Hoe Vlaams is de Guldensporenslag? - nieuws.kuleuven.be · tisch: “Als we het beroep...

Click here to load reader

Transcript of Hoe Vlaams is de Guldensporenslag? - nieuws.kuleuven.be · tisch: “Als we het beroep...

  • 18 april 2002 nr 11 * dertiende jaargang

    Verschijnt 14-daags,uitgez. juli en aug.

    AfgiftekantoorHasselt 1

    België-BelqiqueP.B.

    3500 Hasselt 112/39

    Internationale ConferentieRecht en Terrorisme

    Interview met Jan Wouters op pagina 5

    Of zoiets. Want hoe zwaar woog die Vlaamse overwinningeigenlijk? En hoe Vlaams was heel die Guldensporenslag? Washet echt de overwinning van de eenvoudige Vlaamse troepenvan de ambachten op de goed getrainde Franse ridders? Was hetdus zo’n beetje een overwinning van het volk, van de democra-tie? Dirk Van den Auweele (Faculteit Rechtsgeleerdheid),Paul Trio (Departement Geschiedenis, K.U.Leuven/KULAK)en Dirk Heirbaut (U.Gent, Geschiedenis) hebben er zo huntwijfels over. Zij zijn de organisatoren van het colloquium 11 juli1302 - Zevenhonderd jaar later, dat op 11 mei plaatsvindt op deKortrijkse campus.

    Mythe“De Guldensporenslag is een heel bijzonder onderdeel van onzegeschiedenis. Als veldslag was het niet onbelangrijk, maar hetwas nu ook geen scharnier in onze wording. Het belangrijke enhet interessante voor historici is eigenlijk pas eeuwen latergebeurd, toen de Guldensporenslag larger than life werd. Er iseen hele mythologisering gebeurd, waarbij de ware toedrachtondergeschikt werd aan andere bedoelingen.”

    “Toen België onafhankelijk werd, was Frankrijk nog eenrelatieve vijand. Een veldslag waarin die vijand overwonnenwerd, was dus een ideaal aanknopingspunt voor nationalegevoelens. Bovendien was er voor het jonge Belgische staats-denken geen reden om de Vlaamse factor in deGuldensporenslag te vrezen: een echte Vlaamse beweging waser in de eerste helft van de 19de eeuw nog niet. Een eeuw later,na afloop van de Eerste Wereldoorlog, was die er duidelijk wél.Maar juist die Vlaamse Beweging heeft de Guldensporenslag

    Zevenhonderd jaar later

    Hoe Vlaams is deGuldensporenslag?Ludo Meyvis

    vervolg op pagina 3

    Vanaf de jaren kort na de Belgische onafhankelijkheid werd deGuldensporenslag verheven tot een glorieus evenement uit devaderlandse geschiedenis. Dat één en ander geromantiseerd werd,zal iedereen met een klein beetje historisch invoelingsvermogenwel willen toegeven. Maar toch, diep in het Vlaamse binnensteleeft nog altijd dat gevoel van trots: “Wij hebben de Fransenverslagen. Vlaanderen de Leeuw!”

    De blozende vechtersbaas rechts is een Vlaming, terwijl de wat ver-geelde loser onderaan duidelijk een Fransman is. Generaties groeidenop met nogal triomfalistische ideeën over de Guldensporenslag, zoaandoenlijk geportretteerd in de Historia-reeks “‘s Lands Glorie”.

    4 Vermoeidheidscentrum erkendSymptomen tellen of luisteren naarverhaal van de patiënt?

    6 Verpleegkundigen gezochtSlecht imago maar broodnodig

    7 Dag van de RevalidatieAantal patiënten neemt toe

    8 Studentencongres geneeskunde

    9 Tentoonstelling ‘in’ een wereldprimeurSki’s, stoelen en strijkijzers

    10 Titularis Leerstoel Nieuwe MuziekLouis Andriessen:“Ik maak geen pingpongmuziek”

    11 Vormingskrant

    16 Topvijf

    17 Leven na LeuvenLiesbeth Wyns, producer bijWoestijnvis

    18-19 Alumnikrant

    20 Taaltip

    22-23 Ad valvas

    24 Bibliofielen in Leuven

    24 De Denktank

    Gesprek met minister Magda Aelvoet

    “Ik ben niet pessimistisch”

    We stevenen af op een tekort aan verpleegkundigen, zoveel is duidelijk. Ministervan Volksgezondheid Magda Aelvoet neemt alvast maatregelen. En blijft optimis-tisch: “Als we het beroep aantrekkelijker kunnen maken, zullen jongeren er weldegelijk voor kiezen!” Verder ook een gesprek met iemand op het terrein, RitaLagae van de Universitaire Ziekenhuizen.

    foto

    : Ro

    b St

    even

    s

    Dossier op pagina’s 6-7

  • I N B E E L D

    Nr.VerschijningsdatumTeksten indienen vóór

    128 mei (woensdag!)30 april (dinsdag!)

    1330 mei (AB)22 mei

    1420 juni12 juni

    Verschijningsdata Campuskrant 2002

    18 april 2002

    CampuskrantDriewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven

    RedactieIne Van Houdenhove (hoofdredacteur), LudoMeyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen

    Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 [email protected]

    Adreswijzigingen Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 [email protected]

    RedactieadresDienst CommunicatieOude Markt 133000 Leuven(t) 016 32 41 84(f) 016 32 40 [email protected]

    Aan dit nummer werkten meeJeroen Bryon, Gert Gielen, Erik Gobin, Anne-Mie Jaspers, Marcel Kerff, Geert Op De Beeck,Geneviève Ostyn, Magda Pieck, KlaartjeProesmans, Kristien Vermoesen

    Stuurgroep CampuskrantRonny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens,Bernard Boone, Jan De Vuyst, Erik Gobin, ElsHeylen, Bernard Himpens, Bert Overlaet, IsabelPenne, Paul Thurman, Myriam Van Acker, JosVaesen, Jan Verhaeghe

    Ontwerp lay-outTotal Design Belgium

    VormgevingWouter Verbeylen, Rob Stevens

    Foto’sJeroen Bryon, Hugo Coosemans, Fabrice Kada,Magda Pieck, Rob Stevens

    CartoonsJoris Snaet

    ReclameregieVéronique Limbourg, (t) 016 32 41 84

    Oplage37.500

    DrukwerkConcentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt

    Verantwoordelijke uitgeverRonny VandenbroeleOude Markt 133000 Leuven

    Copyright artikelsArtikels uit deze editie - of delen ervan - kun-nen overgenomen worden mits toestemmingvan de redactie.

    Het volgende nummer verschijnt op 8 mei.Suggesties voor artikels en interviews zijn wel-kom op het redactieadres.

    Bijdragen dienen ons de dag van de deadline tebereiken, vóór 12u stipt.

    AB = met alumnibijlage

    2 C A M P

    Campuskrant vindt u ook op internet:

    www.kuleuven.ac.be/ck/

    Alma 1 op nieuwe wegen

    Alma 1 test een nieuw concept uit. Sinds 15 april vindt u er maar liefst viér restau-rants, ieder met een eigen cachet: u kunt voortaan kiezen tussen de Pasta Bar,Lekker Belgisch, de Suggestie van de Chef, én het kan ook A la Carte. De eerste tweezijn de hele dag open, de laatste twee tijdens de piekuren. Ook de broodjes, de kou-de schotels en de salad bar ondergingen een grondige facelift. Voeg daar nog de extrainspanningen bij op het vlak van onthaal, de altijd strenge normen qua veiligheid enversheid, een leuk interieur, een nog altijd democratische prijs ... en waar u strakseet, is toch wel duidelijk zeker?

    foto

    : Ro

    b St

    even

    s

    U S

    Op de plankenHet Leuvense Danscentrum Aike Raesbracht het voorbije weekend 250 dansersnaar de Stadsschouwburg, voor drievoorstellingen van de productie PROME. Met de mythe van Prometheus alsleidraad, werd het een totaalspektakelwaarin naast dans ook theater, poëzie,muziek, videokunst en fotografie eenplaats kregen. Tijdens de generale repeti-tie trof onze fotograaf volgende mede-werkers van K.U.Leuven op de planken.Johan Vermeersch (UZ Leuven) was methet decor- en lichtontwerp voor PRO Meallerminst aan zijn proefstuk toe. CarinePaulus werkt op het decanaat van deFaculteit Rechtsgeleerdheid, maakte devideomontage van PRO ME en realiseer-de voor het danscentrum ook eerder alcaptaties van voorstellingen. RobinVerkempinck, docent expressieve en rit-mische bewegingsvormen en verbondenaan het Departement Sport- enBewegingswetenschap van het FLOK,nam als gastdanser de hoofdrol vanPrometheus voor zijn rekening. AgnethaBroos is doctoraatstudente van hetDepartement Communicatiewetenschap,en dansend lid van de productiegroepvan Danscentrum Aike Raes. AnnemieVerbaeten van de informaticadienst vanUZ ook, en zij was solodanseres van PROME.

    foto: Rob Stevens

    K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2

    http://www.kuleuven.ac.be/ck/mailto:[email protected]:[email protected]:[email protected]

  • N I E U W S

    een beetje links laten liggen, omdat die inmiddelste veel ingekapseld was in de notie ‘België’. Vandaarallicht dat niét de Groeningepoort uitgroeide totVlaams symbool, maar wel de IJzertoren.

    “Het Vlaamse element in de Guldensporenslagis een vreemd iets. Het ging zeker niet om eenopstand van wat we nu Vlaanderen noemen tegende Franse verdrukker. Het ging veeleer om een toe-vallige coalitie, die vooral bezorgd was om hetbehoud van het status quo. Het oppergezag wastrouwens in handen van Jan van Renesse, eenZeeuw. Het ging in essentie om een feodaal con-flict, zeker niet om een nationale of nationalistischestrijd. Verder was de Guldensporenslag niet veelmeer dan een stadium in de grote Europese tegen-stellingen tussen Frankrijk en Duitsland, en tussenFrankrijk en Engeland, die uiteindelijk tot de Hon-derdjarige Oorlog zou leiden. Dat was een véélbelangrijker ontwikkeling dan wat er in Kortrijkgebeurde.”

    Democratisch?“De Guldensporenslag wordt ook nogal eens voor-gesteld als een overwinning van de ‘democratie’,van de lagere sociale klassen. Daar klopt ook al nietveel van. De deelname van de ambachten aan hetstadsbestuur was er sowieso toch gekomen - 1302heeft één en ander hoogstens wat versneld. En hethangt er ook maar van af wat je onder democratise-ring verstaat. Het is zeker niet zo dat de klassiekemachthebbers, de adel en de patriciërs, plots hunplaats afstonden.”

    “Daarmee willen we het belang van de Gulden-sporenslag toch ook niet minimaliseren. Het waseerst en vooral een relatief grote veldslag. Als jeweet dat Gent in die tijd ongeveer 60.000 inwo-ners telde, en daarmee de grootste Europese stadwas ten noorden van de Alpen, na Parijs, dan magje van een grote slag spreken als beide partijenongeveer 8.000 man onder de wapens hadden, meteen licht numeriek overwicht voor de Vlamingen.Qua bewapening en ervaring waren de troepen vanFilips IV de Schone echter véél sterker. Frankrijkhad al sinds ongeveer honderd jaar geen enkeleveldslag verloren. En dat lukte die ‘Vlaamse boeren’nu dus wel. In die zin was de slag toch wel ietsunieks.”

    “Lodewijk van Velthem, die een goeie tien jaarlater een gezaghebbend verslag uitbracht over deGuldensporenslag, had het trouwens nogal moei-lijk met die samenstelling van de Vlaamse strijd-krachten. Hij beklemtoonde het aandeel van de rid-ders, terwijl hij voor het nochtans veel relevanterevoetvolk geen aandacht had. En daarmee waseigenlijk het begin gemaakt van het vertekendbeeld over de Guldensporenslag. We zijn nog wel

    een eind verwijderd van de romantisering vanConscience en co., maar de basis was er.”

    “Er is in elk geval meer dan voldoende redenom de Guldensporenslag opnieuw te bestuderen.Er is niet alleen de 700ste verjaardag, maar de laat-ste grondige studie is intussen alweer behoorlijkgedateerd. Het werk van Verbruggen is zowat vijf-tig jaar oud, en het vorige standaardwerk, vanFunck-Brentano, dateert nog uit de 19de eeuw. Daaris trouwens qua duiding iets niet mee in de haak.Funck-Brentano was een Franse Elzasser, die aan-hechting bij Frankrijk beschouwde als een zegen.Hij vond het dus een negatieve ontwikkeling datdie rare Vlaamse boeren in de 14de eeuw al hunkrachten verzameld hadden om dat juist niét telaten gebeuren. Als je vertrekt van zo’n ingesteld-heid, draag je als historicus natuurlijk bij tot het instand houden van de mythe. Wij willen die eenbeetje doorprikken.”

