Eindeloos December 2014

16
EINDELOOS NUMMER 3 DECEMBER 2014 18e JAARGANG d MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM d DE VERLOREN BIBLIOTHEEK Pouwel van Schooten 3 RICHARD III’S DNA Juliëtte van den Hil 6 DE DATENDE OERMENS Jetske Brouwer 7 KOKEN MET COKS Coks Donders 12 HALFGOD POETIN Coen Schuurmans-Stekhoven 4 ADVENTKALENDER 10 Profielschets 2016 vergroot het identeitsprobleem Het is u hoogstwaarschijnlijk niet ont- gaan: de perikelen rondom Profiel- schets 2016. Het plan voor één een- heidsworstmachine genaamd Liberal Arts College is wellicht van de baan, maar nog steeds wordt er gespro- ken over het ontstaan van Bachelor Schools. Dit is allemaal het resultaat van een veel breder probleem, ont- staan door een verstoord allocatiemo- del met als gevolg dat faculteiten met de hoogste inkomsten óók de meeste UvA-gelden binnenslepen. Bovendien schijnen de verliezen in onder andere vastgoedinvesteringen nu gedicht te worden met geld dat gekort wordt op onze Geesteswetenschappenfaculteit. Het imagoprobleem van Geesteswe- tenschappen en de opleiding Geschie- denis speelt daarin een grote rol: het idee dat alle Geesteswetenschappen ongeveer dezelfde scholing bieden en dus prima kunnen worden samenge- voegd. Om geschiedschrijving te kun- nen bedrijven is echter een specifieke opleiding nodig. Het wordt daarom tijd dat het ambacht van de historicus –en andere geesteswetenschappers- seri- eus genomen wordt. De opleiding Geschiedenis aan de UvA zit inhoudelijk sterk in elkaar, zoals ook uit externe kwaliteitsbeoordelingen blijkt. De decaan van de faculteit, Frank van Vree, wil het imagoprobleem oplossen door te ‘ver- breden’. Studenten moeten dan vakken bij andere studies volgen, zodat docenten gro- tere collegezalen vol kunnen krijgen; ook als er binnen de eigen studie minder inte- resse is voor een vak. In theorie leidt dit tot discussies op niveau door mensen die van- uit verschillende vakgebieden redeneren en daarmee tot meer inzicht. In de praktijk houdt dit in dat veel tijd verloren gaat aan het uitleggen van de concepten van het ene vakgebied aan de studenten van het andere, waardoor er voor die verdiepende discussies nog maar weinig tijd overblijft. Verbreding op zichzelf hoeft geen probleem te zijn. ‘Verbreding’ als kreet miskent echter dat Geschiedenis als >>> Toespraak van Tivadar Vervoort namens Humanities Rally bij de demonstratie op het Spui op 27 november 2014 tegen de bezuinigingen op de Faculteit Geesteswetenschappen.

description

 

Transcript of Eindeloos December 2014

Page 1: Eindeloos December 2014

EINDELOOSNUMMER 3

DECEMBER 2014 18e JAARGANG

d MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM d

DE VERLOREN BIBLIOTHEEKPouwel van Schooten

3

RICHARD III’S DNAJuliëtte van den Hil

6DE DATENDE OERMENS

Jetske Brouwer7

KOKEN MET COKSCoks Donders

12HALFGOD POETIN

Coen Schuurmans-Stekhoven4

ADVENTKALENDER10

Profielschets 2016 vergroot het identeitsprobleem

Het is u hoogstwaarschijnlijk niet ont-gaan: de perikelen rondom Profiel-schets 2016. Het plan voor één een-heidsworstmachine genaamd Liberal Arts College is wellicht van de baan, maar nog steeds wordt er gespro-ken over het ontstaan van Bachelor Schools. Dit is allemaal het resultaat van een veel breder probleem, ont-staan door een verstoord allocatiemo-del met als gevolg dat faculteiten met de hoogste inkomsten óók de meeste UvA-gelden binnenslepen. Bovendien schijnen de verliezen in onder andere vastgoedinvesteringen nu gedicht te worden met geld dat gekort wordt op onze Geesteswetenschappenfaculteit.

Het imagoprobleem van Geesteswe-tenschappen en de opleiding Geschie-denis speelt daarin een grote rol: het idee dat alle Geesteswetenschappen ongeveer dezelfde scholing bieden en dus prima kunnen worden samenge-voegd. Om geschiedschrijving te kun-nen bedrijven is echter een specifieke opleiding nodig. Het wordt daarom tijd dat het ambacht van de historicus –en andere geesteswetenschappers- seri-eus genomen wordt.

De opleiding Geschiedenis aan de UvA zit inhoudelijk sterk in elkaar, zoals ook uit externe kwaliteitsbeoordelingen blijkt. De decaan van de faculteit, Frank van Vree, wil

het imagoprobleem oplossen door te ‘ver-breden’. Studenten moeten dan vakken bij andere studies volgen, zodat docenten gro-tere collegezalen vol kunnen krijgen; ook als er binnen de eigen studie minder inte-resse is voor een vak. In theorie leidt dit tot discussies op niveau door mensen die van-uit verschillende vakgebieden redeneren en daarmee tot meer inzicht. In de praktijk houdt dit in dat veel tijd verloren gaat aan het uitleggen van de concepten van het ene vakgebied aan de studenten van het andere, waardoor er voor die verdiepende discussies nog maar weinig tijd overblijft. Verbreding op zichzelf hoeft geen probleem te zijn. ‘Verbreding’ als kreet miskent echter dat Geschiedenis als >>>

Toespraak van Tivadar Vervoort namens Humanities Rally bij de demonstratie op het Spui op 27 november 2014 tegen de bezuinigingen op de Faculteit Geesteswetenschappen.

Page 2: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 2

HOOFDREDACTIONEELEINDELOOS

Beste lezer,

De stormachtige weken rondom Profiel 2016 zijn ook Eindeloos niet ontgaan. Enkele redactieleden volgden afgelopen tijd de ontwikkelingen op de voet. De be-stuurlijke arrogantie van het College van Bestuur, de onduidelijke berichtgeving van die club, maar bovenal de destruc-tieve sloopkogel die Dymph en Hans (voorzitter en vice-voorzitter van het CvB) hanteren, begeleid met zoetspre-kende persberichten, riepen verbazing op. De ivoren toren van de Geesteswe-tenschappen bleek schril af te steken tegenover de massale ivoorstroperij van het CvB. Dat gezegd hebbende, hier ligt de laatste Eindeloos van dit jaar. De Zwarte Pietendiscussie kan weer naar de zolder, de Kerstdecoratie kan weer afgestoft. Kerst en Nieuwjaar komen er weer aan. Daarom heeft Eindeloos in dit nummer een heuse Adventkalender gemaakt, waardoor het aftellen naar het vreetfes-tijn een historisch randje krijgt. Onder het genot van zacht kaarslicht en kerst-kransjes (of Coks’ pepernoten) leest deze Eindeloos het lekkerste. In dit nummer een Oudheidru-briek, met ditmaal de ondergang van de Bibliotheek van Alexandrië door Pouwel en een schilderijententoonstelling over Vladimir Poetin als Herakles door Coen. Als u nog steeds zin heeft in Sin-terklaassnoepgoed, dan is het recept van onze keukenprinses Coks uw redding in deze donkere dagen. Bent u inmiddels meer naar Kerst aan het neigen? Dan kan Ciska u vertellen hoe Sinterklaas in Santa Claus veranderde. Mocht u überhaupt geen feest-beest zijn, dan kunt u het artikel van Juliëtte lezen over het DNA-onderzoek naar de Engelde koning Richard III die onder een parkeerplaats begraven lag. Ook bekeek Jetske de versiergoe-roe Julien Blanc vanuit een historisch perspectief en Mayra las een boek over psychiaters en hun patiënten in Victo-riaans Engeland. Tenslotte: het debuut van Tycho Hofstra op pagina 10! d

Namens de redactie een fijn feest-gedruis en een alleraangenaamst leesplezier gewenst, Koen Molenaars

opleiding al bijzonder breed is. Politieke, sociale, publieks-, milieu-, cultuur-, men-taliteits-, stads-, medische en militaire geschiedenis zijn nog maar een kleine greep uit alle smaakjes die er al zijn. Dan worden specialisaties in regio’s of tijdvakken nog buiten beschouwing gelaten. Verbreding buiten het vakgebied is alleen dan zinvol als het samenhangt met je specialisme. Vakken volgen bij politicologie als je politie-ke geschiedenis doet, of bij museologie met publieksgeschiedenis. Op die manier is verbreding een individuele keuze die juist tot specialisatie leidt. Verbreding zoals in de Profielschets naar voren komt is niet de oplossing. Júist specialisatie is van groot belang om serieus genomen te worden, anders degradeert de opleiding tot een vorm van hobbyisme.

