Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

20
HANDLEIDING VOOR SCHOLEN STUDIE EN WERK

description

Binnen Studie en Werk worden de competenties die de studenten op de opleiding en tijdens het werkplekleren verwerven op elkaar afgestemd. Hierin is een aantal onderdelen veranderd en dat heeft consequenties voor het begeleiden van de studenten op de scholen. Deze brochure informeert de scholen over deze veranderingen.

Transcript of Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Page 1: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

xx_x

_xxx

x_d

v

HANDLEIDING VOOR SCHOLENStudie en Werk

Colofon

Uitgave Hogeschool Utrecht, september 2012Fotografie Bart Versteeg (cover, p. 11), Jan Willem Groen (p. 4), Ed van Rijswijk (p. 14)Vormgeving Vormers, UtrechtDrukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam

Aan de inhoud van dit boekje zijn geen rechten te ontlenen. ia_b

_091

2_d

v

Page 2: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk
Page 3: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Voorwoord 3

Wat is er nieuw? 5

De 4 modellen in vogelvlucht 6

Studentbegeleiding 10

Wie begeleidt wat? 12

Organisatie van de begeleiding 15

Meer informatie 16

Inhoud

Page 4: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

“nIEMAnd BETERdAn EEn LERAARWEET dAT DE BESTEMANIER OM IETSTE LEREN hETondERWIJZEnVAn dAT IETS IS.”

JEAn PIAGET (1896-1980)

Page 5: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

In september 2012 start Instituut Archimedes met een Nieuw Educatief Ontwerp (NEO). In samenwerking met het beroepen-veld, de scholen, is de lerarenopleiding van Instituut Archimedes verder ontwikkeld. Met het vernieuwde curriculum wil Instituut Archimedes de competentiegerichte opleiding bij de tijd houden en de aansluiting op de praktijk verder verbeteren.

Een belangrijk onderdeel van dit vernieuwde curriculum is het onderdeel Studie en Werk, waarin onder andere het werkplek-leren (de stage) is ondergebracht. Binnen Studie en Werk worden de competenties die de studenten op de opleiding en tijdens het werkplekleren verwerven op elkaar afgestemd. Hierin is een aantal onderdelen veranderd en dat heeft consequenties voor het bege-leiden van de studenten op de scholen. Deze brochure informeert de scholen over deze veranderingen.

Instituut ArchimedesSeptember 2012

pag 3

Handleiding voor scholen

VooRWooRd

Page 6: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 4

Page 7: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 5

Vier samenwerkingsmodellenVanaf september 2012 werkt Instituut Archimedes met een nieuwe indeling van scholen, die gebaseerd is op de indeling van de Onder-wijsraad. Er worden vier samenwerkingsmodellen onderscheiden:• Netwerkmodel• Partnermodel• Coördinatiemodel• Stagemodel

Voorheen werkte Instituut Archimedes met keurmerkscholen en scholen met SOS- of IDEE- studenten. De projecten SOS en IDEE zijn opgegaan in de nieuwe indeling. Het keurmerk blijft bestaan. Keurmerkscholen kunnen een netwerkschool of partnerschool zijn.

Studie en Werk en beroepsproductenEen van de grootste veranderingen voor studenten in het nieuwe curriculum is dat de studieloopbaanbegeleiding en het werkplek-leren niet meer als aparte onderdelen worden aangeboden, maar zijn geïntegreerd in het nieuwe onderdeel Studie en Werk. Een tweede groot verschil is dat studenten beroepsproducten gaan uit-voeren in opdracht van de school. Zie voor meer informatie hierover de brochure Handleiding voor Scholen: Beroepsproducten. Deze beroepsproducten komen in plaats van de vroegere schoolprojecten.

Begeleiding op de schoolWe blijven Samen Opleiden in de School. Dat betekent dat stu-denten op netwerk- en partnerscholen begeleid worden door een instituutsopleider van Archimedes en een werkplekbegeleider op de school. Voor scholen waar minimaal zestien studenten van Instituut Archimedes een leerwerkplek hebben, is er een vaste instituuts-opleider, die ook regelmatig op de school aanwezig zal zijn. Deze scholen hebben ook een schoolopleider, met wie de instituutsopleider samenwerkt. De precieze invulling van de begeleiding is per samenwerkingsmodel verschillend.

WAT IS ER nIEuW?

