Hervormingdag jaarlijks te vieren

9
Hervormingdag: jaarlijks te vieren 1 KUN JE SPREKEN MET DE DODEN? SAUL EN DE HEKS VAN ENDOR (Verschenen in het Vlaams evangelisatieblad Kruisbanier van 2006-2008) Enkele nieuwe illustraties toegevoegd Guido Biebaut, 05/10/2011 Alle rechten voorbehouden Hier boven: Maarten Luther. We citeren http://nl.wikipedia.org/wiki/Hervormingsdag “Hervormingsdag is een herdenkingsdag op 31 oktober in verschillende protestantse kerken. Deze dag staat in het teken van Maarten Luther die op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen tegen situaties in de Rooms-katholieke Kerk zou hebben gepubliceerd. Uiteindelijk leidde het verzet van Luther tot een breuk met de Rooms-katholieke Kerk. In de 16e eeuw zijn toen de protestantse kerken ontstaan.”

description

Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther zijn 95 stellingen van kritiek op de Roomse kerk, aan de deur van de slotkapel in Wittenberg. Dat moment is zondermeer als een startschot van de Reformatie. Herdenken we dat? Ja natuurlijk!

Transcript of Hervormingdag jaarlijks te vieren

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 1

KUN JE SPREKEN MET DE DODEN? SAUL EN DE HEKS VAN ENDOR

(Verschenen in het Vlaams evangelisatieblad Kruisbanier van 2006-2008) Enkele nieuwe illustraties toegevoegd

Guido Biebaut, 05/10/2011 Alle rechten voorbehouden

Hier boven: Maarten Luther. We citeren http://nl.wikipedia.org/wiki/Hervormingsdag “Hervormingsdag is een herdenkingsdag op 31 oktober in verschillende protestantse kerken. Deze dag staat in het teken van Maarten Luther die op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen tegen situaties in de Rooms-katholieke Kerk zou hebben gepubliceerd. Uiteindelijk leidde het verzet van Luther tot een breuk met de Rooms-katholieke Kerk. In de 16e eeuw zijn toen de protestantse kerken ontstaan.”

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 2

Hervormingdag 2006: Luther en de Joden René Süss de Hervormde dominee die geen dominee meer wou zijn is jaren geleden teruggegaan naar zijn roots: het Jood-zijn. Vorig jaar, donderdag 10 november 2005 (geboortedag van Luther (1483) én de dag volgend op de Kristallnacht (1938) in Duitsland), promoveerde deze theoloog aan de Universitaire Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel op een onderzoek naar het antisemitisme van Maarten Luther. We hebben vorig jaar dat beruchte geschrift van Luther uit 1543 dan ook eens gelezen: ’Over de Joden en hun leugens.’ Men zegt dat hij oud en verbitterd was toen hij het schreef. Maar we hebben die indruk zelf niet gehad. René Süss zegt in een dagblad van die dagen: ”En ik pik het niet dat er vergoelijkend over Luther wordt gesproken.” [1] Een aanpak als deze van Süss geeft een vertekend beeld van de kerkhervormer. Bagatelliserende uitspraken verduisteren de waarheid. Het is een fout om iets uit 1543 te vergelijken met een visie van de jaren 1900 en daarna. We blijven dus bij het verhaal van die dagen om een evenwichtig beeld te krijgen. De tijdsgeest Luther leefde in een periode van de Duitse geschiedenis die de Joden niet welgezind was. Joden werden gediscrimineerd, ze leefden in een afgesloten omgeving en hun invloed was niet groot of werd nog sterk ingeperkt. De landsheren legden hen naar eigen believen extra belasting op. Voordien (vooral vanaf de vijfde eeuw) werden op gezette tijden alle Joden uit hun huizen verdreven en werd alles wat ze niet hadden meegenomen zondermeer aangeslagen. Het Joodse volk leefde bij de gratie van de heersende macht maar hadden zelf weinig verweer wanneer ze naar andere gebieden moesten vluchten. In hun nieuwe omgeving werd alles opnieuw van nul af aan opgestart. Zolang, totdat ze ook daar weer verdreven werden. Joden waren meestal gedegen kooplieden, handelaars en het bankierswezen hoorde tot hun specialisatie. Intolerant was men in die dagen in al zijn onderdelen en de “fijne” periode die men in de middeleeuwen in Spanje had met zowel joden als moslims was al lang vervlogen. Wederzijdse beeldvorming Gaat men aan de oostzijde van de kerk in Wittenberg (15de eeuw, de Lutherstad bij uitstek) voorbij dan is boven de uiterste zuidelijke pilaar, bijna ter hoogte van de dakrand, een stenen reliëf zichtbaar. Het is de anti-Joodse voorstelling van de zogenaamde "Judensau" een christelijke spot ontstaan in de 13de eeuw. Kunt u nu de illustratie bekijken op deze bladzijde voor u verder leest. [2] Luther keurde de bijgelovige praktijken van de Joodse Kabalisten scherp af. Naar zijn mening, hadden ze de Bijbelse geloofsschatten uit het OT verworpen. Bekijk verder eens wat de Jood had geleerd van zijn rabbijn die de mondelinge tradities uit de Talmud even hoog geschat had als wat God aan Mozes geopenbaard had: 1. Een Jood moet een christen niet groeten = Gittin (62a) 2. Een Jood hoeft een groetende heiden niet terug te groeten = Iore Dea (148, 10) 3. Een Jood mag geen beroep doen op een heidense rechter = Choschen Hammischpat (26,1)

