hangen of gehangen worden

45
Vanuit het groeiende aantal klachten die er op verschillende diensten binnenstromen over jongeren en volwassenen is er vanuit verschillende hoeken een steeds grotere aandacht voor de samenlevingsproblematiek tussen jongeren en ouderen. De pers accentueert het thema met dikwijls ongenuanceerde berichtgeving over klachten van de jongeren enerzijds en met die van de volwassenen of melding van een stijgende jeugdcriminaliteit anderzijds. Steeds grotere clichés over rondhangende Marokkanen, ‘brommerbenden’, ‘vandalen’,… maken dat het wantrouwen tussen de buurt en de jongeren in vele gevallen toeneemt. Ook het woord ‘hangplaats’ wordt vaak te pas en te onpas in de mond genomen, zonder dat er nagedacht wordt over de betekenis. Ook bij de gemeentebesturen is er de laatste jaren een toenemende aandacht voor overlast van jeugd en het gebrek aan mogelijkheden voor de jeugd in openbare ruimte. De noodzaak om daarin verandering te brengen staat in steeds meer Vlaamse gemeenten op de politieke agenda. Vele gemeenten beschikken nu over één of meerdere JOP’s, hangplekken, pergola’s,… Momenteel is er voor kinderen vanaf de peuterleeftijd een heel gamma aan speelvoorzieningen op de markt en ook op de speelterreinen. De wat oudere jeugd, tussen twaalf en achttien jaar, profiteerde tot voor kort nauwelijks van de oplevende belangstelling voor speelruimte. Bij vele gemeenten wordt nu echter steeds meer rekening gehouden met jongeren bij de (her-)inrichting van openbaar buitendomein. Dikwijls is dat door het plaatsen van een overdekte zithoek, gericht naar jongeren, die dan ‘hangplek’ wordt genoemd. Niet elke hangplek is echter een lang leven beschoren. Velen worden in de steek gelaten door de jongeren, anderen worden door de gemeente of door de jongeren afgebroken. Veelal blijken het gebrek aan samenwerking, politieke programma’s zonder onderbouw en onvoldoende begeleiding van de jongeren aan de basis te staan van het falen van een hangplaats. Met deze tekst willen we een aantal misverstanden rechtzetten en de aandacht vestigen op enkele basisregels bij het inrichten van een hangplek. We willen zoeken naar het waarom 1

Transcript of hangen of gehangen worden

Page 1: hangen of gehangen worden

Vanuit het groeiende aantal klachten die er op verschillende diensten binnenstromen over jongeren en volwassenen is er vanuit verschillende hoeken een steeds grotere aandacht voor de samenlevingsproblematiek tussen jongeren en ouderen. De pers accentueert het thema met dikwijls ongenuanceerde berichtgeving over klachten van de jongeren enerzijds en met die van de volwassenen of melding van een stijgende jeugdcriminaliteit anderzijds. Steeds grotere clichés over rondhangende Marokkanen, ‘brommerbenden’, ‘vandalen’,… maken dat het wantrouwen tussen de buurt en de jongeren in vele gevallen toeneemt. Ook het woord ‘hangplaats’ wordt vaak te pas en te onpas in de mond genomen, zonder dat er nagedacht wordt over de betekenis.

Ook bij de gemeentebesturen is er de laatste jaren een toenemende aandacht voor overlast van jeugd en het gebrek aan mogelijkheden voor de jeugd in openbare ruimte. De noodzaak om daarin verandering te brengen staat in steeds meer Vlaamse gemeenten op de politieke agenda. Vele gemeenten beschikken nu over één of meerdere JOP’s, hangplekken, pergola’s,…

Momenteel is er voor kinderen vanaf de peuterleeftijd een heel gamma aan speelvoorzieningen op de markt en ook op de speelterreinen. De wat oudere jeugd, tussen twaalf en achttien jaar, profiteerde tot voor kort nauwelijks van de oplevende belangstelling voor speelruimte. Bij vele gemeenten wordt nu echter steeds meer rekening gehouden met jongeren bij de (her-)inrichting van openbaar buitendomein. Dikwijls is dat door het plaatsen van een overdekte zithoek, gericht naar jongeren, die dan ‘hangplek’ wordt genoemd.

Niet elke hangplek is echter een lang leven beschoren. Velen worden in de steek gelaten door de jongeren, anderen worden door de gemeente of door de jongeren afgebroken. Veelal blijken het gebrek aan samenwerking, politieke programma’s zonder onderbouw en onvoldoende begeleiding van de jongeren aan de basis te staan van het falen van een hangplaats.

Met deze tekst willen we een aantal misverstanden rechtzetten en de aandacht vestigen op enkele basisregels bij het inrichten van een hangplek. We willen zoeken naar het waarom van het inrichten van zo een plek en een methodiek voor begeleiding van het hele proces.

Daarvoor gaan we in de eerste plaats naar de jongeren van de drie betrokken gemeenten (Schoten, Lubbeek en Leuven), vanuit een voorgaande theoretische studie van bestaande werken hierover. In hun naam worden immers de constructies opgetrokken. Zij zijn het die gebruik zouden moeten maken van de plaats. En jammer genoeg krijgen zij ook later de meeste verwijten bij het falen van de hangplaats. Het lokale beleid van de drie betrokken gemeenten wordt vergeleken met de bevindingen uit het veldonderzoek om dan uiteindelijk te komen tot een kritische conclusie naar het huidige beleid aangaande deze plaatsen.

1

Page 2: hangen of gehangen worden

1. Wat is hangen?

(Rond)hangen is een positief gebeuren maar heeft vaak een bittere, negatieve bijklank. Dit komt misschien omdat de naam niet bijzonder goed gekozen is en dat de lijn tussen rondhangende jongeren en maatschappelijk kwetsbare jongeren soms moeilijk te trekken is. Het zijn natuurlijk wel twee totaal verschillende dingen.

De hoofdrolspeler in het “hang-gebeuren” is de sociale factor. Iedereen staat toch wel eens op straat met een aantal mensen te praten, enkel omdat je daar mensen ontmoet en met hen even een gezellige babbel kunt doen? Hangen komt dus voor bij alle leeftijdsgroepen. Vandaar de vraag van Dirk, 14 jaar: “Waarom mogen ouderen wel rondhangen en plezier maken en wij niet?” Het feit dat Dirk deze vraag stelt is zeer triest. Iedereen, en zeker de jongeren, moeten kunnen hangen. We zouden zelfs moeten zeggen dat hangen een recht is.In alle sociale lagen en bij gevolg op vele verschillende manieren hangt men, het is een tijdverdrijf gecombineerd met sociaal contact. En dit is juist waarom zoveel jongeren rondhangen!!

2. Zeg niet te snel “hangjongere”!

Niet alle jongeren die samenkomen moeten we direct klasseren onder hangjongeren. Zo kunnen jongeren aan een skateramp op een bank zitten en wachten tot het hun beurt is om te oefenen. Zijn dit hangjongeren? Ze zijn toch bezig met sociaal contact en het is toch in de vrije tijd? Neen, het zijn jongeren die een sport aan het beoefenen zijn. De hoofdreden dat ze daar samenkomen is deze sport, de rest komt op de tweede plaats.

Eerder spraken we al over de maatschappelijk kwetsbare jongeren. Zij scoren minder goed op één of meerdere levensdomeinen: onderwijs, werk, wonen, vrijetijdsbesteding, contacten met politie en justitie, druggebruik, agressie,… De grens tussen gezellig hangen en onaanvaardbaar maatschappelijk gedrag is zeer klein, jongeren zetten elkaar makkelijk aan om mee te doen aan deze onaanvaardbare zaken zoals vandalisme, druggebruik, conflicten, overlast (lawaai, auto’s en brommers, vuil,…).Het zijn deze dingen die zorgen voor het onveiligheidgevoel1.

3. Wat trekt de jongeren net naar die plaats?2

Zoals reeds aangehaald in punt 1 is hangen een vorm van tijdverblijf. Een tijdverblijf dat vooral in de vrije tijd plaatsvindt. En, jongeren hebben veel vrije tijd. Wie gaat dat tegenspreken? Deze vrije tijd wordt op vele manieren opgevuld. Computer, TV, boeken, … Naast deze individuele tijdsbeleving kan men indien er nood is aan beweging en buitenlucht ook nog altijd aansluiten bij tal van verenigingen.

1 Zie punt 5 pag. 9: Onveiligheidgevoel2 Onderzoek van Universiteit van Antwerpen naar het vrijetijdsgedrag van 12-18 jarigen

2

Page 3: hangen of gehangen worden

Deze redenering gaat niet voor iedereen op. Jongeren willen ook wel eens op een ongedwongen, ongestructureerde manier, zonder regels en toezicht met elkaar kunnen omgaan. Actief niets doen. En, uiteraard zijn er ook de niet-georganiseerde jongeren die dus niet-georganiseerd samenkomen.

Hier zijn we bij het tweede aspect van hangen aanbeland, namelijk het sociale. Dit is om tal van redenen belangrijk. Jongeren willen heel wat zaken zoals:

elkaar ontmoeten; een eigen, veilige plek zoeken; zichtbaar zijn en gezien worden; gezellig bij elkaar zitten; via een eigen plaats respect afdwingen bij anderen; zichzelf bewijzen t.o.v. anderen; nieuwe mensen leren kennen; indruk maken op de andere sexe; op zoek gaan naar een eigen identiteit; experimenteren (op welke manier ook).

Dit zijn een aantal sociale actiegebieden die vele jongeren, zoals eerder vermeld, eventueel op een ongedwongen, ongestructureerde manier, zonder regels of toezicht willen ontwikkelen. Op deze manier oefenen ze hun sociale en communicatieve vaardigheden.

Naast de voornoemde sociale redenen zijn er nog tal van andere redenen. We geven hieronder een kort overzichtje zonder ook hier weer volledig te willen zijn:

even los van de controle van thuis; symbolisch bezetten van een eigen plek in de openbare ruimte; het is ongedwongen; het is een goedkope manier om de vrije tijd door te brengen; soms niet meer dan een tijdverdrijf; je bent in de buitenlucht; je creëert je eigen tijd en ruimte; bereikbaarheid en veiligheid.

