Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van...

31
Geschiedenis van het sociologisch denken Verantwoordelijke professor: Prof. Dr. Jacques Vilrokx GROEPSWERK: ‘THE ROYAL SOCIETY’ PRESENTATIE: donderdag 2 december 2004 Groepsleden eerste bachelor communicatiewetenschappen: Kristel Michiels Karen Verreet Groepsleden tweede kandidatuur communicatiewetenschappen: Sofie Segers

Transcript of Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van...

Page 1: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

Geschiedenis van het sociologisch denkenVerantwoordelijke professor: Prof. Dr. Jacques Vilrokx

GROEPSWERK:‘THE ROYAL SOCIETY’

PRESENTATIE: donderdag 2 december 2004

Groepsleden eerste bachelor communicatiewetenschappen: Kristel Michiels Karen Verreet

Groepsleden tweede kandidatuur communicatiewetenschappen: Bart De Wit Sofie Segers Kenny Defranc Kim Van Audenhoven Veronique Desmet Kristof Vande Walle Ann Kennis Melina Vranckx Sarah Mostrey Erika Walckiers Inge Nagels Arnaud Zonderman

Faculteit: Letteren & Wijsbegeerte

Universiteit: Vrije Universiteit Brussel

Academiejaar: 2004-2005

Page 2: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

INHOUDSTAFEL

1 Uitvindingen en ontdekkingen.........................................................................................31.1 Vanwaar deze uitvindingen en ontdekkingen........................................................31.2 Over ontdekkers en hun uitvindingen.....................................................................3

2 Geschiedenis van de Royal Society..................................................................................53 Theorieën en stromingen..................................................................................................84 Belangrijkste namen.......................................................................................................10

4.1 Thomas Hobbes.......................................................................................................104.1.1 De natuurstaat...................................................................................................114.1.2 De natuurwetten................................................................................................11

4.2 John Graunt............................................................................................................124.2.1 Belangrijke bevindingen van Bills of Mortality...............................................14

4.3 John Locke...............................................................................................................144.4 Benedictos de Spinoza.............................................................................................154.5 William Petty...........................................................................................................16

5 Kritiek op de Royal Society............................................................................................186 Besluit...............................................................................................................................197 Bronnen............................................................................................................................20

2

Page 3: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

1 Uitvindingen en ontdekkingen.

-Galileo Galileï : valwetten , slingeruurwerk,...-Christiaan Huygens: golftheorie van het licht-Robert Hooke: spiraalwetten (veerconstante)-Isaac Newton: zwaartekrachtwetten, moderne natuurkunde-Robert Boyle: gaswetten-Robert Boyle, Denis Papin, James Watt: ontwikkeling stoommachine-Johan Kepler: Wetten van de planeten-Blaise Pascal: barometer-Snellius: brekingswetten van het licht-…

1.1 Vanwaar deze uitvindingen en ontdekkingen

Doordat er nieuwe visies op de mens, de natuur en het leven kwamen, ging men proefondervindelijk experimenteren. Experimenten, die tot dan toe onmogelijk werden geacht, werden mogelijk. Eeuwenlang was de visie gebaseerd op de stellingen van de Kerk. Uiteindelijk, door te experimenteren, zag men dat het andere “waar” was en kon men deze dogma’s, door de Kerk opgelegd, overboord gooien. Er was ook een behoefte (op het einde van de Middeleeuwen) naar een nieuw wereldbeeld en een nieuwe natuurvisie.We noemen dit streven naar een ommekeer, de “Wetenschappelijke Revolutie” in de 17de eeuw, hoewel er helemaal geen sprake was van een revolutie.Wel was er een breed cultureel vernieuwingsproces. Het kwam echter traag en slechts geleidelijk op gang. Het natuurwetenschappelijk model werd de basis van de andere wetenschappen.En nog steeds vormt dit de basis van de huidige natuurwetenschappelijke visies op de natuur en de mens.Bovendien ontdekte men dat uitvindingen zoals bv. de telescoop en de microscoop voor een enorme uitbreiding van de leefwereld en de waarnemingsmogelijkheden zorgden. Men besefte dat kennis macht betekende, macht over de natuur en de mens.Eveneens kwam er een groot vertrouwen in het eigen oordeelsvermogen en steeg het commercieel ondernemersschap sterk in aanzien.Dit alles leidde tot de stichting van de Royal Society.

1.2 Over ontdekkers en hun uitvindingen.

Galileo Galileï (1564-1642) werd geboren in Pisa. In 1583 kwam hij tot de theorie dat een slinger in precies gelijke tijdseenheden heen en weer zwaait. Bovendien ontdekt hij dat vallende lichamen, zowel groot, als klein met dezelfde snelheid naar beneden vallen. Hij verbeterde eveneens de lenzentelescoop. Zijn theorieën waren een verderzetting van Copernicus’ ideeën.

Huygens Christiaan (1629-1693) werd geboren in Den Haag. In 1657 vervaardigde hij het “echte” slingeruurwerk, hij werkte namelijk de ideeën van Galileï uit. In 1660 bracht hij een bezoek aan Engeland, en werd hij lid van de Royal Society. Hij verbeterde eveneens de luchtpomp en hij deed onderzoeken op optisch gebied.

3

Page 4: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

Hooke Robert (1635-1703 ) was een Engelse chemicus en natuurkundige. Hij heeft wetten opgesteld waaraan spiraalveren “moeten gehoorzamen”. Het was met andere woorden de wet van rek en spanning. Hij ontdekte dat de lengte, waarmee een materiaal uitrekt, evenredig is met de uitrekkende kracht. Zo kan men lengtetoename of –afname inschatten. Dit leidde tot een meer betrouwbare versie van de scheepsklok binnen het bereik van de mogelijkheden in die tijd. De heliograaf was eveneens een uitvinding van hem.

Isaac Newton (1642-1727) was een Engelse wis- en natuurkundige.Een appel inspireerde hem, hij begon daardoor na te denken over de wetten van de zwaartekracht. Hij bestuurde eveneens de aard van het licht en de constructie van telescopen. In 1687 publiceerde hij zijn berekeningen betreffende de zwaartekracht in zijn grootste werk: “De Philosophiae Naturalis Principia Mathematica”. Hij had ook een grote invloed op de astronomie. Hij ontdekte dat licht in een kleurenband kan gescheiden worden (spectrum), dit leidde later tot de ontwikkeling van de spectroscoop: dit is een kleine prismatelescoop, gemonteerd op een draaitafel, waardoor men kleuren van het spectrum stuk voor stuk kan bestuderen. Eveneens was ook hij de uitvinder van een nieuw soort telescoop: de spiegeltelescoop: i.p.v. glazen lenzen worden er holle spiegels gebruikt, die het licht in een brandpunt bundelen. Dit Leidt tot een scherp beeld. Hij was zeer succesvol en tot aan zijn dood was hij voorzitter van de Royal Society.

Robert Boyle, Denis Papin, James Watt.Al in 1680 introduceerden Robert Boyle en assistent Denis Papin van de toen “pas” opgerichte Royal Society van Londen de 1ste hoge-drukpan.Papin trachtte een werkende stoommachine te ontwikkelen, maar hij mislukte daarin. Niet lang na zijn dood werden in de tinmijnen in Cornwall zulke (naar zijn bevindingen) stoommachines ontwikkeld en in gebruik genomen. James Watt begon als instrumentenmaker in Glasgow en raakte geboeid door de stoomkracht als gevolg van zijn pogingen om een eerste model van een stoommachine, gebouwd door Thomas Newcoman, Engelsman, die de atmosferische stoommachine uitvond, te verbeteren.

