Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe,...

108
Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 1 Handreiking Werken met resultaten Versie: 2020 1.0

Transcript of Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe,...

Page 1: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 1

Handreiking

Werken met resultaten

Versie: 2020 1.0

Page 2: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 2

1 Leeswijzer Deze handreiking is een samenvatting van de inkoopafspraken tussen de Noord- en Midden Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en gecontracteerde aanbieders. Het betreft hier afspraken voor zorg in natura. Deze handreiking is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met inwoners die een ondersteuningsvraag hebben op het terrein van de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat hierbij om toegangsmedewerkers, aanbieders, verwijzers en maatschappelijke instellingen zoals scholen en welzijnsorganisaties. In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding voor de inkoop en de visie op de ondersteuning van de vijf gemeenten. Vervolgens geven we inzicht in de samenhang van de ingekochte ondersteuning en gaan we kort in op de werkwijze van de gemeenten. Het hoofdbestanddeel van dit document bevat een nadere toelichting op de ingekochte ondersteuning. Per domein en resultaatgebied geven we een toelichting. Het betreft de domeinen: veilig, zelfredzaam, meedoen, gezond en beschermd wonen. Het grootste deel van de ondersteuning is resultaatgericht ingekocht en uitgevoerd. Binnen de verschillende domeinen spreken we in dit stuk daarom niet van ondersteuningsvormen, maar van resultaatgebieden of resultaten. Ten opzichte van de eerste overeenkomst (2017-2019) zijn er enkele zaken gewijzigd. In de nadere toelichting op de resultaatgebieden is weergegeven hoe de nieuwe resultaten eruitzien. Als daartoe een aanleiding is, geven we die betreffende resultaatgebieden expliciet aandacht aan de wijzigingen.

Page 3: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 3

2 Inhoudsopgave

Inhoud 1 Leeswijzer .......................................................................................................................... 2

2 Inhoudsopgave ................................................................................................................... 3

3 Begrippenlijst ...................................................................................................................... 5

4 Inleiding .............................................................................................................................. 9

Aanleiding ...................................................................................................................... 9

Visie en transformatie ..................................................................................................... 9

5 Resultatenmatrix 2020 .......................................................................................................12

Domeinen, hoofdresultaten en subresultaten ................................................................12

Interventieniveaus .........................................................................................................12

Stapelen en splitsen van resultaten ...............................................................................13

6 Het voeren van regie .........................................................................................................15

7 Indicatieproces ..................................................................................................................17

Externe verwijzers binnen de Jeugdwet ........................................................................18

8 Domeinen en resultaatgebieden ........................................................................................19

8.1 Domein Veilig .................................................................................................................21

V1 Veilige huiselijke relatie (gezin zonder kinderen) ......................................................21

8.2 Domein Zelfredzaam ......................................................................................................22

Z1 Zelfstandig wonen ....................................................................................................22

Z2 Financiën op orde ....................................................................................................23

Z3 Omgang met instanties op orde................................................................................24

Z4 Activiteiten Dagelijks Leven op orde .........................................................................25

Z5 Schoon en leefbaar huis ...........................................................................................26

8.3 Domein Meedoen ...........................................................................................................28

M1 Dagbesteding gericht op ontwikkeling en uitstroom naar (on)betaald werk ..............30

M2 Dagbesteding gericht op ontwikkeling en terugkeer naar onderwijs .........................32

M3 Dagbesteding – zinvolle daginvulling en sociale participatie ....................................34

M4 Sociaal netwerk – individuele begeleiding ...............................................................35

M4 Sociaal netwerk – logeren .......................................................................................36

M5 Maatschappelijke participatie ...................................................................................37

M6 Kinderdagcentrum ...................................................................................................38

8.4 Domein Gezond .............................................................................................................39

G1 Begeleiding ..............................................................................................................40

G1 Behandeling algemeen ............................................................................................41

G1 Ambulante behandeling Basis GGZ .........................................................................43

G1 Ambulante behandeling specialistische GGZ ...........................................................44

Page 4: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 4

G1 Ambulante behandeling specialistische GGZ Instellingen ........................................46

G1 Medicatiecontrole ....................................................................................................47

G1 Behandeling met verblijf GGZ ..................................................................................48

G1 Behandeling met verblijf LVB ...................................................................................49

G1 Behandeling met verblijf 3-milieuvoorziening ...........................................................51

G2 Begeleiding verslaving .............................................................................................53

G2 Ambulante behandeling verslaving ..........................................................................54

G2 Behandeling met verblijf verslaving ..........................................................................55

G3 Gezond opgroeien/opvoeden ...................................................................................58

G3 Vaktherapie .............................................................................................................60

G3 Ambulante gezinsbehandeling .................................................................................62

G3 Intensieve ambulante gezinsbehandeling ................................................................63

G3 Medisch Orthopedagogisch Centrum .......................................................................64

G3 Verblijf met behandeling opvoedingsproblematiek ...................................................65

G3 Verblijf met begeleiding – algemene inleiding ..........................................................67

G3 Verblijf met begeleiding – Gezinshuis ......................................................................68

G3 Verblijf met begeleiding ...........................................................................................70

G3 Begeleid kamer wonen (voorheen Z1C) ...................................................................72

G3 Verblijf met intensieve begeleiding ...........................................................................74

G3 Time out ..................................................................................................................76

G4 Dyslexie ...................................................................................................................78

9 Beschermd wonen en Thuiswonen+ ..................................................................................80

Inleiding .........................................................................................................................80

Beschermd Wonen ........................................................................................................84

Thuiswonen+ .................................................................................................................89

10 Afbakening: begeleiding - begeleid kamer wonen - thuiswonen+ - beschermd wonen .....92

Afbakening (vervolg) .....................................................................................................93

11 Contractmanagement en kwaliteit ....................................................................................95

12 Website NMD ..................................................................................................................96

Bijlage: Leefklimaatonderzoek Peer van der Helm ...............................................................97

Bijlage: Route naar zorgverzekeraar bij wachtlijst diagnostiek of behandeltraject .................98

Bijlage: Meldingsprocedure beschermd wonen en thuiswonen+ ...........................................99

Page 5: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 5

3 Begrippenlijst

In deze handreiking sluiten we zoveel mogelijk aan bij de terminologie die in de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt gebruikt. Enkele begrippen lichtten we toe. Aanbieder: Een zorginstelling of beroepsbeoefenaar die ondersteuning verleent of wil verlenen en inschrijft op deze aanbesteding. Abstinentie: Onthouding van middelen. Adaptatieniveau: Gewenningsniveau. Begeleiding: De begeleiding van de inwoner waarbij het aanleren van vaardigheden en/of het leren omgaan met een beperking centraal staat, met als doel de zelfredzaamheid van de inwoner te bevorderen, te behouden of te compenseren. Begeleiding maatschappelijke opvang: Begeleiding maatschappelijke opvang wordt preventief ingezet om opname in maatschappelijke opvangvoorzieningen te voorkomen of als nazorg als de inwoner na verblijf in de maatschappelijke opvang weer zelfstandig gaat wonen. Behandeling: Bij behandeling gaat het om het gericht werken aan herstel, het voorkomen van verergering van een aandoening, het aanleren van gedragsvaardigheden. Er dient sprake te zijn van een programmatische aanpak en specifieke deskundigheid van een behandelaar die in dienst is van de aanbieder. Beschermd wonen: Het bieden van ondersteuning met verblijf, inclusief 24 uur toezicht en nabijheid, begeleiding en dagbesteding aan volwassenen (18+). Beschikking: Een schriftelijke beslissing van het college van burgemeester en wethouders gericht aan de inwoner waarin de aanvraag voor een maatwerk- of individuele voorziening wordt toe- of afgewezen. Cluster van resultaatgebieden: In het inkoopmodel zijn bepaalde resultaatgebieden geclusterd. Dit zijn de clusters Z1 tot en met Z4 en ook M4 en M5. Comorbiditeit: Comorbiditeit is het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt. Dit gebeurt in het algemeen met het gelijktijdig hebben van lichamelijke, geestelijke en vaak de daaropvolgende sociale problemen bij een persoon. Hulpverleners zien het naast elkaar voorkomen van psychische stoornissen vaak als een teken dat sprake is van ernstige problematiek. Dagdeel: Ondersteuning die wordt aangeboden gedurende een dagdeel, tenminste drie en maximaal vier uur aaneengesloten ondersteuning) Diffuus beeld: Onduidelijk of vaag beeld van de problematiek van een inwoner waardoor niet direct bepaald kan worden welke ondersteuning het meest passend is. Domein: In het inkoopmodel onderscheiden we vier domeinen; Veilig, Zelfredzaam, Meedoen en Gezond. Op deze vier verschillende domeinen wordt in kaart gebracht de mate van zelfredzaamheid en participatie van de inwoner ten aanzien van verschillende leefgebieden. Zoals inkomen, werk & opleiding, tijdsbesteding, huisvesting, huiselijke relaties, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, middelengebruik, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie. DSM: DSM is een afkorting van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Oftewel: het diagnostisch en statistisch handboek van psychische aandoeningen.

Page 6: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 6

Evaluatieformulier: Een onderdeel van het regisseursmodel is het monitoren/evalueren van de voortgang van het resultatenplan. Het formulier is te vinden op de website: https://www.wmo-jeugd-nmdrenthe.nl. Evidence based behandelmethodiek: De methodiek mag zich ‘evidence based’ noemen wanneer er voldoende verantwoord wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de effecten van de methodiek en dat in dit onderzoek is aangetoond dat de methodiek een positief effect heeft. Extramuraal: Begeleiding/behandeling dat buiten het gebouw van een instelling plaatsvindt. FACT: De afkorting van Flexible Assertive Community Treatment. Met behulp van deze methodiek wordt aan mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) ondersteuning én behandeling in de eigen omgeving verleend. De gemeenten NMD: Gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo Hoofdresultaat: De vier domeinen kennen elk verschillende hoofdresultaten. Het hoofdresultaat geeft het resultaat weer bij volledige zelfredzaamheid. De hoofdresultaten zijn onderverdeeld in subresultaten. De subresultaten geven de ontwikkeltredes binnen het hoofdresultaat weer. Ingezet wordt om het gewenste resultaat van de inwoner te bereiken. Housing First: Begeleidingsvariant van het Leger des Heils (onder begeleiding maatschappelijke opvang). Het gaat om woningen die door het Leger des Heils gehuurd worden. Inwoners huren deze woning van het Leger des Heils. Er wordt begeleiding geboden. Het is een tussenvorm voor mensen die te zelfstandig zijn voor beschermd wonen, maar (nog) wel behoefte hebben aan een zekere mate van begeleiding en controle om te voorkomen dat zij verwaarlozen of afglijden. Interventieniveau: De interventieniveaus zijn een aanduiding van de intensiteit van de ondersteuning. We hanteren er acht. Voor interventieniveau vier tot met acht heeft de inwoner een indicatie nodig. Intramuraal: Verblijf in een instelling. Inwoner: Ingezetene van de gemeente die aanspraak kunnen maken op voorzieningen zoals bedoeld in de Jeugdwet of de Wmo. Ook een kind of jeugdige valt onder het begrip inwoner. Jeugdige: (volgens Jeugdwet) Persoon die: 1. de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt of, 2. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of 3. de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van de Jeugdwet: – is bepaald dat de voortzetting van jeugdhulp als bedoeld in onderdeel één, waarvan de verlening

was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, noodzakelijk is; – vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar is bepaald dat jeugdhulp noodzakelijk is, of – is bepaald dat na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen vóór het bereiken van de

leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is.

Life events: Grote gebeurtenissen/veranderingen in een mensenleven, die in meer of mindere mate psychologische aanpassing vereisen. Matched care: Passende ondersteuning. De ondersteuning wordt direct passend afgestemd op de ernst van het probleem. Dit in tegenstelling tot ‘stepped care’ waarbij de ondersteuning bij aanvang zo licht als mogelijk wordt ingezet. Medicalisering: De maatschappelijke tendens waarbij normale levensprocessen in termen van ziekte en gezondheid worden gezien. Hierdoor wordt er meer beroep gedaan op medische professionals.

Page 7: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 7

NHC: Normatieve huisvestingscomponent in het tarief. De NHC is een onderdeel van het integrale (algehele) tarief. Deze dient als normatieve vergoeding voor (vervangende) (nieuw)bouw en instandhouding. Omklapwoningen: Betreffen woningen waar de inwoner eerst beschermd kan wonen en later zelf de huur kan overnemen. Op deze manier hoeft de inwoner niet te verhuizen wanneer deze voldoende zelfredzaam is om zelfstandig te kunnen wonen. Ondersteuningsplan: Het plan dat opgesteld is door de inwoner en de aanbieder, waarin is aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan het behalen van de subresultaten. Participerende samenleving: De essentie van een participerende samenleving is dat er wordt uitgegaan van de eigen kracht en het initiatief van de inwoner. Persoonlijke verzorging Ondersteuning bij ‘algemene dagelijkse levensverrichtingen’ (ADL) zoals bij eten en drinken, toiletgang, wassen en douchen. Pracht: Een regionaal samenwerkingsverband tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders in Drenthe, die zich richt op het bieden van kwalitatief goede zorg voor jeugdigen met complexe problematiek. PRACHT staat hierin voor Project Reductie interventieniveau-8 Resultaatgebied: Resultaten binnen de domeinen Veilig, Zelfredzaam, Meedoen en Gezond die behaald kunnen worden op de verschillende interventieniveaus. Resultatenplan: Het plan dat is opgesteld door de gemeente in samenspraak met de inwoner. In het resultatenplan wordt aangegeven welke subresultaten de aanbieder dient te bereiken. Stapelen: Resultatengebieden (bouwstenen) kunnen gestapeld worden. De mogelijkheid en de manier van stapelen verschilt per aanbestedingsgebied en interventieniveau. Bij stapelen wordt tegelijk gewerkt aan meerdere hoofdresultaten passend bij de belastbaarheid van de inwoner. Standaarddeviatie: Standaardafwijking, een begrip uit de statistiek. Subresultaat: Per hoofdresultaat wordt aangegeven wat de mogelijke subresultaten zijn. In de subresultaten is veelal een ontwikkeling terug te lezen. De gemeente dan wel de verwijzer bepaalt welk subresultaat de aanbieder moet behalen. De ontwikkeltredes sluiten aan bij de vorm van ondersteuning die ingezet wordt om het gewenste resultaat van de inwoner te bereiken. Systeem: De inwoner/jeugdige staat niet alleen centraal. De behandeling/begeleiding richt zich ook op de relaties met gezinsleden en het sociale netwerk. Ook ander aanbieders kunnen deel uitmaken van zo’n gezinssysteem. Toekenning: Een beslissing van de gemeente gericht aan de inwoner waarin de aanvraag voor een maatwerk- of individuele voorziening wordt toe- of afgewezen. Deze beslissing wordt schriftelijk vastgelegd in een beschikking. Verblijfskosten: Kosten van eten, drinken, slapen en verzorging. Verpleging: Ondersteuning bij lichamelijke problemen waarbij de inzet van een verpleegkundige noodzakelijk is Verwijzers: Naast de gemeentelijke toegang kent de Jeugdwet ook andere wettelijke verwijzers. Dit zijn: huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten, rechters, jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders. Volgordelijkheid: Wanneer er bij inwoner op meerdere hoofdresultaten ondersteuning nodig is, kan er een volgorde vastgesteld worden voor de te behalen resultaten. Er zal dan niet gelijktijdig aan meerdere resultaten gewerkt worden, maar één-voor-één. Dit wordt uitgewerkt in het resultatenplan en de beschikking.

Page 8: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 8

Voorliggend veld: Het geheel van collectieve voorzieningen en het gehele netwerk van vrijwilligers en professionals die vrij toegankelijk zijn in de samenleving om inwoners te helpen op eigen kracht en naar eigen tevredenheid aan de samenleving deel te nemen. Wegwijzer GGZ WMO van Phrenos/ Anderson Eiffers en Felix: Wegwijzer naar ondersteuning van de Wmo voor mensen met psychische problemen/aandoeningen. De wegwijzer is gericht op alle professionals en bevat drie onderdelen, die naar behoefte gebruikt kunnen worden:

• verheldering (vermoeden) psychische problemen;

• graadmeter keuzes voor type(n) en niveau(s) van ondersteuning en verwijzing (algemene en/of maatwerk voorzieningen);

• checklist beschermd wonen. Zelfredzaamheidsmatrix: De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) is een instrument waarmee behandelaars, beleidsmakers en onderzoekers in de (openbare) gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gerelateerde werkvelden, de mate van zelfredzaamheid van hun cliënten eenvoudig en volledig kunnen beoordelen.

Page 9: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 9

4 Inleiding

Aanleiding In 2017 zijn vijf gemeenten in Noord- en Midden Drenthe (NMD) gestart met resultaatgericht werken. Dit doen ze op basis van de resultatenmatrix zoals deze in het aanbestedingsdocument Inkoop Jeugdwet-Wmo 2017 is opgenomen. Inmiddels is er meer dan twee jaar gewerkt volgens dit model en is er veel ervaring opgedaan met resultaatgericht werken. In de zomer van 2018 is er uitgebreid geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie is geconcludeerd dat resultaatsturing bijdraagt aan het behalen van de gemeentelijke uitgangspunten en dat het systeem van resultaatsturing verder ontwikkeld kan worden. Samenwerking gemeenten Noord- en Midden Drenthe In november 2018 hebben de colleges besloten om in NMD-verband een gezamenlijk inkoopproces te starten om vanaf 2020 de hulp en ondersteuning vanuit de Jeugdwet en Wmo opnieuw te contracteren. De gemeenten geloven daarbij in de zelfredzaamheid, vitaliteit en het meedoen van de inwoners. De gemeenten staan garant voor ondersteuning van kwetsbare inwoners. Regie op kwaliteit, resultaat en kostenbeheersing door effectiever en efficiënter te werken, zijn belangrijke pijlers. Het perspectief van de inwoner staat centraal. In de aanbesteding 2020 zetten we het resultaatgericht werken voort. Om goede kwalitatieve zorg aan inwoners te blijven bieden binnen de financiële mogelijkheden, ligt de focus de komende periode op transformatie om ‘zware’ zorg zoveel mogelijk te voorkomen.

Visie en transformatie Visie De gemeenten in Noord- en Midden Drenthe willen dat jeugdigen en volwassenen veilig op kunnen groeien, mee kunnen doen in de samenleving en zo zelfredzaam mogelijk zijn. Indien nodig wordt zorg en ondersteuning ingezet, aansluitend en aanvullend op de eigen kracht en het sociaal netwerk van de inwoner. Een positieve benadering van onze inwoners is het fundament waarbij de inwoner zelf regie heeft of houdt over zijn of haar eigen leven. De inzet op het bereiken of behouden van resultaten omvat maatwerk: de ondersteuning is licht waar het kan en zwaar als dit nodig is. De inwoner en zijn of haar sociale omgeving zien we als één geheel. Dit betekent meer oog voor en inzet van het gezin, het sociale netwerk, ervaringsdeskundigen of andere vormen van informele ondersteuning. Het is van belang dat ondersteuning nooit op zichzelf staat. Aanbieders hebben een signalerende taak op alle leefgebieden van de zelfredzaamheidsmatrix. Er is onderlinge samenhang in de geboden ondersteuning wanneer tegelijkertijd gewerkt wordt aan verschillende resultaatgebieden. De vraag van de inwoner is leidend (ook in tempo en volgorde) en niet het ingekochte zorgaanbod.

Page 10: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 10

Zeven principes De gemeenten gaan bij de uitvoering van de ondersteuning uit van de volgende zeven principes:

• iedereen maakt deel uit van een positief stimulerende sociale omgeving;

• de inwoner heeft zo dicht mogelijk in de buurt van zijn of haar woonomgeving ondersteuning;

• één gezin, één plan, één regisseur;

• inwoners, gemeenten en aanbieders bouwen met elkaar aan een participerende samenleving;

• het principe van ‘matched care’ wordt gehanteerd: in maximaal twee stappen is een vraag op de juiste plek;

• geen verslechtering van wachttijd, geen medicalisering en geen overdiagnostiek;

• op alle interventieniveaus zijn zorg, kennis en attitude in samenhang. Transformatie Transformatie-impuls Noord- en Midden Drenthe Om de zeven principes te realiseren is samenwerking, verbinding met voorliggende voorzieningen en afschaling naar lichtere vormen van ondersteuning, noodzakelijk. Om deze bewegingen te maken is de Transformatie-Impuls Sociaal Domein gestart in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, beschermd wonen, welzijn, huisartsen, onderwijs en vanuit cliëntperspectief. De volgende opgaven zijn door betrokken ketenpartners opgesteld:

• passende ondersteuning door breed kijken en handelen;

• aandacht voor gezin of huishouden en hun sociale netwerk;

• aandacht voor meedoen door aansluiting bij vindplaatsen in een dorp of wijk;

• aandacht voor regie bij acute en/of complexe situaties. De gemeenten versterken dit door een Strategisch Partnerschap te organiseren en één keer per jaar een bestuurlijke Transformatietafel te organiseren met aanbieders en het voorliggend veld. De betrokken kernpartners benoemen samen de gewenste effecten van de opgaven, volgen de voortgang, evalueren en stellen waar nodig de ingezette acties bij. Bestuurlijk Transformatie Akkoord Jeugd Drenthe 2019-2022 Op landelijk niveau is in het voorjaar van 2018 het actieprogramma ‘Zorg voor de Jeugd’ gestart om de jeugdhulp, jeugdreclassering en jeugdbescherming te verbeteren. In dit programma zijn zes actielijnen geformuleerd:

• actielijn 1: betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen;

• actielijn 2: meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien;

• actielijn 3: alle kinderen de kans bieden zich te ontwikkelen;

• actielijn 4: kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden;

• actielijn 5: jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt;

• actielijn 6: investeren in vakmanschap. Deze landelijke actielijnen zijn vertaald naar het Bestuurlijk Transformatie Akkoord Jeugd Drenthe. Hierin is afgesproken gezamenlijk zorg te dragen voor een kwalitatief goed jeugdhulpaanbod tegen betaalbare prijzen/binnen bestaande budgetten.

Page 11: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 11

Kaders van het akkoord:

• meer preventie, eigen verantwoordelijkheid, benutten van de eigen kracht en het sociale netwerk van kinderen en hun ouders;

• kinderen en jongeren naar vermogen mee laten doen, door normaliseren, ontzorgen en niet onnodig medicaliseren;

• sneller jeugdhulp op maat, dicht bij huis, om zo beroep op gespecialiseerde zorg te verminderen;

• betere samenwerking: één gezin, één plan, één regisseur, door ontschotting van budgetten;

• meer ruimte voor professionals door terugdringen regeldruk. De NMD-gemeenten zetten in op een beweging van maatwerkvoorzieningen naar voorliggende voorzieningen wanneer dit kan. Een goede verbinding tussen het voorliggend veld en maatwerkvoorzieningen is essentieel. Dit vraagt van de toegang dat eerst gekeken wordt of het voorliggend veld een oplossing kan bieden alvorens over te gaan naar een maatwerkvoorziening.

Page 12: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 12

5 Resultatenmatrix 2020 Inleiding In de aanbesteding 2020 is de huidige resultatenmatrix op een aantal onderdelen aangepast. De meest actuele versie van de resultatenmatrix is te vinden op de website van de NMD-gemeenten: https://www.wmo-jeugd-nmdrenthe.nl. Om de zwaarte en intensiteit van de ondersteuning binnen de resultatenmatrix aan te duiden zijn interventieniveaus gebruikt. Deze begrippen worden in de volgende paragrafen toegelicht.

Domeinen, hoofdresultaten en subresultaten Domeinen en hoofdresultaten De resultatenmatrix 2020 kent vier domeinen: Veilig (V), Zelfredzaam (Z), Meedoen (M) en Gezond (G). Op deze vier domeinen zijn hoofdresultaten geformuleerd waar de inzet van de ondersteuning zich op richt. Subresultaten De hoofdresultaten zijn onderverdeeld in subresultaten. De subresultaten geven de ontwikkeltredes binnen het hoofdresultaat weer. De ontwikkeltredes sluiten aan bij de vorm van ondersteuning die ingezet wordt om het gewenste resultaat van de inwoner te bereiken. De hoofd- en subresultaten hebben betrekking op de gewenste eindsituatie of een tussenstand, die de inwoner of het gezin met de inzet van ondersteuning kan bereiken. In deze handreiking worden de hoofd- en subresultaten nader uitgewerkt.

Interventieniveaus Naast de hoofd- en subresultaten gebruiken gemeenten interventieniveaus om de intensiteit van de ondersteuning aan te duiden. Het in te zetten interventieniveau wordt bepaald door een combinatie van:

• belasting van de ondersteuning voor de inwoner (geredeneerd vanuit het perspectief van de inwoner);

• het aantal resultaten dat behaald moet worden;

• volgordelijkheid: prioritering van de gewenste resultaten;

• enkelvoudige- meervoudige- of complexe problematiek;

• beeld van de problematiek (helder/diffuus);

• de benodigde intensiteit van de ondersteuning;

• de mate van specialistische ondersteuning. Interventieniveau 4 Interventieniveau 4 betreft de ondersteuning die laagfrequent en bij een enkelvoudig te behalen resultaat ingezet wordt, waarbij:

• de belasting voor de inwoner van de ondersteuning is laag (geredeneerd vanuit het perspectief van de inwoner);

• geen sprake is van een diffuus beeld;

• geen specialistische ondersteuning wordt ingezet;

• onder interventieniveau 4 valt indien nodig, in te zetten nazorg.

Page 13: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 13

Interventieniveau 5 Interventieniveau 5 betreft de ondersteuning die frequent wordt ingezet waarbij:

• de belasting voor de inwoner van de ondersteuning gemiddeld of hoog is (geredeneerd vanuit het perspectief van de inwoner);

• aan één resultaat of gelijktijdig aan meerdere resultaten gewerkt wordt;

• geen sprake is van een diffuus beeld;

• er eventueel sprake kan zijn van specialistische ondersteuning. Interventieniveau 6 Interventieniveau 6 betreft de ondersteuning die hoogfrequent wordt ingezet en waarbij alle onderstaande kenmerken van toepassing zijn:

• de belasting voor de inwoner van de ondersteuning is hoog (geredeneerd vanuit het perspectief van de inwoner);

• er wordt gelijktijdig aan twee of meer resultaten gewerkt;

• problemen op meerdere leefgebieden beïnvloeden elkaar negatief;

• er is sprake van een diffuus beeld;

• er kan eventueel sprake zijn van specialistische ondersteuning. Interventieniveau 7 Dit interventieniveau heeft betrekking op ondersteuning, exclusief verblijf, in de vorm van:

• daghulp: wordt buitenshuis en in dagdelen door aanbieder uitgevoerd;

• dagbesteding: wordt buitenshuis en in dagdelen door aanbieder uitgevoerd;

• G1 - gezondheid: wordt ambulant door de aanbieder uitgevoerd;

• thuiswonen+: wordt ambulant door de aanbieder uitgevoerd. Interventieniveau 8 Interventieniveau 8 heeft betrekking op ondersteuning in combinatie met verblijf en wordt 24 uur per dag geboden.

Stapelen en splitsen van resultaten Stapelen Het is mogelijk om resultaten te stapelen indien dit noodzakelijk blijkt om gewenste resultaten van de inwoner te bereiken. De mogelijkheid en de manier van stapelen verschilt per aanbestedingsgebied en interventieniveau. Bij stapelen wordt tegelijk gewerkt aan meerdere hoofdresultaten passend bij de belastbaarheid van de inwoner. Indien meerdere hoofdresultaten zijn geïndiceerd kunnen één of meerdere aanbieders betrokken zijn. Voordat gestapeld wordt moet men zich afvragen of het gewenst is om prioritering aan te brengen in de gewenste resultaten in plaats van tegelijkertijd aan resultaten te werken. Voor het stapelen van resultaatgebieden gelden de volgende algemene regels:

• interventieniveau 4: niet stapelbaar, met uitzondering van schoon en leefbaar huis;

• interventieniveau 5: stapelbaar binnen en over de verschillende domeinen;

• interventieniveau 6: stapelbaar binnen en over de verschillende domeinen;

• interventieniveau 7: stapelbaar met lagere interventieniveaus;

• interventieniveau 8: afhankelijk van het resultaat stapelbaar met lagere interventieniveaus, zie hiervoor de omschrijving van de specifieke resultaten.

Aanbieders worden geacht onderling samen te werken indien er verschillende aanbieders aan de afzonderlijke resultaatgebieden werken. Dit in het kader van één gezin, één plan, één regisseur. Voor regie op de ondersteuning zie hoofdstuk 6.

Page 14: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 14

Splitsen Het splitsen van een resultaat is niet mogelijk. Gemeenten geven één aanbieder de opdracht om binnen een resultaatgebied het subresultaat te realiseren. Indien een aanbieder van mening is dat hierbij ondersteuning van een andere aanbieder gewenst is, dan regelt de aanbieder dit zelf. Dit geldt zowel voor de inhoud van de ondersteuning als de financiële afhandeling.

