HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor...

22
Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschapp en ANTWERPEN Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 1

Transcript of HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor...

Page 1: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen

ANTWERPEN

VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJSCursusjaar 2018-2021 (cyclus tot en met 2021)

1. Een aanbod voor wie?

We schetsen hier het aanbod van de pedagogische cursus voor het lager onderwijs van het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen (HIGW) te Antwerpen.

De cursus van ‘gediplomeerde voor het godsdienstonderricht in de lagere graad’ aan het HIGW omvat twee deelcursussen.

De theologische cursus bestaat uit een pakket van 3 jaren met algemene ‘theoretische’ modules, die vooral de inhoudelijke vorming beogen. De lesgevers worden aangezocht door de directie van het HIGW. De cursisten volgen deze theologische cursus met vele andere cursisten: toekomstige pastorale werkers en diakens, leerkrachten godsdienst secundair onderwijs, leerkrachten lager onderwijs, deelnemers die op zoek zijn naar persoonlijke vorming.

In de pedagogische cursus voor het lager onderwijs die ingebed zit in de drie jaren van de theologische cursus, komen diverse modules aan bod die worden begeleid door enkele docenten en begeleiders die vertrouwd zijn met het vak godsdienst in het lager onderwijs. De modules worden gespreid over drie jaren: A, B en C-jaar. De student sluit aan bij het jaar dat start bij inschrijving.

Iedereen die de pedagogische cursus volgt, zal de theorie kunnen leren toepassen in de praktijk door het geven van stagelessen. Meer informatie hierover vind je verder in de tekst.

Het aantal cursisten aan de pedagogische cursus van het HIGW is niet groot, maar zeer divers.

1. De ‘volledige’ cursisten hebben geen pedagogische vooropleiding en bereiden zich via deze opleiding voor op een loopbaan als leermeester RKG in het officieel (gemeentelijk, stedelijk of gemeenschaps)onderwijs. Ze volgen de volledige theologische en pedagogische cursus. Als ze in de opleiding slagen, behalen ze – in principe na drie jaar - het vereiste bekwaamheidsbewijs om godsdienstles te geven in het officieel onderwijs: ze studeren af als “Gediplomeerde voor het godsdienstonderricht in de lagere graad”.

2. De ‘deeltrajecters’ hebben wel een pedagogisch diploma, maar niet het diploma dat hen, volgens de officiële lijst van de bekwaamheidsbewijzen van het ministerie, toelaat

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 1

Page 2: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

om godsdienst te geven in het lager onderwijs. Wanneer ze willen werken 1) in het katholiek onderwijs en ook het leergebied godsdienst voor hun rekening willen nemen, of 2) als leermeester RKG aan de slag willen, moeten ze een vervolgopleiding volgen.

a. Deze cursisten volgen het basisjaar van de theologische cursus. Ze kunnen ervoor kiezen dit basisjaar te spreiden over maximaal twee jaren.

b. Daarenboven volgen ze de afgesproken modules uit de pedagogische cursus, die maken hen pedagogisch en didactisch bekwaam om het vak godsdienst te geven. Wanneer ze dit traject met vrucht beëindigd hebben, ontvangen ze een “attest van het volgen van de cursus r-k godsdienst uitgereikt door het HIGW dat door de bevoegde geestelijke overheid is erkend en/of georganiseerd”. Dat attest, samen met hun diploma, biedt de mogelijkheid om opdrachten mét godsdienstonderricht in het lager en buitengewoon lager onderwijs op te nemen.

3. Ten slotte zijn er nog ‘vrije student-cursisten’. Zij volgen één of meer modules uit de pedagogische cursus als extra vorming voor zichzelf. Zij ontvangen na afloop een attest van de module als zij aan alle voorwaarden (aanwezigheid en evaluatie) hebben voldaan. Hiermee kunnen ze hun persoonlijk nascholingsdossier aanvullen.

Omwille van de diversiteit legt niet iedereen hetzelfde parcours af doorheen de cursus. Het kan zelfs zijn dat aan cursisten die samen een module volgen, toch verschillende voorwaarden gesteld worden.

2. Een inhoudelijk overzicht van de pedagogische cursus voor het lager onderwijs

Hieronder vind je de oplijsting van alle modules zoals ze nu gepland zijn voor de pedagogische cursus in het B-jaar. Omdat een opleiding voortdurend in ontwikkeling is, kunnen er wijzigingen gebeuren in het programma van het C- en A-jaar naar de komende cursusjaren toe. Het b-jaar zoals hieronder beschreven, ligt vast voor 2018-2019.

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 2

B-jaar 09.00-10.50u. 11.10-13.00u.

