*HZLM]LJGH ZHW HQ UHJHOJHYLQJ gewijzigde...ï 9RRUEHHOG 9RRUEHHOG 9RRU GH LQKRXGLQJ KXLVYHVWLQJ NDQ...

7
1 Gewijzigde wet- en regelgeving 2018 Ook in 2018 zijn er weer enkele belangrijke wijzigingen in de wet- en regelgeving. Dit document beschrijft de wijzigingen en hoe daar in UBplus mee om wordt gegaan voor de volgende regelingen: 1. Het LoonKostenVoordeel 2. Minimum loon en opbouw vakantiegeld 3. Verrekening negatief loon 1. Overgangsregeling premiekorting naar LoonKostenVoordeel (LKV) Het LoonKostenVoordeel (LKV) is een nieuwe regeling die ingaat op 1 januari 2018 en is onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Het is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die één of meer oudere werknemers en/of werknemers met een arbeidsbeperking vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen of houden. Per 01-01-2018 vervallen alle premiekortingen en is de LoonKostenVoordeel van kracht. Er is onder voorwaarden voor de lopende premiekortingen een overgangsregeling van toepassing. Voor de overgangsregeling stelt de Belastingdienst dat de instelling voor de premiekorting die van toepassing is moet worden opgenomen in de laatste Loonaangifte van 2017. Een werknemer wordt opgenomen in de Loonaangifte uit UBplus: als er iets aan te geven is, er moet daarvoor een aan te geven verloning zijn, als er een lopende dienstbetrekking is maar geen verloning en de werknemer code arbeidsverhouding is ongelijk aan 11 = uitzendkracht (een nul-aangifte) Om er zeker van te zijn dat een werknemer wordt opgenomen in de loonaangifte is de beste methode om er voor te zorgen dat er een verloning is. Opmerkingen: Via invoer van “Correctie van tijdvak” kan niet geforceerd worden dat een werknemer wordt opgenomen; dit heeft alleen betrekking op periodes die gecorrigeerd worden Of op een loonberekening ook daadwerkelijk premiekorting is toegepast is niet belangrijk, het is alleen van belang dat er een loonberekening is die wordt opgenomen. Bij het aanmaken van het nieuwe administratiejaar 2018 worden de ingestelde premiekortingen automatisch geconverteerd naar instellingen voor het LoonKostenVoordeel (LKV). In UBplus worden de premiekortingen uit 2017 automatisch geconverteerd naar instellingen voor het LoonKostenVoordeel (u moet deze instellingen controleren, zie ook Stappenplan 2017 -> 2018). U vindt de LoonKostenVoordeel via het werknemer MDI scherm, onder de button “administratie” item “LoonKostenVoordeel (LKV)”.

Transcript of *HZLM]LJGH ZHW HQ UHJHOJHYLQJ gewijzigde...ï 9RRUEHHOG 9RRUEHHOG 9RRU GH LQKRXGLQJ KXLVYHVWLQJ NDQ...

1

Gewijzigde wet- en regelgeving 2018

Ook in 2018 zijn er weer enkele belangrijke wijzigingen in de wet- en regelgeving. Dit document beschrijft de wijzigingen en hoe daar in UBplus mee om wordt gegaan voor de volgende regelingen:

1. Het LoonKostenVoordeel

2. Minimum loon en opbouw vakantiegeld

3. Verrekening negatief loon

1. Overgangsregeling premiekorting naar LoonKostenVoordeel (LKV)

Het LoonKostenVoordeel (LKV) is een nieuwe regeling die ingaat op 1 januari 2018 en is onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Het is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die één of meer oudere werknemers en/of werknemers met een arbeidsbeperking vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen of houden. Per 01-01-2018 vervallen alle premiekortingen en is de LoonKostenVoordeel van kracht. Er is onder voorwaarden voor de lopende premiekortingen een overgangsregeling van toepassing. Voor de overgangsregeling stelt de Belastingdienst dat de instelling voor de premiekorting die van toepassing is moet worden opgenomen in de laatste Loonaangifte van 2017. Een werknemer wordt opgenomen in de Loonaangifte uit UBplus: als er iets aan te geven is, er moet daarvoor een aan te geven verloning zijn, als er een lopende dienstbetrekking is maar geen verloning en de werknemer code

arbeidsverhouding is ongelijk aan 11 = uitzendkracht (een nul-aangifte) Om er zeker van te zijn dat een werknemer wordt opgenomen in de loonaangifte is de beste methode om er voor te zorgen dat er een verloning is. Opmerkingen:

Via invoer van “Correctie van tijdvak” kan niet geforceerd worden dat een werknemer wordt opgenomen; dit heeft alleen betrekking op periodes die gecorrigeerd worden

Of op een loonberekening ook daadwerkelijk premiekorting is toegepast is niet belangrijk, het is alleen van belang dat er een loonberekening is die wordt opgenomen. Bij het aanmaken van het nieuwe administratiejaar 2018 worden de ingestelde premiekortingen automatisch geconverteerd naar instellingen voor het LoonKostenVoordeel (LKV).

