hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag...

52
GEZONDHEIDSZORG FACILITIES, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE IN DE ZORG WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL Baby’s met geelzucht naar huis in lichtgevende slaapzak Aandachtspunten bij een gemengde zorg- en huurovereenkomst Data-analyse extra tool bij behandeling vaatziekten hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke sfeer thema: brandveiligheid in care & cure 2019 | 1

Transcript of hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag...

Page 1: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

GEZONDHEIDSZORG

facil it ies, management en technologie in de zorgwww.fmtgezondheidszorg.nl

Baby’s met geelzucht naar huis in lichtgevende slaapzak

aandachtspunten bij een gemengde zorg- en huurovereenkomst

data-analyse extra tool bij behandeling vaatziekten

hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme,

huiselijke sfeer

thema:brandveiligheid in care & cure

2019 |1

Page 2: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.
Page 3: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 5

Op de begane grond bevinden zich, volgens de informatie op de

website, algemene ruimtes, zoals twee ruime woonkeukens, een

muziekcafé, een bibliotheek, een serre, een salon en een be-

schermde patio waar men ook als het een beetje koeler is prettig kan

verblijven. FMT richt de aandacht vooral op de Gasterij, zoals het restau-

rant, wordt genoemd.

Zorgcentrum Akkers behoort tot zorgorganisatie Archipel. In meerdere

zorginstellingen kent Archipel zogenoemde Gasterijen, wat dat ook mag

betekenen. De Van Dale kent het woord niet. Van de Gasterij wordt op de

website vermeld dat het een restaurant is waarvan anderen dan niet bewo-

ners ook gebruik kunnen maken. Als ik binnenkom word ik door mede-

werkers wel opgemerkt, ze vragen vriendelijk of ze ergens mee kunnen

helpen. Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje

in de hand loop ik naar het midden van het restaurant. Op de vloeren zie

ik straatstenen en verderop in het restaurant tegels die lijken op een ge-

schilderde plankenvloer. In combinatie met de lichte steensoort maakt het

geheel een frisse indruk. Volgens de website is sprake van een recent gere-

noveerd gebouw, het restaurant maakt in elk geval de indruk heel nieuw te

zijn.

De ruimte van de Gasterij ervaren we als aangenaam, maar zou nog wat

meer kunnen worden aangekleed met bijvoorbeeld mooie foto’s van

Nuenen. Dat zou iets meer karakter geven aan het toch wat cleane uitstra-

ling van deze ruimte. Dit wil overigens niet zeggen dat er geen aandacht is

Buiten ligt een laagje sneeuw. Het is guur winter-

weer als FMT Gezondheidszorg rond een uur of drie

in de middag zorgcentrum Akkers onaangekondigd

bezoekt. In het geheel gerenoveerde gebouw in

het centrum van het Brabantse Nuenen wordt

verpleeghuiszorg geboden aan cliënten met een

psycho geriatische zorgvraag en aan cliënten met

lichamelijke (somatische) problematiek.

besteed aan de aankleding en verfraaiing. Bijzonder vinden we de schei-

dingswanden met kastruimtes en open delen waardoor er zicht blijft op

de gang erachter, het decoratieve behang met afbeeldingen van takken en

roodborstjes, de fraaie zwarte vleugel met daarachter een grote nostalgi-

sche klok, de verschillende type lampen, grote planten en bij binnenkomst

een indrukwekkend bloemstuk. Net buiten het restaurant is er een grote

vitrine met Afrikaanse kunst, blijkbaar hebben de broeders die het zorg-

centrum hebben opgericht, gewerkt in dat werelddeel. Ook foto’s in de

vitrine verwijzen naar deze achtergrond.

Op het moment dat FMT de Gasterij bezoekt is het niet echt druk in het

restaurant. Zo’n tien mensen tellen we. Aan een tafel pauzeren enkele

medewerkers. Het valt op dat geluiden hard klinken. De akoestiek zou,

zoals in veel ouderenzorgcentra, beter kunnen. De verlichting is redelijk

tot goed. Op de plek waar wij zitten, maar er zijn plaatsen in het restau-

rant waar het licht veel beter is, meten we 77 lux. Dat houdt niet over om

bijvoorbeeld te lezen. Over lezen gesproken; het valt op dat er geen echte

leestafel is. Er staan enkele grote tafels die daar bijzonder geschikt voor

zouden zijn. De stoelen zitten trouwens prima, en zijn ook niet te zwaar.

De meeste stoelen zijn zwart, er staan ook witte stoelen die lijken te refere-

ren aan een keukenstoel. Op alle tafeltjes staan een bloemetje. De ruimte

in de Gasterij is royaal. Mensen kunnen er goed bewegen, ook met een

rolstoel en rollator. Opvallend is dat alle bezoekers zo goedgemutst zijn.

Prettig is ook dat de medewerkers als ik ze wat vragen stel over Akkers

deze heel vriendelijk beantwoorden. By the way: de Cappuccino met

koekje voor € 1,60 smaakte goed.

Onze eerste indrukAkkers maakt een prima indruk. We ontmoeten vriendelijke medewer-

kers, goedgemutste bewoners. De inrichting is verzorgd, er is gekozen voor

mooie materialen. <

de GAsTerIj IN ZorGceNTruM Akkers IN NueNeN

Door: Cor van Litsenburg

de eersteindruk

Page 4: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG6 FMT GEZONDHEIDSZORG6

IN deZe uITGAve

18erasmus mc dubbel winnaar rotterdam architectuurprijs 10 samenwerking

umc utrecht en veiligheidsregio

brandveiligheid

10 UMC Utrecht en Veiligheidsregio Utrecht vinden samenwerking in (brand)veiligheid.

12 Brandveiligheid voor kwetsbaren.

16 Lector René Hagen: “Brandpreventie moet hoger op de management­agenda.”

technologie

26 Langer zelfstandig wonen met behulp van domotica.

36 HollandPTC geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke sfeer.

38 RESONate: ontwerp van een Realistische Educatieve Simulatie Omgeving voor de Neonatologie.

management

20 Aandachtspunten bij een gemengde zorg­ en huurovereenkomst.

24 EfficiënteimplementatievanhetFMISof OBS met SCRUM.

6 Modernisering dialyseafdeling Rijnstate van start.

18 Erasmus MC dubbel winnaar Rotterdam Architectuurprijs.

22 Particuliere woningbezitters stimuleren voor het levensloopbe­stendig maken van hun woning.

29 Waarheid en mythe van het slim wonen: een zoektocht naar bewijsmateriaal.

45 HMSM en HEVO werken samen aan toekomstbestendige zorgorganisaties.

huisvesting

veiligheid

32 Meer bewegingsvrijheid voor bewoners met dementie door bedscan.

43 MMC koploper in medicatieveiligheid.

kwaliteit

42 Tentbed geeft kwetsbare ouderen rust.

Page 5: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

GERT

Enkele weken geleden woonde ik het congres bij dat de Technische Universiteit Eindhoven en KIVI samen organiseerden. Zoals te verwachten van een congres georganiseerd door deze partijen was er in het programma veel aandacht voor innovatieve technologie om de zorg te ondersteunen en verder te verbeteren.

Veel van deze aandacht ging uit naar technologie in samenhang met huisvesting. De belangstelling van de honderden aanwezigen voor het congres­programma was zonder meer groot. Maar niet alleen tijdens het congresprogramma werd intensief geluis­terd en actief deelgenomen, ook tijdens de pauze was er een nog steeds veel belangstelling voor de technologie. Bezoekers namen gretig kennis van de posters in de zaal die onder andere betrekking had­den op de living labs die de Technische Universiteit Eindhoven al op diverse plaatsen kent.

Ook veel interesse was er voor GERT, een zoge­noemd ouderdomssimulatiepakket. GERT dat staat voor GERontologische Testkleding is een hulpmiddel voor scholing van medewerkers in zorginstellingen. De zorgverlener beleeft zelf de gevolgen van de diverse beperkingen die met ouderdom gepaard kunnen gaan zoals vertroebeling van de ooglens, vernauwing van het gezichtsveld, beperkt gehoor hoge tonen, beperking van de beweging van het hoofd, stijfheid van gewrichten, verlies van kracht, beperking van het vastgrijpen en beperking van het coördinerend vermogen. Het was zonder meer in­drukwekkend om te zien hoe veelal eind twintigers en dertigers schrokken van de impact die GERT had op hun functioneren.

Het was een geslaagd congres met veel aandacht voor technologische vond­sten die de zorg verder hel­pen. GERT was te midden van al deze technologie een redelijk eenvoudig product. Maar wel een product dat ook volop de aandacht verdient.

Cor van LitsenburgHoofdredacteur

editorial

FMT GEZONDHEIDSZORG 7

TDVTDV

onze partners

36 hollandpct geen kil ziekenhuis maar warme, huiselijke sfeer

diversen

15 Draag bij aan meer inzicht over artificialintelligenceindezorg.

40 Actueel: korte nieuwsberichten.

46 NVTG­voorjaarscongres 2019 in NH Conference Centre Koningshof: “Energietransitie betekent investeren en innoveren”

47 Bedrijvenindex.

50 Colofon, advertentie­index.

19 Nieuw in UMC Utrecht vaatchirurgie met 3D­beeld.

34 Data­analyse extra tool bij behandeling vaatziekten.

44 Baby’s met geelzucht naar huis in lichtgevende slaapzak.

innovatie

Page 6: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

huisvesting

FMT GEZONDHEIDSZORG8

gebied. Medische apparaten moeten door diverse

partijen op verschillende leidingen worden

aangesloten: elektriciteit, de ringleiding voor

RO-water (reversed osmose, extra gezuiverd

water dat nodig is voor het dialyseproces, red.)

en de leiding voor zuur water dat door de ma-

chine gaat om deze te reinigen”, vertelt Eline

Fraters, projectleider Dialyse. “Dus moeten er

goede afspraken gemaakt worden over wie wan-

neer aan de slag kan in welke volgorde. Dit bete-

kent dat er in dit project veel aandacht is voor

contract- en ontwerpcoördinatie.” Een andere

grote uitdaging, naast het bouwen in een opera-

tioneel blijvende omgeving, is de overspannen

bouwmarkt. “Hoe krijgen we de projecten het

best gerealiseerd tegen budgetten die we in 2016

vastgesteld hebben. De prijzen lopen op, en een

ziekenhuis is ook niet de meeste eenvoudige

omgeving om in te werken. Want de productie

moet doorgaan, dat is de afspraak voor alle

lopende projecten”, aldus Hanegraaf.

rust en cOmfOrtDe bestaande situatie – twee zalen, een kleine en

een grote – was voor het personeel onoverzichte-

lijk. Vandaar dat is gekozen voor twee identieke

ruimten met een medicatieruimte ertussen.

“Deze twee ruimten zijn opgedeeld in vier com-

partimenten, met elk zes bedden die voor de

verpleging goed te overzien zijn”, zegt Fraters.

“De patiënten liggen rustiger: zes in plaats van

achttien op een zaal. Dat scheelt veel verstoring

van machines die continu piepen.” De look &

feel moet rust uitstralen om voor nierpatiënten

een zo prettige mogelijke omgeving te scheppen.

“Ze zijn vaak erg ziek, slapen veel. En ze zijn drie

keer per week een halve dag hier, hun leven lang”,

verklaart Fraters. “Groen wordt de hoofdkleur

voor deze afdeling. Verder is de scheiding tussen

compartimenten deels voorzien van natuuraf-

beeldingen, zoals rietpluimen. Bijkomend voor-

deel is dat de dialyseapparatuur van patiënten in

het andere compartiment uit beeld blijft.”

De locatie Zevenaar van Rijnstate beschikt even-

eens over een dialyseafdeling. Daar werd eerder

al onderzoek gedaan naar wat patiënten prettig

verschillende projectonderdelen in elkaar grij-

pen. Denk aan verbindingen met het klinisch-

chemisch lab, het nieuwe entreegebied en het

nieuwe centrum voor Vrouw en Kind. Dat levert

de nodige planningsuitdagingen op.”

Ook op technisch gebied is de vernieuwing van

de dialyseafdeling complex. “In de dialysepane-

len komt heel veel samen op een relatief klein

Momenteel vindt er een grootschalige midlife renovatieslag plaats in rijn-

state vanwege de technische en functionele leeftijd van het ziekenhuis, dat

bijna 25 jaar oud is. In totaal is er circa 150 miljoen euro mee gemoeid. “ver-

gelijkbaar met de investering voor een middelgroot nieuw ziekenhuis, maar

wij doen het met de winkel open”, aldus Willem jan Hanegraaf, programmadi-

recteur Bouw. de vernieuwbouw van de dialyseafdeling is onderdeel van de

eerste fase.

ModerNIserING DIalySEaFDElING RIjNSTaTE vaN STaRT

Door: Wilma Schreiber

De oude dialyseafdeling is al deels ge-

sloopt en de bouw is in voorbereiding.

“De dialyseafdeling was verouderd en

moet toekomstbestendig gemaakt worden. De

indeling past niet meer bij hoe patiënten willen

verblijven en hoe personeel wenst te werken”,

stelt Hanegraaf. “Tien jaar geleden is de afdeling

eens op een hoger peil gebracht, nu pakken we

die binnen het totaalprogramma aan, omdat

Willem Jan Hanegraaf en Eline Fraters op de bouwplaats van de nieuwe dialyseafdeling.

Page 7: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

spoeler vervangen door een Tonto (vermaler),

zodat gewerkt kan worden met biodisposals,

vooruitlopend op de aanleg van een pharmafil-

tersysteem. De infrastructuur van de klimaatin-

stallaties en het leidingwerk van de pantry en

toiletten worden hergebruikt. “Het enige wat we

toevoegen, zijn klimaatplafonds in de zalen voor

extra koeling en meer comfort voor de patiënt”,

zegt Hanegraaf.

Voor het vernieuwbouwprogramma werkt Rijn-

state met een aantal vaste partijen. Voor de ver-

nieuwbouw van de dialyseafdeling betreft dit

GeBe Bouw, Hoppenbrouwers, Gortemaker

Algra Feenstra, Pure Water Group en K&R Servi-

ces. “Zij weten hoe de bouworganisatie is inge-

richt. Juli is een harde deadline omdat in de

zomer door de lagere bezetting uitwijk naar

Zevenaar niet meer mogelijk is. Met zo’n korte

bouwtijd is het extra plezierig om met ervaren

partijen te werken”, stelt Hanegraaf. “Een duur-

zame relatie is voor partijen van belang in ver-

band met continuïteit van werk en gevoel van

verbinding en eigenaarschap, en voor ons van-

wege de huidige overspannen markt.” <

patiënten te zien zonder uitbreiding van het

aantal bedden”, vertelt Fraters. Verder wordt de

afdeling voorzien van twee acute bedden voor

bijzondere zorg plus twee isolatiekamers en

komen er de nodige behandelkamers, hoofden-

kamers, opslagruimte, kantoorplekken en ruimte

voor medische techniek voor onderhoud en

reinigen van apparaten (ring- en zuurleiding).

Fase 1 wordt in maart afgerond, het hele project

moet begin juli klaar zijn.

Vanwege de toenemende schaarste aan goed

gekwalificeerd zorgpersoneel zijn met het oog op

duurzame inzetbaarheid van het bestaande

personeel de werkprocessen geanalyseerd. “Het

verpleegkundig personeel moet optimaal gefaci-

liteerd worden om het werk zo goed mogelijk te

kunnen doen. Zo krijgen de verpleegeilanden

een doorgeefkast, waarlangs hulpmiddelen vanaf

de gangzijde toegevoerd kunnen worden. De

karren hoeven de zaal niet meer in, wat bijdraagt

aan de rust en het scheelt het personeel één

handeling”, aldus Fraters. Elk bed is voorzien van

een tablet en houder als service aan de patiënt.

En in het kader van duurzaamheid is de bedpan-

vinden. “Voor patiënten bleek contact met me-

depatiënten en de menselijke maat belangrijk.

Medewerkers willen vooral overzicht hebben.

Het ontwerp van de nieuwe dialyseafdeling

voldoet optimaal aan die wensen”, zegt Hane-

graaf. “Ik krijg wel eens de vraag of je als zieken-

huis nog wel een nieuwe dialyseafdeling moet

willen bouwen, nu thuisdialyse ook mogelijk is.

Wij zien echter hoog complexe patiënten die

vaak voor de rest van hun leven hier komen en

daarom willen we de afdeling zo comfortabel

mogelijk inrichten.”

Gefaseerde aanpakDe vernieuwbouw van de dialyseafdeling vindt

gefaseerd plaats. Patiënten die met iets minder

zorg toe kunnen, gaan naar Zevenaar tijdens de

verbouwing van de eerste zaal. In de nieuwe

situatie krijgt de afdeling een dubbele RO-lei-

ding in plaats van één. “Die leidingen moeten

elke dag gespoeld worden met hitte, waardoor

we van 19.00-23.00 uur geen patiënten kunnen

zien. Voortaan zijn twee of drie shifts en nacht-

dialyse mogelijk omdat we altijd één ring be-

schikbaar hebben. Zo zijn we flexibel om meer

FMT GEZONDHEIDSZORG 9

U kunt bij de dagelijkse wasverzorging veel geld besparen ten opzichte van uitbesteding aan een commerciëlewasserij. Met een individuele kostprijsvergelijking laten we u zien hoe groot het besparingspotentieel is.• Minder slijtage van het wasgoed• Geen verlies en/of zoekraken van wasgoed• BTW-voordeel over personele kosten (voor instellingen)

Miele Professional. Immer Besser.

Voor meer informatie of aanvraag: Telefoon: (0347) 37 88 84 | www.miele.nl/professional Lees hoe andere zorginstellingen hun textielverzorging organiseren: ga naar www.inspiredbyprofessionals.nl

Waskosten te hoog? Houd de persoonsgebonden was in huis!

Vraag een

gratis kostprijs-

vergelijking

aan!

18-0377_FZ_Anzeige_197x128_nl_NL.indd 1 26.03.18 09:27

Page 8: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

Slimme oplossing voor 24/7 dialyse

ARNHEM - Het dialysecentrum van Rijnstate Arnhem vertrouwt al sinds 2002 op een waterbehandelings-

installatie van Pure Water Group. Ondertussen is dit systeem na 17 trouwe dienstjaren aan vernieuwing toe,

en datzelfde geldt voor de dialyseafdeling zelf. Tegelijkertijd is de behoefte aan dialysebehandelingen fl ink

gestegen. Tijd om de koppen bij elkaar te steken voor het bedenken van een nieuwe toekomstbestendige

oplossing.DOOR FRED SCHUCH

Strategisch partnership “We hebben alle stakeholders bij elkaar gebracht en geluisterd

naar ieders wensen”, vertelt Willem-Jan Hanegraaf, Program-

madirecteur Bouw bij Rijnstate. “Belangrijke punten die daar

uit voortkwamen waren de behoefte aan een nieuw waterbe-

handelingssysteem, een vernieuwde afdeling, en een verhoog-

de capaciteit van het aantal te behandelen patiënten. Dit alles

mocht echter niet ten koste gaan van de veiligheid van de zorg-

verlening en de continuïteit van de bedrijfsvoering. Met Pure

Water Group hebben we al jarenlang een prettig strategisch

partnership. Om met ons mee te denken en een oplossing aan

te reiken hebben we hen er direct bij betrokken.”

Tijdwinst bij sanitiseren “De belangrijkste utiliteit in het dialyseproces is water”,

legt Jerry Hager uit. Hij is Business Unit Manager bij Pure

Water Group. “Met water wordt de kunstnier gespoeld en

de afvalsto� en uit het bloed verwijderd. Het minimalise-

ren van de hoeveelheid microbiologie in het water heeft

hierbij de hoogste prioriteit, dus moet het waterbehande-

lingssysteem frequent worden gesanitiseerd. Dit kan che-

misch of thermisch gedaan worden. Thermisch sanitiseren

heeft hier sterk de voorkeur, want behalve het feit dat het

proces goed te valideren is kan dit ook integraal worden

toegepast. Zowel de generatie als de distributie, inclusief

alle aangesloten dialyseapparaten kunnen op deze manier

worden gesanitiseerd. Helaas kunnen er tijdens het saniti-

seren geen patiënten worden behandeld, maar juist daar

hebben we iets op verzonnen.”

Dialyseapparaten krijgen hun water uit de ringleiding van

het waterbehandelingssysteem. Voor de nieuwe installatie is

er gekozen voor een dubbel systeem .“We maken dus twee

aparte systemen met ieder een eigen ringleiding en een eigen

besturing”, vervolgt Hager. “Hierdoor kan het ene systeem

voor de dagbehandeling gebruikt worden, terwijl op dat mo-

ment de ringleiding voor de nachtbehandeling gesanitiseerd

wordt, en andersom. Zo is er 24/7 water beschikbaar met het

bijkomend voordeel dat we hiermee een redundant systeem

hebben gecreëerd. Bij een storing of onderhoud kan er snel

overgeschakeld worden op het andere systeem.”

HDF online Het nieuwe waterbehandelingssysteem is ook geschikt

voor Hemo(Dia)Filtratie online (HDF online). Bij deze be-

handelmethode wordt een substitutievloeistof intraveneus

bij de patiënt ingebracht. Deze vloeistof wordt bereid uit

een concentraat en water. Het systeem produceert hier-

voor extra gezuiverd water (EGW) van een kwaliteit verge-

lijkbaar met water voor injecties, zoals gespecifi ceerd in de

richtlijnen van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie

(NFN).

Werkzaamheden zonder onderbreking dialyse Rijnstate wilde naast het beste waterbehandelingssys-

teem vooral ook dat het huidige dialysecentrum onon-

derbroken zou blijven functioneren. “We hebben met

elkaar besloten om de helft van de afdeling af te sluiten,

te verbouwen en gefaseerd over te schakelen”, vertelt

Corné Dorst, Projectleider bij Pure Water Group en mede

verantwoordelijk voor het systeemontwerp. “Ondertus-

sen hebben we de installatie in de kelder geplaatst, di-

rect onder het dialysecentrum. De nieuwe dialyseafdeling

sluiten we hierop aan, waarna het dialysecentrum kan

verhuizen. Vervolgens wordt de oude afdeling gesloten

en verbouwd.” Enthousiast vult Willem-Jan Hanegraaf

hem aan. “Deze manier van werken vraagt meer inspan-

ning in het voortraject, maar zorgt ervoor dat we bij de

uitvoering tempo kunnen maken en het dialysecentrum

snel in gebruik kunnen nemen. Nog voor de zomerva-

kantie is alles klaar en bieden we onze patiënten een

compleet nieuw dialysecentrum waar we weer jaren mee

vooruit kunnen.”

Neem vrijblijvend contact op met Pure Water Group voor

de beste oplossing voor úw toepassing.

Pure Water Group

Korte Hei 3, 4714 RD Sprundel

Tel 0165 348 253, e-mail [email protected]

Engineering puritywww.purewatergroup.com

Page 9: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

Slimme oplossing voor 24/7 dialyse

ARNHEM - Het dialysecentrum van Rijnstate Arnhem vertrouwt al sinds 2002 op een waterbehandelings-

installatie van Pure Water Group. Ondertussen is dit systeem na 17 trouwe dienstjaren aan vernieuwing toe,

en datzelfde geldt voor de dialyseafdeling zelf. Tegelijkertijd is de behoefte aan dialysebehandelingen fl ink

gestegen. Tijd om de koppen bij elkaar te steken voor het bedenken van een nieuwe toekomstbestendige

oplossing.DOOR FRED SCHUCH

Strategisch partnership “We hebben alle stakeholders bij elkaar gebracht en geluisterd

naar ieders wensen”, vertelt Willem-Jan Hanegraaf, Program-

madirecteur Bouw bij Rijnstate. “Belangrijke punten die daar

uit voortkwamen waren de behoefte aan een nieuw waterbe-

handelingssysteem, een vernieuwde afdeling, en een verhoog-

de capaciteit van het aantal te behandelen patiënten. Dit alles

mocht echter niet ten koste gaan van de veiligheid van de zorg-

verlening en de continuïteit van de bedrijfsvoering. Met Pure

Water Group hebben we al jarenlang een prettig strategisch

partnership. Om met ons mee te denken en een oplossing aan

te reiken hebben we hen er direct bij betrokken.”

Tijdwinst bij sanitiseren “De belangrijkste utiliteit in het dialyseproces is water”,

legt Jerry Hager uit. Hij is Business Unit Manager bij Pure

Water Group. “Met water wordt de kunstnier gespoeld en

de afvalsto� en uit het bloed verwijderd. Het minimalise-

ren van de hoeveelheid microbiologie in het water heeft

hierbij de hoogste prioriteit, dus moet het waterbehande-

lingssysteem frequent worden gesanitiseerd. Dit kan che-

misch of thermisch gedaan worden. Thermisch sanitiseren

heeft hier sterk de voorkeur, want behalve het feit dat het

proces goed te valideren is kan dit ook integraal worden

toegepast. Zowel de generatie als de distributie, inclusief

alle aangesloten dialyseapparaten kunnen op deze manier

worden gesanitiseerd. Helaas kunnen er tijdens het saniti-

seren geen patiënten worden behandeld, maar juist daar

hebben we iets op verzonnen.”

Dialyseapparaten krijgen hun water uit de ringleiding van

het waterbehandelingssysteem. Voor de nieuwe installatie is

er gekozen voor een dubbel systeem .“We maken dus twee

aparte systemen met ieder een eigen ringleiding en een eigen

besturing”, vervolgt Hager. “Hierdoor kan het ene systeem

voor de dagbehandeling gebruikt worden, terwijl op dat mo-

ment de ringleiding voor de nachtbehandeling gesanitiseerd

wordt, en andersom. Zo is er 24/7 water beschikbaar met het

bijkomend voordeel dat we hiermee een redundant systeem

hebben gecreëerd. Bij een storing of onderhoud kan er snel

overgeschakeld worden op het andere systeem.”

