HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij...

25
1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT 6 Z WANGERSCHAP EN SPOEDBEVALLING 7 H ULPVERLENING AAN KINDEREN 8 U RGENTIES DOOR OMGEVINGSFACTOREN 9 P SYCHIATRISCHE URGENTIES 10 V ERPLAATSEN VAN DE PATIËNT 11 R AMPENGENEESKUNDE 12 O RGANISATIE 13 T ECHNIEKEN 14 A ANVULLINGEN 15 W OORDENLIJST

Transcript of HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij...

Page 1: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

1 HE T M E N S E L I J K L I C H A A M

2 DE E E R S T E M I N U T E N

3 LE V E N S B E D R E I G E N D E A A N D O E N I N G E N

4 DE G E WO N D E PAT I Ë N T

5 DE Z I E K E PAT I Ë N T

6 ZWA N G E R S C H A P E N S P O E D B E VA L L I N G

7 HU L P V E R L E N I N G A A N K I N D E R E N

8 UR G E N T I E S D O O R O M G E V I N G S FAC TO R E N

9 PS YC H I AT R I S C H E U R G E N T I E S

10 VE R P L A AT S E N VA N D E PAT I Ë N T

11 RA M P E N G E N E E S K U N D E

12 OR G A N I S AT I E

13 TE C H N I E K E N

14 AA N V U L L I N G E N

15 WO O R D E N L I J S T

Page 2: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

INHOUD

2.1 Beoordeling van deomstandigheden

2.2 De eerste beoordeling van de patiënt

2.2.1 De snelle eerste beoordeling

2.2.2 De fijnere herhaling van de eerste beoordeling

2.3 De tweede beoordeling van de patiënt

2.4 Vervoer naar hetziekenhuis

2DE

EERSTEMINUTEN

Page 3: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.2H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Zodra je op de plaats van het noodgeval aankomt, ben je verantwoorde-lijk voor het slachtoffer. Je eerste en enige doel is snel de gepaste genees-kundige hulp te bieden die in jouw bevoegdheid ligt. Dit is slechts moge-lijk als je een welbepaalde werkwijze (procedure) volgt. Deze werkwijzebestaat altijd uit een beoordeling van de patiënt, waarna je de nodigemaatregelen treft, in een welbepaalde volgorde. Dit hoofdstuk beschrijft de opeenvolging van deze procedures aan dehand van een stroomdiagram dat de leidraad zal vormen doorheen heelhet boek.

Het spreekt vanzelf dat je deze procedures niet uitsluitend theoretisch uiteen boek kan leren, maar dat je geleidelijk ervaring moet opbouwengedurende jaren praktijk. Daarom ook is dit hoofdstuk wellicht het moei-lijkste uit dit hele boek. Hier komt de rest van het boek in geconcen-treerde vorm samen. Laat je dus niet afschrikken door de hoeveelheidnieuwe informatie die in de volgende bladzijden op je afkomt. Op alleswordt later in detail ingegaan. Nadat je de rest van het boek hebt door-genomen, zal dit hoofdstuk veel vanzelfsprekender zijn. En binnen afzien-bare tijd zal je de procedures uit het stroomdiagram bijna automatisch enroutinematig in de praktijk brengen. Je zal leren dat je heel veel kandoen gedurende de eerste minuten.

De diagrammen 2.1 tot en met 2.6 zijn delen van het globale overzichtvan hoofdstuk 2 (diagram 2.7, achteraan in dit hoofdstuk). Dit schemavormt de leidraad van heel het handboek.

Page 4: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

H E T B E L A N G R I J K S T E E E R S T

De ernst van een ziektetoestand of een ongeval verschilt van geval totgeval. De ene patiënt verkeert in bijna gezonde toestand, de andere inlevensgevaar.De ambulancier moet de ernst juist kunnen inschatten. Alleen zo zal eenambulancier de juiste handelingen kunnen uitvoeren die het leven van depatiënt kunnen redden of die erger kunnen voorkomen. Hierbij moet je jelaten leiden door het antwoord op een vijftal vragen:

1. Hoe zijn de omstandigheden bij aankomst? Zijn de werkom-standigheden veilig en kan je de toestand aan?

2. Toont een snelle eerste beoordeling onmiddellijk levensge-vaar? Indien dit niet het geval is, heb je tijd voor een fijnereeerste beoordeling.

3. Leert een fijnere herhaling van de eerste beoordeling dat hetslachtoffer toch in kritieke toestand is?

4. Wat leert een tweede beoordeling je?

5. Ben je klaar voor vertrek en vervoer naar het ziekenhuis?

De volgorde van deze vragen is niet willekeurig. De belangrijkste vragenmoeten eerst gesteld worden.

2.3H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 5: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.4H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

2.1 Beoordeling van de omstandigheden

Voor zover je door de aangestelde van het hulpcentrum 100 reeds inge-licht bent over de toestand ter plaatse, kan je op weg naar het noodge-beuren al enkele voorzorgen treffen voor je eigen veiligheid: handschoe-nen aantrekken, kleding aanpassen volgens de weersomstandighedenof verlichting voorzien. Ook kan je reeds nadenken over het materiaal datje waarschijnlijk nodig zal hebben.Zodra je aankomt, verwittig je het hulpcentrum 100: ‘Ter plaatse’.

B I J A A N K O M S T

Het eerste wat je doet na aankomst op de plaats van een noodgeval iseen overzicht van de toestand trachten te krijgen. Aandachtige observa-tie kan je heel wat leren over wat er precies gebeurd kan zijn. Soms vol-staat een snelle blik, dikwijls moet je actief zoeken naar bedreigendefactoren.Je moet onmiddellijk de omgeving verkennen, om twee redenen.• Je moet nagaan of er (nog) gevaar dreigt, zowel voor de hulpverleners

als voor het slachtoffer. • Je moet over de plaatselijke omstandigheden informatie verzamelen, die

slechts door de hulpverlener ter plekke kan ingewonnen worden endie van onschatbaar belang is voor de verdere zorgenverstrekkers.

