Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

83
Ik eet, derhalve ik ben In het kader van de huidige gezondheidstrend: een onderzoek naar de relatie tussen gezonde voedselconsumptie en identiteit onder jongvolwassenen. Bachelorscriptie: Thi Thu Phuong Vu Studentnummer: 10207473 Email: [email protected] Opleiding: Algemene Sociale Wetenschappen Scriptiebegeleider: Hylke de Vries Tweede lezer: Pepijn Olders Datum: 21 juli 2016

Transcript of Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

Page 1: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

Ik eet, derhalve ik ben In het kader van de huidige gezondheidstrend: een onderzoek naar de relatie tussen

gezonde voedselconsumptie en identiteit onder jongvolwassenen.

Bachelorscriptie: Thi Thu Phuong Vu

Studentnummer: 10207473

Email: [email protected]

Opleiding: Algemene Sociale Wetenschappen

Scriptiebegeleider: Hylke de Vries

Tweede lezer: Pepijn Olders

Datum: 21 juli 2016

Page 2: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

2

Voorwoord

Met heel veel trots presenteer ik u het resultaat van mijn eindscriptie ‘Ik eet derhalve ik ben’ voor

de bachelor Algemene Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Mijn keuze

voor deze opleiding was voornamelijk gebaseerd op onwetendheid over mijn toekomstperspectief.

Gedurende mijn studieloopbaan heb ik gekozen voor het domein Arbeid & Organisatie in

combinatie met het Master Aansluitend Programma Communicatiewetenschappen. Zoals u

misschien aan de titel kunt opmerken heeft mijn onderzoeksonderwerp vrijwel niets met deze twee

disciplines te maken. Gedreven door mijn persoonlijke interesse ben ik ondanks het tekort aan

academische kennis de uitdaging aangegaan om een kwantitatief onderzoek naar gezonde

voedselconsumptie te bewerkstelligen. Op lange termijn ben ik enorm blij dat ik dit heb durven

doen, omdat ik dankzij mijn onderzoeksonderwerp eindelijk weet wat ‘ik wil worden als ik later

groot ben’. Dit geweldige gevoel van zekerheid heb ik tot nu toe nog nooit ervaren.

De interdisciplinaire aard van deze opleiding heeft mij in zekere zin ondersteund door het

onderwerp vanuit meerdere invalshoeken te bekijken. Tijdens het gehele proces heb ik mijzelf in

zowel op intellectueel – als persoonlijk niveau op hoge mate verder ontwikkeld. Hiervoor ben ik

mijn scriptiebegeleider Hylke de Vries ontzettend dankbaar voor het afgelopen studiejaar. Dankzij

zijn oprechte betrokkenheid, enthousiasme en geruststellende aura heeft werd ik zeer gemotiveerd

om net een stapje verder te gaan dan gewoonlijk. Ik weet zeker dat zonder zijn hulp het

schrijfproces totaal anders had verlopen. Daarnaast wil ik mijn waardering laten blijken aan mijn

tweede lezer, Pepijn Olders, voor het inzien van mijn scriptie, maar ook voor de relevante feedback

en het geven van vertrouwen in mijn statistische bekwaamheid. Verder wil ik via deze weg alle

respondenten laten weten hoe zeer ik hun medewerking op prijs stel. Tot slot wil ik mijn familie

en vrienden bedanken voor hun geweldige – en lieve steun tijdens deze belangrijke fase van mijn

studie.

Ik wens u heel veel plezier met het lezen van mijn onderzoek!

Phuong Vu

Page 3: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

3

Inhoudsopgave Samenvatting 4 Introductie: eigen schuld dikke bult 5 Theoretisch kader (§1.) 1.1. In de smaak vallen bij anderen 9 1.2. Je bent wat je eet 10 1.3. Gezonde voedselconsumptie: nieuwe standaard binnen de samenleving 11 1.4. Interdisciplinariteit 13 Probleemstelling (§2.) 2.1. Doelstelling 13 2.2. Vraagstelling 14 2.3. Maatschappelijke relevantie 17 2.4. Wetenschappelijke relevantie 18 Onderzoeksmethodiek (§3.) 3.1. Onderzoeksstrategie 19 3.2. Onderzoeksdesign 20 3.3. Onderzoeksinstrument 20 3.4. Operationalisering 20

3.4.1. Gezonde voedselconsumptie 21 3.4.2. Health food identiteit 23 3.4.3. De huidige gezondheidstrend 24

3.5. Populatie & sampling 25 3.6. Dataverwerking – en analyse 26 3.7. Ethische kwesties 26 Resultaten (§4.) 4.1. Beschrijvende statistiek 27 4.2. Datapreparatie 29

4.2.1. Onderzoeksinstrument 29 4.2.2. Betrouwbaarheid en aannames 30

4.3. Data-analyses 31 4.3.1. Deelvraag 1: Health food identiteit 31 4.3.2. Deelvraag 2: De huidige gezondheidstrend 33 4.3.3. Deelvraag 3: Interactie-effect tussen identiteit en gezondheidstrend 35 4.3.4. Vervolganalyses 37

Conclusie (§5.) 5.1. Onderzoeksvraag 40 5.2. Discussie 44 5.3. Aanbevelingen vervolgonderzoek 45 Literatuurlijst (§6.) 46 Appendix (§7.) 49 7.1. Operationaliseringsschema’s 49 7.2. Onderzoeksinstrument 51 7.3. Betrouwbaarheidsanalyses en aannames 77

Page 4: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

4

Samenvatting

Uit onderzoek blijkt een nauw verband tussen het voedingspatroon en het effect op de individuele

gezondheid. Ook binnen de samenleving is er sprake van een groeiend besef, waarbij men zich

realiseert dat het welzijn aldus een kwestie is van eigen verantwoordelijkheid. Aansluitend worden

er steeds meer ‘voedselhypes’ waargenomen met allen één claim: het bevorderen van de fysieke –

en mentale gezondheid van de consument. Denk bijvoorbeeld aan superfoods, suiker– en

glutenvrije diëten en zelfs melk schijnt niet meer goed te zijn elk. Naast de toename van gezonde

voedingsmiddelen in de schappen van supermarkten kan er een ontwikkeling worden opgemerkt,

waarbij individuen een gezond voedingspatroon een belangrijk onderdeel van de identiteit

uitmaakt. In het kader van de huidige gezondheidstrend is een kwantitatief onderzoek uitgevoerd

naar de relatie tussen identiteit en gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Op basis van de resultaten van het onderzoek kan worden aangenomen dat er sprake is van

een toename van gezonde voedselconsumptie naarmate jongvolwassenen zichzelf associëren als

een gezonde consument. Met betrekking tot de huidige gezondheidstrend is een onderscheid

gemaakt in een intern – en extern meetniveau, namelijk het perceived gezondheidsbewustzijn van

het individu en de sociale omgeving bestaande uit familie, vrienden en collega’s. Hieruit blijkt een

significant positief effect op gezonde voedselconsumptie met uitzondering van de dimensie

collega’s. Verder zijn de twee concepten identiteit en gezondheidstrend samen in een hiërarchisch

regressiemodel geïntegreerd. Hieruit blijkt het effect van identiteit op gezonde voedselconsumptie

afhankelijk te zijn van de huidige gezondheidstrend, wat betekent dat er een verband is tussen

identiteit en de gezondheidstrend. Tot slot is uit de data-analyses naar voren gekomen dat het

sterkste afzonderlijke effect op gezonde voedselconsumptie toegewezen kan worden aan het

individuele gezondheidsbewustzijn. Dit sluit aan op eerder onderzoek naar de maakbaarheid van

de eigen gezondheid met behulp van een verantwoord voedingspatroon.

Aan de hand van de data-analyses kan worden geconcludeerd dat gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen met behulp van identiteit en de gezondheidstrend

daadwerkelijk verklaard kan worden.

Page 5: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

5

Introductie: eigen schuld, dikke bult.

De verontrustende toename van obese personen sinds de jaren ‘80 heeft verschillende instanties

aangespoord tot het ondernemen van actie (CBS, 2012). Onder andere de overheid en het

Voedingscentrum pogen met behulp van diverse informatieve campagnes burgers te attenderen op

het belang van gezonde voedselconsumptie en de gezondheidswinst die hieruit te halen valt. Uit

onderzoek blijkt dat de Nederlandse consument zich meer bewust is geworden van de gezonde

voeding (GfK, 2010). Hierbij wenst de onwetende burger meer kennis en informatie vanuit de

overheid te ontvangen om zodoende een verantwoord voedingspatroon zich eigen te kunnen

maken. Zowel jongeren als ouderen willen minder zout, suiker en vet consumeren en zijn bereid

om meer geld uit te geven aan gezonde voedingsmiddelen (Voedingscentrum, 2011).

Daarnaast is er binnen de samenleving sprake van toenemende bewustzijn met betrekking

tot de relatie tussen gezondheid en eetgedrag. Langzamerhand realiseren steeds meer mensen dat

de fysieke- en mentale gesteldheid van het lichaam sterk afhankelijk is van de dagelijkse

voedselconsumptie. In premoderne samenlevingen werd het uitblijven van kwalen ervaren als een

goddelijk zegen, omdat men in de veronderstelling was dat de gezondheid buiten de macht stond

van het individu. Vandaag de dag wordt onder het mom van ‘voeding als beste geneesmiddel’

beweerd dat met behulp van een verantwoord voedingspatroon meer dan driekwart van alle

medicatie kan worden verminderd of zelfs niet meer nodig zal zijn (Verburgh, 2013). Gezondheid

is aldus een kwestie van eigen verantwoordelijkheid, waar men zelf zijn invloed op uitoefent (de

Hollander et al., 2006). Afhankelijk van het eetpatroon hebben voedingsmiddelen zijn gunstige of

ongunstige gevolgen voor de gezondheid van het individu (Gezondheidsraad, 2015). Op grond van

deze rationele motieven wordt gesteld dat het individu zijn eigen welzijn wel degelijk in de hand

heeft in vergelijking met het religieuze denkbeeld tijdens de premoderniteit.

In hoeverre de huidige gezondheidstrend zijn invloed uitoefent op het

gezondheidsbewustzijn blijkt uit de groeiende vraag naar meer gezonde(re) producten. De

voedingsmiddelenindustrie haakt gretig in op deze vraag middels verregaande uitbreiding van het

gezondheidsassortiment (Massaro, 2015). Een voorbeeld hiervan is de introductie van een

biologische productlijn door onder andere de Albert Heijn en Jumbo. De erkenning door grote

supermarktconcerns heeft aanzienlijk bijgedragen aan het toegankelijk maken van gezonde

voedselkeuzes, waardoor de consument zo frequent en gemakkelijk mogelijk in aanraking komt

met gezonde voedingsmiddelen (CBS, 2012; Bionext, 2015). In zekere zin wordt rekening

Page 6: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

6

gehouden met de wensen van de consument, maar aan de andere kant is het maken van winst ook

van belang. De bewuste consument is een aantrekkelijke doelgroep voor de

voedingsmiddelenindustrie, omdat hij zich bereid is om extra te betalen voor gezonde producten

Daarnaast wordt Nederland gekenmerkt als een consumptiemaatschappij, waarbij

producten worden gekocht omdat die specifiek aansluiten bij de identiteit van het individu

(Nederstigt & Poiesz, 2014). De vraag die hieruit voortkomt is of dit ook het geval is tijdens

gezonde voedselconsumptie. Terwijl de overheid zich voornamelijk buigt over de meest effectieve

en efficiënte campagnes omtrent voedingsvoorlichting, kan onderzoek over de relatie tussen

gezonde voedselconsumptie en identiteit nieuwe inzichten bieden over het stimuleren van een

gezond(er) voedingspatroon. Het doel van dit onderzoek is derhalve het in kaart brengen in

hoeverre gezonde voedselconsumptie verklaard kan worden door identiteit. Ook zal de invloed van

de huidige gezondheidstrend op gezonde voedselconsumptie worden meegewogen tijdens dit

onderzoek.

Wat betreft onderzoek naar de relatie tussen gezonde voedselconsumptie en identiteit schiet

de wetenschappelijke literatuur te kort. Men buigt zich voornamelijk over verklaringen voor

ongezonde voedselconsumptie en de stijgende prevalentie van obesitas. Daarnaast zijn er

weliswaar theorieën over de relatie tussen identiteit en consumptiegedrag. Echter, hebben zij

slechts betrekking op de consumptie van ‘zichtbare’ goederen. Hieruit wordt geconcludeerd dat

producten, zoals kleding en mobiele telefoons, door consumenten worden gekocht ter uitstraling

van een specifieke identiteit. Om deze reden wordt er veel waarde gehecht aan de mate waarin de

producten aansluiten bij de identiteit die de consument wilt uitstralen (Nederstigt & Poiesz, 2014).

Vooralsnog ontbreekt er onderzoek naar de invloed van identiteit tijdens de consumptie van

gezonde voedingsmiddelen.

Een verklaring is eventueel de mate waarin de consumptie van voedingsmiddelen werkelijk

‘zichtbaar’ is voor de sociale omgeving. Tegenwoordig krijgt de consument dankzij sociale media

de mogelijkheid om foto’s van maaltijden te delen met anderen. Er zijn ontzettend veel

voedselhypes die ieder voor zich een andere opvatting hebben voor het bewerkstelligen van een

gezond voedingspatroon. Denk aan superfoods, suiker– en glutenvrije diëten en zelfs melk schijnt

niet meer goed te zijn elk (Massoro, 2015). Populaire voedings-gerelateerde boeken, waaronder

bestsellers als het Voedselzandloper van Kris Verburgh, de Mooie Voedselmachine van Guilia

Enders en de twee Powerfood-boeken van Rens Kroes, laten zien dat veel individuen geïnteresseerd

Page 7: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

7

zijn in dit onderwerp (van den Bos, 2016). Daarnaast verschijnen er steeds meer gezonde

voedingsmiddelen in de schappen van supermarkten. Bijvoorbeeld in de Albert Heijn zijn er groene

labels om de prijsetiketten bij wijze van schreeuwen dat het een biologisch product is. Er zijn zelfs

bonusacties geweest met korting op specifiek ‘gezonde’ producten om consumenten te stimuleren

om een verantwoorde voedselkeuze te maken. Laten staan de slimme marketing op de verpakking

van producten over hoe gezond hetgeen wel niet is. Kortom: er is iets gaande omtrent het stimuleren

van consumenten om gezonder te eten ondanks kapitalistische overwegingen van de

voedselindustrie.

In het kader van de huidige gezondheidstrend, waarbij gezond eten geassocieerd wordt met

‘hip’, kan identiteit een potentiële verklaring voor de toenemende gezonde voedselconsumptie

onder consumenten (Nederstigt & Poiesz, 2014). Dit onderzoek sluit daarom ook aan bij eerder

onderzoek naar de invloed van identiteit op consumentengedrag. Tevens kan de groeiende vraag

naar – en aanbod van gezonde voedingsmiddelen worden toegeschreven aan identiteit. Dit zal

gebeuren aan de hand van wetenschappelijk literatuur over interne – en externe factoren met

betrekking tot de relatie tussen identiteit en consumptiegedrag. Vervolgens zullen de theorieën op

gezonde voedselconsumptie worden toegepast.

In het eerstvolgende onderdeel zal een theoretisch kader worden geschetst, waarin het

onderzoek geplaatst kan worden. Met behulp van bestaande literatuur en recent onderzoek zal de

relatie tussen gezonde voedselconsumptie en identiteit op interdisciplinaire wijze nader worden

toegelicht. Op basis van de besproken theorie wordt de onderzoeksvraag geformuleerd. De

deelvragen zijn dusdanig opgesteld om geleidelijk tot een antwoord op de onderzoeksvraag te

komen (§1.). Daaropvolgend zal de probleemstelling worden behandeld, waarbij tijdens de

operationalisering de belangrijkste concepten worden omgezet in meetbare dimensies – en

indicatoren (§2.). Aansluitend zullen de keuzes met betrekking tot de onderzoeksstrategie, –

design, – methode en – populatie en ethische verantwoording worden onderbouwd (§3.).

Vervolgens zullen de belangrijkste resultaten op statistische wijze worden gepresenteerd (§4.). In

de conclusie zullen de abstracte bevindingen nader worden toegelicht om zodoende de

onderzoeksvraag en deelvragen te beantwoorden. Tot slot worden de discussie en evaluatie van het

onderzoek behandeld (§5.). In de appendix vindt u de schematische weergave van de

operationalisering, de volledige vragenlijst en relevante illustraties met betrekking tot de aannames

van de data-analyses.

Page 8: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

8

1. Theoretisch kader

Tijdens deze paragraaf zal wetenschappelijk literatuur worden behandeld die aansluiten op het

onderzoeksonderwerp over de invloed van identiteit op gezonde voedselconsumptie. Allereerst is

het van belang om rekening te houden met het abstracte karakter van het begrip identiteit. Tot

dusver bestaat er binnen de wetenschappelijke literatuur geen eenduidige formulering voor dit

concept. Al meer dan een eeuw wordt er geworsteld met een geschikte definitie voor identiteit

(Moran, 2015). Klassieke theoretici, waaronder William James (1890), Charles Cooley (1902) en

George Herbert Mead (1934), hebben een aantal belangrijke concepten van identiteit uiteengezet.

Deze denkers zullen worden behandeld in het eerstvolgende onderdeel om zodoende een duidelijk

beeld te schetsen over de betekenis achter identiteit binnen dit onderzoek. Ondanks dat er geen

directe link is gelegd, waren de theorieën van fundamenteel belang in hun bijdrage aan de

hedendaagse interpretatie van de term identiteit (Moran, 2015).