Johan Kepler (1571-1630) was Duitse sterrenkundige. Volgens hem draaiden planeten niet langs cirkels, maar langs ellipsen (ovalen) om de zon. De afstand tussen een planeet en de zon varieert dus.

Wet 1: planetaire bewegingWet 2: Een planeet volbrengt niet in een zelfde snelheid zijn baan om de zon. Dit gaat sneller naarmate die dichter bij de zon komt.Wet 3: (pas 10jaar later tot stand gekomen) De tijd en de afstand van de zon tot de planeet verhouden zich tot elkaar. In die tijd begreep hij wel niet waarom.

Blaise Pascal was Frans en wiskundig fysicus en theoloog. Hij was een echt genie, op 16-jarige leeftijd publiceerde hij al een geschrift over stereometrie; hij experimenteerde met vacuüms. Dit is een voorbeeld van een dogma dat opgeheven werd. De stelling van de Kerk was eeuwenlang gebaseerd op de stellingen van Aristoteles. Vacuüm zou onmogelijk zijn, maar door deze uitvinding was het andere “waar”. Eveneens leidde dit tot de uitvinding van de hydraulische pers en de injectiespuit. De telmachine was ook van zijn hand. Het was de eerste simpele rekenmachine.

4

Page 5: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

2 Geschiedenis van de Royal Society

De geschiedenis van de wetenschap is sinds 1660 dicht ineengestrengeld met het verhaal van The Royal Society, een wetenschappelijk genootschap in Groot-Brittannië. The Royal Society vervult een belangrijke taak t.o.v. de overheid als adviserend en toezichthoudend lichaam.Hoewel The Royal Society geen overheidsinstituut is maar een privé-corporatie, zorgt de overheid wel voor de accommodatie waarin The Royal Society is gehuisvest en geeft ze financiële steun voor wetenschappelijk onderzoek van The Royal Society.

In 1645 werden in Engeland heel wat burgeroorlogen uitgevochten en moesten de tien Engelse universiteiten noodgedwongen hun activiteiten stilleggen. Enkele wetenschappers en filosofen die gericht waren op vrede zochten een manier om hun werk verder te kunnen zetten.Uiteindelijk besloot men om een "onzichtbare universiteit" van wetenschappers en filosofen op te richten (wat later zou uitgroeien tot The Royal Society) die samenkwamen rond het jaar 1645 in London, in Gresham College. Men kwam wekelijks samen en men bestudeerde de filosofische bevindingen van die tijd omtrent de ideeën van Francis Bacon. Deze groep wetenschappers bestond uit: John Wilkins (één van de meest actieve figuren in de oprichting van The Royal Society), Jonathan Goddard, Robert Boyle, John Wallis, Christopher Wren,… Andere discussiepunten op hun agenda waren onder andere: astronomie, navigatie, chemie, geometrie en natuurexperimenten.In het jaar 1648-1649 werd een deel van de groep overgebracht naar Oxford (onder hen Dr. Wilkins, Dr. Wallis en Dr. Goddard). In Oxford kwam men eerst samen bij Dr. Petty, later bij Dr. Boyle. De groep werd dus in tweeën gespleten. In Londen bleef men de wekelijkse meetings als tevoren houden.Na enkele wisselvalligheden kwamen de collega’s van Oxford en Londen uiteindelijk opnieuw samen in 1659 in het Gresham College.

Van de naam “The Royal Society” was tot dan nog geen sprake geweest, ze noemden zich The Society of Philosophers. Deze vereniging werd rond 1660 uitgebreid toen vrienden van de wetenschappers zich begonnen aan te sluiten.De officiële stichtingsdatum van The Royal Society is 28 november 1660, toen 12 van deze filosofen samenkwamen op de Universiteit van Gresham na een astronomielezing door Christopher Wren, professor in de astronomie, en beslisten een groep te stichten, genaamd “College for the Promoting of Physico-Mathematicall Experimentall Learning.”. Deze groep bestond uit Wren zelf, Robert Boyle, John Wilkins, Sir Robert Moray, en William, Burggraaf Brouncker. Na deze samenkomst besloot men om nog veertig andere leden uit te nodigen, er werd tevens een lijst opgesteld. Van deze 40 mannen werden er 35 lid van The Society. 19 hiervan kan men beschouwen als wetenschappers, de andere 16 waren staatsmannen, militairen, antiquaren, beheerders, en één of twee literaire mensen. The Society wou zichzelf ook op een meer formele basis zetten en besloot toenadering te zoeken tot de koning, Charles II.

The Society sprak wekelijks af om getuige te zijn van natuurkundige experimenten (o.a. het slingerexperiment en de wetten van Kepler) en voor het aanleggen van een verzameling wetenschappelijke modellen en instrumenten. Bij het slingerexperiment gaat men er van uit dat alles in de natuur een zekere balans heeft tegenbeweging terug in balans slingerbeweging.Dit idee van balansdenken is zeer fundamenteel geweest. Indien men dit idee gaat toepassen op de maatschappij, gaat men tot modellen komen voor stabiliteit van de samenleving.

5

Page 6: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

Dit is echter een conservatieve opvatting, men gaat altijd denken in de vorm van stabiliteit en niet in de vorm van verandering.De eerste “Curator of Experiments” was Robert Hooke. Het was Moray die als eerste koning Charles II vertelde van deze onderneming en kreeg van de koning zijn goedkeuring en aanmoediging. Later sloot de koning zich zelfs aan bij The Society. De nieuwe manier om natuurlijke activiteiten te onderzoeken, namelijk de invoering van de systematische observatie en het experiment, leidde tot bewondering van andere wetenschappers en de uiteindelijke oprichting van “The Royal Society”.In het begin was The Society nog naamloos, op 15 juli 1662 werd hun naam officieel tot “The Royal Society” veranderd en William Brounker werd als President van de groep aangeduid. Er werd al snel gezocht naar een tweede overeenkomst, daarbij werd koning Charles II als stichter aangeduid en werd in 1663 de naam veranderd in “The Royal Society of London for Improving Natural Knowledge”.Een financieel tekort was lang één van de grootste problemen van The Royal Society. Waarschijnlijk lag dit aan de gemakkelijkheid waarmee Fellows werden toegelaten tot The Royal Society, in tegenstelling tot de nationale academies van andere landen, waar een hoog inschrijvingsbedrag moest worden betaald.In het begin van de 17e eeuw baseerde men zich vooral op de kennis van grote namen uit de oudheid. Hier wou The Royal Society zich juist van distantiëren en duidelijk maken dat men door observatie en experiment veel verder kan komen.

Experimenten stonden bij The Royal Society zeer hoog aangeschreven en enkele van de grootste onderzoeken waren o.a. navigatie op zee (Hooke) en de pendule (Huygens). The Society vond onderdak bij de Universiteit Gresham en er begon het idee te broeien om hun bevindingen te publiceren. Men begon dan ook al snel een bibliotheek aan te leggen. In 1662 kreeg The Society toestemming van de Royal Charter om zelf te publiceren, de eerste twee boeken die ze uitgaven waren “John Evelyn’s Sylva” en “Micrographia” door Robert Hooke.Na een brand in 1666 verhuisde The Society enkele jaren naar het Arundel House, Londen home van de Hertogen van Norfolk. Het was pas in 1710, onder het voorzitterschap van Isaac Newton, dat The Society zijn eigen huis verwierf, twee huizen in het Crane Court.Isaac Newton is de grootste naam in de geschiedenis van The Society. Toen hij in 1671 zijn tweede zelfgemaakte reflecterende telescoop aan The Society voorstelde, een verbeterde versie van de eerste op die manier gemaakte telescoop, werd hij als Fellow verkozen.

