Frankrijk en de hugenoten

28
Frankrijk en de hugenoten Drie eeuwen onderdrukking en ver≥et pierre van enk boekencentrum

description

inkijk examplaar

Transcript of Frankrijk en de hugenoten

Page 1: Frankrijk en de hugenoten

Frankrijken de

hugenoten

pierrevan enk

Frankrijken de

hugenoten

Drie eeuwen onderdrukking en ver≥et

p i e r r e v a n e n k

De strijd tussen de hugenoten en hun katholieketegenstanders in Frankrijk was ingewikkelder vanaard dan vaak wordt beweerd. Pierre van Enk vertelthet complete verhaal van de tragische gebeurtenissendie het land in de zestiende, zeventiende en achttiendeeeuw hebben verscheurd.Acht godsdienstoorlogen zetten Frankrijk in vuur envlam. Na decennia van verwoesting en geweld brachthet edict van Nantes een korte adempauze, maaronder Lodewijk XIV volgde weer eenmeedogenlozevervolging. Inzet van al deze strijd die hugenotenmassaal naar het buitenland (en o.a. naar Nederland)deed vluchten, was de vrijheid van godsdienst engeweten.

Pierre Louis van Enk (1936) was van 1957 tot 1977 journalistbij Trouw en van 1978 tot 1999 ambtenaar in Brussel.Daarna heeft hij zich verdiept in de geschiedenis van hetFranse protestantisme. Sindsdien zijn van zijn hand over ditthema artikelen verschenen in dagbladen en tijdschriften. Hijpubliceerde eerderDe aftocht van de ARP (Kampen 1986)enDe opstand kwam van de bergen. De oorlog van deCevennen. Een episode in de strijd van de hugenoten(Soesterberg 2002).

www.uitgeverijboekencentrum.nl

9 789023 923459

ISBN 978 90 239 2345 9

NUR 685

boekencentrum

Frankrijk en de hugenoten:Frankrijk en de hugenoten hardcover 24-04-2009 11:52 Pagina 1

Page 2: Frankrijk en de hugenoten

p i e r r e v a n e n k

Frankrijken de

hugenotenDrie eeuwen onderdrukking en ver≥et

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 3

Page 3: Frankrijk en de hugenoten

www.uitgeverijboekencentrum.nl

Bij de afbeelding op pagina 1: Het hugenotenkruis is het beeldmerk van deFranse protestanten. Het achtkantige kruis sluit vier lelies in. Aan de on-derkant hangt een duif die de heilige Geest symboliseert.

Boekverzorging: Studio Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel

Omslagillustratie: taferelen tijdens de Bartholomeüsnacht; schilderij vanooggetuige François Dubois.

Illustraties:SHPF (Société de l’Histoire du Protestantisme Français), Parijs: pag. 146, 168, 175,181, 203, 214, 259, 312, 332, 352, 391, 426, 448, 456, 469, 487, 524, 553, 581Ned. Hugenotenstichting: omslagillustratie, pag. 35, 169, 230Eigen opnames/collectie: pag. 1, 18, 28, 141, 433, 451, 459, 470, 491, 505, 546, 570Collectie uitgever: pag. 80

ISBN 978 90 239 2345 9NUR 685

© 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagenin een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigewijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere ma-nier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

4

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 4

Page 4: Frankrijk en de hugenoten

Inhoud

9 Woord vooraf

11 Hoofdstuk 1. Een ellendig tijdsgewricht.Frankrijk in de dertiende en veertiende eeuw

11 Pest en oorlog19 Kerkelijk verval25 Het concordaat van Bologna

31 Hoofdstuk 2. Een poging tot restauratie 1517-154631 Het experiment van Meaux43 Donkere wolken51 Een plakkaat tegen de eucharistie

57 Hoofdstuk 3. De jacht op de Waldenzen 1532-154557 Een nijver volkje66 Groeiende onlust73 De afrekening

79 Hoofdstuk 4. De deugd, eerder dan het geluk.Jan Calvijn 1509-1564

79 Pastor92 Zedenmeester104 Profeet108 De overheid112 Psalmist117 Miguel Servet

121 Hoofdstuk 5. Groei en verdrukking 1547-1559121 Loeiende brandstapels132 Samenzweringen

5

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 5

Page 5: Frankrijk en de hugenoten

149 Hoofdstuk 6. De eerste godsdienstoorlogen 1560-1571149 Begeesterde massa’s154 Twee rivalen173 De tragedie van Wassy186 Groeiend wantrouwen

199 Hoofdstuk 7. De taal van het geweld199 De beeldenstorm215 De katholieke riposte

227 Hoofdstuk 8. De Bartholomeüsnacht 24 augustus 1572227 Een brandende herinnering228 Simultaanschaak238 Het katholieke Parijs248 Extreme maatregelen258 Volksgericht269 Het seizoen van St-Bartholomeüs272 Nineve

275 Hoofdstuk 9. Het einde van een dynastie 1572-1589275 Verenigde Provincies van het Zuiden286 Een nationale statuur299 De Liga307 Een protestants vorst?

317 Hoofdstuk 10. Het edict van Nantes 1590-1610317 Bekeerd330 Een koppig front342 Zuinige toegevingen347 Een tijd van voorspoed

351 Hoofdstuk 11. De val van een bastion 1610-1629351 Na de dood van Hendrik IV361 Oorlogen in het zuiden375 Richelieu385 Buckingham

6

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 6

Page 6: Frankrijk en de hugenoten

390 Het beleg van La Rochelle402 De instorting411 Ontwapend

420 Hoofdstuk 12. Hellevaart 1661-1715420 Dissonant431 De Zonnekoning440 Verstikking453 Een vergeefse demonstratie462 De missie der dragonders467 Onwillige bekeerlingen

477 Hoofdstuk 13. In de woestijn 1715-1760477 De profeten en het juk van Basville490 Op de vlucht503 De oorlog in de Cevennen520 De galeien

535 Hoofdstuk 14. Wederopstanding 1761-1801535 Ondergedoken552 Jean Calas559 De filosofen573 Legaal

586 Conclusies

Bijlagen589 De Institutie van Jan Calvijn – enige hoofdpunten595 Het concilie van Trente600 Musea en herdenkingsplaatsen604 Vereenvoudigde genealogie van Franse koningen

605 Noten607 Geraadpleegde literatuur613 Register van personen623 Register van plaatsnamen

7

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 7

Page 7: Frankrijk en de hugenoten

Woord vooraf

Pas na vele jaren van harde strijd heeft de Reformatie in Frankrijk er-kenning gekregen. Voorlopers van wat de godsdienst van Calvijn zouworden, begonnen zich in de jaren twintig van de zestiende eeuw te

manifesteren. Hun navolgers kregen pas een kleine drie eeuwen later, dank-zij de Franse Revolutie van 1789, officieel hun rechten en hun vrijheid. Detussenliggende eeuwen hadden zich gekenmerkt door oorlog, geweld en on-derdrukking. Het Ancien Régime bestreed de dissidentie onverzoenlijk enbloedig; de hugenoten betaalden menigmaal met gelijke munt terug. Eenoceaan van onrecht en leed heeft het land overspoeld.

Af en toe hebben de Nederlanden met deze troebelen rechtstreeks temaken gehad. In de zestiende eeuw hebben Gaspard de Coligny en zijn (pos-tume) schoonzoon Willem van Oranje een (overigens vergeefs gebleven) po-ging gedaan Frankrijk en de Nederlanden in een bondgenootschap tegen deSpanjaarden te verenigen. In de achttiende eeuw heeft ons land een groot enin menig opzicht voorbeeldig aandeel gehad in de opvang van hugenotendie voor de repressie van hun regeerders op de vlucht waren geslagen.