D R E I G T E R G E V A A R ?

De situatie waarin het slachtoffer zich bevindt, kan gevaar inhouden.Let dus op mogelijke bedreigingen in de omstandigheden waarin hetslachtoffer zich bevindt, en waarin jij ook zal moeten werken.• Trek handschoenen aan, zeker als er bloed te zien is.

BEOORDELINGVAN DE TOESTAND

TER PLAATSEGEVAAR 100

hulpcentrumtechnische hulp

VEILIG

AANKOMST

MUG

DIAGRAM 2.1

Page 6: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

• Betreed een ruimte met brand (en rook) nooit alleen zonder assistentievan de brandweer.

• Is er een schadelijk gas aanwezig? Een bewusteloze patiënt in een bad-kamer kan wijzen op koolstofmonoxidevergiftiging. Verse lucht is hiernoodzakelijk.

• Is het weer misschien ongunstig? Bij regen, sneeuw of vriesweer moetje opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag.

• Als een slachtoffer zich bevindt in een verongelukt voertuig of in eengebouw met instortingsgevaar is uiterste voorzichtigheid geboden bij debevrijding.

• Wrakken van voertuigen kunnen het verkeer belemmeren zodat ergevaar dreigt voor andere weggebruikers.

• Brandstof die uit een voertuig lekt, vormt een groot risico. • Een verongelukte container of tankwagen die gescheurd is, kan een

gevaarlijke lading bevatten. • Losgerukte elektriciteitskabels betekenen elektrokutiegevaar.

In hoofdstuk 13 zullen we dieper ingaan op gevaar en veiligheid bij hetwerk van ambulanciers.

B I J K O M E N D E H U L P V R A G E N

De eerste vraag die je in dit soort omstandigheden moet stellen, is of jevoor een specifieke risicosituatie staat. Kan je deze situatie alleen aanzonder risico voor je eigen veiligheid en die van het slachtoffer,of is er bijkomende (gespecialiseerde) hulp nodig? Deze hulp kanzowel technisch als medisch zijn (groene pijlen op diagram 2.1).Bijkomende technische hulp kan komen van de brandweer, bij voor-beeld met aangepast materiaal om geklemde slachtoffers te bevrijden. Ofvan politie of rijkswacht om gevaarlijke verkeerssituaties in goede banente leiden.

Medische hulp kan nodig zijn als er meerdere slachtoffers zijn, waarvoormeerdere ambulances nodig zijn. In geval van een ramp met veel slacht-offers zal aan het hulpcentrum 100 gevraagd worden het medische ram-penplan in werking te stellen. Soms is het onmiddellijk duidelijk datgespecialiseerde medische hulp van de MUG noodzakelijk is, bij voor-beeld bij een patiënt met een hartstilstand bij wie een reeds aanwezigearts aan het reanimeren is.

W A A R D O O R I S H E T S L A C H T O F F E R I N N O O D ?

Terwijl je van de ambulance naar het slachtoffer loopt, kan je veel lerenover de omstandigheden van het noodgeval en over de toestand van hetslachtoffer.

11

13.3

2.5H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 7: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.6H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Luister naar de omstanders of eerste getuigen. Laat je hierbij echter nietafleiden van de patiënt. De omstanders vertellen je misschien zakenzoals ‘ze viel van de ladder’ of ‘hij ligt op een elektriciteitskabel’.Kijkend naar de situatie kan je wellicht zien of er iets op het slachtoffer isgevallen, of er brand geweest is, of het slachtoffer ergens is afgevallen. Bijeen auto-ongeluk kan een blik door de voorruit veel leren: is het stuur ver-bogen, is de voorruit gebroken of gebarsten? Dit leert veel over de te ver-wachten letsels.Ook de houding van het slachtoffer kan aanwijzingen geven. Ligt depersoon in een ongewone houding? Zie je bloed op of om het slachtoffer?Heeft het slachtoffer duidelijk pijn? Zijn er kledingstukken gescheurd?Nog voor je de patiënt hebt aangeraakt of gesproken, kan je op dezemanier heel wat nuttige informatie verzamelen. Gaandeweg zal je in dithandboek leren welke de belangrijke zaken zijn waarop je moet letten.

Page 8: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.2 De eerste beoordeling van de patiënt

De eerste beoordeling heeft tot doel systematisch na te gaan of de ver-wondingen of de ziekte levensgevaar opleveren voor het slachtoffer. Levensgevaar betekent dat er verstoring is of dreigt van de levensnood-zakelijke of vitale stelsels (‘vita’ is Latijn voor ‘leven’). Deze stelsels wer-den uitvoerig in hoofdstuk 1 beschreven: het zenuwstelsel (bewustzijn), deademhaling en het hart- en bloedvatenstelsel.

Bij deze eerste beoordeling onderscheiden we a. de snelle eerste beoordeling waarbij levensbedreigende aandoeningen

dadelijk herkend en behandeld worden, enb. een fijnere eerste beoordeling als niet onmiddellijk moet gehandeld

worden omwille van levensgevaar.