Wat het sociale aspect betreft is volgens Elchardus3 het opbouwen van vriendschapsrelaties in die eigen wereld, los van die van de volwassenen uiterst belangrijk. Jongeren komen, eens de kinderfase achter de rug is, terecht in een groep van leeftijdsgenoten. In deze groep kan de jongere zich spiegelen aan de anderen. De jongeren leren zelfstandig beslissingen nemen en zich te oriënteren in de volledige maatschappij. Het is ook de periode dat de jongeren zich emotioneel los gaan maken van de ouders. Het heeft te maken met de ontvoogdingsstrijd. Ze steunen op elkaar. Voor vele van de jongeren hoeft dit niet meer te gebeuren in organisaties. Ze doen dit zelf op hun hangplaats.

Ook Bouverne-De Bie4 verwijst naar de steeds aan belang winnende rol van de leeftijdsgenoten. Men kan er zichzelf zijn los van de directe controle van de

3 Elchardus M., Zonder maskers : een actueel portret van jongeren en hun leraren, Gent, Globe, p. 57 4 Bouverne-De Bie M., Diverse wegen naar zelfstandigheid : jongens en meisjes in een veranderende

samenleving, p. 90

3

Page 4: hangen of gehangen worden

volwassenen. Men kan met de leeftijdsgenoten spreken over intieme en vertrouwelijke zaken. Aangezien uit het voorgaande blijkt dat er zoveel redenen kunnen zijn om te hangen, is het ook niet meer dan logisch dat de jongeren zelf ‘rondhangen’ dan ook als vanzelfsprekend gaan ervaren. Het is iets dat in hun wereld van toepassing is. Het is een positief gebeuren dat zo oud is als de straat zelf. Daar moet ruimte voor gemaakt worden.

Het is een recht van de jongeren om op deze manier hun vrije tijd in te vullen.

Wanneer we met al het voorgaande rekening houden, zal blijken dat het aanleggen van georganiseerde hangplekken geen makkelijke opdracht is. Dichtbij, maar toch ook weer niet te dicht. Buiten, maar soms wel overdekt. Zichtbaar, maar ook niet te veel…

4. Kenmerken en mogelijke indelingen van een hangplaats

Er is een grote verscheidenheid aan hangplekken, bijna net zo groot als de diversiteit aan jongerengroepen en jeugdculturen. Het kan gaan om gewone straathoeken en pleintjes, maar evenzeer om een plaats in het winkelcentrum, naast de frituur of om een bankje op een druk kruispunt. Naast een lantaarnpaal, in het bushokje, in een schuilhuisje, gewoon onder een boom of in het stadspark, … overal kunnen de jongeren plots opduiken en deze plaats bezetten. Naar de buitenwereld toe heeft deze bezetting van de openbare ruimte vaak een dreigende werking. Het doen en laten wordt met argusogen gevolgd door de buurtbewoners. Vaak ligt het nummer van de politie naast de telefoon klaar om bij nieuwe vermoedens van eventueel druggebruik of het mogelijks beschadigen van het straatmeubilair onmiddellijk dit nummer te draaien of te toetsen.

Dit is zeker een niet te onderschatten kenmerk van een hangplaats. Het is geen uiterlijk gegeven, maar het zijn gevoelens die zo een ontmoetingsplaats met zich meebrengt. Volwassenen ervaren het als een storend element in het landschap. Jongeren voelen zich er thuis. Het is hun experimenteerruimte. Deze tweestrijd zal in vele gevallen voor de nodige spanningen zorgen in de buurt.

4.1. Van de informele hangplaats via een indeling…

Het inrichten en begeleiden van een hangplaats heeft dus heel wat te maken met maatwerk. Het juist afstemmen van de verschillende violen die bespeeld worden. Zonder enige vorm van leidraad is dit een haast onbegonnen werk. Om toch enig zicht te krijgen in de verschillende situaties, is men overgegaan tot het trachten in te delen van de bestaande ruimtes in verschillende categorieën. De indeling die door een overheid gehanteerd wordt, zal vaak afhangen van de zwaarte van problematiek die rond deze plaats bestaat of iets dergelijks. Een trapveldje is nu eenmaal iets helemaal anders dan een straathoek die regelmatig door dealers onveilig wordt gemaakt. Hieronder presenteren we u de indeling zoals

4

Page 5: hangen of gehangen worden

die in Nijmegen is uitgewerkt (Duit, 1998). Deze uitgebreide versie heeft zeker waarde in stedelijke situaties, waar een grote diversiteit aan hangplekken nodig is. De sterren geven niet de luxe van de hangplekken aan, maar de mate van inspanning die door de politie, welzijnswerk en jeugdwerkers moet geleverd worden om het rondhangen in goede banen te leiden.

Het vijfsterrensysteem van Nijmegen5:

1 ster : informele hangplekken 2 sterren : hangplekken extra 3 sterren : hoogwaardige jongerenontmoetingsplaatsen 4 sterren : rondhangen bij locaties 5 sterren : voorheen ernstige overlast

4.1.1. De informele hangplek

Dit is de gewone alledaagse verzamelplaats van jongeren die je in alle gemeenten tegenkomt. Het gaat om terreintjes zonder enige extra voorziening. De meeste personen weten dat deze plaats er is en hebben er ook geen echte bezwaren tegen. Ze horen bij de buurt en hebben een duidelijke sociale functie: de jongeren komen er samen. Het is belangrijk om genoeg van deze plaatsen te voorzien binnen de stad of gemeente. Hier kan eventueel gewoon straatmeubilair bij ingeplant worden.

4.1.2. De hangplek “extra”

In dit geval gaat het om informele hangplekken die nood hebben aan een beperkte herinrichting. Er komen regelmatig groepjes jongeren die in de buurt gekend zijn. Er is eigenlijk geen echte sprake van overlast, maar het gewone straatmeubilair volstaat niet om deze jongeren bezig te houden. Een extra bank, een tafeltennistafel, een volleybalveldje en dergelijk meer zijn hier van harte welkom.

4.1.3. Hoogwaardige ontmoetingsplaatsen

Dit zijn grote, prominente plaatsen waar behoorlijke concentraties van jongeren te vinden zijn en die zo nu en dan wel eens overlast veroorzaken. De kleine alternatiefjes onder de vorm van een tafeltennistafel e.d.m., zoals bij een hangplek extra, volstaan hier niet meer als bliksemafleider. Een voetbalveldje of een basketterrein met eventueel een overdekte voorziening dienen hier veeleer voorzien te worden. Deze plaatsen dienen vaak om grote aantallen jongeren op een beheersbare en herkenbare locatie te concentreren.

4.1.4. Rondhangen bij locaties

Hier gaat het in de eerste plaats niet meer om het samenkomen op zich. Het is eerder de locatie die de jongeren aantrekt. Het gaat hier om de nabijheid van een winkelcentrum, scholen, sporthallen, zwembaden, overdekte accommodaties, …

5 Jaap Noorda en Redbad Veenbas, Hangplekken, een nieuw Rage ? Handleiding voor jongerenontmoetingsplaatsen en jeugdbeleid, Amsterdam, VU Uitgeverij, 2000, p. 155-157

5

Page 6: hangen of gehangen worden

Sommige van deze locaties zijn gebaat bij de aanwezigheid van deze jongeren (bijv. frituur), anderen vinden het een waar ongemak en voelen zich niet veilig.

4.1.5. Voorheen ernstige overlast

Op deze plaatsen worden de jongeren niet meer geduld omwille van de ernstige overlast die de buurt meegemaakt heeft. Er is geen enkele sprake meer van enige communicatie vanuit het beleid. Rondhangende groepen worden onmiddellijk door de politie verwijderd. Dit heeft natuurlijk enkel effect als er zogenaamde ‘verwijsplekken’ zijn. Namelijk plaatsen waar de jongeren voorzieningen krijgen. Afhankelijk van het aantal verschillende groepen en de combineerbaarheid ervan, is het nodig meerdere ‘verwijsplekken’ in te richten. Indien deze er niet zijn zullen de jongeren steeds blijven terugkeren naar die ene plaats en ontstaat het kat-en-muis-spelletje tussen hen en de politie.

Om praktische redenen, in bijvoorbeeld kleinere steden of dorpen, wordt deze opdeling ook wel eens teruggebracht tot drie categorieën6:

- cat. 1 : informele hangplekken- cat. 2 : officiële hangplekken- cat. 3 : voorheen ernstige overlast

De eerste categorie omvat de hangplekken die opduiken op terreintjes en aan verschillende locaties. Het zijn die plaatsen die geen specifieke inplanting van enige bijkomende infrastructuur vragen (de informele hangplek en het rondhangen bij locaties). Categorie 2 gaat over de plaatsen waar toch enige bijkomende infrastructuur vereist is (de hangplek “extra” en de hoogwaardige ontmoetingsplaatsen). De derde en laatste categorie dekt in beide indelingen dezelfde lading. Het gaat om plaatsen waar geen jongeren meer geduld worden (voorheen ernstige overlast).

4.2. … naar de geformaliseerde hangplaatsen

Ondertussen hebben we reeds aangehaald dat er hangplekken zijn in verschillende hoedanigheden. We hebben ook gezien dat het woord ‘hangplek’ eigenlijk een verzamelterm kan zijn voor de meest uiteenlopende zaken, variërend van een lantaarnpaal waar jongeren na school nog even napraten tot een jeugdhuis dat zich profileert als overdekte hangplaats met een meerwaarde. Hieronder geven we een duidelijker beeld weer van de verschillende verschijningsvormen van de ‘geformaliseerde hangplaats’ en trachten bij enkele projecten de pro’s en contra’s af te wegen.

6 Jaap Noorda en Redbad Veenbas, Hangplekken, een nieuw Rage ? Handleiding voor jongerenontmoetingsplaatsen en jeugdbeleid, Amsterdam, VU Uitgeverij, 2000, p. 17-18

6

Page 7: hangen of gehangen worden

Mogelijkheden voor het formaliseren van een hangplaats

4.2.1. Minimale infrastructuur, niet overdekt

- Bank of muurtje : soms kan het plaatsen van een bank of muurtje voldoende zijn voor de jongeren. Jongeren geven dit vaak aan door het weghalen van een bank op een andere plaats. Dit mag echter niet getolereerd worden. Jongeren dienen immers de vraag naar de overheid toe te stellen en niet zelf het heft in handen te nemen. Daarom dient de jeugdwerker of welzijnswerker voldoende gekend en bereikbaar te zijn in de verschillende buurten. Na overleg met de jongeren kan er dan effectief een bank geplaatst worden. In de directe buurt van de bank moet er steeds ook een vuilnisbak geplaatst worden. Dit vermijdt schuine blikken van de buurtbewoners. Eventueel kan ook voorzien worden in een tafel. Zie wel dat de materialen gebruiksvriendelijk zijn voor de jongeren, niet zozeer vandalismebestendig. In een tafel moet bijvoorbeeld gekrast kunnen worden, de bovenzijde moet dus voldoende dik zijn.

