Grondig 2 - 2014

68
vakblad voor specialisten in groen, grond en infra Februari 2014 2 46 - RUIM 70 TIPS VOOR BETERE MAISTEELT 12 - VRAGEN EN ANTWOORDEN NIEUWE MESTWET 36 - EIGEN MOTOR VOOR DOOSAN 42 - MODERNE MOTOREN GEVOELIGE MATERIE

description

 

Transcript of Grondig 2 - 2014

Page 1: Grondig 2 - 2014

vakblad voor specialisten in groen, grond en infraFe

brua

ri 20

14 246 - RUIM 70 TIPS VOOR BETERE MAISTEELT 12 - VRAGEN EN ANTWOORDEN NIEUWE MESTWET 36 - EIGEN MOTOR VOOR DOOSAN 42 - MODERNE MOTOREN GEVOELIGE MATERIE

Page 2: Grondig 2 - 2014

vroegzeer vroeg middenvroeg

Met het oog op 2015, het jaar dat veehouders meer melk mogen produceren, wordt het belang van productieve en voereffi ciënte maïs nog groter. Wie meer kVEM van een hectare wil halen en meer melk uit een kilogram drogestof, kiest voor de hoogwaardige rassen van LG Animal Nutrition. Bij deze maïs draait het om meer dan alleen zetmeel en verzilveren uw melkveeklanten ook de extra energie uit de restplant. LG Animal Nutrition-rassen zijn er voor elke teeltsituatie en regio: LG 30.211 voor het noorden en westen of bij late zaai, de nieuwe massale LG 30.224 voor het zuiden en oosten en LG.30.218 als nationale alleskunner.

RUWVOER VOOR EEN

TOPMELKPRODUCTIE

LG 30.211:De meeste melk in het zeer vroege segment!met 5% betere celwandverteerbaarheid

LG 30.218:Nederlands betrouwbaarste en meest gevraagde maïsras!met 7% betere celwandverteerbaarheid

LG 30.224:Nu al 20% méér voer van een hectare!met 12% betere celwandverteerbaarheid

Gratis koe bij LG-maïs!Telers die dit seizoen LG-snijmaïs bij u bestellen ontvangen voor elke 10 eenheden een prachtige koe* cadeau! Kijk snel op www.lganimalnutrition.nl hoe uw klanten mee kunnen doen. Daarbij maken ze bovendien kans op een CRV-waardebon van A 250,- vrij te besteden aan rietjes sperma van een stier naar keuze. *schaal 1:20

RUWVOER VOOR EEN

TOPMELKPRODUCTIE

Kenners weten waarom!

LIMA1332 230x297 fc maiscampagne.indd 1 18-12-13 09:02

Page 3: Grondig 2 - 2014

Superieure kracht en betrouwbaarheid van DEUTZ-FAHR gecombineerd met elegante styling door Giugiaro in de nieuwe C9000 serie, welke kenmerken en eigenschappen verenigd in een ongeëvenaarde productiviteit en multifunctionele mogelijkheden in een breed scala van toepassingen.

• 7.8 liter DEUTZ TCD L6 T4i motor met vermogens van 334 - 395 pk: maximaal vermogen en betrouwbaarheid • Vernieuwd invoerkanaal met interne pennenrotor en nieuw maaibord tot 9 meter: buitengewone oogstcapaciteit • Maxicrop dorssysteem met turbo seperator en dubbele graan retour (DGR) op de voorbereidingsbodem: overtreffende dorsresultaten in alle omstandigheden • Royaal bemeten vleugeldeuren en schuifdeuren: uitstekende bereikbaarheid voor onderhoud en controle • Nieuwe ergonomische cabine: superieur comfort, zelfs tijdens de langste werkdag

De C9000 serie - technologie en innovatie helpt u uw werk nog beter uit te voeren.

Beschikbare modellen: C9205 TS - C9205 TSB - C9206 TS - C9206 TSB

DE BESTE IN ZIJN KLASSE!

Nieuwe DEUTZ-FAHR C9000 serie.Kracht en betrouwbaarheid gecombineerd met stijl.

Agritechnica 2013 onderscheiding voor technische innovatie. Voor meer informatie bezoek onze website.

