HUGENOTEN - NGV...FRANKRIJK ± 1550 Het noorden van wat nu Frankrijk is, behoort in de XVIe eeuw tot...
Transcript of HUGENOTEN - NGV...FRANKRIJK ± 1550 Het noorden van wat nu Frankrijk is, behoort in de XVIe eeuw tot...
HUGENOTEN
“FRANSE PROTESTANTEN”
Tu as esté, Seigneur, nostre retraicte et seur recours de lignée en lignée.
NEDERLANDSE HUGENOTEN STICHTING ZACHARIAS JANSESTRAAT 13
1097 CH AMSTERDAM tel.: 020-
6944753 e-mail: [email protected]
FRANKRIJK ± 1550
Het noorden van wat nu Frankrijk is, behoort in de XVIe eeuw tot de Nederlanden: Atrecht / Arras
is de zuidelijkste Nederlandse stad.
Grote delen van het huidige oost-Frankrijk, b.v. Elzas-Lotharingen en de FrancheComté, behoren tot het Duitse Rijk.
Bij de Pyreneeën ligt het soevereine staatje Béarn, dat toebehoort aan het huis Albret. De Albret’s
zijn koningen van Navarre. Zij hebben echter alleen nog zeggenschap over de Franse provincie van Navarre, de Spaanse provinciën zijn geconfisqueerd door Spanje.
REFORMATIE / HERVORMING van de Rooms-katholieke kerk
Eerdere pogingen tot kerkhervorming zijn b.v.:
Pierre Valdo (1170).
Zijn volgelingen: Waldenzen of ‘de Armen van Lyon’.
John Wiclif (1324-1384) Engelse Bijbelvertaling.
Johannes Huss (1369-1415), uit Bohemen. Hij werd verbrand door het Concilie van Constanz.
Maarten Luther komt pas honderd jaar later (1517).
RENAISSANCE
In de Renaissance (XVe en XVIe eeuw) neemt de belangstelling voor de klassieke schrijvers en
voor Latijn, Grieks en Hebreeuws toe, en gaat men zich toeleggen op Bijbelvertalingen.
BOEKDRUKKUNST
Door de uitvinding van de boekdrukkunst, in de tweede helft van de XVe eeuw, kunnen ‘nieuwe
ideeën’ zich gemakkelijker verbreid worden.
FRANSE BIJBEL
In Frankrijk wordt al rond 1510 in de abdij van St Germain-des-Prés gewerkt aan
Bijbelcommentaren en aan een Bijbelvertaling door Jacques Lefèvre d’Etaples.
FRANSE REFORMATIE ‘MOUVEMENT DE MEAUX’ - ‘BEWEGING VAN MEAUX’
Guillaume Briçonnet, bisschop van Meaux, brengt in zijn bisdom een kerkhervorming op
gang. Briçonnet wordt daarbij gesteund door Lefèvre d’Etaples
Marguerite d’Angoulême, zuster van koning François I, heeft grote
belangstelling voor en steunt de ‘Mouvement de Meaux’.
LEZEN EN SCHRIJVEN Dankzij de Bijbelvertaling in de landstaal en de boekdrukkunst was verspreiding van de nieuwe
ideeën van de Hervorming op grote schaal mogelijk.
Echter, in de XVIe eeuw is de kunst van het lezen (en schrijven) nog voorbehouden aan klerken en
(een deel) van de adel. Vandaar dat de Psalmen een centrale plaats innemen bij de Reformatie.
DE PSALMEN Het zijn vooral Psalmteksten op rijm gezet door Clément Marot en Théodore de Bèze en van
muziek voorzien door o.a. Claude Goudimel en Louis Bourgeois, die de Hervorming hebben
uitgedragen.
Clément Marot
GODSDIENST-OEFENINGEN
Onder die zich als eersten interesseren voor de ‘nieuwe ideeën’ zijn veel priesters en monniken.
De eerste ‘protestante’ preken worden dan ook gehouden in kerkgebouwen, maar als dat niet kan,
in het geheim in particuliere huizen of buiten de stad in het open veld (hagepreken). Voor de adel
en vooral voor de hoge adel ligt dat gemakkelijker: althans in de XVIe eeuw kunnen de edelen laten
preken wie ze willen.
VERVOLGING
TERECHTSTELLING VAN ANNE DU BOURG, IN 1559 OP DE PLACE DE GRÈVE TE PARIJS.
