Handleiding wandeling door Leuven - Weeblywoileuven.weebly.com/uploads/8/9/5/1/8951880/... · ‘Op...
Transcript of Handleiding wandeling door Leuven - Weeblywoileuven.weebly.com/uploads/8/9/5/1/8951880/... · ‘Op...
1
Handleiding wandeling door Leuven
Stadhuis
Opdracht:
Voor het stadhuis maken we gebruik van een foto-opdracht, en een inhoudelijke
opdracht.
De foto opdracht bestaat uit twee delen. Eerst moeten de leerlingen de foto van de
Duitse officieren in Leuven, aan het Leuvense stadhuis, reconstrueren.
Figuur 1: Duitse officieren voor het stadhuis1
Daarna moeten de leerlingen de foto van de Duitse officieren die zij reeds hebben,
fotograferen, met op de achtergrond het huidige stadhuis van Leuven. Deze stijl van
foto’s nemen is een recente hype, en komt van de website ‘www.dearphotograph.com’.
Hieronder zijn er enkele voorbeelden die het concept duidelijk moeten maken.
1 CEUNEN, M., VEDMAN, P. (red.), Aan onze helden en martelaren…, Beelden van de brand van Leuven (augustus 1914),p. 77.
2
Figuur 22
Figuur 33
Het resultaat van de tweede foto opdracht zou er dan ongeveer als volgt uitzien:
2 DEAR PHOTOGRAPH, Dear Photograph, take a picture of a picture, rom the past, in the present, Internet, 03 – 06 – 2013, (http://dearphotograph.com/). 3 Ibidem.
3
Figuur 4: Oude en nieuwe foto van het stadhuis4
Daarnaast krijgen de leerlingen ook enkele foto’s van de omgeving van de Grote Markt te
zien. Van de twee beelden hebben we een versie voor de brand van Leuven, en een
versie vlak na de brand. (zie onderstaande foto’s) Bij die foto’s hoort een open vraag die
luidt: Wat is er zo bijzonder aan het stadhuis tijdens WOI met betrekking tot de brand
van Leuven? Het antwoord zou dan lijken op: Het stadhuis van Leuven heeft gediend als
hoofdkwartier voor de Duitse bezetters. Ze hadden er tijdens de brand dan ook alle
belang bij om het stadhuis niet in de vlammen te laten opgaan.
De leerlingen krijgen voor deze opdracht beeldmateriaal ter beschikking om zo tot het
juiste antwoord te komen.
4 Oude foto: CEUNEN, M., VEDMAN, P. (red.), Aan onze helden en martelaren…, Beelden van de brand van Leuven (augustus 1914),p. 77.
4
Figuur 5: Zuidzicht Grote Markt voor de brand5
Figuur 6: Zuidzicht Grote Markt vlak na de brand6
Figuur 7: Zicht op Stadhuis en Sint-Pieterskerk voor de brand7
5 CEUNEN, M., VEDMAN, P. (red.), Aan onze helden en martelaren…, Beelden van de brand van Leuven (augustus 1914),p. 151. 6 Ibidem, p. 150. 7 CEUNEN, M., VEDMAN, P. (red.), Aan onze helden en martelaren…, Beelden van de brand van Leuven (augustus 1914),p. 159.
5
Figuur 8: Zicht op stadhuis en Sint-Pieters kerk na de brand8
Achtergrondinformatie:
Waarom laten we de leerlingen nu een foto nemen zoals de Duitse officieren dit deden?
De leerlingen achterhalen zo dat de Duitsers hun intrek namen in het Leuvense Stadhuis.
Ook zien ze op de foto dat het stadhuis ongeschonden bleef. Er kan daarna verduidelijkt
worden dat het stadhuis ongeschonden uit de brand gekomen is, omwille van het feit dat
de Duitsers er hun intrede hadden genomen. De Duitsers hadden immers tijdens de
brand, de omringende huizen afgebroken, om de brand niet op het stadhuis te laten
overslaan.
