Het solitair plasmacytoom de Waal...Bot lokalisatie Oudere leeftijd Laesie > 4-5 cm Persisterend...
Transcript of Het solitair plasmacytoom de Waal...Bot lokalisatie Oudere leeftijd Laesie > 4-5 cm Persisterend...
Het solitair plasmacytoom
ModeratorProf. Dr. G.M.J. Bos.
E.G.M. de WaalAfdeling Hematologie, UMCG Groningen.
BelangenverklaringIn overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ)
Naam: Esther de Waal
Organisatie: UMCG, Groningen
� Ik heb geen 'potentiële' belangenverstrengeling
Ik heb de volgende mogelijke belangenverstrengelingen:
Type van verstrengeling / financieel belang Naam van commercieel bedrijf
Ontvangst van subsidie(s)/research ondersteuning:
Ontvangst van honoraria of adviseursfee:
Lid van een commercieel gesponsord ‘speakersbureau’:
Financiële belangen in een bedrijf (aandelen of opties):
Andere ondersteuning (gelieve te specificeren):
Wetenschappelijke adviesraad:
Ik heb de volgende mogelijke belangenverstrengelingen:
Solitair plasmacytoom (IMWG)� Solitaire laesie van klonale plasmacellen
� Beenmerg onderzoek zonder toename aan plasmacellen� Beenmerg onderzoek zonder toename aan plasmacellen
� Geen andere afwijkingen X-skeletonderzoek
� Noch op de MRI van de wervelkolom en bekken
� Geen anemie, hypercalciëmie of nierinsufficiëntie
International Myeloma Working Group. BJH. 2003.
Het solitair plasmacytoom� Incidentie: 5% van de plasmacel aandoeningen
� Nederland ongeveer 35 nieuwe patiënten per jaar
� Lokalisatie plasmacytoom:� Lokalisatie plasmacytoom:
� 80% Solitair plasmacytoom van het bot (SBP)
� 20% Extramedullair plasmacytoom (EMP)
Diagnose:� Beenmergonderzoek
� < 5-10% plasmacellen
� Immunofixatie
� M-proteïne/VLK
� 50-75% heeft een verhoogd M-proteïne
� Beeldvorming:
� X-skelet
� MRI bekken en wervelkolom
� 4/12 ptn aanvullende afwijkingen op MRI
Soutar R. BJH 2004.
Ozsahin M. Int. J. Radiation Oncology Biol.Phys. 2006.
Moulopoulus LA. JCO, 1993.
Lokalisatie� 258 patiënten met solitair plasmacytoom
� SBP 80%
� EMP 20%
Solitair plasmacytoom van het bot.
lokalisatie %
Extramedullair plasmacytoom.
Lokalisatie %
Wervelkolom 50
Bekken 12
Ribben 9
Armen 8
Kaakbeen 6
Schedel 5
Benen 5
Sternum 5
Hoofd/hals 80
Maag/darm 6
Weke delen 8
Oszahin Int. J. Radiation Oncology Biol.Phys. 2006.
Behandeling� Lokale radiotherapie minimaal 40 gy
Progressie naar Multipel Myeloom
� Ongeveer twee derde van de SBP patiënten krijgt een
MM
� Mediane tijd tot progressie: 2-3 jaar� Mediane tijd tot progressie: 2-3 jaar
� 10-20% van de EMP patiënten ontwikkelt een MM
Ozsahin M. Int. J. Radiation Oncology Biol.Phys. 2006.
Soutar R. BJH. 2004.
Risicofactoren voor progressie naar MMRisicofactor
Bot lokalisatie
Oudere leeftijd
Laesie > 4-5 cm
Persisterend M-proteïne 1 jaar na RT
Β2-microglobuline > 3.5
Abnormale VLK ratio
Verhoogde MVD
Verhoogde Bcl-2 expressie
Geen risicofactor
Hoogte M-proteïne
Ozsahin M. Int. J. Radiation Oncology Biol.Phys. 2006.
Wilder RB. Cancer. 2002.
Quo S. Onco Targets Ther. 2013.
Dingli D. Blood. 2006.
Kumar S. Blood 2003.
Guo S. Ann Hematol. 2013.* Wisselende work-up in de studies.
Verbetering in diagnostiekTrends and outcome of modern staging of solitary
plasmacytoma of bone
127 SBP127 SBP
� Beenmerg + immunofenotypering
� MRI van wervelkolom en bekken (n=4)
� FDG-PET (n=17)
Warsame et al. Am. J. Hematology. 2012.