    • Colloquium ‘11 juli 1302 - Zevenhonderd jaar later’,11 mei, Universitaire Campus Kulak. De teksten vanhet colloquium worden uitgegeven in het boek‘Omtrent 1302’, onder redactie van P. Trio, D. Heir-baut en D. Van den Auweele, uitgeverij UniversitairePers Leuven, intekenprijs 30 euro (tot 20 april).Informatie over het colloquium: www.kulak.-ac.be/1302, informatie over het boek: t (016) 32 53 45of www.upl.be.

    vervolg van pagina 1

    V.l.n.r.: Paul Trio,Dirk Van denAuweele en DirkHeirbaut:“De Guldensporen-slag wordt nogaleens voorgesteldals een overwin-ning van de lageresociale klassen.Daar klopt niet veelvan.”fo

    to:

    Rob

    Stev

    ens

    Jan Breydel en Pieter De Coninck,

    zoals ‘s Lands Glorie ze afbeeldt.

    Hoe Vlaams is de Guldensporenslag?

    18.4.2002 C A M

    Patiënten internetten vanop ziekbed In het UZ Gasthuisberg in Leuven komen ereind april internetaansluitingen voor patiën-ten, zodat ze kunnen mailen en chatten methet thuisfront. (...) ‘Bedoeling is dat we eersteen aantal gemeenschappelijke ruimten vaninternetaansluitingen en computers voorzien.Daarna volgen wellicht de kamers in de meestrecente vleugel en de isoleerkamers, waarpatiënten voor langere tijd afgesloten wordenvan de buitenwereld’, zegt André De Deurwa-erder, diensthoofd systeemgroepen van hetUZ in Leuven.

    ‘Of de patiënt de kosten achteraf helemaalof gedeeltelijk kan recupereren van het zie-kenfonds of de hospitalisatieverzekering, staatnog niet vast. In de beginfase is het sowiesogratis.’ In Nederlandse ziekenhuizen kunnenartsen al een tijdje bij het bed van de patiëntinloggen om zijn medisch dossier te consulte-ren. ‘Maar omdat een paswoord gemakkelijkte kraken is en we willen verhinderen datmedische gegevens te grabbel wordengegooid, zullen wij met twee aparte systemenwerken, één voor patiënten en één voor dok-ters.’Belang van Limburg, 3.4.2002

    Studenten: Onderscheid burgerlijk enindustrieel ingenieur behoudenDe Leuvense studenten burgerlijk ingenieuren bio-ingenieur eisen dat bij de hervormingvan het hoger onderwijs tot een bachelor-mastersysteem het bestaande onderscheid inde diploma’s tussen burgerlijk en bio-ingeni-eurs enerzijds en industrieel ingenieursanderzijds behouden blijft.De studenten wijzen erop dat de universitairopgeleide burgerlijk en bio-ingenieursbestemd zijn voor wetenschappelijke enbeleidsgerichte functies, terwijl industrieelingenieurs aan hogescholen eerder een opera-tionele en projectgerichte vorming krijgen.Vervlakking van dit profiel bewijst de arbeids-markt geen dienst, menen de Leuvense stu-denten.Gevreesd wordt dat in de Angelsaksische titu-latuur van het toekomstige bachelor-master-systeem het onderscheid tussen beide diplo-ma’s zal wegvallen. Om dit onderscheid teconcretiseren, wordt terzake gepleit voor hetgebruik van het woord ‘science’ en voorrespectievelijk ‘master of engineering’ en‘master of science in engineering’.Belga, 11.4.2002

    Arenbergpark op snelheidVandaag is er nog niets te zien op het toekom-stig wetenschapspark Arenberg III, maar bin-nen het jaar is het eerste kantoorgebouwinstapklaar. Dat stelt Guido Bammens, van dedienst onroerend patrimonium van de Leu-vense universiteit. (...)Het park zal vooral uni-versiteitsgebonden kantoren en bedrijvenonderdak bieden.Guido Bammens (...): “Het zijn twee gebou-wen van telkens vijfduizend vierkante meterkantoren. We beginnen met de bouw van eengebouw en pas als dat volloopt, start de bouwvan het tweede. Volgend jaar, rond deze tijd,zal het eerste gebouw operationeel zijn.” Hetwetenschapspark langs de Koning Boudewijn-laan is vijftien hectaren groot. De laan wordtgrondig heraangelegd, met een tunnel enrotondes, om het park Arenberg vlot te ont-sluiten.Het Nieuwsblad, 12.4.2002

    N I E U W S F L I T S

    P U S K R A N T 3

    http://www.kulak.ac.be/1302http://www.kulak.ac.be/1302http://www.upl.be

  • CVS blijft een controversiële aandoening.De meeste patiëntenverenigingen verde-digen vol vuur dat CVS-lijders een ‘echte’(lees: biologisch veroorzaakte) kwaal heb-ben, maar er zijn ook nonbelievers die dehele chronischevermoeidheidshypebestempelen als de ‘nieuwe hysterie’. Bij gebrek aan een diagnostische testwordt de diagnose voorlopig gesteld opbasis van een cluster van klachten, waar-van de voornaamste zijn: aanhoudende -minimaal zes maanden durende - fysiekeen mentale vermoeidheid, slaapstoornis-sen, verspreide spierpijnen, en eengebrekkig herstel na inspanningen.

    Op 1 april werd een overeenkomstmet het Riziv van kracht in verband metde terugbetaling van medische kosten enarbeidsongeschiktheid ten gevolge vanCVS. Gelijktijdig werd in Leuven het eer-ste van vijf Belgische referentiecentravoor CVS geopend. We spraken met psy-chiater professor Boudewijn VanHoudenhove, die in het centrum meeinstaat voor de psychologische screeningen begeleiding van de patiënten.Voordien behandelde hij al honderdenCVS-patiënten op de psychosomatischerevalidatieafdeling van het UZ Pellenberg,die vorig jaar om financiële redenen werdopgeheven. Hij schreef ook twee boekenover de aandoening, Ziek zonder ziekte(1998) en Moe in tijden van stress (2001).

    Anti-stressivaCK: Hoe ziet u CVS na al die jaren?Van Houdenhove: “We hebben het ster-ke vermoeden dat de klachten van CVS-patiënten gebaseerd zijn op een ontregeldstress-systeem, ten gevolge van langduri-ge lichamelijke of psychische overbelas-ting. Daardoor raken niet alleen diverse

    stresshormonen uit balans, maar ookandere regelmechanismen zoals het slaap-waak ritme, de centrale pijnverwerkingen het immuunsysteem.”

    “Sommige onderzoekers leggen deoorzaak van CVS vooral bij dit laatste sys-teem, maar het is waarschijnlijker dat hetgaat om een complex samenspel vanneuro-endocrino-immunologische ver-storingen. Hoewel de precieze aard daar-van nog onopgehelderd is, worden tegen-woordig heel wat interessante onder-zoekspistes gevolgd die tot een beterinzicht kunnen leiden in het neurobiolo-gische substraat van CVS. Het is dan ookbest mogelijk dat we in de toekomst overmedicijnen beschikken die de ontregelin-gen bij CVS kunnen bijsturen, net zoalsantidepressiva dat doen bij depressie.Misschien zou men deze medicijnen anti-stressiva kunnen noemen (grinnikt). Maarzover zijn we nog niet, en pillen zullenzeker niet alles oplossen, want vermoeid-heid is net als pijn een buitengewooncomplex en multifactorieel bepaald feno-meen. Ik denk daarom dat een brede kijkop de ziekte, die rekening houdt metzowel lichamelijke als psychosocialeaspecten, de beste therapeutische hand-vatten biedt.”CK: Hoe probeert het nieuwe centrumCVS-patiënten te helpen?Van Houdenhove: “Alle referentiecentrazijn verplicht om de enige therapeutischebenadering toe te passen die op ditmoment evidence based is, namelijk cog-nitieve gedragstherapie en graded exercisetraining, een zeer geleidelijke opbouwvan de fysieke conditie en belastbaarheid.De gedragstherapie helpt CVS-patiëntenzelfwerkzaam te worden: dat houdt in datze, in plaats van passief te wachten op die

    wonderpil, zoveel mogelijk zelfvat proberen te krijgen op deklachten en de gevolgen daar-van voor het dagelijks leven.”

    “Concreet leren we depatiënten via gesprekken en‘huiswerkopdrachten’ beternaar hun lichaam te luisteren,hun kwetsbare grenzen terespecteren, hun activiteiten tedoseren, en op langere termijnhun levensstijl en levensdoelenop een realistische en pragmati-sche wijze aan te passen.” CK: Waarin verschilde uw werk opde psychosomatische revalidatieaf-deling van wat het nieuwe centrumdoet?Van Houdenhove: “De therapeutischebasisfilosofie is zeer gelijklopend, maarop onze vroegere afdeling bekommerdenwe ons speciaal om CVS-patiënten meteen traumatische levensgeschiedenis -ernstige verwaarlozing of geweld in hetouderlijk gezin bijvoorbeeld. De patiën-ten die we daar opnamen, waren meestalfysiek erg geïnvalideerd, hadden belang-rijke persoonlijkheidsstoornissen enzaten verstrikt in allerlei bijkomende psy-chiatrische problemen. Zulke mensen kanje alleen maar tot zelfwerkzaamheidbewegen binnen een holdingenvironment, een therapeutische omge-ving waarin ze zich veilig voelen envoortdurend gesteund weten.”

    “Natuurlijk tref je niet bij elke CVS-patiënt zulke zware geschiedenissen aan.Ik denk bijvoorbeeld aan het geval van dejonge moeder die maandenlang weinigslaapt omdat ze een huilbaby heeft, in dieperiode een zware griep krijgt waar zeslecht van herstelt, en op die manier uit-eindelijk in CVS belandt. Dat is het typepatiënten dat we perfect kunnen helpenin een ambulante setting. Maar het valt tevrezen dat de eerstgenoemde groep tus-sen wal en schip zal vallen. Voor hen blijfter niets anders over dan de klassieke psy-chiatrie, hoewel we uit ervaring wetendat dat meestal geen goede oplossing is.Psychiaters zien immers patiënten metlichamelijke klachten niet zo graag komen- euh, er zijn natuurlijk uitzonderingen(lacht). Maar belangrijker nog is dat CVS-patiënten hun klachten door en doorlichamelijk beleven, en dus vinden dat zeniet in de psychiatrie thuishoren.”

    Een dubbel gevoelCK: Het bereikte akkoord met het Rizivwerd in de kranten aangekondigd als de‘erkenning van CVS als ziekte’. Anderhalfjaar geleden plaatste u in een opiniestuk alvraagtekens bij een dergelijke uitspraak.Van Houdenhove: “Het oprichten vanreferentiecentra wijst er in ieder geval opdat het Riziv de klachten van CVS-patiënten serieus neemt, en ook erkentdat ze aanleiding kunnen geven tot ern-stige beperkingen in het functioneren.Dat is natuurlijk een goede zaak. Maar het

    verandert niets aan het feit dat het statuutvan CVS als ziekte nog altijd erg onduide-lijk is. Sommige wetenschappers wijzenbijvoorbeeld op de grote overlap tussenCVS en andere ‘functionele somatischesyndromen’, zoals fibromyalgie, multi-pele chemische overgevoeligheid, prik-kelbaredarmsyndroom, enzovoort.Anderen beweren dan weer dat CVS eenverzamelterm is voor totaal verschillendeaandoeningen. Zij vinden met name datchronische vermoeidheidsklachten die naeen virusinfectie ontstaan, onderscheidenmoeten worden van vermoeidheid alsgevolg van psychische problemen ofstress. En dan zijn er nog diegenen dievolhouden dat echte CVS of ‘ME’ - myal-gische encephalomyelitis - een neurologi-sche ziekte is, misschien wel verwant metMS. Zolang die babelse discussies nietuitgewoed zijn, kun je in feite niet spre-ken van een algemeen erkende ziekte.”CK: Ik veronderstel dat u alles samen tochgelukkig bent met de huidige ontwikkelin-gen?Van Houdenhove: “Mijn gevoel is dub-bel. Dankzij het Riziv-akkoord zijn er nueen aantal financiële zorgen van de baan,en dat is hoe dan ook een hele opluchting.Maar pas op, de vleespotten van Egyptezijn niet gearriveerd: met het geld dat wekrijgen, kunnen we CVS-patiënten enkelop het spoor zetten van zelfwerkzaam-heid en fysieke revalidatie, een meerintensieve begeleiding zit er echt niet in.Bovendien frustreert het ons dat we maarhonderd patiënten per jaar mogen behan-delen, terwijl we meerdere honderdenaanvragen per jaar krijgen. Het spijtigegevolg hiervan is dat ons huidige teammoet worden gedownsized, om het inmanagerstermen te zeggen. En wat onsook zorgen baart, is dat we door de Riziv-overeenkomst in een bureaucratischkeurslijf worden gedwongen. Om eenvoorbeeld te geven: we moeten nu heelnauwkeurig het aantal symptomen van depatiënt registreren. Ik hoop dat we metdie hele papierwinkel nog tijd over hou-den om naar het verhaal van de patiënt teluisteren...”

