Hoop in bange dagen - Consultancy.nl - Strategy... · 2018. 1. 19. · van de top van het...
Transcript of Hoop in bange dagen - Consultancy.nl - Strategy... · 2018. 1. 19. · van de top van het...
Hoopin bange
dagenStrategy Trends 2012
Hendrik Jan Kaal
Roel van Lanen
Wieke Ambrosius
Januari 2012
InhoudHoop in bange dagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1. Het zesde Berenschot Strategy Trends onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2. Kwaliteit voorop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3. Product staat centraal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4. Nieuwe businessmodellen nog altijd prioriteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
5. Onzekerheid troef! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
6. Waan van de dag regeert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
7. Strategie implementatie redelijk succesvol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
8. Groeien tegen de verdrukking in! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
9. Strategische Dialoog: inzicht en uitzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Strategy Trends 2012
Auteurs:
Hendrik Jan Kaal
Roel van Lanen
Wieke Ambrosius
Januari 2012
Hoop in bange dagen
4
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN
Hoop in bange dagen
Onzekerheid is troef in 2012. Dit is de grootste uitdaging voor het formuleren van een strategie. Het lijkt
erop dat de grote heersende onzekerheid bedrijven ertoe brengt zich vooral bezig te houden met alles wat
onder de eigen beheersing valt. Zo zien we de klantfocus afnemen, zowel in de gekozen strategie als in
de aandacht voor klantsegmenten, loopt het belang van maatwerk terug en zien we dalende scores voor
zaken als co-design, co-production en allianties in de keten. Bedrijven willen zich eerst en vooral onder-
scheiden door de kwaliteit van hun eigen diensten en producten. Het is te hopen dat alle aandacht voor
de kwaliteit van diensten en producten er niet toe leidt dat de posities in netwerken verwaarloosd worden
en dat bedrijven de blik voldoende op de buitenwereld gericht houden.
Bedrijven hebben het lastig met het realiseren van de strategie. Als men in de huidige onzekere marktom-
standigheden een richting weet te kiezen, blijkt de realisatie van de strategie sterk bemoeilijkt door de
aandacht die operationele zaken en sturing vragen. Ook geven bedrijven aan dat in veel gevallen de com-
petenties ontoereikend zijn voor de verandering, zowel bij medewerkers als bij leidinggevenden.
Veel bedrijven zijn, ondanks de onzekere economische situatie, optimistisch over de te behalen omzet en
winst. De helft van de bedrijven die in Nederland actief zijn verwacht groeiende omzetten te behalen.
Het gaat daarbij om rendabele omzet: driekwart van de bedrijven verwacht een winstgroei te realiseren!
Over het groeipotentieel in het buitenland zijn de bedrijven die over de landsgrenzen actief zijn nog veel
positiever. Deze optimistische outlook geldt echter niet voor het personeelsbestand: gemiddeld genomen
verwachten even veel bedrijven groei als krimp.
5
Graag bieden wij u hierbij de uitkomsten aan van het Berenschot Strategy Trends 2012 onderzoek onder
de top van het Nederlandse bedrijfsleven. Welke strategische focus brengen bedrijven aan in onzekere
tijden? Hoe slagen ondernemingen erin hun strategie te realiseren? Welke struikelblokken vinden zij op
hun weg? En welke verwachtingen hebben zij voor de komende jaren? Wij wensen u veel leesplezier en
inspiratie toe!
Maakt u tijd voor strategie?!
Hendrik Jan Kaal, [email protected]
Roel van Lanen, [email protected]
Wieke Ambrosius, [email protected]
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK
6
7
1Het zesde Berenschot
Strategy Trends onderzoek
Het Berenschot Strategy Trends onderzoek1 is dit jaar voor de zesde keer op rij uitgevoerd. In totaal heb-
ben 194 ondernemers en bestuurders deelgenomen aan het onderzoek. Zij vormen een brede afspiegeling
van de top van het Nederlandse bedrijfsleven. De respondenten zijn werkzaam als eigenaren, bestuurders,
directeuren en (top)managers in verschillende sectoren van de private sector. Naast deelnemers uit de
industrie, fi nanciële dienstverlening en zakelijke dienstverlening zijn ook de sectoren bouw en utilities2
dit jaar als aparte categorieën vertegenwoordigd. In het onderdeel ‘Sectorbeeld’ worden de belangrijkste
resultaten per sector vermeld.
Naast verdeling naar verschillende sectoren is er ook goede spreiding naar bedrijfsgrootte. Ongeveer de
helft van de bedrijven behoort tot het midden- en kleinbedrijf (0 tot 250 werknemers), de andere helft
behoort tot de grote(re) bedrijven (250 tot meer dan 5.000 werknemers).
In welke sector is uw bedrijf actief?
19%
20%
7%
9%
9%
36%
industrie
financiële dienstverlening
zakelijke dienstverlening
bouw
utilities
overig
Wat is de omvang van uw onderneming?
23%
25%
16%
18%
17%
0-50 werknemers
51-250 werknemers
251-1000 werknemers
1001-5000 werknemers
> 5000 werknemers
1 Het jaarlijkse Berenschot Strategy Trends onderzoek is een peiling van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van strategie onder topmanagers (bestuur of senior management) in het Nederlandse bedrijfsleven.
2 De utilities sector bestaat uit bedrijven die zich richten op de levering van energie, elektriciteit, gas en de verwerking van afval.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 1 HET ZESDE BERENSCHOT STRATEGY TRENDS ONDERZOEK
8
Om een goede vergelijking te kunnen maken met de resultaten van voorgaande jaren is het merendeel
van de vragenlijst onveranderd gebleven. Wel is er een aantal vragen aan toegevoegd. We bevinden ons
in een onzekere periode. De ene crisis is nog maar net ten einde, of de volgende dient zich al aan. In dit
onderzoek is het Nederlandse bedrijfsleven gevraagd naar de insteek van het ondernemingsplan voor
komend jaar. Verwacht men in 2012 meer omzet te draaien? Komt deze omzet voornamelijk uit Nederland
of juist uit het buitenland? En wat zijn de verwachtingen ten aanzien van winst en personeelsformatie?
Naast deze vragen over het toekomstperspectief is ook gevraagd naar de mate waarin bedrijven in staat
zijn hun gekozen strategie te realiseren. Wat zijn de grootste uitdagingen bij het realiseren van de strategie
en waar loopt men tegenaan bij het sturen op de gekozen strategie?
9
Interviews
Een onderzoek als dit biedt veel inzicht in de trends op strategiegebied. Maar het is ook interessant om wat
meer te weten over het verhaal achter deze trends. Wij hebben vier managers bereid gevonden hun licht
te laten schijnen over de uitkomsten van het onderzoek. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor deze bijdrage
aan dit rapport. Hun mening vind u terug in de tekstvakken door deze publicatie heen. We beginnen met
een korte introductie van deze bedrijven.
Joulz
Joulz is specialist in energie-
infrastructuren. Zij zorgen 24/7
voor een betrouwbare energie-
voorziening voor onder andere
netbeheerders, industrie en
gemeenten. Joulz biedt een
compleet pakket van advies en
engineering, van ontwerp tot
aanleg en beheer van energie-
infrastructuren (kabel- en
leidingnetten). Voornamelijk
voor netbeheerders als Stedin,
Alliander en marktpartijen in de
segmenten overheid, industrie,
vastgoed en tuinbouw.
Joulz is het zelfstandige infra-
bedrijf van Eneco. Joulz heeft
ruim 2300 werknemers en een
omzet van € 535 miljoen (2010).
Sander Harmsen
is Manager
Strategie van
Joulz. Hij is sinds
2000 werkzaam
bij Joulz, daarvoor werkte hij
voor onder meer ABB en Dow
Chemical.
www.joulz.nl
ONEforONE
ONEforONE is een sociale
onderneming die zorgt voor
rechtstreekse ontwikkelings-
hulp. Koop je ‘hier’ een product
van ONEforONE, dan help je
iemand ‘daar’ aan eenzelfde
soort product. Koop je bijvoor-
beeld een waterfl es, dan zorg
je ervoor dat iemand een leven
lang schoon drinkwater krijgt.
ONEforONE richt zich op ele-
mentaire behoeften, waaronder
(behalve drinkwater) groene
stroom, (zorg)verzekeringen en
mobiele telefonie.
ONEforONE bestaat ongeveer
één jaar en is in dat eerste jaar
als eenmansbedrijf fl ink aan de
weg aan het timmeren geweest.
Wouter Durville is
de oprichter van
ONEforONE.
Hiervoor werkte
hij als strategie-
adviseur voor Bain & Company
en bij Heineken. Daarnaast is
hij oprichter van de Stichting
Nederland Cares.
www.oneforone.nl
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 1 HET ZESDE BERENSCHOT STRATEGY TRENDS ONDERZOEK
10
PostNL
PostNL is een bedrijf dat
actief is op de markt van post,
pakketten en e-commerce in
Nederland, Duitsland, Enge-
land en Italië. De keuze voor
post, pakketten en e-commerce
vloeit logisch voort uit de acti-
viteiten van PostNL. Er worden
steeds meer goederen online
besteld en daardoor zien zij
hun werk in de bezorging van
pakketten, nationaal en inter-
nationaal, fors toenemen. Post
in de vorm van direct marke-
ting is een belangrijke schakel
voor e-commerce. Verder biedt
PostNL kant-en-klare webwin-
kels aan, of neemt zij de hele
logistiek voor online retailers
over.