Door het optreden van Luther in Duitsland, worden de ‘Réformés’ in Frankrijk niet alleen
uitgemaakt voor ‘hérétiques’ ( = ketters), maar ook voor ‘lutheranen’. Zo wordt de ‘lutheraan’
Jean Vallière, een augustijner monnik, op 8 augustus 1523 te Parijs verbrand. Hij is de eerste
(bekende) ‘martelaar’ van de Reformatie in Frankrijk. Velen zullen nog volgen alleen of bij bosjes
tegelijk, zoals de 14 van Meaux, in 1546. Ook wie het openlijk opnam voor de ‘Réformés’ kon
worden terecht gesteld, zoals raadsheer Anne du Bourg.
CALVIJN
Jean Cauvin is afkomstig uit Noyon. Tijdens zijn studie in Orleans en Bourges
komt hij in aanraking met de ‘nieuwe ideeen’. In 1533 is hij mede
verantwoordelijk voor de jaarrede van de Sorbonne en dat loopt op een rel uit.
Calvijn moet de benen nemen en vlucht naar het hof van Marguerite
d’Angouleme, koningin van Navarre.
Marguerite d’Angoulême is de zuster van de koning van Frankrijk François Ier. Zij is inmiddels getrouwd met Henri d’Albret, de koning van Navarre.
Een paar jaar later is hij in Bazel (1536 Christianae Religionis Institutio), Straatsburg en Genève.
Calvijn is de grondlegger van de kerkorde van de ‘Eglise Réformée’.
De Franse protestanten beginnen zich tot kerkgemeenten te organiseren. De oudste protestantse kerk
is die van Meaux (1546). De eerste Nationale Synode vindt plaats te Parijs, in 1559.
De benaming ‘protestanten’ dateert van 1546, als benaming voor aanhangers van de Reformatie.
Het werkwoord ‘pro tester’ betekent in de XVIe eeuw : zich ergens plechtig publiekelijk
verklaren. (In die zin wordt het b.v. door Calvijn gebruikt.) Pas een eeuw later, in 1650, wordt
het voor het eerst gebruikt als ‘protester contre’, protesteren tegen.
De invloedrijkste protestantse adellijke families zijn de Coligny’s en
de prinsen van Condé, een tak van de Bourbons.
Odet de Coligny
Gaspard de Coligny
François de Coligny
Gaspard is de vader van Louise de Coligny,
(de 4e echtgenote van Willem de Zwijger en moeder van stadhouder Frederik
Hendrik)
Louis de Bourbon, prince de Condé
De invloedrijkste rooms-katholieke familie is die van de hertog de Guise.
Nadat koning Hendrik II door een ongeval om het leven is gekomen, volgt zijn 16 jarige zoon
François II hem op.
François II is getrouwd met Maria Stuart, een nichtje van de Guise’s.
De Guise’s oefenen grote invloed uit op de jonge François II via zijn vrouw en de protestantse adel
dreigt nu zijn invloed te verliezen.
Zo komen protestantse edelen niet meer in aanmerking voor belangrijke regeringsfuncties.
HUGENOTEN
De oorsprong van de naam Hugenoten is onzeker. De naam Hugenoten duikt voor het eerst op in het
jaar van de ‘Conjuration d’Amboise’.
Om François II aan de invloed van de Guises te onttrekken, beraamt een groep protestantse edelen
in maart 1560 de "Samenzwering van Amboise". De samenzwering mislukt en de “conjurés”, de
"samenzweerders" betalen met hun leven.
In december van datzelfde jaar doet de kanselier van Frankrijk, Michel de l'Hópital, in een poging
de gemoederen te sussen, een oproep aan alle partijen om de scheldnamen: Lutheranen, Hugenoten
en Papisten niet meer te gebruiken.
Aannemelijk lijkt dat een verbastering is van Eidgenossen dat gebruikt werd voor de
samenzweerders van de hervormingsgezinde Zwitserse cantons. Deze verklaring dateert al van
1563.
DE MOORDPARTIJ TE WASSY,
HET BEGIN VAN DE GODSDIENSTOORLOGEN
In maart 1562 zorgt de hertog De Guise voor een provocatie. Als hij op weg naar Parijs passeert hij
het plaatsje Wassy, in Champagne, waar op dat moment protestanten daar een kerkdienst houden in
een schuur (la Grange de Wassy), en hij stuurt zijn soldaten er op af: 60 doden en meer dan honderd
gewonden.
Een reactie van protestantse kant volgt al spoedig onder leiding van de Prins van Condé. Op 8 april
1562 begint de eerste godsdienstoorlog. Van 1562 tot 1598 zijn er acht godsdienstoorlogen, telkens
afgesloten met een vredes-edict. Bevoordeling of benadeling van één van beide partijen is reden om
soms al dadelijk weer de strijd te hervatten. De laatste godsdienstoorlog eindigt in 1598, als Henri
IV heer en meester is in heel Frankrijk, hetzelfde jaar als de uitvaardiging van het Edict van Nantes.
