H2O september 2015

48
WILFRIED AARSEN ‘HEINEKEN WORDT KLIMAATNEUTRAAL’ Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) 16 september 2015 9 www.vakbladh2o.nl ROY TUMMERS (VEMW) MAG DE CONSUMENT IETS MEER TE ZEGGEN HEBBEN? WATERKWALITEIT: EUROPESE REGELS EN DE HOLLANDSE WERKELIJKHEID IS DE INDUSTRIE SLIM GENOEG MET WATER? INDUSTRIE & WATER THEMA

description

 

Transcript of H2O september 2015

WILFRIEDAARSEN

‘HEINEKEN WORDTKLIMAATNEUTRAAL’

Maandblad vanKoninklijk NederlandsWaternetwerk (KNW)16 september 2015

9

www.vakbladh2o.nl

ROY TUMMERS (VEMW)MAG DE CONSUMENT IETSMEER TE ZEGGEN HEBBEN?

WATERKWALITEIT:EUROPESE REGELS EN DE HOLLANDSE WERKELIJKHEID

IS DE INDUSTRIE SLIMGENOEG MET WATER?

INDUSTRIE& WATER

THEMA

WAAR? Bij een rinser. Dat is een apparaat (op de voorgrond) waarmee bierflesjes vlak voordat ze opnieuw gebruikt worden nog één keer schoongespoeld worden. Het bedrijf heeft juist hier de laatste jaren een aanzienlijke waterbesparing kunnen realiseren.Dit is de brouwerij in ’s-Hertogenbosch, waar veel verschillende soorten bier geproduceerd worden. Het water wordt gewonnen op eigen terrein: prachtig schoon grondwater van zeker 20.000 jaar oud, op 120 meter diepte, onder een stevige kleilaag. Daaraan is geen tekort in dit deel van Noord-Brabant. Toch zegt de bierbrouwer ook in dit deel van de wereld zo efficiënt mogelijk om te willen gaan met water en uiteindelijk klimaatneutraal te willen werken.

WAT?Water is een van de onderwerpen waar Wilfried zich mee bezig houdt. Zijn taak is onder andere voortdurend op zoek te zijn naar nieuwe kansen om de brouwerij slimmer en duur-zamer te laten werken. En dat zonder dat de kosten oplopen, want de biermarkt is een harde markt met veel concurrentie. Toch is Brewing a Better World de wereldwijde slogan van het concern. Op het dak in ’s-Hertogenbosch liggen inmiddels duizenden zonnepanelen, er zijn plannen voor de bouw van enkele windmolens en vol trots vertelt hij over een nieuw project in samenwerking met het waterschap Aa en Maas en de gemeente ’s-Hertogenbosch.Kern van het project is de verbouwing van de rioolwaterzuivering (RWZI) in deze gemeente tot energie- en grondstoffenfabriek. Heineken levert deze RWZI al sinds jaar en dag relatief warm afvalwater, dat in de eigen (anaerobe) installatie een eerste zuivering heeft ondergaan. Dat zal ook in de toekomst zo blijven. Het is echter de bedoeling dat de RWZI een belangrijke producent wordt van biogas en dat dit deels gebruikt zal worden door de afvalstoffendienst van de gemeente (om de vuilniswagens op te laten rijden) en deels door Heineken (om de ketels van de brouwerij mee te stoken). Dat is mogelijk door alle partijen op een slimme manier aan elkaar te koppelen. De vergunning voor het aanleggen van 2 kilometer biogas-leiding van de RWZI naar de brouwerij is inmiddels afgegeven. Op die manier kunnen we de brouwerij voor 50 procent laten draaien op duurzaam gas. Ik denk dat het zal lukken de hele brouwerij klimaatneutraal te krijgen.Zie ook het artikel op pagina 4 tot en met 9.

2

WIE?Wilfried Aarsen (44), manager safety, health and environment bij Heineken in ’s-Hertogenbosch. Wilfried is van oorsprong Achterhoeker en begon zijn studie milieuhygiëne in Wageningen in de tijd dat duurzaamheid een serieus, maatschappelijk thema begon te worden. De tijd van de gifvondst in de bodem van Lekkerkerk, het RIVM-rapport Zorgen voor Morgen. Een idealist, die niet langs de kant wil staan, maar in de praktijk duurzame resultaten wil boeken. “Ik heb de mooiste baan van de hele brouwerij. Je bent bezig met iets waarvan je voelt: dit is goed.”

ACHTER DE

COVER

Tekst Roel Smit Fotografie Kees Hummel

INDUSTRIE& WATER

THEMA

INHOUD

HoogstandjeUnieke fabriek voor puur water

Waternetwerk• Amsterdam International Water

Week trekt bekende internationale sprekers

• Wereldspelers watertechnologie tijdens Aquatech Amsterdam

• KNW-najaarscongres over ‘Managing Assets’

Watertechniek• Waterschap Rijn en IJssel brengt

risico’s leidingnet beter in kaart• Nederlands bedrijf levert ontzilting

op zonne-energie• Veilig drinkwater op evenementen

Hoog waterDe watertoren van paleis Soestdijk

Waterwetenschap• Brakke waterstromen: niet lozen

maar ontzilten• Is er in 2040 genoeg grondwater

voor de drinkwatervoorziening?• Veel plantensoorten, een dicht wor-

telnet? Dijkbeheer blijft maatwerk

Verder op H2O-OnlineOverzicht van alle nieuwe vakinfor-matie op www.vakbladh2o.nl

10

17

30

39

40

46

4

12 24VASTE RUBRIEKEN

COLOFON Maandblad H2O, H2O-Online en Water Matters zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER Monique Bekkenutte (KNW) HOOFD REDACTEUR Roel Smit REDACTIE Peter Boorsma, Jaap Hoeve, Marloes Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, Barbara Schilperoort, Dorien ter Veld, Martien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel REDACTIEADRES Binckhorstlaan 36, M420, 2516 BE Den Haag, e-mail: Redactie@ vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Jaap Hoeve REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk Dekker, Henriëtte van Ekert, Roberta Hofman- Caris, Joost Icke, Daphne de Koeijer, Warry Meuleman, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Post, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason Zondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit Holtman PRODUCTIE Hoeksjan Redactie en Communicatie ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 68, 7000 AB Doetinchem, 0314-355834, e-mail:shahin.habbah@ psh mediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetin-chem ABONNEMENTEN [email protected]

3

NR 9 SEPTEMBER 201548STE JAARGANG

MAANDBLAD H2O IS EEN UITGAVE VAN KONINKLIJK NEDERLANDS WATERNETWERK (KNW)

4WIL DE INDUSTRIEWATER BESPAREN?

12ROY TUMMERSEN BEHOUDZUCHTIN DE WATERSECTOR

24EUROPESE REGELS;IS HET ECHT EENSMEERBOEL HIER?

34MEST: GROOTSTEGEVAAR VOOR DEWATERKWALKITEIT

De volgende editie van maandblad H2O verschijnt niet op 22 oktober - zoals eerder aangekondigd - maar op 29 oktober

34

NR9 / SEPTEMBER 2015

DE QUICK WINS ZIJN GROTENDEELS VOORBIJ

HOE ZUINIG IS DE INDUSTRIE MET WATER?

Tekst Marloes Hooimeijer, Roel Smit | Beeld iStockphoto / Kees Hummel

ind jaren negentig was het voor de industrie een hot item om op water te gaan besparen, zegt Jos Bouwman, senior waterexpert bij advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Vanwege de kosten. Bedrijfsleven en overheid realiseer-den zich dat grote waterstromen nagenoeg ongebruikt en onvervuild werden ge-loosd en dat er met kleine ingrepen quick wins te behalen waren. “Waterstromen

voor schoonmaakactiviteiten bijvoorbeeld: het eerste spoelwater is sterk vervuild, maar het naspoelwater kan prima nog eens gebruikt worden – als eerste spoelwater.”

Maar toen dit laaghangend fruit geplukt was, vielen verdere waterbesparingsactiviteiten van de industrie een beetje stil. “Vervolgstappen zouden betekenen dat er zuiveringsstappen in het proces ingebouwd moesten worden. Waarvoor dure nieuwe installaties nodig waren, chemicaliën gebruikt moesten worden, misschien zelfs wel een operator aangesteld moest worden. Maar membraantechnieken waren toen nog onbetaalbaar; de potentiële water-besparingsopbrengst woog niet op tegen de lage kostprijs van water.”

ANDERE TIJDENMaar de tijden zijn veranderd. De technologie schrijdt voort en wordt betaalbaarder. En het wordt steeds duidelijker dat ook in Nederland waterland zoetwatertekorten op de loer liggen. Er ligt dus een duurzaamheidsopgave waarin de industrie als grootgebruiker een rol kan spelen. “De industrie moet zich niet verschuilen achter de maatregelen die een voorgan-ger tien jaar geleden genomen heeft, maar de risico’s inschatten: hoe groot is de kans dat we problemen met de watervoorziening krijgen? Bijvoorbeeld door verdroging als gevolg >

4

ATot voor kort waren betrekkelijk eenvoudige efficiencymaatregelen genoeg. Nu moet de industrie meer moeite doen om te besparen op watergebruik. Investeren in de nieuwste technieken bijvoorbeeld. De tijd lijkt er rijp voor, zo blijkt uit diverse voorbeelden. Maar er blijven ook aarzelingen: “De makke is dat vaak gedacht wordt: ik koop een kuub water voor een euro, dus die extra investeringskosten spaar ik liever uit.”

E

HOE ZUINIG IS DE INDUSTRIE MET WATER?

5

AACHTERGROND

NR9 / SEPTEMBER 2015

INDUSTRIE& WATER

THEMA

NIEUWE WATERFABRIEK CHEMELOT HEEFT AAN HELFT CAPACITEIT GENOEG Utility Support Group (USG) verzorgt (onder meer) de watervoorziening van gebruikers op industrieterrein Chemelot in Geleen. “Doordat wij het waterverbruik in de verschillende chemiebedrijven (zo’n zestig fabrieken) monitoren, qua hoeveelheid en qua soort water, kunnen we de waterstromen op elkaar afstemmen en zorgen voor verdere verduurzaming”, zegt Albert Noteborn, manager technology and sustainability. De tijd is rijp voor verdere stappen, merkt hij: “Discussies over Belasting op leidingwater (Bol) zetten bedrijven aan het denken en ook het besef dat goed en voldoende water niet altijd onbeperkt voorradig is, dringt door.”

Nu er een nieuwe waterfabriek gebouwd moet worden, heeft USG onderzocht waar binnen en tussen de fabrieken nog verbetering mogelijk is. “We leveren water op verschillende zuiveringsniveaus, met een substantieel ander kostenplaatje en ander energieverbruik. Afhankelijk van de toepassing zijn bedrijven wel of niet bereid concessies te doen aan de kwaliteit van het water: koelwater hoeft niet de hoogste zuiveringsgraad te hebben, water om stoom van te maken wel. We proberen bedrijven ook aan elkaar te koppelen. Een mooi voor-beeld is het water van een van de bedrijven dat sporen van verontreinigingen bevat. Normaal gesproken zou dit water naar onze afvalwaterzuiveringsinstallatie gaan en geloosd worden, maar nu gaat het naar een ander bedrijf dat dit water voor een productieproces gebruikt waarin die sporen geen probleem zijn.”Met deze stappen kan USG de capaciteit van de nieuwe waterfabriek – vergeleken met de oude – met de helft terugbrengen. “We hebben ook ons waterproductieproces verbeterd, waardoor het onbruikbare deel van al het water dat we innemen uit het Julianakanaal kleiner is. We hoeven minder terug te spuien, dus ook minder water in te nemen. Waterhergebruik na onze afvalwaterzuivering is helaas geen haalbare kaart. De installatie is in de jaren zeventig aan de andere kant van het kanaal gebouwd; het zou kilometers leidingen en een complexe constructie om onder het kanaal door te gaan vragen om aan de fabrieken terug te leveren.”

6

van grondwateronttrekking, waardoor er mogelijk een maximum aan de waterafname wordt gesteld.”De industrie moet de mogelijkheden van waterhergebruik opnieuw onderzoeken, vindt Bouwman. Bij nieuwe investeringen – bij uitbreiding of verplaatsing van bedrijfsactiviteiten – zijn bedrijven sowieso verplicht de productieprocessen in te richten volgens de ‘best beschikbare technieken’. “Membraantechnologie, elektrodialyse, ionenwisseling, indamp-technieken, er is een hele waslijst aan scheidingstechnieken die gebruikt kunnen worden. Al is er wel een bottleneck: de zoute reststroom die bij dit ‘opconcentreren’ van water overblijft, is te zout om te lozen en niet geconcentreerd genoeg om naar de afvalverbranding te sturen. Samen met TU Delft onderzoeken we momenteel wat met deze zouten gedaan kan worden – ook kostentechnisch.”

MAKKEDe mogelijkheden voor waterhergebruik variëren per bedrijf en bedrijfstak. “Bedrijven in de papierindustrie werken toe naar een situatie waarin ze helemaal geen water meer lozen.

DOW WIL WATERKRINGLOOP SLUITEN“Mede door onze ligging is het urgentiebesef om duurzaam met water om te gaan vanzelf-sprekend: al het water rondom Dow Terneuzen is zout. Zoet water wordt geïmporteerd uit de Biesbosch”, vertelt Drea Berghorst, manager public affairs. “De chemie-industrie heeft nu eenmaal veel proceswater nodig, maar dat hoeft geen drinkwaterkwaliteit te hebben.”

Een eerste grote slag in duurzamer watergebruik maakte Dow Terneuzen door met water-bedrijf Evides, de gemeente Terneuzen en het waterschap Scheldestromen een nieuw watersysteem in te richten waarmee “schaars zoet water een tweede en derde leven krijgt”. Gezuiverd en ontzilt afvalwater uit Terneuzen wordt gebruikt als proceswater en vervolgens nog eens als voeding voor de koeltoren.Het systeem voorziet op dit moment voor 65 procent in de zoetwaterbehoefte van Dow Terneuzen en levert een besparing op schaars zoet water van 4 miljoen kubieke meter. “Onze nieuwe ambitie reikt verder”, vertelt ze, “we willen als Dow onze waterkringloop ge-heel sluiten en vanaf 2020 helemaal geen zoet water meer innemen.” Dat kan alleen wanneer alternatieve waterbronnen worden gevonden voor de 5 miljoen kuub drinkwater die het bedrijf momenteel nog inneemt en inzet in zijn processen.

Meer gebruik van zout water uit de omgeving lijkt een logisch alternatief, maar Dow’s ervaring leert dat het nu nog erg veel kost om dit op te werken naar proceswater. Energie-verbruik en CO2-uitstoot zijn te groot. “In verschillende verbanden zoeken we naar op-lossingen. Zo kijken we in een regionaal project hoe we zilt kwel- en polderwater kunnen opwerken, zodat het niet ongebruikt naar de Westerschelde stroomt. We participeren in het Europees consortium E4water, dat zich richt op het ontwikkelen van milde ontziltingstech-nieken. En in het publiek-private onderzoeksprogramma Water Nexus zoekt Dow mee naar een oplossing voor het verwijderen van microverontreinigingen in een brakwateromgeving.”Berghorst: “Het zijn cruciale stappen om de waterketen te kunnen sluiten: zout waar het kan, zoet waar het moet.”

Voor meer informatie over de deelname van Dow in het consortium E4water, lees de rubriek Waterwetenschap op pagina 40.

De makke is dat vaak gedacht wordt: ik koop een kuub water voor een euro, dus die extrainvesterings-kosten spaar ik liever uit’

De grondstoffen en vervuiling in het water worden weer meegenomen als papiermassa en het resterende water wordt volledig hergebruikt. Maar dat is natuurlijk anders bij de voe-dingsmiddelenindustrie: daar stop je de restanten niet zomaar terug in je product. En in de chemie heb je te maken met microcomponenten die moeilijk te verwijderen zijn en waterher-gebruik heel kostbaar maken.”

“De makke is dat vaak gedacht wordt: ik koop een kuub water voor een euro, dus die extra investeringskosten spaar ik liever uit. Maar met het water gooien ze ook de productrestanten weg – grondstoffen en warmte – en krijgen ze de rekening voor de zuivering gepresenteerd. Als je het zo ziet is de waarde van een kuub water al snel geen 1 euro maar 3, 4 of 5 euro. Slim omgaan met water kan dus nog wel degelijk besparing opleveren.” >

7ACHTERGROND

NR9 / SEPTEMBER 2015

WATERBESPARING HOOG OP AGENDA BIJ CARGILL5 procent waterbesparing in 2015 ten opzichte van 2010. Dat was de wereldwijde water-doelstelling van het Amerikaanse voedingsmiddelenbedrijf Cargill. Het uiteindelijke resultaat: 8 procent. “Onder de noemer Crowbar (breekijzer) zijn tal van technologieën en best practices bestudeerd op hun toepasbaarheid in de verschillende business units”, vertelt Martin Pelle, water engineer voor Europa.

“De CapDI-technologie is bijvoorbeeld in dit kader getest: door heel schoon water ( schoner en minder zout dan leidingwater) in te zetten in de koeltoren, hoef je minder vaak te spuien om de zouten in het water kwijt te raken. Cargill heeft ook een slimmere steeping- technologie ontwikkeld, nodig om mout rijp te maken voor bierproductie, die 30 procent water bespaart. Als op de moutproductielocatie in het Limburgse Swalmen een steeptank vervangen moet worden, gebruiken we waarschijn-lijk deze nieuwe technologie.” Op de productielocaties voor zetmeel en zoetstoffen in Bergen op Zoom en Sas van Gent wordt al jaren werk gemaakt van splitsing van afvalwater-stromen. Op een watergebruik van 4 miljoen kuub, tegen een relatief hoge prijs van gemiddeld 1 euro per kuub (zoetwater is schaars in de regio), lonen in-vesteringen al snel de moeite. “Neem onze effluent-hergebruikinstallatie ( zandfilter/UF/RO) in Sas van Gent, die levert ons – na anaerobe en aerobe voorzuivering – vanuit ons brakke afvalwater uiteindelijk 100 kuub herbruikbaar, superschoon water op voor stoom-productie.”“Daarnaast gaan de procescondensaten er na anaerobe zuivering en filtratie rechtstreeks terug naar de koeltoren: 100 kuub per uur. Recent hebben we nog eens goed gekeken naar de benodigde bijmenging van leidingwater hierin: weer een besparing van zeker 30 procent op deze drinkwaterstroom.” En zo wordt in Sas van Gent meer dan 50 procent van het totale effluent hergebruikt. In Bergen op Zoom ongeveer een kwart: “Daar werkt een membraanbioreactor al sinds 1999 procescondensaten op tot suppletiewater voor de koeltoren: 15 tot 25 kuub per uur.” De komende vijf jaar stelt Cargill zichzelf wederom 5 procent waterbesparing wereldwijd ten doel, om de ecologische voetafdruk verder te verkleinen. Pelle: “Door onze positie voor-aan in de keten kunnen we echt een verschil maken. Klanten verwachten ook van ons als toeleverancier dat we duurzaam opereren.”

