Herdenken, vieren, herinneren. Handreiking voor gemeenten.
-
Upload
nationaal-comite-4-en-5-mei -
Category
Documents
-
view
225 -
download
0
description
Transcript of Herdenken, vieren, herinneren. Handreiking voor gemeenten.
Herdenken vieren
herinnerenHandreiking voor gemeenten
Herdenken • vieren • herinneren
Inhoud
5 Voorwoord
7 Herdenken, vieren en herinneren in Nederland
11 4 en 5 mei
15 Herdenken in Nederland
19 Nationale Herdenking op 4 mei
25 Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei
29 Nationaal Comité 4 en 5 mei
Herdenken vieren
herinnerenHandreiking voor gemeenten
Voorwoord
oor het jaar heen – vooral in de maanden voorafgaand aan 4 en 5 mei – bereiken het Nationaal
Comité 4 en 5 mei veel vragen over herdenken, vieren en herinneren. Deze vragen worden
vooral gesteld door gemeenten en comités die betrokken zijn bij 4 en 5 mei. Het zijn vragen die
gaan over de Nationale Herdenking op 4 mei en de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei,
de Dag van de Vrijheid. Daarnaast gaat het ook om meer algemene vragen of vragen over herdenken
van bepaalde groepen of gebeurtenissen. Een aantal onderwerpen komt daarbij regelmatig terug.
Daarom maakt het Nationaal Comité 4 en 5 mei deze handreiking.
In de handreiking besteden we aandacht aan uiteenlopende onderwerpen. De geschiedenis van herdenken
en vieren, van 4 en 5 mei, komt aan de orde, evenals de samenhang daartussen. We staan stil bij de
grondslag van de Nationale Dodenherdenking en bespreken de verantwoordelijkheidsverdeling tussen
de Rijksoverheid en het Nationaal Comité 4 en 5 mei en in afgeleide zin die tussen gemeenten en lokale
comités. Ook meer praktische zaken, zoals het vlagprotocol, passeren de revue. Deze handreiking is
daarmee vooral een naslagwerk voor iedereen die een rol vervult bij herdenken en vieren op lokaal
niveau.
Zoals de Rijksoverheid zich verantwoordelijk voelt voor de borging van herdenken, vieren en herinneren in
de samenleving, zo voelen – gelukkig – ook de meeste gemeenten zich verantwoordelijk voor de lokale
verankering van deze thema’s. Op nationaal niveau is het Nationaal Comité 4 en 5 mei sinds 1987
belast met het, binnen landelijke kaders, geven van vorm en inhoud aan herdenken, vieren en
herinneren. Lokaal zijn dat, onder auspiciën van de gemeenten, veelal 4 en 5 mei comités of Oranje-
verenigingen. Het samenspel tussen beiden is daarbij van wezenlijk belang. Deze handreiking kan ook
bij dat samenspel van betekenis zijn.
ir. J.M. Leemhuis-Stout
voorzitter Nationaal Comité 4 en 5 mei
Amsterdam, april 2013
Herdenken, vieren en herinneren
–5
–N
ation
aal Co
mité 4
en 5 m
ei
D
Herdenken, vieren en herinneren
–7
–N
ation
aal Co
mité 4
en 5 m
ei
Halverwege de jaren tachtig van de twintigste eeuw
maakte het kabinet zich zorgen over het draagvlak
voor en de continuïteit van de Nationale Herdenking op
4 mei en de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei.
De bezorgdheid gold ook de mate van samenhang tussen
deze dagen. In november 1987 werd bij Koninklijk Besluit
het Nationaal Comité 4 en 5 mei ingesteld.
Daarmee trok de regering ruim 42 jaar na het einde van de
Tweede Wereldoorlog de verantwoordelijkheid voor zowel
herdenken als vieren naar zich toe. Het Nationaal Comité
4 en 5 mei heeft de volgende taken:
• Het geven van richting aan de zingeving van herdenken
en vieren;
• De organisatie van de jaarlijkse Nationale Herdenking
op 4 mei;
• De organisatie van de jaarlijkse Nationale Viering van
de Bevrijding op 5 mei;
• Het voeren van een voorlichtingsbeleid dat tot doel heeft
de betrokkenheid bij en participatie aan herdenken en
vieren te vergroten;
• Het bevorderen van de afstemming van landelijke en
plaatselijke manifestaties.
Uitbreiding taken
In 2011 heeft het ministerie van VWS een aantal extra
taken op het gebied van herinneren overdragen aan het
Nationaal Comité 4 en 5 mei. Deze taken leidden tot ver-
breding van het werkterrein van het comité. Herdenken
en vieren zijn primair gerelateerd aan momenten, activi-
teiten en rituelen die herinneren vorm geven. Dit herin-
neren kan evenwel op tal van manieren vorm krijgen.
Herdenken, vieren en herinneren in Nederland
Binnen de infrastructuur van herdenken, vieren en herinneren heeft het Nationaal Comité 4 en
5 mei een belangrijke taak. Het Nationaal Comité is geen doel op zichzelf, maar een middel om
herdenken, vieren en herinneren, dat door de regering en het parlement als waardevol wordt
geacht, in de samenleving te verankeren. Deze brede maatschappelijke verankering komt ook
tot uiting in de brede samenstelling van het Comité. De leden van het Nationaal Comité worden
per Koninklijk Besluit benoemd, op voordracht van de minister-president en de staatssecretaris
van VWS.
‘Het is belangrijk de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog
levend te houden en te borgen dat er op grond van de
beginselen van ereschuld en bijzondere solidariteit
blijvend betekenis wordt gegeven aan het verhaal van
de oorlogsgetroffenen. Het belang van het levend houden
van de herinnering geldt niet alleen voor (nabestaanden
van) mensen die deze oorlog hebben meegemaakt, maar
juist ook voor nieuwe generaties. Generaties van nu en
later moeten betekenis kunnen geven aan alle facetten
van deze geschiedenis. De betekenis van het levend
houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog
ligt vooral in de relatie tot vraagstukken rond vrijheid,
rechtsstaat en democratie. Het ministerie van VWS zorgt
dat er een adequate infrastructuur is die dat mogelijk
maakt.’
(Rijksbegroting 2011)
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–8
–N
atio
naa
l C
om
ité
4 e
n 5
mei
Verantwoordelijkheden herdenken en vieren
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is alleen verantwoordelijk
voor de organisatie en het programma van de Nationale
Herdenking bij het Nationaal Monument in Amsterdam
op 4 mei. Gemeenten of lokale 4 en 5 mei comités dragen
verantwoordelijkheid voor andere herdenkingen die in
het land op 4 mei en andere data worden georganiseerd.
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei wil wel, zoals in zijn
missie is verwoord, richting geven aan herdenken, vieren
en herinneren en mensen inspireren en verbinden. Or-
ganisatoren van deze herdenkingen kunnen bij het comité
terecht voor adviezen over vorm, opzet en invulling van
de herdenking.
