HOE MAAIKT MEN.2

344
HOE MAAIKT ME N.2 AARDAPPELMEEL • BISCUITS • CHOCoLAuE JAM • PUDDINGPOEDER • SLAOLIE • SUIKER VERMICELLI • ZOUT • ZUIVELPRODUCTEN

Transcript of HOE MAAIKT MEN.2

Page 1: HOE MAAIKT MEN.2

HOE MAAIKT MEN.2AARDAPPELMEEL • BISCUITS • CHOCoLAuEJAM • PUDDINGPOEDER • SLAOLIE • SUIKERVERMICELLI • ZOUT • ZUIVELPRODUCTEN

Page 2: HOE MAAIKT MEN.2
Page 3: HOE MAAIKT MEN.2

DEEL I

HOE MAAKT MEN ..AARDAPPELMEEL

BISCUITS

CHOCOLADE

JAM

PUDDINGPOEDER

SLAOLIE

SUIKER

VERMICELLI

ZOUT

ZUIVELPRODUCTEN

UITGAVE VAN DE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"

ANNA PAULOWNASTRAAT 55 TE 's-GRAVENHAGE

Page 4: HOE MAAIKT MEN.2

INHOUDVoorwoord . .. 3Aardappelmeel (N.V. W. A. Scholten s Aardappelmeel-

fabrieken te Groningen-Foxhol) ........ 5

Biscuits (N.V. Biscuitfabriek „Victoria" te Dordrecht) . . 11Chocolade (N.V. Stoom Chocolade- en Cacaofabriek

„Kwatta" te Breda) ..... . 17Jam (Mij. „De Betuwe" le Tiel) . ... . 23Puddingpoeder (Fabriek van verpakte levensmiddelen

„De Toekomst" van de N.V. Onrust & Hoorn teZaandam) 29

Slaolie (N.V. Oliefabrieken J. M. Zwerver te Vlaar-dingen) . ....... ...... 35

Suiker (CoOperatieve Suikerfabriek en Raffinaderij „Din-teloord" te Dinteloord, N.-Br.) . . ..... . 41

Vermicelli (Stoom Vermicelli- en Macaronifabriek v/hFirma Blanken —van Buuren N.V. te Veenendaal) . . 47

Zout (N.V. Koninklijke NederIndsche Zoutindustrie teBoekelo en Hengelo) .... 53

Zuivelproducten (N.V. Hollandsche Fabriek voor Melk-producten en Voedingsmiddelen Hollandia te Vlaar-dingen) . . . 59

Page 5: HOE MAAIKT MEN.2

VOORWOORDIs het U wel eens opgevallen, lezer of lezeres, dat men in het

algemeen zo weinig afweet van het ontstaan en de vervaardi-ging der verschillende artikelen, die wij dagelijks gebruiken?

Hoe ontstaat een kopje, een glas, een tapijt, dingen, die wijvrijwel dagelijks gebruiken? Hoe onze zakdoek of het tout voorons eten? Hoe verf of biscuits? Het lijkt zo vanzelfsprekend enin werkelijkheid is het toch eigenlijk zo vreemd, dat men vandie artikelen weinig meer weet dan dat zij een nuttig gebruiks-voorwerp of een smakelijke lekkernij zijn.

Om al die dingen te maken, moet veel arbeid worden ver-richt; er moet worden gewerkt op het land en in de fabrieken,op de kantoren, de banken en de laboratoria, kortom vrijwelde geheele gemeenschap heeft met het productieproces iets

te maken.Van de bijna 9.000.000 inwoners van ons land werken er

ruim 3.500.000 voor het dagelijks brood. Deze mannelijke envrouwelijke werkers waarvan er weer een kleine 3.000.000werkzaam zijn in industrie, landbouw, visserij, handel en ver-keer zorgen gezamenlijk voor het bestaan van heel onsNederlandse yolk. Dat is mede een reden, waarom het zonuttig en belangrijk is, dat ieder lets meer met Bien arbeidbekend is en in de gelegenheid is eens een kijkje te nemenachter de poorten van de ons toch zo onbekende bedrijven.Dit geldt in het bijzonder voor de jeugd, die immers later deplaatsen in het bedrijfsleven moet innemen; zij zal er, naar wijhopen, tevens meer waardering en eerbied door krijgen voorden arbeid in het algemeen.

Deze serie boekjes nu vertelt U iets over het nijvere werkenvan onze industrie. Wij zullen maar enkele grepen doen uit deduizenden artikelen en brengen U naar enige Nederlandsefabrieken om U te laten zien, hoe daar artikelen, waarmee wijzeer vertrouwd zijn, worden vervaardigd. De lezer krijgt danook een beeld van het hoge peil, waarop onze Nederlandsenijverheid zich bevindt.

Dit eerste gedeelte is gewijd aan enkele voedingsmiddelen;

Page 6: HOE MAAIKT MEN.2

in volgende deeltjes hopen wij nog aandacht to besteden aaneen aantal met de kleding, de huisinrichting en de huishoudingverband houdende vervaardigingsprocessen.

Moge deze uitgave een stoot geven in de richting van het-geen tot uitdrukking komt in het door de samenstellers gekozenmotto:

KENT, NEDERLANDERS, EN WAARDEERT,WAT ARBEID IN UW LAND PRESTEERT.

VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT".

Januari 1941.

Page 7: HOE MAAIKT MEN.2

1. W. A. Scholten.

ARDAPPELMEEL

Wie stil staatbij de vraag, hoe men aardappel-meet maakt enen e, denkt terstond aan Groning Drente, denkt aan de Veenkolonièn. „Koloniênn,het woord zegt het al, dus gebieden, waar velenvan buiten af zich vestigden. it on door de ge-weldige ontwikkeling, die de Veenkolonién door-maakten. De veenafgravingen, de systematischekanalisatie, de ontwikkeling van den landbouw opde nieuw verkregen cronden, dat alles zijn feiten,die tot de verbeelding spreken.

Dedalgrond werd bebouwd met nuttige pro-ducten als rogge, gerst, haver, boekweit en aard-appelen, maar de ervaring wees uit, at de bodemin hetbijzonder geschikt was voor het laatst-genoemde product: De aardappelcultuur werd danook uitgebreid, waarbij weldra duidelijk werd, dathet noodzakelijk was de rijke oogst, die het verbruikovertrof, op enigerlei wijze te verwerken. Eerstpoogde men uit de aardappelen moutwijn, eensoortbrandewijn, te stoken, maar later bleek, datmen de concurrentie niet kon volhouden teen deg uit koren stokendebranderijen te Schiedam.

Het behoeft dan cok een betoog, dat met groteingenomenheid de ti' in werd ontvangen, dat hetgelukt was uit aardappelen, aardappelmeel te ver-vaardigen: de zorgelijke toekomst voor de boeren,die inmiddels steeds meer aardappelland in cu l-

Page 8: HOE MAAIKT MEN.2

tuur hadden gebracht, werd hierdoor heel wat 6rooskleuriger!

Willem Albert Scholten was de man, die degrondlegger kan worden genoemd van de Neder-landse aardappeimeelindustrie (1839) (zie afb. 1);hij was ook de stichter van de vele en verschillende,thans over de gehele wereld bekende, W. A.Scholten's ondernemingen.

Dat alles in den beginne uiterst primitief ging,spreekt van zelf; de plaats van productie: eenboerenkeuken (zie afb. 2), kon men moeilijk alsfabriek betitelen, dock die fabriek groeide er weluit na overplaatsing in 1839 naar Warnsveld (CH.)en in 1841 naar Foxhol nabij Hoogezand (zie afb. 3).

Steen voor steen — figuurlijk gesproken —bouwde de nimmer versaagde W. A. Scholten zijnindustrie op. Bezat hij in 1841 zijn eerste veen-koloniale „fabriek", dan moet men dit niet metmaatstaven van dezen tijd meten: er werden ca.1300 hi. aardappelen per campagne verwerkt; eenstoommachine bezat hij niet; paard en rosmolendreven het bedrijf. Maar het ging crescendo, in1866 bezat Scholten reeds 4, nu met stoommachinestoegeruste aardappelmeelfabrieken in de veen-kolonien en een in het buitenland: de 1300 hi.waren ca. 700.000 hl. geworden.

De met aardappelen bebouwde oppervlakte inde Groningse en Drentse veenkolonien Ham ge-stadig toe; steeds meer kapitaal enwerkkracht — gedeeltelijk ook vrijge- .komen, doordat de zeevaart kwijnde \‘'1'konden worden aangewend voor deaardappelmeel- en strokartonindustrie. s,s;

De boeren stelden de teelt van aardap- "' Valfipelen, wat snort en hoeveelheid vandeze veldvruchten betreft, geheel in op ti4: L\‘

de fabrieken, die zich met reuzeschre- ‘ti"den ontwikkelden. Weet ge, dat in nor- u-t"

male jaren 40 % tot 50 % van de Gro- 4ter _

ningse en Drentse veenkolonien metaardappelen zijn bebouwd? 2. Hoe Scholten In 1839 aardappelmeel fabriceerde.

Page 9: HOE MAAIKT MEN.2

3. Fabriek Jondon- to Foxhol.

7 SohoIten was hetgoede type van den groot-industrieel in hart en nieren. Ruskeloos er to hijverder, ook Coen de aardappelmeelfabricage —populair gezegd — eenmaal op rolletjes liep enzo kwamhij tot de vervaardiging van verschillendenevenproducten.

Als eerste van een reeks kwam de sago op demarkt, die met succes de concurrentie opnam methet gelijknamige product uit onze indische ge-westen. Glucose en vele soorten siropen in vloei-baren vorm volgden en steeds er er buitte deonvermoeibare W. A. Scholten zijn energie uit: defabricage van verschillende soorten lijm, ni. witteengele dextrine werd ter hand genomen: alleproducten, re erect van het aardappelmeel af-stammend.

Maar er kwam nog meer. Door uitgebreid onder-zoekingswerk kon nog een lange rij nieuwe pro-ducten worden ontwikkeld. Zo kwam men tot talvan speciale arts een voor het sterken, appreterenen verven vangarens, stoffen en weefsels, velevoedingsmiddelen voor mens en dier, waarvan wenoemen tapioca, aardappelvlokken, edelvlokken,eiwitvlokken,puddingpoeders, aardappelbakmeel,schuimpreparaten, eiwitproducten en diverse vee-voeders, terwijI ook nieuwe „kunststoffen" werdenvervaardigd, o.a. kunstharsen, zgn. bakeliet, kunst-hoorn, enz.

Zo werd de fabrieksaardappel een grondstof vanbijzonder belang, die steeds nieuwe mogelijkhedenbood en nog bieden kan. De fabrieksaardappel

kan als grondstof zo worden uitgebuit,dat vrijwel niets er van verloren gaaten alle bestanddelen nuttig kunnenworden aangewend.

Maar keren we terug tot W. A.Soho!ten, den pionier der aardappel-meelindustrie, wiens fabrieken zich nietbeperkten tot Groningen en Drentealleen,

timaar die later ook on er-

emingen schtte in Duitsland, Polenn

Page 10: HOE MAAIKT MEN.2

en Rusland. Het wit toch wat zeggen, dat Scholtenin zijn 50-jarige fabrikantenloopbaan 22 onder-nemingen in eigendom bezat!

Wij willen thans U een beknopt beeld geven vande aardappelmeelfabricatie en waar kunnen wij danbeter terecht dan in de grootste aardappelmeel-fabriek ter wereld „Tonden n genoemd naar datkleine plaatsje in Gelderland, waar eens in 1838in een boerenkeuken, de jonge W. A. Scholtenop primitieve wijze het eerste aardappelmeel hierte laude maakte ......

Het is noodzakelijk, dat men de samenstellingvan den aardappel kent: zetmeel (dit is het waarde-voile bestanddeel, waar het om gaat) 16,6 %, water78,1 %, eiwitten enz. 2,1 %, sulker enz. 1,2 %,as 1,2 %, ruwvezel 0,8 %.

Het best kan men zich nu voorstellen, dat defijne zetmeelkorreltjes, geheel omsponnen doorragfijne, doch taaie vezeltjes, in de microscopischkleine cellen van den aardappel zijn opgesloten.

Onmiddellijk na de oogst moeten de aardappelen worden bewerkt, anderstreden chemische reacties op, waardoor het zetmeelgehalte terugloopt; ookde vorst kan zeer nadelig werken. Aardappelmeelfabrieken werken dan ookslechts een deel van het jaar: wij hebben hier te maken met een campagne-of seizoenbedrijf. De campagne duurt van September tot December, al naaroogst en weersgesteldheid, dus drie of vier maanden, maar dan wordt ook dagen nacht aan een stuk doorgewerkt. Na het rooien en ruwe zuivering door deboeren, worden de aardappelen met schepen aangevoerd; een electrischekraan met grijper zorgt voor de lossing. Hiermede maakt men een flink schipin een half uur leeg; ongeveer iedere minuut doet de grijper een greep vanca. 1500 kg. aardappelen.

De aardappelen ondergaan, in de fabriek aangeland, enige wassingen enworden na ontwatering gevoerd naar een automatisch zelfregistrerendeweegmachine, een belangrijke schakel! Bij de bepaling van het bedrag, dat defabrikant den landbouwer schuldig is, wordt nl. rekening gehouden met hethier, dus na wassing van de aardappelen, gevonden gewicht. Maar ook met hetzetmeelgehalte van de partij aardappelen wordt rekening gehouden. Daartoeworden voortdurend automatisch monsters uit de partij aardappelen getrokken,waarvan het zetmeelgehalte door weging boven en onder water wordt bepaald.

8

Page 11: HOE MAAIKT MEN.2

Na het verlaten van de weegautomaat wordende aardappelen geleid over een raspinstallatie, be-staande uit zeer snel draaiende cylinders met ca.1000 omwentelingen per minuut, waarop uiterstfijne zaagjes zijn gemonteerd.

Door dit raspen worden de cellen van de aard-appelen geopend, waardoor het zich hierin be-vindende meel los komt. De aldus verbrijzeldeaardappelen ziet er dan uit als een fijne brijachtigemassa.

Het aardappelmeel moet thans worden afge-scheiden van de rest, zijnde: eiwitten, water, vezelsen verschillende verontreinigingen. Dat is het be-langrijkste, waar alles om draait in de fabriek.

Op verschillende wijzen begint men daartoe debrij te zeven, o.a. wordt zij geleid over de schud-zeven, dat zijn platte ramen, waarop fijn koper- ofzijdegaas gespannen is, welke ramen in zeer sneltempo een schuddende beweging maken. Vooreen goede afscheiding en zeefwerking is een rijke-lijke toevoeging van water noodzakelijk.

De uitgewassen vezelbrij wordt als afvalproduct, dat echter later nog weerverwerkt wordt, buiten de fabriek afgevoerd en het waardevolle meelwater worthnu verzameld om een chemische behandeling te ondergaan, enerzijds met hetJoel verontreinigingen of te scheiden, anderzijds om het meel min of meer teconserveeren. Opnieuw volgt dan een intensief wasproces, waarbij men gebruikmaakt van het verschil in soortelijk gewicht van water, aardappelmeel en ver-ontreiniging. Het zwaarder zijnde aardappelmeel zinkt nl. in water naar denbodem en de verontreinigingen vloeien weg. Is het meelwater eindelijk geheelschoon en zuiver, dan brengt men het in automatische centrifuges.

Een bedrijfslaboratorium controleert geregeld de kwaliteit en helpt de velemoeilijkheden in het productieproces op te lossen.

Het tenslotte verkregen aardappelmeel is sneeuwwit en voelt heel zacht aan,terwijl het als men het in de hand vastknijpt, een zacht krakend geluid maakt.

Waar blijft nu dat aardappelmeel? In normale tijden wordt er zeer veelgeexporteerd naar Engeland, Frankrijk, Italie, Brits-lndie, Spanje,Amerika. Cijfermateriaal moge niet altijd even belangrijk zijn, de volgendegetalien geven toch te denken en demonstreren duidelijk, welke belangrijkeindustrie wij Kier in het kort hebben besproken.

Page 12: HOE MAAIKT MEN.2

6. De producten van den aardappel.

Gezamenlijk verwerken de Nederlandse aard-appelmeelfabrieken, het zijn er thans 21 in getal,die alle in de Groningse, Drentse en Overijselseveenkolonien zijn gevestigd, in normale jaren ineen campagne ca. 10.000.000 tot 15.000.000 hl.aardappelen, al Haar uitpoot en oogst.

De totale Nederlandse productie van aardappel-meel is ca." 145.000.000 kg. In normale jaren wer-den ca. 85.000.000 kg. hiervan geexporteerd, ter-wijl de overige 60.000 ton hier to lande ge-bruikt werden.

Een andere vraag is, wie nu wel de gebruikersvan deze geweldige hoeveelheid aardappelmeelzijn. Men zou eigenlijk beter kunnen zeggen, wiezijn het niet, want de aanwendings-mogelijkhedenzijn zeer groot. Wij weten natuurlijk, hoe de huis-vrouw het gebruikt in de keuken, als bindmiddel,of in den vorm van puddingpoeder en sago. Veelbelangrijker is echter het gebruik, dat andere indus-trieen als o.a. de conserven-, de textiel-, de rubber-,de papier-, de cosmetische-, de chemische industrieen het bakkersbedrijf van dit zo nuttigeen onmisbare hulpmiddel voor de fabri-cage to maken.

Met recht is hier sprake van een oer-echte, nationale industrie, die tallozehoofd- en handarbeiders werk en broodverschaft. Niet minder dan ongeveer3000 personen waren in 1935 in deaardappelmeelindustrie zelf werkzaam,en velen verdienden bovendien hunbrood in de nevenbedrijven en met hettransport van het product en zijn grond-stoffen.

Deze tak van nijverheid zal dan ookongetwijfeld Naar belangrijke plaats alseen der pijlers van de Nederlandsevolkswelvaart kunnen blijven innemen.

10

Page 13: HOE MAAIKT MEN.2

1. Het breken der eleren.

Wanneer wi j ons tot it smakelijke artikel be-

paten, dan moeten wij even in de geschiedenis

teruggaan en ere geven, wien ere toekomt. Het

waren aanvankelijk — wij zijn nu in gedachten een

halve eeuw geleden — de Engelsen, daarna de

BeIgen die ons vc5Or waren met de fabricatie van,

biscuits. aardoor komt het ookat verschillende, d

namen van smakelijke koekjes no duiden op die

an en van herkomst,Wij en en hierbij b.v. aan

PetitBeurre Cream Crackers, Brusselse Kermis, e.a.,

Deze laatste soort is in ons land het eerst gefabri-

ceerd door een der oudste Nederlandsebiscuit-

fabrieken n.l. „Victoria" in Dordrecht, die in, 1944

haar veertig jarig bestaan zal herdenken,

Wanneer men aan biscuit denkt en het woord

koekje in den mond neemt — figuurlijk we l to ver-

staan — dan moet men zich er we l van bewust

zijn, at er eigenlijk groot verschil is tussen deze

twee. Zeker, beide zijn smakelijk, maar het is

alleen van het ma en in hetgroot en volgens

wetenschappelijk gecontroleerde recepten van bis-

Page 14: HOE MAAIKT MEN.2

2. Een mengmachine

cults, dat wij U hier een beeld zullen geven. Wijbezoeken daartoe de reeds genoemde Victoria-fabriek.

De wetenschap is hier, zoals in zo vele be-drijven, gezeteld in het laboratorium, waar allegrondstoffen en ook het gereedgekomen productnauwkeurig worden onderzocht. Zo waakt men ervoor, dat de eens verworven reputatie ten voilewordt gehandhaafd.

Van de grondstoffen, Welke men gebruikt voorde biscuitfabricatie, moet allereerst de tarwebloemworden genoemd. Hiervoor wordt een mengsel vanbinnen- en buitenlandse bloem gebruikt. Hiernaastis vet onontbeerlijk. Men gebruikt als zodanighoofdzakelijk cocosvet, dat ook weer van de Neder-landse industrie wordt betrokken. Als derde belang-rijke grondstof — men raadt het natuurlijk onmid-dellijk bij de gedachte aan biscuits — moet suikerworden genoemd. Grotendeels is dit Nederlandsebietsuiker, aangevuld met suiker van ons onvol-prezen Java.

„Ons land van mest en mist", dichtte eens DeGenestet, maar hij had ook - kunnen zeggen „vanmelk en eieren". Nu, ook deze twee Vaderlandseproducten zijn onmisbaar voor de vervaardigingvan biscuits.

Wij spraken over het ernstige onderzoek der

grondstoffen in het laboratorium. Maar niet élleskan daar door middel van proeven geschieden, ookde arbeidende mens zelf moet op van ouds bekendewijze meekeuren, zoals zal blijken uit de navolgendebeschrijving van de manier, waarop eieren wordengekeurd. Daarvan worden er n.i. per dag in ditbedrijf een tien- tot twaalfduizend verwerkt. Han-dige meisjes, elk tronend achter een bakje, waar-

12

Page 15: HOE MAAIKT MEN.2

13 over in het midden een stag 'e loopt (zie afb. 1),

slaan in vlot tempo het ene ei na het an ere op dat

staafje in twee helften, maar váOr de inhoud van

het ei uit hetbakje in een groter vat vloeit, snuift

het meis j e even aan de doppen om te controleren

of het eigoed is. Men an en ma niet riskeren,

dat er ook maar een eitje bedorven zou zijn! nee

machine kan dit werk overnemen en naarproef-

ondervindelijk is vastgesteld, kan ook een man of

'on en voor it werk niet dezelfde nauwkeurigheid

bereiken als een opiettend handig meisje, wier

reukorgaan nooit as t.

De machine herneemt echter haar rechten weerbij het kneden tot rote on en deeg van de

menses van meel, vet, suiker, melk en eieren (zie

fb. 2). Stalen armen wroeten en wrikken in de taaiea

massa, die daarna op karretjes naar de walsen wordt

gevoerd. Tussen die ronddraaiende sty en cylinders

(zie afb 3), waarvan elk volgend paar weer iets

dichterbij elkaar is opgesteld, worden de stukken

deeg dunner en dunner uitgewalsd, tot at de

stukkendeeg zo dun zijn, dat ze op een lap -Hanel

gaan lijken. it deze „lappen n deeg moeten nu de

biscuits wordengevormd. Zij moeten hun vorm

krijgen en ook de tekening en letters, die op de

biscuits voor omen, Voor dit alles zorgt een stem-

pel- en ponsmachine. Deze machine stempelt auto-

matisch op de shook deeg het versierend figuurtje,

dat, zoals bekend, voor elke soort biscuits weer

anders is; tegelijkertijd stampt zij de ronde, vier-

kante of rechthoekige vormen uit de plak deeg

(zie afb. 4). Vanbepaalde soorten biscuits kan zo'n

ponsmachine er wel 1.400.000 stuks op een dag

verwerken! Gaat men een an ere soort biscuits

ma en dan is dezelfde machine daarvoor toe-3. Het deegwalsen.

Page 16: HOE MAAIKT MEN.2

...

4. De machine, die de biscuitvormenuit het deeg snijdt.

bruiken, alleen moeten andere stempels en messenmet anderen vorm in de machine worden aan-gebracht. _

Steekt de ponsmachine nu bijv. ronde koekjesuit, dan blijft er tussen de ronde plakjes, waar hetom te doen is, natuurlijk nogal wat deeg onaan-geroerd. Dat afsnijdsel wordt opnieuw gebruikten gaat weer Haar de zo juist beschreven walsen;want in een goed ingericht bedrijf mag niets ver-loren gaan.

14

Vorm en uiterlijk van het eindproduct liggenthans in deeg voor ons: op een stalen band ver-dwijnen de deegplakjes nu in een geweldigen oven,waarvan de fabriek er verscheidene heeft. Wijkunnen niet nalaten Kier een enkel getal te noemen:de lengte van een der ovens van Victoria bedraagt84 meter (zie afb. 5), vermoedelijk is dit wel degrootste biscuitoven ter wereld! Ads bijzonderheidzij nog vermeld, dat deze Goliath-ovens alle metgas worden gestookt. Wat dat betekent, kan menbeseffen, als wij eraan toevoegen, dat Victoria eenvijfde van de Dordrechtse gasproductie afneemt!

De glinsterende band zet zich thans in bewegingdoor de duistere tunnel, waar een meer dan tro-pische hitte heerst; vijfhonderd graden Celsius! Opverschillende plaatsen geven deurtjes in den oven-wand gelegenheid toezicht uit te oefenen op hetgoede verloop van het bakproces.

Eindelijk wordt het dag licht weer bereikt, debiscuits worden nu door een kouden luchtstroomgevoerd en koelen geleidelijk af.

Tientallen rappe meisjes, die de pakafdeling be-volken, zorgen voor het inpakken der blikken (zieafb. 6). Dank zij haar geoefendheid gaat dat in eentempo, waar de bezoekers verbaasd van staan. De

Page 17: HOE MAAIKT MEN.2

15 blikkengaan op een weegschaal, waarvan de wijzer

zonder tijdrovend slingeren onmiddellijk het juiste

gewicht aangeeft. Is at gewicht op het blik ge-

noteerd, dan worden de blikken op een lopenden

band geplaatst: dat is een band zonder eind, welke

zich langzaam voortbeweegt, alies, wat er op staat,

met zich meevoerend. Zo omen de blikken bij

weer an ere meis j es, die in een minimum van tijd

eel] maximum aantal blikken vankieurige omhulsels

voorzien. Hetgeldt hier met recht „tempo-tempo":

buiten staan de wagons en auto's voor de verzen-

ding al gereed.

Wij hebben hier het ontstaan van een biscuitje

medegemaakt en zijn gang „de wijde wereld in".

Het was slechts een voorbeeld uit vele, maar het

geeft het duideli j kste beeld van het wordingsproces.

Luchtige biscuits ondergaan gedeeltelijk weer een

andere bewerking: een machine spuit met regel-

matige tussenpozen een steeds geli j ke hoeveelheid

vloeibaar deeg in vormpjes. en an ere vernuftige

machineperst het deeg als het ware door de

nauwe openingen, welke allerlei verschillende vor-

men hebben. Een vlijmscherp mes snijdt het door

de opening geperste deeg op de j uiste lengte af

en eerst dan verdwijnt het product in den oven.

In de wafelbakkerij zweven zoete geuren, als in

de wafeikraam op de kermis, alleen gaat alles hier

machinaal. Het automatisch geklopte deeg wordt

opgezogen door een buis, die het feilloos en in

precies afgepaste hoeveelheden op de wafelijzers

aat vallen.

Men onderschatte debelangrijkheid van de bis-

cuitindustrie niet!Vrijwel over het gehele land vindt

men fabrieken, waarvan debelangrijkste in Dor-5. De 84 meter lange biscuitoven.

Page 18: HOE MAAIKT MEN.2

Brecht, Zaandam, Amersfoort, Zwolle, Amsterdam, 16Breskens, enz.

Niet alleen het binnenland waardeert het Neder-landse product en treedt als consument op, ook deexport is in normale tijden van belang. Nederlands-Indiê is een geregeld en groot afnemer, maar feite-lijk kan men zeggen, dat de Nederlandse biscuitsnaar vrijwel alle landen der wereld gaan, naarEngeland en Amerika in de eerste plaats.

Men beschouwe niet alleen de smakelijkheid,dock bedenke ook, dat de voedingswaarde vanbiscuits hoog moet worden aangeslagen. Wij willendit hoofdstuk niet besluiten, alvorens daarvan noglets to hebben gezegd. Biscuits zijn n.l. met eengehalte aan vocht van gemiddeld slechts 1 %; aanvet van gem. 11 %; aan eiwit van gem. 8 % enaan koolhydraten van gem. 80 %, wel de meesivoedzame artikelen, die van tarwebloem wordengebakken.

Met deze leerrijke en veelzeggende getallenwillen wij onze wandeling beeindigen door dezeafdeling van de bekende „Victoi-ia n -fabrieken, diemet Naar ruim 900 medewerkers, van een belang-rijke Dordtse, tot een Nederlandse Industrie vanreputatie is uitgegroeid.

6. Het inpakken aan den lopenden band.

Page 19: HOE MAAIKT MEN.2

HOCOLADE ARTIKELE N

t\4.

1. Ain het hof van Lodewi j k XIV.

\

i""A'llY\

e

771-11- 1 1111111

II

j14—

it'rj,17\\

leder kent de cacaoproducten in hun vele vormenals chocoladerepen, tableften, bonbons, cacao-poeder, enz, en iedereen weet ook, dat deze lekker-nijen van cacaobonen worden vervaardigd.

Het is echter lang niet zo algemeen bekend,Welke bewerkingen aan het verkrijgen van diesmakelijke en voedzame versnaperingen voorafgaan.

Dit valt des te meer op, omdat de chocolade-industrie in ons vaderland een zeer hogen trap vanontwikkeling heeft bereikt en deze industrie voor debewerking tot cacaopoeder en cacaoboter eenwereldvermaardheid geniet, terwijI deze artikelenbovendien uit Nederland in belangrijke hoeveel-heden worden uitgevoerd.

De cacao-boon is het zaad of de pit van decacaovrucht, welk alleen in tropische landen o. a.in Venezuela, Braziliê, West-Afrika, NederlandsGuyana, Ceylon, en ook op ons prachtig Javagroeit.

Alvorens uit deze landen te worden geêxpor-teerd , worden de pitten eerst gereinigd en ge-droogd. Dan pas heeft de verscheping in balen Haarde fabrieken plaats voor de verdere bewerking totproducten als chocolade, cacaopoeder en -boter.

Ons land bezit — wij herinneren het ons uit deaardrijkskunde-lessen — vele grote van dergelijkefabrieken o. a. te Alkmaar, Amsterdam, Breda,Bussum, 's-Gravenhage, Haarlem, Rotterdam,Weesp en ook in de Zaanstreek.

Page 20: HOE MAAIKT MEN.2

2. Een oLde cacaomolen.

De cacao-industrie in Nederland dateert vanomstreeks 1700. In Frankrijk kende men dit genot-middel reeds ten tijde van Lodewijk XIV; een kopgeurige cacao behoorde tot de fijnste en meest uit-gezochte lekkernijen aan het prachtlievende hofvan den Zonnekoning.

Waren het oorspronkelijk de Spanjaarden, diehet product naar Europa brachten, al spoedig ver-voerden onze eigen zeevaarders — „de vracht-vaarders van Europa" — de cacaobonen naarHolland. Het duurde niet lang, of dit product uitverve gewesten had zich een geliefd en blijvendplaatsje veroverd onder onze dagelijkse genot-middelen.

De allereerste chocolade-industrie was nog zeerprimitief: zij stond nog met recht in de kinder-schoenen. Men brandde de bonen, dan volgde hetmalen in een verwarmde omgeving, waardoor eenstroperige massa ontstond, die in een koelen vormwerd uitgegoten. Uit dezen vorm konden detabletten geschud worden. Men denke niet, dat ditnu de heerlijke chocoladetabletten van tegenwoor-dig waren. Verve van dat, ze iwaren bitter, zeer veten konden alleen maar gebruikt worden voorchocoladedranken, die echter moeilijk verteerbaarwaren.

„Al doende leert men"; dit gold ook hier, wantin de 18de eeuw kwam er vooral in Zeeland eenbelangrijke vooruitgang in de chocoladeindustrie.De om haar grote zuiverheid bekende Zeeuwsechocoladetabletten genoten terecht een wereldver-maardheid.

In de 19de eeuw krijgen wij echter pas den over-gang van den eenvoudigen cacaomolen naar deeerste werkelijke cacaofabriek en daarmede ooknaar de zogenaamde luxe-chocolade, in den vormvan chocoladerepen, chocolaadjes, bonbons, enz.

In 1828 gelukte het n.i. door de uitvinding vaneen Nederlander, om niet alleen de cacaobonenvan het overtollige vet te bevrijden, maar de over-blijvende massa ook in zulk een vorm te brengen,

18

Page 21: HOE MAAIKT MEN.2

3. Het branden der bonen.

19 dat de cacao haar voedende kracht ten voilebehield en — wat zeer belangrijk was — op een-voudige wijze tot een aangenaam smakenden,licht verteerbaren drank kon worden bereid.

Mogen wij U thans meenemen op een tochtjenaar een der grootste Nederlandse cacao-indus-trieén: n.l. naar de bekende „Kwatta n Chocolade-en Cacaofabriek te Breda?

De schepen, die U Kier voor de fabriek zietliggen, voerden de cacaobonen, die eerst gereinigden gesorteerd moeten worden, aan.

Een van de „geheimen van den smicr treffen wijin de sorteer-afdeling aan, waar veel ervaring engedegen vakkennis eerste vereiste zijn. Er zijn im-mers zoveel soorten cacao: bittere en niet-bittere,geurige en minder-geurige, al naar de plaats vanherkomst. De Java-cacao b. v. is lang niet zo bitterals de Venezolaanse. De goede smack wordt ver-kregen door de menging van veel soorten metelkaar.

De grote draaiende trommels (zie afb. 3) dienenvoor het „roosten" (branden der bonen), wat over-eenkomt met het branden van koffiebonen. Wijkrijgen hierdoor al enigszins den cacaosmaak, zoalswij Bien kennen, maar bovendien geraken door hetroosten de schilletjes van de bonen los.

De eerste bewerking der gebrande bonen ge-schiedt door ze te breken tussen stevige walsen (zieafb. 4). Een krachtige luchtstroom blaast de schil-letjes van de in stukjes uiteengesprongen bonenweg. De harde zaadkiemen, die zich in de kernvan de boon bevinden, moeten na het kraken,zoals men dit noemt, meestal machinaal wordenverwijderd.

Nu worden, als einde van de vOOrbewerking, degekraakte bonen fijn gemalen, zodat een dikke brij,de „cacaomassa n , ontstaat.

Thans staan wij op een tweesprong. Wij kunnennamelijk van de cacaomassa, of cacaopoeder ofchocolade maken. Eerst bezien wij het maken vancacaopoeder.

Page 22: HOE MAAIKT MEN.2

4. Kraakmachine.

Als wij van de zeer fijn gemalen massa „cacao-poeder" willen maken, wordt de massa — na be-werking met enige chemische stoffen, die straksde oplosbaarheid van de cacaopoeder moetenbevorderen — in grote persen gegoten. Tussenfilterplaten met een druk van 400 atmosferen wordthet cacaovet, cacaoboter genaamd, uit de cacao-massa geperst, tot een zodanig percentage, dat hetoverblijvende nog ca. 22 a 24 % cacaoboter bevat.Dat overblijvende deel heet cacaoperskoek.

Deze cacaoperskoeken, die door den onder-ganen hogen druk zeer hard zijn, worden eerst inmachines tot poeder gemalen of geslagen endaarna in zeefmachines tot uiterst fijn cacaopoedergebuild, zoals de vakterm heet.

Nadat aan deze cacaopoeder nog enig aroma istoegevoegd met behulp van vanille, is het productgereed om in machines afgewogen en in blikkenof cartons to worden verpakt.

Wat gebeurt er nu met de cacaoboter? Hetcacaovet, dat zoals wij zagen bij het maken vancacaopoeder, door het persen wordt afgescheidenen wegvloeit, wordt daarna , gefiltreerd en in ver-tinde bakken afgekoeld. Nadat het tot een mooi,geelkleurig vet is gestold, wordt het verder voor dechocoladebereiding gebruikt. Ook wordt cacao-boter, een der edelste plantaardige vetten met eenMoog smeltpunt, in zeer fijne toiletzepen verwerkt.

Tenslotte het maken van chocolade. Wil mengewone z. g. pure chocolade maken, dan wordtde cacaomassa in grote mengmachines vermengdmet sulker. Liefhebbers van melkchocolade kunnenuiteraard bij de ..Kwatta n fabrieken ook terecht.Hiervoor wordt de cacaomassa, behalve met sulker,ook met voile melkpoeder vermengd. Voile melk-poeder is koemelk, die op verhitte waken (rollen)wordt gedroogd en Naar voile voedingswaardebehoudt.

Dat de bierboven genoemde vermengingen zeerkrachtig moeten geschieden is begrijpelijk. Van dearbeiders wordt alle aandacht vereist, opdat de

20

Page 23: HOE MAAIKT MEN.2

5. Chocolade-walsmachine.

21 cacaoboter, die de cacaomassa rijkelijk bevat, nietgaat stollen; de gemengde massa zou daardooronbewerkbaar worden. Hiervoor is het noodzake-lijk, dat de mengmachines steeds verwarmd zijn totcirca 45 tot 50 graden Celsius. Het mengsel wordtdaarna naar grote walsmachines (zie afb. 5) ge-voerd, waar het mengsel van cacaomassa met sulkeren eventueel voile melkpoeder tussen grote, bij-zonder harde stalen walsen geplet wordt tot eenuiterst fijne homogene substantie, die reeds geheelden chocoladesmaak heeft, maar alleen nog eenonsamenhangende lichtbruine massa vormt. Dezemassa gaat dan weer in bijzonder geconstrueerdemengmolens, waarin verschillende aromatische be-standdelen, als b. v. vanille, worden toegevoegd,benevens een bepaalde hoeveelheid cacaoboter, atnaar gelang men vloeibare chocolade, ook „couver-ture" genaamd, of stijve chocolade wil maken.

Uit de mengmachines wordt de nog steeds opeen temperatuur van 45 tot 50 graden Celsiusgehouden chocolade overgebracht naar de zoge-naamde wrijfmolens of „conches". Gedurendeenige etmalen wordt de chocoladebrij onafge-broken door walsen en messen heen gewerkt enover een granieten of hardstalen bodem gewreven.De temperatuur blijft hierbij steeds boven de 50°Celsius. Deze bewerking in enorme machines tot2000 kg. inhoud geeft aan de chocolade een zachtafsmeltende eigenschap, terwijI het product erbovendien fijner en gelijkmatiger door wordt. Nadatde chocolademassa uit de machines in grote ver-tinde Bakken gepompt of afgetapt en gekoeld is,wordt zij opgeslagen in droge, koele ruimten alsgrote, harde chocoladebroden.

Wij naderen nu het eindproduct. Enige dagenvoor die broden chocolade worden verwerkt,worden zij in sterk verhitte lokalen geplaatst of,naar gelang van kwaliteit, op walsen afgeslepen totze weer een zachte brij vormen. Deze brij gaatweer naar een andere afdeling van de fabriek, devormerij. Daar wordt de chocolademassa op tern-

Page 24: HOE MAAIKT MEN.2

6. Een vorm- en creme-gietmachine.

peratuur, ca. bloedwarmte, gebracht door zoge-naamde tempereermachines. In grote vernuftiggeconstrueerde machines giet of perst men de vloei-bare chocolade in vormen. Dan neemt een grotekoelkast de vormen op; de chocolade in de vormenstolt en krimpt daardoor tegelijkertijd iets, zodat dechocolade los in de vormen komt to zitten. Als devormen de koelkast verlaten, worden deze gekeerden met een lichten klop vallen de repen, tablettenof figuurtjes, mooi glanzend en hard, op banden,die Haar de pakzalen voeren.

Ingewikkelde en prachtig werkende machinesverpakken de artikelen hier in zilverpapier, etikettenworden aangebracht, ze komen in dozen, waarnaalles gereed gemaakt wordt voor verzending.

Onze tocht door „luilekkerland" zou onvolledigzijn, wanneer wij nog niet even stil hielden bij eenspeciale bonbons-afdeling. De smakelijke vul-lingen van creme, likeur, enz., die wij in repen,tabletten en bonbons aantreffen, worden hierbereid.

Een interessante machine, wel 25 meter lang engeheel automatisch werkend (zie afb. 6) maakt dehull van chocolade, die zich om gevulde bonbonsbevindt. De vullingen worden dan automatisch indeze hulzen gespoten. Als het product is afgekoelden uit den vorm geklopt, is de gevulde reep ofbonbon voor verdere verpakking gereed.

Voor de nog grotere lekkerbekken, liefhebbersvan fijnere bonbons met speciale vullingen, wordtook gezorgd. Hier heeft een ingewikkelder arbeids-proces plaats: de vullingen worden dan met dehand of de machine overtrokken met zeer vloei-bare chocolade.

In dit korte bestek hebben wij meermalen gewaggemaakt van zeer grote en kostbare machines; mendenke echter niet, dat het aantal arbeiders totenkelen of enige tientallen beperkt is. Niel minderdan ruim 700 arbeiders zijn verbonden aan de zeermodern ingerichte „Kwatta" cacao- en chocolade-fabrieken to Breda.

22

Page 25: HOE MAAIKT MEN.2

AM

„De bloeiende Betuwe" trekt leder voorjaar op-

nieuw tienduizenden bezoekers. Wie kent niet de

schitterende kleurenpracht van de bloeiende boom-

gaarden? De Betuwe verschaft ons echter meer dan

het genot van het aanschouwen van de schoonheid

der Witte of rose bloesemvelden; zij vormt tevens

een van Nederlands rijkste fruittuinen. Appelen en

kersen vormen wel de hoofdproducten, maar ook

peren, pruimen en bessen komen in grote hoeveel-

heden uit de Betuwe.

Midden in dezen fruittuin ligt Tiel en gezien deze

ligging is het niet te verwonderen, dat juist in Tiel,

in de fabriek van de Maatschappij „De Betuwen,

nu al meer dan 55 jaar geleden de eerste pot in ons

land fabriekmatig vervaardigde vruchtenjam werd

gemaakt. Tot op dat ogenblik was jam nog een luxe

artikel, dat uit Engeland Kier te laude werd inge-

voerd. Maar Nederland bleek ook zelf in staat te

zijn het eigen fruit tot uitnemende jams te ver-

werken. Het is wel aardig te weten, dat de Maat-

schappij „De Betuwe n in 1885 een van haar eerste

producten aanbood aan Koning Willem III, die veel

1. De bloeiende Betuwe. belangstelling toonde voor deze Nederlandse in-

Page 26: HOE MAAIKT MEN.2

2. Het schoonmaken van fruit.

dustrie en haar dan ook zijn dank voor deze attentie

24betuigde.

Wij alien weten, dat fruit, als aardbeien, bessenen kersen, snel bederft. De vruchtenconserven-industrie stelde zich tot taak dit fruit zodanig te ver-werken en te verdelen, dat het gedurende langerentijd houdbaar werd en thans het gehele jaar doorfruit in den een of anderen vorm, o.a. als jam, voorde liefhebbers beschikbaar is. Dat is vanzelfsprekendniet alleen van groot nut voor ons alien als verbrui-kers, daar wij nu in alle maanden van het jaar vanfruit of fruitproducten kunnen genieten, maar ook defruitkwekers profiteren hiervan, omdat zij ineens eenveel groteren afzet verkrijgen en dus voor een veelgroteren oogst toch een lonende prijs kunnenmaken. Wist gij, dat b.v. van den totalen frambozen-oogst Kier te laude ± 95 % door de conserven-industrie wordt verwerkt en van den aardbeienoogst60 %? Zo geeft de vruchtenconserven-industrieeen voorbeeld van de samenwerking tussen hetlandbouwende en het in de industrie werkzame deelonzer bevolking. De landbouw, in dit geval in hetbijzonder de fruitteelt, steunt de industrie en deindustrie den landbouw; samen brengen zij ons yolkwerk en inkomen; samen brengen zij welvaart.

Een van onze bekendste fruitconservenfabriekenis wel die van de zo juist genoemde Maatschappij„De Betuwe". Dit bedrijf bereidt naast jam, waar-over wij het thans zullen hebben ook nog ettelijkeandere producten als appelstroop, vruchten in bliken glas, zoete most (dat is alcoholvrij vruchtensap),tomatensap, limonades, enz.

Het maken van jam zullen wij thans eerst eensvan begin tot eind volgen. In den oogsttijd worden

Page 27: HOE MAAIKT MEN.2

_3. Het ontpitten van kersen.

25 honderdduizenden kilo's fruit per dag aangevoerdper boot, per auto en met paard en wagen. Omdatfruit na het plukken altijd in kwaliteit achteruit loopt,moet er voor worden gezorgd, dat de tijd tussenplukken en verwerken zo kort mogelijk is. Daaromwerden dan ook in de onmiddellijke nabijheid vande voornaamste fruitcentra bij-fabrieken gesticht,n.l. voor het verwerken van aardbeien te Beverwijken Barendrecht en voor aardbeien en frambozen teBreda. Al deze fabrieken gezamenlijk hebben eenzodanige capaciteit, dat meer dan 1/4 millioen kg.fruit per dag kan worden verwerkt.

In het oogstseizoen werken alleen te Tiel 700 tot800 personen. Hier in deze grote zaal ziet U, hoevrouwen aan lange rijen tafels de zo juist aange-voerde aardbeien van de groene blaadjes ontdoen.Dat gebeurt, om kneuzingen te voorkomen, heelvoorzichtig, zoals U bemerkt. Elke beschadigdevrucht wordt hier meteen verwijderd. En dan gaande aardbeien in een grote wasmachine, waar zetweemaal worden gewassen, eerst in een groten bakmet stromend water, dat in voortdurend golvendebeweging wordt gehouden en daarna op eentransportband, waar ze met krachtige sproeiers vande laatste resten zand worden ontdaan.

Ander fruit wordt weer op andere wijze behan-deld (zie afb. 2). Vooral is het aardig te zien, hoede kersen machinaal worden ontpit. In een reeksspeciale machines daarvoor worden door middelvan scherpe stalen punten de pitten uit de kersengedrukt (zie afb. 3). Zonder dat iemand de vruchtenmet de handen aanraakt, belanden deze doormachinaal transport in vaten. In deze vaten wordthet fruit geconserveerd (voor bederf gevrijwaard)

Page 28: HOE MAAIKT MEN.2

".:,„;;;,117

4. Jampannen.

en blijft daarin bewaard tot er later jam van wordt

26gemaakt. Het is namelijk door de grate toenamevan het jamverbruik niet meer mogelijk, die mil-lioenen gotten reeds gedurende de fruitcampagnete vullen, men doet dit nu het gehele jaar door enals men geen vers fruit meer heeft, begint men hetin eaten geconserveerde te verwerken.

Over dit conserveren, dat is houdbaar maken,lets meer. Het bederf van levensmiddelen wordtveroorzaakt door micro-organismen; dit zijn zeerkleine levende wezentjes, zó klein, dat men ze methet blote oog niet zien kan. Ze zitten overal op, zezwerven in de lucht en hoe onzindelijker de om-geving, des te meer van die micro-organismenaanwezig zijn.

Om levensmiddelen voor bederf te vrijwaren,behoeft men dus slechts die bederfwekkers tedoden, en dan te zorgen, dat er daarna geennieuwe infectie plaats vindt, d. w. z. dat er geennieuwe meer bijkomen.

Nu kan men deze micro-organismen doden doorkoken, met sulker of met zout (waardoor ze „uit-drogen") of wel met een conserveermiddel alsalcohol, azijn, enz. Deze laatste groep bestaat uitstoffen, die voor mens en dier niet schadelijk zijn,maar die toch kleine bederfwekkers kunnen doden.

Een transportband brengt het fruit, voorzoverdat terstond wordt bewerkt, Haar de jamafdeling.Daar klopt het hart van de fabriek. Op een ver-hoogd platvorm ziet U Kier (zie afb. 4) een lange rijjampannen, elk voor ± 70 kilo jam, opgesteld.

In deze pannen doet men nu een precies afge-wogen hoeveelheid vruchten (sours van twee of

Page 29: HOE MAAIKT MEN.2

27 rneer soorten vruchten, als frambozen en bessen).Daarbij voegt men de eveneens zeer nauwkeurigbepaalde hoeveelheid suiker. Dit mengsel wordt inde pan aan het koken gebracht en na 5 tot 10 mi-nuten is de jam gereed om te worden afgetapt. Hetis in dit geval de sulker, die maakt, dat de jam nakorten tijd niet bederft, maar blijvend houdbaarwordt; de suiker doet dus dienst als conserveer-middel. Voor goedkopere jams wordt een deel vande dure suiker vervangen door glucosestroop.

Degrote moeilijkheid bij dit alles is, dat de fabri-kant er voor moet zorgen, dat zijn jam altijd preciesdezelfde samenstelling en dikte heeft. Daarom moethet helefabricageproces op wetenschappelijkewijze worden gecontroleerd, et en het werk isvan het bedrijfslaboratorium (zie afb. 5). Dat isvooral ook nodig om at het fruit zelf sterk wisselt., Zogeeft b.v. een droog, zonnig jaar, zoeter fruitdan een koude, natte zomer. Door van te voren hetfruit te onderzoeken en op grond van de resultatenvan dat onderzoek suiker en fruit te men en krijgtmen steedsgelijkwaardige kwaliteit jam.

Maar keren wij terug tot de kookpannen. ledere2 minuten is er een kooksel gereed, dat door middelvan een kleine lift Haar de koelinrichting wordt ge-transporteerd. De afgekoelde jam wordt nu geheelautomatisch in de ons wel bekende glazen jampotjes(die 450 gram bevatten) getapt. Om een beeld tegeven van den geweldigen omvang van deze instal-latie zij vermeld, dat per dag niet minder dan 40tot 60000 glazen gevuld en wel kunnen worden af-geleverd.

5. Kij kje in het bednifslaboratorium. Na het vullen worden de potten gesloten, geste-

Page 30: HOE MAAIKT MEN.2

riliseerd (d. w. z., de lucht boven de jam steriel

28gemaakt door verhitting) en den volgenden dagvoorzien van het bekende „Betuwe n-etiket. Ookdeze handeling geschiedt weer automatisch. Kanten klaar in de verzenddozen worden de potjes inhet magazijn opgeslagen, om het ogenblik of tewachten van verzending Haar de duizenden doorhet gehele land verspreide winkeliers, die deschakel vormen tussen de fabriek van de Maat-schappij „De Betuwe" en de trouwe afnemers vanhaar producten.

Behalve jam maakt „De Betuwe" verschillendeandere artikelen, die wij reeds noemden. Weet gijwaarvan appeistroop wordt gemaakt? Natuurlijkworden daarvoor in de eerste plaats appelen ge-bruikt, die worden uitgeperst. Dit sap wordt echtergemengd met het ingedikte sap van suikerbieten envormt zo de ons welbekende, smakelijke en ge-zonde Rinse appelstroop. Per dag worden in hetseizoen bij „De Betuwe" alleen voor dit artikel± 40.000 kg . appelen of bieten tot stroop verwerkt.

Wij beschreven Kier een onderdeel van eenfabriek, welke zich het conserveren van vruchtenten Joel stelt. Zoals bekend, zijn het niet alleenvruchten, maar ook allerlei soorten groenten, vlees-wa ren, zuivelproducten en andere levensmiddelen,welke men in blik, in glas of op andere wijze kanconserveren, dank zij het feit, dat het steeds zoe-kend menselijk brein de middelen daartoe heeftweten te ontdekken. Tientallen fabrieken door heelNederland vers. preid danken haar ontstaan en wij,verbruikers, danken vele kostelijke levensmiddelenaan deze voortschrijding der techniek.

Page 31: HOE MAAIKT MEN.2

1. Cp de rrc elzclders.

UDDINGPOEDER

Een bekend spreekwoord zegt: „De weg Haar het

hart van den man loopt door zijn maag". Zoals zo

vele gezegden, moet ook dit spreekwoord met een

korreltje tout worden genomen. Maar waar is, dat

er weinig mensen zijn, die niet houden van lekker

eten.Hier zullen wij eens nagaan, hoe de grondstof

voor een in vrijwel elke huishouding gebruikte

lekkernij, door de Nederlandse industrie wordt ver-

vaardigd: wij bedoelen puddingpoeder, een artikel,dat men een 50 tot 60 jaar geleden voor het eerst

in ons land is gaan fabriceren. Deze productie

breidde zich uit en thans zijn er wel 35 tot 40 be-

drijven en bedrijfjes, die puddingpoeder maken. Ze

zijn over heel het land verspreid, maar liggen wet

vooral in de Zaanstreek en Groningen, waar dan

ook de grootste fabrieken, die vele arbeiders en

arbeidsters een behoorlijk bestaan bieden, zichbevinden.

Aan een van deze fabrieken, nl. de Fabriek van

verpakte levensmiddelen „De Toekomst" van

Onrust en Hoorn N.V. to Zaandam, zullen wij een

Page 32: HOE MAAIKT MEN.2

bezoek brengen om iets meer aan de weet te komen over dezen tak van industrie.

Onze eerste vraag is natuurlijk: Waarvan wordt

puddingpoeder eigenlijk gemaakt? Over het alge-meen wordt daarvoor maïzena gebruikt en deze maïzena, de naam zegt het al, is een product, dat van mais wordt gemaakt.

Mais is een graan, dat — iets wat velen niet zullen weten — op beperkte schaal, maar met succes, ook in ons eigen land wordt verbouwd. De boeren gebruiken het dan voornamelijk als veevoeder. Maar de door ons land benodigde hoeveelheden worden toch hoofdzakelijk ingevoerd uit andere streken, als Noord- en Zuid-Amerika, de Kaukasus en de Balkan.

De maïskorrel bestaat uit verschillende delen, nl. uit een maïskiem, waar zich het zachte zetmeel om heen sluit, op haar beurt weer omgeven door het ruwe zetmeel (of stijfsel) met een hoornachtige stof, de gluten (of eiwit), terwijl dit alles weer gedekt wordt door de maïspel (of zemel).

Vroeger werd mais bijna uitsluitend als veevoeder gebruikt. Dat komt, doordat de kiem zeer rijk is aan olie en een onaangename bijsmaak aan het van maïskorrels gemalen meel geeft. Sinds men er echter in geslaagd is de kiem van de andere be-standdelen af te scheiden, is het mogelijk geworden ook een voor mensen smakelijk maïsmeel te , vervaardigen.

Daartoe ondergaat de mais een grondige, inge-wikkelde bewerking. Eerst worden de korrels gedurende ongeveer 48 uur in lauw water geweekt, waardoor de korrels sterk opzwellen.

Vervolgens worden ze gemalen of gekneusd en in dien toestand weer in grote bakken met water

30

2. Een mengmachine.

Page 33: HOE MAAIKT MEN.2

31

3. Amandelen worden machinaal gepeld.

gedaan. De kiemen omen nu oven riven en

worden afgeschept.Nu wort de overgebleven massa nog eens zorg-

vuldig gemalen, weer met veel water gemengd enop zeven van de fijnste en zuiverste zijde gebracht.De zeven zijn in voortdurend trillende ewe inet een tot gevolg heeft, at de zeer fijne zetmeel-

deeltjes naar beneden zakken, terwiji de groverezemelen en hetgrootste gedeelte van het eiwit op

de zee blijven liggen.

De zemelen worden gedroogd en als veevoergebruikt; maar Ons gaat het om het fijne meel, datingrote met water gevulde bakken flin k wordtrondgeroerd. Het zuivere meet zakt nu naar der,bodem der vaten en de lichtere an ere bestand-delen, die er nog in waren, blijven in het waterzweven. Als men het water nu heeft laten weglopen,is het meet weer lets zuiverdergeworden Dezeewer in die eigenlijk neerkomt op wassen of

schoonspoelen, herhaalt men met root gedulciettell i ke ma en en ten slotte is na deze langdurigeengrondig uitgevoerde behandeling het volkomenzuivere en reine zetmeel verkregen.

Dit zachte zetmeel, de maizena vormt hetproduct,

dat wij voor de fabricage van puddingpoeder nodig

hebben.Het wordt in de puddingpoederfabriek eerst

zorgvuldig gemengd (zie afb. 2) met accuraat vast-

gestelde hoeveelheden suiker en olie. it gebeurtin een mengmachine geheel machinaal, mensen-handenkomen daaraan niet to pas. Door dit

mengsel wordt met behulp van fijne sproeiers op

uiterstgelijkmatige wijze essence gesproeid.

Een essence is eenpoeder of een vloeistof, welkedient om aanbepaalde an ere stoffen den ge-wensten smaak of reuk of beide tegeven. Zo gevende essences, die hier over de puddingpoederworden heengesproeid, as aan bijv. een vanille-

Page 34: HOE MAAIKT MEN.2

of den een of anderen vruchtensmaak en geur. Op

32de bereiding van deze essences zelf komen wij nogterug. Hier willen wij er nog op wijzen, dat ditsproeien een grote mate van ervaring en kennisvereist; de toevoeging moet natuurlijk juist in degoede verhouding geschieden, daar anders desmaak te sterk of te zwak wordt. Ook de keuze vande kwaliteit der essence is hier van grote betekenis.Is deze niet prima, dan gaan na enigen tijd smaaken geur verloren, hetgeen uiteraard niet mag voor-komen gezien het feit, dat puddingpoeders sourslangen tijd liggen bij grossiers en winkeliers; boven-dien ve'rliezen essences, die niet van goedekwaliteit zijn, bij het koken der pudding Naar aroma.

De firma Onrust en Hoorn bereidt pudding-poeders met de meest uiteenlopende smaken. Demeest gangbare is wel de vanille-smaak. Verderbestaat er ook amandel-, frambozen-, Citroen-,mocca-, rhum- en chocoladepudding. Elk van dezesoorten vraagt een bijzondere behandeling, waarbijzoveel mogelijk aan den smaak van het publiekwordt tegemoet gekomen (zie afb. 3 en 4). Zo wordtbijv. aan chocoladepudding een pittige cacao toe-gevoed. ,.

Is het puddingpoeder grondig gemengd, danmoet het poeder in pakjes of in bussen wordenverpakt. Ook dat gaat weer machinaal; automatischworden kleine hoeveelheden puddingpoeder in hetjuiste gewicht afgewogen en in zakjes verpakt. Vijfgrote afweeg- en inpakmachines (zie afb. 5) zietmen staan en elk daarvan verwerkt ruim 50 pakjesper minuut, zodat ge begrijpt, dat in normale tijdenper dag heel wat geproduceerd kan worden.

Ten slotte worden de bekende blauwe pakjesCrowny pudding of creme, pakjes met „LuxeCrowny pudding" of „Toekomstpudding" in grote 4. Machine our de amandelen fijn te malen.

Page 35: HOE MAAIKT MEN.2

--....5. inpak- en plakmachine met lopenden band.

33 dozen verpakt, waarna zij gereed zijn voor verzen-ding door heel het land.

Ook andere producten, die Onrust & Hoorn inden handel brengt, als maIzena, custard en zelf-rijzend bakmeel worden op de meest modernewijze in eigen bedrijf gefabriceerd.

Keren wij thans terug tot de essences. Er is inons land een tiental fabrieken, welke deze maken.De firma Onrust en Hoorn betrekt haar essencesvan een der bekendste essencefabrieken, welkeeveneens te Zaandam is gevestigd.

Goede essences worden veelal vervaardigd uitvoile en rijpe vruchten, waarvan de fabriek dan ookhonderdduizenden kilogrammen per jaar verwerkt,nl. aardbeien, kersen, frambozen, zwarte bessen,aalbessen, enz. enz.

Al dit fruit wordt zorgvuldig gereinigd en voorzover nodig ontpit. Dan moet het sap er uit wordengeperst. Het is belangwekkend te zien, hoe bijv.kersen, in schone jute zakken, in de pers verdwijnenen hoe dan een laag van ruim een meter hoogteonder den geweldigen druk der persen (300 kiloop elke vierkante centimeter!) ineenschrompelen

tot koeken van enkele centimeters dikte.Maar het kostelijke sap, waar het om tedoen is, stroomt tappelings uit de afvoer-pijpen van de persen in grote vergaar-bakken.

Dit sap nu wordt verder bewerkt ineen hele reeks van kostbare machines,destillatieketels, koelapparaten en filter-persen. Onder andere wordt het ingrote ketels gedestilleerd. Wat er pre-cies in de ketels gebeurt, blijft voor hetoog van den nieuwsgierigen bezoekerverborgen en is het geheim van denvakman. Maar de heerlijke geur, die

Page 36: HOE MAAIKT MEN.2

34zich door de gehele fabriek verspreidt, verraadtonmiskenbaar van Welke snort vrucht men essenceaan het bereiden is.

Behalve het persen en destilleren is in dit bedrijfook het mengen der verschillende smaken een be-langrijke handeling. Dat vereist weer een vakman-schap op zich zelf en bovendien weer een helereeks ingewikkelde apparaten; want er zijn velestoffen, die zich niet zonder ingewikkelde chemi-sche werkwijzen met elkaar laten verenigen.

Al die essences met haar verschillende smaakjesen geuren worden in grate opslagruimten in hon-derden stenen en houten eaten bewaard omvandaar verzonden te worden Haar de afnemers,die men voornamelijk moet zoeken bij de suiker-werk-, banket-, limonade- en likeurindustrie ennatuurlijk ook de industrie, die wij Kier bespreken,ni. die van puddingpoeder en dergelijke. De eneindustrie vraagt vruchtensmaken, de andere choco-lade, vanille- of caramelsmaak en dit alleskan het geurig en kleurig bedrijf der essencefabriekprompt overeenkomstig de verlangens van denkoper leveren.

Ge ziet lezer, dat ook voor een dergelijk, op hetnog zo eenvoudig artikel als puddingpoeder, heelwat fabrieken en heel wat arbeiders en bedrijvenin den weer zijn; de landbouwer en pudding-poederfabrikant, de vruchtenkweker en de essence-fabrikant en ten slotte de transportbedrijven en de

winkelier, van Wien de huisvrouw de producten vande firma Onrust en Hoorn betrekt. Als gij nu weereens geniet van heerlijke pudding, dan zult gij Ualle bijzonderheden van ons verhaal niet meer tebinnen schieten, maar wel zult gij U waarschijnlijkdaarvan herinneren, hoeveel arbeid en hoeveelmenselijk vernuft, hoeveel vakmanschap en hoeveeltechniek er noodig zijn geweest, om U deze strelingvan Uw gehemelte te kunnen bezorgen.

6. Een onafgebroken stroom gevulde pakjeskomt uit de inpakmachine.

Page 37: HOE MAAIKT MEN.2

Wanneer men zijn periodiek bezoek aan eenonzer dierentuinenbrengt, an zal dit — dat geldt

voor jong en oud — in negen van de tien gevallen

zijn , gewapend met een zak apenootjes of pinda's,de populaire namen voor grondnoten. Zij verhogen

hetgenoegen van een dergelijk bezoek, al maa

men een familieband tussen aap en mens niet af-

lei den uit het feit, dat beiden de pinda's in hoge

mate weten to waarderen. Op den dagelijksen dis

van velen ontbreekt in normale tijden het traditio-

nee potje in as niet, Niet iedereen echter

weet, dat deze Hoot es zulk een belangrijk industrie-

product vormen.De alom zo bekende sla-olie toch wort in den

regel uit de grondnoten bereid. Dit is geen uitvin-

ding van de laatste eeuwen, want reeds in de alter-oudste ti en perste men — zij het ook op de meest

eenvoudige en primitieve wijze — de olie uit noten

en vruchten. Men was er al heel gauw achter, dat

de voedingswaarde van plantaardige olie zeer

hoog is.

De grondnoot is een vrucht van de Arachis hypo-gaes leguminosae, waarvan men aanneemt, dat zij

oorspronkelijk uit Brazilie stamt. De cultuur is thans

in alle tropische en vele subtropische landen be-1-7kend. Het merkwaardige doet zich voor, dat de

1. Gewapend met een zak apenootjes nootjes onder den grond worden gevonden. De

Page 38: HOE MAAIKT MEN.2

bloemen van deze kruidachtige plant zitten nl. op

36een langen steel, die zich na de bevruchting nogmeer verlengt en Haar den grond overbuigt, zodatde vruchtbeginsels den grond indringen. Is devrucht rijp, dan vindt men haar 5 a 6 cm. diep inden bodem: de naam wijst hier ook op. Belangrijkeondernemingen vindt men vooral in Brits-Indie enWest-Afrika, doch ook ons Oost-Indiè kan in dezemet ere worden genoemd.

Nederland importeert dit product in grote hoe-veelheden en de vroeger zo primitieve wijze vanwerken is geleidelijk uitgegroeid tot een moderneen grootscheepse fabricage. Het bereiden van olieuit grondnoten is in den loop der jaren tot een be-langrijke en zeer nuttige tak van de Nederlandseindustrie geworden. Zij is voorna' melijk gevestigd inNoord- en Zuid-Holland, maar in het bijzondermoet toch de Zaanstreek worden genoemd, die inhet midden der 19e eeuw ruim honderd oliemolenstelde, welke, als helaas zovele andere molens, nuzo goed als verdwenen zijn.

Grondnoten worden, grotendeels van de schilontdaan, ingevoerd. Dat is begrijpelijk, want hier-door is het gewicht Iichter, het volume minder. Deaangevoerde noten, welke ongeveer 45 % oliebevatten, worden fijngemalen en in grote persen

(zie afb. 3) behandeld, waardoor de olie er uitwordt geperst. Deze olie wordt opgevangen en isde grondstof voor de bereiding van slaolie. Demassa, welke in de pers achterblijft is geenszins eenwaardeloze afvalstof, integendeel! Zij wordt naverdere bewerking volkomen gebruikt en is vangroot belang voor de instandhouding van onzenveestapel als waardevol veevoeder genaamd grand-noten koeken .

,

In een der bekendste fabrieken op dit gebied, de t ' ' ,t. .. ., -,,

2. Grondnotenplant.

Page 39: HOE MAAIKT MEN.2

3. Een der grote persen.

37 N.V. Oliefabrieken J. M. Zwerver to Vlaardingen,willen wij eens een kijkje nemen. De practische hi g-ging van it aanzienlijke industrie-complex (zieafb. 4) vat direct op. Er is rekening gehouden metde noodzakelijkheid, dat de grond- en huipstoffenvrijwel in huis worden afgeleverd. Aan de voorzijdebevindt zich de Koningin Wilhelminahaven, uitmon-dende in den Nieuwen Waterweg en aan deachterzijde de spoorlijn Rotterdam—Hoek vanHolland.

Debij het uitpersen der noten verkregen ruweolie is voor de consumptie nog geenszins geschikt.Verschillende zuiveringen ziin noodzakelijk, wantde vloeistof bevat nog kleine deeltjes grondnoten-meel, plantenslijm, vetzuur (dat is een door eenschimmel veroorzaakt afbraakproduct der olie) enb v, ongewenste eiwitstoffen, die de houdbaarheidvan de olie zouden beperken. Bovendien zijn kleuren smaak nog lang niet af.

Wij zien nu, dat de ruwe olie in de eerste plaatsmetbehulp van een chemische stof ni. natronloog

itf causeke soda wort ontdaan van het vetzuuro ,terwijI bij deze eerste ewer in ook het planten-slijrn voor het grootste gedeelte verdwijnt. In hetmodern uitgeruste laboratorium (zi se afb. 5) waargeheimzinnig uitziende scheikundige apparaten op-gesteld staan, wordt bepaald hoeveel natronloogmoet worden toegevoegd om de vetzuren tobinden. Deze ontzuring, want zo heel deze bewer-king, ineeft plaats in grote tanks, waarvan wij er inde fabriek verscheidene zien. Daar de ontzuring bijhoge lemperatuur moet plaats vin en zijn in dezetanks spiralen, waar stoom doorheen wort gevoerd,aangebracht. De natronloog verbindt zich nu methet vetzuur en vormt daarmee de z.g. „soapstock",een dikke vloeistof welke zwaarder is dan ° lie. Zij, zakt dus Haar beneden en kan aan den onderkantvan de tanks door kranen worden afgetapt. De in

Page 40: HOE MAAIKT MEN.2

4. Fabrieken der N.V. OliefabriekenJ. M. Zwerver.

de tanks achtergebleven olie, die reeds aanzienlijk

38is verbeterd, wordt nu een paar maal met warmwater gewassen. Daarna wordt op het laboratoriumwederom onderzocht of de vetzuren wel in vol-doende mate zijn verwijderd.

Nu moet evenwel de olie nog een mooiere kleurkrijgen, ze moet zogenaamd gebleekt worden. Deolie wordt daarom van de ontzuurketels Haar debleekketels (zie afb. 6) overgepompt. Dit zijncylindervormige, geheel gesloten ketels, waaropeen groot aantal pijpen en meters zijn aangesloten.Een vacuumpomp, op de ketels aangesloten, zorgtvoor een hoog vacuum d. i. een lagen luchtdruk.We zien een drukmeter, een vacuummeter, d.i. eenmeter om den druk in den ketel vast to stellen, eenthermometer, terwiji in de ketels roerwerken hunarbeid kunnen verrichten. De olie moet n.i. innigworden vermengd met een, wederom op het labo-ratorium bepaalde hoeveelheid bleekaarde, d.i. eenstof, welke in staat is om kleurstoffen to absorberen.Het zou ons to ver voeren om alle bijzonderhedenomtrent de bleking to vertellen. Wel zal het duidelijkzijn, dat de bleekaarde weer uit de olie moet ver-wijderd worden. . Dit gebeurt in filterpersen, waarbijfilterdoek en filtreerpapier de hoofdrol spelen.

De olie, welke uit de filterpersen stroomt, heeftreeds de mooie, goudgele tint en dit is het bewijs,dat er geen verontreinigingen meer aanwezig zijn.De sr-haak echter moet nog verbeterd worden endit heeft plaats in de z.g. stomers of deodoriseer-ketels, wederom grote ketels. Gedurende ver-scheidene wren wordt hierin stoom door de oliegeblazen, hetgeen onder een hoog vacuum, d.i, ineen ruimte. , waarin de druk zeer laag is, geschiedt.De toegevoegde stoom neemt de stoffen, welke denongewensten smack veroorzaken met zich mede enna afloop van de behandeling heeft de onaange-

Page 41: HOE MAAIKT MEN.2

5. Kij kj e in het laboratonum

39 name smack plaats gemaakt voor den ons alienwelbekenden slaolie-smack.

Nog eens wordt de olie door een speciale filter-pers gevoerd en dan is zij gereed om in de van tevoren gereinigde en steriel gemaakte flessen of inblikken en eaten te worden afgetapt.

Het „Supra Fine", dat U daar op het eta vandie slaoliefles ziet staan zal U thans ook beter doen, begrijpen, at er in er re en voor is, dat deN.V. Olieiabrieken J. M. Zwerver juist dit merkvoor haar siaolie heeftgekozen: de bereiding laatniets te wensen over, men streeft er Haar etaaller-beste tebrengen.

De licht verteerbare envitaminen bevattendeslaolie heeft eenhoge voedingswaarde. Wij kennenhet maar al tegoed in de huishouding en Moederde Vrouw weet niet mindergoed, wat het zeggenwit, wanneer er een slaolie in huis is! Denkt maareens even aan het bakken van vis, aardappelen,oliebollen of hetbereiden van een kostelijk slaatje!Maar er is mêer. Op zich zelf is slaolie weer eengrondstof en zelfs een zeer goede voor andereindustrieen. In de eersteplaats voor de margarine-fabricage. Het is dan ook niet te verwonderen, dater naast het hiergeschetste oliebedrijf, een zuster-onderneming bestaat, de Rotterdamse MargarineIndustrie J. M. Zwerver N.V. teVlaardingen, voorde fabricage van (ROMI) margarine.

Liefhebbers van cijfers zijn er altijd, natuurlijk ookonder onze aandachtige lezers en lezeressen. Hierdan een kleine bloemlezing:

In 1938 werd in ons land 175 millioen kg grond-noten ingevoerd, een hoeveelheid, waaruit — naaftrek van een kwantum, bestemd voor andere doel-einden — ongeveer 65 millioen kg olie werd ge-

Page 42: HOE MAAIKT MEN.2

perst. 20 millioen kg werd Kier to lande verbruikt,

40hetzij als slaolie, hetzij voor de bereiding van mar-

garine, enz., zodat een overschot van 45 millioen

kg kon worden geexporteerd. Dat er direct en ,

indirect een groot aantal arbeidskrachten in en

door de Nederlandse olie-industrie lonend werk

vinden, zal iedereen duidelijk zijn. Men denke

daarbij, behalve aan het personeel van de olie-

fabrieken zelf, aan de scheepvaart en de verschil-

lende andere bedrijven als vemen, entrepOts, kisten-

en dozenfabrieken, glasfabrieken, kurk-industrie,

be'ecligde wegers, expediteurs, enz. enz., alien op

hun manier bij de olie-industrie geinteresseerd.

Uit dit alles mag den lezer duidelijk zijn ge-

warden, dat een flink van binnen- en buitenlandse

orders voorziene olie-industrie van niet to onder-

schatten betekenis is voor de welvaart van ons

vaderland.

6. De bleekketels.

Page 43: HOE MAAIKT MEN.2

1. Een suikerblet.

Vroeger was suiker een luxe-artikel, dat sects.door evoorrechten we rd gebruikt. Thans is het een.gewoon verbruiks-artikel, dat om zijn aangenamen,smaak en zijn gezondheid-bevorderende eigen-schappen door iederen verbruiker worth gewaar-deerd: het kind snoept ervan, het huisgezin genietervan, boeren en arbeiders verdienen ervan. U ziete

elk wat wils.De suiker, die wij thans gebruiken is voornamelijk

bietsuiker, want deze heeft de indische rietsuikervrijwel geheel van onze mart verdreven. En eenbelangrijkens toot tot die ontwikkeling gaf

Napoleon. Toen deze namelijk het teen Engelandgerichte continentale stelsel invoerde, werd de in-voer van ruwe rietsuiker vrijwel onmogelijk en rezende suikerfabrieken als paddestoelen uit den grond.Weliswaar moesten velen later door de grote con-currentie van de toen nog veel goedkopere riet-suiker de dBuren weer sluiten, ma ar hetbegin was

er. En toen knappe landbouwdeskundigen er inslaagd gen om door zaadselectie het suikerehaltevan de bieten sterk op te voeren en men ook demethoden vond om die suiker bijkans volledig uitde biet te halen, toen begon opnieuw een zegetochtvan de bietsuiker.

EindeSeptember begint de suikercampagne. Dan,is het namelijk de tijd voor het rooien der sulker-bieten; deze groeien, zoals U waarschijnlijk we

Page 44: HOE MAAIKT MEN.2

2. Fabrieksgezicht met een deel der vioc,tvoor bietenaanvoer.

weet, voornamelijk in de provincies Zeeland,Noord-Brabant, Gelderland, Groningen, Frieslanden N.- en Z.-Holland. Met een kapmes worden debieten ontdaan van de koppen en het loaf (dat in-gekuild wordt en een uitnemend veevoeder is voorden winter) en de bieten of peeen, zoals ze ookwe) worden genoemd, gaan naar de fabriek.

