GTT_04-AUG-10_LR

60
OCAP, een update. 52 Schermen en Kasdekreiniging special 6 t/m 31 NR 04 | 5de jrg | AUG 2010 Passie voor pompen 48 Watergordijn in je kas 32 MAGAZINE Glastuinbouwtechniek

description

6 t/m 31 52 32 48 Watergordijn in je kas Passie voor pompen OCAP, een update. NR 04 | 5de jrg | AUG 2010

Transcript of GTT_04-AUG-10_LR

Page 1: GTT_04-AUG-10_LR

OCAP, een

update.

52

Schermen en Kasdekreiniging special 6 t/m 31

NR 04 | 5de jrg | AUG 2010

Passie voor

pompen

48

Watergordijn

in je kas

32

MAGAZINEGlastuinbouwtechniek

Page 2: GTT_04-AUG-10_LR

Indigo Solutions is een specialist als het gaat om het leveren van software oplossingen voor bedrijven in de glastuinbouw. Met onze oplossingen, die gebaseerd zijn op het succesvolle standaard ERP product Microsoft Dynamics™ NAV, worden alle bedrijfsprocessen ondersteund door één systeem.

Of het nu gaat om de fi nanciële administratie, de logistiek rondom inkoop en voorraad of de afhandeling van verkooporders in combinatie met CRM, de standaard software van Indigo Solutions ondersteunt deze processen. Maar ook functionaliteit ten behoeve van de Ruimteplanning en de Arbeids-

en Productieplanning is aan de software toegevoegd.

Onze standaard oplossingen zijn onder andere geschikt voor:• Potplantenkwekers• Veredelaars / vermeerderaars• Jonge plantenkwekers

“Met Indigo hebben we een gesprekspartner die weet wat er speelt bij een kweker.”

Eviek van der Arend, Commercieel DirecteurWestlandse Plantenkwekerij

Zuideinde 49 | Postbus 200 | 2990 AE Barendrecht | T +31 (0)180 445020 | F +31 (0)180 612488 | [email protected] | www.indigosolutions.nl

• g r o w i n g t o g e t h e r •

[email protected]

www.ipm-essen.de

NIEUWE WEGEN INSLAANNu aanmelden!

25 – 28 januari

I PM ESSENI NTERNATIONALE PLANTEN BEURS

Planten Techniek Florist iek Verkoopbevordering

IPM2011-AZ-185x132-nl:Layout 1 07.06.10 10:00 Seite 1

Page 3: GTT_04-AUG-10_LR

Wie in het buitenland op vakantie gaat en hart heeft voor tuinbouw zal met veel belangstelling kijken hoe men dat elders doet, het te-len van vruchtgroenten en bloemen. (Mijn ome Wim ging daarin ver: als hij tijdens zijn vakantie ergens een tuinbouwbedrijf zag kuierde hij op zijn gemak het bedrijf op en begon een gesprek, al verstond hij geen woord buitenlands. O, het Westland, ja dat kenden ze wel, daar in de Algarve of in het Rhônedal.)

Overal in Europa vinden we tegenwoordig wel Nederlandse kassen, althans kassen die op Nederlandse techniek zijn geschoeid. Dat geeft aan dat de toepassing van de huidige glastuinbouwtechniek in allerlei klimaten en omstandigheden nuttig kan zijn. Nederland wordt alom erkend als grootmacht op tuinbouwgebied. Wereldwijd zijn het misschien alleen de Israeli’s die vergelijkbare techniek in huis hebben, al zullen we op het internationale veld ook de Chine-zen steeds vaker kunnen tegenkomen.

Persoonlijk vind ik het bezoek aan de consumptieve uitstalkast van de tuinbouwprodukten, namelijk de detailhandel, nog een stuk interessanter. Met name in Frankrijk wordt aan de beleving van de voedingsproducten een heel andere invulling gegeven. Vertel een Fransman dat de tomaat is geteelt op substraat, met een opbrengst van 80 kilo per vierkante meter, en hij zal niet geloven dat zo’n tomaat lekker kan zijn of gezond. De Fransman gelooft namelijk in

terroir. Dat is een complex begrip waarin alllerlei omstandigheden van plaatselijke aard worden samengevat. Je moet de plaatselijke bodem, of de plaatselijke klimatologische omstandigheden idea-liter kunnen proeven in het product. Dan pas heb je te maken met een ‘natuurlijk, lekker en gezond’ product.

U weet dat de omstandigheden waaronder Nederlandse kastoma-ten worden geteelt net zo goed tot het brede terrein van de natuur horen als tomaten die in plastic tunnelkasjes ergens in de Vaucluse staan. Qua milieubelasting en ‘natuurlijkheid’ zou het kasgeteelde product nog wel eens gunstig kunnen afsteken. Maar toch heeft de Vaucluse één groot voordeel: het klinkt in de supermarkt beter. De Vaucluse is terroir, en de Hollandse kas niet.

U weet ook dat dit een kwestie zelfbewustheid en van goede mar-keting is. Bij elk versproduct in de Franse supermarkt vindt u infor-matie over de terroriale herkomst, zij het soms summier. Hier ligt nog een open terrein voor de Neder-landse tuinbouw: het creëren van terroir. Zoals u in de Ster-reclame heeft kunnen zien in is supermarkt-keten Plus er vast mee begonnen.

Glastuinders kunnen gemiddeld tot 20% kostprijsverlaging behalen met een optimalisering van de mechanisatie. Glastuinbouwtechniek Magazine biedt u zes keer per jaar inzicht in nieuwe technieken om deze kostprijsverlaging ook bij u te genereren.

Vul uw gegevens hieronder in en ontvang GTT voor nog geen dubbeltje per pagina.

Bedrijfsnaam

Naam

Adres

Postcode Plaats

Telefoon E-mail

Handtekening

Abonneerbon

Voorwoord

Ja! Ik wil op de hoogte blijven van de allernieuwste ontwikkelingen in de glastuinbouwtechniek. Ik neem een abonnement en ontvang zes keer per jaar Glastuinbouwtechniek Magazine. Ik kies voor:

Ad vAn GAAlen,hoofdredActeur

GTT | 3

Kassen

De geschiedenis

van de Nederlandse

glastuinbouw

in 50 verhalen

Seapress, Wateringen

De C

anon van de Kassen D

e geschiedenis van de Nederlandse glastuinbouw

De Canon van de Kassen

Weet u nog wat een pottenpers is? Of een tomatenhobbel?

Hoe bollenkistjes naar binnen gebracht werden? Hoe je

druiven moest krenten op zo’n grote trap?

Ach, de nostalgie...

De moderne glastuinbouw in Nederland is gebouwd op

durf, toepassing van wetenschap, samenwerking en een

dosis technische inventiviteit. De ontwikkelingen van de

laatste halve eeuw hebben de Nederlandse tuinbouw op

de wereldkaart gezet. Eigenlijk begon die ontwikkeling al

eerder, in 1880. Toen kwam glas dankzij de industriële

ontwikkeling ter beschikking van de tuinders.

De geschiedenis van de glastuinbouw is meer dan nostal-

gie. Wie kennis neemt van het verleden heeft meer begrip

voor het heden.

De vroegere onderzoeker/voorlichter Dr. Aad Vijverberg

is expert op het gebied van biologische gewasbescher-

ming. Hij was bijna tien jaar voorzitter van Artemis.

Daarnaast kent hij de tuinbouwhistorie, onder meer door

zijn werk in Naaldwijk, Aalsmeer

en Noord-Brabant. Voor dit boekje

putte hij uit de bibliotheek van

het Westlands Museum en uit zijn

eigen documentatie.

Dr. Aad Vijverberg

CanonDe

van de

Ja, u mag mij bellen voor informatie indien nodig.

Abonneren kan ook via www.glastuinbouwtechniek.nl. E-mail: [email protected].

Deze bon kan in een envelope zonder postzegel naar: Uitgeverij Lakerveld bv, antwoordnummer 20014, 2290 VG Wateringen. Prijzen gelden voor het jaar 2010

terroir

een abonnement voor _ 24,50 per jaar. Ik ontvang gratis het boek “De Canon van de Kassen, de geschiedenis van de Nederlandse glastuinbouw in 50 verhalen”. (Verkoopprijs _ 14,50.)

een abonnement met welkomstkorting. Ik betaal het eerste jaar _ 20,50.

Page 4: GTT_04-AUG-10_LR

4 | GTT

en verderInleiding Special 7Diafragmascherm werkt 8Veilig krijten 12Van Hattem Sproeibedrijf 16Lichtwinst door schoon glas 18Risicobeperking in en rond de kas 20Poot Kasdekreiniging 22Schermmanager 24Marcel Veenman Sproeibedrijf 26Besseling Machinebouw 28Klimrek: warmte oogsten 31Q&A met Cropeye 41Column Silke Hemming 47Ocap: een updat 52

NR 4 | AUG 2010

Inhoud< SpeciAl Schermen en KASdeKreiniGinGAnthura, Leen Huisman, de makers van de goten-loper, van Hattem, Mardenkro, Interpolis, Poot Kasdekreiniging, Sercom, Marcel Veenman Sproei-bedrijf, Besseling en Klimrek stellen zich aan u voor. Allemaal doen ze ‘iets’ met schermen of kasdekreini-ging. Pagina 7.

WAterGordiJn in Je KAS >Het systeem komt uit Finland en wordt daar al toe-gepast in de komkommerteelt: een heuse waterval tussen de paden. Het gevolg van zo’n plens water:

koeling en ontvochtiging. Hoe dat werkt? Leest u zelf maar. Pagina 32

< Koper in StriJd met SchimmelSKoper, of liever gezegd, koperionen, zijn een effectief middel in de strijd tegen allerlei nare schimmels. Dat principe is nu toegepast in een werkend product voor de glastuinbouw: de Aqua-Hort. Het aantal kwe-kers dat baat zegt te hebben bij dit systeem groeit gestaag. Pagina 34.

let op: Elders in het blad vindt u een overzicht van eerder verschenen artikelen. Abonnees kunnen deze gratis nabestellen.

Advertentie-indexBE de Lier 54Beekenkamp Verpakkingen 45Besseling - All Techniek 30E.T.C. bvba 14Frans van Zaal Totaal Techniek 59H. Batist 54Hortifair 36IPM 2Indigo Solutions 2Interpolis 17JB Pompen 48,49Klimrek Producten 36,46Leen Huisman 6Marcel Veenman Sproeibedrijf 6

Mardenkro 10Poot Kasdekreiniging 10Sercom Regeltechniek 14Simtex 14Sproeibedrijf van Hattem 30T. Stolze 46Terra International 54Tubro Filter & Lucht- techniek 46VDH Foliekassen 60Westland Tuinbouw-relatiedagen 23Wildkamp 36Wittich & Visser 46

Bijsluiter Demokwekerij Westland

Page 5: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 5

colo

fon5e jaargang, nr.4, augustus 2010

< chrySAnten Sneller inhoezenDe firma Terra is bekend uit de wereld van potplanten, maar dat zal niet lang meer duren. Het bedrijf ontwikkel-de namelijk een inhoesmachine voor Chrysanten die snel-ler en goedkoper werkt. En het aantal beschadigingen is ook nog eens minder. Bij van Paassen draait inmiddels de eerste machine. Pagina 38.

telen zonder dAGlicht >U heeft het bijna niet kunnen missen: de meerlaagsteelt

in Den Bosch, zonder gebruik van daglicht. De een is enthousiast, de ander vindt het maar niets. U mag zelf

kiezen. In dit nummer kunt u in ieder geval het complete verhaal lezen. Pagina 42.

< Beoordelen op het BlAdHet verschil tussen een disco en een kas? Klinkt als een flauwe grap, maar een jonge firma bracht onlangs een camera-systeem op de glastuinbouwmarkt dat al enige tijd in disco’s wordt gebruikt. Doel: het beoordelen van de kwaliteit van al uw planten op veel meetmomenten aan de hand van een foto van het blad. Pagina 50.

Onafhankelijk vakblad voor de glastuinbouwtechniek.

Website www.glastuinbouwtechniek.nl

Hoofdredacteur Ad van Gaalen, tel. 0174-315 000, fax. 0174-315001, e-mail: [email protected] Sytse Berends, Paul Waayers, Monika van Sorgen, Joeri van der Kloet

Persberichten e-mail: [email protected]

Vormgeving Timmy de Jong Fotografie Marco Zuijdwijk, Joeri van der Kloet

Advertenties Louis van Paassen, tel. 0174-389687, fax 0174-315002, e-mail: [email protected] Crauwels, tel. 0174-389675,fax 0174-315002, e-mail: [email protected] Ronald Romijn, tel. 0174-389682, fax 0174-315002, e-mail: [email protected],Sonja Bruin, tel. 0174-389683, fax 0174-315002, e-mail: [email protected] tel. 0174-315000, fax 0174-315001, e-mail: [email protected] Irene Semp,

tel. 0174-389693, fax 0174-315002, e-mail: [email protected]

Glastuinbouwtechniek Magazine verschijnt tweemaan-delijks. Een abonnement kost in Nederland _ 24,50 per jaar, inclusief btw. België: _ 24,50. Overige landen: _ 36,-. Losse nummers _ 6,-inclusief btw, exclusief verzendkosten.Abonnementen kunnen elk moment ingaan en worden na een jaar automatisch verlengd. Opzeggen kan tot twee maanden voor het einde van de abonnementsperi-ode. Collectieve abonnementen op aanvraag, tel. 0174-389693.

UitgaveGlastuinbouwtechniek Magazine is een uitgave van Uitgeverij Lakerveld bv, Postbus 160, 2290 AD Wateringen, Turfschipper 53, 2292 JC Wateringen, tel. 0174-315000, fax 0174-315001, e-mail: [email protected], website: www.lakerveld.nlUitgever/directeur Ad van Gaalen, adjunct-directeur Henk Marin Klaassen, hoofd abonnementen Irene Semp, hoofd administratie Ed Kok, hoofd verkoop Richard van der Hak, public relations Pauline Montfoort

ISSN 1872-549XCopyright © 2010 Uitgeverij Lakerveld bvNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever.

PersoonsgegevensGlastuinbouwtechniek Magazine legt gegevens van le-zers vast voor de uitvoering van de (abonnement)-over-eenkomst. Deze gegevens kunnen worden gebruikt om u te informeren over andere producten en diensten. Als u hier geen prijs op stelt dan kunt u dat laten weten bij [email protected] of bellen naar 0174-389693.

Page 6: GTT_04-AUG-10_LR

The sky is the limit

Bij Leen Huisman zoeken we het hoger op tegenwoordig. Letterlijk welteverstaan. Nieuw in ons assortiment is namelijk het GreenTop®-buitenscherm, het eerste systeem voor op de nók van de kas. En dat biedt voordelen ten opzichte van gootsystemen. Zo is er lichtwinst doordat er een veel lichtere constructie nodig is, en blijven de goten vrij voor dekwassers. Speciaal voor de GreenTop® ontwikkelde Leen Huisman bovendien

een compleet nieuw type schermdoek (samen met Svensson) dat uiterst strak

op pakket kan worden gevouwen, en een unieke montagewagen voor maximale effi-ciëntie. Kortom, aan álles is gedacht. En ervaring is er ook, want het eerste grote GreenTop®-

project (met zonnepanelen) is inmiddels lucht-waardig verklaard. Belt u gerust even op als u meer wilt weten daarover. Met de hartelijke groeten uit Maasdijk.

Schermen op het allerhoogste niveau met het GreenTop®-buitenscherm

Honderdland 131, 2676 LT Maasdijk, tel. (0174) 51 27 33, fax (0174) 51 61 42, e-mail [email protected], internet www.leen-huisman.nl

w w w . m a r c e l v e e n m a n . n l

Page 7: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 7

Schermtechiek:

Alweer schermen? inderdaad, ongeveer een jaar

geleden bladerde u ook door een schermenspecial in

Gtt. in het afgelopen jaar is er zoveel gebeurd op het

gebied van schermen en kasdekreiniging - we hebben

het thema iets uitgebreid -, dat we het opnieuw nodig

vonden er redactiepagina’s voor uit te trekken.

state-of-the-art

Nu heeft het weinig zin om weer te vertellen waar scherming en kasdekreiniging goed voor zijn. Dat weet u immers al: om kosten te besparen en de teeltefficiëntie te verhogen. U bespaart immers energie met een energiescherm en een zonwering-scherm, want u hoeft minder te koelen en minder te stoken. Daarnaast kunt u uw teelt met een ver-duisteringsscherm beter sturen en dus efficiënter telen. Een verduisteringsscherm spaart ook weer kosten, want een bekeuring voor lichtvervuiling is waarschijnlijk ook niet mals. Krijten kan ook als een vorm van schermen worden gezien, want door een laagje krijt - ook al wordt traditioneel krijt steeds minder gebruikt - aan te brengen, vermin-der je de instraling in je kas en hoef je dus minder te koelen. Een scherm hoeft overigens helemaal niet ín de kas te hangen. Ook buiten de kas kan een scherm worden gemonteerd.

Nu steeds meer tuinders verschillende schermen in hun kas gebruiken zie je dat niet alleen de schermleveranciers, maar ook andere partijen zich met het schermen gaan bezighouden. Zo waarschuwt Achmea voor de grote krachten die schermen vaak op de kasconstructie uitoefenen. Miscommunicatie tussen de kassenbouwer en de scherminstallateur kan ervoor zorgen dat de tuinder na verloop van tijd z’n kas uit elkaar ziet vallen. Diezelfde Achmea maakt een vuist tegen brandschade als gevolg van niet-brandvertragende

schermen. Nieuwe kassen en nieuwe schermen moeten aan de nieuwe eisen voldoen op het ge-bied van brandpreventie, anders kan er niet meer verzekerd worden. Ook het krijten en het reinigen van het kasdek is aan een ware revolutie onderhevig. Reden: het werken op het kasdek dient voortaan veilig te geschieden. Er worden dus allerlei technologische oplossingen aangedragen om op het kasdek veilig, maar toch efficiënt het werk te kunnen doen. In de glastuinbouw is die veiligheid altijd een onderge-schoven kindje geweest, maar daar komt nu, toch nog vrij plotseling, een behoorlijke verandering in.

Het leuke is dat een groot gedeelte van die hele ontwikkeling op het gebied van schermen ook vanuit en binnen de sector plaatsvindt. De gotenloper, ook wel genoemd gootrollator, werd ontwikkeld in een samenwerkingsverband van toeleveranciers. Een geheel nieuw type scherm, namelijk een foliescherm met vloeistof, waardoor schermen en warmte oogsten in één klap mogelijk is, werd ontwikkeld door die eigenwijze komkom-merteler uit Pijnacker, Sjaak van Dijk van Klimrek. Het diafragmascherm van Anthura wordt nu een tijdje gebruikt en dus geëvalueerd, met als doel de sector daarvan te kunnen laten profiteren. Volop nieuws dus.

Het manco is echter dat het gros van de Neder-landers geen flauw benul heeft van wat er in de grote glazen gebouwen allemaal gebeurt en dat is jammer, want bovengenoemde ontwikkelingen verdienen ook hun plaats buiten de vakmedia.

Deze special over schermen geeft geen complete weergave van de ontwikkelingen in de branche, maar licht wél een aantal interessante partijen er uit die zich graag aan u voorstellen. Doe er uw voordeel mee.

De redactie

Page 8: GTT_04-AUG-10_LR

8 | GTT

Diafragmascherm

het diafragmascherm, alweer enige jaren geleden

geïntroduceerd, is inmiddels lang genoeg door

ontwikkelingspartner Anthura beproefd om tot de

eerste conclusies te komen: deze schermtechnologie

werkt, al is het niet met een schaartje te knippen.

werkt

Hoe goed werkt het? Het rapport dat Mark van der Knaap, een van de drie Anthuradirecteuren, schreef, heet Energiebesparing Diafragmascherm, maar eigenlijk gaat het niet alleen om energiebesparing op zichzelf maar ook om flexibiliteit in scherming.Voor wie het vergeten is, een opfrissertje: het diafragmascherm werd door veredelaar Anthura en schermingsspecialist Leen Huisman in gezamenlijk-heid ontwikkeld.*) Het bestaat uit stroken afwis-selend open en gesloten materiaal die in twee lagen over elkaar kunnen schuiven en aldus functioneren als een soort jaloezieën: ze kunnen geheel open, of ze kunnen geheel dicht. En dat open en dicht gaan speelt zich af op centimeterniveau. Met andere woorden: om het scherm open te zetten, hoef je niet een heel scherm de kas door te trekken, je kunt volstaan met het over elkaar heen verschuiven van beide schermen over een geringe afstand.Dit vergroot de flexibiliteit enorm. Mits op de juiste wijze aangestuurd, kan men de lichtinval veel preciezer regelen. De theorie is wat dat betreft een-voudig genoeg. Maar nu de praktijk.

Dit lijkt ook alleszins mee te vallen. Mark van der Knaap, als directielid van Anthura speciaal ver-antwoordelijk voor de technische kanten van het bedrijf, heeft er een rapport over gemaakt, maar houdt meteen een aantal slagen om de arm. Dat is begrijpelijk want het gehele Anthurabedrijf mag wel een toonbeeld heten van de state-of-the-art op glastuinbouwtechnisch terrein. Het is heel moeilijk

om alle afzonderlijke technische vernieuwingen te meten aan de hand van concrete teeltresultaten; er spelen immers zeer veel factoren mee die van invloed (kunnen) zijn.

De doelstelling van Anthura was dat in de nieuwe kas het energieverbruik zou dalen van 37 m3 gas per m2 tot 20 m3, waarbij naar verwachting 7 m3 van de besparing voor rekening van het diafragma-scherm zou komen. Het evaluatierapport behandelt achtereenvolgens de verschillende functies van het scherm.

Wat betreft isolatie lijkt het diafragmascherm een substantieel voordeel te bieden boven het conven-tionele scherm waarmee vergeleken is. Dit was ook wel te verwachten, aangezien het gesloten diafrag-mascherm uit twee lagen bestaat. Gemeten is in één winternacht.

Het scherm functioneert in gesloten toestand ook als reflector voor het groeilicht, dit voorkomt licht-uitstoot, maar ook warmteverlies. Er kan theoretisch beredeneerd worden dat een reflectiewinst van ongeveer 33% haalbaar is in vergelijking met een conventioneel scherm. Zonder scherming gaat on-geveer 15% van het assimilatielicht naar buiten. Het extra groeilicht, dat door het gebruik van het geslo-ten diafragmascherm binnen blijft, bedraagt 5% ten opzichte van conventionele scherming. Vanzelfspre-kend vertaalt zich dit in minder elektriciteitsverbruik doordat men minder lang of minder intens hoeft te belichten naarmate meer licht binnen blijft.

