De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan?...

44
De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Transcript of De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan?...

Page 1: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

De lijnrechterWat moet je kennen?Wat moet je kunnen?

Waar kan je het leren?Waar moet je staan?

Hoe moet je daar staan?……

Page 2: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

1 Inleiding

2 Protocol

3 Plaatsing

4 Verantwoordelijkheden

5 Officiële tekens

6 Samenvatting tekens SR en LR

7 Technische vaardigheden

8 Te vermijden fouten

9 Besluit

Page 3: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

1 Inleiding

Het « werk » van de lijnrechter is belangrijk en wordt desondanks vaak onderschat.

Het grootste probleem is dat er zeer weinig of geen mogelijkheden zijn om mensen voor deze taak op te leiden.

De lijnrechter moet integer en correct zijn.

Page 4: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2 Protocol

Er is een duidelijk verschil tussen het protocol van de eigen competitie (Liga) en dat van internationale wedstrijden.

In de Liga neemt iedereen actief deel aan het protocol en zijn er meestal slechts 2 LRS.

Bij internationale wedstrijden zijn er 4 LRS en nemen zij niet of slechts gedeeltelijk actief deel aan het protocol.

Soms zijn er verschillen in uitvoering van dit protocol en moeten de LRS zich soepel opstellen.

Page 5: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2 Protocol

De LRS melden zich ± 45min voor aanvang van de wedstrijd aan de markeerderstafel (internationaal).

Dat de LRS vroeger in de sporthal aanwezig moeten zijn, is een richtlijn van NSC/LSC.

Page 6: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

3 Plaatsing in de speelruimte

Voor de wedstrijd

Na het protocol en voor aanvang van het spel zal elke lijnrechter (LR) zijn plaats innemen op een hoek van het terrein.

Deze hoeken worden aangeduid met L1, L2, L3 en L4.

Wanneer er slechts 2 LRS zijn, worden hun posities aangeduid met L1 en L2. Deze plaatsen bevinden zich in tegenovergestelde hoeken, rechts van de scheidsrechters.

Page 7: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

3 Plaatsing in de speelruimte

Voor de wedstrijd

De LRS moeten er voor zorgen dat zij allemaal op ongeveer dezelfde afstand van hun respectievelijke hoek staan(± 1,5m). Iedereen moet er voor zorgen deze afstand van 1,5m goed te kunnen inschatten. Zo kan men gemakkelijk en onopvallend zijn plaats innemen.

B.v.: voor L2 en L4 is de verlenging van de aanvalslijn een goede referentie.

Page 8: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

3 Opstelling in de speelruimte

Gedurende de wedstrijd

De 4 LRS staan in de speelruimte op een afstand van± 1,5m van de hoek in het verlengde van de lijn die ze moeten beoordelen.

LR1 rechts van de 1SR. Hij beoordeelt de zijlijn.

LR2 links van de 2SR. Hij beoordeelt de achterlijn en de opslaggever.

LR3 rechts van de 2SR. Hij beoordeelt de zijlijn.

LR4 links van de 1SR. Hij beoordeelt de achterlijn en de opslaggever.

Page 9: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

3 Opstelling in de speelruimte

Gedurende de wedstrijd

Zij behouden hun plaats gedurende de hele wedstrijd.

Als er een 5de LR is aangeduid, is hij « reserve » en, zal hij op de plaats gaan zitten die voor hem voorzien wordt.

In geval er slechts 2 LRS zijn, is de afstand tot de lijnen en de hoek waar zijn staan zeker niet groter dan 1,5m.

In deze situatie wordt er van de LRS een grote functionele mobiliteit verwacht.

Het spel goed lezen en adequaat reageren zijn dus vereisten.

Page 10: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

Publicitietspanelen

Per

s e.

d.

1SRL1

L2L3

L4

Mark.Bank Bank

Jury

Opwarmings-zone

Opwarmings-zone

L5

Page 11: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SR

L1

L2

L3

L4

Page 12: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SR L1

L2

Page 13: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SRL1

L2

L3

L4

3 Plaatsing in de speelruimte

Gedurende de wedstrijd – Tijdens de TO en TTOGedurende de wedstrijd – Tijdens de TO en TTO

De LRS gaan achteruit tot aan de rand van de speelruimte. Dit geeft de kans om enige ontspanning te hebben.Vergeet niet oogcontact met de 1SR te hebben.

