ICT governance in de tijd
Transcript of ICT governance in de tijd
Inhoud
Proloog en woord van dank 3
1. Inleiding 9
2. ICT governance in de tijd 11
2.0 Samenvatting 11
2.1 Waar gaat ICT governance over? 12
2.1.1 Het begrip ICT governance 12
2.1.2 De bestuurde technologie 13
2.2 En wat bestuurt men dan? 14
2.2.1 IT organisaties in soorten 14
2.2.2 Weil’s inventarisatie anno 2005 15
2.3 Wat veranderde er in de loop der jaren? 17
2.3.1 Technologie: Ipad, cloud computing en big data 17
2.3.2 En meteen: de respons van de organisatie 19
2.4 IT governance door de jaren heen van 1970 tot 2040 21
2.4.1 Omgaan met ICT is leiden en managen 21
2.4.2 Waar zagen we dit eerder? 22
3. Archieven: het jaar 2025 en de weg er naar toe 24
3.1 De wired society anno 2025 24
3.2 De weg naar 2025 25
3.3 Wie zijn hiervoor actief geweest en waarmee? 28
3.4 Verschuivingen in focus door de tijd 30
3.5 Gevolgen voor archieven en documenten 31
4. Het lectoraat IT governance 33
4.1 De doelstelling en de resultaten 33
4.2 De werkwijze 34
Bronnen 36
a. Bronnen openbare les 36
b. Bronnen archieven: het jaar 2025 en de weg er naar toe 37
Publicaties van het lectoraat IT governance of eigen publicaties
in de periode 2008-2012 38
ICTgovernanceindetijd 5
Proloog en woord van dank
Dit boekje bevat de openbare les van een lectoraat. Een lectoraat is een plaats
binnen een hogeschool, waar het onderzoek, dat een hogeschool doet op een
bepaald terrein, is geconcentreerd. Een openbare les is een gelegenheid, waarop
óf de lector ingaat op het onderzoek welke hij in zijn lectoraat wil doen, óf
verantwoording aflegt voor het onderzoek dat tot dan toe in zijn lectoraat is
gedaan.
Dit boekje geeft de openbare les van het lectoraat ICT governance Het lectoraat
onderzoekt onderwerpen op het terrein van ICT governance. Dit is het terrein
van het sturen van de inzet van Informatie en Communicatietechnologie (ICT) in
organisaties, ketens van organisaties en communities en het organiseren van deze
inzet. Het boekje is geschreven na afloop van een onderzoeksperiode van vier jaar.
Deze periode liep van 1/4/20008 tot 1/4/2012. De duur van het lectoraat is verlengd
tot 1/7/2012, zodat de openbare les binnen de termijn van het lectoraat valt.
Voordat het lectoraat een aanvang nam, is een plan voor het lectoraat opgesteld. In
dit plan staan twee onderwerpen centraal. Deze onderwerpen zijn:
a. het komen tot een master of science ICT governance. Een dergelijke master
maakt het mogelijk aan studenten een éducation permanente te geven. Deze
strekt zich dan uit van het HBO in ICT security en management via een master
of science in ICT governance tot een mogelijkheid op dit terrein te promoveren.
b. het uitvoeren van onderzoek om de lacunes in kennis op te vullen, die naar
voren komen bij de invulling van de master ICT governance.
Voor bovenstaand onderdeel a werd samen met de Open Universiteit tot een
gedetailleerd plan voor een master ICT governance gekomen. De Open Universiteit
heeft vervolgens deze master ingepast in het programma van haar master business
process management en IT.
De gedefinieerde master bestaat uit vier delen. Deze delen zijn: IT governance en
innovatie, IT governance en organisatie, IT governance en sourcing én IT governance
en haar technische aspecten.
Bij het definiëren van deze vier delen kwam naar voren, dat op diverse onderwerpen
van het onderwijsprogramma nadere verdieping nodig was. Tezamen met de
beoogde docenten van de master , docenten van Fontys hogeschool ICT, de
sponsor van het lectoraat het bedrijf Simac én vertegenwoordigers uit overheid en
bedrijfsleven werden deze onderwerpen vervolgens onderzocht. Dit onderzoek werd
6 ICTgovernanceindetijd
gedaan volgens het in hoofdstuk 3 van dit boekje weergegeven model. Het nader
onderzoek betrof de volgende acht onderwerpen:
1. De menukaart van ICT: de catalogus.
2. ICT service ketens in grote organisaties.
3. Het groene rekencentrum van morgen.
4. Omgaan met IT risico.
5. ICT portfoliomanagement, destatusanno2010.
6. Enterprise architecturen en organisatie/ICT alignment.
7. Cloudcomputing: ontzorging van de klant?
8. Compliance aan regels en standaards: watzijndegevolgenvoordeICTinzet?
Elk onderzoek werd begeleid door een kenniskring. Samen met de kenniskring werd
de theorie op een rij gezet. Vervolgens werd de theorie getoetst aan de praktijk via
interviews gehouden door studenten. De interviews vonden plaats bij organisaties
in de overheid en in het bedrijfsleven. De opgedane kennis werd vastgelegd in een
boekje werd gepresenteerd op een seminar. Voorts was zij de basis voor papers voor
nationale tijdschriften en papers geaccepteerd op internationale congressen. Tijdens
de looptijd van het lectoraat was de lector columnist in het blad IT service magazine.
Aan de acht kenniskringen van het lectoraat werkten mee, weergegeven per
kenniskring:
• Kenniskring de menukaart van ICT
Tonn van der Linden Simac
Hans Rietveld Simac
ir. Sander van Laar Fontys
Adri Cornelissen Fontys
Gerard van der Heijden, Fontys
Het empirisch deel van het onderzoek voor deze kenniskring werd gedaan door
studenten van Fontys hogeschool ICT. Deze studenten waren Edwin Cox, Jodocus
Deunk, Stefan Theuws, Gerard, Klomp, Martijn Bergman en Tim Bloksma. Deze
studenten werkten in groepen. Elke groep interviewde de ICT manager van Fontys
Hogescholen en betrokkenen bij het maken en onderhouden van ICT service catalogi
in twee organisaties. Aan dit onderzoek deden de volgende externe organisaties
mee: ASML, de Belastingdienst, het Kadaster, het Ministerie van Defensie, PGGM,
Philips, de Politie, Simac en de St. Limburgs Voorgezet Onderwijs,
ICTgovernanceindetijd 7
• Kenniskring IT service ketens in grote organisaties
Willem Corbijn In2Action
Sietse Groen Simac
Frank Haverkort Fontys Hogescholen
Adri Cornelissen Fontys Hogescholen
Luuk Pauw Simac
Gerard Wagenaar Avans Hogeschool
Jef van Leeuwen Ministerie van Defensie,
ASL/BiSL foundation
Het empirisch deel van het onderzoek werd uitgevoerd door de studenten van
Fontys hogeschool ICT. Dze studenten waren: Jens Aben, Laurens Boekhorst, Tijs
Bouwmans, Maikel Coolen, Maikel Hoogeveen, Bas van den Kerkhof, Jef Linskens,
Rob Meulendijks, Rob Mewiss, Sander Roelofs, Arno Schouten en Erik Timmermans.
De studenten werkten in groepen. Elke groep interviewde op basis van een
proefcase de leden van de kenniskring. Vervolgens interviewden zij de ICT manager
van Fontys Hogeschool en betrokkenen bij ICT service ketens in twee organisaties.
Aan dit onderzoek dezen de volgende externe organisaties mee: Achmea, het
Amphia Ziekenhuis, CJIB (Centraal Justitieel Incasso bureau), Equens, het ministerie
van Defensie, het ministerie van EL&I (voormalig deel Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit), het Kadaster, Philips en de VtSPN (Voorziening tot Samenwerking
Politie Nederland). Ter voorbereiding op de interviews werd een gastcollege gegeven
door Adri Cornelissen van Fontys hogeschool.
• Kenniskring het groene rekencentrum van morgen
Owen van der Lee Simac
ir. Marco Dorenbos Fontys
ir. Andries Kasper Fontys
dr. Anda Counotte Open universiteit Nederland
Het empirisch deel van het onderzoek werd uitgevoerd door de studenten van
Fontys Hogeschool ICT. Deze studenten waren: Arts, P.A.; Bongers, N.; Eck, S. van;
Diederen, R.G.H.; Franken, R.C.J.; Hermens, K.; Hopstaken, M.A.W.V.; Hurk, R.A.C.
van der; Jansen, D.; Kamara F.; Konings, J.T.G.; Linden, T.H.L. van de; Meurts, B.;
Michiels R.R.G.P.; Opheusden, H.J.A.F; Peeters, H.F.J.; Peeters, M.P.G.; Röhrig, N.;
Rubens, G.J.L.M.; Saes, M.G.C.; Simunovic, M.; Snoeren, M.J.; Verspaget, N.N.J.. De
studenten waren ingedeeld in groepen. Elke groep interviewde een inkoper van
Fontys hogeschool en de manager ICT van Fontys. Vervolgens interviewde een
groep telkens twee deskundigen uit externe organisaties. Deze deskundigen waren
werkzaam in onderstaande organisaties en deskundig op diverse terreinen.
8 ICTgovernanceindetijd
De terreinen en de betreffende organisaties zijn:
- wat betreft wetgeving en normering: Grontmij en Senter Novem (afdeling
meerjarenafspraken te Utrecht en afdeling EIA subsidies te Zwolle);
- wat betreft inkoop: een grote gemeente (afdelingen inkoop en milieu) en de
Belastingdienst;
- wat betreft faciliteiten: Stulz en HP;
- wat betreft runnen van het rekencentrum: de internet service provider Byte, de
Rabobank, het Kadaster en een grote gemeente (afdeling servicehuis ICT)
- wat betreft recycling: L&R recycling;
- wat betreft advisering: IBM en de Politie Rotterdam;
Voorts gaf Gartner een gastcollege in november 2008 met als onderwerp de
methode van Gartner om organisaties te helpen hun duurzaamheid door te lichten
en te verhogen. Tenslotte interviewden twee leden van de kenniskring Telecity.
• Kenniskring omgaan met IT risico
Guido Coenders Simac
Sander van Laar Fontys
Jacqueline van den Broek Fontys
Rien Hamers Fontys
Het praktisch deel van het onderzoek wordt uitgevoerd door studenten van Fontys
hogeschool ICT. Deze studenten zijn: Derksen, R.H.P.; Huyzen, T.A.; Koningstein,
H.B.; Martens, N.; Mollen, P.P.J.J.; Nouwens, S.; Ouden, K.J.P.H. den; Verbeeten, J.P.;
Vissering, R.; Vos, E.H.W.; Wilbrink, M.J.G.. Deze studenten werden ingedeeld in
groepen. Elke groep interviewde aan de gebruikerskant de adjunct-directeur van
de school voor ICT en aan de ICT kant de manager van het Fontys rekencentrum
Vervolgens interviewde elke groep in twee externe organisaties steeds een manager
aan de gebruikerskant en een aan de ICT kant. Aan het onderzoek werkten als
externe organisaties mee Achmea, Amphia Ziekenhuis, het CJIB, de Hypotheker, de
IB-Groep, het Kadaster, de Politie, NXP Semiconductors en Simac.
• Kenniskring ICT portfoliomanagement
ir. Guido Coenders Simac
Adri Cornelissen Fontys
Casper Schellekens Fontys
Jacqueline van den Broek Fontys
Wilchard Steenbakkers, Data Excellence
Het empirisch deel van het onderzoek op het terrein van portfolio management
werd uitgevoerd door de studenten van Fontys Hogeschool ICT. Deze studenten
ICTgovernanceindetijd 9
waren: Beersum, P.A.I. van; Berkel, J.R.M. van; Berkel, M.A.M. van; Bremmers,
C.H.P.M.; Bruggink, G.W.; Bruijn, R. de; Engels, X.; Helmer, R.A.H.; Hins, A.J.;Jans,
R.C.W.; Janssen, S.F.M.; Linden,Jelle J.L.T; Macha¬roblishvili, G.; Peeters, M.; Pero,
R.P.A.C.; Scholten, W.W.P.; Siebers, G.: Stuifmeel, W.K.; Theiner, W.; Thijssen, M.J.H.;
Verloop, R.; Visser, W.; Vossen, J.M.O.; Vossen, S.; Vu, D.B.; Wijbenga, T.; Wit, R.G.J.
de; Worms, R.. De studenten werkten in groepen. Elke groep interviewde een
lid van de kenniskring en de manager van het Fontys rekencentrum. Vervolgens
interviewden zij een ICT portfoliomanager in twee externe organisaties. Dit waren
organisaties uit vijf sectoren. Deze organisaties waren: een elektrotechnische
industrie, vanderLande, een chipsindustrie, een machinebouwer voor de
chipsindustrie, Achmea, APG, een grote verzekeringsmaatschappij, Essent,
Luchthaven Schiphol, ProRail, Ymere, de IB-groep, het Kadaster, het Ministerie van
Landbouw, Voedselvoorziening en Natuurbehoud, een grote overheidsorganisatie,
de Hanze Hogeschool, het ROC Eindhoven en de Universiteit Delft. Een oud
medewerker van Organon gaf voorts een gastcollege over het gebruik van ICT
portfoliomanagement bij Organon.