Maar een veel groter voordeel vinden we overdag, bij wisselvallig weer. Wanneer er een wolk voor de zon verschijnt, is de lichtinstraling met een conven-tioneel scherm moeilijk bij te stellen, de looptijd van het scherm is immers wel een minuut of vijftien. Met het diafragmascherm kan zeer snel geschakeld worden tussen veel of weinig licht en daardoor is

Page 9: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 9

de totaal ontvangen lichtsom veel groter. Meer licht leidt dan tot meer assimilatie en minder stookkos-ten omdat er meer warmte binnen komt. Deze voor-spelde effecten blijken in de praktijk ook inderdaad op te treden. In de grafieken ziet men vooral dat de totale parsom heel constant stijgt.

Ter ondersteuning van het schermen wordt er in de zomer gekrijt, want het scherm is niet voldoende. Maar krijten is absoluut de minst flexibele manier van schermen. Wanneer het krijt ongeveer 45% licht wegschermt en het doek 70%, betekent dit dat er nog 16,5% licht overblijft. Met krijt en een conven-tioneel scherm kun je dus tussen de 16,5 en 55% licht binnen halen. Met het diafragmascherm ligt deze range tussen de 0% en de 99%. Krijten zou dus geheel overbodig zijn, maar toch heeft Anthura dit tijdens de warmste maanden niet achterwege gelaten. Er is immers ook nog het warmte-effect: de krijtlaag schermt buiten, terwijl een binnenscherm, ook een diafragmascherm, binnen functioneert en dus de warmtestraling niet verhindert de kas binnen te komen.

Samenvattend is de conclusie toch wel positief. De isolerende werking van het diafragmascherm is beter. Met de nodige voorzichtigheid kan geschat worden dat dit een 4 m3 per m2 aan gasbesparing oplevert. Ook de reflectie is hoger. De besparing aan warmte en elektriciteit is, doordat je veel traplozer en verfijnder de lichtinval regelt, niet te bepalen, althans niet in de Anthuraproef, maar is anderzijds wel evident. Het diafragmascherm zorgt er verder voor dat er later gekrijt kan worden. De berekening vanuit de data van Anthura geeft aan dat dit effect 0,4 m3 aan gas zou besparen en nog een 1,15 m3 aardgasequivalent vanwege stroombesparing. Om-dat extra belichting ook warmte oplevert, kunnen deze getallen echter niet worden opgeteld. Totaal levert het diafragmascherm een besparing op van circa 5 m3 aardgas (equivalent) per m2 per jaar. Deze waarde is weliswaar lager dan de voorspelde 7 m3, maar de werkelijke besparing zal hoger zijn omdat zoals gezegd de besparingscomponent lichtregeling niet is meegeteld. Ook de kwalitatieve aspecten, de effecten van de fijnere regeling op de kwaliteit van het gewas, is niet verdisconteerd. >>

Page 10: GTT_04-AUG-10_LR

Mardenkro gaat verder Mardenkro helpt tuinbouwbedrijven in meer dan 50 landen wereldwijd zonlicht en zonnewarmte te reguleren. Met de ReduSystems-producten ReduSol en ReduHeat kunnen telers de klimato-logische omstandigheden in kassen optimaal naar hun hand zetten. Elk Mardenkro-product is van hoogwaardige kwaliteit en milieuverantwoord. Meer informatie over onze producten vindt u op www.mardenkro.nl

GS-4, DE REINIGER DIE UW GLAS HELDER MAAKT

Schoon en helder glas zorgt voor meer groeilicht in uw kas. Vanuit die gedachte ontwikkelde Mardenkro GS-4. Speciaal voor de tuinbouw. Deze unieke glasreiniger verwijdert vervuiling, maar dan zonder het glas te verruwen! GS-4 bevat bovendien geen waterstof uoride gas en heeft vrijwel geen dampwerking. Dát is GS-4, een schone kas met een middel dat veiliger is voor mens en milieu.

GS-4• Verwijdert vuil zoals algen, roet en stof.• Verruwt het glas niet.• Veiliger voor mens en milieu.• Voor de binnen- en buitenkant van uw kas.• Inspuiten en naspoelen is voldoende voor een

schoon resultaat.

Page 11: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 11

Hoe zit het technisch? We vragen het schermfabri-kant Leen Huisman, die immers als producent van meet af aan betrokken bij de ontwikkelingen. “Aan wat er nu op tafel ligt, is zeer veel geknutsel en ge-

experimenteer vooraf gegaan,” zegt directeur Ruud Vlottes. “Er komt heel wat bij kijken. Wat is de juiste dimensionering? Hoe zit het met rek? We moesten uitgebreide duurtesten doen, de slijtage valt overi-gens erg mee. We moesten nieuwe aandrijftechniek ontwikkelen, en de regeling moest ontwikkeld worden, dat heeft Logiqs Agro gedaan. De afstel-ling is zo gedaan dat er heel weinig spanning op het doek staat, waardoor de nauwkeurigheid waarmee de stroken helder en aluminium feilloos op elkaar blijven passen.”

Een diafragmascherm is ongeveer drie maal zo duur als een conventioneel scherm. “Maar,” zegt Vlottes, “het maakt twee andere schermen overbodig. Som-mige telers kunnen vier schermen besparen. Die zijn dan goedkoper uit.”

*) Dit project wordt ondersteund door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Productschap Tuinbouw.

Page 12: GTT_04-AUG-10_LR

12 | GTT

Veilig het zal u niet ontgaan zijn dat veiligheid in en op

de kas steeds belangrijker wordt. Krijters die op

de steeds hoger wordende kassen hun werk doen,

kunnen tegenwoordig gelukkig hun werk volgens de

voorschriften uitvoeren dankzij de gotenloper.

krijten

Voor Martijn en Nick van Loonbedrijf van der Marel was het even wennen om vanuit zo’n ‘karretje’ te krijten, maar nu ze er eenmaal veel mee gewerkt hebben, bevalt het ze eigenlijk wel prima. Martijn: ‘Je loopt toch op een flinke hoogte en de gootjes zijn hartstikke smal. Nu weet je dat je gewoon goed beschermd bent als d’r wat gebeurt.’ Voor het oog van de camera demonstreren de heren met alle plezier de werking van de gotenloper. Terwijl Nick de slang doorhaalt en ervoor zorgt dat het kroos van de naastgelegen sloot niet in de goot terecht komt, gaat Martijn met een flinke vaart door de goot heen. Het karretje biedt voldoende bewe-gingsvrijheid om vlot te kunnen krijten en toch is hij veilig in de aluminium constructie.

GliJderSOok al lijkt de gotenloper de eenvoud zelve, toch is er een paar jaar flink aan gesleuteld voor het eind-resultaat praktijkrijp was. Wim Vreugdenhil van Van der Marel vertelt enthousiast: ‘Het was al vrij snel duidelijk dat we twee glijders zouden gebruiken aan weerszijden om te kunnen steunen op de roedes. Die glijders moesten ook instelbaar zijn om met ver-schillende hoeken van de kap te kunnen werken. En voor de voortbeweging moesten er uiteraard twee wieltjes op komen.’Het eerste model was van dermate licht aluminium gemaakt dat een val niet eens zou houden. Wim: ‘Dat is natuurlijk niet de bedoeling van zo’n karretje, want dan heb je schijnveiligheid en dat is misschien nog wel erger dan onveiligheid. We hebben toen

Page 13: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 13

Page 14: GTT_04-AUG-10_LR

Schermmanager van SERCOM effectief en flexibelDe Schermmanager van Sercom is van grote waarde voor elke teler. In één kas kunnen maar liefst twaalf schermen afzonderlijk van el-kaar automatisch worden bediend. Dit betekent dat elk scherm het gehele etmaal op de ideale stand staat. De Schermmanager staat voor topmogelijkheden en perfecte flexibiliteit. De Schermmanager is zeer flexi-

bel inzetbaar. En optimale instel-ling van het systeem levert een enorme energiebesparing op.

Bij de ontwikkeling van onze computerprogramma’s baseren wij ons op de drie peilers:ontzorgend, begrijpelijk en innovatief.

Heereweg 9, 2161 AB Lisse

Postbus 284, 2160 AG Lisse

tel. 0252 41 65 30

fax 0252 41 94 81

[email protected]

www.sercom.nl

Twaalfschermen perkasafdeling

Aanstuurbaarmet diverse

bussystemen

Pro-portioneelschermenmet PAR

licht

2 schermenop één

draadbed

BedieningSercoVision,LCD of VGA

E.T.C bvba

Binnenwassen metInnevelrobot en volautomatische aquajet

Buitenwassen met kasdekreiniger

Industriepark Klein Frankrijk 64, 9600 Ronse, BelgiëTel. & Fax: (0032) 055 23 98 64Mobiel: (0032) 0498 67 68 [email protected] www.serrebehandeling.be

REInIgEn Binnen en Buiten

WITTEn en onTwitten

vanSERRES/KASSEn

Page 15: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 15

buizen met een grotere diameter gebruikt. Kijk, je moet die gotenloper ook gewoon met een dok omhoog brengen. Ga je op een laddertje staan han-nessen, heb je alsnog een hartstikke onveilige situ-atie. Dat betekent dus wel dat je met de gotenloper alleen kunt werken bij tuinders die een rail hebben.’

BloKJeSEen volgende aanpassing was een hoek in het frame. Martijn: ‘Bij die eerste kar moest ik m’n arm over die buis heentillen, waardoor ik de hele tijd boven m’n macht liep te krijten. Door een hoek in het frame te maken heb ik alle bewegingsvrijheid die ik nodig heb.’De zekering van de krijter aan de gotenloper leek een lastig probleem te zijn. Wim: ‘Ik had van al-les bedacht met een railtje waar je dan weer dat zekeringsmateriaal in zou kunnen klikken. Je wilt dat de krijter het karretje meetrekt, zonder dat hij er last van heeft. Op een gegeven moment had ik even twee blokjes op het frame geschroefd om te kijken wat het beste bevestigingspunt zou worden. Toen bleken die blokjes eigenlijk prima te werken en dat hebben we dus zo gelaten.’De gotenloper wordt vervolgens geoptimaliseerd door hem wat breder en langer te maken en daar-mee meer stabiliteit te realiseren. Na een stuk of acht prototypes is de gotenloper een feit. Inmiddels worden ze op bescheiden schaal geproduceerd. Martijn: ‘Ik moet toch wel zeggen dat het vrij stom is om zo’n ding niet te gebruiken. Het werkt net zo makkelijk en je bent tenminste echt veilig. Vroeger klom je nog wel eens effe over een roede naar de nok van de kas en dat kan nu gewoon niet meer. Dat is maar goed ook, want eigenlijk is dat veel te ge-vaarlijk. Wat mij betreft mag die gotenloper blijven.’

te lAAtU weet natuurlijk net zo goed als wij, dat die karre-tjes er al veel eerder hadden moeten zijn, want hoge kassen zijn er al langer dan we ons kunnen herin-neren. Het gekke is dat het onveilig werken door de

glastuinbouw zelf in stand is gehouden. Enerzijds is de niet-zeuren-mentaliteit daar debet aan. U kent waarschijnlijk ook wel verhalen van mensen die door het glas heen lazerden en met een enorme jaap, of verstuikte lichaamsdelen doodleuk weer op de ladder klommen. Anderzijds is de marktwer-king de schuldige, want als u weigert te krijten bij een tuin zonder rail en mét smalle gootjes, doet de concurrent het wel. De meeste ongelukken worden ‘intern opgelost’, of lopen met een sisser af. Omdat de ongelukken ook niet gemeld worden, heeft nie-mand een idee hoeveel mensen er nu eigenlijk van de kas af vallen. Dit jaar wordt er al strenger gecontroleerd door de arbeidsinspectie, maar volgend jaar wordt het pas echt serieus: zowel de AIVD als de arbeidsinspectie zullen intensief gaan controleren en santioneren op overtredingen. Houdt u zich niet aan de regels, bent u goed de klos. En terecht.

Page 16: GTT_04-AUG-10_LR

16 | GTT

Van Hatteminnovatie kan overal en altijd, ook bij eenvoudig

ogende technieken als kasdek reinigingen of krijten.

van hattem sproeibedrijf en hpW, de joint venture

van van hattem en poot laten dat duidelijk zien. met

verregaande mechanisatie van het krijten (hpW), maar

ook met automatisering en rationalisering van het

reinigingsproces.

Van Hattem Sproeibedrijf, onder leiding van Gert-Jan van Hattem en Remco Haslinghuis, houdt zich zoals bekend bezig met handmatig krijten van het kasdek, en machinaal reinigen. Het bedrijf heeft een eigen manier ontwikkeld om het kasdek aan de binnen-kant zeer snel en grondig te reinigen, met wat een spuitrobot genoemd kan worden. Over de buisrail rijdt een installatie die via een spuitboog met meer-dere nozzle’s met een druk van 120 bar het kasdek aan de binnenzijde schoon spuit. Eigenlijk bestaat de installatie uit twee delen: de eerste spuitrobot brengt een schoonmaakmiddel aan en de tweede spoelt na met zuiver water. Door de zeer hoge druk kan de installatie veel sneller rijden terwijl het resultaat dan even grondig blijft. De machine pakt de hele breedte. In elke kap gaat men en heen én terug met als resultaat dat iedere roede aan beide zijde wordt gereinigd. Uniek aan dit concept is dat werkelijk de machine het werk doet. In andere technieken beweegt zich een man met een slang door de kas, weliswaar op een buisrailkar, maar nog steeds moet dan de mens het schoon-maakwerk verrichten. Het blijkt dat de machine het toch veel en veel sneller en grondiger doet, met uitzondering misschien van de gevels, want die moeten wel met de hand gebeuren.

Vanzelfsprekend is, voor de hoge druk waarmee ge-werkt wordt, een nogal grote pompcapaciteit nodig. De snelheid van werken is indrukwekkend. Voor-beeld: een kas van 8 hectare is in één etmaal klaar. Van Hattem draait dan ‘s nachts door, met een ploeg van vier man in de begeleiding van de machines.

Bij een bedrijf als dat van Van Hattem, waar een flink aantal medewerkers continu bezig zijn, is planning van levensbelang. De seizoensgebonden activiteiten zorgen voor piekbelastingen in het bedrijf, waarin kan worden voorzien met tijdelijke extra medewer-kers. “Maar dat is in elk loonbedrijf,” zegt Gert-Jan van Hattem. “Wat er ook gebeurt: onze vaste klanten hebben altijd voorrang, die moeten op ons kun-nen rekenen. In augustus gaan we weer het krijt verwijderen, dan doen we pakweg 350 hectaren in zes weken tijd. Vanaf half oktober wordt in 6 weken ongeveer 300 hectare machinaal aan de binnenkant gereinigd, stel je maar eens voor. Dat moet je heel strak plannen”.Remco Haslinghuis vertelt dat er in november maar 2 weken gebruik wordt gemaakt van de maximale capaciteit “we hebben dus nog ruimte”.

Over veiligheid wordt veel gesproken in de sector. Gert-Jan van Hattem: “Natuurlijk is veiligheid zeer belangrijk. Maar veiligheid begint in de eerste plaats bij oplettendheid van de mens. Je kunt al-lerlei technische maatregelen nemen om het veilig werken te bevorderen, maar je moet ook de mensen motiveren, of dwingen om er mee te werken. Wij zijn bezig om een safety-karretje te ontwikkelen voor de mensen die op het kasdek werken. Waarmee ze optimale veiligheid hebben, en toch een zo groot mogelijke bewegingsvrijheid. Maar eigenlijk zijn wij constant aan het nadenken over verbeteringen.”Dat geldt ook voor de toegepaste middelen. De keuze daarvoor is natuurlijk voor de klant, maar de verwerking ervan vereist een strenge schoonmaak-discipline. Zo heeft elk aspect zijn eigen innovatie-noodzaak en -mogelijkheden.

Een goed voorbeeld is de ontsmetting. Van Hattem spuit machinaal formaline of een chlooroplossing om te ontsmetten, maar door dit machinaal te doen, over de buisrail, en met een hoge druk en zeer fijne nevel kan men met een lagere concentratie ontsmet-tingsmiddel toe om hetzelfde effect te bereiken. De uiterst fijne verneveling zorgt er voor dat elk deel

Sproeibedrijf

Page 17: GTT_04-AUG-10_LR

van de kas bereikt wordt, ook delen die zich ergens achter bevinden. Het spuitbeeld bepaalt het resu-laat in belangrijke mate.

Nog van betrekkelijk recente datum is een andere discipline: het machinaal reinigen van teeltgoten. Van Hattem ontwikkelde een teeltgootreinigingsro-bot, de eerste in zijn soort, die getuige het filmpje wat we zien, zeer grondig werk aflevert. Als je het vergelijkt met de traditionele werkwijze snap je onmiddellijk dat dit een veel economischer werk-wijze is.

Hoe ga je nu kiezen tussen gerobotiseerd schoon-maken, ontsmetten of krijten, versus handmatig werken? Van Hattem: “Handmatig werken zal er altijd blijven, vooral op kleinere bedrijven. Natuurlijk is het voordeel van werken met de robots groter bij grootschalige projecten. Wij zullen dus aan beide kanten blijven ontwikkelen: ook het handmatig werken wordt steeds beter door de veiligheidsmid-delen waar ik het al over had, en ook door andere verbeteringen. Daarnaast zullen wij steeds verder blijven werken aan mechanisatie, ten behoeve van snelheid, kwaliteit en de prijs voor de klant.”

Schade brengt uw bedrijfscontinuïteit in gevaar. Daarom helpt Interpolis u graag om schade te voorkomen. Door concrete preventietips te geven.

Zodat u de juiste maatregelen kunt nemen. En niet méér hoeft te verzekeren dan nodig is. Meer weten over preventie? Uw verzekeringsadviseur helpt u graag. Want voorkomen is vaak

de beste verzekering. Kijk voor preventietips op www.interpolis.nl/agro.

heldermoment

Soms is preventie de beste verzekering.

Page 18: GTT_04-AUG-10_LR

18 | GTT

LichtwinstAl jarenlang vinden er diverse innovaties plaats voor het verkrijgen van meer licht in de

tuinbouwkas. Wit gecoate opstanden; grotere ruiten en smallere goten moeten allemaal

zorgen voor meer licht op het gewas. vaak wordt echter een ding nog over het hoofd gezien:

schoon glas.

door schoon glas

Een lichte vervuiling van glas door stof of algen kan al snel een paar procent lichtverlies betekenen. Algen, stof, roet van ketel of WKK zijn veelvoorko-mende vervuilingen van glas. Maar ook anorgani-sche vervuiling komt de lichtdoorlatendheid niet ten goede. Anorganische vervuiling bestaat uit residu van meststoffen en gewasbescherming. Het schoon-maken van glas is een eenvoudige en goedkope oplossing om weer meer licht in de kas te krijgen. Tevens krijgen schimmels en virussen minder kans om zich aan de vervuiling te hechten.

de Grote SchoonmAAKVoor veel kwekers is het herfstseizoen de tijd om hun teelt te wisselen. Een grondige schoonmaak van de binnen- en/of buiten-kant van de kas is daar vaak onderdeel van. Na het verwijderen van alle gewasresten en onkruiden kan de binnenzijde van het glas worden schoongespo-ten. Hiervoor gebruikt men GS-4 van Mardenkro. De werking van GS-4 is heel simpel. Men hoeft GS-4 slechts in verdunde vorm op het glas te sproeien en daarna spoelt men met water al het vuil en algen er simpelweg af. Borstelen is daarbij niet nodig. Let er daarbij wel op dat er geen druppels op nog aanwezig gewas terecht kunnen ko-

men, aangezien dit schade aan de plant kan geven. Het is altijd beter om producten zoals GS-4 in een lege kas te gebruiken. Sommige gewassen, zoals bol- en knolgewassen, kunnen ook door de dampen van GS-4 beschadigd raken. Hierbij moet men dus extra voorzichtig te werk gaan.Ondanks de gevaren is GS-4 vaak veiliger dan an-dere fluor glasreinigers. Conventionele glasreinigers bevatten waterstoffluoride gas; een product dat schadelijke dampwerking geeft. GS-4 onderscheidt zich hiermee van de conventionele reinigingsmid-delen, doordat het geen waterstoffluoride bevat. Hierdoor is het werken met GS-4 een stuk veiliger voor de mens. Een ander kenmerk van GS-4 is dat het glas niet wordt verruwd en ruiten hierdoor niet streperig etst. Hierdoor krijgt nieuwe vervuiling minder snel een kans om zich te hechten aan het glas. Belangrijk is dat het glas altijd wordt nagespoten met schoon water. Het laten indrogen van GS-4 geeft een blauwe zweem op het glas. GS-4 kan niet gebruikt wor-den voor het verwijderen van krijtresten. Gebruik hiervoor de speciale reinigingsmiddelen zoals ReduClean. Een aandachtspunt na het spuiten van GS-4 is het drogen van de kas. Vaak kunnen er nog plasjes met GS-4 op de grond of het schermdoek liggen. Zorg ervoor dat deze plasjes zijn opgedroogd (stoken, luchten), voordat er een nieuw gewas in de kas wordt gezet.

nieuWe KASdeKmAteriAlenDe laatste jaren zijn er steeds meer nieuwe kas-dekmaterialen op de markt gekomen. Glas met speciale coatings, zoals een anti-reflectiecoating of gehard glas kunnen niet zonder meer worden schoongemaakt met GS-4 of andere reinigingsmid-delen. Het advies daarbij is contact op te nemen met de producent of eerst een klein stukje glas te

advertorial

Page 19: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 19

reinigen en na het drogen het resultaat te bekijken. Sommige coatings worden namelijk aangetast door de reinigingsmiddelen, waarbij de schade niet meer terug te draaien is. Gebruik deze middelen ook niet voor kantoren of woonhuizen, omdat dit veelal ook speciale glassoorten zijn. GS-4 is alleen geschikt voor glas. Plastic folie kan hiermee niet gereinigd worden.