EEN GEMENGD HUWELIJK
De Godsdienstoorlogen bezorgen Frankrijk grote schade en het Franse hof doet dan ook pogingen de
rust te herstellen. Na de dood van François II (1559-1560), is Catharina de Medici regentes over de
10 jarige koning Charles IX. Zij probeert door nu eens de ene dan weer de andere partij te begunstigen
en ze tegen elkaar uit te spelen, zelf de touwtjes in handen te houden.
In 1572 moet een verzoening tussen beide partijen plaats vinden, die bezegeld zal worden door het
huwelijk van de Hugenoot Henri de Bourbon, prins van Navarre en de rooms-katholieke prinses
Marguerite de Valois, een zuster van Charles IX.
Onderhandelingen worden hiervoor gevoerd door de beide moeders, Catharina de Medici, koningin
regentes, en Jeanne d’Albret, koningin van Navarre.
Catharina de Medici Jeanne d’Albret
Zowel van rooms-katholieke kant als van de kant van de Hugenoten zijn er bezwaren tegen dit
gemengde huwelijk, met name van rooms-katholieke zijde onder aanvoering van de familie De Guise,
die voorzien dat de Hugenoten hierdoor te veel macht krijgen. Mogelijk is ook Catharina de Medici
deze mening toegedaan of is inmiddels van gedachte veranderd. Tijdens de voorbereidingen voor het
huwelijk sterft Jeanne d’Albret (9 juni). Henri de Bourbon is nu koning van Navarre.
OORLOG TEGEN SPANJE
De jonge Charles IX is in die tijd geïnteresseerd in een plan van Coligny voor een veldtocht tegen
Spanje in de Nederlanden: militaire glorie en gebiedsuitbreiding.
Gaspard de Coligny, Charles IX,
amiral de France. roi de France.
Het plan van Coligny was, door een gezamenlijke oorlog van katholieke en Hugenotenlegers tegen
Spanje, een eind te maken aan de godsdienstoorlogen in Frankrijk. Bovendien zou hierdoor steun
gegeven worden aan de vrijheidsstrijd in de Nederlanden.
De partij van Guise’s vreest dat door een sterke protestantse staat der Nederlanden aan de noordgrens
de Hugenoten in Frankrijk machtiger zullen worden.
Spanje vreest de Nederlanden te verliezen en Philips II steunt de Guise’s met geld van zijn
zilvervloten.
DE BLOED BRUILOFT
Op 18 augustus wordt te Parijs op het plein vóór de Notre Dame het (gemengde) huwelijk gesloten
tussen de koning van Navarre en Marguerite de Valois te Paris. De gehele Franse adel, rooms-
katholieken en Hugenoten, is hiervoor naar Parijs gekomen.
Henri de Bourbon, Roi de Navarre;
Marguerite de Valois.
BARTHOLOMEUSNACHT
24 augustus 1572
Tijdens de festiviteiten wordt er door de Guise’s een aanslag gepleegd op Coligny, die daarbij
(slechts) ernstig gewond raakt (22 augustus). Het hof plengt krokodillentranen maar in de
nacht van 24 augustus, de Bartholomeus
nacht, worden in Parijs alle Hugenoten
afgeslacht, om te beginnen Coligny. Elders
in Frankrijk wordt dit voorbeeld gevolgd.
Moord op Coligny in de
Bartholomeusnacht, augustus 1572
Zo wordt de Hugenotenpartij in één klap van de meeste van zijn leiders beroofd. Henri de Navarre
wordt niet gedood, maar gedwongen rooms-katholiek te worden en is voortaan gevangene van het
Franse hof.
DE ROOMSE LIGA
Charles IX, sterft in 1574, en wordt opgevolgd door zijn broer Henri III.
Henri III krijgt enerzijds te maken met Liga, de partij van de Guise’s, die door Spanje wordt
gesteund. De Guise’s zouden Henri III het liefst van de troon stoten om deze zelf te bezetten.
Anderzijds is er de partij van de Hugenoten, onder leiding van Henri de Navarre. Deze is erin geslaagd
het Franse Hof te ontsnappen en is weer protestant geworden.
Henri III heeft de Hugenoten nodig in zijn strijd tegen de Liga, maar kan hen niet teveel
bevoordelen, omdat hij anders de rooms-katholieken tegen zich krijgt.
In 1588 laat Henri III, uit lijfsbehoud, de Guise’s ombrengen. Nog geen jaar later wordt hij door een
Liga-aanhanger vermoord.