Page 15: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 15

6 Het voeren van regie Het voeren van regie is gericht op de mogelijkheid van de inwoner, om zelf keuzes te kunnen maken over de inrichting van het eigen leven. Hierbij betreft het niet alleen de regie die de persoon zelf kan voeren, maar ook de regie die vanuit het eigen netwerk komt. Drie perspectieven Indien ondersteuning wordt ingezet in het kader van Wmo of Jeugdwet zien we drie vormen van regie:

• vanuit inwonersperspectief;

• vanuit zorgaanbiedersperspectief;

• vanuit gemeentelijk perspectief. Samenwerking is essentieel. Iedere partij heeft een vorm van regie binnen zijn verantwoordelijkheidsgebied. Zie afbeelding hieronder:

Inwonersperspectief De inwoner staat centraal en daarmee ook de regie van de inwoner. De aanbieder en de gemeente kunnen de inwoner ondersteunen bij het voeren en vergroten van de regie. Zorgaanbiedersperspectief De aanbieder voert regie op de inhoud van de zorg (ondersteuningstraject) en is samen met de inwoner verantwoordelijk voor het werken aan resultaten. Ook de afstemming met betrokkenen rondom de inwoner (zoals het sociaal netwerk, onderwijs, voorliggende voorzieningen en eventuele andere aanbieders) valt onder de regie van de aanbieder, indien dit nodig is om te kunnen werken aan de resultaten. Bij meerdere aanbieders is altijd een vorm van regie op de zorg/ondersteuning nodig. Gemeentelijk perspectief De gemeente monitort en evalueert de voortgang van de ondersteuningstrajecten met als doel te kijken of de gewenste resultaten van de inwoner behaald worden met de ingezette ondersteuning. Wanneer meerdere aanbieders tegelijkertijd bij de inwoner betrokken zijn, kan de gemeentelijke toegang één van deze aanbieders als regisseur aanwijzen. De betrokken aanbieders dienen beschikbaar te zijn voor een casusoverleg met toegangsmedewerkers voor overleggen in het kader van één gezin, één plan, één regisseur.

Page 16: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 16

De gemeentelijke regie bestaat ook uit het bewaken van de kwaliteit van de ondersteuning, evalueren van de tevredenheid over de ingezette ondersteuning en het eventueel bijstellen van het resultatenplan en daarmee het ondersteuningsplan. De manier waarop dit georganiseerd is, kan in NMD-verband per gemeente verschillen.

Page 17: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 17

7 Indicatieproces Stappen in indicatieproces gemeenten Voor iedere indicatie of herindicatie zijn de volgende stappen van toepassing:

Aanmelding Wanneer de inwoner een ondersteuningsvraag heeft, kan de inwoner een melding indienen bij de gemeentelijke toegang of externe verwijzer. Beoordelen De gemeentelijke toegang verheldert in de beoordelingsfase de situatie van de inwoner en de ondersteuningsvraag. Hierin wordt onderzocht wat de inwoner zelf en/of met behulp van zijn/haar sociale netwerk kan. Samen met de inwoner worden de gewenste resultaten geformuleerd. Plan “wat” Bovengenoemde onderdelen worden door de toegangsmedewerker, in samenspraak met de inwoner, beschreven in het resultatenplan (plan “wat”). Het opstellen van dit plan is de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente. Het resultatenplan beschrijft het resultaat of de resultaten die de inwoner wil en kan behalen en welke vorm van ondersteuning nodig is om dit resultaat te bereiken. Het vertrekpunt voor het opstellen van dit plan is de persoonlijke situatie en de leefomgeving van de inwoner. De inwoner moet zich herkennen in het plan. In het resultatenplan staan aspecten beschreven zoals:

• de ondersteuningsvraag van de inwoner;

• leefgebieden waar de ondersteuningsvraag betrekking op heeft;

• omschrijving van het systeem;

• eventuele hulpverleningsgeschiedenis;

• wat werkt wel, wat werkt niet;

• wie is betrokken in het gezin, sociaal netwerk;

• domeinen, hoofd- en subresultaten;

• mogelijke voorliggende oplossingen;

• mogelijke benodigde maatwerkvoorziening, inclusief zwaarte en intensiteit;

• hoe en wanneer de evaluatiemomenten tijdens de ondersteuning worden georganiseerd. Waar mogelijk wordt een resultatenplan voor het hele gezin opgesteld (één gezin, één plan, één regisseur). Daarin staat de benodigde ondersteuning voor elk afzonderlijk lid van het gezin omschreven.

Page 18: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 18

Indien het advies leidt tot een maatwerkvoorziening, geeft de gemeente een beschikking af. Dit kan ook het geval zijn wanneer het advies niet leidt tot een maatwerkvoorziening. Plan “hoe” De aanbieder maakt vervolgens samen met de inwoner een ondersteuningsplan (plan “hoe”) dat aansluit op het resultatenplan. In het ondersteuningsplan staan de hoofd- en subresultaten uit het resultatenplan en is duidelijk beschreven hoe er gewerkt wordt aan de gewenste resultaten. In het ondersteuningsplan is ook de wijze van evalueren opgenomen. De aanbieder conformeert zich aan het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur. Wanneer er al een ondersteuningsplan aanwezig is, sluiten overige plannen en ondersteuning aan op dit plan. Dit wordt afgestemd met de inwoner en de casusregisseur van de gemeente. Uitvoeren Aanbieder betrekt zoveel mogelijk het netwerk en de eigen leefomgeving van de inwoner bij de ondersteuning, ook dit is opgenomen in het plan. Evalueren De medewerker van de toegang evalueert en monitort de voortgang van de resultaten tijdens het ondersteuningstraject.

Externe verwijzers binnen de Jeugdwet In tegenstelling tot de Wmo kent de Jeugdwet ook externe verwijzers. Op grond van de Jeugdwet zijn dat huisartsen, jeugdartsen, gecertificeerde instellingen, medisch specialisten en (kinder)rechters. De verwijzing leidt, zonder tussenkomst van de gemeentelijke toegang, tot ondersteuning. Als een externe verwijzer verwijst en er als gevolg daarvan geen resultatenplan door de gemeentelijke toegang is opgesteld, blijft de aanbieder verantwoordelijk voor het opstellen van het ondersteuningsplan. In dit ondersteuningsplan is, in afstemming met de inwoner, het te behalen resultaat opgenomen. Hiervoor gelden dezelfde eisen als voor het resultatenplan. Het ondersteuningsplan dient binnen twee maanden na zorgtoewijzing te zijn afgerond door de aanbieder en is bestemd voor de inwoner. Gemeenten kunnen in voorkomende gevallen contact met de aanbieder zoeken. Dit zal veelal het geval zijn als het gezin/systeem al bij de toegang bekend is en afstemming over de in te zetten ondersteuning noodzakelijk is. Hieruit volgt dat de aanbieder niet verplicht is de gemeente een ondersteuningsplan dan wel een startbrief te doen toekomen. Noot: In eerste instantie was het de bedoeling dat de aanbieder het ondersteuningsplan binnen twee maanden na de zorgtoewijzing stuurt aan de gemeente. Deze afspraak is gewijzigd, onder andere in het kader van de AVG. In de evaluatiegesprekken wordt in ieder geval de inhoud van het ondersteuningsplannen en de voortgang ervan besproken.

Page 19: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 19

8 Domeinen en resultaatgebieden Algemene beschrijving begeleiding Deze algemene beschrijving is van toepassing op alle leefgebieden van de resultatenmatrix waar langdurige en kortdurende begeleiding voor jeugdigen en volwassenen ingezet kan worden. Hier zal verderop in dit document nog een aantal keren naar worden verwezen. De NMD-gemeenten hebben de volgende ambitie ten aanzien van begeleiding:

• het versterken van de samenwerking en afstemming met het voorliggend veld met als doel het werken aan de resultaten van de inwoner;

• meer regie op de kwaliteit van begeleiding en het behalen van de resultaten;

• kostenbeheersing door een efficiëntere en effectievere werkwijze. Deze ambities willen we o.a. bereiken door een onderscheid te maken tussen twee vormen van begeleiding:

• kortdurende begeleiding: ondersteuning gericht op het ontwikkelen van vaardigheden die zelfredzaamheid en participatiemogelijkheden vergroten. In een korte periode wordt er actief gewerkt aan de gewenste resultaten;

• langdurige begeleiding: begeleiding is gericht op stabilisatie en voorkomen van achteruitgang. De inwoner heeft langdurige ondersteuning nodig om zelfstandig te kunnen blijven wonen en te kunnen participeren.

Binnen het sociaal domein is alles gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van de inwoner en het versterken van het netwerk (familie, vrijwilligers, welzijn, etc.) van de inwoner. De aanbieder heeft daar een activerende rol in. Beschrijving / definitie De ambulante begeleiding van de inwoner waarbij het aanleren van vaardigheden en/of het leren omgaan met een beperking centraal staat. Met als doel de zelfredzaamheid van de inwoner te bevorderen, te behouden of te compenseren. Kortdurende begeleiding De inwoner heeft ondersteuning nodig om de zelfredzaamheid en participatie te vergroten. Hierbij is het perspectief dat de inwoner na een periode van begeleiding:

• kan participeren, eventueel met ondersteuning uit de eigen omgeving en/of;

• kan participeren met ondersteuning vanuit een voorliggende voorziening en/of;

• kan participeren met een vorm van langdurige begeleiding. Het opvangen van en leren omgaan met zogenoemde “life events” zijn onderdeel van het resultaat begeleiding. Randvoorwaarden

• kortdurende begeleiding is mogelijk op interventie niveau 4, 5 en 6;

• op interventieniveau 5 en 6 is stapelen van maximaal vier resultaatgebieden mogelijk;

• op interventieniveau 5 mag stapelen van maximaal vier resultaatgebieden voor de periode van maximaal zes maanden, daarna zal er worden afgeschaald naar minder resultaatgebieden of naar interventieniveau 4;

• op interventieniveau 6 mag stapelen van maximaal vier resultaatgebieden voor de periode van maximaal zes maanden, daarna zal er worden afgeschaald naar een lager interventieniveau;

• interventieniveau 6 kan alleen worden ingezet indien er een diffuus beeld aanwezig is, na zes maanden is het diffuus beeld verhelderd en ligt er een concreet ondersteuningsplan;

Page 20: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 20

• interventieniveau 6 kan maximaal voor een periode van zes maanden worden ingezet;

• afstemming met de omgeving van de inwoner of het organiseren van een voorliggende voorziening maakt onderdeel uit van de ondersteuning door de aanbieder;

• periodieke evaluaties maken onderdeel uit van dit resultaat, in ieder geval één keer per zes maanden en waar nodig vaker. Het initiatief ligt bij de aanbieder door middel van het toesturen van het evaluatieformulier naar de betreffende gemeente.

Langdurige begeleiding De inwoner heeft een beperking in zijn zelfredzaamheid en participatiemogelijkheden en heeft ondersteuning nodig om de zelfredzaamheid te kunnen behouden en/of verslechtering te voorkomen. Het opvangen van en leren omgaan met van zogenoemde “life events” zijn hier onderdeel van. Randvoorwaarden

• langdurige begeleiding kan alleen worden ingezet op interventieniveau 4 en 5;

• er kan worden gestapeld met maximaal 3 resultaatgebieden bij interventieniveau 5;

• evaluaties vinden minimaal één keer per jaar plaats. Het initiatief hiertoe ligt bij de aanbieder door middel van het toesturen van het evaluatieformulier naar de betreffende gemeente.

Doelgroep De inwoner is niet in staat om op eigen kracht, dan wel met behulp van netwerk(en) en voorliggende mogelijkheden zelfredzaam te zijn of te participeren. Dan is ambulante begeleiding door professionals mogelijk vanuit de Jeugdwet en Wmo, indien er geen aanspraak gemaakt kan worden op de Wet langdurige zorg, Participatiewet, Zorgverzekeringsweg en/of passend onderwijs of enige andere wettelijke regeling.

Page 21: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 21

8.1 Domein Veilig

V1 Veilige huiselijke relatie (gezin zonder kinderen) Voor volwassenen Het gaat om (ambulante) begeleiding van inwoners indien de huiselijke relatie niet op orde is. Er is sprake van huiselijk geweld in welke vorm dan ook of verwaarlozing, dan wel een dreiging daartoe. Dit resultaat is niet van toepassing als er minderjarige kinderen betrokken zijn. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• de veiligheid van kinderen maakt geen onderdeel uit van dit resultaat. De focus op veiligheid bij kinderen is verweven in alle ondersteuning en hulp in de gehele jeugdhulpketen (van preventief tot specialistische hulp). Specifieke interventies op veiligheid rond kinderen en de veiligheid van het kind (in het systeem), wordt op een andere wijze georganiseerd onder andere via Jeugdbeschermings- en Jeugdreclasserings-maatregelen, Spoed4Jeugd, Veilig Thuis en crisisopvang en binnen de Toegang/gemeentelijke keten.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner en zijn/haar huisgenoten communiceren open met elkaar en ondersteunen elkaar. Mogelijke subresultaten a. De inwoner is in staat om zelfstandig de huiselijke relatie samen met de huisgenoten op

orde te houden via open communicatie, waarbij relationele problemen niet meer aanwezig zijn.

b. De inwoner kan met ondersteuning de huiselijke relatie samen met de huisgenoten op orde houden. De ondersteuning is gericht op het erkennen van problemen door de inwoner en negatief gedrag te veranderen.

c. Voorkomen dat de huiselijke relatie een gevaar voor de inwoner of huisgenoot/-noten wordt.

Page 22: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 22

8.2 Domein Zelfredzaam

Het gaat om (ambulante) begeleiding van de inwoner bij het behouden van dan wel het groeien naar zelfstandigheid. Een belangrijk onderdeel is, waar mogelijk, het voeren van regie op de dagelijkse activiteiten. Doelstelling kan zijn: het aanleren van vaardigheden, ondersteuning bij dagelijkse levensverrichtingen, leren omgaan met een beperking, leren structuur aan te brengen in de dag. Het oplossend vermogen van de inwoner en/of het gezin wordt versterkt.

Z1 Zelfstandig wonen Voor jeugdigen en volwassenen Het gaat om (ambulante) begeleiding van de inwoners gericht op het groeien naar zelfstandige huisvesting en behouden van deze huisvesting. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘huisvesting’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• ambulante begeleiding vanuit een zelfstandige woonsituatie van de inwoner. Mogelijke interventieniveaus zijn 4, 5 en 6.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner heeft veilige en toereikende huisvesting. Dat wil zeggen; een regulier (huur)contract en autonome huisvesting. Mogelijke subresultaten a. De inwoner woont volledig zelfstandig. b. De inwoner kan met ondersteuning zelfstandig wonen. c. Voorkomen dat de inwoner naar een beschermde woonomgeving moet of niet meer

zelfstandig kan wonen of dakloos wordt.

Page 23: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 23

Z2 Financiën op orde Voor jeugdigen en volwassenen Ambulante begeleiding van inwoners in het geval de financiële situatie niet op orde is. Er is sprake van schuldenproblematiek, onvoldoende inkomsten en/of spontaan of ongepast uitgavenpatroon. De problematiek overstijgt de reguliere financiële hulpverlening, die de afzonderlijke gemeenten hebben ingericht. Ambulante begeleiding is nodig om de financiële situatie op orde te brengen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘financiën’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• het verwerven van inkomen maakt geen onderdeel uit van dit resultaat;

• bewindvoering en mentorschap maken geen onderdeel uit van dit resultaat;

• subresultaat C moet altijd in overleg met de gemeentelijke toegang en/of GKB, waarbij de taken duidelijk worden verdeeld.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner is financieel zelfredzaam en kan geld beheren. Mogelijke subresultaten a. De inwoner kan zelf de administratie en het beheer van het (huishoud)geld uitvoeren. b. De inwoner kan met ondersteuning de administratie en het beheer van het

(huishoud)geld op orde houden. c. Schulden zijn stabiel en uitgavenpatroon is passend bij de situatie.

Page 24: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 24

Z3 Omgang met instanties op orde Voor jeugdigen en volwassenen Ambulante begeleiding van inwoners die onvoldoende beeld hebben van de voor hen relevante instanties en hoe ze te benaderen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘omgang met instanties’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• de begeleiding is voor inwoners voor wie de ondersteuning door bijvoorbeeld een mantelzorger, het netwerk of algemene en gebruikelijke voorzieningen in het voorliggend veld onvoldoende of niet aanwezig is.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner weet welke instanties er zijn en hoe hij/zij ze moet benaderen. De inwoner heeft daar geen hulp bij nodig. Mogelijke subresultaten a. De inwoner heeft kennis van en houdt eigen regie in de contacten met de verschillende

instanties. b. De inwoner kan met ondersteuning de contacten met de verschillende instanties op orde

houden. c. Voorkomen dat de inwoner niet in staat is om de contacten met de verschillende

instanties te onderhouden.

Page 25: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 25

Z4 Activiteiten Dagelijks Leven op orde Voor jeugdigen en volwassenen Ambulante begeleiding van inwoners in geval er sprake is van onvoldoende mogelijkheden om de dagelijkse activiteiten in het leven zelfstandig te organiseren. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘activiteiten dagelijks leven - ADL’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• de begeleiding is voor de inwoner, voor wie ondersteuning van bijvoorbeeld een mantelzorger, ouder of het netwerk niet voldoende is;

• In de ZRM wordt gesproken over zelfzorg en complexe activiteiten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: aankleden, eten maken, post openmaken en boodschappen doen;

• voor jeugdigen tot 18 jaar valt onder dit resultaat tevens ondersteuning op het gebied van persoonlijke verzorging op grond van de Jeugdwet;

• voor volwassenen valt persoonlijke verzorging en verpleging onder de Zorgverzekeringswet.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner heeft voldoende regelvermogen, besluitvaardigheid en initiatief om zelfregie en dagstructuur te ontwikkelen en te behouden. Mogelijke subresultaten a. De inwoner kan zelf alle dagelijkse activiteiten organiseren en overzicht en structuur

aanbrengen. b. De inwoner organiseert met ondersteuning de algemene dagelijkse activiteiten. c. Voorkomen dat de inwoner de uitvoering van de algemene dagelijkse activiteiten niet

meer organiseert.

Page 26: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 26

Z5 Schoon en leefbaar huis Voor jeugdigen en volwassenen Inleiding Ondersteuning aan een inwoner indien eigen mogelijkheden om huishoudelijke taken uit te voeren en/of te organiseren ontoereikend zijn en/of er sprake is van aantoonbare beperkingen bij het voeren van regie op de huishoudelijke taken. Dit hoofdresultaat sluit aan bij het domein ‘activiteiten dagelijks leven - ADL’ in de ZRM; Dit resultaat geldt enkel voor de gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo. We onderscheiden vier vormen van het hoofdresultaat schoon en leefbaar huis onderverdeeld in twee categorieën. Categorie I: inwoner heeft zelf regie op het schoon en leefbaar huis

• Schoon en leefbaar huis wordt ingezet op interventieniveau 4.

• Schoon en leefbaar huis plus wordt ingezet op interventieniveau 4. Categorie II: overname regie op het schoon en leefbaar huis

• Schoon en leefbaar huis inclusief overname regie wordt ingezet op interventieniveau 5.

• Schoon en leefbaar huis plus inclusief overname regie wordt ingezet op interventieniveau 5.

Onder schoon en leefbaar huis verstaan we:

• het schoon en op orde houden van het huishouden en

• het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding;

• schoon: zodat bewoners gebruik kunnen maken van schoongemaakte primaire ruimten; de huiskamer, het slaapvertrek, de keuken en de douche/toilet;

• leefbaar: dat de primaire ruimten opgeruimd, functioneel en veilig zijn, bijvoorbeeld om vallen en onveilige situaties te voorkomen;

• de ‘plusvariant’ bij schoon en leefbaar huis plus, houdt in dat er extra inzet door de aanbieder nodig is vanwege de beperkingen en belemmeringen van de inwoner.

Elke variant van het hoofdresultaat schoon en leefbaar huis heeft een eigen productcode. Randvoorwaarden

• stapelen van het hoofdresultaat schoon en leefbaar huis kan met overige resultaten op interventie niveau 4, 5, 6 en 7;

• ondersteuning is uitsluitend bedoeld voor inwoners waarbij inzet van bijvoorbeeld een mantelzorger, ouder of het netwerk niet voldoende is. Inzet gaat de gebruikelijke zorg te boven;

• dit resultaatgebied biedt ambulante begeleiding aan een inwoner indien eigen mogelijkheden om huishoudelijke taken uit te voeren en/of te organiseren ontoereikend zijn en/of er sprake is van aantoonbare beperkingen bij het voeren van regie op de huishoudelijk taken;

• ten aanzien van schoon en leefbaar huis inclusief overname regie: hierbij heeft de inwoner niet de mogelijkheid om zelf aan te geven welke huishoudelijke taken uitgevoerd moeten worden. Hierbij bepaalt de hulp welke huishoudelijke taken uitgevoerd moeten worden en voert deze tevens uit. Indien de regie gevoerd kan worden door een huisgenoot die gebruikelijke hulp biedt, een mantelzorger of een andere persoon uit het sociale netwerk van de inwoner, is overname op de regie niet aan de orde en voldoet een resultaat op interventieniveau 4;

• jeugdigen kunnen voor dit resultaat in aanmerking komen op het moment dat zij zelfstandig wonen zonder ouders of verzorgers;

Page 27: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 27

• afstemming met de omgeving of netwerk van de inwoner of het organiseren van een voorliggende voorziening maakt onderdeel uit van de opdracht, zoals opgenomen is in het aanbestedingsdocument;

• de ondersteuning wordt beëindigd wanneer de geïndiceerde resultaten behaald zijn. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner kan zelfstandig zorgdragen voor een schoon en leefbaar huis. Mogelijke subresultaten a. De inwoner kan gebruik maken van een schoon en leefbaar huis. b. De inwoner kan met ondersteuning zorgdragen voor een schoon en leefbaar huis. c. De inwoner kan zelfstandig regie voeren op een schoon en leefbaar huis. d. De inwoner kan met ondersteuning regie voeren op een schoon en leefbaar huis. e. Voorkomen dat de inwoner geen zorg meer draagt voor een schoon en leefbaar huis. Noot bij de subresultaten: Subresultaten A en B gelden voor interventieniveau 4. Subresultaten C en D gelden voor interventieniveau 5. Subresultaat E geldt zowel voor interventieniveau 4 als 5.

Page 28: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 28

8.3 Domein Meedoen

Het gaat om (ambulante) ondersteuning van de inwoner ten behoeve van participatie in de maatschappij. Doelstelling kan zijn; het aanleren van vaardigheden, bieden van invulling en structuur tijdens de dag en/of ontlasting van de verzorgers. Het oplossend vermogen van de inwoner wordt versterkt. Het kan gaan om begeleiding met verblijf overdag (dagbesteding, KDC), volledig verblijf (logeren) of individuele ambulante begeleiding. Dagbesteding Dagbesteding is bedoeld voor jeugdigen en volwassenen met een beperking die niet in staat zijn om aan onderwijs, (vrijwilligers)werk of andere vormen van maatschappelijke participatie deel te nemen. De inwoner heeft ondersteuning nodig om invulling te geven aan de dag. Met de nieuwe aanbesteding van dagbesteding in 2020 benutten we de kans om meer samenhang aan te brengen in het palet van dagbesteding, passend onderwijs en werk. Het doel is het versterken van de verbinding tussen passend onderwijs en dagbesteding ‘gericht op terugkeer naar school’. Het streven is een integrale aanpak van Jeugdwet/Wmo en onderwijs. De verbinding van Wmo en de Participatiewet is een doorgaande lijn, waarin mogelijkheden worden gecreëerd voor een simpele overgang. Hiermee wordt bedoeld dat wet- en regelgeving niet belemmerend moet werken om op- en af te schalen tussen de wetten. Aan inwoners die niet kunnen uitstromen en dus aangewezen zijn op langdurige ondersteuning bij hun daginvulling en sociale participatie, bieden we een maatwerkvoorziening dagbesteding. We kijken naar mogelijkheden om af te schalen naar algemene en gebruikelijke voorzieningen in het voorliggend veld. Een sterke verbinding met welzijn is hierbij van groot belang. Ambitie en ontwikkeling Binnen het sociaal domein is de aandacht gericht op het organiseren van ondersteuning in eigen woonsituatie en leefomgeving. De locatie van de dagbesteding is in de leefomgeving van de inwoner of zo dichtbij mogelijk. De aanbieder heeft aandacht voor de wijk/het gebied waarin zij opereren, bevordert zo veel als mogelijk participatie en uitwisseling tussen activiteiten en leefomgeving van de inwoner. Om tijdig af te kunnen schalen vragen wij de aanbieder om verbinding te leggen met welzijnsactiviteiten in de wijk/het gebied waarin zij opereren. We vragen een integrale aanpak vanuit de Jeugdwet/Wmo, Passend onderwijs en de Participatiewet. Daarnaast richting te geven aan het ontwikkelpotentieel van de inwoner om terug te keren naar school of door te stromen naar (on)betaald werk. De aanbieder maakt hierover afspraken met passend onderwijs, werk en inkomen en welzijn c.q. organisaties die activiteiten/vrijwilligerswerk in de wijk aanbieden. We onderscheiden drie vormen van dagbesteding:

• M1: gericht op ontwikkeling en toeleiden naar (on)betaald werk

• M2: gericht op ontwikkeling en terugkeer naar onderwijs

• M3: gericht op ontwikkeling en behouden van een zinvolle daginvulling en sociale participatie

De grootste verandering is dat bij M1 en M2 de nadruk ligt op ontwikkeling van de inwoner en doorstroom naar (on)betaald werk en/of terugkeer naar onderwijs. Het wordt slechts tijdelijk ingezet.

Page 29: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 29

Aan inwoners die niet kunnen uitstromen en aangewezen zijn op langdurige (levenslange) ondersteuning bij hun daginvulling en sociale participatie, kan zinvolle dagbesteding (M3) ingezet worden. M3 is bedoeld voor inwoners die niet zelfstandig of met behulp van hun omgeving een zinvolle daginvulling kunnen organiseren via voorliggende voorzieningen zoals; vrijwilligerswerk, algemene voorzieningen voor inloop, ontmoeting en wijkactiviteiten etc. Dagbesteding is (ambulante) ondersteuning aan de inwoner ten behoeve van participatie in de maatschappij. Doelstelling kan zijn; het aanleren van vaardigheden, bieden van daginvulling en structuur tijdens de dag en/of ontlasting van de mantelzorger en/of ouder/verzorger. Het oplossend vermogen van de inwoner wordt versterkt. Nieuwe indicaties voor M1 en M2 worden voor maximaal een half jaar ingezet. Bij de evaluatie moet nadrukkelijk onderzocht worden of het resultaat behaald is of binnen afzienbare tijd te behalen is. Een verlenging van een half jaar behoort tot de mogelijkheden. Als het geformuleerde resultaat (tijdelijk) niet haalbaar is, maar er is wel ondersteuning nodig om een zinvolle daginvulling en sociale participatie te bieden dan kan M3 worden ingezet. M3 kan ook arbeidsmatig van aard zijn. Voor alle drie de vormen van dagbesteding geldt dat wordt verkend of een voorliggende voorziening in de wijk/buurt een passende oplossing biedt voor de hulpvraag. Dit betekent dat ook doorstroom mogelijk is vanuit M3 naar een algemene/gebruikelijke voorziening in de wijk. Doelgroep en afbakening Dagbesteding is mogelijk vanuit de Jeugdwet en de Wmo als geen aanspraak gemaakt kan worden op de Wet Langdurige Zorg (WLZ), Participatiewet en/of passend onderwijs of enig andere wettelijke regeling. Of omdat de inwoner niet in staat is op eigen kracht, dan wel met behulp van netwerk(en) en voorliggende mogelijkheden, te participeren. De inwoner heeft ondersteuning nodig om invulling te geven aan de dag. Dagbesteding wordt ingezet wanneer de inwoner onvoldoende in staat is eigen daginvulling te organiseren of ter ontlasting van de mantelzorger en/of ouder/verzorger. Dagbesteding draagt bij aan de zelfredzaamheid en participatie in de samenleving (Wmo en Jeugdwet) of de mogelijkheden van jeugdigen om gezond en veilig op te groeien naar zelfstandigheid. Het vindt plaats in een groep. Nieuwe verdeling dagdelen Voorheen kon er voor M1 en M3 een indicatie dagbesteding worden afgegeven voor 1-5 dagdelen of 6-10 dagdelen per week. In de praktijk nemen inwoners vaak 2 of 3 dagen per week deel aan de dagbesteding. Dat heeft ertoe geleid dat voor zowel M1, M2 als M3 een nieuwe indeling van het aantal dagdelen per week geldt. De verdeling is als volgt:

• 1-4 dagdelen;

• 5-6 dagdelen;

• 7-10 dagdelen.

