HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1)...

41

Transcript of HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1)...

Page 1: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4
Page 2: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 3

INHOUD

VOORWOORD 4

INLEIDING 5

HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 61.1 Deelnemersveld 6

1.2 Audits gestandaardiseerd 6

1.3 KING-Keurmerk 7

1.4 Typologie 7

1.5 Grafieken 7

HOOFDSTUK 2 INNING, INVORDERING & KWIJTSCHELDING 82.1 Formatieverhouding procesonderdelen Inning en Kwijtschelding in belastingproces 8

2.2 Kostenverhouding procesonderdelen Inning en kwijtschelding in belastingproces 13

2.3 Kwijtschelding nader toegelicht 17

2.3.1 Kwijtschelding en de rol van het Inlichtingenbureau 18

2.3.2 Resultaten deelnemers op grond van het op geautomatiseerde wijze kwijtschelden van belastingen 19

2.4 Inning nader toegelicht 22

HOOFDSTUK 3 BASISREGISTRATIES 29

3.1 BAG-WOZ 29

3.2 Impressie vanuit lokaal belastinggebied 32

HOOFDSTUK 4 BEZWAAR & BEROEP 34

HOOFDSTUK 5 AANVULLENDE INFORMATIE UIT AUDITS 365.1 Waarom deelname aan de benchmark? 36

5.2 Hoe ga je om met de aansluiting op de diverse basisregistraties? 37

5.3 Wat zijn de gevolgen (geweest) voor de organisatie van de structurele daling van het aantal bezwaren? 37

5.4 Hoe denk je over de verruiming van het lokale belastinggebied 37

5.5 Waar wil je een verdiepinggsslag op hebben in de eerstvolgende benchlearningsessie 38

5.6 Op welke manier is jouw organisatie bezig met “Mijn Overheid”? 39

HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40

BIJLAGEN 43(1) Benchlearning workshop WOZ 43

(2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45

(3) Grafieken 48

Page 3: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 54

VAN BENCHMARK NAAR BENCHLEARNING

VAN INFORMEREN NAAR LEREN.

De commissie Benchlearning heeft in 2013 gekozen voor een andere insteek voor het jaarlijkse benchmark

traject. Naast het verzamelen, analyseren en publiceren van gegevens, is er bewust gekozen voor een

benchlearning traject. Dat traject bestaat uit twee delen:

1. Het verrichten van audits naar aanleiding van de verzamelde gegevens, het in gesprek gaan met

vertegenwoordigers van de deelnemers aan de benchmark, onder leiding van een auditor van de

commissie benchlearning, en deelnemers in de gelegenheid stellen van elkaar te leren;

2. Het jaarlijks houden van twee aparte benchlearning bijeenkomsten rond één specifiek thema of

onderwerp die vanuit de benchmark en/of door een terugkoppeling van de auditors wordt aangereikt.

Na de start in 2013 zijn nu de eerste resultaten bekend. Deelnemers stellen de audits zeer op prijs en

ervaren benchlearning als nuttig, omdat dit een platform schept om van elkaar te kunnen leren. Ook zijn

de eerste benchlearning bijeenkomsten gehouden. In juni 2014 met het thema “Kwijtschelding”, in

oktober 2014 met “Kostenvergoeding in de bezwaarfase en proceskostenvergoeding” en in april 2015

was er een benchlearning bijeenkomst met als thema “Meer openheid rond de WOZ-waardering”

(zie bijlage 1).

Uit de benchlearning bijeenkomsten leren wij dat de groep geïnteresseerden nog moet groeien. Afgezien

van de afdelingshoofden zijn de bijeenkomsten ook interessant voor medewerkers die verantwoordelijk

zijn voor de uitvoering van de belastingprocessen die centraal staan bij de benchlearning bijeenkomsten.

Willen we een bredere achterban bereiken en ervoor zorgen dat de uitnodiging direct bij de juiste persoon

terechtkomt, dan moeten we investeren in een actueel en compleet mailadressenbestand. Om de opkomst

zo hoog mogelijk te maken, moeten we de benchlearning bijeenkomsten zorgvuldig plannen. Dus tijdig

aankondigen met een duidelijke vermelding van datum, tijd en plaats. Maar vooral ook aangeven wat het

onderwerp is en welke sprekers er komen. Een goede organisatie is een voorwaarde voor een hoge opkomst

en daarmee een succesvolle uitkomst van de benchlearnsessie.

Begin 2015 is er besloten om een nieuwe “benchmark App” te ontwikkelen. Het algemeen bestuur

van de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen (LVLB) heeft daarvoor groen licht gegeven en ook de

middelen beschikbaar gesteld. In de commissie is afgesproken om in plaats van een tweede benchlearning

bijeenkomst onze aandacht te richten op de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe app. De

app is de basis voor de toekomst en we gaan ervoor zorgen dat deze zoveel mogelijk naar de wens

van de deelnemers wordt ingericht. De app biedt eveneens de mogelijkheid om in de toekomst meer

samenwerkingsverbanden te laten aansluiten.

Met tevredenheid kunnen we vaststellen dat de commissie Benchlearning, door toetreden van een aantal

nieuwe commissieleden, weer geheel op sterkte is. Ook het aantal auditoren is toegenomen. Nieuwe

deelnemers in de commissie, maar zeker ook auditoren, zijn altijd van harte welkom.

De doorontwikkeling die wij hebben ingezet om van benchmarken naar benchlearning te komen, heeft

zijn meerwaarde inmiddels bewezen. Ik dank iedereen die zich het afgelopen jaar heeft ingezet voor het

vervaardigen van het rapport, het verrichten van werkzaamheden in het kader van de audits of op andere

wijze heeft bijgedragen aan benchlearning.

Jan Vonk

Voorzitter Commissie Benchlearning LVLB

Utrecht, november 2015

INLEIDING

In hoofdstuk 1 van deze benchmarkrapportage LVLB wordt het deelnemersveld gepresenteerd en het proces

van totstandkoming beschreven. Aangegeven wordt waarom het rapport een benchmark betreft en geen

vergelijking is van belastingorganisaties.

Inning, invordering en kwijtschelding wordt uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 2. Opnieuw geeft het

Inlichtingenbureau in deze rapportage haar rol weer in het proces rondom kwijtschelding van lokale

belastingen.

In deze rapportage is ook een hoofdstuk gewijd aan basisregistraties. Basisregistraties moeten een positieve

bijdrage leveren aan de kwaliteit en volledigheid van de WOZ-administratie. Dat basisregistraties niet de

enige impuls zijn, wordt beschreven in hoofdstuk 3.

Op gebied van beroepen wordt in hoofdstuk 4 enige toelichting gegeven.

Gedurende de auditgesprekken is er een aantal aanvullende vragen gesteld aan de deelnemers. Deze

vragen komen in hoofdstuk 5 aan de orde.

De rapportage eindigt met de processen en ontwikkelingen waar deelnemers trots op zijn en waarover ze

graag in contact treden met andere deelnemers.

Page 4: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 76

HOOFDSTUK 1

BENCHMARKRAPPORTAGE LVLB

BENCHMARK 2014

De benchmarkrapportage die hier voor u ligt is een rapportage uitgevoerd onder toezicht van de Landelijke

Vereniging Lokale Belastingen (LVLB). De commissie Benchlearning organiseert jaarlijks een benchmark

voor belastingorganisaties van gemeenten en samenwerkingsverbanden die vooraf hebben aangegeven

dat ze mee willen doen en ook bereid zijn daar capaciteit op in te zetten. Ook stemmen de deelnemers

vooraf in met het houden van auditgesprekken als onderdeel van de benchlearning waar we sinds 2013 mee

aan de slag zijn. U treft in het rapport grafieken aan over heffen, invorderen en waarderen en een aantal

“algemene” zaken voorzien van een toelichting.

1.1 DEELNEMERSVELD

Aan de benchmark 2014 hebben 23 belastingorganisaties deelgenomen. Deze organisaties

vertegenwoordigen in totaal 80 gemeenten en inmiddels meerdere waterschappen.

De belastingorganisaties hebben als kernactiviteit het waarderen van onroerende zaken en het heffen en

invorderen van de lokale belastingen. In de benchmark worden deze componenten uitgevraagd en nader

belicht in de benchlearning.

De benchmark omvat:

9,8 miljoen inwoners;

3,4 miljoen van de circa 8,6 miljoen landelijke WOZ-objecten;

3,1 miljard van de begrootte 11,4 miljard aan opbrengsten gemeentelijke en waterschapsbelasting

1.2 AUDITS GESTANDAARDISEERD

Dit jaar is veel tijd besteed aan het voorbereiden van de audits. Het verwerken van de antwoorden op de

vragenlijst en in vergelijking met het voorgaande jaar hebben wij de audits gestandaardiseerd. Het gevolg

is dat het proces objectiever is geworden. Ook zijn de deelnemers beter bevraagd op afwijkingen, waarvoor

de verklaringen zijn opgenomen bij de desbetreffende grafieken verderop in dit rapport.

Met het aantal deelnemers op dit moment is het mogelijk om in de huidige opzet door te gaan. De audits

worden afgenomen door twee collega’s uit de branche. Met een groeiend aantal deelnemers in de toekomst

groeit ook de noodzaak het proces anders in te richten gezien de tijd die het in beslag neemt.

1.3 KING-KEURMERK

Het KING-Keurmerk voor de benchmark is geldig tot 1 oktober 2015. De certificering is echter aan het

veranderen. Wij proberen om elk jaar de benchmark onder een nog vigerende certificering te brengen.

Omdat het KING-Keurmerk als zodanig niet meer bestaat, is het aan de commissie om op zoek te gaan naar

een nieuwe certificering.

1.4 TYPOLOGIE

Het uitgangspunt bij benchmarken is dat deelnemers onderling vergelijkbaar zijn op een aantal kenmerken.

Het benchlearnen gaat een stap verder: vergelijkbare belastingorganisaties van gemeenten willen van elkaar

leren met als doel hun werkprocessen nog verder te optimaliseren in kwaliteit en efficiency.

In eerste instantie zijn deelnemers aan de benchmark van de LVLB vergelijkbaar in grootte, over het

algemeen voor gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. In de loop van de tijd kwam er ook interesse

vanuit kleinere gemeenten en vanuit samenwerkingsverbanden om deel te nemen.

Naast een diversiteit in grootte onder de deelnemers, blijkt dat zij onderling verschillen in de soorten

belastingheffingen, dienstverlening, organisatiestructuur en kostentoerekening. Ofschoon alle

belastingorganisaties de drie belangrijkste belastingen (onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en

rioolheffingen) in hun takenpakket hebben, zijn belastingen als bijvoorbeeld parkeerbelasting niet door

alle deelnemers geheven. Sommigen voeren alle werkzaamheden zelf uit, anderen huren personeel in of

besteden werkzaamheden uit. Om de deelnemers een hulpmiddel aan te bieden met welke gemeenten

zij vergelijkbaar zijn, is in 2010 een typologie gemaakt. Deze is vanaf die tijd in de benchmarkrapportages

verschenen. Op basis van een aantal kenmerken van de gemeente of het samenwerkingsverband uit het

eerste deel van de vragenlijst, zijn deelnemers geclassificeerd. Deze vragen richten zich op de samenstelling

van de bevolking (aantal inwoners, bijstandsgerechtigden, 65-plussers, studenten), maar ook of er sprake

is van een historische kern, procesindustrieën en de samenstelling van het objectenbestand. Het blijkt dat

hierbij twee dimensies belangrijk zijn: 1) grootte (qua inwoners, woningen en niet-woningen en grootste

totale WOZ-waarde) en 2) het agrarisch-stedelijk karakter van de deelnemer.

Bij de auditgesprekken is deze typologie ook gebruikt om de gesprekspartners in eerste instantie te

selecteren. Dit jaar is in de keuze van deze indeling voor de audits enigszins afgeweken, omdat het idee is

ontstaan dat het ook nuttig is om weer eens met een andere gesprekspartner rond de tafel te zitten en van

elkaar te leren, dan enkel met de deelnemer met wie men het meest vergelijkbaar is.

1.5 GRAFIEKEN

De grafieken in deze rapportage bevatten de percentages of kengetallen van dit jaar per deelnemer en de

medianen van 2013 en 2014. De medianen zijn geen gemiddelde, maar bevatten de gemiddelde score in

2013 en 2014. Om te kunnen vergelijken, betreffen zij alleen die deelnemers die zowel in 2013 als in 2014

hebben meegedaan zodat het mogelijk is om, indien aanwezig, een trend te kunnen duiden. Waar mogelijk

wordt bij de grafieken een verklaring opgenomen van die deelnemers die in de grafiek hoog of laag staan

vermeld. De verklaringen volgen uit de audits die zijn verricht en zijn geenszins een waardeoordeel.

Page 5: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 98

HOOFDSTUK 2

INNING, INVORDERING EN KWIJTSCHELDING

Jaarlijks versturen gemeenten en waterschappen de belastingaanslagen voor de lokale heffingen. Met

de verzending van de aanslagen start het proces van inning, invordering en kwijtschelding. Bij inning en

invordering gaat het om tijdige betaling van de belastingschuld. Voor burgers die niet in staat zijn, anders

dan met buitengewoon bezwaar, de aanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, is de kwijtscheldingsregeling

als vangnet voorhanden.

Om vast te stellen welke burgers in aanmerking komen voor kwijtschelding van de lokale belastingen, maken

gemeenten en samenwerkingsverbanden gebruik van de diensten van het Inlichtingenbureau. In 2008

ontwikkelde het Inlichtingenbureau de zogeheten geautomatiseerde kwijtscheldingstoets. Met deze toets

is eenvoudig vast te stellen of het inkomen en vermogen is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar.

Is het gelijk gebleven, dan kan direct opnieuw kwijtschelding van de belastingschuld worden verleend. De

burger hoeft dan niet zelf opnieuw kwijtschelding aan te vragen.

In navolging van de benchmarkrapportage LVLB 2012, waarin het Inlichtingenbureau is gevraagd vanuit hun

visie en ervaringen een bijdrage te leveren, is het Inlichtingenbureau wederom gevraagd een update te

verzorgen van de ontwikkelingen die spelen op het gebied van het op geautomatiseerde wijze verlenen van

kwijtschelding.

De bijdrage van het Inlichtingenbureau is in zijn geheel opgenomen in bijlage 2. Passages uit de bijdrage

zijn gebruikt ter illustratie van het proces kwijtschelding.

In de volgende paragrafen worden de grafieken ten behoeve van het innings- en kwijtscheldingsproces

nader toegelicht.

2.1 FORMATIEVERHOUDING PROCESONDERDELEN INNING EN KWIJTSCHELDING IN BELASTINGPROCES

Voor de grafieken die inzicht geven in de formatie (grafieken 7 en verder) geldt dat een direct vergelijk

tussen de verschillende deelnemers moeilijk te maken is. Deze grafieken geven niet in alle gevallen

een volledig beeld van de inzet van capaciteit voor de uitvoering van de belastingprocessen. Dit wordt

veroorzaakt door de wijze waarop de deelnemer haar belastingprocessen heeft georganiseerd. Er zijn

deelnemers die alle processen met eigen personeel (formatie) uitvoeren, maar er zijn ook deelnemers

die op onderdelen capaciteit inhuren. Verder kan het zijn dat bij een deelnemer onderdelen van het

belastingproces zijn uitbesteed of elders in de organisatie worden uitgevoerd. Niet alle deelnemers maken

gebruik van het instrument tijdschrijven. Deelnemers die niet tijdschrijven, hebben de uren op basis van

inschatting aan de processen toegekend.