GeSpeciAliSeerde loonBedriJven GS-4 wordt door de kweker zelf als door gespeciali-seerde loonbedrijven gebruikt. De meeste loonbe-drijven gebruiken in de zomer de schermmiddelen van Mardenkro en in de herfst de reinigingsmid-delen. Loonbedrijven beschikken over de juiste machines en zijn op de hoogte in welke situatie GS-4 wel en niet gebruikt kan worden. Sproeibedrijf Paul Sosef uit Naaldwijk gebruikt al sinds het be-staan GS-4 voor het schoonmaken van kassen. Hein Wubben van Paul Sosef: “Wij adviseren de klant welk middel het beste kan worden gebruikt. Als er geen gewas in de kas staat of als er een gevel tus-sen staat, gebruiken wij GS-4. Bij groentekwekerijen gebruiken we volautomatische spuitwagens die over de buisrail rijden. Een tweede wagen spoelt daarna het glas na. Wubben merkt dat er de laatste jaren meer wordt schoongemaakt. “Hygiëneprotocollen en virusdruk verplichten de kweker om de kas te grondig te reinigen”. Hij is tevreden over GS-4. “De afgelopen jaren zijn er wel nieuwe biologische mid-

delen geïntroduceerd, maar deze kunnen nog niet tippen aan GS-4”, aldus Hein Wubben.

mArdenKroMardenkro staat bekend als producent en leveran-cier van ReduSystems producten, zoals ReduSol en ReduHeat. Schermmiddelen die in de zomer-maanden er juist voor moeten zorgen dat er minder schadelijke zonnestraling in de kas komt. Voor het verwijderen van de gepatenteerde schermmiddelen heeft Mardenkro ReduClean ontwikkeld. Hoewel ReduClean naast de schermmiddelen ook wel wat vervuiling van het glas haalt, is het geen glasreiniger. Naast de schermmiddelen produceert Mardenkro al jarenlang diversen reinigingsmiddelen voor de consumentenmarkt en de glastuinbouw. De produc-ten voor de consumentenmarkt worden veelal door andere bedrijven op de markt gezet. Bekende vetop-lossers, groenreinigers en ontstoppers zijn enkele producten die hun weg vinden vanuit Baarle-Nassau naar de detailhandel. In de jaren tachtig heeft Mardenkro voor de glastuinbouw GS-4 ontwikkeld. Vanuit de markt was er vraag naar een veiliger pro-duct dan fluor dat toch effectief was tegen vervui-ling op glas. In het laboratorium in Baarle-Nassau wordt continu gewerkt aan nieuwe ontwikkelingen en verbeteringen van bestaande producten. Via een uitgebreid distributienetwerk en eigen vestigingen in Canada, Kenia, China en Japan worden de produc-ten in meer dan 50 landen gebruikt.

Page 20: GTT_04-AUG-10_LR

20 | GTT

Risicobeperking in en rond de kas

drie of meer schermdoeken in de kas is helemaal geen

uitzondering meer. dat je met die schermen ook risico

kunt lopen, weet echter niet iedereen. Willem Snoeker

en olaf van marrewijk van interpolis en Avéro Achmea

leggen uit waarom.

De afgelopen jaren is het aantal schermen in de gemiddelde kas fors toegenomen. Helemaal niet vreemd, want je kunt er veel effectiever en efficiënter mee telen. Met de toename van het aantal vierkante meters schermdoek in de kas, is het aantal kasbran-den met grote schadeclaims ook toegenomen en ook dat is niet vreemd. Willem: ‘Je hoeft maar ergens in of in de nabijheid van de kas open vuur te hebben, of kortsluiting in een elektrisch apparaat en de brand slaat over op het scherm en breidt vlot uit. De schade is dan vaak enorm groot en deze ontwikkeling is met de gehanteerde premies en eigen risico’s voor een verzekeringsmaatschappij niet meer op te brengen. We spreken dan van een onaanvaardbaar risico. Ge-lukkig zijn er tegenwoordig prima brandvertragende schermdoeken die weliswaar duurder zijn dan de conventionele doeken, maar grote risicobeperkende eigenschappen hebben.’

deKKinGVoor Interpolis en Avéro Achmea heeft de enorme toename in de schadelast geleid tot de volgende keuze: bij nieuwbouw of vervanging van het schermdoek dient gekozen te worden voor een brandvertragend materiaal. Doe je dat niet, kun je geen aanspraak maken op de branddekking bij de verzekeraar.Maar is het niet wat kort door de bocht om alle tuinders te verplichten dat duurdere schermdoek aan te schaffen? De niet-belichtende tuinders lopen toch sowieso minder risico op brand? Olaf: ‘Slechts de helft van het aantal brandgevallen wordt veroor-zaakt door lampen. Je loopt dus altijd wel risico op een brand in je bedrijf. Overigens vinden de tuinders die wij spreken het helemaal geen rare maatregel. Je wilt niet weten wat voor ellende je hebt bij een flinke kasbrand. Bovendien kunnen alle verzekerden zonder brandvertragend doek gewoon hun huidige schermdoek afschrijven (binnen zeven jaar) en blij-ven ze ook verzekerd. Geen reden tot zorgen dus.’

miScommunicAtieEen minder voor de hand liggend negatief gevolg van het gebruik van schermdoeken is de soms enorm grote kracht waaraan de kasconstructie wordt blootgesteld.Olaf: ‘In het verleden werd er voornamelijk gebruik

Page 21: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 21

gemaakt van trek-duw-constructies, waarbij het scherm over een buis dicht schuift. De krachten op de constructie zijn dan minimaal en dat is dus geen enkel probleem. Met de huidige techniek kán het echter wel een probleem worden. In plaats van die trek-duw-constructie gebruikt men nu veelal de trekdraden om het scherm te openen en te sluiten.’Die trekdraden staan echter constant onder span-ning en de kas moet wel op die spanning berekend zijn om die krachten te kunnen opvangen. In veel gevallen lijkt dat echter niet zo te zijn.af: ‘De kassen zijn steeds groter geworden en in elke kas hangen steeds meer schermen. Bovendien zijn er allerlei partijen betrokken bij de bouw van een kas en de aanleg van zo’n scherminstallatie. Een kassenbouwer kan met z’n programmatuur uitre-kenen wat de krachten op de verschillende onder-delen van de kas zullen zijn bij de aanleg van een bepaalde scherminstallatie. De installateur die over de schermen gaat, weet aan welke eigenschappen de kas moet voldoen om de scherminstallatie aan te leggen. Niks aan de hand, zou je dus denken, maar zo werkt het niet. De uiteindelijke beslisser, de on-dernemer dus, heeft veelal niet de technische ken-nis waar hij precies op moet letten. Daarnaast is bij uitbesteding van de kas nog vaak niet bekend welk type scherminstallatie en door welke installateur het scherm wordt geïnstalleerd. Welke belasting moet je dan als kassenbouwer in rekening brengen? Wat je dan vaak ziet is dat er een kas wordt geof-freerd en in het ergste geval wordt opgeleverd waar

krachtentechnisch gezien eigenlijk maar één scherm in mag hangen, of een kas die niet juist is berekend op de gewenste installaties. Als er geen eindverant-woordelijke is met kennis van zaken, zul je vaak dit soort situaties zien ontstaan. Zonde, want eigenlijk hebben we het gewoon over miscommunicatie.’

AfStemmenDe gevolgen van teveel krachten op de kas kunnen vrij ernstig zijn. Olaf: ‘Over het algemeen kun je spreken van versnelde slijtage, ontstaan van kiertjes in je scherm, moeilijker lopende systemen, maar als de krachten maar groot genoeg zijn, kun je ook ver-vormingen in de kas zien. Zo kunnen de kolommen met de schoordraden krom gaan staan en er kunnen ook complete onderdelen uitscheuren of afbreken.’Het vervelende is dat schade aan de kasconstructie door de te grote krachten niet onder de polisdek-king vallen. En dat kan de tuinder een aanzienlijke kostenpost bezorgen.Willem: ‘We zijn uiteraard betrokken bij de sector en vinden het nodig dat dit probleem onder de aan-dacht wordt gebracht. Als de verschillende partijen die betrokken zijn bij de bouw van een kas en de aanleg van een scherminstallatie beter met elkaar afstemmen, zou je dit soort problemen kunnen voor-komen. De kennis is beschikbaar en er is genoeg expertise. Beiden moeten alleen veel meer gedeeld worden. Uiteindelijk kun je hier ook weer risico mee beperken voor de ondernemer -en daarmee dus ook de sector- en daar zijn we als verzekeraar uiteraard een groot voorstander van.’

Page 22: GTT_04-AUG-10_LR

22 | GTT

het loonbedrijf van de gebroeders Wim en erik poot

is gespecialiseerd in de machinale reiniging van

kasdekken voor uiteenlopende klanten. ze hebben

daartoe een machinepark met borstelmachines in

verschillende kapmaten.

Wij kunnen hier tachtig procent van de markt mee bedienen, zegt Erik Poot. De gebroeders zijn met hun zeventien kasdekreinigingsmachines, drie vrachtauto’s, onderhoudsmensen en een vaste pool van medewerkers die de machines begeleiden, het grootste op dit terrein gespecialiseerde loonbedrijf.Het is in de hoogtijdagen een heel georganiseer om deze mensen en machines logistiek allemaal in bedrijf te zetten en te houden, op een manier die de klanten schikt. Maar voor Erik Poot is het vrij eenvoudig. De klant belt ons, zegt hij, we laden de wagen, we hangen de machine aan de kas en na de installatie en het nodige afstelwerk kan er gewassen gaan worden. Meestal ‘s nachts, want dan kunnen de ramen dicht.Er wordt over het algemeen alleen met schoon water gewassen, al kiest de klant er tegenwoordig veelvul-dig voor om met een sopje door het water heen te borstelen voor een extra schoon resultaat.

De broers doen het al zeventien jaar, dus de plan-ning kent voor hen weinig geheimen meer. De vaste klanten wassen volgens vaste patronen, de groentenkwekers twee of drie keer per jaar, de bloemenkwekers een of twee keer per jaar. Bij teelt-wisselingen ligt er een piek. Met vorst ligt alles stil, niets aan te doen.

Door de jaren heen zijn er veel ontwikkelingen geweest die het werk alleen maar beter, maar ook makkelijker hebben gemaakt. De huidige generatie machines (zie ook het verhaal over Besseling) werkt volautomatisch, al moeten er altijd mensen in de buurt zijn, ter begeleiding.

Als een kas een aantal jaren staat kan het nodig zijn om de buitenzijde van het glas te behandelen met een ruitenreinigingsmiddel. De machines zijn daarom voorzien van faciliteiten om het kasdek in te spuiten en direkt daarna te reinigen met schoon water. De machines zijn alleen geschikt voor inspui-ten met vloeibare reinigingsmiddelen zoals GS4 en Flusol-Fort.

Ook het verwijderen van diverse krijtsoorten zoals Redusol en Reduheat met Reduclean behoort tot de mogelijkheden. De machines van Poot kunnen in één werkgang inspuiten en schoon borstelen. Dit levert een flinke besparing op in arbeid en reini-gingsmiddel, en dus in kosten. Het inspuiten en reinigen van andere middelen zoals oxaalzuur of zwavelzuur-amoniak gebeurt in samenwerking met spuitbedrijven.

Poot kasdekreiniging

Page 23: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 23

kasdekreiniging

TuinbouwRelatiedagen

W E S T L A N D

15 & 16 september 2010

TuinbouwRelatiedagenRelatiedagen

Vreeloo-Centrum - De Lier - Westland - Veilingweg 16 - 2678 LN

Bezoek de enige tuinbouwvakbeurs in het kloppend hart van het Westland. Ervaar het gratis diner buffet en drankjes tijdens uw bezoek. U bent van harte welkom!

[email protected] - www.westlandtuinbouwrelatiedagen.nl

Page 24: GTT_04-AUG-10_LR

24 | GTT

Goed geregeld

de nieuwste generatie schermsystemen is complex. tal van verschillende schermen, op verschillende plaatsen in en buiten de kas geïnstalleerd vervullen allemaal hun eigen, al of niet met elkaar samenhangende functies. maar de bediening er van moet geregeld worden met een eenduidig doel: optimalisering van de omstandigheden waaronder de planten in de kas groeien. Sercom uit lisse ontwierp daarom een module schermregeling bij zijn klimaatcomputer, die een aantal leuke en noodzakelijke snufjes herbergt.

schermsysteem

Wat is dat, de schermmanager? We vragen het aan Jan Willem Lut, directeur en softwaredesigner John Bakker, van Sercom. Eigenlijk is het niet zo moeilijk. De schermanager komt uit de koker van kwekers zelf. Die kwekers, c.q. gebruikers van de Sercom-software, kwamen met allerlei verlangens ten aanzien van de bediening van hun schermen. “We hebben eigenlijk al die kennis samengebun-deld in een software programma,” zegt Lut. De schermmanager is een softwarematige scherm-bedieningsfaciliteit die tot 12 schermen tegelijk kan bedienen. Bakker: “Alle schermen zijn te regelen op zeer veel gewenste verschillende kasklimaatomstandighe-den. Maar er moet ook een zekere vrijheid zijn voor kwekers om handmatig te bedienen. Soms wil een kweker een scherm net even wat eerder openzet-ten. Maar je moet natuurlijk met je bediening niet steeds achter de weersomstandigheden hoeven aan te lopen.”

De schermen worden automatisch bediend op basis van gewenste omstandigheden in de kas. Omdat het om een groot aantal schermen kan gaan, zijn deze zo min mogelijk met elkaar in verband gebracht. Voor de kweker blijft het daardoor overzichtelijk. Ze zijn allemaal onafhankelijk van elkaar te bedie-

nen, maar hebben daardoor ook de instelmogelijk-heid van prioriteitsvolgorde. De fysieke eigenschap-pen van de afzonderlijke schermen zijn zo min mogelijk in de software meegenomen, omdat (bijna) uitsluitend direct wordt gestuurd op de gewenste omstandigheden in de kas, en niet op onderlinge relaties tussen parameters. Bakker: “Je wilt alles zo onafhankelijk mogelijk van elkaar laten sturen. De eigenschappen die we bijvoorbeeld meegenomen hebben zijn de isolatiewaarden en posities van het scherm; dekscherm nabij het raam. Ook is er een aantal bottlenecks, er moet een windbegrenzing zijn voor buitenschermen, dat spreekt vanzelf.”

Het klinkt betrekkelijk simpel: het regelen van de schermen. De bewegingsdiscipline ten opzichte van de buitenomstandigheden en de gewenste binnen-omstandigheden is bekend. Indien er binnen goed wordt gemeten, en de instelling naar wens is van de kweker, dan werkt de regeling eigenlijk probleem-loos. Maar het is iets minder eenvoudig dan het lijkt.

Ten eerste wil de kweker een bepaald regime voor de plant, en hij is zich er niet altijd van te voren in detail van bewust hoe dat regime precies is in rela-tie tot het gebruik van de instellingen van de nieuwe schermmanger. Er is dus altijd een periode nodig waarin er wordt ingeregeld, en waarin er een min of meer veelvuldig contact is met de dealer en Sercom. Daarna echter loopt alles vanzelf.

Een tweede technische moeilijkheid zit hem in het feit dat het in zekere zin lastig is om licht te regelen. De door verwarming ingebrachte warmte en vocht zijn trage parameters, met een continuïteit. Vocht verdwijnt niet, maar wordt van A naar B gebracht. Warmte wordt via de buis zeer geleidelijk ingebracht of afgevoerd via raamstand of buis. Maar licht kan er het ene moment volop zijn, en het andere moment helemaal weg zijn, bij wijze van spreken. De regeling is daarom bij sommige weers-omstandigehden - wisselende bewolking - geneigd om te gaan jojo’en. De schermmanager kent een buitenlicht-regeling en

Page 25: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 25

binnen(PAR)licht-regeling.Schermen op buitenlicht kent een intelligente vertraging op verhogen en verlagen van de bui-tenlichtmeting. De reden dat de schermen sneller worden gesloten bij teveel licht dan dat ze worden geopend bij te weinig licht is simpel: te veel licht is doorgaans niet wenselijk.

Schermen op binnen(PAR)licht kent ook deze vertraging, maar daarbovenop nog een oplossing. De Schermmanager heeft voor het schermen op binnen(PAR)licht twee regelingen, een grove en een fijne, welke samenwerken. Stel: je meet 200 umol/cm/s PAR-licht, en je wilt 120 umol/cm/s in het gewas. De grove regeling bedient de schermen zodanig dat de lichtinval in stappen snel wordt teruggebracht tot bijvoorbeeld 140 µmol/cm/s. Daarna wordt in veel kleinere stap-jes de lichtinval weer opgeregeld naar de gewenste 120 µmol/cm/s, maar dat gebeurt (eventueel zeer

veel) trager. Hoeveel trager precies is instelbaar. Door de vertraging wordt het jojo-effect voorko-men. Maar belangrijker, de gewenste binnen(PAR)licht wordt goed geregeld.

Jan Willem Lut: “Er is een derde moeilijkheid, die vaak over het hoofd wordt gezien. Dat betreft de kwaliteit van de meetbox en de sensoren, ook de onderhoudstaat er van.”Telers zijn er zich niet altijd van bewust dat ook de lichtmeters onderhoud nodig hebben. Ze moeten vanzelfsprekend schoon zijn en kunnen bij afwij-kingen geijkt worden. En vooral moeten ze ook van goede kwaliteit zijn. Bij minder goede lichtmeters komen standaard grote afwijkingen voor, en dan heeft het geen zin om je scherm op veel nauwkeuri-ger basis te gaan aansturen.Sercom heeft (en kan) een en ander opgenomen in de onderhoudsschema’s.

Page 26: GTT_04-AUG-10_LR

26 | GTT

voor marcel veenman Sproeibedrijf is helderheid een

belangrijk kenmerk van zijn krijt- en reinigingsbedrijf.

Want niet alleen het glas zelf dient schoon te zijn, nee,

ook in de afspraken met je klanten is helderheid een

absolute voorwaarde.

Je merkt het meteen als je een afspraak probeert te maken voor een foto. Als het te warm is om de ramen dicht te doen bij de paprikatuin, wordt er dus geen foto gemaakt. ‘Een klant is bij mij heilig en z’n gewas dus ook’, zegt Marcel. ‘Ik ga pas het kasdek op als de omstandigheden het toelaten. Als dat betekent dat ik alleen ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds laat kan werken, is dat geen probleem. De tevreden-heid van de klant staat bij mij namelijk voorop en dat betekent dat ik kwaliteit lever in mijn werk en flexibel ben naar de opdrachtgever toe.’ veiliGheid vooropOm aan de door hem zelf gestelde kwaliteitsei-sen te voldoen wordt er gebruikt gemaakt van de modernste technieken om te krijten en te reinigen. ‘Of we machinaal of handmatig krijten is afhanke-lijk van de grootte van de kas. Bij de grotere kassen hangen we een dok aan de servicerail en vanaf dat dok werken we vlot en secuur. Vooral met de huidige krijtmiddelen heb je dan een mooie egale dekking. In het voorjaar zijn we er in heel Neder-land hartstikke druk mee.’Bij het werken op het kasdek is veiligheid een vereiste. Iedereen die het dek opgaat, al is het alleen maar om een foto te maken, doet dat veilig én onder het toeziend oog van Marcel. ‘De kassen zijn echt te hoog geworden om daar nog nonchalant mee te zijn’, vindt hij. ‘Klanten moeten daar ook hun verantwoordelijkheid in nemen, want ik wil met m’n mensen ‘s avonds graag weer in één stuk naar huis

kunnen gaan. Als we niet machinaal krijten, gebrui-ken we dus de goot-rollator. Prima ding is dat.’ BrAndSchoonHet verwijderen van krijt is minstens zo belang-rijk als het aanbrengen daarvan en ook daar weet Marcel wel raad mee. ‘Er zijn goede middelen op de markt waarmee je de kas weer keurig schoon krijgt. Je moet het alleen wel nauwkeurig op de kas aanbrengen voor een goed resultaat. Ik sta er per-soonlijk voor in dat elke vierkante centimeter glas brandschoon is. Zeg nou zelf: Het ziet er toch ook geweldig uit zo’n blinkend schone kas?’Niet alleen krijt wordt van de buitenkant verwijderd, ook mos en ander vuil kan worden weggespoten of geborsteld. Ook de binnenzijde van het kasdek wordt door Mar-cel stevig beetgepakt: ‘Ik heb daarvoor een speciale dubbele pompset (met een werkdruk van 80 bar en 140 liter per minuut) laten ontwikkelen. Dit, gecom-bineerd met buisrail hydro-carts en zeer vakkun-dige mensen, krijgt de kas van binnen op tijd mooi schoon. Het pad nog even meespuiten als service en voila superschoon de nieuwe teelt weer in. Ook ontsmetten behoort tot de mogelijkheden, want het is voor de klant wel zo prettig om één be-drijf al het schoonmaakwerk te laten doen. ‘Vooral met dat ontsmetten is het nauwkeurig werken’, weet Marcel. ‘Doe je het niet goed, houd je alsnog de besmettingsbron in je kas en had je net zo goed niet kunnen ontsmetten.’ Geen onderScheidDat Marcel Veenman kwaliteit levert blijkt wel uit z’n snel groeiende klantenkring. Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland heeft hij z’n klanten zitten. ‘Als je op tijd goed werk levert voor een scherpe prijs en bereid bent om hard te werken, houd je die klanten ook’, zegt Marcel. ‘En of die klanten nu groot of klein zijn, maakt me niet uit. Iedereen krijgt kwaliteit.’

Glashelder

Page 27: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 27

Page 28: GTT_04-AUG-10_LR

28 | GTT

de roofmaster light is het paradepaardje van het

in heerhugowaard gevestigde bedrijf, fabrikant van

kasdekreinigers. ongetwijfeld is Besseling marktleider,

al wil financieel directeur Jeffrey hoogeveen over

omzetten, aantallen en dergelijke geen harde cijfers

noemen.De start van het bedrijf ligt in 1992 toen onderne-mer Hans Stedehouder besloot zich toe te leggen op dit specialisme. Het heeft geleid tot de huidige generatie volautomatische kasdekreinigers, die onverstoord hun werk doen, ‘s nachts aangestuurd door de klimaatcomputer als de ramen dicht zijn en ze het teeltproces niet verstoren.

De Roofmaster Light wordt volledig in de fabriek in Heerhugowaard gemaakt, bijna geheel van alumi-nium. De verplaatsingsplatforms, de docks, zijn van staal en worden op specificatie van de kassenbou-wer gemaakt. Ook de elektrische bedrading wordt in Heerhugowaard verzorgd, gemonteerd, en zo wordt het gerede produkt, dock en wasinstallatie, naar de klant gebracht.Die klant is een tuinbedrijf, of een loonbedrijf. Het

is beslist niet aan te geven hoe groot een tuinbouw-bedrijf moet zijn om een eigen kasdekreiniger te kunnen rondrekenen. Dat is van te veel factoren afhankelijk. Optimaal nut van een reiniger hebben bedrijven voor wie elk greintje licht produktietoe-name betekent, dus bijvoorbeeld de groentebedrij-ven. (Men hanteert wel de regel dat schoon glas een meeropbrengst van 2% brengt boven vervuild glas.) Maar ook de mate van vervuiling verschilt van loca-tie tot locatie aanzienlijk, in akkerkbouwgebieden heeft men doorgaans meer vervuiling dan temidden van andere kassen. Onder de 4 hectare is een eigen installatie zelden interessant.

In de loop der jaren heeft Besseling verbeterin-gen aan de kasdekreiniger aangebracht, hetgeen dus geleid heeft tot de state-of-the-art-machine, die nu naar vele landen wordt geëxporteerd: de Roofmaster Light. Het begon met de constructie in aluminium. Dat was nodig, want veel gewicht op de kas, dat is nooit gunstig. Maar aluminium bewerken, lassen bijvoorbeeld, is een aanzienlijk moeilijker techniek dan het lassen van staal. Besseling is een van de niet zeer vele metaalbedrijven waar beide disciplines: staal en aluminium, op hoog niveau worden beoefend.

de RoofmasterBesseling Machinebouw

Klaar voor transport

Sensoren

Page 29: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 29

Maar de verbeteringen zaten ‘m niet alleen in het materiaal. Langzamerhand zijn er functionaliteiten bijgekomen. Zo worden de goten nu ook schoonge-maakt bij elke gang van de machine over het kap. Het volautomatisch kunnen opereren, dus zonder menselijke aanwezigheid wordt mogelijk gemaakt door de vele sensoren die steeds registreren waar precies de installatie zich bevindt en hoe deze aangestuurd moet worden. De Roofmaster Light is praktisch uitontwikkeld. Op de verlanglijst staat nog een camera. Daarmee wordt de servicedienst in staat

gesteld om desgewenst online te kunnen zien wat er aan de hand is, mocht de machine in storing gaan.