DEUTZ-FAHR is een merk van

DEUTZ-FAHRLUBRICANTS

Het gebruik van originele smeer - en koelmiddelen wordt aanbevolen

deutz-fahr.com

DF_C9000_230x297_NL.indd 1 09/01/14 18.17

Page 4: Grondig 2 - 2014

inh

ou

dso

pgav

e

4 GRONDIG - Februari 2014

Zure regen

U herinnert zich ongetwijfeld alarmerende berichten over zure regen. De grote (media)doorbraak kwam begin jaren tachtig door massale aantasting van naaldbossen. Het is daarna stiller geworden, omdat er wereldwijd drastische maatregelen zijn genomen. Denk aan het ont-zwavelen van brandstoffen, het gebruik van rookgasontzwavelinstal-laties bij elektriciteitscentrales en raffinaderijen, het beperken van de NOx-uitstoot en het terugdringen van ammoniakemissie. De gevolgen merkt u in uw portemonnee. Motoren zijn door alle emissiemaatregelen niet alleen peperduur geworden, ze zijn ook kwetsbaarder dan ooit. Zelf sleutelen kan allang niet meer aan der-gelijke diesel(inspuit)techniek. Zelfs het uitlezen van motoren en het interpreteren van de verkregen gegevens schijnen nog lang niet alle importeurs te kunnen. Ook is de inzet beperkter geworden. Moderne motoren zijn zo ontworpen dat ze eigenlijk met een zo constant mo-gelijk toerental bij een zo constant mogelijk hoge belasting en een constante temperatuur moeten werken. Dat staat haaks op onze veel-zijdige inzet met wisselende belasting, toerentallen, temperaturen en bedrijfsomstandigheden. Het is vanuit dat oogpunt te begrijpen dat dealers en gebruikers zelf maatregelen nemen om hun motor te beschermen. We weten allemaal dat er nogal wat EGR-kleppen worden vastgezet en dat er zelfs al pro-gramma’s zijn om SCR-modules uit te schakelen, om daar ook van af te zijn. Om nog maar te zwijgen van tuningoperaties om de prestaties wat praktischer te maken (lees: de emissiegrenzen te verbreden). Het mag niet, maar wie controleert het? En dan speelt er ook nog een belangrijk onrechtvaardigheidsgevoel. Europa en Amerika lopen in emissie-eisen voorop. De rest van de we-reld volgt of zal deels niet volgen. Dat zet de rem op de export van tweedehands hightech-materieel naar dergelijke oorden. Sterker nog, er zijn al fabrikanten die er bewust voor kiezen lastige marktdelen als de Verenigde Staten en Europa maar te laten voor wat ze zijn, om zich te richten op groeimarkten met lagere emissie-eisen. Dit ligt allemaal buiten uw macht. Wat u kunt doen is met verstand en beleid met zaken omgaan om niet voor onaangename verrassingen te komen staan. Zeg niet dat het allemaal geen zin heeft. Nederland zit nu nog steeds in de gevarenzone en behoort tot het land met de hoogste emissieniveaus in Europa. En daar leven wij toch ook. Al blijft het zuur en onverteerbaar dat de wereld niet gelijk optrekt. Die zure rekening zal ongetwijfeld nog volgen.

Redactie GrondigMichiel, Toon en Gert

Cumelabedrijf in actieColofon

Grondig is het vakblad voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland, de branche organisatie voor ondernemers in cultuur- technische werken, grondverzet, meststoffen-distributie en agrarisch loonwerk. Leden van CUMELA Nederland ontvangen bij vakblad Grondig exclusief het katern Cumelactief.

Adres CUMELA NederlandPostbus 11563860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 00fax (033) 247 49 01

CUMELA-infolijn(033) 247 49 99 / [email protected] / www.cumela.nl

Adres Grondig / CUMELA CommunicatiePostbus 11563860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 50fax (033) 247 49 51www.grondig.com / [email protected]

BladmanagerMichiel Pouwels

RedactieToon van der Stok (hoofdredacteur)Gert Vreemann, Michiel Pouwels, Marijke DorresteijnTon Herbrink (eindredacteur)

VormgevingDe 3 Poorten

VoorplaatCUMELA Communicatie

AdvertentiewervingLisette Kerkhof

DrukSMGB, Doetinchem

AbonnementenEen abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement: Nederland € 77,- per jaarBuitenland € 101,- per jaarCollectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting CUMELA Communicatie, NijkerkHet geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toe- stemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260

REDACTIONEEL

Page 5: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 5

Februari 2014

Het verschil in winter tussen vorig jaar en dit jaar merkte loonbedrijf Geerlings in Noordwijkerhout de afgelopen weken. Moest het bedrijf vorige winter al op 10 december stoppen met bollen planten, nu kon dat nog in de tweede week van januari. Op een rotonde in Noordwijkerhout werd eerst een laag verse grond aangebracht, waarna handmatig bollen werden uitgestrooid en weer afgedekt met een mobiele kraan. Na deze klus vertrok Geerlings naar Engeland om daar het bollenplantseizoen echt af te ronden.

Cumelabedrijf in actie

CUMELACTIEF (exclusief voor leden)

04 - Mest- en rioolgassen06 - Motiveren van medewerkers08 - Toolbox: na een verkeersongeval13 - Maatschappelijk verantwoord ondernemen14 - Cumelaria

ALGEMEEN

08 - Bedrijfsoverdracht: all in the family12 - Elf vragen over de verplichte

mestverwerking20 - Sociale zaken: combineren van

twee passies26 - Vent & Visie: Abemec-directeur

Hans Quint42 - Levensduur van moderne motoren64 - Zijwegen: revuegezelschap Boer’nleu

GROEN

38 - Terugblik op de Groene Sector Vakbeurs

46 - Tips voor een betere maϊsteelt

54 - Tips en bijzonderheden uit de maϊsrassenlijst

56 - Voorzichtig met ontsmet zaaizaad60 - Agrarisch nieuws62 - Zeswielige Holmer T4-40-bunkerrooier

INFRA

28 – Sterk Werk: Van der Kolk Zwolle

GROND

18 - Terugdringen van faalkosten19 - In kort bestek33 - Grondverzetnieuws36 - Eigen motoren voor Bobcat