Dit reliëf in steen uitgehouwen is het zogenaamde "Judensau" = Jodenzwijn. Een voor iedereen zichtbare spotprent. Deze "onreine" varkens, waren in de Middeleeuwen in Europa als voorstelling van de Joden wijd verbreid. De inscriptie "Schem Ha Mphoras" verwijst naar de Joodse mystiek der Kabalisten. Dat is een Joodse denkrichting die uitspraken over het wezen van God formuleerde uit getallen en woordcombinaties in de Tora. Zo is de zangeres Madonna recent overgegaan tot de leer van de Kaballa, maar haar levenswijze is ver van wat Kabalisten leren. Onder de Judensau-illustratie is ondertussen in de grond een gedachtenisplaat aangebracht om mensen te vermanen het verleden niet te vergeten en begane fouten niet te herhalen.

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 3

4. Een Christen mag geen getuige zijn voor een Jood = Choschen Ham. (34, 19) 5. Een Jood mag geen voedsel tot zich nemen dat een heiden bereid heeft, hij mag zelfs geen melk drinken die door een ”goi” is gemolken = Iore Dea (112, 1) en Abhodah arah (35b). 6. Een Jood mag op geen enkele wijze handelen als een christen = Iore Dea (178, 1) En dat is slechts een glimp uit die tradities van Joden. Neem daar ook nog dit bij: we leven in de tijd van Luther ook met de boekdrukkunst en daar werd het christendom aangevallen in al zijn voegen. Want leren Joden niet dat Jezus de zoon is van een hoer, dat Jezus de zoon is van een Romeinse soldaat, dat Jezus in de tempel en het Heilige der Heiligen is binnen gedrongen en er de ware uitspraak van de godsnaam is gaan stelen en dat die Jezus met die uitspraak wonderen verricht? Hebben de Joodse rechters niet vóór zijn dood mensen opgeroepen of er door getuigen verzachtende omstandigheden waren om hem niet te veroordelen als ketter? U begrijpt wel dat dergelijke zaken de verhoudingen joden-christenen geen goed gedaan hebben. Luthers zendingsijver René Süss beschreef de visie van de hervormer als volgt: „Luther schetste hen als de prototypen van de werkheilige, de mens die vergeefs door het doen van goede werken Gods genade wil verwerven. Ik wíl helemaal geen prototype zijn.” Wanneer de heer Süss geen prototype wil zijn van de orthodoxe Joden waar Luther over schrijft dan is dat zijn volste recht. Maar je kunt toch de visie van een moderne Jood niet als uitgangspunt nemen voor datgene waar Luther moeite mee heeft. Men kan evenmin een degelijk vergelijk maken tussen de visie van Luther over de vrouw en wat de feministische theologie erover zegt. Het ontstaan van een uitgesproken polemisch geschrift als ’Over de Joden en hun leugens’ heeft in het debat van onze dagen een andere kleur dan toen. [3] We zijn ervan overtuigd dat Luther het thans anders zou beschrijven. Maar hij zou géén duimbreed afgeweken zijn van het belangrijkste in die zaak: alleen bekering tot Christus is de juiste weg voor de Joden. De laatste preek die Luther gaf in Eisleben is doorspekt met een oproep bij de Joden zich voor het christelijke geloof uit te spreken. Doen