8

ZONDER WATERNaast waterhergebruiktechnieken zijn er innovatieve productietechnieken die het gebruik van water minimaliseren. Zo ontwikkelt textieltechnologieconcern TenCate digitale textiel-printtechnieken die tot 80 procent water besparen ten opzichte van traditionele (analoge) technieken.

En DyeCoo ontwierp een textielverftechnologie waar helemaal geen water aan te pas komt, op basis van CO2. Melanie Wijnands, manager marketing en communicatie bij FeyeCon ( moederbedrijf van DyeCoo): “Onder de juiste temperatuur en druk kan CO2 in de super-kritische fase beter verf dragen en die verf dieper in textielvezels laten doordringen dan water kan. En zonder toevoeging van proceschemicaliën, zoals bij water nodig is. Normaal gesproken is voor het verven van 1 kilo textiel 70 tot 150 liter schoon drinkwater nodig en per 100 kilo te verven textiel 7 kilo proceschemicaliën.”Maar de internationale textielindustrie is “behoudend” en “ongelooflijk competitief inge-steld”, zegt Wijnands, wat maakt dat ze de techniek nog niet volledig omarmt. “Hoewel het 40 à 60 procent kostenbesparing oplevert, waaronder op water, vraagt het een investering die 2,5 keer zo groot is als traditionele technieken, met een terugverdientijd van circa vier jaar. Maar grote merken als Nike, Adidas en Ikea geven de industrie een zetje en brengen al producten geverfd met onze duurzame technologie op de markt.”

DUURZAAMHEIDSAGENDA Waar waterbesparing eind jaren negentig hot item was vanwege kostenbesparing, ziet Bouwman het thema nu steeds vaker terugkomen op de duurzaamheidsagenda’s van bedrijven. “Er zit altijd wel iemand hoog in de boom die nadenkt over de positie van het bedrijf in de maatschappij en het bedrijf een groener imago wil geven. Die niet alleen een prachtig product wil maken, maar ook een product dat op duurzame wijze geproduceerd is. En zegt: we willen over tien jaar 20 procent besparen op water, hoe gaan we dat doen en wat gaat het kosten? Het is dan geen kwestie meer van quick wins, maar stap voor stap bekijken waar water te besparen valt.” |

Industrie & Water, het speciale thema van deze editie van maandblad H2O, krijgt dit najaar veel aandacht. Zo wordt op donderdag 17 september het Vlaams-Nederlands Watersymposium gehouden (Avans Hogeschool, Breda). Het symposium is georganiseerd door de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW) in samenwerking met Koninklijk Neder-lands Waternetwerk (KNW). Meer informatie op de website: www.waternetwerk.nl.Verder staat de grote, internationale vakbeurs Aquatech Amsterdam, die van 2 tot en met 6 november in de RAI in Amsterdam wordt gehouden, voor een deel in het teken van hetzelfde onderwerp: watergebruik door de industrie. Meer informatie over het programma van Aquatech Amsterdam en de gelijktijdige Amsterdam International Water Week op pagina 20 en 21 van dit nummer en op www.aquatechtrade.com/amsterdam.

Waterkwaliteit II8 oktober 2015 - Utrecht

SYMPOSIUM

WaterkwaliteitOP DE KAART Landelijk symposium over de

gehele breedte van waterkwaliteitII

Er zit altijd wel iemand hoog in de boom die nadenkt over de positie van het bedrijf in de maat-schappij en het bedrijf een groener imago wil geven’

9ACHTERGROND

NR9 / SEPTEMBER 2015

HEINEKEN: BIER MAKEN MET STEEDS MINDER WATEROf een land nu waterstress heeft of een neer-slagoverschot, zoals Nederland, bierbrouwer Heineken zegt overal ter wereld zuinig te wil-len zijn op water. “Dat kan ook niet anders”, zegt Wilfried Aarsen, manager safety, health

and environment bij Heineken in ‘s-Hertogenbosch. Uit een eigen analyse blijkt weliswaar dat slechts 23 van de – wereldwijd – 170 brouwerijen ook feitelijk binnen tien tot dertig jaar met zoetwaterschaarste te maken krijgen. De policy bij al die brouwerijen blijft echter dezelfde: waar water bespaard kan worden, doen we dat.

Water is dan ook een van de speerpunten van Brewing a Better World, Heineken’s wereld-wijde duurzaamheidsprogramma. Het bedrijf is volgens onderzoekers van de Universiteit Twente en Royal HaskoningDHV van alle Nederlandse multinationals het meest transparant over zijn eigen waterverbruik. Tussen 2011 en 2014 werd het waterverbruik in Nederland teruggebracht van 4,3 naar 3,8 liter water per geproduceerde liter bier. In absolute cijfers: een half miljoen kubieke meter, ofwel het gemiddelde watergebruik van 5.300 tweepersoons huishoudens.

Waterbesparing die gerealiseerd werd door processen steeds verder te optimaliseren. “Dat is een voortdurend proces”, zegt Wilfried Aarsen. “Uit analyses weten we waar de kansen liggen om nog slimmer om te gaan met water. Op basis daarvan wordt elk jaar een target gesteld en worden – samen met medewerkers, want zij kennen de mogelijkheden het beste – projecten opgezet. Ervaringen die we daarmee opdoen worden vervolgens wereldwijd gedeeld, zodat alle vestigingen ervan kunnen profiteren.”

Het grootste deel van het water dat Heineken nodig heeft, gaat niet in het bier, maar wordt gebruikt voor verwarming, reiniging en transport. Een aanzienlijke besparing is de afgelopen jaren bijvoorbeeld geboekt door rinsers anders af te stellen. Dat zijn de apparaten die om-gekeerde bierflesjes vlak voor het opnieuw afvullen nog één keer schoonspuiten. Vroeger gebeurde dat met een continue straal water. Uit een analyse van videobeelden bleek echter dat werken met een korte, pulserende straling niet alleen veel water zou besparen, maar ook effectiever zou zijn.Die analyse bleek te kloppen. Kleine moeite, groot resultaat. Besparing: ongeveer 110.000 kubieke meter water per jaar (ruim 40 Olympische vijftig meter zwembaden). En zo zal de brouwer de komende jaren zeker doorgaan.

Fotografie Kees Hum

mel

De rinser

Rioolwater zuiveren tot ultrapuur water, zonder mineralen en kalk die nog wel in drinkwater voorkomen. Dat is het werk van de Puurwaterfabriek in combinatie met de ernaast gelegen rioolwaterzuivering van Emmen. De fabriek (in 2010 gebouwd voor 43,5 miljoen euro) is een project van NieuWater BV, een samenwerkingsverband van Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) en waterschap Vechtstromen.

De Puurwaterfabriek is bijzonder door de combinatie van zuiveringstechnieken die toegepast worden. De combinatie is zo geko-zen dat in deze waterzuivering vrijwel geen chemicaliën worden gebruikt.Nadat het rioolwater door de rioolwaterzui-vering is behandeld, gaat in het eerst door de ultrafiltratie-installatie (1), waar de laatste onopgeloste bestanddelen verwijderd worden. Deze onopgeloste bestanddelen gaan terug naar de start van de rioolwaterzuivering. In het verleden kwamen deze onopgeloste bestanddelen in het kanaal terecht. Hierdoor heeft de fabriek ook een positief effect op de oppervlaktewaterkwaliteit. Na de ultrafiltratie gaat het water door een biologisch actief koolfilter (2), waar bac-teriën allerlei stoffen afbreken. Deze bio-logische afbraak gaat zover dat er nauwelijks voedsel voor bacteriën meer aanwezig is in het effluent van deze filters. Hierdoor wordt groei van bacteriën in de volgende stap, omgekeerde osmose (biofouling) (3), voor-komen. Gebruikelijk is om deze nagroei met chemicaliën te voorkomen.Het spoelwater van de biologisch actieve koolfilters met overtollige bacteriën wordt teruggeleverd aan de rioolwaterzuivering.

Na de omgekeerde osmose, waar 98  procent van alle zouten en mineralen wordt verwijderd vindt een tweede omgekeerde osmose plaats. Vrijwel al het zout is dan verwijderd. Het laatste spoortje zout gaat er in de laatste stap uit: elektro-deïonisatie (4); een vrij nieuwe combinatie van membraan-filtratie en ionenwisseling.

10

OH2

HOOGSTANDJE

Het is een bijzondere installatie, de Puurwater -fabriek in het Drentse Nieuw-Amsterdam. Ze produceert brandschoon water, dat door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in de vorm van stoom gebruikt om de stroperige olie in de buurt van het Drentse Schoonebeek uit de bodem te winnen. Maar nu even niet, want de oliewinning is door de NAM tijdelijk stil gelegd. Tekst Roel Smit | Fotografie Marcel Molle

UNIEKE FABRIEKVOOR PUUR WATEROP EEN LAAG PITJE1

2

INDUSTRIE& WATER

THEMA

De Puurwaterfabriek kan op deze manier circa 8.200 kubieke meter water produceren van een kwaliteit, die men omschrijft als ‘praktisch 100 procent H2O’. Alleen met water van deze kwaliteit is het namelijk mogelijk de win-ning van de stroperige Drentse olie voort te zetten, zonder dat turbines en pompen vervuild raken en schade oplopen. Het spuien van boilers en daarmee veel water en energie-verlies wordt tot een minimum beperkt. Voor het bijzondere ontwerp en de kennis, die inmiddels is opgedaan met deze installatie, is belangstelling uit binnen- en buitenland. Deskundigen geven adviezen in onder andere Kazachstan en Iran.

Maar de oliewinning in Drenthe ligt stil en daarmee staat de productie van het pure water ook op een laag pitje. Dat ligt niet dat water, maar aan discussie over de vraag: wat moet er gebeuren met het afvalwater dat bij de oliewinning vrijkomt en dat olieresten, chemicaliën, zouten en anti- corrosiemiddelen bevat. Tot voor kort werd dit water via een ondergrondse pijpleiding naar Twente gepompt om daar te verdwijnen in lege gasvelden.In april werd in het Overijsselse Hardenberg door een boer een lek geconstateerd is de afvalwaterleiding. Daarmee kreeg de discussie over de vraag of het verstandig is door te gaan met deze opslag van afvalwater een nieuwe impuls. Vewin, de organisatie van drinkwaterbedrijven, vindt van niet. In elk geval niet in gebieden die nu of in de toekomst bestemd zijn voor drinkwatervoorziening.

Als de oliewinning tijdelijk stil ligt, heeft dat direct conse-quenties voor de Puurwater fabriek. Niet direct financiële gevolgen overigens, want op grond van het contract met de NAM worden de kosten van de installatie gewoon vergoed. Desalniettemin was er deze zomer alle tijd voor onderhoud van de apparatuur.

11

NR9 / SEPTEMBER 2015

3

4

Gerrit Veenendaal, directeur van Nieuwater BV

Het eindproduct, vrijwel 100 procent H2O, gaat via deze leiding naar de NAM, zodra die weer start met oliewinning

12

HOOFDROLSPELERS

OH2

ROY TUMMERS (INDUSTRIËLE WATERGEBRUIKERS)

WAAROM ZOVEELBEHOUDZUCHT IN DE WATERSECTOR?’

INDUSTRIE& WATER

THEMA

Hij is luis in de pels van waterschappen en drinkwaterbedrijven. Namens de industrie, de leden van zijn organisatie VEMW, zit Roy Tummers er bovenop als het gaat over efficiency, tarieven en heffingen. Tummers wil echter zeker niet alleen maar klagen. Er is veel veranderd de laatste jaren. De dertiende aflevering van een serie met hoofdrolspelers in de watersector.

oy Tummers. Niet al te groot, donker haar, altijd goed in het pak. Wie in de watersector regelmatig een congres, een seminar of een symposium bezoekt, kent hem. Tummers wordt nogal eens uitgenodigd voor het kritische tegengeluid. Tussen alle aanbieders

(waterschappen, drinkwaterbedrijven en gemeenten) zit dan letterlijk slechts één vertegenwoordiger van de vragende partij: de directeur Water van VEMW, de lobbyist van het bedrijfsleven. Een beetje vreemd is het wel, die wat eenzame rol. Tummers vervult hem overigens voorbeeldig. Zijn verhaal is voorspelbaar, zoals je mag verwachten van iemand die pal staat voor zijn leden, de vele ondernemingen in Nederland die water gebruiken bij hun productieprocessen. Kunnen waterschappen en drinkwaterbedrijven niet doelmatiger werken? Waarom is er zoveel behoudzucht? En niet alles via hogere tarieven en heffingen afwentelen op burgers of bedrijven, graag. Nog maar kort geleden schreef hij een kri-tisch stuk over gemeenten die vanwege extreme regenval in de toekomst nu alvast een verhoging van de rioolheffingen aankondigden. “Te gemakkelijk en weinig creatief.”

Dat doet Tummers – als het zo uitkomt – vóór de Bühne. Tegelijk probeert hij achter de schermen vooral zaken te doen voor ‘zijn’ bedrijven. Dan kan hij ook heel mild zijn. Hij trek een quasi-verbaasd gezicht: “Mild? Ik ben altijd mild geweest.”

Dan spreekt hij vriendelijk over Rijkswaterstaat, waar men het bedrijfsleven “gelukkig al in een vroeg stadium betrekt bij beleidsmaatregelen”. En dan zegt hij dat waterschappen en drinkwaterbedrijven de laatste jaren “gelukkig steeds kritischer kijken naar de noodzaak van bepaalde investe-ringen.” In het Deltaprogramma Zoetwater staat het toch maar mooi als een van de vijf nationale doelstellingen: De zoetwatervoorziening moet de concurrentiepositie van de Nederlandse economie bevorderen.“Vergis je niet”, zegt Tummers, “vijftien, twintig jaar gele-den hadden niet veel mensen in de gaten dat ook bedrijven een groot belang hebben bij voldoende water van een juiste kwaliteit en tegen een redelijke prijs. De industrie zat vaak niet aan tafel als er besluiten werden genomen.”

CONSUMENTENBESCHERMING Als hij iets zou mogen veranderen in de watersector, dan zou hij consumenten (burgers én bedrijven) een sterkere formele positie geven. “In veel andere sectoren is de bescherming van consumenten beter geregeld, denk aan de energievoor-ziening en de telecom. Waarom is er in deze sector geen onafhankelijke partij, zoals de Autoriteit Consument & Markt, die kan beoordelen of investeringen van waterschappen en drinkwaterbedrijven wel doelmatig zijn, of tarieven niet te hoog zijn? In zo’n gebonden sector is dat toch helemaal niet zo gek? Je kan van een bestuur van een waterschap of de aandeelhouders van een drinkwaterbedrijf niet verwach-ten dat ze volledig in staat zijn om nut en noodzaak van >

R

13

NR9 / SEPTEMBER 2015

De indruk wordt nogal eens gewekt dat wat wij, maar ook andere belangenbehartigers, doen het daglicht niet kan verdragen’

alle investeringen te beoordelen. Van wantrouwen is geen sprake. Het gaat er gewoon om dat je het net als in andere sectoren netjes moet regelen. Enig toezicht op doelmatig-heid is niet verkeerd, vooral in het belang van de consument die in feite niks te kiezen heeft. Ongeveer de helft van de waterschappen werkt met een eigen rekenkamer; waarom de andere helft niet? Waarom zou je een externe partij géén controle laten uitoefenen?”

Hoe efficiënt werken de aanbieders in de watersector? Een visitatiecommissie onder leiding van Karla Peijs con-cludeerde eind vorig jaar dat een (in het Bestuursakkoord Water) afgesproken besparing van 450 miljoen euro vanaf 2020 binnen bereik is. U was daarover opnieuw kritisch.Tummers: “Klopt. De sector ligt voor wat betreft die afge-sproken efficiencyverbetering goed op koers. Dat zie je ook aan de ontwikkeling van de zuiveringsheffingen en de riool-heffingen. De stijgende lijn vlakt af. Dat is hartstikke goed. Ik weet niet of het te danken is aan meer samenwerking tussen alle betrokken partijen, maar ik weet wel dat men nu meer dan in het verleden kritisch kijkt naar investeringen. Ik bedoel: moet een buis bijvoorbeeld echt vervangen worden of kunnen we een andere optie kiezen, bijvoorbeeld relinen met een soort van kous?”“Ik vond alle gejuich over de conclusies van de visitatie-commissie vorig jaar echter wel wat veel van het goede. Het grootste deel van de besparingen zit wel in de pijplijn, maar moet de komende jaren feitelijk nog gerealiseerd wor-den. We moeten de aandacht niet laten verslappen, want dat is het afgelopen decennium voortdurend gebeurd. In die jaren was er veel kritiek, is er heel veel onderzoek gedaan en veel papier geproduceerd, maar dat leidde allemaal niet tot wezenlijke veranderingen. Ik hoop dat iedereen het nu wel volhoudt en dat de aangekondigde besparingen gehaald worden.”

U werkt bijna vier jaar voor VEMW; wat waren uw teleurstellingen?“Ik ben wel eens teleurgesteld in het behoudende karakter van de watersector. Zet eens op een rijtje hoeveel ideeën voor professionalisering en verbetering van de doelmatig-heid er de afgelopen vijftien jaar niet gelanceerd zijn. Het samenvoegen van afvalwatertaken van gemeenten en van waterschappen in publieke afvalwaterketenbedrijven – dus rioolbeheer en afvalwaterzuivering in één bedrijf – was in de kern een prima idee. Men wilde het echter niet en heeft het eigenlijk nooit een kans gegeven. Een serieus plan voor zo’n afvalwaterketenbedrijf in Friesland is twee jaar geleden nog de nek omgedraaid.”“Of neem het voorstel voor één waterketentarief, dus de kos-

ten van zuivering, transport en levering van drinkwater op één nota. Ik vond het een prima idee, maar ook dat is van tafel geveegd. Al die ideeën zijn gestrand. Ik zou graag zien dat de sector minder krampachtig zou vasthouden aan bestaande structuren en werkwijzen. Iets meer aanpassingsvermogen en flexibiliteit zou de sector goed doen.”

“Tegelijk gebeuren er ook goede dingen. De ontwikkeling van rioolwaterzuiveringen naar energie- en grondstoffen-fabrieken vind ik een hele goede zaak. Dus het gaat wel vooruit, maar omvangrijke aanpassingen zijn altijd op afstand gehouden. Misschien komt het ook wel doordat waterschappen steeds opnieuw moeten vechten voor hun lijfsbehoud. Om de zoveel jaren is er weer een plan om ze af te schaffen. Dat blokkeert de vernieuwing misschien ook wel een beetje.”