En dat is misschien nog wel de grootste misvatting: geschiedenis kan een hobby zijn, maar geschiedschrijving is een vak. Geert Mak kan als journalist wel een historisch boek schrijven, maar om die historische literatuur te duiden, om het ach-terliggende onderzoek op waarde te doorgronden of de informatie uit een brede his-torische context te bekijken, is een hele specifieke training vereist. Historici opleiden vereist dus een historische opleiding. Historiografie en de manier waarop geschiede-nis in de loop van de tijd is bekeken, zijn daarbij van essentieel belang. Die nadruk op methodologie zou in het huidige curriculum wellicht nog zwaarder kunnen worden aangezet, om te benadrukken dat historisch onderzoek meer is dan een stukje schrijven over een gevonden archiefstuk. Een manier om dit sterker aan te zetten, is bijvoorbeeld het instellen van ingangseisen voor een keu-zevak Geschiedenis in de bachelor. De huidige ingangseisen voor een keuzevak Ge-schiedenis zijn doorgaans vijftig ECTS van een propedeuse Geesteswetenschappen, om het eender welke, en een briefje van de examencommissie; dan heb je als wille-keurige student blijkbaar genoeg kennis om aan dezelfde tafel te zitten als iemand die de propedeuse Geschiedenis heeft doorlopen. Een opleiding met een duidelijk profiel trekt studenten aan die zich in dat profiel herkennen. Mensen die geschiedenis meer als leuk tijdverdrijf zien, als bij-komstigheid voor hun levendige studententijd in Amsterdam, hebben dan niets meer te zoeken op de opleiding. Dat lijkt ons een pluspunt in plaats van het probleem wat decaan Van Vree hierin ziet. De beloningen voor studentenaantallen en boetes

voor langstudeerders zijn daarin nog steeds perverse prikkels die kwaliteitsverhoging tegenwerken. Het is echter van groot belang voor de identiteit van geschiedenis als wetenschappelijke opleiding, dat er serieuzer wordt omgegaan met de vraag welke vaardigheden onderscheidend zijn voor een historicus ten opzichte van andere aca-demici en hobbyisten. Door een sterk curriculum op te bouwen, komen de gemotiveerde studen-ten naar de opleiding. Studenten die het niet serieus nemen, zullen niet komen of vallen al snel af. Bij de invoering van de profielschets gaan de hardwerkende, getalen-teerde geesteswetenschappers die durven kiezen naar Leiden op Utrecht. De mensen die zich weinig hebben verdiept in hun toekomst blijven achter op de brede net-niet opleiding aan de UvA. Studenten moeten de kans hebben om zelf een discipline te kiezen, maar moeten daar wel wat voor doen. Vakken volgen bij andere studies? Pri-ma, maar dan alleen als het bijdraagt aan coherent studietraject. Alleen een samen-hangende opleiding binnen de universiteit biedt een sterke identiteit aan een histori-cus. Die kan dan voortaan op een feestje vertellen wat het nut is van geschiedenis en dat hij de analytische vaardigheden bezit die je nergens anders zult aantreffen. Dat is beter dan een brede Bachelor tot uitkeringstrekker. d Dit artikel is een gezamenlijk schrijven van Coks Donders, Juliëtte van den Hil en Koen Molenaars.

UvA

‘“Verbreding” als kreet miskent dat geschie-denis als opleiding al bijzonder breed is.’

‘Alleen een samenhangende opleiding biedt een sterke identiteit aan een historicus.’

Page 3: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 3OUDHEID

Pouwel van Schooten - De fabelachtige bibliotheek van Alexandrië is al meer dan duizend jaar onderwerp van vele verhalen. Geleerden van heinde en verre kwamen naar Alexandrië toe om maar even naar dit gebouw te staren. In het gebouw zou alle informatie van de Antieke wereld te vinden zijn. Nog legendarischer is de ondergang van de bibliotheek. Zo’n groot en beroemd in-stituut kan toch niet zonder donder en bliksem verdwijnen, of toch wel?

Lange tijd was er een vast verhaal over de verwoesting van de Alexandrijnse biblio-theek: Julius Caesar was de schuldige. Tijdens de burgeroorlogen van de laatste eeuw voor Christus, in de nadagen van de Romeinse republiek, volgde hij zijn rivaal Pompeius naar Alexandrië. Toen deze al dood bleek te zijn, raakte Caesar verwik-keld in de machtstwisten van de laatste van de Ptolemeeën: Cleopatra. In het mid-den van deze strijd zette Caesar zijn sche-pen in brand. Bij deze tactische militaire zet sloegen de vlammen over naar de stad en raakte een deel van de bibliotheek be-schadigd. Vroege verhalen schrijven dat slechts bepaalde delen van de bibliotheek

verbrandden. Naarmate Caesar een steeds mythischere statuur kreeg, werd dit ver-haal aangedikt. Het waren niet zomaar een paar gebouwen die werden verwoest, de hele bibliotheek ging in vlammen op door de daad van deze grootse figuur. Dit is een mooi verhaal, maar het

klopt niet helemaal. Er zijn namelijk ge-noeg bronnen die de levendige bibliotheek van Alexandrië beschrijven na Caesar’s dood. Een andere theorie over de verwoes-ting legt de schuld bij de christenen. In 394 na Christus verklaarde keizer Theodosius het Christendom tot de officiële religie van het Romeinse rijk. Hierdoor veranderde Alexandrië in een onrustige en gevaarlijke stad. Elke dag was er wel weer een ander religieus conflict. De bibliotheek zou in een van deze rellen, samen met haar geleer-den, vernietigd zijn. Zeker is dit verhaal ook niet; er zijn ook geschriften die zeggen dat

Theodosius de bibliotheek vredig liet afbre-ken vanwege het verbod op heidense gods-diensten, dat hij ingevoerd had. De christenen kunnen echter ook niet de gehele bibliotheek hebben ver-woest, aangezien er nog steeds bronnen bestaan die een bibliotheek beschrijven in de zevende eeuw. Toen de moslims Alexan-drië veroverden in het midden van de ze-vende eeuw, was er kennelijk nog iets dat op een bibliotheek leek. De toenmalige ka-lief gaf het bevel om alle geschriften te ver-branden die niet op een lijn stonden met de Koran, en zo gingen de laatste papyrusrol-len verloren. Dit wordt meestal als het defi-nitieve einde gezien van de bibliotheek. Toch moet de nadruk niet teveel gelegd worden op deze menselijke conflic-ten en bevelen. Het werkelijke verval van de bibliotheek was een stuk geleidelijker dan een plotse brand. Ver voor de Christenrel-len van de vierde en vijfde eeuw raakte de bibliotheek in verval, en de centra van ken-nis verschoven zich naar Rome en Byzan-tium. Toen de moslims Alexandrië verover-den, was er nauwelijks iets te vernietigen. De bibliotheek heeft dus nooit een groots eind gehad, en is langzaam vergaan in de zompige moeraslanden van de Nijl. d

Een treurig eindeDe ondergang van de Bibliotheek van Alexandrië

Een impressie van de Bibliotheek van Alexandrië in zijn gloriedagen.

‘Naarmate Caesar een steeds mythischer

statuur kreeg, werd dit verhaal aangedikt.’