In 1731 stelde een nieuwe regel vast dat elke kandidaat voor de verkiezingen schriftelijk voorgesteld moest worden en dit geschreven certificaat moest ondertekend worden door diegenen die zijn kandidatuur steunden. Deze certificaten hebben het overleefd en geven een glimp van waarom de Fellows werden verkozen en hoe de contacten tussen de Fellows waren.Joseph Banks was een zeer opmerkelijke man die een prominente plaats bezet in de geschiedenis van The Society. In 1766 werd hij toegelaten als Fellow vanwege zijn bijdrage in de plantkunde.

Humphry Davy besliste later om geen mensen meer tot Fellow te verkiezen indien ze zich niet interesseerden in het werk van The Society of indien ze de naam van Fellow niet waardig waren (m.a.w. indien ze niets bijdroegen tot The Society).Vanaf 1847 werden er eveneens speciale procedures ingevoerd om een nieuwe Fellow in The Society te kunnen opnemen. Het was namelijk zo dat drie Fellows een certificaat moesten ondertekenen waarin stond dat de kandidaat een waardig en bruikbaar lid zou zijn van The Society. Dit getuigschrift werd dan een week lang opgehangen in de vergaderzaal van The

6

Page 7: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

Society. Indien op dit certificaat geen kritiek kwam, werd de kandidaat na een week verkozen tot Fellow van The Society. Deze nieuwe professionele benadering betekende dat The Society niet langer enkel een geleerde vereniging was maar ook een academie van wetenschappers. De overheid erkende dit in 1850 door een toelage aan The Society van £1,000 te geven om wetenschappers bij te staan in hun onderzoek en om materiaal te kopen. Daarom werd er een systeem van Toelage van de Overheid opgezet en een dicht verbond bestond tussen de overheid en The Royal Society, welke niettemin nog The Society toestond om zijn autonomie te handhaven, essentieel voor wetenschappelijk onderzoek. Net na de Eerste Wereldoorlog had er een vergadering tussen de academies plaats in de kamers van The Royal Society om de toekomstige internationale samenwerking te bespreken.In 1948 werkte The Society mee met The United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO) op het vlak van natuurwetenschappen.

Tijdens de 20e eeuw groeide het werk en het personeel van The Society zeer snel en spoedig ontgroeide The Society het Burlington House. Daarom verhuisde in 1967 The Society opnieuw naar zijn huidige plaats op Carlton House Terrace met meer dan 120 man personeel, die allen proberen The Royal Society als onafhankelijke wetenschappelijke academie, geleerde vereniging en financierend lichaam te bevorderen.

In de meer dan 340 jaar dat The Royal Society bestaat zijn hun doelen steeds hetzelfde gebleven, namelijk het promoten dat het experiment en de observatie in het wetenschappelijk onderzoek belangrijker zijn dan autoriteit en het streven naar vriendschappelijke samenwerking van geleerden zonder grenzen op het vlak van ras of geloof.

7

Page 8: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

3 Theorieën en stromingen

In het begin van de 17de eeuw was er een opkomst van de natuurwetten. Deze opkomst was gedeeltelijk gebaseerd op het gedachtegoed van Aristoteles. Aristoteles legde namelijk de nadruk op de rol van ervaring als bron van kennis. Zoals eerder al gezegd werden de stellingen van de Kerk niet meer blindelings aanvaard. Er moesten bewijzen geleverd worden eer de mensen gingen geloven wat men hen voorschotelde. De kern van de methodologie lag echter niet in het werk van Aristoteles, het was meer een aanzet. De middeleeuwse maatschappij was statisch, immobiel, mensen keken niet vooruit. Dit is ook onder meer 1 van de redenen waarom de middeleeuwen de “donkere tussentijd” werd genoemd. In het begin van de 17de eeuw ging men zich tegen deze maatschappij afzetten. Men kan niet echt spreken van een ware revolutie, maar de gedachtengang van de mensen werd anders. Men wou vernieuwing: er ontstaat een soort onafhankelijk collectivistisch gedachtegoed, waar iedereen toch afhankelijk is van iedereen. Met name dat ieder afhankelijk is van degene die hoger in rang staat dan hemzelf.Het fundament van deze vernieuwing lag in het balansdenken: alles in de natuur heeft een zekere balans en stabiliteit. Wanneer een model uit balans raakt, zal er een tegenbeweging gegeven worden waardoor de stabiliteit weer wordt hersteld. Binnen dit balansdenken zijn er 4 centrale punten:

1) Het balansdenken heeft een conservatieve opvatting. Want er wordt gedacht in een vorm van stabiliteit en niet in een vorm van verandering. Mensen kiezen voor zekerheid, iets waar ze onvoorwaardelijk kunnen op vertrouwen in het leven

2) Het balansdenken leidt tot een soort encyclopedisch, kosmologisch gedachtegoed. Men ontwikkelt een totaalvisie. Alles heeft verband met elkaar en er zijn geen specialisaties, alles is 1 groot geheel.

3) Het balansdenken vertegenwoordigd een pantometrische visie: alles kan gemeten worden. Alles werd gemeten. Alles kon op deze manier op een kwantitatieve wijze benaderd worden.

4) Het balansdenken was beleidsgericht. Wat gemeten werd moest ook beleidsrelevant zijn. In deze periode ontstaat de grote centrale staat. Men vroeg zich dan ook af wat voor leger of politiesysteem er moest zijn. En wat is het bezit van de staat? Van de particulieren?

Deze 4 grote punten leiden tot het natuurkundig denken. Bij dit alles komt nog eens dat er ook een aantal wetten zijn die men moet naleven. Deze wetten gaan het goddelijke en het gezag vooraf en ze zijn bindend. Er zijn dus wetten die boven de wetten en het gezag van God staan. Dit heeft tot gevolg dat de maatschappelijke betrekkingen kunnen georganiseerd worden onafhankelijk van religieus denken en met een zekere autonomie.In het oog van de collectieve benaderingen is de Royal Society ontstaan. De Royal Society kan benaderd worden als een wetenschappelijke vereniging met als een basis een forum voor collectieve benaderingen. Echter, er is één groot probleem als bij de aanhangers van het natuurkundig denken. De geleerden wilden een zo’n gedetailleerd mogelijke formule betreffende de concrete verschijnselen van de natuur ontdekken. Omdat zo'n formule alleen maar gebaseerd kan zijn op de in de mens aanwezige werkelijkheid als voorstelling, zijn die concrete natuurkundige verschijnselen in genen dele gelijk aan de reële werkelijkheid. Op zichzelf is dat best in orde, maar in de uitermate vervreemdende moderne cultuur geeft het helaas toch aanleiding tot rampzalige misverstanden, doordat de mensen, en zelfs een heleboel geleerden, onwillekeurig gaan denken dat de wetenschappelijke werkelijkheid samenvalt met de èchte. Zij behoort er wel mee overeen te stemmen, maar dat is iets ànders dan ermee samenvallen. Men kan dit het beste uitleggen aan de hand van een landkaart. Een

8

Page 9: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

goede landkaart stemt nauwkeurig overeen met het gebied dat hij in kaart brengt, maar hij valt niet met dat gebied samen! De kaart, oftewel de formule, is volstrekt iets anders dan het echt bestaande gebied, dit wil zeggen: de realiteit.  