• Kenniskring Enterprise architecturen en organisatie/IT alignment:
Lucienne Wijgergangs Fontys
Adri Cornelissen Fontys
Rien Hamers Fontys
Eric Bigot Simac
Toon Abcouwer Universiteit van Amsterdam
Ronald Ham Surffoundation
Het empirisch deel van het onderzoek werd uitgevoerd door studenten van Fontys
hogeschool ICT. Deze studenten zijn: Bram van Boldrik, Alex Broere, Robin Duijs, Paul
P. Ekstein, Jordi Frijters, Joep Janssen, Jeroen J. Kemper, Bart Kleeven, Dung Mac,
Rob T.A.N. Ojevaar, Wesley van Oorschot, Rutger Pels, Djimmy Radstok,Gert Jan van
Schijndel,Mark van Veggel,Bart Volman, Guido G.H.W de Vries,Andy Wijman, Yifa
Xu. De studenten werden ingedeeld in groepen. Elke groep interviewde op basis van
een proefcase een lid van de kenniskring. Voorts werden de Informatiemanager en
de manager van het Fontys rekencentrum geïnterviewd. Daarna interviewde elke
groep de informatiemanager én de ICT manager van twee externe organisaties.
Deze organisaties waren een grote pensioenuitvoerder, de Politie, een grote
overheidsorganisatie belast met o.a. belastingheffing en inning, het Kadaster, de
Dienst Uitvoering Onderwijs, Ymere, Prorail, de Hogeschool Arnhem-Nijmegen, de
Hogeschool Inholland en de universiteiten van Tilburg, Eindhoven en Twente. Te
voorbereiding op de interviews werd een gastcollege gegeven door Toon Abcouwer
van de universiteit van Amsterdam.
10 ICTgovernanceindetijd
• Kenniskring Cloudcomputing
Ronald Ham, Surf Foundation,
Harald Vranken (Open Universiteit),
Michiel van Best (Simac),
Jacqueline van de Broek (Fontys),
Frank Haverkort (Fontys)
Casper Schellekens (Fontys).
Het empirisch deel van het onderzoek werd uitgevoerd door studenten van Fontys
hogeschool ICT. Deze studenten waren: Paul Bongers, Davy Cardinaal, Bjärni Coenen,
Koen Dielis, Rob Dumernit, Koen Eijkemans, Perry Haast , Christian de Koning, Ruben
van Kuijk, Gio Leito, Sebastiaan Lindenau,Otto Lodewijk, Sander Maas, Jeremy
Pereira, Hans Rozendaal, Jeroen Teurlings, Dirk Voets en Pascal Widdershoven. Deze
studenten werden ingedeeld in groepen. Elke groep interviewde eerst op basis van
een oefencase een lid van de kenniskring. Vervolgens werd de manager van het
Fontys rekencentrum geïnterviewd. Hierna nam elke groep een interview af bij een
vrager en een aanbieder van clouddiensten. De vragers van clouddiensten waren de
Hogeschool Inholland, de hogeschool Fontys, de politie regio Gelderland Midden,
de universiteit van Amsterdam, de Open Universiteit, NXP semiconductors en DAF.
De aanbieders van clouddiensten waren Microsoft, Google, IBM, AFAS, Accenture
en SARA. Bij de voorbereiding van studenten voor het doen van de proefinterviews
werd door Microsoft een gastcollege verzorgd.
• Kenniskring Compliance aan regels en standaards
Eric Bigot, Simac,
Yvette Friebel Fontys
Casper Schellekens Fontys
Jacqueline van den Broek
Het empirisch deel van het onderzoek werd uitgevoerd door studenten van Fontys
hogeschool ICT. Deze studenten waren: Tim Balmer, Wesley Bercx, Roel Bierens, Chun
Teng Chiu, Tom Drissen, Ferdy de Groot, Mark van Heesch, Stefhan van Helvoirt,
Benny van Heugten, André Heyms, Danny Hildebrand, Bart van Hooijdonk, Paul
Ketelaars, Jeroen van de Laar, Luke Peeters, Stefan Pijls, Niels Relou, Stefhanie
Silvius, Niek Smeets, Sander Snels, Steven van Stiphout, Dawid Tabak, Roy Teeuwen,
Ron Triepels, Lars Uitslag, Bart van Deursen, Mitchell van de Ven en Robin Vossen.
De studenten werden ingedeeld in groepen. Elke groep interviewde eerst op basis
van een oefencase een lid van de kenniskring. Vervolgens werden óf de manager
van het Fontys rekencentrum óf de ICT security manager van de hogeschool Fontys
geïnterviewd. Hierna nam elke groep twee interviews af bij externe organisaties. De
organisaties, die meewerkten aan dit onderzoek zijn: ABN-Amro, ASML, Achmea,
ICTgovernanceindetijd 11
De Bijenkorf, het Amphia Ziekenhuis, het Centraal Justiteel Incasso Bureau (CJIB),
DAF, Delta Loyd, Essent, de hogeschool Arnhem-Nijmegen, de hogeschool Inholland,
de hogeschool Fontys, het Kadaster, KPMG, Microsoft, het Ministerie van Economie,
Landbouw en Innovatie, NXP, twee zelfstandigde bestuursorganen, de Politie en de
woningstichting Ymere. Ter voorbereiding op de interviews werden gastcolleges
gegeven door de Bijenkorf en door KPMG.
Naast bovenstaande acht kenniskringen kende het lectoraat ICT governance een
kenniskring om tot een master ICT governance te komen. In deze kenniskring
hadden zitting: prof. Dr. A.Bijlsma (Open Universiteit en voorzitter), mevrouw dr.
A. Conoutte-Potman (Open Universiteit, secretaris), H. Belder (Open Universiteit),
ir. P de Rouw (Simac), R. Visser (KPN), Hanno Brandsema (KPN), prof. Dr. T. Grant
(Nederlandse Defensie Academie), ir. S. van Laar (Fontys), A.Vissers (Fontys) en Th.J.G.
Thiadens (Fontys, secretaris).
Het werk van het lectoraat werd gestuurd door een adviesraad. Voorzitter van de
adviesraad was de heer R. van Elderen, oud lid van het college van bestuur van
Fontys hogescholen. Leden van de adviesraad waren de heer Ad Vissers, directeur
Fontys hogeschool ICT, de heer B. Dortmans, algemeen directeur Simac ICT
Nederland en de heer P. de Rouw, operationeel directeur Simac ICT Nederland. Simac
ICT Nederland sponsort het lectoraat.
Ik dank elk van de betrokkenen bij het lectoraat, te weten de leden van de
adviesraad, de leden van de kenniskringen, de studenten, die het praktisch
onderzoek uitvoerden en de organisaties, welke meewerkten of door het geven van
een interview of door het houden van een gastcollege of door het publiceren van
de resultaten van het lectoraat. Onder deze laatste organisaties vallen ondermeer
het vakblad IT service magazine en het vakblad Finance&Control. Op deze wijze
kon de huidige stand van zaken op een bepaald gebied in ons land in kaart worden
gebracht en worden vastgelegd. Tevens kon zo tot een voorstel voor een master IT
governance gekomen worden.
Voorts wil ik Ad Vissers, directeur van Fontys hogeschool ICT, bedanken voor de
gelegenheid, die hij mij gaf om vier jaar lang lector lector ICT governance te zijn bij
zijn school voor ICT. Tenslotte bedank ik het bedrijf Simac voor het mogelijk maken
van dit lectoraat door het financieel te sponsoren en tegelijk bij te dragen aan én
deel te nemen in elk van haar activiteiten.
Theo Thiadens,
lector ICT governance 2008-2012,
Fontys hogeschool ICT,
Doorn, april 2012.
ICTgovernanceindetijd 13
1. Inleiding
Dit boekje kent drie delen. Deze delen zijn:
- Een openbare les, welke ingaat op de sturing en organisatie van ICT door de
jaren heen en dat vooruitkijkt naar de sturing en organisatie van de informatie-
en ICT in de toekomst;
- Een artikel, dat door de lector geschreven is in 1995 en dat vijftien jaar geleden
inging op de mogelijkheden van ICT in 2025, Het artikel geeft de maatregelen
aan, die genomen werden om daar te komen.
- Een beschrijving van het lectoraat en haar werkwijze.
Het artikel van 1995 is integraal opgenomen. De openbare les geeft ook een
kijk op de toekomst. In de openbare les worden ook op basis van een historische
trend voorspellingen gegeven over de sturing en organisatie van ICT in 2040. Deze
voorspellingen zijn gebaseerd op de lijn wat betreft sturing en organisatie van ICT
vanaf het jaar 1960. De openbare les kijkt vooruit. Het ziet de situatie in 2040, als
een situatie, waarin ICT productie en distributie karaktertrekken zal hebben van de
wijze welke we anno 2012 van de energie productie kennen. Daar is productie en
distributie gescheiden én zien we een grote variëteit aan keuzen in contract en in
bron van de energie.
In de openbare les worden resultaten verwerkt van de diverse door het lectoraat
gedane onderzoeken. Zo komen in de openbare les resultaten naar voren als:
- De grotere standaardisatie van ICT, welke ondermeer naar voren komt uit het
werken met een menukaart bestaande uit standaard ICT producten en diensten;
- Het accent dat steeds meer gelegd zal worden op flexibiliteit qua
mogelijkheden en gebruik van ICT. Organisaties lopen risico, als hun
informatievoorziening niet agile genoeg is.
- Het werken met duurzame ICT, wat mogelijk gemaakt wordt door wetgeving,
welke verplichtingen oplegt op dit terrein;
- De noodzaak tot overzicht van ICT projecten, wil een organisatie echt de inzet
van ICT kunnen sturen. Alleen als men overzicht heeft, kan men ervoor zorgen,
dat ICT bijdraagt aan het verwezenlijken van de strategie van zijn organisatie
en focus aan de inspanningen op het terrein van ICT geven. Hiervoor houdt
men portfolio’s van ICT projecten bij;
- Het werken van de informatie- en ICT voorzieningen binnen een kader, ook wel
geheten architectuur. Duidelijk wordt dat de organisaties van vandaag en die
van morgen aandacht moeten geven aan het inrichten van de vraagzijde;
14 ICTgovernanceindetijd
- Echte cloud diensten zijn public cloud diensten;
- Transparant sturen van ketens van ICT leveringsprocessen eist, dat de ICT
leveringsketens beschreven zijn, men gebuikt maakt van standaard interfaces
tussen de diverse processen in de ketens en ketenoverkoepelend zijn ICT
leveringsketens stuurt;
- Compliancy betekent anno 2012 vooral een focus op helderheid van rollen en
functies en aan kunnen tonen van handelingen.
Op de weg naar het jaar 2040 zal sturing van ICT steeds meer terecht komen op het
sturen van het zelf implementeren en gebruiken van ICT én van het regie voeren
over de levering van ICT producten en diensten van derden. De producten en
diensten van deze derden zijn vanuit elke plaats en op elke tijd bereikbaar. Toegang
hebben tot zijn informatievoorziening komt neer op het uploaden en downloaden
van van data vanuit een cloud. Dit gebeurt met een veelheid aan devices. De
leveringsketen van ICT producten en diensten, haar organisatie en haar sturing is
transparant.
De ICT producten en diensten passen in een set aan afspraken of te wel architectuur.
Zij worden geleverd door duurzame faciliteiten, welke opereren compliant aan de
voor hen geldende regelgeving. Men heeft overzicht van de in voorbereiding en in
productie zijnde informatie- en ICT producten.
ICTgovernanceindetijd 15
2. ICT governance in de tijd
2.0 Samenvatting
ITgovernancestaatvoordesturingendeorganisatievandeinformatievoorziening
endeinformatie-encommunicatietechnologie(ICT)vanorganisaties,ketensvan
organisatiesenvancommunities.Veranderingvandezetechnologiekaneen
organisatieanderemogelijkhedenbieden.KiestmenomICTintezetten,dankan
ditbetekenen,datmenzijnorganisatie,dievoordeinformatievoorzieningen/of
ICTzorgt,moetveranderen.Tevenskanditertoeleidendatmenhaarinzetanders
bestuurt.
DemogelijkhedenvanICTzijninafgelopen40jaarsterkveranderd.Vaneenlogge
opmain-framecapaciteitberustendetechnologiezijnwenaareentechnologie
gekomen,welkeveelmeeragileis.ZijgebruikthandigedevicesalsIpadsenmaakt
hetmogelijkomgrotehoeveelhedengegevensteverzamelenenteverwerken.De
tijdvan“bringyourowndevice”,van“werkenindecloud”envan“omgaanmet
bigdata”ziethetlicht.Deopenbarelesgaatinopdeontwikkelingenindesturing
enorganisatievanICTindeafgelopenveertigjaarendoeteenvoorspellingvoorde
sturingenorganisatievanICTin2045.Ditishetjaar,waarindelector99wordt.
Deopenbarelesbestaatuitvierdelen.InheteerstedeelwordthetbegripICT
governanceuiteengezetenwordtingegaanopdetechniek,welkemenbestuurt.In
deeltweekomtdeorganisatie,dieICTinzetmoetleverenendiebestuurdwordt,
aandeorde.EerstwordteentyperingvanICTorganisatiesgegeven.Vervolgens
komthetonderzoekvanWeilc.s.naarICTgovernanceingroteorganisatiesaande
orde.Deeldrievandeopenbarelesgeeftvervolgensaan,welkeveranderingenin
technologieerdoordejarenheenplaatsheeftgevondenenwelkeplaatskunnen
vinden.Deelvierbesluitdeopenbareles.Deelviervatdeexterneinvloedenopde
besturingenorganisatievanICTenhaargevolgenvoorICTgovernancesamen.Deze
invloedenzijndevoortgaandecommoditiseringvanhardware,hetinsteedshoger
tempoopdemarktkomenvannieuweinnovaties,hetinternationalerekarakter
vanopererenvanorganisatiesendeimmergroterewordenmogelijkhedentot
digitalisering.Zijleidenertoe,datdeeigenorganisatiezichconcentreertopde
invoeringenhetgebruikvanICT.ZIjlaathetdistribuerenenproducerenvanICTaan
derden.Deconcentratievanorganisatiesopinformatiemanagementenregievan
ICTisgeboren.