ze het niet dan is een uitwijzing niet uitgesloten. In de middeleeuwse begrippen is zo iets een betrekkelijk milde reactie. Herhaaldelijk spreekt Luther zich in die preek uit tegen bepaalde lichamelijke gewelddaden tegen de Joden. Geweld is volgens hem niet te verenigen met het christelijke geloof. Herhaaldelijk en desondanks zijn terughoudendheid zijn verschillende van de agressieve uitspraken van Luther door theologen en nationaalsocialisten misbruikt. Om hun antisemitische hetze te voeden zijn allerhande uitspraken verkeerd geciteerd en als koek aan de man gebracht. Martin Luthers, leven en leer geeft weer, dat veel van zijn menslievendheid, liberaliteit en tolerantie gemeten moet worden vanuit wat het evangelie zegt: Christus praat zonde niet goed en Luther doet evenzo. De hervormer gaat dus nogal heftig optreden wanneer hij een aanval doet tegen de tradities van de Joden. Hij volgt na wat Jezus in het verhaal van de ”handenwassing” daarover heeft geleerd. Luther toonde zich aanvankelijk niet als een onverbeterlijke vijand van de Joden. In 1523 verscheen zijn geschrift ’Dat Jezus Christus een geboren Jood is’ en wijst daar op de oorsprong van het christendom. Zijn grote wens is steeds dezelfde de Joden tot het geloof bekeren, waartoe hij zelf door jarenlang te zoeken gekomen is. Het "ware geloof" is het christelijke geloof en ook Joden dienen het te erkennen en te belijden. Iets anders voorstellen zou voor Luther vaandelvlucht zijn. De lutherse emeritus hoogleraar liturgiek Prof. J.P. Boendermaker heeft terecht de volgende kritiek op de methode van denken van de ex-dominee [1]: „René Süss is eenzijdig. Jawel, Luther liet zich door frustratie over het geringe succes bij het bekeren van Joden én door zijn angst dat de wel bekeerden zouden terugvallen in ’joods wetticisme’ verleiden tot uitspraken die we nu betreuren. In 1983 heeft de Lutherse Wereldfederatie er terecht afstand van genomen. Maar Luther wilde géén Kristallnacht en geen holocaust. In zijn vroege tijd was Luther Joden wel degelijk goedgezind. Alleen al te zeggen dat Jezus een Jood was, was toen ongehoord. Hij respecteerde de rabbijnen, en zijn tegenstanders noemden hem een ’halve jood’. Als Süss stelt dat Luther de Tora ’vertaald noch uitgelegd’ heeft, dan doet

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 4

hij Luther onrecht. Voor Luther draaide alles om Christus. Voor mij ook. Süss en ik blijven het vrolijk oneens.” Daar moet ik Amen op zeggen! Voetnoten: [1] Dagblad Trouw van 07-11-2005, katern deVerdieping ’Antisemiet stond aan wieg van Reformatie’ door Lodewijk Dros [2] http://de.wikipedia.org/wiki/Judensau [3] Voor de Duiste tekst van Martin Luther, Von den Juden und ihren Lügen, Erstmals gedruckt zu Wittenberg Durch Hans Lufft, 1543. Ga naar: unglaublichkeiten.com De Engelse vertaling Martin Luther, On the Jews and Their Lies, translation Paul Halsall, February 21, 2001. Ga naar: http://www.fordham.edu/halsall/basis/1543-Luther-JewsandLies-full.html