Daar wordt onmiddellijk met de verwerkingbegonnen; omdat namelijk het suikergehalte van debiet achteruit gaat, zodra zij uit den grond is gehaalden zij verder ook Been vorst kan verdragen, moetde verwerking zo vlug mogelijk geschieden. Zodradan ook de bieten het fabrieksterrein — wij nemenBens een kijkje bij een onzer grootste en modernstesuikerfabrieken, nl. de CoOperatieve Suikerfabrieken Raffinaderij „Dinteloord", to Dinteloord inNoord-Brabant — hebben bereikt, worden ze on-middellijk met behulp van grote kranen gelost of

,eenvoudig door waterstralen uit den wagon ge-spoten. Alles geschiedt zo vlug mogelijk; dag ennacht wordt doorgewerkt en de arbeid wordt nietonderbrokrm voor de laatste biet van het terrein isverdwenen.

Weet U hoeveel een fabriek als de Dinteloordkan verwerken? Schrik niet: 41/2 miltioen kg. perdag. Per campagne, en die duurt maar ongeveer70 dagen, wordt een hoeveelheid verwerkt van300 millioen kg.

Het eerste, wat nu met de bieten gebeurt,zodra zij in grate hopen op het fabrieksterreinzijn opgestapeld, is het schoonmaken, wantze zijn „zo uit de klei getrokken". Debieten worden door stromend water in sterkhellende, zogenaamde zwemgoten naar defabriek gevoerd. In die waterstromen drijft debiet haar ondergang tegemoet (zie afb. 3).

Ontzaglijke wasmolens wachten haar en indie molens ondergaat ze een reinigingskuur,waarbij een Turks bad nog maar kinderspelis. Doch dan is ze ook smetteloos en kan haarreis naar andere oorden beginnen.

42

Page 45: HOE MAAIKT MEN.2

3. De kraan stort de bieten op hopen.Het waterkanon spult de bet In de zwemgoot

zun ondergang tegemoet.

43 Die an ere oorden zijn evenwel oak niet blisteraangenaam voor onze biet. Zij komt daar tussende kaken van een ontzaglijk monster, dat zonderonderbreking een stroom bieten in zijn mond ont-vangt en daar wordt de biet in smalle reepjesgesneden tot „snijdsel n , zoals de term luidt.

Dit snijdsel, dat we op zuurkool lijkt en waaringe de biet helemaal niet meer herkent, stort nuvan boven naar beneden als een lawine door destortgoten naar de diffussie-ketels; 10 of 12 vandie ketels, die onderling met elkaar zijn verbon-den, vormen eendiffusie-batterij. De ewer inhier heeft ten doe de suiker uithet bieten-snijdsel to verwijderen. Vroeger geschiedde dit metzwarepersen, maar het diffusie-proces voldoet veelbeter, omdat men vrijwel alle aanwezige suikerermee uit het snijdsel kan halen. Het berust op denatuurkundige ervaring, dat plantencellen, die ge-dompeld warden in water van een temperatuur van60 a 70 ° C hun zouten en suiker aan het waterafstaan en daarvoor in deplaats in de holle cellenwater opnemen, een wisseling, die eerst tot eeneinde komt, wanneer het suikergehalte der oplos-sing binnen en buiten de cel dezelfde is. Door eenvernuftige werkwijze, waarbij in de 12 ketels to enseen nieuwe hoeveelheid sni j dsel door dezelfdehoeveelheid warm water wordt uitgeloogd, zodathet water vrijwel alle suiker uit de snijdsels heeft

opgenomen, verkrijgt men het z.g. ruwsap. Deuitgetrokken snijdsels, waarin bijna geen sui-ker meer aanwezig is, warden gedeeltelijk zOdoor e boerengekocht en, na inkuiling, voorveevoeder gebruikt, gedeeltelijk in de fabrie-ken zelf in depulpdrogers gedroogd en alsgedroogde pulp aan veevoederfabriekenverkocht.

U denkt natuurlijk, dat wij nu zo ongeveeraan het einde zijn van de suikerfabricage. Metuw verlof, nubegint ze eigenlijk pas! Wanthet diffusiesap moet nu op zijn beurt weergereinigd worden. Daartoe wordt het door

Page 46: HOE MAAIKT MEN.2

voorwarmers gepompt en na deze verwarmingwordt het met ongebluste kalk in grote roerkuipen,„kalkmengbakken" of „chauleurs", gemengd. Hetmet kalk gemengde sap loopt vervolgens Haar grotereservoirs. Er wordt koolzuurgas doorheen geperst,hetgeen tot gevolg ;heeft, dat de in het sap aan-wezige kalk wordt neergeslagen samen met allerleionzuiverheden, want om deze to verwijderen wasde kalktoevoeging, waarover gij U misschien welenigszins verbaasde, le doen.

Men heeft dus nu het gezuiverde sap en denneerslag. Deze laatste wordt door filterpersen —bestaande uit een groot aantal met doek bekledeplaten, door ramen van elkaar gescheiden — afge-filtreerd. Dit filtreersel of filterkoek is de z. g.„schuimaarde", Welke als afval de fabriek verlaat enals meststof voor kalkarmen grond wordt gebruikt.

Het gezuiverde sap moet nu van water wordenontdaan, opdat de sulker overblijft. Dit geschiedtdoor een verdampingsproces, dat plaats heeft in 4of 5 afzonderlijke apparaten, ketels, die door stoom-leidingen met elkaar zijn verbonden (zie afb. 4). Elkvolgend apparaat staat onder lageren druk dan zijnvoorganger, zodat het verdampingsproces onderlagere temperatuur kan plaats vinden. De dampen,die in het eerste apparaat vrijkomen, doen dus hetsap in het tweede apparaat koken en zo vervolgenstot het laatste. Aileen in het eerste apparaat wordtderhalve stoom gebruikt voor het koken; inhet volgende geschiedt 'het koken door desapdampen. U ziet hoe zuinig zo'n modernefabriek met brandstoffen omgaatI

Het sap, uit deze verdamping verkregen,heet „diksap". Dit moet weer worden gekooktom het nog verder in to dikken. Het kokenvindt plaats in kookpannen, dat zijn grotecylindrische ketels, waarin een groot aantalpijpen zijn, die door stoom worden verwarmd.Ook p ier, evenals bij het verdampen, ge-

4. De verdamping, waarin de veleschiedt het koken in het luchtledige, dus bij kubleke meters water uit het sap worden verwijderd.

44

Page 47: HOE MAAIKT MEN.2

5. Batten] centrifuges; hierin wordt hetsuikerkristal bevn i d van zij n strooplaag.

45 zeer lage temperatuur; ontleding van de suikerwordt daardoor tegengegaan.

Dit gehele „indik ll -proces, eerst in de verdam-ping en later in de kookpannen, kunt ge mooivolgen door de kijkglaasjes. Ge ziet dan een doorde dampbellen opgezweepten, kokenden orkaan,die een woelige zee doet ontstaan met schuim-koppen en diepe golfdalen. En hoe meer hetindampingsproces vordert, hoe stropiger entrager de massa wordt. De man, die dat procesregelt, de koker, moet iemand zijn van grote erva-ring. Hij moet het sap precies tot de meest gewenstedikte laten indampen.

Nog is er in de kookpannen een traag-vloeibaremassa, maar reeds zijn kleine kristalletjes ontstaan.Op een glaasje bekijkt de koker de fijne, met hetblote oog nauwelijks zichtbare kristallen, die in depan zijn geboren, door de regeling van den sap-toevoer en van de temperatuur heeft hij het in dehand het aantal kristalkernen op de juiste hoogtete bepalen en ze te laten groeien.

Is de pan volgekookt, dan heeft men een massa- „massa-cuite" genaamd bestaande uit stroop,waarin de suikerkristallen als het ware zwemmen.De massa wordt afgekoeld in koeltroggen, ondervoortdurende roering, teneinde stollen te voor-komen en vervolgens getransporteerd naar centri-fuges (zie afb. 5), dat zijn met duizelingwekkende

snelheid ronddraaiende trommels, waarvan dewanden uit fijn gaas. bestaan. Door de snelledraaiing wordt de massa naar het gaas ge-slingerd; de kristallen blijven ervoor zitten, destroop gaat er doorheen. Deze bewerkingwordt meestal nog tweemaal herhaald; telkenswordt dan suiker van mindere kwaliteit (menspreekt van 2de en 3de product) en stroopmet minder suikergehalte verkregen.

De kleverige massa, die daarna nog over-blijft, heet melasse; zij bevat nog tamelijk veelsuiker en verder eiwitstoffen en zouten envormt de grondstof voor de spiritusfabricage,

Page 48: HOE MAAIKT MEN.2

maar wordt, met andere stoffen vermengd, ook alsveevoeder gebruikt. De sulker 2e en 3e productwordt opgelost, gefiltreerd, ontkleurd, teruggevoerdnaar de pannen, waar het diksap wordt verkookt enopnieuw in het vervaardigingsproces opgenomen.

De witte suiker, welke in de centrifuges is ver-kregen en gevormd wordt door de kristallen,waarvan de stroop door middel van stoom is afge-wassen, wordt naar koel- en drooginrichtingengetransporteerd. Om een mooi, gelijkmatig productte verkrijgen, wordt de suiker nog gezeefd endaarna „opgezaktn , d.w.z. automatisch in zakkenen in de bekende Dinteloordcartons verpakt.

De weetgierige lezer vraagt zich nu waarschijnlijknog af: maar wat is nu basterd- en bruine suiker,en kandij? Wij zullen hem niet teleurstellen.

Basterd- of bruine suiker verkrijgt men door inplaats van zuiver, helder dun sap, een lets minderzuiver sap als uitgangspunt te nemen, als men desuiker door verdamping laat uitkristalliseren. Van-daar ook de bruine stroop-kleur.

Voor witte kandij neemt men zeer zuivere suiker-oplossingen, welke in bakken met draden wordengeplaatst, om welke draden de suiker Ban tot kandijkristalliseert; de bruine kandij wordt op dezelfdemanier vervaardigd, doch uit donker gekleurdesuikeroplossingen.

En, terwijI U, Bit lezende, misschien eenkopje thee drinkt en U zelf zo juist van eenschepje (Dinteloord?) suiker hebt voorzien,zult U daarbij wellicht niet hebben bereft, Welkeen ontzaglijke arbeid moest worden gepres-teerd, alvorens de suiker uit de biet in Uwkopje thee kwam.

6. Stookbordes van het ketelhuisdat de stoom produceert voor het laten draaien

der vele machines.

46

Page 49: HOE MAAIKT MEN.2

Wij hopen geen storm van verontwaardiging bijonze lezers en lezeressen to ontketenen, wanneerwij dit hoofdstuk aanvangen met de eigenaardige— maar waarheidsgetrouwe! — conclusie, dat ernog landgenoten zijn, die bij het vernemen van hetwoord vermicelli en de zuster daarvan ni. macaroni,alleen en en as een import-artikel. Er zijn er ook,die van mening zijn, at deze artikelen ergensgroeien.

In Bit praatje willen wij hen uit den Broom helpenen vele anderen ook eens een en ander over defabricatie van vermicelli vertellen.

Nu is de gedachtengang, „vermicelli is eenartikel, Bat geimporteerd wordt", op zichzelf niet zoheel dwaas, want het artikel komt oorspronkelijk vande grote liefhebbers van vermicelli, macaroni enspaghetti, nl. de Italianen. Het kronkelde — dit keerfiguurlijk — zich geleidelijk meer Haar het Noorden1. Mengmachine.

Page 50: HOE MAAIKT MEN.2

en drong ook ons land — dus als importartikel — 48binnen, maar burgerrecht kreeg het hier nog niet.Overvloedig gebruik van vlees, van brood en na hetmidden der 18e eeuw, ook van aardappelen wasoorzaak, dat het verbruik langen tijd gering bleef.Geleidelijk geraakten echter de Nederlandse huis-moeders meer met dit nieuwe voedingsmiddelbekend en de lijst van uitermate smakelijke schotel-tjes, van vermicelli en macaroni te maken, namsteeds groter omvang aan; waarbij als derde nogde spaghetti genoemd kan worden. Deze Briewerden echter niet populair en zelfs na nog is eengroot deel van onze bevolking te onbekend metdeze zo smakelijk op te dissen artikelen.

Ongetwijfeld neemt het gebruik toch toe en ditwas mede een reden voor ons om, voor de samen-stelling van dit boekje ook eens een kijkje te gaannemen in een vermicellifabriek. Zodoende kwamenwij bij de bekende Veenendaalse industrie, deStoom Vermicelli- en Macaronifabriek v/h FirmaBlanken—van Buuren N.V. te Veenendaal, eenbedrijf in 1906 op zeer bescheiden voet ingericht;de machinerieen bestonden in den aanvang uit,zegge en schrijve, een klein persje. Het doorzet-tingsvermogen van de leiders was oorzaak, dat hetbedrijf herhaaldelijk kon worden uitgebreid engemoderniseerd, zodat thans het beeld wel zeerverschilt met een 35 jaar geleden! Met een eigenvoorziening van electrischen stroom voor licht enkracht en eigen installaties voor de bereiding vanhet benodigde gas uit de aangevoerde anthraciet,heeft men het bedrijf volkomen in eigen handen.

Alvorens een korten rondgang te maken, moetopgemerkt worden, dat de kwaliteit van de pro- 2. Het kneden van het deeg.

Page 51: HOE MAAIKT MEN.2

ducten, waarover wij hier schrijven, zeer nauwsamenhangt met de grondstoffen, zijnde tarwebloemen tarwegriesmeel. Nu is het noodzakelijk, dat hetproduct voldoende stevig is. Er mag geen breuk zijnin het artikel, dat de huisvrouw krijgt; bij het kokenmoet dit heel blijven. De inlandse tarwe nu, geeftgeen bloem, die deze eigenschap in voldoendemate heeft. Hierdoor komt feitelijk hoofdzakelijkbloem van Amerikaanse tarwe als grondstof in aan-merking.

Thans willen we iets van de eigenlijke fabricagevertellen. Om zo duidelijk mogelijk to maken, welkebewerkingen het meel moet ondergaan voor etvermicelli is, zullen we hetproductieproces weer-geven dat veelal nog gevolgd wordt, hoewel demoderne machines al dezen arbeid hoelanger hoemeer vereenvoudigd hebben.

De gezuiverde bloem wordt in de mengmachines(zie afb. 1) gestort en geruimen tijd dooreenge-kneed na toevoeging van kleurstoffen en water. Uwveronderstelling, dat het dan tevoorschijnkomendeproduct geschikt zou zijn, om er een stevigen ver-micellidraad of een mooi pijpje macaroni van tomaken, is er naast! Het is immers slechts een korre-lige massa, die „als los zand aan elkaar hangt".Deze massa moet worden gebonden, hetgeengeschiedt door een speciale bewerking, waarbij dekleefstof, die in de bloem aanwezig is, de zgn.„gluten", het deeg samenbindt na een langdurige„kneding n , zo zouden wij deze bewerking kunnennoemen. Ronddraaiende machines (zie afb. 2) ver-zorgen de kneding: het deeg komt onder een drukvan duizenden kilogrammen, het wordt met messengesneden, verdeeld en weer gewalsd. Van deze

3. Een deegwalsvoor het maken der pillen.

49

Page 52: HOE MAAIKT MEN.2

_--------- --- --

4. Een automatische vermicelli-pers.

taaie pastel worden nu rollen gemaakt (zie afb. 3), 50in de vaktaal „pillen" geheten.

Een interessant gezicht is de volgende bewerking.De „pillen", dus de langwerpige rollen deeg,komen tussen de cylinders van grote persen (zieafb. 4). Het is de zware druk van deze persen, diede „pillen" omlaag duvet. Samengeperst onder eendruk van 150 tot 350 atmosfeer (1 atmosfeer is eendruk van 1.033 kg. op 1 cm. 2), zoekt het deeg eenuitweg en kan dezen alleen vinden door de gaatjesvan de vormen, welke onder de cylinders zijn aan-gebracht. In lange draden (of pijpen) ziet men nude vermicelli (of macaroni) uit de gaatjes te voor-schijn komen. Om een duidelijke vergelijking temaken: men denke eens aan de gehaktmachine inde meeste keukens wel aanwezig, waar doordraaien ook druk wordt uitgeoefend en het vleesdoor de gaatjes op zij, te voorschijn komt. Dedraden of pijpen worden in gelijke lengten afge-sneden, geschikt om daarvan de bekende „krullen"bij de vermicelli te vormen (zie afb. 5).

Natuurlijk heeft de vooruitgang der techniek zichook in deze industrie doen gelden. Wat vroegerhandwerk was en later met verschillende afzonder-lijke machines moest geschieden, wordt thans metde indrukwekkende moderne machines in een„bedrijfsgang" . verkregen, d.w.z. dal een machineally bewerkingen, welke we hierv6Or hebben be-schreven, geheel automatisch verricht.

„En de bekende figuurtjes van vermicelli", zaleen aandachtige lezer vragen, „hoe worden diegemaakt?" — Dit gaat op soortgelijke wijze, alleenworden nu onderin de cylinders der persen vormenmet bijv. ster- of ringvormige openingen aange-

Page 53: HOE MAAIKT MEN.2

,..---5. Een machine

voor het leggen der vermicelli-krullen.

51 bracht, terwijI bovendien daaronder een speciaalapparaat, waarin een mes zeer snel ronddraait,wordt aangebracht. De vermicelli, even door degaatjes gekomen, wordt meteen afgesneden met alsresultaat, Bat in plaats van Braden of pijpen Plattefiguurtjes, sterretjes, letters of ringetjes ontstaan.

Een grote variatie is op deze wijze mogelijk doorde vormen te wijzigen (zie afb. 6).

Men kent ook verschillende dikten van de vermi-cellidraden, welke worth verkregen door degaatjes, waardoor de massa geperst wordt groterof kleiner te doen zijn. En natuurlijk: hoe fijner dedraad, hoe kleiner de gaatjes, Bus hoe groter dedruk, die nodig is.

Het verkregen product is nog vochtig en moetnu gedroogd worden, want bij een zo laag mogelijkvochtgehalte is het product zeer langen tijd houd-baar. Het droogproces eist 24 tot 48 uur, al naargelang het geschiedt met warme of koude lucht.Het artikel is Ban klaar voor verpakking, welke opaantrekkelijke wijze geschiedt, indachtig de waar-heid: „het oog wil ook war

Al was het artikel in oude tijden in Zuid-Europaeen volksvoedsel, het werd toch tevens in „huis-industrie" vervaardigd. Hieruit is geleidelijk door deeconomische ontwikkeling en de hogere eisen ophygienisch gebied een fabricage ontstaan, die initalié en vele andere landen, uitgroeide tot eenbelangrijken tak van nijverheid. Maar thans tellenonze Nederlandse fabrieken ook mede voor devaderlandse productie en geleidelijk wisten zij zichal een afzetgebied in het buitenland te verwerven;in normale tijden is er export naar NederlandsOost- en West-Indiè, naar Afrika, enz.

Een enkele opmerking nog over de goudgele

Page 54: HOE MAAIKT MEN.2

kleur, die U zal zijn opgevallen. Macaroni mag

52volgens de wet Been kleursel-toevoeging hebben,voor vermicelli werd dit wel toegestaan met uiter-aard bindende beperkingen, wat betreft de hoe-veelheid en de samenstelling der to gebruikenkleurstoffen

Wanneer U nu een soepje krijgt of een schoteltjevermicelli of macaroni, op een der vele aantrekke-lijke wijzen bereid, dan kunt U er vrijwel zeker vanzijn, dat dit een product is uit een onzer Neder-landse bedrijven en dan herinnert U zich mogelijkonzen rondgang bij de Stoom Vermicelli- en Maca-ronifabriek van de Firma Blanken —Van Buuren toVeenendaal.

6. Enkele bi jzondere vermicelli-en macaroni-figuren.

Page 55: HOE MAAIKT MEN.2

OUT UIT EIGEN BODEM

1 . Boortoren.

Het zout speelt in ons !even een belangrijke rol.Wij gebruiken vrijwel geen maaltijd zonder zout endat is maar goed ook, want zout is een der onmis-baarste voedingsstoffen voor mens en dier. Het isdan ook geen wonder, dat het zout door de eeuwenheen van rote betekenis is geweest. at blijktoa. we heel duidelijk uit de vele gezegden, waarinop zout gezinspeeld wordt. Wij noemen: Vriend-schap is het zout der aarde. — Die kwestie is al langin bet zout gelegd. — Een zouteloze aardigheid. —Eenhartig woordje spreken.

Minder bekend is, dat het zout vroegeras ruil-middel, us bij wijze van geld, dienst deed,Romeinse soldatenkregen hun soldij in zout uit-betaald, vandaar de uitdrukking „salaris", afkomstigvan het Latijnse woord „sal", dat „zout" betekent.

Waar komt dat zout vandaan ? Natuurlijk inde eerste plaats uit zeewater ! In de wereldzeeenbevinden zich onnoemelijk grote hoeveelhedenzout, hoewel de hoeveelheid per liter toch nogtegenvalt. In de Noordzee bedraagt het gehalte bijvhoogstens 2 tot 3 %. Maar in sommige zuidelijkezeeen, waar de felle zon voortdurend water doetverdampen, is het zoutgehalte hoger. Wanneer deverdamping geregeld doorgaat zonder dat nieuwewatertoevoer plaats vindt, wordt het zeewater steedszouter. Is het water tenslotte verzadigd met zout,dan zetten de zoutkristallen zich op den zeebodemaf. Het opgeloste zout krijgt dan een vasten worm.Dit verschijnsel voltrekt zich bijv. thans in de DodeZee.

Page 56: HOE MAAIKT MEN.2

PEVELBRON

POMP

MAAIVELD

PEKEL . .

= SCHELPKALK

WATERG RON

EIONTZANDST ECM

AN 1-1YDR 1 ET

STEENZOUT

400M

BON ZAND5TEEN

Wanneer dit afzettingsproces zich eeuwen ac h-tereen voortzet, vormen zich op den zeebodemzoutlagen van honderden meters dik. in en erdan nog allerlei wijzigingen in de bodemopper-vlakteplaats, als zandverstuivingen, nada' de zee-bodem is drooggevallen en grondverzakkingen, danwordt hetduidelijk, hoe het komt, dat men thanszoutlagen aantreft op rote diepten, zelfs tot be-neden 1 000 meter.

Debovenliggende aardiagen oefenen op het zoutnatuurlijk een geweldigen druk uit, zodat het steen-hard wordt. Dit steenzout komt ook in ons landvoor en wel in de omgeving van Boekelo enHengelo in een uitgestrekt terrein en op een dieptetussen 325 en 400 m.

De ontdekking van it verblijdende feit was aaneen toeval te an en, Eendoodgewone pomp werdin1885 bij DeeIden geslagen en toen men zich metde eerstedruppels water na den zwaren arbeidwilde verkwikken, bleek het zout te zijn !

Wij slaan in it kort bestek den an en we overvan verdere onderzoekingen, boringen en hetverkrijgen van een vergunning tot ontginning enbepalen ons tot het belangrijke feit, dat in 1918aan de toen opgerichte Koninklijke NederlandseZoutindustrie het recht tot ontginning der zoutiagenbi j Boekelo werd verleend.

De wereldoorlog (1914-1918) maakte den im-port van ruw zout uit an ere an en zeer moeilijken onder deze omstandigheden is het niet verwon-derlijk, dat met alle energie en kunde, die denwaren Nederlander eigen is, aan de totstand-brenging van deze zoutindustrie werd ewer t.Reeds in1919 begon de fabriek, de leverancier vanJozo, Nezo, Boekelo's Tafelzout en Badzo(genees-rat ti badzout) te werken. Het aantal van dertig

ziederijen, at het geimporteerde ruwe mijnzoutvoor de consumptie gereed maakte, verminsnel;tans zijn er nog een zevental in bedrijf.

„En als het zout op is" , zal een weetgierige iezeropmerken, „wat dan ?"

a dat wordt een moeilijk geval, maar als lichtpunt

Page 57: HOE MAAIKT MEN.2

3. Vacuum 1ndampinstallatie.

55 zij vermeld, dat een schatting van den voorraadheeft uitgewezen, dat er bij Boekelo en Hengelonog ruim voldoende is om gedurende 100 jarenhet gehele wereldverbruik van ca. 25.000.000.000kg per jaar, to dekkenJ Over gebrek aan zoutbehoeven wij ons dus niet bezorgd to maken.

Hoe komt het zout naar boven ? Om datgeheim to ontsluieren aan wij eerst naar denboortoren (zie afb. 1). Men heeft een gat in denrond geboord door stootboren met een beitel eng

gedeeltelijk ook door draaiend boren met diamant-kroon.Bij het eerste wordt het gesteente verbrijzelden door middel van spoelen wordt het fijne ge-steente uit hetgat verwijderd. Bij de kroonboringwordt de cylinder van het gesteente door een hollebuis, waarvan de onderkant met diamanten is bezet,uit de steenlaag gesneden, waarna ook weer spoe-ling plaats heeft.

Nadat hetgat door de zout as is geboord, wordthierin een stalen buisgebracht tot aan den boven-kant der zout as Nu an het gat dus niet meerinstorten, in deze buishant men een dunnereg buis, welkebijn a reikt tot aan den onderkant vande zout as (zie afb. 2).

Nu komt de kern van de zaak. In de ring-vormige ruimte tussen de beide buizen wordtwatergepompt, dat aan het einde van de buiten-buis in aanraking komt met de zoutlaag, waardooron er dengrond een zoutoplossing(pekel) ontstaatDoor en druk van het ingepompte water stijgt depekel door de binnenbuis weer naar de oppervlakte.

Door eenpijpleiding wordt het zoute water naardefabriek geperst en daar in grote reservoirs op-gevangen it is het ogenblik, waarop de be lasting-inner zich doetgelden. De hoeveelheid pekel wordtnunl.gemeten en het Rijk eist zijn aandeel op, nl.ongeveer twee millioen gulden per jaar, De accijnsbedraagt f 3,— per 100 kilo zout.

Uit het nog niet zuivere zoute water moet thanszuiver endroog zout worden gewonnen. Eerst

Page 58: HOE MAAIKT MEN.2

4. Opslagplaats van zout.

vindt een zuivering van de pekel plaats met chemi-calién en door filtratie. En dan volgt de „indam-ping". Het vrijmaken van het zout uit de pekel islets, wat in de natuur, bijv. in de Dode Zee, hon-derden en honderden jaren vergt. Maar hier in defabriek moet het natuurlijk zo snel mogelijk gebeu-ren. Onder zeer hoge temperaturen wordt hetwater uit de pekel snel verdampt, zodat de vloeistoisteeds zouter wordt en er tenslotte slechts zoutoverblijft. Dit is het „zoutzieden", waarvan iederwel eens heeft gehoord. Het geschiedt nog weer op-twee manieren, nl. de ouderwetse wijze, die het z.g.„pannenzout" oplevert en de moderne metho'cle,waarmede men het „vacuumzout" verkrijgt.

Op de technische uitvoering van dit alles zullenwij hier maar niet verder ingaan, maar wel kangezegd worden, dat vooral de moderne indamp-methode een geweldige installatie met een ingewik-keld net van buizen en ketels vereist (zie afb. 3).

Het verkregen zout wordt met warme lucht gran-dig gedroogd en kan, dan worden afgeleverd meteen gewaarborgde zuiverheid van 99,9 pCt.

En nu komt de verpakking en verzending van hetverkregen pannen- en vacuumzout. Dat geschiedtgedeeltelijk in papieren, jute of katoenen zakken,gedeeltelijk in kreine pakjes met 0,5 en 1 kg inhoud.Deze laatste verpakking voorkomt, dat, op weg Haarde keuken, verontreiniging plaats vindt.

Dat inpakken is een technisch wonder. Hetgeschiedt met ingenieuze machines en er komtbij wijze van spreken geen hand aan to pas, tenzijdan de vingers van de machine zelf. Want hetpakje wordt in de machine allernauwkeurigst gevulden dichtgevouwen met behulp van bewegendestaafjes en vouwijzertjes, die werken als vingers,alleen veel vlugger en veel nauwkeuriger. Wat eendenkwerk is er niet verricht, alvorens een dergelijkeingewikkelde machine haar werk kan doen

Zo zien wij dus na de verpakking in de expeditie-afdeling van de fabriek de verschillende produc-ten gereed staan ter verzending. Wij zien er de

56

Page 59: HOE MAAIKT MEN.2

`1111:14*

$11We,MVNIE1,smismovvesavteM NOISMNIMMIIHNNO „,„

—11r1r—F11111'

N R,140SCH 01,11NOUST fE KtNC.Et.0 CO

5. De fabriek te Hengelo vande N.V. Koninkluke Neder-landsche ZoutIndustne.

57 pakjes Nezo (van Neerland's zout) en Jozo (zoutwaaraan een weinig jodium, een voor vele strekenvan ons land voor de gezondheid bevorderlijkestof is toegevoegd). Ook zien wij hier de handigestrooibusjes Boekelo's Tafelzout en met een geurals van vers dennengroen de pakjes badzout methet merk Badzo.

Maar met dit alles is het werk van dit grote Neder-landse bedrijf nog niet ten voile geschetst. Er ismeer: van het zout kan men nl. weer allerlei andereproducten maken en wel producten, waar ons landevenmin buiten kan. Daartoe moet het zout langselectrolytischen weg verder worden bewerkt, het-geen gebeurt in een afzonderlijk bedrijf te Hengelovan de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie. Endeze afdeling, waar knappe ingenieurs den scepterzwaaien, is niet de minst belangrijke van de fabriek.Maar het is niet de bedoeling in dit kleine boekjeook die bewerkingen nog weer te gaan beschrijven.Het zij genoeg te vermelden, dat hier met behuipvan een electrischen stroom, producten ontstaan alsbijtende soda, chloorgas en vele andere. Bijtendesoda is in ons land in zeer grote hoeveelhedennodig o.a. voor de bereiding van kunstzijde, zeepen chemische producten.

Page 60: HOE MAAIKT MEN.2

Van chloorgas maakt men producten als zout-zuur, hetwelk in vrijwel elke industrie als hulpmiddelwordt gebruikt en verder vloeibaar chloor enchloorbleekloog, Welke twee artikelen in hoofdzaakvoor het bleken van allerlei stoffen worden gebruikt.Chloorbleekloog wordt trouwens ook in de huis-houding aangewend in den vorm van het welbe-kende bleekwater

Mogen wij met enkele getallen eindigen. In 1939brachten de fabrieken bij Hengelo (zie afb. 5) enBoekelo ongeveer 200.000.00 kg zout voort; datis per werkdag 80 spoorwegwagons van elk10.000 kg zout! Die hoeveelheid is groter dan degehele Nederlandse zoutbehoefte voor alle doel-einden, zodat ons land ten alien tijde in eigenbehoefte kan voorzien. In normale tijden wordt ineen deel van Nederlands verbruik voorzien doorinvoer van buitenlands (hoofdzakelijk Duits) mijn-zout, o.a. als grondstof voor de naast ,de K. N. Z.werkende zoutziederijen en van zeezout uit delanden aan de Middellandse Zee. Doch Kier staatdan tegenover een belangrijke uitvoer van Neder-lands zout, voornamelijk naar landen-, die zelfniet over zout in den bodem beschikken, zoalsBelgie, Zweden, Noorwegen, Denemarken, deRandstaten, enz.

Als slot — en in elk geval een geslaagd slot vanonzen tocht door de fabriek — komen wij dan bijBad-Boekelo, het zoutwater-zwembad, dat zich bijde zoutindustrie bevindt (zie afb. 6).

Het baden in het zilte nat, het aantrekkelijk goif-bad met een kunstmatig opgewekten golfslag alsbij een flinke bries aan onze Westerse stranden, isalleen reeds een bezoek aan Boekelo waard ! Endaarbij komt dan nog de schoonheid van de natuur:de heide en de bossen. Men zette dan ook alsVacantieplan no. 1 op het program een tocht naarBad-Boekelo, gecombineerd met een kosteloosbezoek aan de fabrieken van de N.V. Kon. Ned.Zoutindustrie to Boekelo. 6. Zoutwater Golfbad.

58

Page 61: HOE MAAIKT MEN.2

1. ons mooie polJerlandschap.

UIVELPRODUCTENEen echt Ho!landslandschap! Rustig ligt daar

eengrote boerderij omgeven door hoge iepe-

bomen, die een tere schaduw werpen en wijd, zover

het oog reikt, liggen de groene weiden, met het

mooie Hollandse vee. En daarboven de blauwe

hemel, waarlangs is to wolken als ranke schepen

komen engaan. Zo ziet de vreemdeling ons land.

Zo zien we het zelf, als we in een trein gezeten

metgroten vaart door ons mooie polderlandschap

reizen.

Alsge morgens er nog niet aan denkt orde warme dekens vandaankomen, als ge alsstedeling U nog eens omkeert in Uw bed, dan zit

de Hollandse boer reeds zi j n koeien to me en

in dewei of in den sta. Zo deed hij het

voorheen en zo doethij het nu nog.

Is het dcarom zo vreemd, dat de

buitenlander ons land nog altijd ziet

als het land van water en molens, van

weiden en koeien? Het land van melk

en boter en kaas.

ons yolk voelt voor den veeteelt

en het spreekt dan ook vanzelf, dat

deproductie van de zuivel aan duizen-

den an en werk verschaft en aan

Page 62: HOE MAAIKT MEN.2

Nederland een vermaardheid heeft gegeven, een

van de grote zuivelproducenten te zijn.Maar, lezer, ge wilt cijfers. Ze spreken voor U

een duidelijker taal, dan de stoutste fantasie vanden bewonderenden mens. Hier hebt ge er danenige.

In normale jaren !evert onze veestapel, die uitbijna 1.500.000, melkkoeien bestaat, een jaarlijksehoeveelheid melk van ± 4.420.000.000 kg. Vandeze melk worth ± 51 % tot boter verwerkt± 24 % tot kaas en ± 4 % of 183.000.000 kgtot gecondenseerde melk. Bij deze getallen duizelthet U toch wel even, niet waar?

Eeuwenlang hebben de boeren de melk zelfverwerkt en in Zuid-Holland en Utrecht is dat nogveel het geval. Het was de trots van de Hollandseboerin om uit de melk van eigen vee zelf de boteren de kaas te bereiden en aan haar gasten metvoldoening de prachtige kazen te laten zien, dieop kraakzindelijke kaasplanken in rijen lagen.

Maar gelijk overal, zo heeft ook Kier de machineden menselijken arbeid verbeterd en sours ver-drongen. Ook andere melkproducten werden be-,reid. In 1882 bijv. werd de eerste fabriek voor-gecondenseerde melk — de Hollandia fabriek teVlaardingen opgericht. Aanvankelijk was dit eenbedrijf, dat met 10 man werkte. Thans heeft dezefirma, waarvan het Hoofdkantoor te Vlaardingengevestigd bleef, ruim 1500 personen in haar diensten vindt ge in verscheidene delen van ons landHollandia-fabrieken.

60

WAT E R

Hebt ge er wel eens over nagedacht, dat melkeen vloeistof is, die heel wat samengestelder is,dan ge zo oppervlakkig zoudt menen? Als ge melk KAAssToFindroogt en er dus het water (88 %) uit verdampt,

Al BU MIPIES o, 6 70

dan houdt ge 12 % vaste stof over (zie afb. 2) . ICITR.OENZUURMELK a.

Natuurlijk is dat een berekening, die ruwweg ge- 2. De samenstellinq van melk.

Page 63: HOE MAAIKT MEN.2

61 nomen is want de melk van elke koe is niet steeds, gelijk en ook gedurende het jaar schommelt desamenstelling nog al wat.

Die droge stof bevat als voornaamste bestand-deel het melkvet, dat in heel kleinedruppeltjesvoorkomt, die zo klein zijn, dat ge er we l ± 300van naast elkaar zoudt moetenleggen om eenstreepje van 1 mm. te hebben. Het spreekt vanzelf,dat zo'n apart druppetje niet met het blote oogte zien is. Ge hebt daarvoor een microscoop nodigBehalve dat melkvet zit er in de vaste stof uit demelk dan nog kaasstof, melksuiker en melkzouten.Vooral de laatste stof is voor dengroei van jongekinderen onontbeerli j k, doordat ze kalkhoudend isen dus voor dengroei van het beenderenstelsel vande kinderen vangrote betekenis is. En — dan devitaminen niet te vergeten. Daar leest ge en hoorte tegenwoordig immers zoveel over. Die zitteng

ook in de melk en zijn voor den groei van hetj one kind van onschatbare waarde. Het is dan oog kbegrijpelijk, dat er enige jaren geleden een cam-pagne op touw gezet is, om op de scholen het„melk drinker)" te bevorderen; misschien hebt gijze lf ook we i eens zo'nfiesje met een rietje leeggedronken, als de „melkboer" de krat met melk-flesjes aan de school had gebracht.

Een bezoek aan een der Hollandia-fabriekenloont dan ook de moeite. Als we er een — opvriendelijke uitnodiging van den directeur —binnenstappen, stopt juist een der grote auto's,waarmee de melk aangevoerd wordt voor de poort.En dan begint het werk.

Wanneer men de melk rustig laat staan, zalhet vet, dat lichter is, boven komen drijven. Op demelk vormt zich dan een roomlaagje (opromen).De melk onder dit laagje bevat, dit begrijpt ge,natuurlijk minder vet. Voorkeen schepte men den3. Centrifuges

voor het afromen der melk.

Page 64: HOE MAAIKT MEN.2

-------4. Karnkneder.

bovendrijvenden room er af; thans wordt dat doorcentrifuges (zie afb. 3) — ronddraaiende trommels— gedaan. Op deze wijze verkrijgt men dus roommet een vetgehalte van 15-40 % en taptemelk,waarin maar ± 0,05 % vet is achtergebleven. Dezetaptemelk, of ook wel ondermelk genoemd, ver-schilt dus van de gewone melk alleen door hetontbreken van vet. Op onze vraag, waarvoor dezegebruikt wordt, vertelt de directeur ons, dat dezetaptemelk nog voor allerlei doeleinden wordt ge-bezigd. Men bereidt hieruit magere geconden-seerde melk met sulker, magere melkpoeder,magere kaas en caseine. De laatste stof wordtin de industrie gebruikt bij het vervaardigen vankleefstoffen, verfwaren en melkwol. De dan nogovergebleven ondermelk dient nog als veevoeder.

Maar nu de room. Deze wordt eerst gepasteuri-seerd. Deze bewerking dankt Naar naam aan denberoemden Pasteur, van wien ge wel eens gehoordzult hebben. Het pasteuriseeren geschiedt doorden room te verwarmen tot 90 ° C. Daardoor wordthij beter houdbaar. De ziektekiemen, die aanwezigkunnen zijn, worden gedood. Vervolgens knelt menden room weer af en — schrik niet — last menhem zuur worden. Door het pasteuriseren zijnechter ook al de melkzuurbacterien gedood en omer nu voor te zorgen, dat de straks bereide botereen heerlijken smack zal krijgen, voegt men weernieuwe, zorgvuldig gekweekte melkzuurbacterienaan den afgekoelden room toe. Een voordeel vandeze manier van doen is, dat men het nu in eigenhand heeft, zoveel bacterien toe te voegen alsnodig zijn, om den room den volgenden morgenop tijd voldoende zuur te hebben voor het karnen.

Dit zuurworden of „rijpen" geschiedt zeerzorgvuldig. Na ongeveer 20 uur komt de room,die nu dik en zuur is, in de karn (zie afb. 4).Dit is een ton van teakhout, die ronddraait. De

62

Page 65: HOE MAAIKT MEN.2

room komt hierdoor in eenheftige ewe inen zo ontstaat er een schuim, date thuis ookwe l eensgezien zult hebben, als moeder slag-room maakte. Maar dan weetge ookat als men, d slagroom te lang klopt, er plotseling boter kan ont-staan. Ditgebeurt nu in deze karntonnen ook. Devetbolletj es verenigen zich tot trossen om de lucht-belletjes en als onze vriendelijke geleider de karneens even zou stilzetten, an zult ge een dikke laagboterkorrels zien bovendrijven die de daaronder, liggende arnemelk" bedekt.„k

Op een bepaald moment laat men de karne-melk wegvloeien en spoelt men de boterkorreisnog met zuiver water na. Deze boterkorrels wordendan door kneden tot een samenhangende massaverenigd en door deze ewer in wordt tevens hetovertollige water er nog uitgeperst.

In het buitenland wordt veel ongezouten botergebruikt; maar de Nederlander houdt meer vanezouten boter. Nu, over den smaak vat niet teg

twisten.Het zouten geschiedt tegelijk met het kneden;

hierdoor wordt het zout regelmatig door de boterverdeeld.

Ge begrijpt, dat een dergelijk artikel gemakkelijkmet andere vetten kan worden vermengd. Om zulkeen vervalsing ('n lelijk woord) tegen te gaan, be-staat er van Rijkswege toezicht op de boterbereiding.Boter, die gecontroleerd is, wordt voorzien van eenRijksbotermerk, waarop een Hummer en letters

voorkomen. De controlestations weten, welke num-mers elke fabriek heeft ontvangen en zo is het vaniedere boter na te gaan, van welke inrichting zeafkomstig is. Op deze wijze heeft men dus ook inhet buitenland vertrouwen kunnen krijgen in onzezuivel.

Maar naast boter is kaas zo mogelijk een nog5. Het roerenvan de gestremde melk.

63

Page 66: HOE MAAIKT MEN.2

6. De wrongelwordt in kaasvaten „gestopt".

belangrijker Hollands product. En dan denkt genatuurlijk aan de typische ronde „Edammertjes",die in grote hoeveelheden worden verzonden Haaralle delen van de wereld. Of, misschien hebt gewel eens op een Vrijdag een bezoek gebracht aande Alkmaarse kaasmarkt, waar de eigenaardige ge-klede kaasdragers met hun grote strooie hoeden,op hun „berry" de kazen vervoeren. Een bezoekaan die kaasmarkt, een attractie voor vele toeristenuit het buitenland, vervult Uw hart met trots, omdatwe Kier, met de beroemde Waag op den achter-grond, nog een beeld hebben uit het roemrijkeverleden van ons lieve vaderland. Wij ....

Maar we zijn immers nog steeds in de Hollandia-fabriek en de stem van den directeur brengt onsweer tot de werkefijkheid terug. De melk, waarvande kazen gemaakt worden, laat men in een z.g.kaasbak (zie afb. 5) !open. Dat is een ondiepe,langwerpige, metalen bak, die een dubbelen wandheeft. Tussen deze dubbele wanden laat men stoomtoe. Hierdoor wordt de melk op een temperatuurvan 30 a 35 ° Celsius gebracht. Om nu de kaasuit de melk af to scheiden, gebruikt men stremsel.Dit is de stof, die men verkrijgt uit de lebmaag vanjonge kalveren (ook dus weer een „product vande koe"). Na ongeveer 30 minuten is de melkgestremd. Ze is dan een dikke, geleiachtige massageworden.

Deze gestremde massa wordt dan door in eenraam geplaatste messen in kleine stukjes gesneden.Hierdoor scheidt zich de z.g. wei af. Vroeger ge-geschiedde deze bewerking met de hand, dochtegenwoordig doen de meeste fabrieken dit ma-chinaal. Onder het roeren wordt de tempera-tuur nog enige graden verhoogd. Daardoor trektde wrongel, zo heet deze stof, zich nog meersamen. Men laat de wei dan weglopen, dewrongel blijft in den kaasbak achter en deze wordt

64

Page 67: HOE MAAIKT MEN.2

xr(caXMjJlC >.

7. De kaas staat onder de pers.

65 dan door de kaasmakers in de z.g. kaasvaten„gestopt" (zie afb. 6).

Kaasvaten zijn vormen, ook weer van teakhoutgemaakt, die. inwendig het model hebben, Welkemen aan de kaas wil geven. Eerst legt men in hetkaasvat een doek, die om de wrongel worth heen-geslagen en daarna perst men de massa in hetkaasvat (zie afb. 7).

Op deze wijze wordt de kaas nu tot een samen-hangend geheel. Maar nog is het de ons zo beken-de kaas niet. Ze wordt thans in de peke! (water,waarin van 5 tot 6% zout opgelost is) gezet. Het zoutuit de peke) trekt in de kaas en helpt nu mede aande vorming van een korst er om heen. Hierdoorwordt het inwendige van de kaas van de lucht af-gesloten. Dit pekelen duurt ongeveer 4 dagen endan begint het langzaam „rijpen". Bij dit rijpen grij-pen er veranderingen in de kaasstof plaats, die jeniet helemaal begrijpen kunt, maar daardoor worthde eigenaardige smack die iedere kaas heeft, aan-gebracht. Al naar gelang van den duur van denrijpingstijd krijgt men nu „jonge", „belegen" of

„oude" kaas. Bij het bewaren verliestde kaas yacht, zodat „oude kaas" overhet algemeen harder is dan „jonge".

En, hier laat onze geleider ons hetkaaspakhuis (zie afb. 8) zien, ,waarinduizenden kazen in keurige rijen zijnneergezet en waar ze van tijd tot tijdmoeten worden „gekeerd". Het is eenprachtig gezicht en het doet U mis-schien watertanden naar een flinkeboterham met echte, heerlijke Hol-landse kaas.

Maar, zult ge misschien vragen „watbetekenen die cijfers 40 en 20 +,die daar op die kazen zijn aange-bracht"? Dat is een kwaliteitsaan-

Page 68: HOE MAAIKT MEN.2

8. De kaas ligt in het pakhuis op de stelling.

duiding. Bij 40 + kaas bedraagt het vetgehalte ten-minste 40 % (van de droge stof). Zij is gemaakt vanmelk met ongeveer 2,7 % vet, terwiji bij 20 + kaashet vetgehalte tenminste 20 % bedraagt en gemaaktis van melk met ongeveer 1 % vet.

Ook hebben we nog de bekende Leidse kaas,die gemaakt wordt van afgeroomde melk, en diemet komijnzaad gekruid is.

Ook de kaas wordt in ons land gecontroleerd,evenals de boter en na contràle voorzien van eenRijkskaasmerk.

„En" — zo vervolgt onze geleider „hier hebtge nu het bereiden van de z.g. gecondenseerdemelk". In verschillende landen, vooral in de tropen,beschikt men niet over voldoende melk en boven-dien kan men bij tropentemperatuur melk niet langgoed houden. Teneinde deze landen van melk tevoorzien, ,wordt de melk in houdbaren vormgebracht, Lhetgeen geschiedt op twee wijzen, diebeide daaruit bestaan, dat de melk wordt ingedamptlot ongeveer 1 /3 van het volume. Bij de bereidingvan gecondenseerde melk met suikervoegt men aan de melk ongeveer 15%suiker toe, waarna door opvoering vande temperatuur het water uit de melkwordt verdampt.

Bij een bepaalde indamping verkrijgtmen een stroperig product, dat doorhet bij indamping ook verhoogd suiker-gehalte lang houdbaar is geworden,evenals dit bijv. ook bij jam het geval is.Dit indampen geschiedt, nadat de melkeerst weer door pasteuriseren vrij van(schadelijke) kiemen is gemaakt, ingeheel roestvrije stalen kookketels (zieafb. 9). Door boven de vloeistof luchtweg te zuigen, zodat daar een lagere

66

Page 69: HOE MAAIKT MEN.2

67 luchtdruk dan de normale ontstaat, wordt uiteraardhetkookpunt sterk verlaagd, n.i. tot ongeveer50 ° C. Nadal degewenste indamping is bereikt,koelt men hetproduct langzaam a tot gewonetemperatuur. Het is an gereed om in busjes towordengevuld, waarop door machines een dekselwordt aangebracht.

Ditproduct, meestal verpakt in kisten met 48busi es, worth over de gehele wereld verscheepten is Ian en tijd houdbaar. Men gebruikt het, ookinNederland, speciaal voor kindervoeding en inan en waar weinig melk is, ook voor het bereidenvan spijzen.

Hiernaast maakt men ook gecondenseerde melkzonder toevoeging van suiker, Omat dan niet desuiker aanwezig is om het bederf teen to gaan,moet de ingedampte melk nog een grondigebevverking ondergaan en worden verpakt invon omen luchtdichtgesloten bus i es, die daarnagesteriliseerd worden op temperaturen tussen 1100

en 120 0 , zodat alle kiemen zi i n godood Deze melk

is vr, ] wei onbeperkten tijd toudbaar en wordt ookover de gehele wereld gebruikt

Wi i beschreven hier, hoe het werk van den boer

in de fabrieken wordt voortgezet om de door de

boercieri i opgeleverde melk zodanig te verdelen,

at wij, verbruikers, daarvan het maximum profijt

hebbenMoeten wij er nog op wijzen, at aan een bedrijf,

waar zoveel scheikundige en bacteriologische pro-cessenplaats vin en natuurlijk een modern labora-

torium is verbonden, at de melk op haar tocht

door de Hollandia-fabrieken nauwkeurig volgt en

controleert?

Zo zi j n wij aan het einde van ons bezoek aan

de Hollandia-fabriek. Met een hartelijken handdruk

nemen wij afscheid van den Directeur.9. In de condensfabriek.

Page 70: HOE MAAIKT MEN.2

Als wij de fabriek verlaten, houden juist enigegrote Hollandia-tankwagens stil, waarmede dage-lijks duizenden liters melk ter verwerking Haar defabrieken worden gebracht. Ge kent ze wel, metdie mooie aluminium tanks (zie afb. 10).

Ge staat weer buiten en ge ziet in gedachtenweer die eenzame boerderij. Wuivende bomenweerspiegelen zich in de brede vaart. Een vergeloei van een koe dringt tot U door. Werkelijk-held? 'n Droom? Ge ziet het land ..

„Zonlicht door het lage lover;Middag, die in rust vergaat;En de hoge hemel over't Weiland, dat in trilling staat .

In mij rijst het stil ontroerenVan dit overschone land

68

10. Een Hollandia tankauto.

Page 71: HOE MAAIKT MEN.2
Page 72: HOE MAAIKT MEN.2

UITGAVE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT" TE 's-GRAVENHAGE

aEDRUKT TER N.V. DRUNKERIJ TRIO • 'S-GRAVENHAGE

Page 73: HOE MAAIKT MEN.2

HOE MAAIKT NEN.2AARDEWERK • BEHANGSELPAPIER • GLAS EN KRISTAL

HAARDEN • HOUTEN MEUBELEN • LEPELS EN VORKEN

LINNEN • RADIATOREN • STALEN MEUBELEN • TAPIJTEN

Page 74: HOE MAAIKT MEN.2
Page 75: HOE MAAIKT MEN.2

DEEL II

HOE MAAKT MEN..AARDEWERK

BEHANGSELPAPIER

GLAS EN KRISTAL

HAARDEN

HOUTEN MEUBELEN

LEPELS EN VORKEN

LINNEN

RADIATOREN

STALEN MEUBELEN

TAPIJTEN

UITGAVE VAN DE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"

ANNA PAULOWNASTRAAT 55 TE 's-GRAVENHAGE

Page 76: HOE MAAIKT MEN.2

INHOUD

Voorwoord . 3

Aardewerk (N.V. Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken

„De Sphinx" v/h Petrus Regout & Co. te Maastricht) . 5

Behangselpapier (Nederlandsche Behangselpapierindus-

trie Goudsmit-Hoff & Zn. te Amsterdam) .. . 11

Glas en kristal (N.V. Nederlandsche Glasfabriek „Leer-

dam" te Leerdam) . . 17

Haarden (Koninklijke Haardenfabriek E. M. Jaarsma te

Hilversum) .. * . 23

Houten meubelen (B. Sprij's Meubelfabrieken en Hout-

handel N.V. te Vlaardingen) .. 29

Lepels en vorken (N.V. Gerofabriek te Zeist) . . . 35

Linnen (N.V. Koninklijke Weverij van bijk te Eindhoven). 41

Radiatoren (J. B. van Heijst & Zonen te 's-Gravenhage). 47

Stalen meubelen (Gispen's Fabriek voor Metaalbewerking

N.V. te Culemborg) . .. . 53

Tapijten (N.V. VENETA Vereenigde Nederlandsche

Tapijtindustrie te Hilversum) . .. . 59

Page 77: HOE MAAIKT MEN.2

VOORWOORD

Is het U wel eens opgevallen, lezer of lezeres, dat men in hetalgemeen zo weinig afweet van het ontstaan en de vervaardi-ging der verschillende artikelen, die wij dagelijks gebruiken?

Hoe ontstaat een kopje, een glas, een tapijt, dingen, die wij

vrijwel dagelijks gebruiken? Hoe onze zakdoek of het zout voorons eten? Hoe sulker of biscuits? Het lijkt zo vanzelfsprekend enin werkelijkheid is het toch eigenlijk zo vreemd, dat men vandie artikelen weinig meer weet dan dat zij een nuttig gebruiks-voorwerp of een smakelijke lekkernij zijn.

Om al die dingen te maken, moet veel arbeid worden ver-

richt; er moet worden gewerkt op het land en in de fabrieken,op de kantoren, de banken en de laboratoria, kortom vrijwelde gehele gemeenschap heeft met het productieproces ietste maken.

Van de bijna 9.000.000 inwoners van ons land werken er

ruim 3.500.000 voor het dagelijks brood. Deze mannelijke envrouwelijke werkers — waarvan er weer een kleine 3.000.000werkzaam zijn in industrie, landbouw, visserij, handel en ver-keer — zorgen gezamenlijk voor het bestaan van heel onsNederlandse yolk. Dat is mede een reden, waarom het zonuttig en belangrijk is, dat ieder lets meer met Bien arbeidbekend is en in de gelegenheid is eens een kijkje te nemenachter de poorten van de ons toch zo onbekende bedrijven.Dit geldt in het bijzonder voor de jeugd, die immers later depiaatsen in het bedrijfsleven moet innemen; zij zal er, naar wij

hopen, tevens meer waardering en eerbied door krijgen voorden arbeid in het algemeen.

Deze serie boekjes nu vertelt U iets over het nijvere werkenvan onze industrie. Wij zullen maar enkele grepen doen uit deduizenden artikelen en brengen U naar enige Nederlandsefabrieken om U te laten zien, hoe daar artikelen, waarmee wijzeer vertrouwd zijn, worden vervaardigd. De lezer krijgt danook een beeld van het hoge peil, waarop onze Nederlandsenijverheid zich bevindt.

Dit tweede deel is gewijd aan enkele artikelen met de huis-

Page 78: HOE MAAIKT MEN.2

inrichting en huishouding verband houdend; in een eerstedeel bespraken wij enkele voedingsmiddelen, terwiji in dedelen III en IV een aantal met kleding en huishouding ver-band houdende vervaardigingsprocessen aan de orde komen.

De samenstellers der boekjes kozen zich het volgendemotto:

KENT, NEDERLANDERS, EN WAARDEERT,

WAT ARBEID IN UW LAND PRESTEERT.

Moge deze uitgave inderdaad een stoot geven in de richtingvan hetgeen in dit motto tot uitdrukking komt.

Maart 1941, Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat".

Page 79: HOE MAAIKT MEN.2

1 Filterpers voor kiel.

ARDEWERKOnder aardewerk, ook bekend onder den naam

ceramiek (men kan ook zeggen keramiek, wanthet woord komt van het Griekse keramos — klei),verstaan we in het algemeen alle producten, dievan klei, vermengd met andere stoffen, wordenvervaardigd, vervolgens gebakken en met glazuurbedekt. Reeds in oeroude tijden zijn de mensenbegonnen met voor hun dagelijks gebruik allerleivoorwerpen van klei te maken.

Wij weten van de Grieken, dat zij prachtigegarden gotten vervaardigden, rijk versierd met voor-stellingen uit hun goden-leer; en van de Romeinen,dat ook bij hen de keramische kunst op een hogentrap stond.

Eerst waren die schotels, gotten en pannetjesheel eenvoudig, later kreeg men in de vormgevingmeer vaardigheid en ging men ze ook hoe langerhoe fijner versieren.

Dit als inleiding. De vraag is nu echter, hoe nuwel precies al dat aardewerk in de fabrieken wordtgemaakt. Dit „hoe" is niet in een paar woorden tevertellen, want voor iedere snort van aardewerk isdit weer verschillend en dan komen er natuurlijkook weer heel wat fabrieksgeheimen aan te pas.Wij zullen echter trachten hier in het kort eenantwoord te geven op de gestelde vraag.

Page 80: HOE MAAIKT MEN.2

2. HoIle gipsvormen vocr het gleten van een melkkan.

Wij behoeven niet naar het buitenland om ditfabricageproces te bezien. Het Nederlands aarde-werk in den vorm van het beroemde blauw,'„Goudse pijpen" en het niet minder geprezenMaastrichts aardewerk zijn over de gehele wereldbekend. Niet alleen in Delft, Gouda en Maastricht,doch ook in vele andere streken van ons land,o.a. langs den Ouden Rijn en in Friesland is deaardewerkinclustrie gevestigd. Maastricht, Goudaen Delft vervaardigen fijnkeramiek, nl, serviezenen ander aardewerk voor huishoudelijk gebruik,benevens muurtegels; Maastricht ook sanitair(wastafels enz.), terwijI de fabricage van grof-keramiek, inbegrepen dakpannen, buizen en der-gelijke over meerdere plaatsen in ons landverspreid is.

Wij nodigen U nu uit mee te gaan naar Maas-tricht, waar een der grootste Zuidnederlandse be-drijven is gevestigd, nl.: de N.V. Kristal-, Glas-en Aardewerkfabrieken „de Sphinx", v/h PetrusRegout & Co., die wij Kier zeker mogen noemen,aangezien dit geweldige fabriekscomplex op ditgebied, een der grootste en meest producerendeis in Europa. Dit bedrijf, dat in 1834 werd opge-richt, ontwikkelde zich, dank zij Nederlands initiatief,in den loop der jaren tot een bedrijf, dat naasthuishoudelijk aardewerk, hotelporcelein, muurtegels,bouwkeramiek, sanitair en andere soorten aarde-werk produceert, Welke ook op de buitenlandsemarkt de concurrentie kunnen doorstaan.

Zoals wij reeds widen, is de grand-stof van alle aardewerkproducten: klei,al of niet met andere stoffen vermengd.Deze klei is een product, dat op rustigeplaatsen afgezet is door voorhistorischerivieren, meren of zeeen. De grof-korrelige, zuivere aardsoorten worden

6

Page 81: HOE MAAIKT MEN.2

Ileitioom

3. Een draaischuf voor borden.

7 „porcelein-aarde", de fijnkorrelige soorten worden„klei" genoemd.

Porcelein-aarde brandt zuiver wit, hetgeen kleiniet doet. Zowel de porcelein-aarde (ook „kaoline.'genoemd) als de klei kunnen nog onzuiverebestanddelen bevatten, zodat zij eerst gereinigdmoeten worden.

Het fijn aardewerk zoals tafelserviezen, vazen,borden, enz. wordt gemaakt uit porcelein-aarde,vermengd met andere kleisoorten; door toevoegingvan water ontstaat dan een dik vloeibare kleimassa.Vervolgens komt deze massa in filterpersen (zieafb. 1), waardoor het water er uitgeperst wordt enmen natte kleikoeken verkrijgt, die dadelijk kunnenworden verwerkt. Soms laat men de klei nog enigentijd in kelders liggen, waardoor een rotting van deorganische bestanddelen, die er in voorkomen,optreedt; de klei wordt hierdoor meer kneed- envormbaar.

Het vormen van de klei tot het gewenste modelgeschiedt op 2 manieren:

le. Op de draaischijf. De schijf wordt met denvoet of machinaal in ronddraaiende beweging ge-bracht, terwijI de pottenbakker met de hand ofmachinaal de klei vormt.

2e. Door gieten, na toevoeging aan de klei vanmeer verdunningsmiddelen: hiervoor gebruikt menuit twee delen bestaande holle gipsvormen (zieafb. 2), die inwendig den vorm van het to makenvoorwerp vertonen. Op deze werkwijze zullen wijniet verder ingaan.

Handvatsels, oren en dergelijke worden veelalafzonderlijk gemaakt en later aangezet.

Wij kunnen natuurlijk de fabricatie der verschil-lende artikelen niet tot in bijzonderheden beschrij-

Page 82: HOE MAAIKT MEN.2

yen, maar bepalen ons slechts tot een enkel voor-beeld nl. tot het maken van een bord, het bord,waarvan wij 'dagelijks eten.

Op een schijf, die kan ronddraaien, bevindt zicheen gipsvorm (afb. 3a), welke den vorm heeft vande binnenzijde van het to maken bord. Hierop legtmen een grote plak klei. TerwijI de schijf (en dusook de klei) ronddraait, brengt men met een hef-boom van boven of een profiel (afb. 3b) Haar be-neden. Dit profiel heeft precies den vorm, welkemen aan de onderzijde van het bord wenst to geven.Zo krijgt het bord dus vanzelf zijn vorm, maar hetis nog zacht en moet nu eerst drogen.

Dan is het bakken aan de beurt: de gedroogdevoorwerpen moeten nl, door verhitting op hogetemperatuur hun hardheid verkrijgen. Dit geicitvoor alle aardewerkartikelen: men verhit, totdat hetvoorwerp (bij een temperatuur van ± 1300° C.)witgloeiend is geworden. Dit gebeurt in verschil-lende ovens en de wijze, waarop het bakken wordtuitgevoerd, is ook alweer afhankelijk van het tomaken product.

Het voor de eerste maal gebakken artikel noemtmen „biscuit". Het is hard en poreus, maar nogniet glad en glimmend. Vandaar de volgende be-werking: het glazuren. De biscuit wordt in een papvan fijn, gemalen glazuur, d.i. in water gesuspen-deerd, uiterst fijn gemalen glas, gedompeld en zuigt,door haar poreusheid, een laagje van dit glazuurop. Het voorwerp wordt vervolgens voor de tweedemaal gebakken bij een temperatuur van 1100 tot1200° C., waardoor het glazuur smelt, een wordtmet het materiaal en den bekenden glans verkrijgt.

Bij het in den oven plaatsen van deze met glazuurbedekte „biscuit" zorgt men er, om vastbakken tovoorkomen, voor, dat ieder voorwerp zó geplaatstis, dat het ene voorwerp het andere niet raakt. Mengebruikt hiervoor kleine standaardjes (zie afb. 4)

8

a

4. Standaartj es, waarop de bordenin den oven rusten.

Page 83: HOE MAAIKT MEN.2

9

of plaatst de borden op een speciale manier in„dozen" van vuurvast materiaal (zie afb. 5).

En neemt U nu eens de borden thuis op, danzult U aan den achterkant zien, dat op a) dezeborden op Brie plaatsen ruwe plekjes in het glazuurvoorkomen. Dat zijn de plekjes, waarop het bordin den oven steunde.

(411111111111.1111111161_1

„Nu hebben we de gehele bewerking gehad",zult U zeggen. We zijn er echter nog niet, wantdit is het aardewerk in een van zijn eenvoudigstevormen, nl. onversierd. Nu komt echter nog eenvoornaam ding: het decoreren of beschilderen. Wekunnen de beschildering aanbrengen op de biscuit,waarna het voorwerp dan later wordt geglazuurd(dit heet decoreren onder glazuur), dock dezebewerking kan ook plaats hebben, wanneer hetvoorwerp reeds geglazuurd is (decoreren opglazuur). Het eerste is vanzelfsprekend duurzamerdan het tweede, omdat de kleur door de glazuur-laag wordt beschermd.

Een goedkope methode van versieren is het„drukken", zowel op als onder glazuur. Hierbijwordt de tekening op een koperen plaat gegra-veerd en op een kleine drukpers geplaatst, waar-door de tekening op papier wordt afgedrukt. Dedrukverf is vermengd met een harshoudende,kleverige olie. Het bedrukte papier wordt op hetvoorwerp gelegd en het geheel in water geplaatst,waardoor de verf van het papier afweekt en op hetvoorwerp achterblijft. Daarna wordt de olie weg-gebrand in kleine moffelovens bij een temperatuurvan ca. 200 a 300° C., zodat alleen de eigenlijkeverf op het aardewerk achterblijft. Bij drukken onderglazuur wordt het artikel weer met glazuur bedekten in een glazuuroven gebrand; bij drukken opglazuur is in de verf een smeltmiddel aanwezig,dat bij het daaropvolgende bakken met de onder-

5. Hoe de bordenook wel de oven Ingaan.

Page 84: HOE MAAIKT MEN.2

liggende glazuurlaag samensmelt. Alsdan is hetversierde artikel klaar voor den verkoop.

Dit versieren van het aardewerk is uiteraard eenvak op zichzelf. Niet alleen dat de Sphinx dan ookkunstenaars in vasten dienst heeft om versieringenen nieuwe vormen te ontwerpen, ook met hetopschilderen zelf zijn vele bekwame schilders envooral schilderessen steeds bezig. Zij zijn in staatom, behalve het eenvoudige servies, ook het meestartistieke beeldje, het rijkst gedecoreerde herinne-ringsbord of de fraaiste vaas op smaakvolle wijzete decoreren (zie afb. 6).

Zo, nu weet gij, al is het dan ook oppervlakkig,hoe Uw bord is tot stand gekomen. Hebt gij er ookwe) eens bij stilgestaan, hoevele paren Nederlandsehanden met het maken van aardewerk werk vinden?

Om daarvan een beeld te geven zij vermeld, datca. 6.000 arbeiders in de fijn-keramische industriewerkzaam zijn. En dan groepeert zich om de grotebedrijven, zoals bijv. de Sphinx, nog een hele serienevenbedrijven als een kistenmakerij, een smederij,een bouwafdeling, een electrische centrale, enz.Dergelijke Nederlandse bedrijven verdienen hetdan ook ten voile door ons Nederlanders te wordengekend en gewaardeerd.

10

5. Een fraai Vondelgedenkbordvan „de Sphinx".

Page 85: HOE MAAIKT MEN.2

1. Het mengen van de verven.

EHANGSELPAPIER

Aan den overkant van het IJ te Amsterdam ligt

een zeer belangrijk industrieterrein. Vaart men daar

langs en door dan ziet men, behalve vele grote

zeeschepen, waarvan verschillende in dokken in

reparatie, de ene grote fabriek naast de andere.

Indrukwekkend is vooral ook de grote electrische

centrale (Centrale Noord) met een hele reeks

rokende schoorsteenpijpen. Men voelt het, Kier

wordt gewerkt op grote Schaal.

Een van de fabrieken is het Joel van onzen boot-

tocht, nl. de Nederlandse Behangselpapierindustrie

Goudsmit— Hoff. Dit bedrijf voorziet (samen met

een behangselpapierfabriek te Rotterdam en nog

een te Amsterdam) voor een belangrijk deel met

behangselpapier van Nederlands fabrikaat in de

binnenlandse vraag Haar dit artikel en neemt een

vooraanstaande plaats in.

Wat is behangselpapier? Gij antwoordt mis-

schien: Het is met kleuren bedrukt papier in grote

rotten. Dat is inderdaad, wat de doorsnee-mens van

dit artikel weet. Maar er gebeurt met het papier

Page 86: HOE MAAIKT MEN.2

zeer veel voor het voor gebruik gereed is; dat

12bemerkt gij eerst bij het bezoek, dat wij thans aanGoudsmit—Hoff gaan brengen. Deze fabriek is zeeruitgebreid. Men voelt zich klein als men rond-wandelt in de geweldige zalen en opslagruimtentussen bales papier, grote wandrekken met rollenbehangselpapier en allerlei machines.

Wij beginnen — zoals dat behoort — bij hetbegin, dat wil in dit geval zeggen in de ruimte, waar

de voorraden grondstof en hulpmaterialen liggen.Hiertoe behoren in de eerste plaats geweldige hoe-veelheden papier. Als U een van die grote rollenpapier, die daar liggen op den grond zou uitrollenals loper, zou U, schrik niet, 10 minuten moeten!open om aan het eind te komen!

Dan bestaat de voorraad natuurlijk uit ettelijkeeaten met lakken, verven, maar ook honderdenzakken aardappelmeel : Dit laatste dient om de lijmte maken, die door de verf gaat, waarmee het papierwordt gekleurd. En dan liggen hier nog zakken vaneen speciale grondstof, welk materiaal samen metde verf als een snort deeg wordt gebruikt bij hetmaken van bepaalde soorten behangselpapier,waarop oneffenheden (relief) zijn aangebracht.

Wij volgen het papier oak nu nog niet terstond

2. Een ontwerp van Rie Cramer voor Goudsmit—Hoff.

Page 87: HOE MAAIKT MEN.2

13 op zijn weg naar de drukmachine, want eerst moet

de drukker weten, welke afbeeldingen en welke

kleur er op het papier moeten worden gebracht.

Het motief moet worden ontworpen. Meer en meer

gebeurt dat door Nederlandse ontwerpers. Het is

wel aardig even to vermelden hoe de bekende Rie

Cramer o. a. voor bijzondere gelegenheden wel

eens ontwerpen maakte voor Goudsmit—Hoff

(zie afb. 2).

Heeft men het motief, dan moet de clichemaker

rollen of walsen maken, waarmee de drukinkt later

op het papier kan worden gedrukt. Komen in een

bepaalde snort behangselpapier bijv. 10 kleuren

voor, dan moeten er ook 10 walsen zijn, die elk

uitsteeksels hebben (denk aan de eerste boekdruk-

kunst van Laurens Janszoon Coster) daar, waar de

kleur waarvoor zij zijn gesneden op het papier moet

worden overgebracht. Ge begrijpt wat een moeilijk

en precies werk het maken van deze walsen is,

want die verschillende kleuren moeten later precies

bij elkaar aansluiten. Vroeger Sneed de clichemaker

van de walsen, die in den regel van perenhout

zijn, random de figuurtjes een laagje hout weg,

zodat deze figuurtjes als het ware op het hout naar

buiten schijnen to komen. Tegenwoordig gebruikt

Page 88: HOE MAAIKT MEN.2

men veelal walsen, waarop de figuurtjes van vilt zijn

14aangebracht; om ze sterk te doen zijn worden ze

alle met koper omvat.

De kelder, waar al deze walsen worden bewaard

— het zijn er, gezien de vele modellen, die men

maakt, vele honderden — kan men met recht het

duurste plekje in de fabriek noemen (zie afb. 3).

En nu staan wij Kier voor zo'n grote behangsel-

papierdrukmachine. Het is een machtig gezicht

(zie afb. 4). Om een grote kolossale ijzeren trommel

draait het papier en op zijn weg komt het langs de

walsen, die zoals wij al zeiden, elk een bepaalde

kleur erop drukken.

Deze machine — het is een der nieuwste — kan

12 walsen bevatten, zodat het papier, als het een-

maal door de drukmachine heen is, achtereen-

volgens met niet minder dan 12 kleuren is bedrukt.

Hier vOOr de trommel ziet U de bakjes (met pijltjes

aangegeven op afb. 4), waarin zich de verschillende

verven, gele, bruine, groene, enz. bevinden. Uit

deze bakjes wordt de verf op de walsen overge-

bracht. Al die raderen en „handles" aan beide

kanten van de trommel dienen om de machine zó

in te stellen, dat alle kleuren precies over elkaar

heen passen.

Voor men het papier kan oprollen moet natuurlijk

eerst de verf drogen. Er zijn heel wat drooglijnen

voor nodig om deze kilometers papier uit te hangen.

't Gebeurt (zie afb. 5) in een eindeloze baan.

Telkens worden losse stokjes onder het papier3. Een gedeelte van den kelder,waar de walsen bewaard worden.

Page 89: HOE MAAIKT MEN.2

15 geschoven, die aan de uiteinden op een rail rustend

naar boven, tot 4 meter boven den grond worden

bewogen. Daaraan hangt nu het behang in lange

golven tot een halven meter van den grond naar

beneden. Langs een dubbele rail bewegen de

stokjes en dus het behang zich langzaam voort,

terwiji er voortdurend warme, droge lucht op wordt

geblazen. Het is een merkwaardig gezicht. 3 km.

papier hangt hier to drogen in lange sierlijke

plooien. En bij elke drukmachine behoort een zgn.

drooghang als deze. Is een stokje met zijn last van

7 m. behangselpapier aan het einde van de rail

gekomen, dan is het papier droog en kan het

worden opgerold.

De arbeiders, die U daar bij die reeks kleinere

machines ziet staan, bedienen zgn. afrolmachines.

Met behulp daarvan wordt het papier overgerold

in de kleine rollen, Welke in den handel worden

gebracht. De machine zelf meet het papier en snijdt

het af als het de juiste lengte, zijnde ongeveer 7 m.,

heeft bereikt.

U hebt al af en toe opzij gekeken naar dat kleu-

rige gedeelte van de fabriek, waar de emmers en

eaten met verf staan? Het lijkt wel het palet van een

schilder, is het niet? De mooiste kleurschakeringen

ziet men hier. Uit 16 grondkleuren kan men hier

alle gewenste tinten maken. En voor olieverf, die

gebruikt worth voor afwasbare behangsels, heeft

men slechts 10 grondkleuren nodig.

4. Een behangselpapier-drukmachine. Behalve al en niet afwasbaar papier fabriceert

Page 90: HOE MAAIKT MEN.2

men ook andere soorten. Zo ziet men bijv. dikwijls

16behangselpapier, waarvan de oppervlakte niet effen,

maar geribbeld, althans oneffen is. Soms gelijkt

dergelijk behangselpapier op een weefsel, sours

verkrijgt het een lederachtig uiterlijk. Dit relief

worth in het papier aangebracht door het tussen

twee krachtig tegen elkaar geperste rollen, waarvan

de hogere en lagere delen precies in elkaar passen,

door to draaien.

Papier, dat op deze wijze oneffen is gemaakt,

heeft een levendiger en warmer effect dan gewoon

behangselpapier, doordat er meer licht- en schaduw-

werking op den wand komt.

Een teken des tijds is het nalichtend „maanlicht"

behangselpapier, dat geheel bedekt is met een laag

verf, die in de duisternis licht uitstraalt.

Aan het einde van onze wandeling komen wij

weer uit bij het water, bij den steiger voor de fabriek,

vanwaar de rollen behangselpapier worden ver-

voerd, zowel Haar de 20 filialen van de firma

Goudsmit— Hoff als — in normale tijden althans —

naar het buitenland.

Zo werken dan in dit bedrijf ongeveer 300 man

our to zorgen, dat wij smaakvolle en gezellige muur-

bekledingen . in onze huizen kunnen doen aan-

brengen. Dat is een nuttige en dankbare taak, want

een passende muurbekleding is een eerste vereiste

voor een goed ingerichte kamer en het staat wel

vast, dat een aardig licht behang een kamer een --,blij aanzien geeft en ons humeur gunstig belnvloedt. 5. Een drooghang.

