ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante...

9
Instructie Ontwerp Innovatief Onderwijs Door: Ineke Lode Voor: Klas 33HL, leerlingen in het eindexamenjaar Innovatief onderwijs: Van probleemstelling naar instructieanalyse-onderwijsontwerp- evaluatie. Vraag: “hoe kan ik dit op een vernieuwende wijze aanpakken?” (Nb: de vraag wat vernieuwend is hangt uiteraard af van het referentiekader). Globaal wordt hierin het volgende traject gevolgd: Instructie analyse en gewenst eindresultaat ( hoe moet het er na verbetering uitzien?) Onderwijsontwerp/stapsgewijs ontwerpen Curriculum uitvoering en onderwijsevaluatie De hoofdvragen zijn: 1) Waar loop ik consequent op vast? 2) Zal instructie het probleem oplossen? 3) En hoe? “Identifying the need for instruction”: - Identificeren van de noodzaak van specifieke taken en/of eisen in gedrag - Bepalen wat de kritische elementen daarin zijn - Een volgorde van belang maken in wat geleerd zou moeten worden - Basiscriteria duiden waaraan de instructie zou moeten voldoen om effectief te zijn in relatie met het probleem. 1. Instructieprobleem : De essentie van mijn probleemstelling is dat mijn leerlingen vaak nog te weinig in staat zijn om de theorie te verbinden met de praktijk. In deze specifieke situatie wil ik hun theoretische kennis omtrent afstanden bij het springen koppelen aan een technische uitvoering in een praktijksituatie en daarbij tevens gebruik maken van peerfeedback tijdens de praktische uitvoering van de opdracht. Instructie kan ervoor zorgen dat de leerlingen meer (cognitieve) kennis gaan verkrijgen in het bouwen van de juiste afstanden. Door de theorie toe te passen in de praktijk en de

Transcript of ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante...

Page 1: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen

Instructie Ontwerp Innovatief OnderwijsDoor: Ineke LodeVoor: Klas 33HL, leerlingen in het eindexamenjaar

Innovatief onderwijs: Van probleemstelling naar instructieanalyse-onderwijsontwerp-evaluatie. Vraag: “hoe kan ik dit op een vernieuwende wijze aanpakken?” (Nb: de vraag wat vernieuwend is hangt uiteraard af van het referentiekader). Globaal wordt hierin het volgende traject gevolgd:

Instructie analyse en gewenst eindresultaat ( hoe moet het er na verbetering uitzien?)

Onderwijsontwerp/stapsgewijs ontwerpen Curriculum uitvoering en onderwijsevaluatie

De hoofdvragen zijn:1) Waar loop ik consequent op vast? 2) Zal instructie het probleem oplossen? 3) En hoe?

“Identifying the need for instruction”:- Identificeren van de noodzaak van specifieke taken en/of eisen in gedrag- Bepalen wat de kritische elementen daarin zijn- Een volgorde van belang maken in wat geleerd zou moeten worden- Basiscriteria duiden waaraan de instructie zou moeten voldoen om effectief te

zijn in relatie met het probleem.

1. Instructieprobleem : De essentie van mijn probleemstelling is dat mijn leerlingen vaak nog te weinig in staat zijn om de theorie te verbinden met de praktijk. In deze specifieke situatie wil ik hun theoretische kennis omtrent afstanden bij het springen koppelen aan een technische uitvoering in een praktijksituatie en daarbij tevens gebruik maken van peerfeedback tijdens de praktische uitvoering van de opdracht.Instructie kan ervoor zorgen dat de leerlingen meer (cognitieve) kennis gaan verkrijgen in het bouwen van de juiste afstanden. Door de theorie toe te passen in de praktijk en de leerling zelf het resultaat te laten ervaren wil ik bereiken dat de leerlingen ook gaan evalueren en gaan nadenken over factoren die van invloed zijn op de juiste afstanden bij het onderdeel springen.Het gewenste eindresultaat is dat de leerling in staat is om een eenvoudig parcours te bedenken, te bouwen, in de praktijk zelf te springen en in staat is anderen daarin te begeleiden. Daarbij is de leerling in staat om rekening houden met (variabele) factoren die van invloed kunnen zijn op de afstanden tussen de hindernissen. Met andere woorden: ik wil dat de leerling niet alleen in staat is om de theorie ( afstandstabel) correct toe te passen maar ook dat de leerling inzicht heeft in factoren die invloed op die afstanden uitoefenen. Als verdieping wil ik ook dat de leerlingen elkaar instrueren bij het springen van “hun” parcours zodat ook hun didactische en instructievaardigheden aan bod komen. Het gewenste einddoel is dat wanneer de leerlingen na hun opleiding in het bedrijfsleven werkzaam zijn als instructeur ze ook in staat zijn om op een veilige en verantwoorde manier een parcours te bouwen voor recreatieve ruiters en daar waar

Page 2: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen

nodig aanpassingen kunnen doen aan de afstanden ten behoeve van de veiligheid en rijdbaarheid.

