“Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven...

6
| december 2019 6 THEMA- DUURZAAMHEID TEKST – DRS. MARIKE VAN ZANTEN BEELD – NFP PHOTOGRAPHY De energietransitie is voor GustoMSC geen bedreiging maar een kans, aldus Peter Uitbeijerse, CFO van het ontwerp- en ingenieursbureau voor de offshore-industrie. De snelle ontwikkeling in de omvang van de windturbines op zee heeft inmiddels de grootste order ooit opgeleverd. Innovatie is de drijvende kracht voor duurzame groei. Dat mag best geld kosten, vindt de financiële man. “Mits er natuurlijk een goed plan en een gedegen businessmodel ligt.” “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op”

Transcript of “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven...

Page 1: “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan

| december 20196

THEMA- DUURZAAMHEIDTEKST – DRS. MARIKE VAN ZANTENBEELD – NFP PHOTOGRAPHY

De energietransitie is voor GustoMSC geen bedreiging maar een kans, aldus Peter Uitbeijerse, CFO van het ontwerp- en ingenieursbureau voor de offshore-industrie. De snelle ontwikkeling in de omvang van de windturbines op zee heeft inmiddels de grootste order ooit opgeleverd. Innovatie is de drijvende kracht voor duurzame groei. Dat mag best geld kosten, vindt de financiële man. “Mits er natuurlijk een goed plan en een gedegen businessmodel ligt.”

“Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op”

Page 2: “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan

7december 2019 |

Page 3: “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan

| december 20198

In vroeger tijden werd er overal geboord en gezaagd in het iconische gebouw op het voormalige terrein van scheepswerf Wilton Feijenoord in Schiedam. In de ‘Timmerfabriek’, zoals het pand bekend stond, werden interieurs voor schepen gemaakt. Als je er binnenkwam rook je de geur van vers geschaafd hout. Krullen en zaagsel werden aan het eind van de dag netjes opgeveegd. Inmiddels huisvest het industrieel erfgoed het hoofdkantoor van GustoMSC. Het ontwerp- en ingenieursbureau voor de offshore- industrie (omzet 100 miljoen euro, 160 medewer-kers, kantoren in Nederland en de Verenigde Staten en actief over de hele wereld) is een ‘verborgen kampioen’: bedrijven die relatief onbekend zijn bij het grote publiek, maar wereldwijd marktleider zijn in hun eigen segment. CFO Peter Uitbeijerse leidt het bezoek trots rond door het hoge en lichte gebouw, waar de zaagmachines hebben plaatsgemaakt voor transparante werkruimten en schaalmodellen van de mobiele platforms en schepen die GustoMSC ontwerpt voor de olie- en gasindustrie en de windsector.

PioniersmentaliteitDe historie van de onderneming gaat terug tot 1862. Het machinefabriekje van toen groeide uit tot Werf Gusto (decennialang een begrip in Schiedam). Eind jaren zeventig ging de werf op in SBM Offshore, dat het bedrijfsonderdeel in 2012 verzelfstandigde en overdroeg aan private equity-investeerder Parcom. Vorig jaar werd GustoMSC verkocht aan het Amerikaanse

beursgenoteerde concern NOV (National Oilwell Varco). Het Schiedamse bedrijf heeft zich in de ruim honderdvijftig jaar van haar bestaan dus verschillende keren opnieuw moeten uitvinden, zowel qua activiteit als product, markt en bedrijfsvorm, beaamt Uitbeijerse. Vernieuwing zit in de genen. “We zijn altijd een pionier geweest en zo voelen we ons nog steeds.”Die pioniersmentaliteit zal het bedrijf ook de komende jaren nodig hebben nu de wereld voor een energietransitie staat, duurzaamheid steeds belangrijker wordt en het ontwerpen van innovatieve toepassingen de omslag tot stand moet helpen brengen. En dat alles tegen de achtergrond van een uitermate volatiele markt, die zeer gevoelig is voor conjunctuurveranderin-gen en geopolitieke ontwikkelingen. Uitdagingen genoeg dus voor CFO Uitbeijerse, die samen met CEO Nils van Nood de raad van bestuur van GustoMSC vormt.