29 sept 18 Het geloof/mijn geloven Leerplan eerste graad

20 okt 18 Leerplan eerste graad De leerkracht aan het werk

24 nov 18 Verhalen vertellen Verhalen vertellen

26 jan 19Geloofscommunicatie via muzische werkvormen

Geloofscommunicatie via muzische werkvormen

23 febr 19 Liturgisch-pastoraal jaar Liturgisch pastoraal jaar

30 maart 19 Invalshoeken van het leerplan Invalshoeken van het leerplan

27 april 19 Symbolen en rituelen Rechtspositie

C-jaar 09.00-10.50u. 11.10-13.00u.

Praktijksessie Levensbeschouwelijke verscheidenheid

Geloofscommunicatie via muzische werkvormen

Levensbeschouwelijk omgaan met socio-emotionele ervaringen

Leerplan godsdienst lager onderwijs Leerplan godsdienst lager onderwijs

Bijbel in de lagere school Bijbel in de lagere school

Raamplan godsdienst buitengewoon onderwijs

Raamplan godsdienst buitengewoon onderwijs

Interlevensbeschouwelijke competenties Interlevensbeschouwelijke competenties

Bijbel in de lagere school Evalueren in de godsdienstles

Samenwerking school/parochie/gezin Het geloof/mijn geloven

A-jaar 09.00-10.50u. 11.10-13.00u.

Ontwikkelingspsychologie Ontwikkelingspsychologie

Godsdienstige ontwikkelingspsychologie Godsdienstige ontwikkelingspsychologie

Groeiwijzer en stage Het geloof/mijn geloven

Visie op raam- en leerplan godsdienst Pedagogie van de hoop

Visie op raam- en leerplan godsdienst Leerplan godsdienst tweede graad

Didactiek Didactiek

Pedagogie van de hoop Pedagogie van de hoop

Godsdienstdidactiek Godsdienstdidactiek

Page 3: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

Groeiwijzers ten laatste binnenbrengen op 15 mei 2019 bij HIGW of Bib TPC

3. Aanwezigheid bij onderwijsactiviteiten

Elke cursist neemt deel aan alle pedagogische activiteiten die het HIGW organiseert in het kader van het traject waarvoor de cursist ingeschreven is. De aanwezigheid bij onderwijsactiviteiten wordt gecontroleerd. Elke cursist krijgt op het secretariaat van het HIGW daarvoor een kaart waarop alle modules van de pedagogische cursus vermeld staan. Bij elke cursus of onderdeel van de cursus vraagt elke cursist aan de docent om de kaart te handtekenen. Zo weten de begeleiders op het einde van het werkjaar of de cursist minimum 80% van de modules aanwezig was. Dat is nodig om het cursusjaar - samen met de groeiwijzer, de taken en de stagelessen - te kunnen evalueren als geslaagd.

Afwezigheden wegens ziekte moeten gemeld worden vóór de aanvang van de sessie aan de lesgever en zijn alleen gewettigd als ze achteraf gestaafd worden met een medisch attest door een arts ondertekend. Het attest moet binnen drie dagen op het secretariaat bezorgd worden (via de post of mail, zie laatste paragraaf ‘Nog even praktisch’). Post-factum attesten of door de arts opgetekende verklaringen van de patiënt (zgn. ‘dixit-attest’) aanvaardt het HIGW niet als medisch attest voor het wettigen van een afwezigheid.

Afspraken Voor de pedagogische cursus handtekenen de docenten de individuele aanwezigheidskaarten van de deelnemers in het vak naast de datum van de sessie. De cursist biedt op elke sessie zelf haar1 kaart aan de docent aan. Op de vraag om kaarten van afwezigen te handtekenen of een handtekening te plaatsen in het vak van een vroegere sessie, zal de docent niet ingaan. Op de pedagogische cursus is een aanwezigheid van 80% op alle activiteiten vereist om een cursusjaar succesvol te kunnen beëindigen. De sessies waarop de cursist gewettigd afwezig was, worden in rekening gebracht als “aanwezig” (en tellen dus mee om de vereiste 80 % aanwezigheid te behalen). De cursist zal elke sessie waarop zij – al dan niet gewettigd – afwezig was, persoonlijk verwerken met behulp van de syllabus die zij bij de lesgever heeft opgevraagd. Dat de inhoud is verwerkt, kan de cursist aantonen door

- de verwerkingstaken die de lesgever voorzag voor de andere cursisten, ook te maken. De cursist neemt daarbij zelf het initiatief om contact te leggen met de lesgever en af te spreken wanneer de taak wordt verwacht;- aan de groeiwijzer ook een degelijke inhoudelijke reflectie over deze module toe te voegen.

Bij een langdurige afwezigheid zal bekeken worden of het zinvol én haalbaar is om alle gemiste modules persoonlijk te verwerken.

