Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een...

139
‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-van Uildriks, 1904-1909 Marcellus Emants bezorgd door Nop Maas bron Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’. Brieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-van Uildriks, 1904-1909 (ed. Nop Maas). Letterkundig Museum, Den Haag 2000 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/eman001nmaa02_01/colofon.htm © 2007 dbnl / Nop Maas

Transcript of Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een...

Page 1: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

‘Het is me niet mogelik een mening juist tevinden, omdat ze aangenaam is’

Brieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-vanUildriks, 1904-1909

Marcellus Emants

bezorgd door Nop Maas

bronMarcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.

Brieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-van Uildriks, 1904-1909 (ed. Nop Maas).Letterkundig Museum, Den Haag 2000

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/eman001nmaa02_01/colofon.htm

© 2007 dbnl / Nop Maas

Page 2: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

i.s.m.

Page 3: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

II

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 4: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

III

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 5: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

VI

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 6: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

1

Inleiding

Marcellus Emants (1848-1923) heeft in de opstellen en ingezonden brieven die hijschreef nooit misverstand laten bestaan over zijn opvattingen over kunst en leven.Diverse personages in zijn romans en verhalen kunnen beschouwd worden als dragersvan zijn ideeën. Maar hij was géén autobiografisch schrijver. Zijn personages zijnopgebouwd uit aspecten van mensen die hij kende, maar hij geeft geen directeportretten en hij heeft zeker nooit een boek over zichzelf geschreven. Het dichtst bijhemzelf komt waarschijnlijk Karel Satis, de hoofdfiguur van de lange novelle Opzee (1899). Maar - zoals hij in een ingezonden brief in de Nieuwe RotterdamscheCourant van 5 november 1897 opmerkte1 - de feitelijke verschillen tussen de levensvan Marcellus Emants en Karel Satis zijn aanzienlijk.

Voor inlichtingen over Emants' persoonlijke reilen en zeilen zijn we aangewezenop de brieven die van hem zijn overgeleverd. Het spreekt vanzelf bij iemand metzulke uitgesproken ideeën dat ook in zijn correspondentie de opvattingen over levenen kunst een prominente plaats innemen. Het is vaak bij-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 7: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

2

zonder interessant hem in het minder formele kader van een brief te zien toelichtenwat hij vindt. Bijvoorbeeld in zijn correspondentie met de criticus Carel Scharten,met wie hij correspondeert over ‘pathologie in de literatuur’, en in de briefwisselingmet zijn vriend en optimistische tegenpool Frits Smit Kleine.2 Interessantetoelichtingen op zijn denken geeft hij ook in de correspondentie met twee dames:A.G.H.M. Browne-Hartogh Heys van Zouteveen (1869-1962) en E.C.V.E.M. vanNispen tot Sevenaer (1889-1970). In zijn brieven aan hen beantwoordt hij vragen entegenwerpingen met betrekking tot zijn levensbeschouwing. Hij discussieert - maarwijkt geen duimbreedte.3

Naast de correspondentie met de genoemde dames kunnen nu ook de in dezeuitgave gepubliceerde brieven worden geplaatst die Emants in de periode 1904-1909schreef aan Gonne (Hillegonda) Loman-van Uildriks (1863-1921). Wat deze brievenbijzonder maakt, is dat Emants niet alleen schrijft over het doel van het leven en hetdubieuze van alle godsdienst, maar dat hij en passant ook allerlei kleine informatiegeeft over zijn particuliere leven. Van zijn omgang met de kat tot het 's nachts in eenkoud bad ploffen als hij last had van slapeloosheid. Verder doet hij behartenswaardigeuitspraken over Nederland in het algemeen en de ‘fatsoenlijke’ mensen in hun omgangmet de gevallen medemens.

Het verloop van de briefwisseling

Het initiatief voor de briefwisseling - waarvan op enkele kladbrieven na alleen debrieven van Emants bewaard zijn gebleven - ging uit van Gonne Loman-van Uildriks.Zij naderde met enige schroom tot de beroemde en gerespecteerde (maar niet:populaire) prozaschrijver die Emants op dat moment was. Haar respect ging echterniet zover dat ze voldeed aan Emants' op 1 oktober 1906 gedane verzoek om zijnbrieven aan haar te verbranden.

De 56-jarige Emants had in 1904 belangrijke werken op zijn naam staan als Eennagelaten bekentenis (1894), Op zee

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 8: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

3

(1899), Vijftig (1899) en Inwijding (1901). In De Gids was zojuist de roman Waanverschenen. De hoofdpersoon van dat boek was voor een deel geïnspireerd op JennyKühn (1877-1965), de bijna dertig jaar jongere Duitse actrice, met wie hij op 5 juli1904 getrouwd was. Het was zijn derde huwelijk. Emants' hoofdbezigheid wasschrijven; daarnaast reisde hij ieder jaar een paar maanden in het buitenland.

Gonne Loman-van Uildriks was kennelijk uit op literaire contacten in verbandmet haar vertaalwerk. Waarom ze zich nu juist tot Emants wendde, is onduidelijk.Ze correspondeerde overigens ook met Louis Couperus en Frederik van Eeden.4

Reeds in haar derde brief aan Emants moet zij vertrouwelijk geworden zijn en hemhaar ‘levensdrama’ (waarover zometeen nader) verteld hebben. Het is duidelijk datde correspondentie voor een belangrijk deel aan de gang gehouden werd door haarvragen en tegenwerpingen. Je krijgt de indruk dat ze Emants als een soort oude wijzeraadgever beschouwde. Ook de problemen met de opvoeding van haar zoon werdenhem voorgelegd. Een rol heeft misschien ook gespeeld dat Emants een aantal doorhaar ‘zenuwen’ getourmenteerde vrouwen geportretteerd had. Dat kan voor GonneLoman-van Uildriks, die een psychiatrisch verleden had, aantrekkelijk geweest zijn.Van Emants' kant zou een zeker medelijden met deze zoekende ziel een rol gespeeldkunnen hebben. Gonne Loman-van Uildriks bleef steeds wankelen in haarlevensovertuiging. Blijkens haar correspondentie koesterde zij nu eens sympathievoor theosofie, dan weer voor protestant orthodoxie, spiritisme en Christian Science.

Uit niets blijkt dat er ooit een persoonlijke ontmoeting tussen de beidecorrespondenten heeft plaatsgehad. Dat wordt impliciet duidelijk uit een fragmentvan een brief die Gonne van Uildriks op 7 januari 1919 vanuit Den Haag schreef aanhaar zoon en schoondochter: ‘Verbeeld je Zondag aan die Haringkade op dat stillepad langs 't water, kwam ik Emants tegen. Hij keek mij recht in 't gezicht, en ik zageen verandering van herkennen, of iets vragends, “zou ze dat wezen?” hetzelfde zalook wel op mijn gezicht hebben gestaan; hij

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 9: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

4

Familie Van Uildriks. Van links naar rechts: Rudolf Loman, Gonne, moeder van Uildriks, Frederikeen Annie. (Collectie E. ter Braak.)

heeft meerdere portretten van mij gezien, maar ik ben wèl veel veranderd sinds ikmet jou en Ton5 en de poesen voor ons tentje zat in de Hoef. Toch blijft er iets over,dat je denkt “die heb ik meer gezien”. Dan stap je voorbij, en toch weet zoo'n manzóóveel van mij als weinigen, en bij mij liggen nog zijn 25 brieven. Gek.’6

Er komt een einde aan de briefwisseling door toedoen van Jenny Emants-Kühn.Wat zich precies heeft afgespeeld, is niet tot in detail te reconstrueren. Maar uit debrieven van Emants en uit twee conceptbrieven van Gonne Loman-van Uildriksmeen ik het volgende te kunnen opmaken.

Emants gaf zijn vrouw gelegenheid de brieven van Gonne Loman-van Uildriks telezen. Van deze mogelijkheid maakte Jenny Emants spaarzaam gebruik. Maar opeen bepaald moment werd haar argwaan gewekt. Misschien schreef Gonne Loman-vanUildriks vaker dat soort dingen als ‘Ik houd ook veel van u; nu dat weet u al’, zoalsze deed in haar concept-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 10: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

5

brief van 27 augustus 1906. Jenny Emants besloot, zonder haar man daarin te kennen,een bezoek te brengen aan Gonne Loman-van Uildriks. Officieel om eens kennis temaken en eventueel ook met haar vriendschap te sluiten; in werkelijkheidwaarschijnlijk om na te gaan in hoeverre hier een concurrente op het toneel stondmet wie afgerekend moest worden. In dat gesprek zal snel duidelijk geworden zijndat er van een verdergaande persoonlijke relatie tussen Emants en Gonne Loman-vanUildriks geen sprake was. In haar conceptbrieven aan Jenny en Marcellus Emantsliet Gonne Loman-van Uildriks doorschemeren dat ze Jenny's opzet doorzag. Zebeëindigde de correspondentie in februari 1907, omdat zij geen kans meer zag devertrouwelijke toon te handhaven. Eind 1909 nam ze nog eens contact op, maarEmants

Marcellus Emants en zijn vrouw Jenny Emants-Kühn in Zwitserland ca. 1921. (Collectie LetterkundigMuseum.)

gaf toen geen opening meer voor verdere correspondentie. Van haar kant sprongGonne overigens ook niet al te discreet om met de brieven van Emants. Zoon Rudolphciteerde in een brief aan zijn tante Annie met enige ironie ‘“het aanhoudende geblaas,”dat Marcellus “wind noemt”.’7

Het lijkt er op dat Gonne Loman-van Uildriks vaker last had van schipbreuklijdende correspondentie-vriendschappen. In 1919 correspondeerde zij met generaalM.A. Elout (1858-1944). In een brief van 14 mei 1919 aan haar zoon noemt ze devriendschap met hem een ‘zeldzaam gelukkige vervulling’. Hij

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 11: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

6

helpt haar met technische passages in haar vertalingen; zij laat hem de gedichten vanWalt Whitman en de brieven van Goethe lezen. Ongevraagd verklaart ze vervolgensdat de generaal ook haar toegedaan is en dat zij niet méér wenst. Ze zou zijn vrouwgeen moment van verdriet willen bezorgen. Evenmin als ze ooit haar beste vriendinof een zus haar man afhandig zou willen maken. Een paar maanden later was er tocheen breuk: ‘Ik heb nu ook definitief afscheid genomen van de Elouts; ik zag wel in,dat dit moest; het is als het uittrekken van een splinter uit een wonde; maar de napijnis voorloopig nog erg; en de leegte van het afgebroken verkeer grenzenloos groot.’Typerend is ook dat ze, toen ze voor haar vertaalwerk in contact kwam metWereldbibliotheek-directeur Nico van Suchtelen (1878-1949), bezwerend aan haarzoon schreef: ‘O nee, je hoeft niet bang te zijn dat ik weer toenadering zal zoekenmet dezen verwanten geest; ik heb daar nu zoo'n heilig afgrijzen van gekregen, datik mij liefst op den meest zakelijken afstand wensch te houden. Bovendien is de manbijna al te verwant; het is letterlijk een tweelingbroer, voor mijn gevoel, in denkenen voelen.’8

Gonne Loman-van Uildriks

Omdat de briefwisseling tussen Marcellus Emants en Gonne Loman-van Uildrikszo goed als eenzijdig bewaard is gebleven, valt de nadruk sterk op Emants.9 Vandaardat ik in deze inleiding iets uitgebreider inga op zijn correspondente, die voor delezer een geheel onbekende zal zijn.10

Gonne van Uildriks werd op 15 maart 1863 geboren te Groningen. Haar vader,die reeds in 1869 overleed, was gemeentesecretaris van Groningen. Zij was de jongstevan vier meisjes. Haar oudste zus Frederica (Frederike) Johanna (1854-1919) waseerst lerares en woonde later samen met de socialistische politicus en publicist VitusBruinsma (1850-1916). Zij was actief in de vrouwenbeweging. Samen met Bruinsmaen ook afzonderlijk publiceerde zij vele artikelen en boeken

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 12: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

7

over de plantenwereld. Het tweede meisje uit het gezin, Nelena Johanna, leefde maarruim anderhalf jaar (1857-1858). De derde dochter Johanna (Annie) (1859-1913)werd uiteindelijk directrice van de huishouding van het ziekenhuis te Delft.

Blijkens het dagboek dat Frederike van Uildriks van 1877 tot 1910 bijhield,11

bewoog het gezin Van Uildriks zich in de betere Groningse kringen. Maar rijk warenze niet. De meisjes lazen veel. Uit de cahiers waarin ze fragmenten uit hun lectuuroverschreven blijkt dat ze de serieuze literatuur van de dag bijhielden: George Eliot,Felix Dahn, George Ebers, Carel Vosmaer. In een bewaard gebleven cahier vanGonne uit een wat latere periode treffen we gedichten van Verlaine aan, ‘Het liedvan schijn en wezen’ van Frederik van Eeden, ‘Hymnen an die Nacht’ van Novalis,gedichten van Piet Tideman, Jan Veth, A. Roland Holst en P.C. Boutens. Gonne vanUildriks en haar zussen profiteerden van het liberale klimaat dat in de tweede helftvan de negentiende eeuw in Groningen vrouwen in de gelegenheid stelde zichzelfte ontwikkelen.12

In september 1880 ging Gonne in Den Haag bij oom en tante Smidt wonen om demiddelbare opleiding tekenen te volgen. Oom J.H. Smidt (1831-1917) was van 1877tot 1879 minister van justitie geweest. Op 17 oktober 1881 behaalde Gonne de ‘aktevan bekwaamheid voor middelbaar onderwijs handteekenen’. In september 1882werd zij als 19-jarige benoemd tot lerares aan de Gemeentelijke HBS voor meisjeste Groningen. Haar zus Frederike gaf aan deze school al sinds 1878 Nederlands engeschiedenis.

Diverse jongemannen wierven om de hand van Gonne. In juni 1882 wees ze eenaanzoek af van een ingenieur Knuttel uit Den Haag. In 1883 noteerde zus Frederikedat Gonne met Jan Willem Tellegen de derde ingenieur een blauwtje liet lopen. Dezussen gingen veel om met Groningse studenten. In 1884 vierde Gonne triomfenmet haar stukje ‘Dosia’ dat tijdens de lustrumfeesten van het studentencorps werdopgevoerd. De verslaggever van de lustrumfeesten in de GroningscheStudenten-Almanak schreef over de voorstelling van 15 september 1884: ‘Getrokkenuit den roman van Henry Gréville, is “Dosia”

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 13: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

8

vrij wat beter ineengezet dan tooneelstukken van dien aard plegen te zijn, enonderscheidt zich door, zoo al niet diepe, toch juiste karakterteekening en zoovloeiende taal, dat niemand den vreemden oorsprong zou vermoeden.’13 Gonne goldals hèt literaire talent van de familie. Ze maakte de verzen voor Sinterklaas en schreefook nogal wat gedichten voor een vriendenkransje dat zich getooid had met de naamTandem Fit Surculus Arbor (‘eens wordt een stek een boom’, het devies van prinsMaurits). Ze bleef zichzelf ook ontwikkelen. In 1884 studeerde ze druk Grieks enLatijn.

In de kerstvakantie 1884-1885 ging Gonne samen met zus Annie in Amsterdamlogeren bij professor A.D. Loman (1823-1897), hoogleraar theologie aan het LuthersSeminarie en een vooraanstaand muziekhistoricus. Tijdens die bewuste vakantie wasook zoon Rudolf Johannes (1861-1932) uit Londen overgekomen. Deze RudolfLoman was reeds op 13-jarige leeftijd een begaafd orgelspeler.14 Hij was na eenopleiding aan de conservatoria van Leipzig en Keulen in 1883 naar Londen verhuisd,waar hij als pianist en als organist van de ‘Hollandsche kerk’ (Dutch Austin FriarsChurch) in zijn levensonderhoud voorzag. Rudolf Loman, die ook een beroemdschaker was, zou in 1914 nog aan het hoofd komen te staan van de stichtingM.U.S.I.C.A. te Den Haag, in welk stad hij ook een eigen piano-instituut stichtte.

Op 1 april 1885 noteerde Frederike van Uildriks in haar dagboek: ‘Aangenamegedachte: eergister 30 Maart Gon declaratie van Rudolph Loman, die in de Kerstvac.uit Londen thuis was en van wien ze toen al veel begon te houden. Zij hebben opzijn dringend verzoek enkele brieven gewisseld en nu - 't is een overgroot geluk, datzoo iets nu eens bij ons gelukt, zulk een familie en zulk een begaafde jongen en Gonzoo onuitsprekelijk gelukkig.’

Per 1 januari 1887 nam Gonne ontslag als lerares om het huishouden te leren. Hethuwelijk vond plaats op vrijdag 26 augustus 1887: ‘Ru verdient vrij wel genoeg,schitterend nog niet, maar 't geduld tot wachten is er niet’, noteerde Frederike. Enenkele maanden later schreef ze retrospectief dat

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 14: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

9

het huwelijk in de beste orde van stapel liep: ‘noch zij, noch wij hebben ooit redengehad het te betreuren.’ Frederike was wel wat selectief in datgene wat ze opschreef.Op 26 augustus 1920 herinnerde Gonne van Uildriks in een brief aan haar zoon enhaar schoondochter zich wat minder feestelijks: ‘Gisteravond zachtjes loopende tewandelen in de schemering, peinsde ik over den avond, precies 33 jaar geleden, vóórons trouwen, die pijnlijk en zeer onfeestelijk was, door Pap's onwilligheid om eenlevensverzekering te sluiten, tenminste eene zoodanige, waarbij ik méér dan hijtenslotte zou bevoordeeld worden. Ik schaamde mij voor hem tegenover tante Gonne,die voor de partij was overgekomen, en Fré schold Pap erg uit, wàt toch een treurigbegin, geen wonder dat ik met een loodzwaar hart wakker werd op mijn trouwdag.’

Gonne ging met Rudolf naar Londen. Daar werd 2 december 1889 zoon Rudolphgeboren (1889-1956). In Frederikes dagboek worden de wekelijkse brieven vanGonne aan het thuisfront nu eens als ‘verrukkelijk’, dan weer als ‘heerlijk’, dan weerals ‘prettig’ gekarakteriseerd.

Levensdrama

Op 31 mei 1897 registreerde Frederike van Uildriks nog een ‘prettige’ brief uitLonden; op 20 september ontving ze een brief van Gonne ‘met hun gewichtig besluitom uit Londen weg te gaan.’Vanaf 4 november 1897 verbleef Gonne met haarzoontje en zus Annie in Haarlem. Op 29 december 1897 noteerde Frederike: ‘Geenopgewekte berichten uit Haarlem. De familie keurt de scheiding af of betreurt dietenminste zeer.’

Van een echte scheiding tussen Gonne van Uildriks en Rudolf Loman kwam hetnog niet, maar zeker is dat het huwelijk in 1897 werd opgebroken. Rudolf bleef inLonden; Gonne ging met zoon Rudolph naar Haarlem, waar ze, samen met haar zusAnnie, de huishouding bestierde van de dames Kerkhoven, die kennelijk een deelvan het logement Groot Zomerzorg gehuurd hadden. Deze Kerkhovens (familie vande ‘heren van de thee’ van Hella Haasse) waren geparenteerd

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 15: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

10

aan de Lomans.De problemen in het huwelijk dateerden waarschijnlijk al van vroeger. In een

ongedateerde brief aan haar zus Annie - mogelijk uit 189415 - legt ze uit waarom zehaar ervaringen in een literair verhaal vorm gaf: ‘Als jij zegt: hoe is 't mogelijk datmen eigen ondervinding van dezen aard zoo te boek wil stellen, dan moet je maardenken: Zooiets doet men niet tenzij men over de scherpte van 't verdriet al heen is.Dan krystalliseert zich dat als 't ware, en men heeft dan, of liever ik heb dan behoefteom het “künstlerisch zu gestalten”. Zoo gaat het toe. En per slot van rekening wordenzóó alle werkelijk gevoelde situaties in litteratuur geboren, bij Couperus waarschijnlijkeven goed; alleen kijken wij bij hem niet zoo persoonlijk achter de schermen zooalsjij bij mij. -’

Het is heel wel mogelijk dat ze aan Emants later hetzelfde verhaal toezond als datwaarin ze - nogal would-be-literair - aan haar zus verslag deed van de incomptabilitédes humeurs van haar en haar echtgenoot. Wellicht bedoelde ze het als een negatievependant van de wandeling van Cecile van Even en Taco Quaerts in Couperus' Extaze. De tekst luidt als volgt:

De Februariwind blaast niet koud, maar aanhoudend over de groeneglooiingen en paarschbruine kiezelpaden van een park. Weinig liedenkomen daar op den laten namiddag. Toch is er een vreemde bekoring inde omgeving, die bij den vallenden schemer tinten aanneemt als van eenonbestaanbaar droomlandschap. De lucht is bleekgroen, het gras bijnablauw, de paden paarschachtig, de boomen zwart. Als de weloverwogen,juist aangebrachte lijnen van eene wandbeschildering teekende een paarpopulieren hun gevorkte silhouet op de bleeke lucht. Laag over den grondstrijkt de wind en voert geuren aan; zoete, pijnlijk prikkelende stroomenvan geur, die hij schijnt los te woelen uit den hier en daar omgespittenbodem.Loodzware treurigheid gaat uit van boomen, lucht en aarde. Langs deglooiende paden bewegen zich een man en eene vrouw. Zij gaan gearmd;maar niet met den rus-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 16: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

11

tig gelijken tred van een tweetal dat tot één is geworden. Beiden stappenhaastig en gejaagd, als om den ander, zoo het kon, te ontvluchten.Symbolisch is het, dat gearmd gaan uit gewoonte, maar met tegenzin; zijzijn man en vrouw; bittere noodzakelijkheid houdt hen samen.Zij zouden hunne grieven en teleurstellingen wel willen smoren, en ooknu zijn zij niet voornemens de gedachten uit te spreken, die hen vervullenen vervreemden.Maar het troosteloos eenzame, de desolate somberheid van het landschapom hen heen drijven tot uiting.Tegen een vijand zoekt men steun zelfs bij wie geen

Rudolf Loman en Gonne van Uildriks. (Collectie E. ter Braak.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 17: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

12

vriend is, en als een vijand voelen zij de zwarte melancholie, die henbesluipt, en uit de schemering boven hunne hoofden neerdaalt.‘Zie eens,’ zegt de jonge vrouw; - hoe vreemd treurig ziet er alles uit, diegeelgroene lucht, met het kleine sikkeltje van de maan boven dien heuvel.’-‘Ja mooi,’ zegt hij, even opkijkend en stapt dan weer met gebogen hoofdverder. -‘Zie je eigenlijk wel ooit iets om je heen?’ vraagt zij geërgerd; ‘je genietnergens van; je bent letterlijk dood; - dood voor de buitenwereld.’ -‘Als die mij nu geen genot kan verschaffen?’ zegt hij. ‘Ik kan mij daartoeniet opschroeven. Laat mij toch met vrede, en mijn genoegen zoeken opmijn manier.’ -Zij zucht en laat zijn arm los.‘Wat kan het je ook eigenlijk schelen?’ gaat hij voort. - ‘Ik begrijp datniet, die behoefte aan samen genieten. Ik ben altijd liever alleen dan meteen ander; in geluk of ongeluk; absoluut altijd.’ -‘Dus ook liever alleen dan met mij?’ vraagt zij, even het hoofd naar hemomkeerend.Het berouwt haar, zoodra zij de vraag gedaan heeft, die allicht eeneverzachting van de bittere waarheid zal uitlokken; en de waarheid is haartoch het liefst. Maar hij is altijd eerlijk tegenover haar; en ook nu zegt hij,wel met iets zachters in zijn toon; maar toch beslist: ‘Ja, zie je, jij hindertme van alle menschen wel het minst; en als ik met jou loop, is dat bijnazo goed als géén gezelschap; maar eerlijk gezegd ben ik toch 't liefst vanal zonder jou of iemand ter wereld.’Zij zwijgt, en bedwingt de verbittering die zij voelt opkomen bij dit openlijktekortdoen aan hare rechten op tegemoetkoming en sympathie.Het zou haar zeer tegen de borst stuiten zich als âme incomprise16

beschouwd te zien en zij ziet ook niet de minste verdienste in haar behoefteaan mededeeling en samenleven naar den geest. Maar dit onverdiendeafwij-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 18: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

13

zen en voorbij gaan van zijne zijde is grievend en stemt haar zéér bitter.‘Heb je dan niet vooruit geweten’ zegt zij na een poos; ‘dat je zóó wasaangelegd en niet anders? dat je alleen hadt behooren te blijven; omdat jede gave mist je aan iets of iemand te hechten?’ -‘Hoe kon ik dat weten?’ zegt hij heftig. ‘Ik sta er dikwijls zelf verbaasdvan; zóó koud en dood is het binnen in mij. Zie je, ik kan mij soms welverbeelden dat ik iets voel, en vooral verbeelden, dat ik iets sterk begeer,en zoodra ik het dan heb, het begeerde, heeft het alle waarde voor mijverloren. - Veel ondervindingen van dien aard hebben mij sceptischgemaakt en nu komt mijn verbeelding me niet eens meer te hulp. Ik zienu de dingen zooals ze, voor mij dan altijd, zijn; koud en gewoon en ikkan me niet eens meer voorstellen wat het was, dat mij vroeger zoo allerleideed najagen.’ -Hij zwijgt een poos en zij wacht op wat er verder komen zal. Zij zijnblijven staan om adem te scheppen, op den top van een heuvel, bij eenkalen meidoorn waarvan de knoestige stekelmassa huivert in den winddie hierboven feller blaast. -‘Zooals nu met dat ten huwelijk vragen van jou,’ gaat hij, hardop denkend,voort.‘Ik was een jongen, en stelde mij, bij gebrek aan eigen gevoelens, tevreden,met die van anderen over te nemen.Veel jonge menschen zijn zoo. Anderen vroegen een meisje en scheneneen zekere voldoening van trots te vinden in het feit dat zij hen wel genegenwas. Die zelfde voldoening wilde ik mij verschaffen. De reden, dat ik juistjou koos, was eenvoudig deze: dat anderen je eveneens begeerden. Datmaakte in mijn oogen je aantrekkelijkheid uit. Wie zóó geprezen enbewonderd werd, moest begeerenswaard zijn, zoo redeneerde ik. Ik wilmij niet beter voordoen dan ik ben, en ik ben nu toch eenmaal begonnenje de volle waarheid te zeggen. - Het was ijdelheid, bevredigde ijdelheid,het besef dat aan

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 19: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

14

mij boven anderen de voorkeur werd gegeven, wat mij in die dagen instaat stelde, mij ter goeder trouw te verbeelden, dat ik gelukkig was. -Sedert ik jou heb leeren kennen, wier gevoelens altijd echt en je eigenzijn, heb ik met dat namaaksel geen vrede meer; maar nu kan ik dan ookenkel constateeren, dat ik voor mij geen greintje bezit van datgene, watmenschen aan menschen bindt.’ -Zij zijn op den bank onder den meidoorn gaan zitten, in de droeveschemering, die hier op den top van den heuvel wat langer toeft danbeneden in het park, dat reeds in het duister ligt.‘O, wat is dat alles afschuwelijk,’ zegt zij na een poos. - ‘Wat is dat allesver af van wat vrouwen voelen! - Iemand tot vrouw te vragen, omdat zijdoor anderen bewonderd wordt; dus in iets zóó intiems, iets waarin menzóó spontaan moest zijn, je de keus van een ander te laten opdringen. -dat is wel heel laag en klein. -Als de meeste vrouwen hare eigen keuzen volgden, wat zou het dan anderszijn! Want eene echte vrouw zou het zoo van harte onverschillig wezenwat de wereld dacht van den man dien zij had uitverkoren zoolang hij inhare oogen was wat zij wenschte.Ja, zijn waarde zou immers in hare meening dubbel groot zijn naarmatehij minder gaf aan de wereld en meer aan haar! Kan jij daar wel eenigszinsinkomen?’ -Hij bemerkt wel, hoezeer zij hem als vreemd aan haar eigen gevoelens isgaan beschouwen; maar het hindert hem niet. Het is hem bij zijnonpartijdigen aard, die ieder het zijne toewenscht, een voldoening tebemerken, dat er weinig van hem geëischt wordt, waar hij zóó weinig tegeven heeft. De geheime drijfveeren zijner handelingen is hij altijd bereidte zoeken en te ontleden; maar een beroep op gevoelsmotieven doet hempijnlijk aan; zooals een misvormd lichaamsdeel iemand gevoelig zoumaken voor eene toespeling op zijn gebrek.‘Zeker kan ik daar wel inkomen’ zegt hij. - ‘Ik ben blij

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 20: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

15

te merken, dat je ten minste in 't algemeen kunt spreken, en mij nietpersoonlijk kwalijk neemt, wat in mijn aard en aanleg gegrond is, en ikniet veranderen kan. Ik had beter gedaan, alleen te blijven; - ik ben zelfwel niet ongelukkig, maar gelukkig maak ik jou evenmin; - misschien hettegendeel...’Hij kan haar gezicht niet onderscheiden, maar aan hare ademhaling hoorthij, dat zij schreit. En zelfs nu terwijl zijn verstand beseft, dat zij verdrietheeft en de reden van dat verdriet volkomen billijkt, voelt hij, hoewel hijhaar zeer genegen is, niets van dat medelijden, dat anderen tot eenliefkozend of beschermend gebaar zou bewegen; zelfs tegenover wie henminder na stond. Hij zwijgt en wacht tot hare uitbarsting van smart isbedaard. -‘Ja,’ zegt hij met nadruk; ‘ik maak je ongelukkig, en ik zou je graagvrijlaten als dat kon; maar het kan niet om ons kind en om zooveel meer.Dat besef je evengoed als ik. Het eenige, wat ik van je eisch, is, dat je mestil mijn gang laat gaan. Onze wegen loopen uiteen. Je bewondering voorveel dingen die mij koel laten, je enthousiasme, dat ik niet kan deelen, datalles staat tusschen ons.Het moet je wel zijn, alsof je aan een lijk gebonden bent, en in zekerenzin is dat ook zoo. Wat mij den schijn van leven gaf, die ook jou heeftbedrogen, was die faculteit van gevoelens te kunnen ontleden, waar hetgevoel was uitgedoofd. Jij behoort, niet in jaren, maar naar den geest, toteen ouder, voller, frisscher geslacht dan ik, en ik geloof dat je beter bent.Toch wil ik niemand kwaad en wensch enkel met rust, met rust gelaten teworden. Begrijp je dat?’ -‘Ja,’ zegt zij geresigneerd. ‘Voor zoover ik kan, ten minste. Er gaat veelin mij om, terwijl je spreekt, en ik weet nu wèl, dat elke inwendige bandtusschen ons verbroken is. Maar ik dank je voor je oprechtheid en ik zalje er geen kwaad hart om toedragen; zooals ik mag gelooven, dat jij hetook mij niet zult doen?’ -

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 21: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

16

Gonne van Uildriks met haar zoontje Rudolph. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 22: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

17

Hij schudt stil van neen. Dan dalen zij in het duister droef zwijgend hetpad langs den heuvel af naar hun tehuis. -

Rudolf Loman schiet tekort, maar stelt wel zijn eisen. In de man-vrouw-verhoudingwas duidelijk hoe de macht - ook juridisch - verdeeld was. In de zelfanalyse vanRudolf Loman klinkt door wat vele romanpersonages in het fin de siècle verzuchtten:ze zijn te laat geboren uit een geslacht dat versleten is in een samenleving die ophaar eind loopt. Maar misschien was dit ook maar een pose. In de reeds eerdergeciteerde brief van 6 augustus 1920 aan haar zoon en schoondochter karakteriseertGonne haar echtgenoot als ‘merkwaardig loos17, niet voor niets een schaker, eenexpert in 't ontwijken en glad als een aal, ook door geen moreele bedenkingengebonden.’