Is er voor de CFO-rol veel verschil tussen een private equity-investeerder en een beursgenoteerd concern als eigenaar?“Private equity is gericht op langetermijnwaar-decreatie, op het toevoegen van waarde aan het bedrijf door het steeds verder versterken van de marktpositie. Als bedrijf heb je dan meer strategische en operationele vrijheid: samen met de investeerder zetten we een stip op de horizon en vervolgens bepaalden we zelf hoe we die wilden bereiken. Een beursgenoteerd concern

wordt onvermijdelijk geregeerd door het kwartaalcijfersentiment en daarmee door de korte termijn. De nadruk ligt nu dan ook meer op de resultaten, de doorloop en de middeleninzet voor projecten en op de verbetering van de efficiency. In de CFO-rol is het accent dus verschoven van het helpen realiseren van een langetermijnvisie naar performanceverbetering op de korte termijn.”

Hoe ziet de rapportagestructuur eruit?“Eén keer per maand rapporteren we de cijfers, plus een toelichting daarop, aan NOV. Tijdens een call kunnen daar nog vragen over worden gesteld. Daarnaast leveren we één keer per kwartaal informatie aan ten behoeve van de governance-rapportage volgens de Sarbanes-Oxley-wet. De rapportages aan NOV vinden plaats via een consolidatietool volgens strikte formats. Bij GustoMSC zelf zijn we op dezelfde manier blijven rapporteren als voor de overname. Als CFO ben ook ik natuurlijk gericht op de resultaten, maar het verhaal áchter de cijfers is daarbij cruciaal.Als ontwerper zitten wij vooraan in de waardeke-ten. We onderscheiden ons op de markt door de innovatieve oplossingen die we bedenken voor onze klanten: grote aannemers die hun platforms of schepen verhuren aan olie- en gasbedrijven als Shell of Exxon, voor boorwerkzaamheden of windprojecten. Die intensieve klantcontacten zorgen voor veel onbetaald werk voordat je het contract kunt tekenen. Voor innovatie geldt hetzelfde: van de zeven ideeën lukken er maar twee, de rest kóst alleen maar geld en tijd. Maar de kost gaat voor de baat uit. Dat leggen we ook uit aan onze aandeelhouders, om begrip en vertrouwen te creëren.”

Hoe strak stuurt u als CFO zelf op de innovatiekosten?“Ik stel me niet remmend, maar juist groeigericht en ondernemend op in het samenspel met de CEO. Mits er natuurlijk een goed plan en een gedegen businessmodel ligt. Als CFO probeer ik ook altijd maximaal gebruik te maken van subsidiemogelijkheden, zoals de Innovatiebox. Wel weeg ik het aantal bestede innovatie-uren af tegen het resultaat. In 2016 viel de markt voor offshore bijna stil. Daarna hebben we het budget

“Een beursgenoteerd concern wordt onvermijdelijk geregeerd door het kwar-taalcijfersentiment. In de CFO-rol is het

accent dus verschoven van een langetermijnvisie naar performance-verbetering op de korte termijn”

Page 4: “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan

9december 2019 |

voor R&D omlaag gebracht en verschoof het accent van innovatie naar het binnenhalen van meer betaald werk. Er moet wel een goede balans blijven bestaan.”

Welke synergievoordelen levert de overname door NOV op? “Bij de overname is een speciale divisie gecreëerd: voor ons als ontwerper en voor maakbedrijven uit de groep die onderdelen levert voor offshore-units. Indien de klant dat wil, nemen we die onderdelen mee in onze ontwer-pen. Dat levert dus zowel voor de klant als het bedrijf synergie op. Binnen die divisie fungeren wij als regisseur van totaalprojecten voor klanten: ontwerp, levering van onderdelen, de aftermarket – zoals onderhoud, reserve-onder-delen en trainen van personeel van de klant – en de verbouw van oudere offshore-units. Voor ons als ontwerpbedrijf heeft dat nieuwe en stabielere omzetstromen gecreëerd die een constante vraag met zich meebrengen. De markt waarin wij als ontwerper opereren is zeer volatiel. Soms heb je veel projecten, soms heb je jaren van weinig

opdrachten. De afgelopen drie jaar was onze orderstroom bijna helemaal opgedroogd. Zo’n dal is lastig, want je wilt niet dat mensen met kostbare kennis de deur uitlopen. Maar inmiddels is er een eind aan die periode gekomen, want dit voorjaar hebben we onze grootste opdracht ooit binnengesleept. Een Japanse partij gaat een windmoleninstallatie-platform naar ons ontwerp bouwen, inclusief onze hefsystemen en de eerste telescoopkraan op zee ter wereld, die wij de afgelopen periode hebben ontwikkeld.”

