Grondig 8 - 2013

60
vakblad voor specialisten in groen, grond en infra Augustus 2013 8 27 - STERK (WATER)WERK 18 - VENT & VISIE: GRAAFSCHADE TERUGDRINGEN 22 - STAGE IV : MET AD BLUE 34 - THEMA: ZUINIGE GRAAFMACHINES 48 - SCHUITEMAKER EXACTA

description

 

Transcript of Grondig 8 - 2013

vakblad voor specialisten in groen, grond en infraAu

gust

us 2

013 827 - STERK (WATER)WERK 18 - VENT & VISIE: GRAAFSCHADE

TERUGDRINGEN 22 - STAGE IV : MET AD BLUE 34 - THEMA: ZUINIGE GRAAFMACHINES 48 - SCHUITEMAKER EXACTA

Maatwerk voor elk weiland!

LG Havera past altijdMet LG Havera biedt u veehouders een pasklare oplossing voor het nieuwe melken: meer én beter gras van een hectare tegen lagere kosten. Deze nieuwe lijn hoogverteerbare weide mengsels is namelijk primair geselecteerd op belangrijke melkdrijvende inhoudsstoffen zoals suikers, eiwitten en verteerbare celwanden. Als eerste voedergras van Nederland mét Animal Nutrition-voederwaarde-garantie is LG Havera er in zeven verschillende samenstellingen, passend bij elk gebruiksdoel.

NIEUW!

LG HAVERA VERKRIJGBAAR IN 7 VERSCHILLENDE SAMENSTELLINGEN

www.meermelkuitgras.nl

3-4 jaar

LG HAVERA-MENGSELWIJZER

beweiden én maaien

hoogproductief

structuurrijk

beweiden

maaien HAVERA 6MAAILAND

HAVERA 1HOOGPRODUCTIEF

HAVERA 5EFFICIENT

HAVERA 7STRUCTUUR

HAVERA 4HOOGPRODUCTIEF

GEBRUIKSDOEL RANTSOEN5 jaar en langer

HAVERA 3DOORZAAI

Levensduur

HAVERA 2ROTATIE

1-2 jaar

LIMA1312 230x297 fc afl Grondig maatwerk.indd 1 10-07-13 08:59

KOM NAAR DE KRONEDEMONSTRATIES, DAAR ISOOK WAT VOOR U TE ZIEN.

Voor meer informatie:Zuid-Nederland Ad van den Hurk 0653 241918Noord-Nederland Martijn van Middelkoop 0651 346841

Schijvenmaaiers

Cirkelschudders

Cirkelharken

Opraap – en doseerwagens

Ronde balen persen

Pers – wikkel combinaties

Grootpakpersen

Zelfrijdende maaier kneuzer

Exact veldhakselaar

www.krone-nederland.nl

Zuid-Nederland:GoesDinsdag 20 augustus 2013’s-Avonds om 19:00 uurOp het terrein van MTS RouwDemo perceel ligt aan de Nieuweweg in GoesRoute: A58, A256 richting Goes, einde snelweg linksVolg de KRONE borden

Noord- en Midden-Nederland:ZwolleDonderdag 22 augustus 2013’s-Avonds om 19:00 uurOp het terrein van Fa. van der Kolk/ Fam. Rietman te ZwolleDemo perceel ligt aan de Ruimzichtweg in ZwolleRoute: N331 tussen Hasselt en Zwolle, bij rotonde vlakbij Hasselt parallelwegoprijden en de KRONE borden volgen.

Anzeige_Grondig_NL_13.qxp 22.07.2013 17:17 Seite 1

Aangename klimaatbeheersing

Al halverwege tijdens de hete dagen in juli en nog is het niet aan-genaam in de auto. “Ik had de motor even moeten laten draaien voor we weggingen”, roept ondergetekende. Vrouwlief kaatst ge-vat: “Net zoals ik afgelopen winter de auto niet stationair mocht opwarmen toen het vroor?”. Dure diesel verstoken voor enkele minuten klimaatwinst. Nergens voor nodig. Of toch wel? Denk maar eens aan de machinisten die op een snik-hete zomerdag hun kraan een kwartiertje laten doordraaien om-dat het anders een bakoven wordt. Of in de winterse vrieskou even warmte opwekken om de voorruit schoon te blazen. Natuurlijk is dat in theorie onnodig comfortabel, maar de mannen moeten wel de hele dag vol aan de bak. Stationair draaien kost draaiuren en brandstof, maar arbeidsgerief verhoogt de prestaties en dus heeft iedereen zijn eigen gelijk. In deze Grondig staan motiverende verhalen over het gebruik van start-stopsystemen op grondverzetmachines. Hierop afgaande valt er nog veel te besparen. Het gaat hier om grote klappen, want getallen uit de praktijk van dertig tot vijftig procent onnadenkend en gemakzuchtig stationair draaien zijn echt te hoog. Bovendien kost u dat als ondernemer nutteloze draaiuren op en dus extra afschrijving. De stap om een start-stopsysteem te monteren of te activeren, is vanuit dit oogpunt gewenst om het bedrijf staande te houden. Ook de medewerkers hebben belang bij de continuïteit van het bedrijf. Maar met de huidige economie is dat besef echt wel aanwezig. Het gaat ons om de manier waarop je ermee omgaat. Met in uw besparingsdrift een beetje menselijke speelruimte is er met een start-stopsysteem nog steeds een grote klapper te maken. Die menselijke grenzen zou u zelf met uw medewerkers kunnen bespreken. Daarmee kweekt u begrip en ze zullen het Nieuwe Draaien ook eerder en beter accepteren. U hebt tenslotte baat bij goed gemotiveerde medewerkers. Zij vormen immers het belang-rijkste werkkapitaal van uw bedrijf.In ‘goed overleg’ voor de terugtocht de auto toch even stationair laten draaien en ook de raampjes even opengedraaid… Daarna het Nieuwe Rijden toepassen en dat beetje diesel is meer dan te-rugverdiend. Aan een rotklimaat heeft niemand wat. Laten we dat zo houden.

Redactie GrondigMichiel, Toon en Gert

Cumelabedrijf in actieColofon

Grondig is het vakblad voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland, de branche organisatie voor ondernemers in cultuur- technische werken, grondverzet, meststoffen-distributie en agrarisch loonwerk. Leden van CUMELA Nederland ontvangen bij vakblad Grondig exclusief het katern Cumelactief.

Adres CUMELA NederlandPostbus 11563860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 00fax (033) 247 49 01

CUMELA-infolijn(033) 247 49 99 / [email protected] / www.cumela.nl

Adres Grondig / CUMELA CommunicatiePostbus 11563860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 50fax (033) 247 49 51www.grondig.com / [email protected]

BladmanagerMichiel Pouwels

RedactieToon van der Stok (hoofdredacteur)Gert Vreemann, Michiel Pouwels, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur)

VormgevingDe Drie Poorten, Nijkerk

VoorplaatKnoop Baggerwerken / Waterking

AdvertentiewervingMarjet van Ruitenbeek

DrukSenefelder Misset, Doetinchem

AbonnementenEen abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement: Nederland € 79,- per jaarBuitenland € 104,- per jaarCollectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting CUMELA Communicatie, NijkerkHet geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toe- stemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260

REDACTIONEEL

inh

ou

dso

pgav

e

4 GRONDIG - Augustus 2013

Augustus 2013

‘Drie weken later’ geldt dit jaar ook voor het bollenrooien. Met name voor telers die de bollen voldoende hebben laten afrijpen voor de gewenste kwaliteit. Het inunderen van het bol-lenland - direct na het rooien - is ook drie weken opgeschoven. En dat levert loonbedrijf Hoogland in Burgervlotbrug een arbeidspiek op tijdens de hittegolf in juli. En ons mooie foto’s. Op het ene perceel rooit men met geduld en vakmanschapd terwijl even verderop het land al is klaargemaakt en de diepploeg er in gaat voor het inunderen.

Cumelabedrijf in actie

CUMELACTIEF (exclusief voor leden)

4 - Functiewaardering CAO LEO 7 - CUMELA-voorwaarden vernieuwd 8 - Toolbox: Veilig maaien11 - Risico’s beheren

ALGEMEEN

12 - Economie15 - Wetten en regels16 - “Op vakantie kijk je anders tegen

zaken aan”22 - Massaal aan de AdBlue24 - Overzicht fabrikantoplossingen31 - Betalingsverkeer straks alleen nog via IBAN mogelijk58 - Uitsmijter: Veiligheid op de weg

GROEN

8 - Verplichte mestverwerking10 - Akkoord over Europees

landbouwbeleid44 - Agrarisch nieuws46 - Nieuwe Claas Axion is de eerste

Stage IV-trekker48 - Exacta-precisie prikkelt50 - Verjongingskuur voor grasland55 - Start Retengo-seizoen

INFRA

18 - Vent & Visie: Paul van Norden, KIWA20 - Aandacht voor net-werken34 - Hitachi streep 5 + start-stop = sparen

GROND

26 - Sterk werk: Knoop Baggerwerken, Tynaarlo

32 - Grondverzetnieuws36 - Hybride Komatsu ook zuiniger38 - Uitzetten! Start-stop bij Elzinga40 - ‘Gewone’ hybride van Cat56 - Zijwegen: JCB Mud Run 2013

GRONDIG - Augustus 2013 5

6 GRONDIG - Augustus 2013

Om tot dit resultaat te komen, waren vier onderhandelingsronden no-dig. Nadat op 2 juli een eindresultaat was bereikt voor de nieuwe CAO Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen is in de weken daarna door alle partijen ingestemd met het resultaat. De belangrijk-ste uitkomst is dat er binnen deze cao geen verdere loonsverhoging zal plaatsvinden. Voor CUMELA Nederland was de inzet dat er momen-teel geen ruimte is voor afspraken die leiden tot kostenverhoging. De situatie in de sector laat daarvoor geen ruimte. De onderhandelingen zijn gevoerd door vier ondernemers en een tweetal medewerkers van het secretariaat. Jacqueline Tuinenga is blij dat de vertegenwoordigers van de werknemersorganisatie hebben erkend en geaccepteerd dat er geen ruimte is voor kostenstijgingen. De cao-partijen zijn daarom gezamenlijk overeengekomen om de cao ongewijzigd te verlengen. De looptijd van de nieuwe cao is van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014. Een kleine aanpassing is er wel van de reiskostenvergoeding. Deze zal per 1 januari 2014 met de consumentenprijsindex worden verhoogd.Naast deze afspraken over de lonen en vergoedingen is er afge-sproken om na de zomer verder te praten over de toekomst van het overbruggingsfonds. Ook zal er dan worden gekeken naar een aantal andere zaken, zoals de regels rond de beroepsbegeleidende leerweg, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de gevolgen van het soci-aal akkoord en de regels rond uitzendwerk en de zeggenschap voor werknemers.Omdat er geen grote wijzigingen zijn afgesproken, zal er ook geen nieuw cao-boekje worden gemaakt. De huidige teksten blijven dus gelden.

passend resultaat cao-onderhandelingenPassend bij de situatie in de sector, zo omschrijft CUMELA Nederland het resultaat van de net afgeronde

cao-onderhandelingen. De einduitkomst is dat er komend jaar geen loonstijging plaatsvindt en dat er al-

leen kleine aanpassingen zijn in de reiskostenvergoeding.

Geen gedragscode maaien

Er komt geen gedragscode voor de omgang met weidevogels en nesten bij maaiwerkzaamheden. Ook komt er geen kap- en maai-verbod om de dieren te beschermen. Dit heeft staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken gezegd in antwoord op kamervragen. Volgens Dijksma is er geen draagvlak, sluit dit niet aan op de dagelijkse praktijk en zou een gedragscode geen meerwaarde hebben ten opzichte van de huidige regels.

Vol gas met Veris MSP3

Agrometius toonde op de Loonwerk Velddagen en de Agrifirm Plant-contactdagen deze Veris MSP3-bodemscanner. Met dit scanapparaat kunnen in één werkgang de pH, het organische-stofgehalte, de EC in de bouwvoor en tot negentig centimeter diepte wor-den bepaald, alsmede de hoogte. Inmiddels heeft het bedrijf in ruim een jaar tijd circa 500 hectare met deze machines in kaart gebracht. Volgens Agrometius blijkt dat er in de Nederlandse akkerbouwpraktijk ook grote variaties in de bodemcondities voorko-men. Op dit moment geven Agrifirm Plant en Agrometius vol gas onder akkerbouwers met het project Veris. Agrifirm neemt de klantadvisering voor zijn rekening, Agrometius voert het bemonsteren uit. De respons op de Agrifirm Plant-contactdagen is zo sterk dat Agrometius en Agrifirm Plant al een brief naar loonwerkers heeft doen uitgaan waarin

ze loonwerkers oproepen om de apparatuur klaar te hebben voor plaatsspecifiek (kalk) bemesten via taakkaarten. Op basis van de eerste respons, ook van loonwerkers, verwacht Agrometius dit jaar ruwweg 2000 hectare of meer in kaart te brengen.

alg

emeen

nieu

ws

GRONDIG - Augustus 2013 7

Nieuwe leden in juni

In de maand juni is het ledenbestand van CUMELA Nederland weer uitgebreid met vier bedrijven. Dit zijn:De Jong Tjerkgaast BV TjerkgaastJ.H. van der Veen VOF CollendoornA-Garden Groenspecialisten DordrechtCorné Vinke Dienstverlening Luttelgeest

Muren

Hoeveel ondernemers zullen er zijn die hun concurrenten het liefst achter het behang willen plakken? Alweer ruim dertig jaar geleden kenden we in Nederland de Vestigingswet. Zodra je aan de bran-chespecifieke eisen voldeed, mocht je ondernemer worden in de bedrijfstak. Daarmee dacht men het kaf van het koren te kunnen scheiden. Het had wel wat weg van de kwaliteit van het ‘gilde’ be-schermen. Ook in onze bedrijfstak is daar wel voor gepleit. Toch denk ik dat er inmiddels brede erkenning is dat je van een vesti-gingswet uiteindelijk niet gelukkig wordt. Overigens zouden we wel wat meer zelfreflectie kunnen gebruiken, want in plaats van een vestigingswet hebben we nu een uitgebreide certificeringscultuur. Natuurlijk zijn de certificaten bedacht om kwaliteit en veiligheid te borgen. Dat is prima en realistisch. Bovendien kan het de transpa-rantie versterken: doen wat je zegt, zeggen wat je doet. Maar als je goed om je heen kijkt, is er sluipenderwijs een ander motief leidend geworden: hoe kan ik mijn concurrenten isoleren? Dat lijkt begrij-pelijk, maar is het natuurlijk niet. Uiteindelijk kiest de klant niet voor een product of dienst omdat de leverancier certificeringsbord X of Y op de gevel hangt. Nee, je kiest op basis van kwaliteit, prijs en vooral de mentaliteit van het bedrijf. Een certificaat kan daarbij hel-pen, zolang er nog sprake is van eenvoud en duidelijkheid. Maar met veel certificaten is het net als met de leveringsvoorwaarden bij internetaankopen: geen mens die ze eerst wil lezen. En terecht of niet, begrijpelijk is dat wel.Met eenzelfde nuchterheid zou er wat meer naar de echte markt-werking moeten worden gekeken. De klant kiest de leverancier die bij hem of haar past. Dat is in het bedrijfsleven niet anders dan in de consumentenmarkt. Stap daarom niet in de valkuil van de eis dat alle ondernemers in de bedrijfstak aan precies dezelfde eisen moeten voldoen. Dat zou een saaie boel worden. Kies voor certificaten waar je zelf, als bedrijf, beter van wordt. Niet omdat het ‘smoelt’, maar omdat je daarmee kosten kunt besparen of je bedrijfsprocessen beter kunt beheersen. Overigens moeten we ons niet gek laten maken door certificeringsinitiatieven die vooral de korte termijn dienen, door het opwerpen van nutteloze drempels of onnodig dikke muren. Alsof je daarmee de concurren-tie naar je hand kunt zetten…

Jan MarisAlgemeen directeur CUMELA Nederland

COMMENTAAR

Omgevingswet komt er

Het kabinet heeft afgelopen maand ingestemd met de Omgevingswet. In deze wet worden 40 van de huidige wetten en 117 Algemene Maatregelen van Bestuur verwerkt. Het resultaat moet zijn dat de vergunningverlening in de toekomst een stuk sneller gaat verlopen. Bij een aanvraag binnen de nieuwe wet zou er binnen acht weken een uitspraak moeten zijn. Door alle regelin-gen samen te brengen, moet de vergunningverlening volgens het kabinet eenvoudiger en efficiënter worden. Minister Schultz van Haegen hoopt de nieuwe wet nog dit najaar in de Tweede Kamer behandeld te hebben.

Oplichtersmails

Ze zijn er in vele vormen: de e-mailtjes die namens een bank ver-stuurd lijken te zijn. Allemaal hebben ze als doel uw rekeningnum-mer en nog belangrijker uw pincode te achterhalen. Wie erop in-gaat, kan binnen enkele minuten worden geconfronteerd met een lege rekening. Doordat de dieven dan beschikken over de inlogcode is het ook moeilijk of zelfs onmogelijk om het geld terug te halen. Momenteel worden er veel e-mails verstuurd die van de Rabobank lijken te komen. In de onderwerpregel van de e-mail staat: ‘2013 Rabo bank Algemene voorwaarden en informatie’. Ga er niet op in en waarschuw direct uw contactpersoon bij de Rabobank. Verwijder al dit soort e-mails direct en ga er niet op in. Banken vra-gen nooit via de e-mail om gegevens. Wat aan deze e-mails vaak ook opvalt, is dat ze in slecht Nederlands zijn opgesteld.

Agenda algemeen

4-8 september ........... Matexpo, Kortrijk (B)5 september ............... Gras & Maïsmanifestatie Vredepeel10-12 september ....... GroenTechniek Holland, Biddinghuizen11-12 september ....... Potato Europe, Emmeloord12 september ............ Gras & Maïsmanifestatie Marwijksoord12 - 17 september ..... Vakbeurs Nordbau Neumuenster13 - 14 september ..... Hitachi DemoDagen, Oosterhout17 - 19 september ..... vakbeurs Recycling, Gorinchem19 - 20 september ..... Verticaal (hoogwerker)dagen, Hilvarenbeek21 september ............ Dag van de Straatmaker (OBN)25 september ............ Nationale gazon-demodag, Eemnes 25 - 26 september ..... Werktuigendagen Oudenaarde

8 GRONDIG - Augustus 2013

verplichte mestverwerkingNieuw wetsvoorstel is een forse verbetering ten opzichte van het oude

Alleen nog de plicht tot mestverwerking, fors minder administratieve lasten, versterking

van de registratie van intermediairs en een drie-partijen-mestverwerkingsovereenkomst

voor het exportwaardig maken van mest door een intermediair. Dat zijn de belangrijkste

punten in het gewijzigde wetsvoorstel voor de verplichte mestverwerking.

Ten opzichte van het wetsvoorstel dat net een jaar geleden bij de Tweede Kamer is ingediend, ligt er nu een veel slan-ker voorstel. Het gewijzigde voorstel is voor een belangrijk deel het gevolg van de lobby die CUMELA Nederland het afgelopen jaar heeft gevoerd. Hierdoor is het hele systeem van mestplaatsingsovereenkomsten uit het wetsvoorstel verwijderd. Gevolg daarvan is dat zowel de administratieve lasten als de nalevingslasten van het wetsvoorstel een fac-tor tien kleiner zijn geworden: van totaal 9,5 miljoen euro per jaar naar ongeveer 0,9 miljoen euro. Ook erkent het kabinet nu “de onmiskenbare en essentiële schakel van de distributie in het huidige mestbeleid en bij de in te voeren mestverwerkingsplicht”.

Naast export kan de verplichte verwerking ook worden inge-vuld met bijvoorbeeld het verbranden of vergassen van de mest. In het gewijzigde wetsvoorstel is nu opgenomen dat hiervoor specificaties van eindproducten kunnen worden vastgesteld die - naast exporteren - worden gezien als mest-verwerking. Omdat het exporteren van mest(producten) ver-reweg het grootste aandeel in de mestverwerking zal heb-ben, spreken we in de rest van dit artikel over mestexport.

Aantonen verwerkingHet gewijzigde wetsvoorstel verplicht veehouders die niet alle mest (in fosfaat) op bij hun bedrijf behorende grond kun-nen plaatsen om een bepaald percentage te laten verwer-ken. Hiervoor is in dit voorstel een definitie van ‘bedrijfsover-schot’ toegevoegd. Het bedrijfsoverschot is die hoeveelheid fosfaat die een veehouderijbedrijf produceert, maar niet kan plaatsen op de landbouwgrond die bij het bedrijf hoort of op natuurgrond die bij het bedrijf in gebruik is.De veehouder kan op drie manieren aantonen dat hij heeft voldaan aan de verwerkingsplicht:• Met VDM’s (Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen) van

rechtstreekse export van mest naar het buitenland.• Met een drie-partijen-mestverwerkingsovereenkomsten

van de veehouder met een intermediair die de mest export-waardig maakt en met een exporteur.

• Met een Vervangende verwerkingsovereenkomst, waarbij een andere veehouder zijn verplichte hoeveelheid fosfaat extra laat verwerken.

Versterking registratie intermediairsMet de wijziging van dit wetsvoorstel wordt ook een in-grijpende versterking van de registratie van intermediaire ondernemingen ingevoerd. Daarmee komen we weer bijna terug bij de erkende intermediair uit het MINAS-tijdperk. Vanaf 2006 werden intermediaire ondernemingen door Dienst Regelingen slechts geregistreerd. De verwachting was dat veel fysieke controles en een lik-op-stuk-bestraffing met bestuurlijke boetes tot een gewenst nalevingsniveau zou-den leiden. Inmiddels is duidelijk dat vooral bij grootscha-lige fraudeurs deze middelen onvoldoende werken. Daarom wordt het met de invoering van dit wetsvoorstel mogelijk om de registratie te weigeren, te schorsen of te schrappen. Hiermee kan de overheid een frauderende intermediair het werken onmogelijk maken, omdat zonder geldige registratie bij Dienst Regelingen geen mest mag worden verhandeld, opgeslagen en vervoerd.Daar bovenop komt nog dat deze registratie ook kan worden onderworpen aan de Wet Bibob. Deze wet geeft het bevoeg-de gezag de mogelijkheid om vergunningen en registraties niet te verlenen als er een redelijk vermoeden bestaat of bewijs is dat deze vergunning of registratie voor frauduleuze praktijken zal worden gebruikt.

0

5

10

15

20

25

30

35

overig Nederland Oost Zuid Totaal

in voorbereiding

beschikbaar

bijna operationeel

vergunning verleend

vergunning aangevraagd

voorbereidingsfase

idee

GRONDIG - Augustus 2013 9

Voldoende verwerkingscapaciteitHet bedrijfsleven heeft geïnventariseerd hoeveel verwer-kingscapaciteit er beschikbaar is voor varkens- en rund-veemest. In figuur 1 is zichtbaar dat er op dit moment al een verwerkingscapaciteit beschikbaar is van ruim tien miljoen kilogram fosfaat en dat er mogelijk nog ruim 22 miljoen kilo-gram fosfaat bij zou kunnen komen. Uit figuur 2 blijkt dat een kwart van de mogelijke uitbreiding al in een vergevorderd stadium van voorbereiding is. Voor nog eens de helft van de mogelijke uitbreiding zijn de vergunningen al aangevraagd. Dit biedt samen voldoende perspectief voor het invullen van de verplichte mestverwerking.Bestuurlijk is met staatssecretaris Dijksma afgesproken dat begin 2014 wordt beoordeeld hoe hoog de percentages voor 2015 (en verder) zullen worden. Hierbij zal op basis van het wetsvoorstel in elk geval rekening moeten worden gehou-den met de verwachte productie van mest en de beschik-bare landbouwgrond in Nederland. Dit laatste is van belang omdat daarmee een te hoog vaststellen van het verplichte percentage - waardoor een te kort op de Nederlandse markt ontstaat - niet meer goed mogelijk is.

Hans Verkerk Secretaris meststoffendistributie

Verwerkingscapaciteit varkens- en rundveemest

Stadia voorbereiding mestverwerkingscapaciteit

In deze rubriek behandelen we iedere maand een onderwerp op het gebied van aanbestedingen en het aannemen van werken. Heeft u ook een vraagstuk, laat het CUMELA Nederland weten.

IN kORT bEsTEkBeste Jan,Wat mag een aanbestedende dienst vragen aan referentie-eisen en hoe moet deze dienst die beoordelen.