Op 1 juni 1898 noteerde zus Frederike in haar dagboek: ‘Allernaarst bericht overGonne, die zoo gedrukt is en aan zenuwafmatting lijdt op 1 Juni ontvangen, dat wasde eenige verjaarbrief. Een paar maal schreef ik haar al; de betrekking bij de damesKerkhoven is toch op den duur blijkbaar niet voor haar beiden geschikt. Hoe of hetmoet, wij weten het niet; hebben haar aangeboden hier te komen. Zij weifelen erg.Gon schrijft innig naar en somber.’

Gonne kwam onder behandeling van diverse doktoren, onder wie de hoogleraarpsychiatrie C. Winkler (1855-1941). In eerste instantie werd besloten dat ze met eenpleegzuster naar Baarn zou gaan en dat ze lauwe baden zou krijgen. Omdat Baarnte druk was, werden kamers in Lochem genomen. Inmiddels was ook echtgenootRudolf Loman ingeschakeld. De overtocht naar Lochem ging niet door, omdat depatiënte zich verzette en niets zei. Volgens Frederike leed ‘het arme kind’ geducht‘van die wilsverlamming en afgrijselijke machteloosheid’. Vervolgens werd zijopgenomen in de Lutherse ziekeninrichting te Amsterdam. Zus Annie ontfermdezich over zoon Rudolph, die in Amsterdam naar school werd gestuurd. In deze periodegroeide ook de vriend-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 23: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

18

schap tussen zoon Rudolph en de architect H.P. Berlage, die verre familie was.Rudolph tekende bij Berlage en ging met hem fietsen.18 Maandenlang bleef GonneLoman-van Uildriks in een indolente toestand, met soms onrustige buiten.

De verhoudingen tussen de zussen Van Uildriks onderling waren niet al te nauw.Met name lijkt er afstand te bestaan tussen Frederike enerzijds en Annie en Gonneanderzijds, wellicht omdat Frederike als ongehuwd samenwonende geen gezelschapwas waarmee je omging. Zo zou Frederike pas een jaar na de beëindiging ervanhoren van Gonnes correspondentie met Emants.19 En pas op 31 juli 1899 kreegFrederike het bericht dat Gonne per 1 juli naar de inrichting Veldwijk te Ermelovervoerd was: ‘helaas, blijkt het wel krankzinnigheid te zijn. Wij willen er niet teveel aan denken.’

Uit de laatste maanden van haar ziekteperiode is een aantal brieven van Gonneovergeleverd aan een vriendin, van wie we alleen de voornaam Nic weten.20 Dezebrieven geven een indruk van haar toestand. Zo vertelt ze op 27 februari 1900 datze gedacht had dat haar zoontje vermoord was en toen hij op bezoek kwam, versleetze hem voor een jongen uit Bussum die ze jaren geleden ontmoet had. Ze noemt zichop dat moment helemaal helder, maar denkt dat iedereen haar voorliegt, en ze vulthaar dagen met het schrijven van preken die ze wil verkopen aan moderne dominees.Over de laatste dagen in Haarlem vertelt ze dat de postdirecteur een heel pakketbrieven voor haar achterhield en dat ze zo dof en vreselijk moe was. Haar zus Annieneemt ze kwalijk dat ze haar daar niet tijdig weg heeft gehaald. Haar versie van degebeurtenissen is als volgt:

Annie dwong mij door haar weigeren om van de tantes K[erkhoven] wegte gaan, om Ru [haar echtgenoot] er in te halen. Ru maakt ieder gek, diemet hem te doen heeft; en mij in twee dagen heelemaal stapel. To21 woumij toen graag kwijt wezen; en liet mij toen met die duivelin, dat menschMarsais [een verpleegster, NM] naar Baarn trekken. Dat mensch, daarzijn geen woorden voor te vinden; die zal nu wel ontslagen zijn. Ze haaldezoomaar

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 24: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

19

een vreemde dokter, een gemeene ploert van een kerel en liet die maarzoo bij mij binnen. Ik kon toen geen brief schrijven zelfs en niet praten,en ik dacht er haast niet aan dat Tu [haar zoontje, NM] bestond. Toen hadik dat gevoel, dat ieder heeft, die gek is, dat men elk ander mensch metzulke vreemde oogen aanziet, als heel andere wezens. Dat is een vreeslijkgevoel; en dat maakt slechte menschen als ze gek zijn, zoo jaloersch; ikwerd er alleen maar treurig van. [...] Toen van uit Baarn kwam mijnschoonbroer Jan22 mij (zeker op Annie's verzoek, hoe kreeg dat monster't gedaan?) weghalen. Dat wijf Marsais maakte hem zeker met diegriezelige oogen net zoo bang als mij; en ik had het gevoel, als dat menschmaar eerst weg is, dan ben ik al dankbaar. Zij sjouwde mij die trap van deinrichting op, en bracht mij in een hokje van een kamer en in bed. Toenben ik zeker buiten kennis geraakt. Ik heb daar droomen gehad, zóó vangriezeligheid; jij was er vreeselijk doorheen gemengd, ook dat jij op eentafeltje in een hoek zat, en iets van een bisschop, en een soldaat, eenkinderspeelgoedsoldaat, die onder een tafel stond en dat jij gestikt werdin een holle kanapé een soort doodkist, en die kanapé was van Ds.Mosselmans.23 Als ik daarover begin loopt mijn hoofd compleet om, watdáár al niet in mijn hoofd is geweest. Fré had er ook wat mee te maken.Ik heb er ook vreeselijke pijn gehad. En ik dacht dat mijn hart in mijn rugsloeg. Ik herinner mij wel dat ik er in bed heb gedaan, en dat had ook weermet Fré te maken. Ik dacht dan: dat mensch, dat bij mij slaapt, daar zit Fréin, en die wil, dat ik in bed doe. Verbeeld je toch zoowat, - [...] Als Dr.Delprat24 daar kwam kijken, ging hij vaak maar gauw weer weg; ik schreidedan ook zoo, want ik had dat gevoel: Tu wordt vermoord, en ik durf erniet uit. Hij schreide soms zelf ook. Maar twee van die griezelige zustersdaar zetten mij maar zoo op eens in een rijtuig en brachten mij naar detrein. Ik zei tegen dat eene mensch: 't is op uw verantwoording. Ik wistniet of ze mij

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 25: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

20

Rudolph Loman als kleuter. (Collectie Loman.)

naar Baarn of naar Groningen of waarheen dan ook zouden brengen. Toenstapten wij hier af, en ik was zóó angstig. Maar toen zegt Dr. van Dale:25

ik heb een brief van uw zuster gehad, juffrouw van Uildriks. - Hoe vindtje dat van Annie? Hoe kon zij dat doen? Als zij niet van te voren iets vanhem wist? En hoe durfde ze; en waarom zou ik hier gebracht worden?Nou, toen keek ik zeker heel verbaasd, en probeerde te vertellen dat erzulke vreeselijke dingen waren gebeurd in Amsterdam. En toen zei dokter:Ik wil u ontvangen Mevrouw. - Toen brachten die twee wezens mij in eenkamer en lieten mij daar achter. En die eerste indruk, Nic! Ik zag er zelfheel gek uit, want ik was zoowat tweemaal zoo dik als nou; en van mijntanden viel toen veel meer op; maar die andere menschen! Alles had dejapon los, en een oude juffrouw stond altoos maar door met opgetilderokken, en kleedde zich in de veranda uit; zeker wel zeventig was datmensch. Die is 's nachts bij mij in bed gevlogen; en toen ging ik maar stilin haar bed. Eerst sliep ik daar in een kamer waar 's nachts aldoor lichtbrandde, hoog op. [...] Sommige van die menschen vlogen mij aan; éénJuffrouw Keibert, was ik doodsbenauwd voor. Dat mensch brulde en gierdeen sleepte met de haren in 't zand en trok een jong poesje voor mijn oogende pooten

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 26: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

21

bijna uit, en als ik dan zei: God, mensch, dat beest schreit van de pijn; danzei ze, Ja, God! en dan kneep ze 't nog veel harder. En nog een meisje woumij de tanden uit de mond grissen, en gooide mij op de grond, en eensmerig wicht dat aldoor op de grond spuugde, gooide de heele tafel metde etensschaaltjes over mij heen, probeerde 't ten minste, ik kreeg een glasbier in mijn schoot. Dat was zoo'n être en zat mij aldoor met een spotachtigopgetrokken neus aan te kijken. - Ik kreeg daar toen toch wat meer pleizieraan allerlei; zóó begon ik dan ook weer te teekenen; en toen te lezen. Toensliep ik dan in een andere kamer in donker, gelukkig, met drie anderen[...] En Dokter is erg nuver,26 en als ik nou uiterlijk niet zoo bedorven was,dan zou ik wel 'k weet niet wat met hem aangedurfd hebben. 'k Weet nogniet precies of de man werkelijk getrouwd is; misschien is hij dan zóóongelukkig getrouwd, dat hij zich daarom als ongetrouwd beschouwt? Ikweet 't ook niet. Hij is dan wel, als hij getrouwd is, soms wat te vriendelijk,en soms weer zóó kwaad, dat men niet weet wat men er aan heeft. Maarnuver is hij. [...].

Rudolph Loman op 7-jarige leeftijd in 1895. (Collectie Loman.)

Rudolph Loman op 13-jarige leeftijd in 1901. (Collectie Loman.)

Wat Gonne als de oorzaak beschouwde van haar ziekte, is niet helemaal duidelijk.Het ligt voor de hand te denken aan haar mislukte huwelijk, maar dat zou dan tocheen verlate reactie zijn. In Gonnes optiek heeft zus Annie een kwalijke rol gespeeld.Dat blijkt uit een brief die Gonne op 11 maart 1900 vanuit ‘Pension Rustoord’ inVeldwijk schreef aan vriendin Nic:

Ik kan niet weer met Annie samenwonen, Nic, hoe is 't toch mogelijk invredesnaam, dat je daar aldoor op tam-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 27: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

22

boert, ik heb nooit veel van haar gehouden; 't was uit goedheid dat ik altoosgoed van haar sprak, maar ik vond haar in mijn hart zoowat het naarstemensch dat ooit bestaan heeft. Nou wil ik haar wel machinaal vergeven;maar wat drommel, als ik vind, dat zij een verkeerde invloed op Tuutjeheeft, dan moet ik dat beoordeelen; 't is dan toch mijn kind, ze heeft geloofik mijn kast ook al gestolen, (want dat noem ik stelen,) maar wat hoeftdat? Waarom zou ik moeten samenwonen met een mensch dat ik naar vinden dat mij al mijn ongeluk bezorgd heeft. Heb jij ook alle natuurlijk gevoelvan verontwaardiging verloren? Weet je nou nòg niet, dat ik op 1 Mei zei,in 1898, ik kan niet meer; 'k word gek! - En dat ik dien heelen winter haargesmeekt had van de tantes weg te gaan? Weet je 't dan nou? Word jij daarniet kwaad om? 't Schepsel mag om mij alles hebben wat ze wil en al haargeld oppotten; als ik Tuutje maar krijg, en dan wil ik wel schoonmaakstervoor hem worden of tuinen in orde houden; want dat doe ik hier heerlijk.

Gonne verwijt zus Annie dat deze door ‘schuldige zorgeloosheid’ niet heeft ingezienhoe ernstig de ziekte was die haar bedreigde. Annie is er de schuld van dat Gonneen haar zoon twee ‘kostbare jaren’ verloren hebben. Annie daarentegen is van oordeeldat voor Gonnes ziekte niemand verantwoordelijkheid draagt.27

Uiteindelijk bleek de behandeling in Veldwijk resultaat te hebben. Op 1 juni 1900noteerde Frederike in haar dagboek dat de patiënte vooruit ging. Op 14 augustuswerd ze door haar echtgenoot uit Ermelo opgehaald. Ze woonde vervolgens inAmsterdam, tot ze in 1902 naar Egmond verhuisde.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 28: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

23

Vertaalster

Toen Rudolf en Gonne Loman in 1897 besloten uit elkaar te gaan, werd waarschijnlijkovereen gekomen dat hij in het levensonderhoud van haar en hun zoon zou bijdragen.Uit de brieven van Emants blijkt, dat Rudolf Loman nog geregeld over de vloerkwam bij vrouw en zoon. Gonne Loman-van Uildriks hing zeer aan haar zoon en zeliet haar woonplaats bepalen door de plaatsen waar hij zijn opleiding genoot. Na deHBS in Alkmaar ging Rudolph Loman jr. studeren in Delft. Zijn moeder liet daaromeen huis bouwen in Loosduinen. Toen bleek dat het heen en weer reizen voor haarzoon te omslachtig was, besloot ze het rustige Loosduinen te verruilen voor Delft.Zoon Rudolph zou later hoofdingenieur bij Rijkswaterstaat worden.28 GonneLoman-van Uildriks hield van het buitenleven, hetgeen wellicht ook gestimuleerdwerd door de toenemende doofheid waaraan ze leed.

Om onafhankelijk te worden van haar man ging Gonne vertaalwerk doen. In detwee eerste decennia van de twintigste eeuw had ze een behoorlijk grote productie.Ze vertaalde uit het Engels, het Duits en het Frans werken van onder anderen H.G.Wells, R.L. Stevenson, Ludwig Anzengruber, John Ruskin, Edgar Allan Poe, HenriBarbusse, John Galsworthy, Arnold Bennett, Curwood, Alexandre Dumas, LaurenceHousman, Michael Seidler, Hugh Walpole en Jane Austen. Waarschijnlijk zijn vóór1906 ook vertalingen van haar hand verschenen waarbij haar naam niet op detitelpagina werd vermeld. Ze vertaalde ook toneel voor Willem Roijaards en wistvertalingen te verkopen aan kranten.

In de jaren tien hielp Gonne haar zus Frederike met journalistiek werk voor hetbijvoegsel van De Aarde en haar Volken . Tijdens ziekteperiodes van Frederike namze zelfs de hele verzorging daarvan op zich, waarbij ze ook zoon en schoondochterinschakelde. Gonne beurde de helft van wat Frederike zelf aan honorarium kreeg,hetgeen op den duur natuurlijk scheve ogen gaf. Overigens verschenen van GonneLoman-van Uildriks ook twee eigen kinderwerkjes in druk:

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 29: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

24

Gonne van Uildriks aan het begin van de jaren negentig. (Collectie Loman.)

in 1905 Zondagmorgen en in 1921 Wat onze kleinen gaarne zien en hooren . In 1914werd het dramatisch gedicht Agnete van Gonne van Uildriks, op muziek van JuliusRöntgen, enkele malen opgevoerd.

In 1907 stemde Gonne toe in de scheiding van haar man, die opnieuw wenste tetrouwen;29 de scheiding werd uitgesproken op 18 september 1907. Ze publiceerdedaarna haar vertalingen onder de naam G. van Uildriks. Waarschijnlijk in 1908verhuisde ze naar Rinnegom bij Egmond-Binnen. De angst voor terugval in haaroude ziekte, die ook in haar correspondentie met Emants enkele malen aan de ordekwam,30 werd uiteindelijk bewaarheid. Aan het eind van haar leven - op 9 juli 1921- kwam ze weer in Veldwijk terecht. Daar overleed ze op 28 juli 1921. Debehandelende geneesheer noteerde ‘bronchopneumonie’ als doodsoorzaak.31

Eindnoten:

1 De brief is opgenomen in mijn nawoord bij de uitgave van Marcellus Emants' Een nagelaten

bekentenis , Amsterdam 19973, p. 250-251.2 De Brieven aan Frits Smit Kleine werden in 1962 door Pierre H. Dubois uitgegeven als eerste

deel van de reeks Achter het Boek. Een herdruk verscheen in 1982.3 Zie voor een uitgebreide selectie uit de brieven van Emants: Marcellus Emants, Voor mij blijft

het leven een krankzinnigheid. Een portret in brieven (ed. Nop Maas), Amsterdam-Antwerpen1995.

4 Dat ze met Couperus correspondeerde, blijkt uit de brief die Emants haar stuurde op 5 oktober1904. Haar contact met Van Eeden is gedocumenteerd in: Jan Fontijn, Tweespalt, Het levenvan Frederik van Eeden tot 1901 , Amsterdam 1990, p. 206.

5 De hond. (Vgl. Emants' brief van 29 januari 1907.)6 Deze brief berust in de collectie van E.R. ter Braak te Vroomshoop. De andere in deze inleiding

geciteerde brieven van Gonne Loman-van Uildriks aan haar zoon en schoondochter berustenin de collectie van W.J.P.A. Loman te Arnhem.

7 Brief van 13 augustus 1907.8 Brief van 11 november 1917 aan Rudolph Loman en echtgenote.9 Zie over Emants: Pierre H. Dubois, Marcellus Emants. Een schrijversleven , 's Gravenhage

19802; Ton Anbeek, Over de romanschrijver Emants , Amsterdam 1981; en Nop Maas, MarcellusEmants' opvattingen over kunst en leven in de periode 1869-1877 , Arnhem 1988.

10 Veel van de informatie werd mij verstrekt door de heer E. ter Braak uit Vroomshoop. Hij bezitook het veelvuldig te citeren dagboek van Frederike van Uildriks. (Zie met betrekking tot ditdagboek ook: Mineke Bosch en Eddy ter Braak, ‘Dagboek van een “vrij huwelijk”. Fredericavan Uildriks en Vitus Bruinsma’, Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 18 (1998), p. 117-140.

11 Dit dagboek berust in de collectie van E.R. ter Braak te Vroomshoop.12 Zie Inge Elisabeth de Wilde, Nieuwe deelgenoten in de wetenschap. Vrouwelijke studenten en

docenten aan de Rijksuniversiteit Groningen 1871-1919 , Amsterdam 1998.13 Groningsche Studenten-Almanak 57 (1885), p. 205.14 Gegevens ontleend aan G. Keller en Philp Kruseman, Geïllustreerd muzieklexicon ,

's-Gravenhage 1932, en aan Nederland's Patriciaat .

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 30: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

15 De tekst is gevat in een kartonnen omslag, geadresseerd aan Annie, met het poststempel 22maart 1894. Maar het formaat van het omslag is kleiner dan dat van de velletjes van het verhaal.

16 D.i.: onbegrepen ziel.17 D.i.: slim.18 Blijkens de brieven van Gonne Loman-van Uildriks aan vriendin Nic (een ongedateerde brief

van circa april 1900 en een van 4 juni 1900).19 Ze noteerde op 7 december 1907 in haar dagboek: ‘Brief van Gon over correspondentie met

Emants hield mij uit de slaap. Gelukkig dat er een eind aan is.’ Waarom zij zich zulke zorgenmaakte over een reeds beëindigde correspondentie is onduidelijk.

20 Deze brieven berusten in de collectie van E.R. ter Braak te Vroomshoop.21 Waarschijnlijk Catharina Maria Loman (1866-1951), een zus van echtgenoot Rudolf.22 Jan Cornelis Christiaan Loman (1856-1929).23 B.C.J. Mosselmans (1830-1911), in Groningen een huisvriend van de familie Van Uildriks.24 Constant Charles Delprat (1854-1934) kreeg zijn opleiding o.a. bij de beroemde psychiater

Charcot te Parijs voordat hij zijn praktijk in Amsterdam startte.25 J.H.A. van Dale (1863-1949), zoon van de beroemde woordenboekenmaker, was zo'n 35 jaar

als psychiater werkzaam in Veldwijk.26 D.i.: aardig.27 Geciteerd in een brief van Gonne aan vriendin Nic van 29 april 1900.28 Hij publiceerde in 1929 op zijn vakgebied De analyse van verhard beton . In 1926 verscheen

van hem de studie Walt Whitman, een ‘Kosmos’ dichter van komende tijden . In 1936 liet hijeen rijmprent drukken bij gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de architekt H.P. Berlage,met wie hij bevriend was.

29 Rudolph Loman hertrouwde op 19 december 1907 met de zangeres Edith Elischer. Nadat hijin augustus 1916 van haar gescheiden was, trouwde hij voor de derde maal met Emma van derSchaaff.

30 Ook in haar brieven aan zoon en schoondochter uit de periode 1915-1919 is regelmatig sprakevan de zenuwen die haar de baas worden. Op 14 juni 1918 schrijft ze bijvoorbeeld dat eenaanstaand bezoek van een tante haar ‘zenuwspanning’ van minuut tot minuut deed toenemenen dat ze de nacht tevoren niet sliep en alsmaar lag te denken ‘o,o, de zegening van doodwezen,dan kan dit je niet meer plagen ten minste’.

31 Blijkens het patiëntenboek in het historisch archief van Psychiatrisch Ziekenhuis Veldwijk teErmelo.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 31: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

27

Brieven

1 14 September 19041

Marcellus Emants aan Gonne van Uildrik

14 Sept. 1904 den Haag

Geachte Mevrouw,Zeer aangenaam was 't mij te mogen lezen, dat Inwijding2 u had bevallen. Menigeen

wordt afgeschrikt door de omvang van dit werk. Voor uw vertalingen,3 die ikvermoedelik mag behouden zeg ik u hartelik dank.

Wat nu ander vertaalwerk aangaat, komt het mij voor, dat u de verkeerde weginslaat. Andere vertalers of vertaalsters kiezen een werk uit en vragen aan de schrijververlof dit te mogen overbrengen in een andere taal. Daarna trachten zij voor hunarbeid een uitgever te vinden, die hun een honorarium uitkeert.

Toch ben ik bereid in de volgende week uw naam te noemen aan mijn uitgeverWarendorf te Amsterdam.4 Ik ga dan de afzonderlike uitgaaf van mijn verhalen‘Waan’ (Gids) en ‘Een

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 32: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

28

kind’ (XXe eeuw)5 met hem bespreken.Of u echter daarop iets van hem zal horen durf ik niet beloven.Hoogachtend teken ik:Marc. Emants

Het huis van Gonne van Uildriks in Egmond aan de Hoef. (Collectie Loman.)

Eindnoten:

1 Enveloppe ontbreekt.2 Emants' roman Inwijding was in 1901 verschenen.3 Het is onduidelijk om welke vertalingen het hier gaat.4 Simon Warendorf (1861-1918) was mededirecteur van uitgeverij Van Holkema en Warendorf.

Vanaf 1902 tot aan zijn dood liet Emants het merendeel van zijn werk verschijnen bij dezeuitgeverij.

5 Waan was verschenen in De Gids 68 (1904), dl. I, p. 1-50 en p. 213-270; het verscheen in 1905in boekvorm. Een kind was verschenen in De XXste Eeuw 9 (1903) 11 (november), p. 143-188;in 1905 verscheen een afzonderlijke uitgave als deel IV in de reeks Hollandsche Novellen vanDrukkerij en Uitgevers Mij. ‘Voorburg’.

2 5 Oktober 19046

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 5 Okt. 1904

Geachte Mevrouw,Met de heer Warendorf (Firma van Holkema en Warendorf) heb ik over vertaalwerk

voor u gesproken. Voor het ogenblik heeft hij niets; maar hij heeft uw naam en adresopgetekend en zal bij gelegenheid aan u denken.

Wat de spellingkwestie aangaat zend ik u een brosjure toe,7 waarbij ook uw schetsenteruggaan.

Ik ben geen beoordelaar van beroep en beoordeel zeer ongaarne. Ziehier echterwat ik van uw schetsen vind. Ik ben

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 33: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

29

't eigenlik zowel met Couperus als met de overige Gidsredacteurs eens.8 Uw stukjesbevatten tal van merkwaardige fijne en juiste opmerkingen. Van deze opmerkingenware veel te maken geweest; maar er is weinig van gemaakt. U heeft m.i. uw stofniet plasties genoeg in u zelf verwerkt. Dat is jammer, omdat de stof zo goed is; maarniets belet u alsnog tot die uitwerking over te gaan.

In zake vertaalwerk kan het u niet onbekend zijn, dat Nederland nog niet istoegetreden tot de Berner Conventie.9 U kan er dus gerust op los te [sic] vertalenzonder iets te betalen. U staat evenwel altijd bloot aan de onaangenaamheid, datiemand anders gauwer dan u werkt en dat u dus voor niets heeft gearbeid. Goed,maar ook weer niet afdoende, is 't dus aan de auteur en zijn uitgever het vertaalrechtaan te vragen.

Mijn dank insluitend voor de vertaling der ‘Briefe’10 teken ik met de meeste achting:Marc. Emants

Eindnoten:

6 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 5 Oct 04 12-1 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 5 Oct 04 4-8 N.

7 Welke brochure Emants meestuurde, is niet bekend. Emants was een overtuigd propagandistvoor vereenvoudiging van de schrijftaal. (Zie: Nop Maas, ‘Marcellus Emants en devereenvoudigde spelling’, in Gramma 5 (1981) 2, p. 124-154.)

8 Kennelijk had Gonne Loman-van Uildriks de betreffende schetsen reeds in 1894-1895 terbeoordeling gestuurd naar de redactie van De Gids, want Louis Couperus (1863-1923) maaktealleen in die jaren deel uit van de redactie van dit tijdschrift. De andere redacteuren in dezeperiode waren W.G.C. Byvanck (1848-1925), J.N. van Hall (1840-1918), A.G. van Hamel(1842-1907), A.A.W. Hubrecht (1853-1915) en P.W.A. Cort van der Linden (1846-1935).

9 De Berner Conventie, een internationale overeenkomst tot regeling van auteursrecht, trad in1888 in werking. Nederland zou pas in 1912 toetreden.

10 Het is onduidelijk waarop Emants hier doelt. Mogelijk was Gonne Loman-van Uildriks devertaalster van het werk Brieven die hem nooit bereikten van Elise von Heyking, geb. Flemmingdat in 1904 verscheen bij Allert de Lange. De naam van de vertaler wordt op de titelpagina vandit werk niet genoemd. Gonne Loman-van Uildriks had waarschijnlijk al contact met Allert deLange in deze periode. In 1905 publiceerde deze uitgever haar boek Zondagmorgen .

3 14 Oktober 190411

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

14 Oktober 1904 Parkstraat 10aden Haag.

Geachte mevrouw,Nog eens een brief van u te mogen ontvangen kan me slechts aangenaam zijn.

Misschien schrijft u me dan o.a. eens wat uw zoon12 worden zal en wat voor een soortmens hij is.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 34: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

U vindt mij ‘niet zo heel ongenaakbaar voor zo een groot man’. Ik ben er mij nietvan bewust ongenaakbaar te zijn en nog

Rudolf Loman aan de piano. (Collectie E. ter Braak.)

minder voor een groot man te kunnen of te willen doorgaan. Jammer vind ik het, datu uw opmerkingen en ervaringen niet meer plasties - om bij dat woord te blijven -wil ver-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 35: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

30

werken. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed alsuitsluitend voor zijn eigen bevrediging werkt en werken moet. Snijdt men zich nueen weg af om tot die bevrediging te komen, dan moet de ontevredenheid met zichzelf daardoor toenemen. Dit meen ik als waar te mogen aannemen zelfs als meniemand is, die de zelfbevrediging nooit volkomen bereikt. Streven zelfs is reeds ietsgoeds; want streeft men niet, dan wordt men zo licht een prooi van de verveling, vanhet ‘grübeln’ of van andere kwalen.

De beschrijving van uw levensdrama heeft mij zeer getroffen,

Uit een schetsboek van Rudolph Loman jr.: een portret van zijn moeder en een portret van zijn vader.Het laatste is wellicht getekend door zijn moeder. (Collectie E. ter Braak.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 36: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

31

al heeft u mij niet alles - wat te begrijpen is - onthuld. Slechts één ding zou ik nogwel willen vragen. Was uw man Engelsman van geboorte of had hij alleen Engelsesimpatieën?

U vraagt mij of ik veel van dieren houd.Ziehier mijn antwoord: ik ben 't eens met de schrijver, die zei: à mesure que je

vois les hommes je préfère les bêtes;13 maar ik zie toch in de dieren dezelfdejaloezieën, dezelfde haat, dezelfde driften enz: die ook het leven van de mensenverbitteren. Ik geloof niet in lieve duifjes of zachte lammeren en ik houd niets vanblaffende honden. Voor katten voel ik 't meest ofschoon ik die dieren zeer egoïstvind. Ik geloof, dat de genegenheid van een man voor een kat niet vrij is vanzinnelikheid.

Over me zelf schrijven... neen, dat kan ik niet.Ik hoop, dat Warendorf u vertaalwerk zendt; maar ‘veel beloven en weinig geven

doet de kinderen in vreugde leven’ is een motto van alle uitgevers. Dus raad ik u nuen dan eens aan te dringen.

U schrijft opeens in de vereenvoudigde. Het zal Dr. Kollewijn14 genoegen doen;maar als u 't goed wil doen, moet u kopen de Woordenlijst van de vereenvoudigdeuitgegeven bij Tjeenk Willink te Zwolle.15 U zal daaruit zien, dat ‘angaazjement’niet langer wordt voorgeschreven.16

Voor uw vertaalwerk zal de vereenvoudigde vooralsnog een hinderpaal zijn.Uitgevers en lezers hebben er niet mede op. Ik houd vol, omdat ik nu eenmaal koppigben en niets geef om sukses; maar ik weet, dat mijn spelling tal van lezers afschrikt.

Hoe treurig voor u dat doof-zijn! Ik ken mensen, die doof zijn17 en weet dus hoedie kwaal hen alleen doet staan. Moest ik kiezen, dan was ik nog liever blind.

Gelukkig schijnt u niet te behoren tot de zwartgalligen. Ik zou mij in uw positieveel rampzaliger gevoelen.

Intussen teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 37: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

32

Foto genomen in september 1913 bij de terugkomst van Rudolph Loman uit Indië waar hij bij dewaterwerken werkzaam was. Links van de tafel Rudolph en zijn moeder, rechts van de tafel H.P.Berlage met pet. (Collectie E. ter Braak.)