VEMW heeft nooit gepleit voor het afschaffen van de waterschappen?“Dat klopt. Water is in Nederland hartstikke belangrijk. Die omstandigheden rechtvaardigen het bestaan van een func-tionele democratie waarin waterbelangen niet hoeven te

14

>

>

>

concurreren met andere belangen. De tendens gaat wat dat betreft nu gelukkig weer de goede kant op.”

Voor u was er twee jaar geleden nog een andere teleurstelling: uit de hoge hoed van het kabinet kwam plotseling een plan voor een belasting op leidingwater. “Inderdaad, volkomen onverwacht. Dat plan ging gelukkig na een tijdje van tafel, daar hebben we als VEMW ook hard aan gewerkt. Maar het feit dat het idee opkwam, vond ik zeer bedenkelijk. Er waren geen goede argumenten, er was niet over nagedacht. Ik heb me vooral geërgerd aan de willekeur waarmee het plan werd geïntroduceerd. Een maatregel die werd verkocht onder het mom van duurzaamheid, maar uiteindelijk averechts zou uitpakken, en eigenlijk uitsluitend bedoeld was om de schatkist te spekken. Gelukkig was iedereen daarvan te overtuigen.”“Ik ben ook niet helemaal gerust op de politieke discussie over de financiering van het waterbeheer die dit najaar gaat beginnen. Kijk, van de OESO heeft Nederland veel waar-dering gekregen voor de manier waarop de financiering is geregeld. Je kunt er altijd aan sleutelen, maar ik zou nu toch vooral geen hele grote wijzigingen aanbrengen.”

“Als je het hebt over de toepassing van het principe ‘de ver-vuiler betaalt’, en je kijkt naar de voorstellen die minister Schultz van Haegen onlangs naar de Kamer heeft gestuurd, dan constateer ik dat daar best een aantal interessante ideeën bij zitten. Bijvoorbeeld op het punt van het aanpakken van de diffuse vervuilingsbronnen, zoals mest en gewas-beschermingsmiddelen vanuit de landbouw. Die zijn verant-woordelijk voor nogal wat waterkwaliteitsproblemen maar betalen nog betrekkelijk weinig.” “Of het punt van de rechtstreekse lozing van hemelwater op het riool. Dat beslaat zo’n 30 procent van de capaciteit van rioolwaterzuiveringen. Gemeenten hebben nu geen financiële prikkel om op een andere manier om te gaan met dat hemelwater. Vind ik ook een goed punt.”

Tegelijk speelt de minister met het idee om nieuwe heffingen in te voeren voor wie oppervlaktewater of grondwater onttrekt.“Ik vind dat geen goed idee. Voor wat betreft grondwater hebben bedrijven nu al te maken met provinciale heffingen. Op sommige plaatsen leidt het onttrekken van grondwater tot verdroging en de opbrengst van deze provinciale heffing wordt gebruikt om deze gevolgen tegen te gaan. Een alge-mene grondwaterbelasting hebben we tot 2012 gehad, maar deze is gelukkig destijds afgeschaft. Het was een belasting die alleen maar diende om de staatskas te spekken. Een heffing op het opnemen van oppervlaktewater door bedrij-ven is helemaal een vreemd idee, zeker als je het – zoals nu – relateert aan het voorkomen van waterschaarste. Bedrijven die oppervlaktewater gebruiken, doen dat in het algemeen voor koeling en brengen het water vrijwel volledig terug in het lokale watersysteem.”

Het beeld is duidelijk. Roy Tummers heeft de komende tijd genoeg te doen. Achter de schermen als het kan, voor de schermen als het moet. |

15

NR9 / SEPTEMBER 2015

Roy Tummers (44) is nu bijna vier jaar directeur Water van VEMW, het kennis centrum en de belangen-behartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers. Samen met haar rechtsvoorganger de Vereniging Krachtwerktuigen, bestaat VEMW dit jaar precies een eeuw. Tummers studeerde milieu kunde in Wageningen en werkte jarenlang als consultant en manager bij Tauw, Deloitte en KPMG. Voordat hij bij VEMW ging werken was hij hoofd Strategie bij Evides Waterbedrijf.

HOOFDROLSPELERS

>

>

Vijftien, twintig jaar geleden hadden niet veel mensen in de gaten dat ook bedrijven een groot belang hebben bij voldoende water van een juiste kwaliteit en tegen een redelijke prijs’

Hét knooppunt van de watertechnologie

Internationale samenwerking

APPLIED RESEARCHBUSINESS

SCIENCE

Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Water Alliance wordt medegefinancierd door het Europees fonds voor regionale ontwikkeling en door het ministerie van EZ, Pieken in de Delta.

WaterCampus Leeuwarden organiseert samenwerking tussen (inter-)nationale bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de watertechnologiesector, teneinde synergie te creëren voor innovatie, onderwijs en ondernemerschap van wereldniveau. Hiermee versterkt zij de positie van de Europese watertechnologie. WaterCampus biedt naast deze samenwerkingsfunctie een unieke onderzoeksinfrastructuur en is daarmee een ontmoetingsplaats van wetenschappers en bedrijven uit heel Europa. Sinds december 2014 is Leeuwarden UN Innovating City op gebied van watertechnologie. Belangstelling voor samenwerking, ondersteuning, onderwijs, onderzoek (faciliteiten), business development of vestiging op WaterCampus Leeuwarden? Bezoek ons op www.watercampus.nl

Bent u er ook bij?

VAKBEURS

PUMPS & VALVES

Dé Nederlandse vakbeurs voor technologie en innovatie in pompinstallaties en industriële componenten

Ahoy Rotterdam30 / 09 - 01 / 10 / 2015

Gelijktijdig met Solids

www.easyfairs.com/pumps-nl

@PumpsValvesRdam / #pumpsvalvesVakbeurs PUMPS & VALVES

2015

2015

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

17

8 OKTOBER:TWEEDE SYMPOSIUM ‘WATERKWALITEIT OP DE KAART’

NR9 / SEPTEMBER 2015

De tweede editie van het symposium ‘Waterkwaliteit op de kaart’ vindt plaats op donderdag 8 oktober in de Jaar-beurs in Utrecht. Het centrale thema van de dag is ‘het momentum’: de opmaat voor nieuwe plannen uit de Euro-pese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de uitwerking van de Verklaring van Amersfoort. Met die verklaring onderstreep-ten prominenten uit de waterwereld vorig jaar het belang van schoon water voor iedereen.Dit moet uitmonden in een Verklaring van Utrecht, waarin de deelnemers concrete stappen hopen te formuleren voor de uitvoering van hun intenties. Een en ander alvast in voor-bereiding op een derde symposium volgend jaar. Daar zullen ook industrie en landbouw betrokken worden bij het verbete-ren van de waterkwaliteit.

ProgrammaDe organisatie streeft naar een zeer actieve bijeenkomst. Bij binnenkomst staan enkele onderdelen van de Verklaring van

Amersfoort al in het looppad. Het ‘ministerie van Verhalen’ verzamelt de eerste reacties en verbeeldt die al voor de start. Deze verbeeldingen vormen de aanzet voor de opening, waar de zaal meteen een actieve rol krijgt. Dan wordt het format getoond voor de Verklaring van Utrecht, dat de rode draad vormt voor de twee ronden van parallelle workshops. Deze zijn ingedeeld in zes thema’s: Monitoring 2.0, Watersysteemkennis, Microverontreiningen, Ecologie, Governance en Landbouw. Tijdens elke workshop krijgt de groep een challenge voorgelegd. De resultaten van de challenges worden verwerkt in de Verklaring van Utrecht. Een jongerenjury deelt drie prijzen uit voor de workshops die de challenge het beste uitvoeren. Het plenaire programma wordt hervat met korte pitches van nieuwe tools, innovatieve maatregelen en nieuwe ontwikkelingen. Na de afsluiting is er de gelegenheid tot napraten en netwerken bij de borrel. Het volledige programma, meer informatie en aanmelden: www.waternetwerk.nl

200 MILJARD:

WAARDE VOOR JE GELD?

LEER VAN ELKAAR!

KNW NAJAARSCONGRES | VRIJDAG 27 NOVEMBER 2015

GOOILAND THEATER - HILVERSUM | INFO: WATERNETWERK.NL

Op 27 november opent het Gooiland theater in Hilversum de deuren voor het najaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Het thema is dit jaar assetmanagement. De beoogde doelgroep bestaat uit een mix van medewer-kers van drinkwaterbedrijven, waterschappen, gemeenten, kennisinstellingen en adviesbureaus, oftewel asset owners, asset managers en service providers.

Pompen, rioolgemalen, zuiveringsinstallaties, leidingen, watersysteemobjecten: dat zijn een paar van de assets, de bedrijfsmiddelen, van de watersector. Deze bedrijfsmiddelen hebben een gezamenlijke waarde van naar schatting 200 miljard euro. Logisch dat het belangrijk is ze optimaal te benutten, te onderhouden en waar nodig te vervangen. Dat heet assetmanagement: het zodanig beheren van be-drijfsmiddelen dat een goede balans ontstaat tussen prestaties, risico’s en kosten. En dat allemaal uiteraard binnen de strategie van de organisatie.Hoe zet een organisatie serieuze stappen op weg naar meer doelmatigheid, betere beheersing van risico’s en lagere kosten? Hoe doen anderen dat? Wat kan de watersector leren van andere sectoren? Wat zijn de best practices? Die vragen vormen het onderwerp van dit KNW-najaarscongres. Naast een plenair programma met een aantal topsprekers en drie rondes met parallelle sessies worden er twee prijzen uitgereikt: de KNW-scriptieprijs en de prijs van ‘De Uitdaging’ van Wateropleidingen. Het congres is zo opgezet dat het waardevol is voor bestuurders, managers en vakmensen. En interessant voor elke organisatie, hoe ver die ook is met asset-management. Van leren van elkaar wordt iedereen beter.Het congres wordt voorafgegaan door de algemene ledenvergadering van KNW.

27 NOVEMBER: KNW-NAJAARSCONGRES ‘MANAGING ASSETS’

Waterkwaliteit II8 oktober 2015 - Utrecht

SYMPOSIUM

WaterkwaliteitOP DE KAART Landelijk symposium over de

gehele breedte van waterkwaliteitII

iStockphoto

18

22 SEPTEMBER, AMERSFOORTFinanciering van het Nederlands waterbeheer: knelpunten en verbeteringenDiscussiebijeenkomst naar aanleiding van het rapport ‘Toekomst-bestendige en duurzame financiering van het Nederlandse waterbeheer’. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) in samenwerking met Water Governance Centre (WGC) en het Tijdschrift Water Governance.www.waternetwerk.nl

24 SEPTEMBER, AMERSFOORTGrip op watersystemen, van meten en weten naar begrijpenThemadag over de lopende onderzoeken rond watersysteem-analyse. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa).www.stowa.nl

28-29 SEPTEMBER, LEEUWARDENWetsus Jaarcongres ‘Talent hubs for innovation’ Jaarlijks internationaal congres over de nieuwste innovaties in de watertechnologie. Organisatie: Wetsus. www.wetsus.nl

30 SEPTEMBER – 1 OKTOBERVakbeurs Pumps & Valves 2015Componentenvakbeurs. Vanuit de procesindustrie speelt het event in op technologieën en innovaties in industriële pompen, kleppen, afsluiters en industriële appendages. Organisatie: Easyfairs.

1 OKTOBER, ZWOLLEWOW-dag 2015: Samen dromen, denken, doenLandelijke dag van Water-ontmoet-water, met onder andere de uitreiking van de WOW-prijs 2015. Organisatie: Platform Water-ontmoet-water (WOW).www.platformwow.nl

7 OKTOBER, APELDOORNPompen en seals – van ontwerp naar praktijkPraktijkdag voor medewerkers en leidinggevenden die werken met pompen en seals, waarbij kennis, bewustwording en de koppeling van praktijk en voortraject centaal staan. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

8 OKTOBER, UTRECHTWaterkwaliteit op de kaart IILandelijk symposium over waterkwaliteit in de breedste zin van het woord. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

12 OKTOBER, AMSTERDAMWat is water? Vast, vloeibaar, gas en ..?Middagseminar met prof. Gerald Pollack (University of Seattle) die zijn onderzoek naar ‘the 4th Phase of Water’ presenteert. Organisatie: Waternet en Stichting Water Drager van Leven. www.stichtingwater.nl

15 OKTOBER, DOETINCHEMWorkshop Persoonlijk LeiderschapTweede ronde van de workshop Persoonlijk Leiderschap, waarin jonge waterprofessionals op zoek gaan naar hun talenten en drijf-veren. Organisatie: Jong KNW in samenwerking met waterschap Rijn en IJssel.www.waternetwerk.nl

27 OKTOBER, UTRECHTZwammen over lokale kringlopenSymposium over de rol van ecologie bij het sluiten van lokale kringlopen. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)www.waternetwerk.nl

2-6 NOVEMBER, AMSTERDAMAmsterdam International Water Week 2015 ‘Integrated solutions for a circular economy and resilient cities’. Inclusief congres, Aquatech vakbeurs, Wetskills challenge en de fitterijwedstrijden. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)/International Water Conferences (IWC) in samenwerking met Netherlands Water Parnership (NWP), International Water Association (IWA) en RAI. www.internationalwaterweek.com

3 NOVEMBER, BREDA‘Proef op de som’, Geotechniekdag 2015Jaarlijkse geotechniekdag met als thema meten, testen en data-verzameling via digitale bronnen. Organisatie: Koninklijk Instituut voor Ingenieurs (KIVI), ie-net en SBRCURnet, in samenwerking met Betonvereniging en Nederlandse Vereniging voor Aannemers Funderingswerken (NVAF)www.sbrcurnet.nl

AGENDAWilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: [email protected]

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

19

Op voordracht van de raad van commis-sarissen hebben gedeputeerde staten van Noord-Holland Joke Cuperus per 1 novem-ber 2015 benoemd tot statutair directeur van drinkwaterbedrijf en duinbeheerder PWN. Zij volgt Martien den Blanken op die met

pensioen gaat.Joke Cuperus heeft ruime ervaring als directeur in het onderwijs, de gemeente, de provincie en het Rijk. Ze is nu hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat en verant-woordelijk voor de waterveiligheid van de rivieren in Oost- Nederland.

Joke Goedhart, secretaris-directeur van het hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, is benoemd tot voorzitter van het platform Slim Samenwerken aan Waterbeheer. Ze neemt de functie over van Eric Jongmans. Sinds januari 2014 werkt ze voor het

waterschap. In haar nieuwe voorzittersrol stuurt ze op het creëren van een duurzame verbinding tussen Rijkswater-staat en de waterschappen.

Directeur Henk Nieboer van Witteveen+Bos volgt in augustus Marjolein van Wijngaarden op als directeur van de stichting EcoShape. EcoShape beheert het innovatieprogramma Building with Nature, een consortium van publieke en private partners dat kennis

ontwikkelt voor het realiseren van natte ecosystemen en infrastructuur. Nieboer zal zich in deze nevenfunctie met name richten op de praktische toepassing en verspreiding van kennis over Building with Nature. Nieboer is al sinds de start in 2008 actief betrokken bij Building with Nature, eerst als lid van de programmaraad en later als lid van de wetenschappelijke adviesraad.

Danny Traksel is benoemd tot commer-cieel directeur van Sustec Consulting & Contracting BV (Wageningen). Traksel geeft in deze functie leiding aan de verdere commercialisering van de technologieën van Sustec. Traksel heeft bijna twintig jaar

ervaring in de nationale en internationale watersector. Voordat hij in 2014 bij Veolia Water Solutions & Technologies werkzaam was als commercieel directeur, vervulde hij ver-schillende functies bij KWR Watercycle Research Institute.

Een benoeming in de watersector die de moeite waard is? Meld het voor deze rubriek Personalia aan de redactie: [email protected]

PERSONALIA

NR9 / SEPTEMBER 2015

5 NOVEMBER, DEN BOSCHZesde Nationaal DeltacongresZesde editie van het nationaal congres, met de laatste stand van zaken ten aanzien van het Deltaprogramma. Organisatie: Rijks-overheid in samenwerking met provincies, gemeenten en water-schappen. www.deltacommissaris.nl

19 NOVEMBER, UTRECHTRegie gemeenten - inhoud versus managementThemamiddag over de voor- en nadelen van regievoering door overheden. Organisatie: Nationaal Watertraineeship in samenwer-king met Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

27 NOVEMBER, HILVERSUMALV en Najaarscongres Waternetwerk: Managing AssetsNajaarscongres over assetmanagement, voorafgegaan door de algemene ledenvergadering (ALV) van KNW. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

KORTNIEUWS

Wegens succes herhaald: Persoonlijk Leiderschap Jong KNW gaat op 15 oktober bij waterschap Rijn en IJssel in Doetinchem voor de tweede keer samen met trainer/coach Jet Centeno op ontdekkingsreis naar zichzelf in de workshop Persoonlijk Leiderschap. De workshop is op maat gemaakt voor waterprofessionals tot en met 35 jaar, die de baas willen zijn over hun persoonlijke ontwikkeling, willen weten hoe ze hun talenten optimaal kunnen benutten of het gevoel hebben dat hun carrière wel een zetje kan gebruiken. Grip op persoonlijke ontwikkeling en loopbaan staat centraal. Ga voor meer informatie, het programma en aanmelden naar www.waternetwerk.nl Jong KNW is ook te volgen op LinkedIn, Facebook en Twitter.

Pompen en Seals: van ontwerp naar praktijk Op woensdag 7 oktober vindt bij waterschap Vallei en Veluwe in Apeldoorn de praktijkdag pompen en seals plaats. Tijdens deze bijeenkomst staan bewustwording en kennis over het werken met pompen en seals centraal. Hoe kan het werk effectiever, efficiënter en tegen lagere kosten worden uitgevoerd en kan schade worden voorkomen? Deze brede vraag wordt behandeld aan de hand van vier thema’s: 1) Pompenonderhoud: uitlijning, seals-eigenschappen en asafdichtingen, lageringen en asbussen; 2) Waar let je op bij oplevering? 3) Energie (besparing); 4) Vakmanschap nu en later. De dag is gericht op medewerkers en leidinggevenden die bij waterbedrijven, waterschappen, industrie en gemeenten werken met pompen.Kijk voor meer informatie op: www.waternetwerk.nl

20

Eurocommissaris Karmanu Vella (onder andere Milieu en Maritieme Zaken) is een van de sprekers tijdens de opening van de Amsterdam International Water Week (AIWW), van dinsdag 2 tot en met vrijdag 6 november in de RAI. Een interessant moment, omdat hij naar verwachting rond deze tijd ook nieuw beleid presenteert over de circulaire economie, het thema van de AIWW 2015: ‘Integrated solutions for a circular economy and resilient cities.’