HUGENOOT ALS TROONOPVOLGER
Volgens de in Frankrijk geldende regels gaat de troon dan naar de naaste mannelijke verwant en dat
is Henri de Bourbon, koning van Navarre. Henri IV heeft alleen steun van de Hugenoten en van de
gematigde rooms-katholieken. Een groot deel van het land is in handen van de (door Spanje gesteund)
en met behulp van de Hugenotenlegers moet Henri IV zijn koninkrijk stad voor stad veroveren.
In Parijs is de Liga zeer actief en door de grootte van de stad en gebrek aan middelen is een beleg
geen haalbare kaart. In het nauw gebracht door geld en middelen besluit Henri IV dat Parijs wel
een mis waard is: ‘Paris vaut bien une messe’.
Belangrijk is daarbij, dat Henri IV nu volgens de roomse rite kan worden gekroond, zodat het
argument dat hij niet volgens de regels gekroond is, zijn gematigde tegenstanders wordt ontnomen.
Maar omdat de kroningsstad Reims nog in handen is van de Liga, heeft dit plaats te Chartres.
HET EDICT VAN NANTES
Wanneer in 1598 de laatste stad die door Liga-aanhangers bezet wordt gehouden (Nantes) zich heeft
overgegeven, kondigt Henri IV direct daarop een ‘eeuwig en onherroepelijk’ edict af, om rust en
vrede tussen rooms-katholieken en Hugenoten in zijn koninkrijk te herstellen en te laten voortduren.
Zoals gebruikelijk wordt dit edict vernoemd naar de stad van ondertekening: Nantes. Bij het
opstellen van het edict is uitgegaan van alle voorgaande edicten die telkens weer na iedere
godsdienstoorlog werden afgekondigd. (Ook die waren ‘eeuwig en onherroepelijk’)
ONDER HET EDICT VAN NANTES
Het Edict van Nantes erkent dat er in Frankrijk behalve rooms-katholieken ook protestanten
(mogen) zijn. Dit is in die tijd uitzonderlijk in Europa, waar onderdanen geacht worden dezelfde
godsdienst te belijden als de vorst.
Ter vergelijking: ook in de Verenigde Zeven Provinciën (Nederland) is er in 17e eeuw officieel slechts één godsdienst: Gereformeerd (=Hervormd) en alle andere richtingen houden hun godsdienstoefeningen in schuilkerken.
Het Edict van Nantes geeft aan ‘ceux de la R.P.R. (= Religion Prétendue Réformée, de Zogenaamd
Gereformeerde Godsdienst) niet dezelfde rechten als aan de Rooms-katholieken.
Zo mogen er niet in alle steden protestantse kerken zijn:
- in twee steden per rechtsdistrict, maar niet binnen een afstand van vijf mijl van steden waar een
bisschop of aartsbisschop zetelt (1 franse mijl = 4,45 km);
- en alleen in die steden waar dat al het geval is in augustus 1596.
LE TEMPLE TE CHARENTON, vlakbij Parijs.
Daardoor moeten b.v. de protestanten van Parijs b.v. moeten kilometers ver buiten de stad, naar
Charenton, voor hun kerkdiensten. Overigens wordt overal de katholieke eredienst hersteld, ook in
gebieden waar geen of bijna geen Rooms-katholieken zijn.
Wel hebben de Hugenoten voorlopig enkele , steden waar ze het voor het zeggen hebben en over
een eigen garnizoen beschikken. Dit betreft overigens steden die ze al in handen hadden en die
onderdeel vormden van de onderhandelingen.
Er zijn ook enkele protestantse hogescholen, b.v de Academie van Saumur, die in heel Europa
bekendheid geniet.
TROONOPVOLGING
Omdat Henri IV uit zijn huwelijk met Marguerite de Valois geen
kinderen heeft, dus ook geen zoon als troonopvolger, krijgt hij na veel
onderhandelingen gedaan dat dit huwelijk door Rome wordt
ontbonden.
Hij hertrouwt in 1600 met Maria de Medici, die voor de gewenste
troonopvolger zorgt.
In 1610 staat Henri IV op het punt een oorlog tegen Spanje te beginnen en in verband met een
eventueel regentschap, wordt Maria de Medici tot koningin van Frankrijk gekroond.
Een dag later wordt Henri IV te Parijs vermoord (14 mei 1610).
AFBRAAK VAN HET EDICT VAN NANTES
Onder Lodewijk XIII en later onder Lodewijk XIV worden de rechten van de hugenoten verder
beperkt. Protestantse adel wordt niet meer benoemd in regeringsfuncties. Daarmee is de politieke rol
van de Hugenoten in Frankrijk uitgespeeld.
De ‘places de sûreté’ worden één voor één door het koninklijke leger ingenomen: als laatste valt La
Rochelle.
Protestanten mogen (althans voorlopig nog) protestant blijven, protestant wórden is strafbaar!