Page 4: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 4 BUITENLAND

Coen Schuurmans Stekhoven - Verjaar-dagscadeaus: het is altijd weer een behoorlijke sinecure om met het juiste verjaardagscadeau op de proppen te komen. Elk meegebracht geschenk zal op de bewuste dag immers een strenge controle moeten doorstaan, waarbij de jarige als een rechter, samen met een jury van aanwezige feestgangers, het cadeau beoordeelt op originali-teit en tekenen van devotie. Wanneer de jarige niet gewoon een kennis of vriend is, maar een machtig en kri-tisch man als Vladimir Poetin, zal men zich extra moeten uitsloven om in de smaak te vallen. Diverse andere wereldleiders en dictators werden op hun verjaardag ook al verrast door middel van bijzon-dere geschenken; zo kon Hitler op zijn vijftigste verjaardag genieten van een leuk partijtje met een door Goebbels georganiseerde parade van duizen-den soldaten en werd Kennedy op zijn vijfenveertigste verjaardag door een uitdagend geklede Marilyn Mon-roe getrakteerd op een zwoel Happy Birthday, Mr. President. Poetin kan daarin natuurlijk niet achterblijven. Een groep Poetin-minnende Russen kwam dan ook op het idee om hem te verassen met een eigenaardig cadeau.

Op de nacht van Poetins verjaardag was het voor geïnteresseerden mogelijk om in een voormalige chocoladefabriek in

Moskou een bijzondere expositie te bezoe-ken. Op ‘De twaalf werken van Poetin’ kon het aanwezige publiek, dat voornamelijk bestond uit journalisten en enkele Poetin-aanhangers, zich vergapen aan een door een anoniem kunstenaarscollectief ver-

vaardigd dozijn doeken waarop Poetin de heldendaden van de mythologische figuur Herakles dunnetjes overdoet. De boodschap is duidelijk: Poetin is een ware halfgod. De organisator van de exposi-tie, politicologiestudent Mikhail Antanov, stuurde op facebook al een Poetin-fanclub aan met meer dan 266.000 likes. In een in-terview in de Guardian stelt Antanov dat hij en de andere betrokkenen door middel van deze tentoonstelling “een ander beeld van Poetin neer wilden zetten omdat de Westerse media constant kritiek op hem hebben”. De schilderijen die voor dit doel werden vervaardigd getuigen zowel van een grote inventiviteit alsook van een ver-gaande waardering voor het beleid van de Russische president. Men kon op de tentoonstelling onder andere een schilderij bewonde-ren in de kleuren van het welbekende Griekse roodfigurige aardewerk, waarop

een klassiek uitgedoste Poetin met blote handen een vervaarlijk uitziende terrorist wurgt. Dit is een duidelijke verwijzing naar het eerste werk van Herakles, die met blo-te handen de Leeuw van Nemea, die niet door wapens verwond kon worden, wurg-de. De kunstenaar heeft dit thema ingezet om Poetin te portretteren als kampioen in de strijd tegen het internationale terroris-me. Ook Heracles’ strijd met de Hydra van Lerna, een monster met vele koppen die aangroeiden zodra ze werden afgehakt, wordt door Poetin dunnetjes overgedaan. Bij hem vertegenwoordigen de kopen van het monster echter de ‘vijanden van Rus-land’. Het hoofd dat de VS voorstelt, ligt reeds verslagen op de grond. De Europese

Unie, Canada en Japan bieden nog weer-stand terwijl Poetin zich met zijn schild verdedigt tegen een uitgespuwde vlam met die in het Russisch beschreven is met het woord ‘sancties’. Ook vangt Poetin de Hinde van Keryneia, verslaat hij de Stymphalische vogels, maakt hij de stallen van Augias schoon, bevecht hij het Erymanthische zwijn, haalt hij de stier van Kreta op, haalt hij de vleesetende paarden van Diomedes,

Lang zal hij leven!Poetins verjaardagscadeautje

‘De boodschap is duidelijk: Poetin is een

ware halfgod.’

‘De Russische tsaren identificeerden zich-

zelf reeds met het Oude Griekenland.’

Poetin bestrijdt de Stymphalische Vogels... ...wurgt de Leeuw van Nemea... ...verslaat de Hydra van Lerna...

Page 5: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 5BUITENLAND

voert hij het driekoppige monster Geryo-nes weg, draagt hij de aardbol, verslaat hij Cerberus en nam hij de gordel van Amazonekoningin Hippolyte mee. Al deze heldendaden worden geactualiseerd door de monsters als symbool te laten gelden voor de Russische oligarchen, de Ver-enigde Staten of het Westen, Oekraïne of bijvoorbeeld gas. Het is moeilijk te zeggen hoe deze eigenaardige tentoonstelling geïn-terpreteerd moet worden. In het Westen

zou een vergelijking van een politicus met een mythische held waarschijnlijk alleen in een ironische context plaatsvinden. In Rusland lijken velen de tentoonstelling, en de vergelijkingen met Herakles, echter ui-terst serieus te nemen. Dat de Russen deze vergelijking als vrij normaal ervaren, is niet geheel onlogisch. De Russische geschie-denis kent namelijk een zekere traditie. De Russische tsaren identificeerden zichzelf ook reeds met het Oude Griekenland en het Romeinse rijk. Op basis van het huwe-lijk tussen Ivan III, heerser van Rusland, en de laatste nicht van de laatste Byzantijnse keizer Constantijn XI hebben veel Russen zelfs beweerd dat Rusland de rechtma-tige opvolger van het Romeinse rijk is. Dat zowel de Byzantijnen als de Russen beide orthodox-christelijk zijn, sterkt hen in dat geloof.

Daar komt bij dat Poetin door de vergelijking met Herakles ook direct wordt vergeleken met een van Ruslands grootste tsaren, Peter de Grote, ook bekend als de ‘Russische Herakles’. Peter de Grote genoot onder de Russen grote populariteit omdat hij het territorium van het Russische rijk in de richting van de Zwarte Zee uitbreidde. Een triomfboog die in 1696 werd opgericht en herinnerde aan Peters overwinning

op Azov, in feite de poort naar de Zwarte Zee, is voorzien van standbeelden van Herakles en Mars. De makers van tentoon-stelling lijken Poetin als opvolger van een reeks illustere voorgangers te presente-ren. Deze op het eerste oog bizarre vorm van persoonsverheerlijking blijkt ons dus veel te kunnen leren over de huidige Rus-sische ideologie en hun omgang met het klassieke verleden. d

...en vangt de vleestende paarden van Diomedes.

Advertentie

...bedwingt de hinde van Keryneia...

‘Russen geloofden dat ze de rechtmatige op-

volger van het Romeinse Rijk waren.’

Page 6: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 6 BUITENLAND

Juliëtte van den Hil – “DNA-onderzoek werpt nieuw licht op geschiedenis Engels koningshuis”, zo kopten en-kele websites deze week. De aanlei-ding was het DNA-onderzoek dat was verricht op de (vermoedelijke) over-blijfselen van Richard III, die in 2012 waren teruggevonden onder een par-keerterrein in Leicester. De Engelse koning was in 1485 tijdens de Slag bij Bosworth door Henry Tudor verslagen en haastig begraven onder een kerk in Leicester, die helaas de Reformatie niet overleefde. Het DNA-onderzoek moest uitkomst bieden over zijn iden-titeit. Dat deed het, en meer. ‘Nieuw licht’ is echter, op basis van het rapport zelf, een wat voorbarige conclusie.