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is ook verantwoordelijk
voor de Nationale Viering van de Bevrijding. Sinds 1996
bestaat 5 mei uit drie verschillende onderdelen. Het och-
tendprogramma met als centraal onderdeel de 5 mei-
lezing, wordt ieder jaar samen met een andere provincie
georganiseerd. Het comité coördineert de veertien pro-
vinciale Bevrijdingsfestivals en organiseert het 5 mei-
concert als afsluiting van 5 mei. Dit concert wordt bijge-
woond door het staatshoofd en de minister-president.
Zoals de rijksoverheid zich verantwoordelijk voelt voor het
nationale en zorgt voor borging, geldt dat de gemeenten
zich verantwoordelijk moeten voelen voor het lokale.
Vrijwel alle gemeenten hebben herdenkingen, monumenten
die herinneren aan lokale oorlogsgeschiedenis en scholen
die aandacht besteden aan 4 en 5 mei. Gemeenten heb-
ben hierbij een belangrijke maatschappelijke taak en
kunnen hieraan een positieve bijdrage aan- leveren.
Herdenken, vieren en herinneren
–1
1–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Traditie van onderop ontstaan
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden op verschillende
plaatsen in het land de eerste herdenkingen van oorlogs-
slachtoffers plaats bij kleine geïmproviseerde monumenten.
Na de oorlog is 5 mei aangewezen als dag om de
bevrijding van de Duitse en Japanse bezetting te herdenken.
Omdat het verzet vond dat eerst de doden herdacht
moesten worden voordat de bevrijding gevierd kon
worden, is de herdenking ontstaan aan de vooravond
van de viering van de bevrijding. Bij het ontstaan van 4
en 5 mei heeft het particulier initiatief een grote rol
gespeeld. Beide data zijn historisch bepaald; ze hangen
samen met het moment van de capitulatie van de Duitse
bezetter van Nederland op 5 mei 1945. Het gehele
Koninkrijk der Nederlanden was echter pas bevrijd op 15
augustus 1945, toen de Japanse bezetter van Neder-
lands-Indië zich overgaf en de Tweede Wereldoorlog ten
einde was.
In 1946 wees de rijksoverheid 4 en 5 mei aan als de dagen
waarop Nederland respectievelijk herdenkt en viert. Sinds
begin jaren zestig vindt de Nationale Herdenking, in
aanwezigheid van het staatshoofd, om 16.00 uur plaats
bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam.
Deze herdenking werd tot 1987 georganiseerd door een
privaat comité. 5 mei werd om de vijf jaar groots gevierd.
De organisatie van deze dag was in handen van een
comité dat van rijkswege werd ingesteld. In 1987 trok de
regering de regie over 4 en 5 mei naar zich toe en stelde
het Nationaal Comité 4 en 5 mei in. Sinds 1988 vindt de
Nationale Herdenking in Amsterdam, net als de meeste
herdenkingen op 4 mei, plaats om 20.00 uur. Door de
invulling van 4 en 5 mei te beleggen bij één organisatie
wilde de overheid beide dagen voor de toekomst borgen1.
Unieke traditie
In het verleden is verschillende keren gesuggereerd om 4 en
5 mei samen te voegen of om 5 mei samen te voegen
met Koninginnedag. Het bestaansrecht van 4 en 5 mei
wordt inmiddels niet meer betwist; het draagvlak voor
herdenken en vieren is al jarenlang groot en constant. In-
middels hebben 4 en 5 mei nadrukkelijk elk hun eigen ac-
cent. Op 4 mei staan we stil bij de oorlogsslachtoffers,
op 5 mei staat de vraag centraal hoe we vandaag de dag
omgaan met vrijheid en bij kunnen dragen aan vrijheid
en vrede elders in de wereld. 4 en 5 mei horen bij elkaar
als de dag bij de nacht; een unieke Nederlandse traditie.
Herdenken op 4 mei en vieren op 5 mei zijn evenwel niet
statisch, maar blijvend in ontwikkeling.
Andere landen
De Nederlandse traditie om op twee aparte momenten te
herdenken en vieren is bijzonder. Nederland was neutraal
tijdens de Eerste Wereldoorlog en kende vóór de Tweede
Wereldoorlog geen traditie van herdenken. Diverse landen
hadden een dergelijke traditie reeds sinds de Eerste Wereld-
4 en 5 mei
Herdenken op 4 mei en vieren op 5 mei kunnen rekenen op een groot draagvlak van de Nederlandse
bevolking. 4 en 5 mei zijn door particulier initiatief en zonder bemoeienis van de Rijksoverheid ontstaan.
Gemeenten speelden hierbij een belangrijke rol. Voor herdenken en vieren bestond kort na de oorlog een
aantal richtlijnen. Dit waren echter geen voorschriften. Iedereen kon op eigen wijze invulling geven aan de
lokale herdenking of viering.
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–1
2–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
oorlog. De datum van hun dodenherdenking is door de
Eerste Wereldoorlog bepaald. De veelal militaire slachtoffers
van daaropvolgende oorlogen en vredesoperaties worden
gemeenschappelijk op diezelfde datum herdacht. Deze
herdenkingen hebben gezien hun oorsprong (de Eerste
Wereldoorlog) vaak een sterk militair karakter. Slachtoffers
van de Sjoa worden in andere landen apart herdacht. In
Nederland worden alle Nederlandse oorlogsslachtoffers –
militairen en burgers – in gezamenlijkheid op 4 mei her-
dacht; het accent ligt daarbij niet op militairen.
4 en 5 mei: wat ligt vast?
De invulling van 4 en 5 mei, noch hetgeen wij herdenken
op 4 mei, is vastgelegd in wetgeving. Ondanks dat geen
dwingende voorschriften bestaan over de invulling van
4 en 5 mei, zijn er wel richtlijnen en daarmee houvast.
Deze gaan vooral over een aantal meer formele aspecten
van 4 en 5 mei.
Vlagprotocol | In de vlaginstructie die de rijksoverheid
heeft uitgevaardigd, staat vermeld hoe het vlagprotocol
voor 4 en 5 mei luidt. Op 4 mei hangt de Nederlandse
driekleur uit eerbied voor oorlogsslachtoffers vanaf 18.00
uur tot zonsondergang halfstok. Tijdens de herdenking
kunnen andere vlaggen, zoals de gemeentevlag, eveneens
halfstok worden gehangen. Voor 5 mei geldt dat gevlagd
wordt met de Nederlandse driekleur in top. De vlaginstructie
schrijft voor dat de vlaggen op 4 en 5 mei op gebouwen
van de rijksoverheid uithangen; lokale overheden wordt
gevraagd de vlaginstructie te volgen. Burgers zijn niet
verplicht om te vlaggen; het is immers een instructie en
geen gebod. Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2012
blijkt dat een derde van de bevolking op 4 en 5 mei vlagt.
Winkeltijdenwet | De Winkeltijdenwet verplicht alle winkels
om op 4 mei vanaf 19.00 uur te sluiten. Op veel plaatsen
wordt om 20.00 uur twee minuten stilte in acht geno-
men. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei roept bedrijven
en brancheorganisaties op om 20.00 uur stil te zijn en
te herdenken. Ook in de meeste openbare gelegenheden
wordt twee minuten stilte in acht genomen. Openbaar
vervoer staat twee minuten stil, op de snelweg mag je je
auto stil zetten om te herdenken en in vliegtuigen van
Nederlandse luchtvaartmaatschappijen worden de twee
minuten stilte eveneens aangekondigd. Gemeenten kun-
nen horecaondernemers en lokale vervoersbedrijven aan-
sporen om de twee minuten stilte in acht te nemen. In
de Winkeltijdenwet staat niets vermeld over de openings-
tijden van winkels op 5 mei.