Page 91: HOE MAAIKT MEN.2

LAS EN KRISTALEen kijkje in de Nederlandsche Glasfabriek Leerdam.

lemand, die voor het eerst een glasfabriekbetreedt en den oven voor het handbedrijf nadert,begrijpt aanvankelijk niets van hetgeen daar ge-schiedt. Hij ziet een gedeeltelijk romantisch,gedeeltelijk beangstigend spel met vuur, in aller-lei verschijningsvorm: ovengaten, waardoor wit-gloeiende massa's heenschijnen, mannen metzwarte lippen, die aan het einde van een lange staafof pijp, zo maar uit die gloeiende massa klompjes

plukken, anderen, die roodgloeiende bollen aanlange, smalle pijpen keen en weer slingeren, op-eens de pijp opheffen en aan den mond brengen,als ware het een bazuin, om haar dan weer te doenzakken in een beweegbaren vorm en er ten slotteeen glazen voorwerp aan te voorschijn te toveren,dat na er afgeslagen te zijn, door een jongen haas-tiglijk wordt weggedragen.

Hij ziet een aantal mensen schijnbaar niet samen-hangende werkbewegingen uitvoeren en verstaateerst langzamerhand de regelmaat en het doelbe-wuste ervan. Immers, hij bevindt zich in het hartvan het bedrijf, waar een grauw uitziend mengselvan grondstoffen wordt gesmolten en geblazen tot

glanzend, doorzichtig glas. In de ovens, in grote

smeltpotten van vuurvast materiaal geschiedt ditversmelten van de stoffen, die het glas moetenvormen, bij een temperatuur van ongeveer 1400 °Celsius. Voor het gewone glas bestaan deze mate-rialen in hoofdzaak uit zand, soda en kalk; voor hetglas, waaraan hoge eisen worden gesteld en waar-uit men drinkserviezen, vazen e.d. vervaardigt, bijv.voor het kristal dus, benut men zeer zuivere grond-stoffen: zilverzand, potas en menie.

Page 92: HOE MAAIKT MEN.2

Speciale mengsels worden samengesteldvoor vuurvaste huishoudschalen en laborato-riumglas, waarvan de productie eveneensdoor Leerdam werd ter hand genomen. Ditis nodig, aangezien deze voorwerpen grotetemperatuursschokken moeten kunnen ver-dragen. Een drinkglas, om dit als voorbeeldte kiezen, wordt in drieèn gemaakt. Eerstblaast men den kelk, daarna zet men hetbeen aan en tenslotte den voet. De blazerdoet dit door zijn pijp, een gesmeed ijzerenbuffs van circa 1,25 m., lang, door de werk-opening van den oven in het gloeiende glaste steken en door ronddraaien een klompjegloeiend glas te vangen. Op een ijzeren plaatmaakt hij dit door heen en weer rollen lang-werpig. Hierna blaast hij in de pijp, om hetlangwerpige klompje hol te krijgen, slingertde pijp enige malen heen en weer en houdthaar met het einde, waaraan zich het glasbevindt, omlaag om dit nog wat te doen uit-zakken. Hetgeen zich nu aan de pijp bevindtnoemt men den voorvorm of paraison. Het iseen verkleinde editie van het te maken voor-werp. Nu moet dit dus „op ware grootte"worden geblazen. Hiertoe steekt de glas-maker het met pijp en al in den gereed-staanden (ijzeren of houten), in water gekoel-den vorm. Deze vorm bestaat uit twee gelijke,met een scharnier verbonden gedeelten. Devorm kan met een hefboom uit den bak metwater worden gelicht en met een voetpedaalworden gesloten. De glasblazer blaast nu zolang, totdat hij voelt, dat het hele glas debinnenzijde van den vorm raakt, m.a.w. alshij den voorvorm tot den eigenlijken vormheeft doen zwellen. De blazer opent denvorm weer, overtuigt zich dat de kelk aande eisen voldoet en geeft dan pijp met kelkover aan den glasmaker voor de beide res-terende bewerkingen.

Page 93: HOE MAAIKT MEN.2

De „keiern (verbastering van cueillir = pluk-ken) plukt nu met een ijzeren staafje een klompjegloeiend glas uit den pot en laat hiervan iets opden onderkant van den kelk druipen. Met eenijzeren schaar knipt de glasmaker het teveelof en legt de pijp op de armleuning van zijnwerkbank.

Deze glasmaker neemt er in zekeren zin zijngemak van. Hij zit n.l. in een stoel, weliswaargeen clubfauteuil, maar een houten werkbank,die den vorm heeft van een leunstoel zonder rug,doch met lange armleuningen. Merkwaardig is,dat in den loop der eeuwen deze glasmakers-stoel practisch gesproken niet van gedaante isveranderd.

C.)

L)

Page 94: HOE MAAIKT MEN.2

Hij brengt den aan de pijp verbonden kelk in

draaiende beweging door de pijp met de linker-

hand van voren naar achteren to laten rollen, rekt

en vormt het glas met een ijzeren tang en maakt

aldus van het bolletje een langwerpig been. Op-

nieuw laat de glasplukker wat glas op den onder-

kant van het been druipen en op soortgelijke wijze,

doch nu door middel van een houten instrument,

vormt de glasmaker het voetje. Nu wordt met eenstuk ijzer het glas tussen keit< en pijp geschrijnd, het

krijgt een tik, het valt er af in een gereed gehouden

bakje met as en het wordt weggedragen naar den

koeloven. in den tijd van 6 tot 24 uur, naar gelang

van de glassoort, wordt het glas nu langzamerhand

door de oventunnel geleid op een snort ijzeren

matras in een temperatuur Welke successievelijk van

400-500 ° C. tot de gewone kamertemperatuur ver-

ioopt. Deed men dit niet, dan zou al het gemaakte

glas springen. Immers, de buitenzijde knelt bij den

plotselingen overgang veel sneller af dan het

binnenste, er ontstaan spanningen, en het voorwerp

zou uit elkaar getrokken worden.

Dit is in enkele nuchtere woorden de weergave

van het aanvankelijke wordingsproces, dat men in

zijn geheel kan volgen als men het eenmaal kent,

doch waarvan de beschouwer voor den oven ver-

schillende onderdelen tegelijk zich ziet voltrekken.

Men mene niet, dat alle glas, dat ten slotte den

koeloven verlaat, direct voor het gebruik gereed is.

20

Page 95: HOE MAAIKT MEN.2

21 Dit is slechts het geval met het machinaal

vervaardigde product, voor zover dit geen ver-

fraaiingen behoeft te ondergaan. Niet echter met

het geblazen glas. Dit heeft nog een teveel, waar-

van het bevrijd moet worden, n.l. de aanhechting

aan de blaaspijp, die bol werd uitgeblazen tot den

zogenaamden „kop". Om dit te doen laat men de

glazen en vazen, na met een diamant op de ge-

wenste hoogte een streepje te hebben gemaakt,

door een rij felle gasvlammetjes draaien. De kop

kan er dan zo afgeschud worden en men behoeft

nog slechts den scherp gebleven rand der voor-

werpen om te smelten of glad te slijpen.

Maar niet alle glazen, vazen, schalen of

wat dies meer zij, kunnen geheel glad in den handel

worden gebracht. Hoe fraai en nobel blank glas op

zich zelf moge zijn, in alle eeuwen heeft men Haar

passende versiering gezocht, waarvan de voornaam-

ste zijn het slijpen, het graveren, het etsen, het

beschilderen en het met den zandstraal bewerken.

Het slijpen gebeurt met behulp van ijzeren en

stenen schijven, waarop een dun straaltje water

gemengd met heel fijn zand vloeit. Het polijsten der

aldus ruw afgeslepen oppervlakten doet men met

schijven van hout, kurk, vilt of leer. Het meeste

slijpen geschiedt met de hand: er bestaan tegen-

woordig echter ook machines, die een deel van

het handwerk overnemen. Alle glas kan geslepen

worden; het is derhalve geen kenmerk van kristal,

dat het geslepen is.

Page 96: HOE MAAIKT MEN.2

Het graveren geschiedt geheel met de hand. Het

glas wordt bewerkt met Heine koperen schijfjes.

Het etsen gebeurt, nadat men de voorwerpen

heeft bedekt met een _ beschermende waslaag,

waarin de verlangde figuren worden afgetekend.

Bij onderdompeling in een bad van fluorwaterstof-

zuur bijt dit dais op de onbeschermde plaatsen in.

Zandblaasornamenten in verschillende uitdieping

verkrijgt men, door een zandstraal, met grate kracht

gedreven, op de glazen te richten.

Voor het beschilderen benut men tot poeder ge-

malen, makkelijk smeltbaar glas, opgenomen in olie.

Bij het inbranden in den moffeloven vervluchtigt de

olie en het glaspoeder smelt samen met de opper-

vlakte van het glas.

Behalve het glaswerk, waarvoor Leerdam zich de

medewerking heeft verzekerd van erkende binnen-

en buitenlandse kunstenaars, wordt iri deze fabriek

het glas geheel of gedeelterijk machinaal vervaar-

digd en zeer veel glaswerk voor dagelijks, huis-

houdelijk en ander gebruik, ontstaat op deze wii2e.

Als zodanig noernen wij het verpakkingsgias

(jampotten, flessen, enz.), inmaakglazen, tegels,

bouwstenen, keukengerei, kookglas, enz: enz. Bij

het geheel machinaal vervaardigen van glas worden

alle bovenbeschreverv'bewerkingen, van, het „glas-

plukken n tot het formeren toe, verricht door een

ingenieuze machine, die voor het werkgat van oven

of wan staat-en waarin men het te maken voorwerp

in zijn verschillende stadia langs allerlei metalen

banen ziet voortbewegen.

22

Bovenstaand merk, dat door Leerdamgebrulkt wordt voor het alombekend e

Kunstglark, ontleent zijn Brie-hoeklgen vorm aan het alChemisten-teken, terwijI ook de oranje-rodekieur aan dlt symbool van het vuur

Is ontleend.

Page 97: HOE MAAIKT MEN.2

1 . Een 1 6de eeuwse stookgelegenheid.

AARDENAls wij 's winters gezellig in de huiskamer zitten

en wij ons oog langs al die bekende voorwerpen

laten glijden, is er een ding, waarop onze blik

steeds weer blijft rusten. Er is een ding, dat leeft

en dat ons alien altijd weer aantrekt. Dat is de bran-

dende haard, die zijn behaaglijke warmte Haar ons

uitstraalt en waarin wij de speelse vlammetjes hun

onafgebroken vuurdans zien uitvoeren.

Die perfecte haard, dat is een van de vele voor-werpen, die de mensheid in den loop der jaren

heeft uitgedacht om zich het leven to veraangena-

men. Dank zij dien haard hebben wij geen last

meer, zoals onze voorouders, van rook en smookin onze vertrekken. Want nog in de middeleeuwen

was het zo, dat de „kachel n bestond uit een hoek

in de kamer, waar een houtvuur brandde en waar-boven een gat in het dak was, waardoor derook, zo , goed en zo kwaad als dat ging, moest

wegtrekken.

Het is geen wonder, dat onze voorouders het

buiten zo'n, niet alleen mooien, maar ook prac-

tischen, modernen haard moesten stellen. Immers

aan het vervaardigen daarvan zit heel wat vast,

zoals wij Kier zullen beschrijven. Wij zullen dat eens

met eigen ogen in een haardenfabriek gaan zien

Page 98: HOE MAAIKT MEN.2

en daarvoor behoeven wij niet ver weg, niet overde grenzen te trekken. Neen, in ons eigen landzetelt een prachtig toegeruste haardenindustrie.Men kan zelfs zeggen, dat het een typisch Neder-landse industrie is, want in geen ander land is dehaard zo in gebruik en staan de fabrieken op eenzo hoog peil als juist in Nederland.

Haardenfabrieken, waarin de productie in hetgroot wordt uitgevoerd, zijn er in verschillendeplaatsen van ons land o.a. in Bergen op Zoom,Breda, 's-Gravenhage, Hilversum en Ulft. Wijzullen een kijkje nemen in het oudste bedrijf, n.l.in de bekende, te Hilversum gevestigde Konink-lijke Haardenfabriek E. M. Jaarsma, die reeds in1868 werd opgericht.

Als wij de fabriek naderen, vernemen wij al direct„het lied van den arbeid n . Wij Koren door elkaarhet oorverdovend lawaai — dat typisch is voor eenmetaalfabriek — van hameren en vijlen, boren enslijpen en daar tussen door, ja, U vergist zich niet,een ander lied. De arbeiders zingen n.l. gezamen-lijk bij hun, zeker niet licht werk.

Maar voor deze arbeid in de fabriek kan plaatsvinden, is ander werk nodig. Eerst moet het modelvan den haard worden ontworpen en getekend. Devooraanstaande haardenfabrieken ontwerpen elkjaar n.l. weer nieuwe modellen, waarin zij nietalleen voortdurend weer nieuwe verbeteringen aan-brengen, maar waarmee zij ook rekening houdenmet den steeds wisselenden smack van het publiek.Waar de tekenaars hun denkbeelden voor dienieuwe modellen vandaan halen ? Ja, dat wisseltsterk. De Directeur van Jaarsma laat U, als gij hemdat vraagt, modellen zien, waarin gij de mooielijnen , herkent van een fraai gebouw, dat hem opeen idee bracht, of den vorm van een grote krach-tige, moderne auto.

24

Fu 2.

2. Het gieten.

Page 99: HOE MAAIKT MEN.2

25

Fld 3

3. Het gieten.

Heeft de tekenaar een schets gemaakt, die hembevredigt, dan wordt een grote werktekening ge-maakt, waarna de haard eerst in een gemakkelijk,vormbaar materiaal, n.l. in gips op werkelijkegrootte wordt uitgevoerd. Dat gebeurt in een af-zonderlijk gebouwtje bij de fabriek, in de model-makerij. In dat gebouwtje worden alleen maarenkele ingewijden binnengelaten, want de Directieis erg geheimzinnig met Naar nieuwe modellen. Zezijn een verrassing en voorkomen moet worden, datde concurrenten het model te weten komen enook met een soortgelijk model bij de klantenkomen. Want zo ffi n mooie nieuwe haard met zijnedele vormen is de trots van de fabriek.

Hoe maakt men nu van dat model van breekbaargips, de honderden, ja, sours zelfs duizenden sterkeijzeren haarden ? Daaraan moet de ijzergieterij tepas komen en dit gieten is een van de meest be-langwekkende onderdelen van het haarden maker)!

De vormer in de gieterij neemt zo'n onderdeelvan dien haard van gips, bijv. een deurtje, enmaakt eerst van den onderkant daarvan een preciespassenden afdruk in zand, op dezelfde manier alswaarop kleine kinderen met zandvormpjes spelen(zie afb. 2b. Duidelijkheidshalve nemen wij voor

--"D,id deze afbeeldingen B een deurtje, maar het bakje b).

Aileen gebruikt men in de gieterij een snort zand,, dat goed vast is en net uit elkaar valt, zodat de

vorm precies behouden blijft. Ook van de boven-.....zi jde van het bakje wordt nu in een anderen zand-vorm een afdruk gemaakt (zie afb. 2a.). Legt hijnu die 2 zandvormen op elkaar, dan is daartussende holte, die juist den vorm en de grootte heeftvan het bakje (zie afb. 2d.).

In die holte wordt door een daartoe voorzichtigaangebracht gootje, ijzer gegoten, dat zo sterkverhit is, dat het gemakkelijk vloeibaar is (zie

Page 100: HOE MAAIKT MEN.2

afb. 3). Het ijzer vult meteen de gehele Nolte: Maareen ogenblik daarna is het alweer afgekoeld enhard geworden. Is dat gebeurd, dan verwijdert -degieter het zand en zie, daar is een bakje of eenijzeren deurtje, dat precies den vorm heeft van hetgipsen model. Aileen zit er nog een klein uitsteek-sel aan, doordat ook in het gootje nog wat ijzer zat,dat eveneens hard is geworden. Maar dat uitsteek-set laat zich gemakkelijk van het eigenlijke gietstukafvijlen.

Wij beschreven Kier het gieten op de eenvou-digste wijze. In werkelijkheid wordt het gipsenmodel, dat uiteraard breekbaar is, eigenlijk maar 1of 2 keer gebruikt. Voor het maken van de verderbenodigde zandvormen gebruikt men metalenmodellen, die dan in ingewikkelde kostbare ma-chines, zgn. vormmachines, worden gemonteerd.Met behulp van deze machines gaat het maken vande zandvormen en het op elkaar plaatsen van debeide helften veel speller en precieser dan bij hetzo juist beschreven handwerk.

Wie het werk in een gieterij voor het eerst ziet,komt daar ongetwijfeld van onder den indruk. Wanthet is een machtig gezicht de arbeiders daar to zienrondlopen met emmers vloeibaar witgloeiend ijzer,waarvan de hitte zo sterk afstraalt, dat men ze opmeters afstand nog voelt. Naast elkaar staat er daneen lange rij van de tevoren gereed gemaaktezandvormen, waarin achter elkaar het ijzer wordtgegoten. Voor ons buitenstaanders is het eigenlijkangstwekkend, maar de geoefende vakarbeidersgaan even rustig Nun gang als wij, wanneer wij eenbeker melk inschenken.

Die, in een Nederlandse gieterij gegoten onder-delen komen nu tezamen met het plaatijzer, datvoor den haard nodig is, in de fabriek van E. M.Jaarsma, waar de haard in elkaar wordt genet engelakt. Wij zeggen dat met een paar woorden,maar er is heel wat voor nodig, voor het zover is.

26

4. In ijzeren platen worden met een,stanzmachine openingen geslagen.

Page 101: HOE MAAIKT MEN.2

5. Moffeloven.

27 Eerst worden de gietijzeren onderdelen, die eenruw oppervlak hebben en altijd hier en daar weikleine afwijkingen vertonen, keurig bijgeslepen enpasklaar gemaakt. Dan moeten in de gietstukken degaten worden geboord, o.a. voor de scharnieren,waarop de deurtjes draaien. De boren gaan doorhet metaal keen als ware het koek.

Ook platen ijzer worden hier pasklaar gemaakt.Grote machines slaan de nodige ribbeltjes enopeningen er in en knippen ze op maat met het-zelfde gemak, waarmee de huisvrouw een lap stofdoor midden knipt. (Zie afb. 4). De machine, diede golfjes in het plaatijzer perst, kan, zo vertelt onsonze begeleider, een druk uitoefenen van niet min-der dan 60 000 kg. Stelt U dat eens voor

Gij begrijpt, dat dit alles niet geluidloos gaat. Ditis dan ook het gedeelte van de fabriek, waar wij bijonze aankomst zo'n oorverdovend lawaai hoorden.

De haard, dien wij in den Winkel kopen, heefteen keurig zwart jasje aan. Hij is gelakt. Die lakmoet, gezien de hitte, die een haard te doorstaankrijgt, buitengewoon vast op het metaal gehechtworden. Eerst maakt men daarom de oppervlaktedaarvan weer enigszins cuw, hetgeen gebeurt doorin aparte kasten met behulp van een geweldigkrachtigen luchtstroom fijn zand erop te spuiten.Die kracht is zo groot, dat in 1 minuut eenzelfdeuitwerking op het ijzer wordt verkregen, als waar-voor de natuur (denk aan de zandstormen in dewoestijnen) minstens jaren zou hebben nodig gehad.

Zo r n „mat geslagen n deurtje — om weer tot onsonderdeel terug te keren — worth dan met eenbijzonder snort lak, die tegen hoge temperaturenbestand is, bespoten. En dan wordt de lak inge-brand (moffelen noemt men dat). In grote ovensworden hele ladingen gelakte deurtjes geschoven(zie afb. 5)-. De hitte in dien oven bedraagt 800 °Celsius en weer komen de deurtjes na dezen vuur-

Page 102: HOE MAAIKT MEN.2

loop, roodgloeiend naar buiten. Maar dan zijnze ook vrijwel gereed.

Nu volgt alleen nog het in elkaar zetten derhaarden en daarna zijn ze gereed voor verzendingnaar de winkeliers. Spoorrails lopen over hetfabrieksterrein, zodat de wagons vlak bij de deurkunnen worden geladen. Maar in werkelijkheidgebeurt dat niet altijd terstond, want vooral in denherfst gaat men haarden kopen, terwijI de fabriekhet hele jaar door werkt. Grote opslagzoldersbewaren dan ook de productie van een heel jaartot den herfst.

Zo is de wordingsgeschiedenis van een haard.Als het oog van onze lezers 's avonds nu weer opden haard in de kamer blijft rusten, zal hij dezen,naar wij hopen, met nog meer belangstelling danvroeger bezien, n.l. ook als een product van noes-ten Nederlandsen arbeid.

28

6. KIJKJES IN DE KONINKLIJKE HAARDENFABRIEK E. M. JAARSMA TE HILVERSUM.

Page 103: HOE MAAIKT MEN.2

OUTEN MEUBELEN

De binnenhuiskunst, die de kunst is van de aan-kleding van het huis, behoort tot die uitingen vanmenselijke werkzaamheid, waarin ook een kleinyolk groot kan zijn. Zonder in de ondeugd van deneigen roem to vervallen, mag men gerust consta-teren, dat ons kleine yolk in de binnenhuiskunstgrote Bingen heeft bereikt; deze kunst droeg endraagt nog steeds in ons land het typische karaktervan een yolk, voor wie „het huis" nog een domeinis van een eigen, vrij en intiem !even. Zie maar eensHaar de schilderijen van een onzer grote meestersuit de Gouden Eeuw (afb. 1).

In de middeleeuwen heeft de meubelmaker ofschrijnwerker een groot aandeel gehad in het hogekunstleven van die dagen — wij denken aan degothische kathedraals met hun schitterend gebeeld-

houwde koorba n ken , bisschopszetels,altaren, enz. — terwiji Nederland in derenaissance,door het vervaardigen vaneen geheel eigen Hollandse en ookVlaamse Stijl, roem verworven heeft totver buiten de grenzen.

Omdat de meubilering het voor-naamste gedeelte van de binnenhuis-architectuur vormt, is ze ten nauwsteverbonden met de architectuur, van-daar dat in de 17e en 19e eeuw, thenbijv. Jacob van Kampen en Hendrik1 Een schlIderi l van Jan Vermeer van Delft.

Page 104: HOE MAAIKT MEN.2

de Keyzer ons land beroemd maakten door hunongeevenaarde bouwkunst, ook het interieur eenbloeitijdperk doormaakte.

Toen in latere tijden het modernisme de wereldveroverde, kwam er met de mechanisatie een radi-cale verandering, niet alleen in vorm en Stijl, maarook in de wijze van vervaardiging. De modernewereld schonk aan alle ambachten nieuwe mogelijk-heden en dank zij het betere verkeer kunnen wijthans veel gemakkelijker beschikken over alle moge-lijke exotische houtsoorten. Zo worden thans naasthet veel gebruikte eiken- en beukenhout maho-niehoutsoorten ingevoerd uit Afrika, Klein-Aziê,West-Indie en Zuid-Amerika; het z.g. wit mahonieuit Afrika, verder shorn-, esdoorn-, berken-, noten-en coromandelhout, allemaal soorten, die maken,dat het meubel ook in kleur een verandering heeftondergaan, die aansluit bij de moderne opvattingenOver interieur-kunst in het algemeen.

„Maar levert Nederland dan helemaal geenhout ?" zult gij vragen. . Ja, lezer, dat wel, maarhelaas in onvoldoende mate. Wij kunnen Kier ech-ter onmiddellijk aan toevoegen, dat het gebruik vanbuitenlandse materialen geen afbreuk doet aan hetNederlandse karakter van het meubelvak.

Wel worth in Nederland vervaardigd: triplex,multiplex en z.g. meubelplaat. U vindt die woordenmoeilijk te begrijpen ? Wij zullen ze U verklaren:triplex of multiplex bestaat uit meerdere op elkaargelijmde, zeer dunne laagjes hout. De z.g. meubel-platen bestaan uit naast elkaar geplaatste latjes,waarover aan beide kanten een dunne houten af-deklaag gelijmd wordt; ze zijn sours wel3 a 4 meter lang en 11/2 meter breed.

Dit op elkaar lijmen geschiedt tussenhydraulische persen. (zie afb. 2). Door nueen laagje mooier en duurder hout alsbovenste deklaag te gebruiken, kan mende platen Haar verkiezing het aanziengeven van noten-, mahonie-, eikenhout ofandere houtsoorten. Het opbrengen van

30

2. Een hydreulische pers.

Page 105: HOE MAAIKT MEN.2

3 Een linizaagmachme

31 het dunne laagje z.g. „edel hout", noemen wijfineren en het 0.6 mm. of dikker laagje hout zelf,heet fineer. Het zijn juist deze platen, die aanmeubelen en aan betimmeringen zo'n modernestrakke lijn kunnen geven. De moderne meubel-tekenaar of binnenhuisarchitect kan, dank zij dezeplaten, alle mogelijke modellen ontwerpen, dievroeger niet vatbaar waren voor uitvoering.

En, om dit te bewijzen, nodigen wij U uit ons tevolgen op onze wandeling door B. Sprij's meubel-fabrieken en Houthandel N.V. te Vlaardingen.

Door de grote toegangspoort, die onder de vOOr-gebouwen doorloopt, betreden wij het fabriekster-rein. Ziet U daar die open loodsen ? Daarin liggende in planken gezaagde boomstammen opgeslagen.U merkt natuurlijk direct, dat de planken niet zomaar op elkaar zijn gestapeld,doch dat tussen iedereplank latjes zijn geplaatst, waardoor openingenvan ongeveer 2 cm. ontstaan. En weet U, waaromdat zo is gedaan 7 Om wind of tocht de gelegen-heid te geven, er doorheen te spelen. De wind fun-geert hier, om het zo eens uit te drukken, als eennatuurlijke droogmachine, want door Bien windwordt de droging van het hout bevorderd. Vooralgoed droog moet het hout zijn, immers, een hoofd-factor voor het vervaardigen van solide meubelenis n.l. het gebruik van droog hout. Nu is het, doorde sterk toegenomen productie en ten gevolgehiervan, den aanvoer van zeer grote partijen hout,niet altijd mogelijk, die hoeveetheden hout op na-tuurlijke wijze te laten drogen. Vandaar dat Utegenover de houtloodsen de z.g. droogkamersziet, waarin het hout door toevoer van hete luchtzeer snel wordt gedroogd.

Wanneer op deze manier het hout geschikt ge-maakt is voor de bewerking, begint het afschrijven,d.i, het aanbrengen op het hout zelf van de lijnen,waarlangs het hout straks zal moeten worden afge-zaagd. Dit geschiedt door „afschrijvers n , aan dehand van de werktekeningen.

Nu moet U ons volgen Haar de zagerij, want

Page 106: HOE MAAIKT MEN.2

dit op maat zagen geschiedt vanzelfsprekendmachinaal. Een moderne fabriek, zoals deze,waarin wij U hebben binnengeleid, beschikt overeen uitgebreid machinepark. Naast cirkelzagen zienwij grote lintzagen (zie afb. 3), die, al Haar gelangde zaagwerkzaamheid moet geschieden, het houtin allerlei vormen bewerken met hun tanden.

Het gezaagde hout wordt op lorries geladen enmoet nu een schoonheidsbewerking ondergaan, dieook al niet zachtzinnig is, evenmin als het zagen.Het komt namelijk in schaafmachines (zie afb. 6)terecht, die het hout precies op de gewenstedikte kunnen schaven. Dit zijn de z.g. „vandikte-banken n . En telkens komen er weer nieuwe machi-nes voor de schoonheidsbewerking; U ziet {raise-machines voor het maken van profielen of lijsten,schuurmachines en schuurwalsen.

Alvorens wij een bezoek brengen aan de meubel-makerij, nemen wij nog even een kijkje in deafdeling perserij of plakkerij. Hoe het triplex ende meubelplaten vervaardigd worden, weten wijreeds, dock hier zien wij in werkelijkheid, hoe dieplaten geperst worden onder een bepaalde ternperatuur. Slechts 7 minuten blijven deze platentussen de bladen van zo'n pers, waarna ze directvoor verdere bewerking geschikt zijn. Gij vindthier verder een machine voor het buigen van hethout, nadat dit door stoom buigzaam is gemaakt.

U vraagt zich misschien af, waar nu de kunst-zinnige handenarbeid blijft, aangezien immers alletot nu toe vermelde bewerkingen 'Y''/,`1/machinaal zijn geschied. Uw vraag k7,6: -,'T, \vindt echter haar beantwoording inde meubelmakerij, want het samen-stellen der meubelen is geheel hand-werk en hier komt dus de vakbe-kwaamheid en niet minder de liefdevoor het vak tot zijn recht. En het-zelfde geldt voor de z.g.n. afwerkers,die aan het meubel de laatste handmoeten leggen door beitsen, spuiten

32

4. Een meubel in Gothischen still.

Page 107: HOE MAAIKT MEN.2

5. Een modern meubel.

33 in blanke of kleurige laksoorten of politoeren.Een zeer aantrekkelijke afdeling is de beeld-

houwerij, waarin werk verricht wordt, voor hetovergrote deel bestemd voor meubelen in oudestijlen. Dit beeldhouwen, of liever houtsnijden, iseen van de weinige onderdelen van het meubelvak,dat niet machinaal gaat. Wel bestaan er beeld-houwmachines, doch het werk daarvan kan nietvergeleken worden bij het handwerk. Er is ge-voel en gave voor nodig om het prachtige orna-ment uit het harde hout te voorschijn te brengen.Dit kunstgevoel kan natuurlijk nooit door eenmachine tot uitdrukking worden gebracht. En, zovakbekwaamheid in het gehele meubelvak eeneerste vereiste blijft, veel kunstzin en artistieke be-kwaamheid komen in deze afdeling in de eersteplaats in aanmerking.

Jammer is het, dat het moderne meubel zich zoslecht leent voor versiering met beeldhouwwerk,doch misschien komt hierin nog wet eens ver-a nderi ng .

Ten slotte nog een enkel woord over het stof-feren. Wij weten, hoe de zitting van het ongezelligestoelgeraamte, hetwelk men „romp" noemt, wordtgefundeerd met banden, „singe's" genaamd. Debanden worden gevlochten aan den onderkantbevestigd en met een „singelspanner" aangespan-nen. Is dit geschied, dan worden de metalen verener in gezet, daarboven komt dan de vulling, die zeerzorgvuldig wordt aangebracht en die weer uit ver-schillende lagen bestaat, waarvoor materialen aisGrin vegetal, paardenhaar, jute, watten en katoenworden gebruikt.

Wilt gij hierover meer weten, dan raden wij Uaan zelf eens een kijkje te nemen inde stoffeerderij van B. Sprij's Meubel-fabrieken en Houthandel N.V. te Vlaar-dingen, waar men U gaarne zal rond-leiden. Alleen dit willen wij U nogzeggen: alle materialen voor de stof-fering, behalve het „crin vegetal'', dat

Page 108: HOE MAAIKT MEN.2

6. Een schaafmachine.

uit Afrika wordt ingevoerd, worden in Nederlandvervaardigd.

En als U nu de fabriek verlaat, na alles te hebbengezien en bewonderd, bedenkt U dan, dat in eenNederlands huffs, het Nederlandse meubel demeeste kans biedt op een schoon geheel. Onzemeubelindustrie mag er zijn. Doch ze is uiteraardvoor een groot deel afhankelijk van den goedensmaak van het publiek.

De buitenlanders bewonderen vooral de mooiestaaltjes van interieurkunst op onze grote zeesche-pen en onze theaters; café's en hotels munten,dank zij hun inrichtingen met Nederlandse meube-len en betimmeringen, vaak uit door hun edelenen verfijnden smaak. De afnemers hebben het in dehand onze zo hoog staande meubelindustrie devooraanstaande plaats, Welke zij thans bekleedt, tedoen behouden. Dat is van groot belang. Wantweet gij wel, dat verschillende plaatsen in ons landin belangrijke mate haar bestaan danken can dezemeubelindustrie? Dat zijn voornamelijk Culemborg,Waddinxveen, Gouda, Oirschot en Vlaardingen,maar ook in verschillende andere steden o.a. inRotterdam, Utrecht en 's-Gravenhage bevindenzich vele grote en kleine meubelbedrijven. Duizen-den arbeiders vinden hierin hun werk en hoewelde meubelmaker van tegenwoordig niet te verge-lijken is met den schrijnwerker uit de 17e eeuw ofuit de middeleeuwen, toch is het meubelvak ook indeze gemechaniseerde wereld, een van de kunst-zinnigste beroepen gebleven.

Betrekt men de mooie producten van dezebedrijven, dan bevordert men ook het eigen belang,want een goede meubilering schept een sfeer vanweibehagen en rust.

34

Page 109: HOE MAAIKT MEN.2

1. Een snlimachine.

EPELS EN VORKEN

De lepel en de vork hebben een zeer verschil-lenden oorsprong.

De lepel heeft van de twee de oudste rechten.Men hoorde zo omstreeks 1100 voor het eerst vanden eetlepel in Europa spreken. Hij is ontstaan uitde behoefte om vloeibare stoffen op te scheppen.Het lag voor de hand, dat men daarvoor een snortemmer of nap ging gebruiken, Bien men aan eensteel bevestigde. Deze schep is de oervorm geweestvan den sierlijken lepel, waarmede wij tegenwoor-dig eten. De overgang is niet moeilijk te begrijpen.De eertijds lompe nap aan een steel, welken demens weleens aan zijn mond gezet zal hebben alshij dorst had, wekte vanzelf de behoefte dezenzwaren nap kleiner te maken om beter de vloeistofte kunnen drinken.

Het zusje, de vork, is in haar tegenwoordigenvorm op veel lateren datum bekend geworden.Waar de lepel vanzelfsprekend ontstond uit denoervorm, den schep, is daarentegen de vork in 1611uit Hindoestan door een Engelsman, Thomas Caryatgenaamd, ingevoerd.

Wel was reeds van 1100 of een 2-tandige vorkbekend, eveneens uit het Oosten ingevoerd, dochdie vork werd gebruikt om het vlees vast te houden

Page 110: HOE MAAIKT MEN.2

2. Snijmachines met uitgestanzt metaal.

tijdens het snijden en niet om de spijzen Haar denmond te brengen.

Nu moet men niet denken, dat de vork met en-thousiasme werd ontvangen, niets is minder waar.Men vond het gebruik der vork een afdwaling vande stoere oude zeden en een flink mens met eeneerlijk gemoed niet waardig. Men redeneerde o. a.„De spijzen, Welke zindelijk genoeg zijn om denmens te voeden, zijn edel genoeg om met eerlijkehanden aangeraakt te worden. lemand, die het viesvindt zijn vingers vet te maken aan het door Godgegeven voedsel, is dit voedsel niet waard".

Deze verkeerde redenering kon in die tijden ge-makkelijk ontstaan, omdat er over het algemeen nogweinig begrip bestond omtrent de leer der hygiene.

Nu zal men vragen, waarmede aten de mensendan vc5Or dien tijd en het antwoord is: „Met demeest natuurlijke vork, die de mens bezit, n.l. metzijn vingers".

Zelfs Lodewijk XIV, de Zonnekoning, die er ge-durende zijn lange regeringsperiode een luxueushof op nahield, heeft nooit anders dan met zijnvingers gegeten. Als men nu bedenkt, dat, toen deZonnekoning stierf, de vork reeds een kleine 100jaar in Europa bekend was, dan kan men daaruitwel nagaan, dat het gebruik slechts zeer langzaamveld heeft gewonnen. Eerst laat in de 18e eeuwwordt de vork iets algemener gebruikt en pas in de19e eeuw als volkomen vanzelfsprekend aanvaard.

Het fabriceren van lepels en vorken is tot de2e helft der 19e eeuw uitsluitend handwerk ge-bleven. Wel bezat men werktuigen, die verschil-lende machinate handelingen verrichtten, loch hetgrootste gedeelte van den arbeid geschiedde uitde hand, zoals ook thans nog Kier en daar eenzilversmid wordt gevonden, die, evenals in oudetijdeo, uit een staaf zilver op een aambeeld een,le dritft. De industrie, die zich op het maken van

36

Page 111: HOE MAAIKT MEN.2

3. Een waismachinemet uitgeplette lepel en vork,

37 lepels en vorken toelegt, dateert in Europa van heteind der vorige eeuw.

In ons land vindt men fabrieken, waar lepelsen vorken gemaakt worden, voornamelijk inSchoonhoven, Voorschoten en Zeist. De grootstedezer Nederlandse fabrieken is de N.V. Gero-fabriek te Zeist, belangrijk niet alleen door hetgrote aantal arbeiders (in 1941 duizend), dat erwerkt, doch ook omdat het buitendien een messen-fabriek is, de eerste in Nederland, die gesmedemessen van A. tot Z. fabriceert. In deze grote fabriekzullen wij een kijkje nemen.

Gero lepels en vorken worden gefabriceerd van2 soorten metaal, ten eerste het z.g. alpacca,bestaande uit een koper-nikkel-zink legering, welkmengsel wit van kleur is, en ten tweede het Zilmeta.

Alpacca wordt gebruikt als kern voor het be-kende Gero-Zilver, dat dezen naam ontvangt, nadater een zware laag zuiver zilver op aangebracht is.

Zilmeta is de merknaam van het zilverwitte Gero-metaal, dat gebruikt wordt voor het door en doorvlekvrije tafelgerei. De lepels en vorken hieruitvervaardigd, behoeven nooit te worden gepoetst enzijn dus zeer gemakkelijk in het gebruik, omdatmen ze alleen maar behoeft of te wassen, zoalsmen dit met kopjes en borden doet.

Voor het vervaardigen van lepels en vorken zijrongeveer 25 bewerkingen nodig. Wij zullen dezebewerkingen in grote fijn volgen.

Het metaal, waaruit de lepels en vorken wardengemaakt en dat geleverd wordt door andere indus-trieen, wordt in grote platen aangevoerd. In defabriek worden deze in stroken gesneden en het iseen wonderlijk gezicht om te zien, hoe gemakkelijkde hiervoor bestemde machines het toch wel zeerharde metaal als papier snijden (zie afb. 1).

Hierna vangt de eigenlijke fabricatie aan. Delange stroken metaal worden door een excenterpers

Page 112: HOE MAAIKT MEN.2

bewerkt, die ze netjes in gelijke stukjes snijdt, die20 in elkander passen, dat er geen materiaal ver-loren gaat. In dez&uitgesneden stukjes metaal vindtmen al enigszins den grondvorm van het te makenvQorwerp terug (zie afb. 2). _ -

De uit de vorige bewerking verkregen stukjesalpacca of Zilmeta bezitten overal dezelfde dikteen men ziet ook aan den vorm dezer stukjes niet,wat speciaal een lepel of een vork zal worden. Nu isde bak van den lepel dunner en zijn de tanden dervork dikker,.terwijI de uiteinden van den lepel- envorksteel weder dunner zijn dan dat gedeelte vanden steel, dat dicht bij den bak van den lepel of detanden der vork ligt. Daarom worden onder zwarepoet- of walsrnachines deze stukjes metaal op dieplaatsen dunner geplet, waar dit nodig is. Het me-taal, dat later een lepelbak moet worden, wordt dunen daardoor breder uitgeplet, terwijl het metaalminder dun en dus smaller uitgeplet wordt op dieplaatsen, waar later b.v. de tanden der vork zullenkomen (zie afb. 3).

Het metaal, dat door het uitwalsen erg hard isgeworden, wordt daarna in de gloei-ovens ondertemperaturen van 800° tot 1200° C. uitgegloeid enzodoende weder zacht en handelbaar gemaakt,daar het anders bij de volgende bewerkingen kanszou hebben om te breken of te scheuren.

De volgende handelingen bestaan uit het uit-hakken der juiste lepel- en vorkvormen uit het ge-plette metaal. De vork krijgt ook tanden en de juistevorm van steel en lepelbak is nu verkregen, echternog steeds als platte stukken metaal. Bij dezebewerking, die door excenter-persen geschiedt,ontstaat een weinig metaalafval (zie afb. 4).

De lepel en vork beginnen nu werkelijk te gelij-ken op' het voorwerp, dat zij moeten worden.

De volgende bewerkingen bestaan hieruit, datmen met behulp van stalen stempels onder zeer

38

4 Excenterpersvoor het in den vorm hakken.

Page 113: HOE MAAIKT MEN.2

5. Een zware stemp)elpers

39 zware persen, die een drukvermogen hebben van200.000 tot 280.000 kg, lepelbak en vorktanden hunjuisten vorm geeft en het model in den steel vanlepel en vork perst (zie afb. 5).

Deze modellen, die ontworpen worden door metde fabriek samenwerkende kunstenaars, moetendoor zeer knappe graveurs als het ware uit staal ge-beeldhouwd worden, waarvoor zeer veel geduld envakmanschap vereist wordt.

Het oorspronkelijke, nog altijd vlakke stuk metaalis door deze bewerking nu werkelijk een lepel eneen vork geworden, de bak van den lepel is nu hol,de steel is gebogen, evenals de tanden en de steedder vork. Tevens is het kunstzinnige ornament erdiep ingeperst.

Hoewel wij nu een volledige lepel en vork ver-kregen hebben is het voorwerp nog verve van fraaiHet bestaat nog altijd uit ruw metaal. Dit minderfraaie uiterlijk wordt met behulp van een machinateslijpmethode glad gemaakt en alle nog uitstekenderuwe kantjes worden verwijderd. Ook het brugje,dat tot nu toe de tanden verbond, wordt afgekniptKortom, de lepel en vork zien er na deze bewerkingheel wat aannemelijker uit.

In het fabricatieproces, dat tot nog toe voor eenZilmeta lepel en vork parallel heeft gelopen metdat van een Gero-Zilver couvert, komt nu veran-dering, wat de verdere afwerking betreft.

Het Zilmeta couvert wordt na het glad slijpenalleen nog gepolijst, zodat de mooie diepe glansontstaat en is daarmede gereed voor aflevering Haarde afnemers (zie afb. 6).

Het Gero-Zilver couvert moet dan nog wordenverzilverd. Dit wordt gedaan in een zilverbad, waarmet behulp van een electrischen stroom op hetalpacca metaal een zware laag zuiver zilver wordtneergeslagen. Dit door galvanische werking aange-brachte zilver is beenachtig wit van kleur.

Page 114: HOE MAAIKT MEN.2

Precisie-instrumenten controleren, dat er werke-lijk op elken lepel en eke vork de juiste hoeveeiheidzilver worth neergeslagen.

ledereen begrijpt, dat de punt van den lepel-bak en de tanden der vork en ook de plaatsen,waarmede de lepel en vork gewoonlijk op tafelliggen, aan grotere slijtage onderhevig zijn. Daaromworden deze plaatsen met een extra dikke laagzilver bedekt. Dit ziet men uiterlijk aan den lepel envork niet, doch indien deze extra zilverlaag niet zouzijn aangebracht, zou later blijken, dat het zilver•daar jaren eerder afgesleten zou zijn, dan nu hetgeval is.

De N.V. Gerofabriek to Zeist garandeert het'Gero-Zilver dan ook een mensenteeftijd lang en isop dit punt dus wel zeker van Naar zaak.

De beenachtig Witte kleur, die het voorwerp nunog altijd heeft, worth thans fangs den weg van het„bruneren" omgetoverd in een prachtigen hoog-glans, die het Gero-Zilver tot een sieraad van degedekte tafel maakt. Dit bruneren geschiedt doormet de hand elk voorwerp met staal en bloedsteenals het ware glanzend to strijken.

Nu is ook de Gero-Zilver lepel en vork voor ver-zending gereed. Deze worden in de pakafdelingvoor het laatst gecontroleerd en zo nodig nogeensopgewreven, zodat zij absoluut onberispelijk in hundozen gaan, waarna ook deze lepels en vorken hunbestemming volgen. Waar zij allemaal keen gaan,-weten wij niet, doch er zullen wel niet veel huizenin Nederland zijn, die niet althans een lepel of vorkvan de N.V. Gerofabriek to Zeist bezitten.

De fabricatie der messen kan Kier niet behandeldworden, daarmede zou to veel ruimte gemoeid zijn.Misschien vertellen wij hierover wel eens iets in eenvolgende uitgave.

40

6. Het polijstenvan de Gero lepels en vorken.

Page 115: HOE MAAIKT MEN.2

1. Vlasplant.

Linnen is een edele stof, die een zekeren adellegt op alle voorwerpen, Welke met Naar in aan-raking komen. Linnen en damast zijn vanoudsstoffen geweest, die in hun pracht de bewonderinghebben opgewekt van vorsten en edelen, vandichters en kunstminnaars en niet weinig hebbenbijgedragen tot den tool van een zwierigen dis,de schoonheid van een kledingstuk en de duur-zaamheid van bepaalde gebruiksvoorwerpen.

Dat !Innen is het resultaat van menselijken arbeid,die het uit de eenvoudige vlasplant weet te voor-schijn te toveren. Deze vlasplant groeit in allelanden met een gematigd of subtropisch klimaat,maar de beste soorten vindt men in Frankrijk, Belgieen Nederland; wat ons land betreft, vooral in N.W.Brabant, op de Zuidhollandse eilanden en in Zee-land en verder in noordelijk Friesland en Groningen.Ook de nieuwgewonnen Zuiderzeepolders bezitteneen voor den vlasbouw zeer geschikten grond. Eenbloeiend vlasveld is een schoon gezicht met zijnblauwe, maar sours ook Witte of purperkleurigebloemen. Gij kunt het einde Mei of begin Juni inbovengenoemde streken bewonderen.

Het vlas (zie afb. 1) toont onmiddellijk, dat heteen bijzondere plant is, doordat het niet gesneden

Page 116: HOE MAAIKT MEN.2

of gemaaid wordt, maar in zijn geheel en zonder

42beschadiging uit den grond moet worden getrokken;„slijten" noemt men dat. Vroeger geschiedde ditmet de hand en er werd veel vaardigheid voorvereist; thans gebeurt het met een machine, die eruitziet als een hand met zeer lange vingers.

Een veld met vlas noemt men een „vlasgaard"(herkent gij het oude woord „gaarde"?); U weetmisschien, dat Stijn Streuvels, een Vlaams schrijver,een roman onder Bien titel heeft geschreven.

Nadat het vlas is „gesleten", wordt het gedroogden opgestapeld, om daarna — alweer een vreemdebe- naming! — te worden „geboot" en „geroot".Het boten — slaan met hamers — geschiedt omde zaadjes vrij te maken. Deze taatsten hebben als_zaaizaad, zomede als grondstof voor de lijnzaad-(olie en als veevoeder (afval van zaad, waar de olietis uitgeperst) een grate waarde.

Het roten, een uitdrukking, waarin ge het woordrotten herkent, komt er inderdaad op neer, dat men,de stengels aan een rottingsproces onderwerpt.

Het vlas wordt gedurende zekeren tijd, veelal2 tot 3 weken, in putten of bakken met water, of inde rivier gelegd en het resultaat is, dat de gom-achtige stof, Welke zich in de stengels tussen de-vezels en de schors bevindt, wegrot.

Nu eerst kan, nadat het vlas gedroogd is, devezel van de schors worden afgescheiden. Dit werk,.zwingelen noemt men het, zullen wij niet Waderbeschrijven. Genoeg zij de vermelding, dat mendan de zuivere viasvezels verkrijgt. Deze moetenvervolgens worden gekamd om ze evenwijdig aan

,elkaar te leggen (men noemt dit „hekelen") ente worden gesorteerd naar lengte, fijnheid enkleur.

Na dit ales volgt de belangrijke bewerking van,het spinnen. Want van die ruwe vezels kan men 2. Spinmathine.

Page 117: HOE MAAIKT MEN.2

43 -niet zonder meer een laken weven. Neen, eerstmoet het vlas tot garens worden gesponnen en diegarens zijn de grondstof voor de weverij.

Vroeger geschiedde het spinnen uitsluitend metde hand; --op oude- , platen kunt ge nog die dudehandbedrijvigheid zien: een vrouw of meisje,zittende aan een spinrad of spinnewiel, vol aandachtvoor het werk haver handen. Desch dit handwerk isreeds lang voorbij. De-techniek der 19e eeuw heefthet te gronde gericht en het slaapt nu met zoveleandere takken van handwerk voor goed.

Toch gebeurt het spinnen, al warden er nu danook grote en ingewikkelde machines (zie afb. 2)voor gebruikt, in beginsel nog net zo als op hetoude spinnewiel. De flink gekamde vezels wardengevormd tot lange, maar dunne, smalle bundels oflinten. Zo i n lint zit nog maar heel los in elkaar, hetbiedt geen houvast. Maar nu neemt men meer,veelal 3 tot 5, maar sours ook meer van die bander,(men noemt dat „doubleren") en draait die amelkaar heen. De zo verkregen „draad" zou natuur-

zeer dik worden, vandaar dat men Naar tege-lijkertijd geleidelijk uitrekt. Doordat de lengte vande uitgerekte banden meestal wet 10 tot 20 maalde oorspronkelijke lengte is, verkrijgt men tenslotteeen fijn en sterk garen.

En nu kunnen dan eindelijk van deze vlasgarensde linnen weefsels worden gemaakt. Wij brengendaartoe een bezoek aan de zeer bekende, te Eind-hoven gevestigde N.V. Koninklijke Weverij van Dijk.

In dit mooie grote bedrijf worden de garens uitde spinnerijen aangevoerd in grote strengen, waar-na ze eerst op klossen worden overgespoeld.

Hoe dat weven geschiedt? Gij zoudt het moeilijkbegrijpen, als gij in de fabriek tussen de rijen metOeweldige vaart en daverend lawaai werkendemachinale weefgetouwen ronclioopt. Het moderne3 Hoe het weven in zun werk gaat.

Page 118: HOE MAAIKT MEN.2

4. Schietspoel of schtetje.

weefgetouw is een wonder van techniek, maar juistdaardoor zo ingewikkeld, dat het zich niet in enkelewoorden laat beschrijven. Daarom vertellen wij Kierlets over het weven in zijn eenvoudigsten vorm.

Een weefsel bestaat uit 2 groepen garens; dieloodrecht op elkaar staan. De in de lengte lopendegarens noemt men de ketting of schering en dedwars daarop lopende garens den inslag. Ge kentnatuurlijk de uitdrukking „schering en inslagn?

Vergelijkt U nu eens afb. 3. Gij ziet daar eentiental, van 1 tot 10 genummerde .kettinggarens,welke aan den enen kant om een zgn. weef- ofscheerboom zijn bevestigd. Natuurlijk gebruikt menin werkelijkheid veel meer draden en wel zoveelals nodig zijn om het linnen de gewenste breedtete geven.

Elke kettingdraad loopt door een ringetje, welkeringetjes aan een snort kam zijn bevestigd en welzodanig, dat alle even ringetjes aan een kam enalle oneven ringetjes aan een anderen kam vast-zitten. Door nu een der kammen, bijv. die deroneven draden, op te heffen krijgt men een zekereruimte tussen de even en de oneven draden. Doordit vak leidt men den inslagdraad, waarna men dekammen verplaatst en wel zodanig, dat nu deoneven draden dalen en.de even stijgen. Nu werptmen den inslagdraad weer terug, waarna het spelzich herhaalt en er zoals afb. 3 duidelijk laat zien,een regelmatig weefsel ontstaat.

Den inslagdraad werpt men door de opening. Hijis nl. gewonden om een klein klosje, dat Bee) uit-maakt van de zgn. schietspoel of schietje (zie afb. 4).Van dit klosje wordt de draad Bus geleidelijk af-gewikkeld.

Bij smalle weefsels kan men de schietspoelmet de hand door de opening gooien, opvangenen weer teruggooien. Maar bij bredere weefselszijn daar allerlei vernuftige hulpmiddelen voor.

44

Page 119: HOE MAAIKT MEN.2

5. Een modern Jacquard-weefgetouw.

45 Trouwens, de grote moderne weefgetouwen, zoalsgij die bij de Koninklijke Weverij van Dijk te Eind-hoven aantreft, hebben eigenlijk alleen maar inbeginsel overeenkomst met hetgeen wij Kier uiteen-zetten. Met geweldige vaart en groot lawaai vliegtde schietspoel automatisch blimselsnel heen enweer, van links naar rechts en weer van rechts naarlinks. Bij het moderne snelweefgetouw maakt zijdie refs heen en weer wel 120 a 150 maal perminuut. Bovendien weet men allerlei fraaie figurenin het linnen te weven; men noemt het weefseldan damast.

Het zou te ver voeren ook te beschrijven, hoemen met behulp van geperforeerde kaarten, dielijken op de lange muziekkartons, zoals ze opgrote draaiorgels worden gebruikt, in uiterst samen-gestelde weefgetouwen, elk patroon, dat men maarwenst, in het doek kan weven. Net zoals het draai-orgel uit de geperforeerde strook karton muziektevoorschijn tovert, zo brengt het moderne weef-getouw (zie afb. 5) uit de weefkaarten het door densierkunstenaar ontworpen motief weer in hetweefsel te voorschijn.

De wevers, die deze machines bedienen, zijnbekwame vaklieden, die heel wat leerjaren moestendoormaken, vc5Or zij volslagen wevers waren. Zijmoeten bovendien niet alleen handig zijn, maarook zeer accuraat en onafgebroken hun aandachtbij het werk houden.

Het geweven linnen wordt nu nog gebleekt engemangeld, waardoor het wit, glad en glanzendwordt. Het is dan gereed om in de confectiefabriekvan de Koninklijke Weverij van Dijk te worden ge-zoomd en verder bewerkt, bijv. tot lakens en slopenmet keurige opgeborduurde versieringen. Zo ont-staan de mooie werkstukken, die de firma van Dijkons laat bewonderen; tafelgoed met prachtige

Page 120: HOE MAAIKT MEN.2

medaillonmotieven, fijne zakdoeken en handdoekenin wit en gekleurd. Als gij dit ziet, begrijpt ge hoehet komt, dat het Hollandse linnen een oude repu-tatie heeft door heel de wereld.

Lang niet al het vlas, dat in Nederland worthverbouwd, wordt in eigen land verder bewerkt. Tochbetrekt de Nederlandse linnenindustrie een belang-rijke en steeds goenemende hoeveelheid vlasgaren,dat we) in eigen land is geroot en gesponnen, zodater zeker. van een op en top Nederlands fabrikaatkan worden gesproken. Verder werd echter, in devoor ons liggende jaren, ongeveer de helft van onzevlasoogst in Belgie verder bewerkt en gesponnenen daarna door oude weverijen weer ingevoerd.

Onze linnenweverijen zelf zijn vooral in Brabantgevestigd. Eindhoven, waar, zoals wij al mede-deelden, ook de Koninklijke Weverij van Dijk zichbevindt, is wel het betangrijkste centrum. Rondomdeze industrie groepeert zich dan nog een gansereeks nevenbedrijven, die weer op hun beurt voorde linnen weef- en spinnijverheid werken. Wijnoemen slechts de blekerijen, ververijen, drukke-rijen, confectiefabrieken en niet to vergeten demachinefabrieken, die de benodigde apparaten enmaterialen leveren.

46

Dit was de wordingsgeschiedenis vanhet weefsel, dat onze tafels siert enopfleurt ......

Duizenden zijn bij de vervaardigingvan dit goed Nederlandse product be-trokken en velen danken daaraan hunbestaan. Wie betwijfelt nog de nuttig-held, ja de onmisbaarheid van denoorsprong van dit alles ...... de een-voudige vlasplant?

6 ..... het weefsel, dat onze tafels siert en opfieurt . . ,

Page 121: HOE MAAIKT MEN.2

1. Drleplaatsrathatoren.in een lagere school te Voorburg.

Wij alien genieten van „de wonderen der tech-niek" en maken er dag aan dag gebruik van.Vroeger reisde men met een zeilschip en was af-hankelijk van den wind; thans doorklieft men meteen stoomschip de golven, zonder zich om derichting van den wind te bekommeren. Vroeger zatmen in een koude kamer als de kachel niet„trekker)" Wilde, of in een rokerige kamer, wanneerde kachel bij ongunstigen wind net werd aange-maakt, of haalde men zich een verkoudheid opden hals, wanneer men uit de warme kamer in dekoude gang kwam en was men dus afhankelijk vanmachten, die men niet kon beheersen; thans kanmen een behaaglijke warmte hebben in het gehelehuffs, in alle kamers en gangen, dank zij de cen-trale verwarming. De oorzaak? „De wonderen dertechniekr, die het den mensen mogelijk makenduisternis in licht en koude in warmte te doen ver-keren. Zo stellen wij de techniek in onzen dienst.Doch wij doen dat in den regel geheel gedachte-loos. Hoevelen van ons proberen iets van datwonder te begrijpen, hoevelen van ons weten, hoe-veel vernuft en gestadige arbeid nodig zijn geweest

Page 122: HOE MAAIKT MEN.2

II

,

2. Hoe een radiatorwarmte om zich heen verspreidt.

om het gestelde doel to bereiken? Om ons nu bij

48de centrale verwarming to bepalen: wat weet menvan de wetten, waarop zij berust, wat weet menvan de vervaardiging der radiatoren? Men draaiteen kraan op warm en de koude verdwijnt uit dekamer! Maar wat gebeurt er, hoe is dat allesmogelijk gemaakt? Wij zullen trachten het U uit-een to zetten. Volgt U ons in den geest naar defabriek van de firma J. B. van Heyst en Zonen to's-Gravenhage, waar de bekende VEHA-radiatorenen ketels worden gemaakt. Wij zullen U straks ver-klaren, waarom die radiatoren een zo goeden naamhebben; maar eerst iets over warmte-geleiding.

Ge moet twee soorten warmte onderscheiden,stralingswarmte en convectiewarmte. De eerste kentU van de zon; deze stralen geven hun warmte eerstaf, wanneer zij tegen een voorwerp botsen; gijweet, hoe men het sours plotseling koud kan krijgen,als men in de schaduw komt. Gij voelt die warmteonmiddellijk, wanneer de warmtestraal (van de zonof van een kachel) tegen Uw wang of Uw hoofd„botstn . Maar zij blijft niet; houdt de uitstraling op,dan houdt ook de warmte op. Geheel anders is hetgesteld met de zgn. convectiewarmte. Deze is hetgevoig van de verwarming van lucht. De verwarmdelucht is, doordat ze door de warmte uitzet, lichterdan koude lucht en stroomt dus naar boven, terwijIde koude lucht door haar zwaarte in beneden-waartse richting gaat. Er ontstaat dus een lucht-stroming en deze circulatie van lucht verwarmt hetvertrek.

Kijkt U nu eens naar afb. 2. Gij ziet daar eenVEHA-radiator in doorsnede. De met een a aan-gegeven pijltjes geven de stralingswarmte aan. Uziet, dat bij dezen radiator de uitstraling der voorste

Page 123: HOE MAAIKT MEN.2

3. Het electrisch lassen.

49 plaat onbelemmerd plaats vindt. Het voordeel daar-van is, dat alles, wat zich in den stralingsbundelbevindt, verwarmd wordt, waardoor de huiskamerreeds zeer spoedig na het aanzetten van de ver-warming gezellig warm is. Doordat de stralings-warmte ook langs den vloer strijkt, hebt U nooitlast van koude voeten.

Kijkt U nu eens naar de met een b aangegevenpijltjes. Zij geven de luchtstromingen aan, waar-door de convectiewarmte verspreid wordt. De luchtwordt van onderen aangezogen en door de platenverwarmd en de verwarmde lucht stijgt op, zowellangs de voor- als langs de achterzijde. Voortsontstaat er ook een luchtstroom tussen de beideplaten, Welke nog aanmerkelijk wordt versnelddoor de warmte-ontwikkeling van twee zijden, zo-dat de circulatie veel krachtiger wordt.

Door hun vorm geven de VEHA-radiatoren duseen uitnemende verdeling van de warmte door hetgehele vertrek; de vlakke zijde van het verwar-mingselement is immers naar het vertrek gerichten de stralingswarmte, die daarvan uitgaat, wordtversterkt door de snel opstijgende convectiewarmtetussen en achter de platen. Men noemt deze radia-toren „Paneelradiatoren", in tegenstelling tot dezgn. „Ledenradiatoren", waarbij het verwarmings-element uit verschillende vlakke, smalle platen be-staat, die loodrecht op den muur staan, met dezijkanten naar het vertrek gericht. Het verschiltussen deze laatsten en de VEHA-radiatoren is, datdie Ledenradiatoren vrijwel geen stralingswarmte inhet vertrek geven, maar dat daarbij uitsluitend deconvectiewarmte tussen de platen wordt benut.Beiden, zowel de Paneel- als de Ledenradiatorenworden door warm water of door stoom gevoed.

En nu lets over de fabricage. Hierbij vraagt alter-

Page 124: HOE MAAIKT MEN.2

4. Het autogeen lassen der radiatoren.

eerst onze aandacht, het persen der stalen platen,nadat deze door baden zijn schoongemaakt. DeVEHA-radiator is de enige — het is een patent derfabriek — die uit een stuk staalplaat wordt geperst.Dit biedt het voordeel, dat aan den bovenkant vanden radiator geen naad is. Grote hydraulische,d.i. door vloeistofdruk gedreven, persen drukken deribben (dalingen en verheffingen) in de radiator-plaat.

Nu wordt de plaat automatisch dubbel gevouwen,gelijk een stuk papier door een vouwbeen. Ookdeze bewerking geschiedt door middel van eenhydraulische' pers, want ook hiervoor is natuurlijkweer een bovenmenselijke kracht nodig.

De beide randen, die aan elkaar moeten wordengelast, drukt men tegen elkaar en van boven zowelals van onderen, wordt er nu een roodkoperen,ronddraaiende schijf langs de op elkaar liggendeplaten gevoerd (zie afb. 3). Terwijl die platen lang-zaam langs de koperen schijven gaan, wordt ereen zeer sterke electrische stroom toegevoerd, dievan de ene Haar de andere koperen schijf springt,maar daartoe natuurlijk door de beide op elkaarliggende platen keen moet. Hierbij ontstaat, daarhet ijzer een weerstand vormt, een zo hoge tern-peratuur, dat het ijzer smelt; niet zodra is die plaatechter weer tussen de koperen schijven uit, of hetijzer is weer hard geworden en .... de beide ijzer-platen zijn onverbrekelijk aan elkaar vastgelast. Zogaat de hele rand tussen de lasmachine door totde platen over hun totale lengte bevestigd zijn.

Een indrukwekkend gezicht, dit lassen, en on-willekeurig denkt men dan weer aan de wijzigingen— ook op dit gebied — in den loop der eeuwen .. .

Het vuur, dat hier in een zakelijke fabrieks-omgeving nuttig en practisch wordt aangewend,

50

Page 125: HOE MAAIKT MEN.2

5, Een VEHA-verwarrningsketel.

51 was bij de Germanen heilig; het werd zelfs aan-beden. Maar hier wordt het als middel benut omonze 20ste eeuwse centrale verwarming feilloos te

fabriceren.

De aldus gevormde radiator, die dus nu bestaatuit grote platte dozen, wordt thans op dichtheidgecontroleerd, want hij moet uiteraard volkomendicht zijn en geen lekken vertonen. Daartoe wordtin de radiatoren, onder een druk van 6 a 7 atmos-feer, water geperst; de lasnaden worden nauw-keurig gecontroleerd („laskwaliteits-controle n) enbovendien wordt aan de buitenzijde scherp na-gezien of er zich geen lekjes vertonen.

Hierna worden de radiatorplaten samengesteldtot „een-, twee-, Brie- en vierlingen n . Denkt gijvooral niet aan wiegen met de daarbij behorendebabist Neen, de platen worden hier samengevoegdtot 1, 2, 3 of 4 plaatsradiatoren, in overeenstem-ming met de bestelling van den installateur. Zijworden voorzien van aansluitstukken (zie afb. 4) envervolgens wordt er wederom onder een druk van6 atm. water in geperst om te controleren of zevoor 100 % dicht zijn.

Tenslotte gaan alle radiatoren naar de ververij,waar zij in de radiatorengrondverf worden gezeten vandaar uit gaan zij naar de expeditie. Zij zijnnu klaar ter aflevering en kunnen bij de afnemershun welgewaardeerde diensten bewijzen.

Doordat de VEHA-radiatoren in alle maten ver-krijgbaar zijn, zowel in gestrekten als in gebogenhoekvorm, kunnen zij in alle erkers, bogen enhoeken worden geinstalleerd. Door de eenvoudigeen vernuftige bevestiging, los van den vioer, kunnenze snel en zonder overlast worden gemonteerd.De plaats van een verwarmingselement moet na-

Page 126: HOE MAAIKT MEN.2

tuurlijk zijn bij het sterkst afkoelend oppervlak, dus

52bij het raam. Wordt een radiator onder de venster-bank aangebracht, dan wordt de koude lucht-stroom, die langs het raam Haar beneden slaat,door de convectiewarmte van de radiatoren opge-vangen; tocht door de ramen wordt op die maniertegengegaan.

Zo vindt ge de VEHA-radiatoren overal terug, inparticuliere huizen en openbare instellingen, inkerken en winkels.

De firma Van Heyst & Zonen — tussen haakjesde oudste firma op dit gebied in ons land — maaktniet alleen radiatoren, dock ook ketels voor deverwarming (zie afb. 5). De „centrale" van de„centrale verwarming", de spit, waar alles omdraait, is — het behoeft nauwelijks betoogd —de ketel.

Wij zullen er niet Hader op ingaan, hoe dezewordt gemaakt, maar met de vermelding volstaan,dat aan de vervaardiging daarvan niet minder ver-nuft en nauwgezette arbeid ten grondslag liggen.

Page 127: HOE MAAIKT MEN.2

TALEN MEUBELEN

Het is een grote stap van het werk van den een-voudigen meubelmaker, die met zaag, Schaaf enbeitel de fraaiste meubelstukken vervaardigt, tothetgeen zich afspeelt in de moderne fabriek vanstalen meubelen.

Het werk van den eersten staat is ti' ons;begrijpen elke handeling direct. at is zeker niethet geval, als wij rondwandelen in Gispen's Fabriekvoor Metaalbewerking, de zeer bekende fabriek vanstalen meubelen teCulemborgie reeds zo vele, d woonhuizen engrote instellingen (o. a. de AvroStudio's, de Rijksverzekeringbank te Amsterdam enHeck's lunchrooms) van stoeien, tafeltjes of bureauxheeft voorzien.

4Het stalen meubel is een van de vele gebruiks-

.0,1%. _ _-----N7,4,..i..L::„, \,,_- 61,1 voorwerpen, die in den allerlaatsten tijd zijn ont-Mtv

,..1&._...-4,7.__ ‘ staan. Andere tijden brengen andere gewoonten enandere gebruiksvoorwerpen. Het was in 1927, dusnog betrekkelijk kort geleden, dat de allereersteverchroomde buismeubelen Kier te laude werdengemaakt in de fabriek van Gispen. En in dien kortentijd heeft dit meubel zich door zijn doelmatigheid,1 Een bulzenbuigmachine.

Page 128: HOE MAAIKT MEN.2

sterkte en gemakkelijk onderhoud een zeer belang- 54rijke plaats veroverd, vooral op het moderneNederlandse kantoor.

Hoe wordt zo'n stalen meubel nu vervaardigd?De bedrijfsleider van Gispen is zo bereidwillig onsdat te tonen en op al onze vragen antwoord tegeven.

Allereerst zijn nodig de stalen buizen, die vanbijzondere kwaliteit moeten zijn, omdat ze goedgebogen moeten kunnen worden. De meestebuizen koopt Gispen bij een ander Nederlandsbedrijf, nl. bij de buizentrekkerij van de N.V.„Excelsior" te Schiedam, die de uit Zweden gefrn-

porteerde ruwe buis nauwkeurig nabewerkt.

Deze buizen worden bij Gispen eerst op maat

gezaagd en dan gebogen. Over dit buigen der

buizen op de electrische buigmachine (zie afb. 1)gets meer, want Kier is een grote moeilijkheid, dat

de buis zonder knikken en barsten in verschillende

bochten, al Haar de behoefte, moet worden ge-

vormd. Men legt de buis daartoe in den hollen rand

van een wielvormige matrijs (metalen schijf: afb. la).

Binnen in de buis steekt men een massieve staaf

(afb. 1 b), die zelf niet kan buigen en waarvan het

uiteinde zich precies op de plaats bevindt, waar de

bulging plaats heeft. Met behulp van een klem

(afb. 1c) wordt de buis van de staaf afgetrokken en

tegelijkertijd om de matrijs a heen gebogen. Hier-

door is knikken uitgesloten. Dat deze machine heel

wat kracht moet kunnen ontwikkelen is duidelijk. 2. De gebogen buizen wordenautogeen gelast.

Page 129: HOE MAAIKT MEN.2

55 Hebben de stukken buffs den gewensten vorm

gekregen, dan worden zij autogeen aan elkaar

gelast, waardoor het geraamte van stoel of tafel

wordt verkregen.

Autogeen lassen (tie afb. 2) is een werkje, dat

ieder we) eens heeft gezien. Wij weten, hoe een

steekvlam op het metaal wordt gericht en de vonken

tot ver in 't rond vliegen, zodat de lesser dan ook

een veiligheidsbril draagt om de ogen to bescher-

men. Dit is ook nodig in verband met het {elle licht.

Het lassen is een uiterst moeilijk werk, dat alleen

ken geschieden door grondig geoefende, zeer

bekwame arbeiders.

De grate hitte ontwikkelende vlam van een

autogeen lasapparaat wordt gevoed door een

gasmengsel, bestaande uit zuurstof en carbidgas.

Vandaar, dat elk lasapparaat aangesloten is towel

op een zuurstofcylinder, als op de centrale carbid-

gasi nsta Halle.

De twee buizen nu, die men aan elkaar wil lassen,

worden eerst goed passend gemaakt. In de vlam

worden de tegen elkaar geplaatste uiteinden verhit.

Met behulp van een lasdraad (dat is draad van een

metaal, dat snel smelt) worth nu het in de vlam

zachtgeworden lasmetaal tussen de aan elkaar

passende delen gebracht. Dit metaal vormt, weer

koud geworden, met de aan elkaar to lassen delen,

een onverwrikbaar geheel.

Daarna moeten de buizen, en dit is een van de

allerbelangrijkste bewerkingen van de meubelen,3 Zitmeubelen volgens ontwerpW. H. Gispen.

Page 130: HOE MAAIKT MEN.2

worden verchroomd, d. w. z. het laagje glimmend, 56op nikkel lijkend metaal moet daarop worden aan-

gebracht. Wat daar het voordeel van is?

Wel, c,hroom heeft enkele zeer gunstige eigen -

schappen: het is zeer hard, zodat het niet gemak-

kelijk kan worden beschadigd. Verder is het bestand

tegen allerlei invloeden, zodat het bijv. niet gaat

roesten of verkleuren. En tenslotte vraagt het

nauwelijks enig onderhoud. Maar het laagje

chroom, dat niet meer dan enkele duizendste milli-

meters dik is, is poreus en om dus het staal van de

Buis tegen inwerking van yacht te beschermen,

dient onder de chroomlaag een laag koper te

worden aangebracht, waarvoor eerst nog weer een

onderlaag van nikkel nodig is.

Hoe worden nu die dunne laagjes metaal op de

buizen aangebracht? Dat geschiedt met behulp van

een electrischen stroom. Men spreekt van galvani-

seren. Zij, die meer van electriciteit afweten, be-

grijpen direct, hoe dit in zijn werk gaat. Het

galvaniseren is trouwens een werkwijze, die in heel

veel industrieen wordt toegepast, bijv. voor het

verzilveren van lepels en vorken en voor het ver-

nikkelen van allerlei voorwerpen als: kapstokken,

asbakken, enz.

In het kort, en zeer onvoliedig weergegeven,

komt het Kier op neer: Het te bewerken meubel

wordt, nadat het eerst is glad geslepen en gereinigd,

in zijn geheel in een groten bak gehangen (zie

afb. 4). In dien bak bevindt zich een vloeistof, waarin

koperdeeltjes zijn opgelost. Het meubel „krijgt een 4. Een meubel wordt In hetnikkelbad geplaatst.

Page 131: HOE MAAIKT MEN.2

57 koperbad". Voert men door de vloeistof en door

het meubel een electrischen stroom, dan slaan die

zeer kleine koperdeeltjes (koperionen) neer op de

buizen, die dan ook na verloop van tijd geheel met

een laagje koper zijn bedekt, Welk laagje hecht aande buffs is verbonden. Zo heeft de mens ook op dit

gebied, dank zij zijn steeds groeiende kennis van

de natuurkrachten, de electriciteit aan zijn doel-

einden dienstbaar gemaakt.

Het nikkel- en chroomlaagje wordt op soortge-

lijke wijze in nikkei- resp. chroombaden op destoelen aangebracht.

AI diegalvanische bewerkingen en vooral ook

het van to vorenslijpen en polijsten, et een bij

is en met de grootste zorgvuldigheid geschiedt,

ma en defabricage tamelijk kostbaar, maar het

resultaat is dan ook, dat er een uiterst solide enduurzaamproduct ontstaat.

De geraamten der stoelen moeten nu nog van

een zitting en een rug worden voorzien en de tafels

van een Had. Het gebogen houtwerk der zittingen

en ruggen wordt voor een groot deel uit de Bat-

tische Staten betrokken, maar tegenwoordig worden

zij ook door de fabriek in Culemborg met behulp

van grote persen vervaardigd. De zittingen en

ruggen van de stoelen worden met lak in allerlei

kleuren 9espoten en sours gestoffeerd, met een-

voudige ' manc,hesterstoffen of met kostbaarder

handgeweven stoffen. De leunstoelen worden van

armleuningen voorzien, die van een kunsthars-

product zijn geperst en dan zijn de meubeten klaar5. Onder de grote piatenpersworden de platen gebogen.

Page 132: HOE MAAIKT MEN.2

om door de afdeling expeditie naar de plaats van

58bestemming te worden verzonden.

Naast buismeubelen maakt Gispen ook plaat-

stalen meubelen als bureau's, kantoorkasten, e.d.,

die in een afzonderlijke afdeling van de fabriekworden vervaardigd.

Wij zien hier, hoe de stalen platen door groteelectrische scharen op maat worden geknipt. In een

andere machine (zie afb. 5) worden met ontzaglijkekracht de benodigde vouwen, ribbels en omge=slagen randen in de platen geperst. De arbeiderbrengt de plaat in de precies naar wens afgesteldemachine, een daverende slag volgt en de bewerkingis geschied. Dan volgt weer het lassen, nu niet

autogeen maar electrisch, bespuiten met lak, mof-felen en monteren en ook deze meubelen zijngereed om aan de gebruikers te worden geleverden in hun dienst de tand des tijds te trotseren.