Van duurzame betekenis is de doctrine van Calvijn geweest die in onzestreken wortel heeft geschoten. De geloofsbelijdenis en de richtlijnen voor dekerkelijke organisatie, door de Geneefse hervormer geïnspireerd, zijn via dezestiende-eeuwse Franse protestanten en hun Waalse geloofsgenoten hiergeïmporteerd en vrijwel gekopieerd door de gereformeerde kerk van destijds.Omdat die kerk hier lange tijd de draagster van de dominante godsdienst isgeweest, mag de geestelijke nalatenschap van Calvijn worden gerekend tot deidentiteitsbepalende invloeden die de Nederlandse samenleving hebben ge-vormd en gestempeld. Zonder het koppige gevecht dat de hugenoten hebbengeleverd voor hun erkenning was dat niet gebeurd.

Des te vreemder is het dat die strijd er in de Nederlandse geschiedschrij-ving bekaaid vanaf komt. Over episoden zijn geschriften gepubliceerd: deBartholomeüsnacht bijvoorbeeld, de herroeping van het edict van Nantes ende vlucht van verdrukte hugenoten. Maar men zoekt vergeefs naar een ge-schrift dat het geheel van hun lotgevallen vertelt. De beeldvorming is bo-vendien aan de partijdige kant. In de episodes die hier min of meer bekend

9

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 9

Page 8: Frankrijk en de hugenoten

zijn geworden, figureren de hugenoten als slachtoffers wie groot onrecht isaangedaan. Andere periodes waarin zij zelf een aandeel in geweld en agres-sie hebben gehad, lijken onderbelicht te zijn gebleven.

Dit boek wil het geheel overzien van de tragische geschiedenis die katho-lieken en protestanten in Frankrijk hebben moeten doormaken om met el-kaar in het reine te komen. Het was mijn ambitie, de gebeurtenissen enachtergronden van deze drie eeuwen durende worsteling in haar samenhangte vertellen. Het materiaal hiervoor heb ik geput uit werk van voornamelijkFranse specialisten. Een overzicht van de geraadpleegde literatuur vindt menachterin. Eén bron verdient speciale vermelding: het driemaandelijkse Bul-letin van de Société de l’Histoire du Protestantisme Françaisdat nooit genoeg kanworden geprezen.

Een woord van grote dank komt toe aan Beppie de Vries, Koos van Noppenen Jan Kuijk die mij als meelezers hebben bijgestaan en behoed voor menigeuitglijer. De illustraties zijn voor een deel afkomstig uit de bestanden vande SHPF en voor een ander deel uit het onuitputtelijke archief van Hans duCorbier, voorzitter van de Nederlandse Hugenotenstichting. Ook hun zegik dank. Mijn echtgenote, Margaretha van den Berg, heeft menigmaal de af-zijdigheid geduld die ik heb moeten zoeken om dit werk te volbrengen. Haardraag ik het op.

P.L. van Enk

10

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 10

Page 9: Frankrijk en de hugenoten

hoofdstuk 1.Een ellendig tijdsgewricht.Frankrijk in de dertiendeen veertiende eeuw

Pest en oorlog

Het was alsof infernale krachten de taken hadden verdeeld om hetFranse koninkrijk te vernietigen. In 1338 barstte een oorlog los dieeen eeuw lang zou duren en het platteland zou verwoesten, en een

tiental jaren later kwam de pest de steden decimeren. In amper een jaar tijdzouden een miljoen mensen het leven laten – de helft van de Franse bevol-king. Er is misschien geen tijdsspanne geweest met zoveel onheil als dierampzalige veertiende en vijftiende eeuw.

De oorlogwas het gevolg van een conflictmet de Engelse koningEdward IIIdie aanspraak maakte op de Franse troon en in Noord-Frankrijk militaireoperaties begon waarop de houder van de betwiste titel, Philippe VI, geenantwoord had. Ongehinderd gingen de Engelse troepen zich rondom Laon enNoyon te buiten aan moordpartijen, plundering en brandstichting. Tegelij-kertijd kwam het in de zuidelijke provincie Guyenne, waar het Engelse hofvaak resideerde, tot botsingen. De rest van het land zat in de tang. De ge-welddadigheden breidden zich eerst uit tot Bretagne en Normandië endaarna tot het hele koninkrijk. Geen regio bleef gespaard. Soms werd in deloop van deze honderdjarige oorlog een wapenstilstand gesloten, maar voorde bewoners van het platteland maakte dit geen verschil. Bestand of niet, on-veranderlijk stroopten krijgslieden dorpen en boerderijen af om hun soldijbijeen te stelen. De bewoners hadden geen verweer; zij leefden als in een jun-gle, in totale onveiligheid zonder de minste bescherming van wie ook, meerdan een eeuw lang.

De zwarte dood sloeg toe op 1 november 1347 via de haven van Marseille.Binnen enkele weken stierf de helft van zijn bevolking. De epidemie breiddezich rap uit via de handelsroutes: over de zee naar Bordeaux en over de Rhônenaar het noorden. Aix-en-Provence, Avignon en Narbonne zagen honderden

11

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 11

Page 10: Frankrijk en de hugenoten

stadgenoten creperen. In de voorzomer van 1348 werd Parijs bereikt; van zijndriehonderdduizend bewoners lieten er tachtigduizend het leven.

De ontstelde mensen hadden er geen idee van waar deze verschrikkingvandaan kwam en hoe ze zich daartegen teweer konden stellen. Heeft de pestin Frankrijk erger huisgehouden dan in noordelijker landen? Het is waar datmen er aan elementaire hygiëne nog niet de minste aandacht besteedde.Noorderlingen op bezoek in Parijs deinsden terug voor de smoezeligheid vanFranse huishoudens. De mensen schoolden samen in een beperkte openbareruimte, temidden van een nooit ophoudende stank, zich een weg zoekendlangs donkere, ongeplaveide steegjes, modderpaden eigenlijk, waar ieder ach-teloos zijn vuil en excrementen stortte. Slagers brachten hun slachtvee om opstraat, voor hun negotie, en lieten daar bloed en ingewanden achter. Het kri-oelde er van de ratten die – maar dat zou pas later blijken – pestoverbren-gende vlooien verspreidden.

Pest en oorlog werden trouwe bondgenoten. De rondtrekkende bendes sol-daten en milities met hun aanhang van vagebonden en hoeren droegenvlooien rond. Besmette krijgslieden sleepten zich mee zolang ze konden omna enkele dagen uitgeput achter te blijven en te creperen. Ze werden aas voorde wolven die, nu de jagers aan het front vochten, in de bossen snel in aan-tal toenamen. Rondzwervend in grote troepen vraten ze wat ze te pakkenkonden krijgen.

Dit massale sterven leidde tot ontwrichting van de samenleving, ook inmorele zin. Omdat men dacht dat de pest via de adem werd overgebracht,probeerden de mensen uit alle macht uit elkaars buurt te blijven. Vriend-schappen, zelfs familieverbanden hielden op te bestaan. Ouderen en ziekenwaren de eersten die verkommerden. Het stadsleven als organisatie viel uitelkaar. Degenen die zich konden veroorloven op het veiliger geachte platte-land te gaan leven, verlieten de stad, hun huizen en wijken overlatend aandieven en paupers die, zelf te arm om de wijk te nemen, een comfortabeleplek zochten om te sterven.