Beste aannemer,Met de nieuwe Aanbestedingswet en de bijbehorende Gids Proportionaliteit is omtrent het vragen van referenties bij aanbestedingen veel meer duidelijkheid ontstaan. In voor-schrift 3.5 F van de Gids wordt aangegeven dat de aanbeste-dende dienst voor het toetsen van technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid kerncompetenties moet vaststellen die overeenkomen met de gewenste ervaring op essentiële punten van de opdracht. In voorschrift 3.5 G staat dat de aan-bestedende dienst maximaal één referentie per benoemde kerncompetentie mag vragen en dat een referentieproject maximaal een waarde mag hebben van zestig procent van de raming van de onderhavige opdracht, maar liefst dertig pro-cent. De wet gaat uit van een referentietermijn van maximaal vijf jaar voor werken en drie jaar voor leveringen en diensten.Aanbestedende diensten hebben moeite zich te beperken in het aantal, maar vooral in het op de juiste wijze uitvragen. Toppunt vond ik de referentie-eis “ervaring hebben met een vergelijkbare opdracht”, met als toevoeging “aangeven waar-om deze referentie vergelijkbaar en of relevant is”. Als aanbe-stedende dienst etaleer je je onkunde en subjectiviteit.Wat je kunt doen als er onjuiste referenties worden gevraagd, is vragen stellen. Houd de aanbestedende dienst voor dat één referentie genoeg moet zijn. Vraag als de eis vaag is om een specifiekere omschrijving. Vraag dat ook vroegtijdig, want een referentie vervangen na de aanbesteding mag niet, ook al wordt u uit de motivatie bij uw afwijzing pas duidelijk wat de aanbestedende dienst bedoelde met de eis. Stel vormver-eisten aan referenties. Waarom moet een inschrijver voor elke opdracht terug naar zijn referent om voor dezelfde referentie opnieuw een handtekening te krijgen, steeds onder een ander model referentie-opgave. Het is een onnodige en ongewenste administratieve belasting. Tot slot: een aanbestedende dienst hoort helder te motiveren. Een motivatie als “wij vinden hem niet passend” kan niet meer op grond van de wet.

Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW

akkoord over europees landbouwbeleid Quota afgeschaft, vergroeningseisen aan inkomenssteun

In juni hebben de Europese landbouwministers, de Europese Commissie en het Europees Parlement

overeenstemming bereikt over het te voeren gemeenschappelijke landbouwbeleid voor de periode

2012 tot 2020. Het ingezette beleid om prijs en productie te ontkoppelen, wordt verder doorgezet. Het

budget voor inkomenstoeslagen is echter kleiner. Quotaregelingen worden afgeschaft. Nieuw zijn de

vergroeningsmaatregelen voor het verkrijgen van inkomenstoeslagen.

Het akkoord wordt de komende maanden verder uitgewerkt in een Europese verordening , handelingen en uitvoerings-bepalingen. Goedkeuring en publicatie is voorzien aan het eind van dit jaar. Staatssecretaris Dijksma legt de Kamer in november de te maken nationale keuzes voor. In dit artikel een overzicht van overeengekomen punten in het akkoord en een inschatting van de consequenties voor de cumelasec-tor op basis van de huidige informatie.

BudgetHet budget voor de Nederlandse landbouw wordt verlaagd tot ongeveer zes miljard euro. Hiervan is 5,4 miljard euro be-stemd voor directe betalingen en 0,6 miljard euro voor plat-telandsbeleid. Dit is volgens verwachting. Het totale budget voor de landbouw zou namelijk niet groter worden en moet ook nog eens worden verdeeld over meer lidstaten, namelijk 27. Sowieso is het gemeenschappelijk landbouwbeleid een transfer van gelden richting zuidelijke lidstaten en nu ook

oostelijke gelegen lidstaten om daar de landbouw verder te ontwikkelen.

Ook vrijere markt voor melk en suikerNu kennen grote delen van de Nederlandse landbouw sector de tucht van de vrije markt al langer, bijvoorbeeld bij vol-legrondsgroenten, aardappelen, uien en varkensvlees. Ook andere sectoren, zoals de melkveehouderij en de suikerbie-tentelers, krijgen nu meer te maken met het fl uctueren van de prijzen als gevolg van vraag en aanbod. Het vervallen van de melkquota in 2015 was al langer bekend. Voor de suiker-quotering staat nu ook vast dat deze per 2017 verdwijnt. De Europese vangnetregeling blijft bestaan (opkoopregeling als prijzen door een bodem zakken).

Gelijk hectarebedragVanaf 2015 wordt de geleidelijke overgang ingezet naar het ‘verdelingsmodel’ waarbij alle hectares landbouwgrond in

10 GRONDIG - Augustus 2013

GRONDIG - Augustus 2013 11

2019 voor een gelijk bedrag steunwaardig (‘flat rate’) zijn. De basispremie is voor iedereen dus gelijk. Het ‘model’ op basis van historisch recht wordt hiermee losgelaten. Feitelijk betekent dit met name voor intensieve melkveehouders, zetmeelaardappeltelers en vleeskalverhouders een vermin-dering van de inkomenssteun. Het politieke akkoord biedt de mogelijkheid dat alle landbouwers die in 2013 een steun-aanvraag hebben ingediend ook toegang krijgen tot de directe betalingen. Deze groep kan worden aangevuld met fruit- en groentetelers, telers van consumptie- en pootaard-appelen en van siergewassen (zoals bollen en bloemen). Dit geldt ook voor ondernemers die kunnen aantonen dat ze in 2013 actief landbouwer waren en nooit eerder over toe-slagrechten hebben beschikt. Tevens mogen lidstaten jonge agrariërs extra steun verlenen. Lidstaten mogen hiervoor maximaal twee procent van het budget inzetten. Specifiek uitgesloten van inkomenssteun zijn in elk geval exploitanten van vliegvelden, spoorwegondernemingen, waterbedrijven, vastgoedondernemingen en sport- en recreatieterreinen.

VergroeningOm in aanmerking te komen voor de ‘vergroeningspremie’ kunnen agrariërs kiezen uit één van de volgende vergroe-ningsmaatregelen: behouden van grasland, gewasrotatie en inrichten van ecologische aandachtsgebieden. Het are-aal blijvend grasland mag ten opzichte van 2012 niet meer dan vijf procent dalen. Vrijwel zeker wordt dit voor geheel Nederland bekeken en niet per bedrijf. Bedrijven met tien tot dertig hectare bouwland moeten minimaal twee gewas-sen telen, boven de dertig hectare minimaal drie gewassen. Voor agrariërs met meer dan vijftien hectare bouwland (ex-clusief tijdelijk grasland) bedraagt het aandeel ‘ecologisch aandachtsgebied’ in 2015 minimaal vijf procent. In 2017 wordt bekeken of dit zeven procent moet worden. Bedrijven met meer dan 75 procent (blijvend en tijdelijk) grasland én minder dan dertig hectare bouwland zijn vrijgesteld van ’vergroening’, evenals biologische bedrijven en bedrijven die geheel of gedeeltelijk in Natura 2000-gebied liggen.

Ecologische aandachtsgebiedenOnder de term ‘ecologisch aandachtsgebied’ vallen heggen, bomen, bufferstroken langs gewassen, stikstofbindende ge-wassen (erwten, bonen) en wellicht ook sloten. In november wordt duidelijk wat de specifieke nationale invulling wordt van de vergroening. Gezamenlijk beheer door een agrarische natuurvereniging telt voor vijftig procent mee om de vijf procent te halen. Als gelijkwaardige vergroeningsmaatregel kunnen ook aangemerkt worden nog te ontwikkelen duur-zaamheidscertificaten. Lidstaten kunnen deze de komende jaren voorleggen aan de Europese Commissie. Als vanaf 2017 niet wordt voldaan aan de vergroeningseis wordt de ‘vergroeningspremie’ niet uitbetaald. Tevens volgt dan een korting van 25 procent van de vergroeningspremie op de basispremie.

PlattelandsbeleidPlattelandsbeleid (ook wel pijler 2 genoemd) krijgt het komende half jaar invulling in het zogeheten Plattelands

Ontwikkelings Programma (POP 3). Dit beleid start in 2014 en heeft een looptijd tot en met 2020. Duidelijk is al dat in tegenstelling tot vorige programma’s (POP 1 en 2) het accent meer komt te liggen op het versterken van de agrarische sector op het terrein van kennis, innovatie, klimaat en milieu. Jonge boeren hebben daarbij bijzondere aandacht. Brussel draagt voor 75 procent bij. Rijksoverheid, waterschappen en provincies dragen de overige 25 procent bij en bepalen on-derling welke onderwerpen binnen POP 3 worden opgeno-men. In het aparte kader is de inzet van CUMELA omschreven ten aanzien van de invulling van POP 3.

Gevolgen voor de cumelasectorHet nieuwe beleid biedt zeker kansen voor de bedrijven die actief produceren. Dat geldt dus ook voor cumelabedrijven die vrije grond huren om niet alleen de benutting van hun machines te verbeteren, maar ook willen inspelen op de verwachte grotere vraag naar ruwvoer als gevolg van de ver-wachte uitbreiding van de zuivelproductie. Grote vraag blijft natuurlijk of de veehouderij in staat is om na 2015 de produc-tie uit te breiden. Ze zal dan ook antwoorden moeten vinden voor vragen vanuit de samenleving met betrekking tot die-renwelzijn, de wenselijkheid van schaalvergroting, de grotere mestproductie en de emissies van broeikasgassen. Bedrijven die minimaal vijftig procent van de door hen beteelde grond huren, zijn vrijgesteld van de vergroeningseisen.Agrarische natuurverenigingen krijgen ook een grote rol in het Europese landbouwbeleid voor het invullen van de ver-groening. Staatssecretaris Dijksma heeft al laten weten dat zij het agrarisch natuurbeheer buiten de Ecologische Hoofd Structuur geheel in handen wil leggen van de agrarische na-tuurverenigingen (in plaats van individuele agrariërs).Voor agrariërs die suikerbieten en in mindere mate zetmeel-aardappelen telen met behulp van eigen mechanisatie kan het aantrekkelijker worden om meer gebruik te gaan maken van cumelabedrijven. Ze kunnen hierdoor gemakkelijker wis-selen tussen teelten.

Maurice Steinbusch secretaris sectie Agrarisch Loonwerk

CUMELA Nederland: géén discriminerende subsidieregelingen in POP 3Afgelopen jaren heeft CUMELA de overheid meermaals gewezen op het dis-criminerende effect van subsidieregelingen in het huidige landbouwbeleid. Agrariërs die zelf mechaniseren, kwamen daarbij in aanmerking voor inves-teringssubsidies in trekkers, maaidorsers, bietenrooiers en machines met GPS-aansturing. Collega-agrariërs die bewust kozen om werkzaamheden te laten uitvoeren in loonwerk kwamen hiervoor daarentegen niet in aanmer-king. CUMELA is content met het feit dat in het nieuwe landbouwbeleid (vanaf 2014) de zogeheten artikel 68-investeringssubsidies verleden tijd zijn in pijler 1 (inkomenstoeslagen). Wel is ze bezorgd over de invulling van het nieuwe Plattelands Ontwikkelings Programma, POP 3 geheten. CUMELA heeft er bij het ministerie op aangedrongen ook in POP 3 geen discriminerende subsi-dieregelingen (investeringssubsidies) op te nemen, maar in te zetten op ken-nisverspreiding en innovatie.

GRONDIG - Augustus 201312

econ

om

ie

Ophaalbijdrage Deurne, Tilburg, Uden en Lichtenvoorde

De ophaalbijdrage is al lange tijd redelijk stabiel. Het illustreert de huidige rust op de mestmarkt. Nu de tarwe snel afrijpt, lijken er ook nog goede mogelijkheden voor het uitrijden in augustus. (bron DCA-markt)

Ophaalbijdrage Barneveld en Markelo

In Midden-Nederland blijft de ophaalbijdrage op het laagste niveau in jaren. Door de lege putten en de vooruitzichten dat er dit najaar ook goede uitrijmogelijkheden zijn, blijven de prijzen redelijk stabiel. (bron DCA-markt)

Het zijn positieve signalen in een markt die nog steeds dun is, constateert het EIB uit een onderzoek onder 400 bedrijven. In de wegenbouw ligt de werkvoorraad met nog voor vijf maanden werk op een zeer laag niveau. In de weg- en waterbouw is deze voorraad wat groter, met nog voor 6,4 maanden werk. Ten opzichte van een maand eerder zijn er echter twee tiende bijgekomen, wat toch een lichte verbetering is. In de burgerlijke- en utiliteitsbouw is de situatie nog steeds zeer mager. De voorraad werk voor de woningbouw daalde zelfs nog weer met 0,1 punt naar gemid-deld 5,2 maanden werk. In de utiliteitsbouw was sprake van een kleine stijging, maar ook daar is een voorraad van 5,5 maanden zeer laag. De kleine werkvoorraad betekent dat vier van de tien bedrijven in deze sector nu last hebben van stagnatie in het werk. Dat is het ergste bij de gewone bouwbedrijven, maar ook vijfentwintig procent van de bedrij-ven in de GWW vreest voor stagnatie als gevolg van te weinig orders. De situatie is echter nog niet zodanig dat er op korte termijn grootschalig ontslagen zullen vallen. Slechts tien procent van de bedrijven geeft aan

het personeelsbestand te moe-ten inkrimpen. Mede als gevolg van de moeilijke economische situatie verwacht negentig pro-cent van de bedrijven dat de prijzen niet zullen veranderen. Gelukkig vreest ook maar zes procent voor een verdere daling. In de onderaanneming zou dit in elk geval ook tot stabiele prijzen moeten kunnen leiden.

werkvoorraad positief stabielEen klein positief signaal komt deze maand uit de conjunctuurmeting in de bouw door het

Economisch Instituut voor de Bouw. In de wegenbouw en de grond-, weg- en waterbouw is de

werkvoorraad heel licht gestegen.

Minder biomassa door energieakkoord

Het energieak-koord dat afge-lopen maand werd gesloten tussen werkge-vers, werkne-mers, milieuor-ganisaties en het kabinet lijkt een negatieve invloed te hebben op de biomassamarkt. Door het voornemen om een vijftal kolencentrales te sluiten, komen er minder mogelijkheden voor het bijsto-ken van biomassa. Tegelijkertijd komt er echter wel geld beschikbaar om nieuwe technologieën te ontwikkelen. Ook voor de financiering van grote projecten op dit ge-bied zal er extra geld zijn. Op dit vlak zijn er waarschijn-lijk mogelijkheden om de verwerking van biomassa met behulp van nieuwe technologie te verbeteren. Daar zou dus weer wat ruimte moeten ontstaan. Het meeste geld zal beschikbaar komen voor inves-teringen in windenergie. In deze sector lijken dus de beste mogelijkheden om in de toekomst op extra werk te kunnen rekenen. Voor de financiering van alle regelingen blijft de SDE+-regeling het belangrijkste instrument.

GRONDIG - Augustus 2013 13

De waarde van mest: vleesvarkensmest

Door de stabiele grondstofprijzen blijft de waarde van vleesvarkensmest uitgedrukt in meststoffenwaarde stabiel rond de € 16,50 (gehaltes: 7 kg stikstof (65 procent werkzaam), 4 kg fosfaat, 7,2 kg kali en 1,8 kg magnesium). (bron: LEI)

Diesel: trendvolgend

De licht stijgende ontwikkeling van de dieselprijs van de afgelopen maand wijst erop dat we voor dit najaar toch rekening moeten houden met stijgende diesel-prijzen. Daarmee is de huidige trend trendvolgend in vergelijking tot vorig jaar.

Almat dealer RansomesPols Zuidland, importeur van de Ransomes- en Jacobsen-machines voor het groenonderhoud, heeft Almat aangesteld als nieuwe dea-ler voor zijn werkgebied in Oost-Nederland. Pols was op zoek naar een nieuwe vertegenwoordiging na het wegvallen van Buitenhuis en Drost uit Goor. Almat had als dealer van Kioti-trekkers en TS-houtversnipperaars al een relatie met deze importeur.

Vascol voegt Comma toeDe wat onbekendere leverancier van smeermiddelen voor bedrijfsau-to’s en trekkers Vasco heeft zijn productenpakket flink uitgebreid. Door een samenwerking met Comma Olie en Chemicaliën krijgt het bedrijf de beschikking over een complete extra lijn smeermiddelen. Deze zal Vasco via het bestaande kanaal van lokale distributeurs leveren.

Weer overname VolvoVolvo Trucks blijft stug doorgaan met het aanpassen van zijn dea-lerorganisatie. Afgelopen maand werd bekend gemaakt, dat ook in het westen de activiteiten van Volvo en Renault worden samenge-voegd. Dit keer betreft het de overname van de activiteiten van WD Trucks in Zoetermeer en Maasland. Deze bedrijven zullen vanaf 30 september verder gaan onder de vlag van Volvo Truck Center.

Trekkerverkoop licht gedaaldDe eerste vijf maanden zijn er in Nederland iets minder trekkers ver-kocht dan een jaar geleden. Tot en met mei lag het aantal op 1342 stuks. Daarmee is de verkoop terug op het niveau van 2011. Bij de smalspoortrekkers was wel sprake van een lichte stijging. Daarvan zijn er de eerste vijf maanden 60 stuks meer verkocht op een totaal van 290 kleine trekkers.

kORT NIEUWsCUMELA-Kompas Analyse: debiteurentermijn loopt op

In 2012 is zowel in het grondverzet als in het agrarisch loonwerk de debiteu-rentermijn opgelopen. Dat blijkt uit bijgaande grafiek, opgesteld op basis van gegevens uit de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. In het grondverzet is de debiteurentermijn opgelopen van ruim 65 dagen in 2011 naar ruim 70 dagen in 2012. De debiteurentermijn in het agrarisch loonwerk liep van ruim 34 dagen op naar bijna 39 dagen.De gegevens bevestigen de geluiden die we afgelopen jaar uit het veld opvingen. Vooral de oplopende debiteurentermijn bij agrariërs valt op. De melkprijs is goed, maar de (voer)kosten zijn hoog. Daarnaast spelen de investeringen en de kritische houding van banken een rol bij het slecht kunnen betalen van de rekening van het loonbedrijf. Voor de gemengde bedrijven bleef de debiteurentermijn onveranderd.De gegevens worden berekend aan de hand van de omzet en het debiteu-rensaldo op 31 december. Het gaat hier dus om een momentopname. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallen-vergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op tel. (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar [email protected].

Debiteurentermijn in 2011 en 2012

Tarwehalmdoder is een ‘sluipmoordenaar’. Aantasting is niet altijd zichtbaar. Door uw zaaizaad met Latitude® te behandelen voorkomt u opbrengstderving (tot 50 procent!) tegen lage kosten per ha.:

• méér vitaliteit: met Latitude ontsmet graan resulteert in een betere wortelontwikkeling, méér bloeischeuten, méér aren en daarmee een significant hogere opbrengst; • méér flexibiliteit qua vruchtopvolging, rotatie van gewassen, zaaimoment en perceelskeuze;• méér zekerheid: hoge werkingszekerheid en -duur, géén vertraging bij veldopkomst, gunstig toxicologisch profiel en géén classificatie.

Latitude®: opbrengstverzekering tegen Tarwehalmdoder

Latitude® is een gedeponeerd handelsmerk van Monsanto. Toelatingsnummer 13379N, 125 g/l silthiofam. Volg bij toepassing de gebruiksaanwijzing op het etiket.

Tel. 0800 023 41 65 • [email protected]

Voorkom aantasting van

uw broodwinning

Monsanto_Latitude_Advertising_230x297 20-06-13 15:32 Pagina 1

wet

ten

en

reg

els

GRONDIG - Augustus 2013 15

Cao 2014

Nog maar net zijn de onderhandelingen voor een nieuwe cao af-gerond of we gaan alweer in gesprek over de arbeidsvoorwaarden. Deze afspraak is gemaakt tijdens de onderhandelingen. We willen er als sociale partners eens goed voor gaan zitten om te bespreken hoe we na deze cao verder willen. Hoe kunnen de arbeidsvoorwaarden beter aansluiten bij de wensen van werkgevers en werknemers?In de voorstellenbrieven van CUMELA en van de werknemersverte-genwoordigers komen al jaren bepaalde wensen naar voren, zonder dat we er toe komen daarover aan de onderhandelingstafel afspra-ken te maken. Eén van deze punten is van werkgeverszijde de wens voor meer flexibiliteit. Van werknemerszijde is de wens voor meer zeggenschap een belangrijk punt. Om deze en nog enkele andere onderwerpen met elkaar te bespreken zonder de druk om snel tot een nieuwe cao te komen, hebben de sociale partners besloten met elkaar in gesprek te blijven. Na de zomer gaan we met deze gesprek-ken van start. Een belangrijke vraag is hoe de arbeidsmarkt zich binnen de cu-melasector ontwikkelt. Wat is er nodig om voldoende te kunnen inspelen op de wensen van onze opdrachtgevers. Hoe kunnen deze wensen worden vertaald in een cao, waarbij er ook voldoende oog is voor de wensen en ambities van werknemers. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt kunnen we ook niet los zien van de afspraken die er in het sociaal akkoord zijn gemaakt. Hoe kunnen we een match ma-ken waarin dit allemaal voldoende tot zijn recht komt? Hebben we nog een overbruggingsregeling nodig of kunnen we op een andere wijze een jaar rond werk realiseren? Hoe kunnen we bevorderen dat jongeren kiezen voor een toekomst binnen de cumelasector en wat hebben leerlingen, school en werkgevers daarvoor nodig? Cumelabedrijven maken in beperkte mate gebruik van uitzend-krachten of payrollbedrijven. Om malafide werkgevers in de uitzend- en of payrollbranche zoveel mogelijk te weren, wordt aanbevolen gebruik te maken van gecertificeerde bedrijven. Meerwaarde zagen we niet, omdat er geen vrijwaring aan de inlener werd verleend. Nu deze vrijwaringsmogelijkheid is gerealiseerd, zijn er dan nog belem-meringen om hierover in de cao afspraken op te nemen? Deze onderwerpen komen de komende maanden op de agenda van de sociale partners. Uw ideeën en meningen hierover zijn voor ons input voor het overleg. Graag horen we hoe u de cao voor de cumelasector ziet.

Hannie ZweverinkDirecteur belangenbehartiging CUMELA Nederland

CAO & zO

Kabinet geeft ondernemers meer ruimte te investeren

Ondernemers kunnen met ingang van 1 juli 2013 tot het einde van dit jaar direct tot de helft van nieuwe bedrijfsinvesteringen afschrijven en van de belasting aftrekken. Hierdoor kunnen ondernemers hun belastingafdracht de komende jaren verminderen. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Weekers van Financiën en minister Kamp van Economische Zaken.Zowel bedrijven die onder de vennootschapsbelasting vallen als be-drijven die inkomstenbelasting betalen, kunnen er gebruik van ma-ken. Bedrijfsinvesteringen die in de tweede helft van dit jaar worden gedaan, kunnen eenmalig tot maximaal de helft willekeurig worden afgeschreven. Normaal is dat een lager percentage.Willekeurig afschrijven betekent dat een ondernemer het eerste jaar zelf bepaalt hoeveel van de investering wordt afgetrokken van de be-lasting. Voorwaarde is dat de investering, bijvoorbeeld een machine, voor 1 januari 2016 in gebruik wordt genomen. Zo niet, dan wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen.

Mestvoertuigen bij legpluimveebedrijven reinigen en ontsmetten

Het bestuur van de Productschap Pluimvee en Eieren heeft het Besluit preventieve hygiënemaatregelen en inrichtingseisen legpluimveebe-drijven vastgesteld. Op basis van dit besluit zijn legpluimveehouders verplicht om ervoor te zorgen dat bij alle pluimveegerelateerd trans-port op hun bedrijf de wielen en wielkasten worden gereinigd en ont-smet. Dit geldt dus ook voor de mesttransporten.

Het besluit is op 13 juli in werking getreden. Vanaf dat moment moet een legpluimveehouder materiaal en middelen klaar hebben staan als u mest komt uitrijden of ophalen. U mag zelf kiezen of u bij aankomst, tijdens het laden of voor vertrek de reiniging en ontsmetting uitvoert. Als uw voertuig reinigings- en ontsmettingsapparatuur aan boord heeft, mag u die ook gebruiken. U begrijpt dat dit leidt tot hogere kos-ten, vanwege extra arbeid, tijd en middelen.