Neen, wij ver. gaten nog een ding. Een meubelmoet, behalve solide, ook fraai van lijn en uiterlijkzijn. Gispen besteedt ook daaraan alle aandacht,zoals moge blijken uit de afbeeldingen bij dithoofdstuk.

6. Het stalen meubel op kantoor.

Page 133: HOE MAAIKT MEN.2

1 De ververij.

Het tapijt heeft de eeuwen door gegolden als eenkoningin onder de weefsels en doet dat nog steeds.Maar Binds de moderne industrie ook het tapijt-weven in haar sfeer heeft betrokken, vertoeft dezekoningin niet meer alleen als een prachtvolle wand-versiering in de paleizen van vorsten en edelen —want oorspronkelijk werd het tapijt vooral als wand-versiering gebruikt — maar heeft zij zich ook eenverblijfplaats veroverd in de huizen der burgers.Doch daar vervult het tapijt een andere taak: Hetis van wandversiering geworden tot vloerbedekkingDe blank geboende en met zand bestrooide vloer,als de Zondagse aankleding van het woonhuis, be-hoort tot het verleden: het is thans het vloerkleed,dat met de meubelen, de kamer netjes, warm engezellig maakt. Deze verandering is te danken aanhet feit, dat de ontwikkeling der techniek hetmogelijk heeft gemaakt goedkope grondstoffen alskoehaar e. d. te verwerken. Toen kon tot eenproductie in het groot worden overgegaan en werdhet gebruik van tapijten meer algemeen.

De grondstoffen voor de tapijtnijverheid wordenin het algemeen onderscheiden in garens van dier-lijken oorsprong, zoals wol en haar; garens vanplantaardigen oorsprong • als jute en katoen; en

Page 134: HOE MAAIKT MEN.2

verder, maar in veel mindere mate, garens vanhennep en vlas.

Wij zullen thans in de bekende fabriek van deN.V. VENETA VEreenigde NEderlandsche TApijt-industrie to Hilversum eens zien, hoe zich uit dezegrondstoffen het tapijt, zoals wij dat kennen, ont-wikkeit.

In deze tapijtweverij komt de tot garens ver-sponnen grondstof bijv. wol aan. De eerste be-werking, Welke de garens ondergaan, is, dat zijworden geverfd met aniline-kleurstoffen, die langsscheikundigen weg uit steenkolenteer zijn gewon-nen. Deze bewerking geschiedt geheel machinaalin gesloten ruimten van chemisch onaantastbaarstaal, waarbij het verfbad onder druk staat, zodatde verfstof door het garen heen wordt geperst(zie afb. 1).

Vervolgens worden de garens, na ter droginggecentrifugeerd (zie afb. 2) en verder in de droog-kamer van het nog overblijvende vocht to zijnontdaan, op spoelen gebracht, hetgeen ook almachinaal geschiedt (zie afb. 3). Moderne spoel-machines kunnen 200 of meer spoelen tegelijkertijdopwinden en slechts enkele jeugdige personen zijnvoor de bediening nodig.

Daarna komt het z.g. „twijnen" (dat is eigenlijk:tweeèn) aan de beurt. Hierbij worden twee draden,door ze om elkander heen to draaien, tot een ster-keren draad gevormd. De moderne twijnmachineheeft een draaiende spit, die het garen van deklossen opneemt en ineen werkt, terwijI tegeliiker-tijd het getwijnde garen op een klos wordt gewik-keld. Evenals bij het spoelen zijn ook bij het twijnen,zoals wij dat bij de VENETA zien, honderdennaast elkaar gelegen. Het ineen draaien beperktzich dikwerf ook niet tot slechts twee Braden, maar 2. Apparaat voor het drogen

van de geveride wol.

60

Page 135: HOE MAAIKT MEN.2

61

3. Het spoelen van de garens.

men kan zonder enig bezwaar 3, 4, 5 en 6 dradentot een sterken draad samenvoegen.

Nu moeten de draden worden „geschoren" enBit woord betekent dan heel iets anders, dan U ophet eerste gezicht zult vermoeden. Met den barbierheeft het n.l. niets te maken. Het komt er op neer,dat een groot aantal draden, de ketting- of schering-draden in een lange baan precies evenwijdig aanelkaar moeten worden gespannen. Deze ketting-draden vormen dan het uitgangspunt van het tapijt;zij vormen de draden, die in de lengte door hetlatere weefsel !open en waardoor heen dwars dezgn. inslagdraden worden geweven. Het wevenbestaat n.I., zoals men weet, uit het ineenvoegenvan groepen draden, die elkaar rechthoekig krui-sen: de kettingdraden vormen gezamenlijk deketting of schering; de breedtedraden vormen ge-zamenlijk den inslag. Het weefsel wordt zodaniggemaakt, dat de inslagdraad afwisselend boven enonder een of meer kettingdraden komt te liggen,zodat ketting en inslag elkaar wederkerig vast-houden. Het weven gaat nu zo in zijn werk, dat eendeel der kettingdraden omhoog en een ander deelnaar beneden wordt bewogen. Door de ruimte,Welke daardoor tussen de twee groepen dradenontstaat, wordt een spoel geworpen, waarin zich deinslagdraad bevindt. Door hierna een ander deelder draden op te heffen en te laten zakken, en despoel terug te werpen, wordt de inslagdraad op degewenste wijze in de kettingdraden geweven.

Het op- en neergaan van de kettingdradenwordt geregeld door een apparaat (een )aquard-machine), dat hoog boven het weefgetouw is op-gesteld en waarin voor elken kettingdraad van hetweefsel een verticale en een horizontale naald,beide bewegelijk, aanwezig zijn. Deze naaldenworden in beweging gebracht door zich er pangsbewegende kartons, waarin allerlei openingen zijn,

Page 136: HOE MAAIKT MEN.2

evenals de ons alien welbekende kartonnen rot bij

62draaiorgels. Doordat nu de naalden met behulp vaneen dun koord zijn verbonden met de bij Naarbehorende kettingdraden, worden deze, terwijI deinslagdraad door de schering wordt heengevloch-ten, nu eens omhoog getild, dan weer omlaaggehouden (zie afb. 4).

Evenals op het karton in een draaiorgel een be-paalde melodie is vastgelegd, zo is nu in de kartonsvan het weefgetouw een bepaald, door kunstenaarsontworpen, motief verwerkt en zo groeien, vol-komen automatisch, tapijten met de prachtigste enmeest ingewikkelde versieringen.

En nu even een vergelijking met wat gij thuis ziet.Gij weet, dat vele tapijten en ook tafelkleden aande smalle uiteinden franje hebben. In vele gevallenis de franje niets anders dan het uiteinde van dekettingdraderi, die tot franje aan elkaar zijn ge-knoopt. Aan de lange zijden waren natuurlijk geenuitstekende Braden, zodat zich daar ook geennatuurlijke franje bevindt.

Overigens is het wat die franje betreft ook weleens dat „Schijn bedriegt". Want dikwijls wordende smalle uiteinden van een tapijt afgezoomd, zodater Bus helemaal geen loshangende kettingdradenmeer zijn, en zet men daarna,aan de smalle uiteinden, aparteen franje aan het Heed. BezietU nu het tafelkleed of tapijt thuismaar eens I

Is het weefsel nu gereed enheeft de wever zijn stuk werk vanhet getouw „afgegooid", danondergaat het nog verschillendebewerkingen met het Joel degoede eigenschappen van hetweefsel tot voile ontplooiing tobrengen: al deze bewerkingen 4 Het weven van een tapiit.

Page 137: HOE MAAIKT MEN.2

vat men samen onder den naam „appréteren" ofapprétuur. Dit appréteren (zie afb. 5) is voor deweefsels reeds lang bekend, dock voor tapijten ishet nog betrekkelijk Jong; het is een aanvulling vande moderne fabricage-methoden. De voornaamstebewerkingen zijn het afsnijden van alle uitstekendewolhaartjes (zie afb. 6) en het stomen om, doorinwerking van den vochtigen heten damp de wol-draden, die immers onder zware spanning zijnverwerkt en dus wat iji liggen, gelegenheid te gevenzich te ontplooien en vast te zetten; een snort „per-manent" dust Na droging heeft het aldus geappre-teerde karpet aan stevigheid gewonnen en ligt hetvaster.

Hieronder volgen nu de namen van de tapijt-soorten, die de VENETA te Hilversum het meestvervaardigt:

Axminster-tapijten (zo genoemd naar het Engelseplaatsje, waar zij het eerst werden vervaardigd);Wilton-tapijten; Hotta p-ka rpetten Deze laatste,vroeger ook wel „Tapis Beige" genaamd, zijnweefsels, waarbij de patronen worden gevormddoor de verschillende gekleurde inslagdraden af-wisselend aan de bovenzijde te doen optreden ofnaar de onderzijde te doen verdwijnen, waardoor

het de merkwaardige eigenschapbezit, dat het aan beide kantenkan worden gebruikt. lmmers,zowel aan de boven- als aan deonderzijde is een kleurig patroonzichtbaar.

Er zijn nog verschillende an-dere soorten tapijten, die wij hierniet alle zullen noemen en be-schrijven. Zo maken sommigetapijtfabrieken in ons land zoge-

_ naamde Smyrna-tapijten volgensdezelfde werkwijze als de in het

63

5. Het appréteren.

Page 138: HOE MAAIKT MEN.2

6. Het scheren van tapijten en loopers.

Oosten geweven of beter gezegd geknoopteSmyrna-tapijten. Want de gekleurde wollen Bradenwarden hierbij in de strak gespannen kettingdradenmet de hand stuk voor stuk vastgeknoopt.

De tapijtnijverheid, zoals wij die thans als modern,groot bedrijf kennen, is gegroeid uit de huisnijver-heid in het Gooi en meer speciaal Hilversum, Welkestreek al sands de 18de eeuw het centrum van deNederlandse tapijtindustrie vormt; daar kon menvaak huis aan huis kleine bedrijfjes aantreffen, waarde baas veelal slechts met zijn gezin sours met een,hoogstens twee, knechten werkte.

Maar nu zijn er grote tapijtfabrieken, die geza-menlijk bijna 3000 arbeiders werk verschaffen, inverschillende plaatsen van ons land gevestigd. NaastHilversum, de plaats, die ons reeds bekend is, omdatde VENETA er gevestigd is, en het eveneens in hetGooi gelegen Laren, vallen ook te noemen plaatsenals Deventer, Dinxperlo, Goirle, Oss en Rotterdam.Het is nog wel aardig te weten, dat onze eigenNederlandse tapijtnijverheid gedurende de laatstejaren voor den oorlog niet minderdan ongeveer 80 % van de Kierte laude gekochte tapijten leverde.

64

Page 139: HOE MAAIKT MEN.2
Page 140: HOE MAAIKT MEN.2

UITGAVE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"7TE 's-GRAVENHAGEGEDRUKT TER N.V. DRUKKERIJ TRIO • IS-ORAVENHAGE

Page 141: HOE MAAIKT MEN.2

IHIOE MAAKT MEN.2DAM ESMANTELS • HAAK- EN BREIWOL • H EREN CON FECTIE

HERENHOEDEN • KOFFERS • KUNSTZIJDE • LEDERWAREN • REGEN-

KLEDING • RUBBERLAARZEN • SCHOENEN • TRICOT-KLEDING

Page 142: HOE MAAIKT MEN.2
Page 143: HOE MAAIKT MEN.2

DEEL I I I

HOE MAAKT MEN..DAMESMANTELS

HAAK- EN BREIWOL

HERENCONFECTIE

HERENHOEDEN

KUNSTZIJDE

KOFFERS

LEDERWAREN

REGENKLED1NG

RUBBERLAARZEN

SCHOENEN

TRICOT-KLEDING

UITGAVE VAN DE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"

ANNA PAULOWNASTRAAT 55 TE 's-GRAVENHAGE

Page 144: HOE MAAIKT MEN.2
Page 145: HOE MAAIKT MEN.2

INHOUD

Voorwoord . . 5

Damesmantels . 7

Haak- en breiwol (N.V. Veenendaalsche Sajet- en Vijf-schachtfabriek v/h Wed. D. S. van Schuppen & Zn) . 13

Herenconfectie (Bendien's Confectiefabrieken N.V. te

Almelo) . . . 19

Herenhoeden (N.V. Nederlandsche HoedenfabriekNeHoeFa te Bussum) .. 25

Kunstzijde (N.V. Kunstzijdespinnerij NYMA te Nijmegen) 29

Koffers (Kofferfabriek Holland N.V. te Amsterdam) . 35

Lederwaren (N.V. Leder- en LederwarenfabriekE. Wessels & Zoon te Utrecht) .. . 38

Regenkleding (N.V. Hollandia Fabrieken Kattenburg& Co. te Amsterdam) . . 41

Rubberlaarzen (Rubberfabriek „Vredestein n te Loos-duinen) .. . 47

Schoenen (Ivo van Haren's Schoenfabrieken N.V. te

Waalwijk)

53

Tricot-kleding (Firma Scholl Engberts & Scholten te

Almelo) .. . 59

Page 146: HOE MAAIKT MEN.2
Page 147: HOE MAAIKT MEN.2

VOORWOORD

Is het U wel eens opgevallen, lezer of lezeres, dat men in hetalgemeen zo weinig afweet van het ontstaan en de vervaardi-ging der verschillende artikelen, die wij dagelijks gebruiken?

Hoe ontstaat een kopje, een glas, een tapijt, dingen, die wijvrijwel dagelijks gebruiken? Hoe onze zakdoek of het zout voorons eten? Hoe sulker of biscuits? Het lijkt zo vanzelfsprekend enin werkelijkheid is het toch eigenlijk zo vreemd, dat men vandie artikelen weinig meer weet dan dat zij een nuttig gebruiks-voorwerp of een smakelijke lekkernij zijn.

Om al die dingen te maken, moet veel arbeid worden ver-richt; er moet worden gewerkt op het land en in de fabrieken,op de kantoren, de banken en de laboratoria, kortom vrijwelde gehele gemeenschap heeft met het productieproces letste maken.

Van de bijna 9.000.000 inwoners van ons land werken erruim 3.500.000 voor het dagelijks brood. Deze mannelijke envrouwelijke werkers — waarvan er weer een kleine 3.000.000werkzaam zijn in industrie, landbouw, visserij, handel en ver-keer — zorgen gezamenlijk voor het bestaan van heel onsNederlandse yolk. Dat is mede een reden, waarom het zonuttig en belangrijk is, dat ieder lets meer met Bien arbeidbekend is en in de gelegenheid is eens een kijkje te nemenachter de poorten van de ons toch zo onbekende bedrijven.Dit geldt in het bijzonder voor de jeugd, die immers later deplaatsen in het bedrijfsleven moet innemen; zij zal er, naar wijhopen, tevens meer waardering en eerbied door krijgen voorden arbeid in het algemeen.

Deze serie boekjes nu vertelt U lets over het nijvere werkenvan onze industrie. Wij zullen maar enkele grepen doen uit deduizenden artikelen en brengen U naar enige Nederlandsefabrieken om U te laten zien, hoe daar artikelen, waarmee wijzeer vertrouwd zijn, worden vervaardigd. De lezer krijgt danook een beeld van het hoge peil, waarop onze Nederlandsenijverheid zich bevindt.

Page 148: HOE MAAIKT MEN.2

Dit derde deel isgewijd aan enkele producten met onzekleding verband houdend; in de delen I en II bespraken wijde vervaardiging van een aantal op voeding en huisinrichtingbetrekking hebbende artikelen, terwijI in de delen IV en Vdeproductie van een tiental huishoudelijke en een tiental zeeruiteenlopende artikelen aan de ore komt.

De samenstellers derboekjes kozen zich het volgendemotto:

KENT, NEDERLANDERS EN WAARDEERT,WAT ARBEID IN UW LAND PRESTEERT.

Moge deze uitgave inderdaad een stoot even in de richtingvanhetgeen in it motto tot uitdrukking komt.

Mei 1941 Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat".

Page 149: HOE MAAIKT MEN.2

AMESMANTELS

1738

Begint U eens de zes afbeeldingen bij dit hoofd-stuk te bezien. Blijkt daaruit niet duidelijk de wissel-valligheid van de damesmode? Met die mode is

het een eigenaardig lets; daarop isgeen lijn te trekken. Waar komt zevandaan? En waarom verdwijnt ze,om weer plaats te maken voor eennieuwe mode?

Vraag U het maar eens aan eenvakman en ook hij zal U geen af-doend antwoord kunnen geven. Hijzal U vertellen, dat de mode inter-nationaal is en dat vooral Parijs eenbron is voor nieuwe denkbeelden opdit gebied. In normale tijden gaandaar de Nederlandse modeontwer-pers keen om hun licht op te steken.Nu eens is het een Oosterse tentoon-stelling, die een Parijs modekunste-naar op de gedachte brengt eensnort mantel voor de dames te ont-werpen, dan weer is het de militaireinvioed, die Naar stempel op de kie-

. ding drukt.Vooral de laatste tientallen van

jaren is de mode steeds speller gaanwisselen en thans is er eigenlijk elk

Page 150: HOE MAAIKT MEN.2

1859

jaar weer sprake van een nieuwe mode, die totuitdrukking komt in de wijdte der mouwen en delengte der rokken, in de kleur en aard der stoffen,in den vorm der kragen, enz.

Vroeger was dat anders. Toen de machine, voor-al de electrische naaimachine, nog niet was uitge-vonden en de kleding alleen met de hand werdgenaaid, was goede kleding vanzelfsprekend zeerkostbaar en was het zelfs gewoonte, dat bij demeeste families de kleding van moeder op dochteroverging. Kom daar nu eens om!

Maar de machine kwam, hoewel ze aanvankelijkweinig gastvrij werd ontvangen. De man, die in1790 de naaimachine uitvond, Thomas Saint, werdbijna gestenigd, zodat zijn leven gevaar liep en hijmoest vluchten.

Zo ging het trouwens niet alleen met de uitvin-ders der naaimachine; op allerlei gebiedzag men de komst der machines metlede ogen aan en trachtte men zo veelmogelijk te voorkomen, dat ze veld won.Zelfs ontstonden er arbeiders-oproerenmet als leuze: „Weg met de machine".Maar de invoering van de machine wasniet tegen te houden. Ook in ons landdeed de steeds meer verbeterde elec-trische naaimachine haar intrede in deconfectiefabrieken en vanaf dien tijddateert de grote opkomst der kleding-industrie. De veel gesmade machinesschiepen de niet te miskennen moge-lijkheid voor de grote massa der Neder-landse vrouwen zich beter, fraaier enmet meer afwisseling te kleden.

Ook de Nederlandse damesconfectie-industrie begreep haar taak. Al hebbende fabrikanten dan ook de modecentranodig om hun idieeén vandaan te halenen al gingen zij dan ook geregeld Haar

8

Page 151: HOE MAAIKT MEN.2

9

1903

Parijs om nieuwe ontwerpen te kopen, zij wisten hetzo ver te brengen, dat thans onze mantelindustrievele andere landen voor is. Het Nederlands fabri-kaat werd in normale jaren naar een ganse reeksandere landen uitgevoerd, wel een bewijs voor hethoge peil, waarop het staat. De fabrikanten aarzel-den niet, waar nodig, goede ontwerpers uit anderelanden in hun dienst te nemen; vakscholen voorarbeiders werden opgericht en ons land beschiktnu over een groot aantal kundige vakmensen.

Prachtig sluit deze industrie aan bij de op een zohoog peil staande weefnijverheid in Twente enTilburg. Wie de producenten van onze textielfa-brieken kent, begrijpt, dat in een land, waar destoffen zo mooi en in normale tijden zo overvloedigworden gefabriceerd, ook de industrie, die uit dezestoffen kledingstukken maakt, tot hoge ontwikkelingis gekomen. En omgekeerd profiteren de wollen-

stoffenfabrikanten weer van de bestellingender mantelfabrikanten.

Die Nederlandse confectiefabrieken zijnvoor een belangrijk deel gevestigd te Am-sterdam. Daar zullen wij eens in eenmodern bedrijf een kijkje nemen.

Gij aarzelt, net zoals wij, waar gij Uwtocht door het bedrijf zult beginnen? In detekenkamer van de kunstzinnige ontwer-

{ pers, die steeds op zoek zijn naar nieuwesnufjes en nieuwe verbeteringen, of in het

v; grote magazijn, waar de binnengekomenstoffen liggen opgeslagen? Beginnen wijeens bij dit laatste: wij kunnen dan de stof-fen geheel volgen op Naar weg door deverschillende afdelingen der fabriek.

Vanuit het magazijn komen wij in de af-deling waar de hoofdcoupeurs hun scepterzwaaien. Ook zij zijn onmisbaar, want zijvormen de schakel tussen den ontwerperen de eigenlijke fabricage der mantels.Dat gaat zo:

Page 152: HOE MAAIKT MEN.2

1916

Een mantel bestaat eigenlijk uit een groot aan-tal, soms 12 of 14, maar soms wel 20 tot 25, aanelkaar genaaide delen stof, maar nu is het natuur-lijk de grote moeilijkheid die stukken stof een zo-danigen vorm te geven, dat ze samen een, als gego-ten zittenden, mantel vormen. Nu, dat is de hoofd-coupeurs wel toevertrouwd. Zij bekijken en bestu-deren de tekening van den ontwerper nauwkeurig.Als zij voor zichzelf hebben uitgemaakt, hoeveeldelen er voor nodig zijn en welken vorm die moe-ten hebben, tekenen zij die op de stof of op papier(men noemt dat de patronen). Maar omdat te kun-nen doen is heel wat vakmanschap nodig!

Nu zet men eens een proefmantel in elkaar envoldoet die, dan tijgen de hulpcoupeurs aan hetwerk en vergroten en verkleinen de verschillendeonderdelen van den mantel, omdat er nu eenmaalgrote en kleine, dikke en dunne mensen zijn, diealien een goed passenden mantel moeten hebben.Men maakt van een manteltype dus een serie pa-tronen voor een reeks verschillende maten.

Van de patronen worden nu schablones gemaakt,dat zijn vellen papier, waarop door middel vangaatjes de vormen der patronen zijn aangegeven.

Deze schablones legt men op de stof, menhaalt er een grote poederdons overheen en in dui-delijke lijnen staan nu de figuren op de stof gete-kend. Zo kan men, op zeer eenvoudige wijze, steedsmaar weer afdrukken maken van dit ene schabloon.Gij ziet, het is 't ei van Columbus.

Na al deze voorbereidende werkzaamhedenzijn wij nu genaderd tot het hart van het bedrijf, totde eigenlijke fabricage-afdelingen .... maar neen,net als wij die grote zalen binnentreden, stoppen demachines en is er een pauze in het werk. Het zijnjuist de 10 minuten, gedurende Welke elken ochtendhet werk onderbroken wordt, om het personeel inde gelegenheid te stellen, een glas melk te drinkenen zich even te verpozen.

Maar na afloop van die onderbreking beginnen

10

Page 153: HOE MAAIKT MEN.2

1924

11 de machines weer te ratelen en daveren de werk-ruimten van ontzaglijke bedrijvigheid.

Hier aan deze lintmesmachines ziet gij, hoe helestapels stof, nauwkeurig op elkaar gelegd, keuriglangs de Witte krijtstrepen, die op de bovenstelaag zijn aangebracht, worden afgesneden. Metwaste hand sturen de arbeiders het goed langs hetsnel bewegende mes, dat er als vanzelf doorheenglijdt. Men kan zo aan 20 tot 40 lagen stof gelijker-tijd precies denzelfden worm geven. En merkt gij,hoe weinig afval er eigenlijk overblijft? Ook dat isvakmanschap, want de coupeurs weten, dank zij hunjarenlange practijk en oefening, de patronen zó opde stof te tekenen, dat de verschillende onderdelenvan de mantels prachtig in elkaar sluiten; alles isvan te voren nauwkeurig overdacht en geprobeerd,zodat er niets wordt verspild. Terecht staan hier aanden wand de woorden, die overigens niet alleenhier ter harte dienen te worden genomen:

Denkt aleer gij doende zijt,En doende denkt dan nog!

Wij hebben nu de onderdelen van den mantel;de volgende stap is, deze met zorg aan elkaar tenaaien. Daar komt weer de lopende band — deaandachtige lezer van deze serie boekjes is die alheel wat malen tegen gekomen — aan te pas.

Door het atelier beweegt zich langzaam eenbrede band voort; links en rechts daarvan zittende naaisters en persers aan hun machines. Elk vanhen heeft zijn taak en verricht een of enkele hande-lingen, waardoor de mantel weer lets verder gereedkomt : dit meisje zoomt de mouwen, hier zit eenmeisje met een vernuftige machine, waarmee zij derevers doorstikt, zo nodig met vier stiksels tegelijk,en daar is er een, die met behulp van haar ingewik-kelde „mechanisch handlanger n . . . . 20 knoops-gaten per minuut maakt. En daar tussen door wor-den de enigszins gevorderde onderdelen en laterde mantel of en toe geperst, om het juiste model teverkrijgen. Dank zij den lopenden band, die elkeenzijn of haar werk doet toevloeien en waarop, nadat

Page 154: HOE MAAIKT MEN.2

1941

het behandeld is, het werk weer gelegd worth omdoor den band Haar de volgende naaister of perserte worden gebracht, krijgt ieder op tijd zijn werken is er een harmonische samenwerking, die kloptals een bus. Viet het U ook op, hoe op elke machineeen lampje zit, zodat een ieder goed licht heeft bijhet werk?

Zoals zich aan het begin van den band eenmeisje bevindt, dat de stukjes goed, die de naaistersnodig hebben, op den band legt, zo is er aan heteind van den band een meisje, dat de gereedge-komen mantels grondig controleert o.a. door zeop een pop te hangen en na te gaan of ze in alleopzichten goed zitten.

Dat is niet de laatste contrOle; men gaat hierniet over een nacht ijs. Ook op enkele andereplaatsen wordt de mantel nog grondig opge-schuierd, nageperst en gecontroleerd. Trouwens,ook de knopen moeten nog aan demantels worden gezet; daarvooris natuurlijk weer een machine, dieal klaar is met het vastnaaien van eenknoop op het moment, dat gij denkt:nu begint het.

En dan eindigen wij met een be-zoek aan de toonzalen.

Hier hangt de collectie mantels,die een duidelijk bewijs !evert voorde schitterende prestaties, waartoe deNederlandse mantelindustrie in staatis, en hier komen de inkopers vanmodemagazijnen uit heel het land enuit het buitenland, om hun keuze temaken uit de nieuwste modellen, diede manequins hen op vlotte wijzetonen.

12

Page 155: HOE MAAIKT MEN.2

1. Dee! van de wasmachine,

waarin de ruwe wol gereinigd wordt.

AAK- EN BREIWOL

Er leefde eens heel lang geleden ...... , zobeginnen alle sprookjes en ook het sprookje vanDoornroosje, dat U alien natuurlijk overbekend is.Doornroosje, op wier doopfeest alle feeén wordenuitgenodigd behalve een, die dan later als oudevrouw vermomd op een zolderkamertje in hetkasteel van Doornroosjes ouders zit te spinnen.Doornroosje komt bij haar op bezoek, wil ook graageens spinnen, prikt zich in haar vingertje en valt ineen eeuwenlangen slaap. Doornroosje slaapt .....

Maar sindsdien is het spinnewiel in den loop derjaren veranderd in de meest geraffineerde spin-machine. Als we het oude spinnewiel bekijken,zeggen we: „Met een beetje handigheid kan mendaarop wel een draad maken". En de vrouwen enmeisjes uit het verleden schenen die handigheidbijna alien te bezitten. Het behoorde bij de op-voeding, net als tegenwoordig muziek of sport-beoefening. In vele kunstuitingen uit het verledenspeelt het spinnewiel een rol; op enkele beroemdeschilderijen vinden wij het dan ook terug.

In de oudste cultuurgebieden, o.a. Egypte, Grie-kenland en het Romeinse Rijk verrichtte men hethandspinnen niet zelf, maar liet het zijn slaven doen.Het is te begrijpen, dat de vervanging van deze

Page 156: HOE MAAIKT MEN.2

vaardigheid der handen door den aan duizendenwerkgevenden machine-arbeid heel wat hoofd-brekens en tijd heeft gekost. Vooral in Engelanddeed men in dit opzicht baanbrekend werk. In 1767vond daar de Engelsman Hargreaves een ver-beterd spinnewiel uit. Maar deze uitvinding gaf nogniet den groten stoot. De eigenlijke mechanisatiekwam tot stand in 1768 door de uitvinding vanArkwright; dit was de eerste machine, die geheelzelf den draad spon.

Het gebruik maken van deze nieuwe machinesbleef eerst beperkt tot Engeland. In ons land gingmen daartoe pas in de tweede helft der 19e eeuwover. Ve5r Bien tijd beperkte de wolnijverheid indeze streken zich hoofdzakelijk tot de lakenindustrie,die echter ook groten bloei beleefde. Denk maareens aan „De Lakenhal" in Leiden, die dateert van1639 en aan Rembrandts beroemde in 1661 ver-vaardigde schilderij „De Staalmeesters", wier taakhet was laken to keuren.

Nederland haalde echter later zijn aanvankelijkenachterstand in en heeft nu ook zeer modernefabrieken. Voor de fabricage van handbreigarenszijn die samengetrokken in de plaatsen Leiden enVeenendaal. Een van de in Veenendaal gevestigdefabrieken en wet de „N.V. Veenendaalsche Sajet-en Vijfschachtfabriek v/h Wed. D. S. van Schuppen& Zn.", de fabrikante van de bekende„Scheepjeswol", zullen wij nu eensgaan bezichtigen.

Als wij onzen rondtocht beginners bijde opslagplaatsen van de ruwe wol, valthet ons terstond op, dat naast de keurigopgestapelde balers wol, die in hetland van herkomst samen geperst en „„,„..,...verpakt zijn, zich ook losse schapen- ->,--,--c-vachten in de loads bevinden. Die ,—:-,----

vachten zijn van inlandse schapen; zij

14

---'--_-;,,---

,-'

vcor het openen van de vezel.2. Kaardmachlne, dienend

Page 157: HOE MAAIKT MEN.2

15 leveren de binnenlandse wol, waarvan de hoeveel-held echter in verhouding tot den invoer slechtsbetrekkelijk klein is.

De kwaliteit van de binnenlandse wol en dannoemen we de Tesselse, de Noordhollandse en deFriese kwaliteit, is bovendien nogal grof, zodat zealleen voor sajet te gebruiken is en niet voorfijnere kamgarens in aanmerking komt.

Van de ingevoerde wol is Australiê wel de be-langrijkste producent. Andere landen van herkomstzijn Nieuw-Zeeland, Zuid-Amerika en Zuid-Afrika.

Alle wol wordt, voor ze in bewerking genomenwordt, gesorteerd; zij wordt hiertoe in de sorteerderijop tafels uitgespreid. Als we nu de yacht van eenbinnenlands schaap Hader bekijken, dan zien we,dat de wol van den schouder de fijnste is; dekwaliteit neemt echter naarmate men naar deheupen, den rug en de poten komt af.

De wolsorteerder deelt met de hand de yacht,naar gelang van de fijnheid, in een aantal stukken.Elk stuk, dat dus van een bepaalde kwaliteit is,wordt in een van de manden, die rondom hemstaan, gedaan. Voor elke kwaliteit is dus een mandaanwezig.

Nadat de wol van een kwaliteit tot een partij isverzameld, wordt deze partij naarde wolwasserij gebracht. Hier in dewasserij staat een aantal wasbakken inlengterichting achter elkaar opgesteld.De wol wordt om te beginners met dehand gelegd op een transportband,een zich langzaam voortbewegendenloper, die alles meeneemt, wat er opligt en Welke de wol naar den wasbak(zie afb. 1) voert. De wol valt in hetwaswater en wordt hier gegrepen dooreen snort hark, die de wol voorzichtig

3. Karnmachine voor het scheiden van de lange en korteBezels en het afschelden van gras en klitten. en langzaam door het waswater voort-

Page 158: HOE MAAIKT MEN.2

beweegt en naar een nieuwen transportband 16brengt, Welke de wol weer automatisch naar eentweeden wasbak voert. Hetzelfde herhaalt zich inde volgende wasbakken. Na het verlaten van debakken wordt de wol door een warmen luchtstroomin de droogmachine gedroogd, vanwaar ze weerautomatisch naar de machines gebracht worth, dienu de eerste voor het kammen nodige bewerkinggaan verrichten.

In de nu schoon gewassen stukken van de yachtvindt men nog de krullen of lokken terug, die weerbestaan uit een groot aantal wolharen of wolvezels.De lokken en ook elke verstrengeling van vezelsmoeten nu uitgekamd worden. Daarvoor dient dekaard (zie afb. 2), een ingewikkelde machine, dieeen snort kamproces verricht (of, in vaktaal, die dewol „opent") en tevens al een belangrijk gedeeltevan stukjes hoof, stro en zaadjes, die in de yachtvoorkomen, hieruit verwijdert. Hoe deze machinedit doet, zullen wij niet Hader beschrijven. Hetresultaat van haar werk is in ieder geval, dat er eenlang, wollig, los in elkaar zittend wollont of wolbandontstaat. In deze wollont zitten nu nog lange enkorte vezels. Deze korte vezels en de laatsterestanten plantaardige onreinheden moeten nu •.nog uit de wol verwijderd worden. Voor goede

%

breiwol moet men ni. Lange vezels hebben en opde zogenaamde kammachine vindt dit uitkammenop zeer vernuftige wijze plaats (zie afb. 3 en 4).

De wollont, die ge het best vergelijken kunt meteen smallen reep grove watten, gaat nu, na nogenkele veredelingsmachines gepasseerd to zijn,naar de voorspinnerij. Hier doet men het volgende:men neemt een paar lonten samen, „doubleren"noemt men dat en rekt tegelijkertijd de lont zouit, dat de lont in plaats van dikker, dunner wordt.Gij begrijpt, dat door het doubleren en rekken, wee ro4p . dHe jrnn ea rn: wkaorin gmealcahminde,wordt.

Page 159: HOE MAAIKT MEN.2

BACK-ROLLERS'

17 dat men verschillende malen herhaalt, een mooiregelmatig lont wordt verkregen.

Maar nu komt pas het eigenlijke spinnen: dat ishet belangrijkste werk. Hierbij onderscheiden wedrie handelingen: rekken, aanbrengen van spinning,opwikkelen op klos.

a. Het rekken van den draad. Deze handelingheeft ten Joel, het voorgesponnen garen zodanigin dikte to verminderen, dat daarmede de verlangdegarendikte verkregen wordt. Het rekken geschiedtdoor de achterste rollen (zie de back-rollers inafb. 5) langzamer to laten lopen dan de voorsterollen (front-rollers).

b. Nu worden deze vezels, die eigenlijk noglos naast elkaar liggen door het aanbrengen vandraaiing of wel twist, tot een draad gesponnen. Dittwisten geschiedt door den vleugel, die met eensnelheid van ± 3 a 4000 toeren per minuut om deklos draait (onderaan in afb. 5).

c. De vleugel twist niet alleen, maar zorgttevens voor het opwinden van het garen op de klos.

Na het spinnen wordt het garen getwijnd, d.i.het ineen draaien van 2, 3, 4 of meer draden toteen draad; men spreekt dan van twee-, drie-, vier-of meer-draadsgaren.

De wollen draad is nu zover, dat men er mee zoukunnen haken of breien. Maar de dames verlangenmeer kleuren dan deze naturelkleur alleen. Er moetnog heel wat gebeuren voor de keurige knottenScheepjes-wol met hun rijke kleurenkeuze in denWinkel tot kopen en breien noden.

Eerst gaan wij nu nog Haar de ruwhaspelarij,waar de wol van de twijnklossen op grate strengengebracht wordt. Dit op strengen brengen geschiedtom de wol in de verfbakken to kunnen hangen.Deze verfbakken (zie afb. 6) worden weer in eenverfkuip geplaatst, waarin zich de verfvloeistof be-

5. Onderdeel van een spintafel; de dradenworden tegell i kertl i d gerekt en gttwist. VI nt. Na enkele uren heeft de draad zoveel verf

Page 160: HOE MAAIKT MEN.2

—.*,---„,....,_,..,„,...........,

6. Verfbak, waarin de wolstrengen gehangenworden om ze in de verfkulp te plaatsen.

opgenomen, dat de verlangde kleur bereikt is.Nadat de verfbaas de kleur gemonsterd heeft, wordtde verfbak Bruit gehaald en naar de garenwasserijgebracht.

In deze afdeling wordt de wol gewassen, ge-droogd en gekeurd. Dit op kleur keuren geeft laterden klant de garantie, dat in Ben pak wol van Ben

verfpartij Been afwijking van kleur kan voorkomen.De goedgekeurde wol wordt naar de zgn.

haspelarij gebracht en daar in strengvorm opge-maakt van bepaald gewicht, 50 of 100 gram. Destrengen worden in knotvorm gebracht en eventueelvan Ben banderolle of hangetiket voorzien. Tienknotten worden tegelijk gebundeld en ingepakt.Deze wolpakken gaan naar het voorraadmagazijn,alwaar ze voor verzending gereed liggen.

18

Na zo het bedrijf Bens doorgewandeld te zijn,hebben we enig denkbeeld gekregen, hoeveelhanden in deze industrie werk vinden. Wanneermen bedenkt, dat jaarlijks voor ongeveer 10.000.000gulden aan wol voor handbreigarens verwerktwordt en de ingevoerde wollen handbreigarensmaar ca. 10 % van het gebruik hier in Nederlanduitmaken, dan moeten we wel tot de conclusiekomen, dat de Nederlandse industrie bij voldoendengrondstoffenvoorraad geheel in de behoefte vanhet Nederlandse publiek kan voorzien en met wolvan uitnemende kwaliteit. De fabrikante van deScheepjeswol zegt dan ook

„Zijt Gij op kwaliteit gesteld,Koop Scheepjeswol dan voor Uw geld."

Page 161: HOE MAAIKT MEN.2

ERENCONFECTIE

Het hele mensdom wordt door den confectie-fabrikant verdeeld in vakjes Haar dikte en lengte.Hij ziet vijf groepen: normale mensen; gezettemensen; dikke mensen; extra lange mensen en veelte korte mensen. Als men dan bovendien nog elkvan die groepen in vijf lengten onderverdeelt, danzijn al!en netjes in vakjes ingedeeld. Wat iemandook in de maatschappij is, op het gebied der kle-ding is hij niet meet dan een „dikbuikig exemplaar"van de derde grootte of een „vlakbuikig" voorbeeldvan de eerste grootte.

Dit moet men wel in het oog houden: het is degrondslag voor de confectie-industrie. Het verklaarthoe het mogelijk is, dat ieder, die een confectiezaak

binnengaat, daar een pak vindt, dat hem--7 precies past.

Dat de confectiekleding bij Naar in-........„ trede in ons land met gejuich werd be-

'Jgroet, mag overdreven heten. Schoenen,asbakken, hoeden . . . . van alles werd inmassa gemaakt en goed gemaakt, maarer was aanvankelijk een vreemde sch roomom aan kleding te geloven, die zomaarwerd vervaardigd, zonder dat de toe-komstige drager of draagster zêlf den lapstof had zien groeien tot een costuum.

Ook dat veranderde. In een tijd, waar-1 Bendien's Confectiefabnek le Ain-tele,

Page 162: HOE MAAIKT MEN.2

2. Een stof wordt „als koek"doorgesneden.

in de auto's bij duizend tegelijk van den lopendenband komen, zonder dat er ooit een enkel schroefjemist, trekt men de voordelen van de massa-productiedoor tot alle gebieden van het leven.

Werk voor vele handen scheppen de rond 200confectiefabrieken en de bijna evenveel kleinereconfectiewerkplaatsen, die ons land op het ogenbliktelt. Daaronder zijn dan nog niet eens begrepen:de brei- en tricotinstallaties, die fleurige jurken,rokken en kousen bij duizenden afleveren. Dezefabrieken maken Nederland op het gebied vanconfectie bijna geheel onafhankelijk van het buiten-land. Zij geven tevens arbeid aan meer dan vijfen twintig duizend arbeiders en arbeidsters: datis dus de bevolking van een kleine Nederlandsestad. Dertien duizend naaimachines snorren dag aandag in de confectie-fabrieken en meer dan vierduizend paardekrachten zijn nodig, om al diemachines aan te drijven. De confectie-industriegeeft werk in vele delen van het land. Confectiewordt hoofdzakelijk gemaakt in Amsterdam, Rotter-dam, Groningen en Twente en bij een 100-tal overbet land verspreide ondernemingen. In Noord-Brabant en Limburg wordt bovendien veel trico-tage-confectie gemaakt.

Wij zullen thans proberen iets meer van dezenmerkwaardigen bedrijfstak aan den weet te komenen wij vragen daarvoor belet bij een van de bestuitgeruste confectiefabrieken van het Europesevasteland: de fabriek van Bendien in Almelo(zie afb. 1).

Bendien maakt herenkleding en vakkleding. Deherenkleding werd beroemd onder den naam„Oxford". De vakkleding is bij monteurs, lassers,timmerlui, smeden, kappers, stagers, boeren, labo-ranten en tallthe andere werkersgroepen bekendals „Beva-kleding".

Twee honderd paar handen werken er soursaan een pak; dat is wet het meest treffende feit,

20

Page 163: HOE MAAIKT MEN.2

3. In de snijkamer.

21 dat ons opvalt op onzen rondgang door defabriek van Bendien. De leek, die gehoord heeft,dat een aantal pakken tegelijk volgens een vastenstandaard worden gemaakt, zou vermoeden, dateen enkele arbeider in zijn eentje minstenstwintig pakken tegelijk maakt. In de werkelijkheidwerken aan een pak twee honderd mensen enminstens vijftig verschillende machines en personenlAan een enkele Oxford-jas zijn 199 coupeurs,kleermaaksters en persers te pas gekomen.

Wij zullen den arbeidsgang in dit voorbeeldigeNederlandse bedrijf thans op den voet trachten tevolgen en wij beginnen dan bij het begin. Dat beginis de meesterlijke kleermakers-staf, die de aller-nieuwste modellen ontwerpt. Bij de fabriek meldenzich ieder seizoen de vertegenwoordigers van destoffenindustrie, de mooiste stalen worden uitge-kozen en dan is het woord aan het publiek. Ben-dien's reizigers gaan met modellen en stalen hetland door, zonder dat er nog een enkel confectie-pak wordt gemaakt. Eerst ais de winkelier, op grondvan den smack van hun publiek, hebben besteld,worden de stoffen ingekocht.

Wanneer dan het bestelde begint binnen tevloeien, gaat een afdeling van Bendien aan hetcombineren: er zijn in totaal zoveel stuks van maatvijftig en zoveel stuks van . 2 ndere grootten besteld.Alle pakken van dezelfde maat worden nu bij

veertig of vijftig tegelijk gesneden.Daartoe heeft de coupeurafdeling

een nauwkeurige tekening gemaakt vanalle onderdelen, mouwen, revers, voor-en achterpanden, enz. en al die onder-delen zijn zodanig in elkander ge-schoven en gepast, dat zij zo voordeligmogelijk uit een lap stof gaan. Vandeze oorspronkelijke tekeningen wor-den zgn. schablonen gemaakt doormiddel van een machine, die het meestop een naaimachine lijkt, Deze machinenaait echter niet. Zij prikt gaatjes in

Page 164: HOE MAAIKT MEN.2

een groot vel papier. Zij tekent het patroon na metlijnen, die uit gaatjes bestaan. Deze gaatjes-copienwordt nu boven op een stapel stoffen gelegd. Eendons met krijt gaat erover heen en als de schabloonweer wordt weggenomen, staat op den bovenstenlap stof het pafroon in een duidelijke, gestippeldekrijtlijn aangegeven. De stapel stoffen gaat nu naarde snijmachine, een snort snellopende mechanischefiguurzaag. Alleen heeft de zaag geen tandjes, maareen vlijmscherpen snijkant. Zij volgt de gestippeldekrijtlijn (zie afb. 2) en gaat door de stapel stoffenheen, met dezelfde soepelheid en snelheid, waar-mee U Uw vinger door het water haalt.

In de fabriek staat een lange reeks van die snij-machines (zie afb. 3). De meeste herinneren aande figuurzaag, andere werken met een cirkelvormigmes, zoals de snijmachine van den stager. Alleenstaat in een confectie-fabriek de snijmachine nietvast; zij is klein en handig en kan over de stof heenen weer worden bewogen.

Onder de ontzaglijke snijkamer, die kledingvoor hele dorpen tegelijk per week uitsnijdt,strekken zich de nog veel imposantere naaizalen uit(zie afb. 4).

De lopende band is het hart van de naaizalen enals U ooit lets niet hebt zien lopen, dan is het delopende band. Zij beweegt zich niet veel speller dande grote wijzer van een klok. Alleen als wij eenwijle niet op den band gelet hebben,bemerken wij daarna, dat zij zowaartoch is opgeschoten.

Aan het begin van den band zit deuitgeeftafel. Daar worden de gesnedenonderdelen gesorteerd en de band be-weegt zich voort en brengt alles naarde naaisters, perswerksters, enz. Zijndeze klaar met haar moues, haar reversof haar zijzak, dan plaatsen zij dit weerop den band en het wonderlijke is, dat '-de band, alsof zij met menselijke ge-

22

4. Een naalzaal met verschIllende lopende banden.

Page 165: HOE MAAIKT MEN.2

5. De naaister aan haar werk.

23 dachten was begaafd, eerst den, niet eerder enniet later een nieuwe moues, een nieuwe rever, eennieuwen zijzak aan de naaister heeft toegevoerd.

De band is namelijk wat men noemt „uitgere-kend". Haar beweging past zich precies aan bij dentijd, dien de naaister en haar machine nodig hebben(zie afb. 5). Er wordt niet gehaast en er kan nietworden geluierd. leder krijgt den tijd, waarin eennormaal levenslustig meisje, dat af en toe eens witzingen en babbelen onder den arbeid door, haarspeciale werk tot in alle kleinigheden kan afdoen.

Naarmate wij verder den band langs lopen, zienwij de pakken groeien en aan het einde is slechtseen allerlaatste persing nodig, om een herenpak ofeen „overall" af to leveren, die zó van de nieuwsteen beste modeplaat zijn weggelopen en hun dragersjaren van plezier zullen geven.

„Denkende machines" treft men Kier aan: welis-waar kunnen wij niet alle machines bespreken, dielangs den band worden bedient, maar enkeledwingen ons haast tot stilstaan. Daar is bijv. dekromnaaldmachine. Zij naait het binnenwerk vaneen rever tegen de stof van de revers, maar zij stiktnooit door de stof heen. De naald dringt slechtsdoor tot aan de halve dikte van de stof en keert danweer terug! Buiten op de revers is niets van hetstiksel to zien! Merkwaardig zijn ook de knoops-

gaten-machines. Zij lijken het meestop kleine postzegelmachines of kleinekasregisters en zij leveren iederezes seconden een feilloos afgewerktknoopsgat.

in de afdeling werkkleding treffenwij drienaaldsmachines aan, die zó snellopen, dat de naalden met lucht wor-den gekoeld om den draad niet tolaten schroeien. Bijna alle Beva-werk-kleding heeft driemaal gestikte naden,het toppunt van hechtheid. De drie-naaldsmachine stikt de drie naden

Page 166: HOE MAAIKT MEN.2

6. Het transporteren der kleclingin de fabriek.

tegelijk. De Brie stiksels liggen overal precies even-wijdig en ook dat is weer een grote soliditeitsfactor.

Af en toe wordt de rij kleermakersmachinesonderbroken door een mechanische kleermakers-pers. TerwijI het pak wordt gemaakt, wordt succes-sievelijk ook geperst. Er zijn persen bij, zoals depers voor de revers, die met een hogen drukwerken, namelijk vier atmosferen. Zou iemand zijnhand onder zo'n pers leggen, dan bleef er van diehand weinig meer over dan een dunne briefkaart.Tegenover dat gevaar zijn speciale en afdoendeveiligheidsmaatregelen genomen. De pers kanslechts werken, wanneer de arbeiders met tweehanden twee knoppen indrukt, veilig buiten hetbereik van de neerdalende persplaat gelegen. Zo-dra een enkele knop wordt losgelaten, stopt hethele mechanisme als bij toverslag I

Deze veiligheidsmaatregelen toner, hoe bij eenfabriek als Bendien de zorg voor het personeel devoile aandacht heeft. Deze zorg begint al, voor dearbeidster, die in dienst treedt, voor het eerst haarplaatsje aan den band opzoekt. Zij wordt eerstdegelijk opgeleid in een speciale vakschool. Zijwordt niet klakkeloos aan het werk gezet, maar opde school wordt onderzocht, in Welke richting haargeschiktheid ligt, zodat zij pleizier in haar werkzal hebben, goed mee kan en geen taak krijgt, diehaar straks den arbeidslust ontneemt.

Doelmatigheid bij de fabricage, goed opgeleidpersoneel, dat volledig voor zijn taak is berekend,vakkennis van den eersten rang ..... dat zijn defactoren, die dit Almelose bedrijf op een zo voor-aanstaande plaats brachten.

Een confectiefabriek, zoals die van Bendien, isnog in een tweede opzicht belangrijk. Zij verschaftniet alleen werk aan haar eigen arbeiders, maarook aan talloze arbeiders in de Tilburgse stoffen-industrie. ZO brengt de confectie welvaart tot vérbuiten haar eigen kring.

24

Page 167: HOE MAAIKT MEN.2

ERENHOEDEN

1. Het afha1en van het vittvan den koperen kegel.

Wist U, dat de hoed, waarmede een Neer zozwierig zwaait, als er een kennis voorbijgaat, isvoortgekomen uit een handvol donsachtig bont?En dat het begin van een haarvilten hoed door deduinen of akkers rondhuppelt? Hoe dit mogelijkis en hoe onze Nederlandse industrie het klaar-speelt, van dat bont een keurig hoofddeksel to voor-schijn to roepen, zullen wij hier behandelen.

De leverancier van de voornaamste grondstofvoor haarvilten hoeden (over hoeden van wolviltzullen wij het hier niet hebben) vormen n.l. konijnen,hazen en bevers. Uit het buitenland worth hun haarhierheen gevoerd: Schotland, Frankrijk en Australie;HI!,

1 i i , leveren konijnenhaar ; Frankrijk en DuitslandI 1111i i hazenhaar en Zuid-Amerika het haar van bevers,

ook wel nutria's genaamd. Van dat haar kan alleenhet zachte, donzige onderhaar, voornamelijk datvan den rug gebruikt worden. De lange en stijvebovenharen bezitten n.l. geen vilteigenschappen enzijn ook zeer moeilijk to verven.

Nu worden de haren aan een zorgvuldig zuive-ringsproces onderworpen, want dat is een eerstevereiste voor het bereiken van een goed resultaat.De grondstof moet worden ontdaan van stof, vuil-deeltjes, van onbruikbare lange haren, enz.

Dat zuiveren gaat machinaal en wel als volgt:

Page 168: HOE MAAIKT MEN.2

26Men doet de massa in een aantal snel ronddraaiendecylinders, waardoor de haren in voortdurend dwarre-lende beweging komen. De fijne bruikbare harenwaaien naar boven en de zwaardere onbruikbareharen en onzuiverheden zakken op den bodem.Deze bewerking herhaalt men zolang, tot het doelbereikt is.

Het komt er dan op aan van die losse haartjesde samenhangende stevige stof, waaruit de hoedmoet worden gemaakt, to vervaardigen. Men noemtdit het „bind"-proces. Een afgewogen hoeveelheidvan dit gezuiverde haar (± 90 of 100 gram, naargelang de zwaarte van den to maken hoed) wordtin een grote kuip, die van boven afgesloten wordt,gebracht. Binnen in deze kuip draait voortdurendeen ring, waarop, met de punt naar boven, eenhollen kegel wordt geplaatst. In den wand van dezenkegel zitten zeer vele kleine openingen. Onderdezen kegel wordt de lucht met kracht weggezogen,waardoor het in den kegel gedane haar naar dengeperforeerden wand wordt getrokken.

Doordat de kegel tevens ronddraait, zetten dehaartjes zich in een gelijkmatig laagje op denbuitenwand van den kegel af. Dit laagje vormtal een geheel, doordat de afzonderlijke haartjesmicroscopisch kleine weerhaakjes hebben, die zichgedurende het boven beschreven proces aan elkaarvasthaken. Maar erg sterk is deze stof nog niet.lets meer stevigheid worth echter reeds verkregen,doordat men nu een sterke straal kokend waterop het vilt richt.

Nu wordt de hoed-in-wording uit den kegelgelicht (zie afb. 1) en van het overtollige waterontdaan. Hij ziet er uit als op het bovenste plaatjein afb. 2. Maar die viltkegel is ± 70 cm hoog; dusmeer dan driemaal zo hoog als een normale hoed)Maar dat is met opzet, want nu gaat men den vilt-kegel op kunstige wijze zodanig bewerken, dat hijinderdaad driemaal zo klein wordt. Gij begrijpt,dat daardoor meteen het vilt in dikte en stevigheid

2. De kegel tl idens de verschillende phassentoeneemt. van het krimpproces.

Page 169: HOE MAAIKT MEN.2

27

3. Het begin van bol en randis aangebracht.

Om te beginnen wordt de stof tussen schuivendeen draaiende persen bewerkt, alleen en uitsluitendmet het doel de weerhaakjes, waarvan wij reedsspraken, nog beter in elkaar te doen haken. En danbegint in een reeks zeer uiteenlopende machineshet krimpproces. In met een chemische stof aan-gezuurd warm water wordt de viltkegel in allerichtingen gekneed, geplet en geperst totdat hetvilt er uit ziet als de onderste kegel in afb. 2 ende grootte heeft, Welke nodig is om er een hoedvan te vormen.

Deze viltkegel wordt nu nog verder versterktdoor hem te doordrenken met een oplossing vanschellak, andere chemische stoffen en heet water,waarna hij in de ververij komt om de verlangdekleur te ontvangen. Dit is een afdeling van defabriek, die slechts door zeer betrouwbaar perso-neel betreden mag worden en die voor buiten-staanders hermetisch gesloten blijft. Het samen-stellen van de kleurstoffen en het mengen derkleuren is n.l. een fabrieksgeheim, dat van waderop noon overgaat.

Al heeft de vilten kegel nu ook een mooie kleurgekregen, toch beantwoordt hij nog lang niet aande eisen, die men aan een hoed kan stellen.

Het model is er nog niet in. Een haarvilthoeden-fabriek Kier te lande, de N.V. Nederlandse Hoeden-fabriek NeHoeFa te Bussum, zorgt er echtervoor, dat er een mooie hoed uit ontstaat. Ineen zgn. kopuitstootmachine wordt de punt vanden viltkegel zodanig gerekt, dat er een snort bolinkomt. Om dit goed te kunnen doen weekt menhet vilt vooraf in heet water, zodat het goed vorm-baar wordt. Tevens rekt men den onderkant uit ineen randbreekmachine, waardoor een begin vaneen rand ontstaat (zie afb. 3).

Het viltoppervlak van den bol is nog betrekkelijkruw en onregelmatig. Met zeer fijn schuurpapierwordt het glad en effen geschuurd, waarna onderden hogen druk van een krachtige pers de bol zo

Page 170: HOE MAAIKT MEN.2

stevig in het model wordt geperst, dat de hoed dielater steeds behoudt.

Dan komt de rand aan de beurt. Om Bien tepersen gebruikt men wel een zeer eigenaardighulpmiddel, n.i. zakken met fijn grint en zand.

Die zandzakken, die gemiddeld 35 kg wegen,verwarmt men eerst door en door, waarna men zeruim een kwartier op de, om een houten vormgepersten rand last drukken (zie afb. 4). Doordatdie zak slap gevuld is, sluit zij prachtig aan omden rand.

Nu is de hoed eindelijk zover gereed, dat wijtoe zijn aan de laatste bewerking : de garnering.Rappe meisjeshanden zetten het lint om de hoeden,andere bevestigen de voering, weer andere zorgenvoor het leer, enz. Op de voering en het leer heeftde drukkerij-afdeling van de fabriek tevo.ren heteigen merk „Zephyr" of „Staalmeester" en dennaam van den winkelier, die den hoed bij de fabriekbestelde, gedrukt.

Een nabewerking, bestaande uit een rond-draaiende beweging met warme lappen, zorgt ervoor, dat de hoed zijn mooie glans en aanzienkrijgt. De schellak n.I., waarin de kegel vroegerwas gedrenkt, wordt daardoor zacht, waardoor allehaartjes nog eens flink in de richting van de draaiingworden vastgeplet.

Na een totaal van niet minder dan 58 bewer-kingen is de hoed nu voor aflevering gereed.

Als gij dit alles ziet, denkt gij misschien aande bekende truc van den goochelaar, die uit eenhoed een konijntje weet te halen. Wordt dit kunst-stuk eigenlijk niet nog overtroffen door den fabri-kant, die voor Uw verbaasde ogen een hoed uiteen konijntje te voorschijn tovert?

Zo ontstaan dus de merken „Staalmeester" en„Zephyr", prachtige hoeden van zuiver haarvilten . . . . in eigen land vervaardigd; producten vande N.V. Nederlandsche Hoedenfabriek NeHoeFate Bussum.

4, Onder den druk van hete zandzakkenwordt de rand geperst.

28

Page 171: HOE MAAIKT MEN.2

1. De cellulosevellen worden gedrenkt.

De bedrijfsleider van een onzer grate kunst-zijdefabrieken vertelt ons lets over het wordings-proces der kunstzijde:

Als mij gevraagd wort to vertellen, hoe kunst-zijde, die ik lever — volgens internationaal gebruik— „rayon" noem, wort gemaakt, dan wil ik be-innen met er op to wizen men in de eersteg

lettergreep van het woord vooral niet moet lezen,datkunstzijde maar een minderwaardig vervan-gingsmiddel van echte zijde is. Men is geneigd toen en dat het natuurlijke product onfeilbaar is en

dat dus het „kunst"product vanzelf daarbij moetten ac ter staan. Toch is dat niet zo. Denk maareens aan de ens van hetfotografietoestel. kanverzekeren, datgij niet met genoegen naar Uwkiekjes zoudt kijken, indien de ens van het toesteleven feilbaar was als het menselijk oog. De kleur-stoffen, welke vroeger uit de indigo van Java en decochenilleluis uit de West werden bereid, zi j r thanseheel verdrongen door de anilineverfstoffen. Deg

fouten, welke het natuurproduct — dat us langniet zonder fouten is — aan even worden ver-me en an ere goede eigenschappen worden eraan toegevoegd. Zo is het ook met de kunstzijde.Als de textielfabrikant aan de kunstzijdespinnerij eenbestelling geeft van een garen van bepaalde soort,krijgt hij een garen, dat op alle plaatsen even dik

Page 172: HOE MAAIKT MEN.2

\ A2. Gedeelte van een spinmachine.

of dun en even sterk is. En bovendien hij kan ger-lei dikten opgeven. Kom daar eens bij de zijde-rups omi

Nu gaan wij een kijkje nemen in een der Neder-landse kunstzijdefabrieken, nl. in de N.V. Kunst-zijdespinnerij NYMA to Nijmegen, aan de Waal.Men kan, als men goed kijkt, reeds vanuit dentrein de uitgestrekte fabrieksgebouwen stroom-afwaarts duidelijk onderscheiden. Het is die fabriekmet Bien enen schoorsteen, waarop NYMA staat,en een stompe, dikke toren daarnaast.

Waarvan wordt nu kunstzijde gemaakt? Uit cellu-lose, de bouwstof van het plantenlichaam, bestaandeuit koolstof, waterstof en zuurstof. De goede kwali-teit cellulose wordt in Scandinavie, Canada en deVerenigde Staten uit een bepaalde dennensoortgemaakt. In de pakhuizen van de NYMA liggenduizenden balen cellulose opgestapeld. Die grotevrachten komen direct van Rotterdam hier voor denwal. De cellulose ziet er uit als vellen mooi witkarton. Uit deze vellen wordt dus de kunstzijdegemaakt. De cellulose moet derhalve wordenomgezet in een anderen vorm. Dat kan alleen ge-beuren met behulp van verschillende chemicalien,welke ten doel hebben die stijve kartonvellen toteen pap to maken, waaruit de Braden kunnenworden gesponnen. Deze pap noemt men „vis-cose", Welk woord men letterlijk door „stroop" kanvertalen.

Hoe wordt deze stroop gemaakt? De cellulose-vellen worden een paar uur in een bad met eenchemische stof, natronloog, gedrenkt (zie afb. 1),opdat de cellulose door en door week wordt en deonbruikbare afvalstoffen, welke er in zitten, oplossen.Dan wordt de natronloog afgeperst en met deafvalstoffen verwijderd; de geweekte cellulosevellenlaat men in een groten maalmolen vallen. Daarinworden ze enige uren lang verkruimeld, tot ze eruitzien als sneeuwvlokken. Deze worden in bakken

30

Page 173: HOE MAAIKT MEN.2

3. De spindop (sterk vergroot).

31 naar de rijpkamer gebracht. Zoals de naam reedsaanduidt, rijpt daar de cellulose, Welke, na de toe-voeging van natronloog, den naam alkalicelluloseverkregen heeft. Als de alkalicellulose pas ver-kruimeld is, zitten de moleculen (de kleine deeltjes,waaruit stoffen zijn opgebouwd) nog to dicht opelkaar, dan dat er reeds een goed papje uit ge-maakt zou kunnen worden. Door het rijpings-proces, dus door verloop van tijd (meestal Briedagen) en temperatuur tezamen, gaan de moleculenechter losser zitten.

Vervolgens komt de gerijpte alkalicellulose in eenmolen (vacuumxanthogenaatmachine), om ondertoevoeging van natronloog en een andere chemi-sche stof (zwavelkoolstof) tot pap gemalen toworden. Na enige uren mengen ontstaat een geel-blonde stroop, de viscose.

De viscose kan echter nog niet dadelijk tot kunst-zijde worden versponnen. Zij komt nu in een ruimte,waarin evenals in de rijpkamer, een bepaalde tem-peratuur nauwkeurig wordt aangehouden, opdat destroopachtigheid (viscositeit) van de viscose zodanigwordt als noodzakelijk is voor een goede verspin-ning. Ook hier wordt door tijdsduur en temperatuursamengewerkt, en wet om de juiste viscositeit toverkrijgen. Verder wordt de viscose, om ze to fil-treren, door doeken, waarin de vaste deeltjesachterblijven, heengeperst. In den viscosekelderblijft de viscose weer ongeveer 3 dagen, zodat erreeds een week verlopen is, voordat wij eindelijkkunnen gaan spinnen. Door buizen, waarin de vis-cose op vaste temperatuur wordt gehouden (wantde geringste verandering van temperatuur wijzigt deeigenschappen er van), wordt zij nu naar de spin-nerij geleid.

De naam van deze afdeling duidt reeds aan, wathier gebeurt: de viscose wordt er tot draden ge-sponnen. Wij zien in de NYMA-spinnerij dan ookvele rijen spinmachines opgesteid. Zulk een spin-

Page 174: HOE MAAIKT MEN.2

machine (zie afb. 2) is een wonder van techniek;wij zullen er dan ook even !anger bij stilstaan.

Onder in de spinmachine, welke 20 tot 30meter lang is, zien wij een goot, waarin eentroebele vloeistof, het spinbad, hoofdzakelijk uitzwavelzuur bestaande. Ongeveer een meter daar-boven bevindt zich een Lange rij spoelen, welkesnel ronddraaien. Onder aan de goot bevindt zicheen viscoseleiding. Even zo vele spoelen als er zichboven in de spinmachine bevinden, even zo vele(glazen) zijtakken leiden de viscose van de hoofd-leiding naar het spinbad. Deze buisjes eindigenonder in de spingoot — dus onzichtbaar door hettroebele spinbad — met een spindop (zie afi. 3). Despindoppen zijn op de buisjes geschroefd enkunnen dus verwisseld worden. Het zijn vinger-hoedjes (om tegen het zwavelzuur van het spinbadbestand to zijn, moeten ze van goud of plating ge-maakt zijn) met heel kleine gaatjes, waardoor deviscose in het spinbad worth geperst. De doorsnedevan elk gaatje is 0.08 mm; daarom moest de viscoseeerst zo goed gefiltreerd worden, anders zoudenimmers deze gaatjes dadelijk ve'rstoppen. Wat ge-beurt er nu? Als men een rauw ei laat vallen inwater met wat azijn, stolt onmiddellijk het ei. Datvloeibare ei wordt stiff, of, zoals de scheikundigenzeggen: het coaguleert. Evenzo stolt de viscose inhet zure spinbad (zie afb. 4). Men pakt nu die ge-coaguleerde viscose met den vinger beet en Windtze om de draaiende spoel daarboven. Die spoelwikkelt dus den draad op, welke onder in het spin-bad bij den spindop ontstaat. Hier zien wij dus degeboorte van het kunstzijdegaren! (zie afb. 5).

In het begin van mijn verhaal heb ik er al opgewezen, dat de kunstzijdefabrikant, in tegenstellingmet de zijderups, kunstzijde in allerlei soorten kanmaken. Pompt de spinner rrieer viscose naar denspindop, dan wordt er een dikker garen gesponnenen omgekeerd. Doch er is meer. Want, schroeft de

32

4. BUJ het verlaten van den spindopcoaguleert de viscose.

Page 175: HOE MAAIKT MEN.2

5. Het spinnen.a. spinpomp.b. spinbad met zwavelzuur.c. spindop.d. bundel dunne draadjes.e. draasende spoel.

33 spinner een spindop met 60 gaatjes op, dan komener driemaal zoveel draadjes uit, als wanneer hij eenspindop met slechts 20 gaatjes gebruikt . Ook opdeze wijze kan de NYMA dus variatie in haar pro-ductbrengen.

Uit den spindop won 20 of 30 of 40 enz. heelfijne draadjes filamenten evenwijdig aan elkaardoor de draaiende spinspoelen omhooggetrokkenen opgewonden. Zijn de spinspoelen vol gelopen,

an wordt de spinmachine stopgezet. Nu moeten ernog due in en gebeuren:

1 om de cellulose uit den oorspronkelijken vormtot draden to kunnen omvormen, moesten erchemicaliên aan warden toegevoegd. Dezezitten nog in het garen, dat dan oak geel is.Door wassen met andere chemische stoffenwarden zij er uit verwijderd, tot het garen moorwit is.

2. de 20, 30, 40 enz. filamenten, welke evenwijdigop de spinspoel gewikkeld werden, moetennu nog dooreengedraaid, „getwijnd", wardenom tot een enkel garen to komen. Dan is hetgaren gereed, maar

3. het moet dan nog in den door den textielfabri-kantgewensten „opmaak" warden gebracht.Meestal is dit in den vorm van eenkegelvor-mien klos, cone genaamd (zie afb. 6), maaroak we l als streng en in verschillende anderevormen.

Ten slotte wil ik er op wijzen, dat het garen eenprachtigen glans bezit, dock dat deze door bij-voeging van een matteringsmiddel gedempt kanworden.

Nu wij aan het einde van het lange en moeilijkefabricageproces zijn gekomen, wil ik U toch nogeven met een woord kennis laten maken, dat telkensgebruikt wordt door ieder, die met kunstzijde inaanraking komt: het woord „denier". Het denier

Page 176: HOE MAAIKT MEN.2

11 .'1 tf‘

i"

0,ctr N v,\/.1?'

6. Kunstzijde op cone.

geeft aan, hoeveel gram 9000 meter van een be-paald garen wegen. Als 9000 meter 150 gramwegen, hebben wij kunstzijde van 150 denier voorons. De omtrek van de aarde is 40.000 km. Ruim4400 x 150 gram = 660 kilo van zulk een garenzou reeds voldoende zijn om er de aarde mede teomspannen. Maar 660 kilo kunstzijde is voor deNYMA een peulschilletje. Op een enkelen dagmaakt ze wel 15 maal zoveell Maar als gij nu nogbedenkt, dat 150 denier al een dik garen is, en datmen van 50 denier maar 220 kilo zou nodighebben, om eenmaal om de aarde te spannen, dankunt ge U eerder een voorstelling maken van deontzaglijke massa's garen, welke de NYMA dage-lijks verlaten. Maar daarvoor moet dan ook heelwat werk warden verzet door de duizend employe'sen arbeiders, die op de NYMA hun brood ver-dienen.

Deze duizenden kilo's garen gaan naar de ver-werkende industrieën in -Nederland en naar bijnaalle landen van de wereld. Die verwerkende in-dustrieên zijn hoofdzakelijk de weverijen, de trico-tage- en de kousenfabrieken. Als mijn nichtje, aldusde bedrijfsleider, mij weleens vroeg, of `ik geenkousen voor haar kon medebrengen, moest ik dusaltijd antwoorden: „Lief kind, dat is gesnater; wijmaken slechts de garens, o.a. voor de kousenfabri-kanten n . Nu weet ze het beter, en de aandachtigetoehoorder ook.

Er is dus schier geen land of de NYMAgarens zijner bekend. En terecht, want zij zijn een product vanNederlands kunnen en van echt-Nederlandsenondernemingsgeest, en dit weerspiegelt zich in deuitstekende reputatie, welke dit product in zijnweceicivermaardheid overal genie'. Vergeet dusnooit het merk met den dikken stompen toren (zieafb. 6). Dat kenmerkt immers het product van deKunstzijdespinnerij NYMA te Nijmegen, zo ein-digde deze vakman zijn betoog.

34

Page 177: HOE MAAIKT MEN.2

OFFERS

Zoveel reizigers — zoveel koffers ! En nog meerzelfs ....

Een blik in een trein, een bus of een auto toont,welk een onontbeertlijk gezelschap op grote enkleine reizen de koffer is. Daar meestal aan degewoonste zaken, de minste aandacht wordt ge-schonken, willen wij U verklaren, hoe zulk eenkoffer ontstaat. Over zijn voorgeschiedenis zullenwij hier niet uitwijden, wij zullen nu slechts eenbabbeltje houden over den „modernen n koffer, dedraagbare bergruimte voor den reiziger in detwintigste eeuw.

Wel wordt van dezen koffer verlangd, eigenlijkzelfs tegenstrijdigheden, want een ieder verlangteen koffer, die

ficht is ..... en toch stevig.elegant .... en toch goedkoop,ruim ...... en toch klein.

In 1933 kwam in de Nederlandse kofferindustrieeen grote verandering tot stand, toen in Amsterdam,aan den overkant van het IJ, de kofferfabriek Hol-land N.V. werd opgericht. Het bleek al spoedig uitde grote vraag, dat een koffer van NederlandsFabrikaat aan een bijzondere behoefte voldeed. Deleiding van de fabriek had echter aanvankelijk met

Page 178: HOE MAAIKT MEN.2

2. Buigmachines.

3. Nietmachine.

moeilijkheden to kampen, daar zij er van het beginaf aan Haar streefde, zoveel mogelijk, binnenlandsematerialen to verwerken. En er zijn heel wat bij-artikelen voor de vervaardiging van koffers nodigWij noemen slechts: sloten, scharnieren, sleutels,handvaten, hoeken, dekselhouders, vele soortennieten, nagels, houten ramen, enz. Rest nog devraag, uit welk materiaal de koffer zelf wordtgemaakt I

36

De twee, reeds genoemde tegenstellingen —„licht maar stevig n en „elegant maar goedkoopn —hadden tot gevolg, dat het meestgebruikte materiaalniet leer is, doch zgn. imitatie-fiber, een langschemischen weg bereide, van lederachtige nervenvoorziene en geverfde cartonsoort. Dit materiaalwordt in een grote fabriek in het Noorden deslands vervaardigd.

Een duurdere kwaliteit is vulcan-fiber, een uithet buitenland komende plantenvezelmassa, die inzinkchloride wordt gedrenkt. Koffers uit dit mate-riaal hebben een nog langeren levensduur.

Deze materialen, die in grote platen aan deKofferfabriek worden geleverd, komen eerst in desnijzaal, waar door bijzondere, tot op een mm.nauwkeurig werkende snijmachines de voor denkoffer benodigde stukken worden gesneden, enwet bodem, deksel en zijstukken tegelijk (zie afb. 1).De electrisch gedreven snijmachines hebben eenhoge capaciteit: ze kunnen per uur van een maateen 200 tot 300 koffers snijden.

Nu staan zgn. stanzmachines gereed, om van deop maat verwerkte stukken fiber de hoeken en deplaatsen, waarin later de sloten komen, af to slaan.

Nog zijn alle delen van den koffer in wording plat,maar nu, in de buigmachines, worden de zijvlakkenomgebogen, waardoor ze overeind gaan staan (zieafb. 2). De buigmachine is gecombineerd met eenverwarmingsinstallatie. Daarin wordt het materiaaltijdens het buigproces dusdanig verwarmd, dat hetafschilveren en afbreken van de celluloselak, waar-

.

Page 179: HOE MAAIKT MEN.2

37

4. Kleefmachine.

5. Verzending.

mee de oppervlakte van de fiberplaten is bedekt,onmogelijk wordt.

Vervolgens doet de nietmachine haar werk: dezijkanten warden aan elkander bevestigd doormetalenpennetjes (nietjes genaamd) en hiermeeheeft de koffer zijn ruwen vorm gekregen.

Het derdebeginsel — „licht maar stevig n —schept nog de volgende eisen: de koffer moet zijnopgewassen teen ruwe behandeling en eenzwaren inhoud kunnen torsen. Ook hieraan wordtvoldaan en we l door de koffers aan den binnenkantvan twee houten ramen te voorzien, een in denbodem en een in het deksel. In een speciale hout-bewerkingsafdeling van de Kofferfabriek Hollandworden deze ramen vervaardigd en door middelvan een zgn. zwaluwstaartenmachine stevig inelkaargezet. Het raam van het deksel wordt boven-dien nog voorzien van een naar buiten omgebogenmetalen rand, dit terbescherming van den inhoudteen re en en andere schadelijke invioeden. Terver ere versteviging van den koffer treedt nogmaalsde nietmachine in werking nl. om versterkte hoeken, aan tebrengen (zie afb. 3). Hierna warden kofferen deksel door metalen scharnieren verbonden.Als dan het an vat is aangebracht, wat begijpe-lijkerwijze op zeer stevige wijze moet geschieden,wordt de koffergevoerd. Het is een aardig gezichtte zien, hoehandige meisjes de op maat gesnedenen vanlijm voorziene stroken, die op een lopendenband naar haar toe omen snel en correct in den, koffer plakken (afb. 4). Na een nauwkeurige con-tràle is de koffer voorlevering gereed (afb. 5).

