Honden trainen volgens de regels van de natuur met de roeldemethode deel 2

8
Honden trainen v o l g e n s d e r e g e l s v a n d e n a t u u r M E T D E R O E D E L M E T H O D E Arjen van Alphen & Francien Koeman D E E L 2 N A T U U R L I J K O P V O E D E N D O O R S O C I A A L L E R E N ®

description

Honden trainen volgens de regels van de natuur met de roeldemethode deel 2

Transcript of Honden trainen volgens de regels van de natuur met de roeldemethode deel 2

Honden trainenvolgens de regels van de natuur

M E T D E R O E D E L M E T H O D E

Arjen van Alphen & Francien Koeman

Arjen van Alphen & Francien Koem

anHonden trainen

www.uitgeverijelmar.nl

Het perspectief van onze hond is hondentaal die bestaat uit geurentaal,lichaamstaal en de combinatie van die twee. Mensen zijn juist verbaalen visueel ingesteld. Hierdoor bekijken wij de hondentaal bijna onoverkomelijk vanuit onzemenselijke beleving en zijn de hondse taalaspecten in de dagelijksepraktijk van de opvoeding nauwelijks terug te vinden.

Door ons te verdiepen in het hondse perspectief, in zijn sociale leren,zijn geur en lichaamstaal, kunnen we miscommunicatie voorkomen ende taal van onze hond beter begrijpen, verstaan en spreken. Dit is heteerste boek waarin het sociale leren van honden uitgebreid beschrevenstaat. Een onmisbaar boek voor elke hondenbezitter, over wat eenhond leert en vooral wat de betekenis is van wat hij leert in zijn eigenhondentaal.

Stap voor stap, aan de hand van herkenbare voorbeelden uit de prak-tijk, wordt u meegevoerd in de belevingswereld en de eigen taal vanuw hond, zowel theoretisch als in de praktijk. Bestemd voor elke hon-denbezitter, want sociaal leren begint direct na de geboorte, maar gaateen heel hondenleven door!

Hét boek voor elke hondenbezitter!

• Een niet-alledaags boek over hondenopvoeding• Socialisatie, opvoeden en zindelijkheid komen uitgebreid aan bod,

maar wel in een heel ander ‘jasje’ dan u misschien gewend was!• U leert op een ander niveau naar uw hond kijken en communiceert

op een ‘hondser’ niveau, waarbij geur- en lichaamstaal een prominente rol spelen

ELMAR

D E E L 2

NATUURLI JK OPVOEDEN DOOR SOCIAAL LEREN

®

I S B N 978-90-389-1787-0

9 7 8 9 0 3 8 9 1 7 8 7 0

DEEL 2 NATUURLIJK

OPVOEDENDOOR

SOCIAALLEREN

Omslag-Hondentraining-deel 2 03-08-2012 10:06 Pagina 1

Inhoud

Dankbetuiging 9Voorwoord (Catholijn Jonker) 10Hoe deel II van de Roedelmethode tot stand is gekomen 11

Het doel van de methode 12Kaya en haar O’s 12

Inleiding 14

HOOFDSTUK 1: We zetten onze mensenbril af 16Antropomorfisme 16De hondentaal 25(Zelf)bewustzijn 26Taal 27Samenleven 28Opvoeden 28Normen en waarden 30

HOOFDSTUK 2: We trekken hondenschoenen aan 31Roedels en rangorde 31Dominantie 32De dominante hond 32Ranghoger en ranglager 32De zin van dominantie 33Dominantie en rangorde 34Conflicten 37De wolvenroedel 39De hond in de menselijke roedel 40Ranghoger – ranglager; geur 45Ranghoger – ranglager; eten 46

HOOFDSTUK 3: Zitten uw veters goed vast? 49Leerprocessen 49Het sociale leren: ‘aanleren’ en ‘inleren’ 51Leren door imiteren 54Explorerend leren en discriminerend leren 55Traditievorming 56Leermotivatie 57Basismotivatie; lust en onlust 58De fasen in het sociale leren 59Motivatie en sociaal leren 62Wat is sociaal gedrag 63