PostNL is recent ontstaan uit
TNT. Er werken ca. 77.000
medewerkers, PostNL bezorgt
ca. 8,7 miljard geadresseerde
poststukken per jaar en de
omzet bedraagt circa € 4,3 mil-
jard (2010).
Ludo Oelrich is
Directeur Strategi-
sche Business
Development,
verantwoordelijk
voor het versnellen van de
autonome groei en het stimule-
ren van innovatie. In zijn vorige
banen bij TNT heeft hij diverse
bedrijven opgezet evenals het
wereldwijde partnership met
het Wereld Voedsel Programma
ontwikkeld dat inmiddels
navolging heeft gekregen bij
diverse ondernemingen.
www.postnl.com
Rabobank Nederland
De Rabobank Groep is een
internationale fi nanciële
dienstverlener op coöperatieve
grondslag die actief is op het
gebied van bankieren, vermo-
gensbeheer, leasing, verzekeren
en vastgoed. De Rabobank
Groep bestaat naast Rabobank
International uit de zelfstandige
lokale Rabobanken en hun
centrale organisatie Rabobank
Nederland met een aantal
gespecialiseerde dochteronder-
nemingen. Rabobank Neder-
land staat in dienst van de
lokale Rabobanken, onder meer
in de communicatiefunctie.
Rabobank Nederland heeft onge-
veer 6.400 fte in dienst, € 471
miljard op de balans en de winst
bedraagt € 1,5 miljard (2010). In
totaal werken bij de Rabobank
Groep bijna 60.000 fte.
Joep Mourits is
sinds maart 2011
Directeur Commu-
nicatie bij Rabo-
bank Nederland.
Daarvoor was hij onder meer
communicatieadviseur bij
Berenschot en sinds 1999
Directeur Communicatie bij het
CDA.
www.rabobank.nl
11
2Kwaliteit voorop
36%
33%
26%
18%
17%
13%
13%
13%
8%
8%
7%
6%
6%
5%
66%Kwaliteit van product/dienst
Service
Innovatie
Focus op klantsegment
Leverbetrouwbaarheid
Maatwerk
Duurzaamheid, MVO
Laagste lifetime costs/totaal
Merk, imago
Breedte van assortiment
Co-design, co-production
Gemak van aankoopproces
Design, ontwerp
Laagste prijs
Levertijd
2010 2011 2012
Wat wordt uw onderscheidend vermogen in 2012-2013?
Nederlandse ondernemingen willen zich de komende
jaren vooral onderscheiden door de kwaliteit van
hun diensten of producten. ‘Service’ en ‘innovatie’
blijven belangrijke elementen van het onderscheidend
vermogen. ‘Laagste lifetime costs’ biedt veel vaker
onderscheidend vermogen dan vorig jaar, terwijl
ook ‘duurzaamheid’ een belangrijke factor blijft.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 2 KWALITEIT VOOROP
12
Kwaliteit maakt het verschil
Nederlandse ondernemingen concentreren zich
vooral op de kwaliteit van hun producten en dien-
sten. Ze gaan de internationale concurrentiestrijd
aan met betere kwaliteit, precies datgene wat je van
een kenniseconomie mag verwachten. De hoge
score van innovatie ondersteunt dit: circa een derde
van de respondenten wil zich hierop onderschei-
den. Opvallend is dat de kleinere bedrijven (0-250
werknemers) ruim boven de 70% scoren voor kwa-
liteit en dat van de grote bedrijven (>5.000 werk-
nemers) 55% zich op kwaliteit wil onderscheiden.
Verlies de klant niet uit het oog!
De uitkomsten op aspecten die de klantgerichtheid
betreffen dalen of zijn stabiel. ‘Focus op klantseg-
ment’ als onderscheidend vermogen staat stabiel op
de vierde plaats. ‘Service’ blijft op de tweede plaats
met 36%, maar krijgt beduidend minder aandacht
dan kwaliteit met 66%. ‘Maatwerk’ daalt voor het
tweede achtereenvolgende jaar en staat nu op de
zesde plaats. Verder dalen ook ‘co-design en co-
production’ en voor de klant relevante zaken als
‘gemak van het aankoopproces’ en de ‘levertijd’.
Het roept de vraag op of bedrijven de klant niet
uit het oog gaan verliezen.
Hierbij kan worden opgemerkt dat de kleinste
bedrijven (<50 werknemers) maatwerk wel hoog
in het vaandel hebben staan: ruim een derde van deze bedrijven wil zich hierop
onderscheiden. Van de grote bedrijven (>5.000 werknemers) geeft bijna de helft
aan zich te willen onderscheiden op ‘service’.
Joulz
Het feit dat kwaliteit en service (in combinatie) bovenaan staan bij het onderscheidend vermogen is voor Harmsen weinig verrassend. “Joulz biedt een totaaloplossing voor onze klanten, dus over de hele keten van bedenken-bouwen-beheren in energie-infrastructuren heen. Dit vergt uitstekende kwaliteit en service, omdat onze klanten op basis daarvan voor ons kiezen. Marktconform prijsniveau is zeker belangrijk voor onze klanten, gezien de vele aan-bestedingen, maar er wordt steeds vaker naar het totaalplaatje gekeken. Daarbij gaat het niet alleen om de aanschafprijs maar meer om de Total Cost of Ownership.”
PostNL
Ludo Oelrich vindt de focus op - vooral - de bestaande portfolio wel begrijpelijk, maar niet genoeg. “Bij economische tegenwind lijkt het logisch om te focussen op je bestaande producten en diensten. Daar ben je goed in, dus dat wil je maximaal uitnutten. Maar om op langere termijn mee te komen in steeds sneller veranderende markten zal je steviger op innovatie moeten inzetten. Juist ook in tijden dat er economische tegenwind is. Consumentenvoorkeuren veranderen snel en de technologie biedt steeds nieuwe mogelijkheden. Het wordt steeds meer divers. De consumenten willen niet meer hetzelfde: de één kiest voor gemak en wil pakketten thuisbezorgd hebben, een ander wil een leuke store bezoeken met de nodige excitement; één wil duurzaam, een ander niet; weer een ander wil een merk en een ander juist niet.’’
13
Het juiste spel op het juiste veld
Slechts 6% van de deelnemers wil zich op de laagste prijs onderscheiden en slechts 9% kiest voor een kos-
tenleiderstrategie in de komende jaren. Toch geven veel bedrijven aan dat prijsconcurrentie een belangrijk
strategisch issue is (27%, zie H.5). Dit betekent dat veel bedrijven het kwaliteitsspel willen spelen op het
prijsveld. Dat is ook te zien aan de hogere score van ‘laagste lifetime costs’ als onderscheidend vermogen. Het
signaal van bedrijven lijkt te zijn dat kwaliteit loont, maar niet leidt tot een initieel lagere prijs. Een waarschu-
wing is hier op zijn plaats. Als de strategie erop is gericht om tot markt- en/of prijsbehoud te komen door
betere kwaliteit te leveren en te innoveren, dan kan dat ertoe leiden dat er voor de innovaties geen extra prijs
kan worden gevraagd. De investeringen in innovatie worden dan op de langere termijn niet terugverdiend.
Duurzaamheid blijft
‘Duurzaamheid’ is na de stijging in 2010 en 2011
stabiel gebleven. Daarmee lijkt dit thema een blij-
vende plaats te hebben veroverd in de strategie van
bedrijven. Dit geldt vooral voor de (middel) grote
bedrijven (>250 werknemers). De mate waarin
bedrijven zich hierop willen onderscheiden neemt
echter niet langer toe.
Merk van minder belang
Terwijl ‘merk en imago’ bij uitstek bedoeld is om je
te onderscheiden van de concurrentie, daalt deze
factor voor het tweede achtereenvolgende jaar, tot
15%. Het wordt als strategisch issue iets zwaarder
ingeschat, met 21% (zie H.5). Mogelijk zijn er
bedrijven die een imagoverbetering nastreven, maar
er niet op uit zijn zich daarop te onderscheiden.
Wat opvalt, is dat bij de grote bedrijven (>5000
werknemers) meer dan een kwart zich wil onder-
scheiden op ‘merk en imago’.
ONEforONE
Voor ONEforONE is duurzaamheid veel meer dan een statement. Het wordt op elk niveau meege-nomen in beslissingen, ook op strategisch niveau. “Het is voor ons een hygiëne factor: in alles wat wij doen weegt duurzaamheid mee, net zo zwaar als winst. En dat zien we ook bij onze klanten terug: die willen duurzamer bezig zijn. Kwaliteit is daaraan ondergeschikt. Natuurlijk moeten onze producten, bijvoorbeeld onze waterfl es, van goede kwaliteit zijn. Maar weinigen zullen de ONEforONE waterfl es uitsluitend kopen omdat het de beste fl es is – dat doet men ook echt voor het goede gevoel.”