Overal slingerden lijken rond. Nu in en bij de kerken de stank van slechtbegraven doden niet meer te harden was, werden massagraven geopend. Delijkbezorging leek op de ophaaldienst van vuilnis. Huisgenoten legden hungestorven en soms zelfs nog stervende verwanten buiten, erop rekenend datze door een openbare dienst zouden worden afgevoerd. Ophalers passeerdentwee keer per dag, vroeg in de ochtend en in de avond. Op den duur werden

12

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 12

Page 11: Frankrijk en de hugenoten

lijken door de vensters naar buiten geworpen. De ophalers ontwierpen tan-gen en grijpers om ze niet zelf te hoeven aanraken.

Artsen waren alleen nog tegen betaling van exorbitante bedragen bereidhulp te bieden. Ze gingen gekleed in pakken waarvan men dacht dat ze pest-werend waren en ademden via een met kruiden gevulde slurf, een maskervoor het gezicht. Aldus uitgedoste, sinistere gestalten waarden rond in deverder verlaten straten waar alleen nog het geweeklaag of gerochel van ster-venden te horen was. Overlevenden raakten in shock. Sommigen lieten elkeremming varen en leefden zich uit in furieuze feesten, drinkend, dansend,coïterend zolang het nog kon.

Minder nog dan stedelingen waren de plattelanders voorbereid op het on-heil. Zij leefden geïsoleerd; hun dorpen en gehuchten waren verscholen indichte bossen. Ook zonder pest en oorlog leidden deze boeren en landarbei-ders al een erbarmelijk bestaan. De stedelingen zagen hen min of meer als eenhogere diersoort. Hun werk op het land was zwaar, het voedsel karig. Ampereen derde van de plattelandsbevolking kon zich een dagelijks maal (in knol-lensoep gedoopt zwart brood) veroorloven. Zij wisten hun kleine wereld om-ringd door onzichtbare demonen, onophoudelijk op de loer liggend om hente kwellen. Zij probeerden die op een afstand te houden met heidense ge-bruiken uit de vroegste tijden. De komst van pest en oorlogsgeweld beves-tigde hun bange bijgeloof. Tal van dorpen en gehuchten moeten zijnuitgestorven zonder dat iemand ernaar omkeek. Wat overbleef: hopen vanstenen en vermolmd hout, overwoekerd door struikgewas.

Of het in de steden was dan wel op het platteland, het lot trof de mensenin hun totale verlatenheid. Van niets of niemand was bijstand te verwachten.Het koninkrijk, een samenraapsel van stedelijke en regionale belangen, hadnog geen overheid die iets voor haar onderdanen had kunnen betekenen. Deseigneurdie geacht werd het plaatselijke feodale gezag uit te oefenen was door-gaans absent om slag te leveren aan een of ander front. Om de bewoners vanzijn ressort zou hij zich toch niet hebben bekommerd, want mensen die nietop grond van afkomst een gekwalificeerde plek in de samenleving kondenopeisen, hadden stem noch recht.

Ook de in de late Middeleeuwen nog alom tegenwoordige godsdienst boodgeen vertroosting. De rooms-katholieke kerk miste mankracht. Er werd zomassaal gestorven dat het onmogelijk werd de laatste sacramenten te admi-nistreren. Veel priesters behoorden tot de eerste slachtoffers. Zij gingen im-

13

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 13

Page 12: Frankrijk en de hugenoten

mers rond in alle milieus en liepen makkelijk een dodelijke vlooienbeet op.Velen die besmetting vreesden door de adem van pestlijders, gingen deson-danks met doodsverachting door met het vervullen van hun plicht, anderenwendden zich angstig af. Kloosters leden enorme verliezen.

Eeuwenoude stervensrituelen raakten in onbruik. In normale tijden plachtbij een sterfgeval de priester aan het hoofd van een plechtige optocht langste komen, hetmiserere zingend, in gezelschap van assistenten die een bel luid-den en een liturgische lamp, wijwater en heilige oliën meevoerden. Nadatde poort van het sterfhuis was besprenkeld, ging de priester binnen om de pa-tiënt voor zijn laatste reis klaar te maken. Hem werd de biecht afgenomen,waarna hij het sacrament van de eucharistie ontving, een zalving en eenhandoplegging. Aldus verkreeg hij absolutie van zijn zonden. Men plaatstenog een kruis en een brandende kaars bij zijn sponde als een symbolischeverdediging tegen de laatste verleidingen. Zodra hij was gestorven, kwamennaaste verwanten en buren het lijk wassen, scheren en exposeren. Aanzeggersgingen rond en de klokken luidden.

Nu elke dag mensen bij duizenden tegelijk de geest gaven, viel dit ritueelniet te handhaven. Verreweg de meeste slachtoffers stierven zonder de ge-ruststelling en vertroosting van de geestelijke bijstand. Dat was demalemort:de kwade dood, die u de eeuwigheid instuurde zonder uit handen van depriester in de naam van God vergeving van zonden te hebben gekregen. Voe-ren degenen die zo gestorven waren nu niet rechtstreeks ter helle? Hoe kon-den nabestaanden leven als zij moesten aannemen dat hun gestorvengeliefden brandden in het eeuwige vuur? Paus Clemens VI verlichtte dezepaniek door totale absolutie af te kondigen voor de gelovigen die aan de pestin berouw over hun zonden waren omgekomen.

Toch kon de heilige vader niet voorkomen dat in deze even onwetende alsbijgelovige, weerloze en doodsbange wereld treurnis en consternatie de over-hand kregen. Overstelpt door rampspoed, probeerden de overlevenden deoorzaak ervan op te sporen. Er werd gedacht aan verrotting of bederf vanlucht, misschien bewerkt door het verschijnen van kometen of door con-juncties van planeten. Waarschijnlijker evenwel was dat misdadigers eenmiddel hadden uitgevonden om de mensheid uit te roeien. Men zocht naarzondebokken en die werden gevonden in heksen, marginalen, melaatsen envooral joden die als in een bloedige liturgie werden geofferd voor het heilvan het volk. De pest heeft geleid tot verschrikkelijke pogroms. In 1349

14

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 14

Page 13: Frankrijk en de hugenoten

trachtte het stadsbestuur van Straatsburg de paniek te bezweren door in éénkeer tweeduizend joden levend te verbranden.

De dood werd ieders obsessie. Huizinga heeft indringend beschreven hoe-zeer vooral in de vijftiende eeuw de doodsgedachte zich aan allen opdrong. Inde kerkelijke en volkskunst vandie dagenkomtmenmagereHein altijd tegen,liefst in de gedaante van een lijk in verregaande staat van ontbinding, voor-gaand in een dansemacabre. Plechtige processies en passiespelen bepaalden deangstige menigten bij het tragisch lot dat dreigde. Boeteprocessies diendenom Gods erbarmen af te smeken; bij het ronddragen van relieken en de hei-lige hostiewerd een atmosfeer vandoemen rouwopgeroependie opdenaïeveomstanders een diepe indruk maakte. In de passietijd verdrongen de mensenzich voor voorstellingen waarin het lijden van Christus realistisch, smarte-lijk en bloedig werd verbeeld. Spelers lieten zich geselen of zelfs kruisigen.Geen moeite werd gespaard om de toeschouwers van een besef van zonde enschuld te doordringen en te bewegen tot het schreien van hete tranen.

Rond 1460 verscheen Ars moriendi, een werk waarin de auteur – het moeteen dominicaan uit Constanz zijn geweest – met beklemmende gravures aan-schouwelijk maakt hoe men zijn laatste uren moest zien: de stervende was totde laatste seconde omgeven door Satan en een menigte van demonen die zichuitsloofden om zijn ziel aan Christus te ontrukken. De alarmerende waar-schuwing luidde dat, zelfs na een leven van vroomheid en gebed, de gelovigein zijn ultieme ogenblikken nog verloren kon gaan. Dit werk appelleerde aaneen reële bezorgdheid: over het hele continent vond het gretig aftrek. In Pa-rijs verschenen tussen 1460 en 1510 zeventien drukken.