2 . 2 . 1 D E S N E L L E E E R S T E B E O O R D E L I N G

De eerste beoordeling begint met een beoordeling van het bewustzijn enbestaat verder uit het ‘ABC’ van de dringende hulpverlening. Dit ABC iseen internationaal gebruikte afkorting om de opeenvolgende stappenvan de eerste beoordeling aan te geven: Ademweg, Beademing, Circu-latie. Je zal steeds, en in die volgorde, beoordelen of

(1)de ademweg vrij is, of (2)de patiënt ademt of beademd moet worden, en of (3)de bloedsomloop in orde is.

ademhalingbeademingcirculatie

emhaliademirculat

1.2

2.7H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

PATIENTKRITIEK

NIET KRITIEK

snelle eerste beoordeling

bewustzijnAdemwegBeademingCirculatie

EERSTE BEOORDELINGVAN DE PATIENT

CardioPulmonaireReanimatie

+ zuurstof(bloedstelping)(halskraag)

MUG

VEILIG

DIAGRAM 2.2

Page 9: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.8H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

De ABC-procedure is een werkwijze waarbij de volgende stap slechtswordt uitgevoerd als de vorige met succes is uitgevoerd. Het is een handel-terwijl-je-onderzoekt procedure: als er een probleem wordt gevon-den, wordt het ook dadelijk behandeld. Je kijkt dus pas naar de adem-haling als de ademweg inderdaad vrij is. Het speelt geen rol wat C is, alsje A nog niet hebt vastgesteld en behandeld.

In geen enkele situatie mag van de absolute prioriteit van het ABC wor-den afgeweken, hoe spectaculair de verwondingen verder ook zijn. Doorbij voorbeeld bij een bewusteloos gewond slachtoffer eerst te gaan zoe-ken naar de oorsprong van het bloedverlies (C) en niet eerst voor eenvrije ademweg (A) te zorgen, kan het slachtoffer ondertussen stikken eneen hartstilstand krijgen.

Als uit de eerste beoordeling van de situatie en van de patiënt blijkt dat erproblemen zijn met bewustzijn, ademhaling of circulatie moet je dadelijkde MUG verwittigen.

Je gaat altijd eerst na of het slachtoffer bij bewustzijn is. Dat doe je doorde patiënt aan te spreken. Stel jezelf voor (‘Ik ben ambulancier X enkom hulp bieden’) en vraag wat er gebeurd is. Indien de patiënt ant-woordt, weet je dat de patiënt bewust is, ademt en een hartslag heeft. Indien het slachtoffer niet antwoordt, geef je een handklap of schouder-klop en spreek je het slachtoffer opnieuw aan. Geeft het slachtoffer noggeen teken van leven, dan heb je vastgesteld dat het bewustzijn gedaaldis of dat het slachtoffer bewusteloos is.

Je zal een bewusteloos slachtoffer steeds in ruglig leggen. Dat doe jeomdat het zeer moeilijk is bij een vooroverliggende patiënt te beoordelenof de ademweg vrij is en of het slachtoffer goed ademt. Opgepast: eenbewusteloos slachtoffer kan een nekletsel hebben opgelopen. Je moet het slachtoffer dus uiterst voorzichtig verplaatsen om mogelijke

!

1. Bewustzijn? Reageert de patiënt?

Aanspreken Handklap Schouderklop

Page 10: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

schade aan het ruggemerg niet te verergeren. Daarom gebruik je bijdeze slachtoffers steeds de techniek van de ‘blok-rol’. Hierbij moet jehoofd, nek en romp als één geheel – als een blok – verrollen. Op dezewerkwijze komen we later terug.

Ademen is voor het slachtoffer een vitale functie. Ademen is slechtsmogelijk als de ademweg vrij is. De technieken om de ademweg vrij temaken worden uitvoerig behandeld in hoofdstuk 3. Onthoud echter nureeds dat bij een bewusteloos slachtoffer met aanwijzingen voor eennekwervelletsel altijd de kaak-duw techniek moet worden gebruikt om deademweg vrij te maken. Bij een slachtoffer zonder nekpijn en wanneer er geen aanwijzingen zijnvoor nekwervelletsels gebruik je de techniek waarbij het hoofd naar ach-teren gekanteld wordt terwijl de kin naar voren wordt getrokken. Dezebeide technieken worden zo nodig aangevuld met de vingerveeg.

Je moet hiervoor eerst vaststellen hoe de patiënt ademt, en of kunstma-tige beademing al dan niet nodig is.De ademhaling beoordeel je door te kijken, te luisteren en te voelen.Je kijkt naar de op- en neergaande beweging van de borstkas. (Soms zijn

3. B: Is er Beademing nodig?

3.1

3.1

2. A: Is de Ademweg vrij?

2.9H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 11: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.10H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

de adembewegingen beter zichtbaar ter hoogte van de buikwand.)Je luistert met het oor bij de mond en neus van de patiënt. Zo kan je deluchtstroom horen, en of die al dan niet belemmerd klinkt. Je kan ook metde wang voelen of er een luchtstroom is.Als de patiënt niet of zeer zwak ademt, begin je onmiddellijk met kunst-matige beademing. Soms moet je zuurstof toedienen. Hiervoor gebruiktmen specifieke technieken en hulpmiddelen die we beschrijven in hoofd-stuk 3.

Na controle van de ademhaling (en na het vrijmaken van de ademweg alsdat nodig was) ga je de werking van de bloedsomloop na. Bij het voelenvan de hartslag (of ‘pols’) krijg je een eerste idee over de toestand en dewerking van hart en bloedvaten.Je voelt de pols ter hoogte van de halsslagader. Hiervoor gebruik jewijsvinger en middenvinger. (Gebruik niet je duim, want daarin kan jeeigen pols die van de patiënt overstemmen.)Op deze manier kan je geknield bij het hoofd van de patiënt alle hande-lingen van het ABC uitvoeren zonder van houding te hoeven veranderen.Als je geen pols voelt, moet dadelijk de reanimatie worden ingezet envraag je de MUG. De technieken van de reanimatie, met of zonder hulp-middelen, met of zonder hulp van een begeleider, komen uitgebreid aanbod in hoofdstuk 3.