HDF online Het nieuwe waterbehandelingssysteem is ook geschikt

voor Hemo(Dia)Filtratie online (HDF online). Bij deze be-

handelmethode wordt een substitutievloeistof intraveneus

bij de patiënt ingebracht. Deze vloeistof wordt bereid uit

een concentraat en water. Het systeem produceert hier-

voor extra gezuiverd water (EGW) van een kwaliteit verge-

lijkbaar met water voor injecties, zoals gespecifi ceerd in de

richtlijnen van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie

(NFN).

Werkzaamheden zonder onderbreking dialyse Rijnstate wilde naast het beste waterbehandelingssys-

teem vooral ook dat het huidige dialysecentrum onon-

derbroken zou blijven functioneren. “We hebben met

elkaar besloten om de helft van de afdeling af te sluiten,

te verbouwen en gefaseerd over te schakelen”, vertelt

Corné Dorst, Projectleider bij Pure Water Group en mede

verantwoordelijk voor het systeemontwerp. “Ondertus-

sen hebben we de installatie in de kelder geplaatst, di-

rect onder het dialysecentrum. De nieuwe dialyseafdeling

sluiten we hierop aan, waarna het dialysecentrum kan

verhuizen. Vervolgens wordt de oude afdeling gesloten

en verbouwd.” Enthousiast vult Willem-Jan Hanegraaf

hem aan. “Deze manier van werken vraagt meer inspan-

ning in het voortraject, maar zorgt ervoor dat we bij de

uitvoering tempo kunnen maken en het dialysecentrum

snel in gebruik kunnen nemen. Nog voor de zomerva-

kantie is alles klaar en bieden we onze patiënten een

compleet nieuw dialysecentrum waar we weer jaren mee

vooruit kunnen.”

Neem vrijblijvend contact op met Pure Water Group voor

de beste oplossing voor úw toepassing.

Pure Water Group

Korte Hei 3, 4714 RD Sprundel

Tel 0165 348 253, e-mail [email protected]

Engineering puritywww.purewatergroup.com

Page 10: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

brandveiligheid

FMT GEZONDHEIDSZORG12

uMc uTrecHT eN veIlIGHeIdsreGIo uTrecHT vINDEN SaMENwERkING IN (bRaND)vEIlIGHEID

Door Laura van Lith, De Zorg Brandveilig

een brandveilige zorgomgeving vraagt om meer dan een gebouw dat aan

alle bouwkundige eisen voldoet. Niet-zelfredzame cliënten en patiënten

vormen een extra risico bij calamiteiten. Zeker in een complexe omgeving

als uMc utrecht, met zo’n 1.000 bedden voor kwetsbare patiënten die aan de

academische zorg van het ziekenhuis zijn toevertrouwd. uitdaging dus om het

gebouw op orde te brengen, aanvullende maatregelen te nemen én daarin een

goede afstemming te vinden met de toezichthoudende veiligheidsregio. “door

samenwerking met de toezichthouders hou je zelf de regie in handen.”

In de praktijk weten zorgorganisaties en

veiligheidsregio’s elkaar nog niet altijd te

vinden. Maar als Marjan Mol (directeur

Facilitair Bedrijf) en Bonne van de Dijk (cluster-

manager Veilige Werkomgeving) van UMC

Utrecht vertellen over de samenwerking tussen

het ziekenhuis en Veiligheidsregio Utrecht

(VRU) klinkt het niet meer dan logisch dat deze

twee partijen continu afstemming zoeken. Bon-

ne: “We hebben uiteindelijk hetzelfde belang: een

veilig UMC Utrecht.”

enOrme stapel envelOppenAls verantwoordelijk toezichthouder namens de

gemeente Utrecht komen de rechtsvoorgangers

van de VRU al sinds de bouw van het ziekenhuis

in de jaren 80 over de vloer. In 2008 leidde dat

tot een aantal aanschrijvingen. Uiteindelijk bleek

dat de opmaat naar een intensieve samenwer-

king. Marjan: “Ik werkte hier net toen er een

enorme stapel enveloppen binnenkwam na een

Je kunt niet simpel een paar regels toepassen en denken dat het klaar is. daar is (brand)veiligheid in de zorg te complex voor.

Page 11: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 13

controle. Regelgeving was veranderd, wij werden

op onze verbeterpunten gewezen en moesten

met een flink aantal oplossingen komen.”

Die werden gevonden in aanvullende maatrege-

len op installatietechnisch en organisatorisch

gebied, gevoed door de stelling van de VRU dat

de brandweer of BHV alleen niet in staat zijn om

patiënten snel genoeg te evacueren uit een der-

gelijk groot en complex gebouw. Marjan: “We

hebben hier te maken met patiënten met de

meest complexe ziektes, grote intensive cares en

operatiekamers. Denken dat de brandweer wel

op tijd komt is niet voldoende. Je moet risicoges-

tuurd denken.” Rob Frek, directeur Crisisbeheer-

sing en GHOR bij VRU: “Wat Marjan schetst is

iets om continu in de gaten te houden: de zorg-

continuïteit waar (brand)veiligheid onlosmake-

lijk mee is verbonden mag nooit in gevaar ko-

men. Dat betekent dat het geheel van

voorkomen, voorbereiden, respons en herstel bij

incidenten in beide organisaties goed georgani-

seerd is en op elkaar aansluit (crisisorganisatie).

Eén loket bij de VRU en persoonlijk contact

tussen UMCU en VRU is daarin behulpzaam.”

samen in scenariO’s denkenIn de periode sinds 2008 is de relatie tussen

UMC Utrecht en de VRU flink veranderd. Bon-

ne: “Van puur regelgericht naar een overleg-

structuur waarin we samen over scenario’s en

risicogestuurde brandveiligheid nadenken. We

ontdekten al snel dat je elkaar beter overal bij

kunt betrekken, dan als tegenpartij zien.” Marjan

vult aan: “We stonden na die aanschrijvingen

voor grote uitdagingen. Geen enkele ruimte hier

is buiten beschouwing gebleven. Met de VRU

hebben we steeds het gesprek gevoerd hoe we het

gewenste brandveiligheidsniveau konden berei-

ken. Het benodigde maatwerk kon alleen in

samenwerking tot stand komen.”

Niet alleen op bouwkundig gebied, maar ook

installatietechnische en organisatorische maatre-

gelen passeerden de revue. In het Integraal Plan

Brandveiligheid (IPB) staat het totaalpakket aan

maatregelen omschreven. De VRU heeft daarin

actief meegedacht. Bonne: “Dat is een kantelmo-

ment geweest. De lat is toen bepaald. We hebben

een eigen ambitieniveau waar de toezichthouder

achter staat. Daarmee kunnen we de toekomst

in. Het werkt om al vroeg in het proces om tafel

te zitten, in plaats van te wachten op een contro-

le. Anders kun je onaangenaam worden verrast.”

Als voorbeeld noemt Marjan de oplevering van

het operatiecomplex waarvan de centrale toe-

gangsdeur werd afgekeurd, twee dagen voordat

de eerste operaties stonden gepland. “Dat soort

problemen kunnen we nu voorkomen,” aldus

Marjan, “maar dat neemt niet weg dat de VRU

moet blijven toetsen. Dat is hun verantwoorde-

lijkheid en dat houdt iedereen scherp.”

GesprekspartnersWat maakt het dat de samenwerking zo goed

verloopt? Marjan begint: “We spreken dezelfde

taal, dat is een groot voordeel. UMC Utrecht

heeft van oudsher een bedrijfsbrandweer in huis,

dat helpt ons om een gelijkwaardige gespreks-

partner te zijn.” Bonne vult aan: “Ook werkt het

goed dat in ons cluster Veiligheid en Werkomge-

ving álle veiligheidsdisciplines zijn verenigd.”

Gerda Bouma (afdelingshoofd Preventie bij

VRU) is het ermee eens dat dat een groot voor-

deel is: “De losse disciplines staan niet op zich. Je

kunt wel zeggen dat brandveiligheid goed staat,

maar als je zorgcontinuïteit niet goed geregeld is,

ben je nog nergens. Je moet alles in samenhang

bekijken.” Robert Jan Schouwerwou (hoofd

organisatieonderdeel GHOR binnen VRU):

“Klopt. Als je alles separaat doet, krijg je een

gefragmenteerd verhaal. Dat leidt tot bureaucra-

tie en daar wordt de patiënt niet beter van.”

leren van elkaarMarjan heeft veel van de VRU geleerd de afgelo-

pen jaren. “Door steeds in overleg te gaan leer je

hoe de ander denkt. Zo groei je dichter naar

elkaar toe.” Aan de andere kant heeft de VRU

ook van UMC Utrecht geleerd. Bijvoorbeeld als

het gaat om omgaan met kwetsbare patiënten.

Want wat te doen met een patiënt in kritieke

toestand op de IC bij ontruiming? “Dat zijn

lastige kwesties. Loskoppelen van de beademing

betekent een groot risico op overlijden, maar

niet evacueren… Dit soort kennis delen we met

elkaar om tot oplossingen te komen, die zowel

voor ons als voor de VRU acceptabel én uitvoer-

baar zijn.”

Gerda: “Als we ons allemaal – de eigenaar van

het ziekenhuis, de gemeente, VRU – in onze

eigen discipline terugtrekken, dan komt het niet

tot een goed eind. Je kunt niet simpel een paar

regels toepassen en denken dat het klaar is. Daar

is (brand)veiligheid in de zorg te complex voor.

De gesprekken zijn in het begin echt niet altijd

makkelijk geweest, maar we hebben elkaar wel

gevonden. Wij voelen ons net zo betrokken als

de mensen van UMC Utrecht.” Robert Jan: “We

hebben veel geleerd over hoe zorgprofessionals

werken. We hebben een snelle leercurve moeten

doormaken om elkaar goed te begrijpen. Als je

patiënt en medewerker centraal stelt, kom je al

snel tot gemeenschappelijke doelen. En dan is

het helemaal niet zo moeilijk.”

maak een afspraak Bonne heeft nog een tip voor andere zorgorgani-

saties: “Ik begrijp dat samenwerken met toe-

zichthouders niet overal in de zorg gebruikelijk

is, maar wij moeten onszelf niet te veel op de

borst kloppen. Andere organisaties kunnen dit

ook, zouden dit ook moeten doen. Ook als je

geen bedrijfsbrandweer of een integraal veilig-

heidsteam hebt zijn er genoeg openingen om

met elkaar in gesprek te gaan. Alleen al omdat

het doel van iedere zorgorganisatie en veilig-

heidsregio gelijk is: een veilige zorgomgeving.

Dus bel de veiligheidsregio, maak een afspraak,

ga om tafel.” Marjan sluit af: “En laat de brand-

weer en de GHOR vooral zien wat jullie doen,

met welke specifieke patiënten- of cliëntengroe-

pen jullie werken. Als er wederzijds begrip is

voor elkaars primaire proces, praat je makkelij-

ker met elkaar.” <

Het landelijke programma De Zorg Brandveilig van Brancheorganisaties Zorg en Brandweer Nederland stimuleert de samenwerking tussen zorgorganisaties en veiligheidsregio’s. In dat kader organiseert UMC Utrecht op 8 april een congres. Kijk op www.dezorgbrandveilig.nl voor meer informatie.

marjan mol (directeur facilitair Bedrijf) en Bonne van de dijk (clustermanager veilige Werkomgeving) van umc utrecht.

Page 12: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

brandveiligheid

FMT GEZONDHEIDSZORG14

Statistisch zijn er in Nederland meer dan

100 branden boven € 1.000.000,- per jaar

met een verzekerde schade van gemiddeld

ca. €4.000.000,-. Daarnaast nog eens 14.000

branden van onder een miljoen. Dat geldt voor

alle gebouwen samen. Totaal ca 800 miljoen euro

per jaar.

Als we inzoomen op woningen: In Nederland

worden per jaar gemiddeld 6.500 woningbran-

den geregistreerd waarvan ongeveer 3.000 seri-

euze branden waarbij tenminste één tankwagen

(brandweerauto) wordt ingezet.

dichtBiJIs dit een ver van mijn bed show? Allerminst.

Om het tastbaar te maken: Met 3000 branden op

7,7 miljoen woningen valt te becijferen dat be-

woners in een complex met 100 wooneenheden

in een periode van 25 jaar gemiddeld met één

serieuze brand in een van de appartementen

geconfronteerd zullen worden. Als je er dus 25

jaar woont ga je gemiddeld één brand ergens in

het gebouw meemaken. Dat voelt al een stuk

dichterbij.

BrandklasseBesef dat bij een dergelijke brand ook de belen-

dingen met schade te maken krijgen. Is het geen

brand- of rook/roetschade, dan toch in elk geval

waterschade. Ook verder weg van de brand kan

rook diep het gebouw intrekken. Tot voor kort

betekende een compartimentering dat er een

barrière voor branduitbreiding was. Niet per se

voor rook. En al is die er in theorie, overal en

altijd zie je dat mensen wiggen onder brandwe-

rende deuren met deurdrangers steken. Soms

gaat het faliekant mis en ontsnapt de brand via

de gevel. Dat gebeurde in juni 2017 in Londen.

We denken altijd dat brand ons

niet zal overkomen. en inderdaad

is voor u en mij de statistische

kans dat wij in onze woning met een

serieuze brand worden geconfron-

teerd, relatief klein. Toch zeker

ook niet nihil, zoals uit dit artikel

zal blijken. ernstiger nog is de

impact. de kans dat het gebeurt kan

klein zijn, maar als het ons dan

toch overkomt, is de impact enorm.

Zeker voor de kwetsbaren uit onze

samenleving. Bieden gebouwen wel

voldoende veiligheid? Zijn onze

organisaties wel voldoende voor-

bereid? daarover gaat dit artikel.

Door: Em. prof. dr. ir. J.J.N. Lichtenberg*

BrANdveIlIGHeId vOOR kwETSbaREN

het evacueren van iemand die slecht ter been is, is compleet anders dan iemand die afhankelijk is van beademingsapparatuur.

* Jos Lichtenberg is Emeritus Hoogleraar Bouwin-

novatie (TU Eindhoven). Momenteel helpt hij via

Off road Innovations en STIB.2030 organisaties

met een innovatieambitie en initieert hij grensver-

leggende projecten Zo ook met betrekking tot

brand onderzoek.

Page 13: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 15

veiligheid van bewoners en is totaal niet afge-

stemd op het beperken van materiële schade.

Daarbij zijn eerder de verzekeraars aan zet.

Kort en goed: Als u voldoet aan het bouwbesluit

zegt dat weinig of niets over of u in geval van

brand de materiele schade zult beperken. De

intentie van het bouwbesluit is om mensen een

veilig heenkomen te laten vinden. En zoals ge-

zegd daarin zitten veel zwakke plekken. Zeker in

de relatie regelgeving en praktijk.

Ik som er wat op:

• De eisen in het bouwbesluit zijn gebaseerd op

de vluchtopties voor de gemiddelde mens.

Daarop zijn onder andere de vluchttijden

bepaald. Het bouwbesluit heeft wel aandacht

voor kwetsbaren, maar differentieert daarbij

niet. Dat is niet terecht. Het evacueren van

iemand die slecht ter been is, is compleet

anders dan iemand die afhankelijk is van

beademingsapparatuur.

• Gebouwen die worden gerenoveerd moeten

voldoen aan het niveau van de periode waarin

ze zijn gebouwd (het rechtens verkregen ni-

veau). Dat betekent dat gebouwen bij een

renovatie niet aan de laatste eisen hoeven te

voldoen. Dit is bijvoorbeeld relevant in relatie

tot de enorme isolatieoperatie waarvoor wij

nu staan. Gebouwen die met een bakstenen

buitenschil nu min of meer veilig zijn, zouden

dan met een verkeerde gevel wel eens een

brandgevaarlijk kunnen worden.

• Sommige woongebouwen zijn ooit getoetst

voor vitale mensen maar worden inmiddels

bewoond door veel minder vitale ouderen.

Ouderen kruipen niet gemakkelijk onder een

hekje, met een rollator de trap af is niet haal-

baar en iedereen tegelijk in de lift evenzeer. Als

die lift al mag worden gebruikt. (zie ook ka-

dertekst uit Hendrik Groen ‘Zolang er leven

is’).

• Het bouwbesluit stelt eisen aan de brandwe-

rendheid van scheidende wanden, gevels, e.d.

De bekende brandproeven testen 2D test.

Maar de zwakte zit altijd bij de aansluitingen

zoals hoeken en overgangen. Die zijn door

vervormingen zeer kwetsbaar maar blijven

buiten het zicht van de prognoses en eisen.

• In tegenstelling tot aspecten als constructief

gedrag, vochttransport en geluid zijn we in

staat het gedrag zeer goed te voorspellen. Voor

brand is dat veel minder het geval.

• Hetgeen ooit is vergund, is niet per se hetgeen

ook wordt uitgevoerd. Bouwkosten overschrij-

samenleving, Zieken, mensen met een beperking

en ook ouderen. Ons beeld is niet alleen dat het

ons niet overkomt, maar ook dat we, als het

gebeurt, wel even zullen evacueren. Dat is als je

vitaal bent al geen vanzelfsprekendheid, laat

staan voor kwetsbare doelgroepen.

Een ander groot misverstand is dat de gebouwen

ooit onder een bouwvergunning en later een

omgevingsvergunning zijn uitgevoerd en dat

men daaruit concludeert dat het wel goed zit

met de brandveiligheid.

BOuWBesluitNatuurlijk vraagt het bouwbesluit om brandvei-

ligheidsmaatregelen. De aard en omvang van de

maatregelen is afhankelijk van vluchtwegen,

bouwhoogte, gebruiksfuncties en ook nog ande-

re factoren. Echter mede uit de discussie die na

de reeds genoemde Grenfell Tower brand is

ontstaan, is wel gebleken dat het bouwbesluit

zeker geen waterdichte garantie biedt op veilig-

heid.

En dan nog, de regelgeving is gericht op de

De Grenfell Tower brand. Mede naar aanleiding

van die afschuwelijke brand in Londen wordt nu

ook in Nederland geïnventariseerd welke gebou-

wen risicovol zijn. Mede op basis van de brand-

klasse van het gevelsysteem (afwerklaag en isola-

tiemateriaal). Die moet bij gebouwen hoger dan

13 m tenminste B zijn en zelfs daarbij worden

vragen gesteld. B komt in bovenstaande figuur

overeen met ‘moeilijk brandbaar’.

impactOok al slaagt de brandweer erin om het vuur te

temmen en te beperken tot het ‘appartement in

brand’, dan nog kan de impact groot zijn.

We gaan het hier nu niet hebben over slachtof-

fers, maar in alle gevallen levert een brand dicht-

bij, stress op. Door de dreiging, het tumult en de

hinderlijke of zelfs verstikkende rook. Soms dus

ook door roet of waterschade. En achteraf door

traumaverschijnselen. Men vertrouwt de woning

niet meer, slaapt onrustig of niet.

Dat geldt al voor de gemiddelde Nederlander,

maar nog meer voor de kwetsbaren uit onze

Brandklasse.

Bron: Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland, FOV (2004) Het brandgedrag

van Isolatiematerialen, november 2004, herzien in 2013.

Materialen worden ingedeeld in Euro-brandklassen. Van A (onbrandbaar) t/m E. Van onbrandbaar t/m

zeer brandbaar. Daarin zijn materialen ingedeeld waarbij bv klasse B te boek staat als ‘moeilijk brand-

baar’

Isolatiematerialen zijn van groot belang voor de brandveiligheid. Mede omdat ze door energiemaatrege-

len een groot deel van het gebouwvolume bepalen.

Verwarrend is dat aan constructies zoals een samenstel van gevelafwerking en isolatie een zelfde klasse-

ring wordt gehanteerd. Leveranciers van niet onbrandbare gevelafwerking testen standaard in combinatie

met een onbrandbaar isolatiemateriaal. Daarmee kan het zijn dat de gevelconstructie bijvoorbeeld een

predicaat B krijgt. Als dit wordt toegepast met een niet onbrandbaar isolatiemateriaal (klasse B of lager)

is het allerminst zeker dat de constructie als geheel nog aan klasse B voldoet. Datzelfde geldt andersom.

Een isolatieproducent van materialen zal testen met een onbrandbare gevelafwerking. Ze kunnen daarbij

een gunstiger resultaat boeken, dan wanneer je het isolatiemateriaal afzonderlijk test.

Page 14: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

aan alle eisen van het bouwbesluit’ is een veel

gebruikt argument dat wat mij betreft weinig

indruk maakt.

Dat geldt voor woningen voor vitale mensen,

maar zeker voor ziekenhuizen, ouderencentra,

verzorgingshuizen, zorginstellingen en ook

gewone woningen waarin ouderen (kunnen)

wonen. In feite overal waar mensen kunnen

slapen, want ’s nachts zijn we het kwetsbaarst.

GeBOuWeiGenaar verantWOOrdeliJkEn ik kan het niet mooier maken. De opdracht-

gever voor een gebouw is hoofdverantwoorde-

lijk. Producenten willen graag leveren, ontwer-

pers en uitvoerende partijen ontbreekt het aan

kennis om het bouwbesluit correct te interprete-

ren, gebouweigenaren vertrouwen op ontwerpers

en adviseurs en gebruikers gaan ervan uit dat de

overheid er wel op toeziet. En zo lijkt niemand

eigenaar van het probleem te zijn.

De vergunninghouder oftewel de eigenaar van

een nieuwbouw- of renovatieproject is dat in

juridische zin wel degelijk en wordt aldus in

geval van een calamiteit kwetsbaar. De paradox

is dat uit het rijtje betrokkenen de (doorgaans)

minst deskundige het eerst zal worden aange-

sproken. Niet fair, maar wel de werkelijkheid.

BrandveiliGe materialen en cOnstructiesMijn advies aan opdrachtgevers is om zoveel

mogelijk met brandveilige materialen en con-

structies te werken. Dat geldt voor bouwproduc-

ten, maar ook voor inrichting. Het kan best zo

zijn dat dat een ietwat hogere investering vraagt.

Maar niet van een niveau dat je daarom de vei-

den veelal de begroting en aannemers komen

met goedkopere alternatieven. Ook na ver-

gunningsverlening. Het kan dan zo maar het

geval zijn dat onbrandbare materialen door

brandbare worden vervangen. In het bijzon-

der geldt dit voor isolatiematerialen en gevel-

bekleding.

• De controle op de bouwplaats door gemeen-

ten is beperkt.

• Leveranciers tonen de prestaties van hun

materialen en constructies aan door het over-

leggen van rapporten. De uit te voeren con-

structie wijkt vaak op details af van hetgeen is

getest. Verder is de test vaak maar een keer

uitgevoerd (steekproef van 1) en ook nog in

opdracht van de betreffende leverancier. Die

laat voor zover dat speelt, nooit zijn twee

eerdere mislukte pogingen zien.

• Bij een test besteedt de leverancier veel aan-

dacht aan de uitvoering van de constructie die

tegen de oven wordt geplaatst. Meestal veel

meer dan in de praktijk redelijkerwijs haal-

baar is.

• Specifiek met betrekking tot gevels blijkt het

bouwbesluit een testmethode aan te sturen

(de zogeheten SBI test) die volstrekt niet de

realiteit representeert en ook met een ander

doel is ontworpen. De SBI test wordt ook wel

de prullenbaktest genoemd omdat hij bedacht

is om een beginnend binnenbrandje te simu-

leren. Het vermogen komt niet in de buurt

van een krachtige uitslaande brand. Toch

worden hiermee gevels getest en (goed)ge-

keurd. Daarmee wordt een veilige suggestie

gewekt, terwijl het onomstotelijke bewijs verre

van is geleverd.

• De misinformatie is vaak niet op basis van

misleiding, dan toch op basis van ontbrekende

deskundigheid. Zowel bij de leverancier, de

bouwer, de ontwerper en de opdrachtgever.

• De wetgeving gaat uit van functionerende

maatregelen. Dat wil zeggen dat er bij de

opdrachtgever een zorgplicht rust dat bijvoor-

beeld de branddeuren worden gesloten, dat er

geen spullen ‘tijdelijk’ op de gang worden

gezet waarmee een vrije doorgang ernstig

wordt belemmerd, dat er geen containers

tegen de gevel worden geplaatst, et cetera.

Het is, concluderend uit bovenstaande, een

absolute noodzaak om bij het ontwikkelen van

een gebouw de brandveiligheid zeer kritisch te

onderzoeken, modelleren, toetsen en daarop

gepaste maatregelen te nemen. In elk geval niet

slechts te vertrouwen op de regelgeving. ‘Voldoet

ligheid op het spel zou willen zetten.

En dan hebben we het nog niet gehad over de

exploitatiebenadering ofwel TCO (Total Cost of

Ownership). Het toepassen van brandveilige

constructies verlaagt de kans op brand. Minder

vaak, gemakkelijker te bestrijden en qua schade

minder ingrijpend. Bijvoorbeeld weinig rook-

ontwikkeling. Dat betreft schade die is verzekerd

en ook schade die niet is verzekerd. Zoals tijde-

lijke huisvesting, reputatieschade, derving, mili-

euschade vanwege het blussen, emissie van scha-

delijke stoffen, een tegenvallende

schade-uitkering, enzovoorts. Aan het verlagen

van het risico kun je dus ook een economische

waarde ontlenen. Statistisch en met de netto

contante waarde methode.