********

Hervormingdag 2007: IS DIT EEN ZWARTE BLADZIJDE, over Michael Servetus? HERVORMINGSDAG, EEN ANDER VERHAAL Contact met lezers is er regelmatig, per brief en e-mail. Iemand wil weten of we wat gaan doen aan het Calvijnjaar in 2009, de verjaardag van zijn vijfhonderdste geboortejaar. Waarschijnlijk niet, we zullen er naar uitkijken. Maar met het oog op de Hervormingsdag dit jaar toch iets over Calvijn. Het verhaal in verband met Michael Servetus en over strijd tegen ketterij, een vraag van een lezer. Wie is Michael Servetus? Servetus (1514-1553) groeide op in een rijke Roomse Spaanse familie. Op jonge leeftijd bekeerde hij zich tot de Reformatie. In 1548 ging hij naar Genève (Zwitserland) om er enkele van zijn gedachten als wederdoper en zijn leer tegen de drie-eenheid met Calvijn te bespreken. Zijn denkbeelden kregen geen steun bij Calvijn. Die liet hem als ketter bestempelen en leverde hem over aan de Katholieke Inquisitie in Frankrijk. In zijn ogen was Servetus dus geen 'protestant.' Dat gerechtshof veroordeelde Servetus tot de brandstapel, maar hij ontsnapte en daarom verbrandde men een afbeelding van hem in zijn plaats. Hij reisde terug naar Zwitserland en werd nogmaals gevangen genomen en onrechtstreeks door Calvijn aangeklaagd. Het was van Nicolas de la Fontaine, een student van Calvijn, inwonend bij de reformator en dienstdoende als zijn secretaris, dat Servetus zijn aanklacht hoorde. Nogmaals voor de rechter gebracht kwam hij, vanwege zijn leer contra de drie-eenheid en extreem wederdopen in 1553 op de brandstapel terecht. Op 27 oktober 1553 stierf Michael Servetus door verbranding, samen met de laatste exemplaren van zijn in het geheim verschenen 'Christianismi Restitutio.' Onverzoenlijke standpunten Zowel de katholiek Erasmus als de hervormers Luther, Zwingli en Calvijn hebben jarenlang verkondigd dat men ketters met tact moest behandelen. Maar met de komst van de Wederdopers, werden de standpunten extremer. De aanklachten tegen Servetus werden meestal tegen het recente werk van hem gemaakt: de 'Christianismi Restitutio (Herstel van het christendom).' Hij was nu al 24 jaar bezig de kerken in beroering te brengen met zijn ketterijen en had daardoor de grondvesten van het christelijk geloof aan het wankelen gebracht. Hij was niet slechts anti-Rome maar ook vijand van de Hervorming. Wanneer vanaf 17 augustus 1553 Calvijn de rechtbank bezoekt als adviseur komen de onderwerpen en de tegenstellingen duidelijk naar voren. Voor Servetus is iemand die gelooft in de godheid van zowel Christus als de Heilige Geest: 'een trinitarist' (iemand die in 3 goden gelooft) en 'een godloochenaar.' Het proces In overleg met enkele andere predikanten schrijft Calvijn een verweer tegen wat de Spanjaard beweert. 'Brevis Refutatio' ziet het licht en de begrippen 'leugen' en 'onbeschaamdheid' zijn er veelvuldig aan de orde. Theologisch staan Servetus en Calvijn ver uit elkaar. Op 21 september van