Wat stond zondaars na de dood te wachten? Bange verwachtingen spook-ten rond in ieders gemoed. Voorstellingen van creperende verdoemden inhet hellevuur waren populair. De hel werd voorgesteld als een enorme mar-telruimte die via een zwavelput in verbinding stond met de bovenwereld.Wie Gode ontrouw was geweest, verdween in die put om te boeten. Over-spelige vrouwen werd een gloeiende vork in het geslachtsdeel geplant. Detrotse werd op een troon geplaatst waar hij gloeiend lood moest slikken.Vraatzuchtigen kregen slangen te eten, afgunstigen zaten vast in een ijsrivieren de luien werden gebeten door padden en slangen.

De gelovigen hadden allemaal wel eens op een openbare executieplaats hetlaaiend vuur gezien waarin een heks of een ketter kronkelend aan haar ofzijn einde was gekomen. Dat kon het eeuwig lot worden van ieder die zou

15

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 15

Page 14: Frankrijk en de hugenoten

sterven zonder vergeving van zonden te hebben ontvangen!In de tweede helft van de vijftiende eeuw leek het ergste voorbij. De vrede

keerde weer, met de pest leerde men min of meer te leven. Na haar helse rond-gang door het koninkrijk, nam de epidemie tegen 1540 af, al zou zij tot 1670plaatselijk nog geregeld toeslaan. Het inwonertal nam in rap tempo toe naarzestien miljoen, ook de economie begon weer te groeien. Maar de natie bleefonveranderd pessimistisch. Het leek alsof men er pas nu toe kwam, zich vra-gen te stellen over de betekenis van de calamiteiten die het koninkrijk hadondergaan. En aangezien God het al bestierde, konden die alleen worden toe-geschreven aan Zijn wil.

Waarom had Hij Frankrijk met pest en oorlog geslagen? De verklaringmoest schuilen in de zonden der mensen. Wat had Frankrijk gedaan of gela-ten om Hem zo te vertoornen? En wie kon weten of de bestraffing genoegwas geweest? Was zijn gramschap nu gestild of kon zijn kastijding elk mo-ment weer beginnen? Astrologen en piskijkers waren het erover eens dat hetonheil nog niet voorbij was, ja zelfs dat het eind der tijden in zicht was.

Men wist dat het Laatste Oordeel zou worden aangekondigd door acht te-kenen die vervuld schenen te zijn: verdeeldheid onder de gelovigen, oorlogenen opstanden, stormen en onweders, aardbevingen, epidemieën, hongers-noden en, ten slotte, de komst van de Antichrist. Profeten en sterrenwiche-laars die in geschrifte of redevoeringen waarschuwden dat de Apocalypsaanstaande was, trokken massa’s sidderende lezers en toehoorders.

In het zuiden van Frankrijk trok rond 1520 een boeteprediker duizendenmensen. De bedelmonnik Thomas Illyricus had in zijn geboorteland, hethuidige Kroatië, als varkenshoeder zijn roeping ontvangen en was bij deFranciscanen ingetreden. Na pelgrimstochten naar het heilige land en San-tiago-de-Compostela had hij zijn gaven als prediker ontdekt en was hij eenzendingsreis begonnen, eerst door Italië en daarna door Frankrijk, langs ste-den als Grenoble, Montauban, Nérac, Agen, Casteljaloux, Toulouse, Cahors,Villefranche de Rouergue en Bordeaux. Zijn optreden moet een verplette-rende indruk hebben gemaakt. Duizenden liepen uit wanneer de monnik,rijdend op een ezel zijn entree in een stad maakte, gelijk de Verlosser destijdsin Jeruzalem. Telkens was de aanloop zo groot dat hij buiten de stadsmurenmoest preken, staande op een kar in een weiland. Van heinde en verre, uit demeest afgelegen gehuchten stroomden toehoorders toe.

Onveranderlijk waarschuwde Thomas dat de eindtijd stond aan te breken

16

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 16

Page 15: Frankrijk en de hugenoten

en dat Gods toorn zich over een verdorven christenheid zou ontladen, ieder-een verterend die zich niet zou bekeren en penitentie zou doen. In wat er vanzijn prediking is overgeleverd komen we echo’s tegen van de angstige ver-warring die een heel continent in haar greep hield. Zo ventileerde de Fran-ciscaan ongezouten kritiek op de zorgeloosheid en pronkzucht van de pausvan Rome. Het optreden van Luther duidde hij als dat van een demonischeverleider, gestuurd als straf voor de zonden der mensheid. De kerk stond eenvreselijke kastijding te wachten en God zou een engel als paus sturen omhaar hervormen. Het zwaard van Zijn woede zou over de mensen komen;moeders zouden de bergen smeken hen en hun kinderen te bedelven.

Heel samenhangend lijken Thomas’ profetieën niet te zijn geweest. Welis duidelijk dat zijn apocalyptische waarschuwingen stem gaven aan een ver-borgen ongerustheid die sinds lang bij de mensen moet hebben geleefd en dietrouwens scheen te worden bevestigd door kwade geruchten en onheilspel-lende faits divers. Slecht nieuws maakte de mensen bang. Droogte bedreigdede oogsten, hongersnood lag op de loer. De straten in Parijs krioelden van debedelaars, schobbejakken stalen als raven. Vergeefs probeerde men hen teverjagen. In Troyes legde een enorme brand de stad in de as: vijfhonderd hou-ten huizen en zes kerken. Er werd druk gespeculeerd over de oorzaak vandeze calamiteit. Geruchten maakten melding van wel vierhonderd brand-haarden. In de hoofdstad werd de wacht verdubbeld en men stopte er de kel-dervensters dicht.

Astrologen voorspelden aardbevingen en zondvloeden. De zee zou zichopenen en hele steden opslokken, Marseille als eerste. Een tijdperk vol ge-vaar en paniek stond voor de deur. De stand der planeten duidde op grootonheil; de duivel zou proberen de eenheid der christenen te ondermijnen.En inderdaad begon het in 1524 hevig te regenen. In Bordeaux liet een ma-gistraat zich een heuse ark bouwen die verankerd op een grote hoogte ge-reed lag om hem en de zijnen te redden. Uit Metz werd gemeld dat deregenval door strenge vorst was voorafgegaan. Men had druppels gezien zogroot als een manshoofd die beesten en mensen konden doden en grote ge-bouwen doen instorten. Om deze dreiging te bezweren gingen processiesrond; bewoners moesten meelopen op straffe van een boete van tien sols.

Bange burgers speurden zelf ijverig naar tekenen van onheil en nakendeondergang. Aan paniekerige geruchten ontbrak het niet. In Valence werdverteld dat een normale vrouw een schrikwekkend monster had gebaard: een

17

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 17

Page 16: Frankrijk en de hugenoten

gedrocht met een hoorn op het hoofd, zonder ogen in het hoofd, maar welmet een oog in een knie. De tijdgenoten wisten deze tekenen aanstonds teduiden: de hoorn was het bewijs van duivelse trots, de afwezigheid van ogenin het hoofd wees naar het komend oordeel Gods, het oog in de knie op ge-hechtheid aan aardse goederen. Het andere been van de boreling was over-dekt met schubben; zijn geslachtsdeel was brutaal en buitenproportioneel endat behoefde geen nadere uitleg. In de Anjou was de geboorte van een een-ogige baby gesignaleerd, behaard als een beer en uitgerust met twee hoornenop het hoofdje. Bij het zien van dit monster had een getuige de wieg met wij-water besprenkeld en op slag was de baby verdwenen. Uit een ver oord werdnog vernomen dat in de buik van een dode koe een afzichtelijk kalf-varken

18

De verbeelding van Jeroen Bosch van die van zijn epoque

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 18

Page 17: Frankrijk en de hugenoten

was aangetroffen, met het hoofd van een volwassen man. De verbeelding vanJeroen Bosch was die van heel een epoque.