De Kofferfab-riek Holland maakt echter behalvede eenvoudige handkoffers ook nog verschillendeandere soorten koffers voor speciale doeleinden,als weekeind-koffers, japonkoffers, recrutenkoffersen speciale lederen koffers.

Het zou te ver voeren dit alles te vertellen; delezer heeft nu een beknopt beeld van dezen zobelangwekkenden tak van bedrijf.

Page 180: HOE MAAIKT MEN.2

--- _<----"---1,–1. Een neri-persmachine.

EDERWAREN

Een praatje over leder en lederwaren.

Er zijn in ons land sommige takken van bedrijf,die van oudsher werden beoefend, maar andere,wier ontstaan pas uit den laatsten tijd dateert. Eendergelijke tak van nijverheid, die de laatste jareneen sterken groei heeft doorgemaakt, is de leder-warenindustrie. ,

Aanvankelijk, toen men Kier te lande dames-tassen, een artikel, dat 40 jaren geleden nog vrijwelonbekend was, ging gebruiken, werden deze uithet buitenland ingevoerd. Maar ook de Neder-landse industrie nam deze fabricage ter hand enwilt, zoals op zo vele gebieden, een hoog peil tebereiken. De N.V. Leder- en LederwarenfabriekE. Wessels & Zoon te Utrecht is de eerste geweest,welke het aandurfcle om den concurrentiestrijd methet buitenland aan te gaan. Deze pioniersarbeidbleef niet onbeloond, want zij bleek ook anderentot Baden op te wekken, zodat er nu in Nederlandmeet Ban 40 lederwarenfabrikanten zijn, welkezich bezig houden met de vervaardiging van porte-monnaies, portefeuilles, kortom alle soorten kleinlederwerk, mappen, tassen, koffers, enz.

Page 181: HOE MAAIKT MEN.2

LAD LEDER_

LEDER MET XROKODILPERSING

ECHT KROKODIL LEDER_

n

LFDER WAARIN ZG MASTNERF IS GEPERST

39

2. Boven: Een huid in den vorm, waarinhet leer oorspronkeli j k gewonnen wordt.

Onder: Enkele voorbeeldenvan nerven in het leer.

Al deze artikelen worden vervaardigd van lederen imitatieleder in combinatie met verschillendeandere grondstoffen als voeringstoffen, beugels,sloten, enz., Welke laatste artikelen thans ook vooreen groot deel in eigen land worden vervaardigd.Over het leder zelf willen wij lets meer zeggen;want er is leder en leder. Zo verwerkt men bijv.voor portemonnaies, portefeuilles en damestassen,saffiaanleder (bereid van grotendeels uit Brits-Indieingevoerde geitenvellen), boxcalf (van kalfsvellen)en schapenleder. Maar voor de meer verfijndesmaken worden ook andere meer bijzonderesoorten als zeehonden-, slangen-, varkens- enkrokodillenleder verwerkt.

Voor actenmappen en boodschappentassen ge-bruikt men daarentegen voornamelijk het zwaar-dere rundleder. Want het rund is een van debelangrijkste „lederleveranciers". Als U zo'n Hot-landse koe in de weide ziet !open, kunt U zichwaarschijnlijk niet voorstellen, dat haar huid eenoppervlakte heeft van 5 tot 61/2 m 2 ? De koe isterecht wel eens „de onmisbare" genoemd, wantlevert zij ons niet melk, boter, hoorn voor knopen,e.d., vlees, lijm en gelatine, die uit de beenderenworden gewonnen, en dan het leder, waarover wijhet thans hebben? De meeste huiden vertonenbeschadigingen, ontstaan door prikkeldraadschram-men, wonden, wormgaatjes van de gevreesdehorzelvlieg enz. Dit doet weinig of aan de kwaliteit,maar wel is de huid daardoor van nature niet altijdeven mooi. Daarom perst men in het leer doormiddel van een gegraveerd koperen pleat eenkunstmatige nerf, die men bijv. op actentassen,damestassen, enz., ziet aangebracht. Dat is dus alsregel Been natuurlijke nerf, zoals gij misschien wetgedacht had.

Glad rundleder, d.w.z. leder zonder die kunst-matige nerf, is het monist, maar door de beschadi-

Page 182: HOE MAAIKT MEN.2

3. Een greep ult devele artikelen van Wessels.

gingen moeilijk to krijgen. Bij een partij van 100huiden zijn slechts enkele stuks, welke zo gaafzijn, dat deze voor glad rundleder gebruikt kunnenworden.

40

Uit het gelooide en geperste leer worden nuzorgvuldig de voor het maken der artikelen be-nodigde stukken gesneden of gestanzt. Dat is eenmoeilijk werk, dal door geoefende vakarbeidersmoet geschieden. leder, die zelf wel eens eencursus heeft gevolgd in lederbewerking weet, hoemoeilijk het is, het leder op de voordeligste wijzeto snijden, welke bezwaren zich voordoen om deranden van het leder uit to dunnen, waardoor hetgemakkelijker om to vouwen en to lijmen is; zelfshet aanbrengen van een drukknoop of slotje geeftvoor „amateurs" vaak onoverkomelijke moeilijk-heden.

Hier gaat dat alles veel sneller en precieser; metzekere hand worden de tassen en portefeuilles inelkaar gepiakt, genaaid en gemodelleerd; zo zietmen de prachtigste tassen en mappen tot standkomen.

Vanzelfsprekend beschikt men in een fabriekals die van Wessels over vele technische hulp-middelen en machines, die de arbeiders ten dienstestaan bij hun werk, maar desniettemin blijft delederwarenindustrie een moeilijke, maar mooie takvan nijverheid.

Page 183: HOE MAAIKT MEN.2

1. Enkele vlotte modellen.

EGENKLEDING

Nederland is een water an Niet alleen, dat weaan alle kanten door sloten plassen, meren en, zeeèn zijn omringd; ook uit de lucht valt op gezetteti' en een hoeveelheid water, die er wezen mag.

De strijd teen het bodemwater is zo oud als deg geschiedenis der Nederlanden. Onze historie is voivan springvloeden, dijkbreuken, inpoldering en be-maling. De drooglegging van de Zuiderzee is eenvan de root to overwinningen, die de mens op hetwater heeft behaaid.

De strijd tegen het hemelwater is van een veelrustier karakter geweest. Er zijn geen hoofd-artikelen aan gewijd en er zijn geen heldendadente ve

firmelden. En loch heeft iedereen er aan mee-

aan en dikwis meegeleden. Wie herinnert zicge hniet de oude ioden cape met kap? Wie kent nietde een of an ere grappige geschiedenis van eenparapluie? Wie heeft er eigenlijk geen regenjas ofmantel, zij het van gummi, van gabardine of van

regeImpneerde tweed?g Over den strijd to en het hemelwater willen wij

hier lets vertellen, over de geweldige Industrie, diedaaruit voortgekomen is: de regenkleding-confec-tie-industrie. Voor we daartoe overgaan, moeten

Page 184: HOE MAAIKT MEN.2

2. De stof wordt gesneden.

wij U echter een paar bijzonderheden vertellen uitde geschiedenis van de regenkleding.

In het begin van deze eeuw werd in Nederlanduitsluitend Engelse regenkleding verkocht. Dezejassen en mantels waren vervaardigd uit stof, diedoor een laag gummi waterdicht was gemaakt. Invele gevallen pasten die jassen en mantels echterniet, omdat de doorsnee Engelsman een stuk slankeris dan de gemiddelde Nederlander. Dus: de kleer-maker moest komen en de jas veranderen. Hetgevolg was, dat de jas ging lekken, want de kleer-maker werkte met de naald, terwijl een gummijasmoet worden geplakt.

In 1908 ging een der voormannen der Neder-landse Confectie Industrie naar Engeland om hetvakkundig vervaardigen en vooral het plakken van„gegummeerden stoffen to leren. Dat deze voor-man, de Heer J. N. Kattenburg, het vak goedgeleerd had, bleek uit het feit, dat reeds op 1 Jan.1909 de productie van Nederlandse regenkledingbegon en dat binnen zeer korten tijd deze Neder-landse artikelen werden uitgevoerd naar Scandi-navie, Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk,Spanje, Noord- en Zuid-Amerika, de kolonien entenslotte zelfs naar Engeland, het geboorteland vande regenjas.

In 1916 kwam ander leiding van dezeonderneming in het Noorden van Am-sterdam, vlak over het IJ, een moderneconfectiefabriek gereed, waar op hetogenblik 800 mensen werken en waarniets anders dan regenkleding wordt ver-vaardigd. Dit bedrijf heet: N.V. HollandiaFabrieken Kattenburg & Co., en daar,in het centrum van de Nederlandseregenkledingindustrie, (want hoewel ookelders in ons land regenkleding wordtvervaardigd, is Amsterdam het middel-

42

Page 185: HOE MAAIKT MEN.2

3. Het plakken der gummistoffen.

43 punt), willen we nu eens van dichtbij bekijken, hoeeen regenjas wordt gemaakt.

Nu moet U zich niet voorstellen, dat in zo'n be-drijf alleen maar gummi-jassen en -mantels wordengemaakt. Integendeel, de mode, die in alles watkleding betreft het laatste woord heeft, eiste al heelspoedig andere stoffen en zo ontstond er, naast deregenkleding uit met een laagje gummi bedektestoffen, een tweede afdeling, die jassen en mantelsmaakte uit waterdichte gabardine, „tweed'', zijde,kameelhaar enz. De afdeling „gummi" is op hetogenblik de kleinste in het bedrijf maar, omdat zij deoudste is, willen wij daar onze wandeling beginnen.

In het stoffenmagazijn komen de „gegummeerde''stoffen binnen. Dat kunnen zijn wollen, katoenen,zijden en kunstzijden stoffen, al naar de mode eist.

Zij hebben echter een ding gemeen n.l. dat zij aaneen zijde bedekt zijn met een laagje rubber. Ditlaagje is uiterst dun en even soepel als de stof zelf;het ligt als een filmpje over de stof en maakt dezevolkomen waterdicht.

Deze stoffen gaan, zodra ze verwerkt moetenworden, naar de afdeling „coupe", waar ze wordengesneden. Natuurlijk gebeurt dat niet stuk voorstuk, zoals de kleermaker dat doet, maar metgrote pakken tegelijk.

De „coupeur u legt een hele partijstof, waaruit dezelfde modellen gemaaktmoeten worden, op elkaar. Hij neemteen groot stuk karton, waarin het model,dat gesneden moet worden, door middelvan gaatjes is afgetekend. Nadat hij ditkarton op den stapel stoffen heeft ge-legd, strijkt hij er een laag poeder over.Waar de gaatjes zitten, komt de poederop de stof en wanneer het karton wordtweggenomen, staat het patroon in stip-pellijnen op het bovenste stuk van het

Page 186: HOE MAAIKT MEN.2

4. Kijkje op het werk aan den lopenden band.

pak stoffen. Nu wordt de hele stapel tegelijk langsde stippellijn gesneden door een bandmes. (Eenbandmes is net zoiets als een bandzaag, die U ineen timmermanswerkplaats kunt zien, zie afb. 2).

Op deze wijze komen er dus een hele stapelmouwen, zijpanden, kragen of wat het ook is tege-lijk klaar.

Na het snijden komt het sorteren; d.w.z. dat vooriederen mantel of voor iedere jas de gesnedenstukken bij elkaar worden gezocht en gebundeld.Tegelijkertijd gaan er de z.g.n. fournituren bij, datzijn de biesjes, strookjes en verdere kleinigheden,die aan een kledingstuk Koren.

Deze bundels gaan nu Haar het atelier en komenop den lopenden band. Links en rechts van Bienlopenden band staan de z.g.n. „plakkers". leder vanhen verricht steeds een of meer van dezelfde werk-zaamheden. De eerste plakt b.v. een zijpand aanhet rugstuk, de tweede het andere zijpand, de derdeplakt den kraag vast en de Hummers vier en vijf demouwen enz. (zie afb. 3). Aan denzelfden bandzitten ook machinestiksters. De naden, die reedsgeplakt zijn, worden hier voor de stevigheid nogeens doorgestikt. Dat doorstikken echter maaktgaatjes en door die gaatjes zou de jas niet meerwaterdicht zijn. Daarom worden na hetstikken over alle naden weer biezen vangegummeerde stof geplakt. Als zo'npakket aan het eind van den band is,hebben er ongeveer 30 mensen aangewerkt.

Nu worden machinaal de knopen enknoopsgaten aangebracht, hier en daarwordt nog een hoek of kant opgepersten het kledingstuk is Haar.

Het hele proces heeft 75 minutengeduurd. De kledingstukken gaan nog

44

Page 187: HOE MAAIKT MEN.2

5. Een perser aan het werk.

45 een uur in de „smoorkamer", waar ze tot 50° C.worden verhit om ze vrij to maken van degummilucht.

En nu de andere en veel grotere afdeling, waarregenkleding uit wollen en katoenen stoffen zonderhet gebruik van gummi wordt vervaardigd.

Het begin is hetzelfde: de eveneens weer vrijwelalle in Nederland vervaardigde, stoffen komen inhet magazijn. Maar nu volgt er al direct iets bij-zonders: ieder stuk stof wordt op waterdichtheidgecontrOleerd. Hier is n.i. geen gummi aanwezigom het water tegen to houden; daarom moat hetweefsel zelf zodanig zijn geprepareerd, dat het geenwater doorlaat. De stukken, die niet of niet vol-doende aan dezen eis voldoen, worden terugge-zonden; de goedgekeurde worden op krimpengecontrôleerd.

U weet, dat stof, die nat wordt, neiging heeft omto krimpen. Regenmantels en regenjassen wordenover het algemeen erg nat. Wanneer ze bij diegelegenheid sterk gingen krimpen, zou de stofallerlei lelijke plooien gaan vertonen. Dat gaat nieten daarom mogen de stoffen, die voor regenkledingen voor de voering daarvan worden gebruikt nietmeer krimpen dan ± 1 cm, op een meter.

Nadat al deze proeven zijn genomen, gaat destof denzelfden weg als bij de fabricagevan gummi-regenkleding.

De „coupeur" snijdt, bij hele pakkentegelijk, de modellen der onderdelen.De verschillende stukken worden bijelkaar gesorteerd en de pakken gaanHaar de ateliers en beginnen hun tochilangs den lopenden band.

Zoals U zult begrijpen, wordt Kierniets geplakt. Links en rechts van denband zitten machinestiksters en hand-werksters en langzamerhand verandert

Page 188: HOE MAAIKT MEN.2

6. Een der nj en persmachines.

het pair iappen in een jas of mantel (zie afb. 4).Na ongeveer 180 minuten en na 45 paar handengepasseerd te zijr, is het stuk gereed, echter zonderknopen.

Eerst worden de jassen geperst. In twee langerijen staan 36 persmachines opgesteld (zie afb. 6);de mantels en jassen trekken, hangend aan eenlopende ketting, langzaam voorbij en op iederemachine wordt een gedeelte geperst. Hier de rug,daar de zijkanten, verder de schouders,even laterde mouwen en de kragen (zie afb. 5).

Aan het eind van de perserij kunt U pas waar-nemen, hoe zo'n jas of mantel er uit ziet. Tenslottekomen de knopen er aan en daarna gaat hetkledingstuk via magazijn en winkelier naar hetpubliek, waarvan het merendeel niet weet, wat erallemaal moet gebeuren, voordat het in de mode-zaak een mooi, goedpassende, waterdichte regenjaskan uitzoeken.

Het zal U duidelijk zijn, dat wij U in dit kortebestek slechts een algemeen overzicht van de voor-naamste bewerkingen hebben kunnen geven. Er zitnog onnoemelijk veel meer vast aan het maken vanregenkleding.

Het ontwerpen en tekenen van de verschillendemodellen; het maken van monsters, om te zien ofeen nieuw model „het doet"; het calculeren van deprijzen; het distribueren en verkopen van de arti-kelen; en niet te vergeten de verzending. Verderhet voortdurend zoeken naar verbetering en ver-fraaiing.

Wanneer U den blauwen gabardine-mantel vanlien jaar geleden vergelijkt met de elegantemoderne „swaggers" van heden, dan beseft U, dater iets gebeurd is in Bien tijd. En die ontwikkelinggaat steeds verder; iedere dag stelt nieuwe pro-blemen, maar tenslotte zal er regenkleding gemaaktmoeten worden, zolang het blijft regenen.

46

Page 189: HOE MAAIKT MEN.2

P /'14UBBERLAARZEN

1. De guillotine

voor het snijden van ruwe rubber.

Toen Columbus Amerika ontdekte, kwam hij inaanraking met een volksstam met een zeer oudecultuur. Alhoewel hun levensgewoonten uiteraardin belangrijke mate afweken van die van onzeEuropese voorvaderen, wezen o.m. hun bouw-werken op hoogstaande en door eeuwen gefun-deerde ontwikkeling.

Het bleek, dat deze Indiaanse volksstam, inwier land de ons veel later bekend gewordencaoutchouc-boom groeide, het hieraan onttrokkensap verwerkte tot grote ballen en hiermede eensnort hand- en voetbalspel beoefenden. Maar be-halve, dat deze oer-Amerikanen ons leerden voet-en handballen, maakten zij van dat sap een snortrubberschoenen, de moeder van onze rubberlaars,welke dus niet, zoals bijna iedereen denkt, eenproduct van onzen tijd is, al is de vorm en wijzevan fabricage dat uiteraard wel.

Er liggen twee oorzaken voor de hand, welkeons land ertoe brachten rubberlaarzen — en laterook rubberschoenen — to gaan produceren.Omstreeks 1870 was men in Nederlands-Indi8begonnen met de rubberaanplant, vooral opSumatra, waar zowel de cultuur- als de bevol-kingsrubber een enorme vlucht namen. Ons landkon dus de verwerking van rubber ter hand nemen,

Page 190: HOE MAAIKT MEN.2

2. Aan de wals

wordt een rubbervel doorgesneden.

aangezien men overvloedig over de grondstofbeschikte.

Ten tweede: Nederland-waterland. Hebt ge weleens een sloot zien uitdiepen, of een bezoek ge-bracht aan de Zuiderzee- of andere grote water-werken? Bijna alle arbeiders, opzichters en zelfsbelangstellende toeschouwers kunt ge daar in hogerubberlaarzen zien rond baggeren. En Neder-landers baggeren helaas niet alleen bij en in hunover de gehele wereld beroemde openbare werken.De regenval, vooral in het polderland, herscheptons landschap heel vaak in waterpartijen, waarinmen, ter voorkoming van verkoudheid en rheuma-tiek, het veiligst kan rondwaden in kaplaarzen,hoge- of lage overschoenen van rubber ver-vaardigd.

48

Rubberverwerkende industrieên, welke rubber-laarzen vervaardigen, zijn in ons land, behalve toLoosduinen, ook nog gevestigd to Heveadorp enBest. Om U nu een zo duidelijk mogelijk beeldto geven van de productie van een rubberlaars,brengen wij met U een bezoek aan de Rubber-fabriek „Vredestein n to Loosduinen, welke de„Rupaxn laarzen en ook trouwens verschillendeandere artikelen van rubber, als rijwielbanden, enz.,vervaardigt. Zoals reeds vermeld, komt de belang-rijkste grondstof voor de laars uit ons Indie, welkedoor inkerving van schors en bast uit den zgn.Hevea Brasiliensis, een 18-24 .m. hogen boom,wordt getapt. Het sap wordt door Inlanders inbakken verzameld en naar de factorij getranspor-teerd, om aldaar met azijnzuur to worden behan-deld. Hierdoor wordt de rubber van de andere,uit den boom verkregen stoffen, gescheiden. Zijwordt dan gewassen en tot vellen gewalst en ge-droogd. In bundels samengeperst wordt de rubbero.m. naar Nederland verscheept.

Na deze korte inleiding van onzen geleiderkunnen wij den rondgang door de Loosduinsefabriek beginnen.

Page 191: HOE MAAIKT MEN.2

3. De kalander-machine.

49 Allereerst komen wij in de mengafdeling. Hiervinden wij de in Rotterdam of Amsterdam gelosterubbervellen: den creme-kleurigen crepe-rubberen den donkerbruinen zgn. „smoked sheet". Hetverschil tussen deze soorten is, dat smoked sheetminder ver is uitgewassen en bij een hogere tem-peratuur dan de crepe-rubber is gedroogd. Boven-dien ondergaat hij daar nog een extra bewerking.Hij wordt nl. gerookt. Het is de smoked sheet,welke door zijn slijtvastheid in het bijzonder voorrubberlaars of -Schoen geschikt is. En als wij evenaan den rubber ruiken, begrijpen wij den aan-duidingsnaam nog beter: het doet ons aan gerooktvlees denken.

De balen komen onder een groot „guillotine-mes" (zie afb. 1), waarmede zij in dikke hompenworden gesneden. Deze hompen worden op eenbepaald gewicht afgewogen. In deze weegafdelingwijst onze geleider ons tevens op een aantalchemische producten, als zwavelbloem, stearine-zuur en zinkwit, aismede roet, welke alien even-eens in deze afdeling worden gewogen. Al dezeafgewogen hoeveelheden zien wij vervolgens inwagentjes Haar de volgende afdeling, de walserijrijden. Elke machine, welke hier is opgesteld, be-staat uit twee horizontaal achter elkaar liggendewalsen (cylinders), die een lengte van ongeveer2 m. hebben, en door een spleet van ± 6 mm.van elkaar zijn gescheiden. Deze cylinders draaientegengesteld — evenals de walsen, waartussen som-mige huisvrouwen hun was droogpersen, alleenwordt uit den rubber natuurlijk Been water geperst— en zij worden aangedreven door een zeerzwaren electromotor.

Onze geleider wijst ohs erop, dat de ene walsiets vlugger draait dan de andere. Op deze walsenworden door den arbeider, die de machine bedient,de hompen smoked sheet geworpen. Na enigentijd zien wij iets eigenaardigs gebeuren; de rubberwordt week en stopverfachtig en vormt een snortvel of deken om de voorste wals. Het is in dezen

Page 192: HOE MAAIKT MEN.2

plastischen (d.i. zachten en vervormbaren) toestand,dat de rubber zich zeer gemakkelijk laat vervormen.Men kan dezen dan in elken gewensten vormpersen, of als vellen tussen waisen uittrekken; voortskunnen op de walsmachine door den zuiverenrubber andere stoffen worden gemengd. Dit laatstedoet men dan ook.

Let op, daar werkt de arbeider er zinkwit en roetdoorheen; kijk ook eens, hoe snel de zwavelpoederwordt opgenomenl Wij zullen laten zien, waartoedeze zwavel door den rubber wordt heengemengd.interessant is intussen te zien, hoe de arbeider, hetom de Ovals gevormde rubber, met een mes door-snijdt (zie afb. 2), van de Ovals licht en het weer opandere wijze tussen de draaiende cylinders steekt.

Zijn de toevoegsels goed door den rubber heen-gemengd, dan gaat hij naar de volgende afdeling,waar de kalanders (zie afb. 3) zijn opgesteld. Ditzijn machines, die uit Brie of vier boven elkaargeplaatste cylinders bestaan. Deze cylinders kunnenop verschillenden afstand van elkaar worden ge-plaatst. Brengt men de in de walserij verkregenmengsels, welke, zoals onze leidsman ons heeftlaten zien, plastisch zijn, voor een stet van dezecylinders, dan zien we, dat bij het rondwentelen integeng-estelde richting, dock met gelijke snelheid,een plaat rubber te voorschijn komt, die glad is enoveral dezelfde dikte heeft. U ziet deze plaat ten-slotte tussen doek, zgn. wikkel- of tussenlinnen,oprollen. Het tussenlinnen moet voorkomen, datde platen op elkaar kleven, aangezien de vers ge-trokken rubber zeer kleverig is. Deze rollen wardenvervolgens naar de stanzerij overgebracht.

Hier zien wij rijen stanzmachines staan, welkeuit de aangevoerde platen, binnenzolen, voetzolenen hakken snijden (zie afb. 4). In een ononder-broken rhythme van steeds maar op en neer be-wegen, persen de messen van deze stanzmachinesdoor de rubberplaten heen.

Stapels in vorm gesneden stukken rubberplaatzien wij Kier ontstaan. Langs de stikkerij, waar de

50

4. Zolen worden

uit de rubbervellen gesneden.

Page 193: HOE MAAIKT MEN.2

5. Het persen van de Rupax-laars.

51 binnenvoering gereed gemaakt wordt, begeven wijons nu naar de zgn. persafdeling.

Reusachtige, door waterdruk gedreven en elec-trisch verwarmde persen staan hier opgesteld enhet resultaat van hun werken, de geperste rubber,wordt steeds weer meegevoerd door een, zich doorde fabriek voortbewegende ketting met haken, aanWelke haken de arbeiders de laarzen ophangen(zie afb. 5).

Hoe interessant deze persen ook zijn, het is inhet bestek van deze beschrijving niet mogelijk, Udeze machines tot in nauwkeurigheden te beschrij-ven. Wel laat onze leidsman ons zien, hoe hetwonder gebeurt, waarbij uit tat van losse stukkeneen rubber voorwerp tot een geheel wordt geperst.De rubber was, zoals we eerst hebben gezien,plastisch en aangezien nu haar temperatuur is ver-hoogd, wordt zij nog meer vervormbaar. En nu,onder den geweldigen druk van de pers, op Welkerzuigers een druk van 200 kg. per cm 2 staat, groeiende onderdelen samen tot een mooi gevormdeVredestein Rupax-laars uit een stuk en zondernaden, hetgeen tevens wil zeggen, zonder kans,dat door de naden water naar binnen zou kunnendringen.

Maar er gebeurt tegelijkertijd nog jets meer! Dezwavel, die vroeger, zoals wij zagen, toegevoegdis, vormt door den groten druk en de hoge tempe-ratuur, een chemische verbinding met den rubber:de rubber vulcaniseert (zie afb. 6). Dat is juist, watmen wit bereiken, want ongevulcaniseerde rubberlaat zich vrij gemakkelijk vervormen. Dat was nodigom de laars haar vorm te geven, maar wat haddenwij aan die laars, als zij nu Bien vorm niet ookbehield? Zoals aardewerk, eerst op een schijf ge-vormd, blijvend hard wordt door het bakken, waar-bij de gegeven vorm vastgelegd wordt, zo wordtpas door het vulcaniseren, een waardevol gebruiks-voorwerp van een stevig en duurzaam model uithet gevormde rubbermengsel verkregen.

Een mooie, glimmende laars zien wij van de zgn.

Page 194: HOE MAAIKT MEN.2

----------7::::-,,,,..........____................. -

6. Een vulcanlseerketel.

leest aftrekken. Hiermee hebben wij de belang-rijkste onderdelen uit het productieproces aan-schouwd. Alvorens de laarzen in de pakkerij even-wel ter verzending gereed kunnen worden gemaakt,dienen nog enige nabewerkingen te geschieden:het verwijderen van overbodigen, uitgevloeidenrubber, het te voorschijn brengen van den juistenglans en het overal tot den vereisten graad op-voeren van het vulcanisatieproces.

Het verpakken gebeurt evenwel niet, dan na eennauwkeurige contrOle in de afdeling sortering. Hetis echter niet deze contrOle, Welke het belangrijkstis. Gedurende het gehele fabricatieproces hield hetlaboratorium een oogje in het zeil. Daar wordt desamenstelling der mengsels ontworpen, daar wor-den de mengsels op hun doelmatigheid onderzocht,daar volgt men met arendsblikken het wordings-proces van de laars, opdat geen afwijkingen onge-merkt binnensluipen.

Tenslotte worden Kier steeds proeven genomenmet de laarzen om de slijtage, de Waterdichtheiden andere van belang zijnde eigenschappen vastte stellen.

52

En terwijl wij voldaan het fabrieksterrein verlatenna een productie te hebben aanschouwd, die aanbijna 400 arbeiders en arbeidsters werk geeft, diealien trots zijn op hetgeen door hun handen endoor hen bediende machines wordt vervaardigd,komt het ons voor, dat de door de directie vandeze fabriek gekozen slagzin „Vredestein betekenttevreden zijn n , towel voor ons als toeschouwer,voor verkoper en koper, maar vooral ook voor dearbeiders en arbeidsters voor 100 % van toepas-sing is.

Page 195: HOE MAAIKT MEN.2

CHOENEN

Er is een tijd geweest, dat de mens Been schoe-nen droeg, maar op blote voeten over deze wereldging. En nog zijn er streken, denk b.v. aan Afrikaen aan ons mooie lndie, waar men met „onge-schoeiden" voet loopt. Toch is al heel spoedig debehoefte ontstaan om de voeten te beschermen.Vooral Coen men verharde paden en wegen gingaanleggen en bij het langzamerhand meer bevolkenvan de koudere streken deter garde, werd hetnoodzakelijk zich van passend schoeisel te voorzien.Zo ontstonden de sandalen, schoenen en laarzenin allerlei vorm en gemaakt van allerlei grondstoffenen heeft de mode zich ook weer van dit artikelmeester gemaakt, om te voldoen aan den verfijndensmack van den mens.

Ge hebt bijv. wel eens gelezen van dat ongeluk-lige „schoeisel", waarmede de Chinese vrouwenNaar voeten hebben misvormd, of van de fijn-be-werkte soepele laarzen, in kleurige tinten, die eensieraad der Eskimos zijn. Misschien hebt ge ook weleens in een of ander museum een schoentje gezien,dat door Romeinse dames hier te lande gedragenwerd en bij opgravingen aan den dag is gekomen?Zulk een exemplaar is te zien in het CentraalMuseum te Utrecht.

Ook de ridders der middeleeuwen met hun1. Het „vlezen-

(eigenli j k „ontvlezen- van het leer). lange „tootschoenen" zijn bekend en aan deze

Page 196: HOE MAAIKT MEN.2

2. Het leer wordt uit een derwalkvaten gehaald.

dracht is wellicht de uitdrukking „op groten voetleven" te danken.

Pas heel veel later heeft men aan de schoenenden tegenwoordigen vorm gegeven.

In de zestiende eeuw werden de schoenen van„hakken" voorzien en het schijnt, dat Frankrijk —het modeland, zoals ge weet — hierbij den toonheeft aangegeven. De Franse edellieden stelden ereen eer in „talons rouges" (rode hakken) te hebbenen zich daardoor te onderscheiden van de andereklassen der bevolking.

Het gildewezen, dat in heel West-Europa vanbetekenis is geweest voor handel en nijverheid,heeft ook de techniek van het „schoen" makentot een grote hoogte gebracht. Men onderscheiddein Bien tijd schoenmakers en schoenlappers. Deeersten hadden het recht schoenen te maken; deanderen mochten alleen de nodige reparaties eraan verrichten en oefenden hun handwerk uitin de zogenaamde „pothuizen", die ge in nudesteden, bijv. in Amsterdam nog kunt zien. Toende machines Naar nuttig werk in de maatschappijgingen verrichten, beleefde ook de schoenindustrieeen nieuwen bloei. Ge zoudt dan ook niet zeggen,dat aan een schoen niet minder dan ± 150handelingen moeten worden verricht, alvorens dewinkelier U hem met een sierlijk gebaar ter be-wondering aanbiedt.

Het spreekt vanzelf, dat ook Nederland bij deontwikkeling dezer industrie niet achtergebleven is.Ons land telt vele schoenfabrieken, Welker produc-ten ver over onze grenzen een zeer goeden naamhebben en die, wat vorm en afwerking betreft, doel-matigheid aan sierlijkheid weten te paten. Hetcentrum der schoenindustrie is wel dat gedeelte vanNoord-Brabant, dat we de Langstraat noemen enhiervan is weer Waalwijk van de grootste betekenis.

Teneinde U enig denkbeeld te geven van dewijze, waarop de schoen wordt gemaakt, zullen wijeen kijkje nemen in de inrichtingen van de Ivo,van Haren's Schoenfabrieken N.V. Deze firma, te

54

Page 197: HOE MAAIKT MEN.2

3. Een stikster aan het werk.

55 Waalwijk gevestigd, heeft tevens lederfabrieken,zodat wij daar meteen kunnen nagaan, hoe hetleder wordt bereid.

Bij een bezoek aan de leerfabriek dezer firmazien wij onmiddellijk grate stapels huiden en vellen.Deze zijn in grote pakken opgestapeld. De vakmanmaakt onderscheid tussen huiden en vellen. Huidenzijn afkomstig van ossen en koeien en worden uitalle delen der wereld hierheen gezonden. Ze zijnzwaarder dan vellen en worden dan ook gebruiktom er de stevige zolen van onze schoenen van temaken. In keurige, vierkante pakjes warden zegevouwen en hierheen gezonden en teneinde hetrotten tegen te gaan zijn ze of gezouten, Ofwelin de zon gedroogd. De vellen, die afkomstig zijnvan verschillende dieren, die een fijnere huidhebben, als kalveren, geiten, enz., zijn bestemdvoor het zgn. overleer of bovenleer, dat minderhard, maar wel soepel en buigzaam moet zijn, omons het lopen gemakkelijk te maken.

De meesten Uwer kennen natuurlijk wel enigeleersoorten bij naam: Boxcalf wordt bereid uit devellen van jonge kalveren en hoe jonger het dieris, hoe mooier en fijner het leer. Chroomleer wordtgemaakt uit geitenvellen. Bij het looien van dit leerworden geen plantaardige looistoffen gebruikt,maar chroom; vandaar de naam.

De bewerking, Welke het leer ondergaat, is lang-durig en interessant. De huid wordt eerst gespoeldin grote, in den grond gemetselde kuipen, waar-door het zout en andere bestanddelen uit de huidworden verwijderd. Op deze wijze krijgt de huidNaar oorspronkelijken staat weer terug. Daarnaworden de huiden in andere putten, waarin oplos-singen van kalk en andere chemicalien, gehangen.Hier weken zij en door dezebewerking komen met-een de haren los in de opperhuid te staan. Als zijuit deze putten komen, worden de huiden op eenzgn. „boom" — d.i. een enigszins gebogen, schuinaflopende tafer— van de haren ontdaan. Voorheen

Page 198: HOE MAAIKT MEN.2

56geschiedde dit met een bot mes; thans gebeurt ookdit met grote en zware machines.

Daarna vangt het zgn. „vlezen" aan (zie afb. 1).Aan den binnenkant der huid zitten namelijk nogvleesresten. Deze worden verwijderd en dan is hetogenblik gekomen, dat met het looien kan wordenbegonnen. Het looien heeft ten doel, de huid zoveelmogelijk waterdicht, sterk en tevens soepel temaken; terwij1 het tevens poreus blijft, hetgeen eenvoordeel van leder boven rubber is. Voor dit looienworden zowel plantaardige als minerale looistoffengebruikt. De plantaardige looistof verkrijgt men uiteiken-, beuken-, kastanje- en andere soorten schors.Het looien geschiedt voor een deel in kuipen inden grond, waarin de huiden worden onder-gedompeld.

Elke volgende bak bevat een sterkere looistof-oplossing. Op een kunstige manier — hangendaan rails, die langs het dak van de fabriekshal!open — worden de huiden Haar de achtereen-volgende putten gebracht en daarin steeds sterkergelooid.

Vervolgens worden ze nagelooid in de zgn.walkvaten (zie afb. 2). Dit zijn grote eaten vanongeveer 2 m. doorsnede, die machinaal wardenrondgedraaid. Door deze beweging dringt het looi-yacht op een snellere wijze in de huiden, dan inde putten het geval was, vandaar dat men dezewijze van looien de „snellooirnethode" noemt.

Wanneer de huiden zijn doorgelooid, laat mende looistoffen er uitdruipen en zijn ze gereed omverder te worden gebruikt.

Daar de huid, op deze wijze geprepareerd, alsnatuurproduct niet overal dezelfde kleur, rekbaar-heid en deugdelijkheid heeft, wordt zij in verschil-lende delen gesneden; in vaktermen noemt mendit crouponneren. De stukken worden gedroogd,gevet en nog weer nagelooid, om eindelijk doorde lederwals glad en glimmend te worden gewalst.Zoi n Ovals bestaat uit een groat stalen wiel, dat

a Het bovenleeronder groten druk machinaal over het leder gaat kleine krammetjes op de zool bevestlgd.

wordt „gezwikt", d.w.z. met

Page 199: HOE MAAIKT MEN.2

5. De binnennaai-machine.

57 en het daardoor nog harder en steviger maakt.Thans is het leder afgewerkt en kan het naar de

schoenfabriek getransporteerd worden.

De schoenfabriek van van Haren is een machtigbedrijf, toegerust met de meest vernuftige machines;een bedrijf, dat in normale tijden ongeveer 40.000paar schoenen per week aflevert en dat een bezoekoverwaard is.

Allereerst gaan we naar de snijderij. Honderdenarbeiders snijden daar, volgens patronen, die eerstgetekend zijn, verschillende stukken, nodig voorhet bovengedeelte van een schoen. Het voorblad,dat is het voorste stuk van den schoen, dat bij hetgebruik het meest to lijden heeft, worth uit de kernvan de huid gesneden; terwijI de panden, of dezijkanten van den schoen, uit de zijden of de hatsvan de stukken leer wordt genomen. Deze stukkenworden verder zo nodig voorzien van gaatjes endaarna worden op de schifterij een deel van deranden wat afgeslepen.

Vervolgens komt de „voor"schoen in de stikkerij(zie afb. 3). Dit is wel een van de allerbelangrijkstedelen der fabriek, omdat hier uit kleine stukjes,elegante en stevige schoentjes worden vervaardigd.Verschillende onderdelen van het overleer wordenversterkt om inscheuren to voorkomen, terwijidaarna voering en bovenleer worden samenge-voegd en gestikt.

Daarna komt de bovenschoen in de afdeling,waar het zgn. onderwerk wordt vervaardigd. Dezeafdeling biedt wel het typische beeld van eenmoderne grote fabriek. Vijf dubbele transport-banden, die zich over de hele lengte van de fabriekuitstrekken, zijn daar opgesteld; twee voor heren-schoenen, twee voor damesschoenen en een voorkinderschoenen. Aan weerszijden van deze trans-portbanden, die zeer langzaam voortbewegen, zo-dat de arbeiders zelf de schoenen niet behoevento verplaatsen, zijn de machines in volgorde ge-plaatst. Telkens weer doen de arbeiders, die de

Page 200: HOE MAAIKT MEN.2

machines bedienen een greep en pakken zij hetwerkstuk en als zij het op den band terug leggen,is het weer een stukje verder gereed gekomen., Wij zullen van al die bewerkingen er slechts

enkele noemen. Men begint met het strak spannenvan het leder om een leest (het zgn. opleesten).Bij alle volgende bewerkingen blijft de leest in denschoen. Ge begrijpt dan ook, dat de fabriek overeen ontzaglijk groot „leestenpark" moet beschikken,om op alle vormen van den menselijken voet be-rekend to zijn. Op afb. 4 ziet gij het voor goedvastzetten van het leer aan de zool, het zgn.zwikken. Nu wordt de vooraf klaargemaakte zoolmet een binnennaaimachine bevestigd (zie afb. 5).Machinaal geeft men aan de zool de juiste welving,men snijdt de overtollige randen weg en brengt dehak onder den schoen (zie afb. 6). Met een slagworden ± 15 spijkertjes door hak, zool en binnen-zool aangebracht, waardoor deze stevig vast zit.

Natuurlijk moet de schoen nu nog worden afge-werkt, de zool gladgeschuurd en geverfd en voor-zien van het fabrieksstempel der firma van Haren.

Dan is de schoen klaar en kan deze, na gepoetstto zijn, in de bekende doosjes worden opgeborgenen zorgt de expeditie er voor, dat het artikel terechtkomt in de ruim 70 verkoopsfilialen, die de firmavan Haren in ons land heeft.

Als gij nu weet, dat alleen deze firma aan ruim2000 Nederlandse arbeiders werk verschaft en dater nog vele dergelijke, grote schoenfabrieken in onsland zijn, dan begrijpt ge, dat p ier een voor onsland bloeiende industrie aan vele gezinnen levens-onderhoud geeft en daardoor aan de kopers eengoed Nederlands product levert, dat de concur-rentie met soortgelijke buitenlandse productenglansrijk kan doorstaan.

6. De hak wordt aan den schoen gezet.

58

Page 201: HOE MAAIKT MEN.2

Maar die tijd ligt alweer ver achter ons. De 60machinale vervaardiging heeft de huisvlijt ver-drongen. Het principe van de werkzaamheid derhanden echter is onveranderd gebleven, en menzou de machines kunnen omschrijven als 10, 20,30 handen tegelijk, elk met een fantastisch grootaantal vingers. leder heeft wet thuis, van aanzienof door eigen gebruik, het handwerk van breienof haken zien beoefenen. Daarbij worden met eenbrei- of haakpen lussen uit een draad gevormd,de draad door de gevormde lus gehaald, om op-nieuw, tot lus gebogen, een nieuwen steek tevormen. Gaat U nu Haar een fabriek, die gebreideof „tricot-geweven" goederen fabriceert, bijv. debekende fabriek van de firma Scholl Engberts &Scholten te Almelo, dan zult U zien, dat bij demachinale vervaardiging dit oude principe gehand-haafd is. Ook daar worden met — machinaal be-wogen — breinaalden de vereiste lussen verkregen.In tegenstelling tot het weven, dat de industrie isvan de spoel, is de tricotfabricage de Industrie vande naald. Onder tricot of tricotgoed verstaat mendus het machinaal gebreide goed, terwiji menonder breien verstaat het in lussen leggen van eenof meer draden, die elkaar onderling binden; dielussen dragen den technischen naam van steken.Die steken kunnen weer op tweeèrlei wijze wordengevormd, namelijk met behulp van zgn. „

\

tong-

naming ldbeesn

listge

).gemaakte goe

nlijkd: noemt met goed"

metoftongnaalden --1- -

naalden" of met behulp van „haaknaalden" (het ----/

—\

is de vorm van de naalden, die hier overhetde be-

mt

„breiwerk", het met haaknaalden vervaardigde flh-

wordt de nieuwe steekdoor den ouden getrovalt dit toch niet. Bij de werking met tongnaaldengoed: „tricotgoeci", maar zuiver te doenderscheid

kkeeni

onderscheiden _ 1?)?

..... _

4 -C )terwiji bij de werking met haaknaalden de oudesteek over den nieuwen wordt gegooid. Dit verschil 2. Loop der draden bij Platte tricot

aan den voorkant.

Page 202: HOE MAAIKT MEN.2

RICOT-KLEDING

1. Een zgn. rondstoel.

De natuur heeft het den dieren, wat de kledingbetreft, veel gemakkelijker gemaakt dan den mens.Zij krijgen hun kleding bij hun geboorte voor hungehele leven mee: het schaap krijgt zijn wollenyacht, de poes Naar donzen velletje, de schildpadzijn harnas, de vogels krijgen hun verentooi, devissen hun schubben, enz., enz. De mens komt on-bekleed ter wereld en steeds moet hij dan ook eendeel van zijn kracht en vernuft aanwenden, om indat tekort te voorzien. Eerst gebruikte hij daarvoorde huiden van dieren, waarmee hij er vervaarlijkgenoeg kon uitzien, later heeft hij de vezels vanplanten gebruikt of de wol van het schaap omer zijn kleren uit te weven. Dit is niet alleen eenhele industrie, maar ook een hele kunst geworden,en in oude bronnen, o.a. in den Bijbel, kunt gij overdie kunst van kleding-vervaardiging veel wetens-waardigs lezen. Men kan gerust zeggen, dat degeschiedenis van de menselijke kleding een zeerbelangrijk deel is van de beschavingsgeschiedenisder mensheid. Wat voor sprookjes, idyllen, maarook ware verhalen zijn niet aan het oude spinnewielverbonden .....

Page 203: HOE MAAIKT MEN.2

6 1

r\.11.5Th&-UM1 \ / 1 / \ / I /

r Jr V 1 Jr111\1\1\1

rThL i.Jr. n..)/\/\({)(ThI/r..11/

3 Loop der draden bi j piatte tricotaan den achterkant.

is een gevolg van de verschillende werkingswijzeder twee soorten naalden.

Al is er in beginsel dan ook overeenkomst tussenhet breien van de huisvrouw en het breien in degrote moderne fabriek, toch moet gij niet denken,dat deze overeenkomst zich erg ver uitstrekt. Eengrater tegenstelling dan de rust, Welke uitgaat vaneen moeder, die in haar huiskamer zit te breienen het lawaai, geratel en koortsachtig onafgebrokenkeen en weer schieten van machine-onderdelen ineen grote tricotfabriek, is moeilijk denkbaar. In defabriek ziet gij de rijen breimachines, bedienddoor vakkundige arbeiders en het is nauwelijksmogelijk zich boven dat geluid uit verstaanbaarte maken.

Maar er zijn meer verschillen: Bij het uit dehand breien worden veelal 2 naalden gebruikt, bijhet machinaal breien een gehele serie. Breimachi-nes zijn reeds van zeer ouden datum, dock eerstna de uitvinding van Lamb in het midden dervorige eeuw, die aan de machines verschillendeverbeteringen aanbracht, zijn ze algemeen in ge-bruik genomen; sindsdien is ook Kier de techniekverfijnd. Zij worden met de hand of machinaal ge-dreven. Men onderscheidt de vlakke breimachines,waar de naalden in een plat vlak liggen, en derondbreimachines, waar de naalden een cirkel ofcylinder vormen (zie afb. 5). Welke gebruiktworden, hangt of van de geaardheid, de fijnheid,de kwaliteit en de diverse soorten van het weefsel.

Wol, katoen en kunstzijde zijn de voornaamstegrondstoffen voor de tricotfabrieken. De garensvoor de tricot worden door de spinnerijen geleverd.De katoenen garens kunnen in ons land in ver-scheidene soorten worden betrokken; de wollengarens komen in hoofdzaak uit het buitenland(de grondstof wol uit Australi8 en Zuid-Afrika),

Page 204: HOE MAAIKT MEN.2

4. Interlock-machine.

hoewel ook inlandse wol spinbaar is en voor enkele

62goederen ook gebruikt wordt.

Wat zijn nu de grate voordelen van het tricot-goed boven het gewone weefsel? Ten eerste deelasticiteit of rekbaarheid, hetgeen een gevolg isvan de lusvorming, waardoor een grote elasticiteitin 611e richtingen wordt verkregen. Dank zij dieelasticiteit is tricotgoed zo geschikt voor kieding;immers daardoor kan het zich gemakkelijk aan delichaamsvormen aanpassen, hetgeen van grote hy-gienische waarde is. Voorts heeft het, om verderebelangrijke kwaliteiten to noemen, een goedenpasvorm. Bij een bevredigende kwaliteit hebbende tricotgoederen ook een grote duurzaamheid, enzij passen zich gemakkelijk aan de mode aan. Alsvoordeel mag verder nog genoemd worden, dat,als gevolg van de grote elasticiteit, men met eenkleiner aantal modellen kan volstaan dan bij degewone weefsels, aangezien een tricot kleding-stuk voor verschillende maten to gebruiken is. Aldeze voordelen hebben het gebruik van tricot-goederen zeer bevorderd, zowel voor onderkleding(borstrokken, broeken, kousen, sokken) als voorbovenkleding (sportkleren, truien, „pullovers", wan-ten, ijsmutsen, japonnen, babygoed, enz.).

De door de machines vervaardigde tricotgoede-ren worden in de aan de tricotfabrieken verbondenconfectiezalen verder bewerkt. De meeste tricotwordt namelijk aan stukken, d.w.z. op rollen ver-vaardigd. Zij moet dan sours nog worden ontvet,gewassen en op breedte gebracht. Daarna kan deknipster Bruit snijden wat verlangd wordt. Denaaister bewerkt met dikwijls zeer bijzondere naai-machines de tricotnaden; boordjes en dergelijkeworden aangebracht, de knoopgaatjes, de veter-gaatjes, de trensjes worden aangezet; alles ge-schiedt machinaal. Tenslotte wordt het kledingstuk

Page 205: HOE MAAIKT MEN.2

5. Vlakke breimachinemet jacquard-inrichting.

63 gevormd en nageperst, en is, na controle en op-vouwen, ter verzending gereed.

TerwijI de textielindustrie in ons land voorname-lijk haar zetel heeft in Twente en in Noord-Brabant,is de tricot- en brei-industrie over het gehele landverspreid. De oorspronkelijke handbrei-nijverheidhad in de veenkoloniale streek (Groningen) eengroten omvang, en daaruit zijn ter plaatse belang-rijke industrieen gegroeid. Overigens treffen wij inbijna alle provincies tricotfabrieken aan, zowel ingrote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht,als in kleinere plaatsen en zelfs in dorpen.

Zo heeft de tricot- en breinijverheid zich danook in den loop der jaren in ons land ontwikkeldtot een zeer gewichtigen bedrijfstak, die aan talrijkearbeiders werk geeft. Zij voorziet voor een zeerbelangrijk deel in de Nederlandse behoefte aanonderkleding. Overigens moet men wel in het ooghouden, dat deze tak van bedrijf zeer geschooldearbeiders noodig heeft. Er is een lange studie opde daarvoor in aanmerking komende vakscholennodig (bijv. de Hogere Textielschool te Enschedeen de Textielschool te Tilburg) en een flinke erva-ring in den vereisten arbeid, alvorens de arbeiderin de Kier bedoelde fabrieken kan zeggen, dat hiihet vak onder de knie heeft. Zonder een uitnemen-de scholing der arbeiders zou onze tricotindustrieniet de vooraanstaande plaats innemen, Welke zijthans bekleedt.

Wij hebben de fabriek van Scholl Engberts &Scholten (N.V. Tricot-, Kapok- en Veerenfabriekenv/h Scholl Engberts & Scholten) te Almelo eenbekend bedrijf op haar gebied genoemd. Dezefabriek is in 1899 opgericht. Zij brengt o.a. debekende (van haar merk voorziene) zuiver wollenonderkleding aan de markt. Tot haar specialiteiten

Page 206: HOE MAAIKT MEN.2

7. LW/ER WoLLENHALF WOOLEN.

KATOEN EN- TRICOT.

RAMEH - EN -NET

ONDERGOEDERENANa.._,Min

6. Fabrieksmerk S. E. & S., Almelo.

behoren ook kunstzijden ondergoederen. Daarbijwordt kunstzijde ook gebreid met een zgn. onder-garen van katoen of wol, waardoor de kunstzijdealleen aan de oppervlakte verschijnt, terwijI debinnenste laag katoen of wol aan de warmte enhet nuttig effect van het kledingstuk ten goedekomt. Ook maakt Scholl Engberts & Scholten nogzgn. gemoitonneerde weefsels, welke — hoewel inden regel van katoen vervaardigd — toch doorhet ruw maken van den binnenkant een wolligeyacht verkrijgen, waardoor er een warm kledingstukvan to maken is.

Er zouden nog tal van technische bijzonderhedenomtrent de gebruikte machines kunnen wardenmedegedeeld. Doch dan zouden wij veel to uit-voerig en voor technisch ongeschoolden ook on-getwiffeld veel to moeilijk warden. Als gij de fabriekbezoekt, kunnen U die alle worden getoond en inNaar werking gedemonstreerd. Ons Joel was Kierslechts U een beeld to geven van den aard dertricotfabricage, de betekenis, die deze industrietakheeft voor ons land, en de goede eigenschappenvan tricotgoederen, welke deze voor kledingstukkenvan iederen aard zo bij uitstek geschikt maken.

64

Page 207: HOE MAAIKT MEN.2
Page 208: HOE MAAIKT MEN.2

UITGAVE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT" TE 's-GRAVENHAGEGEDRUKT TER N.V. DRUKKERIJ TRIO • IS-ORAVENHAGE

Page 209: HOE MAAIKT MEN.2

HOE MAAIKT NEW?BORS1ELS • ELECTRISCHE APPARAIEN • ELECiRisCHE

GELEIDINGEN • EMAILLE • GAS • SCHOENCREME

STOFZUIGERS • STIJFSEL • VERF • ZEEP

Page 210: HOE MAAIKT MEN.2
Page 211: HOE MAAIKT MEN.2

DEEL IV

HOE MAAKT MEN..BORSTELS

ELECTRISCHE APPARATEN

ELECTRISCHE GELEIDINGEN

EMAILLE

GAS

SCHOENCREME

STOFZUIGERS

STUFSEL

VERF

ZEEP

a?UITGAVE VAN DE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"

ANNA PAULOWNASTRAAT 55 TE 's-GRAVENHAGE

Page 212: HOE MAAIKT MEN.2

INHOUD

Voorwoord . . 3

Borstels (Machinale Borstel- en Kwastenfabriek FirmaJ. Godschalk & Zonen to Assen) .. 5

Electrische apparaten (N.V. LEKO to Utrecht) . . . 11

Electrische geleidingen (N.V. Hollandsche Draad- enKabelfabriek to Amsterdam) . . 17

Emaille (N.V. lizergieferij en Emaillefabriek Diepenbrock& Reigers to Ulft) . . 23

De brandstof gas (Vereeniging van Gasfabrikanten inNederland to 's-Gravenhage) . 29

Schoencreme (N.V. Maatschappij voor WasverwerkingErdal-Fabriek to Amersfoort) . . ..._... 35

Stofzuigers (N.V. Thabur to 's-Gravenhage) . . 41

Stijfsel (N.V. Aardappelmeelfabriek „Onder Ons" toDe Krim, 0.) . . . 47

Verf (Veluvine-Verffabriek N.V. Maatschappij „DeVeluwe ll to Nunspeet) .. . 53

Zeep (Sunlight Zeep Fabrieken to Vlaardingen) . . . 59

Page 213: HOE MAAIKT MEN.2

VOORWOORDIs het U we l eens opgevallen, ezer of lezeres, dat men in het

algemeen zo weinig afweet van het ontstaan en de vervaardi-ging der verschillende artikelen, die wij dagelijks gebruiken?

Hoe ontstaat eenkopje, een glas, een tapijt, in en die wijvrijwel dagelijks gebruiken? Hoe onze zakdoek of het zout voorons eten? Hoe verf of biscuits? Hetlijkt zo vanzelfsprekend enin werkelijkheid is het toe eigenlijk zo vreemd, dat men vandie artikelen weinig meer weet an at zij een nuttig gebruiks-voorwerp of een smakelijke lekkernij zijn.

Om al diedingen to ma en moet veel arbeid worden ver-richt; er moet wordengewerkt op het land en in de fabrieken,op de kantoren, de an en en de laboratoria, kortom vrijweldegehele gemeenschap heeft met het productieproces ietste maken.

Van debijna 9.000 000 inwoners van ons land werken erruim 3.500.000 voor het dagelijks brood. Deze mannelijke envrouweli j ke werkers — waarvan er weer een kleine 3.000,000werkzaam zijn in industrie, landbouw, visserij, handel en ver-keer — zorgen gezamenlijk voor het bestaan van heel onsNederlandse yolk Dat is mede een re en waarom het zo, nuttig en belangrijk is, dat ieder lets meer met dien arbeidbekend is en in degelegenheid is eens een kijkje to nemenac ter depoorten van de ons toe zo onbekende bedrijven.Ditgeldt in het bijzonder voor de jeugd, die immers later deplaatsen in het bedrijfsleven moet innemen; zij zal er, naar wijhopen, tevens meer waardering en eerie door krijgen voorden arbeid inhet algemeen.

Deze serieboekjes nu vertelt U lets over het nijvere werkenvan onze industrie.Wij zullen maar enkele re en doen uit deduizenden artikelen enbrengen U naar enige Nederlandsefabrieken om U to laten zien, hoe daar artikelen, waarmee wijzeer vertrouwd zijn, worden vervaardigd De lezer krijgt danook een beeld van hethoge pelf, waarop onze Nederlandseni j verheid zich bevindt.

Ditvierde deed is gewijd aan enkele artikelen met de huis-

Page 214: HOE MAAIKT MEN.2

houding verband houdend; in een eerste deel bespraken wigenkele voedingsmiddelen, in het tweede en derde een aantalop de huisinrichting resp. de kleding betrekking hebbendeartikelen, terwiji in deel V een aantal industrietakken op zeerverschillend gebied aan de orde komt.

De samenstellers der boekjes kozen zich het volgendemotto:

KENT, NEDERLANDERS, EN WAARDEERT,

WAT ARBEID IN UW LAND PRESTEERT.

Moge deze uitgave inderdaad een stoot geven in de richtingvan hetgeen in dit motto tot uitdrukking komt.

April 1941. Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat".

Page 215: HOE MAAIKT MEN.2

1. Pekken van haren borstelwerk.

ORSTELS

Wanneer het mogelijk was geweest aan dit boek-werkje een prijsvraag toe te voegen, dan ware heteen aardig onderwerp geweest, indien men getalen naam had moeten inzenden van de verschillendesoorten borstels, die men in het dagelijks levengebruikt.

Het is een weinig opvallend artikel en niet door-denkend zou men waarschijnlijk niet zo heel veelverder komen dan alleen die soorten, Welke ieder-een doorgaans gebruikt — althans geacht wordt tegebruiken — alvorens zijn dagtaak aan te vangen.

Scheerkwast, nagelborstel en tandenborstel staanhierbij in de eerste gelederen, direct gevolgd doorden haarborstel en de Neer des huizes is nog niet„uitgeborsteld n , wanneer hij niet voor zijn vertrek(door zijn wederhelft?) met een kleerborstel be-hoorlijk is afgeborsteld.

Onder oppertoezicht van de huisvrouw komt danin het huffs de vrouwelijke afdeling in actie om despreekwoordelijk geworden Nederlandse zindell i k-held en netheid geen oneer aan te doen.

Voor de niet-uitgeschreven prijsvraag zouden ookKier weer tal van borstels kunnen worden opgesomd.U hebt toch gepoetste schoenen en ze glimmenbehoorlijk? Hier is een duo in actie geweest, al is

Page 216: HOE MAAIKT MEN.2

Met de hand intrekken van straatbezems.

de grootte ook verschillend, ze horen bij elkaarals „Van Gend" en „Loos", wij doelen op deschoeninsmeer- en schoenuitpoetsborstel.

De aloude stofdoek alleen — ofschoon nogsteeds in ere — kan het huffs niet afdoend schoon-houden: handstoffer, kamerbezem, zeilveger, tapi j t-schuier, meubelborstel en stofkwast doen hun dienst(sommige elken dag, andere van tijd tot tijd).

De ragebol — oudgediende, maar nog geens-zins pensioengerechtigd — is onmisbaar, wil denaarstige huisvrouw haar kamers of hebben enwanneer U bij het bijna struikelen over Bien emmerop straat, minder nijdig waart geweest, had U dedienstmaagd gewapend gezien met haar halfweke-lijksen metgezel „Thrianta", den straatbezem vanreputatie (fabrikaat Godschalk).

Men denke vooral niet, dat nu alle soorten ge-noemd zijn. Om althans een kans te maken deniet-uitgeschreven prijsvraag te winnen, zult Ubij de borstelfamilie ook nog moeten indelen dekopj es- en vatenkwasten, flessenborstels, tuit-wasser,plumeaux, potboenders, gootsteenborstels, toilet-borstels, luiwagens, werkborstels, wasborstels en .. .dan bent U er nog fang niet.

Men verwachte in dit boekje geen ode aan deborstels, daarvoor is dit onontbeerlijke artikel ookte prozaisch, maar \A/61 zal het U belang inboeze-men, eens jets te vernemen over de borstelfabri-cage, die in Nederland door Nederlandse arbeidersen vaak in zeer modern ingerichte fabrieken ge-schiedt. En daartoe bezien wij dan het werk bijeen der oudste industrieên op dit gebied in onsland, n.i. de reeds ruim 100 jaar bestaande Machi-nale Borstel- en Kwastenfabriek Firma J. Godschalken Zonen te Assen.

Borstels worden reeds Binds onheugelijke tijdenin ons land gemaakt. Het gebeurde vroeger echterniet in fabrieken, maar door een ambachtsman thuis;elke plaats van enige betekenis had haar borstel-maker, die de bevolking leverde, wat zij nodig had. 2

Page 217: HOE MAAIKT MEN.2

7 De meest primitieve vorm van borstelmaken ishet„binder)” van borstels en bezems, waarbij asmateriaal heide en berkentwijgen werden gebruikt.Het is merkwaardig, dat, ondanks de geweldigeontwikkeling van de techniek, deze artikelen hieren daar ook nu nog zo worden gemaakt.

Naast het in en van borstels bestop d het zgn.„pekken" en „trekken" van borstels. „Pekken",het woord zegt het eigenlijk al, wil zeggen, dat deborstelmaker een bosjeh aren aan het uiteinde inde „warme", dus vloeibare pek doopt, waarna hijom dat uiteinde een touwtje win t. Nu steekt hijdat omwondengedeelte opnieuw in de pek en ver-volgens in een der vele gaten, die in het borstei-hout zijn geboord en als het pek hard is geworden,zit hetbosje haren stevig vast (zie afb. 1).

Bij het „trekken" (zie afb. 2) slaat men een bosjeharen of plantenvezels om een ijzer- o koperdraad,dat aan het borstelhoutbevestigd is. Men trekt dendraad vervolgens met kracht aan, waardoor de„stop" stevig in het gat komt to zitten en zo ver-volgens tot de gehele borstel gevuld is.

De tweede helft der negentiende eeuw brachteengrote omwenteling, doordat aan ewe to l vanplantenvezels uit tropische an en werden inge-voerd, welke vezels uitstekend geschikt bleken voorhet vervaardigen van borstels. De opkomst van deborstelindustrie, d.w.z. van de werkelijke borstel-fabrieken, dateert an ook uit dien tijd. Er zijn erheel wat geweest en vele zijn weer verdwenen ....

In Nederland zijn thans, over het gehele landverspreid, een tiental machinale bedrijven gevestigd,terwijI er nog tat van handwerkbedrijven (naarschatting plm. 30) bestaan en door deze borstek,kwasten- en borstelhoutenfabricage vindt in onsland een 1200-tal mensen werk.

Onder de machinale bedrijven is de firma J. God-schalk & Zonen to Assen bekend om haar degelijkeproducten. Haar fabricageprogramma omvat naasteen rote verscheidenheid van huishoudelijk bor-3 Automatisch draaien van stofferhouten

Page 218: HOE MAAIKT MEN.2

4 Machinaal afsnlicien van borstels.

stelwerk to van andere soorten, bijv. borstels voorgemeente-instellingen, scheepvaartbedrijven enverder borstels voor verschillende industrieên.

Het spreekt wel haast vanzelf, dat de modernewijze van borstelfabricage veel vakkennis en eengrote kennis van materialen vereist en wat datbetreft mag de Nederlandse industrie er zijn.Vooral de laatste10 jaren is de neiging merkbaarom ook die artikelen welke vroeger meest werden, ingevoerd , hier to iande to vervaardigen. Een be-letsel vormde natuurlijk het betrekkelijk kleine afzet-gebied, vooral daar de alom opgetrokken hogeinvoerrechten den uitvoer naar andere an en tenzeerstebemoeilij

kten. De toestand is n.l. zo, dat,

wil men artikelen zo voordelig mogelijk en zo goedmogelijk ma en kostbare automatische machinesmoeten wordengebruikt met een geweldigeproductie. Deze machines zijn echter den alleenlonend, als ze voortdurend inbedrijf kunnen zijn.Neemt U nu eens als voorbeeld een kleerborstel-machine met eendagelijkse productie van 500borstels. Hetligt voor de hand, dat op de Neder-an se markt — in heel Nederland zijn ruim2.000.000 gezinnen — it aantal onmogelijk kanworden afgezet. Voor een verdere ontplooiing vande Nederlandse borstelindustrie is dus het ver-krijgen van een groter afzetgebied nodig. Indiende mogelijkheid zich daartoe voordoet, dan zullende Nederlandse borstelfabrikanten in ondernemings-geest zeker niet achterblijven.

Waarvan maakt men tegenwoordig borstels enhoe ?

In de eerste plaats zijn natuurlijk de borstelhoutennodig. Voor de fabricage hiervan gebruikt menhoofdzakelijk binnenlands hout. En wel iepen- enbeukenhout — dat zijn nogal harde houtsoorten —voor bezems en borstels, die veel „nat" worden ge-bruikt, en onder meer berkenhout, populierenhouten enkele andere zachtere houtsoorten voor bijv.stoffers en plumeaux.

8

Page 219: HOE MAAIKT MEN.2

9 Het zagen van out op de juiste maat en het„fraisen n der borstelhouten geschiedt hoofdzakelijkop automatische houtbewerkingsmachines. Opafb. 3 zietge een arbeider bezig stofferhouten tedraaien in een automatischedraaibank. Weeran ere machines wordengebruikt om de reeksengaatjes, waarin later de Karen worden vastgezet, teboren.

Welke materialengebruikt men in een moderneborstelfabriek

Dat zijn er zeer vele en de Nederlandse borstel-nijverheid betrekt haar grondstoffen in normaleti' en uit alle delen der wereld. Zo omen planten-vezels uit Zuid- en Midden-Amerika , uit Brits-Indiéen Afrika. Verschillende haarsoorten uit China,Japan, us an En om dicht bij huis te blijven:verschillendeEuropese an en everen onze fa brie-ken varkenshaar. Laten wij vooral ook niet Neder-land ze lf vergeten: de rugharen van onze varkens,de staarten van onzepaarden en koeien krijgeneen nuttige bestemming, dank zij de borstelindustrie.Ook die vindtge dus, hoe vreemd het ook moge

in en in dehuishouding terug. Het bereiden vande verschillende haarsoorten is een yak op zich zelf!

Varkenshaar b v, heeft to l vanbehandelingen no-dig alvorens geschikt te zijn om in borstels verwerktte worden. Ook de meesteplantenvezels vereiseneen speciale behandeling ! Zij moeten op de juisteen to worden gesneden, worden vermengd — opingenieuze machines, zoals afb. 5 er U een laatzien — en soms nog worden gebleekt of geverfd.

Hiervoor hebben wij U in het kort reeds verteld,hoe borstels „gepekt" en „getrokken" worden.Hoewel deze methoden nog steeds toepassingvinden, verdringen de moderne machines ze meeren meer.

Zo produceert de firma J. Godschalk & Zonenb.v. 95 % van haar borstels machinaal. Afb. 6 laateen geheel automatische boor- en stanzmachine5. Machinaal vermengen van plantenvezels

Page 220: HOE MAAIKT MEN.2

voor straatbezems zien. TerwijI aan -de ene zijdeeen bezemhout van gaten wordt voorzien, wordentegelijkertijd aan de andere zijde in de machinede gaten van een ander, reeds geboord, houtautomatisch met vezels gevuld. Zo'n straatbezemis in minder dan 1 minuut klaar! De arbeider, dieer bij staat, moet de houten verwisselen, grond-stoffen bijvullen en toezien dat alles goed loopt.De machine doet de rest.

Voor elke borstelsoort, die in grote hoeveelhedenwordt vervaardigd, heeft een moderne borstel-fabriek een of meer speciale machines. Borstels,die niet in zeer grate hoeveelheden worden ge-bruikt, worden gestanzt op zgn. halfautomatischeof handstanzmachines, waarbij arbeider en machinehet eigenlijke werk delen. Ook met deze machinesverkrijgt men een grote productie. Zo zagen wijbij de firma Godschalk een handstanzmachine inbedrijf, waarop in 81/2 uur 1200 kleine borsteltjesworden vervaardigd.

Een verdere ontwikeling van de techniekwerd enkele jaren geleden bereikt. Er verschenenmachines, waarop de vezels of haren niet geheeldubbel geslagen in het hout werden bevestigd,maar waarbij alleen het ondereinde van het haarwordt dubbel geslagen. Men noemt dit kopstanzen.Door deze methode kan men ook kort haar machi-naal verwerken voor artikelen, Welke voordien uit-sluitend „gepekt" werden, als haren handstoffers,ragebollen, kamerbezems, plafondborstels, enz.

Nadat de borstels zijn vervaardigd, hebben zijnog enkele nabewerkingen te ondergaan: de losseharen of vezels worden verwijderd, de borstelsworden afgesneden (afb. 4), de houten geschuurd,hetgeen alles ook machinaal geschiedt. Vele borstelsworden nog gelakt of gepolijst. Al bij al zit er dusaan de borstelfabricage heel wat vast. De Neder-landse borstelindustrie doet zo het hare om, door delevering van miliioenen borstels per jaar, de Neder-landse huisvrouw in staat te stellen haar reputatievan helderheid hoog te houden.

10

6 Op deze automatische boor- en stanz-machine worden de bekende „Thrlanta"straatbezems vervaardigd Productie pH.

650 stuks In 8112 uur.

Page 221: HOE MAAIKT MEN.2

LECTRISCHE APPARATEN

Er zijn we eens grapjes gemaakt over de geheleelectrischehuishouding, waarin het gezin van's morgens vroeg tot 's avonds laat zich bij vrijwelelkehandeling bedient van het een of an ereelectrische apparaat, van broodrooster en scheer-apparaat, stofzuiger en strijkbout, kookplaat enelectrisch fornuis, ventilator en bel of zoemer,rnessensiijpmachine en electrische bedkruik, ver-warming en verlichting, sigarenaansteker en haar-krultang, ijskast en klok, naaimachine en radio,hoogtezon en . . ja, het is to veel om op tonoemen

Al zal er dan ook we een huishouding to vin-den zijn, die zodanig „verelectriseerd m is, dat aldezehulpmiddelen aanwezig zijn, toch kan menwe l zeggen, at de electriciteit in ons hedendaagseeven onmisbaar isgeworden en dat het electrischeapparaat ons heel veel gemak bezorgt.

Onsbezorgi: het gemak, maar het bezorgt tevenswerk aan duizenden Nederlanders, nl. aan hen, diewerkzaam zijn in onze electrotechnische industrie.Deze is nu echt eenbedrijfstak, die nieuw is; 30 a40 jaar geleden moest men het zelfs nog zonderelectrisch licht stellen. En dat alles an en wi j aande uitvindingen van knappe koppen als: Galvani,een ltaliaansgeneeskundige (1737-1798), de ont-

1. Hoe ideme onderdeeitieszumtg ult het matenaal gestanzt worden dekker van het bestaan van electriciteit; Watt

Page 222: HOE MAAIKT MEN.2

(1736-1819), een Engels ingenieur, die voor heteerst de sterkte van electrische stromen wist temeten; Volta (1745-1827), een ltaliaans natuur-kundige; en tenslotte de Amerikaan Edison (1847-1931), aan wien wij de gloeilampen te dankenhebben.

12n

Electrische apparaten worden nu in enkele, doorons land verspreide fabrieken vervaardigd. DeDirectie van een van die fabrieken, nl. van de N.V.Leko te Utrecht, een bedrijf waar o.m. strijkbouten,ventilatoren, kookplaten, electrische messenslijp-machines en electrische zoemers en ook Leko-rijwiellampen worden gemaakt, was zo vriendelijkons van die productie het een en ander te vertellen.

Voor het maken van al die apparaten is natuurlijkveel materiaal nodig, dat steeds terstond beschik-baar moet zijn als de arbeiders het nodig hebben.Dus heeft de Leko een uitgebreid magazijn met demeest uiteenlopende materialen en hulpmiddelen,platen ijzer, draad, enz. En van dit magazijn gaande grondstoffen geleidelijk Haar de eigenlijkefabriek om te worden verwerkt. Maar voor wij metde bewerking kunnen aanvangen, moeten wij eerstweten, wet wij precies zullen gaan maken, m.a.w.er moet eerst een ontwerp, een tekening, zijn,waarop precies staat aangegeven, hoe de samen-stelling van het apparaat moet zijn, tot in het kleinsteonderdeeltje nauwkeurig. De tekening ontstaat ineen aparte afdeling, waar ook het laboratoriumder fabriek is gevestigd. Dat is begrijpelijk, want datontwerp moet zó zijn, dat elk apparaat zo zuinig enzo doelmatig mogelijk is. Maanden lang wordt indit laboratorium geèxperimenteerd, voor wij meteen nieuw model uitkomen.

Er zijn bijv. talloze proeven gedaan met elec-trische kookplaten van verschillend materiaal enverschillende constructie om uit te maken bij Welkehet verbruik aan electrischen stroom het geringst is.

Zo heben wij hier ook een fietswiel, waarop wijdynamofietslantaarns kunnen beproeven. Het wiel

Page 223: HOE MAAIKT MEN.2

13 draait automatist h en desnelheid isprecies tore een zo at wij bij elke snelheid de juiste is t-sterkte van defietslantaarn kunnen bepalen. Doorvan allerlei onderdelen weer eens iets to er-ren en systematisch to proberen, on en wij onsontwerp eindelijk ook den best mogelijken vormgeven.

Eenbelangrijk hulpmiddel in het laboratorium isook de electrische oven, waarinvoorwerpen, diewij willen beproeven, bijv. diverse ijzersoorten,wee wordengebruikt in het magneet-systeem vande rijwiellantaarn, gedurende bepaalden tijd aanelke gewenste temperatuur, tot 1000° C toe,kunnen blootstellen en die natemperatuur blijft dautomatist h op precies gelijke hoogte.

Is het ontwerp nu gereed, dan ma en wij vanzo 'n artikel een tekening, of liever een reeks teke-ningen, want elk onderdeeltje wordt apart in teke-ning gebracht, zodanig, dat de arbeiders in defabriek hetprecies kunnen namaken Zo zijn erheel wat technische tekeningen nodig : in onsarchief hebben wij er meer an 10.000 van liggenvoor allerleiLeko-producten.

En nu zijn wij weer tot de eigenlijke fabricage ge-naderd. Eerstgaan wij naar de stamperij, waar uitde vlakke ijzerptaten allerlei vormen worden ge-sneden engeperst. Dat zulk werk niet zonder oor-verdovend lawaaigaat, is duidelijk. Tientallen zwaremachines zijn hier onafgebroken in werking.

Metgeweldige kracht wort on er een soortmetaalpers uit de vlakke platen, de gebogen ovenplaat van een strijkbout o de ronde kap van eenfietslantaarngevormd.

Afbeelding 1 laat U enkele kleine onderdeeltjeszien, die voor een onzer apparaten nodig zijn. Zijwordengeperst uit lange stroken ijzer van elk 4 m.lang. Dat moet natuurlijk zo zuinig mogelijk ge-beuren, om zo weinig mogelijk metaalafval to krijgenen dat lukt ook heel goed, doordat wij de kleinevormpjes schuin in elkaar passen. Nu blijft er heel3. Het galvanisch vernikkelen.