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 5

het bewogen jaar vertrekt de bode Jaquemos Grenoz naar enkele naburige kerkgemeenschappen om advies te vragen in deze zaak. Het advies werd voorgelezen op de 23ste oktober. De kerkenraden van Zürich, Bern, Schaffenhausen en Bazel geven allen te kennen dat Servetus een ketter is, maar geen van hen geeft de strafmaat aan. 26 oktober werd de gevangene veroordeeld, Calvijn had nog de onthoofding voorgesteld, maar het zou bij verbranding blijven. Guillaume Farel, vriend van Calvijn, gaat de volgende morgen met enkele andere predikanten op bezoek bij Servetus in de gevangenis. Hun vraag aan de gevangene is of hij zijn woorden niet kan herroepen en belijden zoals de kerk der eeuwen doet; 'Jezus is, de eeuwige zoon is van God' en niet gewoon maar 'een zoon van God.' Dat wil hij niet en later komen ook Calvijn en twee leden van de raad nog aankloppen bij Servetus, maar tevergeefs. Kort daarop volgt de dood. Norman Davies zegt hierover in zijn naslagwerk 'Europe. A History', dat Calvijn, als het op verdraagzaamheid aankomt: 'niet flexibeler dan de Inquisitie of koning Hendrik VIII' was.’ Davies schrijft: 'Het gedrag van Calvijn ten aanzien van Servetus was, om het voorzichtig te stellen, onchristelijk.' Maar dat is scherp overdreven. Ook de naburige kerken veroordeelden Servetus en het is niet slechts Calvijn die een oordeel uitsprak. Calvijn dankt zijn vriend Melanchthon in een brief van 5 maart 1555 voor zijn steun in de veroordeling van Servetus.

Hoe ga je om met ketters? Wie is ketter? Wat zegt Jezus: Mat.7:15: 'Wacht u voor valse profeten' Wat zegt Paulus: Hand.20:29: 'grimmige wolven zullen bij u binnenkomen' Phil.3:18: 'Want velen wandelen (...) als vijanden van het kruis' Wat zegt Petrus 2 Pet.2:1: 'zoals ook onder u valse leraars zullen komen' 2 Pet.2:13 spreekt over mensen: 'die in hun bedriegerijen zwelgen' Judas heeft het over; goddelozen, lasteraars, mensen zonder moraal, spotters en wie zonder de Heilige Geest zijn. En de apostel Johannes heeft het over allerhande soorten anti-christen, godloochenaars en christusloochenaars die als misleiders de wereld zijn ingegaan. Met dezulken ja je niet om, je gaat er niet mee op vakantie en negeert ze op elk vlak. Kon Calvijn het dan niet zo afgehandeld hebben? Neen, want er waren ook politieke zaken bij betrokken, waar hij geen hand in had. Maar hij heeft hem als mens niet verdedigd en zeker niet als een medechristen aangezien. Had Calvijn het kunnen voorkomen? Dat weet ik niet! Hij zal, indien hij fout was, bij God daarover rekening moeten afleggen.

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 6

Tot slot Van Prof. Dr. Auke J. Jelsma (Kampen Theologische Universiteit) staat 'De ziel van Calvijn' op het Internet. Ik citeer er dit uit alsof het mijn woorden zijn: 'Tenslotte de man, met wie Calvijn zich het grondigste ingelaten heeft, Michael Servet. Over hem kan ik in dit verband kort zijn. In elke biografie over Calvijn komt hij ter sprake. Als een Jezus en een Judas zijn die twee met elkaar verstrengeld geraakt, en het hangt van het standpunt van de onderzoeker af, hoe die gelijkenis uitvalt. In zekere zin hebben zij elkaar te gronde gericht. Door toedoen van Calvijn werd Servet gearresteerd en geliquideerd, maar al snel na Servet's terechtstelling zag Calvijn zich geconfronteerd met een beeldvorming als intolerante geloofsvervolger, waarvan hij ondanks alle inspanningen van zichzelf en zijn medestanders nooit meer bevrijd raakte.'