4. Basiscompetenties

1 Om de tekst niet te overladen met zij/hij, haar/zijn, hem/haar e.d. wordt gekozen voor “zij”. Waarmee we hopelijk geen onrecht doen aan de mannelijke cursisten.

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 3

Page 4: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

De maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van leerkrachten werden geconcretiseerd in de ontwikkeling van een beroepsprofiel en basiscompetenties voor leraren.De meest recente versie werd op 17 januari 2008 bekrachtigd door het Vlaamse Parlement.Meer informatie vind je in een informatiebrochure over dit beroepsprofiel en basiscompetenties2.

De volgende tien “typefuncties” geven de basiscompetenties aan:1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen2. De leraar als opvoeder3. De leraar als inhoudelijk expert4. De leraar als organisator 5. De leraar als innovator, onderzoeker6. De leraar als partner van ouders/verzorgers7. De leraar als lid van een schoolteam8. De leraar als partner van externen9. De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap10. De leraar als cultuurparticipant

Deze start- en basiscompetenties voor de onderwijzer werden gedetailleerd uitgeschreven, weliswaar niet specifiek voor elk leergebied (godsdienst, taal, W.O., ..). Toch kunnen we stellen dat de tien basiscompetenties samen - ook voor het godsdienstonderricht - in het algemeen aangeven wat het beroepsprofiel van de onderwijzer is en wat zij zich moet eigen maken in de opleiding.

In wat volgt, worden de tien basiscompetenties één voor één uitgewerkt en wordt telkens in een cursieve tekst de competentie vertaald naar het godsdienstonderricht.

Het beroepsprofiel en de basiscompetenties voor leraren basisonderwijs

1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenDe leraar kan:✓ de beginsituatie van de kinderen en de groep achterhalen;✓ doelstellingen kiezen en formuleren;✓ de leerinhouden of leerervaringen selecteren;✓ de leerinhouden of leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod;✓ aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen;✓ individueel en in team ontwikkelingsmaterialen/leermiddelen (*) kiezen en aanpassen;✓ een ontwikkelingsbevorderende omgeving/krachtige leeromgeving (*) met aandacht voor de heterogeniteit van de groep creëren;

2 AELTERMAN A. e.a., Een nieuw profiel voor de leraar kleuteronderwijs en lager onderwijs. Hoe worden leraren daartoe gevormd? Informatiebrochure bij de invoering van het nieuwe beroepsprofiel en de basiscompetenties voor leraren, Departement Onderwijs en Vorming, Koning AlbertII-laan 15 1210 Brussel, 2008

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 4

Page 5: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

✓ observatie en evaluatie voorbereiden;✓ observeren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie/observeren en het proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie (*);✓ het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met een gericht inspelen op diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de kinderen;✓ omgaan met de diversiteit van de groep;✓ bijdragen aan het gevoelig maken en het openstaan voor talen door aan talensensibilisering te doen.(*) voor de leraar lager onderwijsKinderen leren en 'Ieren' kan gestimuleerd worden... Het werk-, leer- en raamplan godsdienst schrijven een groeilijn uit waarlangs kleuters en leerlingen elk in hun eigenheid levensbeschouwelijk en religieus kunnen groeien. In de opleiding maakt de startende leerkracht kennis met deze inzichten. Doorheen het hele leerproces heeft zij een specifieke opdracht. Zij zoekt naar aansprekende aanknopingspunten tussen de leefwereld van kinderen en nieuwe elementen van zingeving. Zij bevraagt kinderen en helpt hen vragen en antwoorden bij het nieuwe te verhelderen. Zij brengt ondersteunende informatie aan, zwengelt de klassikale interactie aan, doet een eigen inbreng als deelnemer aan het communicatieproces,... (LP 245)

2. De leraar als opvoederDe leraar kan:✓ in overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de groep/leerlingengroep (*) en op school;✓ de emancipatie van het kind bevorderen;✓ door attitudevorming kinderen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden;✓ actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;✓ omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met kinderen met leer- en gedragsmoeilijkheden;✓ de fysieke en geestelijke gezondheid van de kinderen bevorderen;✓ communiceren met kinderen met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.(*) voor de leraar lager onderwijsAls opvoeder wil de leerkracht kinderen begeleiden. Dit vraagt respect voor de eigenheid van elk kind in de wereld waarin het leeft. Dit vraagt ook inlevingsvermogen om kinderen nabij te kunnen zijn en hen te helpen in hun levensbeschouwelijke groei. Als gelovige - als zoekende gelovige - wil zij haar taak opnemen vanuit een christelijke visie en wil zij de christelijke boodschap duidelijk maken met het oog op het welzijn van de kinderen. Daarnaast wil zij met de kinderen openstaan voor de multireligieuze en multiculturele werkelijkheid waarin zij vandaag opgroeien. (LP 245)

