Kleurrijk herinneren

24
Kleurrijk herinneren Kleurrijk herinneren

description

Woonzorgcentrum Topaz Vlietwijk

Transcript of Kleurrijk herinneren

Page 1: Kleurrijk herinneren

Kleurrijk herinnerenKleurrijk herinneren

Page 2: Kleurrijk herinneren

COLOFON

Dit boek is samengesteld in opdracht van:

Topaz VlietwijkProf. Einsteinlaan 22251 VG Voorschotenwww.topaz.nl

Tekst & SamenstellingTilly de KruyfManon Vonk

Art-direction en vormgevingDiana LepelaarJan Willem Verhallen

FotografieManon Vonk I VonkFactor 13 (www.vonkfactor13.nl)

DrukDrukkerij All in

EditieEerste druk, mei 2012.

Oplage750 exemplaren

© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Topaz.

2TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Page 3: Kleurrijk herinneren

Inhoudsopgave Pagina

Colofon 2Voorwoord 4Wonen, werken en leven in Voorschoten 5Catharina Kleijweg 6Hanna van Bemmelen 8John Stolk 10Leni Willems 12Bep Vonk-Waltman 14Joop Peeters 16Harry van der Salm 18Giel Oosterveer 20Anna Lamboo 22

3 TOPAZ VLIETWIJK

Page 4: Kleurrijk herinneren

4TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Heerlijk al die herinneringen

Toen mij gevraagd werd een voorwoord te schrijven voor deze prach-tige verhalenbundel, bedacht ik me dat herinneringen ons leven op meerdere manieren verrijken. Mensen koesteren zelf hun mooiste herinneringen, maar herinneringen ophalen is ook iets wat mensen samen kunnen doen en veel gezelligheid aan beleven.

Ik heb veel mooie herinneringen aan het werken met oudere mensen. Zo werkte ik dertig jaar geleden als jonge fysiotherapeut in Amster-dam. Wat me bij is gebleven zijn de prachtige verhalen die mijn oudere patiënten mij vertelden. Over hoe het vroeger was om in een halve woning driehoog achter te wonen. Met een gezamenlijk toilet, zonder douche en slapen in een bedstede. Of over het wonen in de Jordaan, met tien kinderen en met de was aan de dakgoot. Verhalen over de Hongerwinter en het op de fiets naar Friesland moeten om eten te halen.

Deze levensverhalen zijn mij altijd bijgebleven en hebben er zeker aan bijgedragen dat ik er acht jaar geleden voor gekozen heb om in de ouderenzorg te gaan werken. Nog steeds kan ik enorm genieten van de levenswijsheid van oudere mensen, hun levenslessen zijn leer-zaam, ook voor mijn werk van alledag. Ouderen verdienen aandacht en goede zorg, die aansluit bij hun eigen leven. Het is mijn passie om daar een steentje aan bij te dragen.

Topaz Vlietwijk in Voorschoten is een prachtig nieuw woonzorgcen-trum geworden. Met veel aspecten waar we trots op mogen zijn, zoals het Kleinschalig wonen, de toepassing van domotica en het diensten-centrum. Hopelijk wordt het een centrum waar mensen graag naar toe gaan om elkaar te ontmoeten en gezelligheid te vinden.

Diny de Bresser,raad van bestuur Topaz

Page 5: Kleurrijk herinneren

5 TOPAZ VLIETWIJK

Wonen, werken en leven in Voorschoten

In de bouwfase van het nieuwe woonzorgcentrum Topaz Vlietwijk ontstond het idee om bewoners van het ‘oude’ ‘t Hofflants Huys en/of ouderen uit de gemeente Voorschoten te bevragen over wonen, leven en werken in Voorschoten. Hun leven vroeger, hun leven nu en hoe zij hun eigen toekomst en die van jongeren zien in Voor-schoten. In de verhalen zijn zij aan het woord. Hun beeld en ver-haal staan centraal in de teksten.

Uiteindelijk zijn negen ouderen geïnterviewd die wonen in het hui-dige woonzorgcentrum Vlietwijk, zorgcentrum Foreschate en oude-ren die zelfstandig wonen in Voorschoten. In leeftijd rekenen we hen tot de ouderen van Voorschoten.

Op het moment van drukken van deze bundel is gelukkig bijna ie-dereen van hen nog in leven. Eén geïnterviewde, zuster Anna Lam-boo, is helaas eind 2011 overleden. Zij wilde echter toch graag dat haar verhaal opgenomen werd in deze bundel.