Eindnoten:

11 Adressering: Mevrouw G Loman / Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 's Gravenhage15 Oct 04 4-5 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 16 Oct 04 8-12 V.

12 Uit het huwelijk van Gonne van Uildriks met de musicus Rudolf Johannes Loman (1861-1932)werd op 2 december 1889 zoon Rudolph geboren. Rudolph Loman (1889-1956) zou ingenieurbij Rijkswaterstaat worden.

13 Waarschijnlijk een variant van het aan diverse auteurs toegeschreven gezegde: plus je vois leshommes, plus j'aime les chiens (hoe meer ik zie van de mensen, hoe meer ik van de hondenhoud).

14 R.A. Kollewijn (1857-1942) was in 1891 de initiator van de beweging voor invoering van eenvereenvoudigde spelling.

15 R.A. Kollewijn, F. Buitenrust Hettema en J.J. Salverda de Grave, Nederlandse woordelijstvolgens de beginselen van de ‘Vereniging tot Vereenvoudiging van onze Schrijftaal , Zwolle1903.

16 Marcellus Emants maakte met acht andere spellingvereenvoudigers deel uit van een commissiedie in 1902 een rapport uitbracht over Bastaardwoorden en ie-spelling. De Nederlandsewoordelijst geeft de spelling ‘engagement’.

17 Emants was bevriend met de in toenemende mate doof wordende classicus M.B. Mendes daCosta (1851-1938).

4 31 Oktober 190418

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 31 Oktober 1904

Geachte mevrouw,De mij toegezonden portretjes, waarvoor ik u dank zeg en die ik met aandacht

bekeek, zend ik u weer terug. 't Is niet omdat ik ze gauw kwijt wil zijn, maar omdatik - men kan nooit weten - ongaarne iets van derden lang in mijn bezit houd.

Om uw brief van 18 Okt. goed te beantwoorden meen ik de tekst op de voet temoeten volgen. Mijn eigen brief zal daardoor vreemd uitvallen en onsamenhangendlijken, maar voor u zal er toch genoeg samenhang in te vinden zijn en ik bespaar mijnodeloze uitweidingen.

Bevrediging onderstelt drang. Daarin heeft u ongetwijfeld gelijk. Bestonden ergeen drangen - meest blinde drangen en ook domme drangen - misschien zouden erdan in 't geheel geen levende wezens bestaan en zeker zou de mensheid nooit verder(wat men noemt: verder) komen. Een drang om het intiemste in mij medetedelenondervind ik in veel

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 38: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

33

mindere mate dan bij u het geval schijnt te zijn. Maar ik vrees, dat iemand als u altijdde gewenste simpatie niet zal vinden of altans menen zal die niet te vinden.

Wat u in 't gros der mensen treft is hun botheid in het onderscheiden vanschakeringen. Ja; dat is ook mijn ervaring. Voor de mensen is iemand altijd goed ofslecht, mooi of lelik, gierig of royaal, gezond of ongezond enz. En toch ligt hetmerkwaardige, het kenmerkende nagenoeg altijd in de vermengingen van goed enslecht, mooi en lelik, gierig en royaal, gezond en ongezond, die de schakeringengeven.

Eigenlik zijn alle mensen gecompliceerd.En dat de mensen zich volstoppen met aangenomen gevoelens en gedachten zal

ik u zeker ook niet bestrijden.Uw zoon wil niet, dat u de poes kust. Neen; dat zou ik u ook afraden. Het haar

daargelaten heeft u toch kans allerlei bacillen naar binnen te krijgen en poes zelfhecht er veel meer aan gestreeld te worden dan gekust.

U vindt dieren natuurliker dan mensen. Hieruit blijkt, dat u als zovelen de invloedvan het verstandsleven voor iets onnatuurliks houdt. Daarin ga ik niet met u mede.Ons verstand is ten slotte toch een zuiver natuurlik produkt van onze ontwikkeling.Liever zou ik dus zeggen: het dierlik leven is meer instinktief; het menselik leven ismeer beredeneerd. Nu kan dat beredeneren zowel goed als verkeerd werken.Klaarblijkelik heeft u de slechte werking in het oog gevat.

Uw man smijt soms de poes plotseling van zijn schoot. Dat kan wel; maar zo doenalle mannen toch niet. Ik verzeker u, dat mijn poes zo lang mogelik met rust werdgelaten op mijn knieën en dan behoedzaam neergezet.

Als de architekt Berlage19 een vriend is van uw zoon, zou ik graag eens vernemenhoe uw zoon over de mij onbekende man denkt. Hoe veel moeite ik mij geef om deAmsterdamse beurs mooi te vinden, ik slaag er niet in. Integendeel ik vind die beurshoe langer hoe leliker en in de ophemelingen er van lees ik nooit iets anders dannegatieve deugden bijv: geen overdaad, geen uitstekende beelden, niet dit en nietdat.

Wat zegt uw zoon?

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 39: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

34

U wil uw zoon aan het grote stads leven onttrekken. Ja, dat is voorshands wel goed;maar op den duur toch niet. Mijn ouders hebben ook mij buiten zogenaamde slechteinvloeden willen houden en ik ben daarvoor nog altijd niet dankbaar. Veel met mensenomgaan en wel met allerlei mensen lijkt mij noodzakelik voor een man.

U staat mij toe vragen te stellen wanneer het een of ander mij niet voldoendeduidelik is.

Welnu, mevrouw, het is mij volkomen onduidelik hoe iemand met uw blik opmensen, met uw lust in ontleden er toe gekomen is een man te trouwen, die is gelijkuw man door u wordt beschreven.20

Er bestaat een instinkt van vaderlikheid, zegt u. Ja, ik heb 't wel waargenomen...bij anderen. Wat me zelf aangaat, geloof ik niet, dat ik veel instinkt of veel instinktenbezit. Naar mijn opvatting is 't haast een misdaad, zij 't een vergefelike en begrijpelike,een kind in het leven te roepen. Wat zou er verloren zijn als het leven eens in 'talgemeen werd uitgeblust?

Mijns inziens: alleen veel ellende.U wil met niemand ruilen. Op de keper beschouwd wil niemand dat. Wie het

tegendeel beweert en dus wèl ruilen wil, merkt maar niet, dat hij van een ander slechtseen ‘détail’ begeert bijv zijn gezondheid, zijn geld enz.

Nu meen ik op alles geantwoord te hebben en teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Eindnoten:

18 Adressering: Mevrouw G Loman / Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 's Gravenhage[datum en tijd onleesbaar]. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 1 Nov 04 4-8 N.

19 H.P. Berlage (1856-1934) was onder meer de architect van het nieuwe Beursgebouw inAmsterdam dat in 1903 gereed kwam. Rudolph jr. kwam bij Berlage (die geparenteerd was aande Lomans) over de vloer en was aanvankelijk voorbestemd om bij hem het architectenbureaute komen werken.

20 Zie de inleiding voor Gonnes visie op haar man.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 40: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

35

5 22 November 190421

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

22 November 1904 den Haag

Geachte Mevrouw,U zal 't misschien erg vinden; maar uw vriendin, die beweert te moeten behagen,

heeft in mijn ogen groot gelijk. Een vrouw, die niet wil behagen is voor mij geenvrouw. Ze kan een beste moeder, een uitstekende verpleegster, een goede huishoudsterzijn, maar een vrouw... voor mij... neen. Maar dat damesjaponnen geen behoorlikbereikbare zakken hebben, ja, dat vind ik idioot. Mijn vrouw22 - ik ben 5 Juli 1904voor de derde maal getrouwd en wel met een veel jongere Duitse vrouw, wat zoongeveer met al mijn beginselen in strijd was - stopt haar zakdoek geregeld in mijnzak, zodat ik telkens zakdoeken in mijn jassen vind. -

Nu heb ik zowaar uit uw brief wederom niets dan negatieve aanprijzingen van deBeurs vernomen. Geen namaak zegt u. Heel best; maar dat is toch niet voldoende.

't Is waar: uw zoon vindt altans de voorgevel en de toren wel mooi; maar waarom?Een gevel moet je toch vertellen wat er achter zit, wat het gebouw inhoudt. Welnu,

dit doet deze gevel in 't geheel niet. En die toren, waar is die voor nodig aan eenbeurs? Ik las eens, dat die toren zo mooi was, omdat ie niet als een kerktoren naarde hemel wijst. Is dat nu onzin of niet? Vindt uw zoon misschien die houten Gijsbrechtvan Amstel23 ook mooi, omdat hij niet (ook dit las ik) vooruitsteekt? -

Of ik nooit eens impulsief handel? O zeker en dan doe ik altijd iets verkeerds, datme naderhand berouwt. Is 't werkelik waar, dat Spencer24 zijn vrouw nooit wouantwoorden tenzij ze logies haar vragen stelde in welgekozen bewoordingen? Watmoeten die twee dan samen veel... gezwegen hebben.

Maeterlinck25 zou er van watertanden.U noemt het treurig, dat ik in een ophouden van het leven slechts een verlies van

veel ellende zie. Maar vindt u dan de

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 41: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

36

Gonne van Uildriks met haar poes geportretteerd door zoon Rudolph. (Collectie Loman.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 42: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

37

dood niet iets ontzettends voor hem of haar, die beweert, dat het leven afwerpt eenbatig saldo aan geluk?

Of ik mij pessimist voel? Gelukkig ja. Mijns inziens kan een overtuigde optimistnooit een tevreden ogenblik hebben. Elke sekonde brengt hem immers nader tot heteinde van... het goeie leven. In mijn ogen is het leven een onzinnigheid en zullen demensen eenmaal - over millioenen jaren - dat wel algemeen inzien. Trouwens, zij,die geen instinkten kennen (welke ons in het leven houden) zien dat nu al in. Dat zeniet algemeen zelfmoord plegen, is eenvoudig toch nog een werking van hetlevens-instinkt.

U schrijft over: zonde. Maar wat is dat?Voor mij kan 't tweeërlei zijn:

1o Datgene wat in een gegeven tijd door de meerderheid der mensen wordtafgekeurd.

2o Datgene wat het individu uit egoïsme doet en waardoor de gemeenschap wordtgeschaad.

Het eerste is het meest voorkomend, wisselt met de tijd en is niet eens voor allemensen hetzelfde.

Het tweede is wel erger, maar komt haast altijd voor, daar het egoïsme steeds metde gemeenschap in konflikt komt.

Neem daar nu nog bij, dat de mens volgens mij een produkt is van zijn vooroudersen 't zal u wel duidelik zijn, dat ik zonde zo goed als niet aanneem.

Voorts is m.i. het doel van het leven: tot het inzicht komen, dat leven-willen...dwaasheid is. En het leven zelf... ja, dat lijkt me ongeveer: doen wat je niet latenkunt.

Resultaat een gekke tragikomedie.Wat vindt u nu wel van dergelike opvattingen? Voor mij zijn ze zo eenvoudig,

maar ik weet heel goed, dat ze dit voor anderen niet zijn.Intussen teken ik hoogachtend:Marc. Emants

N.B. Een paar dagen geleden zag ik in Amsterdam een schepping van Berlage, dieik van binnen zeer mooi vind. Ik bedoel Damrak 74.26

Eindnoten:

21 Adressering: Mevrouw G Loman / Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 's Gravenhage22 Nov 04 12-1 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 22 Nov 04 4-8 N.

22 Jenny Kühn (1877-1956).23 In de gevel van de Beurs is op de hoek van Damrak en Beursplein een door Lambertus Zijl

vervaardigd beeld aangebracht van Gijsbrecht van Aemstel, ‘die met de aanleg van de dam inde Amstel de hoeksteen van de stad legde’. (Jan Derwig en Jouke van der Werf, Beurs vanBerlage , Amsterdam 1994, p. 21.)

24 De veronderstelling ligt voor de hand dat het hier gaat om de evolutiewijsgeer Herbert Spencer(1820-1903) - maar die bleef ongehuwd.

25 De symbolistische toneelschrijver Maurice Maeterlinck (1862-1949).

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 43: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

26 Het door Berlage ontworpen gebouw van de Algemeene Maatschappij van Levensverzekeringen Lijfrente.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 44: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

38

6 31 December 190427

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 31 Desember 1904

Geachte Mevrouw,Om te beginnen zend ik u mijn beste wensen toe voor het jaar 1905, dat morgen

een aanvang zal nemen. En nu ga ik uw laatste brief maar weer op de voet volgen.Evenwel... nog één opmerking vooraf. ‘Geloozjeerd’ was eenmaal Kollewijns; maarde vereenvoudigers hebben gemeend water in hun wijn te moeten doen wat betreftde bastaard woorden. Dus schrijven we tegenwoordig weer ‘gelogeerd’ en ‘horloge’.In de woordenlijst van de Vereniging kan u dit alles vinden.

Of een omgang met mij al dan niet rustgevend is bleef me tot heden toe onbekend.Ik vind me zelf het rustigst in de onrust en zeer onrustig in de rust. - Moed ofovermoed om voor de derde maal te trouwen. Och neen; dat is 't niet. ‘Qui a jouéjouera.’28 't Is een tweede natuur geworden. Ik had noch plan, noch lust en deed hettoch. Ik vond het zeer dwaas van me, maar... Al weer een staaltje van de eeuwigestrijd tussen instinkt en verstand. De vrouwen juichen dan de overwinningen toe vanhet instinkt; de mannen die van het verstand. Ondergetekende juicht in 't geheel niet.

U vindt Blauwbaard simpatiek; maar weet u wel, dat hij volgens zijn grafschriftte Salzburg zijn vrouwen heeft... doodgekitteld?29

Wat het behagen betreft heb ik u inderdaad verkeerd begrepen. Zijn dadentoeschrijven aan onjuiste motieven (in casu behaagzucht aan altruïsme) is iets zeermenseliks; maar voor mij iets zeer onaangenaams. Met mensen die daar een gewoontevan maken kan ik onmogelik opschieten. Opzet om te behagen kan, dunkt mij,onverdragelik worden; maar geheel onbewust kan behaagzucht toch nooit zijn.Iemand, die in 't geheel niet weet welke werking hij of zij op anderen uitoefent iswel wat erg onnozel.

Kinderlik doen: - ja, dat geef ik toe, dat is zeer onbehagelik.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 45: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

39

Ik heb niet gezegd, altans niet bedoeld, dat men aan een gebouw zijn bestemmingmoet kunnen zien, maar wel, dat een gevel de uitspraak van het inwendige moetwezen. Zie de Griekse en Gothiese gevels.

Het Centraal stasion30 vind ik een duister, konventioneel, niets zeggend lor. Degoedige Gijsbrecht van de Beurs lijkt me minder gestylizeerd dan wel aanstellerigkinderachtig houterig gemaakt (vergelijk boven het gezegde over kinderachtig doen).

Gebouwen, die ik mooi vind zijn in 't algemeen de Griekse tempels en de echtGothiese kerken. Daarin zie ik het duidelikst het geheel zich ontwikkelen uit éénbeginsel en de uitwendige vorm worden tot de uitspraak van het inwendige. Vanandere gebouwen bewonder ik meer de onderdelen dan het geheel.

Uw zoon kan niet meer aan koude voeten lijden dan ik. Een afdoend middel hebik nooit kunnen vinden. Veel beweging en veel rondplassen in koud water metbeweging of verwarming in bed daarna, komt me nog het best voor.

U kan aardig versjes maken. Waarom heeft u dat talent niet verder ontwikkeld ener een gebruik van gemaakt voor het openbare leven?

U denkt over het pessimisme gelijk veel mensen en m.i. onjuist. Pessimisme isgeen gemoeds- maar een verstandszaak. Het is de op waarneming en zelfs berekeninggevestigde overtuiging, dat het leed in de levens van verreweg de meeste mensenhet genot moet overheersen. Hierbij komt dan nog het inzicht, dat dit erger moetworden naarmate het verstand er meer toe komt, de balans van het leven eens op temaken en dat in deze het instinkt het leven in stand houdt terwijl het verstand dedomheid van dit streven doet inzien. Deze overtuiging dempt het verdriet, omdat zijer op voorbereidt en het als noodzakelik leert beschouwen, maar dempt ook devreugde, omdat zij belet zonder bijgedachten te genieten. In mijn ogen is een optimisteen blinde. Wie het leven liefheeft moet vreselik opzien tegen de dood; wie het nietliefheeft lijdt door het leven zelf. Nodig is een zekere

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 46: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

40

dosis van onverschilligheid. Pessimisme is echter nooit mopperij ofschoon men ditgelooft.

U noemt dofheid doods en vreselik. Ik ben niet dof; maar 't is de vraag of dofheidvoor de patiënt zelf onaangenaam is. Idioten zijn meestal niet ongelukkig.

Schopenhauers Wille vergaat niet, maar keert zich om totniet-meer-willen-zich-objektiveren.31

Houden van...? Mevrouw, ik ben juist onverschillig genoeg geworden om nog dedwaasheid te kunnen hebben van één mens te houden. Vindt u 't vreemd dat mijnvrouw die persoon is?

Maar uw opmerkingen zijn merkwaardig genoeg om me belang in te boezemen.Hoogachtend:Marc. Emants

Eindnoten:

27 Adressering: Mevrouw G Loman / Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 's Gravenhage31 Dec 04 2-3 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 1 Jan 05 8-12 V.

28 Een Frans spreekwoord: Eens een speler, altijd een speler.29 Volgens de legende lagen de vrouwen van Blauwbaard begraven op het Petersfriedhof te

Salzburg. Het door Emants bedoelde grafschrift is niet teruggevonden.30 Het door P.J.H. Cuypers ontworpen Centraal Station te Amsterdam.31 In Die Welt als Wille und Vorstellung, het hoofdwerk van Arthur Schopenhauer (1788-1860),

wordt de ‘Wille’ voorgesteld als een blind werkende kracht die het leven aan de gang houdt endie zich onder andere verbijzondert in de individuen. Uiteindelijk zal onder invloed van hetverstand de ‘Wille’ ophouden zich te verbijzonderen.

7 15 Januari 190532

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

15 Januarie 1905 den Haag

Geachte Mevrouw,Door over God en godsdienst te schrijven heeft u 't zelf uitgelokt, dat ik u moet

gaan ergeren. Als u dus niet geërgerd wil worden, raad ik u aan deze brief ongelezente verbranden.

Toen Laplace33 met Napoleon over het heelal sprak, vroeg Napoleon hem waarGod bleef. Het antwoord was: ik heb deze hypothese niet nodig.

Welnu, ook voor mij is God zuiver een hypothese en wel een hypothese, die doorgeen enkel feit wordt bevestigd. Ik ben 't dan ook met Voltaire eens, die zeide: deenige verontschuldiging voor God is, dat hij niet bestaat.34 Bestond hij, dan zou ikmij geen hovaardiger duivel kunnen voorstellen. Te zeggen: streef naar het goede;maar ik zeg u niet wat goed is; werk voor een doel; maar ik zeg u niet wat voor eendoel ik u gesteld heb... dat vind ik een summum.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 47: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

41

Nu weet ik wel, dat God ondoorgrondelik heet enz.; maar al dat moois maakt de zaakmaar erger. Hij had 't in zijn macht niet ondoorgrondelik te zijn. En de Bijbel... wel,dat boek mag mooi en troostrijk zijn, als God zich geopenbaard heeft in zulke elkaarvoortdurend tegensprekende verhaaltjes, dan vind ik hem een ‘mystificateur’.

Het geweten lijkt mij een betrekkelik eenvoudig produkt van onze natuurlikeontwikkeling. Geef een mens een herinneringsvermogen en een angst voor deonbekende toekomst en hij heeft ook een geweten. Goed en kwaad, rechts en links,boven en onder zijn voor mij zuiver menselike opvattingen, die veranderen zodrahij zelf van standpunt verandert. Geen mens vindt presies voor zich zelf en vooranderen hetzelfde goed en kwaad. Zonde ken ik niet. Alleen weet ik, dat er neigingenin de mens bestaan, waarvan de botviering onaangename gevolgen medebrengt voorhem zelf of voor anderen. Dat hij die neigingen heeft is evenwel nooit zijn eigenschuld en dikwels niet eens de schuld van zijn ouders. Al wat is, is zuiver eeneindeloze keten van oorzaken en gevolgen. Het leven is voor mij de objectivatie vaneen levensdrang, die zich zelf wil leren kennen en op zal houden zodra dit doel isbereikt. Niet zijn is beter dan zijn: Het zijn is op de keper beschouwd eenonzinnigheid.

Of mijn vrouw mijn boeken mag lezen? Wel zeker! Waarom niet? Ik ben geenpedante priester, die zijn gelovigen dom houdt en zelf alles onderzoekt.

Heb ik u goed begrepen, dat Ds Baart de la Faille35 mijn boeken verderfelike lektuurvindt? Zo ja, doet het me plezier, dat hij ze zo waar acht. Ik ken niets, dat meer kwaadgebrouwen heeft op de wereld dan de kerken met hun priesters van welkegodsdienstleer ze mogen zijn.

Buddha en Christus hebben beide geijverd tegen de priesters van hun tijd; maarde slimme schelmen hebben toen èn Buddha èn Christus in hun tempels geplant. Hetmerendeel van de oorlogen door de mensen gevoerd, is gevoerd om der wille vande een of andere godsdienstleer. De meeste haat op de wereld verwekt is in het levengekomen door de gods-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 48: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

42

dienstleren. Ouders en kinderen, echtgenoten onderling, die in vrede hadden kunnenleven, die elkander lief hadden zijn toch vijanden geworden door hetgeen ik eenvloek acht nl: de een of andere godsdienstleer. De meeste socialisten schudden degodsdienst af en tegenwoordig leven de beste mensen in het socialisme. Daar haastalleen is iets te vinden dat gelijkt op waar altruïsme. De ontwikkeling van de mensheidis de ontwikkeling van het verstand. Al de rest blijft vrij wel op dezelfde hoogte. Iser dus een God, dan verlangt hij die ontwikkeling van het verstand. Is 't dus niet evenGodslasterlik als idioot aan een zogenaamde openbaring meer waarde te hechten danaan de ontdekkingen van ons verstand? Het al God te noemen is spelen met woorden.Het al is in elk geval iets onbewusts, dat noch leidt, noch ingrijpt. Dat wetenschapgeen objektieve waarheid geeft weet ik best; maar daaruit volgt nog niet, dat eenbijbel die objektieve waarheid wèl geeft. Dat voor sommigen de godsdienst rust entroost geeft wil ik gaarne aannemen; maar dit bewijst niemendal. Morfine, kunst,borrels hebben op andere mensen dezelfde werking.

Er wordt beweerd, dat men eenmaal rekenschap zal moeten geven van zijn daden.Natuurlik is daar weer geen enkel bewijs voor. Kom ik echter eens in die toestand,dan zal ik integendeel rekenschap vragen. Ik kan niets anders dan zijn zoals ik nuenmaal ben.

Niet gering te achten is het kwaad, dat alle godsdienstleren verstenen tot reeksenonzinnige dogma's die de verstandelike ontwikkeling van de mensen niet weinigvertragen.

Ziehier mevrouw meningen die ik herhaaldelik getoetst heb aan de werkelikheiden de meningen van anderen; maar die ik voor mij zelf altijd juist heb bevonden. Zezijn niet opvrolikend. Dat weet ik; maar het is me niet mogelik een mening juist tevinden, omdat ze aangenaam is.

Hopende u niet al te zeer ontstemd te hebben teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Eindnoten:

32 Adressering: Mevrouw G Loman / Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 's Gravenhage15 Jan 05 7-8 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 16 Jan 05 8-12 V.

33 De wis- en sterrenkundige Pierre Simon Laplace (1749-1827) was zes weken lang minister vanBinnenlandse Zaken onder het consulaat van Napoleon; daarna werd hij tot senator benoemd.Toen Laplace zijn La mécanique céleste had gepubliceerd, was Napoleon boos en liet hij Laplacebij zich komen. ‘U ontwerpt het hele systeem van de wereld, u geeft de wetten van de heleschepping en in uw hele boek komt geen enkele keer het bestaan van God voor’, riep Napoleon.Waarop Laplace het geciteerde antwoord gaf.

34 De bron van dit citaat is niet teruggevonden.35 Gonne Loman-Van Uildriks kende Samuel Baart de la Faille (1871-1943) uit zijn theologische

studietijd in Groningen.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 49: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

43

8 14 Februari 190536

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

14 Februarie 1905den Haag

Geachte Mevrouw,Uw stukje Agnete37 heb ik gelezen. Noch uit het schrift, noch uit de inhoud zou

ik opmaken, dat u dit heeft geschreven toen u wel beschouwd al erg ziek was.38 Maartoch vind ik die inhoud niet helder genoeg.

Het Maeterlinckse motief van angst voor wat niet tastbaar is legt over de eerstehelft een kleur, die niet in de tweede helft wordt volgehouden. Mij dunkt, dat er inhet stukje te veel motieven zijn en dus dat de eenheid er aan ontbreekt. Maar... ikheb de waarheid niet in mijn bezit.

Nu moet ik uw schrijven van 26 Januarie beantwoorden. Of ik een beter en eenminder erken. Wel zeker! Al is alles aaneengeschakeld in de keten van oorzaak engevolg; toch heb ik als mens van mijn standpunt een oordeel en dus scheid ik dedingen in rechts en links, hoog en laag, goed en kwaad. Alleen ken ik aan dezeonderscheidingen niet de minste objektieve waarde toe. Het komt mij wel voor, datde menselike ontwikkeling met zich mede schijnt te brengen een ontwikkeling vanhet altruïsme; maar m.i. werkt dit er alleen toe mede om de mensheid ten slottekollektief tot het inzicht te brengen van de absolute waardeloosheid van het leven.De Christenen zijn in mijn ogen allerinkonsekwentst. Zij preken de waardeloosheidvan het aardse leven en verwijzen voor het geluk naar een onbewezen hiernamaals;maar komt nu een pessimist insgelijks de waardeloosheid van het aardse levenbetogen, dan vallen zij hem aan met de argumenten van optimisten, die het aardseleven overheerlik vinden.

U spreekt van Jezus' geest; maar wat weten wij daarvan? De berichten aangaandeJezus zijn een paar eeuwen na zijn dood opgesteld - denk u dit eens goed in - en 'tis niet eens zeker of de man wel bestaan heeft. De Bijbel wemelt van tegen-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 50: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

44

De eerste pagina van een gedrukte versie van Agnete van Gonne van Uildriks. (Collectie E. ter Braak.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 51: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

45

strijdigheden. Wat is dat alles meer dan... litteratuur?U zegt, dat zogenaamd verlichte mensen met ingenomenheid elke wijsgeer

begroeten, die met een nieuw stelsel aankomt. Heeft u dan wel eens van mensengehoord, die Avenarius met ingenomenheid hebben begroet?39 En toch is die maneen uitstekend denker geweest.

M.i. is alle streven om de aardse toestanden te verbeteren slechts in zo verre nietvolkomen ijdel als wij de nadelige gevolgen van menselike domheden wel kunnenwegnemen; maar de ellende, die in het leven door het leven zelf onvermijdelik is (endat is de ergste ellende) nemen wij nooit weg. Hoogstens verplaatsen wij die somseen beetje. Bijv. als we de ene ziekte te voorschijn zien komen door bestrijding vande andere. En wat voor een gekke wereld zou de onze worden als wij Christus'zogenaamde voorschriften eens werkelik in toepassing brachten en zijn voorbeeldennavolgden. Christus joeg de schacheraars uit de tempel.40 Stel u voor, dat ieder eenseigengerechtig op zijn minder voortreffelike medemensen ging ranselen! Christusleerde, dat men de andere wang nog moet toekeren als men op de ene een klap heeftgekregen.41 Wat zouden de mensen er lustig op los ranselen als ze wisten, dat hunslachtoffers werkelik zo dwaas zouden handelen.

Christus heeft zich tot een martelaar laten maken en daardoor veel invloedverkregen. Tegenwoordig weet men dit en verstandige regeringen maken dus geenmartelaars meer. Volg nu Christus in dit opzicht eens na. Het gaat immers niet meer.

Ik voor mij stel Buddha boven Christus, omdat ik hem konsekwenter vind. Hijleerde eenvoudig:

1o elke oorzaak heeft een vast gevolg.

2o door elk handelen ontstaat meer verdriet dan vreugde.

3o van god of van goden weet ik niets.Ruskin42 vind ik een inkonsekwente dweepzieke strever. Hij meent 't goed. Nu ja,

dat is veel, maar niet alles.Als u er schik in heeft uw huis schoon te houden, welnu dan geeft het u bevrediging

aan deze neiging gevolg te geven.Gelukkig voor u kan deze neiging geen kwaad. Maar een

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 52: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

46

dief moet stelen om bevrediging te vinden en die neiging berokkent hem wel kwaad.'t Is waarlik onze verdienste niet, als wij onschadelike neigingen bezitten. En onze

neigingen zijn doorgaans zo krachtig, dat ons verstand (ons enig tegenwicht) onsniet kan weerhouden die neigingen bot te vieren.

Juffrouw Lina schreef ik zeer lang geleden, maar ik weet niet presies meerwanneer.43

De briefwisseling van Sand en Flaubert heb ik niet gelezen;44 maar ik ken Flaubert'skunstopvattingen, die ook de mijne zijn. Geen opinie's geven, maar afbeelden, deschepping (?) reproduceren zonder iets meer te willen doen dan te trachten het publieker dieper in te laten doordringen. Strekkingskunst geeft alleen aan misbalsels hetleven.

U vindt het openbare leven om er hard voor weg te lopen. Ja; dat is wel zo; maarhet intieme leven is lang niet overal beter. 't Is maar minder bekend en dus kan mener veel moois van denken.

Hoe meer ik al de ellende van het leven (openbaar of intiem leven) beschouw, hoedieper ik tot het inzicht kom, dat die ellende onvermijdelik is.

Het leven te willen is niets anders dan de dwaasheid van ons instinkt.Wij willen nu eenmaal leven en daarom trachten we dat leven goed te praten. Het

lukt maar niet en nog minder lukt het ons het leven goed te maken.Intussen teken ik hoogachtend met vriendelike groeten:Marc. Emants

Eindnoten:

36 Adressering: Mevrouw G Loman / Uildriks / Egmond a/d Hoef. De enveloppe bij deze briefbevat geen postzegel en stempels; waarschijnlijk was hij ingesloten in een pakje.

37 Dit ‘stukje’ werd later - mogelijk omgewerkt - het libretto van de opera Agnete van JuliusRöntgen (1855-1932) die in 1914 enkele malen werd opgevoerd. De korte inhoud van de operais deze: Een geslacht van jagers in het gebergte bespeurt al jaren het ingrijpen en de druk vaneen noodlottige macht, die zich manifesteert in het ontijdig overlijden van mannen en hetraadselachtig verdwijnen van vrouwen. Grootmoeder Theresa voorvoelt op een kerstavond dater iets te gebeuren staat met haar kleindochter Agnete. Inderdaad wordt zij het slachtoffer vande berggeest Olaf (‘tweeslachtig schepsel, kind van liefde en haat’) die vroeger verliefd wasop haar moeder, die echter door haar man vermoord was.