GRONDIG - Juli 20121616 GRONDIG - Augustus 2013

De 28 vaste medewerkers van Loonbedrijf Reimink in Den Ham kunnen allemaal in de zomerperiode op vakantie. “Omdat het be-drijf op een breed terrein werkzaam is, is er altijd wel voor iemand ruimte voor vakantie”, zegt Frederik Meijer, werkzaam op kantoor. “De medewerkers in het grondverzet en in de groenvoorziening nemen altijd in de bouwvak vrij. De medewerkers in het agrarisch loonwerk wisselen hun vakanties met elkaar af in en rondom de bouwvakperiode.” Eigenaar Jan Nico Reimink neemt altijd de eerste twee weken van de bouwvak vrij. “Het is dan een rustiger periode. Mijn collega en ik gaan daarvoor of daarna op vakantie, zodat er altijd iemand op kantoor aanwezig is.”Onder cumelabedrijven lijkt de bouwvak een populaire periode om op vakantie te gaan. Zeker voor bedrijven in het grondverzet is het bijna een ongeschreven regel dat de bouwvak dé periode is voor vakantie. Eddy Kerssies van Grondverzetbedrijf Kerssies in De Krim bevestigt dat. “Omdat we met onze werkzaamheden alleen in het grondverzet zitten, gaat iedereen hier tijdens de bouwvak op vakantie. Dat is van oudsher al zo. De hele sector ligt in die periode zo goed als stil”, vertelt hij. De telefoon mee op

vakantie? “Nee. Hier heb ik soms al slecht bereik, laat staan in Chersonissos!”

“De telefoon mee? Hier heb ik al slecht bereik, laat staan op Chersonissos.”

TelefoonDie telefoon is voor sommigen een heikel punt. De één neemt hem mee, al is het maar om het pret-tige gevoel te hebben bereikbaar te zijn. De ander schakelt hem door en kijkt er niet naar om. Maarten Dekkers, eigenaar van Loon- en Grondverzetbedrijf Dekkers Maasbommel, doet beide. Hij schakelt zijn telefoon tijdens zijn vakantie door naar kantoor, maar hij neemt hem wel mee. “Ik wil wel bereikbaar zijn voor mijn medewerkers. Als er iets is, kunnen ze sms’en of mailen. Dat vind ik rustgevend. Als ze me niet zouden kunnen bereiken, zou ik gaan piekeren.”

Als kind ging hij bijna nooit op vakantie. “Tijd nemen voor vakan-tie was destijds lastig, omdat we geen planner in dienst hadden en mijn ouders alles zelf deden”, vertelt Maarten. Zelf gaat hij nu twee keer per jaar op vakantie. In het naseizoen (eind oktober, november) maakt hij de laatste jaren, samen met zijn vrouw, een langere, verre reis om meer van de wereld te zien. In de winter-periode gaat hij meestal op wintersport. “Mijn vrouw werkt niet mee in het bedrijf, dus ik zie haar niet zo vaak, zeker niet op de dagen dat we tot laat doorwerken. Ik vind het belangrijk om tijd samen door te brengen en samen te genieten op vakantie. Door in het naseizoen te gaan, geef ik optimale aandacht aan zowel mijn bedrijf als aan mijn thuissituatie. Daarnaast bedenk ik veel dingen op vakantie, hoe ik omga met medewerkers bijvoorbeeld, of andere zaken. In de ‘sleur’ van de dagelijkse dingen denk ik daar niet over na, maar wanneer ik even weg ben, kijk ik daar op een andere manier naar.” De 21 medewerkers hebben ook alle ruimte om tijdens de zo-merperiode op vakantie te gaan. “Ik vind het belangrijk dat ze vakantie nemen. Ook zij willen tijd doorbrengen met hun vrouw en gezin.”

“op vakantie kijk je anders tegen zaken aan”

Zomerserie deel 2

Met de caravan naar de camping of een last-minute all-inclusive naar een ver vakantieoord? Is va-

kantie voor de cumelaondernemer een lust of juist een last? Misschien is het wel vooral een nood-

zaak. In deze tweede aflevering vertellen verschillende cumelaondernemers hoe zij hun vakantie

organiseren.

Groeten van de f

amilie Gerritsen

GRONDIG - Augustus 2013 17

Momenteel is het bedrijf aan de slag met het op schrift stel-len van een arbeidsomschrijving per functie. “Zo willen we taken gemakkelijker overdraagbaar maken. Door het werk zonder al te veel complicaties over te kunnen dragen, komt er meer ruimte voor vrije tijd.”

NoodzaakHet besef dat vakantie nemen noodzakelijk is, is bij veel cu-melaondernemers doorgedrongen.“De zomervakantie zie ik als een periode om samen met het gezin door te brengen en daar wil ik dan ook tijd voor vrij maken”, zegt Cor Mechielsen uit Oldehove. Samen met zijn vader en broer runt hij het bedrijf, dat deels in het grond-verzet en deels in het agrarisch loonwerk zit. “Het is wel een luxe positie, want wij kunnen het werk gemakkelijk aan el-kaar overdragen. “Ik neem in de zomervakantie drie weken en mijn broer ook. Mijn ouders gaan buiten die periode op vakantie.”Mechielsen zorgt ervoor dat zijn telefoon doorgeschakeld staat naar de zaak en dat hij ver genoeg van het bedrijf af zit, zodat hij niet tijdens zijn vakantie even naar huis kan rijden. “Voor mij werkt dat het beste. Dan ben ik rustiger op vakantie.”De 65 man personeel gaat ook in de zomerperiode met va-kantie. “Ook zij hebben gezinnen. Wil je mensen in de loon-werksector aan het werk houden, dan kun je niet zeggen dat ze in de zomer niet op vakantie mogen.”

Zzp’erAls zzp’er heeft kraanmachinist Jan Maassen uit Elst niemand om op terug te vallen binnen zijn bedrijf, maar toch vindt hij het belangrijk tijd vrij te maken voor vakantie. “Vorig jaar ben ik met de zomer niet weggeweest, maar dan duurt het toch wel heel lang voordat het kerst is. Ik heb twee kinderen, met wie ik ook graag tijd wil doorbrengen. We gaan altijd twee weken naar de camping ergens in Nederland. Ik plan dat rond de bouwvak, want dat is voor mij de rustigste periode.”De laatste dag voor de vakantie is het altijd wel even stressen, geeft hij aan. “Ik wil er ook voor zorgen dat ik na mijn vakantie weer voldoende werk heb. Als ik het die laatste dag niet red, ga ik een dag later op vakantie. Dat is wel weer het voordeel van een eigen bedrijf.”

Niet in de zomerToch kiest niet iedereen voor een vakantie in de zomer. Harold Gerritsen, eigenaar van Loon- & Grondverzetbedrijf Gerritsen Heteren, neemt geen vakantie tijdens de zomer. “Ik voel me niet op mijn gemak als mijn personeel aan het werk is en ik ben er niet”, zegt hij. “Ik ga daarom rond de kerst acht dagen op wintersport. Dan is het rustiger op het be-drijf. Daar voel ik me beter bij.”Wel gaat zijn telefoon altijd mee. “Als ik er niet ben, neemt mijn moeder van 82 de planning over. Ze belt me altijd even om te overleggen. Dat kwartiertje overleg vind ik zelf ook prettig, zodat ik weet hoe het er thuis voor staat.”

Zijn tien medewerkers kunnen wel in de zomer op vakantie, onder de voorwaarde dat er maar twee medewerkers tege-lijk op vakantie zijn en niet langer dan tien aaneengesloten werkdagen. “Van de bouwvak maken we niet specifiek ge-bruik, omdat de jongens die in de bouw werkzaam zijn ook in het agrarisch loonwerk zitten.”Maar dat vakantie belangrijk is, onderstreept hij absoluut. “Het is goed om er even tussenuit te zijn en het bedrijf achter je te laten. Zeker voor mijn vrouw en kinderen vind ik het be-langrijk om samen even weg te zijn.”

Tekst & foto’s: Marjolein van Woerkom

Groeten van

de familie Mechielsen

Groeten van de familie Dekkers

18 GRONDIG - Augustus 2013

ven

t en v

isiev

ent &

visie

Kiwa lijkt een wat vreemd instituut voor een onderzoek naar het voorkomen van kabel- en leidingschades. Het is namelijk voor-al bekend als keurder van gastanks en verwarmingsketels. Toch is het niet vreemd dat het Kabel en Leiding Overleg (KLO) bij dit instituut terecht kwam, vertelt onderzoeker Paul van Norden. “Oorspronkelijk komt dit deel van Kiwa voort uit Gastec en zijn we juist gespecialiseerd in gastechnologie. Vanuit die positie hebben we een paar jaar geleden een onderzoek gedaan naar de oorzaken van graafschades bij gasleidingen.”

Voorafgaand aan het onderzoek naar succesfactoren bij het voorkomen van graafschades werd door het KLO een analyse gemaakt van alle bedrijven die in een jaar een Klic-melding hadden gedaan. In deze groep werden de bedrijven gese-lecteerd die veel meldingen deden, maar relatief heel weinig schade meldden. Geselecteerd werden een grote aannemer met meer dan 8000 personeelsleden, een wegenbouwer met vijftig man personeel, een groenbedrijf met 200 mensen, een pijpenlegger met 350 werknemers en tot slot een aanlegger van telecomleidingen met 2000 man personeel. Van Norden erkent dat dit grotere bedrijven zijn waar de aanpak van het voorkomen van kabel- en leidingschades is onderzocht. Toch ziet hij dat niet als een probleem. “Ook binnen de onderzochte groep zaten flinke verschillen in grootte, maar bleek er een duidelijke overeenkomst als ze goed scoren. Succes behalen ze allemaal doordat er aandacht is voor het probleem. Bij allemaal zie je dat het voorkomen van schade duidelijk onderdeel is van het bedrijfsbeleid. Dat er zowel bij het management als op de werkvloer betrokkenheid is bij het onderwerp.”

“Voorsteken is en blijft essentieel. Daar moet je tijd voor vrij maken.”

Om een goed beeld te krijgen van de manier waarop de be-drijven werken, is niet alleen gesproken met het management, maar ook met de uitvoerders die dagelijks in of bij een sleuf staan. Tijdens de gesprekken concludeerden alle bedrijven dat aandacht voor zorgvuldig graven kosten bespaart. “Ze beseffen als geen ander dat een schade tijd en geld kost. Een schade is natuurlijk meer dan alleen het repareren van de kabel of leiding. Het betekent dat het werk stil ligt, dat het hele project vertra-ging ondervindt, dat de planning onder druk komt, dat het imago van het bedrijf eronder lijdt en dat er financiële schade is.”

Dat kan flink oplopen, werd Van Norden voorgerekend. “Deze ondernemers beseften terdege dat een schade kan betekenen dat je een paar weken voor niets werkt. Want al die uren dat het werk stil ligt, lopen de kosten door. Of je moet extra kosten maken. Want een sleuf die vol water loopt door een kapotte waterleiding, betekent vaak fors extra werk en dus kosten.” Zoveel marge is er vaak niet.”Naast aandacht is volgens Van Norden een belangrijke succes-factor het formeren van goede teams. De bedrijven met weinig schade blijken te werken met teams die goed op elkaar zijn inge-speeld, die van elkaar weten dat het belangrijk is om in de grond zorgvuldig te werken. “Het is te vergelijken met een sportteam, stelt Van Norden. “Je moet samen het doel hebben om zorgvul-dig te werken en schade te voorkomen. Dat begint bij een voor-man die dat als een aanvoerder goed aanstuurt. Want een zzp’er die het niet zo nauw neemt, moet je weg kunnen sturen.”Naast een goed team is het belangrijk om een team voldoende tijd te geven, stelt de Kiwa-onderzoeker. “Voorsteken is en blijft essentieel. Daarvoor moet je tijd vrij maken. Dat moet je blijven doen”, waarschuwt hij. “Niet alleen aan het begin, maar ook op vrijdagmiddag bij de laatste tien meter.” Want juist dan gaat het mis, had één van de ondervraagden al ervaren. Altijd werkte hij schadevrij, tot de vrijdagmiddag dat hij nog een laatste stukje snel af wilde maken. Precies daar lag de leiding niet waar ver-wacht. En dus ging het toch mis.

Behalve tijd in het werk is het tevens belangrijk om tijd in de voorbereiding te steken, adviseert Van Norden. “Feitelijk begint het zorgvuldig graven bij de voorbereiding. Hoe breng je de kabels en leidingen in kaart? Wanneer bestudeer je de teke-ning? Loop je het traject langs en geef je aan waar de leiding wordt vermoed? Eventueel aangevuld met het opsporen van de kabels met behulp van detectieapparatuur?”Heel bijzonder was de vondst van een speciaal graafschade-preventieteam bij één van de aannemers. “Dat is helemaal gespecialiseerd in het voorkomen van graafschade van de ka-bels en leidingen door van tevoren in beeld te brengen welke risico’s er zijn en daar passende maatregelen bij te nemen. Een grote aannemer kan dat natuurlijk gemakkelijk.” Ook een klei-ner bedrijf zou mensen daarin echter kunnen specialiseren, die snel en eenvoudig de kaart vertalen naar de omgeving.Ondanks al die maatregelen zal het helemaal schadevrij gra-ven wel een bijna onhaalbaar doel zijn, stelt Van Norden vast. “De grond is soms zo vol dat het bijna onmogelijk is om elke

aandacht bepaalt succesPaul van Norden (Kiwa) onderzocht succes bij het voorkomen van graafschade

Bij het onderzoek naar het voorkomen van graafschades heeft Paul van Norden van Kiwa Technology nu eens niet

onderzocht waarom het fout gaat bij incidenten, maar juist waarom sommige bedrijven het heel goed doen. Hij

bezocht de beste vijf bedrijven uit verschillende sectoren en vond veel overeenkomsten. Het begint overal met aan-

dacht en levert uiteindelijk tijdsbesparing en dus geld op. Genoeg voor een lesje in zorgvuldig graven.

GRONDIG - Augustus 2013 19

schade te voorkomen. Bij te ondiepe ligging kun je bij het voorsteken al schade maken”, aldus Van Norden. Maar ook de onverwachte bochten die soms in de kabels zitten, maken het graven tot een loterij. “Dan heb je om de tien meter een proefsleuf gegraven en trek je toch een kabel kapot.”Alles staat of valt echter met het doen van de Klic-melding. Hij vindt het onbegrijpelijk dat bedrijven soms toch zonder tekening van de ligging van kabels en leidingen aan het werk gaan. “Dat is onverantwoord. Niet alleen door de schade, maar ook door het gevaar. Je weet niet wat je je op de hals haalt als je een keer een hoogspanningskabel raakt. Niet al-leen heb je kans op brand, zodat je de hele machine kwijt bent, maar in het ergste geval word je geëlektrocuteerd.”

“Succes behaal je door aandacht voor het probleem.”

Van Norden beseft dat ook de structuur met veel onderaan-nemers niet ideaal is in het voorkomen van graafschades. “We kennen situaties dat de feitelijk graver de zevende onderaannemer in rij is. Dan is het natuurlijk moeilijk om ergens iemand de verantwoordelijkheid te laten nemen. Uiteindelijk is het dan de zzp’er of de kleine lokale aannemer die het werk op dat gevaarlijke kruispunt moet uitvoeren, soms onder tijdsdruk en zonder tekeningen. Zorgvuldig op-drachtgeverschap betekent dan dat de opdrachtgever zo’n klein bedrijf de tijd geeft om te werken volgens de Richtlijn zorgvuldig graafproces, bijvoorbeeld door te zorgen dat de Klic-tekeningen al op het werk aanwezig zijn.”

Op de vraag hoe je dan voorkomt dat het risico wordt afge-schoven, heeft Van Norden ook geen antwoord. “Uiteindelijk is het enige wat je kunt doen weigeren om de opdracht uit te voeren, maar dat is in deze tijd ook niet gemakkelijk. We kunnen alleen maar hopen dat bedrijven beseffen dat ze zo hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Daar ligt echter ook een taak voor de opdrachtgever. Die moet misschien wel expliciet in het bestek opnemen dat er tijd is voor het maken van proefsleuven. Al blijft succes vooral een kwestie van wil-len. Door de hele keten heen.”

Tekst en foto: Toon van der Stok

20 GRONDIG - Augustus 2013

aandacht voor net-werken…Verminderen van graafschades à la Jos Scholman Bedrijven

“We nemen beslist onze verantwoordelijkheid, maar eigenlijk zou je de netbeheerders eens een dagje

willen meenemen om te laten zien hoe je hun kabels en leidingen soms tegenkomt.”

De meeste graafmeldingen worden gedaan ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen (bijna zestig procent). Tijdens het recent gehouden KLO Nationaal kabels en leidingencongres werd ingezoomd op graafschades. Uit onderzoek van Kiwa Technology en Enexis blijkt namelijk dat er in 2011 ruim 32.000 schades zijn geregistreerd. In veel gevallen betreft het kabels voor data (45 pro-cent) en elektra-laagspanning (31 procent) en leidingen voor water (negen procent) en lagedruk-gas (veertien procent). Vijftig procent van de graafschades betreft huisaansluitingen. Nog meer statistiek: bij zeventig procent van de graafschades zijn graafmachines en minikranen betrokken. In de helft van de geval-

len is onzorgvuldig handelen de hoofdoorzaak voor de graafscha-de, bijvoorbeeld doordat er geen graafmelding is gedaan, doordat er geen proefsleuven zijn gegraven of doordat er op de graaflocatie geen kaarten beschikbaar zijn. In slechts zes procent van de geval-len schort het aan de liggingsgegevens: een afwijkende ligging van meer dan één meter, de leiding staat niet op de tekening of de verticale ligging wijkt af. Het zal u niet vreemd voorkomen dat de ‘veroorzakers’ in veel gevallen worden gerekend tot de infra- en GWW-bedrijven (35 procent), maar ook tot gemeenten, netbeheer-ders en particulieren.

SuccesfactorenWat ook uit onderzoek blijkt, is dat er zo’n honderd bedrijven zijn die veertig procent van de schades veroorzaken. Daar staat tegen-over dat vijftig procent van de graafschades wordt veroorzaakt door bedrijven die vijf of minder schades per jaar melden. Daaruit blijkt dat er minder goede en goede grondroerders zijn. In het on-derzoek focussen de onderzoekers op de succesfactoren die een rol spelen bij het voorkomen van graafschades en hebben ze de vijf best scorende bedrijven geïnterviewd. Jos Scholman Bedrijven in Nieuwegein is er daar één van. Een cumelabedrijf, actief in grond-verzet (bouwrijp maken) en infra, bermen- en wegenonderhoud, sport- en cultuurtechniek, straat- en pleinreiniging, onderhoud van watergangen, groenvoorziening en landschapsbouw, maar ook in gladheidbestrijding en verhuur van materieel en personeel. Jos Scholman Bedrijven biedt werk aan 200 werknemers.

Slimme tips, gericht op verbetering• Maak uw medewerkers duidelijk dat het terugdringen van

graafschades een speerpunt is.• Beschrijf de werkwijze bij graafwerk (graafprotocol WION).• Maak zo nodig aparte protocollen voor de uitvoerder en voor

de grondwerker of machinist en benoem taken, bevoegdhe-den en verantwoordelijkheden.

• Neem op locatie de tekeningen en werkzaamheden door.• Meld een afwijkende ligging snel terug aan de netbeheerder.• Hanteer een schadeformulier (dossier) en koppel incidenten

terug in de organisatie (uitvoerders en medewerkers) om er-van te leren.

kabels en

leidin

gen

GRONDIG - Augustus 2013 21

“We mogen dan wel tot de goede grondroerders horen, maar we heb-ben nog best wel eens een graafschade. En omdat ze heel lastig of nau-welijks te weerleggen zijn, zelfs wanneer je absoluut zorgvuldig hebt gehandeld, zijn wij nog niet tevreden”, vertelt directiesecretaresse Linda van Schaik. Zij is nauw betrokken bij het dossier graafschades. “We wa-ren al langer actief met het terugdringen ervan en sinds vier jaar heb-ben we een protocol, ontwikkeld op basis van het graafprotocol van de WION”, aldus Van Schaik. “Wij werken conform ISO en dat betekent dat we veel aandacht geven aan het beschrijven van processen en dat we daarop willen sturen. Van het goed voorbereiden, het zorgvuldig en nauwkeurig graven tot en met het terugkoppelen van de schade naar de netbeheerder, maar ook naar de uitvoerder en zijn ploeg. Je moet ook willen leren van je fouten…”

Zorgvuldigheid vooropBij Scholman hebben ze zelfs een apart protocol voor enerzijds de grondwerkers en machinisten en anderzijds de uitvoerder die eind-verantwoordelijk is voor het project. Samen de Klic-tekeningen door-nemen, werkzaamheden vooraf bespreken en risico’s proberen in te schatten. Daar wordt veel aandacht aan besteed, net als aan de afhan-deling. Daar is een intern ‘schadeformulier’ voor waar alles op staat: de naam van de machinist of grondwerker, de machine, de locatie, de Klic-tekeningen (en foto’s van de eventuele afwijkende ligging) enzovoorts. Vanaf dat formulier handelt Linda van Schaik de zaken af, maar daar blijft het niet bij. Schades worden in een frequent uitvoerdersoverleg besproken, op locatie worden instructies en toolboxen georganiseerd

door de uitvoerders en de afhandeling van schade wordt teruggekop-peld naar de uitvoerders die budgetverantwoordelijk zijn voor hun pro-ject. Voor ‘veelplegers’ (“Die hebben we eigenlijk niet.”) geldt dat er een goed gesprek volgt met de uitvoerder.“Sommige schades kun je niet voorkomen: een kabel onder het straat-werk, bij rioleringswerk, door boomwortels, in de groenvoorziening… Soms heb je er alles aan gedaan om schade te voorkomen en kun je aantonen dat je zorgvuldig hebt gewerkt, maar volgens de regels ben je dan toch aansprakelijk. Dat is niet altijd rechtvaardig, in onze beleving. Het hangt ook vaak samen met het soort werk, bijvoorbeeld in de bin-nenstad, waar veel kabels en leidingen liggen. In elk geval sturen wij erop om de schades door onzorgvuldigheid nog sterker te verminderen en tien procent minder per jaar is een mooi doel.”

Linda van Schaik denkt dat door deze procesaanpak het aantal calami-teiten beperkt blijft. “In veel gevallen zijn we (hoofd)aannemer en zijn we eerder in het proces betrokken dan alleen bij het roeren van grond”, zegt ze. Is dat de succesfactor? Van Schaik: “Nee, dat denk ik niet. Het zit hem in de totale aanpak. Wanneer je in je organisatie iets wilt verbete-ren, moet je er aandacht aan geven, zodat het door de mensen wordt gedragen. Daar blijven we net zolang mee bezig als nodig. Als het moet continu.”

Tekst: Michiel PouwelsFoto’s: Jos Scholman Bedrijven

Scholman verhuisdIn februari van dit jaar heeft Jos Scholman Bedrijven het nieuwe bedrijfspand aan de Morsebaan in Nieuwegein betrokken. Hard nodig, want door een gebrek aan ruimte werd het tijd om uit te kijken naar een nieuwe locatie. Aan de Morsebaan is veel meer ruimte voor grote machines en bedrijfswagens op het buitenter-rein en ook binnen is er een zee van ruimte voor compact materieel, aanbouwdelen en gereedschappen. Extra ruimte biedt ruime kan-sen voor het verder ontplooien van Scholmans bedrijfsactiviteiten. Door meer overzicht wil het bedrijf nog meer structuur geven aan bedrijfsprocessen, waardoor het beter kan opereren in de markt.

techn

iek

massaal aan de adblueMotoren voor Stage IV-emissie-eisen gepresenteerd

Op de Bauma stonden ze er: nieuwe motoren voor de Stage IV-emissie-eisen, die in januari 2014 ingaan

voor de zware motoren. Omdat het bij deze stap alleen gaat om het terugdringen van de uitstoot van

stikstofoxiden (NOx) is de overgang niet zo ingrijpend als die van Stage IIIa naar Stage IIIb. Om de laatste

stap te realiseren, gaan alle fabrikanten in meer of mindere mate over op AdBlue. Een eerste inventarisatie.

Op de vorige Bauma was er een sterke oproep van diverse leve-ranciers aan klanten om nog snel een machine met Stage IIIa-krachtbron te kopen voordat de duurdere, complexere Stage IIIb-motoren in de machines zouden verschijnen. Dit keer was er geen ophef over de naderende Stage IV-motortechniek, ter-wijl deze nieuwe generatie toch bij de motorenstands promi-nent werd gepresenteerd en al snel komt. Blijkbaar is er deze keer niet zoveel loos. Vanaf januari 2014 gaan officieel de emissie-eisen voor Stage IV getrapt in, te beginnen bij de zware motoren vanaf 130 kW (173 pk). In 2015 volgt de klasse 56 tot 129 kW (75 tot 174 pk) en daarna de nog kleinere motoren. Concreet betekent dit dat we volgend jaar al Stage IV-techniek in onze zware machines kunnen gaan aantreffen, afhankelijk van flexregelingen en voorraden.