Andere sprekers tijdens de opening zijn onder meer minister Melanie Schultz van Haegen (Infratructuur en Milieu) en burge-meester Eberhard van der Laan van Amsterdam en naar verwach-ting ook Joe Rozza, sustainability manager van Coca Cola Global Water Resource.Het programma van de conferentie is inmiddels rond. Er zijn drie high level leadersfora, waar kopstukken met betrekking tot industrie, utilities en resilient cities bijeen komen. Van ceo’s tot wetenschappers, van watertechneuten tot architecten komen hier samen tot vernieuwende oplossingen. Grofweg is het programma ingedeeld in drie brede tracks: Urban resilience & adaptation to climate change; Urban utilities & the circular economy en Sustainable production & industrial response. De workshops variëren van breed tot heel specifiek. Zo is er een workshop waar diverse steden onder leiding van Kopenhagen hun best practices laten zien op het gebied van resilience, maar is er ook een onderdeel dat inzoomt op groene daken en op Schiphol

als resilient airport. Veel aandacht is er ook voor waterzuivering en het hergebruik van de grondstoffen in afvalwater. Workshops variëren van het gebruik van bacteriën, tot medicijnen in het water, tot de prijs van water in ontwikkelingslanden.

Internationale sprekersOp dinsdag wordt de conferentie ingeleid door Andrew Steer, ceo van het World Resources Institute en Ng Joo Hee, ceo van PUB Singapore. Panelleden Jan Willem Vosmeer (Heineken), Marie Sagen (IWA) en Monica Scatasta (European Investment Bank) geven hun visie op de door de keynote-sprekers ingebrachte onderwerpen. Aan alle onderwerpen werkt een keur aan ( internationale) kopstukken mee, van WWF International tot de Deltacommissaris, van Suez Environment tot Oasen, van Delfland tot Hamburg Wasser. Ook de grote brouwer SAB Miller is verte-genwoordigd. De Amsterdam International Water Week (AIWW) is het grootste internationale waterevenement in Nederland. Met de bekende Aquatech Trade Exhibition, de conferentie die iedere keer meer bezoekers trekt, een uitgebreid Young Water Professionals Programme, excursies en diverse aansprekende awards. En natuurlijk heel veel netwerkmogelijkheden, met delegaties en deelnemers uit meer dan 40 landen.

Kijk op www.internationalwaterweek.com voor alle sprekers en het complete programma.

Voor jonge waterprofessionals is er tijdens de Amster-dam International Water Week (AIWW) een uitgebreid programma. Dat begint op zondag met een introductie-dag waar jonge professionals elkaar in een informele sfeer ontmoeten. Op 4 en 5 november wordt de Student Challenge gehouden. Studenten van Nederlandse universiteiten en hogescholen werken in teams twee dagen aan watergerelateerde uitdagingen. Witteveen+Bos heeft al aangegeven een van de cases te willen organiseren. De organisatie zoekt nog andere bedrijven die bereid zijn een van de cases te verzorgen. De Hogescholen Windesheim (Zwolle) en Saxion (Deven-ter) hebben al toegezegd mee te werken. Neem contact op met Gerbert Pleijter ([email protected]) voor meer in-formatie en om deel te nemen aan de Student Challenge als student of om je klas op te geven (voor docenten).Vergeet ook niet tijdens de AIWW langs te komen bij ons Young Water Professionals Paviljoen in de RAI in Hal 7, stand 07.580. Voor meer informatie, zie www.young-iww.com

De Sanitation Challenge is een multimediaspektakel dat start in september en het hoogtepunt heeft tijdens de Amsterdam Internatio-nal Water Week (AIWW). Maar ook daarna gaat het door. Waternet, het Amsterdamse watercyclusbedrijf, zoekt mensen die mee willen denken over oplossingen, maar ook makers, studenten die ervaring hebben met crowdfunding en sociale-mediastra-tegie, die een jaar lang actief een bijdrage willen leveren om wereldwijd het sanitatieprobleem op de kaart te zetten. Voor meer info kijk op de web-site of meld je direct bij Peter Jansen: [email protected]

AMSTERDAMSE WATERWEEK TREKTBEKENDE, INTERNATIONALE SPREKERS

DOE MEE MET DE SANITATION CHALLENGE!

YOUNG WATER PROFESSIONALS: DON’T MISS IT!

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

21

NR9 / SEPTEMBER 2015

De eerste vier van in totaal zes studiecases voor de Wetskills Water Challenge zijn bekend. In een later stadium zullen meer details worden bekend gemaakt. De vier onderwerpen zijn:• Medicijnen (micro pollutants) in afvalwater van ziekenhuizen

(waterschap Groot-Salland);• Integrale afvalwateroplossingen bij de nieuwe polder IJburg

(Wereld Waternet)• Multifunctioneel gebruik van tijdelijke kades (VP Delta)• Vermindering van CO2-uitstoot bij een drinkwaterzuiverings-

installatie (WML)Wetskills is op het moment in gesprek met een aantal organisa-ties voor de laatste twee cases.

Al zestien deelnemers uit onder andere China, Canada, Roemenië, Taiwan, Egypte en Suriname hebben zich opgegeven voor de Wetskills Water Challenge. Er zijn nog enkele plaatsen in het pro-gramma beschikbaar. Wie geïnteresseerd is in het interculturele netwerk- en trainingsprogramma in de watersector, is van harte uitgenodigd om zich op te geven op: http://www.wetskills.com/register-for-wetskills-the-netherlands-2015. Het is de derde keer dat Wetskills in Nederland wordt georgani-seerd en de zeventiende keer in totaal. Al 250 deelnemers hebben meegedaan aan een van de evenementen wereldwijd. Meer infor-matie: www.wetskills.com, of Johan Oost (programmamanager): [email protected]

Van 3 tot en met 6 november wordt tegelijk met de Amsterdam International Water Week de tweejaarlijkse vakbeurs Aquatech Amsterdam gehouden. Tijdens deze 25ste editie tonen ruim 750 exposanten vele nieuwe initiatieven die passen bij de huidige trends en ontwikke-lingen in de watertechnologiesector. In de zomer was de beurs al zo goed als volgeboekt.

Een van de centra van de beurs is de ‘hotspot voor en door de industrie’. In dit nieuwe paviljoen komen diverse ‘groot-watergebruikers’ aan bod, met een focus op onder andere de chemische, olie en gas,- en voedingsmiddelenindustrie. Bedrijven als Cargill, Shell en Mars zullen op dit paviljoen hun ervaringen delen. Het is dus tevens een netwerkplek.

De Aquatech Innovation Award is al jaren een vast onder-deel van het beursprogramma. Daarnaast zijn er dit jaar vele nieuwe paviljoens die de nadruk op innovatie leggen. Zoals bijvoorbeeld het Bluetech Innovation Pavillion, waar startende technologiebedrijven met state-of-the-art waterinnovaties in contact komen met partners en inves-teerders om hun ideeën vorm te kunnen geven. Op het eveneens nieuwe Innovation Lab zijn onder andere live werkende demo’s te zien. Wetsus toont bijvoorbeeld ‘Blue Energy’ en de ‘Floating Water Bridge’. Verder kunnen bezoekers zich weer verheugen op de gratis toegankelijke AquaStages met informatieve sessies over uiteenlopende onderwerpen, de fitterijwedstrijden, matchmakingprogramma’s en bovenal honderden expo-santen van over de hele wereld met innovatieve producten. Registreren als bezoeker is gratis en wie zich registreert kan meteen een voordelig NS-dagretour bestellen. Voor meer informatie: www.aquatechtrade.com/amsterdam

STUDIECASES VOOR WETSKILLS

WERELDSPELERS WATERTECHNOLOGIETIJDENS AQUATECH AMSTERDAM

Aquatech 2013; ook toen een overweldigende belangstelling uit binnen- en buitenland

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALSWATERNETWERK22

Het Wetsus Congress 2015 staat voor de deur. Op 28 en 29 september komt de watertechnologiewereld bijeen in Stadsschouwburg De Harmonie in Leeuwarden.Het thema van dit jaar is Talent Hubs for Innovation. Op maandag 28 september verwelkomt Wetsus onder anderen Hans De Boer, voorzitter van VNO-NCW, en vanuit Brussel Karl Vrancken, voormalig interim chief operatio-nal officer EIT Raw Materials. Ook wordt in dit ochtend-programma de Marcel Mulderprijs uitgereikt voor het beste onderzoek dat het afgelopen jaar onder de vlag van Wetsus is uitgevoerd.Na de lunch, die gehouden wordt tussen de innovaties op de demovloer, volgt onder andere een talkshow over talent en innovatie.Op dinsdag 29 september staan de wetenschappelijke thema’s van Wetsus centraal. In parallelle sessies komt een scala aan watertechnologische onderwerpen aan bod. Key note speeches worden gegeven door Ameet Pinto, Environmental Engineering, University of Glasgow en Bernd Krause, Head R&D Gambro/Baxter.Het volledige programma is te vinden op de website van Wetsus.www.wetsus.eu

28/29 SEPTEMBER:WETSUS CONGRESS 2015

KORTNIEUWS

Het onderzoek is uitgevoerd onder 350 respondenten bij water-schappen, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat. De respons bedroeg 25 procent, allen opdrachtgevers van het open aanbod of in-company/maatwerk.Bekijk alle uitkomsten van het onderzoek op www.wateropleidingen.nl

27 oktober: zwammen over lokale kringlopenOp 27 oktober vindt in evenementencentrum CitySense in Utrecht het symposium ‘Zwammen over lokale kringlopen’ plaats, georganiseerd door themagroep Afvalwaterbehandeling en Valorisatie van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). ‘Zwammen’ verwijst naar het voorbeeld van RotterZwam, dat paddenstoelen kweekt op onder andere koffiedik. Dit voorbeeld sluit mooi aan bij het onderwerp van de dag: samenwerking en het gebruik van ecologie (levende organismen zoals schimmels) in het sluiten van lokale kringlopen en het hergebruik van afval-stoffen. Naast inspirerende voorbeelden (bijvoorbeeld het winnen van grondstoffen in een rioolwaterzuivering) is er aandacht voor het proces van samenwerking: hoe vinden partners elkaar? Hoe ontstaat een vruchtbare samenwerking? En welke problemen zijn er nog te overwinnen? De dag is bedoeld voor medewerkers van waterschappen en ingenieursbureaus. Meer informatie en aanmelden: www.waternetwerk.nl

Nieuwe cursussen klimaatadaptatieVeel klimaatproblemen kunnen voorkomen worden door tijdig te starten met ruimtelijke inpassingen. Om overheden daarbij te helpen is een leerprogramma voor ruimtelijke adaptatie ontwikkeld met de methode ‘Natuurlijke Alliantie’. Overstro-ming, wateroverlast, droogte, hittestress en biodiversiteit zijn de leidende thema’s. Bij de ontwikkeling van de methode is een groot aantal partijen betrokken geweest, waaronder overheden, onderwijs instellingen en SBRCURnet. Stichting Post-academisch Onderwijs (PAO) biedt twee cursussen aan: het klimaatatelier (1 dag) en de verdiepende cursus Ruim-telijke planning en klimaatadaptatie(5 dagdelen). Een langere leergang is nog in ontwikkeling.Deelnemers aan eerdere klimaatateliers zijn enthousiast en vinden de methode een echte eye-opener. De methode heeft zich inmiddels bewezen voor regio’s, grote en kleine gemeenten en waterschappen. Onder anderen Tanja Klip-Martin, de dijkgraaf van waterschap Vallei en Veluwe, beveelt deze methode aan. Meer informatie over de methode is te vinden op www.natuurlijkealliantie.nl. Aanmelden voor de cursus kan via www.pao.tudelft.nl. Neem voor vragen contact op met Erik de Bruine: [email protected].

Wateropleidingen krijgt hoge rapportcijfersIn het algemeen is 83 procent van de klanten van Wateropleidin-gen tevreden, 6 procent is zelfs heel tevreden. Dat blijkt uit het klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd door Arachnea Markt-onderzoek. De algehele klanttevredenheid is in 2015, vergeleken met 2010, onveranderd groot. De cursussen zelf, de organisatie en de medewerkers/docenten krijgen hogere rapportcijfers dan vijf jaar geleden.De cursussen en opleidingen van Wateropleidingen krijgen op vrijwel alle onderdelen een hoger rapportcijfer dan in 2010: een ruime 7,5. De ondervraagden beoordelen ook de organisatie zelf gunstig.Het onderzoek van Arachnea laat zien dat, vergeleken met 2010, iets minder mensen kiezen voor het volgen van een cursus of op-leiding binnen het nog altijd populairste vakgebied waterzuivering. De belangstelling voor opleidingen en cursussen die te maken hebben met drinkwater, beheer en onderhoud, waterveiligheid, arbo, waterbeheer, vergunningen, riolering en stedelijk water is daarentegen flink gegroeid.

iStockphoto

’s Werelds meest toonaangevende vakbeurs voor proces-, drink- en afvalwater

2015EXHIBITION 3 - 6 NOVEMBERA MSTERDA M • NL

VOLOP INSPIRATIE EN INNOVATIE VOOR WATERPROFESSIONALS

Organisatie Ondersteund door

Onderdeel van

Registreer uw gratis bezoek op aquatechtrade.com!

Ontdek de laatste trends en innovaties op het gebied van watertechnologie

Meer dan 750 exposanten waaronder marktleiders en pioniers

Onderdeel van Amsterdam Inter national Water Week Veelzijdig conferentie- en seminar programma

Naamloos-6 1 03-09-15 14:26

IS HET ECHT EEN SMEERBOEL?

DE WERKELIJKHEID ACHTER DE EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER

Tekst Hans Oerlemans | Beeld Hollandse Hoogte e.a.

24

A

25

AACHTERGROND

n 2021 zal 86 procent van de Nederlandse wateren nog altijd niet voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat zei een vertegenwoordiger van het ministerie van Infrastructuur en Milieu tijdens een conferentie in

Brussel. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert dat met de voorgestelde maatregelen de doelen nauwelijks dichterbij komen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rapporteerde eerder dat Nederland het meest verontreinigde oppervlaktewater van Europa heeft.

Is het echt zo somber? Zijn alle miljarden investeringen in de afgelopen vijftien jaar dan voor niks geweest? Dat kan niet waar zijn. “Nee, zo dramatisch is het zeker niet”, zegt Bas van der Wal van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa). “Het water wordt aantoonbaar schoner, maar de Europese toetsmethodiek is te grofmazig om die vooruitgang te laten zien. Als één parameter onvoldoende scoort, dan geldt de waterkwaliteit over de hele linie als onvoldoende. De achterliggende dynamiek blijft buiten beeld. Je kunt jaar op jaar verbeteringen realiseren, maar toch nog altijd de norm niet halen.”

Om de ecologische waterkwaliteit vast te stellen kijkt de KRW naar vier indicatoren: vissen, waterplanten, algen en nutriënten. Bij de eerste drie heeft Nederland vooruitgang geboekt, maar dat vertaalt zich niet in een betere score. De KRW hanteert: one out, all out. De slechtst scorende stof be-paalt het eindoordeel. Nederland heeft bij de Europese Unie aangedrongen op aanvullende indicatoren. Een fijnzinniger beoordeling zou voortaan moeten laten zien bij welke stoffen wel en bij welke niet aan de norm wordt voldaan.

VEWIN: VOORUITGANG STOKTMaar toch, de waterkwaliteit gaat niet vooruit met een andere manier van beoordelen. Daarom legt Vewin, de brancheorgani-satie van de drinkwaterbedrijven, liever de nadruk op de weg >

I

Je moet goed zoeken, want er is in Nederland maar weinig oppervlaktewater waarvan de kwaliteit vol-doet aan de Europese regels. En dat in een land dat zich op de borst slaat vanwege zijn ‘topsector’ water. Is het echt zo somber met de waterkwaliteit? Of vertroebelen de Europese regels ons zicht op de werkelijkheid?

In het Zeeuwse Sluis springen kinderen in het kanaal.

Zwemmen in open water, het gebeurt steeds vaker omdat het

water er soms ook zo schoon uitziet. Dat is het overigens lang niet altijd. Gemeenten (bijvoorbeeld Amsterdam)

waarschuwen dan ook voor zwemmen in de grachten

NR9 / SEPTEMBER 2015

Foto Sabine Joosten / Hollandse H

oogte

die nog moet worden gegaan. “We hebben de afgelopen jaren verbeteringen gezien, maar helaas stokt de vooruit-gang nu,” stelt Lieke Coonen, secretaris van de Stuurgroep Bronnen & Kwaliteit van Vewin. “Het aantal normover-schrijdingen voor bestrijdingsmiddelen en nitraat daalt niet verder en bovendien komen er nieuwe verontreinigingen bij, zoals geneesmiddelen. Nederland had de waterkwaliteit in 2015 op orde moeten hebben. Nu dat niet is gelukt, is de streefdatum zover mogelijk vooruitgeschoven. Maar met het huidige beleid halen we het ook in 2027 niet. Volgens het RIVM zijn bij ruim 60 procent van de waterwinningen maat-regelen nodig om aan de eisen te voldoen. Dat vraagt om veel meer ambitie en daadkracht.”

BOVEN KRITISCHE GRENSOnderzoeker Peter Schipper van Alterra Wageningen UR ziet volop initiatieven om de waterkwaliteit te verbeteren. Aan plannen en pilots geen gebrek, maar ze zijn lang niet altijd goed onderbouwd. “Bestuurders zien graag ‘de schop de grond ingaan’ om snel resultaten te kunnen boeken. Maar vaak valt het resultaat nogal tegen. Die teleurstelling is te voorkomen door eerst een integrale systeemanalyse uit te voeren van hoe het watersysteem en de ecologie functio-

neren en hoe maatregelen hierop zullen ingrijpen. Integrale, goed onderbouwde kennis is noodzakelijk om kosteneffec-tieve maatregelen te nemen. Om voor de KRW realistische doelen te stellen, moet je de natuurlijke en antropogene belasting van het water goed van elkaar scheiden. Voor wel-ke (probleem)stoffen is de mens anno nu verantwoordelijk en welke concentraties van die stoffen zijn van nature altijd al aanwezig? Die vraag valt bij elk waterlichaam te stellen.”

Alterra Wageningen UR heeft meegewerkt aan een studie in het werkgebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. “Noord-Holland stond eeuwenlang sterk onder invloed van zout water, waardoor het oppervlakte-water onder meer een hoge concentratie fosfaat bevat. Daar-naast vindt veenoxidatie plaats waarbij nutriënten afspoelen naar het oppervlaktewater. De natuurlijke concentratie fos-faat ligt hier en daar zelfs boven de kritische grens van de KRW-doelen. Dat maakt het onlogisch om schaarse midde-len in te zetten voor ingrijpende maatregelen om toch aan die norm te voldoen. Het lijkt me slimmer dat geld te beste-den in situaties waar menselijke, bronnen verantwoordelijk zijn voor de slechte score. Daarop valt meer invloed uit te oefenen”, aldus Schipper.