- Picknickset : dit geeft de jongeren meer zitmogelijkheden als een bank.

4.2.2. Minimale infrastructuur, overdekt

- Zie voorgaande, maar dan overdekt: hier dient men al dan niet te opteren voor zitruimte. Dit is te gebeuren in overleg met de jongeren. Voorbeelden van een minimale infrastructuur zijn: afgedankt bushokje, luifel, pergola, plaats onder een brug…

4.2.3. Minimale infrastructuur, overdekt, met voorzieningen

- Elektriciteit en water: het voorzien van elektriciteit en water geeft de jongeren meer mogelijkheden in de JOP. Hier dient evenwel rekening gehouden worden met het verbruik en de buurt. Dit vereist een intensievere begeleiding.

4.2.4. Meer uitgebreide infrastructuur, niet overdekt

- Arena : deze kan zowel in hout als in beton. Voordeel is dat de jongeren de zitplaats als voetsteun kunnen en mogen gebruiken. Naar de vandalismebestendigheid en het combineren van functies toe is de integratie van een arena in het terrein een goede oplossing. Ze kan als trap en als zitplaats benut worden.

4.2.5. Meer uitgebreide infrastructuur, overdekt

- Niet afgesloten : jongeren kunnen kiezen voor een ruimte die meer ingericht is, maar toegankelijk blijft voor iedereen. Hierbij kan men opteren voor een afgedankte caravan, treinwagon, lijnbus, tuinhuis,… Het risico op vandalisme is echter een stuk groter, omdat de sociale

7

Page 8: hangen of gehangen worden

controle beperkter is. Dit vergt een ruimere begeleiding voor- en achteraf en een verantwoordelijke groep.

- Afgesloten : hier opteert men voor een tussenvorm van hangplaats en jeugdhuis. Een verantwoordelijke uit de buurt wordt opgevolgd door de jeugd- of buurtwerker om het lokaal te openen en te sluiten. Meer uitgebreide voorzieningen als water en elektriciteit zijn wenselijk. Voordeel hierbij is wel dat het risico op vandalisme gevoelig daalt en de jongeren gestimuleerd worden tot zelforganisatie door verantwoordingsplicht en het nemen van verantwoordelijkheid. Voorbeelden van lokalen als hierboven.

4.2.6. Mobiele initiatieven

- Ingerichte bus of bestelwagen 7 : de verantwoordelijke dienst kan overgaan tot het inrichten van een lijnbus of bestelwagen om zo meerdere buurten te bedienen. Met zo’n bus kan je niet alleen de jongeren een plek aanbieden, maar je kan ze ook opzoeken. Daardoor wordt het mogelijk om de communicatie die er ontstaat tussen de jongeren, de buurt en de politie beter aan te pakken. Een mobiele hangplek geeft ook meer mogelijkheden naar animatieaanbod (internet, filmvertoning, sportanimatie, …) en informatieverstrekking toe. Hoewel ze hier gecatalogeerd worden onder hangplekken, hebben ze een bredere functie, namelijk eerder mobiel jeugdcentrum met professionele begeleiding. Zeer duur in aankoop en begeleiding.

- Uitleenbare infrastructuur: de verantwoordelijke dienst kan ook opteren om materiaal ter beschikking te stellen van de niet-georganiseerde jeugd. Zo kan een ambulant jongerenwerker bijvoorbeeld met een bestelwagen de buurten bezoeken met stoelen, parasols en feesttentjes. Hierbij is echter ook een grote verantwoordelijkheid vereist van de uitlenende jongere over het geleende materiaal (dit kan echter ook via de ouders).

Mobiele of tijdelijke infrastructuur kan ook dienen om de voorbereidende fase van de bouw van een JOP te overbruggen. In dat geval moet dat duidelijk naar de jongeren toe gecommuniceerd worden en moet het vaststaan dat er een nieuw JOP komt in de wijk. Een bijkomend voordeel van mobiele of tijdelijke infrastructuur is de gewenning van de buurt aan een JOP. Het verzet tegen het inrichten van een definitieve hangplaats kan gevoelig slinken.

4.2.7. Aanvullende initiatieven

- Uitleendienst voor sport- en spelmateriaal: de verantwoordelijke dienst kan een uitleendienst opstarten voor sport- en spelmateriaal. Dit kan centraal vanuit de dienst, of toegankelijker in de buurten zelf.

- Mobiele animatie in de vakantieperioden: de verantwoordelijke dienst kan opteren voor het aanbieden van buurtgerichte animatie voor jongeren,

7 VVJ-vormingsdriedaagse 2003, sessie “Geef ons de ruimte!”

8

Page 9: hangen of gehangen worden

onder begeleiding van een animator of een jeugdwerker. Dit komt er best in samenspraak met de jongeren. Vereiste is ook dat het aanbod flexibel blijft. Dergelijk initiatief zal de betrokkenheid van de jongeren in de buurt en het sociaal weefsel van de buurt versterken.

4.3. De verschillende groepstypes binnen een hangplaats

De sfeer die om een hangplaats gecreëerd wordt zal in ruime mate ook afhangen van de diversiteit van de groep. Eén ontmoetingsplek trekt in vele gevallen maar één of soms enkele groepen aan. Het zal niet plots dé plaats zijn waar de jeugd samenkomt. Er kan, net zoals er een indeling kan gemaakt worden naar gelang de kenmerken van de omgeving, ook een indeling gemaakt worden naargelang deze van de groepstypes8:

4.3.1. Groepstype 1: weinig of niets aan de hand

Het zijn gewone jongeren zonder speciale eisen. Ze willen gewoon in hun vrije tijd elkaar ontmoeten op een bepaalde plaats.

4.3.2. Groepstype 2: jongeren vervelen zich

In dit geval is het wenselijk dat het rondhangen met andere zaken gecombineerd wordt. Er kan bijvoorbeeld een goal of dergelijke geplaatst worden.

4.3.3. Groepstype 3: jongeren met een risicogedrag

Het betreft hier jongeren die steeds weer overlast bezorgen aan de buurt. Het zijn deze hangplekken die het negatieve beeld scheppen en veel als stereotiep genomen worden.

5. Onveiligheidgevoel?

De belangrijkste reden dat jongeren hangen, is de sociale factor zoals eerder besproken werd. Voor jongeren en tieners is beweging natuurlijk ook belangrijk. In combinatie met het opkomend assertief gedrag krijgt beweging een totaal ander karakter dan we gewoon zijn, hier gaat het dan over tonen wat je lichamelijk kunt, indruk maken (vooral op de andere sexe), enz…Dit uitdagende gedrag, wat van alle tijden is, hoort bij de ontwikkelingsfase waarvan het beginnend partner-zoekgedrag deel uitmaakt. Jongeren zijn vaak laat op, nemen radio’s mee en kunnen nu en dan gillen en schreeuwen. Brommertjes zijn nog een extra bijdrage… Volwassenen klagen en lijken vergeten te zijn hoe ze zelf rondhingen, de tijd van indruk maken en experimenteren met de maatschappelijke codes.8 Jaap Noorda en Redbad Veenbas, Hangplekken, een nieuw Rage ? Handleiding voor

jongerenontmoetingsplaatsen en jeugdbeleid, Amsterdam, VU Uitgeverij, 2000, p. 17-18

9

Page 10: hangen of gehangen worden

5.1. Klachten!?

Iedereen zal de vaak voorkomende klachten wel kennen, de grotere irritatie van de buurt komt wanneer deze gecombineerd worden:

geluidsoverlast: brommers, radio’s, geschreeuw; vervuiling: vuil dat niet in de vuilbak wordt gegooid en achteraf ook niet wordt

opgeruimd; vernieling en graffiti: vernielingen betreffende bijv. speeltoestellen of

straatmeubilair. Dit gebeurt soms door concurrerende groepen. Openbare gebouwen en muren worden beklad;

laat rondhangen: soms tot zeer laat in de avond; versperren van de weg: van een groep gaat soms een dreigende werking uit

t.o.v. winkelend publiek, bewoners die hun tuinpad versperd zien of bezoekers van een gebouw waarbij wordt rondgehangen. Soms blijven de mensen hiervoor zelfs weg;

oneigenlijk gebruik: jongeren nemen bijvoorbeeld een speelplek van kleine kinderen in bezit;

belemmering van privacy: jongeren die op een woonerf rondhangen ‘kijken het eten uit je mond’ of maken conversatie en tv-gebruik op normale sterkte onmogelijk;

gebruik van alcohol of drugs: jongeren die in het zicht alcohol nuttigen of roken (een joint of sigaret). Sommige volwassenen vinden dat hier een verkeerde voorbeeldwerking van uitgaat;

agressie en gebrek aan aanspreekbaarheid: jongeren zouden moeilijk aanspreekbaar zijn op hun gedrag. Volwassenen die kritiek uiten, worden soms onthaald op verbale agressie.

5.2. Waarom zo’n gedrag??

Er zijn twee voorname beweegredenen waarom jongeren zo’n gedrag hebben:

1. De lust om te provoceren : jongeren hebben plezier in streken uit te halen die men van hen niet verwacht en die men zeker niet duldt.

2. De invloed van de groep : het plezier in een daad te verrichten waar men voor ‘geprezen’ wil worden en om zeker geen afkeuring op te lopen. Deze uitdagingen hebben in de meeste gevallen weinig met echte criminaliteit te maken. Wel kan het zijn dat enkele jongeren in een groep het criminele pad proberen op te gaan en anderen proberen mee te slepen. Een meerderheid in de groep vormen ze zelden of nooit. Echte bendes bestaan meestal uit oudere jongeren, die wel andere dingen doen dan rondhangen.

5.3. Jongeren vs. Volwassenen !!

10

Page 11: hangen of gehangen worden

Jongeren vinden de klachten vaak overdreven. Ze willen graag aangesproken worden maar dan op een normale manier. ‘Er is niets voor ons te doen.’ en ‘We worden overal weggestuurd.’ zijn vaak voorkomende reacties van de tieners. Waar ze ook gaan of staan, binnen no time beginnen de omwonenden weer moeilijk te doen. In sommige gevallen is dat terecht, zoals door hen ook wel wordt toegegeven. De groepen zijn vaak niet sterk genoeg om de excessen te voorkomen. De jongeren hebben vaak ‘het gevoel niet serieus genomen te worden.’