2. Taakanalyse en leerling- / docent- / organisatie- / omgeving kenmerken rondom de taak

In het zwart de huidige situatie, in rood hoe ik het zou willen:Leerling Docent School Omgeving

( ouders en maatschappij)

Gedrag Wat doe je, hoe benader je de situatie.

Leerling bereidt zich onvoldoende voor, vertoont uitstelgedrag en bedenkt vaak kort van tevoren pas wat hij/zij gaat doen bij het geven van paardrijles aan medeleerlingen .Leerling denkt na over randvoorwaarden waaraan de opdracht/les moet voldoen, neemt daarbij zijn eigen kennis en vaardigheden als uitgangspunt en maakt gebruik van naslagwerken.

Ik deel de opdracht uit en bespreekt deze. Ik heb daarbij de neiging zelf al teveel invulling te geven aan het onderwerp.

Ik leg de opdracht heel summier uit en ga met de leerlingen brainstormen over factoren die van invloed zijn via midmap en/of scrummen

Opleidingsplannen zijn leidend. Mits tijdig overleg met roostermaker kan veel geregeld worden

Faciliteert een aantal momenten in het rooster waarin de praktische uitvoering beoefend kan worden

Het stagebedrijf is vaak te weinig op de hoogte van lesinhoud en onderwerpen welke behandeld worden op school. De leerling is veel bezig met routinematige zaken.Het stagebedrijf is op de hoogte en biedt de leerling ruimte om de opdracht voor te bereiden en te beoefenen. Ik brief de stagebegeiders per mail. Het stagebedrijf gaat serieus aan de gang met ontwikkeling van kennis en vaardigheden bij de leerling.

CompetentiesWat kun je, wat zijn je eigen praktische vaardigheden Welke competenties moet je nog verwerven?

- Leerling kan eigen kennis en vaardigheid niet altijd correct inschatten om aansluiting te vinden met de opdracht en het niveau te kunnen bepalen.- Leerling gaat vaak weinig gestructureerd aan de gang en heeft moeite met plannen en organiseren ( begint zomaar ergens, denkt er niet eerst over na )- Leerling reflecteert niet of nauwelijks op eigen sterke/zwakke punten en kan eigen leerdoelen moeilijk formuleren.Leerling heeft zicht op eigen sterke en zwakke punten m.b.t. de algemene competenties en vakdeskundigheid.

Ik biedt veel structuur en beschik over veel (praktische) kennis. Mijn valkuil is dat ik teveel wil sturen op resultaat en te weinig stuur op proces.Leerling uitdagen om zelf over het probleem na te denken, daarbij wel aan de hand nemen en meer sturen op proces en competenties.

School biedt weinig tijd en ruimte om een op een met leerlingen in gesprek te gaan over hun competenties en sterke/zwakke punten.Het in gesprek gaan over competenties en leerdoelen wordt meer geïntegreerd in het onderwijs en krijgt een vaste plaats in het rooster.

Competenties en leerdoelen worden niet structureel met ouders en stagebegeleider besproken (de leerling maakt wel een competentiescan, evenals het BPV bedrijf, maar het rendement hiervan is minimaal doordat deze niet of nauwelijks met alle partijen besproken wordt.De mentor is tevens kernvakdocent en doet zelf de BPV bezoeken. De mentor bespreekt de competentiescan van de leerlingen structureel met ouders, leerling en stagebieders.

Overtuiging  Wat geloof je - Wat stuurt jou en waarom? Wat wil je zeker vermijden?

Leerlingen uit huidige mentorklas vormen een hechte klas, bereid tot samenwerking.