In UBplus worden de premiekortingen uit 2017 automatisch geconverteerd naar instellingen voor het LoonKostenVoordeel (u moet deze instellingen controleren, zie ook Stappenplan 2017 -> 2018). U vindt de LoonKostenVoordeel via het werknemer MDI scherm, onder de button “administratie” item “LoonKostenVoordeel (LKV)”.

2

2. Minimum loon en opbouw vakantiegeld geldt voor alle uren (ook meerwerk uren) Vanaf 1-1-2018 moet u uw werknemers betalen voor de uren die zij werken. Als zij extra uren werken (het zogeheten meerwerk) moet u uw werknemers zo betalen dat zij gemiddeld minstens het minimumloon + opbouw vakantiegeld verdienen voor die gewerkte uren. Dit geldt ook als een werknemer in deeltijd werkt en extra uren maakt. Let op: de term meerwerk c.q. meerwerk uren wordt niet in UBplus gebruikt. Voor uren tot de normale arbeidsduur moeten normale, ploegen- of verschoven/toeslag uren worden ingevoerd, voor uren boven de normale arbeidsduur overuren (voor zover ze als overuren worden aangeduid in de CAO). Dit heeft gevolgen voor verschillende onderdelen in UBplus;

De berekening vakantiegeld over overuren, De controle op het minimumloon, De berekening van de WAS NEBML, Toepassen van de uitruilregeling.

In de premie basisgegevens tab “Instellingen” zijn opties toegevoegd om vakantiegeld op te bouwen over overuren en reisuren. Deze instelling (die default uit staan) kunnen worden gebruikt als een situatie danwel een CAO voorschrijft dat er vakantiegeld over overuren moet worden opgebouwd. De ABU en NBBU beschrijft dat er geen vakantiegeld over overuren moet worden opgebouwd. De minimum uurloon controle bij invoeren van het uurloon in de uitzending en tijdens invoer van uren is niet gewijzigd. Toegevoegd is een controle tijdens het klaarzetten van de uren of het bruto loon incl. vakantiegeld lager dan minimum loon incl. vakantiegeld. Berekening van de WAS NEBML De door UBplus gemaakte WAS NEBML berekening wordt opgeslagen en kan getoond worden met de button “Bekijk loon informatie” tijdens klaarzetten bij “Uren” > “Klaarzetten”. In 2017 was de berekening van het WAS BML (Het Bruto Minimum Loon) in de loonberekening, het aantal gewerkte normale uren (geen overuren of reisuren) vermenigvuldigd met het minimum uurloon. Vanaf 1-1-2018 is het WAS BML het totaal aantal uren vermenigvuldigd met het minimumloon.

Deze wijziging houdt in dat er in 2018 minder ruimte is om inhoudingen te doen op het loon (afgezien van uitzonderingen, zoals huisvesting). Waar eerder meerwerkuren (zoals overuren) extra ruimte genereerden is dat nu niet meer het geval.

Het is daarom belangrijk dat u kijkt welke inhoudingen u in 2017 toepast en of deze nog wel kunnen worden toegepast in 2018. Op de volgende pagina staan twee voorbeelden waarbij 40 normale uren en 10 overuren worden betaald, in 2017 resp. 2018.

3

Voorbeeld 2017

Voorbeeld 2018

Voor de inhouding huisvesting kan het zo zijn dat u meer kunt gaan inhouden (in bepaalde gevallen). De huisvesting is gemaximaliseerd tot 25% van het WAS BML. Omdat vanaf 2018 overuren in het WAS BML worden opgenomen kan er bij betaling van overuren ook meer huisvesting worden ingehouden.

4

Berekening voor de uitruil De uitruil heeft een aantal voorwaarden waaraan de berekening moet voldoen:

Er mag niet meer worden uitgeruild dan 30% van het totale bruto loon voor alle uren, Er mag niet meer worden verstrekt dan de werkelijke extraterritoriale kosten (zoals opgegeven bij

de werknemer), Er mag niet worden uitgeruild onder het bruto minimumloon (BML).