Heeft een kind ‘duidelijk belangstelling voor de katholieke godsdienst‘ (b.v. als het een roomse
kerk in loopt, of naar een heiligenbeeld kijkt), dan wordt het afgenomen van de protestantse ouders
en rooms opgevoed.
Hugenoten hebben niet het recht om overdag hun doden te begraven, dat wordt immers niet
uitdrukkelijk toegestaan door het Edict!
Onder Lodewijk XIV verhevigt de vervolging:
- Hugenoten mogen de beroepen van arts, vroedvrouw, schoolmeester etc. niet meer uitoefenen.
- ‘Dragonnades’, eerst in de Poitou en na gebleken succes elders in Frankrijk: dragonders
worden ingekwartierd bij verstokte Hugenoten en krijgen ‘carte blanche’ tot de familie is
‘bekeerd’.
- Kerken moeten kunnen aantonen dat het kerkgebouw dateert van vóór het Edict, zo niet dan
worden ze afgebroken.
- Als een rooms-katholiek een kerkdienst bijwoont wordt de kerk afgebroken.
- Dit afbreken moeten de Hugenoten zelf doen, anders gebeurt het op hún kosten.
DÉMOLITION DU TEMPLE DE CHARENTON, 1685.
HERROEPING VAN HET EDICT
In 1685besluit Lodewijk XIV dat er geen, of praktisch geen, protestanten meer in Frankrijk zijn
en dat dus het Edict van Nantes opgeheven kan worden. Alle predikanten moeten of binnen
veertien dagen het land verlaten of hun geloof verzaken. Van de 600 predikanten die Frankrijk
verlaten komen er 363 naar Nederland. ‘Gewone protestanten’ mogen het land niet verlaten op
straffe van gevangenzetting of erger, maar dienen zich tot de kerk van Rome te ‘bekeren’.
Vele duizenden Hugenoten ontvluchten Frankrijk, naar Engeland, Zwitserland, Duitsland en vooral
naar de Republiek der Nederlanden. Voor Nederland lopen de schattingen uiteen van 60000 tot
80000 réfugié’s.
REFUGE
Veel Hugenoten vluchten of proberen te vluchten. Zij dienen daartoe zeelui om te kopen om hen
naar een Engels of Nederlands schip te brengen, of gidsen om hen de grens met Zwitserland of
Nederland over te brengen. Er wordt langs de grens gepatrouilleerd en voor de kust varen douane
schepen. Op het aanbrengen van vluchtelingen staat een premie!
Sommigen lukt het pas na meerdere pogingen de grens over te komen.
10 000
QUELQUES CENTAINES
QUELQUES CENTAINES
N.C. NOUVEAUX CONVERTIS
‘Nieuw-Bekeerden’
Het aantal Hugenoten aan het eind van de XVIIe eeuw wordt ruwweg geschat op 1 200 000, en
daarvan vluchten zo’n 200 000 het land uit. De achtergebleven Hugenoten die niet kunnen of willen
vluchten, of die hopen op betere tijden, hebben hun geloof moeten afzweren. Maar ze worden in de
gaten gehouden, met name of ze wel regelmatig naar de mis gaan. Hun kinderen moeten een roomse
opvoeding krijgen, bij twijfel worden ze afgenomen en in een klooster geplaatst, uiteraard op kosten
van de ouders. Bijbellezen is uit den boze! Bijbels en Psalmboeken worden op allerlei ingenieuze
manieren in huis verstopt want af en toe zijn er invallen. Zijn die invallen op vrijdag of in de vasten,
dan wordt ook gecontroleerd op vlees in de pan!
KERKDIENSTEN IN DE DÉSERT
Toch worden in het geheim steeds meer huisdiensten gehouden, en op grotere schaal, de diensten in
de ‘désert’ (woestijn), op afgelegen plaatsen, waar honderden, soms duizenden mensen bijeen
kunnen komen voor een kerkdienst in de open lucht.
Voor die diensten worden preekstoel, avondmaalsbekers etc. als onderdelen van een
bouwpakket door verschillende mensen meegenomen om pas ter plekke te worden gemonteerd.
Vaak worden die bijeenkomsten verraden en overvallen door de dragonders.
Vrouwen die gegrepen worden, gaan de gevangenis in. Marie Durand zat 38 jaar gevangen in de
Tour de Constance.
Mannen gaan doorgaans naar de galeien om als galeislaaf aan een bank geketend de rest van hun
leven te roeien.
De kerkdiensten worden geleid door predikers of door predikanten die uit de refuge-landen komen,
meestal uit Genève of Lausanne. In die openluchtdiensten wordt gedoopt en getrouwd. De in de
‘désert’ gesloten huwelijken worden niet door de staat erkend, de kinderen zijn onwettige
bastaarden en dat geeft problemen met erfrecht.
