IM December 2010

16
v.u. Tom De Craene I Abrikoosstraat 50 I 9000 Gent I P706146 i chtus magazine 3-maandelijks I okt - nov - dec 2010 www.ichtus.be Daniel Pastirčák Echte antwoorden ontstaan uit echte vragen O penboek Vergeving een verdreven en vergeten goed Collectieve schuld en het Zondebokmotief een reflectie

description

Ichtus Magazine, December 2010 - © Ichtus Vlaanderen

Transcript of IM December 2010

Page 1: IM December 2010

v.u. Tom De Craene I Abrikoosstraat 50 I 9000 Gent I P706146

ichtus magazine3-maandelijks I okt - nov - dec 2010 www.ichtus.be

Daniel PastirčákEchte antwoorden ontstaan uit echte vragen

Openboek

Vergeving een verdreven en vergeten goed

Collectieve schuld en het Zondebokmotiefeen reflectie

Page 2: IM December 2010

Colofon Inhoud

Ichtus Magazine is een uitgave van

Ichtus Vlaanderen vzw en heeft als

doel om afgestudeerden, Ichtianen

en geïnteresseerden op de hoogte

te brengen van de werking in Ichtus.

Ichtusmagazine verschijnt driemaandelijks.

Website: www.ichtus.be

Redactie: Wouter Van Hoof, Rudina Coraj, Elke Couchez, Karel Strobbe.

Layout: Gersom Brussaard

Contact: [email protected]

Giften steeds welkom

op rekeningnummer

230 - 0088770 - 35

Ichtus Vlaanderen

Ter Kale 14

9850 Nevele.

Ichtus Vlaanderen is aangesloten bij IFES

(International Fellowship of Evangelical

Students) - www.ifes.org

4

6

8

14

11

OpenboekEen impressie

Een verdreven en vergeten goed Pleidooi voor vergeving

Daniel PastirčákEchte antwoorden ontstaan uit echte vragen

Marcusproject

Over collectieve schulden het Zondebokmotief

Van de redactie:

We blijven op zoek naar nieuwe ideeën. Daarom blijven alle suggesties meer dan welkom. Als je zelf wilt meedenken en -schrijven laat het ons dan ook weten. Meer input kan voor een rijker magazine zorgen en als redactie zijn we dus steeds op zoek naar mensen die ons team willen versterken. Stuur ons dus zeker een mailtje, wij geven je dan verdere informatie.

[email protected]

2

Page 3: IM December 2010

Contactadressen

Ben je student of ken je een student? Ga je volgend jaar studeren? Hier vind je alle informatie die je nodig hebt.

Antwerpendinsdagavondwww.ichtus.be/antwerpen

[email protected]

[email protected]

Gentwoensdagavondwww.ichtus.be/gent

[email protected]

Kortrijkwoensdagavondwww.ichtus.be/kortrijk

Leuvenwoensdagavondwww.ichtus.be/leuven

Studentenwerkers:

Tom De Craene - [email protected]

Sem Thomas - [email protected]

Rudina Coraj - [email protected]

Wouter Van Hoof - [email protected]

Beste lezers,

Hoewel het academiejaar al enkele dagen gestart is terwijl ik dit

schrijf, ben ik de stad nog niet ingegaan. Maar ik weet waaraan

ik mij kan verwachten wanneer ik het doe: nergens een plek om

mijn fiets neer te zetten, drommen bepakte mensen van en naar

het station, ronddwalende en verdwaasde jongeren die hun weg

nog niet helemaal kennen, dik ingepakte internationale stu-

denten die bij twintig graden al hun gewatteerde jasjes boven

halen, enzovoort. Buitenom dat eerste vind ik het heerlijk om de

stad weer overspoeld te zien door horden studenten. Mijn vraag

is hoeveel er op het einde van dit academiejaar iets gehoord

zullen hebben over Marcus. Niet over één of ander restaurant

in Deerlijk (dit is het eerste wat je krijgt als je Marcus googlet),

maar wel de evangelist (gelukkig het tweede).

Dit is het jaar van het Marcus Project voor Ichtus. Een jaar waarin er

Open Kringen zullen zijn rond Marcus. Een jaar waarin studenten hun

vrienden een Marcusevangelie kunnen geven om samen te lezen.

Een jaar waarin toneelstukken, filmavonden, lezingen en debat-

ten zullen georganiseerd worden over (de thema’s in) Marcus.

Maar hopelijk voornamelijk een jaar waarin de persoon die

Marcus beschrijft, besproken, bestudeerd, ontmoet en gekend

mag worden.

Alles lijkt klaar: we hebben enthousiaste studenten, student-

enwerkers die studenteninitiatief faciliteren, medewerkers die

verantwoordelijk zijn voor evangelisatie en communicatie, u

die sinds mijn vorige ‘woordje’ bidt voor het studentenwerk,

materiaal, sprekers, acteurs, donateurs en veel meer. Laten we

hopen en bidden dat God dit rijkelijk zegent en dat wanneer ie-

mand aan het eind van het evangeliejaar ‘Marcus’ googlet, het

evangelie het eerste is wat je te lezen krijgt.

Tom De Craene

Algemeen Secretaris

3

Page 4: IM December 2010

Het idee van collectieve schuld duikt de laatste maanden steeds vaker op in de nationale en internationale actualiteit. Het verschijnsel dat vergeving wordt gevraagd door een individu in naam van een groep, verdient in deze korte overdenking onze aandacht.

In 2000 excuseerde de toenmalige premier Guy Verhofstadt zich bij het Rwandese volk voor de medeverantwoordelijkheid van België bij de geno-cide van 1994. Dat deed hij uit naam van het hele volk. In juli dit jaar eiste Ankara excuses van de Israëlische regering voor de aanval op een konvooi voor Gaza eind mei. Toen Israëlisch premier Netanyahu weigerde de schuld op zich te nemen voor de moord op negen Turken, dreigden de diplomatieke banden gevaar te lopen. Ook de leden van de facebookpa-gina ‘We apologize for the 1,5 million dutch people that voted for Geert Wilders’, verontschuldigen zich voor de overwinning van Wilders’ Partij voor de Vrijheid van 9 juni. Op 20 maart 2010 bood de paus excuses aan voor het sek-sueel misbruik in de kerk. Maar bij de slachtoffers blijft het ongenoegen groot.