Het DNA onderzoek richtte zich op twee verschillende lijnen: het zogenaamde mitonchondriale DNA (de vrouwelijke af-stamming) en het Y-chromosoom. Bei-den zijn stukjes DNA die uitsluitend van moeder op dochter of van vader op zoon overgaan. De combinatie van een zeker mitochondriaal en Y-chromosaal DNA is uniek voor ieder persoon, en dus ook voor Richard III. Het probleem is dat je dan wel moet weten welke stukjes DNA Ri-chard zou moeten hebben. Helaas be-staat er geen databank van historisch DNA, dus de enige manier om eraan te komen, is door vergelijking met het DNA van een nog levende nazaat. Nu vraag je sowieso de koningin niet even om een

wangslijmmonster, maar daarnaast is de genealogische afstamming tussen Ri-chard en haarzelf zodanig verwaterd (dan wel twijfelachtig) dat haar DNA weinig uitkomst zou bieden. De oplossing? Ou-derwets archiefwerk. Een deel van deze herculeaanse opdracht was al in 2003 gedaan door John Ashdon-Hill in een poging om de overblijfselen van een zus van Richard, Margaret of York, te identificeren. Hij slaagde erin de vrouwe-lijke afstammingslijn van Cecily Neville, Richards moeder, te volgen door middel van testamenten, bevolkingsregisters,

grafstenen en dagboekfragmenten tot hij bij Joy Ibsen uitkwam, een Amerikaanse vrouw die geen idee had van haar konink-lijke afkomst. Ibsen overleed niet veel la-ter, maar had gelukkig een zoon, de laatste met dat specifieke stukje DNA, die bereid was om een monster af te staan. Het bleek een perfecte match met dat van Richard. Cecille Neville was dus zeker zijn moe-der, maar de mannelijke afstammingslijn gooide roet in het eten. Richard had maar

één zoon, die ook nog eens jong stierf. Daarom werd zijn DNA vergeleken met dat van de afstammelingen van de 5th Duke of Beaufort (18e eeuw) met wie hij een gezamenlijke voorvader via de man-nelijke lijn had: koning Edward III. Dat DNA kwam niet overeen. Conclusie: of er-gens tussen Edward III en Richard, of tus-sen Edward en de huidige afstammelin-gen, is er een bastaard door de mazen van de afstammingslijn geglipt. Het onderzoek nodigt uit tot spe-culeren. Zo rustte de claim op de troon van Henry Tudor bijvoorbeeld gedeeltelijk op zijn afstamming van Edward III via John of Gaunt, waarover regelmatig het gerucht ging dat hij ‘van de melkboer’ was. Ook koning Edward IV, Richards broer, werd er vaak van beschuldigd een bastaard te zijn – als we Philippa Gregory geloven, zelfs door zijn eigen moeder (en die kan het, hopelijk, weten). DNA-onderzoek als dit kan een aanwijzing zijn dat die beschul-digingen niet geheel ongegrond waren. Daar staat echter tegenover dat tussen Edward III en de huidige afstammelingen zo’n 24 generaties zitten: genoeg tijd voor een slippertje of twee in de zeventiende, achttiende of negentiende eeuw. Het onderzoek laat dus de mogelijkheden, maar ook de beperkingen van DNA voor de geschiedschrijving zien. Voor een histori-sche aardverschuiving is het dus nog wat te vroeg. d

Het onderzoek is na te lezen op http://www.nature.com

‘De combinatie van een zeker mitochon-

driaal en Y-chromosaal DNA is uniek voor

ieder persoon, en dus ook voor Richard III.’

Richard III Richard III

Koninklijke slippertjes?Het DNA van Richard III

Page 7: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 7BUITENLAND

Jetske Brouwer - De oerman moet op-staan. De afgelopen maanden maakte de wereld kennis met Julien Blanc: een zelfverklaarde versiercoach die in seminars uiteenzet hoe men zich anno 2014 moet gedragen tijdens da-ten. Blanc hoopt soelaas te bieden aan mannen die worstelen in het sociale verkeer met de andere sekse. Hij vindt dat veel mannen opgevoed zijn met teveel respect voor vrouwen, waar-door ze onzeker zouden zijn geraakt. De populariteit van zijn remedie hier-voor is niet te ontkennen. Toch worden ze door velen als stuitend ervaren. Interessant is dat zijn dominante overheersingstrategieën zich lijken te beroepen op historische precedenten, alsof hij wil terugkeren naar de tijd waarin de man het baasje was.

Het fenomeen ‘daten’ is echter relatief jong. Het ontstond in een tijd waarin het instinctmatige niet meer verkozen werd boven het beschaafde. Maar wat beteken-de dat ‘beschaafde’ door de jaren heen? Wetenschapper Kathleen Bogle onder-zocht de ontwikkeling van het daten in de Verenigde Staten. Zij duidt de opkomst van het verschijnsel in het fin de siècle. Vanaf toen ontwikkelde het daten zich tot de seksuele revolutie van de jaren zes-tig waarin het haar vaste formule verloor. Daarvoor onderscheidt Bogle drie fasen die een illustratie bieden van verschillen-de sociaaleconomische ontwikkelingen uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Bogles eerste fase betreft de ‘calling era’. In deze tijd bezochten res-pectabele jongemannen het huis van een

al even respectabele jongedame om daar kennis te maken met haar en haar familie. Het meisje en bovenal haar moeder re-gisseerden deze bezoeken. Als jongeman aansturen op een kopje Earl Grey zou ui-terst ongepast zijn geweest: de man kende

een passieve rol. Als men in deze tijd het woord ‘date’ in de mond nam, werd aan iets anders gerefereerd. Dit woord werd in lagere milieus gebruikt om aan te geven dat iemand een seksuele afspraak maak-te, waarschijnlijk met een prostituee. In de jaren dertig kreeg de term ‘date’ echter een modernere betekenis. Het woord had niet langer de seksuele connotatie. In zowel hogere als lagere milieus betrof het een competitief spel waarin gold: hoe meer dates iemand had, hoe beter. Vrouwen betraden langzaam-aan de publieke sfeer. Jongeren troffen elkaar op de universiteiten of tijdens het werk en overlegden met leeftijdgenoten in plaats van familieleden wie geschik-te kandidaten waren voor afspraakjes. Ook de opkomst van de automobiel hielp mee: jongens konden hun meisje op ieder gewenst moment meenemen voor een avondje dansen. Zowel jongens als meis-

jes deden er beter aan op vrijdagavond het licht van hun kamer uit te doen. Niets erger dan de suggestie wekken op ‘date night’ achter de geraniums te vertoeven. Dit vertoeven kreeg echter een nieuwe, romantische betekenis in de jaren veertig en vijftig. Dit kwam door schaarste van het mannelijke wezen. De Tweede Wereldoorlog eiste haar tol: vele bachelorettes kwijnden in de weekenden weg. Het kamerlicht uitdoen was door de statistieken niet meer noodzakelijk: het was onmogelijk dat er voor ieder meisje een jonge adonis beschikbaar was. Hier ontstond de uitdrukking ‘going steady’. De frequentie van date-partners nam ge-staag af. Het was juist waardevol om met één persoon te gaan. Voor je het wist was er immers niemand meer beschikbaar. De vastigheid werd vaak onderstreept met de uitwisseling van persoonlijke en vooral zichtbare artefacten. Zo droegen meis-jes maar wat graag de sweaters van hun sportende minnaars. Vanaf de jaren zestig die volgden was het gehele fenomeen van daten niet meer onder een noemer te duiden. Hoe-wel er pogingen zijn gedaan bepaalde ‘regels’ op te stellen, is er niet langer een formule waarmee iedereen instemt. Dit resulteert logischerwijs in verwarring. De nee-schuddende vrouw veroveren door haar aan haar haren het bed in te sleuren, zoals Blanc voorstelt, biedt hiervoor niet de oplossing. Dit kijkje in de geschiedenis laat zien dat de ‘datende oerman’ puur een anachronisme is. d

Julien Blanc (l) en een datende oerman (r).

De illusie van de datende oerman

‘Interessant is dat zijn dominante over-

heersingsstrategieën zich lijken te beroepen

op historische precedenten.’

Page 8: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 8 ILLUSTRATIE

Page 9: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 9ILLUSTRATIE

Page 10: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 10 ADVENT

1

De historischeDecember is inmiddels al weer begonnen, maar dat betekent niet dat het te laat is voor een Adventkalender. Om de don-kere dagen voor Kerst en Nieuwjaar door te komen, heeft Eindeloos voor u: de historische Adventkalender. Dus neem uw glitterstift, gelpen of kleurpotlood bij de hand en geef iedere decemberdag een ander kleurtje. We hebben de cadeautjes niet achter luikjes gestopt, want u bent toch te nieuwsgierig om ze dicht te laten tot de betreffende dag.