Minder stikstofoxidenTen opzichte van de huidige Stage IIIb-eisen gaat het bij

Stage IV om een reductie van de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) van circa tachtig procent. De roetuitstoot blijft op het in Stage IIIb al bereikte gewenste lage eindniveau. De trend laat zich dus raden: voor de overgang van Stage IIIb naar Stage IV gaan de fabrikanten (meer) AdBlue toevoegen in een daarvoor opgebouwd of aangepast SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) om de gewenste extra NOx-reductie in de uitlaat te bewerkstelligen. Los van onderling verschillende verbeterin-gen die in de motor zijn gerealiseerd, is volgens de fabrikanten zonder noemenswaardige motoraanpassingen globaal geno-men zo’n drie tot vier procent meer AdBlue nodig ten opzichte van Stage IIIb. Daarmee is deze stap minder heftig dan de over-gang van Stage IIIa naar IIIb. Toen ging het om een forse reduc-tie van de NOx-uitstoot en een flink lagere roetuitstoot. Dat had een massale introductie van roetfilters, dieseloxidatiekatalysa-toren en SCR (AdBlue) als resultaat. Uitlaatgasregeneratie was door veel fabrikanten al in Stage IIIa gerealiseerd.Voor fabrikanten die al met SCR (AdBlue) werken betreft het

22 GRONDIG - Augustus 2013

GRONDIG - Augustus 2013 23

dan puur een verhoging van de AdBlue-toevoeging met enkele procenten, natuurlijk in combinatie met nieuwe elektronische mo-torregelingen en vaak ook nog aanpassingen in de motor. Voor motoren die in Stage IIIb-uitvoering nog geen SCR-module hebben, zal die unit erbij komen. Dat is ook wat we zien bij fabrikanten als John Deere, Caterpillar, Isuzu en Cummins. Voor fabrikanten die al SCR-techniek hebben, zal er niet wezenlijk veel veranderen. Dat is wat we bijvoorbeeld zien bij een van meet af aan grote SCR-only-fanaat als FPT (Fiat Powertrain Technologies). Wat meer AdBlue erbij en the job is done.

Geen grotere kappenWe hoeven dus niet massaal nog grotere mo-torkappen als gevolg van extra roetfilterunits, oxidatiekatalysatoren en grotere koelers te verwachten, zoals dat bij de grote overgang van Stage IIIa naar IIIb het geval was. Voor fabrikanten die voor het eerst een SCR-unit monteren, komt die er natuurlijk wel bij, maar dat is te overzien. Is het daarmee dan gedaan? Natuurlijk heb-ben fabrikanten hun motoren verder dooront-wikkeld, dus zie je dat er op motorengebied en in de warmtehuishouding verbeteringen zijn doorgevoerd om de efficiëntie te verbeteren. De regelunits zijn aangepast en sneller gewor-den. Ook zie je dat het een aantal fabrikanten is gelukt met een dieseloxidatiekatalysator het roet te tackelen zonder dat een roetfilter nodig is, al dan niet in combinatie met een SCR-unit. Een gevolg van het doorontwikkelen van de motoren en volgens die fabrikanten vanwege de wens vanuit de praktijk het liever zonder roetfilter te doen. Ten slotte zie je dat het bij de fabrikanten niet allemaal eenduidig het-zelfde is. Uitvoeringen binnen en tussen series kunnen verschillen. Zo kan het voorkomen dat fabrikanten met een SCR-module toch

nog incidenteel een dieseloxidatiekatalysator plaatsen of de ene serie met een dieseloxi-datiekatalysator werkt en de andere met een roetfilter. Ook zijn er die voor Stage IV andere keuzes maken. Zo stapt Liebherr volledig over op SCR (AdBlue) only en heeft Doosan al aan-gekondigd voor kleinere motoren een nieuwe reeks te ontwikkelen om het roet en de NOx zoveel mogelijk in de motor op te lossen.

Accenten verschillenZijn de verschillen tussen de fabrikanten hier-mee grotendeels weg? Nee, de accenten zijn wel degelijk verschillend. Tussen de uitersten als het roet zo volledig mogelijk in de motor oplossen (bijvoorbeeld FPT) en de NOx zo-veel mogelijk in de motor (bijvoorbeeld John Deere) oplossen, zijn er tussenoplossingen. Ook moet de ene fabrikant meer na de motor oplossen dan de andere. Roet in de motor oplossen vraagt om een hete motor. NOx oplossen in de motor vraagt om een relatief koude motor met een kritischer warmtehuishouding, lees uitlaatgasregene-ratie en een uitgebreide koel(regel)techniek. Dat vrijwel alle merken en motorseries uitlaat-gasregeneratie hebben in combinatie met SCR (AdBlue) en een gecontroleerde warmtehuis-houding plus een dieseloxidatiekatalysator en/of een roetfilter, geeft aan dat de merken vrijwel allemaal ergens tussen de uitersten in zitten. Het aandeel AdBlue toevoegen ver-

schilt daarom aan de hand van de interne verbranding plus de keuze de NOx meer of minder in de motor op te lossen. In de praktijk kan het aandeel AdBlue-toevoeging volgens fabrikanten in Stage IV variëren van ruwweg twee tot drie procent voor wie de NOx in de motor grotendeels oplost tot rond de zeven procent voor wie in de hetere motor het NOx-probleem vooral in de uitlaat oplost. Dat zal in de beoordeling van het brandstofverbruik worden meegenomen. Benieuwd wie er dan in de praktijk het best gaat scoren in totale brandstof- en oliekosten. Verschillen in olie-kwaliteit en onderhoudsintervallen zullen ook meespelen. Een verhaal apart als er meer zicht is op de uiteindelijke oplossingen.

Applaus Dat neemt niet weg dat Stage IV een stap is waarop zowel de motoringenieurs als de mensen die strijden voor een schonere wereld samen applaudisseren, zoals John Deere dit (voorlopige) einddoel heel treffend omschreef. Een applaus voor een afronding van een lang traject, waarbij de laatste stap niet de meest spectaculaire veranderingen oplevert, omdat de meeste fabrikanten bij Stage IIIb al waren voorbereid op Stage IV. Maar wel een stap waarin we massaal aan SCR met AdBlue gaan.

Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Fabrikanten en Vreemann

John Deere liet duidelijk de trend zien: bij de lichtste motoren de minste toevoegingen, bij de zwaardere alles erop en eraan. Dus bij John Deere naast EGR en een roetfilter nu ook een SCR-unit (AdBlue).

Deutz toonde de 12,0-liter-V6- en 16,0-liter-V8-TCD-motoren met 240 tot 520 kW (322 tot 697 pk) als Stage IIIb en Stage IV. De fabrikant kiest hier voor extra heet en ongecompliceerd, met alleen een dub-bele SCR-unit, zonder EGR en zonder roetfilter.

Dat er verschillen blijven, is mooi te zien aan deze uit-laat met AdBlue-injectie achter de dieseloxidatiekata-lysator/roetfilterunit voor de zwaardere Cat-motoren om na de motor NOx en roet op te lossen.

Overzicht chronologische stappen van Stage I naar Stage IV

Emissiestap Stage II Stage IIIa Stage IIIb Stage IV

Verandering t.o.v. Stage I

NOx -20% -40% -50% -80%

Roet -50% - -90% -

24 GRONDIG - Augustus 2013

techn

iek

Caterpillar

SCR-unit erbij

Caterpillar, dat net als John Deere de koers van roetfilters en zo lang mogelijk geen AdBlue heeft gevolgd, komt voor het halen van de Stage IV-eisen nu ook met een SCR-unit. Hier hetzelfde verhaal als bij John Deere. De SCR-unit komt achter de

dieseloxidatiekataly-sator/roetfilterunit. Cat geeft aan dat dit de standaard wordt, maar dat er ook mo-dellen zullen komen waarmee de Stage IV-eisen zonder roetfilter (dus alleen dieseloxi-datiekatalysator en SCR) zullen worden gehaald.

Agco Power

SCR doorontwikkeld

De strategie van Agco Power (voorheen Sisu Diesel) ligt ge-heel in lijn met die van FPT. Agco kondigt aan dat zijn huidige Stage IIIb-C3-SCR-systeem al klaar is voor Stage IV. Bij enkele motortypes worden nog wat aanpassingen aan bijvoorbeeld het uitlaatgasregeneratiesysteem doorgevoerd en dat is het dan. Kortweg voor de gebruiker: wat meer AdBlue en het is klaar.

John Deere

Getrapte ontwikkeling afgerond

John Deere ziet de overgang naar Stage IV als logisch vervolg op en de afronding van een lange weg die al in 1996 heel ge-richt is ingezet met de lancering van de PowerTech-motoren met Stage I. De laatste stap, het toevoegen van SCR-unit (AdBlue) achter het roetfilter om de NOx-uitstoot op het ge-wenste niveau te krijgen, was allang gepland. Volgens John Deere blijven met de overgang van Stage IIIb naar Stage IV de motorprestaties onveranderd, evenals de smeeroliever-versings- en onderhoudsintervallen. Wel zijn er natuurlijk de nodige detailwijzigingen doorgevoerd. Denk aan ver-beteringen in de verbrandingskamer, nauwere toleranties, een verbeterde temperatuurhuishouding, nog hogere in-spuitdrukken en vooral ook een veel snellere elektronische motorregeling.

John Deere geeft aan dat het toe kan met het toevoegen van rond de één tot drie procent AdBlue voor het halen van Stage IV in praktijktoepassingen.

Fiat Powertrain Technologies

Meer AdBlue

De motoren van Fiat Powertrain Technologies (FPT) in Stage IV-uitvoering krijgen de nieuwe Hi-eSCR-uitlaatgasnabehandeling. Woordvoerders bevestigen dat de overgang van Stage IIIb naar Stage IV feitelijk alleen een kwestie is van wat meer AdBlue toevoegen. De motor blijft hetzelfde als de huidige Stage IIIb-uitvoering. Zoals bekend heeft FPT van meet af aan ingezet op SCR only. Dat wil zeggen de motor zo heet mogelijk laten werken om de dieselolie roetvrij te verbranden en dan in de uitlaat de NOx via een SCR-systeem bewerken. De filosofie hierachter is ook bekend: een zo eenvoudig mogelijke motor zonder vergroot koelsysteem, zonder ‘dure’ turbo-oplossing (dubbel of variabel), geen uitlaatgasgeneratie en dus geen roet in de motor, geen roetfilter, geen speciale olie en verkorte onder-houdsintervallen als gevolg van het roet. FPT heeft diverse patenten op zijn SCR-systeem. Woordvoerders van FPT gaven op de Bauma aan dat het AdBlue-verbruik in Stage IV richting de zes tot zeven procent zal gaan.

overzicht fabrikantoplossingenWe bezochten op de Bauma enkele fabrikanten om te kijken wat ze hebben gedaan. Vooral bij John Deere wa-

ren we benieuwd wat deze fervente ‘monofuel’-fabrikant doet. Daarnaast aandacht voor FPT (Fiat Powertrain

Technologies), een fabrikant die van meet af aan heel nadrukkelijk op SCR only (AdBlue) heeft ingezet, plus nog

even kort wat andere merken aangaven voor Stage IV.

GRONDIG - Augustus 2013 25

JCB

Nu ook SCR

JCB schermt voor Stage IIIb fier met het halen van de eisen zonder roetfilter en zonder SCR (AdBlue). Voor Stage IV redde de fabrikant dat niet met de meeste Ecomax-motoren.

Dan komt er wel een compacte SCR-module bij, incidenteel in combinatie met een dieseloxidatiekatalysator. JCB heeft het over een paar procenten toevoegen, vandaar de term compacte SCR. Het Britse merk heeft wel aangekondigd dat het werkt aan een laagtoerige Ecomax-versie die ook voor Stage IV zonder SCR en roetfilter toe kan.

Liebherr

Over op SCR only

Liebherr heeft zijn serie vier- tot twaalfcilindermotoren compleet aan-gepakt om voor Stage IV over te schakelen op de SCR-only-strategie. De fabrikant heeft zelf een nieuw commonrail-brandstofsysteem ontwikkeld en de motor innerlijk behoor-lijk aangepakt om het roet-probleem met uitlaatgasrege-neratie volledig in de motor te tackelen. Liebherr heeft een eigen SCR-unit ontwikkeld om het NOx-probleem in de uitlaat op te lossen. Dat bete-kent dat de Stage IV-motoren wezenlijk anders zijn dan de huidige Stage IIIb-motoren.

Isuzu

SCR erbij

De bestaande Isuzu Stage IIIb-motoren waren al klaar voor Stage IV. De fabrikant plaatst er een SCR-module bij om de Stage IV-eisen te halen. De Stage IIIb-motoren hadden al uitlaatgasregeneratie in combinatie met een roetfilter.

Volvo

Passieve regeneratie

Volvo benut de V-Act-techniek die zich al miljoen kilometers heeft bewezen in de trucks. Dat is de slogan waarmee Volvo CE de nieuwe Stage IV-oplossing presenteerde. Het Zweedse merk kiest voor SCR in combinatie met uitlaatgasregeneratie en een roetfilter. Daarbij is het roetfilter zo verbeterd dat het bij lagere temperaturen automa-tisch schoonbrandt.

Doosan

Scania-trucktechniek

Doosan heeft een overeenkomst met Scania voor het leveren van motoren voor een brede range Doosan-machines, dus niet alleen zware wielladers en dumptrucks. Scania zet voor Stage IV voor Doosan in op SCR in combinatie met uitlaatgasre-generatie zonder roetfilter. Doosan zelf komt voor de Doosan/Isuzu-reeks in aanvulling op de bestaande Stage IIIb-uitvoering (met uitlaatgasre-generatie, dieseloxidatiekatalysator en roetfilter) met een extra SCR-unit (AdBlue). Daarnaast heeft Doosan al aangekondigd voor de lichtere ver-mogensklassen eigen motoren te ontwikkelen die à la JCB en Kohler met alleen een kleine SCR-unit de Stage IV-eisen halen. Dit mede met het oog op de Bobcat-reeks.

Deutz

Verbeterd Heat Management System

Deutz had voor Stage IIIb al een SCR-unit. Daarmee was deze fa-brikant al voorbereid op Stage IV. Deutz geeft aan dat het voor het halen van de Stage IV het nieuwe Heat Management System (HMS) toepast voor een betere regeling van de uitlaatluchttemperatuur. In combinatie hiermee zijn intern in de motor en in het inlaatsys-teem verbeteringen doorgevoerd om de werking van het DVERT-uitlaatgasnabehandelingssysteem verder te optimaliseren. De be-kende 6,1- en 7,8-liter-TCD-motoren worden voor Stage IV uitgerust met een SCR-systeem in combinatie met een roetfilter. De zwaardere V6- en V8-motoren stappen over op SCR (AdBlue) only.

Cummins

SCR en dieseloxidatiekatalysator

Fabrikant Cummins komt in Stage IV voor de bekende 3,8- en 4,5-li-ter-QSB-viercilindermotoren van 63 tot 129 kW (85 tot 173 pk) plus de 6,7-liter QSB en 9,0-liter QSL-

zescilindermotoren van 109 tot 298 kW (136 tot 400 pk) met een combinatie van een dieseloxidatiekatalysator om het roetprobleem deels in de uitlaat op te lossen en een SCR-unit (AdBlue) voor de NOx. Cummins heeft zo lang mogelijk gewerkt met uitlaatgasrege-neratie en roetfilters. Door verbeteringen aan de motor in combina-tie met SCR is het voor deze range gelukt alleen met uitlaatgasre-generatie en een dieseloxidatiekatalysator - en dus zonder roetfilter - Stage IV te halen. De grote twaalfcilinders krijgen wel een roetfil-ter in combinatie met SCR. De kleinste motoren krijgen alleen een dieseloxidatiekatalysator.

26 GRONDIG - Augustus 2013

sterk w

erk

26

Natuurherstelprojecten in moerasgebieden zijn de specialiteit die Knoop Baggerwerken in de

loop der jaren heeft ontwikkeld. Met unieke machines en zelf ontwikkelde werkmethoden her-

stelt het bedrijf natte moerasgebieden effectief, zoals hier het herstel van de Weerribben en het

project Nieuwkoopse Plassen waarmee Knoop nu bezig is. De manier van werken in de natuur

en vooral mét de natuur vergt speciale disciplines.

natuurrijk waterwerk Knoop Baggerwerken, Tynaarlo

sterk w

erk

GRONDIG - Augustus 2013 27

Een zwarte stern vliegt op als de mannen van Knoop het traject van één van de volgende te graven petgaten alvast onderzoeken. Op de werkkaart is het traject helder, maar er zijn altijd verrassingen, in de ondergrond, in de loop en in de natuur zelf. Op de zwarte stern hadden ze niet meer gerekend zo vlak voor de bouwvak, maar deze nestelt hier nog wel vanwege het late broedseizoen dit jaar. En dus volgt er een gesprek met de ecologen die het project begeleiden en wordt het werk stilge-legd. Vreemd? Nee, het is ‘natuurlijk’ voor de manier van werken van Knoop. Het is vanuit eigen initiatief melden en direct met de be-trokkenen overleggen. Wilt u een nog sterker voorbeeld? Vogels hadden een nest gebouwd in één van de Waterkings die stonden te wach-ten tot ze ‘los’ konden. Deze kon blijven staan tot de eitjes waren uitgebroed.

Herstel Nieuwkoopse PlassenBegin 2012 haalde Jakob Knoop het natuur-project herstel Nieuwkoopse Plassen binnen. Opdracht was om de petgaten te herstellen. De Nieuwkoopse Plassen is een laagveenge-bied waar de vaste bodem op zeventien meter diepte zit. Voor dit project wordt circa twaalf hectare aan petgaten gegraven. De petgaten worden gegraven in oude rietlandpercelen of percelen waar moerasbos op staat. In totaal gaat het volgens het bestek om het afgraven van circa 100.000 kubieke meter veen. Begin 2012 was de start, met als beoogde einddatum december 2013. Dat lijkt lang, maar je kunt er alleen werken als de natuur het toelaat; niet bij vorst, niet bij vroeg broedende vogels of zoals dit jaar een veel langer doorlopend broed-seizoen vanwege de kou. Concreet kun je ongeveer acht maanden aan het werk blijven. Projectleidster Greetje Mast is daar heel helder in. “We werken volgens een RAW-bestek met een ecologisch werkprotocol. Dat betekent aan de ene kant heldere eisen, maar tegelijk flexibel werken en een zorgplicht voor het werk en de natuur zelf”, vertelt Greetje. En dus is zij twee dagen per week op locatie om het werk aan te sturen en om met toeziende eco-logen te overleggen over werkwijzen en wat kan en mag. “Die twee dagen heb je nodig. Elk petgat heeft zijn eigen verrassingen. We moe-ten de werkzaamheden en eventueel ook de loop aanpassen aan wat we tegenkomen. Met een boog om zeldzame planten heen gaan, is voor ons heel gebruikelijk.” Greetje runt voor Knoop de binnenlandse baggerwerken. Zij heeft daarvoor zelf derge-

lijke bestekken geschreven voor een gespe-cialiseerd adviesbureau. Zij kent de andere kant en weet heel goed waar het om gaat. Dat geldt ook voor de jongens. Die zijn allemaal opgegroeid in het veen, kennen de terreinom-standigheden en denken van nature mee.

Gespecialiseerde aanpakHet karwei begon met het ontbossen. Vanwege de drassige omstandigheden ge-beurde dat met de eigen Waterking. Het hout is in overleg ter plekke grof geshredderd. De contouren worden aan de petgaten gegraven. Het vrijgekomen materiaal komt op een ril in het petgat te liggen, waarna de petgaten effectiever kunnen worden uitgegraven. In dit geval moet het afgegraven veen worden afgevoerd naar plekken elders in het gebied. Dat gaat niet met beunbakken, omdat water-beroering kans op afkalvende natuurkanten geeft en zo de bijzondere en kenmerkende soorten in het gebied kapot worden gevaren. Daarvoor heeft Knoop een uniek shredder-ponton ontwikkeld dat het afgegraven veen aangelengd met water kan verpompen met een capaciteit van 100 tot 200 kuub per uur, afhankelijk van de afstand. Het shredderpon-ton verpompt rietwortels, houtresten, plagsel en veen, in dit geval over een afstand van circa vijf kilometer. Een baggerzuiger is voor dit type werkzaamheden niet geschikt. Er zijn ook diverse projecten waar het afgegraven veen op de ribben kan worden afgezet, zoals mooi te zien is op de openingsfoto bij het herstellen van de Weerribben in de Kop van Overijssel. Voor de afvoer heeft Knoop een persleiding (twaalfduims) liggen. In het natuurgebied wordt gewerkt met naadloos gelaste kunst-stof persleidingen (ook twaalfduims) die van tevoren op maat worden gelast. Door ge-bruik te maken van een persleiding worden natuurwaarden in de sloten behouden en worden vaarbewegingen tot een minimum beperkt, evenals de overlast voor recreanten en riettelers.

RapporterenMet hoofletters geschreven bij dergelijke projecten is het plannen, vastleggen en rap-porteren. Zo gaat het volgens bestek afgraven van het veenpakket om de slappe grond te be-reiken op voorgeschreven dieptes. De onder-grond is onvoorspelbaar. Als de jongens mer-ken dat er nog een te dik pakket veen onder zit, melden ze dat. Er wordt gepeild, gemeld en gerapporteerd.

Knoop Baggerwerken Jakob Knoop runt samen met zijn vrouw Gea het gelijknamige bedrijf in Tynaarlo. Jakob heeft het bedrijf in 1990 opgestart omdat hij markt zag in het slib baggeren. Al snel switchte hij naar natuurprojecten. De fabri-cage van de Waterking is ontstaan omdat hij geen geschikte amfibische graafmachine kon vinden. Knoop Baggerwerken kent een binnenlandse tak, die nu volledig wordt ge-rund door Greetje Mast. Het buitenlandse werk runt Jakob Knoop zelf. Hij heeft al jaren langdurige projecten in diverse Afrikaanse landen lopen, maar is ook actief in verschil-lende Europese landen. Daarnaast heeft hij nog een verhuur- en een handelstak. Het bedrijf heeft een beperkt aantal vaste medewerkers en een ‘vaste’ groep zzp’ers. Knoop Baggerwerken is ISO- en VCA**-gecertificeerd. Meer informatie: www.kno-opdredging.nl.

GRONDIG - Augustus 2013 29

Overleggen, vastleggen en rapporteren geldt ook voor de aan- en afvoer van materieel; niet altijd een-voudig in zo’n gebied. Dan gaat het over wat wel kan en wat niet kan gezien de omstandigheden. Buizen klaarleggen of verslepen kan soms wel als er nog niet kan worden gegraven. Als het moet, meldt Greetje de omwonenden wanneer de weg tijdelijk is geblokkeerd. Hetzelfde geldt voor watergangen voor recreanten. Niets kan aan het toeval worden overgelaten in dergelijke natuurgebieden.

Breder Jakob Knoop heeft het allemaal zelf opgezet en bedacht. Alles zit in zijn bovenkamer en samen met zijn vrouw Gea runt hij het gespecialiseerde bedrijf. De Nederlandse natuurwerken laat Jakob nu geheel over aan Greetje. Hij bemoeit zich met buitenlandse klussen, stuurt de Waterking-poot aan, verleent de nodige consultancy voor langdurige baggerprojec-ten in Afrika, runt de verhuurtak van het bedrijf en heeft een aparte handelstak opgezet. “We merkten al snel dat mensen niet alleen onze Waterking wil-den, maar graag een volledig pakket aan materieel en diensten. Daarom heeft het bedrijf zich zo ver-breed”, vertelt Jakob. Hij heeft nog geen moment heeft nagedacht om ander grondverzetwerk aan te pakken. “Niet ons ding. Wij zijn uniek in ons bag-gerwerk in natte, waterrijke natuurgebieden. Laat ons daar maar werken”, zegt hij. Over de ongunstige arbeidsfilm zit hij ook niet in. “Prima te combineren binnen het eigen bedrijf, bij buitenlandse klussen of in de Waterking-fabriek.” Bij het afscheid toont Greetje met trots nog een foto van een ronde zonnedauw die ze onlangs heeft ge-schoten. “Zo snel kan de natuur zich herstellen”, ver-telt ze. Inderdaad, herstellen van de natuur is grillig, onvoorspelbaar, nat, gespecialiseerd werk, dat maar voor een enkeling is weggelegd, maar is tegelijk een natuurrijk bestaan voor wie het ziet.

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Knoop Baggerwerken, Vreemann

Fabricage WaterkingKnoop heeft de Waterking geheel zelf ontwikkeld en produceert ze in een eigen fabriek in Tynaarlo. De opbouw is op klantwens. Knoop werkt veel met Doosan-opbouw voor de grote 22-26-ton-ners, voor de kleinere modellen met Takeuchi 175 en Komatsu PC 80. De grote modellen hebben een 15-, 22- of 26-tons kraanop-bouw op twee meter brede pontons, allemaal met een verlengde giek. Voor transport wordt het onderstel via twistlocks gedemon-teerd. De kleinste varianten zijn drie meter breed en hebben een achttons opbouw. Inmiddels heeft Waterking er zo’n zestig draaien over de hele wereld. Meer informatie: www.waterking.nl.