DezeloopinsturingenorganisatievanICTvindt–hetfaseverschilvan85jaar
daargelaten–zijnparallelindeveranderingenindesturingenorganisatievan
16 ICTgovernanceindetijd
energieproductieendistributie.Nadedoorbraakvandeinzetvanelectrain1875
werdstroomdoororganisatieszelfopgewekt.Snelbegreepmendathetproduceren
endistribuerenhiervangeenkerntaakwasenstootmenhetproducerenvanenergie
af.Hetwordtgeconcentreerdineennieuweorganisatie,deelektriciteitsfabriek.Dit
leidttotdeopkomstvandegemeentelijkenutsbedrijven.Dezebedrijvenfuseren
indeloopdertijdengroteorganisatiesontstaan.Deoverheidgrijptin.Zijsplitst
hetproduceren,distribuerenenverkopen.Deproducentenkunnennuaanhet
stroomnethunenergieleverenenwordenhiervoorbetaald.Energiecloudszijn
geboren.
2.1 Waar gaat ICT governance over?
2.1.1 Het begrip IT governance.
Het begrip ICT-governance is in de literatuur verschillend gedefinieerd. Simonsson en
Ekstedt (2006) onderzochten in 60 wetenschappelijke artikelen de definitie van ICT-
governance. De meest voorkomende definities, die zij vonden, zijn de vijf (exclusief
de definitie van Thiadens) zoals die weergegeven zijn in figuur 2.1. (Dijkstra, 2011).
Als men deze definities nader bekijkt, dan blijken zij alle de nadruk te leggen op
besluitvorming. De verschillen in de definities liggen op de volgende terreinen:
- de verschillende types management, welke bij de besluitvorming betrokken
zijn. Dit kan zijn algemeen management, lijn- of functioneel management en/of
informatie- en ICT-management.
- het wel of niet incorporeren van de informatievoorzienings (IV) en ICT
organisatie, die nodig is voor de realisatie van de ICT-inzet;
- het meer of minder breed afbakenen van het organisatorische bereik, waarvoor
besloten wordt.
Dit bereik bestaat in zijn breedste vorm uit de eigen organisatie, de ketens
waarin deze betrokken is en de communities, waaraan zij deelneemt.
- het expliciet aangeven van de soort besluiten. Dit kunnen zijn besluiten van
strategische en/of tactische aard
ICTgovernanceindetijd 17
Auteur Definitie
Luftman (1996) IT governance is the degree to which the authority
for making IT decisions is defined and shared among
management, and the processes managers in both IT and
business organizations apply in setting IT priorities and
the allocation of IT resources.
De Haes en Van
Grembergen (2004)
IT governance is the organizational capacity exercised by
the board, executive management and IT management
to control the formulation and implementation of IT
strategy and in this way ensure the fusion of business and
IT.
IT Governance Institute
(2004)
IT governance is the responsibility of board directors
and executive management. It is an integral part of
enterprise governance and consists of the leadership
and organizational structures and processes that ensure
that the organization’s IT sustains and extends the
organization’s strategies and objectives.
Weill en Ross (2004) IT governance is specifying the decision rights and
accountability framework to encourage desirable
behaviour in using IT.
Webb (2006) IT Governance is the strategic alignment of IT with the
business such that maximum business value is achieved
through the development and maintenance of effective
IT control and accountability, performance management
and risk management.
Simonsson (2008) IT governance is the preparation for, making of, and
implementation of IT-related decisions regarding goals,
processes, people, and technology on a tactical or
strategic level.
Thiadens (2008) Het raamwerk van besluitvorming en
verantwoordelijkheid in een organisatie of in een
geheel van organisaties zoals een keten of community,
om het gewenste resultaat met ICT te realiseren. Deze
besluitvorming leidt tot besturing en organisatie van een
organisatie voor de inzet van ICT.
Figuur2.1:EnigedefinitiesvanICT-governanceuitdeliteratuur
18 ICTgovernanceindetijd
Deze ambiguïteit in definities kan een aantal oorzaken hebben. Als we kijken naar
de organisaties en personen, die een definitie van ICT governance hebben gegeven,
dan blijkt, dat :
- het komen tot een definitie een verschillende achtergrond te heeft. Weil c.s.
(2004) kwamen tot hun definitie, toen zij de sturing en organisatie van ICT in
grote organisaties onderzochten. Hun onderzoek betrof een organisatie op
zich. Thiadens (2008) constateerde in een aantal onderzoeken, dat sturing en
organisatie van ICT niet alleen individuele organisaties betrof, maar dat sturing
en organisatie van ICT ook speelt in ketens en communities, waaraan twee
of meer individuele organisaties deelnemen. (kenniskring methoden, 2011).
Simonsson c.s. maakten een inventarisatie van de wijze, waarop IT governance
in rond zestig wetenschappelijke artikelen is gedefinieerd,
- de diverse onderzoekers voorts spreken vanuit verschillende invalshoeken.
Luftman (1996) spreekt bijvoorbeeld vanuit een bedrijfskundige achtergrond. De
definitie van van Grembergen (2004) komt van iemand met een achtergrond als
accountant ; die van Weil c.s. (2004) komt van iemand met een achtergrond als
onderzoeker.
Kijkende naar de verschillen in definities en naar de wijze, waarop de samenleving
omgaat met het begrip, dan wordt in deze openbare les de definitie van Thiadens
(2008) gehanteerd. Deze definitie luidt ICT governance is:
Hetraamwerkvanbesluitvormingenverantwoordelijkheidineenorganisatieof
ineengeheelvanorganisatieszoalseenketenofcommunity,omhetgewenste
resultaatmetICTterealiseren.Dezebesluitvormingleidttotbesturingen
organisatievaneenorganisatievoordeinzetvanICT.
Bij deze besturing wordt gestuurd op maximalisatie van waarde uit de investeringen
in ICT, hierbij reken ing houdende met het risico bij de inzet van ICT (Kenniskring
ICT risk, 2009) én werkende binnen de grenzen die wet, regelgeving en normen
aangeven (kenniskring Compliance, 2012).
2.1.2 De bestuurde technologie
Applegate (2009) c.s. geven aan, dat de objecten voor sturing de ICT infrastructuur
en de ICT applicaties zijn. Analytisch bezien onderscheiden zij twee types van
objecten (figuur 2.2). Dat zij de ICT infrastructuur en de ICT applicaties. De ICT
infrastructuur is hierbij opgedeeld in een technische ICT infrastructuur en een
informatische ICT infrastructuur (Thiadens, 2008). De technische infrastructuur
bestaat uit opslag-, verwerkings-, transport en in- en uitvoer- voorzieningen inclusief
de daarbij horende systeemsoftware. De informatische infrastructuur omvat
ontwikkel- en beheersoftware.
ICTgovernanceindetijd 19
Figuur2.2.:ICTobjectenvoorsturing.
Naast objecten van de infrastructuur worden applicatie objecten onderscheiden.
Hierbij onderkent men drie soorten applicaties. Deze zijn bedrijfsprocessen
ondersteunende applicaties; personal productivity tools en embedded software.
Onder de eerste soort vallen ondermeer ERP applicaties, standaardapplicaties
en maatwerkapplicaties. Onder de tweede soort onderkent men producten als
Office, Outlook, Facebook en Linked-In. De laatste soort applicaties onderkent de
applicatiesoftware, welke in veel apparatuur is geplaatst.
Thiadens (2008) vult deze opsomming van te besturen objecten aan met organisatie
objecten als formatieplan, afdeling, procedure, plan etc. Als reden wordt
opgegeven, dat bestuurders in de praktijk keuzen maken. Deze keuzen hebben
gevolgen voor de objecten. Bestuurders kunnen kiezen uit alternatieven. Zij kunnen
in veel gevallen bijvoorbeeld kiezen voor het versterken van de organisatie of de
infrastructuur of de applicaties. Een zwakke ICT infrastructuur kan bijvoorbeeld
leiden tot veel storingen. Om deze storingen snel op te lossen moeten er
maatregelen genomen zijn op organisatorisch vlak. Dit geldt ook omgekeerd: een
robuuste technische infrastructuur kent minder storingen, wat leidt tot een kleinere
beheerorganisatie.
De gemaakte opdeling in drie delen is belangrijk. Duidelijk wordt dat er
de mogelijkheden zijn om resp. de applicaties te veranderen, delen van de
infrastructuur te versterken of (delen van) de organisatie te outsourcen. Ook
zijn er combinaties van mogelijkheden mogelijk. Duidelijk wordt, dat, als men
de objecten op een rij heeft gezet of in samenhang getekend, helder is, dat er
leverancierskeuzen zijn gemaakt; én of er sprake is van een zekere lijn in deze keuze
en welke deze lijn dan is. Daarnaast verschaft het analytisch benaderen van objecten
een helder inzicht in de ontwikkelingen van de techniek, waaraan de organisatie
heeft deelgenomen. Dit inzicht leidt vaak tot besluiten aan welke ontwikkelingen
op het terrein van de IV en de ICT een organisatie meedoet en hoe dit meedoen dan
zin vorm krijgt.
20 ICTgovernanceindetijd
Figuur2.3:DetebesturenIVenICTorganisaties.
2.2 En wat bestuurt men dan?
2.2.1 IT organisaties in soorten
Looijen c.s. (2011) hebben aangegeven dat ICT organisaties uit twee delen bestaan.
Dit zijn respectievelijk een vraagorganisatie en een aanbodorganisatie. In de
vraagorganisatie onderkenden zij de functioneel beheer taak. Aan de aanbodkant
onderkenden zij de taak om applicaties te ontwikkelen en te beheren, ook wel
applicatiebeheer genoemd, én de exploitatie van ICT. Looijen c.s. (2011) noemen
de exploitatie van ICT het technische beheer. In figuur 2.3 zijn deze drie taken
weergegeven. Looijen c.s. (2011) bouwen met hun driedeling in ICT taken voort op
een indeling in ICT organisaties, welke in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd
ontwikkeld door prof. drs. B. Brussaard van het ministerie van Binnenlandse zaken.
Brussaard –één van de leermeesters van de lector– onderscheidde begin jaren 80 van
de vorige eeuw het functioneel- en het systeembeheer. Functioneel beheer betrof de
vraag naar ICT. Systeembeheer hield zich bezig met het beantwoorden van de vraag
middels het ontwikkelen, onderhouden en exploiteren van de ICT. Brussaard was tot
het maken van deze indeling gekomen, omdat overheidsorganisaties helder voor
ogen moesten krijgen, welk deel van de besluitvorming over ICT een gebruikerszaak
is en welk deel typisch een taak is van de aanbieders van ICT. Looijen c.s. (2011)
ontwikkelden het door Brussaard model door en zo kwamen tot het drievoudig
model van beheer.
Al werkende met dit model constateert men in de loop der jaren dat de ICT
gebruikende organisaties steeds meer alleen een vraagkant naar ICT in de eigen
organisatie hebben ingericht. Deze vraagkant heeft ook een taak om de externe
ICTgovernanceindetijd 21
leveranciers van ICT aan te sturen en hun bijdrage te regisseren. Men noemt deze
taak de taak van een regieorganisatie.
2.2.2 Weil’s inventarisatie anno 2005
Weil c.s. (2004) onderzocht middels 256 interviews met CIO’s in 23 landen de wijze
waarop de ICT governance in organisaties is ingericht. Hij ging na, wie beslist er over
ICT; waarover beslist deze dan en met welke mechanismen vindt de besluitvorming
plaats. In figuur 2.4. is dit weergegeven. Weil c.s. constateerden, dat er zes situaties
te onderscheiden zijn, wat betreft de besluitvorming over ICT. Deze zes situaties zijn:
a. er is sprake van een monarchie situatie. In deze situatie ligt bij het algemeen
management de verantwoordelijkheid en de besluitvorming over ICT;
b. er is spraken van ICT monarchie. Nu ligt bij de ICT organisatie de
verantwoordelijkheid en de besluitvorming over ICT;
c. er is sprake van een federale organisatievorm. In deze organisatievorm beslissen
algemeen, business management en ICT management, ieder naar de hun
toegewezen verantwoordelijkheid, over organisatie en inzet van ICT;
d. er is sprake van een duopolie. Nu beslissen business management en ICT in
onderling overleg over organisatie en inzet van ICT;
e. er is sprake van een feudaal systeem. Nu nemen de diverse business managers
hun eigen beslissingen over ICT.
f. er is volledige anarchie. Algemeen, business en ICT management hebben elk
hun eigen agenda, wat ICT betreft.
Steeds betreft de besluitvorming ten aanzien van ICT een aantal onderwerpen. Deze
onderwerpen zijn:
1. De beginselen bij de inzet van ICT. Hierbij komen onderwerpen aan de orde
zoals marktconformiteit, het werken onder architectuur, de flexibiliteit van
deze architectuur, het snel ontwikkelen van nieuwe producten en diensten,
het werken met business cases en de evaluatie daarvan, en de omgang met
externe en interne dienstverlening. Hieronder valt ook het wel of niet of deels
gebruik maken van cloud computing (kenniskring cloud computing, 2011),
het gebruikmaken van een service catalogus (kenniskring product en diensten
(2008) of het denken aan duurzaamheid bij ICT (kenniskring duurzaamheid
rekencentra (2009) .