Verbetering in diagnostiekImmunofenotypering:
� 61 patiënten
� 37: geen monoklonale plasmacellen
� 24: monoklonale plasmacellen
� Mediane tijd tot progressie naar myeloma:
Monoklonale plasmacellen in bm PFS in mndn
Geen 42
Aanwezig 15
Niet getest 24
Warsame et al. Am. J. Hematology. 2012
Warsame et al. Am. J. Hematology. 2012
Wat gebeurt er in Nederland?
Doel van de studie� Behandelresultaten van patiënten met een solitair
plasmacytoom gediagnosticeerd in Noord-Nederland
� Klinische parameters voor progressie naar multipel � Klinische parameters voor progressie naar multipel
myeloom
Data inclusie
� Plasmacytoom: diagnostische code voor radiotherapie en
> 20 Gy behandeling
� Periode: 1988 – 2011
Inclusiecriteria voor de database:
� Solitair plasmacytoom, PA bewezen
� Diagnostiek:
� Beeldvorming: X-skelet� Beeldvorming: X-skelet
� Beenmerg (<10% plasmacellen)
Data� Inclusie: 80 patiënten
� Follow up tenminste 6 maanden: 76 patiënten
� Mediane follow up: 89 (7-287) maanden
Patiënten karakteristiekenTotaal n = 76
Geslacht %
Man 60
Vrouw 40
Leeftijd (jrn)Leeftijd (jrn)
mediaan 61
range 26-87
Leeftijd spreiding %
< 49 20
50-59 30
60-70 24
> 70 26
Patiënten karakteristieken
Totaal n = 76
Lokalisatie %
Bot 66
Meest voorkomende lokalisatie %
Axiale skelet 78
Extramedullair 34 Hoofd/hals 65
Patiënten karakteristiekenType M-proteïne %
IgG 40
IgA 5
IgM 1
VLK 4
geen M-proteïne 43geen M-proteïne 43
Onbekend 7
M-proteïne (g/l)
<5 13
5 – 9.9 10
10 – 19.9 19
> 20 1
geen M-proteïne 47
Onbekend 17 Geen verschil SBP en EMP
Patiënten karakteristieken% plasmacellen in bm* %
1-5 91
6-10 9
Bence Jones proteinurie
Afwezig 72
BJ aantoonbaar 10
Niet verricht 18
Beeldvorming
X-skelet 99
CT 47
MRI 42**
PET 11
*Geen immunofenotypering
**MRI van lokale probleem
Patiënten karakteristiekenBehandeling %
Radiotherapie 91
Systemische chemotherapie 7
Operatief 11
60% in combinatie met RT
62% in combinatie met RTOperatief 11
Geen 1
Dosis radiotherapie (gy) %
20 - 39 11
> 40 - 50 89
62% in combinatie met RT
Progressie naar Multipel Myeloom
Extramedullair
Ossaal (n) 50 20 15 9 8 6 4 2
Extramedullair (n) 26 22 15 10 8 8 8 5
P=0.000009
Bot
Mediane tijd tot progressie bij SBP: 20 maanden
Risicofactoren voor progressie naar MM
(solitair plasmacytoom v/h bot)
p HR CI 95%
Leeftijd bij diagnose 0.69 1.006 0.976 – 1.037Leeftijd bij diagnose 0.69 1.006 0.976 – 1.037
M-proteïne bij diagnose (g/l) 0.45 0.981 0.934 – 1.031
Plasmacellen in bm (%) 0.12 1.128 0.969 – 1.313
Bence Jones proteinurie (mg/24hr) 0.37 0.994 0.982 – 1.007
M-proteïne 1 jaar na behandeling (gr/l) 0.64 0.976 0.881 – 1.082
Geen andere klinische parameters waren prognostisch voor progressie naar multipel myeloom
Samenvattend� 70% solitair plasmacytoom van het bot krijgt progressie
naar een MM
� Mediane tijd tot progressie 20 maanden� Mediane tijd tot progressie 20 maanden
� Patiënten met een extramedullair plasmacytoom hebben
een veel gunstiger beloop
De vraag is:
Kunnen we de behandelresultaten
verbeteren door de toevoeging van verbeteren door de toevoeging van
systemische chemotherapie?