Uniek is dit 882 kW (1200 pk) sterke shred-derponton, waarmee Knoop het af te voeren materiaal verkleint en verpompt. Deze unit bestaat uit een sneldraaiende shred-der in combinatie met een aangepaste pompinstallatie.

Veel natuurpro-jecten beginnen met het ontbossen waar dat gewenst is. Ook dat voert Knoop uit met de Waterking. De grovere bomen gaan eerst door een aangepaste Komptech-langzaamdraaier, zo-dat dit materieel door het shredderponton kan worden verwerkt.

Voorzichtig om-gaan met de natuur-staat met hoofdletters geschreven. Vanuit dat oogpunt werkt Knoop met twaalfduims persleidingen in plaats van het materieel met beunbakken af te voeren. Hier worden ze getransporteerd.

Talenten met Profiel!

Meer informatie vindt u op www.windpower-tire.com

• Vernieuwbare karkassen

• Breed programma met meer dan 70 maten

Verkoop via

Bezoek ons op

de Carrosserie

Vakdagen!Van 3 t/m 5 september 2013

Stand 182

www.wimvanbreda.nl

Omarv maai-laadcombinatie,werkbreedtes 140/190 cmHoward Rotorkopeg

9.995,-

Kongskilde Industries A/STel. +45 3368 3555 (Nederlandstalig)

[email protected] • www.kongskilde.com

• 3 meter rotorkopeg • 170 pk uitvoering• 3 snelheden schakelkast• 12 rotoren, 300x15 mm tanden• pakkerrol Ø 500 mm• egalisatieplaat achter, spindel

excl. btw

Bel Marcel Vorstermans06 51 60 22 66

de beste deal

Actieprijs HK31-300Dgeldig t/m31 oktober 2013

Bel Harry Terpstra06 51 95 38 00

UW BESTE GRAAFGEREEDSCHAP!Kies voor een slimme systeemoplossing met forse korting en hou het eigen risico in de knip.

Slim graven loont!Zorgvuldigheid in het graafproces kan – naast KLiC-

online-tekeningen en goede begeleiding van netwerk-

beheerders – nog slimmer. CUMELA Verzekeringen

biedt in samenwerking met Gelan Detectiesystemen

en CableTracks een slimme systeemoplossing.

Vind kabels en leidingen met een geavanceerde

detector. Stuur meetgegevens en foto’s vanaf locatie

direct door naar kantoor met de handige I-Box.

Daarmee bewijst u bij netwerkbeheerders én uw

verzekeraar dat u vóór de graafwerkzaamheden extra

gecontroleerd hebt.

Uw voordelen:• Een complete, werkbare oplossing!

• Niet gokken maar zeker weten!

• Gemakkelijk bedienbaar en praktisch!

• De nieuwste apparatuur!

• Minder schades en stilstand!

• Toch graafschade? Geen eigen risico!

• Professionele uitstraling bij opdrachtgevers!

• Een forse korting op de systeemaanschaf!

Voor specialisten in

groen, grond en infra

VERZEKERINGEN BV

Bezoekadres:Nijverheidsstraat 13 te NijkerkE-mail [email protected] www.cumelaverzekeringen.nlAFM vergunningsnummer 12004236

Correspondentieadres:Postbus 1156 3860 BD NijkerkTel. (033) 247 49 60Fax (033) 247 49 61

Met 30% korting!

Het complete pakket voor de ‘Slim graven loont-actie’ bestaat uit:

- C-Scope CXL detector met bluetooth

- I-Box informatiesysteem met camera

- 1-jarig data-abonnement

Actieprijs € 1.528,- (Brutoprijs € 2.180,-)

De actie geldt voor verzekerden bij CUMELA Verzekeringen

en is geldig gedurende 2013.

www.cumelaverzekeringen.nl/slim-graven-loont

13-08 Slim graven loont vermelding nieuwe website 1-1.indd 1 2-7-2013 8:43:03

GRONDIG - Augustus 2013 31

ad

min

istr

atiebetalingsverkeer straks alleen

nog via iban mogelijkVanaf 1 februari 2014 is het alleen nog mogelijk om via IBAN (International Bank Account Number)

uw betalingsverkeer te onderhouden. Dit is al over zes maanden! Alle EU-landen en Noorwegen,

IJsland, Liechtenstein, Zwitserland en Monaco gaan straks via dit SEPA-systeem betalen. Hiermee

moet het betalingsverkeer goedkoper, gemakkelijker en veiliger worden.

De banken zullen in de toekomst twee verschillende incassomo-gelijkheden aanbieden. Allereerst is er de standaard Europese in-casso. Deze vorm van incasso kan zowel door bedrijven als door consumenten worden gebruikt. Hiermee kunt u (in overleg met de klant) zelf bepalen wanneer u uw geld ontvangt. Als incas-sant sluit u een Europees incassocontract af met uw eigen bank. Uw klanten geven u een eenmalige of doorlopende machtiging om te mogen incasseren. Vooraf informeert u uw klanten over de datum en de hoogte van het af te schrijven bedrag. U levert de incasso-opdrachten aan bij uw eigen bank en uw bank stuurt deze door aan de bank van uw klant. Zowel bij de doorlopende als de eenmalige machtiging is er een terugboekrecht van acht weken. Telefonisch machtigen is niet meer mogelijk. Een tweede incassomogelijkheid is de zakelijke Europese in-casso, die uitsluitend tussen bedrijven kan worden gebruikt. Als incassant sluit u een incassocontract af met uw eigen bank en u verzamelt machtigingen van uw zakelijke klanten. Ook dit kunnen zowel eenmalige als doorlopende machtigingen zijn. U informeert uw klant over het moment en het bedrag van de afschrijving en levert de opdracht aan bij uw bank. Als alles klopt, wordt de overschrijving in gang gezet. Belangrijk aan deze incasso is dat de debiteur geen terugboekingsrecht heeft. Als incassant heeft u met deze incassovorm dus zekerheid (van het moment) van betaling. Tot aan de dag van de uitvoering van de incasso kan uw klant de bank wel verzoeken om de incasso niet uit te voeren. Wanneer u de machtigingen van uw zakelijke klanten getekend retour heeft ontvangen, leg dan de verplichte gegevens van de machtigingen digitaal vast. U dient ze bij elke incasso-opdracht mee te zenden en dit voorkomt het steeds opnieuw opvragen

van gegevens. Tevens dient u de originele machtiging te bewa-ren. Er is een verplichte bewaartermijn van veertien maanden na het intrekken van de machtiging door de debiteur. Er kan name-lijk tot dertien maanden na de transactiedatum een klacht over een onterechte incasso worden ingediend.

StoplichtkaartenVia www.betaalvereniging.nl kunt u zogenaamde ‘stoplichtkaar-ten’ downloaden. Hiermee kunt u machtigingen gemakkelijk weer intrekken. De kaarten bestaan uit drie delen. Met het groe-ne gedeelte geeft u een machtiging af, met het gele gedeelte kunt u een individuele transactie terug laten boeken en met het rode gedeelte trekt u een machtiging in.

De meeste banken zullen beide incassomogelijkheden aanbie-den, dus zowel de standaard als de zakelijke Europese incasso. Neem vóór u besluiten neemt over de wijze van incasseren con-tact op met uw bank voor de mogelijkheden en meer informatie. Mocht u nog geen voorbereidingen voor de overgang naar IBAN hebben getroff en, neemt u dan eveneens contact op met uw bank en softwareleverancier om dit spoedig in gang te zetten. Kijk voor meer informatie op: www.overopiban.nl

Ans de Bie, teamleider bedrijvenadviseurs

Achttien cijfersNederlandse rekeningnummers moeten worden omgezet naar het achtti-encijferige IBAN. Het IBAN begint met NL, bevat een viercijferige code van uw bank en eindigt met uw Nederlandse rekeningnummer. Als uw reke-ningnummer korter is dan tien cijfers worden er nullen voor gezet. Wanneer u nieuw briefpapier bestelt, houd hier dan rekening mee en ver-meld het IBAN. Als u betaal- of incasso-opdrachten inleest vanuit een boek-houdpakket, moeten rekeningnummers worden omgezet naar IBAN.

32 GRONDIG - Augustus 2013

gro

nd

verzetnieiu

ws

Bij Hyundai prijzen ze de shovel aan als de nieuwe-ling in de wijk (‘New kid on the block’) en dat bete-kent dat de Koreanen duidelijk willen maken dat er meer op de wereld is dan Cat, Komatsu en Volvo. Het is interessant om te zien dat in Nederland stiekempjes meer en meer wielladers van de merken Doosan en Hyundai worden verkocht en dat heeft niet uitslui-tend met de economie te maken. In de regel zijn deze machines robuust en komen ze goed tot hun recht in overslag en load-and-carry bij bijvoorbeeld beton-centrales, brekers en zeven. De nieuwe vijftientonner van Hyundai komt standaard met een Z-bar-hefframe met daaraan een bak tot 2,7 kubieke meter inhoud. Er is ook een HL757XTD-9A High Reach-versie - goed voor een dumphoogte van 3,23 meter - en die wordt uitgerust met extra contragewicht (840 kilogram). De derde variant, de HL757TM-9A, is bij uitstek de werktuigdrager: met parallelle kinematiek, dus twee hef- en twee bakcilinders. De constructeur houdt vast aan de Cummins QSB 6.7-turbodiesel met 149 kW (203 pk), die voldoet aan de Stage IIIb-emissie-eisen.

new kid on the blockMet de nieuwe HL757-9A-wiellader zet Hyundai in op meer marktaan-deel in Europa. De fabrikant keek verder dan alleen naar de Stage IIIb-motor en de HL’s blijven sterk in de mix van prijs en kwaliteit.

Winterklaar

Rijkswaterstaat nam in juni twee FireStorm-gladheidbestrijdingsunits van Schuitemaker Industrial uit Rijssen in ontvangst. De FireStorms worden als calamiteitenmachines inge-zet voor het bestrijden van hardnekkige ijsvorming op zeer open asfaltbeton (zoab). De unit injecteert en sproeit een mengvloeistof op het wegdek (water, kaliumchloride en zout) en die wordt door een exotherme reactie verhit tot circa 50 tot 60 graden Celsius. Het resultaat: de vloeistof snijdt ‘als een mes door de boter’ en achter de sproeibalk wordt het asfalt snel weer zichtbaar. De werking wordt versterkt als achterliggend verkeer het smeltende ijs- en sneeuwmengsel nog verder stuk rijdt. www.sr-schuitemaker.nl

De motor biedt al bij 1400 toeren een maximaal koppel van 932 Nm en een vijfversnellings-bak is standaard. Voor de motor zijn er drie vermogensstanden (power, standaard en eco) en met vier schakelprogramma’s en drie standen voor de koppelomvormer moet de juiste overbrenging te realiseren zijn. Hyundai besteedt veel aandacht aan de cabine en aan veilig-heid. Zo is het glasoppervlak met zeventien procent toegenomen voor beter zicht rondom. Rechts zit een forse LCD-monitor, waarop alle machinedata zichtbaar worden gemaakt. Tot de standaarduitrusting hoort een klimaatgeregelde airco en een omkeerbare fan voor koe-ling en het schoonblazen van de radiatoren. Op de lijst met opties vinden we joystick(stuur)bediening, verwarmde buitenspiegels en een vijfbak met lock-up. www.vanderspek.nl

Frontschuifgrader

Met het Mekos Profiler-dozerblad maak je van een frontschuif een volwaardig do-zerblad. Met een werkbreedte tot vier meter en dat betekent een breedte van een standaard bulldozer. Het dubbelwandige blad kan handbediend worden, maar Mekos bouwt hem desgewenst zo op met Trimble-ontvangers en machinebestu-ring dat het automatisch werkt op een total station of gps-signaal. De Profiler is vervaardigd uit hoogwaardig staal en voorzien van Hardox slijtmessen. Wie meer stabiliteit zoekt, kan opteren voor ofwel een verdichtingsglijzool of voor wielen ter ondersteuning van het dozerblad. www.mekos.nl

GRONDIG - Augustus 2013 33

Greentec

Gespot op de BVOR-Demodagen in Maastricht, deze in Nederland gebouwde Ufkes Greentec 930-combiversnipperaar die via de aftakas met de trekker verbonden is. Hij is voorzien van een invoertrechter (30 bij 58 centimeter) die kan worden gepo-sitioneerd voor, naast of achter de trekker. Door de rotor te voorzien van speciale windbladen kunnen de snippers met gemak door de vijf meter lange pijp worden geblazen. Het wisselen van de messen gaat eenvoudig en door de snijhoek van 50 graden draait de machine licht en zuinig. Kopers kunnen kiezen voor schom-meltandemassen (500/50R17) of een hydraulisch geremde enkele as (600/50R22.5-banden). Radiografische bediening is een optie, net als luchtremmen en een hy-draulische steunpoot. www.ufkes.net

Miljoen…Vorige maand rolde in Düsseldorf de eerste Mercedes-Benz Sprinter-bestelwagen van de volgende generatie van de band. Mercedes

investeerde vele miljoenen - euro’s en testki-lometers - in de voor het merk zo belangrijke Sprinter, waarvan er de afgelopen achttien jaar 2,5 miljoen zijn verkocht. Zo krijgt de auto vijf nieuwe veiligheids- en assistentie-systemen, naast ABS, ESP, ASR enzovoorts. De motor voldoet al aan de Euro6-nomen en Mercedes spreekt over een verbruik van 6,3 liter op 100 kilometer.

Kom naar Matexpo!Van 4 tot en met 8 september exposeert JCB op de Matexpo in het Belgische Kortrijk. Belangrijke primeurs op de stand zijn de mobiele JS145-graafmachine, de 22-tons JS220LC op rupsen en de nieuwe 417-wiel-lader, de opvolger van de 416. Deze 9,6-tons laadschop met Stage IIIb-motor met 93 kW

(125 pk) is de voorloper van een nieuwe generatie.

Hitachi DemoDagenNoteer ze vast in uw agenda, de Hitachi DemoDagen op 13 en 14 september bij de vestiging in Oosterhout. Daar kunt u ken-nismaken met de Bauma-primeurs, zoals de -5-graafmachines. www.hcme.nl

kORT NIEUWs

LMC Gennep BVVoor oost NL.

0485 - 511 605www. lmcgennep.nl

Jamo BVVoor west NL.

0184 - 642 112www.jamo-lmb.nl

Nu ook silagevorken bij LMC Gennep BV

Gezamenlijke importeurs

advertentie

techn

iek

streep 5 + start-stop = sparenDe eerste 500 uur ervaring met de nieuwe 21-tons rupskraan van Hitachi

Hoveniers- en Aannemersbedrijf GWW A. Molenaar in Bergambacht nam begin

dit jaar een 21-tons Hitachi ZX210LC-5 in bedrijf, die is voorzien van een start-

stopsysteem. Na 500 uur blijken de eerste ervaringen uiterst positief.

Soms zou hij zelf nog graag op de kraan zitten, zoals 25 jaar geleden, maar voor André Molenaar zit dat er al een paar jaar niet meer in. Samen met zijn neef Marc Molenaar runt André het Hoveniers- en Aannemersbedrijf GWW A. Molenaar in Bergambacht.Dit bedrijf is actief in heel Nederland, onder meer bij het ge-schikt maken van landbouwgronden, maar ook bij renova-ties van bestaande wijken, het graven van bouwputten en bij bodemsaneringen, zoals in de Krimpenerwaard. Marc geeft leiding aan de hovenierstak, waarin vier mensen werken. Om de groei in goede banen te leiden, is André sinds enkele ja-ren vanaf kantoor en op locatie actief met de planning, het aannemen van werk, regelen en organiseren. “Mijn drie zo-nen willen graag verder met het bedrijf en daarom hebben we bewust ingezet op groei. Gelukkig weten we dat vast te

houden en hebben en houden we werk in portefeuille, zo-als bij de aanleg van industrieterrein De Nieuwe Wetering. Recentelijk hebben we nog twee BBL’ers aangenomen – we zijn ook een erkend leerbedrijf – en van de twintig medewer-kers die we momenteel hebben, zijn er zeker tien tot twaalf op die manier binnen gekomen.” Begin dit jaar nam Molenaar dus een nieuwe Hitachi in be-drijf, een 21-tons ZX210LC-5 waarvan vertegenwoordiger Kees van Vliet van Hitachi al hoog had opgegeven. Zuiniger, sterker, nog fi jngevoeliger in het afwerken én gebouwd in de fabriek in het Amsterdamse havengebied. Nu zijn ze bij Molenaar behoorlijk ‘into’ Hitachi. Alle twaalf mini’s, banden-kranen en rupsgravers zijn namelijk van dit merk en al met al is Molenaar de Japanse constructeur al wel 25 jaar trouw. Zelfs nu er voor een paar weken een laadschop nodig is, zet

34 GRONDIG - Augustus 2013

GRONDIG - Augustus 2013 35

In cijfers…Merk en type Hitachi ZX210LC-5Gewicht* 22,3 tonMotor Isuzu AM 4HK1X- 5,2-liter-viercilinderVermogen , netto 122 kW (164 pk) bij 2000 tpmMax. koppel 652 Nm bij 1500 tpmMax. rijsnelheid hoog 0-5,5 km/u, laag 0-3,4 km/uHydrauliek drie axiale plunjerpompen met

variabele opbrengst (2 x 212 en 1 x 189 liter per

minuut)Werkdruk 330 bar (zwenken) en 350 bar

(graven)Max. trekkracht 20,7 tonGraafuitrusting Monogiek en tweedelige giek Stelen van 2,03, 2,42 en 2,91

meterMax. graafbereik* 9,25 meter op het maaiveldMax. laadhoogte* 6,83 meterMax. graafkracht* bak: 158 kN (ISO)/powerboostMax. opbreekkracht* arm: 140 kN (ISO)/powerboostZwenkradius 2,89 meterTransportmaten* 9,75 x 3,10 x 3,18 meter (l x b x h)Internet www.hcme.com

* = monogiek en 2,42 meter steel, op 90 centimeter rupsen

Kees van Vliet een shovel uit de verhuurvloot in. “Met alle merken is wel eens wat. Zo hadden we ooit twee identieke 180’s: één waar nooit een sleutel op geweest is, de ander waar telkens problemen mee waren. Het gaat er dan om hoe het wordt opgelost en hoe je er samen uitkomt. Dat is meestal goed gelukt en daarom zijn we merkentrouw. Ik vind de Hitachi trouwens ook een mooie kraan om te zien.”

Vijftien procent stationair…Op locatie in Ammerstol spreken we over de nieuwe ZX210LC-5. “De nieuwe ‘vijf’ is snel en nauwkeurig in het af-werken. Dat doen wij veel, dus is machinist Arnold Trouborst daar goed over te spreken. Molenaar zelf heeft over de eerste 500 uur alleen maar positiefs te melden. “Hij moet de eerste beurt nog krijgen, maar het is volgende week vakantie. Dan hebben we tijd, want het onderhoud doen we zelf.” Hij ver-volgt: “De ‘vijf’ heeft een start-stopsysteem en dat hebben we geactiveerd. Wij zitten met onze kranen op 1500 tot 1600 draaiuren per jaar, maar ik heb nog geen beeld van wat het me op jaarbasis aan uren gaat schelen. Ik denk toch al gauw vijftien procent, maar begin volgend jaar weet ik het exact.” Ook hier horen we – naast het brandstofvoordeel van zo’n start-stopsysteem – over de andere voordelen: langere on-derhoudsintervallen, lagere bedrijfskosten en een langere levensduur. Bij vijftien procent is dat toch al bijna één jaar op zeven. En het verbruik? “Met onze ZX210LC-3 van zes jaar oud hebben we in totaal 1500 uur gedraaid met een gemid-deld verbruik van 16,5 liter per draaiuur.” Volgens de monitor in de cabine heeft de nieuwe ZX210LC-5 in totaal 577 uur gedraaid en in die tijd 7141 liter diesel ver-stookt. Gemiddeld komt dat op 12,3 liter per uur. Daar zitten pieken en dalen in, want uit een uitdraai blijkt de 21-tonner weken te draaien met een gemiddeld uurverbruik van 11,5 li-ter. Uit deze cijfers is niet te herleiden welke invloed het start-stopsysteem heeft op het verbruik, maar desondanks mag je aannemen dat het verbruik van de nieuwe 21-tonner stukken lager ligt. “Mooi meegenomen, want in de aannemerij gaat het toch altijd om tons- en kuubprijzen en dan is het moeilijk om de brandstof te laten meestijgen met de marktprijzen.”

Snel en sterk!En dat start-stopsysteem, hoe werkt dat? Machinist Arnold Trouborst legt het snel uit. “Het is ingesteld op drie minuten vanaf het moment dat je het rode pinnetje op de linkercon-sole opklapt. Eerst gaat de kraan naar een lager toerental en na drie minuten stopt hij vanzelf.” En bevalt het? “Je moet er-aan wennen. Ik vind het wel lastig dat ik telkens de pincode voor de startblokkering moet intoetsen...” Verder is de machi-nist goed te spreken over zijn machine. “Een mooie, ruime cabine met veel plaats, vloeroppervlak, voldoende plaats voor de koelbox en veel opbergruimte. De bediening van de radio zit op de monitor en het zicht is uitstekend. Even later laat Arnold zien hoe goed bereikbaar de servicepunten vanaf het maaiveld zijn en wijst hij de drie variabele pompen aan. “Daarmee is de kraan snel en sterk!”

Tekst en foto’s: Michiel Pouwels

André Molenaar (links) en Arnold Trouborst.

techn

iek

portemonnee stimuleert ookBijna 500 uur met de hybride Komatsu HB215LC-1 van S. Vogelzang & Zn.

“De eerste in de cumelasector”, zeggen ze bij Vogelzang trots over hun Komatsu HB215LC,

een hybride rupsgraafmachine die medio maart in bedrijf werd genomen. Nu er bijna 500

uur op de teller staat, is het tijd voor eerste gebruikerservaringen.

S. Vogelzang & Zn. in Boerakker - geleid door vader Geert en de zonen Sjoerd en Stefan - is van start gegaan met maat-schappelijk verantwoord ondernemen. Nog niet meteen met de CO2-prestatieladder, in Boerakker starten ze met bereikbare doelen: in 2013 minstens vijf procent brandstof besparen. Vogelzang kiest voor een methode die de onder-neming en de mensen past. Zo werd eind vorig jaar door de medewerkers een zuinigheidstraining van importeur Bia gevolgd waarbij dieper is ingegaan op effi ciënt werken met grondverzetmachines en op bewustwording van het brand-stofverbruik. Bij de recente aanschaf van machinistenauto’s werd gekozen voor een maatje kleiner met een zuinige mo-tor, met lagere bedrijfskosten en een lagere uitstoot. “Ook de portemonnee stimuleert”, meent Geert.De Komatsu HB215LC-1 past ook in het streven om minder brandstof te consumeren, al realiseert Vogelzang zich dat de impact van de keuze voor een hybride machine stukken gro-

ter is. Europese ervaringscijfers zijn er immers niet veel en je referentiekader is klein, met een beperkt aantal machines die in Nederland draaien. Geert Vogelzang omarmde het prin-cipe van een hybride machine meteen. “Het draagt bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot en het terugdringen van brandstofverbruik. Waar veel fabrikanten op beurzen prototypen van hybride graafmachines hebben laten zien, is Komatsu de eerste die ze in serieproductie bouwt. Omdat we bijzonder goed te spreken zijn over de kwaliteit van onze kranen durfden wij het wel aan.”

Vooral in ecomodusZe sleutelen bij Vogelzang zelf en Stefan heeft daar de supervi-sie over. “Bij de hybride hebben we een verplicht onderhouds-contract, want de fabriek en de importeur willen de rupskraan goed in beeld hebben. We doen er zelf helemaal niks aan”, zegt Stefan. “Alles zit in het contract, ook fi lters en olie.”

36 GRONDIG - Augustus 2013

GRONDIG - Augustus 2013 37

De importeur is er veel aan gelegen om potentiële klanten te laten zien dat het hybride-concept bijdraagt aan een lager brandstofverbruik, minder uitstoot en een langere levens-duur, vandaar ook het frequente toezenden van de gegevens uit het Komtrax-monitoringsysteem. Daar staat zwart op wit wat de HB215LC gebruikt: tussen 1 april en 12 juli werden er 478,7 uren gedraaid tegen een gemiddeld verbruik van 10,7 liter. Maar liefst 98,8 procent van de werkuren (342,7 uur) staat de kraan in de ecomodus. Stefan: “Je kunt de meest voorkomende werkzaamheden in de ecomodus uitvoeren, want de kraan heeft dan voldoende snelheid en kracht.” Wat uit de Komtrax-rapportage blijkt, is een CO2-productie van 13,2 ton en wat opvalt is dat er 136 uur stationair wordt gedraaid. Daar is misschien nog wat winst te behalen.

