Het ledenblad van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond … · 2017-09-04 · Bij dalende prijzen ... Ze...

4
GENOEG IS BETER 1 Genoeg is beter Het ledenblad van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond September 2017 Nummer 8 25ste jaargang GENOEG IS BETER 1 In juni dit jaar publiceerde landbouw- econoom Niek Koning zijn boek ‘Food security, Agricultural Policies and Economic Growth’. In twee arti- kelen schetsen wij u de hoofdlijnen van dit boek. Deze maand deel 1 over vrije markten en prijsontwikkeling. Diverse sectorvisies van de laatste jaren schetsen een rooskleurig beeld voor de ak- kerbouw met stijgende vraag naar aardap- pelproducten en het afschaffen van het sui- kerquotum. Koning onderbouwt in zijn boek toekomstverwachtingen door te kijken naar heden, verleden en toekomst van voedselze- kerheid en hoe dat door beleid beïnvloed is. Zo beschrijft hij hoe de toepassing van fos- siele energie voor een omslag zorgde. Vanaf halverwege de 19e eeuw (stoommachines!) is er sprake van een wereldmarkt voor land- bouwproducten. De toevloed van graan uit het eerder onbereikbare Middenwesten van Amerika leidt rond 1880 tot de eerste wereld- wijde landbouwcrisis. De prijzen pieken weer rond het einde van de Eerste Wereldoorlog, om vervolgens na 1920 weer te dalen tot de diepe crisis van begin jaren dertig. Aanbodregulering Een aantal Amerikaanse landbouweconomen be- greep dit falen van de markt. Bij dalende prijzen past het aanbod zich te langzaam aan. Ze von- den uiteindelijk als oplossing: regulering van het aanbod. De Democratische presidentskandidaat Roosevelt nam dat op in zijn verkiezingsprogram- ma. De Democraten kregen daarom voor het eerst ook boerenstemmen en wonnen in 1932 de ver- kiezingen. Vanaf toen gold de New Deal, wat in- hield fors overheidsingrijpen op de kapitaalmarkt, in het bankwezen en op de landbouwmarkten: beperking van het aanbod en voorraadbeheer met als resultaat stabiele prijzen. Je zou kunnen zeggen dat we al een aantal generaties leven met een vrij stabiele bodem, de graanprijs, onder onze zogenaamde ‘vrije producten’. Maar het beleid, wat in Europa en Amerika voor stabiliteit zorgde, is inmiddels afgeschaft. Zijn we dus nu weer terug bij de instabiliteit van vóór de jaren dertig? Volgens Koning voorlopig wel. Op de eerste plaats stelt hij vast, dat de vraag naar landbouw- producten over de jaren een vrij gelijkmatige stij- ging vertoont. Dat geldt niet voor het verloop van het aanbod. Dat hangt af van de mate waarin in de landbouw geïnvesteerd wordt. Het gaat daar- bij om investeringen door de landbouw zelf (drai- nage, bodemvruchtbaarheid en dergelijke) als van buiten de landbouw (veredeling, onderzoek, voorlichting, infrastructuur, ontginning enz.). Het totaal aan investeringen vormt de ‘agrarische ka- pitaalvoorraad’. Koning zet op een rijtje hoe die de afgelopen tijd verlopen is. Agrarische kapitaalvoorraad Vanaf de 80-er jaren van de vorige eeuw is ge- sneden in door overheden gefinancierd onder- zoek, terwijl lage prijzen boereninvesteringen ontmoedigden. De groei van de agrarische ka- pitaalvoorraad vertraagde en in sterke landen was er zelfs een afname. Tegelijkertijd waren de publieke voorraden geleegd. Alles bij elkaar was de buffercapaciteit van de wereldvoedsel- economie verzwakt. Dus toen Amerika en Euro- pa plotseling besloten om biomassa te gaan ge- bruiken voor transportbrandstoffen was het effect des te groter: de ‘voedselcrisis’ van 2007-2008. De prijsstijging van olie en voedsel leidde tot een run op de betrekkelijk goedkope reserves die de wereld nog heeft. De schaliegas-revolutie joeg de productie van fossiele energie op, savanne- en bosgrond in Zuid-Amerika en Zuidoost Azië werd ontgonnen, graangebieden die na de val van de Sovjet-Unie braak lagen werden weer in productie genomen en in de Verenigde Sta- ten en andere, dunbevolkte, gematigde streken gebruikten boeren meer kunstmest. Vanaf 2014 daalden de olieprijzen weer, gevolgd door de prijzen van de belangrijkste landbouwproducten. Daar komt nog een effect bij. Het is algemeen bekend dat stijgende voedsel- en brandstof- prijzen in 2007-2008 bijdroegen aan de revolu- ties en burgeroorlogen in de Arabische landen. De voedselcrisis heeft met name in landen waar de staat een leidende rol in de economie heeft (China, Rusland) overheden aangezet tot inves- teringen in de voedselvoorziening. Dat gevoegd bij het optimisme in de landbouw zelf, wereld- wijd, betekent een enorme boost in de agrari- sche kapitaalvoorraad. De effecten daarvan op het aanbod ijlen lang na. Prognoses De recente prognoses van FAO/OECD (Orga- nisation for Economic Co-operation and Deve- lopment) en eerder het Amerikaanse Ministerie van Landbouw bevestigen dat de komende tien jaar de prijzen van de belangrijkste Amerikaan- se akkerbouwproducten ruim onder de kostprijs liggen. Toch neemt de beteelde oppervlakte nauwelijks af. De kostprijs bestaat ruwweg voor de helft uit vaste en voor de andere helft uit va- riabele kosten. Zolang de opbrengst groter is dan de variabele kosten wordt immers tenmin- ste nog een deel van de vaste kosten vergoed. Conclusie De conclusie is duidelijk: om iets zinnigs te zeg- gen over het prijsverloop op de middellange termijn moet behalve naar het verloop van de vraag ook gekeken worden naar het aanbod. En dat wordt weer bepaald door het schoksgewij- ze verloop van investeringen. De geschiedenis laat zien, dat er een duidelijke golfbeweging is. Voor een stabiele prijs blijven een actieve land- bouwpolitiek en mogelijkheden voor productie- beheersing noodzakelijk! In een volgend artikel de risico’s die Niek Koning ziet voor de toekomstige voedselvoorziening op langere termijn en hoe die te beperken zijn. De Werkgroep ‘Genoeg is Beter’ had al in 1992 contact met de Wageningse landbouweco- noom Niek Koning. Hij leverde de theoretische en cijfermatige onderbouwing voor het plan Genoeg is Beter. Dat contact is gebleven: als vraagbaak voor het bestuur en inleider op bij- eenkomsten heeft Niek aan het werk van de NAV bij gedragen. Oud NAV-voorzitter Joop de Koeijer was één van de sprekers bij het officiële afscheid van Niek Koning van de Wageningen Universiteit. Vrije landbouwmarkten: korte pieken, lange dalen