3.2

4. C: Is de Circulatie van het bloed in orde?

3.1

Ademhaling? Kijken, horen en voelen

Page 12: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

Ernstige uitwendige bloedingen waarbij de patiënt veel bloed verliest, kanje onmiddellijk stelpen door het dichtdrukken van de wonde. Ernstigebloedingen kunnen – als ze niet gestelpt worden – tot shock leiden en duslevensbedreigend worden (zie hoofdstuk 3).

Elk slachtoffer met een gedaald bewustzijn, een belemmerde ademweg,een gestoorde ademhaling of een ontoereikende bloedsomloop verkeertin levensgevaar ! Dit is een kritieke toestand. De kans dat je deze slachtoffers met eigen middelen kan helpen, is klein.Ook als je twijfelt, mag je niet dralen: je moet het hulpcentrum 100 vra-gen om hulp van de Mobiele Urgentie Groep of MUG.

Een voorbeeld. Je wordt door het hulpcentrum 100 uitgestuurd na een oproepvan een vrouw die haar man bewusteloos heeft aangetroffen. Bij aankomst ver-neem je van de vrouw dat hij plots neergevallen is en vroeger reeds genees-middelen nam voor hartklachten. Je treft een volwassene aan die op zijn buikneerligt. Hij reageert niet op je aanspreking, noch op een schouderklopje. Hij isdus bewusteloos. Er zijn geen aanwijzingen voor een ernstige verwonding(trauma). Voorzichtig draai je hem in ruglig. Je beoordeelt het ABC. De adem-weg blijkt vrij te zijn maar je vindt geen ademhaling. Het betreft hier duidelijkeen adem- en hartstilstand. Start de reanimatie en verwittig het hulpcentrum100 voor een MUG-tussenkomst.

Bij dit voorbeeld is het voor iedereen onmiddellijk duidelijk dat het omeen patiënt in kritieke toestand gaat. Soms zijn de tekenen van een kri-tieke toestand veel minder of niet onmiddellijk duidelijk. Je zal in dithandboek en in de praktijk moeten leren hoe je de niet-kritieke van de kri-tieke gevallen kan onderscheiden.

5. Is de patiënt in ‘kritieke toestand’?

3.3

2.11H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

PATIENTKRITIEK

NIET KRITIEK

snelle eerste beoordeling

bewustzijnAdemwegBeademingCirculatie

EERSTE BEOORDELINGVAN DE PATIENT

TOCH KRITIEK

CardioPulmonaireReanimatie

+ zuurstof(bloedstelping)(halskraag)

KRITIEK

MUG

DIAGRAM 2.3

Page 13: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.12H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Indien het slachtoffer zich niet onmiddellijk in kritieke toestand lijkt tebevinden, doe je een fijnere herhaling van de eerste beoordeling.

2 . 2 . 2 D E F I J N E R E H E R H A L I N G V A N D E E E R S T E B E O O R D E L I N G

Hierbij ga je opnieuw tewerk zoals reeds beschreven: het beoordelen vanbewustzijn (zenuwstelsel) en het volgen van het ABC.

Je begint met een fijnere herhaling van de beoordeling van het bewust-zijn en nu ook van het ruggemerg. Je beoordeelt dus het zenuwstelsel ende vitale functie die het verzekert.Om het bewustzijn op een fijnere manier te beoordelen maakt mengebruik van duidelijk omschreven prikkels voor het zenuwstelsel. Jevolgt hierbij de WAPA-methode. WAPA is een geheugensteun voor:Wakker, Aanspreekbaar, Pijngevoelig of Areactief. Wanneer het slachtoffer zijn of haar naam kent, weet wat er gebeurt, wel-ke dag van de week het is of waar hij of zij zich bevindt, dan bestempel jehet slachtoffer als ‘wakker’. Lijkt het slachtoffer bewusteloos maarreageert het wel op een aanspreking, dan stel je vast dat het slachtoffer‘aanspreekbaar’ is. Als dit niet het geval is, reageert het slachtoffer mis-schien wel op een pijnprikkel (bij voorbeeld bij het duwen op het nagel-bed van de wijsvinger). Dan noemt men het slachtoffer ‘pijngevoelig’. Alshet slachtoffer zelfs niet reageert op deze pijnprikkel, noemt men hetslachtoffer ‘areactief’.

1. Bewustzijn en zenuwstelsel

PATIENTKRITIEK

NIET KRITIEK

snelle eerste beoordeling

EERSTE BEOORDELINGVAN DE PATIENT

TOCH KRITIEK

CardioPulmonaireReanimatie

+ zuurstof(bloedstelping)(halskraag)

fijnere herhaling van deeerste beoordeling

WAPA en GCSAdemwegBeademingCirculatie

+ zuurstof(bloedstelping)(halskraag)KRITIEK

MUG

DIAGRAM 2.4

Page 14: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

Door deze fijnere beoordeling onderscheid je dus vier graden van bewust-zijn waarvan je alleen de wakkere als normaal en niet-kritiek beschouwt.Als het slachtoffer slechts reageert op een aanspreking of op een pijn-prikkel, of areactief blijft, is de toestand mogelijk levensbedreigend. Detoestand van het slachtoffer moet dan ook als kritiek worden beschouwd. De juiste beoordeling van het zenuwstelsel en het bewustzijn door de‘Glasgow Coma Scale’ (GCS) en de behandeling ervan worden uitge-breid besproken in hoofdstuk 4, waar dieper wordt ingegaan op de ver-wondingen van de hersenen en het ruggemerg.

Ook een tijdelijke daling van het bewustzijn moet altijd aan de artsgemeld worden. Je moet voortdurend bedacht zijn op veranderingenvan de bewustzijnsgraad, zolang het slachtoffer onder je verantwoorde-lijkheid valt.