Page 14: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

3 Plaatsing in de speelruimte

Gedurende de wedstrijd – Tussen de setsGedurende de wedstrijd – Tussen de sets

De LRS groeperen zich 2 per 2 achter het speelveld en tegen de publiciteitspanelen, om zo de opwarming van de spelers niet te storen.

L2L1

L3L4

Page 15: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

3 Plaatsing

Na de wedstrijdNa de wedstrijd

Internationaal: onmiddellijk naar de wedstrijdtafel.als je na de wedstrijd naar de SRS gaat, zullen zij je

normaal niet wegsturen.

Liga: naar de 1SR en elkaar (incl. ploegen) bedanken

2nd1er

L1 L2L3 L4

Page 16: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

4 Verantwoordelijkheden – Officiële tekst

27. LIJNRECHTERS

27.1 PLAATS

27.2 VERANTWOORDELIJKHEDEN

Page 17: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

4 Verantwoordelijkheden

De LRS werken samen met de 1SR en geven hem informatie over de fouten die onder hun verantwoordelijkheden vallen (regel 27.2).

De 1SR kan de informatie, gegeven door de LR, gebruiken om over een fout te beslissen.

De officiële tekens moeten snel, klaar en duidelijk worden uitgevoerd.

Page 18: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

4 Verantwoordelijkheden

De LRS moeten zich ervan vergewissen dat hun teken(s) werd(en) waargenomen door de 1SR.In geval van twijfel mag hij (1SR) vragen om het teken te herhalen.

Wanneer de 1SR het oordeel van de LR niet volgt en dus anders beslist, mag de LR niet aandringen en moet hij zijn initiële positie terug innemen zonder enige vorm van ontgoocheling of afkeur te laten zien.

Indien 2 LRS verschillende tekens tonen, neemt de 1SR de eindbeslissing.

Page 19: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

5 Officiële tekens

De lijnrechters gebruiken voor hun officiële tekens vlaggen die aan volgende voorwaarden voldoen:

grootte: 40 cm x 40 cmkleur: contrasterend met de vloer

Er zijn 5 officiële tekens voor de LR:

Teken 1 : bal binnenTeken 2 : bal buitenTeken 3 : bal aangeraaktTeken 4 : bal « buiten » of voetfout van een speler

tijdens de opslagTeken 5 : oordeel onmogelijkTeken 6 = geen teken = niet gebruiken (niet doen)

Page 20: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Wanneer de bal het speelveld of de zijlijnen raakt.

Dit teken moet gegeven worden door de LR die de zijlijn beoordeelt die het dichtst gelegen is bij het punt waar de bal de grond raakt.

Als de bal de grond raakt in een hoek, gevormd door zij- en achterlijn van het speelveld, dan wordt het teken gegeven door de lijnrechter die zich het dichtst bij die hoek bevindt.

Bal “BINNEN”

De vlag naar beneden richten

R.8.3; 27.2.1.1

5 Officiële tekens

Page 21: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SR

L1

L2

L3

L4

Page 22: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Wanneer de bal de grond raakt buiten het speelveld.

Dit teken moet uitgevoerd worden door de LR die de lijn beoordeelt die het dichtst gelegen is bij de plaats waar de bal de grond raakt.

Bal “BUITEN”

De vlag verticaal naar boven richten.

5 Officiële tekens

Page 23: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Wanneer de bal het blok raakt of door een speler in verdediging en daarna de grond raakt buiten het speelveld aan dezelfde kant.

Het teken moet uitgevoerd worden door de LR die de lijn beoordeelt die zich het dichtst bij de plaats bevindt waar de bal de grond raakt.

Bal “AANGERAAKT”

De vlag naar boven heffen en de bovenkant van de vlag raken met de handpalm van de vrije hand.

5 Officiële tekens

Page 24: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Als een blokkeerder de bal raakt en die vervolgens op de grond valt buiten het terrein, aan dezelfde kant als het blok, dan moet het teken uitgevoerd worden door de LR die gezien heeft dat de bal geraakt werd.