Grafiek 7: Formatieverhoudingen per proces

Wanneer de totale beschikbare formatie per deelnemer in verhouding wordt gebracht met de verschillende

procesonderdelen levert dat een divers beeld op in het deelnemersveld. De wijze waarop een deelnemer

haar processen inricht, capaciteit inhuurt of werkzaamheden uitbesteedt, zorgt voor onderlinge diversiteit.

Zo komt Almere met betrekking tot de formatie applicatiebeheer niet voor in de grafiek, omdat

applicatiebeheer centraal is gepositioneerd en geen deel uitmaakt van de formatie van de belastingafdeling.

Uiteraard vindt er wel een doorbelasting plaats van de kosten van applicatiebeheer.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

SbWSCocensus

BgHUDrechtsteden

NijmegenDOWR

AmersfoortAlmereGBLT

RotterdamHelmond

GBKZEde

EindhovenSVHW

's-HertogenboschDen Haag

AmsterdamWestland

Rijssen-HoltenApeldoornZaanstad

Kaag en Braassem

Mediaan 2014Mediaan 2013

Percentage formatie bestandsbeheer Percentage formatie heffingsbezwaren & beroepen Percentage formatie taxeren

Percentage formatie inning Percentage formatie kwijtschelding Percentage formatie beleid

Percentage formatie applicatie

Page 6: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 1110

Grafiek 7d: Percentage formatie inning

Niet alle deelnemers heffen dezelfde soorten belastingen. Het soort belasting kan in sterke mate van

invloed zijn op de formatie. Een deelnemer die parkeerbelasting binnen het takenpakket heeft, zal niet

alleen een grotere formatie nodig hebben voor het afdoen van de heffingsbezwaren, maar zal ook op de

invorderingsprocessen meer capaciteit moeten inzetten. Er is vaak veel weerstand tegen het betalen van de

naheffingsaanslag parkeerbelasting en het is daarmee als belastingmiddel zeer gevoelig voor bezwaar- en

beroepschriften. Daarnaast gaat het vaak om belastingschuldigen die buiten het beheersgebied van de

organisatie wonen en dat brengt extra werk met zich mee.

Voor het procesonderdeel Inning geldt dat één of meerdere activiteiten elders in de organisatie kunnen zijn

ondergebracht of zijn uitbesteed. Voorbeelden hiervan zijn:

- Betalingsverkeer;

- (Dwang) invordering;

- Deurwaardersactiviteiten;

- Kwijtschelding.

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Ede

Zaanstad

GBKZ

's-Hertogenbosch

Westland

Eindhoven

Helmond

SVHW

Drechtsteden

Den Haag

Rijssen-Holten

Apeldoorn

Cocensus

DOWR

Kaag en Braassem

Nijmegen

GBLT

Rotterdam

Almere

Amersfoort

BgHU

SbWS

Amsterdam

Grafiek 43b: Aantal fte Inning

In grafiek 43b wordt per deelnemer het aantal formatie-eenheden dat op het inningsproces wordt ingezet

weergegeven. Zoals eerder beschreven bij grafiek 7d geldt ook hier weer dat deelnemers de activiteiten

geheel of gedeeltelijk kunnen uitbesteden en geen vaste formatie invullen. De grootte en sociale

structuur van de gemeente(n) of het samenwerkingsverband beïnvloedt de inzet van de capaciteit op het

inningsproces.

Grote organisaties hebben de grootste inzet op de formatie voor het inningsproces. Voor een groot

gedeelte is dit toe schrijven aan het feit dat deze gemeenten de keuze hebben gemaakt om de

invorderingsprocessen in eigen beheer uit te voeren. Voor grote gemeenten geldt dat het gemiddeld lagere

welvaartsniveau van haar inwoners meer inningsinzet vergt. Bij samenwerkingsverbanden die veel inwoners

in het beheersgebied hebben, speelt de samenstelling van de deelnemende gemeenten ook nog een rol. Is

het samenwerkingsverband opgebouwd uit meerdere kleine gemeenten of maken 100.000 plus gemeenten

deel uit van de samenwerking? In kleine gemeenten is er vaak sprake van een hoger welvaartsniveau en een

beter betaalgedrag.

0 10 20 30 40 50 60 70

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Ede

GBKZ

Westland

Zaanstad

Helmond

Eindhoven

's-Hertogenbosch

Apeldoorn

Drechtsteden

Amersfoort

Almere

Nijmegen

DOWR

SVHW

SbWS

Den Haag

Cocensus

BgHU

GBLT

Rotterdam

Amsterdam

Aantal fte

Page 7: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 1312

Grafiek 7e: Percentage formatie kwijtschelding

Voor het proces kwijtschelding geldt ook dat deelnemers de activiteiten geheel of gedeeltelijk

kunnen uitbesteden. De omvang van het gebruik van het op geautomatiseerde wijze kwijtschelden

van belastingaanslagen en de sociale structuur van de gemeente(n) waarvoor de deelnemer de

belastingprocessen uitvoert, beïnvloeden de inzet van de capaciteit op het kwijtscheldingsproces. Ook

het feit dat deelnemers verschillende beleidskeuzen kunnen maken bij het toekennen van kwijtschelding

(bijvoorbeeld kwijtschelding voor privéschulden van kleine zelfstandige ondernemers) kan invloed hebben

op de formatie.

Uit grafiek 7e blijkt dat Helmond circa 10% van de totaal beschikbare formatie inzet op het proces

kwijtschelding. Samenwerkingsverband BgHU en Nijmegen besteden de kwijtschelding voor het grootste

gedeelte uit.

Grafiek 43e: Aantal fte kwijtschelding

In grafiek 43e wordt per deelnemer het aantal formatie-eenheden dat op het kwijtscheldingsproces wordt

ingezet weergegeven. Zoals eerder beschreven bij grafiek 7e geldt ook hier weer dat deelnemers de

activiteiten geheel of gedeeltelijk kunnen uitbesteden en geen vaste formatie invullen. De omvang van het

gebruik maken van het op geautomatiseerde wijze kwijtschelden van belastingaanslagen en de grootte en

sociale structuur van de gemeente(n) of het samenwerkingsverband beïnvloedt de inzet van de capaciteit op

het kwijtscheldingsproces.

2.2 KOSTENVERHOUDING PROCESONDERDELEN INNING EN KWIJTSCHELDING IN BELASTINGPROCES

Bij de deelnemers aan de benchmark bestaat een grote verscheidenheid in de toerekening van met name

de overheadkosten. Om de kosten enigszins vergelijkbaar te maken, vormen de uren die direct worden

ingezet op de belastingprocessen, met het daaraan gekoppelde DAR-tarief, de basis. Naast de directe uren

worden ook de kosten van inhuur en uitbesteding toegerekend aan de uitvoering van de processen.

De grafieken 7 (formatie) en 8 (kosten) zijn niet met elkaar in verband te brengen. Bij grafiek 7 is geen

rekening gehouden met de uren van inhuur/uitbesteding, terwijl daar in grafiek 8 wel rekening mee is

gehouden.

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

BgHU

Nijmegen

SbWS

GBKZ

Apeldoorn

Ede

's-Hertogenbosch

Zaanstad

Amsterdam

Rotterdam

DOWR

Cocensus

SVHW

Rijssen-Holten

Eindhoven

Westland

Amersfoort

Almere

Drechtsteden

Kaag en Braassem

GBLT

Den Haag

Helmond

0 2 4 6 8 10

BgHU

GBKZ

Nijmegen

SbWS

Rijssen-Holten

Ede

Kaag en Braassem

Apeldoorn

Zaanstad

's-Hertogenbosch

Westland

Eindhoven

Amersfoort

Almere

DOWR

Helmond

SVHW

Drechtsteden

Cocensus

Rotterdam

Den Haag

GBLT

Amsterdam

Aantal fte

Page 8: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 1514

Grafiek 8: Kostenverhoudingen

Grafiek 8 geeft de totale kosten per deelnemer in verhouding tot de verschillende procesonderdelen weer.

In grafiek 8d en 8e wordt nader ingezoomd op de procesonderdelen inning en kwijtschelding. Ook hier

geldt, net als bij grafiek 7d is toegelicht, dat niet alle deelnemers dezelfde soorten belastingen heffen.

Het soort belasting kan in sterke mate van invloed zijn op de uitvoeringskosten.

Ook kan het zijn dat bij een deelnemer onderdelen van het belastingproces elders in de organisatie worden

uitgevoerd en dat deze kosten niet worden doorbelast naar de belastingafdeling. Een direct vergelijk tussen

de verschillende deelnemers is daarom moeilijk te maken.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

SbWSCocensus

DrechtstedenNijmegen

BgHUGBLT

SVHWAlmereDOWR

Amersfoort's-Hertogenbosch

HelmondGBKZ

EdeEindhovenRotterdamDen HaagWestland

AmsterdamApeldoorn

Kaag en BraassemRijssen-Holten

Zaanstad

Mediaan 2014Mediaan 2013

Percentage kosten bestandsbeheer Percentage kosten heffingsbezwaren en beroepen Percentage kosten taxeren

Percentage kosten inning Percentage kosten kwijtschelding Percentage kosten beleid

Percentage kosten applicatiebeheer

8d: Percentage kosten inning

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%

Ede

GBKZ

's-Hertogenbosch

Zaanstad

Eindhoven

Westland

Drechtsteden

Apeldoorn

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Den Haag

Helmond

Cocensus

Nijmegen

DOWR

GBLT

Amersfoort

Rotterdam

BgHU

SbWS

Almere

Amsterdam

SVHW

Page 9: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 1716

8e: Percentage kosten kwijtschelding

Ten opzichte van alle deelnemers scoren het samenwerkingsverband GBLT (10,0%) en de gemeenten

Helmond (9,7%) en Den Haag (9,2%) het hoogst op de kosten voor het procesonderdeel kwijtschelding in

verhouding tot de kosten van het totale belastingproces. De samenwerkingsverbanden GBKZ (1,0%) en

BgHU (1,1%) en de gemeente Apeldoorn (1,5%) scoren het laagst.

Het verhaal achter de cijfers

Het is zeer complex en misschien wel onmogelijk om een onderbouwing te geven waarom deelnemers

in deze grafiek zo uiteenlopen in percentages. Zo bestaat het werkgebied van de waterschappen

die deelnemen aan GBLT uit meer dan negentig gemeenten. Vanuit al deze gemeenten kan dus een

kwijtscheldingsverzoek worden gedaan voor de waterschapsbelastingen. Om een vinger achter de cijfers te

krijgen, is het van groot belang om in contact te treden met de deelnemer die wellicht op grond van ‘good

practice’ het proces uitvoert. Door het verhaal achter de cijfers zal blijken of sprake is van daadwerkelijk een

‘good practice’ of dat het de wijze is van toerekening van uren en kosten die het verschil bepaalt. Daarbij

mag het kwaliteitsaspect zeker niet uit het oog verloren worden. Bij het op efficiënte wijze afhandelen van

kwijtscheldingsaanvragen kan een spanningsveld ontstaan ten opzichte van de rechtmatigheid van de te

nemen besluiten.

2.3 KWIJTSCHELDING NADER TOEGELICHT

Jaarlijks worden de belastingaanslagen verzonden voor de lokale belastingen aan de inwoners van de

gemeenten of de ingezetenen in het waterschap. Niet iedere burger die een aanslagbiljet ontvangt, is in

staat om de belasting te betalen. Wanneer iemand financieel niet in staat is, anders dan met buitengewoon

bezwaar, de aanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, is de kwijtscheldingsregeling als vangnet voorhanden.

Het is en blijft een bevoegdheid van het bestuur.

Om voor kwijtschelding in aanmerking te komen moet de belastingschuldige een aanvraag indienen.

Na toetsing van de gegevens wordt de betalingscapaciteit vastgesteld. Daarbij wordt de aanvraag ook

nog getoetst aan andere wettelijke criteria, zoals bijvoorbeeld het hebben van vermogen. Als er geen

betalingscapaciteit en vermogen aanwezig is, kan kwijtschelding worden verleend voor het te betalen

aanslagbedrag.

Sinds 2008 kunnen gemeenten via het Inlichtingenbureau geautomatiseerd laten toetsen of de situatie

van burgers die in een voorgaand jaar kwijtschelding hebben ontvangen, is gewijzigd. Vanaf 2010 maken

ook waterschappen gebruik van de deze toets. Op deze manier kunnen 50-60% van de huishoudens op

geautomatiseerde wijze kwijtschelding krijgen. Dit scheelt burgers en overheden veel werk.

Een huishouden heeft recht op kwijtschelding van lokale belastingen als het voldoet aan bepaalde wettelijke

criteria. Een groot deel van de kwijtscheldingsgerechtigden blijkt jaar in jaar uit in aanmerking te komen voor

kwijtschelding. Daarom voert het Inlichtingenbureau een toets uit door gegevens van deze huishoudens te

vergelijken met gegevens die bekend zijn bij het UWV, de Belastingdienst en de RDW over inkomsten en

vermogen. Met deze gegevens maakt het Inlichtingenbureau een inschatting of de betalingscapaciteit van

een huishouden is veranderd. Bij gelijkblijvende omstandigheden kan de lokale overheid ambtshalve (op

geautomatiseerde wijze) kwijtschelding verlenen.

In 2014 maakten 330 gemeenten en 23 waterschappen gebruik van de geautomatiseerde

kwijtscheldingstoets. In totaal heeft het Inlichtingenbureau 680.896 huishoudens getoetst. Daarvan kwamen

er 364.701 in aanmerking voor kwijtschelding op geautomatiseerde wijze. Het op geautomatiseerde wijze

verlenen van kwijtschelding levert besparingen op voor zowel de burger (in tijd) als de lokale overheid (in tijd

en geld).

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

GBKZ

BgHU

Apeldoorn

Nijmegen

Ede

SbWS

SVHW

Rotterdam

Zaanstad

Westland

DOWR

Almere

Cocensus

Rijssen-Holten

Eindhoven

Kaag en Braassem

Amersfoort

Amsterdam

's-Hertogenbosch

Drechtsteden

Den Haag

Helmond

GBLT

Page 10: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 1918

Grafiek 26: Aantal kwijtscheldingen als percentage van het aantal inwoners

Grafiek 26 geeft inzicht in het percentage kwijtschelding afgezet tegen het aantal inwoners. De grote

gemeenten ontvangen relatief het grootst aantal kwijtscheldingsverzoeken. De sociale structuur van de

gemeente(n) of het samenwerkingsverband speelt een belangrijke rol in het aantal kwijtscheldingsverzoeken.

Bij samenwerkingsverbanden die veel inwoners in het beheersgebied hebben, speelt de samenstelling van

de deelnemende gemeente ook nog een rol. Is het samenwerkingsverband opgebouwd uit meerdere kleine

gemeente of maken 100.000 plus gemeente deel uit van de samenwerking? In kleine gemeente is er vaak

sprake van een hoger welvaartsniveau en zal minder kwijtschelding worden verleend.