VO LG E N S D E R E G E L S VA N D E NAT U U R M E T D E RO E D E L M E T H O D E® 5

Opmaak-honden deel 2 25-04-2008 14:17 Pagina 5

HOOFDSTUK 4: De eerste stappen op onze nieuwe schoenen 66Hoe genetisch gedrag sociaal gedrag wordt 66Individueel sociaal gedrag 67De neus 68De vegetatieve fase 70De moederhond accepteert de pup 70De moederhond wijst de pup af 70De Regel van Drie 72Correctie en correctierecht 73De pups en de Regel van Drie 76De Regel van Drie en leerprocessen 79De roedelleidster; moeder 81

HOOFDSTUK 5: Uw schoenen zitten lekker? 84Na de ‘vegetatieve’ fase 84Lichaamstaal 87Geurentaal; markeren wordt taal 88Individueel onderwijs; individueel sociaal gedrag 91Volgen 94Volgen of blijven 96Links en rechts 97Lichaamstaal en motivatie 98

HOOFDSTUK 6: De eerste wandeling op de nieuwe schoenen 100Lichamelijke opvoeding 100Markeren 100Leren zitten 103Leren liggen 105Een fysiek dominante teef 108Een mentaal dominante teef 109Geur en lichaamstaal 113Imiteren en traditievorming in het nest 116Explorerend leren en discriminerend leren 118Liggen als onderwerping of… 122

HOOFDSTUK 7: Bijna goed ingelopen schoenen… 124De mens als inprentingsobject 124De mens als alfa 127De mens als alfa, maar geen alfahond 131Het voortgezet onderwijs door de moederhond 132Staan 135Het ‘vlooien’ 138De volgorde van leren en het correctierecht 142

HO N D E N T R A I N E N6

Opmaak-honden deel 2 25-04-2008 14:17 Pagina 6

HOOFDSTUK 8: Op stap voor het echte werk…! 144Gezamenlijk sociaal leren 144Spelen 145De dynamiek van het lichaam als taal 149Jaag- en prooigedrag 150Sociale lichaamstaal en markeringstaal 150Spel of menens 152Hormonen en rangorde 153Castratie 154Seksueel gedrag 154Rijgedrag 154Komen bij de baas 155Samenvattend: de natuurlijke opvoeding 157

HOOFDSTUK 9: Verder… met onze hondenschoenen aan! 159De praktijk 159Hondse opvoeding – menselijke opvoeding 161Hondentaal en dominantie‘regels’ 162Niet zomaar regels maar… geurentaal 162De dominantie‘regels’ 163Dominantieregels en lichaamstaal 166Lichamelijk contact 167Aaien 168Spelen 168Speelgoed 170Zindelijkheid 171

HOOFDSTUK 10: We krijgen een hond…hoera? 173De eerste twee weken; de observatiefase 173De tweede periode van twee weken; de checkfase 175De derde periode van twee weken; de antwoordfase 178Lichaamstaal en de Regel van Drie 180Volgen… waarom eigenlijk? 180Volgen… wat is dat eigenlijk? 181En… correctierecht? 183Volgen en de omgeving: gebruik en misbruik van de zintuigen 184Tempo als hondentaal 186De baas past zich niet aan de hond aan 187Lichamelijkheid en lijngebruik; de HFB 188Beloond (actueel) gedrag gaat de hond herhalen 189‘Mijn baas spreekt geurentaal!’ 189Linksachter of rechtsachter volgen 191

VO LG E N S D E R E G E L S VA N D E NAT U U R M E T D E RO E D E L M E T H O D E® 7

Opmaak-honden deel 2 25-04-2008 14:17 Pagina 7

HOOFDSTUK 11: Aan de slag! 192Individueel sociaal leren 192Stap 1. De ranghogere gaat niet in op de uitdaging van de ranglagere 193Stap 2. De ranglagere let op de ranghogere 198Stap 3. Lichamelijk en verbaal corrigeren 205Stap 4. Rechtdoor lopen 211Stap 5. Linksaf (90°) 212Stap 6. Invitatielopen 219Stap 7. Tempowisselingen 223Lichamelijkheid en geur 224Lichaamstaal en motivatie 226Markeer- en contactoefeningen 226Tot slot 235De oud(er)e hond 236