Heeft Besseling geen last van de crisis? Er wordt toch nu immers weinig tot niets gebouwd? Gelukkig zag men de bui hangen, zegt Hoogeveen. Er was al een behoorlijke export naar vele landen, maar met doelgerichte marketingacties in een aantal doel-landen is er voor gezorgd dat daar extra aandacht kwam voor de Roofmaster. Dat heeft onlangs een or-der voor een aantal machines in Canada opgeleverd...

Roofmaster in aanbouw

Nozzle waarmee de goot schoon gespoten wordt

Page 30: GTT_04-AUG-10_LR

Super snel, super krachtig en super schoon. De kasglasreinigingsrobot van Van Hattem sproeit gelijkmatig in alle

hoeken, roeden en gaten. Bel voor meer informatie en de messcherpe tarieven.

Het sproeibedrijf waarmee u alle kanten op kunt.

Sproeibedrijf Van Hattem B.V. – Bovendijk 199 – 3045 PD Rotterdam

T (010) 511 64 35 F (010) 511 36 29 – E [email protected] I www.van-hattem.nl

Page 31: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 31

Warmte oogstenKlimrek is bekend van de rail en de ondergrondse

wateropslag, maar het innovatieve bedrijf uit pijnacker

heeft op het gebied van scherming ook een interessant

product: het Klimrek scherm.

met Klimrek

De benadering is echter totaal anders dan die van de conventionele schermen. ‘Je moet het Klimrek scherm ook niet als een vervanging van een totale scherminstallatie zien’, zegt eigenaar Sjaak van Dijk. ‘Je gebruikt ons scherm in combinatie met een conventioneel scherm.’Het Klimrek scherm loopt, in tegenstelling tot andere schermen, evenwijdig aan het glas in de kap aan één zijde -bij voorkeur de zuidkant- en bestaat bovendien niet uit doek, maar folie. Door een vloei-stof over het folie te laten lopen kan, op het moment dat het schem gesloten is, warmte worden geoogst.‘Het principe is heel simpel’, legt Sjaak uit. ‘Op het moment dat er meer warmte en licht in de kas komt dan goed is voor je planten, sluit je het scherm. Met een paar simpele sproeiertjes loopt de waterfilm, die voorzien is van een uitvloeier, over het folie en die waterfilm warmt vervolgens heel snel op. De geoogste warmte kun je in je aquifer stoppen, in de buffer opslaan, of je kunt meteen ‘s avonds weer de waterfilm over het scherm brengen om te verwar-men. Dat scheelt je flink in de stookkosten.’

Dat de geoogste warmte voordelen oplevert is evi-dent, maar er zijn meer positieve punten. Zo heb je

nauwelijks lichtverlies als het scherm niet in gebruik is. Het scherm wordt namelijk opgerold tegen de goot aan en de afvoerleidingen bevinden zich langs de kolom. Bovendien creëert het scherm in gesloten toestand een veel diffuser licht en daarmee een geheel andere ‘smaak’ licht dan het licht dat door het glas valt. Met het scherm kun je dus warmte oogsten, koelen en diffuus licht op afroep krijgen. Zijn er instanties die dit kunnen onderbouwen?Sjaak: ‘De WUR heeft zich helaas in dit geval niet van zijn beste kant laten zien. Na twee jaar bellen en mailen kreeg ik eindelijk een ‘quickscan’ van het scherm. De conclusie was dat het scherm zou lekken. Ik heb zelf een proefkas op het terrein staan en er is geen lekkage geconstateerd. Een vervolg-rapport, drie jaar later concludeerde dat er lichtver-lies optrad. Op zich is dit correct maar je hebt wel minder lichtverlies dan met een regulier scherm en bovendien de mogelijkheid van warmteoogst en de voordelen van diffuus licht. Dat ze geïnspireerd zijn door mijn systeem blijkt wel uit het feit dat er bij PPO in Bleiswijk twee soortgelijke systemen ontwikkeld zijn. Helaas zijn beide mislukt omdat ze te complex bleken in de dagelijkse praktijk.’

Het scherm van Klimrek is niet heel goedkoop: on-geveer een tientje de vierkante meter. Als je echter bedenkt wat je daarmee aan energie uitspaart en aan licht wint -of minder verliest- is het juist weer níet duur.

Meer info www.klimrek.com

Page 32: GTT_04-AUG-10_LR

32 | GTT

Watergordijn iedereen die weleens een wandeling gemaakt heeft

door de bergen weet dat er bij een waterval altijd een

koel briesje staat. in finland maken ze al enige tijd

gebruik van deze kennis, want in je kas kun je ook zo’n

waterval bouwen. het mooie is dat je er veel meer

mee kunt dan wat wind creëren.

in je kas

Water is een wonderlijk iets: je kunt er energie in opslaan, meststoffen in vervoeren en het is brood-nodig om je gewas in leven te houden. De water-druppel - ook al bestaat de druppel niet- is zo moge-lijk nog interessanter, want deze eenheid van water heeft veel flexibeler eigenschappen dan een grotere hoeveelheid water. Op het moment dat je in je kas een druppel water van 18 graden naar de grond laat vallen, is het verschil in temperatuur - oftewel de Delta T - van de waterdruppel 2 graden bij een afstand van 2,5 meter. Bovendien zal die druppel water bij een kastemperatuur van zo’n 28 graden en een voldoende hoge RV (luchtvochtigheid) tijdens die korte val maar liefst 1 millimeter groter worden als gevolg van vocht dat uit de kaslucht tegen de druppel condenseert. Die ene druppel water heeft dus, tijdens die korte tijd dat hij van de bovenkant van de kas naar bene-den viel, warmte aan de kas onttrokken en ook een beetje vocht. De druppel heeft dus een koelende en ontvochtende werking. En dat is interessant, vooral nu het zomer is.

optimAle druppelHet Finse Biolan ontwierp een systeem waarbij die waterdruppels voor een zo efficiënt mogelijke koe-

ling en ontvochtiging zorgen en het resultaat heet NOVARBO. Bovenin de kas hangt een serie sproei-koppen die door middel van een buizensysteem wordt voorzien van water. Roël Chin-Kon-Sung van Fieldlab Glastuinbouw legt uit hoe het systeem werkt: ‘Het water voor de sproeikoppen kan uit het bassin komen, maar een andere mogelijkheid is de koudwaterbron in de aquifer. Als je wilt koelen moet je koelwater uiteraard kouder zijn dan de kastem-peratuur. Wil je ook nog ontvochtigen, is er een bepaalde verhouding nodig tussen het koelwater en de kastemperatuur. Dat kun je natuurlijk precies uitrekenen met het Mollier-diagram. Daarnaast moet die druppel ook nog aan een andere regel voldoen, want als de druppel te klein is, is er niks meer van over tegen de tijd dat hij bij de grond is aangekomen. Dan ben je dus aan het vernevelen. Zijn de druppels te groot, heb je geen maximale koeling en ontvochtiging. De sproeikoppen in het NOVARBO-systeem zorgen dus voor een ideaal formaat druppel.’Als we naar de cijfers kijken, kunnen de volgende conclusies worden getrokken: met een koelwater-temperatuur van 18 graden kan de RV onder de 85 procent worden gehouden. Gebruik je koelwater van 16 graden, blijft die waarde zelfs onder de 75

Page 33: GTT_04-AUG-10_LR

procent. Wat betreft de koeling geldt dat de kastem-peratuur tot 6 graden boven de temperatuur van het koelwater kan worden gekoeld. Het koelwater kan, in vergelijking met andere koelsystemen, relatief warm zijn. 20 Graden levert nog steeds een koelend effect op, zij het minder dan koelwater met een lagere temperatuur.

KASKlimAAtEen druppel die bij de grond is aangekomen, wordt opgevangen in een goot die aan weerszijden voor-zien is van een ingewikkeld uitziend spatscherm. Roël: ‘Je wilt niet dat het water tegen het gewas aan spettert, want je krijgt dan niet alleen problemen met je gewas, maar het principe van ontvochtiging vindt dan natuurlijk ook niet meer plaats. Het scherm dat je hier ziet, vangt opgespatte druppels op en voert ze terug naar de opvanggoot.’Het watergordijn zorgt niet alleen voor koeling en ontvochting, maar ook voor een derde belangrijke eigenschap: convectie. Het neerkomende water in de opvanggoot zorgt voor een uitwaaierende beweging van lucht en aan de bovenkant van het systeem wordt er juist lucht aan-gezogen waar de druppels de sproeikop net hebben verlaten. Het resultaat is een verticale stroom van lucht, zonder dat er ook maar één ventilator voor nodig is. En die verticale luchtbeweging voorkomt, zoals u natuurlijk weet, een dood kasklimaat.

AquiferMet het opgewarmde water in de opvanggoot kun je twee dingen doen: terugvoeren naar het bassin en daar weer afkoelen – al dan niet met behulp van adiabatische koeling- of in een warmtebron in de aquifer stoppen. De laatste optie is de meest

duurzame en efficiënte variant, maar daarvoor heb je natuurlijk wel een aquifer nodig.

KoSten en onderhoudIn de Finse kassen wordt het NOVARBO-systeem voornamelijk gebruikt in de komkommerteelt. In die kassen is gebleken dat een watergordijn om de tien meter de beste resultaten voor het minste geld oplevert, maar, over geld gesproken, helaas hebben we het nog steeds over een aanzienlijke investering: zo’n 70 euro per vierkante meter. Eenmaal aange-legd consumeert het systeem tussen de 5 en 7 Watt per vierkante meter.Onderhoud is een belangrijke factor bij het draaiend houden van het systeem. Algen vormen bij vrijwel alle buizensystemen waar water door loopt een pro-bleem. Het koelwater dient dus te worden schoon gehouden, maar bij gebruik van bassinwater kan de tuinder gebruik maken van zijn reguliere zuiverings-systeem.Ook al draait het NOVARBO-systeem prima in Finland, voor de Nederlandse markt is het nog niet helemaal klaar.Roël: ‘TNO helpt de Finnen momenteel om het systeem aan te passen aan de Nederlandse kassen en te testen in de praktijk. In Finland is geen gebrek aan ruimte en zijn de kassen dus wat ruimer opge-zet. Het watergordijn kan wat compacter worden vormgegeven. Hopelijk kunnen we binnenkort aan een proef beginnen in ons Fieldlab.’

Page 34: GTT_04-AUG-10_LR

34 | GTT

Aqua-Hortpythium. phytophthera. ramorum. fusarium.

Agrobacteria. xanthomonas. pseudonomas. erwinia.

het zijn de namen van schimmels en bacteriën die

menige kweker zorgen baart. vijf jaar geleden kwam

Karo tuinbouwtechniek Bv met een geducht wapen

op de markt tegen deze vijanden van een gezonde

kweek: de Aqua-hort.

de ‘koperen’ schimmel bestrijder

Het principe van de Aqua-Hort is van een verrassen-de eenvoud. Danny Rood van KaRo BV: “Het water wordt door zes buizen, van de onderste buis naar de bovenste, gevoerd. In de eerste vier buizen zitten elk twee koperen staven. Het water komt uiteinde-lijk in de zesde (bovenste) buis terecht, waar een flowmeter aan gekoppeld is. Die flowmeter geeft aan de daarop aangesloten controlebox door dat er activiteit van water in die buizen is. Met de controle-box kan je vervolgens instellen hoeveel koper je in het water wilt hebben. Als gevolg van die instelling worden die koperen staven onder stroom gezet met een bepaald ampèrage. Die koperen staven op hun beurt laten door die elektrolyse minuscule kleine koperdeeltjes los die door het water worden meegevoerd. Uiteindelijk komt dat water met het koper bij de plantwortels terecht en kan daar zijn schimmelbestrijdend werk doen. De minuscule deeltjes van het koper zelf zijn overigens niet de bestrijders van de schimmels maar wel de lading die door die ionisatie in de eerste vier buizen met het koper is meegekomen. Die lading moet de fatale klap uitdelen aan de schimmels. Het koper is in feite het transportmiddel voor die lading.”

uit elKAAr GetroKKen Voordat het water met de koper-ionisatie ‘aan boord’ de Aqua-Hort verlaat om zijn schimmelbe-strijdend werk te doen, gaat het eerst nog langs een elektromagneet in de vijfde (één na bovenste) buis. Danny: “Als het water door de elektromagneet gaat, worden de mineralen en organismen door die magneetwerking uit elkaar getrokken in kleinere delen. Het voordeel van het uit elkaar trekken van de mineralen is dat je minder aanslag hebt van minera-len. Het voordeel van het uit elkaar trekken aan de organische kant is dat het koper met zijn lading mak-kelijker bij de organismen in het water kan komen.”

onderzoeKenDe Aqua-Hort is van oorsprong een Deense vinding. Diverse onderzoeksinstituten testen het toestel uit, waaronder het Oslo State Research Station. Bij een dosering van 0.28 ppm vrije koper-ionen bleek dat de meeste planten die geïnfecteerd waren met schimmels overleefden en zich doorontwikkelden. In Engeland deed het Horticultural Development Council een drie jaar durend onderzoek onder ruim tien gewassen. De verschillen tussen met en zonder Aqua Hort waren, zacht uitgedrukt, opmerkelijk positief. Momenteel loopt er nog een onderzoek op de HAMK Universiteit in Lepaa te Finland. Het betreft hier proeven op de productie van sla op water in trays. Dit jaar worden de onderzoeken afgerond. Ook in Amerika is de Aqua-Hort opgedoken, o.a. bij het wassen van fruit voordat het verpakt wordt. Dit laatste wordt gedaan omdat de velden in Amerika geïrrigeerd worden met oppervlaktewater, dat de gewassen kan verontreinigen met coli-bacteriën. Het wassen van dat fruit wordt gedaan met toe-gevoegde chlooroplossingen zodat bacteriën weg oxideren. Dit laatste staat onder toenemende kritiek van de consumenten en in de zoektocht naar alternatieven doemen de contouren van de Aqua-Hort op. Ook op de North Carolina State University zijn medio 2009 proeven gedaan met interessante en positieve resultaten. Het betrof hier proeven met verontreinigd water.

doSerinGTerug naar het Noordhollandse Zwaagdijk, naar Danny Rood. Danny: “Ieder gewas heeft zo zijn eigen dosering. Het is echt maatwerk en naast een specifieke do-sering heeft het ook te maken met de verschillende waterstromen. Als je de Aqua-Hort aansluit op een bovenberegening waar geen recirculatie plaats vindt, dan kan je op zich een hogere dosering toepassen. Op het moment echter dat je eb- en vloedvloeren hebt, waardoor er bijvoorbeeld 80 procent van het water iedere keer weer terug komt, dan stapelt het gehalte aan koper-ionen zich op. Daar moet je met je dosering dan rekening mee houden. De Aqua-Hort houdt namelijk wel bij wat hij aan koper-ionen toevoegt, maar niet wat er aan koper-ionen al in het water zit. Dus als je eb- en vloedvloeren hebt, zou je zomaar op een gehalte

Page 35: GTT_04-AUG-10_LR

de ‘koperen’ schimmel bestrijder

GTT | 35

van 15 ppm kunnen komen. Terwijl je de Aqua Hort hebt ingesteld op 1 of 2 ppm. Dan moet je in die dosering een kwart of een half terug zodat je uit-eindelijk toch op die gewenste 1- of 2 ppm terecht komt.”

tAnKDe ontwikkelingen gaan door en dus zitten de De-nen ook niet stil. In 2009 kwamen zij met de Aqua-Hort tank op de proppen die in staat is om grotere hoeveelheden water, of water met een lagere EC (electric conductivity) waarde te behandelen. Water zonder meststoffen bijvoorbeeld geleidt de elektrici-teit een stuk minder goed dan water waar de zouten van meststoffen wél in zitten.Danny: “De Aqua-Hort is in verschillende capaci-teitsuitvoeringen verkrijgbaar. De capaciteit van een Aqua Hort is overigens niet gerelateerd aan het aantal hectare maar aan de benodigde flow, de kuubs per uur. Als er minder EC (zouten) in het water zitten, werkt de Aqua-Hort minder goed van-wege die verminderde geleidbaarheid van het water tussen die koperen staven. Vandaar dat in de Aqua Hort tank, die overigens bij een goede EC-waarde

een veel grotere watercapaciteit kan leveren, geen staven zitten maar platen. Daardoor is het koperop-pervlak groter en kom je toch tot een voldoende ionisatie ondanks die eventueel aanwezige lagere EC-waarde.”

nieuWe ontWiKKelinGenKaRo BV als Aqua-Hort dealer volgt de koper-ioni-satieontwikkelingen vanuit het Deense Brabrand op de voet maar niet kritiekloos. Zo kwamen de Denen met het Aqua Hort Boot model. Proeven lopen nog in het buitenland. Danny: “Water moet je na ionisatie, als het koper geladen is, gelijk gebruiken. Met het Aqua-Hort Boot model ioniseer je in feite een heel bassin. Ver-volgens ga je dat water misschien pas na een paar dagen gebruiken. Ik vind dat eigenlijk een beetje zonde. Want het kan zijn dat er een hoop koper, en de daarbij meekomende lading, niet terecht komt in het wortelmilieu waar je het wil hebben, omdat het koper al zijn werk gaat doen in het bassin zelf. Dat is op zich niet verkeerd als je schimmels, bacteriën en algen in je bassin hebt zitten. Die zullen dan wel doodgaan, maar ik vind het wel zo prettig als de >>

Page 36: GTT_04-AUG-10_LR

hortifair.com/tickets

where horticulture meets

90x270-uk.indd 3 25-06-10 13:44:53

Vraag uw installateur of bel: 06-11248315 • [email protected] • www.klimrek.com

Klimrek warmteopslag (95º C)

6300 m3 opslag

4 meter diep

• 30% goedkoper rednim %04 •

warmteverlies• Roest niet door!

Ook voor

gietwater- en

koudeopslag

Ook verkrijgbaar bij:

10x minder zuurstof in uw verwarmingssysteem

HortiFair

04-0128

Page 37: GTT_04-AUG-10_LR

Aqua-Hort ook zijn werk doet in het wortelmilieu om daar de schimmels en sporen te lijf te gaan. Dus voor wat betreft het Aqua-Hort Boot model wachten we de onderzoeksresultaten nog even af.”

Kip en ei verhAAl De aanschafprijs van een Aqua-Hort verschilt per ca-paciteitsuitvoering en schommelt tussen de 6000 en 26.000 euro. Daar komen, afhankelijk van het aantal gebruiksuren, het gebruik van koper en electra bij. De onkosten schommelen, afhankelijk van het type machine, tussen de paar 100 en paar duizend euro. Danny: “Ik hoor vaak dat mijn klanten zeggen: ‘Als ik zie wat het apparaat mij oplevert aan sterkere en betere planten door die schimmel- en/of bacteriebe-strijding, dan vallen de investeringskosten daarbij eigenlijk in het niet.’ Dat is natuurlijk mooi om te horen. Overigens ligt de nadruk bij klanten erg op het bestrijden van ziektes. Maar een bijkomend voordeel van de Aqua-Hort is niet alleen dat hij schimmels bestrijdt, maar ook nog eens dat het de wortelgroei van planten stimuleert. Nu is het wel zo dat dit een beetje het kip en ei verhaal is. Groeit de wortel beter door koper-ionisatie en is die daardoor minder vatbaar voor ziektes? Of bestrijden we ziek-tes waardoor die wortel beter kan groeien? Daar is moeilijk de vinger op te leggen.”

Een kip of ei-verhaal of niet, feit is dat de tot nu toe gehouden onderzoeken in verschillende onder-

zoeksinstituten wereldwijd met positieve resultaten komen. Feit is ook dat eveneens wereldwijd ruim 500 kwekers (waarvan 70 in Nederland) baat zeg-gen te hebben bij de Aqua-Hort. En dat aantal blijft gestaag groeien.

‘iK vond het een intereSSAnt verhAAl’ Blijft de vraag hoe KaRo BV met de Aqua-Hort ge-confronteerd werd. Danny: “Op een gegeven moment was er een plan-tenverkoper die ook in Denemarken kwam. Hij ont-dekte die fabrikant van de Aqua-Hort en hij vond dat wel wat. Dus is hij een soort van dealerschap erbij gaan doen. Toen ik lucht kreeg van het bestaan van de Aqua-Hort, heb ik contact gezocht met die man. Wat bleek? Hij was puur een dealer. Klanten kochten dat ding en moesten ‘m zelf installeren. Ik vond het een interessant verhaal. Nu hebben wij een afdeling watertechniek met zes monteurs, dus wij konden de Aqua-Hort niet alleen verkopen maar óók plaatsen. We monteerden die Aqua-Horta in heel Nederland maar wij verkochten alleen in Noord Holland omdat wij daar gevestigd zijn. Vijf jaar geleden konden wij het dealerschap van heel Nederland van de planten-verkoper overnemen. En gezien de onderzoeksresul-taten plus de positieve reacties van de kwekers zelf, heb ik daar geen moment spijt van gehad.”

Voor meer info: www.aqua-hort.nl

GTT | 37

Page 38: GTT_04-AUG-10_LR

38 | GTT

Sneller en goedkoperchrysanten automatisch inhoezen is niet nieuw,

maar de benaderingswijze van terra is wél nieuw.

het inhoezen gaat sneller, goedkoper en met minder

beschadigingen.

inhoezen

Inhoesmachines voor chrysanten kennen we al een tijdje. De machine van Terra, die op dit moment in bedrijf is bij chrysantenteler Fred van Paassen, is in een aantal opzichten echter bijzonder, vindt Gerard van Egmond van bovengenoemde firma.‘Onze machine onderscheidt zich voornamelijk van andere machines door de manier waarop de bossen in de hoezen worden gestopt. De meeste bestaande machines volgen hetzelfde principe als het men-selijke inhoezen. Dus hoes open en daar de bos in stoppen. Wij doen het net even anders, want vanaf de lopende band worden de bossen in een koker getrokken, waarover vervolgens de hoes wordt geschoven. Het voordeel van onze methode is dat je minder beschadigingen aan je bloemen en knoppen hebt, want de hoes kan nooit blijven steken achter plantdelen. We hebben ook al tests gedaan met lelies en tulpen en ook daar heb je minder beschadigingen. Bovendien heb je met deze constructie geen extra grote hoezen nodig, zelfs niet bij de zware chrysanten van Fred. We gebruiken gewone standaardhoezen.’

duBBelEr zijn nog meer voordelen, want door de con-structie met roterende kokers -zie de foto’s en bijschriften- is het mogelijk om dezelfde machine om te bouwen tot een dubbel werkende inhoes-machine. Gerard: ‘Chrysantentelers hebben een of twee boslijnen in de schuur staan en per lijn draaien ze dan zo’n 1800 bossen per uur met een piekaanvoer van meer dan 2000 bossen per uur. Bij onze enke-le inhoesmachine halen we ruim 1200 bossen per uur en dat is voor veel toepassingen voldoende. Met een dubbele machine kunnen we ruim 2200 bossen per uur aan. Het voordeel van de dubbele machine is dat deze een stuk goedkoper is dan twee enkele machines.’

uitBreidinGOver kosten gesproken; waar moeten we aan den-ken? Gerard: ‘Dat is nog moeilijk te zeggen, omdat deze machine een prototype is. Bovendien gaan we nog een uitbreiding maken, waarin de bossen ge-wogen worden. Een grove schatting voor een enkele machine is zo’n 50.000 euro.’Interessant is dat Terra bekend is in de wereld van potplanten, maar relatief onbekend in de snij-bloemen. Heeft deze overstap iets met de crisis te maken?

