig wordt, volgend jaar juni. ‘Dat betekent dat als ik plannen ga maken voor het komend studiejaar, die van het ene moment op het andere gewoon niet door kunnen gaan, jam- mer dan. Dat heet een functioneel leeftijdsontslag.’ Van Royen steekt zijn onge- noegen hierover niet onder stoelen of banken. In Folia schreef een student uit één van zijn werkgroepen, Yair da Costa, al een vurig opiniestuk waarin hij beschrijft hoe zijn favoriete docent zichtbaar aangedaan in de werkgroep zijn beklag deed. Da Costa roept de regering en de vakbonden op, stil te staan bij mensen als Van Royen die door wíllen werken, in onderscheid met de velen die gedwongen zullen worden langer te werken door het wetsvoorstel dat enkele weken geleden gereed kwam. De docent is geroerd dat de student voor hem in de MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST) GESCHIEDENIS - JAARGANG 12- NUMMER 2 - NOVEMBER 2009 EINDELOOS Door Bob van Toor - Aanschuiven bij Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door kan beschouwd worden als het absolute hoogtepunt van faam in Nederland. René van Royen, docent Oude Geschiedenis, viel de eer ten deel. De docent mocht komen vertellen over de nieuw verschenen Asterix en Obelix, omdat hij als schrijver van de populaire Asterix en...-serie inmiddels wel een expert op het gebied genoemd mag worden. Tijdens de levendige discussie tussen de presentator, Van Royen en zijn vrouw en co-auteur Sunnyva van der Vegt werd met geen woord gerept over een meer serieuze kwestie. René van Royen wordt over enkele maanden 65 en gaat dan automatisch met pensioen. Zijn vertrek zal echter niet van harte zijn, want hij wil nog lang niet stoppen met lesgeven. 4 - Afscheid Piet de Rooy 6 - Glitter Glamour Geschiedenisprijs 8 - Verdun is van iedereen 12 - Een Vlaming aan de UvA 14 - Babel teruggefloten? ‘Ik wil niet weg! Ik maak lawaai! René van Royen (64) ziet niet uit naar pensioen E d E d René van Royen en Sunnyva van der Vegt bij DWDD

description

 

Transcript of Eindeloos november 2010

Page 1: Eindeloos november 2010

Dat het onderwerp tijdens zijn optre-den in De Wereld Draait Door niet tersprake kwam, betekent dan ook nietdat het de docent koud laat; integen-deel. ‘Natuurlijk houdt het me bezig,het is het belangrijkste in mijn leven!’vertelt Van Royen. ‘Het draait er tochom dat je werk plezierig is, dat je goedfunctioneert. En dat er dan opeenseen knop om gaat, en gezegd wordt:zoek het maar uit, dat vind ik heelerg.’

Na tientallen jaren werkzaamte zijn geweest aan de faculteit is heteinde in zicht, maar Van Royen is nogvolop actief. Hij schrijft het ene na hetandere boek, geeft een indruk-wekkend aantal werkgroepen en isbezig met het opzetten van een begin-nerscursus Latijn aan de hand van zijnnieuwste publicatie. Werkelijk iederestudent geschiedenis houdt levendigeherinneringen over aan dezemarkante man, al was het alleen maaromdat hij in het eerste blok alle werk-groepen Bronnen en LiteratuurOudheid persoonlijk inwijdt inklassieke teksten, en tussen neus enlippen door ook in het wel en wee vanhet studentenleven en de schandaligemanier waarop de politiek studenten

behandelt. Maar diezelfde politiekheeft bepaald dat Van Royen moetstoppen met werken als hij vijfenzes-tig wordt, volgend jaar juni. ‘Datbetekent dat als ik plannen ga makenvoor het komend studiejaar, die vanhet ene moment op het anderegewoon niet door kunnen gaan, jam-mer dan. Dat heet een functioneelleeftijdsontslag.’

Van Royen steekt zijn onge-noegen hierover niet onder stoelen ofbanken. In Folia schreef een student

uit één van zijn werkgroepen, Yair daCosta, al een vurig opiniestuk waarinhij beschrijft hoe zijn favoriete docentzichtbaar aangedaan in de werkgroepzijn beklag deed. Da Costa roept deregering en de vakbonden op, stil testaan bij mensen als Van Royen diedoor wíllen werken, in onderscheidmet de velen die gedwongenzullen worden langer te werken doorhet wetsvoorstel dat enkele wekengeleden gereed kwam. De docent isgeroerd dat de student voor hem in de

MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST) GESCHIEDENIS - JAARGANG 12- NUMMER 2 - NOVEMBER 2009

EINDELOOS

Door Bob van Toor - Aanschuiven bij Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door kan beschouwdworden als het absolute hoogtepunt van faam in Nederland. René van Royen, docent OudeGeschiedenis, viel de eer ten deel. De docent mocht komen vertellen over de nieuw verschenen Asterixen Obelix, omdat hij als schrijver van de populaire Asterix en...-serie inmiddels wel een expert op hetgebied genoemd mag worden. Tijdens de levendige discussie tussen de presentator, Van Royen en zijnvrouw en co-auteur Sunnyva van der Vegt werd met geen woord gerept over een meer serieuze kwestie.René van Royen wordt over enkele maanden 65 en gaat dan automatisch met pensioen. Zijn vertrekzal echter niet van harte zijn, want hij wil nog lang niet stoppen met lesgeven.

4 - Afscheid Piet de Rooy 6 - Glitter Glamour Geschiedenisprijs 8 - Verdun is van iedereen 12 - Een Vlaming aan de UvA 14 - Babel teruggefloten?

‘Ik wil niet weg! Ik maak lawaai!’R e n é v a n R o y e n ( 6 4 ) z i e t n i e t u i t n a a r p e n s i o e n

Ed Ed

René van Royen en Sunnyva van der Vegt bij DWDD

Page 2: Eindeloos november 2010

bres wilde springen, en probeertzelf ook een discussie op gang tebrengen. Met succes, zo lijkt het,want inmiddels heeft studieverenig-ing Kleio een petitie aangekondigdom te protesteren tegen het vertrekvan Van Royen.

Is het onrechvaardig omeen 65-jarige academicus van zijnpost te sturen? Een groot deel vande Nederlandse beroepsbevolkingkijkt uit naar het moment dat zijmogen stoppen met werken, getu-ige de hevige protesten tegen deplannen om de eindstreep van hunwerkende bestaan twee jaar te ver-plaatsen. Maar het ene beroep ishet andere niet, merkt ook vanRoyen op: ‘Kijk, als ik een beton-vlechter was had ik natuurlijk welanders gepraat, dan was ik blijgeweest als ik met pensioen mocht,maar het is niet voor iedereen het-zelfde; ik wil nog door!’

Misschien zouden academi-ci een status aparte moeten hebben.Ministers worden niet beperkt doorhun leeftijd: minister Borst kon op70-jarige leeftijd nog zonder prob-lemen werken. Ook voor burge-meesters is recentelijk de wet ver-soepeld wat betreft de pensioen-leeftijd. Deze aanpassin-gen zijn deels gemaaktom bestuurlijke redenen.Zou behalve de politiek,niet ook de wetenschapgebaat zijn bijaangepaste regels?Immers, bij het vertrekvan een academicusverdwijnt ook zijnexpertise op een speci-fiek vakgebied, in iedergeval tot er een nieuweaanstelling is.Neerlandica Marita Mathijsen(vorige maand nog onderwerp vaneen artikel in Eindeloos) kondigdebij haar afscheid van de UvA aan,dat zij vrijwillig en onbetaald les zalblijven geven, opdat haar vakgebiedhet niet zonder capabele docent zalhoeven stellen. Dat is een oplossingdie veel hoogleraren trekt. EenNijmeegse emeritus merkte bij zijnonbetaalde terugkeer naar hetkatheder op: ‘mijn vrouw vindt dit

ook veel prettiger’.Van Royen ziet dit echter

niet als een goede oplossing. ‘Eennulaanstelling vind ik niet serieus.Het aardige van een baan is nu juistdat een werkgever bepaalde dingenvraagt van de werknemer, die daardan aan kan beantwoor-den. Je moet functionerenbinnen een kader, dat is deuitdaging.’ Hij benadruktdat het daarbij absoluutniet om het salaris gaat.‘Naarmate je langer werkt,en het geld minder belan-grijk wordt, wordt hetwerk zelf steeds belan-grijker.’

Een (gedwongen)pensioen is ook abrupterdan een emeritaat. Een hoogleraarblijft doorgaans nog jaren pro-movendi begeleiden en op diemanier betrokken. Voor een univer-sitair docent als Van Royen geldtdat in mindere mate. Hij kan natu-urlijk wel onderzoek blijven doenen hij zal zeker boeken blijvenschrijven, maar dat vindt hij minderbevredigend. ‘Boeken schrijven isheel saai! Het belangrijkste zijn juistsociale contacten. En dat er iets van

je geëist wordt. Als je terug-keert als vrijwilliger is datniet hetzelfde. Het is goed alser iets van je verwacht wordt,daar groei je van. Het gevoelvan grote nutteloosheid datanders ontstaat, vreet aan je.’