2. De architectuur of te wel de afspraken, waaronder de informatievoorziening
en de ICT wordt vormgegeven (kenniskring architectuur, 2011). Op dit terrein
besluit men over de logische organisatie van de informatievoorziening, haar
ICT infrastructuur en de nodige applicaties. Men stelt de relaties tussen de
applicaties vast en neemt beslissingen over de techniek, zodat de gewenste
22 ICTgovernanceindetijd
integratie van gegevens en de gewenste standaardisatie van de techniek wordt
bereikt
3. Het beleid ten aan van de ICT infrastructuur. De besluitvorming gaat hier over
welke ICT infrastructuur en applicaties tot de gemeenschappelijk te gebruiken
ICT behoren. Deze producten en daarbij geleverde diensten zijn de basis van de
ICT van de organisatie.
4. De applicatiebehoeften. Dit is de specificatie van de behoeften van de
organisatie om extra toepassingen te ontwikkelen en te beheren of/en ze aan
te kopen.
5. De prioriteiten ten aanzien van de inzet van ICT. Het onderwerp is hier
de grootte waarin, en de plaats, waar in ICT wordt geïnvesteerd. Hierbij
is inbegrepen de goedkeuring van projecten en justificatiemethoden. Bij
volwassen organisaties zal dit op basis van portfolio’s gaan. (kenniskring
portfoliomanagement, 2010).
Nu men weet, wie beslist over de ICT en waarover deze beslist, kan men de vormen,
waarmee deze besluitvorming plaatsvindt eens op een rij zetten. Weil c.s. (2004)
onderscheiden er drie. Deze zijn:
1. De structuren van de besluitvorming. Hieronder worden ondermeer
gerangschikt stuurgroepen, die over de inzet van ICT adviseren;
accountmanagers, die zorgen dat de relatie tussen de organisatie en ICT
optimaal verloopt; het gebruik van architecturen; het werken met portfolio’s
en de wijze van goedkeuring van projecten uit deze portfolio’s (kenniskring
portfolio management, 2010).
2. De afstemmingsprocessen. Hieronder wordt ondermeer verstaan het bijhouden
van ICT projecten qua planning en gebruik van middelen; het werken met
service overeenkomsten, business cases en de evaluatie van business cases en
het doorbelasten van de kosten voor ICT.
3. Communicatie over besluiten en ontwikkelingen op het terrein van ICT.
Hieronder vallen acties ten aanzien van leidinggevenden, die de afgesproken
regels op het terrein van ICT inzet niet volgen. Ook vallen er onder de
aankondigingen van senior management over voornemens op het terrein van
ICT. Verder gaat het over het hebben van een organisatie eenheid met als
leidinggevende de CIO of het hebben van een secretariaat van de stuurgroep
ICT. Tenslotte betreft het de wijze van communicatie, zoals gebruik van
webportals en intranetten.
Leenslag(2006) keek in 2006 naar de methoden op het terrein van ICT governance en
gaf het onderzoek van Weil (2004) grafisch weer, zoals aangegeven is in figuur 2.4.
ICTgovernanceindetijd 23
Figuur2.4.:HetonderzoeknaarITgovernancevanWeilinschema(Leenslag,2004).
2.3 Wat veranderde er in de loop der jaren?
2.3.1 Technologie: iPad, cloud computing en big data.
Sturing en organisatie van ICT heeft direct te maken met de ontwikkelingen
van de technologie. Opkomende nieuwe mogelijkheden in infrastructuren en/
of applicaties kunnen tot veranderingen in de ICT organisatie leiden. Laat ik dit
eens met een voorbeeld aangeven. Het jaar 2000 probleem, dat wil zeggen dat
computersoftware niet kon omgaan met jaren boven de 1999 en crashte, leidde tot
een boom in de verkoop van de in die jaren net op markt komende ERP applicaties.
Organisaties schaften deze standaardapplicaties aan. En meteen viel vaak een deel
van hun taak om een eigen maatwerk pakket te ontwikkelen en te beheren voor
het ondersteunen van financiële en logistieke taken van een organisatie weg. Men
gebruikte de maatwerksoftware niet meer. Dit leidde tot een andere organisatie van
applicatiebeheer.
Figuur 2.5. geeft de ontwikkelingen in de technische infrastructuur van organisaties
weer. De figuur begint met de jaren 60. In die jaren start het commerciële gebruik
van computers.
Computers stonden in die jaren vaak bij administratieve afdelingen als financiële
zaken. Zij beschikten over tapes en drums voor het opslaan van gegevens. Invoer
van gegevens verliep via ponskaarten. Uitvoer gebeurde naar tape, disk of/en
printer. In die jaren ontbrak het netwerk voor transport van gegevens. Aanvoer van
ponskaarten gebeurde per voet.
24 ICTgovernanceindetijd
Figuur2.5.:Ontwikkelingenindetechnischeinfrastructuurdoordejarenheen.
Door de jaren hen kwam er verandering in in- en uitvoer, transport-, verwerkings- en
opslagmogelijkheden. Laten we dit voor alle vier soorten apparatuur eens nalopen.
In de opslag van gegevens verschijnen in de zeventiger jaren van de twintigste
eeuw met de komst van minis en pc’s de diskettes. In de negentiger jaren van
die eeuw komen de DVD’s, het network attached storage en de storage attached
networks op de markt. En verdwijnt langzamerhand het gebruik van de diskette.
In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw gaan de eerste gegevens
naar clouds. Deze clouds bestaan uit geconcentreerde verzamelingen van van
opslag- en verwerkingsapparatuur en zijn via netwerken te bereiken. Naar alle
waarschijnlijkheid zullen clouds in de toekomst (2040) de plaats zijn waar men zijn
data opslaat. Clouds zijn goed te beveiligen en vanuit elke plaats ter wereld te
benaderen
In de verwerking van gegevens ziet men eenzelfde evolutie. In de jaren zeventiger
komen de minicomputers op de markt. In de jaren negentig de blade servers, terwijl
in het eerste decennium van de twintigste eeuw men steeds meer gebruik gaat
maken van verwerking van gegevens door cloudcomputing. Men gebruikt Google,
men gebruikt salesforce, men gebruikt facebook. Het zal allemaal applicaties,
waar opslag en verwerking in de cloud plaatsvindt. Deze ontwikkeling zet zich
door en rond 2025 kan men verwachten, dat vrijwel alle organisaties voor hun
verwerkingsintensieve operaties van cloud computing gebruik maken. Veelal zal dat
public cloud computing zijn, dit is gebruik van standaardservices ter ondersteuning
van bijvoorbeeld financiële, personele en logistieke processen in een organisatie
(McAfee, 2011; kenniskring cloud computing, 2011). Of men gebruikt cloud
computing voor persoonlijk computergebruik zoals het gebruik van Office 360.
Bij het transport van gegevens zijn door de jaren heen ook de ontwikkelingen weer
te geven. De eerste netwerken waren opgebouwd uit analoge telefoonlijnen. In de
jaren negentig van de twintigste eeuw kwam digitaal gegevenstransport op.ISDN
ICTgovernanceindetijd 25
kwam ter beschikking, vervolgens ADSL. Anno 2010 gaan gegevens high speed over
fiberkabels. Deze netwerken zijn er in 2040 alom. Zij transporten met grote snelheid
data van de ene plaats naar de andere op aarde.
Tenslotte veranderde in de loop der jaren de variëteit van in- en uitvoerapparatuur,
die aan individuen en organisaties ter beschikking staat. Anno 2010 kunnen
we stellen, dat veel medewerkers van organisaties over vier types van devices
beschikken: een personal computer, een notebook, een tablet en een smart phone.
Bring your own device (BYOD) policy strekt zich zo uit tot het any place, anytime
kunnen bereiken van applicaties werkend onder windows (b.v.op de personal
computer), applicaties werkend in browsers (b.v. op het note book en de tablet) en
rich internet applications (RIA), werkend ook op smartphones en tablets. RIA’s zijn
interactieve webapplicaties, die op verschillende platformen draaien zonder vooraf
iets te moeten installeren. (Wikipedia, 2012; Spruijt,2012)
Geeft figuur 2.5 de ontwikkelingen in de technische infrastructuur, eenzelfde soort
figuur is te maken van de ontwikkelingen in de informatische infrastructuur en van
die in in de applicaties. Men kan constateren, dat vanuit functionaliteitsoogpunt
gezien de beschikbare technologie steeds meer gebruik maakt van standaarden
en dat zij steeds betrouwbaarder opereert. Computers zijn in staat steeds sneller
gegevens te verwerken. De technologie is robuuster. ICT verschaft een steeds
gevarieerder aanbod aan mogelijkheden. En daar wordt van gebruik gemaakt. De
enorme hoeveelheden data, die bij het gebruik van netwerken ontstaan, kunnen
bijvoorbeeld opgeslagen en geanalyseerd worden. De term big data komt anno 2010
op voor deze opslag van gegevens. Big data gegevens kunnen gegevens komend
van twitter berichten zijn, het kunnen e-mails van studenten zijn etc. Individuen en
organisaties gaan deze big data mogelijkheden gebruiken. En de organisaties voor
informatieverwerking- en ICT passen zich bij deze ontwikkelingen aan.
2.3.2 En meteen: de respons van de organisatie.
Uit het voorgaande komt naar voren dat de technologie zich vanaf 1960 sterk
ontwikkeld heeft. Dat geldt niet alleen voor de technologie op zich maar ook
voor de standaarden, waar deze technologie gebruik van maakt. Door de grotere
standaardisatie zijn onderdelen eenvoudig en snel met elkaar te verbinden,
kunnen stukken software snel worden ingepast en wordt het bouwen van ICT
infrastructuren en applicaties meer en meer als een lego spel. Deze ontwikkelingen
leiden er onder meer toe dat :
- maatwerk applicaties steeds meer vervangen zijn of worden door
standaardapplicaties;
- naast transactie ondersteunende applicaties ook gegevens analyserende
26 ICTgovernanceindetijd
applicaties ter ondersteuning van besluitvorming opkwamen en opkomen;
- gebruik van faciliteiten 7*24 uur plaatsvindt en dit gebruik veelal permanent
gemonitord wordt, waarbij de over een netwerk verstuurde data vaak in zijn
geheel worden opgeslagen. Het tijdperk van big data is begonnen;
- de ICT exploitatie-eenheden steeds meer geconcentreerd werden en vaak bij
derden geplaatst. De clouds komen onder ons.
De organisatie van de informatievoorziening en de ICT in een organisatie, keten
of community heeft met deze ontwikkelingen te maken. Deze verandert dan
ook mettertijd. Laten we deze veranderingen eens aangeven en deze lijn van
verandering doortrekken naar morgen (zie figuur 2.6).
Het opzetten van een ICT organisatie startte voor veel organisaties In de jaren
zestig en zeventig van de vorige eeuw. Men richtte bij gebrek aan standaard
applicaties een organisatie in voor het ontwikkelen en beheren van applicaties én
een organisatie voor het exploiteren van de ontwikkelde applicaties. Een dergelijke
organisatie konden niet veel organisaties zich permitteren. Kleinere organisaties
maakten dan ook vaak gebruik van derden, als zij computers wilden inzetten.
In de tachtiger jaren kwam het online computergebruik op. Eerst vanaf terminals
later vanaf personal computers. Inzet van computers veranderde de wijze van
werken. Gebruikers brachten direct hun gegevens in in het systeem en resultaten
waren overal ter wereld te bekijken. Gebruikers beseften, dat zij het waren, die
wisten hoe computers ingezet moesten worden; gebruikers begonnen te beseffen
dat zij hun werk zonder computer onmogelijk konden verrichten en gebruikers
begonnen het gebruik in hun administratieve organisatie te incorporeren.
Opleidingen en handholding wilden zij zo dicht mogelijk in hun buurt hebben. En
zo ontstonden in de organisaties, die zich met functioneel beheer bezig houden. Het
drievoudig model van beheer van Looijen c.s. (2011) wordt geformuleerd.
In de jaren negentig ontstaat in veel organisaties het besef dat ontwikkelen,
beheren en exploiteren van ICT, zijnde het zorgen voor het ICT aanbod, vaak geen
kerntaak is van de onderneming. Ook vinden sommige organisaties het risico om
hun eigen ICT afdeling zorg te laten dragen voor 7*24 uur beschikbaarheid en
respons van ICT te hoog. Zo ontstaat op twee manieren de wens om eens naar
outsourcing van ICT te kijken. Functioneel beheer is niet alleen meer intern gericht,
maar krijgt ook taken om ICT services, geleverd door derde organisaties aan te
sturen. Deze trend zet zich in het eerste decennium van de eenentwigste eeuw door.
ICTgovernanceindetijd 27
Figuur2.6:DeveranderingenindeICTorganisatiedoordejarenheen.
In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw gaan organisaties steeds
meer gebruik maken van standaardpakketten. Bij veel organisaties verdwijnt de
ontwikkel- en beheerafdeling voor applicaties. Daarnaast kent de functioneel
beheer afdeling nu twee soorten functies: de oorspronkelijke functies gericht op
verandering met ICT en op het ondersteunen van het gebruik van de ICT dag in,
dag uit én de meer regie-achtige functies, nodig om levering van ICT services door
derden te regisseren. Wat betreft functioneel beheer wordt ook wel gesproken
over business information management. Stap voor stap valt zo de scheiding tussen
functioneel beheer en informatiemanagement weg. De beheerders moeten naast
beheer- ook eisen voor nieuwe ICT kunnen maken, de administratieve organisatie
vorm kunnen geven én de opgeleverde diensten testen.