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 5

Page 6: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

3. De leraar als inhoudelijk expertDe leraar kan:✓ basiskennis beheersen van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen, en recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Lichamelijke opvoeding, Muzische Vorming,Nederlands, Wereldoriëntatie en Wiskundige initiatie in het kleuteronderwijs (voor leraren kleuteronderwijs);✓ basiskennis beheersen van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, en recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Frans, lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, wereldoriëntatie en wiskunde en de leergebied-overschrijdende thema’s: Leren-leren, sociale vaardigheden en informatie- en communicatietechnologie (ICT) (*);✓ de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot de leergebieden en vakgebieden aanwenden op een geïntegreerde manier;✓ het eigen aanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de kinderen.(*) voor de leraar lager onderwijsDe leerkracht staat - willen of niet - middenin de klasgroep. Hierbij vormt de eigen geloofsbeleving een dragende grond. De inhouden waarrond met kinderen binnen het godsdienstig aanbod/godsdienstlessen gewerkt worden, bevragen ook de leerkracht als individu. Een 'betrokken' leerkracht neemt deel aan de zoektocht naar zingeving, levensbeschouwelijke antwoorden en religieuze duiding en wil zichzelf vormen om zo authentiek en echt met de kinderen op weg te kunnen gaan.

4. De leraar als organisatorDe leraar kan:voor de leraar lager onderwijs: een gestructureerd werkklimaat bevorderen;✓ voor de leraar kleuteronderwijs: een kindgericht dag-verloop creëren dat past in een korte- en langetermijnplanning; voor de leraar lager onderwijs: een soepel en efficiënt les- en dag-verloop creëren dat past in een korte- en langetermijnplanning;✓ op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;✓ een stimulerende en werkbare leefruimte/klasruimte (*) creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen.(*) voor de leraar lager onderwijsOok het vak godsdienst gebeurt “op de wijze van de school” (LP 11). De leraar kleuter- of lager onderwijs zal ook voor dit ontwikkelingsdomein (kleuteronderwijs) of leergebied (lager onderwijs) het geschikte speel- en/of werkklimaat creëren in een stimulerende krachtige leeromgeving, geïntegreerd in het klasleven.

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 6

Page 7: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

5. De leraar als innovator, onderzoekerDe leraar kan:✓ resultaten van onderwijsontwikkelingswerk en vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen;✓ kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk;✓ het eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen.Het werk-, leer- en raamplan willen een kompas zijn voor leerkrachten die godsdienst geven, ze willen borg staan voor de kwaliteit van het onderwijs en de opvoeding vanuit het aanbod rooms-katholieke godsdienst. Het is belangrijk dat leerkrachten hun opdracht op een eigentijdse manier kunnen en willen vervullen, uitgedaagd door een vernieuwd en vernieuwend geloven, ontdekkend wat de evangelische boodschap voor mensen van vandaag kan betekenen, vertrekkend vanuit de realiteit van religieuze verscheidenheid. (LP 249 - 250)

6. De leraar als partner van ouders/verzorgersDe leraar kan:✓ zich informeren over en discreet omgaan met de gegevens over het kind;✓ met ouders/verzorgers communiceren over hun kind in de school op basis van overleg met collega’s of externen;✓ in overleg met het team de ouders/verzorgers informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders;✓ met ouders/verzorgers dialogeren over opvoeding en onderwijs;✓ in Standaardnederlands of in een ander passend register, communiceren met ouders/ verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties;✓ strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders.De godsdienstleerkracht moet ook ouders te woord kunnen en durven staan als het gaat om geloof en zingeving. De verwachtingen van ouders/opvoeders ten aanzien van het vak godsdienst zijn zeer verscheiden en vragen soms een correctie. Het is in het belang van het kind dat er een open communicatie mogelijk is tussen ouders/opvoeders en leerkrachten. Soms is het wenselijk van beide zijden duidelijk te maken wat wel en niet verwacht kan worden. Hierbij spreekt men het best steeds vanuit het belang van het kind. (LP 248)

7. De leraar als lid van een schoolteamDe leraar kan:✓ overleggen en samenwerken binnen het schoolteam;✓ binnen het team over een taakverdeling overleggen en ze naleven;✓ de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in teamverband bespreekbaar maken;✓ zich documenteren over de eigen rechtszekerheid en die van de leerlingen;✓ in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met de leden van het schoolteam.In de huidige samenleving moeten godsdienstleerkrachten vaak tegen de stroom in roeien.