5 mei als nationale feestdag | Sinds maart 1982 is 5 mei
een algemeen erkende feestdag geworden, net als tweede
kerstdag, tweede paasdag, Pinksteren en Hemelvaart.
In 1990 heeft 5 mei ook de status van nationale feestdag
39
In welke mate
vindt u het
belangrijk dat jaarlijks
op 4 mei wordt
stilgestaan bij
oorlogsslachtoffers
(n=925)
In hoeverre
vindt u het
belangrijk
dat jaarlijks
5 mei wordt
gevierd
(n=925)
gekregen. In Nederland kennen we twee nationale feest-
dagen: Koningsdag en 5 mei. Met uitzondering van Ko-
ningsdag, nieuwjaarsdag en 5 mei komen alle overige
feestdagen voort uit de christelijke traditie.
Vrije dag | Het feit dat 5 mei een nationale feestdag is
betekent niet automatisch dat het ook voor iedereen
een vrije dag is. Feestdagen en vrije dagen worden in
Nederland bij cao geregeld. In bepaalde cao’s, zoals de
cao voor rijksambtenaren, is 5 mei als een jaarlijkse
vrije dag opgenomen. In andere cao’s is 5 mei eens per
vijf jaar een vrije dag en in weer andere cao’s is niets
vastgelegd over 5 mei. Als geen afspraken zijn gemaakt
of als er geen cao is, beslist de werkgever. De wijze
waarop Bevrijdingsdag nu wordt georganiseerd maakt
het in principe voor iedereen mogelijk om op een of
andere wijze mee te doen. Uit het Nationaal Vrijheids-
onderzoek blijkt dat de meivakantie hiervoor geen be-
lemmering is.
Herdenken en vieren ook op zondag | De traditie van her-
denken op 4 mei en vieren op 5 mei is al snel na de
oorlog ontstaan. In eerste instantie werd wel geschoven
met de datum in verband met de zondagsrust of sjabbat.
Het besluit om de Nationale Herdenking en de Nationale
Viering van de Bevrijding altijd plaats te laten vinden op
4 en 5 mei werd in 1968 door de regering genomen,
omdat voor verschillende religieuze groeperingen de
rustdag op een andere dag in de week valt. Het Nationaal
Comité 4 en 5 mei houdt zich bij de organisatie van de
Nationale Herdenking en de Nationale Viering van de
Bevrijding aan het besluit uit 1968.
Oorlogsmonumenten | Gemeenten hebben tevens een ver-
antwoordelijkheid voor het beheer en behoud van oor-
logsmonumenten. Die staan immers veelal op gemeen-
tegrond. Goed beheer en behoud is een voorwaarde
voor het voortbestaan van deze plaatsen die een belangrijke
rol spelen bij herdenkingen. Oorlogsmonumenten kunnen
ook onderwerp van discussie worden wanneer ze aan-
gepast of verplaatst (moeten) worden. Ingrepen aan
oorlogsmonumenten kunnen gevoelig liggen. Het is dan
ook belangrijk dat binnen de gemeente gezocht wordt
naar een zo groot draagvlak bij hen die zich betrokkenen
voelen bij het monument. Bij het Nationaal Comité
kunnen gemeenten en andere organisaties advies krijgen
over het beheer en behoud van oorlogsmonumenten.
Draagvlak en aanwezigheid | Kenmerkend voor lokale her-
denkingen is dat elke herdenking deels vaste nationale
elementen en deels eigen gekozen elementen bevat.
Voor elke herdenking is het belangrijk dat voor de opzet
en invulling draagvlak bestaat bij de direct betrokkenen
en nabestaanden uit de lokale gemeenschap. De aanwe-
zigheid van het gemeentebestuur bij de herdenking en
de viering is daarbij van belang.
1 In het boek Breekbare Dagen, 4 en 5 mei door de jaren heen van
Jolanda Keesom (2012) is de geschiedenis van 4 en 5 mei sinds
de Tweede Wereldoorlog beschreven.
Herdenken, vieren en herinneren
–1
3–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Lokale oorlogsgeschiedenis
Burgemeester Lucas Bolsius van Amersfoort: “Een les voor elke nieuwe
bestuurder: zorg ervoor dat je de lokale geschiedenis kent. Zo was
Amersfoort in mei 1940 nagenoeg een spookstad, als gevolg van een
grootscheepse evacuatie. Als ik bij 60-jarige huwelijken inwoners spreek,
komt dat nog regelmatig boven.”
Verschillende herdenkingen
Door het jaar heen worden veel historische gebeurtenissen
herdacht: de herdenking van de Februaristaking op 25
februari, de herdenking van het bombardement op Rot-
terdam op 14 mei of de herdenking van de razzia in
Putten op 2 oktober. Ook zijn er herdenkingen waarbij
stilgestaan wordt bij een specifieke groep, zoals Joodse
vervolgingsslachtoffers op Jom Hasjoa, de oorlogsslacht-
offers van de voormalige kampen Ravensbrück, Dachau
of Buchenwald, slachtoffers van Sinti- en/of Roma-ver-
volgingen of slachtoffers van Japanse kampen.
Deze herdenkingen worden bijgewoond door mensen die
veelal een persoonlijke betrokkenheid hebben bij het on-
derwerp of de groep. Voor hen is die ‘eigen’ herdenking
de belangrijkste herdenking en voor hen is de Tweede
Wereldoorlog dé oorlog. Door de afstand in tijd hebben
de meeste Nederlanders een minder directe en persoonlijke
band met bepaalde aspecten van de geschiedenis van de
Tweede Wereldoorlog. Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek
blijkt dat een toenemend aantal Nederlanders op 4 mei
stilstaat bij oorlogsslachtoffers in het algemeen en niet
alleen bij slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Verschillende herinneringen en monumenten
De herinneringen aan en de omgang met de Tweede We-
reldoorlog zijn niet statisch maar steeds in ontwikkeling.
Direct na de oorlog stond herdenken in het teken van
verzetsstrijders en militairen. Langzamerhand veranderde
dit en ontstond aandacht voor de Jodenvervolging. Weer
later kwam er ook aandacht voor de slachtoffers van de
oorlog in Nederlands-Indië, dwangarbeiders, vredesmissies
en Sinti en Roma. Deze ontwikkeling is eveneens terug
te zien in oorlogsmonumenten.
Herdenken, vieren en herinneren
–1
5–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Herdenken in Nederland
De Nationale Herdenking op 4 mei is de algemene herdenking van Nederlandse oorlogsslachtoffers.