De Chrysanten worden aangevoerd over de lopende band uit de tuin. Zoals veel chrysantentelers maakt Fred van Paassen ook gebruik van een lopende band onder het betonpad.

De bloementakken worden op de volgende band geschoven...

Page 39: GTT_04-AUG-10_LR

Sneller en goedkoperGTT | 39

‘Nou,’ zegt Gerard, ‘het is geen overstap, maar een uitbreiding. Je kunt wel proberen om in een markt waar het slecht gaat je bestaande product te verhandelen, maar je kunt ook om je heen kijken en je afvragen of je ideeën of producten uit je bedrijf in andere bedrijfstakken kunt toepassen. Het inhoezen met zo’n koker doen we al met potplanten en ik vraag me af waarom niemand dat ooit met snijbloe-men heeft geprobeerd. Het werkt namelijk prima zo. Overigens hebben we het octrooi ook inmiddels geregeld.’

perfectOok teler Fred van Paassen is enthousiast over de nieuwe machine: ‘Wij telen vrij zware chrysanten en dan is het handmatig inhoezen fysiek wat zwaarder dan bij lichtere soorten. Een inhoesmachine is dan een logische investering. En omdat kwaliteit bij

...waar ze vervolgens gebost worden.

Een ultrasoon oog meet de afstand van de bloemen ten opzichte van de rand van de lopende band. De positiebepaling is belang-rijk voor het inhoezen, omdat de bloemen ruimschoots in de hoes moeten komen. Door de ongelijke ligging op de lopende band zouden sommige bloemen ofwel uitsteken of erg ver in de hoes terechtkomen.

De bos wordt vervolgens de bovenste koker in getrokkenDie daarna om zijn as draait, waardoor de bovenste koker onder komt te liggen en de onderste koker boven.

Page 40: GTT_04-AUG-10_LR

40 | GTT

ons heel belangrijk is, vind ik die kleinere kans op beschadiging wel interessant.’Toch kan Fred z’n inhoezers niet zondermeer vervan-gen door de nieuwe machine: ‘Die mensen plukten zo nodig nog wat bruine blaadjes weg, voor ze in de hoes gingen. Hoewel onze teelt al heel mooi loopt en we dus nauwelijks last hebben van dat soort

dingen, houd ik er wel rekening mee dat ik iets meer tijd vóór de inhoesmachine moet investeren om de bos helemaal schoon en perfect af te leveren aan de machine. Er komt dus ofwel een mannetje voor de machine, of de plukkers moeten dat blaadje wegha-len. We moeten hier nog even uitvogelen hoe we dat precies gaan doen, maar dat komt wel goed.’

Tegelijkertijd wordt de hoes voor de dan inmiddels onderlig-gende koker opengetrokken

En schuift de hoes om de koker heen, waarna de hoezer zich snel weer terugtrekt

De kokers draaien weer om hun as en de bovenste koker opent zich, waarna de gehoeste bos naar buiten wordt getrokken. En zo herhaalt het proces zich. Ten slotte worden de bossen handmatig in dozen verpakt.

Page 41: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 41

Questions & Answers

met CropEyeKaderrichtlijn waterDe Kaderrichtlijn water komt er aan, maar is nog ver van ons bed. Waarom zouden we ons druk ma-ken over soep die voorlopig nog niet op tafel komt en waarschijnlijk ook niet zo heet wordt opgediend als het wordt voorgesteld? Jolanda Heistek: “Inderdaad duurt het nog wel lang. In 2017 moet de kaderrichtlijn water ingevoerd zijn. Maar we moeten nu aan de slag met dit gegeven.”

GTT: Waarom, we hebben toch tijd zat?Jolanda Heistek: “Om twee redenen. Ten eerste heeft de overheid nu veel onderzoeks- en ontwik-kelingsgeld beschikbaar gesteld voor projecten die verband houden met de waterproblematiek in de tuinbouw. Van die kans mag je wel gebruik maken, dacht ik. Ten tweede omdat je, op weg naar de noodzakeljkenoodzakelijke aanpassingen die te ma-ken hebben met emissies in de bodem, ook allerlei tuinbouwspecifieke zaken kunt verbeteren. “

GTT: Zoals?Jolanda Heistek: “Ik zal een voorbeeld geven. Het reduceren van de lozing van gewasbeschermings-middelen door kringloopsluiting is nu een ‘hot’ item in de glastuinbouw. Technieken daarvoor kan je o.a. vinden in het Noorden. Daar zijn veel start-up be-drijven die zich met watertechnologie bezighouden. Vaak vanuit of onder de paraplu van het kennistop-instituut water (koepelinstituut Wetsus). Een van die technologieën heet capilaire elektroforese. Dat is een analytische techniek die ontwikkeld is om in het drinkwater lage kleinedeeltjesconcentraties te kunnen detecteren. Zowel organische deeltjes als anorganische deeltjes.”

GTT: En die techniek kun je inzetten voor analyse van het voedingswater?Jolanda Heistek: “Ja. Vroeger had je gaschro-matografie nodig, een omslachtige en dure techniek (ICP) nodig om de sporenelementen

in een monster vast te stellen, en nu kan dat veel makkelijker, vaker, sneller en goedkoper. En zo worden er meer technieken ontwikkeld waarmee we

heel snel en veelvuldig het voedingswater kunnen screenen en dus de voeding optimaal kunnen

sturen en beïnvloeden.”

GTT: Maar zijn die technieken in de tuin-bouw ook praktisch te gebruiken?

Jolanda Heistek: “Dat zijn we aan het bekijken. Er is een samenwerkingstudiegroep samengesteld. Daarin zit de BLGG AgroXpertus, het start-upbedrijf Capilix, WUR en een aantal telers. Het start-upbe-drijf Capi BLGG AgroXpertus, zoals dat tegenwoor-dig heet. Er moet nog best wel veel studie verricht worden voordat dit praktisch in de tuinbouw toege-past kan worden, maar het ziet er veelbelovend uit.”

GTT: Dit biedt nog geen opossingoplossing voor alle eisen die in de kaderrichtlijn water worden gesteld...Jolanda Heistek: “Nee, maar ik ben er van overtuigd dat de waterproblematiek een grotere rol gaat spe-len in de tuinbouw dan nu het geval is. De laatste tien jaar stonden veelal geheel en al in het teken van energie, en nu is het water aan de beurt. Maar je moet dat integraal zien: niet alleen in termen van emissieproblemen en nieuwe overheidseisen voor vollegronds- en substraatteelten, maar ook in termen van kansen. En juist nu zie je dat er buiten de tuinbouw van alles ontwikkeld wordt op water-gebied. Allemaal zaken waarmee de tuinbouw zijn voordeel kan doen.”

GTT: We hebben toch allerlei gespecialiseerde tuinbouwtoeleveranciers die verschrikkelijk veel verstand hebben van watertechniek?Jolanda Heistek: “Dat is het juiste woord: water-techniek. We zijn zeer ontwikkeld als het er om gaat hoe we het water logistiek naar de plant brengen. Maar water als sturingsmechanisme, daar valt nog zóveel te ontdekken.”

GTT: Ik denk dan meteen aan de vruchtgroenten.Jolanda Heistek: “Terecht. Het is duidelijk dat we kwaliteit, o.a. smaak, tot op zekere hoogte kunnen sturen door middeel van plantvoeding. Maar dan moet je A. de plantmechanismen goed in beeld heb-ben en B. de goede gereedschappen hebben om de voeding in het water te screenen en dus de doserin-gen te kunnen sturen.”

GTT: Het is wel mooi, dan kun je je gaan specialise-ren in de smaak van je paprika, een beetje meer van dit mineraal, en hij wordt iets dieper van aroma.Jolanda Heistek: “Ho, ho, zo ver is het nog lang niet. Laten we eerst maar eens de goede tools ontwik-kelen.”

Page 42: GTT_04-AUG-10_LR

42 | GTT

Het roer om

telen zou in de toekomst weleens radicaal anders

kunnen zijn dan hoe het nu gaat. vergeet uw diffuse

glas, energiescherm en kas van negen meter hoog.

telen gebeurt straks in loodsen en onder de grond.

Telen zonder daglichtVoordat u zuchtend deze pagina omslaat; wees eens eerlijk: hoeveel tijd bent u -of uw teelttechni-sche man- kwijt met het uitvoeren van corrigerende maatregelen teneinde het klimaat voor uw gewas te optimaliseren? Ha, zult u zeggen, daar heb ik een computer voor. Heel mooi, maar wat doet die computer precies? Juist, een kiertje trekken als het wat te warm wordt, beetje CO2 erbij omdat die uit het kiertje vliegt, scherm dicht omdat de zon nu wel heel erg hard schijnt en daarna weer open omdat er een wolkje voor de zon hangt.

En krijten? Heeft u dat al gedaan? Uiteraard. En houdt u ook bij wanneer u hartgrondig wenst dat u het krijt tijdelijk even weg zou kunnen poetsen, omdat het in augustus weer eens drie weken regent?En wat nu als iemand die echt iets van planten weet, beweert dat al uw goedbedoelde geklooi met dat klimaat er voor zorgt dat uit een gemiddelde plant hooguit tien procent van de potentiële fotosynthese gehaald wordt?En nee, u hoeft niet te proberen glas op het dek te leggen dat nóg een procentje meer licht doorlaat, want daar haalt u geen elf procent fotosynthese mee. Het probleem zit hem in de micrologistiek. verduBBelinGGertjan Meeuws vormt samen met Leon van Duijn, Marcel Kers en John van Gemert de motor achter PlantLab. Op het terrein van de HAS in Den Bosch waar PlantLab is gevestigd, legt hij uit wat PlantLab beoogt te bereiken: ‘Aan de basis van elke teelt ligt fotosynthese. Dat proces wordt bëinvloed door allerlei parameters in de plant en die worden op hun beurt weer bëinvloed door de klimaatomstandig-heden. Met micrologistiek bedoel ik heel specifiek de stromen van en naar de bladgroenkorrel, dus de aanvoer van water en bouwstoffen en de afvoer van water en drogestof. Weet je dat proces te optima-liseren, kun je dat potentieel van die chlorofylkor-rel verhogen naar wellicht twintig-dertig-veertig procent. En dat betekent dus een verveelvoudiging van de productie.’ WiSKundePlantLabs’ benadering van de plant is een mathe-matische. ‘Tuinbouw is wiskunde’, zegt hij. ‘En dat moet je zonder groene vingers kunnen doen. Je hebt een input, bestaande uit water, CO2, voeding, licht en bladoppervlakte en dan volgt het fotosyn-theseproces in de plant, waarbij de balans tussen micrologistiek en licht bepalend is. Tenslotte heb je een output: droge stof verdeling, productie, hoe je het wilt noemen of definiëren.’ ‘De micrologistiek is in de conventionele tuinbouw de beperkende factor -en dus niet het licht-, omdat het klimaat in de kas zelden optimaal is. Ga zelf maar na: de helft van de tijd is het te donker voor fotosynthese, ’s ochtends is de worteldruk zo hoog dat de huidmondjes vol vocht zitten, dan is het weer

Page 43: GTT_04-AUG-10_LR

Telen zonder daglichtGTT | 43

zo warm dat de planten maximaal staan te verdam-pen met geknepen huidmondjes en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is dus helemaal niet gek dat er maar negen procent van de beschikbare hoeveel-heid tijd fotosynthese plaatsvindt’, meent Gertjan. KnoppenEr is ook een oplossing. En die heet ‘Plant Paradise’.John van Gemert van PlantLab gaat voor en opent de deur van een loods bedekt met grijze golfplaten. In de loods bevindt zich een unit en in die unit bevin-den zich acht afzonderlijke klimaatkamers.John: ‘Hier kunnen we vrijwel elk denkbaar kli-maat creëren. Door simpelweg aan de knoppen te draaien. We hebben hier namelijk helemaal niets te maken met het klimaat dat buiten heerst.’De deur van een van de klimaatkamers gaat open en in de ruimte bevindt zich een rek met drie teeltlagen sla. De belichting bestaat uit rode en blauwe LED’s die zich onder de bovenliggende teeltlaag bevinden. Over het gebruik van LED is Gertjan heel duidelijk: ‘Daar zitten we absoluut niet aan vast. We gebruiken die techniek omdat LED op dit moment het beste is wat je kunt hebben. Komt er een andere techniek op de markt die nog beter is, kunnen we daar gebruik

van maken. Het mooie van LED is dat je warmte kunt loskoppelen van licht. Veel licht en weinig warmte, maar ook het omgekeerde kun je dus moeiteloos realiseren.’De wand waar het teeltrek tegenaan staat, is voor-zien van vele kleine gaatjes. Uit die gaatjes komt de lucht die geoptimaliseerd is voor de specifieke teelt. In een kast staat een gastank met CO2 en daaruit wordt de kweeklucht voorzien van de optimale con-centratie. In het plafond tegenover de gaatjeswand bevindt zich een afzuiger waarmee de lucht wordt weggezogen. Die lucht wordt continu rondgepompt en bij elke cyclus -zo nodig- van CO2 voorzien en ontvochtigd. Ook de temperatuur van die lucht kan nauwkeurig worden geregeld.‘En de andere variabelen kunnen we per schap controleren’, zegt John. ‘De watergift -de sla staat op eb-vloed- en daarmee de bemesting, maar bijvoor-beeld ook de worteltemperatuur kun je per schap instellen.’De schappen bestaan uit dubbelwandige metalen constructies. De worteltemperatuur wordt eenvou-dig ingesteld door water van de juiste temperatuur door de dubbelwandige constructie te laten lopen.‘Je kunt alles wat je zou willen regisseren in zo’n

Page 44: GTT_04-AUG-10_LR

44 | GTT

systeem inpassen. In de huidige tuinbouw zijn er enorm veel technieken voorhanden waarmee je dat kunt bereiken. Wat we met deze klimaatkamers hebben bewezen is dat we nu weten dat we kun-nen telen in afgesloten ruimtes, zonder daglicht’, legt John uit. doodnormAAlHet voelt wat onwennig om in het rode licht een krop sla met kluit en al uit een schap met een laagje water te pakken, er een blaadje van te plukken en dat vervolgens in je mond te stoppen.‘Doe dat maar buiten’, adviseert John. ‘Dan zie je dat het gewoon frisgroene sla is bij daglicht.’En gelijk heeft hij. De sla is mooi groen, lekker knap-perig en prima van smaak. Niks mis mee, moeten we concluderen.‘En het mooie is dat je, nu je het klimaat zelf vol-ledig kunt sturen, exact kunt bepalen wanneer je oogst en hoeveel je oogst’, legt John uit. ‘In een kas streef je wel naar die optimale omstandigheden, maar die bereik je zelden. Daardoor weet je dus ook niet wanneer je kunt oogsten.’Interessant, maar hoe zit het dan met ziektes? Die kun je toch ook in je klimaatkamers krijgen?‘Nee,’ zegt Gert-Jan, ‘om ziekten en pagen buiten te houden kunnen we de kamers op overdruk houden. Daarbij komt dat super vitale gewassen veel minder gevoelig zijn voor aantastingen.’ WAterNiet alleen de manier van telen, ook de in inbedding in de ruimtelijke ordening is op z’n minst revolutio-nair te noemen. In plaats van concentraties glas zien de vier uitvinders van PlantLab decentrale, op de vraag afgestemde productie van gewassen. Midden in stedelijke omgevingen, want enorme oppervlak-tes teeltruimte zijn niet meer nodig. Maar ook op plaatsen waar glastuinbouw vanwege een grillig landschap, te hoge, of juist te lage temperaturen vrijwel onmogelijk is.Gertjan: ‘Moskou haalt vrijwel al z’n groente uit Spanje. Met het systeem van PlantLab kunnen ze zelf gaan telen. In een productieunit van ons reali-seren we waar dan ook ter wereld een uitgekiend klimaat. Ook in Afrika kan er bijvoorbeeld ineens

geteeld worden. De productie van de sla die jij net geproefd hebt, verbruikt minder dan tien procent van het water dat bij conventionele slateelt wordt gebruikt. Al het verdampte water vang je weer op en stop je bij het gietwater. Het enige water dat je verliest zit in het gewas.’Over energie is het nog lastig uitspraken doen. Gertjan: ‘LED’s worden elk jaar twee maal zo zuinig en de aanschafprijs daalt als de productieaantallen toenemen. Ons systeem wordt dus steeds goedko-per de komende jaren. Nu is het lastig een vergelij-king te maken, want met wat voor soort kas doe je dat? Een gesloten, een combiteelt met tomaat, op water, in de volle grond? Feit is dat het niet anders kan dan dat de productie in een PlantLab veel min-der energie en water zal kosten.’Nu hij er toch zelf over begint: tomaat is toch hele-maal niet geschikt voor meerlaagsteelt? ‘Waarom niet?’ vraagt Gertjan, ‘de oorspronke-lijke tomatenplant is hooguit 60 centimer hoog. In de kas moet je de lucht in om rendement te kunnen draaien, maar in een meerlaagsteelt kun je gewoon de lage tomatenplanten gebruiken. Hetzelfde geldt voor komkommer en paprika. Dat biedt ook nieuwe kansen op gebied van automa-tisch oogsten.’ StreSSDat er qua smaak en voedingswaarde aan de PlantLab-sla niks zal mankeren, staat voor plantfysi-oloog Olaf van Kooten buiten kijf. Toch heeft hij zijn bedenkingen bij de aanwezigheid van gezondheids-bevorderende stoffen in de groente.Olaf: ‘Als je de klimaatomstandigheden optima-liseert kun je inderdaad meer produceren. In de kassen is je klimaat te vaak suboptimaal om tot een maximale productie te komen. Dat gedeelte geloof ik dus wel. Er zijn alleen twee dingen die ik me afvraag bij de teelt in een PlantLab. Sla is een gewas bij uitstek waarbij je al het licht kunt omzet-ten in fotosynthese. Er zijn namelijk geen bladeren die verscholen liggen onder andere bladeren. Bij een tomatenplant is dat al heel anders. Da’s het eerste. Het tweede is dat die suboptimale omstan-digheden ook gunstige effecten voor het gewas kunnen hebben. Heel simpel gezegd leiden sub-optimale omstandigheden tot stress in het gewas

Page 45: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 45

en die stress leidt vaak tot de aanmaak van stoffen die die plant verdedigen tegen stress. Basilicum maakt een geurstof aan om insecten op afstand te houden. Koop je zo’n potje in de supermarkt, moet je er zo’n beetje met je neus inzitten om het nog te ruiken. Dat komt omdat die basilicum niet getriggered is om die stof aan te maken. Ga je naar Frankrijk waar dat spul buiten is geteeld, ruik je het al op grote afstand. Veel gezondheidsbevorde-rende stoffen, zoals anti-oxidanten, hebben stress nodig om tot ontwikkeling te komen. Ik vraag me dan af hoeveel van die stoffen er in de sla van PlantLab te vinden is.’ Gertjan reageert desgevraagd op de opmerkingen van Olaf van Kooten: ‘Voor wat betreft bladeren die verscholen liggen onder andere bladeren; we streven naar een complete onderschepping van het aangeboden licht door de optimale Leaf Area Index aan te houden, dat geldt voor elk gewas waarmee we werken. Inhakend op de tweede opmerking; als ‘suboptimaal’ in feite optimaal is, met andere woorden als ‘stress’ nodig is om doelen te bereiken, dan stellen we de knoppen van onze teeltruimte als zodanig in.’ Toch ziet ook Olaf toekomst in de teeltwijze van PlantLab: ‘Je moet natuurlijk niet onderschatten dat je niet alleen die gezonheidsbevorderende stoffen nodig hebt, maar ook de voedingswaarde van zo’n krop sla. Wat dat betreft kan biologische teelt daar niet mee concurreren.’In veel gevallen zal die voedingswaarde een grotere rol spelen dan de aanwezigheid van gezondheids-bevorderende stoffen. Denk maar aan continen-ten waar honger heerst. Of aan de productie van diervoeders. puBlieKe opinieEen voorbeeld: In Den Bosch wonen 140.000 men-sen. Die mensen eten 200 gram groenten per dag -of

dat zouden ze in ieder geval moeten doen-. In een PlantLabunit van 100 bij 100 meter met 14 teeltlagen kan in deze behoefte worden voorzien. Zou je ‘con-ventioneel’ telen heb je veertien, maal twee -want je draait ook nog eens twee maal zoveel teelten in een PlantLabunit- dus 28 keer meer ruimte nodig om in diezelfde behoefte te voorzien. Bovendien kan er onder en boven die teeltruimte rustig gebouwd worden. Daar komt nog bij dat de oogst in een unit van PlantLab exact te plannen is en er dus geen kostbare overproductie moet worden weggegooid.Bovenstaand idee is echter voor sommige mensen angstaanjagend, zo blijkt uit een interview met Gertjan op TROS Radio. Interviewster Mieke van der Weij, niet gehinderd door enige kennis van glas-tuinbouw, gaat er blijkbaar van uit dat de sla die we eten door boeren met de riek uit de woeste volle grond wordt getrokken. De eerste vergelijking die ze maakt met de unit van PlantLab is de intensieve veehouderij, waar kippen ook ‘gestapeld’ worden. Als Gertjan het gesprek probeert te wenden door in te gaan op de mogelijkheden die hun systeem kan bieden voor hongerend Afrika, werkt dat enigszins, maar van der Weij meent het interview toch te moeten afsluiten met de mededeling dat ‘er erg veel weerstand’ zal ontstaan.Publicist en socioloog Dick Pels vindt de vergelij-king met een kippenstal volledig mank gaan: ‘Sla is toch wel echt iets anders dan kippen. Mensen zijn geneigd om levensvormen die dichtbij ze staan een hogere morele status toe te kennen dan levensvor-men die totaal niet de menselijke levensvorm lijkt. Een worm hebben we dus minder mee dan met een konijn. Ik kan me ook niet voorstellen dat mensen en masse zullen protesteren tegen teelt zonder daglicht. Er zijn zat mensen die hun verdovende middelen ook tweehoog-achter onder lampen telen. Maar voor de duidelijkheid; ik heb hier geen onder-zoek naar gedaan.’

w w w . b e e k e n k a m p v e r p a k k i n g e n . n l

Substraatbakken / Trays / Kunststof kratten / Klantspecifieke spuitgietproducten

T: 0174 - 51 45 40

Page 46: GTT_04-AUG-10_LR

Bij een hogere luchtvochtigheid blijft het gewas langer actief. De planten kunnen beter profiteren van licht en CO2. Ook is de opname van nutriënten efficiënter. Met de innovatieve vernevelingsapparatuur van Vifra is de luchtvochtigheid af te stemmen op de wensen van elk gewas, waardoor ook bij u de productie en kwaliteit aanzienlijk kunnen stijgen.