En nu gaan we in op de verwachtingen voor de vorm van de informatievoorziening-
en ICT organisatie van morgen. Verwacht wordt dat anno 2015 de meeste
grote en kleine organisaties hun applicaties als services of als standaardpakket
op de markt aanschaffen. Vaak zal dit op een abonnement gebeuren. Het zelf
ontwikkelen en beheren van applicaties zal nauwelijks meer gedaan worden. De
informatievoorzienings- en ICT organisatie van 2015 zal dan vaak het accent gelegd
hebben op functioneel beheer en regie, naast het doen van een steeds beperktere
exploitatietaak. En uiteindelijk naar verwacht wordt rond 2030, zullen vrijwel alle
organisatie alleen functioneel beheer- en regietaken kennen. Gespecialiseerde derde
organisatie doen ontwikkeling en beheer van applicaties. Andere gespecialiseerde
organisaties voeren de ICT exploitatie uit.
28 ICTgovernanceindetijd
In rond 70 jaar zijn dan we gegaan van organisaties, die zorgden dat het aanbod
van ICT was georganiseerd, via organisaties, die vraag- en aanbod van ICT hadden
ingericht, naar organisaties met alleen een organisatie-eenheid gespecialiseerd in
informatiemanagement en regie van ICT.
2.4 IT governance door de jaren heen van 1970 tot 2040.
2.4.1 Omgaan met ICT is leiden en managen.
Stap voor stap veranderde in de laatste veertig tot vijftig jaar de technologie
en de organisatie van informatievoorziening en ICT paste zich aan. Sturen van
de organisatie veranderde in de laatste veertig jaar van het sturen van een ICT
organisatie, waarin het aanbod van ICT was samengebracht, naar voor vele
organisaties het sturen van een organisatie, verantwoordelijk voor de levering
van ICT ondersteuning. De informatievoorzienings- en ICT-organisatie van 2012
doet informatiemanagement taken en voert regie over door anderen geleverde
ICT services. De laatste aanbodtaak, de exploitatie van ICT, zal waarschijnlijk in de
komende tien jaar stap voor stap vervangen worden door de inzet van public cloud
computing services.
Deze informatie- en ICT organisatie wordt geconfronteerd met een steeds grotere
commoditisering van ICT apparatuur. Laten we dit eens met een voorbeeld
illustreren. De ICT afdeling weet al dertig jaar, dat haar klanten vaak het gevoel
hebben, dat zij thuis betere ICT faciliteiten hebben, dan hun geleverd wordt op
de zaak. Met de aanwezigheid van de mogelijkheden van app’s anno 2012 is voor
deze klanten soms de maat vol. De business neemt actie. En zo kent ieder wel een
organisatie, waar ICT haar note book orders moest cancellen en haar klanten Ipads
of Iphones met apps met access tot bedrijfsbestanden (Thiadens, column, 2011)
moest leveren. Thuis en werk gaat langzamerhand in elkaar over.
Denken over de business modellen waarin een organisatie haar producten en
diensten levert is anno 2012 geen eenmalige activiteit meer. De steeds sneller
opkomende mogelijkheden van ICT dwingen organisaties het onderwerp periodiek
op de agenda te zetten. Organisaties worden voorts opener. Steeds meer laten zij
hun leveranciers en klanten meedenken over hun producten en diensten en de wijze
van levering. Chesbrough (2006) noemt dit werken volgens business model 2.1.
Deze organisaties worden geconfronteerd met concurrentie welke steeds meer van
verder komt. Onze grotere organisaties werken vaak op Europees niveau en soms op
wereldniveau. Bolsius bijvoorbeeld, een fabrikant van kaarsen met 1500 werknemers
met het hoofdkantoor in Schijndel in Brabant, heeft haar productie van kaarsen in
de laatste decennia steeds meer geconcentreerd in fabrieken in Polen. Haar grootste
ICTgovernanceindetijd 29
concurrent probeert de productie naar China te verplaatsen. (Donkers, 2011)
Commoditisering, de druk tot steeds snellere innovatie en globalisering worden
mogelijk gemaakt door de met regelmaat op de markt komende nieuwe
mogelijkheden van ICT. De digitalisering schrijft voort. Big data wordt niet alleen
gegenereerd door twitter berichten, e-mails of facebook verkeer, neen: big data komen
ook van de waarnemingen in ziekenhuizen en bij de sterrenkunde. In deze omgeving
wordt besloten over de inzet van ICT voor een organisatie. ICT governance anno 2012
vindt op organisatie niveau plaats en houdt zich bezig met onderwerpen als:
- Welke ICT ontwikkelingen zijn voor ons van belang? Waarvoor zetten we deze
ICT in? En hoe zetten we deze dan in?
- Hoe realiseren we de gewenste ICT inzet? Wat doen we zelf? Wat doen derden?
In welke vorm schakelen we deze derden dan in? En hoe structureren we
onze eigen organisatie om van de gewenste ICT gebruik te maken, zowel bij
realisatie, implementatie als gebruik van die ICT?
- En al implementerende en gebruikende: wat leert ons het gebruik van de
technologie? Moeten we dit veranderen? En zo ja, hoe?
ICT governance anno 2012 ligt zo bij de leiding van een organisatie. Inzet van ICT is
voor veel van de organisaties een bron van nieuwe mogelijkheden voor producten
en diensten en voor innovaties in bedrijfsprocessen. Sturen van die technologie
is geen zaak van business of lijn management of ICT management alleen. IT
governance anno 2012 is een echt en integraal onderdeel van de governance van
een organisatie. Op weg naar 2040 zal het accent op ICT governance niet anders
worden: de governance van ICT concentreert zich op gebruik van de mogelijkheden
van ICT, zij focust haar informatie- en ICT organisatie daarop en stoot alle taken,
die deze focus verstoren af. Ontwikkeling en beheer van ICT zal bij daarvoor
gespecialiseerde organisaties komen te liggen. Exploitatie van ICT verhuist naar
leveranciers van public cloud computing diensten.
2.4.2 Waar zagen we dit eerder?
Het denken in vraag- en aanbod van ICT én het aangeven van de toenemende
variëteit aan mogelijkheden van ICT, mede veroorzaakt door een steeds grotere
standaardisatie van componenten, maakt het mogelijk de ontwikkelingen qua IT
governance in organisaties, ketens en communities te duiden. Duidelijk worden drie
zaken. Deze zijn:
- een tendens tot sturing op bedrijfsniveau van de inzet van ICT;
- steeds meer focus van haar organisatie voor ICT op informatiemanagement- en
regietaken;
- en het moeten kiezen uit een steeds grotere set aan mogelijkheden.
30 ICTgovernanceindetijd
Figuur2.7.:organisatiewijzetussendeenergiesectorendeICT-sector.
Dit constaterende is het leerzaam eens te kijken naar een andere sector, welke ook
de wijze van werken van individuen en organisaties sterk beïnvloedde: de energie
sector (zie figuur 2.7). Deze sector startte haar opmars rond 1875. Elektriciteit
maakte het individuen mogelijk eenvoudig en overal over licht te beschikken.
Elektriciteit verschafte de fabrieken in de industriële revolutie de gelegenheid
hun machines optimaal bij elkaar te plaatsten. Iets wat bij het gebruik van stoom
onmogelijk was gebleken. Werken met elektriciteit was dus een must: het maakte
het leven van alledag eenvoudiger.
In eerste instantie produceerden en distribueerden individuen en organisaties
elektriciteit zelf. Betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening was belangrijk en
veel grotere organisaties kenden dan ook een vice president of electricity. Stap voor
stap groeide vervolgens het besef, dat productie en distributie ven elektriciteit geen
kerntaak was van de organisatie en dat men deze moest concentreren in speciaal
daarvoor ingerichte bedrijven. De gemeentelijke nutsvoorziening was hiermee
geboren. Deze evolueerde tot provinciale nutsbedrijven. En deze realiseerden zich
dat het splitsen van productie en distributie zou leiden tot betere mogelijkheden
om te innoveren. Een geconcentreerde productie van energie kon leiden tot
optimalisatie van investeringen. Een afspltising van distributie en verkoop kon leiden
tot het denken meer denken in energie en minder in elektricteit. Hierdoor kwamen
ICTgovernanceindetijd 31
ook andere bronnen als opwekking door wind, zon, waterkracht in beeld.
Splitsen van taken door de tijd, concentreren van taken in speciale organisaties en
het op de markt komen en gebruiken van andere mogelijkheden mede door een
bijgestelde organisatie: het zijn de lessen, die de energie sector ons al eerder leerde.
ICT governance anno 2040 zal deze lessen hebben geleerd. Focus op je taak en deze
doen in een open mind levert een permanente drive tot innovatie
ICTgovernanceindetijd 33
3. Archieven: het jaar 2025 en de weg er naar toe
(artikel in het boek van bewaring, ISBN 90-14-05625-7, Samson
Bedrijfsinformatie, Alphen aan de Rijn, 1997)
Samen hebben techniek en commercie, en dat in een tijdspanne van een paar jaar,
Internet doen groeien tot anno 1996 minstens 100 miljoen gebruikers wereldwijd.
De techniek van browsers (WAIS en Gopher, 1991) en netwerken (world wide
web,1992) en de commerciële openstelling van een wetenschappelijk netwerk
(1992) hebben een instrument gemaakt, dat het mogelijk maakt anders om te gaan
met archieven en documenten. Er ontstaat andere vastlegging en archieven zullen
anders ontsloten worden. Inzet van technologie leidt voorts tot andere wijzen van
besluitvorming, leidt tot controle op wel of niet consistent handelen en ontsluit de
zgn. best practices in onze maatschappij. In deze paragraaf beschrijf ik de situatie
in het 2025 en de weg, die we genomen hebben om tot deze verworvenheden te
komen. Ik kijk verder, of die visie vanuit het verleden (1965) valt te onderbouwen.
Tenslotte geef ik aan, wat dit betekent voor archieven en documenten.
3.1 De wired society anno 2025.
Zittend in mijn Informatie technologiefauteuil met zicht op mijn tuin heb ik net
mijn boodschappen gedaan. De nota hiervoor wordt via mijn lopende rekening bij
de ABP bank voor pensioenen en verzekeringen voor de sector politie (mijn oude
werkgever) voldaan. Snel heb ik vervolgens daarna even de regiocommunicatie
ten aanzien van weer, veiligheid en milieu doorgenomen en nu ben ik met aantal
vrienden aan het videobridge. Vanmiddag ga ik, zoals ik dat al sinds 1995 doe,
wandelen in de Kaapse bossen en vanavond volgen we samen de eerste uitvoering
van Medea in het Sydney Opera house op Intervideonet, een dienst, welke rond
2012 telefonie, huiscomputerspullen en televisie/video en radio heeft vervangen.
Vraagt men mij, wat veranderd is in die dertig jaar sinds 1996, dan moet ik eerlijk
zeggen; “Het ïs net als de Olympische spelen: citius , altius, fortuis.” Het gaat
allemaal sneller, beter en krachtiger, maar het is vooral een uitbouw van reeds in
1995 aanwezige denkbeelden en mogelijkheden. Als oude van dagen – ik ben nu in
2025 79 jaar – merk je dat het leven alledag daardoor wat aangenamer is geworden.
De medische wetenschap haalt zijn kennis op wereldschaal en kan de kwaliteit
van het leven verbeteren; geldzaken gebeuren alle met electronic funds transfer,
waardoor gevaar op beroving nauwelijks aanwezig is en voor echte communicatie
met je kennissen, waar ook ter wereld, hoef je niet altijd meer de deur uit.
34 ICTgovernanceindetijd
Figuur3.1:De“wired”organisatievan2025
Voor de werkenden en de jongeren in de samenleving lijkt mij het karakter van
werken en leven ten opzichte van 1995 echter sterk veranderd. Mijn neven en
nichten leven lokaal en globaal tegelijk. Opleidingen krijgen zij van de beste
docenten op elk gebied op deze aarde. Diensten en producten van organisaties,
waarvoor zij werken, worden permanent gemeten aan de best practices op
elk gebied. Worldwide zijn er per sector organisaties ontstaan, die deze best
practices bepalen, ze in modellen en ontwikkelingspaden gieten en ze aan andere
organisaties ter beschikking stellen. De eigen organisatie is wel gedwongen deze
best practices met de nodige lokale saus in te voeren, alleen uit defensief oogpunt,
zijnde het behoud van hun huidige klanten. Uitvoerend werk als het centraal
gegevens invoeren bestaat vrijwel niet meer. De nodige gegevens worden van elders
opgehaald of door de klant zelf ingevoerd. Het werk in organisaties bestaat uit het
adviseren over producten en diensten, daarbij gebruikmakend van de producten/
dienstenset en de instrumentenset van de organisatie. De afdeling Research
en development heeft deze sets gemaakt op verzoek van de de directie van de
organisatie, die vooral het beleid bepaalt. Het beheer van de instrumenten wordt
door een beheeroganisatie gedaan. Het model van deze organisatie anno 2025 is in
bovenstaand figuur (figuur 3.1.) aangegeven.