De kerk kreeg al gauw te horen wat de stentorstem van broeder Thomasuitbazuinde en het was haar duidelijk dat dit niet voor orthodox kon door-gaan. De clerus betichtte de profeet van kerkscheuring en legde hem het zwij-gen op. Deze trok zich terug als kluizenaar op een duin langs de Atlantischekust ter hoogte van de plek waar nu Arcachon ligt en wijdde er zijn leven aancontemplatie en gebed.

Nu de boeteprediker de benarde gelovigen niet de weg naar het heil had ge-wezen, was de vraag wat de officiële kerk daarvoor dan wel in petto had.

Kerkelijk vervalSinds honderden jaren was de roomse apostolische kerk veruit de machtig-ste instelling van het Franse koninkrijk. Alomtegenwoordig toezichthouderop het dagelijks bestaan en regisseur bij gebeurtenissen van enige beteke-nis, woog zij op het bestaan van elke inwoner, arm en rijk, jong en oud. Haarrol was onmisbaar bij geboorte, huwelijk en dood, want de plaatselijke pas-toor hield de burgerlijke stand bij, registreerde de testamenten. Ze organi-seerde onderwijs, ziekenzorg en liefdadigheid. Het was de kerkklok die vanalles de tijd aangaf, de zondagse mis bracht alle klassen en standen bijeen; ge-beurtenissen die voor de gemeenschap van betekenis waren, werden bij diegelegenheid aangekondigd. Niemand ontsnapte aan de greep van de kerk.

Maar dit instituut had ook een ontzagwekkende economische, politiekeen bestuurlijke macht opgebouwd. Ze had om te beginnen in de loop der tij-den in duizelingwekkende mate bezittingen vergaard die haar een groteplaats gaven in het hart van het vigerende feodale systeem en haar in staatstelden tal van wereldlijke rechten uit te oefenen. Ze was grootgrondeige-naar, bezat vooral in het noorden van het land de beste domeinen die enormesommen aan pacht opbrachten. Ook had ze recht op een vast deel van de be-lastingopbrengst dat haar verzekerde van een inkomen even groot als datvan de staat.

De kerk wendde haar grondbezit aan voor het levensonderhoud van deleden van de clerus. Een pastoor kreeg een stuk land in bruikleen waarvan hijkon leven. Dit materiële voordeel vloeide uit zijn ambt voort. Maar nu ginghet omgekeerde gelden: het ambt werd begeerd omdat het kon worden geëx-

19

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 19

Page 18: Frankrijk en de hugenoten

ploiteerd. Tot in de hoogste functies viel het meer en meer toe aan lieden wiehet alleen maar daarom begonnen was. Bisschoppen en abten werden groteseigneurs met dezelfde status en financiële rechten als de wereldlijke hogeheren.

De clerus telde ook intellectuelen en voorzag het koninkrijk en zijn orga-nen van ambtenaren en raadgevers. De adviseurs van de koning werden indeze kring gerekruteerd. Voor de burgerstand was het kerkelijk ambt eentoegangspoort tot aanzienlijke posities en op de duur zelfs de adelstand. Dekerk raakte in de ban van een geaccumuleerde seculiere macht die haareigenlijke roeping verduisterde en oorzaak werd van misbruik en bederf.

Deze ontwikkeling werd met vertoon van heiligheid gecamoufleerd. DeFranse kerk cultiveerde de mythe van haar apostolische afkomst en mat zichde positie van ‘oudste dochter’ van de universele kerk aan. Het koningschapdat in rechtstreekse opdracht van God heette te regeren, sierde zich met dekwalificatie ‘allerchristelijkst’ en trok geleidelijk aan de leiding van de kerkbinnen de sfeer van zijn bevoegdheden. Dat leidde tot conflicten met hetpauselijke Rome. Hoogtepunt van de spanningen was het grote schisma vande veertiende eeuw, toen doorgeschoten Franse invloed in het college vankardinalen leidde tot een omstreden pauskeuze (1378). In bizarre omstan-digheden, onder fysieke pressie van het gepeupel, werd de Italiaan Urba-nus VI benoemd maar hij kreeg concurrentie van een Franse tegenpaus,Clemens VII. Beiden bestreden elkaar heftig, installeerden zich ieder met eeneigen curie, een eigen peloton aan heiligen, eigen kandidaten voor bis-schopszetels en deden de aanhangers van de ander in de ban. Deze toestandheeft jarenlang gelovigen in bange onzekerheid gestort. Hoe moesten zijweten wie van de twee concurrenten de echte plaatsvervanger van Christuswas? Een derde paus heeft de geschillen ten slotte beslecht. Beide ruziënde va-ders werden afgezet en een nieuw conclaaf benoemde Martinus V (1417).

In de marge van deze verwikkelingen won de opvatting veld dat een ver-gadering van bisschoppen en doctoren in de theologie en het kerkelijk rechtde kerk moest gaan leiden. Sommigen wilden daar ook de pastoors een stemin geven. Dit sloot nauw aan bij de sterke neiging tot autonomie die deFranse, gallicaanse kerk traditoneel kenmerkte. Zij eiste het recht op de eigenbisschoppen, abten en priors te mogen benoemen. Wettelijke basis hiervoorwerd de ‘pragmatische sanctie’, uitgevaardigd door koning Karel VII in 1438,waarin werd vastgelegd dat in de belangrijkste benoemingen werd voorzien

20

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 20

Page 19: Frankrijk en de hugenoten

door verkiezingen volgens het canonieke recht. De kanunniken van het ka-thedrale kapittel kozen hun superieur, net als de vergadering der monnikenen nonnen de hunne.

Ook dit benoemingsrecht werd oorzaak van misbruiken en schandalen.Er werd gevochten om de ambten. Stemmen werden gekocht, mededingersmet geweld uitgeschakeld, kanunniken en monniken raakten slaags – de wetvan de jungle regeerde. De kerkelijke gezagsdragers raakten geobsedeerd doorde schermutselingen om de beste betrekkingen en het beheer van hun be-zittingen. De pastorale zorg voor de gelovigen werd bijzaak. De gewoontedat bisschoppen en parochiepriesters resideerden – verbleven op de plaats waarzij geacht werden hun ambt uit te oefenen – raakte uit de tijd. De prelatenverdrongen zich aan het hof en andere centra van de macht en lieten het be-stuur van hun diocees over aan medewerkers die de routine aan de gang hiel-den. Het hof telde op een gegeven moment tweeëntwintig kardinalen.

Het werd niet ongewoon dat verscheiden ambten zich verenigden in éénpersoon die op die manier fabelachtige rijkdommen kon verwerven. Re-cordhouder was Jean de Lorraine, op de leeftijd van drie jaar al coadjutor vanMetz. Toen hij volwassen genoeg was om in persoon bij het hof zijn intree temaken, had hij twaalf aartsbisdommen en bisdommen verzameld. Men zeivan Jean dat hij op zijn eentje een concilie had kunnen houden.

De bisschoppen staakten de inspectiebezoeken aan hun parochies. Tussen1500 en 1510 is een tiental van zulke visites geteld, op honderd bisdommen!De plaatselijke priesters volgden het voorbeeld van hogerhand. Het pries-terschap in een parochie werd een beloning, door hoger geplaatsten uitge-deeld aan cliënten. Priesters stelden lager geplaatste ambtsbroeders aan omvoor een mager loontje het pastorale werk te doen en de sacramenten te be-dienen. Deze hulppastoors probeerden een extra inkomen te genereren doortoegangsprijzen te heffen voor de mis of door kerkelijk vaatwerk te verhurenbij trouwerijen en partijen. Ze oefenden nevenberoepen uit: apotheker, tuin-man, visser, kapper of kleermaker. Zij verwekten bastaarden bij hun huis-houdsters.