2.3.1 KWIJTSCHELDING EN DE ROL VAN HET INLICHTINGENBUREAU (IB)

De ontwikkeling van de geautomatiseerde toets om het recht op kwijtschelding van lokale belastingen te

bepalen, staat niet stil. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) heeft het Inlichtingenbureau gevraagd

te onderzoeken hoe de geautomatiseerde toets voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en

waterschapbelastingen verder kan bijdragen aan administratieve lastenvermindering bij gemeenten.

Administratieve lastenvermindering voor de burger staat daarin niet langer ten principale voorop. Ook

verbeterde controle op rechtmatigheid ziet BZK als geoorloofd en wenselijk.

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14%

Rijssen-Holten

Kaag en Braassem

Westland

Ede

GBLT

GBKZ

Cocensus

Apeldoorn

Eindhoven

DOWR

Amersfoort

's-Hertogenbosch

SbWS

Drechtsteden

Nijmegen

Zaanstad

SVHW

Almere

Helmond

Den Haag

BgHU

Amsterdam

Rotterdam

Het Inlichtingenbureau heeft vervolgens in opdracht van BZK met de Expertgroep Kwijtschelding eerst een

pilot uitgevoerd. Het beproefde product levert een grote verbetering op het gebied van administratieve

lastenverlichting en rechtmatigheid. Ook voor burgers leidt dit product tot een eenvoudigere wijze van

aanvragen van kwijtschelding, waarbij men minder ‘bewijsmateriaal’ hoeft te overleggen.

Met de ontwikkeling van de nieuwe kwijtscheldingstoets ondersteunt het Inlichtingenbureau gemeenten

en waterschappen voortaan bij het toetsen van zowel eerste aanvragen voor kwijtschelding als bij de

‘ambtshalve verlenging’ van kwijtschelding. Daarbij ontvangen gemeenten en waterschappen indien van

toepassing meer detailgegevens over het inkomen, het vermogen en gegevens van het RDW. Ook houdt de

toets rekening met de kostendelersnorm.

In bijlage 2 kunt u lezen hoe de nieuwe toets werkt en onder welke voorwaarden uw organisatie kan

aansluiten op de aangeboden dienstverlening van het Inlichtingenbureau.

2.3.2 RESULTATEN DEELNEMERS OP GROND VAN HET OP GEAUTOMATISEERDE WIJZE KWIJTSCHELDEN VAN BELASTINGEN

In de onderstaande grafieken wordt nader ingegaan op de resultaten met betrekking tot het op

geautomatiseerde wijze kwijtschelden van belastingen.

Grafiek 33 Verhouding automatische en handmatige kwijtschelding

0% 20% 40% 60% 80% 100%

HelmondDen HaagRotterdam

GBKZGBLT

's-HertogenboschCocensus

DOWREindhoven

SbWSSVHWAlmere

WestlandAmsterdam

EdeNijmegenZaanstad

DrechtstedenApeldoorn

AmersfoortBgHU

Mediaan 2014Mediaan 2013

Automatisch Handmatig

Page 11: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 2120

Het samenwerkingsverband BgHU (72,7%) en de gemeenten Amersfoort (67,2%) en Apeldoorn (62,5%)

passen relatief het hoogste percentage kwijtschelding toe op geautomatiseerde wijze.

De gemeenten Helmond (25,5%), Den Haag (32,6%) en Rotterdam (34,5%) passen relatief het laagste

percentage kwijtschelding toe op geautomatiseerde wijze.

Aan de onderlinge verschillen in de percentages tussen het handmatig en het op geautomatiseerde

wijze verlenen van kwijtschelding kunnen allerlei redenen ten grondslag liggen. Zo bieden deelnemers

alleen een specifieke doelgroep ter toetsing voor recht op kwijtschelding aan het Inlichtingenbureau of

maken deelnemers naast het Inlichtingenbureau nog gebruik van andere bronnen om kwijtschelding op

geautomatiseerde wijze te kunnen verlenen.

Vanuit het perspectief van de dienstverlening naar de burger is het verlenen van kwijtschelding op

geautomatiseerde wijze een goede service. De burger wordt immers niet onnodig belast en de

automatisering draagt bij tot verlaging van de administratieve lasten. Vanuit het perspectief van de

belastingorganisatie draagt het op geautomatiseerde wijze verlenen van kwijtschelding bij aan de efficiency.

Medewerkers hoeven minder tijd meer te besteden aan het beoordelen van echte kwijtscheldingsverzoeken.

Grafiek 45: Percentage automatische kwijtschelding na gegevens inlichtingenbureau

Vrijwel alle deelnemers aan de benchmark 2014 maken gebruik van de diensten van het Inlichtingenbureau.

De deelnemer levert een bestand aan met personen die in het jaar daarvoor kwijtschelding van lokale

belastingen hebben genoten. Het Inlichtingenbureau toets de aangeleverde personen op inkomen,

vermogen en voertuigbezit en levert de resultaten terug aan de deelnemer. Wanneer het inkomen,

vermogen en voertuigbezit kwijtschelding niet in de weg staan, kan de deelnemer de onderhavige

belastingaanslagen op geautomatiseerde wijze kwijtschelden voor het eerstvolgende belastingjaar.

Uit de grafiek blijkt dat bij de deelnemende organisaties gemiddeld aan 57% van de aangeleverde personen

kwijtschelding op geautomatiseerde wijze verleend kan worden.

Het landelijk gemiddelde van aangeleverde personen, die na toetsing van het Inlichtingenbureau, op

geautomatiseerde wijze kwijtschelding verleend krijgt, komt in 2014 uit op 53,5%.

Grafiek 46: Percentage automatische kwijtschelding na opwerking met gegevens van

belastingorganisatie

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

GBKZ

Helmond

BgHU

Amersfoort

Apeldoorn

Zaanstad

Amsterdam

Cocensus

Drechtsteden

's-Hertogenbosch

Almere

Westland

Ede

SVHW

Eindhoven

GBLT

Rotterdam

Nijmegen

SbWS

DOWR

Percentage

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

DOWR

Amersfoort

Amsterdam

Almere

's-Hertogenbosch

Ede

Rotterdam

Rotterdam

Westland

SVHW

Nijmegen

Apeldoorn

Percentage

Page 12: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 2322

Het Inlichtingenbureau toetst of het recht op kwijtschelding 'automatisch' kan worden verleend. In de

geautomatiseerde toets houdt het Inlichtingenbureau rekening met de normen voor vermogen en inkomen.

Deze worden halfjaarlijks vastgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De

normering die het Inlichtingenbureau hanteert, is hiervan afgeleid en opgesteld door de expertgroep

kwijtschelding (bestaande uit gemeenten en waterschappen) en gevalideerd door de VNG - Vereniging van

Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen.

Omdat bij het vaststellen van de normen geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld de hoogte van de

zorgpolis, zorgtoeslag, huur en huurtoeslag, kunnen personen die door het Inlichtingenbureau worden

“afgetoetst”, toch recht hebben op kwijtschelding. Om deze zogenaamde grensgevallen niet ieder jaar in

de handmatige kwijtscheldingsprocedure te laten belanden en om de administratieve lasten voor de burger

te verminderen, kiezen meerdere deelnemers ervoor om het getoetste bestand van het Inlichtingenbureau

nader te analyseren op het recht op kwijtschelding. Enkele deelnemers sturen aan deze grensgevallen een

verkort vragenformulier toe om meer inzicht te krijgen in de feitelijk financiële situatie.

2.4 INNING NADER TOEGELICHT

Grafiek 27: Automatische incasso als percentage van het aantal aanslagbiljetten

De inning van (gecombineerde) aanslagen gebeurt in een groot aantal gevallen met automatische incasso.

De bovenstaande grafiek is samengesteld uit de antwoorden op de vraag ‘’Welk percentage van het aantal

verzonden gecombineerde aanslagbiljetten wordt geïnd via automatische incasso?’’

De bovenstaande percentages zeggen iets over de mate waarin de belastingbetaler gebruik maakt van

de automatische incasso. Gemiddeld wordt in 2014 56% van de gecombineerde aanslagen voldaan via

automatische incasso. In 2013 was dit percentage 55%. Steeds meer burgers kiezen uit economische

overwegingen voor betaling in meerdere termijnen die alleen met gebruikmaking van automatische

incasso wordt gegeven. Deelnemers stimuleren het gebruik van automatische incasso door het aantal

betaaltermijnen bij betaling anders dan via automatische incasso in te perken.

Belastingorganisaties trachten vanuit kostenbesparing zoveel mogelijk belastingschuldigen te

betrekken in de automatische incasso. De betalingsverwerking verloopt volledig geautomatiseerd en

de belastingorganisatie weet exact op welk moment de verschuldigde bedragen op de rekening wordt

bijgeschreven.

Bij de gemeente Almere (73%), het samenwerkingsverband DOWR (72%) en de gemeente Zaanstad (71%)

worden de hoogste percentages behaald bij het aantal aanslagen dat via automatische incasso wordt

voldaan.

Het samenwerkingsverband SVHW (36%) en de gemeenten Rotterdam (37%) en Westland (42%) scoren de

laagste percentage van het aantal aanslagen dat via automatische incasso wordt voldaan.

De verschillen in percentages tussen de deelnemers lopen om verschillende redenen sterk uiteen. Zo is

bijvoorbeeld de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de automatische incasso sterk afhankelijk van de

sociale structuur van het gebied waarin de deelnemer zich bevindt. In een sterk agrarisch gebied nemen

vaak weinig belastingschuldigen deel aan de automatische incasso. Men kiest dan vaak voor het zelf in de

hand houden van de betaling en men bepaalt zelf op welk moment de betaling voor een bepaalde termijn

wordt verricht.

Ook de wijze waarop de deelnemer zijn automatische incassobeleid heeft vastgesteld, is bepalend voor het

percentage aanslagen dat automatisch wordt geïncasseerd. Er zijn deelnemers die bijvoorbeeld bedrijven

uitzonderen van automatische incasso of grenzen stellen aan het bedrag waarbinnen gebruik gemaakt mag

worden van automatische incasso.

Als voorbeeld kan in Rotterdam alleen een machtiging tot automatische incasso worden afgeven voor

gecombineerde aanslagen (huiseigenaren met niet meer dan vijf woningen) en marktgelden. Verder

kent een stad als Rotterdam een redelijke contant geld economie en dat verklaart een lager percentage

automatische incasso.

In Almere kunnen zowel de particulieren als de ondernemers gebruikmaken van automatische incasso

voor het betalen van het verschuldigde aanslagbedrag. Daarbij is er wel een begrenzing van het aantal

incassotermijnen gerelateerd aan de hoogte van het verschuldigde aanslagbedrag.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

SVHW

Rotterdam

Westland

BgHU

GBLT

Amsterdam

Den Haag

Kaag en Braassem

Apeldoorn

Nijmegen

Cocensus

's-Hertogenbosch

Ede

GBKZ

Rijssen-Holten

Drechtsteden

Eindhoven

Amersfoort

SbWS

Helmond

Zaanstad

DOWR

Almere

Page 13: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 2524

Grafiek 28: Aantal kosteloze herinneringen als percentage van aantal aanslagbiljetten

Lokale overheden hebben de vrijheid de belastingschuldige eerst een kosteloze betalingsherinnering te

sturen. Het verzenden van een betalingsherinnering is in eerste instantie ingesteld om belastingschuldige

een laatste (kosteloze) kans te geven de betalingsverplichting na te komen. De kosteloze herinnering

kan ook benut worden om onderscheid te maken tussen de 'vergeetachtige' en de wanbetaler. De

'vergeetachtige' krijgt een herinnering, de wanbetaler (bijvoorbeeld meer jaren slecht betaalgedrag)

direct een aanmaning. Dit beleid maakt onderscheid tussen begrip en aandacht voor de welwillende

belastingschuldige en passende invorderingsmaatregelen bij de wanbetaler.

De kosteloze betalingsherinnering heeft wel gevolgen voor het kostenaspect van de organisatie, omdat

geen vervolgingskosten in rekening gebracht worden.

In grafiek 28 worden de deelnemers in beeld gebracht die de kosteloze herinnering inzetten. De reden

waarom deze deelnemers de kosteloze herinnering inzetten heeft een directe relatie met klantvriendelijkheid

en klantgerichtheid. De gemeente Westland zet de kosteloze herinnering in wanneer er iets in het

belastingproces is fout gegaan en voor ’s-Hertogenbosch is de inzet van de kosteloze herinnering drieledig.

Het is klantgericht, vermindert agressie en zorgt voor aanzienlijk minder aanmaningen.

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%

Westland

Rotterdam

Kaag en Braassem

Amsterdam

DOWR

BgHU

Apeldoorn

's-Hertogenbosch

Eindhoven

Rotterdam heeft zijn invorderingsprocessen ingericht naar categorieën belastingschuldigen. Afhankelijk

van het betaalgedrag worden invorderingsinstrumenten ingezet. Iemand die de afgelopen drie jaar netjes

binnen de termijnen heeft betaald, krijgt bij een openstaande vordering eerst een kosteloze herinnering

voordat de invordering wordt opgestart. Aangezien dit de categorie is die relatief minder vaak herinnert

hoeft te worden, is het percentage herinneringen dan ook relatief laag.

Grafiek 29: Aantal aanmaningen als percentage van aantal aanslagbiljetten

Het aantal aanmaningen dat een deelnemer jaarlijks verstuurt, wordt sterk beïnvloed door verschillende

factoren, zoals de sociale structuur van het verzorgingsgebied, de economische omstandigheden en de

soort belastingen die een deelnemer heft. Zo is bekend dat voor de naheffingsaanslagen parkeerbelasting

(bijvoorbeeld bij Rotterdam en Drechtsteden) relatief veel aanmaningen worden verzonden, omdat er vaak

veel weerstand is tegen het betalen van deze naheffingen.

Het moment waarop de aanmaning wordt verzonden kan ook invloed hebben op de aantallen. Hoe eerder

de invordering na het verstrijken van de laatste betaaltermijn wordt opgestart, des te groter het aantal

aanmaningen. Belastingschuldigen hebben dan geen gelegenheid om het verschuldigde bedrag een

maand later te betalen zonder dat er een aanmaning in de brievenbus valt. Deelnemers die gebruikmaken

van termijnvervolging sturen, als er geen of geen volledige betaling ontvangen is, na het verstrijken van één

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%

Kaag en Braassem

DOWR

Rijssen-Holten

Amsterdam

Apeldoorn

BgHU

's-Hertogenbosch

Ede

Eindhoven

Westland

Amersfoort

SbWS

GBLT

GBKZ

Cocensus

Zaanstad

Helmond

SVHW

Drechtsteden

Nijmegen

Almere

Rotterdam

Den Haag

Page 14: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 2726

van de betaaltermijnen een aanmaning. In deze situatie kunnen meerdere aanmaningen voor één aanslag

worden verzonden. Ook het aantal betaaltermijnen dat wordt toegekend aan de aanslag en het versturen

van de kosteloze herinnering voorafgaand aan de aanmaning, heeft invloed op het aantal aanmaningen dat

jaarlijks wordt verzonden.