********

Hervormingdag 2008: WIJ, LUTHER EN DE JODEN

HERVORMINGSDAG 2008 We willen ditmaal wat schrijven over de Kristalnacht in het Duitsland van 1938. Hoe kom je aan zo een onderwerp? We worden dit jaar zelf zeventig, op 31 oktober, en toen hebben we gewoon het ene aan het andere gekoppeld. Een viering voor mijzelf maar een moment van overdenking voor wat mensen ander mensen kunnen aandoen in naam van een politiek statement. “Kristalnacht: Na een aanslag op de tweede ambassadesecretaris in Parijs besluit Goebbels (1938) tot een actie tegen de Joden in Duitsland. Joodse winkels worden geplunderd en synagogen in brand gestoken. De joden moeten zelfs nog 1 miljard Rijksmark boete betalen.” Deze definitie komt van www.blikopdewereld.nl/Geschiedenis/K__historische_termen De nazi’s vernietigden in twee dagen, 195 synagogen en 7.500 joodse winkels. Meer dan 26.000 Joden werden gearresteerd en opgesloten. Velen worden in hun woningen overvallen en mishandeld. De naam Kristalnacht symboliseert het glas waarmee straten in Duitse steden bezaaid waren vanwege de vele gesneuvelde winkelruiten. De Kristalnacht is waarschijnlijk de grootste gebeurtenis in de aanloop naar de Shoah, de vernietiging van enkele miljoenen Joden uit ons recent verleden. Hoe kwam het zover? Eind oktober 1938 probeerde nazi-Duitsland ruim 12 duizend in Duitsland verblijvende Poolse Joden, naar Polen te deporteren. De Poolse regering weigerde ze het land. Die Joden konden ook niet meer terug. Ze werden gedwongen te balanceren op de grens tussen beide landen. Er waren geen voorzieningen voor hen en ze waren aan de natuurelementen blootgesteld. Het was een lang regenseizoen. Velen werden in elkaar geslagen en vermoord. Een in Parijs wonende Herschel Grynszpan had familie onder de 12 duizend Joden. Via de Duitse ambassadeur in Parijs wilde hij de situatie van zijn familie verbeteren. Maar die wilde niets doen waarop Grynszpan hem neerschoot. De ambassadeur overleed op 9 november. Nog geen twee uur na zijn dood nam de Kristalnacht een aanvang. De echte reden was echter wat daaraan voorafging: Hitler en zijn boek “Mijn kamp.” LUTHER EN HET NAZISME Luther ging nogal tekeer tegen de Joden in een smaadschrift ‘Over de Joden en hun leugens” uit het jaar 1543. Daarin noemt Luther de Joden onder meer: "Gods- en profetenmoordenaars", "bloedhonden", "duivelskinderen", "rondlummelende schooiers", "leugenaars", "adderengebroed", "volksverleiders", "woekeraars", "weerzinwekkend uitvaagsel" en "schimmelig soepzootje". Joden zouden: "verblind" zijn, "vervloekt", "boosaardig", "wraakzuchtig", "gierig", "begerig", "lasterlijk", "afgunstig", "hoogmoedig", "bezeten", "halsstarrrig" en "onverbeterlijk". Het lijkt soms dat Luther er met grof geschut tegenaan gaat. We moeten zijn verhouding naar Joden toe toch wel genuanceerder lezen. Want Luther heeft bij zijn vertaling van het Oud Testament de hulp gehad van een rabbijn? En zijn kritiek is voor een groot deel overgenomen uit de opmerkingen van Jezus en de apostelen aan het adres van de Joden. Neen, ik heb de Bijbel niet verkeerd gelezen. Het NT is op sommige punten inderdaad behoorlijk antisemitisch. Maar Luther heeft uit frustratie,

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 7

omdat Joden zich niet wilden bekeren, sommige van zijn uitspraken wel wat overdreven. Alles wat Luther zegt is niet zomaar goed te keuren. Ja, het is ook waar dat de kerkhervormer een pogrombeleid voorstelde tegen Joden. Maar die hebben het in zijn dagen niet zo nauw genomen, zijn Jezus met allerhande onheuse uitspraken te bekladden. Luther had geen blad voor de mond. Had hij dat gehad dan was er een sprake geweest van een “hervorming” in zijn dagen.

IS HET NT TEGEN DE JODEN?

Vanuit het evangelie van Mattheus, het meeste Joodse evangelie, willen we wat opmerkingen maken. Veel formuleringen van Luthers geschrift zijn er ook in terug te vinden. In het evangelie van Mattheus zijn allerlei woorden gebruikt die min of meer wijzen op de verwerping van de Joden. We willen daar zicht op krijgen en wijzen daarom toch op het noodzakelijke onderscheid dat te maken is tussen de Joodse discipelen, de Joodse groeperingen en de Joodse scharen. We moeten ons géén illusies maken, sommigen krijgen er serieus van langs. We moeten bij het lezen van een tekst dus vragen: aan welk adres is deze uitspraak gericht?