In bijna iedere gemeente vindt op 4 mei een herdenking plaats. Daarnaast vinden door het jaar
heen tal van specifieke herdenkingen plaats met aandacht voor een bijzondere (lokale)
historische gebeurtenis of een specifieke groep oorlogsslachtoffers. Deze herdenkingen vinden
plaats van september, de bevrijding van Zuid-Nederland, tot 15 augustus, het formele einde van
de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië en ook voor Nederlands Indië. Al deze herdenkingen
en herinneringen komen samen op 4 mei bij de Nationale Herdenking.
Betrokken bij herdenken
“Nog elk jaar komen veteranen naar Arnhem om de
slag te herdenken”, vertelt Pauline Krikke, burge-
meester van Arnhem. “Sommigen van hen leven
van jaar tot jaar, met de hoop dat ze de volgende
herdenking weer kunnen bijwonen. Besef wel: ze
waren indertijd minimaal zo’n 17 jaar oud. Nu zijn ze
gemiddeld 85 jaar. Enerzijds zie je hun groep dan
ook kleiner worden. Anderzijds zie je verjonging: fa-
milieleden van veteranen nemen ‘de fakkel’ over.”
Eveneens drukbezocht zijn de lokale herdenkingsbij-
eenkomsten op 4 mei en – op Bronbeek – rond 15
augustus. “Ook daar zijn de emotie en betrokkenheid
onverminderd groot”, stelt Krikke vast.
�
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–1
6–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
In ons land zijn meer dan 3.500 oorlogsmonumenten op-
gericht. Daaronder zijn diverse algemene monumenten
die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog of aan de
bevrijding. Maar veel monumenten herinneren een spe-
cifieke groep mensen of een bepaalde gebeurtenis, soms
verbonden met de plek waar het monument staat. Elk
dorp en elke stad heeft zijn ‘eigen’ monument(en). Alleen
al in Amsterdam staan meer dan 150 monumenten.
Twee bijzondere herdenkingen
Twee jaarlijkse herdenkingen in ons land nemen een bij-
zondere plaats in. De ene is de internationale Holocaust
Memorial Day (rond 27 januari, voorheen de Auschwitz-
herdenking) waarop wereldwijd, in navolging van de
oproep van de Verenigde Naties uit 2005, wordt stilgestaan
bij de vervolging van Joden, Sinti en Roma tijdens de
Tweede Wereldoorlog. De tweede bijzondere herdenking
is de herdenking van de capitulatie van Japan en het
officiële einde van de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus.
Tijdens deze herdenking wordt stilgestaan bij de slachtoffers
van de oorlog in het voormalige Nederlands-Indië en
Zuidoost-Azië
Deze twee herdenkingen worden georganiseerd door res-
pectievelijk het Nederlands Auschwitz Comité en de
Stichting Herdenking 15 augustus 1945. Het Nationaal
Comité biedt beide vrijwilligersorganisaties ondersteuning
bij de organisatie van de herdenkingen.
N
ederl
anders
zonder
een
eigen
speci
fieke
herinneri
ng....... ....
..
vervo
lgingsslach
toffers
burgeroorlo
gsgetroffe
nen Europa
koopvaa
rdijpers
oneel
burgeroorlo
gsgetroffe
nen N
ederl
ands-I
ndië
verzet
sdeel
nemers
militair
en ......
Veel mensen hebben geen specifieke ervaring
met of herinnering aan de Tweede Wereld-
oorlog, echter de meeste Nederlanders voe-
len zich wel betrokken bij herdenken.
De Nationale Dodenherdenking op 4 mei
is voor hen dé herdenking. Deze mensen
denken bij het begrip oorlog niet alleen
aan de Tweede Wereldoorlog, maar ook of
vooral aan actuele oorlogen.
Diverse groepen oorlogsgetroffenen her-
denken tijdens meer dan twintig bovenre-
gionale herdenkingen gedeelde ervaringen
op een speciale dag in het jaar. Deze her-
denkingen worden georganiseerd door eigen
organisaties van oorlogsgetroffenen.
Voor ieder van deze persoonlijk betrokken
groepen is de eigen herdenking dé herden-
king. De Tweede Wereldoorlog is voor hen
dé oorlog.
Nationale Herdenking 4 mei
alle groepen komen hier samen
Herdenken, vieren en herinneren
–1
7–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
4 mei in het land: één nationaal moment
De herdenking op 4 mei in Amsterdam bij het Nationaal
Monument op de Dam, in aanwezigheid van het staats-
hoofd, een vertegenwoordiging van de Staten-Generaal,
de Rijksministerraad en tal van andere autoriteiten, is
een bevestiging van het nationale karakter van de her-
denking op 4 mei. Het draagvlak voor 4 mei is al jaren
groot en constant. Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek
blijkt dat meer dan tachtig procent van de bevolking het
belangrijk vindt dat op 4 mei stil wordt gestaan bij de
oorlogsslachtoffers. Voorts is ongeveer tachtig procent
van mening dat de herdenking ook in de toekomst door
moet gaan.
Mensen kregen op heel verschillende wijzen te maken met
de Tweede Wereldoorlog, afhankelijk van wie ze waren,
waar ze voor stonden, wat ze deden of waar ze woonden.
Al die verschillende ervaringen worden weerspiegeld in
diverse herdenkingen door het jaar heen. Tijdens de Na-
tionale Herdenking op 4 mei komen al die verschillende
ervaringen samen en worden de doden gemeenschappelijk
herdacht.
Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek blijkt dat in bijna alle
gemeenten op 4 mei wordt meegedaan aan de Nationale
Herdenking. Daarbij wordt stilgestaan bij de herinneringen
aan de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en bij de
doden en de gebeurtenissen in de eigen gemeente in
het bijzonder. Elke gemeente kan daarbij een eigen
accent leggen. Binnen een gemeente vinden vaak meerdere
herdenkingen plaats bij verschillende monumenten. Ook
vinden op 4 mei herdenkingen plaats op bijzondere lo-
caties, zoals in de voormalige kampen Westerbork, Vught
en Amersfoort, maar ook in de Hollandsche Schouwburg
in Amsterdam.
Naast herdenkingen worden op 4 mei ook andere activiteiten
georganiseerd. Een voorbeeld van een nieuwe activiteit
op 4 mei is Theater na de Dam. Na de herdenking worden
in diverse Amsterdamse theaters voorstellingen gepro-
grammeerd met aan 4 mei gerelateerde thema’s. Het
project is zo succesvol dat het ook in andere steden na-
volging zal krijgen. Een ander voorbeeld van een activiteit
op 4 mei is het herdenkingsconcert dat Bevrijdingspop
Haarlem op 4 mei na 20.00 uur organiseert in de Haar-
lemmerhout.
Wie herdenken we?
Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we
ruim 250.000 Nederlandse oorlogsslachtoffers. Buiten-
landse slachtoffers of daders herdenken we niet. Het
memorandum (de tekst waarin is vastgelegd wie we her-
denken op 4 mei) is bewust algemeen geformuleerd om
alle verschillende (groepen) Nederlandse oorlogsslacht-
offers in te sluiten. Voor allen die achterbleven, is het
persoonlijke verdriet om de doden immers even groot.