Verschillende stromingen werden beïnvloed door het natuurwetenschappelijk denken. Voornamelijk het positivisme, de conflictsociologie en het evolutionisme.

1. Het positivisme vertrekt van de idee dat het denken en de wetenschap zich zal moeten beperken tot wat door de mens kan worden waargenomen. Enkel wat zintuiglijk kan worden waargenomen wordt aanvaard. De metafysica is voor de positivisten voorbijgestreefd. Het is een stroming die uitsluitend rekening houdt met kennis die op ervaringsfeiten berust en die de filosofie naar het model van de natuurwetenschappen wil beoefenen. Het positivisme is in het begin van de 19e eeuw voor het eerst gebruikt door Henri de Saint-Simon en Auguste Comte.

2. De conflictsociologie wordt vaak als de tegenstander van het structureel functionalisme gezien. Mensen zijn van nature uit egoïstisch en willen de macht die anderen hebben. Als dit op een ongestructureerde manier gebeurt, ontstaat er een chaotische situatie. Hier is een sterke staat nodig en de macht ligt bij één persoon. Alles mag en is geoorloofd als het ten goede komt van de staatsmacht. Dit kan op een zeer voorzichtige manier pre-marxistisch genoemd worden. Met andere woorden: het instandhouden van een samenleving is niet het resultaat van consensus, maar van dwang uitgaande van machtige groepen die anderen onderdrukken. De conflicttheorie heeft als taak de actoren te identificeren. Sociologen moeten voorwaarden voor het conflict en uitkomsten bestuderen

3. Het evolutionisme ontstond in Engeland (hoofdzakelijk in Schotland). Het gebeurde op een meer geleidelijke manier, niet meteen met een grote revolutie. Het evolutionisme vond plaats binnen de Royal Society. Voor een groot deel wordt beroep gedaan op biologische modellen om zo tot het ontstaan van een ‘moral philosphy’ te komen. Het vertrekpunt is het middeleeuwse gedachtengoed. Alles is zeer religieus geïnspireerd, men beleeft alles in collectief belang en niet in eigenbelang, maar dus in het belang van de gemeenschap. Het doel is om in de hemel te geraken, het hiernamaals. Wanneer de nieuwe activiteiten uitbreiden zoekt men een legitimatie in de christelijke gedachten. Hoe moet een Christen zich gedragen, als het bij commerciële activiteiten betrokken geraakt zonder in zonde te vallen. Alles leidt tot de vraag hoe een goede maatschappij wordt georganiseerd.

9

Page 10: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

4 Belangrijkste namen

4.1 Thomas Hobbes

Thomas Hobbes werd geboren in 1588. Hij studeerde te Oxford waar hij scholastische filosofie volgde. In 1608 verliet hij Oxford en begon hij drie grote reizen te maken. Hierbij ontmoette hij enkele belangrijke intellectuelen van zijn tijd.

Zijn eerste reis begon in 1610. Samen met een leerling bezocht hij Frankrijk, Italië, en Duistland. Hierdoor werd zijn talenkennis verruimd met de Franse en Italiaanse taal. Ook had hij verscheidene ontmoetingen met Francis Bacon.In 1629 startte zijn tweede reis in het gezelschap van alweer een andere leerling. Tijdens deze periode hield hij zich vooral bezig met de geometrie en kregen ook zijn filosofische inzichten vorm. Hier was Hobbes reeds 40 jaar oud.Zijn derde en laatste reis, naar het Europese continent, vond plaats tussen 1634 en 1640.In Parijs ontmoette hij, samen met zijn reispartner Earl of Devonshire, verscheidene filosofen. O.a. Mersene, Descartes, Gassendi en Florence. Bij het begin van zijn verblijf in Parijs had Hobbes een 3-delig plan voor zijn filosofisch werk: de materie van het lichaam, de menselijke natuur en de maatschappij.In 1636 reisde hij naar Italië waar hij Galileo ontmoette. Onder invloed van hem ontwikkelde Hobbes zijn sociale filosofie en gebruikte hiervoor de principes van geometrie en natuurlijke wetenschappen. Toen hij in 1640 terugkeerde naar Engeland, schreef hij een schets van zijn nieuwe theorie met de titel "Elements of Law natural and politic". In dit zelfde jaar vluchtte hij weer naar Frankrijk omdat er een burgeroorlog op komst was. Hij bleef dan 11 jaar in Frankrijk. In het jaar 1642 publiceerde hij werken met de naam "De Cive" and "First Draught". Vanaf 1646  doceerde hij wiskunde aan Charles, de prins van Wales. In 1647 had Hobbes te lijden aan verschillende ziektes en was op sterven na dood. Doch herstelt hij en in 1651 publiceerde hij zelfs nog "Leviathan", zijn meest gekende werk. Dit jaar keerde hij ook terug naar Engeland.  Eén of twee jaar na zijn terugkeer in Engeland verbleef hij in Londen waar hij zijn filosofische systeem afwerkte: De Corpore, verscheen in 1655, en het tweede gedeelte, De Homine, in 1656. Als Hobbes 84 was, schreef hij zijn autobiografie in een Latijnse versie. Hij stierf in Hardwick op 4 december 1679.

Wat verder zeker niet te verwaarlozen is over het verloop van Hobbes’ leven is het opmerkelijke feit dat hij tegen onze verwachtingen in niet tot de Royal Society behoorde.

Meer nog Hobbes en de Royal Society hadden allesbehalve een vriendschappelijke relatie. Het ging zelfs zo ver dat Hobbes ooit zei : “All these people have wounded me and are my enemies.” John Aubrey, Hobbes’ biograaf, tijdsgenoot en vriend, onderzocht deze vijandelijke relatie en kwam tot de volgende ondervindingen. De Royal Society zou met plezier Hobbes tot lid benoemd hebben, maar er waren enkele grote problemen. Hobbes kon het immers niet zo goed vinden met Dr. Wallis en Mr. Boyle, twee vooraanstaande leden van de R.S. Beiden werden door Hobbes sterk tegengesproken in hun theorieën wat een mogelijke verklaring is voor hun vijandigheid t.o.v. elkaar. Maar niet enkel persoonlijke zaken waren hier de oorzaak van. Ook religie en geloof speelde hier een belangrijke rol in. De Society had immers een hoofdzakelijk Puriteins lidmaatschap en geloofde dat de wetenschap het Christendom nooit zou kunnen overheersen. Hobbes had hierover een totaal andere mening en werd daarom nooit aanvaard als lid. Hierover uitweiden doet echter niet ter zake. Het laat ons

10

Page 11: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

enkel besluiten dat Hobbes een erg eigenzinnig man was die de wetenschap steeds voorop plaatste.

