Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit · PDF fileHet Couperin-orgel in de...

1
Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit is genoemd naar één van de belangrijkste componisten uit de Franse barok, François Couperin (1668-1733). Het instrument is in 1973 gebouwd volgens de principes van de klassieke Franse orgelbouw. De Franse orgelmaker J.G. Koenig uit Sarre- Union was verantwoordelijk voor het ontwerp, leverde de pijpen en intoneerde het orgel. Het mechani- sche deel en de kas werden gebouwd door de in Amsterdam gevestigde orgelmaker Fonteyn & Gaal. Adviseurs bij de bouw waren Frans Stam en Ewald Kooiman. Het orgel was een geschenk van de Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag. Na dertig jaar waren herstelwerkzaamheden nodig. Tegelijkertijd bestond de behoefte de klank te optimaliseren volgens de nieuwste inzichten op dit gebied. In 2005 werd het pijpwerk hersteld en opnieuw geïntoneerd door de fa. Flentrop te Zaandam, terwijl de fa. Kaat & Tijhuis te Kampen het herstel van het mechanische gedeelte voor haar rekening nam. De keuze voor dit type instrument werd ingegeven door het feit dat er in Nederland weliswaar een grote diversiteit aan orgeltypes bestaat, maar dat er slechts enkele instrumenten zijn waarop men de muziek uit de Franse barok op authentieke wijze kan uitvoeren. Enkele kenmerken van het instrument zijn: De registers op het eerste en tweede klavier (Positif en Grand orgue) maken twee plenum- registraties mogelijk: het prestantenplenum (Plein jeu) bestaande uit prestanten, bourdons en mixturen, en het tongenplenum (Grand jeu) hoofdzakelijk bestaande uit trompetten en cornetten. Het derde en vierde klavier (Récit en Echo) zijn discant-klavieren. Het Récit is een solo-klavier. Het Echo staat in de onderkas, zodat het in de zaal heel zacht klinkt, en gebruikt kan worden voor echo-effecten. Elk klavier heeft een cornet, of registers waaruit een cornet kan worden samengesteld. Het pedaal heeft geen 16'-register. De pedaaltongwerken, uitgebouwd tot A-contra, worden gebruikt bij de grote combinaties Plein jeu en Grand jeu, de fluiten bij solo-registraties en trio’s. Het orgel is gestemd op a1=390 Hz (een hele toon lager dan a1=440 Hz) en heeft een historische stemming (naar Chaumont 1695). De dispositie van het orgel is: Grand orgue, C-d3 Positif, C-d3 Récit, g°-d3 Pédale, C-d1 Bourdon 16' Bourdon 8' Cornet 5r. Flûte 8' Montre 8' Prestant 4' Trompette 8' Flûte 4' Bourdon 8' Nasard 2 2/3' Flûte 2' Prestant 4' Doublette 2' Echo, g°-d3 Trompette 8' (AA-d1) Flûte 4' Tierce 1 3/5' Flûte à cheminée 8' Clairon 4' (AA-d1) Grosse tierce 3 1/5' Larigot 1 1/3' Flûte 4' Nasard 2 2/3' Fourniture 3r. Cornet 3r. Doublette 2' Cymbale 2r. Trompette 8' Tierce 1 3/5' Cromorne 8' Fourniture 4r. Cymbale 3r. Dessus de cornet 5r. Accouplement Grand orgue/Positif Trompette 8' Tirasse Grand orgue Clairon 4' Tremblant doux Voix humaine 8' Tremblant fort Het orgel wordt bespeeld bij openbare plechtigheden van de universiteit en bij bijzondere concerten. Ook wordt het gebruikt voor cursussen en masterclasses. contactadres Henk Verhoef (organist), tel: 020-6230020, e-mail: [email protected]

Transcript of Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit · PDF fileHet Couperin-orgel in de...

Page 1: Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit · PDF fileHet Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit is

Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit Het Couperin-orgel in de aula van de Vrije Universiteit is genoemd naar één van de belangrijkste componisten uit de Franse barok, François Couperin (1668-1733). Het instrument is in 1973 gebouwd volgens de principes van de klassieke Franse orgelbouw. De Franse orgelmaker J.G. Koenig uit Sarre-Union was verantwoordelijk voor het ontwerp, leverde de pijpen en intoneerde het orgel. Het mechani-sche deel en de kas werden gebouwd door de in Amsterdam gevestigde orgelmaker Fonteyn & Gaal. Adviseurs bij de bouw waren Frans Stam en Ewald Kooiman. Het orgel was een geschenk van de Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag. Na dertig jaar waren herstelwerkzaamheden nodig. Tegelijkertijd bestond de behoefte de klank te optimaliseren volgens de nieuwste inzichten op dit gebied. In 2005 werd het pijpwerk hersteld en opnieuw geïntoneerd door de fa. Flentrop te Zaandam, terwijl de fa. Kaat & Tijhuis te Kampen het herstel van het mechanische gedeelte voor haar rekening nam. De keuze voor dit type instrument werd ingegeven door het feit dat er in Nederland weliswaar een grote diversiteit aan orgeltypes bestaat, maar dat er slechts enkele instrumenten zijn waarop men de muziek uit de Franse barok op authentieke wijze kan uitvoeren. Enkele kenmerken van het instrument zijn:

• De registers op het eerste en tweede klavier (Positif en Grand orgue) maken twee plenum-

registraties mogelijk: het prestantenplenum (Plein jeu) bestaande uit prestanten, bourdons en mixturen, en het tongenplenum (Grand jeu) hoofdzakelijk bestaande uit trompetten en cornetten.

• Het derde en vierde klavier (Récit en Echo) zijn discant-klavieren. Het Récit is een solo-klavier. Het Echo staat in de onderkas, zodat het in de zaal heel zacht klinkt, en gebruikt kan worden voor echo-effecten.

• Elk klavier heeft een cornet, of registers waaruit een cornet kan worden samengesteld. • Het pedaal heeft geen 16'-register. De pedaaltongwerken, uitgebouwd tot A-contra, worden

gebruikt bij de grote combinaties Plein jeu en Grand jeu, de fluiten bij solo-registraties en trio’s. • Het orgel is gestemd op a1=390 Hz (een hele toon lager dan a1=440 Hz) en heeft een historische

stemming (naar Chaumont 1695). De dispositie van het orgel is:

Grand orgue, C-d3 Positif, C-d3 Récit, g°-d3 Pédale, C-d1 Bourdon 16' Bourdon 8' Cornet 5r. Flûte 8' Montre 8' Prestant 4' Trompette 8' Flûte 4' Bourdon 8' Nasard 2 2/3' Flûte 2' Prestant 4' Doublette 2' Echo, g°-d3 Trompette 8' (AA-d1) Flûte 4' Tierce 1 3/5' Flûte à cheminée 8' Clairon 4' (AA-d1) Grosse tierce 3 1/5' Larigot 1 1/3' Flûte 4' Nasard 2 2/3' Fourniture 3r. Cornet 3r. Doublette 2' Cymbale 2r. Trompette 8' Tierce 1 3/5' Cromorne 8' Fourniture 4r. Cymbale 3r. Dessus de cornet 5r. Accouplement Grand orgue/Positif Trompette 8' Tirasse Grand orgue Clairon 4' Tremblant doux Voix humaine 8' Tremblant fort

Het orgel wordt bespeeld bij openbare plechtigheden van de universiteit en bij bijzondere concerten. Ook wordt het gebruikt voor cursussen en masterclasses.

contactadres Henk Verhoef (organist), tel: 020-6230020, e-mail: [email protected]