Een ambulancier moet zich bij elk slachtoffer de vraag stellen of er wer-velbreuken kunnen zijn. Wervelbreuk is een kritieke toestand omdat hetslachtoffer hierdoor een levenslange verlamming kan oplopen.Meestal hebben slachtoffers met wervelbreuken pijn ter hoogte van denek of de rug. Slachtoffers met een gedaald bewustzijn kunnen dezeklachten echter niet uiten. Daarom veronderstelt men bij elk slachtoffermet een gedaald bewustzijn dat het een wervelletsel kan hebben. Dezeveronderstelling blijft gelden tot het tegendeel bewezen is. Indien deomstandigheden van het noodgebeuren wijzen op een ongeval, zal bij eenslachtoffer dat klaagt over nekpijn steeds voorzichtig gehandeld worden. In dit geval legt men een halskraag aan zodra het ABC van de eerstebeoordeling is afgewerkt. Bij slachtoffers van een ongeval die bewust zijnen klagen over rugpijn, tintelingen ter hoogte van vingers of tenen, of ver-lamming van armen of benen, moet je ook steeds bedacht zijn op demogelijkheid van een wervelbreuk. Bij slachtoffers van een ongeval waarvan het bewustzijn gedaald is of tij-delijk gedaald was, zal men tijdens de fijnere herhaling van het ABCaltijd een halskraag aanleggen en het slachtoffer verplaatsen met degepaste voorzichtigheid. Men gebruikt hierbij een schepbrancard of eenkorrelmatras.

10.1

10.2

Let op voor wervelbreuken

4.5

2.13H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Aanspreken Pijnprikkel

Page 15: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.14H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Wanneer je de ademweg beoordeelt, moet je vooral luisteren naar degeluiden uit de neus- en mondholte van het slachtoffer. Normaal is hetademen een vrij geluidloos proces dat het ritme van de ademhaling volgt(zie verder). Als de ademweg belemmerd is, hoor je een fluitend, gorge-lend of kraaiend geluid. Dit wijst op een mogelijk levensbedreigendgevaar voor het slachtoffer. Indien de ademweg volledig afgesloten is, hoor je helemaal niets. Ditvormt een kritieke toestand, zodat er geen tijd is voor het verderzettenvan de fijnere eerste beoordeling. Je start onmiddellijk de reanimatiemet de nodige maatregelen zoals het vrijmaken van de ademweg (een uit-voerige beschrijving van de reanimatie volgt in hoofdstuk 3) en je ver-wittigt het hulpcentrum 100 voor tussenkomst van de MUG. Indien de fijnere eerste beoordeling van het slachtoffer tot dit stadium nietwijst op een kritieke toestand ga je na hoe het slachtoffer ademt. Een gezonde mens ademt tussen de 12 tot 20 maal per minuut. Het aan-tal ademhalingsbewegingen per minuut noemt men de ademhalings-frequentie. Om deze frequentie te kennen tel je gedurende een halveminuut het aantal opgaande bewegingen van de borstkas of de buik en jevermenigvuldigt dit getal met twee.Bij een normale ademhaling volgen de bewegingen van het in- en uit-ademen elkaar regelmatig op. Je kan een regelmatig of onregelmatigademhalingsritme onderscheiden. Je kijkt ook naar het ademha-lingspatroon: oppervlakkig of diep ademen, moeiteloos of moeizaam.Normaal ademt een mens moeiteloos en onbewust. De manier waaropeen slachtoffer ademt en wat frequentie, ritme en patroon kunnen bete-kenen, wordt samengevat in tabel 2.1.

H O E A D E M T T O E S T A N D V O O R B E E L DH E T S L A C H T O F F E R ? S L A C H T O F F E R

Frequentie 12-20/min normaal

minder dan 12/min kritiek vergiftiging met comadoor alcohol, drugs

meer dan 20/min kritiek astma, hartfalen

Ritme regelmatig normaal

onregelmatig kritiek coma door hersenbloeding

Patroon moeiteloos normaal

diep kritiek hartfalen

oppervlakkig kritiek astma, hartprobleem

3.1

2. Eerst de ademweg en dan de ademhaling (ABC)

TABEL 2.1

Page 16: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

Indien de fijnere herhaling van de eerste beoordeling tot op dit punt nietwijst op een kritieke toestand van bewustzijn, ademweg en ademhaling,kan je de aandacht richten op de fijnere beoordeling van de bloedsom-loop (Circulatie). Bij een slachtoffer in kritieke toestand voel je eerst dehalspols. Bij een slachtoffer in niet-kritieke toestand voel je of de bloeds-omloop ook klopt ter hoogte van het polsgewricht. Je voelt dit met jewijs- en middenvinger.

Je beoordeelt de frequentie, het ritme en de sterkte van de pols. Normaalbedraagt de polsfrequentie tussen 60 en 80 slagen per minuut. Je kande polsfrequentie als volgt berekenen: je telt het aantal slagen gedurende15 seconden en vermenigvuldigt dit getal met 4. Dit geeft je het aantalslagen per minuut. Is de polsfrequentie te laag, dan spreken we van eenvertraagde polsfrequentie of ‘bradycardie’ (brady is Grieks voor ‘traag’).Is de polsfrequentie te hoog, dan spreken we van een ‘tachycardie’ (tachyis Grieks voor ‘snel’). Het patroon van een normale pols is regelmatig, dit wil zeggen een gelij-ke tijdspanne tussen twee opeenvolgende slagen volgens een regelmatigritme. Is dit niet het geval, dan spreekt men van een onregelmatige polsof ritmestoornis (aritmie). Deze afwijking kan zowel bij trage als bij snel-le hartfrequenties voorkomen. Een ander kenmerk van de polsslag is de sterkte. In normale omstan-digheden is de kracht waarmee de slag van de pols gevoeld wordt ‘vol’.Bij ernstig bloedverlies of bij hartlijden zal de pols eerder zwak aanvoelen.Je spreekt dan van een ‘zwak geslagen’ of zwakke pols. Daarentegen zalbij een grote inspanning het hart harder pompen. Je voelt de pols dan ookin kracht toenemen. In tabel 2.2 worden verschillende mogelijke kenmerken van de polsweergegeven.