Page 30: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 30

M1 Dagbesteding gericht op ontwikkeling en uitstroom naar (on)betaald werk Voor jeugdigen en volwassenen Omschrijving van het resultaatgebied De inwoner is nog niet in staat om (on)betaald werk te verrichten. De ondersteuning is gericht op het werken aan sociale, emotionele en praktische vaardigheden waardoor de inwoner kan uitstromen naar (on)betaald werk. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘tijdsbesteding’ en/of ‘maatschappelijke participatie’ in de ZRM; Randvoorwaarden

• deelname aan dagbesteding vanuit de Wmo of Jeugdwet wordt ingezet als blijkt dat iemand onvoldoende arbeidsvermogen heeft om in aanmerking te komen voor een leer-/werktraject in het kader van de Participatiewet. De inwoner kan ook niet zelfstandig komen tot een zinvolle invulling van de dag via vrijwilligerswerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen zoals inloop of activiteiten in de wijk;

• de aanbieder werkt mee aan een verkenning om te bepalen of een domein overstijgende analyse een bijdrage kan leveren om doorstroom naar een traject via de Participatiewet of (on)betaald werk te bevorderen;

• na een half jaar is er duidelijkheid over het ontwikkelperspectief in relatie tot uitstroom naar (on)betaald werk;

• het traject wordt elk half jaar geëvalueerd waarbij beoordeeld wordt of uitstroom naar onderwijs tot de mogelijkheden behoort of dat andere passende ondersteuning beter aansluit. Het initiatief hiertoe ligt bij de aanbieder. De gemeente monitort of dit plaatsvindt;

• bij uitwisseling van gegevens worden de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen gevolgd (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, Wet passend onderwijs, AVG). Doel van de gegevensuitwisseling voor zover die plaatsvindt, is de onderlinge afstemming);

• de aanbieder maakt samen met de inwoner een ondersteuningsplan met daarin opgenomen: - inhoudelijke afspraken om doorstroom naar (on)betaald werk te realiseren in

afstemming met partners Participatiewet; - procesmatige afspraken over de doorstroom naar (on)betaald werk; - afspraak wie de regie voert; - afspraken over evaluatie van het traject; inhoudelijk en procesmatig; - een maaltijd kan onderdeel uitmaken van de dagbesteding. De aanbieder mag hier

een vergoeding voor vragen aan de inwoner, afname van de maaltijd is echter geen verplichting. De aanbieder geeft ruimte aan de inwoner om zijn eigen maaltijd te nuttigen;

• vervoer: uitgangspunt hierbij is de inzet van het eigen netwerk van de inwoner. Mocht dit niet binnen het eigen netwerk kunnen, dan organiseert de aanbieder in overleg met ouders of sociaal netwerk het vervoer naar en van de dagbestedingslocatie. De kosten van het vervoer door de aanbieder zijn opgenomen in het tarief.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner is in staat om door te stromen naar (on)betaald werk. Subresultaat a. De inwoner kan zelfstandig werken bij een werkgever. b. De inwoner kan met ondersteuning bij een werkgever werken. c. De inwoner kan met of zonder ondersteuning onbetaald werk verrichten.

Page 31: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 31

Waar kun je aan denken, welke vaardigheden horen bij bovenstaande subresultaten?

• de inwoner komt op tijd;

• de inwoner komt afspraken na;

• de inwoner ziet er verzorgd uit;

• de inwoner kan omgaan met gezag;

• de inwoner kan omgaan met emoties en spanningen van de arbeidsmatige activiteiten;

• de inwoner bouwt ervaring en ritme op in een arbeidsmatige omgeving;

• de inwoner ervaart een waardevolle arbeidsmatige bijdrage;

• er is doorgaans sprake van arbeidsmatige dagbesteding op het moment dat werken bij een werkgever binnen het toekomstperspectief van de inwoner binnen afzienbare tijd mogelijk lijkt. Het gaat niet om een fulltime baan, maar bijvoorbeeld voor een dag of twee in de week.

Page 32: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 32

M2 Dagbesteding gericht op ontwikkeling en terugkeer naar onderwijs Voor jeugdigen en jongvolwassenen Omschrijving van het resultaatgebied Dagbesteding gericht op ontwikkeling en terugkeer naar onderwijs, bedoeld voor de inwoner die jonger is dan 23 jaar. De inwoner is tijdelijk niet in staat onderwijs te volgen. De ondersteuning is gericht op het werken aan sociale, emotionele en praktische vaardigheden, nodig om te kunnen functioneren in het onderwijs en met het doel: terug te keren naar onderwijs. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘tijdsbesteding’ en/of ‘maatschappelijke participatie’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• dagbesteding gericht op terugkeer naar onderwijs is altijd tijdelijk van aard;

• de aanbieder werkt mee aan een verkenning om te bepalen of een domein overstijgende analyse een bijdrage kan leveren om de terugkeer naar onderwijs te bevorderen;

• de aanbieder maakt in samenspraak met de inwoner en onderwijs een ondersteuningsplan met daarin:

- inhoudelijke afspraken om terugkeer naar onderwijs te realiseren in afstemming met het onderwijs;

- procesmatige afspraken over terugkeer naar onderwijs; - afspraken over regie; - bij uitwisseling van gegevens worden de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen

gevolgd (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, Wet passend onderwijs, AVG). Doel van de gegevensuitwisseling voor zover die plaatsvindt, is de onderlinge afstemming);

- afspraken over evaluatie van het traject; inhoudelijk en procesmatig; - het traject wordt elk half jaar geëvalueerd waarbij beoordeeld wordt of uitstroom naar

onderwijs tot de mogelijkheden behoort of dat een andere passende ondersteuning beter aansluit. Het initiatief ligt bij de aanbieder. De gemeente monitort of dit plaatsvindt;

- de daadwerkelijke aanwezigheid van de deelnemer wordt afgestemd op zijn/haar draagkracht en mogelijkheden;

- het volgen van onderwijs kan gecombineerd worden met dagbesteding als onderdeel van het traject gericht op terugkeer naar onderwijs.

• voor jeugdigen jonger dan 18 jaar geldt de Leerplichtwet en de Kwalificatieplicht;

• het onderwijs blijft verantwoordelijk voor de onderwijskundige doelen. De inzet van deze vorm van dagbesteding kan uitsluitend ter ondersteuning van het passend onderwijs worden ingezet als er geen andere vormen van ondersteuning mogelijk zijn;

• persoonlijke verzorging is inclusief;

• een maaltijd kan onderdeel uitmaken van de dagbesteding. De aanbieder mag hier een vergoeding voor vragen aan de inwoner, afname van de maaltijd is echter geen verplichting. De aanbieder geeft ruimte aan de inwoner om zijn eigen maaltijd te nuttigen;

• vervoer: uitgangspunt hierbij is de inzet van het eigen netwerk van de inwoner. Mocht dit niet binnen het eigen netwerk kunnen, dan organiseert de aanbieder in overleg met ouders of sociaal netwerk het vervoer naar en van de dagbestedingslocatie. De kosten van het vervoer door de aanbieder zijn opgenomen in het tarief.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner is in staat om terug te keren naar onderwijs. Mogelijke subresultaten a. De inwoner kan weer deelnemen aan onderwijs. b. De inwoner kan functioneren in een groepssetting. c. De inwoner kan toegeleid worden naar een andere vorm van maatschappelijke

participatie.

Page 33: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 33

Ontwikkelopdracht M2 Gemeenten formuleren een ontwikkelopdracht waarbij een integrale aanpak gerealiseerd wordt. Gemeenten vragen aanbieders om hieraan mee te werken. Ieder kind heeft recht op optimale ontwikkelkansen. Onderwijs heeft een centrale plek in het leven van opgroeiende kinderen en jongeren. De school is een onderdeel van het ‘systeem’. Als een kind extra onderwijsondersteuning nodig heeft, zorgt de school dat dit beschikbaar is. Scholen zorgen in het kader van de Wet passend onderwijs, voor een zo passend mogelijke onderwijsplek. Aanbieders en scholen hebben veel met elkaar te maken. De doelgroep voor jeugdhulp en passend onderwijs overlapt elkaar. Ieder kind dat bij een aanbieder actief is, zit in principe op school. Het kan zijn dat de school over dezelfde leerling zorgen heeft, signalen ziet en/of in het kader van passend onderwijs een ondersteuningstraject heeft ingezet. Vanuit de uitgangspunten ‘vroeg erbij’ en ‘één gezin, één plan’ willen wij dat relevante informatie vanuit het onderwijs betrokken wordt bij de uitvoering van een jeugdhulptraject. Zeker als er binnen de school problemen spelen en vanuit passend onderwijs al de nodige extra ondersteuning ingezet wordt, is afstemming essentieel (‘samenlooptrajecten’). Trajecten dienen elkaar te versterken en gericht te zijn op hetzelfde doel. Samenwerking met het onderwijs is nog intensiever voor kinderen/jongeren die (tijdelijk) niet meer (volledig) naar school gaan (thuiszitters). In deze situaties kan tijdelijke dagbesteding ingezet worden. We willen de focus op ontwikkeling en de (voorbereiding op) uiteindelijke terugkeer naar onderwijs. Dat houdt in dat er binnen het traject een deel wordt uitgevoerd in een onderwijssetting. Dit betekent dat deze trajecten al aan de voorkant met het onderwijs moeten worden vormgegeven. We zien dit als ontwikkelopdracht waarin betrokken partijen samen leren en verder ontwikkelen. Van aanbieders bij ‘dagbesteding gericht op doorstroom naar onderwijs’, verwachten wij:

• meewerken aan het ontwikkelen van een domein-overstijgende analyse als basis voor een integraal trajectplan;

• in het trajectplan is de voorbereiding op terugkeer naar school een integraal onderdeel. Het gaat dan o.a. om het weer leren functioneren in een groepssetting. Dit deel wordt samen met het onderwijs vormgegeven en uitgevoerd, waarbij het onderwijs verantwoordelijk is voor de onderwijskundige doelen.

Page 34: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 34

M3 Dagbesteding – zinvolle daginvulling en sociale participatie Voor jeugdigen en volwassenen Omschrijving van het resultaatgebied Dagbesteding betreft ondersteuning overdag aan de inwoner in groepsverband op locatie van de aanbieder. Dagbesteding kan ook een vorm van ondersteuning zijn waarbij de inwoner op de locatie vaardigheden oefent en leert toepassen waarmee zelfredzaamheid wordt bevorderd. De inwoner ervaart op één of meerdere levensgebieden problemen bij het zelfstandig regelen van dagelijkse bezigheden, de dagelijkse routine en structuur. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘tijdsbesteding’ en/of ‘maatschappelijke participatie’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• de inwoner heeft onvoldoende eigen netwerk dan wel het netwerk is niet in staat om gedurende de volledige week beperkingen in de zelfredzaamheid te compenseren;

• dit is bedoeld voor inwoners die niet zelfstandig of met behulp van hun omgeving een zinvolle daginvulling kunnen organiseren via voorliggende voorzieningen zoals vrijwilligerswerk, algemene voorzieningen voor inloop, ontmoeting en wijkactiviteiten etc.;

• de aanbieder heeft een signaleringsfunctie en werkt daarin samen met aanbieders van ambulante ondersteuning, behandeling, verpleging en verzorging thuis en de wijk/buurtteams binnen de keten van jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en zorgverzekeringswet;

• de activiteiten zijn gestructureerd van aard op basis van een op de inwoner gerichte aanpak en zoveel mogelijk met zijn of haar actieve betrokkenheid;

• activiteiten passen bij de interesses, mogelijkheden en beperkingen van de inwoner;

• betreft ondersteuning van de inwoner in een groepsverband op locatie overdag;

• persoonlijke verzorging is inclusief;

• een maaltijd kan onderdeel uitmaken van de dagbesteding. De aanbieder mag hier een vergoeding voor vragen aan de inwoner, afname van de maaltijd is echter geen verplichting. De aanbieder geeft ruimte aan de inwoner om zijn eigen maaltijd te nuttigen

• vervoer: uitgangspunt hierbij is de inzet van het eigen netwerk van de inwoner. Mocht dit niet binnen het eigen netwerk kunnen, dan organiseert de aanbieder in overleg met ouders of sociaal netwerk het vervoer naar en van de dagbestedingslocatie. De kosten van het vervoer door de aanbieder zijn opgenomen in het tarief.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner participeert en heeft een zinvolle daginvulling en/of het netwerk wordt ontlast. Mogelijke subresultaten a. De inwoner heeft een zinvolle daginvulling in een veilige en adequate omgeving. b. De inwoner participeert in de samenleving. c. De inwoner kan met ondersteuning een sociaal netwerk opbouwen en onderhouden. d. De thuissituatie wordt ontlast. e. De inwoner ervaart structuur in de dag en de week.

Page 35: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 35

M4 Sociaal netwerk – individuele begeleiding Voor jeugdigen en volwassenen Inleiding Individuele (ambulante) begeleiding van de inwoner ten behoeve van het vergroten en versterken van het sociaal netwerk. Er is geen of weinig steun van familie en vrienden, er zijn nauwelijks contacten buiten de deur. De inwoner trekt zich passief of actief terug. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘sociaal netwerk’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• de begeleiding richt zich niet uitsluitend op het individu maar ook op de andere leden van het systeem waar het individu deel van uitmaakt.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is een gezond sociaal netwerk en inwoner ondervindt steun van dit sociaal netwerk. Mogelijke subresultaten a. De inwoner kan zelf een sociaal netwerk opbouwen en onderhouden. b. De inwoner kan met ondersteuning een sociaal netwerk opbouwen en onderhouden. c. Voorkomen dat de inwoner sociaal geïsoleerd raakt. Nadere toelichting relatie interventieniveaus 1, 2 of 3, andere wetgeving of andere inkooparrangementen Waar kun je aan denken, welke vaardigheden en resultaten horen bij bovenstaande subresultaten? - de inwoner wordt herkend en erkend door zijn omgeving; - de omgeving van de inwoner kan omgaan met (de beperking of gedragsproblematiek

van) de inwoner; - de inwoner is bekend met contacten in zijn leefomgeving en maakt daar gebruik van; - de inwoner is in staat zijn sociaal netwerk te ontwikkelen en te onderhouden.

Page 36: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 36

M4 Sociaal netwerk – logeren Voor jeugdigen en volwassenen Inleiding Logeren is een specifieke vorm van verblijf en bestaat uit (periodiek) tijdelijk verblijf bij een logeervoorziening. De voorziening biedt een veilige en adequate omgeving (gelet op de problematiek). De jeugdige of volwassene is in een andere omgeving en ontmoet andere mensen dan thuis. Er is aandacht voor sfeer, geborgenheid, ritme en regelmaat. Bovendien is dit resultaat gericht op het ontlasten van de thuissituatie. Daarnaast kan er gedurende het logeren gewerkt worden aan de begeleidingsdoelen van de jeugdige/volwassene. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘sociaal netwerk’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• logeren is gepositioneerd onder interventieniveau 8;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de inwoner, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• de groepsgrootte voor logeren is maximaal acht inwoners/jeugdigen, met overdag een minimale inzet van één medewerker op vier inwoners/jeugdigen. ’s Nachts minimaal één medewerker op acht inwoners/jeugdigen, waarbij achtervang georganiseerd is. De aanbieder zorgt dus voor 24 uur toezicht per etmaal;

• indien andere zorgaanbieders betrokken zijn bij de jeugdige/volwassene dient er afstemming te zijn;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• in het kader van de Jeugdwet dient er gebruik gemaakt te worden van een gestandaardiseerd risico-taxatie instrument of systematische werkwijze om veiligheidsrisico’s in te schatten (bij aanvang en daarna met enige regelmaat). Inzet van een gedragswetenschapper moet hiervoor beschikbaar zijn voor de aanbieder;

• vervoer: uitgangspunt hierbij is de inzet van het eigen netwerk van de inwoner. Mocht dit niet binnen het eigen netwerk kunnen, dan organiseert de aanbieder in overleg met ouders of sociaal netwerk het vervoer naar en van de logeerlocatie. De kosten van het vervoer door de aanbieder zijn opgenomen in het tarief;

• bij logeren gaan wij uit van een etmaaltarief. Het tarief is inclusief de benodigde begeleiding gedurende dag en nacht, daginvulling en vervoer tijdens de etmalen (indien nodig);

• continuïteit dient gedurende het gehele jaar gewaarborgd te zijn, ook tijdens de vakantieperiode;

• extra verblijf gedurende de vakanties wordt meegenomen in de toekenning;

• de bekostiging vindt plaats per etmaal (24 uur) en er kunnen maximaal drie etmalen per week worden toegekend (dit zijn maximaal 156 dagen per jaar) met uitzondering van vakantieperiodes;

• dit hoofdresultaat kan gestapeld worden met andere hoofdresultaten, zolang die hoofdresultaten op een ander moment (dan tijdens het logeren) worden ingezet.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is een gezond sociaal netwerk en inwoner ondervindt steun van dit sociaal netwerk. Mogelijke subresultaten a. De verschillende leden in het huishouden van de inwoner komen op adem om daarna

weer dagelijks te functioneren en de mantelzorg dan wel de opvoeding weer op te kunnen pakken.

b. Voorkomen dat inwoner sociaal geïsoleerd raakt.

Page 37: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 37

M5 Maatschappelijke participatie Voor jeugdigen en volwassenen Inleiding Ambulante begeleiding van de inwoner in het geval de inwoner niet of nauwelijks participeert in de maatschappij. Het doel van de ondersteuning is dat de inwoner in staat is om naar vermogen mee te doen op school, in het gezin of in de buurt. Waarbij de inwoner op de hoogte is van de sociale kaart en daarmee van de mogelijkheden om actief deel te nemen aan het maatschappelijk leven in zijn woon-/leefomgeving. Het is de bedoeling dat de inwoner vaardigheden leert om deel te nemen aan de maatschappij. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘maatschappelijke participatie’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• indien maatschappelijke participatie wordt vormgegeven door met ondersteuning vrijwilligerswerk te verrichten, dan mag er geen sprake zijn van verdringing van betaalde arbeid.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De inwoner participeert actief in de maatschappij. Mogelijke subresultaten a. De inwoner neemt zelfstandig deel aan maatschappelijke activiteiten. b. De inwoner kan met ondersteuning deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. c. Voorkomen dat de inwoner sociaal geïsoleerd raakt.

Page 38: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 38

M6 Kinderdagcentrum Voor jeugdigen Inleiding Het kinderdagcentrum (KDC) biedt een veilige basis voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand of beperking waarvoor deelname aan (speciaal) onderwijs niet mogelijk is. De kinderen kunnen op hun eigen manier en tempo ontwikkelen met intensieve ondersteuning van experts op het gebied van gedrag, motoriek, spel, muziek en communicatie. Er wordt structuur gegeven aan de dag en eventueel de mogelijkheid vergroot om de stap te maken naar (speciaal) onderwijs. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘tijdsbesteding’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• dit hoofdresultaat is gepositioneerd onder interventieniveau 7;

• dit resultaat kan alleen ingezet worden indien er geen andere ondersteuning mogelijk blijkt te zijn. Indien er geen sprake is van (een ernstig vermoeden van) een cognitieve beperking, dan dient er doorverwezen te worden naar een andere voorziening en is het KDC niet de eerst aangewezen plek;

• dit hoofdresultaat wordt bij aanvang ingezet tot het kind de leeftijd van vijf jaar bereikt. Indien blijkt dat op vijfjarige leeftijd de stap naar (speciaal) onderwijs niet gemaakt kan worden, dan kan de indicatie in afstemming met de aanbieder worden verlengd. Dit kan tot het moment dat naar alle waarschijnlijkheid WLZ-indicatie aan de orde is;

• begeleiding op de groep en persoonlijke verzorging van inwoner op locatie van de dagbesteding maakt onderdeel uit van dit resultaat;

• begeleiding/behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige, ook andere leden van het systeem worden hierbij betrokken. Het gaat dan in het bijzonder om de doorvertaling van de begeleiding/behandeling in de thuissituatie;

• ouders moeten de voor-en naschoolse opvang zelf organiseren en financieren;

• vervoer: aanbieders en toegangsmedewerkers doen een beroep op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers om het vervoer te organiseren. Wanneer dit wegens omstandigheden niet mogelijk is dient de aanbieder dit te organiseren. Het tarief is inclusief vervoer indien vervoer noodzakelijk is.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De jeugdige is in staat om (speciaal) onderwijs te volgen. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om de stap richting (speciaal) onderwijs te zetten. b. De jeugdige groeit en ontwikkelt zich.

Page 39: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 39

8.4 Domein Gezond

In het domein Gezond vind je de hoofdresultaten terug die zich richten op de behandeling of begeleiding van de inwoner met (een zeer hoog risico op) de volgende problematieken of stoornissen:

• psychische;

• psychiatrische;

• verstandelijke;

• sociaal emotionele;

• gedrag en/of;

• verslaving. Doelstelling is het verbeteren van het geestelijk en lichamelijk welbevinden van de inwoner, zodat de persoon zo optimaal als mogelijk kan functioneren in de maatschappij. Een inwoner en zijn omgeving leren omgaan met de fysieke, verstandelijke of psychische beperking. Belemmeringen die een inwoner of zijn omgeving ervaart op het gebied van bovengenoemde beperkingen worden zoveel mogelijk verminderd of de inwoner leert er mee om te gaan. Het kan gaan om individuele ambulante begeleiding, individuele ambulante behandeling, dagbehandeling, begeleiding met verblijf overdag of volledig verblijf met behandeling dan wel begeleiding. Let op: De hoofdresultaten behandeling kunnen alleen worden ingezet voor jeugdigen. Behandeling voor volwassenen valt immers onder de Zorgverzekeringswet.

Page 40: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 40

G1 Begeleiding Voor jeugdigen en volwassenen Inleiding Dit resultaat gaat over het geestelijk welbevinden van de inwoner. De begeleiding is gericht op het stabiel houden van de mentale toestand van de inwoner en de inwoner leert om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• de begeleiding kan worden ingezet naast behandeling indien dit noodzakelijk is voor de behandeling;

• interventieniveau 7: inzet van G1 op interventieniveau 7 is mogelijk onder de volgende voorwaarden:

- dit resultaatgebied kan alleen worden ingezet als geen van de andere resultaatgebieden, of combinatie van resultaatgebieden volstaat;

- het gaat om individuele begeleiding; - dit resultaatgebied kan alleen gecombineerd worden met M1, M2, M3 en in

uitzonderlijke gevallen met G1 behandeling of G3; - er is zeer intensieve ambulante begeleiding voor de inwoner noodzakelijk omdat

er bijvoorbeeld sprake is van een van de onderstaande redenen: ▪ er is sprake van multiproblematiek bij de inwoner, waarbij de inwoner de

problematiek niet erkent of overziet en/of zijn omgeving niet kan bijdragen aan de ondersteuning;

▪ de problematiek van de inwoner is zodanig dat de ondersteuning moeilijk planbaar is, er dient mogelijk een vorm van (telefonische) achterwacht te worden geboden. Begeleider zal veelal meerdere keren in de week (moeilijk planbare) ondersteuning moeten bieden;

▪ de inwoner is met ondersteuning in staat om zijn hulpvraag te formuleren en kan hierdoor deze vaardigheid ontwikkelen en thuis blijven wonen;

▪ de begeleiding maakt het mogelijk voor ouderen om langer thuis te blijven wonen;

▪ er is sprake van afschalen van zorg uit de zorgverzekeringswet zoals intramurale behandeling. Waarbij intensieve begeleiding belangrijk kan zijn om het zelfstandig wonen te laten slagen.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen. Mogelijke subresultaten a. De inwoner is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn geestelijke

gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan. b. De inwoner kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn geestelijke

gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking en de moeilijkheden in het dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking van de inwoner een gevaar opleveren voor zichzelf of anderen.

Page 41: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 41

G1 Behandeling algemeen Voor jeugdigen Algemene inleiding op de hoofdresultaten G1 Gezondheid behandeling Deze hoofdresultaten onder G1 gaan over het geestelijk welbevinden van de jeugdige. De behandeling is gericht op het stabiel houden van de mentale toestand van de jeugdige en de jeugdige leert om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. De jeugdige kan ten behoeve van de behandeling voor korte of langere tijd intramuraal worden opgenomen. Ambitie en ontwikkeling Ambulante behandeling is een belangrijke pijler in de GGZ voor jeugd. Daarom wensen gemeenten dat er voldoende behandelcapaciteit is waardoor wachttijden worden genormaliseerd. De gemeenten willen dat de kinderen/jeugdigen met zeer complexe problematiek terecht kunnen bij de gespecialiseerde GGZ instelling, die zich in die problematiek gespecialiseerd heeft. Dit noemen wij hoog specialistische GGZ. We zien de afgelopen jaren een forse toename van de behandelinzet per jeugdige. Aanbieders laten weten dat dit mede veroorzaakt wordt door een gebrek aan matched care. Gemeenten willen dat jeugdigen direct de juiste vorm van behandeling krijgen. Daarom willen gemeenten dat de gespecialiseerde instellingen hun kennis en expertise ook beschikbaar stellen aan andere aanbieders, het voorliggend veld en gemeenten. Door kennis naar voren te brengen in het zorglandschap verwachten we dat er minder jeugdigen een beroep op de gespecialiseerde GGZ doen en dat de gemiddelde behandelduur per jeugdige bij de gespecialiseerde aanbieders afneemt. Let op: Jeugdhulpaanbieders die zich aanmelden voor het resultaat Gespecialiseerde GGZ Instellingen komen niet in aanmerking voor de resultaten basis en specialistische GGZ en ook niet voor het domein G3 opvoeden en opgroeien. Wijziging in hoofdresultaten Dit resultaatgebied kent ten opzichte van de vorige resultatenmatrix een aantal wijzigingen. We kenden bij de ambulante behandeling twee vormen:

• behandeling regulier;

• behandeling kort intensief (op interventieniveau 4 en maximaal drie maanden). Van de behandeling kort intensief hebben we afscheid genomen omdat er niet of nauwelijks gebruik van werd gemaakt. Voor behandeling met verblijf kenden we één hoofdresultaat op interventieniveau 8. We hebben besloten om dit op te splitsen in meerdere hoofdresultaten. We kennen nu de volgende hoofdresultaten onder G1 behandeling:

• basis GGZ op interventieniveau 4;

• specialistische GGZ op interventieniveau 5;

• medicatiecontrole specialistische GGZ op interventieniveau 5;

• specialistische GGZ instellingen op interventieniveau 6;

• medicatiecontrole specialistische GGZ instellingen op interventieniveau 6;

• verblijf met behandeling GGZ op interventieniveau 8;

• verblijf met behandeling LVB op interventieniveau 8;

• verblijf met behandeling 3- milieus voorziening op interventieniveau 8.

Page 42: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 42

Randvoorwaarden voor alle vormen van verblijf

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• aanbieders dienen zelf te beschikken over deskundig personeel dat deel uitmaakt van een multidisciplinair team (in de aanbesteding is er per hoofdresultaat aangegeven welke professionals tenminste deel uit moeten maken van het multidisciplinair team);

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Betrekken bij de behandeling betekent dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige. Hier volgt als vanzelf uit dat er geen apart hoofdresultaat afgegeven hoeft te worden voor de begeleiding van het systeem rondom de jeugdige;

• verblijf in de 24-uurs behandelgroep is tijdelijk en onderdeel van een traject. Deze visie wordt door alle aanbieders die behandeling met verblijf bieden omarmd. Het streven is om een jeugdige ambulant te behandelen. Als dat niet mogelijk is volgt opname en na opname volgt veelal óf ambulante behandeling óf ambulante begeleiding. Behandeling met verblijf zal dus nooit een op zichzelf staande behandeling zijn.

Crisis We kennen geen apart hoofdresultaat crisis. Indien er sprake is van een crisis, dan wordt direct het hoofdresultaat ingezet dat het meest passend lijkt. Kan de crisis ambulant worden afgewend? Dan volgt een passend ambulant hoofdresultaat. Is opname onafwendbaar? Dan volgt een hoofdresultaat op interventieniveau 8. Wijziging in financiering De vorige resultatenmatrix kende bij G1 behandeling; maandtarieven voor de ambulante behandelingen en een etmaaltarief voor de hoofdresultaten behandeling met verblijf. Van deze systematiek hebben we afscheid genomen. Ambulante GGZ-behandelingen kennen veelal geen vast ritme waarin de behandelingen worden gegeven. De intensiteit van behandelsessies neemt na de start langzaam toe en aan het eind van de behandeling neemt de intensiteit weer af. Dit past niet zo goed bij een maandtarief. Daarom is voor de ambulante behandeling nu gekozen voor een uurtarief. We verwachten dat de financiering nu beter aansluit bij de daadwerkelijk geleverde ondersteuning aan onze jeugdigen door de aanbieders. Daarnaast is er voor bepaalde hoofdresultaten een maximum gesteld aan het aantal sessies en/of de duur van de indicatie.