Het geeft de opdrachtgever veel rust tijdens het

gebruik. Niet steeds alert moeten blijven of het

verantwoord is een gat te boren of een doorvoer

te maken. Geen zorgen bij onderhoud zoals het

repareren van een dak, het afbranden van verf, of

laswerkzaamheden, het veiliger kunnen plaatsen

van aansluitingen voor elektrische voertuigen,

enzovoorts. <

brandveiligheid

FMT GEZONDHEIDSZORG16

‘Ik zag gisteren verschillende bewoners aandach-

tig de bordjes met vluchtwagen bestuderen. Na

in één week twee branden in bejaardenhuizen

krijgen sommigen het al een beetje warm. ‘Het

moet wel een heel langzaam smeulende brand

zijn wil ik op tijd de uitgang halen’, zei mevrouw

Duits, die zich door het huis verplaatst met een

ouderwets looprekje.’ Fragment uit Hendrik

Groen’s dagboek: ‘Zolang er leven is’ Meulenhoff

2016, ISBN 9789029090766 .

‘voldoet aan alle eisen van het bouwbesluit’ is een veel gebruikt argument dat wat mij betreft weinig indruk maakt.

Page 15: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 17

drAAG BIj AAN Meer INZIcHT OvER aRTIFIcIal INTEllIGENcE IN DE ZORG

gen omtrent de implementatie van AI-technolo-

gie in de zorg. Daarom zijn samenwerking en be-

grip cruciaal om AI op een goede manier te

vereenzelvigen met de zorg”, aldus mede-initia-

tiefnemer Kicky van Leeuwen. Dit onderzoek, de

Clinical Data Survey, is er om meer transparan-

tie te krijgen betreffende de opinie van mede-

werkers van zorginstellingen: van zowel (poten-

tiële) gebruikers als ontwikkelaars van data

gedreven producten.

dOe meeBent u arts, verpleegkundige, onderzoeker, data

expert, IT’er, beleidsmaker, manager, of ander

type zorgprofessional? Dan nodigen we u van

harte uit mee te doen aan de Clinical Data Sur-

vey 2019. De enquête duurt ongeveer 5 minuten

om in te vullen en als u uw e-mailadres achter-

laat, ontvangt u dit voorjaar automatisch het

rapport in uw inbox.

www.research.net/r/clinicaldata-survey

Medicx.ai is in samenwerking met

het universitair Medisch centrum

Groningen en de universiteit Twen-

te (TechMed center) een onderzoek

gestart naar het perspectief van

de Nederlandse zorgprofessional

op de ontwikkeling van artificial

intelligence (AI) in de zorg. Wat

vindt u? Waar denkt u dat AI de

grootste impact zal hebben in de

kliniek? In welke mate is uw or-

ganisatie bereid om datagedreven

oplossingen te implementeren?

laat uw stem horen en ontvang na

afloop het rapport:

www.research.net/r/clinicaldata-

survey

Artificial intelligence heeft in de afgelo-

pen jaren zijn waarde bewezen in ver-

schillende markten, van Netflix aanbe-

velingen op TV, tot de face unlock op je telefoon,

en zelfrijdende auto’s. Dit soort slimme syste-

men, gemaakt met behulp van technieken als

data science en machine learning, maken nu ook

toetreding tot de gezondheidszorg.

nieuWe ai-Ondersteunde ziekenhuizenJapan heeft recent aangekondigd in de komende

vijf jaar tien nieuwe AI-ondersteunde ziekenhui-

zen te bouwen. Geoffrey Hinton, een bekende

machine learning pionier, zei in 2016: “Het is vrij

duidelijk dat we moeten stoppen met het oplei-

den van radiologen”. Hoe staat het met deze

ontwikkelingen in Nederland? Is er genoeg

ruimte om op het gebied van AI in de zorg te

innoveren? Maar belangrijker nog, zitten we er

eigenlijk wel op te wachten?

Dit onderzoek is ontwikkeld om inzichten te

verwerven in de ontwikkeling en adoptie van

artificiële intelligentie in de gezondheidszorg.

“Naast vele mogelijkheden bestaan er ook zor-

Door: Kicky van Leeuwen, Medicx.ai

artificial Intelligence

Page 16: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

brandveiligheid

FMT GEZONDHEIDSZORG18

“Qua incidenten valt het mee, er gebeurt niet

veel. De laatste brand met meerdere slachtoffers

dateert van 2011, toen drie patiënten omkwa-

men in een GGZ-instelling in Oegstgeest. Het

blijft echter een kwetsbare groep en als het fout

gaat, kan het goed fout gaan.”

Een van de oorzaken dat brandpreventie niet

goed geregeld is, ligt volgens Hagen in het feit

dat er op managementniveau onvoldoende

aandacht voor is. “Onderzoek van de Inspectie

laat zien dat het management zijn verantwoor-

delijkheid afkoopt door te investeren in BHV-

teams op de werkvloer in plaats van de stand van

zaken kritisch te bekijken en op orde te brengen.

Vandaar dat het ministerie van VWS het project

‘Risicogestuurde brandveiligheid in de zorg’ is

opgestart, ter ondersteuning van het manage-

Brandpreventie in de extramurale zorg is

momenteel het grootste zorgpunt, nu als

gevolg van de aanpassing van zorgpro-

fielen (voorheen zorgzwaartepakketten) door de

overheid zieken en ouderen langer op zichzelf

zijn aangewezen, aldus René Hagen, lector

Brandpreventie bij het Instituut voor Fysieke

Veiligheid (IFV) in Arnhem. “Zij zijn niet in

staat om zelf hun sokken aan te trekken, laat

staan om te vluchten bij brand. En het feit dat

veel meer mensen in de extramurale zorg belan-

den, betekent ook dat de slechtere gevallen in de

intramurale zorg terechtkomen en vaak bedge-

bonden zijn. Dat vergroot de risico’s bij brand.”

Tegelijkertijd stelt hij dat het, afgaand op de

statistieken, niet slecht gesteld is met de brand-

veiligheid in ziekenhuizen en verpleeghuizen.

onvoldoende aandacht voor brand-

veiligheid bij het management van

zorginstellingen vormt een risico

en kan in geval van brand leiden tot

tientallen dodelijke slacht offers.

vorig jaar introduceerden het

ministerie van vWs en marktpartijen

daarom de BrandWijzer. “daarmee

kan het management aan allerlei

knoppen draaien. dat biedt hun meer

flexibiliteit in de oplossingen.”

“BrANdpreveNTIe MOET HOGER Op DE MaNaGEMENTaGENDa”

Door: Wilma Schreiber

Lector René Hagen:

“Brand is niet het probleem”, aldus rené hagen. “maar rook is dodelijk”

Page 17: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 19

instellingen in het buitenland en ook al in eigen

land daarom voor de stay-in-place oplossing.

Een next-best oplossing, waarbij patiënten in

geval van brand op hun kamer blijven. Punt is

echter dat de huidige brandwerende deuren

alleen getest worden op brand, niet op rook.

Vandaar dat het IFV in juli dit jaar tests gaat

uitvoeren naar beide aspecten. Naar verwachting

worden de uitkomsten meegenomen in het

Besluit Bouwen Leefomgeving, dat in 2021 het

Bouwbesluit vervangt.” Niet zonder reden, nu de

rookverspreiding vele malen erger is dan tien

jaar geleden. Theoretisch onderzoek heeft uitge-

wezen dat dit te wijten is aan de inrichting van

ziekenhuizen en verpleeghuizen. “De huidige

vulling van matrassen en meubilair vragen bij

verbranding veel meer zuurstof, waardoor ze

veel meer rook produceren”, stelt Hagen. “Brand

is niet het probleem, die blijft wel een halfuur in

dat kamertje en in die tijd kun je veel doen.

Maar de rook verspreidt zich vrijwel direct door

het gehele gebouw en is dodelijk.”

maatWerk essentieelEen ander punt bij evacuatie is het liftgebruik,

iets wat altijd wordt afgeraden in geval van

brand. “Maar als mindervalide mensen via de

trap niet tijdig weg kunnen komen – met andere

woorden, de trap biedt 0% kans en de lift 95%

– moet je dit standpunt dan niet herzien? Liftle-

veranciers zijn niet voor, dat begrijp ik, die heb-

ben liever tien doden in het gebouw dan één in

hun lift, dat is nu eenmaal hun verantwoorde-

lijkheid”, zegt Hagen. “Maar die paar verpleeg-

kundigen kunnen niet alle bewoners, die vaak

ook nog gefixeerd zijn in bed, evacueren en als

ment.” Risicogestuurd is daarbij het sleutel-

woord. “Voldoen aan de regels van het Bouwbe-

sluit leidt niet automatisch tot een brandveilig

gebouw. Dat gaat verder dan de regels en is de

verantwoordelijkheid van het management. Zij

moeten ervoor zorgen dat kwetsbare mensen on-

der hun dak ook bij brand veilig zijn.”

BliJven investeren Om ziekenhuismanagers hierbij te ondersteu-

nen, introduceerde VWS samen met andere

marktpartijen vorig jaar de BrandWijzer; een

online applicatie waar het IFV een inhoudelijke

bijdrage aan leverde. De BrandWijzer helpt

integraal risico’s in te schatten en de samenhang

en impact van maatregelen af te wegen. “Zo kan

het management de brandveiligheid van hun

zorginstelling bepalen. Bovendien kunnen ze aan

allerlei knoppen draaien om de impact van

maatregelen op de brandveiligheid te ontdekken.

Bijvoorbeeld wat de gevolgen zijn als brandwe-

rende scheidingen worden weggehaald of wan-

neer je meer toezicht organiseert. Dat biedt hun

meer flexibiliteit qua oplossingen.” De veilig-

heidsbeleving moet omhoog, aldus Hagen. “Zie-

kenhuizen zijn moeilijk te ontruimen. Neem de

grote evacuatie toen er nabij het VU-ziekenhuis

een waterleiding was gesprongen. En dan heb je

nog enkele uren de tijd om mensen in veiligheid

te brengen. Stel je voor dat je maar een paar

minuten hebt. Daarom is het van belang het

verantwoordelijkheidsgevoel bij management en

maatschappen te verhogen.”

Ook al zijn er weinig incidenten, toch moeten

zorginstellingen blijven investeren in brandvei-

ligheid om ervoor te zorgen dat het goed blijft

gaan. “Als ontruimen geen optie is, kiezen zorg-

het gebouw stijf staat van de rook, kun je in die

situatie – veel mensen en gehele gebouw onder

de rook – van de brandweer ook geen wonderen

verwachten.”

Kortom, brandveiligheid moet hoger op de

agenda van het management komen zodat tijdig

maatregelen genomen kunnen worden zoals

brandscheidingen, onbrandbare materialen of

meer toezicht. “En in verpleeghuizen is waar-

schijnlijk toch meer personeel nodig. Daar zie je

nu vaak dat deuren van kamers blijven open-

staan om patiënten in de gaten kunnen houden.

In ziekenhuizen speelt dat veel minder, daar

hebben patiënten een alarmknopje tot hun

beschikking”, aldus Hagen, die het belang van

maatwerk benadrukt. “Het Bouwbesluit is een

gemiddelde en beslaat zowel de dokterspost als

een academisch ziekenhuis. De regels zijn dus

niet zo streng dat dat academisch ziekenhuis

veilig is. Daarom is maatwerk essentieel en met

de BrandWijzer hebben zorginstellingen daar de

juiste tool voor in handen.” <

de BrandWijzer helpt integraal risico’s in te schatten en de samenhang en impact van maatregelen af te wegen.

Even voorstellen: René HagenRené Hagen volgde de opleiding tot be­roepsbrandweerofficier en was bijna dertig jaar werkzaam bij diverse brandweerkorp­sen. In 2000 maakt hij de overstap naar het IFV, waar hij voorafgaand aan het lec­torschap diverse functies bekleedde. Ha­gen is verder voorzitter van de Stichting Nationale Brandpreventieweek, vicepresi­dent van de European Fire Academy, het Europese netwerk van brandpreventie­specialisten en lid van de Adviescommissie Praktijktoepassing Brandveiligheidsvoor­schriften van het ministerie BZK.

Lectoraat Brandpreventie in het kortHet lectoraat Brandpreventie is onderdeel van het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV). Het lectoraat houdt zich bezig met onderzoek en (gevraagd en ongevraagd) advies aan onder meer overheden, brandweerkorpsen, woningcorporaties en zorgorganisaties. Op basis van statistieken worden trends in kaart gebracht. Verder richt het lectoraat zich op de volgende taken:• Signaleren en registreren van ontwikkelin­

gen op het terrein van brandpreventie.• Opstellen van een visie op brandpreven­

tie.• Systematisch uitvoeren van praktijkevalu­

aties.• Buitenlandse kennis en ervaringen

vertalen naar de Nederlandse situatie.• Identificeren en wegnemen van

kennisleemtes.• Bevorderen deskundigheid en professio­

nalisering van beleidsmakers, bestuurders en praktijkuitvoerders.

Page 18: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG20

huisvesting

erAsMus Mc DubbEl wINNaaR ROTTERDaM aRcHITEcTuuRpRIjS

nieuwbouw verweven is met aandacht voor

bezoekers, medewerkers en patiënten. Hoge

plafonds, veel daglicht, groen en uitnodigende

zitjes zorgen voor een levendige ontmoetings-

plek, terwijl meer intiem vormgegeven atria rust

bieden. Ankerpunten als receptiebalies, kunstob-

jecten, doorzichten die de verbinding met de

stad maken en gegroepeerde zitgebieden helpen

de bezoeker zich binnen het gebouw te oriënte-

ren.

Het ontwerp van het complex is strak, functio-

neel en weldoordacht met een even logische als

doeltreffende onderliggende lay-out. Hierbij

vormt de centrale verbindingsas de publieke

ruggengraat van het complex die bestaande en

nieuwe gebouwen voor zorg, onderwijs en on-

derzoek op een vanzelfsprekende wijze aaneen

ritst. Het begrip Gezond Gebouw is misschien

Door: de nieuwsredactie

Fotocredits: EGM architecten Erasmus MC –

interieur (c) Rob van Esch wel het meest prominent aanwezig in de eenper-

soons patiëntenkamers met veel privacy, autono-

mie en rust. Hier is het concept tot en met het

ontwerp van de gordijnen doorgevoerd.

WaarderinG20 jaar geleden voerde EGM architecten en het

academische ziekenhuis de eerste gesprekken

voor het nieuwe medisch centrum dat afgelopen

september feestelijk door Koning Willem-

Alexander is geopend. Inmiddels heeft het Eras-

mus MC meerdere prijzen en nominaties mogen

ontvangen voor onder meer de prominente rol

van daglicht en de inzet van groen zoals op de

daktuin. De Rotterdam Architectuurprijs is een

initiatief van de gemeente Rotterdam en be-

kroont het beste gebouw van Rotterdam voor

het team van opdrachtgever, architect en

bouwer. <

Het door eGM architecten ontworpen

erasmus Mc heeft de rotterdam Archi-

tectuurprijs 2018 gewonnen. Het nieuwe

medisch centrum ontving zowel de jury-

als de publieksprijs. op het stadhuis in

rotterdam reikte onlangs Bas kurvers,

wethouder Bouwen en Wonen, namens

de rotterdammers de publieksprijs uit

waarna juryvoorzitter samir Bantal,

directeur AMo, de vakjuryprijs bekend

maakte.

Rotterdam heeft zich de afgelopen jaren

ontwikkeld tot dé architectuurstad van

Nederland waar nieuwe gebouwen met

zorg, aandacht en lef worden ontwikkeld. Met de

nieuwbouw is een kleine medische stad ontstaan

waar dagelijks 13.500 medewerkers, 4.500 stu-

denten en duizenden patiënten en bezoekers hun

weg vinden. Naast de primaire medisch functie

van het centrum vervult het Erasmus MC dan

ook een sterke economische rol voor Rotterdam.

Met sterke betrokkenheid en vasthoudende durf

heeft het Erasmus MC het fundament gelegd

voor hét universitair medisch centrum van de

21e eeuw, waar architectuur, interieur en land-

schap een nieuwe standaard definiëren voor het

begrip Gezond Gebouw. Het nieuwe Erasmus

MC past hiermee naadloos in het rijtje iconen

dat het aanzicht van de stad de afgelopen jaren

heeft verrijkt.

strak, functiOneel, WeldOOrdachtWie voor het eerst het nieuwe Erasmus MC

bezoekt, wordt verrast door het sfeervolle en-

treegebied, dat in niets doet denken aan een

ziekenhuis. Hier al krijgt het begrip Gezond

Gebouw vorm dat vervolgens overal in de

Het juryessay noemt het Erasmus Mceen project dat op eenzame

hoogte staat als het gaat om het samenballen van kennis en

architectuur. De architectonische variant van een openhartoperatie.

Page 19: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 21

NIeuW IN uMc uTrecHT vaaTcHIRuRGIE MET 3D-bEElD

maanden bewezen tijdens een klinische studie in

het UMC Utrecht onder leiding van Van Her-

waarden. In deze studie zijn eenentwintig pati-

enten met vaatvernauwingen en -verwijdingen

(aneurysma’s) succesvol geopereerd.

meerWaarde patiënt en medeWerkerDoordat de catheter en voerdraden tijdens de

operatie veel duidelijker zichtbaar zijn en in 3D,

kan de medisch specialist zijn medische hulp-

middelen beter zien. Het is de verwachting dat

operaties hierdoor korter en eenvoudiger wor-

den. Dit moet echter nog in vervolgstudies wor-

den bewezen. Wanneer minder röntgenstraling

nodig is bij operaties is dit niet alleen goed voor

de betrokken patiënten, maar zeker ook voor de

medewerkers die dagelijks werken met deze

schadelijke straling.

innOvatie van BelanG vOOr elke OperatiekamerVaatchirurgie wordt steeds complexer doordat

meer procedures uitgevoerd kunnen worden met

medische hulpmiddelen ìn het lichaam in plaats

van via open chirurgie. Om deze innovatieve

Door onze nieuwsredactie

technologie verder te ontwikkelen en de waarde

wetenschappelijk aan te tonen worden de ko-

mende jaren technologische en klinische studies

uitgevoerd. Van Herwaarden: “Vervolgstudies

moeten uitwijzen in hoeverre met deze techno-

logie de procedures korter en efficiënter worden,

wat dit betekent voor de kosten per operatie en

de verbetering van de kwaliteit van diagnostiek

en behandeling.”

Bert van Meurs is Chief Business Leader van

Image Guided Therapy bij Philips en is enthou-

siast over deze innovatie: “We zijn er trots op om

met het UMC Utrecht te werken aan deze inno-

vatie met als doel operaties uit te voeren in

3D-kleurenbeeld met zo min mogelijk röntgen-

straling. Ik verwacht dat de toepassing van deze

technologie in combinatie met andere beeldvor-

mende technieken een nieuw tijdperk op gebied

van beeldgestuurde technologie gaat inluiden.” <

Het uMc utrecht gebruikt als eerste ziekenhuis in de wereld een nieuwe

technologie die voerdraden en catheters zichtbaar maakt met licht in plaats

van met röntgenstraling. sinds 2012 werken philips en het Hart- en vaatcen-

trum van het uMc utrecht samen aan de ontwikkeling van deze technologie

en de eerste klinische resultaten zijn nu beschikbaar. “de voerdraden en

catheters kunnen zonder röntgenstraling worden afgebeeld in 3d en zijn

daardoor beter te interpreteren en dit maakt operaties eenvoudiger. dat

is van enorme meerwaarde voor de patiënt en medewerkers in de operatie-

kamer”, zegt uMc utrecht vaatchirurg joost van Herwaarden.

Het is gebruikelijk dat minimaal inva-

sieve vaatoperaties worden uitgevoerd

met behulp van voerdraden en cathe-

ters in het lichaam van de patient die zichtbaar

worden gemaakt met röntgenstraling. Dit toont

deze medische hulpmiddelen in 2D in grijstinten

op een scherm. De nieuwe Fiber Optic RealSha-

pe (FORS) technologie kan deze medische hulp-

middelen nu visualiseren door gebruik te maken

van licht dat door ingebouwde glasvezels in een

voerdraad wordt gestuurd. In combinatie met

Philips beeldvormende apparatuur levert dit

real-time 3D beelden op in heldere, contraste-

rende kleuren. De bruikbaarheid van deze nieu-

we technologie bij operaties is in afgelopen

innovatie

Het is de verwachting dat operaties hierdoor korter en

eenvoudiger worden.

Page 20: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

management

FMT GEZONDHEIDSZORG22

de GemenGde OvereenkOmstZorgaanbieders sluiten in dit soort gevallen vaak

twee aan elkaar gekoppelde overeenkomsten: een

zorgverleningsovereenkomst en een huurover-

eenkomst. In de overeenkomsten is dan een

koppeling opgenomen waaruit volgt dat de

huurovereenkomst eindigt zodra de zorgverle-

ningsovereenkomst eindigt. Een andere variant

is dat er één overeenkomst wordt gesloten die

zowel een zorgverleningselement als een

huurelement bevat.

In beide gevallen is sprake van een gemengde

overeenkomst. De huurovereenkomst en de

zorgverleningsovereenkomst zijn twee verschil-

lende overeenkomsten waarvoor de wet specifie-

ke bepalingen bevat. Die bepalingen zijn in

beginsel naast elkaar op de overeenkomst van

toepassing. In sommige gevallen botsen die

bepalingen, zoals bijvoorbeeld het geval is bij

beëindiging van de overeenkomsten. Als de

zorgovereenkomst is geëindigd, geldt dat niet

zonder meer voor de huurovereenkomst. De

verhuurder is namelijk gebonden aan specifieke

en limitatieve opzeggingsgronden waardoor

beëindiging van de huurovereenkomst vaak niet

eenvoudig te realiseren is. De Hoge Raad heeft

bepaald dat als de toepasselijke bepalingen bot-

sen de dwingende huurrechtbepalingen van

toepassing zijn, tenzij het zorgelement duidelijk

overheerst in de overeenkomst.

Aan de hand van twee recente uitspraken zal ik

toelichten waar zorgverleners op dienen te letten

bij het sluiten van dit soort gemengde overeen-

komsten. Er moet een duidelijke koppeling

tussen de huur- en zorgverleningsovereenkomst

worden opgenomen en daarnaast dient tot uit-

drukking te worden gebracht dat het zorgele-

ment in de overeenkomst overheerst.

In de zorgpraktijk is het aan de orde

van de dag. Zorgverleners en zorgbe-

hoevenden sluiten overeenkomsten

op grond waarvan niet alleen zorg

wordt verleend, maar ook woonruimte

ter beschikking wordt gesteld. Het is

een constructie die in veel gevallen

uitkomst biedt, maar helaas ontstaat

er regelmatig discussie tussen de

zorgverlener en diens cliënt als de

zorgovereenkomst eindigt. de zorg-

verlener wil de woonruimte dan graag

aan een andere zorgbehoevende ter

beschikking stellen, maar wat als de

bewoner zich beroept op zijn huur-

recht en weigert te vertrekken?

Door: Karima Bol, advocaat huurrecht,

Kneppelhout Korthals Advocaten

AANdAcHTspuNTeN bIj EEN GEMENGDE ZORG- EN HuuROvEREENkOMST

Page 21: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

Op enig moment is er discussie ontstaan tussen

Stichting Fokus en de huurder over de aangebo-

den ADL-dienstverlening. Sinds 2017 nam de

huurder vrijwel geen zorg meer af van Stichting

Fokus en werd zij geholpen door mantelzorgers.

Omdat geen gebruik meer werd gemaakt van de

overeengekomen ADL-assistentie, heeft Stichting

Fokus in mei 2018 de dienstverleningsovereen-

komst beëindigd en de huurder mede namens de

verhuurder verzocht de woning te verlaten.

Omdat de huurder dit weigerde, hebben Stich-

ting Woonpunt en Stichting Fokus in kort ge-

ding ontruiming van de woning gevorderd.

De voorzieningenrechter heeft de ontruimings-

vordering afgewezen. De zorgverleningsovereen-

komst tussen Stichting Fokus en de huurder was

weliswaar geëindigd, maar dat betekende niet

dat door dit enkele feit ook onmiddellijk de

huurovereenkomst was geëindigd. In de overeen-

komst was namelijk opgenomen dat de huurder

de huurovereenkomst binnen zes maanden na

het einde van de zorgverleningsovereenkomst

diende op te zeggen. Die termijn was nog niet

verstreken. Daarnaast waren Stichting Woon-

punt en de huurder overeengekomen dat de

beëindiging van de overeenkomst niet eerder

zou geschieden dan nadat Woonpunt de huurder

passende vervangende woonruimte zou hebben

aangeboden. Dat was evenmin gebeurd. Ontrui-

ming van de woning was bij deze stand van

zaken niet gerechtvaardigd, aldus de voorzienin-

genrechter.

Deze zaak maakt duidelijk dat het niet alleen

belangrijk is dát er een koppeling tussen de

zorg- en huurovereenkomst wordt opgenomen,

maar dat ook aandacht wordt besteed aan de

inhoud daarvan. Heeft de koppelbepaling het

gewenste effect?

cOnclusieWij adviseren bezitters van zorgvastgoed en/of

zorgverleners die gemengde zorgverlenings- en

huurovereenkomsten sluiten goed stil te staan bij

de inhoud daarvan. Is voldoende tot uitdrukking

gebracht dat het zorgelement overheerst en geen

recht op huurbescherming bestaat? Is de koppe-

ling tussen de zorgverlenings- en huurovereen-

komst voldoende duidelijk en heeft die het be-

oogde effect? Wij kijken graag met u mee. <

het Vriendenhuis en rookte (wiet) op zijn kamer.

Ondanks daarop herhaaldelijk te zijn aangespro-

ken, veranderde de bewoner zijn gedrag niet. Het

Vriendenhuis heeft de overeenkomst daarom op

20 maart 2018 met onmiddellijke ingang beëin-

digd en het slot van de kamer vervangen. De

bewoner was het hier niet mee eens en heeft in

kort geding nakoming van de verblijfsovereen-

komst gevorderd.