Rabobank Nederland
Onderscheid op merk zou voor Rabobank hoger
scoren, meent Mourits. “Het terugwinnen van
vertrouwen is voor de gehele sector erg belang-
rijk. Onze eigen waarneming is dat naast kwaliteit
van het product en de mate waarin je customer
intimacy kan bieden ook het vertrouwen in het
merk Rabobank belangrijk is. Rabobank is een
duidelijk onderscheidend en hooggewaardeerd
merk, dus profi leren we dat ook sterk.”
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 2 KWALITEIT VOOROP
14
Sectorbeeld onderscheidend vermogen
37%
31%
74%Kwaliteit van product/dienst
Innovatie
Focus op klantsegment
Kwaliteit van diensten scoort boven het gemiddelde
Ook innovatie heeft hoge prioriteit
Service scoort minder hoog dan in andere sectoren
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
58%
28%
67%Kwaliteit van product/dienst
Service
Focus op klantsegment
Service bijna even belangrijk als kwaliteit van diensten
Imago scoort hoger dan in andere sectoren (22%)
Innovatie geen prioriteit, scoort zeer laag met 8%! Imagoverbetering komt niet via nieuwe producten
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
47%
32%
50%Kwaliteit van product/dienst
Innovatie
Service
Industrie
Kwaliteit van product op nummer 1, maar ruim onder gemiddelde
Innovatie belangrijk element van onderscheidend vermogen
Design/ontwerp scoort met 21% hoger dan in andere sectoren
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
31%
31%
56%
38%
38%
Kwaliteit van product/dienst
Service
Duurzaamheid, MVO
Leverbetrouwbaarheid
Laagste lifetime costs/total cost of ownership
Utilities
Opvallend hoge score voor laagste life time costs
Duurzaamheid ruim bovengemiddeld
Innovatie scoort laag met 13%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
43%
43%
64%Kwaliteit van product/dienst
Service
Laagste prijs
Bouw
Service is belangrijk element van onderscheidend vermogen
Enige sector waar laagste prijs nog belangrijk onderscheid biedt (echter niet als basis van de strategie)
Opvallend lage score voor innovatie (14%) en maatwerk (7%)
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
15
Generieke strategieën
FocusBeperkte markt scope
(één of enkele marktsegmenten)
Brede markt scope(aantrekkelijk voor de gehele markt)
Onderscheidendin toegevoegdewaarde totale
product(beleving)
Onderscheidend inkostprijs met zelfde
kwaliteit
Differentiatie Kostenleiderschap
3Product staat centraal
Meer dan de helft van de ondernemingen wil zich komende
jaren onderscheiden door middel van een differentiatie-
strategie3. Eén derde geeft aan een focus strategie te hante-
ren, eenzelfde percentage hanteerde deze strategie in 2011.
De verschuiving richting differentiatie gaat dus ten koste van
kostenleiderschap. Slechts een kleine minderheid van de
ondernemingen probeert zich nog te onderscheiden op prijs.
Hoewel prijsconcurrentie een relevante strategische issue
is voor bedrijven (zie H.5), is kostenleiderschap niet de
manier waarop zij zich willen onderscheiden: slechts 9,2%
streeft kostenleiderschap na. Dit blijkt ook uit de antwoor-
den op de vraag wat het onderscheidend vermogen van
de onderneming wordt. ‘Laagste prijs’ wordt hier, zoals
we in het vorige hoofdstuk al zagen, nauwelijks genoemd.
Wel is een duidelijke toename te zien in ‘laagste lifetime
costs’. Het draait dus niet zozeer om de laagste aankoop-
prijs, maar om de kosten voor de totale levensduur van
het product of de dienst.
3 Deelnemers werden gevraagd naar de strategische focus van afgelopen jaar (2011) en voor de komende twee jaar (2012-2013). Hieraan ten grondslag liggen de drie generieke strategieën van Porter.
Generieke strategie 2012-2013
9,2%
55,9%
34,9%
kostenleiderschap
differentiatie
focus
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 3 PRODUCT STAAT CENTRAAL
16
Ruim de helft van de bedrijven kiest voor een strategie waarin het product centraal staat (differentiatie-
strategie). Dit sluit volledig aan bij de manier waarop zij zich willen onderscheiden van de concurrent,
namelijk op kwaliteit, service en innovatie. De populariteit van de focusstrategie is daarentegen juist afge-
nomen. In het onderzoek van vorig jaar gaf nog iets meer dan de helft van de ondernemingen aan in 2011
een focusstrategie te willen gaan voeren. De komende jaren is dat nog maar één derde van de bedrijven.
Differentiatie relevant in elke sector
De differentiatiestrategie is in alle sectoren dominant.
Daarnaast geldt voor bijna elke sector (uitgezonderd
bouw) dat ongeveer één derde van de bedrijven zich
komend jaar gaat concentreren op marktsegmenten.
Opvallend is dat in de bouw helemaal geen kosten-
leiderschap meer nagestreefd wordt. Prijs blijkt geen
manier (meer) te zijn waarop bedrijven in deze sector
zich nog kunnen onderscheiden van elkaar. De grote
meerderheid van de bouwbedrijven richt zich op de
kwaliteit van het product. Slechts een klein deel richt
zich op een specifi eke markt, zoals zorginstellingen of
corporaties. De utilities sector laat de meeste variatie
in strategie zien. Kostenleiderschap is hier nog wel
relatief sterk aanwezig.
Formatie
Van de ondernemingen die kostenleiderschap nastre-
ven, verwacht de helft komend jaar een krimp in
de formatie. Om tegen een lagere prijs te kunnen
leveren, zal gesneden moeten worden in het per-
soneelsbestand. Bedrijven die een differentiatie- of
focusstrategie hanteren, verwachten even vaak krimp
als groei van de formatie..
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Indu
strie
Finan
ciële
dien
stve
rleni
ng
Zake
lijke
dien
stve
rleni
ng Bouw
Utiliti
es
Kostenleiderschap
Differentiatie
Focus
Generieke strategie per sector
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Koste
n-
leid
ersc
hap
Differ
entia
tieFo
cus
Krimp
Verwachting t.a.v. formatie
Stabiel
Groei
17
4Nieuwe businessmodellen
nog altijd prioriteit
32%
29%
27%
21%
17%
15%
15%
14%
13%
10%
9%
9%
5%
5%
39%Nieuwe business modellen
Innovatie R&D
Personeel
Prijsconcurrentie
Merk, imago
Verandering in regelgeving
Duurzaamheid, MVO
Toegang tot financiering
Fusies en overnames
Veranderende samenstelling
Globalisering
Distributie- en communicatiekanalen
Allianties in de bedrijfsketen
Nieuwe toetreders
Outsourcing
2010 2011 2012
Wat zijn de belangrijkste strategische issues voor uw onderneming in 2012 - 2013?
‘Nieuwe businessmodellen’ vormt net als vorig jaar het
belangrijkste strategische issue voor ondernemers.
‘Innovatie/R&D’ en ‘human capital’ completeren
de top 3, waarbij ‘innovatie’ is gestegen naar de
tweede plek en de stijgende lijn voortzet. ‘Human
capital’ is juist opnieuw een plek gedaald.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 4 NIEUWE BUSINESSMODELLEN NOG ALTIJD PRIORITEIT
18
Nieuwe businessmodellen
Het onderwerp ‘nieuwe businessmodellen’ staat
voor de derde keer op rij in de top 3, waarvan
twee maal op de eerste plaats. Dit laat zien dat het
Nederlandse bedrijfsleven worstelt met de vraag
hoe zij ervoor kunnen (blijven) zorgen dat hun
onderneming waarde creëert, levert en behoudt.
Het thema staat in alle sectoren in de top drie
(uitgezonderd utilities) en blijkt met name voor
bedrijven die een focusstrategie (gaan) hanteren
zeer relevant te zijn.
Kwaliteit vraagt om innovatie
De hoge score van ‘innovatie/R&D’ sluit aan bij de manier waarop bedrijven zich willen onderscheiden
ten opzichte van hun concurrentie, namelijk op het leveren van kwaliteit binnen een differentiatiestra-
tegie. Innovatie is hiervoor een belangrijke randvoorwaarde. Zeker voor het middenbedrijf (50-250 fte)
is vernieuwing van product of dienst een belangrijke issue.
Personeel
‘Human capital’, ofwel het werven, ontwikkelen en
behouden van de juiste medewerkers, blijft belang-
rijk, zij het in mindere mate dan vorige jaren. De
stijgende werkloosheid speelt hier mogelijk een rol
in. Op de langere termijn dreigt echter schaarste op
de arbeidsmarkt en zullen bedrijven hun best moe-
ten doen gekwalifi ceerd personeel aan te trekken en
te behouden. Voor veel bedrijven die streven naar
kostenleiderschap vormt personeel een belangrijk
issue, ditmaal echter gericht op formatiereductie.