Er zijn echter nog anderemogelijkheden voor uitgetre-den academici. HermanBeliën, docentAmerikanistiek, ziet detoekomst absoluut nietsomber in: ‘Ik zal op een

zeker moment in de komende tweejaren mijn prachtige baan opgevenen zal dat vol dankbaarheid vooralles wat deze mij gebracht heeft,doen. Ik geef het onderwijs nogsteeds met plezier, maar ik vind ookdat mijn reguliere baan bij deUniversiteit na 44 jaar werk wel inhanden moet komen van een jongecollega.’ Beliën is dan ook niet van plan eenberoep te doen op de instanties om

een plaats binnen het reguliere pro-gramma te behouden. ‘Voor iemanddie nog graag college wil geven restaltijd nog de mogelijkheid de vrijemarkt op te gaan en daar een plaatste zoeken.’

Van Royen ziet diemogelijkheid van de vrijemarkt niet zitten; het veel-gehoorde argument datoudere werknemers noueenmaal plaats dienen temaken voor jongereinstroom, wil hij al hele-maal niet horen. ‘Hoe jongwil je het hebben?Natuurlijk, je moet wel ver-jongen, maar hoe wil je datdoen met zó weinig for-matieplaatsen? Er zijn veel

minder plaatsen beschikbaar danvroeger, het is nu nog maar 15%van wat het geweest is. Jong en oudnaast elkaar kan gewoon niet!Britse en Amerikaanse universiteit-en hebben het goed geregeld, hetmooie van die universiteiten is dater inderdaad een goede afspiegelingis alle leeftijdsgroepen, die hebbeneen perfecte formatie. Maar hier ishet simpelweg te krap, net als debeschikbare studietijd voor studen-ten overigens, én de studiefi-nanciering.’

De instroom van jongeredocenten blijft een heikel punt, nuhet aantal plaatsen voor aio’s enstudent-assistenten aan de faculteitdrastisch terug is gebracht. Het iswellicht één van de redenen dat VanRoyen tot nu toe weinig gehoorheeft gevonden bij het universiteits-bestuur. Ook docent NieuwsteGeschiedenis Willem Melchingdeelt de onvrede van Van Royenover de pensioenwetgeving niet.‘Ook docenten moeten vanophouden weten. De dag dat ik mega verheugen op mijn pensioen istevens de dag dat ik zal stoppen.Wanneer dat is kan ik uiteraard nietvertellen.’

Behalve van zijn studentenkrijgt Van Royen tot nu toe niet veelbijval, maar hij is vastberaden totop zijn verjaardag te proberen deregels te veranderen. ‘Tot nu toeheb ik steeds gehoord dat er geen

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 2

‘Als ik een

betonvlechter

was geweest,

had ik

natuurlijk wel

anders

gepraat’

‘Het gevoel

van grote

nutteloosheid

dat ontstaat,

dat vreet aan

je’

Page 3: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 3

mogelijkheden zijn. Maar ik zou hetme zo voor kunnen stellen dat ereen contract op jaarbasis wordtafgesloten, en dat je dan aan heteind van ieder jaar kijkt of het nogverlengd kan worden. Net als meteen rijbewijs, dat moet je ook vakergaan controleren bij ouderemensen.’

Voorlopig ziet het er naaruit dat René van Royen volgend jaar

met veel tegenzin moet stoppen metwerken, terwijl de FNV zich methand en tand verzet tegen deaanstaande verhoging van de pen-sioenleeftijd. Zelfs als hetwetsvoorstel ter verhoging van deAOW-leeftijd wordt aangenomenzal het pas in 2020 gaan gelden,dus ook uit die hoek kan de docentgeen soelaas verwachten. Dat maakthem echter niet minder strijdlustig.

Hij zal zich, als de dag daar is, nietvastketenen aan het meubilair,maar: ‘ik probeer binnen demogelijkheden van de wet te doenwat ik kan om hier iets aan te veran-deren. Ik zal protesterendvertrekken, ik ga niet zo maar weg!Ik wil ‘t niet! Ik maak lawaai!’ d

Herfst! Niet alleen de tijd waarin jebijna van je fiets wordt geblazen ter-wijl je geconcentreerd een blaadje datvoorbij dwarrelt probeert te vangen,maar ook het begin van het Seizoen.Die hoofdletter verandert de naamvan een wat regenachtige periode ineen belangrijk deel van de socialekalender zoals die eigenlijk niet meerbestaat. Helaas is de tijd van herfst-bals, jachtpartijen (dat kan heus ookwel vegetarisch) en de massale terug-keer van het buiten naar de stad gro-tendeels voorbij. Maar: het concertge-bouw durft zich niet meer pontificaalte laten bedruipen door Robeco, laatstaan voetbalwedstrijden te vertonen,dus kennelijk is er wel iets veranderdsinds de zomer.

Hoewel het vervlogen tijd-perk, waarin een meisje met haarcoming out gewoon nog haar eerstefeestje met echte champagnebedoelde, nauwelijks meer voor testellen is, wordt het Seizoen nog inere gehouden door specifieke bevolk-ingsgroepen. Naast de bejaarden, dienu het Robeco-bord weg is weergezien kunnen worden bij het con-cert, zijn daar bijvoorbeeld ook devoetbalsupporters, die hun seizoenfeestelijk geopend hebben door eencontingent Kroaten in elkaar te trem-men. Weinigen storten zich echtermet zo veel enthousiasme in hetnieuwe sociale en culturele jaar alswij, historici.

Tot mijn vreugde heb ik deafgelopen weken bemerkt dat zowel

de geschiedenisstudent als profes-sional een werkelijk krankzinnig aan-bod van evenementen op zich krijgtafgevuurd. Hoewel de agenda zeldenvrij is van goedbedoelde lezinkjes enpraatavonden zakt het circuit tocheen beetje in tegen augustus, en dat ismaar goed ook. Halverwege septem-ber, als iedereen de eerste vergader-ing en de opstartstress achter de rugheeft, wordt de draad weer opgepakt,en hoe! Voor ons geen drijfjacht en erwordt, behalve onder studenten, ookweinig gedanst, maar er is tochwerkelijk voor elk wat wils. Iederweekend puilt uit van de mogelijkhe-den om te luisteren, te discussiëren,te bowlen of anderszins onze drangtot historisch verantwoord samenzijnte uiten.

Congressen als ‘Met het oogop wetenschap’ en het Skript-sympo-sium over tolerantie in de vroegmod-erne tijd zullen iedere dorst naarverdieping en uitbreiding van onzekennis kunnen lessen. Echte verwen-congresjes als ‘Mannelijkheid in deNederlanden’ (6 november in deKoninklijke Bibliotheek) wil ik inieder geval voor geen goud missen, alheb ik geen idee wat me er te wacht-en staat. Het affiche, een wat onge-bruikelijk ingezoomde afbeelding vaneen heerschap in zo’n net iets testrakke Empire-broek, belooft inieder geval licht te werpen op ditmysterieuze tijdperk van oncomforta-bele mannenmode. Een lezing met detitel ‘De benen van Willem I’ kan toch

niets dan goeds brengen? Centraal inons Seizoen staat natuurlijk die (haat-)liefdesbaby van onze discipline en deStichting Anno: de Week van deGeschiedenis.

Hoewel er vraagtekens tezetten zijn bij de manier waarop Anno(‘brengt geschiedenis bij de actualiteitvan vandaag’) steeds weer degeschiedenis weet te presenteren metde nuance van een Teletubbie is hetgoed eten uit de ruif van de vetgesub-sidieerde paradepony van LoekHermans. Eindeloos was dan ook niette beroerd haar verslaggevers uit testuren naar de vele geestige feestjesdie de Week ons biedt: Clara miste deglamour bij de uitreiking van deGrote Geschiedenisprijs, maar genootvan de hapjes, en ook Kick heeft heterg naar zijn zin gehad tijdens deNacht van de Geschiedenis.

Uw hoofdredacteur heeft totzijn immense spijt het absolutehoogtepunt van het Seizoen moetenmissen. Ik was niet in de gelegenheidom af te reizen naar de MiddeleeuwseDag in Slot Loevestein. Niets had ikliever gewild dan rondlopen tussende tweederangs acteurs en de werk-loze historici die ons zo’n leuk kijkjein onze eigen toekomst bieden, terwi-jl ze zich vol overtuiging op de rol vanstalknecht nummer drie storten.Gelukkig is het Seizoen nog nietafgelopen: morgen gaan we bowlen.