Bal “AANGERAAKT”

De vlag naar boven heffen en de bovenkant van de vlag raken met de handpalm van de vrije hand.

5 Officiële tekens

Page 25: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

L2

1er L1

L3

L4

1er

L1

L2

L3

L4

L2

Page 26: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SR L1

L2

L3

L4

Page 27: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

4.1. Wanneer de bal buiten de doorgangsruimte door het verticale vlak van het net gaat in de richting van het speelveld van de tegenstrever of de antenne, de kabel, de paal of de witte zijbanden raakt.

Fouten bij de doorgangsruimte

Met de vlag wuiven boven het hoofd en wijzen naar de antenne of de respectievelijke lijn.

5 Officiële tekens

Page 28: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

4.2 Wanneer de bal door het verticale vlak van het net in de richting van de vrije zone van de tegenstrever gaat, volledig of gedeeltelijk in de externe ruimte, en de grond raakt of teruggespeeld wordt door dezelfde ploeg en niet geheel of gedeeltelijk door de buitenste ruimte gaat.

Het teken wordt uitgevoerd door de LR die de zijlijn beoordeelt waar de actie zich afspeelt.

Fouten bij de doorgangsruimte

Met de vlag wuiven boven het hoofd en wijzen naar de antenne of de respectievelijke lijn.

5 Officiële tekens

Page 29: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

5 Officiële tekens

BAL « BUITEN » (Teken 4)BAL « BUITEN » (Teken 4) 2SR

1SR L1

L2

L3

L4

2SR

1SR L1

L2

L4

L3

Page 30: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Wanneer de opslaggever, op het moment van de balaanraking of op het moment van de afstoot voor de sprongopslag, de achterlijn of de vloer buiten opslagzone raakt.

Het teken wordt gegeven door de LR die de achterlijn beoordeelt.

2SR

1SR L1

L2

L3

L4

Voetfout van een speler tijdens de opslag

Met de vlag wuiven boven het hoofd en wijzen naar de respectievelijke lijn.

5 De officiële tekens

Page 31: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Wanneer een speler, met uitzondering van de opslaggever, zich buiten het terrein bevindt op het ogenblik dat de opslaggever de bal raakt.

Het teken wordt uitgevoerd door de LR die de betrokken lijn beoordeelt. Hij moet de lijn aanwijzen.

Voetfout van een speler tijdens de opslag

Met de vlag wuiven boven het hoofd en naar de respectievelijke lijn wijzen.

5 De officiële tekens

Page 32: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Wanneer de LR niet in staat is om een fout te beoordelen.

De LR zal het teken 5 onmiddellijk gebruiken op het ogenblik dat hij zich realiseert dat hij niet in staat is om een beslissing te nemen.

Oordeel onmogelijk

De beide armen en handen heffen en kruisen voor de borst.

5 Officiële tekens

Page 33: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

6 SAMENVATTING TEKENS SR EN LR.

Situatie 1SR LRBal buiten het terrein BUITEN BUITEN

Bal in het terrein BINNEN BINNEN

Bal tegen de antenne BUITEN Vlag zwaaien en antenne aanwijzen

Bal buiten de antenne BUITEN Vlag zwaaien en antenne aanwijzen

Bal raakt een vreemd voorwerp BUITEN Vlag zwaaien en voorwerp aanwijzen

Bal buiten aan dezelfde kant waar de bal werd geraakt door het blok.

GERAAKT GERAAKT

Voet op de achterlijn door de opslaggever

LIJN AANWIJZEN Vlag zwaaien en LIJN aanwijzen

Speler buiten het terrein LIJN AANWIJZEN Vlag zwaaien en LIJN aanwijzen

ELKE SITUATIE FLUITENKIJKENTEKEN

OP HET OGENBLIK VAN DE FOUT MOET HET TEKEN ONMIDDELLIJK GEDAAN EN AANGEHOUDEN WORDEN. DE LR MOET

OOK OOGCONTACT HOUDEN MET DE 1SR.