LIJDZAAM OF GEWAPEND VERZET
Over het algemeen lijken de in Frankrijk gebleven Hugenoten zich in hun lot te schikken en betuigen
hun trouw aan de Franse koning. Maar er is wel verzet, er worden clandestiene godsdienstoefeningen
gehouden: ‘Men dient veeleer God te gehoorzamen dan de mens’.
Over het algemeen is het verzet lijdzaam: predikers als Claude Brousson roepen op kerkdiensten te blijven houden, maar er ongewapend naar toe te gaan. Anderen denken daar
anders over. Tot een echt gewapend verzet komt het alleen in de Cevennen.
OPSTAND VAN DE CAMISARDS: 1702-1710
Begin 18e eeuw kennen de jongere Hugenoten predikanten slechts van horen zeggen.
Maar uit hun gelederen staan predikers op die zonder speciale opleiding Gods woord
verkondigen. In de Cevennen staan ‘geïnspireerden’ op die beginnen te profetiseren.
Zo is de situatie in juli 1702 als op de jaarmarkt in Barre-des-Cevennes het gerucht de ronde doet dat
zes jongelui die onderweg waren naar Geneve in Pont-de-Montvert zijn gevangen genomen door de
abbé du Chaila. Dan besluiten vier ‘geïnspireerden’, Abraham Mazel, Salomon Couderc, Pierre
Séguier en Jean Rambon, met ± vijftig anderen tot actie over te gaan.
Elk van hen heeft wel een broer, zuster, familielid, vriend of buurman die om zijn geloof is gemarteld,
terechtgesteld, naar de galeien is gevoerd of gevangen zit in de Tour de Constance. Onder het zingen
van Psalm LI gaan ze naar Pont-de-Montvert. Bij het hoofdkwartier van de ‘abbé du Chaila’, vragen
zij ‘van Gods wege de vrijlating van de gevangenen’. Bij weigering forceren zij de deur en wanneer
er vanuit het huis wordt geschoten, wordt het huis in brand gestoken, de gevangenen worden bevrijd
en de abbé du Chaila die door een raam probeert te ontkomen wordt dood geschoten. De Cevennen-
oorlog, de opstand van de Camisards, is begonnen. Later zal Abraham Mazel verklaren: ‘Ik weet
niet of we die naam Camisards te danken hebben aan ‘camisade’ (nachtelijke aanval), of omdat we
in hemd of kamizool ten strijde trokken. Deze eerste Camisards beseffen dat represailles niet lang uit
zullen blijven en ‘dat dat zij hun zaak er niet veel erger op maken’ door de regio van nog een stel
andere hugenoten-vervolgers te bevrijden. Van alle kanten sluiten zich mensen bij hen aan.
‘Niet meer naar de mis te hoeven, geen vervolgingen meer, in vrijheid God te kunnen dienen
zoals Hij het ons gebied, dat waren de voornaamste redenen waarom wij de wapens hebben
opgenomen’. Nieuwe leiders dienen zich aan: Pierre Laporte, bijgenaamd ‘Rolland’, en Jean
Cavalier, een bakkersknecht uit Anduze.
GUERILLA IN BERGGEBIED.
De Camisards vermijden geregelde veldslagen, kennen sluipwegen, leggen nu eens hinderlagen, om
dan weer ‘als spreeuwen’ in het niet te verdwijnen. Zij worden gesteund door de bevolking in een
gebied met meer dan 800 grotten om zichzelf, voorraden van wapens en levensmiddelen en ook om
hun gewonden te verbergen. Twee jaar lang hebben de Camisards de overhand op de koninklijke
troepen. Engeland en Nederland beloven hulptroepen, maar het blijft bij beloven.
Pas met de komst van de nieuwe commandant van de
Languedoc, Villars, keren de kansen. Na een
nederlaag laat Cavalier zich door hem paaien en
onderwerpt zich in ruil voor een toelage en benoeming
tot kolonel. De andere Camisards, zoals Rolland,
beschuldigen hem van verraad en zetten de strijd voort,
echter zonder succes. De dood van Abraham Mazel,
de laatste aanvoerder, die in 1710 na te zijn verraden
ter dood wordt gebracht, betekent het einde van de
Camisards.