Herdenken, vieren en herinneren
–1
9–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Nationale Herdenking op 4 mei
4 mei is de dag waarop we in het hele land alle Nederlandse oorlogsslachtoffers herdenken. Het gaat daarbij
zowel om de Nederlandse oorlogsslachtoffers die zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog als om
degenen die zijn omgekomen in oorlogen en vredesoperaties waar Nederland bij betrokken was na de Tweede
Wereldoorlog. De slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog blijven echter de basis van de herdenking.
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–2
0–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
Het memorandum luidt als volgt:
Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen
– burgers en militairen – die in het Koninkrijk der
Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen
of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij
vredesoperaties.
Herdenken we ‘allen’ | Het woord ‘allen’ in het memorandum
is bedoeld om te accentueren dat de herdenking betrekking
heeft op zowel militairen als burgers.
Waar ook ter wereld | De zinsnede ‘waar ook ter wereld’
heeft betrekking op het feit dat de meeste Nederlanders
tijdens de Tweede Wereldoorlog elders in de wereld zijn
omgekomen of vermoord: in concentratie- of vernieti-
gingskampen, in interneringskampen, bij dwangarbeid
of op zee. Of in andere landen bij vredesmissies of in
oorlogssituaties na de Tweede Wereldoorlog.
Sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog | Al voor
de inval van nazi-Duitsland in Nederland zijn Nederlanders
omgekomen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog.
Die begon tenslotte al op 1 september 1939. Ook deze
slachtoffers worden herdacht.
Omgekomen of vermoord | Tijdens de Tweede Wereldoorlog
zijn velen omgekomen door oorlogshandelingen. Joden,
Roma en Sinti zijn tijdens de oorlog vervolgd en vermoord
simpelweg om wie zij waren. Met het woord vermoord
wordt dit doelbewuste moorden aangeduid.
Oorlogssituaties en vredesoperaties | Op 4 mei herdenken
we ook Nederlandse militaire slachtoffers die in oorlogen
en conflicten na de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
Hiermee worden de militairen bedoeld die zijn omgekomen
in het voormalige Nederlands-Indië tussen 1945 en 1948,
tijdens de Koreaoorlog en tijdens vredesoperaties zoals
in Libanon en voormalig Joegoslavië.
Wijzigingen in memorandum
De herdenking is een ‘vaste’ traditie met herkenbare en
jaarlijks terugkerende elementen, zoals de twee minuten
stilte, de vlaggen halfstok, de kranslegging en het defilé.
Om een zo breed mogelijk draagvlak te behouden/creëren,
zijn vorm en inhoud permanent in ontwikkeling. Ook het
memorandum is in de afgelopen zeventig jaar een aantal
keer aangepast. Zowel door het Nationaal Comité 4 en 5
mei, dat in 1987 door de regering is ingesteld, als door
voorgaande (particuliere) comités.
In 1961 is het memorandum op initiatief van de veteranen
en in overleg met het ministerie van Defensie uitgebreid
met de (militaire) oorlogsslachtoffers die zijn omgekomen
in andere oorlogssituaties dan de Tweede Wereldoorlog
(politionele acties en Korea). In 1997 heeft het comité
de Nederlandse slachtoffers van de vredesoperaties aan
het memorandum toegevoegd. De inzet van Nederlandse
militairen bij internationale vredesoperaties vloeit recht-
streeks voort uit het besef dat Nederland zijn vrijheid na
de Tweede Wereldoorlog herwonnen heeft dankzij de
inzet van geallieerde militairen. De laatste aanpassing
Herdenken in Duitsland
Jaarlijks bezoeken medewerkers van de Neder-
landse ambassade in Berlijn, onder wie de
Nederlandse ambassadeur Marnix Krop, her-
denkingen in Duitsland: Ravensbrück, Ber-
gen-Belsen, Neuengamme, Sachsenhausen.
In laatstgenoemd concentratiekamp zijn naar
schatting 30.000 tot 50.000 mensen om het
leven gekomen, onder wie 1.400 Nederlanders.
Elke vierde mei vindt in Oranienburg – de ge-
meente waarin Sachsenhausen ligt – een her-
denking plaats. Begin deze eeuw stelde de
voorganger van Krop vast dat de belangstelling
voor de plechtigheid terugliep. “Ik heb gezegd:
de Nederlandse ambassadeur kan en mag
dit niet opgeven. Misschien dat zoiets over
vijftig of zestig jaar kan, maar nu niet. En ík
in ieder geval niet.” Metterdaad gaf Krop
nieuw elan aan de herdenking.
van het memorandum vond plaats in 2010. Het begrip
‘vermoord’ is toen toegevoegd. Daarmee wilde het comité
nadrukkelijk gehoor geven aan het appèl vanuit de Joodse
gemeenschap om het unieke karakter van de Holocaust
expliciet te benoemen.
Totstandkoming memorandum
De officiële omschrijving van wie we tijdens de Nationale
Dodenherdenking herdenken, is tot stand gekomen in
overleg en samenspraak met onder andere eigen orga-
nisaties van oorlogsgetroffenen. Eens in de vijf jaar staat
het Nationaal Comité 4 en 5 mei stil bij de opzet en in-
vulling van de Nationale Herdenking (en bij al zijn
andere taken). Daarbij wordt de vraag gesteld hoe toe-
komstbestendig de huidige opzet is. En er wordt rekening
gehouden met twee onomkeerbare ontwikkelingen: de
groeiende afstand in de tijd tot de Tweede Wereldoorlog
en het geleidelijk wegvallen van de eerste generatie oor-
logsgetuigen. Deze herijking neemt meer dan een jaar
in beslag, waarbij met tal van (direct betrokken) organi-
saties wordt gesproken.
Kranslegging Nationale Herdenking op de Dam
Het memorandum is de officiële tekst over wie herdacht
worden tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei. Het
memorandum vormt de basis voor de Nationale Her-
denking en wordt uitgesproken tijdens de herdenking
bij het Nationaal Monument op de Dam. In de teksten
die worden uitgesproken tijdens de kranslegging wordt
aangegeven bij wie tijdens de Nationale Dodenherdenking
wordt stilgestaan, namelijk burgeroorlogsgetroffenen uit
Nederland en Nederlands-Indië, verzetsdeelnemers, ver-
volgingsslachtoffers, militairen en koopvaardijpersoneel.
Nadere duiding herdenking
De Tweede Wereldoorlog ligt bijna zeventig jaar achter
ons. ‘De oorlog’ is voor jongere generaties niet automatisch
de Tweede Wereldoorlog; zij denken bij oorlog veelal
aan actuele conflicten. In 2010 is daarom een toelichting
geschreven op het memorandum die de context van de
Nationale Herdenking nader duidt en de Tweede Wereld-
oorlog als fundament voor de herdenking herbevestigt.