Page 43: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 43

G1 Ambulante behandeling Basis GGZ Voor jeugdigen Inleiding Dit resultaat gaat over het geestelijk welbevinden van de jeugdige. De behandeling is gericht op het stabiel houden van de mentale toestand van de jeugdige en de jeugdige leert om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. De behandeling basis GGZ is bedoeld voor jeugdigen met lichte tot matige klachten op een beperkt aantal leefgebieden, vaak enkelvoudig. Deze zorg is oplossingsgericht. De behandeling richt zich op één of een aantal symptomen en specifieke klachten. Hier wordt minder ingegaan op de persoonlijkheid of de identiteitsbeleving of persoonsgeschiedenis van de jeugdige. Het doel is om de klachten te behandelen die iemand nu ervaart. Behandeling van psychische problematiek vindt binnen dit product plaats binnen de basis GGZ. Voor basis GGZ hebben we niet vastgelegd wat volgens ons het gemiddeld aantal sessies zou moeten zijn. We gaan gedurende de contractperiode het gemiddeld aantal behandeluren monitoren. Als blijkt dat een aanbieder aanzienlijk afwijkt van het gemiddelde aantal behandeluren dan worden afspraken gemaakt met de betreffende aanbieder over het maximaal aantal te declareren behandeluren per jeugdige. Dit is een taak voor contractmanagement. Randvoorwaarden

• behandeling basis GGZ is gepositioneerd onder interventieniveau 4;

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• onderdeel van de subresultaten A en B is dat de ouders in staat zijn om zelfstandig of met ondersteuning, met de problematiek van de jeugdige om te gaan en te kunnen ondersteunen;

• subresultaat C heeft betrekking op de veiligheid van de jeugdige. Veiligheid is altijd een aandachtspunt en loopt dwars door alle interventies heen;

• er is bij voorkeur sprake van een evidence based behandelmethodiek, maar in elk geval een bewezen effectieve methode;

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van één jaar.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen van de problematiek hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn geestelijke

gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan.

b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn geestelijke gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking en de moeilijkheden in het dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking van de jeugdige een gevaar oplevert voor zichzelf of anderen.

Page 44: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 44

G1 Ambulante behandeling specialistische GGZ Voor jeugdigen Inleiding Dit resultaat gaat over het geestelijk welbevinden van de jeugdige. De behandeling is gericht op het stabiel houden van de mentale toestand van de jeugdige en de jeugdige leert om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. Bij specialistische zorg staat naast de direct aanwezige klachten, ook de complexe problematiek onderliggend aan de klachten centraal. Hier wordt meer stilgestaan bij de persoonsgeschiedenis van de jeugdige en worden klachten bekeken in het kader van diens persoonlijkheid. De identiteit en zelfbeleving zijn hier centraal. Bij specialistische zorg zal daarnaast ook nadruk liggen op het proces dat iemand doormaakt, of het proces van de therapie. Het doel is; door dit proces een meer structurele verandering in het persoonlijk functioneren en de zelfbeleving te bewerkstelligen. De behandeling is bedoeld voor jeugdigen met ernstige, complexe of vaker terugkerende klachten op meerdere leefgebieden. Behandeling van psychische problematiek vindt binnen dit product plaats binnen de specialistische GGZ. Voor specialistische GGZ hebben we net als bij basis GGZ niet vastgelegd wat ons inziens het gemiddeld aantal sessies zou moeten zijn. We gaan gedurende de contractperiode het gemiddeld aantal behandeluren monitoren. Als blijkt dat een aanbieder aanzienlijk afwijkt van het gemiddelde aantal behandeluren dan worden afspraken gemaakt met de betreffende aanbieder over het maximaal aantal te declareren behandeluren per jeugdige. Dit is een taak voor contractmanagement en wordt nog verder ontwikkeld. Randvoorwaarden

• behandeling specialistische GGZ is gepositioneerd onder interventieniveau 5;

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• onderdeel van de subresultaten A en B is dat de ouders in staat zijn om zelfstandig of met ondersteuning met de problematiek van de jeugdige om te gaan en hem te ondersteunen;

• subresultaat C heeft betrekking op de veiligheid van de jeugdige. Veiligheid is altijd een aandachtspunt en loopt dwars door alle interventies heen;

• er is bij voorkeur sprake van een evidence based behandelmethodiek, maar in elk geval een bewezen effectieve methode;

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van twee jaar.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen van de problematiek hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen.

Page 45: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 45

Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn geestelijke

gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan.

b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn geestelijke gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking en de moeilijkheden in het dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking van de jeugdige een gevaar oplevert voor zichzelf of anderen.

Page 46: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 46

G1 Ambulante behandeling specialistische GGZ Instellingen Voor jeugdigen Inleiding Dit resultaat gaat over het geestelijk welbevinden van de jeugdige. De behandeling is gericht op het verbeteren en/of stabiel houden van de mentale toestand van de jeugdige. Daarnaast leert de jeugdige om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. De behandeling richt zich op de psychiatrische problematiek van het kind, waarbij er ook aandacht is voor het systeem waarin het kind verkeert. Het gaat om forse psychiatrische problemen bij de jeugdigen. De instelling voor gespecialiseerde GGZ heeft zich op die specifieke kennis gespecialiseerd. Er worden meerdere disciplines binnen één instelling ingezet bij de jeugdigen. Randvoorwaarden

• behandeling hoog specialistische GGZ is gepositioneerd onder interventieniveau 6;

• bij hoog specialistische GGZ staat naast de direct aanwezige klachten ook de complexe problematiek onderliggend aan de klachten meer centraal. Hier wordt meer stil gestaan bij de persoonsgeschiedenis van de jeugdige en worden klachten bekeken in het kader van diens persoonlijkheid. De identiteit en zelfbeleving staan hier meer centraal. Bij hoog specialistische GGZ zal daarnaast ook veel nadruk liggen op het proces wat iemand doormaakt, of het proces van de therapie. Het doel is door dit proces een meer structurele verandering in het persoonlijk functioneren en de zelfbeleving te bewerkstelligen. De behandeling is bedoeld voor jeugdigen met ernstige, complexe of vaker terugkerende klachten op meerdere leefgebieden;

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• behandeling kan ook bestaan uit de inzet van een FACT-team;

• onderdeel van de subresultaten A en B is dat de ouders in staat zijn om zelfstandig of met ondersteuning met de problematiek van de jeugdige om te gaan en hem te ondersteunen;

• subresultaat C heeft betrekking op de veiligheid van de jeugdige. Veiligheid is altijd een aandachtspunt en loopt dwars door alle interventies heen;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van twee jaar (dit betekent niet dat de behandeling twee jaar dient te duren, monitoring via regisseursmodel).

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen van de problematiek hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn geestelijke

gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan.

b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn geestelijke gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking en de moeilijkheden in het dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking van de jeugdige een gevaar oplevert voor zichzelf of anderen.

Page 47: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 47

G1 Medicatiecontrole Voor jeugdigen

Inleiding Dit resultaat gaat over het geestelijk welbevinden van de jeugdige. De behandeling is gericht op het stabiel houden van de mentale toestand van de jeugdige en de jeugdige leert om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• dit resultaat kent twee vormen: - medicatiecontrole specialistische GGZ op interventieniveau 5. Medicatiecontrole

wordt uitgevoerd door een aanbieder die ook gecontracteerd is voor het hoofdresultaat specialistische GGZ;

- medicatiecontrole specialistische GGZ instellingen op interventieniveau 6. Medicatiecontrole wordt uitgevoerd door een aanbieder die ook gecontracteerd is voor het hoofdresultaat specialistische GGZ instellingen;

• dit resultaat betreft laagfrequente controle van het gebruik van medicatie voor een psychische beperking van de jeugdige;

• dit resultaatgebied wordt uitsluitend ingezet indien de behandeling is afgerond. In andere gevallen maakt de medicatiecontrole onderdeel uit van het resultaatgebied dat bij het behandeltraject hoort;

• dit hoofdresultaat is voor onbepaalde tijd met periodieke evaluatie. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen van de problematiek hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn geestelijke

gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan.

b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn geestelijke gezondheidsproblemen en/of gedragsproblemen en/of verstandelijke beperking en de moeilijkheden in het dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de geestelijke gezondheidsproblemen van de jeugdige een gevaar opleveren voor zichzelf of anderen.

Page 48: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 48

G1 Behandeling met verblijf GGZ Voor jeugdigen Inleiding De intramurale behandeling van de jeugdige is gericht op activiteiten in het kader van herstel. Of voorkoming van verergering van een psychiatrische stoornis, en het daarmee om kunnen gaan, waardoor verder herstel in de thuissituatie kan volgen. De behandeling is gericht op een geneeskundig doel. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders tijdens het verblijf. Zo hebben ouders bijvoorbeeld de mogelijkheid zorgtaken op zich te nemen, of deel te nemen aan activiteiten op de leefgroep. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige. Tijdens het verblijf draagt de aanbieder zorg voor contact met de school en andere betrokkenen om ondersteuning op elkaar af te stemmen;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• behandeling is altijd een onderdeel van dit resultaatgebied, er dient sprake te zijn van een behandelperspectief;

• verwijzing naar intramurale behandeling is slechts aan de orde bij een hoog risico en/of hoge complexiteit bij (vermoeden van) een DSM-benoemde stoornis;

• de behandeling is gericht op herstel van het gewone leven. Bij voorkeur terugkeer van de jeugdige in het gezin om daar binnen zijn/haar mogelijkheden gezond en veilig op te groeien;

• verblijf in de 24-uurs behandelgroep is tijdelijk en onderdeel van een traject. Aanbieder draagt daarom zo spoedig mogelijk na opname zorg voor een ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers. Het is gericht op het beheersbaar maken van de situatie, zodat thuis (=ambulant) verder herstel kan volgen. Onderdeel van het plan is de begeleiding naar terugkeer thuis, dan wel richting zelfstandigheid;

• dit hoofdresultaat wordt zo kort als mogelijk ingezet, verblijf is immers altijd tijdelijk en onderdeel van een traject;

• dit resultaat is niet stapelbaar met lagere interventieniveaus. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn geestelijke

gezondheidsproblemen om te gaan. b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn geestelijke

gezondheidsproblemen in zijn dagelijks functioneren. c. Voorkomen dat de geestelijke gezondheidsproblemen van de jeugdige een gevaar

oplevert voor zichzelf of anderen.

Page 49: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 49

G1 Behandeling met verblijf LVB Voor jeugdigen Inleiding De intramurale behandeling van de jeugdige met een licht verstandelijke beperking is gericht op activiteiten in het kader van herstel. Of voorkoming van verergering van hun gedrags- dan wel psychiatrische stoornis, en het daarmee om kunnen gaan, waardoor verder herstel in de thuissituatie kan volgen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. De behandeling is aan de orde als er sprake is van complexe problematiek, die niet persé geneeskundige deskundigheid vereist. Om zo de jeugdige nieuwe vaardigheden en/of gedrag aan te leren of deze te verbeteren. Behandeling met verblijf LVB kent verschillende verblijfsvarianten die ingezet kunnen worden door de gecontracteerde aanbieder:

• Gezinsbehandeling Ouder Kind Deze behandelvorm is gericht op (aanstaande) moeders of ouderparen. De kinderen die met hun ouder(s) worden opgenomen zijn tussen de nul en vier jaar.

• Kleine groep behandeling in gezinshuisvorm Er verblijven maximaal vier tot zes kinderen in deze verblijfsvorm. Deze vorm van verblijf richt zich op kinderen en jeugdigen, waarbij de voorkeur bestaat voor behandeling in een gezinsvorm maar waarbij een regulier pleeggezin of gezinshuis niet volstaat, gelet op de licht verstandelijke beperking van de jeugdige en daarmee gepaard gaande problematiek.

Indien tijdens de behandeling met verblijf blijkt dat aanvullend individuele therapie ingezet moet worden (EMDR, Cognitieve Gedragstherapie of Systeemtherapie) dan kan er een extra hoofdresultaat (nl. Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling) toegekend worden. Randvoorwaarden

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders tijdens het verblijf. Zo hebben ouders bijvoorbeeld de mogelijkheid om zorgtaken op zich te nemen of deel te nemen aan activiteiten op de leefgroep. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige. Tijdens het verblijf draagt de aanbieder ook zorg voor contact met de school en andere betrokkenen om ondersteuning op elkaar af te stemmen;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat.

• behandeling is altijd een onderdeel van dit resultaatgebied, er dient sprake te zijn van een behandelperspectief;

• verwijzing naar intramurale behandeling is slechts aan de orde bij een hoog risico en/of hoge complexiteit bij vermoeden van een DSM-benoemde stoornis;

• de behandeling is gericht op herstel van het gewone leven, bij voorkeur terugkeer van de jeugdige in het gezin om daar binnen zijn/haar mogelijkheden gezond en veilig op te groeien;

• verblijf in de 24-uurs behandelgroep is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt daarom zo spoedig mogelijk na opname zorg voor een ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers. Het is gericht op het beheersbaar maken van de situatie, zodat thuis (= ambulant) verder herstel kan volgen. Onderdeel van het plan is de begeleiding naar terugkeer thuis, dan wel richting zelfstandigheid;

Page 50: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 50

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van één jaar;

• indien tijdens behandeling met verblijf blijkt dat aanvullend individuele therapie ingezet moet worden (EMDR, Cognitieve Gedragstherapie of Systeemtherapie) dan kan er een extra hoofdresultaat (nl. Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling) toegekend worden. Verder is dit resultaat niet stapelbaar met lagere interventieniveaus.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn gedrags- en/of

geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan. b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn gedrags- en/of

geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking in zijn dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de gedrags- en/of geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking van de jeugdige een gevaar oplevert voor zichzelf of anderen.

Page 51: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 51

G1 Behandeling met verblijf 3-milieuvoorziening Voor jeugdigen Inleiding De besloten behandeling van de jeugdige met een licht verstandelijke beperking (met bijkomende problematiek zoals trauma, agressie, hechting en seksualiteit) is gericht op het wegnemen of verminderen van de belemmeringen in het functioneren, op het reguleren van gedragsproblematiek en herstel van het gewone leven. Het doel is een zodanige ontwikkeling en ontplooiing in gezins- en andere maatschappelijke verbanden, zodat de jeugdige zich, eventueel met enige ondersteuning, een plek in de samenleving kan verwerven. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. De jeugdige heeft 24-uurs zorg en nabijheid nodig in een structurerend klimaat. Er is sprake van een veilige en beschermende omgeving, waarbij wonen/verblijf, onderwijs en vrije tijd in integrale afstemming met elkaar wordt geboden (drie milieus-voorziening). Het gaat om zeer specialistische behandeling, waarvan behandeling van vroegkinderlijke trauma’s deel uit kan maken. Indien tijdens behandeling met verblijf blijkt dat aanvullend individuele therapie ingezet moet worden (EMDR, Cognitieve Gedragstherapie of Systeemtherapie), dan kan er een extra hoofdresultaat (nl. Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling) toegekend worden. Randvoorwaarden

• de behandeling richt zich uitsluitend op jeugdigen vanaf 10 jaar: - die een beperkt sociaal adaptatievermogen hebben (meer dan twee

standaarddeviaties beneden het populatiegemiddelde); - die sterke gedragsproblemen hebben op alle leefgebieden (thuis, school, vrije

tijd); - die als gevolg van trauma en/of langdurige verwaarlozing beperkte

hechtingsmogelijkheden hebben; - waarbij sprake kan zijn van co-morbide psychiatrische problematiek; - waarbij er langdurig sprake is van problematische gezinssituaties; - waarbij er sprake kan zijn van veiligheidsrisico’s voor de jeugdige zelf en zijn

omgeving. Die gezamenlijk hebben geleid tot ernstige opvoedproblemen en gevoelens van onvermogen en onmacht bij ouders of opvoeders en die daardoor in het gezin moeilijk te begeleiden zijn;

- die zich op grond van hun lager intellectueel functioneren en beperkte sociale redzaamheid en gedragsproblemen, niet zonder hulp kunnen handhaven in reguliere maatschappelijke verbanden (gezin, school, werk, groep, leeftijdgenoten, buren);

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders tijdens het verblijf. Zo hebben ouders bijvoorbeeld de mogelijkheid om zorgtaken op zich te nemen, of deel te nemen aan activiteiten op de leefgroep. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige. Tijdens het verblijf draagt de aanbieder ook zorg voor contact met de school en andere betrokkenen om ondersteuning op elkaar af te stemmen;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• behandeling is altijd een onderdeel van dit resultaatgebied. Er dient sprake te zijn van een behandelperspectief;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

Page 52: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 52

• verwijzing naar intramurale behandeling is slechts aan de orde bij een hoog risico en/of hoge complexiteit bij (vermoeden van) een DSM-benoemde stoornis;

• de behandeling is gericht op herstel van het gewone leven. Bij voorkeur terugkeer van de jeugdige in het gezin om daar binnen zijn/haar mogelijkheden gezond en veilig op te groeien;

• verblijf in de 24-uurs behandelgroep is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt daarom zo spoedig mogelijk na opname zorg voor een behandelplan. Dit behandelplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers, en is gericht op het beheersbaar maken van de situatie, zodat thuis (= ambulant) verder herstel kan volgen. Onderdeel van het plan is de begeleiding naar terugkeer thuis, dan wel richting zelfstandigheid;

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van één jaar;

• indien tijdens behandeling met verblijf blijkt dat aanvullend individuele therapie ingezet moet worden (EMDR, Cognitieve Gedragstherapie of Systeemtherapie), dan kan er een extra hoofdresultaat (nl. Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling) toegekend worden. Verder is dit resultaat niet stapelbaar met lagere interventieniveaus.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam. Of de symptomen hebben beperkte invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren met zijn gedrags- en/of

geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking om te gaan. b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met de symptomen van zijn gedrags- en/of

geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking in zijn dagelijks functioneren.

c. Voorkomen dat de gedrags- en/of geestelijke gezondheidsproblemen en/of verstandelijke beperking van de jeugdige een gevaar oplevert voor zichzelf of anderen.

Page 53: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 53

G2 Begeleiding verslaving Voor jeugdigen en volwassenen Inleiding De begeleiding is gericht op het stabiel houden van de verslavingsproblematiek in brede zin. De inwoner leert omgaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Het betreft de afhankelijkheid van middelen en het kunnen omgaan met de eventuele gevolgen daarvan. Doelstelling is afbouw van de afhankelijkheid en het zo goed mogelijk functioneren in de maatschappij. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘verslaving’ in de ZRM. De algemene beschrijving begeleiding (op pagina 19 en 20) is hier ook van toepassing. Randvoorwaarden

• begeleiding verslaving is gepositioneerd onder interventieniveau 4, 5 en 6. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is geen sprake van middelengebruik dan wel middelenmisbruik. Mogelijke subresultaten a. De inwoner is zelfstandig in staat om ondanks zijn verslaving te functioneren,

zelfredzaam te blijven en te participeren. b. De inwoner kan met ondersteuning ondanks de verslaving blijven functioneren en

participeren. c. Voorkomen dat de (potentiële) verslaving van de inwoner een gevaar oplevert voor

zichzelf of anderen.

Page 54: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 54

G2 Ambulante behandeling verslaving Voor jeugdigen Inleiding Bij jeugdigen betreft het behandeling van verslavingsproblematiek in brede zin. Het betreft de afhankelijkheid van middelen en het kunnen omgaan met de eventuele gevolgen daarvan. Doelstelling is afbouw van de afhankelijkheid en het zo goed mogelijk functioneren in de maatschappij. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘verslaving’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• behandeling verslaving is gepositioneerd onder interventieniveau 5;

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling;

• onderdeel van de subresultaten A, B en C is dat de ouders in staat zijn om zelfstandig of met ondersteuning met de problematiek van de jeugdige om te gaan en te kunnen ondersteunen;

• subresultaat D heeft betrekking op de veiligheid van de jeugdige. Veiligheid is altijd een aandachtspunt en loopt dwars door alle interventies heen;

• er is bij voorkeur sprake van een evidence based behandelmethodiek, maar in elk geval een bewezen effectieve methode.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is geen sprake van middelengebruik dan wel middelenmisbruik. Mogelijke subresultaten a. Jeugdige is zelfstandig in staat om met de verslavingsproblematiek om te gaan en geen

middelen meer te gebruiken. b. Jeugdige is zelfstandig in staat om ondanks zijn verslaving te functioneren, zelfredzaam

te blijven en te participeren. c. Jeugdige kan met ondersteuning ondanks de verslaving blijven functioneren en

participeren. d. Voorkomen dat de (potentiële) verslaving van de jeugdige een gevaar oplevert voor

zichzelf of anderen.

Page 55: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 55

G2 Behandeling met verblijf verslaving Voor jeugdigen Inleiding De behandeling van de jeugdige is gericht op afbouw van de afhankelijkheid van middelen en het zo goed mogelijk kunnen functioneren in de maatschappij. Het gaat om behandeling van een stoornis in het gebruik van middelen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘verslaving’ in de ZRM. Het betreft complexe meervoudige problematiek, met ernstige medische/psychische comorbiditeit, sociale desintegratie en/of een ernstige vorm van afhankelijkheid waardoor de jeugdige is aangewezen op behandeling met verblijf. De behandeling richt zich op zowel de verslaving als de onderliggende problematiek van de jeugdige. Dit hoofdresultaat kent twee verblijfsvormen:

• verblijf met behandeling in de jeugdkliniek;

• verblijf met behandeling in de gezinskliniek. Onderstaand een uiteenzetting van de specifieke kenmerken van beide verblijfsvormen. Het daaropvolgende resultaat, de mogelijke subresultaten en de randvoorwaarden gelden voor zowel de jeugdkliniek als de gezinskliniek. Jeugdkliniek De klinische opname en behandeling is onderdeel van het ambulante zorgtraject. Hier wordt naast het afkicken van het middel een aanzet gegeven voor het verbeteren van (systeem)relaties, het op gang brengen van een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling, zoals eigenwaarde en zelfvertrouwen, het verwerken van (traumatische) gebeurtenissen uit het verleden en het oriënteren op de toekomst. Klinische en ambulante behandeling moeten zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Doelen van opname en behandeling in de jeugdkliniek zijn:

• realiseren van abstinentie van middelen, gokken of gamen;

• het bevorderen van een gezonde ontwikkeling van jongeren en hun ouders;

• het ontwikkelen van een gezonde leefstijl. Hier wordt aan gewerkt door middel van het uitvoeren van observatie en diagnostiek betreffende het verslavingsgedrag en het in kaart brengen of diagnosticeren van comorbide problematiek. De klinische behandeling in de jeugdkliniek kent twee onderdelen:

• detox (drie tot vier weken);

• klinische vervolgbehandeling, gericht op verbeteren van de leefstijl (max. vier maanden).

Gezinskliniek De gezinskliniek maakt het mogelijk dat ouder(s) die verslaafd zijn samen met hun kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar opgenomen worden. De ouder(s) hebben drugs-, medicijn-, alcohol- en/of gokverslavingen (of een combinatie hiervan). De behandeling is zowel toegespitst op het systeem als op het individuele kind. Het gezin wordt integraal behandeld. Hiermee wordt transgenerationele overdracht van verslaving van ouders op kinderen doorbroken. In de behandeling wordt preventieve hulp aan de kinderen geboden en wanneer er al sprake is van een verslavingsprobleem, wordt dat ook behandeld.

Page 56: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 56

Doelen van opname en behandeling in de gezinskliniek zijn:

• realiseren van abstinentie van middelen, gokken of gamen;

• het uitvoeren van observatie en diagnostiek betreffende het verslavingsgedrag;

• het in kaart brengen of diagnosticeren van comorbide problematiek;

• het bevorderen van een gezonde ontwikkeling van jongeren en hun ouders;

• het ontwikkelen van een gezonde leefstijl;

• het geven van een voor de jongere passend behandeladvies. De vergoeding voor intake en behandeling van de ouder(s) vanaf 18 jaar wordt vergoed door de basisverzekering. De kosten voor opname van, preventieve hulp aan en eventuele behandeling van het kind, vallen onder de Jeugdwet. Als er meerdere kinderen uit het gezin worden opgenomen dan wordt voor ieder kind een indicatie afgegeven. Randvoorwaarden

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders tijdens het verblijf. Zo hebben ouders bijvoorbeeld de mogelijkheid om zorgtaken op zich te nemen of deel te nemen aan activiteiten op de leefgroep. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige. Tijdens het verblijf draagt de aanbieder ook zorg voor contact met school en andere betrokkenen om ondersteuning op elkaar af te stemmen;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• behandeling is altijd een onderdeel van dit resultaatgebied. Er dient sprake te zijn van een behandelperspectief;

• verwijzing naar intramurale behandeling is slechts aan de orde bij een hoog risico en/of hoge complexiteit bij vermoeden van een DSM-benoemde stoornis;

• de behandeling is gericht op herstel van het gewone leven, bij voorkeur terugkeer van de jeugdige in het gezin, om daar binnen zijn/haar mogelijkheden gezond en veilig op te groeien;

• verblijf in de 24-uurs behandelgroep is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt daarom zo spoedig mogelijk na opname zorg voor een ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers, en is gericht op het beheersbaar maken van de situatie, zodat thuis (= ambulant) verder herstel kan volgen. Onderdeel van het plan is de begeleiding naar terugkeer thuis, dan wel richting zelfstandigheid.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is geen sprake van middelengebruik dan wel middelenmisbruik. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is zelfstandig in staat om met de verslavingsproblematiek om te gaan en

geen middelen meer te gebruiken. b. De jeugdige is zelfstandig in staat om ondanks zijn verslaving te functioneren,

zelfredzaam te blijven en te participeren. c. De jeugdige kan met ondersteuning ondanks de verslaving blijven functioneren en

participeren. d. Voorkomen dat de verslaving van de jeugdige een gevaar oplevert voor zichzelf of

anderen. e. Versterken van hechtingsgedrag bij de jeugdige.

Page 57: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 57

Noot bij de subresultaten: Subresultaten A, B en C zijn voor de jeugdkliniek, maar kunnen ook voor de gezinskliniek als de jeugdige zelf ook verslaafd is. Subresultaat E is specifiek voor de gezinskliniek en meer in het bijzonder voor het kind/de jeugdige die niet verslaafd is.

Page 58: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 58

G3 Gezond opgroeien/opvoeden Voor jeugdigen en (deels) jongvolwassenen Algemene inleiding op de hoofdresultaten G3 gezond opgroeien/opvoeden Dit resultaatgebied heeft betrekking op de ondersteuning van zowel de ouders als de jeugdige. Het gaat om (ambulante) behandeling of begeleiding van de jeugdige en/of de ouders als er behoefte is aan opvoedingsondersteuning van de ouders of behandeling/begeleiding van de jeugdige met gedragsproblematiek. Ambitie en ontwikkeling Gezinsbehandeling is een belangrijk onderdeel in de hulp voor jeugd. Het vroegtijdig inzetten van de juiste hulp voorkomt dat problemen zich verder kunnen ontwikkelen, dat op termijn zwaardere, intramurale zorg nodig wordt of dat jongere gezinsleden later met dezelfde problematiek geconfronteerd worden. Daarom wensen gemeenten dat er voldoende behandelcapaciteit is en dat er zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van de behandelcapaciteit van alle aanbieders. Zodat er aanbieders zijn die zich richten op de opvoedondersteuning van minder complexe aard en de specialistische aanbieders daardoor de ruimte houden om zich te kunnen richten op de behandeling van jeugdigen met zeer complexe problematiek. Wijziging in hoofdresultaten Dit resultaatgebied kent ten opzichte van de vorige resultatenmatrix een aantal wijzigingen. In de vorige matrix kenden we ambulante begeleiding/behandeling op de interventieniveau’s 4, 5 en 6, daghulp op interventieniveau 7 en twee vormen van verblijf op interventieniveau 8. In de nieuwe resultatenmatrix kunnen we de volgende ambulante hoofdresultaten onderscheiden:

• vaktherapie op interventieniveau 4;

• ambulante gezinsbehandeling op interventieniveau 5;

• intensieve ambulante gezinsbehandeling op interventieniveau 6;

• medisch orthopedagogisch centrum op interventieniveau 7; Verblijf Met name de verschillende vormen van verblijf hebben we verder uitgewerkt in de nieuwe matrix. We maken onderscheid tussen verblijf met behandeling en verblijf met begeleiding:

• verblijf met behandeling opvoedingsproblematiek. Deze kent twee vormen: - gezinshulpverlening met verblijf op interventieniveau 8 (deze werd voorheen

geschaard onder G1 behandeling op interventieniveau 8; - verblijf met behandeling gezinskliniek op interventieniveau 8 (deze kenden we achter

de schermen al wel, maar is nu ook zichtbaar in de matrix).

• verblijf met begeleiding. Deze kent vijf vormen: - begeleid kamer wonen op interventieniveau 8 (in de vorige matrix kenden we deze

als begeleid kamer wonen op Z1C) - gezinshuis op interventieniveau 8 (in de vorige matrix kenden we voor begeleiding

met verblijf alleen het gezinshuis, dat deed echter onvoldoende recht aan de verschillende vormen van begeleiding die er zijn. De intensiteit van de begeleiding en de grootte van de groepen verschilt namelijk erg van elkaar);

- verblijf met begeleiding op interventieniveau 8; - verblijf met intensieve begeleiding op interventieniveau 8; - time out op interventieniveau 8 (deze kenden we in de vorige matrix al).

Page 59: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 59

Crisis We kennen geen apart hoofdresultaat crisis. Indien er sprake is van een crisis, dan wordt direct het hoofdresultaat ingezet die het meest passend lijkt. Kan de crisis ambulant worden afgewend? Dan volgt een passend ambulant hoofdresultaat. Is opname onafwendbaar? Dan volgt een hoofdresultaat op interventieniveau 8. Randvoorwaarden voor alle vormen van verblijf

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• aanbieders dienen zelf te beschikken over deskundig personeel dat deel uit maakt van een multidisciplinair team (in de aanbesteding is er per hoofdresultaat aangegeven welke professionals tenminste deel uit moeten maken van het multidisciplinair team).