In de eerste twee regels wijzigt er niets. In de laatste regel echter, vindt door de aanpassing op het minimumloon een wijziging in de berekening plaats. In UBplus wordt er eerst uitgeruild tegen 81% (hiervoor is de berekening BML de ondergrens) en vervolgens over 100% (over bijvoorbeeld overuren en reisuren). Bij deze uitruil voor 100% hoeft er in 2017 geen rekening worden gehouden met het BML. Dit betekend dat het volledige bedrag voor 100% uitruil mag worden meegenomen in de uitruil (mits dit voldoet aan de overige voorwaarden). Vanaf 2018 worden alle uren meegenomen voor de berekening van het BML en dit betekent dat ook het gedeelte dat tegen 100% mag worden uitgeruild moet voldoen aan het criteria van het BML. De uitruil 100% mag in 2018 niet onder het minimumloon worden uitgeruild. Daarnaast wordt er ook gesteld dat er over alle uren vakantiegeld moet worden opgebouwd. In 2017 was het een instelling of u bijvoorbeeld over overuren vakantiegeld wilde opbouwen. In 2018 zijn er 2 mogelijkheden;

U heeft aanstaan dat u vakantiegeld opbouwt over overuren en reisuren U heeft deze opbouw uit staan

In het eerste geval zal de 100% uitruil worden berekend op het aantal (meerwerk-) uren vermenigvuldigd met het minimumloon. In het tweede geval zal UBplus zelf rekening houden met de opbouw vakantiegeld en zal de berekening worden aangepast naar het aantal (meerwerk-) uren vermenigvuldigd met het minimumloon * 1.08

Deze aanpassing betekent voor u dat er vanaf 2018 minder kan worden uitgeruild bij meerwerk uren dan tot en met 2017 en de vrije verstrekking dus ook in praktijk lager zal uitvallen.

Als voorbeeld hebben we op de volgende pagina de uitruil berekening weergegeven voor 2017 en 2018 op basis van 40 normale uren en 10 overuren. Korte samenvatting aanpassing minimumloon en vakantiegeld:

T/m 2017 was de berekening van het WAS BML (Het Bruto Minimum Loon) in de loonberekening, het aantal gewerkte normale uren (geen overuren of reisuren) vermenigvuldigd met het minimum uurloon. Vanaf 2018 is het WAS BML het totaal aantal uren vermenigvuldigd met het minimumloon.

WAS: de ruimte om vergoedingen in te houden wordt kleiner (afzonderingen daargelaten). Uitruil: de ruimte om uit te ruilen bij uitbetaling meerwerk wordt kleiner.

5

Voorbeeld 2017

Voorbeeld 2018

6

3. Verrekenen negatief loon

Vanaf 1-1-2018 gelden nieuwe regels voor het verrekenen van negatief loon. Indien er een negatief netto loon moet worden ingehouden gelden een aantal criteria:

Het negatief loon mag maximaal 6 maanden na het ontstaan van het negatief loon worden ingehouden (in UBplus betekend dit dat er gekeken wordt naar de aanmaakdatum van de loonstrook waar het negatief netto loon is ontstaan).

Er is een maximum ingesteld voor het in te houden negatief loon; o Werkelijk Netto Loon – WAS NEBML + 10% van het WAS BML

Met de button bij klaarzetten of in het archief van de werknemer kunt u de berekening bekijken. Voorbeeld: Een werknemer heeft in week 01-2018 een correctie gehad op zijn uren en er wordt een negatieve loonstrook gegenereerd op 10 januari 2018. U mag dit negatief loon dan inhouden tot 10 juli 2018. Daarna zal UBplus de inhouding niet meer inhouden en blijft de negatieve stand staan. De werknemer heeft de volgende correctie loonstrook ontvangen;

In week 2 wordt er 40 uur uitbetaald aan deze werknemer en wordt de inhouding verrekend volgens de regels van het maximum;

7

De berekening is als volgt opgebouwd: Werkelijk Netto Loon * – WAS NEBML + 10% van het WAS BML Werkelijk Netto loon = 358.64 WAS NEBML = 329.25 10% van WAS BML = 364.40 + 10% > 36.44 358.64 – 329.25 + 36.44 = 65.83 *Opmerking: het werkelijk netto loon waar mee wordt gerekend is het werkelijk netto loon vóórdat er inhoudingen worden verrekend (dit geldt ook voor loonheffingen, premies etc.) Dit bedrag ziet u in het overzicht van de berekening bij “Netto uitbetaald”.