H O E I S D E P O L S V A N T O E S T A N D H E T S L A C H T O F F E R ? S L A C H T O F F E R V O O R B E E L D E N

Snelheid 60-80/min normaal

minder dan 60/min normaal sportman in rustkritiek hartprobleem

hersenbloeding

meer dan 80/min normaal inspanningkritiek koorts

bloedverlieszuurstoftekorthartprobleem

Ritme regelmatig normaalonregelmatig kritiek hartprobleem

Sterkte vol normaalzwak kritiek hartprobleem of

bloedverlies

3. De circulatie (ABC)

2.15H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

TABEL 2.2

Page 17: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.16H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

De fijnere herhaling van de eerste beoordeling laat je toe in te schatten ofde toestand van het slachtoffer onverwacht toch kritiek is. Vind je hier-voor aanwijzingen, dan breek je de beoordeling af en moet je onmiddel-lijk twee zaken doen: start de nodige maatregelen om de vitale functies teondersteunen en verwittig het hulpcentrum 100 voor een tussenkomstvan de MUG.

Page 18: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.3 De tweede beoordeling van de patiënt

Bij slachtoffers waarvan je na een fijnere herhaling van de eerste beoor-deling besluit dat zij niet in levensgevaar verkeren, kan je overgaan toteen tweede beoordeling. Tijdens deze beoordeling zoek je naar letsels ofziekten die mogelijk toch levensbedreigend zijn. Met onderstaand voor-beeld wordt dit duidelijk.

Het hulpcentrum 100 stuurt je uit naar iemand die bedolven is onder eeningestort dak op een bouwwerf. Tijdens de rit denk je aan voorzorgenvoor je eigen veiligheid (helm). Je komt op de bouwwerf aan en meldtaan het hulpcentrum 100 dat je ter plaatse bent. Arbeiders verzekeren jedat de bouwwerf veilig is en melden dat een neergevallen balk één vanhun collega’s geraakt heeft. Je komt bij de getroffen arbeider en zegt: ‘Ikben ambulancier X en kom je helpen. Wat is er gebeurd?’ Het slachtofferantwoordt: ‘Er is een balk op mijn been gevallen, ik denk dat het gebro-ken is.’ Je eerste beoordeling laat nu al toe vast te stellen dat het slachtofferbewust is, een vrije ademweg heeft, dat hij ademt en dat hij circulatieheeft. Hij lijkt dus niet onmiddellijk in kritieke toestand te verkeren. Je hebt dus tijd voor een fijnere herhaling van de eerste beoordeling.Hij kent zijn naam, weet hoe laat het is en waar hij zich bevindt. Hij is duswakker. Hij is niet bewusteloos geweest. Hij zegt dat hij geen nekpijn engeen tintelingen in de vingers of benen heeft. Hij praat normaal en dus iszijn ademweg vrij. Je controleert zijn ademhaling en stelt vast dat hij snelademt: 20 maal per minuut met een regelmatig ritme. Zijn polsslag,gemeten ter hoogte van de pols, voelt vol aan met een ritme van 80 perminuut.Ook na de fijnere herhaling van de eerste beoordeling is je besluit dat zijntoestand niet kritiek is.Je hebt nu tijd voor een tweede beoordeling. Je vraagt waar hij pijnheeft. Desgevraagd antwoordt het slachtoffer dat vooral het onderbeenpijn doet. Je merkt inderdaad dat het linker onderbeen vreemd ver-wrongen lijkt. Je vraagt of hij nog ergens anders pijn heeft. Als hij bij voorbeeld ook zou klagen over buikpijn kan dit wijzen op eeninwendige bloeding ten gevolge van een stoot van de neervallende balk.Het kan bij voorbeeld ook wijzen op een scheur in de milt en deze toe-stand kan snel verslechteren tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. Jezal dus moeten bepalen of het vervoer onder jouw verantwoordelijkheidkan gebeuren.

De tweede beoordeling dient dus om:• te zoeken naar ernstige letsels die zouden kunnen verergeren tijdens

het vervoer naar het ziekenhuis en om• niet-levensbedreigende letsels, die moeten verzorgd worden vóór

het vervoer, op te sporen.

2.17H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 19: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.18H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Je zal bij de tweede beoordeling gebruik maken van: 1. de algemeneindruk die de patiënt maakt, 2. een ondervraging van de patiënt of de eer-ste getuigen, en 3. een nader bekijken van de patiënt.

Zodra er tijdens de tweede beoordeling een levensbedreigende toestandwordt vastgesteld, wordt de tweede beoordeling afgebroken en volg jeopnieuw de werkwijze van de eerste beoordeling: je ondersteunt de vita-le functies en je verwittigt het hulpcentrum 100 voor bijkomende hulp vande MUG.

Je kan heel wat leren uit de houding van het slachtoffer. Zeker als begin-nend ambulancier zal het niet altijd even gemakkelijk zijn op alles tege-lijkertijd te letten. Je zal echter merken dat je met groeiende ervaringsteeds beter in staat zal zijn de situatie bij een noodgeval in één oog-opslag te beoordelen. In dit boek en in de praktijk zal je geconfronteerdworden met een groot aantal noodsituaties die je als typisch zal leren her-kennen. Hier alvast enkele voorbeelden.

• Een slachtoffer dat met een pijnlijk vertrokken gelaat zijn schouder ietslaat afhangen en nauwelijks durft te bewegen, kan een ontwrichtingvan de schouder hebben opgelopen.