Ten tijde van Jezus’ prediking op aarde bestond het Jodendom uit vele groeperingen. Ze hadden elk een eigen leer, karakter en toekomstverwachting. Dit zijn ze opgesomd; de politiek gerichte Herodianen, de strenge Farizeeën, de afgescheiden Essenen, de Sadduceeën slechts marionetten van de Romeinen, de vrijheidsstrijders de Zeloten, enz. Beperken we ons tot de groep van de Farizeeën een invloedrijke groep waar het de theologie betreft. Bij Mattheus is dit de meest in het oog springende groep. Vergeten we niet dat de Farizeeën ook onderlinge tegenstellingen hadden, het was niet één blok.

Bij Mattheus zijn de conflicten tussen Jezus en de Farizeeën zeer fel en die strijd gaat door tot en met de kruisiging (Mat.21:45 en 27:62). Het theologische conflict gaat meestal om het belang van de tempel en de gehoorzaamheid aan de Romeinse overheid. De tegenstelling tussen de opvattingen van Jezus hierover met de Farizeeën zijn zeer scherp geweest. Volgens Mattheus spreekt Jezus in uitdrukkingen als: ‘dit verkeerd/boos en overspelig geslacht’ (Mat.12:39, 45 / 16:4 / 23:36) of ‘huichelaars’ (Mat.6:2,5,16 / 15:7 / 23:13-15,23-29). Jezus hekelde de levenswijze van de Farizeeën niet zozeer hun leer. Zij deden zelf niet naar wat zij leerden. Het zijn zeer negatieve termen en iets positiefs heeft Jezus volgens Mattheus over hen niet gezegd. Ook Luther heeft dat gedaan.

Als Jezus over de scharen spreekt dat is het in een andere taal, ze zijn als een kudde zonder herder (Mat.9:36 en 14:14). De scharen en Jezus is een verhaal van, nieuwsgierigheid en mensen belust op sensatie. Jezus hekelt ook de scharen. De reden is, dat ze weigeren voor Jezus te kiezen en met Hem na te volgen. Hun tweeslachtige houding is frappant. Lees eens wat in Mat.11:16-24 staat. De schare is onbeslist wanneer het op Jezus aankomt. De discipelen hebben de juiste keuze gedaan en hebben de roepstem van Jezus gehoord en opgevolgd. Bij de intocht in Jeruzalem (Mat.21:1-11) roept de schare nog ‘Hosanna de Zoon van David.’ Enkele dagen later, wellicht teleurgesteld in hun verwachtingen, want Jezus heeft hen niet opgeroepen tot de oorlog tegen Rome is hun gedrag anders. Dan roepen zij ‘Hij moet gekruisigd worden’ (Mat.27:23). Jezus heeft niet de verwachtingen ingelost en de vijandschap heeft het bij de scharen gewonnen.

HOE HET NIET MOET! Op www.appelkerkenisrael.nl staat een bijdrage van Pieter W. van der Horst getiteld: ‘Omgaan met anti-joodse teksten in het Nieuwe Testament’ (September 2007). We gaan er niet uitdrukkelijk op in, lees het zelf maar, maar willen aantonen dat er ook een verkeerde manier is van omgaan met de Bijbel. De man wil perse alles wat ruikt naar kritiek op de Joden in de tijd van Jezus uit zijn Bijbel bannen. Hij (ds. Bert de Goede) pent een fictieve brief aan de apostel Johannes waarin hij uitleg vraagt naar de zin: “jullie vader is de duivel.” Dit schrijft hij: “Kunt u mij uitleggen wat u met die uitspraken over de Joden in hoofdstuk 8 van uw evangelie heeft bedoeld? Waarom heeft u het zo beschreven zoals u het heeft geschreven. En dat woord van Jezus over de duivel, komt dat werkelijk van Jezus zelf?” Dit is een deel van het antwoord van de fictieve Johannes en dat past in wat de schrijver al had uitgelegd, dus echt buikspreken: “Natuurlijk zijn