    • Meer info: t(016) 33 88 75 of www.rizivfgov.be

    N I E U W S

    Symptomen tellen of luisteren naar verhaal van de patiënt?

    Vermoeidheidscentrum erkendGert Gielen

    Naar schatting 20.000 Belgen lijden aan het chronischevermoeidheidssydroom (CVS), datwellicht één van de meest omstreden beschavingsziekten is. Tot nu toe tast de wetenschap in hetduister over de oorzaak van de aandoening, en een diagnostische test is er al evenmin. Tochzette het Riziv onlangs het licht op groen voor het opstarten van speciale CVS-referentiecentra.

    Professor Boudewijn Van Houdenhove: dubbel

    gevoel bij oprichting van nieuw centrum

    foto: Rob Stevens

    “Vermoeidheid is netals pijn eenbuitengewoon complexfenomeen. Een bredekijk op de ziekte, dierekening houdt metzowel lichamelijke alspsychosocialeaspecten, biedt debeste therapeutischehandvatten. Pillenzullen zeker niet allesoplossen.”fot

    o: R

    ob S

    teve

    ns

    4 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2

    http://www.rizivfgov.be

  • Het protest tegen het eenzijdige optredenvan de VS in Afghanistan bleef al bij albeperkt. Maar in het perspectief van hetinternationale recht was zo’n actie onge-zien en zou ze volgens professor Wouterswel eens grote gevolgen kunnen hebben.“De Amerikanen hebben de aanslagenvan 11 september meteen gezien als oor-logsdaden en zijn een ‘war on terrorism’begonnen. In die context heeft men ookde operatie in Afghanistan aangevat, oor-spronkelijk met de bedoeling het terroris-tische Al-Qaeda-netwerk uit te schake-len, maar uiteindelijk leidde de operatietot het omverwerpen van het Taliban-regime. Dat allemaal onder het banier vanzelfverdediging. Internationaalrechtelijkgezien is dat helemaal niet vanzelfspre-kend. Het Handvest van de VerenigdeNaties laat geen geweld tussen staten toe,tenzij daarvoor een uitdrukkelijke mach-tiging van de VN-Veiligheidsraad verkre-gen wordt - wat niet het geval was - ófwanneer dat gebeurt in het kader van hetrecht op zelfverdediging van een staatwanneer die is aangevallen, totdat de Vei-ligheidsraad de noodzakelijke maatrege-len heeft genomen.”

    “De Verenigde Staten hebben wel eenaantal blijken van solidariteit gezocht, éngekregen, maar in wezen hebben ze deVN buitenspel gezet om zelf de handenvrij te houden. En net dat unilateraleoptreden zou een gevaarlijk precedentkunnen zijn in de internationale betrek-kingen. Je ziet nu dat premier Sharon hetIsraëlische optreden op precies dezelfdemanier verantwoordt, namelijk als zelf-verdediging tegen terroristische netwer-ken. In december vorig jaar werd eenzelf-de rechtvaardiging nog geopperd doorIndia na de aanslag op het parlement daar.

    Toen klonk het dat het om terroristischenetwerken ging met vestigingen in Paki-stan. Ook daar riskeer je dat het ene landeen gewapende actie onderneemt tegeneen ander land in het kader van de strijdtegen het terrorisme en zich daarbij per-fect gewettigd voelt vanuit zijn zelfverde-digingsrecht.”

    Kleine broer Europa“Een tweede zaak die we binnen dat luikvan het internationaal recht behandelen iswat de Verenigde Naties doen in de strijdtegen terrorisme. Sinds begin jaren ’60zijn er een twaalftal conventies opgestelddie telkens inspeelden op een opkomendevorm van terrorisme, zoals vliegtuigka-pingen of aanslagen op diplomaten. Maarbinnen de VN was men nooit in staat omeen overkoepelende definitie van terroris-me te formuleren - enkel bepaalde tech-nieken werden veroordeeld. Wat voor deene terroristen zijn, zijn immers voor deandere vrijheidsstrijders. Nu is men ech-ter in een stroomversnelling terechtgeko-men en probeert men tot een globale anti-terrorismeconventie te komen die in eenoverkoepelende definitie zal voorzien.Daarnaast tracht men een nieuw verdragaan te nemen ter voorkoming van terro-ristische aanslagen met massavernieti-gingswapens. Er is met andere woordenbehoefte aan een solider internationaalverdragsnetwerk om de strijd tegen hethedendaagse internationaal terrorismeaan te binden.”CK: Houdt het loslaten van die op technie-ken gebaseerde definitie ook geen gevaarin? Dan kun je alles als terrorismebeschouwen naargelang het je uitkomt.Wouters: “Ja, en daarom is er in Europaook stilaan protest gerezen tegen de

    obsessieve manier waarop de Amerika-nen na 11 september zowat alles in hetlicht van de strijd tegen het internationaleterrorisme zijn gaan zien. Maar de schokwas daar zo groot, de beelden zijn zo ophet netvlies van die natie gebrand, dat ditnog lang zal doorwerken. Het heeft eenenorm mobiliserend en eenheidsschep-pend effect gehad.”

    “Het grote gevaar is volgens mij datmen te weinig durft te kijken naar deonderliggende oorzaken, de dieperliggen-de rancunes en frustraties die de voe-dingsbodem zijn geweest voor die helebeweging die uiteindelijk tot de aanslagenheeft geleid. De Amerikanen willen datblijkbaar niet doen, omdat ze zeggen datniets deze schaal van terrorisme kanrechtvaardigen. In Europa is men meergeneigd om te gaan kijken naar de Noord-Zuid-problematiek, de frustraties die erzijn in grote stukken van de wereld - metde Amerikaanse oppermacht als symbool.Dat komt nu ook sterk aan de oppervlaktein het Midden-Oosten en ik denk dat deAmerikanen daar nú, meer dan vlak na deaanslagen, gevoelig voor worden, omdathet zo uit de hand loopt. Ze realiserenzich dat de Arabische partners voor nietsmeer in te spannen zijn - denk maar aaneen mogelijke aanval op Irak - tenzij deVS zich engageren in dat Midden-Oos-ten.”CK: In die soms moeilijke verhouding tus-sen Europa en Amerika neemt het Ver-enigd Koninkrijk een speciale positie in.Wouters: “De Britten hebben inderdaadeen bijzondere solidariteitsband metAmerika en dat vind ik niet slecht. Euro-pa heeft soms de neiging om zich af tezetten tegen de Amerikanen, maar danzonder een valabel alternatief te bieden,en dat lijkt me niet gezond. Men is geïrri-teerd door de dominantie, het simplisme,de arrogantie van de Amerikanen, maarals het erop aankomt de hete kastanjes uithet vuur te halen, moet men toch toege-ven dat Europa het nog niet alleen aan-kan. Europa zal tegen 2004 wel een RapidIntervention Force van 60.000 eenhedenop poten zetten om naar conflictgebiedente sturen, maar het is nog maar de vraagin hoeverre Europa politiek voldoenderijp is om op eigen kracht, buiten de Navoom, grootschalige en complexe operatieste beginnen. We zijn met vijftien, er gaanheel wat lidstaten bijkomen en op ditgebied geldt nog altijd de unanimiteitsre-gel.”

    Noord-Zuid-kloofCK: Het unilaterale optreden van de VSbaart u vooral zorgen omdat het de auto-riteit van de VN ondergraaft?Wouters: “We zien telkens dat we nietzonder de Verenigde Naties kunnen, hetis de instantie die zorgt voor de wereld-wijde legitimatie van acties. Amerikatreedt tegenwoordig wel meer eigenge-reid op. Ten tijde van Desert Storm in Irakheeft vader Bush nochtans keurig volgensde regels toestemming gevraagd, maar inKosovo en ook in Afghanistan werd deVeiligheidsraad buitenspel gezet. Ander-zijds beseffen de VS zeer goed dat zijbevriende landen niet te zeer van zichmogen vervreemden door unilateralis-tisch optreden, wat soms verrassendemultilaterale initiatieven oplevert, zoals

    de recente resoluties van de Veiligheids-raad over het Midden-Oostenconflict.”CK: U noemt de kloof tussen Noord enZuid de onderliggende voedingsbodemvoor tegen het westen gericht massa-terrorisme. Bewijzen de protectionistischemaatregelen van de VS niet dat de regelsvan de zogenaamd vrije wereldhandel uit-eindelijk bepaald worden door de rijke lan-den?Wouters: “De protectionistische staal-maatregel was een inconsistente beslis-sing onder druk van een sterke lobby,maar ik zie dat meer als een valse noot ineen evolutie die net de andere richtingopgaat. De zogenaamde Uruguay Round,waar de wereldhandel verder geliberali-seerd werd, werd nog gedomineerd doorde Westerse industrielanden, maar hetgewicht van ontwikkelingslanden in deWereldhandelsorganisatie wordt steedsgroter, en tijdens de Ministeriële Confe-rentie van Doha in november vorig jaarheeft men met het openen van de DohaDevelopment Round een cruciale stapgezet naar een mutatie van het internatio-nale handelssysteem. Het besef groeit datwe de ontwikkelingslanden enerzijdsmeer technische bijstand moeten biedenen anderzijds onze markten moetenopenstellen voor hun producten. Dat iseen proces waar ook de VS aan mee zul-len moeten doen. Dat lijkt me trouwenseen positief gevolg van 11 september, er iseen nieuw soort wilskracht om verder tegaan. Men beseft dat ook de wereldhandelstabiliserend kan werken als zoveelmogelijk landen er volwaardig deel aankunnen hebben.”CK: Moeten we niet vrezen voor een ‘clashof civilizations’, zoals Samuel Huntingtondie voorspeld heeft?Wouters: “Ik zou voorzichtig zijn metzulke uitspraken. Huntingtons analyseover mogelijke botsingen der beschavin-gen is weliswaar zeer belangrijk, maar jemag er niet blind voor zijn dat het inessentie vaak gaat om tegengestelde stra-tegische belangen. Het Palestijnse conflictis uiteindelijk een strijd om grond, meerdan een botsing tussen culturen of gods-diensten. Wel moeten de recente gebeur-tenissen ons aanzetten tot een groteredialoog tussen wereldgodsdiensten enbeschavingen en tot meer vooruitziendingrijpen. Wie was er op de hoogte vanhet kruitvat in Afghanistan vóór 11 sep-tember? We moeten beseffen dat elkmilitair conflict een spill-over effect, eenoverloop-effect, kan hebben. Nu wordtonze aandacht pas gevestigd op reële pro-blemen als ze uitbarsten.”

    • Info over de conferentie vindt u op dewebsite van het Instituut voor Internatio-naal Recht, www.law.kuleuven.ac.be/iir/,waar u ook een ‘terrorism site’ met actueleliteratuur kan raadplegen.

    Internationale conferentie Recht en Terrorisme

    Overkoepelende definitie terrorisme nodigGert Gielen

    Op 7 en 8 mei organiseren de rechtsfaculteiten van de K.U.Leuven en van de AmerikaanseNorthwestern University in het Europees Parlement de conferentie ‘Legal instruments inthe fight against terrorism: a Transatlantic dialogue’. Europese en Amerikaanserechtswetenschappers en beleidsmakers gaan het debat aan over juridische middelen in destrijd tegen het terrorisme. Er zal gediscussieerd worden over de politionele maatregelendie overal werden genomen na 11 september, de inperkingen van de mensenrechtendaarbij en de gevolgen van de strijd tegen het terrorisme op het gebied van hetinternationaal recht. We spraken met één van de gastheren van de conferentie, professorJan Wouters van het Instituut voor Internationaal Recht.