Bob van Toor

HOOfDrEDactIONEEL

Page 4: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 4

De Rooy kreeg de onderscheidingvoor zijn grote verdiensten in deacademische wereld, maar ookdaarbuiten. Zo had hij een leidenderol in de hervorming van hetmiddelbare geschiedenisonderwijsmiddels zijn voorzitterschap van deCommissie Historische enMaatschappelijke Vorming, enschreef hij met Republiek van riva-liteiten een gedegen en tegelijker-tijd zeer toegankelijk overzichts-werk van de Nederlandse geschie-denis vanaf 1813.

De Rooy’s academische car-rière begon met het proefschriftWerklozenzorg en werkloosheids-bestijding, 1917-1940: Landelijk enAmsterdams Beleid waarna hij talvan publicaties produceerde die eenbrede belangstelling aan de dag leg-den, met name voor politieke cul-tuur (Een ideaal dat ons toelacht?),de sociaal-democratie (De rodedroom) en darwinisme (Darwin ende strijd langs vaste lijnen).

De laatste jaren van zijnhoogleraarschap raakte de Rooysteeds meer betrokken bij projectendie historisch bewustzijn bij hetgrote publiek moesten vergroten.Zijn werk voor de Commissie-DeRooy (2000), waaruit de chronolo-gische indeling in tien tijdvakken inhet onderwijs is voortgekomen, isongetwijfeld het belangrijkstgeweest, maar zijn medewerkingaan het overzichtswerk De geschie-denis van Amsterdam, het beknopteKortweg Nederland: wat iedereenwil weten over onze geschiedenis,en het eerder genoemde Republiekvan rivaliteiten getuigen eveneensvan zijn opvatting dat historischbesef van groot belang is voor eensamenleving. “Het is geen penicilli-ne die meteen aanslaat, maar meeriets als staalpillen, het verhoogt hetweerstandsvermogen tegen allerlei

kwalen.”, zo vertelde hij Eindeloosin een interview in 2005.

Ook in zijn afscheidsredebenadrukte De Rooy het belang vanhet besef dat “de problemen van nuhistorische wortels” hebben. Hetbeeld van een toleranteNederlandse samenleving wenst hijbij te stellen met de aanmerking dathet toch vooral altijd is gegaan omhet uitvechten en beslechten vanpolitieke en religieuze geschillen inde publieke arena. Nederland cre-ëerde een mythe van tolerantie.“Vergeten werd daarmee ook dat ditkruitvat nooit tot ontploffing wasgekomen, doordat de overheid hetbij voortduring nat hield. De ver-warring waarin Nederland nu ver-keert, is voor een groot deel te ver-klaren uit dit geheugenverlies.”

Met het vertrek van Piet deRooy verliest de UvA een historicusdie met grote betrokkenheid onder-zoek doet, en die bevindingen metgepaste nuance bij een grootpubliek weet over te brengen. Zijnopvolger James Kennedy wacht deschone taak het hoogleraarschap opeenzelfde veelzijdige en uitgebalan-ceerde wijze te vervullen.

UvA neemt afscheid van De RooyDoor Onno La Rivière- Na 24 jaar hoogleraarschap ging Piet de Rooy 11 september met emeritaat. In de aulasprak hij zijn afscheidsrede uit, een pleidooi voor meer aandacht voor religie onder historici. Hierna werd hijbedolven onder lof van collegae, voorzitter van het College van Bestuur Karel van der Toorn, en burgemeesterCohen, die hem namens de koningin benoemde tot Officier in de orde van Oranje Nassau.

Piet de Rooy

Die dur f t !Door Clara van de Wiel - Hoewel degemiddelde geschiedenisstudent watbetreft schrijfvaardigheid wellichtnog veel kan leren, heeft hij zich eenandere journalistieke vaardigheidvaak al wel eigen gemaakt. Nietzelden laat hij zich van zijn brutaalstekant zien, is het niet door een vormvan schaamteloos plagiaat dan weldoor een zeer fantasierijke omgangmet de feiten. In deze nieuwe rubriekvragen wij docenten naar hun opval-lendste ervaringen om tot huivering-wekkend voorbeeld dan wel nieuweinspiratiebron te dienen.

Het spits wordt afgebeten doorvertrekkend hoogleraar Piet de Rooy:

‘Brutaliteit is niet per definitie eenslechte eigenschap. Toch begonnende vele mailtjes van onbekende stu-denten die begonnen met aanhef ‘HoiPiet’ me op den duur wel te storen. Debrutaliteit die mij echter nog steedshet meest aangrijpt is echter van eenandere soort. Ooit leende ik mijn doc-toraalscriptie uit aan een studenteEuropese Studies om die vervolgensnooit teruggekregen te hebben. Endat was nog een scriptie die metbloed, zweet en tranen in het pre-computertijdperk op een oude schrijf-machine was getikt. Hij ging over deFranse generaals Gallieni en Lyautey,die in koloniale oorlogen een soort'olievlek-methode' hebbentoegepast, een methode die zo'nbeetje wordt heruitgevonden inAfghanistan.’ d

d

Page 5: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 5

.

Door Joris Belgers- Wie is Bart-JanRoffel? Met zijn ietwat sjofele uiter-lijk en lange grijsblonde haren kanhij zeker een opvallende verschijn-ing genoemd worden. Hij is vaak tevinden op de vijfde verdieping vanons het P. C. Hoofthuis en daarvooral achter de balie van hetonderwijssecretariaat. Al sinds stu-dentenheugenis is hij één van demeest aanwezige medewerkers vanhet onderwijssecretariaat – zo aan-wezig zelfs, dat zijn gitaarspel in deavonduurtjes wanneer het P. C.Hoofthuis leeg en verlaten is zo nuen dan over de gangen schalt.

Zo ongeveer iederegeschiedenisstudent zal eens in zijnstudiecarrière wel met dezemarkante figuur in aanrakingkomen; de administratieve bureau-cratie van de UvA zal daar vroeg oflaat wel voor zorgen. Werkgroepzogenaamd vol? Studieweb onvind-baar? Bul naar het verkeerde adresgestuurd? Bart Jan regelt het voorje. Of niet. Want over zijn behulpza-

amheid zijn de meningen verdeeld:de één vindt hem geweldig (‘Metéén handomdraai had hij me in dieonmogelijk overvolle werkgroepgeplaatst!’) de ander kan hem nietuitstaan (‘Het kostte hem blijkbaariets te veel moeite om mij even hetkopieerapparaat te wijzen’).Volgens de meeste studenten dieEindeloos tegenkwam is het “eenaardige man” – als je je humor ten-minste een beetje op deze moeilijkpeilbare UvA-kracht weet af testellen.

Maar de vraag blijft, wie isBart Jan Roffel nu eigenlijk echt?En daar is moeilijker achter tekomen dan gedacht. Zelf wil hij nietingaan op persoonlijke vragen enook zijn directe medewerkerskomen niet veel verder dan dat hetprettig en gezellig is om met BartJan samen te werken en dat ervaak wel met hem te lachen valt. Ofhij getrouwd is, vijf kinderen heeften een groot pand aan deHerengracht bezit blijft onbekend.Of geruchten waar zijn dat hij een

eeuwige geschiedenisstudent wasbij wie het afstuderen maar nietwilde lukken en toen maar het sec-retariaat is binnengerold, vermeldtde historie ook niet. Of was hijroadie bij Metallica tijdens de ...AndJustice For All-tour en ketste deonderhandelingen van zijn eigenband met een platenlabel af opmuzikale meningsverschillen?Waarschijnlijk zullen we het alle-maal nooit weten.

Pogingen van Eindeloos omde heer Roffel zelf enkele vragenstellen liepen op niets uit.Ondergetekende werd doorver-wezen naar zijn muziekmanage-ment, langs wie normaliter deinterviews met de muzikalebaliemedewerker liepen. Het tele-foonnummer van zijn impresariowilde hij echter niet geven, diezouden immers toch net als hij zelfheel vaak en heel hard nee zeggen.

Een journalist van muziek-blad Oor was misschien niet dedeur gewezen, maar aan Eindelooswilde de administratief medewerk-er geen geheimen prijsgeven. En zoweet één van de vele opvallendefiguren die het P. C. Hoofthuis rijkis toch zijn mystieke aura tebehouden. d

Het P. C. Hoofthuis! Door velen verguisd, door de kenner op waarde geschat, maar voor eenieder deonvermijdelijke Alma Mater in glas en beton. Hoe vertrouwd zijn nu de gangen, waar wij tot ver inhet tweede jaar nog in plachten te verdwalen, en hoe vertrouwd de zware deuren, de bloedhete vis-senkommen, de onvindbare trap naar de zesde verdieping. Het is dan ook weinig verbazingwekkenddat sommige van onze medebewonderaars zich simpelweg niet meer los kunnen zien van hetgebouw. Zij blijven tot in lengte van dagen dagelijks terugkomen, om het gebouw draaiende tehouden, of op te luisteren. Dit menselijk meubilair verdient even zeer, als niet nog meer, onze bewon-dering en zal daarom het onderwerp vormen van een nieuwe serie in Eindeloos:

P. C . K o p s t u k k e nDeel 1: Bart Jan Roffel, de onvolprezen secretariaatsmedewerker

Een mand voor uw

pennenvrucht?