Cijfers spreken voor zichStefan: “Je kunt op die rapportages heel goed zien hoe de hybride machine zich houdt ten opzichte van onze PC210LC-8-machines. Eén van onze 21-tonners komt over ongeveer dezelfde periode op 15,2 liter per uur, maar die draait dan ruim zeventig procent van de uren in de powerstand en nog geen acht procent in eco. Machinist Gosse Rijpkema draaide voorheen op een PC210LC-7 en hij is erg positief over zijn hybride. “Hij is sterker bij het heffen en opbreken en ik vind hem sneller zwenken”, vertelt hij. De graafkracht aan de bak is 14,1 ton (met Powermax 15,2 ton). Gosse prijst de cabine op het gebied van ruimte, geluid en een laag trillingsniveau, de bereikbaarheid van servicepunten en het lage motorgeluid, maar hij moest in het begin wel even wennen aan het ‘op en neer’ gaan van het motorgeluid vanwege de generator. “Met zo’n elektromotor wordt de Komatsu wel een stuk directer.” De machine van Vogelzang & Zn. weegt - op brede rupspla-ten en met 1500-literbak - ruim 22 ton. Komatsu monteert een 4,4-liter-viercilinder-dieselmotor die bij 2000 toeren een netto vermogen van 104 kW (139 pk) levert. Het Hydraumind-hydraulieksysteem met twee plunjerpompen komt tot een opbrengst van 439 liter per minuut en de werkdrukken lig-gen op 380 bar. De maximale rijsnelheid is 5,5 kilometer en de machine zwenkt snel (12,4 omwentelingen per minuut!). De steel is 2,90 meter lang en daarmee reik je op het maai-veld tot een kleine tien meter. De maximale storthoogte is 7,10 meter. Op 6,10 meter bereik en op 1,50 meter hoogte

hijst de HB215 - zonder bak, in de rijrichting - exact 6,7 ton. Over de zijkant is de hijscapaciteit in dat geval 4,0 ton.

Eén erbij?En hebben de heren veel bekijks van collega’s? Komt de im-porteur wel eens op de werklocatie langs met klanten? Geert: “Nee, dat is niet zo nodig. Bia kan in onze Komtrax-gegevens kijken en we hebben toestemming gegeven om onze cijfers te gebruiken.” En de volgende? Komt er een hybride bij als er weer een PC210LC moet worden vervangen of kiest Vogelzang voor een ‘gewone’ streep-10? Geert: “Als ik nu voor de keuze zou staan, aan de hand van de eerste ervaringen en het verbruik, komt er een hybride bij. Voor ons een uitgemaakte zaak.

Tekst: Michiel PouwelsFoto’s: CUMELA Communicatie en Vogelzang & Zn.

Hybride, hoe werkt het?Tijdens het afremmen van de zwenkbeweging van de bovenwagen van de hybride HB215TC-1 genereert de elektrische zwenkmotor elektriciteit. Die wisselstroom wordt omgevormd tot gelijkstroom door een omvormer en vervolgens opgeslagen in een condensator (foto), die als energiebuf-fer werkt. Tijdens het zwenken van de bovenwagen neemt de elektrische zwenkmotor vervolgens weer energie af van de condensator. De genera-tor op de motor (tussen de motor en hydraulische pompen) laadt ook de condensator op, maar put er ook uit om de motor te ondersteunen bij het versnellen van het toerental bij werkbewegingen en het werken met uitrus-tingsstukken. Meer informatie: www.bia-bv.nl.

Stefan Vogelzang wijst even aan waar de dubbelwerkende generator zit: tussen de motor en de pompen.

techn

iek

38 GRONDIG - Augustus 2013

uitzetten!Bijna een jaar langer met de graafmachine draaien tegen hoegenaamd dezelfde kosten…

Wanneer je iemand vraagt om een lijstje te maken met mogelijkheden om brandstof te besparen,

duikt daar - naast draaien in de juiste werkstand en minder gas geven - steevast het onnodig stationair

draaien van machines in op.

Volgens deskundigen zijn er machines die meer dan dertig procent van hun uren stationair staan te pruttelen en wij hoorden ontboe-zemingen die in de buurt komen van vijftig procent of meer. Wat heel bijzonder is: iedereen weet het, maar slechts een enkeling zet zijn machine, trekker of auto daadwerkelijk uit als die een paar mi-nuten of langer stationair zou gaan draaien. Wie zich daarbij nog bedient van de veelgehoorde smoezen dat opnieuw starten veel brandstof kost, dat de motor juist goed koelt tijdens stationaire momenten, dat de kachel in de winter op temperatuur blijft of dat de machine door het stationair draaien beter presteert en minder verbruikt, moet even blijven lezen.

Directeur Eke Elzinga van de Elzinga Groep in Uithuizermeeden moet telkens weer lachen om de uitvluchtjes van machinisten waarom hun machine stationair staat te tokkelen. Hij hoort ze in zijn bedrijf steeds minder, want ruim drie jaar geleden besloot hij

om in zijn nieuw aan te schaffen machines een start-stopsysteem te monteren of te laten activeren. Elzinga liep al wat langer met het idee, dat overwaaide uit de overslagactiviteiten die zijn bedrijf Elzinga Cargo Facilities internationaal uitvoert. “Ons bedrijf - een logistieke dienstverlener die zelfs de schepen regelt - slaat jaarlijks tegen de acht miljoen ton materiaal om in havens, bij fabrieken en voor energievoorziening. Daarbij wordt tot ver achter de komma gerekend en nagecalculeerd naar de kosten per ton.” Machinekosten hebben daarbinnen een belangrijk aandeel. Daarom kent Elzinga die kosten op zijn duimpje, ook voor de ma-chines in zijn aannemingsbedrijf en zijn beide machinefabrieken. Daarom vond hij het tijd voor start-stopsystemen.

Zes maal 300 uurInmiddels zijn er bij Elzinga zeven machines uitgerust met start-stopsystemen: drie overslagkranen, twee mobiele graafmachines

Meer ‘start-stoppers’ actiefMechielsen Oldehove activeert sinds vier jaar de start-stopsys-temen op de nieuw aangeschafte Volvo-wielladers, vertelt Cor Mechielsen. Van de L70E tot en met de L220F die op de suikerfa-briek in Hoogkerk draait. “Bij een enkele shovel scheelt het dertig procent aan draaiuren”, vertelt hij. Na drie minuten hoort de ma-chinist een waarschuwingspiepje, na vier minuten gaat de motor uit, tenzij het roetfilter op dat moment wordt geregenereerd. “Dat kun je beter instellen voor ’s morgens bij het warmdraaien. Dan heb je in de winter ook meteen de ruiten ontwasemd. Het activeren - door Kuiken met de laptop, wat per machine € 900,- kost - is besproken met de machinisten en iedereen begrijpt dat we willen besparen.” In eerste instantie ging het Mechielsen om brandstof te bespa-ren, maar gaandeweg ervaart hij dat het op alle fronten voorde-len biedt. Cor Mechielsen: “Het verminderen van stationaire uren heeft als voordeel dat je een jaar of nog langer met de machine door kunt, want alleen tijdens echte draaiuren slijten de banden en de bakken. We hebben bovendien nog meer inzicht in het werkelijke verbruik. Toch staart Mechielsen zich niet blind op de rapportages van Volvo. “We hebben hier meer dan honderd ma-chines en nog maar een paar ervan hebben start-stopsystemen. Daarom kijken we ook zelf naar wat een machine tankt, hoe hij presteert in het seizoen of in een jaar en blijven we alert op de juiste toerentallen en prestaties tegen een laag brandstofver-bruik.” In Oldehove hebben ze de smaak te pakken.

GRONDIG - Augustus 2013 39

Van 2000 naar 1700 uur per jaar met de mobiele kranen. Dat betekent een langere levensduur tegen dezelfde of zelfs lagere bedrijfskosten.

en twee wielladers. De eerste was een Cat 966H-shovel in 2010. De twee mobiele Cat 313D-graafmachines draaien ook vanaf het begin met start-stopsystemen. “Wij draaiden met onze mobiele kranen 2000 uur per jaar, met start-stopsystemen gaat dat terug naar 1700 uur en dat al drie jaar achter elkaar. Daaruit blijkt dat ze zo’n vijftien procent van de tijd stationair draaiden.” Terwijl we snel uitrekenen dat er zo’n duizend liter brandstof per jaar wordt bespaard, verrast Elzinga met de opmerking dat het hem daarom niet te doen is. “Het is echt geen raketwetenschap… Reken het maar eens uit over zes jaar, zonder start-stopsysteem: 12.000 uur gedraaid, waarvan in totaal zo’n 1800 uur stationair. Dat is bijna een extra jaar aan draaiuren.” Hij vervolgt: “Door de machine tijdens stationair draaien stil te zetten, kun je bijna een jaar langer draaien tegen dezelfde kosten. Urenbeurten, olie, vet en filters komen ook later en je kunt de machine een jaar langer afschrijven. Tijdens stationair draaien lopen de motor, de pomp en de urenteller en in feite staat de machine dan gewoon zijn afschrijving te verstoken.”

Van alle machines van Elzinga hebben er nu zeven een start-stopsys-teem met een stoelcontact. Stapt de machinist uit, dan schakelt de machine na twee minuten automatisch uit. Na de koude start - in de ochtend - zorgt het systeem ervoor dat de kraan of shovel warm draait en de ramen schoon blaast, maar niet langer dan vijf tot zeven minuten. Daarna gaat de motor onherroepelijk uit. Voor de overslagmachines is er overigens rekening mee gehouden dat de kraan niet uitschakelt wan-neer er een last in de giek hangt, want dat is gevaarlijk. Elzinga is erg enthousiast over de start-stopsystemen en hij ziet eigenlijk geen nade-len. “We laten ze meteen inbouwen of activeren, want soms zitten ze er

af-fabriek al op. Door ze vanaf het begin door de dealer van de machine te laten monteren, kun je de systemen over de volle periode afschrijven en hoef je niet halverwege in te grijpen in de machine.”

Kwestie van gewenningEn hoe reageren de machinisten? “Die vonden het in het begin niet echt leuk, maar het is een kwestie van gewenning en nu hoor ik er niemand meer over. Ze moeten alleen even de sleutel omdraaien en dan loopt de machine weer en we hebben ze uitgelegd waarom we de systemen hebben gemonteerd.” Heeft Elzinga dezelfde indrukwekkende ervaringen met zijn wielladers en overslagkranen? “Onze zeven laadschoppen en twaalf overslagma-chines worden vooral ingezet voor het laden en lossen van schepen, wagons en bunkers van installaties. Dat is echt ander werk, omdat je dan onderdeel van het logistieke proces bent en ervoor moet zorgen dat het blijft draaien en dat gaat soms grover dan in de wegenbouw. Ook vari-eert het aantal uren door de jaren heen nogal, bijvoorbeeld doordat we met onze kranen op diepladers van de ene locatie naar de andere rijden. Toch scheelt het gewoon uren en verlengen we de levensduur en de afschrijvingstijd. En daar is het ons om te doen. Om kostenbeheersing.” Voor Elzinga hoeft het verhaal over zijn start-stopsystemen overigens niet zo groot in de krant. “De meeste bedrijven kijken uitsluitend naar brandstofbesparing”, meent hij. “Maar dat is maar een beperkt deel van de winst. Je moet maar eens rekenen.”Meer informatie: www.elzingagroep.nl.

Tekst: Michiel PouwelsFoto’s: Elzinga Groep, CUMELA Communicatie

Eke Elzinga: “De meeste bedrijven kijken uitsluitend naar brandstofbespa-ring, maar dat is slechts een beperkt deel van de winst.”

techn

iek

40 GRONDIG - Augustus 2013

‘gewone’ hybrideCaterpillar brengt bestaande technieken samen in hybride machine

Geen elektriciteit, maar gewoon sterk verbeterde hydraulische systemen met voorzieningen om vrijko-

mende energie opnieuw te gebruiken, kenmerken de hybride Cat. Voor Caterpillar past het daarmee in

de definitie van hybride: machines die vrijkomende energie opslaan en weer hergebruiken. Het resul-

taat mag er zijn: een machine die vooral innovatief is.

Nu er een echte hybride machine staat, durft productmanager Ken Gray van Caterpillar wel te onthullen dat er vier jaar geleden al een eerste hybride machine klaar stond; net als veel andere machines die nu als hybride worden gepresenteerd met batterijen en extra elektromotoren om vrijkomende energie op te slaan en daarna te hergebruiken. Na een uitgebreide test door een groot aantal machinisten werd besloten om de machine niet op de markt te brengen, omdat deze wel een laag brandstofverbruik had, maar qua productie minder presteerde dan een gewone machine. En dat is het laatste wat ondernemers en machinisten willen, werd het ontwerpteam onomwonden duidelijk gemaakt. “Eerst moet er geld worden verdiend, dus moet de productiviteit hoog zijn en de kosten per draaiuur of verzette ton product lager. Pas wanneer dat

minimaal gelijk is, is het interessant als de machine ook een groen imago heeft”, concludeerde Gray.

Andere wegDe sessie met de machinisten zette de ontwikkelaars van Caterpillar opnieuw aan het denken en er werd besloten een geheel andere weg in te slaan. In plaats van extra voorzieningen in de vorm van elektrische componenten is besloten om te kijken of er een bespa-ring op het gebruik van brandstof kon worden gehaald door het hydraulisch systeem slimmer in te richten. Het resultaat van die sessie was één van de grote Cat-primeurs op de Bauma. Primeurs die ook praktijkrijp zijn, bleek onlangs bij een testsessie op het trai-ningscentrum van Caterpillar in Malaga.

GRONDIG - Augustus 2013 41

De nieuwe machine bevat drie belangrijke nieuwe compo-nenten: een geheel vernieuwd en zeer innovatief ventielen-blok, een tweetal accumulatorcilinders en een vergrote olie-pomp in combinatie met nieuwe besturingssoftware. Op het eerste oog lijken vooral de accumulatoren bij de hybride te horen. Deze worden gebruikt om de energie die vrijkomt bij het afremmen tijdens het zwenken op te slaan. Dit gebeurt door olie naar de twee cilinders met accumulatoren te leiden. In feite zijn dit cilinders die in- en uitgaan. Zodra het zwenken start, wordt deze energie als eerste gebruikt om de draaibe-weging weer in gang te brengen. In de cabine merk je daar tijdens het werk niets van. Bij het afremmen wordt de olie eerst naar de accumulatoren geleid om deze in te drukken en verder op druk te brengen. Daarna treedt het tweede deel van het hybridesysteem van Cat in werking, al is dat ook al nodig om de olie naar de accumulatoren te leiden. Dit is het nieuwe computergestuurde ventielenblok. Feitelijk is dit het hart van de nieuwe machine en de nieuwe techniek.

Kern van de nieuwe techniek is het gebruiken van druk uit het systeem voor andere functies. Gaat in de huidige ma-chines olie die uit het systeem wordt geperst direct terug naar de tank, in het nieuwe systeem wordt dit in het ven-tielenblok gestuurd naar een andere plek waar druk nodig is. Bijvoorbeeld voor het uitzetten van de giekcilinder of het laten zwenken van de machine. Om dit te verwezenlijken, is dit nieuwe ACS-ventielenblok uitgerust met een groot aantal elektrisch gestuurde kleppen. Het zijn technieken die nu binnen bereik komen, omdat de computers inmid-dels zo snel zijn dat ze een dergelijk complex systeem kun-nen besturen. In de praktijk blijkt de machine hier vooral de grootste energiewinst te halen en daarmee de besparing op brandstofverbruik.

De laatste vernieuwing die Cat tot het hybridesysteem re-kent, is de grotere oliepomp. Door een pomp met een ho-gere capaciteit en een grotere efficiency te monteren, is het mogelijk om op een lager toerental toch voldoende olieop-brengst en -druk te halen. Feitelijk is het een heel simpele op-lossing om het systeem meer capaciteit te geven. Bijkomend voordeel is volgens Cat dat de machine bijna altijd op 1500 toeren kan draaien en daardoor ook veel stiller is.

Traploze wiellader

Hybride noemt Caterpillar de 966XE niet, toch bevat deze nieuwe wiel-lader technieken om olie te hergebruiken. En nog bijzonderder: het is de eerste machine met de eigen Cat CVT-bak. Voldoende voor een mogelijk-heid om fors op brandstof te besparen.

Opvallend aan de nieuwe CVT-transmissie van Caterpillar is dat deze een me-chanische overbrenging combineert met een hydrostatische aandrijving die te vergelijken is met het systeem van Fendt. Caterpillar bereikt de combinatie mechanisch en hydrostatisch door gebruik te maken van een tweetal plane-taire stelsels. De eerste splitst direct na de motor de aandrijving in een me-chanisch en een hydraulisch deel. In de eindaandrijving worden deze weer bij elkaar gebracht. Het systeem levert de gebruiker het voordeel dat de aandrijving precies is af-gestemd op de werkstand. In de praktijk: volledig mechanisch aangedreven op het moment van het vullen van de bak. Dan is dus de maximale mecha-nische kracht met de laagste verliezen beschikbaar. Zodra er wordt gereden, wordt overgeschakeld naar een meer hydrostatische aandrijving. Op deze ma-nier kan er zonder schakelen een topsnelheid van meer dan 40 km/u worden gehaald. Al zit daar wel één schakeling in, want in de eindaandrijving wordt met twee groepen gewerkt. De hele transmissie is computergestuurd, waarbij telkens wordt gezocht naar de meest efficiënte aandrijving bij het laagste mo-tortoerental. Tijdens het rijden is goed te merken dat de motor wordt terug-geregeld naar een lager toerental wanneer een constante snelheid is bereikt.Nieuw op de machine is ook het joystickstuur. In plaats van met een stuur wordt deze shovel bediend met de linker joystick. Op het eerste gezicht lijkt het vreemd, maar een testrit op het demoterrein van Caterpillar in Malaga laat zien dat dit snel went. Binnen enkele minuten heb je de machine zodanig on-der controle dat je zonder problemen de bocht in duikt. Het voordeel is dat het zicht naar voren ongehinderd is, doordat er geen stuurkolom is. Voor de bediening zijn er twee pedalen. Het rechter is om de snelheid te re-gelen, het linker voor het remmen. Bij het remmen wordt eerst de variator in de transmissie gebruikt. Dat wil zeggen dat de machine bij gedeeltelijk intrap-pen van het pedaal door verstellen van de rijpompen in snelheid wordt afge-remd. Alleen als er helemaal wordt doorgetrapt, gaat de machine mechanisch remmen. Net als op de hybride graafmachine gebruikt Caterpillar hier een ventielenblok dat vrijkomende olie gebruikt voor andere aandrijvingen, zoals de ventilator of de transmissie. Het effect is ook dat Caterpillar op deze machine een forse energiebesparing claimt. In verschillende praktijkproeven was de machine rond de 25 procent zuiniger dan het huidige vergelijkbare model. Net als bij de graafmachine zullen in eerste instantie vooral grotere modellen deze techniek aan boord krijgen.

De nieuwe shovel heeft geen stuur, maar een joystick. Even wennen, maar het werkt prettig en geeft goed zicht naar voren.

techn

iek

Specificaties Cat 966K XE

Motor Cat C9.3 Acert (Stage IIIb)

Max. motorvermogen (1700 tpm)

239 kW (325 pk)

Max. nettovermogen (1700 tpm)

220 kW (299 pk)

Opbreekkracht 173 kN

Statisch kantelmoment bij volledige geknikt met starre banden

15.828 kg

Bakinhoud 2,5-9,2 m3

Bedrijfsgewicht 24.189 kg

42 GRONDIG - Augustus 2013

Specificaties Cat 336E H

Max. bedrijfsgewicht 37.200 kg

Nominaal vermogen, netto (SAE)

230 kW (308 pk)

Max. graafdiepte, standaard 7490 mm

Max. graafdiepte, lang 8190 mm

Max. hydrauliekolieopbrengst

570 l/min.

Hydraulische hoofddruk 35.000 kPa

Max. druk 37.000 kPa

Motor Cat C9.3 Acert (Stage IV)

25 tot 50 procent zuinigerDe drie extra voorzieningen gezamenlijk hebben volgens Cat tot gevolg dat de machine ongeveer 25 procent minder brandstof verbruikt dan de vergelijkbare 336E en zelfs 50 procent minder dan de D-serie. Dit is wat in testen naar voren komt en volgens de fabrikant ook wordt bevestigd door de eerste gebruikers. Bij het testen op het demoterrein in Malaga is al snel duidelijk dat de machine inderdaad stil is. In de cabine merk je feitelijk niets van wat er onderhuids gebeurt. De machine reageert snel op de joy-stick en werkt als elke andere machine. Alleen bij het zwenken lijkt hij op het gevoel langzaam te starten, maar ervaren machinisten oordelen daar anders over.Bij testen in de praktijk kwam Cat zelfs tot een vier procent ho-gere productiviteit dan bij de 336E. Het brandstofverbruik was 27 procent lager. Omgerekend naar het gebruik van brandstof per kubieke meter of ton kom je dan tot bijzonder indrukwekkende getallen. Bij deze prestaties komt dat neer op een vijftig procent hogere productie per liter brandstof.Op het scherm in het cabine heeft Cat slim geprobeerd de ge-bruiker deelgenoot te maken van de besparingen die hij met zijn machine haalt. Onder in het dashboardscherm geven grafieken continu aan hoeveel olie er wordt hergebruikt, om zo te laten zien dat de machine echt zuinig is.

Forse investeringTegenover die productiviteitsstijging staat uiteraard wel een extra investering ten opzichte van de standaarduitvoering zonder hy-bridetechniek. Precieze getallen wil Caterpillar niet noemen, maar dit ligt in de orde van grootte van € 30.000,-. Liever dan over de extra investering praat Caterpillar over de terugverdientijd. Die is bij de huidige dieselprijzen tussen de één en twee jaar, afhankelijk van het gebruik en het aantal uren dat de machine draait. Bij de huidige brandstofprijzen lijkt dat voor veel klanten voldoende om over te stappen. In Nederland ziet Pon Equipment sinds het begin van dit jaar dat ruim zestig procent van de machines al van het hybride model is, de 336E Hybrid-serie. Voor Caterpillar moet deze nieuwe hybride de opmaat worden naar een nieuwe generatie machines die voorgoed afrekent met het beeld dat deze Amerikaanse machines het niet zo nauw ne-men met het brandstofverbruik. Gray erkende bij zijn presentatie volmondig dat Cat niet bekend staat als de meest zuinige in de markt. “Dat is misschien zo, maar we zijn zeker niet slechter dan veel concurrenten, zeker als je kijkt naar de hoeveelheid verzet werk per liter brandstof. Met deze machine bewijzen we dat we tot de zuinigste in de markt behoren. De ondernemer kan dit zelf ervaren en testen met VisionLink, het machinemonitorsysteem.”Voorlopig is alleen de 336E als hybride verkrijgbaar, maar inmid-dels wordt aan drie andere modellen gewerkt. Dit zullen vooral zwaardere types zijn, maar niet uitgesloten is dat ook de 329 er als hybride komt. Voor kleinere modellen zullen er afgeleide technie-ken worden ontwikkeld, verklaarde Gray. “De complete hybride-uitvoering is te duur, maar delen zullen we zeker gebruiken om nieuwe, zuiniger machines op de markt te brengen. Dat zal echter nog even duren.”

Tekst en Foto’s : Toon van der Stok

Onder in de bedrijfsmonitor is te zien hoeveel olie er van het systeem wordt gevraagd. De groene blokken geven aan welk deel uit de recirculatie komt.

0527 - 618 246 www.apmb.nl

■ Breedtes van 1400 tot 2200 mm ■ Vaste zijkanten ■ 2 RVS ontvangermasten ■ Evenaar ■ 100 % proportioneel ventielenblok ■ Torsieplaat ■ Dubbelwerkende cilinders ■ Verwisselbare messen

Kijk voor meer info op www.apmb.nl - ook voor gebruikte kilverbakken & levellers

AP Basic leveller - gunstig geprijsde kwaliteit

Vernieuwen kan!Versleten banden?Voordelen bandenvernieuwing:• Goedkoper dan nieuwe banden• Dezelfde kwaliteit als nieuwe band• Profielgarantie• Milieubesparend• Maatwerk profielen mogelijk www.obo.nl

35th International trade fair for building machines

4 8 SEPTEMBER | KORTRIJK XPO Registreer je voor GRATIS INKOM op WWW.MATEXPO.COM

XXLEXPERIENCE

EXTRA LIVE PERFORMANCESBIG RANGE OF BRANDS

LARGEST MEETING POINT OF THE BENELUX

Wed

strij

dreg

lem

ent a

an te

vra

gen

via

info

@m

atex

po.c

om

ww

w.m

odul

o.be

- 5

0109

6In

sam

enw

erki

ng m

et S

igm

a en

Con

fede

rati

e Bo

uw

|

|

|

XXL

UCKY?