TOLERANTIE
Aan het eind van de 18e eeuw breekt met de ‘Verlichting’ en de ‘rechten van de mens’ een betere
tijd aan voor de Hugenoten in Frankrijk. Er is sprake van een zekere verdraagzaamheid : Lodewijk
XVI vaardigt een Edict van Tolerantie uit. (17 nov 1787). Echte vrijheid van godsdienstoefening
komt voor de protestanten van Frankrijk pas onder Napoleon. De oudste protestante kerkgebouwen
dateren uit deze tijd. Alle ‘temples’ van voor 1685 zijn afgebroken op een enkele uitzondering na,
als een ‘temple’ al halverwege de 17e eeuw omgevormd was tot ‘schuur’ of rooms-katholieke kapel.
PROTESTANTE KERKEN IN DE XVIe EEUW PROTESTANTEN NA DE FRANSE REVOLUTIE
HUGENOTEN IN DE REFUGE-LANDEN
In de Refuge-landen waar de Franstalige hervormde kerken zijn (Zwitserland, Nederland en hier
en daar in Engeland en Duitsland) worden de Hugenoten-refugiés door deze kerken opgevangen
en sluiten zich erbij aan. Zo is de opvang in Nederland geregeld door de Waalse Kerken.
De Waalse Kerk van Amsterdam
Departement met meer dan 5000 protestanten
200 à 5000
minder dan 200
De Waalse Kerken danken hun bestaan aan de eerste refuge van Franstalige Nederlanders uit de
Waalse provinciën. De Hervormde Kerk van Nederland bestaat, vanaf haar begin, uit
Nederlandstaligen en Franstaligen.
N.B.: de Nederlandstaligen werden aangeduid als ‘Vlaams’ of ‘Nederduytsch’, de Franstaligen
als’Waals’.
Met de herroeping van het edict van Nantes in 1685 volgt echter de tweede Refuge, de
Refuge van de Hugenoten.
Waar geen Franstalige kerken zijn stichten de refugiés eigen kerken, b.v. de Hugenotten Kirche in
Berlijn.
INVLOED VAN DE HUGENOTEN
De refugiés zijn in principe afkomstig uit alle lagen van de bevolking, maar het protestantisme heeft
met name aanhang onder burgerij en ambachtslieden:
- theologen (waarvan 363 naar Nederland)
- hoogleraren aan de universiteit en hogescholen b.v. Jurieu, Bayle
- schoolmeesters, zoals Jean Migault, en doctoren
- drukkers / boekverkopers
- oprichters van de eerste kranten, b.v. de Gazette de Leyde (gebr. Lussac) en dus ook
journalisten
- textielarbeiders, wevers, kousenmakers, hoedenmakers, pruikenmakers etc.
- instrumentmakers, uurwerkmakers
- diverse industrieën: papier of Haarlemmer Olie (firma Tilly)
- edelsmeden
- architecten (Daniel Marot met o.a. inrichting paleis Het Loo)
- soldaten en officieren (in het leger van Willen III naar Engeland en Ierland)
.
Voor Hugenoten die al handeldrijven met Nederland, b.v. wijnhandelaren uit Bergerac, is het in
verhouding gemakkelijk uit te wijken naar vestigingen b.v. in Amsterdam. De overheid verleent de
refugié’s allerlei privileges en dat zal ongetwijfeld niet altijd even goed zijn gevallen bij de
autochtone bevolking. Helaas bevindt Nederland zich na de Gouden Eeuw, na alle oorlogen met
Engeland en Frankrijk in een economische recessie die in de XVIIIe eeuw zal aanhouden.
WAALSE KERKEN EN/OF HUGENOTENKERKEN
Aan het eind van de 16e eeuw ontvluchtten de Waalse en Vlaamse protestanten de Zuidelijke
Nederlanden (thans Noord-Frankrijk en Belgie).