Volwassenen voelen zich bedreigd en in hun privacy aangetast. Onderlinge conversaties beginnen en eindigen vaak met scheld- of huilpartijen. De telefoons bij de lokale politie en de gemeente staan roodgloeiend.

5.4. Wat is nu het probleem?

Waarom staan ze vaak zo tegenover elkaar? Zijn het bewoners van andere planeten?

Mogelijk antwoorden:

Al van oudsher hingen de jongeren in de buurt rond. Maar, twintig jaar geleden was het concept ‘hangjongere’ totaal anders. In die tijd kende iedereen elkaar in de buurt. Het was als ontevreden buurtbewoner heel makkelijk om de vader van schavuit Jan aan te spreken als zoonlief over de schreef was gegaan. Jan wist dat uiteraard ook, dus hield hij zich soms toch maar in. Vandaag de dag ligt dit heel anders. Niet het rondhagen op zich is veranderd, maar wel het netwerk van de sociale controle. De meeste buurtbewoners hebben veel minder contact met elkaar dan vroeger. Men leeft z’n leven in het eigen gezin, in de eigen woning en veel minder in de omgeving, op de straat. Hierdoor kennen heel wat ouders elkaar niet en de kinderen ervaren zodoende ook minder sociale controle. De Dylan van nu kan dus lekker zijn gang gaan en de volwassene, die Dylans vader niet kent, maar zich wel ergert aan die rondhangende, lawaaierige jongere, belt dan maar meteen naar de politie.

Jongeren voelen zich op hun beurt weer beledigd door het feit dat ze worden gekoppeld aan de baldadigheden van een kleine groep. Tal van jongeren zitten gewoon bij elkaar zonder dat er sprake is van noemenswaardige overlast. De enkele jongeren die dan net iets te ver gaan kunnen de groep een slechte naam geven.

Hier ontstaat een vicieuze cirkel waarin rustige jongeren en goedwillende bewoners worden meegesleept en zich voortaan afzijdig houden.

11

Page 12: hangen of gehangen worden

6. De theorie toegepast op de praktijk

6.1. Initiatieven in Leuven

De jeugddienst van de stad Leuven beschikt over een ambulant jeugdwerker die op geregelde basis de dicht bebouwde buurten opzoekt. Door de methodieken van het veldonderzoek komt de jeugdwerker in contact met de opinies van kinderen, jongeren en volwassenen. Uit de opmerkingen van de verschillende mensen, zoekt hij met de buurt naar oplossingen voor de eventuele ongemakken. Vele klachten handelen over baldadig gedrag van de jongeren en ontspruiten uit een overdreven beschuldigen van de oudere bevolking uit. De taak van de jeugdwerker bestaat erin om voor de buurt een oplossing te zoeken, die zowel voor de jongeren als de buurt gunstig is. In bepaalde gevallen is dat in samenwerking met de wijkpolitie. Veelal is het de verveling die de jongeren aanzet tot grensaftastend gedrag. Om deze tegen te gaan, voert de jeugdwerker een jeugd- en buurtgericht behoefteonderzoek uit. Veelal vragen jongeren niets anders dan een voetbaldoel of een bank en een vuilnisbak. Soms schuilt het ongenoegen dieper of is het conflict al gevoelig uitgedeind. In dat geval zoekt de jeugdwerker naar ruimere voorzieningen, samen met de jongeren en in overleg met de buurt. Projecten die uit zo een overleg kunnen groeien zijn bijvoorbeeld een skateterrein, een pergola met tafel en zitbanken, een tot jeugdhuis ingerichte lijnbus,…In elk geval zijn de jongeren de aanleiding van een bepaalde irritatie (los gezien van de schuldvraag), het weghalen van die irritatie gebeurd dan ook via de jongeren en op aandragen van de jongeren.

6.2. Initiatieven in Schoten

Tijdens de bevragingen die de jeugddienst in het verleden organiseerde voor o.a. het JWBP is de nood aan hangplekken nooit naar boven gekomen. Dit is één van de hoofdredenen dat in de gemeente Schoten vrijwel niet gewerkt werd rond het hanggebeuren.De voorzieningen voor de jongeren bestaan uit voetbaldoelen (op speelpleintjes), basketpalen, slecht gekozen of geplaatste afdakjes en zeer oude overdekte banken in het park. Al deze zaken zijn geplaatst zonder overleg met de jongeren. In het voorjaar van ’99 werd er op vraag van de buurt een multifunctionele sportinfrastructuur geplaatst waar de jongeren wel over werden bevraagd. De vraag is: heeft dit niet meer te maken met sport dan met hangen?De jeugddienst van Schoten is stilaan op het punt gekomen dat er rond hangen gewerkt wordt. Zo willen we om de jongeren van een speelpleintje af te houden een hangplek inrichten in die buurt. Of dit budgettair haalbaar is, is een andere vraag.Samenwerking met de politie is er niet, bij gevolg zijn de overlastlocaties niet gekend. Conclusie: De gemeente Schoten moet aan het grote werk nog beginnen…

6.3. Initiatieven in Lubbeek

In de gemeente Lubbeek staat het onderwerp “ruimte” de laatste jaren centraal binnen de beleidsplannen. Een aantal jaar geleden zijn de eerste ideeën omtrent het inrichten van een aantal locaties naar boven gekomen. Het betrof toen voornamelijk

12

Page 13: hangen of gehangen worden

het inrichten van een aantal speelterreinen. Het idee bestond om heel wat speeltoestellen onder de vorm van klimtorens, glijbanen, schommels en dergelijke zaken meer in te planten. Omwille van het feit dat deze toestellen allemaal zeer duur zijn en dat de procedures voor het inplanten van zulke toestanden niet van de makkelijkste zijn, hebben deze dossiers nooit echt doorgang gevonden. Nu, een aantal jaren later, blijkt dat ook niet zo erg te zijn. De terreinen liggen er nu wel, en heel wat jongeren komen samen op deze terreinen, maar blijken helemaal geen wens te hebben in de richting van speeltoestellen. Het geheel dat de jongeren vragen gaat eerder de richting uit van bankjes, vuilnisbakken, eventueel een tafel, een basketpaal of een overdekt zithoekje. Aan deze vragen kan, vooral budgettair, veel sneller voldaan worden dan aan de ideeën die voorheen leefden bij het bestuur. De reden waarom er nu wel rechtstreeks aan de vragen van de jongeren kan voldaan worden, heeft veel te maken met het feit dat de jeugddienst de laatste jaren de mogelijkheid heeft gekregen om naar buiten te treden. Toen de jeugddienst pas opgestart werd, was dit een dienst waar veel “resterende” dossiers belandden. Nu, jaren later, is dit een volwaardige dienst met een eigen doelpubliek geworden. Men treedt naar buiten en vangt zo wel de echte signalen op die er bestaan. Men hoeft niet af te gaan op veronderstellingen. Op deze wijze kunnen de juiste zaken ingepland worden. De gemeente Lubbeek is hier aan een heuse, positieve opmars bezig.

7. Besluit

We hebben uit dit deel geleerd dat “hangen” een wijze van tijdverblijf is dat gecombineerd wordt met sociaal contact. Jongeren komen graag samen en willen dit op een losse, ongestructureerde manier doen zonder de controle van volwassenen. Zij kiezen hiervoor tal van plaatsen uit die aan een aantal criteria voldoen. Zo wil men onder andere gezien worden maar toch ook een bepaalde privacy behouden zodat men op deze plaats kan experimenteren en elkaar kan leren kennen op andere manieren. Voor jeugddiensten kan de opdracht bestaan om deze informele hangplaatsen op te sporen en deze een beetje her in te richten zodoende dat ze meer aan de wensen van de rondhangende jongeren voldoen. In het geval van deze speciaal daartoe ingerichte plaatsen spreken we van geformaliseerde hangplaatsen. Het samen-zijn van deze jongeren kan al eens leiden tot een onveiligheidgevoel bij de omwonenden. Ook hier kan de jeugddienst een cruciale rol spelen. Deze rol is afhankelijk van situatie tot situatie. Een stedelijke context, zoals bijvoorbeeld een jeugddienst als die van Leuven, kan meer ruimte geven tot specifieke bevoegdheden binnen de dienst. Meestal is de stedelijke context zelf ook de aanleiding tot deze thema’s en zijn die in kleinere gemeenten nauwelijks of niet aan de orde. Dit laatste zal verder in dit werk uitgebreider besproken worden. Dit wil echter niet zeggen dat hangende jongeren geen gegeven van een dorp of een gemeente kunnen zijn. Ze zijn er wel, maar de mogelijkheid om er mee te werken is beperkter vanuit de betrokken diensten.

13

Page 14: hangen of gehangen worden

Rondhangen is zoals we in het vorige deel reeds konden lezen zeker geen nieuw gegeven, vraag dat maar aan Jan en Dylan. In sommige culturen is het ook een vanzelfsprekend iets (mediterrane gebieden).

1. Eerste signalen van het fenomeen rondhangen

Sinds 1996 werden de eerste signalen in verband met hangjongeren vanuit de gemeenten gesignaleerd9. De “overlast” die de hangjongeren met zich zouden meebrengen is uiterst gevarieerd en erg subjectief. Het hangt af van de opvulling die de omwonenden eraan geven. Een zaak die zeker als een paal boven water staat is dat, ook al zijn er heel wat verschillende invullingen, het meestal gaat om een negatieve invulling van het fenomeen.

In 1997, tijdens de welzijnsconferentie “Een voet tussen de deur”, werden er echter een aantal nieuwe uitgangspunten in het daglicht gesteld, nl.:

jongeren komen in een belangrijke fase waar het “gezien worden” en het “bewijzen” zeer belangrijk zijn;

rondhangen is een goedkope manier om je te vermaken.

Deze beide uitgangssituaties tonen aan dat er niet onmiddellijk dient vertrokken te worden vanuit een probleemsituatie. Het gaat eerder om een uiting die bij de leeftijd hoort, net zoals dat al generaties na generaties het geval is.