Wijziging in financiering De vorige resultatenmatrix kende bij G3 opgroeien/opvoeden maandtarieven voor de ambulante behandelingen en een etmaal tarief voor de hoofdresultaten behandeling met verblijf. Van deze systematiek hebben we afscheid genomen. Behandeling van jeugdigen kent veelal geen vast ritme waarin de behandelingen worden gegeven. De intensiteit van behandelsessies neemt na de start langzaam toe en aan het eind van de behandeling neemt de intensiteit weer af. Dit past niet zo goed bij een maandtarief. Daarom is nu voor de ambulante behandeling gekozen voor een uurtarief. We verwachten dat de financiering nu beter aansluit bij de daadwerkelijk geleverde ondersteuning aan onze jeugdigen door de aanbieders. Daarnaast is er voor bepaalde hoofdresultaten een maximum gesteld aan het aantal sessies en/of de duur van de indicatie.

Page 60: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 60

G3 Vaktherapie Voor jeugdigen Inleiding Dit resultaat richt zich op enkelvoudige problematiek (van mild tot ernstig), of milde meervoudige problematiek, waarbij de ondersteuning niet multidisciplinair aangeboden hoeft te worden. Er is waar nodig wel afstemming of overleg met andere betrokkenen rond het gezin of de jeugdige. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress’ en/of ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. Vaktherapie richt zich op ondersteuning van zowel de ouders als de jeugdige. Vaktherapie is de overkoepelende naam voor de vaktherapeutische disciplines zoals beeldende -, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische-, kinder- en speltherapie. Vaktherapie is een behandelvorm die uitgaat van doen en ervaren. Het non-verbale en ervaringsgerichte karakter van vaktherapie maakt het bijzonder geschikt voor kinderen en jeugdigen, die nog onvoldoende vaardigheden tot hun beschikking hebben om uiting te kunnen geven aan hun problemen of niet over hun problemen willen praten. Het doel van vaktherapie is enerzijds klachtgericht, het gaat over het geestelijk en/of lichamelijke welbevinden van de jeugdige. De behandeling is gericht op het opheffen, verminderen of accepteren van problematiek en om terugval en hernieuwde klachten zo veel mogelijk te voorkomen. Anderzijds is het doel persoonsgericht, namelijk om het welbevinden en de kwaliteit van leven en de persoonlijke ontwikkeling van de jeugdige te bevorderen. Een individuele sessie duurt 60 minuten en de overige sessies (te weten ouder-kind-, gezin-, groepssessie) duren 90 minuten. We gaan uit van een gemiddelde inzet van één sessie per week met een maximum van 30 sessies. De backoffice monitort op basis van declaraties. Randvoorwaarden

• vaktherapie is gepositioneerd onder interventieniveau 4;

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• onderdeel van de subresultaten B en C is dat de ouders in staat zijn om zelfstandig of met ondersteuning met de problematiek van de jeugdige om te gaan en hem te ondersteunen;

• bij vaktherapie worden (bewezen) effectieve interventies ingezet;

• therapie zoals met dieren, hulphonden, rots- en watertrainingen vallen niet onder vaktherapie en komen niet voor vergoeding in aanmerking;

• dit hoofdresultaat is in principe niet stapelbaar met andere hoofdresultaten. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoedingsvragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. De ouders kunnen de situatie goed aan, de jeugdige is beter in staat om uiting te geven aan zijn/haar problemen. De jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat.

Page 61: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 61

Mogelijke subresultaten a. De jeugdige en/of het gezin kan de situatie goed aan en heeft alleen te maken met de

dagelijkse, gebruikelijke beslommeringen. b. De jeugdige en/of het gezin kan ondanks een ongewenste situatie zelfstandig een veilig

en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige en/of het gezin kan ondanks de ontstane ongewenste situatie, met

ondersteuning een veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren.

Page 62: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 62

G3 Ambulante gezinsbehandeling Voor jeugdigen Inleiding De ambulante gezinsbehandeling richt zich op enkelvoudige problematiek (van mild tot ernstig), of milde meervoudige problematiek, waarbij de ondersteuning niet multidisciplinair hoeft aangeboden te worden. Er is waar nodig wel afstemming of overleg met andere betrokkenen rond het gezin of de jeugdige. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress’ en/of ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. De behandeling richt zich op het verminderen dan wel stabiliseren van de problematiek en het verbeteren van het functioneren van de jeugdige en het omringende systeem. Het traject ambulante gezinsbehandeling wordt afgegeven op urenbasis en heeft een maximale duur van zes maanden met een maximale inzet van 50 uur. Deze ondersteuning kan maximaal één keer verlengd worden (na evaluatie met de gemeentelijke toegang of POH-jeugd). Er wordt per gezin één indicatie afgegeven, en wel op naam van het oudste kind, omdat het hier altijd een systemische inzet op (een deel) van het gezin betreft. Facturatie vindt plaats op basis van de feitelijke uren-inzet per maand, binnen de range van de afgegeven beschikking. Randvoorwaarden

• ambulante gezinsbehandeling is gepositioneerd op interventieniveau 5;

• de behandeling richt zich op het systeem waar het kind deel van uitmaakt;

• ambulante gezinsbehandeling dient vorm gegeven te worden middels een ondersteuningsplan dat wordt opgesteld samen met de ouders en/of de jeugdige. Onderdeel van dit plan zijn afspraken die gemaakt worden met de ouders en/of jeugdige voor de periode na afronding van de behandeling. Hoe wordt terugval voorkomen? Hoe wordt geborgd dat de geleerde vaardigheden beklijven;

• de gemeente kiest ervoor om ook ouders te ondersteunen bij opvoedvraagstukken, indien er voor de jeugdige niet direct een toekenning voor een individuele voorziening is. Een toekenning voor de ouders op grond van de Wmo is niet noodzakelijk.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoedingsvragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. De ouders kunnen de situatie goed aan. De jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat. Mogelijke subresultaten a. Het gezin kan ondanks een ongewenste situatie zelfstandig een veilig en gezond

opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. Het gezin kan, of beide ouders kunnen, ondanks de ontstane ongewenste situatie, met

ondersteuning een veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige wordt voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of zelfstandig wonen.

Page 63: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 63

G3 Intensieve ambulante gezinsbehandeling Voor jeugdigen Inleiding De intensieve ambulante gezinsbehandeling richt zich op ernstige, meervoudige problematiek bij de jeugdige, waarbij de ondersteuning multidisciplinair aangeboden moet worden. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress’ en/of ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. De behandeling richt zich op het verminderen dan wel stabiliseren van de problematiek en het verbeteren van het functioneren van de jeugdige en het omringende systeem. Onderwerp van de behandeling zijn zaken als ernstige gedragsproblematiek bij de jeugdige, opvoedvaardigheden bij ouders en/of de consequenties van een (v)echtscheiding. Er wordt per gezin één indicatie afgegeven, en wel op naam van het oudste kind, omdat het hier altijd een systemische inzet op (een deel van) het gezin betreft. Facturatie vindt plaats op basis van de feitelijke uren-inzet per maand, binnen de range van de afgegeven beschikking. Randvoorwaarden

• intensieve ambulante gezinsbehandeling is gepositioneerd op interventieniveau 6;

• de behandeling richt zich niet uitsluitend op het kind, maar ook op de andere leden van het systeem waar het kind deel van uitmaakt;

• intensieve ambulante gezinsbehandeling wordt alleen ingezet indien voorliggende problemen opgelost zijn (denk hierbij aan; schuldsanering, emotie regulatie, oververmoeidheid, etc.). Constateert de aanbieder dat de basis niet op orde is, dan dient in overleg met de gemeentelijk toegang vastgesteld te worden hoe de basis eerst op orde gebracht kan worden. Dit kan betekenen dat de intensieve ambulante gezinsbehandeling vooralsnog niet wordt ingezet;

• de intensieve ambulante gezinsbehandeling dient vorm gegeven te worden middels een ondersteuningsplan dat wordt opgesteld samen met de ouders en/of de jeugdige. Onderdeel van dit plan zijn afspraken die gemaakt worden met de ouders en/of jeugdige voor de periode na afronding van de behandeling. Hoe wordt recidive voorkomen? Hoe wordt geborgd dat de geleerde vaardigheden beklijven;

• de gemeente kiest ervoor om ook ouders te ondersteunen bij opvoedvraagstukken, indien er voor de jeugdige niet direct een toekenning voor een individuele voorziening is. Een toekenning op naam van de ouder(s) op grond van de Jeugdwet is mogelijk;

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van maximaal één jaar.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slecht sprake van alledaagse herkenbare opvoedingsvragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. De ouders kunnen de situatie goed aan. De jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat. Mogelijke subresultaten a. Het gezin kan ondanks een ongewenste situatie zelfstandig een veilig en gezond

opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. Het gezin kan, of beide ouders kunnen, ondanks de ontstane ongewenste situatie, met

ondersteuning een veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige wordt voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of zelfstandig wonen.

Page 64: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 64

G3 Medisch Orthopedagogisch Centrum Voor jeugdigen Inleiding Doelstelling van het Medisch Orthopedagogisch Centrum (MOC) is stabilisatie van de situatie, het kind weer op het pad van gezonde ontwikkeling te brengen en inzet van gespecialiseerde hulp in de latere ontwikkelingsfase van het kind te voorkomen of te beperken. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress’ en/of ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. Tijdens de dagbehandeling doet het kind positieve ervaringen op in het omgaan en spelen met andere kinderen. Binnen de dagbehandeling wordt een multidisciplinair aanbod gerealiseerd. Daarnaast worden bij de dagbehandeling verschillende vormen van therapieën aangeboden. Aan de gezinssituatie wordt intensieve ambulante hulpverlening geboden, waarbij het doel is het gezin beter toe te rusten om een antwoord te geven op het specifieke gedrag van het kind. Kinderen die achterblijven in beweging, in spraak en taal of in contact met anderen kunnen extra hulp krijgen zoals fysiotherapie, logopedie, speltherapie of psychomotorische therapie. Er zijn kleine groepen met individuele aandacht. Randvoorwaarden

• de dagbehandeling van het MOC is gepositioneerd op interventieniveau 7;

• de ondersteuning richt zich niet uitsluitend op het kind, maar ook op de andere leden van het systeem waar het kind deel van uitmaakt;

• het dagprogramma betreft een integraal aanbod, gebaseerd op een multidisciplinair behandelplan. Onderwijs en behandeling worden zoveel als mogelijk op elkaar afgestemd. Aan de gezinssituatie wordt intensieve ambulante hulpverlening geboden, waarbij het doel is het gezin beter toe te rusten om een antwoord te geven op het specifieke gedrag van het kind;

• er kan sprake zijn van complexe en meervoudige problemen die maken dat meer intensieve ondersteuning nodig is dan thuis of in een pleeggezin geboden kan worden;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats en voeding en de dagelijkse opvoeding en begeleiding bij onderwijs en vrijetijdsbesteding. Ook het specifiek opvoeden gelet op de problematiek maakt onderdeel uit van dit resultaatgebied;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• dit hoofdresultaat wordt ingezet voor de duur van een jaar;

• dit hoofdresultaat wordt per kind ingezet omdat het zich richt op de problematiek van het individuele kind.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoedingsvragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. De ouders kunnen de situatie goed aan. De jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat. Mogelijke subresultaten a. Het gezin kan ondanks een ongewenste situatie zelfstandig een veilig en gezond

opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. Het gezin kan ondanks de ontstane ongewenste situatie met ondersteuning een veilig en

gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige wordt voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of zelfstandig wonen.

Page 65: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 65

G3 Verblijf met behandeling opvoedingsproblematiek Voor jeugdigen Inleiding De intramurale behandeling van de jeugdige is gericht op activiteiten in het kader van herstel of voorkoming van verergering van opvoedingsproblematiek (die gepaard kan gaan met hechtingstoornissen en trauma gerelateerde stoornissen) en het daarmee om kunnen gaan, waardoor verder herstel in de thuissituatie kan volgen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress’ en/of ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. De behandeling is aan de orde als er sprake is van complexe problematiek, die niet persé geneeskundige deskundigheid vereist om de jeugdige nieuwe vaardigheden en/of gedrag aan te leren of deze te verbeteren. Dit hoofdresultaat kent twee verblijfsvormen:

• gezinshulpverlening met verblijf;

• verblijf met behandeling in de gezinskliniek. Onderstaand een uiteenzetting van de specifieke kenmerken van beide verblijfsvormen. Let op: Het daaropvolgende resultaat, de mogelijke subresultaten en de randvoorwaarden gelden voor zowel de gezinshulpverlening met verblijf als verblijf met behandeling in de gezinskliniek.

Gezinshulpverlening met verblijf Gezinshulpverlening met verblijf heeft als doel het herstel van de ontwikkelmogelijkheden van jeugdige en gezinsleden door het creëren van een tijdelijke ruimte tussen jongere en zijn gezin van herkomst, zodat herstructurering van de betrekkingen plaats kan vinden (dit betekent als vanzelfsprekend dat alleen de jeugdige wordt opgenomen, niet het gezin). Er vindt hulpverlening aan gezinnen plaats, als één (of meer) van de kinderen (minimale leeftijd 12 jaar) tijdelijk of structureel niet meer thuis kan (kunnen) wonen. Jeugdigen van wie de thuissituatie op het moment te ontregeld en/of onveilig is en/of van wie de problematiek (b.v. opstandig gedrag, schoolgang/dagbesteding, trauma, middelengebruik, hechting) ook aandacht behoeft voordat het verdere perspectief duidelijk kan worden. De jeugdige wordt in een intramurale behandelgroep opgenomen, terwijl er aan gezinsbetrekkingen en andere aspecten van het gewone leven gewerkt wordt. De opname duurt maximaal 10 maanden. De behandeling richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de behandeling. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders tijdens het verblijf. Zo hebben ouders bijvoorbeeld de mogelijkheid om zorgtaken op zich te nemen, of deel te nemen aan activiteiten op de leefgroep. Betrekken bij de behandeling betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige. Indien het gezin niet in staat is een veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige te organiseren, wordt de jeugdige voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of zelfstandig wonen. Indien dit niet mogelijk is, wordt de jeugdige toegeleid naar een (tijdelijk) gezond opgroeiklimaat buiten het gezin.

Page 66: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 66

Verblijf met behandeling in gezinskliniek De gezinskliniek maakt het mogelijk dat ouder(s) samen met hun kinderen opgenomen worden. Er is sprake van meerdere problemen op diverse leefgebieden of bij meerdere gezinsleden. Die problemen zijn zo ernstig dat het functioneren van het gezin hierdoor beperkt is en de ontwikkeling en of veiligheid van het kind of de kinderen hierdoor wordt bedreigd. De behandeling is zowel toegespitst op het systeem als op de ouders en het individuele kind. Het gezin wordt integraal behandeld. Hiermee wordt transgenerationele overdracht van problematiek van ouders op kinderen doorbroken. Het gezin verblijft van maandag tot en met vrijdag in de kliniek. In het weekend gaan ze naar huis. De opname duurt maximaal 80 etmalen. Doelen van opname en behandeling in de gezinskliniek zijn:

• ouder creëert een veilige omgeving voor jeugdige;

• ontwikkeling en ontplooiing in gezins- en andere maatschappelijke verbanden zodat het gezin zich, eventueel met enige ondersteuning, een stabiele plek in de samenleving kan verwerven.

De vergoeding voor intake en behandeling van de ouder(s) vanaf 18 jaar wordt vergoed door de basisverzekering. De kosten voor opname van, preventieve hulp aan en eventuele behandeling van het kind vallen onder de Jeugdwet. Indien meerdere kinderen uit het gezin zijn opgenomen vallen de kosten van alle kinderen onder de Jeugdwet. Randvoorwaarden (voor beide vormen van verblijf met behandeling)

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• tijdens het verblijf draagt de aanbieder ook zorg voor contact met school en andere betrokkenen om ondersteuning op elkaar af te stemmen;

• behandeling is altijd een onderdeel van dit resultaatgebied, er dient sprake te zijn van een behandelperspectief;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• verwijzing naar intramurale behandeling is slechts aan de orde bij een hoog risico en/of hoge complexiteit;

• verblijf in de 24-uurs behandelgroep is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt daarom zo spoedig mogelijk na opname, zorg voor een ondersteuningsplan. Dit ondersteuningsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers en is gericht op het beheersbaar maken van de situatie zodat ambulant verder herstel kan volgen;

• dit resultaat is niet stapelbaar met lagere interventieniveaus.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoedingsvragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. De ouders kunnen de situatie goed aan. De jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat. Mogelijke subresultaten (voor beide vormen van verblijf met behandeling) a. Het gezin kan ondanks een ongewenste situatie zelfstandig een veilig en gezond

opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. Het gezin kan ondanks een ontstane ongewenste situatie met ondersteuning een veilig

en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren.

Page 67: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 67

G3 Verblijf met begeleiding – algemene inleiding Voor jeugdigen Inleiding Binnen het sociaal domein is de aandacht gericht op het zoveel als mogelijk organiseren van ondersteuning in de eigen woonsituatie en leefomgeving. In deze lijn willen we dat verblijf met begeleiding op termijn en indien mogelijk, een voorbereiding is op terugkeer naar de thuissituatie of naar zelfstandig wonen. We vragen van aanbieders om zorg te dragen voor een stabiele plek met het perspectief om hier meerjarig te wonen. Dit om te voorkomen dat de jeugdige in een korte periode in (veel) verschillende woonvoorzieningen wordt geplaatst. Indien de betreffende verblijfslocatie voor de jeugdige de juiste ondersteuning is, dan dient aanbieder zo snel als mogelijk voor/na plaatsing het doel van de begeleiding vast te stellen. Waar mogelijk in samenspraak met de jeugdige en/of diens (gezinshuis)ouders. Ook de randvoorwaarden moeten meegenomen worden, waaronder de jeugdige verantwoord terug naar de thuissituatie kan of zelfstandig kan gaan wonen. Er moet gewerkt worden aan de individuele begeleidingsdoelen. De individuele begeleiding beperkt zich niet tot de jeugdige, maar moet ook gericht zijn op andere leden van het systeem. Omdat ook zij moeten kunnen omgaan met de problematiek van de jeugdige (ongeacht of de jeugdige terugkeert naar de thuissituatie of voorbereid wordt op zelfstandig wonen). Bij dit alles vragen wij van de aanbieder oog te hebben voor het resultaat dat de jeugdige wenst te behalen. Tijdens het verblijf dient de leefomgeving van de jeugdige zoveel als mogelijk in stand te blijven. Ook dient de jeugdige betrokken te worden bij de begeleiding. Denk aan het volgen van onderwijs of naar werk gaan. In de vorige matrix kenden we voor begeleiding met verblijf alleen het gezinshuis, dat deed echter onvoldoende recht aan de verschillende vormen van begeleiding die er zijn, de intensiteit van de begeleiding en de grootte van de groepen verschilt namelijk erg van elkaar. Verblijf met begeleiding kent vijf vormen:

• gezinshuis op interventieniveau 8;

• verblijf met begeleiding op interventieniveau 8;

• begeleid kamer wonen op interventieniveau 8;

• verblijf met intensieve begeleiding op interventieniveau 8;

• time out op interventieniveau 8. Het plaatsen van moeilijk plaatsbare jeugdigen is een gezamenlijk verantwoordelijkheid waarbij gecontracteerde aanbieders proactief meedenken in het vinden van een passende verblijfsplek.

Page 68: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 68

G3 Verblijf met begeleiding – Gezinshuis Voor jeugdigen Inleiding Onder het resultaat gezinshuis verstaan we wonen inclusief begeleiding van een jeugdige binnen een gezinshuis. Het gaat om jeugdigen waarbij sprake is van problemen die maken dat meer intensieve ondersteuning nodig is dan thuis of in een pleeggezin geboden kan worden. Het doel is om de jeugdige zo normaal mogelijk op te voeden en daarnaast professionele begeleiding door de gezinshuisouders te bieden. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress en/of huiselijke relaties’ in de ZRM. De jeugdigen worden opgevangen in een gezin waar 24-uurs professionele zorg geboden wordt. Zo kunnen ze (mogelijk) in hun vertrouwde omgeving blijven wonen en naar school blijven gaan. Afhankelijk van de zorgzwaarte wonen in een gezinshuis gemiddeld drie tot zes uithuisgeplaatste kinderen, samen met de gezinshuisouders (en hun eigen kinderen). De gezinshuisouders zijn de opvoeders en vormen de vaste basis. Ze bieden naast veiligheid en rust ook professionele begeleiding/toezicht. Anders dan in een pleeggezin zijn de gezinshuisouders professionele opvoeders. Randvoorwaarden

• afhankelijk van de zorgzwaarte wonen er gemiddeld drie tot zes uithuisgeplaatste kinderen in het gezinshuis samen met de gezinshuis ouders en eventuele eigen kinderen;

• de begeleiding richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de begeleiding. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders tijdens het verblijf. Betrekken bij de begeleiding betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• de begeleiding is gericht op herstel van het gewone leven. We beschouwen het hebben van een zinvolle daginvulling als essentieel in het leven van de jeugdige. Uitgangspunt is dat de aanbieder zorgdraagt voor deze daginvulling. Bijvoorbeeld in samenwerking met onderwijs/leerplicht, we gaan er vanuit dat de jeugdige onderwijs volgt;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• de aanbieder voldoet aantoonbaar aan de kwaliteitscriteria gezinshuizen en dient in het bezit te zijn van het keurmerk gezinshuis, of in procedure te zijn om dit keurmerk binnen een jaar te krijgen;

• de aanbieder draagt zorg voor eventueel vervoer (bijvoorbeeld van en naar huisarts en vrijetijdsbesteding);

• de aanbieder draagt zorg voor een begeleidingsplan. Dit begeleidingsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens (gezinshuis)ouders/vertegenwoordigers, en is gericht op het beheersbaar maken van de situatie. Onderdeel van het plan is toewerken naar een duidelijk toekomstperspectief (een veilige en gezonde ontwikkeling van de jeugdige);

• dit resultaat is stapelbaar met lagere interventieniveaus.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoed- en opgroeivragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. Jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat.

Page 69: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 69

Mogelijke subresultaten a. De jeugdige keert terug naar de thuissituatie en het (pleeg)gezin kan zelfstandig een

veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. De jeugdige keert terug naar de thuissituatie en het (pleeg)gezin kan met ondersteuning

een veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige is voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of begeleid kamer wonen. d. De jeugdige heeft (tijdelijk) een gezond opgroeiklimaat buiten het gezin.

Page 70: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 70

G3 Verblijf met begeleiding Voor jeugdigen Inleiding Onder verblijf met begeleiding verstaan we wonen inclusief begeleiding van een jeugdige binnen een woongroep (in tegenstelling tot een gezinshuis zijn hier geen vaste gezinshuisouders die 24 uur per dag aanwezig zijn). Het gaat om jeugdigen die vanwege hun problematiek (nog) niet zelfstandig kunnen wonen en 24-uurs toezicht nodig hebben. Dat betekent dat er altijd begeleiders aanwezig zijn. Het doel is om de jeugdige zo normaal mogelijk op te voeden en daarnaast professionele begeleiding te bieden met een systeemgerichte aanpak. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress en/of huiselijke relaties’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• de begeleiding richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de begeleiding. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders en/of (gezins-)voogd tijdens het verblijf. Betrekken bij de begeleiding betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• indien er sprake is van een woonvorm waarin ouder(s) met kinderen verblijven en de kinderen over een zelfstandige woonruimte (dat is meer dan alleen een slaapkamer) beschikken, is er per kind een (vastgesteld) aanvullende financiering beschikbaar voor de kosten van bed, bad en brood. De aanbieder komt alleen in aanmerking voor deze aanvullende financiering inden deze niet wordt vergoed van uit een BW- of WLZ-beschikking van de ouder;

• de begeleiding is gericht op herstel van het gewone leven. We beschouwen het hebben van een zinvolle daginvulling als essentieel in het leven van de jeugdige. Uitgangspunt is dat de aanbieder zorgdraagt voor deze daginvulling. Dit in samenwerking met onderwijs/ leerplicht, we gaan er vanuit dat de jeugdigen onderwijs volgen en tenminste een startkwalificatie halen;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• de aanbieder houdt 24 uur per dag toezicht. Overdag is er een minimale personele inzet van één medewerker op vier jeugdigen (tijdens de aanwezigheid van de jeugdigen). Afhankelijk van het zelfstandigheidsniveau van de jeugdigen (wordt bepaald door de aanbieder), is er in de avond één medewerker op vier jeugdigen en in de nacht één medewerker op acht jeugdigen aanwezig;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• de aanbieder draagt zorg voor eventueel vervoer (bijvoorbeeld van en naar huisarts en vrijetijdsbesteding);

• verblijf met begeleiding is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt zorg voor een begeleidingsplan. Dit begeleidingsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers, en is gericht op het beheersbaar maken van de situatie. Onderdeel van het plan is toewerken naar een duidelijk toekomstperspectief;

• dit resultaat is stapelbaar met lagere interventieniveaus voor behandeling. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoed- en opgroeivragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. Jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat.

Page 71: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 71

Mogelijke subresultaten a. De jeugdige keert terug naar de thuissituatie en het gezin kan zelfstandig een veilig en

gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. De jeugdige keert terug naar de thuissituatie en het gezin kan met ondersteuning een

veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige is voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of begeleid kamer wonen. d. De jeugdige heeft (tijdelijk) een gezond opgroeiklimaat buiten het gezin.

Page 72: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 72

G3 Begeleid kamer wonen (voorheen Z1C) Voor jeugdigen en (jong)volwassenen Inleiding Onder begeleid kamer wonen verstaan we wonen op locatie van de aanbieder of woonruimte gefinancierd door de aanbieder inclusief begeleiding van jeugdigen/(jong)volwassenen richting zelfstandigheid/zelfstandig wonen. Dit resultaat was voorheen gepositioneerd op Z1 interventieniveau 8 en wordt nu geschaard onder G3 op interventieniveau 8. Dit hoofdresultaat is zowel in te zetten op grond van de Jeugdwet als op grond van de Wmo. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘huisvesting’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• de ondersteuning is er op gericht om zelfstandig te worden op sociaal, maatschappelijk en praktisch gebied. De aanbieder helpt de jeugdige om zijn of haar vaardigheden maximaal te ontwikkelingen zodat de jeugdige zich weet te redden op verschillende leefgebieden;

• de jeugdige is leerbaar en de ondersteuning is eindig;

• de minimale (ontwikkelings)leeftijd van de jeugdige is 16 jaar. De aanbieder anticipeert tijdig op het bereiken van de 18-jarige leeftijd van de jeugdige (met het bereiken van de leeftijd van 18 jaar verandert er immers heel veel voor de jeugdige. Bereid de jeugdige voor en begeleid de jeugdige, gebruik daarvoor bijvoorbeeld de checklist van de Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/achttien-jaar-worden/vraag-en-antwoord/checklist-bij-18-jaar-worden);

• het einddoel is altijd zelfstandig wonen;

• de begeleiding is gericht op herstel van het gewone leven. We beschouwen het hebben van een zinvolle daginvulling als essentieel in het leven van de jeugdige. Uitgangspunt is dat de aanbieder zorgdraagt voor deze daginvulling, in samenwerking met onderwijs/ leerplicht. We gaan er vanuit dat de jeugdige onderwijs volgt en tenminste een startkwalificatie haalt;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

• de aanbieder is 24 uur per dag bereikbaar. Overdag is er een minimale personele inzet van één medewerker op vier jeugdigen (tijdens de aanwezigheid van de jeugdigen). Afhankelijk van het zelfstandigheidsniveau (wordt bepaald door de aanbieder) van de jeugdigen is er in de avond één medewerker op vier jeugdigen. De aanbieder dient achterwacht te organiseren in verband met 24-uurs bereikbaarheid. Mocht dit in verband met het zelfstandigheidsniveau van de jeugdigen niet toereikend zijn, dan dient 24-uurs toezicht te worden georganiseerd;

• de aanbieder draagt zorg voor eventueel vervoer (bijvoorbeeld van en naar huisarts en vrijetijdsbesteding);

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• begeleid kamer wonen is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt zorg voor een begeleidingsplan. Dit begeleidingsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers. Het is gericht op een duidelijk toekomstperspectief waaronder het vinden van zelfstandige huisvesting;

• dit resultaat is stapelbaar met lagere interventieniveaus. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De jeugdige is zelfredzaam en heeft veilige en toereikende huisvesting dat wil zeggen een regulier (huur)contract en autonome zelfstandige huisvesting.

Page 73: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 73

Mogelijke subresultaten a. De jeugdige/(jong)volwassene woont volledig zelfstandig. b. De jeugdige/(jong)volwassene kan met ondersteuning zelfstandig wonen. c. Voorkomen dat jeugdige/(jong)volwassene naar een beschermde woonvorm moet, niet

meer zelfstandig kan wonen of dakloos wordt.