In de verhalen vertellen de ouderen ons over hun werkervaring in Voorschoten en het wonen in deze gemeente. Opvallend in de ver-halen is de grote waardering voor het leven in Voorschoten, gemid-deld gaven zij hier een dikke acht voor!

Wij wensen u veel leesplezier met de verhalen van deze negen be-woners uit de gemeente Voorschoten.

Manon Vonk & Tilly de Kruyf,schrijvers en samenstellers van de bundel Kleurrijk herinneren

Kleurrijk herinneren is een speciale uitgave ter gelegenheid van de opening van woonzorgcentrum Topaz Vlietwijk.

Page 6: Kleurrijk herinneren

6TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Catharina Kleijweg30-10-1906

WonenIk woon nu elf jaar in Voorscho-ten. Van die elf jaar heb ik er acht gewoond op de Prins Bern-hardlaan, tegenover het Burge-meester van der Hoevenpark. Ik woonde op de begane grond en had een prachtig uitzicht over het park. Daarnaast woonde ik ook vlakbij het centrum en kon ik daar lekker mijn boodschap-pen doen.Toen ik er kwam wonen, was alles nieuw. Mijn flatje bestond uit de woonkamer, een slaap-kamer, een logeerkamer, bad-kamer en keuken. Het was er heerlijk. Het was ook heerlijk om in Voorschoten te wonen. Mijn jongste zoon woont hier al 32 jaar en het was logisch toen mijn man overleed om uiteinde-lijk naar Voorschoten te verhui-zen. Daarvoor heb ik lange tijd in Den Haag gewoond.

Ik heb op de Prins Bernardlaan ook leuke contacten aange-legd. En nu ik in het Hofflants Huys zit, heb ik met sommi-gen nog steeds contact. Die bellen, komen langs of sturen

Page 7: Kleurrijk herinneren

7 TOPAZ VLIETWIJK

een kaartje als ik jarig ben. Nadat ik gevallen ben, kon ik niet meer in mijn flatje blijven wonen. Mijn kinderen hadden het liefst gezien dat ik in Huize Adegeest kwam, dan hadden ze nog iets dichterbij gewoond. Maar Adegeest had een wacht-lijst en zo ben ik in ’t Hofflants Huys terecht gekomen. En ook hier woon ik weer met veel plezier. Er wordt erg goed voor mij gezorgd. Ook hier heb ik weer leuke contacten. Je loopt elkaars deur niet plat, maar bij-voorbeeld eten met z’n allen in de eetzaal is erg gezellig. Straks hoop ik mee te verhuizen naar het nieuwe Woonzorgcentrum Vlietwijk.

Ik krijg ook vrijwel dagelijks bezoek van mijn kinderen en kleinkinderen. Ik heb een doch-ter van 80, en twee zoons die respectievelijk 64 en 62 zijn. Zelf ben ik bijna 105. Mijn schoondochter, die zelf al bijna haar hele leven in Voorschoten woont, bezoekt mij vrijwel dage-lijks. Ze doet heel erg veel voor mij, zoals de boodschappen, de plantjes en nog veel meer. Inmiddels heb ik ook al negen achterkleinkinderen.

Oorspronkelijk kom ik uit Delft. Daarna heb ik heel lang in Den Haag gewoond en uit onder-zoek naar mijn voorouders blijkt dat bijna iedereen wel uit deze streek komt van mijn moeders kant. Bijvoorbeeld uit Stompwijk en Veur. Van mijn vaderskant zit er Duits bloed bij.

Wonen in Voorschoten is voor mij heel waardevol omdat ik dicht bij mijn kinderen woon. Dat is voor mij heel belangrijk.

Als ik Voorschoten een cijfer moet geven, wordt dat een 10. Ik vind het heerlijk om hier te wonen. Ook jongeren raad ik aan om in Voorschoten te gaan wonen. Het is heerlijk rustig. Daar heb ik wel aan moeten wennen. In Den Haag was het een drukte van belang en op de Prins Bernhardlaan hoorde ik alleen maar vogeltjes fluiten. Dat was wennen, want ik hou wel van een beetje drukte om mij heen.