2. Vanwaar dan die dreiging?

De open ruimte die er vroeger was, is steeds schaarser en schaarser geworden. In vele buurten bestond door het beleid doorheen de jaren de overtuiging dat de hele omgeving ten dienste moest staan van de woonfunctie. Open plekken of parkjes werden vaak niet meer voorzien. Het was plaatsverspilling, zeker in een tijd waarin “huisje, tuintje, kindje” een hoofddoel geworden zijn.Bijgevolg kreeg dan ook elke centimeter grond een eigen bestemming. Dit leidde tot een zeer compacte stad of dorp en een daarmee gepaard gaande enorme verkeersdrukte. Al die mensen moesten zich immers zo goed mogelijk kunnen verplaatsen over tal van nieuw aangelegde wegen. Dit alles heeft als gevolg dat de informele ontmoetingsruimten steeds meer en meer werden en worden teruggedrongen. Het is echter net aan deze plaatsen dat de jongeren nood hebben. Een eigen veilige plek om te ravotten, met leeftijdsgenoten samen te zijn, …

De nieuwe tendens laat in nieuwbouwplannen wel ruimte open voor plekken waar de jongeren kunnen samenkomen. Ze worden in eerste instantie wel voorzien, maar nadien ook vaak weer geschrapt omwille van kostenbesparingen.

9 Studiedag VVJ Bornem, 10 januari 2002

14

Page 15: hangen of gehangen worden

Dit alles heeft als gevolg dat de jongeren zich een plek gaan toe-eigenen in het centrum, net daar waar vele mensen samenzijn. Zij hebben geen andere keuze meer. De open plaatsen zijn weg. Deze concentraties aan jongeren, in de veel te kleine ruimte, zorgt voor een gevoel van overlast en bedreiging. De al te kleine ruimte wordt nog eens extra bevolkt.

3. Enkele medespelers

Uiteraard zijn het in de eerste plaats de buurtbewoners of de mensen die zelf hinder ondervinden waarmee men dient te werken. Wat zijn de oorzaken waarom zij zich niet goed voelen in het bijzijn van deze jongeren? Maar, wij gaan ons in dit deel beperken tot enkele medespelers in het beleidsnetwerk. Wat is een mogelijke rol voor het beleid? Hoe kan van bovenaan iets gedaan worden aan het probleem en liefst voor lange tijd? We bespreken achtereenvolgens de rol van de politie en de gemeentelijke/stedelijke overheid.

3.1. Politie

De politie is vaak de eerste die beroepsmatig met de spanningen van de jongeren en de omwonenden in contact komen. Buurtbewoners bellen, zoals reeds eerder werd besproken, onmiddellijk naar de politie, want de politie vertegenwoordigt het gezag en die moet het dan maar oplossen. Deze mensen hebben ondertussen ook wel door dat het steeds blijven wegsturen van de jongeren geen efficiënte oplossing is, maar eerder een soort van kat en muis spel. Vaak is de “overlast” even weg, maar na enige tijd zijn de jongeren daar weer.

3.2. Lokale overheid

Uit het voorgaande kunnen we afleiden dat er een alternatief moet komen dat de jongeren kan boeien. Het verjagen van de ene plaats om de jongeren iets later op een andere locatie weer zien op te duiken, heeft geen zin. Het is een verplaatsen van het probleem dat gepaard gaat met de zeer verontrustende vraag: “Waar zijn wij dan wel welkom? Overal worden we weggejaagd!”.

Het komt er dus in hoofdzaak op neer om een locatie te creëren waar de jongeren zich goed voelen. Deze aangelegde plaats zou niet alleen een ontmoetingsplaats en een toevluchtsoord moeten zijn voor de hangjongeren van vandaag, maar ook voor de volgende generaties van jongeren. Dergelijke plekken moeten dus zo opgemaakt zijn dat ze steeds weer opnieuw kunnen bezocht worden door de jongeren en dat de omwonenden geen of een minimum aan hinder ondervinden.

Het opstarten en inrichten van zo een plaats is een proces dat gepaard gaat met vallen en opstaan. Het is vooral een proces van communicatie. Communicatie is de sleutel van het geheel. Samen met het inrichten van de ruimte is het ook de bedoeling dat er met de jongeren rekening gehouden wordt. Participatie en spreekrecht bij gemeentelijke plannen in verband met ruimte worden dan ook

15

Page 16: hangen of gehangen worden

onontbeerlijk. De vroegere eenzijdige communicatie van volwassenen naar jongeren toe moet plaats maken voor tweezijdige communicatie. Ook de volwassenen dienen open te staan voor de ideeën van de jongeren10.

4. Nut van het formaliseren van hangplaatsen voor het beleid

Vele gemeenten starten aan een hangbeleid als er in toenemende mate overlast door jongeren wordt gesignaleerd door ofwel de buurt of de politie. De aanpak die daarop volgt is veelal niet probleem-oplossend, maar eerder symptoombestrijdend. Jongeren worden aangepakt op hun druggebruik, geluidsoverlast, vandalisme,… Naar de échte vraag van de jongeren wordt niet geluisterd. Een formalisering van een hangplaats mag dus niet uitgaan van de verwijdering of verplaatsing van de overlast, maar eerder wel van een inbedding van de jongeren in de buurt op een verantwoorde manier. Daarvoor wordt eerst de werkelijke vraag van de jongeren onderzocht. Het construeren van een hangplek kan even goed negatieve gevolgen hebben voor de jongeren, als deze niet wordt gebruikt.

4.1. Nut naar de jongeren toe

De werkelijke vraag van de jongeren is gehoord. Er is plaats voor discussie met het beleid. De jongeren hebben een vast afspreekpunt, waar ze niet om de haverklap worden weggestuurd of met de politie worden geconfronteerd. Dit geeft hen een gevoel van geborgenheid en aanvaarding. Ze kunnen hun verantwoordelijkheden waarnemen en kunnen zich naar de buurt toe bewijzen.

4.2. Nut naar de buurt toe

De buurt ervaart de inrichting als een acceptatie van hun vraag. Zowel de vraag naar het ‘verwijderen’ van de overlast als de vraag naar een plaats voor hun jongeren. Er is een duidelijke zonering in het gebruik van de openbare ruimte van de buurt. Kinderen hoeven niet door het territorium van de jongeren en jongeren worden niet gestoord door de kinderen. Zo ook voor de andere buurtbewoners. Het klimaat van aanvaarding krijgt terug voorrang op de territoriumstrijd.

Jongeren kunnen worden aangesproken op een vaste plaats door de omwonenden. Het opzoeken van de jongeren is eenvoudiger en de contacten kunnen op die manier ook verbeterd worden.

4.3. Nut naar de dienstverlening toe

Lokaliseren van jeugd geeft verhoging van bereikbaarheid aan de jeugdwelzijnssector en andere diensten. De verschillende partners in de dienstverlening rond deze groep bereiken hun doelgroep eenvoudiger. 10 zie deel 4: (S)Preek…, het verhaal van communicatie en budgetten

16

Page 17: hangen of gehangen worden

De jongeren- of buurtsportwerker heeft een duidelijke uitvalsbasis om activiteiten te plannen en uit te voeren, vragen te detecteren, opmerkingen vanuit andere diensten of de buurt voor te leggen en eventueel hulp te bieden bij probleemsituaties. De jongerenwerker kan een intermediaire functie vervullen: het belang van de jongeren duidelijk maken, maar zich ook inleven in de wensen van de omwonenden en andere partijen en tot gezamenlijke afspraken komen.

De technische dienst of de reinigingsdienst heeft de mogelijkheid om de jongeren aan te spreken over eventuele vernielingen, te informeren over veranderingen in de buurt.

De politie kan de hangplaats opnemen in de bezoeken aan de wijk. Zo kunnen de jongeren deelnemen aan de discussie en worden bepaalde situaties beter gekaderd. De buurt zal ook minder overlastmeldingen maken en dus ook minder interventies vragen. Na het inrichten van een hangplaats, kan deze ook als ‘verwijsplek’ functioneren. Bij overlast door jongeren, kunnen deze aangezet worden om een ingerichte plek te gebruiken als afspreekpunt. Er moet echter wel rekening gehouden worden met de inrichtingsvoorwaarden van de plek en de beschikbaarheid van de plek. Als er al een andere groep bezit heeft genomen van de jongerenontmoetingsplaats, kan men andere jongeren bezwaarlijk doorverwijzen naar deze plaats.

4.4. Nut naar planning van ruimte

Het plannen van een Jop, samen met de jongeren, de buurt en de verschillende dienstverleners, kan een goede inplanting tot gevolg hebben. Dit kan enkel het nut van de plaats vergroten en eventuele toekomstige problemen vermijden. De gemeente kan op deze manier een stuk de verzuring van een wijk tegengaan. Als de verschillende partners in overleg kunnen gaan om voornoemde redenen, krijgt het beleid een werkelijk beeld van de buurten en hoeft het niet steeds meer te werken aan symptoombestrijding, maar kan het focussen op de dieperliggende noden.

Nu men de laatste vrije ruimte aan het bestemmen is, is het belangrijk om ook de huidig eventueel beschikbare ruimte voor jeugd te definiëren. Hierin moeten de jongeren op lokaal niveau ook inspraak krijgen over de beschikking van de gronden. Momenteel is de plaats voor de jongeren in de adviesgroepen rond ruimtelijke planning heel beperkt tot onbestaand. GeCoRo’s zijn gesloten voor de individuele jongeren en een jeugdraad werkt meestal met de georganiseerde jeugd. Investeren in de ongeorganiseerde jeugd is dus een must om toekomstig plaatsgebrek voor jongeren en de hieraan gelieerde problemen te mijden. Daarom is het noodzakelijk om de informele hangplaatsen van jongeren in kaart te brengen en de behoeften te onderzoeken. De inrichting van een hangplaats geeft ook de mogelijkheid om politiek te scoren bij de inwoners. Het nut kan naar de verschillende partijen positief vertaald worden.

17

Page 18: hangen of gehangen worden

5. Vergelijken van de 3 jwbp’s en jrp-en

Zoals reeds gebleken is uit de vergelijking van de initiatieven van de 3 jeugddiensten, zit men op verschillende snelheden te werken.