Zowel de voorzieningenrechter in eerste aanleg

als het Gerechtshof Den Haag hebben de vorde-

ring van deze bewoner afgewezen. Hoewel het

zorgelement niet met zoveel woorden in de

overeenkomst was opgenomen, overheerste het

zorgelement. Dat betekende dat de bewoner geen

beroep op huurbescherming toekwam. Het was

volgens het Hof duidelijk dat het Vriendenhuis

een organisatie is die mensen hulp biedt en hen

begeleidt naar een zelfstandig bestaan en met

enkel dat doel tijdelijk kamers beschikbaar stelt.

Het Hof vond het verder voldoende aannemelijk

dat de bewoner zich onaanvaardbaar had gedra-

gen waardoor het Vriendenhuis in redelijkheid

tot onmiddellijke beëindiging van de verblijfs-

overeenkomst heeft kunnen overgaan.

Dat het niet alleen belangrijk is om tot uitdruk-

king te brengen dat het zorgelement in de over-

eenkomst overheerst, maar ook de koppeling

tussen de huur- en zorgverleningsovereenkomst

nauwkeurig vast te leggen, volgt uit een recente

uitspraak van de Rechtbank Limburg.

zOrGelement Overheerst, maar vOOralsnOG Geen OntruiminGIn deze kwestie ging het om een rolstoelafhanke-

lijke huurder die sinds 1995 een zogenaamde

Fokus-woning van stichting Woonpunt huurde.

Dat is een aangepaste rolstoeldoorgankelijke

woning.

In de huurovereenkomst was opgenomen dat de

woning uitsluitend bestemd is voor de huisves-

ting van mensen met een ernstige lichamelijke

handicap die in en om de woning assistentie bij

de algemene dagelijkse levensverrichtingen

(ADL) nodig hebben én deze ADL-assistentie

ontvangen van Stichting Fokus. De huurover-

eenkomst was voorts gekoppeld aan de zorg-

dienstverleningsovereenkomst tussen de huurder

en Stichting Fokus. De huurder was namelijk

verplicht om de huur van de woning binnen zes

maanden op te zeggen en de woning te ontrui-

men als de dienstverleningsovereenkomst met

Stichting Fokus zou eindigen.

de verBliJfsOvereenkOmst van het vriendenhuisHet Vriendenhuis is een GGZ-instelling die

mensen met een psychiatrische achtergrond

begeleidt in hun herstelproces. Met een van haar

cliënten heeft het Vriendenhuis een verblijfs-

overeenkomst gesloten op grond waarvan de

cliënt in één van de kamers van de locatie in

Amsterdam mocht verblijven tegen een vergoe-

ding van ruim € 600,00 per maand.

De begeleiding van deze bewoner verliep helaas

moeizaam. De bewoner lapte de huisregels aan

zijn laars en ging niet in op uitnodigingen van

het Vriendenhuis om daarover in gesprek te

gaan. Zo was er sprake van een betalingsachter-

stand en intimiderend en agressief gedrag jegens

andere bewoners en personeel van het Vrienden-

huis. De bewoner gebruikte zonder toestemming

en overigens zonder geldig rijbewijs de auto van

FMT GEZONDHEIDSZORG 23

Page 22: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

huisvesting

FMT GEZONDHEIDSZORG24

pArTIculIere WoNINGBeZITTers sTIMulereN vOOR HET lEvENSlOOp-bESTENDIG MakEN vaN HuN wONING

Door: Jeanne Heijkers, Edwin J.M. Oberjé en

Ramon Daniëls, Zuyd Hogeschool

De term levensloopbestendig wonen

wordt steeds vaker gebruikt. Een le-

vensloopbestendige woning heeft

voorzieningen die het mogelijk maken om in de

thuissituatie veilig en comfortabel oud te wor-

den. Voorbeelden van voorzieningen in levens-

loopbestendige woningen zijn verlaagde drem-

pels, een slaapkamer en badkamer op de begane

grond, een aangepaste keuken of badkamer,

domotica, een traplift of zelfs een extra ruimte in

huis waar een familielid woont die mantelzorg

behoeft. Door deze voorzieningen wordt voor-

komen dat burgers moeten verhuizen vanwege

ouderdom of een fysieke beperking. Het welzijn

van burgers wordt daarmee gewaarborgd. Bo-

vendien laat eerder onderzoek zien dat de valin-

cidentie met 30 tot 40 procent kan afnemen

indien woningen levensloopbestendig zijn.

pOsitieve denkBeelden Over levens-lOOpBestendiG WOnenOver het algemeen hebben burgers een positieve

houding ten aanzien van levensloopbestendig

wonen. Uit het onderzoek van Zuyd Hogeschool

in Horst aan de Maas komt naar voren dat bur-

gers een levensloopbestendige woning vooral als

veilig en comfortabel zien. Ten eerste vinden

burgers het een aantrekkelijk idee dat zij onbe-

zorgd thuis kunnen blijven wonen zonder dat

beperkingen in gezondheid hierin een belemme-

ring vormen. Daarnaast wordt het hebben van

bijvoorbeeld een inloopdouche, bredere deuren

en domotica gezien als comfortabel, en bevor-

dert met name domotica het gevoel van veilig-

heid. Burgers associëren met name domotica

niet met ouderdom. Tot slot vinden burgers het

een groot voordeel dat zij in hun vertrouwde

ouderen willen het liefst zo lang

mogelijk zelfstandig thuis blijven

wonen. daarnaast sluit de overheid

steeds meer verpleeghuizen om de

gezondheidszorg betaalbaar te

houden. Het is daarom belangrijk

dat particuliere woningbezitters

investeren in levensloopbestendig-

heid van hun woning. particuliere

woningbezitters zijn echter onvol-

doende bereid hiertoe. Zeker niet

op een relatief jonge leeftijd. Zuyd

Hogeschool heeft in samenwerking

met de Gemeente Horst aan de Maas

en een aantal lokale ondernemers

onderzocht waarom particuliere

woningbezitters niet investeren in

levensloopbestendigheid van hun

woning en hoe ze gestimuleerd kun-

nen worden om dit wél te doen.

pas wanneer fysieke beperkingen optreden die dagelijkse activiteiten onmogelijk maken (bijvoorbeeld traplopen of het evenwicht behouden in de badkamer), dan wordt investeren in woningaanpassingen een optie.

Page 23: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 25

sociale omgeving kunnen blijven wonen. De

woonplek is immers zorgvuldig uitgekozen en

hangt samen met aanwezigheid van familie en

vrienden, de binding met het dorp, en de bereik-

baarheid van winkels, school of werk. Burgers

willen daarom liever niet verhuizen en worden

daarom bij voorkeur oud in de eigen (levens-

loopbestendige) woning.

OnvOldOende Bereidheid Om te investerenOndanks de positieve denkbeelden lijken bur-

gers echter beperkt bereid om te investeren in

levensloopbestendigheid van hun woning. Uit

het onderzoek is gebleken dat hier een aantal

redenen voor is. De belangrijkste reden is dat

burgers zich nog vitaal voelen en niet de nood-

zaak zien van woningaanpassingen. Pas wanneer

fysieke beperkingen optreden die dagelijkse

activiteiten onmogelijk maken (bijvoorbeeld

traplopen of het evenwicht behouden in de

badkamer), dan wordt investeren in woningaan-

passingen een optie. Er wordt tevens nog vaak

gedacht dat er te zijner tijd een verhuizing kan

plaatsvinden of dat de gemeente financieel on-

dersteunt bij aanpassingen. Een verbouwing op

late leeftijd kan echter een te grote impact heb-

ben op het dagelijks leven. Burgers hebben na-

melijk het idee dat een verbouwing op late leef-

tijd veel stress veroorzaakt en dat het

verbouwingsproces een te grote en ongewenste

impact heeft op hun dagelijks leven.

Tevens geven burgers aan dat zij het vermoeden

hebben dat de waarde van hun woning daalt

door de woningaanpassingen, omdat zij het idee

hebben dat levensloopbestendige woningen niet

aantrekkelijk zijn voor potentiële kopers. Deze

mogelijke kapitaalsvernietiging is een directe

reden om niet te investeren in woningaanpassin-

gen. Bovendien willen sommige woningbezitters

hun woning in de oude (niet-levensloopbesten-

dige) staat behouden, zodat de woning passend

is voor hun kinderen die doorgaans de eerste

erfgenaam zijn.

OndersteuninG BiJ de investerinGsBeslissinGBurgers geven aan dat zij graag meer informatie

willen over woningaanpassingen en levensloop-

bestendig wonen. Zij gaan bij voorkeur zelf op

zoek naar informatie over levensloopbestendig

wonen en hoe zij hun woning aan kunnen pas-

sen. Men verwacht deze informatie te vinden in

bronnen zoals het internet en sociale media,

maar ook door het bezoeken van informatie-

avonden. Het belang van vrijblijvendheid van

deze informatie staat voorop. De gemeente zou

een algemeen informatiepunt moeten aanbie-

den. Burgers geven daarnaast aan dat zij de

mogelijkheid moeten hebben om ondersteuning

te ontvangen van onafhankelijke adviseurs, zoals

de ergotherapeut. Maar ook attent gemaakt

willen worden bij de huisarts, door de (wijk)

verpleegkundige en de ouderenadviseur.

Bedrijven die bij een volgende stap in beeld

komen dienen burgers te informeren over le-

vensloopbestendigheid. Hierbij werden de aan-

nemer, de architect, het bouwbedrijf, de installa-

teur, de makelaar, en de hypotheekverstrekker

genoemd. Uiteindelijk is het dus belangrijk dat

lokale overheden in het ondersteunen bij de

investeringsbeslissing samenwerken met lokale

MKB’ers. Burgers verwachten dat zij hun dien-

sten integraal aanbieden, hierin onderling goed

samenwerken, en één aanspreekpunt bieden.

Verder vinden burgers van belang dat de bedrij-

ven goede service verlenen, kundig zijn, en vol-

doende keuzemogelijkheden bieden.

kOrtOmSamenvattend lijkt er een kloof te bestaan tussen

de positieve denkbeelden over levensloopbesten-

dig woning en de bereidheid om te investeren.

Veel burgers hebben aangegeven dat zij eigenlijk

nog niet bezig zijn met levensloopbestendig

wonen. Zij verwachten hier pas over na te gaan

denken wanneer hun lichamelijke gezondheid

tot woonbeperkingen leidt. Daarnaast leeft

onder de oudste generatie nog altijd het beeld

dat de overheid ‘voor de burgers zorgt’. Het lijkt

echter niet verstandig om te wachten totdat

fysieke beperkingen optreden. De overheid heeft

vanzelfsprekend het doel om het welzijn van

burgers te bevorderen, maar overheden zullen

nog maar beperkt aanpassingen in de woning

vergoeden. De overheid zal eerder geneigd zijn

om de voordelen van levensloopbestendig wo-

nen te benadrukken om particuliere woningbe-

zitters te stimuleren tot investeringen in levens-

loopbestendig wonen, en lijkt in te zetten op

leningen. Hierdoor wordt de eigen regie en

onafhankelijkheid van de burger gestimuleerd.

Het vermoeden van particuliere woningbezitters

dat hun woning in waarde daalt na levensloop-

bestendige aanpassingen lijkt deels ongegrond.

Uit een eerder onderzoek onder makelaars is

namelijk gebleken dat een levensloopbestendige

woning mogelijk in waarde stijgt. Met name in

provinciale gebieden waar burgers meer behoef-

te hebben om oud te worden in hun eigen woon-

omgeving dan in stedelijke gebieden waar rela-

tief weinig ouderen wonen. Makelaars die huizen

verkopen in provinciale gebieden geven zelfs aan

dat levensloopbestendige woningen ‘als zoete

broodjes over de toonbank gaan’ en dat de wo-

ningwaarde juist stijgt door de toenemende

vraag hiernaar.

Ons advies aan gemeenten luidt dat zij een facili-

terende rol dienen te vervullen om particuliere

woningbezitters te stimuleren om te investeren

in levensloopbestendigheid. Daarbij is het ver-

standig ook een jongere doelgroep (40-60 jaar)

aan te spreken; deze groep kan levensloopbesten-

digheid bij verbouwingen en verhuizingen reali-

seren. Gemeenten kunnen een onafhankelijk

adviseur aanstellen die zonder winstoogmerk

een kosteloos advies kan geven aan particuliere

woningbezitters over levensloopbestendig wo-

nen. Het is daarbij van belang dat een vertrou-

wensband met particuliere woningbezitters

wordt opgebouwd en dat zij vrijblijvend infor-

matie kunnen krijgen. Indien particuliere wo-

ningbezitters een investering in levensloopbe-

stendig wonen overwegen, dan is het belangrijk

dat een integrale dienst wordt aangeboden waar-

bij MKB’ers samenwerken om een advies-op-

maat te geven.

In de gemeente Horst aan de Maas loopt mo-

menteel een project om particuliere woningbe-

zitters te stimuleren om te investeren in levens-

loopbestendigheid van hun woning. Het project

wordt primair uitgevoerd door een consortium

van twee MKB-ondernemingen (ComfortCre-

ators en Droomwoonen), de gemeente Horst aan

de Maas en Zuyd Hogeschool; in samenwerking

met negen andere lokale MKB-ondernemingen,

zoals een makelaar, een installateur, een ergothe-

rapeut en een opiniepeiler. Informatie over het

project is te vinden op de website www.levens-

loopbestendigwonenlimburg.nl. Het project is

uniek omdat initiatief is genomen door lokale

MKB’ers die het belang van samenwerking zagen

om particuliere woningbezitters te stimuleren

om hun woning aan te passen tot een levens-

loopbestendige woning. Bij voorkeur nog op een

relatief jonge leeftijd. <

Page 24: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

management

FMT GEZONDHEIDSZORG26

is en veel van de organisatie vraagt is wellicht al

bekend. Een recent uitgevoerd project geeft een

verfrissend contrast weer van de implementatie

van een OBS in de ziekenhuiswereld. Hierbij

ging het niet om het implementeren een geheel

systeem, maar om een specifieke module (lees:

subonderdeel van het systeem). Deze module lag

lang buiten de focus van het initiële project en

diende, in een tijdsbestek van 4 dagen, handma-

tig toegevoegd en ingericht te worden.

Om de tijd effectief te gebruiken, en dus wacht-

tijden op beslissingen te minimaliseren, heeft

Promaint aangedragen om te werken volgens de

principes van ‘Scrum-projectmanagement’.

prOJectaanpak vOlGens scrumScrum is een flexibele manier die al langer wordt

ingezet om in de software-industrie producten te

ontwikkelen. Er wordt gewerkt met één team, die

middels korte ‘sprints’ werkende producten

oplevert. Oftewel, er worden vele kleine stapjes

genomen waarna deze getest worden waardoor

er meerdere kleine successen worden geboekt. Je

gaat dus niet uit van een groot vooropgezet plan

succesvolle manier te implementeren. Tijdens de

implementatie van een dergelijk systeem worden

er mensen aangetrokken en vrijgemaakt en loopt

het project als een ‘olievlek’ door de organisatie.

Al snel worden er stuurgroepen opgezet om het

toch wel grote en complexe project intern nog te

kunnen beheren. Door het gebrek aan gebrui-

kers ervaring met het geselecteerde systeem

wordt tijdens de implementatie vaak voor het

implementatieteam pas goed duidelijk wat de

mogelijkheden en onmogelijkheden van het

aangeschafte systeem zijn. Het kost veel tijd om

tijdens het implementatietraject al deze kennis

op te doen en te vertalen naar de gewenste in-

richting van het nieuwe systeem, en dan is er nog

niet gesproken over de tijd die het kost om het

project vele malen op de nieuwe inzichten bij te

sturen. Dit zorgt ervoor dat de deadline van de

‘livegang’ steeds dichterbij komt en niet tijdig

een functionerend systeem aanwezig is om de

o-zo belangrijke testfase van het systeem te

doorlopen!

Dat een FMIS- of OBS-implementatie complex

steeds meer organisaties krijgen te

maken met een toename van com-

plexiteit en een constante vraag

naar borging en optimalisatie van de

bedrijfsprocessen. om deze proces-

sen te borgen is de inzet van een

Facilitair Management Informatie

systeem (FMIs) of een onderhouds-

beheerssysteem (oBs) een beproefd

middel.

eFFIcIëNTe IMpleMeNTATIe vaN HET FMIS OF ObS MET ScRuM

Door: Promaint

Het implementeren van een dergelijk

beheerssysteem is echter een lastige en

complexe opgave. Veel organisaties

gaan in eerste instantie zelfstandig of met de

leverancier van het systeem enthousiast aan de

slag met de implementatie. Door de grote onbe-

kendheid met dergelijke systemen blijken de

implementatietrajecten vaak risicovol en is suc-

ces niet gegarandeerd. Om dit proces te verbete-

ren heeft Promaint de Scrum-aanpak binnen de

implementatie van beheerssystemen geïntrodu-

ceerd. Scrum is een projectaanpak waarbij het

traject is onderverdeeld in meerdere stappen.

Met iedere stap wordt direct resultaat geboekt en

wordt het inzicht in het gewenste eindresultaat

steeds verder vergroot. De ervaring hierbij is dat

deze Scrum-aanpak de doorlooptijd verkort en

tevens leidt tot een beter eindresultaat.

de praktiJkDe hoofd technische dienst krijgt vaak de (bij)

taak om een nieuw FMIS of OBS ‘even’ en op een

Page 25: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 27

de teamleden direct betrokken en gemotiveerd

omdat er op korte termijn resultaten worden

geleverd.

Om Scrum in de praktijk te brengen werd er een

multidisciplinair team gevormd. Zowel met

interne betrokkenen die weten waar het systeem

aan moet gaan voldoen, als met een externe

maintenance consultant die deze doelen met het

team vertaalde naar de inrichting van het sys-

teem. Eventuele openstaande discussiepunten

werden verzameld en vervolgens, met onderbou-

wing van de verschillende oplossingsmogelijkhe-

den, periodiek voorgelegd aan het team. Op deze

manier kon het team snel en geïnformeerd een

keuze maken. Pas wanneer de oplossing niet

binnen de functionaliteiten van het systeem kon

worden gerealiseerd werden deze voorgelegd aan

de leverancier van het FMIS. Ook kon het team

al delen van het systeem testen tijdens de inrich-

ting, waardoor er adequaat bijgestuurd kan

worden waar nodig.

Scrum blijkt niet langer alleen een methodiek

vanuit het rugby om met het hele team de bal de

juiste kant op te krijgen, maar een ware project-

aanpak. Met behulp van Scrum kon het project-

en ontwerp van je uiteindelijke ‘ultieme’ FMIS,

maar je omarmt de veranderingen die gaan

komen, bijvoorbeeld door nieuwe inzichten

tijdens het traject. Na elke sprint kun je bijstu-

ren. Dit in tegenstelling tot het vooraf specifiek

bepalen van het einddoel, daarna legio aan werk

verzetten om er uiteindelijk achter te komen dat

het resultaat alsnog te kort schiet.

Scrum wordt vaak gebruikt bij producten waarvan

de klant c.q. gebruiker nog niet goed weet wat het

systeem kan en waarbij men al doende leert om de

eisen en wensen beter te vertalen naar de gewenste

inrichting van het systeem. (Bron: Wikipedia)

De eindgebruiker weet meestal prima waar het

systeem na de inrichting aan moet voldoen.

Echter is er vaak onvoldoende kennis om deze

doelen te vertalen naar de inrichting van het

systeem en dan ook nog eens binnen de stan-

daard mogelijkheden van het pakket en met een

inrichting die leidt tot een efficiënte werkwijze

op de vloer. Met de Scrum-aanpak kan er voort-

varend te werk worden gegaan met een project,

er hoeft immers geen maanden nagedacht te

worden over het eindresultaat. Hierdoor blijven

team onder begeleiding van Promaint, met mini-

male wachttijden een werkende FMIS-module

opleveren in slechts vier dagen.

cOnclusieDit artikel is slechts gebaseerd op een kleinscha-

lige pilot, maar de strategie van het werken in

korte sprints waarbij ook resultaten opgeleverd

dienen te worden, heeft zeker toegevoegde waar-

de tijdens het FMIS-implementatietraject. De

wisselwerking tussen de klant (denkt vanuit de

processen die het systeem dient te ondersteu-

nen), leverancier (denkt IT-technisch) en in dit

geval een maintenance consultant (met algeme-

ne kennis van de processen in combinatie met

kennis en ervaringsgegevens van het systeem)

zorgt ervoor dat er met een dergelijke aanpak

snel resultaat is geboekt en dat de krappe dead-

lines zijn gehaald.

Promaint heeft ervaring bij verschillende klanten

met het ondersteunen bij de FMIS-implementa-

tie. Vanuit de ervaring opgedaan in eerdere

trajecten wordt er een praktische en toepasselijke

aanpak gehanteerd om trajecten zo optimaal

mogelijk te ondersteunen. <

Een scan met betrekking tot de

mogelijkheden voor de implementatie

van een KPI dashboard

voor de maintenance afdeling.

a Van Heemstraweg West 2A, 5301 PA Zaltbommel

t 088-7766246

w www.promaint.nl

e [email protected]

Een scan met betrekking tot de

mogelijkheden voor de implementatie

van een KPI dashboard

voor de maintenance afdeling.

a Van Heemstraweg West 2A, 5301 PA Zaltbommel

t 088-7766246

w www.promaint.nl

e [email protected]

Een scan met betrekking tot de

mogelijkheden voor de implementatie

van een KPI dashboard

voor de maintenance afdeling.

a Van Heemstraweg West 2A, 5301 PA Zaltbommel

t 088-7766246

w www.promaint.nl

e [email protected]

Uw partner voor optimalisatie van onderhoud in de zorg

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Promaint BV ● T 088 77 66 246 ● [email protected] ● www.promaint.nl

Assetmanagement

Contractmanagement en -optimalisatie

Risicomanagement

Advisering & begeleiding van aanbestedingstrajecten

Kwaliteitsborging volgens NIAZ, ISO en JCI

Optimalisatie gebruik Ultimo, Planon en Topdesk

Investerings- en exploitatiebegroting

Meerjaren onderhoudsplan

Calamiteitenplan

Gebruikerstraining onderhoudsbeheersystemen

Procesoptimalisatie KPI’s en dashboards

Page 26: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

technologie

FMT GEZONDHEIDSZORG28

Technologische oplossingen (domotica)

kunnen ouderen in staat stellen langer

zelfstandig te blijven wonen. Toch staat

de toepassing ervan nog in de kinderschoenen.

De rijksoverheid, gemeenten, thuiszorgorganisa-

ties en woningcorporaties worstelen met een

aanbod aan domotica waarbij het nog niet dui-

delijk is hoe die kan worden ingezet. Verder

weten ouderen niet wat domotica hen kan bie-

den. Als zij niet weten

wat domotica kan

bieden dan zullen zij

die uiteraard niet gaan

aanschaffen en gebrui-

ken. Bovendien hebben

senioren vaak de voor-

ingenomen mening dat technologie te ingewik-

keld voor hen is. Om dit denkbeeld te doorbre-

ken moet inzichtelijk worden gemaakt hoe

domotica kan voorzien in behoeften. In dit

onderzoek zijn aan de vraagzijde behoeften en

aan de aanbodzijde domoticatoepassingen syste-

matisch gekoppeld. De gebruiker is dan daad-

werkelijk het startpunt en staat centraal in het

selectieproces van domotica.

BehOeften vs dOmOticaHet toepassen van domotica moet geen doel op

zich zijn. Het gaat om de zoektocht naar de

balans tussen technologie en de gebruiker. Het

Person-Environment fit

model leert ons dat er

een fit moet zijn tussen

de gebruiker en zijn

omgeving (Kahana,

1975). In de context

van domotica (zie

figuur 1) betekent dit een fit tussen de gebruiker

en de domoticatoepassingen in de woonomge-

ving. Domotica moet een toegevoegde waarde

hebben. Er moeten (meerdere) behoeften van de

gebruiker vervuld worden. Daarnaast moet de

veel ouderen hebben de wens om

in hun eigen vertrouwde woning

en woonomgeving oud te worden.

Zij wonen hier vaak al meer dan

twintig jaar. Wanneer een behoefte

aan zorg ontstaat kan zelfstandig

wonen moeilijk worden. Toch willen

zij ook dan het liefst thuis oud

worden (van Iersel & leidelmeijer,

2010). Het aanpassen van de eigen

woning (traplift, verwijderen

dorpels e.d.) kan tot op zekere

hoogte uitkomst bieden. Maar door

de vergrijzende samenleving, het

overheidsbeleid gericht op langer

zelfstandig wonen en het dreigende

tekort aan zorgpersoneel zijn

nieuwe oplossingen noodzakelijk.

Door: Ir. Joël Fliek*

lANGer ZelFsTANdIG WoNeN MET bEHulp vaN DOMOTIca

de auteur van dit artikel Joël fliek is sinds april 2018 werkzaam bij rO groep als adviseur zorg & domotica.