De olie- en gasmarkt staat voor een energietransitie naar hernieuwbare energiebronnen als wind. Bedreiging of kans? “Voor ons is het een kans. Wij hebben een jaar of tien geleden de eerste platformen voor de offshore-windinstallatie geleverd. Maar liefst 85% van alle windmolens op de Noordzee is geïnstalleerd met een platform naar ons ontwerp. Inmiddels is er behoefte aan een tweede generatie windinstallatieschepen die de

zwaardere windturbines op hogere masten kan installeren. Die Japanse order is daarvan een voorbeeld. Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan per land en werelddeel verschilt. In Europa zijn we er het verst mee. In een land als Noorwegen kom je zonder duurzaam ontwerp niet eens meer aan tafel bij offshore-opdrachtgevers.”

Voorziet u de komende decennia een verschuiving van olie- en gas naar wind in jullie strategie en bedrijfsvoering?“Nee, de vraag naar windinstallatieschepen zal weliswaar toenemen, maar er zal zeker tot 2050 ook vraag blijven naar olie en gas, bijvoorbeeld voor transport en de productie van plastic en medicijnen. De vraag naar gas zal zelfs toenemen, als schoner alternatief voor kolen. Beide sectoren blijven dus van strategisch belang voor de groei van ons bedrijf. We kijken wel hoe we de CO

2-uitstoot van de winning van olie en gas

kunnen verminderen. Bijvoorbeeld door het

Page 5: “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan

| december 201910

Page 6: “Ik stel me niet remmend, maar juist ondernemend op” · Het is een mondiale trend, ingegeven door het klimaatveranderingsdebat en de energietransitie, hoewel het tempo daarvan

11december 2019 |

proces efficiënter te maken: als het boren van een put of het hijsen van een turbine door onze innovatieve oplossing een dag minder duurt, dan heb je minder CO

2-uitstoot. Je kunt ook een

windmolen naast een boorunit zetten, dat scheelt weer een generator.”

De Noordzee staat vol met oude boorplatformen die ontmanteld moeten worden, maar waarvoor niemand verantwoordelijkheid neemt. Hoe kan dat? “De overheid had destijds bij het verlenen van de concessie voor die boorplatformen aan de olie- en gasbedrijven wellicht beter de clausule kunnen opnemen dat de contractpartij ze ook weer zou opruimen aan het eind van de levenscy-clus. Dan was er meteen geld voor gereserveerd.”

Hoe dragen jullie als bedrijf zelf bij aan minder CO

2-uitstoot?

“Naast ons eigen gebouw en wagenpark CO

2-neutraler maken, proberen we ook de

ecologische voetafdruk van de units die we ontwerpen terug te brengen. Een ‘jack-up’ platform (een hefplatform – red.) kent een beweging omhoog en omlaag. Het eerste kóst energie, het tweede levert juist energie óp. We zijn aan het nadenken hoe we die vrijkomende energie kunnen opslaan, bijvoorbeeld in een batterij, zodat we die later weer kunnen gebruiken voor bewegingen omhoog. Met zulke duurzame oplossingen willen we ons onder-scheiden op de wereldwijde markt die door de energietransitie zal ontstaan. Als wij daar als eerste mee komen, kunnen we er klanten mee binnenhalen en voor langere tijd aan ons binden. Wat betreft verduurzaming binnen de hele waardeketen zijn we overigens niet leidend, maar we houden wel de vinger aan de pols van de ontwikkelingen.”

