HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

12
N UMMER 5 / JAARGANG 3 / NAJAAR 2010 H YDRO V ISIE VERSCHIJNT 2 KEER PER JAAR En verder: Veilig offshore bij Total E&P Nederland Het belang van een goede bluswatercontrole Aanpassing milieuregelgeving koeltorens Ontwikkelingen voor legionelladetectie bij KWR

description

HydroVisie is het nieuwe infoblad van HydroScope waarin u wordt geïnformeerd over wijzigingen in de wetgeving, nieuwe ontwikkelingen etc. Het blad komt voor én door u tot stand. Dit komt naar voren doordat u (de klant) aan kan geven welke informatie u graag terug wilt zien in HydroVisie.

Transcript of HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

Page 1: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

N u m m e r 5 / j a a r g a N g 3 / N a j a a r 2 0 1 0

H y d r o V i s i e V e r s c H i j N t 2 k e e r p e r j a a r

En verder: Veilig offshore bij Total E&P Nederland Het belang van een goede bluswatercontrole Aanpassing milieuregelgeving koeltorens

Ontwikkelingen voor legionelladetectie bij KWR

Page 2: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

Inhoud34681011

HydroVisie: editie 5

De laatste loodjes van 2010 zitten eraan te komen

en op de valreep van dit jaar treft u weer een

HydroVisie aan vol wetenswaardigheden, bedrijfs-

reportages en technische informatie. In deze editie

willen we u tevens persoonlijk, voor zover mogelijk,

kennis laten maken met een aantal van onze

medewerkers. In deze HydroVisie zullen we ze voor

u een gezicht geven.

Op de valreep van 2010 willen we u graag uitnodiging

om ons te bezoeken tijdens de nbdpraktijkmiddagen

waar wij presentaties zullen verzorgen over

legionella. Deze middagen staan gepland op 2

december in Nunspeet, 7 december in Nootdorp

en 14 december in Best. We hopen u tijdens één van

deze middagen te mogen ontmoeten. Houd onze

internetsite in de gaten voor meer informatie of ga

naar www.nbdpraktijkmiddagen.nl.

Daarnaast zijn wij druk bezig met de voorbereidingen

voor ons 10 jarig bestaan in 2011. Uiteraard willen

wij dit niet zomaar voorbij laten gaan en willen we

u als onze klant deel uit laten maken van dit feestje.

Op dit moment staan de voorbereidingen nog in

de kinderschoenen, maar ook hiervoor geldt

dat we u begin 2011 persoonlijk zullen

informeren. Houd onze internetsite goed in de gaten.

Kortom, ook zo tegen het eind van het jaar en in

2011 zullen wij alles in het werk stellen om u

te blijven informeren over ontwikkelingen

in uw vakgebied.

Lars Kuipéri,

Directeur HydroScope

Toen is vastgesteld dat de Wet Milieubeheer (mede) van toepassing

is op natte koeltorens, die een legionellarisico opleveren voor

de omgeving. Aanvankelijk gold hiervoor alleen de in de Wet

Milieubeheer opgenomen zorgplicht. Natte koeltorens die zowel

voor werknemers als voor de omgeving een legionellarisico

opleveren, vallen zowel onder de Arbo-regelgeving als onder

de Wet Milieubeheer. Het is dan ook van belang dat de regels

op basis van beide wetten zoveel mogelijk met elkaar in overeen-

stemming zijn. Bij het formuleren van de voorschriften in dit

wijzigingsbesluit en in de wijzigingsregeling, is zoveel mogelijk

aangesloten bij de voorschriften die daaraan gesteld zijn op

basis van de Arbowet (artikel 5), de betreffende Arbobeleidsregels

4.87a en 4.87b en het zogeheten AI-blad dat is uitgebracht als

handreiking bij de uitvoering van deze voorschriften (AI-blad 32).

Meldingsplicht

Per januari 2010 geldt een meldingsplicht voor nieuw te installeren

natte koeltorens. Deze melding wordt gedaan bij de afdeling Milieu

van de betreffende gemeente. Gemeenten zijn inmiddels aan

het controleren of wordt voldaan aan de verplichting om een

natte koeltoren aantoonbaar veilig te beheren. Het voorkomen van

risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel in het

geval dat niet mogelijk is, het zoveel mogelijk beperken van risico’s

voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich

voordoen en de gevolgen hiervan. Nadere voorschriften aan het in

werking hebben van een natte koeltoren zijn het (laten) uitvoeren

van een frisco-inventarisatie en -evaluatie, op basis waarvan een

legionellabeheersplan wordt opgesteld en uitgevoerd. De adminis-

tratieve en financiële lasten behorende bij een koeltorensysteem

worden deels bepaald door de locatie van de koeltoren. De risico’s

voor de omgeving zijn hierin leidend.

Risicocategorie-indeling voor natte koeltorens

Locatie natte koeltoren

1 (hoogste risico) Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van een ziekenhuis, verpleeghuis of andere (medisch georiënteerde) zorginstelling waar mensen verblijven met een verminderd immuunsysteem

2 Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van verzorgingstehuizen, hotels of andere gebouwen waarin zich veel mensen bevinden

3 Natte koeltoren in de nabijheid (< 600 m) van een woonomgeving

4 (laagste risico) Natte koeltoren die op afstand (> 600 m) staat van een woonomgeving

De risico’s voor de omgeving zijn dus bepalend voor de indeling

van een koeltoren in een risicocategorie. De opbouw van het

systeem, stilstandperioden, zomer-winter bedrijf, etc. zijn bepalend

voor het risico op nagroei van legionella in een koeltorensysteem.

Een op maat uitgevoerde risicobeoordeling geeft u hier inzage in.

Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorens

Veilig offshore bij TotalE&P Nederland

De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila

Even voorstellen:

Het belang van een goede bluswatercontrole

Wist u dat …Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg

v o o r w o o r d

H y d r o V i s i e - 3H y d r o V i s i e - 3

Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorensVoor de beheersing van de legionellarisico’s van natte koeltorens is gekozen voor regulering op basis van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In de zomer van 2006 vond een legionella-uitbraak in Amsterdam plaats (met 3 doden en ruim 30 zieken tot gevolg). Dit werd veroorzaakt door een slecht onderhouden natte koeltoren. Er bleek dat er situaties zijn waarbij de Arbowet slecht toepasbaar is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer werknemers geen risico lopen, maar er in die situatie wel een gezondheidsrisico is voor mensen in de omgeving van de koeltoren.

2 - H y d r o V i s i e

Page 3: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

Inhoud34681011

HydroVisie: editie 5

De laatste loodjes van 2010 zitten eraan te komen

en op de valreep van dit jaar treft u weer een

HydroVisie aan vol wetenswaardigheden, bedrijfs-

reportages en technische informatie. In deze editie

willen we u tevens persoonlijk, voor zover mogelijk,

kennis laten maken met een aantal van onze

medewerkers. In deze HydroVisie zullen we ze voor

u een gezicht geven.

Op de valreep van 2010 willen we u graag uitnodiging

om ons te bezoeken tijdens de nbdpraktijkmiddagen

waar wij presentaties zullen verzorgen over

legionella. Deze middagen staan gepland op 2

december in Nunspeet, 7 december in Nootdorp

en 14 december in Best. We hopen u tijdens één van

deze middagen te mogen ontmoeten. Houd onze

internetsite in de gaten voor meer informatie of ga

naar www.nbdpraktijkmiddagen.nl.

Daarnaast zijn wij druk bezig met de voorbereidingen

voor ons 10 jarig bestaan in 2011. Uiteraard willen

wij dit niet zomaar voorbij laten gaan en willen we

u als onze klant deel uit laten maken van dit feestje.

Op dit moment staan de voorbereidingen nog in

de kinderschoenen, maar ook hiervoor geldt

dat we u begin 2011 persoonlijk zullen

informeren. Houd onze internetsite goed in de gaten.

Kortom, ook zo tegen het eind van het jaar en in

2011 zullen wij alles in het werk stellen om u

te blijven informeren over ontwikkelingen

in uw vakgebied.