Op de hogere niveaus haalde men hierover de schouders op. Rijke burgersprofiteerden van de veranderende zeden door zodra zij weduwnaar warengeworden, alsnog in te treden om – zonder door het kuisheidsvoorschrift ge-bonden te zijn – belangrijke kerkelijke betrekkingen te kunnen nastreven.Een voorbeeld was de kanselier van Lodewijk XII Antoine Duprat die zich tot

21

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 21

Page 20: Frankrijk en de hugenoten

aartsbisschop van Sens liet benoemen en weldra de kardinaalshoed verwierf.Zijn ambitie om paus te worden was weinigen onbekend.

De hulppastoors in de dorpen, doorgaans niet minder primitief en rauwdan hun parochianen, waren meestal onbekwaam de zondagse preek te hou-den, die dan ook door anderen moest worden verzorgd. Het waren monnikenvan de bedelorden, de cordeliers vooral, aan wie deze taak toeviel. Zij ontwik-kelden een vulgaire preekstijl. Van de kansels af, hoog boven de gelovigen diein het op de vloer uitgespreide stro hun plaats moesten vinden, plachten dezereligieuzen hun gehoor nu eens te verschrikken met donderpreken waarinhet lijden in hel en vagevuur zo realistisch mogelijk werd getekend, en danweer tot schreien te brengen met smartlappen over het lijden van Jezus en deheiligen. Nooit vergaten de predikheren het collectezakje te doen rondgaan.

De prinsen en prelaten der kerk ontmoedigden deze geldinzamelingengeenszins. Integendeel, zij hadden zelf een bron van inkomsten ontdekt dierijk zou vloeien: de exploitatie van de aflaat en de angst voor het vagevuur.Beide, aflaat en vagevuur, behoren tot de oudste voorzieningen waarover detraditionele kerk beschikte ter bestraffing en vertroosting van haar gelovigen.De aflaat was afkomstig van de juridisch praktijk van het Romeinse Rijk enwerd in de derde eeuw door de kerk gebruikt om christenen die onder drukvan de vervolgingen hun geloof hadden afgezworen, snel vergiffenis te schen-ken. Zij behelsde de kwijtschelding van de tijdelijke straf voor een bepaaldezonde die buiten de biecht om werd verstrekt, op voorwaarde dat de zondaareen of ander goed werk zou verrichten. Dat kon bestaan uit gebed, vasten ofhet geven van aalmoezen of schenkingen aan kloosters of kerken.

Later werd de van de zondaar verlangde bijdrage veelsoortiger: het kon ookgaan om deelneming aan een kruistocht of een pelgrimage. Aanvankelijkwas er geen verband geweest tussen die goede werken en de zwaarte van hetbegane kwaad. De kerk – beheerster van de goddelijke genade – verleende devergeving voor het grootste deel en liet een niet gekwantificeerd restant tervoldoening aan de zondaar. Nu sloop er in de praktijk van de aflaat een ele-ment van schadevergoeding in die de boeteling in staat moest stellen, zijnschuld geheel of gedeeltelijk af te kopen. Er kwamen lijsten van tarievenwaarop men kon nagaan met welke tegenprestaties men zijn zonden konuitwissen. Weldra werd het zelfs het mogelijk door boetedoening kwijt-schelding te krijgen voor zonden die waren begaan door anderen, verwantenbijvoorbeeld, ook als zij al waren overleden. Ging het inderdaad om dode zie-

22

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 22

Page 21: Frankrijk en de hugenoten

len, dan moest je aannemen dat die in het vagevuur zuchtten alvorens opeen misschien zeer laat tijdstip tot de hemel te worden toegelaten. Ook hetvagevuur was een zeer oude uitvinding van de kerk; deze ‘plaats van reini-ging’ heeft de eeuwen door in de voorstellingswereld van de gelovigen zoweleen beangstigend als een geruststellend effect gehad. Beangstigend omdatmen vreesde na het overlijden jaren, misschien wel eeuwen lang in deze voor-lopige hel te worden beproefd; geruststellend omdat men zich kon inbeeldenslechts een gewone zondaar te zijn voor wie alleen het lijden in het vagevuurwas weggelegd maar niet de eeuwige straf in de hel. Het perspectief van deeeuwige, hemelse zaligheid bleef dan in tact.

Een concilie had nu, in 1274, bepaald dat de tijdelijke straf die zondaars inhet vagevuur moesten ondergaan, kon worden verlicht door middel van dien-sten – missen, gebeden, aalmoezen en andere daden van vroomheid – ver-richt of besteld door levende nabestaanden. Tussen levenden en doden werdals het ware een zekere solidariteit mogelijk. Betaling van een som – daad diewerd gelijk gesteld met het opzenden van een gebed – kon gunsten voor ge-storvenen opleveren. Deze bron van inkomsten werd duchtig uitgebuit,onder andere voor de bouw van de Sint Pieter in Rome.

In het heersende klimaat van paniek wendden de gelovigen zich ook tot deheiligen. Zij zochten vooral heil bij de Moeder Gods en ook bij haar moederAnna. Men wijdde haar kerken en kapellen, vermenigvuldigde het aantalprocessies te harer ere om haar bescherming af te smeken tegen slecht weer,ziekte, oorlog en de invasie van muizen en ratten. Op tal van straathoekenstond een madonna in een nis. Relieken werden op grote schaal verhandeld.

Nadat de gelovigen hadden begrepen dat zij het heil voor zichzelf en ver-wanten konden kopen, breidden de missen en gebeden voor gestorvenen zichonstuitbaar uit. Kapellen en altaren gewijd aan zielen die zuchtten in het va-gevuur werden bij duizenden ingericht. In bijvoorbeeld Avignon werden ertientallen geteld. In Bretagne werd een ‘beurs voor gestorvenen’ uitgevondenter ordening van de handel in aflaten. Elders werden heffingen ingevoerd terbekostiging van missen ten gunste van overledenen. De bisschoppen vanNantes, Quimper en Rennes deden rond middernacht wekkers rondgaan omde gelovigen eraan te herinneren dat het bidden voor de zielenrust van degestorvenen moest beginnen. Per testament werden missen voor na het over-lijden besteld.

De gelovigen wendden zich af van de traditionele liturgie. De mis placht

23

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 23

Page 22: Frankrijk en de hugenoten

te worden gehoord: de priesters celebreerden, in het Latijn, onzichtbaar voorde kerkgangers achter de jubé, een galerij die tussen koor en schip van de kerkhet mysterie afschermde van de ogen van de gelovigen. Die begrepen nietwat daar gebeurde en gaven in hun behoefte aan aanschouwelijke manifes-taties van het gewijde de voorkeur aan processies, optochten van flagellantenen passiespelen. De gewone hiërarchische en liturgische kanalen die de ge-lovigen eeuwenlang tot God hadden gevoerd, raakten in onbruik. De ge-woonte om te biechten en ter communie te gaan sleet. De clerus boette aangezag in tegenover een opkomende bourgeoisie en een zelfbewustere am-bachtsstand in een verstedelijkende samenleing. Op gebieden die tevorenaan de kerk voorbehouden waren geweest, zag men nu de invloed van lekengroeien. Profane instellingen richtten ziekenhuizen op en begonnen aan ca-ritas te doen – dat was altijd het domein van geestelijken geweest.