Mail naar [email protected]

Page 6: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 6

Genomineerd voor deprijs waren dit jaar Juliana enBernard van Cees Fasseur,Rampjaar 1672 van LucPanhuysen, Cornelis Kraayenhofvan Wilfried Uitterhoeve, JokeSmit van Marja Vuijsje en Weestmannelijk, zijt sterk van JolandeWithuis. Opvallend was dit jaardat van de vijf genomineerdeboeken er maar liefst drie eenbiografie betroffen. Annet Bleichopperde eerder in deVolkskrant dat dit temaken zou hebben meteen nieuwe behoefte aanhelden in deze doorglobalisering eneconomische crisisgeteisterde tijden. Ik zouzelf niet zo ver willengaan: de biografie leentzich altijd goed voor hetschrijven van een pakkend his-torisch verhaal dat toegankelijkis voor een groot publiek, en datis precies de voorwaarde vooreen plaats bij de genomineerden.Met die genomineerden wasoverigens niet iedereen eventevreden. De nadruk zou teveelliggen op de nationale geschiede-nis, terwijl van de hand van Luukvan Middelaar toch het veel-geprezen boek De passage naar

Europa over de Wende was ver-schenen. Ook het ontbreken vanpubliekslieveling Verleden vanNederland en juist de nominatievoor het omstreden Juliana enBernhard deed menigeen zijnwenkbrauwen fronzen. Hetmocht de pret niet drukken: allegenomineerden begaven zichvergezeld door hun partners enuitgevers op donderdag de 16erichting de Hortus.

Het was de bedoeling datna een besloten bekend-making de winnaar teza-men met juryvoorzitterFrits Bolkestein aan zouschuiven bij Pauw enWitteman. Maar zoals zovaak wordt ook op dezeavond het verleden ver-drongen door het hedenen is al bij aanvang

duidelijk dat het relaas van DirkScheringa hogere nieuwswaardeheeft dan de uit te roepen win-naar. Het lijkt de genomineerdenweinig te deren: Uitterhoeveverkondigt luidkeels dat hij nu inieder geval onbeschaamddronken kan worden zonder eengênante vertoning op denationale televisie. Meerderegenomineerden lijken er zo overte denken en de wijn vloeit bij

binnenkomst al rijkelijk. Ik krijgeen plek toegewezen tussenUitterhoeve en jurylid MartinSommer, chef parlementaireredactie van de Volkskrant. Ookvoor laatstgenoemde is de avondeen onaangename onderbrekingvan de realiteit van alledag: meteen op handen zijnde akkoordover verhoging van de AOW-leeftijd kan ook Sommer zich welnuttiger plekken indenken omdeze donderdagavond door tebrengen. Het is de teneur van de

Glitter Glamour GeschiedenisprijsDoor Clara van de Wiel - Rondom de historische discipline hangt maar weinig ‘glamour’. De gemiddeldegeschiedkundige heeft weinig op met uiterlijkvertoon en borrels in de historische kring worden gekenmerktdoor geruite bloezen en kaasblokjes. Groot was dan ook mijn enthousiasme toen ik een uitnodiging mocht ont-vangen voor de uitreiking van de Grote Geschiedenis Prijs 2009, voor het beste geschiedenisboek van het afge-lopen jaar. Zouden deze Oscars voor historici dan eindelijk dat broodnodige beetje glans geven aan ons anderszo stoffige vakgebied? Mijn paillettenkleed lag al klaar en visioenen over verslaggeving door een in witte smo-king gehulde relnicht overheersten mijn gedachten. Donderdag 15 oktober was het eindelijk zover: om 19:00trad ik opgetogen de Orangerie in de Hortus binnen, om aan te schuiven bij het diner dat voorafgaand aan deuitreiking plaats zou vinden.

...een

onaangename

onderbreking

van de

realiteit van

alledag

Page 7: Eindeloos november 2010

avond: een verplicht nummervoor zowel genomineerden, dienaar eigen zeggen allang diep ineen volgend project zitten, enjuryleden, die zoals voorzitterFrits Bolkestein, wel iets andersaan hun hoofd hebben.Gecombineerd met het soberevoorkomen van eenieder maakthet de avond weinig feestelijk,laat staan ‘glamoureus’. Enkel devolledig met vrouwen bezettetafel van feministe Marja Vuijsjestraalt enige allure uit. Het vier-gangendiner gaat er echter over-al met smaak in en na de nodi-ge glazen komt de stemming erzowaar in. Na een laudatio overhet genomineerde werk van CeesFasseur komt er aan mijn tafeleen ongemakkelijke discussie opgang over de wetenschappelijkewerkwijze van die auteur, waar-bij jurylid Sommer zich nog maarmoeilijk kan verdedigen.Luidkeels wordthet werk van colle-ga-historici bespro-ken en bekritiseerd.Terwijl het uur derwaarheid nadertwordt ter wille vande cameraploegende genomineer-dentafel tot mid-delpunt gemaakten verschuift mijnplek naar deachterste regionen.Veel valt er echterook niet te zien, als Bolkestein nade nodige sneren in de richtingvan het nieuw te bouwenNationale Museum, de winnaresbekend maakt. Jolande Withuismag zich met haar biografie vanverzetsheld Pim Boellaard

winnares van de GroteGeschiedenis Prijs 2009 noe-men. In het juryrapport wordttoch nog enigszins gerefereerd

aan een hernieuwdeaandacht voor heldenen een verwerping vande neiging om iedereenin het oorlogsverledenin de categorie ‘grijs’ teplaatsen.

Na de prijsuitreik-ing is de avond al hele-maal een aflopendezaak. Het gros van deaanwezigen wachtongeduldig het momentaf waarop een vertrekniet meer onbeleefd is.

Sommer snelt naar Fasseur, diehet er ‘toch wel erg moeilijk meeheeft’. Dat feit stemt anderegenomineerden dan weer uiterstvrolijk (‘Dat zal hem leren!’) enmet Withuis als winnares kaniedereen heel goed leven. ‘Toch

ook wel goed dat die feministenniet gewonnen hebben, hè?’ en‘Wat deed die Uitterhoeve ereigenlijk sowieso tussen?’ zijnniet de enige venijnigheden dieik kan optekenen. Zo verlaateenieder met een tevredengevoel de zaal, wellicht echtereerder met de gedachte ‘dat ookweer gehad te hebben’ dan meteen voldaan gevoel over eenfeestelijke opening van degeschiedenisweek. Echte glam-our heb ik dan ook, afgezien vande met afstand betere ver-snaperingen dan gebruikelijk,niet kunnen ontdekken op dezeavond. Wat betreft roddel enachterklap, haat en nijd, valt erop een geschiedenisfeestjeechter altijd genoeg te beleven.Derhalve kon ik desondanks metplezier de rol van GlitterGlamour Gordon vervullen, dieom onbekende redenen helaasverstek liet gaan. d

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 7

Het gros van de

aanwezigen wacht

ongeduldig het

moment af waarop

een vertrek niet

meer onbeleefd is

Page 8: Eindeloos november 2010

Door Kick Hommes - Verdun. Eennaam uit het rijtje Ieper,Passchendale, Marne, Chemin desDames. Mythische plekken vanverderf, dood, slachtoffers. Eensymbool ook voor de totale oorlog.Maar tevens de plek waar de poilusheldendaden verrichtten. De veld-slag die de doorslag gaf voorFrankrijk in de EersteWereldoorlog en het Fransenationalisme voedde. Verdun werdeen van de gedenkwaardigsteLieux des Mémoires in Frankrijk.

‘Ons exacte probleem is hoe, opkritieke punten in de linie, zoveelmogelijk schade aan de vijand teberokkenen zonder zelf al te groteverliezen te lijden.’

Deze woorden kreeg het DuitseVijfde leger te horen op 10 februari1916. De woorden maakten deeluit van een briefing aan devooravond van een van de grootsteslagen in de Eerste Wereldoorlog.De slag bij Verdun zou het grootste

offensief van de Duitsers inFrankrijk worden. Acht maanden probeerden deDuitsers de Fransen uit de tent telokken. Het doel was geen terrein-winst, maar een totale overwin-ning: het Franse leger moest verni-etigend verslagen worden.‘Weißbluten’, zoals de Duitse gen-eraal Falkenheim schreef aankroonprins Wilhelm. Het was hetstartsein voor de langste veldslagin de geschiedenis van de EersteWereldoorlog, uiteindelijk gewon

Verdun, À la mémoire de tousFlanders Fie lds nog a l t i jd een pol i t iek s lagveld

Page 9: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 9

nen door Frankrijk. Nog altijd heeftdeze overwinning grote betekenisvoor de Fransen.