Page 224: HOE MAAIKT MEN.2

weinig afval over, zoals U in afbeelding 1 ook ziet.De machine hiervoor snijdt niet minder dan 160figuurtjes per minuut uit de metalen strook, die dearbeider er doorheen schuift.

Wat U op afbeelding 2 ziet, is een electrischlasapparaat, om twee metalen onderdelen onwrik-baar aan elkaar te bevestigen. Door den sterkenstroom, die er op een punt doorheen wordt ge-voerd, smelt het metaal van de bovenste en onderstelaag, vloeit in elkaar en vormt een geheel; als destroom ophoudt, is het meteen alweer hard ge-worden en is het hecht aan elkaar vast geklonken.Dit gaat bijna in het tempo, waarmee de naald vaneen naaimachine op en neer gaat, zo snel.

Wij kunnen U niet alle vernuftige machines be-schrijven, die in deze afdeling aanwezig zijn — erzijn persen, boren, klinkmachines en talloze andereapparaten — maar wij gaan thans naar een andere,niet minder belangwekkende afdeling, de galvani-seer-afdeling van ons Leko-bedrijf.

Hier wordt het prachtig glimmende en roestvrijenikkel of chroom laagje gebracht op de strijkbouten,fietslantaarns, enz. Dat laagje wordt er niet op ge-spoten, geschilderd of door onderdompeling in eensnort nikkelvloeistof er op aangebracht, zoals gijmisschien had gedacht, neen, het wordt er veelbeter aan vastgehecht en wel met behulp van denzelfden electrischen stroom, in welks dienst hetapparaat later werkzaam zal zijn.

Heel in het kort weergegeven komt dit galvanischvernikkelen (zie afb. 3) hier op neer: door een bak,gevuld met een daarvoor in aanmerking komende )vloeistof (nikkeibad> voert men een electrischenstroom. De stroom loopt van het in de vloeistofgehangen voorwerp, dat men wil vernikkelen, doorde vloeistof naar een nikkelen plaat. Het merk-waardige is nu, dat hierdoor zeer kleine deeltjeszich van de nikkelen plaat afscheiden, in de vloei-stof worden opgenomen en zich op het te ver- . nikkelen voorwerp afzetten. Na ongeveer 20 minu- 4. Het glanzend slupen

14

der onderdelen.

Page 225: HOE MAAIKT MEN.2

15 ten is het voorwerp met een prachtig gelijkmatiglaagje nikkel bedekt, welk laagje daar zeer hechtmee verbonden is.Natuurlijk moeten die nikkelenplaten, die steeds dunner worden, na verloop vantijd door nieuwe warden vervangen.

Degehele ewer in is nog veel ingewikkelder,want eerst moet het voorwerp keurig vlak en glan-zend or en geslepen, langs snel ronddraaiendeschijven (zie afb. 4) en an moet de oppervlaktezorgvuldig warden schoongemaakt en o.a. wardenontdaan van elk vetspoortje, dat er zich maar opzou kunnen even en want anders zou door dieplekken, waar vuil zit, het laagle nikkel niet gelijk-matig op het voorwerp komen. En dan komt er nogbij, dat het niet alleen met een laagje nikkel wordtbedekt, maar eerst, ook weerlangs galvanischenweg, met een laagje koper, an met een dun laagje(van ongeveer 25/100o mm.) nikkel en tens Otte nogeens met een laagje chroom. En dat nikkellaagjewort dan nog eerst langs snel draaiende schijvenvan linnen of katoen,grondig gepolijst. Maar nadie hele reekshandelingen (het zijn er minstens 12)heeft men dan oak een oppervlakte verkregen, diebuitengewoon duurzaam en roestvrij is.

Pas maar op, dat ge in de galvaniseer-afdelinggeen spatje op Uw kleren krijgt, want dat kon weleens tot een lelijk gat uitbijten: het is gevaarlijkgoed, die chemische vloeistof.

Andere onderdelen van de to ma en apparatenmoeten weer wordengelakt, of beter gezegdgemoffeld: eerst wordt met een fijne spuit de lakerop gespoten (zie afb. 5) en an gaan de voor-we pen in den moffeloven, waar gedurende 1 tot2 uurde lak bij een temperatuur van 120 tot 220°als het ware aan het metaal wort vastgebakken.

--2...Al die onderdelen worden nu, na nog eens gron-

dig gecontroleerd to zijn, op de montage-afdelingsamengevoegd tot de Leko-producten, nl. venti-lator, strijkbout, kookplaat of fietslantaarn, waar hetom gaat. Weet gij, dat alleen een Leko-ventilator5 De lakspuiter aan het werk.

Page 226: HOE MAAIKT MEN.2

6 Lekoproducten.

al uit 184 verschillende onderdeeltjes bestaat eneen Leko-fietslamp met dynamo uit 136 7 Datmonteren gebeurt aan den lopenden band, waar-aan een hele reeks mannen en vr. ouwen tegelijker-tijd werken. leder zorgt voor een bepaald ander-deel. De een wikkelt de draden om het binnenstevan een dynamo of van een strijkbout, een anderlast of schroeft de onderdelen aan elkaar, een derdewikkelt isolatieband om de draden, enz. Zo groeienal die tientallen onderdeeltjes tot een harmonischgeheel.

Maakt U zich er maar niet bezorgd over, of aldie stukjes wel op hun goede plaats komen; elkearbeider en arbeidster is berekend voor zijn of Naartaak en voert de handelingen met volkomen zeker-heid uit. Immers juist door deze zgn. arbeidsver-deling aan den lopenden band, waardoor iederearbeider zich kan toeleggen op een bepaald onder-deel van het werk, krijgen zij een grote geoefend-heid.

En zoudt gij nog twijfelen of in zo'n ingewikkeldedynamo of motor wel elk deeltje precies op zijnplaats is, geen Hood, aan het einde van den lopen-den band zit een controleur, die het voorwerpprobeert en nagaat, of het goed werkt. Dat is deproef op de Leko-som.

De laatste slap in het productieproces wordtgevormd door de verpakking. Dat merk op diedozen met ventilatoren en rijwiellampen komt Ubekend voor ? Het is het welbekende V.N.F. merk.Elk artikel, waar het op voorkomt, is gewaarborgdNederlands fabrikaat, zo ook dus deze Leko-arti-kelen. Trouwens na alles, wat gij daarvan in defabriek gezien hebt, zult gij daaraan niet meertwijfelen.

16

Page 227: HOE MAAIKT MEN.2

LECTRISCHEGELEIDINGEN

1. Kopertrekbank

Wij kunnen ons thans niet meer voorstellen, dater een tijd is geweest en nog wel betrekkelijk kortgeleden, waarin we van electriciteit nauwelijks enigbegrip hadden.

De huiskamer was nog verist met een petro-leumlamp of een gasgloeikousje. Moeder de vrouwstreek het wasgoed met een ijzeren strijkbout, dieop de kolenkachel was warm gemaakt en de stoi-zuiger was een schuier en blik, of in een betereuitvoering bestond hij uit een stel rate en rond-draaiendeborstels die aan een stok over het klee,dwerden voortgeduwd.

En nu ? Een knopje wordt omgedraaiden op hetzelfde ogenblik is de kamer helder ver-licht; een stekker wordt in het stopcontact gestokenen een gezeilige schemrlamp gloeit aan, de elec-etrische stofzuiger an zijn werk gaan doen, destrijkbout wordt warm en de electrische waterketel

brengtin korten tijd het water aan de kook.Wat electriciteit is en hoe zij opgewekt

wordt, zullen wij hier niet behandelen. Wij

zullen alleen bekijken, op welke wijze de

electrische stroom, zoals die in de Electrische

entry es wordt opgewekt, vervoerd wordt

Page 228: HOE MAAIKT MEN.2

2. Kopersamenslagmachine.

'Haar de huizen, om daar voor de verlichting, ver-warming, enz. te zorgen.

Langs .clikke kabels, die in den grond liggen, ofIangs koperdraden, die in de lucht aan hoge mastenzijn opgehangen, wordt de electrische stroom uitde Centrales vervoerd naar kleine huisjes, waarinspeciale machines zijn opgesteld om de gevaarlijkehoge electrische spanning wat lager te maken. Deze!age spanning gaat vervolgens weer langs kabels,die in den grond liggen naar de huizen.

Gij hebt ongetwijfeld thuis wet eens bij het kastjestaan kijken met de eiectriciteitsmeter, die preciesaangeeft, hoeveel electrische stroom verbruiktwordt. Uit dat kastje, waar de z.g.n. zekeringen inaangebracht zijn, gaan nu de electriciteitsgeleidin-gen, die stroom vervoeren naar de lampen, destopcontacten, enz.

Behalve deze leidingen, die in metalen pijpenvast tegen muren en plafonds zijn bevestigd, hebbenwe ook nog de buigzame leidingen, de z.g.n. snoe-ren en gummikabels, die aan het ene einde eenstekker hebben, om in het stopcontact te steken enwaarbij aan het andere einde de stofzuiger of destrijkbout is gemonteerd.

Nadat de grote uitvinder Edison in 1879 zijneerste gloeilamp liet branden, heeft deze practischetoepassing van de electriciteit zich geleidelijk steedsmeer uitgebreid en van dat moment of dateert ookde vervaardiging op grote Schaal van electrischeleidingen.

Ontelbare kilometers electrische leidingenliggen thans als een dicht net over Nederlandgespannen: in de fabrieken, in de woon-huizen, op de werv-en, in de schepen, overalzijn ze gemonteerd en geleiden ze den elec-trischen stroom.

En in elk nieuw huffs, dat gebouwd wordt,

18

Page 229: HOE MAAIKT MEN.2

3. Isoleerwalsen.

19 in elke nieuwe boot, die te water wordt gelaten,wordengrate hoeveelheden draden en kabels aan-gelegd. Er is an ook een uitgebreide industrienodig am deze te vervaardigen. Dit des te meer,omdat de eigenlijke fabricage van zo i n ogen-schijniijk eenvoudig uitziend draadje of snoertjezeerbewerkelijkis.

Wij zullen eens een bezoek aan brengen aande Hollandsche Draad- en Kabelfabriek inAmster-dam, de DRAK A, de enige fabriek in Nederland,die deze draden en snoeren vervaardigt en waarcirca 800 Nederlanders hun brood verdienen.

Ncast deze fabriek is er ook nog een draad- enkabelfabriek te Delft en een teHaaksbergen, maardeze laatste twee ma en grondkabels met papier-isolatie.

De D R A K A ligt aan het IJ in het Noordelijkestadsdeel en we moeten van het Centraal Stationaf met een boot i e overvaren.

Bij onze rondwandeling gaan we eerst naar eengrote afdeling, waar het meta en koperdraad ge-maakt wort dat dient om den electrischen stroom, te vervoeren. Dat ruwe er-walsdraad komt innormale tijden in den regel uit de Verenigde Statenvan mere a. Trouwens de halve wereld komt tepas aan het maken van een op het oog zo simpelnoertje. Nederlands-Indie evert er tin en rubbers

voor, Italiê zwavel, Mexico lood, Duitsland kleur-stoffen en bepaalde chemische stoffen en ten slotteNederland stearine, paraffine, talk, krijt en katoen-draden.

ivlaar keren wij terug naar het koperdraad. Onderoorverdovend geraas wort het dunne draad opgrote trekbanken uit het rue draad getrokken (zieafb. 1). Het dikke walsdraad wordt in deze machinesdoor een aantal rondegaten getrokken, waarbij elkvolgend gat iets nauwer is dan het voorgaande. Het

Page 230: HOE MAAIKT MEN.2

4. Vulcaniseerketel.

koperdraad wordt daardoor uitgerekt en als gevolgdaarvan steeds dunner, totdat het de verlangdedoorsnede heeft gekregen. Een imposant gezicht:die met geweldige kracht werkende trekbankennaast elkaar; de wielen, die men op de afbeeldingziet, draaien onafgebroken met razende snelheidcond.

Door de bewerking op de trekbanken is hetkoperdraad stug en hard geworden en om dit nuweer behoorlijk buigbaar te maken, wordt hetdraad, op bosses gewikkeld, in een electrisch ver-warmde oven geplaatst en verhit tot 350 ° Celsius.We noemen dit het uitgloeien van het koperdraad.Daarna wordt het uitgegloeide draad in een badvloeibare tin gedompeid,waardoor het blanke, rood-achtig uitziende koperdraad bedekt wordt met eenzilverglanzend laagje tin. Deze vertinning maakt, dathet koper en de later om het draad aangebrachterubberlaag niet schadelijk op elkaar inwerken.

De koperkernen van dikke kabels en ook vanbuigzame snoeren bestaan uit een groot aantal vandeze vertinde koperdraden. In „samenslag-machi-nes" worden deze Braden samengebundeld tot eenbuigzame kabel (zie afb. 2).

Nu volgt een belangrijke bewerking: het isoleren.De electrische stroom, Welke door de koperkerngeleid wordt, mag natuurlijk geen gelegenheidkrijgen, weg te vloeien, terwijI bovendien aanrakingmet de hand van dit draad levensgevaarlijk is.

Daarom wordt de vertinde koperdraad omgevendoor een manteltje van rubber. Rubber is namelijkuitstekend geschikt om de electriciteit tegen tehouden: is Bus een prima „isolator". Deze rubberis echter een mengsel van zuivere rubber (coalsdeze op de rubberplantages als product van denrubberboom gewonnen wordt) en van een aantalchemicalien, o. a. zwavel.

In een grate mengmachine worden deze che-

20

Page 231: HOE MAAIKT MEN.2

21 micalien met de rubber samen tot een klei-achtigemassa gemengd, waarna deze massa op grote, metstoom verwarmde walsen, nog eens extra vastwordt gekneed.

Met behulp van Heine stalen walsen (zie afb. 3),die van groeven voorzien zijn, wordt nu dit rubber-mengsel in 2 lagen rondom het koperdraad gewalst,waarna een strook in rubber gedrenkt katoendoekover deze isolatie gewikkeld wordt.

Zoals we gezien hebben zijn deze rubberlagenklei-achtig, dus enigszins week. De bedoeling isechter, om ze tot een veerkrachtige stevige omhul-ling te maken en om dit te bewerken, moet derubber worden gevulcaniseerd. De geisoleerdedraad, gewikkeld op metalen haspels, wordt ge-bracht in een stoomketel (zie afb. 4), waarin destoom aan alle kanten rechtstreeks met de rubberin aanraking komt en na ongeveer een uur is derubber hierdoor veerkrachtig gemaakt en heeft eengrote stevigheid verkregen.

Als laatste bewerking wordt de gehele leidingomvlochten met katoendraden. Dit gebeurt in eengroot aantal vlechtmachines (zie afb. 5). Onafzien-bare rijen van deze machines laten hun eentonigsnorrend geluid horen, terwij1 in elke machine inrazende snelheid 16 katoenen spoeltjes rondom deleiding wentelen en een keurige nauwsluitende kous

wordt gevlochten. Als U goed oplet,ziet U hoe een rood-zwart ge-kleurde katoendraad onder deomvlechting meeloopt; dat zijn defabriekskleuren, waaraan het DRA-KA-product direct is te herkennen.

Nu moet de draad met de katoen-kous nog in een speciale bijv.groene, rode of zwarte paraffineverfworden gedompeld, waardoor dedraad beter tegen vocht beschermd

Page 232: HOE MAAIKT MEN.2

6 Gereed fabrikaat.

is en de electrische leiding is gereed(zie afb. 6).

Zij is gereed, maar wordt zo nog niet afgeleverd.Eerst wordt zij nog op een lengte van telkens 100 m.afgemeten en opgewonden op rollen, elk voorzienvan een keurig labeltje, waarop de naam van hetdraad en de lengte en doorsnede van de koperkernstaan aangegeven. Het spreekt vanzelf, dat, alvorensdeze rollen draad de wijde wereld ingaan, hieraaneerst nog een grondige beproeving vooraf gaat, omte zien, of de rubberisolatie werkelijk aan alle eisenvoldoet. De rollen draad worden gedurende 24 uurin een waterbad ondergedompeld, en vervolgenswordt elke draadrol, met 2000 Volt spanning be-proefd!

De snoeren, die aan een schemerlamp, eenradiotoestel of aan een of ander huishoudelijk voor-werp verbonden zijn, zien er weer anders uit; zezijn veel buigzamer en dikwijls omvlochten metfraai gekleurde zijde.

Maar steeds vinden we in elke electriciteitsleidingde koperkern terug, die den electrischen stroommoet geleiden en die omgeven is-door een stevige,veilige omhulling van rubber.

De D R A K A-fabrieken maken een groot aantaileidingsoorten, b.v. kabels met een stevigen rubber-mantel, kabels met een loden mantel, maar het zouons te ver voeren, om al deze soorten uitvoerig tegaan behandelen; dat zou een dik boek vullen.

Wij hopen echter, dat deze korte beschrijvingreeds voldoende zal zijn geweest bij onze lezersbelangstelling te wekken voor dit Nederlandsebedrijf en zijn product: D R A K A-draad — „Neder-landsch fabrikaatn.

22

Page 233: HOE MAAIKT MEN.2

1. Een persmachine bij D.R.U.

MAILLEWij kennen allen we de voorwerpen als pollen,

pannen, emmers en an ere artikelen van emaille,die in iedere keukengebruikt worden. Deze voor-werpen bestaan natuurlijk niet geheel uit emaille,maar zijn vervaardigd van ijzer en bedekt met eenlaagje emaille, vandaar de naam geemailleerd.

De kunst om meta en voorwerpen te bekledenmet eengekleurde emaille-laag is zeer oud; deOosterse volken version en haar reeds inoudeti' en en waren er kunstenaars in, nit alleen deChinezen, maar ook deJapanners en de Indiers:zij emailleerden echter op andere wijze, danwij thans.

De oudste emaille-industrie inNederland is dievanDiepenbrock & Reigers, bekend as D.R.U.De fabriek, waarin thans ruim 800 Nederlanderswerken, werd in 1761 te Ulftgevestigd. Wcaromjuist te Ulft? mat daar ijzeroer in dengrondwerd gevonden en in vroegere ti' en werd ditijzeroer ook gewonnen en in hoogovens tot ijzerverwerkt. Twee eeuwengeleden stond aan denOuden Used de „Hooge Oven", waar dit, naar onzetegenwoordige begrippen, primitief bedrijf werduitgeoefend. Het met houtskool gestookte vuur vanden oven, waarin het erts werd gesmolten, werdaangeblazen met een windmachine, waarvoor een

Page 234: HOE MAAIKT MEN.2

2. In de ijzergieteri j D.R.0

scheprad in het toen nog niet gekanaliseerde enWilde riviertje, de kracht leverde. lizeroer en water-kracht waren steeds overvloedig ter plaatse aan-wezig, maar de houtskool, kwam van ver, uit debossen van Twente en Westfalen.

Intussen ontwikkelden zich de moderne hoog-ovens van het Roergebied en toen deze voldoendeijzer konden leveren, werd de Ulftse oven gedoofd,maar de ijzergieterij, die haar bestaan dus tedanken heeft aan die oude ovens, Wee' ter plaatsegevestigd en ontwikkelde zich tot een der grootsteijzergieterijen van ons land.

En dit metaalbedrijf van Diepenbrock & Reigersnu , is zoals wij reeds zeiden, zich ook gaan toe-leggen op het vervaardigen van emaille. Ruim eenhalve eeuw geleden begon het de uit het Saar-gebied afkomstige „recepten" te onderzoeken.Aanvankelijk was dit emailleren een geheimzinniggedoe, want de menging van de verschillendestoffen is het geheim van den smid. Maar tenslottekwam men achter die wonderdaad en werd hetresultaat ervan in de fabriek toegepast.

Gaan wij nu eens de bewerking na van dit aan-brengen van emaille op ijzer. In enge-ren zin is emaille het beste te verge-lijken met glas met laag smeltpunt. Ge-woon glas, een bij 1400° C. gesmoltenmengsel van in hoofdzaak nand, sodaen kalk, was niet bruikbaar, omdat hette emailleren ijzer bij die hoge tempe-ratuur zelf zou smelten. Maar nu voegtmen bepaalde stoffen toe, zgn. vloei-middelen, waardoor het smeltpunt vanhet glasmengsel sterk wordt verlaagd enzover, dat nu het ijzer bestand is tegenhet „branden" der emaillelaag.

De emailles voor keukengerei be-staan in hoofdzaak uit een mengsel vankwarts, veldspaat, borax, soda, salpeteren kryolith, terwijI voor de grondlaaghieraan steeds cobalt wordt toegevoegd

24

Page 235: HOE MAAIKT MEN.2

en de fraaie kleuren in de deklagen door specialemetaal-oxyden worden verkregen.

Een korte rondgang door de emaille-afdelingvan D.R.U. zal U alles duidelijk maken. Hier hebtU hetbegin: de smeltoven, waarin het glasmengselwordt verhit tot 1200° C. en an als een taaie,witte vloeistof, onderhevig gesis en gespetter inkoud water loopt. In den waterbak wordt de breiplotseling hard, springt in fijne stukjes uiteen enblijft an als een scherpe korrelige massy ac ter:de„frit” genaamd.

In de frittenkamer vindt U eengrote verscheiden-held van allerei kleuren en samenstellingen voor elkspeciaal doel, zoals grond- en dekemails voor plaat-of gietijzer, licht smeltbare, zuurvaste soorten, enz.

De frit wordt nu in de aangrenzende molenkamermet water enpijpaarde tot een fijne brei gemalen:urenlang draaien de ass inters tussen zware mo-lenstenen rond tot ze volledig fijn zijn. De brei, diedaarna uit den molenloopt, heel „mas" of „slip".(Voor badkuipen en ander poederemail blijft defritdroog).

Dit was debereiding van het emaille:nugaan wi j even, heel snel, door deafdelingen, waar de meta en voorwer-en, waarop dit emaille moet wordenp

aangebracht, worden vervaardigd: demetaalperserij en de ijzergieterij. In deeerste staan de snij- en persmachines,die vlakke staalpiaten in panvormenveranderen (zie afb. 1) of in emmers,ketels, kannen, enz.

De grondstof dezer fabricage isdunne staalplaat, die sins korten tijdook in Nederland gemaakt wordt. Hetzeer moderne bedrijf van Van Leer'sWalswerken to Velzen leverde reedsveleladingen, die via Nederiandsefabrieken in onze keukens terecht zijngekomen.

3. Het gesmolten ruwi j zer wordt uitgietpannen in de vormen gegoten in de D.R.0 gietenj

25

Page 236: HOE MAAIKT MEN.2

4. De „masbak -in de D.R.U. Emaillefabriek

Een serie lichtere persen knipt kleine stukjesplaat, die tot oren, tuiten, hengsels, stelen, enz,gevormd worden, welke weer wat verder aan derompen worden gelast of geklonken. Dit is een zeerbelangrijke afdeling, want wanneer de grondslagniet goed is, is het niet mogelijk een gaaf emaille-artikel to krijgen.

In de ijzergieterij daarentegen, waar de zwaarderegotten en pannen worden gegoten, is niet staalplaatde grondtof, maar ruwijzer, het product van deHoogovens in limuiden. Het mag zeker wel als eenzegen voor ons land genoemd worden, dat zowelruwijzer als staalplaat binnen onze grenzen vervaar-digd worden. Want niet alleen geven deze fabrie-ken aan duizenden direct en indirect werk, zij heb-ben ook een belangrijk aandeel in de voorzieningvan vele andere Nederlandse metaalfabrieken metgrondstoffen.

Keren wij echter terug naar de ijzergieterij: eensteeds zwarte omgeving, zwart van het vormzand,waarvan dagelijks de duizenden gietvormen (zieafb 2), op persluchtmachines gereed gemaaktworden.

Het hart van de gieterij is de koepeloven: hierinwordt het ruwijzer gesmolten, dat uit gietpannen inde vormen gegoten wordt. (zie afb. 3). Is het nietfantastisch, dat gewemel van helroodschijnendestralen vloeibaar ijzer, die overal de ijzergietersspookachtig verlichten, terwijl de vormen vollopen?

Het ijzer is in de vormen snel afgekoeld en dusweer hard geworden, zodat een ploeg arbeidersdirect gereed staat om uit de ijzeren kasten, waarinde zandvormen gemaakt zijn, het zand to kloppenen de juist gegoten grote verscheidenheid pannen,schotels. en dergelijke to stapelen op wagens vaneen „hangbaan n , welke naar de aangrenzendewerkplaatsen voert.

Hier ondergaan deze producten enkele nabewer-kingen; schoonblazen met een krachtigen zand-straal, grondig reinigen van roest, olie en zand, dan

26

...

Page 237: HOE MAAIKT MEN.2

27

5 Het afnemen van de D R.0 -dekselsna voor den 4en keer

in , den oven te zl j n geweest.

nog een eindkeuring en tensiotte omen de blankmetalengeperste of gegoten voorwerpen in deeigenlijke emaillefabriek terecht en wel het eerstin de „opdraagkamer".

Hier is alles schoon en stofvrij, want het witemaille moet helder witblijven en in de lichte kleu-ren mogen een stofdeelt j es het aanzien bederven.In deze werkplaats krijgt het ijzer zijn emaille-over-trek, et een meestal geschiedt door onderdompe-ling in een groten masbak (zie afb. 4). Soms ookwordt het emaille er op gespoten.

Na het aanbrengen van deze laag komen deproducten eerst in de droogkast tot al het water er-uit verdampt is, zodat het ijzer an feitelijk nog meteenpoederlaag bedekt blijft, om vervolgens in mof-felovens verhit te worden tot temperaturen van 86 900° C (zie afb. 5) Hierligt eigenlijk de kern vanhetbedrijf , want bij deze hitte smelt het dunnelaagje emaillepoeder op het metaal vast en na af-koeling is het product gereed om door de scherpeengeoefende ogen der keurders onderzocht teworden. Is het absoluutfoutloos dan wordt het, D R U etiket erop geplakt, ten bewijze, clat het aande strenge eisen, die de fabriek stelt, voldoet.

Op e'en punt echter is deze beschrijving nog nietvolledig. want er bestaat vrijwei een goed emaille,dat in een keer ran en klaar is. Degoede kwali-teiten huishoudemaille bestaan steeds uit eengrond-laag — die afzonderlijk gebrand wordt — en daar-over heen een of meerdeklagen, die gewoonlijknog voor binnen- en buitenzijde verschillend zijn.Gebegrijpt, at een pan, welke op deze wijze„gehard" is teen zeer hoge temperaturen, nietvervaard is voor eenbeetje hitte op het fornuis vande huisvrouw.

Degouden biesjes omen weer na de deklagenen hiervoor alleenga .an de pannetjes dan somsvoor den vier en keer den oven in.

Behalve huishoudelijke artikelen en dergelijkelevert Diepenbrock & Reigers ook badkuipen.

Page 238: HOE MAAIKT MEN.2

6. Het emailleren van een D.R.U.-badkusp.

Ook de badkuipen worden eerst gegoten engaan dan bedekt met grondemaille in een derbrandovens, waar ze sterk verhit worden en helder-rood-gloeiend uit te voorschijn komen. Dan staanarbeiders, met asbestkleding, hands-choenen enmaskers, om tegen de felle hitte beschut te zijn,gereed om er met trillende zeefbakjes, op langestokken, helder wit emaillepoeder over te strooien.(zie afb. 6). Door de hitte smelt dit terstond enhecht zich als een gladde laag vast. Dan gaat zeweer den oven in en herhaalt zich deze bewerkingnog tweemaal, totdat de emaillelaag voldoendedik is.

28

Vele scholen en verenigingen komen elk jaarnaar Diepenbrock & Reigers om dit alles te bezien,want de bezichtiging is zo interessant, dat deze —de tocht b.v. door Montferland of Laag-Keppel naarUlft is op zichzelf reeds zeer aantrekkelijk — demoeite van een excursie ruimschoots loont.

lndien gij het bovenstaande doorgelezen hebt,zult ge nog niet beseffen, hoeveel vakkennis envoorbereiding nodig zijn, om een werkelijk aan dezwaarste eisen voldoend email-artikel te vervaar-digen. De handelingen lijken alle zo eenvoudig entoch zijn er in alle werkplaatsen velen eerst najarenlange oefening in geslaagd, die handelingengoed en in tempo uit te voeren.

Dat men het zo ver gebracht heeft, was nietmogelijk zonder microscopen, reageerbuisjes,proefnemingen .... en vooral knappe koppen.

Zo heeft wetenschap en techniek bereikt, watvroeger onbereikbaar scheen. Maar het gaat nogsteeds vooruit en men blijft zoeken om een noghogere vuurvastheid, of een nog grotere chemischeonaantastbaarheid te verkrijgen. ,

Wij kunnen er trots op zijn, dat de NederlandseEmaillebedrijven, er zijn er ongeveer 10 in onsland, een allereerste plaats innemen, en allekrachten Hi:yen inspannen om die ereplaats tebehouden.

Page 239: HOE MAAIKT MEN.2

Het standbeeld van Jan Pieter Minckelersto Maastricht

ASHetbeginsel, waarop de bereiding van steen-

kolengas berust, is eigenlijk zeer eenvoudig. Indienmen steenkolen op roodgloeihitte brengt, dan ont-wijkt daaruit gas. Voert men deze verhitting vande steenkolengewoon in de lucht uit, dan ontsteektzich ditgas op hetzelfde ogenblik, dat het ontstaat.Er vormt zich op de kool een vlam; men zegt, dathet stuk steenkool brandt,Eigenlijk is it niet geheeljuist; aanvankelijk brandt sec is het ontwikkeldegas en eerst als it uitgebrand is, gaat et een aanvaste sto achtergebleven is, ran en.

Verhit men dekolen, zonder at de lucht vrijelijkkan toetreden, an an men het gas afzonderlijkopvangen. it lijkt nu zo eenvoudig, maar toch washet een hele ontdekking, toen onze landgenoot, deMaastrichtenaar Jan Pieter Minckelers (zie afb. 1)dit in 1784 voor het eerst waarnam. Twee jaartevoren was de luchtballon uitgevonden, waarbilmen aanvankelijk gebruik maakte van warme luckInmiddels had men reeds ontdekt dat waterstof een, goede vu in voor de luchtballons vormde, maarmen zocht naar een goedkoper gas en dit werddoor e uitvinding van Minckelers verldegen. Hijverhitte steenkolenpoeder in een geweerloop. Hetgas, at zich hierbij ontwikkelde, dreef de lucht,die zich aanvankelijk in den loop beyond, voor zichuit zodat het gas zich niet terstond kon ontsteken.1

Page 240: HOE MAAIKT MEN.2

Minckelers stelde niet alleen vast, dat dit gas „vier-maal lichter dan dampkringslucht" was en zich uit-stekend leende voor het vullen van luchtballons,maar ook, dat het brandbaar was. Reeds het vol-gende jaar (1785) verlichtte hij zijn collegezaalhiermee. Het is echter jammer, dat deze toepassinggeen verdere navolging heeft gevonden, zodat deuitvinding van Minckelers zelfs een tijdlang in hetvergeetboek is geraakt en men ten onrechteden Engelsman William Murdoch als eerste uit-vinder van het steenkolengas is gaan beschouwen.Toch was het enige jaren na Minckelers, hoewelstellig onafhankelijk van dezen, dat Murdoch zijnuitvinding deed. In 1792 (dus 7 jaar, nadat Mincke-lers zijn collegezaal met gas verlichtte) had Murdochgasverlichting in zijn huffs. In 1798 kwam het eerstesteenkoolgasfabriekje in bedrijf. Het diende uitslui-tend voor levering van lichtgas aan de eigenmachinefabriek.

Hoewel wij als Nederlanders dus trots mogenzijn op Minckelers als eersten uitvinder van het gas,moeten wij toegeven, dat het aan het doorzettings-vermogen van Murdoch te danken is, dat de gas-fabricage op groter Schaal is aangevat.

In Nederland verrezen de eerste gasfabrieken in1826 en wel ongeveer gelijktijdig te Amsterdam enRotterdam. Aanvankelijk werd het gas bijna uit-sluitend voor verlichting gebruikt, vandaar de naam„lichtgas". Men denkt hierbij natuurlijk terstondaan het gasgloeikousje, maar dit is lang niet zooud als de gasindustrie. Meer dan een eeuw langgebruikte men de gasvlam als zodanig voor ver-lichting. Het licht was enigszins geelachtig en delichtsterkte gering in verhouding tot het gasverbruik.In 1886 maakte de Oostenrijker Auer von Wels-bach het eerste gloeikousje, doch eerst in 1892wist hij dit zodanig te verbeteren, dat het snel alge-mene toepassing vond. Met veel minder gas danvoorheen verkreeg men nu een mooi wit lic,ht. Tot1902 kende men slechts het staande gloeikousje;van dat jaar dateert het hangende gasgloeilicht.

30

2 Keukengeysertje,tegeli j kertl i d gebruikt voor een stortbad

Page 241: HOE MAAIKT MEN.2

3. Moderne gas-bakoven.

31 De uitvinding hiervan betekende weer een aan-merkelijke bezuiniging. Een en ander bracht degasindustrie, ook in Nederland tot groten bloei.

Op het gebied der verlichting kwam echter eenbelangri j ke mededinger: de electriciteit, doch degasindustrie toonde haar levenskracht. Juist toenzij het terrein der verlichting aan de electriciteitging verliezen, wist zij het gebruik van gas voorkoken meer en meer in an to doen vin en. Inenkele tientallen jaren von het gas overal, waarhet beschikbaar was, algemeen toepassing in dekeuken. Men stet het aantal gezinnen in Nederlandop ruim 1.720.000. In rond 1.300.000, dus in meerdan 3/4 van alle Nederlandse gezinnen kookt menop gas. Hierbij bedenke men, dab ten platte landeen in vele kleineplaatsen een gelegenheid be-staat tot aansluiting op een gasleiding.

Reeds het aantal gas-kookklanten toont aan, vanhoegroot belang de gasindustrie voor onze yolks-huishouding is. Doch hiermee is slechts een deelvan de taak genoemd, die het gas vervult. Degasgeyser (zie afb. 2) is in staat op ieder willekeurigogenblik een bijna onuitputtelijke stroom warmwater to leveren, de ruimteverwarming met gasheeft een ruime toepassing gevonden. Een zeerrote en in belangrijkheid sterk toenemende rog l

speelt het gas in de industrie; wij noemen slechtsde vervaardiging van gloeilampen, glas, aardewerk,biscuit, metaalwaren en de toepassing in bakkerijen(zie afb. 3), slagerijen, koffiebranderijen, drukke-rijen, restaurants, enz.

TerwijI de gasindustrie enerzijds us zeer belang-rijke diensten aan het economische !even- bewijst,eeft zijt evens vele Nederlandse an en werk.g

Omstreeks9.000 personen zijn rechtstreeks in degasindustrie werkzaam. Van de grootte van ditgetal krijgt men pas een indruk, als men bedenkt,dab, indien deze personen met hunne gezinnen ineen stad gingen wonen, it een stad zou zijn tergrootte van Zwolle. Indirect zijn echter nog veelmeer personen bij de gasindustrie betrokken, wij

Page 242: HOE MAAIKT MEN.2

4. Doorsnedevan een der eerste ovens.

noemen slechts hen, die werkzaam zijn bij dedelving en het vervoer der steenkolen, bij de ver-werking van de teer, bij de vervaardiging vanvuurvast materiaal voor de ovens, de toestellen voorde zuivering, de buizen, de gasmeters, de gas-

.toestellen, enz.

32

Hoe maakt men nu het gas in een gasfabriek ?We zagen, dat Minckelers de kolen in een

geweerloop verhitte. Aanvankelijk leek de inrich-ting, die men aan de eerste gasfabrieken gebruikte,heel sterk hierop. Aileen de afmetingen warengroter. lnplaats van een geweerloop nam men eenijzeren buis, een zgn. retort, die aan een kantdicht was en aan den anderen kant een openinghad, die door een deur gesloten kon worden enwaardoor de kolen in de retort gebracht kondenworden en waardoor men de cokes, die na deontgassing overblijft, daaruit kon verwijderen. Bijdeze deur beyond zich een verticale buis, de zgn.klimpijp, waardoor het gas kon ontwijken. Dezeretort werd van buitenaf heet gestookt (zie afb. 4).

Later heeft men eerst een ander materiaal voorde retort gekozen, nl. vuurvaste steen inplaats vanijzer. Dergelijke horizontale retorten (ongeveer50 cm breed, 35 cm hoog en 2,5-3 m tang) zijnnog aan vele gasbedrijven aanwezig. Natuurlijk zijndaaraan, vooral ook wat de wijze van verhitting aan-gaat, vele technische verbeteringen aangebracht.

Ook heeft men de retorten verticaal geplaatst.Dat had het voordeel, dat men deze gemakkelijkerkon vullen en ledigen.

Aan grotere fabrieken heeft men inplaats vande betrekkelijk kleine retorten grotere ruimten,zgn. kamers, waarin de kolen ontgast worden. Menstelle zich deze „kamers" niet in de verhoudingvan woonvertrekken voor, doch als gangen (hori-zontaal) of schachten (verticaal) van omstreeks40 cm breedte.

In deze retorten of kamers brengt men dus dekolen. Door de hoge temperatuur staan deze hun

Page 243: HOE MAAIKT MEN.2

5. Doorsnede van een

33 as a en gaan over in cokes. De duur van ditg proces wisselt van ongeveer 6 tot 24 uur, afhan-kelijk van de afmetingen van de ontgassingsruimte.Na afloop hiervan haalt men de cokes uit de retortof kamer. Deze isgloeiend en gaat natuurlijk, zodrazij in de !Licht komt, ran en. Door besproeiing metwater wort deze verbranding echter terstond ge-stuit. De cokes dient voor een klein deel voor deverhitting van de ovens; het overblijvende deel(ongeveer 55-60 % van het gewicht der verbruiktesteenkolen) wordtgebroken , naar stukgrootte ge-sorteerd en verkocht.

Hetgas, zoals het uit de retorten of kamers ont-wijkt, bevat nog vele verontreinigingen, o.a. water-damp, teerdamp, naftaline, ammoniak, zwavel-waterstof en blauwzuur. Doorkoeling wort hetontdaan van het over rote deel zijner water- enteerdampen; naftaline wort verwijderd door was-sing met olie, en ammonia door behandeling metwater De zwavelwaterstof bindt men door hetasto leiden doorgrote ijzeren kisten, gevuld metijzeroer, een roestkleurige, aardachtige delfstof, dieveel inGroningen en Drente gevonden wordtTegelijk met de zwavelwaterstof wort het over rotedeel van het blauwzuurgebonden. Volledige ver-wijdering hiervan is niet noodzakelijk.

Hetgezuiverde gas komt dan in den fabrieks-gasmeter en gaat vandaar naar den gashouder. Dewerking hiervan is in beginsel heel eenvoudig(zie afb. 5). Degashouder is niets anders daneen stolp, die van onderen afgesloten is, doordathij in een kuip met water drijft. Naarmate ermeergas on er de stolp of „klok" komt, gaat dezeomhoog. De klok drukt us op het gas en geeftdaaraan een zekeren overdruk. Deze druk is echterin den regel to hoog voor den verbruiker. Daaromgaat het gas eerst door een drukregelaar voor hetin het buizennet komt. Dit hoofdbuizennet heefteen eerbiedwaardige lengte. Alle hoofdbuizen vanhet Amsterdamsegasbedrijf tezamen hebben eenen to van 894 km. (De afstand Amsterdam—

Page 244: HOE MAAIKT MEN.2

- HERTOGENBOSCH

Geneve is langs den autoweg gemeten 877 km.)Vanuit de hoofdbuizen komt het gas door de

zgn. dienstleidingen in de huizen. Door de huis-gasmeters stroomt het dan door de binnenleidingenHaar de toestellen.

Nederland telt op het ogenblik 158 zelfprodu-cerende gasbedrijven. Het gehele Zuid-Oostenvan ons land wordt voorzien door het cokesbedrijfder Staatsmijnen. Déér ontgast men kolen niet inde eerste plaats terwille van het gas, maar om decokes. Hieruit blijkt we!, hoe belangrijk de cokesals nevenproduct der gasbedrijven is. Vroeger lietmen een groot deel van het verkregen gas een-voudig nutteloos verbranden. Thans leidt men hetgas door een persleiding van 107 km lengte tot's-Hertogenbosch (zie afb. 6). Ook door het Hoog-ovenbedrijf to IJmuiden wordt een

34

aantal omliggende plaatsen (tot ge-deelten van Haarlem en Zaandam) vangas voorzien.

Naast de cokes is de teer een zeerbelangrijk nevenproduct van de gas-industrie. Men bereidt daaruit dewegenteer voor onze moderne auto-wegen en de pek voor de briketten-perserij, maar tevens levert de teerde grondstoffen voor een wijdvertaktechemische industrie, met name voorde bereiding van kleurstoffen en ge-neesmiddelen.

Hoewel reeds 115 jaar oud is deNederlandse gasindustrie nog steedskrachtig groeiende. In de jaren 1920tot en met 1940 Ham de gasafgifte vanNederlandse gasbedrijven toe van om-streeks 410 tot 760 millioen m 3 per jaar.Hiermee is het gasverbruik per hoofdechter nog lang niet op de hoogtevan die in een typisch „modern" landals de Ver. Staten van Noord-Amerika,waar dit verbruik vele malen groter is. 6. De persgasleidingen van de Staatsmijnen

Page 245: HOE MAAIKT MEN.2

1. De Erdaltabnek.

CHOENCREME

Als er over schoencreme wordtgesproken, of

zoals men vroeger we zei: schoenpoets, dan denkt

men eigenlijk alleen maar aan een doosje pasta,

waarmede schoenen na het insmeren en uitbor-

stelen glimmend kunnen worden gemaakt.

Hoebelangrijk dat glimmen op zichzelf ook is,

het belangrijkste is het niet! Een goed samenge-

stelde schoencreme moet bovendiendie in dep

poriên van het le der kunnen dringen, waardoor dal

als het waregevoed wordt, zodat het met barst,

maar soepel en sterk blijft. carom ma het wel

eens met nadruk wordengezegd, dat het dagelijks

poetsen van schoenen de eerste voorwaarde is om

ze ingoeden staat to houden.

Dagelijks, want elken dag poetsen doet schoenen

anger meegaan en dat is wen van het alter-

grootste belang, vooral in ti' en waarin het leer

schaars is.

Hoe wordt schoencreme eigenlijk gemaakt? Laat

ons eens naar Amersfoort reizen naar de ruim,

25 jaar bestaande Erdalfabriek (zie afb. 1), welke

in Nederland de grootste fabriek van poetsartikelen

is en laat ons daar eens nagaan, hoe goede schoen-

creme wordtgemaakt en verpakt.

Page 246: HOE MAAIKT MEN.2

----=- 2. Kli kje , r, het 1,bo-atonum

Het eerst brengen wij een bezoek aan het labo-

ratorium, waar alle grondstoffen en eveneens de

gefabriceerde producten regelmatig op kwaliteit

warden- gecontr6leerd (zie afb. 2). Men legt ons

Kier uit, dat goede schoencreme hoofdzakelijk moet

worden samengesteld uit verschillende soorten was

(o. a. bijenwas), benevens terpentijn en kleurstoffen.

Op de goede keuze van die drie grondstoffen en

op de menging daarvan komt het aan! Daarmee

staat en valt de kwaliteit van het eindproduct.

Het is dus van groot belang eerst iets Hader in te

gaan op die drie soorten grondstoffen.

A. De Was. Wat zijn de voornaamste eigen-

schappen van was ? In de eerste plaats lossen de

verschillende wassoorten niet in water op en smelten

pas bij een betrekkelijk hoge temperatuur. En ten

tweede kunnen ze gemakkelijk op leder, hout, lino-

leum en andere materialen worden aangebracht in

dunne laagjes, Welke laagjes door wrijven glansverkrijgen.

Het gebruik van schoencreme en ook van

meubel- en linoleumwas, is eigenlijk afgekeken vande natuur, want haast alle levende wezens produ-

ceren in of onder de huid was, waarmede zij zich

beschermen tegen weersinvloeden en tegen infectiedoor ziektekiemen.

Er bestaan talrijke soorten was; men verdeelt zeechter in hoofdzaak in vier groepen n.l. plantaardigewas, dierlijke was, minerale was en synthetische- o{kunstmatig bereide was.

De planten zouden zonder was te gronde gaan.Nagenoeg alle bladeren en ook zo goed als alle

36

Page 247: HOE MAAIKT MEN.2

37 vieesvruchten (appels, peren, kersen, enz.), zijn met

eenbetrekkelijk dik waslaagje bedekt (poetst U

maar eens een appel op, wat gaat hij dan niet

prachtig glimmen!).

Twee veel gebruikte plantaardige wassoorten zijn

de harde carnaubawas, verkregen van den carnau-

bapalm, welke in Brazilie groeit en candelillawas,

afkomstig van een plant, welke o.a. groeit in Texas,

Zuid-Californiè en Mexico. Deze wassoorten

hebben de eigenschap, dat zij een goeden glans

geven zonder te kleven.

Debijen leveren een onmisbare dierlijke was. De

was dient voor hen om er cellen van te kneden,

waarin de larven or en grootgebracht. Ook bijen-

was gee ft glans, doch is enigszins kleverig. Vandaar,

dat men debijenwas met talrijke an ere grond-

stoffen vermengt, om het gemakkelijke uitwrijven te

bevorderen.

De derde wassoort, welke zich in goede schoen-

creme bevindt, wordtgevormd door de minerale,

dus uit den aardbodem komende was, zoals mon-

taanwas en ozokerith. Sommige van deze delfstoffen

zijn een glansverwekkers, maar warden alleen

toegevoegd om de harde plantaardige wassoorten

emakkeli j ker te kunnen verwerken en om aan deg

schoencreme meer hechtkracht te geven.

Tenslotte vermelden wij nog, dat men er de

laatste jaren in es as is kunstmatige- of synthe-

tische wassoorten te vervaardigen, welke in kwaliteit

de natuurli j ke wassoorten evenaren.

B. Terpentijn. Terpentijnolie is een heldere, soms3. Het smelthuis.

Page 248: HOE MAAIKT MEN.2

lichtgekleurde, vluchtige olie met den bekenden

sterken reuk. Zij wordt verkregen uit de harsachtige

afscheidingen van naaldbomen. De kwaliteit hangt

of van het land van herkomst, o. a. Amerika, Rus-

land, Mexico, Frankrijk, Spanje, Portugal, Neder-

lands-Indiè.

C. Kleurstoffen. Deze worden toegevoegd om

aan de schoencreme de verlangde kleur to geven.

Zoalsge ziet, schoencreme is een heel wat inge-

wikkelder stof, dange we gedacht zult hebben. Het

is nu de taak van de fabriek al diegrondstoffen (in

schoencreme zitten er talrijke!) in zodanige verhou-

ding to men en dat de schoencreme van de

kenmerkende eigenschappen van elk daarvan juist

zoveel overneemt alsgewenst is. at gaat nu-

lijk volgens recepten die in het laboratorium der

fabriek langs wetenschappelijken we zijn vast-

gesteld.

Dit mengen geschiedt in een gedeelte der fabriek

bet „smelthuis" geheten (zie afb. 3), zo genoemd,

omdat daar in een reeks van ketelsde nodige

grondstoffen tot het vereiste mengsel worden ge-

smolten. Deze ketels hebben een rechtstreekse

verbinding met een ondergrondse tankinstallatie,

welke o. a. verscheidene tienduizenden liters ter-

enti j n kan bevatten.p

Het warme, dus vloeibare mengsel, wordt uit de

smeltketels door verwarmde dubbelwandige buizen

naar de giethal (zie afb. 4), gevoerd. Daar mondenZ-,---/

ze uit in een reservoir, dat is opgesteld boven een 4. De giethal.

38

Page 249: HOE MAAIKT MEN.2

39 lopenden band, waarop nijvere handen ledige

schoencremedoosjes neerzetten. Eengroot aantal

doosjes komt teens tegelijkertijd onder het reser-

voir, zodanig, dat zich precies oven elk doosje een

kraantje bevindt. en „handle" wort overgehaald

en uit elk kraantje loopt juist zoveel vloeibare

schoencreme als nodig is om het doosje to vu en.

De netjes in het gelid staande boordevolle doosies

ewe en zich dan voort op den transportband en

een nieuwe reeks' ledige doosjes neemt de plaats

van canndere in om te wordengevuld. De voile

doosjes worden door een lange koelkast gevoerd,

waardoor devloeibare schoencreme afkoelt en

stolt. Aan het einde van den transportband warden

de dozen van deksels voorzien en ten slotte ingepakt

in cartonnen dozen en die weer in verzenddozen

In het omvangrijke „magazijn gereed fabrikaat",onmiddellijk naast de „giethal", worden die ver --

zendcartons opgestapeld. Regelmatig gaat hier van

den voorraad af, maar er komt even regelmatig

weerbij. en perfect verwarmings- en ventilatie-

systeem zorgt ervoor, at de Licht niet to warm, to

koud, to vochtig of to droog is.

Wistg,ij daat in deze fabriek oak de blikken

doosjes van A tot Z zelf worden gemaakt? it

blankeblikplaten warden doosjes van allerlei for-

maat vervaardigd. Eke blikplaat wort eerst nog

gecontrOleerd op haar dikte, door middel van een

vernuftig weeginstrument, dat in staat is uiterst

geringe gewichtsverschillen aan to tonen. Hierdoor

wordt bereikt , dat men naderhand zuiver sluitende

dozen en bussen verkrijgt, zodat verdamping der

Page 250: HOE MAAIKT MEN.2

vluchtige stoffen voorkomen worth en de inhoud

40dus onveranderd van kwaliteit blijft.

Nadat elke kleur in de blikdrukkerij (zie afb. 5)

op de blikplaat is aangebracht, wordt de lakiaag

gedroogd in een ruimte, waarin stofvrij gemaakte

en tot een temperatuur van 100 tot 180 ° C. ver-

hitte lucht, wordt geleid.

De volgende afdeling is de „blikstamperir.Machtige machines stampen uit de bedrukte blik-

platen de dozen, bussen en deksels. Een andere

machine vervaardigt uit lintvormig metaalband de

bekende opener, ge weet het: een draai en de Boos

is open. Deze blikemballagefabriek is op zichzelfreeds een omvangrijk bedrijf.

Het valt den bezoekers van de fabriek terstond

op, hoe er hier behalve schoencreme in allerlei

kleuren, ook talrijke andere producten worden

gefabriceerd, waarvan enkele wat samenstelling

betreft, enige gelijkenis vertonen met schoencreme,

zoals b. v. Peli meubelwas en Peli linoleumwas.

Andere daar vervaardigde producten hebben echter

een geheel andere samenstelling, zoals Ridder

poetsextract, Duc schuur- en reinigingspoeder,

Erdatin kachelpasta, Erdal schoenwit en Vlido

vliegenvangers (zie afb. 6).

Ook heeft men nog een volledige tubefabriek.

Wij kunnen op dit alles niet Hader ingaan. Ons

doel, een beeld to geven van de wijze, waarop

schoencreme in een op en top Nederlands bedrijf,

waar honderden Nederlanders werkzaam zijn,

wordt gemaakt, hopen wij echter to hebben bereikt. 6. Erdalproducten.

Page 251: HOE MAAIKT MEN.2

TOFZUIGERS

Tot de j one industrieén in ons land, die in korteng tijd een zeer sterke uitbreiding hebben ondergaan,behoort zonder enigen twijfel de industrie van stof-zuigers. Reeds uit dit fell alleen kan men afleiden,dat hetgenoemde artikel in een rote behoeftevoorziet.En U behoeft slechts om U heen te kijkenom te ontwaren, dat in dehuishoudingen in alekringen der samenleving stofzuigers tot de gewonegebruiksvoorwerpen behoren. Met de gloeilamp enden strijkbout vormt de electrische stofzuiger danook we l het meestgebruikte huishoudelijke elec-trische artikel.

Een halve eeuw geleden werden vloerkledenen traplopers gereinigd door met een schuier oftoffer het stof we te schuieren. Later warren des

draaiende borstels, welke over den grond moestenworden gerold, de zgn. rolschuiers.Hetrvoorrwenribegp van het stof-zuiged het

eerst toegepast, toen de draaiende borstels werdenvervangen door een yin met schoepen. Door debeweging van de yin ontstond namelijk een lucht-stroom en deze zoo het stof weg.

Het gebruik van al deze en dergelijke toestellenverdween, toen de electrische stofzuiger zijn in-tree deed. Hij kwam voort uit de overweging, dat

f- we gzuigen veel p ra c tischer is dan stof-vegensto — waardoor immers het stof meer wort verplaatst

Page 252: HOE MAAIKT MEN.2

42

2. a. Twee drukvormen.

dan verwijderd — en ook veel hygienischer, omdathet opdwarrelen van stofdeeltjes, hetgeen niet tovermijden was bij de nude methode, thans nietmeer plaats vond. Door toepassing van electrischenstroom werd de handtering vereenvoudigd.

De tegenwoordig in gebruik zijnde stofzuigers,zo ook de Rubli-stofzuiger, welke gefabriceerdwordt door de N.V. Thabur to 's-Gravenhage enwaarvan wij hier een beschrijving zullen geven, zijnalien voorzien van electromotoren, welke een vin(waaier of propeller) snel doen ronddraaien. Doordeze snelle wenteling wordt een luchtstroom ver-kregen, die het stof opzuigt. Deze van stof ver-zadigde lucht wordt door een stofdichten zakgezogen. In Bien zak blijft het stof achter, terwijide gereinigde lucht langs den propeller aan denanderen kant den stofzuiger verlaat. Het zichtbaregedeelte van den stofzuiger, het z.g.n. stofzuiger-huis, bestaat uit een middenstuk en twee deksels ofkappen. Het middenstuk bestaat uit een, rondeijzeren buffs, welke met een of ander mooi be-kledingsmateriaal wordt afgewerkt; dat kan cellonzijn, of pertinax (een product van papier en kunst-hars), of kunstleder, of lincrusta (een snort lino-leum), of ook ander materiaal, terwijI tegenwoordigook wel ijzer op speciale wijze wo,rdt bewerkt endaarna gelakt of geemailleerd.

De voor- en achterkap worden gemaakt vanmessing (of van vervangingsmateriaal), en op grotemachines, zogenaamde trekpersen (zie afb. 2b),geperst. Dit persen gebeurt tussen twee drukvor-men, die precies den vorm hebben, welken menaan de kappen wit geven. Die drukvormen, ookwel stempels genaamd, zijn ware kunststukken vanmetaalbewerking (zie afb. 2a). Hun vervaardigingmoet met de grootste zorg geschieden en ziimoeten precies op maat worden geslepen, daarelke afwijking in den vorm later in den kap zicht-baar zou zijn. Is het niet mogelijk den gecompli-ceerden vorm van den kap ineens in het messing 2. b. Trekpers.

Page 253: HOE MAAIKT MEN.2

43

3. De slede van den stofzulgerwordt in het rnetaalbad geplaatst.

tepersen, an geschiedt het in verschillendeeta es; uiteraard is an voor elke persing eenander stempel nodig. Na elke persing moet hetmessing worden „uitgegloeid" om het weer zachtte ma en waardoor het beter voor ewer ingeschikt is.

Nadat aldus de definitieve vorm van den kapverkregen is, moet deze nog tot een fraai, glanzendverchroomd geheel worden afgewerkt (zie afb. 3).Daartoe wordt eerst de ruwekap gepolijst, ver-volgens in een nikkelbad vernikkeld, daarna op-nieuwgepolijst (zie afb. 4) en tenslotte in eenchroombad verchroomd. Door ditproces van be-werking wordt de kap een mooi stuk werk, voiglans en spiegeling.

In het midden van denkap zit een gat, waarinde slang van den stofzuiger moet passen. Daartoewordt in datgat een koppeling aangebracht, waarde zuigslang ingestoken of ingeschroefd kanworden, of op an ere wijze an worden bevestigd.Het spreekt vanzelf, dat deze bevestiging lucht-dicht dient tegeschieden, daar anders zogenaamdevalse lucht door dekoppeling wordt medegezogen,et een afbreuk zou doen aan het nuttige effect

vanhet apparaat.Het inwendige van den stofzuiger (zie afb 5)

bestaat uit een stofzak, een ventilator (waxier ofropeller) en een motor. Voor de zakken moetp

zeergoede stof worden gebruikt. Zij worden ge-maakt door vrouwen want het is echt naaisterswerk.,

De ventilator bestaat uit vier of meer schoepen,die zodanig gedraaid zijn, at bij een bepaaldaantal omwentelingen een grote hoeveelheid luchtwordt aangezogen. De ventilator is vastgemaakt opde as van een electromotor.

En hier raken wij het hart van de machine,namelijk de stofzuiger-motor. Het behoeft nauwe-lijks betoog, dat die motor het belangrijkste ge-deelte is van den stofzuiger. De fabricage vandie motoren is feitelijk een gehele bedrijfstak opzichzelve. De hieronder volgende bijzonderheden

Page 254: HOE MAAIKT MEN.2

4. Het polijsten

hebben speciaal betrekking op de RUBLI-stof-zuigers.

De RUBLI-stofzuiger neemt namelijk onder dein ons land vervaardigde apparaten een zeer voor-aanstaande plaats in. De N.V. Thabur besteedt aandeze machines veel zorg, zowel wat hun uitwen-digen vorm, als wat het inwendige aangaat. Demotoren van deze machines worden volgens demodernste werkwijzen vervaardigd, waardoor ge-durende langen tijd, ook bij veelvuldig gebruik,een goede werking gewaarborgd is. Bij de RUBLI-stofzuigers worden onder het stofzuigerhuis sledengemaakt, waarop de machine over den grond kanglijden. Deze sleden worden van ijzeren staven opbuigmachines gemaakt, vervolgens verchroomd entwee aan twee door middel van beugels aanelkaar bevestigd. Voor het vervaardigen van sledenworden in plaats van staven ook wel koperenbuizen gebruikt. Deze vindt men over het alge-meen sierlijker.

De RUBLI-stofzuigers worden in vijf verschillendetypes vervaardigd, die de Hummers dragen 6, 8,10, 12 en 40. Het verschil tussen de vier eerstge-noemde types is voornamelijk een verschil in capa-citeit, d.w.z. in zuigkracht. De RUBLI 40 wijkt vanhaar zuster-machines hoofdzakelijk of door haaruiterlijk. Het is duidelijk, dat zo'n nieuw type nietzonder deugdelijke voorbereiding werd vervaar-digd. De RUBLI 40 bijvoorbeeld werd eerst inmodel ontworpen en door een tekenaar op papiergenet. Dit viel mee en nu werd door een zeerbekwaam metaalbewerker het getekende model inwerkelijkheid uitgevoerd. Het wil namelijk wel eensvoorkomen, dat, wat op papier alleszins schoonlijkt, in de werkelijkheid tegenvalt en niet aan degestelde verwachtingen beantwoordt. Bij het ge-noemde merk is die tegenvaller echter geheeluitgebleven; inderdaad is een fraai en harmonieusgeheel verkregen. Vooral de fraaie stroomlijn ende kleurencombinatie vallen zeer in den smack.

De electrische stofzuiger voldeed blijkbaar zo

44

Page 255: HOE MAAIKT MEN.2

45

5. Het inwendige van de stofzuiger.

Een Rubli-stofzuiger.

sterk in een werkelijke behoefte, at een grote ensteeds toenemende vraag ernaar ontstond. Het ge-volg was, at meer fabrikanten zich gingen toe-leggen op de vervaardiging van stofzuigers en zoontstond binnen enkele jaren in Nederland eenjonge, veelbelovende tak van nijverheid. Het tientalfabrieken, dat stofzuigers maakt, is gevestigd in's-Gravenhage, Dordrecht, Amsterdam, Hengeo,Hilversum, Rotterdam en Utrecht.

De nieuwe industrie kon niet alleen in de binnen-an se vraag voorzien, doch de deugdelijkheid vanhaargrote productie maakte het haar mogelijk ookop de internationale markt met succes op to treden.Op het tijdstip, dat ons land in den oorlog werdbetrokken, maakten de Nederlandse fabrieken,alleen al voor de voorziening in de Nederiandsevraag, ruim 100.000 machines per jaar. Bovendienwerd nog een aanzienlijk aantal stofzuigers naarhet buitenland uitgevoerd. Volgens de officieleNederlandse statistiek bedroeg de uitvoer in hetjaar 1935 ruim 4 800 stofzuigers; vervolgens 12.000in1937 en in 1939, hoewel de export toen reedsinhoge mate de gevolgen van den Europesenoorlog kwam to bespeuren, steeg de uitvoer zeifstot circa 48.000 machines. Sinds 1937 is de exportdus ongeveer verviervoudigd. Dit is voor onzestofzuigerindustrie ongetwijfeld een zeer gunstiggetuigenis, als men bedenkt, at rote industrielean en als deVerenigde Staten en Duitsland, enverder we en en Denemarken als onze concur-renten op de internationale markt optreden. DeAmerikaanse industrie komt vooral met de z.g.n.zak-stofzuigers op de mart de Duitse, wee seen Deense industrieen komen met de z.g.n. slede-enketel-stofzuigers (horizontale of verticale ketel-stofzu ig e rs).

In ons land wordenhoofdzakelijk de z.g.n. stede-stofzuigers vervaardigd. In deze machines is destofzak in het horizontaal liggende stofzuigerhuisingebouwd, terwijI het gehele apparaat gemonteerdis op een slede, in sommige gevallen op drie wielen.

Page 256: HOE MAAIKT MEN.2

De stofzuiger-nijverheid, die het in ons kleineland binnen betrekkelijk zeer korten tijd heeftkunnen brengen tot een verkoop van 100.000 stuksper jaar, is een belangrijke, typisch Nederlandseindustrie geworden. Dit ligt ongetwijfeld voor eendeel aan de deugdelijkheid, de practische bruik-baarheid en de smaakvolle uitvoering van haarfabrikaat, maar voor een belangrijk deel stellig ookaan het felt, dat deze machines in een werkelijkgevoelde behoefte van ons yolk voorzien. De be-hoefte moest dus niet eerst worden gekweekt, zewas er en ze wachtte slechts op haar bevrediging.

Het Nederlandse yolk, immers, houdt van proper-heid en het heeft zich daardoor in het buitenlandzelfs een zekere faam verworven. Het schrobt zijnstraten, het dweilt zijn stoepen, het boent zijnvloeren en elken dag stoft het en veegt het zijnkamers en gangen Haar hartelust. Wat een uitkomstmoet het voor dit Hollandse enthousiasme voorproperheid zijn geweest, toen de stofzuiger kwam,die radicaal het stof wegveegde en het niet alleenmaar Haar een andere plaats verdreef ! Er is mis-schien dan ook geen artikel aan to wijzen, datmet me& gejuich door de Hollandse huisvrouw isbinnengehaald en waarvan het gebruik zo populairis geworden, als de stofzuiger.

Er is maar een product, dat hem in populari-teit evenaart: de schaats. Beide representeren zijHolland: Holland binnen en Holland buiten

46

6. Het monteren der stofzuigers.

Page 257: HOE MAAIKT MEN.2

1. De N.V. Aardappelmeelfabnek „Onder Ons

TIJFSELleder kent natuurlijk de stijfsel. En dan denkt

men vanzelf aan diepakjes of dozen, gevuld metwitte stofebruikt, als ze aan de, die de huisvrouw g was is. Door toevoeging van water wordt er eenpapje van gemaakt en al roerend in heet waterwort er dan voorgezorgd , dat de stijfsel oplost.Dan wort het zgn. stijfselgoed door water, ver-mengd met deze oplossing, gehaald en to drogengehangen om op den „strijkdag", on er ewer inmet een tegenwoordig veelal electrisch strijkijzer,keurig gestreken to worden. en prachtig gestrekenblouse, of eenglanzende boord is nog een beeldvan echte Hollandse zindelijkheid en degelijkheid.

Wanneer we dus lets over de stijfsel zullen ver-tellen, dan zijn we er ze er van, at ieders ge-ac ten in deze richting aan. Maar als we dan

eens zouden vragen: En,waar komt nu eigenlijk diestijfsel vandaan?", dan vrezenwe dat velen het antwoor,dzullen schuldig blijven. Daar-om willen we er hier jetsvan vertellen, al zullen we ermaardadelijk aan toevoegen,

Page 258: HOE MAAIKT MEN.2

AardappelzetmeelvergrotIng 1000 maal.A. Jonge onontwikkelde korrel.B-E Ontwtkkelde korrel.F. Samengestelde korrel.

Doorsnede van een stukje aardappel.250 meal vergroot.a. Schil.b. Cellen zonder zetmeel.z. Cellen met zetmeelkernen.c. Cellen gevu!d met zetmeelkorrels.

dat lang niet alles, wat er bij de stijfselfabricagegebeurt, voor iedereen duidelijk zal zijn. letswillen wij er toch wel van mededelen.

Stijfsel is de huishoudelijke naam voor een stof,die in de „wetenschap ll zetmeel heet. Daar heeftieder wel eens iets van gehoord, want het is eenstof, die in iedere plant ontstaat en dus aanwezig is.Ja, misschien is er onder de lezers en lezeressenook wel iemand, die een zetmeelkorrel onder eenmicroscoop heeft gezien. Ge moet dan weten, dateen plant eigenlijk een klein fabriekje is. Zij neemtverschillende stoffen uit de lucht en uit den bodemop, o.a. koolzuur uit de lucht en water en verschil-lende zouten uit den grond. Onder inwerking vanzonlicht vormt zij uit deze stoffen een nieuwe stof,die we zetmeel noemen. Natuurlijkgaat het in werkelijkheid nog wat inge-wikkelder dan hier verteld wordt, maarin hoofdzaak is het juist. Op wonderewijze wordt deze zetmeel Haar ver-schillende delen van de plant gebrachten daar bewaard.

Zo vindt U bijv. heel veel zetmeelin den aardappel (zie afb. 2), in degraankorrels, in den tulpenbol, in hetmerg van verschillende boomsoorten,bijv. van den sagopalm, kortom, opallerlei plaatsen wordt dit zetmeel doorde plant opgeslagen in voorraad-schuren. Het zetmeel, dat bijv. de aard-appelplant een volgend jaar weer alsvoedsel dient, wordt zoals bekend ookdoor den mens gebruikt om zich ermee te voeden. Maar dat zetmeelweet men ook om te zetten in stijfsel.Het klinkt eenvoudiger dan het inwerkelijkheid is. Want om van dat zet-

48

Page 259: HOE MAAIKT MEN.2

3. Seperator, waannzetmeel van water wordt afgP.scheiden.

49 meet onze stijfsel to krijgen, moet het een helebewerking ondergaan en hebben talrijke handenin vele fabrieken er aan medegewerkt.

Op afb. 1 ziet ge de rote aardappelmeelfabriekvan deN.V. Aardappelmeelfabriek „Onder Ons",evestigd in de veenkolonie De Krim (O.). Ditg

is een van de bloeiendefabrieken die we in, ons land aantreffen, waar stijfsel gemaakt wordt.Uit een betrouwbare opgave bleek, dat reeds in1819, dus ruim on er jaar geleden, er in onsland 31 stijfselfabrieken waren, waarvan de meestegevonden werden in de Zaanstreek. Ook tanstreffen wij o.a. déér en in Nijmegen, de Krim en toSas vanGent, grote, bloeiende bedrijven aan, waarde stijfsel of uit graankorrels of uit aardappels ge-fabriceerd wordt.

Om de stijfsel uit de aardappels to voorschijn tohalen, heeft de omgeving van deze fabriek zich toe-gelegd op het verbouwen van grote hoeveelhedenaardappelen Voor deze producten is de veen-kolonialegrond, dien men hier aantreft, juist ge-schikt Wanneer deze aardappelen gerooid zijn,worden ze in schepen geladen en zo naar defabriekslosplaatsen gevoercl. Gedurende dezenrooitijd is het in de omgeving druk en nemen helegezinnen aan dit werk deel.

Als de schepen op de lospiaats aangekomen zijn,moeten zegelost worden. it geschiedt niet metmannenkracht maar door middel van kolossale, grijpers, die in staat zijn per uur 50.000 k.g. aard-appelen to iossen. it is oak nodig, want in denaardappeltijd werken de fabrieken onafgebrokendag en nacht door. Van eind Augustus tot vaak inhetbein van December kunnen in deze fa brieg kniet minder dan 1.500.000 hectoliter aardappelenworden verwerkt.

Page 260: HOE MAAIKT MEN.2

4. Kt i k j e in de opslagplaatsen.

Om al die aardappelen nu verder te verwerkenis in de eerste plaats nodig, dat ze van het vuil, datze meegenomen hebben, ontdaan worden. Daar-voor zorgen heel grote wasmachines en na dezebewerking zijn ze zuiver schoon geworden. Danbegint het eigenlijke winnen van het zetmeel, datis dus de sneeuwwitte stof, die in den aardappelgedurende het groeiproces is opgebouwd in deuiterst fijne celletjes. De celwand moet stukgemaaktworden en verwijderd om het daarbinnen gelegenzetmeel in den meest zuiveren toestand te voor-schijn te halen.

In zogenaamde maalmachines wordt hier hetbreken van den celwand op snelle en afdoendewijze verricht en daarna worden ontzaglijk grotehoeveelheden water toegevoegd. Ook daarvan kuntge onmogelijk een juiste voorstelling hebben. Voordeze op voile capaciteit werkende fabriek wordtper uur 350.000 liter water gebruikt en in dat waterzijn die milliarden kleine zetmeeldeeltjes in voort-durende beweging. Milliarden, want weet ge datdie zetmeeldeeltjes zo klein zijn, dat 1 gram aard-appelmeel uit 125.000.000 korreltjes bestaat? Diealle gaan op een punt van een theelepeltje.

Ge begrijpt, dat de kunst nu is, om al die deeltjesuit het water of te scheiden. In grote bassins wordtdit mengsel van water en zetmeel tot stilstand ge-bracht en ge ziet dat het zetmeel door zijn gratersoortelijk gewicht op den bodem neerslaat en hetwater weer helder wordt. Het water laat men af-lopen en het zetmeel wordt verder verwerkt. Tegen-woordig gebruikt men ook al weer aparte machinesdaarvoor, de zogenaamde separatoren of scheiders.Het meet wordt in snel draaiende trommels tegenden wand afgezet, terwijl het water wegloopt (zieafb. 3).

Na al deze bewerkingen is het zetmeel gewordentot een mooi vochtig poeder, dat er ongeveer uit-

50

Page 261: HOE MAAIKT MEN.2

51

ziet alspas gevallen sneeuw; het kan net als dezetot een bal worden samengedrukt.

In den handel en voor verderebewerking moethethelemaal droog zijn en at gebeurt door hetmachinaal uit te spreiden over doeken zonder eind,dielangzaam over met stoom verwarmde bussenglijden.

Als het zetmeel dezebewerking ondergaan heeft,is hetdroog en korrelig geworden. Daardoor voelthet ietwat grof aan. Het moet echter, om te wor-dengebruikt, zacht zijn.

Maar geen flood, ook daarvoor bestaat in dezefabriek raad. Door zeersnel werkende zeven worthhet meel gebuild, d.w.z. het product wordt fijnverpoederd door zeven, die met z, .n. buildoek ofbuilgaas bespannen zijn.

Op deze wijze wordt an eindelijk het zachte,donzige poeder verkregen , at a's stijfsel bekend is.

Aanvankelijk wordt het verpakt in balen van100 k.g. en het is zo zuiver, at het jaren lang kanwarden bewaard. Het spreekt vanzelf, dat dit nietde bedoeling van den fabrikant is. Het artikel moeton er de mensengebracht worden. Toch heeftdezefabriek rote opslagplaatsen (zie afb. 4);want Loewe l deproductie hoofdzakelijk plaats vindtna den aardappeloogst, dus in de herfstmaanden,worden er het hele jaar door grote hoeveelhedenstijfsel in den handel gebracht.

Deze stijfsel wordt zeer veel in de textielindustriegebruikt. Het verwerkte zetmeel heeft tot eerstetaw zgn. te sterken.Op zichzelf zijn dittere stoffen, die spoedig zouden breken. Om datte voorkomen worden degarens eerst door eenstijfselpapje gehaald en als het ware glad gemaakt.

Het wevengaat nu vrijwel zonder breken en alsde stof dangereed is, vormen de gezamenlijkegarens een stof van voldoende kracht, zodat dan5. De stl i fsel wordt -nachiriaal verpakt

Page 262: HOE MAAIKT MEN.2

het zetmeel er weer kan worden uitgewassen om

52het weefsel geschikt to maken voor de verderebewerkingen.

Ook de huisvrouw bootst hierin het werk vanden fabrikant na.

Het artikel, Edelstijfsel „Crackfree n , door defabriek „Onder Ons" in een speciale afdeling ge-fabriceerd, wordt voor dat doel in veel gezinnengebruikt. Men heeft hierbij een werkwijze, waar-door de zetmeelkorreltjes in de stijfsel zo fijngesplitst worden, dat ze volkomen oplossen en inhet weefsel doordringen, waardoor de stof nietplankerig of vlekkerig kan worden, maar wel gelijk-matig gesterkt wordt.

Gekleurde stoffen blijven fris van kleur, blijvenluchtig en voelen soepel aan. Zelfs wollen jumpersen _ herencostuums kunnen er mede behandeldworden.

Zo ziet U, hoe uit den aardappel de bekendestijfsel wordt bereid. En hier hebt ge tot slot nogde afbeelding van het machinaal verpakken vande stijfsel (zie afb. 5) en van een pakhuis van„Onder Ons" (zie afb. 6), waar de grote dozenstijfsel haar beurt afwachten om door heel Neder-land to worden verzonden.

6. Een pakhuis van „Onder Ons",waar de grote dozen stijfsel

haar beurt afwachten.

Page 263: HOE MAAIKT MEN.2

Van oudsher heeft de mens zich van verf bediend

om er de voorwerpen in zijn omgeving mee te

versieren. Zo is het thans nog: met behulp van de

verf scheppen wij kleur en even om ons heen.

Maar hetgebruik van verf heeft nog een twee

doel: de beschermende verflaag dient H vooral

ook om verwering teen te gaan.

Oorspronkelijk maakte iedere schilder zelf zijn

verf.Hijmengde kleurstoffen en de middelen

om deze te in en enhad grate ervaring in de

vervaardiging van verf. Eerst in de laatste on er

jaren is men er toe over an om voor het sa-

menstellen der verven speciale fabrieken in te rich-

ten. Die fabrieken verwerken een kolossaal aantal

verschiliende kleurstoffen en bindmiddefen, die

thans uit alledelen der wereld warden betrokken

Het is helemaal nietvreemdat een fabriek van, d

meer dan 1000 verschillendegrondstoffen gebruik

maakt.