De officiële theologie had bij dit alles weinig te bieden om de gelovigen tebemoedigen en gerust te stellen. De scholastiek was in de mode geraakt. Haartheologen gingen met rationele middelen de goddelijke openbaring te lijfom de inhoud van het geloof zo scherp mogelijk in beeld te brengen en af tebakenen. De beoefening van deze theologie was een introvert en loodzwaarspel van spitsvondigheden over onbenulligheden geworden. Kon God de ge-daante van een ezel aannemen? Van een cirkel een vierkant maken? Een hoerveranderen in een maagd? Eruitzien als een komkommer in plaats van alseen mens? Thema’s die buiten de kring der scholastici niemand interesseer-den.

De gelovigen moeten zich slecht door de clerus bediend hebben gevoeld.Prelaten en pastoors waren dan wel absent, hun welgedaanheid werd tochdoor ieder, van hoog tot laag, opgemerkt en gaf aanstoot. De afkeer van ‘deman die niet vechten mocht en kuis moest leven’ (Huizinga) was nooit ver-dwenen geweest; nu groeide temeer de haat tegen ‘de figuur van de onkuisemonnik en de smullende, vette paap’. Werden in de kloosters de regels vanvroomheid en tucht nog wel nageleefd? Het werd niet meer geloofd en datwas een kwaad teken voor de samenleving ‘want het welzijn van het ko-ninkrijk hing meer af van de clerus dan van werken en zweten van de krijgs-macht’. Het diskrediet trof in de eerste plaats de pausen wier prestige door hetgrote Schisma geleden had, maar die nu bovendien ook nog kinderen maak-ten, zich gedroegen als commandanten in oorlog en zich wentelden in we-reldse genoegens. Veel bisschoppen volgden dat voorbeeld; op lager niveau

24

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 24

Page 23: Frankrijk en de hugenoten

dreven religieuzen handel in hun kerk of leefden van diefstal en heling.Hoe kon men deze lieden nog wijsheid en gezag toedichten? Ze hadden

een heilige als Jeanne d’Arc levend doen verbranden. Deze martelares hadtrouwens achteraf gelijk gekregen. Veroordeeld tot ketterij, scheurmakerij,afgodendienst en aanroeping van de duivel, was ze enkele decennia later algerehabiliteerd. Een eenvoudig meisje, de geringste leek die men zich konvoorstellen, had over de kerkelijke hiërarchie getriomfeerd!

De hoogste leiding van de kerk was er zich zeer van bewust dat de dingenniet goed gingen; al sinds de veertiende eeuw werd over mogelijkheden vanhervorming en vernieuwing nagedacht. Rome deed enkele pogingen maardie mislukten; het pausschap was nog te zeer verwikkeld in profane belan-gen; de pausen en kardinalen te gecompromitteerd door persoonlijk wange-drag. Leo X riep het concilie van Lateranen bijeen dat langdurig delibereerde(1512-1517) en ten slotte alleen de praktijk van de opstapeling van ambtenveroordeelde. Maar aan die veroordeling werd geen gevolg gegeven. Welkeprelaat trok immers geen persoonlijk voordeel uit een cumulatie van ver-diensten?

De gallicaanse kerk had zelfstandig schoon schip kunnen maken maar hetepiscopaat was het onderling oneens. De belangrijkste Franse kardinaal, deaartsbisschop d’Amboise zat zelf tot over zijn oren in het systeem: hij was te-gelijkertijd aartsbisschop van Rouaan, abt van een rijk klooster en eerste mi-nister van Lodewijk XII. Aan zijn broers had hij de bisdommen van Albi,Clermont en Poitiers toebedeeld. Zijn kasteel had hij in tien jaar tijd voordrie miljoen pond laten verbouwen. Hoe had deze prins der kerk leiding kun-nen geven aan een onderneming die tot doel had, een eind te maken aanpraktijken waarvan hijzelf profiteerde?

Nu dus de kerkelijke instituties faalden, ging de seculiere overheid een po-ging doen de kudde van bange, verwarde schapen de veilige kooi binnen teleiden.

Het concordaat van BolognaLeefde bijna iedereen in de schaduw van de kerk in zijn dorp of stad, de (nogrudimentaire) staat was voor de massa der Fransen in geen velden of wegente bekennen. De mensen waren sterk op hun woonplaats aangewezen, hunhorizon beperkte zich tot een straal van enkele kilometers. Een ruiter kon

25

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 25

Page 24: Frankrijk en de hugenoten

per dag veertig kilometer afleggen, een voetganger een kwart van die afstand.Binnen dat bereik spraken de bewoners hun eigen patois. Wie twee dagreizenmaakte, kwam bij landgenoten terecht die men niet kon verstaan. Van ditmilieu uit gezien, vertegenwoordigden de koning en zijn hof hof een verre,mythische wereld met een onbekende leefwijze en een vreemde taal. De be-lastingontvanger vormde de enige overheidsinstelling die de Fransen metelkaar verbond. Maar hij werd gehaat en was zijn leven niet zeker als hij bijzijn contribuanten langs kwam.

De massa van Fransen had niets in te brengen. In de feodale opbouw vanhet koninkrijk, zaten zij opgesloten in de derde stand, de laagste, en vorm-den de basis van een piramidale organisatie waarin iedereen ondergeschiktwas aan een hoger geplaatste en allen waren verenigd in een hiërarchie waar-van de top schuil ging in een wolk van prinsen en prelaten. De prelaten be-hoorden tot de eerste stand, die van de clerus, en de adel tot de tweede. Vandeze stand maakten de aanzienlijken deel uit, chefs van grote clans die hetgrondgebied onderling hadden verdeeld. De koning kwam voort uit een dy-nastie die ooit uit hun midden was verkozen. Hij arbitreerde hun onderlingegeschillen en probeerde de vrede te handhaven.

Ieders lot was door zijn afkomst bepaald. God zelf had de plek vastgestelddie men door geboorte in de hiërarchie had gekregen en die het ganse levendoor dezelfde zou blijven. Alleen via een kerkelijke loopbaan konden mannenuit de derde stand in een hogere terechtkomen. De koning werd geacht de be-staande sociale hiërarchie te respecteren. De adel in het bijzonder rekendeop hem als zijn beschermheer en stond van zijn kant paraat om hem vandienst te zijn bij het bestuur en de verdediging van het land. In de kring deredelen werden legercommandanten gerekruteerd. Zodra van buitenaf ge-vaar dreigde, draafden zij op, ieder met een eigen legertje, geworven uit hunban en achterban.

Hogere edelen deden ook dienst als gouverneurs van de provincies, waar zijwerden bijgestaan door provinciale staten. Een enkele keer riep de koningvertegenwoordigers van de drie standen bijeen in Generale Staten, meestalom een of andere fiscale maatregel te kunnen doordrukken. De gewoontewas ontstaan om de staatskas aan te vullen door het verpachten of zelfs ver-kopen van betrekkingen bij de overheid en de rechterlijke macht. Deze amb-ten werden eigendom van de titularissen en later, door vererving, van hunfamilies. Deze ‘privatisering’ beroofde de koning van het recht eigen kandi-

26

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 26

Page 25: Frankrijk en de hugenoten

daten te selecteren en te benoemen; zijn macht liep hierdoor averij op.Een belangrijke ontwikkeling die de starheid van de bestuurlijke, sociale

en economische structuren in zekere mate doorbrak was, sinds de dertiendeeeuw, de opkomst van de steden. Kooplui en vaklieden organiseerden zichen vormden een elite die markthallen bouwde, wegen, bruggen en verdedi-gingswerken aanlegde en het bestuur van de urbane gemeenschap op zichnam. Ze eisten en kregen privileges en vrijheden, vastgelegd in charters, enverwierven een zekere autonomie die vorm kreeg in een grote variëteit vanbestuursvormen. Uit onderlinge competitie binnen deze elite ontstond eennieuwe klasse van burgers met een groot zelfbewustzijn: internationaal ope-rerende kooplieden en financiers, die onderhandelingspartner van de koningwerden. In het zuiden volgden deze gemeenschappen het voorbeeld van debloeiende Italiaanse steden: in hun voetspoor voorzagen zij zich veelal vanconsulaire bestuursorganen. In de hier te verhalen geschiedenis valt aan dezesteden een gewichtige rol toe.