Grafiek 30: Aantal betalingsregelingen als percentage van aantal aanslagbiljetten

Wanneer een belastingschuldige niet in staat is de verschuldigde belastingen binnen de gestelde termijnen

van het aanslagbiljet te betalen, kan verzocht worden om het bedrag in afwijkende termijnen via een

betalingsregeling te voldoen. Gemeenten en samenwerkingsverbanden kunnen onder voorwaarden voor

een bepaalde tijd uitstel van betaling verlenen. De voorwaarden waaronder de betalingsregeling wordt

verleend, kunnen per deelnemer verschillend zijn. Voor het vastleggen van het ‘eigen’ uitstelbeleid is de

Leidraad Invordering het aangewezen document.

Bij het verlenen van uitstel van betaling zijn in grote lijnen de volgende hoofdgroepen te onderscheiden:

- Uitstel van betaling in verband met betalingsproblemen;

- Uitstel van betaling in verband met ingediend bezwaar- of beroepschrift tegen de aanslag.

Uit grafiek 30 blijkt dat het aantal betalingsregelingen afgezet tegen het aantal aanslagbiljetten sterk

uiteenlopen. Als voorbeeld van mogelijke oorzaken kunnen worden genoemd:

- Ruimhartig of streng uitstelbeleid;

- Beperkte of juist ruime betaaltermijnen en/of incassotermijnen;

- Sociale structuur van het verzorgingsgebied van de deelnemer;

- (Lokale) economische omstandigheden.

Grafiek 44: Percentage oninbaar heffingsjaar 2010 in 2014

Uitgangspunt voor de opbouw van bovenstaande grafiek is het oninbaar verklaarde bedrag over het

heffingsjaar 2010 afgezet tegen het bedrag dat aan belastingaanslagen over het heffingsjaar 2010 is

opgelegd. Hierbij zijn de openstaande vorderingen in 2014 over het heffingsjaar 2010 als oninbaar

aangemerkt, vanuit de gedachte dat deze vorderingen na het verloop van de jaren nauwelijks of niet

meer in te vorderen zijn. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het kan voorkomen dat een deelnemer

(bijvoorbeeld Rotterdam) bewust een vordering in de administratie aanhoudt, omdat de kans dat deze wordt

voldaan nog aanwezig is. Bijvoorbeeld bij een vordering die op uitstel van betaling is gezet vanwege een

beroepsprocedure die nog niet is afgerond.

0.0% 0.5% 1.0% 1.5% 2.0% 2.5% 3.0% 3.5% 4.0% 4.5%

SVHW

Apeldoorn

Ede

's-Hertogenbosch

BgHU

Nijmegen

Cocensus

DOWR

Amersfoort

Westland

Eindhoven

Rijssen-Holten

SbWS

GBLT

Almere

Amsterdam

Zaanstad

Den Haag

Rotterdam

Helmond

0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5 3.0

Rijssen-Holten

's-Hertogenbosch

Nijmegen

Eindhoven

Drechtsteden

Amersfoort

DOWR

GBLT

Cocensus

Westland

Apeldoorn

Den Haag

SVHW

Almere

GBKZ

Amsterdam

Helmond

Rotterdam

Percentage

Page 15: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 2928

Het college van burgemeester en wethouders kan op voorstel van de ambtenaar, belast met de invordering,

een openstaande belastingaanslag geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren. Het daartoe strekkende besluit

ontheft de ambtenaar belast met de invordering van de verplichting verdere pogingen tot invordering te

doen.

Tijdens het invorderingsproces kan op ieder moment blijken dat, door uiteenlopende oorzaken, het niet

mogelijk is om de verschuldigde belasting of het restant hiervan te innen. De voornaamste redenen voor het

oninbaar verklaren zijn:

De belastingschuldige is vertrokken, onbekend waarheen en zonder achterlating van voor beslag vatbare

zaken;

De belastingschuldige is overleden en de erfgenamen zijn niet te achterhalen of hebben de erfenis

verworpen;

Als de belastingschuldige na rechtelijke uitspraak in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

terechtkomt;

Als het faillissement van de belastingschuldige is uitgesproken of het faillissement is opgeheven wegens

gebrek aan baten;

Indien akkoord is gegaan met een schuldsaneringsvoorstel tegen finale kwijting van de vordering;

Uit onderzoek is gebleken dat de belastingschuldige geen verhaal biedt. Dit betekent dat de

belastingschuldige onvoldoende inkomen heeft en de bezittingen een minimale waarde hebben en hier

geen verandering in wordt verwacht;

De invordering is niet rendabel. De kosten die gemaakt moeten worden om (het restant van) de aanslag

in te vorderen staan in geen verhouding tot de opbrengst.

In grafiek 44 worden de oninbaarheidspercentages getoond van de deelnemers die in staat waren de

gevraagde gegevens over het oninbaar in te vullen. Iedere deelnemer is vrij een eigen beleid te voeren

voor het oninbaar verklaren van vorderingen. Zo zijn er deelnemers die, bijvoorbeeld bij een uitgesproken

faillissement, de vorderingen van de belastingschuldige direct oninbaar verklaren, terwijl een ander dat pas

doet nadat het faillissement is opgeheven.

Het oninbaarheidspercentage kan sterk beïnvloed worden door:

de sociale structuur van de gemeente of samenwerkingsverband;

het soort belastingen dat geheven wordt (bijvoorbeeld parkeerbelasting bij buitenlandse kentekens);

Faillissement(en) van grote ondernemingen;

Snelheid waarmee het invorderingsproces wordt opgestart;

Sturing op de invordering van grote bedragen.

HOOFDSTUK 3

BASISREGISTRATIES

INLEIDING

Er zijn twaalf basisregistraties waaronder de WOZ (Waardering Onroerende Zaken) en de BAG

(Basisadministratie Adressen en Gebouwen). Een basisregistratie is een door de overheid officieel

aangewezen registratie met daarin gegevens van hoogwaardige kwaliteit, die door alle overheidsinstellingen

verplicht en zonder nader onderzoek, worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken.

Het Stelsel van Basisregistraties speelt een belangrijke rol in het aanpakken van maatschappelijke

vraagstukken. Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt vaststellen van het recht op

uitkering, het toetsen van vergunningaanvragen, het vaststellen van een WOZ-waarde of het bestrijden

van fraude; alle betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte overheidsgegevens, zoals

adressen, persoonsgegevens, bedrijfsnamen en geo-informatie. Deze gegevens worden vastgelegd in

basisregistraties. Door al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen, kan de overheid

efficiënter opereren en de dienstverlening verbeteren. Zo hoeft een burger of bedrijf bepaalde gegevens

niet steeds opnieuw aan te leveren, maar volstaat één melding. Om de gegevens te kunnen delen, heeft de

Nederlandse overheid een Stelsel van Basisregistraties opgezet.

Voor Belastingen is de WOZ de basisregistratie. Daarnaast is er nog een aantal basisregistraties van belang,

zoals onder andere de BAG, BPR (Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten), BRK (Basis

Registratie Kadaster) en -via de BAG- de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). In 2011 is het

verplicht gesteld om van de gegevens uit de basisregistratie gebruik te maken. Ook bij gerede twijfel over

de juistheid van het gegeven is terugmelding naar de bronhouder verplicht. Omdat niet alle aanpassingen in

werkprocessen en ICT-systemen gereed zijn, is er een overgangsperiode ingesteld. Met name de gegevens

uit de BAG zijn van groot belang voor de WOZ. Een juiste toepassing van de basisregistratie zorgt voor

efficiency. Hieronder een voorbeeld van de verbondenheid met een aantal basisregistraties.

3.1 BAG-WOZ

De materie is weerbarstig. Enkele gemeentelijke belastingorganisaties hebben er jaren geleden al voor

gekozen om de dialoog te zoeken met de medewerkers van de afdeling Bouwen waar de BAG vaak is

ondergebracht. BAG-gegevens zijn voor de WOZ van belang voor:

Het vastleggen van subjectadressen;

De aanduiding van het WOZ-object;

Het actueel houden van objectkenmerken die gebruikt worden bij taxaties;

Het koppelen van WOZ-gegevens aan andere gegevens.

Page 16: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 3130

Van belanghebbenden zijn binnen de WOZ de adressen bekend waar zij wonen of gevestigd zijn. Dit zijn

ook de adressen waar de WOZ-beschikking en het aanslagbiljet wordt verzonden. Deze adressen worden

geleverd door BPR en NHR(Handelsregister).

Gemeenten hebben een koppeling tussen BPR(GBA(-V)) en BAG. Adressen van niet-natuurlijke personen

en vestigingen daarvan worden vooral geleverd via het NHR. Enkele gemeenten hebben de koppeling van

deze basisregistratie met de WOZ en de BAG gerealiseerd. De gemeenten die dit nog niet hebben, maken

zelf handmatig de vergelijking met de BAG om de adressen BAG-conform te maken.

Andere zaken die de nodige aandacht bij gemeenten hebben gekregen om de kwaliteit van de

basisregistratie WOZ te verbeteren zijn de volgende:

Voormelding WOZ

Om de burger transparantie te geven over de totstandkoming van de waardering van hun panden, wordt

er in het najaar, ruim voordat de definitieve aanslagbiljetten verzonden worden, de mogelijkheid

gegeven aan burgers om digitaal het taxatierapport in te zien. Men heeft de mogelijkheid hierop te

reageren en desgewenst met de taxateur in gesprek te gaan. Dit directe contact met de burger,

de uitleg en soms een herwaardering wordt als constructief ervaren. Diverse gemeenten hebben de

activiteiten rondom de voormeldingen voortgezet of zijn deze gaan opstarten in 2014. Het resultaat is

positief. Er zijn relatief minder bezwaren binnengekomen vanuit de groep die aangeschreven is, dan

vanuit de groep die niet is aangeschreven.

Analyse vraagprijzen

In 2015 worden de vraagprijzen van de woningen geanalyseerd in het proces van marktanalyse. Hierbij

worden ook de in de advertenties genoemde objectkenmerken vergeleken met de geregistreerde

objectkenmerken in de waarderingsapplicatie. Dit leidt tot een kwaliteitsverbetering in de waardering.

Bezwaarafhandeling

Bij de afhandeling van de bezwaren 2015 (n.a.v. de beschikte WOZ-waarden 2015 met waardepeildatum

1-1-2014) worden de objectkenmerken van de bezwaarde objecten gecontroleerd én eventuele domino-

effecten meegenomen.

Nieuwbouw

Bij grote nieuwbouwprojecten worden de objectkenmerken gecontroleerd en daarnaast wordt er

nadrukkelijk gekeken naar de bouw zelf (casco of ingericht). Elke maand worden de inschrijvingen van

nieuwbouwwoningen (nieuwe “G”) met een (aangepast) koopinlichtingen-formulier aangeschreven.

Diversen:

- Aan- en verbouw; bij de reguliere aan- en verbouw worden alle objectkenmerken opnieuw bezien.

- Kadastrale mutaties; bij de kadastrale mutaties worden ook de objectkenmerken opnieuw beoordeeld.

- WOZ-BAG koppeling; bij de afronding van de WOZ-BAG koppeling wordt de uitval nauwkeurig

bekeken en worden de objectkenmerken eveneens meegewogen.

Landelijke Voorziening WOZ

Er is de wettelijke verplichting voor elke gemeente om in oktober 2016 aangesloten te zijn op de Landelijke

Voorziening (LV) WOZ. Elke gemeente doet eerst een aansluittoets. Bij een positieve beoordeling sluit de

gemeente binnen twee weken aan op de LV WOZ.

De stand van zaken per 1 september 2015 is:

Negen gemeenten zijn aangesloten op de LV WOZ, waaronder één in een samenwerkingsverband;

Drie gemeenten hebben de aansluittoets gehaald en sluiten binnenkort aan op de LV-WOZ, waaronder

de eerste 100.000 plus gemeente en twee in een samenwerkingsverband;

Twee gemeenten hebben de aansluittoets gedaan en zijn afgewezen;

De aansluittoetsen en aansluiten van gemeenten op de LV-WOZ gaat steeds sneller in vergelijking met

de beginperiode.

Page 17: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 3332

3.2 IMPRESSIE VANUIT LOKAAL BELASTINGGEBIED

Aan de deelnemers is de vraag gesteld hoe zij omgaan met de aansluiting op de diverse basisregistraties en

dan met name de BAG/WOZ.

Kaag en Braassem

BAG is ondergebracht bij bedrijfsvoering en middelen en de WOZ bij Belastingen. De samenwerking is

echter goed. Bestanden zijn inmiddels voldoende identiek om ze te koppelen. Men is in afwachting van

landelijke voorschriften en afspraken op dit gebied.

Westland

De aansluiting op de LV-WOZ zal naar verwachting in het 4e kwartaal 2015 / 1e kwartaal 2016 plaatsvinden,

afhankelijk van de koplopergemeenten en oplevering correcte software door Centric. De koppeling met

BAG zal eind 4e kwartaal 2015 plaatsvinden.

Nijmegen

Er is intern een discussie over het beheer van de diverse basisregistraties. Men overweegt deze te

centraliseren.

BghU

Uitgangspunt van BghU is om de basisregistraties steeds meer leidend te laten zijn binnen onze processen.

Aansluiting op landelijke voorzieningen is prioriteit. BghU staat hierbij vooraan. Het BAG-proces is

ondergebracht bij de deelnemende gemeenten van de BghU (Utrecht, De Bilt). BghU neemt uiteraard wel

deze BAG-gegevens af. Daarnaast verricht de afdeling Waardebepaling van de BghU in het BAG-proces de

inmeting van de panden/verblijfsobjecten.

Apeldoorn

De gemeente Apeldoorn heeft de behoefte om uitgebreid met de aanwezigen stil te staan bij dit

onderwerp. De gemeente Apeldoorn vind de discussie over een centrale informatiefabriek interessant. In

deze discussie hoort de BAG en de WOZ ook thuis. De vraag die aan de orde komt, is hoe we dit project

vlot kunnen trekken. Het belang van de BAG-gegevens wordt niet overal volledig onderkend. De gemeente

Apeldoorn heeft het plan om in het 2e kwartaal 2016 aan te sluiten op de LV-WOZ.

Den Bosch

In Den Bosch is de BAG niet ondergebracht bij de afdeling belastingen. De audit voor initiële BAG is wel

gehaald, maar daarna is vervuiling van de bestanden ontstaan. Op dit moment is er een opschoningsactie

gestart om dit te herstellen. De gemeente Den Bosch geeft binnen het project BAG voorrang aan de niet-

woningen, aansluitend worden de woningen opgepakt. De gemeente Den Bosch heeft doelbewust niet

gekozen voor een voortrekkersrol.

Almere

De visie van de gemeente Almere was om alle gegevens binnen de gemeente te centraliseren. De BAG is

op dit moment bij een ander organisatieonderdeel binnen de gemeente ondergebracht. Ook hier speelt de

problematiek van het centraliseren binnen de gemeente een rol op het gehele proces.