Page 6: Grondig 2 - 2014

6 GRONDIG - Februari 2014

rub

riek

Met een kostenstijging van tussen de 2,5 en 3,5 procent is deze in de cumelasector fors hoger dan de inflatie in Nederland. In decem-ber bedroeg deze 1,7 procent. Als de kostenstijgingen aan de klan-ten zijn doorberekend, betekent dit dat de cumelasector ook heeft bijgedragen aan die inflatie.Een bijzondere stijging van de kosten werd afgelopen jaar ver-oorzaakt door het afschaffen van de rode diesel. Brandstofkosten krijgen een steeds groter aandeel in de totale bedrijfskosten. Naar schatting maakten deze afgelopen jaar 15,0 tot 16,5 procent van de totale bedrijfskosten uit. Andere belangrijke elementen die bijdroegen aan het stijgen van de kosten waren de kosten voor arbeid en voor machines. De arbeidskosten waren in januari 2014 ongeveer 1,0 procent hoger (contracten korter dan een jaar) of 1,5 procent hoger (contracten van een jaar of langer) ten opzichte van januari 2013. Dit als gevolg van brutoloonstijgingen en premiewij-zigingen. Machines werden nul tot drie procent duurder. Grotere zelfrijdende machines stijgen harder in prijs als er sprake is van een overgang naar een nieuwe generatie motoren. Deze maken

de trekkers, graafmachines, shovels en zelfrijders fors duurder. Bij de werktuigen viel de prijsstijging gemiddeld mee, zo blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie. Omdat de machinekosten op veel bedrij-ven tussen de 40 en 45 procent van de bedrijfskosten liggen, weegt deze stijging ook flink door in de totale kostenstijging.Voor komend jaar is het nog afwachten hoe de kosten zich zul-len ontwikkelen, aldus Maurice Steinbusch, die binnen CUMELA Nederland verantwoordelijk is voor het bijhouden van de kostprijs-componenten. “Hoewel de accijns op diesel per 1 januari opnieuw is verhoogd, hebben we nu nog het geluk dat de prijs iets aan het dalen is. De eerste drie weken is het effect daardoor beperkt. Wat betreft loonkosten is het de vraag of er nog loonaanpassingen zul-len komen als gevolg van de cao-onderhandelingen. De huidige CAO-LEO loopt eind juni af. Bij de machinekosten zal een grotere rol gaan spelen dat de markt voor tweedehands machines moeilij-ker wordt. Dat kan betekenen dat bedrijven meer moeten afschrij-ven, met als gevolg hogere kosten. Iets om niet te vergeten bij de nieuwe tariefberekening.”

kosten met 2,5 tot 3,5 procent gestegenDe kosten in de cumelasector zijn het afgelopen jaar met 2,5 tot 3,5 procent gestegen. Exact is dit moeilijk

te zeggen, omdat het per type bedrijf en soort activiteit verschilt. Vooral het vervallen van de accijnsvrij-

stelling op rode diesel had een groot effect. De gemiddelde brandstofprijs lag afgelopen jaar bijna veertien

procent hoger dan in 2012.

Nieuwe leden

De afgelopen maand meldden zeven bedrijven zich aan als lid van CUMELA Nederland.Loonbedrijf K. Petter EchtenPeter Ziel Agrarische Dienstverlening De GroeveOrgafert BV BestVan Antwerpen BV PuttershoekLoonbedrijf Mts. Van Herwijnen VelddrielJohan Coolen Nederweert-EindAd Raaijmakers Akkerbouw en Gewasbescherming Best

Gewasbeschermingsplan vervalt in 2015, monitor komt

Staatssecretaris Dijksma heeft de Kamer laten weten dat zij het voornemen heeft in 2015 de verplichting van een gewasbeschermingsplan te laten vervallen. In plaats daarvan wil ze een zogeheten gewasbeschermingsmonitor gaan invoeren. Hierin leggen telers achteraf vast welke middelen ze hebben gespoten en welke maatregelen ze getroffen hebben op het gebied van onder andere teeltfrequentie, keuze van uitgangsmateriaal, gebruikte toedieningstechnieken, et cetera. De monitor is vormvrij. Tevens ligt de nadruk op het vergroten van kennisniveau van geïntegreerde gewasbescherming van telers en adviseurs. Voor adviseurs wordt het bestaande vakbekwaamheidsbewijs Bedrijfsvoeren uitgebreid. Het beleids-voornemen wordt half februari in de Tweede Kamer besproken. Dit jaar is het dus nog wel nodig dat klanten een gewasbeschermingsplan hebben, hoe eenvoudig dan ook. Dat is vooral in de veehouderij belangrijk, want het ontbreken van een plan kan leiden tot een korting op de steungelden.