Transcript of Het ledenblad van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond … · 2017-09-04 · Bij dalende prijzen ... Ze...

GENOEG IS BETER 1

Genoeg is beterHet ledenblad van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond September 2017 Nummer 8 25ste jaargang

GENOEG IS BETER 1

In juni dit jaar publiceerde landbouw-econoom Niek Koning zijn boek ‘Food security, Agricultural Policies and Economic Growth’. In twee arti-kelen schetsen wij u de hoofdlijnen van dit boek. Deze maand deel 1 over vrije markten en prijsontwikkeling.

Diverse sectorvisies van de laatste jaren schetsen een rooskleurig beeld voor de ak-kerbouw met stijgende vraag naar aardap-pelproducten en het afschaffen van het sui-kerquotum. Koning onderbouwt in zijn boek toekomstverwachtingen door te kijken naar heden, verleden en toekomst van voedselze-kerheid en hoe dat door beleid beïnvloed is. Zo beschrijft hij hoe de toepassing van fos-siele energie voor een omslag zorgde. Vanaf halverwege de 19e eeuw (stoommachines!) is er sprake van een wereldmarkt voor land-bouwproducten. De toevloed van graan uit het eerder onbereikbare Middenwesten van Amerika leidt rond 1880 tot de eerste wereld-wijde landbouwcrisis. De prijzen pieken weer rond het einde van de Eerste Wereldoorlog, om vervolgens na 1920 weer te dalen tot de diepe crisis van begin jaren dertig.

AanbodreguleringEen aantal Amerikaanse landbouweconomen be-greep dit falen van de markt. Bij dalende prijzen past het aanbod zich te langzaam aan. Ze von-den uiteindelijk als oplossing: regulering van het aanbod. De Democratische presidentskandidaat Roosevelt nam dat op in zijn verkiezingsprogram-ma. De Democraten kregen daarom voor het eerst ook boerenstemmen en wonnen in 1932 de ver-kiezingen. Vanaf toen gold de New Deal, wat in-hield fors overheidsingrijpen op de kapitaalmarkt, in het bankwezen en op de landbouwmarkten: beperking van het aanbod en voorraadbeheer met als resultaat stabiele prijzen. Je zou kunnen zeggen dat we al een aantal generaties leven met een vrij stabiele bodem, de graanprijs, onder onze zogenaamde ‘vrije producten’. Maar het beleid, wat in Europa en Amerika voor stabiliteit zorgde, is inmiddels afgeschaft. Zijn we dus nu weer terug bij de instabiliteit van vóór de jaren dertig?Volgens Koning voorlopig wel. Op de eerste plaats stelt hij vast, dat de vraag naar landbouw-producten over de jaren een vrij gelijkmatige stij-ging vertoont. Dat geldt niet voor het verloop van