    N I E U W Sfo

    to:

    Rob

    Stev

    ens

    “Europa is geïrriteerddoor de dominantie, hetsimplisme, dearrogantie van deAmerikanen, maar alshet erop aankomt dehete kastanjes uit hetvuur te halen, moet mentoegeven dat Europahet alleen niet aankan.”

    foto: Rob Stevens

    18.4.2002 C A M P U S K R A N T 5

    http://www.law.kuleuven.ac.be/iir/

  • 6 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2

    Het tekort aan verpleegkundigen is het onderwerpvan een colloquium dat het Centrum voorZiekenhuis- en Verplegingswetenschappen op 7mei organiseert (zie ook artikel hiernaast). Eén vande sprekers is minister van volksgezondheid MagdaAelvoet. Zij is met plezier ingegaan op de uitnodi-ging, zegt de minister in een gesprek metCampuskrant, want het probleem ligt haar nauwaan het hart.

    “Het is inderdaad een bittere vaststelling dat hetoveral in Europa, en eigenlijk in alle geïndustriali-seerde landen, steeds moeilijker wordt om men-sen aan te trekken voor het beroep van verpleeg-kundige of om ze in het beroep te houden. Ookbij ons wordt het alsmaar duidelijker dat we temaken zullen krijgen met een tekort. Vandaar datwij, in het akkoord dat in maart 2000 met de ‘nonprofit’-sector is afgesloten, al een aantal maatre-gelen hebben genomen die specifiek gericht zijnop verpleegkundigen. Maatregelen die zowel deuitstap willen tegengaan als de instap bevorde-ren.”

    “Om de uitstap af te remmen, zijn we terecht-gekomen bij een vrij originele piste. Vanaf hun45ste kunnen verpleegkundigen kiezen uit tweeformules. Ofwel minder werken voor hetzelfdeloon, ofwel het oude aantal werkuren behouden,maar dan meer verdienen. Een financiële waarde-ring dus voor wie na zijn of haar 45ste voltijdsblijft werken. Deze maatregel is vorige zomeringegaan en we zullen binnenkort weten of ditinstrument aanslaat.”

    “Om meer jongeren warm te maken voor hetberoep, hebben we vooral aan twee maatregelengesleuteld. Aan de ene kant willen we de ‘SocialeMaribel’ inzetten: wie al één of ander zorgberoephad, krijgt de kans om het diploma van verpleeg-kundige te halen en ondertussen betaald te wor-den. Dat heeft ertoe geleid dat het aantal studen-ten niet meer daalt, vooral in de A2-opleiding.”

    “Daarnaast hebben we de interne mobiliteitwillen stimuleren. We hebben naar nieuwe vor-men gezocht om mensen met een A2-diploma -de zogenaamde ‘gebrevetteerde’ verpleegkundi-gen - te laten doorstromen naar een A1-niveau.Voor veel mensen is dat echt een unieke kans:nogal eens werd voor een A2-opleiding gekozenom sociale redenen; nu krijgen deze mensen demogelijkheid om door te stromen naar een hogerniveau.”

    Minister Aelvoet antwoordt

    “Ik ben nietpessimistisch.”Marcel Kerff

    vervolg op pagina hiernaast

    foto: Rob Stevens

    Hét probleem is dat er minder men-sen zijn die verpleegkunde gaan stu-deren. In 1999 daalde de instroom inzowat heel Vlaanderen met 30 pro-cent. Ondertussen wordt de vraagnaar verpleegkundigen almaar gro-ter. Om heel wat redenen. Lagae:“Recent werd de omkadering vangekwalificeerde verpleegkundigen inde verschillende sectoren van degezondheidszorg opgetrokken, ookin de ziekenhuizen. Dat was en isook nodig, onder meer omdat dezorgen zijn geïntensifieerd. Binnende UZ Leuven werd bovendien eenCAO afgesloten waardoor mensenvanaf een zekere leeftijd meer dagenvrij krijgen, en er zijn ook steedsmeer mogelijkheden om bijvoor-beeld tijdskrediet of ouderschaps-verlof op te nemen. Zulke maatrege-len zijn goed voor het personeel,maar ze brengen vervangingen metzich mee. En dan heb je natuurlijkook de mensen die met pensioengaan, momenteel zo’n vijftig perjaar.”

    Specifiek voor de UZ Leuven isde groeiende categorie van verpleeg-kundigen die meewerken aanwetenschappelijk onderzoek, en vanverpleegkundig specialisten, dieinstaan voor de ontwikkeling van deverpleegkunde: “Dat is een bewustekeuze van de UZ Leuven maar zecreëert tegelijk een spanning omdatdeze verpleegkundigen slechts tendele kunnen worden ingezet voorzorgtaken.”

    Slecht imago?Welke oplossingen ziet Lagae voorhet toenemende tekort aan verpleeg-kundigen? “Om het beroep aantrek-kelijker te maken, werd de taak vande verpleegkundige stelselmatig uit-gezuiverd. Zo neemt een apartedienst het vervoer van patiëntennaar onderzoeken voor zijn reke-

    ning. Logistieke medewerkers voe-ren ondersteunende taken uit en watde basiszorg betreft, wordt de ver-pleegkundige bijgestaan door ver-zorgenden. De verpleegkundige kanzich daardoor concentreren op zijnof haar kernopdacht.”

    Het aanwerven van buitenlandseverpleegkundigen kan volgens Lagaehooguit een tijdelijke, partiële oplos-sing vormen: “Dat blijkt uit ervarin-gen in het buitenland. Er komen heelwat moeilijkheden bij kijken: diplo-ma’s die niet gelijkgesteld zijn, hetontbreken van verblijfs- en werkver-gunningen, het taalprobleem - ineen beroep waar goede communica-tie heel erg belangrijk is -, en uiter-aard ook de culturele verschillen -zorg en ziekte zijn immers erg cultu-reel bepaald.”

    Een andere maatregel die vaakgeopperd wordt, is het inschakelenvan interimbureaus. Lagae: “Ookdaarmee moeten we voorzichtigzijn. Per definitie kiezen interim-krachten die diensten en die perio-des die overeenkomen met hunwensen, maar dat maakt het netmoeilijk voor het eigen personeel.Het is dus nog zoeken naar eengeschikte vorm van samenwerking.”

    De oplossing waar de directieverpleegkunde van de UZ Leuvenhet meest in gelooft, is het bijsturenvan het imago van de verpleegkun-digen. “We moeten laten zien datverpleegkunde een aantrekkelijkberoep is, waarin je professioneelomgaat met patiënten in samenwer-king met artsen en andere zorgvers-trekkers, waarin je mensen bijstaaten perspectief geeft. Naast commu-nicatieve en technische vaardighe-den is er ook heel wat wetenschap-pelijke bagage nodig om je interven-ties op te baseren. Het is een beroepwaarin je ook als persoon kuntgroeien”.

    StrijkatelierOm meer mensen te laten kennis-maken met wat het beroep inhoudt,worden onder meer open dagen,reanimatiecursussen voor jongeren,de week ‘Verpleegkunde in deKijker’ en een jaarlijks congres geor-ganiseerd. Naast een rekruteringsbe-leid, voeren de UZ Leuven trouwensook een actief behoudbeleid. Lagae:“Dat begint bij een goede selectie eneen goed onthaal, en gaat verder metloopbaanbegeleiding en functione-ringsgesprekken. En we proberenhet personeel een aantal voordelente bieden zoals samenaankoop,crèche, opvang van zieke kinderen,speelpleinwerking en een strijkate-lier.”

    Bijkomende troef van de UZLeuven is ook de kwaliteit van deopleiding: “Uniek is de samenwer-king tussen het Centrum voorZiekenhuis- en Verplegingsweten-schap aan de universiteit, hetDepartement Verpleegkunde enVroedkunde van de KatholiekeHogeschool en de UniversitaireZiekenhuizen. En dan is er nog hetBologna-akkoord, waardoor we aan18-jarigen het perspectief kunnenbieden om een masters degree tehalen.”

    “Hoe het nu verder moet? Wijdoen alles wat binnen onze moge-lijkheden ligt, maar de problemen inde gezondheidszorg - want die zijner lang niet alleen wat het aantal ver-pleegkundigen betreft - kunnen wijniet alleen oplossen. Daarvoor is ereen breder maatschappelijk debat enengagement nodig.”

    Slecht imago moet worden bijgestuurd

    Gezocht: verpleegkundigenGeneviève Ostyn

    D O S S I E R U Z

    Rita Lagae,verpleegkundigdirecteur van de UZLeuven:“We moeten laten ziendat verpleegkunde eenaantrekkelijk beroepis.”

    Verpleegkundigen: het aanbod wordt kleiner, de vraag wordt groter. En dat is niet alleen zo in de UZ Leuven, maar ookin alle andere ziekenhuizen in Vlaanderen en in haast heel de wereld. “Het is niet normaal dat een maatschappij niet instaat zou zijn zorg te bieden aan haar eigen patiënten”, aldus Rita Lagae, verpleegkundig directeur van de UZ Leuven.In het artikel hiernaast leest u de visie van de bevoegde minister, Magda Aelvoet.

    foto

    : Ro

    b St

    even

    s

  • Sociale ladder“Maar er is meer nodig: we moeten hetberoep van verpleegkundige ook aantrekke-lijk maken voor 18-jarigen die een keuzemaken na hun middelbare opleiding. Daar-voor hebben we vorig jaar een informatie-campagne georganiseerd, waarover we maargedeeltelijk tevreden kunnen zijn. De cam-pagne liep via een internetsite, en we heb-ben vastgesteld dat de site heel veel is aan-geklikt. Maar de effectieve instroom van 18-jarigen is nauwelijks gestegen. We werkennu aan een nieuwe campagne, waarbij wevooral mikken op samenwerking tussenscholen voor verpleegkundigen en lokaleziekenhuizen. We hebben daarvoor gekozenomdat uit een enquête bleek dat jongerenhet contact met lokale ziekenhuizen heelbelangrijk vinden, en dat het een doorslag-gevende factor kan zijn bij de uiteindelijkestudiekeuze. De nieuwe campagne wil geïn-teresseerde jongeren laten kennismakenmet de school én met het werkterrein waarze later zullen terechtkomen.”

    “We moeten onszelf natuurlijk nietswijsmaken: dat jongeren moeilijker voorverpleegkunde kiezen, heeft veel te makenmet het ‘imago’ dat aan het beroep kleeft. Infeite moeten we een antwoord durvengeven op de vraag welk soort werk wijmaatschappelijk belangrijk vinden. Het iseen trieste vaststelling dat zorgberoepen -en ook bijvoorbeeld het onderwijs - minderhoog worden ingeschat op de maatschappe-lijke ladder. En dat is contraproductief vooriedereen - we worden allemaal oud en ookwel eens ziek. Een opwaardering is noodza-kelijk - in ieders belang. Ik denk daarbij nietalleen aan de financiële kant, maar ook bij-voorbeeld aan soepelere uurregelingen. Ver-pleegkundigen moeten ook kunnenbeschikken over het best mogelijke materi-aal, dat het werk kan verlichten. Ik hoor nogte vaak van verpleegkundigen dat er bijinvesteringen weinig rekening met hunnoden wordt gehouden.”

    “Nu, we moeten een en ander ook welrelativeren: het percentage jongeren dat

    kiest voor de opleiding verpleeg-kunde, is hetzelfde als 25 jaar gele-den - alleen is de groep in zijngeheel kleiner geworden. Er is duswel degelijk een probleem, maareigenlijk ben ik niet pessimistisch:ik denk dat we met de bekendeslingerbeweging te maken hebben.Als we het beroep aantrekkelijkerkunnen maken, zullen jongeren erwel degelijk voor kiezen! De uni-versiteiten en de universitaire zie-kenhuizen kunnen daarin ook eenbelangrijke rol spelen. Onder meerop het vlak van de kwalitatieveinnovaties. De universitaire zie-kenhuizen zijn het best uitgerusten kunnen de weg tonen naar eenveraangenaming van het beroep.De associaties in het hoger onder-wijs scheppen ook veel mogelijk-heden om praktijkgerichte en meertheoretische opleidingen naarelkaar toe te laten groeien.”

    vervolg van pagina hiernaast

    foto: Rob Stevens

    Dat zegt dr. Carlotte Kiekens, organisa-tor van het Leuvense luik van de dag vande Revalidatie, dat op 19 april plaatsheeftin het UZ Pellenberg. Daar worden men-sen begeleid na een dwarslaesie, eenamputatie, een polytrauma - dat zijnkwetsuren ter hoogte van verschillendeledematen - of een niet-aangeboren her-senletsel, zoals een beroerte of een her-sentrauma. Daarnaast kunnen kinderenmet hersenverlamming er terecht in hetMultidisciplinair Spasticiteitscentrum, iser een programma voor revalidanten vanhet Multidisciplinair Pijncentrum en eenambulant programma voor patiënten metCVS (het chronischevermoeidheidssyn-droom, zie ook artikel op pagina 4 - red.).