Cocensus

Voor Cocensus is de BAG in algemene zin een “lastig” project aangezien de BAG bij de opdrachtgevers

al ergens in de eigen organisatie is ondergebracht (meestal bij een afdeling Vastgoed). Cocensus is met

betrekking tot de BAG wel in gesprek met haar opdrachtgevers.

Ede

Ede is recentelijk de dialoog met BAG aangegaan. Heeft nu het plan om op basis van de vierkante meter te

gaan waarderen en dit op termijn te realiseren (2017).

Amersfoort

Amersfoort heeft de koppeling BAG/WOZ in 2014 gerealiseerd. Het blijft weerbarstige materie en het

wachten is nu op de benodigde software van Centric om de koppeling BRK te realiseren. Amersfoort is

begin oktober 2015 aangesloten op de LV-WOZ.

De rol van datadistributie en de gegevenslevering vanuit de basisregistraties. Een impressie uit de praktijk.

‘Als samenwerkingsverband zijn wij voorloper binnen de gemeenten op het gebied van het verwerken van

gegevens van en naar basisregistraties. Onze samenwerking wordt telkens als eerste geconfronteerd met tal

van uitdagingen op dit gebied. Uitdagingen waar de rest van de gemeentelijke organisaties nog niet aan toe

zijn. Wij worden er dan ook toe gedwongen om ons direct te bemoeien met de datadistributie, het beheer

daarvan en de basisregistraties (en soms het beheer ervan)’.

Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland (SBW&S-D) en Gemeentebelastingen

Kennemer Zuid (GBKZ)

Met de inliggende gemeenten en met begeleiding is eerst een informatiebeleidsplan op- en vastgesteld om

het (bestaande en toekomstige) informatielandschap in te kunnen regelen. Van daaruit zijn projectgroepen

gestart. De aanpak van de ICT-projecten door GBKZ en gemeenten is gestructureerd. Hierbij is er aandacht

voor het creëren van draagvlak bij deelnemers aan het project, het leveren van een bijdrage, het benoemen

en beheersen van de projectrisico’s, het opstellen van en (bij-)sturen op tijdpad, communicatie en overleg,

waaronder kick-off bijeenkomst met deelnemers, en de bestuurlijke betrokkenheid en besluitvorming. De

ervaring leert dat het initiatief bij de samenwerkingsverbanden ligt. Daar wordt ook de pijn gevoeld als het

niet goed gaat.

Page 18: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 3534

HOOFDSTUK 4

BEZWAAR & BEROEP

In 2014 zijn er minder WOZ-bezwaarschriften ingediend dan in 2013. Er is sprake van een gemiddelde

afname van circa 17,5%. Dit heeft ook doorwerking gehad in het aantal ingediende WOZ-beroepen bij de

rechtbank. Het aantal WOZ-beroepen voor woningen en niet-woningen is eveneens gedaald met circa 14%.

Deelnemers hebben aangegeven gebruik te maken van informele methoden om WOZ-bezwaarschriften

te voorkomen. Een aantal deelnemers heeft voormeldingen van taxaties en/of objectkenmerken gedaan

of hebben belanghebbenden geïnformeerd, zodra de WOZ-waarde was gestegen ten opzichte van

het voorgaande jaar. Daarnaast hebben verschillende deelnemers vooroverleg gevoerd met grote

belanghebbenden, zoals beleggers en woningcorporaties. Tot slot zijn er deelnemers die een taxateur

hebben ingezet om vragen te beantwoorden of om telefonisch contact op te nemen met belanghebbenden

om het contact zo informeel mogelijk te houden. Tot slot heeft ook de relatief lage WOZ-waarde geleid tot

minder WOZ-bezwaarschriften en WOZ-beroepschriften.

Hoewel er sprake is van een daling van het aantal bezwaar- en beroepschriften WOZ is de kostenvergoeding

bezwaarfase en de proceskostenvergoeding in beroep over het geheel gezien licht gestegen met circa 1,5%.

De oorzaak van deze stijging is niet eenduidig te geven. Voor de volgende benchmarkrapportage (2015) zal

dit worden gemonitord.

0% 5% 10% 15% 20% 25%

Almere

SbWS

Westland

Amersfoort

Den Haag

Cocensus

Rotterdam

Eindhoven

Apeldoorn

DOWR

's-Hertogenbosch

Nijmegen

SVHW

Ede

GBLT

Kaag en Braassem

BgHU

Drechtsteden

GBKZ

Niet-woningen Woningen

Grafiek 23: Aantal beroepen als percentage van aantal afgewezen bezwaren

Page 19: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 3736

HOOFDSTUK 5

AANVULLENDE INFORMATIE UIT AUDITS

Tijdens de evaluatie van de benchmark van 2013 kwam naar voren dat het leren van elkaar in de vorm van

benchlearning in 2014 meer aandacht moest krijgen. Dit door de audits anders in te richten, maar ook de

kennisbijeenkomsten voort te zetten en waar mogelijk te intensiveren. Bij de inrichting van de audits kwam

het idee naar voren de deelnemers via een aantal vragen uit te dagen input te leveren. Enerzijds om het

auditgesprek “op gang” te krijgen en anderzijds als inspiratie voor de commissie om te weten wat in de

toekomst belangrijk is voor deelnemers. Er zijn zes vragen gesteld:

Waarom doe je mee aan de benchmark?

Hoe ga je om met de aansluiting op de diverse basisregistraties?

Wat zijn de gevolgen (geweest) voor de organisatie van de structurele daling van het aantal bezwaren?

Hoe denk je over verruiming van het lokale belastinggebied?

Waar wil je een verdiepingsslag op hebben in de eerstvolgende benchlearningsessie?

Op welke manier is jouw organisatie bezig met “Mijn Overheid”?

Hier volgt de samenvatting van de antwoorden die de deelnemers hebben gegeven.

5.1 WAAROM DEELNAME AAN DE BENCHMARK?

De rode draad is leren van elkaar. Het voeren van auditgesprekken in combinatie met deelname aan

de benchmark heeft meerwaarde. Er is de mogelijkheid om dieper in de cijfers en achtergronden van

andere deelnemers te duiken. En juist die aanvullende auditgesprekken geven waarde en kracht aan de

benchmark van de LVLB. Opvallend is ook de getoonde openheid en kwetsbaarheid tijdens de gesprekken.

Andere organisaties zijn geen concurrenten, maar worden gezien als collega's. Het vergelijken van en met

samenwerkingsverbanden is soms moeilijk vanwege de diversiteit. Zo heeft een samenwerkingsverband

geen waterschap als deelnemer, terwijl een ander verband dat wel heeft. Typerend is dat een organisatie

kiest voor deelname aan de benchmark, zodat de periodieke evaluatie niet meer nodig is. Een mooi

voorbeeld om de planning & control cyclus te vereenvoudigen. Aandacht wordt nog wel gevraagd voor het

moment van aanleveren en het inhoudelijk afstemmen met de benchmark van de Waarderingskamer. Ook is

van belang de continuïteit in de vraagstelling te borgen.

5.2 HOE GA JE OM MET DE AANSLUITING OP DE DIVERSE BASISREGISTRATIES?

Het feit dat de problematiek rond de BAG/WOZ in het eindrapport van de Benchmark 2014 staat, geeft

al aan dat er meer aandacht voor is. Ook de LVLB als vereniging kan in bredere zin aandacht vragen voor

dit onderwerp, via bijvoorbeeld Fiscaal Radar, een congres of workshop. Voor iedere deelnemer is de

aansluiting op de basisregistraties een belangrijk onderwerp, met in het bijzonder de aansluiting op de

BAG. Deelnemers gaan zeer divers om met de BAG als het gaat om de plaats in de organisatie, de wijze van

beheer of het zelf ter hand nemen als belastingorganisatie. De basisregistraties zijn steeds meer “leidend”

binnen de processen. Velen zien het aansluiten op de landelijke voorzieningen als prioriteit. Iedereen

onderkent dat de materie weerbarstig is. De ene deelnemer kiest voor de dialoog en de ander wacht af

of omarmt de BAG. Er gaan ook stemmen op om alle gegevens binnen de gemeente te centraliseren.

Voorlopers binnen een samenwerkingsverband en binnen de gemeenten op het gebied van het verwerken

van gegevens van en naar basisregistraties. De samenwerking komt als eerste voor uitdagingen te staan

waar de rest van de gemeentelijke organisaties nog niet aan toe zijn. Tenslotte is de rechtspositie van

samenwerkingsverbanden van belang om wel of niet rechtstreeks op de basisregistraties te kunnen

aansluiten. De BAG-WOZ aansluiting is zogezegd een “hoofdpijndossier” dat aandacht, oplossingen en

benchlearning vraagt.

5.3 WAT ZIJN DE GEVOLGEN (GEWEEST) VOOR DE ORGANISATIE VAN DE STRUCTURELE DALING VAN HET AANTAL BEZWAREN?

Bij de meerderheid van de deelnemers is het aantal bezwaren op de WOZ-beschikking en de

heffingsaanslagen opnieuw afgenomen in vergelijking met het voorgaande jaar. Een structurele daling,

al is voor een enkeling deze conclusie nog te vroeg. Deelnemers benutten de tijd die hierdoor vrijkomt

verschillend. De een door achterstanden weg te werken, de ander door met burgers in overleg te gaan en

kwaliteit te verbeteren. Een aantal deelnemers bespaart kosten, omdat inhuur niet meer nodig is of kunnen

het personeel inzetten op andere taken. Minder bezwaren duidt op tevreden burgers en het mooiste is als

de ruimte die hierdoor ontstaat ook terugvloeit naar de burgers in de vorm van meer betrokkenheid, meer

begrip en meer kwaliteit voor de burgers.

5.4 HOE DENK JE OVER VERRUIMING VAN HET LOKALE BELASTINGGEBIED?

Het rapport over de verruiming van het lokaal belastinggebied is onlangs gepubliceerd. Geen van de

deelnemers is op de hoogte van de inhoud van het rapport, maar iedereen is benieuwd naar de uitkomsten

en de daarbij behorende toekomstige ontwikkelingen. De aanwezigen geven allen aan dat zij vooral

benieuwd zijn naar de uitvoerbaarheid (bij voorkeur niet bezwaargevoelige maatregelen) en de termijn van

invoering. Alle deelnemers zijn overwegend positief over de verruiming van het belastinggebied, maar er

worden wel voorwaarden gesteld;

Als dit leidt tot een reductie van het aantal belastingsoorten.

Verruiming is prima, maar voor de uitvoering moet wel geld beschikbaar komen.

Page 20: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 3938

We juichen deze, in onze ogen noodzakelijke ontwikkeling, van harte toe. Gemeenten hebben onder

meer door de drie recente decentralisaties in het sociale domein meer financiële ruimte nodig om

eventuele financiële tegenvallers zelf te kunnen opvangen. Ook stelt een groter eigen belastinggebied

gemeenten beter in staat om het voorzieningenniveau af te stemmen op de lokale behoeften. Het

gemeentelijk belastinggebied is op voorhand geen vangnet voor risico’s in het sociale domein.

De voorwaarden voor de verruiming krijgen bij de deelnemers ook ruim baan. Hieronder een overzicht;

Een betekenisvol lokaal belastingdomein is nodig om gemeenten in staat te stellen om de toenemende

risico’s en tegenvallers op de begroting als gevolg van de grotere verantwoordelijkheid van gemeenten

te kunnen opvangen (versterking bufferfunctie) en gemeenten meer en betere keuzes te laten maken

(versterking autonomie).

Grote verschillen in de belastingmix en/of in lokale lastendruk tussen gemeenten zijn acceptabel

voor het Rijk voor zover deze het gevolg zijn van lokale keuzes, maar niet als deze het gevolg zijn van

een ontoereikende verdeelsystematiek. Grote verschillen in heffingscapaciteit tussen gemeenten zullen

moeten worden gecompenseerd.

Nieuwe lokale belastingen moeten efficiënt in- en uitvoerbaar zijn en tegen zo laag mogelijke

perceptiekosten geheven. Daarbij moeten zij goed uitlegbaar zijn aan belastingplichtigen en geen hoge

administratieve lasten voor hen tot gevolg hebben.

Welke belastingsoorten wel of niet lokaal worden geheven, is een lokale aangelegenheid en moet niet

(opnieuw) landelijk worden geregeld.

Het zou fijn zijn als bij de mogelijkheden voor verruiming van het gemeentelijk belastinggebied er

op voorhand al aandacht is voor de kostencomponenten van de verschillende “verruimings”-

mogelijkheden.

De herintroductie van de OZBG-woningen (makkelijk invoerbaar en makkelijk uitvoerbaar), het afschaffen

van de reclame-belasting (veel bezwaren, niet uitlegbaar) en het samensmelten van de forensen- en

toeristenbelasting in een verblijfsbelasting is een concretisering van een deelnemer.

5.5 WAAR WIL JE EEN VERDIEPINGSSLAG OP HEBBEN IN DE EERSTVOLGENDE BENCHLEARNINGSESSIE?

De deelnemers hebben vele onderwerpen aangedragen voor de benchlearningsessie. Enerzijds toont dit de

betrokkenheid van de deelnemers. Anderzijds geeft het aan dat belastingen een dynamisch werkterrein is

waar veel gebeurt. De volgende onderwerpen zijn genoemd;

Het informeren van burgers en bedrijven en de interactieve WOZ.

Het maken van keuzes door organisaties als gevolg van bezuinigingen en taakstellingen met mogelijk als

gevolg dat er ingeleverd moet worden op voldoende aanwezige kwaliteit en vakkennis?

De koppeling basisregistraties BAG-WOZ en aansluiting op LV-WOZ;

De gevolgen van Woningwaarderingstelsel (WWS) voor WOZ-processen.

Gemeenten volgen vaak lijdzaam de wettelijke voorschriften of richtlijnen, maar de kosten die dat

met zich meebrengt zijn in de huidige samenleving heel belangrijk. Gemeenten zoeken daarom

alleen samenwerking als dit resulteert in een kostenbesparing. Van de circa vierhonderd

gemeenten in Nederland is ongeveer de helft zelfstandig. De overige gemeenten maakt deel uit van een

samenwerkingsverband. Kleine gemeenten zijn heel kwetsbaar. Het onderwerp 'samenwerking' zou in

een volgende benchmarksessie aan de orde kunnen komen.

De kosten en kwaliteit van software, Basisregistraties en de WOZ, de overheidsvordering,

proceskostenvergoeding en kwijtschelding 2.1.

De aansluiting van de basisregistraties (WOZ-BAG-BGT-LV WOZ) en de criteria die de Waarderingskamer

daarbij hanteert. Deelnemers ervaren deze criteria als onvoldoende stimulerend. Dit geldt ook voor de

set van beoordelingsprotocollen die de indruk wekken dat de oorspronkelijke intentie vergeten is.

5.6 OP WELKE MANIER IS JOUW ORGANISATIE BEZIG MET “MIJN OVERHEID”?

Ook hier zijn diverse deelnemers enthousiast aan de slag gegaan. De mate waarin gebruik wordt gemaakt

van “Mijn Overheid” loopt uiteen. Op termijn zal, met vallen en opstaan, iedereen gaan werken met “Mijn

Overheid”. Het belang om de belastingplichtigen met dit medium te bereiken wordt onderkend. Twee

deelnemers hebben de volgende opties;

Daar waar mogelijk inpassen. Er is gestart met het verzenden van aanslagen. De volgende stap zijn de

aanmaningen en dwangbevelen.