Sta me toe het verschijnsel van collectieve schuldbeleidenis te spiegelen aan een werk van de Duitse kunstenaar Anselm Kiefer (°1945). Zijn werk doet nadenken over de mate waarin de collectieve schuldbekentenis een werkzaam politiek middel kan zijn in het proces van verzoening en vergeving.

In zijn schilderij Nurnberg (1982) tracht Anselm Kiefer het trauma dat Duits-land achtervolgde na de Tweede Wereldoorlog via de kunst zichtbaar te maken. Neurenberg was doorheen de Duitse geschiedenis het centrum van muziek en cultuur. Maar sinds de dertiger jaren van de vorige eeuw roept de stadsnaam andere connotaties op. Van 1933 tot 1938 vonden in Neurenberg tijdens de septembermaanden de nationaalsocialistische partijdagen plaats.

4

Over collectieve schuld en het Zondebokmotief

Een korte reflectie - door Elke Couchez

Page 5: IM December 2010

5

Uit de recente collectieve schuldbelijdenissen en de kunst van Anselm Kiefer blijkt dat het aanbieden van excuses en het bekennen van schuld wel tijdelijke politieke en maatschappelijke stabiliteit brengen, maar de wonden zelf niet helen. Is het wel mogelijk om in het reine te komen met een met bloed besmeurde geschiedenis? En zoja, waar schieten deze schuldbekentenissen te kort?

In alle voorbeelden wordt een belangrijke factor over het hoofd gezien, namelijk vergeving. De geschiedenis kan pas een nieuwe wending krijgen als er berouw wordt getoond voor de begane misstappen. Pas op dat moment kan het proces van vergeving in werking treden. Volgens Hannah Arendt in The human condition. A study of the Central Conditions Facing Modern Man (1959) is vergeving een belan-grijk middel tot het bewerkstelligen van effectieve sociale verandering. Vergeving is geen mechanisme dat enkel op individueel en therapeutisch niveau werkzaam is, het kan ook de dialoog versterken tussen groepen en culturen. Aartsbisschop Desmond Tutu onderkent eveneens de rol die vergeving kan spelen in de politiek: “Vergeving is één van de sleutelideeën in onze hedendaagse wereld. Vergeving is geen troebele en vage idee, die iedereen zomaar links kan laten liggen. Vergeving heeft alles te maken met mensen op zoek naar eenheid, ook door middel van prak-tische politiek. Zonder vergeving is er geen toekomst.”

Toch is het idee van vergeving de laatste tijd zeer omstreden en misschien zelfs een hol begrip gebleken. Graag verwijs ik door naar het artikel over vergeving, verderop in dit magazine.

De anti-Joodse wetten die in 1935 in Duitsland werden ingevoerd, worden ook wel de ‘Nürnberger Gesetze’ genoemd. In 1945 en 1946, tevens het geboorte-jaar van Anselm Kiefer, was Neurenberg het toneel van de processen tegen de kopstukken van de Nazi-regering. Kiefer verwerkt deze feiten in zijn schil-derij maar creëert geen idealiserend of heroïsch werk. Hij vereert de eigen bodem niet. In plaats daarvan maakt hij met een mix van materialen (modder, as en verf) een landschap getekend door diepe groefen. Neurenberg is voor Kiefer de plaats waar zowel hoge cultuur als wandaden samenkomen. De ge-beurtenissen uit de periode 1930-1946 laten diepe littekens na in de aarde.

Een constante in het werk van Kiefer is de zoektocht naar het Duitse geheugen en het doorbreken van het collectieve zwijgen. In zijn werk roept Kiefer het onzegbare uit. Hij verbeeldt het Duitse trauma en schuldgevoel. Door openlijk te referenen aan de Tweede Wereldoorlog, draagt de kunstenaar naar eigen zeggen de schuld die het Duitse volk sindsdien tiranniseert. De rol die Anselm Kiefer op zich neemt is zeer omstreden. Kan de kunstenaar wel de rol van zondebok op zich nemen en boete doen voor iets waar hij zelf niet medeplichtig aan is? Kan iemand – in het geval van Kiefer van de tweede generatie – de schuld dragen voor de misdaden van zijn ouders of grootouders en spreken in naam van een hele gemeenschap?

Anselm Kiefer, Nurnberg, 1982.

William Holman Hunt, The Scapegoat, 1855-60.

Page 6: IM December 2010

6

Ichtus Vlaanderen is dit jaar, voor het eerst, gestart met Openboek. Een weekendje in september, een ge-zellige boerderij in Oost-Vleteren, een goede organi-satie en enthousiaste studenten waren de ingrediënten voor een geslaagd kringleidersweekend. Sprekers zoals Tom De Craene en Marina de Joode waren de kers op de taart. Drie studenten delen hun indrukken met ons:

Openboek

“ Een beetje onzeker, maar toch vol verwachting, vertrok ik gepakt en gezakt op Openboek. Algauw kwamen nieuwe leuke gezichten me te-gemoet en samen brachten we een leerrijk weekendje door op een kin-derboerderijtje in een West-Vlaams ‘boerengat’. Door boeiende studies en verfrissende visies werden we aangevuurd om het Woord van God op een creatieve manier onder de loep te nemen. Het theoretische aspect van het weekend werd onderbroken door een superleuke, gezellige en plezierige spelletjesavond :). Zekerder en met nog grotere verwachtingen ben ik nu geprikkeld en enthousiast om er het komende nieuwe Ichtus-jaar volledig voor te gaan! “ - Naomi

Page 7: IM December 2010

7

“Openboek is een weekend waar elke kringleider naartoe moet gaan. Op dit weekend worden een aantal creatieve methoden aangereikt voor het geven van bijbelstudies in de kringen. Ook heel interessant is dat er aandacht wordt gegeven aan pastoraat: de manier waarop een kringleider omgaat met zijn kringleden in allerhande mogelijke situaties.” Hannes