Het onderscheid in sociale – en psychologische processen liggen ten grondslag aan de

ontwikkeling van de verschillende aspecten van identiteit, waaronder theorieën over de zelf,

reflexiviteit en het zelfbeeld. Ter onderbouwing van de premisse dat er een relatie is tussen

identiteit en consumptie zullen theorieën op micro – en macroniveau van Mead, Goffman, Elias en

Bourdieu worden behandeld. De theorieën hebben betrekking op concepten als zelfpresentatie,

sociale vergelijking en sociale differentiatie.

Aansluitend zullen sociaal – en psychologische maatschappelijke ontwikkelingen worden

behandeld die van invloed zijn geweest op consumptiegedrag. Op macro-niveau zal het

dynamische en innovatieve karakter van consumentengedrag worden geïnterpreteerd (Nederstigt

& Poiesz, 2014). Vervolgens worden deze verklaringen toegepast op de huidige gezondheidstrend

met behulp van postmoderniteit in het licht van Bauman en Giddens, the theory of planned

behaviour (Azjen, 1991) en Elias (2000). Tenslotte komen recente onderzoeken aan bod die de

relatie tussen consumptie en identiteit nader toelichten. Dit is van belang om vervolgens het

verband te verschuiven naar gezonde voedselconsumptie. Naar aanleiding van relevante

sociaalpsychologische theorieën en recent sociaaleconomisch onderzoek over de relatie van

identiteit en consumptiegedrag, wordt gesuggereerd dat gezonde voedselconsumptie deels

verklaard kan worden door identiteit in het kader van de huidige gezondheidstrend.

Page 9: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

9

1.1. In de smaak vallen bij anderen

Het was Erikson (1958) die als ‘eerste’ de betekenis aan identiteit heeft gegeven, waar men

tegenwoordig enigszins content mee is: het resultaat van voortdurende interactie tussen het individu

en sociale omgeving (Soenens & Luyckx, 2003: 123). Identiteit an sich wordt gezien als resultaat

van de wederkerige relatie tussen micro – en macroprocessen die zich gedurende de levensloop

hebben voorgedaan (Erikson, 1958). Op basis hiervan wordt derhalve onderscheid gemaakt in twee

dimensies van identiteit: de persoonlijke identiteit en de sociale identiteit van het individu. In het

boek Mind, Self and Society schrijft Mead (1934) over de invloed van de sociale wereld op

ontwikkeling van identiteit. Het menselijk handelen komt voort uit de volgende drie dimensies: de

geest, de zelf en de sociale omgeving (Mead, 1934). De geest wordt omschreven als een proces,

waarbij er een innerlijke conversatie plaatsvindt met het individu mede mogelijk gemaakt door de

zelf. Binnen de zelf is een onderscheid gemaakt tussen enerzijds een onbewuste, actieve en

creatieve ‘I’ en anderzijds een bewuste, passieve en gesocialiseerde ‘me’ (Mead, 1934). Dit wil

zeggen dat ‘me’ sociaal geconstrueerd is en ‘I’ vanuit individuele kenmerken en eigenschappen

handelingen verricht. De visies van Erikson en Mead op identiteit zijn aldus in overeenstemming

met elkaar. Cooley (1902) heeft een belangrijke basis gelegd voor verklaring voor zelfvertrouwen

en zelfpresentatie door zijn theorie over ‘the looking-glass self’. (Côté & Levine, 2002).

Door voortdurende wisselwerking tussen de twee constructen is men in staat om zichzelf te

analyseren als object. Op basis hiervan wordt er een reflexief proces in gang gezet die eigen

gedragingen corrigeert, geïnspireerd door het fenomeen van the looking-glass self (Cooley, 1902).

Het individu bezit de capaciteit om zichzelf kritisch te observeren door zich in de ander te

verplaatsen, waardoor zelfevaluatie mogelijk wordt gemaakt. Afhankelijk van geïnterpreteerde

reacties vanuit de omgeving wordt een persoonlijk oordeel geveld over recent vertoont gedrag. Het

reflexieve proces kan worden vergeleken met een interne spiegel die de ongeschreven regels

omtrent sociaal geaccepteerd gedrag reflecteert (Christodoulou, 2010). Onder andere Goffman

(1959) is door de denkbeelden van Cooley en Mead geïnspireerd geraakt. Hij heeft het zelfbeeld

en zelfpresentatie geïntegreerd met behulp van het rollenspel. Geïnspireerd door dramaturgie

verklaart Goffman (1959) op welke manier men een positieve indruk van zichzelf weet achter te

laten bij anderen (Ritzer, 2014). Door middel van het zich eigen maken van een specifieke habitus

wordt het mogelijk om het gewenste zelfbeeld naar de sociale omgeving te etaleren (Moran, 2015).

Page 10: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

10

In het licht van Mead (1934) en Cooley (1902) ontstaat de notie dat de identiteit een product

is van socialisatie. Sterker nog, zij beweren dat de sociale omgeving een prioriteit is voor het

ontwikkelen van de zelf, omdat zonder de aanwezigheid van anderen er geen zelfevaluatie kan

plaatsvinden (Côté & Levine, 2002). Mead (1934) stelt dat in premoderne samenlevingen de zelf

werd gedomineerd door ‘me’ en in de hedendaagse moderne samenleving de zelf meer door ‘I’

wordt beïnvloed (Ritzer, 2014). Met andere woorden: in premoderne samenlevingen werd identiteit

voornamelijk gebaseerd op de sociale achtergrond van de desbetreffende individu. Sociale aspecten

als familiestatus, positie op het werk en politieke voorkeur werden toegeschreven aan de identiteit

van het individu (Moran, 2015). De industriële revolutie heeft verschillende moderne

ontwikkelingen met zich meegebracht. Secularisering, globalisering en grotere kansen op

intergenerationele mobiliteit hebben bijgedragen aan verdergaande individualisering (Ritzer,

2014).

1.2. Je bent wat je eet

De ontwikkeling van identiteit werd gaandeweg meer afhankelijk van persoonlijke interne factoren,

waaronder individuele keuzes –, eigenschappen en – competenties. Dit is een contrast in

vergelijking met premoderne samenlevingen waar de sociale context determinerend was voor de

positie van het individu (Côté & Levine, 2002). Gedurende de moderniteit is de behoefte aan ‘het

hebben van een identiteit’ zich steeds verder gaan ontplooien. Volgens Giddens (1991) heeft de

toename van keuzevrijheid geleid tot een groeiend besef dat men eigen verantwoordelijkheid draagt

voor de gevolgen van zijn keuzes en handelingen. De implementatie van het kapitalistische systeem

heeft deze behoefte geïntensiveerd middels het bewerkstelligen van keuzevrijheid. Uiteindelijk

heeft dit geleid tot totstandkoming van de consumptiesamenleving binnen de Westerse wereld.

Door een uitgebreid aanbod van producten in verschillende soorten, maten en kleuren wordt het

mogelijk om als individu hetgeen te kiezen dat aansluit op zijn identiteit. Bauman (2003) en

Giddens (1991) zijn in de veronderstelling dat de samenleving zich bevindt in een periode van

postmoderniteit gekenmerkt door een uitzonderlijk hoge mate van dynamische reflexiviteit en

maakbaarheid van onder andere het menselijk lichaam (Ritzer, 2014). Onderzoek naar de relatie

tussen voedselconsumptie en chronische ziekten sluit aan bij deze uitspraak (Gezondheidsraad,

2015). Derhalve staan voedselkeuzes in verband met de mentale en fysieke gesteldheid van het

Page 11: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

11

individu. Ergo, een gezond lichaam is een rationele en persoonlijke keuze (de Hollander et al.,

2006).

Zoals eerder is vermeld wordt het individu in de hedendaagse consumptiesamenleving

vormgegeven middels consumptie van bepaalde producten die aansluiten op de identiteit

(Nederstigt & Poiesz, 2014). Voornamelijk passen de gekozen producten binnen de norm van

‘sociale acceptatie door de samenleving’. Omdat het individu zijn sociale omgeving als

referentiekader gebruikt om zichzelf te beoordelen, wordt hij onbewust beïnvloed door het

consumptiegedrag van anderen (Moran, 2015). Daarbij speelt de angst voor sociale uitsluiting een

essentiële rol om zich te gedragen naar de norm. De veronderstelling dat het individu het gevoel

krijgt dat hetgeen wat ‘hip en trendy’ in de samenleving gekocht moet worden, kan met behulp van

de theorieën van Elias (2000) over het trickle-downeffect en de wederkerige relatie tussen socio –

en psychogenese worden verklaard. Als gevolg van interne – en externe druk gedraagt het individu

zich naar de norm van de sociale omgeving. Langzamerhand weet men zich sociaal geaccepteerd

te gedragen om zodoende niet buiten de boot te vallen tijdens sociale situaties. De voortdurende

behoefte aan differentiatie van de elite ziet Elias (2000) als een van oorzaken van het

civilisatieproces. Omdat andere bevolkingsgroepen de elite als voorbeeld zagen werden de elitaire

gedragingen langzaam maar zeker overgenomen door alle bevolkingslagen middels het trickle-

down effect (Ritzer, 2014).

Onderzoek naar de mate van gezonde voedselconsumptie laat zien dat er een verschil is in

het eetgedrag met betrekking tot sociaaleconomische klasse. Er is sprake van een hogere mate van

gezonde voedselconsumptie wanneer men stamt uit een hoge sociaaleconomische klasse

(Bourdieu, 1978; Dagevos & Munnichs, 2007). Uitgaande van een trend waarbij gezond eten de

nieuwe standaard wordt zou als gevolg van internalisering de behoefte ontstaan om gezonder te

consumeren. Elias (2000) zijn opvattingen over het trickle-downeffect en de relatie tussen

sociogenese en psychogenese onder het mom van sociale vergelijking zijn tevens een verklaring

voor de huidige gezondheidstrend.

1.3. Gezonde voedselconsumptie: nieuwe standaard binnen de samenleving

Uit onderzoek blijkt dat men per dag gemiddeld voor maar liefst tweehonderd voedselkeuzes staan

(Wansink, 2007). Dit was een aanzienlijke afwijking ten opzichte van de veertien dagelijkse

voedselkeuzes die door de respondenten werd ingeschat. Op basis van de resultaten werd

Page 12: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

12

verondersteld dat de meeste voedselkeuzes voornamelijk onbewust verwerkt worden door het

individu. De theory of planned behaviour stelt dat gedrag voortkomt uit een wisselwerking tussen

normen, attitudes en perceived control (Azjen, 1991). Er is bewezen dat bewustzijn an sich een

belangrijke indirecte invloed heeft op uiteindelijk gedrag van het individu. Toegepast op het

onderzoek wordt verwacht dat een hogere mate van gezondheidsbewustzijn een invloed heeft op

de mate gezonde voedselconsumptie. Het eetgedrag heeft derhalve invloed op de gezondheid van

het individu, waardoor het besef groeit dat het maken van de juiste keuzes omtrent

voedselconsumptie van belang is voor een gezond lichaam (Azjen, 1991). Dit leidt tot

internalisering van het belang van verantwoorde voedselkeuzes. Als gevolg van geïnternaliseerd

bewustzijn wordt het mogelijk dat individuen zichzelf gaan identificeren met gezonde

voedingsmiddelen. Wanneer gezond eten wordt verondersteld als de nieuwe standaard binnen de

samenleving en dit wordt opgemerkt door het individu kan dit resulteren in een toename van

gezonde voedselconsumptie

Volgens consumptiesocioloog Dagevos worden verantwoorde keuzes niet alleen gemaakt

op basis van een gezonde voedingswaarde. De functie van voeding is meer dan alleen het lichaam

voorzien van voldoende energie, het betreft ook psychologische – en sociale aspecten (Dagevos,

2005). Vandaag de dag wordt de samenleving overspoeld met diverse trends, hypes en adviezen

over welke diëten en/of producten ‘echt’ goed zijn voor het lichaam. Dagevos (2015) voorspelt een

verdere toename van hypes, waardoor het voor de de consument steeds onduidelijker wordt welk

voedingspatroon daadwerkelijk gezond is. De opeenvolgende voedselhypes kunnen eveneens

worden toegeschreven aan sociale differentiatie. De theorieën over zelfpresentatie van Goffman

(1959) en sociale differentiatie van Bourdieu (1979) kunnen worden gecombineerd ter verklaring

van soortgelijke gedragingen, waarbij het individu zichzelf probeert te onderscheiden van de

homogene samenleving middels specifieke uitingen van de persoonlijke identiteit in de vorm van

consumptie.

Kortom, gezonde voedselconsumptie kan aan de hand van de wederkerige relatie tussen

persoonlijke identiteit en sociale identiteit worden begrepen. In het licht van de postmoderniteit,

de consumptiesamenleving en de huidige gezondheidstrend kan het bewust kiezen voor een gezond

voedingspatroon worden omschreven als een karakteristieke uiting van identiteit.

Page 13: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

13

1.3. Interdisciplinariteit

Het benaderen van gezonde voedselconsumptie vanuit slechts één discipline is per defnitie

onmogelijk. De complexiteit van het vraagstuk vraagt een interdisciplinaire aanpak, omdat

verklarende factoren voor gezonde voedselconsumptie hun oorsprong vinden binnen verschillende

wetenschappelijke domeinen. In dit onderzoek staat de invloed van identiteit en de huidige

gezondheidstrend centraal, waarbij er ook onderscheid wordt gemaakt in psychologische en

sociologische dimensies per afzonderlijk concept.

Uit het theoretisch kader komt naar voren dat verklaringen voor de relatie tussen identiteit

en consumptie dikwijls onderzocht is binnen diverse disciplines. Het verklaren van gezonde

voedselconsumptie middels integratie van verschillende invalshoeken zal beduidend meer inzicht

bieden tegenover een onvolledige verklaring van gezonde voedselconsumptie gebaseerd op een

eenzijdige opvatting. Het effect van identiteit op gezonde voedselconsumptie is tot op heden niet

specifiek bestudeerd. Idem voor de huidige gezondheidstrend, regelmatig benoemd in

onderzoeksartikelen, maar het effect op gezonde voedselconsumptie is vooralsnog niet

daadwerkelijk bevestigd door wetenschappelijk onderzoek.

2. Probleemstelling

2.1. Doelstelling

Voorheen was een gezond voedingspatroon met name kenmerkend voor de levensstijl van de

bovenklasse in vergelijking met de lagere klassen die voornamelijk ongezond eetgedrag

vertoonden (Kamphuis, Jansen, Mackenbach & van Lenthe, 2015). Tegenwoordig wordt in het

belang van de volksgezondheid door de overheid en het Voedingscentrum elk individu, ongeacht

klasse en dergelijke kenmerken, aan te sporen tot gezonde consumptie. Tijdens dit onderzoek zal

worden getoetst in hoeverre identiteit een effect heeft op gezonde voedselconsumptie. Wat betreft

de aanschaf van bijvoorbeeld kleding speelt de identiteit van het individu namelijk een belangrijke

rol. Daarnaast laat onderzoek naar het effect van omgevingsfactoren zien dat de mate waarin men

wordt blootgesteld aan gezonde producten invloed heeft op verantwoorde voedselkeuzes

(Wansink, Just & Payne, 2009). In dit onderzoek staat het effect van identiteit centraal, waarbij de

huidige gezondheidstrend wordt meegewogen ter verklaring van de toenemende gezonde

voedselconsumptie.

Page 14: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

14

De industriële revolutie ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van de huidige Westerse

consumptiemaatschappij (Ritzer, 2014). Door de omschakeling van handmatige productie naar

geautomatiseerde machines werd zodoende getracht om de productie van goederen zo efficiënt en

effectief mogelijk uit te voeren. Producten konden zodoende voor een lagere prijs worden

aangeboden. Dankzij toenemende rationalisering men aangespoord om het maximale nut uit

consumptiekeuzes te halen met overmatige consumptie als gevolg (Dagevos & Munnichs, 2007).

Dankzij de implementatie van enorme keuzevrijheid is voor de consument de mogelijkheid

gecreëerd om met behulp van specifieke producten zijn eigen identiteit te uiten. Naar aanleiding

van de huidige gezondheidstrend wordt het aannemelijk dat identiteit ook een rol zou kunnen

spelen tijdens het maken van voedselkeuzes (Nederstigt & Poiesz, 2014).

Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen in hoeverre identiteit gezonde

voedselconsumptie kan verklaren. De relatie tussen gezonde consumptie en identiteit is op dit

gebied tot dusver nauwelijks onderzocht. Onderzoek naar eetgedrag heeft zich voornamelijk

gericht op het verklaren van ongezonde voedselconsumptie. Uit onderzoek naar de invloed van

sociale factoren op gezonde consumptie blijkt dat mensen negatieve associaties hebben met

betrekking tot gezonde voeding. Vanwege het sociale risico werd gezonde voedselconsumptie door

adolescenten vermeden in het bijzijn van anderen (Stevenson, Doherty, Barnett, Muldoon & Trew,

2007). Met de huidige gezondheidstrend worden verantwoorde producten langzamerhand sociaal

geaccepteerd of zelfs positief ontvangen. Er wordt verwacht dat de sociale barrière omtrent

gezonde voedselconsumptie steeds verder zal inkrimpen. Wanneer dit het geval blijkt te zijn wordt

het plausibel dat individuen, wellicht onbewust, de neiging ontwikkelen om op gezonde wijze te

consumeren. Afhankelijk van de waarde die men hecht aan de notie van identiteit, is de verwachting

dat gezond eetgedrag op basis van zelfpresentatie zal worden vertoond (Goffman, 1959).

2.2. Vraagstelling

Het belang van een verantwoord voedingspatroon en de individuele gezondheid wordt

langzamerhand binnen de hele samenleving erkend. Uit eerder onderzoek blijkt dat in de

hedendaagse consumptiemaatschappij het individu producten aanschaft die aansluiten bij de

identiteit. In hoeverre identiteit en de huidige gezondheidstrend daadwerkelijk effect heeft op

gezonde voedselconsumptie zal tijdens de tweede deelvraag worden behandeld. Het onderzoek

Page 15: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

15

richt zich specifiek op de doelgroep jongvolwassenen tussen de 19 – en 30 jaar. Er is sprake van

een hoge mate van identiteitsontwikkeling tijdens deze leeftijdsfase (de Looze et al., 2013).