Buitenlandse gasten
Tijdens de Nationale Herdenking worden Nederlandse
oorlogsslachtoffers herdacht. Bij de Nationale Herdenking
Herdenken, vieren en herinneren
–2
1–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–2
2–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
Herdenken, vieren en herinneren
–2
3–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
in Amsterdam worden alleen Nederlandse autoriteiten
uitgenodigd. Voor lokale herdenkingen op 4 mei en voor
herdenkingen op andere data kan dit anders zijn. Bij
specifieke plaatsen (bijvoorbeeld in de grensstreek) of
herdenkingen (bijvoorbeeld Jom Hasjoa, Holocaust Me-
morial Day, de bevrijding van Breda, 15 augustus) worden
sinds jaar en dag buitenlandse vertegenwoordigers uit-
genodigd; niet alleen van geallieerde landen maar ook
van de voormalige bezettende mogendheden, zoals
Duitsland. Wanneer Duitse vertegenwoordigers aanwezig
zijn bij deze herdenkingen, dan is dat uit respect voor
de Nederlandse oorlogsslachtoffers.
Verschil tussen herdenken en verzoenen
Verzoenen betekent dat je als land of als persoon bereid
bent om met voormalige vijanden in gesprek te gaan. Dat
je bereid bent het verleden onder ogen te zien en daarop
te reflecteren in het belang van een gezamenlijke vreed-
zame toekomst. Verzoenen betekent niet dat je moet ver-
geten of dat de pijn en de herinneringen aan het verlies
zijn verdwenen. Juist het jaarlijks gezamenlijk herdenken
biedt plaats en ruimte om het verdriet te delen en de do-
den te herinneren.
Wanneer de verzoening plaats heeft gevonden hoeft dat
proces niet telkens weer herhaald te worden. Dat zou be-
tekenen dat eerdere handreikingen en afspraken ‘beteke-
nisloos’ zijn. Duitsland toonde al in 1969 officieel zijn
respect aan de Nederlandse oorlogsslachtoffers toen
bondspresident Heinemann een krans legde bij het Na-
tionaal Monument op de Dam. Of individuen zich heb-
ben kunnen of willen verzoenen met het verleden, is
primair een persoonlijke afweging. Uit het Nationaal Vrij-
heidsonderzoek 2010 blijkt dat tachtig procent van de
Nederlanders van mening is dat de verzoening met
Duitsland heeft plaatsgevonden. Iets minder dan een
derde vindt dat de verzoening met Japan heeft plaatsge-
vonden. Voorts blijkt uit dat bijna negen op de tien Ne-
derlanders van mening is dat de Tweede Wereldoorlog
geen negatieve invloed (meer) heeft op hoe men over
Duitsers denkt. Meer dan negentig procent van de Ne-
derlanders zegt dit over Japanners.
Geen discussie op 4 mei
Gedenken in verbondenheid staat tijdens de herdenking op
4 mei voorop. Op alle andere dagen van het jaar kunnen
maatschappelijke discussies gevoerd worden. Op 4 mei
moeten die uit respect voor de doden bij voorkeur ver-
meden worden.
Veteranendag eerbetoon
Op 4 mei worden tijdens de Nationale Herdenking ook de
Nederlandse militairen herdacht die na de Tweede We-
reldoorlog in dienst van Nederland zijn omgekomen in
oorlogssituaties en bij vredesoperaties. In Nederland
zijn de maatschappelijke erkenning en waardering voor
militairen die worden uitgezonden om een bijdrage te
leveren aan vrede en vrijheid pas laat tot stand gekomen.
In 2005 is daarvoor de eerste Nederlandse Veteranendag
georganiseerd. Veteranendag vindt jaarlijks plaats op de
laatste zaterdag in juni, een moment dat samenhangt
met de verjaardag van wijlen prins Bernhard. Deze dag
is nadrukkelijk geen herdenking, maar eerder een viering
op een andere dag dan 5 mei.
4 mei na een gemeentelijke samenvoeging.
Burgemeester Maarten Divendal van De Ronde Venen: “Na de fusie met de gemeente Abcoude en Baambrugge bestaat
de gemeente De Ronde Venen uit acht kernen. Vier daarvan hebben een eigen traditie met een dodenherdenking. We
hebben een afspraak gemaakt dat ik persoonlijk elk jaar op 4 mei in een andere kern aanwezig zal zijn bij de
dodenherdenking. Ik vind het belangrijk dat leden van het college of ik als burgemeester acte de présence geven. Niet
alleen omdat ik het een gemeentelijke verantwoordelijkheid vind om de organiserende comités te ondersteunen. Maar
ook om respect te tonen voor de generatie die de oorlog nog zelf heeft meegemaakt en de jongere generatie te laten zien
dat stilstaan bij oorlogsslachtoffers een actuele betekenis heeft.”
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–2
4–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
Vieren door het jaar heen
De bevrijding van Zuid-Nederland in september 1944 wordt
jaarlijks in diverse steden gevierd, zoals op 18 september
de bevrijding van Eindhoven. Binnen deze herdenkingen
van de bevrijding is vaak veel aandacht voor de toenmalige
bevrijders. Deze vorm van vieringen is ook herkenbaar
op 5 mei in Wageningen, waar in 1955 voor het eerst de
ondertekening van de capitulatie van Duitsland groots
werd gevierd met onder andere een defilé van binnen-
en buitenlandse Tweede Wereldoorlog-veteranen.
5 mei na 4 mei
Met het herdenken van de slachtoffers van oorlogsgeweld
op 4 mei nog scherp voor ogen staan we op 5 mei stil bij
de bevrijding van Nederland en de vrijheid waarin we
sindsdien leven. Het draagvlak voor 5 mei is groot: drie-
kwart van de bevolking vindt het belangrijk dat 5 mei
jaarlijks wordt gevierd.
Daar waar 4 mei sinds jaar en dag lokaal (gemeentelijk)
verankerd is, heeft de viering van de bevrijding sinds
1990 vooral op provinciale schaal gestalte gekregen met
de veertien Bevrijdingsfestivals. Ook zijn er verschillende
feesten op 5 mei, zoals kinderfeesten.
5 mei: een drie-eenheid
De Nationale Viering van de Bevrijding bestaat sinds 1996
uit drie onderdelen, elk met een eigen accent, zowel in-
houdelijk als qua doelgroep en bereik. Het ochtendpro-
gramma wordt ieder jaar samen met een andere provincie
georganiseerd. Dit programma vormt een brug tussen
de herdenking op de avond ervoor en de feestelijkheden
op de middag en avond erna. Centraal staat de 5 mei-
lezing: een bezinning op de vraag hoe we vandaag de
dag omgaan met de vrijheid. De lezing sluit aan op het
jaarthema van het comité.
De veertien Bevrijdingsfestivals - één in elke provincie en
in Amsterdam en Den Haag - zijn grootschalige evene-
menten, door en voor jongeren, met een evenwichtige
balans tussen amusement (popmuziek) en inhoudelijke
activiteiten waarbij de viering van de vrijheid centraal
staat. Naar model van de Bevrijdingsfestivals in Wage-
ningen, Haarlem en Amsterdam heeft het comité zich in-
gespannen om vanaf 1993 in iedere provincie een festival
te organiseren. De Bevrijdingsfestivals zijn een samen-
werking tussen gemeenten, provincies en het Nationaal
Comité 4 en 5 mei.