8 Ibidem, p. 158.
6
Universiteitsbibliotheek
Opdracht
Inhoudelijke deel
Eerst krijgen de leerlingen een tekst over de universiteitsbibliotheek te lezen.
‘Op 25 augustus 1914 besloten de Duisters Leuven in de as te leggen. Ze gebruikten de
‘leugen’, dat Belgische sluipschutters hen hadden beschoten, als excuus. Ongeveer één
negende van de gebouwen werd verwoest.
Ook de Universiteitsbibliotheek op de Naamsestraat brandde. 300.000 boeken, 800
wiegendrukken, 1000 handschriften, en onder meer de originele stichtingsakte uit 1425
gingen verloren.
Dit leidde tot internationale verontwaardiging. Heel de wereld beschouwde dit als
vandalisme.
Leuven kon na de Eerste Wereldoorlog rekenen op internationale hulp. Volgens het
verdrag van Versailles moest Duitsland alle verwoeste objecten vergoeden.
Belgische provincies en andere landen steunen Leuven. Ze sturen boeken op. In 1928 is
de boekenstapel gestegen tot 750.000 exemplaren.
In 1918 komen de Amerikanen met een nieuw idee. Ze willen een nieuw
universiteitsgebouw voor Leuven oprichten. 10 jaar later op 4 juli 1928, Independence
Day, is het dan zover. De Leuvense universiteitsbibliotheek op het Mgr. Ladeuzeplein
wordt ingewijd.’
Daarna krijgen de leerlingen een korte inhoudelijke opdracht. Ze krijgen twee foto’s, uit
de grote leeszaal van de universiteitsbibliotheek, te zien. Deze foto’s stellen drie dieren
voor, een leeuw, een adelaar en een slang. De leerlingen moeten de dieren met de juiste
landen verbinden.
7
Figuur 9: Trapleuningen Grote leeszaal in de Centrale universiteitsbibliotheek9
Verbind de dieren met de landen:
Leeuw België
Adelaar VS
Slang Duitsland
Foto gedeelte
Daarna is het aan de leerlingen om zelf twee foto’s te maken. Ze moeten voor deze
opdracht de bibliotheek niet binnengaan, aangezien de beelden waarvan zij foto’s moeten
nemen , zich op de voorgevel bevinden.
De leerlingen moeten een foto maken van ‘Maria’. Daarnaast moeten ze twee kenmerken
geven die opvallen aan haar beeltenis.
Kenmerken die je opvallen
Helm
Zwaard
Nadien krijgen de leerlingen de volgende vraag voorgelegd: Op wie lijkt Maria (tip:
mythologie) : Pallas Athena
De antwoorden op deze vragen kan de leerkracht later overlopen. Hij/zij kan er dan bij
vermelden dat de link met Athena gelegd wordt omwille van het feit dat Athena naast
godin van de oorlog, ook godin van de wijsheid en van de kunst en letteren was. De link
met de bibliotheek is dan snel gelegd.
9 VAN IMPE, J., De universiteitsbibliotheek van Leuven, Het verhaal van een feniks, Universitaire Pers Leuven, Leuven, 2003, 90 pagina’s.
8
Creatieve opdracht
Na de foto-opdracht volgt er nog een opdracht met chronogrammen.
Chronogrammen zijn inscripties waarvan de in kapitaal gezette letters volgens het
Romeinse systeem een jaartal weergeven. Daartoe worden de ‘Romeinse cijfers’ in de
tekst opgeteld: M = 1000; D = 500, C = 100, L = 50, X = 10, V = 5 en I = 1.
De leerlingen krijgen dezelfde uitleg over chronogrammen als hierboven.
Daarna krijgen zij het volgende chronogram te lezen: IcI fInIt La CVLtVre aLLeManDe.
De opdracht luidt dan als volgt: Welk jaartal is er verscholen in dit chronogram. 1914.
De leerkracht kan later dan de bedoeling van het chronogram uitleggen aan de
leerlingen: De makers verwijzen naar de brand van Leuven, en vooral naar de
verwoesting van de toenmalige universiteitsbibliotheek. Door de verwoesting ervan
hebben de Duitsers zich verlaagd tot cultuurbarbaren.