Page 8: Kleurrijk herinneren

Hanna van Bemmelen 12-11-1919

WonenIk ben geboren in Warmond, maar woon nu alweer bijna ze-ventig jaar in Voorschoten. We hadden een huis op het oog en daar ook al de meubels voor gekocht, maar door de oorlog mochten we er uiteindelijk niet in. De evacués vanuit de kust kregen voorrang. Een klant van mijn man kwam toen met de mededeling dat hij de voorkant van zijn huis wel wilde verhuren. Dat was op de Willem de Zwij-gerlaan. We hadden een mooie kamer en suite en gezamenlijk gebruik van de keuken. Daar hebben we bijna twee jaar ge-woond. Het werd te klein toen Bep geboren werd. We had-den geen plek voor de box. Een douche was er in die tijd overi-gens ook niet. We gingen naar het badhuis om ons te wassen. Vervolgens zijn we gaan zoe-ken naar een andere woning. Dat is uiteindelijk Donklaan 27 geworden, waar we tot na 1946 hebben gewoond en onze zoon Leo is geboren. Daarna zijn we verhuisd naar Donklaan 1. Daar hebben we vijftig jaar gewoond

8TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Page 9: Kleurrijk herinneren

9TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

en in 1951 is daar ons laatste kind Jan geboren. Mijn man had een kolen- en oliehandel waar we grond voor opslag voor nodig hadden. Dat hebben we gepacht van Waltman. Toen onze doch-ter op de Papelaan ging wonen, konden we daar ook een deel van onze handel kwijt. Na het overlijden van mijn man, alweer 21 jaar geleden, heb ik de zaak weggedaan. Toen de oliewagen opgehaald werd, heb ik wel even moeten slikken. Na de verkoop ben ik in een appartement in de Laurentiushof gaan wonen. Na een flinke val, kon ik niet meer in mijn appartement blijven en sinds twee jaar woon ik nu in Forescate. Heb door deze laatste verhuizing veel inboedel moeten achterlaten.

De beste herinneringen bewaar ik wel aan de Donklaan. Na de oorlog is daar ook de buurtvereniging Recht door recht opgericht en ik speelde daar onder andere toneel. De toneelclub heette ‘De Vriendenkring’ en de repetities werden bij ons thuis gehou-den. De achterkamer en de serre fungeerden als toneel en de spelers en speelsters verbleven om beurten in de woonkamer. Voor de generale repetitie gingen we altijd naar het bondsge-bouw naast de Laurentiuskerk. Mijn man heeft tot zijn 58ste ge-voetbald bij SVLV net zoals later onze zoons. Met mijn man ging ik altijd mee naar wedstrijden van Feyenoord. Door de voetbal was het bij ons ook de zoete inval. Iedereen kwam altijd langs en bleef mee-eten.

Voorschoten is nog altijd goed wonen. In het dorp zijn veel nieu-we winkels gekomen en ook de mensen zijn veranderd. Vroeger was er meer eenheid tussen de mensen. Door onze zaak ken-den we natuurlijk ook heel veel mensen. Nu hebben de mensen geen tijd meer voor elkaar. Iedereen heeft het druk. Toch is Voor-schoten waardevol voor mij. We verdienden er onze boterham, de kinderen zijn er geboren en opgegroeid en wij maakten deel uit van een druk verenigingsleven. Wat mij betreft krijgt Voor-schoten een 10!

Page 10: Kleurrijk herinneren

het onderwijs en bewoonde een flat in Hoogvliet. In 1955 werden in Voorschoten ULO-scholen gebouwd: openbaar, christelijk en katholiek. Ik solliciteerde op de advertentie van de christe-lijke ULO en kreeg de baan. De toenmalige burgemeester Van der Hoeven maakte zich hard voor de bouw van zes woningen voor het onderwijzend perso-neel. Dat was op de Prinses Ire-nelaan en werd wel het krijtrijtje

genoemd. In oktober 1956 ben ik hier komen wonen en werken. Toen hadden wij inmiddels al één baby.

Mijn hoofdvak was Engels. Dat was voor mij makkelijk vanwege mijn tijd in het Britse leger. Daar-naast gaf ik ook les in Aardrijks-kunde, Nederlands, Biologie en Geschiedenis.

Het was gewoon hard werken. Je krijgt het salaris voor de goede leerlingen, maar moet het verdienen aan de zwakke leerlingen. Om 16.00 ging de school uit. Dan mochten ze een kwartiertje spelen en dan ging ik de achterblijvers bijwerken. De klassen bestonden uit 36 leer-lingen tot en met klas 3 en klas 4 telde dertig leerlingen. De do-centen wisselden elke keer van lokaal. De kinderen bleven zit-ten.

Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn tijd op de ULO-school een gouden tijd was. Vanaf 1968 werd het vervelend in het onderwijs door de invoering van de Mammoetwet. Volgens de wet moesten we 26 uur per week lesgeven, maar het kwam

10TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

John Stolk2-9-1923

WerkenMijn eerste werk in Voorscho-ten was een aardig meisje strik-ken. Ik ontmoette mijn vrouw op een bruiloft en daar kwam dus later ook weer een bruiloft van. Dat was in 1950 en zij woonde in de Narcisstraat. In 1952 zijn we getrouwd in de Dorpskerk. Ik werkte voor die tijd in Pernis in

Page 11: Kleurrijk herinneren

11TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

het doe. Als ze dan vragen wat het kost, zeg ik altijd: Dat is niet te betalen. Onderwijzer zijn, is geen beroep maar een roeping.

Voorschoten krijgt van mij het cijfer 9. Mijn leven hier is waar-devol. Ik heb veel contacten op-gebouwd en ook veel contacten binnen de Engelse gemeen-schap. Voor jongeren is er in Voorschoten nauwelijks werk. Alle industrie is weggetrokken. Wil je meer zijn dan een slaap-gemeente, dan moet er nieuwe werkgelegenheid komen.

aan de kleinkinderen van mijn toenmalige leerlingen. Ik doe dat voor Engels en ik krijg deze jonge mensen in drie maanden tijd van het cijfer 4 naar het cijfer 7. Het is gewoon hard leren. De eerste keer zijn ook altijd de ou-ders erbij en geef ik aan hoe ik

veel vaker uit op 32 of 34 uur. Je kreeg echter maar voor 29 uur betaald. Ik heb hard gewerkt, veel pret gehad maar hield wel strak de orde. Kinderen kregen niet de kans om te spijbelen. Ik kende ook alle leerlingen. Ik geef overigens nog altijd bijlessen

Page 12: Kleurrijk herinneren

12TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Leni Willems5-10-1930

WonenWij wonen nu 49 jaar in Voor-schoten. Ons eerste huis was op de Gustav Mahlerlaan 38. Dat huis was iets kleiner dan waar wij nu wonen. Woonkamer, vijf slaapkamers, kleine keuken en een kleine tuin. De omgeving was heel veilig voor de kinde-ren. En alles kwam aan de deur: melkboer, groenteman, bakker, de bloemenman en de slager kwam het bezorgen als je er om vroeg. Begin jaren zestig zaten we daar op een eiland in het groen. De vijver voor de deur was er al, maar verder hebben we alles gebouwd zien worden. Het huis was al wel voorzien van een aantal gemakken. Zo heb-ben we bij de aankoop meteen centrale verwarming laten aan-leggen. Uiteindelijk hebben we er met vijf kinderen gewoond.

De omgang met de buurtjes was perfect. We zaten allemaal in de kleine kinderen. Iedereen had het druk, maar er was altijd wel tijd voor een kopje koffie. Ik heb dat als heel waardevol er-varen. In 1973 zijn we verhuisd

naar het Sweelinckhof, ook in Voorschoten. In verband met de groei van de kinderen wilden we graag ruimer wonen. Het le-ven hier op het Sweelinckhof is heel anders. Hier bemoeit men zich veel minder met elkaar. Ik heb niet direct heimwee, maar mis wel de minder formele sfeer van vroeger. Aantrekkelijk aan dit huis is de grote tuin en keu-ken, alsmede badkamer met bad en douche. Het is allemaal een slag groter dan we aan de Gustav Mahlerlaan hadden.

Het is fijn wonen in Voorscho-ten door de sociale contacten, de winkelvoorzieningen zijn uit-stekend. Ik hoef alleen maar over te steken en ik ben bij de winkels. Voorschoten is gezel-lig. Op vrijdag altijd even naar de markt. Ben altijd veel langer onderweg doordat ik bekenden tegenkom en dan een praatje maak. Op 28 juli is de jaarlijkse paardenmarkt. Het dorp krijgt van mij het cijfer 8 en dat komt vooral door de gezelligheid. Er is veel aandacht voor ouderen. In de Merelhof worden veel ac-tiviteiten georganiseerd, waar je aan kunt deelnemen als je dat wil.