    Kiekens:: “Het eerste doel van revali-datie is een maximaal herstel. Als er geenof onvoldoende herstel optreedt, probe-ren we de patiënt zo optimaal en zo zelf-standig mogelijk te laten functionerenmet zijn beperkingen, opdat hij opnieuwzijn plaats in de maatschappij kan inne-

    men. Dat doen we door hem hulpmidde-len te geven, praktische zaken aan te leren- zoals autorijden, een herscholing telaten volgen, zo nodig advies te geven bijwoningaanpassing enzovoort.”

    “We gaan met de patiënten ook regel-matig naar buiten, bijvoorbeeld bood-schappen doen in de stad of in een super-markt. Hier in het centrum zitten ze tus-sen hun lotgenoten, en de confrontatiemet de ‘valide’ samenleving kan moeilijkzijn. Daarom ook proberen we de revali-dant zo snel mogelijk de weekends thuiste laten doorbrengen, zodat hij in zijneigen omgeving zijn concrete beperkin-gen ondervindt en daar dan specifiek aankan werken. Helaas levert die werkwijzesoms problemen op omdat we qua bedbe-zetting bepaalde quota moeten halen - hetfinancieringssysteem is niet altijd evengoed afgestemd op revalidatie...”

    “We proberen de revalidanten ookvrij snel aan sportactiviteiten te latendeelnemen. Daarvoor werken we samenmet het Centrum voor Aangepast Spor-ten en de Faculteit Lichamelijke Opvoe-ding en Kinesitherapie. Sport bevordertde sociale integratie, en uit onderzoekblijkt ook dat een goede fysieke conditieheel belangrijk is voor revalidatiepatiën-ten. Ten eerste omdat bij de meestepatiënten het risico op cardiovasculaireaandoeningen verhoogd is en ten tweedeomdat sport de zelfredzaamheid aanzien-lijk verbetert. Iemand die aan rolstoel-sport doet, zal van die verworven behen-digheid ook in zijn dagelijkse activiteitende vruchten plukken.”

    “We werken met een multidiscipli-nair team aan een individueel revalidatie-programma. Daarbij is de revalidant zelfeen actieve deelnemer. We proberen dedoelstellingen van het hele team én van

    de patiënt op elkaar af te stemmen. Hetheeft bijvoorbeeld geen zin als de ergo-therapeut de patiënt leert om zich zelf tewassen als hij vervolgens op de verpleeg-afdeling of tijdens het weekend thuisgewassen wordt. Daarom wordt er veeloverlegd, ook met de familie.”

    PijnpuntTijdens de dag van de Revalidatie is ookeen debat gepland met onder meer verte-genwoordigers van het Ministerie vanSociale Zaken, het Riziv en een patiën-tenvereniging, om het pijnpunt van definanciering onder de aandacht te bren-gen.

    Kiekens: “Momenteel worden vrijwelalle centra op dezelfde - onafdoende -manier gefinancierd, ongeacht het type ofde ernst van de pathologie die ze behan-delen. Terwijl bepaalde complexe revali-datieproblemen meer arbeidsintensiefzijn en een duurdere infrastructuur verei-sen. Het zou daarnaast ook logischer zijnom die patiëntenpopulaties te centralise-ren in een aantal specifieke centra. DeNationale Federatie van Locomotorischeen Neurologische Revalidatiecentra ijvertook voor een netwerk tussen die specifie-ke centra en een aantal polyvalente centra- waarbij die laatste dan ook de middelenzouden moeten krijgen om bepaalde

    revalidanten in een tweede, vaak ambu-lante fase verder de nodige zorg en thera-pie te bieden.”

    “Sowieso moeten er meer middelenkomen. Nog steeds gaat slechts een zeerbeperkt deel van het budget van het Rizivnaar patiënten met locomotorische enneurologische aandoeningen terwijl hetaantal patiënten en hun noden voortdu-rend toenemen. Dankij de vooruitgangvan de geneeskunde stijgt de overlevings-kans bij zware neurologische en andereaandoeningen, en bij ongevallen, maardat betekent ook dat we met zwaardererestletsels worden geconfronteerd. Ookde vergrijzing zorgt voor een toenamevan het aantal patiënten dat revalidatienodig heeft. Daar komt nog bij dat zie-kenhuizen de laatste jaren de ligduur aan-zienlijk hebben beperkt en hun patiëntensneller naar ons verwijzen. Ook daardoornemen de zorgzwaarte en de therapie-noden aanzienlijk toe.”

    • Leuvense Dag van de Revalidatie, 19april, 14-18u, UZ Pellenberg. Info: [email protected].

    Leuvense Dag van de Revalidatie

    Steeds meer patiënten hebben revalidatie nodig Gert Gielen

    “Patiënten met zware neurologische aandoeningen blijven steeds vaker in leven, door devergrijzing neemt het aantal beroertes toe en dankzij veiligere auto’s en betere urgentie-geneeskunde overleven ook hoe langer hoe meer mensen een zwaar verkeersongeval -vaak met blijvende zware letsels. Die mensen levenskwaliteit bieden wordt een steeds gro-tere - en duurdere - uitdaging.”

    N I E U W S

    foto

    : Ro

    b St

    even

    s

    foto

    : Ro

    b St

    even

    s

    18.4.2002 C A M P U S K R A N T 7

    mailto:[email protected]:[email protected]

  • An Coosemans: “In maart vorig jaarnamen we met enkele studenten genees-kunde deel aan een congres van en voorstudenten-onderzoekers in Nederland.We waren echt wel onder de indruk vanhun enthousiasme, en van de goedeomkadering die ze van hun universiteitenkrijgen. Dat willen we hier in Vlaanderenook zien gebeuren. We hebben de vereni-ging opgericht om het wetenschappelijkonderzoek ruimer bekend te maken onderde studenten, en om een brug te vormentussen professoren en studenten. De ver-eniging staat nog in haar kinderschoenen,en de medewerkers zijn allemaal studen-ten geneeskunde: we richten ons nu dusin de eerste plaats tot de studenten vanonze faculteit. Maar alle studenten metinteresse voor wetenschappelijk onder-zoek kunnen bij ons terecht voor informa-tie over het statuut van student-onderzoe-ker, of om studenten-onderzoekers naarhun ervaringen te vragen - je vindt eenadressenlijst op onze website. Studentendie al onderzoek doen en meer willenweten over wetenschappelijke beurzen, derichting prespecialisatie onderzoek, demogelijkheid van een doctoraat tijdenseen specialisatie enzovoorts, kunnen we

    ook verderhelpen.”

    PostersOp langere termijn wordt gehoopt opnetworking met andere faculteiten en uni-versiteiten, maar voorlopig is LSVO vooralspreekbuis van de medische studenten enpleitbezorger van een beter statuut voorde Leuvense student-onderzoeker. De ver-eniging kreeg meteen de steun van defaculteit en ook professor Bouillon, coör-dinator onderzoeksbeleid van de universi-teit, heeft oren naar hun vragen. Op heteerste symposium van de LVSO kwam hijde mogelijkheden inzake voortgezetonderzoek toelichten.

    Coosemans: “We hadden meer danhonderd bezoekers op ons 1st MedicalStudent Research Symposium, op 27 maart.Bedoeling was om bekendheid te gevenaan onze vereniging, én aan onderzoekvan studenten. We hadden het dus ook alseen medisch congres opgevat: via affichesin Gasthuisberg en medische faculteitenvan andere universiteiten, vroegen westudenten ons een abstract van hunonderzoek te bezorgen. De twaalf inzen-ders kregen tijdens het symposium degelegenheid om dat voor te stellen met

    een posterpresentatie - zoals gebruikelijkbij medische congressen: met de tekst enfiguren op posterformaat kunnen bezoe-kers op eigen tempo abstracts van lopendeonderzoeken lezen. Zes onderzoekers diedoor een jury van Leuvense professorenvooraf waren geselecteerd, mochten hunwerk ook mondeling toelichten.”

    Na de presentaties kon het publiekelektronisch stemmen, en samen met dejury meer dan duizend euro aan prijzentoekennen. De prijs voor de beste monde-linge presentatie ging naar Peter Witters,die het had over ‘De functionele rol vanICOSL-ICOS interactie bij effector T-cel-len en anerge T-cellen’. De beste poster-presentatie was van Annelies Schurmansen Geert Vogels, en handelde over‘Modulatie van encoding en retrieval net-werk door verschillende stimulus types’.

    Nu wordt heteven concentre-ren op de exa-mens, maar in devakantie nemende studenten vanLVSO de lobby-draad weer op.Wat zeker op deagenda staat, is deweerslag van hetsemestersysteem:“In onze faculteitkrijg je na detweede kandida-tuur de mogelijk-

    heid om in de vakantie een maand langonderzoek te doen, vanaf de derde kandi-datuur kan je dat verderzetten in de loopvan het academiejaar. Je studies op diemanier combineren met onderzoek vraagtinzet maar geeft ook veel voldoening.Maar het semestersysteem maakt het dui-delijk minder combineerbaar, hebben wijook zelf ondervonden. Je moet je omwillevan examens in januari én juni bijna conti-nu op de cursussen concentreren. We wil-len daaraan verhelpen, en in samenspraakmet de faculteit en de universiteit een for-mule vinden waardoor het onderzoekbeter kan worden ingepast in het semes-tersysteem.” • www.kuleuven.ac.be/LVSO

    Eerste symposium LVSO

    Duwtje in de rug van studenten-onderzoekersKarla Venken

    (v.l.n.r.) Tom Theys, An Coosemans, Camiel

    Boon, Pieter Vermeersch, Lieven Van der Veken

    en Gabriëlle Speijer, het bestuur van LVSO.

    foto: Hugo C

    oosemans

    Midden vorig jaar riepen enkele geneeskundestudenten de Leuvense VerenigingStudenten-Onderzoekers in het leven. LVSO wil de belangen behartigen van destudenten geneeskunde, biomedische wetenschappen en tandheelkunde die onderzoekdoen tijdens hun opleiding. Witte raven, die studenten-onderzoekers, en dat geldt vreemdgenoeg voor zowat alle Vlaamse universiteiten. Niet zo bij onze noorderburen, waarLVSO de mosterd haalde.

    8 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2

    advertentie

    http://www.kuleuven.ac.be/LSVO

  • N I E U W S

    Met hun tentoonstelling willen de organi-satoren van Composites-on-Tour het grotepubliek de wondere wereld van de compo-sieten laten ontdekken. “Mensen beseffenhet niet altijd, maar een boel dingen die wedagelijks gebruiken zijn composieten,” ver-telt professor Ignace Verpoest (Departe-ment MTM), die aan de basis van dit initia-tief ligt. “Tennisrackets, boormachines, ofhet handvat van je strijkijzer bijvoorbeeld.Daar duw je al eens op om die laatste kreukuit je broek te krijgen, dus dat moet sterkzijn. Als je gewoon plastic zou gebruiken,zou dat handvat veel dikker moeten zijn.Nu stopt men er vezels in.”

    “Het principe is zo oud als de Egypte-naren: zij mengden al strovezels bij klei omsterkere bakstenen te krijgen. Tegenwoor-dig gebruikt men meer hi-tech materialen:men mengt koolstofvezel of glasvezel metallerlei soorten plastic, de zogenaamde‘matrix’, en verkrijgt zo kunststoffen dieeven sterk zijn als staal.”

    “Het probleem is dat ingenieurs dieproducten ontwikkelen, niet vertrouwdzijn met dit materiaal. Composieten verei-sen een andere manier van produceren. Alsje een auto maakt uit staal, dan vertrek jevan een staalplaat en je perst die. Bij eenauto uit composiet neem je een stuk textieluit glasvezel of koolstofvezel, legt dat ineen vorm, giet daar kunststof over, laat hetuitharden en klaar. Die materialen hebbentotaal andere eigenschappen. Als je met eenstalen auto botst, wordt de carrosserie ver-vormd. Een auto uit composiet zal op eenandere manier energie opnemen. Nog iets:een aluminium plaat bijvoorbeeld heeftdezelfde eigenschappen in alle richtingen.Een composiet kan je in één richting vijfkeer sterker maken als in een andere rich-ting. Bij ski’s wordt dat gebruikt. Die bui-gen door in de lengte, maar niet in debreedte: je kan ze niet torderen. Dat zijnallemaal aspecten waar ontwerpers meemoeten leren werken.”