In het kader van de huidige gezondheidstrend zou dit kunnen resulteren in een toename van

gezonde voedselconsumptie, omdat jongvolwassenen een gezond voedingspatroon zien als een

cruciaal onderdeel van de eigen identiteit. Op grond van de besproken theorieën luidt de

onderzoeksvraag als volgt: In hoeverre is er sprake van een effect van identiteit op gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen in het kader van de huidige gezondheidstrend?

De hoofdvraag zal worden beantwoord aan de hand van drie deelvragen met betrekking tot health

food identiteit en de huidige gezondheidstrend.

Deelvraag 1: Welk effect heeft health food identiteit op gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen?

In de eerste deelvraag staat de mate waarbij jongvolwassen een gezond voedingspatroon een

belangrijk onderdeel van de identiteit vinden centraal. Op basis van Erikson (1958) zijn definitie

van identiteit: het resultaat van voortdurende interactie tussen het individu en de sociale omgeving,

is er een onderscheid gemaakt in twee dimensies. Toegepast op gezonde voedselconsumptie is de

variabele health food identiteit ontwikkeld als de mate waarin men zich identificeert met gezonde

consumptie op zowel persoonlijk – als sociaal vlak. Er wordt een stijging van gezonde

voedselconsumptie verwacht naar mate health food identiteit toeneemt.

Ha: Persoonlijke identiteit heeft een positief effect op gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen.

Ha: Sociale identiteit heeft een positief effect op gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen.

Page 16: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

16

Deelvraag 2: Welk effect heeft de huidige gezondheidstrend op gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen?

Zoals eerder besproken is er sprake van een toenemend gezondheidsbewustzijn binnen de

samenleving onder het mom van de huidige gezondheidstrend. In hoeverre de gezondheidstrend

een effect heeft op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen wordt tijdens de tweede

deelvraag geanalyseerd. Men realiseert zich steeds meer dat de individuele gezondheid een kwestie

van eigen verantwoordelijkheid is (Dagevos & Munnichs, 2007). Door een gezond

voedingspatroon kan gezondheidswinst worden behaald met betrekking tot de tien meest

voorkomende chronische ziekten in Nederland (de Gezondheidsraad, 2015). Tijdens de

operationalisering hebben de theory of planned behaviour en de wisselwerking tussen socio – en

pscyhogenese van Elias (2000) een belangrijke rol gespeeld.

Het concept de huidige gezondheidstrend is vervolgens opgesplitst in vier dimensies

gebaseerd op perceived gezondheidsbewustzijn. Hierbij is een onderscheid gemaakt in een intern

– en extern meetniveau: het individu en de sociale omgeving bestaande uit familie, vrienden en

collega’s. De veronderstelling is dat de huidige gezondheidstrend een positieve uitwerking zal

hebben op de mate van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Ha: Individuele gezondheidsbewustzijn heeft een positief effect op gezonde

voedselconsumptie.

Ha: De mate van perceived gezondheidsbewustzijn van familie heeft een positief effect

op gezonde voedselconsumptie.

Ha: De mate van perceived gezondheidsbewustzijn van vrienden heeft een positief effect

op gezonde voedselconsumptie.

Ha: De mate van perceived gezondheidsbewustzijn van collega’s heeft een positief effect

op gezonde voedselconsumptie.

Page 17: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

17

Deelvraag 3: In hoeverre is het effect van health food identiteit op de mate van gezonde

voedselconsumptie afhankelijk van de huidige gezondheidstrend?

Tot slot zal het interactie-effect tussen identiteit en gezondheidstrend op gezonde

voedselconsumptie worden bestudeerd. De verwachting is dat er sprake zal zijn van een

versterkend effect van de twee variabelen op gezonde voedselconsumptie. Er wordt vernomen dat

het voedingspatroon meer in overeenstemming zal zijn met de richtlijnen van de Schijf van Vijf

naarmate jongvolwassenen gezond eten erkennen als een belangrijk onderdeel van de persoonlijke

– en sociale identiteit, afhankelijk van de interne – en externe gezondheidsbewustzijn.

Ha: Het effect van health food identiteit op gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen is afhankelijk van de huidige gezondheidstrend.

2.3. Maatschappelijke relevantie

In vergelijking met de 19e eeuw heeft de samenleving grote ontwikkelingen meegemaakt wat

betreft de consumptie van voeding. Met ingang van de industriële revolutie is men overmatig gaan

produceren en consumeren (Dagevos & Munnichs, 2007). Dit heeft negatieve gevolgen met zich

meegebracht, waaronder een stijgende prevalentie in overmatig overgewicht en een verontrustende

toekomstvisie omtrent het milieu. Ongeveer de helft van de Nederlandse volwassen bevolking is

geconstateerd met overgewicht. In vergelijking met de laatste decennia is er sprake van een

aanzienlijke toename in het aantal personen met overgewicht. In 1980 had ‘slechts’ 27% van de

bevolking matig tot ernstig overgewicht. Het aantal personen met obesitas heeft zich verdubbeld

van 5% tot 12% (CBS, 2012). Naast de ‘zichtbare’ gevolgen van gewichtstoename verhoogt

overgewicht het gezondheidsrisico op aandoeningen als: diabetes type 2, hart- en vaatziekten, hoge

bloeddruk, sommige vormen van kanker en gewrichtsaandoeningen (Bakel et al., 2014). Uit

onderzoek blijkt dat het risico op de tien meest voorkomende chronische ziekten in Nederland door

middel van een gezond – en verantwoord voedingspatroon wordt verkleind (Gezondheidsraad,

2006). Naast de ongewenste gevolgen voor de volksgezondheid levert overgewicht ook een

belangrijke bijdrage aan hoge zorgkosten (Panhuis-Plasmans et al., 2012).

Page 18: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

18

Daarnaast gaat het produceren van voeding ten koste van het milieu: 20 tot 35% van de

milieubelasting en de uitstoot van broeikaseffecten wordt veroorzaakt door de productie – en

consumptie van voedingsmiddelen. Er is groeiende aandacht voor meer duurzaamheid om de

voedselkwaliteit te verbeteren. Middels een gezond voedingspatroon kan duurzaamheidswinst

worden behaald. Het zou leiden tot meer dan 20% minder C02-uitstoot, Het bewust kiezen van

boodschappen in de supermarkt zou de duurzaamheidswinst verder verhogen (Gezondheidsraad,

2015). Een maatschappelijke verandering in voedingsconsumptie zou de problematiek rondom

overgewicht en milieuvervuiling doen afnemen. Een gezond voedingspatroon heeft zijn positieve

effecten op zowel het verminderen van chronische ziekten, als het leiden tot een duurzamere

wereld. Wanneer blijkt dat identiteit een effect heeft op eetgedrag, zal het advies voor toekomstig

beleid afgestemd moeten worden op het stimuleren van een gezonde identiteit om zodoende

verantwoorde voedselconsumptie te bevorderen binnen de samenleving

2.4. Wetenschappelijke relevantie

De relatie tussen identiteit en consumptiegedrag is in verschillende disciplines onderzocht, maar

met betrekking tot gezonde voedselconsumptie schiet de wetenschap te kort. Sinds de jaren zestig

werd de maatschappij steeds meer gekarakteriseerd als een consumptiesamenleving: een omgeving

met een overvloed aan calorierijk voedsel en structureel gebrek aan beweging. Onderzoek naar

eetgedrag gaat voornamelijk over de verklaringen voor ongezonde consumptie. Hierdoor ontstond

steeds meer belangstelling naar externe verklaringen voor eetgedrag (Dagevos, 2008).

Uit eerder onderzoek blijkt dat in de hedendaagse consumptiemaatschappij de consument

producten aanschaft die aansluiten bij de identiteit. Met behulp van deze consumptiegoederen

probeert men een specifieke indruk bij anderen achter te laten. Deze keuze is onder andere

afhankelijk van de mate waarin het desbetreffende product zichtbaar voor de sociale omgeving

(Nederstigt & Poeisz, 2014). Voedingsmiddelen zijn in vergelijking met bijvoorbeeld kleding

minder opvallend voor anderen. Tevens is zichtbaarheid een mogelijke verklaring voor het gebrek

aan onderzoek naar de relatie tussen identiteit en gezonde voedingsmiddelen. Door het enorme

aanbod in verschillende modemerken – en kledingstijlen wordt het voor de consument heel

toegankelijk gemaakt om met behulp van bewuste keuzes een karakteriserende garderobe samen

te stellen die bij de identiteit past (Von Maltzahn, 2013).

Page 19: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

19

In het kader van de huidige gezondheidstrend associëren is er steeds meer sprake van

individuen zichzelf identificeren met een gezonde leefstijl. Echter, de gezondheidstrend wordt in

veel literatuur benoemd als een ontwikkeling die gaande is, maar de veronderstelling is vooralsnog

niet daadwerkelijk onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek. In het licht van Azjen (1991) en

Elias (2000) wordt binnen dit onderzoek de huidige gezondheidstrend geformuleerd. De

combinatie van identiteit, gezondheidstrend en gezonde voedselconsumptie zijn drie concepten die

aansluiten op eerder onderzoek naar identiteit en consumptiegedrag. Daarnaast bieden zij nieuwe

en interessante inzichten over gezondheidsgedrag an sich.

3. Onderzoeksmethodiek

3.1. Onderzoeksstrategie

Dit onderzoek zal op kwantitatieve wijze worden uitgevoerd. Aan de hand van bestaande theorieën

over de betreffende concepten zullen de variabelen deductief worden uitgewerkt. Dit wil zeggen

dat naar aanleiding van wetenschappelijke literatuur de hypothesen worden geformuleerd en

getoetst (Bryman, 2008). De doelstelling binnen het onderzoek is het meten van een daadwerkelijk

effect van identiteit op gezonde voedselconsumptie. Tevens wordt de huidige gezondheidstrend

betrokken in het onderzoek, omdat de verwachting is dat het toenemende gezondheidsbewustzijn

op intern – en extern niveau een effect heeft op de mate waarin jongvolwassenen zich identificeren

met verantwoorde producten. Daarnaast wordt geassumeerd dat de voedselconsumptie onder

jongvolwassenen gezonder zal zijn naarmate er sprake is van een hoge mate van

gezondheidsbewustzijn van het individu – en binnen de sociale omgeving. Dit maakt de

epistemologie van het onderzoek positivistisch. De resultaten worden aan de hand van statistische

berekeningen bestudeerd met betrekking tot hypothesen die van tevoren zijn opgesteld. De

veronderstelling is dat het kwantificeerbaar maken van sociale fenomenen objectieve waarheden

achterhaald kunnen worden.

De ontologie binnen dit onderzoek is derhalve objectivisch van aard, omdat de interpretatie

van de resultaten losstaat van de onderzoeker zijn persoonlijke opvattingen. Er wordt aangenomen

dat in de sociale wereld een objectieve meting van gezondheidsgedrag mogelijk is. Subjectiviteit

wordt uitgesloten door een objectieve wijze van dataverzameling. De vragenlijsten worden

beantwoord aan de hand van stellingen met vijf gestandaardiseerde antwoordmogelijkheden. Het

Page 20: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

20

formuleren van duidelijke stellingen was van groot belang. Op deze manier wordt getracht om

alternatieve interpretaties van de respondent te voorkomen. De self-completion questionnaires

worden online ingevuld, omdat de onderzoeker niet aanwezig is kunnen de antwoorden niet direct

worden beïnvloed (Bryman, 2008).

3.2. Onderzoeksdesign

Het onderzoeksdesign is cross-sectioneel van aard, waarbij binnen een zeer korte tijdsbestek data

wordt verzameld over meerdere mensen. Op deze manier wordt gepoogd verschillende

verklaringen te vinden met betrekking tot een bepaald fenomeen. In dit geval: het meten van een

effect van zowel identiteit, als de huidige gezondheidstrend op gezonde voedselconsumptie.

Denkbeelden, motivaties en opvattingen van jongvolwassenen zullen niet worden geanalyseerd,

omdat dit een kwalitatieve onderzoeksstrategie vereist. Omdat het accent binnen dit onderzoek ligt

op het meten van een effect is een cross-sectioneel design de meest geschikte keuze. In

tegenstelling tot een experimenteel desgin worden er geen manipulaties toegepast, waardoor het

niet mogelijk is om uitspraken over causaliteit te doen.

3.3. Onderzoeksinstrument

Zoals eerder is benoemd is het onderzoeksinstrument gebaseerd op het principe van self-completion

questionnaires. Ten eerste is de keuze voortgekomen als meest efficiënte en effectieve

onderzoeksmehode voor het beantwoorden van de probleemstelling. Tevens is een online

vragenlijst zeer geschikt om de doelgroep jongvolwassenen te bereiken. Naast toegankelijkeid,

bevordert deze onderzoeksmethode de potentiële medewerking van respondenten, omdat men

bepaald waar en wanneer het gschikte moment is om de vragenlijst in te vullen (Bryman, 2008).

Op deze manier wordt getracht om het minimale streven van 150 respondenten te behalen.

3.4. Operationalisering

In dit onderdeel zal het operationaliseringsproces van theoretische concepten tot meetbare

indicatoren worden uiteengezet. Voor een overzichtelijk schema met betrekking tot de

operationalisering van de variaelen wordt u doorverwezen naar de bijlagen (zie Appendix 7.1.).

Op basis van de opgestelde hypothesen wordt gepoogd om een antwoord te vinden op de

onderzoeksvraag. Er wordt verwacht dat identiteit en de huidige gezondheidstrend een effect zullen

Page 21: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

21

hebben op gezonde voedselconsumptie. De afhankelijke variabele in het onderzoek is gezonde

voedselconsumptie met als onafhankelijke variabelen health food identiteit en de huidige

gezondheidstrend. Daarnaast zal worden gecontroleerd voor de sociaal-demografische factoren:

geslacht, leeftijd, inkomen, opleidingsniveau, huidige situatie (studerend/werkzaam), woonsituatie,

opleidingsniveau ouders, afkomst en allergie. Voor de data-analyses zijn de controle-variabelen

met een nominaal – of ordinaal meetniveau gedummificeerd.

3.4.1. Gezonde voedselconsumptie

Aan de hand van identiteit en de gezondheidstrend wordt in dit onderzoek geanalyseerd in hoeverre

de variabelen een significante verklaring zijn voor de mate van gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen. Allereerst is het concept ‘gezonde voedselconsumptie’ lastig kwantificeerbaar,

omdat er uiteenlopende opvattingen heersen over de betekenis van de term gezond an sich. Binnen

dit onderzoek wordt de de Schijf van Vijf als referentiekader gebruikt voor het meten van de

afhankelijke variabele gezonde voedselconsumptie (het Voedingscentrum, 2016). De Richtlijnen

Goede Voeding 2015 van de Gezondheidsraad hebben een belangrijke bijdrage geleverd tijdens de

formulering van de adviezen. Op basis van recent – en wetenschappelijk onderzoek naar de relatie

tussen voedingsstoffen, - middelen en – patronen en de tien meest voorkomende chronische ziekten

in Nederland zijn de Richtlijnen Goede Voeding 2015 vertaald naar een nieuwe editie van de Schijf

van Vijf . De doelstelling is om de adviezen zo goed mogelijk te laten aansluiten bij het

gebruikelijke voedingspatroon. Hiermee probeert het Voedingscentrum de samenleving te

informeren over de richtlijnen van een volwaardig – en verantwoord dieet, waardoor een

verschuiving naar een gezond(er) voedingspatroon realiseerbaar wordt.

Het model staat voor een optimale combinatie van voedingsmiddelengroepen die vanuit

wetenschappelijke onderbouwing gezondheidswinst opleveren en voorzien in de energie- en

voedingsstoffenbehoefte (het Voedingscentrum, 2016). Binnen deze context zijn individuele

productkeuzes en variaties in voedingspatronen mogelijk. Met behulp van de aanbevolen

richtlijnen in de Schijf van Vijf kan men een inschatting maken in hoeverre de dagelijkse

consumptie daadwerkelijk gezond is. Uiteindelijk is het aan de consument om te bepalen of het

voedingspatroon eventueel verbeterd kan worden.

Ten eerste wordt in de advisering van het model de essentie van gezond eten uiteengezet.

Hierbij staan dagelijkse voedselconsumptie van producten uit de Schijf van Vijf en beperkte

Page 22: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

22

voedselconsumptie van producten buiten de Schijf van Vijf centraal. Daarnaast is het van belang

dat het voedingspatroon voldoet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en er binnen elke

groep tussen voedingsmiddelen wordt gevarieerd. De algemene adviezen met betrekking tot de

voedingsmiddelen en de bijbehorende aanbevolen dagelijkse hoeveelheden vormt de tweede

dimensie van gezonde voedselconsumptie. Indien de gebruikelijke voedingspatroon in

overeenstemming is met de algemene adviezen wordt men voorzien in de essentiële

voedingsstoffen en de benodigde energie. Daarnaast wordt ook het risico op de tien meest

voorkomende chronische ziekten in Nederland verlaagd (de Gezondheidsraad, 2015). Tevens geeft

het Voedingscentrum adviezen over voedingsmiddelen die niet tot de Schijf van Vijf behoren.

Afhankelijk van de hoeveelheid energie, verzadigd vet en zout worden voedingsmiddelen

gecategoriseerd in producten die dagelijks of wekelijks in een gezond voedingspatroon passen om

consumenten een handelingsperspectief te bieden. Tot slot bevat de Schijf van Vijf adviezen over

het maken van verantwoorde voedselkeuzes met betrekking tot aspecten als variatie, energiebalans,

invloed van voedingsverleidingen, duurzaamheid en voedselveiligheid.