Ons land heeft altijd in de verfwereld een voor-

aanstaandeplaats ingenomen. Men kan zelfs zeg-1. De Pier te Scheveningen,

die al tientallen wren met Veluvine-verfwordt geschilderd.

Page 264: HOE MAAIKT MEN.2

2. Een mengmachine.

gen, dat de Nederlandse verfindustrie tot voor 25

jaren aan de spits stond. De oudere fabrieken, zoals

de N.V. Maatschappij „De Veluwe n te Nunspeet,

exporteren in normale tijden haar verven Haar

heinde en ver.De verfindustrie is in Nederland dan ook zeer

sterk ontwikkeld. Er zijn in ons land ongeveer 150

verffabrieken, grote en kleine, en deze zijn door

heel het land verspreid. Duizenden arbeiders vinden

hun bestaan in dit bedrijf.

Teneinde U een denkbeeld te geven van wat er

nu eigenlijk in zo'n verffabriek omgaat, brengen wij

een bezoek aan een der grote Nederlandse verf-

fabrieken en wel aan de, zo juist al genoemde,

N.V. Mij. „De Veluwe ll in het mooie, op de Veluwe,

te midden der bossen gelegen plaatsje Nunspeet.

Hier maakt men niet alleen de bekende „Velu-

vine-verven n voor binnen- en buitenwerk, maar ook

verschillende soorten lak, vernis, wasbeits, drukinkt

en niet te vergeten de den laatsten tijd zo ingebur-

gerde lichtgevende verf. Met deze Veluvineverf is,

cm U een voorbeeld van de toepassing te geven,

niet alleen de 60 m. hoge gashouder te Haarlem,

maar zijn ook vele meubelen, haarden, speelgoed

en andere voorwerpen binnen en buiten de woon-

huizen geschilderd.

Waarvan wordt nu verf gemaakt ? Natuurlijk zijn

in de eerste plaats nodig de kleurstoffen; ten tweede

de bindmiddelen, met behulp waarvan de kleurstof-fen tot een pasta of vloeistof van overal gelijke

samenstelling worden gebonden; en ten derde ver-dunningsmiddelen.

Wij zeiden al, dat deze grondstoffen voor de

54

n

Page 265: HOE MAAIKT MEN.2

3. Een wals.

55 verfbereiding uit alle delen der wereld worden be-

trokken. Gaat U het hier volgend overzicht maar na.

Wij noemen alleen nog maar een paa

uikt

r der belang-

rijkste. Ads kleurstoffen worden gebr:

1.de zgn. aardverven, die als erts uit den bodem

wordengewonnen, worden gezuiverd, fijn-

gemalen en naar Nederland verzonden. Hier-

toe behoren o.a. oker(geel), omber (bruin),

terra di sienna (roodbruin), enz.;

2. de kieurstoffen, dielangs scheikundigen weuit metaalertsen wordengewonnen als lood-

wit (uitbepaalde loodverbindingen), chro-

maatgeel (ook uit loodverbindingen) en Ber-

lijns blauw (uit bepaalde ijzerverbindingen);

• plantaardige of dierlijke kleurstoffen als bijv.

de vroeger veel gebruikte blauwe verfstof

indig,o die reeds van de oudheid af uit de in

Indiegroeiende Indigoplant werd vervaardigd.

Vele vanbovengenoemde kleurstoffen, zo ook

de indigo, zijn echter thans verdrongen door

4de zgn synthetische kleurstoffen, die de mens,

dank zi j de vorderingen der scheikunde, heeft

geleerd langs kunstmatigen we to bereiden,

o.a. uit steenkool. Zo weet men uit dit zwarte

materiaal allerlei kleuren, bijv. rode, violette

en biauwe to voorschi j n to toveren.

Ook debindmiddelen komen hoofdzakelijk uit

het buitenland. lmmers de lijnolie wordt geperst uit

lijnzaad, dat voornamelijk uit Argentinie, Rusland en

Brits-Indie worth ingevoerd; de uit zaden van den

Page 266: HOE MAAIKT MEN.2

4. Een vulmachine.

56Fung-Shou struik geperste houtolie komt voorname-

lijk uit China; de harsen (in den regel boomharsen)

komen o.a. uit de Congo en Nederlands-lndie.

De onder meer als verdunningsmiddel gebruikte

terpentijn is eveneens een product, verkregen uit de

hars van bepaalde boomsoorten; zij wordt veelal

aangevoerd uit Amerika, Rusland, Mexico, Frankrijk

en verschillende andere landen.

Gij begrijpt, dat voor het verwerken van deze

veelheid van grondstoffen veel vakkennis nodig is,

vooral ook omdat de samenstelling der materialen

niet altijd precies gelijk is. Wilt gij daarvan een

voorbeeld ? De eigenschappen van de uit lijnzaad

geperste lijnolie hangen geheel of van den oogst

van een bepaald jaar. Van elke partij lijnolie, die in

de fabriek aankomt, moet het laboratorium dus pre-

cies nagaan, Welke eigenschappen zij heeft.

En nu de eigenlijke fabricage ! Uit het magazijn

-warden de zorgvuldig uitgezochte kieurstoffen en

bindmiddelen in precies afgemeten hoeveelheden

naar de mengafdeling gebracht, want het is duide-

lijk, dat de grondstoffen grondig door elkaar ge-

mengd moeten worden. Dat gebeurt in een mo-

derne, grote fabriek, natuurlijk machinaal (zie afb.

2) en er zijn zelfs, omdat de verfpasta zo dik is,

krachtige machines voor nodig. Men heeft daarvoor

verschillende soorten. Een veelgebruikte bestaat uit

een zwaarijzeren vat op wielen, dat gereden wordt

onder een zwaar metalen roerapparaat, een snort

lepel, die door een motor snel wordt rondgedraaid.

Is de verfpasta voldoende gemengd, dan wordt demengmachine gekipt en de verf vloeit, via een

tweeden bak, naar de walsen (zie afb. 3).

Page 267: HOE MAAIKT MEN.2

57 Deze waken dienen om de hardedeeltjes, die

zich in de verfpasta bevinden, volkomen fijn to

malen. Wat is een was ? Denk maar aan de rollen

waartussendoor de huisvrouw de vochtige was haalt

en waardoor het meeste water daaruit wort-

perst. Zo bestaan ook hier de meeste walsen uit

zware meta en rollen of cylinders, die snel rond-

draaien; deze cylinders worden strak to en elkaar

edrukt, zodat de verfpasta, die men er tussendoorg

aat!open grondig vermalen wordt.,

Bij „De Veluwe" zien wij een hele reeks wals-machines staan; rote en kleine; machines met een

cylinder en grotere met drie, vier, ja zelfs tot negen

walsen toe. Somsgaat de pasta enkele malen door

de walsen, tot at de juiste fijnheidsgraad is bereikt.

De volgende afdeling, waar wij komen, is de zgrL

kleurafdeling, waar mengers uit de gereedgekomen

verven in verschillende kleuren, eenproduct ma en

metprecies die tint, welke door de afnemers wordtverlangd. Deze mengers moeten we een bijzonder

scherpen kijk op de kleuren hebben.

Dan wordt dever metbehulp van automatische

vulmachines (zie afb. 4), die telkens een nauwkeurig

afgewogen hoeveelheid verf afzonderen, in kleine

us es gegoten. De grote bussen vult men met de

hand.

De verf is nu gereed ter verzending, maar dcar-

mee hebben wij het gehele bedrijf nog niet gezien,

want naast verven maakt men ook vernissen, die in

tegenstelling tot de verf doorzichtig Oransparant)

zijn en us de eigenschap hebben den ondergrond

to laten zien, terwiji zij loch tegelijkertijd evenals

verf een beschermende laag vormen.

Page 268: HOE MAAIKT MEN.2

Deze vernissen nu worden gestookt in de vernis- 58stokerij (zie afb. 5). In enorme aluminiumketels,

waaronder zich grote met gasolie, cokes of turf

gestookte vuren bevinden, wordt het mengsel van

harsen en oiiën opgestookt tot een temperatuur van

± 280 ° C. Dit stoken heeft drieerlei Joel: de

verschillende bestanddelen, waaruit het „brouwseln

bestaat, worden inniger gemengd; door de hoge

temperatuur kunnen bepaalde schadelijke stoffen

daaruit verwijderd worden; en ten slotte krijgt de

vernis door dit stoken de juiste dikte of vloeibaar-

heid. Dit laatste is nodig, opdat na het verven de

kwaststreken niet zichtbaar blijven, maar gelijk

uitvloeien.

Ook de vernisstokerij staat onder voortdurend

toezicht van den scheikundige, die in zijn Witte jas

en gewapend met een grote hoeveelheid reageer-

buisjes, van zijn laboratorium uit steeds contact

heeft met de fabriek.

Maar niet alleen met behulp van scheikundige

proeven wordt de kwaliteit van de verf gecontro-

leerd. Gaat U maar mee Haar het dak van de

fabriek. Daar ziet U grote proefrekken (zie afb. 6)

met honderden keurig beschilderde platen er in.

Die platen zijn beschilderd in allerlei kleuren en

soorten verf; met verf, die ziis en verf, die z6 ge-

maakt is. Net zoals in de practijk werken Kier zon

en regen, vorst en wind in op de verf en kan men

dus precies nagaan,welke verfsoort zich beter houdt

en Welke minder goed. Van deze ervaringen trekt

„De Veluwe ll dan weer lering teneinde de kwaliteit

van het product nog hoger to kunnen opvoeren. 6. Rekken voor buitenproeven met verf.

Page 269: HOE MAAIKT MEN.2

1 LIchaamsreiniging L i de Rorneinen

De klassieke volken uit deOudheide Grieken, d enRomeinen, reinigden hun lichaam en kleding opan ere wijze an wij. Voor hun lichaam gebruiktenzi j klei zand, as en puimsteen. Hiermede wreven, zij de huid zo an tot tot alle vuil en vet uit de poriginwas geschuurd (afb. 1).

De uitvinding van de zeep, door het gebruikwaarvan het vuil en vet van de huid niet wordtafgeschuurd, maar als het ware wordt opgelost,wordt aan de Galliers toegeschreven. Toch kendenzij haar reinigende werking niet. Zij gebruikten ditproduct niet als reinigingsmiddel, maar ...... omhet haar een roodachtige kleur to even. Bij deopgravingen van de steden Herculanum en Pompeji,die in 79 n. r, door de uitbarsting van de Vesuviusbedolven werden, werd onder de puinhopen vanPompeji een winkel met een uitstekend geconser-veerd geblevii voorraad zeep gevonden. DeRomeinengebruikten deze zeep waarschijnlijk aszalfmateriaal. De Romeinse dokter Galenius (131 —210 n.Chr.) vermeldt voor de eerste maal, dat zeepdient om to wassen en hij bedoelt hiermede de uit

nits an ingevoerde zeep, waaraan hij de voor-keurgaf oven de Gallische zeep.

In de middeleeuwen had Marseille eengrotereputatie als centrum van de zeepindustrie. Laterkwam de zeepbereiding als ambacht tot groten

Page 270: HOE MAAIKT MEN.2

2. De Sunlight Fabrieken aan de Maas.

bloei, dock dit handwerk werd langzamerhand ver-drongen door de intrede van de fabriek in hetproductieproces.

In Nederland wordt per jaar bijna 100.000.000 kgzeep verbruikt, zodat de zeepnijverheid voor onsland van zeer groot beiang is. In 1938 waren ca.3000 arbeiders in de gezamenlijke zeepfabriekenvan ons land werkzaam. Belangrijke bedrijven voorde vervaardiging van harde en zachte zeep, zeep-poeders, vlokkenzeep en toiletzepen worden in onsland aangetroffen in Vlaardingen, Amsterdam,Gouda, Maarssen, Amersfoort, Apeldoorn, Heerde,Jutfaas, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Wormerveer,Delft en Eindhoven.

Wat is zeep? Het is een verbinding van °lienen vetten met bepaalde chemische stoffen. Neemtmen voor die chemische stoffen zgn. caustieke soda(of natrium-hydroxide), dan krijgt men harde zeep,dus stukken zeep; neemt men daarvoor potas (ofkalium-hydroxide), dan krijgt men zachte zeep,waartoe men bijv. de zgn. groene zeep rekent.

U zult misschien zeggen: „Ja, maar Welke °Ilanen vetten gebruikt men nu eigenlijk?" Wij zullendaarover lets meer vertellen: de voornaamste ervan zijn wel talk, palmolie, katoenzaadolie en cocos-olie. Talk is een dierlijk vet; het wordt voornamelijkvoor harde zeep gebruikt. Palmolie is een vet vanoranje-gele kleur, verkregen uit hetvruchtvlees van den oliepalm, die veel-vuldig wordt aangetroffen op Sumatra.De geraffineerde katoenzaadolie heefteen licht geelbruine kleur. De cocos-palm, waarvan de vruchten de cocos-olie opleveren, groeit in Indié (Javaen Ceylon), Zuid-Amerika en anderetropische gewesten.

Verder gebruikt men nog: ara- chis-(di aard- of grondnotenolie), palmpit-olie, rijstolie, soyabonenolieen geharde olien, harde vetten, die

60

Page 271: HOE MAAIKT MEN.2

61

SCHEMA VERZEEPINGSPROCE SHET VETMENGSEL stsima un.

OL IEN LVETTEN NATRONLOOG

D Z VERB1ND1NGEN VAN

15 EEN OPLO5SING VAN

ZUIVE PEN

I N DAMPEN

door een speciaal chemisch protes uit dun vloei-bare oliên warden verkregen.

Teneinde eengoed denkbeeld van de zeebereiding to verkrijgen, gaan wij nu een rond-wandeling ma en door een der belangrijkstefabrieken van onsland, nl. de Sunlight Zeep Fabrie-ken teVlaardingen. De grondstoffen, vaten olie,bussen caustieke soda en kolen worden met behulpvan degrote electrische kraan uit de schepen aandenfabrieksaanlegsteiger geheven en op transport-wagentjes gelegd. De grondstoffen warden koel invaten bewaard in de overdekte opslagplaats vanalien en vetten.

De op een toren gelijkende uitbouw, dien U ookop afb. 2 ziet, bergt een grote installatie voor hetzuiveren van water. Hetgewone Maaswater is ni.ongeschikt voor het gebruik in de zeepfabrieken.Rechts zien wij een aantal rote cylindrische olie-tanks, waarvan de driegrootste niet minder dan200 000 liter olie kunnen bevatten!

De vaten warden uit de opslagplaats per lift naardebovenverdieping der vetsmelterij vervoerd enhier met heten stoom verwarmd; hetgesmolten vetvat in de er ondergeplaatste voorraadtanks enwort nu vloeibaargehouden Op de boven ver-die ping warden ook de bussen caustieke sodageopend en de inhoud gestort in de benedengeplaatste tanks, waarin zij met zuiver geconden-seerd water wordt opgelost.

Om al die tanks to verwarmen, beschikt defabriek over een ketelhuis met velegrote stoom-ketels, die den stoom leveren. Debijna 50 meterhoge schoorsteen van dit ketelhuis domineert hetgehele terrein.

En nu zijn wij genaderd tot de eigenlijke ver-zeping (zie het schema van afb. 3) der grand-stoffen in de zeepziederij. Hier zien wij gansebatterijen rote pannen, elk met een inhoud van70000 liter. De gesmoiten vetten worden van de. smelterij naar de zeepziederij in een der pannengepompt, tegelijk met het natronloog (zo heet de

Page 272: HOE MAAIKT MEN.2

oplossing van caustieke soda in water). Nu verhitmen het mengsel en vindt er een scheikundigewerking plaats, die er op neer komt, dat de vettenen alien (dat zijn scheikundige verbindingen vanvetzuren en glycerine) met het vetzuur samen zeepvormen. Tegelijkertijd komt dan het tweede be-standdeel van het vet, de glycerine, vrij.

De man, die hier de leiding heeft, de zeepzieder(zie afb. 4), volgt dit proces nauwkeurig en bevoelten proeft af en toe wat uit de kokende massa. Isde verzeping afgelopen, dan bevindt zich in depan een mengsel van zeep, glycerine en water.

Nu komt het er op aan, de zuivere zeep af tozonderen. Hiertoe voegt men aan de pan gewoonkeukenzout toe, dat in het water zal oplossen. Hetmerkwaardige is echter, dat zeep niet oplost intout water. En daarvan maakt men gebruik, wantnu komt de zeep in vlokken bovenop drijven enhet onderste mengsel van water, glycerine en zout,het zgn. onderloog, laat men nu weglopen in ver-gaarbakken. Het water hieruit laat men dan in deglycerine-installatie verdampen — want de glycerinezelf vormt een waardevol bijproduct bij de zeep-fabricage.

De zeep blijft dus in de pannen achter; men laatze daar enkele dagen staan, zodat de onzuiver-heden bezinken en pompt de bovenste, helderevloeibare laag weg. Deze zeep wordtgezeefd en in een moderne koel-installatie, die uit een groot aantalvakjes bestaat, gebracht. In dezecellen, waarvan de wanden wordengevormd door gepoiijste nikkelenkielplaten, stolt de zeep tot platen.Deze platen worden er uit genomenen automatisch in stangen gesneden.Als de stangen voldoende gedroogdzijn, gaan ze naar de pakkerij, waarmen daaruit tabletten zeep snijdt tergrootte van de stukken zeep, zoalswij die kennen. Maar eerst moet in

6:

4. Zeepziedenj.

Page 273: HOE MAAIKT MEN.2

5. Verstuivingsinstallatie voor zeeppoeders.

63 deze tabletten nog de naam en het merk wordengestempeld, et een ook weer automatise ge-schiedt. En weer nieuwe machines staan klaar, omde stukken zee p in omslagen te wikkelen en tweeaan twee in kartonnen dozen tepakken. Zo worden8500 dubbele stukken zee p per uur gestempelden verpakt.

Ook de in elkehuishouding zo bekende verpak-in en worden in de Sunlight Fabrieken vervaardigd.

In de drukkerij zien wij de modernste typen vandrukmachines. Degrote vierkieurendruk-rotatie-machine is in staat om het carton van debij iebekendeSunlight-dozen in een arbeidsgang tedrukken, te snijden en te vouwen. In een uur tijdsverlaten vele tienduizenden dozen deze vernuftigedrukmachine, om vervolgens naar de pakkerij teworden vervoerd. Nu zien wij de gevulde dozenover lange rolbanen glijden naar de pakhuizen,waar steeds ruime voorraden aanwezig moeten zijn,om te voldoen aan de enorme vraag.

Ook bij de vervaardiging van enkele arezeepproducten der Sunlight Fabrieken willen wijnog een kijkje nemen. Daar is in de eerste plaats:Radion, het moderne wasmiddel. In eengrotenbetonnen toren wort de op de zo juist bescfirevenwijze vervaardigde vloeibare zeep, op een draaien-de schijf gebracht, die meer an 6000 omwente-in en per minuut maakt. Door deze fabelachtige

snelle ronddraaiing en de hete lucht, die in dentoren wordt geblazen, verstuift de sneldrogende zeepmassa in millioenen fijnedeeltjes. Nadat het poeder is afge-koeld, worth het automatiseh naar deverpakkingsmachines getransporteercl,die ongeveer 60 pa )e per minuutverpakken.

Ook Vim, het bekende reinigings-middel, is afkomstig wit de SunlightFabrieken. Het is zó fijn, dat er vandegrofste deeltjes 10.000 op een vier-kante centimeter kunnen liggen. Vim

Page 274: HOE MAAIKT MEN.2

6. Enkele producten derSunlight Fabrieken.

64kan dus nooit krassen, zelfs niet bij de reinigingvan de teerste voorwerpen. Ook worden hier doorvernuftige machines uit carton, lijm en papier debekende zwartgele Vim-bussen vervaardigd.

En tenslotte de producten Lux en Lux Toilet Zeep.Bij de fabricage van Lux begint men met vloeibaregrondzeep, die op twee cylindrische, met watergekoelde, stalen walsen stolt tot een spierwitte,harde zeep, die er met messen wordt afgenomen.De zeeplinten drogen in de droogkast uit, zodateen product wordt verkregen met een zeer laagvocht- en een zeer hoog vetzuurgehalte. Dit wordtuitgeperst tot uiterst dunne, glinsterende schilfersvan den bekenden gekrulden ruitvorm, een vorm,dien geen enkel ander zeepproduct heeft. Door eenspeciale vinding is Lux thans zelfs in koud watervolkomen oplosbaar.

Bij het maken van Lux Toilet Zeep gaat men uitvan zeep, die op dezelfde wijze gedroogd is als bijLux. De Witte linten worden nu echter in een meng-molen vermengd met aetherische ° lien. In Frankrijk,in Bulgarije en in de overige Balkanlanden wordenuit bloesems de kostbare, welriekende alien geperst.Het mengsel van zeep en parfum komt in dekneedmachine, die het tot een gelijkmatige massaperst. De van deze massa afgesneden en samen-geperste loiletzeep gaat nu als staaf zonder eindeHaar een snijmachine, die Naar in stukjes snijdt,Welke tenslotte in de stempelmachine zorgvuldigop de bekende wijze worden bestempeld.

Al deze artikelen (zie afb. 6) kunnen de verge-lijking met de beste buitenlandse producten glans-rijk doorstaan. De controle op de fabricage is danook bijzonder grondig. Dit zien wij in het labora-torium van de fabriek. Geen enkele grondstof wordtgeduld, die niet voldoet aan de eisen van zuiverheiden prima kwaliteit. Ook worden de producten ge-durende de verschillende stadia van fabricage zorg-vuldig geanalyseerd, zodat zij, bij het verlaten vande fabriek gegarandeerd zuiver zijp en vrij van alleschadelijke bestanddelen.

Page 275: HOE MAAIKT MEN.2
Page 276: HOE MAAIKT MEN.2

UITGAVE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT" TE 's-GRAVENHAGE

GEDRUKT TER N.V. DRUKKERIJ TRIO • .8-GRAVENHAGE

Page 277: HOE MAAIKT MEN.2

HOE MAAKT MENO2BOEKEN • ELECTROMOTOREN • LAKEN EN ANDERE WOLLEN STOFFEN

PAPIER • PENNINGEN • RIJWIELEN • SCHAATSEN

SIGAREN • SPEELGOED VAN HOUT • STROCARTON

UITGAVE VAN DE VER „NEDERLANDSCH FABRIKAAT" ANNA PAULOWNASTRAAT 55 TE 's-GRAVENHAGE

Page 278: HOE MAAIKT MEN.2
Page 279: HOE MAAIKT MEN.2

DEEL V

HOE MAAKT MEN..BOEKEN

ELECTROMOTOREN

LAKEN EN ANDERE WOLLEN STOFFEN

PAPIER

PENNINGEN

RIJWIELEN

SCHAATSEN

SIGAREN

SPEELGOED VAN ROUT

STROCARTON

UITGAVE VAN DE VEREENIGING „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"

ANNA PAULOWNASTRAAT 55 TE 's-GRAVENHAGE

Page 280: HOE MAAIKT MEN.2

INHOUD

Voorwoord . . .. 3

Boeken (J. B. Wolters' Uitgevers-Maatschappij N.V. te

Groningen) . 5

Electromotoren (N.V. Heemaf te Hengelo) . . . . 11

Laken en andere wollen stoffen (J. J. Krantz & Zoon N.V.te Leiden) ... . 17

Papier (N.V. Vereenigde Koninklijke PapierfabriekenVan Gelder Zonen te Amsterdam) .. . 23

Penningen (N.V. Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal-bedrijven Van Kempen, Begeer & Vos te Voorschoten) 29

Rijwielen (Juncker-Rijwielfabriek N.V. te Apeldoorn) . 35

Schaatsen (J. Nooitgedagt & Zonen te IJIst) . . 41

Sigaren (Karel I Sigarenfabriek N.V. v/h H. J. van Abbete Eindhoven) . 47

Speelgoed van hout (J. Nooitgedagt & Zonen te IJIst) . . 53

Strocarton (Cooperatieve Cartonfabriek „Union" G.A.te Oude-Pekela) . . . 59

Page 281: HOE MAAIKT MEN.2

VOORWOORD

Is het U we l eens opgevallen, lezer of lezeres, at men in hetalgemeen zo weinig afweet van het ontstaan en de vervaar-diging der verschillende artikelen, die wij dagelijks gebruiken 7

Hoe ontstaat eenkopje, een glas, een tapijt, in en die wijvrijwel dagelijks gebruiken? Hoe onze zakdoek of het zout voorons eten? Hoe verf of biscuits? Hetlijkt zo vanzelfsprekend enin werkelijkheid is het toch eigenlijk zo vreemd, dat men vandie artikelen weinig meer weet, dan dat zij een nuttig gebruiks-voorwerp of een smakelijke lekkernij zijn.

Om al diedingen to ma en moet veel arbeid worden ver-richt; er moet wordengewerkt op het land en in de fabrieken,op de kantoren , de an en en de laboratoria, kortom vrijweldegehele gemeenschap heeft met het productieproces letste maken.

Van de ongeveer 9.000.000 inwoners van ons land werken erruim3,500.000 voor het dagelijks brood. Deze mannelijke envrouwelijke werkers — waarvan er weer een kleine 3.000.000werkzaam zijn in industrie, landbouw, visserij, handel en ver-keer — zorgen gezamenlijk voor het bestaan van heel onsNederlandse yolk. Dat is mede een re en waarom het zonuttig en belangrijk is, dat ieder lets meer met dien arbeidbekend is en in degelegenheid is eens een kijkje to nemenac ter depoorten van de ons toch zo onbekende bedrijven.Ditgeldt in het bijzonder voor de jeugd, die immers later deplaatsen in het bedrijfsleven moet innemen; zij zal er, naar wi;hopen, tevens meer waardering en eerbied door krijgen voorden arbeid inhet algemeen.

Wi j kunnen aan opvoeders dan ook niet genoeg aanradenzo enigszins mogelijk eens een bezoek to brengen aan eeninstelling als het Museum van den Arbeid aan deRozengrachtto Amsterdam. Daarvindt men van verschillendebedrijfstakkendegrondstoffen, halffabrikaten enproducten, en de machines,waarmeegewerkt wordt, of afbeeldingen daarvan.

Men ziet er o.m. eenoverzicht van de vele en zeer uiteen-

Page 282: HOE MAAIKT MEN.2

lopende producten, die het menselijk vernuft uit bijv. steen-kool, weet to vervaardigen, maar verder zijn er afbeeldingen(pastels van den bekenden industrieschilder Heyenbrock) vanden arbeider aan zijn werk.

Ook deze serie boekjes wit U iets vertellen over het nijverewerken van onze industrie. Wij zullen maar enkele grependoen uit de duizenden artikelen en brengen U Haar enigeNederlandse fabrieken om U to laten zien, hoe daar artikelen,waarmee wij zeer vertrouwd "zijn, worden vervaardigd. Detezer • krijgt dan ook een beeld van het hoge peil, waaroponze Nederlandse nijverheid zich bevindt.

Dit vijfde deel is gewijd aan enkele industrietakken op ver-schillend gebied; in een eerste deel bespraken wij enkelevoedingsmiddefen, in het tweede en derde een aantai op dehuisinrichting resp. de kleding betrekking hebbende artikelen,terwijI het vierde deel gewijd is aan enkele fabrikaten met dehuishouding verband houdend.

De samenstellers der boekjes kozen zich het volgendemotto:

KENT, NEDERLANDERS, EN WAARDEERT,

WAT ARBEID IN UW LAND PRESTEERT.

Moge deze uitgave inderdaad een stoot geven in de richtingvan hetgeen in dit motto tot uitdrukking komt.

September 1941 Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat",

Page 283: HOE MAAIKT MEN.2

1. Enkele letters,

zoals de zetter die gebruikt

De handzetter aan het werk.

OEKENEr zijn weinig uitvindingen, die voor de mensheid

van zó buitengewoon groot belang zijn geweestals die van de boekdrukkunst. Dank zij de boek-drukkunst kunnen wij nu de op schrift gesteldegedachten en de kennis van deskundigen op allerleigebied in korten tijd vermenigvuldigen in duizen-den, ja, tienduizenden en meer exemplaren enkunnen wij van belangrijke schrifturen in talrijkebibliotheken ook voor het nageslacht afdrukkenbewaren. Zou de boekdrukkunst niet bestaan heb-ben, dan ware nooit de snelle ontwikkeling vanhet menselijk kennen en kunnen, zoals wij die in delaatste eeuwen beleven, mogelijk geweest.

Het is bekend, hoe in verband met de uitvindingvan de boekdrukkunst, die omstreeks het jaar 1450moet hebben plaats gevonden, namen worden ge-noemd als die van Gutenberg to Mainz en vanLaurens Janszoon Coster. Welk rechtgeaard Neder-!ander kent niet het bekende standbeeld van denlaatste in diens woonplaats, Haarlem, op de GroteMarkt ?

Het verhaal gaat, hoe Coster op de gedachte vanhet drukken-in-zijn-meest-eenvoudigen-vorm kwam,doordat hij voor zijn kinderen letters uit een boom-slam Sneed. De letters vielen in het zand en gaven

Page 284: HOE MAAIKT MEN.2

2. De geperforeerde papierrol

uit de zetmachine.

Een machinaal-zetter aan het werk.

Lettergietmachine.

daar een leesbaren afdruk. Zo kon men van meerlettervormen naast elkaar woorden vormen en diewoorden ook afdrukken. Op dit, nu ongeveer 500jaar geleden ontdekte, beginsel berust ook thansnog het werk onzer moderne drukkerijen. En in dievijf eeuwen is het drukkersbedrijf, ook in ons land,uitgegroeid tot een bedrijfstak van de allergrootstebetekenis. De niet minder dan ± 2800 grotere enkleinere drukkersbedrijven in ons land geven thansaan ruim 26000 personen werk.

Hoe een grote moderne drukkerij werkt? Omdat te zien, brengen wij eens een bezoek aan eenbekend en uiterst modern ingericht bedrijf, nl. aande drukkerij van de reeds ruim honderd jaar be-staande Uitgeversmaatschappij J. B. Wolters teGroningen. Hier wordt, behalve de welbekendeBos-atlas en Koenen's woordenboek, een gansereeks school- en andere boeken gedrukt.

Komt ge de grote werkzaal van dit bedrijf binnen,dan staat ge ongetwijfeld verbaasd. In een ruimtevan bijna 100 bij 50 m staat een 100-tal grotereen kleinere machines, waaronder een 25-tal voorhet merendeel zeer grote drukpersen. En dat wilwat zeggen, lezer! Vergelijk maar eens den arbei-der op afb. 4 met de kolossale door hem bediendedrukpers.

Maar beginners wij bij het begin, dat is in ditgeval de zetterij. De vroeger uitsluitend toegepastewijze van zetten is het hand-zetten. De zetter (zieafb. 1 onder) heeft voor zich, ten eerste het, dikwijlsgeschreven, stuk tekst, dat gedrukt moet worden,het zgn. manuscript, en bovendien een kast met eengroat aantal kleine vakjes. In die vakjes liggenexemplaren van de verschillende letters van hetalfabet, de hoofdletters daarvan, de cijfers, enz.Deze lettervormen zijn te vergelijken met de letters,die Coster uit den boom sneed, alleen zijn ze van

6

Page 285: HOE MAAIKT MEN.2

7

• ..........................

3. Een gezette bladzi j de, men ziet duldellik

de afzonderliike letters en woorden naast

elkaar staan.

Een drukvorm met 16 bladzl iden tekst. Men

lette op de plaatsing der bladzijden,

metaal en hebben ze een tang voetstuk, zoals blijktuit afb. 1 boven. In totaal heeft een normale zetkastniet minder dan 148 vakjes. Met snelle bewegingengrijpt de zetter de voor het vormen van een tekstbenodigde letters uit die vakjes en zet ze naastelkaar. Zo vormt hij woord na woord en regel naregel. De regels plaatst hij weer onder elkaar, zodatde bladzijde ontstaat. Afb. 3 boven laat daarvan eenzien. Gij zoudt echter grote moeite hebben het ge-zette te lezen, want het is spiegelschrift. De afdrukvan dat zetsel komt daardoor goed leesbaar te staan.

Dank zij hun jarenlange opleiding en oefeningwerken de zetters in een bewonderenswaardig sneltempo en grijpen zij bijna nooit in het verkeerdevakje, waardoor natuurlijk een drukfout zou ont-staan.

Is nu met behulp van dit handzetsel een boekgedrukt, dan wordt het zetsel eenvoudigweg weeruit elkaar gehaald, waardoor alle gebruikte letter-vormpi es weer vrij komen. Met grote zorgvuldig-heid legt men ze dan weer in de zetkast, elke letterin haar eigen vakje, en diezelfde letter-vormpjes kunnen weer voor een nieuw zetsel, vooreen nieuw boek gebruikt worden, Welke cirkelgangzich herhaalt, totdat eindelijk de vormpjes te veelversleten zijn.

De handzetters, Wier werk wij hier beschreven,zien wij ook in de meest moderne drukkerij. Tochworden de meeste boeken tegenwoordig op anderewijze, nl, machinaal, gezet. Want ook in dezen takvan bedrijf heeft de machine een deel van het hand-werk overgenomen en het mogelijk gemaakt nogspeller tot hetzelfde resultant te komen. De handzet-ters blijven echter nodig om fouten in het machinaalgezette te verbeteren en ook o.a. om teksten, waar-aan bijzondere eisen worden gesteld, bijv. vooradvertenties of reclame-drukwerken, samen te stet--len. Verder voor het zetten van bijv. Javaanse,

Page 286: HOE MAAIKT MEN.2

4. Een der drukpersen.

Maleise en andere Oosterse lettertekens, die voorde Indische schoolboekjes nodig zijn.

De zetmachines, zoals die bij de firma Woltersworden gebruikt (zie afb. 2), ziin werkelijk won-deren der techniek. Zij maken het gebruik van deletterkast en de lose lettervormpjes overbodig —behalve dan voor verbeteringen, zoals wij reedszeiden — en de zetter krijgt een heel ander werkto doen.

In het kort beschreven vindt het machinaal zettenals volgt plaats.

Op een toetsenbord, dat enigszins lijkt op hettoetsenbord van een schrijfmachine, maar dan met± 280 toetsen, tikt de zetter zijn tekst. Door dittikken worden gaatjes geprikt in een strook papier,die opgerold wordt. Die rol kan men het best ver-gelijken met de, een ieder welbekende, van gaatjesvoorziene strook, waaraan een draaiorgel zijnmelodieên ontleent. En van die strook papier wordtnu in de lettergietmachine (zie afb. 2), ook weergeheel automatisch, het voor het afdrukken van dentekst benodigde zetsel gegoten. In deze lettergiet-machines bevindt zich een bak met een verhit endaardoor vloeibaar loodmengsel, waarvan de beno-digde letters stuk voor stuk worden gegoten. Al naarde plaats waar de gaatjes in de papierstrook zijngeprikt, giet deze ingenieuze machine een a, eenb, een 3, een komma, enz. In een oogwenk is hetloodmengsel afgekoeld en hard gewordenen zo zien wij met elken tik van ons hor-loge een letter naar buiten komen. Dieletters vormen zich tot woorden, de woor-den tot regels en ook weer automatischworden die regels opzij geschoven enboven elkaar genet, totdat de bladzijdeklaar is. Onafgebroken en in regelmatigtempo werkt de machine door. Tik-e-tik-e-tik-e-tik-e-tik .... horen wij en met elken

8

Page 287: HOE MAAIKT MEN.2

5. Boekjes worden machinaal geniet.

9 tik is er weer een letter gereed en op den regelgezet. Niet alleen Nederlandse, maar ook bijv.Griekse lettertekens kan de firma Wolters in Naardrukkerij op deze wijze zetten.

Een verschil met het handzetten is nog, dat hetmachinaal tot stand gekomen zetsel (voor een werkals Koenen's Nederlands Woordenboek is niet min-der dan 4000 kg zetsel nodig!) na gebruik in denloodpot opgesmolten en opnieuw voor een andergietsel gebruikt wordt.

Op het zetten volgt het nazien van den tekst, hetcorrigeren, waartoe men eerst een of enkele voorlo-pige afdrukjes van het zetsel maakt. Men noemt datdrukproeven. De fouten worden door de zetters metde hand verbeterd en dan is de biadzijde gereed.

Maar de drukker drukt niet elke bladzijde afzon-derlijk Op een grbot vel worden meer bladzijdentegelijk afgedrukt, dikwijls 16 tegelijk en dan ooknog eens 16 op de achterzijde van datzelfde vel. Hetbedrukte vel wordt dan later enkele malen gevou-wen en gesneden en zo is een pakje bladzijdenontstaan.

Voor den leek is het merkwaardig to zien, hoe diebladzijden op den drukvorm door elkaar keen zitten(zie afb. 3 onder): bladz. 1 naast 32 en 12 naast 21.Doch het resultaat is toch maar, dat na het vouwenen snijden een boekje wordt verkregen, waarvan

de bladzijden keurig in volgorde liggen.Op reuzen van drukpersen (zie afb. 4)

vindt het afdrukken zelf plaats. Kleinearmpjes zuigen telkens een vel van denpapierstapel op. Automatisch glijdt hetpapier in de drukpers, waar de van inktvoorziene drukvorm er tegen aangedruktwordt en, niet zodra is dat gebeurd, of hetpapier glijdt al weer verder op grote stapels.En de armpjes glijden terug om een nieuw

Page 288: HOE MAAIKT MEN.2

6. Een foto-apparaat

van niet geringe afmetingen.

wit vel op te nemen en in de pers te brengen. Dedrukker klimt of en toe langs de trap op de pers omhet een en ander na te zien en verder houdt hijvoortdurend het uit de pers komende bedrukte pa-pier in het oog, om na te gaan of er niets aan debedrukking hapert, of de inkt gelijkmatig verdeeldis, of het zetsel op alle plaatsen van een bladzijdeeven zwaar op het papier drukt, enz.

Zijn váár- en achterzijde van zo'n vet papier een-maal bedrukt, dan neemt weer een andere afdelingvan het bedrijf het werk van de drukpersen over.Machinaal worden de vellen gevouwen; van elkvel wordt, zoals wij reeds opmerkten, een apart kleinboekje gevormd. Een aantal van die boekjes, vanelk bijv. 32 bladzijden, vormt samen dan een dikkerboek. Een ieder weet wel bij aanschouwing hoedikkere boeken zijn samengesteld uit bij elkaar ge-voegde bundeltjes; men ziet dat duidelijk, als meneen boek ter hand neemt.

Sommige boeken, vooral de beter uitgevoerde endikkere, worden nu genaaid, andere met kleinemetalen pennetjes aan elkaar gehecht of wel geniet(zie afb. 5). Alles gaat zoveel mogelij,k machinaal,zo ook het hierna omplakken van de banden.

Alles wat wij Kier in 't kort beschreven, is nogslechts een deel van het vele, dat in de drukkerijvan Wolters is te zien. Wij vertelden niet over deprachtige afdeling waar de grote aardrijkskundigewandkaarten worden gedrukt en over de cliché- enfoto-afdeling, in Welke laatste met een geweldigecamera (zie afb. 6) foto's van 65 bij 65 cm gemaaktkunnen worden. Wij willen alleen nog eindigen metde opmerking, die gij nu ten voile zult begrijpen,dat Laurens Jansz. Coster zich zeker niet erg opzijn gemak zou hebben gevoeld als hij, evenals wij,bij Wolters zou hebben rondgelopen en hij zouzeker nog heel wat meer toelichting hebben nodiggehad.

10

Page 289: HOE MAAIKT MEN.2

LECTROMOTOREN

„De mens zal zijn we naar een voorspoediger„toekomst niet vinden door de krachten van„wetenschap en techniek gering te achten,maar door ze te gebruiken. 's Mensen vernuft„

„zal in staat zijn de natuurgaven te verdelen envan bedelaars vorsten te makes. De weten-schap en de techniek zullen ons een nieuwen„

„hemel op een nieuwe aarde scheppen." Naarde Tel 11 Oct '36

Wetenschap en techniek, zij beheersen in steedsmeerdere mate het industriele leven ook Kier telande. Dat blijkt ons zeer overtuigend, als meneen bezoek brengt aan een onzer fabrieken opelectrotechnisch gebied. Vrijwel alles wat in dezen,eerst in deze eeuw opgekomen, tak van bedrijfwordt verricht, is het resultaat van wetenschappelijkonderzoek, hetgeen wel in tegenstelling staat totden arbeid in sommige andere bedrijfstakken, waardezelfde werkwijzen, dikwijls van oudsher gevo!gdworden en meer geslachien lang — bij wijze vanspreken — van varier op zoon ziin overgegaan.

Een van de producten, die de Nederlandse elec-trotechnische industrie vervaardigt, o.a. te Hengelo,Dordrecht, Slikkerveer, Utrecht en 's-Gravenhage,is de electromotor. Wij zullen Haar aanleiding vaneen bezoek aan de bekende fabrieken van deN.V. Heemaf te Hengelo, eens nagaan, wat er alzo

1. Een der fabriekshallen

van Heemaf Hengelo (0).

Page 290: HOE MAAIKT MEN.2

2. De ponsmachine.

1,111111111[i1,,

3. Strook bilk uit de machine komend.

aan de fabricage vast zit. Men maakt daar velesoorten electromotoren; grate en kleine; motorenvoor het aandrijven van machines in fabrieken enmotoren voor een huiselijk artikel als den stofzuiger.Sommige motoren hebben een vermogen tot6000 pk toe.

In deze beschrijving beperken wij ons echter totde fabricage van den Heemaf S.K.A.-motor van ca.5 pk. De lezer dient dan echter to weten, dat eenmotor bestaat uit twee hoofd-bestanddelen, nl. denrotor (het draaiende gedeelte) en den stator (hetstilstaande gedeelte). Doordat men electrischenstroom door de Braden in den laatsten leidt, komtde rotor in snel ronddraaiende beweging (wij kun--nen op de bijzonderheden hiervan en de werkingvan de motoren niet Hader ingaan); die draaiendebeweging kan men nu met behulp van drijfriemenoverbrengen op allerlei machines, want daar gaathet om. De electrische stroom wordt omgezet inbruikbare energie. Het eenvoudigste voorbeeldhiervan geeft ons wel de stofzuiger.

De rotor (zie afb. 10) bestaat globaal gezien uiteen as, met er omheen een groot aantal samen-gevoegde blikken plaatjes, waarin gaten geponstzijn, waardoor aluminium gespoten wordt, datde rotorkooi vormt. De stator (zie afb. 11) bestaatuit het zgn. huffs, met daarin ook weer een grootaantal blikken plaatjes, voorzien van gleuven,waarin de koperdraad-wikkelingen worden gelegd.Deksels, voorzien van gaten voor de as, sluitenden motor of (zie afb. 14).

Van een paar van deze onderdelen zullen wijin het kort de wording nagaan. Allereerst de assen.Die worden in de Draaierij uit ruwe, op de juistelengte afgezaagde stukken rond staal gedraaid. Ditgeschiedt op een speciale voor dit Joel ingerichtedraaibank, dat is een machine, waarop men metaalkan afschaven en snijden, even gemakkelijk als detimmerman het hout bewerkt. Gij begrijpt, dat erkrachtige machines nodig zijn met verbazend

12

Page 291: HOE MAAIKT MEN.2

13

4. Uitgeponst blik voor rotor.

e)5 Uitgeponst blik voor stator.

6. Ponsgereedschap, zoals dat zich

In de ponsmachine bevindt.

scherpe en ongelooflijk harde beitels om staal opd wijze te kunnen ewer en. Maar bovendieneze moet dit werk verricht warden door ervaren en

kbek wa m e arbeiders. Men kan — het klinkt voorva den leek bijna onbegrijpelijk, — de as zo draaienen slijpen, dat de gewenste dikte tot op 0,008 mmnauwkeurig wordt bereikt.

Het rotorblik en het statorblik worden bewerkt inde afdeling Ponserij. Om electrotechnische rede-nen, waarop hier niet verder an warden ingegaan,wordt zowel het rotorijzer als het statorijzer, waarinde wikkelingen warden opgenomen, gevormd doordunne blikjes van 0,5 mm dikte, beplakt met papier.De eerste bewerking, die het ruwe blik ondergaat,geschiedt op de blikplak-machine an de ene zijdewarden de blikkenplaten van 2 m bij 1 m in demachine geschoven, terwijI aan de andere zijdedeze platen, met dun papier keurig beplakt, weerte voorschijn omen Krachtige knipmachines knip-pen de platen in stroken, waarna uit de stroken opponsmachines de statorblikken geponst wardenFig. 3 geeft een deel van een ponsmachine metzo 'n geponste strook en een statorblik te zien.Het binnenste gedeelte van de vrijgekomen rondeplaten blik wordt gebruikt voor rotorblikken, zo-dat zo weinig mogelijk materiaal verloren gaat.Het wordt later op dezelfde ma nier geponst om hetden gewensten vorm te geven. De afbeeldingen4en 5 laten U de blikjes voor den rotor en denstator zien, zoals zij warden. Die eigenaardige ge-kartelde vorm is nodig, omdat daardoor de gleu-ven gevormd worden, in welke de wikkelingengelegd worden.

Hetgereedschap, dat voor het ponsen gebruiktwordt, is te zien op afb. 6. Hierover zij opge-merkt, dat dit zeer nauwkeurige en kostbare ge-reedschappen zijn. etaafgebeetcle gereedschapbijv. eist een ewer In van enige maanden in deafdeling Gereedschapmakerij.

Nu voegt men een stapeltje rotorblikjes bijeentot een rotor-blikpakket (zie afb. 7) en in de

Page 292: HOE MAAIKT MEN.2

gleuven van de pakketten wordt vervolgens in deafdeling Metaalgieterij onder hogen druk, dunvloeibaar aluminium gespoten. De zo ontstaanderotorkooi van aluminium kan men in werkelijkheidniet nauwkeurig bezien, omdat ze gedeeltelijk inhet blik zit. Op afb. 8 kunnen wij haar wel bekijken,omdat het ijzer van de blikken weg is gevreten dooreen zuur, dat aluminium niet aantast. De puntigeuitsteeksels van de kooi zijn — alles is ook Kierweer goed doordacht — bestemd om later als demotor draait als ventilator dienst te doen. Na in-persen van de as en een zorgvuldig balancerenvan het geheel, opdat de motor later rustig enzonder trillen loopt, is de rotor gereed (zie afb. 10).

Nu keren wij terug tot den stator. Gij ziet opafb. 11 hoe deze bestaat uit een gietijzeren huffs,waarin een stapeltje statorblikjes dicht opeengeperst, bevestigd is. Alles is ook weer met degrootste nauwkeurigheid pasklaar gedraaid opdaartoe speciaal ingerichte machines. Maar nu, inde Wikkelarij, is de mensenhand aan bod. In degleuven, die door de blikjes gevormd worden,moeten nl. draden gelegd worden, de zgn. stator-wikkeling. Deze wikkeling, die door isolatie-mate-riaal van het ijzer is gescheiden, bestaat uit eenvoorgeschreven aantal geisoleerde koperdraden,die uiterst nauwkeurig moeten worden gelegd, wantslechts dan is het mogelijk het goede aantal dradener in te leggen. Dit vereist natuurlijk een langdurigeoefening en een grote dosis handigheid en geduld.Vooral bij het werken met dunnere draadsoortenis gebleken, dat in het bijzonder meisjes, meer danmannen, de hiervoor benodigde eigenschappen be-zitten. Het werk, dat afgeleverd wordt, is keurigregelmatig en heeft de bewondering van iederenbezoeker; het is dan ook het resultaat van eenernstigen en zeer langdurigen leertijd, Bien lanoniet ieder meisje volbrengt.

De voorbereidende werkzaamheden zijn hier-mee echter nog niet gereed. De isolatie-materialenhebben nl. de onaangename eigenschap vocht te

14

7. Rotorblikpakket.

8. Aluminium rotorkooi

9. Persgietmachine

voor het maken van de rotorkooi.

Page 293: HOE MAAIKT MEN.2

15

1 0. Complete rotor.

1 1. Huts met ingeperst statorbilk

12. Het wikkelen van den stator

voor een S.K.A -motor.

kunnen opnemen. Zoals men weet, is vocht sterkgeleidend voor electrischen stroom, zodat de goedeisolatie-eigenschappen van de materialen doorvochtgemakkelijk verloren kunnen gaan. Dcarom ishet noodzakelijk de porien in het materiaal te vu enmet een laksoort, waardoor het vocht niet meer indeze kleinegaatjes doordringen kan.

Degewikkelde statoren, die eerst in een ovenflin k gedroogd zijn gaan in een verwarmden ketel,,diehermetisch gesloten kan worden (zie afb. 13).Eerst zuigt men den ketel luchtledig, waardoor deaatste sporen vocht, die nog aanwezig mochten

zijn, worden verwijderd. Vervolgens laat men eendun vloeibare oplossing van impregneerlak (het in-brengen van een lak noemt men ook we impreg-neren) in den ketel stromen om op deze wijze dewikkelingen van de statoren te doordrenken.Daarnabrent men den gehelen ketelinhoud onderg hogen druk, zodat het lak gedwongen wordt alleporién te vu en. Als it gebeurd is, laat men hetlak weer uit denketel !open, en worden de oplos-middelen verdampt en afgescheiden. De wikkelingvormt nu een vastgeheel en is menselijkerwijs ge-sproken onaantastbaar voor vocht.

De onderdelen van en.-motor zijn nu klaarenworden in de afdeling Montage samengevoegd.(zie afb. 14). Ook hierna vindt, zoals reeds op ver-schillende plaatsen ti' ens de productie der onder-

een, weer een nauwkeurige contrOle plaats. Demotor wordtdraaiend beproefd. Het spreekt welvanzelf, dat iedere motor eerst geprobeerd wordt,voorhij wordt afgeleverd. In verschillende interna-tionale congressen is vroeger vastgelegd, welkeeisen aan electromotorengesteld moeten worden.Heeftde motor zijn proef met gunstig resultaatdoorstaan, dangaat hij Haar de Verfspuiterij, waarhij keurig groen-grijs wordt gespoten.

Dit was zeer in het kort hetfabricage-programvan den Heemaf S.K.A.-motor.Wijwillen nu nogop een paar punten in aan.

Page 294: HOE MAAIKT MEN.2

16

13. De impregneerderij

Het valt den bezoeker van de Heemaf-fabriekenterstond op, hoe bij de fabricage van den S.K.A.-motor alles is ingesteld op de vervaardiging . in hetgroot, op zgn. massa-fabricage. De ene motor nade andere wordt afgeleverd en ze gelijken opelkaar als twee druppels water. Juist door deze mas-sa-fabricage kan de fabrieksleiding een uitmun-tend product leveren. Immers zij kan aan het ont-werpen en verbeteren zeer veel moeite en kostenbesteden en zij kan de beste en kostbaarstemachines aanschaffen, omdat de afschrijvingskostendaarvan immers over een zeer groot aantal motorenverdeeld kunnen worden.

Tot slot nog iets over de toepassing van denS.K.A.-motor. Men gebruikt ze in den regel voorhet aandrijven van machines en apparaten. Hetwerk, dat vroeger de windmolen en later de stoom-machine deed, is nu voor een belangrijk deel over-genomen door den electromotor, Bien men met eendruk op den knop in werking en tot stilstand kanbrengen en die ons gelijkmatig en onafhankelijkvan natuur-invloeden zijn werkkracht !evert.

14. De rotor wordt in het huis gemonteerd

Zo ontstaan motoren in dit mooie bekendeNederlandse bedrijf. Van hieruit vinden ze hunweg over heel de wereld. Reeds meer dan 200.000S.K.A.-motoren zijn afgeleverd. Men herkent ze aanhet bekende Heemaf-teken. Dag en nacht kunnenze doorlopen om den mens, vooral bij diens strevenHaar welvaart, hun diensten to bewijzen.

15. Een der vier S K.A.-hoofdventilator-

motoren van 6000 pk en 10.000: volt

in de Staatsmijn Hendrik.

Page 295: HOE MAAIKT MEN.2

1 Einde van een wolwasmachme, waarde schoongewassen wol voor het laatstnog eens tussen zware walsen wordt uit-geperst en automattsch in gereedstaandetonnen terechtkomt.

AKEN EN ANDEREWOLLEN STOFFEN

Het klimaat van ons land maakte het nu eenmaalnoodzakelijk, dat zijn bewoners zich to alien tijdevoorzien moesten van wollenkleding. Daaraandankt het dan ook zijn lakenindustrie. Deze be-hoort, mede daarom, stellig tot een der oudsteto en van nijverheid hier to an e.

De techniek van dit yak heeft derhalve veleeeuwengehad om zich to ontwikkelen en geeft indie ontwikkeling een aardig en vrij nauwkeurigbeeld van degeschiedenis onzer beschaving.

Een stad, die met degeschiedenis van dezeindustrie zeer nauw verbonden is, is Leiden, desleutelstad, zo genoemd naar het fraaie wapen metde tweegekruiste sleutels, at zij voert.

Als zovele industrieén is ook deze voortgekomenuit den huisarbeid. Toen de vraag naar het Leidselaken evenwel groter werd, breidde dit ambachtzich uit tot het werk der drapeniers (het franse drap= laken). Dat warenkapitaalkrachtige grootonder-nemers, die de wol inkochten, door de diverse vak-lieden lieten verwerken en het klareproduct danin binnen- en buitenland verkochten.

Voor de vervaardiging van het Leidse lakenbezigde men voornamelijk Engelse of Schotse wol,

Page 296: HOE MAAIKT MEN.2

die in vroeger eeuwen via Calais werd ingevoerden naar de centra der wolindustrie in Vlaanderenen Noord-Nederland werd gezonden. Eens hadVere het monopolie van uitvoer van Schotse wol,waaraan deze stad haar tijdelijke, zeldzame bloeihad te danken. Mede door de voortreffelijkekwaliteit van die wolsoorten werden reeds tegen heteinde der 14e eeuw de Leidse lakens naar velelanden in Europa uitgevoerd.

Sinds de middeleeuwen beleefde onze wolnijver-heid verschillende perioden van neergang en bloei(o.a. in de Gouden eeuw). Ook andere Hollandsesteden dan Leiden, bijv. Amsterdam en Kampen,legden zich op dezen tak van nijverheid toe. Noglater ontwikkelde zich, aanvankelijk sterk bevorderddoor de lage lonen, een bloeiende tetxielindustriein Brabant.

In de 19e eeuw werd na de toepassing van destoom de lakenindustrie geheel vernieuwd. Eenverdere ontwikkeling stond te wachten. Echteralleen in Leiden, Veenendaal en de streek van Til-burg en omgeving, want merkwaardigerwijzekwijnde in de overige gedeelten van ons land dewolnijverheid geleidelijk weg. In die Brie „wolstre-ken" breidden de fabrieken zich echter sterk uit.Steeds meer en op verschillende wijzen bewerktewolsoorten deden haar intrede, want het is nueenmaal een menselijke eigenschap, dat niet ieder„van hetzelfde laken een pak" wit hebben. Deproductie der fabrieken werd groter en een grotelakenfabriek produceert thans evenveel als voor-heen alle draperieen van Leiden bij elkaar. Hetloont dus stellig de moeite om een dergelijk bedrijfeens te gaan bekijken. Wij bezoeken daartoe de inbinnen- en buitenland bekende fabriek van deFirma J. J. Krantz & Zoon N.V. te Leiden.

Dit bedrijf volvoert in een flink gebouwen-com-plex al de bewerkingen, die nodig zijn om uit deruwe ongewassen wol, die zo van het schaapkomt, de stof te vervaardigen, Welke gereed is om

18

2. Wolverfmachine, waarin de losse wolin een beperkte ruimte samengedrongenwordt en het verfbad met de opgelosteverfstof er bi j verhoogde temperatuur door-heen wordt gepompt.

Page 297: HOE MAAIKT MEN.2

19

3 Onderdeel van een assortiment of v6Or-spinmachine de reeds half gestrekte wolwordt automatisch van de eene machinenear de volgende overgebracht

door den kleermakergebruikt to worden tot hetvervaardigen van een fraai, modern costuum.

Alsgrondstof heeft men nodig, wij zeiden hetreeds, de wol. De vette wol, die in zakken of ge-perste balen wordt verpakt, komt uit verschillendean en vanEuropa of uit Australie, Zuid-Amerikaen Zuid-Afrika. Dit zijn we de hoofdproductielan-den van goede schapenwol. Ons land zelf produ-ceert slechts eenbeperkte hoeveelheid wol en dannog van een zeer grove soort, die meer geschiktis voor dekens engebreid ondergoed van solidemaar van minderfijne kwaliteit.

Die wol moet eerst gesorteerd en gewassen wor-den. In natuurli j ken toestand zit in het artikel van20-60 pCt. vuil en vet. Dit moet verwijdercr wor-den. Hetgeschiedt in zogenaamde leviathans (zieafb. 1), dit zijn wasmachines, die haar naam to dan-ken hebben aan haar ontzaglijke lengte. Ze zijnvele tientallen meterslang. Het vet, lanoline, vindtin de apotheek nog een nuttige bestemming, waarmen er de verschillende zalven van may t.

Direct daarna vindt het verven (zie afb. 2) plaats.Door et zo vroeg mogelijk verven heeft men denbesten waarborgat de kleur later aan het stu'K, d niet verschieten of verbleken zal. Het verven ver-eist veel vakkennis en veel ervaring. !mmers hetmenselijk oog kan ongeveer 1 millioen verschil-lende kleurnuances underscheiden. Het aantal kan-sen, dat de verver de juiste tint niet treft, is duswel heel groot. Bovendien moet de kleur standhouden teen alle invloeden van het verdereg fabricageproces en van licht en weersgesteldheid.

Na het verven volgt het spinnen. Spinnen is hetma en van draden van onbeperkte en to uitvezeitjes van beperkte lengte. Het is eigenlijk nietanders dan het ordenen, evenwijdig aan elkaarleggen het gelijkrichten van de vezels, die in het, natuurproduct kris en kras dooreen hebben geie-gen. Deze gelijkgerichte vezelmassa wordt daarnain smallebandi es of reepjes verdeeld en tenslotteworden diebandjes en reepjes al rekkende in

Page 298: HOE MAAIKT MEN.2

elkaar gedraaid. Zo krijgen wij dan eindelijk dedraden of het garen.

Voorheen gebruikte men daarvoor het eenvou-dige spinnewiel; thans heeft de techniek uiterst in-gewikkelde spinmachines geconstrueerd en spreektmen van vOOrspinmachines of assortimenten (zieafb. 3), fijnspinmachines of selfactoren en ring-spinmachines.

Het spreekt vanzelf, dat een niet-vakman, zoalsde meeste fabriekbezoekers wel zullen zijn, dewerking van deze ingewikkelde machines maarzeer ten dele zullen begrijpen. Hoe fijner de apartevezels zijn, waaruit de draad gesponnen wordt,des te !anger wordt de draad, die men uit eenbepa6Ide gewichtshoeveelheid wol, katoen, zijde,of Welke vezelstof dan ook, spinnen kan. Des temeer garen krijot men derhalve. Zo is het mogelijkuit 1 kg zeer fijne wol een draad te spinnen vanwel 90.000 m lengte!

Na het spinnen en enige andere tussenbewerkin-gen komt dan het hoofdproces der textielindustrie,n.l. het weven. Eerst worden de gesponnen dradenzelf weer geordend en gelijkgericht in de z.g.n.kettingscheerderij (afb. 5). De kettingdraden, samende schering of ketting vormend, worden daartoedoor een fijneren of groveren kam gevoerd. Gekept wel de uitdrukking „niet alles over een kamscheren"? Dan kan met het woven worden begon-nen. Weven is het vervlechten van deze geschoren,dat zijn de evenwijdig naast elkaar gespannen ket-tingdraden, met den dwars door die ketting heen-geschoten inslag. Van dit werk kunt ge enig ideevormen door te denken aan de manier, waaropde kinderen in een frabelklasje de papieren matjesmaken. Bij deze vervlechting kunnen tevens demeest ingewikkelde patronen of dessins ontstaan.De patroon-ontwerper of dessinateur kan hier zijnrijke fantasie tot uiting brengen.

De moderne weefgetouwen zijn zo ingericht, datmen ze op bijna oneindige variaties in het dessinkan instellen. Is het getouw eenmaal goed ingesteld,

20

/ / / 1 1 n

n \ \ 4. „Selfactor- , het opgerolde garen (rechts)wordt, telkens bid stukj es van elk 1 60 cmLang, gerekt en in elkaar gedraaid en daarnaop spoelen gewonden.

Page 299: HOE MAAIKT MEN.2

,liwituaimeadrammis,1

._

'n 11llipoin,

I^I 711111111Miunuiummuthum..

21

5. Kettingscheermachine ; Flier wordenkens 400 kettingdraden tot banden samen-gebundeld Deze banden naast elkaar on-gewonden vormen de schering.

dan kunnen „schering en inslag" Naar gang gaanen hebben wevers of weefsters er in hoofdzaakalleen maar op to letten, dat gebroken dradenonmiddellijk weer worden aangeknoopt en dat erniet meer en niet minder per lengte-eenheid wordtingeslagen, dan door den patroonontwerper isvoorgeschreven. Overigens verloopt het wevengeheel automatisch.

Als het stuk, dat van 40 tot 60 m lang is, van hetgetouw komt, is de bewerking evenwel nog langniet afgelopen.

Het gaat thans eerst naar de stopperij. Hier moe-ten handige meisjes de knoopjes, foutjes of gaatjesonzichtbaar herstellen. Vervolgens moet het stukgoed gewassen en gereinigd worden van alle onge-rechtigheden, die het bij het bewerken heeft opge-lopen, als spinolie, kettinglijm, enz.

Nu heeft het vollen plaats. Deze bewerking kun-nen alleen wollen stoffen ondergaan; plantaardigevezelstoffen niet. De vezels van schapenwol hebbenn.l. een opperhuidje (epidermis), dat uit schubbetjesbestaat, die dakpansgewijze over elkaar liggen. Invochtigen toestand, bijv. in een zeepoplossing kun-nen deze min of meer in elkaar krimpen ofvervilten, al naar gelang men min of meer druk toe-past. Dit vervilten of vollen, waarbij lengte enbreedte van de stof sours tot tweederde van degeweven maat teruglopen, geeft aan wollen stoffenhet voile, warmtehoudende gevoel en aanzien. Hetveroorzaakt de sluiting van het weefsel, waardoorde soliditeit, het warmtehoudend vermogen en deelasticiteit van de stof zeer bevorderd worden.

Ook dit vollen geschiedt natuurlijk machinaal (zieafb. 6). In vroegere tijden bezigde men daarvoorzogenaamde volmolens, die door wind of water-kracht werden gedreven. De op de bolwerkenonzer oude steden geplaatste windmolens drevenveelal die volmolens en in de daarachter gelegen„volmolengracht" werden dan de stukken lakenvoor en na het vollen uitgespoeld.

Nog steeds ziet het goed er niet „smakelijk"

Page 300: HOE MAAIKT MEN.2

6 Een volkom, waarin de geweven stukken,vOOr en achtereind aan elkaar genaaid,tussen rollen, die er een zwaren druk opuitoefenen, doorgevoerd en zoo In lengte-en breedterichting gekneed worden

uit. Verschillende stoffen, zoals de duffels, develours en het fijne uniformlaken moeten nog„geruwd" warden. Met „distels" moet de bij hetvollen gevormde viltlaag op het weefsel losgemaaktworden en de uitstekende vezels behoren daarna ineen richting neergestreken te worden. Zo wordt degewenste „vleug" gevormd. Deze vleug wordtblijvend gemaakt door er onder min of meer zwa-ren persdruk stoom door heen te blazen. Hetspreekt vanzelf, dat niet alle vezels even lang zijn;daarom gaat men de stof_droogscheren, d.w.z. mensnijdt de uitstekende vezeleinden op een lengte af.Daardoor wordt voorkomen, dat de stoffen bij hetdragen ruw of pluizig worden.

22

Het spreekt vanzelf, dat bij dit bezoek aan deLakenfabriek van de Fa. Krantz & Zoon sects devoornaamste bewerkingen van wollen stoffen zijnbeschreven. Tal van an ere bewerkingen wardennog toegepast om tenslotte te maken, dat het afge-leverde artikel aan alle eisen ten aanzien vanwarmtehoudend vermogen en aanzien voldoet.

Het ma en vanlakens en an ere wollen stoffenis eenvak, dat aan mensen van verschillenden aan-leg een dankbaar en nuttig werk verschaft. Duizen-den Nederlanders verdienen er hun brood mee.De nodige vakkennis wordt niet alleen in de prak-tijk opgedaan, maar tevens op de „Hogere Textiel-school voor de wolindustrie" te Tilburg, het hart vande streek waar de meeste wollen stoffen worden, gefabriceerd.

Ondanks de rote betekenis van Tilburg enLeiden als centra onzer wolindustrie, wordt nogsteeds in ons land niet allesgemaakt, wat ons yolkaan wollen stoffendraagt. Een matige schattingzegt, dat nog ongeveer 21/2 millioen Nederlanders

ekleed gaan in buitenlandse stoffen. Er is dus voorg onze Nederlandsche Industrie ook op dit terreinnog heel wat werk aan den winkel.

Page 301: HOE MAAIKT MEN.2

1. De papierscheen

ppeztin

r van omstreeks 1helpers

700

Er is waarschijnlijk geen artikel, dat in ons eveneengrotere rot speelt an papier Het begeleidt onsgehele bestaan, van onze geboorte (het geboorte-bericht) tot onsgraf (de rouwcirculaire) meta lleheuglijke en verdrietige gebeurtenissen tussen detweegenoemde tijdstippen. En ook iederen daghebben wij ermee to ma en van ons opstaan totons ter rustebegeven: de wikkel van den ontbijtkoek,de ochtendkrant, depost, het tramkaartje, deschoolboeken en schriften, het spelletje kwartet, datwij voor het gaan slapen misschien nog spelen, hetis alles vanpapier vervaardigd. Geen wonder danook, dat hetgebruik van papier hier to lande zulkeen enormen omvang heeft bereikt en ongeveer300 millioenkg. per jaar bedraagt. De helft vandezegehele hoeveelheid worth gemaakt in de vijffabrieken van deN.V. Vereenigde LninklijkePapierfabrieken der firma Van Gelder Zonen,die in Apeldoorn, en um (2), Velsen en Wormergevestigd zijn. it betekent, at deze vijf fabriekentezamen iederen werkdag zoveel papier fabriceren,dat een trein van50 goederenwagons er geheelmeegevuld zou zijn.

Page 302: HOE MAAIKT MEN.2

In de oudste tijden werden vrijwel uitsluitendinscripties op steen (rotswanden) gemaakt, dochreeds omstreeks 3000 jaar voor Christus werd inEgypte de papyrusrol beschreven. Omsteeks 100jaar na Christus maakten de Chinezen reeds papiervan den bast van den moerbeiboom volgens hetprincipe, dat ook aan de moderne papierfabricageten grondslag ligt. Via Afrika komt de papierfabri-cage in Europa en sedert de tweede helft van de16e eeuw breidt deze tak van industrie zich ookover ons land uit.

De grondstof was in die tijden tot ver in de 19eeeuw de lompen, die, na zorgvuldige sortering enbroeiing, met de hand tot stroken werden gesneden.Na uitwassing werden de lompen met behulp vanwater- of windkracht in molens fijngestampt en ver-volgens met water sterk verdund. De papiermaker(schepper) schepte op een met fijn kopergaas be-spannen raam uit de kuip een dunne laag brei,schudde die en liet het water weglopen, waardoorde papierlaag binnen enkele seconden vast werd.Dit laagje werd nu van de zeef genomen, tussenvilten en persen verder ontwaterd en voor nadro-ging uitgehangen. Als schrijf- en drukpapier vondhet dan uiteindelijk zijn weg.

Na betere en slechtere tijden voor de papier-molens deed in het midden van de 19e eeuw demachinate papierbereiding in ons land Naar in-trede. Mede door de uitvinding van de stoom-machine en naderhand door de toepassing van deelectriciteit, brak voor de papierindustrie een geheelander tijdperk aan; het handscheppen werd meeren meer verdrongen. De belangrijkste grondstofvormden giet langer de lompen, doch de cellulose(dat is langs chemischen weg ontleed hout) en deniet chemisch-ontlede houtslijp. Maakte vroeger eenman, met een helper, aan de schepkuip per dagnauwelijks 50 a 100 kg. papier (zie afb. 1), demodernste machine hier te lande, die in de fabriekvan Van Gelder Zonen te Velsen staat, kan120.000 kg. papier per etmaal vervaardigen. Een

24

2. Het hout voor de papierfabricage,meestal de fijnspar.

Page 303: HOE MAAIKT MEN.2

3. Het gewicht van het papierwordt regelmatig gecontroleerd.

25 afbeelding van deze machine vindt ge aan het eindevan dit artikel.

Met de toepassing van cellulose en houtslijphebben de thans het meest gebruikte grondstoffenin de papierindustrie hun intrede gedaan. Daardoorwerd het mogelijk het aantal kwaliteiten aanzienlijkuit to breiden. Maar de lompen worden ook noggebruikt, nl. voor de zgn. geschepte papieren, dieeen grotere houdbaarheid hebben, maar ook eenbetrekkelijk hogeren prijs. Als voorbeeld van ge-schepte papieren kunnen wij de dozen postpapiervan Van Gelder Zonen noemen, die het merk „VanGelder" of „Batavo" dragen. Ook de beste kwali-teiten bank-, waarde- en aquarelpapier behoren totdeze groep.

Op de lompenpapieren volgen wat kwaliteit be-treft de cellulose-papieren, die geheel uit cellulosezijn vervaardigd. De grootste sortering doet zichhierbij voor. Hagelwit schrijfpapier behoort in dezeklasse, maar ook doorzichtig boterhammenpapierof een mooi geperst donkerblauw omslag voor eenboekje kan uit dezelfde witte cellulose zijn gemaakt.

Al Haar den acrd van het gebruikte hout verschiltde snort van de cellulose. Voor de gewone cellu-lose-papieren (— in den papierhandel heten cellu-lose-papieren „houtvrije papieren" —) zoals voorschrijfblocs, schriften en witte enveloppen, wordtvoornamelijk het hout van den fijnspar (Picea Ex-celsa) gebruikt (zie afb. 2). Voor de duurderesoorten en voor papieren met speciale eigen-schappen heeft men behoefte aan hout van andereboomsoorten of aan andere grondstoffen. Wil menb. v. met een beperkt aantal pagina's een dik boekmaken, dat niet to veel weegt, dan kan men cellu-lose gebruiken uit het hout van den beukenboomof uit espartogras. Ook uit stro maakt men cellulose.Papier, waarin strocellulose is verwerkt, zal in denregel een enigszins hard karakter hebben.

Men zal begrijpen, dat het chemisch-ontledenvan het hout tot cellulose een aanzienlijk duurderewerkwijze is, dan het eenvoudig fijnslijpen van

Page 304: HOE MAAIKT MEN.2

het hout tot houtslijp. Papieren, die zeer goedkoopmoeten zijn, worden dan ook uit een mengsel vancellulose en houtslijp gemaakt (men spreekt danvan „houthoudende papieren").

Uitsluitend uit houtslijp kan practisch geen papiervervaardigd worden. De minste verhouding is thanswel ongeveer 4 delen houtslijp en 1 deel cellulose.Al Haar mate het percentage houtslijp toeneemt,wordt het papier dapper en slechter. Tegenover eenlompenpapier, dat honderden jaren gaaf blijft, staatvoor zwaar houthoudend papier, zoals b. v. cou-rantenpapier, een levensduur van een tot ten

hoogste enkele jaren.

Wat is nu eigenlijk papier?, zult ge vragen. Hetis een laagje van innig in- en om elkaar gestren-gelde plantaardige vezels.

Een korte schets van de fabricage vindt ge in hetvolgende (zie ook afb. 4). Wanneer uit het houteenmaal de cellulose en de houtslijp is gewonnen,worden deze stoffen (of alleen de cellulose, die inden regel eerst nog gebleekt wordt) in een maalbak

1

(als Hollandse uitvinding internationaal „Hollander'genoemd) gedaan en volgens een voor de ver-schillende papiersoorten afwijkend voorschrift inverdunden vorm gemalen. Tevens worden danvulstoffen, lijmstoffen en eventueel kleurstoffen toe-gevoegd, Welke met de eerder genoemde grond-stof(fen) intens worden vermengd. Na door sorteer-apparaten to zijn gegaan, die de grovere delenachterhouden, komt de papierstof in zeer sterke,b. v. honderd a honderddertig-voudige verdunningop de papiermachine, die ailereerst bestaat uit eenkoperdoek of zeefdoek zonder einde, dat rond-

26

4 Paptermachine in doorsnede.a. De Welkast, wearuit het papier geli i k-

matig o p het koperdoek stroomt,b. Het ronddraalend eindloos koperdoek,c. Enkele persen, waartussen het papier

geplet wordt,

C

Page 305: HOE MAAIKT MEN.2

27

d Verhitte cylinders, die het papierverder drogen,

e. Wals, welke client om het papier gladle maken,

f. Rol gereed papier.

loopt (zie afb. 4 b). Het meeste water zakt hier uithet papier. Dit laatste loopt vervolgens tussen eeningewikkeld stel vilten en over ten dele sterk verhittecylinders (het kunnen er wel vijftig zijn!), om tenslotte als een stevig en wel haast droog papier aanhet einde van de machine te worden opgerold.Wanneer het papier, dat men later gebruikt, eenwatermerk vertoont of b.v. gestreept is, zoals o.asommige pakpapiersoorten, dan zijn die indrukkenop de papiermachine tot stand gekomen.

Het spreekt wel vanzelf, dat een papiermachinein denloop der ti' en een zeer ingewikkeld appa-ratuur isgeworden. De machine, die te Velsen staat(zie afb. 5) en waarover wij reeds spraken, heeftals woning een hal, die 122 m. lang en 20 m. breedis. Hier wort vrijwei ononderbroken van 's Maan-dagochtends tot 's Zaterdagavonds courantenpapiergefabriceerd aan rollen ter breedte van 51/2 m. meteen snelheid van 350 tot 400 m per minuut. Deproductie van een dag zou voldoende zijn om eenautoweg van dezelfde breedte tussen AmsterdamenParijs met papier te beleggen.