Historische data
Avilés. Hematol Oncol. 1996
� 56 patiënten met SBP
� RT 40 – 50 Gy
� 28 patiënten
melfalan/prednison voor
36 mndn
� Mediane follow up; 8.9 jaarChemo; 12% progressieObservatie: 54% progressie
Smouldering MM IHigh-risk smouldering MM
� Smouldering MM gedefinieerd als:
� >10% plasmacellen in BM
� Serum M-proteïne IgG >30 g/L, IgA > 20 g/l, BJ > 1g/24 uur� Serum M-proteïne IgG >30 g/L, IgA > 20 g/l, BJ > 1g/24 uur
� (≥ 95% fenotypische aberrante plasmacellen)
� mediane TTP tot symptomatisch MM van 2 jaar
� Behandeling:
� Lenalidomide/dexamathason (9x) + 2 jaar maintenance met
lenalidomide
Mateos. NEJM. 2013.
Smouldering MM II� 125 ptn
� mediane follow up 40 maanden
� Mediane PFS:
� Behandeling: niet bereikt
� Observatie: 25 maanden
� 3 jaars overleving:
�Behandeling: 94%
�Observatie: 80%
� Morbiditeit:
� Observatie: 81% CRAB criteria
Mateos. NEJM. 2013.
Voorstel (work in progress)Definitie voor hoogrisico plasmacytoom patiënten:
� Solitair plasmacytoom van het bot
� Minder dan 5% plasmacellen in het beenmerg, maar wel � Minder dan 5% plasmacellen in het beenmerg, maar wel
met monoklonale plasmacellen in de
immunofenotypering
� Mediane TTP van 15 maanden
Doel � Primair eindpunt:
� OS
� Verlenging van PFS van 15 naar 30 maanden. HR 0.5
Doel � Secundair:
� OS
� Skeletal related events
� Beeldvorming
� GEP (plasmacytoom & bij progressie naar MM)
� Veiligheid
Studie voorstelHoog risico
plasmacytoom patiënten
RadiotherapieRadiotherapie
Geen behandelingSystemische
behandeling
SamenvattendExtramedullair plasmacytoom een gunstige prognose
Plasmacytoom van het bot hoog risico op progressie naar
een multipel myeloomeen multipel myeloom
Kan aanvullende systemische behandeling de progressie
naar multipel myeloom vertragen?
Met dank aanDr J Vos Isala klinieken Zwolle
Dr F Ong MST Enschede
Dr S Hovenga Nij Smellinghe Drachten
Dr M Hoogendoorn MCL Leeuwarden
Dr W Smit MCL Leeuwarden
Prof dr JC Kluin-Nelemans UMCG GroningenProf dr JC Kluin-Nelemans UMCG Groningen
M Leene UMCG Groningen
Prof dr S Zweegman VUmc Amsterdam
Dr MC Minnema UMC Utrecht
Dr M Beiert UMCG Groningen
Prof dr PHM Kluin UMCG Groningen
Dr RJHA Slart UMCG Groningen
Prof dr E Vellenga UMCG Groningen
Progressie naar MMProgressie naar MM per lokalisatie
Axiale skelet (39) 29 (67%)
Skelet niet axiaal (11) 6 (55%)
Extramedullair (26) 3 (12%)Extramedullair (26) 3 (12%)
Progressie naar MM per lokalisatie
Axiale skelet (39) 29 (67%)
Skelet niet axiaal (11) 6 (55%)
Extramedullair (26) 3 (12%)
Axiaal skelet
Niet axiale skelet
Extramedullair
Patiënten karakteristieken
Totaal n = 76
Lokalisatie %
Ossaal 66
50 (66)50 (66)Skelet niet axiaal 11 (15)
Extramedullair 34 KNO gebied: 17 (65)
Patiënten karakteristiekenType M-proteïne %
IgG 40
IgA 5
IgM 1
VLK 4
geen M-proteïne 43
Subtype M-protein %
Kappa 71
Lambda 29
geen M-proteïne 43
Onbekend 7
M-protein (g/l)
<5 13
5 – 9.9 10
10 – 19.9 19
> 20 1
geen M-proteïne 47
Onbekend 17 * Geen verschil SBP en EMP
Resultaten (smouldering MM)
� Treatment arm mediane TTP
niet bereikt
� Observatie arm 25 maanden.
(mediane follow up 40 maanden)
Commentaar NEJM oct 2013 lezen.
� 3 jaars overleving;
�Treatment arm: 94%
�Observatie arm: 80%
DoelSecundair eindpunten:
� Skeletal related events
� Beeldvorming� Beeldvorming
� Veiligheid etc…
Progressie naar MM
Progressie naar MM per lokalisatie
Ossaal 70%
Extramedullair 12%
Mediane tijd tot progressie bij ossale plasmacytomen: 20 maanden
Opbouw1. Inleiding solitair plasmacytoom
2. Eigen onderzoeksdata
3. Studie voorstel