De afhankelijke variabele gezonde voedselconsumptie bestaat uit vier dimensies naar

aanleiding van de nieuwe richtlijnen in de Schijf van Vijf. De indicatoren zijn op grond van de

aanbevolen adviezen verwerkt tot stellingen. Aan de hand van een 5-punt Likertschaal is per

dimensie ondervraagd in hoeverre het huidige voedingspatroon van de respondent in

overeenstemming is met de aanbevolen richtlijnen van de Schijf van Vijf. De antwoorden zijn

gecodeerd in scores van (1) ‘Nooit’ tot (5) ‘Zeer vaak’. Adviezen die bestaan uit meerdere

componenten zijn opgesplitst in afzonderlijke items. Daarnaast zijn ‘dubbele’ adviezen die in

meerdere thema’s aan bod komen teruggebracht naar slechts een stelling, zoals ‘Ik neem de

aanbevolen dagelijkse hoeveelheden uit elk vak’ die zowel in de dimensie essenties – als algemene

adviezen wordt omschreven.

De dimensie essenties wordt gemeten aan de hand van 4-items, waaronder ‘Ik eet vooral de

voedingsmiddelen uit de Schijf van Vijf’ en ‘Ik varieer binnen elke groep voedingsmiddelen’. De

dimensie algemene adviezen bestaat uit 15-items, waaronder ‘Ik eet dagelijks groente (minstens

200 gram)’ en ‘Ik kies volkoren graanproducten’. De dimensie voedingsmiddelen buiten de Schijf

van Vijf betreft 7-items, waaronder ‘Ik eet geen bewerkt vlees met toegevoegde ingrediënten,

waaronder zout’ en ‘Ik drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken’. Tot slot worden er 12-

Page 23: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

23

items voor de dimensie verantwoorde voedselkeuzes, waaronder ‘Ik monitor mijn lichaamsgewicht’

en ‘Ik verspil zo min mogelijk eten’.

De meetschaal voor gezonde voedselconsumptie is de gemiddelde score op de 38-items.

Hoe hoger de score op gezonde voedselconsumptie, des te meer overeenstemming van het huidige

voedingspatroon met de aanbevolen richtlijnen van de Schijf van Vijf. Kortom, er is sprake van

een hoge mate van gezonde voedselconsumptie.

3.4.2. Health food identiteit

In dit onderzoek staat de invloed van identiteit als verklaring van gezonde voedselconsumptie

centraal. Ter analyse van de alternatieve hypothese wordt het effect van identiteit op gezonde

voedselconsumptie getoetst. De ontwikkeling van identiteit is het resultaat van de wederkerige

relatie tussen psychologische – en sociale processen (Erikson, 1958). Naar aanleiding van

wetenschappelijke literatuur zijn de dimensies perceived persoonlijke identiteit en perceived

sociale identiteit tot stand gekomen om zodoende het hoofdeffect health food identiteit op gezonde

voedselconsumptie te bestuderen.

Voor het kwantificeren van persoonlijke identiteit zijn er drie items afgeleid van een

onderzoek naar het stimuleren van gezonde voedselconsumptie (Thomsen & Hansen, 2015). In de

hedendaagse consumptiesamenleving wordt het aanschaffen van specifieke goederen deels

verklaard door identiteit, omdat individuen zichzelf identificeren met de symbolische betekenis

van het product in kwestie. Deze assumptie hebben Thomsen & Hansen (2015) toegepast op het

stimuleren van gezond eetgedrag door met drie stellingen de variabele personal food identity

meetbaar te maken. Vervolgens zijn deze items vertaald en verwerkt voor de vragenlijst in dit

onderzoek. Aan de hand van een 5-punt Likertschaal wordt de respondent verzocht om aan te geven

in hoeverre de stelling in overeenstemming was met zijn huidige denkbeeld over de gezonde

voedselconsumptie en persoonlijke identiteit. De antwoorden zijn gecodeerd in scores van (1)

‘Helemaal mee oneens’ tot (5) ‘Helemaal mee eens’. De stellingen zijn als volgt geformuleerd: ‘Je

bent wat je eet’, ‘Ik eet voedingsmiddelen die aansluiten op mijn identiteit’ en ‘Mijn

voedingspatroon levert een belangrijke bijdrage aan mijn identiteit’.

De operationalisering van sociale identiteit is gebaseerd op het onderzoeksartikel ‘The role

of social identity and attitudes toward sustainability brands in buying behaviors for organic

products (Bartels, 2010). Met behulp van één item wordt aan de respondent gevraagd aan te geven

Page 24: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

24

in hoeverre de consumer-identity overeenkomt met de persoonlijke identiteit aan de hand van een

illustratie die verschillende gradaties van overlap weergeeft (Bergami & Bagozzi, 2000). Dit blijkt

een betrouwbare - en erkende meetschaal te zijn binnen verschillende onderzoeken naar de rol van

sociale identiteit. In het onderzoeksinstrument is voor deze vraag een inleiding – en toelichting

verwerkt om zodoende de juiste interpretatie van de vraag over te brengen. Aansluitend werd de

respondent verzocht aan te geven welke van de acht antwoordmogelijkheden de meest accurate

weergave is van de mate van overlap tussen de persoonlijke identiteit van de respondent en de

identiteit van de gezonde consument. Ter verduidelijk werd benadrukt dat de identiteit van de

gezonde consument wordt geassocieerd met een individu die (1) zich bewust is zijn eigen

voedingspatroon en (2) voornamelijk voedingsmiddelen consumeert om op deze manier de

gezondheid zo veel mogelijk te bevorderen. De scores zijn gecodeerd van (1) ‘Ver uit elkaar’ tot

(8) ‘Complete overlap’. Persoonlijke identiteit en sociale identiteit vormen samen de meetschaal

voor de variabele health food identiteit. De gemiddelde score geeft een indicatie van de mate waarin

de respondent zichzelf identificeert met gezonde voedselconsumptie.

3.4.3. De huidige gezondheidstrend

Het tweede concept binnen dit onderzoek betreft de huidige gezondheidstrend. Aangezien het

femoneen tot nu toe niet is onderzocht, is er naar aanleiding van theorieën besloten om binnen dit

onderzoek de gezondheidsbewustzijn op micro – en macro niveau te analyseren. De huidige

gezondheidstrend is met behulp van vier meetschalen gebaseerd op gezondheidsbewustzijn

kwantificeerbaar gemaakt. Er is onderscheid gemaakt in een psychologische - en sociologische

dimensie om zodoende het effect van de huidige gezondheidstrend op gezonde voedselconsumptie

te toetsen, namelijk perceived gezondheidsbewustzijn van het individu en perceived

gezondheidsbewustzijn binnen de sociale omgeving. Tot de sociale omgeving behoren de

indicatoren familieleden, vrienden en collega’s.

Voor de interne dimensie gezondheidsbewustzijn individu zijn er 7-items afgeleid uit het

onderzoeksartikel ‘A study of the relationship between health awareness, lifestyle behaviour and

food label usage in Gauteng’ (Kempen et al., 2012). Tijdens de vragenlijst werd gevraagd in

hoeverre de stellingen van toepassing zijn op het gezondheidsbewustzijn van de respondent.

Voorbeelditems zijn: ‘Ik begrijp de informatie over voedingswaarden die staan aangegeven op

productverpakkingen’ en ‘ Ik ben geïntereseerd in informatie over de gezondheid’. De respondent

Page 25: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

25

kon de stelling wederom beantwoorden aan de hand van een 5-punt Likertschaal variërend van (1)

‘Helemaal mee oneens’ tot (5) ‘Helemaal mee eens’.

De zoektocht naar onderzoeksartikelen met betrekking tot de variabele

gezondheidsbewustzijn binnen de sociale omgeving heeft helaas geen bruikbare literatuur

opgeleverd. Vooralsnog blijkt er geen bestaand kwantitatief onderzoek naar de externe factoren

van het gezondheidsbewustzijn. Op basis van eigen academische kennis zijn er items geformuleerd

om zodoende de variabele op de juiste manier meetbaar te maken. De stellingen hebben betrekking

op voedings-gerelateerde situaties. Aan de respondent is gevraagd een nauwkeurige inschatting te

maken van de mate waarin de aangegeven situaties voorkomen binnen de desbetreffende dimensie

in scores van (1) ‘Nooit’ tot (5) ‘Zeer vaak’, waaronder ‘Gezonde voedselconsumptie als

gespreksonderwerp’ en ‘Stimuleren van gezonde voedselconsumptie’.

3.5. Populatie & sampling

Er wordt getracht om tot een dataset met minimaal 150 respondenten tussen 19-30 jaar te komen.

De keuze voor jongvolwassenen als doelgroep binnen dit onderzoek, komt voort uit de specifieke

levensfase waarin zij zich bevinden: een periode met zowel interne als externe veranderingen (De

Looze et al., 2013). Ten eerste staat de zelfontplooiing centraal, waarbij het individu op zoek gaat

naar een balans tussen zijn persoonlijke identiteit en sociale identiteit (Erikson, 1958). Daarnaast

vinden er veranderingen plaats met betrekking tot de sociale relaties van jongvolwassenen.

Enerzijds maken jongvolwassenen zich steeds meer los van de mening van de ouders. Anderszijds

is er sprake van een groeiende invloed van peers op het denkbeeld van jongvolwassenen.

Desondanks blijven ouders een belangrijke rol spelen (De Looze et al., 2013).

Daarnaast zijn sociaal demografische factoren van invloed op gezonde voedselconsumptie.

Er kan bijvoorbeeld een verschil zijn in de mate van gezonde voedselconsumptie tussen studenten

en werkenden of thuiswonenden en niet-thuiswonenden. De gemiddelde jongvolwassene tussen 19

en 30 jaar woont niet meer bij hun ouders. waardoor zij vaker dan thuiswonenden een maaltijd voor

zichzelf moeten bereiden (CBS, 2014). Verder heeft de gemiddelde niet-thuiswonende student

minder geld om te besteden door maandelijkse huurkosten (Nibud, 2015). Ongezonde

voedingsmiddelen zijn relatief lager in prijs dan gezonde voedingsmiddelen, waardoor het mogelijk

is dat niet-thuiswonende studenten meer waarde hechten aan de prijs van voedingsmiddelen om

zodoende geld te bezuinigen.

Page 26: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

26

De respondenten zijn met behulp van convienence sampling verworven omwille van het

tijdsbestek waarin het onderzoek is uitgevoerd (Bryman, 2008). Op deze manier konden er zoveel

mogelijk respondenten worden bereikt binnen een bepaalde periode. De respondenten zijn aldus

niet willekeurig geselecteerd, maar verzameld via social media waar de toegankelijkheid om de

doelgroep te benaderen erg groot is. Gebaseerd op het principe van snowball-sampling is binnen

de sociale omgeving gevraagd om de vragenlijst te delen met anderen (Bryman, 2008).

3.6. Dataverwerking – en analyse

Ten eerste zal de onderzoeksinstrument worden getest aan de hand van een pilotstudie. Naar

aanleiding van de verkregen feedback zal de vragenlijst worden aagenpast (Bryman, 2008).

Wanneer het minimale streven aantal respondenten bereikt is, zullen de antwoorden met het

datawerkingsprogramma SPSS Statistics worden geanalyseerd. De meetschalen zullen worden

gecontroleerd op interne consistentie door het uitvoeren van betrouwbaarheidsanalyses. Indien

nodig zal de meetschaal worden aangepast totdat de som van de items op een betrouwbaar niveau

de variabele in kwestie voorspelt (Field, 2013).

Het effect van de onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabele worden getoetst

aan de hand van een hiërarchische meervoudige regressie analyse. De onafhankelijke – en

controlevariabelen zal in een model worden vergeleken met het gemiddelde van afhankelijke

variabele gezonde voedselconsumptie, het nul-model. Hiervoor is het van belang dat de data

voldoet aan de statistische assumpties. Wanneer meerdere factoren worden bestudeerd, neemt de

mate van betrouwbaarheid waarin het model een goede voorspelling is van de afhankelijke

variabele steeds meer toe. Dankzij het veelzijdige karakter van het model neemt de verklaarde

variantie toe – en derhalve variantie van de residuen af. Hierdoor worden alternatieve verklaringen

van de afhankelijke variabele uitgesloten, waardoor het vaststellen van causaliteit enigszins

mogelijk is (Field, 2013).

3.7. Ethische kwesties

Het onderzoek heeft op het eerste gezicht geen ethische bezwaren. Wellicht bestaat er een kans

dat enkele kwesties zich kunnen voordoen tijdens het uitvoeren van het onderzoek. Respondenten

kunnen de stellingen over gezonde voedselconsumptie en identiteit ervaren als een inbreuk op hun

privacy (Bryman, 2008). Door informed consent werd gepoogd om de respondent zoveel mogelijk

Page 27: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

27

te informeren over het onderzoek. De respondenten hadden om deze reden de optie om elke stelling

met ‘niet van toepassing’ te beantwoorden Daarnaast is gezonde voedselconsumptie een onderwerp

die tamelijk gevoelig is voor sociaal-wenselijk antwoorden. Respondenten zijn geattendeerd op

eerlijkheid in het belang van betrouwbare resultaten. Deelname aan het onderzoek is geheel

vrijblijvend en anoniem om zodoende oprechte reacties te bevorderen (Bryman, 2008). Tijdens het

onderzoek kon de respondent zich op elk moment terugtrekken uit het onderzoek. De laatste vraag

betreft het invullen van een e-mailadres wanneer men interesse had in eventueel vervolgonderzoek.

Deze gegevens zijn direct geëxporteerd naar een apart bestand om zodoende de privacy te

waarborgen. Op deze manier zijn de antwoorden niet meer te herleiden naar de respondent in

kwestie.

4. Resultaten

4.1. Beschrijvende statistiek

De dataset bestaat uit 196 jongvolwassenen tussen 19 en 30 jaar met een gemiddelde leeftijd ! =

23,5 jaar. Tabel 1 presenteert meer details met betrekking tot de achtergrond van de respondenten.

In deze steekproef worden meer vrouwen vertegenwoordigd in vergelijking met het mannelijk

geslacht. Daarnaast heeft het merendeel een universitaire opleiding afgerond, of is daar momenteel

mee bezig. In totaal zijn er 69 studerende respondenten met een bijbaan met gemiddeld ! = 22,3

werkuren per week.

Een kwart van de respondenten woont nog thuis bij zijn ouders. Met betrekking tot de

academische achtergrond van vaders is de verhouding nagenoeg gelijk verdeeld. Daarentegen zijn

hoogopgeleide moeders beduidend minder gerepresenteerd in vergelijking met laagopgeleide

moeders. Ook blijkt meer dan de helft van de respondenten van autochtone afkomst te zijn. Het

aantal respondenten met allergieën die eventueel invloed hebben op het voedingspatroon is $ =

30.

Page 28: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

28

Tabel 2 is een weergave van de beschrijvende statistiek die van toepassing zijn op de afhankelijke

variabele gezonde voedselconsumptie en de onafhankelijke variabelen health food identiteit en

gezondheidstrend. De onafhankelijke variabelen zijn onderverdeeld in dimensies. Uit de resultaten

kan worden afgeleid dat de mate waarin het huidige voedingspatroon in overeenstemming is met

de nieuwe richtlijnen van de Schijf van Vijf bovengemiddeld scoort. Gemiddeld is de mate van

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen, aldus verantwoord. Verder is het hoge

gemiddelde van gezondheidsbewustzijn individu opvallend. Ten aanzien van de overige variabelen

is het gemiddelde van gezondheidsbewustzijn collega’s tamelijk laag.

Tabel 1: Achtergrondinformatie over de respondenten met betrekking tot geslacht, huidige situatie,

opleidingsniveau van de respondent, woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders, afkomst en allergieën.

( %

Geslacht

Man 78 40 Vrouw 118 60

Huidige situatie

Studerend 124 64 Werkend 67 36

Opleiding

MBO 31 16 HBO 72 37 WO 80 41

Woonsituatie

Ouders 51 26 Partner 41 21 Huisgenoten 44 22 Alleen 60 31

Familieachtergrond

Vader = HBO/WO 93 47 Moeder = HBO/WO 82 42 Afkomst = Autochtoon 124 63

Allergie

Lactose 13 7 Pinda’s e.d. noten 5 3 Overig (waaronder gluten, fruit en schaaldieren)

12 6

Bron: eigen onderzoek

Page 29: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

29

4.3.. Data-preparatie

4.3.1. Onderzoeksinstrument

Voordat de vragenlijst werd verspreid onder de doelgroep is er een pilotstudie uitgevoerd. Hieruit

bleek dat een aantal richtlijnen van de Schijf van Vijf die zijn omgezet in stellingen met elkaar

overeenkwamen. Bovendien bestonden enkele adviezen uit meerdere elementen. Hierdoor kon

geen specifiek antwoord worden gegeven op de mate waarin de huidige voedingspatroon

overeenkwam met de desbetreffende richtlijn. Dankzij de opbouwende kritiek zijn dubbele

adviezen teruggebracht naar een item en zijn de stellingen die meer dan een advies omvatten

opgesplitst in afzonderlijke items. Verder zijn diverse afbeeldingen toegevoegd ter verduidelijking

van de vragen over de Schijf van Vijf, namelijk illustraties van de nieuwe – en oude editie (vraag

12 t/m 13), een tabel over de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voor de gemiddelde Nederlandse

consument (vraag 14) en afbeelding met meer details over de consumptie van voedingsmiddelen

die niet tot de Schijf van Vijf toebehoren (vraag 16). Ook was het tijdsbestek een kritiekpunt,

waardoor de keuze is gemaakt om een aantal onderdelen die eventueel een neveneffect hebben op

gezonde voedselconsumptie uit de vragenlijst te verwijderen.