Page 8: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 6

Netwerkmodel In dit model is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding en werkt ook actief mee aan de ontwikkeling van het programma. De school heeft een opleidingsteam bestaande uit (een) opleider(s) op school en coaches die vakdidactisch geschoold zijn. Dit team verzorgt de delen van de opleiding die gericht zijn op het concrete handelen van de leraar en de profes-sionele ontwikkeling van de op te leiden leraar.

Een netwerkschool is een geaccrediteerde opleidingsschool en/of een school die zich herkent in onderstaand profiel.

Kenmerken van een netwerkschool:• De school heeft het keurmerk. • Opleiden in de school, school- en professionele ontwikkeling en

onderzoek zijn gekoppeld.• Het opleiden in de school wordt uitgevoerd op basis van een

SamenOpleidenPlan.• De instituutsopleider ondersteunt het opleiden in de school,

de schoolontwikkeling en speelt een grote rol in de begeleiding van de beroepsproducten.

• De schoolopleider en de instituutsopleider zijn de spil in het opleiden in de school.

• Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de school. De student maakt drie à vijf beroepsproducten.

• Ca. 40% van het curriculum wordt in samenwerking met de school uitgevoerd, dit wordt onder meer gerealiseerd in de studie- onderdelen Studie en Werk, beroepsproducten en de minor.

• De werkplekbegeleiders zijn geschoold/gecertificeerd als (algemeen) begeleider.

• Op de school zijn minimaal zestien Archimedesstudenten (alle leerjaren en zowel voltijd als deeltijd) aanwezig.

dE 4 ModELLEn In VoGELVLuChT

Page 9: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

pag 7

Handleiding voor scholen

PartnermodelIn dit model is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding. Naast het coachen van de op te leiden leraar verzorgt de school een deel van de opleiding. Hiertoe stelt de school een of meer schoolopleiders en werkbegeleiders binnen de school aan.

Kenmerken van een partnerschool:• De school heeft het keurmerk.• Opleiden, school- en professionele ontwikkeling zijn gekoppeld.• Het opleiden in de school wordt uitgevoerd op basis van een

SamenOpleidenPlan.• De school heeft een gecertificeerde schoolopleider.• De instituutsopleider ondersteunt het opleiden in de school,

de schoolontwikkeling en speelt een rol in de begeleiding van de beroepsproducten.

• De schoolopleider en de instituutsopleider zijn de spil in het opleiden in de school.

• Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de school. De student maakt drie à vier beroepsproducten.

• De school geeft de student de gelegenheid om onderzoek in de school te doen.

• De werkplekbegeleiders zijn geschoold.• Op de school (één locatie of alle locaties samen) zijn minimaal

zestien Archimedesstudenten (alle leerjaren zowel voltijd als deeltijd) aanwezig.

Page 10: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 8

CoördinatormodelDit model is een variant van het stagemodel, maar is op weg naar het partnermodel. Het verschil zit erin dat de school voor de begeleiding van de op te leiden leraar één ervaren collega aan-wijst die als schoolopleider optreedt. Deze persoon coördineert de werkzaamheden van de werkplekbegeleiders op zijn school en neemt soms ook een deel van de taak van de werkplek-begeleider over.

Kenmerken van een coördinatorschool:• De school biedt studenten de mogelijkheid tot ervaring opdoen

op de werkplek.• De rol van de schoolopleider is meer gericht op coördineren

van de stages dan op sturing van het opleiden in de school.• Begeleiding van studenten is vooral een individuele aangelegen-

heid van de werkplekbegeleider.• Opleiden in de school is nog geen schoolbeleid.• De student maakt drie beroepsproducten.• Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de student en/of

de opleiding en/of de school.• Het is niet standaard dat de school de student de gelegenheid

geeft om onderzoek te doen.• Vanuit Instituut Archimedes wordt de student begeleidt door

een studie- en werkbegeleider, die op lesbezoek komt. • Het aantal Archimedesstudenten op dit type school varieert

van een tot acht studenten.• Een coördinatormodelschool is in de regel een aspirant keur-

merkschool. Dit houdt in dat er een afspraak is gemaakt met de keurmerkcommissie en dat het auditgesprek binnen afzienbare tijd plaats vindt.

Page 11: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 9

StagemodelIn dit model is de school de werkplek waar de op te leiden leraar in de praktijk functioneert. Hij wordt daarbij begeleid door een ervaren leerkracht annex collega; de werkplekbegeleider. Alle andere opleidingsactiviteiten liggen bij Instituut Archimedes.