Nieuwe ondernemingsdienst

Agentschap NL en Dienst Regelingen zijn sinds 1 januari 2014 gefuseerd. De naam van de nieuwe organisatie is Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het samen-voegen van de beide uitvoeringsorganisaties is een gevolg van het regeringsbeleid.Met de start van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is één organisatie ont-staan, die een groot aanbod van de overheidsdiensten aanbiedt aan ondernemers. Op de site van de organisatie kunnen bedrijven terecht voor subsidies en regelingen. Het is echter wel even zoeken, want er staat nu wel heel veel bij elkaar. Toch kan het interessant zijn om eens rond te neuzen, want er zijn veel verschillende subsidies te vinden. Wellicht zit daar toch iets tussen.

alg

emeen

nieu

ws

Page 7: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 7

Chantage

Respect is niet te koop. Daar is niets mis mee en we zouden niet anders willen. We zijn een sector die erom bekend staat graag goede kwaliteit te leveren en altijd oplossingsgericht bezig te zijn. Improviseren en innoveren zijn begrippen die stuk voor stuk sym-bool staan voor de cumelabedrijven. Een prima ‘uithangbord’ voor de sector. Toch is daarmee het respect niet onverkort gevestigd.Te vaak zijn we bezig met het oplossen van problemen van de op-drachtgever. Bijvoorbeeld een slechte voorbereiding van het werk: een slechte planning van de afvoer van oogstproducten of het ont-breken van (Klic-)informatie bij ad hoc graafwerkzaamheden.Problemen die ons voor de voeten lopen bij een goede uitvoering van werkzaamheden en die hadden kunnen worden voorkomen als de opdrachtgever zich beter had geprepareerd. De vraag is nu hoe we daarmee omgaan. Benoemen we het probleem en laten we het netjes op het bordje van de probleemeigenaar liggen? Wat is zijn voorstel om tot een behoorlijke oplossing te komen? Vaak gaat het om de extra kosten die gemoeid zijn met het verhel-pen van de gesignaleerde problematiek. Wanneer opdrachtgever en opdrachtnemer niet in staat zijn om zakelijk tot een goede oplossing te komen, ontstaat er al gauw een soort koehandel. Op een al dan niet leuke manier kom je tot een deal, waarvan het maar de vraag is of je daar nu echt gelukkig om kan zijn. Vaker komt het voor dat je als aannemer van werken voor het blok wordt geplaatst, precies op het moment dat je een aanvang met je werk wilt maken en de problemen zichtbaar worden. “Gaat het zo niet lukken? Dan vraag ik wel een ander!” In gangbaar Nederlands wordt dat chantage genoemd. Zou onze wedervraag niet vaker mo-gen zijn hoe fair we met elkaar willen omgaan? “Wil je echt dat ik, als dienstverlener of aannemer van werk, jouw problemen ga oplossen, terwijl mij dat een verlies en/of een groot risico oplevert?” Natuurlijk hoeft de opdrachtgever je niet op je blauwe (of bruine) ogen te geloven. Transparantie over de kostprijs is een gezond uit-gangspunt. Van mensen die dan, willens en wetens, van jou verlan-gen dat je met verlies je werk uitvoert, behoef je ook nooit respect te verwachten. Gelukkig maar dat veruit de meeste opdrachtgevers niet graag willen worden geassocieerd met ook maar enige vorm van chantage. De beste basis voor het zakelijk oplossen van proble-men is het benoemen van de eigenaar.

Jan MarisAlgemeen directeur CUMELA Nederland

COMMENTAAR

Mooie cao voor hoveniers

De sociale partners in de hoveniersbranche hebben afgelopen maand een nieuwe cao gesloten met een aantal opvallende kenmerken. Een belangrijke daarvan is de loonstijging. Die bedraagt 2,5 procent voor een periode van 26 maanden. In die periode gaat het salaris elke zes maan-den met 0,5 procent omhoog, te beginnen op 1 januari 2014. Opvallend is het nieuwe jaarurenmodel dat de partijen zijn overeenge-komen. In deze regeling moet een werknemer per jaar 1930 uur maken, inclusief vakantiedagen. Het staat de werknemer daarbij vrij om die uren over het jaar te verdelen. Per dag kan hij worden ingeroosterd tussen 6.00 en 19.00 uur. Als op een werkdag meer dan 9,5 uur wordt gemaakt, moe-ten deze uren wel als overuren worden uitbetaald. Overige uren gelden gewoon voor het te maken aantal uren per jaar. Uiteraard hangen aan deze regeling een groot aantal voorwaarden. Details daarover kunt u le-zen op de website www.cumela.nl.

Minder ammoniakemissie door verdunnen

Het verdunnen van mest bij het verpompen via een sleepslangsys-teem heeft een prettige bijkomende werking. Uit onderzoek van de Wageningen Universiteit in samenwerking met proefboerderij Zegveld blijkt dat de ammoniakemissie bij gebruik van het sleepvoetensysteem met veertig procent vermindert. Dit is vastgesteld bij een verdunning van één deel water op één deel mest. Het gevolg van het verdunnen is dat de mest wat meer uitvloeit en minder in strookjes ligt. Dit is soms bij inspecties van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een pro-bleem. Het onderzoek laat zien dat door deze manier van werken een verdere beperking van de emissie wordt bereikt, doordat de mest beter in de bodem infiltreert. Het resultaat is dat de stikstof in de mest beter wordt benut, wat een positief effect heeft op de grasproductie. Dit jaar zal het onderzoek worden voortgezet.

