Hygiene & voedselveiligheid svh
-
Upload
bertrand-vande-ginste -
Category
Documents
-
view
222 -
download
0
description
Transcript of Hygiene & voedselveiligheid svh
Hygiëne en voedselveiligheid
Waar gaat deze kaart over?
Deze kaart gaat in op de onderwerpen:
– voedselbederf;
– voedselbesmetting;
– voedselinfectie;
– voedselvergiftiging.
Verder gaat de kaart in op de mogelijkheden om
deze ongewenste verschijnselen te voorkomen.
Wat hier zeker geldt: Voorkomen is beter dan gene-
zen!
Wat wordt er van je verwacht?
Na het bestuderen van deze kaart kun je:
– de kenmerken noemen van :
• voedselbederf
• voedselbesmetting
• voedselinfectie
• voedselvergiftiging
– uitleggen waardoor de veiligheid van het voedsel
in gevaar komt bij:
• het verhitten van producten;
• het frituren van producten;
• het ontdooien van producten;
• het terugkoelen van producten.
Voedselveiligheid
Als je thuis of op je werk voedsel klaarmaakt, is het
belangrijk dat je weet of het voedsel nog wel goed
is. Voedsel kan bedorven of besmet zijn. Als voedsel
bedorven is kun je dat meestal wel zien. Maar als
voedsel besmet is met een ziekte zie je dat meestal
niet.
Als je voedsel eet dat besmet is word je ziek. Je
krijgt dan een voedselinfectie of een voedselvergif-
tiging.
In de volgende tekst lees je hoe dat precies zit met
voedsel dat bedorven of besmet is.
Voedselbederf
Bedorven voedsel ziet er vaak anders uit dan vers
voedsel. Je kunt bedorven voedsel meestal herken-
nen doordat het anders smaakt of ruikt of doordat
het verkleurd is. Een voorbeeld van voedselbederf is
brood dat beschimmelt als je het te lang laat liggen.
Dit komt meestal door chemische veranderingen
in het product. Voedsel bederft meestal dus niet
door onhygiënisch handelen.
Voedselbesmetting
Voedselbesmetting betekent dat er in het voedsel
micro-organismen zijn gekomen die een ziekte
kunnen veroorzaken. Je ziet dan niet aan het pro-
duct dat het besmet is met een ziekte. Door het eten
van besmet voedsel kan een gast ongemerkt een
voedselinfectie of –vergiftiging oplopen.
Je kunt niet altijd aan voedsel zien of het besmet is.
Voedselinfectie
Voedselinfectie is de aandoening of ziekte die een
mens kan krijgen doordat hij of zij besmet voedsel
eet. Vanaf 8 uur nadat het besmette voedsel gege-
ten is, kunnen ziekteverschijnselen ontstaan. Deze
ziekteverschijnselen zijn koorts en maag- en
darmstoornissen. Hierdoor kun je misselijk wor-
den, gaan braken en krijg je buikkrampen en diar-
ree. Dit kan één dag tot enkele weken duren.
De tijd tussen de besmetting door het voedsel en
het moment dat de ziekteverschijnselen optreden,
noemen we incubatietijd.
Bij voedselinfectie zijn ziekteverwekkende micro-
organismen op of in voedsel aanwezig. Voedselin-
1
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Hygiëne en voedselveiligheid
fectie kan voorkomen worden door voedsel tijdens
de bereiding te verhitten boven de 75˚C. De micro-
organismen gaan dood boven deze temperatuur.
Zij kunnen dan geen ziektes meer overdragen op de
mensen die het voedsel eten.
Voedselvergiftiging
Er zijn ook micro-organismen die giftige stoffen
(toxines) aanmaken. Deze toxines of giftige stoffen
veroorzaken de voedselvergiftiging. Zelfs als het
micro-organisme dood is, kunnen deze toxines blij-
ven doorwerken.
Als je vergiftigd voedsel hebt gegeten kan het één
tot twaalf uur duren voordat je er ziek van wordt.
Mensen die voedselvergiftiging krijgen hebben last
van :
– koorts;
– aantasting van het zenuwstelsel;
– braken;
– diarree;
– groot vochtverlies;
– maag- en darmkrampen.
Voedselvergiftiging kun je meestal voorkomen
door producten snel te verhitten. Micro-organis-
men hebben dan geen tijd om toxines aan te
maken!
Hygiëne bij het bereiden van voedsel
In het vorige stukje tekst over voedselveiligheid
heb je gelezen dat besmet voedsel ziekten kan ver-
oorzaken. Als mensen besmet voedsel eten, kunnen
ze een voedselinfectie of een voedselvergiftiging
oplopen.
Wanneer gasten in je restaurant komen, wil je niet
dat ze ziek worden van het voedsel dat ze bij jou
eten. De hygiëne bij het klaarmaken van het voed-
sel is dus belangrijk. Besmetting van voedsel kun je
voorkomen als je weet waar je op moet letten als je
het klaarmaakt.
Je kunt nu lezen waarop je moet letten als je voed-
sel verhit, frituurt, ontdooit of terugkoelt.