“Openboek was interessant en ik heb er veel van geleerd. Toen ik naar openboek ging, wist ik nog niet of ik kringleider zou worden. Ik heb hier wel een soort basis meegekregen. Na het weekend had ik eigenlijk nog wel een week vakantie willen hebben, je krijgt zoveel informatie over je heen… Ook tof dat het nog echt kleinschalig was, vond het gezellig! Verder vond ik de locatie helemaal goed, zoveel dieren! Ben fan van knor-retje (het varken).” - Judith

Page 8: IM December 2010

Het woord vergeving viel veel in 2010, en velen vielen erover. Terecht. De betekenis ervan werd uitgehold door vertegenwoordigers van het insti-tuut kerk zelf. De publieke opinie vindt het ongepast om nu al te denken aan vergeving voor bisschoppen en andere geestelijken die zich in het verleden schuldig maakten aan pedofilie. Het volk verlangt in de eerste plaats gerechtigheid en vereffening, sommigen willen wraak. Slachtof-fers vinden de notie vergeving vandaag eerder beledigend; ze hebben meer tijd nodig om het hun aangedane kwaad in al hun dimensies te ex-ploreren, te uiten en te verwerken. Toch is het zinvol om nu al plaats te maken voor vergeving, al was het maar in onze gedachten. Want, zoals aartsbisschop Desmond Tutu, voorzitter van de Commissie voor Waarheid en Verzoening in Zuid-Afrika, zei: ‘Zonder vergeving is er geen toekomst!’ Vandaar dit zeer voorzichtige pleidooi voor vergeving.

Hoe vergeving aanstootgevend werd

Het laatste restje morele autoriteit dat de Belgische katholieke kerk bij het begin van het jaar nog bezat, verdween in de loop van 2010. Samen met het verlies van haar moreel gezag verspeelde de kerk ook het recht om het woord vergeving te hanteren in de publieke ruimte. Dat is ernstig. In de gekende pastorale brief van 19 mei vroegen de Belgische bisschop-pen om vergiffenis voor het misbruik van kinderen en de onzorgvuldige behandeling ervan. Het episcopale schrijven werd door veel binnen- en buitenkerkelijken positief onthaald, want als schuldbekentenis kon het tellen. Toch had de bede om vergeving iets wrangs. De feiten waarvoor vergiffenis werd gevraagd lagen immers in zo een ver verleden. Vele daders waren niet meer in leven. Het woord vergeving werd helemaal aanstootgevend na de publicatie door De Standaard van de transcriptie van het gesprek tussen Vangheluwes slachtoffer, zijn familie en kardinaal Danneels. ‘Ge kunt ook vergiffenis vragen, hé, en uw schuld bekennen’, zei Danneels, waarmee hij vergiffenis leek te suggereren als alternatief voor een onmiddellijk aftreden van Vangheluwe. Vergiffenis leek door de

voormalige kardinaal te worden aangegrepen als een gemakkelijke uit-weg, bijna een tactiek om de grote klok en het schandaal te vermijden. Vergeving werd de gemakkelijkste weg, en niet de moeilijkste. Het ver-speelde krediet van de kerk, en daarmee ook het publiekelijke verbod op vergeving, werd onder meer verwoord door Walter Pauli in De Morgen: ‘Dat deze katholieke kerk dus niet komt bedelen en slijmen om vergeving. Vergeving? Voorlopig alleen met een straf, en liefst pijnlijk vergif.’1

Vergeving versus gerechtigheid

De reactie van Pauli is menselijk en begrijpelijk. Toch zijn ‘ethische woede’ of ‘morele toorn’ te verkiezen boven wraakzucht. Een christen mag zich al helemaal niet laten kenmerken door wraak. Als reactie op schrijnend onrecht horen we onze drang naar haat en onze neiging om wrok te koesteren om te buigen in een verlangen naar rechtvaar-digheid. In een rechtstaat als de onze is de rechtspraak het adequate middel om daders te bestraffen en slachtoffers de kans te geven een schadevergoeding te bekomen. ‘Gerechtigheid is het eerste en meest geëigende antwoord op de morele toorn. (…) De rechtspraak neemt de morele toorn volstrekt ernstig door het onrecht niet het laatste woord te geven, maar door het op een of andere manier recht te zetten.’2 Gerechtigheid zorgt niet alleen voor een nieuw evenwicht tussen daders en slachtoffers. Het recht kan ook een belangrijke aanzet zijn tot her-stel van zowel het slachtoffer als de dader. Een rechtmatig vonnis reduceert het lijden van het slachtoffer en kan positief bijdragen tot zijn rouwproces. De dader krijgt, als hij de straf aanvaardt, de kans om te herstellen wat kan hersteld worden, om in het reine te komen met zijn verleden, zijn schuld in zekere mate af te lossen. Men is momenteel volop aan het speculeren welke vorm de gerechtigheid zal aannemen met betrekking tot de pedofilieschandalen in de kerk: een parlementaire onderzoekscommissie, een collectieve gerech-telijke behandeling (een zogenaamde ‘class action’)…*

Een verdreven en vergeten goedVoorzichtig pleidooi voor vergeving in tijden van pedofilieschandalen

8 1 W

. Pau

li, ‘W

at d

urft

dat v

olk’

, De

Mor

gen,

11/

09/2

010,

9.

2 D

. Pol

lefe

yt, ‘

Verg

evin

g: v

alku

il of

sprin

gpla

nk n

aar e

en b

eter

e sa

men

levi

ng?’

, in:

R. B

urgg

raev

e, D

. Pol

lefe

yt e

n Jo

han

De

Tave

rnie

r (re

d.).,

Za

nd e

rove

r? V

eref

fene

n, v

erge

ven,

ver

zoen

en, L

euve

n, 2

000,

p. 1

47.