Duitse spuitlicentie in 2015

In navolging van andere landen gaat ook Duitsland komende ja-ren een bewijs van vakbekwaamheid invoeren voor personen die werken met gewasbeschermingsmiddelen. De benaming wordt ‘Sachkundenachweis’ en dat heeft een geldigheid van drie jaar. Duitse distributiebedrijven mogen vanaf november 2015 geen professionele middelen meer verkopen aan personen zonder Nachweis. Personen die hiervoor in aanmerking willen komen, dienen eerst scholing te hebben gevolgd. Vervolgens dient er elke drie jaar scholing bijscholing plaats te vinden. Inmiddels is duidelijk dat het Nederlandse bewijs van vakbekwaamheid (spuitlicentie) wordt erkend door de Duitse overheid. Dit is goed nieuws voor de Nederlandse toepassers die op Duits grondgebied spuitwerk-zaamheden willen uitvoeren. Na het indienen van een kopie van de Nederlandse licentie kan een Nachweis worden aangevraagd. Het vol-gen van Duitse (bij)scholing is niet nodig.

Page 8: Grondig 2 - 2014

8 GRONDIG - Februari 2014

all in the familyBedrijfsoverdracht: tijdig beginnen en meer dan overleg met de accountant

Eén op de vijf ondernemers van een familiebedrijf wil de komende vijf jaar het bedrijf overdragen.

Wat velen zich niet realiseren, is dat het succes van zo’n overdracht niet alleen zit in de planning,

maar vooral in de communicatie en aandacht voor de emoties van betrokkenen.

Maar liefst 260.000 familiebedrijven vormen met zeventig procent van alle Nederlandse bedrijven de grootste kurk van de Nederlandse economie. Ze zijn goed voor bijna vijf-tig procent van alle werkgelegenheid en juist door de be-trokkenheid van de eigenaren staat continuïteit voorop en daarmee het behoud van werkgelegenheid.

In de familie blijvenRuim negentig procent van die ondernemers in een fami-liebedrijf is trots op zijn bedrijf en meent dat zijn of haar inspanningen hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en het succes van de organisatie. Daarom wensen ze dat het bedrijf een familiebedrijf blijft en logischerwijs overgaat op een volgende generatie. In slechts zestig procent van de gevallen lukt dat. Als je dat projecteert op ongeveer 23.000 afgeronde bedrijfsoverdrachten per jaar moet je dus con-cluderen dat het bij zo’n 6000 bedrijven niet lukt om tot overdracht binnen de familie te komen. Vaak met goede redenen: soms is er weinig toekomstperspectief voor de onderneming, in andere gevallen ontbreekt er een overne-mer of hebben kinderen of neven of nichten er geen trek

(meer) in. Dat risico loop je bijvoorbeeld als je wacht tot je zeventigste met overdragen, want dan is de volgende ge-neratie mogelijk al elders gesetteld. Soms lukt het ook niet omdat de overdrager en de overnemer er samen niet uit komen. De overnemer vindt zichzelf niet geschikt of juist de overdrager is die menig toegedaan. Ook de overdrager slaat de plank wel eens mis, bijvoorbeeld doordat hij veel te laat start met nadenken over de overdracht. Of dat hij niet of nauwelijks weet of de opvolger wel interesse heeft. Omdat de overdrager vindt dat alles bij het oude moet blijven (“Het gaat toch goed!”) of omdat hij het familiebedrijf wil verko-pen voor de hoofdprijs.

Veel overdrachten op komstSinds 2007 neemt het aantal bedrijfsoverdrachten behoor-lijk toe en dat zal de komende tien jaar zeker nog aan-houden. Die trend wordt versterkt door de economische crisis, maar vooral vanwege de vergrijzing. Driekwart van de toekomstige overdragers is inmiddels ouder dan vijftig jaar en velen van hen zijn nog helemaal niet bezig met een bedrijfsoverdracht. Dat is bijna rampzalig… Een geslaagde bedrijfsoverdracht vraagt in de praktijk immers om een periode van vier tot zes jaar om zaken naar behoren met alle belanghebbenden te kunnen regelen. Accountants en adviseurs hanteren voorzichtigheidshalve vier jaar. Dat is lang, zult u zeggen. Dat moet korter kunnen. Dat zal ook best sneller kunnen, maar - om een mooie Amerikaanse uit-drukking van stal te halen - it takes two to tango. Oftewel: u draagt niet in uw eentje over. Er zijn overdragers en overne-mers, soms meerdere overdragers en nog meer overnemers. Met partners. Meewerkend in het bedrijf of met een eigen carrière. Uit onderzoek van de ING-bank blijkt dat driekwart van de ondernemers pas twee jaar voor hun vertrek gaat nadenken: 75 procent! En 25 procent van de overdragers meent dat je pas op het laatste moment hoeft te kijken naar de overdracht. Dat laatste lijkt regelrecht afkoersen op pro-blemen. Op conflicten, op niet-behandelde onderwerpen, op problemen in de gezagsverhouding met bijvoorbeeld personeel en op onduidelijkheid bij de opdrachtgevers. Wie zichzelf een échte ondernemer durft te noemen, moet toch écht serieuzer bezig zijn met het correct overdragen van zijn ‘levenswerk’.