ICTgovernanceindetijd 35
Figuur3.2.:ITvoorzieningenvolgensApplegatec.s.(1996)
De kinderen van mijn neven en nichten hebben vrienden in America, China en
Chili. Zij hebben op school vijf talen geleerd, te weten Engels, Nederlands, Frans,
Chinees en Spaans. En zij worden voorbereid op het werk in een kennisintensieve
samenleving. De schoolprogramma’s zijn in de afgelopen dertig jaar behoorlijk
herzien. Vakken als versneld leren, effectief omgaan met IT instrumenten, Chinees,
Spaans en communiceren in globaal verband kwamen op de roosters te staan en zijn
er sindsdien niet meer van weg te denken. Onderdeel van deze vakken is benaderen
en bewerken van de opgeslagen kennis, interactief werken met native sprekers van
de te leren talen en het in virtual reality bezoeken van andere culturen, hun musea
en archieven.
3.2 De weg naar 2025
De weg vanaf 1995 kende een aantal mijlpalen op bestuurlijk en technisch gebied,
welke tot het gebruik van de faciliteiten anno 2025 hebben geleid. De basis voor
het kijken naar de in 2025 gebruikte technologie werd gelegd door Earl (1991).
Deze auteur maakte in 1989 onderscheid tussen de organisatie van de inzet van
informatietechnologie (IT), de daarvoor nodige infrastructuur aan apparaten en
programmatuur en de toepassingen, die binnen deze infrastructuur verwerkt
36 ICTgovernanceindetijd
kunnen worden. Applegate (1996) borduurde hierop voort en gaf inhoud aan
de begrippen informatische en technische infrastructuur, sturing van de inzet
van technologie en de toepassingen, die van de gelegde infrastructuur gebruik
maken. Zie figuur 3.2, welke de visie van McFarlane, Applegate en McKenney op IT
voorzieningen weergeeft. Het werd hierdoor duidelijk dat infrastructuren uit twee
delen bestaan, te weten:
a. De technische infrastructuur, analytisch bezien bestaand uit netwerken,
rekencentra en toegangsmiddelen, met bijbehorende programmatuur, zorgend
voor invoer/uitvoer, transport, verwerking en opslag van gegevens.
b. De informatische infrastructuur, waarin gemeenschappelijk te gebruiken
instrumenten en gegevens een plaats hebben en waar we compilers, groupware
producten en gemeenschappelijke databases terugvinden.
Naast infrastructuren zijn er de toepassingen, die van deze infrastructuren gebruik
maken. In principe zijn deze van drieërlei snit. In de eerste plaats kennen we de
toepassingen, die operationele bedrijfsprocessen ondersteunen en voorts zorgen
voor stuurinformatie. Daarnaast zijn er de toepassingen van personal productivity
tools bekend, zoals tekstverwerkers, spreadsheets, presentatiepakketten,
gegevensbakken en mail. Nogmaals, die zijn allemaal op de individuele werkplek
toegesneden. Door het bijhouden van boodschappen, het toegang geven tot
bulletin boards en speciaal op het werk gerichte databases zijn deze tools vervolgens
uitgegroeid tot groupware. Dat is programmatuur, die groepen van mensen in
en buiten de organisatie en bezig met dezelfde taken ondersteunt. Deze derde
categorie van toepassingen zijn de electronic commerce toepassingen, waar door het
beiden van informatiediensten of het informatie-intensief maken van producten en
diensten gebruik gemaakt wordt van IT.
Dit besef dat men onderscheid kan maken tussen infrastructuren, toepassingen
en sturing van de inzet van IT, leidde tot een concentratie op architecturen, die
al snel duidelijk maakte, dat echt gebruik van de mogelijkheden van technologie
het hebben van een betere kwaliteit van infrastructuren benodigde. De
gebruikersvriendelijkheid van een tool als Gopher en de presentatie van bewegende
beelden midden jaren 90 lieten zien, dat dit soort faciliteiten de ruggegraat konden
gaan vormen van de informatieverzorging van morgen, mits:
- De in- en uitvoer van gegevens meer gebruik zou gaan maken van grafische
interfaces. Als eerste kwam dan ook in 1995 Netscape hiermee op de markt.
- De beveiliging van opslag en transport van gegevens optimaal gegarandeerd
werd. In 1996 werden op kleine schaal proeven gedaan met electronic funds
transfer over het openbare internet.
ICTgovernanceindetijd 37
- Transport van data het mogelijk zou maken op iedere plek bewegend beeld
met geluid te kunnen ontvangen. Alleen dan is integratie van video, televisie,
telefonie en computerfaciliteiten in de huiskamer en leren met video on
demand echt mogelijk.
- Opslag en verwerking van gegevens ook voor grote archiefbestanden mogelijk
zou kunnen zijn. Oude documenten kunnen dan opgevraagd en gerelateerd
worden aan nieuwe wensen. Hiermee kan besluitvorming worden ondersteund.
In retrospectief gezien ging de aandacht in de jaren 1995-2005 vooral uit naar
prijs/prestatie-verhoging bij opslag en verwerking en beveiliging van de nieuwe
infrastructurele faciliteiten. In de jaren 2000-2010. In de jaren 2005-2015 werd
het mogelijk bestaande infrastructuren voor spraak, beeld en data volledig te
integreren. Daarna kwam in de periode 2010-2015 een vloedgolf van nieuwe
diensten en producten op de markt.
Bestuurlijk begon de aanloop tot de faciliteiten in 2025 in de jaren tachtig van de
twintigste eeuw. In deze jaren kwam een aantal ontwikkelingen op gang, die zich
later hebben doorgezet. Allereerst bezon men zich op de impact van de nieuwe
technologie op de samenleving en de daaruit volgende noodzaak te komen tot
veranderingen in wetgeving of nieuwe wetgeving op het terrein van strafrecht; op
het terrein van de inbreuk van gegevens op de persoonlijke levenssfeer; wat betreft
de eigen archieven en ten aanzien van de beveiliging van het transport, de opslag
en het gebruik van overheidsgegevens. Voorts dacht men na over deregulering van
de markt voor telecommunicatiediensten. Nieuwe IT producten en diensten kwamen
in steeds hoger tempo op de markt en het was de vraag of het uitbrengen daarvan
een taak van een staatsbedrijf zou moeten zijn.
Een derde ontwikkeling was het nadenken over de rol van overheidsdiensten
als het ging om de ondersteuning door IT van het eigen bedrijfsproces of de
relatie van deze processen met die van andere organisaties. Moet de staat een
staatsbedrijf hebben voor het voorzien in netwerkvoorzieningen of voor het
verschaffen van eigen centrale rekenfaciliteiten of kunnen deze voorzieningen ook
van het bedrijfsleven worden betrokken? Dit deken resulteerde, zoals bekend, in
privatisering van de PTT en van het Rijkscomputercentrum.
In de jaren na 1995 werden deze ontwikkelingen in alle hevigheid voortgezet. In de
periode 1995-2010 werd de telcommunicatiemarkt vrijwel geheel door de overheid
vrijgegeven en konden op deze markt een scala van binnen- en buitenlandse
aanbieders verschijnen. In dezelfde periode werden elektronische documenten
onder bepaalde voorwaarden rechtsgeldig, waardoor andere wijzen van archivering
voor veel overheidsarchieven aan de orde kwamen. Eind 2003 waren er alleen
38 ICTgovernanceindetijd
nog voor diensten op het terrein van defensie en openbare orde en veiligheid
overheidsbedrijven. Alle andere IT-voorzieningen werden door overheden vanuit
de markt betrokken. Beheer van deze externe voorzieningen was structureel in de
overheidsorganisaties ingebed (Thiadens, 1996). Motor achter deze veranderingen
was vooral de grote inspanning, die eind negentiger jaren moest worden verricht
om de oude informatievoorziening van de overheid rijp te maken voor de
nieuwe monetaire standaard, de euro, de invoering van de gewenste grafische
gebruikersinterfaces en het implementeren van de eeuwovergang in deze systemen.
In deze maalstroom van vernieuwingen qua inzet van IT vervingen overheden
het zelf maken van programmatuur door het aankopen van systemen in de
industrie en zij richten zich zelf op het zorg dragen voor tijdige implementatie.
Begin 2995 bevonden overheden zich dan ook in een situatie, waarin het bestuur
was teruggeworpen op de echte overheidstaken, voorzien was van up to date
infrastructuren en toepassingen en geconfronteerd werd met een samenleving, die
open en snel met haar wilde communiceren. De democratie kwam interactief door
op kanaal 3 in de huiskamers van de burgers, waar kanaal het amusementskanaal
was, kanaal 2 de actualiteiten, kanaal 4 volgens één of andere constructie toch
de KNVB en in kanaal 5 tot en met 100 werd voorzien door organisaties in de
EEG ern buitenlandse communicatiebedrijven. Alle kanalen waren voorzien van
interactieve mogelijkheden. Het begrip zender bestond niet meer; het begrip
communicatiebedrijf was ervoor in de plaats gekomen.
Deze overheid anno 2005 is onderdeel van Europa. Op haar beurt is Europa
onderdeel van een groter geheel. De inspanning van deze overheid is gericht
op education permanente en uitvoeren van sociale zekerheidswetgeving, het
verzekeren van de veiligheid in de samenleving, het zorgdragen voor een schoon
milieu en het uitvoeren van een buitenlands beleid. Haar inspanningen in
fysieke infrastructuren evenaren die in logische infrastructuren. De uitgaven voor
ruimtelijke ordening op nationaal niveau lopen gelijk op met die voor informatie- en
telecommunicatie- infrastructuur. De overheid maakt gebruik van alle mogelijkheden
voor communicatie, die de moderne techniek biedt. De electronic commerce van
de overheid wordt ingevuld. De accenten in het onderwijs worden in de periode
2005-2025 verlegd. De leerling keert in zij persoonlijke IT-fauteuil in zijn eigen
tempo lezen en schrijven. In groepen worden andere vaardigheden aangeleerd. Het
onderwijs van 2025 is sterk doelgericht en de instrumentatie is hierop afgestemd.
ICTgovernanceindetijd 39
Figuur3.3:Devormgeversvandeinformatiemaatschappijvan2025.
3.3 Wie zijn hiervoor actief geweest en waarmee?
In figuur 3.3. zijn de mensen weergegeven, die de informatiemaatschappij van 2025
vorm zullen geven. Het zijn de gebruikers van de IT diensten en producten, die
door hun gedrag de toepassingen sturen; het zijn de bestuurders van overheden
en bedrijven, die richting zullen geven aan investeringen in IT en het zijn de
leveranciers van informatie- en communicatiediensten en -producten, die de nieuwe
mogelijkheden van IT binnen de door het bestuur gegeven kaders en conform de
wensen van de consumenten gaan realiseren.
40 ICTgovernanceindetijd
De vraag naar producten en diensten zal komen uit de markt. Individuen zullen op
die markt steeds meer de doelgroep vormen voor programmatuurfabrikanten. De
massaliteit van hun aantal zal toegesneden producten en diensten doen ontstaan,
welke ook op de zakelijke markt gebruikt gaan worden. Laat ik als voorbeeld een
bedrijf nemen, dat nu het operating systeem OS/2 op zijn personal computers voert
met daarin de personal productivity producten uit de Lotus-serie en dat constateert
dat al haar werknemers thuis werken met Microsoft Words onder Windows 95.
Hoe lang zal dat bedrijf in zijn organisatie nog de Lotus personal productivity tools
handhaven? Door deze trend groeien de behoeften van individuen en bedrijven
naar elkaar toe. Individuen zullen op hun werkplek willen beschikken over dezelfde
mogelijkheden als zij thuis hebben, zij zullen actief mee willen doen aan verbetering
van de werksituatie en zullen zelf de innovatiepush gaan geven.
Organisaties zullen het ontstaan van standaards voor infrastructuren gaan
faciliteren. Daardoor ontstaan er vele toepassingen, die binnen zulke
gestandaardiseerde infrastructuren kunnen werken. Zo wordt het ontwikkelen
en onderhouden van eigen toepassingen door organisaties steeds minder nodig.
De keuze van vele overheden anno 1996 voor de Microsoft personal productivity
tools was zo’n moment. Deze keuze gaf een standaard en leidde in 1997 tot
mogelijkheden voor groupware, tot grootschalige integratie met telefoniesystemen
in 1998 en tot algemeen aanwezige faciliteiten voor het benaderen van
elektronische beeldplaatarchieven in 1999. Kiezen voor een planmatige aanpak,
weten wat de mogelijkheden zijn, zorgen voor nieuwe infrastructuren (en eventueel
bestaande gebruiken voor nieuwe doelen) en faciliteren van experimenten en
opleidingen, dat was en is de taak van bestuurders op nationaal en corporate
niveau. Hierbij past het aanpassen van de wettelijke kaders en het zorgen
voor de nodige nieuwe kaders, die van een integrale, internationale visie op IT
dienstverlening uitgaan. De vraag naar IT-diensten en producten wordt ingevuld
door de informatie- en communicatiebedrijven. In de peridoe 1995-2005 zorgden
zij voor de nieuwe It architectuur van organisaties, die transport van beeld, geluid
en data mogelijk maakte en de werkplek op eenvoudige wijze toegang gaf tot
gegevensverzamelingen, waar ook gelegen. De voornaamste standaards voor de
te leveren T producten en diensten worden gedurende dit tijdvak afgesproken.
In de periode daarna, van 2000 tot 2015, leveren zij de technieken om grotere
gegevensverzamelingen eenvoudig te digitaliseren. Hierdoor kan men grote
archieven eenvoudig benaderen en kan bijvoorbeeld een overheidsloket-aan-huis
zich ontwikkelen. Vanaf 2005 is de aandacht gericht op het implementeren van de
netwerkcomputer en het produceren van producten en diensten, die ervan gebruik
maken.