38 Waarschijnlijk de psychische crisis van 1898.39 Richard Avenarius (1843-1896) was hoogleraar filosofie te Zürich. Hij was de grondlegger van

het empiriocriticisme, dat de wetenschappelijke wijsbegeerte kritisch wil beperken tot dedescriptieve vaststelling van op ervaring gegronde kennis.

40 Johannes 2:15.41 Lukas 6:29.42 John Ruskin (1819-1900), een Engels essayist die zich bezighield met onder andere kunst en

sociale hervormingen. In 1908 zou bij de Wereldbibliotheek in de vertaling van Gonne vanUildriks van Ruskin verschijnen: Tijd en getij. Brieven aan een werkman .

43 De roman Juffrouw Lina verscheen in 1888.44 De Correspondance entre George Sand et Gustave Flaubert was, voorzien van een voorwoord

door Henri Amie, verschenen in 1904.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 53: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

47

9 19 Maart 190545

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

19 Maart 1905

Geachte Mevrouw,Ofschoon ik citaten haat, moet ik even opschrijven wat ik onlangs las:‘But I feel that their’ (of those who seek knowledge for its own sake)‘might is as nothing compared with that of the ancient, and deep-seateddistrust of knowledge, of the social instinct which in the past has immolatedon a thousand pyres the psychics it had turned into witches and the menof science it had decried as magicians.’‘Instead of being a source of dangers, knowledge has always issued inunexpected ameliorations of human life.’Regarded in the cold cruel light of a sceptical reason their' (of the radiantrobes of faith) ‘magic sheen appears to leave them. They look rather likepaltry gossamer, flimsy structu-

Anna Elisabeth Petronella Verwey Mejan, de moeder van Marcellus Emants. (CollectieLetterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 54: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

48

res of a futile imagination, and piteously unfit to clothe the human spiritin a work-a-day world.’

(Proceedings of the Society for psychical research) Okt. 1904.46

Tot mijn genoegen vergist u zich in mij.In mijn binnenste is 't volstrekt niet zwart en doorgaans ben ik tevreden en

opgeruimd. Het komt wel eens voor, dat ik wat zenuwachtig kribbig ben; maar danheb ik slecht geslapen of te veel verschillende dingen te doen of... de vorige dag eenglas te veel wijn gedronken. Mijn humeur is uitmuntend en dat dunkt mij heelnatuurlik. Mijn spijsvertering is immers goed en ik weet immers, dat elk leven vooreen nauwkeurige beschouwing en een goede verrekening meer verdriet oplevert dangenot. Als nu mijn verstand de baas kon spelen over mijn instinkt zou ik het levenmoeten afschudden. Nu evenwel mijn instinkt de baas speelt moet ik trachten metde noodzakelike levensellenden tot een modus vivendi te komen.

Hast einer Welt Besitz du dir errungen (gewonnen)Sei nicht in Freud' darüberEs ist nichts.Und ist dir einer Welt Besitz entgangen (zerronnen)Sei nicht in Leid darüberEs ist nichts.47

Entgangen staat er niet; maar het juiste woord wil me vandaag niet invallen.Wat de Bijbel aangaat bevestigt u mij in mijn mening, dat ik de lektuur van

dergelike symbolies bedoelde werken en leerredenen zeer gevaarlik vind voor hen,die er aan denken ze van toepassing te verklaren voor het dageliks leven. Voor hetnuchtere leven van alledag kan men niet nuchter en droog genoeg zijn in zijnvoorschriften. Dit wordt bevstigd door het allerellendigste gebruik, dat de Christenenvan Jezus' poëtiese voorschriften hebben gemaakt. Al weer een reden waarom ik hethoud met de konsekwentere en meer logiese Buddha.

Verstand en gevoel moeten naast elkander in de mens leven, maar zij moeten nietop elkanders terrein gaan werken.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 55: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

49

Evelina Gesina Henriëtte Verniers van der Loeff, de tweede vrouw van Marcellus Emants. (CollectieLetterkundig Museum.)

Bij de vrouwen wil haast altijd het gevoel verstandswerk doen en bij de mannen doetdikwels - lang niet altijd - het verstand gevoelswerk. Nooit, zegge nooit, kan hetgevoel uitmaken wat juist, vals of waar is. Het verstand kan zich en zal zich vergissen;maar toch hebben we niets dan dit verstand om waarheid van onwaarheid teonderscheiden.

Van Nietzsche houd ik niet veel; die is me te waanwijs en te weinig systematies.48

Ik houd in 't algemeen niet van mensen wier gedachten - mogen zij ook nog zo geniaalzijn - als

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 56: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

50

droog zand aan elkaar hangen.Zeer opmerkelik vond ik uw sensaties bij het zien van kleuren en prentjes. Ja, met

zulk een hyper sensistiviteit is 't niet te verwonderen als men door droevegebeurtenissen abnormaal wordt. De aanleg was er en toen de aanleiding dus ookkwam brak de ziekte uit. Maar die behandeling van Prof Winkler49 komt mij eenvoudigonverklaarbaar voor. Is dat nu een man van wetenschap en ervaring?

Dieven en moordenaars de hand boven 't hoofd houden keurt u af. Nu ja; van eenmaatschappelik standpunt doe ik 't ook. Van een wijsgerig standpunt moet menevenwel in het oog houden, dat die mensen even onvermijdelik zijn gelijk ze zijn endoen wat ze niet laten kunnen als Christus of Luther of als mevrouw Loman wanneerze niet mijn boeken koopt, maar wel wollen truien voor arme kinderen.

Uw fantasiën om gevangene of Indiaan te spelen heb ik ook gekend. Wanneer ikals jongen met een parapluie tegen de wind op werkte verbeeldde ik mij een schipin een storm te zijn. Natuurlik was ik op dat schip zelf stuurman en was mijnregenscherm het zeil, dat handig verzet of gereefd moest worden.

Wat u schrijft aangaande ‘self-help’50 onderschrijf ik. Ik doe alles - vind ik - veelbeter zelf dan een ander 't voor mij kan doen.

U zou willen, dat er een geest over mij kwam, die mij noopte te zingen.Is al gebeurd. Ik hoor altijd melodiën: Ik herinner me eens een vreselik standje te

hebben gekregen van de burgemeester,51 omdat ik op het gymnasium ondeugend wasgeweest. Welnu onder dat standje neuriede ik Schumanns eerste symphonie, waarvoorik natuurlik een nieuw standje kreeg.

Vermoedelik begrijpt u nu niets meer van me. Bij anderen is dat ten minste hetgeval. Mijn moeder52 verklaart altijd, dat ze me niet begrijpt en ik geloof ook, dat ditzo is. Slechts één mens heeft me volkomen doorgrond nl. mijn tweede vrouw,53 diein 1900 stierf. Die kende mijn ware motieven zelfs wanneer ik die niet aan me zelfwilde bekennen.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 57: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

51

En nu, mevrouw, moet ik u nog zeggen, dat ik op sprong sta naar Tunis en Algierste vertrekken. Het kan wel een poosje in Mei worden eer ik terugkom.

In die tussentijd hoop ik, dat het u goed zal gaan, u en uw zoon en dat u veelvoldoening zal hebben van uw vertaalwerk, van uw huiswerk en van uw arbeid voorarme mensen.54

Misschien meldt u me later wel eens hoe u 't in die tijd heeft gemaakt.Met de meeste achting teken ik intussen:Marc. Emants

De juiste woorden van het Duitse versje (uit het Perzies naar ik meen vertaald) hebik nog ingevoegd.

Ten slotte voeg ik hieraan toe, dat de hoogste en troostrijkste en zuiverstelevenswijsheid voor mij is vervat in de bekende uitspraak der Berliners:

Nur Mut; die Sache wird schon schief gehn.55

Die Sache geht ook voor mij werkelik schief. Mijn vrouw moet plotseling een blindedarm operatie ondergaan en in plaats van naar Algiers gaan wij naar Duitsland: Ditnoemen nu sommigen de hand van de Voorzienigheid.

Eindnoten:

45 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 20 Mrt 1905 [.]-5 N Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 21 Mrt 05 8-12 V.

46 Deze citaten zijn genomen uit F.C.S. Schiller, ‘the answers to the American Branch'squestionnaire regarding human sentiment as to a future life’, in Proceedings of the Society forPsychical Research, part XLIX (October 1904), p. 416-453. De citaten komen respectievelijkvoor op p. 442, 443 en 444.

47 In het onafgemaakte essay ‘Woorden’ zou Emants dit versje van Anwari Soheili als volgtciteren:

‘Ist einer Welt Besitz für dich zerronnen, /Sei nicht in Leid darüber, es ist nichts, /Und hast du einer Welt Besitz gewonnen, /Sei nicht erfreut darüber, es ist nichts. /Vorüber gehn die Schmerzen und die Wonnen, /Geh an der Welt vorüber, es ist nichts.’

(Zie: Marcellus Emants, ‘Woorden’, in Tirade 119-120 (november-december 1966), p. 768.)48 In Inwijding laat Emants het personage Dora over Nietzsche (1844-1900) zeggen: ‘ik vind 'm

doorgaans 'n onuitstaanbaar opgeschroefde frazemaker’ (deel II, p. 16-17).49 Cornelis Winkler (1855-1941) was hoogleraar psychiatrie, eerst in Utrecht, vanaf 1895 te

Amsterdam en vanaf 1915 weer te Utrecht. Tijdens haar psychische crisis van 1898 werd GonneLoman-Van Uildriks door hem behandeld met lauwe baden.

50 Self help was de titel van een populair educatief werk van Samuel Smiles (1812-1904), waarvande eerste druk verscheen in 1859. In 1889 waren er in Engeland 150.000 exemplaren verkochten was het vertaald in 17 talen. De intentie van het boek is ‘to stimulate youths to applythemselves diligently to right pursuits, - sparing neither labour, pains, nor self-denial inprosecuting them, - and to rely upon their own efforts in life, rather than depend upon the helpor patronage of others.’

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 58: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

51 De burgemeester van Den Haag was toen F.G.A. Gevers Deynoot (1814-1882).52 A.E.P Emants-Verwey Mejan (1824-1908).53 Eva Verniers van der Loeff (1861-1900). Zij overleed aan ingewandskanker.54 In een brief aan haar zoon en schoondochter van 15 februari 1916 herinnerde Gonne Loman-van

Uildriks eraan dat ze in Egmond aan de Hoef hele gezinnen met wel vijf of zes kinderen vanuitzetten voorzag.

55 Kop op, het gaat toch mis.

10 26 April 190556

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

Baden 26 April 1905

Geachte Mevrouw,Ontvang mijn dank voor uw belangstelling in de toestand van mijn vrouw. De

operatie gelukte best en zij kreeg in 't geheel geen koorts. Nu is 't evenwel de vraagof de gevolgen lang zullen aanhouden. Ik hoorde van mensen, die de kliniek57

volkomen hersteld verlieten en van anderen, bij wie de gevolgen nog maandenlangaanhielden. Daar schijnt niets vooruit van te zeggen te zijn. Ondertussen hebben dedokters

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 59: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

52

ontdekt, dat ik jicht heb, een erfenis van mijn grootvader, die mij nog meerfamiliezwak geeft dan ik toch al had. Ik drink water, ik baad en ik word gemasseerdoftewel gefolterd.

Of ik van reizen houd? O, ik kan 't niet laten, hoewel ik niets doe dan me ergerenen gebrek lijden. Ik ben al eens de wereld om geweest58 en ik zou 't wel weer willendoen. Maar wat een ellende, wat een ellende!

Daar ziet u nu uit welk verschil er is tussen de inblazingen van het instinkt (ookwel gevoel genoemd) en de raadgevingen, de inzichten van het verstand.

Ook uw brief is gevuld met dit verschil. U is goed, u wil goed zijn, u voeltaltruïsties, ja wel; maar... u schuwt de nabijheid van anderen.

Uw gevoel verzet zich tegen uw verstand en nu poogt u het verstand afbreuk tedoen door te zeggen, dat het toch niet doorgrondt... het mysterie.

Maar het gevoel doorgrondt in 't geheel niets en het verstand doorgrondt hoe langerhoe meer de wereld der verschijnselen, de enige waarmede wij hebben te maken.

En dan hoe onbetrouwbaar is het gevoel. Welke liefde blijft... blijft gelijk ze was?Mijn moeder wil geen termometer in haar kamer hebben, omdat... ze instinktiefbeseft, dat haar gevoel voortdurend verandert.

Waarom wij niet als de blommekens kunnen zijn? Och, 't lijkt me zo duidelik. Demenselike evolutie is de ontwikkeling van zijn verstand en van niets anders. Met datverstand moeten we leren inzien, dat het leven een onzinnigheid is. En hebben wedat eenmaal ingezien, dan zal de dwaze tragi-komedie wel van zelf ophouden.

Voor het ogenblik overheerst het instinkt nog veel te veel.U vraagt of 't me troost gaf na de dood van mijn vrouw te denken: es ist nichts.

Neen, maar 't gaf me wel troost dit vroeger gedacht te hebben. Ik was nu op het ergsteveel beter voorbereid.

Nur Mut, die Sache wird schon schief gehen.U zegt: geluk verstompt en verhardt, dus... moeten we

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 60: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

53

smart zoeken.Ik zou zeggen: dus... moeten we geluk zoeken. Ik geloof evenwel, dat we voorlopig

alleen kunnen trachten met ons verstand te begrijpen wat ons instinkt onweerstaanbaarzoekt. En dan blijkt die zaak lang niet zo eenvoudig te zijn als u met uw... ja,waarmee?... denkt.

Ik vind volstrekt niet, dat u zo vreemd is. De meeste mensen zijn vreemd; maarze missen doorgaans èn de moed èn de lust èn het talent om zich zelf te doorgronden.

Jan Veth, ca. 1915. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 61: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

54

Het vers van Veth59 vind ik zeer mooi. Het doet beter begrijpen dan een ellenlangeomschrijving. Ik kende 't niet.

Amelioration of human life zoeken we allemaal. We vinden wat geluk betreft...het tegendeel. En zo moet het ook zijn, willen wij eens het einddoel bereiken.

U denkt anders. Ik weet 't; maar kan u de Kristelike hemel u anders voorstellendan als een eeuwigdurende verveling?

Ik niet.Hoogachtend teken ik:Marc. Emants

Eindnoten:

56 Adressering: Mevrouw Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef / Holland. Vertrekstempel:Ba[den] (Aargau) 26.IV.05 - 6. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 27 Apr 05 4-8 N.

57 Jenny Emants werd door professor Künlein geopereerd in Zürich. Tijdens haar herstelperiodedeed Emants zelf in het naburige Baden een kuur tegen gewrichtsrheumatiek.

58 Van december 1892 tot augustus 1893 maakte Marcellus Emants met zijn tweede vrouw, EvaVerniers van der Loeff, een wereldreis die hen onder andere naar Brits-Indië, Japan, China enAmerika voerde.

59 Mogelijk gaat het hier om het gedicht ‘Pieter de Hooch’ van Jan Veth (1864-1923). In dekladversie van haar brief aan Emants van 27 augustus 1906 citeert Gonne Loman-van Uildriksde laatste regels van dit gedicht.

11 30 Mei 190560

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

Albisbrunn, 30 Mei 1905

Geachte Mevrouw,Met uw mening, dat zieken van andere zieken nog wel wat leren kunnen ben ik 't

geheel eens. Evenwel, niet alle zieken lijden aan hetzelfde ook al draagt hun kwaaleen zelfde naam. Er bestaan veel soorten van jicht. Heeft nu uw vriend61 mijn jicht?Dat is de vraag. Mijn jicht is niet de akute, maar de erfelike en chroniese.

Ziehier de symptomen. Knakgeluiden in de gewrichten sedert vele jaren.Verdikkingen* in de hals en de schouders. Een stijfheid in de arm bij sommigebewegingen en het tillen van zware voorwerpen. Pijnen heb ik nog zeer weinig. Somsdoet die arm mij pijn. Dat alles beduidt nog niet veel; maar de toekomst ziet er lelikeruit. Ik wil dus graag weten wat uw vriend heeft gedaan om te genezen en zal u zeerverplicht zijn, indien u hem eens schrijven wil. Met mijn vrouw gaat het wel ietsbeter, maar dat iets is toch nog bedroevend weinig. Zonder hulp kan zij niet op haarbenen staan. Ik rijd haar dageliks in een rolstoel rond.

* Knobbeljicht.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 62: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

Ik schreef u eens: ‘dat is niet zo eenvoudig als u met uw... ja waarmede... denkt.’U weet niet wat die stipjes betekenen

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 63: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

55

en is ongerust over hun betekenis.Wel, ik wilde u eenvoudig onder de ogen brengen, dat ieder mens, ook u, niets

anders heeft dan zijn verstand om mee te denken. U kan u wel inbeelden te denkenmet uw gevoel, maar in de grond doet u dan niet anders dan uw verstand latenkontroleren door uw gevoel wat in de regel voor de zuivere werking van het verstandniet bevorderlik is.

U schrijft: ‘als ons instinkt het leven wil en als ons verstand niet meer kan dannaspeuren, waartoe het instinkt ons drijft... waar blijf je dan met datniet-het-leven-willen?’

Zeer juist geredeneerd; maar ziet u niet in, dat het verstand zich hoe langer hoemeer emancipeert van het instinkt en begrijpt u de mogelikheid niet, dat eenmaal ditverstand geheel vrij er in slagen zal de wil te doden. Ziedaar mijn oplossing, die wijechter niet meer zullen beleven.

Ik schreef u, dat ik geluk zou willen zoeken als geluk verstompt en dat vindt uvreemd. U zegt, dat ik dan geen schrijver meer zou kunnen zijn. Maar denkt u dan,dat ik het gelukkig vind schrijver te zijn? Ik vind, ik zie, dat de stompzinnigste,gevoelloosste mensen tevens de gelukkigste mensen zijn. Wilde ik dus eenvoudiggelukkig zijn, dan zou ik zeker die verstomping moeten zoeken.

U schrijft: Nog slechts wat meerder moed Enz. Maar nog nooit is 't mij duidelikgeworden, wat voor mooi's of goeds er in steekt de ellende van het leven blijmoedigen flink te dragen.

In mijn binnenste is een voortdurend verzet en ik vind eenvoudig, dat ik daarvoldoende reden voor heb. Heeft het leven met zijn ellende een doel, dan noem ik 'teen schandaal van mij te eisen, dat ik naar een doel zal streven, dat zorgvuldig voormij verborgen wordt gehouden. -

Ik schrijf in de zon op een balkon en mijn tafel wiebelt. Dus schrijf ik nogonleesbaarder dan anders. Laat uw zoon veel liever tekenen dan aan letterkundedoen. Het laatste is een beroerd vak in een klein land. De vereenvoudigde dringt hetmeest door onder de onderwijzers van de lagere school. M.a.w. de volgende generatiezal wel vereenvoudigd gaan schrijven. De argumenten tegen de vereenvoudigdekomen

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 64: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

56

mij ongelofelik dom voor.62

Het begint te regenen. Ik moet mijn vrouw naar binnen helpen. Ja, neem me nietkwalik, dat ik u deze onvergefelik slordige brief durf zenden, maar nu ik kamenieren ziekenverpleegster en ook nog mari de la reine63 ben, heb ik haast geen kwartiermeer achtereen om rustig te blijven bij een of ander werk. In de Belle Hélène zegtCalchas que voulez-vous quand on ne peut pas.64 Het is nu eenmaal niet anders enik zend in 's hemelsnaam mijn brief met mijn verontschuldigingen aan u af.

HoogachtendMarc. Emants

Eindnoten:

60 Adressering: Mevrouw G Loman / Van Uildriks / Egmond a/d Hoef / Holland. Vertrekstempel:Sihlbrugg-Station 31.V.05. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 2 Jun 05 8-12 V.

61 Afgaande op de volgende brieven is waarschijnlijk een van Gonne Loman-van Uildriks' zwagersbedoeld.

62 Emants bestrijdt onder andere tegenstanders die de nieuwe spelling ongewoon vinden, die bangzijn dat de vereenvoudigde spelling de taal zal verarmen of platheid in de hand zal werken, dievrezen dat ze anarchisme in de spelling brengt en dat ze het aanleren van de taal door kinderenen vreemdelingen zou belemmeren.

63 De echtgenoot van de koningin.64 ‘Wat wil je, als je niet kunt’, een uitspraak van de hogepriester Calchas, de sleutelfiguur in de

operette La belle Hélène (1864) van Jacques Offenbach (1819-1880).

12 25 Juni 190565

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

Geachte Mevrouw,Uw brief van 2 Junie, waarvoor ik u dank betuig, is er weer een, die tot tegenspraak

prikkelt en die ik dus op de voet moet volgen in mijn antwoord. U meent, dat ik hetzogenaamde geluk zal vinden, nu ik voor ziekenverpleger moet spelen. Ach, herejee;dan had ik het geluk al lang te pakken. Ik heb reeds zo vaak die rol vervuld. Toenmijn eerste vrouw te Albano de Romeinse koorts had66 en ik in mindere mate aandiezelfde ziekte leed, konden wij geen hulp krijgen, omdat we Protestanten waren.Christelike liefdadigheid en nut van de godsdienst!!! Toen moest ik hoewel ziek ooknog zelf verplegen. Dat was de eerste keer, andere keren volgden.* Op de vraag, dieu de rechte noemt, ben ik daardoor niet gekomen. De zaak heeft me niet veranderd.Trouwens indien een gevoelszaak mijn verstandelike inzichten werkelik wijzigde,dan zou ik die gewijzigde inzichten ten zeerste wantrouwen. Niets bedriegt een mensmeer dan zijn gevoel. Na een glas wijn zijn de gevoelens der mensen zeer vaakveranderd; dan

* Diphteritis, typhus, kanker.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 65: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

57

Christina Magdalena Prins, de eerste vrouw van Marcellus Emants. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 66: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

58

wijzigen zich daardoor ook vaak zijn inzichten en dan zijn die gewijzigde inzichten...niets waard.

In het zweet uws aanschijns67 enz: O, ja; dat is zeer waar; maar als het een taak is,waar dient die taak dan toe? Waarom wordt het doel ons niet gewezen? Hoe kunnenwij afsturen op een onbekend doel? En als een almacht aldus die zaak heeft ingericht,dan vraag ik waartoe die omweg? Wie almachtig is, kan ons toch dadelik tot het doelvoeren.

U meent, dat ik onjuiste opvattingen heb omdat ik niet behoef te arbeiden.O, die opvatting ken ik. Maar daar zet ik tegenover, dat er geen enkele reden

bestaat om aan te nemen, dat zij die arbeiden moeten, ook daarom juistere opvattingenhebben. Hun opvattingen zijn andere; o ja; maar mijns inziens onjuistere, omdat detijd tot behoorlik nadenken en navorsen hun altijd ontbroken heeft. De praktiesemens is doorgaans niet de wijze mens.

U wil me genezen. Waarvan? Van de jicht? Graag. Van mijn opvattingen? Lieverniet. Gesteld eens, dat ik op de wereld heel gelukkig werd, dan zou het sterven meimmers veel akeliger gaan voorkomen. Maar dit is slechts gekheid. Ik wil alleenjuist-zien en kan geen opvatting aannemen, omdat die gelukkig maakt.

In de zaak Flaubert contra Sand ben ik een aanhanger van Flaubert. Sand heeftvolmaakt gelijk, dat niemand zich in zijn werk geheel verloochenen kan; maar wieer niet naar streeft, kan onmogelik andere mensen zo juist mogelik schilderen. Alleskomt hier aan op het streven. Dit moet gericht zijn op objektiviteit.

U vraagt: begrijpen wij ooit het leed van anderen, tenzij wij dat leed meegevoeldhebben aan ons zelf.

Ofschoon ik mensen ken, die meevoelen kunnen met anderen zonder het leed zelfte ondervinden geef ik in 't algemeen uw stelling toe. Evenwel... dan moeten wij tochmet ons verstand ons gevoel begrijpen. Natuurlik is verstand zoal niet dood dan tochminderwaardig zonder gevoel; maar daar volgt niet uit, dat het gevoel ooit de plaatsvan het verstand

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 67: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

59

mag of kan innemen.Platland68 ken ik niet. Wel ken ik Der Grüne Heinrich;69 maar détails uitgezonderd

bevalt dat boek me niet.Omdat u me eens met Scherr hebt vergeleken las ik van hem: Michel Geschichte

eines Deutschen unserer Zeit.70 Ik begrijp echter niet welke overeenkomst u vindttussen Scherr en mij.

Mijn leer van de uiteindelike overwinning van het verstand over het instinkt is inzo verre een hypothese als ik er aan verbind het ten slotte niet meer willen leven.Voor de rest is 't wel een feit, dat de heerschappij van 't verstand dageliks toeneemt.

George Sand zegt: il n'y a qu'un plaisir. Ik zeg: er zijn er veel meer; maar ze belettenniet, dat elk leven een nadelig saldo geeft aan geluk... ten minste voor hen, die rekenenen niet vergeten.

Voor de brief van de heer Loman71 over zijn jicht ben ik u en hem zeer dankbaar.Ongetwijfeld kan ik daaruit lering trekken al heeft deze lijder geen knobbeljicht zoalsik. Ik heb hem al weer geschreven eensdeels om hem persoonlik mijn dank tebetuigen, maar ook om hem aangaande sommige biezonderheden nog 't een en anderte vragen. Wat evenwel de aanbevolen middelen betreft, die waren me alle reedsbekend. Ja, ik ken er nog meer en het ongeluk is, dat ik van de zekere werking dezermiddelen niet overtuigd ben.

Zelfs die koudwaterkuur lijkt me weinig afdoende, want ten eerste is de kwaaltoch teruggekeerd en dan is het kwaad wel tijdelik weggebleven na het watergebruik,maar dit wil nog niet zeggen door het watergebruik.

Ik heb mijn hele leven met koud water gewerkt en toch jicht gekregen. Glimlachenmoest ik - zeg u 't toch nooit aan de vriendelike schrijver - bij de vermelding van demoed, die nodig zou zijn om na een bad van zeer heet water te nemen een bad vankoud water. Daar is juist niets geen moed voor nodig. 't Is eenvoudigalleraangenaamst. Wel zou er moed nodig zijn (verkeerde moed) om een zeer koudbad te nemen als men zelf koud is. In mijn slaapkamer is altijd een koud bad gereeden kan ik niet slapen, dan plof ik daar even

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 68: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

60

in. Dat is wel eens driemaal in één nacht gebeurd. Hier (in Zwitserland) krijg ik eenheet damp of elektries zweetbad en daarop een koude douche. Ik heb er niets geenmoed voor nodig. Aangenaam was 't mij overigens te lezen, dat die wateraanwendingbij de Heer Loman in elk geval niet nadelig had gewerkt. Ik ga er dus mede door.Voor het levensgeluk stel ik eventjes vast, dat ik dol houd van lekkere wijnen en vanmening ben, dat er zonder lekkere dranken geen rechte gezelligheid kan bestaan.Toch moet ik het drinken (dat ik zeer matig deed) nu geheel opgeven. Entbehrensollst du, sollst entbehren.72 't Is juist, maar drommels pessimisties.

Ten slotte wil ik u een goede overtocht naar Loosduinen73 toewensen. Moge hetdorp u meevallen in de bewoning.

Mij trekt de rust van het dorpsleven altijd erg aan. Ik ben evenwel overtuigd, datik het op een dorp geen maand uithoud.

U is anders en dat is voor u een groot voordeel. Veel tevredenheid dus en eengoede gezondheid te Loosduinen en veel voldoening in uw zoon.

Hoogachtend blijf ik tekenen:Marc. Emants

25 Junie 1905

Vitus Bruinsma.

Eindnoten:

65 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef / Holland. Vertrekstempel:Engelberg (Obwalden) 25.VI.05 - 5. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 2[.] Jun 05 8-12 V.

66 Dat was in april 1873.67 Genesis 3:19.68 Platland. Een roman van vele afmetingen. Door een Vierkant van Edwin A. Abbott (1838-1926)

is een roman waarin de personages wiskundige figuren zijn en waarin de lezer kennismaaktmet de vierde dimensie. Spiritisten beschouwden het boek als een pleidooi voor hun opvattingen.De eerste Nederlandse druk verscheen in 1885.

69 Der grüne Heinrich is een roman van Gottfried Keller (1819-1890).70 Johannes Scherr (1817-1886) publiceerde zijn Michel in 1858.71 Waarschijnlijk zwager J.C.C. (1856-1929) of anders A.D. Loman (1868-1954).72 ‘Gij moet ontberen, steeds ontberen’, een uitspraak van Goethe's Faust in het gelijknamige stuk.73 Gonne Loman-van Uildriks had besloten uit Egmond aan de Hoef te verhuizen naar Loosduinen,

enerzijds om in de buurt van Delft te wonen, waar haar zoon zou gaan studeren, anderzijds omtoch buiten te wonen. Ze liet in Loosduinen een huis bouwen. De daadwerkelijke verhuizingzou pas begin augustus 1906 plaatsvinden.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 69: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

61

13 31 Juli 190574

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

31 Julie 1905 den Haag

Geachte Mevrouw,Met hartelike dank zend ik u Platland terug. Oprecht gezegd bevalt het boek me

volstrekt niet. Voor een toespeling op onze toestanden vind ik het te onbeduidend;voor een schildering van andere mogelike toestanden vind ik het... ja, eigenlik ookte onbeduidend.

Onbegrijpelik vind ik het in 't geheel niet. Wie een beetje aan mathesis heeftgedaan, weet ik ook dit wel...[sic] Trouwens Zöllner75, Hellenbach76 en anderespiritisten hebben reeds dergelike betogen geleverd. Zij menen, dat wij na onze doodin de vierde dimensie verzeilen, wat wel mogelik is.