MaatwerkEen bedrijfsoverdracht kent een aantal stappen die zorg-

on

dern

emersch

ap

Page 9: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 9

vuldig moeten worden gemaakt door alle betrokkenen. Elk bedrijf is anders. Daarom zijn er geen standaardprocedures en is elke overdracht maatwerk. Soms lukt het met uitslui-tend de hulp van de accountant, maar in zulke gevallen is er sprake van goede en open communicatie tussen overdrager, overnemers en hun partners. Er is een plan, een planning, overeenstemming over een koers, over het vervolg van de carrière van de overdrager, over de periode, over wie in de bedrijfswoning gaat wonen, over wie voor welke taken ver-antwoordelijk is…Bovenal is er aandacht voor elkaar en begrip voor elkaars emoties, want die komen er bij kijken. Een ondernemers-vrouw die zich ineens volstrekt nutteloos kan voelen omdat leveranciers haar niet meer aanspreken, een jonge onderne-mer die door het personeel als ‘zoontje van de baas’ wordt aangezien, een overdrager die zich nog te jong voelt om alleen nog voor onderdelen naar de leverancier te moeten of de partner van de overnemer die haar baan in de zorg opzegt om te gaan werken op kantoor, waar schoonmoeder nog van geen wijken weet. Om maar eens wat te noemen. Al deze zaken zou je vooraf met elkaar moeten doornemen. Het niet bespreken ervan leidt namelijk tot onduidelijkheid en angsten en daarmee tot vertragingen en hakken in het zand.

ProcesregisseurTijdens de wintereditie van de Jongerendagen - een zaal vol met 86 (potentiële) overnemers en jonge ondernemers en hun partners - kwamen vooral de emoties en de communica-tie rondom de bedrijfsoverdracht aan bod. Juist daar kunnen de meeste overnemers en overdragers professionele hulp gebruiken, zo blijkt. Hulp in de vorm van een voortgangs-traject, een stappenplan waardoor je alle aspecten van de overdracht bespreekt. Hulp bij een ontwikkelingsplan voor de opvolger, bij het doorlichten van bedrijfseconomische zaken en bij het verkrijgen van marktinformatie. Maar ook hulp door de communicatie tussen partijen te bevorderen of zelfs weer op gang te brengen. Hulp van wat we bij CUMELA Nederland tegenwoordig een ‘procesregisseur’ noemen: een deskundige adviseur die met alle betrokkenen overlegt, die de voortgang bewaakt en ervoor zorgt dat alle aspecten - ook de emoties - aan bod komen, zodat binnen een redelijke termijn een overdracht tot tevredenheid van alle partijen wordt gerealiseerd. CUMELA Nederland is als geen ander de partij die je inschakelt op gebied van bestemmingsplannen, bedrijfseconomische en juridische advisering maar vreemd

genoeg worden we weinig betrokken bij bedrijfsoverdrach-ten in de cumelasector. Als procesregisseur kunnen we daar beslist ons steentje bijdragen met de kennis en ervaring die we hebben opgebouwd. Als objectieve partner van alle be-trokkenen en zo nodig in nauwe samenwerking met andere adviseurs zoals uw eigen accountant. Denk nog eens even terug aan een overdrachtsperiode van vier tot zes jaar en stel uzelf dan de vraag of er in die komende zes jaar bij uw bedrijf een overdracht op stapel staat. Vraag uw bedrijvenadviseur dan eens welke diensten CUMELA Nederland in huis heeft om met u te koersen naar een geslaagde overdracht. Waarbij het bedrijf op een goede wijze ‘in de familie’ blijft.

Tekst: Michiel PouwelsFoto: Beeldbank CUMELA Nederland

De adviseurs van CUMELA Nederland kunnen als procesregisseur een belangrijke rol spelen bij uw bedrijfsoverdracht.

Page 10: Grondig 2 - 2014

Erfahren. innovativ. futtererntespezialist.

Vicon Trommel- und Scheibenmähwerke Vicon Wender und Schwader

Vicon variable und Festkammerpressen Vicon Düngerstreuer

Vicon TransportlogistikVicon Ballenwickler

Effizienz von Anfang bis Ende der Erntekette.Kosten sparende Ernteverfahren und -ketten von Vicon garantieren Ihnen sauberes, qualitativ erstklassiges Futter. Die neuen Kombiwagen und Silageverteiler z. B. sind unter Profis ein Geheimtipp. Auch bei Pressen, Mähwerken, Wendern, Schwadern und Wicklern können Sie sich auf Vicon verlassen. Und schließlich zählt auch auch die ISOBUS-Kompetenz des Marktführers. Das ist EfficiEnt farming.Kverneland Group Deutschland GmbH, Coesterweg 25, 59494 Soest, Telefon 02921 3699-0, Telefax 02921 3699-408 www.kvernelandgroup.de

Het professionele pakket van Vicon bestaat uit innovatieve producten met onderhouds- en

gebruiksvriendelijke eigenschappen waarmee lange werkdagen perfect worden ondersteund.

Neem bijv. de onderhoudsvrije, hydraulisch aangedreven pick-up en automatische laad- losfunctie. Kverneland Group Benelux BV - De Dommel 38-40 - 8250 AD Dronten - T +31 321 387 110 www.vicon.nl

Tijd voor de volgende stap!

Vicon RF vaste kamer persen IsoMatch Tellus ISOBUS terminal met automatische laad-

en losfunctieVicon Rotex 550 opraapwagenVicon RV variabele kamer persen

Vicon RF 3325 FlexiWrap perswikkel combinatie Vicon Rotex Combi 800 dubbeldoel opraapwagen

IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal

Gemaakt vóór en door professionals

Zuidweg 13-15 • Postbus 52 • 4413 ZH KrabbendijkeT 0113 - 50 26 10 • F 0113 - 50 61 46I www.gebrweststrate.nl • E [email protected]: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten

Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.