    “De K.U.Leuven organiseert trouwenseen masterprogramma over polymeren encomposieten, er zijn regelmatig congres-sen,... Herman Lemmens en Yves Vanden Wyagaert, de assistenten van profes-sor Verpoest die aan dit project werken,zijn net terug van een composieten-beursin Parijs: “De hele wereld komt daarsamen, er waren zeker 20.000 bezoekers.”

    BotsingMeer moeite kost het om het grote publiekte overtuigen. “Onlangs liep ik op eenbeurs van vrachtwagens en trailers in Kort-rijk. Naast mij waren een paar truckerstegen elkaar bezig: ‘Een trailer in plastic,dat kàn toch niet stevig zijn’. Ik mengde mijin het gesprek en vertelde dat Formule-1-wagens uit hetzelfde materiaal gemaaktworden, dat die piloten daar 300 km peruur mee rijden en dat ze, als ze botsen, er

    levend uitkomen. Tja, misschien was datmateriaal dan toch nog niet zo slecht, von-den ze.”

    Hoe zit dat dan bij dat botsen? “Neemnu een blikje: als je dat samendrukt, danvervormt dat slechts op een paar plaatsen.Dat betekent dat het alleen op die plaatsenenergie opneemt. Bij composiet absorbeertelk vezeltje een klein stukje energie. Enalles samen is dat veel meer dan bij staal. Jeziet nu al dat veel bumpers in composietgemaakt worden. Het stuk achter de bum-per waar de koplampen en de radiatorinzitten, is in bijna alle auto’s van compo-siet. En er zijn al een paar auto’s waarvande carrosserie bijna volledig uit composietbestaat. De Renault Espace bijvoorbeeld, ofde nieuwe Mini. Dat kan je voelen als je jehand op de carrosserie legt: een stalen car-rosserie voelt koud aan, een composietheeft minder warmtegeleiding. Composietis competitief, maar alleen bij kleinere reek-sen. Als je meer dan 100.000 auto’s per jaarproduceert, is staal goedkoper. Composietzelf is duurder, maar de productiemethodeis goedkoper: je hebt niet die gigantischematrijzen nodig om het staal te persen. Enhet gaat langer mee, een composietautoroest niet.”

    En hoe zit het met de impact op hetmilieu? “Er bestaan natuurlijke plastics dieje nadien kan hergebruiken, als meststofbijvoorbeeld, zodat de kringloop geslotenwordt. Maar ook bepaalde synthetischecomposieten zijn volledig recycleerbaar. Inprincipe zijn de matrix en de vezels tweeverschillende stoffen. Bij het recyclerenzorgt dat al eens voor problemen. Nu heb-ben ze bij polypropyleen, een plastic, demoleculen zo georiënteerd dat het vezelsworden. Ze weven die in een textiel en per-sen die warm, waardoor een deel van devezels smelt en zo de matrix wordt rond deandere vezels. Bij het recycleren smelten zegewoon het materiaal in kleine korreltjesdie je opnieuw kan gebruiken. Maar hetmilieuprobleem gaat verder dan recyclage.Het gaat ook over hoeveel energie je ver-bruikt bij de aanmaak en het gebruik vaneen materiaal. Een stalen vrachtwagenweegt 30 percent meer dan een composie-ten oplegger, en verbruikt dus bij elke kilo-meter zoveel meer. Dat moet je ook in reke-ning brengen.”

    Fitness“We werken hier al twintig jaar op compo-sieten, en ik liep al lang met de gedachteom daarrond iets te doen voor een breedpubliek. Uiteindelijk is het dit geworden:een rondreizende tentoonstelling, en daar-naast een designwedstrijd en een tentoon-stelling over de rol van composieten in deevolutie van design. Daar staan een paariconen tussen, zoals de stoel van Charles enRay Eames. Of een paar prachtige fietsendie aantonen hoe men door het ontstaan

    van composieten het concept fiets volledigis gaan herdenken.

    Het project, waarvoor de K.U.Leuvensamenwerkt met verschillende organisatiesen buitenlandse universiteiten, kon reke-nen op de steun van de Europese Gemeen-schap. In ruil daarvoor belooft de mobieletentoonstelling de Europese reiziger dege-lijk te informeren over het hoe, wat, waaren waarom, en dat op een interactievemanier. Yves Van den Wyagaert: “Mensenkunnen bijvoorbeeld zelf een composietbouwen. De matrix wordt voorgesteld dooreen soort legoblokjes, de vezels door eensoepele staaf die met velcro belegd is.Bezoekers zullen ook aan den lijve het ver-schil kunnen voelen tussen een composie-ten velg, die zo’n 14 kg weegt, en een alu-minium velg van dezelfde grootte, rond de32 kg: we hebben een soort fitnessmachinegebouwd waaraan je die velgen kan optrek-ken.” De tentoonstelling heeft plaats in eentrailer die volledig uit composietengemaakt is door Composittrailer, eenbedrijf uit Lokeren. Een wereldprimeur,hebben we ons laten vertellen.

    Tentoonstelling in lichtgewicht-wereldprimeur

    Ski’s, stoelen en strijkijzers Kristien Vermoesen

    Formule-1-wagens, waarpiloten 300 km per uur mee

    rijden en waar ze, als zebotsen, levend uitkomen,

    zijn uit composiet gemaakt.Maar ook fietsen,

    designmeubelen en helmen.

    Verslik u niet in uw geprepareerde boterhammetjes met kaas wanneer het logo van deK.U.Leuven u bij de jaarlijkse exodus naar het zuiden blijft achtervolgen. Het iswaarschijnlijk gewoon de trailer van ‘Composites-on-Tour’, die vanaf juni met zijnmobiele tentoonstelling over composieten de parkings langs de ‘autoroutes du soleil’aandoet.

    Europese toerneeDe mobiele tentoonstelling vertrektin juni, tijdens de European Confe-

    rence of Composite Materials inBrugge, voor een rondreis door

    Europa, om halt te houden op par-keerplaatsen en toeristische trek-pleisters langs de snelwegen. De

    toernee gaat via Nederland, Duits-land en Denemarken naar Zweden,doorkruist vervolgens Groot-Brittan-nië en reist dan via Frankrijk, Zwit-serland, Italië, Spanje en Portugalnaar eindbestemming Salamanca,de andere Culturele hoofdstad van

    Europa 2002. Van september totoktober is Composites-on-Tour te

    gast in verschillende Europesewetenschapsmusea.

    www.compositesontour.be

    18.4.2002 C A M P U S K R A N T 9

    http://www.compositesontour.be

  • CK: Hoe hebt u uw colleges ingevuld?Andriessen: “Ik zit hier blijkbaar omdatik componist ben, dus geef ik ook les overmijn eigen muziek en de muziek die daarbijkomt. Dat doe ik niet op een schoolse,technische manier, ik heb het nadrukkelijkook over de disciplines rondom de stuk-ken die ik gemaakt heb. In eerste instantieis dat theater, maar ook beeldende kunst.Die twee gaan zelfs samen in de tweedegrote opera die ik gemaakt heb met PeterGreenaway, Writing to Vermeer, waar mijneerste colleges over gingen. Ik heb het danook over de 17de eeuw als historischeperiode: de revolutie in de NoordelijkeNederlanden, waarbij de Spanjaarden eruitgeknikkerd werden. Op dezelfde manierzal mijn eigen nieuwe stuk volgend jaareen aanleiding zijn om het over hetItaliaanse futurisme en het symbolisme tehebben. Ik vind dat kunst een beetje roy-aal, in breed verband behandeld moetworden.”

    “Dat nieuwe stuk zal ook verwijzennaar Agon, een werk uit 1957 vanStravinsky. Zijn muziek is intussen zoklassiek als Beethoven, maar eigenlijk veelbeter. Ik ben helemaal niet zo’n fan vanwat men gewoonlijk klassieke muzieknoemt. Wat me vooral intrigeert is dedubbelzinnige houding die Stravinsky indie periode aanneemt tegenover hetmodernisme.”

    “Een derde luik dat ik dit jaar behan-del, is een groot stuk dat ik in de jarennegentig gemaakt heb, Trilogie van deLaatste Dag. Dat gaat over de dood endaarvoor gebruik ik allerlei literaire tek-sten, onder andere de oudste poëtische

    tekst over het onderwerp, die van Lao Tse.Het derde deel heet trouwens ook Tao. Hetlaatste deel vind ik zelf illustratief voor demanier waarop ik muziek maak. Ik bennamelijk niet zo’n nieuwe-muziekcompo-nist, ik maak geen pingpongmuziek. In datdeel dus, Dancing on the Box, hoor je eensoort duivels orkest en daarin brult aanhet slot een kinderkoortje heel vrolijk overwat er gebeurt met je lichaam als je sterft,inclusief de mededeling ‘je niet meer piest,je niet meer poept’. Dat is een vertalingvan een tekst die ik vond in een encyclo-pedie, door een negenjarig jongetje aaneen leeftijdgenootje verteld.”

    VulgairCK: Uw vroegere werken werden explicietpolitiek genoemd.Andriessen: “Ja, maar ik vond toen ook aldat politiek niet over de noten gaat, welover de organisatie, bijvoorbeeld vanensembles. In de jaren ’60 zijn wij heelactief bezig geweest met het oprichten vannieuwe ensembles en het creëren vannieuwe mogelijkheden voor musici. En ikmag wel zeggen dat dat tot resultatenheeft geleid. Er zijn in Nederland weltwintig of dertig ensembles voor nieuwemuziek, zodat die muziek niet langer eenexotisch vogeltje is. Ik geloof dat dat in deomringende landen nog veel meer hetgeval is dan in Nederland, of althans inAmsterdam.”

    “Dat heeft er ook mee te maken - enook dat is anders dan in andere landen -dat men in Nederland heel erg gingsamenwerken met jazz- en popmuzikan-ten. Dat was plots allemaal één bonte

    beweging. En doordat die dwarsverbin-dingen werden gelegd, klinkt die muziekook anders. Je hebt in Nederland bijvoor-beeld heel wat componisten van nieuwemuziek die tegelijk even goede jazzmusicizijn. Die hoge en lage cultuur zijn metelkaar in contact gekomen in de jaren ’60.Dat komt ook tot uiting in het gebruik vaninstrumenten, de scheiding tussen vulgai-re en deftige instrumenten vervaagt. Nukunnen in Nederland ordinaire instru-menten als saxofoons, gitaren en basgita-ren heel goed moeilijke muziek spelen. Enin diezelfde ensembles vind je ook deftigeviolen, die ook mogen kraken en piepenen lekker gemeen doen!” CK: Ziet u dezelfde muzikale evoluties ookin België?Andriessen: “Tot op zekere hoogte wel.Ik ben natuurlijk minder vertrouwd metde situatie hier, maar dat ‘crossing borders’

    is bijvoorbeeld duidelijk aanwezig bij decomponisten waar Anne Teresa deKeersmaeker zich mee omringt. Verderheb je natuurlijk het Ictus Ensemble envroeger al de maximalist music van WimMertens.”

    “Er is trouwens één domein waarin jehelaas ook in Nederland niets van datgrensoverschrijdende vindt, en dat is hetzingen. Dat is een ernstig achtergeblevengebied waar nog strenge apartheid heerst.Je hebt operazangers, cabaretzangers, pop-zangers, jazz-zangers enzovoort en diehebben totaal geen contact, ze luisterenniet naar elkaar en leren niet van elkaar.Mijn eigen muziek gaat daar dwars door-heen. Ik wil cabaret- en popzangers kun-nen gebruiken voor mijn noten en ik pro-beer dan ook de laatste jaren door wat ikschrijf bij te dragen aan het doorbrekenvan de grenzen tussen zangstijlen.”

    Titularis Leerstoel Nieuwe Muziek Louis Andriessen:

    “Ik maak geen pingpongmuziek”Gert Gielen

    C U L T U U R

    “Zingen is een ernstigachtergebleven gebied

    waar nog strengeapartheid heerst.