het aanbod. Dat hangt af van de mate waarin in de landbouw geïnvesteerd wordt. Het gaat daar-bij om investeringen door de landbouw zelf (drai-nage, bodemvruchtbaarheid en dergelijke) als van buiten de landbouw (veredeling, onderzoek, voorlichting, infrastructuur, ontginning enz.). Het totaal aan investeringen vormt de ‘agrarische ka-pitaalvoorraad’. Koning zet op een rijtje hoe die de afgelopen tijd verlopen is.

Agrarische kapitaalvoorraadVanaf de 80-er jaren van de vorige eeuw is ge-sneden in door overheden gefi nancierd onder-zoek, terwijl lage prijzen boereninvesteringen ontmoedigden. De groei van de agrarische ka-pitaalvoorraad vertraagde en in sterke landen was er zelfs een afname. Tegelijkertijd waren de publieke voorraden geleegd. Alles bij elkaar was de buffercapaciteit van de wereldvoedsel-economie verzwakt. Dus toen Amerika en Euro-pa plotseling besloten om biomassa te gaan ge-bruiken voor transportbrandstoffen was het effect des te groter: de ‘voedselcrisis’ van 2007-2008. De prijsstijging van olie en voedsel leidde tot een run op de betrekkelijk goedkope reserves die de wereld nog heeft. De schaliegas-revolutie joeg de productie van fossiele energie op, savanne- en bosgrond in Zuid-Amerika en Zuidoost Azië werd ontgonnen, graangebieden die na de val van de Sovjet-Unie braak lagen werden weer in productie genomen en in de Verenigde Sta-ten en andere, dunbevolkte, gematigde streken gebruikten boeren meer kunstmest. Vanaf 2014 daalden de olieprijzen weer, gevolgd door de prijzen van de belangrijkste landbouwproducten.Daar komt nog een effect bij. Het is algemeen bekend dat stijgende voedsel- en brandstof-prijzen in 2007-2008 bijdroegen aan de revolu-ties en burgeroorlogen in de Arabische landen. De voedselcrisis heeft met name in landen waar de staat een leidende rol in de economie heeft (China, Rusland) overheden aangezet tot inves-teringen in de voedselvoorziening. Dat gevoegd bij het optimisme in de landbouw zelf, wereld-wijd, betekent een enorme boost in de agrari-sche kapitaalvoorraad. De effecten daarvan op het aanbod ijlen lang na.

PrognosesDe recente prognoses van FAO/OECD (Orga-nisation for Economic Co-operation and Deve-lopment) en eerder het Amerikaanse Ministerie

van Landbouw bevestigen dat de komende tien jaar de prijzen van de belangrijkste Amerikaan-se akkerbouwproducten ruim onder de kostprijs liggen. Toch neemt de beteelde oppervlakte nauwelijks af. De kostprijs bestaat ruwweg voor de helft uit vaste en voor de andere helft uit va-riabele kosten. Zolang de opbrengst groter is dan de variabele kosten wordt immers tenmin-ste nog een deel van de vaste kosten vergoed.

Conclusie De conclusie is duidelijk: om iets zinnigs te zeg-gen over het prijsverloop op de middellange termijn moet behalve naar het verloop van de vraag ook gekeken worden naar het aanbod. En dat wordt weer bepaald door het schoksgewij-ze verloop van investeringen. De geschiedenis laat zien, dat er een duidelijke golfbeweging is. Voor een stabiele prijs blijven een actieve land-bouwpolitiek en mogelijkheden voor productie-beheersing noodzakelijk!

In een volgend artikel de risico’s die Niek Koning ziet voor de toekomstige voedselvoorziening op langere termijn en hoe die te beperken zijn.

De Werkgroep ‘Genoeg is Beter’ had al in 1992 contact met de Wageningse landbouweco-noom Niek Koning. Hij leverde de theoretische en cijfermatige onderbouwing voor het plan Genoeg is Beter. Dat contact is gebleven: als vraagbaak voor het bestuur en inleider op bij-eenkomsten heeft Niek aan het werk van de NAV bij gedragen.Oud NAV-voorzitter Joop de Koeijer was één van de sprekers bij het officiële afscheid van Niek Koning van de Wageningen Universiteit.