5 december 1945Silvio Algra - Toen op Pakjesavond 1945 vijf Amerikaanse Avenger torpedovliegtuigen boven de Bermudadriehoek van de radar verdwenen, was dit het zoveelste incident in een lange reeks mysterieuze verdwijningen binnen de beruchte regio. Ook de zoekac-tie verliep dramatisch, toen een patrouillevliegtuig in vlammen opging. Totale schade: 27 doden waarvan nooit een spoor is teruggevonden. Fictieschrijvers en doemdenkers speculeerden over mythische zeewezens, magnetisme en zelfs poorten naar andere dimensies. Dat de waarschijnlijke oorzaak voor het verdwijnen van Vlucht 19 toch ge-zocht moet worden in menselijk falen (uit radiocontact bleek dat de piloten hopeloos verdwaald waren) is natuurlijk veel te saai.

16 december 1775Mayra Murkens - Op deze dag kwam een van ’s werelds befaamdste auteurs op de wereld: Jane Austen. Dankzij deze dame kunnen we nu genieten en wegzwijmelen bij verhalen als Pride and Prejudice, Sense and Sensibility en Emma. Ieder meisje droomt toch van haar eigen mr. Darcy? Helaas kreeg ze die zelf niet en overleed ze al op 41-jarige leef-tijd aan een toen onbekende ziekte. Haar verhalen komen echter geen romantiek tekort. Inmiddels heeft ondergetekende de film van Pride and Prejudice (die met Keira Knightley) al ongeveer twintig keer gezien. Voor de kerst ligt er nog een moeilijke keuze, voor de 21ste keer de film afspelen, of toch het boek er maar weer eens bij pakken?

4 december 1679Tycho Hofstra - Met de laatste woorden ‘A great leap in the dark’ sterft de Engelse filosoof Thomas Hobbes op 4 december 1679. Naast filosofie, geschiedenis en natuurkunde beoefende Hob-bes, volgens zijn biograaf Arnold Rogow, een indrukwekkende fitnessroutine. De filosoof speelde tot zijn vijfenzeventigste elke ochtend een potje tennis, waarna hij zich liet masseren. Verder deed Hobbes aan de zeventiende-eeuwse variant van jogging en vermeed hij alcohol, alswel rood, vet of vrouwelijk vlees. Hele-maal zondeloos was hij echter niet. Zijn onbijt bestond uit brood (met gluten), boter en zo’n twaalf pijpjes tabak.

17 december 497 v. Chr.Juliëtte van den Hil - De reputatie van 17 december is er in al die jaren niet op vooruitgegaan: waar de dag tegenwoordig het punt markeert waarop de cho-coladeletters al op zijn (in ieder geval bij mij) en de kerstvakantie nog niet is be-gonnen, was het in Rome de aanzet tot vijf dagen feest. Tijdens het Saturnaliën-festival werd (verrassing!) de god Saturnus vereerd, maar het feest kenmerkte zich vooral door omkering van de sociale conventies, verkleedpartijen en hevige drankpartijen. Kortom, het carnaval van de klassieke oudheid. Op de laatste dag van de Saturnaliën, 23 december, wisselden familie en vrienden vaak cadeaus uit, die in een akelige flashforward naar surprises regelmatig gepaard gingen met gedichtjes. Om de mid-december dip tegen te gaan, stel ik dan ook voor de gemaskerde zuippartij met cadeautjes op 17 december met onmiddellijke in-gang weer in te voeren. Ter ere van Saturnus, natuurlijk.

4 december

5 december

16 december

17 december

23

15 14 13 12 11 10 9 8 7 6

Page 11: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 11ADVENT

Adventkalender19 december 1843Ciska Schippers - Om alvast in de kerststemming te komen tus-sen alle ernstige historische gebeurtenissen door: Op 19 de-cember 1843 verscheen een van de beste kerstverhalen ooit - A Christmas Carol van Charles Dickens. Het verhaal gaat natuurlijk over de gierigaard Ebenezer Scrooge, die de nacht voor kerstmis bezocht wordt door drie geesten. De ‘Ghost of Christmas Past’, ‘Ghost of Christmas Present’ en de ‘Ghost of Christmas Yet To Come’ doen Scrooge tot inzicht komen en hij wordt een vrijge-vige en geliefde man. Het verhaal was een groot succes, de eerste druk van 6000 exemplaren was voor kerstavond al uitverkocht. A Christmas Carol is tientallen keren verfilmd en oneindig vaak opgevoerd op toneel.

21 december 1862Koen Molenaars - De grote Majoor-Generaal Ulysses S. Grant moest wat doen aan de zwar-te handel in katoen. De Amerikaanse Burgeroorlog was in volle gang. Met General Order No. 11 wilde hij die illegale praktijken de das omdoen. Waar corruptie is, zijn joden, dacht hij. Hij riep de Order No. 11 uit, waardoor alle joden uit zijn militaire district verbannen werden. President Lincoln was er echter niet van gediend en floot de generaal terug. Later, in de aan-loop van zijn eigen presidentsverkiezing, beweerde Grant achteloos de verordening te heb-ben ondertekend, niet wetende wat de precieze inhoudt was. Alsof dat minder kwalijk is.

23 december 1888Jetske Brouwer - Op 23 december 1888 vond in het Zuid-Franse Arles een historisch verlies plaats: de getroebleerde Vincent van Gogh raakte zijn oor kwijt. Vincent had onlangs in het ‘Gele Huis’ zijn gedroomde kunstenaarskolonie gesticht. Tot dan toe was alleen kunstenaar Paul Gauguin enthousiast over dit collectief. Hij zou als eerste hebben vernomen dat Vincent zijn oor met een scheermes had bewerkt. Twee Duitse kunst-historici hebben echter een ge-heel nieuwe versie van deze noodlottige avond opgetekend: uit zelfbescherming tegen de verwarde Vincent zou Gauguin het oor hebben beschadigd. De twee zouden echter omwille van vriendschap en Gauguins mogelijke straf overeen zijn gekomen de wereld iets anders te vertellen!

28 decemberCoks Donders - Op een feestje in de nacht van 28 op 29 december 1916 kreeg Grigori Raspoetin een taartje voorgeschoteld met daarin genoeg gif om vijf mensen om te leggen. Behalve dat de Rus zich wat slaperig voelde, gebeurde er niets. Er volgden een geweerschot, een vechtpartij, drie andere geweerschoten en uiteindelijk een matpartij met knuppels voordat Raspoetin niet meer bewoog. De controversiële geneesheer werd in de Mojka geworpen. Volgens het officiële autopsierapport is Raspoetin uiteindelijk daar aan de ver-drinkingsdood gestorven. Je had maar één taak, denk ik vaak.

30 december 1460Pouwel van Schooten - Op deze dag 554 jaar geleden vond het grootste gevecht van de Rozenoorlog plaats: de slag bij Wakefield. De dynastieke twisten tussen de adellijke huizen York en Lancaster stortten Engeland in oorlog; een oorlog die het best valt te vergelijken met de intriges van de Game of Thrones serie. In 1460 trok Margaretha van Anjou samen met haar zevenjarige zoontje Edward (we kunnen aannemen dat hij niet veel gedaan heeft tijdens de slag) ten strijde tegen de Yorkse troonpretendent Richard. Margaretha ging er met de overwin-ning vandoor, terwijl Richard zijn dood vond op het slagveld.