Informeer ook naar ons ruime aanbodgebruikte veldspuiten!

NV-SA

DELVANO veldspuiten

Page 11: Grondig 2 - 2014

Erfahren. innovativ. futtererntespezialist.

Vicon Trommel- und Scheibenmähwerke Vicon Wender und Schwader

Vicon variable und Festkammerpressen Vicon Düngerstreuer

Vicon TransportlogistikVicon Ballenwickler

Effizienz von Anfang bis Ende der Erntekette.Kosten sparende Ernteverfahren und -ketten von Vicon garantieren Ihnen sauberes, qualitativ erstklassiges Futter. Die neuen Kombiwagen und Silageverteiler z. B. sind unter Profis ein Geheimtipp. Auch bei Pressen, Mähwerken, Wendern, Schwadern und Wicklern können Sie sich auf Vicon verlassen. Und schließlich zählt auch auch die ISOBUS-Kompetenz des Marktführers. Das ist EfficiEnt farming.Kverneland Group Deutschland GmbH, Coesterweg 25, 59494 Soest, Telefon 02921 3699-0, Telefax 02921 3699-408 www.kvernelandgroup.de

Het professionele pakket van Vicon bestaat uit innovatieve producten met onderhouds- en

gebruiksvriendelijke eigenschappen waarmee lange werkdagen perfect worden ondersteund.

Neem bijv. de onderhoudsvrije, hydraulisch aangedreven pick-up en automatische laad- losfunctie. Kverneland Group Benelux BV - De Dommel 38-40 - 8250 AD Dronten - T +31 321 387 110 www.vicon.nl

Tijd voor de volgende stap!

Vicon RF vaste kamer persen IsoMatch Tellus ISOBUS terminal met automatische laad-

en losfunctieVicon Rotex 550 opraapwagenVicon RV variabele kamer persen

Vicon RF 3325 FlexiWrap perswikkel combinatie Vicon Rotex Combi 800 dubbeldoel opraapwagen

IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal IsoMatch Tellus ISOBUS terminal

NIEUW 435s|WIELLADER

De Koning van de gras/mais Kuil.

De Koning van de gras/mais Kuil.

nieuwe

28MINDER BRANDSTOFVERBRUIK*

%

230MEESTE VERMOGEN IN ZIJN GEWICHTSKLASSE

pk 34SNELLER MET KUILVOER WERKZAAMHEDEN*

%

40MAXIMALE SNELHEID†

kph

NIEUW NIEUW

NIEUW NIEUW

TOT

TOT

Voor meer info, contacteer: JCB Belgium NV +32 (0)89/695050 - JC Bamford NV +31 (0)418/654654. facebook.com/JCBAg www.jcb.com

De nieuwe JCB 435S ziet er niet heel anders uit langs de buitenkant… Maar met een nieuwe comfortabele cabine en zijn 230pk, heeft hij het meeste vermogen in zijn gewichtsklasse, speciaal ontworpen voor toepassingen die veel vermogen vragen. De nieuwe lock-up koppelomvormer bij al de zes versnellingen zorgt voor sterk verbeterde prestaties en brandstofbesparing, plus alle voordelen van JCB LiveLink.

* vergeleken met de JCB 434S † Volgens de lokale wetgeving

Page 12: Grondig 2 - 2014

12 GRONDIG - Februari 2014

mest

Elf vragen en antwoorden over de nieuwe regels

het bedrijfsoverschot van een melkveebedrijf, ondanks uitbreiding van de melkproductie, niet mogen stijgen.

2. Hoe bereken je of een bedrijf een mest-overschot heeft?Voor de berekening van het bedrijfsoverschot neem je de fosfaatproductie van de dieren die gedurende het jaar op het bedrijf aanwezig zijn. Daarvan trek je de plaatsingsruimte op basis van de gebruiksnormen van de bij het bedrijf behorende landbouwgrond af. Tevens trek je daarvan de plaatsingsruimte op de bij het bedrijf behorende natuurgrond af. Voor de aantallen hectares van de beide soorten grond geldt de situatie van 15

1. Waarom is er een verplichte mestverwer-king ingevoerd?De overheid heeft de verplichte mestverwerking per 1 januari 2014 ingevoerd om daarmee de druk op de bin-nenlandse mestmarkt te verlagen en daarmee de nale-ving van de gebruiksnormen te verhogen. Ook het land-bouwbedrijfsleven wilde de verplichte mestverwerking graag, omdat het daarmee wilde bereiken dat de dier-rechten konden worden afgeschaft en er geen melkvee-rechten zouden worden ingevoerd. Inmiddels is duidelijk dat de dierrechten in elk geval tot 2017 zullen blijven en dat er voor de melkveehouderij een referentiehoeveel-heid voor het bedrijfsoverschot komt. In de toekomst zal

verplichte mestverwerking

Afgelopen maand heeft CUMELA Nederland diverse voorlichtingsavonden gegeven

over de verplichte mestverwerking en de andere wijzigingen van de mestwet die op

1 januari zijn ingegaan. Op deze druk bezochte avonden werden veel vragen gesteld

en antwoorden gegeven. In dit artikel de 11 meest gestelde vragen en bijbehorende

antwoorden.