Herdenken, vieren en herinneren
–2
5–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei
Op 5 mei vieren we in het hele land de bevrijding van de Duitse en de Japanse bezetting van het
Koninkrijk der Nederlanden in 1945 en we vieren dat we sindsdien in Nederland in vrijheid
kunnen leven. Op deze Dag van de Vrijheid bezinnen we ons op de kwetsbaarheid van vrijheid
en we realiseren ons dat vrijheid niet vanzelfsprekend is maar inzet vraagt van iedereen. Nog
dagelijks vinden elders in de wereld oorlogen, gewapende conflicten en schending van mensen-
rechten plaats. Het is daarom óók de dag waarop we stil staan bij de onvrijheid elders in de
wereld en wat we zelf aan de vrijheid kunnen bijdragen.
Bevrijdingsdag en Dag van de Vrijheid
In 1996 besloot het Nationaal Comité aan het vieren van
de bevrijding expliciet het vieren van de vrijheid toe te
voegen. De reden daarvoor is dat het op 5 mei zowel
gaat om terugkijken naar de Tweede Wereldoorlog, als
om stilstaan hoe wij nu omgaan met de vrijheid. Ook
stellen we ons de vraag wat Nederland nu en in de toe-
komst kan bijdragen aan de vrijheid van anderen.
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–2
6–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
5 mei feest
Bevrijdingsdag is een feestdag, benadrukt burgemeester Ton Rombouts van Den Bosch. Maar wel eentje
die jong en oud moet uitnodigen om stil te staan bij grenzen aan vrijheid. “Het gaat mij vooral om de
geestelijke ruimte die je jezelf toe-eigent of met anderen deelt. Tolerantie bereiken we niet alleen door
onze kinderen verhalen over de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Verdraagzaamheid zullen we vooral
moeten voorleven.”
De Nationale Viering van de Bevrijding wordt afgesloten
met het 5 mei-concert: een lichtklassiek concert in Am-
sterdam. De aanwezigheid van het staatshoofd, een ver-
tegenwoordiging van de Staten-Generaal en de Rijksmi-
nisterraad is een bevestiging van het nationale karakter.
5 mei in uw gemeente
Het vieren van 5 mei is, anders dan de traditie van
herdenken op 4 mei, minder sterk lokaal verankerd. Uit
het Nationaal Vrijheidsonderzoek blijkt dat in minder
dan een derde van de gemeenten slechts jaarlijks op 5
mei een viering wordt georganiseerd. Dit is niet verwon-
derlijk omdat de Viering van de Bevrijding vooral pro-
vinciaal is geborgd met de veertien Bevrijdingsfestivals.
Toch kan ook hier de gemeente een belangrijke stimule-
rende rol spelen. In de gemeentelijke communicatie
over 4 en 5 mei kan het eigen provinciale Bevrijdingsfestival
worden meegenomen. Bevrijdingsfestivals bieden graag
ruimte aan projecten van scholen of jongerenorganisaties
en staan zeer positief tegenover inhoudelijke projecten,
zeker als die uit de eigen provincie komen. Op elk Bevrij-
dingsfestival is ruimte voor gemeentelijke dichtwedstrijden
en debatten over vrijheid; voor jong muziektalent uit de
eigen provincie is een muziekpodium.
Een voorbeeld van een bijzondere lokale activiteit die in
het kader van 5 mei wordt georganiseerd is het Ope-
ningsconcert op 5 mei in Zwolle. Voor dit concert worden
de bewoners van verzorgingstehuizen, aanleunwoningen
en serviceflats uitgenodigd. Voor vervoer naar het concert
en een zitplaats wordt gezorgd. Het concert wordt geor-
ganiseerd door Bevrijdingsfestival Overijssel.
Vrijheid
Al is vrijheid op Curaçao niet met bevrijding
verbonden, toch was voormalig gouver-
neur Frits Goedgedrag alert op inbreuken.
“Onder het mom van vrijheid van me-
ningsuiting zie je hoe mensen anderen
kwetsen of schaden. Enkelen in Nederland
lopen daarin voorop. Maar ook in ons
land zie ik steeds vaker hoe in discussies
de grenzen van het betamelijke worden
opgezocht. Of ik daarop ingrijp? Ja, maar
nog niet genoeg naar mijn smaak. Dit is
een moeilijke periode met veel politieke
gevoeligheden, waarin de functie van
gouverneur niet onomstreden is. Som-
migen zien mij als vertegenwoordiger
van het koloniaal gezag. Om de vrijheid
te beschermen, moet je soms op eieren
lopen.”
Herdenken, vieren en herinneren
–2
7–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Advies en onderzoek
Het comité organiseert bijeenkomsten waar organisatoren
van herdenkingen en vieringen door het uitwisselen van
ideeën inspiratie kunnen opdoen. Ook geeft het comité
twee magazines uit. In NC Magazine en Onderzoek Uit-
gelicht wordt informatie geboden over (onderzoek op
het gebied van) herdenken, herinneren, vieren, oorlog
en vrijheid. Beide bladen verschijnen twee keer per jaar.
In NC Magazine staan actuele ontwikkelingen over her-
denken, vieren en herinneren. In Onderzoek Uitgelicht
wordt wetenschappelijk onderzoek op het gebied van
herdenken, vieren en herinneren besproken als inspiratie
voor het werkveld dat zich bezighoudt met de Tweede
Wereldoorlog.
Het comité laat jaarlijks het draagvlak voor en de betekenis-
geving aan 4 en 5 mei onderzoeken in het Nationaal Vrij-
heidsonderzoek. Naast het draagvlakonderzoek wordt
een themaonderzoek uitgevoerd. Binnen dit themaon-
derzoek staat jaarlijks een ander thema centraal, bijvoorbeeld
het onderzoek naar het kennisniveau over de Tweede We-
reldoorlog. Eens in de vijf jaar doet het comité onderzoek
naar lokaal herdenken en vieren. U kunt het Nationaal
Vrijheidsonderzoek op de website van het comité lezen.
Jaarthema als richtinggevend accent bij het vieren
van de vrijheid
Vrijheid is een veelzijdig begrip. Daarom introduceert het
Nationaal Comité 4 en 5 mei iedere vijf jaar een meerja-
renthema, waaruit jaarlijks het jaarthema wordt afgeleid.
Het jaarthema inspireert om herdenken en vieren te ver-
binden aan de fundamentele vraagstukken rond vrijheid,
mensenrechten, rechtsstaat, democratie en (internationale)
rechtsorde. Het verbindt herdenken en vieren met de
actualiteit en het bevordert de samenhang tussen de
verschillende activiteiten op 4 en 5 mei. Organisatoren
van herdenkingen en vieringen en sprekers in het hele
land maken gebruik van het thema. Het thema loopt
ook als een rode draad door de activiteiten van het Nati-
onaal Comité 4 en 5 mei: bij de 5 mei-lezing en als in-
valshoek van debatten en activiteiten op de Bevrijdings-
festivals.
Communicatiemiddelen
De website van het comité – www.4en5mei.nl – is de
plaats waar men informatie kan vinden over 4 en 5 mei
en herdenken en vieren. Op deze website kan men ook
een lokale herdenking aankondigen in het herdenkin-
genoverzicht.