Kenmerken van een stageschool:• De school biedt studenten de mogelijkheid tot ervaring opdoen

op de werkplek.• Begeleiding van studenten is vooral een individuele aangelegen-

heid van de werkplekbegeleider.• De student maakt drie beroepsproducten.• Beroepsproducten worden geïnitieerd vanuit de student en/of

de opleiding.• Het is niet standaard dat de school de student de gelegenheid

geeft om onderzoek te doen.• Vanuit Instituut Archimedes wordt de student begeleid door

een studie- en werkbegeleider, die op lesbezoek komt. • Intervisie en thema’s gericht op ‘morgen doe ik het beter’

vinden op het instituut plaats en worden begeleid door de studie- en werkbegeleider.

• Het aantal Archimedesstudenten op dit type school is meestal een of twee, vaak deeltijdstudenten, die een baan hebben op de school.

• Met uitzondering van de LIO-stage is dit type school niet geschikt voor voltijd studenten.

Page 12: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 10

STudEnTEnBEGELEIdInGDe begeleiding van de studenten op de scholen is per model anders.

NetwerkschoolOp een netwerkschool werken de instituutsopleider van Archimedes en de (gecertificeerde) schoolopleider van de school nauw samen. Er is een projectgroep Opleiden in de School en de werkplek-begeleiders zijn gecertificeerd. De instituutsopleider van Archimedes is betrokken bij de schoolontwikkeling. De instituutsopleider en schoolopleider geven samen intervisie- en themabijeenkomsten op de school. Studenten maken extra beroepsproducten op de school.

PartnerschoolOok op een partnerschool werken de instituutsopleider van Archimedes en de (gecertificeerde) schoolopleider van de school nauw samen. De werkplekbegeleiders zijn gecertificeerd. De instituutsopleider en schoolopleider geven samen intervisie- en themabijeenkomsten op de school.

CoördinatorschoolAan een coördinatorschool is (meestal) een instituutsopleider van Archimedes verbonden, maar deze kan studenten op meerdere scholen onder zijn hoede hebben. Er is een schoolopleider of stagecoördinator op de school, maar deze hoeft niet gecertificeerd te zijn. Ook de werkplekbegeleiders hoeven niet gecertificeerd te zijn. De instituutsopleider geeft intervisie- en themabijeenkom-sten, maar deze vinden wellicht niet altijd plaats op de school.

StageschoolOp stagescholen worden de studenten niet begeleid door een instituutsopleider die aan de school verbonden is, maar worden ze op het instituut begeleid door de studie- en werkbegeleider. Deze stages worden niet gecoördineerd door een schoolopleider of stage-coördinator. De werkplekbegeleiders zijn niet gecertificeerd.

Page 13: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 11

Page 14: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 12

Een ontwikkelingsportfolio voor studentenStudenten gaan gedurende hun gehele opleiding werken aan één ontwikkelingsportfolio voor Studie en Werk, waarin zowel verslag gedaan wordt van activiteiten en opdrachten voor het werkplekleren, als gewerkt wordt aan het beschrijven van de competentieontwikkeling. Dit ontwikkelingsportfolio komt in de plaats van het dossier voor de studieloopbaanbegeleiding en het WER-dossier voor het werkplekleren.

Tot nu toe werden bij het werkplekleren veel losse producten van studenten gevraagd. Dit gaat veranderen: de studenten gaan werken met een ontwikkelingsportfolio waarin opdrachten als bewijsstukken worden ondergebracht. Tevens wordt er meer gewicht toegekend aan de beoordeling van het functioneren van de studenten als docent in de praktijk op de leerwerkplek. De werkplekbegeleider krijgt hierbij een belangrijke rol. In de eerste helft van elk studiejaar worden studenten beoordeeld op het leer-proces en krijgen ze feedback op hun functioneren als docent. In de tweede helft van elk studiejaar worden ze beoordeeld zowel op het leerproces als op het functioneren als docent. Dit laatste ge-beurt op basis van een beoordelingsadvies van de werkplekbege-leider en een beoordelend lesbezoek door de instituutsopleider.

Aan het eind van hun studie doen alle studenten het assessment startbekwaam, waarin hun competentieniveau integraal wordt beoordeeld. Ze stellen daarvoor een apart presentatieportfolio samen. Daarbij maken ze gebruik van zaken die ze gedurende hun hele studie in hun ontwikkelingsportfolio hebben verza-meld. Tevens sluiten voltijdstudenten hun propedeuse af met het assessment hoofdfasebekwaam. Beide assessments gaan op dezelfde manier als voorheen, het assessment afstudeerbekwaam voor voltijdstudenten is echter vervallen.