ICTgovernanceindetijd 41
Figuur3.4:VerschuivingenindetijdinITinfrastructuur,IT-organisatieenIT-applicaties
3.4 Verschuivingen in focus door de tijd
In het overzicht van figuur 3.4. zijn de verschuivingen qua kijken naar naar
infrastructuur, qua visie op het belang van IT voor de organisatie en qua
toepassingen van It weergegeven voor de periode 1965 tot en met 2025. De periode
1965-1995 kenmerkt zich hierbij door:
- Het steeds beter worden van de prijs/prestatieverhouding van apparatuur, het
steeds meer toegesneden zijn van apparatuur op de te verrichten taken en het
ontstaan van apparatuur, die nodig is om snel en eenvoudig de programmatuur
te verwerken voor informatievoorziening door eindgebruikers. Midden jaren
negentig kan men constateren, dat echt gebruikersvriendelijke browsers als
Netscape op de markt aanwezig zijn, dat Wallmarkt voor zijn inkoop-, verkoop-
en marketingstrategie wekelijks de gegevens van twintig miljoen verkochte
artikelen verwerkt en multifunctionele chipkaarten, die de gegevens dragen
voor meerdere taken, ingevoerd beginnen te worden;
42 ICTgovernanceindetijd
- Het steeds meer nadenken over de IT-architectuur en de invulling van deze
architectuur met kant- en klaar aangekochte producten. Ook de toepassingen
zijn veelal afkomstig van de betrokken leveranciers. Er is in die dertig jaar
een specifieke It industrie ontstaan met winkels in de straten en verkoop
van programmatuurpakketten. Er wordt niet alleen meer met de return on
investment bril naar IT gekeken, IT is vaak nodig om effectief te werken. IT zit
in producten en diensten en wordt ook aangeschaft om je hobby’s te kunnen
bedrijven.
- De toepassingen van IT zijn er niet alleen binnen organisaties. Steeds meer
komen interorganisationele netwerken op; organisaties maken daarvan gebruik
om bij de consument binnen te komen. De netwerk centric society begint
midden jaren negentig zijn vorm te krijgen.
De veranderingen in de samenleving en het steeds verder penetreren van IT-
diensten en producten die het dagelijks leven veraangenamen, leiden tot andere
mogelijkheden om je werk te doen en te sturen. Deze trend van de afgelopen
dertig jaar zal zich de komende dertig jaar doorzetten en impact hebben op het
leven thuis, op het werk en op school. Het bestuur zette door deregulering en de
regulering hiervan in de eerste dertig jaar de kaders. Het zal deze kaders in de
komende dertig jaar steeds herijken, afhankelijk van de eisen en de wensen van de
samenleving. Het bestuur zal hierbij steeds sneller worden aangesproken. Immers,
inzet van IT maakt andere vormen van sturing mogelijk, te weten veelal directer en
sneller met teruggrijpen naar vroegere besluiten.
3.5 Gevolgen voor archieven en documenten
Archieven zijn er in velerlei vormen. Musea kennen kunstcollecties. Bedrijven
beschikken over verzekeringsarchieven, boekhoudingen, klantenregistraties,
vaste activaregistraties etc. Bij overheden is er sprake van Kadasters,
bevolkingsboekhoudingen, inschrijvingen bij Kamers van Koophandel enzovoort,
enzovoort. In elke organisatie zijn er dus vele registraties in geschrift en in beeld
te onderkennen. Het ene archief wordt wellicht zelden geraadpleegd, een ander
soms en weer een ander archief juist vaak om de processen van die organisatie uit te
voeren.
Inzet van informatietechnologie zal impact hebben op de wijze van toegang
tot deze registraties, de snelheid van toegang ertoe, de wijze en de plaats van
opslag, het gebruik en ook op de onderlinge relaties tussen de registraties. In de
schematische opsomming van figuur 2.5 staat een aantal keuzes weergegeven,
waarmee iedere organisatie die registraties aanhoudt, wordt geconfronteerd. In de
netwerkgerichte maatschappij zal het winkelen van karakter veranderen,
ICTgovernanceindetijd 43
Figuur3.5:Keuzenvoororganisaties,alszijnadenkenoverhunregistraties.
zullen steeds meer direct writers of direct merchants in de huiskamer interactief
hun producten en diensten komen uitleggen. Het verschil tussen statisch en
dynamisch archief is voltooid verleden tijd. Organisaties bouwen een online
geheugen op, dat steeds gebruikt wordt bij verdere besluitvorming. Consistentie
van besluiten en leersnelheid van organisaties nemen toe. De afhandelingstijd
van goederen en diensten wordt korter. In deze wereld van informatie- en
communicatietechnologie, waarvan ieder afhankelijk is, zal aandacht voor het in de
lucht houden van infrastructuren en de toepassingen, het zo genoemde beheer van
de informatieverzorging, geboden zijn.
ICTgovernanceindetijd 45
4. Het lectoraat IT governance
4.1 De doelstelling en de resultaten
Het lectoraat IT governance richt zich op de sturing en organisatie van ICT
voorzieningen in een organisatie, een keten van organisaties en/of een community
Het lectoraat wordt gesponsord door Simac. Deze sponsoring is toegekend voor een
periode van maximaal vier jaar, startend op 1 maart 2008. Het lectoraat eindigt op 1
juli 2012 met een openbare les. De omvang van het lectoraat is 0,2 fte.
Het plan van het lectoraat voor de periode 2008-2012 bestond uit drie delen. Deze
delen zijn:
1. Het jaarlijks samen met een kenniskring en studenten produceren van twee
boekjes op het vakgebied. Bij de publicatie van elk boekje wordt een seminar
gehouden.
2. Het voorbereiden tot en met de accreditatie van een scientific master IT
governance. De graad van deze master wordt verleend door een universiteit.
De aanwezigheid van de master maakt doorstuderen voor de Fontys student
ICT (service) management na enige jaren ervaring in een dienstbetrekking te
hebben opgedaan, mogelijk.
3. Het houden van een openbare les.
Twee van de drie delen zijn gerealiseerd. Het eerste deel, de acht boekjes, betreffen
de volgende acht onderwerpen:
1. De menukaart van ICT: de catalogus
Managenvandeverwachtingswaardeenzorgenvoorstandaards.
Product van de kenniskring producten en diensten, verschenen december 2008.
2. ICT service ketens in grote organisaties
VerhogenvandekwaliteitvanICTdoorgebruikvanhetviervoudigmodel.
Product van de kenniskring methoden, verschenen oktober 2011,
3. Het groene rekencentrum van morgen
Product van de kenniskring duurzaamheidbijrekencentra, verschenen juni
2009.
4. Omgaan met IT risico
Product van de kenniskringITrisico, verschenen december 2009.
5. ICT portfoliomanagement, destatusanno2010
Product van de kenniskring portfoliomanagement,verschenen september 2010.
6. Enterprise architecturen en organisatie/ICT alignment
Product van de kenniskring architectuur, verschenen februari 2011.
46 ICTgovernanceindetijd
7. Cloudcomputing: ontzorging van de klant?
Product van de kenniskring virtualisatieencloudcomputing, verschenen juni
2011.
8. Compliance aan regels en standaards: watzijndegevolgenvoordeICTinzet?
Product van de kenniskring complianceaanregelgevingenstandaards,
verschenen juni 2012.
De keuze van de onderwerpen is ingegeven door de onderwerpen in de
voorgenomen master IT governance. Op het terrein van elk vak waar de theorie én
de praktijk minder aanwezig waren, werd nader onderzoek gedaan.
In 2011 bleek dat realisatie van de master opleiding bij de Open Universiteit
onmogelijk was. De Open Universiteit cancelde het programma. Het voorgenomen
master programma staat op de site www.ict-management.com. Het moment,
waarop de Open universiteit eenzijdig het programma cancelde, was twee week
voor aanvang van het eerste onderdeel.
Dit boekje geeft deel 3 weer, de openbare les, welke is uitgesproken op 27 juni
2012.
4.2 Wijze van werken.
Docenten en studenten maken de producten van het lectoraat. Dat kan mede door
de keuze voor de te onderzoeken onderwerpen. Immer staat centraal het bepalen
van de status quo in ons land van een bepaald onderwerp. Dit onderwerp wordt
aangevlogen vanuit de lens van de bestaande theorie.
Elk onderzoek van het lectoraat volgt een vast stramien. Dit stramien kent drie fases.
Deze fases zijn het op rij zetten van de theorie en het uitgaande van deze theorie
formuleren van de onderzoeksvragen voor het empirisch onderzoek; het doen van
het empirisch onderzoek, en het afronden van dit onderzoek middels een seminar
en hetschrijven van vaak enkele nationale en veelal ook enkele internationale
publicaties.
Laten we deze drie fasen eens langslopen:
a. In de eerste fase zet de kenniskring van het lectoraat onder voorzitterschap
van de lector de theorie van een bepaald gebied op een rij en stelt zij op
grond van de theorie de te onderzoeken onderwerpen en de daarbij horende
onderzoeksvragen vast. Deze zijn de basis van het empirisch onderzoek. De
kenniskring bij een onderzoek is samengesteld uit personen vanuit overheid,
bedrijfsleven en docenten van Fontys. Elk onderzoek kent een eigen kenniskring.
ICTgovernanceindetijd 47
b. In de tweede fase wordt door laatste jaar’s studenten het empirisch onderzoek
uitgevoerd. Dit onderzoek is deel van het onderwijs. Studenten worden op het
doen van dit onderzoek voorbereid middels colleges en het doen van twee
proefinterviews.
Het eerste proefinterview wordt gehouden met docenten op basis van een
vastgestelde case. Het tweede proefinterview wordt gehouden bij het interne
facilitair bedrijf van Fontys. De resultaten van en de wijze van werken bij
de proefinterviews worden geëvalueerd. Dit kan doordat elk interview op
audio wordt opgenomen en van elk interview een verslag wordt gemaakt.
Voorts hebben de leden van de kenniskring zich zelf een proefinterview laten
afnemen.
Daarna worden door elke groep studenten twee externe organisaties
geïnterviewd. Tijdens het gehele empirisch onderzoek hebben studenten en
lector eens in de veertien dagen een voortgangsoverleg.
c. In de laatste fase van het onderzoek worden de resultaten verzameld en
wordt op basis hiervan gekomen tot veelal een aantal publicaties in het
Nederlands; tot een boekje, tot een seminar en tot één of twee publicaties voor
internationale tijdschriften of congressen.
De producten van het lectoraat worden gebruikt in het onderwijs. Hierdoor
wordt het onderwijs permanent ververst met de resultaten van het onderzoek.
Deze resultaten zijn openbaar. Deze onderzoeken zijn te verkrijgen:
- als downloads van de site www.ict-management.com of
- in paperpack vanaf de site www.lulu.com/spotlight/ictmanagement
ICTgovernanceindetijd 49
Bronnen
a. Bronnen openbare les
1. Applegate, L.M. et al.:Corporateinformationstrategyandmanagement, text
and cases, Irwin/McGrawhill, 8th edition, New York, 2009.
2. Chesbrough, H.: Openbusinessmodels,Howtotyhriveinthenewinnovation
landscape, Harvard Business school press, 2006.
3. Donkers, M.: NederlandseMKBbedrijven++”alindewolken?, Master scriptie,
Open Universiteit, 2011.
4. Dijkstra, B.: Besluitvorming,afstemmingenbeheervanICTbijketens, Master
scriptie, Open Universiteit, Heerlen, 2011.
5. De Haes, S., & Van Grembergen, W.: IT Governance and Its Mechanisms.
InformationSystemsControlJournal,2004
6. IT Governance Institute: Board briefing on IT governance (2e ed.), 2004.
7. Kenniskring producten en diensten: DemenukaartvandeICTafdeling:de
catalogus, Fontys publicatie, Eindhoven, 2008.
8. Kenniskring duurzaamheid rekencentra: Hetgroenerekencentrumvanmorgen,
Fontys publicatie, Eindhoven, 2009.
9. Kenniskring IT risk: OmgaanmethetrisicoopfalenvanICT, Fontys publicatie,
Eindhoven, 2009.
10. Kenniskring portfoliomanagement: ICTPortfoliomanagementanno2010, Fontys
publicatie, Eindhoven, 2010.
11. Kenniskring architectuur: Enterprisearchitectuurenorganisatie/ICTalignment,
Fontys publicatie, Eindhoven, 2011.
12. Kenniskring cloud computing: Cloudcomputing,ontzorgingvandeklant?,
Fontys publicatie, Eindhoven, 2011.
13. Kenniskring methoden:ICTserviceketensingroteorganisaties, Fontys
publicatie, Eindhoven, 2011.
14. Kenniskring compliance: Complianceaanregelsenstandaards:watzijnde
gevolgenvoordeICTinzet?, Fontys publicatie, Eindhoven, 2012.
15. Leenslag, W.: WerkwijzeterbeoordelingvanIT-Governance, Scriptie, Universiteit
van Twente, Enschede, 2006.
16. Looijen, M. c.s.: Beheervaninformatiesystemen, SDU, Den Haag, 2011.
17. Luftman, J. : An Update on Business-IT Alignment: “A Line” Has Been Drawn. 6(3), 2007.
18. McAfee, A. : What every CEO needs to know about the cloud, HarvardBusiness
review, November 2011.
19. Spruijt, R. (PQR) : Bring your own – Wat komt er allemaal bij kijken?, Beurs
Overheid&ICT, Jaarbeurs Utrecht, april 2012.