Bijlagen 238Schema’s 238Ethogram 249Het Dominantiemodel en de Roedelmethode 261

Literatuur 267Register 271

HO N D E N T R A I N E N8

Opmaak-honden deel 2 03-08-2012 13:36 Pagina 8

ROEDELS EN RANGORDE

DOMINANTIE

DE DOMINANTE HOND

RANGHOGER EN RANGLAGER

DE ZIN VAN DOMINANTIE

DOMINANTIE EN RANGORDE

CONFLICTEN

DE WOLVENROEDEL

DE HOND IN DE MENSELIJKE ROEDEL

RANGHOGER – RANGLAGER; GEUR

RANGHOGER – RANGLAGER; ETEN

Roedels en rangorde

Alle levende wezens zoals bijen, mieren, oli-fanten, paarden, wolven en mensen, die ineen nauw sociaal verband leven, kunnenalleen binnen dat sociale verband functio-neren wanneer er sprake is van een zekeresociale structuur. Binnen deze sociale struc-tuur moet elk individu zijn plaats krijgen.Deze plaats moet voor hem of haar accepta-bel zijn, omdat er anders doorlopend con-flicten over die positie plaatsvinden.

De positie binnen die sociale structuurkan voornamelijk genetisch bepaald zijnzoals bij wespen, mieren en bijen; konin-ginnen en werkers. Die positie kan ook hetgevolg zijn van een ingewikkeld en gediffe-rentieerd proces waarin vele factoren eenrol spelen. In dat geval wordt de positiebinnen de sociale structuur, de status, nietalleen genetisch bepaald maar ook doorbiologische aanleg (karakter of postuur),sociale capaciteiten, opvoeding, het milieu,de omstandigheden en de opleiding.

Elke positie binnen een sociaal verband,de rangordepositie, geeft naast bepaalderechten en voordelen ook plichten en nade-

len. Iemand die hooggeschoold is en daar-voor de juiste capaciteiten heeft, zal eenhogere en dominantere positie krijgen daniemand zonder die opleiding en met min-der capaciteiten. Een directeur van eenbedrijf zal tevreden zijn over zijn inkomen,zijn prachtige huis met grote tuin en zijnmooie auto die zijn hoge positie hem geven.Hij heeft binnen zijn bedrijf meer zeggen-schap dan zijn werknemers; hij heeft hetrecht om te corrigeren. Maar… daar staattegenover dat deze functie hem veel plich-ten geeft ten opzichte van die werknemers.Hij draagt de zorg voor hen en is medever-antwoordelijk voor hun welzijn. Hierdoormaakt hij lange dagen. Zijn verantwoorde-lijkheden geven hem veel stress en last vanzijn hart. Hij moet meer belasting betalendan veel anderen, wat zijn financiële mede-verantwoordelijkheid is voor de mensen oplagere posities, de ‘ranglageren’ in onzemensenmaatschappij. De hiërarchie is infeite een systeem van wederzijdse afhanke-lijkheid, waarin elk zijn rechten en plichtenvervult. Wanneer dit niet op een bij defunctie passende wijze gebeurt, heeft dat

VO LG E N S D E R E G E L S VA N D E NAT U U R M E T D E RO E D E L M E T H O D E® 31

HOOFDSTUK 2

We trekken hondenschoenen aan

In het nest zijn de rangorden duidelijk: de rechtenen plichten liggen allemaal bij de moederhond.

Opmaak-honden deel 2 25-04-2008 14:18 Pagina 31

gevolgen voor alle betrokkenen en de posi-ties die zij innemen.

Dominantie

Dominantie is – in meer of in minderemate – aanwezig in het genetisch vastgeleg-de erfelijke materiaal van elk individu.

Dankzij de aanwezigheid van dominan-tie is onderhandelen mogelijk. Dit wil dusabsoluut niet zeggen, dat die onderhande-lingen over sociale posities alleen gerichtzijn op het overheersen en domineren vaneen ander, wat de manier is waarop hetwoord dominantie meestal wordt geïnter-preteerd. Het is evengoed het vermogenom overheerst en gedomineerd te wordenen de dominantiepositie van de ander teerkennen! Dominantie is juist gericht ophet voorkomen van fysiek geweld binneneen sociaal verband.