DE 5e VERSNELLING VOOR OPTIMALE GROEI!Pluspunten van Vifra innovatieve vernevelingvergeleken met traditionele systemen:

• Nozzels van hoogwaardig RVS, 80% van de waterafgifte heeft een drup-pelgrootte van 1 micron, het systeem druppelt niet na.

• Innovatief ophangsysteem geeft mee met het rekken en krimpen van de kas

• Geavanceerde filters voorkomen verstoppingen van het systeem• Vrij van resonantie, dus geen hinderlijk geluid• Hoge emissie bij laag volume

Officieel dealer voor NederlandBandijkweg 22 | 2676 LJ Maasdijk | www.stolze.nl

tel: +31(0)174-513779 | fax: +31(0)174-518235

snelleterugverdientijd

lagerestookkosten

schone verbranding

energiebesParing

© d

ecre

alis

ten.

nl

tubro is leverancier en producent van afzuig-, verbrandings-installaties, briketpersen, houtschredders, silo’s, schuurtafels en spuitwanden voor de verwerking van restmateriaal. voor milieu-technische installaties bent u bij tubro aan het juiste adres.

053 - 461 28 88 • [email protected] • www.tubro.nl

FILTERLUCHTVERBRANDING

Adv. Tubro 90x132 GT.indd 1 06-01-10 11:33

tel 070 3070706 | fax 070 3070938 | [email protected] | www.wittich.nl

ingenieursbureau wittich & visserwetenschappe l i j ke en meteoro log ische ins t r umenten

CHLOROFYLFLUORESCENTIE SYSTEEM

Kijk op www.wittich.nl voor meer informatie!

HANSATECH POCKET PEA

DRAAGBARE CHLOROFYL FLUORIMETER

Nieuw bij Wittich & Visser: Pocket Pea handmeter

voor fluorescentiemetingen van Hansatech. De chlo-

rofylfluorescentie geeft een beeld van de gezond-

heidstoestand van planten. Dit instrument is ontwor-

pen om eenvoudig fluorescentiegegevens te meten,

op te slaan en snel te verwerken.

Snelle meting met 1 druk op de knop•

Opslag tot 200 datasets•

Automatische berekening van diverse parameters•

Robuuste behuizing•

100kHz sampling frequentie met 16bit resolutie•

Bluetooth draadloze data-overdracht•

Krachtige Windows analysesoftware inbegrepen•

DRAAGBARE CHLOROFYL FLUORIMETER

Nieuw bij Wittich & Visser: Pocket Pea handmeter

voor fluorescentiemetingen van Hansatech. De chlo-

rofylfluorescentie geeft een beeld van de gezond-

heidstoestand van planten. Dit instrument is ontwor-

pen om eenvoudig fluorescentiegegevens te meten,

op te slaan en snel te verwerken.

Doorbraak in gewasbescherming

Ook in bestaande kassen mogelijk

Bestrijden in de V- tussen het gewas en de rijen, op de juiste locatie;De spuitunit rijdt bovenlangs met een spantkar boven het gewas, de unit zakt hierbij steeds tussen het gewas om de bestrijding uit te voeren.Met UV-C, Enzicur en Mycotal is nu chemie-vrij telen mogelijk geworden.

m.m.v. HorticoopKoppertClean Light

Europalaan 442641 RX PijnackerTel 015-3612733www.klimrek.com

Gaagweg 11a2636 AK SchipluidenTel 015-3808784www.devettecv.nl

De Vette C.V.

HortiFair04-0128

Page 47: GTT_04-AUG-10_LR

Columnsies van voedings- en andere stoffen. De Europese kaderrichtlijn water (KRW) is al vanaf 2000 van kracht met scherpere richtlijnen en vanaf 2015 worden die verplicht. Het water voor de tuinbouw wordt daarmee ook in Nederland een schaars goed, waarmee we extra zuinig moeten omgaan. Of het nu gaat om teelt in de grond of in substraat. Op naar de volledige recirculatie dus, want anders zal de sector uiteindelijk niet overleven.

Maar hoe moeilijk kan dat nu eigenlijk zijn? Goed gietwater komt hier toch letterlijk uit de lucht vallen? Waarom gaan we niet eerst alle teelten letterlijk uit de grond halen? En passen we in de grondteelt gewoon alle ervaring met recirculatiesystemen toe die we in de afgelopen tientallen jaren hebben opgebouwd? We heb-ben toch al jaren ervaring met substraatteelten? Zo simpel is het dus niet: de regenhoeveelheid is voor veel buitengewassen onvoldoende dus is er aanvullend water nodig en ook in de huidige substraatteelten moeten we regelmatig drainwater lozen omdat er bijvoorbeeld ophoping van bepaalde stoffen lijkt plaats te vinden die groeiremming veroorzaakt. Het “uit de grond” halen van een teelt en op substraat zetten stuit op een groot aantal uiteenlopende onverwachte zaken zoals bv ook bij chrysant is gebleken. Technisch kan er een hoop maar de succesvolle combinatie van techniek met “groen” én “economie” blijkt iedere keer weer een uitdaging van formaat.

Kortom, er zal nog heel wat getranspireerd worden door gewas-sen, ondernemers, onderzoekers en andere medewerkers van de diverse projecten die op dit gebied zijn opgezet, voordat we de doelstellingen en een meer duurzame tuinbouw bereikt hebben. Nederland legt de lat wat dat betreft hoog, maar als dichtbevolk-te “waternatie” van de wereld kan dat ook eigenlijk niet anders. En de hoge ambities op het gebied van duurzaamheid hebben in de afgelopen jaren steeds geleid tot innovaties. En deze vernieu-wing vormt de sleutel voor het vasthouden van de toppositie van de sector. Overleven wordt voor tuinbouw een kwestie van Survival of the fittest (of duurzaamste)! En fit blijven we, net als het gewas, door gezamenlijk als ondernemers en onderzoekers op tijd te zorgen voor voldoende en kwalitatief goed water.

Met vloeibare groeten,

Silke HemmingWUR Glastuinbouw

SilKe hemminG WAGeninGen ur GlAStuinBouW

De zomer: de vakantieperiode met ook in Nederland veel zon en lekkere temperaturen, tenminste, zolang je niet in de kas aan het werk bent. Want in de kas kan het flink warm worden en moeten de mensen goed drinken om actief te kunnen blijven. En dat geldt natuurlijk ook voor het gewas! Voldoende water van een goede kwaliteit zijn ook voor de planten een basis voor hun activiteit.

Nederland-waterland. We staan wereldwijd bekend om onze kennis en strijd met het water. Daar waar andere regio’s kampen met verdroging en watertekorten, hebben wij juist vaak een beetje teveel van het goede. Is het niet de zee die ons lage landje dreigt te overstromen dan zijn het wel de rivieren die ons in de rug aanvallen. Regent het fors, dan zitten we in dichtbevolkte en bebouwde gebieden met natte voeten. Het is dus soms hollen of stilstaan. Ook de gewasverdamping is soms een kwestie van hollen of stilstaan: ons grillige klimaat zorgt voor grote wisselingen van dag tot dag. Verschillen in verdamping met soms wel een factor 5 tussen twee opeenvolgende dagen zijn heel normaal. En dat vraagt een perfect geregelde water- en meststoffen- voorziening, want we kennen allemaal de zichtbare stressverschijnselen: slap gaan, bladrandjes, donkerverkleuring en noem maar op. Vaak het gevolg van letterlijke oververhitting, wat dat betreft verschillen planten niet veel van mensen. Goed transpireren zorgt voor vol-doende afkoeling. Bij te weinig wateraanvoer en teveel transpi-ratie drogen we uit en verlopen allerlei fysiologische processen minder goed: Bij de planten gaat de fotosynthese teruglopen en dat kost uiteindelijk altijd productie. Water is ook hier de bron van leven, daar moeten we dus efficiënt mee omgaan en zuinig op zijn en niet alleen omdat de consument steeds kritischer wordt en meer gaat letten op de zogenaamde “waterfootprint”. Want minder afhankelijk zijn van grondstoffen moet toch elke onderne-mer aanspreken?

Maar dat doen we in de tuinbouw toch al? Vergelijk het waterver-bruik van een kasteelt maar eens met een buitenteelt: in kassen is het gebruik van water per kilo versproduct of per stuk al gauw 4 tot 5 keer lager dan buiten! En met de mogelijkheden die de moderne klimaatbeheersingssystemen bieden valt ook dat nog verder te verbeteren door nog meer water terug te winnen. Want ondanks dat we in Nederland water in overvloed lijken te hebben en het ook al efficiënt gebruiken, schuiven we langzaam steeds verder op in de strijd rond het water. Het doel is nu: verbeterde waterkwaliteit en verminderde emis-

Geen (over)leven zonder WAter

Page 48: GTT_04-AUG-10_LR

48 | GTT

ontStAAn Tijdens zijn leerproces bij een collega bedrijf zag Jordy(22) zijn toekomst voor zich liggen en met een ondernemende vader als ondersteuning kwam zijn droom uit. De pompentechniek interesseerde hem al lang, maar er komt veel bij kijken om een bedrijf te starten in pompentechniek. Jordy: ‘Mijn vader zei dat ik met een goed plan moest komen en dat hij ermee aan de slag zou gaan. Ik heb al mijn plannen met een investeringsoverzicht voor de benodigde spullen op papier uitgewerkt en na de plannen met mijn vader te hebben doorgenomen zei hij: “Jord, ik heb vertrouwen in je, we gaan aan de slag en we gaan het rustig en goed opbouwen.”In een klein stukje van de werkplaats van zijn vader en onder diens vlag begon Jordy vervolgens met het reviseren van pompen. De eerste pompwissel deed hij op zijn scooter en hij gebruikte dit voertuig dan ook om zijn beginnende klantenkring te bezoe-ken. Toen hij 18 werd kon hij niet wachten om zijn rijbewijs te halen. Binnen 10 dagen had hij het roze papiertje op zak, zodat hij de klantenbezoeken met een bestelauto kon gaan doen. Het werd drukker en drukker en na verloop van tijd kreeg hij hulp van zijn vriend Sjors die nog op school zat. Ook bij Sjors zat het sleutelen in het bloed en ook hij kwam uit een ondernemende kwekers familie. Sjors kwam al snel in vaste dienst en runt nu de hele werkplaats.

Op 1 januari 2007 besloot Jordy om zelfstandig verder te gaan en richtte hij JB Pompen op, hetgeen staat voor ‘Jordy Berg Pompen’. Al snel nam Sjors de taak van Jordy over in de werkplaats met de dagelijkse leiding, zodat Jordy zich meer kon gaan concentreren op het uitvinden van nieuwe pompen. pASSie voor pompenHet kleine ‘hoekje’ in de werkplaats is inmiddels uitgebreid tot een goed geoutilleerde werkplaats met allerhande moderne apparatuur om de pompen tot het uiterste te testen.Jordy vliegt de wereld rond om pompen aan te kopen, en op beurzen nieuwe ontwikkelingen te bekijken, en om opdrachten binnen te halen.Vader Ferry is ronduit trots op de prestaties en verwachtingen van JB Pompen.Ferry: ‘Kijk, Jordy geeft zich voor 100 procent, vliegt de hele wereld over, en weet precies waarover hij praat en heeft kennis van zaken. Als ik soms in de vergaderruimte kijk, en zie hoe Jordy om tafel aan het communiceren is met werelds grootste pom-penleveranciers, dan denk ik wel eens, ik weet nog hoe hij een paar jaar geleden naar mij toe kwam met zijn plannetje. Wat kan iets toch hard gaan. Het belangrijkste is, hij heeft ieder denkbaar type pomp in onderdelen in zijn handen gehad en opgebouwd. Dankzij die kennis is JB Pompen een succes. Nu is kennis één ding, maar je moet ook een doordouwer zijn en weten waarmee je bezig bent. En dat heeft Jordy. Ook al pompte ik een onaanzienlijk kapitaal in JB Pompen, nooit heb ik getwijfeld over deze finan-ciële ‘opvoerhoogte’. Als ik achteraf terug kijkt wat hij in eigenlijk maar een paar jaar heeft neergezet, dan mag ik oprecht best trots zijn.’

JB Pompenondanks de crisis blijft het bedrijf JB pompen sinds de

oprichting, nu vier jaar geleden, nog steeds groeien.

Stuwende kracht achter dit succesverhaal is Jordy van

den Berg.

Als het om pomptechniek gaat

‘Pompmotoren voor elke denkbare spanning

Jordy in de werkplaats waar het allemaal begon

ADVERToRIAL

Page 49: GTT_04-AUG-10_LR

Jordy: ‘Door met vele watertechnische installateurs om tafel te gaan met de vraag wat er nog kon wor-den toegevoegd aan het pakket, werd al snel dui-delijk dat de markt zat te wachten op een RVS zelf-aanzuigende waterpomp. Jordy ging er direct mee aan de slag op de tekentafel en medio 2007 stapte hij in het vliegtuig om samen met een technisch ingenieurs bureau in China een RVS pompenhuis te ontwikkelen. Een traject van testen, aanpassingen en veel heen en weer vliegen volgde en uiteindelijk was de CH zelfaanzuigende waterpomp een feit. In-middels worden de CH Pompen naar grote tevreden-heid van installateurs bij kwekers geplaatst.‘Een pomp is gewoon een waanzinnig leuk ding’ Er is meer nodig dan kennis en doorzettingsvermo-gen om zo snel een zaak op te bouwen.Jordy: ‘Wat ik zo boeiend vind aan die pompen komt mede door het gevoel wat ik bij die specifieke tech-niek heb. Een pomp komt overal terug. In huizen, in kassen, bij rioleringsbedrijven, in de industrie; overal zijn pompen nodig. In Nederland zijn veel handelsmaatschappijen die gewoon pompen verhandelen dus inkopen en verkopen. Wij doen net iets meer. Onze toegevoegde waarde bestaat uit het specifiek samenbouwen van pompen naar keuze van de installateurs. Ook hebben wij de mogelijkheid de klant de keuze te geven tussen een goedkopere gereviseerde pomp met dezelfde garanties als een nieuwe.. Naast JB Pompen hebben wij ook JB Con-structies, daarin maken wij RVS constructies zoals frames voor de pompen, en plantenbakken bestaan-de uit een RVS frame gecombineerd met hardhout voor de hoveniers. eiGen liJn pompen Hoewel het klantenbestand voor 70 procent uit de tuinbouw bestaat, komen er steeds meer klanten van buiten de tuinbouw. Zo staan onze pompen in een zuivelfabriek in Paramaribo, in het Ziggo gebouw in Den Haag, appartementen complex VVE te Leiden, op schepen die speciale vloeistoffen moeten verpom-pen, in attractieparken, dierentuinen, de voedings-industrie en diverse gemeentes waar onze riool pompen staan. Naast het dealerschap van een aantal gerenommeerde merken heeft JB Pompen ook een ei-gen lijn pompen genaamd de CH Pump, die weer door collega pompen bedrijven bij JB worden aangekocht.

Jordy: ‘In Italië wordt een groot deel van onze pompen gefabriceerd, die in onderdelen bij ons aankomen en waarop door ons in de werkplaats verbeteringen op worden aangebracht. Dompelpom-pen voorzien wij van andere vlotters en seals, en de RVS centrifugaalpompen bijvoorbeeld, zetten we op een fundatieplaat. Iedere pomp die we maken wordt hier ook uitgebreid getest. Dus we hebben het hier helemaal in eigen hand.’ de criSiS Jordy: ‘Voor ons is de crisis een hele goede opening geweest om binnen te komen bij de installateurs. Vóór de crisis, in de goede tijden zeg maar, kochten vele installateurs bij collega bedrijven. Nu er op de centen gelet moet worden en er niet op kwali-teit bezuinigd mag worden hebben wij onze naam goed weten op te bouwen, en daarbij komt ook nog een kwestie van gunnen bij. Je moet namelijk wel waarmaken wat je zegt. Toen ik met mijn eigen pompenlijn op de markt verscheen, vroeg men zich hardop af van waarom men bij mij een pomp zou kopen? Tja, inderdaad. Waarom eigenlijk? Omdat we goedkoper zijn en dezelfde kwaliteit kunnen leveren met 2 jaar garantie bijvoorbeeld. Voor de crisis speelde dat argument niet, nu merken dat het wel degelijk een rol speelt, want iedereen is bewuster geworden. Dus voor ons is die crisis eigenlijk niet echt een crisis geweest.’

‘Hoe dan ook; je moet dagelijks met de installateurs mee blijven denken, zorgen dat je een verleng stuk bent van hun afnemers, zodat de juiste pomp in de juiste installatie komt te staan en flexibel zijn. We hebben een enthousiast en meedenkend team, die er het zelfde overdenken als ik, en dat maakt het een stuk makkelijker.’

‘Alle pompen op voorraad

De primeur van JB Pompen: de RVS zelf-aanzuigende pomp

Page 50: GTT_04-AUG-10_LR

50 | GTT

op het blad een goede tuinder kan aan z’n planten zien of het goed gaat in de kas. Alleen al een blik op

het blad kan hem veel vertellen. met de Biggreen van Airocam doe je ongeveer hetzelfde,

alleen dan met heel veel planten en op heel veel verschillende tijdstippen.

Beoordelen

Het klinkt bijna als een flauwe grap, maar weet u wat het verschil is tussen een discotheek en een kas? Nee? Begrijpelijk, want volgens Dries Calcoen, mede-ontwikkelaar van Biggreen zijn die er maar weinig.‘Beide ruimtes hebben te maken met schomme-lende temperaturen, oplopende en weer dalende luchtvochtigheid en wisselende lichtomstandighe-den’, meent Dries.Hoewel Airocam zelf geen zaken doet in de wereld van discotheken, kent Dries hel wat danstenten die zijn voorzien van een camerasysteem.‘Niet voor de veiligheid,’ zegt Dries, ‘maar voor marketingdoeleinden.’

Het gaat slecht in de discobranche en om toch voldoende bezoekers te trekken, is er een ware marketingoorlog gaande. ‘Gewoon een paar foto-tjes op je site is niet meer voldoende om klanten binnen te halen’, weet Dries. ‘Je moet méér doen. Er bestaat nu een systeem waarbij capsules met een ingebouwde camera door transparante buizen bewegen en zo boven het publiek kunnen fotografe-ren en filmen. Hetzelfde systeem als de buizenpost die bij banken wordt gebruikt om capsules met geld snel te kunnen transporteren. Of in ziekenhuizen met bloed.’

BlAdKleurOok de tuin lijkt een goede toepassing te zijn voor de luchtcamera. Dries: ‘De moderne kassen hangen vol met sensoren die van alles en nog wat meten, maar dat zegt niet genoeg over de individuele plant. Als je bij elke plant een paar sensoren moet prikken, is dat uiteraard nooit rendabel. Maar het is ook helemaal niet nodig, want die plant laat zelf zien hoe het er voor staat. Met z’n blad! Onderzoek heeft al aangetoond dat je de invloed van licht, voedseldeprivatie en allerlei andere factoren in de

Page 51: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 51

kleur van het blad kunt terugzien. Als je nu op een betrouwbare manier dat blad in beeld kunt brengen, ben je er dus.’

BetrouWBAAr?Door nu een capsule met camera vlak boven het gewas te laten gaan, kan van iedere plant in de kas een foto worden gemaakt. Bovendien kan in theorie elk half uur weer een nieuwe foto worden gemaakt. Iedere plant wordt dus gemonitord.Dries: ‘Bij een kas van twee hectare kun je met één systeem de capsule in een half uur alle planten laten fotograferen. De data wordt dan uitgelezen en als de kleur van het blad bepaalde kritische waarden overschreidt, krijgt de tuinder een melding en kan hij de data van die specifieke plant gaan bekijken. De kleur van het blad zegt namelijk heel veel over de toestand van de plant.’Klinkt leuk, maar is zo’n camera dan gecalibreerd om onder alle lichtomstandigheden een betrouw-bare - en kleurgecorrigigeerde- foto van de plant te maken?Dries: ‘Nu nog niet, maar je kunt je goed voorstel-len dat op een aantal punten in de kas een ijkpunt wordt aangebracht. Dat kan een simpel stukje wit papier zijn waarvan de camera een foto maakt en de daarin gemeten kleur als uitgangspunt voor de witbalans aanneemt. In het avondlicht, dat wat gelig is, corrigeert de camera dan voor die kleurafwijking.’

foveonMede om die reden is gekozen voor een camera met een Foveon sensor. Zo’n sensor bestaat, in tegenstelling tot een ‘reguliere’ CCD-sensor, uit 3 lagen pixels -de drie primaire kleuren- waardoor elke pixel van nature de juiste kleur kan aannemen. Bij een reguliere sensor wordt de kleur van iedere afzonderlijke pixel door interpolatie berekend. Een kleurenfilter voor de sensor geeft de kleurinformatie

per pixel door, maar de interpolatie leidt tot fouten in het uiteindelijke beeld. Vooral wanneer een foto een betrouwbare weergave moet vormen van de kleuren van afzonderlijke pixels is zo’n Foveon sensor interessant.

intereSSeMaar hoe zit het met de software die moet gaan be-palen wanneer een plant een afwijkend blad heeft? Dries: ‘Je moet deze proefopstelling als een soort haalbaarheidsstudie zien. We hebben aangetoond dat planten in zeer korte tijd gefotografeerd kun-nen worden vanuit de buizen. De calibratie en de software moeten nog worden gemaakt, maar enkele bedrijven hebben al interesse getoond om te gaan samenwerken.’Het buizensysteem bestaat uit commercieel ver-krijgbare onderdelen die bij andere toepassingen van buizenpost ook worden gebruikt. De buizen zijn transparant, maar reflecteren zo’n vier procent van het licht. Lokaal verlies je dus een paar procent.

GeSloten SySteemWat betreft de kosten houdt Dries nog een slag om de arm, maar hij zegt dat de tuinder op zo’n 20.000 tot 30.000 euro per twee hectare moet rekenen voor het complete systeem.