Via de website van de deelnemer kunnen burgers met DigiD en bedrijven met E-Herkenning inloggen en

online van de volgende diensten gebruik maken:

- Automatische betaling aanvragen/wijzigen;

- Betalingsregeling aanvragen belastingen en heffingen;

- Bezwaar maken tegen een aanslag;

- Hondenbelasting aangifte en teruggave;

- Kwijtschelding aanvragen voor Afvalstoffenheffing;

- Online betalen;

- Overzicht aanslagen bekijken;

- Rekeningnummer doorgeven/wijzigen voor belastingen;

- Taxatieverslag opvragen.

Gebruik van “Mijn Overheid” is onontkoombaar en zal bij voorkeur landelijke ingevoerd moeten worden.

Goede communicatie met belastingplichtigen is belangrijk. Voorkomen moet worden dat er tevens

brieven per post worden verstuurd met "let op, uw digitale aanslag staat op “Mijn Overheid”, want dan

wordt het voordeel van minder papier en portokosten teniet gedaan.

Page 21: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 4140

HOOFDSTUK 6

PRAKTIJKVOORBEELDEN

De deelnemers is gevraagd voorbeelden vanuit de praktijk aan te dragen waar de belastingorganisatie trots

op is. Voorbeelden die gedeeld kunnen worden met collega’s. Hieronder staan de “best-practices” van een

aantal deelnemers

Almere Wij zijn trots op het feit dat wij het ondanks de bezuinigingen ‘goed' houden.

De belastingafdeling is continu op zoek naar verbeteringen en nieuwe

ontwikkelingen om de processen slimmer en efficiënter uit te voeren. Zo draait

Almere mee in de pilot ''Overheidsvordering'' en WOZ-voormelding.

In 2012 is een nieuwe management informatietool opgetuigd ''Qlikview''.

Met Qlikview is het mogelijk real time inzicht te krijgen in de KPI's en KRI's.

Door de afdelingsmanagers worden verantwoordingsgesprekken gevoerd met

de teamleiders op basis van de gegevens in Qlikview, die bij de inhoudelijke

sturing van de verschillende (deel)processen kan worden benut. Een verdere

uitbouw van dit hulpmiddel wordt sterk overwogen. Tevens is het mogelijk

om door koppeling tussen geografische informatie (digitale kaarten) en

administratieve data met de zogenaamde WOZ-bezwarenkaart ruimtelijk

inzichtelijk (op objectniveau) te maken in welke wijken de bezwaren zich bevinden

en wat de categorieën zijn van dalings/stijgingspercentages. Tevens is het mogelijk

met digitale kaarten per WOZ-object de (deel)objectinformatie te raadplegen.

Verder wordt nog onderzocht om, naast het digitaal indienen van een bezwaar,

deze ook grotendeels digitaal te behandelen en af te doen. (digitaal in-digitaal uit).

Amersfoort De kwaliteitsverbetering van de belastingadministratie (bijvoorbeeld BAG-WOZ)

en een substantiële vermindering van het aantal bezwaren ook door toepassing

van interactieve WOZ (doorbraakdossier WOZ).

Apeldoorn Een kortere doorlooptijd van het afhandelen van de heffings- en WOZ-bezwaren

en het afhandelen van kwijtscheldingsverzoeken. Het (laten) scannen van

automatische incasso machtigingen.

BgHU Het overleven in/van een eerste jaar van zelfstandig zijn (in een

Samenwerkingsverband). Het werken binnen de kaderstellende begroting

voor dat eerste jaar en alle geraamde belasting-opbrengsten halen in één

kalenderjaar. De WOZ-doorbraak voormeldingen en verminderen van

de druk op de telefonische afhandeling.

Cosensus De wijze van de maandelijkse journalisering en daarmee het leveren van de

'financiële' voortgang op het gebied van de gemeentelijke belastingen aan onze

deelnemers. Daarnaast drie keer per jaar een uitgebreide voortgangsrapportage

gericht op de opbrengstrealisatie.

DOWR De bereikbaarheid via [email protected]. Hier hebben we in 2015 op

ingezet en de eerste revenuen zijn zichtbaar. De burgers zijn erg tevreden over dit

product.

Drechtsteden De interactieve WOZ en het projectmatig waarderen van de top-500 WOZ-

objecten.

Ede “Out-of-the-box” denken en grenzen opzoeken door medewerkers. De eigen

workflow opgezet (Odas en Wodas), eigen Plan van Aanpak voor de jaarlijkse

controle van de objectkenmerken en het accountmanagement voor groot zakelijk

gerechtigden (onder meer ziekenhuis en kazerneterreinen).

GBLT Organisatie breed: huisvesting & gebruik van ICT middelen.

Innen: het project automatische schuldhulpverlening.

Heffen: registratie van bijzondere en uitgezonderde objecten.

Helmond Het proces van alle publiek en privaatrechtelijke vorderingen via één systeem

innen. Dit met het oog op een beter functionerend centraal debiteurenbeheer.

Vooral op het gebied van leges en parkeren.

Kaag en Brasem Buiten het eigen vakgebied kijken, informatie delen met andere afdelingen.

Belastingen maakt gespreksverslagen van de telefoontjes die tot wijzigingen

leiden of waarvan men verwacht dat er teruggebeld zal worden.

Nijmegen Het proces om te komen tot de ISO-certificering. In december 2014 is de audit

positief afgesloten. Het certificaat ontvangen wij binnenkort.

De inningsambtenaren van gemeentebelastingen zijn met de incassomedewerkers

van de WWB in overleg gegaan.

Rotterdam Het proces van kwijtschelding, dit is al in de Benchlearning rond kwijtschelding aan

de orde gekomen. De mogelijkheden van online dienstverlening via Mijn Loket.

Waar wij trots op zijn, is de wijze waarop wij contact onderhouden met de

deelnemende gemeenten. Dit werkt ook goed voor het afstemmen van het beleid

met de deelnemers.

Samenwerking

Walcheren en

Schouwen Duiveland

Page 22: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 4342

’s-Hertogenbosch De klachten worden in beginsel informeel afgedaan. De burger is meer dan

tevreden met de persoonlijke aandacht voor het verhaal. De zaak is veel sneller

afgehandeld. En de kosten zijn veel lager. Pro-actief zijn via informeel contact bij

een zakelijk geschil over de WOZ-waarde.

Westland Het project “Bezwaarschriften anders": jaarlijks wordt de gemeente

geconfronteerd met veel bezwaren tegen de WOZ-waarde. In het project is vooral

gekeken naar de mogelijkheden om het proces naar voren te halen en burgers

juist in gesprek te laten komen met de gemeente.

Zaanstad De integratie van alle basisregistraties (zowel administratief als geografisch). Big

data: de ontsluiting van de gegevens uit de basisregistratie voor verschillende

doeleinden.

BIJLAGE (1)

DE BENCHLEARNING WORKSHOP WOZ

De commissie Benchlearning wil, naast het maken van de benchmarkrapportage en het uitvoeren van audits,

twee keer per jaar een specifieke benchlearningbijeenkomst organiseren. Een bijeenkomst met thema’s die

uit de audits naar voren zijn gekomen en actueel zijn.

De laatste jaren zijn er door gemeenten en samenwerkingsverbanden pilots gehouden rond “meer

openbaarheid van WOZ-gegevens”. De burger krijgt de gelegenheid om de onderbouwende gegevens

van de WOZ-waarde van zijn woning te controleren en, interactief, aanpassingen door te geven. Die

aanpassingen worden dan door een taxateur opgepakt. Mocht er aanleiding zijn om bepaalde factoren aan

te passen op basis van de melding, dan krijgt de burger dat van de taxateur teruggekoppeld.

Op 1 april 2015 is in Utrecht de derde benchlearning workshop gehouden. Dit maal met WOZ als

thema. Onderwerpen die aan de orde kwamen waren: bezwaarschriften, kostenvergoeding en invloed

vooraankondiging, WOZ doorbraak dossier en MijnWOZ.

In de ochtend is een aantal thema's ingeleid. De voorzitter van de commissie Benchlearning ging

allereerst in op de proceskosten en de kostenvergoedingen in de bezwaar- en beroepsprocedures.

Vervolgens heeft Egbert Venema (SMQ), samen met Werner Somer en Dik Jan Niezen, taxateurs van

de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU), verteld hoe de burger

interactief is te betrekken bij de totstandkoming van de vaststelling van de WOZ-waarde. De BghU heeft

deze koers al ingezet met als doel transparantie richting de burger te vergroten, het opwerken van primaire

en secundaire kenmerken en het terugbrengen van het aantal bezwaarschriften.

Naar aanleiding van deze inleidingen, is in de middag een drietal werkgroepen geformeerd om tot een

verdere verdieping te komen en de discussie aan te gaan over andere relevante zaken. Dit resulteerde in een

drietal deelsessies met de volgende onderwerpen:

Sessie 1, gericht op de effectiviteit en de toekomst van de interactieve voormelding, op de volgende

onderdelen:

- Alternatieve aanpak en combinaties.

- Effectmeting en resultaatmeting.

- Niet-woningen.

Sessie 2, gericht op de uitvoerbaarheid van de interactieve voormelding, op de volgende onderdelen:

- Procesinrichting voor de verwerking van de reacties.

- Projecten - pilots – kosten.

- Interpretaties van de reacties.

Page 23: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 4544

Sessie 3, gericht op de lange termijn visie op de uitvoering van de Wet WOZ, op de volgende onderdelen:

- Informatie en I-uitwisseling.

- Burgerregie en zelfwerkzaamheid.

De deelnemers hebben deelgenomen aan twee sessies. Als afsluiting zijn de uitkomsten van de deelsessies

plenair besproken.

Duidelijk is dat er niet één ideale oplossing bestaat. Een aanpak met een combinatie van verbeteringen kan

ook goed werken. Het werken met een WOZ-portaal voor voormelden vraagt voor een afdeling Taxaties/

Waardebepaling een andere manier van werken. Capaciteit zal meer naar de voorkant van het proces

gebracht moeten worden.

Voor Amsterdam, BghU, GBT, Tilburg werkt MijnWOZ in ieder geval naar wens. Deze organisaties zijn de

pilots aan het uitbreiden naar een situatie waarin een portal voor burgers permanent kan worden opengezet.

Dit sluit aan op de wens vanuit de politiek om de burger meer openheid te geven over de wijze waarop de

WOZ-waarde voor haar of zijn pand tot stand komt.

De benchlearning bijeenkomst is door het overgrote deel van de deelnemers als zinvol en nuttig

omschreven. Een reden om ook de komende jaren door te gaan met deze specifieke bijeenkomsten.

BIJLAGE (2)

KWIJTSCHELDING NIEUWE STIJL

Met de nieuwe kwijtscheldingstoets ondersteunt het Inlichtingenbureau gemeenten en waterschappen

voortaan bij het toetsen van zowel eerste aanvragen voor kwijtschelding als bij de ‘ambtshalve verlenging’

van kwijtschelding. Daarbij ontvangen gemeenten en waterschappen, indien van toepassing, meer

detailgegevens over inkomen en vermogen. Ook houdt de toets rekening met de kostendelersnorm.

Gemeenten en waterschappen kunnen tegen betaling gebruikmaken van de nieuwe kwijtscheldingstoets.

De vorige toets is niet langer beschikbaar, omdat deze niet meer voldoet aan de huidige geldende wet- en

regelgeving.

Belangrijke voorwaarde voor een geautomatiseerde toets van het recht op kwijtschelding zonder dat

hier een hernieuwde aanvraag van een huishouden aan ten grondslag ligt, is dat de burger hiervoor

toestemming heeft verleend bij de eerste aanvraag voor kwijtschelding. De ratio hierachter is dat alleen op

basis van een aanvraag een toets plaats mag vinden.

AANLEIDING NIEUWE TOETS

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) heeft het Inlichtingenbureau gevraagd te onderzoeken hoe

de geautomatiseerde toets voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en waterschapbelastingen

verder kan bijdragen aan administratieve lastenvermindering in de uitvoering aan met name gemeentezijde.

Administratieve lastenvermindering voor de burger staat daarin niet langer ten principale voorop. Ook

verbeterde controle op rechtmatigheid ziet BZK als geoorloofd en wenselijk.

Het Inlichtingenbureau heeft vervolgens in opdracht van BZK met de Expertgroep Kwijtschelding eerst een

pilot uitgevoerd. Het beproefde product levert een grote verbetering op het gebied van administratieve

lastenverlichting en rechtmatigheid op. Ook voor burgers leidt dit product tot een eenvoudigere wijze van

aanvragen van kwijtschelding, waarbij men minder ‘bewijsmateriaal’ hoeft te overleggen.

WERKING NIEUWE PRODUCT

Het Inlichtingenbureau toetst, op basis van enkele basale gegevensvergelijkingen, of huishoudens die

kwijtschelding aanvragen voldoen aan een door gemeenten en waterschappen opgestelde normstelling

voor inkomen en vermogen. Deze normen zijn afgeleid van de bijstandsnorm die het Ministerie van

Sociale Zaken en Werkgelegenheid tweemaal per jaar publiceert. De VNG - Vereniging van Nederlandse

Gemeenten en Unie van Waterschappen bekrachtigen de normen voor de geautomatiseerde toets.

Page 24: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 4746

Als een huishouden aan deze normen voldoet, kan een gemeente of waterschap een positief besluit nemen

op een aanvraag voor kwijtschelding, zonder een uitgebreide rechtmatigheidsbeoordeling te verrichten.

Indien uit de geautomatiseerde toets blijkt dat het huishouden niet voldoet aan één of meer van de gestelde

normen, dan kan het recht op kwijtschelding niet zonder meer worden gegund. Het Inlichtingenbureau

levert dan gegevens waarmee gemeenten en waterschappen een uitgebreide (handmatige) beoordeling

kunnen uitvoeren. Mogelijk moet de burger daar dan enkele aanvullende gegevens voor verstrekken.

Voor bovenstaande ondersteuning vanuit het Inlichtingenbureau hoeft een huishouden niet ieder jaar

opnieuw een aanvraag voor kwijtschelding in te dienen. Ook de jaren na een eerste aanvraag kan het

Inlichtingenbureau geautomatiseerd toetsen of een huishouden in aanmerking komt voor ambtshalve

verlenging van kwijtschelding. Bij een positief oordeel kan een gemeente of waterschap besluiten

kwijtschelding ambtshalve te verlenen, zonder verdere rechtmatigheidstoets. Dit resulteert in een

aanzienlijke besparing van administratieve lasten voor burgers en uitvoeringsorganisaties.

WETTELIJKE GRONDSLAG VOOR GEGEVENSUITWISSELING

Het is het UWV, de Belastingdienst en de RDW wettelijk toegestaan gegevens beschikbaar te stellen aan

waterschappen en gemeentelijke belastingdiensten, door tussenkomst van het Inlichtingenbureau, ten

behoeve van een geautomatiseerde beoordeling van het recht op kwijtschelding waterschapsbelasting. Dit

is geregeld in het Waterschapsbesluit artikel 6.17 en het Besluit SUWI, artikel 5.24.