Page 74: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 74

G3 Verblijf met intensieve begeleiding Voor jeugdigen Inleiding Onder verblijf met intensieve begeleiding verstaan we wonen inclusief begeleiding van een jeugdige binnen een woongroep. Het gaat om jeugdigen die vanwege hun problematiek (nog) niet zelfstandig kunnen wonen en 24-uurs toezicht nodig hebben. Dat betekent dat er altijd begeleiders aanwezig zijn. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress en/of huiselijke relaties’ in de ZRM. Het doel is om de jeugdige zo normaal mogelijk op te voeden en daarnaast professionele begeleiding te bieden met een systeemgerichte aanpak. De problematiek van de jeugdige verloopt wisselend, is crisisgevoelig en niet voorspelbaar. Veelal zijn er vaardigheidstekorten op bijvoorbeeld het gebied van zelfredzaamheid, sociale agressieregulatie en zijn er problemen op meerdere levensgebieden. Naast de problematiek van de jeugdige zelf, is er sprake van een onveilige of instabiele opvoed- en opgroeiomgeving en een ernstige verstoorde balans in de draagkracht en de draaglast. Bij (één van de) ouders/opvoeders kan sprake zijn van verstandelijke, psychiatrische/verslavingsproblemen, ernstige relatieproblemen. Er is veelal sprake van verstoorde gezagsverhouding, pedagogische onmacht en/of verwaarlozing/mishandeling. De inschatting is dat het perspectief van de jeugdige op het moment van indiceren (tijdelijk) niet meer thuis ligt. Bij verblijf met intensieve begeleiding gaat het om het bevorderen, het behouden van of het compenseren van de zelfredzaamheid van de jeugdige. De jeugdige kan niet geplaatst worden in andere vormen van verblijf (zoals pleegzorg, gezinshuis of andere vormen van verblijf met begeleiding) omdat:

• jeugdige om aantoonbare redenen alleen in een kleine groep kan wonen en

• structureel intensieve begeleiding nodig heeft van een SKJ-geregistreerde professional.

De behandelcomponent valt in principe niet onder wonen met intensieve begeleiding, tenzij dit integraal onderdeel uitmaakt van de woonvoorziening. Indien nodig, kan voor ambulante behandeling (bij een andere aanbieder), een aanvullende indicatie gegeven worden. Randvoorwaarden

• de intensieve begeleiding richt zich niet uitsluitend op de jeugdige. Ook de andere leden van het systeem worden betrokken bij de begeleiding. Er wordt zoveel als mogelijk samengewerkt met de ouders en/of (gezins-)voogd tijdens het verblijf. Betrekken bij de begeleiding betekent ook dat de andere leden van het systeem worden begeleid in het omgaan met de problematiek van de jeugdige;

• de begeleiding is gericht op herstel van het gewone leven. We beschouwen het hebben van een zinvolle daginvulling als essentieel in het leven van de jeugdige. Uitgangspunt is dat de aanbieder zorgdraagt voor deze daginvulling. Dit in samenwerking met onderwijs/ leerplicht, we gaan er vanuit dat de jeugdigen onderwijs volgen en tenminste een startkwalificatie halen;

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en veiligheid binnen een goed pedagogisch klimaat;

Page 75: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 75

• tijdens het verblijf dient de leefomgeving van de jeugdige zo veel als mogelijk in stand worden gehouden en betrokken worden bij de begeleiding van de jeugdige. We verwachten dat de jeugdige onderwijs blijft of gaat volgen om uiteindelijk op zijn minst de startkwalificatie te behalen. In uitzonderlijke gevallen biedt arbeid of arbeidsmatige dagbesteding de noodzakelijke dagstructuur;

• de aanbieder streeft in de woongroep zoveel mogelijk een gezinssituatie na. Het maximaal aantal kinderen op een groep bedraagt in principe zes;

• er is structureel een gedragswetenschapper betrokken bij de trajecten;

• de aanbieder houdt 24 uur per dag toezicht. Overdag is er minimaal één SKJ-geregistreerde professional aanwezig. Vanzelfsprekend is er gedurende de nacht sprake van toezicht en is achterwacht geregeld;

• de aanbieder heeft afspraken hoe om te gaan met crisissituaties (op te vangen binnen de eigen organisatie of bij een andere jeugdhulpaanbieder in de regio) als dat aan de orde is;

• de aanbieder dient ook andere vormen van verblijf met begeleiding te kunnen bieden (verblijf met begeleiding, begeleid kamer wonen en/of gezinshuis), dan wel een aantoonbaar samenwerkingsverband te hebben met andere organisaties in de regio. Deze randvoorwaarde houdt verband met onze hiervoor geschetste ambitie om jeugdigen die samen als groep goed functioneren zoveel mogelijk samen als groep op te schalen naar de volgende fase van (zelfstandig) wonen;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

• de aanbieder draagt zorg voor eventueel vervoer (bijvoorbeeld van en naar huisarts en vrijetijdsbesteding);

• verblijf met intensieve begeleiding is tijdelijk en onderdeel van een traject. De aanbieder draagt zorg voor een begeleidingsplan. Dit begeleidingsplan wordt opgesteld samen met de jeugdige en/of diens ouders/vertegenwoordigers en/of eventuele medehulpverleners/medebehandelaars. Het plan is gericht op de ontwikkeling van de jeugdige en het beheersbaar maken van de situatie. Onderdeel van het plan is werken aan een ontwikkelperspectief en toewerken naar een duidelijk toekomstperspectief;

• dit resultaat is stapelbaar met lagere interventieniveaus voor behandeling. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Er is slechts sprake van alledaagse herkenbare opvoed- en opgroeivragen die gaan over enkelvoudige en praktische problemen. De jeugdige verblijft in een positief en veilig opvoedklimaat. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige keert terug naar de thuissituatie en het gezin kan zelfstandig een veilig en

gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. b. De jeugdige keert terug naar de thuissituatie en het gezin kan met ondersteuning een

veilig en gezond opgroeiklimaat voor de jeugdige organiseren. c. De jeugdige is voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of begeleid kamer wonen

en/of andere vorm van verblijf met begeleiding. d. De jeugdige heeft (tijdelijk) een gezond opgroeiklimaat buiten het gezin.

Page 76: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 76

G3 Time out Voor jeugdigen en jongvolwassenen Inleiding Time out is bedoeld voor jeugdigen en jongvolwassenen met complexe gedrags-problematiek, waarbij het noodzakelijk is dat de jeugdige een periode buiten de eigen woonsituatie en leefomgeving verblijft. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘opvoedingsstress’ en/of ‘huiselijke relaties’ in de ZRM. Er is sprake van complexe en meervoudige problematiek en dat zorgt ervoor dat er meer intensieve ondersteuning nodig is dan ambulant geboden kan worden. De jeugdige of jongvolwassene verblijft tijdelijk ergens anders (time out). Dit betreft verblijf. Dit tijdelijk verblijf kan ook in het buitenland zijn. Het verblijf is gericht op herstel van het gewone leven. Bij voorkeur terugkeer van de jeugdige in het gezin of jongvolwassene naar zelfstandig wonen om daar binnen zijn/haar mogelijkheden op te groeien. Time out is tijdelijk van aard en onderdeel van een traject. Een time out voorziening is mogelijk vanuit de Jeugdwet en Wmo als geen aanspraak gemaakt kan worden op de zorgverzekeringswet, Passend Onderwijs, Wet Langdurige Zorg of enige andere wettelijke regeling. Let op: Dit hoofdresultaat gaat niet over de time out die wel eens wordt ingezet binnen beschermd wonen. Binnen beschermd wonen kan er ook behoefte zijn aan een time out. Als er sprake is van een dergelijke situatie, dan maken aanbieders van beschermd wonen hier onderling afspraken over (mogelijkheden en financiën). Time out betreft in die situatie een kortdurende interventie binnen het hoofdresultaat beschermd wonen, met als doel dat de inwoner daarna weer verder kan met beschermd wonen bij de primaire aanbieder. Ambitie en ontwikkeling Gemeenten hebben de ambitie uitgesproken om de terugkeer naar de eigen woonsituatie en leefomgeving te bevorderen. Hierbij legt de aanbieder verbinding met ouders/verzorgers en kijkt daarbij domein overstijgend en heeft aandacht voor het nazorgtraject. Van aanbieders verwachten wij extra aandacht aan het realiseren van een zachte landing in de eigen woonsituatie en leefomgeving. De aanbieder is verplicht om de verbinding te leggen met onderwijs, leerplicht/RMC, en/of de Participatiewet, en/of welzijn. Randvoorwaarden

• dit resultaatgebied omvat mede de dagelijkse verzorging van de jeugdige of jongvolwassene. Zoals het bieden van een slaapplaats, voeding en de dagelijkse verzorging van de jeugdige of jongvolwassene;

• voor het verblijf geldt dat de begeleiding en persoonlijke verzorging afgestemd dient te zijn op de leeftijd, ontwikkeling en/of beperking van de jeugdige of jongvolwassene;

• de begeleider heeft contact met het thuisfront en houdt hen op de hoogte van de resultaten;

• het thuisfront wordt gedurende het traject begeleid om terugkeer in het gezin te bewerkstelligen. De ondersteuning bij terugkeer in het gezin is een integraal onderdeel van time out;

• er is 24 uur per dag professionele begeleiding aanwezig;

• professionele ondersteuning die al betrokken is bij de jeugdige/jongvolwassene of het gezin, wordt zo optimaal mogelijk benut;

• een jeugdige/jongvolwassene mag één keer een time out traject volgen;

• voorbereiding op deelname aan één of andere vorm van maatschappelijke participatie van de jeugdige/jongvolwassene is een integraal onderdeel;

• er is sprake van een evidence based behandelmethodiek;

Page 77: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 77

• de tarieven zijn inclusief verblijf;

• de aanbieder is verantwoordelijk voor het organiseren van vervoer naar een externe locatie. Hierbij dient begeleiding aanwezig te zijn;

• de duur van het totale traject bedraagt maximaal één jaar;

• dit resultaat is niet stapelbaar.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De symptomen van de problematiek zijn afwezig of zeldzaam of de symptomen van de problematiek hebben beperkt invloed op het dagelijks functioneren en het functioneren bij diverse activiteiten. Er zijn niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen. Mogelijke subresultaten a. Het gezin kan met ondersteuning een veilig en gezond opgroeiklimaat voor de

jeugdige/jongvolwassene organiseren. b. De jeugdige/jongvolwassene is voorbereid en begeleid naar zelfstandigheid en/of

zelfstandig wonen.

Page 78: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 78

G4 Dyslexie Voor jeugdigen Inleiding Dit resultaatgebied heeft betrekking op diagnosestelling en behandeling van dyslexie. De behandeling is gericht op het vergroten van leesvaardigheid, het opheffen of verminderen van de beperking, het omgaan met de beperking en het voorkomen van nadelige gevolgen van de beperking. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘geestelijke gezondheid’ in de ZRM. Randvoorwaarden

• slechts indien sprake is van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) kan er sprake zijn van behandeling van dyslexie;

• randvoorwaarden twaalf Drentse gemeenten: - de dyslexiezorg is gecontracteerd op basis van een vaste trajectprijs voor zowel

diagnostiek als behandeling. De kaders voor dyslexiezorg en de bijbehorende trajectprijzen zijn voor de beide Drentse regio’s (Noord- en Midden Drenthe en Zuid-Drenthe) gelijk;

- aanbieders die inschrijven op de bouwsteen dyslexie dienen naast de in het aanbestedingsdocument genoemde kwaliteitseisen, lid te zijn van de kwaliteitsinstituten KD of NRD of de samenvoeging hiervan;

- dyslexiezorg is in Drenthe beschikbaar voor kinderen tot en met 13 jaar; - dyslexiezorg in Drenthe is vormgegeven conform het geldende protocol ‘Dyslexie

Diagnostiek & Behandeling versie 2.0’ uit 2013; - de diagnose valt binnen interventieniveau 4; - de behandeling EED valt binnen interventieniveau 5; - voortraject: basisscholen in Drenthe dragen zorg voor de begeleiding en

ondersteuning van leerlingen met lees- en spellingsproblemen. Zij doen dit vanuit de protocollen leesproblemen en dyslexie (masterplan Dyslexie) en geven dit vorm volgens het onderwijscontinuüm waarbij begeleiding van kinderen met leesproblemen op vier zorgniveaus wordt uitgevoerd;

- verwijzing en diagnose: mocht naar aanleiding van de uitgevoerde protocollen (testresultaten) blijken dat de problematiek zodanig is dat inzet op zorgniveau drie niet meer toereikend is, dan heeft de school of het schoolbestuur (afhankelijk van de keuze die schoolbesturen maken) de mogelijkheid om, in overleg met ouders, de leerling aan te melden voor gespecialiseerd zorgaanbod om een diagnose uit te voeren gericht op het vaststellen van EED;

- diagnose en behandeling: mocht er na de diagnose gestart worden met een behandeling, dan vindt er tijdens de behandeling afstemming plaats tussen behandelaar en school. Zodat ondersteuning en begeleiding vanuit school afgestemd kan worden op de behandeling. Wanneer na de diagnose blijkt dat er geen sprake is van EED, vindt er eveneens een terugkoppeling plaats richting de school waarbij gekeken wordt welke andere ondersteuning en begeleiding mogelijk vanuit school gewenst is. In beide gevallen gebeurt dit uiteraard in afstemming met ouders;

- afwijkend van bovenstaande afspraken is dat er in Assen een splitsing is tussen diagnose en behandeling. De aanbieder die de diagnose doet, geeft nooit de behandeling aan dezelfde jeugdige. Hierover zijn afspraken gemaakt met de aanbieders;

Page 79: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 79

- transformatie: gemeenten, samenwerkingsverbanden passend onderwijs en een afvaardiging van aanbieders zijn in 2015 gezamenlijk gestart met een transformatieproces dyslexiezorg. Wij verwachten van aanbieders die zich inschrijven op de bouwsteen dyslexiezorg een positieve houding ten opzichte van het transformatieproces rond dyslexiezorg in Drenthe. Een belangrijk onderdeel van dit transformatieproces is het opstellen van een startfoto dyslexiezorg in Drenthe. Aanbieders die inschrijven op de bouwsteen dyslexiezorg verplichten zich om, al dan niet via de kwaliteitsinstituten, informatie aan te leveren voor het actualiseren van deze startfoto.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) De jeugdige is in staat om zelfstandig met zijn beperkingen vanwege dyslexie in het dagelijks functioneren om te gaan. Mogelijke subresultaten a. De jeugdige is in staat om zelf in zijn dagelijks functioneren een zo hoog mogelijk niveau

van technisch lezen en spellen te bereiken. b. De jeugdige kan met ondersteuning omgaan met een laag niveau van technisch lezen. c. Voorkomen dat problemen van dyslexie leiden tot intellectuele achterstand in verhouding

tot de individuele mogelijkheden van het kind en/of verminderen van emotionele en sociale gevolgen.

Page 80: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 80

9 Beschermd wonen en Thuiswonen+

Inleiding

Commissie Dannenberg Op verzoek van de VNG heeft de commissie 'Toekomst beschermd wonen' in 2015 een advies uitgebracht over de toekomst van het beschermd wonen (VNG, 2015). Deze commissie -onder leiding van Erik Dannenberg- heeft een visie ontwikkeld voor beschermd wonen in relatie met andere gemeentelijke taken. Zoals taken op het gebied van voldoende huisvesting, vroegsignalering van schulden, participatie, werk en inkomen en vraaggerichte ondersteuning. Uitgangspunt van het advies Dannenberg is dat er meer mensen uitstromen van beschermd wonen naar vormen van zelfstandig wonen met voldoende ondersteuning in de wijk (bevorderen sociaal inclusieve samenleving). Deze visie is overgenomen door het ministerie van VWS. Tevens is het de bedoeling dat er niet meer zorg geboden wordt dan nodig is en deze zorg daarmee op lange termijn ook toegankelijk blijft voor wie dat echt noodzakelijk is.

Actuele visie VWS op beschermd wonen

“Het ministerie van VWS beoordeelt het transformeren van beschermd wonen naar beschermd thuis als positief en in lijn met de wet. Daar waar mensen niet daadwerkelijk in een accommodatie van een instelling verblijven, ongeacht of dit een voorziening in natura of een PGB betreft, is wat VWS betreft sprake van begeleiding+ en niet van beschermd wonen conform de definitie in de wet. Gemeenten worden geadviseerd dit op termijn aan te passen in de beschikking en in de inkoop.” Bron: VNG, 2020.

Wat betekent dit voor de inkoop en het indiceren van beschermd wonen? Van beschermd wonen naar wonen thuis. De nadruk ligt op de ontwikkeling van de inwoner naar een vorm van zelfstandig wonen of het behouden hiervan. De nieuwe inkoop en inrichting van de ondersteuning richten zich op:

• verschuiving van intramurale voorzieningen naar vormen van ondersteuning thuis;

• aansluiting bij ondersteuning in de wijk- en/of gebiedsteams van de inwoner;

• versterken van samenwerking tussen zorgaanbieders en het door ontwikkelen van aanbod voor complexe problematiek.

Belangrijkste wijzigingen inkoop beschermd wonen 2017 naar 2020

In de aanbesteding van 2020 hebben de gemeenten gekozen om van vier arrangementen

(A t/m D) over te gaan naar twee arrangementen: 1) Beschermd wonen: inclusief huisvesting 2) Thuiswonen+

Gevolg voor het vertrekken van de maatwerkvoorziening Alleen daar waar het echt noodzakelijk is, wordt beschermd wonen ingezet. Beschermd wonen is een zeer zware vorm van ondersteuning. Er is een duidelijk onderscheid tussen beschermd wonen en thuis wonen: beschermd wonen vindt plaats binnen een instelling met 24-uurs toezicht en nabijheid van de aanbieder. Beschermd wonen is alleen nog mogelijk in een accommodatie van een instelling. De definities van toezicht en begeleiding staan beschreven onder de paragraaf beschermd wonen. Bij de afweging van de inzet van een maatwerkvoorziening, moet er eerst nadrukkelijk onderzocht en gemotiveerd worden of er alternatieve vormen van ondersteuning mogelijk zijn. Alleen wanneer iemand niet zonder 24-uurs toezicht en nabijheid van de aanbieder

Page 81: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 81

kan, kan beschermd wonen ingezet worden. Inzetten van beschermd wonen kan alleen wanneer er dus echt geen ander alternatief is voor de inwoner om de resultaten te bereiken. De noodzaak voor 24-uurs toezicht en nabijheid weegt zwaar in deze afweging.

Diagnostiek verplicht Voor de toegang tot beschermd wonen is het noodzakelijk dat er actuele diagnostiek aanwezig is waaruit de psychische stoornis blijkt (aard van de problematiek). Deze diagnostiek dient te zijn opgesteld door een erkende deskundige op dit gebied (klinisch/GZ-psycholoog, psychiater, specialist GGZ). Deze voorwaarde voor beschermd wonen wordt strikt gehanteerd. Vanuit VWS is aangeven dat beschermd wonen bedoeld is voor mensen met een psychiatrische diagnose. In de Wmo staat dat er ook sprake kan zijn van psychosociale problematiek. In de praktijk is er veelal sprake van gecombineerde problemen. In het geval dat er geen psychiatrische diagnose/grondslag bepaald kan worden, moet uit diagnostisch onderzoek blijken dat er vanuit een psychosociale grondslag een noodzaak ligt voor 24-uurs toezicht/nabijheid om de gewenste resultaten te kunnen bereiken. Dat betekent dus niet dat er altijd sprake is van een psychiatrische diagnose, maar wel dat onderzoek van een deskundige noodzakelijk is, om de aard van de problematiek vast te stellen. Op deze manier kan namelijk beter vastgesteld worden of de problemen mogelijk behandeld kan worden en/of dat er een noodzaak ligt voor ondersteuning vanuit de Wmo. Uit de aangeleverde gegevens moet blijken of indien nodig behandeling is ingezet om problemen te verhelpen of te verminderen en wat het resultaat van deze behandeling is. 24-uurs behandeling in combinatie met verblijf kan alleen vanuit de Zorgverzekeringswet (ZVW) of Wet Langdurige Zorg (WLZ) geboden worden en niet vanuit de Wmo. De inzet van beschermd wonen moet realistisch ingezet kunnen worden ten behoeve van het vergroten van de zelfredzaamheid en de participatiemogelijkheden van de inwoner. Het moet bij het toekennen van een beschermd wonen traject duidelijk zijn dat beschermd wonen niet ingezet wordt in plaats van behandeling. Ook moet benadrukt worden dat beschermd wonen alleen tijdelijk ingezet kan worden vanuit de Wmo. Beschermd wonen in combinatie met ambulante behandeling is wel mogelijk. Echter moet in dat geval duidelijk zijn dat behandeling ook daadwerkelijk plaatsvindt wanneer deze behandeling van invloed is op het kunnen behalen van de resultaten die met de inzet van beschermd wonen bereikt dienen te worden. Beschermd wonen kan niet ingezet worden wanneer er alleen een noodzaak tot wonen is. Er ligt altijd een noodzaak voor 24-uurs toezicht en/of nabijheid aan ten grondslag ten gevolge van de psychische problemen. Van toegangsmedewerkers wordt verwacht hier goed op te toetsen. Diagnostiek kan dus bestaan uit psychiatrisch onderzoek of uit psychodiagnostisch onderzoek. De huisarts kan mensen met matige tot zware psychische problemen voor onderzoek doorverwijzen naar de basis GGZ of gespecialiseerde GGZ.

Tijdelijke voorziening Beschermd wonen wordt altijd als een tijdelijke voorziening ingezet, gericht op het bevorderen van herstel en het vergroten van de zelfredzaamheid. Dit betekent dat, wanneer na een periode blijkt dat de resultaten verder bereikt kunnen worden met een lichtere vorm van ondersteuning, de ondersteuning afgeschaald wordt en de inwoner een andere indicatie ontvangt dan beschermd wonen.

Page 82: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020

82

Het is dan ook raadzaam om bij aanvang van het beschermde wonen, ervoor zorg te dragen dat de inwoner ingeschreven staat bij één of meerdere woningbouwverenigingen en/of uitkijkt naar bijvoorbeeld kamerbewoning. De inwoner hoeft niet eerst alle resultaten bereikt te hebben om door te kunnen stromen naar een lichtere vorm van ondersteuning. Het arrangement beschermd wonen omvat tevens daginvulling of dagbesteding. Dit onderdeel wordt niet afzonderlijk geïndiceerd. PGB en beschermd wonen De financiering van beschermd wonen in de vorm van een PGB verandert ook met de ingang van de nieuwe inkoop 2020. Bij de financiering in PGB wordt vanaf heden ook het woon-component (NHC) verstrekt. Dit is het gevolg van een wetswijziging in 2020. Er worden bij PGB dezelfde eisen als zorg in natura gesteld: wonen in een accommodatie van de instelling met 24-uurs toezicht en/of nabijheid. Wanneer er niet gewoond wordt in een accommodatie van een instelling, is er sprake van ambulante begeleiding of thuiswonen+. Daarnaast wordt bij PGB strikt getoetst op de PGB-voorwaarden, zoals; de bekwaamheid om regie te kunnen voeren op de ondersteuning en het budget en op de voorwaarden veiligheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de ondersteuning. Belangrijke ontwikkeling Wet Langdurige Zorg (WLZ)

Wanneer bij een eerste aanvraag of tijdens een evaluatie blijkt dat er een blijvende noodzaak is voor 24-uurs toezicht en nabijheid, dan is verwijzing naar de WLZ aan de orde. Per 1 januari 2021 wordt de WLZ opengesteld voor inwoners met GGZ-problematiek waarbij sprake is van een blijvende zorgbehoefte in combinatie met 24-uurs toezicht en nabijheid.

Uitgangspunt is dat bij inzet van beschermd wonen vanuit de Wmo, binnen een jaar duidelijk is wat het perspectief is van de inwoner. Dit moet onderbouwd kunnen worden vanuit de ingezette ondersteuning op de gewenste resultaten. Het is belangrijk dat de zorgaanbieder dit goed kan inschatten wanneer hij met de inwoner werkt aan de resultaten. Hiervoor is het noodzakelijk dat het ondersteuningsplan altijd actueel is en aanbieder de meldingsprocedure kent voor de WLZ.1 Positie centrumgemeente Assen De gemeente Assen is in ieder geval tot 1 januari 2022 namens de gemeenten Aa en Hunze, Assen, De Wolden, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo en Westerveld gemandateerd uitvoering te geven aan Beschermd Wonen en thuiswonen+. Twee belangrijke ontwikkelingen brengen hier vanaf 1 januari 2022 verandering in. Voor beide ontwikkelingen geldt dat deze tot doel hebben de inwoner zo dicht mogelijk in de eigen omgeving te kunnen ondersteunen en elke gemeente hiervoor verantwoordelijk krijgt.

1) Decentralisatie Beschermd wonen en thuiswonen+ per 1 januari 2022 Naar verwachting worden de taken en verantwoordelijkheden van beschermd wonen (door)gedecentraliseerd naar elke afzonderlijke gemeente. Deze wetswijziging beoogt een verdergaande transformatie van ondersteuning dichtbij de eigen leefomgeving van de inwoner en een inclusieve samenleving. Na (door)decentralisatie is elke gemeente verantwoordelijk voor het beschikken en de financiering van beschermd wonen. Gemeenten zijn vrij om onderling afspraken te maken over samenwerking en mandatering. Daarom kan nog niet met zekerheid worden beschreven hoe de gemeentelijk toegang voor beschermd wonen na de decentralisatie georganiseerd is. Wel is bekend dat dit in ieder geval in de twee regio’s zal plaatsvinden.

1 https://www.informatielangdurigezorg.nl/documenten/publicaties/2020/01/10/beleidsregels-indicatiestelling-wlz

Page 83: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 83

2) Splitsing van centrumgemeente naar twee regio’s per 1 januari 2022 De negen gemeenten hebben in 2019 bestuurlijk besloten dat de centrumgemeente gesplitst wordt in twee (centrum)regio’s:

• Noordmidden-Drenthe: gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo

• Zuidwest-Drenthe: gemeenten De Wolden, Hoogeveen, Meppel en Westerveld Deze nieuwe regio-indeling sluit aan op de natuurlijke bewegingen van inwoners en het gebruik van voorzieningen. Daarnaast sluit deze regio-indeling aan op bestaande samenwerkingsstructuren.

Regioplan Voor de twee bovenstaande ontwikkelingen is er eind 2019/begin 2020 een regioplan ontwikkeld. Vanaf maart 2020 treedt het gezamenlijke ”Regioplan Beschermd Wonen & Maatschappelijke Opvang: regio’s Noordmidden-Drenthe & Zuidwest-Drenthe” in werking. Hoe de uitwerking er precies uitziet is nog niet bekend.

Gevolgen voor thuiswonen+ Na afronding van de decentralisatie, en mogelijk eerder, komt perceel twee: thuiswonen+ te vervallen of zal al dan niet als product worden voortgezet in de eigen gemeente. Zorgaanbieders die een contract hebben afgesloten met centrumgemeente Assen krijgen een contract aangeboden van de vijf NMD-gemeenten tegen de dan geldende tarieven van thuiswonen+ indien het ondersteuning voor inwoners in deze vijf gemeenten betreft. De regio Zuidwest-Drenthe maakt vanaf 2022 zelf inkoopafspraken.

Page 84: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 84

Beschermd Wonen Voor volwassenen

Doelgroep en afbakening

Beschermd wonen wordt ingezet voor inwoners met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Er kan sprake zijn van gecombineerde of complexe problematiek, zoals verslaving en/of gedragsproblemen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘veilig wonen’ in de ZRM.

Er is ondersteuning op alle resultaatgebieden nodig en de inwoner is niet in staat zelfstandig de dag te vullen. De inwoner is onvoldoende zelfredzaam zonder 24-uurs toezicht en nabijheid van de aanbieder. De inwoner is onvoldoende in staat is om op eigen initiatief en op relevante momenten ondersteuning in te roepen. De inwoner kan ernstige risico’s ten aanzien van de eigen gezondheid en veiligheid niet adequaat inschatten en beoordelen. Dit kan gevaar opleveren voor de inwoner zelf en/of voor de omgeving.

De inwoner heeft herstel- en ontwikkelingsmogelijkheden die de zelfredzaamheid en/of participatiemogelijkheden vergroot. Ondersteuning is gericht op het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren en/of gericht op stabilisatie van het psychiatrisch ziektebeeld. Accent ligt op het tijdelijk inzetten van beschermd wonen met perspectief op doorstroom naar een vorm van thuis wonen.

Beschermd wonen kan alleen ingezet worden wanneer uit onderzoek blijkt dat ambulante vormen van ondersteuning of thuiswonen+ ontoereikend zijn en de inwoner tijdelijk behoefte heeft aan het volgende:

• wonen in een accommodatie van een aanbieder, waarbij structuur, veiligheid en bescherming geboden wordt en overname op de eindverantwoordelijkheid van het wonen (huisvesting) noodzakelijk is;

• 24 uur per dag toezicht en nabijheid van de aanbieder, omdat de inwoner onvoldoende zelf regie kan voeren over het dagelijkse leven waardoor voortdurend begeleiding of overname van taken noodzakelijk is;

• de inwoner ondersteuning nodig heeft bij de daginvulling;

• de inwoner eventueel naast de psychische problemen mogelijk verpleging of persoonlijke verzorging nodig heeft;

• bij beschermd wonen staat behandeling niet meer op de voorgrond. Dit betekent dat er geen noodzaak (meer) is voor een combinatie van behandeling met verblijf. Indien ambulante behandeling nodig is, wordt dit geboden vanuit de Zorgverzekeringswet (ZVW).