Lars Kuipéri,

Directeur HydroScope

Toen is vastgesteld dat de Wet Milieubeheer (mede) van toepassing

is op natte koeltorens, die een legionellarisico opleveren voor

de omgeving. Aanvankelijk gold hiervoor alleen de in de Wet

Milieubeheer opgenomen zorgplicht. Natte koeltorens die zowel

voor werknemers als voor de omgeving een legionellarisico

opleveren, vallen zowel onder de Arbo-regelgeving als onder

de Wet Milieubeheer. Het is dan ook van belang dat de regels

op basis van beide wetten zoveel mogelijk met elkaar in overeen-

stemming zijn. Bij het formuleren van de voorschriften in dit

wijzigingsbesluit en in de wijzigingsregeling, is zoveel mogelijk

aangesloten bij de voorschriften die daaraan gesteld zijn op

basis van de Arbowet (artikel 5), de betreffende Arbobeleidsregels

4.87a en 4.87b en het zogeheten AI-blad dat is uitgebracht als

handreiking bij de uitvoering van deze voorschriften (AI-blad 32).

Meldingsplicht

Per januari 2010 geldt een meldingsplicht voor nieuw te installeren

natte koeltorens. Deze melding wordt gedaan bij de afdeling Milieu

van de betreffende gemeente. Gemeenten zijn inmiddels aan

het controleren of wordt voldaan aan de verplichting om een

natte koeltoren aantoonbaar veilig te beheren. Het voorkomen van

risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel in het

geval dat niet mogelijk is, het zoveel mogelijk beperken van risico’s

voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich

voordoen en de gevolgen hiervan. Nadere voorschriften aan het in

werking hebben van een natte koeltoren zijn het (laten) uitvoeren

van een frisco-inventarisatie en -evaluatie, op basis waarvan een

legionellabeheersplan wordt opgesteld en uitgevoerd. De adminis-

tratieve en financiële lasten behorende bij een koeltorensysteem

worden deels bepaald door de locatie van de koeltoren. De risico’s

voor de omgeving zijn hierin leidend.

Risicocategorie-indeling voor natte koeltorens

Locatie natte koeltoren

1 (hoogste risico) Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van een ziekenhuis, verpleeghuis of andere (medisch georiënteerde) zorginstelling waar mensen verblijven met een verminderd immuunsysteem

2 Natte koeltoren in de nabijheid (< 200 m) van verzorgingstehuizen, hotels of andere gebouwen waarin zich veel mensen bevinden

3 Natte koeltoren in de nabijheid (< 600 m) van een woonomgeving

4 (laagste risico) Natte koeltoren die op afstand (> 600 m) staat van een woonomgeving

De risico’s voor de omgeving zijn dus bepalend voor de indeling

van een koeltoren in een risicocategorie. De opbouw van het

systeem, stilstandperioden, zomer-winter bedrijf, etc. zijn bepalend

voor het risico op nagroei van legionella in een koeltorensysteem.

Een op maat uitgevoerde risicobeoordeling geeft u hier inzage in.

Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorens

Veilig offshore bij TotalE&P Nederland

De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila

Even voorstellen:

Het belang van een goede bluswatercontrole

Wist u dat …Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg

v o o r w o o r d

H y d r o V i s i e - 3H y d r o V i s i e - 3

Aanpassing milieuregelgeving natte koeltorensVoor de beheersing van de legionellarisico’s van natte koeltorens is gekozen voor regulering op basis van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In de zomer van 2006 vond een legionella-uitbraak in Amsterdam plaats (met 3 doden en ruim 30 zieken tot gevolg). Dit werd veroorzaakt door een slecht onderhouden natte koeltoren. Er bleek dat er situaties zijn waarbij de Arbowet slecht toepasbaar is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer werknemers geen risico lopen, maar er in die situatie wel een gezondheidsrisico is voor mensen in de omgeving van de koeltoren.

2 - H y d r o V i s i e

Page 4: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

H y d r o V i s i e - 34 - H y d r o V i s i e

Veilig offshore bij Total E&P Nederland

H y d r o V i s i e - 5

Total E&P Nederland is een dochter- onderneming van Total S.A., dat actief is op alle terreinen van de olie- en gasproductie.

Total E&P Nederland is sinds 1964 betrokken bij de exploratie

en productie van aardgas in Nederland en op het Continentaal

Plat van de Noordzee. In de Nederlandse sector van de Noordzee

staan 21 platforms en twee onderwaterinstallaties, die bijdragen

aan de totale gasproductie. Het merendeel van deze platforms

is onbemand en wordt op afstand aangestuurd. Vier platforms

zijn uitgerust met gasbehandelingsfaciliteiten. Na behandeling

stroomt het gas door een net van pijpleidingen naar GasTerra

(voorheen Gasunie Trade & Supply) op het vasteland. De offshore

productiecentra bevinden zich 80 tot 150 kilometer ten noordwes-

ten van Den Helder. De Centrale Controlekamer (CCR) is gevestigd

in het kantoor van Total E&P Nederland te Den Haag. Hier worden

de processen van alle installaties 24 uur per dag bewaakt.

Offshore personeel en goederen worden naar de verschillende

installaties vervoerd met helikopters en schepen.

Vijf platforms van Total E&P Nederland zijn bemand. Veiligheid, gezondheid en milieu zijn uiteraard zeer belangrijk op deze en alle onbemande platforms.

Lolke Woudstra is Veiligheidskundige en is vanaf 1977 werkzaam

bij Total E&P Nederland. De eerste vijf jaar als Procesoperator,

daarna werkzaam bij de afdeling HSE (Health, Safety, Environment).

Lolke is binnen de organisatie adviseur op het gebied van veilig-

heid, gezondheid en milieu. De drinkwaterkwaliteit waarborgen

op een platform is hiervan een onderdeel. De platforms van

Total E&P Nederland vallen met betrekking tot toezicht op de

waterkwaliteit, anders dan op het vaste land (VROM-Inspectie),

onder het Staatstoezicht op de Mijnen. Wij spraken met Lolke

over de veiligheid van drinkwater op de vijf bemande platforms

en de samenwerking met HydroScope ‘offshore’.

Drinkwatervoorziening offshore

De offshore platforms van Total E&P Nederland beschikken over

drinkwatervoorraadtanks. Zo zijn er bijvoorbeeld op het accommo-

datie platform L7Q, twee tanks van 50 m³ drinkwater beschikbaar.

De inhoud van deze tanks gaat ongeveer drie dagen mee als het

platform volledig bemand is (60 personen). Het drinkwater gaat

vanuit Den Helder met bevoorradingsschepen naar de platforms.

Dit betreft niet alleen de platforms van Total E&P Nederland, maar

ook de platforms van andere maatschappijen worden met deze

schepen van drinkwater voorzien. Vanaf de bevoorradingsschepen

(in charter bij Peterson Supplylink b.v.) wordt het drinkwater

naar de voorraadtanks op het platform gepompt. Vanuit de

voorraadtanks wordt het water via een drukverhogingsinstallatie

in de drinkwaterinstallatie op het platform gepompt.

Het water wordt gedurende de periode van inname door een

bevoorradingsschip bij Peterson Supplylink in Den Helder tot

en met het verpompen door de drukverhogingsinstallatie op

het platform middels het product Hadex, een drinkwater

desinfectieproduct, vrij van nagroei door bacteriën gehouden.

Tussen wal en platform

Total E&P Nederland heeft aan HydroScope gevraagd om de

gehele lijn die het water aflegt, van wal tot aan de kraan op

het platform, te auditeren. Dit wordt sinds 2004 per drie jaar

uitgevoerd. De drinkwaterinstallaties op het platform worden

jaarlijks volledig geaudit.

Peterson Supplylink koopt het drinkwater in van de Marine. Uit een

reinwaterkelder wordt een capaciteit van 30 m³ per uur geleverd

aan twee drinkwatersilo’s van elk 600 m³ op het terrein van

Peterson Supplylink. De kwaliteit van het geleverde water wordt

door de Marine viermaal per jaar gecontroleerd op bacteriologische

parameters. Tijdens de levering vindt een eerste, lichte, transport-

desinfectie plaats. Opgemerkt moet nog worden dat de gemeente

Den Helder eigenaar is van de infrastructuur op de wal.

Onder strenge voorschriften en opgenomen in een uitgebreid

monitoringsprogramma wordt het drinkwater gebunkerd door de

supply schepen. Het Hadex-gehalte wordt op het gewenste niveau

gehouden en periodiek wordt het gebunkerde water onderzocht

op de schepen. Alles wordt geregistreerd in logboeken. Voordat

een supplyschip water levert aan een platform, wordt na spuien

van het eerste water wederom het gehalte Hadex gecontroleerd

alvorens dit drinkwater geleverd mag worden aan het platform.

Peterson Supplylink is de schakel tussen de inkoop van het

drinkwater en de veilige levering hiervan aan de platformen.