Herdenken, vieren en herinneren
–2
9–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Nationaal Comité 4 en 5 mei
In 1987 heeft de regering het Nationaal Comité 4 en 5 mei ingesteld. Het is verantwoordelijk
voor het organiseren van vier activiteiten op 4 en 5 mei: de Nationale Herdenking in de Nieuwe
Kerk en op de Dam in Amsterdam, de 5 mei-lezing (elk jaar in samenwerking met een andere
provincie), de coördinatie van de veertien Bevrijdingsfestivals en het 5 mei-concert op de
Amstel. Het comité voert (publieks)onderzoek uit en ontwikkelt landelijke campagnes en
educatieve projecten. In opdracht van het ministerie van VWS voert het comité twee subsidie-
regelingen uit op het gebied van ‘oorlogsgetroffenen’ en ‘Educatie en Voorlichting’. Organisaties
actief op het terrein van herdenken en vieren kunnen bij het comité terecht voor inhoudelijke en
organisatorisch suggesties, handreikingen en advies.
Her
denk
en, v
iere
n en
her
inne
ren
–3
0–
Nat
ion
aal
Co
mit
é 4
en
5 m
ei
Internationale Vrijheid
Burgemeester Peter Rehwinkel van Groningen: “Als Tweede Kamer-lid maakte ik deel uit van de commissie
die de uitzending van militairen naar onder andere Srebrenica onderzocht. Vóór de Joegoslavië-oorlog
was ik nog in Dubrovnik en op de brug van Mostar. Zo’n herinnering laat je niet onberoerd. Als ik stilsta
bij vrijheid, heb ik het over internationale vrijheid.”
Herdenken, vieren en herinneren
–3
1–
Natio
naal C
om
ité 4 en
5 mei
Het Nationaal Comité ontwikkelt diverse communicatie-
campagnes. Van deze campagnes kunnen organisatoren
van lokale herdenkingen of vieringen gebruik maken.
Postbus 51 campagne | In de weken voorafgaand aan 4 en
5 mei zijn op radio en televisie de Postbus 51 spots te
horen en zien. Deze campagne is de paraplu over alle
communicatiecampagnes en –uitingen van het Nationaal
Comité 4 en 5 mei. De campagne roept de Nederlandse
bevolking op mee te doen aan de herdenking op 4 mei
en de viering op 5 mei. De radio- en televisiespot kunnen
ook worden uitgezonden op de lokale radio of televisie,
op de lichtkrant in het gemeentehuis of de website van
de gemeente. In dezelfde stijl als de Postbus 51 campagne
laat het comité in huis-aan-huisbladen advertenties plaat-
sen met achtergrondinformatie over 4 en 5 mei.
2 minuten stilte campagne | Elk jaar maakt het comité
samen met de NOS nieuwe stiltespots. In deze spots
roepen bekende Nederlanders op om stil te zijn op 4
mei. Tevens verstuurt het comité zogenaamde stiltebrieven
aan bedrijven en brancheorganisaties met de vraag op 4
mei stil te zijn en herdenken mogelijk te maken. Ook ge-
meenten en organisatoren van herdenkingen en vieringen
kunnen van deze spots en brieven gebruikmaken.
Fakkelcampagne | Het comité roept alle Nederlanders op
om rondom 4 en 5 mei uiting te geven aan hun betrok-
kenheid bij 4 en 5 mei door de fakkel van de vrijheid te
dragen. Het comité heeft de ambitie om de fakkel te
laten uitgroeien tot de Nederlandse versie van de poppy.
In Groot-Brittannië wordt dit symbool in de aanloop
naar en op de herdenking van de Eerste Wereldoorlog
op 11 november gedragen. Gemeenten kunnen de be-
volking en bedrijven oproepen om de fakkel te dragen in
aanloop naar 4 en 5 mei. Medewerkers van de gemeente
kunnen de fakkel dragen om aan te geven dat zij zich be-
trokken voelen bij herdenken en vieren. De fakkel kan
besteld worden in de webshop van het comité.
Onderwijs | Het Nationaal Comité maakt voor het basis-
onderwijs educatieve programma’s. zoals Adopteer een
Monument en het Nationaal Aandenken. Binnen het
project Adopteer een Monument kunnen basisscholen
een oorlogsmonument adopteren en zo leren over lokale
oorlogsgeschiedenis en de traditie van herdenken. Het
comité ondersteunt scholen met lesmateriaal en een
bloemenbon waarmee ze een bloemstuk kunnen kopen.
Het Nationaal Aandenken is een educatief boekje over
oorlog, vrede en vrijheid voor leerlingen van groep 7. Op
de website www.lesmateriaaloorlogenvrede.nl is een uit-
gebreid overzicht van lesmaterialen over de Tweede We-
reldoorlog te vinden.
5 mei-lezing Gauck
Bondspresident Joachim Gauck van Duits-
land hield op Bevrijdingsdag 2012 in
Breda de 5 mei-lezing getiteld Bevrijding
vieren – verantwoordelijkheid nemen. Hij
zei onder andere: “We zien dat vrijheid
niet alleen altijd opnieuw bevochten
moet zijn, aan vrijheid moet ook altijd op-
nieuw vorm gegeven worden. Elke gene-
ratie staat voor de uitdaging om voor
zichzelf en zijn omstandigheden aan vrij-
heid, die in haar mooiste vorm als ver-
antwoordelijkheid moet worden gezien,
opnieuw inhoud te geven.”
Colofon
tekst: Nationaal Comité 4 en 5 mei
redactie: Onno Kronenberg, EMMA Communicatie
interviews: Eric Alink
vormgeving: Martijn Luns, Amsterdam
druk: Drukkerij Van Orsouw, Amsterdam
Fotoverantwoording
• omslag: Ministerie van Defensie
• p. 4: Ilvy Njiokiktjien
• p. 6: Indisch Monument, Den Haag, Ben van Bohemen/niod
• p. 8/9: 5 mei 2010, Roermond, Joël van Houdt
• p. 10: tijdelijk monument op de Dam, 1947, anp Photo / G. v.d. Werff
• p. 14: Ravensbrück monument, Amsterdam, Janita Sassen
• p. 17: Nooit meer Auschwitz, Amsterdam, Dick Simonis
• p. 18: Dodenherdenking bij Molen De Valk, Leiden, hh / Taco van der Eb
• p. 21: Joël van Houdt
• p. 22: Militaire Ereveld Grebbeberg, Rhenen, fotograaf onbekend
• p. 24: 5 mei 2008, Rotterdam, Joël van Houdt
• p. 27: Bevrijdingsfestival Overijssel, Zwolle, Hans van Eijsden
• p. 28: 5 mei-concert, Amsterdam, Joël van Houdt
• p. 30: Joël van Houdt
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft zijn best gedaan om de rechthebbenden
van het fotomateriaal op te sporen en hun toestemming te vragen voor
publicatie. Wie desondanks klachten of bezwaren heeft in verband met
auteursrecht, portretrecht, andere rechten, persoonsgegevens of privacy, wordt
verzocht contact op te nemen met het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Nieuwe Prinsengracht 89
1018 VR Amsterdam
telefoon: 020 - 718 35 00
e-mail: [email protected]
website: www.4en5mei.nl