Verhitten van voedsel
In veel rauwe producten, zoals bijvoorbeeld var-
kens- en kippenvlees, zitten vaak veel bacteriën die
ziekten veroorzaken. Een voorbeeld hiervan is de
beruchte salmonella-bacterie.
Om er zeker van te zijn dat alle ziekteverwekkende
bacteriën worden gedood, moet het product door
en door verhit worden.
Producten die bij verhitting binnenin een tempera-
tuur van 75˚C (kerntemperatuur) hebben bereikt,
worden als bacteriologisch veilig beschouwd. Dit
betekent dat in deze producten geen bacteriën
meer zitten.
Let daarom op de volgende punten:
– verhit producten die al eerder zijn klaarge-
maakt, opnieuw door en door (tot minimaal
75˚C) voordat ze worden opgegeten;
– meng bereid voedsel niet met vers voedsel;
– pas op bij het bereiden van diepgevroren produc-
ten. Als de producten niet helemaal zijn ont-
dooid kan de temperatuur in het product (kern-
temperatuur) achterblijven.
Frituren
Frituurvet dat te lang of te heet verhit wordt, vormt
giftige stoffen. Deze stoffen verhogen de kans op
kanker bij de mens. Daarom moet elke dag worden
gecontroleerd of het vet nog goed van kleur en geur
is en of het niet te schuimig of te stroperig is.
Ontdooien
Door ingevroren producten te ontdooien, kun je ze
verder bereiden. Alle ingevroren producten kun-
nen ontdooid worden. Enkele voorbeelden zijn:
diepgevroren visfilets, diepgevroren vlees, zoals
biefstuk of schnitzels maar ook snacks, zoals kro-
ketten, hamburgers en frikadellen.
2
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Hygiëne en voedselveiligheid
Houd bij het ontdooien rekening met de volgende
punten:
– ontdooi bevroren producten zoals vlees of gevo-
gelte in een koelcel of koelkast, in een magne-
tron of een daarvoor ontworpen apparaat, bij-
voorbeeld een convectie-oven
– spoel het lekvocht (wordt ook wel drip genoemd)
direct met heet water weg en desinfecteer de
opvangbak. Drip levert gevaar van kruisbesmet-
ting op.
– bewaar ontdooide producten gekoeld tot je ze
gebruikt. Let op de beperkte houdbaarheid van
ontdooide producten.
– ontdooi langzaam en in kleine porties (onderin
de koelkast, in de magnetron of in speciale appa-
ratuur)
Terugkoelen
Terugkoelen betekent dat de temperatuur van een
product van 65˚C naar 7˚C wordt teruggebracht.
Dit moet maximaal vijf uur na de bereiding gebeu-
ren. Terugkoelen kan met speciale terugkoelappa-
ratuur, maar ook met geschaafd ijs of koud stro-
mend water.
Terugkoelen doe je als je eten dat je hebt klaarge-
maakt, wilt bewaren. Bereid eten bewaar je altijd
op 7˚C of lager. Bacteriën vermenigvuldigen zich
niet beneden 7˚C.
Tijdens het terugkoelen doorlopen de producten
de gevaarlijke temperatuurzone van 65 tot 7˚C .
Daarom wordt een grote mate van hygiëne vereist
tijdens dit proces. Plaats daarom een heet product
nooit meteen in de koelkast: daardoor zou de tem-
peratuur van de koelkast te veel stijgen en blijft de
kerntemperatuur van het product te hoog (risico).
Op deze manier voorkom je risico’s bij het terug-
koelen:
– breng de temperatuur van het product binnen
maximaal vijf uur onder de 7˚C;
– maak de laag voedsel die je in een schaal of kom
doet niet hoger dan vier centimeter;
– verdeel het product in kleine porties;
– gebruik lucht- en waterdichte verpakkingen;
leg porties verspreid over de rekken in de koel- of
vriesruimte.
3
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
4
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Hygiëne en voedselveiligheid
Vragen
1. Wat zijn de kenmerken van:
– voedselbederf;
– voedselbesmetting;
– voedselinfectie;
– voedselvergiftiging?
Schrijf je antwoord op in de tabel hieronder:
2. *Als je eten bereidt, wil je niet dat het besmet
raakt. Schrijf in de tabel achter iedere manier om
eten te bereiden waar je vooral op let.
Voedselprobleem Kenmerken
- voedselbederf -
-
-
- voedselbesmetting -
-
-
- voedselinfectie -
-
-
- voedselvergiftiging -
-
-
Bereidingswijze Om besmetting te voorkomen let ik vooral op…
- verhitten van producten -
-
- frituren van producten; -
-
- ontdooien van producten -
-
- terugkoelen van producten -
-
Hygiëne en voedselveiligheid
Opdracht
1. a. Bekijk vijf verschillende soorten ingepakte
voedselproducten.
b. Schrijf de namen van de vijf producten in de
tabel.
c. Schrijf van elk product de houdbaarheidsda-
tum op.
d. Zet een kruisje voor het product met de kortste
houdbaarheid?
e. Zet een rondje voor het product met de langste
houdbaarheid?
Naam product Houdbaarheidsdatum
1.
2.
3.
4.
5.
5
Theoriemap leermethode vmbo consumptief