26

NEDERLAND STAAT VOOR DE ZWAARSTE OPGAVE IN EUROPA

Nederland presenteert zich graag als een wereldspeler voor alles wat met watermanagement te maken heeft. We zitten in de kopgroep wat betreft kustverdediging, goed drinkwater en de zuivering van afvalwater. Dé grote uitzondering is de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Overigens zijn er wel verzachtende omstandigheden. Voor een klein en sterk verstedelijkt land met een omvangrijke agra-rische sector is de opgave uitzonderlijk groot. Voeg daarbij dan ook nog de lage ligging, het vele oppervlaktewater en de toestroom van vier grote internationale rivieren.

Maar de natte condities bieden volgens Peter Schipper van Alterra Wageningen UR ook een kans. “Moerasachtige syste-men hebben van nature een zelfreinigend vermogen dat met de juiste maatregelen verder kan worden versterkt. Hierdoor krijg je niet alleen schoner water, maar ook een grotere bio-diversiteit en een mooier landschap. Gelukkig zien we steeds meer ecologische projecten die dit beogen, zoals herstel van gekanaliseerde beken. Laten we de grootschaliger pilots in Denemarken en Engeland als voorbeeld nemen.”

Daarnaast is het beslist nodig de kwaliteit of beter gezegd: de conditie van landbouwbodems te verbeteren. Ze hebben invloed op de waterkwaliteit door hun spons- en zuiverende werking, maar die staat nu sterk onder druk door zware mechanisatie en bemesting. Het Deltaplan Agrarisch Water-beheer biedt een kans het tij te keren en de krachten van de topsectoren water en landbouw te bundelen.”

De Tweede Kamer erkent inmiddels de enorme opgave waar Nederland nog voor staat en heeft minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) gevraagd om een Delta-plan Waterkwaliteit en Zoetwater. Peter Schipper onderschrijft de noodzaak. “In Nederland gebeurt veel, maar los van elkaar. Dat zag je ook aan het innovatieprogramma KRW. Het is erg ad hoc en zeer divers. Dat maakt het lastig te bepalen wat projecten opleveren en op basis daarvan goede keuzes te maken voor nieuwe investerin-gen. Dit voorjaar hebben alle betrokken partijen de Verklaring van Amersfoort opgesteld voor een gebundelde aanpak van de waterkwaliteit onder regie van het Rijk. Ook de kennis-instituten sluiten zich hierbij aan. Met een slimmere toepas-sing van de beschikbare kennis en middelen moet een veel hoger rendement te behalen zijn.”

27ACHTERGROND

De KRW-rapportages geven maar een beperkt beeld van de toestand van het oppervlaktewater in Nederland. Monitoring vindt vooral plaats bij de waterlichamen waarover Europa rapportages verlangt. Het gebeurt volgens een strak proto-col waarbij een breed pakket aan chemische stoffen en bio-logische parameters wordt gemeten. Dat maakt deze vorm van bemonstering erg duur, terwijl de resultaten beperkt inzicht geven. Stowa werkt binnen het kennisprogramma Watermozaïek

aan een eenvoudiger methodiek. “Je hoeft niet altijd en overal dezelfde set parameters te hanteren,” stelt Bas van der Wal van Stowa. “We hebben meer gerichte kennis nodig om de haalbaarheid, betaalbaarheid en effectiviteit van maatregelen vast te stellen.”Waterkwaliteit valt niet in absolute termen te vatten. Het zou absurd zijn om voor heel Europa een bergbeek in Schotland als ijkpunt te nemen. De natuurlijke omstandigheden ver-schillen, maar ook de maatschappelijke en economische >

NR9 / SEPTEMBER 2015

AANDACHT VOOR WATER MET UNIEKE ONDERWATERFOTO’S Tot eind 2016 is op verschillende locaties in de provincie Groningen de reizende fototentoonstelling ‘Beeldschoon water’ te zien. De expositie is onderdeel van de gelijknamige campagne van de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijl-vest. Naast beide waterschappen wordt het initiatief gestemd door gemeenten, provincies, milieuorganisaties en andere partijen. De foto’s voor de campagne en de expositie zijn gemaakt door de onderwaterfotografen Willem Kolvoort (Drenthe) en Erik Venneman (Groningen).

Naast een fototentoonstelling, hangt onder de opklapbare Emmabrug (foto boven) een groot fotodoek met een kikker en staan op toeristische locaties in de provincie informatie-borden met de onderwaterfoto’s. Van de foto’s zijn ook ansichtkaarten gemaakt die gratis af te halen zijn bij biblio-theken, VVV’s en diverse toeristische punten in de provincie.

In september is de fototentoonstelling te zien bij waterschap Noorderzijlvest, in oktober in het gebouw van informatie-centrum Meerstad in Harkstede. In januari en februari van volgend jaar is de expositie te zien in het kantoor van Staats-bosbeheer in Slochteren. Nadere details op de website.www.beeldschoonwater.nl

Beelden van fotograaf Erik Venneman uit de expositie

functies. Bas van der Wal: “Neem een extreem bijvoorbeeld: het Noordzeekanaal. Dat is primair bedoeld voor de scheep-vaart. Hoge biologische eisen stellen, heeft weinig zin. Vissen zullen hun heil elders moeten zoeken. De Kaderricht-lijn biedt ook wel de ruimte om een kosten/ batenanalyse te maken, waarbij rekening wordt gehouden met de maat-schappelijke functies van het water. Daar maken we nog te weinig gebruik van.”

MET DE KRAAN OPEN Drinkwaterorganisatie Vewin vindt dat Nederland al genoeg ruimte krijgt van de Europese Unie om uitzonderingen te maken op de normen. Lieke Coonen: “De drinkwaterbe-drijven slagen er nog steeds in door intensieve zuivering alle bedreigingen het hoofd te bieden. Maar daarmee krijgt de consument de rekening gepresenteerd, terwijl verontreiniging bij de bron moet worden aangepakt. Artikel 7 van de Kaderrichting Water stelt dat de kwaliteit van drink-waterbronnen moet verbeteren, zodat minder gezuiverd hoeft te worden. Het tegendeel is nu het geval. Europa heeft Nederland onlangs gemaand een strategie te ontwikkelen om de vervuiling vanuit de landbouw aan te pakken.”

Bij de waterschappen staan nutriënten eveneens in de top van grootse zorgen. Met het huidige mestbeleid is het toch vooral dweilen met de kraan open (zie ook het artikel op pagina 34). Bas van der Wal. “De belasting van het opper-vlaktewater zal verder toenemen, ook onder invloed van de klimaatverandering. We krijgen in Nederland te maken met meer korte hevige regenbuien waardoor de afspoeling van meststoffen van het boerenland en -erf groter wordt. Het einde van de melkquota belooft ook weinig goeds. De sector zou meer moeten investeren in het verwerken van mest aan de bron. Van de industrie accepteren we al decennia niet meer dat de lucht wordt vervuild, dat zal op termijn ook gelden voor watervervuiling door land- en tuinbouw. Als Nederland hiervoor slimme innovaties ontwikkelt, kunnen we daarmee in het buitenland de boer op.”

AKKOORD GENEESMIDDELENOndertussen zijn er ook wel hoopvolle nieuwe initiatieven, vindt Lieke Coonen. “Vewin is blij dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu nog dit jaar een ketenakkoord wil afsluiten om residuen van geneesmiddelen in grond- en oppervlaktewater terug te dringen. Dan is het natuurlijk wel zaak dit akkoord te vertalen naar praktische maatregelen in elke schakel van de keten: van de farmaceutische industrie, artsen, apothekers tot de gebruikers van medicijnen. Wat niet in het water komt, hoeven wij er niet uit te halen. Ook een positieve stap is het voornemen van staatssecretaris

Mansveld om chemische onkruidbestrijding buiten de land-bouw te verbieden. Als particulieren en gemeenten geen glyfosaat meer gebruiken, dan zou je dat moeten terugzien in minder normoverschrijdingen.” |

Op donderdag 8 oktober wordt in Utrecht voor de tweede keer een landelijk symposium Waterkwaliteit gehouden. Deze landelijke kennisdag wordt voorbereid door de thema-groep Waterkwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Belangrijk onderwerp op het symposium is de Europese Kaderrichtlijn Water. Meer informatie op pagina 17 in de rubriek Waternetwerk en op de website van KNW.www.waternetwerk.nl

Waterkwaliteit II8 oktober 2015 - Utrecht

SYMPOSIUM

WaterkwaliteitOP DE KAART Landelijk symposium over de

gehele breedte van waterkwaliteitII

28 ACHTERGROND

MEER LEZEN OP H2O-ONLINE?In de aanloop naar het tweede landelijk symposium Waterkwaliteit (8 oktober) is op H2O-Online door water-professionals veel gepubliceerd over dit onderwerp. Wie meer wil lezen, vindt bijvoorbeeld een drieluik bestaande uit het artikel Nutriënten: bronnenanalyse en afleiding van achtergrondconcentraties als basis voor het bijstellen van KRW-doelen (Peter Schipper, Erwin van Boekel, Gert en Ee en Jeroen Hermans), Aanpassing van KRW-doelen voor waterlichamen bij Hollands Noorderkwar-tier (Gert van Ee, Nico Jaarsma en Martin Meirink) en KRW-doelafleiding: van een pluriform verleden naar een uni-form heden (Fiona Segers, Gert van Ee en Bas van der Wal). Op H2O-Online is ook te vinden het artikel ‘KRW-doelen’ voor overige wateren in Noord-Brabant: een pragmatische uitwerking (Frank van Herpen, Marco Beers, Matthijs ten Harkel, Doesjka Ertsen en Arnold Wielinga). Interessant is ook het artikel ESF stromende wateren en stroomgebieds-brede ecologische systeemanalyse (Piet Verdonschot, Ralf Verdonschot en Anna Besse-Lototskaya).De artikelen zijn te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

The next level ofGraphic Operator Terminals

Meer informatie op nl3a.mitsubishielectric.com/fa/nl of per telefoon 0297 250 350.

Your window to better process control

De komst van de Mitsubishi Electric GT2000 heeft de lat voor HMI hoog gelegd. Deze nieuwe panelen met intuïtieve Tablet PCachtige bediening, geavanceerde functies, naadloze connectiviteit met andere automatisering oplossingen is speciaal ontwikkeld om de operator efficiency te verbeteren.

De hoogst grafische kwaliteit beschikbaar op alle modellen van 3,8” tot 15” Inch zorgt voor een nieuwe HMI standaard voor alle typen applicaties. Van high-end toepassingen die de hoogste niveaus van prestaties en functionaliteit eisen tot kost effectieve toepassingen die profiteren van deze nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast realiseert de GT SoftGOT2000 HMI softwareversie dat alle functies ook op een standaard PC kunnen draaien.

Mitsubishi Holland_88x238_Graphic Operator_2015.indd 1 19.08.15 13:50

Uw partner in:

(mobiele) slibontwatering

en slib Droging

HYDraUlisCH en meCHanisCH baggeren

sCHoon maken van slib gisting tanks

sCHoonmaken van belUCHting bassins

boUw en verHUUr van app aratUUr en installaties

kUrstjens is tevens

speCialist in extraCtieve

gronDreiniging

BeL OnS073 599 66 08

MaiL [email protected]

Meer inFOwww.kurstjens.nl

Waterstromen B.V. exploiteert industriële afvalwaterzuiveringen en vergisters in geheel Nederland. Industrieën die deze activitei-ten wensen uit te besteden zijn bij ons aan het juiste adres.

De aanleiding is veelal een benodigde uitbreiding, nieuw- of verbouw van uw installatie, of de wens om U te concentreren op uw kernacti-viteiten. Waterstromen is bereid bestaande installaties over te nemen en te investeren in uitbreidingen, aanpassingen of nieuwe installaties. Waar mogelijk maken we graag gebruik van innovatieve en duurzame processen en creëren we waarde uit afval. De betrouwbaarheid zal echter altijd worden geborgd.

In onze bestaande installaties produceren we waardevolle fosfaat-meststof (struviet). We beschikken over ervaring met duurzame stik-stofverwijderingstechnieken en optimaal gebruik van de vrijkomende energie. We zoeken voortdurend naar nieuwe mogelijkheden om de effi ciency van onze processen te verbeteren, om componenten terug te winnen en daarvoor nuttige toepassingen te vinden.

Samenwerken met Waterstromen resulteert steeds in synergie.Waterstromen kan uw waterzuivering compleet ontzorgen. Samen met u vinden wij de beste oplossing.

Waterstromen B.V.Postbus 87240 AA LOCHEM

T (0573) 298 551F (0573) 298 562

E [email protected] www.waterstromen.nl

Foto waterschap Rijn en IJssel

30

In samenwerking met CMS Asset Management in ’s-Hertogenbosch heeft waterschap Rijn en IJssel een nieuwe analyse gemaakt van de technische levensduur van zijn circa 400 kilometer aan transportleidingen. Met de uitkomsten van deze analyse wordt het risico van leidingbreuk verkleind, kan tijdig onderhoud plaatsvinden en krijgt het waterschap beter inzicht in het budget dat voor onderhoud gereserveerd moet worden.

De leidingen transporteren het afvalwater van gemeenten naar de rioolwaterzuiveringen van het waterschap. Onder andere door gassen in het afvalwater blijkt hun levensduur soms aanzienlijk korter dan aanvankelijk werd aangenomen. Naast de gebruike-lijke inspecties, wilde het waterschap een meer structureel beeld hebben van de conditie van het leidingnet. Daarmee wil het onder andere de risico’s verkleinen op plekken in het leidingnet waar

een leidingbreuk het bufferen tot problemen kan leiden zoals bij een waterkering, onder een spoorrails of in een kwetsbaar natuurgebied. “Dat vraagt een ander type beheer en onderhoud dan bij leidingen die voor de omgeving minder risico opleveren”, aldus George Bontjer, projectleider van waterschap Rijn en IJssel.

CMS bracht samen met deskundigen van het waterschap de ‘context’ per leidingsegment in kaart. Daarbij is gekeken naar: omgeving (welke omgevingsfactoren zijn van belang?), systeem (bergingscapaciteit, afvoerkosten bij storing en droogweerafvoer en de te verpompen capaciteit) en techniek (materiaalsoort, aanlegjaar, diameter, debiet en lengte). Aan de hand van deze variabelen per leidingsegment zijn de risico’s geanalyseerd en gewaardeerd met behulp van risicomatrices, die onder andere betrekking hebben op milieubelasting, veiligheid, afnameverplich-ting en reparatiekosten, inclusief gevolgkosten.Op die manier was per segment vast te stellen hoe hoog het risico is als de leiding defect raakt. Een leiding met een hoog risico kan nu nauwkeurig gemonitord worden en misschien wel preventief worden vervangen. Een leidingsegment met een laag risicoprofiel zal niet snel preventief worden vervangen.

Het onderhoudsconcept per leidingsegment is vastgelegd in Power Suite. De beheersmaatregelen die vanuit de risicoanalyse zijn opgesteld, worden in hetzelfde systeem vastgelegd. Het onderhoudsmanagementsysteem Infor EAM wordt gebruikt voor de beheersing van de werkstroom rondom beheer en onderhoud, voor het toepassen van configuratiebeheer en voor het plannen en uitvoeren van het onderhoudsconcept.Daarnaast is een lange termijn asset-planning (LTAP) voor het leidingnet opgesteld. Bontjer: “Hiermee ontstaat een beeld welke vervangingskosten in de aankomende 100 jaar op ons af komen. Uit de LTAP blijkt dat de vervangingskosten de aankomende jaren verder zullen stijgen. Vanaf 2029 zal jaarlijks gemiddeld zo’n 3 miljoen euro moeten worden uitgetrokken voor vervanging van transportleidingen. Maar door het onderbrengen van de leidingen in het onderhoudsbeheersysteem, kunnen we voortaan nauwkeuriger bepalen waar onderhoud of vervanging noodzakelijk is. Zo kan dit efficiënt gebeuren en worden kosten bespaard.”

Asset management, ofwel hoe ga je slim om met de pompen, riool-gemalen, zuiveringsinstallaties en de andere assets van de water-sector? Totale waarde: 200 miljard euro! Dat is het thema van het najaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Het congres wordt op vrijdag 27 november gehouden in Hilversum.www.waternetwerk.nl

WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL BRENGTRISICO’S LEIDINGNET BETER IN KAART

De nieuwe leiding van Lochem naar Zutphen

Begin oktober is de officiële opening, maar deze zomer maakte onder-zoeksinstituut Deltares bekend dat het eerste onderzoek in de nieuwe Deltagoot succesvol was afgerond. De Deltagoot is een nieuwe onder-zoeksfaciliteit met een lengte van 300 meter, een breedte van vijf meter en betonnen wanden van bijna tien meter hoog. Met een golfschot, dat wordt aangedreven vanuit een machine-gebouw met 1,9 MegaWatt aan elektrisch vermogen, kunnen ruim vier meter hoge golven opgewekt worden.

In de Deltagoot was afgelopen zomer een 11 meter hoge dijk opgebouwd waarop ongeveer 5.000 basaltonzuilen (schaal van 1 : 1,6) geplaatst waren. Deltares onderzocht de exacte sterkte van dit type zetsteen. Andere steensoorten werden eerder in de oude Deltagoot, in de Noordoostpolder, getest. Omdat de nieuwe Deltagoot een stuk dieper is, kan hij 35 procent hogere golven opwekken, waardoor de werkelijkheid nog beter kan worden benaderd.Het experiment was de negende en laatste serie van het ‘Vergelijkend onderzoek zetstenen voor dijken’. In dit project werkten overheid (Rijkswaterstaat, Wetterskip Fryslân, waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa’s, project Afsluitdijk, Projectbureau Zeeweringen), vijf marktpartijen en Deltares samen. In totaal zijn negen stenen van vijf verschillende producenten onderzocht. Basalton®, C-Star®, Hillblock®, Hydroblock®, RONA®ton en Verkalit®, van sommige typen meerdere modellen. Het eindrapport van Deltares is naar verwachting in het najaar klaar.

31WATERTECHNIEKTECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

In een bedrijfshal op het terrein van de rioolwaterzuivering in Glanerbrug (van water-schap Vechtstromen) is sinds vorige maand een locatie beschikbaar, waar bedrijven in Oost-Nederland innovatieve installaties, technologieën en toepassingen op het gebied van water te kunnen testen. Studenten en onderzoekers van Saxion, een hbo-instelling in Apeldoorn, Deventer en Enschede, gaan hier toegepast onderzoek doen naar en met de innovatieve watertechno-logieën.De water-innovatielocatie, gericht op voedingsstoffen, water en energie is een initiatief van Pentair X-Flow, Jotem Waterbehandeling, RoodWitBlauw, Saxion en het waterschap Vechtstromen. Het waterschap beschouwt zichzelf als een ‘natuurlijke partner’ in dit pro-ject omdat het met zijn rioolwaterzuiveringen over locaties beschikt waar grondstoffen (water met voedingsstoffen en energie) beschikbaar zijn.Medio augustus hebben de deelnemende partijen via het tekenen van een huurovereen-komst het startsein gegeven voor het Water Experiment Center Twente, zoals de locatie officieel wordt genoemd.