    Operazangers,cabaretzangers,

    popzangers, jazz-zangers enzovoortluisteren niet naar

    elkaar en leren nietvan elkaar. Mijn eigen

    muziek gaat daardwars doorheen.”

    foto: Rob Stevens

    Sinds 1992 heeft Leuven een leerstoel Nieuwe Muziek. Na het plotse overlijden in 1993 vande eerste titularis, Karel Goeyvaerts, werd de leerstoel achtereenvolgens ingenomen doorHenri Pousseur en Michael Finnissy. Sinds 1999 geldt de benoeming nog slechts voor tweejaar, zodat de studenten tijdens hun opleiding de kans krijgen om bij ten minste tweecomponisten les te volgen. Dit en volgend academiejaar is het de beurt aan een van debelangrijkste Nederlandse componisten, Louis Andriessen (1939), die vooral door zijnprojecten met cineast Peter Greenaway ook bij een breder publiek bekendheid geniet.

    Nieuwe ReeksAan Nieuwe Muziek geen gebrek in Leuven. Liefhebbers hebben ongetwijfeld al deweg gevonden naar het Hogenheuvelcollege, waar de concerten van De NieuweReeks plaatsvinden. Dat is een concertcyclus actuele muziek, georganiseerd door stu-denten musicologie en uitgevoerd door het veelbelovende ensemble Het Collectief.Onder meer Schönberg, Cage en Xenakis passeerden al de revue. Het laatste concertvan deze tweede editie van de Nieuwe Reeks belooft werk van Bartók, Kurtág, Eötvösen Tihanyi, en vindt plaats op dinsdag 7 mei om 20u30 (inleiding 19u45).• Info en reserveren via (t) 016 20 08 15 of [email protected]

    Bel: The show must go onIn Jérôme Bels nieuwe productieThe show must go on staan er op descène een twintigtal jonge mensendie weinig meer lijken te doen dandansen, daartoe aangevuurd dooreen dj. Jérôme Bel: “Ik heb geendecor of kostuums nodig, maar welmensen. Hoe meer er op de scènestaan, hoe beter. Ik kijk graag naarhen. Al deden ze niets gedurendeeen hele voorstelling, dat zou meniet storen.” Na de voorstelling vanvrijdag 26 april kan u een gesprekbijwonen tussen Jérôme Bel enAlain Platel.• 25 en 26 april, 20u30, STUK,Soetezaal

    Marthaler: Patriotischer Abend,en KlangstafetteKlapstuk haalt begin mei de ZwitserChristoph Marthaler naar Leuven.In 1993 maakte hij voor de DuitseVolksbühne am Rosa Luxemburg-Platz de hilarische voorstellingMurx den Europäer! Murx ihn!

    Murx ihn! Murx ihn!Murx ihn ab! Ein patrioti-scher Abend. Marthalerswereld op de scène is eenwachtzaal waarin de klokis stilgevallen, elf man-nen en vrouwen zitten erroerloos aan tafel. Er isNederlandse boventite-ling, Alain Platel praat nade voorstelling van vrij-dag 3 mei met de auteurvan dit intussen tot eenklassieker uitgegroeide stuk.Klapstuk vond nog meer inspiratiebij Christoph Marthaler, en voertop dezelfde dagen als de voorstel-ling ‘s mans idee van eenKlangstafette uit. Vijftig muzikan-ten geven één na één als in een ech-te estafette een muzikale monoloogaan elkaar door. Zo ontstaat een fas-cinerende ketting van muziek diezich doorheen de stad verplaatsten de stad als het ware inneemt.Niet te missen, en gratis boven-dien.

    • Murx den Europäer, 3 en 4 mei,20u, Brabanthal• Klangstafette, 3 en 4 mei, 15u, ver-trek aan STUK

    Info en tickets: STUK, Naamsestraat96, (t) 016 32 03 20, [email protected],

    www.stuk.be

    Klapstuk

    10 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2

    Dag van het boek in Leuven

    Extra UUR KULtUURTijdens de Internationale Dag van het Boek, op dinsdag23 april, kunt u een extra UUR KULtUUR bijwonen.Johan Van Cauwenberge heeft dan, tijdens de boekenver-koop van de universiteitsbibliotheek, een gesprek metvier boekenverzamelaars: Henri Godts, Bernard de Coen,prof. Vandeplas en Elias Leytens (zie interviews op ach-terpagina). Het geheel wordt opgeluisterd door het duoTraces (contrabas & saxen).

    13-14u, Universiteitshal, Museumzaal, Naamsestraat 22(i.s.m. VVV Leuven, Llibre23 en Cultuurcentrum Leuven)

    Verdere programma Dag van het boek• 9-17u30, Boekenverkoop van deUniversiteitsbibliotheek, Universiteitshal, Museumzaal,Naamsestraat 22• 16-21u45, Boekenverkoop Llibre23, OpenbareBibliotheek Tweebronnen, Diestsestraat 49• 20u: Toscane: la dolce vita, Patrick Lateur brengt eenliteraire ontdekkingsreis, Openbare BibliotheekTweebronnen, Diestsestraat 49

    • I.s.m. K.U.Leuven, VVV Leuven, Llibre23, CultuurcentrumLeuven, Openbare Bibliotheek Tweebronnen. Info:Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, (t) 016 32 03 41 of VVV-Leuven, (t) 016 22 70 99.

    http://www.stuk.bemailto:[email protected]:[email protected]

  • N I E U W S K O R T

    Dat zegt professor Myriam Jan-sen-Verbeke van het Instituutvoor Sociale en EconomischeGeografie. Zij was voorzitter vanhet driedaagse congres The Tou-rist Historic City: sharing culturefor the future, dat in maart plaatshad in het hartje van de Brugsebinnenstad. Tijdens dat congres,een initiatief van de K.U.Leuvenen Toerisme Vlaanderen, bogentweehonderd wetenschappers enpraktijkmensen, afkomstig uitmeer dan dertig landen, zichover de conflicten tussen lokalebewoners en (inter)nationaleoverheden in werelderfgoedsi-tes, de weinig onderzochte linktussen toerisme en mobiliteit, dezin en onzin van evenementen,marketing en management vansteden en nieuwe theoretischeinzichten en innoverende

    methoden en technieken in hettoeristisch wetenschappelijkonderzoek.

    “Tijdens de vele lezingenkwam het multidisciplinairekarakter van ons onderzoek dui-delijk naar voren,” aldus Jansen-Verbeke. “Geografen, planners,sociologen, antropologen, eco-nomisten, ingenieurs, architec-ten en zovele anderen, ze lijkenelkaar te vinden in de toeristi-sche wetenschap. Maar wewaren het er roerend over eensdat we moeten evolueren vanmultidisciplinariteit naar inter-disciplinariteit. Iedere ‘traditio-nele’ onderzoekstak werkt nogteveel op zichzelf. Dat moetanders.”

    “Verder bleek dat het toeris-tisch onderzoek nood heeft aandefiniëring, conceptualisering en

    kwantificering. We moeten ookcreatiever zoeken naar nieuwegegevensbronnen en databan-ken. Andere prioriteiten? Mééraandacht voor het internationaalcomparatief onderzoek en beterafstemmen van het onderwijs ophet onderzoek, om er maar tweete noemen.”

    “Het wordt ook steeds dui-delijker dat praktijkmensen veelmoeite hebben om wetenschap-pelijke modellen, concepten enbegrippen te vertalen naar dealledaagse realiteit. Voor een toe-gepaste wetenschap als de onze,is dat misschien wel de grootsteuitdaging: het dichten van dekloof tussen wetenschap enpraktijk.”

    Toeristische wetenschap in beweging

    Jeroen Bryon

    “Onze historische steden vormen al jaren hét uithangbord van toeristisch Vlaanderen. Ze trekken jaarlijksmiljoenen bezoekers aan. Toerisme van dergelijke omvang is verantwoordelijk voor belangrijke sociale, eco-nomische en culturele veranderingen in die steden. Omdat slechts een beperkt aantal Vlaamse onderzoekersmet dit onderwerp bezig is, werd het hoog tijd dat we het debat op een hoger, internationaler niveau til-den.”

    foto: Jeroen Bryon

    Inschrijven Trip Trap

    Eén dezer dagen ligt de uitnodiging voorhet personeelsfeest op ieders bureau. Vanafvolgende week woensdag kan u zich daninschrijven via internet voor een recreatiefnamiddagje sport en spel, kindervertier,een lekker avondmaal en veel muziek. Omde dag knallend af te sluiten, zorgt MarcPinte van Radio Donna voor de nodigeambiance tot in de vroege uurtjes. Let op!Van een aantal activiteiten werd het aan-vangsuur gewijzigd, met name om de deel-nemers van de lange fietstocht en van debalsportcompetities de kans te geven ookhet Riddertornooi mee te maken. Surf naarwww.kuleuven.ac.be/triptrap voor alleinfo.

    Vandalisme

    In elke stad is er wel tuig van de richel dat zich viavandalisme meent te moeten uiten. De laatstemaanden is daar ook in Leuven sprake van. Daarbijwerden een aantal gebouwen van de universiteitgeviseerd, de kantoren van Veto, en zelfs het huisvan de rector. Een aantal sinistere slogans doken op,en de woning van rector Oosterlinck werd in denacht van 24 op 25 maart beschoten met een jacht-vuurwapen. Of er verband is tussen al die voorval-len, is onduidelijk, maar de politie laat niets aan hettoeval over.

    N I E U W S K O R T

    18.4.2002 C A M P U S K R A N T 1 5

    http://www.kuleuven.ac.be/triptrap

  • Hydrologie: “Waterstroming inde bodem”

    Professor Jan Feyen is verbondenaan het Laboratorium voorBodem en Water van de FaculteitLTBW. Hij is gespecialiseerd inbodemfysica en hydrologie.

    “De transportvergelijking vanRichards, dat is mijn topper. In1931 gaf hij ons een formule waar-mee de waterstroming in variabelporeuze media gedefinieerdwordt. Daarmee beschikten weover een betrouwbare maar toen

    nog wat deterministische basisom te berekenen hoe water zichgedraagt in de bodem. Samen metkennis uit de fysica, scheikundeen biologie kom je op die maniertot een wiskundig model over hetgedrag van water - en natuurlijkook van wat er in opgelost is of inmeegenomen wordt - in debodem. Voeg daar nog de sterktoegenomen computerkracht bij,de grote precisie in meettechnie-ken, en het gebruik van waar-schijnlijkheidstechnieken, en jekrijgt een heel dynamisch instru-ment dat zowel lokaal als regio-naal heel betrouwbare resultatengeeft. Dat is natuurlijk belangrijkvoor de milieuzorg, voor bereke-ningen over de bemestingsnor-men in bepaalde gebieden, hoevervuiling door landbouw- enindustriële polluenten zal verlo-pen en bestreden kan worden,enzovoort.”

    “De samenleving en de over-heid verwachten steeds meer vanonze discipline. Men wil voort-durend snellere en meer accurateantwoorden op het vlak van deinvloed van veranderingen in kli-maat en landgebruik, de invloedvan milieuvreemde stoffen op defrequentie van overstromingen,droogte, grondwaterreserves,kwaliteit van bodem en water,enzovoort. Dé uitdaging is dandat we de capaciteit en het ver-mogen van ruimtelijk verdeeldehydrologische wiskundigemodellen zodanig verbeteren datze realistische en aanvaardbarerekeninstrumenten worden. Datvergt zware inspanningen ronddataverzameling, procesbeschrij-ving, invoering van neurale net-werken, enzovoort, én een nieu-we bewustwording bij de beleids-verantwoordelijken dat onzesimulatieresultaten niét determi-nistisch interpreteerbaar zijn. Datlaatste is misschien nog het moei-lijkste...”

    Japanologie: “Keizerlijke graf-tumuli”

    Professor Willy Vande Walle isjapanoloog. “In mijn domein kanje niet echt spreken van revolu-tionaire toppers, maar eerder vangeleidelijke trendwijzigingen. Dewesterse japanologie ontstond inde 19de eeuw, en was vooral filo-logisch en cultuurhistorischgeïnteresseerd.”“Sociaalwetenschappelijke aan-dacht voor Japan ontbrak, tot inhet midden van de 20ste eeuw.

    Ruth Benedict gaf daar de aanzettoe, met haar bekende boek TheChrysanthemum and the Sword.Pittig detail: Benedict was eenantropologe, en sprak geenwoord Japans. In haar boekbeschreef ze de Japanse cultuurals een cultuur van schaamte, dewesterse als een cultuur vanschuld. Het nieuwe van haar aan-pak was dat ze de culturele antro-pologie inzette voor een moder-ne, hoogontwikkelde samenle-ving, een lijn die doorgetrokkenwordt in de zogenaamde stadsan-tropologie, vooral met RonaldDore en zijn City Life in Japan.Pas in de jaren ’70 echter brak dieparadigm shift écht door, in derichting van wat we tegenwoor-dig Japanese Studies noemen,met een duidelijke klemtoon ophet hedendaagse Japan, benaderdvanuit diverse wetenschappelijkeinvalshoeken. De klassieke filolo-gische japanologie bloeit ook nogaltijd, denk maar aan een boeg-beeld als Donald Keene.”