Vrije landbouwmarkten: korte pieken, lange dalen

De aanvankelijke droogte in voorjaar en vroe-ge zomer heeft in juli plaats gemaakt voor een wisselvallige zomer. Deze wisselvalligheid ging in Nederland op de meeste plaatsen gepaard met voldoende neerslag voor een herstel van de

hoofdoogst voor de belangrijke ak-kerbouwgewassen aardappelen en uien. De weerbaar-heid van veel van de moderne ras-sen lijkt daarmee sterk toegenomen. In de landen rond-om Nederland heeft

ofwel de droogte langer stand gehouden ofwel is er regionaal behoorlijk schade door overvloedige neerslag opgetreden zoals in Duitsland. Helaas is met de toenemende neerslag het positieve senti-ment uit de genoemde markten gestroomd. Het is

afwachten of aanbod en vraag op een kostendek-kend evenwicht komen. Dit oogstjaar dreigt toch wel een voorbeeld te worden dat afspraken over productievolume no-dig zijn om een redelijk prijsniveau te bereiken; de situatie in de aardappelmarkt is al genoemd, na-dat er als gevolg van de relatieve krapte in oogst-seizoen 2016 een areaaluitbreiding kwam. Ook in de suiker zien we als gevolg van de opheffing van de quotering een productie-uitbreiding van suiker en zoetstoffen. Een vermindering van het gebruik van geïmporteerde rietsuiker moet hier tot markt- evenwicht leiden…Het slechtste landbouwnieuws kwam afgelopen zomer uit de kippensector waar overmoedig ge-bruik van een niet-toegelaten middel, gevolgd door geblunder van de NVWA tot een anti-ei-hy-pe heeft geleid. Schrijnend hierbij is dat aantoon-baarheid boven schadelijkheid gaat en dat inko-pers in onze exportlanden direct overgaan tot een soort van protectionisme met ‘eigen ei eerst’! Het

is duidelijk een les, dat voor de akkerbouw niet enkel beheerste productie naar de markteisen van belang is, maar ook een vrij verkeer van goe-deren, die voldoen aan alle gestelde normen in een gelijk speelveld.Het is te hopen dat er ook spoedig een eind komt aan de politieke wisselvalligheid in ‘Den Haag’ en dat er nog deze maand een daadkrachtig kabinet komt met een ministerspost voor landbouw! De NAV kan dan weer vol inzetten op de nationale belangenbehartiging om bijvoorbeeld eindelijk de patstelling in de BO-kwestie op te lossen, de las-tenverzwaring in te dammen, het pachtprobleem op te lossen en om al die andere belangrijke kwesties als milieu, bemesting, gewasbescher-ming en klimaat naar werkbare oplossingen te begeleiden. Internationaal gezien koersen we aan op een herijking van onze inzet om met nieuwe coalities de belangen van de Nederlandse akker-bouwer te verdedigen. Teun de Jong

2 GENOEG IS BETER

Van de Voorzitter Wisselvalligheid

De gevolgen van de klimaatverande-ring voor de landbouw en wat de land-bouw kan doen om de opwarming van de aarde te beperken, krijgen steeds meer aandacht. En terecht! Als de aarde werkelijk fors zou opwarmen heeft dat ook voor de productie van ons voedsel ernstige gevolgen. Binnen de NAV is dan ook al enige tijd een werkgroep Klimaat actief, die zowel de ge-volgen voor de akkerbouw in beeld probeert te brengen als wat de rol van de akkerbouw kan zijn om de opwarming van de aarde te beperken.Een van de gevolgen waar akkerbouwers nu al mee te maken hebben is het steeds extre-mer worden van het weer. Er zijn mogelijkhe-den om de gevolgen van te weinig of teveel water het hoofd te bieden. En als de moge-lijkheden bij extreem nat weer tekort schie-ten is er nog de Brede Weersverzekering. De NAV doet er alles aan om dit instrument te vervolmaken, maar er moet ook een structu-rele oplossing komen. Om de opwarming van onze planeet af te remmen moeten we o.a. het gebruik van fos-siele brandstoffen zoveel mogelijk beperken, ook in de akkerbouw. Daarnaast hebben ak-kerbouwers mogelijkheden voor het winnen van hernieuwbare energie uit wind, zon en biomassa. Die mogelijkheden zijn nog lang niet volledig benut.Ook het vastleggen van CO2 in de bodem kan een belangrijke bijdrage zijn om de op-warming te beperken. Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar om de gevolgen van de bedrijfsvoering voor het vastleggen van CO2 in de bodem te berekenen. Alleen leiden deze met dezelfde uitgangspunten tot verschillende uitkomsten. De NAV-werk-groep Klimaat zoekt uit hoe dit komt en hoe