19 december

21 december

23 december

28 december

28 december

18

20

22

27

26 25 24

29

31

Page 12: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 12 CULINAIR

Coks Donders - De historie van Sinter-klaas en zijn knechten wordt in elk huishouden anders verteld. Wat de échte geschiedenis is, dat weten we niet of nauwelijks. Hetzelfde geldt ook voor de decemberlekkernijen. De pepernoten en speculaaspoppen kennen een redelijk vage oorsprong. Ondanks dat het Heerlijk Avondje alweer voorbij is, waag ik toch een poging. De mysteries omtrent het decemberfeest zorgen ook vandaag nog voor heftige discussies en hier en daar voor een schreeuw om verande-ring. Dat het Sinterklaasfeest al vaker voor hete vuren heeft gestaan, is niets nieuws. Bekvecht men nu vooral om zwarte piet, in de zeventiende eeuw vocht men de, jawel, Pepernoten-oorlog uit. En dat terwijl Amsterdam eerder ook nog te kampen had met de Sint Nicolaasoproer.

Heilige bomen en varkensbroden,Sinterklaas kent net als veel katholieke feestdagen, een heidense oorsprong. Voor de Germanen was het gebruikelijk om dieren te offeren om de goden goed gezind te houden. Dieroffers namen toe in de winter, omdat de dagen dan korter waren en de Germanen tot de goden smeekten om langere en warmere dagen ter bevordering van een goede oogst. Omdat het toch ergens wel zonde was om zoveel dieren te offeren, bracht men steeds vaker een broodachtig baksel in de vorm van een koe of een varken naar offerplekken als heilige bomen. Wellicht trapten de goden erin, moet men gedacht hebben.

Tijdens de kerstening van Noord-Europa bleven vele heidense tradities overeind, voornamelijk als marketingtruc om de Germanen voor het nieuwe geloof te winnen. Dit zien we vandaag de dag ook nog bijvoorbeeld in de vorm onze geliefde kerstboom. Ook de offerbroden bleven bewaard, al verviel de offerfunctie: vol-gens de Bijbel had Jezus zichzelf geofferd voor de mensheid. Men mocht de broden daarom in goed gezelschap samen de-len en opeten, net als wat met hosties gedaan wordt in de katholieke kerk. Het model van de broden (en later koeken) veranderde van varkens en koeien in de vorm van vroegchristelijke heiligen. De voorloper van de huidige speculaas-pop en daarmee ook van onze peper- en kruidnoten was geboren.

Mannen uit het OostenIn de middeleeuwen was het bakken van de decemberbroden en -koeken vooral monnikenwerk. Monniken hadden vaak, veel meer dan de bakker om de hoek, een direct lijntje met kruisvaarders en pelgrims, die op hun beurt terugkeer-den uit het Midden-Oosten met een boel onbekende kruiden en specerijen op zak. Hierdoor kregen monniken de mogelijk-

heid vrijuit te experimenteren en al snel werden baksels rijkelijk gevuld met peper en gember. In de kloosters werd daarmee peperkoek, maar ook speculaas uitgevon-den. Het bakken van de decemberlek-kernijen werd steeds vaker gelinkt aan de naamdag van Sint Nicolaas van Myra, een vroegchristelijke bisschop die geroemd werd om zijn daden van naastenliefde. De legendes omrent Sint Nicolaas betrof-fen voornamelijk kinderen. Zo voorkwam de Sint dat een arme man zijn drie jonge dochters als slaaf moest verkopen, door ’s avonds de schoenen van de meisjes te vullen met munten. In de latere mid-deleeuwen werd deze legende jaarlijks herdacht. Kinderen liepen verkleed in optochten door de straten, waarbij het de bedoeling was dat toeschouwers munten naar hen wierpen, die dan weer gege-ven werden aan de armen. Vandaag de dag werkt het zoals we weten een beetje anders: het werpen of strooien naar kin-deren bestaat nog steeds, alleen wordt dit nu met kleine stukjes speculaas (pe-per- en kruidnoten) of chocolademunten gedaan.

Rellen voor SinterklaasVanaf de 16e eeuw organiseerde men jaarlijks Sinterklaasmarkten, voorname-lijk in Amsterdam, waar Sint Nicolaas patroonheilige is. Door de komst van de Reformatie werd het echter steeds lastiger om het katholieke feest van Sint Nicolaas te vieren. Protestanten we-zen heiligenverering af, waardoor het verboden werd om de schoen te zetten of speculaaspoppen te bakken. Ook de

Koken met Coks: Pepernoten

‘Het woedende Am-sterdamse volk kwam

in 1663 in opstand, wat bekendstaat als

het Sinterklaasoproer.’

Probeer het recept en kijk welke van de twee er uit de oven komen gerold!

Page 13: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 13CULINAIR

Sint Nicolaasmarkten waar al het lekkers werd verkocht moesten het ontgelden. Het woedende Amsterdamse volk kwam daartoe in 1663 in opstand, wat in enkele stoffige bronnen nu bekendstaat als het Sint Nicolaasoproer. Bij verschillende pro-testanten zouden ruiten ingegooid zijn op 6 december. Het lukte uiteindelijk dan ook niet om het Sinterklaasfeest de kop in te drukken. Sinterklaasmarkten werden steeds populairder door het hele land, waardoor ook de vraag naar pepernoten toenam. Door de oprichting van de VOC in 1602 werden de benodigde kruiden en specerijen toegankelijker voor iedereen. Een probleem was echter dat het bak-ken van pepernoten gezien werd als een ambacht. Alleen leden van het Groningse koekenbakkersgilde mochten het minus-cule koekje bakken. Wie lid wilde worden van dit gilde, moest eerst twee jaar lang getraind worden door een van de gilde-meesterbakkers. Steeds meer bakkers hadden hier helemaal geen zin in en negeerden de voorgeschreven regels. In Groningse ar-chieven liggen meer dan 30 resoluties en verordeningen (ongeveer 80 bladzijdes)

die betrekking hebben op de zogenoemde pepernotenoorlogen tussen het gilde en ordinaire bakkers. Pas met de opheffing van het Groningse koekenbakkersgilde in 1789 mochten pepernoten officieel door iedereen gebakken worden. Het getouw-trek om het bakrecht duurde daarmee langer dan een eeuw.

Tot slotTegenwoordig worden er jaarlijks 3,5 miljard kruidnoten gebakken en lijkt het snoepgoed steeds vroeger in het jaar in de winkelschappen te liggen. Het populairst is en blijft de kruidnoot, het kleine stukje speculaas dat wij allemaal per ongeluk pepernoot noemen. Een échte pepernoot is eigenlijk groter, lijkt op een hondenbrok en smaakt als taaitaai. Wie meer wil weten over de ge-schiedenis van het decembersnoepgoed, moet absoluut een bezoekje brengen aan (de website van) het Nederlands Bak-kerijmuseum in Hattem (buiten de ring, net onder Zwolle). Chocoladeletters, marsepein en banketstaven kennen ieder namelijk ook een zelfde mooie en symbo-lische geschiedenis. Fijne feestdagen! dwww.bakkerijmuseum.nl

Maandagenda11 december

- Met Onco op Boekenborrel in IISG- Met Kucie naar het Kerstconcert in het Concertge-bouw

19 december- Met Feco naar het Kerstgala

Hele fijne kerstdagen en een geluk-kig nieuwjaar namens het Kleio-bestuur

1. Doe de bloem met de suiker, baksoda of -poeder en speculaaskruiden in een kom en roer het geheel goed door.

2. Snijd de boter in piepkleine stukjes van ongeveer 0,5 centimeter en voeg ze toe aan het mengsel. Kneed het deeg nu tot een bal, terwijl je ongeveer 50 millili-ter water toevoegt. Het moet een stevig maar wel kneedbaar geheel worden.

3. Wikkel de bal in plastic en leg het in de ijskast. Laat het daar minstens 30 minu-

ten rusten, maar langer mag ook. Je kunt het deeg zelfs al een dag van te voren maken.

4. Verwarm de oven voor op 170 graden en bekleed een bakblik met een vel bakpa-pier. Draai kleine ronde balletjes van het deeg. Zorg er wel voor dat alle balletjes ongeveer even groot zijn (dan zijn ze tenminste tegelijk gaar) en leg ze met een beetje afstand tussen elkaar op het bakblik. Na ongeveer 12 minuten bakken zijn ze gaar.