Ten slotte volgt er nog een laatste opdracht met de chronogrammen. De leerlingen
moeten op zoek naar de eerste steen. Deze bevindt zich op de hoek van het Mgr.
Ladeuzeplein met de Blijde Inkomststraat. Om deze te herkennen krijgen de leerlingen
een foto van de eerste steen (langs de kant van het Mgr. Ladeuzeplein) te zien.
Figuur 10: hoeksteen universiteitsbibliotheek Leuven10
10 COPPENS, C. DEREZ, M., Roegiers, J., Universiteitsbibliotheek Leuven, 1425-2000, p.204.
9
De steen die zij dan moeten herkennen is de volgende:
Figuur 11: Eerste steen11
De inscriptie is in het Latijn, waardoor niet alle leerlingen over de nodige kennis
beschikken om deze te vertalen. Daarom krijgen zij de vertaling ‘Eerste steen in luister
voor de heropbouw van de Leuvense bibliotheek’ Wat moeten de leerlingen dan nog
doen? Het is aan hen om het jaartal van de eerste steenleging te ontcijferen. Ze krijgen
de originele inscriptie niet op hun applicatie maar moeten deze aflezen van de gevel. Het
jaartal dat zij moeten uitkomen is 1921.
Achtergrondinformatie:
Zie deel 6.1.2.4: ‘Kultur und Krieg’12
11 Ibidem. 12 6.1.2.4: ‘Kultur und Krieg’: zie p. 51
10
Station
Opdracht:
De leerlingen krijgen bij het station een verhaal te lezen dat het spel kort kan inleiden.
Het verhaal gaat over de aanleiding van de brand.
Op 24 en 25 augustus besliste de Belgische legerleiding om aan te vallen richting
Mechelen en Haacht. De Belgische troepen wilden zo de druk van het Duitse leger op de
geallieerden aan de Franse grens verminderen. Ze slaagden in hun opzet. Een groot deel
van de Duitse troepen rukte op naar het noorden. Beide kanten verloren manschappen,
en op sommige plaatsen slaagden de Belgen erin om de Duitsers terug te drijven. Het
Belgische leger naderde Leuven tot op enkele kilometers. Aan de stadspoorten van
Leuven vonden er gevechten plaats met als doel het vernietigen van de spoorlijn, die
voor de Duitsers levensbelangrijk was. Op sommige plaatsen slaagden de Belgen ook in
hun opzet. De avond van 25 augustus staat bekend als een tragische avond. Duitsers
zouden op elkaar gevuurd hebben. Zo zouden de Duitsers in Leuven, de terugkerende
Duitsers aanzien hebben voor Belgen en vervolgens het vuur geopend hebben. Om deze
ernstige vergissing te verdoezelen besloten de Duitsers de Leuvense bevolking de schuld
te geven. Zo werd de schuld in de voeten van de ‘francs-tireurs’ geschoven. De
meningen over de oorzaak lopen dus uiteen.
Bij het station staat er ook nog een extra verhaal. Dit is niet noodzakelijk maar wel een
leuke insteek.
Volgens Paul Reekmans van het Leuvens Historisch gemeenschap ligt de oorzaak echter
elders.De grote aanleiding zou een friendly fire van de Duitsers op hun eigen soldaten
geweest zijn. De dag van de grote brand zijn er van de Boelenberg een grote groep
soldatenpaarden in paniek Leuven binnen gestormd. De zadels van de paarden hingen
onder hun buik en hun ruiters waren ze al lang kwijt. Dit waren de oorlogspaarden van
de Duitsers.Vanuit Antwerpen hebben de Belgen de Duitser een stuk kunnen
terugdringen. De Duitse soldaten die dus gedwongen werden zich terug te trekken zijn
dan beschoten door hun eigen leger. Deze friendly fire zou de aanleiding zijn om de
Belgen te doen boeten en Leuven was net slecht gelegen.Voor dit voorval ging het er in
Leuven echter vrij vredig aan toe, de Duitse soldaten waren al ruim 10 dagen in Leuven
voor deze gebeurtenis. Ze behandelden de bevolking nog redelijk en kochten zelfs
sigaren en drank van de kleine handelaars. Maar de 25ste augustus is alles
omgeslagen.Na dit voorval moest de bevolking dus boeten voor “hun” daden. Dit doen de
Duitsers door gebouwen in heel Leuven in brand te steken.