OOST-NEDERLAND KRIJGT CENTRUM VOOR PROEVEN WATERTECHNOLOGIE

Eerste experimenten met steensoorten voor waterkeringen in de Deltagoot van Deltares in Delft

EERSTE ONDERZOEK IN DELTAGOOT SUCCESVOL

NR9 / SEPTEMBER 2015

Op de Virgin eilanden, een eilandengroep in de Caribische Zee, is deze zomer de eerste duurzame ontziltingsinstallatie van het Nederlandse bedrijf Elemental Water Makers geplaatst. De installatie, die wordt aangedreven door zonne-ener-gie, produceert uit zeewater 12.500 liter zoet water per dag.

Tot voor kort bestonden er nog barrières om duurzame energie in combinatie met ontzilting te gebruiken. “De meest toegepaste ontziltingstechniek, omge-keerde osmose, is ontworpen voor continu gebruik, terwijl duurzame energie van de zon of de wind niet altijd beschikbaar is”, zegt Sid Vollebregt, managing director van Elemental Water Makers. Bestaan-de oplossingen maakten daarom vaak gebruik van batterijen, met hoge kosten tot gevolg. Elemental Water Makers lost dit probleem op door gebruik te maken van de zwaartekracht. “Omgekeerde osmose heeft zeewater onder hogedruk nodig. Via een waterbuffer die op hoogte is geïn-stalleerd, kunnen we het systeem continu van druk voorzien. De benodigde hoogte hebben we vervolgens sterk gereduceerd door de resterende druk in de uitgaande zoutwaterstroom (brijn) te hergebruiken.’’

Elemental Water Makers is een jong bedrijf uit Delft, opgericht in 2012 door twee ingenieurs van de TU Delft en gevestigd in de incubator YES!Delft.Voor een toelichting op het werkings-principe zie ook de website www.elementalwatermakers.com

Een informatieve video iste bekijken door gebruikte maken van de QR-codeof te kijken op www.youtube.com (zoekwoorden: elemental water makers).

NEDERLANDS BEDRIJF LEVERTONTZILTING OP ZONNE-ENERGIE

32

VEILIG DRINKWATEROP EVENEMENTENWaterinstallateur MTD heeft in samenwerking met certificerings-organisatie Kiwa een nieuw onafhankelijk keurmerk Veilig drinkwaterlocatie gepresenteerd. Waterinstallateurs van tijdelijke locaties die voldoen aan de beoordelingsrichtlijn van Kiwa kunnen het keurmerk aanvragen.Op evenementen wordt vaak gratis drinkwater beschikbaar gesteld, maar volgens MTD is niet altijd duidelijk of dit drinkwater is of water voor sanitair gebruik. Vandaar het idee van een keurmerk. Evenementen worden vaak georganiseerd op terreinen zonder infrastruc-tuur. Er zijn veel handelingen nodig om een goede waterinfrastructuur aan te leggen die drinkwater tot het tappunt levert.Kiwa heeft daarom in samenspraak met een daarvoor aangestelde technische adviescom-missie, een beoordelingsrichtlijn opgesteld. Het daarbij behorende keurmerk waarborgt de kwaliteit van de tijdelijke drinkwaterinstallatie door zowel het werkproces van de installateur als de aangelegde waterinfrastructuur te controleren, van begin- tot tappunt.

Het keurmerk ‘Veilig Drinkwater Locatie’ werd deze zomer in Landsmeer gepresenteerd tijdens het festival ‘Welcome to the Future’. Mandy Haakmeester, sustainability manager van het festival (links) en Martien den Blanken, directeur drinkwaterbedrijf PWN (rechts), toosten samen op het ‘Veilig drinkwaterlocatie’ Keurmerk

ENVAQUA, de brancheorganisatie voor milieu- en watertechnologiebedrijven, heeft een nieuw boekje gepubliceerd over de bestrijding van legionella in koel- en proceswater. Ernstige legionellabesmettingen zijn voor ENVAQUA de reden geweest om initiatief te nemen in het voorzien in informatie over risico’s en voorzorgsmaatregelen. Voorbeelden zijn uitbraken van de veteranenziekte in 1999 en dodelijke slachtoffers als gevolg van een vervuilde en besmette koeltoren in Amsterdam in 2006.Middels een overzicht van best practices biedt ENVAQUA een praktische handleiding om de kans op vergelijkbare gevaarlijke situaties te minimaliseren.Het boekje is gratis te downloaden via de website.www.envaqua.nl/legionella

BROCHURE OVER LEGIONELLA KOELTORENS

De Projectoverstijgende Verkenning (POV) voor piping krijgt 4,8 miljoen euro voor het vervolg van de in 2014 gestarte ver-kenningen en voor drie nieuwe verkennin-gen. Het totale budget voor alle verkennin-gen voor de jaren 2014 tot en met 2017 is verhoogd van 8 miljoen naar 10,8 miljoen euro. De POV Piping heeft een looptijd van vier jaar en is onderdeel van het Hoog-waterbeschermingsprogramma.

Een groot deel van de subsidie gaat in 2015 naar de verkenning om verticaal zanddicht geotextiel verder te ontwikkelen tot een geaccepteerde techniek om piping te voorkomen. Ook start de POV dit jaar met nieuwe technieken om het water dat onder dijken door lijkt te sijpelen te onderzoeken op herkomst (gewone kwel of water uit de rivier). Daarnaast vindt onderzoek plaats naar het effect van kort durende water-standsverhogingen (eb en vloed en bij storm) om te bepalen in hoeverre hierdoor gevaar dreigt voor piping.

Piping is een faalmechanisme waarbij water door of onder de dijk stroomt. Als daarbij zand meespoelt, kan de dijk uiteindelijk ondermijnd worden en dreigt een dijkdoorbraak en overstroming. De Projectoverstijgende Verkenning (POV) Piping heeft twee doelen. De eerste is het - op basis van verkenningen - nauwkeuriger in beeld brengen van de omvang van de te verbeteren waterkeringen met piping-problemen. Dit kan door betere toepassing van de rekenregels en door theorie en praktijk dichter bij elkaar te brengen.Het tweede doel is het uitvoeren van verkenningen met nieuwe (innovatieve) maatregelen die het probleem van piping oplossen én haalbaar én efficiënt zijn.

FINANCIERING VOOR VERVOLG LANDELIJKE AANPAK PIPING

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK 33

NR9 / SEPTEMBER 2015

NIEUWE KRAAN SPAART90 PROCENT AAN WATER’

Met een nieuwe technologie zou het mogelijk zijn om bij het handenwassen 90 procent drinkwater te besparen. Dat is de claim van een nieuwe Zwitserse uitving, de Swiss Eco Tap, die in Nederland op de markt wordt gebracht door Mijn Waterfabriek.Bij het handenwassen worden al gauw liters water doelloos door het afvoerputje gespoeld. Met de technologie van de Eco Tap wordt het water sterk verneveld, waardoor er wel voldoende wordt gegeven om handen goed te kunnen wassen, maar tegelijkertijd sterk op watergebruik wordt bespaard. Het water voelt bovendien zacht aan. De besparing zou daar kunnen oplopen tot 150.000 liter water per jaar.De Swiss Eco Tap is na vijf jaar onderzoek op de markt gebracht door de Zwitserse uitvinder Rolf Senti. Het product heeft diverse awards gewonnen, waaronder de 2015 Green Good Design Award. De kraan is inmiddels toegepast bij diverse projecten, waaronder een luchthaven in Roemenië, een overheidsgebouw in België en meerdere locaties in Zwitserland.

Achter de stuw van de Oude IJssel in Doesburg komt een waterkrachtcentrale, die op jaarbasis 1.800 MegaWattuur aan elektriciteit gaat opwekken. Een deel van deze energie wordt benut voor de volledige energievoorziening van het sluizencomplex van het water-schap Rijn en IJssel.Het waterschap, de gemeente Doesburg en het Gelderse bedrijf Deepwater-Energy hebben deze zomer de projectovereenkomst getekend voor de realisatie van de water-krachtcentrale, die zal bestaan uit twee Oryon Watermills van elk 250 kilowatt. De Oryon Watermill is een innovatie van het bedrijf Deepwater-Energy. Na verschillende prototypes en testopstellingen zijn de werking en het rendement aangetoond. De kern van de innovatie is een verticale as met drie wieken waaraan beweegbare la-mellen zitten. Een beetje vergelijkbaar met de werking van een draaideur. De natuurlijke waterstroming drukt de lamellen dicht waardoor de wiek ronddraait. In de as zit een ge-nerator die de beweging omzet in elektriciteit. Op de wal staat een transformator-unit die de elektriciteit reguleert en geschikt maakt voor directe voeding aan het elektriciteitsnet. Het draaideur principe zorgt dat de installatie 100 procent visvriendelijk is. Het rendement is hoog vanwege de waterversnelling van de behuizing en de geavanceerde constructie. De constructie is vooral ook geschikt in langzaam stromend water.

NIEUW TYPE WATERKRACHTCENTRALE OPDEMONSTRATIEPROJECT IN OUDE IJSSEL

Vrijwel alle gemeenten zeggen steeds meer forse maatregelen te nemen om het toenemende aantal zomerse hoosbuien op te vangen. Een derde van de jaarlijkse rioleringsinvesteringen is mede gericht op het voorkomen van problemen door regen. Om de wateroverlast tijdens de zomerse buien te beperken, zorgen gemeenten voor tijdelijke opslag boven de grond en meer afvoercapaciteit onder de grond. Ook bewoners kunnen helpen door hun tuin niet helemaal te verstenen en waterover-last te melden bij de gemeente. Het aantal gemeenten dat bewoners stimuleert of verplicht hun regenwater op eigen terrein te verwerken is in 10 jaar gestegen van 12 naar 32 procent. Dit blijkt uit een onderzoek naar de aanpak van regenwateroverlast onder twee derde van de Nederlandse gemeenten. Uit het onderzoek, uitgevoerd door Stichting RIONED, blijkt dat gemeenten verschillen-de en steeds meer maatregelen nemen. Veelvoorkomende aanpassingen zijn de aanleg van aparte regenwaterriolen, tijdelijke waterberging in het groen en op straat, weghalen van obstakels – zoals verkeersdrempels – die de afstroming belemmeren en extra kolkenreiniging. Gemeenten treffen steeds vaker ook maat-regelen in het straatprofiel en in het groen. De straat en groenvoorzieningen kunnen veel regenwater even opslaan als het riool-stelsel maximaal is belast. De aanpak richt zich vooral op het voorkomen van schade, zoals water dat gebouwen inloopt. Het onderzoek is gehouden in de maanden mei en juni. 278 gemeenten hebben eraan deelgenomen; zij hebben samen 12,9 mil-joen inwoners.

MINDER STEEN, MEER AFVOEREN BEWUST WATER OP STRAAT

iStockphoto

34

MEST!GOED VOOR HET LAND,SLECHT VOOR HET WATER

Tekst Dorine van Kesteren | Beeld iStockphoto

A

35ACHTERGROND

est bevat onmisbare voedingsstoffen voor gewassen, maar te veel mest is slecht voor het milieu. En in Nederland hebben we een overvloed aan mest. De meststoffen die de gewassen niet opnemen, komen in de bodem terecht. Als die dit niet meer kan verwerken, sijpelen grote hoeveelheden fosfaat en stikstof door naar het grond- en oppervlaktewater. Het gevolg is een explosie-

ve groei van algen en kroos, die zuurstof ontnemen aan het water, waardoor veel plant- en diersoorten verdwijnen.

De overheid wil de negatieve gevolgen van al die mest voor het milieu zoveel mogelijk beperken. Het Nederlandse mestbeleid, dat is gebaseerd op de Europese Nitraatrichtlijn, kent een stelsel van wettelijke gebruiksnormen. Deze schrijven per bodem en gewassoort voor hoeveel stikstof en fosfaat uit dierlijke en kunstmest boeren maximaal op het land mogen brengen. Daarnaast zijn veehouders die meer mest produceren dan ze mogen uitrijden, ver-plicht om een deel van die mest te laten verwerken en exporteren (zie kader Van afval naar waardevolle grondstof). Brussel heeft ook nog een overkoepelend mestplafond opgelegd. De Nitraatrichtlijn bepaalt dat veehouders niet meer dierlijke mest mogen uitrijden dan overeenkomt met 170 kilo stikstof per hectare. Ons land heeft daarvan een ontheffing gekregen: voorlopig mogen de Nederlandse boeren nog 250 kilo stikstof per hectare aan dierlijke mest op het land brengen. Aan die versoepeling verbond Brussel echter wel de voorwaarde dat de totale mestproductie – zowel van fosfaat als stikstof – nooit meer boven het niveau van 2002 mag komen.

KADERRICHTLIJN WATEROndanks alle inspanningen op het gebied van de Nitraatrichtlijn, slagen we er vooralsnog niet in om te voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is de waterkwaliteit sinds de jaren zeventig weliswaar sub-stantieel verbeterd, maar voldoet op dit moment nog maar 45 procent van de Nederlandse waterlichamen aan de KRW-normen voor stikstof en fosfor. Deze stoffen – nutriënten – zijn vooral afkomstig uit de landbouw: in 2027 komt naar verwachting 75 procent van de totale nutriëntenbelasting via landbouwgronden in de regionale wateren. “De conclusie is dat Nederland met de huidige bemestingsnormen de doelen van de KRW >

MMinder dan de helft van de Nederlandse wateren voldoet aan de Europese normen voor stikstof en fosfaat. Vooral in de regionale wateren worden de ecologische normen overschreden. De grootste boosdoener? Mest!

A

NR9 / SEPTEMBER 2015

De mestproductiecijfers van 2014 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat we op overschrijding van het Brusselse mestplafond afkoersen

36

niet overal kan halen”, zegt Hans van Grinsven van het PBL. Volgens Oene Oenema, hoogleraar nutriëntenmanagement en bodemvruchtbaarheid aan de Wageningen Universiteit, komt de overschrijding van de KRW-normen echter niet alleen door het mestgebruik. “Vooral in West-Nederland komen er relatief fosfaatrijke sedimenten voor in sloten, kanalen en meren. Die zorgen permanent voor nalevering van fosfaat aan het oppervlaktewater. Het sediment is hier van nature rijk aan fosfaat en bovendien is er in het verle-den veel fosfaathoudend afvalwater in het oppervlaktewater gedumpt.”

AFSCHAFFING MELKQUOTUMHet mestoverschot is nog groter geworden sinds de afschaf-fing van het melkquotum op 1 april. Dit heeft tot een toename van de melkveestapel geleid – en dus van koeienmest. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) verwacht dit jaar een toename van de melkproductie van 20 procent ten opzichte van 2007. “Driekwart van deze groei heeft al in 2012 plaats-gevonden, omdat de melkveehouders anticipeerden op het vrijgeven van de markt. Sindsdien is sprake van een groei-spurt. Tot 2012 waren de melkveehouders in staat om de melkproductie op te voeren zonder meer fosfaat en stikstof te producteren. Dat kwam onder meer door fosfaatarm voer. Helaas is deze trend inmiddels gestopt”, zegt Van Grinsven.

De mestproductiecijfers van 2014 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat we op overschrijding van het Brusselse mestplafond afkoersen. Om te voorkomen dat Nederland zijn ontheffing kwijtraakt, heeft staatssecre-taris Sharon Dijksma van Landbouw onlangs voor elk melk-veebedrijf een maximaal te produceren hoeveelheid fosfaat per jaar vastgesteld. Op die manier moet de melkveesector zich beheersen: hetzij door minder koeien te houden, hetzij door te investeren in fosfaatarm voer. Met de nieuwe regels van Dijksma, die met terugwerkende kracht gelden sinds 2 juli, lijkt het gevaar op overschrijding geweken. Voorlopig althans, aldus Van Grinsven. “Wij zijn nieuwsgierig naar de mestproductiecijfers van 2015. Het is voor alle partijen heel spannend of we boven het mestplafond uit Brussel zitten en of dit voor de Europese Commissie reden zal zijn om in te grijpen.”

EXTRA MAATREGELEN Met de huidige omvang van de veeteelt is het dus niet een-voudig om de doelen van de KRW te halen. Kortgezegd heeft Nederland nu twee opties: de doelen bijstellen of extra maatregelen treffen. Het eerste is gemakkelijker ge-zegd dan gedaan, want ons land moet zich dan uitgebreid verantwoorden bij de Europese Commissie.

Extra maatregelen dan maar? De bemestingsnormen aan-scherpen bijvoorbeeld? Van Grinsven: “Voor de fosfaatnor-men zou dat zeker kunnen. Deze liggen namelijk op veel plekken ruim boven het landbouwkundig advies. Boeren kunnen, met andere woorden, bemesten met minder fosfaat zonder dat dit gevolgen heeft voor de teelt.”

De landbouwsector zal hier echter niet gauw enthousiast voor zijn, aldus Van Grinsven. “Als de boeren minder mest kwijt kunnen op het land, moet er meer worden verwerkt, getransporteerd en geëxporteerd. Dit betekent dat de mestafzetkosten voor alle veehouders zullen stijgen. En een gemiddelde varkenshouder betaalt daar nu al 30.000 euro per jaar aan.” Oenema ziet een ander probleem. “Aanscherping van de fosfaatnorm is op korte termijn niet realistisch, omdat ons land daarvoor te weinig mestverwerkingscapaciteit heeft. In 2014 was er capaciteit voor 34 miljoen kilogram fosfaat, en dat moet zeker naar 40 miljoen kilo.”

SLIM BEMESTENStrengere normen zijn misschien ook helemaal niet nodig, omdat met slim bemesten ook al veel te winnen valt. Hoog-leraar Oenema: “Als je bemest tijdens zware regenval, stroomt een deel van de mest over het land naar het oppervlaktewater. We zijn er inmiddels achter dat dit een van de belangrijkste routes is. Het is dus niet verstandig om te bemesten als er zware neerslag wordt voorspeld. Maar dat is ook weer lastig, want boeren hebben juist geleerd om vlak voor of tijdens een bui te bemesten, omdat er dan minder ammoniakemmissie is. Daarop lag tot nu toe meer het accent dan op nutriëntenbelasting in het oppervlakte-water.”

Het PBL noemt ook de aanleg van peilgestuurde drainage en het zogenoemde uitmijnen als mogelijke oplossingen. Onderzoeker Frank van Gaalen: “Door een goede regeling van het peil zorg je dat meer water wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater via diepere bodemlagen, die nog weinig fosfaat bevatten. Uitmijnen houdt in dat agrariërs zoveel mogelijk fosfaat aan de grond onttrekken door niet meer te bemesten met fosfaat én specifieke gewassen te telen die veel fosfaat aan de bodem onttrekken.”