Tabel 2: Beschrijvende statistiek van de afhankelijke variabele gezonde voedselconsumptie en onafhankelijke variabelen health food identiteit en de gezondheidstrend

( ) * Min Max

Gezonde voedselconsumptie = y

185 3.41 .499 1.61 4.44

Health identiteit = x1 196 3.46 .740 1.00 5.38

Persoonlijke identiteit 196 3.28 .894 1.00 5.00

Sociale identiteit

195 3.64 .829 1.00 5.75

Gezondheidstrend = x2 196 3.45 .643 1.29 5.00

Individu 196 3.71 .715 2.00 5.00

Familie 195 3.57 .809 1.00 5.00

Vrienden 194 3.27 .884 1.00 5.00

Collega’s 166 3.17 .999 1.00 5.00

Bron: eigen onderzoek

Page 30: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

30

Het onderzoeksinstrument heeft zijn fysieke vorm gekregen via de online surveytool

qualtrics (http://www.qualtrics.com). Aan de hand van de-feedback op de pilot zijn de benodigde

aanpassingen verwerkt. Vervolgens is de officiële vragenlijst op social media verspreid onder de

doelgroep jongvolwassenen tussen 19 – tot en met 30 jaar. Dit leidde tot een steekproef van 227

respondenten. Na controle voor ontbrekende antwoorden blijkt dat er 31 respondenten de

vragenlijst niet volledig hebben ingevuld. Met behulp van de force response functie waren

respondenten genoodzaakt om alle vragen te beantwoorden voordat men verder kon gaan met het

volgende onderdeel van de vragenlijst. Daarnaast is de data nagelopen op afwijkende

antwoordpatronen, waaruit blijkt dat de antwoorden willekeurig geselecteerd zijn door de

respondent. Door middel van contra-indicatieve vragen wordt getracht om alsmede de aandacht

van de respondent te beproeven. Nadat de data vanuit qualtrics in SPSS is geïmporteerd zijn de

contra-indicatieve items omgecodeerd om de juiste resultaten te kunnen meten.

4.3.2. Betrouwbaarheid en aannames

Voordat de data-analyses worden uitgevoerd zijn de meetschalen getoetst op betrouwbaarheid. Dit

is van belang om voor de juiste interpretatie van de resultaten (zie Appendix 7.3.). Uit de

betrouwbaarheidsanalyse voor de afhankelijke variabele gezonde voedselconsumptie blijkt dat de

38-items een Cronbach’s alpha van α = . 901 hebben. De meetschaal voor het hoofdeffect health

food identiteit wordt aan de hand van de persoonlijke – en sociale identiteit met betrekking tot

gezonde voedselconsumptie geanalyseerd. De twee items hebben samen een Cronbach’s alpha van

α = .644. De meetschaal voor het tweede concept gezondheidstrend bestaat uit vier items en geeft

een Cronbach’s alpha van α = .755. De scores op de Cronbach’s alpha laten een sterke interne

consistentie zien. Dit wil zeggen dat de items samen een betrouwbare meetschaal vormen voor de

desbetreffende variabele.

Vervolgens is de data gecontroleerd voor de aannames met betrekking tot normaliteit,

homoskedasticiteit, lineariteit, onafhankelijkheid, multicolineariteit en willekeurige fouttermen.

Op basis van de uitkomsten blijkt er aan alle aannames te zijn voldaan (zie Appendix 7.4.) Er kan

worden geconcludeerd dat er geen problemen zijn naar aanleiding van de

betrouwbaarheidsanalyses van de meetschalen en de statistische assumpties. Kortom, het is

mogelijk om betrouwbare conclusies te trekken met behulp van de resultaten uit de data-analyses.

Page 31: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

31

4.4. Data-analyses

4.4.1. Health food identiteit

De eerste deelvraag heeft betrekking op het effect van identiteit op gezonde voedselconsumptie

onder jongvolwassenen, onafhankelijk van geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, inkomen, huidige

situatie, woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders, afkomst en allergie. Tabel 3 presenteert de

resultaten naar aanleiding van de hiërarchische regressieanalyse.

Tabel 3: Hiërarchische regressiemodel - Het effect van persoonlijke – en sociale identiteit op

gezonde voedselconsumptie

Model 1

./0 1

Health food identiteit

Persoonlijke identiteit 0.41 (0.04) .000***

Sociale identiteit 0.32 (0.04) .000***

Controlevariabelen

Geslacht = Man - 0.14 (0.06) .027*

Leeftijd 0.06 (0.01) .384

Opleiding = Hoog 0.16 (0.08) .018*

Inkomen - 0.10 (0.00) .222

Huidige situatie = Student - 0.05 (0.08) .567

Woonsituatie = Niet-thuiswonend 0.07 (0.07) .306

Opleiding vader = Hoog 0.05 (0.07) .460

Opleiding moeder = Hoog - 0.09 (0.07) .170

Afkomst = Autochtoon 0.10 (0.06) .109

Allergie = Ja - 0.02 (0.08) .728

Constant 1.811

R2 .460

N 185

Bron: eigen onderzoek. *1 <.05. *** 1 < .001.

Page 32: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

32

Allereerst blijkt het model in staat te zijn om de mate van gezonde voedselconsumptie significant

beter te voorspellen ten opzichte van het nul-model, 2 154, 12 = 12.78, 1 < .001, ;< =

.460.Er is sprake van een positief significant effect van zowel de persoonlijke identiteit

> = .230, ? = 6.06, @ < .001 als sociale identiteit > = .191, ? = 4.64, @ < .001 op de mate

van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen. Afgeleid van de gestandaardiseerde

coëfficiënten blijkt dat persoonlijke identiteit (0 = .411) een sterker effect heeft in vergelijking met

sociale identiteit (0 = .317). Health food identiteit verklaard 46% van de variantie in gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen. Dit is een acceptabele proportie verklaarde variantie.

Daarnaast is er gecontroleerd voor de sociaal-demografische factoren geslacht, leeftijd,

opleidingsniveau, inkomen, huidige situatie, woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders,

afkomst en allergie. Er is sprake van een significant verschil in de mate van gezonde

voedselconsumptie met betrekking tot geslacht en opleidingsniveau. De constante binnen dit model

is een laagopgeleide vrouw zonder perceived health identiteit met een gemiddelde mate gezonde

voedselconsumptie van != 1.81. Mannen hebben een lagere mate van gezonde voedselconsumptie

dan vrouwen, onafhankelijk van health food identiteit, leeftijd, opleidingsniveau, inkomen, huidige

situatie, woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders, afkomst en allergie, > = −.143, ? =

−2.23, @ < .05. Daarnaast is er sprake van een hogere mate van gezonde voedselconsumptie bij

individuen met een hoog opleidingsniveau ten opzichte van individuen met een laag

opleidingsniveau, onafhankelijk van health food identiteit, geslacht, leeftijd, inkomen, huidige

situatie, woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders, afkomst en allergie. De mate van gezonde

voedselconsumptie van respondenten met een hoog opleidingsniveau is hoger in vergelijking met

respondenten met een laag opleidingsniveau, > = .187, ? = 2.35, @ < .05. De gestandaardiseerde

coëfficiënten tonen een zwak effect van geslacht (./0 = -.140) en opleidingsniveau (./0 = .157)

op de mate van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Op grond van de bevindingen worden de twee alternatieve hypothesen met betrekking tot

health food identiteit aangenomen. Er is sprake van een positief effect van persoonlijke – en sociale

identiteit op gezonde voedselconsumptie

Page 33: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

33

4.4.2. De huidige gezondheidstrend

De tweede deelvraag is opgesteld om zodoende het effect van de huidige gezondheidstrend op

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen te toetsen. In Tabel 4 zijn de resultaten van de

data-analyse weergegeven.

Tabel 4: Hiërarchische regressiemodel - Het effect van de huidige gezondheidstrend op gezonde

voedselconsumptie

Model 1

./0 1

De huidige gezondheidstrend

Gezondheidsbewustzijn: individu 0.49 (0.04) .000***

Gezondheidsbewustzijn: familie

Gezondheidsbewustzijn: vrienden

Gezondheidsbewustzijn: collega’s

0.17 (0.04)

0.27 (0.04)

-0.05 (0.03)

.006**

.000***

.445

Controlevariabelen

Geslacht = Man - 0.14 (0.05) .012*

Leeftijd 0.06 (0.01) .936

Opleiding = Hoog 0.16 (0.07) .016*

Inkomen -0.02 (0.00) .739

Huidige situatie = Student - 0.11 (0.07) .092

Woonsituatie = Niet-thuiswonend 0.01 (0.06) .930

Opleiding vader = Hoog -0.03 (0.06) .624

Opleiding moeder = Hoog - 0.13 (0.06) .029*

Afkomst = Autochtoon 0.04 (0.05) .481

Allergie = Ja -0.00 (0.07) .938

Constant 1.382

R2 .632

N 185

Bron: eigen onderzoek. *1 <.05. **1 <.01. *** 1 < .001.

Page 34: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

34

Over het algemeen kan worden aangenomen dat het model een significant betere verklaring is van

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen in vergelijking met het nul-model,

2 141, 14 = 19.99, 1 < .001, ;< = .632. Echter, blijkt er geen significant effect van

gezondheidsbewustzijn van collega’s op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen, > =

−.023, ? = −.77, > .05. Verder heeft gezondheidsbewustzijn individu het meest sterke effect op

de mate waarin jongvolwassenen gezonde voedingsmiddelen consumeren, > = .345, ? =

7.85, @ < .001. Gezondheidsbewustzijn familie heeft het minst sterke effect op de mate van

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen, > = .106, ? = 2.77, @ < .01. Tot slot wordt

er een matig effect verondersteld van gezondheidsbewustzijn vrienden, > = .150, ? = 4.25, @ <

. 001. De huidige gezondheidstrend verklaard maar liefst 63.2% van de variantie in gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen. Dit is een hoge proportie verklaarde variantie. Naar

aanleiding van de resultaten kan worden geconcludeerd dat de huidige gezondheidstrend een

positief significant effect heeft op de mate van gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen, onafhankelijk van geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, inkomen, huidige situatie,

woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders, afkomst en allergie. Drie van de vier alternatieve

hypothesen met betrekking tot de huidige gezondheidstrend worden aangenomen. Er is een positief

effect van perceived gezondheidsbewustzijn individu, - familie en – vrienden op gezonde

voedselconsumptie. De alternatieve hypothese met betrekking tot gezondheidsbewustzijn collega’s

wordt verworpen.

Het effect van de huidige gezondheidstrend is gecontroleerd voor geslacht, leeftijd,

opleidingsniveau, inkomen, huidige situatie, woonsituatie, opleidingsniveau van de ouders,

afkomst en allergie. Uit de resultaten blijkt er een significant verschil in de mate van gezonde

voedselconsumptie met betrekking tot geslacht, opleidingsniveau en opleidingsniveau moeder. De

constante binnen dit model is een laagopgeleide vrouw met een laagopgeleide moeder zonder

perceived gezondheidstrend met een gemiddelde mate gezonde voedselconsumptie van != 1.38.

Mannen hebben een lagere mate van gezonde voedselconsumptie dan vrouwen, onafhankelijk van

gezondheidstrend, leeftijd, opleidingsniveau, huidige situatie, woonsituatie, opleidingsniveau van

de ouders, afkomst en allergie. De mate van gezonde voedselconsumptie van mannen is lager in

vergelijking met vrouwen, > = −.138, ? = −2.53, @ < .05. Ook is er sprake van een hogere

mate gezonde voedselconsumptie bij hoogopgeleiden in vergelijking met individuen met een laag

opleidingsniveau, onafhankelijk van gezondheidstrend, geslacht, leeftijd, huidige situatie,

Page 35: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

35

woonsituatie, opleidingsniveau van ouders, afkomst en allergie. De mate van gezonde

voedselconsumptie van hoogopgeleiden is hoger, in vergelijking met respondenten met een laag

opleidingsniveau, > = .165, ? = 2.43, @ < .05. Daarnaast blijkt er een verschil in de mate van

gezonde voedingsconsumptie met betrekking tot het opleidingsniveau van de moeder,

onafhankelijk van gezondheidstrend, geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, huidige situatie,

woonsituatie, opleidingsniveau vader, afkomst en allergie. De mate van gezonde

voedselconsumptie is in het geval van moeders met een hoog opleidingsniveau lager in vergelijking

met moeders met een laag opleidingsniveau, > = −.125, ? = −2.21, @ < .05.In hoeverre de

variabelen een sterk effect hebben kan met behulp van de gestandaardiseerde coëfficiënten worden

achterhaald. Geslacht (./0 = -.135), opleidingsniveau (./0 = .138) en opleidingsniveau moeder

wq3(./0 = -.125) hebben allen een zwak effect op gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassen.

4.4.3. Interactie-effect tussen health food identiteit en gezondheidstrend

Tijdens een hiërarchische regressieanalyse zijn zowel health food identiteit als de huidige

gezondheidstrend getoetst om zodoende een antwoord te vinden op de derde deelvraag. Tabel 5

weergeeft van de relevante resultaten uit de SPSS-output. Ten eerste blijkt Model 1 een significant

betere verklaring van gezonde voedselconsumptie ten opzichte van het nul-model, 2 155, 11 =

14.15, 1 < .001, ;< = .466. Health food identiteit heeft een positief sterk effect op de mate van

gezonde voedselconsumptie, > = .108, ? = 2.66, @ < .01. Het toevoegen van de predictor

gezondheidstrend in Model 2 geeft een significante verbetering van het model ter verklaring van

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassen, 2 154, 1 = 21.50, 1 < .001, ;< = .597. Het

verschil in proportionele verklaarde variantie is redelijk groot, ;< = .131. Daarnaast is de mate

waarin de huidige gezondheidstrend (./0 = .468) een effect heeft op de mate van gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen sterker ten opzichte van het effect health food identiteit

(./0 = .337).

In hoeverre er sprake is van interactie tussen health food identiteit en de huidige

gezondheidstrend kan met behulp van de gegevens uit Model 3 worden bestudeerd. Ten gevolge

van de toegevoegde interactie-term identiteit x gezondheidstrend blijkt er een significant hogere

voorspellingskracht van Model 3, 2 153, 1 = 21.17, 1 < .001, ;< = .612. De proportionele

verklaarde variantie is slechts 2% hoger ten opzichte van Model 2. Desondanks is er sprake van

Page 36: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

36

een significant versterkend effect tussen health food identiteit en gezondheidstrend, > = .108, ? =

2.66, @ < .01. Dit betekent dat het effect van health food identiteit op gezonde voedselconsumptie

afhankelijk is van de mate van perceived gezondheidstrend. Echter, in vergelijking met health food

identiteit (SEβ = .312) en de gezondheidstrend (SEβ = .448) is het effect van de interactie tamelijk

zwak (./0 = .142).

Tabel 5: Hiërarchische regressiemodel – Het effect van health food identiteit, gezondheidstrend en de interactie-

term op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen

Model 1 Model 2 Model 3

./0 1 ./0 1 ./0 1

Hoofdvariabelen

Health food identiteit 0.63 (0.04) .000*** 0.34 (0.05) .000*** 0.31 (0.04) .000***

Gezondheidstrend 0.49 (0.05) .000*** 0.45 (0.05) .000***

Identiteit x Gezondheidstrend 0.14 (0.04) .009**

Controlevariabelen

Geslacht = Man -0.13 (0.06) .033* -0.12 (0.06) .025* -0.11 (0.05) .048*

Leeftijd 0.06 (0.01) .385 0.04 (0.01) .505 0.04 (0.01) .488

Opleiding = Hoog 0.15 (0.08) .022* 0.14 (0.07) .018* 0.11 (0.07) .049* Inkomen -0.10 (0.00) .230 -0.06 (0.00) .395 -0.04 (0.00) .587 Huidige situatie = Student -0.04 (0.08) .586 -0.04 (0.07) .522 -0.03 (0.07) .704

Woonsituatie = Niet thuis 0.07 (0.07) .293 0.03 (0.06) .657 0.02 (0.06) .752 Opleiding Vader = Hoog 0.05 (0.07) .477 0.04 (0.06) .447 0.30 (0.06) .593

Opleiding Moeder = Hoog -0.09 (0.07) .165 -0.12 (0.06) .043* -0.12 (0.06) .040*

Afkomst = Autochtoon 0.10 (0.06) .099 0.05 (0.06) .297 0.08 (0.05) .142

Allergie = Ja -0.02 (0.08) .768 -0.03 (0.07) .627 -0.01 (0.07) .798

Constant 1.786 1.304 1.446

R2 .466 .597 .612

H 185 185 185

*1 <.05. *** 1 < .001. (Bron: eigen onderzoek)

Page 37: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

37

De gegevens uit Tabel 5 laten zien dat de alternatieve hypothese met betrekking tot de interactie

mag worden aangenomen. Het effect van health food identiteit op de mate van gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen hangt af van de mate van gezondheidstrend.

4.4.4. Vervolganalyses

Naar aanleiding van de significante interactie-term wordt verondersteld dat het effect van health

food identiteit op gezonde voedselconsumptie afhankelijk is van de huidige gezondheidstrend. Met

behulp van vervolganalyses wordt getracht de specifieke factoren te constateren die de interactie

daadwerkelijk verklaren. Aangezien het effect van gezondheidsbewustzijn collega’s niet significant

was, is deze variabele niet meegenomen tijdens de vervolganalyses.

Het doel van dit onderzoek is wederom het achterhalen in hoeverre identiteit een effect

heeft op gezonde consumptie in het kader van de huidige gezondheidstrend. Hierbij is de

veronderstelling dat de mate waarin men een gezondheidstrend waarneemt een invloed heeft op de

mate van health food identiteit. Omdat voornamelijk relevant is in hoeverre de huidige

gezondheidstrend een invloed heeft op de mate van health food identiteit, zullen de afzonderlijke

variabelen van de huidige gezondheidstrend tegenover health food identiteit worden gezet. Door

middel van verschillende hiërarchische regressieanalyses zal in Model 1 health food identiteit

samen met een van de significante predictoren van gezondheidstrend getoetst. Vervolgens zal in

Model 2 een interactie-term worden meegenomen tussen de betreffende variabelen uit Model 1.