U wil weten wat ik versta onder geluk. Ik zal 't u zeggen. Voor mij is geluk eenleeg woord, waarbij geen mens presies weet wat hij zich moet denken. Het beste watwij verkrijgen kunnen is bevrediging van een of meer neigingen of verlangens. Maaromdat elke bevrediging een nieuwe behoefte schept, zijn wij ten slotte nooit volkomenbevredigd. En waren wij volkomen bevredigd, dan zouden wij al weer niet gelukkigzijn omdat die bevrediging niets anders zou doen dan ons vervelen. U zoekt het gelukin de abnegasie. Wel, die Buddhistiese leerstelling wil ik gaarne onderschrijven.Maar u verkondigt daarmee een zeer pessimistiese levensopvatting. Immers hetindividuele leven is de verwezenliking van de levenswil. Moet dus die wil iets watnaar geluk zweemt, vinden in de abnegasie, dan moet die wil zich zelf verloochenenof met andere woorden de overtuiging koesteren, dat zelfbevrediging geen bevredigingschenkt en met nog andere woorden dat te willen leven een onzinnigheid is. U zegt:leef voor een ander. Heel goed. Wie te veel instinktieve levenswil heeft om er uit tekunnen stappen, zal ongetwijfeld wel doen met voor anderen te leven. Maar in plaatsdat ik leef voor mijn vrouw en mijn vrouw voor mij enz. uitsluitend omdat wij wil-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 70: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

62

len ontsnappen aan ons egoïsme zou het toch veel verstandiger zijn, dat wij beslotenallebei niet meer te willen leven. Op die manier zou de ontsnapping veel deugdelikerzijn. Buddha heeft nog altijd gelijk zo min mogelik voor je zelf begeren, dat is hetbeste. Begeren voor een ander is ten slotte toch ook een begeren voor je zelf. Begeerdus hier in 't geheel niet. Evenwel... doe 't maar eens. De natuur houdt je vast metallerlei instinktieve neigingen. Voortdurend worden je droombeelden voorgespiegeld.Voortdurend wordt [sic] je misleid.

U noemt het kinderachtig en dom verbitterd te zijn jegens een almacht, die onsniet zegt naar welk doel we moeten streven. Ik neem geen almacht aan. Mij komtdie hypothese zinledig voor. Maar zeker zou ik de almacht idioot moeten noemen,die verlangde dat wij naar een onbekend [doel] zouden streven. Zo iets is gewoononzin. Als ik op reis ga zonder te weten waarheen ik moet of wil gaan, voor welkespoorlijn moet ik dan mijn biljet nemen? Ik kan alleen in zo verre een doel aannemenals misschien het leven in zijn geheel zich min of meer (zeer min) duidelik bewustis van naar een zeker punt te evolueren. Dit doel kan dan evenwel geen individueeldoel zijn, maar is m.i. juist het algemeen-niet-meer-willen-leven = de ondergang vanhet instinkt of van de levenswil.

U zegt: wie mildelik geeft enz.77

Daar merk ik in de praktijk niets van. In de Bijbel staat echter: van wie niet heeftzal genomen worden.78 Die dwaasheid wordt inderdaad zoveel mogelik totwerkelikheid gemaakt.*

U zegt: de zelf-arbeidende bezit op zijn gebied over een ervaring, die anderenmissen.

Dat zal wel waar zijn, maar... als hij nu met die ervaring ook maar... op zijn gebiedblijft,

U vindt het dus niet mooi, maar eenvoudig prakties je groot te houden in ellendeof smart.

Nu ja, daar kan ik in komen, maar de mensen vinden 't mooi. Dat noem ik dwaas.U benijdt het geluk van Dr Vitus Bruinsma79 niet. Och, niemand benijdt het geluk

van een ander. Op de keper

* Ik meen 't daarover al eens gehad te hebben.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 71: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

63

Omslag van Edwin A. Abbott, Platland. Een roman van vele afmetingen. Door een vierkant. 4e druk,J. Emmering, Amsterdam 1920.

beschouwd willen de mensen wel altijd iets van anderen hebben (geld, schoonheid,jeugd, gezondheid) maar nooit wil iemand met pak en zak oversteken.

Dit bewijst wel, dat alleen het domme instinkt ons betrekkelik tevreden met onszelf doet zijn.

De strijd van sommige mensen voor aanstellerige eenvoud

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 72: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

64

vind ik al even zot als de strijd voor het tegendeel. De werkelik eenvoudige is, dunktmij, van zelf... natuurlik en valt dan noch door iets opzichtigs, noch door ietsgedwongen eenvoudigs in het oog.

Waarom niet leven en laten leven? zegt u. Ja, dat ben ik geheel met u eens. Gesteldeens, dat zo'n drijver voor zijn eigen mening volkomen zijn zin kreeg, wat zou dewereld er aan verveling door vooruitgaan!

Mijn enige broer80 is aan tuberculose gestorven, evenals mijn enige zuster.81 Tochwas er geen tuberculose in de famielie. Ik ben de enige van al zijn kleinkinderen diemijn grootvaders jicht erfde. Op de wetten van de natuur valt ook al niet te rekenen.

Ondertussen krijg ik voor mijn jicht de tegenstrijdigste raadgevingen. Koud enwarm water, geen eieren, juist alleen eieren, veel zweten, niet zweten enz. enz.Gelukkig kan ik behalve mosterd, rode kool en suikerijlof82 zowat alles eten. Ik hebdus in 't geheel [geen] moeite mij van enkele dingen te onthouden. Evenwel - op reiszal de zaak lastiger worden. Natuurlik niet op de grote plaatsen, waarheen de HeerLohman [sic] uitsluitend schijnt te reizen, maar in de bergen of in Tunis, Algiers endergelike landen.

En dan is het nog hard de vraag of al die maatregelen iets zullen baten. Tegenerfelike kwalen baat meestal niets.

Dank voor uw belangstelling in de toestand van mijn vrouw. Zij kan nu - metomzwachtelde benen - wel weer lopen, maar in orde zijn die benen nog in 't geheelniet. Zij moet nog gemasseerd en geëlektrieseerd worden. Bovendien moet de tijdhaar te hulp komen. Die helpt altijd, al helpt ie ten slotte je verder dan je verlangt.

Intussen teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Eindnoten:

74 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 31 Jul 05 9-10 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 1 Aug 05 8-12 V.

75 De astronoom en fysikus Johann Karl Friedrich Zöllner (1834-1882) publiceerde in 1878-1881Wissenschaftliche Abhandlungen. Hierin gaf hij spiritistische en hypnotische studiën enverdedigde hij het bestaan van een vierde dimensie.

76 De filosoof en politicus Lazar von Hellenbach (1827-1887) behandelde de vierde dimensie inhet tweede deel van zijn Die Vorurtheile der Menschheit, Wien 1879.

77 Wellicht citeerde Gonne Loman-van Uildriks in haar brief Jacobus 1:5 ‘En indien iemand vanu wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begeere, die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt;en zij zal hem gegeven worden.’

78 ‘Want so wie heeft, dien sal gegeven worden: ende wie niet en heeft, van dien sal genomenworden ook dat hy heeft’ (Markus 4:25).

79 De politicus, natuurkundige en publicist Vitus Bruinsma (1850-1916) woonde samen met zusFrederike van Uildriks.

80 Gerardus Henri Emants (1857-1893).81 Isabella Cornelia Henriëtte Elisabeth Emants (1851-1866).82 D.i. cichoreilof.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 73: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

65

14 30 Augustus 190583

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

30 Augustus 1905 den Haag

Geachte Mevrouw,In dank zend ik u Scherr84 terug. Ik vermoed nu dat u gelijkenis tussen hem en mij

ontdekt in ons beider ijveren tegen wat ik maar klerikalisme zal noemen; maar letwel op, dat Scherr te velde trekt tegen een kerk en de priesters van de kerk, terwijlik opkom tegen al wat is geloven. Nu weet ik wel, dat het geloof ook op goede dingenkan wijzen (bijv. troost in het ongeluk) en ik weet ook, dat wetenschap ten slotte opaxioma's of grondwaarheden steunt, die men maar aan moet nemen oftewel geloven;maar...

Het geloof heeft veel meer kwaad gesticht dan goed (zie alle godsdienstoorlogen,de Inquisitie85 en de antithese86). Troosten kan men even goed of even slecht zondergeloof.

Het geloven in grondwaarheden, die onbewijsbaar zijn, maar waarop eenwetenschap steunt, welke ieder ogenblik aan de ervaring kan getoetst worden, staatvolstrekt niet gelijk met het geloven in allerlei zaken, waarop niets steunt en welkemen juist nooit toetsen mag aan enige ervaring. Bovendien verhindert elk geloof allevooruitgang (zie Spanje, België, en alle Mohammedaanse landen + China). Ik zouhet woord geloven uit alle woordenboeken willen schrappen behalve in de betekenisvan niet-zeker-weten.

En toch ben ik geen materialist. Integendeel houd ik het geestelike voor de kernvan alle dingen.

Over het spiritisme raad ik u aan te lezen de handleiding van H.N. de Fremery.87

Ik bezit het boek niet. Anders zou ik het u zenden gelijk ik u Op reis door Zweden88

ter lezing toestuur.Het Toekomstig leven89 is in de laatste tijd wel beter geworden, maar voor mij

toch nog te weinig dor wetenschappelik. Mijns inziens is de voornaamste vijand vanhet spiritisme al weer de geloverij.

Ik bewonder u, dat u Latijn heeft geleerd en... niet vergeten

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 74: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

66

en ik bewonder ook uw geestkracht betoond bij het kopen van grond te Loosduinen.Ik heb ook Latijn geleerd en zelfs nog beter Grieks, maar wat weet ik er nog van?Zo goed als niets. Och, had ik toch alles onthouden wat ik heb geleerd! De geleerdenzeggen dat het nog berust in het archief van mijn subliminaal bewustzijn. Nu wil ikdat wel geloven of liever op hun gezag voor bewezen aanzien, maar wat heb ik eraan? Wat heb ik aan boeken in een afgesloten boekenkast?

U zegt, dat ik bij het leven voor anderen denk aan het leven van man en vrouw.In hoofdzaak ja; omdat ik zo verbazend weinig altruïsme bezit; maar toch niet

geheel. Van de andere kant beschouwd deel ik uw mening niet dat men in het huwelikuitsluitend zelfbevrediging zoekt. Waar dit het geval is loopt het huwelik ongetwijfeldmis. M.i. is er juist vrij veel altruïsme nodig om het dageliks samenzijn te kunnenvolhouden. De weldoener, die een armoedig huisje achter zich dicht sluit en danweer kan leven naar zijn zin heeft m.i. van dit altruïsme veel minder nodig. Daarbijkomt dat altruïsme oftewel zelverloochening ten slotte toch alleen geluk geven alszij zijn neigingen, die willen bevredigd worden. Wie zulk een neiging niet heeft vindter toch geen geluk door.

U zoekt het doel van het individuele leven in het leven voor anderen. Nu ja, praktiesis dit wel zo, maar hoe bespottelik is 't, dat A voor B en B weer voor A moet leven.Ongelukkig is 't ook, daar A toch altijd meer kans heeft B dan zich zelf te verliezen.

De heilsoldaten vinden volgens u het geluk. Best mogelik; maar keurt u 't nu goed,dat er hondertallen mensen ongelukkig moeten zijn om een paar heilsoldaten gelukkigte maken?

Peter de Kluizenaar90 preekte zijn volkje bij elkaar en had geen retourkaartjeJerusalem nodig. Zeker; maar wat Peter de Kluizenaar wilde hebben de Christenennooit bereikt. Naar welk doel streeft de mensheid. Weet u dat? Voorlopig naar hetsocialisme? Best. Maar dan? En zal het socialisme een vooruitgang zijn? Ja? Waarheen dan? Naar welk einddoel? Brengt het ons niet van de goede weg (waarheen?)misschien ver

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 75: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

67

af? Ik blijf er bij, dat alle streven onzin is zolang men niet weet waarheen gestreefdmoet worden. En het beduidt niets als antwoord op die vraag te wijzen op kleineverbeteringen in de maatschappij. Doel van het leven, dat is de vraag. De vraag, dieniemand kan beantwoorden. Noemt u een wereld waarin dat doel scherp begrensdaangewezen zou zijn een onzinnigheid, welnu dan kom ik terug tot mijn stelling, dathet leven altijd onzinnig is hoe men 't ook beschouwt. En in dat leven doet men altijdverkeerd of men rechts gaat dan wel links, vóór of achteruit.

Het mysterie? Wel, voor mij is alles mysterie wat ik nog niet weet. Dus is eigenlijkalles mysterie. Maar ik neem geen mysterie aan, dat zogenaamd geopenbaard wordt.Dat houd ik voor verwaande inbeelding.

Als samen-leven liefeliker is dan samen sterven dan wordt de dood iets ontzettends.Dan is het leven dus al weer niet goed, omdat die dood altijd dreigt.

Maar nu genoeg gefilosofeerd.Hoe komt u er toe te Loosduinen te willen wonen, omdat uw zoon te Delft moet

studeren.Ik houd veel van beweging in de vrije lucht en loop dageliks mijn anderhalf uur;

maar als ik uw zoon was zou ik dat heen en weer getrek tussen Loosduinen en Delftgrote tijdverknoeiing noemen. Denkt hij anders? Of werkt hij misschien zó vlug, dater voor hem geen tijdverspilling bestaat?

Wat mij zelf betreft, eerstdaags ga ik met mijn vrouw naar Berlijn om haar familieeens op te zoeken. Aan dit uitstapje hoop ik vast te kunnen knopen een tochtje naarenkele badplaatsen aan de Oostzee, die zeer mooi moeten zijn. Van de Noordzeehoud ik niet. Die is mij veel te onvriendelik, grauw en onherbergzaam. In 't algemeenhoud ik meer van de bergen dan van de zee. Het aanhoudende geblaas, dat men windnoemt, ergert me steeds. Ik voel 't als het zinneloze getreiter van een idioot. In anderelanden kan een mens op zijn balkon rustig een brief schrijven. In ons land wordt zijnpapier altijd weggeblazen.

Intussen teken ik hoogachtendMarc. Emants

Eindnoten:

83 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Deze enveloppe heeft geenpostzegel en was waarschijnlijk ingesloten in een pakje.

84 Mogelijk betrof het Scherrs Geschichte der Religion (1855-1857).85 Kerkelijke gerechtshoven tegen ketters, opgericht in 1231, extra berucht geworden in de zestiende

eeuw door het gebruik van de pijnbank.86 De door Abraham Kuyper opgekweekte tegenstelling tussen christelijke en niet-christelijke

beginselen in de politiek.87 H.N. de Fremery, Handleiding tot de kennis van het spiritisme , Bussum 1904.88 Het in 1877 voor het eerst in boekvorm verschenen verslag van de reis die Emants in 1875 door

Zweden maakte na de dood van zijn eerste vrouw.89 Het Toekomstig Leven was, zoals de ondertitel aangeeft, een ‘halfmaandelijksch tijdschrift

gewijd aan de studie van het spiritisme en aanverwante verschijnselen’.90 Peter de Kluizenaar leefde in de elfde eeuw. Hij werd geboren in Amiens, was krijgsman, maar

werd na de dood van zijn vrouw kluizenaar. Tijdens een pelgrimstocht naar Jeruzalem nam hijkennis van de onderdrukking van de christenen door de Saracenen. Hij ijverde voor een kruistocht

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 76: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

om de heilige plaatsen in Palestina op de muzelmannen te veroveren. Hij trok met een legerop, maar moest na een nederlaag in Hongarije onverrichterzake terugkeren. Vervolgens voegdehij zich bij het leger van Gotfried van Bouillon dat in 1099 Jeruzalem veroverde. Hij was kortstadhouder, maar keerde terug naar Europa waar hij een klooster stichtte te Hoei.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 77: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

68

15 13 Oktober 190591

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

13 Oktober 1905 den Haag

Geachte Mevrouw,Nevensgaand zend ik u een afdruk toe van een opstel, dat ik plaatste in Groot

Nederland.92 Het is ontstaan onder de druk van mijn ergernis over domheid van criticien domheid van publiek.

De geloverij wil ik zoveel mogelijk laten rusten; maar geheel en al kan dit tochniet. Het volgend citaat knipte ik voor u uit.93

‘De oude George Sergi, voor Italië, verklaart, deels in zijn moedertaal, deels inhet Fransch, dat het geloof de ergste der slavernijen inhoudt. Hij legt er den nadrukop, dat vooral ook de meisjes uit de handen der geestelijkheid moeten wordengehouden, daar zij de moeders worden van nieuwe geslachten, welke telkens weeropnieuw met geloof worden groot gebracht en vergiftigd. Er is te veel geloverij inde wereld.’

Bovendien moet ik u nog zeggen, dat uw spiritistiese vriendin nu juist niet despiritiste is, die volgens mij de zaak zal bevorderen die zij voorstaat. Zij gelooft weerte veel. Ik zie niet in, dat het spiritisme iets rechtvaardigt en ik kan me nietvoorstellen, dat iemand alleen door lezen (eerder zien) overtuigd wordt. Wat hetlaatste betreft strijdt de spiritistiese hypothese veel te veel met al wat de wetenschaptot heden toe geleerd heeft en wat het eerste aangaat wordt er m.i. nietsgerechtvaardigd dan de waarschijnlikheid dat wij na

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 78: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

69

onze dood een ander leven moeten beginnen. Is dat andere leven dan beter dan hettegenwoordige? Weten we daar al iets van? Is 't niet mogelik en zelfs waarschijnlikdat het zogenaamde leven na de dood ten slotte niets anders is dan een

Eerste pagina en enveloppe van de brief van Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks, 13 oktober1905. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 79: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

70

verder sterven van hetgeen van ons nog niet gestorven is. Veel sterft reeds afgedurende ons leven. Waarom zou er niet nog wat sterven na onze dood? Onze harenbijvoorbeeld doen dit reeds.

De spiritisten zeggen: Christus was een medium. Het is wel mogelik; maar maaktdat de bijbel voor u mooier of misschien juist minder mooi? Het een is even goedmogelik als het ander. -

U schrijft: ‘als ik werkelik geestkracht bezat zou ik in staat wezen mij zelf teoverwinnen.’ Ik ben dit in 't geheel niet met u eens en bovendien wat denkt u bij diewoorden; ‘mij zelf overwinnen’? Wie overwint dan wie? Zijn er twee mensen in u?ik geloof, dat alleen het verstand en de neiging vaak met elkander in strijd zijn in demens. Welnu, dan overwint altijd wie voor het ogenblik de sterkste is. Heeft u heelsterke neigingen of zijn die maar zwak en als ze sterk zijn, zijn ze dan ook nadeligvoor u of voor anderen? Als dat laatste niet het geval is, waarom zouden ze danoverwonnen moeten worden? Ja, dat samenzijn met een man... Zwijgen is wel hetbeste; maar het lukt niet altijd en ik vind het geen geestkracht iets niet te doen. Ofliever ik vind ook dit wel geestkracht, maar men kan dunkt mij geestkracht bezittenen toch zich niet altijd kunnen beheersen of te wel zwijgen.

U meent, dat men bij het aangaan van een huwelijk zelfbevrediging zoekt. Ja, datis wel zo.

Zeker is 't een van de interessantste levensproblemen na te gaan wat de mensenin zulke gevallen tot elkander aantrekt. Daarvan snappen de critici nooit iets. Zijdenken altijd, dat de deugden, die men later in elkander ontdekt, de doorslag hebbengegeven, maar dat is natuurlik volkomen onwaar. M.i. is 't niet mogelik te beschrijvenwat twee mensen tot elkander brengt. Het is even onmogelik als te verklaren waaromde een houdt van zuring en de ander van zoete peultjes.

U meent, dat ik van Holland houd; maar daarin dwaalt u. Ik heb een hekel aan onsvolk, een hekel aan ons land en een hekel aan ons klimaat. Onze aristokraten vindik karakterloos en ploertig; onze middenstand vind ik plomp, onartistiek,

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 80: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

71

dom-lacherig om 't geen men niet begrijpt, smakeloos, naäperig van vreemden, zondergevoel van eigenwaarde en toch pedant.

Onze boeren vind ik nog lomper en konservatiever dan elders; ons minder stadvolkvind ik ongehoord ruw gemeen en tegelijkertijd lafhartig.

En huichelaars zijn alle Nederlanders.Al wat ik in Holland goed vind is schilderachtigheid, goede groenten, beste

aardappelen, uitmuntende room, vrij goede vruchten, en betrekkelike vrijheid.Voor de rest vind ik alles hier duur en slecht. In niets munten wij uit. Wat

betrekkelik goed is, is nageäapt. We kunnen evenmin wetten maken als pakjes maken.Onze winkeliers zijn niet op de hoogte van de waren, die zij verkopen. Overal eldersvindt men tegenwoordig alles beter voor minder geld dan bij ons. Met overal bedoelik dan Europa.

Doorgaans schaam ik me Nederlander te zijn, nog nooit ben ik er trots op geweest.Alles is hier lamlendig. Daar ik evenwel geen namaak Duitser of Fransman wil zijn,tracht ik zo goed mogelik Nederlander te wezen. Ondertussen erger ik me in ditkikvorsenland geboren te zijn. Keer ik van de reis terug, dan heb ik altijd een gevoelalsof de ellende bij honderden ponden op me neerviel.

U leent geen geld meer. Ik ook niet. Ik heb 't dikwels gedaan en er nog nooit andersdan verdriet van gehad.

Nu nog iets over jicht. Ik heb hier een dokter leren kennen, die me zoal niet belooft,dan toch doet hopen, dat ik van mijn jicht niet veel meer zal merken. Sinds beginAugustus is dit ook zo. ik moet een streng dieet volgen, baden, water drinken enpilletjes slikken. Deze pilletjes bevatten juist wat uw famielielid ook neemt, maargezuiverd van 't geen daarin slecht is voor hart en ingewanden. Het middel is colchicinen de dokter heet Bouma (Bazarstraat 52 den Haag). Hij is zelf jichtlijder en merktniets meer van zijn kwaal. Misschien schrijft u dit eens aan de Heer Loman.

Intussen teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Eindnoten:

91 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 15 10 1905 N 9-10. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 16 Oct 05 8-12 V.

92 ‘Kunst en waarheid’, gepubliceerd in Groot Nederland 3 (1905) 10 (oktober), p. 373-387;herdrukt in de door Pierre H. Dubois samengestelde bundel Pro domo (1967).

93 Ingeplakt krantenknipsel met in handschrift erop geschreven: ‘Vrijdenkers Kongres’. Beginseptember 1905 werd in Parijs een vrijdenkerscongres gehouden, waaraan van Nederlandsezijde onder andere werd deelgenomen door F. Domela Nieuwenhuis. De herkomst van hetkrantenknipsel is niet achterhaald.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 81: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

72

16 27 November 190594

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

27 Nov. 1905 den Haag

Geachte Mevrouw,U schrijft in uw brief van 26 Okt: ‘het zou interessant zijn eens presies te kunnen

volgen wat er omgaat in het hoofd van een ezelachtig kritikus, die dit (mijn opstelin Groot Nederland) leest.’ Ja, presies weet ik het niet, maar wel ongeveer. Ik kreegnamelik een exemplaar van het blad De hofstad mij toegezonden, en daarin verklaarteen anonymus dat ieder, die enigszins geschoold is in het logies denken getroffenmoet zijn door het onzuivere van mijn redenering.95

Wat u mij schrijft van die leraar in het Nederlands op de H B S te Alkmaar96 isook zeldzaam onartistiek dom. En zulke mensen worden aangesteld tot voorlichtersvan de jeugd. Als droog zand hangen hun gedachtetjes aan elkaar.

Domheidsmacht komt in het voorjaar van 1906 uit.97 ik hoop dan in Tunis te zijn.Ja, daar heb [ik] ook 't nodige mee ondervonden. Ik heb er 't een en ander - lang nietalles - van meegedeeld in de Voorrede. Men heeft dadelik gegist, dat ik van dit stukde schrijver was; maar men heeft ook andere namen genoemd als Heyermans,Lapidoth, de Koo, de Wijs, van Nouhuys.98 't Was inderdaad wel vermakelik. Watmij vooral vermaakte was de journalisten, die mij kwamen ‘interviewen’ er in telaten lopen met een nietszeggend praatje. Zij geloofden dan, dat ik iets had ontkenden moesten toch later erkennen, dat ik in 't geheel geen antwoord had gegeven. Enhet mooiste van de geschiedenis was wel, dat ik de Raad van Beheer er in heb latenlopen. Die had in 1898 verklaard geen stuk meer van mij te willen spelen.99 Nu hebbende heren toch een stuk van mij gespeeld - zonder 't te weten - en er zelfs goed geldmee verdiend.

Op dit ogenblik heb ik een stuk klaar, waarin het spiritisme voorkomt. Tweegezelschappen hebben 't al geweigerd;100 het ene zonder opgaaf van redenen, hetandere uit vrees

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 82: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

73

Omslag van Marcellus Emants' toneelstuk Domheidsmacht , Van Holkema & Warendorf, Amsterdam1907. (Collectie Koninklijke Bibliotheek.)

Eerste pagina van de voorrede van Marcellus Emants bij Domheidsmacht. (Collectie KoninklijkeBibliotheek.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 83: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

74

voor te weinig belangstelling in het spiritisme bij het grote publiek. Als nu het derdegezelschap het stuk ook nog weigert, moet ik het in een tijdschrift plaatsen.

U zegt, dat een mens wel van zijn volk houden moet. Ik weet niet of dit vooranderen waar is; maar voor mij toch niet. Ik kom nooit met een aangenaam gevoelin mijn land terug en ik kan met vreemden veel beter opschieten dan metNederlanders.

Met geweld onderdrukt ongeduld is lang niet hetzelfde als natuurlike lijdzaamheid.Daar heeft u wel gelijk in en dat maakt mij altijd zo wantrouwend tegenover allemensen, die mooie eigenschappen niet van nature bezitten. Wel beschouwd moestendie mensen juist hoog aangeschreven staan, omdat ze zich dan toch verbeterd hebben.Ik voel in die verbetering echter altijd onnatuur en huichelarij. Moeten we dan maarbrutaalweg met onze fouten voor den dag komen? Ik zou haast zeggen: ja. Ook deelik uw mening aangaande de mensen, die het lorrige[?] van andere mensen niet willenzien. Die mensen gaan evenwel algemeen voor zeer goed door. Dat antwoord vanuw zwager: ‘Ru is niet oppervlakkig omdat hij in 't schaken diepe combinatiesmaakt’101 is wel de moeite waard. Wat denken de meeste mensen toch onlogies! Uzegt, dat het geloof in elk geval een machtige beweegkracht is geweest. Juist... isgeweest. Nu werkt die kracht ook nog wel; maar niet meer ten goede en niet meerzo krachtig.

Al uw Zweedse zinnen heb ik tot mijn verbazing nog verstaan. Ik heb evenwel devreemde woorden niet meer tot mijn beschikking.

Houdt u niet van Edgar Poë?102 Ik wel.Van Zweeds houd ik... voor vrouwen. Voor mannen komen er mij te veel klanken

als è, ö enz. in voor. Dat miauwt een beetje erg.Heeft u het verschil in uitspraak al beet tussen y, ù en ü. Dat heb ik nooit goed

gesnapt.U veel sukses toewensend op uw vertaalwerk teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 84: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

75

N.B Ook het derde gezelschap heeft mijn toneelstuk geweigerd. De direksie wil 'tgraag spelen als ik het spiritisme er uit werk. M.a.w. ik moet eerst van een tijger eenkikvors maken. Dat kan ik evenwel niet.

Eindnoten:

94 Adressering: Mevrouw G Loman / Van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 27 11 1905 3-4 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 28 Nov 05 12-8 V.

95 De Hofstad van 14 oktober 1905 bevatte in de rubriek ‘Boek en Tijdschrift’ - ondertekend metde initialen ‘d.B.’ - over de oktober-aflevering van Groot Nederland ondermeer: ‘Opent meteen artikel van Marcellus Emants: ‘Kunst en Waarheid’, waarin deze auteur meeningenneerschrijft die van beteekenis zijn in verband met de kennis tot zijn kunst. Maar toch zijn wegeneigd de litteraire stijl van den auteur Emants zuiverder te vinden dan die van den betooger.Elk die philosophisch een weinig geschoold is, moet over het onredelijke, onzuiver gesteldevan uitspraken als b.v. vervat zijn in de alinea's 6 en 7 vallen.In de bedoelde alinea's geeft Emants het antwoord op de vraag wat voor hem kunst is: ‘Hetantwoord luidde: de min of meer geslaagde poging van een auteur om in anderen op te wekkenzijn visie van het leven. Daarin leek me alleen nog te verduideliken het woord visie, dat hierzeker niet uitsluitend gezicht, aanblik mag beduiden, maar omvatten moet zowel de inwendigeaanschouwing van een kleiner of groter brok leven als het indringend begrijpen met verstanden medegevoel van de wording en de verwording van dit leven, van zijn samenhang met al watdaarbuiten nog bestaat.Met andere woorden dus: trachten anderen te doen zien, te doen begrijpen, te doen medegevoelen,wat men zelf ziet, begrijpt, medegevoelt. En met nog andere woorden: in beeld proberen tebrengen wat men voor zichtbare of onzichtbare waarheid houdt.’

96 De leraar Nederlands aan de HBS te Alkmaar was E.M. van Soest. Welke uitlating deze leraarvan zoon Rudolph Loman op zijn geweten had, is onduidelijk.

97 Domheidsmacht verscheen pas in 1907. Emants bood dit toneelstuk, zoals hij in de voorredeschreef om redenen ‘van geheel persoonlike aard’, anoniem ter opvoering aan. Het stuk wasop 5 maart 1904 in première gegaan bij de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneelte Amsterdam.

98 Met name H.L. Berckenhoff (1850-1918) opperde in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van6 en 9 maart 1902 en in Het Tooneel van 2 april 1904 dat Emants de auteur was. Andere criticispeculeerden op het auteurschap van de min of meer succesvolle toneelschrijvers HermanHeijermans jr. (1864-1924), Frits Lapidoth (1861-1932), J. de Koo (1841-1909) of W.G. vanNouhuys (1854-1914). G. de Wijs was de voorzitter van de Raad van Beheer van HetNederlandsch Tooneel; hij had sterk aangedrongen op opvoering van het stuk.

99 Die beslissing nam de Raad van Beheer waarschijnlijk na een conflict rond Emants' stukLoevesteyn . Emants schreef dit gelegenheidsstuk op verzoek voor de inhuldigingsfeesten vankoningin Wilhelmina. Het Nederlandsch Tooneel wilde de acteurs leveren en het stuk ook nade kroningsfeesten opvoeren. Men kreeg echter de bezetting niet rond. Toen het totale programmate lang werd en men op alle onderdelen wilde beknibbelen, besloot Emants het stuk terug tenemen ‘omdat 't afschuwelik werd verknoeid’. (Zie Emants' brief aan J. Kalff in: MarcellusEmants, Voor mij blijft het leven een krankzinnigheid. Een portret in brieven (ed. Nop Maas),Amsterdam-Antwerpen [1995], p. 101-102.)

100 Bij de publikatie van het toneelstuk Tegenover het mysterie in De Gids 71 (1907) 1 (januari),p. 1-53 verklaarde Emants in een noot dat het stuk was geweigerd door de KoninklijkeVereeniging Het Nederlandsch Tooneel, De Nederlandsche Tooneelvereeniging, hetRotterdamsch Tooneelgezelschap en het Bestuur van de Nederlandsche Schouwburg teAntwerpen.