Verder moet de overheid mestfraude tegengaan. Volgens het CBS bemest een deel van de Nederlandse boeren namelijk boven de gebruiksnormen. Van Grinsven: “Daardoor wordt zowel het grond- als het oppervlaktewater bovenmatig belast. Het is belangrijk dat we onderzoeken in hoeverre er sprake is fraude en wat hiervan de invloed is op de milieu-

37ACHTERGROND

doelen.” Oenema: “Mijn indruk is dat er niet op grote schaal fraude plaatsvindt. De controles zijn ongelooflijk streng, met mestbonnen, mestmonsters en satellietvolgapparatuur voor de wagens die de mest vervoeren. Met dat systeem is niet zomaar te hand te lichten.”

STRENGERE ACTIEPROGRAMMA’SIn 2017 gaat Nederland met Brussel onderhandelen over de nieuwe actieprogramma’s voor de Nitraatrichtlijn. Omdat de doelen van de KRW nu al niet haalbaar zijn en de mestproductie eerder toe- dan afneemt, verwachten Van Grinsven en Van Gaalen dat deze programma’s zomaar strenger kunnen uitvallen dan we nu gewend zijn. In de discussie is het in ieder geval belangrijk om de KRW en de Nitraatrichtlijn in samenhang te beschouwen, vinden zij. “Het is evident dat de landbouw de grootste bron van nutriënten is, dus als je de waterkwaliteit wilt verbete-ren, moet je bij de landbouw zijn. Natuurlijk moeten we ook rekening houden met de belangen van de landbouw als strengere maatregelen aantoonbaar leiden tot lagere gewasopbrengsten. De kunst is om te komen tot een ge-combineerde uitvoering van beide richtlijnen, die zo goed-koop en effectief mogelijk is. Complicerende factor hierbij is

de motie-Van der Vlies uit 2007, die bepaalt dat de uitvoering van de KRW niet mag leiden tot extra lasten voor de land-bouw bovenop het nitraatprogramma. De grote vraag is dus of de politiek dit uitgangspunt wil handhaven.” |

Op donderdag 8 oktober wordt in Utrecht voor de tweede keer een landelijk symposium Waterkwaliteit gehouden. Deze landelijke kennisdag wordt voorbereid door de themagroep Waterkwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Belangrijk onderwerp op het symposium is de Europese Kaderrichtlijn Water. Meer informatie op pagina 17 in de rubriek Waternetwerk en op de website van KNW.www.waternetwerk.nl

NR9 / SEPTEMBER 2015

VAN AFVAL NAAR WAARDEVOLLE GRONDSTOF Korrels, as, mineralenconcentraat, dikke en dunne fractie: de technologische ontwikkelingen in de mestverwerking staan niet stil. Nederland exporteert een groot deel van de nieuwe generatie mestproducten naar het buitenland, zowel binnen als buiten Europa. Het parodoxale is namelijk dat andere landen zitten te springen om wat wij vooral zien als een lastig afvalproduct.

Harry Kager van LTO Nederland: “Dierlijke mest wordt ver-werkt tot steeds hoogwaardiger mestproducten, met ander karakteristieken. Een snellere of juist langzamere werking van stikstof bijvoorbeeld. Boeren kunnen daardoor veel speci-fieker bemesten. Dat is niet alleen gunstig voor de afnemers

in het buitenland, maar ook voor Nederlandse boeren, die te maken hebben met strenge bemestingsnormen.”

Een van de uitdagingen is nu om de verwerking van varkens-mest economisch rendabel te maken. Door de afschaffing van het melkquotum komt er momenteel meer rundermest op de markt. Deze mest heeft ook de voorkeur van de akkerbouwers in Nederland, omdat deze relatief minder fosfaat bevat. Aangezien varkensmest voor 90 procent uit vocht bestaat en alleen de vaste fractie interessant is voor de export, kost de verwerking ervan nu nog veel tijd en geld. Iets anders is dat de internationale afzetmarkt nog vrij klein is, omdat varkens in veel landen als onrein worden gezien. Kager: “Tegelijk is het hogere fosfaatgehalte in varkensmest juist weer gunstig voor de exportmogelijkheden.”

Hoe geavanceerder en succesvoller de mestverwerking in Nederland, hoe groter de kans dat Brussel uiteindelijk het mestplafond zal loslaten, verwacht Kager. “Met een goede, duurzame verwerking maakt het niet uit hoeveel mest er in totaal in Nederland wordt geproduceerd, omdat dan ook het meerdere boven de gebruiksnormen een goede bestemming krijgt.”

Waterkwaliteit II8 oktober 2015 - Utrecht

SYMPOSIUM

WaterkwaliteitOP DE KAART Landelijk symposium over de

gehele breedte van waterkwaliteitII

Nieuwe ammonium analyser

voor AWZI / RWZI

Liquiline System CA80AM: eenvoudig en betrouwbaarEindelijk: een eenvoudige online ammonium analyser voor uw afvalwater-zuivering die meet volgens dezelfde ISO-norm als uw kuvettentest.• Het verschil met de kuvettentest? Een keramisch filtratiesysteem dat

altijd kraakhelder filtraat levert.• Maximaal zelfreinigend effect door pendelende kettingmontage.• Onderhoudsvriendelijk, slechts eens per kwartaal heeft het systeem

onderhoud nodig.

Ook andere afvalwatersensoren aan te sluiten Ammonium is één belangrijke kwaliteitsparameter die met de Liquiline System CA80AM gemeten wordt, maar er kunnen eenvoudig ook andere Memosens analysesensoren op worden aangesloten.

Door ook deze parameters te meten kan uw biologische afvalwaterzuivering optimaal aangestuurd worden.

Voor meer informatie: www.nl.endress.com/liquiline_ca80am

Endress+Hauser BVPostbus 51021410 AC Naarden

Tel: (035) 695 86 [email protected]

Liquiline System CA80AM: colorimetrische ammonium analyser met mogelijkheid voor additionele Memosens AWZI sensoren

Keramisch filtratiesysteem zorgt voor kraakhelder filtraat

MC2

015-

009

• grondwaterstandenenoverstortgegevensperFTP,emailensms

• tot5sensorenpermodem(alleengrondwaterversie)

• realtimeluchtdrukgecompenseerddusgeenextrabarosensorennodig

• batterijlevensduur10jaar@1metingperuuren1dataoverdrachtperdag

• opafstandherprogrammeerbaar

• dataopslaginuweigenbeheeropbasisvanSQLdatabase

• alarmeerfunctie

• diverseconversies,o.a.naarstijghoogte(NAP)enoverstort

• volautomatischeofhandmatigeexportnaarDelftFEWS,Hydras,CSVetc

KELLER GSM2 modemlogger, life can be so simple...KELLERMeettechniekBVPostbus592810ABREEUWIJK

Tel+31182399840Fax+31182399841

[email protected]

&&&&grondwaterstanden

•• grondwaterstandengrondwaterstanden

&overstortgegevens

HOOG WATER

Watertorens: er werden er 260 gebouwd om druk te houden op het leidingnet en altijd te beschikken over schoon drinkwater. Ze hebben nu meestal een andere bestem-ming. In de achtste aflevering van deze serie: de watertoren van Paleis Soestdijk.

VROEGERHet is een ronde, stompe en relatief kleine toren. De begane grond is groot genoeg om een paard rondjes te laten lopen. Dat is ook precies wat ooit gebeurde in deze watertoren bij Paleis Soestdijk. Het is de oudste water-toren van Nederland; deze dateert van ver voor de industrialisering.In 1674 werd het landgoed Soestdijk, ge-legen aan de rand van de Baarnse bossen, aangekocht door stadhouder Willem III. Hij investeerde veel in het verfraaien van de tuinen en het aanleggen van fonteinen. Om deze te laten werken was een hoger gelegen waterreservoir noodzakelijk. Willem Meester kreeg opdracht een wind-watermolen te ontwikkelen. Dat werd een rond reservoir van baksteen met een plat dak en er bovenop een windmolen met zes wieken. Was er te weinig wind, dan werd de molen aangedreven door een paard (rosmo-len). Een architect beschreef de techniek als volgt: “Het water wordt met pompen gedre-ven naar twee pijpen van lood tot boven in het loden reservoir, van daar valt het door twee andere pijpen naar beneden en wordt het naar de tuin geleid.” In de toren werd ook graan gemalen. In 1882 werd de rosmolen vervangen door een stoommachine.

NUDe watertoren van Soestdijk is een Rijks-monument. Van de oude installaties is niets meer over. In de watertoren was lange tijd een souvenirwinkeltje gevestigd. Nu heeft het gebouw een flexibele bestemming. Soms, zoals deze zomer, wordt het gebruikt door een beeldend kunstenaar.

SOESTDIJK

Tekst en fotografie Roel Smit

39

GEBOUWD: 1680HOOGTE: 10 METERINHOUD: 60 M3

HOOGTE: 10M

<>

NR9 / SEPTEMBER 2015

De chemische fabriek Dow, nu nog deels afhankelijk van zoet water uit de Biesbosch, wil daar uiteindelijk helemaal vanaf. Alleen lokaal water gebruiken is het doel. Via hergebruik van gereinigd afvalwater van zowel Dow zelf als van de gemeente Terneuzen is het gebruik al sterk verminderd. Een volgende stap is benutting van drie brakke waterstromen die nu nog worden geloosd. In een pilot onderzoekt Dow samen met Evides Industriewater en andere partners deze optie. Het project is één van de demoprojecten binnen het Europese E4Water-project (zie kader E4Water: beter waterbeheer in Europese chemische industrie).

MILDE ONTZILTINGDe pilot in Terneuzen draait om ‘milde ontzilting’. Doel is de ontwikkeling van een installatie voor beperkte zoutverwijdering, zodanig dat de kwaliteit juist goed genoeg is voor industriële toepassing bij een lage kostprijs (hooguit 40 eurocent per kubieke meter water). De installatie moet bruikbaar koeltorenwater opleveren.De drie brakke waterstromen zijn: het gereinigde water van de afvalwaterzuivering van Dow (‘bioxwater’), opgevangen regenwater (‘spuikomwater’) en water dat gebruikt is in koeltorens (‘koeltorenspuiwater’).

Het bioxwater is het schoonst en is vaak direct bruikbaar; slechts 20 procent van deze water-stroom is te zout (chloride, sulfaat). Het regenwater komt uit een vergaarbekken (spuikom) op het Dow-terrein. Het is brak vanwege de zoute invloed van het grondwater en het kan algengroei vertonen, wat kan leiden tot verstoppingen in installaties. Het koeltorenspuiwater is afkomstig van Dow zelf en van de nabijgelegen ELSTA-warmtekrachtcentrale van Delta en Essent. Dit water is behoorlijk brak en het bevat verschillende organische stoffen. Die zijn toegevoegd om koeltorenleidingen schoon te houden: ze gaan groei van bacteriën en algen tegen en voorkomen de vorming van ketelsteen en roest. Dat de concentraties zo hoog zijn komt vooral doordat water in de koeltorens voor een groot deel verdampt (koeling).

In Zeeuws-Vlaanderen is zoet water schaars. De chemische fabriek van Dow in Terneuzen gebruikt veel zoet water, en is daarvoor deels afhankelijk van de aan-voer uit de Biesbosch. Daarom wil het bedrijf brakke waterstromen van het eigen complex gaan zuiveren door ‘milde ontzilting’, om het te kunnen gebrui-ken als industriewater. Daarvoor bestaan echter verschillende opties.

40

Twee kandidaten voor de ontziltingstechnieken in de pilot bij Dow: electrodialysis reversal (links) en nanofiltratie (rechts)

BRAKKE WATERSTROMEN:NIET LOZEN MAAR ONTZILTEN

INDUSTRIE& WATER

THEMA

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

SAMENVATTING

Met zes pilotprojecten in heel Europa werkt E4Water aan een nieuwe norm voor waterbeheer binnen de Europese chemische industrie. De pilot bij Evides/Dow in Terneuzen richt zich op een milde en kosteneffec-tieve ontzilting van lokaal beschikbaar brak water voor hergebruik in de industrie. De eerste resultaten met nanofiltratie en electrodialysis reversal zijn veelbelovend en laten zien dat ook water van mindere kwaliteit bruikbaar is als grondstof voor industriewater.

E4WATER: BETER WATERBEHEER IN EUROPESE CHEMISCHE INDUSTRIEEfficiënt, economisch, ecologisch waterbeheer in de Europese chemische industrie. Dat is het doel van het E4Waterproject, een initiatief van een aantal grote chemi-sche bedrijven, in samenwerking met waterleveranciers, onderzoeksinstituten en universiteiten. De begroting is 19 miljoen euro (ruim de helft EU-subsidie). Doel is het ontwikkelen van een nieuwe standaard voor duurzaam en energie-efficiënt waterbeheer in de chemische industrie. Behalve de pilot in Terneuzen zijn er nog vijf demonstratie-projecten in vijf landen. Ze gaan over duurzame productie van proceswater, verminderen van drinkwatergebruik, hergebruik van zoute afvalwaterstromen en sluiting van de waterkringloop op bedrijven. In een bijzonder project in Denemarken worden uit algen die groeien op industrieel afvalwater waardevolle industriële grondstoffen geoogst.

VIER JAAR TESTENDe pilot is gestart in 2012 en loopt tot 2016. De installatie bestaat uit een voorzuivering en twee kandidaten voor milde ontzilting, nanofiltratie en electrodialysis reversal (EDR). Het doel is om te komen tot een terugwinning van bruikbaar water van 60 à 70 procent. De zoute reststroom wordt op de Westerschelde geloosd.Bij nanofiltratie wordt water onder druk door een membraan geperst, waarbij zouten en grotere moleculen achterblijven. Electrodialysis reversal is een relatief nieuwe techniek waar-mee onder invloed van een potentiaalverschil ionen via selectieve membranen verwijderd worden. EDR verwijdert vooral zouten.Bij verschillende waterstromen en twee ontzoutingstech-nieken is een robuuste voorzuivering nodig. Omdat vooral het koeltorenspuiwater veel organische stoffen bevat, is gekozen voor voorzuivering door coagulatie en sedimentatie (de organische stoffen vlokken uit en bezinken door toevoe-ging van ijzerchloride), gevolgd door ultrafiltratie.

VOORLOPIGE RESULTATENTot op heden zijn de drie stromen gescheiden gezuiverd. De nanofiltratiestap was moeilijk stabiel te krijgen. De membranen raakten vervuild, vooral met organische stoffen uit het koeltorenspuiwater. Ondanks alle problemen voldoet de waterkwaliteit na nanofiltratie aan alle eisen. De terugwinning (‘recovery’) was voor koeltorenspuiwater 58 procent, voor spuikom- en bioxwater 75 procent.

Ook bij EDR voldoet het teruggewonnen water uit biox- en spuikomwater aan de gestelde eisen, bij een hogere terug-winning (85 procent). Voor het koeltorenspuiwater is een stabiele bedrijfsvoering met EDR mogelijk bij een recovery van 70 procent, maar ook hier raken de membranen vervuild doordat organische stoffen onvoldoende worden verwijderd.

HET VERVOLGEen jaar voor de afronding is er als we de twee opties ver-gelijken nog geen duidelijke ‘winnaar’. Bij milde ontzilting met EDR zijn organische stoffen een probleem, bij nanofil-tratie de stabiliteit. In aanvullend onderzoek wordt gekeken of een betere verwijdering van organische stof mogelijk is met een voorzuivering middels een zuiveringsmoeras en/of zandfiltratie. Stabiele nanofiltratie wordt onder meer verder onderzocht door de verschillende waterstromen te mengen en gezamenlijk te behandelen.In de eindfase van het project wordt een eerste stap gezet richting opschaling met realistische duurtesten van de installaties. Dat moet leiden tot een full-scale ontwerp in-clusief berekening van de investerings- en exploitatiekosten.

Niels Groot (Dow)Wilbert van den Broek Jorg TrampéEva Koper (Evides Industriewater)Tessa Steenbakker (HZ University of Applied Sciences)

41

Een meer uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op H2O-Online: www.vakbladh2o.nl

NR9 / SEPTEMBER 2015

42

Sinds enkele jaren werken de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken samen aan de Structuurvisie Ondergrond (gepland voor 2016). Die moet duidelijk maken hoe bijvoorbeeld mijnbouw (inclusief olie- en gaswinning) en drinkwaterwinning zich moeten gaan verhouden.Schoon en zoet grondwater is niet overal beschikbaar. Zo is het grondwater in West-Neder-land brak. Daarnaast is er de invloed van bijvoorbeeld nitraat en bestrijdingsmiddelen uit de landbouw, oude bodemverontreinigingen en nieuwe stoffen als geneesmiddelen. Het zuive-ren van vervuild grondwater is moeilijk en vaak duur. Het RIVM onderzocht in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu de grondwaterreserves in Nederland.

DRINKWATERVRAAGHet drinkwatergebruik is van 1950 tot 1990 toegenomen van 0,3 naar 1,2 miljard kubieke meter. Sinds 1990 is het beleid gericht op waterbesparing. Er kwam zuinige apparatuur ( toiletten, wasmachines en douches) en consumenten gingen bewuster om met water. Ook in de industrie is fors bespaard. Hierdoor is het gebruik sinds 1990 maar weinig gestegen, ondanks een bevolkingsgroei van bijna twee miljoen.Deze ontwikkeling is de basis voor het eerste toekomstscenario van dit onderzoek. In dit ‘trendscenario’ blijft de drinkwatervraag tussen 2010 en 2040 gematigd stijgen, een groei van circa 3 procent over de gehele periode.Daarnaast zijn een minimum- en maximumscenario ontleend aan de studie Welvaart en Leefomgeving uit 2006 (Centraal Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving). In het maximumscenario (Global Economy) groeit de drinkwatervraag met 30 procent, in het mini-mumscenario (Regional Communities) daalt hij met circa 15 procent.

Uitgaande van de verwachte capaciteit van de huidige winningen in 2040, is er bij het mini-mumscenario landelijk gezien een reserve van ruim 200 miljoen kubieke meter per jaar; er is reserve in alle voorzieningsgebieden. In het trendscenario is er een kleine reserve en die is niet evenwichtig verdeeld: bij sommige bedrijven zijn er tekorten, andere hebben een over-schot. In het maximumscenario is er in 2040 een tekort van bijna 300 miljoen kubieke meter per jaar, met tekorten bij alle bedrijven.