4.1.1 De natuurstaat

Hobbes beschrijft mensen als fysische objecten, gesofisticeerde machines. Al onze gedragingen en functies kunnen beschreven worden in mechanische termen. Zelfs de "gedachte" is volgens Hobbes een fysische operatie van het menselijk lichaam en onze sensatie is volgens Hobbes het gevolg van een aantal mechanische processen die opereren in ons zenuwstelsel. En het zijn de sensorische eigenschappen van materiële dingen die ideeën produceren in de hersenen van de mensen die ze waarnemen. Menselijk gedrag wordt door Hobbes als volgt verklaard. Een verlangen of een lust verschijnt in het menselijk lichaam en wordt als een ongemak ervaren. Daarom zullen we ons op een bepaalde manier gedragen om zo aan deze ongemakken te ontsnappen. Op deze manier bewaren en promoten we ons welzijn. Wat mensen kiezen is dus strikt bepaald door de natuurlijke lust om ons te bevrijden van de fysische ongemakken die zich neerzetten op ons lichaam. "Human volition is nothing but the determination of the will by the strongest present desire."Aldus zal elke actie van de mens gebaseerd zijn op zelfverheerlijking. Altruïsme bestaat volgens Hobbes niet. We leven elk apart, en we gedragen ons vanuit onze zelfinteresse, zonder met anderen rekening te houden. Dit is wat Hobbes noemt "The state of war". In de eerste plaats is iedereen elkanders concurrent. De mens is voor zijn medemens een wolf: homo homini lupus. Ieder individu heeft de reflex zijn zelfbehoud te moraliseren. Zo ver zelfs dat ook de zwakste persoon in staat is de sterkste te vermoorden. Het gevolg van dit alles is volgens Hobbes een toestand van voortdurende onzekerheid en bedreiging, een 'oorlog van allen tegen allen'. Dat is volgens Hobbes de natuurlijke toestand van de menselijke verhoudingen. In de afwezigheid van internationale wetten, profiteren de sterke landen van de zwakheid van andere. Hobbes hierboven beschreven grimmige beeld is een "idealisering".

Er werd een toestand beschreven die zich zou voordoen als er geen andere invloeden zouden zijn. Die andere invloeden liggen in de menselijke rede. De mens is een redelijk wezen en dus in staat om in te zien dat op de langere termijn niemand profiteert van een permanente oorlogstoestand. Wij, mensen als rationele wezens, streven naar optimalisatie van alles. Zo ontstaat er orde omdat wij hier het meeste mee gediend zijn. Er zijn dan ook "natuurlijke wetten", rationele gedragsregels die de onderlinge betrekkingen sturen in de richting van een meer vreedzame situatie. De mens doet dit door contracten met zijn medemens af te sluiten. Op deze manier ontsnapt hij dus aan de natuurstaat.

4.1.2 De natuurwetten

Op basis van zijn volgende vijf algemene principes komt hij (aan de hand van het type redeneren dat men in de geometrie hanteert) tot 15 natuurwetten.

1. mensen handelen vanuit zelfinteresse2. mensen zijn gelijk en rationeel3. de oorzaken van ruzie (concurrentie)4. er is een natuurlijke conditie van oorlog

11

Page 12: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

5. de motivatie voor vrede (angst voor dood, verlangen voor adequaat leven en arbeid)

Hobbes bespreekt vervolgens de validiteit van dergelijke contracten. Als mensen dergelijke contracten met elkaar sluiten in een natuurstaat zijn ze niet bindend. Als ik bijvoorbeeld vrees dat jij je contract niet zult nakomen, dan kan er geen sprake zijn van een echt akkoord. Dit wordt opgelost door een ongelimiteerde kracht te geven aan een politieke oppermacht, die ons zal straffen als we onze contracten breken. Hobbes zijn eerste drie wetten zijn dus het algemeen netwerk om een eind te maken aan de natuurstaat. De anderen beschrijven concreet hoe we nu vrede moeten zoeken.

Wet 4 : We moeten waardering tonen aan degenen die contracten sluiten.Wet 5 : We moeten aanpassen aan de belangstellingen van de maatschappij.Wet 6 : Schenk voorzichtig vergiffenis aan degenen die de regels overtreden.Wet 7: Het doel van de straf is om de overtreder te corrigeren (geen oog om oog tand om tand - principe).Wet 8 : Vermijd directe of indirecte tekenen van haat of minachting tot iemand anders.Wet 9 : Vermijd trots.Wet 10 : Behoud enkel de rechten die je erkent bij anderen.Wet 11 : Wees billijk.Wet 12 : Deel iets op een gemeenschappelijke manier als iets niet te delen is.Wet 13 : Items die niet tezamen kunnen gedeeld worden, moeten toegewezen worden door toeval.Wet 14 : De mensen die in vrede bemiddelen moeten een veilige aanpak hebben.Wet 15 : Met behulp van een scheidsrechter komen we tot een besluit.

De mens is eigenlijk niet geneigd zich aan deze natuurlijke wetten te houden, pas wanneer ze krachtdadig worden gehandhaafd is er een kans dat ze min of meer algemeen zullen worden gerespecteerd. Hij vindt het noodzakelijk dat er een instantie komt die de macht in handen neemt. Enkel op deze manier is het mogelijk om te ontkomen aan het wederzijdse egoïsme van de mensen. De regering die voor hem het beste past, is de monarchie, omdat het dezelfde interesses deelt als de mensen.

4.2 John Graunt

John Graunt, een Engelsman, leefde van 1620 – 1674 en leverde in die tijd het belangrijke werk “Natural and Political Observations upon the Bills of Mortality” af.Door dit in 1662 gepubliceerde werk wordt hij aanzien als één van de eerste statistici. De “Bills of Mortality” bevatten een collectie van de sterfte-en geboortecijfers van Londen, die Graunt uitvoerig heeft onderzocht en besproken. John Graunt schreef dit werk in opdracht van de toenmalige Engelse koning Charles de 2e. Londen kende eind 16e en vooral in de loop van de 17e Eeuw periodes van grote plagen (epidemieën) met vele dodelijke slachtoffers als gevolg. De koning wenste een preventief ‘waarschuwings’-systeem op poot te zetten tegen de dreiging voor nieuwe uitbraken en wou tevens een zicht krijgen op de omvang van de bevolking (aandelen leeftijdsklassen, aantal vrouwen in vergelijking met aantal mannen, bevolkingsaangroei). In Londen werden er in de verschillende Kerkelijke parochies wekelijks rapporten opgesteld met sterfte- en geboortecijfers en de oorzaken van de sterfte, Bills of Mortality. Op basis van deze rapporten maakte Graunt een schatting van de populatie in de Engelse hoofdstad. Om

12

Page 13: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

deze reden wordt hij steeds geassocieerd als grondlegger van de statistiek. Het is dankzij dit onderzoek dat Graunt in 1663 opgenomen werd in de Royal Society.

Op het eerste zicht lijkt dit niet bijster veel te maken te hebben met het ontstaan van het sociologisch denken, of de sociologie in het algemeen. Zoals eerder vermeld, moet de oprichting van de Royal Society gezien worden in het kader van een belangrijke ontwikkeling binnen de wetenschappen. Voorheen werd wetenschap eigenlijk individueel beleefd en geconstrueerd.Ook steunen bepaalde wetenschappers op de pantometrie, nl de idee dat men alles kan kwantificeren. “Alles kan gemeten worden” wordt zowat het motto van deze wetenschappers, die dan ook alles gaan beginnen meten, cijfers gaan beginnen verzamelen, etc. Dit leidde er allemaal toe dat de wetenschappen in de 17e Eeuw een beleidsgericht karakter kregen mede door groeiende politieke behoefte aan een administratie. Men spreekt over het ontstaan van de “politieke aritmetica”.