* B

ij he

t sch

rijve

n va

n di

t arti

kel w

as h

et n

og n

iet g

ewet

en d

at e

r een

par

lem

enta

ire o

nder

zoek

scom

mis

sie

wer

d op

geric

ht.

door

Kar

el S

trobb

e

Page 9: IM December 2010

Als ik in de hierna volgende alinea’s vergeving aanbeveel, wil ik dus niet voorbij gaan aan de noodzaak van straf en gerechtelijke vereffening. Ver-geving kán trouwens niet zonder een zekere vorm van boete. Retributie is een kenmerk van en een voorwaarde voor vergeving. Denk maar aan Zacheüs de tollenaar die, nadat Jezus hem zijn zonden vergaf, de helft van zijn bezit wegschonk aan de armen en de mensen die had gechanteerd vierdubbel zou terugbetalen. Toch ben ik van mening dat er een wezenlijk verschil is tussen rechtvaardigheid en vergeving, en dat er meer heil schuilt in vergeving dan in loutere retributieve rechtvaardigheid. De beslissing van een rechter heeft vaak de neiging, door het aanduiden van een winnaar en een verliezer, om het conflict tussen dader en slachtoffer te verscherpen. In vele gevallen is de opgelegde straf voor het slachtoffer onbevredigend. De actualiteit laat duidelijk de tekortkomingen van de rechtspraak zien. Vele feiten zijn strafrechtelijk of burgerrechtelijk verjaard, waardoor daders niet meer kunnen worden vervolgd en het slachtoffer geen schadevergoe-ding meer kan bekomen, terwijl de wonden bij het slachtoffer nog niet zijn geheeld. Rechtspraak kijkt in wezen enkel achteruit, en niet vooruit. Ver-geving daarentegen is, meer dan loutere vereffening, in staat vastgelopen verhoudingen weer vlot te trekken. ‘Zonder vergeving zouden de daden uit het verleden als een zwaard van Damocles boven het hoofd van elke nieuwe generatie blijven hangen, en zouden we slachtoffers bleven van het verleden.’ 3 Bij vergeving wordt ook achterom gekeken, ja zelfs herinnerd. Maar diegene die vergeving zoekt of aanbiedt, geeft aan dat hij zich niet meer door het verleden wil laten dicteren. Vergeving zorgt ervoor dat het slachtoffer niet langer hoeft samen te vallen met zijn slachtofferschap, en de dader niet langer hoeft samen te vallen met zijn daderschap. Vergeving raakt en verandert het hart.

Een gave van God…

Christenen geloven dat vergeving in essentie iets bovenmenselijks is, en dat vergeving en verzoening tussen mensen hun oorsprong vinden bij God. Zijn Geest stelt ons in staat om anderen te vergeven en om de menselijke, lo-gische en voorspelbare keuze voor wraak of vergelding links te laten liggen. Vergeving is een genadegave, die het slachtoffer in staat stelt zich bemind

te voelen en degene die het kwaad berokkende te vergeven. De Nieuw-testamentische visie op vergeving steunt op het principe van wederkerig-heid. Omdat Gods barmhartigheid helemaal gratuit naar ons – zondaars en Gods vijanden – uitreikt, horen ook wij barmhartig te handelen met ónze vijanden. Wie vergeving wenst en erom vraagt, maar weigert ze zelf te beoefenen, is onwaardig ze te ontvangen. We zien dit principe enkele malen terugkeren in het evangelie van Matteüs: ‘Oordeel niet, opdat er ook niet over jullie geoordeeld wordt.’ (Mt 7:1); ‘Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van jullie behandelen die zijn broeder of zuster niet van harte vergeeft.’ (Mt 18:35); ‘Want als u aan de mensen hun fouten vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar als u niet vergeeft aan de mensen, zal ook uw hemelse Vader uw fouten vergeven’ (Mt 6:14-15); ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren’ (het Onze-vader; Mt 6:12).

In Jezus’ leven op aarde, de gebeurtenissen op Goede Vrijdag en in het leven van de eerste christenen zien we Gods barmhartigheid en vijandsliefde – en dus ook die van mensen tegenover elkaar – een radicale invulling krijgen. Jezus’ ging aan tafel met Farizeeën, hoeren en tollenaren. In de kring van Jezus’ leerlingen werd vergeving als sociaal experiment ingeoefend. Aan het kruis vroeg hij vergiffenis voor zijn eigen moordenaars (Luc 23:35). Op Goede Vrijdag liet God al zijn vijandigheid op Jezus neervallen. Gods toorn doorboorde Jezus en niet ons, en daardoor is er voor wie in Christus is geen veroordeling meer, maar vergeving (Rom 8:1). In de Handelingen van de Apostelen en in de brieven van Paulus wordt dit thema verder uitgewerkt en ingevuld met concrete personen. Hoe beklijvend is het beeld van de martelaar Stefanus die bleef bidden voor degenen die hem stenigden en wiens gelaat straalde van liefde en mededogen voor zijn vervolgers! Een fascinerend beeld, maar is het niet meteen ook wat ontmoedigend en vervelend in het licht van de recente gebeurtenissen? Een pedofilieslachtof-fer wil je toch niet doorverwijzen naar Stefanus? Of naar de opdracht van Jezus om ‘tot zeven maal zeventigmaal’ andermans schuld te vergeven? Die onuitputtelijke vergeving hebben wij toch niet in voorraad? Hoe kan men die overvloedigheid en ruimhartigheid verwachten van mensen die tot in het diepste van hun wezen gekwetst en misbruikt werden?

9

3 F

. De

Lang

e, ‘I

s er v

anda

ag n

og ru

imte

voo

r ver

gevi

ng?’

, in:

R. B

urgg

raev

e, D

. Pol

lefe

yt e

n Jo

han

De

Tave

rnie

r (re

d.).,

Zan

d er

over

? Ve

reffe

nen,

ver

geve

n, v

erzo

enen

, Leu

ven,

200

0, p

. 30.