11
Foto gedeelde13
Ook voor het station maken we gebruik van een foto opdracht. De leerlingen krijgen
eerst twee foto’s te zien van het station van Leuven.
Figuur 12: Station van Leuven voor de brand
Figuur 13: Station van Leuven na de Brand
Na het bekijken van de afbeeldingen moeten de leerlingen uitzoeken vanwaar deze foto
‘s zijn genomen (positie van de fotograaf). Wanneer ze deze plaats hebben bepaald
moeten ze vanaf dezelfde plaats een hedendaagse foto van het station nemen.
Aan de hand van deze foto’s moeten ze dan de functies van vroeger en nu achterhalen.
Vroeger: vooral handels- en woonfunctie
Vandaag: vooral horeca
13 CEUNEN,M., Beelden van een verwoeste stad,2008, p. 5.
12
Inhoudelijke deel
Na het foto gedeelte krijgen de leerlingen een inhoudelijk gedeelte. Ze krijgen twee
verhalen te lezen. Elk verhaal is geschreven vanuit een ander standpunt: Duits-
Nederlands. De leerlingen moeten uit de verhalen kunnen afleiden waarover de verhalen
gaan. Ze krijgen hiervoor een meerkeuze vraag. Daarna gaan ze elk document
beoordelen en beslissen door wie het verhaal geschreven werd.
Het eerste verhaal : Vanuit een Duitse bron
“De houding van de Leuvense bevolking werd steeds dreigender. De luitentant-kolonel
ging even de stad in. Het was avond. Hij nam zijn pistool in de hand als teken dat hij op
alle gevaar voorbereid was. Hij was nog altijd in de lange Statiestraat (…) zowat 500
meter van het station toen een projectiel op hem werd afgevuurd. Vanuit alle dakluiken
en vensters brak meteen een hels geweervuur los op alle soldaten die zich op straat
bevonden. Het volledige stadsgedeelte tussen het station en de universiteit was in een
hel veranderd. (…) Vanuit alle huizen in de stationsbuurt werd er op de Duitsers
geschoten. Ja, men hoorde heel duidelijk een Belgisch machinegeweer dat op een balkon
van het hotel du Nord stond. (…) Er bleef nu nog één middel over om de opstandige
bevolking de baas te worden: men stak de huizen van waaruit geschoten werd in brand.
Het vuur sloeg door de straten. Het werd een echte horrornacht. Wat uit de huizen
vluchtte, werd prompt neergeschoten. Enkel een keihard optreden, kon nog de laffe
aanval afweren. (…) Ook in de brandende huizen hoorde men continu schoten. Het was
de munitie die daar heimelijk verstopt was. Het vuur bracht die nu tot ontploffing.”
13
Het tweede verhaal: geschreven door een onafhankelijke Nederlandse schrijver.