Het is in dit opzicht dat Graunts werk moet worden gezien. Aan de hand van vele tabellen gaat hij de volgende vragen beantwoorden :

1. Hoeveel mensen bevolken Londen?2. Hoeveel vrouwen en hoeveel mannen zijn er?3. Hoeveel zijn er daarvan gehuwd of single?4. Hoeveel vruchtbare vrouwen zijn er?5. Hoeveel mannen soldaat zijn? 6. In welke mate is Londen aangegroeid?7. Hoelang het duurt voor de bevolking hersteld is van een plaag?8. Hoeveel mensen sterven aan een bepaalde ziekte?9. Welke jaren zijn vruchtbaar(voor geboortes) en welke dodelijk (veel sterfte) en welke

intervallen kan men waarnemen tussen deze jaren?10. Zijn er verschillen waar te nemen in sterfte- en geboortecijfers van de verschillende

Kerkelijke buurten?11. In welke mate negeren mensen de orders van de Kerk en is het belang van sekten

toegenomen?12. Waarom domineren de begrafenissen (sterfte) de dopen (geboorte) in Londen, terwijl

het in het ganse land net andersom is?

Belangrijke opmerking: de Bills of Mortality steunen op de cijfers uit de Kerkelijke registers van de verschillende Anglicaanse Kerkelijke buurten (waarin dus enkel dopen en begrafenissen in de parochie vermeld stonden). In Londen leefden echter ook afgescheurde protestanten en Rooms-Katholieken (die dus niet meegeteld werden). John Graunt was zich bewust van dit feit en was dan ook zorgvuldig in het beoordelen van de betrouwbaarheid van deze cijfers.

Men moet van Graunt dus geen sociale theorieën gaan verwachten. Graunt is meer de man van de empirie. Hij onderzoekt cijfergegevens en zoekt mogelijke verklaringen, allemaal in dienst van de maatschappij en vooral in dienst van diegenen die de maatschappij in goede banen moeten leiden (de regeerders). Hijzelf spreekt zich niet echt uit over de ordening van de samenleving. Graunt blijft echter niet volledig ‘passief’ resultaten analyseren en voorschotelen: hij formuleert in zijn boek wel één concreet idee met betrekking tot de ‘maatschappelijke ordening’.

13

Page 14: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

4.2.1 Belangrijke bevindingen van Bills of Mortality

Algemeen : In Londen zijn er meer mannen dan vrouwen. De vrouwen leven langer dan de mannen. Er is een grote sterfte bij jonge kinderen. Londen is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens Graunt zijn er twee redenen hiervoor: het feit dat de stad bewaakt word door de burgers (burgerwacht) en de afschuw voor misdaad aanwezig bij de Engelsen.

Vier grote periodes van sterfte

1603 en vooral 1625 waren de jaren met de zwaarste epidemieën.Een trend die volgens Graunt steeds opduikt is dat men vóór de plaag een bepaald doopcijfer (aantal geboortes) heeft. Tijdens de plaag gaat het sterftecijfer sterk omhoog en het geboortecijfer sterk omlaag, maar binnen de twee jaar na de plaag herstelt het doopcijfer (aantal geboortes) zich. Dan heeft men dus weer hetzelfde doopcijfer als voor de plaag. Conclusie: de stad herstelt het verlies aan inwoners binnen de twee jaar na een plaag.Volgens Graunt kan dit cijfer echter niet volledig door voortplanting worden hersteld en moeten de reden ook worden gezocht bij immigratie naar de hoofdstad. Meer immigranten leiden tot hogere cijfers van geboortes. Graunt onderzocht ook het stramien van de ‘ziektejaren’ (jaren waarin het dodental hoger ligt dan in de voorgaande en in de volgende jaren) om intervals te ontdekken. Doel was dus te weten te komen wanneer men in de toekomst zulke jaren opnieuw kan/mag verwachten. Graunt slaagde er niet in een vast patroon te ontdekken, wel kwam hij tot het inzicht dat hoe ‘zieker’ het jaar (hoe meer doden dus) was, hoe minder vruchtbaar dat jaar bleek te zijn (hoe minder geboortes/dopen). Hij kon tevens de idee ontkrachten dat een kroningsjaar tot grote plagen zou leiden. In die tijd was de bevolking immers behoorlijk gelovig en bijgelovig en aangezien er tot 2 keer toe grote plagen waren uitgebroken in een jaar waarin een nieuwe koning werd gekroond, heerste dat idee binnen de bevolking. Graunt toonde echter aan dat zowel het jaar 1648 als het jaar 1660 (allebei kroningsjaren) bijzonder gezonde jaren waren en maakte dus een eind aan dat idee.

4.3 John Locke

John Locke was net als Hobbes een exponent van het 17de eeuwse natuurwettelijk denken. Hij is geboren in 1632 en gestorven in 1704. Hij wordt beschouwd als 1 van de grondleggers van het Engelse empirisme en als politiek filosoof had hij ook een grote invloed op het ontstaan van het liberalisme. Zelfs de Amerikaanse grondwet is geïnspireerd door Locke. Locke was een geleerd man en behaalde diploma’s in verschillende disciplines. Zoals in de letteren, om later Grieks, retoriek en redevoering te doceren. Later heeft hij ook het diploma geneeskunde behaald. Hij was een goede kennis van de oprichters van de Royal Society en is later zelf lid geworden. De 2 belangrijkste werken van Locke zijn : “Two Treatises of Civil Governement” en “ An Essay Concerning Human Understanding”. In deze werken komen zijn belangrijkste ideeën aan bod. In “Two Treatises of Civil Governement” geeft Locke als politiek filosoof ons een theorie van de natuurlijke wet en de natuurlijke rechten. De natuurlijke rechten van de mens

1592 en 1593 40% stierf aan plaag1603 70% stierf aan plaag1625 80% stierf aan plaag1636 40% stierf aan plaag

14

Page 15: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

zijn volgens Locke: gelijkheid, vrijheid en zelfbehoud. Gedeeltelijk heeft Locke zich gebaseerd op de theorie van Hobbes. Hij bouwt voort op diens ideeën van de natuurtoestand en het maatschappelijke contract. Hij ziet ook in de mens een vrij geboren individu met de neiging het eigenbelang na te streven en dit te optimaliseren. Daarenboven koppelt hij eigendom aan arbeid: de waarde van een goed kan enkel bepaald worden door de arbeid die er in geïnvesteerd is. Locke ging uit van een natuurtoestand waarin nog geen enkele politieke organisatie bestaat. Er geldt een natuurrecht dat vastligt in de menselijke rede. Locke beseft echter dat deze natuurtoestand niet volmaakt kan zijn, want het natuurrecht kan niet alle schendingen van de rechten van de mens (vrijheid, gelijkheid en zelfbehoud) vermijden. Er zullen namelijk nog steeds mensen zijn die zich niet aan dit natuurrecht zullen houden. Mensen zullen namelijk steeds hun eigenbelang nastreven zodat ze in conflict komen met het eigenbelang van anderen. Om dit conflict op te lossen zal er dus een deeltje van de vrijheid moeten worden afgestaan. Locke spreekt dan ook van een sociaal-maatschappelijk contract waarbij iedereen zich neerlegt bij de besluiten van de meerderheid. Het beschermt eigenlijk de burgers tegen zichzelf en tegen elkaar. Pas hier zien we de grote tegenstelling met Hobbes. Hobbes gebruikt het maatschappelijk contract eigenlijk als een middel om het absolutisme te verdedigen. Locke daarentegen is helemaal tegen het absolutisme en opteert dan ook voor een constitutionele monarchie. Verder wil hij ook een scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht omdat de kans op machtsmisbruik hierdoor wordt verkleind. In “ An Essay Concerning Human Understanding” komt Locke’s kennistheorie aan bod. Het uitgangspunt van het werk is dat men als men aan filosofie wil doen, men ook moet weten hoe het menselijke verstand werkt.Locke heeft ook aandacht voor opvoeding: “Some thoughts concerning education” en godsdienst: “The reasonableness of Christianity”. Locke heeft heel wat kritiek moeten slikken omdat veel van zijn progressieve ideeën strookten met de toen heersende tijdsgeest. Maar ook hier kon hij een antwoord op vinden. Hij beantwoordde zijn critici in het werk: “Vindications”.