Tabel 6 is een weergave van de resultaten met betrekking tot het interactie-effect tussen

health food identiteit en individuele gezondheidsbewustzijn. Naar aanleiding van de hiërarchische

regressieanalyse kan worden vastgesteld dat health food identiteit en gezondheidsbewustzijn

individu de mate van gezonde voedselconsumptie significant kunnen voorspellen, 2 182, 2 =

156.21, 1 < .001, ;< = .628. Zowel health food identiteit (> = .273, ? = 7.93, @ < .001) als

gezondheidsbewustzijn individu (> = .362, ? = 10.15, @ < .001.) hebben een positief effect

hebben op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen. Het toevoegen van de interactie-

term health food identiteit x gezondheidsbewustzijn individu leidt tot een significante verbetering

van het model, 2 181, 1 = 124.09, 1 < .001, ;< = .667. De voorspellingskracht van gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen stijgt in Model 2 met 4% ten opzichte van Model 1.

Verder heeft de interactie-term een matig effect op de afhankelijke variabele, > = .167, ? =

4.76, @ < .001.

Page 38: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

38

Tabel 6: Hiërarchische regressiemodel - Het effect van health food identiteit, individuele

gezondheidsbewustzijn en de interactie-effect tussen health food identiteit en individuele

gezondheidsbewustzijn op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Model 1 Model 2

./0 1 ./0 1

Hoofdvariabelen

Health food identiteit 0.41 (0.03) .000*** 0.38 (0.03) .000***

Gezondheidsbewustzijn: individu 0.52 (0.04) .000*** 0.50 (0.03) .000***

Identiteit x Gezondheidsbewustzijn:

individu

0.21 (0.04) .000***

Constant 1.123 1.266

R2 .628 .667

H 185 185

*** 1 < .001. (Bron: SPSS)

In hoeverre er sprake is van een interactie-effect tussen health food identiteit en

gezondheidsbewustzijn van de familie staat in meer details uitgewerkt in Tabel 7. Hieruit blijken

health food identiteit en gezondheidsbewustzijn familie een significante voorspelling van de mate

van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen, 2 181, 2 = 86.32, 1 < .001, ;< =

.483. Beide variabelen hebben een positief effect op gezonde voedselconsumptie, namelijk health

food identiteit (> = .332, ? = 7.84, @ < .001) en gezondheidsbewustzijn familie (> = .185, ? =

4.79, @ < .001).

Daarnaast is er sprake van een significante betere voorspelling van gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassen wanneer de interactie-term health food identiteit x

gezondheidsbewustzijn familie is meegenomen, 2 180, 1 = 63.35, 1 < .001, ;< = .505.

Echter, is het effect van de interactie-term(> = .105, ? = 3.07, @ < .01) tamelijk zwak.

Page 39: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

39

Tot slot zijn health food identiteit en gezondheidsbewustzijn vrienden in een hiërarchische

regressieanalyse verwerkt. Uit Tabel 8 kan worden geconstateerd dat Model 1 een significante

betere voorspelling zijn van de mate van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen ten

opzichte van het nul-model, 2 180, 2 = 87.18, 1 < .001, ;< = .486. Echter, na het toevoegen

van de interactie-term health food identiteit x perceived gezondheidsbewustzijn vrienden blijkt

Model 2 geen betere voorspelling te zijn van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen,

2 179, 1 = 58.26, 1 > .05, ;< = .486.

Tabel 7: Hiërarchische regressiemodel - Het effect van health food identiteit, familiale

gezondheidsbewustzijn en de interactie-effect tussen health food identiteit en familiale

gezondheidsbewustzijn op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Model 1 Model 2

./0 1 ./0 1

Hoofdvariabelen

Health food identiteit 0.49 (0.04) .000*** 0.47 (0.04) .000***

Gezondheidsbewustzijn: familie 0.30 (0.04) .000*** 0.28 (0.04) .000***

Identiteit x Gezondheidsbewustzijn:

familie

0.17 (0.03) .003**

Constant 1.604 1.747

R2 .483 .505

H 185 185

Bron: eigen onderzoek. **1 <.01. *** 1 < .001.

Page 40: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

40

5. Conclusie

De drijfveer achter dit onderzoek was het aantonen in welke mate identiteit een effect heeft op

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassen in het kader van de huidige gezondheidstrend.

Ten eerste zal per deelvraag een overzicht worden gegeven van de belangrijkste resultaten.

Aansluitend zullen de resultaten worden teruggekoppeld naar de besproken literatuur. Naar

aanleiding van de deelvragen zal er een antwoord op de onderzoeksvraag worden geformuleerd.

Vervolgens zal tijdens de discussie gereflecteerd worden op de tekortkomingen binnen het

onderzoek. Ook worden er aanbevelingen gegeven met betrekking tot vervolgonderzoek in de

toekomst.

5.1. Onderzoeksvraag

De eerste deelvraag binnen het onderzoek betreft: In hoeverre is er sprake van een effect van

identiteit op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen? Uit de resultaten blijkt dat de

mate van perceived health food identiteit een positief effect te heeft op de mate van gezonde

Tabel 8: Hiërarchische regressiemodel - Het effect van health food identiteit, gezondheidsbewustzijn van

vrienden en de interactie-effect tussen health food identiteit en gezondheidsbewustzijn van vrienden op

gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Model 1 Model 2

./0 1 ./0 1

Hoofdvariabelen

Health food identiteit 0.47 (0.04) .000*** 0.47 (0.04) .000***

Gezondheidsbewustzijn: vrienden 0.32 (0.04) .000*** 0.30 (0.04) .000***

Identiteit x Gezondheidsbewustzijn:

vrienden

0.05 (0.04) .398

Constant 1.722 1.777

R2 .486 .486

H 185 185

Bron: eigen onderzoek. *** 1 < .001.

Page 41: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

41

voedselconsumptie onder jongvolwassenen. Dit betekent dat er sprake is van een hogere mate van

gezonde voedselconsumptie wanneer de mate waarin jongvolwassenen zichzelf onderscheiden als

een gezonde consument toeneemt. Het effect van health food identiteit is getoetst aan de hand van

twee meetniveaus. Hierbij is er sprake van meer invloed van persoonlijke identiteit op gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen ten opzichte van sociale identiteit. Inhoudelijk betekent

deze veronderstelling dat persoonlijke identiteit meer invloed heeft op gezonde voedselconsumptie

onder jongvolwassenen ten opzichte van sociale identiteit

Deelvraag twee luidt als volgt: Welk effect heeft de huidige gezondheidstrend op gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen? Over het algemeen kan worden gesproken van een

positief effect van de huidige gezondheidstrend op de mate van gezonde voedselconsumptie van

jongvolwassenen met uitzondering van gezondheidsbewustzijn collega’s. Het non-significante

effect van collega’s kan eventueel verklaard worden door het feit dat de meeste jongvolwassenen

binnen deze respondentengroep niet fulltime werkzaam zijn. Hierdoor wordt het mogelijk dat er

minder sprake van sociaal contact is met collega’s. Uit de dataset werken er in totaal 137

respondenten, waarvan slechts 50 fulltime werkenden, 17 parttime werkenden en 69 studenten met

een bijbaan met ! = 22,3 aantal werkuren per week. Anderzijds kan het effect van collega’s

uitblijven, omdat de werkomgeving wellicht niet bevorderend is voor het onderhouden van sociale

relaties. De top vijf bijbaantjes onder jongvolwassenen zijn in chronologische volgorde:

winkelbediende, vakkenvuller, kelner/serveerster, kassamedewerkster, huishoudelijke hulp. Deze

soort bijbanen bieden voornamelijk flexibele arbeidscontracten aan bestaande uit 0 – of 4 werkuren

(CBS, 2013). Hierdoor zal er geen sprake zijn van vaste en verplichte werkdagen, hetgeen wat voor

de drukke student juist aantrekkelijk is. Op basis van deze redenen is het waarschijnlijk dat

collega’s geen effect hebben op gezonde voedselconsumptie.

Gezondheidsbewustzijn individu heeft dusdanig het meeste invloed op de mate van gezonde

voedselconsumptie. Deze bevinding sluit aan bij de veronderstelling dat het individu zelf

verantwoordelijk is voor zijn eigen gezondheid. Aangezien het voedingspatroon een belangrijke

invloed heeft op de fysieke – en mentale gesteldheid van het lichaam is het niet verrassend dat het

individuele gezondheidsbewustzijn het sterkste effect heeft op gezonde voedselconsumptie (de

Gezondheidsraad, 2015). Daarnaast laat deze uitkomst zien dat des te meer jongvolwassenen zich

bewust zijn het feit dat er gezondheidswinst behaald kan worden met het voedingspatroon, hoe

hoger de mate van gezonde voedselconsumptie zal zijn.

Page 42: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

42

Ten tweede komt de invloed van gezondheidsbewustzijn vrienden op gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen. Tevens in overeenstemming met onderzoek over de

toename van de invloed van vrienden in deze leeftijdsfase. Tot slot neemt vanaf de 16e levensjaar

de mate van zelfstandigheid toe, waarbij men zich langzamerhand losmaakt van de ouders (De

Looze et al., 2013). Dit kan een verklaring zijn voor het minst sterke invloed van

gezondheidsbewustzijn familie op gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen.

Het verband tussen health food identiteit en de huidige gezondheidstrend met betrekking

tot gezonde voedselconsumptie werd geanalyseerd tijdens de derde deelvraag: In hoeverre is er

sprake van een interactie-effect tussen health food identiteit en gezondheidstrend op gezonde

voedselconsumptie onder jongvolwassenen? Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd

dat er sprake is van een relatie tussen health food identiteit en de huidige gezondheidstrend, waarbij

het effect op gezonde voedselconsumptie wordt versterkt indien de mate van health food identiteit

en de huidige gezondheidstrend toenemen. Uit vervolganalyses blijft individuele

gezondheidsbewustzijn het sterkste effect aanhouden. In vergelijking met gezondheidsbewustzijn

van familie – en vrienden wordt gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen beter

verklaard met behulp van health food identiteit. Aan de hand van deze uitwerkingen wordt

geconstateerd dat gezonde voedselconsumptie voornamelijk verklaard wordt door psychologische

factoren als persoonlijke identiteit en individuele gezondheidsbewustzijn. Bovendien is er een

versterkend effect tussen health food identiteit en gezondheidsbewustzijn familie. Dit wil zeggen

dat gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen toeneemt wanneer de mate van health food

identiteit en gezondheidsbewustzijn van familie stijgt. Het belang van opvoeding is een mogelijke

verklaring voor het interactie-effect tussen de twee variabelen. De manier waarop men is opgevoed

door hun ouders heeft logischerwijs invloed op het denkbeeld van jongvolwassenen, waaronder

ook voedselconsumptie. Ten aanzien van health food identiteit en gezondheidsbewustzijn vrienden

blijkt er geen verband te zijn. Daarentegen is het afzonderlijke effect van gezondheidsbewustzijn

vrienden sterker in vergelijking met gezondheidsbewustzijn familie. Dit resultaat komt overeen

met onderzoek naar de groeiende invloed van vrienden op jongvolwassenen en het losmaken van

individuen van ouders in deze fase (De Looze et al., 2013).

Ook is er sprake van een verschil in gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen

tussen geslacht, opleidingsniveau en opleidingsniveau moeder. De resultaten met betrekking tot

geslacht en opleidingsniveau bekrachtigen eerder onderzoek die een verschil in gezonde

Page 43: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

43

voedselconsumptie tussen mannen en vrouwen en opleidingsniveau hebben vastgesteld.

Opleidingsniveau moeder is echter in tegenspraak met theorieën over de invloed van

sociaaleconomische achtergrond op gezonde voedselconsumptie. Onder andere Bourdieu (1979)

en Dagevos (2005) veronderstellen dat mensen uit een hoge sociaaleconomische klasse een

gezonder voedingspatroon hebben in vergelijking met de lage sociaaleconomische klasse. In dit

onderzoek blijkt dat wanneer moeders van jongvolwassenen met minstens een Hbo-opleiding er

sprake is van een afname van gezonde voedselconsumptie in vergelijking met jongvolwassenen

met laagopgeleide moeders. Dit fenomeen kan eventueel worden toegelicht wanneer blijkt dat het

aantal fulltime werkzame hoogopgeleide moeders op de arbeidsmarkt beduidend hoger is dan

laagopgeleide moeders (CBS, 2014). Hierdoor is het mogelijk dat hoogopgeleide moeders minder

tijd hebben voor voedings-gerelateerde bezigheden. Dankzij een gebrek aan tijd voor bijvoorbeeld

het bereiden van maaltijden kan dit een mogelijke verklaring zijn voor het verschil in gezonde

voedselconsumptie.

Aan de hand van de voorgaande conclusies kan een antwoord op de hoofdvraag worden

geformuleerd: In hoeverre is er sprake van een effect van identiteit op gezonde voedselconsumptie

in het kader van de huidige gezondheidstrend? Naar aanleiding van de resultaten kan worden

vastgesteld dat zowel health food identiteit als de huidige gezondheidstrend in staat zijn om de

mate van gezonde voedselconsumptie onder jongvolwassenen te verklaren. De huidige

gezondheidstrend heeft in vergelijking met identiteit meer invloed op gezonde voedselconsumptie.

De interactie tussen beide concepten laat zien dat de gezonde voedselconsumptie onder

jongvolwassenen verder toeneemt. Op basis van deze bevinding kan in combinatie met de theory

of planned behaviour worden aangeraden om meer aandacht te schenken aan het bevorderen van

het gezondheidsbewustzijn op zowel individueel – als sociaal gebied (Azjen, 1991). Wanneer men

meer kennis bezit over het cruciale belang van een gezond voedingspatroon voor het welzijn én

hoe ze dit zelf kunnen toepassen wordt de kans groter geacht dat gezonde voedselconsumptie zal

toenemen. Zodoende zal in het licht van Elias (2000) gezonde voedselconsumptie worden

geïnternaliseerd als sociale standaard. Dit zal langzamerhand leiden tot het ervaren van een

bepaalde interne – en externe druk om zichzelf een gezond voedingspatroon eigen te maken. Op

grond van de resultaten zal alsmede de mate waarin men zichzelf identificeert als gezonde

consument geleidelijk toenemen: ik eet, derhalve ik ben.

Page 44: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

44

5.2. Discussie

Het onderzoek kent een aantal beperkingen, waarbij elke tekortkoming benaderd dient te worden

als aanleiding of aandachtspunt voor vervolgonderzoek. Ten eerste kan er een kanttekening

geplaatst worden met betrekking tot de werving van de respondentengroep. Het streven van

minimaal 150 respondenten is bewerkstelligd middels convenience sampling via sociale media en

snowball sampling met behulp van familie, vrienden en kennissen. Echter is de steekproef op deze

manier niet random geselecteerd. De dataset vormt derhalve geen representatieve weergave van de

werkelijkheid. Hierdoor wordt de generalisatie van de gevonden resultaten naar de populatie

jongvolwassenen belemmerd.

De lacune binnen het onderzoek was het betrekken van een eventueel effect van de huidige

gezondheidstrend op gezonde voedselconsumptie. Aangezien er geen onderzoeksinstrument

beschikbaar was voor het meten van de sociale omgeving, zijn de indicatoren gebaseerd op

wetenschappelijke literatuur besproken in het theoretisch kader. De huidige gezondheidstrend is

omgezet in meetbare dimensies gebaseerd op gezondheidsbewustzijn van het individu – en binnen

de sociale omgeving. De keuze voor gezondheidsbewustzijn als indicator van de huidige

gezondheidstrend komt voort uit onderzoek over de invloed van bewustzijn op daadwerkelijk

gedrag (Azjen, 1991). Wellicht zijn er meerdere factoren die het effect verklaren, maar om de

resultaten overzichtelijk te houden is het aantal dimensies van gezondheidstrend beperkt tot de

waargenomen gezondheidsbewustzijn van het individu – en de sociale omgeving.

Tevens was het de bedoeling om verschillende factoren te analyseren die binnen dit

eventueel een neveneffect zouden kunnen zijn. Dit heeft geleid tot feedback van respondenten die

het onderzoeksinstrument qua tijd te lang vonden duren. Een mogelijk gevolg is dat de respondent

niet meer in staat is om goed de stellingen tot zich door te laten dringen en vervolgens serieuze

antwoorden te geven. Er is gecontroleerd voor dit soort antwoordpatronen en hier bleek geen sprake

van te zijn. Echter is het noodzakelijk om rekening te houden met het feit dat de resultaten

beïnvloed zijn geweest door het tijdsbestek van het onderzoeksinstrument.

Desondanks is het onderzoek een aanvulling op bestaande literatuur naar de relatie tussen

identiteit en consumptiegedrag an sich. Gezonde voedselconsumptie is een onderwerp die steeds

meer aandacht krijgt binnen de samenleving sinds de verontrustende overgewichtsproblematiek.

De interdisciplinaire aard van het theoretisch kader is omgezet in een kwantitatief

onderzoeksinstrument om zodoende identiteit en de huidige gezondheidstrend op verschillende

Page 45: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

45

meetniveaus te analyseren. Door deze casus vanuit meerdere invalshoeken te bekijken heeft

interdisciplinariteit geleid tot nieuwe inzichten met betrekking tot gezonde voedselconsumptie.