Wat merken jullie als mondiale speler van geopolitieke ontwikkelingen? Bijvoorbeeld de handelsoorlog tussen de VS en China? Er lijkt sprake te zijn van een toenadering tussen beide en er is optimisme over een eerste deelakkoord. Maar de onderhandelingen staan nog aan het begin“Van de Brexit hebben we weinig last. Een Amerikaans-Chinese handelsoorlog kan ons raken. We hebben veel Chinese zakenpartners en we zijn natuurlijk onderdeel van een Ameri-kaans concern. De Chinese werven waarmee wij werken zouden daar vragen over kunnen stellen. Daarnaast zou de Chinese overheid ons op allerlei manieren kunnen tegenwerken. Zo zouden de Chinese autoriteiten het inklaren van leveringen kunnen vertragen. Verder is het Midden-Oosten een grote markt voor ons. Spanningen in de regio, zoals de drone-aanval in Saoedi-Arabië, zouden kunnen leiden tot minder investeringen en daar hebben wij dan natuurlijk last van. Voor lopende projecten hebben we overigens goede garanties ingebouwd: die kunnen opdrachtgevers niet zomaar stilleggen. We zijn altijd voorzichtig geweest bij het aangaan van grote contracten. We houden vast aan goede voorwaarden, een gezonde marge en een evenwichtige balans tussen inkomsten en uitgaven. Ik ben nog steeds blij met die conservatieve opstelling.”

En wat merken jullie bijvoorbeeld van de drone-aanvallen op Saoedi-Arabië? “Je moet niet alleen denken aan fysieke beveiliging, maar ook aan cybersecurity. Klanten zijn bang dat de informatiesystemen van de unit gehackt kunnen worden. Ze vragen ons bijvoorbeeld: hoe voorkom je dat criminelen of terroristen het platform via een cyberaanval laten zinken? Wij investeren dus fors in systeembeveiliging. De IT-systemen genereren overigens ook veel data over onze kraan- en hefsystemen. Die data kunnen we terugkoppelen naar ons eigen ontwerpproces om de kosten van units te verlagen en de efficiency van de operatie te verhogen. Verder kunnen we data gebruiken voor een betere onderhoudsplanning en stellen

we ze ter beschikking aan de klant als extra service. Het is de bedoeling dat in de toekomst op een scherm is te zien of de poten van het platform nog stevig op de zeebodem staan, er hoeft dan minder fysieke inspectie plaats te vinden. Big data en voornamelijk de intelligente analyse ervan, is dus ook weer een manier om ons te onderscheiden ten opzichte van de concurrentie.”

Tot slot, het kabinet komt met een investeringsfonds van ‘tientallen miljarden’ voor toekomstbestendige groei van de bv Nederland. Waar zou dat geld aan moeten worden besteed? “Aan meer offshore-windparken en olie- en gasvelden op het Nederlands continentaal plat. Nederland laat zich op dat gebied niet zien, terwijl landen als Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk wel bewust velden uitgeven om offshorebedrijven aan het werk te houden en de lokale economie te versterken en te stimuleren. Qua kennis en kunde op het gebied van offshore loopt Nederland in de wereld nog steeds voorop. Om die positie te behouden is een actief investeringsbeleid nodig. Een tweede beste-dingsdoel: CO

2-opslag in oude olie- en gasvelden.

Ook op dat gebied hebben we de kennis, kunde en infrastructuur en kan Nederland een leidende positie innemen. Een derde investeringsproject: het installeren van een warmtenet in Nederland, waarbij restwarmte uit de industrie wordt gebruikt voor het verwarmen van huizen. Waarom ligt er nog geen warmtebuis van het Rotterdamse industriegebied naar bijvoorbeeld Leiden? Pak dat meteen op als overheid! En nog een laatste suggestie: blijf vooral handelsmissies organiseren met de koning.”

Het gesprek komt nog even op de Japanse mega-order. “De historische banden tussen Japan en Nederland hebben zeker meegeholpen. De order heeft voor nieuw elan in het bedrijf gezorgd, van hoog tot laag: 2020 wordt voor ons een bijzonder jaar.”

“In een land als Noorwegen kom je zonder duurzaam ontwerp niet eens

meer aan tafel bij opdrachtgevers”