Voor jongeren weet ik het niet. De meesten trekken weg als ze gaan studeren en op kamers gaan wonen. Bovendien is het heel moeilijk om een betaalbare woning te vinden in Voorscho-ten. Ik moet er trouwens niet aan denken om zelf nog te moe-ten verkassen naar een bejaar-denwoning of een flat. Ik geniet elke dag van onze tuin. Ik zou heel onrustig worden als ik op een flat zou moeten wonen. Wij blijven hier wonen tot het echt niet meer gaat en ik hoop dat dat nog erg lang wegblijft.

Page 13: Kleurrijk herinneren

13 TOPAZ VLIETWIJK

Page 14: Kleurrijk herinneren

14TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Bep Vonk-Waltman9-5-1929

WonenIk ben geboren op de Veurse-weg. Dat was een groot huis met een enorme tuin. Mijn va-der was melkhandelaar in Den Haag. We hadden een weiland voor de paarden, waarmee hij de melk ventte. Tot mijn negen-de jaar heb ik daar gewoond, totdat het verkocht werd aan Van der Valk voor de bouw van een villa. Toen zijn we terecht gekomen op de Papelaan, ver voorbij de watertoren. In die tijd was er nog geen badkamer en ook geen warm water. Wel was er een toilet in huis. Wij wasten ons in de keuken en één keer per week in de teil. Verwarming van het huis geschiedde door een kolenkachel. Doordat we op de Papelaan gingen wonen, werden we eigenlijk weggehaald uit onze vertrouwde omgeving. Het huis was koud en tochtig en oud. Het was wel ruim en nadat alles opgeknapt was, hadden we wel ieder onze eigen kamer. Ik had twee broers.

Tijdens de oorlog werd er wei-nig verdiend. We hebben echter

niet zonder eten gezeten. Op het land konden we genoeg ver-bouwen en we hadden kippen en melk en een varken voor de slacht. Het werk van mijn vader kon tijdens de oorlog niet door-gaan. De auto’s werden bescho-ten. We liepen, ook in de oorlog, elke dag naar school. Rugzakje om met eten en drinken, ’s mid-dags overblijven en ’s avonds pas naar huis. Toen ik 12/13 jaar was ging ik naar de huis-houdschool in Wassenaar. Dat was ook een eind lopen. Heb ik enkele jaren gedaan, maar toen van school af en thuisgekomen.

Toen ik mijn man leerde ken-nen zijn we gaan wonen op de Prins Bernhardlaan 6. Dit was een halve woning. Dat was in maart 1952 en eerste kerstdag van dat jaar is onze zoon Ron geboren. Hij was de 11.000ste inwoner van Voorschoten. Ook onze dochter Marion is daar nog geboren. Daarna verhuisd naar Vlietwijk. Dat huis had een bad-kamer met douche en warm en koud stromend water en later gaskachels. Het was een gezel-lige buurt, met een klein winkel-tje van de melkboer en in het dorp een Albert Heijn.

Inmiddels wonen we alweer 32 jaar op de Tjerk Hiddesdreef. Mijn man had een eigen werk-ruimte in huis nodig, vandaar de verhuizing. Het is een groter huis en we willen ook niet meer weg. Zolang we nog uit de voe-ten kunnen, blijven we hier wo-nen.

We genieten volop van het zien opgroeien van onze kleinkin-deren. Dat ervaren we als heel waardevol. Ik kijk met heel veel genoegen terug op de tijd dat ik alles nog zelf kon doen en voor-al in de tuin kon werken. Maakte ook altijd koekjes, jam en taar-ten. Voorschoten krijgt van mij het cijfer 9. Ik ben er thuis en het dorp is gezellig.

Page 15: Kleurrijk herinneren

15 TOPAZ VLIETWIJK

Page 16: Kleurrijk herinneren

16TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Page 17: Kleurrijk herinneren

17 TOPAZ VLIETWIJK

Joop Peeters22-04-1928

WerkenIk heb tot mijn 80ste gewerkt als freelance journalist. In Voor-schoten heb ik ongeveer 55 jaar de gemeenteraad gevolgd. Bij mijn afscheid kreeg ik zelfs een oorkonde, ondertekend door burgemeester Jeroen Staatsen. Ik heb altijd als freelance jour-nalist gewerkt, voor vrijwel alle kranten, behalve voor De Tele-graaf. Dat heb ik altijd gewei-gerd. Maar zo heb ik gewerkt voor Het Vrije Volk, Het Binnen-hof, Leidsch Dagblad, Leidsche Courant, Haagsche Courant, Het Vaderland en huis-aan-huis-bladen.