ONEforONE
Binnen ONEforONE bestaat een aantal totaal verschillende businessmodellen. “Voor een klein bedrijf is het niet altijd mogelijk om uitgebreid marktonderzoek te doen. Dus is het een kwestie van testen, uitproberen van verschillende verdien-modellen. Voor ons dus buitengewoon relevant als strategische issue.” Innovatie is voor ONEforONE de belangrijkste levensader. “Ik denk bijna dat je het anders als start-up niet redt.” Ook wordt veel aandacht besteed aan het bouwen van het merk en de naamsherkenning.
Joulz
Niet nieuwe businessmodellen, maar human capital is het belangrijkste issue binnen de energiesector. “Het gaat om goeie mensen, vakmanschap,” aldus Harmsen. “Goed, gekwalifi ceerd personeel is voor ons van vitaal belang. Daarom is het binden van goede mensen, evenals het bieden van opleidingen, randvoorwaardelijk voor het realiseren van onze strategie.” Marktontwikkeling en kostenbeheersing zijn de andere belangrijke thema’s voor Joulz in deze markt. “En natuurlijk de veranderende regelgeving – dat blijft binnen onze sector een belangrijke issue,” aldus Harmsen.
19
Prijsconcurrentie blijft issue
Prijsconcurrentie blijft sinds jaar en dag een belang-
rijke issue, met name voor de kleinere (50-250
werknemers) en grote bedrijven (>5000 werkne-
mers) en bedrijven in de industriesector. Ondanks
het feit dat prijs voor zoveel bedrijven een belangrijk
issue is en de commodity trap dreigt, wil men zich
niet onderscheiden op prijs en niet toegeven mee te
gaan met de concurrentie. Niet geheel onverwacht
scoren bedrijven die kostenleiderschap nastreven
erg hoog op het issue prijsconcurrentie.
Financiering wordt lastiger
Toegang tot fi nanciering wordt lastiger voor bedrij-
ven. Dit geldt met name voor bedrijven in de bouw
en de utilities. Het fi nancieringsprobleem volgt
duidelijk de lijn van economie. In crisisjaar 2009
stond het issue nog op de zevende plaats, vorig jaar
(in een periode van economisch herstel) daalde
het een fl ink aantal plaatsen en nu staat het weer
op plaats acht. Banken, die ook zelf te maken heb-
ben met strengere kapitaalseisen, lenen hun geld
minder makkelijk uit en stellen hogere eisen aan
ondernemingen.
Weinig samenwerking
Ondanks een sterke onderlinge afhankelijkheid (onder andere als gevolg van prijsconcurrentie en lever-
betrouwbaarheid) denken bedrijven toch vooral “ieder voor zich”. Het issue ‘allianties in de bedrijfsketen’
is over de afgelopen jaren zeer sterk gedaald en staat nu op een 13e plaats, wat aansluit bij de lage score van
‘co-design/co-productie’ op onderscheidend vermogen. In de bouwsector scoort de vorming van allianties
echter (nog) wel hoog (derde plaats). Ketenintegratie en het oppakken van de regierol in de bouwketen
kan bouwbedrijven juist helpen uit hun moeilijke positie te komen.
PostNL
Nieuwe businessmodellen is iets waar PostNL wel mee bezig is. “Het komt er op neer dat we een andere prijs-risico relatie proberen te ontwikkelen met onze klanten en toeleveranciers. PostNL kan turn key online oplossingen bieden aan retailers. Een deel van de kosten willen we wel gedekt heb-ben, maar het kan stimulerend werken als we in sommige gevallen een deel risicodragend mee-doen.” Daarnaast is prijsconcurrentie een verplicht nummer. “Ook PostNL heeft daarmee te maken, onder andere door digitalisatie van de hele berich-tenketen, zeker daar waar nieuwe oplossingen en nieuwe toetreders op de markt komen. De oplos-sing ligt in nieuwe (online) businessmodellen.”
Rabobank Nederland
Dat verandering in regelgeving voor de fi nanciële sector de belangrijkste strategische issue is noemt Mourits logisch. “En dat heeft niet alleen te maken met kapitaaleisen. Ook vanuit de toezichthouders, DNB en AFM, komt er veel regelgeving op de sector af. Dan gaat het over hoe je je producten mag aanbieden, de wijze waarop je daarover reclame mag maken, maar ook regelgeving op het gebied van beloningsbeleid en alle maatregelen en wet-geving die nationale en internationale overheden in voorbereiding hebben, zoals mogelijke splitsing van zaken- en nutsbanken, bankbelasting, transactietax; ik denk dat er wel 25 tot 30 initiatieven nu liggen om de sector minder risicovol te maken.”
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 4 NIEUWE BUSINESSMODELLEN NOG ALTIJD PRIORITEIT
20
Sectorbeeld strategische issues
43%
43%
64%Toegang tot financiering
Nieuwe businessmodellen
Allianties in bedrijfsleven
Bouw
‘Toegang tot financiering’ is erg lastig
Hoge behoefte aan ‘nieuwe businessmodellen’ toont ketenintegratie en conceptontwikkeling voorin de bouwketen
‘Allianties in bedrijfsketen’ bovengemiddeld belangrijk door samenwerking met toeleveranciers en met elkaar
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
21%
50%
50%
Prijsconcurrentie
Innovatie, R&D
Nieuwe business modellen
Industrie
Hoge mate van ‘prijsconcurrentie’
‘Innovatie’ blijft dé manier waarop de industrie uit de commodity trap wil blijven
Outsourcing wordt nauwelijks genoemd (3%)
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
31%
28%
47%Verandering in regelgeving
Nieuwe business modellen
Merk, imago
‘Verandering in regelgeving’ veruit belangrijkste issue
‘Merk/imago’ van groot belang – het imago van financiële instellingen is zwaar beschadigd tijdens de crisis
‘Innovatie/R&D’ vormt ondanks de noodzaak tot verandering geen belangrijk issue (8%)
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
32%
32%
56%Nieuwe businessmodellen
Personeel
Innovatie, R&D
‘Nieuwe businessmodellen’ veruit belangrijkste strategische issue – wil ZDV zichzelf opnieuw uitvinden?
‘Human capital’ scoort hoger dan gemiddeld, succes hangt aan kwaliteit en beschikbaarheid van kenniswerkers
‘Prijsconcurrentie’ minder relevant dan gemiddeld, ‘imago’ juist bovengemiddeld belangrijk
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
31%
25%
25%
56%Personeel
Verandering in regelgeving
Toegang tot financiering
Prijsconcurrentie
Utilities
Het vinden en behouden van gekwalificeerd ‘personeel’ vormt de grootste uitdaging
‘Verandering in regelgeving’ scoort hoger dan gemiddeld (sterk gereguleerde sector)
Bedrijven hebben relatief veel moeite met het verkrijgen van financiering
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75%
21
5Onzekerheid troef!
30%
27%
26%
19%
19%
13%
12%
11%
9%
7%
4%
32%Onzekerheid over de toekomst
Onvoldoende tijd nemen voor het proces
Keuzes niet vertalen naar acties
Vasthouden aan het bekende
Vermijden van echte keuzes
Inside-outbranding
Onvoldoende vermogen om door weerstand heen te breken
Naar gewenst doel toe redeneren
Te veel mensen in het proces betrokken
Blijven analyseren
Te weinig mensen in het proces betrokken (directie bslist)
Volgen van de concurrentie
Waar loopt u tegenaan bij het formuleren van uw strategie?
2010 2011 2012
Het strategieproces van het Nederlandse bedrijfsleven
heeft het meest te lijden onder de ‘onzekerheid over de
toekomst’. De conjunctuur bepaalt zo de kwaliteit van de
strategieformulering. Keuzes worden vaker gemaakt én in
de praktijk gebracht dan de afgelopen jaren. Wel zou men
graag wat meer tijd nemen voor het strategieproces.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 5 ONZEKERHEID TROEF!
22
Onzekerheid
Bij het bepalen van de bedrijfsstrategie ondervinden
Nederlandse bedrijven veel hinder van de onze-
kerheid over de toekomst – vooral kostenleiders
worstelen hiermee (50%). De vorige crisis is nog
maar nauwelijks afgelopen of de volgende dient
zich al weer aan. Je zou zelfs kunnen stellen dat we
ons nog steeds in dezelfde crisis bevinden als eind
2008. Een echte neerwaartse spiraal biedt uiteraard
weinig onzekerheid: we weten dan immers welke
kant het op gaat. Op dit moment lijkt het er echter op dat ondernemend Nederland
nog twijfelt over de toekomst, mede als gevolg van de Eurocrisis.
Te weinig tijd
Daarnaast zien we dat bedrijven steeds vaker onvol-
doende de tijd nemen voor een gedegen strategie-
proces. De waan van de dag overheerst waardoor
uiteindelijk te weinig tijd overblijft voor het for-
muleren van de strategie. Met name bij kleine
bedrijven is dit probleem zeer pregnant: twee keer
zoveel bedrijven onder 50 werknemers als bedrij-
ven boven 1000 werknemers geven aan hier last
van te hebben. Juist door de hoge onzekerheid
die managers ervaren is het zaak goed de tijd te
nemen om tot gedegen afwegingen te komen in
het strategieproces. Maar uitgerekend nu er meer
tijd nodig is dan voorheen wordt er minder tijd beschikbaar gemaakt, met name
door bedrijven met een differentiatiestrategie.