KANSRIJKE GRONDWATERVOORRADENWaar zitten nog grondwatervoorraden die in potentie geschikt zijn voor de productie van drinkwater? De (digitale) zoektocht naar strategische grondwatervoorraden ging in drie stap-pen. Allereerst zijn watervoerende pakketten geselecteerd waaruit het water gemakkelijk kan worden opgepompt. Een tweede eis is dat het grondwater zoet moet zijn. Omdat er geen landelijk overzicht is van het grensvlak tussen zoet en brak grondwater, is gebruik

In Nederland komt ongeveer 60 procent van het drinkwater uit de bodem. Het wordt echter steeds drukker in de onder-grond, vanwege bijvoorbeeld benutting van aardwarmte en zoutwinning. Beleid voor de ondergrond is in de maak, het RIVM onderzocht het belang van de Nederlandse bodem voor de drink-watervoorziening.

IS ER IN 2040 GENOEG GRONDWATER VOOR DE DRINKWATERVOORZIENING?

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

gemaakt van het brak-zoutgrensvlak gebaseerd op een chloridegehalte van 1.000 milligram per liter. Hierdoor zijn dus ook gebieden met brak grondwater geselecteerd. En ten derde: het water moet schoon zijn. Omdat grondwater ouder dan zestig jaar vrijwel nooit vervuild is, hebben we dit als ‘ leeftijdscriterium’ gehanteerd.

Op de kaart bij dit artikel duidt de kleur blauw op de aan-wezigheid van minstens 25 meter aan winbaar grondwater: dit betreft de totale dikte aan brak of zoet grondwater in één of meer watervoerende bodemlagen ouder dan zestig jaar. Hoe blauwer, hoe meer water. In het witte gebied voldoen één of meer watervoerende bodemlagen niet aan de criteria, ofwel de totale dikte aan geschikt grondwater is minder dan 25 meter. Witte gebieden liggen in het westen van het land waar het grondwater zout is, en in oostelijk Gelderland en Overijssel waar zoutlagen in de bodem zitten.

TOETSING IN DE REGIOIn drie regionale werksessies bleek dat het grondwater in de Haarlemmermeer, in het kustgebied van Groningen en in de Noordoostpolder, hoewel blauw op de kaart, in werkelijkheid te zout zal zijn. Dit komt doordat ook brak grondwater is

meegenomen. Oost-Overijssel is een ander geval. Dat is als ‘niet kansrijk’ uit de analyse gekomen, terwijl daar nu drinkwaterwinningen zitten. Dit zijn kleine winningen in dunne watervoerende pakketten die rendabel zijn vanwege de korte afstand tot het distributiegebied.

ENORME RESERVE?De kaart suggereert dat Nederland een enorme grondwater-reserve voor de drinkwatervoorziening heeft. Daarbij past een aantal kanttekeningen: ten eerste is dit overzicht een eerste verkenning waarbij ook brak water is meegenomen. Ook ontbreekt een landelijk overzicht van de haalbaarheid van daadwerkelijke winning ter plekke. Daarvoor is lokaal onderzoek nodig. Bovendien gaat het hier alleen om de rol van grondwater bij het oplossen van de voorspelde tekor-ten, terwijl ook andere oplossingen mogelijk zijn, zoals extra waterbesparing en extra inzet van oppervlaktewater.

Uiteindelijk moet deze informatie in de Structuurvisie Onder-grond gaan meewegen in relatie tot andere bodembelangen. Doel is een duurzame drinkwatervoorziening volgens de principes van de Europese Kaderrichtlijn Water: geen achteruitgang van de kwaliteit van het grondwater en drink-waterproductie met een zo eenvoudig mogelijke zuivering.

Monique van der Aa,Ben TangenaSusanne WuijtsTon de Nijs(RIVM)

43

NR9 / SEPTEMBER 2015

SAMENVATTING

Als de huidige lichte stijging in het drinkwatergebruik zich doorzet, kan Nederland in 2040 voorzien in de drinkwaterbehoefte. Bij een hogere vraag zijn maatregelen nodig. Dit blijkt uit berekeningen van het RIVM, waarbij drie scenario’s voor de behoefte aan drinkwater in 2040 zijn doorgerekend en vergeleken met de productiecapaciteit. Daarnaast is in beeld gebracht waar zich in Nederland grondwatervoorraden bevinden die in potentie geschikt zijn voor de productie van drinkwater. De scenario’s zijn uitgewerkt ten behoeve van de Structuurvisie Ondergrond.

Een meer uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op H2O-Online: www.vakbladh2o.nl

Op deze kaart wijst de kleur blauw op minstens 25 meter aan winbaar grondwater: dit betreft de totale dikte aan brak of zoet grondwater in één of meer watervoerende bodemlagen ouder dan zestig jaar. Hoe blauwer, hoe meer water

44

Nederlandse water-schappen beheren al eeuwenlang het grasland op onze dijken. Het belangrijkste doel daarbij is veiligheid. Daarom moeten ze zo erosiebestendig mogelijk zijn. Daarnaast hebben de dijken ook een recreatieve en ecologische functie, waar de dijkbeheerder rekening mee moet houden. Welke beheer-methode is het meest geschikt?

DIJKBEHEER BLIJFT MAATWERK

VEEL PLANTENSOORTEN,EEN DICHT WORTELNET?

In de tweede helft van de vorige eeuw dreigde de unieke Nederlandse dijkenflora verloren te gaan door te intensief beheer met bemesting en zware beweiding. Verschillende studies in de jaren tachtig toonden aan dat veel verschillende soorten gras in combinatie met de juiste kleikwaliteit een erosiebestendige grasmat opleverden.Waterschappen gingen de dijken onderhouden met maaien en afvoeren of met (extensieve) beweiding, omdat dat de grootste soortenrijkdom opleverde. Die beheermethode werd het uitgangspunt voor het Voorschrift Toetsen op Veiligheid (VTV2006). Nieuwe proeven in het kader van het programma Wettelijk toetsinstrumentarium 2017 (Wti2017, de opvolger van VTV2006) laten echter zien dat de aanwezigheid van een dicht wortelnet doorslaggevend is voor de weerstand tegen erosie.

UITEENLOPENDE FACTORENDiverse waterschappen bevestigen dat extensief onderhoud van de dijken zorgt voor meer soorten gras en planten. Zo laat het monitoringsprogramma van het waterschap Rivieren-land in proefvakken zien dat de soortenrijkdom een gestage groei vertoont tot wel 65 soorten. Hieruit blijkt dat de gangbare onderhoudsvormen vruchten afwerpen. Maar hoe de vegetatie op de waterkeringen zich ontwikkelt hangt af van veel factoren, zoals de ligging van de dijk, hoe steil de helling is en de samenstelling van de bodem. Ook spelen het onderhoud van de dijk, de ouderdom en hoe de aangrenzende grond wordt gebruikt een rol. Het blijkt lastig eenduidige relaties te leggen tussen al deze factoren en de soortenrijkdom. Wel zijn dominante factoren gevonden, namelijk het stikstofgehalte, het lutumgehalte en de positie ten opzichte van de zon. Op zandige klei is de grootste variatie aan soorten te zien,

iStockphoto

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

maar dat komt relatief weinig voor in het beheergebied. Lutumrijkere grondsoorten beperken het aantal soorten in een groot deel van het areaal.

DICHT WORTELNETDe golfoverslag- en golfoploopproeven die in het kader van het WTi 2017 zijn uitgevoerd, laten zien dat soortenrijkdom niet de enige sleutel tot succes is. Uit die proeven blijkt dat hoe dichter de vegetatie is die zorgt voor een dicht wortel-net, hoe groter de hoeveelheid water is die een dijk aankan door golfoploop en golfoverslag. Sinds deze bevinding is de dichtheid van het wortelnet in het kader van de landelijke toetsing op veiligheid doorslaggevend. Vanuit het oogpunt van waterveiligheid worden er geen eisen meer gesteld aan de soortenrijkdom van de grasbekleding. Maar die soorten-rijkdom is wel van belang voor de flora en fauna.

KANTTEKENINGEN BIJ NIEUW ONDERZOEKRecent onderzoek van Frank Berendse (Wageningen UR) lijkt opnieuw verband aan te tonen tussen soortenrijkdom en erosiebestendigheid. Zijn proefopstellingen met acht soorten zijn erosiebestendiger dan die met één of twee. De praktijk op dijken wijkt op een aantal punten echter sterk af van de opzet van het onderzoek van Berendse. Zijn onderzoek beslaat een periode van drie jaar, waarbij hij in het derde jaar de erosiebestendigheid test. Maar op dijken bevindt de grasmat zich in de eerste vier jaar na aanleg nog in de ontwikkelfase en is minder of zelfs onvoldoende erosiebestendig. Berendse e.a. werkten met een maximum van acht soorten. Dat staat niet in verhouding tot het aantal soorten op de Nederlandse dijken. Ook gaan Berendse e.a. uit van bodemerosie ten gevolge van regen. Dat is een vol-strekt ander type hydraulische belasting dan golfoverslag, waar hun onderzoek een relatie mee legt. Het onderzoek van Berendse e.a. komt tot een aantal interessante conclusies, die relevant zijn voor mondiale problemen op hellingen. Maar daarmee kan nog niet meteen een relatie worden gelegd met de situatie op de Nederlandse dijken.

MAATWERK IN ONDERHOUDWaar moeten waterkeringsbeheerders naar streven, als de hoeveelheid soorten afhankelijk is van uiteenlopende factoren en niet de maatgevende factor blijkt te zijn voor erosiebestendigheid? Het antwoord is maatwerk. Soms zorgt bijvoorbeeld het lutumgehalte in de grond ervoor dat een grote soortenrijkdom een droom blijft. Dan is een goed wortelnet het uitgangspunt.

Bij schrale taluds ligt dat anders. Jarenlang maaien en afvoeren op schrale dijktaluds kan leiden tot een uiterst soortenrijke grasbekleding. Maar door afvoer van nutriënten ontstaat het risico dat die grasbekleding te open wordt. Dan kan de dichtheid van het wortelnet een aandachtspunt worden. Waterschap Rijn en IJssel doet onderzoek naar de mogelijkheden om op dat soort ‘verarmde’ dijken het nutriëntengehalte in balans te brengen voor een vegetatie-type dat wel stand kan houden en naar praktische richtlijnen om een open graszode te voorkomen. Als beheerder kun je in schrale omstandigheden bijvoorbeeld de eerste maai-beurt fasegewijs overslaan. Dit variabel maaien biedt extra kansen voor de fauna.

Jaap Bronsveld (Waterschap Rivierland)Margriet Kleiman (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)Leonard Post (Waterschap Rijn en IJssel)André van Hoven (Deltares)Astrid Labrujere(Rijkswaterstaat)

45

NR9 / SEPTEMBER 2015

SAMENVATTING

Op veel dijken in Nederland komt een grote soorten-rijkdom van gras en planten voor als gevolg van jarenlang bestendig beheer. Dat gaat erosie tegen en zorgt daardoor voor veilige dijken. Volgens de nieuwste inzichten is een dicht wortelnet echter nog erosie-bestendiger. Toch moeten de waterschappen – waar mogelijk – blijven streven naar een grote soortenrijk-dom, omdat dit goed is voor de flora en fauna. Niet elke locatie is hiervoor geschikt. Daarom vraagt dijkbeheer om maatwerk in onderhoud.

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op H2O-Online: www.vakbladh2o.nl

46

METEN AAN EEN PROBLEMATISCHE OVERSTORTOnderzoek aan het gemengd riool van Enschede bevestigt opnieuw dat riolering en afvalwaterzuivering tezamen één systeem vormen. Als zodanig moet het ook beoordeeld worden. Om het functioneren van de waterketen en van het ontvangende watersysteem goed te kunnen beoordelen, zijn integrale metingen in specifieke situaties noodzakelijk. Alleen dan komen de meest doelmatige en kosteneffectieve maatregelen in beeld.Gertie Schmidt (waterschap Vechtstromen)

PILOT SOORTRESPONSIES WATERSCHAP RIVIERENLAND EN HOOGHEEMRAAD-SCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIERSoortresponsies geven informatie over het voorkomen van een soort in relatie tot de milieuomstandigheden. Ze kunnen worden afgeleid uit monitoringsdata. Met behulp van responsies kunnen milieu-omstandigheden worden afgeleid uit de aanwezige soorten (milieu-indicatie) of kan de geschiktheid van het milieu voor (doel)soorten worden beoordeeldNico Jaarsma (Nico Jaarsma Aquatische eco-logie en Fotografie), Ronald Gylstra (waterschap Rivierenland), Gert van Ee (hoogheemraad-schap Hollands Noorderkwartier), Gerben van Geest (Stowa)

VISPASSAGE VIERLINGSBEEK, MEER DAN ALLEEN VEEL VISDe watermolen bij Vierlingsbeek was een barrière voor vissen. Het ontwerp voor een vispassage had met veel factoren rekening te houden: een cultuurhistorisch waarde-volle watermolen die energie opwekt en daarvoor een constant debiet nodig heeft, waterstandfluctuaties benedenstrooms (Maas) en een grote variatie in debiet van de beek zelf. Een complexe opgave.Mark Kerkhoff, Johnny van Keulen, Bart Brugmans (waterschap Aa en Maas), Timo Worm, Tim Puts (Witteveen+Bos)

NUT EN NOODZAAK VAN EEN WATERSLAGANALYSEWaterslag is een drukgolf die onbedoeld en kortstondig optreedt in een leiding-systeem, bijvoorbeeld doordat een pomp uitvalt of door een snel sluitende afsluiter. Lekkages, leidingbreuken of besmetting van het schone water kunnen het gevolg zijn. Dit artikel bepleit meer aandacht voor dit verschijnsel en illustreert nut en nood-zaak van goede analyses. Leon Mecksenaar (Royal HaskoningDHV), Eric Eijpelaer, Jac Gommeren (Brabant Water) ‘KRW-DOELEN’ VOOR DE OVERIGE WATEREN IN NOORD-BRABANT: EEN PRAGMATISCHE UITWERKINGCirca 90 procent van het oppervlakte water in de provincie Noord-Brabant is niet aangewezen als KRW-waterlichaam. Voor deze (niet KRW-)wateren zijn doelstel-lingen afgeleid in ‘KRW-taal’. Dit artikel beschrijft het traject dat de provincie en de vier Brabantse waterschappen hierbij samen hebben doorlopen en de lessen die ervan zijn geleerd. Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Matthijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie Noord-Brabant), Arnold Wielinga (Royal HaskoningDHV)

KRW-DOELAFLEIDING: VAN EEN PLURIFORM VERLEDEN NAAR EEN UNIFORM HEDEN Waterbeheerders zijn tot op zekere hoogte vrij hun eigen gebiedsgerichte KRW- doelen af te leiden. Dit kan op verschil-lende manieren, vooral als het gaat om het verdisconteren van het ecologisch effect van maatregelen. Ecologische sleutel factoren kunnen de uniformiteit verbeteren.Fiona Segers (Waterschapstalentprogramma), Gert van Ee (hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), Bas van der Wal (Stowa)

AANPASSING VAN KRW-DOELEN VOOR WATERLICHAMEN BIJ HOLLANDS NOORDERKWARTIERIn het gebied van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier staat de achter-grondbelasting met fosfor in de helft van de onderzochte waterlichamen het halen van de KRW-doelstellingen in de weg. Voor deze waterlichamen zijn de KRW-doelen voor fosfor aangepast en daarmee tevens de doelen voor de bijbehorende ecologie. Gert van Ee (hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), Nico Jaarsma (Nico Jaarsma Aquatische ecologie en Fotografie), Martin Meirink (hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)

NUTRIËNTEN: BRONNENANALYSE EN AFLEIDING VAN ACHTERGROND-CONCENTRATIES ALS BASIS VOOR HET BIJSTELLEN VAN KRW-DOELENIn veel regionale wateren belemmeren nutriënten het halen van de KRW-doelen. Hoe hoog is de achtergrondbelasting? Hoogheemraadschap Hollands Noorder-kwartier heeft dit per waterlichaam in zijn gebied uitgezocht. Met deze kennis kan het waterschap KRW-doelen onderbouwd bijstellen en bepalen waar welke maatre-gelen efficiënt zijn. Peter Schipper en Erwin van Boekel (Alter-ra Wageningen UR), Gert van Ee en Jeroen Hermans (hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)

MEER WETEN? KIJK OP DE

SITE VAN H2O!

VERDER OP H2O-ONLINEWie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter:

@vakbladh2o.

U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen.

Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de auteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via [email protected]

Accelerating the process from product to business

Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Water Alliance wordt medegefinancierd door het Europees fonds voor regionale ontwikkeling en door

het ministerie van EZ, Pieken in de Delta.

Accelerating the process from product to business

Bij DMT Environmental Technology kunnen ze lezen en schrijven met water. Als geen ander zijn ze thuis op het gebied van waterzuivering. Ze leveren kant en klare installaties voor industrieel afvalwater en ontwikkelen watersystemen om waardevolle componenten terug te kunnen winnen. Kenmerken? Waardecreatie voor klanten, Hoge kwaliteit. Kosteneffectief. Geen wonder dat ze genomineerd zijn voor Friese Onderneming van het Jaar. Maar DMT Environmental Technology heeft de ambitie om door te groeien. Directeur Erwin Dirkse: “Ik merk hoe belangrijk daarbij internationale partners zijn.” Kijk, dat is nu precies waar Water Alliance voor is; wij weten de weg binnen de watertechnologie. We weten wat er speelt. Waar ook ter wereld. We weten waar vraag naar is. Waar je specifieke expertise het beste weg kunt zetten. We kennen de kansen en de valkuilen. DMT heeft ervoor gekozen om voortaan vanuit het bruisende hart van de watertechnologie te opereren. Ze heeft een vestiging geopend op de WaterCampus in Leeuwarden om van daaruit de wereld te veroveren. Prima uitvalsbasis.

Genomineerd voor Friese Onder neming van het Jaar. Tijd om de wereld onze expertise te tonen.

1511170-1-WATERALLIANCE_Advertentie_DMT.indd 1 11-05-15 13:06Naamloos-1 1 03-08-15 11:22

LOGISTICON WATER TREATMENTDÉ SPECIALIST IN WATERBEHANDELING!

Condensaat polishing

Koe

lwat

er

Logisticon Water Treatment b.v.+31 (0)184 - 60 82 60www.logisticon.com

Afv

alw

ater

Drinkwater

Logisticon Water Treatment b.v.+31 (0)184 - 60 82 60www.logisticon.com

Welke vorm van waterbehandeling u ook wenst,Logisticon levert u: Klantspecifi eke installaties Ontwerpen in 3D Procesontwerp, Werktuigbouw/Elektrotechniek

en Constructie in één hand Optie tot huur van installaties

Bel of ga naar onze site en maak gebruik van onze expertise in water.

Koe

lwat

er

Afv

alw

ater

Drinkwater

Condensaat polishing

Dem

iwat

erD

emiw

ater

Een zuivere samenwerking

logisticon adv A4_v1.indd 1 16-07-15 11:06