WIE BEGELEIdT WAT?

Page 15: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 13

Taken van de verschillende begeleidersDe studie- en werkbegeleider van Instituut Archimedes heeft een begeleidende en ondersteunende rol met betrekking tot studie-planning, keuzes, procedures, reflecteren, competentieontwikke-ling en het portfolio. Concreet vindt deze begeleiding plaats in ongeveer veertien groepsbijeenkomsten, in voortgangsgesprekken met de student en door feedback te geven op het portfolio. De student krijgt apart vakdidaktische opdrachten.

De instituutsopleider van Archimedes heeft een begeleidende en ondersteunende rol met betrekking tot leren en functioneren op de leerwerkplek. De instituutsopleider is echter ook verantwoor-delijk voor de beoordeling van de student op basis van het advies van de werkplekbegeleider, lesbezoek en portfolio. Concreet vindt deze begeleiding plaats in ongeveer veertien groepsbij-eenkomsten, zo mogelijk op de school samen met schoolopleider. Verder geeft de instituutsopleider feedback op en beoordeelt het portfolio. De instituutsopleider doet lesbezoeken en voert beoordelings gesprekken en beoordeelt ook opdrachten uit het beroepsdeel van de opleiding.

De werkplekbegeleider en de schoolopleider van de opleidings-school verzorgen de begeleiding van het werkplekleren op de school. De werkplekbegeleider is de persoonlijke begeleider van de student, de schoolopleider zorgt samen met de instituutsopleider onder andere voor intervisiebijeenkomsten en het verwerven van opdrach-ten voor beroepsproducten. Concreet vindt deze begeleiding plaats door de student dagelijks te begeleiden en als vraagbaak te fungeren en door lesobservaties en feedback op het functioneren als docent. De werkplekbegeleider geeft een ontwikkelingsgericht advies en een beoordelingsadvies, organiseert en begeleidt intervisie. Tenslotte hebben schoolopleider en werkplekbegeleider een belangrijke rol in het begeleiden van de studenten bij het maken van hun beroeps-producten op de school.

Page 16: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 14

Page 17: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 15

De groepsbijeenkomsten zijn als volgt georganiseerd:

Voltijd: - Wekelijks een groepsbijeenkomst Studie & Werk basis op

Instituut Archimedes onder leiding van de studie- en werkbegeleider.

- Om de week een groepsbijeenkomst Studie & Werk intervisie op de school of Instituut Archimedes onder leiding van de instituutsopleider (mogelijk samen met de schoolopleider).

Deeltijd: - Wekelijks een groepsbijeenkomst Studie & Werk basis onder

leiding van de studie- en werkbegeleider. De ene week Studie & Werk basis, de andere week Studie & Werk intervisie. Waar mogelijk nemen deeltijdstudenten met een leerwerkplek op een coördinator-, partner- of netwerkschool deel aan de Studie & Werk intervisiebijeenkomsten die de aan die school verbonden instituutsopleider voor de voltijdstudenten organiseert.

oRGAnISATIE VAn dE BEGELEIdInG

Studie & Werk basis Studie & Werk intervisie

NetwerkschoolPartnerschool

Studie- en werkbegeleider op Instituut Archimedes

Instituutsopleider op de school

CoördinatorschoolStageschool

Studie- en werkbegeleider op Instituut Archimedes

Studie- en werkbegeleider op Instituut Archimedes of eventueel stagebegeleider

Page 18: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

Handleiding voor scholen

pag 16

Voor vragen of overleg over mogelijkheden tot samenwerking kunt u contact opnemen met Bureau Ondersteuning Leerlijnen (BOL) van Instituut Archimedes.

Op werkdagen is BOL bereikbaar tussen 9.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 088- 481 71 52 of via e-mail [email protected]

MEER InfoRMATIE

Page 19: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk
Page 20: Handleiding voor Scholen: Studie en Werk

xx_x

_xxx

x_d

v

HANDLEIDING VOOR SCHOLENStudie en Werk

Colofon

Uitgave Hogeschool Utrecht, september 2012Fotografie Bart Versteeg (cover, p. 11), Jan Willem Groen (p. 4), Ed van Rijswijk (p. 14)Vormgeving Vormers, UtrechtDrukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam

Aan de inhoud van dit boekje zijn geen rechten te ontlenen. ia_b

_091

2_d

v