Kom langs op MATEXPO

en WIN EEN QUAD

of een all-inclusive familietrip naar Diggerland®

501096_AD Grondig_NL.indd 1 18/06/13 12:22

44 GRONDIG - Augustus 2013

ag

rarisch

nieu

ws

Nieuwe Imants 46

Imants BV komt met deze nieuwe Imants 46-spitmachine. Die is primair ontwikkeld voor middel-zware tot zware kleigrond, maar kan met andere spitarmen ook lichtere grondsoorten bewerken. Er zijn diverse configuraties, afgestemd op natte, droge, harde of plakkerige omstandigheden en veel of weinig gewas- en loofresten. De Imants 46 bestaat uit een aangedreven roterende spitas met eenvoudig verwisselbare spadebeugels. De eenzijdige tandwielkastaandrijving is vergelijkbaar met die van de vorig jaar geïntroduceerde 48SX-serie. Voor deze spitmachine zijn er diverse aanbouw-mogelijkheden, waaronder een pakkerwals of een driepuntshef voor het koppelen van bijvoorbeeld een rotorkopeg (met zaaibak) of frees. De werkdiepte is te variëren van 15 tot 35 centimeter. De standaard werkbreedte is 3,00 of 3,50 meter en de maximale rijsnelheid bedraagt 5 km/u.

Case IH-klantendagen: Magnum CVT

Maar liefst vijftig Case IH’s stonden klaar op de Case IH-klantendagen in Biddinghuizen. Via workshops en zelf rijden kon ieder het Case IH-gevoel ervaren. De nieuwe CVT’s vormden daarbij de grote trekpleister. De nieuwe Case IH Magnum CVT was ook aanwezig, en wel de 370 met 8,7-liter-FPT-krachtbron, die maximaal 312 kW (419 pk) levert. Vanuit een aangenaam hogere zit was het voor de Case IH-fans een eenvoudig verhaal. De be-diening en regelingen plus het rijgenot zijn geheel vergelijkbaar met de CVT’s in de huidige Puma’s. Daarnaast waren er ook de nieuwe lichte Maxxum CVT’s met FPT-viercilinderkrachtbron. Ook hier de bekende regelingen en rijplezier voor de CVT. Daarmee heeft Case IH het CVT-aanbod breed doorgetrokken. Het zal u niet verbazen dat CVT de standaard wordt voor Nederland bij de Magnums, al blijft de powershift nog wel leverbaar.

De nieuwe verreiker is ontworpen in samen-werking met Kramer, de Duitse fabrikant die voor Claas de machines bouwt. Voor de nieuwe generatie is begonnen met een nieuw frame, dat geheel uit één stuk is gemaakt. Om de stabiliteit te vergroten, is het bevesti-gingspunt van de giek verder verlaagd. Om comfortabel te kunnen werken, zijn alle bedie-ningsfuncties voorzien van een einddemping. Zodra een functie het eindpunt nadert, wordt de snelheid daarbij automatisch gedempt. De Scorpion is voorzien van een hydrostati-sche transmissie in combinatie met drie groe-

pen met eindsnelheiden van 7, 15 en 40 km/u. Tijdens transport treedt de Smart Roading-functie in werking, die het toerental verlaagt van 2200 naar 1800 toeren per minuut. In de lage groep heeft de machine een duwcapaci-teit van negen ton.De machine is voorzien van een Deutz-motor met 90 of 115 kW (66 of 85 pk) die voldoet aan de Stage IIIb-eisen. Daarvoor is geen EGR of AdBlue nodig, want werkt Claas op de zwaar-ste serie met een zelfreinigend roetfilter en een dieseloxidatiekatalysator. Vanaf oktober zijn de nieuwe Scorpions leverbaar.

nieuwe claas scorpion-verreikerSamen met fabrikant Kramer heeft Claas de Scorpion-verreiker compleet vernieuwd. Belangrijke

noviteiten zijn het frame, de nieuwe cabine en de hydrostatische aandrijving.

Aangedreven assen

Op de Loonwerk Velddagen toonde Schuitemaker deze Siwas-silagewagen met twee aangedreven assen. Het betreft het bekende concept met het via de aftakas aandrijven van vrachtwagenassen. Schuitemaker demonstreerde het verschil door een combinatie zonder en met ingeschakelde silage-wagenaandrijving een berg zand te laten nemen. De combinatie zonder ingeschakelde hulpaandrij-ving redde het niet en de combinatie met ingeschakelde vrachtwagenassen ‘wandelde’ zo over de berg. Schuitemaker geeft aan voor het komend jaar vier silagewagens te kunnen leveren met aangedreven assen. De prijs is op aanvraag in verband met de sterk wisselende prijs van bijvoorbeeld de legertruck-assen van MAN. Schuitemaker geeft als indicatie een meerprijs van € 30.000,-.

GRONDIG - Augustus 2013 45

kORT NIEUWsVeenhuis Machines ‘mestbewerking’Veenhuis Machines heeft dit jaar zijn nieuwe productlijn mestbewerking geïntroduceerd, waaronder diverse modellen mestscheiders en een mesthygiënisatie-unit voor de productie van boxenstrooisel. De mesthygiënisatie-unit doodt bacteriën doordat de dikke fractie uit de mestscheider op hoge temperatuur wordt gecomposteerd zonder externe warmtebron.

Wifo-werktuigendragerWifo Anema uit Ferwert heeft een handige werktuigendrager voor het verplaatsen van driepuntsmachines ontwikkeld. De voor de vorkheftruck ontwikkelde machinedrager is voor categorie 2- en categorie 3-werktuigen. Deze is voorzien van een in hoogte verstelba-re top-pen, een kippertrekoog en twee zware

veiligheidskettingen. De draagcapaciteit is 1500 kilogram. Een rubber stootstrip voor-komt lakbeschadiging aan de te verplaatsen machines. Wifo levert de nieuwe werktuigen-drager ook voor directe montage op genor-meerde FEM-vorkenborden.

Isobus-DPA op meststrooiersJoskin biedt nu op zijn meststrooiers Isobus-DPA-besturing aan met weeginrichting. In de praktijk wordt eerst de lading gewogen via de weeginrichting. Vervolgens wordt de strooigift opgegeven (in kubieke meters of in tonnen per hectare), alsmede de gift en de stand van de doseerschuif. Op basis van deze data wordt de bodemketting automa-

tisch snelheids- en positieafhankelijk aange-stuurd en gecontroleerd.

Zware WalterscheidGKN Walterscheid brengt een extra zware groothoek-aftakastussenas op de markt voor trekkers tot 294 kW (400 pk). Deze PWE 675 heeft dezelfde aansluitruimte nodig, maar is wel extra zwaar uitgevoerd. Om hem gemakkelijk te kunnen aansluiten, is de aansluiting zo uitge-voerd dat je beide handen vrij hebt om deze te tillen en op de aftakasstomp te schuiven.

Agco FuseAgco introduceert met Fuse een totaalpakket voor de precisielandbouw voor al zijn mer-ken. Fuse bevat Agco’s huidige aanbod voor telematica en databeheer, zoals AgCommand en VarioDoc, oplossingen voor automatische machinegeleiding zoals Auto-Guide 3000 en VarioGuide. Toekomstige generaties van deze en andere kerntechnologieën voor precisie-landbouw worden ook ondergebracht in het Fuse Technologies-assortiment.

Voordelen van de innovatieve SilotitePro sleeve:

• Verhoogde stabiliteit van de pallet

• Stabiele pallet ook na het openen

• Innovatieve sleeve verpakking per rol

• Bijkomende bescherming van de rolrand d.m.v.2 kartonnen schijven

• 100% traceerbaar: kokeretiket, sleeve etiket, palletetiket

• Gemakkelijk te plaatsen op de machine door de rode pijl, die de wikkelrichting aangeeft

• Makkelijk te openen en minder afval

Groen, grond eninfra producten

Nijemirdum | Tel.: 0514 - 57 18 26 | www.buma.com | [email protected]

NU IN SLEEVE VERPAKKING

NIEUW!

• Jan Willem Strampel06-5589 7284

• Erik Nobel06-2700 0479

• Jouke Wierda06-5231 6686

• Frank Kroon06-5260 0389

advertentie

GRONDIG - Augustus 201346

vo

orstelro

nd

e

doordachte degelijkheidNieuwe Claas Axion is de eerste Stage IV-trekker

Een mooie afwerking van de achterbrug. De ven-tielen staan schuin onder elkaar om het aanslui-ten te vergemakkelijken. Daarboven centraal alle stekkers die bij elkaar op de plaat staan, met ook binnenin nog extra aansluitpunten.

Op de nieuwe Axion de bekende bediening die ook op de 900 is te vinden. De Cebis-hendel en -monitor zijn ook op andere Claas-machines te vinden. Rondom de hendel zijn acht functies vrij te programmeren.

Op de Sima verraste Claas met de eerste Stage IV-trekker met FPT krachtbron. Inmiddels is deze begonnen aan zijn demotoer en was hij afgelopen maand al een weekje in Nederland. Een mooie gelegenheid om nader kennis te maken met deze trekker. Met de 800-serie rondt Claas de vernieuwing van de middelzware en zware trekkers af. Eerder werden de 500-, 600- en 900-serie al gepresenteerd. Wie al kennis heeft gemaakt met deze modellen zal niet worden verrast door de nieuwe Axion. Claas heeft er namelijk voor gekozen om eenheid te brengen in zijn modellen. Wat bij een rondgang langs de de-tails vooral blijkt, is dat de trekker nu met Duitse degelijkheid wordt ontworpen. Net als bij de Claas-hakselaars en -maaidorsers is dat bijvoorbeeld terug te zien aan het leidingwerk. Daar waar mogelijk kiest Claas voor metalen leidingen, die liefst in het frame of anders aan de zijkant zijn weggewerkt. Zo is onder de trekker nu geen leiding meer te vinden.Wat de nieuwe Axion-serie vooral opvallend maakt, is de nieuwe FPT-motor. Daarmee stapt Claas over van John Deere naar de Italiaanse motorenbouwer. Claas heeft daarbij de pri-meur van de eerste Stage IV-trekker. Opvallend is dat Claas niet volstaat met alleen SCR, maar ook een dieseloxidatiekatalysator gebruikt. Aan de motor wordt een eigen karakteris-tiek gegeven met het door Claas zelf ontwikkelde motormanagement voor deze zescilinder met vier kleppen per cilinder en een inhoud van 6,7 liter.De nieuwe serie zal in vier verschillende modellen op de markt komen, met vermogens van 154, 169, 180 en 191 kW (210, 230, 245 en 260 pk). In eerste instantie zijn daarbij twee ver-schillende uitvoeringen beschikbaar. De Cis-versie heeft mechanische ventielen en geldt als het eenvoudige instapmodel. Daarboven komt de Cebis-versie, die is uitgerust met de multifunctionele bedieningshendel die ook in de 500-, 600- en 900-serie en op de maai-dorsers te vinden is. Deze heeft ook een eigen terminal en kopakkermanagement. Beide versies beschikken over dezelfde automatisch schakelende Hexashift-bak met vier groepen met elk zes trappen. Voorlopig is er nog geen CVT leverbaar. Die zal naar verwachting in de loop van volgend jaar beschikbaar komen.De overgang naar een nieuwe motor betekent ook een nieuw frame en nieuwe vooras. In het nieuwe ontwerp heeft de trekker een iets langere wielbasis en een mooie gewichtsver-deling, waarbij het gewicht precies 50/50 is verdeeld over voor- en achteras. Dankzij een ‘ingebouwde taille’ is er ook ruimte om de draaicirkel klein te houden.

tekst en foto’s: Toon van der Stok

De cabine heeft vier stijlen, waarbij de achterste wat verder naar voren is geplaatst; daardoor is er een goed zicht op machines achter de trekker, zo-als een maaier. Door de gebogen achterruit blijft er veel cabineruimte.

GRONDIG - Augustus 2013 47

Een praktisch detail dat het doordachte van de trekker illustreert: op een simpel schema is aange-geven waar de lampen zich bevinden, met daarbij de schakelaar. Daarnaast de bediening van de airco.

Voor de gereedschapkist is onder de cabine een apart vakje gemaakt met uitschuifl ade. Daarboven zit nog een aansluiting voor een luchtslang. Zo kunnen op een trekker met lucht-remmen de radiatoren worden schoongeblazen.

47GRONDIG - Augustus 2013

48 GRONDIG - Augustus 2013

exacta-precisie prikkeltPrecisiebemesten op Loonwerk Velddagen 2013

Een stap voorwaarts in toedieningstechniek is de nieuwe Schuitemaker Exacta met GPS-doseringstechniek, zoals

Schuitemaker en Agrometius die op de Loonwerk Velddagen presenteerden. Er is inmiddels al belangstelling voor

getoond en het is bovendien een voorbode van meer ontwikkelingen op dit vlak.

“Loonwerker zijn is een feest, maar je moet wel eerst zelf de slingers ophangen.” Een treffende uitspraak door één van spre-kers op de Loonwerk Velddagen. Die slingers zijn investeren in innovatieve technieken om meer droge stof van een hectare te kunnen halen voor de uitbreidende melkveehouderijbedrij-ven. Wim Jaspers van For Farmers Hendrix gaf in zijn inleiding treffend aan dat bij een gelijkblijvend landbouwareaal er ruw-weg 2000 kilogram droge stof meer van een hectare moet ko-men. Dat is met recht een uitdaging. Het uitgebreide verhaal van Wim Jaspers heeft u in de juni-uitgave van Grondig kun-nen lezen. Met de opmerking dat veehouders steeds meer de specialist zullen gaan inschakelen - de loonwerker dus - om dit te realiseren, hing hij de slingers voor onze sector op. Slingers die aangeven dat het preciezer en vernuftiger moet. Het was daarmee de ultieme voorzet voor de in het veld getoonde Schuitemaker Exacta-bemester met daarop Agrometius Trimble-GPS-aansturing volgens het plug and play-principe.

Exacta-er“Let even op de buitenste elementen als ze de lijn overschrij-den. Dan stopt het bemesten sectiegewijs per elementpaar en wordt het desbetreffende element uitgeheven… en zakt het weer als we weer terugkeren.” Met slingerend bemesten

werden zo treffend in een notendop de mogelijkheden van het nieuwe Exacta-GPS-precisie-graslandbemesten getoond. Het betrof een Exacta 870 waarop samen met Agrometius een Trimble-GPS-systeem is opgebouwd. Dat werkt met een RTK-GPS-signaal (twee centimeter nauwkeurigheid), zodat bij laden bij de put, de perceelsrand of op afstand de signaal-lijn niet kan zijn verschoven. De Exacta was hiervoor uitgerust met een extra setje lucht-afsluiters om de bemestermondjes GPS-aangestuurd snel te kunnen afsluiten, los van het normale manuele afsluiten via hydraulische bediening van dezelfde afsluiters. Dat betekent automatisch dat er desgewenst ook manueel kan worden gewerkt. Verder is de bemester uitgerust met een aange-past hydrauliekaansturingscircuit om met de Hydrocare-drukcilinders de elementparen individueel uit te kunnen hef-fen. Dat klinkt simpel, maar de mogelijkheid om per element te kunnen in- en uitschakelen en uit te heffen, vergde wel enige aanpassingen. Daarmee was het niet gedaan. De com-puter past ook automatisch de gift op de werkbreedte aan, om de dosering in kuubs per hectare exact te houden als er secties worden in- of uitgeschakeld. Die aansturing werkt via de hydrostatische regeling waarmee normaal ook de gift per hectare wordt ingesteld.

techn

iek

GRONDIG - Augustus 2013 49

Plug and playDeze Exacta 870 is het eerste proefexemplaar dat door Schuitemaker en Agrometius samen is ontwikkeld. Schuitemaker was verantwoordelijk voor het machinedeel en een passende computer die via het plug and play-principe aan de Agrometius Trimble-GPS-display kan worden gekop-peld. Er zijn geen aanpassingen meer nodig en er hoeven geen extra draden te worden getrokken voor het afsluiten van secties. Alles is af-fabriek op de Exacta voorbereid via ‘inplug-gen en gaan’ om de Agrometius Trimble-aansturingstechiek met alle bijbehorende mogelijkheden wel of niet te benut-ten. Dat is de basisgedachte hierachter, in feite net zoals bij veldspuiten. De grote stap die Schuitemaker heeft gezet, is dat het als bemesterfabrikant de machine via het Canbus-systeem af-fabriek geschikt heeft gemaakt voor de Trimble-aansturing. Dat betekent dat deze optie niet op bestaande bemesters te leveren is. Daarvoor is er te veel gewijzigd. Diezelfde Agrometius-besturing past dus ook niet ‘zo maar’ op een ander merk bemester. Die fabrikanten zullen zelf hun materiaal compatibel moeten maken.

Stap verderAgrometius ging nog een stap verder. Voor op de combi-natie hing illustratief een Greenseeker-gewasscanner. Deze scant met gewassensoren al rijdend de biomassa. Op basis daarvan wordt de mestgiftbehoefte plaatsspecifiek bepaald en ook direct toegepast. Het is een methode om zonder taakkaarten direct plaatsspecifiek de dosering te variëren. Omstanders betwijfelden het nut op grasland, omdat je daar te maken hebt met pleksgewijze gewasvariaties die niet altijd en alleen door de bemestingstoestand worden veroorzaakt, maar misschien ook wel omdat het nog geen bekende en erkende methode is om tot hogere opbrengsten op grasland te komen. Het ging Agrometius in dit geval ook om te laten zien in hoe-verre het bemesten preciezer kan. Daarbij werd ingespeeld op de inleiding, waarin werd aangevoerd dat ook veehou-ders voor hun gras en maïs aan gewasoptimalisatie zullen (moeten) gaan doen. Taakkaarten, opbrengstmetingen en de daaraan gekoppelde plaatsspecifieke bemesting passen in dat plaatje. Op graanland zijn volgens Agrometius inmiddels goede ervaringen opgedaan met de Greenseeker die is ge-koppeld aan plaatsspecifiek bemesten. In grasland zijn nog geen harde getallen bekend. Ook hier verwacht Agrometius wel degelijk dat er sensoren en technieken komen om direct zonder taakkaarten plaatsspecifiek op dezelfde manier te gaan werken. Het bedrijf denkt nog een stap verder. Dat liet het niet alleen zien met de MSP3-bodemmonsterapparatuur (zie katern Cumelactief ), maar dat geldt in feite ook voor op-brengstmetingen met de opraapwagen, hakselaar of pers. Een opraapwagen met onboard-flowmeting en een weegin-stallatie had in dit plaatje mooi op de demo gepast. Een leuke voor de volgende editie.

Precisie zet doorMet de toenemende vraag naar een hogere drogestofop-brengst per hectare voldoet de Exacta met deze automati-

Elk element is uit-gerust met een extra luchtcilinder om de bemestermondjes GPS-aangestuurd snel af te sluiten. De normale hydrauli-sche bediening is gebleven.

Om te laten zien dat er GPS-gestuurd wordt gewerkt, had Agrometius een Greenseeker-gewasscanner aangebouwd. Prima in graan, maar in gras nog niet direct aan de orde.

sche sectiescheiding en (plaats)specifieke aansturing aan de wens van veehouders om de mest ‘naadloos perfect’ uit te rijden. Dat heeft zich nu al vertaald in een directe vraag bij Schuitemaker naar deze nieuwe optie voor de Exacta-bemesterlijn. Schuitemaker draait op dit moment volop proef met deze Exacta om de apparatuur in de praktijk te testen. Echt veel haken en ogen lijken daar niet aan te zitten, omdat de bemester in principe dezelfde bemester is geble-ven en omdat plaatsspecifieke (sectie)aansturing vanuit de spuitwereld allang bekend is. Als de Canbus-koppeling klopt, moet het gewoon kunnen werken. Schuitemaker geeft aan dat deze techniek voor het komend seizoen al leverbaar zal worden. De meerprijs is nog niet bekend.

Tekst en foto’s: Gert Vreemann

Schuitemaker heeft de bemester zo aangepast dat ma-nueel en op GPS kan worden gewerkt. Opbouw van lucht is de meest tastbare verandering. De grootste klus is de programmering van de computer.

vak

info

rmatie

50 GRONDIG - Augustus 2013

verjongingskuur voor graslandNetwerk van melkveehouders verdiept zich in doorzaaien

Scheurverboden, duurder voer en strengere mestregels maken een goede grasmat voor de melkvee-

houder onmisbaar. Een praktijknetwerk van veehouders zoekt met hulp van andere partijen uit of re-

gelmatig doorzaaien kan bijdragen aan het vitaal houden van de zode. Daarvoor kijken ze ook over de

grens.

Tot voor kort stond menig doorzaaimachine vooral stof te verza-melen in een hoekje van een schuur. De machine kwam vaak al-leen tevoorschijn voor reparatiewerk na uitwintering. Steeds meer veehouders ontdekken doorzaaien echter als een goedkope ma-nier om grasland jong en fris te houden. “Je kunt rustig stellen dat doorzaaien bezig is aan een come-back”, zegt bedrijfsadviseur Wim van de Geest van K&G-advies. Samen met zijn compagnon Johan Kranenburg begeleidt hij zes groepen melkveehouders, verspreid over Nederland, die zich in praktijknetwerkverband bezig houden met graslandverjonging via doorzaai. Hierbij zijn onder andere ma-chinebouwer Vredo, veredelaar Innoseeds en CUMELA Nederland

betrokken. Het deels met EU-geld betaalde project is afgelopen winter van start gegaan en draait in principe twee jaar. Kranenburg en Van der Geest waren al eerder betrokken bij de-moprojecten rond doorzaaien. “We merken dat de belangstelling onder veehouders groot is. Doorzaaien heeft dan ook meerdere voordelen. Enerzijds financieel: veehouders die minder vaak hun grasland hoeven te scheuren, besparen veel geld. Bovendien wordt scheuren steeds meer aan banden gelegd; op zandgrond mag het alleen nog in het voorjaar. Via doorzaai heb je dan toch een moge-lijkheid om de nieuwste grasrassen in de mat te brengen. Die geven een betere kwaliteit voer en dragen bij aan een betere benutting

GRONDIG - Augustus 2013 51

Loonwerker Godfried van Eijden (rechts met bril) heeft verschillende systemen voor het doorzaaien van grasland. De Vredo is bij hem echt voor reparatiewerk.

van mineralen. Het leidt, kortom, tot een efficiënter en duur-zamer graslandgebruik. Minder vaak scheuren heeft ook een positief effect op de CO2-balans, door onder andere een la-ger energieverbruik en het behoud van organische stof. Het CLM gaat dit klimaateffect voor ons uitrekenen en stelt per bedrijf een broeikasgasbalans op”, licht Kranenburg toe.

Gecoat zaadWat doorzaai een veehouder precies oplevert, is tot dusver lastig te onderbouwen, al wijzen langjarige Duitse proeven op een vijftien procent hogere opbrengst, in combinatie met een hogere voederwaarde. Vanuit het praktijknetwerk zijn op proefboerderij De Marke en op de Dairy Campus dit voorjaar doorzaaiproefvelden aangelegd. Hiervan worden in 2013 en 2014 de opbrengsten en de voederwaarde gemeten. Geprobeerd wordt om de proeven langer te laten doorlopen, zodat er harde cijfers beschikbaar komen. De deelnemende veehouders hebben daarnaast op hun ei-gen bedrijven demoproeven aangelegd, waarin zij verschil-lende doorzaaitechnieken vergelijken, verschillende gras-mengsels testen en al dan niet gecoat zaad gebruiken. Dit coaten van het zaad dient een tweeledig doel: er zit fosfaat in, dat het jonge grasplantje sneller op weg moet helpen, en de coating maakt het zaad zwaarder. Hierdoor is bij breedwer-pig strooien de kans groter dat het zaad meteen in contact komt met de grond. Praktijkervaringen lijken te bevestigen dat het zaad hierdoor beter aanslaat. Het moment van doorzaaien is ook punt van aandacht. In een snel groeiende zode maakt nieuw gezaaid gras weinig kans. De telers in het netwerk die een zware snede hebben geoogst, zagen weinig effect van de verschillende behan-delingen. Wie een sterke grasgroei verwacht, lijkt er dan ook verstandiger aan te doen om doorzaai tot het najaar uit te stellen.