Zij hebben dan ook inzicht in alle supplyschepen en de kwaliteit

van het drinkwater dat afgeleverd wordt door deze schepen.

Legionellapreventie offshore bij Total E&P Nederland

Toen in 1999 de ramp in Bovenkarspel uitbrak, beseften wij bij

Total E&P Nederland, net zoals bij vele andere bedrijven, dat ook

wij meer aandacht moesten gaan besteden aan legionellapreventie.

Monstername toonde aan dat er een legionellabesmetting aan

boord van L7Q zou zijn. Om deze legionellaproblematiek aan te

pakken werd een task force opgericht, waarin een collega, een

bedrijfsarts en ik zitting namen. Vanwege de besmetting en

onbekendheid met de legionellamaterie, is het L7 centraal complex

deels ontruimd en voor de achtergebleven bemanning zijn speciale

sanitaire faciliteiten aan boord geplaatst, het zekere werd voor het

onzekere genomen. Later onderzoek toonde aan dat de besmetting

erg meeviel en dat de veroorzaakte consternatie deels kwam door

onbekendheid met de materie. Uit onderzoek bleek dat de besmet-

ting in een aftapleiding van +/-14 cm en in de monsternamekraan

zat, in het heet drinkwatersysteem. Later bleek dat er toch zo nu

en dan verhoogde legionellawaarden werden aangetoond. Vanwege

deze terugkerende verhoogde legionellawaarden werd, toen er

gelegenheid voor was, het drinkwaternetwerk op L7Q vernieuwd.

Sindsdien hebben we de legionellaproblematiek op het L7 centraal

complex onder controle.

Beheer offshore

Ook bij Total E&P Nederland voeren wij beheersmaatregelen uit,

net zoals iedere andere prioritaire instelling. Toch kijkt Total E&P

Nederland wel met andere inzichten naar beheer. Zo spoelen wij

een stuk ‘zuiniger’ dan vele andere bedrijven, omdat er natuurlijk

maar een beperkte hoeveelheid water aanwezig is. Een ander

verschil is, dat Total E&P Nederland zelf het water behandeld en

de door de behandeling aanwezige stoffen in het water meet.

Dit is toegestaan zodat de kwaliteit en veiligheid offshore

gewaarborgd blijft. Total E&P Nederland past geen omgekeerde

osmose toe, maar desinfecteert met Hadex. Omgekeerde osmose

is een zogenaamde ‘watermaker’. Het water wordt dus niet

zelf voor consumptie gereed gemaakt. Bij wat wij bij Total E&P

Nederland doen staat gezondheid, veiligheid en milieu hoog in

het vaandel. Dus het credo is: als het niet veilig kan, dan doen

we het niet. Met dien verstande dat er andere methodes worden

gezocht om het werk wel veilig uit te kunnen voeren.

Samenwerking met HydroScope

We werken nu zo’n zes jaar samen met een adviseur van

HydroScope (Tommy Haast). Tommy voert 1 à 2 keer per jaar een

periodieke controle uit op de drinkwaterbedrijfsvoering op onze

bemande platformen. Dit is een audit waarin HydroScope grondig

kijkt naar de installatie, het beheer van de installatie, de behande-

ling van het drinkwater en de registratie met betrekking tot het

waarborgen van de drinkwaterkwaliteit. Wij ervaren HydroScope

als een deskundige partij met de juiste en onderbouwde adviezen.

De adviezen die HydroScope ons geeft worden nauwkeurig

opgevolgd. Tommy heeft inmiddels goede contacten opgebouwd

offshore en is een gewaardeerde raadgever.

Total E&P Nederland

Total E&P Nederland

Page 5: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

H y d r o V i s i e - 34 - H y d r o V i s i e

Veilig offshore bij Total E&P Nederland

H y d r o V i s i e - 5

Total E&P Nederland is een dochter- onderneming van Total S.A., dat actief is op alle terreinen van de olie- en gasproductie.

Total E&P Nederland is sinds 1964 betrokken bij de exploratie

en productie van aardgas in Nederland en op het Continentaal

Plat van de Noordzee. In de Nederlandse sector van de Noordzee

staan 21 platforms en twee onderwaterinstallaties, die bijdragen

aan de totale gasproductie. Het merendeel van deze platforms

is onbemand en wordt op afstand aangestuurd. Vier platforms

zijn uitgerust met gasbehandelingsfaciliteiten. Na behandeling

stroomt het gas door een net van pijpleidingen naar GasTerra

(voorheen Gasunie Trade & Supply) op het vasteland. De offshore

productiecentra bevinden zich 80 tot 150 kilometer ten noordwes-

ten van Den Helder. De Centrale Controlekamer (CCR) is gevestigd

in het kantoor van Total E&P Nederland te Den Haag. Hier worden

de processen van alle installaties 24 uur per dag bewaakt.

Offshore personeel en goederen worden naar de verschillende

installaties vervoerd met helikopters en schepen.

Vijf platforms van Total E&P Nederland zijn bemand. Veiligheid, gezondheid en milieu zijn uiteraard zeer belangrijk op deze en alle onbemande platforms.

Lolke Woudstra is Veiligheidskundige en is vanaf 1977 werkzaam

bij Total E&P Nederland. De eerste vijf jaar als Procesoperator,

daarna werkzaam bij de afdeling HSE (Health, Safety, Environment).

Lolke is binnen de organisatie adviseur op het gebied van veilig-

heid, gezondheid en milieu. De drinkwaterkwaliteit waarborgen

op een platform is hiervan een onderdeel. De platforms van

Total E&P Nederland vallen met betrekking tot toezicht op de

waterkwaliteit, anders dan op het vaste land (VROM-Inspectie),

onder het Staatstoezicht op de Mijnen. Wij spraken met Lolke

over de veiligheid van drinkwater op de vijf bemande platforms

en de samenwerking met HydroScope ‘offshore’.

Drinkwatervoorziening offshore

De offshore platforms van Total E&P Nederland beschikken over

drinkwatervoorraadtanks. Zo zijn er bijvoorbeeld op het accommo-

datie platform L7Q, twee tanks van 50 m³ drinkwater beschikbaar.

De inhoud van deze tanks gaat ongeveer drie dagen mee als het

platform volledig bemand is (60 personen). Het drinkwater gaat

vanuit Den Helder met bevoorradingsschepen naar de platforms.

Dit betreft niet alleen de platforms van Total E&P Nederland, maar

ook de platforms van andere maatschappijen worden met deze

schepen van drinkwater voorzien. Vanaf de bevoorradingsschepen

(in charter bij Peterson Supplylink b.v.) wordt het drinkwater

naar de voorraadtanks op het platform gepompt. Vanuit de

voorraadtanks wordt het water via een drukverhogingsinstallatie

in de drinkwaterinstallatie op het platform gepompt.

Het water wordt gedurende de periode van inname door een

bevoorradingsschip bij Peterson Supplylink in Den Helder tot

en met het verpompen door de drukverhogingsinstallatie op

het platform middels het product Hadex, een drinkwater

desinfectieproduct, vrij van nagroei door bacteriën gehouden.

Tussen wal en platform

Total E&P Nederland heeft aan HydroScope gevraagd om de

gehele lijn die het water aflegt, van wal tot aan de kraan op

het platform, te auditeren. Dit wordt sinds 2004 per drie jaar

uitgevoerd. De drinkwaterinstallaties op het platform worden

jaarlijks volledig geaudit.

Peterson Supplylink koopt het drinkwater in van de Marine. Uit een

reinwaterkelder wordt een capaciteit van 30 m³ per uur geleverd

aan twee drinkwatersilo’s van elk 600 m³ op het terrein van

Peterson Supplylink. De kwaliteit van het geleverde water wordt

door de Marine viermaal per jaar gecontroleerd op bacteriologische

parameters. Tijdens de levering vindt een eerste, lichte, transport-

desinfectie plaats. Opgemerkt moet nog worden dat de gemeente

Den Helder eigenaar is van de infrastructuur op de wal.

Onder strenge voorschriften en opgenomen in een uitgebreid

monitoringsprogramma wordt het drinkwater gebunkerd door de

supply schepen. Het Hadex-gehalte wordt op het gewenste niveau

gehouden en periodiek wordt het gebunkerde water onderzocht

op de schepen. Alles wordt geregistreerd in logboeken. Voordat

een supplyschip water levert aan een platform, wordt na spuien

van het eerste water wederom het gehalte Hadex gecontroleerd

alvorens dit drinkwater geleverd mag worden aan het platform.