De stedelijke jeugddienst van Leuven beschikt over een jongerenwerker die op regelmatige basis de verschillende hangplaatsen bezoekt. Dit heeft tot doel eventuele problemen en vragen tijdig op te lossen of door te spelen. De jongerenwerker fungeert hier als tussenpersoon tussen het beleid en de jongeren. Hij informeert naar de inspraakmogelijkheden en peilt naar noden of vertroebelde relaties binnen de gemeenschap. Zo zijn er reeds een vijftiental hangplaatsen van tieners die regelmatig bezocht worden. Binnen de opmaak van et jeugdruimteplan is ook zichtbaar dat er reeds rond de “hangproblematiek” gewerkt wordt. Er is een duidelijk hoofdstuk aanwezig dat enkel omtrent hangen handelt. Hier wordt gepeild naar de noden van de rondhangers, de reactie van de omgeving en de buurtbewoners, e.d.m. Binnen het beleidsplan is er ook reeds een inventarisatielijst terug te vinden van de gekende hangplaatsen.

Zoals reeds eerder vermeld werd heeft men in het verleden in de gemeente Schoten nog niet echt rond het thema “hangen” gewerkt. Uit het jeugdwerkbeleids- en jeugdruimteplan blijkt wel dat er aandacht besteed wordt aan een speelpleinenbeleid en dit onder twee noemers, met name het inrichten van speelterreintjes en het creëren van speelstraten. Dit eerste heeft echter als gevolg dat er in de praktijk, sinds de speelpleintjes er gekomen zijn, steeds meer jongeren op het speelplein aanwezig zijn die ver boven de leeftijd van de normale gebruikers van de speeltoestellen zitten. Deze ervaring toont aan dat er toch vraag is naar hangplaatsen. De jeugddienst zal dan ook betrachten om hier naar de toekomst toe een beleid voor te voeren. In het Lubbeekse bevindt men zich ergens tussen beide voorgaande situaties. Plaats binnen de jeugddienst voor een aparte jongerenwerker is er niet, maar de jeugdcoördinator kan binnen zijn tijdspakket wel ergens een gaatje weten te vinden om de verschillende gekende plaatsen een bezoek te brengen en na te gaan wat de behoeften van de aanwezige jongeren zijn. De jongeren zijn voor een groot deel ook reeds gekend. Hangen op zich is geen apart gegeven binnen het jeugdwerkbeleidsplan en het jeugdruimteplan, maar het is een onderwerp dat wel gevoelig aanwezig is. Vaak kadert men het hanggebeuren in het meer ruimere “ruimte voor de jeugd”. Men wil ontmoetingsplaatsen creëren voor de jeugd en hier is ook nood aan. In dit opzicht is men toch zeker de goede weg aan het uitgaan.

6. Besluit

Nadat er signalen werden opgevangen over de overlast die de buurten voelden in verband met hangen, werd dit een duidelijker beleidsdomein. Het was iets dat er altijd geweest was, maar niet steeds even duidelijk aan de oppervlakte kwam. Voornamelijk het feit dat er steeds meer vrije en lege ruimte kwam drong de jongeren in een enger hoekje zodoende dat hun bewegingen ook veel sneller opgemerkt

18

Page 19: hangen of gehangen worden

werden door de buurt. Hierin is een belangrijke taak voor het beleid weggelegd. Iets doen met het gegeven “hangplek”. Enkel repressief optreden is niet meer aan de orde, dat mag wel duidelijk wezen.

Uit de praktijkervaringen komt dan ook naar voren dat men stilaan overal omtrent het onderwerp begint te werken. Op stedelijk niveau blijkt bij de vergelijking van de drie jeugddiensten wel reeds meer ondernomen te zijn dan op gemeentelijke schaal. Dit kan eventueel te maken hebben met het gegeven dat de jongeren in stedelijke buurten reeds veel langer de “engheid” ervaren naar ruimte toe. Op de buiten is er toch nog altijd ergens een vrij plaatsje terug te vinden. Het probleem van vrije ruimte is nog iets beperkter.

19

Page 20: hangen of gehangen worden

We hebben reeds aangetoond dat “overlast” niet zomaar af te kopen is met het inplanten van een paal, een dakje en een bankje. Esthetische gezien zou dit uiteraard de mooiste oplossing zijn. Door deze zaken valt het niet eens op dat er iets speciaal voor jongeren aanwezig is. Het kan dienen voor elke leeftijdsgroep. En, vaak zal dat dan ook zo zijn. De jongeren gaan wegblijven van deze plaats, want ze is niet interessant meer. De uitdaging van de plaats is verdwenen samen het de inplanting van het bankje. Het geld dat men in deze plaats gestoken heeft is verdwenen in een levenloze plaats. Een beleid voor ontmoetingsplekken moet meer zijn dan het lucratief inplanten van mooie perkjes. Het gaat hier in de eerste plaats om een beleid naar jongeren toe. Het is hun plaats en daarvoor moet men naar hen luisteren. Misschien willen zij dat bankje dat voorzien was in de begroting wel net niet! Misschien willen zij wel wat anders dat met dezelfde budgetten kan aangekocht worden en wel aantrekking heeft.

1. Het opstarten van een communicatie

Alvorens tot een gesprek te komen dienen de rondhangers benaderd te worden. Dit kan het beste gebeuren vanuit een algemeen jeugdbeleid en niet vanuit een probleemsituatie. Hier speelt de jeugddienst vaak een cruciale rol. Het is de jeugddienst die het best geplaatst is in het verzorgen van de communicatie met de rondhangers. Hierbij dienen een aantal zaken in acht genomen te worden, nl.:

neem de jongeren serieus; respect is belangrijk; spreek de jongeren persoonlijk aan; zorg voor een goede begeleiding; heldere taal; check wensen af; aanspreken op concrete zaken; doe geen loze beloften; concrete afspraken over beheer.

Het is echter niet steeds even eenvoudig om met de jongeren een gesprek op te starten. Ze hebben geen echte woordvoerder, er is geen leider aanwezig. Het zijn meestal allemaal individuele personen met allemaal aparte wensen en grieven die elkaar toevallig treffen op die ene plaats.

En toch moeten we op zoek naar die aanspreekpunten. Een ontmoetingsplek zonder een degelijke samenwerking met de jongeren zelf is vanaf het begin tot mislukken gedoemd. Jongeren zelf kunnen immers precies aangeven wat ze willen en waar ze het willen. Zo zal die plek, waar de gemeentelijke gelden ingestoken worden, ook blijven gebruikt worden. Het is hun plek, daar waar ze ze hebben wilde. Zo hebben ook de volwassenen niet het gevoel dat hun geld aan niets werd uitgegeven. En, naast de jongeren zelf, hangt het succes van een hangplek in ruime mate ook af van de instemming van net deze volwassen buurtbewoners. Wanneer we deze cirkel kunnen sluiten, zullen reeds vele problemen verholpen zijn.

20

Page 21: hangen of gehangen worden

Maar, met jongeren praten betekent ook niet automatisch het realiseren van een hangplek. Het is best mogelijk dat de jongeren iets helemaal anders willen dan een hangplaats. Het zou kunnen zijn dat men er samenkomt uit verveling. Men zou misschien liever een balletje trappen of gooien? Aanbieden van andere initiatieven zoals buurtbal zijn hier een alternatief. Een voetbal-, basket- of volleybalterreintje voldoet soms wel aan de voorwaarden, terwijl een gewone bijeenkomstplaats niet het beoogde resultaat zou hebben.

Naast het leggen van de juiste communicatienetwerken kan het uitoefenen van een niet-controlerend toezicht ook een bijkomende opdracht zijn voor de jeugddienst. Op deze wijze kunnen problemen voorkomen worden. Jongeren kunnen in hun eigen buurt aangesproken worden om in bepaalde projecten betrokken te worden, zoals bijvoorbeeld de Grabbelpaswerking. Zodoende zijn de jongeren van de straat en leren zij eigen verantwoordelijkheden leggen.

2. Opgepast voor valkuilen, wolfsklemmen en schietijzers

De gemeente moet de belangen van zowel de volwassen buurtbewoners als die van de hangjongeren behartigen. Hiertussen moet zij een balans zien te vinden. Dit is in de meeste gevallen geen eenvoudige opgave. Het is vaak een balanceren op een dunne koord. Eén misstap kan fataal zijn om al het vorige terug in elkaar te laten storten.

Bij het behartigen van de belangen van beide doelgroepen, dient men ervoor te zorgen dat men niet in zeven sloten tegelijkertijd loopt. Enkele van de meest voorkomende fouten worden hieronder besproken.

Te snelle beloftenEr mogen niet te snel beloften gedaan worden. Dit is een gevaarlijke valkuil. Vaak wordt er vanuit het beleid een signaal gegeven tot een oplossing, maar dit duurt dan nog vaak een ganse tijd omdat de ganse administratieve molen moet doorlopen worden. Ondertussen zijn de jongeren het wachten op de belofte al meer dan beu en gaat men van de veronderstelling uit dat er toch niets voor hen gedaan zal worden.

Eenzijdige communicatieMen mag zich als politieker niet enkel laten leiden door de gegevens van de omwonenden en de buurt. Dit is een eenzijdige kijk op de zaak. Vaak zijn deze mensen er alleen op uit om de jongeren, ook al veroorzaken ze niet echt overlast, naar een andere plaats te laten verdwijnen. Er kan een grond van waarheid in terug te vinden zijn, maar leg toch ook de nodige contacten met de jongeren zelf! Zij kunnen zo hun kijk op de zaak weergeven. Bij de klachten van de buurt gaat het overigens ook vaak om “vermoedens”. Men heeft toch wel een sterk vermoeden dat er drugs bij te pas komen, men vermoedt dat de jongeren stelen uit de winkel, …

Maak duidelijke afsprakenDe afspraken moeten zo zijn dat de jongeren er zich ook aan kunnen houden. Vaak worden er met de jongeren zo een ingewikkelde afsprakenprocedures gemaakt dat

21

Page 22: hangen of gehangen worden

zelfs de ouderen er zich niet aan zouden kunnen houden. Maak geen afspraken die niet nageleefd kunnen worden of die je zelf ook met de voeten treedt.

TijdGoede plannen kunnen door het doorlopen van allerhande inspraakprocedures een verlammende werking oplopen. Tijd is één van de meest cruciale gegevens in het aanleggen van een formele hangplaats. Zorg dat de werken niet zo lang duren dat de jongeren uit verveling naar andere oorden trekken.