50 ICTgovernanceindetijd
20. Thiadens, Th.j.G: SturingenorganisatievanICTvoorzieningen, van Haren
publishing, Zaltbommel, 2008. In het Engels: ICT governance, management and
organization, te verkrijgen op http://www.lulu.com/spotlight/ictmanagement
21. Thiadens, Th.J.G. : The App effect, ColumnITservicemagazine,2011.
22. Webb, P.: AttemptingtoDefineITGovernance:WisdomorFolly?Paper
presented at the Hawaii International Conference on System Sciences, 2006
23. Weil, P., & Ross, J.: ITGovernance,HowTopPerformersManageITDecision
RightsforSuperiorResults, Harvard Business School Press, Boston, 2004.
b. Bronnen Archieven: het jaar 2015 en de weg er naar toe
1. Earl, M.,J.: ManagementstrategieënenInformatietechnologie,Academic
service, Schoonhoven, 1991.
2. Applegate, L.M., McFarlane, F.W. and McKenney, J.L.: CorporateInformation
Systemsmanagement, Irwin, 1996.
3. Thiadens, Th.J.G.: BeheervanITvoorzieningen,eenvak!Academic servcie,
Schoonhoven, 1996.
4. Thiadens, Th.J.G.: Informatieverzorginginorganisaties, Academic service,
Schoonhoven, 1995.
ICTgovernanceindetijd 51
Publicaties van het lectoraat IT governance of eigen publicaties in de periode 2008-2012
1. Boeken
1.1 Eigen boeken
1. Thiadens, Th.J.G.:SturingenorganisatievanICTvoorzieningen,2e druk, van
Haren publishing, Zaltbommel, 2008, plus website www.ict-management.com
2. Thiadens, Th.J.G.: ICTgovernance,managementandorganization, vertaling van
het Nederlandse boek onder 1, uitgegeven vanwege doorlooptijd en kosten bij
www.lulu.com, 2008. Ook op Google books aanwezig (via het eigen storefront
op www.lulu.com/spotlight/ictmanagement aan te schaffen in print en als
e-boek)
1.2 Nederlandse bewerkingen van boeken.
1. Laudon, J. en Laudon, K. : Bedrijfsinformatiesystemen, Pearson, 11e druk,
Amsterdam, 2010. De Nederlandse versie is bewerkt door prof. dr. W. van
Grembergen en dr.mr.ir. T.J.G. Thiadens.
1.3 Boeken, geschreven samen met een kenniskring
(allen te downloaden vanaf www.ict-management.com of te verkrijgen als
e-book of paperback vanaf www.lulu.com/spotlight/ictmanagement)
1. Kenniskring producten en diensten: DemenukaartvandeICTafdeling:de
catalogus, Fontys publicatie, Eindhoven, 2008.
2. Kenniskring duurzaamheid rekencentra: Hetgroenerekencentrumvanmorgen,
Fontys publicatie, Eindhoven, 2009.
3. Kenniskring IT risk: OmgaanmethetrisicoopfalenvanICT,Fontys publicatie,
Eindhoven, 2009.
4. Kenniskring portfoliomanagement: ICTPortfoliomanagementanno2010, Fontys
publicatie, Eindhoven, 2010.
5. Kenniskring architectuur: Enterprisearchitectuurenorganisatie/ICTalignment,
Fontys publicatie Eindhoven, 2011.
6. Kenniskring cloud computing:Cloudcomputing,ontzorgingvandeklant?,
Fontys publicatie,Eindhoven, 2011.
52 ICTgovernanceindetijd
7. Kenniskring methoden: ICTserviceketensingroteorganisaties, Fontys
publicatie, Eindhoven, 2011.
8. Kenniskring compliance: Complianceaanregelsenstandaards:watzijnde
gevolgenvoordeICTinzet?, Fontys publicatie, Eindhoven, 2012.
2. Artikelen
2.1 Artikelen op congressen en in internationale vakbladen (alle met peer
review)
1. Counotte-Potman, A.D., Dorenbos, M., Kasper, A. en Thiadens, Th.J.G.: Green
data centres in the Netherlands, 2010, 11th annual GITMA (Global Information
Technology Management Association), World conference in Washington DC,
USA on June 20, 21 2010.
2. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Greener data centres in the Netherlands, hoofdstuk in het
boek Green Finance and Sustainability: Environmentally Aware Business Models
and Technologies, edited by Dr. Zongwei Luo, IGI publications, New York,2011.
ISBN 978-1-60960-531-5, als e-book: ISBN 978-1-60960-532-2
3. Steenbakkers, W. en Thiadens, Th.J.G.: IT portfoliomanagement as support of IT
governance: the Dutch situation, International Conference on Accounting and
Information technology (ICAIT 2010) , National Chung Cheng University, Chia-
Yi,Taiwan, 2010.
4. Steenbakkers, W. en Thiadens, Th.J.G.: Deciding about IT: IT portfolio-
management in 19 major organizations in het Netherlands anno 2010, Paper
5th Mediterrean Conference on information systems, September 12-14, 2010 Tel
Aviv-Yaffo.
5. Broek, J.van der, et al.: Dealing with IT risk in nine major Dutch organizations,
the2dPracticedrivenresearchonEnterpriceTransformation(PRET2010)
working conference, Delft, the Netherlands, 2010.
6. Abcouwer, A.W. and Thiadens Th.J.G..: The step by step realisation of
Information management in Dutch government and education organizations.,
article sent in for publication in the magazineInformationandmanagement
7. Thiadens, Th.J.G. and Abcouwer, A.W.: Organizing information management
and IT for tomorrow with the Amsterdam Information model,InternationalIS
Conference(iiSC)2011 in Muscat, Sultanaat Oman, 11-12 October 2011.
8. Thiadens, Th.J.G. and Abcouwer, A.W.: The need to organize Information
management (IM): an investigation of IM and ICT governance in 13 large
government organization, International Conference on Business Intelligence
and Financial Engineering (ICBIFE 2011) December 12-13, 2011, Hong Kong.
ICTgovernanceindetijd 53
9. Thiadens, Th.J.G. , Ham, R. c.s.: Cloud computing: Differences in approach
between large demand organizations and providers of cloud computing services
in the Netherlands, MCIS,Cyprus,3-5september2011.
10. Cornelissen, A., Thiadens, Th.J.G, Corbijn, Wagenaar, G.W. en Leeuwen, J.
van: ICT service chains: its structure and its optimization in eight large dutch
organizations, refused one time, will be sent in to another congres.
11. Cornelisse, A, Thiadens, Th.J.G., Corbijn, W., Wagenaar, G.W. and Leeuwen, J.
van: Recognising and optimizing ICT service chains. Thisarticleison26-9-2011
sentinforpeerreviewtotheInformationSystemsManagementjournal.
2.2 Publicaties in Nederlandse vaktijdschriften
1. Thiadens, Th.J.G. c.s.: De menukaart van de ICT afdeling: de catalogus, IT service
magazine, september 2008. (publicatie samen met studenten over onderzoek
verricht in het lectoraat ICT governance.)
2. Thiadens, Th.J.G. c.s.: MVO in het rekencentrum,, Informatie, maart 2009,
publicatie samen met kenniskring en studenten over onderzoek verricht in het
lectoraat ICT governance.)
3. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Rekencentra duurzaam zuiniger, IT service magazine, april
2009, (publicatie samen met kenniskring en studenten over onderzoek verricht
in het lectoraat ICT governance.)
4. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Meten en verbeteren, IT service magazine, mei 2009,
(publicatie samen met kenniskring en studenten over onderzoek verricht in het
lectoraat ICT governance.)
5. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Kijk op en omgaan met IT risico, Finance & Control,
oktober 2009.
6. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Kijk op risico bij de managers van onze klanten, IT service
magazine, oktober 2009
7. Thiadens, Th.J.G. c.s.: De status van de maatregelen om met risico om te gaan, ,
IT service magazine november 2009
8. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Portfoliomanagement, inventarisatie, staat vaak centraal, ,
IT service magazine, mei 2010
9. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Werken met portfolio’s, IT service magazine, juni 2010.
10. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Portfolio management In Nederland, Finance & Control,
april 2010.
12. Thiadens, Th.J.G. c.s.:Architectuur: alignment in de praktijk van organisaties in
en buiten het onderwijs,ITservicemagazine, oktober 2010
13. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Alignment en architectuur: de concrete invulling van de
IV- en ICT vlakken vergeleken in onderwijs en niet-onderwijsorganisaties in de
openbare sector, ITservicemagazine, november 2010
54 ICTgovernanceindetijd
14. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Het negenvlak in de praktijk,Finance&Control,december
2010
15. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Alignment en architectuur, in: Pakjekansenmet
architectuur,onder redactie van C.Hendriks c.s., LAC2010, ICT bibliotheek, Den
Haag, 2010
16. Thiadens, Th.J.G. c.s.:Cloud compuiting, de business case en haar risico’s, Finance
&Control, juni 2011.
17. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Welke organisaties verwelkomen de cloud? ITService
magazine,maart -april 2011.
18. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Cloud contracten zijn nog erg rigide, ITServicemagazine,
mei 201
19. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Governance in de keten? Informatie, juni 2011.
20. Thiadens, Th.J.G: IT governance: een overzicht, Finance&Control, juni 2011.
21. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Denken in ketens en clusters in grote organisaties, IT
servicemagazine, juli/augustus 2011
22. Thiadens, Th.J.G. c.s.: Sturen en organiseren van IT service ketens, ITservice
magazine, september 2011.
23. Thiadens, Th.J.G.: Cloud computing: business case en risiço’s, Finance&Control,
augustus 2011.
24. Thiadens, Th.J.G.: “Groene” ICT en de controller,Finance&Control, april 2012,
nummer 2, 2012.
25. Thiadens, Th.J.G.: Compliance aan regelgeving én de inzet van ICT, juni 2012,
nummer 3, 2012.
3. Publicaties in handboeken
1. Thiadens, Th.J.G.: Omgaan met platforms, In: ChecklistsvoorInformatie
management(editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag, 2008.
2. Thiadens, Th.J.G.: Alignment, governance en organisatie, In: Checklistsvoor
Informatiemanagement(editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag, 2008.
3. Thiadens, Th.J.G.: Twee soorten ICT catalogi, In: ChecklistsvoorInformatie
management (editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag, 2009.
4. Thiadens, Th.J.G. en Counotte-Potman, A.: Duurzaamheid van rekencentra. In:
ChecklistsvoorInformatiemanagement (editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag,
2009.
5. Thiadens, Th.J.G. : Omgaan met IT risico. In: ChecklistsvoorInformatie
management(editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag, 2010.
6. Thiadens, Th.J.G. : IT Portfoliomanagement, wat vraag je dan af? In: Checklists
voorInformatiemanagement (editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag, 2010.
ICTgovernanceindetijd 55
7. Thiadens, Th.J.G.: Enterprise architecturen en organisatie/ICT alignment. In:
ChecklistsvoorInformatiemanagement(editor: prof. J. Roos), SDU, Den Haag,
2010.
8. Thiadens, Th.J.G.: Denken over cloudcomputing. In: Checklistsvoor
informatiemanagement (editor: prof. J.Roos, SDU, Den Haag, maart 2011).
9. Thiadens, Th.J.G.: Denken in ketens. In: Checklistsvoorinformatiemanagement
(editor: prof. J. Roos, SDU, augustus 2011).
4. Columns
Acht maal per jaar werd een column geschreven in het vakblad “IT service
magazine”. Deze columns hadden als titel:
In 2008:
1. Lock in of corporate customers and of consumers.
2. De wraak van de klant.
3. Breakthrough ideas 2008.
4. Een recept voor contraexpertise
5. De kleine comedie. (over kwaliteit van applicaties)
6. The big switch. (over cloud computing)
7. The uncomfortable truth.
8. Nicolaas Beets revisited.
In 2009:
1. Normen en waarden en de impact van ICT.
2. Klaart de mist op? (over IT governance)
3. Een PUE > 2.5. (Duurzaamheid van rekencentra.)
4. Omgaan met IT risk.
5. Duidelijkheid boven alles! (over de nieuwe ICT~Office contract voorwaarden.)
6. Meten, weten en actie nemen!
7. Free!
8. “You did exactly, what we suggest… “ (commentaar MIT op onderzoek Fontys)
In 2010:
1. Sourcologie.
2. Emergentie (enterprise 2.0.)
3. Politiek en portfolio’s
4. BiTa in 3D.
5. Authenticity: je bent, wat je levert,; je bent wat je koopt.
6. De IT fabriek van morgen.
56 ICTgovernanceindetijd
7. Hot, flat and crowded.
8. Wired for innovation.
In 2011:
1. Engineering for safety.
2. Data kwaliteit.
3. Langs de lat.
4. Mitfahrgelegenheit.
5. De knop om!
6. The App-effect.
7. Good Job.
8. Outsourcing 4.0.
Columns in andere bladen:
1. Een lerende omgeving is ook morgen de crux!, TITM, oktober 2008
5. Punten behalen in het controllersprogramma
De theorie achter elk Fontys boekje wordt voorts opgenomen in een artikel, dat
wordt opgeslagen in een data base behorend bij het blad Finance & Control. Door
dit artikel te lezen en vijftien vragen erover te beantwoorden zijn Permanente
Educatie (PE) punten te behalen voor controllers.
De artikelen en vragen betreffen:
- Cloudcomputing, reeds aanwezig als cursus on line r
- Omgaan met risico, reeds aanwezig als cursus online
- Portfolio management, reeds aanwezig als cursus online
- Enterprise architectuur en organisatie/ICT alignment
- Groene ICT en de controller, reeds aanwezig als cursus online
- Catalogi van ICT services.
- Ketens in de ICT
- ICT en compliance, reeds aanwezig als cursus online.