Peterson Supplylink is de schakel tussen de inkoop van het

drinkwater en de veilige levering hiervan aan de platformen.

Zij hebben dan ook inzicht in alle supplyschepen en de kwaliteit

van het drinkwater dat afgeleverd wordt door deze schepen.

Legionellapreventie offshore bij Total E&P Nederland

Toen in 1999 de ramp in Bovenkarspel uitbrak, beseften wij bij

Total E&P Nederland, net zoals bij vele andere bedrijven, dat ook

wij meer aandacht moesten gaan besteden aan legionellapreventie.

Monstername toonde aan dat er een legionellabesmetting aan

boord van L7Q zou zijn. Om deze legionellaproblematiek aan te

pakken werd een task force opgericht, waarin een collega, een

bedrijfsarts en ik zitting namen. Vanwege de besmetting en

onbekendheid met de legionellamaterie, is het L7 centraal complex

deels ontruimd en voor de achtergebleven bemanning zijn speciale

sanitaire faciliteiten aan boord geplaatst, het zekere werd voor het

onzekere genomen. Later onderzoek toonde aan dat de besmetting

erg meeviel en dat de veroorzaakte consternatie deels kwam door

onbekendheid met de materie. Uit onderzoek bleek dat de besmet-

ting in een aftapleiding van +/-14 cm en in de monsternamekraan

zat, in het heet drinkwatersysteem. Later bleek dat er toch zo nu

en dan verhoogde legionellawaarden werden aangetoond. Vanwege

deze terugkerende verhoogde legionellawaarden werd, toen er

gelegenheid voor was, het drinkwaternetwerk op L7Q vernieuwd.

Sindsdien hebben we de legionellaproblematiek op het L7 centraal

complex onder controle.

Beheer offshore

Ook bij Total E&P Nederland voeren wij beheersmaatregelen uit,

net zoals iedere andere prioritaire instelling. Toch kijkt Total E&P

Nederland wel met andere inzichten naar beheer. Zo spoelen wij

een stuk ‘zuiniger’ dan vele andere bedrijven, omdat er natuurlijk

maar een beperkte hoeveelheid water aanwezig is. Een ander

verschil is, dat Total E&P Nederland zelf het water behandeld en

de door de behandeling aanwezige stoffen in het water meet.

Dit is toegestaan zodat de kwaliteit en veiligheid offshore

gewaarborgd blijft. Total E&P Nederland past geen omgekeerde

osmose toe, maar desinfecteert met Hadex. Omgekeerde osmose

is een zogenaamde ‘watermaker’. Het water wordt dus niet

zelf voor consumptie gereed gemaakt. Bij wat wij bij Total E&P

Nederland doen staat gezondheid, veiligheid en milieu hoog in

het vaandel. Dus het credo is: als het niet veilig kan, dan doen

we het niet. Met dien verstande dat er andere methodes worden

gezocht om het werk wel veilig uit te kunnen voeren.

Samenwerking met HydroScope

We werken nu zo’n zes jaar samen met een adviseur van

HydroScope (Tommy Haast). Tommy voert 1 à 2 keer per jaar een

periodieke controle uit op de drinkwaterbedrijfsvoering op onze

bemande platformen. Dit is een audit waarin HydroScope grondig

kijkt naar de installatie, het beheer van de installatie, de behande-

ling van het drinkwater en de registratie met betrekking tot het

waarborgen van de drinkwaterkwaliteit. Wij ervaren HydroScope

als een deskundige partij met de juiste en onderbouwde adviezen.

De adviezen die HydroScope ons geeft worden nauwkeurig

opgevolgd. Tommy heeft inmiddels goede contacten opgebouwd

offshore en is een gewaardeerde raadgever.

Total E&P Nederland

Total E&P Nederland

Page 6: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

KWR en de link met KIWA

“Vroeger heetten we Kiwa Water Research, het onderzoeksinsti-

tuut voor de waterleidingbedrijven in Nieuwegein. Kiwa certificatie

en keuringen zat in Rijswijk. Omdat de activiteiten van Kiwa

Rijswijk steeds verder van onze werkzaamheden afstonden, zijn

we gesplitst. De naam Kiwa bleef gekoppeld aan de certificatie-

en keuringsactiviteiten in Rijswijk. Onze naam is veranderd in KWR

Watercycle Research Institute. Een naam die aangeeft dat we op

meer terreinen bezig zijn dan enkel drinkwater en bovendien laat

zien dat we ook internationaal actief zijn”.

Achtergrond Frank Oesterholt

“Ik ben een chemisch technoloog uit Twente. Na mijn eerste baan

ben ik overgestapt naar Nuon Water, destijds het waterleidingbedrijf

voor de Veluwe, Arnhem en Nijmegen. Na de legionellaramp van

1999 in Bovenkarspel voorzag NUON Water problemen met

legionella bij zijn warmtapwatersystemen. Er werd een werkgroep

door VROM ingesteld, waarbij ik vanuit NUON Water aangesloten

was. Toen ik de overstap maakte naar KWR moesten er in

Nederland bij alle collectieve installaties risicoanalyses worden

uitgevoerd en beheersplannen worden opgesteld. We hebben dit

werk opgepakt, maar vonden al snel dat dit niet bij ons thuishoor-

de. Gelukkig kwamen er steeds meer andere bedrijven die dit werk

oppakten, zoals HydroScope. Deze periode heb ik erg veel geleerd

over legionella en veel installaties in de praktijk gezien. De laatste

vijf jaar heb ik deze kennis gebruikt bij het uitvoeren van veel

beleidsstudies voor de overheid op legionnellagebied. Ik ben

dan ook de auteur van het boekje “Omvang en preventie van

vermeerdering van legionella in koeltorens”. Dit heeft uiteindelijk

geresulteerd in Arbobeleidregel 4.87. Daarnaast heb ik o.a.

geparticipeerd in de ISSO 55.1-publicatie ‘Praktijkhandleiding

legionella in leidingwater’. Ook heb ik de legionellacode voor

woninginstallaties opgesteld.”

Focus op koeltorens en pneumophila

“In opdracht van VROM heeft KWR in 2002 onderzoek gedaan naar

legionella bij 400 woningen in Nederland. We troffen veel legionella

aan, alleen bleek het te gaan om een minder risicovolle variant,

namelijk Legionella anisa. Er zijn inmiddels meer dan vijftig

verschillende soorten legionellabacteriën geïdentificeerd.

De meeste bacteriën die in leidingwaterinstallaties worden

aangetroffen, behoren tot een onschuldige soort. 95% tot 99%

van de ziektegevallen wordt veroorzaakt door de gevaarlijke

variant, Legionella pneumophila. Wij hebben als KWR dan ook

het standpunt dat je bij legionellapreventie in Nederland alleen

zou moeten kijken naar de gevaarlijke Legionella pneumophila

en minder naar legionella non-pneumophila-soorten.

In ons laboratorium is nu een kweekmethode ontwikkeld die zich

specifiek richt op Legionella pneumophila en waarbij, bijvoorbeeld

de onschuldige Legionella anisa, niet groeit. De pijlen zouden

hierbij ook nog eens gericht moeten worden op de werkelijk

risicovolle situaties. Dit zijn de situaties waarbij juist Legionella

pneumophila kan groeien. Gelukkig is er al een focus bij collectieve

leidingwaterinstallaties door middel van een prioriteitsstelling.

Onderzoek heeft aangetoond dat Legionella pneumophila groeit

in situaties waarin relatief hoge temperaturen tot bijvoorbeeld

37 graden Celsius voorkomen. Deze temperatuur komt veelvuldig

voor in koelwatersystemen. Wij denken dan ook dat koeltorens wel

eens de missing link kunnen zijn in Nederland als we op zoek gaan

naar de bron van legionellose en we zijn dan ook van mening dat

we veel meer aandacht moeten schenken aan koeltorens.

Daarbij is het ook belangrijk om onderscheid te maken tussen

industriële koelwatersystemen en gebouwgebonden koelwater-

systemen, want vooral die laatste categorie geeft de meeste risico’s.

Zij krijgen namelijk vaak minder aandacht. Bij een industrieel

koelwatersysteem behoort standaard een conditioneringspro-

gramma. Een industrieel koelwatersysteem is dermate belangrijk

om processen gaande te houden, dat dit veel beter wordt onder-

houden. De gebouwgebonden koeltoren komt ook erg veel voor in

woonomgevingen. Vorig jaar hebben we een onderzoek gedaan

naar natte gebouwgebonden koeltorens. Het rapport moet nog

naar VROM, dus ik mag er nog niet al te veel over zeggen, maar

we hebben hier uit meting vastgesteld dat in ongeveer 30% van

de natte gebouwgebonden koeltorens Legionella pneumophila

wordt aangetroffen. In sommige gevallen zelfs in hoge concentraties.