5.3. Aanbevelingen vervolgonderzoek

Voor vervolgonderzoek wordt aanbevolen om een betrouwbaar meetinstrument te formuleren. Het

onderzoeksinstrument ontwikkeld voor dit onderzoek is een goede basis, omdat de

operationalisering van de variabelen interdisciplinair van aard is. Echter zal er het nodige moeten

gebeuren om de validiteit en betrouwbaarheid te verbeteren. Daarnaast is het interessant om

meerdere verklaringen voor de huidige gezondheidstrend te vinden door verschillende disciplines

toe te passen. Ook is het mogelijk dat er verschillen zijn in mate van health food identiteit met

betrekking tot normen, waarden, hobby’s en interesses, waaronder lichaamsbeweging of

duurzaamheid. Verdere verdieping in sociaal-demografische aspecten met betrekking tot de relatie

tussen identiteit en gezonde voedselconsumptie kan relevante factoren aan het licht brengen.

Page 46: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

46

6. Literatuurlijst

Armitage, C. J., & Conner, M. (2001). Efficacy of the theory of planned behaviour: A meta-analytic

review. British journal of social psychology, 40(4), 471-499.

Ajzen, J. (1991). The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decision

Processes, 50, 179-211.

Baumeister, R. (1999). The self in social psychology. Philadelphia, PA: Psychology Press.

Bionext (2015). Trendrapport bioloigsch 2014-2015: Versnelling omzetgroei vanaf najaar 2014.

Zeist: Author.

van den Bos, M. (2016, 11 maart). Nederlanders geven meer uit aan kookboeken. Geraadpleegd op

1 juni 2016 via http://nu.nl

Bryman, A. (2008). Social research methods. Oxford university press.

Centraal Bureau Statistiek (2012, 2 juli). Steeds meer overgewicht. Geraadpleegd 20 september

2015, via http://cbs.nl

Centraal Bureau Statistiek (2014, 27 juni). Moeders: binding met de arbeidsmarkt. Geraadpleegd

14 juni 2016, via http://cbs.nl

Christodoulou, J. (2010). Identity, health and women. Houndmills, Basingstoke, Hampshire:

Palgrave Macmillan

Côté, J. and Levine, C. (2002). Identity formation, agency, and culture. Mahwah,

N.J.: L. Erlbaum Associates

Dagevos, J. C., & Bakker, D. H. (2008). Consumptie verplicht: Een kleine sociologie van

consumeren tussen vreten en geweten.

Page 47: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

47

Dagevos, H., & Munnichs, G. (Eds.). (2007). De obesogene samenleving: maatschappelijke

perspectieven op overgewicht. Amsterdam University Press.

Dagevos, H. (2005). Voedselconsumptie: prijskwestie en principezaak. Economenblad, 28(4), 9-

11.

Field, A. (2013). Discovering statistics using ibm spss statistic. London: Sage Publications.

Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2015. Den Haag: Gezondheidsraad, 2015;

publicatienummer 2015/24.

de Hollander, A. E. M., Hoeymans, N., Melse, J. M., Van Oers, J. A. M., & Polder, J. J. (2006).

Zorg voor gezondheid: Volksgezondheid toekomstverkenning 2006. Bilthoven: RIVM

Kamphuis, C., Jansen, T., Mackenbach, J., & van Lenthe, F. (2015). Bourdieu’s Cultural Capital

in Relation to Food Choices: A Systematic Review of Cultural Capital Indicators and an Empirical

Proof of Concept. PLOS ONE, 10(8), e0130695.

Kempen, E. L., Muller, H., Symington, E., & Van Eeden, T. (2012). A study of the relationship

between health awareness, lifestyle behaviour and food label usage in Gauteng. South African

Journal of Clinical Nutrition, 25(1), 15-21.

De Looze, M., van Dorsselaer, S., de Roos, S., Verdurmen, J., Stevens, G., Gommans, R., &

Vollebergh, W. (2014). HBSC 2013: Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in

Nederland.

Massaro, B. (2015, 25 augustus). Het voedsellabyrint wordt alleen maar groter. Geraadpleegd op

10 oktober 2015, via http://nos.nl

Moran, M. (2015). Identity and capitalism. ed. London: SAGE.

Page 48: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

48

Nederstigt, A., & Poiesz, T. (2014). Consumentengedrag. Groningen: Noordhoff Uitgevers bv.

Marjanne in't Panhuis-Plasmans, Luijben, G., & Hoogenveen, R. T. (2012). Zorgkosten van

ongezond gedrag. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Ritzer, G. (2014), Sociological Theory, New York: McGraw-Hill.

van der Schors, A., Madern, T., van der Werf, M. (2013). Nibud scholierenonderzoek 2012-2013.

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

Voedingscentrum (2011, 17 november). Meer consumenten willen gezonder eten. Geraadpleegd

op 5 maart 2016, via http://voedingscentrum.nl

Von Maltzahn, Constantin-Felix (2013) Dutch Identity in Fashion: Co-Evolution between Brands

and Consumers, doctoral dissertation, University of Amsterdam.

Wansink, B., Just, D., & Payne, C. (2009). Mindless Eating and Healthy Heuristics for the

Irrational. American Economic Review, 99(2), 165-169.

Woodward, K. (2002). Understanding Identity. London: Arnold.

Page 49: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

49

7. Appendix

7.1. Operationaliseringsschema’s

Gezonde voedselconsumptie

Concept Dimensies Indicator Stelling

De mate waarin het

huidige voedingspatroon

in overeenstemming is

met de aanbevolen

richtlijnen in de nieuwe

editie van de Schijf van

Vijf

Essenties

Algemene adviezen

Voedingsmiddelen

buiten de Schijf van

Vijf

Verantwoorde

voedselkeuzes

Het belang van gezond eten uiteengezet in

algemene termen gebruikt tijdens de

communicatie en advisering van het

voorlichtingsmodel.

Met behulp van de adviezen voor een gezond

voedingspatroon en de bijbehorende

aanbevolen dagelijkse hoeveelheden wordt

het risico op de tien meest voorkomende

chronische ziekten in Nederland verkleind.

Advisering over de frequentie en

portiegrootte met betrekking tot het

consumeren van voedingsmiddelen die niet

tot de Schijf van Vijf behoren

Belangrijke aspecten die naast de juiste

hoeveelheden – en producten bepalend zijn

voor een gezond voedingspatroon

Vraag 14a t/m 14d

Vraag 15a t/m 15p

Vraag 16a t/m 16g

- Variatie Vraag 17a t/m 17c

- Energiebalans Vraag 17d t/m 17f

- Voedselverleidingen Vraag 17g t/m 17h

- Duurzaamheid Vraag 17i t/m 17k

- Voedselveiligheid Vraag 17l

Page 50: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

50

Health food identiteit

Concept Dimensies Indicator Stelling

De mate waarin gezonde

voedselconsumptie een

belangrijk onderdeel is

van identiteit

Persoonlijke identiteit

Sociale identiteit

Psychologische aspecten van

gezonde voedselconsumptie met

betrekking tot identiteit

In hoeverre er sprake is van een

overlap tussen de persoonlijke

identiteit en de identiteit van de

gezonde consument

Vraag 24a t/m 24d

Vraag 25

De huidige gezondheidstrend

Concept Dimensies Indicator Stelling

De mate waarin men

bewust bezig is met het

bevorderen van een

gezond lichaam door meer

of minder consumptie van

voedingsmiddelen waar

gezondheidswinst mee te

behalen valt.

Perceived interne

gezondheidsbewustzijn

Perceived externe

gezondheidsbewustzijn

In hoeverre het individu bewust is

van de relatie tussen voedselkeuzes

en de eigen gezondheid

In hoeverre er gezondheids-

gerelateerde situaties voorkomen

binnen de sociale omgeving met

betrekking tot voedselconsumptie

Vraag 18a t/m 18g

- Familie Vraag 19a t/m 19g

- Vrienden Vraag 20a t/m 20g

- Collega’s Vraag 21a t/m 21g

Page 51: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

51

7.2. Onderzoeksinstrument

Geachte heer/mevrouw,

Ten eerste wil ik u hartelijk bedanken voor uw medewerking. Hiermee levert u een belangrijke

bijdrage tijdens mijn scriptieonderzoek voor de bachelor Algemene Sociale Wetenschappen aan de

Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek heeft betrekking op de relatie tussen gezonde

voedselconsumptie en identiteit in het kader van de huidige gezondheidstrend. Dit onderzoek richt

zich specifiek op de doelgroep: jongvolwassenen tussen de 19 en 30 jaar.

De vragenlijst bestaat uit 10 algemene vragen en 16 vragen met betrekking tot uw huidige

voedingspatroon, waarin u wordt verzocht de vragen zo eerlijk en accuraat mogelijk te

beantwoorden. De resultaten van het onderzoek zullen anoniem verwerkt worden. Probeer uw tijd

te nemen voor het lezen van de vragen en bijbehorende antwoorden. Elk onderdeel zal aanvullende

informatie bevatten met specifieke instructies. Er dient per vraag slechts één antwoord te worden

geselecteerd, waarbij er geen goede of slechte keuzes bestaan. Het invullen zal ongeveer 10

minuten van uw tijd in beslag nemen.

Succes en veel plezier met het invullen van de vragenlijst!

Phuong

______________________________________________________________________________

Algemeen

Vraag 1: Wat is uw geslacht?

m Man

m Vrouw

Page 52: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

52

Vraag 2: Wat is uw leeftijd in jaren?

____________________

Vraag 3: Wat is uw hoogst genoten opleiding (afgerond, of waarmee u momenteel mee bezig

bent)?

m Middelbare school

m MBO

m HBO

m WO

m Geen

Vraag 4: Wat is je huidige woonsituatie?

m Ik woon bij mijn ouders

m Ik woon met huisgenoten

m Ik woon met mijn partner

m Ik woon op mezelf

m Anders, namelijk ____________________

Vraag 5: Wat is de afkomst van uw vader?

____________________

Vraag: 6: Wat is de afkomst van uw moeder?

____________________

Vraag: 7: Wat is uw netto-inkomen per maand?

.....

Page 53: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

53

______________________________________________________________________________

Huidige voedingspatroon

_____________________________________________________________________________

Dit onderdeel bestaat uit vier vragen om een indicatie te krijgen van uw voedingspatroon.

______________________________________________________________________________

Vraag 8: Bent u vegetarisch of veganistisch?

m Ja, namelijk ____________________

m Nee

Vraag 9: Heeft u specifieke allergieën die van invloed zijn op uw voedingspatroon?

m Ja, namelijk ____________________

m Nee

Vraag 10: Hoeveel besteed u per maand aan voedingsmiddelen (naar schatting)?

____________________

Page 54: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

54

Vraag 11: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de volgende stellingen in

overeenstemming zijn met uw denkbeeld met betrekking tot gezonde voedselconsumptie

Helemaal

mee

oneens

Mee

oneens Neutraal

Mee

eens

Helemaal

mee eens

Niet van

toepassing

Over het algemeen is mijn

dagelijkse voedselconsumptie

voornamelijk gezond

m m m m m m

Ik wil mijn huidige

voedingspatroon verbeteren op

gebied van gezonde(re) consumptie

m m m m m m

Ongezond eten smaakt beter in

vergelijking met gezond eten m m m m m m

Ik kan niet genieten van gezonde

voedingsmiddelen m m m m m m

Gezonde voedingsmiddelen hebben

een aparte smaak m m m m m m

Ik heb voldoende kennis over

welke voedingsmiddelen passen

binnen een gezond

voedingspatroon

m m m m m m

Ik vind het moeilijk om een

gezonde maaltijd samen te stellen m m m m m m

Ik ben sceptisch tegenover

gezondheidsclaims op de

verpakking van voedingsmiddelen

m m m m m m

Page 55: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

55

___________________________________________

Schijf van Vijf

___________________________________________

Voor het volgende onderdeel ben ik benieuwd naar de

mate waarin u bekend bent met het nationale

voorlichtingsmodel over gezonde voedselconsumptie,

de Schijf van Vijf.

Het Voedingscentrum heeft recent geleden, eind maart

2016, de nieuwe richtlijnen over gezonde

voedselconsumptie gelanceerd onder het mom van de

welbekende Schijf van Vijf. De adviezen zijn

geformuleerd naar aanleiding van Richtlijnen Goede

Voeding 2015, een publicatie van de Gezondheidsraad

gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek over de

relatie tussen gezonde voedselconsumptie en de tien

meest voorkomende chronische ziekten in Nederland

Ik wil graag benadrukken dat voor het vervolgen van de vragenlijst het niet van belang is wanneer

u niet bekend bent met de aanbevolen richtlijnen van de Schijf van Vijf.

Vraag 12: Bent u bekend met de aanbevolen richtlijnen over gezonde voedselconsumptie van

de nieuwe editie van de Schijf van Vijf (zie bovenstaande afbeelding)?

m Ja

m Nee

Page 56: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

56

Answer If Schijf van Vijf &nbsp; Voor het volgende onderdeel ben ik benieuwd naar de mate waarin u

bekend bent met het nationale voorlichtingsmodel over gezonde voedselconsumptie, de Schijf van

Vijf.&nbsp; ... Ja Is Selected

Vraag 13: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de stellingen in overeenstemming zijn

met uw huidige situatie met betrekking tot de nieuwe editie van de Schijf van Vijf.

Helemaal

mee oneens

Mee

oneens Neutraal

Mee

eens

Helemaal

mee eens

Niet van

toepassing

Ik begrijp de aanbevolen adviezen

over gezonde voedselconsumptie

van deze nieuwe editie van de

Schijf van Vijf.

m m m m m m

Mijn voedingspatroon is

gebaseerd op de Schijf van Vijf m m m m m m

Ik denk dat mijn huidige

voedingspatroon in

overeenstemming is met de

aanbevolen adviezen over

gezonde voedselconsumptie

m m m m m m

Page 57: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

57

Answer If Schijf van Vijf &nbsp; Voor het volgende onderdeel ben ik benieuwd naar de mate waarin u

bekend bent met het nationale voorlichtingsmodel over gezonde voedselconsumptie, de Schijf van

Vijf.&nbsp; ... Nee Is Selected

Vraag 12: Bent u bekend met de aanbevolen richtlijnen over gezonde voedselconsumptie van

de oude editie van de Schijf van Vijf (zie onderstaande afbeelding)?

m Ja

m Nee

If Nee Is Selected, Then Skip To End of Block

Page 58: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

58

Answer If Bent u bekend met de&nbsp;aanbevolen richtlijnen over gezonde&nbsp;voedselconsumptie van

de&nbsp;oude&nbsp;editie van de Schijf van Vijf (zie afbeelding)? &nbsp;&nbsp; Ja Is Selected

Vraag 13: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de stellingen in overeenstemming zijn

met uw huidige situatie met betrekking tot de oude editie van de Schijf van Vijf.

Helemaal

mee oneens

Mee

oneens Neutraal

Mee

eens

Helemaal

mee eens

Niet van

toepassing

Ik begrijp de aanbevolen adviezen

over gezonde voedselconsumptie

van deze nieuwe editie van de

Schijf van Vijf.

m m m m m m

Mijn voedingspatroon is

gebaseerd op de Schijf van Vijf m m m m m m

Ik denk dat mijn huidige

voedingspatroon in

overeenstemming is met de

aanbevolen adviezen over

gezonde voedselconsumptie

m m m m m m

Page 59: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

59

______________________________________________________________________________

Huidige voedingspatroon

______________________________________________________________________________

Tijdens dit onderdeel wordt u gevraagd om een nauwkeurige inschatting te maken van uw huidige

voedingspatroon op basis van de aanbevolen richtlijnen van de Schijf van Vijf. Vink vervolgens

de antwoordmogelijkheid aan die het meest van toepassing is met betrekking tot uw

dagelijkse voedselconsumptie.

Vraag 14: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate

uw huidige voedingspatroon in overeenstemming is met

de essenties van de Schijf van Vijf

• Stelling 3 heeft betrekking op de aanbevolen

dagelijkse hoeveelheden van voedingsmiddelen.

Links is een afbeelding van het Voedingscentrum

toegevoegd voor meer informatie over de

aanbevolen dagelijkse hoeveelheden per vak uit

de Schijf van Vijf.

Bron: het Voedingscentrum

Ik .. Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Eet vooral uit de Schijf van Vijf m m m m m m

Beperk de consumptie van voedingsmiddelen

buiten de Schijf van Vijf m m m m m m

Neem de aanbevolen hoeveelheden uit elk

vak m m m m m m

Varieer binnen elke groep voedingsmiddelen m m m m m m

Page 60: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

60

Algemene adviezen

Vraag 15: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate uw huidige voedingspatroon in

overeenstemming is met de algemene adviezen van de Schijf van Vijf.

Ik .. Nooit Zelden Soms Vaak Zeer vaak

Niet van toepassing

Eet uit elk vak de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. m m m m m m

Eet dagelijks groente m m m m m m

Eet dagelijks fruit m m m m m m

Kies voor de gezondere smeer- en bereidingsvetten met meervoudig onverzadigd vet, zoals olijfolie en zonnebloemolie

m m m m m m

Neem dagelijks zuivel waaronder melk, yoghurt en kaas. m m m m m m

Kies voor plantaardige eiwitbronnen, waaronder peulvruchten en noten

m m m m m m

Eet dagelijks ongezouten noten, waaronder pinda's, zaden en pitten

m m m m m m

Eet wekelijks vis, bij voorkeur vette vissoorten m m m m m m

Eet wekelijks peulvruchten m m m m m m

Beperk het eten van vlees tot niet meer dan 500 gram per week.

m m m m m m

Eet dagelijks ten minste 90 gram volkorenbrood, bruinbrood of andere volkoren producten

m m m m m m

Kies volkoren graanproducten m m m m m m

Drink met name kraanwater m m m m m m

Drink met name groene en/of zwarte thee m m m m m m

Drink met name gefilterde zwarte koffie zonder suiker en melk

m m m m m m

Voeg aan je eten en drinken zo min mogelijk suiker en/of zout toe m m m m m m

Page 61: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

61

Voedingsmiddelen buiten de Schijf van Vijf

Vraag 16: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate uw huidige voedingspatroon in

overeenstemming is met de aanbevolen richtlijnen met betrekking tot de voedingsmiddelen die

buiten de Schijf van Vijf vallen.