Wordt hetpapier in rollen afgeleverd, dan kanhet ti' ens het oprollen reeds op iedere verlangdebreedte wordengesneden. Gaat het daarentegenom vellen, dan wordt it werk op een aparte snij-machine verricht. Ditzelfdegeldt voor andere na-behandelingen als: satineren (dat is glad maken vande oppervlakte) en maken van geperste fantasie-papieren, dat in afzonderlijke machines geschiedt.

De vellen papier worden vervolgens stuk voorstuk op fabricagefouten gecontroleerd, daarna af-

Page 306: HOE MAAIKT MEN.2

5. Papiermachine.

geteld en in riemen van 500 gesplitst. Dan vindt deverpakking plaats en de expeditie naar den handelof naar de verbruikers. Dat zijn o.a. de drukkerijen,die het,bedrukken, en andere bedrijven, die er cj/emeest verschillende artikelen van vervaardigen.

Ook Van Gelder Zonen zelf fabriceert papier-producten, zoals schrijfblocs, schoolschriften ensommige soorten enveloppen. Een volledige op-somming van hetgeen in de onderneming aanpapier en papierwaren wordt gemaakt, zou deperken van dit artikel ver to buiten gaan. Vrijwelalle soorten papier, behoudens geplakte cartons enkunstdrukpapieren, worden in tenminste een van devijf fabrieken van deze vennootschap gefabriceerd.Van de papierwaren noemen wij, behalve de blocsen schriften, nog de bierviltjes, dat zijn die bekendeonderleggers voor glazen, die wij allerwegen in dehotels en restaurants aantreffen.

Ook de grondstoffen, die Van Gelder Zonenverbruikt, worden voor het grootste gedeelte ineigen bedrijf gewonnen. De vennootschap bezitdaartoe to Velsen en Renkum a/d Rijn eigen bout-slijpfabrieken en bovendien le Velsen nog een grotecellulosefabriek. De grondstof hout wordt in stam-metjes van ± 1 m. lengte onder normale omstan-digheden in grote schepen van overzee aangevoerden voor ettelijke maanden, sours voor langer daneen jaar in Velsen en Renkum opgeslagen. Wievan Haarlem naar Beverwijk spoort, zal onmiddellijkna het Noordzeekanaal to zijn gepasseerd, aan zijnrechterhand grote houtparken aantreffen. Hij moetdan niet denken, dat daar een belangrijke hout-handel is gevestigd; neen, het is de voorraad grond-stoffen van Van Gelder Zonen, die vroeger of laterin den vorm van courantenpapier, schrijfpapier ofverpakkingspapier in binnen- en buitenland zijn wegzal vinden.

28

Page 307: HOE MAAIKT MEN.2

1. Met behulp van een verkleinbank

wordt naar het grote model een metro

op kleine maat geboord.

ENNINGEN,ERETEKENEN, INSIGNES, ENZ.

Wanneer men met de N.Z.H.-Tram van Leidennaar den Haag reist, ziet men, even voor het dorpVoorschoten, in landelijke omgeving, het fabrieks-gebouw, binnen Welker, bijna 100 jaren oudemuren, de ateliers en werkplaatsen der N.V. Zil-verfabriek „Voorschoten" de N.V. Dutch ChainWorks (fabriek van goudwerken) en de N.V. „Ko-ninklijke-Begeer" (ateliers voor edelsmeed- en pen-ningkunst), alle tot het concern der N.V. Kon. Ned.Edelmetaal Bedrijven Van Kempen, Begeer en Vosbehorende ondernemingen, zijn gevestigd. Onsbezoek geldt het laatste der genoemde bedrijven,teneinde in het bijzonder de vervaardiging vanpenningen of medailles, eretekenen, insignes enmonumentale gedenkstukken in ogenschouw tenemen.

Penningen behoren tot het gebied der Wein-reliefkunst; door voorstelling en of opschrift gewa-gen zij gewoonlijk van enige gebeurtenis van alge-meen, historisch of persoonlijk belang. Zij zijn teverstaan als kleine „monumenten". Een kenmerkvan deze „monumenten" is, dat zij gewoonlijk ingroter aantal vervaardigd wcorden en dienovereen-

Page 308: HOE MAAIKT MEN.2

30

b.

c.

‘ ,\k'' .._ d.

2. Hoe de penning ontstaat :

a. Het model.b. De machinaal verkleinde patrijs.c. Een gerede matri js of stempel (hol).d. Een reep metaal, waaruit de ronde,

voor het persen der penningen te ge-bruiken schi jven zi j n uitgekapt.

komstig, internationaal verspreid in vele verzame-lingen, op den duur beter aan het Joel, de herinne-ring te bewaren, zullen beantwoorden dan hetenkele „monument". De penningen verschaffendan ook een uitgebreide voorlichting met betrek-king tot het maatschappelijk leven in al zijn vormen.Geboorte-, doop-, confirmatie-, huwelijks- en dood-of begrafenispenningen leveren dikwerf belangrijkegegevens voor de kennis van een geslacht, voorde gevoerde wapens, e.d.

De eigenlijke „medaglia" (spreek uit: medalja)verscheen, feitelijk zonder voorafgaande geleide-lijke ontwikkeling, als artistieke vinding van denltaliaansen schilder en beeldhouwer, Antonio Pisa-nello (1397-1455), in den vorm van ongeéve-naard fraaie, grote gietpenningen. Pisanello's denk-beeld werd overgenomen door vele andere kunste-naars en talloze penningen ontstonden, welke thansde trots van musea en particuliere verzamelingenuitmaken.

Het moeizame van de nabewerking der gegotenpenningen leidde ertoe, dat Haar een eenvoudigerwerkwijze voor de vermenigvuldiging omgezienwerd. Men vond deze door de zelfde methode,welke bij het slaan van munten op stempels gevolgdwordt, toe te passen. De stempels, in Welker hollevormen het metaal voor de penning wordt inge-perst, werden tot omstreeks 1870 door graveurs ge-sneden en het merendeel der na de 15e eeuw totdat jaar zgn. geslagen penningen draagt het aan hetgraveren ontleende karakter. Naast de gegoten engeslagen penningen treft men, speciaal in deNederlanden gedurende de 17e eeuw, ook gedre-ven en gegraveerde stukken aan, die als kunstwer-ken grote aantrekkelijkheid bezitten. De gedrevenpenning kan door nagieten worden vermenigvul-digd, de gegraveerde penning echter blijft eenunicum (eenling).

Ala 1870 ontstaat een nieuw penningtype. Dezich steeds meer ontwikkelde techniek bracht n.l.ook Kier nieuwe werkwijzen te weeg. Men vond een

Page 309: HOE MAAIKT MEN.2

31

3. Tussen de beide matruzen, gesioten in

een ring, wordt de metalen schi j f gelegd,

die na het persen de medaille oplevert.

reduceer- of verkleinmachine uit, die het mogelijkmaakt van een root model nauwkeurige kleinereafbee!dingen op le ere gewenste maat te frezen(d.i. met een snel draaiend beiteltje uitsnijden) ofto boren. Men ziet een dergelijke machine op afb. 1.

Nadat in Nederland de 18de eeuw nog zeerknappe graveurs opgeleverd had, was er ná denNapoleontischen tijd van penningkunst niet veelmeer te bespeuren. In 1880 vatte Anthonie Begeer,eigenaar der Koninglijke Utrechtsche Fabriek vanZilverwerken firma C. J. Begeer, de oude traditieder Nederlandse penningkunst wederom op. Hetduurde nog enigen tijd, alvorens de penningwerkennaar de modellen vanL. JUnger, W. Achtenhagen,PierPander J. C. Wienecke, Jac. J. van Goor, F., Jeltsema, e.a. de hoogste onderscheidingen op deinternationale tentoonstellingen on en verwerven.Uit deze met kunstzinnige bedoelingen in 1880,naast defabricage van gouden en zilveren werkenopgenomen bedrijfstak ontwikkelde zich het com-mercielebedrijf, dat penningen, eretekenen, insig-nes en monumentale werken vervaardigt, it bedrijfvult defabricage van goud- en zilverwerkenaan, omdat de drukte in den laatstgenoemdenbedrijfstak al naar de seizoenen sterk aan schom-melingen onderhevig is.

Over het ma en van penningen zij, kort samen-gevat, het volgende medegedeeld: In het teken-atelier worden de ontwerpen gemaakt, waarbij metdebijzondere wensen van den opdrachtgever reke-fling moet worden gehouden. De bestudering vande allegorische of symbolische voorstellingen,wapens en wapenmotieven, toepasselijke kern-achtige opschriften en spreuken, welke voor hetontwerp in aanmerking komen, gaat aan het ont-werpen vooraf. Voor een opdracht wordt dikwerfmeer dan een ontwerp gemaakt, waaruit de op-drachtgever dan een keuze kan doen.

Is het ontwerp vastgesteld, dan wordt de werk-to in gemaakt. Modelleurs boetseren afbeeldin-gen -„en relief", terwijI in een verder stadium de

Page 310: HOE MAAIKT MEN.2

4. Geernailleerde autoplaketten.

vormsnijders (o.a. voor letters en ornamenten), hetwerk voortzetten. De vervaardigde gipsmodellenworden vervolgens in brons gegoten en nagecise-leerd.

Al naar gelang de snort der to maken voor-werpen kunnen voor de vervaardiging der stempelsin hoofdzaak twee verschillende werkwijzen ge-volgd worden.

Voor het persen van een eenvoudig insigne ofereteken kan een enkelvoudige Stempel of matrijsworden gebezigd.

De graveur snijdt dan onmiddellijk naar dewerktekening den hollen vorm in zacht staal uit.Hij gebruikt daarvoor graveerstekers of burijnenvan gehard staal.

Voor meer ingewikkelde ontwerpen worden demodellen op een grotere maat n.l. van 20 tot 40 cm2vervaardigd. Door middel van de reeds genoem-de reduceer- of verkleinmachine worden naar ditgrote model dan de stempels gefreesd of geboord.

Voor massieve voorwerpen als medailles, lepelsen vorken, e.d. zijn steeds twee matrijzen, voorvoor- en rugzijde, noodzakelijk. Voor „holle n voor-werpen is een matrijs voldoende.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn geworden,dat het maken van de ontwerpen, modellen enstempels een wezenlijk deel van de kosten van eenpenning uitmaakt, to meer, omdat daarvoor bij uit-stek deskundige en bekwame kunstenaars en vak-lieden nodig zijn. Om to bepalen Welke techniekmen zal volgen, is het nodig to weteri, hoeveel geldvoor de opdracht beschikbaar is. Ook bij het makender ontwerpen houdt men daarmede rekening.

Na het ontwerpen, modelleren en het makender stempels of matrijzen voigt het persen, mon-teren en afwerken als een meer automatisch&behandeling, Welke echter eveneens grote tech-nische zorg vereist.

Uit de in de smelterij, Ovals- en pletterij gereedgemaakte platen metaal worden de schijven voorde medailles, de plaatjes voor insignes enz., naar

32

Page 311: HOE MAAIKT MEN.2

33

5. De boven- en onderkant van een

gietvorm Deze gietvormen sluiten op

elkaar en door de kanaalt j es wordt

vloeibaar metaal in de voor de pen-

ningen uitgespaarde ruimte gegoten.

den omtrek, Bien de penning of het insigne latermoet hebben, uitgekapt (zie afb. 2). Daarna wordendie schijven in de perserij tussen de matrijzen,waarvan de vervaardiging hierboven beschrevenwerd, onder hogen druk geperst (zie afb. 3).

Het zal den lezer zijn opgevallen, dat penningenveelal een fraaie, diepe kleur hebben. Om dieaan te brengen is weer een aparte bewerkingnodig, het kleuren of patineren. Men bereikt ditdoor chemische oxyderende stoffen, een weinigop de oppervlakte van de penning te laten inwerkenen de oxyde weer of te schuren en te poetsen.Zilveren medailles worden zo gewoonlijk zwart ofdonkergrijs gepatineerd, op brons kunnen zwarte,bruine en groene tinten verkregen worden.

Insignes worden soms geémailleerd; hiertoe wor-den de met kleur te vullen vakken lets verdieptgeperst; daarna met emailpoeder, met water ge-mengd, overdekt. De insignes of plaketten e.d.worden in moffelovens geplaatst, totdat het emailgesmolten is. Aangezien door het smelten het emailslinkt, moet deze behandeling soms enige malenherhaald worden. Tenslotte wordt het bovenvlakgeslepen .en gepolijst, of wordt het email doornamoffelen glanzend gebrand (zie afb. 4).

Behalve geperst (geslagen) worden gedenkpen-ningen van een groter formaat, 7 a 10 cm dikwerfvolgens de oude methode gegoten, een werk-wijze, die het maken der stempels overbodigmaakt (zie afb. 5).

De modellen moeten daarvoor evenwel op degrootte van de penning geboetseerd worden, het-geen aan den beeldhouwer speciale eisen stelt. Dekosten van het gieten en het daarna nodige cise-leren zijn aanmerkelijk hoger dan van het persen,

tdoch als het our een geri aantal exemplaren gaat,worden deze kosten all zins vergoed door hetuitsparen der stempelkosten.

Ook gedreven en gegraveerde penningen wor-den nog van tijd tot tijd gemaakt, indien slechts eenenkel stuk gewenst wordt.

Page 312: HOE MAAIKT MEN.2

Als handelsartikel worden prijsmedailles en ge-denkpenningen gefabriceerd, die geregenheidbieden om op een daarvoor bestemde ruimteinschriften, namen en data te graveren. Voorenkele guldens kunnen heugelijke gebeurtenissenin het familieleven aan de vergetelheid onttrokkenen aan het nageslacht overgeleverd worden.

De fabricage van de door de N.V. „Konink-lijke-Begeer" in den handel gebrachte bekers enbokalen, kransen en andere sportprijzen valt buitenhet bestek van deze schets, dock aangaande demonumentale gedenkstukken zij nog lets gezegd.

Bij deze stukken, die uit goud, zilver of brons,dikwerf met gebruikmaking van andere materialen,bergkristal, barnsteen, hoorn, ivoor e.d. vervaardigdworden, treedt de artistieke opzet en bewerkingsterk Haar voren. Beelden, portretbustes en gedenk-platen worden in zilver of brons gegoten, sours ookgedreven. Het is vooral op dit gebied, dat in voort-durend contact met tal van kunstenaars de edel-smeedwerken ontstaan, waardoor het hoge peil vanhandwerkmeesterschap in ateliers en werkplaatsenworth verzekerd.

De „Koninklijke-Begeer" gaf voortdurend ookaan jongere kunstenaars opdrachten, indien dit metde wensen der bestellers in overeenstemming waste brengen. Daarnaast werkt de „Vereeniging voorPenningkunst", die jaarlijks twee penningen aanNaar leden aanbiedt, zeer bevorderend,doordat een van de opdrachten tothet boetseren der modellen wordt ge-geven aan een jongen beeldhouwer,die nog geen penning maakte, en opdeze wijze uitgenodigd wordt het padder penningkunst te betreden.I

6 Beeldhouwwerken, waarvan de uitvoering

meestal In brons geschiedt

34

Page 313: HOE MAAIKT MEN.2

Het solderen van de frames.

IJWIELENEen vreemdeling, die enige jaren geleden een

vermakelijk boek over ons land heeft geschreven,vermeldt daarin, dat de kleineNederlandertjes eersteren fietsen en dan lerenlopen; het laatste wordt

somtijds vergeten, zo voegt hij er nog aan toe.Die voorstelling van zaken moge to ver gaan; wéáris, dat wie in dezelage landen aan de zee alsvreemdeling langs de wee loo pt, verbijsterd staatover het aantaHietsers en fietsters, varierend van3 tot90 jaar. Men moet zich dan we afvragen ofde Nederlander loch niet op de fiefs wort groot-gebracht. Dit is zeker: ons land is het fietsenlandbij uitnemendheid en als er een uitvinding is ge-weest in de Iaatste100 jaar, die in ons land een,zij het an ook vreedzame, revolutie heeft gebracht,dan is het we l die van het rijwiel. Land en yolkzijn er door verjongd. Thans is de fiets geen luxe-voorwerp meer, zoals aanvankelijk; zij is zo popu-lair, dat een enkel an er verkeersmiddel haar indit opzicht evenaart. Wist U dat van elke drieNederlanders er een fietst?

Over degeschiedenis van het rijwiel vat veelto vertellen. In verband met de beschikbare plcats-ruimte moeten wij evenwel beknopt zijn. Hem, dieer lets over wit lezen, zij het door den HeerFrederiksgeschreven en door de A.N.W.B. uit-

Page 314: HOE MAAIKT MEN.2

36

1820.

1853.

1884

gegeven boekje: „De ontwikkeling van het rijwielllaanbevolen. Overigens geven de bijgaande afbeel-dingen U een denkbeeld van de verschillendegedaante-veranderingen, die de fiets heeft onder-gaan voor zij werkelijk een rijwiel werd. Wantaanvankelijk was het „rirwiel een „loop"wiel, eensnort autoped, waarop men kon zitten en waarbijde voortbeweging werd verkregen, doordat deberijder zich met zijn voeten op den weg afzette.Twee houten wielen in elkaars verlengde, waarvansours het voorste niet eens bestuurbaar was, onder-ling verbonden door een balk, die als zetel diende— ziedaar de fiets in Naar oorspronkelijken vorm.Men moest sterke spieren hebben our de beno-digde bewegingen lang to kunnen volhouden, enbovendien in het bezit zijn van een stevig stetbatten en ingewanden, want het hobbelen overde destijds allesbehalve gladde wegen met eendergelijk log, niet-verend, zwaar houten gevaartestelde er hoge eisen aan.

Tussen deze primitieve loopfiets en het modernerijwiel liggen verschillende overgangsvormen, bijv.vierwielige voertuigen met handbeweging (ge-lijkend op de tegenwoordige invalidewagens) enhet omstreeks 1880 in zwang zijnde rijwiel methoog voor- en klein achterwiel. Dit laatste vehikelvormde, vergeleken bij de nude loopfiets, eenaanzienlijken vooruitgang, omdat hierbij de voort-beweging berustte op hetzelfde beginsel als bijde moderne rijwielen: men trapte nl. ook oppedalen. De trappende beweging werd evenwelrechtstreeks en zonder enige versnelling op hetvoorwiel overgebracht. Vandaar, dat dit laatsteeen groten omtrek moest hebben, wilde men eralthans enige snelheid mee kunnen bereiken.

Geleidelijk werden toen allerlei verbeteringenaangebracht: de houten wielen werden voorzienvan massieve, later van half-massieve, rubberban-den; de metalen wielen kwamen in zwang; detrapbeweging werd door middel van tandwielenen een ketting op het achterwiel overgebracht,

Page 315: HOE MAAIKT MEN.2

1885.

1887.

Thans.

37 waardoor het mogelijk werd om voor- en achter-wiel even hoog to maken.

Maar de belangrijkste van alle verbeteringen wasmisschien wet het gevolg van de uitvinding derluchtbanden door den Engelsen medicus J. B.Dunlop (1888).

Zo islangzamerhand de fiets ontstaan, zoals wijdie kennen en waaraan wij al lang weer zijn ge-wend geraakt: het rijwiel, dat ons yolk bijna een„levensvoorwaarde" is geworden.

Hoe wordt nu die fietsgemaakt? Als ge daarinbelangstelt, verzoeken wij U met ons eens eenkijkje to gaan nemen in een der bekende groterijwielfabrieken in ons land, de Juncker Rijwiel-fabriek N.V. te Apeldoorn (opgericht in 1898)

Wij willen bij het begin beginnen en voeren Uderhalve in een soortpakhuis, waarin zich de fiets„in eivorm" bevindt. Hier liggen namelijk duizen-den en nog eens duizenden stukken blanke buisvan alierlei soorten opgeborgen. Het aantal matersloopt in de tientallen. Om to beginnen zijn erbuizen met verschillende middellijn en verschillendewanddikte. it zal U zeker niet verbazen, want bijhet eerste het beste rijwiel, dat U bekijkt, ziet Uonmiddellijk dat niet alle buizen eraan even dikzijn. De omvang en de wanddikte der buizenhangttoo van het soort rijwiel af; transportrijwielenbijvoorbeeld hebben buizen met groter wanddiktean gewone toer-rijwielen. at deze verschillende

soorten buis tevens in allerlei lengten aanwezigmoeten zijn, evenminin verwonderen. Boven-dien moet de fiets in overeenstemming zijn metde lengte van den berijder en aangezien er langeen kleine mensen zijn, moeten er lange en kleinebuizen zijn. Voorts zijn er nog de kinderfietsener zijn we 8 maten, waarmede de diverse buizen

moeten overeenkomen).De eerste slap nu op den we van buis naar

ri jwiel is het maken van het frame". Tussenhaakies:bij het rijwiel warden zeer veel Engelse

Page 316: HOE MAAIKT MEN.2

/•' ,,

Wielenmaker aan het werk. Met behulpvan een Ilchtstraal, die op een spiegeltje,zich bevindende bpi de rechterhand vanden arbeider, wordt weerkaatst en op deschi jf, rechts op de afbeelding, wordtgeproj ecteerd, kan de arbeider nagaanof het wiel zuiver is. Slingert het ookmaar enigszins dan vliegt het lichtpuntop de rechtse schi jf heen en weer.

termen gebruikt, overblijfsel van het feit, dat Enge-land tot in het eerste tiental jaren van deze eeuwhet monopolie der rijwielfabricage bezat; wel is,o.a. door den A.N.W.B., gepoogd voor de ver-schillende onderdelen Nederlandse namen te be-denken en ingang te doen vinden, maar, behoudenseen enkele uitzondering, tot heden zonder merk-baar succes.

38

Voor het maken van het frame moeten debuizen door middel van verbindingsstukken (z.gn.„lugs") aan elkaar worden bevestigd. Dit geschiedtop een tafel, die op de verschillende maten kanworden ingesteld en die zodanig is ingericht, datde gewenste verhoudingen tot op den millimeternauwkeurig worden verkregen.

Het aldus tot stand gekomen frame gaat Haarde soldeerafdeling, waar de lugs in de buizenworden vastgesoldeerd. Dit heeft plaats door middelvan koper. De hitte, Welke daarvoor wordt vereist,bedraagt meer dan 1000° C.

Het frame moet nu worden gelakt. Doch eerstwordt het nog aan een anti-roest behandelingonderworpen. Men zuivert het frame daartoe zeernauwkeurig om ook maar de kleinste ongerechtig-heden ervan te verwijderen. Dit zuiveringsprocesgeschiedt in een beitsbad of met een zandstraal.Bij de Junckerfabriek bestaat de anti-roestbewerkingzelf in het z.gn. „coslett-procede" (Ned. octrooiNo. 19120): de frames worden gedurende 20minuten in een kokend bad gedompeld, waarinzich enkele chemische stoffen bevinden, die erzodanig op inwerken, dat roestvorming voortaanpractisch uitgesloten is. Na deze bewerking is hetframe niet blank meer, maar heeft het een Joffe,grijze tint gekregen.

Nadat het frame is gedroogd, hetgeen met hetelucht geschiedt, wordt het gemoffeld. Daartoe wordter eerst een donkerrode laklaag op aangebracht;deze laklaag is te vergelijken met de grondverf,die door een schilder wordt gebruikt. Zij wordt

Page 317: HOE MAAIKT MEN.2

De frame-montage.

39 bij een temperatuur van 240° C in een oven alshet ware eringebrand.

Op deze rode „groncl il lak komt nu een eersteemraalasg zwarte lak. Opnieuw gat het f in den

oven waardoor de zwarte lak met de grondla, ktot eengeheel wordt gestookt. Het frame is nuzwart, doch dat is voor deze fabriek nog niet vol-doende. Er worth nu een eerstelaag glanslak opaangebracht. die, na wederom gestookt te zijn, hetrijwiel zijn diepzwarte kleur verleent. Daaroverheenkomt de tweede glanslak, waardoor de kleur nog

.dieper en de glans nog mooier worthNa op deze wijze to zijn geêmailleerd, wordt

het frame gebiesd, d.w.z. van de dunne goudenh i nen voorzien, die het zwarte uiterlijk van de fietsop sierlijke wijze onderbreken. Het spreekt vanzelf,dat niet alleen hetframe maar ook de wielen en, de an ere voor moffelen en biezen in aanmerkingkomende onderdelen dezebewerkingen on der-gaan.

Wat de wielen betreft: het ma en hiervan iseen uiterst nauwkeurig werkje, waarbij veel van debekwaamheid van de arbeiders wordtgevergd, alhebben zij daarbij den steun van enkele vernuftigeinstrumenten. Een enkele spaak, die wat to vast isaangedraaid, kan oorzaak zijn at het wiel gaatslingeren.

In de twee montage-afdelingen tenslotte wordende verschillende onderdelen tot een rijwiel samen-gevoegd. Bij de framemontage worden op denaakteframes nadat alle buizen en openingen, zuiver op maat zijn uitgedraaid, de bracket-as, hetkettingwiel met cranks, de balhoofdfitting metam as voorvork en de electrische kabe, dlbinnendoor voor het achterlichtgemonteerd. Deframesgaan nu naar de rijwielmontage, waar deverdere onderdelen: wielen sturen, jasbeschermers, ,kettingkasten, bagagedragers, enz. erop wonaangebracht.

Wij hebben nu we enkele bewerkingen ac terelkaar opgesomd, maar men begrijpt wet, dat de

Page 318: HOE MAAIKT MEN.2

nauwkeurigheid en de goede kwaliteit van hetproduct bij de vervaardiging steeds de grootstezorg vereisen. Het rijwiel wordt dan ook herhaal-delijk gecontroleerd.

De expeditie-afdeling tenslotte zorgt voor deverzending. De glanzende, mooie, nieuwe karretjeskrijgen een jasje aan van grauw papier en karton,en zo kunnen zij zonder gevaar voor beschadigingelken dag worden verzonden Haar alle windrich-tingen.

Behalve toer-, sport-, dienst- en transportrijwielenvervaardigt Juncker ook nog carriers, waarvan defabricage weer haar eigen bijzonderheden en haareigen moeilijkheden heeft, die Juncker echter vol-ledig onder de knie heeft.

Tot slot komen wij nog even terug op de be-tekenis van de fiets, nu niet voor de millioenenNederlanders, die haar voor werk of genoegengebruiken, maar voor de vele duizenden, die inhet rijwielvak hun dagelijks brood verdienen. Wantvrijwel alle fietsen, die in Nederland werden ge-kocht de laatste jaren (± 400.000 per jaar!) wordenin eigen land vervaardigd. Het aantal rijwielfabrie-ken in ons land is dan ook vrij groot en ze liggendoor heel het land verspreid.

Gelukkig is de tijd voorbij, dat het publiek —zoals nog 30 jaar geleden — meer vertrouwenstelde in een buitenlandse dan in een Nederlandsefiets. Zelfs zijn de rollen nu omgedraaid en over-treft de Nederlandse uitvoer van fietsen reeds inruime mate den invoer.

Maar er is, naast de honderdenarbeiders, die in deze fabrieken werkvinden, nog een veel grotere groeppersonen, die voor hun inkomen vande fiets afhankelijk zijn. Dat zijn demeer dan 15.000 rijwielhandelaren en-herstellers en dan nog hun personeel.Zo brengt de fiets ons niet alleen ge-mak en genoegen, maar ook werkvoor vele duizenden Nederlanders.

Ons land heeft derhalve in enkeletientallen jaren een rijwielindustrie op-gebouwd, die klinkt als een klok endie ons land ten zegen is geworden.

40

Het inpakken.

Page 319: HOE MAAIKT MEN.2

CHAATSEN

De schaats is Neerlands wonderdokter! Als ziion er de voeten wordtgebonden, als zij haar be-rijders doet zwieren langs meren en plassen, ver-dwijnen alle kwalen en kwaaltjes, verstommen alleknorrigheden, valt alles we wat naar stugheid enkoelheid zweemt. De Nederlander wort vrolijk,spraakzaam en sierlijk in zijn bewegingen, hij lac htenpraat met mensen, aan wie hij niet eerst is voor-gesteld, en menig warm huwelijksnestje heeft zijnoorsprong op het is vaneratur va, bij een tempu ettelijke graden on er nu en waarbij de schaatsonbewust de rol vanhuwelijksmakelaar heeft ge-speeld! Hoe harder het vriest, hoe meer de Hol-!ander ontdooit, en hoe grimmiger de vorst, hoevrolijker de schaatsensport zich ontplooit.

Dat weet ik allemaal, zultgij misschien zeggen.Natuurlijk weet gij dat, want gij zijt Nederlander.Maar weetgij lets van de geschiedenis van deschaats, van haar vervaardiging en van de schaat-senindustrie in Nederland? Hoogstwaarschijnlijkniet, want de meesten onzergebruiken en ver-bruiken allerleigoederen en artikelen zonder ookmaar lets van hun samenstelling en hun wordings-geschiedenisnit kennen. En op die goederen maaktde schaats heusgeen uitzondering I

De schaats, moet ge weten, is veel ouder dande schaatsenfabrieken. Lang vOOr er schaatsen-

Page 320: HOE MAAIKT MEN.2

2. Een veteraan aan den arbeid.

fabrieken waren, reden de mensen schaats! Datwas zelfs reeds het geval in den ouden terpentijd.De bewoners der terpen echter kenden nog geenijzer, en de . schaatsen werden toen gemaakt vanbeenderen van dieren. In die beenderen werdenaan beide einden gaten gemaakt, er werd een touwof iets dergelijks doorgehaald en zo konden dieprimitieve schaatsen onder den voet worden ge-bonden. Eigenlijk waren het meer ski's of slee-schoenen, en Wilde men er goed op vooruitkomen, dan moest men gebruik maken van puntigestokken. Eerst in ongeveer de 14e eeuw ontstondde ijzeren schaats, met houten blokken of piankjesen met een vervaarlijke krul voorop. „Zwane-halzen ll werden ze later wel genoemd, en in de18e eeuw had men er plezier in om die „halzenllof ook wel de blokken, van kunstig uitgesnedenfiguren te voorzien.

De bakermat van de Nederlandse schaatsen-fabricage ligt in Friesland — heel begrijpelijk, wantdeze mooie provincie van ons vaderland, met haartalrijke meren en plassen, is uiterst geschikt om deschaatsensport te beoefenen — en wel in IJIst.Elke smid in dat stadje was voorheen schaatsensmid.Als er geen werk was, of het werk geen haast had,werden er schaatsen gemaakt. Overal zag men

avonds de vlammen van de smederij, hetgeen eenfantastische aanblik opleverde. Oude Ulsters kunnenU nog heel wat van die herinneringen vertellen.

Het hout van de schaatsen werd door timmer-lieden gemaakt. 's Winters, als er geen ander werkwas, werd hieraan gewerkt, dikwijls tot in dennacht toe.

Dit alles is echter volmaakt verleden tijd! Om datte beseffen moet U eens een kijkje nemen in defabriek van de firma J. Nooitgedagt & Zonen te1.11st, een beroemd bedrijf op dat gebied. Men kangerust zeggen, dat de geschiedenis van die firma— zij heeft in 1940 haar 75-jarig bestaan gevierd —een toonbeeld is van wat vlijt, volharding en be-kwaamheid vermogen. De oprichter (zie afb. 1) is

42

Page 321: HOE MAAIKT MEN.2

3 Het uitzagen der schaatshouten

43 in1865 begonnen als timmerman, die in den wintercok schaatsen maakte. Thans is datbedritfje ge-worden tot eengrote moderne fabriek, die overalin het land, van Sas van Gent tot DelfzijI en vanDen Helder tot Maastricht, haar afnemers heeft. Devervaardiging der schaatsen geschiedt daar geheelmachinaal.Nog steeds bestaan deze uit hout enijzer, maar het materiaal, de fabricage en de af-werking zijn geperfectioneerd. Laat ons eens eenkijkje in de fabriek gaan nemen.

Ziet U daar op het fabrieksterrein de openloodsen, gevuld met houten platen? Daar ligt hetbegin van de schaats! Het hout, dat voor de schaatswordtgebruikt, is meestentijds roodbeukenhout, dathoofdzakelijk uit Tsjecho-Slowakije wordt betrokkenen in stammen over onzegrens komt. Op grotezaagramen, waar 10 en meer zagen naast elkaarstaan, worden ze in re eaten gezaagd, welkein bovenbedoelde open loodsen worden opge-stapeld om in de buitenlucht winddroog to wardengemaakt. Wanneer de platen an na een jaarwinddroog zijn, warden zij nogmaals gedroogd ineengroten ketel, waaruit de lucht is wegge-zogen it vacuumdrogen van schaatshouten ge-schiedt alleenbij de firma Nooitgedagt, daaralleen zij over een dergelijke inrichting beschikt.

Nadat eraldus voorgezorgd is, dat het houtniet krom kan trekken, warden de schaatsen uit deplaten gezaagd. Dit zagen (zie afb. 3) geschiedtmachinaal met eenlintzaag, terwiji het ma en vande gleuf in het hout, waarin het ijzer straks wordtgeplaatst, door een freesmachine geschiedt. Uiter-aard moet degleuf precies de dikte van heti j zer hebben, zodat dit er zuiver vlak in kan siuitenen over degehele en to op het out rust.

Daarna warden er — eveneens machinaal —gaten in gemaakt voor het aan to brengen montuur,en vervolgens wordt het geheie hout on er schuur-walsengladgeschuurd, zodat alle poriên dichtzijn. De hals der Friese schaatsen wordt geheel uitdehand geschuurd en gestroomlijnd. Het hout is

Page 322: HOE MAAIKT MEN.2

nu klaar om te worden gelakt; dat lakken geschiedtniet alleen om de houtjes te verfraaien, maar ookom ze tegen de verschillende weersinvloeden tebeschermen.

Intussen zijn de bijbehorende ijzers voor deschaats ook gereed gekomen. Het „ijzer" van eenschaats bestaat uit ijzer en staal. De onderste laagis van staal. Zij heeft een breedte van plm. 8 mmen worth onder het waken aan het ijzer vastge-waist. De lange staven, Welke men op die manierverkrijgt, worden op bepaalde lengte (plm. 4 m)geknipt, en gebundeld door de walserij afgeleverd.Dit staal worth in de fabriek op de gewenste lengtevan het te maken schaatsijzer geknipt en met dehand in den juisten vorm gesmeed. De machinezorgt, dat alle ijzers van hetzelfde model worden.is dit ijzer in den vorm gesmeed, dan wordt hetBecht gemaakt, waarna het op grote zandstenen,met een diameter van 21/2 m, wordt blank geslepen.Dit is nodig voor het nu volgende hardingsprocesvan het staal. Dit proces,geschiedt door de ijzerste leggen in speciale hardingsovens. Het gedeeltevan den oven, waarin de ijzers op temperatuurwarden gebracht, is gloeiend, doch U zult Beenvlammen zien, want vlammen om de ijzers zou tot

44

Page 323: HOE MAAIKT MEN.2

aanslag leiden. Hebben de ijzers de juiste tempe-ratuur bereikt,hetgeen op zgn. pyrometers kanworden afgelezen, dan worden ze er vlug uitge-nomen en in watergedompeld. Door den „schrik"van dit koude bad, wort de stag ran on er aanhet schaatsijzer gehard. Het wordt zó hard, dater metgeen viji in to omen is, iets wat voor eeneerste klas schaats noodzakeli j k is.

Het i j zergedeelte aan de schaats is onveranderdgebleven. De ijzers worden nog eens goed rechtgemaakt en vervolgens in de polijsterij geheelblank gepolijst en geslepen.

De ijzers zijn nu gereed. Ze worden in de hongeplaatst en out en ijzer krijgen hetzelfde nummer,zodat men weet, welkepassend gemaakte delenbij elkaar behoren. Want wij zijn nog niet aan heteind. Eerst worden de ijzers weer uit de houtjesgenomen en deze laatste lakt men in de spuiterijkeurig glanzend. Daarna omen dezelfde ijzers,tans met opgeklonken boutjes, weer uit de fabriek;ze worden opnieuw in de bijbehorende houtjesgeplaatst en met een moer vastgeschroefd.

Uw schaats is klaar en als straksKoning Winterde Nederlandse schaatsenrijders voor zijn zwierigf e st uitnodig,t stromen de orders de fabriek binnene

45

Page 324: HOE MAAIKT MEN.2

5. Het ontstaan vaneen metalen schaats

en wordt op voile kracht gewerkt om aan de vraagte voldoen. De !eiders en arbeiders hebben dan hetgelukkige gevoel, dat ze met elk paar afgeleverdeschaatsen tegelijk een flinke dosis vreugde en ge-zondheid afleveren.

Ziezo, nu weet gij zo ongeveer wat er voor nodigis, om U het genot van een ijstocht te geven. Maarwij zijn nog niet klaar met ons verhaal. Want be-halve, dat wij U willen mededelen dat de firmaNooitgedagt 25 modellen schaatsen fabriceert —waarvan de Friese Doorlopers en de Houten Noor,die in den handel worden gebracht onder den naamvan Steehmanschaats, de voornaamste zijn — willenwij U nog even iets vertellen, van wat men despecialiteit van de firma kan noemen, namelijkde vervaardiging van metalen kunstschaatsen enmetalen „Noren n . Naar die schaatsen is, door hetgebruik van kunstijsbanen , in den laatsten tijd grotevraag ontstaan en de firma is dan ook enkele jaren

• geleden begonnen met de vervaardiging ervan.Over de fabricage hiervan zou weer een hoofd-

stuk op- zichzelf zijn te schrijven. Wij wijzen er hierechter (zie afb. 5) op, hoe de uitgesneden modellentot een temperatuur van 600 gr. C. in een electri-schen oven worden verwarmd en in den juistenstand gebogen en geperst. Dan worden de schaat-sen weer op dezelfde wijze als beschreven geharden spiegelglad gepolijst. Het loopvlak, dat immershol moet zijn, wordt in een speciale holslijpmachinebewerkt. Dat werk is geen peuleschilletje, want deharde laag staal is moeilijk te bewerken en het moetdan ook door zeer bekwame vakmensen wordenverricht.

Na nog verschillende andere bewerkingen — wijnoemen vooral het vernikkelen, dat met zeer veelzorg dient te geschieden, daar het nikkel niet vanhet harde staal mag afbladderen — is de metalenschaats gereed.

Op deze wijze ontstaat ook de geheel metalen„gestroomlijnde ll Elfstedenschaats, een „Noor" vanNederlands fabrikaat, die in den zomer van 1940het levenslicht zag en die reeds in Januari 1941door verschillende deelnemers aan de Elfsteden-tocht werd gebruikt.

Page 325: HOE MAAIKT MEN.2

1. Stripmachine

!GARENIn heteeenbiZuideli i k Industriegeed mt d stad

Eindhoven met zijn 115.000 inwoners een vooraan-staandeplaats in. Immers de verschillende produc-ten van het machtige Philips-concern, genieten eenwereldreputatie.

loch klinkt het lied van den arbeid nog in veler-lei an ere toonaarden over deze stad en het isdebedoeling van dit artikel om eens het een enander te vertellen over de sigarenindustrie en meerspeciaal over het Karel I-bedrijf, dat met zijn ca.3.000 arbeiders eenbelangrijke plaats inneemt inde Nederlandse sigarenindustrie.

Alvorens het fabricage-proces onder de loupe tenemen enkele wetenswaardigheden vooraf over degrondstof voor de sigaar: de tabak.

De tabak, die geschikt is voor de sigarenfabricagegroeit veelal in Nederlands-Oost-Indie, Brazilie enNoord-Amerika.

Diepgaande laboratorium-onderzoekingen naarbodem-gesteldheid, een juiste bemestingsmethodeen irrigatieplannen, brachten onze Indische tabaks-plantages tot steeds groter bloei en het mag vanalgemene bekendheid worden geacht, dat veleduizenden persbnen hun brood in de tabakscultuurverdienen.

Jaarlijks worden vele honderdduizenden balentabak door Nederlandse Scheepvaart-Mijen naar

Page 326: HOE MAAIKT MEN.2

ons land verscheept, om telkens in het voorjaar terveiling te warden gebracht. Amsterdam en Rotter-dam genieten in dit opzicht een monopolie-positie,aangezien alle in Nederlands-Oost-Indiè geteeldetabak uitsluitend in deze plaatsen geveild wordt,hetgeen de overkomst van buitenlandse koopliedenen -fabrikanten en alles, wat daarmede samenhangt,noodzakelijk maakt.

De verschillende partijen tabak worden door detabaksmaatschappijen uitsluitend door bemiddelingvan een makelaar in tabak bij inschrijving verkocht;het is hier niet de plaats om daarop dieper in tegaan, doch we volstaan met erop te wijzen, dattijdens deze veilings-periode dagelijks voor mil-lioenen guldens in Frascati — dit is in Amsterdamhet veilingsgebouw — worden verhandeld.

Als nationale industrie is de sigarenfabricage voorNederland inderdaad van de grootste betekenis enwij denken daarbij niet alleen aan de massa, dierechtstreeks bij de sigarenindustrie is betrokken,maar bovendien aan de duizenden arbeiders inde andere ne.venbedrijven, zoals drukkerijen, blik-fabrieken, papier-, cartonnage-, vormen-, kisten-fabrieken etc., die door hun regelmatige, groteleveranties voor een belangrijk deel afhankelijk zijnvan een bloeiende sigarenindustrie. Deze industrieis over het gehele land verspreid, vooral

48

plaatsen als Eindhoven en omstreken, Culem-borg, Kampen en Veenendaal zijn bekendom haar vele sigarenfabrieken.

Wanneer gij weet, dat de gezamenlijkesigarenfabrieken hier in Nederland jaarlijksongeveer 1600 millioen sigaren fabriceren,waarvan het Karel l-bedrijf er 170.000.000voor haar rekening neemt, dan krijgt geenigermate een denkbeeld van de betekenisvan deze zaak. En dit respectabele kwantumbetekent nog geenszins de top-capaciteit,daar in normal& omstandigheden het bedrijfnog steeds groeit.

2 Bosjes-machine : de bosjes worden automatisch

in de houten vormen gelegd.

Page 327: HOE MAAIKT MEN.2

49

3. Het aanieggen van het omblad

in de bosjes-machine

Thans komen we tot het eigenlijke doel van ditartikel, n.l. de beantwoording van de vraag. „Hoemaakt men sigaren?"

OmU as van een indruk te geven, nodigen wi'iU uit met ons een rondgang door de fabriek tomaken; van de voornaamste afdelingen zullen weeenbeknopte schets geven, zodat U aan het eindevan dit artikel althans ingrote trekken weet, hoeeen sigaar gemaakt wort.

Onze eerste screen richten zich naar den slag-ader van iedere sigarenfabriek, het tabaksmagazijn.Stram in dehouding liggen hier opgestapeld inschier eindeloze rijen de balen Havana, Braziel,Java, Vorstenianden,Besoeki Seedleaf en an ere, tabakssoorten, ieder op z'n piaats en in volgordevan ontvangst gerangschikt.

Daarnaastliggen eveneens in lange rijen opgetastea en Sumatra zandblad, het kostbare de k-

materiaal, waarvoor jaarlijks ter beurze als het waregevochten wort en waarvoor al naar geiang dekooplust van de fabrikanten en de uitval van deoogst, ontzaglijke bedragen won betaald.

De tabaksvoorraad betekent dan ook voor iederenfabrikant het zijn of niet-zijn, immers, met dentabaksvoorraad staat of vat iedere sigarenfabriek

Doorgaans vertegenwoordigt het tabaksmagazijndan ook een millioenenpostzodat het geen toe-vallige omstandigheid is, at it onderdeel als punteen terbespreking komt. Er zou natuurlijk nog veelmeer overt tabak to vertellen zijn, maar at pastniet in ditbestek want we moeten verder . . ..,

Wij omen an in een grote ruimte, alwaar dedoordringende tabakslucht ons in den neus kriebelt.Dit is de stripperij. en root aantal machines,ac ter elkaar opgesteld, werkt hier doorlopend omden tabakssteel, die in het midden van ieder bladloopt, daaruit to verwijderen. Deze stripmethodegeschiedt op zeer kunstige wijze door gebruik tomaken van het oeroudeprincipe, waarop de wetder zwaartekracht beruct. De stelen der bladerenkomen door hungewicht onder in de machine in

Page 328: HOE MAAIKT MEN.2

4. De sigaren worden opgedekt; op den voorgrond

een houten vorm met 20 bosjes.

een reservoir terecht, terwijI de tabak, die lichter isdan de stelen, door een ventilator wordt opgezogenen via een lopenden band zijn bestemming bereikt.

Welke tabak nu wordt gestript? Alle tabaks-soorten, die voor het mengen in aanmerking komen,of met andere woorden alle tabak, die voor het„binnengoed" van de sigaar wordt gebruikt.

Over het melangeren zelf kan niet worden uit-geweid, aangezien dit een Karel I fabrieksgeheim is.Zodra de tabak de melangeer-tafel voorbij is, komtze in een droogkast, alwaar met behulp van warme-en koude lucht de tabak op de gewenste tempera-tuur wordt gedroogd.

Het kostbare dekblad ondergaat, evenals hetomblad (dit is het blad, dat gebruikt wordt om hetbinnengoed tot „bosje" te vormen) een geheelandere behandeling en wordt in speciaal daarvooringerichte lokalen met behulp van een nevel-installatie op de juiste vochtigheidsgraad gebracht.

Nadat het binnengoed de drooginrichting heeftverlaten, wordt het naar de afdeling getranspor-teerd, waar de bosjes-machines staan opgesteld (zieafb. 2 en 3). Onder „bosje" of „pop" verstaat menin de sigarenindustrie het halfproduct, dat ontstaatdoor het binnengoed in het omblad te wikkelen.Deze machines leggen de gemaakte bosjes auto-matisch in houten vormen, die gedurende enigentijd onder druk blijven. De bosjes wordendaarna nog eenmaal in de houten vormengekeerd en gaan vervolgens naar dediverse sigarenmakers-afdelingen.

Hier komen we dus op het terrein vanden vakman, daar alle sigaren nog metde hand worden „opgedekt".

Opdekken is het wikkelen van het dek-blad om het bosje.

We willen dit even Hader bekijken engaan dus een der sigarenmakerszalenbinnen. Dit zijn grote, goed geventileerdezalen, met in het midden een loopgangvan Brie a vier meter en aan weerszijden

50

Page 329: HOE MAAIKT MEN.2

5 Een sorteerder aan het werk

51lange tafels, waaraan de sigarenmakers zitten towerken (zie afb. 4).

Odhet root aantal arbeiders in een lokaal,Hans heerst er een opvallende rust en werkt ieder ge-stadig door. Het opdekken van de sigaar vereistnatuurlijk de nodige routine en al lijkt het erggemakkelijk het dekblad om het bosje to wikkelen,in werkelijkheid komt er grote vakkennis aan to pas,vooral omdat de modellen vaak zeer uiteeniopendzijn en zekere eisen or en gesteld, teneinde eenwelhaast volmaakte afwerking te verkrijgen.

De werkzaamheden van den sigarenmaker kun-Hen op drieèrlei wijze onderscheiden won, n.l.:1 o. Hij kan het product geheel zelfstandig maken

z.g n het maken op eigen hand). Dit komtvooral voor de betere soorten nog veelvuldigvoor.

2o. Hij kan de hulp hebben van een bosjesmaker,die het bosje of de pop voor hem maakt, ter-wijI hij zelf uitsluitend het bosje opdekt.

3o De fabrikant kan hem machinaal gereed-gemaakte bos i es verstrekken, die hij moetopdekken.

Het loon, at de sigarenmaker verdient, hangtaf van het aantal sigaren, at in een werkweekdoor hem is gemaakt, respectievelijk „opgedekt",terwijI dit „opdekloon" voor ieder model sigaar

bij collectief arbeidscontract is geregeld.Gemiddeld kan een sigarenmaker perwerkweek 2000 a 3000 sigaren zelf-standig maken of opdekken.

Nadat de sigarenmaker zijn sigarenheeft ingeleverd, wore deze in par-tijen naar de sorteerkamer getranspor-teerd. Hier staan honderden sorteerdersin Witte stofjassen achter grote tafels ommet kennersblik en in een vlot tempo desigaren in kleuren te sorteren (zie afb. 5).

Men onderscheidt daarbij drie hoofd-kleuren, t. w. rood, bruin en vaal ennaargelang van de eisen, die aan het

Page 330: HOE MAAIKT MEN.2

fabrikaat gesteld worden, laat men de sigaren inmeerdere kleuren en tinten, tot 72 toe, sorteren.

Zijn de sigaren eenmaal op kleur gesorteerd, dangaan ze naar de afdeling ringerij. Dit is de afdeling,alwaar met behulp van zeer ingenieus gecon-strueerde machines de sigaren van ringen (luxebandjes en belastingbanderolles, zie afb. 6) wordenvoorzien, nadat ze eerst enkele uren in ijzerenkistjes, waarvan de zijwanden verstelbaar zijn, onderhoog- en zijdruk hebben gestaan.

Rappe meisjeshanden aan de ringmachines zor-gen ervoor, dat de sigaren in kistjes worden gelegd,die intussen op een andere afdeling met etikettenen randen zijn beplakt.

Tenslotte gaan de kistjes met sigaren naar dedroogkamers om gedurende een tientai dagen ineen temperatuur van 100° F. gedroogd te worden.

Eenmaal uit de droogkamers ondergaan dekistjes alle nog een eindcontrOle, teneinde dezekerheid te hebben, dat er zich geen beschadigdeexemplaren tussen bevinden, om dan, na van eencontrOle-billet te zijn voorzien, als gereed productop het magazijn te worden opgestapeld.

De afdeling expeditie zorgt er verder voor, dathet afgewerkte product met bekwamen spoed naarde clientele wordt verzonden.

Hoewel onvolledig, menen we loch aan de opzet,om in grote trekken enige bijzonderheden te ver-tellen over de fabricage van sigaren te hebbenvoidaan.

Hopelijk hebben we daarmede ook bereikt, datde waardering voor een bij uitstek Nederlandsenindustrietak is toegenomen. Voor onze industrie zaldeze waardering voor het Nederlands kunnen eenaansporing zijn om rusteloos voort te gaan, hetfabrikaat waar mogelijk nog te vervolmaken. Datstreven zat bij de Directie van de onderneming,die wij hier bekeken, trouwens steeds voor, vandaarNaar slagzin, die zij ook thans handhaaft: „Er ismaar een Karel I".

6. Machine, waarin de sigaren

worden geringd.

52

Page 331: HOE MAAIKT MEN.2

1. De eerste werkplaats (vanaf 1865)J. Nooltgedagt.

Hildebrand begint zijn „Camera Obscura" meteen schets over jongens. Hij leidt dit schetsje in meteen nogal bekend gedichtje, waarvan de eerstestrofen aldus luiden:

„Hoe zalig, als de jongenskielNog om de schouders glijdt!Dan is het hemel in de ziel,En alles even blijd.

Een hout geweer, een blikken zwaardVerrukken 's knapen Borst,Een hoepel en een hobbelpaard,Dat draagt hem als een vorst."

Daar hebt ge in enkele regels den HollandsenJongen, die gaarne speelt met speelgoed, dat hijzich zelf uitkiest. Want — ge weet het — eris speelgoed en speelgoed. Er is speelgoed, datzo prachtig is, dat het meer in handen van ouders,dan van kinderen is en vaak hebben wij een vadermet een kostbaren spoortrein zien spelen, terwijinoon-lief er of moest blijven.

De zeventiende-eeuwse graveur en dichter JanLuiken, die in een van zijn werkjes alle kinderspeel-goed uit dien tijd zelf etste en van onderschriften

Page 332: HOE MAAIKT MEN.2

2. Het tegenwoordige fabrieksgebouw.

voorzag, plaatste onder een van die prentjes nieigeheel ten onrechte de bekentenis:

„Onnozell Die 't met aandacht ziet!Met wat voor kleine onwaarde zaaken,zich 't speelend kindje kan vermaaken,Door de ouderdom, geacht als niet:

II

54

Het kind wil nu eenmaal speelgoed, waar hetlets mee kan doen en dat derhalve aan den dub-belen eis van stevigheid en eenvoud moet voldoen.

Langen tijd kwam het meeste speelgoed vanover onze grenzen en genoot vooral het Neuren-berger speelgoed een vermaardheid. Die tijden zijnvoor een deel voorbij; rinds verschillende bedrijvenin Nederland er zich op hebben toegelegd om ookecht speelgoed te vervaardigen en thans kan metzekere trots gezegd worden, dat ruim geschat zeker60 % van al het in Nederland door de Nederlandsejeugd gebruikte speelgoed hier te laude wordt ver-vaardigd. Nu moet hierbij zeker een opmerkinggemaakt worden. Wie in het speelgoedvak zit,spreekt — dat is geen geheim — van Brie soortenspeelgoed, n.l. metalen speelgoed, zoals con-structiedozen, spoortreinen, automotoren, enz.;houten speelgoed en poppen. Hiervan wordt hetmetalen speelgoed, meestal van blik gemaakt, nogvrijwel geheel in het buitenland gefabriceerd enhier ingevoerd. Ook de poppenindustrie was oor-spronkelijk in het buitenland gevestigd en vooraldie van poppenkoppen. De laatste jaren is hierinverandering gekomen. Te Rotterdam, Halfweg,Oldenzaal en Zaandam zijn nu industrieên geves-tigd, die onze jeugd „poppenkinderen n resp. speel-goedbeesten van Nederlandse nationaliteit leveren.

De industrie van houten speelgoed neeft evenweiin Nederland in korten tijd groten opgang gemaakten de Hollandse card heeft hier juist trachten tevoldoen aan den bovengenoemden dubbelen eisvan degelijkheid en eenvoud.

Verschillende bedrijven hebben hier de speel-

Page 333: HOE MAAIKT MEN.2

EI:VANT GORD

GR_OEFwAARDOOR.

OF ,,./ SCHuirr

L,_

c

3. Hoe speelgoedbeestenuttgesneden worden.

55 goedindustrie als een nevenbedrijf aangenomen.Zo zien we, dat meubelfabrieken, fabrieken voorgereedschappen en voor schaatsen zich o.m. ookhebben toegelegd op de vervaardiging van stevigspeelgoed. Dat kon heel gemakkelijk, doordat dezeinrichtingen beschikten over machinerieen, die voordit Joel geeigend waren en zij bovendien verschil-lende houtsoorten to verwerken hadden, die uit-nemend to gebruiken waren bij de vervaardigingvan speelgoed.

Om enig denkbeeld to verkrijgen van den gangin een fabriek voor speelgoederen, zullen we eenseen kijkje nemen in de schaatsenfabriek van deFirma J. Nooitgedagt & Zonen to IJist.

We zeggen met opzet schaatsenfabriek, omdatwij de stellige zekerheid hebben, dat vrijwel ieder-een wel van Nooitgedagt Ulster schaatsen zalhebben gehoord en velen wel eens een tochtje opechte !Ater schaatsen zullen hebben gemaakt

Officieel is de firma echter bekend als een ge-reedschappen-, schaatsen- en speelgoedfabrikanten als zodanig zullen we ook wel eens een stukgereedschap of een stevig speelgoedwagentje af-komstig uit deze fabriek in handen hebben gehad.Dat de firma zich ook op het vervaardigen vanspeelgoed heeft toegelegd is niet toevallig. Speel-goed loch is net zo goed als een schaats eenseizoenartikel. In het voorjaar vragen de speelgoed-winkels grote hoeveelheden schoppen, kruiwagens,trekkarretjes, enz., waarmee de spelende jeugd Haarbuiten gaat en tegen Sinterklaas, ja, wat er dan alniet gevraagd wordt .....

En zo heeft de van ouds bekende fabriek, dankzij de durf en den ondernemingsgeest van deleiders, nieuwe artikeien op de markt gebracht. Alseen 75-jaren bestaande fabriek iets dergelijks onder-neemt spreekt daar altijd moed en ondernemings-geest uit. En gelukkig; die echt Hollandse onder-nemingsgeest is niet verslapt maar beloond

Het speelgoed, dat Kier vervaardigd wordt, wordt

Page 334: HOE MAAIKT MEN.2

4. Nooitgedagt speelgoed.

van hout gemaakt. Hiervoor gebruikt men beuken-hout, dat voor dit doel zeer geschikt is. Natuurlijkmoet het goed droog zijn. Met behulp van de eigenmachinate drooginrichtingen worth dat bereikt. Ooklindenhout wordt wel gebruikt. Wanneer het houtgoed droog is, worden de platen hout naar dezagerij gebracht. Door middel van een machinaalgedreven afkortzaag wordt daarna het hout in be-paalde lengten gezaagd en met de gewone cirkel-zaag worden de planken vervolgens op de vereistebreedte gebracht. Is dat klaar, dan gaat het houtnaar de schaverij. Ook daar helpt de machineom de plankjes mooi glad en op de vereiste dikteto schaven.

Maar dan gaat het materiaal verschillende kantenuit, naar gelang van het speelgoed, dat vervaardigdmoet worden. Het is misschien wel eens leuk omde geschiedenis van een enkel soort speelgoed meeto maken. Een bij kinderen zeer geliefd speelgoedis het Bier. Allerlei ,soorten worden hier gemaakt,waarvoor de tekenaar natuurlijk de eerste ont-werpen moet hebben vervaardigd. Olifanten, haas-jes, paarden, enz. Een wandeling langs de uitstal-vensters van onze speelgoedwinkels heeft ze Uvele malen laten zien.

Is het hout, dat bestemd is voor de fabricage vandeze dieren, op dikte geschaafd, dat gaat , dit naarde zgn. „bovenarmfrees" (zie afb. 3). Deze vorm-schaafmachine, zo zoudt ge haar kunnen noemen,is een ingewikkelde machine, die aan de arbeidershoge eisen stelt.

Op de hier afgebeelde freesmachine (afb. 3c)bevindt zich een vaste plaat, de zgn. freestafel,waarop een pen is aangebracht, die 1 cm }Doyende tafel uitsteekt. Boven deze tafel bevindt zich eensoort bijtel, de frees, die naar beneden bewogenkan worden om het op de tafel gelegde hout uitto snijden.

Hoe maakt men nu op die freesmachine honder-den en nog eens honderden speelgoedolifantenof paarden met nauwkeurig denzelfden vorm? Dat

56

Page 335: HOE MAAIKT MEN.2

5. Nooitgedagt speelgoed

57 gaat betrekkelijk eenvoudig. De plank, waaruit bijv.een paard gefreesd moet worden, klemt men opeen bord (zie afb 3a). Dit bord is echter aan denonderkant voorzien van een groef van 1 cm diep,welke groef juist den vorm heeft, welke men aanhet paard wil geven (zie afb. 3b). Men legt nuhet bord op de freestafel, zodat de pen van delaatste in de groef komt. Wordt het bord nu ver-plaatst, zodat de pen door de groef schuift, dankan de inmiddels Haar beneden gedrukte frees ofbijtel gemakkelijk het paard uit de plank snijden.

Zo verkrijgt het speelgoeddiertje zijn juistenvorm. Daar zo'n diertje straks ook moet kunnenworden voortbewogen, moet men er wieltjes onderaanbrengen. Daarom worden er nu vast de gaatjesvoor de wieltjes ingeboord. Op een andere machinewordt het beestje gladgeschuurd. Als dat gebeurd is,dan moeten er de kleuren op gebracht worden.Dit geschiedt in de spuiterij. Hier wordt een dunlaagje lak op het hout gespoten. Die lak is zeerfijn verdeeld (men vergelijke dit met de wijze,waarop eau de cologne sours uit de fles wordtgespoten) en door deze bewerking bereikt men,dat het laklaagje overal even dik is. Vervolgenswordt — ge hebt dit een schilder trouwens ookwet eens zien doen — met een heel zacht snortschuurpapier het gespoten Bier geschuurd, waar-door alle gaatjes dicht en het geheel volkomenglad is geworden.

Daarna begint men met de beschildering van demanen en de ogen van het paard en de tanden ende huidplooien van den olifant, enz. Daar het Kiereen massa-artikel betreft, heeft de firma hiervoorschablonen laten vervaardigen. Dit zijn metalenplaatjes, waarin de op de dieren aan to brengenfiguren zijn uitgesneden. Men legt deze schabloneryop het voorwerp en spuit met de gewenste kleurover de uitgesneden figuren.

Het diertje nadert thans zijn voltooiing. Dewieltjes, die in een ander deel van de fabriek zijnvervaardigd, worden er onder genet. Nu wordt het

Page 336: HOE MAAIKT MEN.2

gehele speelgoeddier nog eens met mooie glanslakbespoten, zodat het geheel een lust voor de ogenis en het speelgoed straks in de uitstallingen onzerwinkels en warenhuizen duizenden kinderogen totzich trekt.

Het vervaardigen van de wielen, die voor allerleispeelgoed en in velerlei grootte nodig zijn, worthin een speciale afdeling der fabriek verzorgd. Eerstworden lange kantige stukken hout gezaagd. - Hoegrater de wielen, hoe dikker de kantige stukkenmoeten zijn. Ze worden dan op een bepaaldemachine geplaatst, die niets anders dan wieltjesfabriceert (zie afb. 6). Door een handle of handvatin beweging te brengen, wordt het stuk hout geheelrond geschaafd. Tegelijkertijd worth er een gaatjein het eind van dezen ronden stok geboord en eengedeelte, ter dikte van het wiel, er afgezaagd.Ongeveer op dezelfde wijze als een stager machi-naal plakjes van een worst afsnijdt. Dit gaat allesmachinaal. Het wieltje valt Haar beneden en is klaar.Het ziet er mooi glad uit. Weer boort men dan eengaatje en weer snijdt de machine het tweede wieltjeaf. Dit gaat zo door, tot de gehele stok tot wieltjesis geworden en dus is opgebruikt.

Op deze wijze voorziet de Firma Nooitgedagt &Zonen de markt van een nieuwe voorraad zeerbruikbaar en fraai speelgoed. Behalve te lust treftmen in de grote centra van houtbewerking enmeubelindustrie als de Zaanstreek en in de streekom Waddinxveen reeds jaren lang dergelijke speel-goedfabrieken aan, maar ook nog in plaatsen alsBilthoven, Vroomshoop, e.d.

Voor artikelen als kindermeubels, blokken,kruiwagentjes, poppenhuizen, sjoelbakken, bouw-dozen, trekkarretjes, hoepels, houten auto's, sporen,dieren, enz. behoeft de kindervriend thans geenbuitenlandse artikelen meer, maar kan hij bij onzeinlandse industrie terecht.

6. Het draalen der wieities

58

Page 337: HOE MAAIKT MEN.2

1 . De hakselmachIne.

TROCARTON

Wie Uwer kent niet het bordpapier"? zou„ menen van iedereen. Heel eigenaardig is het, datdeze onjuiste benaming is blijven an en en doorhet overgrote deel der massa wort gebezigd. Wieevenwel over„bordpapier” spreekt, bedoeit daar-mede het zgn. strocarton, a t in onze tegenwoor-dige maatschappij veelvuldig voorkomt en voorallerlei doeleinden wort gebruikt. Strocarton wordt,dat spreekt vanzelf, uit stro vervaardigd en ieder-een weet natuurlijk, dat stro een product is, dat vanonze graangewassen overblijft, als ze gedorst zijn.Reeds van oude ti' en af heeft het stro nuttige dien-sten bewezen. Ge weet, hoe het in het oudeEgyptegebruikt werd bij het bakken van die rote stenen,nodig voor de kolossale bouwwerken, die daar ge-maakt werden.

In ons land werd de eerste strocartonfabriekomstreeks 1868 to Leeuwardengesticht en in denegentiger J aren der vorige eeuw nam dezeindustrie eengroter vlucht. Thans heeft Nederlandin ditgedeeite van het land 19 dergelijke fabrieken,waarvan er 18 in de provincie Groningen en eenin deprovincie Drente, nl. to Coevorden, gevondenworden. Uit eenbedrijfsoogpunt bezien zijn dezefabrieken eigenaardig. Soms hebben een aantallandbouwers zich verenigd om het door hen ver-

Page 338: HOE MAAIKT MEN.2

bouwde stro aan hun eigen fabriek af te leveren en uit de netto opbrengst vanhet geproduceerde carton een zeker bedrag per 1000 kg. geleverd stro teontvangen. Deze fabrieken zijn derhalve op coOperatieven grondslag ingericht.In totaal zijn er 9 coOperatieve strocartonfabrieken. De overige fabrieken wordenbeheerd door naamloze vennootschappen, die het stro, dat ze nodig hebben opde vrije markt kopen, tot strocarton verwerken en uit een eventuele winst aande aandeelhouders een zeker dividend uitkeren. Van deze speculatieve fabriekenvindt men er ± tien.

Op deze wijze is daar in het Noorden van ons vaderland een bloeiendeindusirie ontstaan, waardoor de landbouwer voor het door hem afgeleverde stroeen redelijken prijs maakt en tevens aan ± 2500 arbeiders de gelegenheidwordt gegeven lonend werk te verrichten. lk zwijg dan natuurlijk nog maar vande duizenden, die in alleriei andere vormen in hun levensonderhoud voorziendoor de verwerking van het geproduceerde carton. Hoeveel cartonnageinrich-tingen en b6ekbinderijen enz. telt ons land niet en hoevelen verrichten daarnuttigen en belangrijken arbeid ?

Het spreekt vanzelf, dat een en ander onze belangstelling voor de strocarton-fabricage heeft opgewekt en wij stellen U dan ook voor eens een bezoek tebrengen aan een der oudste, maar tevens een der moderne fabrieken op ditgebied, de CoOperatieve Cartonfabriek Union te Oude Pekela.

Reeds in de verte maakt het gebouwencomplex op ons den indruk, dien demeeste fabrieken op ons maken, grote gebouwen, Welker scherpe silhouettentegen de lucht afsteken, een hoge schoorsteenpijp, hopen steenkolen, een af- enaan geri; van wagens en vrachtauto's, schepen, die laden en lossen. Het terreinvan de fabriek opgaande, bemerken we nog een hoop ongebluste kalk, die bijde fabricage van het strocarton een bijzonderendienst verricht.

Onze eerste tocht is Haar het zgn. „Hakselhok".Hier worden de pakken stro van het ijzerdraadontdaan en door de klakselmachine tot heel kleinestukjes van 3-4 cm. haksel versneden. De werkingvan deze machine (zie afb. 1) kunt ge U het bestvoorstellen door te denken aan de snijbonenmolens,die in de keuken worden gebruikt.

Het haksel, dat uit deze machine valt, komtterecht op een transportband, een zgn. Jacobsladder,die we in andere industrieen ook al hebben ont-moet. Hier is het een band, waarop van afstand totafstand smalle latjes zijn bevestigd. De Jacobsladder __-,-----__T_____________::, -_____

is in voortdurende beweging en brengt het ge- 2. De strokcSker met kollergang.

Page 339: HOE MAAIKT MEN.2

sneden haksel naar den hakselzolder. Delatjes verhinderen nu, at het fijne stroer afvalt.Langs een trap klimmen we naar dezen hakselzoider. Onze beste klerenbehoeven we niet aan te trekken, want in minder dangeen tijd zitten we onderhet stof. Maar wat deert dat ? Hier zien we den rustelozen stroomvan haksel,door den transportband aangevoerd, langs een goot uitlopen in een rondeopening van den zolder. Onder deze opening bevindt zich een grote, ronde bol,de koker, zoals de vakman zegt (zie afb. 2). Met een stamper wordt het hakselin dezen koker goed aangestampt. Intussen stroomt door een an ere goot lang-zaam kalkmelk toe en wordt met het haksel vermengd. Deze kalkmelk is gemaaktvan de ongebluste kalk, die we buiten op het fabrieksterrein hebben zien liggen.Deze toevoeging van kalk dient om het kookproces, at aanstonds zal beginnen,te bevorderen. Als de koker he l emaal vol is, wordt hetdeksel er bovenop-geschroefd. Door buizen wordt stoom toegevoegd en op deze wijze laat menhetgeheel 31/2 ,a 4 uur koken, waarbij de koker langzaam ronddraait.

Het spreekt vanzelf, dal in deze fabriek niet een, maar meerdere kokers —wij tellen er vijf — gezamenlijk werken. Als wij nu naar beneden gaan, zien wi;j uist, hoe van sommige kokers, waarin bet stro al gaar is, de deksels wordenverwijderd en de gekookte massa er uitvalt. Ze komt terecht in grote, ruwebakken waarin twee zware stenen molenstenen, ronddraaien (zie afb. 3). Dit, , noemt men het „Kollergangen” en het geschiedt in de zgn. „Koldermolen".Het rondwentelen van deze stenen kost veel energie; op deze wijze wordt hetstro gekoiderdekollerd", zoals de vakman zegt Hierdoor worden de, of „g vezels, die reeds door het koken losser zijn geworden zwaar geplet en vanelkaar verwijderd. Onder toevoeging van water wordt het stro nu meestal 20 a30 minuten „gekollerd" en daarna gaat de brijachtige stromassa naar grotebetonkuipen, die den eigenaardigen naam van Hollanders (zie afb 4) dragen.

Dit zijn langwerpige kuipen, die, zoals ge ziet, dooreen dwarsschot in een to in twee delen zijnverdeeld. Dit dwarsschotloopt echter niet tot dewan en door. In een der beide helften is eentrommel (cylinder) aangebracht, die met messenis bezet. Deze messenglijden weer teen demessen aan, die zich op een verhoging van denbodem bevinden. Door de voortdurende draaierijvan den trommel wordt de stromassa, die zichin den „Hollander" bevindt, voortdurend tussende messendoorgesleept. Alle stukjes, die er nog indeze massa zijn, worden nu gespleten en door een

----- vernuftige manier van verstellen van den afstand_-------' tussen trommel en messen kan degraad van fijn-

3 Een koHergang heid naar willekeur worden bereikt. Als de stro-

Page 340: HOE MAAIKT MEN.2

stof de vereiste fijnheid heeft bereikt, wordt deinhoud der Hollanders gestort in een groten put.Hier worth de massa flink door elkaar- geroerd,zodat het een gelijkmatige brij wordt. Toch zijn ernog wel harde stukjes in te vinden, die voor goedcarton niet te gebruiken zijn. Het zijn de verdikkin-gen van de halmen, die de vakman, de hardeknoten noemt en die met een knotenbak, een snortvan zeef, worden verwijderd en alleen de fijnevezels doorlaat.

Nu komt het eigenlijke cartonmaken op de stro-cartonmachine (zie afb. 5). Heel sterk met watervermengd komt de thans gezuiverde massa op eenlange zeef. Deze zeef, die zonder eind is, zorgt ervoor, dat het water weer verdwijnt en de vezelshoe !anger hoe meer zich aan elkaar gaan hech-ten; als eindelijk het water er zoveel mogelijk uitge-lekt is, zorgt de zuigkast aan het einde der zeef er-voor, dat de rest van het water wordt weggezogen.Na nog tussen dekens, ook wel viltdoeken genoemdgeperst te zijn, is een compacte massa ontstaan. Depapiermaker kan deze stof al optillen om ze overden door stoom verhitten cylinder te leiden. Hetoverblijvende vocht wordt hier verdampt. De massawordt nu, of op rollen gewikkeld, of in lange repengesneden en weer dwars afgesneden en eindelijkzijn dan de keurige vellen strocarton, die ons alienwelbekend zijn, gereed.

Strocarton wordt in een laag gefabriceerd. Omdikker carton te verkrijgen, worden verschillendelagen op elkaar geplakt (kleven). Ook door hetregelen van de snelheid, waarmede de machinedraait, kan men enige wijziging in de dikte van hetstrocarton brengen, al valt hierbij te bedenken, datmen toch aan een bepaalde dikte gebonden is, daaranders het carton niet over de cylinders geleidkan worden.

Op deze wijze wordt een artikel verkregen, dat Y

als verpakkingsmiddel zijn diensten bewijst. Het isals emballage voor tabak, koffie, margarine, zeep, ___/-.enz., niet duur en heeft het grote voordeel, dat de 4. Een Hollander.

62

Page 341: HOE MAAIKT MEN.2

afnemer het niet behoeft terug to zenden, waar-door voor omen wordt dat er een hele romp-slomp van administratie nodig is.

Ook het aan een of aan beide zijden beplaktecarton kentge. Dit wordt eveneens in de fabriekvervaardigd. Nadat het carton de cylinders is ge-passeerd, wordt het met wit, bruin of an er soortpapier beplakt. De rol pa pier uikt, die hiervoor gebr wordt,loopt over een wals, waar het papier wordtaangestreken met aardappelmeel en vervolgens aanhet strocartonbevestigcl. Een an ere was drut hetpapier stijf op het carton en het geheel is gereed. Inde cartonnagefabrieken wordt it carton gebruiktvoor de bekende schoenen- en hoedendozen. Somswort het zelfs aan twee zijden beplakt, en leverthet op deze wijze het nodige materiaal voor defraaie, artistieke luxe dozen, voor sigaretten, choco-lade, bonbons en biscuits.

De Strocartonfabriek Union heeft enkele jarengeleden een ►grote Golfcartonfabriek opgericht,waa r haarproduct strocarton voor een zeer

5 Een strocartonmachine

63

Page 342: HOE MAAIKT MEN.2

64groot gedeelte wordt verwerkt (zie afb. 6).Wat voorheen in het klein gebeurde, namelijk

golfcarton maken van betrekkelijk dun papier meteen golf van geringe hoogte, heeft deze fabriekin het groot gedaan. Ze heeft een golfhoogte ver-kregen van bijna 1 cm, waardoor ze in staat is golf-cartondozen te maken, die de houten kisten invele gevallen met succes vervangen. Zelfs is hetde fabriek gelukt, met deze hoge golf prachtigebouwplaten te maken voor plafond en wandbe-kleding.

Vooral nu het hout zo schaars is en practischgeen bouwplaten uit het buitenland worden aange-voerd, is deze fabricage wel van buitengewoonveel belang. De fabricage van golfcarton met eendergelijke sterkte en golfhoogte is wel iets bijzon-ders, zowel voor Nederland als in Europa.

We begrijpen thans zeker wel, dat hier eenstaaltje van Hollandse techniek te zien valt, waar-door een echt, nationale industrie is ontstaan, diein normale tijden ook aan het buitenland levert,vooral aan Engeland en aan Zuid-Amerika.

En nog is men niet geheel tevreden met deverkregen resultaten. Het Nederlands Proefstationvoor stroverwerking zoekt steeds Haar nieuwemogelijkheden, die er in het bewerken van het stroliggen. Laten wij hopen, dat het nog belangrijke ennuttige resultaten van zijn arbeid mag zien.

6. Een Golfcartonmachine.

Page 343: HOE MAAIKT MEN.2
Page 344: HOE MAAIKT MEN.2

N.V.DRUKKERIJ TRIO • 'S-GRAVENHAGE