Page 10: IM December 2010

10

…en toch stapsgewijs

Ik weet niet zo goed hoe om te gaan met dit Bijbels gebod dat stelt dat onze vergeving onuitputtelijk dient te zijn. Gelukkig zijn er verstandige mensen die zich uitgebreid met dit thema bezig hebben gehouden en waarvan we iets mogen leren. Theologen die onderzoek verrichtten naar vergeving, spreken steeds in termen van een proces, een trap of een weg. Vergeving is allerminst een evidentie. Vergeving is een veelzijdige en complexe realiteit. In sommige gevallen moet ze zelfs kunnen worden onthouden, en de ver-geving aan God worden overgelaten. In een vrije tribune in De Standaard naar aanleiding van de pedofilieschandalen schreven Ilse Cornu en Johan Van der Vloet, die nochtans duidelijk aangeven dat vergeving een groot goed is en in christelijk perspectief zelfs een centraal thema, het volgende: ‘Vergeving verschijnt pas als een mogelijkheid wanneer het slachtoffer vol-doende door de pijn en de woede heen is gegaan.’ 4 Ook benedictijnermon-nik Benoît Standaert, die in de eerste vijf hoofdstukken van zijn boekje Over vergeving en verzoening de christelijke visie uiteenzet, schrijft: ‘De praktijk van de vergeving ligt vaak nog net iets verder dan het juiste inzicht omtrent vergeving.’5 De concrete, vaak ontroerende verhalen die hij aanhaalt laten zien dat vergeving inderdaad meestal stapsgewijs tot stand komt. Hij geeft onder meer een voorbeeld van een vrouw die door haar vader werd mis-bruikt toen ze klein was. De vrouw kon niet vergeven, en haar vader was onbekwaam toe te geven wat hij misdaan had. Als geestelijk raadsman ging Standaert procesmatig te werk: ‘Ik suggereerde haar om niet zozeer te pro-beren haar vader te vergeven, maar wel om op te houden hem het kwade aan te rekenen. (…) Vervolgens stelde ik haar voor dat ze haar vader niet direct maar indirect zou benaderen, namelijk vanuit God. (…) Ten derde zei ik: Bid tot de Geest dat Hij je innerlijk wonen met zijn sterkte en zachtheid mag genezen, dat Hij je geheugen helemaal heelt en je hart weer stevig en vrij maakt.’

Terug naar de actualiteit

‘Vergeving is (…) een van God gegeven seculiere, menselijke mogelijkheid.’6 Enerzijds is vergeving een kostbaar Godsgeschenk en een noodzaak voor elke vorm van duurzaam menselijk samenleven. Anderzijds kan je het schenken van vergeving niet opleggen aan slachtoffers of tot morele wet verheffen. Soms is vergeving helemaal niet aan de orde, sociaal onwenselijk of zelfs misplaatst. Soms kan alleen God vergeven. In het geval van seksueel mis-bruik is dit vaak het geval, nu en wellicht ook in de toekomst. Toch hoop ik dat er doorheen het proces van gerechtelijk onderzoek, bekentenis en openbaring plaats zal zijn voor vergeving. 2010 was het jaar van de shock en het schandaal. Laat 2011 het jaar worden van de gerechtigheid en 2012, misschien, het jaar van de vergeving. Vooruitziend naar een nieuw jaar, schaar ik me achter de woorden van broeder van Liefde René Stock-man: ‘Ofwel wordt de ‘zaak-Vangheluwe’ een allesverslindende kanker, ofwel een start voor een grondige uitzuivering op zovele vlakken. Ik kies voor dit laatste.’7

Stappen in integrale vergeving volgens Jean Monbourquette:

(1) De ernst van het aangedane kwaad ontdekken(2) De ontkenning van het aangedane kwaad op het spoor komen(3) Omgaan met wraakgevoelens(4) Nood aan zuivering van de opduikende gevoelens(5) Rouwen om wat men verloren heeft (6) In zichzelf de harmonie terugvinden(7) Met een andere blik de agressor benaderen(8) Een zin voor het eigen leven ontdekken in de geslagen kwetsuur(9) Zichzelf vergeving waardig achten(10) Zich het gebaar van vergeving niet toe-eigenen(11) God toestaan door ons heen de ander te vergeven(12) Van vergeving naar verzoening

Bron: J. Monbourquette, ‘Integrale vergeving’, in: R. Burggraeve, D. Pollefeyt en Johan De Tavernier (red.)., Zand erover? Vereffenen, vergeven, verzoenen, Leuven, 2000, 62-81.

4 I.

Cor

nu e

n J.

Van

der V

loet

, ‘Ve

rgev

ing

is n

iet g

oedk

oop’

, De

Stan

daar

d, 7

/09/

2010

, 32.

5 B

. Sta

ndae

rt, O

ver v

erge

ving

en

verz

oeni

ng, T

ielt,

200

8, 7

1. 6

F. D

e La

nge,

‘Is e

r van

daag

nog

ruim

te v

oor v

erge

ving

?’, i

n: R

. Bur

ggra

eve,

D. P

olle

feyt

en

Joha

n D

e Ta

vern

ier (

red.

)., Z

and

erov

er?

Vere

ffene

n, v

erge

ven,

ver

zoen

en, L

euve

n, 2

000,

p. 4

2. 7

R. S

tock

man

, “W

illen

we

opni

euw

een

hek

senv

erbr

andi

ng?”

, De

Stan

daar

d, 1

0/09

/201

0, 5

2.

Page 11: IM December 2010

11

U spreekt met mensen over de fundamen-tele vragen van het menselijke bestaan, over geloof, over het leven, over de dood, over God. Zulke thema’s zijn vandaag toch niet echt in ... Er zijn verschillende soorten mensen, maar over het algemeen heeft u wel gelijk. Het lijkt er inderdaad op dat de huidige samen-leving wordt gedomineerd door pragma-tisme en door een levensbeschouwing ge-richt op consumptie. Veel mensen hebben geen tijd, energie of zin voor persoonlijke reflectie en leven slechts voor kortetermijn-doelstellingen: voldoende materieel comfort, plezier ‚‘in zijn’, carrière,... dat is wat mensen bezighoudt. Maar ook aan de andere kant is er een probleem. De verdedigers van een diepere, geestelijke dimensie van het leven spreken vaak afstandelijk en tegelijk simpel, hun taalgebruik is doorspekt met religieuze clichés. Je hoort maar zelden een stem die de huidige toestand van de innerlijke mens kan verklaren en over overtuigende geestelijke wijsheid beschikt. De mensen interesseren zich meer in politiek omdat ze daar direct mee geconfronteerd worden. Ze vragen zich af hoeveel ze kun-nen verdienen en of er voor hen nog iets zal overblijven. Pas als ze doodziek zijn gaan ze denken over de eeuwigheid, niet?