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 8

die woorden niet echt van Jezus zelf. Zeg ik nu. Want toen lag het wel een beetje anders. Ik was ervan overtuigd dat Jezus zelf die woorden gezegd zou kunnen hebben. Dat is misschien voor jullie, anno 2007, moeilijk te begrijpen, maar in mijn tijd was het heel gewoon om woorden en gedachten van jezelf te uiten alsof ze kwamen van je leermeester. Jullie zouden dat misschien wel vervalsing noemen. (…) Maar ik heb mij, zoals jullie nu doen, nooit afgevraagd wat zijn nu ‘echte’ woorden van Jezus en welke niet!” Zo heeft Luther nooit met de Bijbel omgesprongen. Daar had hij teveel achting voor en als zijn woorden kwetsend zijn dan is het meestal omdat hij zaken herhaald die Jezus en de apostelen al hadden benoemd.

TERUG NAAR LUTHER

René Süss, een uit de kerk gestapte dominee beweerde in 2005 dat Luther ‘antisemiet’ was. De man die aan de wieg van de Reformatie stond zou onrechtstreeks ook verantwoordelijk zijn voor de idealen van de Nazi’s. Luthers ‘theologisch testament’ (zegt men) uit 1543, ‘Over de Joden en hun leugens' zou aan de grondslag liggen van de Kristalnacht en de Shoah, de vernietiging van het Jodendom tijdens de tweede wereldoorlog in Nazi-Duitsland.

Prof. J.P. Boendermaker, Lutheraans emeritus hoogleraar heeft terecht kritiek op de eenzijdige wijze van interpretatie wanneer het om dat document gaat van Luther. Hij zei in 2005: "René Süss is eenzijdig. Jawel, Luther liet zich door frustratie over het geringe succes bij het bekeren van Joden én door zijn angst dat de wel bekeerden zouden terugvallen in 'joods wetticisme' verleiden tot uitspraken die we nu betreuren. In 1983 heeft de Lutherse Wereldfederatie er terecht afstand van genomen. Maar Lutherwilde géén Kristallnacht en geen holocaust. In zijn vroege tijd was Luther Joden wel degelijk goedgezind. Alleen al te zeggen dat Jezus een Jood was, was toen ongehoord. Hij respecteerde de rabbijnen, en zijn tegenstanders noemden hem een 'halve jood'. Als Süss stelt dat Luther de Tora 'vertaald noch uitgelegd' heeft, dan doet hij Luther onrecht. Voor Luther draaide alles om Christus. Voor mij ook. Süss en ik blijven het vrolijk oneens." De Lutherse Wereldfederatie (LWF) heeft sinds de jaren 80 nadrukkelijk stelling genomen tegen antisemitisme in elke vorm. Men weigert, ons inziens terecht, om Luthers medeverantwoordelijkheid voor de Jodenvervolging door de nazi’s te belijden. Want het op één hopje gooien van alle problemen uit de dagen van het Naziregime en het in de schoenen schuiven van de Reformator gaat veel te ver.

Uitgebrande synagoge in DUITSLAND, na de Kristalnacht.

Hervormingdag: jaarlijks te vieren 9

Johannes Calvijn

We citeren u uit een iets van twee jaar terug En nu verder - toespraak door minister J.P.H. Donner. Op: http://www.500jaarcalvijn.nl/index.php?paginaID=60 “Het is hervormingsdag in het Calvijnjaar. 500 jaren geleden werd Jan Calvijn op 10 juli geboren en daarom putten we ons nu al bijna een jaar uit om het Calvinistisch karakter van Nederland vast te stellen. Dat is niet nieuw. Bijna twee eeuwen geleden, na de Belgische opstand, ontdekten we het Calvinistisch karakter van Nederland en wilden er vanaf; want Calvinisme was uit België overgewaaid. Iets meer dan een eeuw geleden waren we er weer trots op. Althans Kuyper in zijn Stone-lezingen waarin hij de moderne samenleving, de democratie en de cultuur verklaarde uit het Calvinisme.” (Rest van het artikel warm aanbevolen.)