Tijdens die 55 jaar Voorscho-tense gemeenteraad heb ik veel zien veranderen. In de jaren vijftig en zestig bestond de ge-meenteraad uit vrijwel allemaal middenstanders. Daarna kwam er een ommekeer en zaten er alleen nog maar doctorandi en meesters in de raad. Ik heb zelf altijd een heel goede rela-tie gehad met het College. Ik heb maar een paar schandalen meegemaakt. Zo was er een

burgemeester die verkikkerd was op een vrouwelijke ambte-naar en de gemeentesecretaris idem dito. De gemeentesecreta-ris werd ontslagen en de burge-meester kon naar Schipluiden vertrekken.

Vroeger hoorde ook iedereen bij een kerk. Je was protestants, katholiek of gereformeerd.

Scheiding van kerk en staat bestond in die tijd niet zo. De kerk bepaalde hoe het er in de politiek aan toe ging. Dat heeft zeker een stempel gedrukt op Voorschoten. Als je niet gelovig was, dan was je rood. Ik was zelf een rooms jochie.

Ik stond er om bekend dat ik tij-dens raadsvergaderingen mijn mond niet hield. Als iemand on-zin zat te kletsen dan zei ik daar wat van. De burgemeesters hebben dat allemaal gedoogd. Alleen bij burgemeester Verver ben ik er mee opgehouden. Zij kon het niet zo waarderen. Ik werd wel het ‘zoveelste raadslid’ genoemd. Mijn werk is voor mij van grote betekenis geweest, anders had ik het niet tot mijn 80ste volgehouden. De plaatse-

lijke politiek maakte het leuk.Samen met een aantal uitgevers heb ik ook huis-aan-huisbladen in de markt gezet. Ik deed dan ook meteen alles voor die hah-bladen. Ik zorgde er in ieder geval voor dat wijzigingen in de burgerlijke stand erin stonden en de kerkdiensten en predik-beurten. Dan wist je in ieder ge-val zeker dat je krant een langer leven dan één dag had. Ik kreeg ook heel veel berichten toege-stuurd. Zelf versloeg ik dan ook het voetbal en van de andere sporten kreeg ik alle berichten.

Ik zou Voorschoten wel een 8 geven. Het dorp is weliswaar van een agrarische gemeente verworden tot een forensen-dorp, dat nu ook nog eens erg vergrijsd is. Er is nooit goed nagedacht over de combinatie werken en wonen. Voor jonge-ren is Voorschoten veel te duur en er is te weinig werkgelegen-heid. Maar ik zou hier niet weg willen. Woon hier met bijzonder veel genoegen.

Page 18: Kleurrijk herinneren

18TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

administratie en boekhouding deed ik zelf. Iedereen betaalde contant in die tijd.

Heel vroeger werd er wel op de lat gekocht, maar in Adegeest konden ze het wel betalen. Het kwam zelden voor dat mensen niet betaalden. Eén keer is wel mijn geldtas gestolen. Dat was nog tot daar aan toe, maar ook mijn opschrijfboekje zat er in. Dat was erger. Soms werd er wel een fles melk gejat, maar het viel heel erg mee.Daarnaast zat ik dan ook nog tien uur per week op de fiets. De racefiets was mijn grote hobby. Ik heb 25 jaar op die racefiets gezeten.

Ik heb bijna vijftig jaar langs de weg gezeten en was bijna nooit ziek. Totdat ik die hersenbloe-ding kreeg. Ik was 62. Van de ene op de andere dag ziet je le-ven er anders uit. Kon niet meer werken. En ook de fiets moest aan de kant. Ben nu vrijwilliger in het Hofflants Huys. Het dorp krijgt van mij het cijfer 7. Het is hier goed ouder worden. Het is nog echt een durp!

Harry van der Salm27-8-1937

WerkenOorspronkelijk kom ik uit Zoe-terwoude. Op mijn 24ste heb ik mij als zelfstandig melkboer gevestigd in Voorschoten. Daar-voor vanaf mijn 16e voor bazen gewerkt. Bij mijn eerste baas in Den Haag kostte een losse liter melk 21 cent. Het was zwaar werk en rond 1952 was er vol-doende werk. Ik wilde graag wat voor mijzelf gaan doen. Mijn va-der had een boerderij en er wa-ren meer zoons die het bedrijf konden overnemen. Ik heb ge-kozen voor het melkbedrijf. We verkochten flessen melk, maar ook vla, yoghurt, frisdrank, kaas, boter en eieren.