Mijn overtuiging is om de leerling positief te begeleiden en te stimuleren op

Leerlingen opleiden tot maatschappelijk breed inzetbare burgers.Duurzaam onderwijs

Ouders en leerbedrijven: willen beide goed opgeleide beroepsbeoefenaars die klaar zijn voor de

Page 3: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen

- Wat geloof je over jezelf, de anderen, de wereld? - Wat vind je belangrijk? Waar gaat het je om? Wat wil je bekomen?- Wat gaat boven alles

Erkennen en herkennen elkaars kwaliteiten en zwakheden en zijn open naar elkaar toe ( dit is niet met alle klassen het geval).Maar ook soms weinig zelfvertrouwen, bang om fouten te maken, bang om “af te gaan”, vooral ten opzichte van mede leerlingen. Sommige leerlingen denken te snel dat ze het wel kunnen, anderen missen juist het zelfvertrouwen.Leerlingen denken bewuster na over hun overtuigingen en delen dit met elkaar. Leerlingen kunnen elkaar feedback geven op inhoud en uitvoering van de opdracht .

onderzoek uit te gaan/nieuwsgierig te zijn en open te staan voor ontwikkeling en hier ook aan te werken. Daarbij een veilige leeromgeving bieden en er zorg voor dragen dat men elkaar niet “afzeikt”. Open en eerlijk communiceren (recht door zee: zeggen wat je doet en doen wat je zegt). Mijn valkuil is dat ik teveel de regie wil houden.Leren om de touwtjes ook eens wat meer uit handen te geven en niet alles te willen controleren, meer te luisteren naar de ander en de leerlingen stimuleren elkaar feedback te geven i.p.v. zelf het voortouw hierin te nemen.

bieden.Echter soms ook kwantiteit voor kwaliteit.School hanteer duidelijke kwaliteitseisen en draagt zorg voor een stimulerende en uitdagende leeromgeving waar kwaliteit voorop staat.

arbeidsmarkt, echter vaak met minimale inspanning/verplichtingen.Gewenste situatie is meer wederzijds contact tussen ouders, leerbedrijven en school en een gedeelde visie en verantwoordelijkheid tussen school en leerbedrijf aangaande het opleiden voor de arbeidsmarkt.

IdentiteitWie ben je? Wat voor mens? Hoe zie je jezelf?- Wat is je rol in deze context? Wat wil je uitdragen

De leerling denkt na en heeft kennis van zichzelf (persoonlijkheid) en uitstraling

De leerling beseft het belang van een professionele beroepshouding en straalt dit uit.

Perfectionistisch, onderste uit de kan willen. Inzet van de ander willen en commitment. Soms te.

Meer luisteren en begrip tonen, rekening houden met. Niet te snel klaar staan met oordeel, niet te uitgesproken in mening en tijd nemen voor afwegingen

De school (docenten en medeleerlingen geven feedback en houden een spiegel voor, met als doel de leerling inzicht te verschaffen over hoe hij/zij overkomt.

Dit nog structureler benutten en meer integreren in het leerproces.

De omgeving geeft feedback aan de leerling , houdt een spiegel voor, met als doel de leerling inzicht te verschaffen over hoe hij/zij overkomt.

Dit nog structureler benutten en meer integreren in het leerproces.

BetrokkenheidWaarom ben je hier? Wat is jouw motivatie?Van waaruit handel je?Wat is jouw meerwaarde?Wat is je ideaal, je missie?

Over het algemeen begonnen vanuit :” iets met paarden en mensen willen doen”.

Langzamerhand ontwikkelt zich inzicht in eigen kwaliteiten en een professionele beroepshouding.

Enthousiasme voor het paardenvak; mijn passie uitdragen. Betrokken zijn bij de ontwikkeling van jonge mensen.Lesgeven geeft mij energie, inspiratie, voldoening en de motivatie om te blijven schaven aan de eigen ontwikkeling. Soms wat meer afstand kunnen nemen en relativeren.

Maatschappelijk: in eerste instantie het meegeven van een brede basis waarmee de leerling in de maatschappij kan functioneren. Daarnaast het opleiden tot vakbekwame beroepsbeoefenaren.Het beroepsdeel zou soms iets meer nadruk mogen krijgen.

Vakbekwame medewerkers voor het bedrijfsleven opleiden. Echter vaak wordt de stagiaire vooral als een extra paar handen gezien.

Betrokkenheid vanuit het bedrijfsleven bij de opleiding van toekomstige werknemers zou meer aandacht mogen krijgen, het bedrijfsleven zou soms meer verantwoordelijkheid voor het leerproces van de student mogen nemen.