deze verschillen op te lossen zijn. Eén van de klimaatmeetlatten is van oorsprong En-gels en wordt momenteel op aandringen van de NAV in het Nederlands vertaald. Zodra dit klaar is komen wij er op terug. Bij de eerste berekeningen met de klimaatmeetlatten is al wel helder geworden dat het bouwplan, de grondbewerking en groenbemesters grote invloed hebben op de mate waarin CO2 kan worden vastgelegd. Zoveel mogelijk maaige-wassen en groenbemesters in het bouwplan en een niet-kerende grondbewerking pakken heel positief uit. Alleen blijkt uit de jaarlijkse CBS-cijfers, dat de trend in de akkerbouw juist andersom is: de bouwplannen worden steeds intensiever met minder granen en meer aardappelen, uien en suikerbieten. In de plannen omtrent klimaat die tijdens de ka-binetsformatie naar buiten zijn gekomen, is ook een flinke rol voor de landbouw wegge-legd. Het huidige landbouwbeleid van libe-raliseren en globaliseren leidt tot een steeds scherpere wereldwijde concurrentie met als gevolg schaalvergroting en intensivering van de bouwplannen.De voorlopige conclusie van de NAV is dat de akkerbouw een belangrijke rol kan vervullen om de opwarming van de aarde te beperken, maar bij het huidige landbouwbeleid gebeurt het tegenovergestelde.

Klimaatverandering en akkerbouwInmiddels hebben alle provincies eindelijk een goedgekeurd Faunabeheerplan, hetgeen be-strijding van wildschade in alle provincies in principe mogelijk maakt. Maar nu komt er op 16 augustus jl. een nieuw probleem naar voren: het gebruik van lokmiddelen bij de bejaging van soorten die op de landelijke vrijstellingslijst staan, is niet toegestaan. Het gaat om de vol-gende soorten: vos, houtduif, konijn, Canadese gans, kauw en kraai. Deze mogen op grond van de landelijke vrijstellingslijst het hele jaar rond bejaagd worden. Met name houtduif, kauw en kraai kunnen nogal wat schade veroorzaken op in de herfst met granen ingezaaide percelen. Zonder lokmiddelen als plastic kraaien, kauwen en houtduiven kunnen jagers niet effectief op-treden bij wildschade.

In eerste instantie werd gesproken van een ambtelijk ‘foutje’ op het Ministerie van Econo-mische Zaken, omdat staatssecretaris Van Dam mondeling als ook in antwoord op Kamervragen aangaf dat hulpmiddelen niet hoeven te worden gereguleerd. Nu is het toepassen van lokmid-delen bij de bestrijding van schade door de genoemde wildsoorten niet meer toegestaan. Sterker nog, de provincies hebben aangekon-digd te zullen gaan handhaven op dit verbod! Dus van gedogen wat redelijk is bij een ‘foutje’, is geen sprake. Ook is inmiddels bekend ge-worden dat het ‘foutje’ niet op korte termijn kan worden gerepareerd en dat ook nog niet zeker is of het wel gerepareerd gaat worden.

Voor de NAV is dit reden om evenals de jagers-verenigingen bij de landelijke politiek reparatie te bepleiten en bij de provincies openstelling van de schadevergoedingsregeling zolang de reparatie niet is geëffectueerd.

Bestrijding wildschade

De Week van de Friet (30 september tot 8 ok-tober) is op zoek naar boeren die willen mee-werken aan de aardappelrooidag voor kinderen. Interesse? Mail naar [email protected] of bel 040-7200900.

Week van de Friet

GENOEG IS BETER 3

Elke maand laten we onder de titel ‘NAV-er in beeld’ een NAV-lid aan het woord. Deze keer de 79-jarige Piet Smedema uit Kommerzijl, lid van de werkgroep Pootaardappelen en nog actief betrokken bij de NAV o.a. betreffende de problematiek rond de peilverho-ging van het Lauwersmeer. Hij doet nog alle voor-komende werkzaamheden op het bedrijf, dat nu een maatschap is van zijn zoons en zijn 10 jaar jongere broer. Hiernaast geniet hij ook van het oppassen op de kleinkinderen.