Geen openlijke terechtstellingenEen politicus die in probleemsituaties het wangedrag van de jongeren openlijk aan de kaak stelt kan in de meeste gevallen op heel wat stemmen van de buurtbewoners rekenen. Hij zal het probleem eens aanpakken. Dit zijn extra stemmen die soms nodig kunnen zijn. Maar, ook al hebben de jongeren van vandaag nog geen stemrecht, het zijn wel de kiezers van morgen. De lange termijn invloed mag zeker en vast niet onderschat worden. Verder hebben deze jongeren ook ouders, leerkrachten en anderen die betrokken partij worden. Deze kunnen op hun beurt ook wel eens afrekenen met het college. Het jeugdbeleid op zich kan in de media ook vaak op zekere sympathie rekenen. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.

3. Na de goede dialoog, de NIMBY… (Not In My Backyard)

Iedereen vindt meestal alle voorstellen om het de jongeren beter te maken wel goed en wel, maar toch ziet men deze verwezenlijkingen het liefst niet in de nabijheid van z’n eigen deur. Dit is niet enkel zo voor hangjongeren, maar ook voor bijvoorbeeld woonwagenbewoners, …Vermits het slagen van een goede hangplaats ook te maken heeft met de reactie van de buurt, is het dan ook aan te raden deze plaats beter niet te dicht in de buurt van woningen in te richten omwille van onder andere geluidsoverlast van de jongeren maar ook met de hiermee gepaard gaande bemoeizucht van de volwassenen. Te ver uit het zicht is ook niet goed. Sociale controle vermindert anderzijds weer de kans op ongeoorloofd gedrag.

Het is trouwens ook niet de wens van de jongeren om zich van de maatschappij af te zonderen. Interesse en verkenning zijn zeker zo belangrijk en dat kan niet op afgelegen plaatsen.

4. Integraal jeugdbeleid

Lawaai, overlast en onveiligheid zijn vaak terugkomende zaken als men het heeft over de hangjongeren.Het realiseren van een ontmoetingsplek begint dan ook vaak vanuit een negatief buurtstandpunt. Omwonenden hebben last en willen eigenlijk alleen maar dat de jongeren verdwijnen. We gaan steeds meer naar een individualistische samenleving. Mensen appreciëren het minder als er anderen in hun buurt rondhangen.

22

Page 23: hangen of gehangen worden

Ontmoetingsplaatsen zijn echter geen op zichzelf staande plekjes. Ze moeten deel uitmaken van een weloverwogen pakket van een heel aantal voorzieningen. Samenwerken met sport en andere sectoren is niet alleen belangrijk voor de communicatie, maar ook voor de signalering van bepaalde zaken. Dit houdt in dat een jongerenontmoetingsplek geef goedkoop alternatief mag zijn om de jongeren stil en rustig te houden. Jongeren voelen immers heel goed wanneer er iets gemeend is of wanneer het loze woorden zijn. Uiteindelijk zijn het in de eerste plaats nog steeds de jongeren zelf die kunnen zeggen of het creëren van een hangplek de oplossing is, een stuk van de oplossing of misschien wel weggegooid geld!

5. Besluit

Als we met al de voorafgaande gegevens rekening houden, gaan we sowieso een betere communicatie tegemoet dan voorheen. Punten als: te snelle beloften, duidelijke afspraken, tijd, enz. zijn heel belangrijk…Wat we toch nog even willen benadrukken is dat deze tips geen gegarandeerd succes geven. Het overleg met de verschillende partijen mag dan nog voorbeeldig verlopen, er zijn altijd addertjes onder het gras waar we naast kunnen zien. En dan nog niet gesproken over de welbekende NIMBY die op elk moment kan toeslaan.We zouden niet de eerste dienst zijn die na een perfecte aanpak er niet in slagen ons doel te bereiken om dan bij de pakken te blijven zitten.

23

Page 24: hangen of gehangen worden

Na het luisterend oor bij de buurt en de jongeren zelf en de verwerking van de theorie, worden in dit laatste deel de te zetten stappen nog eens gedetailleerd één na één doorgenomen.

Voor en na het inrichten van een hangplek…

1. Voorwaarden voor een goede locatie

Zoals besproken bij het punt ‘onveiligheidsgevoel’ zijn er een aantal redenen waarom jongeren op bepaalde locaties rondhangen. Het is belangrijk hiermee rekening te houden als we een hangplek inrichten:

1.1. Zien en gezien worden

Jongeren willen zien wat er in de wereld gebeurt, we zien vele tieners op drukke kruispunten, pleinen, haltes, enz. zitten.Hiernaast willen ze ook gezien worden, vooral door leeftijdsgenoten (van de andere sekse). Het gedeelte ‘uitdagen’ speelt hier ook een rol, zo willen ze reacties uitlokken van de voorbijgangers.Wel moeten we rekening houden met het feit dat een hangplek niet te dicht bij huizen geplaatst wordt, dit om de nodige problemen met geluidsoverlast te voorkomen. Sociale controle, het feit dat ze steeds gezien worden, is wel belangrijk. Plaats deze plek niet in een afgelegen deel waar niemand een oogje in het zeil kan houden.

1.2. Rugdekking

In het openbaar rondhangen is één ding maar jongeren willen niet altijd bekeken worden, daarom kiezen ze plekken uit waar ze niet van alle kanten bekeken kunnen worden. Veel hangplekken zijn langs de voorkant open maar hebben inderdaad rugdekking. Dit kan eveneens zorgen voor een beschutting tegen de wind.

1.3. Er moet iets te doen zijn

Er moet in de nabijheid van de hangplek iets te doen zijn van welke aard ook dat hen interesseert: basket- of voetbalveld, fitnessuitrusting of andere sporttoestellen, snackbars of iets anders waar dranken of snoep worden verkocht.

1.4. Openheid en geslotenheid

Een open ruimte, voor de zichtbaarheid en om te voetballen e.d., is wenselijk bij een hangplek. Aan de andere kant is er soms ook behoefte aan privacy voor bijv. een gesprek tussen vriend(inn)en of een verliefde ontmoeting. Hiervoor zijn struiken of een muurtje natuurlijk ideaal.

24

Page 25: hangen of gehangen worden

1.5. Niet in de buurt van

Met verschillende zaken moet zeker rekening gehouden worden als we een hangplek inrichten, met enkele andere zaken moet rekening gehouden worden maar deze zijn niet noodzakelijk: niet in de buurt van bejaardenwoningen of -ontmoetingsplaatsen; niet in de uithoek van een woonwijk, dorp of gemeente. Hierdoor voelen

jongeren zich uitgesloten en heeft het bij gevolg negatieve consequenties t.o.v. afwijkend gedrag;

in het gezichtsveld van buurtbewoners maar uit gehoorsafstand (+/- 50 meter);

zichtbaar vanaf de openbare weg. Zo kunnen jongeren zien of er leeftijdsgenoten aanwezig zijn;

meestal worden hangplekken gecombineerd met speelpleintjes. Indien dit noodzakelijk is, dient er wel een duidelijke afscheiding te zijn tussen het gedeelte voor kinderen en jongeren (bijv. haag of hek). Op deze manier voelen de kleintjes zich niet geïmponeerd door de groteren;

indien er in de gemeente problemen zijn met drankverkoop aan minderjarigen door de nachtwinkels is het geen goed idee om in de buurt van deze winkels een hangplek in te richten.

1.6. Een natuurlijke plek

Het is evident dat jongeren naar een plek gaan waar het aangenaam vertoeven is. Aangelegde hangplekken moeten zo goed mogelijk het karakter uitstralen van een natuurlijke hangplek. Hiervoor is het goed om op voorhand de bestaande hangplekken te inventariseren zodat er een goed beeld kan gevormd worden voor de inrichting en vormgeving van een hangplek. Participatie van de jongeren kan hier natuurlijk ook in helpen. Een strakke, nieuw blinkende hangplek is bij gevolg niet zo’n goed idee.

2. Inrichten van een hangplek

2.1. Beschutting

Gezien ons klimaat moet een hangplek beschutting hebben tegen neerslag en wind.

2.2. Bereikbaarheid en verkeersveiligheid

Fietspaden en voetpaden moeten gesitueerd zijn in het buurt van de hangplek zodat jongeren hiervan gebruik kunnen maken om met de fiets of brommer tot aan de hangplaats te geraken. Zorg er eveneens voor dat de punten waar de jongeren de weg opkomen veilig zijn.

2.3. Vandalismebestendig

25

Page 26: hangen of gehangen worden

De gebruikte materialen van een hangplek en de directe omgeving moeten vandalismebestendig zijn. Jongeren zijn fysiek actief en willen testen hoe sterk bepaalde zaken zijn, hoe het geheel in elkaar zit, wat er allemaal mee kan gedaan worden, enz. Het zal wel eens voorkomen dat ze met een mes hun naam in een houten bank kerven, een jong boompje zal wellicht sneuvelen… Deze feiten zijn op voorhand allemaal te verwachten en we kunnen het dan ook klasseren onder ‘slijtage’. Hiermee moet rekening gehouden worden als we over onderhoud gaan spreken. Vandalisme en pure vernielzucht komen natuurlijk ook voor, dit is niet altijd te voorkomen…

2.4. Straatmeubilair

Behalve een fietsenrek en een struik of muurtje moeten nog enkele andere zaken voorzien worden. Zo is verlichting geen overbodige luxe. De nodige prullenbakken mogen zeker niet vergeten worden, zorg wel dat ze vandalismebestendig zijn.

2.5. Betrekken bij inrichting en vormgeving

Om ervoor te zorgen dat jongeren het gevoel hebben dat een plek van hen is, kan je ze betrekken bij de verwezenlijking ervan. Dit liefst vanaf het begin, bij de keuze van de soort hangplaats, tot de eigenlijke inrichting. Een naamkeuze van de plek wordt best ook aan hen overgelaten.

2.6. Een bijzondere rol voor meisjes

Meisjes in een groep hebben de eigenschap om een positieve invloed te hebben. De jongens blijven meer in het eigen woongebied en ze vormen ook een tegengewicht tegen opkomende neigingen tot overlast of vernielingen.Wel moeten meisjes enige ruimte voor zichzelf kunnen hebben. Hier moet zeker rekening mee gehouden worden bij de inrichting van een hangplek want als meisjes zich ergens niet op hun gemak voelen, zullen ze minder snel komen.

3. Spreiding in een woongebied, oppervlakte en kostprijs

3.1. Aantal hangplekken t.o.v. jongeren

Het is zeer moeilijk om een precies getal te kleven op het aantal hangplekken die voorzien moeten worden per gemeente of dorp. Dit hangt af van verscheidene factoren. Met enkele factoren kan wel rekening gehouden worden (aantal jongeren, accommodaties voor jongeren, ontbreken van buitenruimte, sociaal-economische factoren, overlastlocaties, enz.).De belangrijkste factor is natuurlijk het aantal jongeren die er zijn in de gemeente, dorp of stad. Hier rekenen we de jongeren tussen 12 en 17 jaar. In de praktijk kan men ruwweg rekenen op één hangplek per 500 jongeren tussen 12 en 17 jaar.