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 7

Page 8: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

Daarom is het belangrijk dat zij niet op een eiland werken. In scholen waar klastitularissen de godsdienstlessen geven, is de onderlinge samenwerking binnen het schoolteam onontbeerlijk. In elke school is goede communicatie, met dezelfde openheid voor collega's als voor kinderen, een stevige basis om een levensbeschouwelijke en religieuze dimensie te kunnen leggen in de opvoeding en het onderwijs van de kinderen. (LP 248)

8. De leraar als partner van externenDe leraar kan:✓ in overleg met collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijs-betrokken initiatieven aanbieden;✓ in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijs-betrokken initiatieven.Via contacten met de parochie waartoe de school behoort,... kunnen leerkrachten voeling houden met concrete vormen van christelijk leven. Waar een goede samenwerking met de parochie mogelijk is, is dit in het belang van de kinderen. Ook de leerkrachten kunnen hierin steun vinden.

9. De leraar als lid van de onderwijsgemeenschapDe leraar kan:✓ deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s;✓ dialogeren over haar beroep en haar plaats in de samenleving.Waar mogelijk en gewenst zal de leraar de levensbeschouwelijke thema’s niet mijden. Ook zal zij de eigenheid van het vak waar zij verantwoordelijk voor is, bespreken met anderen.

10. De leraar als cultuurparticipantDe leraar kan:✓ actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: het sociaal-politieke, het sociaal-economische, het levensbeschouwelijke, het cultureel-esthetische en het cultureel-wetenschappelijke domein..De leerkracht bewijst een dienst aan de samenleving. Zij vormt kinderen in de levensbeschouwelijke en/of religieuze aspecten van hun leven. Zij maakt hen gevoelig voor de positieve mogelijkheden in onze wereld en in de huidige tijdgeest. Zij maakt hen kritisch en weerbaar voor alles wat leven naar beneden haalt of afbreekt. Op deze wijze hoopt zij dat deze kinderen later - als volwassenen - hun verantwoordelijkheid opnemen om de samenleving menswaardig en leefbaar te maken voor iedereen.

5. Reflecties

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 8

Page 9: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

Leren uit praktijkervaring is geen passief proces. Van “altijd maar meer ervaring opdoen” word je niet vanzelf beter. Leren is een actief proces: je analyseert je ervaring en je verbindt ze met inzichten uit vroegere ervaringen. Reflectie speelt hierbij een sleutelrol. Om een goede leerkracht te worden zal de cursist o.a. ook reflecteren op wat zij in de cursus krijgt aangeboden – maar ook op hoe zij haar taken maakt, op de lessen die zij geeft tijdens de stages enz.De bedoeling hiervan is niet dat de cursist de cursus of de docent evalueert, maar nadenkt over hoe de kennis, inzichten, vaardigheden, competenties, attitudes enz. bij hem geëvolueerd (gegroeid, veranderd, …) zijn door wat zij aangeboden kreeg en ervaren heeft.

Reflecteren over het eigen handelen betekent dat de cursist terugblikt op praktijkervaringen. Zo wordt zij zich meer bewust van het eigen handelen, concretiseert zij algemene indrukken, onderscheidt essentiële aspecten van een situatie en zoekt zij hierin een samenhang en ontwikkelt ten slotte alternatieven voor toekomstige situaties. Dit proces wordt uitgedrukt in onderstaand schema (naar Korthagen, 1993).

Uit het schema blijkt dat reflectie over een praktijkervaring terug aanleiding geeft tot een nieuwe praktijkervaring, die op haar beurt een volgende praktijkervaring zal ondersteunen enz. Reflecteren moet dus systematisch en geregeld gebeuren. Het is trouwens niet alleen tijdens de opleiding een belangrijke attitude maar zal levenslang moeten gebeuren.Hierbij geldt zeker de regel dat niet zozeer de kwantiteit (bv. de hoeveelheid tijd en/of de aantal bladzijden van je groeiwijzer) dan wel de kwaliteit van de reflectie belangrijk is. Liever een stevige reflectie van een halve bladzijde, dan een filosofische mijmering die tweemaal zo lang is, maar die niets zegt over de groei van de cursist als (toekomstige) leraar die godsdienst geeft.

Concrete afspraken

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 9

Page 10: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

1. De cursist zal haar groei door de pedagogische vakken, steeds toetsen aan de basiscompetenties: zij reflecteert over de mate waarin zij gegroeid is in de richting van die competenties.Het is echter niet haalbaar om op elk moment aan alle competenties tegelijk te werken. Daarom zal de cursist bij elke schriftelijke reflectie eerst aangeven welke van de tien basiscompetenties zij als toetssteen gebruikt. Aan de groeiwijzer voegt zij een lijst toe waarop zij bijhoudt welke basiscompetenties op die manier al aan bod kwamen. Over de drie jaren heen moeten alle basiscompetenties aan bod zijn gekomen! De cursisten turven aan op een lijst welke basiscompetenties ze al opgenomen hebben in hun verwerking.