101 Zwager J.C.C. of A.D. Loman maakte deze opmerking kennelijk over broer Rudolf (Gonnesechtgenoot), die immers een bekend schaker was.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 85: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

102 Hoewel ze kennelijk niet van zijn werk hield, zou G. Loman-van Uildriks van Edgar Allan Poe(1809-1849) in 1909 van hem diverse werken vertalen: Werken , dl. 1: De Goudkever - Dezwarte kat - Het verraderlijke hart ; dl. 2/3: Het verhaal van Arthur Gordon Pym .

17 17 Januari 1906103

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

17 Januarie 1906 den Haag

Geachte Mevrouw,Met u neem ik aan, dat een verloren geloof wel degelik een verlies en geen winst

is; maar u kent mijn hypothese. Volgens mij moet het mensdom hoe langer hoe meerdingen (ingebeelde voordelen en werkelike voordelen, die echter minder waardehebben dan ze schijnen te bezitten) verliezen om eindelik tot de overtuiging te komen,dat niet-leven beter is dan leven. Ons instinkt strijdt er tegen; ons verstand moet lerendat instinkt overwinnen. Voor het dageliks leven neem ik ook met u aan, dat werkenhet beste is wat u doen kan. ‘Grübeln’ vind ik altijd verkeerd. Een pessimist moeteen opgeruimd wezen zijn; anders is hij de naam van pessimist onwaardig. Dat uvertalen zeer moeilik vindt, verwondert mij niets. In vele gevallen is 't een hopelooswerk. De meeste mensen denken: table is tafel en je prends is ik neem. Je prends latable is dus ik neem de tafel en vertalen is niets waard. Ja wel, zo schijnt het; maarwie dieper in de zaak doordringt, ziet dat het dikwels onmogelik is gelijkwaardigewoorden in de eigen taal voor vreemde woorden te vinden. Vertaal eens presies‘leisten’ in het Nederlands of ‘een gulle lach’ in het Duits.

Maar laat u een uitgever in uw werk schrappen? 't Is waar: zelfs een uitgever kaneen fatsoenlik en artistiek mens zijn; maar dat u twee zulke zeldzame vogels104

gevangen zou hebben is mij haast te machtig. De verandering van ‘een groot aantalkinderen’ in ‘een behoorlik aantal’ zou ik zeker afkeu-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 86: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

76

ren; ten eerste omdat die verandering mij ongerechtvaardigd en onnodig voorkomt,ten tweede omdat in mijn ogen elk aantal kinderen hoe klein ook, al onbehoorlik is.

Tegen het woord er heb ik in 't geheel geen bezwaar.U vraagt of ik blij ben zo dikwels ik Holland de rug toekeer. Ja en neen. In vele

opzichten ja; maar toch ook weer neen, omdat ik op stuk van zaken nooit lust hebom op reis te gaan en eenmaal vertrokken evenmin lust heb om terug te keren. Datis even dwaas als lastig voor me zelf, maar 't is altijd zo geweest.

U kan ongetwijfeld op reis gaan met een spiritustoestelletje en een breikous; maardat zal de reis veel duurder maken. Immers u zal van dergelike dingen alleen kunnengenieten

Omslag van het door Gonne van Uildriks vertaalde Thymian. Uit het leven van een gevallen vrouw.

2e druk Allert De Lange Amsterdam. Oorspronkelijke titel: Tagebuch einer Verlorenen, door MargareteBöhme. De vertaalster heeft de hoofdfiguur in de Nederlandse versie als auteur opgevoerd.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 87: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

77

als u ergens rustig is en daar u toch alles zal willen zien, zal u er dus langer voormoeten wegblijven.

Klimmen is in Noorwegen haast nooit nodig. Men reist daar tegenwoordig meestin rijtuig of boerekar of boot. De kariolen105 verdwijnen of zijn verdwenen enwandelingen hoeft men - uitgezonderd in Jotunheim - zelden te ondernemen om demooie dingen te zien.

U schrijft, dat ik de mensen te hard aangrijp. Maar mevrouw, daar zijn de mensenmij doorgaans veel te onverschillig voor. Meestal grijp ik in 't geheel niet aan, maarik sla van me af. Dat is waar en wel zo hard mogelik. Wat hebben ze zich ook metmij te bemoeien. Als ik anderen met rust laat, verlang ik, dat die anderen ook mijmet rust laten. Wat beweegt de mensen toch altijd als critici of rechters over elkanderte poseren?

Wat uw vriend van Beveren106 betreft hoop ik dat u mij op de hoogte zal houden.Die man lijkt me de moeite van een kennismaking waard. Als buur had ik hemevenwel liever niet.

Dat de Raad van Beheer weigerde mijn stuk te spelen, verwondert mij niets. Dielui missen bij veel andere kwaliteiten ook nog moed. Zij durven alleen spelen watniemand aanstoot kan geven. Van daar, dat ze zo zelden een stuk spelen, dat dekennismaking waard is. Naar mijn schatting is die Raad van Beheer een ramp vooronze toneeltoestanden.

Als u de uitspraak van de Zweedse u beet heeft, beveel ik me aan voor eenklanknabootsing in Nederlandse tekens. - Voor uw vrees voor krankzinnigheid vindik in uw brief geen enkele grond. Ik zou daar maar nooit over denken. Dat u mij opstraat gemakkeliker zal herkennen dan ik u verwondert mij niets. Ik loop altijd tesuffen en ben bovendien sterk bijziende. Toch zal ik eens uitkijken.

Met zeer, zeer veel genoegen las ik het Tagebuch einer Verlorenen.107 Hoeverbazend zielkundig juist is alles daarin behandeld. Dat is nu juist iets naar mijnsmaak. Toch heb ik één aanmerking. Is 't aannemelik dat iemand, die zo kanobserveren en zo kan weergeven wat ze ziet, nooit eens beproefd heeft met schrijvenhaar brood te verdienen? Men

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 88: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

78

zal antwoorden: van dit talent is ze zich niet bewust. Ja wel; maar wie ingeldverlegenheid zit, probeert dunkt mij wel gekker dingen. Uit deze aanmerkingkan u nu wel afleiden dat het mij moeilik valt te geloven in de echtheid van ditdagboek. Ik kan mij dan ook geen echt dagboek voorstellen zonder: herhalingen (vanwoorden, gedachten, gebeurtenissen) ongelijkheden in behandeling, korte uitroepen,onvolledigheden enz. enz. Van dit alles is hier evenwel geen sprake. Maar... hoemeer ik de echtheid van het dagboek wantrouw, des te meer bewonder ik het werk.

Met het oordeel van de Duitsers over dat boek kan ik mij niet verenigen, maar metuw bezwaren tegen Thymian ook niet. Ondanks uw mensekennis lijkt u mij tegenovereen ‘Verlorene’ toch nog op een konventioneel standpunt te staan. Waarom andersverwijt u haar, dat zij geen zin heeft het afschuwelik saaie leven te gaan leiden,waartoe haar tante haar wil veroordelen enkel en alleen omdat zij eens het slachtoffervan meneer Meinerts gemeenheid is geweest? Waarom verwijt u haar genotzucht enonwaarheid? Zijn wij allen niet genotzuchtig en leugenachtig? M.i. is het enigeverschil, dat wij niet allen dezelfde genietingen najagen en niet allen op dezelfdemanier liegen. Indien Thymian een geschikte man had kunnen trouwen, zou zij haargenotzucht en haar leugenachtigheid hebben kunnen botvieren zonder dat een haaner naar gekraaid had (bl. 253).108 Waarom wordt er toch altijd zoveel spektakel overgemaakt indien een vrouw eens doet wat haast geen enkele man nalaat? Dat eenzogenaamd gevallen vrouw zich nagenoeg nooit meer opheffen kan, noem ik eenschande voor... alle fatsoenlike mensen.* Al wat Thymian doet is eenvoudig het

* vergelijk bl. 149115

115 ‘Wie manche würden sich gern “retten” lassen. Freilich nicht durchBesserungsanstalten und Stadtmissionen, immer von oben herab, von dem Kothurnder überlegenen Moral [...]. Nein, um hier zu ändern und zu bessern, müsste schoneine neue Weltordnung, eine vollständige Umkremplung der Begriffe undVerhältnisse vorangehen.’

In de vertaling van Gonne Loman-Van Uildriks:

‘Hoe velen zouden zich niet gaarne laten “redden”. Niet altijd in doorgangshuizenen door zendingsvereenigingen, uit de hoogte, van het voetstuk af derzelfverheerlijking [...]. Neen [...]. Om hier verandering en verbetering in te brengenzou in de geheele beschaafde maatschappij een totale omkeer moeten plaats grijpenin begrippen en verhoudingen.’

115‘Wie manche würden sich gern “retten” lassen. Freilich nicht durchBesserungsanstalten und Stadtmissionen, immer von oben herab, von dem Kothurnder überlegenen Moral [...]. Nein, um hier zu ändern und zu bessern, müsste schoneine neue Weltordnung, eine vollständige Umkremplung der Begriffe undVerhältnisse vorangehen.’

In de vertaling van Gonne Loman-Van Uildriks:

‘Hoe velen zouden zich niet gaarne laten “redden”. Niet altijd in doorgangshuizenen door zendingsvereenigingen, uit de hoogte, van het voetstuk af derzelfverheerlijking [...]. Neen [...]. Om hier verandering en verbetering in te brengenzou in de geheele beschaafde maatschappij een totale omkeer moeten plaats grijpenin begrippen en verhoudingen.’

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 89: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

gevolg van het feit, dat een gevallen vrouw letterlik als een ongedierte door de mensenwordt gejaagd en vervolgd. Wordt ook een dier daardoor niet schuw, sluw,achterdochtig enz.? Ik heb ook eens te vergeefs gepoogd een zogenaamd gevallenvrouw er weer boven op te brengen. Ofschoon ik mij borg stelde voor het geld, wildeniemand haar een lokaal verhuren om er een nering in te beginnen. Wel vond niemandhaar te slecht om haar te bele-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 90: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

79

digen en af te zetten... En toch noemen de Hagenaars zich voor het merendeelChristenen. Naar mijn oordeel zijn er onder tien gevallen vrouwen doorgaans meerhulpvaardige mensen dan onder tien fatsoenlike. (zie o.a. bl. 193 bovenaan109) Quelsgredins que les honnêtes gens, zegt Zola110 en hij heeft volmaakt gelijk. bl 273111 DatThymian zich zelve vrij pleit is zeer natuurlik. Ten eerste doet ieder dat en ten tweedeheeft zij nog gelijk ook (in mijn schatting). Ik vind Thymian ook volstrekt nietonoprecht tegenover zich zelf. Zij ziet zich maar anders dan u haar ziet.

Wat het spiritisme betreft meen ik niet beter te kunnen doen dan u te zenden eenafdruk van een Gidsartikel door mij geschreven.112 Ik behoef dit niet terug te hebben.- Ik heb ook gehele geesten gezien, maar die materialisaties heb ik gewantrouwd.Bewijzen van bedrog kreeg ik evenwel niet. Dit gebeurde te Berlijn.113

Om nog even tot Thymian terug te keren vind ik haar aanhankelikheid voorCasimir114 niet alleen volkomen begrijpelik, maar zelfs het bewijs van een zeer edelenatuur. Een goede echte vrouw hecht zich en laat niet meer af door welketerugstotende biezonderheden ook afgeduwd. Casimir is geen liefde van haar; maarde onbewuste gehechtheid aan haar eigen jeugd.

En nu basta. Zoals ik zei: ik heb van het boek veel genoten.U veel sukses met uw vertalingen wensend teken ik hoogachtend:Marc. Emants

Eindnoten:

103 Adressering: Mevrouw G Loman / Van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 17 1 1906 5-6 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 18 Jan 06 2-6 V.

104 Gonne Loman-van Uildriks vertaalde op dat moment voor de Amsterdamse uitgevers G.Schreuders en Allert de Lange. Later zou ze o.a. nog vertalen voor Leo Simons(Wereldbibliotheek) en J. Philip Kruseman.

105 Lichte tweewielige wagentjes.106 Een onwillige buurman in Loosduinen. Zie de kladversie van de brief van Gonne Loman-van

Uildriks van 27 augustus 1906.107 Tagebuch einer Verlorenen. Von einer Toten, überarbeitet und heraus-gegeben von Margarete

Böhme verscheen voor het eerst in 1905. Het boek is een gefingeerd dagboek dat zogenaamddoor de schrijfster Margarete Böhme (1869-1939) bewerkt was. Het boek had groot succes: in1910 waren al meer dan 130.000 exemplaren verkocht. Gonne Loman-van Uildriks was overtuigdvan de authenticiteit van het dagboek. Van haar hand zou in 1906 bij Allert de Lange teAmsterdam een Nederlandse vertaling verschijnen, met op de titelpagina de gefingeerdedagboek-schrijfster als auteur: Thymian, Uit het leven eener gevallen vrouw , bewerkt door G.Loman-Van Uildriks. Van deze vertaling verscheen nog een tweede druk.Thymian is de dochter van een apotheker in een stadje van een paar duizend inwoners. Als zeeen jaar of veertien is, sterft haar moeder. Haar vader viert zijn seksuele lusten bot op diversehuishoudsters. Eén daarvan pleegt zelfmoord als ze zwanger raakt en hij weigert haar te trouwen.Haar vader eclipseert tijdelijk en in de volgende nacht maakt de apothekersbediende Meinertvan de gelegenheid gebruik om Thymian te ontmaagden. Na enige tijd wordt duidelijk datThymian in verwachting is. Ze weigert Meinert te trouwen en wordt bij een vroedvrouw in dekost gedaan, waar ze Conny Lissmann, een lotgenote uit het leven ontmoet. Ze wordt - vooraldoor haar deugdzame tante - geprest haar kind af te staan en komt bij een even strenge alshuichelachtige dominee in de kost. Het wordt haar duidelijk dat ze niet meer voor fatsoenlijkeomgang in aanmerking komt. Ze loopt weg en komt via Conny Lissmann in de prostitutie

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 91: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

terecht. Enkele pogingen om een ‘fatsoenlijk’ leven te gaan leiden mislukken. Uiteindelijk komtze in de betrekkelijk gunstige situatie dat ze de maîtresse wordt van een oude graaf. Aan haardeelname aan lief-dadigheidsacties komt een einde door toedoen van een joodse ‘dame’. Intussenheeft ze echter al een eerste bloedspuwing gehad. Vlak voor haar dood komt ze in contact methaar jeugdvriendin Margarete Böhme, aan wie ze haar dagboek nalaat.

108 Waarschijnlijk is dit ‘253’ een verschrijving voor ‘273’. Op laatstgenoemde pagina komt dehier passende zin voor:

‘Man kann sehr wohl mit beiden Füssen durch Schlamm und Schmutzwaten und seine Seele klar und rein halten, und kann eine äusserlichhochgeachtete “ehrbare” Frau und doch durch und durch unanständig sein,weil niedrige Gesinnung, Kleinlichkeit und innere Gemeinheit Seele undDenkungsart versauen und verpesten.’

In de vertaling van Gonne Loman-Van Uildriks luidt deze zin:

‘Men kan wel tot aan de enkels door slijk en modder waden en toch zijneziel onbesmet bewaard hebben, en eene zeer geachte en zoogenaamddeugdzame vrouw kan door en door verachtelijk zijn, wanneer laagheid,kleingeestigheid en inwendige ruwheid haar geest en gemoed hebbenverontreinigd en besmet’ (p. 193).

115 ‘Wie manche würden sich gern “retten” lassen. Freilich nicht durchBesserungsanstalten und Stadtmissionen, immer von oben herab, von dem Kothurnder überlegenen Moral [...]. Nein, um hier zu ändern und zu bessern, müsste schoneine neue Weltordnung, eine vollständige Umkremplung der Begriffe undVerhältnisse vorangehen.’

In de vertaling van Gonne Loman-Van Uildriks:

‘Hoe velen zouden zich niet gaarne laten “redden”. Niet altijd in doorgangshuizenen door zendingsvereenigingen, uit de hoogte, van het voetstuk af derzelfverheerlijking [...]. Neen [...]. Om hier verandering en verbetering in te brengenzou in de geheele beschaafde maatschappij een totale omkeer moeten plaats grijpenin begrippen en verhoudingen.’

109 ‘Ich habe in der Zeit erfaheren, dass es unter den Leichen auch Menschengibt, Menschen mit fühlenden Herzen und werktätiger Nächstenliebe.’

In de vertaling van Gonne Loman-Van Uildriks:

‘toen heb ik ondervonden, dat onder die levende lijken ook menschen zijn;menschen met een gevoelig hart, die veel voor een ander over hebben.’(p. 137)

110 ‘Geen groter tuig dan fatsoenlijke mensen’, de slotzin van de roman Le ventre de Paris vanEmile Zola (1840-1902).

111 Zie noot 94.112 ‘Een zitting met Eusapia Paladino’ in De Gids 67 (1903), dl. III, p. 65-81, over een seance met

het beroemde Italiaanse medium.113 In het najaar van 1901 bezocht Emants seances met drie mediums in Berlijn. Hij kreeg telkens

de indruk met opzet of onbewust misleid te worden. Zie zijn opstel ‘Waaraan behoefte bestaat’in Het Toekomstig Leven (1902), p. 137-139.

114 Thymian heeft een zwak voor haar jeugdvriend Casimir Osdorff, een voor niets deugende graafuit een verarmde familie die aan lager wal raakt. Thymian trouwt met hem om als nette vrouw

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 92: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

een pension te kunnen beginnen. Ze blijft hem verzorgen, zelfs als hij veroordeeld wordt voorhomoseksuele prostitutie.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 93: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

80

18 28 Februari 1906116

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

28 Februarie 1906 den HaagParkstraat 10a

Geachte Mevrouw,U betoogt, dat Thymian minder aangename eigenschappen heeft. Wel, dat bestrijd

ik niet. De kern van ons verschil schuilt, dunkt mij, ergens anders. U schijnt (in mijnogen) het volgende te verlangen. Een man heeft misbruik gemaakt van deonwetendheid, de nieuwsgierigheid enz: van een meisje. Nu moet dit meisje daarniet alleen voor boetedoen; maar zij dient op eens zich als een modelmens te tonenen nu worden haar alle minderwaardige eigenschappen zwaar aangerekend, die bijeen getrouwde vrouw geen gewicht in de schaal zouden leggen. Dit lijkt mijonrechtvaardig. Ik wil een zogenaamd gevallen vrouw niet alleen niet strenger, maarzelfs zachter dan een zogenaamd fatsoenlike beoordeeld zien. Ik geef haar het rechthet ongeboren kind te doen verdwijnen of op te voeden; ik ontzeg ieder het rechthaar om dat kind te verachten, ik geef haar ook het recht de man tot een huwelik ofhoge schadeloosstelling te dwingen.

U zegt, dat Thymian willens en wetens de brede weg heeft gekozen en zich dusniet over haar noodlot mag beklagen. Dit willens en wetens geef ik na Meinerts daaden de gevolgen, die de wereld er aan verbindt, niet toe. De vrouw, die een zogenaamdemisstap heeft begaan wordt - enkele toevallige gevallen uitgezonderd - door demensen gedreven naar een soort kloosterleven of naar de prostitutie. Nu zijn ermensen, die in een kloosterleven krankzinnig zouden worden Die hebben dus geenkeuze.

Kamers verhuren is ongetwijfeld een middel om aan de kost te komen. Maar teneerste kan men daar zonder een sent op zak geen begin mede maken. Ten tweedekomen alle mensen daarmede niet uit. Ten derde zijn alle mensen daar niet voorgeschikt.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 94: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

81

In het geld aannemen zit uw hoofdbezwaar. Ik begrijp 't; maar wie niets heeft entoch honger voelt, die stapt over alle bezwaren heen om die honger te bevredigen.

Het mooie van het boek is juist voor mij: gegeven Thymian, gegeven deomstandigheden, moest alles juist zo gaan.

Ik wil nu wel aannemen, dat het dagboek echt is, maar de toelichting bevat dantoch de woorden: (dass) manches überarbeitet werden musste.117

Dat manches zal wel heel veel geweest zijn.U zegt, dat het leven zonder banden de mensen ongeschikt maakt tot een terugkeer

in de gewone maatschappij. Ach ja; maar elk leven maakt een mens ongeschikt voorhet tegenovergestelde.

Het boek van Clara Viebig ken ik niet.118 Van haar las ik nog niet veel moois.Wat u van uitgevers schrijft begrijp ik. De sleutel van het geheim is, dat zij denken

aan handelsbelangen en de schrijver of vertaler aan kunstbelangen. Zo uiterst zeldenkunnen

Deze foto stuurde Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 95: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

82

zij hand in hand gaan.Die vijf duizend gulden kwestie vond ik heel onaangenaam voor u; want niet

alleen, dat die som niet te verachten is, maar wie in partikuliere zaken met zijn geldscharrelt, loopt telkens tegen de lamp. Ik ken geen gevaarliker liefhebberij.119

U noemt de houding der geesten geretireerd. Ja dat is zo. Prof Hyslop120 verklaartdat aldus. Van hun kant hebben de geesten om tot een verstandhouding met ons tekomen minstens evenveel moeilikheden te overwinnen als wij van onze zijde. Datis wel een hypothese; maar een bruikbare naar 't mij voorkomt.

Met een magnetiseur zou ik in uw geval wel eens de proef nemen. Bederven kanhij altans niets, want magnetizeren is niet hypnotizeren. Of 't evenwel baten zal. Vangenezingen heb ik nog niet veel van nabij gezien. Wel zag ik vermindering van pijn121

en weet ik bij ondervinding dat magnetizeren gunstig werkt op de spijsvertering.Indien uw bloedverwant jichtlijder uw brieven onvrouwelik vindt, kan ik hem geenongelijk geven, daar de meeste vrouwen omlogies zijn. Het eigenaardige is, dat demeeste mannen logiese vrouwen niet goed kunnen uitstaan. Zij trachten dan dievrouwen juist als kinderen te behandelen om met hun logika de spot te kunnen drijven.Dit lukt in zulke gevallen echter slecht. Wat mij betreft, heb ik er niets tegen als eenvrouw logies is. Mijn overleden vrouw was zeldzaam logies. Haar papa122 trachttedaar ook de spot mee te drijven; maar... doorgaans rookte hij dan een lelike pijp. Eenvrouw, die tegelijkertijd logies en intuïtief is, staat m.i. biezonder hoog. Zulkevrouwen zijn evenwel grote zeldzaamheden. En nu groet ik u voor geruime tijd. Alsalles goed gaat, hoop ik spoedig naar Tunis te kunnen vertrekken. Hoogachtend blijfik

Marc. EmantsNaschriftBij het herlezen van uw brief bemerk ik nog iets te moeten schrijven.U schrijft ‘Dus u vindt op reis gaan naar en zou toch niet willen t'huis blijven? Ik

kan 't mij best voorstellen, maar waar

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 96: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

83

blijft dan de pessimistiese opgeruimdheid zolang?’Antwoord. Die opgeruimdheid eindigt altijd met te zegevieren, maar kan natuurlik

de eerste boze opwellingen niet tegengaan. Als die opwellingen er niet waren wistik immers ook niet of ik iets aan- of onaangenaam vind.

U vraagt (van Thymian) En hoe vindt u die opvatting, dat ieder die ons wantrouwt,ons het recht geeft hem te bedriegen?123 Is u 't daarmede eens?

Antwoord. Zet voor ‘het recht’ ‘de lust’ en ik ben 't er mede eens.

Eindnoten:

116 Adressering: Mevrouw G Loman / Van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 28 2 1906 12-1 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 28 Feb 06 4-8 N.

117 In het voorwoord van Margarete Böhme is slechts sprake van ‘erforderlichen Überarbeitung’.Wellicht ontleende Emants zijn citaat aan een stofomslag of een af andere folder.

118 Het is onduidelijk welk boek van de Duitse schrijfster Clara Viebig (1860-1952) hier bedoeldwordt. Haar meeste recente werken waren de roman Das schlafende Heer (1904), deverhalenbundel Naturgewalten (1905) en Der Kampf um den Mann. Dramenzyklus (1905).

119 Waarschijnlijk slaat dit op financiële transacties van echtgenoot Rudolf, die kennelijk ook zoonRudolphs Delftse studieplannen in gevaar brachten. In een brief van Rudolph jr. aan zijn tanteAnnie van 11 februari 1906 schrijft hij o.a.:

‘'t Was een geluk, dat pap hier maar één dag was. Mam was heel naar, dathij nu een aandeel van ƒ1800 tegen 8% of daaromtrent voor eenmanufactuur-inrichting heeft gekocht. Dit is echter iets anders dan Rafaël,de uitkeeringen zijn verschillend, naar gelang van de winsten der zaak.Maar het was natuurlijk vruchteloos gepraat: pap den heelen tijdschreeuwen en mam overstuur en moe. Zij is nu weer heelemaal goed. Hijheeft in Rotterd. heel goed blind gespeeld, 4 gewonnen, 2 remises, geenenkele verloren. Er stond nog een stuk over in 't Handelsblad, volbewondering voor zoo'n genie! Dat zul je wel gezien hebben. Wij zijn nubegonnen zuiniger te leven: We hebben zoo wat alle lekkers enoverbodigheden afgeschaft, en 't maakt een enorm verschil, misschien welzoo iets als ƒ400 in 't jaar! Wij hebben nu in Delft, wat de financiën betreft,niet zoo'n zwaar hoofd, als dadelijk na 't bericht van het verlies.’

120 James Hervey Hyslop (1854-1920), de oprichter van de Amerikaanse Society for PsychicalResearch.

121 Namelijk tijdens het ziekbed van zijn tweede vrouw.122 Het kamerlid H.C. Verniers van der Loeff (1831-1891).123 Thymian schrijft:

‘De graaf is ook zoo akelig wantrouwend en jaloersch. Dikwijls zegt hij,dat hij op reis gaat, en dan komt hij onverwachts terug, om te zien, of ikiemand bij mij heb. Hij vermoedt weinig, dat hij zoodoende juist hettegendeel bewerkt van wat hij wil. Want als iemand mij vertrouwt en zichvolkomen op mij verlaat, zou ik het ontzaglijk laag vinden, iets achter zijnrug te doen en mij liever een vinger afhakken, dan hem te bedriegen. Maar

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 97: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

als een ander achterdochtig op de loer ligt en overal reden tot wantrouwenmeent te vinden, ook waar die niet bestaat, zie ik er geen bezwaar in, mijngang te gaan.’

19 24 Mei 1906124

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

24 Mei 1906 den Haag

Geachte mevrouw,Uw brief van 7 April is mij een poosje nagereisd door de onachtzaamheid van de

Franse post, maar toch eindelik in handen gekomen. U schreef mij, dat u 't barbaarskoud had. Welnu, ik heb 't misschien nog kouder gehad. En dat in Algiers onder deAfrikaanse zon. 't Is waar, het land ligt grotendeels zeer hoog (wel 1000 meter); maarop sneeuwstormen had ik me toch niet voorbereid. En die moesten wij trotseren ineen open omnibus zes uren lang. In 't algemeen is de reis me niet meegevallen. Denatuur is in Algiers maar op zeer weinige plaatsen mooi. Dagen lang spoort of rijdtmen over kale vlakten, die niets eigenaardigs hebben. Voorts is het Arabiese levenin de grote centra er veel te veel van het Franse doortrokken. Slechts Bogari, Kairuanen Sousse125 vond ik de moeite waard; ofschoon de soeks van Tunis126 en de woningenvan Sidi Okba127 ook wel eigenaardig zijn.

Summa summarum hadden wij in zeven weken ongeveer veertien merkwaardigedagen en nu vind ik dit te weinig om daarvoor te trotseren: het afschuwelike eten,de allersmerigste hotels, de ellendige spoorwegen en boten. Egypte vond

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 98: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

84

ik veel, zeer veel merkwaardiger; maar... ik was daar 26 jaar geleden.128 -Aangenaam vind ik 't voor u, dat u tans vertaalwerk heeft en als u het boek Love

and Mr Lewisham zo mooi vindt, wil ik 't gaarne in uw vertaling lezen.129

Zo kinderlik kon ik in 1875 de Zweden nu juist niet vinden. Wél vond ik zeluchthartig, jolig en oppervlakkig.

De geschiedenis van Richet te Algiers is mij bekend.130 Jammer, dat de foto's inHet Toekomstig leven zo onduidelik zijn,

Jozine Simons-Mees. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 99: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

85

dat ze nooit met de beschrijving kloppen. Weet u, dat de koetsier van Villa Carmenverklaard heeft de hele vertoning te hebben geleverd? Richet beweert nu, dat diekoetsier liegt. Ik weet 't natuurlik niet; maar 't is wel jammer, dat nu al weer dezefeiten in verdenking komen.

Uw ophelderende droom was maar... een droom. Mijn ogen zijn beslist bruin enniet eens biezonder donker.

Mevrouw Simons is mij onbekend. Hem ken ik wel.131 Ik ben een groot bewonderaarvan veel in het werk van Mevrouw Simons; maar lang niet van alles.

Zeer merkwaardig vind ik de schildering van haar veroveraar132 als type; veelminder vind ik de schildering van de werking, welke deze veroveraar op dat meisjeheeft. Haar stuk Een moeder133 vind ik alleen vervelend.

Mijn spiritisties stuk rust. Misschien zal mijn vrouw het in het Duits vertalen. Datis evenwel nog onzeker.

Voor 't ogenblik werk ik weer aan een ander stuk en aan een paar feuilletons voorHet Vaderland.134

Hopende, dat het u goedgaat en u bij voortduring in uw werk bevrediging vindt,teken ik hoogachtend

Marc. Emants

Eindnoten:

124 Adressering: Mevrouw G Loman / v Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 24 5 19069-10 N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 25 Mei 06 12-8 V.

125 Boghari ligt in Algiers, Kairouan en Sousse in Tunis.126 De uit de 13de eeuw stammende overdekte markten in het oude gedeelte van Tunis.127 Een plaatsje in Algiers.128 Emants maakte deze reis samen met zijn tweede vrouw in 1880. Hij bracht er verslag over uit

in Langs den Nijl (1884).129 De liefde en de heer Lewisham van H.G. Wells (1866-1946) verscheen in de vertaling van G.

Loman-van Uildriks in 1906 bij de Amsterdamse uitgever G. Schreuders.130 In Het Toekomstig Leven van 15 februari, 1 en 15 maart 1906 verscheen van de medicus en

fysioloog Charles Richet (1850-1935) het opstel ‘Over eenige zoogenaamdematerialisatieverschijnselen’, een verslag van wat hij in augustus 1905 meemaakte tijdensseances in Villa Carmen te Algiers. Bij het artikel is een aantal foto's afgedrukt die de deelnemersaan de seance maakten van de zich manifesterende geest.

131 Leo Simons (1862-1932) was directeur van de Wereldbibliotheek. Zijn vrouw JosineSimons-Mees (1863-1048) schreef talrijke toneelstukken.