Page 34: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

7 DE TECHNIEK

In volleybal kunnen we 3 situaties onderscheiden: 1. spelfases2. interval tussen de spelfases 3. spelonderbrekingen.

De onderbrekingen omvatten:

• de intervallen tussen de sets• de TO en TTO • de spelerswissels • de onvoorziene of verlengde onderbrekingen • de vragen van de kapiteins bij de 1SR.

Page 35: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

7 DE TECHNIEK

Gedurende de spelfasesGedurende de spelfases

Dit is uiteraard de belangrijkste periode voor de functie van LR.

De kwaliteit van de LR hangt af van:

de concentratie de mogelijkheid om een directe actie te hebben op het punt

of het onderdeel van het spel de snelle en correcte uitvoering van het officiële teken.

Page 36: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

7 DE TECHNIEK

Vóór het fluitsignaal van de 1SR voor de opslag, zal de LR relatief ontspannen recht staan.

De vlag is tegen het been en het andere been staat lichtjes vooruit.

Vanaf het fluitsignaal zal elke LR een positie innemen die hem de beste mogelijkheid biedt, om alle situaties die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, naar best vermogen te beoordelen:

Page 37: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

7 DE TECHNIEK

de LR die de achterlijn beoordeelt van de opslaggevende ploeg, beoordeelt de correcte uitvoering van de opslag, door de positie van de voeten te controleren

de andere LRS beoordelen de situaties volgens hun verantwoordelijkheden.

De LR moet het spel aandachtig volgen om zo te kunnen anticiperen op de beslissingen die hij zal moeten nemen.

Page 38: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

8 TE VERMIJDEN FOUTEN

• Voor aanvang van de 1ste set niet naar de 1SR kijken. Hij moet in principe contact met je zoeken zodat je kan aangeven dat je klaar bent om je opdracht uit te voeren.

• Verkeerde of slecht uitgevoerde tekens.

• Blijven aandringen wanneer je beslissing wordt gewijzigd.

• Een te familiaire houding met spelers en coaches. Probeer een zekere afstand te houden zonder echter arrogant over te komen.

• Je verantwoordelijkheid niet nemen (= geen teken doen) bij « oordeel onmogelijk » wanneer een bal door spelers wordt « verborgen ». De 1SR ziet liever « oordeel onmogelijk » dan zich te moeten afvragen of je nog wakker en aandachtig bent.

Page 39: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

8 TE VERMIJDEN FOUTEN• Door een te statische houding een speler hinderen bij de

opslag.

• Vergissen tussen « geraakt » en « buiten », want:

Een bal die uit het blok komt en aan de kant van de aanval buiten valt, kan enkel als geraakt aangegeven worden wanneer deze bal nog door een speler van de aanvallende partij wordt geraakt.

Wanneer een bal die uit het blok komt en aan de kant van de aanvallende ploeg buiten valt, kan enkel als out aangegeven worden.

Page 40: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SR

L1

L2

L3

L4

Page 41: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

2SR

1SR

L1

L2

L3

L4

Page 42: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

Ik kijk naar het traject van de bal en het blok

Ik kijk naar het traject van de bal, het blok en dan naar mijn lijn.

A

B

Bal van A naar B

L2

L1

Ik kijk naar het traject van de bal, het blok en dan naar mijn lijn.

L3

L4Ik kijk vooral naar mijn lijn.

Page 43: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

A

B

Bal van B naar A

Ik kijk vooral naar mijn lijn.

L2

Ik kijk naar het traject van de bal, het blok en dan naar mijn lijn.

L1

Ik kijk naar het traject van de bal, het blok en dan naar mijn lijn.

L3

L4Ik kijk naar het traject van de bal en het blok.

Page 44: De lijnrechter Wat moet je kennen? Wat moet je kunnen? Waar kan je het leren? Waar moet je staan? Hoe moet je daar staan? ……

9 Besluit

Laat u niet intimideren.

Indien nodig de 1SR of 2SR inlichten zonder te overdrijven.

Lijnrechter zijn is een zeer belangrijke, niet te onderschatten taak.

Van de 1SR verwacht de commissie dat zij altijd hun LR in bescherming nemen.

Wij wensen jullie veel succes toe.