Kiezen én doen
Dat er te weinig tijd is, lijkt er echter maar in
beperkte mate toe te leiden dat er geen keuzes
worden gemaakt in het strategieproces – vermijden
PostNL
De onzekerheid die strategische keuzes in de weg zit ziet Oelrich zeker ook bij PostNL. “De lange-termijnstrategieën met een horizon van vijf of zelfs tien jaar kunnen niet meer. We kijken een paar jaar vooruit, daarmee kunnen we anticiperen op de ver-anderingen, die steeds sneller gaan. Dat levert wel spanning op met de terugverdientijd van investerin-gen in grote veranderingen.”
ONEforONE
“Aan echte strategiebepaling kom ik eigenlijk nauwe-lijks toe”, aldus Durville. “Voordat ik met ONEforONE begon heb ik dat natuurlijk uitgebreid gedaan, maar nu we eenmaal draaien is het erg moeilijk om een pas op de plaats te kunnen maken. Gebrek aan tijd herken ik dan ook zeker!” Bij eenmansbedrijven speelt het strategieproces zich natuurlijk ook voorna-melijk af in het hoofd van de ondernemer. Het risico van tunnelvisie ligt dan ook op de loer. “Dat is een risico voor ondernemers, ja,” erkent Durville. “Want je moet eigenwijs zijn maar ook kritisch op jezelf en op je ‘kindje’ blijven. Door veel met mensen te praten én zelf tijd te nemen, blijf je in balans.”
23
van echte keuzes blijft namelijk de nummer vijf
op de lijst. Ook heeft dit niet tot gevolg dat men
dan maar hetzelfde blijft doen: vasthouden aan
het bekende daalt in de ranglijst. Dit bevestigt de
blijvend grote behoefte aan nieuwe businessmo-
dellen eerder in deze publicatie. Met name grote
bedrijven zijn hier veel beter in geworden, al blijft
juist het maken van keuzes daar nog wel lastig.
Net als vorig jaar kunnen we daarom ook nu weer
stellen dat grotere bedrijven niet willen (een derde
vermijdt echte keuzes) en kleinere bedrijven niet
kunnen (een derde vertaalt de keuzes niet door
naar acties).
Intern of extern?
Naarmate de onzekerheid over de toekomst groter wordt, is het belangrijker voor bedrijven om outside-
in te denken. Door ontwikkelingen in de buitenwereld te volgen en daarop te anticiperen, kan je zelfs
in onzekere tijden tot goed onderbouwde toekomstscenario’s komen. Het feit dat inside-out denken een
sprong omhoog maakt, bovengemiddeld vaak bij grote bedrijven met een kostenleiderstrategie, geeft aan
dat men intern makkelijker grip denkt te kunnen houden dan extern (blijkens ook het hoge belang van
kwaliteit als onderscheidend vermogen). Juist in onzekere tijden is het echter van belang goed voeling te
houden met de markten, klanten en andere omgevingsfactoren.
Betrokkenen
Tevens zien we dat het steeds minder vaak voor-
komt dat men ‘teveel mensen in het strategiepro-
ces’ als problematisch ervaart. Een mogelijke uitleg
hiervoor zou kunnen zijn dat men, gedwongen door
de hoge mate van onzekerheid, meer mensen in het
strategieproces wil betrekken. Het is echter waar-
schijnlijker dat het groepje beslissers juist kleiner
is geworden – vandaar dat het probleem minder
vaak wordt ervaren. Dit kan wel gevolgen hebben
voor effectieve realisatie van de strategie, omdat
de organisatie niet voldoende gemobiliseerd wordt.
Joulz
Elk jaar herijkt Joulz het meerjarig strategisch plan. “De strategische keuzes die we daarin maken zijn leidend voor onze operationele doelstellingen in het komend jaar, dus ook in de budgettering.” Dit jaar heeft Joulz dit voor het eerst met niet alleen de Directie maar met het gehele topmanagement gedaan (in totaal ongeveer 40 medewerkers). “Meer mensen betrekken heeft een omgekeerd evenredig effect op draagvlak en slagvaardigheid – het is zaak daarin de optimale balans te vinden.
Rabobank Nederland
Net als vorig jaar vindt de fi nanciële sector ook nu weer in bovengemiddelde mate dat er vaak teveel mensen in het strategieproces zijn betrokken. “In de bancaire wereld heerst een enorme druk om de kostenstructuur naar beneden te krijgen. Daarnaast staan sommige verdienmodellen in de sector onder druk. Daardoor wordt de kostendruk nog hoger. Dus moet je kritisch kijken naar het aantal mensen.” Daarnaast heerst ook in de fi nanciële sector hoge onzekerheid. “Het uitblijven van een échte oplos-sing voor de Eurocrisis is een zeer dominante factor daarin.”
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 5 ONZEKERHEID TROEF!
24
Sectorbeeld strategieproces
32%
35%
35%
Keuzes niet vertalen naar acties
Onvoldoende tijd nemen voor het proces
Vasthouden aan het bekende
Industrie
Beperkt last van ‘onzekerheid’ – trends (o.a. export) schetsen een relatief helder toekomstbeeld
In actie komen blijft problematisch, de strategie uitrollen lukt velen niet of niet goed
Teveel of te weinig mensen in het proces komt bijna niet voor, dit lijkt al lang uitgekristalliseerd
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65%
31%
30%
33%Onvoldoende tijd nemen voor het proces
Vasthouden aan het bekende
Onzekerheid over de toekomst
Bedrijven laten zich minder dan gemiddeld van de wijs brengen door ‘onzekerheid’
Oude succesformules belemmeren wellicht nieuwe businessmodellen
In actie komen gaat beter dan vorig jaar – het is niet meer mogelijk het bedrijf in zijn oude staat in stand te houden
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65%
24%
24%
27%
41%Onzekerheid over de toekomst
Onvoldoende tijd nemen voor het proces
Inside-outbenadering
Teveel mensen in het proces betrokken
Veel nieuwe regelgeving leidt tot buitengewoon hoge mate van ‘onzekerheid’
Sterk op zoek naar grip, vandaar sterke interne focus en beperkt aantal mensen inspraak gunnen
‘Door weerstand heen breken’ is zelden een probleem
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65%
29%
29%
29%
29%
Vermijden van echte keuzes
Inside-outbenadering
Onzekerheid over de toekomst
Onvoldoende tijd nemen voor het proces
‘Vasthouden aan het bekende’ is geen optie, want orderportefeuilles lopen leeg
‘Onzekerheid’ en ‘gebrek aan tijd’ leiden tot navelstaren en beslissingen vooruit schuiven
Verrassend veel bedrijven geven aan géén problemen in het strategieproces te kennen, alleen in de inhoud
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65%
31%
31%
31%
31%
38%Onzekerheid over de toekomst
Inside-outbenadering
Naar gewenst doel toe redeneren
Keuzes niet vertalen naar acties
Onvoldoende tijd nemen voor het proces
Utilities
Sterk gereguleerde sector is afhankelijk van Den Haag – hoge ‘onzekerheid’ mede dankzij wisselvallig beleid
‘Keuzes maken’ is niet zo moeilijk, markt is redelijk volwassen; tijd voor een goed strategieproces vinden wel
‘Inside-out benadering’ en ‘doelredeneren’ lijken symptomen van het zoeken naar grip op de zaak
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65%
25
6Waan van de dag regeert
34%
21%
17%
16%
14%
13%
12%
10%
9%
7%
5%
4%
45%Operationeel sturen belangrijker danstrategisch sturen
Te veel focus op interne processen
Onvoldoende competenties
Geen heldere mijlpalen in
Te veel analyse, te weinig actie
Onvoldoende terugkoppeling vanuitmarkten en de keten
Geen meetbare prestatie-indicatoren/KPI’s
Onduidelijkheid over wie stuurt op welke KPI
Geen goede tijdige managementrapportages
Sturen op bestaande rapportages, niet aangepast aan nieuwe strategie
Geen early warning indicatoren overexterne ontwikkelingen
Overlegstructuur (directie, MT, Werkoverleg)functioneert niet
Te veel focus op externe ontwikkelingen
30%
20%
18%
18%
16%
11%
11%
9%
9%
5%
3%
2%
62%
Wat zijn de grootste uitdagingen bij het sturen op de gekozen strategie?
Operationele drukte overheerst
Onvoldoende competenties in de onderneming
Te veel strategische doelstellingen
Capaciteit/middelen niet beschikbaar
Geen goede implementatieplanning
Strategie niet SMART gedefinieerd(Specifiek-Meetbaar-Acceptabel-Realistisch-
Tijdsgebonden)
Onvoldoende draagvlak onder management
Management voelt zicht geen eigenaarvan de gedefieerde acties
Strategie niet vertaald naar individuelebusiness units
Onvoldoende draagvlak op de werkvloer
Onjuiste veranderstrategie
Strategie is al voor de implemenatieachterhaald
Strategie is niet realistisch
Wat zijn de grootste uitdagingen bij het realiseren van de gekozen strategie?