Een inwoner heeft alleen toegang indien er geen sprake is van voorliggende oplossingen vanuit:

• Wmo op interventieniveaus 4 t/m 6, G1 en thuiswonen+ op Interventieniveau 7 en G3 begeleid kamer wonen (voorheen Z1C) op interventieniveau 8;

• ZVW: behandeling met wonen;

• WLZ: indien behandeling met wonen vanuit de ZWV langer duurt dan drie jaar;

• WLZ: 2020: verstandelijke (VG) of lichamelijke beperking (LG), vanaf 2021 ook psychische grondslag (GGZ).

Page 85: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 85

Afwijken beleid

Mocht één van de negen gemeenten beschermd wonen in willen zetten voor inwoners die niet binnen de nader beschreven doelgroep vallen, dan kunnen zij dit doen door zelf een overeenkomst aan te gaan met een zorgaanbieder. Dit wordt door de eigen gemeente gefinancierd en kan niet vanuit het budget beschermd wonen van de centrumgemeente gedeclareerd worden.

Definitie en noodzaak van toezicht

Actieve observatie en signalering gedurende 24 uur per dag. De zorgaanbieder moet in de woonsetting aanwezig zijn om indien nodig direct in te kunnen grijpen en kan indien nodig ongevraagd hulp bieden aan de inwoner. Het toezicht is nodig op zowel geplande als ongeplande momenten, waarbij de aanbieder het initiatief moet nemen.

Definitie en noodzaak van nabijheid

De inwoner heeft beperkt vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties. Voortdurende begeleiding of overname van taken is nodig op de resultaatgebieden; zelfredzaamheid, gezondheid, meedoen en veiligheid. De inwoner kan (nog) niet zelf beoordelen of voldoende aangeven welke ondersteuning hij/zij nodig heeft. Ondersteuning is nodig op zowel geplande als ongeplande momenten, waarbij de aanbieder grotendeels het initiatief moet nemen. Kortdurende afwezigheid van toezicht gebeurt alleen op inschatting van de aanbieder omdat inwoner hier onvoldoende regie op kan voeren. De aanbieder dient altijd binnen 15 minuten weer aanwezig te kunnen zijn op de woonlocatie.

Diagnostiek en verwijzing

Voor de toegang tot beschermd wonen is het noodzakelijk dat er actuele diagnostiek aanwezig is waaruit de psychische stoornis blijkt. Deze diagnose dient te zijn gesteld door een deskundige op dit gebied (klinisch/GZ-psycholoog, psychiater, specialist GGZ).

Actueel betekent: passend bij het huidig beeld en functioneren van de inwoner. Een actueel behandelplan en/of ondersteuningsplan is noodzakelijk waaruit dit beeld en functioneren blijkt. Zie toelichting bij: belangrijkste wijzigingen inkoop beschermd wonen 2017 naar 2020.

Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM) Inwoner heeft een veilige en toereikende huisvesting. Beschermd wonen biedt een begeleidingspakket waarin het gaat om combinaties van de volgende hoofdresultaten: Z1, Z2, Z3, Z4, M4, M5, dagbesteding (M1 en M3), G1 en G2 (begeleiding verslaving). De begeleiding is erop gericht deze resultaten maximaal te ontwikkelen met het accent op de hoofdresultaten zelfstandig wonen (Z1) en gezondheid (G1). De inwoner wordt door aanbieder ondersteund bij het leggen van verbindingen met het sociale netwerk, algemene- en lokale voorzieningen. Dat betekent dat de aanbieder in samenwerking met de beschikbare voorzieningen werkt aan de resultaten van de inwoner. Mogelijke subresultaten a. De inwoner is voorbereid op en (met ondersteuning) zelfredzaam om zelfstandig te

kunnen wonen. b. De inwoner is (met 24-uurs toezicht en nabijheid van de aanbieder) in staat op tijd de

ondersteuningsvraag te formuleren en urgentie aan te geven. c. De inwoner woont in een accommodatie van een aanbieder (met 24-uurs toezicht en

nabijheid) en heeft een zinvolle daginvulling. Noot bij de subresultaten: De formulering van de subresultaten voor beschermd wonen in deze handreiking wijkt enigszins af van de formulering van de subresultaten in het aanbestedingsdocument. De subresultaten zoals vermeld in deze handreiking zijn in de essentie niet gewijzigd, maar iets bondiger geformuleerd.

Page 86: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 86

Diensten die onder de indicatie vallen

• V2 BW: dit betreft het verblijf in een accommodatie van de instelling met daarbij een vorm van 24-uurs toezicht en/of nabijheid;

• NHC-hotelmatige kosten: huisvesting, voeding, vastgoed van de instelling;

• inhoud arrangement: hoofdresultaten: Z1, Z2, Z3, Z4, M4, M5, G1;

• dagbesteding of daginvulling;

• G2: dit betreft de begeleiding op verslaving;

• begeleiding, persoonlijke verzorging en verpleging: behorend binnen 24-uurs zorg Wmo en taken die niet onder ZVW vallen.

Randvoorwaarden en werkwijze

• bij een eerste melding voor beschermd wonen is een verwijzende instantie met een GGZ-deskundige noodzakelijk en actuele diagnostische gegevens;

• een inwoner van de centrumgemeente Assen wendt zich voor een eerste melding beschermd wonen altijd bij de gemeentelijke toegang van de woonplaats van de inwoner. De gemeentelijke toegang onderzoekt eerst of er voorliggende oplossingen op beschermd wonen mogelijk zijn;

• indien uit vooronderzoek blijkt dat er geen voorliggende oplossingen ingezet kunnen worden, treedt de toegang van de woongemeente in contact met de toegang van centrumgemeente Assen. De centrumgemeente onderzoekt of beschermd wonen daadwerkelijk noodzakelijk is;

• de noodzaak van toezicht en nabijheid voor de inwoner wordt vanuit het onderzoek door de gemeentelijke toegang in het resultatenplan gemotiveerd en opgenomen in het ondersteuningsplan van de aanbieder;

• indien een aanbieder de inwoner zonder geldige beschikking beschermd laat wonen, is dit geheel op eigen risico van de aanbieder en kan risico’s meebrengen voor de inwoner. Dit biedt geen enkele garantie voor het op een later moment toekennen van een indicatie voor beschermd wonen. Voor voorzieningen gerealiseerd vóór de melding bij de gemeentelijke toegang, wordt in ieder geval geen beschikking afgegeven (zie ook de weigeringsgronden in artikel 7 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen);

• de aanbieder die beschermd wonen, interventieniveau 8 biedt, is verplicht bijbehorend pakket aan diensten aan de inwoner te bieden (zie 4.5.1);

• een terugvaloptie naar beschermd wonen binnen twee maanden is mogelijk. Dit kan alleen indien na uitstroom uit beschermd wonen blijkt dat zelfstandig wonen onvoldoende kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de inwoner en de veiligheid onvoldoende gewaarborgd is. Dit wordt beoordeeld door de gemeentelijke toegang;

• de aanbieder draagt zorg voor een goede aansluiting en/of tijdige warme overdracht naar een andere aanbieder bij afschaling of wijziging van zorg;

• de aanbieder draagt er zorg voor dat inwoner zich als woningzoekende inschrijft of ingeschreven blijft;

• de aanbieder zorgt dat het ondersteuningsplan actueel is;

• de aanbieder heeft de verantwoordelijkheid een juiste inschatting te maken of de inwoner om kan gaan met de afgesproken korte duur van eventuele afwezigheid (nabijheid) van de aanbieder en de inschatting te maken of de inwoner in dat geval in staat is om tijdig zijn of haar ondersteuningsvraag te stellen indien nodig. Met andere woorden: is de situatie van de inwoner veilig genoeg bij afwezigheid van de aanbieder. Deze afwezigheid kan voorkomen om bijvoorbeeld binnen beschermd wonen te oefenen en te ontwikkelen naar een vorm van thuis wonen. De aanbieder dient altijd binnen 15 minuten weer aanwezig te kunnen zijn op de locatie;

• de aanbieder is verantwoordelijk om tijdig te signaleren en te interveniëren op achteruitgang van de inwoner. De aanbieder maakt ook afspraken met de inwoner over ongeplande ondersteuning en handelen bij het mijden van ondersteuning en/of het niet nakomen van afspraken;

Page 87: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 87

• er is geen inzet van beschermd wonen in de thuissituatie mogelijk. Er is dan sprake van een vorm van thuis wonen;

• indien de inwoner tijdens de indicatieperiode opgenomen wordt in een instelling, gefinancierd vanuit andere wet- en regelgeving, dan kan de aanbieder gedurende maximaal zes maanden alleen de huisvestingscomponent blijven declareren. Voorwaarde is dat vanaf begin van opname duidelijk is dat terugkeer naar de beschermd wonen aan de orde is. NB: deze regeling geldt alleen voor gecontracteerde zorgaanbieders en niet voor PGB! PGB wordt niet doorbetaald bij afwezigheid. Zodra sprake is van tijdelijke afwezigheid dient aanbieder dit te melden bij de gemeentelijke toegang;

• beschermd wonen is inclusief het bieden van daginvulling aan de inwoner. Het ondersteunen bij een zinvolle daginvulling binnen het beschermd wonen betekent niet automatisch de inzet van dagbesteding. De ontwikkeling van de inwoner staat voorop. Dit betekent dat daginvulling kan bestaan uit het toe leiden van de inwoner naar andere vormen van daginvulling, waarmee de participatie wordt vergroot (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) en/of op basis van zijn mogelijkheden zijn dag in te vullen. Indien de inwoner gebruik kan maken van voorliggende wet- en regelgeving op het gebied van participatie, dient de aanbieder de inwoner te ondersteunen richting deze beschikbare trajecten;

• dagbesteding kan ook geboden worden door een andere aanbieder dan de aanbieder beschermd wonen. In dat geval maken aanbieders onderling afspraken over de financiering hiervan. De aanbieder van beschermd wonen is hoofdverantwoordelijk;

• stapeling met resultaten op andere interventieniveaus is niet mogelijk;

• de inwoner betaalt een hoge eigen bijdrage (voor verblijf).

Kinderen in beschermd wonen Indien noodzakelijk worden hiervoor aanvullende afspraken gemaakt op de bestaande overeenkomst. Het betreft kinderen van inwoners waarvan de noodzaak voor beschermd wonen voor de ouder van toepassing is. Aanvulling kan alleen plaatsvinden op basis van een regeling bed, bad en brood. Het tarief wordt in overleg met een contractmanager bepaald.

Landelijke toegankelijkheid Binnen centrumgemeente Assen worden de beleidsregels van de VNG voor landelijke toegankelijkheid tot beschermd wonen als uitgangspunt genomen voor de uitvoering. De beleidsregels zijn opgenomen in de nadere regels van de gemeente Assen. De beleidsregels, toelichtingen werkwijze zijn te vinden via: https://vng.nl/publicaties/handreiking-en-beleidsregels-landelijke-toegang-beschermd-wonen.

Casusafstemming en time out tijdens beschermd wonen Aanbieders die beschermd wonen bieden, stemmen onderling af om oplossingen te vinden wanneer er knelpunten ontstaan die kunnen leiden tot een time-out van de inwoner bij de primaire zorgaanbieder. Lukt dit niet, dan is aanbieder verplicht met de gemeentelijke toegang casuïstiek af te stemmen indien er gesignaleerd wordt dat er achteruitgang plaatsvindt en de aanbieder vindt dat zij onvoldoende in de ondersteuningsbehoefte kan voorzien. Het inbrengen van een casus in het Prachtoverleg beschermd wonen, zal dan eerst ingezet worden. De aanbieder spant zich volledig in om voortijdige zorgbeëindiging te voorkomen. De aanbieders stellen beleid op ten aanzien van het éénzijdig beëindigen van zorg waarbij de inwoner centraal staat. Dossieropbouw en het vastleggen van afspraken met de inwoner zijn noodzakelijk voor de gemeentelijke toegang om de situatie in afstemming met de aanbieder te kunnen beoordelen. De aanbieder staat open voor de inbreng van externe expertise, het inbrengen in het Pracht-overleg beschermd wonen en het door ontwikkelen van het eigen aanbod om zorgbeëindiging te voorkomen.

Page 88: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020

88

Indien er behoefte is aan een tijdelijk time out binnen het beschermd wonen maken aanbieders beschermd wonen hier onderling afspraken over (mogelijkheden en financiën). Time out betreft hier niet een ander product, maar een kortdurende interventie binnen het product beschermd wonen met als doel dat de inwoner daarna weer verder kan met beschermd wonen bij de primaire aanbieder. De aanbieder leidt de inwoner, indien noodzakelijk, toe naar ondersteuning binnen ander wet- en regelgeving en is op de hoogte van de benodigde (meldings)procedures (bijvoorbeeld in het kader van de WLZ, ZVW).

Afspraken indien een aanbieder ook justitiële bedden heeft ingekocht

• terugkeer naar de gemeente van herkomst wordt vanaf de start van het justitiële traject beschermd wonen gecommuniceerd naar de inwoner en verwijzer(s);

• terugkeer naar de gemeente van herkomst is onderdeel van het ondersteuningstraject;

• aanbieders werken mee aan de uitvoering van het convenant “Gezamenlijk verantwoordelijk: Uitgangspunten voor een goed verloop van de terugkeer van ex-gedetineerden”2.

2 https://www.burgemeesters.nl/sites/www.burgemeesters.nl/files/File/Gezamenlijk-

verantwoordelijk_20150303.pdf

Page 89: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 89

Thuiswonen+ Voor volwassenen Bedoeling van thuiswonen+ Thuiswonen+ is een nieuw hoofdresultaat in de aanbesteding 2020. Thuiswonen+ is ontwikkeld om de transformatieopgaven uit te kunnen voeren en meer inwoners thuis te kunnen ondersteunen. Tevens wordt voorgesorteerd op belangrijke actuele ontwikkelingen, zoals het door decentraliseren van beschermd wonen. Dit resultaat sluit aan bij het domein ‘veilig wonen’ in de ZRM Meer inwoners worden in de eigen leefomgeving ondersteund. Aansluiting met het leefgebied en/of de wijk en voorliggende ondersteuningsmogelijkheden vormt een essentieel onderdeel van de ondersteuning. Het maken van deze verbinding is een belangrijke opgave voor de aanbieder. Nadruk ligt op ontwikkeling naar of het behouden van zelfstandig wonen. Met het inzetten van thuiswonen+ wordt beoogd ervoor te zorgen dat de inwoner voldoende ondersteund wordt in zijn eigen huis, zodat beschermd wonen in een instelling niet nodig is. Daarnaast biedt thuiswonen+ een mogelijkheid voor inwoners vanuit beschermd wonen de overstap te maken naar een vorm van thuis wonen.

Beschrijving thuiswonen+ Thuiswonen+ biedt een combinatie van begeleiding en 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid van ondersteuning. Thuiswonen+ sluit zoveel mogelijk aan bij lokaal georganiseerde ondersteuning om af- en opschaling zo soepel mogelijk te laten verlopen voor de inwoner. Door deze aansluiting worden integraal werken, preventie en terugvalopties voor de inwoner versterkt. Binnen thuiswonen+ kan goed geëxperimenteerd worden met technologische hulpmiddelen ten behoeve van het vergroten van de zelfredzaamheid. Hierdoor kan de ondersteuning mogelijk efficiënt(er) georganiseerd worden en/of sneller oproepbaar/beschikbaar zijn voor de inwoner. De inwoner betaalt zelf huur, er wordt geen wooncomponent (NHC) verstrekt.

Thuiswonen+ vanaf 1 januari 2022 Thuiswonen+ wordt in ieder geval tot eind 2021 gefinancierd vanuit het budget beschermd wonen. Ná decentralisatie van beschermd wonen naar elke afzonderlijke gemeente, of mogelijk eerder, wordt thuiswonen+ in NMD-verband binnen de ambulante maatwerkvoorzieningen Wmo ondergebracht. De overeenkomsten thuiswonen+ zullen per 1 januari 2022, of op nader te bepalen datum, worden omgezet naar een overeenkomst met de lokale gemeenten in NMD-verband. De gemeenten De Wolden, Hoogeveen, Meppel en Westerveld kopen vanaf dat moment zelf hun lokale Wmo voorzieningen in. Doelgroep en afbakening

Thuiswonen+ wordt ingezet voor inwoners met psychische of psychosociale problemen. De inwoner is voldoende zelfredzaam zonder 24-uurs toezicht/nabijheid van de aanbieder, echter onvoldoende zelfredzaam met alleen geplande ondersteuning: er wordt 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid geboden. De ondersteuning is gericht op vergroten of behouden van zelfredzaamheid en participatie waardoor thuis wonen mogelijk is of blijft. Thuiswonen+ kan indien nodig, ingezet worden als doorstroomfase vanuit beschermd wonen naar zelfstandig wonen.

Thuiswonen+ kan alleen ingezet worden wanneer ambulante ondersteuning op interventieniveau 4-6, of ambulante ondersteuning G1 op interventieniveau 7 niet volstaat. De inwoner is zelf verantwoordelijk voor het bekostigen of beschikken over huisvesting. Zij wonen bij voorkeur op een plek waar zij kunnen blijven wonen, ook als (deze) ondersteuning niet meer nodig is. Indien ambulante behandeling nodig is, wordt dit geboden vanuit de

Page 90: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 90

Zorgverzekeringswet (ZVW). De inwoner heeft alleen toegang tot thuiswonen+ indien er geen sprake is van een voorliggende oplossing vanuit:

• Wmo op Interventieniveaus 4 t/m 6 en G1 op 7;

• ZVW (behandeling met wonen);

• WLZ (verstandelijke of lichamelijke beperking tot eind 2020, vanaf 2021 ook psychische grondslag).

Begeleidingspakket Thuiswonen+

Thuiswonen+ biedt een begeleidingspakket met combinaties van de volgende hoofdresultaten: Z1, Z2, Z3, Z4, M4, M5 en G1. De begeleiding is erop gericht deze resultaten maximaal te ontwikkelen met het accent op hoofdresultaat zelfstandig wonen (Z1). De aanbieder deelt de regie met inwoner om diens veiligheid bij afwezigheid van aanbieder in te schatten. De inwoner wordt ondersteund bij het leggen van verbindingen met algemene voorzieningen en lokale voorzieningen.

Het begeleidingspakket is exclusief dagbesteding, begeleiding bij verslaving (G2) en schoon en leefbaar huis (Z5). Indien naast thuiswonen+ dagbesteding, begeleiding bij verslaving (G2) of ondersteuning voor een schoon en leefbaar huis (Z5) noodzakelijk is, wordt hiervoor een aanvullende indicatie afgegeven. Deze vormen van ondersteuning worden dan net als thuiswonen+ geïndiceerd door de centrumgemeente. Resultaat bij volledige zelfredzaamheid (ZRM)

Inwoner woont thuis met veilige en toereikende ondersteuning.

Mogelijke subresultaten

a. De inwoner is voorbereid op en zelfredzaam om zelfstandig te wonen. b. De inwoner woont en huurt zelfstandig en is in staat zijn ondersteuningsvraag te

formuleren en urgentie aan te geven. c. De inwoner woont en huurt van de aanbieder en is in staat zijn ondersteuningsvraag te

formuleren en de urgentie aan te geven.

Noot bij de subresultaten: De formulering van de subresultaten voor thuiswonen+ in deze handreiking wijkt enigszins af van de formulering van de subresultaten in het aanbestedingsdocument. De subresultaten zoals vermeld in deze handreiking zijn in de essentie niet gewijzigd, maar iets bondiger geformuleerd.

Diensten die onder de indicatie vallen

• begeleiding en/of persoonlijke verzorging (wat onder de Wmo valt) op geplande en ongeplande momenten per dag;

• bereikbaarheid: de inwoner kan buiten geplande momenten 24/7 telefonisch in contact treden met aanbieder, wanneer de hulpvraag van de inwoner niet uit te stellen is tot het volgende dagdeel of de volgende dag. Door de aanbieder wordt met de inwoner ingeschat of er wel/niet directe beschikbaarheid van de aanbieder noodzakelijk is (triage);

• beschikbaarheid: de aanbieder biedt in voorkomende situaties onplanbare begeleiding binnen 30 minuten op de woonlocatie van de inwoner.

Randvoorwaarden en werkwijze

• de inwoner wendt zich voor een melding thuiswonen+ eerst bij de gemeentelijke toegang van de woonplaats van de inwoner. De gemeentelijk toegang onderzoekt altijd eerst of er voorliggende oplossingen op thuiswonen+ mogelijk zijn;

• indien uit vooronderzoek blijkt dat er geen voorliggende oplossing ingezet kan worden treedt de toegang van de woongemeente in contact met de toegang van

Page 91: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 91

centrumgemeente Assen. De centrumgemeente onderzoekt of het resultaat thuiswonen+, interventieniveau 7 noodzakelijk is;

• bij een melding voor thuiswonen+ is actuele informatie nodig van een verwijzer/behandelaar of zorgaanbieder die de problematiek, leerbaarheid en noodzaak voor 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid van de inwoner onderbouwt;

• inzet van thuiswonen+ kan alleen starten indien er na onderzoek door de gemeentelijke toegang een beschikking wordt verleend;

• NB: de gemeente verstrekt bij thuiswonen+ geen NHC aan de zorgaanbieder. De inwoner financiert zelf de huisvesting;

• de aanbieder heeft de verantwoordelijkheid een juiste inschatting te maken of de inwoner om kan gaan met de afgesproken duur van afwezigheid van de aanbieder en de inschatting te maken of de inwoner in dat geval in staat is om tijdig zijn of haar ondersteuningsvraag te stellen indien nodig. Met andere woorden: is de situatie van de inwoner veilig genoeg bij afwezigheid van de aanbieder;

• de aanbieder staat vrij samen te werken met een andere zorgaanbieder om het pakket aan diensten te kunnen bieden. Bijvoorbeeld als het gaat om bereikbaarheid en beschikbaarheid in de avond- en nachturen;

• de aanbieder is verplicht de inwoner te informeren wanneer aanbieder met andere aanbieder(s) samenwerkt in het kader van bereikbaarheid en beschikbaarheid;

• de aanbieder maakt met inwoner afspraken over bereikbaarheid en beschikbaarheid in de avond en nacht;

• de aanbieder gaat in voorkomende gevallen een huurcontract aan met de verhuurder en stelt zich in dat geval garant voor de bijbehorende verplichtingen;

• de aanbieder draagt er zorg voor dat inwoner zich als woningzoekende inschrijft of ingeschreven blijft;

• de aanbieder houdt rekening met een huurprijs die op te brengen is voor de inwoner en is op de hoogte van de normen en grenzen van huurtoeslag;

• de aanbieder draagt er bij voorkeur zorg voor dat de inwoner kan blijven wonen in de betreffende woning indien het hoofdresultaat is behaald. Ook houdt de aanbieder er rekening mee dat het huurbedrag ook zelfstandig door inwoner op te brengen is indien er sprake is van een ‘omklapwoning’ en de inwoner huur gaat betalen aan verhuurder;

• de aanbieder is verantwoordelijk om tijdig te signaleren en te interveniëren op achteruitgang van zelfredzaamheid van de inwoner. En maakt ook afspraken met de inwoner over ongeplande ondersteuning en handelen bij het mijden van ondersteuning en/of het niet nakomen van afspraken;

• de aanbieder draagt zorg voor een goede aansluiting en/of tijdige warme overdracht naar andere aanbieder bij afschaling van zorg of wijziging van zorg;

• stapelen is mogelijk met Z5, M1, M2, M3 en G2 (Wmo).

• de inwoner betaalt een lage eigen bijdrage (voor zorg zonder verblijf).

Tot en met 31 december 2021 is de gemeente Assen bevoegd om de indicatie en financiering voor thuiswonen+ te verlenen. Vanaf 1 januari 2022, of nader te bepalen datum, is de eigen woongemeente verantwoordelijk voor het beschikken en de financiering van thuiswonen+. Het is nu nog niet bekend hoe het meldingsproces vanaf dat moment georganiseerd wordt.

PGB thuiswonen+ Indien thuiswonen+ ingezet wordt via het sociaal netwerk/informele zorg dan kan dit alleen met het tarief voor informele zorg (65% van het PGB tarief).

Page 92: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 92

10 Afbakening: begeleiding - begeleid kamer wonen - thuiswonen+ - beschermd wonen Begeleiding –

kortdurend Interventieniveau 4-6

Begeleiding – langdurig Interventieniveau 4-5

Begeleiding – MO

Interventieniveau 4-6

Begeleiding G1

Interventieniveau 7

Begeleid kamer wonen (voorheen Z1C) Interventieniveau 8

Thuiswonen+

Interventieniveau 7

Beschermd Wonen

Interventieniveau 8

Gemeente lokaal lokaal centrumgemeente lokaal lokaal centrumgemeente centrumgemeente

Hoofdresultaat De inwoner kan participeren, eventueel met ondersteuning vanuit eigen omgeving.

De inwoner heeft ondersteuning nodig om zelfredzaamheid te kunnen behouden en/of verslechtering te voorkomen.

Wordt preventief ingezet om opname in maatschappelijke opvang (MO) voorzieningen te voorkomen of als nazorg na MO.

De inwoner kan met behulp van ondersteuning in zelfstandige huisvesting blijven wonen of weer gaan wonen.

De jeugdige/ (jong)volwassene is zelfredzaam en heeft veilige en toereikende huisvesting dat wil zeggen een regulier (huur)contract en autonome zelfstandige huisvesting.

De inwoner woont thuis met veilige en toereikende ondersteuning.

De inwoner heeft een veilige en toereikende huisvesting.

Fysieke vorm Thuis: in de eigen woonomgeving of met steunpunt in de buurt (ook housing first).

Thuis: in de eigen woonomgeving of met steunpunt in de buurt (ook housing first).

Thuis: in de eigen woonomgeving of met steunpunt in de buurt (ook housing first).

Thuis: in de eigen woonomgeving of met steunpunt in de buurt (ook housing first).

Accommodatie van de instelling: inwoner betaalt geen huur.

Thuis of accommodatie instelling: inwoner betaalt zelf voor de woning of huur aan de aanbieder.

Accommodatie van de instelling: inwoner betaalt geen huur. Aanbieder ontvangt vergoeding van de gemeente (NHC).

Doelgroep Jeugd en Wmo Jeugd en Wmo Wmo Jeugd en Wmo Jeugd en Wmo: 16-23 jr. Wmo Wmo

Duur 6 maanden, eventueel verlenging alleen na evaluatie. Interventieniveau. 6 max. 6 maanden, daarna naar interventieniveau 4 of 5.

Langer dan 6 maanden, 1x per jaar evaluatie.

Richtlijn 6 maanden, daarna regulier/lokaal Wmo.

6 maanden 1,5-2 jaar 1-2 jaar 1-2 jaar

Kenmerken ondersteuning

Tijdelijk ondersteunen, opvangen van ‘life events’ en verbinding sociaal netwerk maken.

Langdurig om zelfredzaamheid te kunnen behouden of verslechtering te voorkomen.

Laagdrempelig, vertrouwen winnen, erger voorkomen, toeleiden naar meer structurele vorm van ondersteuning of nazorg (6 maanden).

Niveau 6 ontoereikend, vangnet, tijdelijk.

De ondersteuning is er op gericht om zelfstandig te worden op sociaal, maatschappelijke praktisch gebied.

Intensief, meerdere keren per week, indien nodig dagelijks.

Intensief, dagelijks. Signalering vanuit begeleiding noodzakelijk. De inwoner kan de hulpvraag niet uitstellen.

Gepland of ongepland

Gepland. Gepland. Hoofdzakelijk gepland, steunpunt mogelijk

Hoofdzakelijk gepland. Hoofdzakelijk gepland, deels ongepland.

Gepland en ongepland. Gepland en ongepland.

Beschikbaarheid aanbieder

Voornamelijk overdag, afspraak avond mogelijk.

Voornamelijk overdag, afspraak avond mogelijk.

Voornamelijk overdag, afspraak avond mogelijk.

Voornamelijk geplande afspraken, telefonische bereikbaarheid buiten afspraken indien nodig.

Begeleiding is 24 uur per dag aanwezig en bereikbaar.

24/7 bereikbaarheid en beschikbaarheid (in voorkomende gevallen).

24/7 toezicht en nabijheid.

Eigen bijdrage Extramuraal. Extramuraal. Extramuraal. Extramuraal. Extramuraal Extramuraal. Intramuraal.

Page 93: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 93

Afbakening (vervolg)

Begeleiding kortdurend De ambulante begeleiding van de inwoner waarbij het aanleren van vaardigheden en/of het leren met een beperking centraal staat met als doel de zelfredzaamheid van de inwoner te bevorderen, te behouden of te compenseren. Hierbij is het perspectief dat de inwoner na een korte periode van ondersteuning weer kan participeren.