Verdun betekent voor deFransen wat Leiden voorNederlanders is in de NederlandseOpstand. Het is de plaats waarnationale trots overwon, het sym-bool van de kracht van een natie ende plek waar het volk zich lietgelden. De psychologische waardevan de plek is voelbaar door hethele land. Op Franse scholen krij-gen kinderen te horen dat Verdunde plek was waar Frankrijk over-won:

‘Onze grote overwinning bijVerdun, die de verondersteldeonoverwinnelijkheid, door de

geterroriseerde wereld aan deKaiser toegeschreven, ontkrachtte,vernietigde het Duitse Plan defini-tief. De Geallieerden zagen vanafnu op alle fronten de weg vrij naarde overwinning.’

Het chauvinisme van deFransen wordt zichtbaar in Verdun.Het vertaalde citaat hierboven,afkomstig uit een officieel school-boek uit de jaren ‘20, geeft aan datde slag niet alleen gezien werd alseen Franse overwinning, maar alsdé slag die de Eerste Wereldoorlogbesliste. De moed van de Fransenwordt overdreven belicht terwijl deenorme aantallen slachtoffersonvermeld blijven. Bovendien lijktin het tekstboek de loopgravenoor-log helemaal niet plaatsgevondente hebben. Slechts één plaat richtzich op een soldaat in een loop-graaf. De strijdkreet onder deafbeelding is tekenend: ‘On lesaura….We pakken ze!’ Geen spoorvan dood, bloed of angst is tebespeuren.

Op 25 juni 2006, negentigjaar na de veldslag, onthulde depresident van Frankrijk JacquesChirac in Verdun een monument

ter ere van gesneuvelde moslimsol-daten die vochten voor het Franseleger in de Eerste Wereldoorlog.Terwijl hij de gestorvenen inVerdun eerde, zowel Franse alsDuitse slachtoffers, sprak Chiracals volgt: “Toutes les provinces deFrance sont à Verdun. Toutes lesorigines, aussi.” Chirac verhaaldedaarbij over twee soldaten uitFranse koloniën, Bessi Samaké enAbdou Assouman, die heldenmoedhadden getoond bij het terugverov-eren van het fort Douaumont.Hoewel er slechts twee soldaten bijnaam genoemd werden, is het teke-nend dat er aandacht gevestigdwerd op de koloniale soldaat in hetFranse leger. Het belangrijkste isdat juist in Verdun het moslimmon-ument onthuld werd.

Niet alleen Fransengebruiken de plek namelijk alssymbool van nationalisme: sinds derede van Chirac geven ook moslimshet slagveld een speciale plek inhun geschiedenis. Juist op die plekwaar de identiteit van de Fransenhet meest zichtbaar wordt, is ookde moslimgemeenschap vanFrankrijk vertegenwoordigd. Deimam van een Parijse moskee, Dalil

Page 10: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 10

Boubakeur, sprak na de rede vanChirac opvallende woorden overhet ontstaan van de Franse Islam:

‘À Verdun, c’est là que l’Islam deFrance est né. Aujourd’hui, alorsque les jeunes Français se posentdes questions sur leur identité, ilest important de dire que leurs par-ents ont participé à la défense dupays. L’Islam a pris racine dans lesplaines labourées de Verdun.’

Wat Boubakeur zegt is dat eenFrans- islamitische identiteit vormkreeg door de moed van moslim-soldaten die vochten voorFrankrijk. Pas in Verdun is demoslimcultuur voor de Fransenzichtbaar geworden: de moslimskunnen trots zijn op de daden vanhun voorouders.

Verdun is, vanwege haarbetekenis, opgenomen in de lijstmet ‘Lieux des Memoires’. De let-terlijke vertaling, ‘plekken vanherinnering’ verklaart enigszins debetekenis van dit concept. Doorheel Frankrijk zijn 132 historischeplaatsen, instellingen en personenuitgekozen die symbool staan voorbeslissende gebeurtenissen in degeschiedenis van Frankrijk. Dezemanier van het zichtbaar makenvan geschiedenis werd in de jaren1984-1992 ontwikkeld door deFransman Pierre Nora. Het motiefvoor deze alternatieve vorm vangeschiedschrijving was volgensNora een publiek dat niet meerbewogen kon worden doorgeschreven geschiedenis. Doormiddel van tastbare plekken ofmensen zou de mens zelf in ‘con-tact’ kunnen komen met de

Vaderlandse geschiedenis.Het is echter de vraag of

Verdun als symbool kan dienenvoor de Franse ‘Grande Guerre’,zoals de Eerste Wereldoorlog inFrankrijk bekend staat. Vóór hetuitbreken van de oorlog wasVerdun geen symbolische plaats inFrankrijk, enkel slechts een van devele versterkte onderdelen van deFranse verdedigingslinie. Wanneerde Duitsers daadwerkelijk een stadvan symbolische waarde haddenwillen aanvallen, zou Reims, deheilige stad van de koningen, eenbeter doel geweest zijn.

Volgens Antoine Prost,hoogleraar aan de Sorbonne inParijs, is een van de redenen datVerdun tot symbool van de Franseidentiteit is verworden, de ervaringvan de Franse soldaat gedurendede slag bij Verdun. Prost benadrukt

Vorige bladzijde: In het Ossuaire de Douaumont hebben moslims een prominente plaats.

Hierboven: de Voie Sacrée in 1916.

Rechtsboven: Gezamenlijke herdenking en politiek statement Mitterand en Kohl 1984.

Rechtsonder: Franse schoolkinderen versieren graven 1932.

Page 11: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 11

dat tijdens de acht maandendurende slag maar liefst 70 van de95 Franse divisies betrokkenwaren bij de slag. Dit had te makenmet het zogenaamde ‘waterrad-sys-teem’ van de Franse maarschalkPétain, die divisies telkens vervingdoor divisies die in een ander deelvan de verdedigingslinie opgesteldlagen. Niet voor niets was de Voie-Sacrée, de bevoorradingsweg vanBar-le-Duc naar Verdun, constantgevuld met vrachtwagens vol sol-daten. Op het hoogtepunt reed elkeveertien seconden een wagenlangs. Het lijden van deze soldatenkreeg een naam: Verdun.

Naast de beleving van desoldaten zelf heeft ook het optre-den van maarschalk Pétain bijge-dragen aan de mythische statusvan Verdun:‘Ils ne passeront pas’.Deze bevlogen woorden van deFranse bevelhebber geven aan hetslagveld extra cachet. De vastber-adenheid niet op te geven en deplek te verdedigen had weliswaarmassale aantallen slachtoffers totgevolg, maar voedde ook eengevoel van Frans patriottisme.Verdun was de plek waar deFransen zich konden verzettentegen de Duitse indringers, of zoalsProst aangeeft:

‘Verdun symbolise une certaineidée de la France, une grandenation, certes, mais pas une nationde proie, une nation qui aspire sim-plement à rester maîtresse chezelle et à retrouver l'intégralité deson territoire, sans l'étendre auxdépens d'autres nations par desconquêtes guerrières.’

Het feit dat Verdun een grote psy-chologische lading heeft, biedtpolitici mogelijkheden de symbol-iek van het slagveld te gebruikenvoor politieke doeleinden. Op 20

april 2007 bezocht de tegenkandi-daat van de huidige president vanFrankrijk Sarkozy, François Bayrou,het slagveld in Verdun als hom-mage aan de slachtoffers van deEerste Wereldoorlog. Zijn gerichtebezoek aan de massabegraafplaatsen de monumenten van de gevallenjoden en moslims had tot doel aan-dacht te vragen voor de rouw vanálle Franse families. Bayrouspeelde hiermee in op de toene-mende belangstelling van Fransenvoor de Eerste Wereldoorlog, diesteeds duidelijker zichtbaar wordtin boeken, films en theaterstukken.

Omdat Verdun ook in depolitiek een belangrijke rol speelt,is de plek niet te onderschatten inhet Franse publieke veld. Sinds dejaren ’60 is Verdun ook in dewereldpolitiek een bekende naam,nadat de stad bestempeld is tot‘Hoofdstad van de Vrede’. Voor veelFransen weerspiegelt Verdun hetheroïsme van de poilus, de Fransesoldaat in de oorlog, en deonverzettelijkheid van het Franseleger. Verdun is een symbool vande moed van alle Fransen.Bezoekers van de slagvelden zullenzich zelden bewust zijn van hetenorme politieke en historischegewicht dat de plek nog altijd heeftvoor Frankrijk. d

Page 12: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 12

Door Maarten Goethals - “Of hetVlaamse onderwijs zoveel beter isdan het Nederlandse?” Dat is watelke student wil weten als hij metsteller dezer –een Vlaamseuitwisselingsstudent geschiedenis–spreekt. Op de vraag antwoord ikdan geheid en volmondig ‘ja’, alwas het maar om contraire te doen.Waarop de persoon in kwestie mijdan tevreden aankijkt en zegt: “Ikwist het.” Niet veel later volgt daneen tweede vraag: “Waarom ben jedan naar hier gekomen?”