Maar voor wie is zo’n camerasysteem eigenlijk interessant? Dries: ‘Tuinders met een grote tuin kunnen heel vlot en per plant bijhouden hoe de zaken er voor staan en het kan op afstand. Als je een kas in Spanje hebt, check je van achter je computer de bladkleur. Een ander voordeel is dat je niet bang hoeft te zijn voor besmetting. Als je een camera gewoon door het gewas laat lopen heb je in geval van een enkele besmetting in no-time je hele kas besmet, maar met de buizen is daar geen sprake van. Het is een gesloten systeem.’

Page 52: GTT_04-AUG-10_LR

52 | GTT

in 2005 stelde koningin Beatrix het ocAp-project in

bedrijf. nu, vijf jaar later een update, een blik in de

toekomst, de nooit eindigende zoektocht naar nieuwe

co2 bronnen en een milieufilosofie tot slot.

oCAP een update

Ondanks de soms optredende leveringsproblemen bij de tot nu toe nog enige CO2 bron, Shell Pernis, mag het hele OCAP-project succesvol genoemd worden. Leverde men in 2008 282 ton CO2 aan de kwekers, in 2009 stond de teller al op 356 ton.

Zo’n 550 tuinders zijn nu vaste klant van OCAP en doordat ze zelf niet meer hun WKK’s voor CO2 bemesting hoeven te laten draaien, levert dat een aardgasbesparing op van 95 miljoen kubieke meter. Dit is vergelijkbaar met het jaarlijkse aardgas-verbruik van een stad ter grootte als Zoetermeer. Robert Jan Pabon van OCAP: “Dat maakt OCAP tot één van de grootste energiebesparingsprojecten van dit moment.”

‘Draag nooit al je eitjes in één mandje’ luidt een niet zo bekende volkswijsheid. Vooralsnog is OCAP, die voor zijn CO2 leveringen aan de tuinders op dit mo-ment slechts één bron ter beschikking heeft (Shell Pernis), gedwongen om zich met dat ene mandje te behelpen. Dat maakt kwetsbaar, maar de onophou-delijke en intensieve zoektocht naar een tweede bron lijkt succesvol. Robert Jan: “Op dit moment zijn wij in gesprek met een bedrijf dat als tweede bron dienst zou kunnen doen. De voorwaarde daarvoor is uiteraard dat

het rendabel moet zijn. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen nodig vanuit de overheid. Dat betekent in feite dat we gewoon een subsidieaanvraag heb-ben liggen maar die subsidie mag alleen verstrekt worden na accodering van Brussel. Als die accodering vanuit Brussel, waarop wij al een tijdje zitten te wachten los komt, dan zouden we medio 2011 die tweede bron al in kunnen zetten.”

zuidplASpolderOCAP heeft plannen om de CO2 van de tweede bron te gaan leveren in de Zuidplaspolder. Een grote meerderheid onder de kwekers aldaar heeft aange-geven dat ze klant willen worden van OCAP voor hun CO2 bemesting. Halverwege 2009 werd de subsidie toegekend, waardoor de realisatie van het plan weer een stap dichterbij is gekomen. Waar nu het wachten op is, is (alweer) de goedkeuring vanuit Brussel. Pabon: “Meer dan veertig tuinders in dit gebied hebben aangegeven dat ze van OCAP willen afne-men. Wat de totale CO2 behoefte van deze groep is, kan nu nog niet exact worden ingeschat. Ook zullen niet alle kwekers in dit gebied voor OCAP kiezen. Daar heeft iedere individuele kweker zo zijn eigen redenen voor. Kijk, inzet van CO2 levert wel betere producten op, maar voor sommige teelten niet automatisch betere prijzen. En er zijn tuinders die toch de voorkeur geven aan de WKK. Waarmee ik maar wil zeggen dat niet iedere tuinder automatisch voor OCAP zal kiezen. Ik zou haast zeggen, gelukkig maar. Als iedereen op dezelfde wijze zijn bedrijf zou runnen wordt het ook zo saai.”

primAvierAMogelijk dat in de eerste helft van 2011 dit nieuwe glastuinbouwgebied bij Rijsenhout aangesloten zal worden op het OCAP-netwerk. Hoe is de stand van zaken? Robert Jan Pabon: “Op dit moment is er nog geen indicatie hoeveel tuinders straks aangesloten wil-len zijn op het OCAP-netwerk. Sterker zelfs: het is volgens mij niet eens duidelijk hoeveel tuinders zich daar straks willen vestigen. Stel nu dat er één tuinder komt en die zegt: ‘Jongens, ik koop in één keer alle grond.’ En die tuinder zou dan aangeslo-ten willen zijn op het OCAP-netwerk. Dan praat je over één tuinder. Dat zal niet snel gebeuren, maar als men besluit om van het gebied 80 kavels te maken, dan zullen er mogelijk 78 kwekers zich daar vestigen. Hoeveel van die 78 kwekers aangesloten willen zijn op het OCAP-netwerk is niet te zeggen. Bovendien, voordat je ook maar iets doet, moet je

Page 53: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 53

op dat tracé gaan graven om te kijken wat je onder de grond tegen komt wat weer invloed kan hebben op je planning. Al met al mag je stellen dat een en ander mogelijk pas over een jaar afgerond zal zijn.”

rotterdAm climAte initiAtiveOm de CO2 uitstoot in 2025 op het Rotterdamse grondgebied met 50 procent te verminderen ten opzichte van 1990 is er een ambitieus programma opgesteld: het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Naast de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam NV, de DCMR Milieudienst Rijnmond, en Deltalinqs is sinds 2008 ook OCAP betrokken bij dit initiatief. Want CO2 die in de glastuinbouw wordt hergebruikt dient twee doelen. Enerzijds een enorme besparing op de gasvoorraden en door dat hergebruik een verminderde uitstoot in de atmos-feer. Buiten dat zit er nog een aangenaam voordeel in de deelneming van OCAP aan RCI. Want zou door de contacten die deelneming aan het RCI gegene-reerd worden, niet mogelijk nieuwe CO2 bronnen aangeboord kunnen worden?

Robert Jan: “Ja, dat is zeker denkbaar. Kijk, waar we op dit moment het meest behoefte aan hebben zijn nieuwe CO2 bronnen. Het is eigenlijk een beetje wrang dat terwijl we weten dat op dit moment ongelooflijk veel CO2 de lucht in geblazen wordt, wij er voor alsnog niet in zijn geslaagd om een tweede, laat staan meerdere bronnen te vinden. Dat heeft allerlei oorzaken. Bedrijven moeten het willen en het moet financieel en technisch haalbaar zijn. Er is geen hogere wiskunde voor nodig om te weten

dat als je meer bronnen hebt, de kans op leverings-problemen bij de tuinder kleiner wordt omdat je nog andere bronnen aan kan spreken. En hoe meer die leveringszekerheid toeneemt hoe groter ook het animo van die tuinders zal zijn om die CO2 via OCAP af te nemen. Want iedere ton CO2 die OCAP kan leveren, betekent dat er minder aardgas wordt verstookt. Dus het belang is heel groot en voor iedere betrokken partij is het een win- winsituatie. Voor het milieu, voor OCAP, voor de tuinders maar ook voor de bron. Bedrijven die als bron fungeren kunnen in hun communicatie naar buiten toe met recht claimen dat ze op dat punt zeker maatschap-pelijk verantwoord ondernemen.”

trotSWat die (vooralsnog enige) bron betreft legt Shell veel eer in met het feit dat zij hun CO2 leveren om een meer dan aanzienlijke hoeveelheid aardgas te besparen. Robert Jan: “De inzet van Shell Pernis om CO2 aan OCAP te leveren is echt héél groot geweest. In mijn ogen is het dan ook meer dan terecht dat Shell daar trots op is. Het is trouwens niet zo dat Shell dik verdient aan het leveren van CO2 aan OCAP. De ‘opbrengst’ is meer een maatschappelijke. De grote motivator voor een bron zou dus moeten zijn dat je grote hoeveelheden CO2 uitstoot kan voorkomen. En daardoor bijdraagt aan de oplossing van een maatschappelijk probleem.”

Om aan de Kyotoverplichtingen te voldoen moet er zoveel mogelijk CO2 uit de atmosfeer. Dat is de

Page 54: GTT_04-AUG-10_LR

Laat de techniek dan maar over aan:Bleiswijk 010-5212355 - Aalsmeer 020-6474641 - Sevenum 077-3999266 - www.b-edelier.nl

Wilt u zich voornamelijk richten op het eindresultaat?

Leverancier van o.a:

• Serviceplateau’s (gekeurd)

• Diverse reparatievoorzieningen

• Bostafels (div. uitvoeringen)

• Reparatiesets

• Kasdektransportmiddelen

En nog veel meer op

het gebied van aluminium

constructies en plaatbewerking

Voor meer informatie:

(www.hermanbatist.nl)

of bellen:

0174 - 29 07 17

U W S P E C I A L I S T I N M A A T W E R K

Page 55: GTT_04-AUG-10_LR

GTT | 55

drijfveer van OCAP om ook betrokken te (willen) zijn bij de ondergrondse CO2 opslag in Barendrecht. Daar zal in de voormalige aardgasbel onder Carnis-selande 0.8 megaton CO2 opgeslagen gaan worden. In een later stadium kan er nog eens 9 megaton CO2 opgeslagen worden in het veld onder Barendrecht Ziedewei. Maar is dat eigenlijk niet een beetje raar dat je die kostbare CO2 in de grond gaat stoppen en niet aflevert aan de glastuinbouw?

Robert Jan: “Ja, dat lijkt raar maar is het niet. Shell levert 365 dagen in het jaar één constante CO2 stroom af. De CO2 behoefte van tuinders daaren-tegen is wat minder constant, omdat die behoefte fluctueert. In de zomer is de CO2 behoefte in de kwekersbranche meer dan in de winter. Overdag weer meer dan ’s nachts. Dus op het moment dat de kwekers het niet nodig hebben, zou die CO2 de atmosfeer in verdwijnen wat we, in verband met het broeikaseffect, niet willen hebben. Het is overigens niet zo dat we ‘Barendrecht’ als buffer kunnen inzet-ten als onze bron minder zou leveren dan gewenst. De CO2 die Shell Pernis levert is heel zuiver. Dat

moet ook, want die CO2 moet over de kweek heen. Op het moment dat die CO2 in Barendrecht in de grond heeft gezeten, weten wij niet meer wat voor eventuele vervuilingen daar inzitten. Dus dat ga je dan niet meer gebruiken in de voedselproductie.”

lApmiddelen Valt OCAP onder de noemer ‘verduurzaming van de samenleving’? Robert Jan Pabon vindt van niet. Pabon: “OCAP is één van de oplossingen om een acuut probleem het hoofd te bieden: het verminde-ren van de uitstoot in de atmosfeer en de besparing van enorme hoeveelheden aardgas. Met nieuwe bronnen erbij winnen we nog meer tijd om werkelijk duurzame energiebronnen te ontwikkelen zoals zonne- en getijdenenergie, zuiniger verbranding biobrandstoffen: er zijn zoveel mogelijkheden en combinaties van mogelijkheden denkbaar. Zo zien we dat bij OCAP. Maar tot die tijd, hoe meer bronnen hoe beter.”

PW

OCAP CO2-navelstreng op weg naar kasgebied

‘OCAP iS één vAn de grOOtSte ENERGIEBESPAARDERS VAN NEDERLAND!’

Page 56: GTT_04-AUG-10_LR

14 | Sierteelt Marketing nr.1

We praten er over met drie van de ketenpartners. Marketing

manager Niko Moerman van Ball, Erik Louter, kweker (Kwekerij

B&L, ‘s-Gravenzande) en nog een Eric, De Bruin, van Hamiplant,

handelaar. Alle drie onmisbare partners. Alle drie leveren een

essentiële bijdrage en alle drie moeten ze een grote mate van zelf-

beheersing aan de dag leggen. Maar eerst de achtergrond.Lastig productZoals bekend zijn grootbloemige tuinplanten in de mode. Dus ook

de hibiscus dient mee te gaan in deze tendens. De hibiscus is best

een lastig product. Het vereist toch wel een specifieke teeltwijze

en vergt van de kweker dus ook specifieke kennis en ervaring. Het

is ook een dure plant. Je kunt er geen massa van verkopen, en je

centen dus ook niet in de massa met kleine marges verdienen. Er

zullen voor alle ketenpartners, inclusief detaillist, marges moeten

worden gerealiseerd. En dat kan ook, want de fraaie tuinplant

heeft een uitstraling en allure die een redelijk hoge consumenten-

prijs mogelijk maakt.

AantalMaar goed, wil je dit tot een succes maken - je bent niet de enige

op de wereld die dit kan, wil of denkt - dan moet je samenwerken.

WinterhArd, com pAct

Luna Hibiscus

Bloemen moeten groot zijn en veel en mooi. De hibiscus draagt zijn bloemenpracht met verve. Grootbloemig is niet uniek. Grootbloemig en vijf kleuren wel, aldus Ball, die in de

ketensamenwerking een fraai product naar de consument bracht: de Luna,

een knoepert van een hibiscus met een compacte habitus.

De kwekersgroep bestaat uit een vijftal kwekers die gezamelijk 130.000 stuks hebben opgezet. In

het voorjaar is deze bepaling gemaakt. Later in het jaar, na het seizoen, wordt

dit aantal geëvalueerd en wordt er bepaald

wat er het volgend jaar aan Luna’s in productie wordt

genomen.

regisseur?Wie regisseert dit nu allemaal? De veredelaar?

Niko Moerman, Ball: “Ik heb eigenlijk een beetje moeite met dat

idee ketenregisseur. Dat lijkt net alsof je de andere partijen aan

een touwtje hebt en dat is natuurlijk niet zo. Het zijn zelfstandige

ondernemers. Maar iedereen is er van doordrongen dat je de pro-

ductie en afzet in onderling overleg moet regelen, om de optimale

marge te halen. Daar is dus vertrouwen voor nodig.”capaciteit

Dat vertrouwen wordt natuurlijk bevorderd door goede resultaten.

Een prettige marktsituatie door het seizoen heen doet smaken

naar meer. Maar, zegt kweker Erik Louter: “We gaan dit gestaag

ontwikkelen. We zullen proberen om het product eerder in het

seizoen klaar te hebben. Want dat is ook een trend in de markt:

het moet steeds vroeger.”“Trouwens ook steeds later,” zegt handelaar Eric de Bruin. “We

kunnen tegenwoordig ook nog een serie aanbieden in de nazomer.

Je moet wel duidelijk kunnen communiceren dat de plant dan ook

nog steeds zeer geschikt is om in de tuin te zetten.”communicatieDe communicatie naar de consument is helder uitgedacht.

Het product moet er natuurlijk fantastisch uitzien. Daar ligt en

belangrijke taak voor de detailhandel. Die moet het product goed

bijhouden. De bloemen verwelken binnen enkele dagen, en moe-

ten verwijderd worden. Optimaal is verkoop van de plant vol in de

knop, maar wel met kleurtonende knoppen er bij. De keuze in de

kleuren (er zijn er vijf) is dan ook niet zo moeilijk te communice-

ren. Je ziet de kleur in de plant. Moeilijker is de winterhardheid.”

Misschien komt dat omdat een hibiscus betrekkelijk teer en fijn

oogt. Aan het eind van het seizoen zou de consument makkelijk

over het hoofd kunnen zien dat de plant overleeft bij -20 graden

Celsius en het jaar daarna weer mooi opbloeit. Erik Louter: “Ik

heb dat zelf getest bij kennissen in Zweden. Min twintig graden is

geen probleem.”

Logistiek“We hebben het nu over communicatie naar de consument,” zegt

Moerman, “Maar u mag de Luna niet zien als consumentenmerk.

Het is een business-to-business-merk waarbij het merk de handel

een goed beeld geeft van de kwaliteiten van dit product.”

“Wij als tussenhandel kijken natuurlijk onmiddellijk naar de lo-

gistieke kant van de zaak,” zegt Eric de Bruin van Hamiplant. “De

veredelaar heeft gezorgd voor een plant die voor een hibiscus vrij

compact is. Daardoor kunnen er meer op een kar, bij gelijke pot-

maat. Een vierde meer om precies te zijn. Dus je krijgt veel meer

handelswaarde op één kar. Als we nu eens het voorbeeld nemen

van export naar Italië, dan zal je zien dat dat in kostprijs per plant

bijna een hele euro aan kosten scheelt.”exclusiefDie euro komt natuurlijk ten goede aan de marge. De marge van

wie? Van de club. Erik Louter: “We willen dit product opbouwen.

We zien allerlei kansen, maar we moeten samenwerken om die

kansen te benutten. Zo veel is duidelijk. Hoe geef je nu vorm aan

het risico wat iedereen neemt, en hoe verdeel je de koek? >>

Sierteelt Marketing nr.1 | 15

22 | Sierteelt Marketing nr.1

“Het is toch erg dat in de lelieteelt momenteel circa 5% van de

productie bepalend is voor 95% van de omzet”, aldus Van der

Heijden van De Middenweg Vledder BV. In het ‘normale’ bedrijfs-

leven geldt de 20/80-regel, waarbij 20% van de productie goed is

voor 80% van de omzet. De percentages die hij noemt, geven aan

hoe problematisch de lelieteelt vandaag de dag is. Die heeft een

aantal jaren op rij pure weelde gekend, maar dat is nu voorbij. “Net

als altijd zijn wij als kwekers allemaal ontzettend druk in de weer

met onze productie. Enige regie in ons vak ontbreekt geheel. We

kunnen toch niet accepteren dat momenteel een derde van de le-

liebollenkraam die we met z’n allen produceren, uiteindelijk wordt

vernietigd, puur omdat er geen vraag naar zou zijn”, zegt hij zonder

een antwoord te verwachten. FreshQ inspireertVan der Heijden heeft om zich heen gekeken, ook in andere gele-

dingen van de tuinbouw dan de bloemenbollenteelt. Zo laat hij zich

inspireren door de begin 2003 gestarte telerscoöperatie FreshQ.

Daarin werkt een groep van zo’n tachtig producenten van tomaten,

paprika’s, aubergines, pepers en komkommers onder glas samen.

Alles bij elkaar opgeteld beschikt FreshQ over ruim 600 ha produc-

tie, verdeeld over ruim 100 locaties. De groep richt zich niet alleen op die productie, maar is ook actief

op het gebied van verpakking en vermarkting van de producten.

“Door ketenregie en ketenverkorting levert FreshQ een kwalitatief

hoogstaand product af dat is gericht op de wensen van de afnemer”,

staat op de website van deze coöperatie te lezen. Woorden als keten-

regie en -verkorting spreken Van der Heijden net zo sterk aan als

produceren naar de wensen van de consument. Juist met dat laatste

zijn de leliekwekers zelden bezig, meent hij. Wens consument Problemen als een té sterke reuk en moeilijk te verwijderen stuif-

meel zijn volgens Van der Heijden genoegzaam bekend. Dat kan

elke leliekweker horen van familie, vrienden en kennissen. Stuk

voor stuk zijn dit problemen die kunnen worden opgelost of al zijn

opgelost. De vraag wat de consument écht wil, blijft in zijn ogen

onbeantwoord. Van der Heijden zou maar wat graag zien dat het Internationaal

Bloembollen Centrum al of niet samen met Bloemenbureau Hol-

land zich hierover zouden buigen. “Zolang wij niet precies weten

wat die consument van een lelie verwacht, blijven wij in het wilde

weg produceren”, meent hij. Geef vaas cadeauWat behalve de reuk en het stuifmeel ook bekend is, is dat veel

consumenten moeite hebben met de lange stelen. Men heeft er

gewoon geen vaas voor. “Dus moeten wij ervoor zorgen dat de

met een concept”

“Pak die consument

“Je moet er de consument mee kunnen pakken.” Zo omschrijft leliekweker Hans van

der Heijden uit Vledder het begrip concept. Samen met alle schakels in de keten wil hij

de lelieafzet door middel van concepten vergroten.

Sierteelt Marketing nr.1 | 23

consument die vaas krijgt”, stelt Van der Heijden.

Het ‘gratis’ meeleveren van een passende vaas zou een van de

ideeën kunnen zijn voor een nieuw concept voor het vermarkten

van lelies, meent hij. Want dat de lelie een bloem bij uitstek is om

conceptmatig aan de man te brengen, lijdt wat hem betreft geen

twijfel. Hij is samen met de vier andere kwekers op dit gegeven gaan

voortborduren. Een lelieconcept zou in zijn ogen kunnen worden

opgebouwd rond de kleuren wit, roze, rood en geel. Om meer kleu-

ren zit de gemiddelde consument niet verlegen. Vooruitlopend op

het bepleite consumentenonderzoek gaat Van der Heijden er vanuit

dat die consument de ideale lelies vrijwel het gehele jaar door in

huis haalt. “Is dat inderdaad het geval, dan ligt er voor de veredeling

een duidelijke boodschap. Want die vier kleuren zou je dan moeten

invullen met vrijwel identieke rassen voor de zeer vroege en de zeer

late aanvoer én een ras voor de tussenliggende periode”, suggereert

hij. Hij meent dat de veredeling vooral met L-A hybriden aan de

gang zou moeten gaan; deels vanuit teelttechnische overwegingen.

KetenverkortingHet aan het werk zetten van lelieveredelaars garandeert volgens

Van der Heijden nog niet dat de consument die lelies straks ook

kan kopen. Dat kan alleen wanneer alle schakels in de keten

samenwerken om die rassen bij de consument te brengen; dit bij

voorkeur in een pakkend concept. Een dergelijke vorm van ketensamenwerking bestaat in de lelie-

wereld nog niet. Van der Heijden is echter al in gesprek met vier

andere leliekwekers om samen de andere schakels in de keten te

bewerken. Gesprekken met een enthousiaste veredelaar zijn al

gaande. Ook een grote bloemenexporteur toont grote interesse.

Door de schakels op één lijn te brengen, moet het volgens Van der

Heijden goed mogelijk zijn om de keten te verkorten. Wederom

verwijst hij naar FreshQ en maakt vervolgens een vergelijking met

de leliewereld. “Ik weet dat ik tegen zere benen aanschop, maar als

ik zie hoe de handel van lelies en van veel andere bolbloemen in

elkaar zit, dan zitten daar te veel schijven tussen die kostenverho-

gend werken. In het samenwerkingsmodel dat ons voor ogen staat,

krijgt de veredelaar vanzelfsprekend zijn royalties, krijgt de kweker

de kostprijs plus 10%, net zoals ook de broeier de kostprijs plus

10% ontvangt.”

Los van deze rekensommen moet de consument straks de lelies

kunnen kopen die hem of haar helemaal gelukkig maken. Over

hoe het concept dat de consument moet aanspreken eruit zal gaan

zien - met of zonder vaas - heeft Van der Heijden wel ideeën. “Zit-

ten straks de diverse schakels in de keten op één lijn en weten wij

bovendien wat de consument écht wil, dan komen we daar echt wel

uit”, besluit hij zelfverzekerd. Ja! Ik ben graag optimaal geïnformeerd. Ik neem een abonnement voor € 22,50 en ontvang zes edities van SierteeltMarketing per jaar.