Ik ken veel mensen, vooral jongeren, die er de buik van vol hebben dat het leven gereduceerd wordt tot de materiële kant. Ze zoeken een weg terug naar de natuur, naar nieuwe spiritualiteit. Ze grijpen meestal niet naar christelijke bronnen, want die lijken hen oppervlakkig en saai. Overtuigde christenen hebben dan weer vaak alleen maar autoritaire en vooraf vaststaande antwoorden, zoals op een poster met de slogan ‘Jezus is het antwoord’, waar iemand treffend bijschreef ‘... en wat was de vraag ook al weer?’ De mens is een spiritueel wezen en is hongerig naar iets wat het leven zin geeft, dat is vandaag zo en was altijd al zo. Het probleem is eerder dat er helaas steeds minder authentieke bronnen te vinden zijn in de geestelijke woestijn van ons leven.

Mensen die zoeken naar zingeving proberen vanalles: oosterse filosofieën, boeddhisme, esoterie, ... Waarom zouden ze zich voor het christendom moeten interesseren? In elke grote geestelijke traditie is er een zekere openbaring, elke traditie heeft specifieke unieke inzichten waar we iets van kunnen leren. Onze zoektocht gaat uiteindelijk nog verder, tot we bij een fundamentele vraag ko-men: Is er voorbij het heelal waarin wij leven Liefde, genade en vergeving, of is er enkel een Oordeel of een kosmische wet van oorzaak en gevolg, waaraan we ons moeten onderwerpen?

Echte antwoorden ontstaan uit echte vragen.Interview door Zlatica Kramárová in Elita 2009. Vertaling uit het Slowaaks door Hanna Gevaert.

Noot van de vertaler: Daniel Pastirčák (1959) woont met zijn vrouw en drie kinderen in Bratislava, waar hij al jaren voorganger is van de kerk Cirkev Bratska. Hij is daarnaast ook kunstenaar en groot muziekliefhebber. De kerk telt anno 2008 ongeveer 300 leden en wordt ook bezocht door een verdere 200 mensen.

Daniel Pastirčák:

Page 12: IM December 2010

12

Elke religie – als ze tenminste serieus wordt genomen – leidt de mens tot aan een grens. Op die grens beseft hij dat hij de heilige berg niet zelf kan beklimmen. Het licht waar hij naartoe klimt is te hoog. Hij heeft alles wat hij kon al gedaan: de wet gehouden, in ascese geleefd, ademhalingsoefeningen gedaan, heilige rituelen uitgevoerd. Hij staat op de top van de religieuze berg, maar het onsterfelijke wezen van God is nog altijd onbereikbaar en oneindig ver van hem verwijderd. Een klim-touw en haken volstaan niet langer; hij heeft vleugels nodig. Hij heeft Gods genade nodig om te veranderen en te kunnen vliegen. In de geschiedenis van de religies is Christus de persoon die genade brengt als een geschenk zonder voorwaarden, zonder verdiensten. In Hem kwam het Licht naar ons toe, in onze ravijn, in onze pijn, dood, zonde en onwetend-heid. In Christus kwamen het eeuwige en het sterfelijke samen, het oneindige en het ein-dige. Dit is de kern van het christendom: God werd mens, zodat de mens in Hem God kon worden, zoals kerkvader Irenaeus schreef. In religie gaat het erom dat de mens een offer brengt aan de goden om verzoening te ont-vangen. In het christendom wordt dat concept op zijn kop gezet: God offert Zichzelf in Chris-tus aan de mens. Hij trekt zich het lot van de mens aan tot op de bodem van het menselijke bestaan, tot in zijn dood. Daar waar de mens beseft dat hij leeg en arm is, vindt Gods liefde hem. God redt ons door het kruis. De para-dox van het kruis vormt Jezus’ antwoord op de vraag die religie ons stelt: de wanhoop van de wet beantwoordt Hij met het geschenk van genade, ons streven naar perfectie beant-woordt hij met de volmaakte liefde.

Waarom hebt u ervoor gekozen om niet langer als kunstenaar te werken, maar u te wijden aan geestelijk werk, of beter gezegd aan een geestelijke bediening? Er waren verschillende redenen, maar de belangrijkste ervan was mijn verschrikkelijke ervaring met de kerk. De kerk is vaak een van de redenen waarom mensen niet in God geloven, dat weet ik uit eigen ervaring. In mijn jeugd werd ik een vurig atheïst, mede doordat ik in de kerk was opgegroeid. Wat ik daar meemaakte, overtuigde me er geleidelijk van dat het christendom niet de weg naar de waarheid was. Als wij, tieners, moeilijke vra-gen stelden over de Bijbel, kregen we in de kerk geen enkel antwoord, tenzij een auto-ritair antwoord: de Bijbel is Gods woord, punt uit. Iemand die oprecht en dieper nadacht, kon zich niet gewoon neerleggen bij zo een antwoord. Door zelf verder te zoeken ben ik uiteindelijk weer tot God gekomen en ik moest verrast vaststellen dat er achter dat-gene wat mij met autoriteit werd opgelegd een fascinerende werkelijkheid schuilging. De Schrift kan ook gelezen worden met een open instelling, en in plaats van de letter ontdek je dan de geest erachter. Geleidelijk aan groeide mijn roeping om predikant te worden. Ik zei bij mezelf: Goed, ik doe het en probeer zo te leven dat de kerk waarin ik werk zal veran-deren. In welk opzicht? Een kerk die openstaat, de veilige subcultuur verlaat om een open dialoog te voeren met de hedendaagse wereld. Zodat de kerk een open ruimte is, geschikt voor mensen die geestelijk op zoek zijn. Een kerk die een ruimte van vrijheid is, waar mensen al hun ketterse vra-

gen kunnen stellen, waar het geloof en de Schrift geen taboe zijn.