Piet Smedema: ‘Zorgen dat ook volgende generatie een toekomst in de akkerbouw heeft’IntroductiePiet Smedema kan gelukkig even tijd vrij maken voor dit interview ondanks de drukte op het bedrijf thuis. Ze zijn druk bezig het stro van het land te halen, nu alle tarwe is geoogst. De tarwe slaan ze zelf op en indien nodig wordt die gedroogd. Hierna verkopen ze vanuit de schuur, als de prijs goed is. In vele delen van het land is de tarweoogst een paar weken geleden al gebeurd. Maar in het noor-den kunnen ze in het voorjaar vaak pas zo’n twee weken later het land op, waardoor de oogst ook twee weken later is. Tevens moet men er hier in het noorden ook rekening mee houden, dat de winter zich eerder kan aankondigen. Piet vertelt: ‘In de Franse tijd moesten alle men-sen een achternaam hebben en zo hebben onze voorouders de naam Smedema aangenomen. We kunnen nagaan uit kerkregisters van rond 1700 dat onze voorouders al hierin voorkomen en boer waren. Na het overlijden van onze vader in 1975 hebben mijn broer en ik het bedrijf overgenomen. Het bedrijf bestond toen uit 40 ha eigen land en 41 ha huurland. In 1975 kwam een buurbedrijf te koop van 47 ha, dat is door de Grondbank gekocht en het land is ons in erfpacht uitgegeven. De gebou-wen hebben wij gekocht. Toen ik 65 werd heb ik mijn deel in het bedrijf aan onze twee zoons over-gedaan en is de erfpacht verlengd. Kort daarna hebben mijn broer en onze zoons het aanbod van de Domeinen om de grond te kopen aangenomen.’

Van consumptie- naar pootaardappelen‘De omschakeling van consumptie- naar poot-aardappelen is geleidelijk gegaan. Toen we al veel pootaardappelen teelden kregen we in 1995 te ma-ken met bruinrot. De Plantenziektekundige Dienst speelde een bedenkelijke rol in het geheel door geen open kaart te spelen, waardoor veel telers on-bedoeld met besmet water beregenden. Daardoor werden veel telers van pootaardappelen gedwon-gen een jaar consumptieaardappelen te telen. Al het pootgoed voor het volgende jaar moest worden aangekocht wat een extra kostenpost betekende. Dit waren moeizame jaren waarin we weer merkten hoe ongelijk verdeeld de consumptiemarkt is. De handel en de frietfabrieken gunnen de producenten

van consumptieaardappelen maar weinig.Ik heb als NAV-lid destijds actief meegeholpen met de oprichting van de POA (nu VTA). Hiervoor ben ik regelmatig in het buitenland geweest om con-tacten te leggen met gelijkgezinde telers. Het was een mooie tijd en ik vond het nodig hier tijd in te steken. De POA was een vloek voor de frietindus-trie en de handel omdat we ze zo konden dwingen tot meer transparantie. Helaas is de machtson-gelijkheid niet verdwenen en zorgen ze er nu nog steeds voor dat het hoge prijsniveau van de con-sumptieaardappelen uit 1975 en 1983 niet meer voorkomt. Dit is ook een van de redenen dat we na die periode weer overgestapt zijn op pootaard-appelen. We vermeerderen via eigen stamselectie. Bovendien heb je met een goed exportproduct een veel vastere basis dan de wisselende markt van de consumptie, die versterkt wordt door de Termijnmarkt. Dat de Termijnmarkt nog steeds als een markt wordt genoemd is in wezen bijzonder omdat het helemaal geen markt meer is.’

Gronddaling en peilverhoging‘In Groningen is het bodemdalingsgebied zo groot en de daling zo sterk dat op veel plaatsen de afwa-tering niet meer voldoende is en voor de toekomst moet worden aangepast. Een groot gedeelte van het bodemdalingsgebied moet afwateren richting het Lauwersmeer waar ze ook nog het peil willen verhogen voor een rietproef. Hier en daar zijn extra gemalen neergezet, die op de boezem het water pompen voor voldoende drooglegging van het achterliggende land. Doordat de gashoudende la-gen in de ondergrond niet overal even dik zijn heb je ook verschil in bodemdaling op kortere afstanden. Er zal vanuit het grote bodemdalingsgebied een af-wateringskanaal moeten komen naar de Wadden of naar Delfzijl om het waterprobleem daar op te lossen. Dan krijgt het gemaal Electra ook een kans om het resterende water in een verkleind gebied af te voeren. Er moet een solide investering voor de toekomst worden gemaakt, omdat anders de generaties na ons veel last zullen krijgen van het water. Jaren hebben de Nederlandse overheid en de oliemaatschappijen geprofi teerd van de inkom-sten uit de gasopbrengsten van de NAM. Als zij

in de toekomst besluiten een sterfhuisconstructie te maken voor de NAM is voor hun het probleem ‘opgelost’. Terwijl ze in de tussentijd in Drenthe een buitenlandse investeerder toestemming willen ge-ven een nieuw gasveld aan te boren..... Er moet binnen de politiek meer aandacht en meer geld ko-men voor het hele gebied wat ze hebben laten zak-ken. Anders komen de volgende generaties er mee te zitten en krijgen die de rekening gepresenteerd.’