Page 4: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen

Taakanalyse: a. Informatie- Input: lesstof bestuderen uit de bundel rijtechniek, gericht gaan kijken bij

wedstrijden en video’s op You Tube bestuderen.- Bewerken: naar eigen idee een parcours samenstellen. Kader en context

worden door de docent aangegeven.

b. Deelnemers- Uitwisselen, verwerken en reflecteren: door ervaringen te delen, elkaars

parcoursen te laten rijden en elkaar feedback te geven. Dit onder begeleiding van de vakdocent.

c. Praktijk:- Ervaren: zelf het eigen ontwerp laten springen en laten ervaren hoe het

parcours zich laat rijden.- Integreren: het inzicht in logische lijnen ontwikkelen, daarna integreren in een

praktijksituatie door het ontwerp zowel op school alsook op het leerbedrijf uit te voeren.

3. Instructiedoel- Cognitief: kennis van de rijtechniek, kennis van afstanden , kennis van

factoren die hier op van invloed kunnen zijn.- Motorisch/vaardigheden: op correcte wijze kunnen inwerken op het paard, de

juiste hulpen kunnen geven en in balans de bewegingen van het paard kunnen volgen tijdens de sprongen en vanuit het rijden in een gecontroleerd grondtempo de juiste lijnen kunnen rijden en de plaats van afzet kunnen inschatten c.q. bepalen. Tevens dit kunnen instrueren en evalueren bij de medeleerlingen.

- Affectief: met geduld en gevoel op het paard kunnen inwerken en op een positief stimulerende wijze de medeleerlingen kunnen begeleiden tijdens het springen van het parcours.

4. Leerstof opbouw

De kennis die nodig is om op voort te borduren is gedurende de afgelopen 2,5 jaar tijdens de lessen rijtechniek, in zowel theorie als praktijk, aan de orde geweest. In onderdelen is deze lesstof beoefend tijdens de praktijklessen ter ontwikkeling van de eigen vaardigheden en tijdens het lesgeven aan elkaar.De lesstof sluit aan op de beleving van de leerling doordat het aansluit op de eisen van de beroepspraktijk en op de eigen ervaring opgedaan in de afgelopen 2.5 jaar, zowel op school als tijdens de stage

5. Didactiek & methodiek& technieken.

Kennis van de didactiek en methodiek helpt bij het maken van beslissingen over de opbouw van de leerstof en de keuzes voor werkvormen. Marzano is hier in mee te nemen. Dan worden dus de instructietheorieën vertaald naar adequate werkvormen.

Page 5: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen

Het leerstijlenmodel van Kolb is onderdeel van de didactieklessen die ik aan de leerlingen geef en komt geïntegreerd in de lessen lesgeven aan bod. Behaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen “hoe leert de ruiter” aan bod komt. Samenwerking en Self-peer assessment komt aan de orde doordat de leerlingen elkaars werk gaan uitvoeren en beoordelen. Daarbij moeten ze elkaar ook coachen tijdens de beoefening en reflecteren en feedback geven op de uitvoering. Op die manier ontstaat een win-win situatie waarbij zowel hun eigen vaardigheden als hun instructievaardigheden worden ontwikkeld op een ontwikkelingsgerichte ( agogische) wijze.

6. Onderwijs ontwerp/onderwijs in de school

Werken volgens de principes van activerende didactiek, hierbij gaan de leerlingen actief met de leerstof om en wil ik aandacht besteden aan het ervaringsgericht leren.

Bij aanleren van kennis gaat het vooral om het weten, kennen en begrijpen. Dit begint met het opbouwen van betekenis, wat ook het meeste tijd in beslag neemt. Via begrijpen en het maken van verbindingen (betekenis wordt verbonden aan andere kennis; de leerling gaat zijn kennis van afstanden verbinden met factoren die daar op van invloed kunnen zijn), volgt uiteindelijk het onthouden. Ik denk dat herhaling van de te leren stof hierbij een belangrijke factor is, in mijn voorbeeld van de rijtechniek zal er wat dat betreft dus een logische opbouw van de te leren stof over meerdere jaren moeten plaatsvinden waarbij steeds weer een stukje verdieping plaatsvindt. In het onderwijsontwerp betekent dit dat de leerling eerst gaat oefenen met het bouwen van eenvoudige lijntjes om deze vervolgens te oefenen met mede leerlingen. Naarmate de leerlingen hier vaardiger in worden wordt dit uitgebreid naar het bouwen en beoefenen van een heel parcours.

Bij het aanleren van vaardigheden gaat het om aanleren van ( nieuwe) vaardigheden en/of handelingen, dus het vooral het kunnen en doen. Dit gaat vanuit bewust aanleren via experimenteren naar automatiseren (het 4 staps leerproces: van Onbewust Onbekwaam naar Onbewust Bekwaam). Het automatiseren is hetgeen het meeste tijd kost en past na veel oefenen ontstaat.