In de schuur bij mijn huis stond een grote koelcel. Elke dag werd de melk vers gebracht. Om 06.00 ’s morgens ging ik op pad en om 07.00 uur bediende ik de eerste klanten. Om 16.00 uur was het tijd om te stoppen.

Ik reed in een Volkswagenbus met een schuifdeur. Mijn eerste bus had nog een klapdeur, dat is daarna de schuifdeur gewor-den. Liet de deur vaak open-staan, dan had ik zicht op het verkeer. In Voorschoten was Adegeest mijn wijk. Ik nam ook wijken over als de melkboer er daar mee stopte. Vervolgens kreeg ik ook het bejaardente-huis bij Adegeest er bij, het Hoff-lants Huys en het klooster. Dat was lucratief. Ik ging dan twee tot drie keer in de week met de melk langs.

Mijn vrouw was altijd thuis om bijvoorbeeld bij te laden. Ik had een bepaald tempo, waardoor ik het werk alleen aan kon. De kinderen hebben nooit mee ge-holpen in het bedrijf. Zelf kreeg ik het van huis uit mee. Ik had ook niet iets anders willen ver-kopen. Ik werkte gemiddeld vijf-tig tot zestig uur per week. De

Page 19: Kleurrijk herinneren

19 TOPAZ VLIETWIJK

Page 20: Kleurrijk herinneren

20TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Dat was een poepdoos waar je emmers water doorheen gooi-de. Wij waren thuis met negen kinderen. Warm water was er natuurlijk ook niet. Dat is pas in 1940 aangelegd. Het water bij het huis bevatte veel ijzer, dus dat moesten we ergens anders halen.

De boerderij met koeien werd later uitgebreid met een var-kenshouderij. Ons huis was strategisch gelegen tussen de Veurseweg en de Vliet. In de oorlog hadden we dan ook on-derduikers in huis. Uiteindelijk omvatte de boerderij een koei-enstal, varkensstal en een wa-genstal. Ik heb zeker zestig jaar op deze boerderij gewoond.

De periode na de oorlog was het mooist. De druk was er af na de oorlog en we konden ook weer investeren in het bedrijf. Door de modernisering werd het werk op de boerderij ook makkelijker. De trekkers deden hun intrede.

Mijn vrouw en ik hebben vier kinderen. Twee zoons en twee dochters. Later hebben wij naast de boerderij een ander huis ge-bouwd, dat van alle gemakken

te mijn vader dan weer terug van de kerk.

Op die eerste boerderij was geen gas en elektra. De radio liep op een accu en licht had-den we via petroleumlampen en warmte door een kolenkachel. De kolen lagen opgeslagen in de kelders onder het huis. De WC was buiten, maar mijn va-der maakte die al snel binnen.

Giel Oosterveer (Michael)19-11-1923

WonenIk ben geboren in 1923 op een klein boerderijtje in Leiden. Sinds 1930 woon ik in Voor-schoten. Mijn vader kocht een boerderij met 20 ha grond. Vijf hectare werd geschonken aan de Laurentiuskerk en dat pacht-

Page 21: Kleurrijk herinneren

21TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Als ik Voorschoten een cijfer moet geven, is het een 8. Het is hier goed leven en goed oud worden. Wellicht gaat Voorscho-ten in de toekomst samen met Wassenaar en de kans is groot dat de Rijnlandroute het dorp gaat splitsen en Noord-Hofland bij Leiden gaat horen.

voorzien was, zoals centrale verwarming.

Onze boerderij werd gekocht door dokter Meijer, nadat mijn broer overleed. Na de middel-bare school gingen onze kinde-ren het huis uit en heb ik er nog jaren met mijn vrouw gewoond. In juni 1970 is door onze doch-ter Ilona de eerste steen gelegd van het nieuwe huis.

Inmiddels woon ik alweer twee jaar in Foreschate. We zouden hier samen gaan wonen, maar toen mijn vrouw een tweede hersenbloeding kreeg, wilde ze niet meer.

Als jonge mensen in Voorscho-ten willen wonen, zullen ze werk buiten Voorschoten moeten heb-ben. Er is hier weinig werkgele-genheid. Wonen in Voorschoten is voor mij waardevol door alle mensen die ik ken. Ik kan altijd een praatje maken. De jaarlijkse paardenmarkt is een mooi eve-nement en vroeger werd Ko-ninginnedag uitgebreid gevierd. Dan stond er een muziektent op de Voorstraat en dansten ieder-een er omheen.