Operationele drukte vormt met afstand het grootste
struikel blok voor de realisatie van de strategie. Operatio-
neel sturen wordt dan ook vaak belangrijker gevonden dan
strategisch sturen. Een andere belemmering voor stra-
tegie-implementatie vormt een tekort aan de juiste com-
petenties en een te sterke focus op interne processen.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 6 WAAN VAN DE DAG REGEERT
26
Operationele drukte
De planning van de strategierealisatie vormt het
grootste probleem. Bedrijven hebben het te druk
met de dagelijkse gang van zaken en maken onvol-
doende tijd vrij om de gekozen strategie goed te
implementeren en er op te sturen. Dit geldt voor
zowel kleine als grote bedrijven. Er zijn vaak ‘geen
heldere mijlpalen’ vastgesteld in de implementa-
tieplanning en vaak blijkt er ‘onvoldoende capaci-
teit en middelen’ beschikbaar te zijn. Het ‘SMART
defi niëren van de strategie’ blijkt met name voor
de kleine bedrijven en bedrijven met een kosten-
leiderschap strategie problematisch en hangt samen met een gebrek aan ‘meetbare
prestatie indicatoren’ om op te kunnen monitoren. Het is lastig sturen als je niet
weet of je op de juiste koers zit. Grote bedrijven (> 5000 werknemers) scoren opval-
lend hoog op het ‘sturen op bestaande rapportages’, in plaats van de rapportages
aan te passen aan de nieuwe strategie.
Gebrek aan de juiste competenties
Onvoldoende competenties op verschillende
niveaus in de onderneming vormen een fl inke
rem op de strategie implementatie. Het gebrek aan
de juiste competenties, in dit geval specifi ek bij lei-
dinggevenden, zien we ook terug in de uitdagingen
bij het sturen op de gekozen strategie. Opvallend in
dit kader is de afname van het belang van ‘human
capital’ als strategisch issue, wat suggereert dat er
te weinig aan ontwikkeling van het personeel wordt
gedaan. Het gebrek aan competenties speelt vooral
bij de middelgrote ondernemingen (50-1000 werk-
nemers); de kleine en grote ondernemingen ondervinden hier minder hinder van.
Rabobank Nederland
Het grootste probleem dat de BV Nederland aangeeft bij het realiseren en implementeren van de strategie, namelijk het feit dat de operationele drukte overheerst, is in de fi nanciële sector door niemand als probleem aangegeven. “Daaruit blijkt dat fi nanciële dienstverleners nog voldoende resour-ces hebben om met hun strategie bezig te zijn,” aldus Mourits. “Rabobank is in ieder geval volledig in control om met de operationele uitdagingen om te gaan.”
ONEforONE
Als ondernemer heb je een breed pallet aan compe-tenties nodig, maar je kan niet alles beheersen. “Dat is natuurlijk voor elke ondernemer een uitdaging. Zo vind ik planmatig werken persoonlijk vrij lastig – iets waar veel ondernemers met een ENTP-profi el (Myers-Briggs Type Indicator, red.) last van hebben. En dat moet je dan juist explicieter organiseren als ondernemer.” Wél is het voor (startende) onderne-mers gemakkelijker om in actie te komen. “Ver-zanden in analyse kan niet, het is een kwestie van gewoon doen.”
27
Sterke interne focus
De op een na grootste uitdaging bij het sturen op
de gekozen strategie is een ‘(te) sterke focus op
interne processen’. De externe omgeving wordt
te weinig in de gaten gehouden, ‘early warning
signalen’ worden te laat opgevangen. Bedrijven
hebben een grote voorkeur voor differentiatiestra-
tegie en willen zich onderscheiden op de ‘kwaliteit
van hun product’. Dit kan leiden tot overheersing
van het ‘inside-out denken’ ten koste van de blik
naar buiten.
Onvoldoende draagvlak
Een belangrijke faalfactor is het ‘gebrek aan draagvlak en eigenaarschap’ onder het (midden) management
en op de werkvloer. Met name bij bedrijven met 1000 tot 5000 werknemers heerst gebrek aan ondersteu-
ning en goedkeuring van de nieuwe strategie door het middenmanagement.
Te veel doelstellingen
‘Onzekerheid over de toekomst’ (grootste struikel-
blok bij strategieformulering) en ‘niet goed kunnen
kiezen’ kunnen leiden tot een grote hoeveelheid
aan strategische doelstellingen. Dit maakt de
implementatie van de strategie lastig. Ondanks
de hoge mate van onzekerheid vormt een onrea-
listisch gekozen of voortijdig achterhaalde strategie
niet het grootste probleem.
Joulz
Dat operationele drukte kan overheersen ver-baast Harmsen niet. “Maar daar kun je best wel wat tegen doen. Een strategisch planningsproces gestructureerd door het jaar heen inplannen, grondig voorbereiden en onderdeel van de business plan-ningscyclus maken zorgt voor blijvende aandacht voor strategie.” Toch kan de waan van de dag dan nog steeds overheersen. “Operations vereisen veel aandacht als je wilt excelleren.” Wel verbaast Harm-sen zich erover dat externe ontwikkelingen niet hoger scoren. “Vaak beïnvloeden ontwikkelingen in de buitenwereld de implementatie van de strategie ook, dus dat zou volgens mij meer aandacht mogen krijgen.”
PostNL
Oelrich ziet het hebben van veel strategische doelen niet als bezwaar, je kunt ze vaak alleen niet allemaal tegelijk realiseren. “Je moet zorgvuldig de opties bekijken en vooral die prioriteren die het meeste voor de organisatie kunnen betekenen. Bij deze selectie kijken wij naar vier aspecten: de markt en de relatieve positie van PostNL, de relevantie voor onze klanten, de opportuniteit voor PostNL en ten slotte, en waarschijnlijk het belangrijkste, de eager-ness van onze eigen organisatie: in welke mate zit er entrepreneurship?”
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 6 WAAN VAN DE DAG REGEERT
28
Sectorbeeld realiseren en sturen
38%
36%
58%Operationele drukte overheerst
Te veel strategische doelstellingen
Onvoldoende competenties in de onderneming
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
39%
48%Te veel focus op interne processen
Operationeel sturen belangrijker dan strategisch sturen
Onvoldoende terugkoppeling vanuit markten en de keten
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
INDUSTRIE
Waan van de dag is zeer dominant
Realisatie is lastig door ‘te grote hoeveelheid aan strategische doelstellingen’
Sturen wordt bemoeilijkt door ‘onvoldoende terugkoppeling vanuit de markt en de keten’
Realiseren
Sturen
33%
27%
23%
30%Operationele drukte overheerst
Onvoldoende competenties in de onderneming
Strategie niet SMART gedefinieerd (specifiek-meetbaar)
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
37%
47%Operationeel sturen belangrijker dan strategisch sturen
Te veel focus op interne processen
Onvoldoende competenties leidinggevenden
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
Strategierealisatie loopt vaak spaak door ‘gebrek aan capaciteit en middelen’
Gekozen strategie wordt ‘onvoldoende SMART’ gemaakt, waardoor het lastig sturen is
Hogere score dan gemiddeld op ‘onvoldoende competenties leidinggevenden’
Realiseren
Sturen
30%
19%
19%
28%
48%Operationeel sturen belangrijker dan strategisch sturen
Te veel focus op interne processen
Onvoldoende competenties leidinggevenden
Te veel analyse, te weinig actie
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
Sturen
29%
19%
66%Operationele drukte overheerst
Onvoldoende competenties in de onderneming
Capaciteit/middelen niet beschikbaar
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
Realisatie en monitoring worden voornamelijk gehinderd door de ‘operationele drukte’
‘Gebrek aan de juiste competenties’, zowel binnen de gehele organisatie als op leidinggevend niveau
Blik met name naar binnen gericht
Realiseren
29
29%
57%
57%
Onvoldoende competenties in de onderneming
Operationele drukte overheerst
Onvoldoende draagvlak onder middenmanagement
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
50%
64%Operationeel sturen belangrijker dan strategisch sturen
Te veel focus op interne processen
Sturen op bestaande rapportages, niet aangepast aan nieuwe
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
BOUW
Strategie implementatie wordt bemoeilijkt door het ‘gebrek aan competenties’ in de onderneming
‘Meer aandacht voor operationele sturing’ dan sturing op de gekozen strategie
Onder het middenmanagement is ‘onvoldoende draagvlak’ voor de gekozen strategie
Realiseren
Sturen
21%
31%
25%
63%Operationele drukte overheerst
Onvoldoende draagvlak onder middenmanagement
Geen goede implementatieplanning
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
38%
31%
31%
31%
Te veel focus op interne processen
Operationeel sturen belangrijker dan strategisch sturen
Geen helder implementatieplan in implementatieplanning
Geen meetbare prestatieindicatoren/KPI’s
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%
UTILITIES
Groot ‘gebrek aan draagvlak’ onder middenmanagement, strategie wordt geformuleerd door select gezelschap
Een ‘goede implementatieplanning ontbreekt’ vaker dan gemiddeld
Er worden ‘geen heldere mijlpalen’ vastgesteld en ‘meetbare prestatie indicatoren ‘ontbreken
Realiseren
Sturen
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 6 WAAN VAN DE DAG REGEERT
30
31
7Strategie implementatie
redelijk succesvol
Van de deelnemers aan het onderzoek geeft ongeveer
18% aan de gekozen strategie (vrijwel) volledig te
realiseren. Ruim de helft slaagt hier in grote mate in.