3.2. Accommodaties voor jongeren

26

Page 27: hangen of gehangen worden

Ook is het belangrijk een zicht te hebben op het aantal plekken waar jongeren min of meer ongedwongen kunnen samenkomen. Houd hiermee ook rekening met de jeugdverenigingen, sportclubs, speelvelden, skatebanen, e.d.m.3.3. Ontbreken van buitenruimte

Indien we willen weten of een woonomgeving voldoende ruimte biedt om hangplekken te maken waar jongeren zich goed voelen, moeten we een systematische rondgang van de gemeente doen. Cijfers over bevolkings- en bebouwingsdichtheid kunnen hierbij zeker helpen.

3.4. Sociaal-economische factoren

Het is goed om weten dat woongebieden waar weinig financieel gezondere mensen wonen de jongeren minder gebruik maken van officiële vrijetijdsvoorzieningen, zij hebben meer de neiging om op straat rond te hangen. Hiermee willen we niet zeggen dat hangplekken zo moeten georganiseerd worden dat ze pseudo-jongerenverenigingen worden. Het bestaande aanbod aan hangplekken moet dan vervolgens gewoon verbeteren.

3.5. Overlastlocaties

Indien er bij de gemeente of lokale politie meldingen komen, worden deze veelal bijgehouden. Op basis van deze cijfers kunnen de knelpunten goed nagegaan worden en de probleemlocaties onder handen worden genomen.

3.6. Spreiding

Jongeren zijn nogal buurtgebonden, daarom is het aangewezen om op verschillende locaties en redelijk verspreid over het grondgebied hangplekken te voorzien. Een ander argument is dat niet alle jongeren hetzelfde zijn (sociaal-cultureel gezien).

3.7. Oppervlakte van een hangplek

Er kunnen allerlei creatieve manieren gezocht worden om hangplekken te maken. De ruimtelijke mogelijkheden zijn ook steeds anders. Daarom is het lastig om daar richtlijnen op te kleven. Rekening houdend met de ruimte waar de jongeren kunnen bewegen, moeten we toch rekenen tussen 100m² en 250m². Dit indien de hangplek niet gesitueerd is nabij een park of groot plein.

3.8. Binnen een straal van 1 km

Jongeren tussen 12 en 16 jaar zijn nog behoorlijk gehecht aan de wijk waar ze wonen en zijn bovendien nog niet zo heel mobiel. Dit in tegenstelling tot de 16-18 jarigen die al over gemotoriseerd vervoer beschikken. Als regel wordt een straal van maximaal 1 kilometer genomen.

3.9. Kostprijs

27

Page 28: hangen of gehangen worden

De kostprijs van een hangplek varieert sterk van de creativiteit, de hulp van de jongeren, subsidie van winkeliers die overlast zien verdwijnen, enz… Als richtbedrag kunnen we rekenen van € 10.000 tot € 12.500. Dit kan echter oplopen tot € 25.000.

4. Procedures

Het spreekt voor zich dat een hangplek niet zomaar overal kan ingeplant worden. Er zijn verschillende regels waar we aan gebonden zijn.

4.1. Bestemming

We moeten rekening houden dat we niet tegen de schenen van de technische dienst stampen en de hangplek uiteindelijk moeten verwijderen. Vooraf dient er goed te worden gekeken naar het gewestplan (niet in natuur- of bosgebied) en het BPA (plaats en materiaal) of het voorstel op die locatie wel haalbaar is.

4.2. Ruimtelijke ordening

Indien er inspraak kan zijn door de jeugd bij het ontwikkelen van een plan voor een nieuwe wijk of een herstructurering van een bestaande wijk, houd dan rekening met bepaalde locaties waar de jongeren kunnen samenkomen. Dit is natuurlijk niet vanzelfsprekend als we weten over hoeveel geld ze daar spreken en het is geweten dat rondhangende jongeren niet echt een meerwaarde zijn voor de omliggende woningen.

4.3. Bouwvergunning

Een volgende stap is het aanvragen van een bouwvergunning. Natuurlijk is dit niet altijd nodig maar hier kan je best eens naar informeren.

4.4. Veiligheid

Houd rekening met brandveiligheid, geluidswering, bouwvoorschriften, e.d. Indien de hangplek wordt gecombineerd met speeltoestellen voor jongeren zijn er natuurlijk de gekende KB’s van 28 maart 2001 m.b.t. veiligheid van speeltoestellen en de uitbating van speelterreinen.

5. Begeleiding, onderhoud en beheer

Zoals opgenomen in de eerdergenoemde KB’s dient er bij hangplekken eveneens een regelmatig nazicht te zijn van deze locaties, even alles op een rijtje:

5.1. Beheer

28

Page 29: hangen of gehangen worden

Regelmatige controle : Dit is een (twee)wekelijkse controle van de hangplek op vernieling, vervuiling, oppervlakkige slijtage enz. Kortom een snel nazicht of alles nog in orde is.

Onderhoud : Indien er iets geconstateerd wordt van onregelmatigheden tijdens de controle dient dit zo snel mogelijk rechtgezet te worden. Twee maal per jaar moeten we ook een rondgang doen om alle bouten e.d. aan te vijzen, eventueel een nieuwe beschermingslaag aan te brengen op het hout, dak proper te maken, enz.

Grondig Nazicht : Eenmaal per jaar moeten we alles goed nakijken op de structurele integriteit. Dit houdt in dat alle mogelijke onderdelen van de hangplek grondig worden nagekeken tot op het kleinste onderdeel.

Aanpassingen : Voor hangplekken is het belangrijk dat er af en toe een aanpassing gebeurt, rekening houdend met het wisselen van de gebruikers.

Financiële aspecten : Het spreekt voor zich dat er jaarlijks de nodige budgetten voorzien worden om deze plekken te onderhouden en aan te passen.

5.2. Beheersvormen

Het beheer van een hangplek kan op verschillende manieren gebeuren: door de gemeente, door een wijk- of buurtvereniging of een samenwerking tussen de twee. Als er een samenwerking is moet er goed worden afgesproken wie wat voor z’n rekening neemt. Maak een beheersovereenkomst waarin de afspraken met de eigenaar van

het terrein in worden vastgelegd. Wie is er aansprakelijk? Wie sluit de verzekering af? Hoe en via wie worden de contacten geregeld? Wie betaalt wat?

5.3. Het eigenlijke beheer

We kunnen nog de volgende adviezen geven voor het eigenlijke beheer: maak een onderhoudskalender (eventueel logboek, zie norm speeltoestellen); betrek de jongeren bij het doorgeven van schade aan de hangplek; als je op regelmatige tijd kleine bedragen investeert, is het veel goedkoper dan af

en toe grote bedragen er tegenaan te gooien; controleer ook op oneigenlijk gebruik en breng aanpassingen aan om dit fout

gebruik te voorkomen; af en toe een activiteit organiseren aan de hangplek kan zeker geen kwaad; een goed contact houden met de mensen die het eigenlijk onderhoud moeten

doen is zeer belangrijk om praktische redenen.

5.4. Rol van de jongeren bij het beheer en onderhoud

Jongeren een eigen verantwoordelijkheid geven bij het beheer en onderhoud heeft zo z’n voordelen. Ten eerste vanuit het pedagogisch standpunt en ten tweede om de vernieling tegen te gaan.Duidelijke afspraken en regels moeten voor deze jongeren goed te hanteren zijn en

29

Page 30: hangen of gehangen worden

een regelmatige (elk seizoen) samenkomst is aangewezen. Indien je ze kan betrekken bij het opknappen van de hangplek is dit meegenomen.

30

Page 31: hangen of gehangen worden

Met het oog op al het voorgaande willen we als wijze van algemeen besluit even nagaan in welke fase van “hangontwikkeling” de drie verschillende deelnemende gemeenten van dit eindwerk zich bevinden.

Wat Leuven betreft kunnen we vermelden dat de leidraad die wij in deel 5 weergaven grotendeels doorlopen is. Voorwaarden, procedures en beheersvormen worden hier door de jongerenwerker toegepast. Uiteraard zijn er nog steeds zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Dit eindwerk zal dan ook dienen om een aantal zaken nog verder uit te diepen en de violen nog beter op elkaar te kunnen afstemmen.

In Schoten is men volop bezig met het inrichten van een hangplek voor jongeren die voorlopig op het naburige speeltuintje hangen. Vooraleer we met dit eindwerk startten hielden we met niet veel zaken rekening. Aan de hand van dit eindwerk is het voor ons wel duidelijk dat er aan het beleid rond hangen gesleuteld moet worden. Dit eindwerk is hiervoor hopelijk een goede leidraad.In de gemeente Schoten loopt het qua communicatie met de jongeren soms spaak. Zo is er wel een jeugdraad en kindergemeenteraad maar de tieners vallen er net tussenuit. De tips om de plaatsing van de hangplek te verbeteren zijn zeker nuttig. Met de punten ‘zien en gezien worden’ en ‘openheid en geslotenheid’ werd in Schoten nog geen rekening gehouden.Als laatste gaan we nu ook meer met de lokale politie samenwerken om de nood eens te toetsen aan het idee dat er op de jeugddienst is.Dit eindwerk is voor Schoten in elk geval een goede bijdrage voor de hangende tieners.

Net zoals voor Leuven en Schoten zal dit werk een schakel vormen tussen de jeugddienst en het beleid wat hangen betreft. Dit werk is niet het resultaat van wat men graag wil horen, maar wel een objectief gegeven van wat de jongeren er van vinden en wat er theoretisch gezien dient te gebeuren. Zoals reeds in het werk zelf aan bod kwam, is men in Lubbeek reeds enige tijd bezig rond het gegeven hangen en hangplaatsen. Dit loopt allemaal wel, maar ik denk dat voornamelijk de delen over de gevaren binnen het voeren van een communicatie en de wijze waarop een hangplaats in te vullen van groot belang kunnen zijn. Te snel beloven is niet goed want de procedures kunnen lang zijn en de jongeren vragen niet steeds onbetaalbare en onoverkomelijke zaken. Dit dient de gemeente zeker mee te nemen als bagage.

31