Wanneer we dominantie op deze manierdefiniëren kunnen we elke hond – in meer ofmindere mate – dominant noemen (Deel I),want elke hond is in staat om te onderhan-delen over sociale posities. Zou bij een hondhet vermogen tot dominantie helemaal ont-breken dan is hij onopvoedbaar. Hij heeftniet het vermogen om te onderhandelenzodat hij compleet asociaal zal zijn.

De dominante hond

Het begrip dominantie wordt ook gebruiktals karaktertypering. Hierbij geldt dat bijdeze definitie van dominantie wordtbedoeld ‘overheersen en domineren’.Meestal worden deze woorden gebruiktwanneer een baas problemen heeft metzijn hond.

Daarentegen zal een hond met een echtdominante karakterstructuur niet of nau-welijks gebruikmaken van zijn groteonderhandelingsvermogen. Hij toont juistzijn superioriteit door in elke situatiedoorlopend conflicten te vermijden.

Ranghoger en ranglager

Als we spreken over ranghoger of ranglagerhebben we het altijd over een specifiekerelatie. Die relatie ontstaat vanuit de onder-handelingen tussen sociale wezens, dedominantieverhouding, zoals tussen debaas en zijn hond of tussen honden onder-ling. Zo kunt u in de (rangorde)relatiedominant zijn over uw hond, maar dit zegtnog niets over de rangorderelatie tussen uwhond en andere individuen in de omgeving.

Ranghoger zijn is niet hetzelfde alsdominant zijn. Een hond die ranghoger is,

HO N D E N T R A I N E N32

Als moeder afwezig is, oefenen de pups met elkaar. Ze moeten ook onderling leren geven en nemen(overheersen en overheerst worden), grenzen leren kennen … en accepteren.

Opmaak-honden deel 2 25-04-2008 14:18 Pagina 32

hoeft niet per definitie ook een dominantehond te zijn.

Een dominante hond zal altijd elk con-flict trachten te vermijden. Zelfs als dezehond een ranghoge positie heeft, zal hijniet snel gebruikmaken van het recht om tecorrigeren omdat hij daarmee een conflictaan zal gaan.

Een minder dominante hond die eenranghoge positie heeft zal meer gebruik-maken van zijn aangeboren onderhande-lingsvermogen. Hij kan dit uiten doorongehoorzaamheid te gebruiken alsmanier om te onderhandelen. Ook zal hijgebruikmaken van het correctierecht datzijn positie hem geeft. Hiermee gaat hij hetconflict aan om op die manier zijn positieals ranghogere te verduidelijken. Hij is nietdominant genoeg om zijn positie doorconflictvermijding duidelijk te krijgen.

De manier waarop een hond omgaatmet zijn ranghoge positie wordt dusbepaald door de mate van aangeborendominantie in zijn karakter.

Of een al dan niet dominante hond ookeen ranghogere hond wordt heeft alles temaken met rangorderelaties en de onder-handelingsvermogens (dominantie) vande andere honden en/of mensen in zijnomgeving.

De zin van dominantie

Dominantie is het vermogen te kunnenonderhandelen over sociale verhoudingenzonder dat het tot fysieke confrontatieskomt. Juist doordat de een dominant isover de ander worden conflicten voorko-men en is conflictvermijding mogelijk.

Dominantie is dan ook het sleutelwoordals het gaat om sociaal gedrag. Zonder deerkenning van de dominantiepositie vaneen ander en zonder te willen weten hoe dedominantieverhoudingen in elkaar stekenis er geen sociaal gedrag mogelijk.

VO LG E N S D E R E G E L S VA N D E NAT U U R M E T D E RO E D E L M E T H O D E® 33

‘Ranghoger’ en ‘dominantie’ vallen niet per definitie samen en kunnen elk moment gewisseld worden.

Het dominantie-gen maakt onderhandelen overposities en rangorden mogelijk. Zonder dominan-tie-gen zou dit sociale samenzijn ondenkbaarzijn!

Opmaak-honden deel 2 25-04-2008 14:18 Pagina 33