Page 22: Kleurrijk herinneren

22TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

negen jaar ben ik de wijk inge-gaan. Drie keer per dag hielp ik moeder en kind. Iemand anders deed het huishouden. Dat heb ik op die manier nog 31 jaar ge-daan. Ik ben gestart toen ik 18 was en gestopt toen ik 60 was. Ik heb ook weleens meege-maakt dat er drie kinderen wer-den geboren, waar er maar twee verwacht werden. Ze waren alle drie te vroeg en zijn ook overle-den. Dat was erg. Je leeft heel erg mee. Vaak was er vreugde, maar soms ook niet.

In drie maanden tijd werden er negen mongooltjes geboren. Het moeilijkste is om dat aan de ouders te vertellen, maar wij zien dat meteen. Ik was trouwens de enige in Voorschoten die een aanstelling had van het Groene Kruis. Ik had dan ook nooit een vrije dag. Eens in de drie weken had ik, als het meezat, een vrije zondag.

De omstandigheden waren ver-re van ideaal. Van kranten en oude lakens maakte ik een on-derbed voor de bevalling. Warm water was er niet. Het was licha-melijk zwaar werk.

Anna Lamboo9-12-1910 - 8-12-2011 †

Werken In mijn tijd als baker werkte je dag en nacht bij mensen thuis. Het was altijd tien dagen. Ik ben bij heel veel gezinnen in huis ge-weest en heb 3000 kinderen op de wereld geholpen. Ook weer de kinderen van de kinderen…Nu in deze tijd zou ik niet meer willen werken. Wij kwamen voor moeder en kind. Moeder lag zes dagen in bed. Nu bevallen de meesten in het ziekenhuis, komen thuis en dan kunnen de kraamverzorgsters de vuile boel opruimen en het huishouden doen.

De bevalling zelf vind ik nog al-tijd het mooiste werk. Ik was er vaak al voordat de dokter werd geroepen. Ik heb dan ook me-nig kind zelf gehaald. Tijdens de oorlog kreeg ik zelfs een dok-terstas van dokter Van der Stoel zodat ik in nood zelf het kind kon halen. Zo heb ik ook wel stuitlig-gingen en losliggende placen-ta’s gedaan.

Ieder gezin was anders. Je moest je altijd aanpassen. Na

De bevalling was wel het hoog-tepunt. Er zijn niet veel dingen waar ik met tegenzin op terug-kijk. Soms was er wel armoede in gezinnen. Dat was zwaar. Echt honger lijden, heb ik niet meegemaakt.

Ik heb mijn hele leven in Voor-schoten gewoond en gewerkt. Ik heb mijn ouders geholpen tot aan hun dood. Ben nooit ge-trouwd geweest. Ik heb dertig jaar met mijn broer samenge-woond op de Nieuw Voordorp-straat. Toen hij overleed, ben ik kleiner gaan wonen aan de Nas-saukade. En daar vandaan ben ik in Foreschate gaan wonen.

Ik heb in mijn leven heel veel meegemaakt en kan er niet heel veel vrolijks over zeggen. De oorlog krijgt in ieder geval een vette onvoldoende.

Page 23: Kleurrijk herinneren

23TOPAZ VLIETWIJK

WOONZORGCENTRUM

Page 24: Kleurrijk herinneren

Deze uitgave kwam tot stand dankzij:

Vrienden van Topaz MonutaHistorisch Museum Voorschoten

De Bazaar-vrijwilligers:Mevrouw M. van de BosMevrouw M. den BraberMevrouw S. GonsalvesMevrouw C. van der HelmMevrouw L. HomanDe heer W. Kuijt

De heer N. de MeyDe heer A. OuwerkerkMevrouw J. PieterseDe heer W.C. RavensbergenMevrouw J. RavensbergenMevrouw N. RoelofsDe heer N. RozierMevrouw M. RozierMevrouw C.M. van de SalmMevrouw E.A. StadegaardMevrouw G. Terheyden

De heer A. VasenMevrouw R.I. VicentoDe heer B.M. VlekkeMevrouw K. van de VoortMevrouw H. ZuikerDe heer F. ZuikerDe heer J.W.M. Arkesteyn