“Organisaties worstelen met een aanbod aan domotica waarbij het

nog niet duidelijk is hoe die kan worden ingezet”

Page 27: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 29

re toepassingen moeten ook meegenomen wor-

den. Een modern domoticapakket van verbon-

den intelligente apparaten kan de oudere

gebruiker in staat stellen om veilig, comfortabel,

zelfstandig, energiebewust en gezond in de wo-

ning te blijven wonen. Dit moet het doel zijn bij

de inzet van domotica. In dit onderzoek is een zo

volledig mogelijk overzicht gemaakt van potenti-

eel nuttige domoticatoepassingen. Bij de selectie

zijn enkele criteria gehanteerd, namelijk: de

toepassing moet gekoppeld kunnen worden met

andere apparaten, draadloos toepasbaar zijn,

breed verkrijgbaar zijn en moet een aantoonbare

toegevoegde waarde kunnen hebben voor een

zorgbehoevende senior. Door het bezoeken van

domoticabeurzen en literatuur is een classificatie

en inventarisatie van domotica gemaakt. Tabel 1

toont het overzicht van vijftig potentieel nuttige

domoticatoepassingen verdeeld over vijf catego-

rieën.

afstemmen BehOeften en dOmOticaAls vraag en aanbod afzonderlijk van elkaar zijn

geïnventariseerd dan schrijft de methode USE

voor om een koppeling te maken tussen behoef-

ten en de omgeving (in dit onderzoek domotica)

(Heijs, 2007). Domotica moet aansluiten op

woon- en zorgbehoeften en de gebruiker moet

de vaardigheden bezitten om domotica correct

te kunnen gebruiken. Deze strikte scheiding

tussen vraag en aanbod maakt het mogelijk om

behoeften en domotica op elkaar af te stemmen

in matrices. Het doel van de afstemming is om te

komen tot een onderbouwd overzicht van bruik-

bare domoticatoepassingen. De gebruiker en

hun behoeften zijn het uitgangspunt, domotica

een bron van potentiële oplossingen. In matrices

Een ander uitgangspunt van de methode USE is

dat alle doelgroepen (die een rol spelen in het

woon- en zorgproces) moeten worden onder-

zocht. Niet alleen de zorgbehoevende oudere

maar ook anderen kunnen voordeel hebben bij

domotica in de woning. Het sociale netwerk is in

figuur 2 schematisch weergegeven. In figuur 2

zijn vier unieke doelgroepen beschreven (zorg-

behoevende ouderen, huishoudelijke hulpverle-

ners, verpleegkundigen en thuisbegeleiders). In

dit onderzoek zijn de behoeften van zorgbehoe-

vende ouderen en zorgverleners uitgewerkt.

Door ouderen en zorgverleners te bevragen naar

hun woon- (bezoek) en zorgproces zijn behoef-

ten achterhaald. Uit literatuur en interviews zijn

131 behoeften van zorgbehoevende ouderen en

145 behoeften voor zorgverleners opgespoord.

dOmOtica (aanBOd)Al langere tijd bestaat het idee dat domotica van

waarde kan zijn voor zorgbehoevende ouderen.

Vanuit deze gedachte is de afgelopen twintig jaar

veel domotica met een zorgdoel ontwikkeld. Uit

de evaluatie van deze projecten blijkt dat het

overgrote deel van de toepassingen heeft gefaald

om in hun doel te voorzien (Aldrich, 2003). De

belangrijkste les is dat ouderen niet zitten te

wachten op technologie met enkel een zorgdoel.

Ouderen willen niet bestempeld worden als

zorgbehoevend, afhankelijk en kwetsbaar. Zij

zien zichzelf als zelfstandig, zelfredzaam en

willen regie behouden over hun eigen leven.

Domotica moet hen hiertoe in staat stellen

(Mohammadi, 2010). In recent onderzoek is

aangetoond dat domotica met enkel een zorg-

doel maar slechts in circa 20 procent van de

behoeften van ouderen kan voorzien (Brink,

2013). Dus domotica moet meer zijn dan enkel

een persoonsalarmering, medicijndispensers,

dwaaldetectie en andere zorgoplossingen. Ande-

gebruiker de vaardigheden bezitten om domo-

tica correct te gebruiken.

GeBruikersBehOeften (vraaG)Om behoeften aan de vraagzijde te inventarise-

ren is gebruik gemaakt van de uitgangspunten

van de methode User Needs by Systematic Ela-

boration [USE] van Heijs (2007). Deze aan de

Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelde

methode koppelt behoeften aan het achterlig-

gende gebruiksproces. Géén directe vragen naar

wensen, eisen of voorkeuren, maar vragen naar

het alledaagse gebruiksproces; in dit onderzoek

het woon- (bezoek) en zorgproces. Om behoef-

ten systematisch te onderzoeken zijn deze onder-

verdeeld in vier clusters, namelijk; fysiologisch,

sociaal, psychologisch en functioneel. Dit onder-

zoek heeft er een vijfde cluster (specifieke zorg-

behoeften) aan toegevoegd. Volgens de methode

USE vertegenwoordigt een behoefte een doel in

het gebruiksproces, zoals privacy, thermisch

comfort, indirect sociaal contact of veilig zijn.

Aan deze abstracte doelen zijn activiteiten ge-

koppeld. Bijvoorbeeld, om in het doel aan pri-

vacy te voorzien benoemen ouderen activiteiten

zoals zich kunnen afzonderen van anderen,

controle hebben over sociale interacties en de

inkijk in de woning kunnen controleren.

Woon- en zorgbehoeften

Gebruiker van domotica

Relatie gebruiker en domotica uitgelegd a.d.h.v. P-E Fit model (Kahana, 1975)

Vaardigheden metdomotica

Domotica-toepassingen

Woonomgeving

Welzijn en gedrag

(correct) Gebruikvan de technologie

Figuur 1

Figuur 2

ZorgbehoevendeSenior

Partner Mantelzorger

HuishoudelijkeHulpverlener

Thuisbegeleider /specialist dementie

Hulp bij hethuishouden

Hulp bij persoonlijkeverzorging

Verlenen van zorg

Persoonlijkeverzorger

Verpleegkundige

Verrichtenvan medischehandelingen

Het bieden vanbegeleiding enondersteuning

Problemen bij het dagelijks functioneren

Informele zorg:Sociaal netwerk

Formele zorg:Professionele zorg en ondersteuning

Doel: zelfstandig wonenzorgbehoevende senior

Doelgroep 1 Doelgroep 2 Doelgroep 4Doelgroep 31

2 3 4

+

Huisarts, fysioergotherapeut

1e lijnszorg

figuur 1: aangepaste p-e fit model in de context van domotica.

figuur 2: doelgroepen die een rol spelen bij het woon- en zorgproces van de licht zorgbehoevende oudere.

Woon- en zorgbehoeften

Gebruiker van domotica

Relatie gebruiker en domotica uitgelegd a.d.h.v. P-E Fit model (Kahana, 1975)

Vaardigheden metdomotica

Domotica-toepassingen

Woonomgeving

Welzijn en gedrag

(correct) Gebruikvan de technologie

Figuur 1

Figuur 2

ZorgbehoevendeSenior

Partner Mantelzorger

HuishoudelijkeHulpverlener

Thuisbegeleider /specialist dementie

Hulp bij hethuishouden

Hulp bij persoonlijkeverzorging

Verlenen van zorg

Persoonlijkeverzorger

Verpleegkundige

Verrichtenvan medischehandelingen

Het bieden vanbegeleiding enondersteuning

Problemen bij het dagelijks functioneren

Informele zorg:Sociaal netwerk

Formele zorg:Professionele zorg en ondersteuning

Doel: zelfstandig wonenzorgbehoevende senior

Doelgroep 1 Doelgroep 2 Doelgroep 4Doelgroep 31

2 3 4

+

Huisarts, fysioergotherapeut

1e lijnszorg

tabel 1: Overzicht van domoticatoepassingen die mogelijk ouderen kunnen ondersteunen zelfstandig te blijven wonen.

Page 28: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

kelt. Preventief brand voorkomen, in plaats van

reactief brand constateren zoals bij toepassing

van een (slimme) rookmelder het geval is. Een

ander voorbeeld is om slimme verlichting in te

zetten om contrasten tussen voorwerpen/ruim-

ten beter zichtbaar te maken zodat het risico op

vallen/struikelen kan worden beperkt. Voor

zover ons bekend is dit het eerste onderzoek dat

met deze diepgang behoeften en domotica op

elkaar heeft afgestemd. Het is nu mogelijk om de

gebruiker inzicht te verschaffen in de mate en de

wijze waarin domotica van meerwaarde kan zijn

bij het vervullen van behoeften. Verder toont

acceptatieonderzoek aan dat voor (langdurig)

gebruik domotica moet aansluiten op behoeften/

dagelijkse activiteiten van de gebruikers (Spon-

selee, 2013).

Onvervulde BehOeften = tOekOmstiGe dOmOtica?Bij de afstemming is geconstateerd dat een aantal

behoeften nog niet vervuld kan worden door

domotica. De ‘lege vakken’ in de matrices. Negen

clusters van behoeften zijn aangemerkt als kans-

rijk voor de ontwikkeling van toekomstige do-

motica. Een van deze is bijvoorbeeld het medica-

tieproces. Het medicatieproces is vaak complexer

dan enkel het toedienen van pillen, waarvoor een

medicijndispenser een oplossing kan zijn. Vaak

bestaat het medicatieproces ook uit smeerbare,

vloeibare en andere medicatievormen. Een toe-

passing die rekening houdt met het volledige

medicatieproces bestaat nog niet, maar kan wel

voorzien in een aantal onvervulde behoeften.

cOnclusieMet dit onderzoek is geprobeerd om het gat

tussen de gebruiker (vraag) en domotica (aan-

bod) te overbruggen. De matrices maken het in

is uitgewerkt of domotica een behoefte (deels)

kan vervullen, de behoefte mogelijk negatief

beïnvloedt of de behoefte niet kan vervullen. Een

voorbeeld van een matrix is schematisch weerge-

geven in tabel 2.

De 131 behoeften van zorgbehoevende ouderen

en 145 van zorgverleners zijn getoetst aan de

vijftig domoticatoepassingen. De potentiële

interacties zijn beoordeeld en er is in detail

beschreven op welke wijze domotica een behoef-

te wel of niet kan vervullen. Met behulp van de

matrices kan een afweging worden gemaakt over

het nut en de noodzaak van domotica. De ge-

vonden resultaten tonen concreet en gedetail-

leerd de wijze waarop domotica een ondersteu-

nende functie kan hebben bij het zelfstandig

wonen. Zo kan bij vergeetachtige ouderen een

hittemelder in de keuken worden toegepast die

verbonden is aan een elektriciteit- of gasafslui-

ting en bij het overschrijden van een drempel-

waarde (oftewel dreigende brand) het gas of

elektriciteit in de keuken automatisch uitscha-

de toekomst wellicht mogelijk een maatwerk

domoticapakket samen te stellen dat een indi-

vidu in staat stelt om langer zelfstandig te blijven

wonen. Dit onderzoek kan aanleiding zijn voor

het ontwikkelen van een ‘domotica keuzehulp’

om ouderen of zorgorganisaties te assisteren bij

het selectieproces van domotica. Niet de techno-

logie maar de gebruiker staat hierbij centraal.

Een goede motivering om domotica toe te pas-

sen moet leiden tot een bredere acceptatie en

langdurig gebruik. De rijksoverheid, gemeenten,

thuiszorgorganisaties, woningcorporaties of

ouderen/familie kunnen de matrices gebruiken

voor het samenstellen van een domoticapakket

voor de eindgebruikers (de zorgbehoevende

oudere, mantelzorgers en zorgverleners). De

sleutel voor het opschalen van de toepassing van

domotica ligt bij het begrijpen wat de gebruiker

écht nodig heeft om zelfstandig te blijven wonen.

BrOnvermeldinGAldrich, F. (2003). Smart Homes: Past, Present

and Future. In R. Harper, Inside the smart home

(pp. 17-39). London: Springer Verlag London

Limited.

Brink, M. (2013). Future-Proof Platforms for

aging-in-place. Eindhoven (Dissertatie): Techni-

sche Universiteit Eindhoven.

Heijs, W. (2007). User needs analysis and bridging

the application gap. In E. Edgerton, O. Romice, &

C. Spencer, Environmental Psychology: Putting

research into practice (pp. 30-43). Cambridge,

United Kingdom: Cambridge Scholars Publishing.

Kahana, E. (1975). A Congruence model of Per-

son-Environment interaction. In P. Widley, T.

Byerts, & E. Ernst, Theoratical Development in

Environments for Aging (pp. 181-214). Washing-

ton D.C.: Gerontological Society.

Mohammadi, M. (2010). Empowering seniors

through smart homes: Integrating Intelligent

technology in senior citizens’ homes by merging

the perspectives of demand and supply. Eindhoven

(Dissertatie): Technische Universiteit Eindhoven.

Sponselee, A. (2013). Acceptance and Effectiveness

of telecare services from the End-User perspective.

Eindhoven (dissertatie): Technische Universiteit

Eindhoven.

van Iersel, J., & Leidelmeijer, K. (2010). Ouderen

op de Woningmarkt: nieuwe generatie andere

wensen en eisen. Den Haag: Ministerie van Volks-

huisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube-

heer.

technologie

FMT GEZONDHEIDSZORG30

* Over de auteur: Joël Fliek studeerde in november 2017 af bij de leerstoel Real Estate Management & Development. De scriptie is tot stand gekomen in samen­werking met RO groep. Vanuit RO groep is deze scriptie begeleid door Ir. Jos Severijns en vanuit de universiteit door Dr. Wim Heijs en Ir. Stephan Maussen. Joël Fliek is sinds april 2018 werkzaam bij RO groep als adviseur Zorg & Domotica. In deze rol zal hij de kennis uit zijn scriptie in de praktijk gaan brengen en zorgor­ganisaties begeleiden bij de selectie van domotica voor de gebruiker(s).

tabel 2: schematische weergave afstemming domotica en behoeften.

Page 29: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 31

eeN ZoekTocHT NaaR bEwIjSMaTERIaal

Het zelfstandig wonen dient ‘breed’ ingebed te

zijn in de context van de fysieke, sociale en tech-

nologische omgeving. We hebben hier te maken

met een nieuw cross-disciplinair gebied, waarbij

nieuwe methoden en aanpakken vereist zijn om

blijvende veranderingen te kunnen bewerkstelli-

gen. Het vergt ruimte om dit fenomeen grondig

en langdurig te kunnen monitoren en begelei-

den.

Daarom bepleit ik vooralsnog een bedachtzame

aanpak bij de implementatie van technologie in

het woonzorgdomein.

Door de langetermijneffecten van slim wonen op

de persoonlijke, organisatorische en financiële

niveau’s in deze livinglabs te bestuderen, willen

wij respectievelijk de empowerment, effectiviteit

en efficiëntie van het wonen (met zorg) verho-

gen en de bestuurders van aangesloten organisa-

ties voorzien van ‘evidence-based’ houvasten

voor het beleid binnen hun organisatie.

Hieronder beschrijven wij in het kort enkele

voorbeelden uit drie van deze living labs.

>>>>>>>

De bouw- en zorgsector zijn in bewe-

ging. Deze ontwikkelingen hebben

logischerwijs ook invloed op de ont-

wikkelingen binnen het zorgvastgoed. Kijkend

naar uiteenlopende initiatieven binnen beide

sectoren op dit gebied kunnen we concluderen:

waar vroeger de verschillende types van zorgver-

lening zoals semi- en transmurale zorg, het

uitgangspunt vormden voor woonvormen, lijken

vandaag de dag sociale en technologische ont-

wikkelingen de doorslaggevende factor te zijn.

Nu wordt meer gekeken naar de persoonlijke

omstandigheden van mensen, bijvoorbeeld in

welke fase van ziekte ze verkeren, wat ze wel

kunnen en wat de gezinsomstandigheden van de

persoon zijn. We zien steeds in diverse vormen

en fases van zorg meer ontwikkelingen ontstaan

richting zelfstandiger wonen. ‘Hospital at home’,

particuliere verpleegshuizen, gestippeld wonen

en zorghotels zijn hier voorbeelden van.

Ondanks de toenemende diversiteit en hoeveel-

heid initiatieven zijn we in beide sectoren, zorg

en bouw, vaak gericht op snel toepasbare korte-

termijnresultaten. De aandacht gaat hierbij uit

naar het voldoen aan de gestelde normen en de

kwaliteit wordt vaak niet gemeten; teveel wordt

gekoerst op grond van hypotheses, verwachtin-

gen en percepties.

Daarom voeren wij, in samenwerking met een

negental organisaties bestaande uit woningcor-

poraties, zorginstellingen en lokale overheden,

onderzoeken en experimenten uit om in het

grijze gebied tussen perceptie en realiteit, tussen

waarheid en mythe meer helderheid te brengen.

We noemen deze samenwerkingsverbanden

‘Empathic Living Labs’.

crOss-disciplinairEr is kennelijk een toenemende behoefte aan

(wetenschappelijk) onderzoek naar de specifieke

kenmerken van ‘het slim wonen’ en het vertalen

daarvan naar toekomstgeschikte woningtypolo-

gieën.

oude Indianen hebben in hun

‘Great law of the six Nations of the

Iroquois’ het volgende opgenomen:

‘Bij elk besluit moeten we de impact

daarvan op de komende zeven ge-

neraties overwegen’. Nemen wij bij

onze overwegingen ten aanzien van

slim wonen met zorg zo’n denkwijze

mee? sinds jaren ben ik warm

voorstander van het benutten van

de technische mogelijkheden in het

zorgvastgoed oftewel voorstander

van slim wonen. Ik zie veel potentie

in deze ontwikkelingen om daarmee

de (ouderen)zorg te verbeteren.

Door: prof.dr.ir. Masi Mohammadi

huisvesting

Waarheid en mythe van het slim wonen:

fig. 1: in empathic living labs werken de tue-onderzoekers in samenwerking met een negen-tal woningcorporaties en zorginstellingen aan slimme concepten voor het wonen met zorg.

Page 30: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

schillende lagen van het gebouw, figuur 2: ruim-

telijk ontwerp (circulatie, daglichttoetreding,

zichtlijnen), oppervlakte afwerking (wanden,

vloeren, deuren etc.), objecten (meubels, picto-

grammen, decoratie). Deze richtlijnen zijn ver-

volgens in samenwerking met de organisatie

vertaald naar ontwerpoplossingen voor de reeds

opgeleverde nieuwbouw ‘Zicht op Nuland’ van

Sint Jozefoord, zie figuur 3.

Op dit moment wordt er hard gewerkt om het

effect van de geïmplementeerde ontwerpoplos-

singen te meten in de vorm van een living lab.

Zo zijn er in de gang diverse strategieën toege-

past om de oriëntatie te vergroten door onder

andere divers kleurgebruik, verlichting en toe-

voegen van persoonlijke items en pictogram-

men.

In het living lab wordt getest welke ontwerpop-

lossingen nu het beste aanslaan. Voor het slagen

van dit soort experimenten is het van essentieel

belang dat ook de zorgprofessionals het doel en

de uitvoering van het onderzoek onderschrijven.

Ondertussen gaat de vastgoedvernieuwing bij

Sint Jozefoord verder, waardoor er al een nieuw

renovatieproject van een bestaande vleugel in

gang is gezet. En ook voor dit gebouw worden de

ontwerprichtlijnen vertaald naar ontwerpoplos-

singen voor de specifieke context van het ge-

bouw. Deze bestaande vleugel is ontworpen

volgens het institutioneel zorgconcept met smal-

le gangen en bewonerskamers aan weerszijden.

De uitdaging is om deze vleugel te transforme-

ren naar een gebouw van vier woongroepen met

acht bewoners volgens het kleinschalig wonen

concept ‘Net als thuis’, overeenkomstig het zorg-

concept van de nieuwbouw ‘Zicht op Nuland’.

Werken met een bestaand gebouw met een be-

staand karakter geeft vanzelfsprekend een stuk

Project: ‘Ruimte voor duurzaam Geluk’

Organisatie: Sint Jozefoord Wonen Welzijn en Zorg

Door: ir. Joyce Fisscher

De focus van het project ‘Ruimte voor duur-

zaam Geluk’ ligt op het ontwikkelen van

ontwerpoplossingen voor een stimulerende

woonzorgomgeving die de kwaliteit van leven

van de bewoners optimaliseert. Kwaliteit van

leven is een complex begrip dat op veel verschil-

lende manieren gedefinieerd en gemeten kan

worden. Dit project is echter niet op zoek naar

een exacte definitie van kwaliteit van leven, maar

houdt zich bezig met de factoren die een bewe-

zen negatieve invloed hebben op de kwaliteit van

leven van bewoners met dementie in een ver-

pleeghuis.

Neuropsychiatrische symptomen komen voor bij

zo’n 80% van de bewoners en zijn vaak schrij-

nend voor de bewoners en hun omgeving. Veel

voorkomende vormen van neuropsychiatrische

symptomen zijn agitatie (onrustig, angstig,

roepen) en apathie.

Naast dat deze symptomen worden veroorzaakt

door fysiek en mentaal discomfort, is een deel

ook toe te schrijven aan (1) desoriëntatie in de

fysieke omgeving, (2) sociale isolatie en (3)

inadequate levels van prikkels uit de omgeving.

Dit geeft al aan dat de kwaliteit van de omgeving

een grote impact heeft op deze kwetsbare men-

sen. Daarom zijn er ontwerprichtlijnen opge-

steld voor het positief stimuleren van deze drie

omgevingsaspecten.

Deze richtlijnen zijn onderverdeeld in drie ver-

minder vrijheid dan in het geval van nieuw-

bouw. Echter is het voordeel dat de ontwer-

prichtlijnen nu vanaf het begin van het project

vertaald kunnen worden naar ontwerpoplossin-

gen voor deze specifieke situatie. Daarbij zijn er

al enkele voorlopige bevindingen uit de ervarin-

gen tot nu toe in de nieuwbouw, die meegeno-

men worden in het ontwerp van het renovatie-

project.

Dit alles met als doel om uiteindelijk een stimu-

lerende woonzorgomgeving te creëren die de

kwaliteit van leven van de bewoners in hun

laatste, meest kwetsbare levensfase optimaliseert.

Project: ‘Slim wonen ontzorgt’

Organisatie: RSZK Zorgprofessionals

Door: ir. Leonie van Buuren

In het project ‘Slim wonen ontzorgt’ ligt de

focus op het ontwikkelen van ontwerpprinci-

pes voor een slimme intramurale woonzorgom-

geving voor senioren met dementie, waarin

ruimtelijke strategieën, technologie en het zorg-

proces met elkaar worden geïntegreerd. De

ontwerpprincipes worden ontwikkeld aan de

hand van verschillende methoden, onder andere

literatuuronderzoek, interviews met verschillen-

de stakeholders (bewoners, zorgprofessionals en

experts) en ruimtelijke analyse. In literatuur is

veel informatie te vinden, maar nog niet alle

informatie is evidence based. In de gezondheids-

zorg wordt nog vaak ontworpen op basis van

hypothesen. Welke hypothesen zijn nu waarheid

en welke zijn een mythe? Binnen het project

‘Slim wonen ontzorgt’ is een living lab gestart

waarin een hypothese wordt getoetst door mid-

del van het plegen van een interventie.

Eén van de symptomen van dementie is desori-

entatie. Het vinden van de eigen kamer in de

intramurale woonzorgomgeving is vaak lastig. In

de literatuur worden een aantal mogelijke inter-

venties aangegeven die de herkenbaarheid van de

eigen kamer kunnen vergroten. Dit zijn bijvoor-

beeld profilering, een geheugenkastje, deurstic-

kers, kamernummer of een portretfoto. Echter,

er is voor een aantal van deze interventies geen

of weinig bewijs of het element daadwerkelijk

het beoogde effect teweegbrengt: het verbeteren

huisvesting

FMT GEZONDHEIDSZORG32

fig. 2: richtlijnen onderverdeeld in lagen van het gebouw.

fig. 3: Bewonersdeuren in gang van nieuwbouw ‘zicht op nuland’.

Page 31: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

meest ideale ontwerpprincipes, ze slaan namelijk

twee vliegen in één klap.

Aan de hand van deze ontwerpprincipes zijn

enkele ontwerpalternatieven opgesteld die ook

voldoen aan het plan van eisen dat voor dit

project opgesteld is. Deze alternatieven zijn naast

het ontwerp van de architect beoordeeld op basis

van meetbare kenmerken, zoals volume, dag-

lichttoetreding, lengte van de gang. Zoals te

verwachten was, zullen sommige ontwerpprinci-

pes elkaar tegenwerken: optimale daglichttoetre-

ding kan bijvoorbeeld leiden tot oververhitting

van het gebouw. Door de ontwerpalternatieven

objectief te beoordelen, kan het beste alternatief

gekozen worden.

Het doel van deze alternatieven is niet om het

ontwerp van de architect te vervangen; mijn rol

als PDEng trainee is tenslotte adviserend. De

alternatieven representeren verschillende denk-

richtingen, waarvan de thema’s die belangrijk

zijn voor deze doelgroep zijn besproken. De

presentatie van deze alternatieven heeft geleid

tot een nieuwe gebouwopzet, waarbij onder

andere het gebouw compacter is geworden en de

looplijnen korter zijn gemaakt.

In het verdere proces zullen we de bewoners nog

betrekken bij een aantal ontwerpbeslissingen. Bij

het opstellen van ontwerpprincipes worden er

immers ook verschillende hypotheses opgesteld.

Deze zullen wij binnenkort nog toetsen door

middel van een woonwensonderzoek. <

* Meuwissen, J. & Poeth, M. (2016) Begeleidende

Notitie Bij de Resultaten van Progneff 2016. CBS

E’til

Project: ‘Sociale woningbouw vanuit empathisch perspectief’

Organisatie: Woningstichting Domus

Door: ir. Marije Kortekaas

In de provincie Limburg is er sprake van dubbele

vergrijzing. Jongeren trekken uit de provincie

weg, waardoor het percentage 65-plussers nog

sterker stijgt. Op dit moment is 22% van de

bevolking in Limburg 65+, naar verwachting zal

dit stijgen tot 33% in 2040 (CBS Etil, 2016)*. Dit

vraagt om een herziening van de huidige wo-

ningvoorraad. Woningstichting Domus wil zich

inzetten voor de meest kwetsbare doelgroep,

daarom heeft Woningstichting Domus de ambi-

tie om meer en betere huisvesting te realiseren

voor senioren met een lage sociaaleconomische

achtergrond.