Voor ruim een kwart van de bedrijven betekent dit dat
zij er niet of slechts in beperkte mate in slagen hun
huidige strategie in de praktijk te verwezenlijken.
Kleine bedrijven meest succesvol
De mate van succes hangt sterk af van de bedrijfsgrootte.
Van de kleinere bedrijven (51-250 werknemers) slaagt een
derde er niet of slechts in beperkte mate in om de geko-
zen strategie te realiseren. Hetzelfde geldt voor de grote
bedrijven (>5.000 werknemers). Het meest succesvol zijn
de kleine bedrijven (tot 50 werknemers). Bijna een kwart
van hen slaagt er (vrijwel) volledig in de huidige strategie
te implementeren.
In welke mate slaagt u erin uw huidige strategie te realiseren?
26,8%
55,2%
15,3%
2,2% 0,5%
Geheel niet
In beperkte mate
In grote mate
Vrijwel volledig
Volledig
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 7 STRATEGIE IMPLEMENTATIE REDELIJK SUCCESVOL
32
Neem de tijd en investeer
Er zijn verschillende factoren te noemen die succesvolle strategie implementatie in de weg staan. Wan-
neer men aangeeft ‘onvoldoende tijd’ te nemen voor het strategieproces is de kans slechts 5% dat de
strategie (vrijwel) volledig gerealiseerd zal worden. In meer dan een derde van de gevallen komt het niet
of nauwelijks tot realisatie. Ook het ‘niet vertalen van keuzes naar acties’, ‘vasthouden aan het bekende’
en ‘onzekerheid over de toekomst’ zorgen vaker dan gemiddeld voor het niet of nauwelijks slagen van de
implementatie. Hetzelfde geldt voor ‘gebrek aan competenties’ en ‘onvoldoende capaciteit en middelen’.
Sectorbeeld
Wanneer we naar de verschillende sectoren kijken valt op dat de fi nanciële en zakelijke dienstverlening
relatief gezien het meest succesvol zijn in de mate van strategierealisatie. Binnen de fi nanciële dienstverle-
ning slaagt ongeveer een kwart van de bedrijven er in de strategie (vrijwel) volledig te realiseren. Binnen de
zakelijke dienstverlening is dit ongeveer een vijfde. Bedrijven in de bouwsector blijken het minst succesvol:
40% van hen slaagt er niet of slechts in beperkte mate in de gekozen strategie in de praktijk te brengen.
33
8Groeien tegen
de verdrukking in!
100%
80%
60%
40%
20%
0%
Omze
t NL
Omze
t bui
tenl
and
Win
st
Form
atie
Krimp
Stabiel
Groei
Verwachtingen Bedrijfsplan 2012 (alleen indien van toepassing)
Ondanks alles blijft ondernemend Nederland vrij goed
gemutst! Gevraagd naar de verwachtingen voor 2012 geeft
meer dan de helft van de bedrijven aan groei te verwachten,
zowel in omzet als in winst. Met name het buitenland lijkt
hierbij voor veel bedrijven een grote stimulans te bieden.
Voor de werkgelegenheid is er minder goed nieuws: evenveel
bedrijven schrappen banen als dat er worden toegevoegd.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 8 GROEIEN TEGEN DE VERDRUKKING IN!
34
Mooie omzetstijging…
Gevraagd naar de insteek van het bedrijfsplan voor
2012 geeft ruim de helft van de bedrijven (53%)
aan dat komend jaar de omzet (in Nederland) gaat
groeien – slechts 7% van de managers geeft aan
omzetkrimp te verwachten.
Opmerkelijk is dat van de bedrijven die ook buiten de
landsgrenzen actief zijn, maar liefst 82% verwacht in
het buitenland de omzet te kunnen verhogen. Precies
de helft van deze internationale bedrijven (41%)
verwacht ook in Nederland de omzet te verhogen. Deze groep blijkt dus beduidend
negatiever over de groeikansen in Nederland dan in het buitenland.
Bedrijven die aangeven niet actief te zijn in het buitenland zijn wél wat positiever:
62% verwacht omzetgroei in Nederland.
… en nog mooiere winststijging
Bijna twee derde van de deelnemers geeft aan
winstgroei te verwachten (65%), tegen slechts
5% die een lagere winst begroten in 2012 dan in
2011. Opvallend is dat deze verwachte winststijging
dus niet volledig aan een omzetstijging valt toe te
schrijven. Dit betekent dat bedrijven effi ciënter
worden en de kostprijzen naar beneden weten te
krijgen (of ten minste stabiel houden).
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Omzet NL volgensbedrijven alleen inNederland actief
Omzet NL volgensbedrijven ook inbuitenland actief
Omzet buitenlandvolgens bedrijven ookin buitenland actief
Krimp
Groei
Formatieontwikkeling 2012
Joulz
Ook Harmsen vindt dat het Nederlandse bedrijfsle-ven wel erg optimistisch naar de toekomst kijkt. “De effi ciency neemt duidelijk toe. Of misschien is het wel zo dat bedrijven relatief beperkt hun perso-neelsbestand hebben ingekrompen de afgelopen jaren, en dat de verwachte omzetgroei niets anders is dan weer terug in het ruime jasje groeien.” Het buitenland trekt Joulz nog niet, ondanks de positie-vere verwachtingen daar. “Wij werken sterk regio-gebonden en kunnen nog prima binnen Nederland uitbreiden. Naar het buitenland gaan vergt zo veel meer dat het op dit moment niet als expliciete stra-tegische doelstelling voor Joulz is opgenomen.”
35
Werkgelegenheid blijft stabiel
Kijken we naar de verwachte ontwikkeling van
de totale formatie dan wordt dit beeld bevestigd.
Gemiddeld genomen blijft de werkgelegenheid
vrijwel stabiel: ongeveer evenveel bedrijven ver-
wachten meer personeel nodig te hebben in 2012
als bedrijven die aangeven het personeelsbestand
te gaan inkrimpen. Hoewel dit een verontrustend
beeld is vanuit perspectief van werkloosheid, is
het natuurlijk wél bemoedigend dat Nederlandse
bedrijven de tering naar de nering zetten wat betreft
hun omvang. Zo verbeteren zij de toegevoegde
waarde per werknemer fl ink.
Voorsprong door onderscheid
Bedrijven die (omzet)groei verwachten onderschei-
den zich op een aantal andere dingen dan bedrij-
ven die krimp verwachten. Waar maar liefst 40%
van de groeiende bedrijven zich op ‘service’ wil
onderscheiden doet slechts 17% van de krimpende
bedrijven dit. Groei vergt verregaande klantonder-
steuning en goede dienstverlening leidt tot tevreden
klanten, zo lijkt het.
Ook valt op dat 20% van de groeiende bedrijven
zich op ‘duurzaamheid en maatschappelijk ver-
antwoord ondernemen (MVO)’ richt, terwijl niet
één bedrijf dat krimp verwacht zich daarop wenst
te onderscheiden. Dit zou kunnen suggereren dat
voor bedrijven die het moeilijk hebben duurzaamheid toch nog vaak als een luxe
wordt gezien.
Bedrijven die krimpen, richten zich daarentegen met name op onderscheid door
leverbetrouwbaarheid (50%). De vraag is echter of dit een offensieve insteek kent
(superieure leverbetrouwbaarheid voor een échte voorsprong) of een defensieve
(het is in het verleden vaak misgegaan en moet worden opgelapt).
Rabobank Nederland
De fi nanciële sector verwacht in even grote mate omzetstijging als winststijging – andere sectoren verwachten een hogere winststijging dan omzetstij-ging. Dit suggereert dat er binnen het bedrijfsleven een verbetering van de effi ciency en productiviteit plaatsvindt die niet in de fi nanciële sector gebeurt. “Wel zie je de trend van besparing op de personele kosten: veel reorganisaties zijn in de fi nanciële sector al aangekondigd, ook bij ons. Maar daarnaast komen er nieuwe of extra kosten bij, met name bij de funding maar ook door de regelgeving. Die fac-toren zorgen ervoor dat de effi ciencywinst van het krimpen van de formatie teniet wordt gedaan.”
PostNL
Het optimisme kan Oelrich wel waarderen. “Opti-misme helpt wel een beetje om door moeilijke tijden heen te komen en innovatie kan niet zonder. Verder snap ik het wel: tot een paar maanden geleden waren er nog positieve groeivooruitzichten voor de Nederlandse economie en dan denkt een ondernemer toch dat hij daar een graantje van mee kan pikken. Dat gevoel is nu waarschijnlijk wel wat getemperd met de onrust rond de schuldencri-sis en de euro en de meer recente economische voorspellingen. Ook PostNL verwacht groei, zeker in het buitenland. Maar ook in Nederland, waar de verwachting is dat pakketservice zal groeien. De reguliere postbezorging zal echter nog wel even blijven krimpen als gevolg van digitalisering.”