132 Het toneelstuk De veroveraar van Josine Simons-Mees (1863-1948) ging in januari 1906 inpremière. Het verscheen in 1906 ook in boekvorm. In het stuk is een meisje verloofd met eendegelijke jongeman, maar wordt zij uiteindelijk veroverd door een los levende halfbroer vandie verloofde.

133 Dit stuk verscheen pas in 1908 in druk, maar werd al opgevoerd in april 1905.134 In Het Vaderland verschenen naar aanleiding van Emants' reis naar Tunis en Algiers de

feuilletons ‘Bij de Aïssaoea's in Kairoean’ (7 juli 1906), ‘Boghari’ (16 juli 1907) en ‘Resisplezier’(3 en 7 augustus 1906). De verhalen zijn herdrukt in het bundeltje Reisplezier (Nijmegen 1987);de eerste twee verhalen verschenen ook in de bundel Frisse lucht (Amsterdam 1993). Aan welktoneelstuk Emants werkte is onduidelijk. Wellicht aan de eenakter ‘Reisplezier’ die zouverschijnen in De Nieuwe Gids 23 (1908) 1 (januari), p. 35-71.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 100: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

20 21 Juli 1906135

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

Den Haag 21 Julie 1906

Geachte Mevrouw,Wat u me schrijft van een leegte, die u gevoelt begrijp ik wel. In mijn ogen is dat

ook weer een kwaad van de godsdienst. Wie een mening, die op grondslagen berust,moet opgeven, doet dit alleen wanneer hij er een betere voor in de plaats kan stellen.Hij verliest dus niets. Wie mooie illusies moet laten varen - godsdienst is niets anders- krijgt daar niets voor in de plaats. Met niets bedoel ik dan geen andere ‘illusies’.Toch kan, dunkt mij, een doordenkend mens niet vasthouden aan

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 101: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

86

De zussen Van Uildriks op jeugdige leeftijd, van links naar rechts: Annie, Frederike en Gonne.

een aanhoudend zelfbedrog. Ja, als men door dik en dun wil blijven beweren, datl'humanité est faite pour être heureuse;136 maar waarop rust die stelling? Bewijst deKristelike hemel, het hier-namaals niet duidelik, dat er op deze aarde al vast nietsterecht komt van dat geluk en bewijst elke afbeelding van die hemel niet even duidelik,dat men zich van een geluk na het aardse leven niet eenmaal een voorstelling kanmaken? U heeft geen vrede schrijft u en zonder dat kan u haast niet leven. Ik kan erin komen; maar wat zou u vrede geven? Of met andere woorden: wat ontbreekt u?Alleen de illusie van een Wezen, dat voor u zorgt en het kwaad ten goede wendt?Ja, daar - zoals ik zei - weet ik geen raad voor. Maar als u nu de wereld eens neemtzoals die is en u zelf apart als een komplex van neigingen, die bevredigd willenworden, kan u dan uit dat komplex niet die neigingen afzonderen welke het bestzonder nadeel voor u zelf of voor anderen bevredigd kunnen worden, die neigingen,welke u - bevredigd wordende - de meeste voldoening verschaffen en kan u uw levenniet aan de bevrediging van deze neigingen wijden? Op die manier weet ik me zelfzeer goed in een toestand van tevredenheid te houden, die alleen verstoord kan

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 102: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

87

worden door de onmogelikheid, waarin het een of ander me zou kunnen brengen omnog langer die neigingen te voldoen. Bijv. ik schrijf tegenwoordig uitsluitend, omdatik weet die dwaze schrijflust nu eenmaal in me te hebben. Ik stel me in 't geheel nietmeer voor daar iets mee te bereiken, maar ik breng er mijn tijd betrekkelik aangenaammee door en ik heb telkens de voldoening van aan mijn zelfvoldoening gearbeid tehebben. Wat nu men daarvan zegt kan me niets meer schelen; maar ik zal wel kwadedagen krijgen wanneer ik eenmaal de pen zal moeten neerleggen.

Nu is 't ook weer waar, dat men neigingen moet hebben en dat daarvoor een zekeremate van gezondheid noodzakelik is, die men zich niet altijd kan verschaffen. Ja,maar daarvoor moet u bij een dokter zijn. Wat mij zelf voor 't overige rust geeft isjuist het pessimisme. Ik heb letterlik op elk gebied tegenspoed. Koop ik een effekt,dan daalt het. Verkoop ik 't, dan stijgt het. Mijn bankier zegt, dat hij nog nooit iemandheeft gezien, die zoals ik altijd en altijd met tegenspoed heeft te kampen. Al wat hijme aanraadt, loopt altijd mis. Op artistiek gebied is 't al net zo. Brondgeest zou inIndië Domheidsmacht spelen. Hij kondigt de eerste voorstelling aan en zijn gezelschapspat uit elkaar.137 Antoine zou hetzelfde stuk te Parijs opvoeren en zelf de hoofdroler in vervullen.138 Pas was 't afgesproken of hij werd benoemd tot Directeur de l'Odéonen nu speelt hij in 't geheel niet meer. Zo gaat het mij altijd.

Welnu, dat alles verstoort mijn tevredenheid niet omdat ik nu eenmaal weet, datde kwade kansen altijd groter zijn dan de goede. 't Is waar dat een zekere mate vanonverschilligheid voor alles daarvan het gevolg is; maar is die onverschilligheid nuwel zo'n groot ongeluk? Ik geloof van neen.

Met uw zuster,139 die maar strak verder gaat en liever niet geboren zou zijn, benik 't vrijwel eens. Alleen ik ben niet somber, omdat ik het leven niet de moeite waardvind er mijn humeur voor te bederven. Nu weet ik heel goed, dat wat in deze voormij waar is, misschien niets uitwerkt op u; maar in elk geval zou ik u wel de raadwillen geven: zoek

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 103: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

88

niet naar een wereldbeschouwing, die u een bevredigende oplossing van hetwereldraadsel geeft; maar eenvoudig naar een levensopvatting, die u iets bereikbaarsgeeft om naar te streven. Als u dit laatste heeft gevonden kan u in uw vrije tijd gerusteen beetje mijmeren over een oplossing van de rest.

En als u dan wil bedenken, dat ieder mens zoeken moet naar iets dat hem bevredigt(en anderen weer niet) dan zullen u de mensen onverschillig genoeg worden om erniets meer van te verwachten, met andere woorden om ze niet meer te haten.

Gezelligheid... op reis? O neen; daar komt niets van in. Reizen is eenallerongezelligste afleiding. Maar 't is dan toch... een afleiding en ook wel weer voorons denken... een doel.

Het stuk, dat u voor Het Nederl Tooneel van Strindberg vertaalt, is mij onbekend;maar het zou mij verwonderen als van Loghem - die alleen geeft daar de lakens uit- een stuk van Strindberg nam.140 Bij van der Horst141 heeft u meer kans.

Wat mij zelf aangaat, ik houd niet veel van Strindberg. Ik houd die man voor een‘farceur’. Al wat hij maakt lijkt me zo gespekuleerd, zo in elkander gezet voor eengeforceerd effekt. Of ik nog in staat zou zijn een stuk van hem in het Zweeds telezen? Neen; dat geloof ik niet. Maar ik zou immers een andere vertaling van ukrijgen. Als ik me niet bedrieg van Wells.142

Mijn vrouw heeft de vertaling van mijn stuk in het Duits voorlopig... opgegeven.Zij beweert, dat de vertaling haar niet lukt en ik beweer het tegendeel.

Of de omgang met mensen mij erg hindert, wanneer ik van iets vervuld ben? Wel,dat is zeer ongelijk. Soms ja; soms ook kan ik heel goed alles eventjes wegzetten;soms ook is 't net, of 't mij nieuwe inzichten geeft.

Dat de mensen het leven van uw zoon in afzondering afkeuren begrijp ik. In 'talgemeen zou ik 't ook doen; maar ik ken uw zoon niet en misschien is hij eenuitzondering. Mij heeft mijn moeder ook in afzondering gehouden. Zij beweerde:men moet 't zijn kinderen t'huis zo aangenaam maken, dat zij

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 104: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

89

August Strindberg.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 105: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

90

hun genoegens nooit buitenshuis zoeken. Nu... eerlik gezegd vind ik, dat zij verkeerdheeft gehandeld. Door vroegtijdig met mensen te leren verkeren had ik waarschijnlikeen grotere gemakkelikheid om met mensen om te gaan verkregen en had ik zekermeer kennis opgedaan van mensen en menselike verhoudingen.

Ik ga nu eerstdaags weer voor lang uit de stad. Deze keer ga ik naar de Zwitsersebergen. De reis wordt noodzakelik geoordeeld voor de gezondheid van mijn vrouw- die lijdt aan bloedarmoede en zenuwachtigheid - door haar Duitse dokter. Wemoeten zo lang mogelik in de hoge lucht blijven. Nu heb ik daar niets tegen, omdathoge lucht ook mij altijd goed bekomt; maar als het weer niet zeer mooi is, kan 't indie hoge streken ellendig koud zijn en van koude ben ik een grote vijand. We gaanveel lopen en weinig lezen of werken.

Onderussen merk ik - dank zij de pilletjes van Dr Bouma - niets van mijn jicht.Dit is zeer aangenaam. Verbeeld u, dat deze dokter die aan iedereen de raad geeftdiëet te houden en pilletjes mee te nemen, zelf op reis geen diëet heeft gehouden,geen pilletjes heeft meegenomen en dus... een lelike aanval van jicht heeft gehad.

Wel echt menselik!Als u door de drukte van de verhuizing heen is, hoop ik, dat het wonen te

Loosduinen u niet zal tegenvallen. En moge voor uw zoon de afstand van Loosduinentot Delft niet te groot blijken te zijn.

Een goede gezondheid en tevredenheid in uw zenuwen wens ik u voorts in uwnieuw verblijf.

Bij gelegenheid krijg ik zeker wel eens de beloofde vertaling van u te lezen.Hoogachtend teken ik:Marc. Emants

Al weer een tegenspoed. Een uitstekende dilettanten vereniging zou mijn spiritistiesstuk spelen. Ik hoor, dat het kind van de leider longontsteking heeft en dus devoorstelling vermoedelik niet doorgaat.

Eindnoten:

135 Adressering: Mevrouw G Loman / Van Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertrekstempel: 'sGravenhage 21.7.06. 9-10N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 22 Jul 06 8-12 V.

136 Dat de mensheid gemaakt is om gelukkig te zijn. De bron van het citaat is niet teruggevonden.137 Henri Brondgeest (1865-1928) maakte in het seizoen 1905-1906 met zijn Brondgeest Ensemble

een tournee door Nederlands-Indië.138 Het Vaderland meldde op 29 januari 1906 dat Domheidsmacht in oktober of november in het

Théâtre Antoine te Parijs gespeeld zou worden onder de titel La puissance de la bêtise. Detoneelvernieuwer André Antoine (1858-1943) werd in 1906 directeur van het Odéon-theater.

139 Gonne Loman-van Uildriks had twee zussen: Frederike (1854-1919) en Annie (1859-1913).Wie van beiden hier bedoeld wordt, is niet duidelijk.

140 M.G.L. van Loghem (1849-1934) was als letterkundig adviseur de beleidsbepalende figuur bijde Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel. In deze jaren is bij dit gezelschap geenstuk van Strindberg opgevoerd.

141 Adriaan van der Horst (1868-1942) was directeur van de Nederlandsche Tooneelvereeniging.142 H.G. Wells, Love and Mr Lewisham.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 106: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 107: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

91

20 26 Juli 1906143

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 26 Julie 1906

Geachte Mevrouw,Zo even ontvang ik uw boek. Ik haast me er u dank voor te zeggen. Met grote

belangstelling zal ik 't lezen.Hoogachtend,Marc. Emants

Eindnoten:

143 Briefkaart. Adressering: Mevrouw G Loman / v Uildriks / Egmond a/d Hoef. Vertekstempel:'s Gravenhage 26.7.06 3-4N. Aankomststempel: Egmond a/d Hoef 27 jul 06 12-8 V.

20a

26 Juli 1906144

Gonne van Uildriks aan Marcellus Emants

Madeland.Loosduinen. 27 Aug '06.

Waarde Meneer Emants,Eindelik heb ik dan eens een vrij oogenblik, om uw brief van 21 Juli te

beantwoorden. Die kwam op Zondagmorgen net toen ik na dat mijn man de dag tevoren weer naar Londen was vertrokken naar de zolder was getogen om nu eens eenbegin met schiften en inpakken te maken, voor de verhuispartij. Ik zat net in eenhopeloze rommel, nog niet recht wetend hoe ik 't zou aanpakken, nog niet bezielddoor 't vuur van de verhuiswoede, en al moe voor ik nog iets noemenswaard haduitgevoerd. Daar kwam toen uw brief middenin, en - u kent dat wel, - in eens gingalles vlot van de hand. Sedert die 21e Juli ben ik elke dag om zes uur opgestaan, enheb elke dag omstreeks 10 of 12 uur, (soms 14) achter elkaar gearbeid, anders kanik 't niet noemen. 'k Heb alleen alles ingepakt (en er is niets gebroken); en alles hierop orde gebracht met hulp van Tu145 en een buitengewoon bekwaam en handigschepsel de Heer P. Schuit Paulus Potterstraat 125 den Haag. Huisschilder van beroep.Als u ooit uw huis laat schilderen, kan ik hem u aanbevelen. Hij kan alles en waséén hart en ziel

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 108: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

92

met mij. 't Is een Egmonder van geboorte, de oom van ‘jonge Jaep Skoit’, die onshuis gebouwd heeft. 't Resultaat van onze gezamelike bemoeiingen is heerlik. 'tHuisje is van binnen en van buiten al wat we wensten. In plaats van tegen te vallenwat ruimte en gerief betreft, valt het zoo hard het maar kan, mee - En ik heb het zoheel en al naar mijn eigen zin en smaak ingericht, dat het iets zeer persoonliks heeftgekregen. 't Is mijn huis en mijn maaksel. Noch de moderne villa, noch demodel-arbeiders woning maar de plek waar ik in vrede mijn dagen wens te slijtenen misschien eens van zeggen zal dat zoet is hier het luisteren naar den tijd; - wantin de

kalme rimpling dier geluidendie op gelatene gedachten duidendraagt elk moment een aem van eeuwigheid.146

Tot nog toe was er geen sprake van gelatenheid of kalmte. Mijn man is hier. Hijverscheen drie dagen na onze aankomst, en ik kan niet zeggen dat hij mij de bezwaren,die zich in 't begin in groten getale opdeden verlichtte. Hij deed niet anders danjammeren over gemis van de Egmondsche omgeving over de afstotendheid van Z.Holland in 't algemeen en Loosduinen in 't bizonder, tobde nu al vooruit over detoekomstige onbegaanbaarheid van de weg en stak mij bijna aan met zijn doodsangstvoor inbraak. Eerst toen Schuit de luiken met ijzeren bouten en de deuren met ijzerenplaten had verzekerd kwam hij tot rust. Wij zitten hier dan nu ook in een versterktevesting alleen tegen de nieuwsgierigh[eid] van de koeien kan men niet op. Diewrongen zich de eerste dag al door ons tuinhekje en stonden met de neus aan 't raam.Gelukkig is de tuin (5 M. bij 11 M. vóór huis!) nog niets dan een hoop omgespittekluiten modder; hij wacht op de iepenbomen en de ‘zooien’ die komen in November.Schuit noemt slooten, ‘slooie’; hebt u ooit zooiets gehoord?

Achter huis hebben we nu op 1 M. afstand van de muur een schutting. Maar alsdie valt, (wat gebeurt over een paar jaar, als ik genoeg vertaald heb om weer gronderbij te kunnen kopen[)] dàn komt de boomgaard! Die boomgaard is nu mijn illusie.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 109: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

93

‘Uw huis met ooftbomen is zeer fraai’ schreef Couperus mij eens naar aanleidingvan een stukje dat ik geschreven had. Nu hoop ik mijn eigen ooftbomen in bloei temogen zien!

Tot nog toe schreef ik u alleen van wat er mee; nu zal ik ook eens vertellen vanwat er tegenviel. Ten eerste de inschikkelikheid van boer Vreugdenhil, die 't vorigejaar, na mijn brief aan zijn eigenaar den Heer Tienhoven zo uiterst welwillend leek.Hij gedroeg zich over 't geheel zo vreemd, deze man, dat men er niet uit wijs wordt.Eerst gaf hij mij de volle vrijheid over Madestein naar de straatweg en het dorp tegaan. Toen stuurde hij zijn knecht met de boodschap dat ‘Vreugdenhil er van afzag’.Toen ik de volgende morgen bij hem kwam hoore wat zijn bedoeling was deed hijnet, alsof hij die boodschap niet had gestuurd, maakte afspraak om op gezamelikekosten draaihekken te laten maken. Wij scheidden als goede vrienden. Een weeklater stuurt hij een lompe brief waarin hij ons de toegang over Madestein verbiedt.- Wij zwijgen nu verder maar en vermoeden dat de vijand, van Beveren erachter zit.Van hem schreef ik u al van 't voorjaar, u kunt als u mijn brief hebt bewaard, de heelegeschiedenis daar weer vinden. Van Beveren is steeds actief vijandig hij heeft eengeweldige versperring opgericht achter zijn erf, zodat geen mensch over zijn padnaar ons huis kan, en hij schijnt zich te hebben uitgelaten dat hij 't huis ‘voor afbraak’kopen wou. Men beweert, dat het huis voor hèm heel veel waard zou zijn; want metden toegangsweg over zijn grond is het een villa, die zoogoed als aan de publiekeweg is gelegen, zonder die toegangsweg is het een huis waarin zooals molenaar vander Voort onze grond eigenaar zegt, alleen een stroper zou willen wonen. Nu, zoolangik leef krijgt v.B. het niet. - Het is dus nu zover, dat wij niet over v.B. pad, noch overMadestein de straatweg naar Loosduinen kunnen bereiken. Onze weg loopt nu overdrie weilanden naar de Leugenbrug en vandaar langs de groote weg waar destoomtram langs gaat, naar het dorp. Ik vind dat niet zoo erg. De afstand scheelt nietveel. In beide gevallen is 't ongeveer een half uur van ons huis naar 't station L. Maarde wei schijnt 's winters geducht modderig.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 110: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

94

Overschoenen dan maar.En Tu stalt zijn stoomfiets bij de molen.147 Dat is geen bezwaar. 't Zal wel gaan.Ik heb eene kaart gekregen die mij vergunning geeft op de buitens van de notaris

vd Bergh, Ockenburgh en Solleveld te wandelen. Daar ben ik heel blij mee. Al loopik een half uurtje voor ik er ben ik kan er dan ook eenige uren blijven. In Egmondmoest ik twee uren lopen naar Bergen of Heilo, als ik van een bosch genieten wou.-

Ik heb mijn man dus maar veel laten praten, maar hij belemmerde mij verbazendal deze weken in mijn werk. 't Was soms wel of ik een vracht lood ergens tegen opsleepte. En Tu begint nu, na dat de burgerschool achter de rug is, verbazend teveranderen. Hij heeft een prachtig eindexamen gedaan, de beste van zijn klasse, isin talen een schijnend licht gebleken, en in de wisk. vakken zeer goed, gedraagt zichbij al de lof die hem is toegezwaaid door en door bescheiden, maar het is mijn jongenvan vroeger niet meer. Hij wordt 18 in December. 't Ligt aan de leeftijd zegt men.Ik weet het niet; ik heb ook zoo weinig ondervinding en nooit broers gehad. Hij isnurks en bokkig, en hij heeft iets tegenstrevends gekregen dat hij vroeger niet had.Ik verbeeld mij soms dat het feit dat ik hem iets voorstel, al voldoende is, om hemte doen weigeren. Ik zal hem nu maar veel zijn eigen gang laten gaan. Loopt er ietsverkeerd, dan moet hij maar door ondervinding leren. Als ik de teugels niet watloslaat, gaat het niet meer. -

't Blijkt nu ook steeds meer, dat hij niet mijn temperament, dat heftig en lichtbewogen is, heeft geërfd, maar veel meer de indolente aard van de Lomans heeft. Ikmoest daar blij mee zijn, want die dikhuidigheid beschermt hem voor verdriet. Maareen mens wil in zijn kinderen zich zelf terugvinden. Dat zal wel een soort ijdelheidzijn. Of eigenliefde altans. Ik voel wel dat er moeilike jaren voor mij te wachten zijn.Wij zullen zien.

Voorlopig hoop ik op een rustige winter; want ik ben héél moe. Te moe om tegrübeln wat maar gelukkig is. Ik verlang

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 111: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

95

om weer aan 't vertalen te komen. Met een nieuwe roman van Wells ‘Kipps’ beginik in September.148 En dan maar zoo verder. Schreuders en de Wereld.B[ibliotheek]zullen mij samen wel zooveel werk verschaffen dat ik niet meer andere uitgevers zalbehoeven na te lopen. Schreuders zei mij: Nu deze eerste proef zoo goed is bevallen,ligt het werk voor de WB. voor u klaar. Die eerste proef was ‘Der Schandfleck’ vanAnzengruber.149 Ik vond het mooi en heb er vele tranen bij vergoten. Ik lach dan ommijzelf en schrei dan toch. Ik ben heel benieuwd hoe u nu zoo'n boek vindt. Tranenvergieten zou u allicht niet; maar erdoor bewogen worden zeker. Alleen zult u, alser fouten zijn die natuurlik heel helder zien, ik zo niet. Ik hou dadelik zoveel van eenschrijver, die schrijft zo recht naar mijn hart, en als ik van iemand hou, - ja, dan kandie geen kwaad doen.

Ik houd ook veel van u; nu dat weet u al. U antwoordt mij zo precies, als ik vraagof klaag, en lieve deugd wat een genot is het, zich beantwoord te zien, bij al dat lukrake aan elkaar voorbijpraten dat de mensen doen. ik moet mijzelf als een komplexvan neigingen beschouwen die bevr[edigd] willen worden, en mijn leven wijden aande voldoening van diegene daaronder welke zonder nadeel voor mijzelve of anderenkunnen worden bevredigd. Dat is wel een aanlokkelik recept. Aan neigingen ontbreekthet mij niet; de heftigheid van mijne neigingen is juist de plaag, die mij 't meestkwelt. Zucht naar onafhankelikheid zal wel de grondtrek zijn van mijn karakter. Diezucht heb ik trachten te bevredigen uit alle macht; en ik ben daarin geslaagd. Ik werkmet mijn handen, om onafhankelik te zijn van dienstboden en met mijn hoofd omonafhankelik te worden van mijn man. Naast die onafhankelikheid heb ik eenzaamheidnodig, mijn geluk. ook die heb ik nu verkregen. Tien jaar geleden zou ik behoefteaan genegenheid bovenaan hebben geplaatst, nu doe ik dat niet meer. Liefde is toch- maar een vorm van eigenliefde. Waarom verkies ik uw omgang boven die met alleandere mensen. Omdat uw geest bij de mijne past, omdat ik iets van mij in uafgespiegeld zie. - Misschien is dat ook de innigste toe-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 112: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

96

nadering die er tussen mensen bestaan kan. Vertrouwelikheid zoals men zich die zoukunnen denken tussen bevrijde geesten. Dit klinkt wat geëxalteerd maar ik meen hetheel rustig.

Eindnoten:

144 Kladbrief.145 De koosnaam voor zoon Rudolf.146 Gonne Loman-van Uildriks citeert hier de laatste vier regels van Jan Veths gedicht ‘Pieter de

Hooch’. Dit gedicht werd gepubliceerd in het Tweemaandelijksch Tijdschrift van maart 1900.Het is opgenomen in Jan Veth, De zwerver spreekt en andere gedichten , [Arnhem] 1920, p.23.

147 Met deze stoomfiets ging zoon Rudolf op en neer naar Delft.148 De vertaling van dit in 1905 in Engeland gepubliceerde werk verscheen in de vertaling van

Gonne Loman-van Uildriks in 1907 onder de titel Kipps. De geschiedenis van een eenvoudigeziel bij G. Schreuders te Amsterdam.

149 Der Schandfleck van de Weense schrijver Ludwig Anzengruber (1839-1889) verscheenoorspronkelijk in 1877. De Nederlandse vertaling De schandvlek. een verhaal uit hetOostenrijksche boerenleven verscheen in 1908 bij de Wereldbibliotheek.

21 1 Oktober 1906150

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 1 Oktober 1906

Geachte Mevrouw,Nu we weer een kleine week lang in huis hebben doorgebracht en de rommel van

de reis plus de nieuwgevonden huisrommel zo wat opgeredderd zijn kan ik uw briefvan 27 Augustus gaan beantwoorden. Het doet me genoegen, dat uw nieuwe woningu medevalt, maar dat u zo luchtig kan denken over het gebrek aan een goedetoegangsweg verwondert me. De moeder van mijn overleden vrouw151 bewoont inden Haag een mooi huis, dat evenwel alleen te bereiken is over een omgroende oprit.Dat staat lief; ja wel; maar als 't geregend heeft of begint te dooien, moet ik alleenvoor die ellendige oprit overschoenen aantrekken. En als men nu eens alle toegangenu afsnijdt? Gaat u dan per ballon uit?

U vraagt of ik al eens ‘slooie’ voor sloten heb gehoord. Neen; dat niet. Maar toenik een poos geleden bij mijn tandarts aanbelde, vroeg mij de knecht of ik was‘bestolen’ (voor besteld).

Het zou mij spijten als uw zoon u ging tegenvallen, maar ik geef u gelijk dat uhem door eigen ondervinding wil laten leren.

Ik geloof niet dat een mens op een andere manier ooit iets leren kan. Er zijn zelfsmensen die ook door eigen ondervinding nog niet wijzer worden.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 113: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

Ik hoop, dat u 't niet heel erg vindt als ik u zeg, dat het boek van Wells152 mij nietbiezonder aanstaat. Al geef ik ook alles toe wat u er van zegt, dan nog blijft voor mijdie ‘would-be’ aardige toon (die Dickens toon) onverdragelik. Ook is 't mij

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 114: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

97

te oppervlakkig. Tegen uw vertaling heb ik niet veel in te brengen. Kleineaanmerkingen zal ik maar voor me houden en een vergelijking met het oorspronkelikeheb ik niet gemaakt. Gemakkelik en aangenaam leesbaar is uw vertaling zeker.

Wat mijn spiritisties stuk betreft, ja, dat ligt te rusten en te wachten. Vermoedelikzal ik moeten eindigen met het in een tijdschrift te plaatsen. Van Waan is in de NeueZürcher Zeitung een vertaling (als feuilleton) verschenen.*

Het verblijf in Zwitserland heeft mijn vrouw zeer veel goed gedaan; maar wijhebben dan ook vijf weken lang onafgebroken prachtig weer gehad. Pas daarna is 'teen beetje begonnen te regenen en dat nog wel meestal des nachts. Dat is nu eenseen meevaller geweest, maar tal van tegenvallers staan er tegenover. Ik zal er u nietmee vervelen. Nu staat de winter weer voor de deur en ik voel, dat die winter mijelk jaar zwaarder begint te wegen. Hoe langer hoe meer haat ik koude, regen, winden sombere dagen.

U bewaart toch mijn brieven niet. Ik geloof wel niet, dat iemand er ooit aan denkenzal ze te laten drukken; maar er wordt al zoveel onzin van iemand gedurende zijnleven verteld, dat ik ongaarne de mensen in staat zou stellen uit niet vooropenbaarmaking bestemde brieven nog meer onzin omtrent mij na mijn dood tedistilleren. Dus als 't u blieft: verbranden.

Al denk ik over Wells minder gunstig dan u, toch houd ik mij aanbevolen als uweer eens iets tegenkomt, dat naar uw mening mij zou kunnen bevallen.

Intussen hoop ik, dat u nog altijd met uw Loosduinens huis tevreden is en dat dezebrief u in gezondheid zal aantreffen.

Hoogachtend teken ik:Marc. Emants

* Een nagelaten bekentenis is afzonderlik vertaald onder de titel Bekentnisse eines Dekandenten(door Rhea Sternberg).153

153 Het Vaderland meldde op 10 september 1906 dat Waan op dat moment bezig was teverschijnen als feuilleton in de Neue Zürcher Zeitung in een vertaling van F. Böninger. Devertaling van Een nagelaten bekentenis verscheen in 1906 bij Rich. Eckstein Nachf. te Berlijn.153 Het Vaderland meldde op 10 september 1906 dat Waan op dat moment bezig was

te verschijnen als feuilleton in de Neue Zürcher Zeitung in een vertaling van F.Böninger. De vertaling van Een nagelaten bekentenis verscheen in 1906 bij Rich.Eckstein Nachf. te Berlijn.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 115: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

98

H.G. Wells. (Foto: L. Caswall Smith.)

Eindnoten:

150 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Madeland / Loosduinen. Vertrekstempel: 'sGravenhage 2 10 1906 9-10 N. Aankomststempel: Loosduinen 3 Oct 06 [...].

151 Nicola Henriëtta Verniers van der Loeff-Grobbee (1830-1910).152 De liefde en de heer Lewisham.153 Het Vaderland meldde op 10 september 1906 dat Waan op dat moment bezig was te verschijnen

als feuilleton in de Neue Zürcher Zeitung in een vertaling van F. Böninger. De vertaling vanEen nagelaten bekentenis verscheen in 1906 bij Rich. Eckstein Nachf. te Berlijn.

22 1 December 1906154

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 1 Desember 1906

Geachte Mevrouw,Zeker verwonderde 't mij op eens een brief van u te krijgen uit Delft;155 maar het

deed mij genoegen te mogen lezen, dat u per slot van rekening met de veranderingtevreden is. Het valt me natuurlik niet gemakkelik mij in uw tevredenheid teverplaatsen. Onze omstandigheden verschillen daarvoor te veel. U vindt een zeerklein huis hoe langer hoe meer naar uw zin; ik kan me niet voorstellen, dat het grootstepaleis mij ooit te groot zou wezen.

U begrijpt niet waarom ik met het gure jaargetij in Nederland blijf. Wel; dat istamelijk eenvoudig. Ik lijd in Italië, Spanje,

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 116: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

99

Tunis, Algiers, de Rivièra nog meer van de kou (al is die ook minder) dan in mijngeheel verwarmd huis. Om een klimaat te vinden, dat mij aanstaat in de winter zouik minstens tot in Nubië moeten gaan. Dat gaat niet elk jaar en zou op den duur ookvervelend worden.

Ook moet ik in Nederland blijven wonen zolang ik kan en wil schrijven. Ik weetwel, dat Couperus in Nizza woont156 en toch Nederlandse toestanden beschrijft; maarik ben nu eenmaal Couperus niet. Ik moet dageliks uit talloze kleinigheden, die ikopvang, de indrukken verzamelen, waarvan ik eindelik iets maken kan.