DE PRAKTIJK

Gemeenten en waterschappen kunnen voor elke 25ste dag van de maand Burger Service Nummers (BSN’s)

aanleveren van burgers die een eerste aanvraag voor kwijtschelding hebben gedaan of burgers die mogelijk

voor ambtshalve verlenging in aanmerking komen.

Na het sluiten op de 25ste van de aanlevermaand bepaalt het Inlichtingenbureau de huishoudsituatie van de

aanvrager. Dit aan de hand van een door gemeenten en waterschappen opgestelde en door de VNG en de

Unie gevalideerde beslisboom met gegevens uit de GBA-V.

Vervolgens vindt een inkomens- en vermogenstoets bij het UWV, RDW en Belastingdienst plaats. Tot slot

rapporteert het Inlichtingenbureau binnen een maand volgend op de aanlevermaand welke huishoudens

voldoen aan de norm. Van de huishoudens die niet voldoen aan de norm, levert het Inlichtingenbureau een

toelichting op de belemmering. Hiermee kunnen gemeenten en waterschappen dan aan de slag.

BASISREGISTRATIE PERSONEN (BRP)

Om de gegevens uit de BRP te mogen raadplegen moeten gemeenten en waterschappen een

autorisatie verstrekken aan de beheerder van de BRP, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). Als

dit nog niet is gebeurd, dan kunt u geen gebruik maken van de toets via het Inlichtingenbureau. Voor

samenwerkingsverbanden anders dan een Gemeenschappelijke Regeling geldt dat alle gemeenten en

waterschappen binnen het samenwerkingsverband hun autorisatie moeten geven. Het Inlichtingenbureau

beschikt over een formulier waarmee u de autorisatie alsnog kunt regelen.

AANSLUITEN

Vanaf september van dit jaar is de nieuwe kwijtscheldingstoets beschikbaar. Om gebruik te kunnen maken

van de nieuwe toets gaan aanleverende organisaties een nieuw contract aan met het Inlichtingenbureau.

De contracten zijn in juni toegestuurd aan de organisaties die het afgelopen jaar een bestand hebben

aangeleverd voor de kwijtscheldingstoets. Gemeenten die gebruikmaken van de toets via een derde partij,

maar zelf geen aanlevering doen, zijn niet aangeschreven. Als u bent aangesloten ontvangt u een nieuw

account en de gebruikershandleiding van onze portal.

Marjorie Stots, [email protected], 06-52749750

Alex Tamminga, [email protected], 06-52749740

Marije Timmer, [email protected], 06-52749715

Page 25: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 4948

BIJLAGE (3) GRAFIEKEN

Grafiek 1: Aantal woningen

Grafiek 2: Aantal inwoners

Grafiek 3: Aantal inwoners per woning

0 200,000 400,000 600,000 800,000 1,000,0001,200,0001,400,0001,600,0001,800,000

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

GBKZ

Helmond

Westland

Ede

Amersfoort

's-Hertogenbosch

DOWR

Zaanstad

SbWS

Nijmegen

Apeldoorn

GBLT

Eindhoven

Drechtsteden

BgHU

SVHW

Den Haag

Rotterdam

Cocensus

Amsterdam

GBLT

Aantal woningen

0 500,000 1,000,000 1,500,000 2,000,000 2,500,000 3,000,000 3,500,000 4,000,000

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

GBKZ

Helmond

Westland

Ede

SbWS

's-Hertogenbosch

Zaanstad

Amersfoort

DOWR

Nijmegen

Apeldoorn

Almere

Eindhoven

Drechtsteden

BgHU

Den Haag

Rotterdam

Cocensus

Amsterdam

SVHW

GBLT

Aantal inwoners

0,000 0,500 1,000 1,500 2,000 2,500 3,000

SbWS

Den Haag

GBKZ

Amsterdam

Eindhoven

Rotterdam

Cocensus

Helmond

Apeldoorn

Drechtsteden

Zaanstad

's-Hertogenbosch

Nijmegen

DOWR

Kaag en Braassem

BgHU

GBLT

BgHU

Ede

Westland

Amersfoort

Almere

Rijssen-Holten

Aantal inwoners

Page 26: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 5150

Grafiek 6.1: Verhoudingen waarde woningen en niet-woningen

Grafiek 6.2: Gemiddelde waarde woningen en niet-woningen

Grafiek 4: Aantal inwoners per hectare

Grafiek 5: Verhouding aantal woningen en niet-woningen

0 10 20 30 40 50 60

GBLT

Ede

Kaag en Braassem

DOWR

Apeldoorn

Rijssen-Holten

GBKZ

SVHW

Almere

Cocensus

Westland

Drechtsteden

's-Hertogenbosch

Helmond

Zaanstad

Rotterdam

BgHU

Amersfoort

Eindhoven

Nijmegen

Amsterdam

Den Haag

Aantal inwoners per hectare

75% 80% 85% 90% 95% 100%

Kaag en BraassemRotterdam

Rijssen-HoltenWestland

EindhovenEde

DOWRApeldoorn

SVHWZaanstad

GBLTDen Haag

GBKZCocensusNijmegen

Amersfoort's-Hertogenbosch

AmsterdamSbWS

AlmereHelmond

DrechtstedenBgHU

Mediaan 2014Mediaan 2013

Verhouding aantal woningen en niet-woningenWoningen Niet-Woningen

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

RotterdamWestland

EindhovenBgHU

AmsterdamCocensus

Ede's-Hertogenbosch

GBLTApeldoorn

SbWSRijssen-Holten

Den HaagAmersfoort

NijmegenAlmereDOWR

DrechtstedenHelmond

SVHWZaanstad

Kaag en BraassemGBKZ

Mediaan 2014Mediaan 2013

Verhouding waarde woningen en niet woningenWoningen Niet-Woningen

0 200.000 400.000 600.000 800.000 1.000.000 1.200.000

RotterdamDrechtsteden

SbWSZaanstad

AlmereDen HaagNijmegenHelmond

EindhovenDOWRGBLT

ApeldoornRijssen-Holten

CocensusEde

's-HertogenboschAmersfoort

SVHWAmsterdam

WestlandBgHU

Kaag en BraassemGBKZ

Mediaan 2014Mediaan 2013

Waarde in euro'sNiet-Woningen Woningen

Page 27: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 5352

Grafiek 7b: Percentage formatie heffingsbezwaren en beroep

Grafiek 7c: Percentage formatie taxeren

Grafiek 7: Formatieverhoudingen per proces

Grafiek 7a: Percentage formatie bestandsbeheer

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

SbWSCocensus

BgHUDrechtsteden

NijmegenDOWR

AmersfoortAlmereGBLT

RotterdamHelmond

GBKZEde

EindhovenSVHW

's-HertogenboschDen Haag

AmsterdamWestland

Rijssen-HoltenApeldoornZaanstad

Kaag en Braassem

Mediaan 2014Mediaan 2013

Percentage formatie bestandsbeheer Percentage formatie heffingsbezwaren & beroepen Percentage formatie taxeren

Percentage formatie inning Percentage formatie kwijtschelding Percentage formatie beleid

Percentage formatie applicatie

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

SbWS

Cocensus

BgHU

Drechtsteden

Nijmegen

DOWR

Amersfoort

Almere

GBLT

Rotterdam

Helmond

GBKZ

Ede

Eindhoven

SVHW

's-Hertogenbosch

Den Haag

Amsterdam

Westland

Rijssen-Holten

Apeldoorn

Zaanstad

Kaag en Braassem

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Westland

Amersfoort

Apeldoorn

Amsterdam

Cocensus

Almere

GBLT

BgHU

Rotterdam

Ede

Drechtsteden

Nijmegen

Zaanstad

SbWS

Helmond

DOWR

Eindhoven

Den Haag

SVHW

's-Hertogenbosch

GBKZ

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

Rijssen-Holten

GBKZ

Apeldoorn

Zaanstad

's-Hertogenbosch

Kaag en Braassem

Helmond

GBLT

SVHW

Den Haag

SbWS

DOWR

Eindhoven

Amsterdam

Nijmegen

Drechtsteden

BgHU

Rotterdam

Ede

Amersfoort

Westland

Almere

Cocensus

Page 28: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 5554

Grafiek 7f: Percentage formatie beleid

Grafiek 7g: Percentage formatie applicatiebeheer

Grafiek 7d: Percentage formatie inning

Grafiek 7e: Percentage formatie kwijtschelding

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Ede

Zaanstad

GBKZ

's-Hertogenbosch

Westland

Eindhoven

Helmond

SVHW

Drechtsteden

Den Haag

Rijssen-Holten

Apeldoorn

Cocensus

DOWR

Kaag en Braassem

Nijmegen

GBLT

Rotterdam

Almere

Amersfoort

BgHU

SbWS

Amsterdam

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

BgHU

Nijmegen

SbWS

GBKZ

Apeldoorn

Ede

's-Hertogenbosch

Zaanstad

Amsterdam

Rotterdam

DOWR

Cocensus

SVHW

Rijssen-Holten

Eindhoven

Westland

Amersfoort

Almere

Drechtsteden

Kaag en Braassem

GBLT

Den Haag

Helmond

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18%

Amsterdam

BgHU

SVHW

Rotterdam

GBLT

Kaag en Braassem

Den Haag

GBKZ

Eindhoven

Amersfoort

Cocensus

's-Hertogenbosch

Zaanstad

Apeldoorn

SbWS

Drechtsteden

Almere

DOWR

Westland

Nijmegen

Ede

Helmond

Rijssen-Holten

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18%

Almere

Kaag en Braassem

Den Haag

Helmond

Westland

Amsterdam

Zaanstad

Rotterdam

Rijssen-Holten

Amersfoort

DOWR

's-Hertogenbosch

Ede

SVHW

Apeldoorn

Nijmegen

Cocensus

Drechtsteden

Eindhoven

GBLT

SbWS

GBKZ

BgHU

Page 29: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 5756

Grafiek 8b: Percentage kosten heffingsbezwaren en beroepen

Grafiek 8c: Percentage kosten taxeren

Grafiek 8: Kostenverhoudingen

Grafiek 8a: Percentage kosten bestandsbeheer

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

SbWSCocensus

DrechtstedenNijmegen

BgHUGBLT

SVHWAlmereDOWR

Amersfoort's-Hertogenbosch

HelmondGBKZ

EdeEindhovenRotterdamDen HaagWestland

AmsterdamApeldoorn

Kaag en BraassemRijssen-Holten

Zaanstad

Mediaan 2014Mediaan 2013

Percentage kosten bestandsbeheer Percentage kosten heffingsbezwaren en beroepen Percentage kosten taxeren

Percentage kosten inning Percentage kosten kwijtschelding Percentage kosten beleid

Percentage kosten applicatiebeheer

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%

SbWS

Cocensus

Drechtsteden

Nijmegen

BgHU

GBLT

SVHW

Almere

DOWR

Amersfoort

's-Hertogenbosch

Helmond

GBKZ

Ede

Eindhoven

Rotterdam

Den Haag

Westland

Amsterdam

Apeldoorn

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Zaanstad

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

Rijssen-Holten

GBKZ

SVHW

Zaanstad

's-Hertogenbosch

Apeldoorn

Helmond

Den Haag

Amsterdam

DOWR

Eindhoven

GBLT

Almere

SbWS

Kaag en Braassem

Drechtsteden

Rotterdam

BgHU

Westland

Nijmegen

Ede

Amersfoort

Cocensus

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%

Rijssen-Holten

Cocensus

Amersfoort

Amsterdam

Westland

Apeldoorn

GBLT

Almere

Kaag en Braassem

BgHU

Drechtsteden

Ede

Rotterdam

SbWS

Helmond

Nijmegen

SVHW

Zaanstad

DOWR

Eindhoven

Den Haag

's-Hertogenbosch

GBKZ

Page 30: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 5958

Grafiek 8f: Percentage kosten beleid

Grafiek 8g: Percentage kosten applicatiebeheer

Grafiek 8d: Percentage kosten inning

Grafiek 8e: Percentage kosten kwijtschelding

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%

Ede

GBKZ

's-Hertogenbosch

Zaanstad

Eindhoven

Westland

Drechtsteden

Apeldoorn

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Den Haag

Helmond

Cocensus

Nijmegen

DOWR

GBLT

Amersfoort

Rotterdam

BgHU

SbWS

Almere

Amsterdam

SVHW

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

GBKZ

BgHU

Apeldoorn

Nijmegen

Ede

SbWS

SVHW

Rotterdam

Zaanstad

Westland

DOWR

Almere

Cocensus

Rijssen-Holten

Eindhoven

Kaag en Braassem

Amersfoort

Amsterdam

's-Hertogenbosch

Drechtsteden

Den Haag

Helmond

GBLT

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18%

Amsterdam

BgHU

GBLT

Rotterdam

SVHW

Kaag en Braassem

Den Haag

GBKZ

Amersfoort

Eindhoven

Apeldoorn

's-Hertogenbosch

Cocensus

Zaanstad

Almere

SbWS

DOWR

Westland

Drechtsteden

Nijmegen

Ede

Helmond

Rijssen-Holten

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16%

Kaag en Braassem

Den Haag

Helmond

Amsterdam

Zaanstad

Rotterdam

Westland

Rijssen-Holten

SVHW

's-Hertogenbosch

DOWR

Amersfoort

Ede

Nijmegen

Almere

Cocensus

Drechtsteden

Eindhoven

SbWS

GBKZ

BgHU

GBLT

Apeldoorn

Page 31: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 6160

Grafiek 10: Aantal combi- aanslagen als percentage van het totale aantal aanslagen

Grafiek 11: Opgelegde bedrag afvalstoffenheffing als percentage van het begrote bedrag afvalstoffenheffing

Grafiek 9.1: Kosten formatie als percentage van de opbrengsten uit belastingen en heffingen

Grafiek 9.2: Aantal objecten als percentage van de kosten van formatie

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Amsterdam

DOWR

GBLT

SbWS

Zaanstad

Rotterdam

GBKZ

Eindhoven

Nijmegen

Almere

Helmond

Rijssen-Holten

Drechtsteden

Ede

Cocensus

Amersfoort

Westland

Den Haag

Apeldoorn

Kaag en Braassem

's-Hertogenbosch

BgHU

SVHW

80% 85% 90% 95% 100% 105% 110%

DOWR

Zaanstad

SVHW

GBLT

Apeldoorn

Eindhoven

GBKZ

's-Hertogenbosch

Cocensus

BgHU

Amsterdam

Rijssen-Holten

SbWS

Westland

Drechtsteden

Amersfoort

Almere

Den Haag

Kaag en Braassem

Helmond

Rotterdam

Ede

Nijmegen

0,0% 0,5% 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% 3,5%

SVHW

GBLT

Cocensus

Eindhoven

Rotterdam

Zaanstad

BgHU

Den Haag

Drechtsteden

Kaag en Braassem

Ede

Apeldoorn

Nijmegen

Westland

Amersfoort

Helmond

Rijssen-Holten

GBKZ

Almere

SbWS

's-Hertogenbosch

Amsterdam

DOWR

0% 5% 10% 15% 20%

GBLT

Amsterdam

BgHU

's-Hertogenbosch

Kaag en Braassem

DOWR

GBKZ

SbWS

Helmond

Nijmegen

Westland

Almere

Apeldoorn

Amersfoort

Rotterdam

Rijssen-Holten

Zaanstad

Ede

Drechtsteden

Den Haag

Cocensus

Eindhoven

SVHW

Page 32: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 6362

Grafiek 14: Verminderd bedrag aanslag afvalstoffenheffing als percentage van de opgelegde afvalstoffenheffing