• In de onderstaande afbeelding staan meer details over de aanbevolen richtlijnen voor voedingsmiddelen die niet tot de Schijf van Vijf behoren.

Bron: het Voedingscentrum

Page 62: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

62

Ik.. Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Eet niet meer dan de aanbevolen dagelijkse

hoeveelheid (3 tot 5 keer per dag iets

kleins)

m m m m m m

Eet niet meer dan de aanbevolen wekelijkse

hoeveelheid (maximaal 3 keer per week iets

groots)

m m m m m m

Let op het verschil tussen wat dagelijks ó

wekelijks past in een gezond

voedingspatroon

m m m m m m

Eet niet te veel bewerkt vlees (zonder

toegevoegde ingrediënten, zoals zout)

m m m m m m

Drink zo min mogelijk suikerhoudende

dranken

m m m m m m

Drink geen alcohol m m m m m m

Drink niet meer dan één glas alcohol per

dag

m m m m m m

Page 63: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

63

Verantwoorde voedselkeuzes

Vraag 17: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate uw huidige voedingspatroon in

overeenstemming is met de aanbevolen richtlijnen van de Schijf van Vijf met betrekking tot

verantwoorde voedselkeuzes.

Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Varieer binnen de productgroepen van de

Schijf van Vijf

m m m m m m

Varieer binnen de ‘dagelijkse keuze' buiten de

Schijf van Vijf

m m m m m m

Varieer binnen ‘wekelijkse keuze’ buiten de

Schijf van Vijf

m m m m m m

Monitor je lichaamsgewicht m m m m m m

Heb voldoende lichaamsbeweging m m m m m m

Eet niet meer dan je nodig hebt m m m m m m

Wees je bewust van de voedselomgeving en

het effect daarvan op jouw voedselkeuzes

m m m m m m

Bedenk een concrete actie hoe om te gaan met

ongezonde verleidingen in situaties die jij

lastig vindt`

m m m m m m

Maak binnen elke productgroep de duurzamere

keuze en let daarbij op keurmerken

m m m m m m

Koop wat je nodig hebt m m m m m m

Verspil zo min mogelijk voedsel m m m m m m

Besteed aandacht aan de hygiëne en veiligheid

van je eten tijdens het kopen, bewaren en

bereiden van voedsel

m m m m m m

Page 64: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

64

De huidige gezondheidstrend

Langzamerhand beginnen steeds meer mensen zich te realiseren dat het voedingspatroon een grote

impact heeft op de gezondheid. Hierdoor groeit het besef dat een gezond lichaam in uw eigen

handen lig (letterlijk en figuurlijk). Dit ziet u onder andere terug in de vernieuwde Schijf van Vijf

onderbouwd maar de overheid is niet de enigste partij die gezonde voedselconsumptie probeert te

stimuleren. De gezondheidstrend is bijvoorbeeld ook duidelijk waarneembaar in supermarkten,

waarbij het aanbod van gezonde voedingsmiddelen in de schappen alsmaar toeneemt.

Tijdens dit onderdeel staat de gezondheidstrend centraal. Hierbij zal naar het

gezondheidsbewustzijn van uzelf – en binnen uw sociale omgeving gevraagd worden.

Gezondheidsbewustzijn wordt in dit onderzoek geassocieerd met de mate waarin men tijd investeert

in het bevorderen van een gezond lichaam door meer of minder consumptie van voedingsmiddelen

waar gezondheidswinst mee te behalen valt.

______________________________________________________________________________

Page 65: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

65

Vraag 18: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de stellingen van toepassing zijn uw

gezondheidsbewustzijn.

Helemaal

mee oneens

Mee

oneens Neutraal

Mee

eens

Helemaal

mee eens

Niet van

toepassing

Ik lees meer over gezondheid-

gerelateerde artikelen in

vergelijking met drie jaar geleden

m m m m m m

Ik ben geïnteresseerd in

informatie over gezondheid m m m m m m

Ik maak mij geen zorgen over

mijn gezondheid m m m m m m

Ik begrijp de informatie over de

voedingswaarden die staan

aangegeven op

productverpakkingen

m m m m m m

In vergelijking met de

gemiddelde consument, heb ik

meer kennis over de aangegeven

voedingswaarden op de

verpakkingen van

voedingsmiddelen.

m m m m m m

Ik maak mij zorgen over

schadelijke ingrediënten in

voedingsmiddelen

m m m m m m

Over het algemeen heb ik geen

interesse in voeding-gerelateerde

zaken

m m m m m m

Page 66: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

66

Gezondheidsbewustzijn: familie

Vraag 19: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de aangegeven situaties

voorkomen binnen uw familie.

Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Gezonde voedselconsumptie als

gespreksonderwerp m m m m m m

Dagelijkse consumptie van gezonde

voedingsmiddelen m m m m m m

Stimuleren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Stimuleren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Sceptisch denkbeeld over gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Page 67: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

67

Gezondheidsbewustzijn: vrienden

Vraag 20: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de aangegeven situaties

voorkomen binnen uw vriendenkring.

Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Gezonde voedselconsumptie als

gespreksonderwerp m m m m m m

Dagelijkse consumptie van gezonde

voedingsmiddelen m m m m m m

Stimuleren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Stimuleren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Sceptisch denkbeeld over gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Page 68: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

68

Gezondheidsbewustzijn: collega's

Vraag 21: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de aangegeven situaties

voorkomen binnen uw collegiale werkomgeving

Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Gezonde voedselconsumptie als

gespreksonderwerp m m m m m m

Dagelijkse consumptie van gezonde

voedingsmiddelen m m m m m m

Stimuleren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Stimuleren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Sceptisch denkbeeld over gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Page 69: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

69

Invloed sociale omgeving op uw gezondheidsbewustzijn

Tijdens dit onderdeel zullen de stellingen uit de vorige vraag worden herhaald. Echter, maak nu

een inschatting van de mate waarin u denkt dat uw familie, vrienden en collega’s invloed hebben

op uw gezondheidsbewustzijn

Vraag 22: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de omschreven situaties hun invloed

hebben op uw gezondheidsbewustzijn

Nooit Zelden Soms Vaak Zeer

vaak

Niet van

toepassing

Gezonde voedselconsumptie als

gespreksonderwerp m m m m m m

Dagelijkse consumptie van gezonde

voedingsmiddelen m m m m m m

Stimuleren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Stimuleren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Afkeuren van ongezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Sceptisch denkbeeld over gezonde

voedselconsumptie m m m m m m

Page 70: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

70

_____________________________________________________________________________

Identiteitsontwikkeling

_____________________________________________________________________________

Tijdens dit onderdeel zullen psychologische en sociologische aspecten worden beschreven die

invloed hebben op de identiteitsontwikkeling Betrek de omschreven aspecten op uzelf om

zodoende een inschatting te maken in hoeverre deze relevant zijn voor uw eigen

identiteitsontwikkeling.

______________________________________________________________________________

Vraag 23: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de aspecten relevant zijn voor uw eigen

identiteitsontwikkeling

Zeer

onbelangrijk Onbelangrijk Neutraal Belangrijk

Zeer

belangrijk

Niet van

toepassing

Mijn persoonlijke waarden

en morele normen m m m m m m

Mijn dromen en fantasieën m m m m m m

Mijn persoonlijke doelen en

toekomstverwachtingen m m m m m m

Mijn emoties en gevoelens m m m m m m

Mijn gedachten en ideeën m m m m m m

De manier waarop ik omga

met mijn angst en zorgen m m m m m m

Het gevoel om een uniek te

zijn door mezelf te

onderscheiden van anderen

m m m m m m

De gedachte dat ik

vanbinnen altijd dezelfde

persoon zal blijven, ondanks

externe veranderingen

gedurende mijn levensloop

m m m m m m

Page 71: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

71

Mijn zelfkennis: mijn ideeën

over wat voor een soort

persoon ik echt ben

m m m m m m

Mijn zelfevaluatie: de

mening die ik over mezelf

heb

m m m m m m

Mijn populariteit: de mate

waarin mijn sociale

omgeving mij ervaren als

een leuk en gezellig persoon

m m m m m m

De reacties van anderen op

de manier hoe ik mij gedraag m m m m m m

Mijn fysieke verschijning:

lengte, gewicht en

lichaamsvorm

m m m m m m

Mijn reputatie: hoe anderen

over mij denken m m m m m m

De indruk die mijn uiterlijk

op anderen maakt m m m m m m

Mijn sociale gedrag: de

manier hoe ik mezelf

gedraag wanneer ik mensen

ontmoet

m m m m m m

Page 72: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

72

Persoonlijke identiteit

Vraag 24: Geef voor de volgende vraag aan in welke mate de volgende drie stellingen in

overeenstemming zijn met uw denkbeeld over gezonde voedselconsumptie en uw persoonlijke

identiteit

Helemaal

mee oneens

Mee

oneens Neutraal

Mee

eens

Helemaal

mee eens

Niet van

toepassing

Je bent wat je eet m m m m m m

Ik eet voedingsmiddelen die

aansluiten op mijn identiteit m m m m m m

Mijn voedingspatroon levert

een belangrijke bijdrage aan

mijn identiteit

m m m m m m

Page 73: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

73

Sociale identiteit

Als individu komt het regelmatig voor dat wij onszelf sterk identificeren met een bepaalde sociale

groep. Dit gebeurt, omdat er sprake is van een grote overlap is tussen ons zelfbeeld, hoe wij onszelf

zien als persoon met de daarbij behorende normen en waarden, en het imago van de desbetreffende

sociale groep.

Bestudeer voor de volgende vraag de onderstaande afbeelding. Het gaat om een abstract model die

de mate van overlap tussen uw persoonlijke identiteit met de identiteit van de gezonde consument

weergeeft. In dit onderzoek wordt de identiteit van de gezonde consument geassocieerd met

iemand die (1) zich bewust is zijn eigen voedingspatroon en (2)

voornamelijk voedingsmiddelen consumeert om op deze manier de gezondheid zo veel

mogelijk te bevorderen.

Stel u voor dat de linker cirkel u persoonlijke

identiteit symboliseert en de rechter cirkel de

identiteit van de gezonde consument representeert.

Maak vervolgens een nauwkeurige inschatting in

hoeverre er sprake is van overlap tussen uw

persoonlijke identiteit en de identiteit van de

gezonde consument.

Vraag 25: Geef voor de volgende vraag aan welke

van de acht antwoordmogelijkheden de meest

accurate weergave is van de mate van overlap

tussen uw persoonlijke identiteit en de identiteit

van de gezonde consument.

Page 74: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

74

______________________________________________________________________________

Eigenschappen van voedingsmiddelen

______________________________________________________________________________

Tijdens dit onderdeel staan de beweegredenen voor voedselconsumptie centraal. Hierbij wordt u

verzocht om uw mening te geven over verschillende stellingen die betrekking hebben op de

eigenschappen van voedingsmiddelen.

Vraag 26: Geef in de volgende vraag aan in welke mate de omschreven eigenschappen van belang

zijn op uw beweegredenen voor het consumeren van bepaalde voedingsmiddelen:

Met betrekking tot voedselconsumptie is het voor mij van belang dat het desbetreffende product ..

Zeer

onbelangrijk

Onbelangrijk

Neutraal

Belangrijk

Zeer

belangrijk

Niet van

toepassing

Makkelijk te bereiden is m m m m m m

Geen toegevoegde

ingrediënten bevat m m m m m m

Laag in calorieën is m m m m m m

Natuurlijke ingrediënten bevat m m m m m m

Niet duur is m m m m m m

Laag in vet is m m m m m m

Hetgeen is wat ik normaal

gesproken eet m m m m m m

Rijk aan vezels is m m m m m m

Voedzaam is m m m m m m

Makkelijk verkrijgbaar is in

winkels/supermarkten m m m m m m

Page 75: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

75

Mijn geld waard is m m m m m m

Mijn lichaamsgewicht in

balans houdt m m m m m m

Overeenkomt met de

voedingsmiddelen, waarmee

ik ben opgegroeid

m m m m m m

Veel vitaminen en mineralen

bevat m m m m m m

Geen kunstmatige

ingrediënten bevat m m m m m m

Rijk aan proteïnen/eiwitten is m m m m m m

Nauwelijks tot geen

voorbereidingstijd kost m m m m m m

Mijn gezondheid in balans

houdt m m m m m m

Goed is voor mijn

huid/tanden//haar/nagels m m m m m m

Hetgeen is wat ik meestal eet m m m m m m

Gekocht kan worden in

winkels, waarin ik in de buurt

woon/werk

m m m m m m

Goedkoop is m m m m m m

Page 76: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

76

Interesse in vervolgonderzoek

______________________________________________________________________________ Naar aanleiding van het invullen van de vragenlijst ben ik benieuwd of u eventueel geïnteresseerd

zou zijn in vervolgonderzoek met betrekking tot dit onderwerp?

m Ja

m Nee

Answer If Naar aanleiding van het invullen van de vragenlijst ben ik benieuwd of u eventueel

geïnteresseerd... Ja Is Selected

Bij deze geef ik als respondent de toestemming om contact op te nemen voor een interview met

betrekking tot mijn gezonde voedselconsumptie via mijn e-mailadres:

.....

______________________________________________________________________________

Hartelijk dank voor het besteden van uw kostbare tijd aan het invullen van deze vragenlijst!

Page 77: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

77

7.3. Betrouwbaarheidsanalyses en aannames

7.3.1. Afhankelijke variabele: gezonde voedselconsumptie

Reliability Statistics Cronbach's

Alpha N of Items

,901 38 Bron: Output SPPS

7.3.2. Health food identiteit

Reliability Statistics Cronbach's

Alpha N of Items

,644 2 Bron: Output SPPS

7.3.3. De huidige gezondheidstrend

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha N of Items

,755 4 Bron: Output SPPS

Page 78: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

78

7.3.4. Normaliteit

De aanname van normaliteit is gecontroleerd met behulp van een histogram en P-P Plots (zie

Appendix 7.4.1.) De histogram van de afhankelijke variabele gezonde voedselconsumptie geeft

een standaarddeviatie van* = .379 en een gemiddelde van ! =. 00. Verder is de data redelijk

verdeelt rondom de diagonale lijn van de P-P Plot. Daarnaast voldoet de steekproef aan de centrale

limietsteling (( > 30).Dit wil zeggen dat de fouttermen en steekproefverdeling willekeurig en

normaal verdeeld zijn (Field, 2013). Er zijn geen problemen met betrekking tot de aanname van

normaliteit binnen dit onderzoek.

7.4.1.1.

Bron: Output SPPS Bron: Output SPSS

Page 79: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

79

7.3.5. Lineariteit en homoskedasticiteit

Middels residuplots is er beoordeeld in hoeverre er aan de aannames van homoskedasticiteit en

lineaeriteit is voldaan. De scores van elke respondent zijn goed verdeeld over de residuplots

rondom het gemiddele van ! = 0. De willekeurige puntenwolken laten zien dat er aan de aannames

van homoskedasticiteit en lineariteit is voldaan. De onafhankelijke variabelen meten een

soortgelijke variantie en de kans op een bepaalde foutenscore gelijk is (Field, 2013). Het

onderstaande weergeeft de SPSS-output van de residuplots per deelvraag.

7.3.5.1. Residuplots: health food identiteit (DV1)

Page 80: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

80

7.3.5.2. Residuplots: de huidige gezondheidstrend (DV2)

Page 81: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

81

7.3.5.3. Residuplots: health food identiteit x de huidige gezondheidstrend (DV3)

Page 82: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

82

7.3.6. Onafhankelijkheid

De aanname van onafhankelijkheid is gecontroleerd met behulp van een Durbin-Watson test.

Wanneer er sprake is van een score tussen 1 en 3 betekent dat de errors onafhankelijk van elkaar

(Field, 2013). Binnen dit onderzoek is er aan de aanname van onafhankelijkheid voldaan. De

resultaten met betrekking tot de aanname van onafhankelijkheid wordt in het onderstaande tabel

gepresenteerd.

7.3.7. Multicollineariteit

Het controleren voor de aanname van multicollineariteit is van belang, omdat het effect van

meerdere afhankelijke variabelen wordt getoetst. Indien de predictoren sterk met elkaar correleren

heeft dit gevolgen voor het accuraat inschatten van de regressiecoëffienten en p-waarde. De

variance inflation factor (VIF) geeft aan met welke factor de varianties van de andere variabelen

toenemen door het toevoegen van de desbetreffende predictor in het model (Field, 2013). Verder

kan multicollineariteit worden gediagnosticeerd aan de hand van de tolerance-statistiek. De output

van de regressie-analyses geven een VIF-waarde onder de 10 en een score op tolerance boven de

0.2. Dit betekent dat er aan de aanname van multicollineariteit is voldaan.

Durbin - Watson

Deelvraag 1: Health food identiteit

Deelvraag 2: De huidige gezondheidstrend

1.936

1.674

Deelvraag 3: Identiteit x gezondheidstrend 1.936

Bron: SPSS output

Page 83: Ik eet, derhalve ik ben - Universiteit van Amsterdam

83

Bron: Output SPPS

Bron: Output SPPS

Bron: Output SPPS

De huidige gezondheidstrend

Collinearity Statistics

Tolerance VIF

Gezondheidsbewustzijn: individu ,600 1,666

Gezondheidsbewustzijn: familie ,621 1,610

Gezondheidsbewustzijn: vrienden ,612 1,634

Gezondheidsbewustzijn: collega's ,676 1,479

Health food identiteit

Collinearity Statistics

Tolerance VIF

Persoonlijke identiteit ,707 1,414

Sociale identiteit ,699 1,430

Identiteit x Gezondheidstrend

Collinearity Statistics

Tolerance VIF

Health food identiteit ,544 1,837

Gezondheidstrend ,564 1,774

Identiteit x Gezondheidstrend ,819 1,221