Dat was voor ons weer een bewijs: koelwatersystemen vragen om

veel aandacht. Hier moeten we onze pijlen op richten.”

Per 1 januari 2010 is legionellapreventie voor koeltorens in het Activiteitenbesluit ondergebracht. Dit betekent dat gemeenten nu toezien op een adequate naleving van de regels. HydroScope merkt dat gemeenten hier streng op controleren. HydroScope heeft een aantal in koeltorens gespecialiseerde adviseurs in dienst. Wij helpen u graag verder.

Ontwikkeling Q-PCR

“Om niet zeven tot tien dagen te hoeven wachten voordat de

uitslag van een kweekmethode beschikbaar is, hebben we bij

KWR een Q-PCR-methode ontwikkeld. Binnen vier uur kan worden

vastgesteld of Legionella pneumophila in het water aanwezig is

en in welke hoeveelheid. Bij de Q-PCR-methode wordt een

specifiek stukje DNA vermenigvuldigd tot een aantoonbare

hoeveelheid. Het mooie van deze methode is dat hij erg selectief

is. Dus als er DNA wordt gevonden, dan is deze ook echt van

Legionella pneumophila geweest. Q-PCR is nog niet vastgelegd

in de wet- en regelgeving, maar daar wordt wel aan gewerkt.

Maar, voor de industrie, proces- en koelwater is er geen

beperking voor het gebruik van deze methode.”

De legionellachip en Q-PCR-methode: de verschillen

“Omdat er nog niet veel wetenschappelijks is gepubliceerd

over de chip zijn de echte verschillen mij nog niet duidelijk.

De Q-PCR-methode richt zich op DNA. De legionellachip daaren-

tegen richt zich op bepaalde groepen chemische verbindingen

die zich op de celwand bevinden. De chip is dus gebaseerd op

een ander meetprincipe. De legionellachip richt zich op alle

ziekteverwekkende legionellasoorten, dat wil zeggen: alle legionel-

lasoorten die al eerder in patiëntenmateriaal zijn aangetroffen.”

HydroScope houdt alle ontwikkelingen op het gebied van monstername scherp in de gaten. We willen ook vooroplopen in de toepassing ervan. Ondanks het feit dat technieken nog niet altijd opgenomen zijn in de regelgeving, kunnen ze in sommige situaties goed van pas komen. Zo biedt het extra zekerheid bij de ingebruikname van een installatie na reiniging. Wij helpen u graag verder.

6 - H y d r o V i s i e

Frank Oesterholt is als senior onderzoeker werkzaam bij KWR Watercycle Research Institute. Hij was zijdelings betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe detectiemethode voor de ziekteverwekkende legionellasoort Legionella pneumophila via Q-PCR. Met deze methode kan binnen vier uur worden aangetoond of de bacterie in het water aanwezig is. Zijn collega Bart Wullings ontwikkelde de methode en Frank onderzocht hoe deze naar de industriële markt gebracht kon worden. Hierna vertelt hij over deze nieuwe ontwikkelingen.

H y d r o V i s i e - 7

De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila

Page 7: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

KWR en de link met KIWA

“Vroeger heetten we Kiwa Water Research, het onderzoeksinsti-

tuut voor de waterleidingbedrijven in Nieuwegein. Kiwa certificatie

en keuringen zat in Rijswijk. Omdat de activiteiten van Kiwa

Rijswijk steeds verder van onze werkzaamheden afstonden, zijn

we gesplitst. De naam Kiwa bleef gekoppeld aan de certificatie-

en keuringsactiviteiten in Rijswijk. Onze naam is veranderd in KWR

Watercycle Research Institute. Een naam die aangeeft dat we op

meer terreinen bezig zijn dan enkel drinkwater en bovendien laat

zien dat we ook internationaal actief zijn”.

Achtergrond Frank Oesterholt

“Ik ben een chemisch technoloog uit Twente. Na mijn eerste baan

ben ik overgestapt naar Nuon Water, destijds het waterleidingbedrijf

voor de Veluwe, Arnhem en Nijmegen. Na de legionellaramp van

1999 in Bovenkarspel voorzag NUON Water problemen met

legionella bij zijn warmtapwatersystemen. Er werd een werkgroep

door VROM ingesteld, waarbij ik vanuit NUON Water aangesloten

was. Toen ik de overstap maakte naar KWR moesten er in

Nederland bij alle collectieve installaties risicoanalyses worden

uitgevoerd en beheersplannen worden opgesteld. We hebben dit

werk opgepakt, maar vonden al snel dat dit niet bij ons thuishoor-

de. Gelukkig kwamen er steeds meer andere bedrijven die dit werk

oppakten, zoals HydroScope. Deze periode heb ik erg veel geleerd

over legionella en veel installaties in de praktijk gezien. De laatste

vijf jaar heb ik deze kennis gebruikt bij het uitvoeren van veel

beleidsstudies voor de overheid op legionnellagebied. Ik ben

dan ook de auteur van het boekje “Omvang en preventie van

vermeerdering van legionella in koeltorens”. Dit heeft uiteindelijk

geresulteerd in Arbobeleidregel 4.87. Daarnaast heb ik o.a.

geparticipeerd in de ISSO 55.1-publicatie ‘Praktijkhandleiding

legionella in leidingwater’. Ook heb ik de legionellacode voor

woninginstallaties opgesteld.”

Focus op koeltorens en pneumophila

“In opdracht van VROM heeft KWR in 2002 onderzoek gedaan naar

legionella bij 400 woningen in Nederland. We troffen veel legionella

aan, alleen bleek het te gaan om een minder risicovolle variant,

namelijk Legionella anisa. Er zijn inmiddels meer dan vijftig

verschillende soorten legionellabacteriën geïdentificeerd.

De meeste bacteriën die in leidingwaterinstallaties worden

aangetroffen, behoren tot een onschuldige soort. 95% tot 99%

van de ziektegevallen wordt veroorzaakt door de gevaarlijke

variant, Legionella pneumophila. Wij hebben als KWR dan ook

het standpunt dat je bij legionellapreventie in Nederland alleen

zou moeten kijken naar de gevaarlijke Legionella pneumophila

en minder naar legionella non-pneumophila-soorten.

In ons laboratorium is nu een kweekmethode ontwikkeld die zich

specifiek richt op Legionella pneumophila en waarbij, bijvoorbeeld

de onschuldige Legionella anisa, niet groeit. De pijlen zouden

hierbij ook nog eens gericht moeten worden op de werkelijk

risicovolle situaties. Dit zijn de situaties waarbij juist Legionella

pneumophila kan groeien. Gelukkig is er al een focus bij collectieve

leidingwaterinstallaties door middel van een prioriteitsstelling.

Onderzoek heeft aangetoond dat Legionella pneumophila groeit

in situaties waarin relatief hoge temperaturen tot bijvoorbeeld

37 graden Celsius voorkomen. Deze temperatuur komt veelvuldig

voor in koelwatersystemen. Wij denken dan ook dat koeltorens wel

eens de missing link kunnen zijn in Nederland als we op zoek gaan

naar de bron van legionellose en we zijn dan ook van mening dat

we veel meer aandacht moeten schenken aan koeltorens.

Daarbij is het ook belangrijk om onderscheid te maken tussen

industriële koelwatersystemen en gebouwgebonden koelwater-

systemen, want vooral die laatste categorie geeft de meeste risico’s.

Zij krijgen namelijk vaak minder aandacht. Bij een industrieel

koelwatersysteem behoort standaard een conditioneringspro-

gramma. Een industrieel koelwatersysteem is dermate belangrijk

om processen gaande te houden, dat dit veel beter wordt onder-

houden. De gebouwgebonden koeltoren komt ook erg veel voor in

woonomgevingen. Vorig jaar hebben we een onderzoek gedaan

naar natte gebouwgebonden koeltorens. Het rapport moet nog

naar VROM, dus ik mag er nog niet al te veel over zeggen, maar

we hebben hier uit meting vastgesteld dat in ongeveer 30% van

de natte gebouwgebonden koeltorens Legionella pneumophila

wordt aangetroffen. In sommige gevallen zelfs in hoge concentraties.

Dat was voor ons weer een bewijs: koelwatersystemen vragen om

veel aandacht. Hier moeten we onze pijlen op richten.”