Den 25sten Augustus deed de bezetting van Antwerpen een uitval, o.a. in de richting van
Leuven. De Belgen hadden aanvankelijk succes en rukten op tot zeven kilometer van
deze stad. De toestand werd ook daar zelfs een oogenblik critiek en tegen 7 uur kwam
een kleine afdeeling cavalerie in woesten galop vanaf het strijdtoneel naar Leuven,
waarschijnlijk om de bezetting van deze stad ter hulp te ontbieden. In dat avonduur was
het op de Naamsche Vest, die zwaar beboomd is, al aardig aan het donkeren en
plotseling werden de wilde ruiters beschoten, naar door verscheidene neutrale getuigen
is vastgelegd, door een kleine afdeling infanterie van het eigen leger, die vanuit de
richting van de statie kwam aangelopen, waarschijnlijk, om ook naar het strijdtoneel te
vertrekken en die in de meening was, dat de Belgen, de stad kwamen ingestormd. De
cavaleristen hielden hun paarden in, stegen af en velen begonnen van achter hun rossen
vandaan terug te vuren. (…) Alles was door dit treffen opgeschrikt. Vanaf de statie
kwamen ook schietende soldaten toegeloopen en rond het bedoelde gebouw zelf, liepen
verscheidene manschappen angstig heen en weer onder de kreet: ‘We worden
overvallen’. Sommigen meenen, dat die overval door binnendrukkende Belgen gebeurt
en snellen naar de plaats van den strijd, andere begrijpen de woorden verkeerd en
meenen, dat het burgers zijn, op wie ze beginnen te schieten, evenals op de huizen. Als
men op de Naamsche Vest de vergissing bemerkt, heeft het schieten zich reeds door het
grootste deel van de stad voortgezet en de opgewonden mannen, die elkander beschoten
hebben, doen al gauw met de anderen mee. (…) De bevolking werd dan [de volgende
morgen] naar het station gedreven, waar men mannen wreed van de vrouwen scheidde
en verschillende personen neerschoot.(…)”
Achtergrondinformatie
Vroeger vonden we rond het station vooral handelspanden en woningen terug. Het
statieplein heeft tijdens de eerste wereldoorlog ook een belangrijke rol gespeeld. Hier
startte de Duitse soldaten op de avond van 25 augustus een wilde schietpartij toen ze
zich bedreigd voelden door de vermeende Leuvens Franc-tireurs. Tijdens de
brandstichting werden hier heel wat gijzelaars bijeengedreven. Het plein was eveneens
de verzamelplaats voor honderden Leuvenaars die na de brand op transport naar
Duitsland werden gezet. Bovendien werd op het plein ook een aantal inwoners
standrechtelijk geëxecuteerd en begraven in het plantsoen. Na de oorlog heeft men op
de hoek met de Maria- Theresiastraat de stoffelijke overschotten van 32 burgers
opgegraven.
14
Ter nagedachtenis van de slachtoffers, veranderde het stadsbestuur de naam van het
statieplein reeds in 1918 in martelarenplein. Bovendien werd er ook een gedenkteken
opgericht ter nagedachtenis van de gebeurtenissen van augustus 1914.
Sint-Pieterskerk14
Opdracht:
Bij de Sint-Pieterskerk hebben we twee foto opdrachten.
Bij de eerste opdracht krijgen de leerlingen enkele foto’s te zien van de Sint-Pieterskerk
na de brand van 1914. Aan de hand van de foto’s moeten de leerlingen trachten te
achterhalen welke delen allemaal vernield werden tijdens de brand.
Dit was voornamelijk het dak en enkele stukken van de buitenmuur.
Figuur 14: Sint-Pieterskerk na de brand van 1914
Figuur 15: Sint-Pieterskerk vanuit de Diestsestraat
14 Stadsarchief Leuven, Fotocollectie Brand v. Leuven, 2013.
15
Figuur 16: Interieur van de Sint-Pieterskerk
Voor de tweede opdracht moeten de leerlingen twee onderstaande gedenkplaatjes
zoeken rond de Sint-Pieterskerk. De leerlingen bedenken ook waarvoor deze plaatjes in
de muur geplaatst werden.
Figuur 17: Gedenkplaatjes na de brand van 1914
16
Diestsestraat15
Opdracht:
De opdrachten bij deze plaats vallen weg, wel blijven de foto’s en de informatie staan.
Voor leerlingen kan dit nuttig zijn bij het maken van hun eindopdracht.