2. Op het einde van elk jaar geeft de cursist haar groei aan in een synthesereflectie over het hele voorbije jaar. In de reflectie worden ook werkpunten aangegeven. Het is de bedoeling dat deze in het begin van het tweede jaar terug opgepakt worden (continuïteit).

3. Uiteraard is de stage voor de cursisten het middel bij uitstek om het eigen functioneren opnieuw te toetsen aan de basiscompetenties. Op je evaluatie van de les wordt dit telkens genoteerd.

!!! Indien de cursist dat wenst, kan zij vrijblijvend in de loop van het cursusjaar enkele reflecties indienen bij de praktijkbegeleider voor een tussentijdse feedback.

4. Stages

Naast het participeren aan de theologische en de pedagogische cursus zal de cursist ook concreet oefenen in het voorbereiden en geven van lessen godsdienst tijdens stages. Een aantal van de lessen zullen gevolgd en beoordeeld worden door de praktijkbegeleider3 en zijn onderdeel van de evaluatie. De stagelessen worden per opleidingsjaar geëvalueerd. Een tekort voor de stage in een jaar zal het jaar daarop moeten ingehaald worden. Indien niet, leidt dit automatisch tot het verbod om het volgende opleidingsjaar aan te vatten of het niet kunnen verwerven van het attest.

De ‘volledige’ cursisten

De eigenlijke stages worden gradueel opgebouwd doorheen de drie cursusjaren. Verspreid over de drie jaren moet de cursist in elke graad stage gedaan hebben!

3 Met ‘praktijkbegeleider’ bedoelen we de docent van de pedagogische cursus die vanuit het HIGW de cursisten voor de stages begeleidt en beoordeelt.

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 10

Page 11: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

Stage in het officieel (of katholiek) onderwijs:

aantal godsdienstlessenEerste jaarPraktijkbegeleider: Marijke Getteman/Christa Damen

3

Tweede jaarPraktijkbegeleider: Marijke Getteman/Christa Damen

6

Derde jaarPraktijkbegeleider: Marijke Getteman/Christa Damen

18

Omdat deze cursisten geen pedagogische vooropleiding hebben, worden maximaal vijf praktijksessies voorzien waarin de cursisten onder andere lessen leren voorbereiden.

Vanzelfsprekend kan de cursist met een mentor4 (eventueel ook van een katholieke school) afspreken om naast het aantal lessen dat in de stagerooster is voorzien, op andere momenten in de klas van die mentor nog meer hospiteren of mee korte activiteiten begeleiden.

Voor de organisatie en de voorbereiding van de stage voor de ‘volledige cursisten’ zoals ze in het schema hierboven staat, worden volgende afspraken gemaakt:

Alle stagelessen van de ‘volledige cursisten’ gaan door in het gemeentelijk, stedelijk of gemeenschapsonderwijs. De stageplaats, –datum en –mentor (een leermeester in het officieel onderwijs) wordt in overleg met de praktijkbegeleider gezocht. Zo kan de praktijkbegeleider vanuit haar kennis van de scholen en de leerkrachten mee op zoek gaan naar stagementoren die de cursist goed zullen begeleiden. De cursisten gaan ook in de loop van de opleiding een activiteit observeren in een kleuterschool en in een school voor buitengewoon onderwijs. Er wordt afgesproken welke drie stagelessen in elk opleidingsjaar de praktijkbegeleider zal bijwonen. De lessen in het tweede en derde opleidingsjaar die niet door de praktijkbegeleider worden gevolgd, worden met de stagementor (de leermeester van de school waar de cursist stage loopt) besproken. Voor elke stageles maakt de cursist een schriftelijke voorbereiding en stuurt ze ten laatste één week voor de lesdatum door naar de stagementor en de praktijkbegeleider, die ze zo nodig van commentaar voorzien, ten laatste drie dagen voor de les plaatsvindt. De cursist kan de lessen dan tijdig herwerken indien nodig. Lessen die te laat worden bezorgd, worden niet meer voorzien van commentaar. In het derde jaar moet minstens één volledige dag les gegeven worden. Ook toezicht en rijbegeleiding horen daarbij dan tot de opdracht.

De ‘deeltrajecters’

4 Met ‘mentor’ bedoelen we de leermeester of onderwijzer die zijn klas ter beschikking stelt van de cursist die stage loopt en die de cursist ook ter plaatse begeleidt.