Maar is het mogelijk bijvoorbeeldLeuven, waar ik vandaan kom, tevergelijken met Amsterdam? Ja, endat gebeurt zelfs op regelmatigetijdstippen door een orgaan datspeciaal daarvoor in het leven isgeroepen, namelijk de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie(nvao). Dit internationale samen-werkingsverband doorlicht opcyclische wijze alle Vlaamse enNederlandse hogeronderwijs¬opleidingen; zo ook destudies geschiedenis.

Hoe dat in zijn werk gaat?Eerst wordt aan de verantwo-ordelijke faculteiten gevraagd of zeeen voorbereidend ‘visitatierap-port’ willen schrijven, waarin zezelf nagaat of de opleiding voldoetaan de door de overheid vastgelegdeisen. Eenmaal af, wordt dit werk-document doorgestuurd aan eenonafhankelijke onderzoekscom-missie (proffen van andereinstellingen, plus altijd één stu-dent) die namens het nvao optreedten controleert of wat er geschrevenstaat ook klopt met de werke-

lijkheid. Op basis van dit veldwerk,dat meestal een dikke maand inbeslag neemt, beslist de nvao of deopleiding al dan niet deugd. Om dezoveel jaar wordt dit ganse procesherhaalt.

De toetsing van de opleidin-gen gebeurt aan de hand van zesonderwerpen, te weten: doelstellin-gen van de opleiding, programma,inzet van personeel, voorzieningen,interne kwaliteitszorg en resultat-en. Aan het einde van de rit krijgtelk component afzonderlijk eenbeoordeling, gaande van ‘onvol-doende’ tot ‘excellent’. Om te sla-gen moet de instelling minstenseen ‘voldoende’ halen op de ganselijn en mag ze zich voor een paarjaar ‘geaccrediteerd’ noemen. Ditattest is een soort bewijs vangeleverde kwaliteit en verzekert deinrichtende instelling van de nodi-ge financiële overheidsmiddelen.De student krijgt bovendien een

diploma in handen dat rechtsgeldigis. Indien het anders uitdraait heeftde faculteit zoals een gebuisde stu-dent recht op een herkansing. Alsde situatie dan nog niet verbeterdis, moet ze de opleiding opdoeken.

In 2005 kregen de bache-lor- en masteropleidingenGeschiedenis van de Universiteitvan Amsterdam een‘voldoende’.Wat wil zeggen: degelijk enbetrouwbaar, maar ook nietindrukwekkend of uitmuntend.Geschiedenis is niet de opleidingwaarmee deze faculteit zichzelfgaat profileren en onderscheiddenvan haar concurrenten, zo leest hetrapport.

Als we de resultaten nugaan vergelijken met die van deK.U.Leuven, waar ik vandaan kom,dan stellen we een gelijkaardigoordeel vast: ‘voldoende’ wat hetglobale plaatje betreft, met hier endaar een ‘goed’ voor een afzonder-

Vlaamse voldoende is goed in NederlandWaarom hier studeren als het bij de zuiderburen universitair beter gesteld is?

Page 13: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 13

lijk component. Nederland moetdus niet onder doen voorVlaanderen. En dat is eigenlijk nietzo vreemd. Want zoveel verschil-lende manieren om een opleidinggeschiedenis aan te bieden zijn erook niet. Als historicus moet jebeschikken over een aantal basi-seigenschappen en -vaardigheden dieinherent aan hetambt zijn, zoals kri-tisch kunnen omgaanmet bronnen en dezeverwerken tot weten-schappelijke onder-zoeksresultaten.

Bij de boven-staande manier vanwerken zijn echtereen hele reeks kant-tekeningen te plaat-sen, waardoor criti-casters van hetNederlandse systeemen liefhebbers van het Vlaamsetoch hun gram halen. ‘Hoe objectiefkunnen collega’s over collega’soordelen’, is een veel gehoorde kri-tiek. Bij sommigen klinkt het ookdat de schaal van quoteringen nietbillijk wordt toegepast. Een ‘vol-doende’ in Vlaanderen, zou bijvoor-beeld een ‘goed’ zijn in Nederland.In een gesprek off the record, gafeen administratief medewerker vande nvao mij dat ooit eens ook toe.

Interessanter dan hetniveauverschil –áls dat er al zouzijn– is kijken naar de overige ver-schillen. En die zijn er wel degelijk.

Vooreerst wordt er van de

student hier veel meer verwachtdat hij de gedoceerde materie zelf-standig gaat verwerken. Hoewel inde lessen de grote lijnen wordengeschetst en de belangrijkste pun-ten behandeld, is hij voor de detailsop zichzelf aangewezen. Dezemanier van werken is, voor zover ik

er reeds zicht opheb, grotendeelshet gevolg van eenchronische exam-enkoorts. Twee ten-tamenreeksen inéén semester geeftde docent simpel-weg niet de tijd ende ruimte om allestot in de puntjes uitte werken, wattrouwens evengoedgeldt voor de stu-dent en zijn voor-bereidingen. Dat ismisschien wel het

grootste punt van verschil tussenVlamingen en Nederlanders: bij‘ons’ gaat het allemaal een stukjegemoedelijker. Onafgebroken les,dertien weken aan een stuk, metalleen examens op het einde vaneen semester, voorafgegaan dooréén of twee weken bloktijd: datgeeft je eens de gelegenheid watdieper op iets in te gaan. Niet dat ertotaal geen haast achter zit, maarwe mogen ‘onszelf ook niet voorbijvlammen’, luidt het in Leuven.

Een duidelijk positief puntaan deze faculteit is dat geschiede-nis nog gezien wordt als zijnde eenonderdeel van de artes liberalis,

wat het oorspronkelijk ook was.Daarmee wil ik zeggen: in veelvakken wordt naar een actieve bij-drage gevraagd. Dat gebeurt in devorm van mondelinge bijdrages, enliefst in een zo helder mogelijk eneloquent gegeven stijl. Of in eenvlotgeschreven tekst, essay ofartikel. Hier is geschiedenis nogeen ‘literaire’ discipline, die je maaral doende leert. Je werk aan deman brengen is minstens evenbelangrijk als het historisch onder-zoek zelf.

Een ander verschil dat mijonmiddellijk trof is degemoedelijke omgang met de pro-fessoren, zeker in de vele werkcol-leges. Om te beginnen kennen ze jenaam, en vergeten ze die ook niet.Ze zeggen vriendelijk ‘goedendag’wanneer je binnenkomt en als ze jevoor het eerst spreken, geven ze jewarempel een hand: een teken vanwederzijds respect. Voor iemanddie niet beter weet dan dat je eenprof met ‘u’ aanspreekt, en als hetnog eventjes kan ook met al zijnandere titels, is deze losse interac-tie tussen meerdere enondergeschikte een kleine revolutiete noemen.

Daarmee is niet allesgezegd, maar ook niet nietsbeweerd. Waarom ik dan eigenlijknaar hier gekomen ben, naarAmsterdam? K. Schippers zei ooit:“moest ik er niet wonen, ik zou erop reis gaan.” Dan denk ik: “nu ik erwoon, moet ik er niet meer op reisgaan.” d

Dat is misschien wel

het grootste punt van

verschil tussen

Vlamingen en

Nederlanders: bij

‘ons’ gaat het alle-

maal een stukje

gemoedelijker

Page 14: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 14

Door Kick Hommes - Oliebollen inoktober? Ach, waarom niet. De kinvol poedersuiker. En terwijl men devingers nog aan het aflikken wastoch mooi even de ‘histo-bingo’ vanhet televisieprogramma ‘AndereTijden’ winnen. Het kon op deNacht van de Geschiedenis, 24oktober in sfeervol hotelKrasnapolsky. Het thema, oorlogen vrede, kwam alleen in de pro-grammaonderdelen voor. Debezoekers gedroegen zich voor-beeldig, op een dronkaard na diebijna de uitreiking voor de ‘Weekvan de Geschiedenisprijs’ versto-orde met zijn onzinnige uitroepen.

De Nacht bood voor elke geïnter-esseerde bezoekeriets wils. Benieuwdnaar de, inmiddels albegonnen, serie ‘DeOorlog’? Dan ging jeop zoek naar deregisseur van deserie, Ad van Liempt, ergens in eenzaal op de begane grond. Kwam demoordenaar van Willem vanOranje, Balthasar G., van links ofvan rechts? Men vond het

antwoord op detweede verdieping.Waarom stuurt hetNederlandse legereen historicus meemet het leger inUruzgan? MinisterMiddelkoop ginghet zelf uitleggen.

Het was deorganisatie gelukteen verschillendprogramma aan tebieden. De belang-stelling was zogroot dat er te weinig stoelenbeschikbaar waren. Na afloop vaneen programmaonderdeel volgdeonherroepelijk dan ook een grote

stoelendans onderbelangstellenden. Vaakstonden bezoekersechter nog geleund tegende muur aan, geboeiddoor de waslijst aansprekende historici.