Deze protestantse Walen en Vlamingen vluchtten naar het protestantse Engeland (Londen,
Cambridge), naar de protestantse vorstendommen in Duitsland (Hanau, Wesel) en vooral
naar de protestantse Noordelijke Nederlanden:
MIDDELBURG 1571 VLISSINGEN 1584-1823
’s-HERTOGENBOSCH 1571-1991 DELFT 1585
MAASTRICHT 1571 ’s-GRAVENHAGE 1585
ROTTERDAM 1572 ARNEMUIDEN 1587-1616
LEIDEN 1574 ZIERIKZEE 1587-1827
AMSTERDAM 1578 BREDA 1590
DORDRECHT 1580 HAARLEM 1590
UTRECHT 1583 KAMPEN 1596-1818
In de loop van de 17e eeuw neemt het aantal Waalse Kerken toe: veel Hugenoten nemen dienst in
de Staatse legers en de nieuwe Waalse kerken ontstaan met name in de garnizoenssteden
(Aardenburg, Nijmegen) en steden waar een hogeschool is (Groningen) of het hof van de Friesche
Stadhouders (Leeuwarden): AARDENBURG 1612-1793 NAARDEN 1652-1818
GROEDE 1618-1808 SAS VAN GENT 1654-1793
GRONINGEN 1619 DEN BRIEL 1655-1827
GOUDA 1624-1818 LEEUWARDEN 1659-1889
HEUSDEN 1633-1808 GOES 1661-1818
NIJMEGEN 1644-1991
Tegen 1685 komt de stroom vluchtelingen uit Frankrijk op gang en neemt het aantal Waalse kerken
sterk toe: VAALS 1682-1793 GORCUM 1686-1824
ARNHEM 1683 SCHIEDAM 1686-1827
ZWOLLE 1683 BOMMEL 1687-1705
BERG-OP-ZOOM 1686-1828 AMERSFOORT 1687-1710
BALK 1684-1721 ENKHUIZEN 1687-1721
HATTEM 1686-1693 BOLSWARD 1688-1716
SNEEK 1686-1693 MONTFORT 1688-1744
TIEL 1686-1705 VOORBURG 1688-1813
HARLINGEN 1686-1719 THOLEN 1688-1818
GRAVE 1686-1731 WEESP 1689-1698
FRANEKER 1686-1808 NOORDWIJK 1691-1692
HARDERWIJK 1686-1816 LEERDAM 1700-1710
OOSTBURG 1686-1817 DEVENTER 1703-1822
VEERE 1686-1818 VIANEN 1725-1818
ZUTPHEN 1686-1821
HET HUGENOTENKRUIS
Het hugenotenkruis is omstreeks 1688 door een zekere Maystre, goudsmid te Nîmes voor het eerst
als sieraad ontworpen.
Maystre ging bij zijn ontwerp uit van de versierselen van de orde van de Heilige Geest, een
koninklijke orde ingesteld door Hendrik III en, zoals alle koninklijke onderscheidingen, niet
weggelegd voor protestanten.
De Heilige Geest in de vorm van een duif, die bij de ordeversierselen zich op het kruis bevindt, daalt
bij het hugenotenkruis van het kruis af.
Henri IV met de versierselen van de Orde van de Heilige Geest
Vóór 1688 komt ook alleen de duif, zonder het kruis, voor als sieraad. Ook zijn er kruizen voor met
een zgn ‘trissou’, een traanvormig kruikje, dat terug te voeren zou zijn op de ampulla met de olie,
waarmee de koningen van Frankrijk bij hun kroning werden gezalfd.
Aanvankelijk was het hugenotenkruis voornamelijk in zwang in het zuiden van Frankrijk. In de 20e
eeuw won het aan populariteit en wordt nu ook buiten Frankrijk door protestanten in het algemeen
gedragen.
NEDERLANDSE HUGENOTEN STICHTING
In de meeste landen waarheen de Waalse en Hugenootse refugiés zijn gevlucht, bestaan, soms al meer
dan een eeuw lang, Hugenoten-verenigingen.
De Nederlandse Hugenoten Stichting bestaat sinds 1975 en heeft als doel
-het bevorderen van de studie van de geschiedenis van Waalse refugié’s en Hugenoten en
-het levend houden van de tradities door hen in Nederland gebracht,
dit in de mening dat een ieder die zich realiseert, dat zijn voorouders hun bezittingen land en familie
hebben achtergelaten om, zelfs met gevaar voor hun leven hun grootste goed veilig te stellen voor
hun nageslacht, zich wel zal bedenken
‘de vendre l'héritage que nous ont laissé nos parents’.
(het erfgoed ons door onze voorouders nagelaten te verkwanselen, La Fontaine)
Activiteiten van de Stichting:
-jaarlijks een tweetalig bulletin, Nederlands / Frans, met artikelen die betrekking hebben op de geschiedenis van de Walen en Hugenoten. -lezingen over de geschiedenis van Walen en Hugenoten, in het Nederlands of in het Frans, -jaarlijkse bijeenkomst in Nederland, in een stad met een interessante geschiedenis wat betreft Walen en
Hugenoten, -jaarlijkse reis naar een gebied in Frankrijk met een interessante geschiedenis wat betreft Hugenoten, dit
om de twee jaar in combinatie met deelname aan de Internationale Bijeenkomsten van
afstammelingen van Hugenoten, georganiseerd door het Comité Protestant des Amitiés
Françaises à l'Etranger, 47 Rue de Clichy, 75009 Parijs.
U kunt donateur worden van de Hugenoten Stichting door overmaking van een bijdrage (de
minimumbijdrage is 15 Euro per jaar),
IBAN: NL98 INGB 0004871730 BIC: INGBNL2A van de
Nederlandse Hugenoten Stichting,
Zacharias Jansestraat 13, 1097 CH Amsterdam, tel. : 020-6944753.