Hoe weet u dan of u zich op de juiste weg bevindt? Ik probeer te luisteren naar mijn kritisch be-wustzijn en mijn geweten. Open te staan voor inzicht, het maakt niet uit van wie of waar. Re-kening te houden met mijn innerlijke ervaring en kennis, maar ook met de ervaringen en in-zichten van anderen. Als je vanbinnen onafhan-kelijk bent van de mening van anderen, betekent dat niet dat je niet luistert naar wat anderen zeggen. Integendeel: pas als ik er niet op uit ben om bij anderen in de smaak te vallen, ben ik vrij om te luisteren naar wat ze zeggen, sta ik open voor waarheden die ik via hen kan ontdekken. Vrij zijn betekent dat je jezelf niet verdedigt, maar je ook niet laat bepalen door anderen. Ook vrij zijn van mezelf, weten dat ik me in veel dingen vergis, en bereid zijn om mijn gedachten bij te stellen als ik nieuwe inzichten ontvang. Ten slotte probeer ik alles te bekijken in het licht van het Evangelie.

U vertegenwoordigt een minderheidskerk, maar ondanks dat bent u toch redelijk bekend bij de media: u neemt deel aan praatprogramma’s en geeft interviews, u neemt standpunten in over actuele proble-men in de samenleving... Ik zie mijn levenslot als dat van een brug. Ik sta aan twee kanten van een ravijn van on-begrip. Met het ene been sta ik in de wereld van sceptici en twijfelaars, met het andere sta ik in de wereld van geloof. Het ene been in de seculiere cultuur, het andere in de kerk. Ik probeer helemaal doordrongen te zijn van het leven met God, maar anderzijds ook

volledig aanwezig te zijn in de wereld, in deze tijd waarin ik leef. Wat ik in onze cultuur kan stimuleren, stimuleer ik. Er zijn ook veel ele-menten in onze cultuur die kritiek verdienen, maar voordat ik kritiek geef, moet ik ze wel begrijpen. Pas als ik een man van deze tijd ben, kan ik schouder aan schouder staan met anderen, kunnen ze mij aanvaarden en kan ik mijn christelijke visie zo formuleren dat ze die begrijpen. Vrienden in de kerk stimuleer ik om ook zo een houding aan te nemen. Iedereen kan in zijn eigen radius de waarden van het Evangelie uitdragen, of hij of zij nu werkt als journalist, dokter, ondernemer, arbeider of kunstenaar. Iedereen kan waarheid en vrijheid verdedigen, liefdevolle solidariteit, waardig-heid en rechtvaardigheid stimuleren. De kerk zou geen groep van religieuze mensen mogen zijn die zichzelf veilig achter de kerkmuren opsluiten. Volgens mij is de kerk de aanwezig-heid van individuen die door het Evangelie zijn geïnspireerd en op verschillende plaatsen in de seculiere samenleving actief zijn.

Laten we eens spreken over de zakenwereld. U staat eigenlijk aan de top in uw sector, u bent een leider met jarenlange ervaring. Welke voordelen en promoties krijgt u, hoe zit het met uw gevoel van zelfverwezenlijk-ing? De kerk is geen business.

Natuurlijk, maar mensen zijn mensen ... Ik hoor bij de mensen die niet werken voor een carrière en ook niet voor het geld. Er zijn in onze hedendaagse samenleving veel zulke mensen in verschillende sectoren. Het hoeven niet allemaal predikanten of pastoors te zijn,

“De kerk is vaak een van de redenen waarom mensen niet in God geloven,

dat weet ik uit eigen ervaring”

Page 13: IM December 2010

13

maar het kunnen ook beeldende kunstenaars, onderwijzers, sociaal werkers of wetenschap-pers zijn. Het werk dat ik doe is enkel mogelijk omdat mijn vrouw, Jaroslava, mij steunt. Als zij dit werk niet zou zien als een roeping zou ik het niet kunnen doen. Ons gezin volgt de patriarchale structuren niet, mijn vrouw rijdt met de auto, mijn vrouw is de belangrijkste broodwinnaar. Het democratische kapitalisme is in Slowakije nog niet voldoende ontwikkeld, geestelijk werk wordt niet echt goed betaald. De kennismaatschappij wordt verwaarloosd, we hebben te maken met een brain drain. Met economie, rechten en business valt geld te verdienen, dus daarvoor kiezen mensen die rijk willen worden, wat nogal kortzichtig is. Een samenleving die zich enkel richt op wat ze presteert en produceert, wordt een beschaving van rijke barbaren. Hoe groot een be-schaving is, wordt beoordeeld aan de top en op de bodem. Bovenaan staan wetenschappelijk onderzoek, onderwijs, de resultaten van ex-perimentele kunst... Onderaan staan alle mensen die aangewezen zijn op de hulp van anderen: charitatief en sociaal werk. In een gezonde samenleving stroomt het geld van de materiële rijkdom naar de geestelijke rijkdom. Die dimensie van democratisch kapitalisme staat in Slowakije nog in de kinderschoenen.

Wat doet een predikant als hij niet predikt? Ik weet niet wat andere predikanten doen, maar zelf ontmoet ik altijd weer mensen: ken-nissen die me komen opzoeken of mensen die ik voor de eerste keer zie. Ze schrijven een e-mail of bellen me en komen met problemen en vragen waar ik vaak geen antwoord op heb. Die gesprekken met mensen leiden me weer naar de stilte bij God, bij Wie ik nieuwe kracht en inspiratie zoek.