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 8 GROEIEN TEGEN DE VERDRUKKING IN!
36
De krimp te lijf
Bedrijven die krimp verwachten zetten vol in op het terugdringen van deze krimp.’ Nieuwe business-
modellen’, ‘innovatie en R&D’, en ‘human capital’ staan allen bij de helft van de krimpende bedrijven
op de agenda. ‘Prijsconcurrentie’ wordt door deze groep echter niet sterker beleefd dan door groeiende
bedrijven – binnen beide groepen is dit voor ongeveer een kwart van de bedrijven een issue.
Onzekerheid leidt tot stagnatie
Ook in de manier waarop het strategieproces is
ingericht zien we een aantal zaken dat het verschil
tussen groeiende en krimpende bedrijven kan ver-
klaren. Opmerkelijk is dat het vooral de bedrijven
zijn die stabiliteit verwachten in de omzet waar het
strategieproces onder de onzekerheid te lijden heeft.
Wat krimpende bedrijven met name opbreekt is het
‘onvermogen om door weerstand heen te breken’:
voor 50% van de bedrijven blijkt dit een struikel-
blok (tegen 29% van de groeiende bedrijven).
ONEforONE
In het eerste jaar ligt ONEforONE redelijk op koers. “Terugkijkend op één jaar ONEforONE ben ik redelijk tevreden. Natuurlijk had ik op nog hogere volumes gehoopt, maar qua naamsbekendheid en de pro-ducten die we nu hebben liggen we goed op koers,” aldus Durville. Volgend jaar wordt dan ook een sleu-teljaar. “Het is nu tijd voor een grondige evaluatie van ons portfolio en onze aanpak. Past bijvoorbeeld onze schadeverzekering nog wel bij ONEforONE? Moeten we meer fysieke producten hebben? Dat soort fundamentele afwegingen moeten nu worden gemaakt. Groei is voor ons namelijk geen must, maar wel zeer wenselijk.”
37
Sectorbeeld verwachtingen voor 2012
Tussen de sectoren zijn de verschillen beperkt. Financiële dienstverleners verwachten de grootste omzetgroei
in Nederland, utilities de minste. Het buitenland blijkt met name de industrie groeikansen te bieden –
mede hierdoor kent de industrie ook de hoogste verwachte winststijging. Opmerkelijk genoeg geeft zelfs de
sterk onder druk staande bouwsector aan winst te verwachten – mogelijk dat na de eerdere effi ciencyslag
in die sector nu alles wat in de orderportefeuilles binnenkomt een extra groot effect heeft.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Indu
strie
Finan
ciële
die
nstv
erle
ning
Zake
lijke
die
nstv
erle
ning
Bouw
Utiliti
es
Krimp
Stabiel
Groei
Omzetontwikkeling NL 2012
Tot slot zien we dat met name de fi nanciële sector het aantal medewerkers gaat reduceren (ruim de
helft van de bedrijven). Dit wordt onderschreven door eerder aangekondigde banenreducties zoals bij de
grootbanken. De bouw en industrie lijken de hoogste baanzekerheid te bieden (minste krimp), terwijl in
utilities veel bedrijven de formatie gaan laten groeien.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Indu
strie
Finan
ciële
die
nstv
erle
ning
Zake
lijke
die
nstv
erle
ning
Bouw
Utiliti
es
Krimp
Stabiel
Groei
Formatieontwikkeling 2012
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 8 GROEIEN TEGEN DE VERDRUKKING IN!
38
39
9Strategische Dialoog:
inzicht en uitzicht
Ongeacht de sector willen alle bedrijven zich onderscheiden
door de kwaliteit van hun diensten en producten. Ze willen
daartoe ook inzetten op innovatie. Om succesvol te innoveren
is goed inzicht nodig in de eisen en wensen van klanten en
markten. Een dialoog met medewerkers binnen het bedrijf
draagt bij aan deze inzichten, zeker als daarbij medewerkers
worden betrokken die daadwerkelijk contact met klanten heb-
ben, zoals verkopers en accountmanagers. Ook medewerkers
die contact hebben met toeleveranciers en inzicht hebben in
de nieuwe mogelijkheden die toeleveranciers de komende
jaren gaan bieden, dragen bij aan succesvolle innovatie.
De Berenschot Strategische Dialoog® biedt daarnaast goede mogelijkheden om netwerkpartners te betrek-
ken in het formuleren van de strategie. Hetzelfde geldt voor ketenpartners. Mogelijkheden voor allianties
en samenwerkingsvormen komen in een dialoog sneller boven, waardoor meer kansen kunnen worden
geïdentifi ceerd. De strategische dialoog is een uitstekend proces om u sterker in uw netwerk te positioneren
en sneller en meer nieuwe strategische opties te genereren.
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN | HOOFDSTUK 9 STRATEGISCHE DIALOOG: INZICHT EN UITZICHT
40
Dit proces kent een breed opgezette dialoog met ketenpartners, klanten, regelgevers, kennisinstituten,
beleidsmakers en andere belanghebbenden om tot een strategische keuze te komen. Ook worden met de
dialoog het mobiliseren van kennis en ervaring binnen het bedrijf en het creëren van draagvlak voor de
verandering gestimuleerd.
Veel bedrijven verwachten te kampen te krijgen met grote onzekerheden de komende jaren. De externe
oriëntatie van de strategische dialoog helpt deze onzekerheden in beeld te brengen en te adresseren. Ten
behoeve hiervan maakt scenario planning expliciet deel uit van het proces. Met behulp van dit raamwerk
wordt het mogelijk zich meerdere plausibele toekomstige businessomgevingen voor te stellen en daarvoor
strategische opties te ontwikkelen die passen bij het bedrijf. Zo zijn bedrijven beter voorbereid op uiteen-
lopende omstandigheden en is de responstijd op nieuwe omstandigheden korter.
Operationele drukte en gebrek aan competenties zijn struikelblokken voor realisatie van strategie. De
strategische dialoog zet bewust in op het betrekken van mensen teneinde hen te mobiliseren en zo energie
te creëren voor de implementatie. Ook doen zij strategische inzichten op door deel te nemen in het proces
van strategieformulering, zonder dat hierbij onrealistische dingen van hun worden verwacht.
Berenschot geeft met haar opdrachtgevers strategie vorm middels de Berenschot Strategische Dialoog®.
A B
C D
Wat kan ik? Hoe ga ik dat aanpakken?
Waar moet ik op inspelen? Presteren we op niveau?
Welkereële opties
heb ik?Wat kies ik?
Realiserenwe
verandering?Wat wil ik?
Monitoren
Zoeklicht
Outside-in: Scenario’s
Inside-out: Analyse Doorvertalen
KeuzeOpties Executie
41
Toekomstige winnaars zijn in staat sneller signalen op te pikken en te combineren tot nieuwe diensten
en producten. In een onvoorspelbare omgeving is snelheid geboden, de kansen zijn per defi nitie tijdelijk.
Succes volgt alleen als de ideeën ook slagvaardig geïmplementeerd worden.
De Berenschot Strategische Dialoog® maakt uw organisatie interactiever, authentieker en slagvaardiger,
waardoor u succesvol kansen weet te creëren in een onvoorspelbare markt. Nieuwe business- en verdien-
modellen bieden evenzeer kansen als nieuwe producten en markten. Voeg bij dit alles onze ruim zeventig
jaar praktijkervaring met het formuleren, mobiliseren en realiseren van strategieën, alsook ons uitgebreide
netwerk in zowel de private als publieke sector en u heeft alle reden om Berenschot actief in uw netwerk
te betrekken!
42
STRATEGY TRENDS 2012 HOOP IN BANGE DAGEN
43
Berenschot Groep B.V.Europalaan 403526 KS UtrechtT +31 (0)30 291 69 16E [email protected]
Berenschot is een onafhankelijk organisatieadviesbureau met
500 medewerkers in de Benelux. Al ruim 70 jaar lang verrassen
wij onze opdrachtgevers in de publieke en private sector met
slimme en nieuwe inzichten. We verwerven ze en maken ze toe-
pasbaar. Dit door innovatie te koppelen aan creativiteit. Steeds
opnieuw. Klanten kiezen voor Berenschot omdat onze adviezen
hen op een voorsprong zetten.
Ons bureau zit vol inspirerende en eigenwijze individuen die
allen dezelfde passie delen: organiseren. Ingewikkelde vraag-
stukken omzetten in werkbare constructies. Door ons brede
werkterrein en onze brede expertise kunnen opdrachtgevers ons
inschakelen voor uiteenlopende opdrachten. En zijn we in staat
om met multidisciplinaire teams alle aspecten van een vraagstuk
aan te pakken.
Berenschot is aangesloten bij E-I Consulting Group, een
Europees samenwerkingsverband van toonaangevende bureaus.
Daarnaast is Berenschot lid van de Raad voor Organisatie-
Adviesbureaus (ROA) en hanteert de ROA-gedragscode.