Stoelen waren overigens bij de afs-luiting van de avond niet nodigtoen DJ George er nog in slaagdezelfs mensen in hun derde jeugdeen paar schamele danspasjes

te laten zetten. Nog een tipje van desluier? Vooruit, eentje dan.Balthasar G.?

Hij kwam van links.d

Oorlog & vrede & ol iebol lenNacht van de Geschiedenis biedt voor elk wat wils

Kwam Balthasar

G. van links of

van rechts?

Zieleroersels? Hersenspinsels?

Openbaringen?

Stuur ze op naar [email protected]!

DJ George bracht een derde jeugd naar boven

Page 15: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 15

‘Dames let op!’ Met deze woordenwaarschuwden de hoofdredactricesvan faculteitsblad Babel de nieuweeerstejaars. In niet mis te verstanebewoordingen wordt vervolgenseen beeld geschetst van een ‘viez-erik’ die vrouwelijke studenten zouverleiden tot ‘een ouderwets potjepenetreren’. ‘En dit is waargebeurd’, drukten Maessen en Hofhun aankomende lezers op hethart.

‘We wilden het hoofdredac-tioneel openen met een ludiekstukje voor de eerstejaars.’ verteltHof, enkele weken na de aanvaringmet de decaan. ‘Het idee was omtijdens de eerste weken, als er heelveel promotie wordt gemaakt voorde universiteit, daar juist tegenin tegaan: het is niet allemaal schoneschijn. Zo is het begonnen.’ Dehoofdredactrices besloten eenhoofdredactioneel te wijden aan degeruchten over een docent die aljarenlang rondzingen binnen deuniversiteit. ‘Het speelt in de wan-delgangen, het gonst al jarenlang

rond. We hebben mensen gespro-ken die de verhalen konden beves-tigen, die er mee te maken hebbengehad.’ Zij hielden de suggestiesechter impliciet, en de tekst zeeralgemeen, ‘om de eerstejaars telaten zien dat ze niet in een warmbad terecht zouden komen’ aldusHof. ‘Je zorgt er natuurlijk voor datje iemand niet echtraakt.’

Het komt nietvaak voor dat Babel opdeze wijze problemenaan de faculteitaankaart. De profes-sionele vormgeving endruk van het maandblad,dat geen adverteerdersheeft, worden vollediggefinancierd door de faculteitGeesteswetenschappen. Wat deinhoud betreft wil de redactieechter beslist niet afhankelijk zijnvan haar geldschieter. Er zou danook geen censuur moeten zijn,vindt Hof. ‘We zijn een redelijkbraaf faculteitsblad, zeker in

vergelijking met studentenbladenin andere steden, en zéker inandere landen, en we mogen besteens die grens opzoeken.’

Die grens was voor Josevan Dijck bereikt. Drie weken nadathet nummer was uit gebrachtmoest de hoofdredactie bij dedecaan op gesprek komen.

Verbaasd over dezelate reactie gingen zijhet gesprek aan.‘Daar kreeg het ver-haal een nare wend-ing’, vertelt Hof. Dedecaan bleek het stukniet eens zelf gelezente hebben, maar hadvan een collega geho-ord dat er een

smadelijk stuk op internet stond.Een studievereniging had het hoof-dredactioneel op hun websitegeplaatst, maar in een meeropruiende context. ‘Iemand, wehebben geen idee wie, heeft het opeen website gezet, en daarbij expli-ciet verwezen naar een bepaalde

Babel de mond gesnoerdhoo fd r e d a c t r i c e s we i g e r e n

r e c t i f i c a t i e n a b e r i s p i n g d e c a anDoor Bob van Toor - Een hoofdredactioneel commentaar in faculteitsblad Babel waarin werd gerefereerd aan‘geheime seksuele liefdes tussen hoogleraren en studenten’ is uitgelopen op een confrontatie tussen de hoof-dredactie van het blad en de decaan van Geesteswetenschappen, José van Dijck. De column, die verhaalde vaneen docent die studenten ‘na een drankje en een praatje’ verleid had, deed in september onder studenten enigstof opwaaien. Weken nadat de opwinding die het bericht veroorzaakte was geluwd, kreeg de decaan de tekstvia een omweg uiteindelijk onder ogen, om vervolgens de twee hoofdredactrices op het matje te roepen. Dedecaan dreigde met juridische stappen, maar er is tot nog toe geen actie ondernomen. Er heerst echter nogsteeds ongenoegen bij Babel-redactrices Céline Maessen en Jara Hof, die de gonzende geruchten slechts onderde aandacht wilden brengen. Hof: ‘Nu wordt de zaak alsnog in de doofpot gestopt, en verdwijnt het weer jaren-lang om dan opeens weer op te borrelen’.

‘We zijn een

redelijk braaf

faculteitsblad’

Page 16: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 16

docent. We weten niet eens of hetdegene is die wij oorspronkelijkvoor ogen hadden.’

De decaan eiste dat er eenrectificatie met excuses in de Babelzou verschijnen, maar Hof enMaessen hebben dit geweigerd.Ook de dreiging met een rechtsza-ak wegens smaad is volgens Hofniet erg reëel. ‘Naar onze mening isde studievereniging door de rol diezij heeft gespeeld verantwoordelijk.Zij hebben expliciet iemandaangewezen, de column zelf wasveel te algemeen om schade aan terichten.’ Niettemin heeft de redac-tie ervoor gekozen zich voorlopigstil te houden over de kwestie.

Ook van de kant van dedecaan bleef het stil. Naar Babel,maar ook naar de anderebetrokken partijen. ‘De decaan isop de hoogte van de verhalen diedoor de faculteit gonzen, maar zeliet weten verder geen acties teondernemen. Niemand is verderberispt, ook de studieverenigingniet.’ Wat betreft Hof is de kousdan ook nog niet af: ‘Het probleemdat werd aangekaart staat los vanBabel, het speelt aljaren. Wat doe je alsdecaan als je weet datdit speelt tussen docen-ten en studenten? Is erbij zo’n situatie sprakevan dwang? Ethischgezien kan het in iedergeval niet, en ik vinddat er zeker iets aangedaan moet worden.Maar wat doe je metgeruchten, als er verder geenklachten komen? Ik denk dat dedecaan hierover zelf ook in eenspagaat zit. Maar juist daarom ishet goed om de kwestie aan te snijden!’

De confrontatie met dedecaan lijkt met een sisser te zijnafgelopen. Kritische journalistiek iszeker onder studentenbladen somsver te zoeken, zoals hoogleraarIrene de Jong afgelopen week nogsmalend in Folia opmerkte. Het isechter duidelijk dat de faculteit niet

duldt dat Babel zeergevoelige kwesties alsdeze aanhaalt, zelfsniet in omfloerstebewoordingen. Juistdoor de nauwe bandmet de faculteit is ditvoor Babel eenserieuze zaak: ‘onzefinanciële afhanke-lijkheid van de faculteitmag natuurlijk nooit

gebruikt worden als argument omons de mond te snoeren. Waaromzouden we de grens niet mogenopzoeken?’ d

‘Ik denk dat de

decaan hierover

zelf ook in een

spagaat zit’

actIVItEItEN

13 Oktober - 24 Januari ‘10:De Verborgen Meester Meijer de

Haan in het Joods HistorischMuseum

17 Oktober - 18 April ‘10:Tentoonstelling Oman in Zicht in

de Nieuwe Kerk

31 Oktober:Constantinopel Congres

4 November:SKRIPT Symposium:

Tolerantiepraktijken in deRepubliek

11 November:Lezing Jitske Jasperse in

Cultuurcentrum Griffioen

13-15 November:Kleio’s Battlefieldtour

Page 17: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 17

Ruimte voor advertentie

Page 18: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 18

Door Maria Veder - Het PCHoofthuis mag dan een ontzettendfijn gebouw zijn om bijvoorbeeldrookpauzes te houden en naarmeneer van Royen te zwaaien alshij naar huis fietst, een geschikteplek voor het studeren van je ten-tamens, laat staan het uitvoerenvan grondig wetenschappelijkonderzoek, is het niet. De kans isimmens groot dat je, ondanks allegoede bedoelingen, bij bin-nenkomst al drie mensen tegenkomt die je uit beleefdheid absolu-ut geen koffie kan weigeren, en alsje eenmaal voorbij de eerste tweeliften bent gekomen moet je ooknog maar eens de verleidingen vande computerruimtes zien te weer-staan.

Eenmaal aangekomen in de biebzul je geconfronteerd worden metde geur van ongewassenCorpsmeisjes in trainingsbroek diemet hun hele dispuut je lievel-ingstafel hebben ingepikt.Wanneer je eenmaal een plekjehebt weten te veroveren ergenstussen de AmerikaanseBurgeroorlog en Franse let-terkunde en dan nog voldoendelevensenergie overhebt om zes uur teblijven zitten, ben jeeen dapper mens.