Bereidingswijze

Ingrediënten voor een hoop kruidnoten

150 gram bloem

100 gram koude boter

100 gram bruine basterdsuiker

Mespuntje baksoda of 1/3 zakje bakpoeder

2 afgestreken eetlepels speculaaskruiden* +/- 50 milliliter water

* Je kunt ook moeilijk doen en zelf je speculaaskruiden maken. Leef je uit. Er moet in ieder geval kaneel, kruidnagel en nootmuskaat in. Voeg verder naar smaak gember,

kardemom, peper, djinten en/of ketoembar toe.

Page 14: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 14 KERSTMIS

Ciska Schippers - Sinterklaas heeft ons land inmiddels verlaten en dus heb-ben jullie de eerste kerstnummers op SkyRadio al langs horen komen en is er vast een buurman die de kerstboom al heeft staan. Dat betekent ook de ver-schijning van de Kerstman, oftewel Santa Claus. Op het eerste gezicht lij-ken beide genoemde heren niet zo op elkaar: Sinterklaas is een statige man op een paard, terwijl de Kerstman een goedlachse dikkerd is die zich in een slee laat rondrijden. Maar er zijn ook tal van overeenkomsten, zo hebben ze allebei een baard, een voorkeur voor rode kledij en belangrijkst van allemaal: ze brengen cadeaus. En die overeenkomsten zijn niet zo gek, want Sinterklaas en de Kerstman zijn na-tuurlijk familie van elkaar. Sterker nog, Santa Claus is eigenlijk een verameri-kaniseerde Sinterklaas, meegebracht door immigranten uit Nederland naar de Nieuwe Wereld.

Alle geschiedenisliefhebbers zijn natuur-lijk bekend met de achtergrond van Sint Nicolaas, als de vierde-eeuwse bisschop uit Myra in Lycië, het gebied dat nu Tur-kije is. Hij werd de beschermheilige voor onder andere kinderen en zeelieden. Dankzij verhalen over zijn giften aan kin-deren ontstond in de 13e eeuw de traditie om zijn naamdag op 6 december te gaan vieren. Toen Nederlanders in de 17e eeuw

emigreerden naar Amerika, brachten ze de Sinterklaastraditie met zich mee. Daar raakte Sinterklaas beïn-vloed door andere figuren, met name de Britse Father Christmas. Father Christmas was een oude man met baard net als de voorgaande figuren, maar hij bracht geen cadeautjes. Hij moedigde volwassen voor-namelijk aan lekker veel te eten en drinken. De eerste melding van de veran-dering van Sinterklaas in Santa Claus was in de Rivington’s Gazette, een krant uit New York, op 23 december 1773: ‘Last

‘Twee rendieren hebben Nederlands klinkende namen:

“Dunder and Blixem”.’Monday, the anniversary of St. Nicholas, otherwise called Santa Claus, was cele-brated at Protestant Hall (…) with great joy and festivity.’ Santa’s populariteit werd verder verspreid door het boek A History of New York from the Beginning of the World to the End of the Dutch Dynasty. In dit sa-tirische werk uit 1809 vertelt Washington Irving de geschiedenis van New York met speciale aandacht voor de Nederlandse oorsprong. In dit boek beschreef Irving Sint Nicolaas als een gezellige pijproker zonder bisschopstenue. Er wordt gezegd dat dit uiterlijk gebaseerd was op een Ne-

derlandse zeeman. Over het werk van Sint Nicolaas zei hij: ‘The good St. Nicholas would often make his appearance in his beloved city of a holiday afternoon, riding jollily among the tree tops or over the roofs of the houses, now and then drawing forth magnificent presents from his bree-ches pockets and dropping them down the chimneys of his favorites.’ Er zijn een aantal belangrijke momenten aan te wijzen waarbij Santa Claus het figuur werd hoe wij hem van-daag de dag kennen. In 1823 werd het gedicht A visit from St. Nicolas gepubli-ceerd, dat beter bekendstaat als The night before Christmas. Later werd Clement Clarke Moore aangewezen als de auteur. In dit gedicht wordt St. Nicolas, of St. Nick, omschreven als de Kerstman die we nu kennen, inclusief slee en rendieren. Twee van de rendieren hebben Nederlands klinkende namen: ‘Dunder and Blixem’ (nu meestal Donner en Blitzen genoemd). Santa landde op het dak, daalde af door de schoorsteen en stopte de cadeautjes in de sokken die aan de haard hingen. St. Nick zag er volgens het gedicht gezellig uit: ‘He had a broad face, and a little round belly / That shook when he laugh’d, like a bowl full of jelly / He was chubby and plump, a right jolly old elf’. Latere belangrijke momenten in de ontwikkeling van Santa Claus zijn on-der andere de 19e eeuwse tekeningen van Thomas Nast. Nast tekende Santa Claus vanaf 1863 voor het tijdschrift Harper’s Weekly. Hij wordt ook aangewezen als de bedenker van de Noordpool als Santa’s woonplaats. Verder werd hij duidelijk be-invloed door het uiterlijk dat Moore aan Santa in zijn gedicht had gegeven. Het belangrijkste moment voor het definitief vormgeven van het uiterlijk van Santa Claus vond plaats in de jaren dertig van de vorige eeuw. Toen kreeg Haddon Sundblom de opdracht om Santa Claus te verwerken in de advertenties van Coca Cola. De website van Coca Cola ver-klaart waar Sundblom de inspiratie voor het uiterlijk van Santa Claus vandaan haalde. Sundblom nam de warme, kloe-ke Santa uit de beschrijving van Clement Mark Moore uit 1822 als inspiratiebron. Door het bereik van deze reclamecampag-ne kreeg Santa Claus zijn internationaal herkenbare uiterlijk en was de amerikani-sering van Sinterklaas compleet. d

Santa ClausDe veramerikanisering van Sint Nicolaas

De belichaming van Amerikaans imperialisme? De Coca-Cola Kerstman.

Page 15: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 15RECENSIE/COLUMN

Mayra Murkens - Victoriaans Engeland staat bij het grote publiek vooral be-kend om zijn degelijkheid, brave en nette burgers en preutse saaiheid. His-torica Sarah Wise laat een andere kant van dit Engeland zien in haar populair-historische boek Inconvenient people. Lunacy, liberty and the mad-doctors in Victorian England. In het negen-tiende-eeuwse Engeland was het niet ondenkbaar dat je als individu van de straat werd geplukt door twee ob-scure figuren, om begeleid te worden naar een rijtuig dat regelrecht naar het nabijgelegen gekkenhuis reed. Dit kon gebeuren wanneer twee artsen een verklaring hadden ondertekend waarin zij verklaarden dat de desbe-treffende persoon unsound of mind was. Let wel, gespecialiseerde psychi-aters zoals we die nu kennen, waren er nog niet aan het begin van de negen-tiende eeuw.

De term unsound of mind was echter ui-termate discutabel. Voor twee artsen die verklaarden dat de persoon unsound of mind was, stonden er regelmatig twee tegenover die het tegendeel beweerden. Althans, zo blijkt uit de case studies van Wise. Haar boek richt zich op een aantal gevallen die op twijfelachtige wijze in het gesticht beland zijn. Hiermee toont ze aan

dat gekte niet de enige grond kon zijn voor een opname in een gekkenhuis. Een rijk, maar excentriek familielid kon de dupe worden van een samenzwering van zijn familie, die poogde invloed te krijgen op het kapitaal. Een zeer religieuze dochter die besluit haar gehele erfenis te steken in een sekte kon rekenen op een door haar moeder geïnitieerde opname. Om van

een ongemakkelijke of vervelende echt-genote af te komen, bood het gesticht ook perspectief. Van de gevallen die Wise be-schrijft zijn er vele waarvan de familie een sterke invloed heeft gehad op de opname. Wise probeert een beeld te scheppen van het soort mensen in Vic-toriaans Engeland dat in een gekkenhuis belandde. Ze probeert vooral aan te tonen dat dit niet alleen mensen waren waarvan we nu zouden zeggen dat die daadwerke-lijk psychisch ziek waren, maar dat het ook kon gaan om mensen die raar werden gevonden of degenen die niet meewerk-ten zoals de familie dat wenste. Om toch

een volledig beeld te kunnen scheppen van het gestichtspubliek, beschrijft ze ook een aantal personen die of zelf aangaven (tijdelijk) unsound of mind te zijn ge-weest, of dat in onze ogen wellicht waren. Toch betreft het merendeel niet de ‘echte’ gekken, maar de inconvenient people uit haar titel. Haar boek heeft echter ook he-lemaal niet het doel om een volledige, correcte weergave te geven van de sa-menstelling van de gestichtsbevolking uit het Victoriaanse Engeland. Ze licht een aantal specifieke gevallen uit om te la-ten zien dat niet iedereen zo gek was als gedacht. Dit vooral om aan te tonen dat geestelijke aandoeningen niet zo simpel zijn en sterk aan interpretatie onderhe-vig. Haar bedoeling is echter ook vooral een pakkend boek te schrijven voor het grote publiek. Met een spannend sausje er overheen, wordt het een heerlijk popu-lair-historisch boek. Een boek om lekker ’s avonds mee op de bank te zitten op deze gure decemberavonden en u te laten ver-voeren naar dickensiaanse taferelen. d