Dit artikel gaat in op het toetsen van het voorlo-

pig ontwerp van de architect aan de ontwerp-

principes die zijn opgesteld voor het empathisch

wonen.

Deze ontwerpprincipes zijn gebaseerd op de

behoeften van de doelgroep en Best Practices. Bij

Best Practice onderzoek wordt er gekeken naar

projecten die goede resultaten behalen op be-

paalde thema’s. Bij deze projecten wordt gekeken

naar de ruimtelijke ingrepen die gedaan zijn om

een bepaald doel te bereiken. Voor dit onderzoek

heb ik gekeken naar het stimuleren van sociaal

contact, bruikbaarheid van het gebouw voor de

doelgroep en duurzaamheid. In sommige Best

Practices zijn thema’s gecombineerd, dit zijn de

van de oriëntatie van de bewoner met dementie

in de intramurale woonzorgomgeving. In een

project van ‘Slim wonen ontzorgt’ is daarom het

effect gemeten van de toepassing van de voor-

deursticker. Wat is het effect van de toepassing

van voordeurstickers – (willekeurige) afbeeldin-

gen van voordeuren op de deur van de eigen

kamer van de bewoner – op de oriëntatie van be-

woners met dementie in een intramurale woon-

zorgomgeving?

Het onderzoek vindt plaats bij vijf woongroepen

van de psychogeriatrische afdeling van één van

de vestigingen van de zorgorganisatie RSZK

Zorgprofessionals, waar 81 mensen met demen-

tie wonen. Naast de factor van “het vaker vinden

van hun eigen kamer”, wordt er ook gekeken

naar andere aspecten. Dit zijn onder andere de

snelheid van het vinden van de eigen kamer, de

mate van twijfel of vastberadenheid, het effect

op de sociale interactie, het effect op de werk-

druk en de stemming van de zorgprofessional en

de sfeer in de woongroep. De aspecten zijn met

drie verschillende methoden gemeten: observatie

van de activiteiten op de gang (bewoner en

zorgprofessional), observatie met de vraag aan

de bewoner of hij/zij de eigen kamer wil laten

zien en interviews met zorgprofessionals.

De afgelopen periode heeft het experiment

plaatsgevonden en de deuren zijn voorzien van

voordeurstickers. Dit heeft een aantal anekdotes

opgeleverd. Zo zei een bewoner over een ver-

weerde deur tegen de zorgprofessional: ‘Die deur

heb ik niet geschilderd hoor, ik doe dat veel

netter’. En een andere bewoner probeert de

brievenbus op de deur te openen, ze heeft niet

door dat deze brievenbus enkel een afbeelding is.

De resultaten worden momenteel geanalyseerd.

Na de analyse zullen wij een stapje verder komen

met betrekking tot de ware aard van voordeur-

stickers: is het een waarheid of een mythe?

FMT GEZONDHEIDSZORG 33

figuur 5: een alternatief plan.

fig. 4: daglichtstudie van het voorlopig ontwerp van architect en het bijgestelde alternatieve plan.

Page 32: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

veiligheid

FMT GEZONDHEIDSZORG34

aan bezoek, het vallen van een boek of het ver-

zorgende personeel zelf dat door een sensor heen

loopt. Het verzorgend personeel, dat bij een

melding altijd een fysieke controle uit moet

voeren, loopt hierbij vaak tegen valse alarmen

aan. Daardoor neemt de werkdruk toe, ontstaat

er ‘alarmmoeheid’ en wordt de urgentie van het

adequaat en snel reageren gevoelsmatig steeds

lager.

Tevens worden bij deze ‘valse’ controles de bewo-

ners vaak onaangekondigd gestoord in hun

slaap, waardoor hun nachtrust verstoord wordt.

Dit kan een negatieve invloed hebben op de

kwaliteit van de zorg voor deze specifieke groep

bewoners.

Bij BrabantZorg, een organisatie die vanuit 35

locaties in Brabant ondersteuning, activiteiten,

dagbehandeling, kortdurend verblijf en langdu-

rige zorg biedt, is dit een bekend probleem.

Jolanda Manders, verzorgende IG bij locatie

Nieuwe Hoeven van BrabantZorg, noemt een

voorbeeld: “We hebben een bewoner die zelf-

standig naar het toilet gaat, ook ’s nachts. Dat

kan hij prima en hij gaat ook vaak zelf weer

terug. Maar doordat zijn bewegingssensor afgaat,

moet er toch altijd iemand heen, terwijl er los

van zijn toiletbezoek vrijwel nooit iets aan de

hand bleek. Dat vond hij niet prettig, en wij ook

niet – wij willen bewoners zoveel mogelijk zelf-

standigheid kunnen bieden.”

BedscanSinds een paar maanden maakt Nieuwe Hoeven

daarom gebruik van de bedscan, een nieuwe ont-

wikkeling op het gebied van sensoren voor de

langdurige zorg. De draadloze bedscan werkt op

basis van warmte. Met behulp van een infra-

roodcamera maakt de scan, die aan het voeten-

eind van het bed wordt geklemd, een beeld van

de omgeving en het bed. Met behulp van slimme

algoritmes kan de scan vervolgens hele specifieke

situaties zeer betrouwbaar detecteren:

1. De bewoner gaat rechtop zitten

2. De bewoner gaat op de rand van het bed zitten

3. De bewoner verlaat het bed

oplossingen om deze bewoners te monitoren,

bijvoorbeeld via enkelvoudige bewegingssenso-

ren.

Echter een terugkerend probleem bij de inzet

van veel van deze enkelvoudige bewegingssenso-

ren, is dat er vaak ook bewegingen worden gede-

tecteerd die niet van de bewoner zelf zijn. Denk

In de langdurige ouderenzorg is de lijn tussen zorgverlenen en het

verstoren van de rust soms dun. Aan de ene kant dienen bewoners op een

bepaalde manier gevolgd te worden om te voorkomen dat zij zichzelf of

anderen in gevaar brengen, aan de andere kant vereist niet iedere beweging

actie van het verzorgend personeel.

Bij de locatie Nieuwe Hoeven van BrabantZorg maken ze sinds korte tijd

gebruik van een bedscan die de bewegingen van de oudere wel volgt, maar

pas een melding afgeeft als dat nodig is.

Meer BeWeGINGsvrIjHeId vOOR bEwONERS MET DEMENTIE DOOR bEDScaN

Door: Hans Rehorst, Product Manager Health Care BeNeLux, Ascom

Met name in de langdurige zorg voor

mensen met dementie krijgen zorg-

organisaties te maken met bewoners

die veel in beweging zijn. Dit is niet per se een

probleem of bedreiging, maar het is wel belang-

rijk de bewegingen van bewoners te volgen en

waar nodig in te grijpen. Er zijn verschillende

met behulp van een infraroodcamera maakt de scan, die aan het voeteneind van het bed wordt geklemd, een beeld van de omgeving en het bed.

Page 33: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 35

telijke controles van het verzorgend personeel,

die per protocol zijn vastgelegd in het beleid van

iedere instelling, de kans op valse meldingen met

tot 88 procent gereduceerd.

De bewoner van Nieuwe Hoeven kwam in 17

nachten 90 keer uit zijn bed, waarvan hij 78 keer

zelfstandig terugkeerde. In de overige gevallen

werd het verzorgend personeel gealarmeerd

omdat hij langer dan 10 minuten uit zijn bed

bleef, waarna er over werd gegaan tot een fysieke

controle. Manders: “Voor zowel de bewoners als

voor de verzorgenden is de afname van het

aantal nachtelijke controles een zeer positieve

ontwikkeling. Zo kunnen bewoners met meer

bewegingsvrijheid en privacy van hun oude dag

genieten en kan het verzorgend personeel hun

werk efficiënter en plezieriger uitvoeren.” <

situaties die veelvoorkomend zijn bij zorgorgani-

saties voor langdurige zorg, en dan met name

ouderen met dementie. Zo kan er voor iedere

bewoner een passend profiel worden aange-

maakt. “Met de hogere zorgvraag, het toenemen-

de aantal ouderen met dementie en het risico

van alarmmoeheid op de loer, is er veel behoefte

aan specifiekere informatie”, vertelt Hans Re-

horst, Product Manager bij leverancier Ascom.

“Verpleegkundigen en verzorgenden willen meer

grip en zicht op bewoners, zonder hun privacy

of bewegingsvrijheid in te perken.”

De bedscan, ontwikkeld in samenwerking met

verplegend personeel, maakt geen gebruik van

een sensor op de vloer, maar hangt aan het voe-

teneind van het bed en detecteert enkel bewegin-

gen op en aan het bed. Hierdoor wordt bij nach-

4. De bewoner verlaat het bed en is binnen een

bepaalde ingestelde tijd niet terug

Als zo’n situatie zich voordoet, krijgt het verzor-

gend personeel een melding op het VOS-systeem

van hun keuze en kunnen zij desgewenst actie

ondernemen door bijvoorbeeld een controle uit

te voeren.

Manders: “We hebben nu veel specifieker inzicht

in het bewegingspatroon van deze bewoner, met

minder valse alarmen. Hij kan nu zelfstandig

naar het toilet, zonder extra prikkels onderweg

van het verzorgend personeel dat hem komt

‘storen’ met hun controle. Dit geeft de bewoner

meer zelfstandigheid en bewegingsvrijheid. We

zetten de wc-deur open en als deze meneer klaar

is doet hij hem zelf weer dicht. Zo weten we, in

combinatie met de meldingen van de bedscan,

dat hij naar het toilet is geweest – zonder hem te

hebben hoeven storen maar ook zonder zijn

veiligheid uit het oog te verliezen.”

Gedefinieerd alarmerenHet verschil met enkelvoudige bewegingssenso-

ren zit hem in de mate van gedefinieerd alarme-

ren. De scan is in te stellen op bovenstaande vier

“verpleegkundigen en verzorgenden willen meer grip

en zicht op bewoners, zonder hun privacy of bewegingsvrijheid

in te perken.”

NIeuW: FMT GeZoNdHeIdsZorG digitaal magazine Naast onze reguliere gedrukte uitga­

ves kunt u in 2019 vier digitale ma­gazines verwachten. We doelen hier

niet op de PDF-versies van onze gedrukte uitgaves, maar op vier specifiek voor online gebruik geschreven en ontworpen magazi­nes. Deze digitale producten kennen net als onze gedrukte magazines thema’s, rubrieken en uiteenlopende reportages. Bijzonder aan de digitale versies zijn de nieuwe mogelijk­heden zoals video, geluid, hyperlinks etc. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor de redactie en onze bedrijfsrelaties. Uiteraard blijven de PDF-versies van het gedrukte magazine gewoon bestaan. Voor € 50,- per jaar kunt u zich hierop abonneren. De PDF’s zijn te downloaden via onze website www.fmtgezondheidszorg.nl. De digitale magazines worden vanaf maart gepubliceerd en zijn eveneens te lezen via onze website.

Page 34: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

innovatie

FMT GEZONDHEIDSZORG36

hoge bloeddruk, biochemie (cholesterolgehalte)

en levensstijl. Ook de locatie waar de stent ge-

plaatst wordt, speelt een rol, afhankelijk van de

stromingsprofielen”, vertelt hij.

In de literatuur zijn stromingsprofielen bekend

die plaque bevorderen of acute trombose van de

slagader kunnen veroorzaken. Een vat wordt

afgesloten of zodanig vernauwd dat er te weinig

bloed doorheen gaat en het gebied erachter te

weinig zuurstof krijgt. “De klinische gevolgen

zijn afhankelijk van waar de vernauwing precies

zit – hart, hersenen, been – maar basaal gezien

gaat het steeds om hetzelfde mechanisme”, ver-

klaart Reijnen. “De vraag is dan hoe je die stro-

mingsprofielen in beeld brengt. In vitro kan dat

De afdeling vaatchirurgie in Rijnstate

heeft een eigen wetenschappelijk on-

derzoeksbureau met een aantal (seni-

or) onderzoekers; momenteel lopen er zo’n 30

tot 35 studies. Het ziekenhuis werkt al langer

samen met de faculteit Technische Geneeskunde

van de UT in de vorm van stagiairs en promo-

vendi. Samen met de UT onderzoekt Reijnen nu

de relatie tussen de anatomie en de stromings-

snelheid in het bloedvat en de stromingsprofie-

len: hoe stroomt het bloed door een vat en wat is

het effect van de profielen op voortschrijding

van de ziekte? “Er zijn meerdere facetten die

bepalen of er sprake zal zijn van progressie van

slagaderverkalking en die van invloed zijn op

uitkomsten van behandeling. Denk aan roken,

efficiënt zijn en patiënten met

vaatproblemen de juiste behande-

ling op het juiste moment geven.

dat is het doel van het onderzoek

naar stromingsprofielen van Michel

reijnen, vaatchirurg in rijnstate

en sinds september 2018 parttime

hoogleraar endovascular Imaging

& Innovation bij de vakgroep Multi-

Modality Medical Imaging (M3I) van

de universiteit Twente (uT). “stip op

de horizon is operaties simuleren

om te zien welke operatie of variant

daarvan het beste resultaat voor de

patiënt oplevert.”

dATA-ANAlyse exTrA Tool bIj bEHaNDElING vaaTZIEkTEN

Door: Wilma Schreiber

in een eerdere studie met vrijwilligers werden de stromingsprofielen van echo en mri met elkaar vergeleken. de pijlen zeggen iets over de richting, de kleur over de snelheid. de uitkomsten van beide technieken bleken vergelijkbaar, terwijl mri langer duurt en bewerkelijker is.

Page 35: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 37

om aan de hand van berekeningen stroompro-

fielen te kunnen aantonen. “Dan kun je vervol-

gens per patiënt kijken naar het risico op pro-

gressie van de ziekte en naar het te verwachten

effect van de behandeling. Dat heeft gevolgen

voor hoe je de patiënt behandelt en daarna

vervolgt. Bovendien stelt het je in staat operaties

te simuleren, om te zien welke operatie of vari-

ant daarvan het beste resultaat voor de patiënt

oplevert. Dat is de stip op de horizon, maar daar

moet nog veel voor gebeuren. Het zou helemaal

mooi zijn om ook nog biochemische zaken als

cholesterol eraan te koppelen, maar dat is nog

een stap verder.”

Optimale BehandelinGOp dit moment kunnen er al wel computer flow

dynamics (CFD) modellen gedraaid worden,

maar is de techniek nog voor verbetering vat-

baar. “Ook de karaktereigenschappen van een

bloedvat en het driedimensionale beeld ontbre-

ken nog, net als een betere methode voor het

simuleren van stents”, stelt Reijnen. “Vandaar

ook dat de samenwerking met Universiteit

Twente (UT) zo belangrijk is. Zij beschikken

over veel kennis en expertise op het vlak van

CFD, ook op terreinen buiten de vasculaire

geneeskunde, zoals de vliegtuigindustrie.” Mo-

menteel is hij bezig een groep op te starten die

CFD verder gaat uitbouwen. Daarna zullen de

modellen gevalideerd moeten worden. “Daar-

voor is een vergelijking nodig met patiëntenstu-

dies. Want bij computermodellen doe je bepaal-

de aannames, die moeten wel correct blijken te

zijn.”

De samenwerking is voor beide partijen essenti-

eel. “Rijnstate kan niet zonder UT en zij niet

zonder ons. Wij hebben de medische kennis en

de patiënten, zij kennis op CFD-gebied. Die twee

zaken moet je bundelen, anders kom je geen stap

verder. Als de patiëntspecifieke stromingsmodel-

len die je met de computer maakt tot dezelfde

uitkomsten leiden als de patiëntenstudies, dan

zijn deze gevalideerd en bruikbaar in de prak-

tijk”, zegt Reijnen. “Voordeel voor de patiënt is

dat hij de meest optimale behandeling krijgt,

met minder kans op problemen in de toekomst.

Ook hoeft hij minder lang gevolgd te worden,

wat leidt tot een kostenbesparing. Als het model

betrouwbaar blijkt, dan valt er heel veel winst te

boeken, onder meer omdat we dan het risico op

vernauwingen kunnen voorspellen. Maar daar

zijn we nog lang niet.” <

manier uitgezonden, in een andere frequentie en

gecombineerd met contrastbubbels. Zo kunnen

we de stromingsprofielen in de hoofdslagader

(aorta) meten. Het betreft een preklinisch appa-

raat, dat we nu in een studie gebruiken.”

Deze echomethode is echter tijdsintensief en

daarmee kostbaar; daarnaast geeft een tweedi-

mensionaal vlak een suboptimaal beeld. “En

verder is de kwaliteit ook altijd afhankelijk van

de expertise van de operator. Een mooie en

belangrijke stap, maar dus nog niet de eindfase”,

aldus Reijnen. “Uiteindelijk wil je op basis van

anatomie en fysiologische gegevens van de mens

computersimulaties kunnen draaien, waarbij

stromingsprofielen driedimensionaal in beeld

komen, rekening houdend met de eigenschap-

pen van het bloedvat in de mens.” Daarvoor is

het nodig data uit CT-scans en onderzoek over

stromingssnelheid in te voeren in de computer,

met kunststof modellen die de stroming weerge-

ven. Je kunt daarin variaties aanbrengen en de

positieve of negatieve gevolgen ervan in kaart

brengen. Dat levert al heel veel informatie op.”

patiëntspecifiekToch heeft deze aanpak volgens Reijnen ook

belangrijke nadelen. “Het blijven modellen en

het verschil met hoe het in de mens werkt is

groot. Dat zit ‘m in het materiaal dat je gebruikt

en in de anatomie, die zijn niet patiëntspecifiek.

Je kunt wel patiëntspecifieke modellen ontwik-

kelen, maar dat is erg duur.” Omdat het daar in

de ogen van Reijnen wel naartoe moet (“Nu

gaan we nog te veel af op het gemiddelde van

patiëntgroepen”), werkt hij nu met een nieuw

echoapparaat, waarmee stromingsprofielen in de

mens in beeld gebracht kunnen worden. “Het

geluid van dit apparaat wordt op een andere

“We gaan nog te veel af op het gemiddelde van patiëntgroepen”, aldus michel reijnen.

Vandaar ook dat de samenwerking met Universiteit twente (Ut) zo belangrijk is. zij beschikken over veel kennis en expertise op het vlak van cfd, ook op terreinen buiten de vasculaire geneeskunde, zoals de vliegtuigindustrie.

Page 36: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

technologie

FMT GEZONDHEIDSZORG38

cOmplexe BesluitvOrminGMet meerdere partijen een dergelijk centrum

opzetten is bewerkelijk, geeft Riemersma toe.

“De besluitvorming is complexer. Je hebt te

maken met twee afdelingen radiotherapie, ver-

schillende raden van bestuur enzovoort. Dus

moet je steeds consensus zien te krijgen en oplet-

ten dat de kwaliteit maximaal blijft. Maar ik ben

ervan overtuigd dat de meerwaarde van een

zelfstandig behandelcentrum straks boven komt

bij de behandeling van patiënten en verder on-

derzoek. Op de middellange termijn betalen de

dwarsverbanden zich uit.”

HollandPTC stelt zich twee doelen, die gelijke

prioriteit hebben: patiënten behandelen en de

meerwaarde van protonentherapie wetenschap-

pelijk aantonen, omdat deze voor veel tumor-

soorten nog nooit goed is gevalideerd. Bij de

bestaande therapie (röntgenstraling) gaan foto-

nen dwars door een mens heen en richten ze

schade aan in het omliggend weefsel. Een proton

komt binnen en kent een zogeheten Bragg-piek:

het moment waarop hij alle energie afgeeft aan

de tumor en de cellen vernietigt. Doordat de

straling stopt in de tumor, wordt omliggend

weefsel aanzienlijk minder beschadigd. “Dat is

bijvoorbeeld van belang voor jonge vrouwen

met borstkanker. Het hart zit vlak achter de

linkerborst en bestraling kan leiden tot compli-

caties in hart of longen. Doordat protonenthera-

pie het hart minder aantast, zou dat de kwaliteit

van leven aanzienlijk moeten verbeteren”, ver-

klaart Riemersma.

cOntinue afWeGinGAangezien protonentherapie duurder is en som-

mige kankertypen bovendien uitstekend op de

traditionele manier te behandelen zijn, wordt

steeds een afweging gemaakt. “Om te achterha-

len of een patiënt in aanmerking komt voor

protonentherapie, vergelijken we het fotonen-

Initiatiefnemers voor het protonentherapie-

centrum zijn de TU Delft, ErasmusMC en

LUMC. Zij zijn de aandeelhouders van het

consortium en onlangs werd een samenwer-

kingsovereenkomst getekend met het Antoni van

Leeuwenhoek ziekenhuis en het Amsterdam

UMC. “Je hebt het toch over een investering van

110 miljoen euro, dan is het te gek om in deze

tijd van stijgende zorgkosten ieder voor zich een

protonentherapiecentrum te bouwen. Zo spreid

je ook het risico”, aldus Menno Riemersma,

zakelijk directeur van HollandPTC. “De samen-

werking met TU Delft als onderzoekspartner is

uniek en ook logisch, gezien de steeds grotere

invloed van techniek en informatica in de ge-

neeskunde. Als enige protonencentrum ter we-

reld hebben we een R&D-bunker voor onder-

zoek naar celweefsel en materialen.” Dit laatste

was reden voor de European Investment Bank

(EIB) om in te stappen als hoofdfinancier.

Met de officiële opening van het

Holland protonen Therapie centrum

(HollandpTc) eind vorig jaar in delft

is ons land een bijzonder protonen-

therapiecentrum rijker. doel is

uiteraard patiënten te behandelen,

maar even belangrijk: de meer-

waarde van protonentherapie

wetenschappelijk onderbouwen en

onderzoeken bij welke kankertypen

deze behandeling effectief is.

het nieuwe hollandptc in delft gaat circa 600 patiënten per jaar behandelen.Door: Wilma Schreiber

HollANdpTc GeeN kIl ZIekeNHuIs, MaaR EEN waRME, HuISElIjkE SFEER

Page 37: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 39

In totaal telt ons land inmiddels drie protonen-

therapiecentra, in Groningen, Maastricht en

Delft; de vierde vergunning is in handen van

Amsterdam. “Er is gekozen voor meerdere kleine

faciliteiten in plaats van één groot centrum. In

totaal beschikken de centra over vergunningen

om 2.200 patiënten per jaar te behandelen. Wij

hebben nu een vergunning voor 600 en kunnen

opschalen naar 800-900 patiënten per jaar”,

aldus Riemersma, die verwacht dat protonenthe-

rapie in de toekomst wellicht meer toegepast zal

worden en voor een aantal indicaties zeker meer-

waarde zal hebben.

tiJdrOvende validatieIntussen zijn de eerste patiënten behandeld in

het nieuwe protonentherapiecentrum, een span-

nend moment voor de betrokken klinisch fysici:

apparatuur vrijgeven voor gebruik die ervoor

moet zorgen dat een protonenbundel op een

millimeter nauwkeurig uitkomt. “Ook de 3D

software die nodig is om het behandelplan te

maken, hebben we gevalideerd. Al met al kostte

het valideren van de installatie bijna net zo veel

tijd als het bouwen van het behandelcentrum

zelf”, vertelt Riemersma. “De eerste patiënt ver-

richtte de officiële opening; een mooi compli-

ment kwam van een andere patiënt, die het hele

personeel bloemen stuurde omdat ze ‘zich als

mens en niet als patiënt behandeld voelde’.”

De komende drie jaar staat in het teken van het

opbouwen van het aantal patiënten naar 600 per

jaar en het starten van het R&D-programma.

“Varian, de leverancier van de gantry’s, heeft

hiervoor 10 miljoen euro aan grants beschikbaar

gesteld, een steun in de rug om met deze com-

plexe medische techniek een goed wetenschap-

pelijk programma op te zetten. De uitdaging is

om samen met onze gemotiveerde medewerkers

dit nieuwe bedrijf verder op te bouwen, goede en

veilige patiëntenzorg te bieden en die 110 mil-

joen terug te verdienen.” <

gen. De ruimten voor de gantry’s zijn 10x10x10

meter en omgeven door muren van 4 meter dik

beton om straling tegen te gaan. Riemersma:

“Nadat de patiënt is gefixeerd, draait de appara-

tuur 360 graden om de patiënt heen om de

protonen die worden opgewekt in een cyclotron

(deeltjesversneller) in het gebouw met een

nauwkeurigheid van 1 millimeter af te geven.

Het cycloton is 90 ton zwaar en een zeer com-

plexe installatie.” Daarnaast beschikt Hol-

landPTC over de reeds genoemde R&D-bunker,

een behandelkamer voor bestraling van oogtu-

moren, plus poliklinische faciliteiten, een diag-

nostisch centrum (MRI, CT en PET/CT) en

labfaciliteiten voor onderzoek (biochemisch/

straling).

huiseliJke sfeerHet streven is dat patiënten zo min mogelijk

merken van alle techniek. “Vaak moeten mensen

25 tot 30 keer terugkomen. We wilden dan ook

geen kil ziekenhuis maar een warme, huiselijke

sfeer om de menselijke maat te bewaren. Daar-

om hebben we de logistiek ook ingericht naar

het patiëntenproces, dat geheel op de begane

grond plaatsvindt”, vertelt Riemersma. Daarnaast

moeten natuurlijke materialen als hout, kunst,

muurbekleding en kleurgebruik bijdragen aan

een zo aangenaam mogelijk verblijf. “En wellicht

het belangrijkste zijn de zorgcoaches die patiën-

ten begeleiden gedurende het hele proces.”

plan met het protonenplan”, zegt Riemersma. Als

protonentherapie meerwaarde biedt, gaat de

patiënt door naar HollandPTC, zo niet, dan

krijgt hij de standaardbehandeling.” Als duidelijk

wordt dat protonentherapie meerwaarde heeft

voor een bepaald kankertype, dan wordt dit

toegevoegd aan de bestaande lijst met standaard-

indicaties, die momenteel onder andere bestaat

uit tumoren bij kinderen en in botten.