Figuur 18: Overzicht van de Diestsestraat na de brand
Figuur 19: Diestsestraat met op de achtergrond de Sint- Pieterskerk
15 Stadsarchief Leuven, Fotocollectie Brand v. Leuven, 2013.
17
Figuur 20: Diestsestraat met op de achtergrond de Sint-Pieterskerk
Inhoudelijk deel
Voor de brand waren er veel huizen, hotels, horecazaken en winkels in de Diestsestraat
gehuisvest. Met de brand werden er 157 gebouwen in de as gelegd. Maar welke functie
overheerst er vandaag in de Diestsestraat?
18
Stadsschouwburg en de bondgenotenlaan (Statiestraat)16
Opdracht:
Foto gedeelde
De leerlingen krijgen eerst een kort stukje tekst te lezen en enkele foto’s te zien.
Na de Duitse doortocht bleef er van de mooie stadschouwburg van Leuven niet veel meer
over. Enkel de buitenmuren, binnenmuren en een stuk van het auditorium bleven
overeind.
Na de Groote Oorlog werd de stadschouwburg heropgebouwd. De herstellingswerken
duurden ruim 20 jaar. Aan de versiering van het gebouw hebben verschillende
kunstenaars meegewerkt.
Figuur 21: Interieur stadsschouwburg
Figuur 22: Inkomhal Stadsschouwburg
16 Foto’s: Stadsarchief Leuven, Fotocollectie Brand v. Leuven, 2013.
19
Figuur 23: Exterieur Stadsschouwburg
Daarna gaan de leerlingen in de Bondgenotenlaan op zoek naar dit gebouw om er daarna
een foto van te nemen.
Inhoudelijk deel
De leerlingen krijgen eerst een kort stukje tekst te lezen waarna ze een affiche zullen
analyseren.
De statiestraat, later Bondgenotenlaan, was tijdens de vorige eeuwwisseling de
voornaamste straat van de stad. Deze straat werd in 1914 zwaar getroffen door de
Duitse brandstichting. Van de 170 huizen werden er slecht een 30-tal bewaard. Op deze
plaats werden vele (on)schuldige slachtoffers gemaakt, waaronder ook gewone burgers.
Tijdens deze periode werd er ook veel gebruik gemaakt van oorlogspropaganda. Daarvan
is onderstaande afbeeldingen die de leerlingen ook zullen analyseren een mooi
voorbeeld. Het is de bedoeling dat de leerlingen achterhalen wat de tekenaar bedoelde
met deze spotprent.
Figuur 24: oorlogspropaganda Duitsers vs. onschuldige bevolking
20
Schreursvest
Opdracht:
Foto gedeelde
Om ons ervan te verzekeren dat de leerlingen ter plaatsen zijn gegaan nemen ze samen
met hun groep een foto van het oorlogsmonument van Leon Schreurs.
Inhoudelijk deel
Daarna bekijken ze het filmpje en beantwoorden ze de bijhorende vraag. Naar wie is de
plaats waar ze op dat moment staan vernoemd? Leon Schreurs
Achtergrond informatie
Toen het Belgische leger op 19 augustus Leuven ontruimde, bleef korporaal Léon
Schreurs achter in de stad. Hij besloot Leuven eigenhandig te verdedigen tegen de
Duitsers.Scheurs verborg zich achter een postbus aan de Tiensepoort en slaagde erin vijf
Duitsers uit te schakelen alvorens hij zelf sneuvelde. Scheurs kreeg de bijnaam ‘laatste
verdediger van Leuven’.Omdat de Duitsers deze actie erg serieus namen en vonden dat
de bevolking hiervoor gestraft moest worden hebben ze Leuven in de as gelegd. Deze
gebeurtenis is dus de oorzaak voor de grote brand ven Leuven.Na WOI wou men de
herinnering aan Léon Schreurs levendig houden. Een deel van de vesten werd naar hem
vernoemd. Er werd ook geld ingezameld voor een gedenkmonument. Op 25 juni 1923
werd het Schreursmonument ingewijd.
Straatnamen
Opdracht:
Op enkele plaatsen doorheen het parcour dat de leerlingen afleggen zijn er vragen die
betrekking hebben tot de straatnamen. De leerlingen verklaren de namen en leren meer
over de afkomst of de veranderingen die hebben plaatsgevonden.