Sarah Wise, Inconvenient people. Lunacy, liberty and the mad-doctors in Victorian England (2012).

Koen Molenaars - Vanuit Afrika blijven wisselende berichten over het Ebola-virus binnenkomen: het ene land is Ebola-vrij verklaard, terwijl het ande-re steeds verder uit elkaar valt door de gevaarlijke ziekte. De journaals staan er vol van, de ramp is groot en iedereen vindt de uitgemergelde lichamen in Afrika vreselijk om te zien. Zo erg, dat Engelse artiesten, waaronder Bono en Ed Sheeran, een liedje zingen. Zo erg, dat ze willen dat je dat liedje koopt. Want dan worden zij geassocieerd met de goodwill om te helpen tegen Ebola. En dan krijgen die arme negers geld, denken die sterren. Win-win dus, denken ze. Tegelijkertijd worden num-mers van artiesten uit de door Ebola getroffen landen genegeerd, want de uitgestoken hand van de blanke wel-doener is een veel edeler gebaar. Dit is nog maar het topje van de ijsberg

van de hypocrisie die altijd rondom rampen opsteekt. Met Nederland na-tuurlijk weer als grootste dieptepunt.

‘Feed the World, let them know it’s Christ-mas time again’, is de gerepeteerde slotzin van de Engelse en Ierse artiesten die door Bob Geldof weer samengeraapt werden om voor de vierde keer een ge-zellige Band Aid te vormen. Want, zoals u weet, hebben wij blanke Europese men-sen de plicht om de wereld te voeden. In ruil daarvoor krijgen wij goedkope kle-ren en grondstoffen. Ergens begrepen die artiesten van dat liedje echter wel dat de tekst van het originele nummer niet helemaal in de haak was. Fraaie bewoor-dingen zoals ‘Well, tonight thank God it’s them instead of you’, ‘Where nothing ever grows, no rain of rivers flow’, zijn in de versie van 2014 weggelaten. De eerste impliceerde waarschijnlijk toch teveel: als

we dan toch een dodelijke epidemie heb-ben, dan liever jullie dan wij en de tweede bewering gaf vooral een totaal gebrek aan kennis van het Afrikaanse continent aan. Het grootste deel van Afrika kent wel de-gelijk regen en rivieren namelijk, mocht u daar ook nog niet van op de hoogte zijn. Op Google Maps kunt u zien welke stuk-ken van het continent groen zijn en welke stukken geel. De groene stukken kennen doorgaans meer regen of liggen bijvoor-beeld aan de Nijl. Maar met die verwijderde zinnen gaat de essentiële boodschap niet verlo-ren. Niet alleen ‘Feed the World’, maar ook ‘let them know it’s Christmas time again’ is een moeilijke frase. Mochten mensen in Afrika geen Gregoriaanse kalender of jaartelling gebruiken, dan was het handig geweest om het even te laten weten. Maar dat hebben ze wel. Bovendien is zo onge-veer vijftig procent van alle Afrikanen >>>

‘Gekken’ in Victoriaans Engeland

Ebola en de White Man’s Burden

‘Om van een verve-lende echtgenoot af te komen, bood het ge-sticht ook perspectief.’

Page 16: Eindeloos December 2014

EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 16 COLUMN

christelijk. Die zullen vast weten wan-neer de geboorte van Christus wordt gevierd. De andere vijftig procent weet dat misschien niet, maar die zouden waar-schijnlijk hun schouders ophalen als je ze zou vertellen dat het Kerst is. Tenzij de zin geïnterpreteerd moet worden als een missionaire boodschap. Kerstmis als sy-noniem voor het christendom en voor de beschaafde wereld en die de wegrottende Ebola-slachtoffers het licht komt brengen. White Man’s Burden ten voeten uit. In Nederland was het nog een tandje erger. Een initiatief om weer een dag lang bellende bekende Nederlanders op televisie uit te zenden werd bijna in de kiem gesmoord. Niet vanwege bezwaren over de manier waarop er over Afrika werd geschreven en gedacht, maar omdat er geen BN’ers waren die naar de geteister-de gebieden durfden te reizen. Ze houden wel van media-aandacht, maar dit von-den ze toch ietsje te ver gaan. Wederom geen morele bezwaren, alleen het eigen hachje kwam in gevaar. Thank God it’s them instead of you. Uiteindelijk was het dan toch een feit: Frits Sissing en Lucille Werner sloten zich een paar uur op in een telefooncel en er waren ook verslagen uit de getroffen gebieden, die het beeld van zielig Afrika nog eens onderbouwden. We willen wel helpen, zegt de glamourklasse, maar dan liever ook comfortabel ach-ter een zangmicrofoon of telefoonsetje met flitsende paparazzi-camera’s om me heen, zoals in Engeland. Eigenlijk was het beter geweest als er helemaal geen grootschalige actie

was opgezet in Nederland. De televisie-schermvullende cheques van bedrijven die hun imago willen opkrikken en de spaarpotten van kinderen worden dan massaal in de bodemloze put genaamd ‘Giro 555’ gekieperd. Zoals De Correspon-dent al op 22 november berichtte, vechten de ‘samenwerkende’ hulporganisaties om

het ingezamelde geld. Het wordt niet ver-deeld naar expertise of activiteit in het gebied, maar op grootte van de organi-satie. Daardoor kan het bestaan dat een organisatie een flinke smak geld krijgt om een nieuw hulpnetwerk op te zetten in een land, terwijl die infrastructuur bij een andere organisatie al bestaat, die vervol-gens te weinig geld krijgt om het tot volle potentie te benutten. Ze werken samen om de kinderspaarpotten binnen te har-ken, maar communiceren zo slecht dat het niet lukt om samen in Afrika werk te verrichten. d

COLOFONHoofdredactieKoen MolenaarsEindredactieHugo van DoornumKoen MolenaarsMayra MurkensMaurits ThomassenVormgeving Koen MolenaarsDrukwerkSpeed-o-Print, AmsterdamRedactieSilvio AlgraHannah van der BlesJetske BrouwerCoks Donders Hugo van DoornumJacomine HendrikseJuliëtte van den HilTycho HofstraKoen MolenaarsMayra MurkensPouwel van SchootenCoen Schuurmans-StekhovenTim SnijdersMaurits ThomassenLisa TiggelmanRedactieraadDr. Jouke TurpijnDr. Willem Melching Prof. Dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van WelieUitgever: Stichting EindeloosEindeloos is een onafhankelijk perio-diek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos en is gelieerd aan studievereniging Kleio. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hooft-huis en in het Kunsthistorisch Instituut. Reacties, ingezonden stuk-ken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar [email protected] Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam

Zie ook:eindeloosweblog.wordpress.com

‘De televisiescherm-vullende cheques

van bedrijven die hun imago willen opkrikken worden in de bodem-

loze put genaamd Giro 555 gekieperd.’

Telefoonsetjes en BN’ers: er is weer een ramp geboren.