Per 1 januari 2010 is legionellapreventie voor koeltorens in het Activiteitenbesluit ondergebracht. Dit betekent dat gemeenten nu toezien op een adequate naleving van de regels. HydroScope merkt dat gemeenten hier streng op controleren. HydroScope heeft een aantal in koeltorens gespecialiseerde adviseurs in dienst. Wij helpen u graag verder.

Ontwikkeling Q-PCR

“Om niet zeven tot tien dagen te hoeven wachten voordat de

uitslag van een kweekmethode beschikbaar is, hebben we bij

KWR een Q-PCR-methode ontwikkeld. Binnen vier uur kan worden

vastgesteld of Legionella pneumophila in het water aanwezig is

en in welke hoeveelheid. Bij de Q-PCR-methode wordt een

specifiek stukje DNA vermenigvuldigd tot een aantoonbare

hoeveelheid. Het mooie van deze methode is dat hij erg selectief

is. Dus als er DNA wordt gevonden, dan is deze ook echt van

Legionella pneumophila geweest. Q-PCR is nog niet vastgelegd

in de wet- en regelgeving, maar daar wordt wel aan gewerkt.

Maar, voor de industrie, proces- en koelwater is er geen

beperking voor het gebruik van deze methode.”

De legionellachip en Q-PCR-methode: de verschillen

“Omdat er nog niet veel wetenschappelijks is gepubliceerd

over de chip zijn de echte verschillen mij nog niet duidelijk.

De Q-PCR-methode richt zich op DNA. De legionellachip daaren-

tegen richt zich op bepaalde groepen chemische verbindingen

die zich op de celwand bevinden. De chip is dus gebaseerd op

een ander meetprincipe. De legionellachip richt zich op alle

ziekteverwekkende legionellasoorten, dat wil zeggen: alle legionel-

lasoorten die al eerder in patiëntenmateriaal zijn aangetroffen.”

HydroScope houdt alle ontwikkelingen op het gebied van monstername scherp in de gaten. We willen ook vooroplopen in de toepassing ervan. Ondanks het feit dat technieken nog niet altijd opgenomen zijn in de regelgeving, kunnen ze in sommige situaties goed van pas komen. Zo biedt het extra zekerheid bij de ingebruikname van een installatie na reiniging. Wij helpen u graag verder.

6 - H y d r o V i s i e

Frank Oesterholt is als senior onderzoeker werkzaam bij KWR Watercycle Research Institute. Hij was zijdelings betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe detectiemethode voor de ziekteverwekkende legionellasoort Legionella pneumophila via Q-PCR. Met deze methode kan binnen vier uur worden aangetoond of de bacterie in het water aanwezig is. Zijn collega Bart Wullings ontwikkelde de methode en Frank onderzocht hoe deze naar de industriële markt gebracht kon worden. Hierna vertelt hij over deze nieuwe ontwikkelingen.

H y d r o V i s i e - 7

De pijlen richten op koelwatersystemen en Legionella pneumophila

Page 8: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

Colofon

H y d r o V i s i e - 9

Even voorstellen: de adviseurs en hun specialisatie

Ik ben Marcel van der Wiel, 38 jaar oud en sinds juni 2006 werkzaam als adviseur bij HydroScope.

Ik heb een achtergrond in de elektrotechniek, installatietechniek

en in de groot koeltechniek. Naast mijn reguliere werkzaamheden

bij HydroScope heb ik mij gespecialiseerd in bluswatervoorzieningen

en capaciteitsmetingen.

Bluswatervoorziening en capaciteitsmeting

Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan de

beschikbaarheid van bluswaterterreinen. In de gebruiksvergunning

of verzekeringspolisvoorwaarden staat voorgeschreven dat de

capaciteit van een bluswatersysteem periodiek gemeten moet

worden. Ook de Arbowet schrijft voor dat systemen jaarlijks op

een goede werking gecontroleerd moeten worden. HydroScope

beschikt over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en

effectief te kunnen werken. Ik voer capaciteitsmetingen en de

visuele inspectie van de bluswatervoorziening uit. Op basis van

‘Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid’ van het

NVBR controleer ik brandkranen op verschillende punten.

Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.

Ik ben Henk Peelen, 41 jaar oud en sinds juni 2001 werkzaam bij HydroScope.

Ik werk vooral in het gebied Midden-Nederland. In 1994 ben ik bij

Waterleidinglaboratorium Oost in Doetinchem gaan werken. Daar

ben ik in aanraking gekomen met een drinkwaterlaboratorium en

de link tussen waterkwaliteit en waterinstallaties. Al snel werd ik

gegrepen door de interessante situaties die optreden als een

installatie niet juist functioneert en wat dit tot gevolg heeft voor de

waterkwaliteit. Legionellapreventie was één van de speerpunten

die ik bij de afdeling Watertechniek al in 1996 in mijn werkpakket

kreeg. Destijds was hier nog maar weinig draagvlak voor, het was

echt nog een onbekende bacterie. In 1999 sloeg dit volkomen om

door de ramp in Bovenkarspel. Naast de werkzaamheden als

adviseur onderhoud ik binnen HydroScope enkele noodzakelijke

kwaliteitsdocumenten en probeer ik mijn collega’s te ondersteunen

op het gebied van vraagstukken en begeleiding bij bijvoorbeeld

proceswaterinstallaties. Daarnaast heb ik me gespecialiseerd in

koeltorens.

Koeltorens

Het uitvoeren van een risicobeoordeling op een open circulerende

koeltoren is niet te vergelijken met de uitvoering van een risicoana-

lyse legionella op een leidingwaterinstallatie. Legionellapreventie bij

een koeltoren gaat verder dan het behandelen van het koelwater

tegen nagroei van legionella. De verdeling van het koelwater

door een koelpakket bijvoorbeeld, dit is van wezenlijk belang voor

het voorkomen van nagroei van legionella. Of het functioneren

van zogenaamde druppelvangers, deze voorkomen voor een groot

deel de verspreiding van aërosolen, dus de verspreiding van

eventueel besmette waterdeeltjes.

Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.

Ik ben Tommy Haast, 28 jaar oud en vanaf 2003 werkzaam bij HydroScope en vooral actief in Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant.

Ik heb de MTS aan het Technisch Lyceum Eindhoven gevolgd.

Bij HydroScope heb ik mijn eindstage afgerond. Na deze stage

ben ik in 2003 bij HydroScope aan de slag gegaan en heb ik

verdere opleidingen met betrekking tot waterkwaliteit en -advies

gevolgd. Inmiddels werk ik al 7 jaar met plezier bij HydroScope.

Naast de werkzaamheden op het gebied van legionellapreventie,

heb ik me gespecialiseerd in beheer en onderhoud van leiding-

waterinstallaties.

Beheer en onderhoud

Naast het beheer met betrekking tot legionellapreventie dient er

ook beheer van de appendages en de leidingwaterinstallatie plaats

te vinden. Dit staat los van het Legionellabeheersplan.

HydroScope kan een onderhoudsplan opstellen en het daaruit

naar voren komend beheer voor zijn klanten uitvoeren, zodat zij

gegarandeerd zijn van een goed onderhouden leidingwaterinstallatie.

8 - H y d r o V i s i e

v.l.n

.r. H

enk

Peel

en, T

omm

y H

aast

en

Mar

cel v

an d

er W

iel

Page 9: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

Colofon

H y d r o V i s i e - 9

Even voorstellen: de adviseurs en hun specialisatie

Ik ben Marcel van der Wiel, 38 jaar oud en sinds juni 2006 werkzaam als adviseur bij HydroScope.

Ik heb een achtergrond in de elektrotechniek, installatietechniek

en in de groot koeltechniek. Naast mijn reguliere werkzaamheden

bij HydroScope heb ik mij gespecialiseerd in bluswatervoorzieningen

en capaciteitsmetingen.

Bluswatervoorziening en capaciteitsmeting

Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan de

beschikbaarheid van bluswaterterreinen. In de gebruiksvergunning

of verzekeringspolisvoorwaarden staat voorgeschreven dat de

capaciteit van een bluswatersysteem periodiek gemeten moet

worden. Ook de Arbowet schrijft voor dat systemen jaarlijks op

een goede werking gecontroleerd moeten worden. HydroScope

beschikt over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en

effectief te kunnen werken. Ik voer capaciteitsmetingen en de

visuele inspectie van de bluswatervoorziening uit. Op basis van

‘Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid’ van het

NVBR controleer ik brandkranen op verschillende punten.

Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.

Ik ben Henk Peelen, 41 jaar oud en sinds juni 2001 werkzaam bij HydroScope.

Ik werk vooral in het gebied Midden-Nederland. In 1994 ben ik bij

Waterleidinglaboratorium Oost in Doetinchem gaan werken. Daar

ben ik in aanraking gekomen met een drinkwaterlaboratorium en

de link tussen waterkwaliteit en waterinstallaties. Al snel werd ik

gegrepen door de interessante situaties die optreden als een

installatie niet juist functioneert en wat dit tot gevolg heeft voor de

waterkwaliteit. Legionellapreventie was één van de speerpunten

die ik bij de afdeling Watertechniek al in 1996 in mijn werkpakket

kreeg. Destijds was hier nog maar weinig draagvlak voor, het was

echt nog een onbekende bacterie. In 1999 sloeg dit volkomen om

door de ramp in Bovenkarspel. Naast de werkzaamheden als

adviseur onderhoud ik binnen HydroScope enkele noodzakelijke

kwaliteitsdocumenten en probeer ik mijn collega’s te ondersteunen

op het gebied van vraagstukken en begeleiding bij bijvoorbeeld

proceswaterinstallaties. Daarnaast heb ik me gespecialiseerd in

koeltorens.

Koeltorens

Het uitvoeren van een risicobeoordeling op een open circulerende

koeltoren is niet te vergelijken met de uitvoering van een risicoana-

lyse legionella op een leidingwaterinstallatie. Legionellapreventie bij

een koeltoren gaat verder dan het behandelen van het koelwater

tegen nagroei van legionella. De verdeling van het koelwater

door een koelpakket bijvoorbeeld, dit is van wezenlijk belang voor

het voorkomen van nagroei van legionella. Of het functioneren

van zogenaamde druppelvangers, deze voorkomen voor een groot

deel de verspreiding van aërosolen, dus de verspreiding van

eventueel besmette waterdeeltjes.

Op pagina 3 van deze HydroVisie leest u hier meer over.

Ik ben Tommy Haast, 28 jaar oud en vanaf 2003 werkzaam bij HydroScope en vooral actief in Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant.

Ik heb de MTS aan het Technisch Lyceum Eindhoven gevolgd.

Bij HydroScope heb ik mijn eindstage afgerond. Na deze stage

ben ik in 2003 bij HydroScope aan de slag gegaan en heb ik

verdere opleidingen met betrekking tot waterkwaliteit en -advies

gevolgd. Inmiddels werk ik al 7 jaar met plezier bij HydroScope.

Naast de werkzaamheden op het gebied van legionellapreventie,

heb ik me gespecialiseerd in beheer en onderhoud van leiding-

waterinstallaties.

Beheer en onderhoud

Naast het beheer met betrekking tot legionellapreventie dient er

ook beheer van de appendages en de leidingwaterinstallatie plaats

te vinden. Dit staat los van het Legionellabeheersplan.

HydroScope kan een onderhoudsplan opstellen en het daaruit

naar voren komend beheer voor zijn klanten uitvoeren, zodat zij

gegarandeerd zijn van een goed onderhouden leidingwaterinstallatie.

8 - H y d r o V i s i e

v.l.n

.r. H

enk

Peel

en, T

omm

y H

aast

en

Mar

cel v

an d

er W

iel

Page 10: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

1 0 - H y d r o V i s i e

Het Ronald McDonald Huis biedt een thuis aan

ouders van zieke of gehandicapte kinderen die

worden behandeld in het nabijgelegen (psychia-

trisch) ziekenhuis of revalidatiecentrum. De meeste

huizen staan op loopafstand van het ziekenhuis.

Het Ronald McDonald Huis in Tilburg is in 2003

geopend. Al sinds de opening ontzorgt en sponsort

HydroScope deze stichting door het geven van

advies en bemonstering van het drinkwater.

Het huis valt onder een middenrisicogroep zoals

omschreven in het waterleidingbesluit IIIC. Door elk

half jaar de door VROM verplichte monstername te

sponsoren, waakt HydroScope over de veiligheid

van zowel het personeel als de bewoners.

Op de foto ziet u Rob van Weesenbeek samen met

Franca Adriaans-Schilders. Zij runt deze locatie

samen met 80 vrijwilligers en sponsors.

Franca: Onze samenwerking staat als een huis!

H y d r o V i s i e - 1 1

Het belang van een goede bluswatercontrole

Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg

Een goed functionerende bluswaterinstallatie is erg belangrijk. Een goede aanleg, continue bewaking en periodieke controle zijn niet alleen veilig, maar zelfs wettelijk verplicht.

Eisen aan bluswater

Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan bluswater

op uw terrein. Over het algemeen is de openbare bluswatervoor-

ziening afdoende. Wanneer dit niet het geval is, worden in de

bouwvergunning, gebruiksvergunning of de verzekeringspolisvoor-

waarden aanvullende eisen gesteld. Iedere gemeente heeft de

vrijheid haar eigen richtlijnen te hanteren, maar vaak wordt

gebruikgemaakt van de Handleiding Bluswatervoorziening en

bereikbaarheid’ van het NVBR. Binnen een straal van 80 meter

moet er voldoende bluswater beschikbaar zijn. Binnen 2 minuten

moet de brandweer over voldoende capaciteit kunnen beschikken.

De meest gestelde capaciteitseisen zijn 30, 60, 90 en 120 m³/uur

bij een restdruk van 61 kPa . Er kan op verschillende manieren in

capaciteit worden voorzien, door bijvoorbeeld een hydrantennet,

geboorde putten, een bluswaterriool of oppervlaktewater.

Capaciteitsmeting

In de gebruiksvergunning of verzekeringspolisvoorwaarden staat

voorgeschreven dat u periodiek de capaciteit van uw bluswater-

systeem moet meten. Over het algemeen wordt dit vertaald naar

een jaarlijkse inspectie. Ook de Arbowet schrijft voor dat u uw

systemen jaarlijks op een goede werking moet controleren

(artikel 7.4a) en onderhouden (artikel 7.5). HydroScope beschikt

over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en effectief

te kunnen werken. Er zijn drie manieren om de bluswatercapaciteit

te bepalen. Deze ziet u in het kader.

Empirische meting: Dit is de meest simpele methode. De capaciteit wordt gemeten door de brandkraan volledig open te draaien en te meten hoeveel water eruit stroomt. Bij deze methode is er kans op bruin water en er kan dus overlast ontstaan. De meting is een momentopname. Wanneer in de nabije omgeving op dat moment veel water wordt verbruikt, kan de capaciteit lager uitvallen.

Deelstroommeting met extrapolatie: Deze unieke methode wordt door HydroScope toegepast. De brandkraan wordt langzaam, maar niet volledig opengedraaid. Stapsgewijs wordt de capaciteit gemeten. Aan de hand van de gemeten waarden wordt de maximale capaciteit berekend. Dit voorkomt bruintrekken. De interpretatie van de gegevens vergt kennis en vakmanschap.

Digitale modelberekening: Deze methodiek gebruikt HydroScope ter verificatie van de meting. Op basis van de gegevens van het locale waterleiding-bedrijf wordt bepaald wat de brandkraan, in de meest ongunstige situatie, maximaal kan aanleveren.

Wist u dat …HydroScope ook een zusteronderneming heeft, genaamd Hydreco? Hydreco ontwerpt, realiseert en exploiteert koude-en-warmteopslag- systemen, oftewel kwo-systemen.

Wat is een kwo-systeem en hoe werkt het?

Door middel van een leidingstelsel worden een koude en een warme bron met elkaar verbonden.

Hierdoor wordt grondwater van de ene bron naar de andere gepompt. De warmtewisselaar halverwege

het leidingstelsel haalt energie uit het langsstromende grondwater, waarna deze energie in de vorm van

warmte of koude wordt afgegeven aan het gebouwcircuit. In de winter moet het systeem warmte afgeven

om het gebouw te verwarmen. Daarvoor wordt de opgeslagen warmte van de zomer uit de warme bron

gebruikt. Andersom is in de zomer om te koelen de opgeslagen winterkoude uit de koude bron nodig.

Met de pomprichting bepaal je of de warme of de koude bron gebruikt wordt. De bodem is als het ware

een soort thermosfles.

Inmiddels heeft Hydreco al zo’n 25 kwo-projecten in haar portfolio bij kantoren, onderwijsinstellingen,

zorginstellingen, publieke gebouwen, woningbouw en recreatie en cultuur.