DuitslandDe interesse voor doorzaaien beperkt zich niet tot Nederland. Ook in Engeland en Duitsland staat het onderwerp bij boeren en praktijkonderzoekers op de agenda. Afgelopen maand kregen de deelnemers van het netwerk in de buurt van het Duitse Oldenburg tekst en uitleg van praktijkonderzoekers van de Landwirtschaftskammer Niedersachsen. Hoewel de omstandigheden en de wetgeving in Duitsland verschillen van de Nederlandse, streven de Duitse boeren hetzelfde doel na. Ook zij willen tegen geringe kosten hun gras productie-ver maken.De Duitsers maken onderscheid tussen bijzaaien (übersaat) en doorzaaien (durchsaat). Graslanddeskundige Christine Kalzendorf: “Bijzaai is de term voor breedwerpig strooien, een manier om de mat dicht te houden. De techniek is simpel: het gaat om een universele strooier in combinatie met een wiedeg. Met vijf tot acht kilo zaaizaad per hectare is het een goedkope manier om onkruid te onderdrukken. Doorzaaien zie ik als correctiemaatregel op schade aan het grasland, veroorzaakt door weersinvloeden of door verkeerd beheer. Hiervoor is een schijvenmachine nodig, die vijftien tot twintig kilogram zaad per hectare verzaait. Deze manier van werken is in de regel effectiever.”

Nederlandse praktijkdemo

Niet alleen in Duitsland is er veel belangstelling voor het doorzaaien, ook in Nederland groeit de markt. De afgelopen jaren is al door enkele tientallen loonwerkers geïnvesteerd in doorzaaiapparatuur. Op de ruwvoerstudiedag Melkers van Morgen van For Farmers op proefbedrijf De Marke in Hengelo in juni waren drie verschillende systemen naast elkaar te zien. Eén daarvan is een oude bekende. Het betreft de Vredo-doorzaaier, die duidelijk een revival lijkt te beleven. Juist vanwege de belangstelling voor het doorzaaien en de be-hoefte aan capaciteit heeft Vredo nu een zes meter brede variant ontworpen. Voordeel hiervan is dat deze bij transport door het opvouwen juist minder breed is dan de bekende doorzaaier. De werking is bekend: de Vredo snijdt een sleufje en legt het zaad daarin weg. Voordeel is dat het zaad bijna gega-randeerd op de vochtige grond komt (mits op het juiste moment gezaaid). In wezen zou daardoor met wat minder zaad kunnen worden volstaan. Een nadeel kan zijn dat bij droogte de gleufjes wat droogtegevoelig zijn. Een ander nadelig punt is de hoge prijs van de machine. Een opvallende aanvulling op de demo was de fronteg met egalisatiebalk. Hierdoor ontstaat een mooie aan-vulling op de doorzaaiunit van Vredo en kun je toch wat oud gras en onkruid lostrekken en eventuele molshopen wat egaliseren.Speciaal voor het allround graslandonderhoud is de Heva-combinatie van Landkracht. Deze heeft niet alleen een egalisatiebalk en eg, maar ook een drukrol. Dit maakt de combinatie ook geschikt voor het voorjaar, vindt Joost ter Horst van importeur Landkracht. “Wie rolt er nu nog in het voorjaar, terwijl dit zo’n belangrijke bewerking kan zijn om gras weer goed aan te laten slaan.” Bijkomend voordeel in andere delen van het jaar kan zijn dat het zaad wat wordt aangedrukt in de bodem. Nadeel van deze combinatie is dat het zaad tussen het gras wordt geblazen en daar zeker bij nattere omstandigheden aan kan blijven hangen.De derde combinatie op de demo was een drie meter brede combinatie van Evers. Deze heeft ook een egalisatiebalk en eg, met daarop gewoon een Fiona-zaaimachine. Door de drukwielen wordt de grasmat wat aangedrukt en het meeste zaad ook in de bodem geduwd.Hoewel alle combinaties mooi werk afleveren, is het vooral de loonwerker zelf die het succes zal maken, stelt Ter Horst. “Dat is lastig, want veehouders zijn ongeduldige klanten. Die zul je duidelijk moeten maken dat doorzaaien een kwestie van herhaling is. Alleen dan kun je voor relatief lage kosten grasland ook echt verbeteren.

vak

info

rmatie

52 GRONDIG - Augustus 2013

In het geval van bijzaaien adviseert Kalzendorf om de grasmat na te rollen met een geprofileerde wals. Hierdoor slaat meer zaad aan. Ook is het volgens haar zaak het bijzaaien meerdere malen te herhalen voor het beste effect.

Vredo versus wiedegHoe zijn de praktijkervaringen in Duitsland? De groep bezocht Jens Tollner, melkveehouder in Ovelgönne. Lopend over zijn zom-pige weiland (er was net 110 millimeter water gevallen) liet hij de Nederlandse groep zien dat het creëren van een goede grasmat op zijn grond een lastige klus is. De bodem bestaat uit een dunne laag zware klei op een veenondergrond. Slechte grassen krijgen er snel de overhand. Tollner heeft samen met een collega geïnves-teerd in een negen meter brede wiedeg met strooiunit. Met hun eigen machine is het eenvoudig om kleine perceelsdelen over te zaaien en daarvoor het optimale moment uit te kiezen.

Voor het grotere werk belt Tollner loonwerker Godfried van Eijden. Deze van oorsprong Nederlandse ondernemer heeft net zijn 25-jarig jubileum gevierd als loonwerker in Duitsland. Het vernieuwen en verbeteren van grasland is een belangrijke poot onder zijn bedrijf. Dat Tollner het doorzaaiwerk deels zelf op zich neemt, juicht hij toe. “Ik vind het een goed idee als veehouders zelf in apparatuur investeren. Voor een paar hectare kan ik immers niet langskomen”, aldus Van Eijden. Hij beschikt over verschillende doorzaaisystemen en heeft zowel een Vredo-schijvenmachine staan als een aantal wiedeggen. Beide systemen hebben voor- en nadelen, vindt hij. “De wiedeg trekt in de herfst oogstresten goed weg, maar de aanslag van het zaad is minder. Mijn ervaring is dat van elke tien kilogram gebruikt zaad bij het Vredo-systeem er ne-gen kilogram kiemt en bij de wiedeg zes kilogram. Daar staat te-genover dat de Vredo erg weersgevoelig is. Als het nat is, koekt de boel snel aan. Dit voorjaar heb ik de Vredo niet kunnen gebruiken.”Van Eijden heeft samen met de plaatselijke ‘Landhandel’ specifiek voor de groeiomstandigheden in de regio een graszaadmengsel samengesteld. Bij het doorzaaien met de Vredo houdt hij gemid-deld tien tot vijftien kilogram aan. De chauffeur kijkt mee en regelt de hoeveelheid gaandeweg bij. De loonwerker rekent een uurta-rief voor het doorzaaien dat omgerekend neerkomt op € 33,- per hectare. Daar kan een dieseltoeslag bij komen.

Grasland-apkKranenburg en Van der Geest verwachten dat ook in Nederland een deel van de veehouders zelf zal investeren in eenvoudige doorzaaiapparatuur, maar ook het materieel en de kunde van de loonwerker zal nodig zijn om het uiterste uit de grasmat te halen. Om de sector daarbij te helpen, gaat het netwerk het komende jaar praktische tools ontwikkelen. Zo zullen studenten van de CAH Vilentum in Dronten een grasland-apk gaan opstellen, worden er beheersplannen gemaakt voor het grasland van de deelnemers en komen er trainingen voor het afstellen van doorzaaiappara-tuur. Al deze aandacht zou de doorzaaimachine zomaar weer een plekje vooraan in de loods kunnen opleveren.Meer informatie is te vinden op de website van het praktijknet-werk: www.graslanddoorzaaien.nl.

Tekst & foto’s: Egbert Jonkheer en Toon van der Stok

De combinatie van Vredo met voorop de Grasprofi van Evers.

De Heva-combinatie van Landkracht bevat alle onderdelen voor graslandonderhoud, zoals een egalisatiebalk, een wiedeg en een landrol.

Een relatief simpele combinatie is deze graslandunit van Evers met de Fiona-zaaimachine speciaal voor grasland.

Mekos machinebouw brengt u op grote voorsprongGraderwerk met de unieke Mekos frontschuif voor uw wiellader: met een enorme capaciteit. Sitech-Trimble automatisering 2D of 3D. Laser, GPS, Total station.

Mekos voor topsport in machinebouw, ruim 25 jaar de fabrikant van het origineel de “Mekos Kilver.”Precisie egaliseer-machines voor de professionele gebruiker.

Mekos Schagerbrug BVTel. 0224-571555 www.mekos.nl

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Mekos rondleg-leveler: vlak en tonrond leggen met 1 machine, traploos instelbare ronde vorm in het afstrijkmes +verdichten.

Mekos zelfrijdendemachines voor iedere toepassing zoals koppen, wieden, spuiten, ziekzoeken enz.

Partners:

GTH_Adv200x134_Grondig.indd 1 20-06-13 12:38

Leg vooropnames, preventie, meerwerk en schades snel en simpel vast - gewoon met de i-box van CableTacks.

Uw foto’s staan vrijwel direct online, keurig geordend, automatisch gekoppeld aan projectnummers, tijdstippen en lokatiegegevens.

Kijk op www.cabletracks.nl of bel 0343-594545.

Steeds meer vastleggen?

NUL eigen risico bij kabelschade

Leg met de i-box óók uw proefsleuven vast, of uw onderzoek met kabelzoekers. Bij CUMELA Verzekeringen heeft u dan NUL eigen risico als er dan tòch kabelschade ontstaat. En dat scheelt al snel honderden euro’s per keer!

30% kortingProfi teer nu dubbel, want bij CUMELA Verzekeringen krijgt u nu tijdelijk 30% korting op de apparatuur.

Hou het simpel !

Koop nu een Valtra HiTech tractor en profiteer van:

• 24 maanden financial lease

tegen 0% rente• uitgestelde betaling tot 1-1-2014

+ gratis• 24 maanden WA+casco

verzekering én

• gratis optie: geveerde vooras

Zomervoordeel

bij Valtra

Eesveenseweg 178332 JA SteenwijkT: 0521-535 070

[email protected]

Gelimiteerde actie voor de snelle beslisser.Actie tot 31 augustus.Lees meer op www.valtra.nl.

Ervaren loonwerker zoekt loonbedrijf in West-Nederland Agrarisch en Cultuurtechnisch Bij voorkeur akkerbouw Minimaal 5 medewerkers

Ervaren bedrijfsleider/directeur biedt zich aan in Noord-Nederland

Ambitieus Brede branche kennis Uitstekende communicatieve

vaardigheden Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Lucas Meertens. Hartig advies voor Loonbedrijven.

GRONDIG - Augustus 2013 55

Het trage voorjaar heeft ook zijn invloed op de ontwikkeling van de maïs. Waar de voorspelling was dat inmiddels de Retengo gespoten zou zijn, zal dit op de meeste percelen pas rond het verschijnen van dit nummer gebeuren. Om de toelating van het middel te vieren, wist Basf een perceel in Luttelgeest te vinden waar al wel de eer-ste pluimen te zien waren, doordat de maïs onder plastic was gekiemd. Dat gaf dit jaar duidelijk voordelen, want half juli kwam deze maïs al in bloei, het moment waarop de Retengo het best kan worden gespoten. Twee dagen voor de bijeenkomst was er als demo al gespoten met een getrokken spuit om te laten zien dat ook met een ge-wone spuit er nog goed door de maïs kan worden gereden. Wie het perceel van bo-venaf bekeek, zag daar inderdaad niets van terug. Maar wanneer je het perceel in liep, bleek toch dat een aantal planten was ge-sneuveld. In de rij ging het maar om enkele procenten, dus op een hele spuitbreedte verwaarloosbaar, maar voor een veehou-der toch een vervelend beeld. Het bete-

kent extra uitlegwerk om duidelijk te ma-ken dat Retengo echt een meeropbrengst geeft, doordat het gewas veel minder wordt aangetast door bladvlekkenziekte.Veel beter was het beeld bij gebruik van een zelfrijdende Agrifac. Hoewel niet uitge-voerd in de verhoogde uitvoering gaf deze geen enkele schade. Het laat zien dat maïs rond het stadium van in de pluim komen goed bestand is tegen het fors omduwen onder de machine.Op de twee praktijkdemopercelen van Grondig is, als het goed is, de afgelopen week gespoten. Op die plaatsen zullen la-ter dit najaar opbrengstmetingen worden gedaan.

Proterra MaizeDe Proterra Maize, de groenbemester die onder de maïs is gezaaid, ontwikkelt zich ondertussen wisselend. Op het perceel in Waddinxveen is een deel al fors gegroeid.

Op dit stukje is geen Milagro gespoten en dat is goed te zien aan een groene grasmat. Daar waar wel Milagro is gespoten, is het grasgewas fors teruggezet. Er zal moeten blijken hoe dat zich in augustus verder ontwikkelt. Zoals het er nu staat, concur-reert het gras niet met de maïs. Toch staat de maïs op de stukken met Proterra Maize slechter. Het zou een gevolg kunnen zijn van de dubbele rotorkopbewerking met daarna 110 millimeter regen in enkele da-gen, waardoor de grond is dichtgeslagen.Ook in Borculo is het gras goed onderdrukt door de Milagro-bespuiting. Het leek in eerste instantie weg te kwijnen, maar in-middels begint het weer te groeien. Hier zal moeten blijken in hoeverre de Proterra Maize bestand is tegen de droogte. Hier is geen nadelig effect van het gras op de maïs te zien.

Tekst & foto’s: Toon van der Stok

start retengo-seizoenPraktijkproefvelden groeien goed door

Met een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de gewasbeschermingshandel en een aantal loon-

werkers gaf Basf de komst van Retengo een feestelijk tintje. Door het late seizoen is op de Grondig-

praktijkproefvelden nog niet gespoten. Het gras lijdt ondertussen wat onder droogte en een pittige

bespuiting.

De maïs blijkt goed be-stand tegen ombuigen. Kort na het doorrijden is er niets meer van te zien.

Op de streep af is te zien waar met Milagro is gespoten. Het zal duidelijk maken of niet spuiten een negatief effect heeft door groeischade.

vaki

nfo

rmat

ie

hup blub upMeer dan duizend deelnemers aan de start van de JCB Mud Run 2013

Onder de slogan ‘Our machines aren’t afraid of a little mud. Are you?’ organiseerde fabrikant JCB nabij de fabriek in Rochester

(Staffordshire) de JCB Mud Run. Ruim duizend deelnemers trotseerden ruim 500 ton modder op het ruim 5 mijl lange survi-

valparcours vol hindernissen. Iedereen is welkom, u volgend jaar dus ook. Loopt u even mee om te proeven of het smaakt?

Nee, niks rechtdoor, meteen rechtsaf de sloot in, een kronkelend beekje met gelukkig tamelijk helder snelstromend water. De sokken zijn meteen zeiknat, maar de rest nog schoon. Daarna volgen enkele steile bergpaadjes. Een aantal corpulentere deelnemers valt al bijna stil. Daarna moet er omhoog worden geklauterd met behulp van een touw. De voeten soppen in de schoenen. De eerste afdaling even on-deruit op de kont. Handen en broek beginnen te verkleuren, maar het hoofd is nog schoon en fris. Daarna onder de Loadall-spiders web-matten doorgetijgerd (goed te doen), evenals een ‘oversteek’ onder de weg door muddybuizen. Bij een lastige klim een paar me-destrijders even helpen omdat ze de spekgladde steile mudhill-klim niet kunnen nemen, met een bruine schouder als bedankje. Hoort erbij. Het wordt kritischer, maar nog steeds strijdbaar, relatief schoon en fris samen verder. Het hoofdmenu moet blijkbaar nog komen.

Mud Run 2JCB heeft de Mud Run vorig jaar voor het eerst georganiseerd. Eind juni dit jaar vond de tweede editie plaats, groter en in samenspraak met de deelnemers in doorontwikkelde vorm. Het is een eigen initia-tief, waarmee JCB geld wil inzamelen voor de NSPCC, een organisatie die zich inzet voor kansarme jongeren. In een half jaar tijd is het plan uitgewerkt en in twee weken is het parcours aangelegd, uiteraard met eigen mensen en machines. Naast hindernissen met banden,

klimrekken, balen, glijbanen en ondergrondse pijpen is er zelfs een ondergrondse moddertunnel aangelegd. Er is los van bestaand wa-ter en modder door de JCB-crew in totaal circa 500 ton extra modder gemaakt. Daarvoor zijn geulen en gaten gegraven, die vervolgens met een soms wel één meter dikke laag modder zijn gevuld. De circa duizend deelnemers ‘strijden’ in verschillende categorieën, van individueel, groepen, heren en dames tot jong en oud, variërend van serieus sportief tot carnavalesk ludiek. Zelfs een net getrouwd stel gaat in bruidskleren de strijd aan en een vliegtuigcrew neemt de hindernissen in vol tenue. In totaal zijn er twintig hindernissen aangelegd, met klinkende namen als Loadall spiders web, Workmax rubblet astic, Speedmaster balance beams en Skidsteer trench crawl.

Bingo Het hoofdmenu, aan een ladder hangend oversteken, is toch een brug te ver. En dus de plomp in en bijna kopje onder. Even verderop bij het slingertouw het onvermijdelijke helemaal onder, blub blub. Een paar medestrijders helpen de ogen weer schoon te openen en verder gaat het. De modder is inmiddels overal naar binnen ge-kropen. Gelukkig geen scherp zand, maar kleverige klei. Dat loopt gesmeerd. Aan de tijd wordt niet gedacht. Samen de finish halen staat voorop. Dus samen de glijbaan af, de plomp in. Feest! Even la-ter klauteren door de diepe drek onder touwen door en ploeteren door lange moddergangen. Met de finish in zicht moeten enkele medestrijders/sters letterlijk uit het slijk worden getrokken. Het gaat immers om samen aankomen, samen vieren, dus ook direct na de finish samen de heerlijke douche op straat nemen en een groeps-kiekje maken met de medaille als bewijs. Ten slotte opgefrist met z’n allen uitgebreid eten en naborrelen. Voor volgend jaar ben u ook uitgenodigd.

Tekst: Gert VreemannFoto’s: JCB

zijweg

en

56 GRONDIG - Augustus 201356

GRONDIG - Augustus 2013 57

Wie dacht dat de modder alleen lopend te nemen was, had het mis. Misschien wel het zwaarst was het plat onder draden door crawlen. Probeer hier maar eens snel door te komen.

De snelste individualisten legden de circa 8 km lange survivalrun af in 33 minu-ten. De snelste groep scoorde 35 minuten. Dat zijn een scherpe tijden

Het was niet alleen drek. Een flink deel van het par-cours was een echt survivalparcours met schone beekjes, steile hellingen en lastige hindernissen.

Na afloop bleek er maar liefst ruim 40.000 pond te zijn ingezameld voor het goede doel, het steunen van kansarme jongeren via het NSPCC-fonds. Hier wordt de cheque officieel overhandigd door onder meer George Bamford (tweede van rechts), die zelf ook deelnam.

Rollend verder is ook een methode. Dat ziet er wat minder charmant uit en resulteert zeker niet in snelle tijden, maar blijkbaar wel in veel plezier.

Teamprestatie en teambuilding vormden de hoofdmoot van het evenement. Als bewijs gingen de deelnemers bij de finish graag samen op de plaat.

Als de spreekwoordelijke hogedrukreiniger lag er na de finish een slang met spuitende gaten waarmee iedereen het ‘zweet’ van zich kon afspoelen.

Het vallen is niet erg, maar het blijven liggen waar je gevallen bent

Vorig jaar oktober belde ondernemer Graafsma naar mij met de vraag

wanneer hij zijn verzekering kon opzeggen. Hij is inmiddels 45 jaar en

was al achttien jaar verzekerd zonder dat er wat was gebeurd. Ja, een

keer een gebroken arm, dat was alles. “Als ik alle premies bij elkaar optel

die ik heb betaald, kon ik nu een mooie auto kopen!”

Ik kon dat niet ontkennen. Ook al krijgt hij korting op zijn premie, het is

bij elkaar geteld best veel. Ik wees hem op het risico en de gevolgen van

het niet verzekerd zijn. Hij zou het nog even aankijken.

Dinsdag 5 februari belde de vrouw van Graafsma. Of ik een schadefor-

mulier wilde sturen.

“Mijn man heeft in het weekend een hartaanval gehad, is inmiddels ge-

dotterd, maar het herstel kan wel eens lang duren”, vertelde ze. Eind fe-

bruari nam ik contact op met Graafsma. Ik kreeg weer zijn vrouw aan de

telefoon. “Nee, mijn man kan niet aan de telefoon komen. Het gaat niet

goed met hem en hij zal ook niet meer herstellen.”

Gelukkig had Graafsma zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering niet

opgezegd. Vanaf begin april keert deze nu maandelijks een dusdanig

bedrag uit dat hiermee een kracht kon worden aangetrokken. Het be-

drijf van Graafsma loopt nu ‘gewoon’ door, waardoor er inkomen uit de

onderneming blijft komen.

Zo’n verzekering, ja, die is duur. En je hebt er niets aan als je tot je pensi-

oen kunt blijven werken. Helaas haalt lang niet iedereen dat. Graafsma

weet daar nu alles van.

Frank Dielen

Medewerker Inkomensverzekeringen CUMELA Verzekeringen

Gelukkig niet opgezegd

uitsmijter

Veiligheid op de weg

1. Hoe hard mag je met een trekker rijden op een woonerf?

A. 15 km/u B. 30 km/u C. 40 km/u

2. Wat is de wettelijke maximumsnelheid voor een trekker op de openbare weg?

A. 40 km/u B. 25 km/u C. 30 km/u

3. Moeten scherpe of uitstekende delen die voor ande-re weggebruikers gevaar opleveren, zijn afgedekt?

A. Ja, alle scherpe of uitstekende delen moeten altijd afgedekt zijn.

B. Ja, maar alleen die delen die in geval van een botsing gevaar op lichamelijk letsel geven.

C. Ja, maar niet wanneer deze delen hoger dan twee meter boven het wegdek zitten.

4. Vanaf welke breedte moet je een breedteontheffi ng bij je hebben voor trekkers of zelfrijdende machi-nes?

A. Als het voertuig breder is dan 2,60 meter. B. Als het voertuig breder is dan 3,00 meter. C. Als het voertuig breder is dan 3,50 meter.

5. Wanneer moet een trekker of zelfrijdende machine een zwaailicht voeren (als de kans bestaat dat het voertuig niet tijdig door andere weg-gebruikers wordt opgemerkt)?

A. Als losse lading van het voertuig kan vallen

B. Als het voertuig breder is dan 2,60 meter

C. Als het voertuig breder is dan 3,00 meter

Antw

oorde

n: 1A,

2B,

3C, 4

B, 5B

Het zijn van die zaken waarmee je dagelijks te maken hebt, maar waar je eigenlijk niet zo bij stilstaat. Ken de regels van het landbouwverkeer. Het gaat om jouw veilig-heid en die van anderen. Test je kennis en trek je conclusies. Behoefte aan meer? Download dan alle dertig vragen van onze site (dossier veilig landbouwverkeer).

JohnDeere.com

AlleenDieselAlleen

Onze nieuwe DirectDrive transmissie combineert voor het eerst in een trekker de reactie van een handmatige versnellingsbak met het gemak van een automaat. Het schakelen tussen versnellingen gebeurt sneller dan u met uw ogen kunt knipperen, zonder vermogensverlies. Daardoor rijdt u soepeler en profiteert u van een uitstekende brandstofefficiëntie.

Test de 6R DirectDrive in het enige testcentrum dat er echt toe doet: uw boerderij.

Bel nu uw dealer!

6R DirectDrive. Testrijders gezocht!

De nieuwe 6-serie Agrotron TTV is het resultaat van de vooruitgang van DEUTZ-FAHR: de nieuwste technologieën zorgen voor krachtige, productieve, veelzijdige en milieuvriendelijke tractoren. Deutz Common Rail-motoren met Tier 4i, 4 of 6-cilinder, 4-kleppentechniek, SCR-katalysator, tesamen met de continu variabele TTV transmissie, een synergie die zorg draagt voor de beste prestaties, het laagste brandstofverbruik en een hoog niveau van effi ciëntie, die door het sublieme rijcomfort wordt verbeterd. De MaxiVision cabine is ontworpen in samenwerking met Giugiaro Design, een nieuwe standaard op het gebied van ergonomie en functionaliteit. Rijcomfort wordt gegarandeerd door de MaxCom armleuning met geïntegreerde touchscreen 12” iMonitor. Bovendien is het dashboard voorzien van het softgrip stuurwiel en multi functioneel InfoCenter. De ontwikkeling van de landbouw heeft behoefte aan continue innovatie.

Beschikbare modellen: 6150.4 6160.4 6160 6180 6190 Agrotron TTV

De nieuwe 6 serie Agrotron TTV De technologische revolutie gaat door.

TECHNOLOGISCHE INNOVATIE IS ALTIJD IN BEWEGING.

6series.deutz-fahr.comDEUTZ-FAHR is een merk van

DEUTZ-FAHR adviseert het gebruik van originele smeermiddelen en onderdelen.

Visit and join us at: www.facebook.com/deutzfahrbenelux

DF S6TTV ADV 230x297 NL newlogo.indd 1 19/06/13 16.30