• Een slachtoffer dat bleek, angstig en zwetend rechtop in bed zit en snelen reutelend ademhaalt, kan lijden aan een gebrekkig werkend hart.

• Een slachtoffer dat doodstil in bed ligt, er erg ziek uitziet en nauwelijksdurft te bewegen omdat elke beweging een hevige buikpijn veroor-zaakt, kan aan een buikvliesontsteking lijden.

Bij verkeersongevallen is de houding van het slachtoffer uiterst belangrijkomdat ze iets kan vertellen over het mechanisme van het ongeval en de

1. Algemene indruk

PATIENTKRITIEK

MUG

TWEEDE BEOORDELINGVAN DE PATIENT

TOCH KRITIEKonderzoek volgens klachtenverborgen letsels

verzorging andere letsels

NIET KRITIEK

NIET KRITIEK

EERSTE BEOORDELINGVAN DE PATIENT

CardioPulmonaireReanimatie+ zuurstof(bloedstelping)(halskraag)

DIAGRAM 2.5

Page 20: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

te verwachten letsels. Zit het slachtoffer gekneld, droeg het een veilig-heidsgordel, wat was de oorspronkelijke plaats in het voertuig? Is er eenstervormige barst in de voorruit en bloed op het voorhoofd van depatiënt? Werd het slachtoffer uit het voertuig geslingerd en op welkeafstand werd het teruggevonden? Droeg de motorrijder een helm enbeschermende kledij? Meer over de mechanismen bij een ongeval bij het begin van hoofdstuk 4.

Je mag slechts overgaan tot vragen stellen nadat de eerste beoordelingmet succes beëindigd werd.Het is natuurlijk zo dat de patiënt soms niet zelf kan antwoorden op devragen die je stelt. Dat hangt af van de toestand van zijn of haar bewust-zijn. Als de patiënt zelf geen antwoord kan geven zal men vanzelfspre-kend de familieleden of omstanders bevragen. In ieder geval moet altijdiemand van het ambulance-team de patiënt blijven observeren. Het ver-dient overigens altijd de voorkeur om de patiënt zelf te ondervragen. Hetgesprek met een deskundige hulpverlener werkt namelijk in vele gevallengeruststellend voor de patiënt.

Het afnemen van een goed medisch interview leer je slechts door hetvaak te doen. Je zal leren dat je vragen niet suggestief mogen zijn. Leg depatiënt geen antwoorden in de mond, maar laat hem of haar het eigenverhaal vertellen over wat er gebeurd is. Let wel, dit is niet het momentvoor een uitgebreid gesprek. Tijdverlies moet te allen prijze vermedenworden.

Begin steeds met jezelf voor te stellen. (‘Goeiedag, mijnheer, ik benambulancier X. Wat is er gebeurd?’)Vraag naar de hoofdklacht. Dat is het probleem dat voor de patiënt ofde eerste getuigen de onmiddellijke aanleiding was om hulp te vragen. Invele gevallen zal dit duidelijk zijn, maar het verdient toch aanbeveling dehoofdklacht op te sporen door te vragen waar het slachtoffer het meestelast van heeft. Bij een ongeval kan een bloedende hoofdwonde misschien erg opvallen,maar het is belangrijker te weten dat de patiënt klaagt over pijn in de nek,wat wijst op een mogelijk nekletsel.Bij verder navragen over de hoofdklacht kan je bijkomende informatieverzamelen. Bij voorbeeld bij pijn op de borst:• de plaats van de pijn (achter het borstbeen)• de aard van de pijn (krampachtige, stekende, beklemmende of druk-

kende pijn)• het tijdsverloop (wanneer is de pijn begonnen?)• hoe en in welke omstandigheden de hoofdklacht is begonnen (pijn op de

borst na een zware maaltijd of na een aanrijding wijst op letsels van ver-schillende aard)

Na deze vragen weet je dus wat de hoofdklacht is, waar ze zich voor-doet, wanneer ze begonnen is en hoe ze ontstaan is. Bij een verkeers-ongeval is het bovendien belangrijk te vragen naar de omstandigheden

2. Ondervraging van de patiënt

4.2

2.19H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 21: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.20H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

van het ongeval en deze gegevens te vermelden in het ritverslag dataan de behandelende arts overgemaakt wordt. Doe dit snel. Er is geen tijdvoor een lang gesprek. Met wat ervaring leer je deze informatie verza-melen terwijl je de noodzakelijke handelingen uitvoert.

Na vragen over de hoofdklacht kan men bijkomende informatie inwin-nen die nuttig kan zijn voor de verdere behandeling van de patiënt. Jemoet informatie inwinnen over mogelijk gebruik van geneesmiddelen.Vraag welke geneesmiddelen de patiënt gewoonlijk neemt. Neem zomogelijk deze geneesmiddelen mee naar het ziekenhuis.Men zal vragen naar de aanwezigheid van belangrijke ziekten zoals sui-kerziekte, aandoeningen van het hart of de ademwegen. Hierbij hoef jeniet al te zeer in detail te gaan. Een patiënt weet meestal zelf wel dat hijastma heeft (wat belangrijk is om te weten). Dat hij vier jaar geleden eenliesbreukoperatie onderging is echter niet van belang.Het is ook belangrijk na te vragen of de patiënt overgevoelig is (voorbepaalde geneesmiddelen, voedsel of insektenbeten). Ook dit is noodza-kelijke informatie voor de behandelende arts.

De ambulancier is niet bevoegd voor een lichamelijk onderzoek van eenpatiënt. De ambulancier moet wel proberen op een tactvolle manier eenzo volledig mogelijk beeld te krijgen van de problemen van de patiënt. Deambulancier is meestal de eerste en dikwijls ook de enige hulpverlenerdie ter plaatse informatie kan verzamelen. Jouw verslag over de patiënten de omstandigheden van het spoedgeval is zeer nuttig voor de MUG-arts of de behandelende arts in het ziekenhuis. Die verwacht van jou eenverslag waarin je de toestand van de vitale functies, de tekens en desymptomen beschrijft.