Voor de standaard protonenbehandeling heeft

HollandPTC twee gantry’s, die elk 280 ton we-

tijdens de behandeling draait de apparatuur 360 graden om de patiënt heen. foto: levien Willemse.

menno riemersma, zakelijk directeur hollandptc. foto: frank van der Burg.

“De eerste patiënt verrichtte de officiële opening; een mooi

compliment kwam van een andere patiënt, die het hele personeel

bloemen stuurde omdat ze ‘zich als mens en niet als patiënt

behandeld voelde’.”

Page 38: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

simulatieruimte met een gedeelte van het video-evaluatiesysteem (oa camera en micro-foon) en de nieuwe patiëntmonitor-simulatie-applicatie.

technologie

FMT GEZONDHEIDSZORG40

de ontwerpproject RESONate was de ontwikke-

ling van een patiëntmonitor-simulatie-applicatie

met ingebouwde scenario’s. Deze applicatie biedt

tijdens de trainingen dezelfde informatie op een

(gesimuleerd) monitorscherm die normaal ook

beschikbaar zou zijn op een echte patiëntmoni-

tor. De medische informatie die wordt weergege-

ven op de gesimuleerde patiëntmonitor kan wor-

den aangestuurd door de trainer(s). Hierdoor is

er minder communicatie nodig tussen de

trainer(s) en de deelnemers tijdens de training

zelf (bij de oude trainingen werden ook relatief

veel instructies en hints gegeven). Dit maakt dat

de onderlinge communicatie tussen de deelne-

mers bij het trainen van een bepaald scenario

realistischer is.

ning is gericht op het geven van basale lucht-

wegondersteuning voor pasgeborenen en is

gebaseerd op het oefenen van scenario’s. Met het

ontwerpproject RESONate is een nieuwe

‘NLS+’-training ontwikkeld om deze trainingen

naar een hoger niveau te tillen, met als deelpro-

jecten:

- een low-budget video-evaluatiesysteem (deel-

project van QME-trainee Tamara Klop-

meijer);

- een patiëntmonitor-simulatie-applicatie

(deelproject van QME-trainee Camile van der

Heijden).

Ontwikkeling van een low-budget video-evaluatie-

systeem

Als deelproject binnen het overkoepelende pro-

ject RESONate is een low-budget video-evalua-

tiesysteem ontwikkeld. Bij de oude trainingen

waren zowel de trainer(s), de deelnemers die het

scenario uitvoeren als de overige deelnemers in

één-en-dezelfde ruimte aanwezig. Dit zorgde

voor een erg onrealistische situatie, wat niet

bijdroeg aan het effectiviteit van de training.

Door een video-evaluatiesysteem in te zetten, is

het mogelijk om gebruik te maken van twee

ruimtes:

- in de simulatieruimte zijn alleen de deelne-

mers aanwezig die een bepaald scenario trai-

nen;

- in de regieruimte zitten de trainer(s) en de

overige deelnemers: hier kunnen zij het scena-

rio live volgen dankzij het video-evaluatiesys-

teem (beeld en geluid). Het scenario wordt

opgenomen en tijdens de debriefing (evaluatie

van het scenario) gezamenlijk teruggekeken

en geëvalueerd.

Ontwikkeling van een patiëntmonitor-simulatie-

applicatie

Het andere deelproject binnen het overkoepelen-

Wereldwijd wordt ongeveer 1 op de

10 baby’s te vroeg geboren. door

zo’n vroeggeboorte komen die baby’s

onderontwikkeld ter wereld. onder

andere de longen werken hierdoor

nog niet optimaal waardoor medi-

sche complicaties tijdens of vlak na

de geboorte kunnen ontstaan. Het

is zeer belangrijk dat deze baby’s

zo snel mogelijk na de geboorte de

juiste medische hulp en ondersteu-

ning krijgen.

RESONate:

oNTWerp vAN eeN reAlIsTIscHe educATIeve SIMulaTIE OMGEvING vOOR DE NEONaTOlOGIE

Door: QME/TU/e

Het is daarom van vitaal belang dat het

medisch personeel dat ze opvangt bij

de geboorte precies weet hoe en op

welk moment ze moeten ingrijpen. Daarvoor

wordt het maximale van hun kennis en (com-

municatie)vaardigheden gevraagd. Deze skills en

competenties kunnen perfect getraind worden

met behulp van scenario-gebaseerde simulatie-

trainingen.

dOel OntWerpprOJectOp de Neonatale Intensive Care Unit (NICU)

van het MMC wordt onder andere de Neonatale

Life Support (NLS) training gegeven. Deze trai-

Page 39: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 41

Zowel in de oude situatie als in de nieuwe situ-

atie is gevraagd naar de ervaringen van de deel-

nemers aan de trainingen middels enquêtes.

Men is tevreden over deze nieuwe opzet, met

name omdat men zich nu tijdens de trainingen

beter kan inleven in het scenario. Bovendien is

het naderhand evalueren van het scenario aan de

hand van de opgenomen beelden zeer leerzaam:

het helpt de deelnemers om kritisch naar zich-

zelf te kijken en om tot nieuwe inzichten te

komen met betrekking tot hun eigen handelen.

Daarnaast geven de deelnemers aan dat door

deze vernieuwde trainingsopzet het oefenen van

de communicatie onderling veel beter mogelijk

is dan voorheen. Geconcludeerd kan worden dat

de vernieuwde NLS+ training een realistischer

omgeving creëert en de trainingen effectiever

worden.

verificatie en validatie van de vernieuWde nls+ traininGDe vernieuwde NLS+ training is een nieuwe trai-

ningsopzet voor de NLS-trainingen, waarbij

gebruik gemaakt wordt van 2 ruimtes (i.p.v. 1),

het nieuwe low-budget video-evaluatie systeem

en de nieuwe patiëntmonitor-simulatie-applica-

tie. Deze zijn eerst getest in enkele pilot-trainin-

gen en daarna ingezet bij 15 echte trainingen.

FoutIn editie 4/2018 van FMT Gezondheids­zorg staat bij de foto van de Concord de tekst “een eerste concept­prototype voor automatische tactiele stimulatie bij apneu”, bij de andere foto staat de tekst die eigenlijk bij de foto van de Concord had moeten staan: een opvang(reanimatie)tafel voor pasgeborenen; deze tafel kan aan het verlosbed gebruikt worden.

De PDEng Qualified Medical Engineer is een tweejarige post­master ontwerpers­opleiding van de TU/e. Na succesvolle afronding van de opleiding ontvangen QME-gediplomeerden de graad Profes­sional Doctorate in Engineering (PDEng). QME-trainees werken tijdens hun opleiding aan innovatieve projecten bij zorginstellingen en bedrijven over heel Nederland. Hun taak is het optimaliseren van zorgprocessen door het adequaat toe­passen van medische technologie. Meer weten over QME? Bezoek de website www.tue.nl/qme of stuur een mail naar [email protected]

tamara klopmeijer en camile van der heijden in de regiekamer met het nieuwe video-evaluatiesysteem.

van OntWerp tOt realisatieAan het MMC wordt geadviseerd de bereikte

verbeteringen in de trainingen te continueren en

te waarborgen door de vernieuwde NLS+ trai-

ningsopzet te blijven faciliteren en ondersteunen.

Het continueren en waarborgen van de bereikte

resultaten van project RESONate komt dan ten

goede aan de patiënten, want effectiever oefenen

baart betere zorg. <

‘deelnemers geven aan dat door deze vernieuwde trainingsopzet het oefenen van de communicatie onderling veel beter mogelijk is

dan voorheen’

Page 40: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG42

investeringen (één op de drie), en daardoor wel tijdig de apparatuur kunnen vervangen. Waarschijnlijk zijn het deze ziekenhuizen die aangeven dat de investeringen genoeg zijn om de kwaliteit van hun zorg op peil te houden. Ongeveer één op de vijf ziekenhui­zen stelt wel dat door de beperkte mate van investeringen in medische apparatuur de kwaliteit van zorg in het geding komt.

NEdERlaNd kRijGT vooRTREk-kERsRol iN dE oNTwikkEliNG vaN NuclEaiRE mEdicijNEN NRG in Petten heeft van het samenwerkings­verband ‘Kansen voor West’ een subsidie van €6.8 miljoen toegekend gekregen voor de ontwikkeling van het FIELD-LAB. Deze bijdrage van Kansen voor West, vanuit het

Europees Fonds voor Regionale Ontwikke­ling (EFRO), zorgt voor een intensivering en versnelling van het FIELD-LAB-traject. Het FIELD-LAB is een initiatief van het consor­tium Advancing Nuclear Medicine en wordt een unieke broedplaats om nieuwe nucleaire geneesmiddelen te ontwikkelen. Zo kunnen er in de toekomst nog meer patiënten gehol­pen worden met een behandeling op maat.

vERaNdERdE zoRG maakT HERoNTwikkEliNG laNdGoEd HooGE RiET NoodzakElijkGGz Centraal en projectontwikkelaar Heijmans tekenden in het bijzijn van wet­houders Klappe en Van der Velden van de

sT jaNsdal EN siEmENs HEalTHiNEERs TEkENEN ovER-EENkomsT diaGNosTiscHE bEEldvoRmiNGZiekenhuis St Jansdal in Harderwijk en Sie­mens Healthineers hebben hun bestaande samenwerking verder uitgebouwd. De par­tijen tekenden een 12-jarige overeenkomst voor de uitbreiding en verbouwing van de di­agnostische beeldvorming. De samenwerking richt zich niet alleen op levering van moderne radiodiagnostische apparatuur, maar ook op onderhoud, service en innovatie. Dit geldt voor zowel het ziekenhuis in Harderwijk als in Lelystad.

‘TijdiG vERvaNGEN mEdiscHE appaRaTuuR vooR 1 op dE 3 ziEkENHuizEN EEN pRoblEEm’ Een deel van de Nederlandse ziekenhuizen vindt het lastig om tijdig nieuwe, medische apparatuur aan te schaffen. Uit een rond­gang van DLL langs 54 van de 85 grootste ziekenhuis(groepen) van Nederland blijkt dat ruim een derde van de ziekenhuizen er niet of slechts met grote moeite in slaagt om hun medische apparaten tijdig te vervangen. Deze ziekenhuizen noemen onvoldoende financiële middelen daarvoor als voornaam­ste reden. Een kleine meerderheid van de ziekenhuizen (56 procent) heeft wel voldoende vermogen om medische apparatuur tijdig te vervangen. Ook komt het geregeld voor dat ziekenhui­zen de prioriteit geven aan het aanschaf­fen van medische apparaten boven andere

gemeente Ermelo onlangs een aankoop­overeenkomst voor de Hooge Riet. Dit deel van het monumentale landgoed is daarmee het eerste deelgebied dat wordt herontwik­keld. Andere delen van Landgoed Veldwijk in Ermelo volgen in de nabije toekomst. Het college van burgemeester en wethou­ders had eerder het stedenbouwkundige uitgangspuntennotitie hiertoe vastgesteld. Deze dient als basis voor het nu uit werken stedenbouwkundigplan en bestemmingsplan. Uiteraard worden de inwoners van Ermelo hierbij betrokken.Veranderingen in de zorg (minder bedden, meer zorg in de samenleving) maken heront­wikkeling van de landgoederen noodzakelijk. Het accent ligt hierbij op de verschuiving van zorg naar andere functies als wonen en economische bedrijvigheid. Het gebied wordt zo ook meer betrokken bij het dorp, waarbij rekening wordt gehouden met de cultuur­historische ­ en natuurwaarden. Tegelijker­tijd bieden deze ontwikkelingen voor GGz Centraal mogelijkheden om de zorg in Ermelo te concentreren en vernieuwen.

NiEuwE maRmolEum MarBLed-designcoLLectie die NiET allEN FRaai, maaR ook co2-negatiefMarmoleum Marbled biedt dertig nieuwe fraaie kleuren en twee ‘verse’ dessins, ge­naamd Terra en Splash. Marmoleum draagt

AcTueelmeer informatie over de onderwerpen in deze rubriek kunt u lezen op www.fmtgezondheidszorg.nl

Page 41: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 43

mEER GRip op aRTiFicial iNTElliGENcE iN dE zoRGArtificial Intelligence (AI) is niet nieuw. Decennialang wordt nagedacht over ro­bots en computers die kunnen denken als mensen. Het zal niemand zijn ontgaan dat de AI-ontwikkelingen in de afgelopen paar jaar

ongelooflijk hard zijn gegaan. Zelfrijdende auto’s en gezichtsherkenning zijn voorbeel­den hiervan, maar de ontwikkelingen in de gezondheidszorg staan ook niet stil. Deze sector leent zich bij uitstek voor AI vanwege de enorme hoeveelheden data. En de groei is er nog lang niet uit. Maar wat is AI eigenlijk en welke vraagstukken roept het op? Het rapport ‘Artificial intelligence in de zorg’ gaat in op wat AI is, toepassingen in de praktijk en welke vraagstukken dit oproept. Het rapport ‘Artificial intelligence in de zorg’ kunt u downloaden van www.nictiz.nl/rap­porten/artificial-intelligence-in-de-zorg/

oLVg opent oK-LoungeOLVG, locatie West heeft een zogenoemde ‘OK (operatiekamer) Lounge’ geopend. De OK-Lounge is de eerste afdeling in Neder­land waarbij dagbehandeling en recovery plaatsvinden in dezelfde ruimte. Mensen die een kleine operatie onder dagbehande­ling ondergaan, hoeven niet meer op een verpleegafdeling te liggen. Volgens de eerste patiënten voelt de OK Lounge ‘als een woonkamer’. De voorbereiding en nazorg van de operatie vindt plaats in dezelfde com­fortabele ruimte. Patiënten gaan niet meer naar de recovery en verpleegafdeling voor de voorbereiding en nazorg van een operatie. Dat scheelt veel tijd en voor de patiënt zorgt dit voor meer rust en ontspanning. <

vaatpathologie tijdens de dienst. Het is nu mogelijk voor de dienstdoende vaatchirurg om zijn collega, die niet in het ziekenhuis is, om advies te vragen.’

pamEijER EN uNica sTaRTEN HET jaaR lEGioNEllavEiliGUnica Building Services gaat de drinkwa­terveiligheid verzorgen bij de Rotterdamse zorginstelling Pameijer. Binnen de overeen­komst gaan het Inspectie en Beheerteam van Unica Rotterdam en Pameijer de komende tijd nauw samenwerken om de ruim 150 lo­

caties van Pameijer volledig “legionellaproof” te houden. Unica neemt per 1 januari 2019 voor al deze locaties de zorg voor veilig en schoon drink­water van Pameijer over. Het gaat hier om zowel prioritaire instellingen, dit zijn instellin­gen waarbij het risico op besmetting hoog is, als niet-prioritaire (zorgplicht) locaties.

sT. aNNa zoRGGRoEp EN pHilips buNdElEN kRacHTENBinnen de Brainportregio gaan St. Anna Zorggroep en Philips een strategisch partner­schap aan van tenminste vijf jaar. Gericht op e-health toepassingen om patiënten beter op afstand te kunnen behandelen en daarmee vermijdbare ziekenhuisopnames te voorkomen en poliklinische herhaalbezoeken te verminderen. Beide partijen vullen elkaar perfect aan in de ontwikkeling van innovatie in de zorg. Philips als marktleider in techno­logie voor de gezondheidszorg en St. Anna Zorggroep als aanbieder van ziekenhuiszorg, ouderenzorg en sportmedische zorg. Door digitale informatie-uitwisseling kunnen zorg­verleners met en rondom de patiënt (in het ziekenhuis en in de eerstelijn) in staat worden gesteld om gemakkelijker samen te werken en gegevens uit te wisselen.

daarnaast bij aan een gezond binnenklimaat want het materiaal is 100% natuurlijk en bevat bijvoorbeeld geen weekmakers. Boven­dien wordt de nieuwe collectie CO2-neutraal geproduceerd waardoor zij goed is voor het milieu, niet bijdraagt aan klimaatverandering en dus onze aarde beschermt voor komende generaties.Marmoleum Splash, een van de nieuwko­mers, is een dessin met een lichtgrijze basis waar een beetje kleur – oranje, geel groen, rood, paars of blauw – doorheen schemert. Hierdoor krijgt de vloer iets mysterieus en prikkelt ze de verbeelding. Bovendien ‘mixt’ en ‘matcht’ Splash makkelijk met andere vloeren in de betreffende schemertint of bijvoorbeeld een stoel in die kleur.

WereLdpriMeur: 24/7 oK- oNdERsTEuNiNG op aFsTaNd iN zuydERlaNdIn Zuyderland Medisch Centrum Heerlen is onlangs voor het eerst een operatie uitge­voerd waarbij experts op afstand assisteer­den. Dit gebeurde via een versleutelde digita­le beeldverbinding, mogelijk gemaakt door Medtronic. Zuyderland zette deze nieuwe techniek in tijdens een geslaagde ingreep aan een aneurysma. Voor de zogenaamde EVAR­ ingrepen had Zuyderland daarmee de wereldprimeur. De chirurg kan vanaf nu op elk gewenst moment medische of technische expertise inroepen via deze high­tech beeldscherm­verbinding. Het gaat in een dergelijk geval om de hulp van een collega-specialist of een technisch expert die alles weet van het pro­duct waarmee de operatie wordt uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld een stent. Zuyderland past deze techniek vooralsnog enkel toe bij de afdeling vaatchirurgie. De virtueel ingescha­kelde experts ontvangen geen persoonlijke gegevens van de patiënten en zien deze ook niet in beeld. De verbinding is volledig ver­sleuteld en er kunnen geen beelden worden opgeslagen. Voor de afdeling Chirurgie heeft deze pri­meur belangrijke voordelen, geven vaatchi­rurgen Lee Bouwman en Kees Sikkink aan. ‘Zuyderland Medisch Centrum is één van de grootste vaatchirurgische centra van Nederland. We zien daarbij veel complexe

Page 42: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

kwaliteit

FMT GEZONDHEIDSZORG44

TeNTBed GEEFT kwETSbaRE OuDEREN RuST

GOed alternatief Het speciale bed is een goed alternatief voor het

gebruik van andere maatregelen die ingezet

kunnen worden om onrust weg te nemen, zoals

‘rooming-in’. Dit houdt in dat een familielid,

vriend(in) of kennis overdag en/of in de nacht

bij de patiënt verblijft in het ziekenhuis. Door de

aanwezigheid van een vertrouwd persoon voelt

een patiënt zich veiliger, duurt zijn/haar ver-

wardheid vaak korter en zijn er minder gedrags-

problemen. ‘Je kunt je voorstellen dat dit een

zware belasting is voor naasten en dit daarom

helaas niet altijd mogelijk is. We zijn blij dat we

het tentbed nu ook kunnen inzetten. In het bed

behouden patiënten hun bewegingsvrijheid,

maar toch is dwalen en vallen niet mogelijk.’

Voor naasten is het fijn om te zien dat het bed de

patiënt rust biedt en geeft het een gerust gevoel

dat hij of zij niet uit bed kan stappen. De afde-

ling Geriatrie beschikt over één tentbed. <

Algehele onrust, angst, agres-

sie, wanen en hallucinaties.

dat zijn een aantal symptomen

van probleemgedrag die kwets-

bare ouderen kunnen vertonen bij

opname in het ziekenhuis. verwarde

ouderen proberen vaak zonder

hulp uit bed te komen om rond te

dwalen. Hierbij lopen ze het risico

te vallen. op ziekenhuislocatie

scheper in emmen gebruikt de

afdeling Geriatrie vanaf nu een

speciaal tentbed, ook wel poseybed

genoemd, om dit te voorkomen.

erst was het wel even een gek gezicht: een

ziekenhuisbed met hierop een tent’, vertelt

geriatrieverpleegkundige Klaasje Biel. Het

speciale tentbed is aan alle zijden dichtgeritst,

zodat de patiënt het bed zelf niet kan verlaten.

‘Patiënten liggen weliswaar in een ruimte die ze

niet zelf kunnen openen, maar het voelt niet erg

beklemmend’, legt Klaasje uit. Het tentbed is

verder een gewoon bed met een matras, een

kussen en dekens. Het licht in het tentbed komt

gefilterd binnen door het witte gaas en het groe-

ne doek geeft een beschermd en comfortabel

gevoel. ‘Het tentbed neemt onrust weg en creëert

een veilige omgeving.’

inzet tentBed in OverleGHet tentbed wordt niet zomaar ingezet. ‘Het bed

beperkt de mate van vrijheid van patiënten en

daarom gebruiken we het tentbed alleen wan-

neer het echt nodig is’. Een patiënt die zo ver-

ward is dat hij of zij kan gaan dwalen en hierbij

het risico loopt om te vallen, komt in aanmer-

king voor het bed.

Naasten, artsen en verpleegkundigen bepalen

samen of het gebruik van het tentbed gepast is

en of het bed alleen in de nacht of ook overdag

ingezet moet worden. ‘Elke dag bekijken we of

het gebruik van de tent nog nodig is.’ De meeste

patiënten ervaren het bed als prettig. Dankzij het

bed slapen patiënten rustiger: ‘Ik hoef patiënten

niet meer te corrigeren als zij uit bed proberen te

stappen. Zij worden dus ook niet zenuwachtig of

extra onrustig van mijn aanwezigheid. Daarnaast

worden patiënten door het bewegen in de tent

langzaam moe en vallen na een korte tijd vanzelf

weer in slaap. Natuurlijk houd ik wel altijd een

oogje in het zeil.’

Door onze nieuwsredactie

verpleegkundige klaasje Biel maakt het

tentbed gereed.

‘Het bed beperkt de mate van vrijheid van patiënten en daarom gebruiken we het tentbed alleen

wanneer het echt nodig is’.

E

Page 43: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 45

veiligheid

MMc koploper IN MEDIcaTIEvEIlIGHEID

Eindhoven en De Kempen terug te vinden welke

medicatie aan hen is verstrekt. Als een patiënt bij

Máxima Medisch Centrum onder behandeling

komt, is de actuele medicatie eenvoudig door de

arts te bekijken. Internist Ronald Erdtsieck

maakt bij ongeveer de helft van zijn consulten

gebruik van deze functionaliteit. ‘Het grote

voordeel vind ik dat ik op het medicatie over-

zicht kan zien wat bijvoorbeeld de huisarts of

een specialist uit een ander ziekenhuis heeft

voorgeschreven. Als de patiënt het dan heeft over

‘dat witte pilletje’ dat ik niet zelf heb voorge-

schreven, dan kan ik op het medicatie overzicht

terugvinden welk voorschrift dit betreft. Voor-

heen hadden we niet zomaar toegang tot deze

informatie.’

eiGen reGieMMC werkt de komende periode verder aan het

verbeteren van digitale informatievoorziening,

waardoor patiënten zich steeds beter kunnen

voorbereiden op het gesprek met de arts en in

grotere mate zelf een rol spelen in het behandel-

traject. <

Máxima Medisch centrum (MMc) is

het eerste ziekenhuis in Nederland

dat binnen het versnellingspro-

gramma voor Informatie-uitwisse-

ling tussen patiënt en professional

(vIpp) alle doelstellingen op het

gebied van medicatie heeft behaald.

een onafhankelijke auditor heeft

dit bevestigd.

medicatie kan de patiënt via het portaal een

herhaalrecept aanvragen, dat digitaal kan wor-

den voorgeschreven. Cardioloog Ruud Spee legt

uit: ‘Voorheen moest ik een recept uitprinten,

ondertekenen en in het bakje leggen van de

secretaresse, waarna zij het aan de apotheek kon

faxen. Dankzij de mogelijkheid om digitaal

herhaalrecepten voor te schrijven, kan ik het

recept direct naar de apotheek sturen en ont-

vangt de patiënt per mail een melding. Zo kun-

nen we de patiënt sneller helpen en hebben we

minder administratieve last op de polikliniek.

Het is jammer dat nog niet alle apotheken in de

regio zijn aangesloten’, aldus Spee. Een collectief

van acht apotheken is namelijk vanwege een

gezamenlijk technisch probleem niet in staat om

aan te sluiten en kan om die reden nog geen

digitale recepten ontvangen.

zicht Op medicatieOok buiten het portaal is aandacht voor digitali-

sering, wat de medicatieveiligheid ten goede

komt. Dankzij het Landelijk Schakelpunt (LSP)

is van circa 80% van de patiënten in de regio

Door onze nieuwsredactie

Landelijk nemen 66 ziekenhuizen en 35

overige zorginstellingen deel aan dit door

de overheid gesubsidieerde programma,

dat bestaat uit doelstellingen op het gebied van

medicatieveiligheid en informatie-uitwisseling.

Dankzij het programma kunnen zorgorganisa-

ties als MMC extra stappen zetten om de patiënt

meer regie te geven over de eigen gezondheid.

Zo heeft de patiënt laagdrempelig toegang tot

bijvoorbeeld uitslagen, specialistenbrieven en

medicatiegegevens.

diGitaal vOOrschriJvenAl sinds 2014 is het voor patiënten van MMC

mogelijk om via patiëntenportaal MijnMMC

hun medische gegevens online in te zien. Op het

gebied van medicatie biedt het patiëntenportaal

de nodige toegevoegde waarde. De patiënt kan

in MijnMMC namelijk een overzicht terugvin-

den van welke medicatie sinds het laatste bezoek

aan het ziekenhuis staat geregistreerd. Voor deze

Page 44: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG46

BABy’s MeT GeelZucHT NaaR HuIS IN lIcHTGEvENDE SlaapZak

een lichtGevende slaapzakHet kindje ligt, net als in het ziekenhuis, in een

lichtgevend slaapzakje. In het Jeroen Bosch

Ziekenhuis krijgen ouders uitleg hoe het werkt.