De NAV‘We zijn vanaf de oprichting al lid van de NAV en ik heb de opbouw gezien in de afgelopen jaren. Daar waar men in de beginjaren de NAV soms zag als een club mensen die buiten de werkelijkheid stonden, is de NAV uitgegroeid tot een volwaardige, serieuze gesprekspartner. Dit is volgens mij, zonder de ande-re voorzitters te kort te doen, mede te danken aan de huidige voorzitter, die het ook geweldig doet. Het le-denblad zorgt voor voldoende en goede informatie. Het is belangrijk dat er een organisatie als de NAV is, die opkomt voor alle akkerbouwers! Ik vind dat de NAV het goed doet en ik ben blij dat de NAV er is.’

Toekomstvisie ‘De toekomst voor de jonge akkerbouwer hangt af van de randvoorwaarden waaronder de akker-bouw zal kunnen worden bedreven. Het zal afhan-gen van de opbrengstprijzen van de gewassen en het kostenniveau van de toekomst. De ontwikke-lingen kun je b.v. zien aan de grondprijzen en de pachtprijzen. Voor je spaargeld krijg je geen rente en voor de grond 2%. Wat daar achter zit, weet ik niet. Die gestegen grondprijzen worden ook een probleem voor de toekomst, want hoe moet je verder? Het zet soms de familieverhoudingen op scherp en hoe moet je het spul nog fi nancieren. Ik vind het belangrijk dat we gunstige randvoor-waarden proberen te creëren voor de volgende generatie akkerbouwers.’

Bedrijfsgegevens:Grootte: 128 ha Grondsoort: zeeklei, 20-40% afslibbaar Gewassen: tarwe, pootaardappelen, suikerbieten, uien en 5 ha dijk

4 GENOEG IS BETER

De NAV is vanaf de oprichting in 2007 lid van de Europese tak van Via Campesina (ECVC), voor de belangenbehartiging op Europees niveau. De laatste jaren heeft het NAV-bestuur moeite met de gekozen richting van ECVC. In de ALV van 2017 is besloten om dit jaar actief deel te nemen aan ECVC-bijeenkomsten om te zien of we nog op dezelfde lijn zitten en om dan in een volgende ALV te besluiten over het lidmaatschap. De NAV heeft in 2017 deelgenomen aan bijeenkomsten van de werkgroepen Seeds en CAP (GLB) en de General Assembly, o.a. om onze visie op kwe-kersrecht in te brengen. Hier worden alvast een aantal bevindingen weergegeven.

• Welk type landbouw wordt vertegenwoor-digd: De NAV vindt, dat ECVC het professi-onele familiebedrijf moet vertegenwoordigen. Het grootste deel van ECVC ziet de organi-satie meer als een sociale plattelandsbewe-ging met veel steun voor kleine boeren. De Nederlandse akkerbouw wordt veelal gezien als industriële landbouw waar men tegen is.

• Kwekersrecht, nieuwe veredelingstechnieken en ‘seed sovereignty’: De NAV vindt dat het kwekersrecht moet blijven omdat er door dit verdienmodel voor veredelaars juist in Neder-land meer veredelingsbedrijven zijn dan alleen grote multinationals. ECVC is tegen kwekers-recht. De NAV is voor toelating van nieuwe veredelingstechnieken waarbij geen soort-vreemd DNA wordt ingebouwd, wanneer ze grote problemen oplossen (bijv. ziekteresis-tenties). ECVC vindt dat alle technieken an-ders dan klassieke veredeling moeten worden behandeld als genetische modifi catie en dus verboden moeten zijn. Ook heeft de NAV be-zwaar tegen de voorstellen van ECVC om vrije handel in zaden en plantgoed tussen boeren toe te staan, omdat wij vinden dat daarmee te veel fytosanitaire risico’s ontstaan.

• Eiwitgewassen: Recent heeft ECVC de Soy Declaration voor het bevorderen van sojateelt in Europa afgewezen, omdat men het geen geschikt gewas vindt voor ‘small-scale far-mers’. De NAV is juist voor het bevorderen van de teelt van soja en andere eiwitgewassen.