De tekens zijn wat je kan zien, horen, ruiken of voelen. Deze gegevensheb je wellicht al geregistreerd tijdens de eerste beoordeling.De symptomen bestaan uit de klachten van de patiënt, uit wat er vol-gens de patiënt fout is. Deze informatie heb je voor het grootste deelreeds verzameld tijdens het interview.

Ga bij de verdere observatie systematisch te werk. Overloop in gedach-ten het lichaam van de patiënt stelselmatig, stap voor stap, van kop totteen. Gebruik hierbij al je zintuigen:• Kijk naar verwondingen, verkleuringen, een abnormale stand van een

lidmaat of ongewone bewegingen.• Luister naar piepende geluiden bij de ademhaling, of het knarsend

geluid van gebroken botten.• Kijk uit voor vervormingen, ongewone harde of zachte plekken, pijnge-

voelige punten, en voel de temperatuur van de huid. Dit doe je terloopsterwijl je de patiënt verplaatst en noodzakelijke handelingen uitvoert.

• Ruik of je ongewone geuren van het lichaam, de adem of de klerenwaarneemt, zoals de geur van alcohol of chemische stoffen.

3. Onderzoek van de patiënt

Page 22: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

We geven hier gewoon enkele voorbeelden van vragen die je je bij dezetweede beoordeling stelt. Waarom ze belangrijk zijn en welk besluit jedient te nemen bij bepaalde antwoorden wordt in de volgende hoofd-stukken van dit handboek duidelijk.

Is de gelaatskleur bleek? Voelt de huid klam aan, of zweterig? Leg de rugvan je hand op het voorhoofd van de patiënt om vast te stellen of het nor-maal, warm of koud aanvoelt. Dit kan wijzen op een slechte bloedsom-loop. Is de huid droog, vochtig of klam? Kijk uit naar kippevel, wat dik-wijls wijst op afkoeling.

Is er verlies van bloed of hersenvocht uit neus, mond of oren?Hoe zijn de pupillen? Onder normale omstandigheden zijn beide pupillenregelmatig van omtrek en hebben ze dezelfde diameter. Zie je verwondingen aan het hoofd? Staat de mond scheef?

Hoe klinkt de stem van de patiënt? Valt er speciaal heesheid op?Voelt de patiënt pijn aan de nekspieren? Zo ja, denk aan een halswer-velbreuk.Doet de patiënt aan ‘halsademhaling’, met andere woorden: gebruikt depatiënt de halsspieren bij het ademen?

Zijn er tekenen van een breuk van het sleutelbeen, de boven- of onder-arm? Kan de patiënt de handen nog bewegen en de vingers strekken?

Beweegt de borstkas aan beide kanten van het lichaam en gelijkmatig bijhet ademen?Klaagt de patiënt over pijn ter hoogte van de borstkas?

Is de buik opgezwollen? Klaagt de patiënt over pijn ter hoogte van debuik?

Klaagt de patiënt over pijn ter hoogte van de rug?

Klaagt de patiënt over pijn ter hoogte van de heupen, de bekkenbodem ofhet schaambeen?

Zijn er tekenen van breuken, ontwrichting of verwonding?

Op deze manier bekomt men snel een vrij volledig beeld van de toestandvan de patiënt.

De benen, knieën, voeten en enkels

Het bekken

De rug

De buik

De borstkas

De schouders, armen en handen

De hals

Het hoofd

De huid

2.21H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 23: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.22H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

2.4 Vervoer naar het ziekenhuis

Na toedienen van de eerste zorgen laad je de patiënt met de nodigezorg in de ziekenwagen. Vergeet zeker nooit de nodige voorzorgen te nemen bij transport van eenslachtoffer met nek- en ruggewervelletsels.

Meld aan het hulpcentrum 100 dat je vertrekt met de patiënt en deel debestemming mee. Als je met een patiënt in de ziekenwagen op weg bentnaar het ziekenhuis, wil dat zeggen dat je geen MUG hebt opgeroepenvoor assistentie en dat de patiënt niet in levensgevaar is.

Een veilige en rustige overbrenging naar het ziekenhuis is belangrijkerdan de tijdswinst van enkele minuten die men kan boeken door te racen.De rit moet veilig verlopen en mag de patiënt niet meer ongemak bezor-gen dan door het ongeval of de ziekte al het geval is.Tijdens de rit blijf je de patiënt observeren. Herhaal de beoordelingvan de vitale functies. Als de toestand van de patiënt verslechtert, beginje onverwijld met de nodige handelingen en verwittig je de MUG.

Zodra je in het ziekenhuis aankomt, meld je dit aan het hulpcentrum 100.In het ziekenhuis of bij het treffen met de MUG die je opgeroepen hebt,meld je alle belangrijke informatie die je verzameld hebt aan de ver-pleegkundige of arts met dienst. Vergeet niet het formulier van je tussenkomst in te vullen.Vooraleer opnieuw te vertrekken en je in dienst te stellen breng je je voer-tuig en materiaal in orde. Je moet steeds paraat zijn voor de volgendeoproep.

14.1

4.5

10

VERVOERSPOEDGEVALLEN-DIENST 100

TWEEDE BEOORDELINGVAN DE PATIENT

NIET KRITIEK

TOCH KRITIEK

DIAGRAM 2.6

Page 24: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.23H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n

Page 25: HET MENSELIJK LICHAAM · Bij regen, sneeuw of vriesweer moet je opletten voor onderkoeling, bij felle zon en grote hitte moet je reke-ning houden met hitteslag. •Als een slachtoffer

2.24H o o f d s t u k 2 D e e e r s t e m i n u t e n