De Franse koning was als opperarbiter de suprême rechter, bron van allewet en recht. Onder zijn gezag werden de hoogste justitiële bevoegdhedenuitgeoefend door ‘parlementen’, een aanduiding die niet moet worden ver-ward met hetgeen er tegenwoordig onder wordt verstaan (namelijk eenvolksvertegenwoordiging met controlerende macht). De parlementen inFrankrijk waren gerechtshoven die tot taak hadden koninklijke edicten teverifiëren en registreren (wat nodig was om er wettelijke status aan te geven).Behalve het parlement van Parijs waren er zes in de provincie: Toulouse, Bor-deaux, Dijon, Grenoble, Aix-en-Provence en Rouaan. (In de loop van deze his-torie zou hun aantal groeien tot tien.)

Sinds de gallicaanse kerk zich enigszins aan de pauselijke macht had ont-trokken, had de Franse koning zijn invloedssfeer over kerkelijk zaken aan-zienlijk uitgebreid. Hij schiep of verdeelde ambten, arbitreerde bij conflictenover kerkelijke verkiezingen, verordineerde de publicatie van concilie-besluiten. Ook deze bevoegdheden werden meestal aan de zes gerechtsho-ven gedelegeerd: zij beslisten over de verdeling van sommige kerkelijke goe-deren, controleerden de stemmingen binnen de kapittels, konden debisschoppen beboeten, relieken echten, ingrijpen in de redactie van brevie-ren. De ambtenaren van de parlementen konden niet worden getroffen doorexcommunicatie.

De druk van vreemde mogendheden op Frankrijks grenzen noopte van het

27

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 27

Page 26: Frankrijk en de hugenoten

begin van de zestiende eeuw af tot centralisatie van het koninklijk gezag.Boden aan de zuidkant van het koninkrijk de Pyreneeën een natuurlijke be-scherming tegen de Spaanse Habsburgers, aan de noordkant lag de grens

28

Koning Frans I

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 28

Page 27: Frankrijk en de hugenoten

naar de Nederlanden – eveneens Spaans gebied – open, net als de oostgrensnaar de Oostenrijkse Habsburgers. Deze ‘omsingeling’ bleef eeuwenlang debelangrijkste preoccupatie van de Franse buitenlandse politiek. Haar hoofd-doel was en bleef: het losser maken van die omknelling door verbreding vanhet eigen territorium, alsmede verzekering van de toegang tot belangrijkehavens aan de Middellandse Zee (Napels vooral).

Deze thema’s hadden zich al doen gelden onder de bescheiden Lodewijk XIImaar werden dringender onder diens opvolger en neef Frans I met wiensaantreden in 1515 de dynastie van de Valois aan het bewind kwam. Het wasrond die tijd dat met het oog op de veiligheid de behoefte werd gevoeld aandirectere bevelslijnen en een belastingstelsel dat sneller geld kon oppompen.Deze ontwikkeling naar een meer centralistisch bestuur beantwoordde aande ambities van de nieuwe vorst, Frans I, een flamboyante persoonlijkheid dieposeerde als een echte prins der Renaissance. Hij lokte grote Italiaanse ar-tiesten naar zijn hof – Leonardo da Vinci bracht zijn Joconda mee – bouwdeschitterende paleizen (Chambord en Fontainebleau) en paste de organisatievan het koninkrijk in snel tempo aan. Een legertje koninklijke ambtenarenstreek neer in de provinciale hoofdsteden om er de greep van het centralegezag op administratie te versterken. Anderzijds werd ’s konings bewe-gingsvrijheid gehinderd zowel door toenemend gebrek aan geld, als door demanier waarop hij zijn tekorten probeerde aan te vullen, namelijk door hetverpachten en verkopen van nieuwe overheidsfuncties.

Toen de keizerskroon over het heilige Duitse roomse rijk vacant kwam,stelde Frans zich kandidaat bij de Duitse keurvorsten. Was hij verkozen, danzou het machtsevenwicht op het continent definitief in het voordeel vanFrankrijk zijn gekanteld. Frans besteedde aanzienlijke sommen om de keur-vorsten gunstig te stemmen maar legde het af tegen de Spaanse Karel I diemet enorme leningen van het Duitse bankiershuis Fugger zijn Franse me-dedinger kon overtroeven. De Spaanse monarch werd Karel V en een grootrivaal van Frans I met wie hij voortdurend gewapende conflicten zou uit-vechten – tot uitputting van beider staatskassen toe.

Een militaire overwinning aan het Italiaanse front leverde Frans intussenin het binnenland een grote machtsuitbreiding op. Tijdens zijn eerste veld-tocht in Noord-Italië zegevierde hij bij de stad Marignan over de troepen vanpaus Leo X. De Franse koning verzilverde deze victorie door van de paus hetconcordaat van Bologna af te dwingen waarbij hij het benoemingsrecht van

29

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 29

Page 28: Frankrijk en de hugenoten

de belangrijke kerkelijke ambten in de Franse kerk verwierf: een tiental aarts-bisschoppen, meer dan tachtig bisschoppen, 527 abten en duizend priors. Inéén klap werd Frans I onbetwiste heerser over de gallicaanse kerk.

Geschiedschrijvers hebben in dit concordaat een meesterzet van eenmachtsbelust potentaat gezien. Recentelijk heeft de dieper borende DenisCrouzet geopperd dat Frans waarschijnlijk toch vooral door oprechte wil tothervorming van de traditionele kerk gemotiveerd is geweest. De koning werdomringd en in deze dingen zwaar beïnvloed door zijn innig vrome moeder,Louise de Savoye en vooral door zijn zuster, de even gelovige en mystiekedichteres Marguerite d’Angoulème die haar broer in feite als minister voorde eredienst bijstond. De koning, zijn moeder en zuster vormden een troïkadie zeker in de eerste jaren van Frans’ bewind meende geroepen te zijn dekerk van de ondergang te redden. Frans zou zich hebben gezien als koning-priester, vicaris van Christus, belast met de missie zijn volk in menselijkheiden gerechtigheid te leiden naar het hiernamaals. De nieuw veroverde be-voegdheden dacht hij nodig te hebben om te bouwen aan een nieuwe, in ver-dienste en vroomheid excellerende kerkelijke organisatie

Maar het leven zou sterker blijken dan de leer. Frans’ kerkelijke benoe-mingsrecht werd vooral een instrument van zeer wereldse machtsambities.Niet de herders die de kerk nodig had zouden het voortaan tot prelaat bren-gen, maar vrienden, bondgenoten en cliënten van de koning: diplomaten,administrateurs en zelfs krijgsheren. Zij zijn niet in staat gebleken de Fransetraditionele kerk toe te rusten om de storm van de reformatie te doorstaan diezou opsteken.

Een oceaan van menselijke ellende zou bovendien voortvloeien uit de ver-strengeling van kerkelijke en wereldlijke macht die uit het concordaat vanBologna voortvloeide. Een verbintenis die niet minder funest zou blijken tezijn dan het verbond tussen pest en oorlog dat in vroeger tijden het Fransekoninkrijk had uitgeput.

30

Frankrijk en de hugenoten binnenwerk:Opmaak 1 21-04-2009 18:46 Pagina 30