Nieuwsbrief

Hydreco heeft een nieuwsbrief voor haar relaties. Deze ontvangen zij digitaal. Interesse?

Bezoek www.hydreco.nl en meld u aan voor de nieuwsbrief.

Foto: Thijs Aarts van HydroScope en Bas uijt de Haag - Verpleeghuis Lucia, onderdeel van Oranjehaeve de IJpelaar-Aeneas

Page 11: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

1 0 - H y d r o V i s i e

Het Ronald McDonald Huis biedt een thuis aan

ouders van zieke of gehandicapte kinderen die

worden behandeld in het nabijgelegen (psychia-

trisch) ziekenhuis of revalidatiecentrum. De meeste

huizen staan op loopafstand van het ziekenhuis.

Het Ronald McDonald Huis in Tilburg is in 2003

geopend. Al sinds de opening ontzorgt en sponsort

HydroScope deze stichting door het geven van

advies en bemonstering van het drinkwater.

Het huis valt onder een middenrisicogroep zoals

omschreven in het waterleidingbesluit IIIC. Door elk

half jaar de door VROM verplichte monstername te

sponsoren, waakt HydroScope over de veiligheid

van zowel het personeel als de bewoners.

Op de foto ziet u Rob van Weesenbeek samen met

Franca Adriaans-Schilders. Zij runt deze locatie

samen met 80 vrijwilligers en sponsors.

Franca: Onze samenwerking staat als een huis!

H y d r o V i s i e - 1 1

Het belang van een goede bluswatercontrole

Sponsoring Ronald McDonald Huis te Tilburg

Een goed functionerende bluswaterinstallatie is erg belangrijk. Een goede aanleg, continue bewaking en periodieke controle zijn niet alleen veilig, maar zelfs wettelijk verplicht.

Eisen aan bluswater

Er worden op verschillende manieren eisen gesteld aan bluswater

op uw terrein. Over het algemeen is de openbare bluswatervoor-

ziening afdoende. Wanneer dit niet het geval is, worden in de

bouwvergunning, gebruiksvergunning of de verzekeringspolisvoor-

waarden aanvullende eisen gesteld. Iedere gemeente heeft de

vrijheid haar eigen richtlijnen te hanteren, maar vaak wordt

gebruikgemaakt van de Handleiding Bluswatervoorziening en

bereikbaarheid’ van het NVBR. Binnen een straal van 80 meter

moet er voldoende bluswater beschikbaar zijn. Binnen 2 minuten

moet de brandweer over voldoende capaciteit kunnen beschikken.

De meest gestelde capaciteitseisen zijn 30, 60, 90 en 120 m³/uur

bij een restdruk van 61 kPa . Er kan op verschillende manieren in

capaciteit worden voorzien, door bijvoorbeeld een hydrantennet,

geboorde putten, een bluswaterriool of oppervlaktewater.

Capaciteitsmeting

In de gebruiksvergunning of verzekeringspolisvoorwaarden staat

voorgeschreven dat u periodiek de capaciteit van uw bluswater-

systeem moet meten. Over het algemeen wordt dit vertaald naar

een jaarlijkse inspectie. Ook de Arbowet schrijft voor dat u uw

systemen jaarlijks op een goede werking moet controleren

(artikel 7.4a) en onderhouden (artikel 7.5). HydroScope beschikt

over speciaal ontwikkelde meetapparatuur om snel en effectief

te kunnen werken. Er zijn drie manieren om de bluswatercapaciteit

te bepalen. Deze ziet u in het kader.

Empirische meting: Dit is de meest simpele methode. De capaciteit wordt gemeten door de brandkraan volledig open te draaien en te meten hoeveel water eruit stroomt. Bij deze methode is er kans op bruin water en er kan dus overlast ontstaan. De meting is een momentopname. Wanneer in de nabije omgeving op dat moment veel water wordt verbruikt, kan de capaciteit lager uitvallen.

Deelstroommeting met extrapolatie: Deze unieke methode wordt door HydroScope toegepast. De brandkraan wordt langzaam, maar niet volledig opengedraaid. Stapsgewijs wordt de capaciteit gemeten. Aan de hand van de gemeten waarden wordt de maximale capaciteit berekend. Dit voorkomt bruintrekken. De interpretatie van de gegevens vergt kennis en vakmanschap.

Digitale modelberekening: Deze methodiek gebruikt HydroScope ter verificatie van de meting. Op basis van de gegevens van het locale waterleiding-bedrijf wordt bepaald wat de brandkraan, in de meest ongunstige situatie, maximaal kan aanleveren.

Wist u dat …HydroScope ook een zusteronderneming heeft, genaamd Hydreco? Hydreco ontwerpt, realiseert en exploiteert koude-en-warmteopslag- systemen, oftewel kwo-systemen.

Wat is een kwo-systeem en hoe werkt het?

Door middel van een leidingstelsel worden een koude en een warme bron met elkaar verbonden.

Hierdoor wordt grondwater van de ene bron naar de andere gepompt. De warmtewisselaar halverwege

het leidingstelsel haalt energie uit het langsstromende grondwater, waarna deze energie in de vorm van

warmte of koude wordt afgegeven aan het gebouwcircuit. In de winter moet het systeem warmte afgeven

om het gebouw te verwarmen. Daarvoor wordt de opgeslagen warmte van de zomer uit de warme bron

gebruikt. Andersom is in de zomer om te koelen de opgeslagen winterkoude uit de koude bron nodig.

Met de pomprichting bepaal je of de warme of de koude bron gebruikt wordt. De bodem is als het ware

een soort thermosfles.

Inmiddels heeft Hydreco al zo’n 25 kwo-projecten in haar portfolio bij kantoren, onderwijsinstellingen,

zorginstellingen, publieke gebouwen, woningbouw en recreatie en cultuur.

Nieuwsbrief

Hydreco heeft een nieuwsbrief voor haar relaties. Deze ontvangen zij digitaal. Interesse?

Bezoek www.hydreco.nl en meld u aan voor de nieuwsbrief.

Foto: Thijs Aarts van HydroScope en Bas uijt de Haag - Verpleeghuis Lucia, onderdeel van Oranjehaeve de IJpelaar-Aeneas

Page 12: HydroVisie Nummer 5 / Jaargang 3 / Najaar 2010

8 - H y d r o V i s i e

ColofonHydroVisie verschijnt 2x per jaar

Wilt u reageren? U kunt uw reactie sturen naar:HydroScope, Postbus 3238, 4800 DE Breda Of mail naar [email protected]

Redactie: Joyce Michielsen, Sylvia Kradolfer,Henk Peelen, Arie Graus, Kevin Kanters

Nummer: nummer 5, najaar 2010Oplage: 2500 stuks

Fotografie: Arie Graus/Wim Roefs FotografieOntwerp: Scheepens reclame adviseursDrukwerk: Printadvise

HydroSCopeHydroScope is Nederlands grootste adviesbureau op het gebied van waterkwaliteit en -veiligheid binnen gebouwen. Ons adviespakket is uitgegroeid van legionellapreventie tot breed advies over drink-, proces- en bluswater. We geven persoonlijk, onafhankelijk en resultaatgericht advies dat zich vertaalt in hoge klanttevredenheid en loyaliteit.

HydroSCope BvMinervum 7181, 4817 ZN BredaPostbus 3238, 4800 DE BredaTelefoon: +31 (0)76 572 77 87Fax: +31 (0)76 572 77 77Internet: www.hydroscope.nle-mail: [email protected]

nieuwsfeiten

• HydroVisie op www.hydrovisie.nl Hier kunt u alle edities doorbladeren, downloaden als pdf en/of de voor u interessante artikelen nog eens nalezen.

• Meer meldingen legionella dan normaal In augustus zijn verspreid over het hele land 122 gevallen gemeld van legionella.

• Per 1 juli besmettingen digitaal melden bij VROM Het meldingsformulier voor positieve watermonsters van de VROM-Inspectie wordt vervangen door een digitaal formulier.

• Top 5 verbeterpunten UNETO-VNI, KIWA, VROM-Inspectie, de drinkwaterbedrijven en enkele installateurs hebben een top 5 gemaakt van verbeterpunten in drinkwaterinstallaties.

• Legionellapreventie in koeltorens Recentelijk is een aantal zaken gewijzigd met betrekking tot legionellapreventie in koeltorens.

• Lik-op-stukbeleid In oktober 2009 heeft VROM aangekondigd hogere boetes te gaan uitdelen.

Bezoek onze website voor de volledige artikelen: www.hydroscope.nl.