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 11

Page 12: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

Een deeltrajecter beschikt over een pedagogisch diploma voor het lager onderwijs. De meeste ‘deeltrajecters’ geven al les. Ze oefenen het godsdienst geven heel het jaar door gedurende twee of drie lestijden per week, soms zelfs meer. De stagelessen zijn bij deze cursisten de lessen die zij opnemen in hun groeiwijzer. Ook voor hen voorzien we dat er per opleidingsjaar drie lessen door de praktijkbegeleider worden gevolgd.

StageGodsdienstlessen, gevolgd door

praktijkbegeleiderEerste jaarPraktijkbegeleider: Marijke Getteman/Christa Damen

3

Tweede jaarPraktijkbegeleider: Marijke Getteman/Christa Damen

6

Derde jaarPraktijkbegeleider: Marijke Getteman/Christa Damen

18

Voor de organisatie en de voorbereiding van de stage voor de ‘deeltrajecters’ zoals ze in het schema hierboven staat, worden volgende afspraken gemaakt: Als de cursist al lesgeeft in een school, worden de lessen daar gegeven. Indien zij geen lesgeeft, wordt in overleg een stageplaats voorzien (zie volledige cursist). Voor elke stageles die tot het stagepakket behoort, maakt de cursist een schriftelijke voorbereiding en stuurt ze ten laatste één week vooraf door naar de praktijkbegeleider (en de mentor indien er een stageplaats werd gezocht), die ze zo nodig van commentaar voorziet.

Voor beidenIn verband met de stage bevat de groeiwijzer: de schriftelijke voorbereidingen van de stagelessen; de commentaar van de praktijkbegeleider en/of de mentor de reflecties op de stages vanuit één of meer gekozen basiscompetenties. Wat was positief? Wat lukte niet en hoe kan je dat verbeteren? Wat was te moeilijk? Te gemakkelijk… Welke basiscompetentie kwam in deze les aan bod. Waarom?

Volgende elementen moeten in de lesvoorbereiding een plaats krijgen:- lesonderwerp (+ welke ‘leefstof’ herken ik hier zelf in?) - beschrijving van de voorkennis, klasgroep, tijd van het jaar, ... (beginsituatie).- situering in het leerplan of raamplan- doelen (leerplandoelen, operationele doelen)- verloop van de concrete activiteit met bijzondere aandacht voor communicatie (vooraf formuleren van vragen op verschillende niveaus) of een werkvorm die een communicatie op gang kan brengen in de klasgroep, de eigenlijke inhoud (vanuit de drie bouwstenen), het leerproces (verwijzend naar de drie fasen: 1. de inhoud aanbrengen, 2. de inhoud

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 12

Page 13: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

verduidelijken, levensbeschouwelijk duiden en begrijpen, 3. de inhoud verankeren en verwerken met aansluitend een korte synthese als afsluiter), een haalbare timing, een afronding, …

Door de praktijkbegeleider zal een model voor lesvoorbereiding aangeboden worden.

5. Groeiwijzer

Groeiwijzer als hulpmiddelZoals in vele opleidingen is de “groeiwijzer” een belangrijk instrument waarmee de cursist de eigen evolutie en de vorderingen die zij maakt tijdens de opleiding zelf in beeld brengt. Specifiek voor de HIGW-cursus, die bedoeld is om leerkrachten op te leiden die de godsdienstige vorming van kinderen in het basisonderwijs ondersteunen, is de groeiwijzer een hulpmiddel om vanuit de verschillende opleidingsonderdelen van zowel de theologische cursus als de pedagogische cursus het geleerde (basiskennis en basisvaardigheden) samen te houden en in kaart te brengen.

De bedoeling is na te gaan welke invloed de opleidingsonderdelen hebben gehad op het groeiproces van de cursist. In hoeverre heeft de leerstof zich vertaald in persoons- en leerkrachtkenmerken (competenties)? In hoeverre is er transfer geweest van theoretische kennis naar praktische bruikbaarheid? In hoeverre is het aanbod ‘eigendom’ geworden? De groeiwijzer helpt dus om de verworven kennis en vaardigheden om te zetten in startcompetenties. Deze competenties zijn de voorwaarden om te kunnen starten als godsdienstleerkracht en om later te kunnen doorgroeien naar basiscompetenties en naar beroepsprofielen.