• Inkomen: Overeenkomsten zijn dat NAV en ECVC beiden vinden dat boeren een goed in-komen moeten kunnen verdienen in de markt en dat indien nodig boeren aan productiebheersing

moeten kunnen doen zonder problemen met me-dedingingsregels. Beiden willen dat landbouw buiten de vrijhandelsverdragen wordt gehouden. Wat het GLB betreft: de NAV is voor ‘managed trade’ met een gelijk speelveld binnen Europa. In ECVC is er een verschuiving richting regionale protectie. Er is binnen ECVC nog veel discussie over zaken als een minimum toeslag voor ieder-een die meer dan 25% van zijn inkomen uit zijn bedrijf haalt of toch hectaretoeslagen en over af-toppen van de bedrijfstoeslagen op bijv. €50.000.

Samenvattend ziet het NAV-bestuur een toene-mende kloof tussen de standpunten van ECVC en de NAV. We zien ook binnen ECVC (te) wei-nig ruimte voor onze standpunten. De vraag is of de NAV lid moet blijven van een organisatie, die de bedrijven van veel van onze leden juist beschouwt als een vorm van landbouw waarte-gen moet worden gestreden en die moet wijken voor kleinschalige agro-ecologische of biolo-gische landbouw. Deze vraag wil het bestuur graag nogmaals aan de leden voorleggen op een extra ALV op 30 november a.s. Noteert u alvast de datum, nadere informatie volgt.

We hebben al aardig wat foto’s binnen gekre-gen voor de fotowedstrijd ter gelegenheid van het jubileum volgend jaar, maar we willen er graag nog veel meer ontvangen! Maak dus nu die mooie foto’s van oogsten, loof klap-pen, mest uitrijden. Maar denk ook aan foto’s van een gezellige barbecue, een welverdien-de koffiepauze enz. Alles wat met akkerbouw en akkerbouwers te maken heeft is welkom. Alle informatie kunt u vinden op www.nav.nl. De foto’s kunt u inzenden via [email protected].

NAV en Via Campesina

Voordelig kennismaken met de NAV!Nog geen lid van de enige echte, onafhankelijke en sectorale vakbond van en voor akkerbouwers, de NAV?

Word dan nu lid. Dat is nu heel aantrekkelijk: tot 1 januari 2018 betaalt u € 100,-. Of: u bent al lid maar uw buurman of vriend nog niet? Help de NAV versterken en over-tuig uw collega van het goede en nuttige werk van de NAV. Ook voor uw collega geldt: tot 1 januari 2018 is de contributie € 100,-.

De NAV is puur sectoraal voor het akker-bouwbelang en stelt het inkomen van akker-bouwers centraal. Belangenbehartiging kan plaatsvinden zonder concessies te doen aan andere sectoren. De NAV zet zich in voor faire opbrengstprijzen, dat wil zeggen integrale kostprijs (dus inclusief vergoeding voor eigen arbeid en eigen vermogen) plus ondernemersmarge. De vakbond strijdt voor betere toekomstkansen dan degenen die de akkerbouw willen overleveren aan de grillen van de (wereld)markt. U ziet het: de NAV is uniek. Lid worden kan via het inschrijfformulier.Dit kunt u vinden op www.nav.nl of pak de telefoon (0168 - 329 130).

NederlandseAkkerbouw Vakbond

Pastoor van Kessellaan 14761 BH Zevenbergen

tel 0168 - 329 130fax 0168 - 328 735

e-mail [email protected] www.nav.nl

@NAV_AkkerBouwer

Nederlandse.Akkerbouw.Vakbond

Nederlandse Akkerbouw Vakbond

Contactpersonen

VoorzitterTeun de Jong0518 - 400 081

Regio NoordYtzen Pieter van der Werff06 - 20 40 42 66

Regio NoordoostBerend Jansema0599 - 326 308

Regio FlevolandKeimpe van der Heide0320 - 213 611

Regio Noord-HollandTom Koenraadt06 - 11 47 21 39

Regio Zuid/ZuidwestKees van Dijk0167 - 502 211Het eerstvolgende ledenblad verschijnt op 7 oktober.

En wat deed de NAV nog meer in juli/augustus?• De NAV heeft naar de rechtbank gereageerd op het onderzoeksrapport over de rietproef

Lauwersmeer.• De NAV heeft deelgenomen aan de Expertgroep Landbouw bij het CBS. • De NAV heeft bezwaar gemaakt tegen bepaalde onderdelen van de vergunning aan It Fryske

Gea voor werk in het buitendijks gebied, omdat dit het broeden van ganzen bevordert.

juli en augustus

Denkt u nog aan de fotowedstrijd?

29 september: Werkbezoek van GroenLinks aan NAV-bestuur, De Heen, met aan-sluitend bestuursvergadering

30 november: Extra Algemene Ledenvergade-ring, details volgen

Agenda

Foto voorpagina: Corina Hermus