Begeleiding langdurig De inwoner heeft een beperking in zijn zelfredzaamheid en participatiemogelijkheden en heeft langdurig/structureel ondersteuning nodig om de zelfredzaamheid te kunnen behouden en/of verslechtering te voorkomen. Het opvangen van en leren omgaan met van zogenoemde ‘life events’ zijn hier onderdeel van. Begeleiding langdurig kan alleen op interventieniveau 4 of 5 ingezet worden.

Begeleiding maatschappelijke opvang Begeleiding maatschappelijke opvang wordt preventief ingezet om opname in maatschappelijke opvangvoorzieningen te voorkomen of als nazorg, als de inwoner na verblijf in de maatschappelijke opvang weer zelfstandig gaat wonen. De begeleiding wordt gefinancierd vanuit de centrumgemeente Assen en is specifiek bedoeld voor inwoners waarbij reguliere begeleiding nog niet passend is. Na zes maanden of indien er eerder geen sprake meer is van bovengenoemde kenmerken en er reguliere begeleiding ingezet kan worden bij de inwoner, wordt de beschikking voor begeleiding maatschappelijke ondersteuning beëindigd en kan de ondersteuning vanuit de eigen woongemeente van de inwoner ingezet worden.

Begeleiding (G1) Begeleiding op interventieniveau 7 kan ingezet worden indien er intensieve ambulante begeleiding nodig is. Dit resultaat betreft een vangnet wanneer het maximale aantal in te zetten domeinen op interventieniveau 6 ontoereikend is. Deze vorm van ondersteuning wordt bij voorkeur ingezet voor korte duur (denk aan maximaal zes maanden, er zijn echter situaties denkbaar waarbij de inzet langduriger zal zijn), met bedoeling zo snel mogelijk weer af te bouwen naar reguliere ambulante indicatie. De intensieve begeleiding is gericht op het stabiel houden van de mentale toestand van de inwoner en de inwoner leert om te gaan met zijn beperkingen in het dagelijks functioneren. Telefonische bereikbaarheid buiten afspraken indien nodig. De bereikbaarheid is 24/7 en de verwachting is dat een telefonisch contact volstaat, zodat er een geplande (face to face) vervolgafspraak gemaakt kan worden voor bijvoorbeeld de volgende dag. Onderscheid thuiswonen+: indien nodig is er na een telefonisch contact wel binnen 30 minuten een face to face contact mogelijk met een aanbieder.

Begeleid kamer wonen (voorheen Z1C) Begeleid kamer wonen, inclusief huisvesting. Wordt ingezet vanuit de eigen regiogemeente. Is bedoeld voor jeugdigen/jongvolwassenen (richtlijn 16-23 jaar). De maximale noodzakelijke duur van de indicatie is anderhalf á twee jaar (uitgangspunt duur is maximaal anderhalf á twee jaar om te kunnen ontwikkelen naar zelfstandig wonen met ambulante ondersteuning). De ondersteuning is erop gericht om zelfstandig te worden op sociaal, maatschappelijk en praktisch gebied. De aanbieder helpt de jeugdige/jongvolwassene om zijn of haar vaardigheden maximaal te ontwikkelingen zodat de jeugdige/jongvolwassene zich weet te redden op verschillende leefgebieden. De jeugdige/jongvolwassene is leerbaar en de ondersteuning is eindig. Er zijn uitzonderingen mogelijk in leeftijd wanneer begeleid kamer wonen heel passend is, met dezelfde bovenstaande uitgangspunten.

Page 94: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 94

Thuiswonen+ Thuiswonen+ biedt een combinatie van begeleiding en 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid van ondersteuning. Meestal kan de inwoner de hulpvraag uitstellen naar het volgende begeleidingsmoment na telefonisch contact te hebben met de aanbieder. Indien dit echt niet mogelijk is, kan de aanbieder binnen 30 minuten aanwezig zijn. Thuiswonen+ vervangt de oude arrangementen beschermd wonen A en B. De inwoner betaalt zelf huur. Er wordt geen huisvesting toegekend in de maatwerkvoorziening. Thuiswonen+ wordt ingezet om beschermd wonen te voorkomen.

Beschermd wonen

De inwoner woont in de instelling/accommodatie van de aanbieder, waarbij 24-uurs toezicht en nabijheid geboden wordt. Er is ondersteuning op alle resultaatgebieden nodig en de inwoner is niet in staat zelfstandig de dag in te vullen. De inwoner is onvoldoende in staat is om op eigen initiatief en op relevante momenten ondersteuning in te roepen. De inwoner kan ernstige risico’s ten aanzien van de eigen gezondheid en veiligheid niet adequaat inschatten en beoordelen. Dit kan gevaar opleveren voor de inwoner zelf en/of voor de omgeving. Beschermd wonen kan alleen ingezet worden mits uit onderzoek blijkt dat ambulante vormen van ondersteuning of thuiswonen+ ontoereikend zijn of geprobeerd zijn.

Page 95: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 95

11 Contractmanagement en kwaliteit De Noord- en Midden Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo voeren contractmanagement op de afgesloten overeenkomsten en kwaliteitscontroles uit. Dit gebeurt door middel van periodiek overleg met aanbieders en kwaliteitsinspecties door toezichthouders.

Periodiek overleg De contractmanagers van de NMD-gemeenten gaan structureel in overleg met de gecontracteerde aanbieders over de gemaakte afspraken in de overeenkomst en ontwikkelingen binnen de Jeugdwet en Wmo. De NMD-contractmanagers plannen deze overleggen met aanbieders op basis van een overlegkalender. De frequentie van dit overleg varieert per aanbieder. Tijdens het periodiek overleg met aanbieders worden onderstaande vaste onderwerpen besproken:

• algemene samenwerking

• contractafspraken

• behandelduur

• herindicatie(s)

• wachttijden

• kosten, omzet en winstontwikkeling

• declaraties

• social return

• kwaliteit en veiligheid

• klachten

• innovatie

• afschaling

Kwaliteitsinspecties Wmo en jeugd De kwaliteit van de ondersteuning (Wmo) beoordelen de toezichthouders. Het toetsingskader wordt als uitgangspunt gebruikt. Kwaliteitsinspecties op het gebied van de Jeugdwet worden uitgevoerd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Toetsingskader De aanbieder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief verantwoorde ondersteuning. Gemeenten zien bij ondersteuning in zorg in natura toe op levering van kwalitatief verantwoorde ondersteuning. Dit gebeurt aan de hand van het Toetsingskader 2019 NMD Wmo en Jeugdzorg. Deze is te vinden op de website https://www.wmo-jeugd-nmdrenthe.nl.

Algemene communicatie door aanbieders Gecontracteerde aanbieders presenteren zich aan toegangen en verwijzers op: https://www.verwijzingswijzer.nl. De indicatiesteller of verwijzer (zoals huisartsen) zal waar van toepassing, de verwijzingswijzer gebruiken om de inwoner op uniforme wijze te informeren over de gecontracteerde aanbieders. De gecontracteerde aanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van hun gegevens op de verwijzingswijzer of een opvolger.

Page 96: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 96

12 Website NMD

Website Algemene informatie rond de werkwijze van de Noord- en Midden Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en actuele zaken staan op de website: https://www.wmo-jeugd-nmdrenthe.nl. De volgende informatie en formulieren staan onder andere op de website:

• een overzicht van gecontracteerde aanbieders;

• de handreiking;

• de resultatenmatrix met productcodes;

• het Toetsingskader Wmo en Jeugdzorg;

• evaluatieformulier zorgaanbieder;

• meldingsformulier beschermd wonen Wmo.

Page 97: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 97

Bijlage: Leefklimaatonderzoek Peer van der Helm

Aanbieders die een leefklimaat bieden voor onze inwoners hebben als gecontracteerde aanbieder de verplichting opgelegd gekregen om het leefklimaatonderzoek van Peer van der Helm toe te passen, of bereid zijn dit uit te voeren. Dit geldt voor de volgende hoofdresultaten:

• M4 logeren

• G1 behandeling

• G3 opgroeien/opvoeden

• G3 verblijf gezinshuis

• G3 verblijf begeleid kamer wonen

• G3 verblijf met intensieve begeleiding

• G3 time out

Waarom is het onderzoek belangrijk? Een open en positief leefklimaat binnen een residentiële instelling is erg belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen. Ook voelen ze zich meer verantwoordelijk voor wat hen overkomt, zijn ze emotioneel stabieler en zien ze meer perspectief. Binnen een positief leefklimaat zijn cliënten namelijk minder agressief en gemotiveerder voor hun behandeling. Er is een positief en open leefklimaat als de begeleiding de inwoner helpt, naar de inwoner luistert, de inwoner dingen leert die zinvol zijn voor de toekomst, de regels eerlijk zijn en er een prettige, veilige sfeer hangt in de verblijfslocatie.

Wil je hier meer over weten? Bezoek dan de volgende website: https://www.hsleiden.nl/residentiele-jeugdzorg/onderzoek-en-projecten/leefklimaat/index Hier kunt je een animatie (van 2,5 minuut) bekijken die het open leefklimaat goed illustreert.

Page 98: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 98

Bijlage: Route naar zorgverzekeraar bij wachtlijst diagnostiek of behandeltraject Bron: https://www.wegvandewachtlijst.nl

Het kan gebeuren dat er een melding gedaan wordt waarbij door verwijzer of inwoner wordt aangegeven dat er op korte termijn beschermd wonen nodig is, met als reden dat de inwoner in afwachting is van een (klinische) GGZ-behandeling. Er wordt bij een dergelijke melding naar de Wmo uitgeweken om te overbruggen terwijl er een probleem ligt in de wachttijd van de benodigde behandeling. Hier is echter een andere voorliggende route voor, die niet via de Wmo verloopt! De zorgverzekeraar heeft namelijk als eerste een rol bij eventuele wachtlijstproblematiek bij de GGZ. Informatie hierover en welke hieronder is gebruikt is te vinden via: https://www.kiezenindeggz.nl en https://wijzijnmind.nl

Hoe zit het met wachttijden en de Treeknorm? Als je zorg nodig hebt van een psychiater, psycholoog of psychotherapeut is het belangrijk dat je die op tijd krijgt. Je hebt het recht om binnen een bepaalde tijd geholpen te worden. Dit is vastgelegd in de ‘Treeknormen’. Volgens deze normen moet je als ggz-cliënt na maximaal vier weken een intake krijgen en maximaal 10 weken na je intake een eerste behandelgesprek. Als je moet wachten op een behandeling kan je in gesprek gaan met de zorgaanbieder over oplossingen om de wachttijd te overbruggen: wat kun je zelf alvast doen? Is overbruggingszorg mogelijk of kan je verwezen worden naar lotgenotencontact of een vorm van e-health?

Wat kun je doen als je problemen tussentijds verergeren? Hierover kun je contact opnemen met je zorgverzekeraar. Die moet er namelijk voor zorgen dat jij als verzekerde tijdig de behandeling krijgt waar je recht op hebt. Meer over wachttijden en wat je kunt doen als deze worden overschreden, lees je in de “Factsheet wachttijden in de ziekenhuiszorg en ggz” van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Wat wordt bedoeld met aanmeldwachttijd en behandelwachttijd? Aanmeldwachttijd: hoe lang het duurt voordat je voor een intake bij de behandelaar terecht kan. Volgens de Treeknorm moet je dit maximaal vier weken na je eerste contact krijgen. Behandelwachttijd: hoe lang het duurt voordat de behandeling begint na de intake. Volgens de Treeknorm moet je dit na maximaal 10 weken na je intake krijgen. Deze wachttijden zijn een gemiddelde van de afgelopen twee maanden bij een zorgaanbieder.

Wat kan ik doen als ik te maken heb met een wachtlijst?

• neem contact op met je zorgverzekeraar en vraag om wachtlijstbemiddeling;

• als je toch nog moet wachten op de eigenlijke behandeling, overleg dan met de zorgaanbieder over oplossingen om de wachttijd te overbruggen;

• lukt het je niet om dit zelf te doen? Vraag een goede vriend of een familielid om je daarbij te helpen.

De maximale wachttijd is vier weken tot het eerste intakegesprek en daarna tien weken tot de behandeling. Toch niet tevreden? Bel dan het Nationale Zorgnummer 0900 - 23 56 780 (20 eurocent per gesprek). MIND Korrelatie biedt directe hulp. Bel 0900-1450 (15 eurocent per minuut) of kijk op https://www.mindkorrelatie.nl om met een hulpverlener te chatten, whatsappen of mailen. MIND kan je ook in contact brengen met lotgenoten en cliënten- en familieorganisaties. Zij kunnen meedenken bij het vinden van passende zorg of hulp, https://www.wijzijnmind.nl. Meer informatie: https://www.wegvandewachtlijst.nl

Page 99: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 99

Bijlage: Meldingsprocedure beschermd wonen en thuiswonen+

Eerste melding van een inwoner, woonachtig in de centrumgemeente Assen De inwoner meldt zich bij eigen woongemeente met een ondersteuningsvraag. Voor beschermd wonen moet ook een erkende verwijzer betrokken zijn. De verwijzer kan de inwoner aanmelden via het meldingsformulier BW (voorbeeld van het format wordt aan het einde van deze bijlage weergegeven). De toegang van de regiogemeente neemt de melding in behandeling en handelt als volgt: 1. Op basis van het onderzoek in de regiogemeente is duidelijk dat het niet om beschermd

wonen gaat en er voorliggende oplossingen beschikbaar zijn.

• de regiogemeente handelt de melding en de indicatiestelling verder af;

• indien de inwoner het hier niet mee eens, kan de inwoner eventueel in bezwaar bij de regiogemeente. Als de inwoner zich alsnog meldt bij de centrumgemeente voor beschermd wonen, verwijst de centrumgemeente de inwoner terug naar de eigen regiogemeente;

2. Het is op basis van aangeleverde stukken of informatie behandelaar overduidelijk dat het

om beschermd wonen gaat en er een noodzaak ligt voor 24-uurs toezicht/nabijheid

• de regiogemeente meldt de inwoner aan bij centrumgemeente en onderbouwt met een rapportage/resultatenplan/motivatie waarom beschermd wonen noodzakelijk is en of alle mogelijke voorliggende oplossingen zijn onderzocht;

• de regiogemeenten in NMD-verband stellen ook de gewenste subresultaten op;

• de regiogemeenten (in Zuidwest-Drenthe) die niet resultaatgericht indiceren, stellen bij voorkeur wel gewenste subresultaten op en tenminste de doelen van de inwoner per levensgebied;

• de gemeente Assen beoordeelt of de informatie voldoende is voor indicatiestelling en neemt indien nodig nog contact op met de regiogemeente of verwijzer voor aanvullende informatie;

• de gemeente Assen informeert de regiogemeente op het moment dat de melding in behandeling wordt genomen en ook over de uitkomst van het onderzoek;

3. Er bestaat twijfel of er een noodzaak ligt voor beschermd wonen:

• de regiogemeente neemt contact op met de centrumgemeente voor afstemming. Dit kan via de bureaudienst beschermd wonen. In afstemming wordt de vervolgroute bepaald.

Verwijzer Bij een melding beschermd wonen dient altijd een verwijzer betrokken te zijn en aanwezig te zijn bij het gesprek. Dit houdt in dat het eerste gesprek altijd met de regiogemeente plaatsvindt.

Benodigde informatie bij melding De melding beschermd wonen wordt in behandeling genomen wanneer de volgende informatie wordt aangeleverd:

• meldingsformulier beschermd wonen (het format is beschikbaar via https://www.wmo-jeugd-nmdrenthe.nl);

• actuele diagnostiek en verloop behandeltraject (inclusief adviezen t.a.v. vervolg);

• verwijsbrief en/of resultatenplan waarin is onderbouwd wat de specifieke mogelijkheden en beperkingen zijn, wat de gevolgen zijn voor het dagelijks functioneren, de gewenste resultaten/doelen, de motivering van de noodzaak van 24-uurs toezicht/nabijheid;

• risico-inventarisatie: zijn er risico's t.a.v. veiligheid/terugval waar rekening mee moet worden gehouden;

• eventuele bijzonderheden die van belang zijn voor de aanvraag (bijvoorbeeld: is er sprake van een Rechterlijke Machtiging (RM) en wat zijn de specifieke RM-voorwaarden).

Page 100: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 100

De vertrouwelijke informatie kan beveiligd gemaild worden naar [email protected] N.B! Het is belangrijk bij de inwoner te melden dat informatie wordt doorgestuurd naar de centrumgemeente. Meldingen herindicatie beschermd wonen Wanneer de inwoner of verwijzer zich bij de regiogemeente meldt, informeert de regiogemeente de inwoner dat melding rechtstreeks bij de centrumgemeente verloopt. De centrumgemeente is verantwoordelijk voor het onderzoek. Tijdens het onderzoek zullen, aan de hand van een evaluatieverslag, de voortgang van de doelen en resultaten worden besproken. Indien blijkt dat er geen noodzaak meer is voor een indicatie beschermd wonen en er een ambulante maatwerkvoorziening nodig is, neemt de centrumgemeente contact op met de regiogemeente in het kader van een warme overdracht. Tevens wordt een overdrachtsdatum van de indicatie afgesproken: de einddatum beschermd wonen en de startdatum voor de ambulante ondersteuning. Melding vanuit andere centrumgemeente naar centrumgemeente Assen Dit betreft melding volgens de route van de beleidsafspraken Landelijke Toegankelijkheid. https://vng.nl/publicaties/handreiking-en-beleidsregels-landelijke-toegang-beschermd-wonen Het heeft de voorkeur dat de inwoner zich eerst meldt bij de eigen centrumgemeente. Hierdoor verloopt het traject sneller en meer efficiënt. De inwoner wil in een andere centrumgemeente wonen. Dit betreft melding volgens de route van de beleidsafspraken Landelijke Toegankelijkheid. https://vng.nl/publicaties/handreiking-en-beleidsregels-landelijke-toegang-beschermd-wonen Het heeft de voorkeur dat de melding vanuit de woongemeente gedaan wordt bij de gemeente Assen. De werkwijze tussen twee centrumgemeenten verloopt sneller en efficiënter voor de inwoner omdat de centrumgemeenten met elkaar in contact moeten treden. Wanneer de inwoner zich eerst meldt in de eigen regiogemeente, beoordeelt de regiogemeente of er sprake is van beschermd wonen en wordt onderzocht of de inwoner een specifieke binding heeft met de wensregio. Binding kan bestaan op basis van: een sociaal netwerk, een bestaande relatie met de GGZ, een specifiek aanbod noodzakelijk, reeds ingezette scholing, werk etc. Indien hiervan sprake is, kan de regiogemeente de melding doorzetten naar de gemeente Assen. Gemeente Assen is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de overdracht en afstemming met de wenscentrumgemeente. Onderzoek Wanneer er een verslag van de regiogemeente beschikbaar is, waarin de benodigde vragen al beantwoord zijn, hoeven dezelfde vragen vanzelfsprekend niet opnieuw gesteld te worden door de centrumgemeente Assen. Het verslag van de regiogemeente dient dan samen met het aanmeldformulier als basis voor het onderzoek door de centrumgemeente . Deze toest de noodzaak voor beschermd wonen.

• Doe een juridisch/administratieve check: - check op juistheid van gegevens genoteerd in het kader van registratie melding; - check op identiteit/BSN aan de hand van meegebrachte legitimatie; - check op geldige zorgverzekering; - check op juridische status en indien van toepassing schriftelijke toestemming of

aanwezigheid van curator/bewindvoerder/mentor.

Page 101: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 101

• Check op voorwaarden beschermd wonen door: - beoordeling van bewijsvoering ten aanzien van psychiatrie; - bespreking bijzonderheden met betrekking tot woongeschiedenis en

hulpverleningsgeschiedenis; - voldoet de inwoner aan de voorwaarden voor BW; - bespreking ZRM en Resultatenmatrix, bevraging op levensgebieden; - criteria Wegwijzer GGZ-Wmo van Phrenos/Andersson, Elffers en Felix; - verslaglegging van ondersteuningsbehoeften en doelen op de ZRM-gebieden.

• Hulpvraag (aan de hand van ZRM).

• Wat noodzakelijk? Wonen in een groep (klein/groot) of individueel, gewenste woonplaats, woonvoorziening voor specifieke problematiek.

• Eigen woning in bezit/huur? Is aanhouden van de eigen woning een optie.

• Geschatte duur in combinatie met hulpvraag.

• Toekomstperspectief.

• Financiën: - inkomen; - schulden/boetes; - betalingsverplichtingen.

• Gedragsaspecten.

• Dagbesteding wel/niet nodig.

• Welke voorliggende mogelijkheden zijn er vanuit bijv. de Participatiewet.

• Ontvangt de inwoner al dagbesteding, zo ja bij welke aanbieder.

• Bestaat een wens en mogelijkheid tot dagbesteding (rehabiliterend of arbeidsmatig).

• Leveringsvorm: zorg in natura of PGB.

• Indien PGB, dan dient de inwoner dit in een persoonlijk plan toe te lichten.

• Toets op PGB Voorwaarden door de centrumgemeente Assen.

• Systematiek eigen bijdrage toelichten.

• Toestemmingsformulier voor nader onderzoek waaronder opvragen informatie bij derden door de inwoner laten ondertekenen.

Advies door centrumgemeente Op basis van het onderzoek stelt de centrumgemeente een resultatenplan op. Het maatwerkadvies wordt omschreven in het resultatenplan. De centrumgemeente neemt in het resultatenplan de subresultaten van beschermd wonen conform de handreiking Werken met resultaten. Hieruit volgt een advies voor een pakket. Tevens wordt de gewenste zorgaanbieder opgenomen in het plan. Het kan ook gebeuren dat de inwoner niet in aanmerking komt voor beschermd wonen. Hierover zal met de klantadviseur van de regiogemeente (telefonische) afstemming zijn. In het advies zal dit ook gemotiveerd worden. Indien er wel een ambulante maatwerkvoorziening wordt geadviseerd is de eerder beschreven werkwijze en overdracht naar de regiogemeente van toepassing Duur van de toewijzing Voor de meeste eerste indicaties beschermd wonen is de toewijzing voor de duur van een jaar. Indien er sprake is van een PGB zal in beginsel de indicatie voor maximaal een jaar worden afgegeven (o.a. i.v.m. openstelling WLZ).

Page 102: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 102

Leveringsvormen

Zorg in natura Wanneer een inwoner gebruik wil maken van de ondersteuning van een van de gecontracteerde aanbieders van BW en TW+ is er sprake van Zorg in Natura (Zin). Stappen administratief proces: 1. de centrumgemeente meldt de inwoner aan bij de zorgaanbieder naar keuze; 2. centrumgemeente mailt een afschrift besluit naar regiogemeente (indien van toepassing); 3. zorgaanbieder nodigt de inwoner uit; 4. gemeente meldt de inwoner aan bij het CAK.

Persoonsgebonden budget (PGB) Uitgangspunt bij beschermd wonen is in beginsel ‘Zorg in Natura’. Een PGB voor beschermd wonen is alleen mogelijk als het aanbod zorg in natura voor de klant onvoldoende maatwerk oplevert (door klant zelf aangetoond), dit is een kwalitatieve afweging. De gemeente Assen onderzoekt de eventuele wens voor een PGB aan de hand van vooraf opgestelde PGB Voorwaarden. Dit omvat een aanvullend onderzoek. Bij een wens voor PGB moet de inwoner een persoonlijk plan indienen waarin de noodzaak voor een PGB wordt gemotiveerd.

• de inwoner geeft argumenten waarom een PGB de voorkeur heeft boven een voorziening van zorg in natura;

• de inwoner geeft argumenten waarom een PGB tenminste het doelbereik heeft van zorg in natura en daarmee de kwaliteit van zorg te waarborgen.

• het college beoordeelt de bekwaamheid van de belanghebbende bij toekenning van een PGB als bedoeld in artikel 2.3.6 tweede lid van de wet.

Bij de beoordeling van een melding voor beschermd wonen in de vorm van een PGB zijn de nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Assen van toepassing. Centrumgemeente Assen zal extra aandacht vestigen op de volgende punten:

• bekwaamheid aanvrager of vertegenwoordiger ervan om het PGB te beheren of de kwaliteit van zorg te toetsen. Hiervoor gebruiken wij de landelijke infographic voor PGB-vaardigheden als uitgangspunt, welke op de volgende pagina wordt weergegeven;

• de kwaliteit van de PGB-uitvoerder. Voor zowel de professionele en informele zorg is het kwaliteitskader Noord- en Midden Drenthe van toepassing. Centrumgemeente Assen verwacht dat de aanvrager of vertegenwoordiger op de hoogte is van dit kwaliteitskader en de mate waarin de PGB-uitvoerder hieraan voldoet. Centrumgemeente Assen zal de aanvrager of vertegenwoordiger vragen bewijsstukken aan te leveren met betrekking tot dit kwaliteitskader.

Page 103: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 103

Infographic PGB-vaardigheden:

Page 104: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 104

Stappen administratief proces PGB: 1. de inwoner stuurt een zorgovereenkomst naar de SVB; 2. centrumgemeente meldt de inwoner aan bij de SVB door middel van een

toekenningsbesluit; 3. centrumgemeente mailt afschrift besluit naar regiogemeente (indien van toepassing); 4. centrumgemeente meldt de inwoner aan bij het CAK; 5. SVB stuurt zorgovereenkomst naar centrumgemeente die deze goedkeurt en weer

terugstuurt naar de SVB; 6. centrumgemeente start betalingsproces richting SVB; 7. de zorgverlener dient de declaraties in bij de SVB.

Wijzigingen PGB-houders zijn zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan de centrumgemeente. Bij wijziging van Zin in PGB dient de inwoner een persoonlijk plan in te dienen waarin hij de reden toelicht. Besluit Centrumgemeente Assen neemt een besluit op het advies, toetst of het juridisch een correct advies is. In het besluit wordt verwezen naar het resultatenplan voor de te behalen gewenste resultaten en motivatie. De inwoner ontvangt een beschikking met een afschrift van het gespreksverslag van centrumgemeente Assen. Tegen de beschikking kan bezwaar en beroep worden aangetekend. Een afschrift van de beschikking mailt Assen naar de regiogemeente. Overbruggingszorg Het kan zijn dat er op korte termijn onvoldoende capaciteit is bij de aanbieders voor Beschermd Wonen. Een overbruggingsalternatief is een tijdelijke intensivering van de ambulante ondersteuning. In enkele gevallen kan er een overbruggingsplek gevonden worden buiten de regio van de centrumgemeente Assen. Alleen bij een gecontracteerde zorgaanbieder (zorg in natura) van de betreffende centrumgemeente die de overbruggingsplaats wil bieden. De centrumgemeente Assen is in dat geval verantwoordelijk voor de financiering (zie afspraken landelijke toegankelijkheid). Contactgegevens toegang

Gemeente Telefoon E-mail

Aa en Hunze 0592-263468 [email protected]

Assen 14-0592 [email protected] o.v.v. beschermd wonen

Hoogeveen en de Wolden 14-0528 [email protected]

Meppel 14-0522 [email protected]

Midden-Drenthe 0593-539222 [email protected]

Noordenveld 050-5027222 [email protected]

Tynaarlo 0592-266737 [email protected]

Westerveld 14-0521 [email protected]

Aanvullende benodigde documenten:

• checklist Toegang beschermd wonen;

• meldingsformulier beschermd wonen, gemeente Assen;

• PGB Voorwaarden en format, gemeente Assen;

• afspraken Landelijke Toegankelijkheid, VNG;

• de wegwijzer GGZ-Wmo van Phrenos/Andersson, Elffers en Felix.

Page 105: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 105

Checklist Toegang Beschermd Wonen

• inwoner is 18 jaar of ouder;

• Nederlandse nationaliteit of voor vreemdelingen die op grond van de wet met een Nederlander gelijk gesteld kan worden;

• psychiatrische diagnose;

• zonder diagnose komt iemand niet in aanmerking voor beschermd wonen;

• zo recent mogelijke diagnose, tenzij;

• inwoner scoort gelijktijdig op meerdere domeinen van de ZRM;

• moet de intensieve ondersteuning intramuraal verstrekt worden of is ondersteuning thuis mogelijk(bron: CIZ indicatiewijzer);

• regieproblemen;

• vaardigheden missen/ remmingen hebben om zich staande te houden in een zelfstandige omgeving;

• op relevante momenten niet in staat zijn om hulp in te roepen;

• beschermd wonen is alleen mogelijk in combinatie met wooncomponent;

• wetgeving als Wlz, Zorg vanuit Justitie en ZVW is voorliggend op Wmo (zie bijvoorbeeld klinische behandeling, verblijf met behandeling);

• geen langdurige indicaties (in principe één tot drie jaar);

• duidelijke boodschap richting de inwoner en zorgaanbieder dat de indicatie tijdelijk is (beschermd wonen is een traject naar zelfstandig wonen).

Page 106: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 106

Voorbeeld format (beschikbaar via de website)

Page 107: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 107

Page 108: Handreiking Werken met resultaten€¦ · Drentse gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo en ... In de inleiding besteden we aandacht aan de aanleiding

Handreiking Werken met resultaten, mei 2020 108