    “Lacunes? Ik zou tippen ophet onderzoek van de keizerlijketumuli. Die zijn nog altijd taboe,maar het ligt voor de hand dat erbelangrijke grafvondsten gedaanzouden kunnen worden, die onsveel zouden leren over de ver-wantschap en de afkomst van depolitieke elite van het oude Japan.Een tweede lacune zie ik in hetprobleem van de genetische ver-wantschap van het Japans. Deband met de altaïsche (Centraal-Aziatische - red.) talen wordt nietbetwist, maar duidelijkheid is ernog lang niet. En een derde lacu-ne wordt sinds kort weggewerkt.Het Japan Memory Project digi-taliseert honderdduizenden ver-spreide en praktisch ontoeganke-lijke handschriften, een werk vanmeerdere decennia. Als het klaaris, zal het een schatkamer aanfilologisch en historisch materi-aal ter beschikking stellen van deonderzoeksgemeenschap.”

    Pragmalinguïstiek: “Hoebedoelt u wat?”

    Professor William Van Belledoceert Nederlandse syntaxis enpragmatiek. “Uiteraard zijn deontwikkelingen in de algemenelinguïstiek ook terug te vindenin mijn onderzoeksdomein. Ikspecialiseer me in de linguïsti-sche pragmatiek, het derdeonderdeel van de taalkunde,naast syntaxis en semantiek.Pragmatiek bestudeert het taal-gebruik. Dat houdt heel wat in,

    onder meer regionale en stilisti-sche varianten, maar ook, en datis de laatste vijftig jaar erg in debelangstelling gekomen, devraag hoe taal in de interactiefunctioneert. Iedereen voelt aandat de expliciete inhoud vanwat iemand zegt, maar één fac-tor is die bijdraagt tot de uitein-delijke betekeniscreatie.Interpretatie omvat veel meer.Het is vooral dank zij de inputvan de taalfilosofie en de filoso-fische logica dat de linguïstiekzich voor die ruimere vraagstel-ling is gaan interesseren.Belangrijke namen op dat vlakzijn filosofen als Austin, Searleen Grice. De eerste twee wezenop het belang van speech acts,de derde op de notie conversa-tionele implicatuur. Met datlaatste bedoelen we zogenaam-de niet-monotone afleidingendie iemand maakt op basis vanwat expliciet gezegd is en diedeel uitmaken van de interpre-tatie. Als je zegt: ‘Ze heeft driekinderen’, dan wordt er begre-pen: ‘... en niét meer’. De prag-malinguïstiek gaat na welkemechanismen tot zulke inferen-ties leiden, om in het algemeeneen antwoord te geven op devraag: ‘hoe komt iemand tot eencorrecte interpretatie?’”

    “Ons onderzoek heeft bij-zonder veel nood aan interdis-ciplinariteit. Het gaat immersom een probleem dat niet alleenlinguïstisch te vatten is. Wehebben nood aan contact met decognitieve psychologie, en ookmet inzichten uit de artificiëleintelligentie. Daar wordtimmers gewerkt aan het opstel-len van formele regelsystemenom die correcte afleidingen tekunnen maken, die mensen inde dagelijkse omgang aan delopende band maken. Diesamenwerking is echt wel vanlevensbelang voor de groei vanmijn vakgebied.”

    Geschiedenis van kerk en theo-logie: “Historisch-kritisch”

    Professor Mathijs Lamberigts isdecaan van de FaculteitGodgeleerdheid en specialist inde geschiedenis van kerk en theo-logie. “Voor mij is het consequentbinnenbrengen van de historisch-kritische methode in de kerkge-schiedenis de grote doorbraak. Deoorsprong daarvan kan je situerenbij de Nouvelle Théologie in dejaren 40-50 van de 20ste eeuw,met figuren als Chenu, Lubac en

    Congar in Frankrijk, en KarlRahner in het Duitse taalgebied.Na Vaticanum II kregen hunideeën een ruimere verspreiding.Daardoor kon de kerkgeschiede-nis bevrijd worden van een onge-zond apologetisch dogmatisme.Dat had het verleden vaak vanuiteen zekere verdedigingsreflexopgehemeld en dus vertekend.Een typisch voorbeeld daarvan isde 19de-eeuwse visie op deMiddeleeuwen als een homo-geen-christelijke en ‘dus’ idealetijd. De historisch-kritischemethode heeft geleid tot eenzorgvuldiger verwoorden van watmensen op geloofsvlak beweegt,onder andere rekening houdendmet bepaalde sociale, economi-sche en andere ontwikkelingen.De geloofsopvatting van degewone mens werd bestudeerd -vergelijkbaar met wat gebeurde inandere geschiedenisdisciplines,die ook afgestapt zijn van hunuitsluitende aandacht voor konin-gen en keizers. We hebben einde-lijk ook ingezien dat geloofsfor-muleringen contextueel gebeu-ren, en dus ook altijd evolueren.De kerkgeschiedenis is door datalles losgekomen van haargehoorzame en onkritischedienstbaarheid aan de Kerk alsinstituut, en is kunnen uitgroeientot een volwassen tak vangeschiedenisbeoefening.”

    “Die ontwikkeling heeft ookgeleid tot een nieuw probleem, ofeen lacune als je wil. De band tus-sen de geschiedenis van kerk entheologie en de systematischetheologie is er namelijk door afge-zwakt, of soms zelfs verbroken.Daardoor kunnen kerkhistorischeinzichten soms onvoldoendedoordringen tot het theologischdenken. Sommige theologenbestempelen de kerkgeschiedenisdaardoor als ‘verontrustend’ of ‘terelativerend’, terwijl een correctbegrip van wat er gezegd wordt,juist vaak bevrijdend werkt.”

    Campuskrant vraagt in de loop van dit millennium aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplineswat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de belangrijkste lacune is.

    Octrooirecht: “Niet alleen eco-nomisch”

    Professor GGeeeerrttrruuii VVaann OOvveerrwwaalllleespecialiseert zich in octrooirecht.“Een echte mijlpaal geven in derechtswetenschap is vaak nieteenvoudig. Als verre voorlopervan het huidige octrooisysteemwordt vaak verwezen naar hetprivilegie dat door de stadFlorence werd toegekend aan deuitvinder Brunelleschi in 1421.Het echte startsein werd echterpas gegeven in de beginjaren van

    de Industriële Revolutie, toen deAmerikaanse Grondwet in 1787verklaarde dat het Congressbevoegd is om octrooien toe tekennen to promote the progress ofscience and useful arts. Dat zorgdevoor een echte doorbraak, spoe-dig nagevolgd door de meesteandere landen. De VS zijn ook nunog het enige land ter wereldwaar het parlement grondwette-lijk de bevoegdheid heeft om uit-vinders te stimuleren via octrooi-en.”

    “Een recente mijlpaal is destroomversnelling in octrooienop levend materiaal. Maar hetprincipe is al veel ouder: in 1873 alverwierf Louis Pasteur eenAmerikaans octrooi op bepaaldemicro-organismen.”

    “Een octrooi is een balans tus-sen de belangen van de uitvinderen de samenleving. De uitvinderontvangt een tijdelijk monopolie-recht op zijn vinding. In ruilmoet hij de details van zijn vin-ding openbaar maken, zodatanderen de uitvinding kunnengebruiken of verbeteren en bijdra-gen aan industriële vooruitgang.Het toekomstig octrooirecht heeftnood aan een niéuwe soortbalans, die niet meer alleen ineconomische termen is uitge-drukt, maar die ook rekeninghoudt met de ethische implica-ties.”

    “De tweede uitdaging zit ookin die sfeer. Ook het octrooirechtontsnapt niet aan de globalisering,waardoor heel wat ontwikke-lingslanden ons systeem (moe-ten) overnemen, ook al vinden zehet zeer onredelijk. Vergeet nietdat het octrooirecht een vrucht isvan de Industriële Revolutie, dieheel wat landen van de DerdeWereld eigenlijk nooit meege-maakt hebben. Ze zijn gedwon-gen om een stap over te slaan, endat botst. Ook op dat vlak is duseen herijking nodig.”

    En de winnaar is ...T O P V I J F Ludo Meyvis

    foto

    ’s: R

    ob S

    teve

    ns

    16 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2

  • Ergens langs de steenweg tussen Leuvenen Brussel, op een industrieterrein terhoogte van Zaventem, heeft Woestijnviseen vaste stek gevonden. “Niet te ver vande VRT, zodat onze motard Kamiel detapes snel naar ginder kan brengen.” Hetgebouw van Woestijnvis ligt in de eerstelentezon te schitteren. Het ziet er chiqueuit, maar dat is blijkbaar ooit andersgeweest. “We hadden niks toen webegonnen. Met z’n drieën trokken wenaar Burotex om kantoorspullen tekopen. Ik heb nog mee bureaus en kastenin elkaar gestoken.”

    In ’89 studeert Liesbeth Wyns af alscommunicatiewetenschapper, en bijnaonmiddellijk daarna gaat ze aan de slag bijVideohouse, een bedrijf dat captatiewa-gens, cameraploegen en montagecellenverhuurt. “Zes jaar heb ik daar gewerkt -planning -, maar doordat het bedrijf zogroeide, werd het nooit saai. Het was deperiode waarin VTM boomde - zij haddengeen eigen faciliteiten en moesten duswel beroep doen op anderen: voor hunjournaal en voor de captatie van voetbal-matchen, onder andere.”

    Op een dag krijgt Liesbeth een tele-foontje van Wouter Vandenhaute en JanHuyse: dat ze bij Filmnet een sportzendergaan oprichten en of ze geen zin heeft inde productie. “Ik kende Wouter en Janvan mijn studententijd - ik ging vaak methen naar het voetbal. Toen ik bij Video-house werkte, had ik hen af en toe nogeens aan de lijn: zij werkten op de VRT-sportredactie en boekten soms ploegenbij ons. Ik ben zot van sport, dus ik moest

    niet lang nadenken. Bij Supersport konongelooflijk veel, ook al omdat we eenvrij klein publiek hadden. Als je bij deVRT een stommiteit begaat, heeft dat eenenorme impact - wij mochten meer expe-rimenteren. Het was een heel goedesportredactie, maar het werd snel duide-lijk dat de markt in België niet grootgenoeg was. Het kanaal is na twee jaaropgedoekt.”

    BomalarmWouter Vandenhaute, Jan Huyse en ErikWatté liepen toen al rond met de idee omeen productiehuis op te richten. Liesbethstapte mee in het avontuur. “We begon-nen met amper tien mensen, en één pro-gramma: Man bijt hond, waarvoor eendeal gesloten was met de VRT. Om tevermijden dat ze na het journaal kijkerszouden verliezen aan VTM wilden ze eenprogramma dat de overgang vlottermaakte naar het amusement later op deavond. We zijn begonnen in mei ’97. Op 1september moesten we op antenne.”

    “Nu wordt voor Man bijt hond nogaltijd één reportage op de dag zelfgedraaid, maar in het begin waren dat ertwee. Dat vraagt een heel strak schema.De dag van onze allereerste uitzendingwas er bomalarm bij de VRT, MartineTanghe heeft toen de studio moeten ver-laten. Dat was voor ons een kwartiergewonnen - wat misschien onze reddinggeweest is, want wij waren aan het stres-sen om alles klaar te krijgen. Er hebbentoen minstens tien mensen van de VRTgebeld om te vragen of wij daar niet voor

    iets tussen zaten.” Twee jaar deed Liesbeth de productie

    voor Man Bijt Hond, daarna werkte zevoor de tweede reeks van de Twaalf Wer-ken van Rob Vanoudenhoven, met als tus-sendoortjes het WK voetbal in ’98 enEuro 2000, dat uitgezonden werd vanophet dak van Kinepolis. Pas na Mannen opde rand van een zenuwinzinking begon zebij De laatste show.

    “Het is prettig om te veranderen. Enik leer nog altijd bij. Neem nu Euro 2000.Om die studio te bouwen moesten wehet dak verstevigen, ervoor zorgen dathet voldeed aan de veiligheidsvoorwaar-den, genoeg toiletten voorzien,... Ik hebnu het gevoel dat ik kan meepraten alsmensen verhalen bovenhalen over hunbouw. Of de uitzending van de TwaalfWerken met Branko Strupar bijvoorbeeld,de Kroaat die in België is komen spelen.We wilde