In dit onderwijsontwerp verwacht ik van de leerlingen dat zij dus de verbinding aangaan van kennis met de ontwikkeling van de eigen vaardigheden, het doen, en laat ik de leerling experimenteren met de lesstof waarbij ruimte ontstaat voor een stuk eigen invulling en creativiteit. Door hen elkaars producten te laten beoefenen en beoordelen zorg ik ervoor dat ze alert blijven op problemen die zich kunnen voordoen en flexibel leren omgaan met veranderende situaties en omstandigheden ( zoals bijvoorbeeld een paard dat niet meewerkt of zijn dag niet heeft).

7. Instructie ontwerp

- Opdracht uitzetten ( gedaan)- Opfrissen van de theorie d.m.v. herhaling van de lesstof rijtechniek ( mee

bezig)- Toevoegen handvatten over parcoursbouw ( mee bezig)

Page 6: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen

- Visual notes, vergelijkingen en voorbeelden: het bekijken en analyseren van verschillende parcoursen die de leerlingen thuis of op school hebben gereden ( gedaan).

- Op 20 april moet de opdracht worden ingeleverd, in de 10 weken erna wordt er wekelijks een ontwerp getoetst in de praktijkles.

8. Uitvoering en Evaluatie ontwerp

a. Hoe bepaal ik of mijn instructie effect heeft gehad?b. Hoe toets ik? Welke toetsvorm? Toetsstanddaard? De parcourstekening wordt

door mij nagekeken. Daar waar nodig vraag ik feedback van een collega/specialist springen. Het cijfer hiervoor telt mee in het eindcijfer van het vak theorievak ARP ( analyse ruiter en paard).

c. Doe ik een nulmeting? Niet bij deze opdracht. Een nulmeting m.b.t. de eigen vaardigheid in het springen is aan het begin van het schooljaar gedaan. Voorafgaand aan het springen wordt de tekening besproken met alle leerlingen.

d. Betrek ik leerlingen bij de evaluatie: ja, de uitvoering (het rijden van het parcours en de instructie die de leerlingen elkaar geven tijdens de uitvoering) wordt gezamenlijk besproken en geëvalueerd.

e. Formatieve / summatieve evaluatie? “Een toets is niet per definitie formatief of summatief. Het gaat erom hoe de toetsresultaten gebruikt worden. Wanneer het resultaat meetelt in een (deel van de ) zak-/slaagbeslissing vervult de toets een summatieve functie. Dezelfde toets kan ook een formatieve functie vervullen, dit is het geval wanneer er feedback gegeven wordt aan de leerling , die de leerling kan gebruiken in het vervolgtraject van het onderwijs (“ uit Toetswijzer Groen Kennisnet”). In dit onderwijsontwerp kies ik voor de combinatie: de beoordeling van de parcourstekening is summatief doordat deze meetelt in het eindcijfer van het vak ARP. De praktische uitvoering is formatief: er wordt wel een waardering maar geen beoordeling aan gegeven, de leerling kan de feedback gebruiken voor zijn/haar ontwikkeling.

f. Peer- en self assessment? .De uitvoering ( het springen van het parcours en de rijdbaarheid van de lijnen ) laat ik zowel door de uitvoerende leerling zelf als door de groep evalueren. Ik kies er bewust voor om de vaardigheid ( het instrueren van het parcours aan elkaar) niet voor een cijfer te doen omdat ik uit ervaring weet dat dit de durf om te experimenteren en de creativiteit belemmert. Daarom kies ik voor wat betreft de praktische uitvoering voor peer- assessment, dus feedback vanuit de groep, geen oordeel maar bevorderen van inzicht.

Feedback vanuit de “Boxtel”groep: naar aanleiding van de peerfeedback vanuit de groep heb ik het onderdeel taakanalyse nog wat duidelijker uitgewerkt.

Conclusie: de leerlingen zijn enthousiast aan de gang gegaan met het eerste deel van de opdracht. Inmiddels heb ik de parcourstekeningen nagekeken, dit heeft veel inzicht opgeleverd m.b.t. hun kennis en daarmee ook veel gespreksstof. De nabespreking van de tekeningen gaat klassikaal plaatsvinden in de eerste week na de meivakantie en de praktische uitvoering in de weken daarna.Ineke LodeNHB Deurne

Page 7: ilode.files.wordpress.com€¦  · Web viewBehaviorisme ( gedrag, klassieke en operante conditionering) is iets wat zowel in de lessen “hoe leert het paard” als in de lessen