4.4 Benedictos de Spinoza

Benedictus de Spinoza , een Nederlander , leefde van 1632 tot 1677. de Spinoza is geboren in Amsterdam uit een familie van Portugese joden. Zijn ouders waren ten tijde van de jodenvervolgingen naar Nederland gevlucht. Hoewel de Spinoza joods is opgevoed, had hij toch problemen met het volgen van de joodse regels en eredienst. Hij werd dan ook in 1656 uit de Amsterdamse joodse gemeenschap gezet. Hij had vele contacten met Christenen, maar heeft zich nooit bekeerd. Wat nog opmerkelijk was aan de Spinoza, is dat hij al zijn werken in het Latijn schreef waaronder: “Ethica ordine geometrico demonstrata”, “Tractatus theologico-politicus” en “Tractatus politicus”.

de Spinoza werd als ketter (atheïst) beschouwd in een periode van religieuze onrust. Hij schreef dan ook al zijn werken anoniem ( buiten “Ethica”). Hij vond dat deze anonimiteit passend was voor zijn filosofische theorie: een verlangen naar bekendheid zag hij als een afbreuk van intellectuele passie. Er mag natuurlijk onderstreept worden dat hij op deze manier ook gevangenisstraf vermeed. “Ethica” was een werk dat de Spinoza niet graag gepubliceerd zag. Er ging al een gerucht de ronde dat er een werk ging uitgegeven worden waarin stond dat er geen god bestaat, deze veronderstelling heeft de Spinoza verkeerdelijk als atheïst voorgesteld. Vele predikanten en collega’s wouden niet geassocieerd worden met de Spinoza en vielen dan ook zijn werken aan. “Ethica” werd bijgevolg pas na zijn dood uitgegeven door zijn huisbaas.

15

Page 16: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

de Spinoza behoorde tot de rationalistische denkers van de 17e eeuw. Het rationalisme , dat vooral op het vasteland veel succes kenden, was de grote tegenhanger van het emirisme dat een grote bloei kende in Engeland. Hoewel de Spinoza vaak als atheïst werd beschouwd, vervulde God toch een zeer belangrijke plaats in de Spinoza’s leven. Centraal in zijn leer stonden het geloof in God en de overtuiging dat de rede in de mens datgene is wat de mens het dichtse bij God brengt. de Spinoza houdt theologie en filosofie gescheiden, wat toch zeer nieuw was. Volgens de Spinoza is het heilig schrift een oproep tot deugdzaam leven die binnen een bepaalde historische en maatschappelijke context tot stand kwam. De enige niet-historische boodschap die de bijbel nog bevat is een oproep tot naastenliefde en liefde tot God. Deze liefde moet gerealiseerd worden door het redelijk inzicht. Het godsbeeld moet zich plooien naar de rede. Eens we een bepaalde visie op God hebben geconstrueerd, dan zal op dezelfde wijze het inzicht in de wereld en de mens daaruit vloeien. God is namelijk het centrum van de wereld. Dit is wat de Spinoza wou duidelijk maken in zijn “Ethica”. Voor de Spinoza bestond er dus wel degelijk een God, maar niet de klassieke. God en de wereld vormen een eenheid. God valt samen met de werkelijkheid, dit noemt men ook het pantheïsme van de Spinoza. God en de werkelijkheid worden als synoniemen gezien, God is dus geen persoon. Dit is 1 van de grote redenen waarom de Spinoza verkeerdelijk als atheïst werd gezien.

Spinoza heeft ook een zekere staatsvisie. Ze is tot in zeker mate vergelijkbaar met deze van Hobbes. De samenleving bestaat uit mensen die allen hun eigenbelang nastreven en deze werken op elkaar in en werken elkaar ook tegen. de Spinoza’s politieke conclusie strookt met die van Hobbes. de Spinoza zegt dat mensen in staatsverband ook egoïstisch zullen blijven. Het is dan ook niet verantwoordelijk om 1 persoon aan de macht te brengen, hij is bijgevolg ook voorstander van de democratie omdat hier elke mens een verantwoordelijkheid draagt. Democratie is de enige vorm waarin evenwicht kan bestaan.

4.5 William Petty

William Petty leefde van 1623 tot 1678 in Engeland. Hij was bedreven in verschillende disciplines: o.a.: Latijn, Grieks , wiskunde, geneeskunde, astronomie, chemie,...Petty is secretaris van Hobbes geweest in Parijs, dus heeft Petty toch een tijdje onder de invloed van Hobbes’ politieke filosofie gestaan. Petty was lid van de Royal Society vanaf de oprichting in 1662. Petty was vooral geïnteresseerd in praktische toepassingen van de wetenschap zoals in medisch onderzoek, statistiek, demografie en economie. Petty’s werk had meer invloed op de sociale wetenschappen dan op de natuurkundige wetenschappen.Het bekendste werk van Petty is “Political Arithmetic”. Net als Graunt bestudeerde Petty de sterfelijkheid in Londen. Hij concludeerde dat arme accomodatie meer verantwoordelijk waren voor sterfte en ziektes. Hij benaderde de gemeenschap dus ook op een sociale manier. “Political Arithmetic” heeft eigenlijk betrekking tot de verdeiging van de Engelse politiek en economie. Petty’s levenswerk was het onderzoeken, in kaart brengen, beschrijven, evalueren en herverdelen van de Ierse landen. In 1673 bracht hij als eerste het complete Ierland in kaart.

Petty zag zijn eigen werk, de economische en sociale statistieken, als een toepassing op het empirische onderzoeksprogramma van de Royal Society. Zijn eerste grote publicatie was “Treatise of Taxes and Contibutions”, het is een onderzoek naar problemen in publieke financiën en gaat over fundamentele vragen i.v.m de economische theorie en het beleid.