Ook Eindelooserkent de zwaktesvan onze geliefdethuisplek, en beslootop onderzoek te gaannaar andere plekkenin deze stad waar men zijn of haaracademische carrière kanvoortzetten. Archieven zijn hier-

voor de fijnste plekken; men houdter zijn mond, ze zijn er goed metairco en er is bijna altijd eenkoffieapparaat. Exemplarisch voorhet ‘Fijne Archief’ is dat van hetNederlands Instituut VoorOorlogsdocumentatie, dat tevenshet centrum voor Holocaust- enGenocide Studies huisvest. HetNIOD is een statig instituut geves-tigd in een statig gebouw aan deHerengracht, en als je over destatige marmeren vloeren naarbinnen loopt begrijp je dat men

hier het soort onder-zoek verricht dat kabi-netten omver kan wer-pen. Het instituut is,volgens de website,vier dagen na de bevrijding opgericht,‘in het besef van hetgrote belang van de

bezettingsperiode.’ Het NIOD heeftinmiddels een gigantische collectieaan archiefmateriaal aangelegd,met onder andere de archieven

over de Duitse en Japansebezetting tijdens de TweedeWereldoorlog, evenals grote col-lecties van boeken, kranten, foto’sen pamfletten. Tevens vindt eronderzoek plaats naar de geno-cides die in Rwanda, Bosnië enonder het Sovjetregime hebbenplaats gevonden.

Ondanks het ietwat zwaar-moedige onderwerp van expertisezijn de mensen van het archief bij-zonder vriendelijk, en op hetmoment dat je de studieruimte bin-nenstapt word je van alle kantengoedemorgen toegeknikt. Ik krijghet vermoeden dat het intensiefbestuderen van de onderdrukkingen het systematisch uitroeien vande eigen soort mensen tot prettigewezens maakt. Vrijblijvend stud-eren wordt niet heel erggewaardeerd maar als je eenmaaleen NIOD pas hebt weten te verov-eren ben je binnen. Bij de kluisjesstaat een Twix-automaat, iets watik persoonlijk schandalig uit de

Airco, een

koffieapparaat en

een twixautomaat

Avon t u r e n i n h e t A r c h i e f !Deel 1: Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Page 19: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 19

cOLOfON

HoofredacteurBob van Toor

EindredactieClara van de WielOnno La Rivière

VormgevingJoris Belgers

PenningmeesterThomas Smits

RedactieJoris Belgers

Kick HommesMicha Mos

Onno La RivièreMaria Veder

Clara van de Wiel

Met bijdrage vanMaarten Goethals

Eindeloos is een onafhankelijk peri-odiek van en voor de studierichtin-

gen Geschiedenis enKunstgeschiedenis aan de

Universiteit van Amsterdam en isgelieerd aan Studievereniging Kleio.

Eindeloos ligt iedere maand bij delift op de vijfde verdieping van het P.C. Hoofthuis. Reacties en ingezonden

stukken kunt u mailen naar [email protected].

toon vind vallen. Eenmaal binnenben ik mijn Twix irritaties echtermeteen vergeten; midden in destudiezaal staat iets wat waarschi-jnlijk de trots van menig NIODarchivaris zal zijn, namelijk eenboom. Om te zeggen dat het eenheel erg mooie boom is zal ietwatoverdreven zijn, maar hij heeftblaadjes en alles wat je verder vaneen boom kan verwachten, enwordt afgeschermd door een groteglazen koker zodat hij lekker in dekoude buitenlucht kan staan en wijniet.

Om die glazen koker heen,is waar het hardcore amateuron-derzoeken plaats vindt. Er staantafels met grote lampen waaraanlieve oude mannen met grotevergeelde mappen zitten. Demeeste boeken staan in de kastenen kun je zelf pakken, maar degrote vergeelde mappen zijnarchiefstukken en moet je aanvra-

gen bij de mensen van het NIOD.Hulpvaardig als die zijn zullen zewaarschijnlijk alles wat ook maariets met je onderzoeksgebied temaken heeft voor je opzoeken, en,zo ondervond uw verslaggeverooit, eigenlijk ookwel alles er omheen‘want ja, je moet hetwel in de contextkunnen zien natu-urlijk. ‘

Voor eenopinie van binnenuitschiet ik eenbebrilde archivarismet streepjestruiaan. Zijn naam isJeroen Kemperman.Hij kijkt een beetjeverbaasd op bij mijn eerste vraag (“Wat vindt u de prettigste plek inhet archief?”) maar al snel brandthij los. ‘Nou, het archief is hele-maal niet zo prettig natuurlijk,

want het is er vooral koud, zie je,dus houd ik het liever op destudieruimte. Daar zijn er boeken,en het is er warmer’, begint hijeerst vertwijfeld, ‘maar deNederlands-Indische collectie vind

ik toch het leukst, daarweet ik gewoon hetmeest van.’. Het span-nendste stuk uit hetarchief vind hij dekaartenbak van KampVught. Deze is bijna hele-maal compleet en bestaatgeheel uit informatie vande mensen die er hebbengezeten. ‘Je ziet hoe oudze waren, waar ze van-daan kwamen, of ze ziekzijn geweest. Het is eigen-

lijk heel primaire informatie maardaarom juist zo indrukwekkend’. Ikkan het alleen maar met hem eenszijn. d

‘Nou, het archief

is helemaal niet

zo prettig

natuurlijk, want

het is er vooral

koud, zie je’

EdEd

Page 20: Eindeloos november 2010

EINDELOOS - NUMMER 2 - PAGINA 20

filmpjes

lezingensigneren

interviewsaanbiedingen

ebooks

youtube

boeken

agendawebshop

advies

recensies

tijdschriften

studieboeken

reportages

facebook

www. a th ena eum.n l

engels frans

geschiedenis

fictie

non-fictie

turks

poezie

twitterwetenschmaatschappij

Door Micha Mos - Voor de klasstaat een jongen van een jaar oftwintig. Iedereen weet dat hij nietzo goed Engels kan en waarschijn-lijk het boek dat hij zal gaanbespreken als laatste opdracht vandit vak, niet gelezen heeft. Hij doetzijn mond open. De spanning stijgt.“The book goes about a man...”

Een golf van opwindinggaat door het lokaal. Zes hoofdendraaien zich in de richting van dedocent die enigszins rood aanloopt.De jongen zal het vak met eenzeven als eindcijfer afronden.

Toen ik na vier jaar stud-eren nog steeds niet in de buurtwas gekomen van het behalen vanmijn bachelor, moest ik besluitenwelke minor ik ging volgen. Omervoor te zorgen dat er enig tempobehouden bleef in het halen vanstudiepunten, koos ik voor wat mij

de eenvoudigste optie leek: deminor Engelse taalverwerving. MEP (Minor English Proficiency),zoals de minor door de studentenliefkozend wordt genoemd, bestaatuit vier delen. In beide semestersworden twee vakken gegeven,waarbij een tienpuntsvak aandachtaan vocabulaire en aanverwantenschenkt, terwijl een vijfpuntsvakgrammatica behandelt. Wanneer jeje inschrijft voor deze minor, maakje een toets zodat je op niveau kanworden geplaatst in een werk-groep. Wat hierbij niet wordt ver-meld, is dat dat niveau of ‘heellaag’, of ‘bijzonder matig’ is.

De docenten van de vak-groep proberen het lage niveau tecompenseren door de lesstof opbijzonder infantiele wijze aan tebieden. Zo worden er toneelstukjesgespeeld, doet de docent met aller-lei grimassen voor wat een Engelswoord voor een bepaalde gezicht-suitdrukking is en mag iedereenlekker de hele tijd in groepjesonderwerpen als ‘was het leuk opvakantie’ gaan bespreken. Als hetmaar in het Engels is.

Zo bleek, dat wanneer jemaar blijft opdagen bij deze vakkenen je beter bent in Engels dan degemiddelde derdeklasser, jeverzekerd bent van dertigstudiepunten: een aangenamegedachte wanneer je tot vier maaltoe Bronnen en Literatuur:Nieuwste Geschiedenis hebt gevol-gd. Dat betekent niet dat het aan teraden valt deze minor ook daadw-erkelijk te volgen. Het gebrek aanenige uitdaging is, gecombineerdmet het moeten delen van eenlokaal met volledig ongemo-tiveerde studenten EuropeseStudies (meest gestelde vraag: “willthis be in the exam?”), een garantievoor het verliezen van levenslust.Zelden heb ik van zoveel mensengehoord dat ze precies wistenhoeveel colleges ze nog mochtenmissen. Volg deze minor dus alleen,wanneer je de punten echt heelhard nodig hebt. Studiepuntenhalen is fijn, maar het behoudenvan levensvreugde is ook watwaard. d

Read my Lips: Don’t go MEPMinor Engelse Taalverwerving

BEZOEK

SL

EC

HT

S

OP

MIN

OR

ENGELS