Eenmaal thuis neemt de prikdienst dagelijks

bloed af om de bilirubinewaardes te bepalen en

heeft de kinderarts contact met ouders en verlos-

kundige over het te volgen beleid.

“Het lichtgevend slaapzakje (BiliCocoon) is een

eenvoudig product”, zegt klinisch fysicus in

opleiding Teun Minkels. “Technisch gezien is het

enige dat nodig is een stopcontact. Als de thera-

pie klaar is, wordt de slaapzak eerst gecontro-

leerd door onze afdeling MICT (Medische Infor-

matie en Communicatie Technologie).

Periodieke controle, zoals we op de couveuseaf-

deling doen, volstaat niet; na elke uitleen willen

we zeker zijn dat het slaapzakje nog voldoet aan

onze eisen.”

“Jaarlijks volgen zo’n 150 baby’s fototherapie bij

het JBZ. Een groot deel daarvan is prematuren;

zij zijn opgenomen en volgen hier de therapie,”

vertelt kinderarts Petr. “Thuistherapie is een

welkome optie voor de ‘gewone geboortes’ met

een verhoogde bilirubinewaarde en voor de

‘randprematuren’ (geboren 35-37 weken). Dat

zijn er in totaal 25 tot 50 per jaar.” <

Baby Gerard ligt thuis rustig in zijn box te

slapen in een speciale lichtgevende slaap-

zak. Hij is de eerste baby die met foto-

therapie naar huis kan. “Het is enorm fijn dat we

met zijn viertjes thuis kunnen zijn, en niet langer

in het ziekenhuis hoeven te blijven” vinden

trotse ouders David en Neus.

Op de rOze WOlk BliJven Het geel zien gebeurt pas op de derde of vierde

dag na de geboorte, vertelt verpleegkundige

Couveuseafdeling Sanne Scheepens. Is het bili-

rubinegehalte te hoog (waardoor je geel ziet),

dan blijven moeder en kind minstens 48 uur

in het ziekenhuis. “Dat is best ingrijpend, want

daarmee wordt de kraamtijd verstoord; je haalt

mensen van hun roze wolk. Terwijl de therapie

die het kindje in het ziekenhuis krijgt, heel goed

thuis kan plaatsvinden. De zorg is hetzelfde.”

Thuistherapie biedt veel voordelen. Het gezin

blijft bij elkaar en de behandeling vindt plaats in

de vertrouwde omgeving. Borstvoeding en dage-

lijkse verzorging door de kraamzorg kunnen zo

gewoon doorgaan. “Dat sluit aan bij onze werk-

en denkwijze, die uitgaat van family-centered

care”, aldus Sanne.

Ook voor de verloskundigen is het een prettige

verandering vindt kinderarts Petr Jira: “Deze

verplaatste zorg is fijn voor de ouders, maar ook

voor de verloskundigen; zij hebben de hele

zwangerschap begeleid en willen ook graag het

kraambed ondersteunen.”

Baby’s in de regio ’s Hertogenbosch

met geelzucht (of die bij geboorte

geel zien) kunnen voortaan gewoon

naar huis dankzij een speciale

lichtgevende slaapzak die foto-

therapie geeft. Normaliter wordt

deze fototherapie op de couveuse-

afdeling gegeven. de baby’tjes

blijven hiervoor minimaal tot 48

uur na geboorte in het ziekenhuis.

door de speciale slaapzak kunnen

ouders direct naar huis en aan de

kraamtijd beginnen. Het jeroen

Bosch Ziekenhuis in den Bosch start

deze pilot voor niet-prematuren.

Door onze nieuwsredactie

Thuistherapie biedt veel voordelen. Het gezin blijft

bij elkaar en de behandeling vindt plaats in de vertrouwde

omgeving.

innovatie

Page 45: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 47

HMsM eN Hevo WerkeN sAMeN aaN TOEkOMSTbESTENDIGE ZORGORGaNISaTIES

optimale waarde binnen budgettaire kaders voor

de gehele levensduur van een gebouw. Met ad-

vies- en bouwmanagement ondersteunt HEVO

haar opdrachtgevers in duurzame huisvesting.

Met risicodragend Projectmanagement wordt

zekerheid op prijs, planning én kwaliteit gege-

ven. HEVO biedt concrete inzichten om verder

te komen in strategische huisvestings- of ont-

wikkelprocessen en is sterk in onderzoek financi-

ele haalbaarheid, organisatie & adviesmanage-

ment, projectmanagement, etc.

meer dan persOOnliJke en GastvriJe zOrGBij hospitality gaat het volgens HMSM/ HEVO

om meer dan persoonlijke en gastvrije zorg.

Beleving heeft toegevoegde waarde en dat leidt

tot daadwerkelijk onderscheidend vermogen.

Cliënten kiezen niet alleen voor een mooi ge-

bouw. Juist de organisatie van het wonen en van

de zorg zijn essentieel voor tevreden bewoners

en gebruikers.

We maken de wereld graag meer mensgericht.

Daarom hebben wij het over ‘mensgerichte

gastvrijheid’ of ‘hospitality with a human touch’.

We delen graag onze kennis, ervaring, energie en

waarden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen

met René Lolkema ([email protected]) en

met Maarten Bos ([email protected]) <

de organisatie. Het gebouw vormt een belangrijk

kader waarbinnen de gastvrijheid wordt vorm-

gegeven en zowel de cliënt/patiënt als de profes-

sionals betrekken dit gebouw als fysieke omge-

ving van de gastvrijheidsbeleving. In deze

samenwerking kan HMSM/HEVO adviseren en

inzicht geven in de consequenties van hospitality

denken in onder meer keuzes in vastgoed, be-

drijfsprocessen en het handelen van mensen”.

samenWerkinG al in praktiJkHMSM/HEVO heeft een product ontwikkeld

waarbij op verschillende momenten in de initia-

tief-, ontwikkelings- en exploitatiefase van vast-

goed het thema hospitality integraal tegen het

licht wordt gehouden. HMSM/HEVO start de

samenwerking met twee projecten waarbij een

ouderenzorginstelling en een organisatie, die een

gezondheidscentrum herontwikkelt, worden

geadviseerd op dit terrein.

meer Over hOtel manaGement schOOl maastrichtHotel Management School Maastricht is een

topopleiding binnen Zuyd Hogeschool op het

gebied van hotelmanagement, gastronomie en

gastvrijheid met een opleidingsprogramma op

Bachelor en Master-niveau. De school staat

wereldwijd hoog aangeschreven en trekt naast

vele Nederlandse studenten ook een toenemende

stroom internationale studenten aan. Jaarlijks

stromen ca 280 jonge professionals uit naar het

bedrijfsleven in binnen- en buitenland. Hospita-

lity Consultancy is onderdeel van HMSM en

bestaat uit een groep professionele consultants

op het gebied van gastvrijheidsontwikkeling in

tal van sectoren waaronder zorg, retail en dienst-

verlening.

meer Over hevOHEVO ’s-Hertogenbosch is een actieve speler in

vastgoed- en projectontwikkeling voor onder

meer de zorg, het onderwijs, sport en cultuur,

gemeenten en het bedrijfsleven. Met risicodra-

gend projectmanagement garandeert HEVO

Hotel Management school

Maastricht en Hevo bundelen

hun krachten. door samenwer-

king en het combineren van de

jarenlange kennis op het gebied

van mensgerichte gastvrijheid en

ontwikkelingen in het zorgvast-

goed is HMsM/Hevo in staat zorg-

instellingen toekomstbestendig te

maken vanuit organisatorisch- en

vastgoedperspectief.

Door onze nieuwsredactie

huisvesting

De wereld van zorginstellingen veran-

dert in hoog tempo. Een belangrijke

vraag hierbij is hoe je woon-/ zorgcon-

cepten kunt ontwikkelen waarin een positieve

beleving van de klant/bewoner of patiënt het

doel en vertrekpunt vormt. Met het juiste gast-

vrijheidsconcept maken organisaties het positie-

ve verschil voor hun klanten, bezoekers, patiën-

ten en medewerkers en leidinggevenden. “Door

het combineren van de kennis van HEVO op het

gebied van zorgvastgoed met de kennis van de

gerenommeerde Hotel Management School

Maastricht, zijn we in staat zorgorganisaties

integraal te adviseren op dit terrein”, aldus René

Lolkema, senior adviseur HEVO. Maarten Bos,

hospitality consultant van de hotelschool, geeft

aan: “Steeds vaker merken we bij het ontwikke-

len en vormgeven van gastvrijheid dat vastgoed

een bepalende factor is voor de mogelijkheden in

Page 46: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG48

nvtg

“eNerGIeTrANsITIe BeTekeNT INvesTereN eN INNovereN”Het NvTG-voorjaarscongres staat dit

jaar in het teken van energietransi-

tie. een van de keynote speakers is

diederik samson, voormalig politicus

en voorzitter klimaattafel Gebouw-

de omgeving. Het NvTG-voorjaarscon-

gres vindt 11 april 2019 plaats in het

NH conference centre koningshof te

veldhoven. Het congresthema van

2019 is “energietransitie betekent

investeren en innoveren”.

Energietransitie is een thema dat bij veel

organisaties op de agenda staat, en waar

dat nog niet het geval is, wordt veelal wel

de noodzaak ervaren om ermee aan de slag te

gaan. Dat kan ook niet anders want over een

goede tien jaar moet Nederland van het Gro-

nings gas af zijn, zo heeft het kabinet besloten.

Daarnaast zijn er ook internationale afspraken

waar Nederland zich aan te houden heeft. De

internationale samenleving heeft tijdens een

klimaatconferentie in Parijs (2015) afgesproken

van fossiele brandstoffen volledig over te stappen

op duurzame energiebronnen zoals zonne- en

windenenergie. Deze afspraak is vastgelegd in

het Klimaatakkoord van Parijs. De energietransi-

tie omvat niet alleen de daadwerkelijke overstap

van fossiele brandstoffen naar duurzame ener-

giebronnen door het bouwen van parken voor

windmolens en zonnecollectoren, maar ook het

onderzoek naar bijvoorbeeld duurzame techno-

logie.

De vraag dringt zich op of de energietransitie

van het zorgvastgoed nog wel een technische

discussie is. Steeds vaker lijkt er sprake te zijn

van een financiële discussie vanwege de forse

voorinvestering die nodig is om de transformatie

naar een gasloze en energieneutrale energievoor-

ziening te betalen.

De consequenties zijn dat we andere beleids-

speerpunten in de zorg daardoor niet kunnen

doen? Het woord is dan aan de directies van

zorginstellingen en aan de politiek om keuzes te

maken. Niettemin zal er voldoende ruimte zijn

voor de NVTG’er om zelf proactief allerlei initi-

atieven te ondernemen om dit technisch alvast

voor te bereiden. Dat NVTG-ers deze noodzaak

voelen, maar ook vaak zeer betrokken zijn bleek

tijdens het recente NVTG-najaarscongres waar

door diverse deskundigen werd ingegaan op het

onderwerp “Nederland gaat van het gas; wie gaat

dat betalen?” Opvallend was de grote belangstel-

ling voor het onderwerp onder instellingsleden

van de NVTG. Leden van de NVTG zijn er als

technisch professionals van doordrongen dat de

Nederlandse zorgsector een grootverbruiker van

energie is en dat de impact van verduurzaming

in de sector dan ook groot is. Tijdens het congres

zullen deelnemers inspiratie opdoen met lezin-

gen variërend van routekaarten per sector tot

praktijkvoorbeelden op zowel beleidsniveau als

technische uitwerking.

Er gebeurt al veel op het gebied van verduurza-

ming. Toch kunnen we constateren dat er slechts

een begin is gemaakt. Er moet nog veel werk

worden verzet. Een aanzet hoe we daar als tech-

nici in de zorgsector invulling aan kunnen ge-

ven, horen we tijdens het NVTG-voorjaarscon-

gres 2019. Meer informatie over het congres

vindt u op onze website: www.nvtg.nl <

het nvtG-voorjaarscongres vindt 11 april 2019 plaats in het nh conference centre konings-hof te veldhoven.

NVTG-voorjaarscongres 2019 in NH Conference Centre Koningshof:

Door: NVTG

NvTG-voorjaarscongres 2019“Energietransitie betekent investeren en innoveren”.11 april 2019Locatie: NH Conference Centre Koningshof te Veldhoven

er gebeurt al veel op het gebied van verduur-zaming. toch kunnen we constateren dat er slechts een begin is gemaakt.

Page 47: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

FMT GEZONDHEIDSZORG 49

ADvIesBUreAU

sweegers en de Bruijn bveuropalaan 12g, 5232 BC ’s-HertogenboschT: 088 030 7300e: [email protected]: www.swebru.nl______________________________________________________________

valstar simonisveraartlaan 42288 GM rijswijkT: 070 307 22 22F: 070 307 22 07e: [email protected]: www.valstar-simonis.nl_______________________________

OK Consultancy Nederland (OKCN)Postbus 2102, 5202 CC ’s-HertogenboschT: (0)73 62 34 381e: [email protected] / I: www.okcn.nl

BrANDveILIGHeID

Witlox Brandveiligheid BvNieuwstraat 305491 vD sint-OedenrodeT: 0858771198W: www.witlox-brandveiligheid.nl

CLeANrOOMs

ropa systems BvBelleweg 9, 5711 DH somerenT: +31 (0)493 [email protected]_______________________________

Cadolto Benelux BvDorpsstraat 8a, 4181 BN WaardenburgT: +31 418 651 544M: +31 61066 4074e: [email protected]: www.cadolto.nl______________________________

InterflowDe stek 15, 1771 sP WieringerwerfT. (0227) 60 28 44 F. (0227) 60 31 [email protected]______________________________

Jan snel Medical BuildingsWilleskop 94, 3417 Me MONTFOOrTPostbus 200, 3417 ZL MONTFOOrTTel.: +31 (0) 348 47 90 90e-mail: [email protected] Website: www.jansnel.com______________________________

M-Wall Bvsteenoven 4C5626 DK eindhovenT +31 850 18 85 00e [email protected] www.mwall.nl

DeUreN

vestiging Doorwerthrecord Automatische Deuren B.v.Cardanuslaan 30Postbus 67, 6865 ZH DoorwerthT 026-3399777 F 026-3399770info@record-automatischedeuren.nlwww.record-automatischedeuren.nl

vestiging Oosterhoutrecord/van Nelfen DeurtechniekHoutduifstraat 6Postbus 565, 4900 AN OosterhoutT 0162-447720 F 0162-447730

GeBOUWBeHeersYsTeMeN

sauter Building Control Nederland BvPostbus 20613, 1001 NP AmsterdamT: 020 - 587 67 00I: www.sauter.nl

GOrDIJNsTOFFeN

vescom Nederland B.v.sint Jozefstraat 20, 5753 Av DeurnePostbus 70, 5750 AB DeurneT: +31 493 350 767F: +31 493 350 779e: [email protected]: www.vescom.nl

GrOOTHANDeL

Technische Unie B.v. Bovenkerkerweg 10-12 1185 Xe Amstelveen Postbus 900 1180 AX Amstelveen T: 020 - 545 03 45 F: 020 - 545 02 50 e: [email protected] I: www.technischeunie.com

HUIsvesTING

Cadolto Benelux BvDorpsstraat 8a, 4181 BN WaardenburgT: +31 418 651 544M: +31 61066 4074e: [email protected]: www.cadolto.nl_______________________________

Jan snel Medical BuildingsWilleskop 94, 3417 Me MONTFOOrTPostbus 200, 3417 ZL MONTFOOrTTel.: +31 (0) 348 47 90 90e-mail: [email protected] Website: www.jansnel.com

INsTALLATeUr

ULC Installatietechniek b.v.Labradordreef 18Postbus 24053500 GK UtrechtT. +31 30 26 50 500e. [email protected]. www.ulcgroep.nl

INsPeCTIes & LOGBOeKBeHeer

DiiP BvInspecties en logboekbeheerHartveldseweg 34 B, 1111BG DiemenPostbus 298, 1620AG Hoorn020 [email protected]

bedrijvenindex

Page 48: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

IT & sOFTWAre

Ultimo software solutions bvWaterweg 3 - 8071 rr NunspeetT: +31(0)341 – 423737F: +31(0)341 – 421172e: [email protected]: www.ultimo.com

LUCHTBeHANDeLING

Altop International: exclusief vertegenwoor-diger van euroclimaMatjeskolk 237037 DZ Beek T: 0314 67 51 10e: [email protected]: www.euroclima.nl

MeDIsCHe PersLUCHT

Berko KompressorenHavenweg 14 - 6603 As WijchenT: 024 - 641 11 11 - F: 024 -642 15 72e: [email protected]: www.berko.eu______________________________

Partner van DrägerBOGe KOMPressOreN B.v.spaceshuttle 8B, 3824 ML AmersfoortT: +31 33 456 15 86 / F: +31 33 453 01 36e: [email protected]: www.boge.com/nl

MeDIsCHe GAsseN

Linde Healthcare BeneluxDe keten 7Postbus 325, 5600 AH eindhovenT: +31 40 28 25 825 - F: +31 40 28 16 875I: www.linde-healthcare.nl

MeDIsCHe GAsseN BeWAKING/MONITOrING

TPs technology BeNeLUX B.v.Postbus 1962130 AD HOOFDDOrPContactpersoon e. schrijverT: +31 23 531 75 41I: www.tpstechnology.nlI: www.tpstechnology.dee: [email protected]

MeDIsCHe GAsseNDIsTrIBUTIe sYsTeMeN

Dräger Nederland B.v. Huygensstraat 3-5, 2721 LT ZoetermeerNederlandT: 079 – 344 44 888I: www.draeger.com

MeUBeLsTOFFeN

vescom Nederland B.v.sint Jozefstraat 20, 5753 Av DeurnePostbus 70, 5750 AB DeurneT: +31 493 350 767F: +31 493 350 779e: [email protected]: www.vescom.nl

NOODsTrOOM

elinex Power solutionsWolweverstraat 152984 Ce ridderkerkTel: +31 (0)180 72 13 59e-mail: [email protected]: www.elinex.com

OPLeIDINGeN

Hogeschool rotterdamG.J. de Jonghweg 4-63015 GG rotterdamT: 010 794 48 90I: www.hogeschoolrotterdam.nl

OPerATIeKAMers

InterflowDe stek 15, 1771 sP WieringerwerfT. (0227) 60 28 44 F. (0227) 60 31 [email protected]______________________________

MANN+HUMMeL vokes Air BvNijverheidsweg 153401 MC IJsselsteinPostbus 3093400 AH IJsselsteinT: 088-8653724- F : 088-8653400e: [email protected]______________________________

Q-bitalrob van LieflandBenelux & Nordice: [email protected]: +31 6 54 78 58 76W: www.vanguardhs.com______________________________

Cadolto Benelux BvDorpsstraat 8a, 4181 BN WaardenburgT: +31 418 651 544M: +31 61066 4074e: [email protected]: www.cadolto.nl______________________________

Jan snel Medical BuildingsWilleskop 94, 3417 Me MONTFOOrTPostbus 200, 3417 ZL MONTFOOrTTel.: +31 (0) 348 47 90 90e-mail: [email protected] Website: www.jansnel.com______________________________

M-Wall Bvsteenoven 4C5626 DK eindhovenT +31 850 18 85 00e [email protected] www.mwall.nl

PersOONsBeveILIGING sYsTeMeN

OoperonMijkenbroek 254824 AA BredaT: + 31 76 57 230 30e: [email protected]: www.ooperon.nl

bedrijvenindex

FMT GEZONDHEIDSZORG50

Page 49: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

PrOJeCTINrICHTING

M-Projectservice Bvsteenoven 4C5626 DK eindhovenT +31 40 292 79 50e [email protected] www.m-projectservice.nl

sTrALINGsWerING

Tinnemans Medical Design BvBelleweg 9, 5711 DH someren T: +31 (0) 493 472399 F: +31 (0) 493 473299 I:www.4medicaldesign.come:[email protected]

______________________________

Tinnemans Medical Design BvBAGildenstraat 41,B-2470 retieT: +32 (0) 14 717919 I: www.4medicaldesign.come:[email protected] volg ons zusterbedrijf op twitter: @ropasystems

vALIDATIe

Cleanroom Management InternationalThe Netherlands:Luchthavenweg 81, NL – 5657 eA eindhovenTel: +31 402 88 87 57Fax: +31 402 88 59 36e-mail: [email protected]

vLOereN

Nora flooring systems B.v.Belgiëstraat 14 5171 PN KaatsheuvelT: 0416-286140I: www.nora.com/nl

WANDBeKLeDING

M-Wall Bvsteenoven 4C5626 DK eindhovenT +31 850 18 85 00e [email protected] www.mwall.nl______________________________

vescom Nederland B.v.sint Jozefstraat 20, 5753 Av DeurnePostbus 70, 5750 AB DeurneT: +31 493 350 767F: +31 493 350 779e: [email protected]: www.vescom.nl

WAsMACHINes

Miele ProfessionalPostbus 166, 4130 eD vianenT: 034-73 78 884F: 034-73 78 429www.miele-professional.nle: [email protected]

WATerBeHANDeLING

BWT nederlandCoenecoop 1 2741 PG Waddinxveene: [email protected] T.: +31 88 750 90 00

FMT GEZONDHEIDSZORG 51

Uw bedrijfsgegevens ook op onze website?neem vrijblijvend contact met ons op.

[email protected]

www.fmtgezondheidszorg.nl

Page 50: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

ADVERTENTIE-INDEX

FMT Gezondheidszorg52

FMT Gezondheidszorg is een uitgave van:van Litsenburg Bveendenven 145646 JN eindhovenT +31 (0) 06 53 310 657e [email protected] www.fmtgezondheidszorg.nl

Volg FMT Gezondheidszorg op Twitter: @FMTzorg

FMT Gezondheidszorg wordt gemaakt met medewerking van o.a.: NeN, Nictiz, TU/e, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Taskforce Healthcare, IHe en KIvI.

Verschijning: 6 x per jaar gedrukt, 4 x per jaar als digitaal magazine (magazine.fmtgezondheidszorg.nl

Uitgever: Cor van Litsenburg

FMT komt tot stand met redactionele medewerking van: Ir. rené Drost NAMCO, H. (Henk-Jan) Hoekjen, prof. dr. ir. J (Jos) Lichtenberg, Prof. dr. ir. M. (Masi) Mohammadi, drs. F (Floor) scholten, W. (Wilma) schreiber, G. (Gerrit) Tenkink, Irene J. Teunissen,F. (Frank) van Wijck, B. (Betty) rombout, r. (regien) Wiggers (NICTIZ), L. (Laura) van Lith (Zorg Brandveilig), M. (Martin) van rooij, D. (Dietske) van der Brugge, ir M. (Maurice) Dominicus, r. (renée) van Litsenburg BA.

Vormgeving: Peter Bouritius

Advertenties:Martijn Penning (Dock35 Media) T 0314-355 831 of e [email protected].

Druk: senefelder Misset

IssN 1873 - 8877

Abonnementen:Nederland: e 125,00België e 125,00Buiten europese Unie: e 169,50Losse nummers e 17,95Tarieven zijn excl. BTWKijk op: fmtgezondheidszorg.nl

een abonnement kan op elk gewenst moment ingaan.

een abonnement wordt automatisch verlengd, tenzij tenminste een maand voor het einde van de abonnementspe-riode schriftelijk wordt opgezegd.

Coverfoto:HollandPTC

Disclaimer:van Litsenburg Bv heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samen-gesteld. van Litsenburg Bv en haar au-teurs kunnen echter op geen enkele wij-ze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave.

colofoN

fmt gezondheidszorg - info

BWT Nederland B.v. 49

Cadolto Benelux B.v. 47,48

Carrier Airconditioning Benelux B.v. 47

Cleanroom Management Intern. 49

D2 Ontwikkeling 49

DiiP 47

Dräger Nederland B.v. 52

Dräger Nederland B.v. 48

Hogeschool rotterdam 48

Interflow 47,48

Jan snel 47,48

Linde Healthcare Benelux 48

MANN+HUMMeL vokes Air B.v. 48

Miele Professional Nederland B.v. 7

Miele Professional Nederland B.v. 49

MedicomZes 2

M-Wall 47,48

M-projectservice B.v. 49

MTD Landschapsarchitecten 48

M-Wall B.v. 47,49

nora flooring systems B.v. 49

OK Consultancy Nederland 47

Ooperon 48

Promaint 25

Purer Water Group 8

Q-bital 48

record Automatische Deuren B.v. 47

ropa systems Bv 47

sauter Building Control Nederland B.v. 47

sCA Hygiene Products Zeist B.v. 47

sweegers en de Bruijn B.v. 47

Technische Unie B.v. 47

TekDigitaal 51

Tinnemans Medical Design B.v. 49

TPs Technology Benelux B.v. 48

ULC Installatietechniek B.v. 47

Ultimo software solutions B.v. 48

valstar simonis 47

van Looy Group 47

Witlox Brandveiligheid B.v. 47

Page 51: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

TekDigitaal

biedt de oplossing:

de D&A methode

Digitaliseren en ArchiViewer,

afgekort als D&A,

is onze methode voor het gerubriceerd

en geordend online opslaan

van al uw informatie

en het beschikbaar stellen aan

uw geautoriseerde medewerkers.

Deze methode valt onder de services van TekDigitaal.

Voor meer informatie zie

www.tekdigitaal.com

Page 52: hollandptc geen kil ziekenhuis, maar een warme, huiselijke ... · Ik reageer hierop dat ik graag een cappuccino wil. Met mijn kopje in de hand loop ik naar het midden van het restaurant.

Meer informatie: www.draeger.com/gasmanagementsystems

Van Ontwerp naar

effectiviteit op de werkvloer