Grafiek 15: Verminderd bedrag aanslag ozb als percentage van de opgelegde ozb

Grafiek 12: Opgelegde bedrag ozb als percentage van het begrote bedrag ozb

Grafiek 13: Opgelegde bedrag rioolheffing als percentage van het begrote bedrag rioolheffing

80% 85% 90% 95% 100% 105% 110%

Rotterdam

Amsterdam

's-Hertogenbosch

Nijmegen

Apeldoorn

Helmond

Westland

GBKZ

GBLT

Cocensus

Almere

DOWR

Rijssen-Holten

SVHW

Kaag en Braassem

Zaanstad

Den Haag

Eindhoven

Amersfoort

Ede

SbWS

BgHU

Drechtsteden

95% 96% 97% 98% 99% 100% 101% 102% 103%

Drechtsteden

Den Haag

Nijmegen

DOWR

Apeldoorn

Zaanstad

GBLT

Amsterdam

Helmond

Rijssen-Holten

Kaag en Braassem

Cocensus

Westland

SVHW

's-Hertogenbosch

Eindhoven

Ede

SbWS

Almere

Rotterdam

Amersfoort

BgHU

0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7%

SVHW

Westland

Rijssen-Holten

Apeldoorn

Almere

Kaag en Braassem

Zaanstad

's-Hertogenbosch

Drechtsteden

SbWS

GBKZ

Helmond

Nijmegen

Cocensus

DOWR

Ede

GBLT

Eindhoven

Amersfoort

BgHU

Den Haag

Amsterdam

Rotterdam

0,0% 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 6,0% 7,0%

GBKZ

Rijssen-Holten

Zaanstad

Helmond

Westland

's-Hertogenbosch

Ede

SVHW

Eindhoven

Cocensus

SbWS

Nijmegen

Drechtsteden

Amsterdam

GBLT

Rotterdam

Amersfoort

Kaag en Braassem

Almere

Apeldoorn

Den Haag

DOWR

BgHU

Page 33: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 6564

Grafiek 26: Aantal kwijtscheldingen als percentage van het aantal inwoners

Grafiek 27: Automatische incasso als percentage van aantal aanslagbiljetten

Grafiek 16: Verminderd bedrag aanslag rioolheffing als percentage van de opgelegde rioolheffing

Grafiek 23: Aantal beroepen als percentage van aantal afgewezen bezwaren

0,0% 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 6,0% 7,0%

Almere

Eindhoven

Amsterdam

Nijmegen

Den Haag

SVHW

Ede

Rotterdam

's-Hertogenbosch

BgHU

Drechtsteden

Westland

Cocensus

GBLT

GBKZ

Rijssen-Holten

Zaanstad

DOWR

SbWS

Kaag en Braassem

Amersfoort

Helmond

Apeldoorn

0% 5% 10% 15% 20% 25%

Almere

SbWS

Westland

Amersfoort

Den Haag

Cocensus

Rotterdam

Eindhoven

Apeldoorn

DOWR

's-Hertogenbosch

Nijmegen

SVHW

Ede

GBLT

Kaag en Braassem

BgHU

Drechtsteden

GBKZ

Niet-woningen Woningen

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14%

Rijssen-Holten

Kaag en Braassem

Westland

Ede

GBLT

GBKZ

Cocensus

Apeldoorn

Eindhoven

DOWR

Amersfoort

's-Hertogenbosch

SbWS

Drechtsteden

Nijmegen

Zaanstad

SVHW

Almere

Helmond

Den Haag

BgHU

Amsterdam

Rotterdam

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

SVHW

Rotterdam

Westland

BgHU

GBLT

Amsterdam

Den Haag

Kaag en Braassem

Apeldoorn

Nijmegen

Cocensus

's-Hertogenbosch

Ede

GBKZ

Rijssen-Holten

Drechtsteden

Eindhoven

Amersfoort

SbWS

Helmond

Zaanstad

DOWR

Almere

Page 34: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 6766

Grafiek 30: Aantal betalingsregelingen als percentage van aantal aanslagbiljetten

Grafiek 31: Aantal storno’s als percentage van aantal inwoners

Grafiek 28: Aantal kosteloze herinneringen als percentage van aantal aanslagbiljetten

Grafiek 29: Aantal aanmaningen als percentage van aantal aanslagbiljetten

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%

Westland

Rotterdam

Kaag en Braassem

Amsterdam

DOWR

BgHU

Apeldoorn

's-Hertogenbosch

Eindhoven

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%

Kaag en Braassem

DOWR

Rijssen-Holten

Amsterdam

Apeldoorn

BgHU

's-Hertogenbosch

Ede

Eindhoven

Westland

Amersfoort

SbWS

GBLT

GBKZ

Cocensus

Zaanstad

Helmond

SVHW

Drechtsteden

Nijmegen

Almere

Rotterdam

Den Haag

0.0% 0.5% 1.0% 1.5% 2.0% 2.5% 3.0% 3.5% 4.0% 4.5%

SVHW

Apeldoorn

Ede

's-Hertogenbosch

BgHU

Nijmegen

Cocensus

DOWR

Amersfoort

Westland

Eindhoven

Rijssen-Holten

SbWS

GBLT

Almere

Amsterdam

Zaanstad

Den Haag

Rotterdam

Helmond

0.0% 0.5% 1.0% 1.5% 2.0% 2.5% 3.0%

Apeldoorn

SVHW

Westland

's-Hertogenbosch

Cocensus

Amersfoort

GBLT

Drechtsteden

Helmond

Rotterdam

BgHU

DOWR

Zaanstad

Eindhoven

Ede

Almere

Den Haag

SbWS

Page 35: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 6968

Grafiek 36: Percentage deelnemers met en zonder een standaardbezwaarformulier

Grafiek 37: Percentage deelnemers met en zonder mediation

Grafiek 38: Percentage deelnemers dat wel en niet vroegtijdig oplegt

Grafiek 33: Verhouding automatische en handmatige kwijtschelding

Grafiek 35: Gemiddeld percentage bezwaren bij deelnemers die wel en die niet standaard een

reactieformulier meesturen

0% 20% 40% 60% 80% 100%

HelmondDen HaagRotterdam

GBKZGBLT

's-HertogenboschCocensus

DOWREindhoven

SbWSSVHWAlmere

WestlandAmsterdam

EdeNijmegenZaanstad

DrechtstedenApeldoorn

AmersfoortBgHU

Mediaan 2014Mediaan 2013

Automatisch Handmatig

1.83%

3.28%

0.0%

0.5%

1.0%

1.5%

2.0%

2.5%

3.0%

3.5%

Geen bezwaarformulier Wel bezwaarformulier

Met22%

Zonder78%

Met18%

Zonder82%

Wel43%

Niet57%

Page 36: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 7170

Grafiek 43a: Aantal fte bestandsbeheer

Grafiek 43b: Aantal fte inning

Met87%

Zonder13%

Met0%

Zonder100%

Gouw IT30.4%

Centric17.4%Geotax

8.7%

Ortax/Ortec17.4%

4 Value13.0%

Overig8.7%

Missend4.3%

Grafiek 39: Percentage deelnemers met en zonder leidraad invordering

Grafiek 40: Percentage deelnemers met en zonder termijnvervolging

Grafiek 41: Gebruikte waarderingssoftware

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

SbWS

Ede

GBKZ

Helmond

Amersfoort

Nijmegen

Westland

Drechtsteden

DOWR

Almere

Eindhoven

's-Hertogenbosch

Zaanstad

SVHW

Apeldoorn

Cocensus

BgHU

GBLT

Den Haag

Rotterdam

Amsterdam

Aantal fte

0 10 20 30 40 50 60 70

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Ede

GBKZ

Westland

Zaanstad

Helmond

Eindhoven

's-Hertogenbosch

Apeldoorn

Drechtsteden

Amersfoort

Almere

Nijmegen

DOWR

SVHW

SbWS

Den Haag

Cocensus

BgHU

GBLT

Rotterdam

Amsterdam

Aantal fte

Page 37: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 7372

Grafiek 43e: Aantal fte kwijtschelding

Grafiek 43f: Aantal fte applicatiebeheer

Grafiek 43c: Aantal fte bezwaren en beroepen

Grafiek 43d: Aantal fte taxeren

0 5 10 15 20 25 30 35

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Westland

Amersfoort

Apeldoorn

Ede

Helmond

Almere

Zaanstad

Nijmegen

GBKZ

SbWS

Eindhoven

DOWR

Drechtsteden

's-Hertogenbosch

BgHU

Cocensus

GBLT

SVHW

Den Haag

Rotterdam

Amsterdam

Aantal fte

0 5 10 15 20 25 30 35

Rijssen-Holten

Kaag en Braassem

GBKZ

Zaanstad

Helmond

Apeldoorn

's-Hertogenbosch

Ede

Westland

SbWS

Eindhoven

Amersfoort

DOWR

Almere

Nijmegen

SVHW

Drechtsteden

Den Haag

GBLT

BgHU

Cocensus

Rotterdam

Amsterdam

Aantal fte

0 2 4 6 8 10

BgHU

GBKZ

Nijmegen

SbWS

Rijssen-Holten

Ede

Kaag en Braassem

Apeldoorn

Zaanstad

's-Hertogenbosch

Westland

Eindhoven

Amersfoort

Almere

DOWR

Helmond

SVHW

Drechtsteden

Cocensus

Rotterdam

Den Haag

GBLT

Amsterdam

Aantal fte

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Kaag en Braassem

Rijssen-Holten

Helmond

Westland

Zaanstad

Den Haag

Ede

Amersfoort

's-Hertogenbosch

Apeldoorn

GBKZ

DOWR

Nijmegen

Eindhoven

SVHW

Drechtsteden

SbWS

Rotterdam

Cocensus

Amsterdam

BgHU

GBLT

Aantal fte

Page 38: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 7574

Grafiek 45: Percentage automatische kwijtschelding na gegevens inlichtingenbureau

Grafiek 46: Percentage automatische kwijtschelding na opwerking met gegevens van belastingorganisatie

Grafiek 43g: Aantal fte beleid

Grafiek 44: Percentage oninbaarheid 2010 in 2014

0.0 0.5 1.0 1.5 2.0

Kaag en Braassem

BgHU

SVHW

GBKZ

GBLT

Amersfoort

Eindhoven

Rotterdam

Zaanstad

Apeldoorn

's-Hertogenbosch

Rijssen-Holten

Westland

Almere

Den Haag

SbWS

Ede

Helmond

Drechtsteden

Cocensus

Nijmegen

DOWR

Aantal fte

0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5 3.0

Rijssen-Holten

's-Hertogenbosch

Nijmegen

Eindhoven

Drechtsteden

Amersfoort

DOWR

GBLT

Cocensus

Westland

Apeldoorn

Den Haag

SVHW

Almere

GBKZ

Amsterdam

Helmond

Rotterdam

Percentage

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

DOWR

Amersfoort

Amsterdam

Almere

's-Hertogenbosch

Ede

Rotterdam

Rotterdam

Westland

SVHW

Nijmegen

Apeldoorn

Percentage

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

GBKZ

Helmond

BgHU

Amersfoort

Apeldoorn

Zaanstad

Amsterdam

Cocensus

Drechtsteden

's-Hertogenbosch

Almere

Westland

Ede

SVHW

Eindhoven

GBLT

Rotterdam

Nijmegen

SbWS

DOWR

Percentage

Page 39: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 7776

Grafiek 47b: Betaalde bedragen op basis van wet dwangsom

Grafiek 47c: Bedragen op basis van proceskostenveroordeling

Grafiek 47d: Bedragen griffierechten

Grafiek 47: Totale proceskostenvergoeding

Grafiek 47a: Kostenvergoeding in de bezwaarfase

0 100,000 200,000 300,000 400,000 500,000 600,000 700,000

SbWS

Rijssen-Holten

Kaag en Braassem

Helmond

DOWR

GBKZ

Westland

Amersfoort

Rotterdam

Zaanstad

Nijmegen

Almere

Ede

's-Hertogenbosch

Eindhoven

Cocensus

Apeldoorn

Den Haag

BgHU

GBLT

SVHW

Amsterdam

Euro

0 5,000 10,000 15,000 20,000 25,000 30,000 35,000 40,000 45,000 50,000

Kaag en Braassem

GBKZ

DOWR

Amersfoort

's-Hertogenbosch

Euro

0 500 1,000 1,500 2,000 2,500 3,000

Amersfoort

DOWR

s-Hertogenbosch

Tilburg

Kaag en Braassem

Euro

0 100,000 200,000 300,000 400,000 500,000 600,000

DOWR

Amersfoort

Kaag en Braassem

's-Hertogenbosch

Amsterdam

Euro

0 5,000 10,000 15,000 20,000 25,000

Amersfoort

DOWR

Kaag en Braassem

's-Hertogenbosch

GBKZ

Euro

Page 40: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4

LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN LVLB BENCHMARK 2014 VAN ELKAAR LEREN 7978

Grafiek 48b: Betaalde bedragen op basis van wet dwangsom per inwoner

Grafiek 48c: Bedragen op basis van proceskostenveroordeling per inwoner

Grafiek 48d: Bedragen griffierechten per inwoner

Grafiek 48: Totale proceskostenvergoeding per inwoner

Grafiek 48a: Kostenvergoeding in de bezwaarfase per inwoner

0.00 0.20 0.40 0.60 0.80 1.00 1.20

SbWS

Rotterdam

GBLT

DOWR

Rijssen-Holten

Cocensus

Helmond

Amersfoort

Zaanstad

Westland

Almere

SVHW

Den Haag

Nijmegen

GBKZ

's-Hertogenbosch

Eindhoven

Amsterdam

BgHU

Kaag en Braassem

Ede

Apeldoorn

Euro

0.00 0.05 0.10 0.15 0.20 0.25 0.30 0.35

DOWR

GBKZ

Kaag en Braassem

Amersfoort

's-Hertogenbosch

Euro

0.00 0.02 0.04 0.06 0.08 0.10 0.12

Amersfoort

Amsterdam

DOWR

s-Hertogenbosch

Kaag en Braassem

Euro

0.00 0.10 0.20 0.30 0.40 0.50 0.60 0.70

DOWR

Amersfoort

's-Hertogenbosch

Kaag en Braassem

Amsterdam

Euro

0.00 0.05 0.10 0.15 0.20 0.25 0.30 0.35

Amersfoort

DOWR

's-Hertogenbosch

Kaag en Braassem

GBKZ

Euro

Page 41: HOOFDSTUK 1 BENCHMARKRAPPORTAGE 2014 6 ......HOOFDSTUK 6 PRAKTIJKVOORBEELDEN 40 BIJLAGEN 43 (1) Benchlearning workshop WOZ 43 (2) Kwijtschelding nieuwe stijl 45 (3) Grafieken 48 4