Ik wil graag een gratis proefnummer van SierteeltMarketing ontvangen. De uitgever mag mij na ontvangst per e-mail benaderen met de vraag hoe het blad is bevallen.

De bon kan in een envelope zonder postzegel naar: Uitgeverij Lakerveld bv, antwoordnummer 20014, 2290 VG Wateringen.

Bedrijfsnaam

Naam

Adres

Postcode Plaats

Telefoon

E-mail

Handtekening

Geen droge

theorie, maar

de creatieve

praktijk!

MARKETING

Drie tuinplantenbeurzen • PT Marktbeeld

Kerstbomenhandel • Private Labeling

Chrysant Saba • Bloemenmarketing 2.0

Augustus 2009 | 4

T w e e m a a n d e l i j k s m a r k e t i n g - e n s a l e s t i j d s c h r i f t v o o r d e s i e r t e e l t k e t e n

MARKETINGT w e e m a a n d e l i j k s m a r k e t i n g - e n s a l e s t i j d s c h r i f t v o o r d e s i e r t e e l t k e t e n

MARKETING

Ficussen en eco-marketing • Week-24-trials

Planten in de wonenbranche • Recessie? Recessie!

Chrysanten-delicatessen • Door de ogen van de klant

Februari 2009 | 2

T w e e m a a n d e l i j k s m a r k e t i n g - e n s a l e s t i j d s c h r i f t v o o r d e s i e r t e e l t k e t e n

trials

T w e e m a a n d e l i j k s m a r k e t i n g - e n s a l e s t i j d s c h r i f t v o o r d e s i e r t e e l t k e t e n

MARKETING

Flower Trials • Kamerplant bij meubelwinkel

Teler bezoekt Praxis • Eerste hangende Osteo

Marketingrapport tuincentra • Indoor Gardening

Juni 2009 | 3

T w e e m a a n d e l i j k s m a r k e t i n g - e n s a l e s t i j d s c h r i f t v o o r d e s i e r t e e l t k e t e n

bij meubelwinkel

MARKETINGT w e e m a a n d e l i j k s m a r k e t i n g - e n s a l e s t i j d s c h r i f t v o o r d e s i e r t e e l t k e t e n

Abonnementsprijs geldig voor het jaar 2010. Abonnementen worden na een jaar automatisch verlengd. Opzeggen kan tot twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode.

Zes keer per jaar actuele informatie over de markt, marketing en verkoop van sierteeltproducten

de bloem onder de bladen

SierteeltMarketing, hét marketingvakblad voor iedereen die betrokken is bij de commercie binnen de sierteeltketen. Of u zich nu bezighoudt met verkoop of inkoop, met productmanagement of met communicatie, in SierteeltMarketing vindt u alles over marketing en sales binnen de sierteeltbranche.

Nog geen abonnee? Voor € 22,50 per jaar bent u optimaal geïnformeerd. Vul nu bon in, dan sturen wij u zes edities per jaar. Abonneren kan ook via www.sierteeltmarketing.nl

Page 57: GTT_04-AUG-10_LR

Energie, kasklimaatBontsema, J.; Voogt, J.O.; Weel, P.A. van; Beukel, J. van den; Zuijderwijk, A.; Labrie, C.W.; Noort, F.R. van; Raaphorst, M.G.M. (2009) Energiezuinige optimalisatie van het microkli-maat door luchtbeweging. WUR Glas 269 Bontsema, J.; Hemming, J.; Budding, J.; Steenbakkers, M.; Rispens, S.; Janssen, H.J.J. (2009) Ventilatievoud: de praktijk. WUR Glas 294.Buwalda, F.; Zwart, H.F. de; Henten, E.J. van; Gelder, A. de; Hemming, J.; Bontsema, J.; Lagas, P.; Mark, C. van der (2009) Energiezuinige teeltsturing bij paprika : proof of principle : testen van dynamische optimalisatie…. WUR Glas 238.Buwalda, F.; Mark, C. van der; Swinkels, G.J.; Zwart, H.F. de; Gastel, T. van; Burema, C,; Kamminga, H.; Kipp, J.A. (2009) Kijk in de kas : een interactieve leeromgeving over tuinbouw en energie. WUR Glas 247.Campen, J.B.; Sapounas, A.; Janse, J. (2010) Klimaatbeheerssysteem voor grondgebonden teelten zoals sla. WUR Glas 334Campen, J.B.; Kempkes, F.L.K. (2009) Klimaat metingen Javeba rozen : analyse werking ventilatoren in de gevel. WUR Glas 276.Campen, J.B. (2009) Watersaving greenhouse technology for the Gulf region : trip report January 2009. Plant Research International 243.Campen, J.B.; Kempkes, F.L.K.; Maaswinkel, R.H.M. (2009) Verbetering klimaatcondities in opkweekruimte bij mobyflowers. WUR Glas 248. Dijk, C.J. van; Dueck, T.A.; Burgers, W. (2009) Risico-evaluatie toepassing groen gas in de Nederlandse Glastuinbouw. Plant Research International.Eveleens-Clark, B.A.; Dieleman, J.A.; Gelder, A. de; Elings, A.; Janse, J.; Qian, T.; Lagas, P.; Steenhuizen, J.W. (2009) Effecten van verneveling op groei en ontwikkeling van tomaat : teelt van eind april tot eind augustus. WUR Glas 643. Huibers, M.H.; Jansen, R.M.C. (2009) Eindrapport “Haalbaarheid van directe elektriciteitsopwekking uit warmte met een thermo elektrische generator”. KEMA/PPO.Jongschaap, R.E.E.; Gelder, A. de; Heuvelink, E.; Kempkes, F.L.K.; Stanghellini, C. (2009) Nieuwe vormen van verwarming van gewas(delen). WUR Glas 597.Kempkes, F.L.K.; Maaswinkel, R.H.M.; Pekkeriet, E.J. (2009) Mobyflowers : energiegebruik, van de plantingen tussen augustus 2007 en oktober 2008. WUR Glas.Kempkes, F.L.K.; Stanghellini, C.; Hemming, S.; Jianfeng, D. (2009) NIR-selectief scherm : energie-, vochthuishouding en gewasrespons. WUR Glas 610.Raaphorst, M.G.M. (2009) Ontwikkeling in de energie-efficiëntie in de biologische glasgroenteteelt 1998-2008. WUR Glas 608.Raaphorst, M.G.M.; Weel, P.A. van; Eveleens-Clark, B.A.; Voogt, J. (2009) Energiezuinige vochtregeling onder gesloten scherm : gebruik van Aircobreeze met dubbele schermen. PRI 251.Snel, J.F.H.; Dieleman, J.A. (2009) Naar een verbetering van de CO2 efficiëntie van glastuinbouwgewassen. WUR Glas 646. Sonneveld, P.J.; Swinkels, G.L.A.M.; Janssen, H.J.J.; Tuijl, B.A.J. van; Bot, G.P.A. (2009) Fresnel concenterende systemen voor de tuinbouw : openbare rapportage. WUR Glas 604.Sonneveld, P.J.; Swinkels, G.L.A.M.; Mohammadkhani, V.; Holterman, H.J.; Zwart, H.F. de; Bot, G.P.A.; Janssen, H.J.J.; Tuijl, B.A.J. van; Campen, J.B. (2009) Ontwikkeling van de Elek-triciteit Leverende Kas (ELKAS) : openbare rapportage. WUR Glas 236. Sonneveld, P.J.; Swinkels, G.L.A.M.; Janssen, H.J.J.; Toenger, S.; Tuijl, B.A.J. van; Ruijs, M.N.A. (2009) Statusrapport Elkas en Fresnelkas : openbare rapportage. WUR Glas 300. Sonneveld, P.J.; Swinkels, G.L.A.M. (2009) Regelbare lamelsystemen in een dubbel dek : openbaar eindrapport. WUR Glas 305. Stanghellini, C. (2009) Vochtregulatie en verdamping : wat kunnen we bereiken? WUR Glas 274. Telgen, H.J. van; Voogt, J.O.; Warmenhoven, M.G.; Weel, P.A. van (2009) Huidmondjesopening : onderzoek naar het meetbaar maken van de huidmondjesopening met als doel om de klimaatregeling mede daarop te baseren. WUR Glas 266. Weel, P.A. van (2009) Verbeteren verticaal temperatuurprofiel in een airockas. Bleiswijk WUR Glas 268. Weel, P.A. van (2009) Effecten van materialen die Nabij-Infrarode straling aan het kasdek tegenhouden. WUR Glas 267. Zwart, H.F. de; Ruijs, M.N.A. (2009) Geothermal energy sources as opportunity for Turkish greenhouse horticulture and the Dutch commercial sector. WUR Greenhouse Horticulture 225.Zwart, H.F. de (2009) Koel- en schermperspectieven van het Klimrekscherm. Plant Research International 239.

Geconditioneerde kassen, nieuwe kasconceptenDieleman, J.A.; Gelder, A. de; Eveleens, B.A.; Elings, A.; Janse, J.; Lagas, P.; Qian, T.; Steenhuizen, J.W.; Meinen, E. (2009) Tomaten telen in een geconditioneerde kas: groei, productie en onderliggende processen. WUR Glas 633. Gelder, A. de; Driever, S.M.; Lagas, P. (2009) Paprikateelt in geconditioneerde kassen : luchtbevochtiging en koeling. WUR Glas 263. Gelder, A. de; Driever, S.M.; Wingerden, W.K.R.E. van; Nieboer, S. (2009) Praktische teeltkennis paprika in een semigesloten kas 2008 : resultaten bij het Improvement Centre. WUR Glas 293. Labrie, C.W. (2009) Aanvullende metingen Freesia : registratie van gewasgroei en -ontwikkeling tijdens proef ‘Analyse Aircokas Freesia 2008’, opzet van een groeimodel. WUR Glas 605B.Labrie, C.W.; Raaphorst, M.G.M. (2009) Analyse aircokas bij Freesia 2008 : klimaats- en productievergelijking bij vier Freesiatelers. WUR Glas 605A. Ruijs, M.N.A.; Raaphorst, M.G.M.; Dijkxhoorn, Y. (2010) Meer mogelijkheden voor energiezuinige teeltconditionering: economische perspectieven. LEI 2010-006

Water, substraat, emissiesBlok, C.; Shao, H.; Schrama, P.M.M. (2009) De teelt van chrysanten in goten : interacties tussen Pythium, substraat en klimaat in een chrysantenteelt los van de grond. WUR Glas 246. Blok, C.; Voogt, W.; Khodabaks, M.; Warmenhoven, M.G. (2009) Demonstratie N-reductie : praktijkproef met roos. WUR Glas 612. Gelder, A. de; Nederhoff, E.M.; Janse, J.; Kok, L. de; Nieboer, S.; Keijzer, M.; Raaphorst, M.G.M.; Visser, P.H.B. de (2009) Totaalconcept komkommerteelt 2008-2010 : teeltproef 2009 aan Innokom+ teeltsysteem met belichting en geconditioneerd telen. WUR Glas 264. Helm, F.P.M. van der (2009) Bemesting met organische mest op gronddoek : proeven in praktijk en onderzoekkas. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Lisse.Hoeksma, P.; Hoop, J. de; Vries, J.W. de; Velthof, G.L.; Ehlert, P.A.I.; Dijk, W. van; Middelkoop, J.C. van; Schröder, J.J.; Verloop, J. (2009) Kunstmestvervangers onderzocht. Animal Sciences Group, Informatieblad BO-05-infoblad-30. Kalarchakis, I.; Blok, C.; Warmenhoven, M.G.; Khodabaks, R.; Steenhuizen, J.W.; Strik, D.; Gerritsen, I.; Snel, J.F.H. (2009) Effects of anaerobic root growth and nutrient limitation to the photosynthetic response and exudation of tomato and reed mannagrass plants. WUR Greenhouse Horticulture. Khodabaks, M.; Blok, C.; Berg, C.C. van den; Snel, J.F.H. (2009) Plant - Microbiele Brandstofcel (MFC): exudate productie. WUR Greenhouse Horticulture. Os, E.A. van; Noij, I.G.A.M.; Bakel, P.J.T. van; Winter, W.P. de; Bolt, F.J.E. van der (2009) Kennissysteem voor het bepalen van effecten van brongerichte maatregelen op de uitspoeling van N en P naar grond- en oppervlaktewater : bijdrage maatregelen WB21 aan de realisatie van de KRW. Alterra 1863. Os, E.A. van; Elings, A.; Voogt, W. (2009) The water balance in Ethiopian greenhouses : a case study for two rose farms. WUR Greenhouse Horticulture 281. Ruijs, M.N.A.; Reijnders, C.E.; Raaphorst, M.G.M.; Campen, J.B.; Ammerlaan, J.C.J; Voogt, J.O. (2009) De tomaat als case : bedrijfsconcepten voor een emissiearme kas 2010-2015. LEI Rapport, Werkveld Milieu, natuur en landschap 2009-007. Stanghellini, C. (2009) Emissions by aerial routes from protected crop systems (greenhouses and crops grown under cover) : a position paper. WUR Greenhouse Horticulture 224. Vermeulen, T. (2009) Literatuurstudie chrysant los van de grond : met specifieke aandacht voor de case MobyFlowers. WUR Glas 233. Verkerke, W.; Weel, P.A. van; Eijk, O.N.M. van (2009) Sluiten van stofstromen tussen glastuinbouw en varkenshouderij : de haalbaarheid van een nieuwe samenwerking voor weder-zijds profijt en duurzaam produceren : verslag van de workshop GlasVarken. WUR Glas 307. Visser, P.H.B. de; Voogt, W.; Heinen, M.; Burgt, G.J.H.M. van der; Rutgers, B. (2009) Bodemmanagement Informatiesysteem voor de biologische glastuinbouw. PPO Rapport Lisse. Voogt, W.; Winkel, A. van; Houter, G. (2009) Ontwikkeling en toetsing van de lysimeter voor chrysantenbedrijven met diep grondwater : meetinstrument voor N en P emissie op prak-tijkbedrijven. WUR Glas 295.

LichtBoer, P. de; Marcelis, L.F.M. (2009) Fotoperiodisch stuurlicht : verkenning van de mogelijkheden voor toepassing van fotoperiodisch stuurlicht om de groei te stimuleren. WUR Glas 283. Dueck, T.A.; Pot, S.C. (2009) Doen LEDs al wat ze beloven op praktijkschaal? : quick scan. WUR Glas 221. Nederhoff, E.M.; Boer-Tersteeg, P.M. de; Schapendonk, A.H.C.M.; Pot, S.; Dueck, T.A.; Bruins, M.A.; Steenhuizen, J.W.; Kempkes, F.L.K.; Sapounas, A.; Driever, S.; Verkerke, W.; Warmenhoven, M.G.; Janssen, H.J.J.; Snel, J.F.H.; Marcelis, L.F.M. (2010) Tomaten telen onder LED belichting in de praktijk: vergelijking belichtingssystemen bij RedStar Trading WUR Glas 286 Sterk, F.; Steenhuizen, J.W.; Dueck, T.A. (2009) Effect van LEDs op komkommer in de praktijk : de Waddenkas. WUR Glas 289. Sterk, F.; Marcelis, L.F.M.; Swinkels, G.L.A.M.; Warmenhoven, M.G.; Steenhuizen, J.W.; Zuurbier, R.; Dueck, T.A. (2009) Efficiëntie van Led-belichting bij roos. WUR Glas 304. Swinkels, G.L.A.M. (2009) Simulatiemodel lichtuitstoot Waddenkas : simulatiemodel voor kasklimaat en lichtuitstoot voor kassen in het Waddengebied. WUR Glas 626.

oNDERZoEKSRAPPoRTEN 2009/2010

De onderzoeksrapporten kunt u opvragen bij Wageningen UR Glastuinbouw, telefoon: 0317-483878.Meer publicaties van Wageningen UR Glastuinbouw kunt u vinden op www.glastuinbouw.wur.nl/NL/artikelen/

WAGENINGEN UR GLASTUINBoUWGTT | 57

14 | Sierteelt Marketing nr.1

We praten er over met drie van de ketenpartners. Marketing

manager Niko Moerman van Ball, Erik Louter, kweker (Kwekerij

B&L, ‘s-Gravenzande) en nog een Eric, De Bruin, van Hamiplant,

handelaar. Alle drie onmisbare partners. Alle drie leveren een

essentiële bijdrage en alle drie moeten ze een grote mate van zelf-

beheersing aan de dag leggen. Maar eerst de achtergrond.Lastig productZoals bekend zijn grootbloemige tuinplanten in de mode. Dus ook

de hibiscus dient mee te gaan in deze tendens. De hibiscus is best

een lastig product. Het vereist toch wel een specifieke teeltwijze

en vergt van de kweker dus ook specifieke kennis en ervaring. Het

is ook een dure plant. Je kunt er geen massa van verkopen, en je

centen dus ook niet in de massa met kleine marges verdienen. Er

zullen voor alle ketenpartners, inclusief detaillist, marges moeten

worden gerealiseerd. En dat kan ook, want de fraaie tuinplant

heeft een uitstraling en allure die een redelijk hoge consumenten-

prijs mogelijk maakt.

AantalMaar goed, wil je dit tot een succes maken - je bent niet de enige

op de wereld die dit kan, wil of denkt - dan moet je samenwerken.

WinterhArd, com pAct

Luna Hibiscus

Bloemen moeten groot zijn en veel en mooi. De hibiscus draagt zijn bloemenpracht met verve. Grootbloemig is niet uniek. Grootbloemig en vijf kleuren wel, aldus Ball, die in de

ketensamenwerking een fraai product naar de consument bracht: de Luna,

een knoepert van een hibiscus met een compacte habitus.

De kwekersgroep bestaat uit een vijftal kwekers die gezamelijk 130.000 stuks hebben opgezet. In

het voorjaar is deze bepaling gemaakt. Later in het jaar, na het seizoen, wordt

dit aantal geëvalueerd en wordt er bepaald

wat er het volgend jaar aan Luna’s in productie wordt

genomen.

regisseur?Wie regisseert dit nu allemaal? De veredelaar?

Niko Moerman, Ball: “Ik heb eigenlijk een beetje moeite met dat

idee ketenregisseur. Dat lijkt net alsof je de andere partijen aan

een touwtje hebt en dat is natuurlijk niet zo. Het zijn zelfstandige

ondernemers. Maar iedereen is er van doordrongen dat je de pro-

ductie en afzet in onderling overleg moet regelen, om de optimale

marge te halen. Daar is dus vertrouwen voor nodig.”capaciteit

Dat vertrouwen wordt natuurlijk bevorderd door goede resultaten.

Een prettige marktsituatie door het seizoen heen doet smaken

naar meer. Maar, zegt kweker Erik Louter: “We gaan dit gestaag

ontwikkelen. We zullen proberen om het product eerder in het

seizoen klaar te hebben. Want dat is ook een trend in de markt:

het moet steeds vroeger.”“Trouwens ook steeds later,” zegt handelaar Eric de Bruin. “We

kunnen tegenwoordig ook nog een serie aanbieden in de nazomer.

Je moet wel duidelijk kunnen communiceren dat de plant dan ook

nog steeds zeer geschikt is om in de tuin te zetten.”communicatieDe communicatie naar de consument is helder uitgedacht.

Het product moet er natuurlijk fantastisch uitzien. Daar ligt en

belangrijke taak voor de detailhandel. Die moet het product goed

bijhouden. De bloemen verwelken binnen enkele dagen, en moe-

ten verwijderd worden. Optimaal is verkoop van de plant vol in de

knop, maar wel met kleurtonende knoppen er bij. De keuze in de

kleuren (er zijn er vijf) is dan ook niet zo moeilijk te communice-

ren. Je ziet de kleur in de plant. Moeilijker is de winterhardheid.”

Misschien komt dat omdat een hibiscus betrekkelijk teer en fijn

oogt. Aan het eind van het seizoen zou de consument makkelijk

over het hoofd kunnen zien dat de plant overleeft bij -20 graden

Celsius en het jaar daarna weer mooi opbloeit. Erik Louter: “Ik

heb dat zelf getest bij kennissen in Zweden. Min twintig graden is

geen probleem.”

Logistiek“We hebben het nu over communicatie naar de consument,” zegt

Moerman, “Maar u mag de Luna niet zien als consumentenmerk.

Het is een business-to-business-merk waarbij het merk de handel

een goed beeld geeft van de kwaliteiten van dit product.”

“Wij als tussenhandel kijken natuurlijk onmiddellijk naar de lo-

gistieke kant van de zaak,” zegt Eric de Bruin van Hamiplant. “De

veredelaar heeft gezorgd voor een plant die voor een hibiscus vrij

compact is. Daardoor kunnen er meer op een kar, bij gelijke pot-

maat. Een vierde meer om precies te zijn. Dus je krijgt veel meer

handelswaarde op één kar. Als we nu eens het voorbeeld nemen

van export naar Italië, dan zal je zien dat dat in kostprijs per plant

bijna een hele euro aan kosten scheelt.”exclusiefDie euro komt natuurlijk ten goede aan de marge. De marge van

wie? Van de club. Erik Louter: “We willen dit product opbouwen.

We zien allerlei kansen, maar we moeten samenwerken om die

kansen te benutten. Zo veel is duidelijk. Hoe geef je nu vorm aan

het risico wat iedereen neemt, en hoe verdeel je de koek? >>

Sierteelt Marketing nr.1 | 15

Page 58: GTT_04-AUG-10_LR

elke Gtt-editie heeft een thema waaraan bijzondere aandacht wordt besteed. Bent u benieuwd

naar de thema’s van de komende Gtt’s? Account manager chris crauwels vertelt het u graag.

u kunt hem bereiken via [email protected] en/of 0174 389675.

Glastuinbouwtechniek (Gtt) magazine is het enige

technische tuinbouwvakblad en bericht zesmaal per

jaar over actuele en toekomstige ontwikkelingen

op tuinbouwtechnisch gebied.

met een oplage van 6000 bereikt u via Gtt alle

5250 glastuinders en 750 belangrijke technische

toeleveranciers in nederland en België. Bij de

verspreiding van het blad maken wij gebruik van

de adressendatabase van Agridirect, de meest

complete en actuele die er is.

MAGAZINEGlastuinbouwtechniek

Het geheim

van Deleco

38

NR 02 | 5de jrg | MRT 2010

Water special 6 t/m 26Subsidie op

Duurzaamheid

45cO2 accu binnen-

kort realiteit?

28

MAGAZINEGlastuinbouwtechniek

verSchiJninGSdAtA 2010:Nr. 4: 13-08 (21-07)Nr. 5: 01-10 (08-09)Nr. 6: 17-12 (26-11)

tipS voor de redActie:Ad van [email protected].: 0174 389696

Adverteren:Chris [email protected].: 0174 389675

ABonneren:Irene [email protected].: 0174 389693

Page 59: GTT_04-AUG-10_LR
Page 60: GTT_04-AUG-10_LR