16

Page 17: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

Petty’s werken over economie zijn in te delen in drie chronologische groepen. Eerst waren er “Treatise en Verbum Sapienti” in de jaren 1660. In de jaren 1670 publiceerde hij twee statistische studies: “The Political Anatomy of Ireland en Political Arithmetic”. In de eerste bracht hij alle soorten van data samen die nodig waren voor de demografie. “Political Arithmetic” had betrekking op de economische sterkte van Engeland in relatie tot de economische sterkte van Frankrijk en Nederland. De derde groep bevat verschillende werken rond populatie: “Essays in Political Arithmetic”, ”Quantulumcunque concerning Money”. Deze werden geschreven in de jaren 1680. Hij volgde ook “Observations on the Bills of Mortality” van zijn vriend John Graunt op. In de geschiedenis van de het economisch denken is Petty vooral bekend als verdediger van de empirische, kwantitatieve methode of de Political Arithmetic. Petty’s ideeën en zijn schrijven over beleid, theorie en methode waren stimulerend en werden wijd verspreid. Petty was de voortreffelijke economist van de zeventiende eeuw. Zijn werk voorzag in een impetus (stoot) en een stimulus. Petty steunde actie van de regering in tegenstelling tot onvrijwillige werkloosheid via openbare werken en financiële en fiscale maatregels. Hij verdedigde de loonbelasting tegenover vrijwillige werkloosheid.

17

Page 18: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

5 Kritiek op de Royal Society

De meeste denkers gingen bij het analyseren van de maatschappij uit van een filosofische denkrichting. Wanneer over de maatschappij gedacht werd, ging men uit van een constructie van de menselijke natuur.Montesqiueu draait dit gedachtegoed eigenlijk om. Hij zegt dat men niet mag vertrekken van de menselijke natuur bij het bestuderen van de maatschappij. Dan zouden we immers kunnen zeggen dat de menselijke natuur kan bestaan zonder maatschappij. Hij zegt dat we de maatschappij moeten bestuderen om het menselijke handelen te begrijpen. Het is dus een verwerping van het natuurwettelijke denken.

18

Page 19: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

6 Besluit

De 17de eeuw wordt gekenmerkt door de zogenaamde Wetenschappelijke Revolutie en staat bekend als de gouden eeuw van de wetenschap. Zeker is dat er in deze eeuw een breuk kwam, een fundamentele verandering als het ware. De natuurwetenschap ontwikkelde zich en deze gaf aanleiding tot het natuurwettelijke denken.De ontwikkeling van deze wetenschap moeten we zien in het kader van een veranderd mens-en wereldbeeld. De mentaliteit van de mensen veranderde geleidelijk; men kreeg meer vertrouwen in het eigen oordeelvermogen. Er kwam nadruk op de mens als individu en het idee van individuele vrijheid begon zich te verspreiden. Deze nieuwe mentaliteit kwam ook tot uiting in het handelen (commercieel ondernemerschap) als in de filosofie en wetenschap. Natuurlijk moeten we dit alles zien in hun historische context.Mensen begonnen zelf te experimenteren en zagen zo dat de vele door de Kerk opgelegde dogma's onwaar waren. Het is deze experimentele methode die essentieel was voor de ontwikkeling van de natuurwetenschappen in de 17de eeuw. In plaats van zich te baseren op de kennis van grote namen uit de Oudheid of op opvattingen uitgaande van God of Kerk, kwam men tot inzicht dat men door observatie en experiment veel verder kon komen. "Raadpleeg de natuur en niet de werken van Aristoteles" (Francis Bacon) was de heersende visie. Het was in deze context dat de Royal Society zijn oorsprong kende. Een wetenschappelijke vereniging waar een forum gaat ontstaan voor collectieve benaderingen, waar verschillende bekwame wetenschappers samenkwamen om op een vernieuwende manier aan wetenschap te doen.Deze vernieuwing manifesteert zich ook in nieuwe natuurwetenschappelijke inzichten, vooral dan op het gebied van optica, mechanica en astronomie, die op hun beurt aanleiding gaven tot een verruimd wereldbeeld.Het is in dit kader dat het natuurlijke balansdenken, het encyclopedisch kosmologisch gedachtegoed, de pantometrische visie en het beleidsdenken aanleiding gaven tot het natuurwettelijke denken. De bloei van de natuurwetenschappen, vooral dan wiskunde en de experimentele natuurkunde, hebben hier zeker toe bijgedragen. Bepaalde denkers zagen het succes van de wiskundige en experimentele natuurkundige methode en hebben geprobeerd om de totaliteit van de problemen op diezelfde wijze te benaderen. Denkers zoals Hobbes, Locke, Spinoza hebben gepoogd het natuurkundig model in praktijk te brengen op maatschappelijke gebied. Bij het kijken naar de maatschappij en de wereld van sociale relaties maakten ze gebruik van natuurwetten (die toen een status hadden), alleen rationele, experimentele wetten golden, geen geloofsovertuigingen. Kennis kon immers alleen via ervaring worden opgedaan. Via de menselijke natuur probeerden ze de maatschappij (en de opkomende centrale staten) te onderzoeken.

De natuurwettelijke theorie is een theorie gebaseerd op een opkomende nieuwe middenklasse die nood heeft aan eigendom, vrijheid van handelen, trouw aan contracten…Dit natuurwettelijke denken is een nomalistische denkrichting, met nadruk op individuele gedragingen. Deze nadruk op individu is nieuw, als ook de verwerping van een piramidale samenleving en het bovennatuurlijke goddelijke denken. In plaats daarvan is er een mobiele maatschappij en een geseculariseerde opvatting over gezag, los van de goddelijke wetten.

Samengevat: De natuurwettelijke denkrichting is een legitimatie voor verandering van de maatschappij.

19

Page 20: Inhoudstafel:€¦  · Web viewLonden is een behoorlijke veilige stad op het gebied van criminaliteit: slechts tien moorden per jaar t.o.v. één moord per dag in Parijs. Volgens

7 Bronnen

DELAHUNTY (R.J.), 1985, The Arguments of the Philosophers: Spinoza, London, Boston, Melbourne & Henley, Routledge & Kegan Paul.

DUNN (J.), 1969, The Political Thought of John Locke: An Historical Account of the Argument of the Two Treatises of Governement, Cambridge, Cambridge University Press.

HOGAN, 2003, Royal Society, ScienceDaily.

HUTCHISON (T.W.), 1997, Sir William Petty: Critical Responses, Routledge/Thoemmes Press.

JEFFREYS (M.V.C.), 1967, John Locke: Prophet of Common Sense, U.S.A., Barnes & Noble Inc.

KAVKA (G.S.), 1986, Hobbesian moral and political theory, New Jersey, Princeton University Press.

MCSHEA (R.J.), 1968, The Political Philosophy of Spinoza, New York & London, Columbia University Press.

MOREAU (P.F.), 1992, From Socrates to Spinoza, In: UNESCO Courier, , s.l., s.e.

NADLER (S.), 1999, Spinoza: a life, Cambridge, Cambridge University Press.

NEVILLE Da Cata Andrade, 1960, A brief history of the Royal Society, Londen, Routledge.

SKINNER (Q.), 2002, Visions of Politics : Hobbes and civil science, Cambridge, Cambridge University Press.

STRINGER, 2000, These were all pleasure: The founding of the Royal Society, The Mediadrome, s.l., s.e.

VAN DER BEND (J.G.), 1982, Thomas Hobbes : His view of man, Amsterdam, Rodopi B.V.

http://home.planet.nl/~dageraad.vis/vorig19.htm/http://users.pandora.be/Caleb/samenvattingen/Samenvattingen/Sociologie/Hoofdstuk%209.doc/http://www.etiennevermeersch.be/cursussen/http://www.phil.uu.nl/~piet/Spinoza_overzicht.html/http://www.royalsoc.ac.uk/http://www.thoemmes.com/dictionaries/petty.htm/http://www.xs4all.nl/~jikje/Musil/Info/positivisme.html/___________________________________________________________________________

20