Heeft u al ooit getwijfeld dat u in iets gelooft en daarnaar leeft terwijl het niet waar is? Dat God niet bestaat? En dat alles wat u doet uiteindelijk waardeloos is? Ik beschouw het als mijn plicht om mezelf die vraag telkens weer te stellen. Oprecht geloof wordt geboren uit oprechte twijfels. Echte antwoorden ontstaan uit echte vragen. Als ik over God moet spreken, waarom zou ik Hem dan geen vragen meer mogen stellen? In mijn binnenste wordt er een ononderbroken dialoog gevoerd tussen een scepticus en een gelovige. Ik heb een erg zware periode meegemaakt, een tijd van onbegrijpelijk lijden, waaruit een heel kostbare vrucht ontstond. Ik leed aan slapeloosheid. Volgens de dokters had ik een angstneurose. Na een half jaar zonder slaap

word je helemaal stompzinnig en lijkt het alsof je een absoluut waardeloos leven leidt. Ik heb allerlei zaken geprobeerd om weer beter te worden: counceling, charismatische genezing en zelfs psychiatrie. Het resultaat? Niets. Toen kwam ik op een punt waarop ik begon te den-ken dat mijn geloof in God absurd was. In zo een situatie geloven in een goede God leek me intellectueel niet oprecht. Ik besloot om het christendom op te geven en niet meer te

geloven. Het klinkt misschien vreemd, maar toen ik probeerde mijn geloof los te laten en te ontkennen, merkte ik dat het niet lukte. Dat was echt verrassend, schokkend zelfs. Ergens diep in mijn binnenste bleek dat mijn besef van het bestaan van God niet enkel gebaseerd was op wat ik geloofde, maar ook op wat ik wist. Ik kon God niet verwerpen, net zoals ik mijn eigen bestaan niet kan ontkennen. Tot rond mijn twintigste was ik atheïst, toen werd ik christen door een experiment. Ik probeerde te bidden en God aan te spreken om te zien of Hij zou reageren. Het antwoord op dat gebed zonder geloof was dat mijn perceptie veran-derde. Ik begreep dat ik gekend ben door een absoluut Bewustzijn dat alles over mij weet. Die ervaring staat diep in mijn wezen gegrift, en kan ik evenmin negeren als mijn eigen ge-boorte. Ik ben van nature eerder sceptisch, en daardoor heb ik telkens weer te maken met golven van allerlei twijfels. De meeste twijfels komen voort uit wat Nietzsche zo treffend omschreef: als christenen echt gelijk hadden, zouden ze er toch een beetje ‘meer gered’ moeten uitzien. Als ik kijk naar de kerk van vandaag, naar de mensen die zichzelf christen noemen, voel ik pijnlijke twijfels. Ik kan me er niet mee vereenzelvigen. Iemand die zoekt en twijfelt en agnost is, kan ik beter begrijpen dan het soort christenen dat geen enkele vraag wil toelaten en overal een een-voudig en autoritair antwoord op heeft. Dat zijn mijn twijfels. Ik verzet me er niet tegen, in zekere zin verwelkom ik ze als gids in het leven. Christus volgen betekent vol inzet op zoek gaan naar waarheid, telkens opnieuw, tot aan de laatste ademtocht.

Bro

n: K

ram

árov

á, Z

lati

ca. ‘

Slo

vens

ko č

aká

na d

ucho

vnú

elit

u’. I

n: E

lita.

20

09

. nr

. 2, w

inte

r . 2

0-2

4. (

ISS

N 1

33

7-6

61

6)

“In een gezonde samenleving

stroomt het geld van de materiële rijkdom naar de

geestelijke rijkdom”

“De kerk zou geen groep van religieuze mensen mogen zijn die zichzelf veilig achter de kerkmuren opsluiten”

Page 14: IM December 2010

Bruce Kuhn

Bruce Kuhn is een acteur die met Les Misérables op Broadway

stond. Hij heeft het Marcusevangelie uit het hoofd geleerd en voert

het op als monoloog. Het is een show die geknipt is voor niet te

grote theaterzalen. De studentengroepen kunnen, in samenwerking

met kerken en andere organisaties in hun stad, een opvoering – of

een reeks opvoeringen – organiseren. Daarbij is het echt wel de

bedoeling om de opvoering in officiële – dus neutrale – theater-

zalen te krijgen.

14

Mark DramaHet Mark Drama is alles wat de naam zegt: Marcus als

een klassiek toneelstuk opgevoerd. Studenten spelen zelf

één of een aantal rollen uit het Marcusevangelie. Doordat

de spelers zelf studenten zijn is het hiermee nog makkelijker

om de opvoeringen in een klassieker studentikoze context te

organiseren.

Dit Ichtusjaar staat in het teken van het Marcusproject. Alle Ichtusgroepen werken eraan mee. Maar wat houdt het hele project dan in?

Het Marcusproject is een evangelisatieproject dat al in verschillende studentengroepen over de hele wereld georgani-seerd werd. Het project vertrekt vanuit het evangelie van Marcus, zoals de naam al doet vermoeden. Niet enkel lezen de studenten in hun kringen het Marcusevangelie (discipelschap), het evangelie en de thema’s erin vormen ook de basis voor het bereiken van niet-christenen (evangelisatie). De evangelisatie leunt tegelijk ook aan bij de hedendaagse (studenten-)cultuur. Zo is er plaats voor beeldende kunst, film, toneel, debatten en andere activiteiten. We gaan even in op die activiteiten.

Marcusproject door Job Thomas

Page 15: IM December 2010

15

Marcusevangeliën

Onder de verschillende Ichtusgroepen zijn duizend Marcus-evangeliën verdeeld. Die boekjes hebben een eigentijdse vormgeving meegekregen, zonder annotatie van hoofd-stukken en verzen, zodat ze echt als verhaal lezen. Het is de bedoeling dat de studenten deze aan geïnteresseerde medestudenten kunnen geven, zonder daarbij lukraak te gaan flyeren.

Contact:

Job ThomasCoördinator Marcusproject

[email protected]

Website

Ichtus Vlaanderen biedt door het Marcusproject heel veel materiaal aan. Op de website www.marcusproject.be staan uitgewerkte Bij-belstudies, ideeën voor evangelisatie, filmbesprekingen om in groep te doen, en nog veel meer. Dat materiaal is helemaal gratis te gebruiken.Of wat dacht u van het materiaal voor open kringen dat we samen met onze collega’s uit Nederland ontwikkelden? Open kringen zijn Bijbel-studiekringen met minstens evenveel niet-christenen als christenen. Laagdrempelig, maar tegelijk diepgaand. Vorig jaar werden in Ichtus al vier open kringen opgestart. Dit jaar gaan er weer een paar van start.

Page 16: IM December 2010

Waar in Europa werd deze foto genomen?