Concrete afsprakenDe cursisten houden een groeiwijzer bij gedurende de hele opleiding. Aan het eind van elk cursusjaar wordt de groeiwijzer ingeleverd en geëvalueerd door één van de begeleiders of docenten.Deze groeiwijzer bevat de schriftelijke neerslag van wat in de vorige paragrafen werd aangegeven.Dat betekent dus minstens:

de aanwezigheidskaart en de attesten van de gewettigde afwezigheden. Aan de hand van deze kaart zal berekend worden of de cursist op minstens 80% van de sessies aanwezig was; de syllabi van alle modules (ook van de sessies waar de cursist afwezig was) van de pedagogische cursus; de taken die door de lesgevers werden opgegeven tijdens de pedagogische en theologische cursus; de schriftelijke voorbereidingen van de stagelessen; de bemerkingen van de mentor en/of praktijkbegeleider;

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 13

Page 14: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

de reflecties op de modules en op de stages vanuit één of meer gekozen basiscompetenties; de geturfde lijst van basiscompetenties; de synthesereflecties aan het eind van elk jaar; de resultatenkaart, waarop de cursist de resultaten noteert van de modules (zowel van de theologische als van de pedagogische cursus), van de stagelessen, …

Op 15 mei 2019 ten laatste moet deze groeiwijzer worden ingediend op het secretariaat van het HIGW.Na de deliberatie zal de praktijkbegeleider de cursist uitnodigen voor een feedbackgesprek over de groeiwijzer. Ook zal in het gesprek ingegaan worden op de aansluiting met het volgende cursusjaar.

6. Evaluatie

De modules van de pedagogische cursus kunnen o.a. geëvalueerd worden door: een mondeling of schriftelijk examen een verwerkingstaak een geïntegreerde opdracht tijdens de sessies een opdracht vanuit de module naar de stage ...

De docenten van de pedagogische cursus bepalen hoe ze beoordelen of de cursisten de inhouden, inzichten, vaardigheden van de modules voldoende bereikt hebben. De wijze waarop de module wordt geëvalueerd, wordt door de docent bij aanvang van de module meegedeeld!

Daarnaast maken ook de stagelessen en de groeiwijzer deel uit van de evaluatie. Een tekort op de stage leidt ertoe dat de cursist niet mag deelnemen aan het volgende studiejaar.

De docent of begeleider van elke module kent een voorlopig evaluatiecijfer toe. Het wordt uitgedrukt in een geheel getal met een maximale waarde van 20.

De resultaten van de afgelegde examens of beoordeelde taken worden door het secretariaat aan de cursisten bekend gemaakt. Van de modules waarvoor de cursisten geslaagd zijn, wordt het cijfer gemeld; de andere modules krijgen de aanduiding “Tekort”. Deze resultaten moeten nog besproken worden op de deliberatie op het einde van het schooljaar.

Stage hoort ook tot de opleiding. Cursisten die in hun opleiding niet voldoende stagelessen hebben kunnen geven (omdat ze tijdens het volgen van de pedagogische cursus nog niet werkten in een school of omdat ze een opdracht uitvoerden zonder godsdienstonderricht)

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 14

Page 15: HIGW · Web viewVademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 16 Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen ANTWERPEN VADEMECUM PEDAGOGISCHE CURSUS LAGER ONDERWIJS Cursusja ar 201

zullen deze stagelessen moeten geven voor zij de pedagogische cursus kunnen afronden. Pas na het volledige traject kunnen zij afstuderen.

7. Nog even praktisch

De lessen van de pedagogische cursus gaan door in het HIGW, Groenenborgerlaan 149 te Antwerpen.

Cursisten brengen mee naar elke sessie:

- afhankelijk van het onderwerp van de sessie:. het leerplan godsdienst lagere school . het raamplan buitengewoon onderwijs (te ontlenen bij de bib van het TPC)

Beide documenten zijn te koop bij uitgeverij LICAP, Guimardstraat 1 te 1040 Brussel (Tel: 02/509.96.72 / Mail: [email protected])

- de aanwezigheidskaart om door de docent te laten aftekenen De communicatie tussen de docent en cursisten in de periode tussen de sessies, kan per mail gebeuren. We verwachten dus dat de cursisten regelmatig hun mailbox nakijken – ook de dag vóór de sessie. Gelieve de begin- en de einduren te respecteren: van 09.00u. tot 11.00u. en/of van 11.10u. tot 13.00u. We vragen om in de mate van het mogelijke aan te sluiten bij het gebed in de Damiaankerk om 8.45 u. Het secretariaat van het HIGW is te bereiken op dit adres: Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen, Campus TPC, Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen, 03/287 35 67, www.higwa.be. De secretaresse is Jo Van Beylen, zij is te bereiken op woensdag en vrijdag van 10 uur tot 16 uur en op zaterdag van 8 uur tot 13 uur, [email protected] De directeur is Martha Hoffenkamp, [email protected] De mailadressen en telefoonnummers van de docenten en praktijkbegeleiders van de pedagogische cursus voor het lager onderwijs Marijke Getteman 0495/418255 [email protected] Christa Damen 0474/894 164 [email protected] Kristien Aubroeck 0494/178848 [email protected]

Vademecum pedagogische cursus / 2018-2021/ p. 15