Op een stil buiten, in een ouderwets vierkant huis met lange zware lanen engrachten... o neen! Heel aardig voor een paar smoorhete dagen; maar dan heb ik erook schoon genoeg van. Als ik ooit den Haag verlaat, nl. voor goed verlaat, ga ik òfdaarheen waarheen men mij zendt voor mijn gezondheid of de gezondheid van mijnvrouw, òf ga ik wonen in Zürich.157

Zürich is de enige stad, die mij aantrekt.Grotere steden als Parijs, Londen, Berlijn haat ik; de landelike eenzaamheid haat

ik ook. Zürich biedt mij al wat ik verlang nl. een aangenaam klimaat, een mooieschouwburg, een dito konsertzaal, heerlike wandelingen, een uitstekende liggingvoor allerlei kleine en langere uitstapjes.

U ziet dus, dat ik mij niet zo volkomen als u buiten de roerige wereld voel staan.Integendeel heb ik die wereld nodig; maar als toeschouwer. Naar een meedoen inhet geroezemoes verlang ik niet.

Dat u Sonnetten in het Engels durft schrijven bewonder ik. Mij blijft die taal zovreemd, dat ik telkens en telkens weer Engelsen moet horen spreken om te kunnengeloven, dat er heus mensen bestaan, die om hun gedachten te kunnen mededelen,zulke afschuwelike geluiden moeten maken. En als ik Engels lees, blijf ik altijd ineen nevel met het gevoel, dat me raadseltjes worden opgegeven. Zweeds, Noors,Italiaans en Spaans lijken me veel begrijpeliker en 't is me steeds een raadsel, datzoveel Nederl. jonge dames durven zeggen: o,

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 117: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

100

Engels is zo gemakkelik.Ik hoop van harte, dat Delft u zal blijven bevallen. Een eigenaardig stadje is 't

zeker wel, maar o zo oud, zo stil, zo... muf. Nu is 't waar, dat in onze steden het leveneigenlik overal muf is. Den Haag is dus hoogstens een beetje minder muf.

Kent uw zoon in Delft ook mijn neef A van den Tol?158 Zo ja zou ik gaarne eensvernemen hoe hij over hem denkt. Ik begrijp dat jonge mens nog in 't geheel niet,maar hij interesseert mij in menig opzicht.

Wat Wells betreft, dank ik u voor de toezending van zijn boek159 en wil ik ook welerkennen, dat zijn fantastiese schetsen mij beter voorkomen dan zijn meer realistiese.Een schrijver naar mijn hart u is hij evenwel niet. Dat ik met het Engels altijd getobdheb en zal blijven tobben kan daar ook wel wat toe doen. Eerlik gezegd ben ik ookmaar zelden een warm bewonderaar van Shakespere en vind ik die man zelfsonuitstaanbaar zodra hij poogt aardig te zijn. Dat Wells alle afwijking van primitieveeenvoud (volgens u) zo gek vindt trekt mij ook al niet aan. Want wat is primitieveeenvoud? Zelfs de aap is al een vooruitgang geweest. Reeds ten tijde van Nestor160

waren er lui, die het verledene prezen als eenvoudiger, beter enz: Maar het komt mijvoor, dat al die laudatores161 raar op hun neuzen zouden gekeken hebben als het‘geprezen verleden’ eens plotseling ‘heden’ ware geworden. Bovendien zegt Wells- en dat ben ik met hem eens: ‘to each generation the life of its time’. Wil men debeschaving [‘]a monstruous fraud of civilisation’ noemen, omdat het hele leven tochnaar niets leidt en wel beschouwd een grote mystifikatie is, dan... mij wel. Daar kanik in komen. Maar dan is het verleden al net even zinneloos als het heden.

Mag ik van de gelegenheid gebruik maken u naar een verklaring van enkele Engelseuitdrukkingen te vragen?

Bl: 231 (Wells) Daar staat tweemaal anticipate en moet dit woord tweemaaliets anders beduiden. Of vergis ik me daarin.286 His monotine. Wat is dat?286 passing it on Wat is dat?286 held his own Wat is dat?

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 118: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

101

296 Flukes Arm van een anker zegt mijn woordenboek, maar dat past hier tochniet.296 a fare assisted by pigments Wat is dat?310 Daar staat herhaaldelik ‘hurt’ zonder voorwerp. Wat betekent dat?282 Scrap Wat beduidt dit daar?

Het boek zend ik u eerstdaags in dank terug.Mijn spiritisties stuk162 komt met 1 Januarie in de Gids. Leest u die geregeld of zal

ik u een afdruk zenden?De winter, die ik vrees, heeft ons gelukkig nog weinig of geen koude voorlopig

gebracht. Des te meer duisternis evenwel en ik ben zo erg op zon gesteld. Eéns inmijn leven heb ik een man ontmoet, die rondweg zeide: ik vind de wereld afschuwelikbij zonneschijn, maar ik houd dol van regen en bewolkte lucht. In zo'n mens kan ikme alleen verplaatsen voor zover ik een schilder in hem mag zien, die 't uitsluitendheeft over de tinten. Maar dat iemand door lelik weer goed en aangenaam gestemdwordt... neen, daar begrijp ik niets van.

Het dubbelportret van u en uw zoon lijkt me zeer goed!* Al een hele heer, die zoonvan u.

Met de beantwoording van mijn vragen heb ik natuurlik in 't geheel geen haast.U veel genoegen met Sinter Klaas wensend teken ik hoogachtend:Marc. Emants

* Ik zie er geen twee katten op, maar één kat en een hond.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 119: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

102

Jenny Emants-Kühn met haar schoonmoeder en haar dochtertje Eva, 1909. (Collectie A.R.F. Vreede.)

Eindnoten:

154 Mevrouw G. Loman / van Uildriks / Raamstraat 22 / Delft. Vertrekstempel: 's Gravenhage 112 1906 5-6 N. Aankomststempel: Delft 1 dec 06 8-9 N.

155 Gonne Loman-van Uildriks was inmiddeld met haar zoon verhuisd naar Raamstraat 22 te Delft.Op 12 oktober 1906 schreef Zus Frederike van Uildriks in haar dagboek:

‘Van Annie vandaag een brief, dat Gon in Delft Komt wonen en Tukie erstudeert. Hij kon niet naar Loosduinen dagelijks; de stoomfiets was eenigekeeren geslipt. Sneu voor Gon, die zoo graag stil en afgelegen woont.’

156 Louis Couperus (1863-1923) woonde in de periode 1900-1910 in Nice.157 Een vergelijking tussen Den Haag en Zürich maakte Emants in zijn bijdrage ‘'s Gravenhage -

Zürich’ in Het Vaderland van 17 juni 1905 (herdrukt in Geachte heer Redacteur!, Nijmegen1989).

158 De latere journalist A.E. van den Tol (1888-1967).159 Het is niet gelukt te achterhalen welk boek van Wells hier aan de orde is.160 Nestor was de oudste Griekse held voor Troje. Hij was befaamd om zijn wijsheid en

welsprekendheid.161 Laudatores temporis acti, lofredenaars op de oude tijd; een term gemunt door Horatius.162 Tegenover het mysterie .

23 29 Januari 1907163

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

den Haag 29 Januarie 1907

Geachte Mevrouw,Van de moeilikheden die u ondervindt met uw zoon kan ik mij wel een voorstelling

maken al heb ik geen kinderen. Het komt mij voor, dat kinderen veel meer hun oudersopvoeden dan omgekeerd. En dat twee mensen altijd moeite hebben om samen doorhet leven te gaan... ja, dat zal wel waar zijn. M.i. gaapt tussen elk tweetal - ze hoevenheus niet getrouwd te zijn - een diepe afgrond. En die afgrond wordt volstrekt niet

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 120: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

103

overbrugd, door het feit, dat de een zich in de ander kan verplaatsen. Met datverplaatsen verandert men immers niets aan eigen smaak, eigen lusten, eigen heb-en onhebbelikheden. De aangehaalde uitingen van uw zoon kan ik niet gevaarlikvinden. Dat hij wel eens gedachteloos iets van een ander overneemt, och, dat doenin hun jongere jaren de meeste mensen. Ik herinner mij best, dat ik van een vriendvan mijn moeder met wellust de meningen overnam en weet u waarom? Omdat dieman zulke mooie glacé handschoenen droeg! Het ergst vind ik de uiting van uwzoon: men doet dat niet. Mensen, die zo blijven spreken, zijn voor mij onuitstaanbaar.Vooral een jong mens moet naar mijn smaak presies het tegendeel willen doen van't geen men voorschrijft. Maar hij is nog zo heel jong en menige frase is in een jongemond ook niets meer dan een frase.

In Londen ben ik wel geweest; maar nooit lang. Reizen onder Engels sprekendemensen, in Engelse hotels, Engelse treinen, in steden, waar men nergens eens‘gemüthlich’ kan gaan zitten, vind ik afschuwelik. Voor uw vertalingen dank ik u.164

Het schijnt wel, dat mijn taalopvatting volkomen weerbarstig blijft voor het Engels.Ik voel 't niet en kan een Engelse uitdrukking onmogelik onthouden. Is datwoordenboek van Ten Bruggen Cate al oud en zeer dik?165 - Mijn neef van den Tolis wel degelik dit jaar te Delft aangekomen. Hij wil elektrotechnikus worden. Ik wasindertijd te Leiden166 wel lid van het corps; maar ik heb het studentenleven altijdverafschuwd. Toen ik in den Haag nog op de Hogere Burgerschool was (ik heb mijnexamen voor Delft ook met goed gevolg afgelegd) ging ik nog gaarne met al mijnkameraden om. Te Leiden was dat op eens uit. Daar ben ik alles gaan haten: deAkademie, de professoren, de studie, de studenten alles, alles. Ik vond in Leidenalles duf, muf, vies, ploertig enz. enz. En als ik tegenwoordig nog wel eens eennachtmerrie heb, droom ik van die Leidse tijd. Een en ander heeft voor mij het zeernadelig gevolg gehad, dat ik onder mijn tijdgenoten mij zo goed als geen vriendenheb gemaakt. De mensen met wie ik omga zijn meest jonger en soms ook wel

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 121: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

104

ouder dan ik. Daar komt bij, dat ik ook in dit opzicht gelijk in de meeste opzichtenveel tegenspoed heb gehad. De mensen, met wie ik 't liefst omging, zijn gestorvenof naar verre streken verhuisd.167 Moest ik uw zoon een raad geven, dan zou ik zekerzeggen: word niet gauw met iemand intiem, maar knoop zoveel mogelikvriendschappelike betrekkingen aan. Je kunt nooit weten hoe je de mensen nog eensnodig kunt hebben en alleenstaan is nooit onaangenaam in de eenzaamheid, maarwel zolang men zich beweegt onder de mensen.

Ik heb op uw portret nu de tweede poes ontdekt. De hond had me in de wargebracht. Al kom ik erg laat met mijn gelukwensen aan, ik hoop, dat 1907 u zo minmogelik teleurstellingen zal brengen. Moge dit vooral het geval zijn in uw omgangmet uw zoon!

Jenny Emants-Kühn met haar in 1909 geboren dochtertje Eva. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 122: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

105

Ondanks het onaangename winterweer - of misschien ten gevolge van dat weer -maak ik al weer reisplannen voor het voorjaar.168 Ik weet evenwel minder dan ooitof daar iets van zal komen. Mijn moeder lijdt erg aan rumatieke pijnen, die op zichzelf niet gevaarlik zijn, maar haar de nachtrust gestadig ontroven en op die manierondermijnen. Ik vind haar in de laatste weken zeer verminderd. Afwachten is weergelijk altijd de boodschap.

Met vele groeten onderteken ik hoogachtendMarc. Emants

Eindnoten:

163 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Raamstraat 22 / Delft. Vertrekstempel: 'sGravenhage 29.1.07.5-6 N. Aankomststempel: Delft 29 Jan 07 6-7 N.

164 Wellicht de vertaling van de door Emants in zijn vorige brief genoemde passages.165 Van het Engelsch woordenboek van K. ten Bruggencate zou in 1908-1909 de vierde,

vermeerderde en verbeterde druk verschijnen in twee kloeke delen. De eerste druk verscheenin 1898.

166 Emants studeerde in Leiden van 1868 tot 1871.167 Emants zal hier o.a. het oog gehad hebben op Frits Vredenrijk Engelenburg (1863-1938) die

naar Zuid-Afrika emigreerde en Jacques van Santen Kolff (1848-1896) die lange tijd in Duitslanddoorbracht.

168 In maart en april 1907 reisden Emants en zijn vrouw naar Paestum en Sicilië.

23a

29 Januari 1907Gonne van Uildriks aan Marcellus Emants169

W M E.U wilt zeker wel zoo goed zijn, inliggenden brief na lezing aan uwe vrouw te

overhandigen. U ziet daaruit, dat Mevrouw mij onverwacht is komen bezoeken metde welwillende170 bedoeling mij ook nader te leeren kennen, daar zij uit mijne brievenmeende te mogen opmaken dat ik ook voor haar eene vriendin zou kunnen zijn... Alzijn wij, daar zij mijn medelijden wist op te wekken171 als goede vrienden gescheiden,ik wil liefst al wat met haar bezoek samenhangt vergeten, ook onze briefwisselingdie de vroegere bekoring verloren heeft. - Ik behoef u niet te zeggen, hoe volkomennatuurlijk ik het vind, dat u mijn brieven aan uwe vrouw liet lezen; ik had zelfs welvermoed dat dit het geval kon zijn; maar ik wist dat alles niet zeker. Nu ik het weet,en uwe vrouw heb ontmoet, is het mij niet meer mogelijk, u op den vroegerenvertrouwelijken toon te schrijven, en daarom is het beter dat wij afscheid nemen. Ikdank u voor de welwillendheid waarmede u mij nu al ruim twee jaar lang hebtaangehoord. Het is eerst wel een groot gemis; maar het zal wel gewennen. Waartoewordt men anders oud, dan om verdriet te leeren verbijten? Met de beste wenschenvoor uw geluk

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 123: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

G. Loman172

Eindnoten:

169 Kladbrief.170 Doorgehaald: vriendelijke.171 Doorgehaald: haar bezoek laat bij mij geene aangename herinnering achter. Ik houd niet van

Dit en al maak ik haar niet het geringste verwijt van iets dat met goede [bijgeschreven: de beste]bedoeling gebeurde. Zooals zij zei

172 Het laatste deel van de brief luidde in een vroegere versie: ik wil liefst al wat met haar bezoeksamenhangt vergeten, ook de briefwisseling die wij zoolang ik dacht haar met u uitsluitend tevoeren, onvermengd [doorgehaald: zoo veel] genot heeft verschaft. Nu zou het mij niet welmogelijk zijn u op den ouden vertrouwelijken toon te schrijven en daarom is het beter dat wijafscheid nemen. Ik behoef u niet te zeggen hoe volkomen natuurlijk ik het vind dat u mijnebrieven liet lezen door uwe vrouw. Alleen dat ik dit nu weet maakt alle verschil. Het gevoelvan intimiteit is verdwenen. aan u behoef ik dat toch niet nader te verklaren, dunkt mij. -Met hartelijke groetenUwe G. Loman

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 124: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

106

23b

29 Januari 1907Gonne van Uildriks aan Jenny Emants-Kühn173

Waarde Mevrouw E. Nu ik tijd heb gehad om bedaard na te denken sedert uw bezoek,bemerk ik toch dat het beter zou zijn geweest, als ik u niet had beloofd debriefwisseling met uw man voort te zetten alsof er niets veranderd was. Want er isveel veranderd voor mijn gevoel. - Dat komt u vreemd voor, maar ik vrees dat ik erevenmin in zal slagen u dat schriftelijk duidelijk te maken, als het mij gelukkenmocht het mondeling te doen. U moet het mij maar zonder verdere verklaring teeischen ten goede houden dat ik mij gedrongen voel den schriftelijken omgang metuw man af te breken... Ik weet het wel, dat die omgang uw volle goedkeuringwegdroeg, uwe invitatie om bij u aan huis te komen bewees dat immers; - maar toch...ik vind daarin nu geen genoegen meer. Laat het u desnoods een bewijs te meer zijnvan de vreemdheid, die u reeds in mijne brieven heeft getroffen. En geloof mij alsik u verzeker aan uwe goede bedoeling volstrekt niet te twijfelen in dit geval. Metvriendelijke groeten174 de uwe

G. Loman

Eindnoten:

173 Kladbrief.174 Doorgehaald: de beste wenschen voor uw geluk.

24 26 Februari 1907175

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

26 Februarie 1907 den Haag

Geachte Mevrouw,Van het bezoek, dat mijn vrouw u heeft gebracht wist ik tot heden niets. Zij is een

zeer zenuwachtige en zeer jaloerse persoonlikheid. In mijn ogen is jaloezie eenziekteverschijnsel, waartegen zo goed als geen kruid gewassen is. Openhartigheidis nog 't beste. Ik bood haar dus de lezing van uw brieven aan, maar zij maakte vandit aanbod slechts zeer zeldzaam gebruik. Waarom ze juist nu u eensklaps heeftbezocht weet ik niet. Ik weet echter wel, dat alle pogingen mij-

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 125: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

107

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 126: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

108

De kladbrieven van Gonne van Uildriks aan het echtpaar Emants. (Collectie Letterkundig Museum.)

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 127: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

109

nerzijds om dergelike kwesties grondiger te behandelen en zo mogelik uit de wereldte helpen op minder aangename woordenwisselingen uit draaien.

Ik weet dus niets er op dan... het zwijgen er toe doen.Dit doe ik dan ook bij deze.Geloof mij met de meeste achting:Marc. Emants

Gonne van Uildriks en haar zoon Rudolph. (Collectie Letterkundig Museum.)

Eindnoten:

175 Adressering: Mevrouw G Loman / van Uildriks / Raamstraat 22 / Delft. Vertrekstempel: 'sGravenhage 26.2.07.3-4 N. Aankomststempel: Delft 26 Feb 07 5-6 N.

25 10 December 1909176

Marcellus Emants aan Gonne van Uildriks

16 Desember 1909den Haag

Geachte Mevrouw,Dat de kennismaking met mijn levensbeschouwing op u een gunstige invloed heeft

gehad, vernam ik met veel genoegen. De gelovigen zullen dit niet kunnen of willengeloven, maar dat doet er niet toe. Ontegenzegglik is niet-zijn beter dan zijn, maarwie eenmaal is en de kracht mist om zijn levensinstinkt te smoren, die doet wijs zichzelf te zijn, zijn persoonlikheid driest uit te leven en zich om derden - voorzover hijdie niet of zo min mogelik schaadt - niet te bekommeren.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 128: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

110

Dat kan iemand in de eenzaamheid en ook in de omgang met anderen bereiken.Wat mijn Maggie's en Louize's177 aangaat, och, kwam ik andere mensen tegen, dan

zou ik die anderen uitbeelden. Zijn ze evenwel belangrijker? Misschien ja; maar alwat leeft is als levensvorm belangrijk genoeg.

Waarom ik 't nu bij deze ene brief laat, weet u. De omstandigheden zijn nogdezelfde.

Intussen wens ik u in uw eenzaamheid een tevreden leven en veel voldoening vanuw zoon.

Hoogachtend teken ik:Marc. Emants

Gonne van Uildriks met haar hond op de weg voor haar huis in Rinnegom in 1908. (Collectie Loman.)Achterkant van deze foto met handschrift van Gonne van Uildriks.

Eindnoten:

176 Adressering: Mevrouw G van Uildriks / Rinnegom / bij / Egmond-binnen. Vertrekstempel: 'sGravenhage 16.12.09.5-6 N. Aankomststempel: Egmond-Binnen 17 Dec 09 8-12 V.

177 Maggie is de vrouwelijke hoofdfiguur van Waan (overigens geïnspireerd op Emants' derdevrouw); Louize speelt de hoofdrol in het verhaal ‘En toch!’ dat opgenomen werd in de bundelVijftig (1899).

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 129: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

123

Verantwoording

De in deze uitgave opgenomen brieven van Marcellus Emants en de kladbrieven vanGonne Loman-van Uildriks berusten alle in de collectie van het Letterkundig Museum.

De brieven zijn zo zorgvuldig mogelijk getranscribeerd. De lay-out van aanhef enondertekening van de brieven is geüniformeerd.

Waar in de tekst onopzettelijk een woord ontbreekt is dat tussen vierkante hakenaangevuld. Dat is ook enkele keren gebeurd met het oplossen van een afkorting diewellicht onduidelijk is voor de lezer.

Tot verwarring leidende zinsconstructies zijn gehandhaafd en worden in de tekstgemarkeerd met [sic].

Ontbrekende punten aan het eind van een zin zijn stilzwijgend aangevuld. In hethandschrift van Emants is vaak onduidelijk of er sprake is van een komma of eenpuntkomma. Hetzelfde geldt voor de punt of de dubbele punt bij afkortingen. Ik hebgekozen voor wat mij in het gegeven geval het meest waarschijnlijk leek.

Omdat Emants niet inspringt bij nieuwe alinea's is vaak

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 130: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

124

niet duidelijk waar deze precies gedacht zijn. Bij het beantwoorden van de vragenvan Gonne Loman-van Uildriks heeft hij de neiging in één en dezelfde alineaverschillende onderwerpen te behandelen. Zo goed en zo kwaad als dat ging, heb ikop grond van de inhoud van de brieven een alineaverdeling aangebracht.

Marcellus Emants volgde de vereenvoudigde spelling van Kollewijn. Een enkelemaal levert dat inconsequentie op in zijn schrijfwijze. Gonne Loman-van Uildriksvolgt in haar kladbrieven ook gedeeltelijk de vereenvoudigde spelling, maar zij isdaarin aanmerkelijk minder bedreven dan haar correspondent.

De brieven zijn bijna allemaal bewaard in hun originele enveloppes, waarop -waarschijnlijk door zoon Rudolph Loman - een nummering is aangebracht. Denummering is overgenomen; de adressering en - voorzover leesbaar - de vertrek- enaankomststempels zijn per brief in een noot opgenomen. Aan een nietmeegenummerde briefkaart en de kladbrieven van Gonne Loman-van Uildriks zijnletter-nummers toegekend.

Waar daar aanleiding voor was en de gewenste informatie voorhanden was, zijnaan de tekst van de brieven verklarende noten toegevoegd. De door Emants in zijnbrieven geplaatste noten zijn steeds onderaan de betreffende brief opgenomen enzijn gemarkeerd met een asterisk.

Dankbetuiging

Ik dank eenieder die informatie voor inleiding en noten heeft aangedragen. In hetbijzonder noem ik de heer W.J.P.A. Loman te Arnhem en vooral de heer E.R. terBraak te Vroomshoop, die mij onbekrompen inzage verleende in de documentatiedie hij in de loop der jaren verzamelde met betrekking tot de gezusters Van Uildriks.

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 131: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

125

Register

23Aarde en haar Volken, De59, 61, 63, 114Abbott, Edwin A.119Algemeen Handelsblad113Amie, Henri25Anbeek, Ton87, 120Antoine, André23, 95, 121Anzengruber. Ludwig23Austen, Jane45, 113Avenarius, Richard41, 113Baart de la Faille, Samuel23Barbusse, Henri23Bennett, Arnold117Berckenhoff, H.L.94Bergh, van de18, 26, 32, 33, 37, 112Berlage, H.P.77, 93Beveren, Van38, 112Blauwbaard41, 45, 48, 62Boeddha76, 117-119Böhme, Margarete121Böninger, F.25Bosch, Mineke71, 90Bouma, Dokter7Boutens, P.C.25, 26, 124Braak, E.R. ter87, 120Brondgeest, Henri2Browne-Hartogh Heys van Zouteveen, A.G.H.M.103, 121Bruggencate K. ten6, 25, 62, 115Bruinsma, Vitus

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 132: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

126

112Buitenrust Hettema, F.111Byvanck, W.G.C.26Charcot111Cort van der Linden, P.W.A.3, 10, 25, 29, 93, 99, 111, 121Couperus, Louis23Curwood112Cuypers, P.J.H.7Dahn, Felix20, 26Dale, J.H.A. van3, 27, 29, 79, 101, 111, 117, 118De Gids19, 26Delprat, Constant Charles112Derwig, Jan96Dickens, Charles116Domela Nieuwenhuis, F.25, 116Dubois, Pierre H.23Dumas, Alexandre7Ebers, George3, 7, 25Eeden, Frederik van7Eliot, George26Elischer, Edith5 6Elout, M.A.102, 104Emants, Eva64, 115Emants, Gerardus Henri64, 115Emants, Isabella Cornelia Henriëtte Elisabeth

Emants, Marcellus25Brieven aan Frits Smit Kleine72, 73, 87, 116, 120Domheidsmacht120Frisse lucht121Geachte heer Redacteur!121‘'s Gravenhage - Zürich’3, 27, 111, 113Inwijding46, 113Juffrouw Lina116‘Kunst en waarheid’120Langs den Nijl117Loevesteyn2, 25,97, 121Een nagelaten bekentenis65Op reis door Zweden1, 2Op zee116Pro domo120Reisplezier72, 75, 85, 90, 97, 101, 117, 121Tegenover het mysterie25, 117Voor mij blijft het leven een krankzinnigheid3, 122Vijftig3, 27,97, 111, 121, 122Waan113‘Woorden’117‘Een zitting met Eusapia Paladino’122‘En toch!’

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 133: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

28, 111‘Een kind’3-5, 35, 40, 41, 51, 55, 61, 64, 67,88, 90, 97, 99, 102, 104-106, 112,114, 122

Emants-Kühn, Jenny

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 134: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

127

56, 57Emants-Prins, Christina Magdalena49, 50, 82, 114, 120Emants-Verniers van der Loeff, Eva47, 50, 52, 88, 105, 114Emants-Verwey Mejan, Anna Elisabeth Petronella121Engelenburg, Frits Vredenrijk46, 58, 113Flaubert, Gustave25Fontijn, Jan65, 115Fremery, H.N. de23Galsworthy, John114Gevers Deynoot, F.G.A.35, 39, 112Gijsbrecht van Amstel6, 115Goethe116Gotfried van Bouillon111Gramma7Gréville, Henry7, 25Groningsche Studenten-Almanak68, 72, 116Groot Nederland9Haasse, Hella S.111Hall, J.N. van111Hamel, A.G. van72, 117Heijermans, Herman61, 115Hellenbach, Lazar von117Het Tooneel111Heyking, Elise von72, 116Hofstad, De114, 121Hooch, Pieter de121Horatius88, 120Horst, Adriaan van der23Housman, Laurence111Hubrecht, A.A.W.82, 119Hyslop, James Hervey41, 42, 45, 48, 50, 70Jezus Christus117Kalff, J.20Keibert, Juffrouw59, 115Keller, Gottfried25Keller, G.9, 17, 18Kerkhoven7Knuttel, ir.31, 38, 111, 112, 124Kollewijn, R.A.72, 117Koo, J. de17, 25Kruseman, Philip J.114Künlein, Professor115Kuyper, Abraham111, 117Lange, Allert de72, 117Lapidoth, Frits40, 112, 113Laplace, Pierre Simon88, 120Loghem, M.G.L. van26 18Loman, Catharina Maria,

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 135: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

8, 59, 60, 64, 71, 82, 115, 117Loman, A.D.19, 26, 59, 60, 64, 71, 82, 115, 117Loman, Jan Cornelis Christiaan4, 8, 9, 11, 17, 18, 23, 24, 29, 30,33, 74, 91, 92, 94, 95, 111, 112,117, 119

Loman, Rudolf Johannes

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 136: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

128

5, 9, 16-22, 25, 29, 30, 32-36, 39,51, 55, 88, 90, 91, 94, 96, 100,

Loman, Rudolph

102-105, 111, 112, 114, 119-121,12425, 124Loman, W.J.P.A.

Loman-van Uildriks, Gonne24, 43, 44, 113Agnete7‘Dosia’24Wat onze kleinen gaarne zien en hooren24, 111Zondagmorgen50Luther35, 43, 112Maeterlinck, Maurice18, 19Marsais8Maurits, Prins112Mendes da Costa, M.B.19, 26Mosselmans, B.C.J.4, 112, 113Napoleon25Nederland's Patriciaat100, 121Nestor97, 121Neue Zürcher Zeitung18, 21, 25Nic49, 113Nietzsche, Friedrich1, 117Nieuwe Rotterdamsche Courant120Nieuwe Gids, De2Nispen tot Sevenaer, E.C.V.E.M. van72, 117Nouhuys, W.G. van7Novalis114Offenbach, Jacques118Paladino, Eusapia66, 115Peter de Kluizenaar23, 74, 117Poe, Edgar Allan48, 113Proceedings of the Society for Psychical Research84, 85, 120Richet Charles23Roijaards, Willem7Roland Holst, A.24, 113Röntgen, Julius23, 45, 113Ruskin, John112Salverda de Grave, J.46, 58, 59, 113Sand, George121Santen Kolff, Jacques van26Schaaff, Emma van der2Scharten, Carel59, 65, 115Scherr, Johannes113Schiller, F.C.S.40, 112Schopenhauer, Arthur95, 117, 120, 121Schreuders, G.92Schuit, Jaap

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 137: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

91Schuit, P.50Schumann, Robert23Seidler, Michael68Sergi, George

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 138: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

129

100Shakespeare117, 120Simons, Leo,84, 85, 120Simons-Mees, Josine7Smidt, J.H.114Smiles, Samuel2, 25Smit Kleine, Frits116Soest, E.M. van113Soheili, Anwari35, 112Spencer, Herbert97Sternberg, Rhea23Stevenson, R.L.88, 89, 120Strindberg, August6Suchtelen, Nico van7Tellegen, Jan Willem7Tideman, Piet93Tienhoven65, 84, 115, 118, 120Toekomstig Leven, Het100, 103, 121Tol, A. van den

Tu zie: Rudolph Loman121Tweemaandelijksch Tijdschrift28, 111XXste Eeuw, De4, 5, 7-10, 17-21, 25, 86, 87,119-121

Uildriks, Annie van

4, 6-9, 17-19, 22, 23, 25, 86, 87,115, 120, 121

Uildriks, Frederike van

7Uildriks, Nelena Johanna van85, 120-122Vaderland, Het7Verlaine, Paul96, 121Verniers van der Loeff-Grobbee, Nicola Henriëtta82, 119Verniers van der Loeff, H.C.7, 53, 114, 121Veth, Jan81, 119Viebig, Clara40Voltaire93Voort, Van der7Vosmaer, Carel93Vreugdenhil23Walpole, Hugh27, 28, 31, 111Warendorf, Simon23, 84, 88, 93, 96-98, 100, 120,121

Wells, H.G.

112Werf, Jouke van der6, 26Whitman, Walt72, 117Wijs, de25Wilde, Elisabeth de117Wilhelmina, Koningin17, 50, 114Winkler, C.112Zijl, Lambertus

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’

Page 139: Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ... · ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’ Brieven van Marcellus Emants aan Gonne

79, 118Zola, Émile61, 115Zöllner, Johann Karl Friedrich

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’