Page 13: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 13

mei, zoals die wordt opgegeven in de gecombineerde opgave (meitelling). Voor de natuurgrond geldt dat de bemesting die op basis van de beheersovereenkomst is toegestaan bepaalt wat de plaatsingsruimte is.Als een bedrijf geen bedrijfsoverschot heeft, heeft het ook geen verplichting tot mestverwerking.

3. Hoe hoog is de verwerkingsplicht?De verwerkingsplicht is voor verschillende gebieden in Nederland verschillend. De verwerkingsplicht is steeds een percentage van het bedrijfsoverschot. Deze percen-tages zijn op dit moment alleen voor 2014 vastgesteld. Voor 2015 zijn al wel indicatieve percentages genoemd. In de tabel staan de verschillende percentages vermeld.

Gebied 2014 2015 (indicatief )

Zuid 30% 50%

Oost 15% 30%

Overig 5% 10%

Als een bedrijf locaties in meer dan één gebied heeft, telt voor het gehele bedrijf het hoogste percentage.

4. Welke uitzonderingen gelden er voor de verwerkingsplicht?Voor de verwerkingsplicht zijn er drie uitzonderingen:•�Er�geldt�een�drempelwaarde�van�100�kilogram�fosfaat;�een veehouder die een verwerkingsplicht van minder dan 100 kilogram fosfaat heeft, hoeft deze niet in te vullen•��Als� een� biologische� veehouder� een� bedrijfsoverschot�

heeft, maar zijn mest afzet bij andere biologische be-drijven (wat hij op grond van zijn certificering als biolo-gisch bedrijf verplicht is), hoeft hij de verwerkingsplicht niet in te vullen.

•��De� regionale� afzetovereenkomst;� een� veehouder� die�minimaal 75 procent van zijn fosfaatproductie op tot het bedrijf behorende grond kan plaatsen en die zijn totale bedrijfsoverschot rechtstreeks binnen twintig kilometer afzet bij andere landbouwbedrijven en dit vooraf contractueel vastlegt, hoeft de verwerkings-plicht niet in te vullen. Op het VDM moet dan de op-merkingscode 71 worden opgenomen. Op de website van CUMELA Nederland is voor leden een voorbeeld van een regionale afzetovereenkomst beschikbaar.

In de pers is ook sprake geweest van een uitzondering voor bedrijven die vrijwel uitsluitend strorijke vaste mest produceren. Deze uitzondering is niet uitgewerkt en daarmee ook niet van toepassing.

5. Hoe kan een boer zijn verplichting invullen?Een boer kan zijn verwerkingsplicht via vier routes invul-len. Daarbij mag hij ook combinaties van deze vier routes gebruiken. De vier routes zijn:•��Het� afsluiten� van� een� vervangende�

verwerkingsovereenkomst.•��Het� afsluiten� van�een�mestverwerkingsovereenkomst.�

Dit kan weer op twee manieren: - Het rechtstreeks afzetten van mest naar een verwer-

ker, waarbij op het VDM opmerkingscode 61 wordt opgenomen.

- Het afsluiten van een driepartijenovereenkomst.•��Het� afzetten� van� mest� naar� eigen� grond� in� het�

buitenland.•��Het� afzetten� van� mest� naar� een� producent� van�

champignonsubstraat.

Page 14: Grondig 2 - 2014

14 GRONDIG - Februari 2014

mest

6. Hoe werkt een vervangende verwerkingsovereenkomst?Bij het afsluiten van een vervangende verwerkingsover-eenkomst (VVO) draagt de ene boer zijn verplichting tot het laten verwerken van mest over aan een andere boer. De andere boer krijgt daardoor een hogere verplichting, die hij op zijn beurt weer moet invullen.Bij het afsluiten van een VVO staat er een schot tussen bedrijven die meer dan vijftig procent van hun fosfaat-producten met kippen of kalkoenen produceren en be-drijven die meer dan vijftig procent van hun fosfaatpro-ductie met andere dieren produceren.De VVO moet schriftelijk worden opgemaakt en duur-zaam (op papier of digitaal) worden vastgelegd. Ook moeten beide partijen de gegevens van de VVO via een webformulier bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl, voorheen Dienst Regelingen) indie-nen. Op de website van CUMELA Nederland is voor leden een invul-VVO beschikbaar.

7. Hoe werkt een Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen met opmerkingscode 61?Als de mest van een veehouder rechtstreeks naar het buitenland of naar een verwerker wordt getranspor-teerd, kan worden volstaan met een VDM met daarop opmerkingscode 61. Een verwerker is in de regelgeving gedefinieerd als een bedrijf dat mest verbrandt of ver-gast tot as met maximaal tien procent organische stof of mest exporteert.Op een VDM mag dus alleen code 61 zijn opgenomen als de leverancier een veehouder is en de afnemer een partij in het buitenland is, een bedrijf dat zelf exporteert of een verwerkingsinstallatie (zoals de biomassacentrale in Moerdijk).De vervoerder meldt de gegevens van het VDM op de normale wijze digitaal bij RVO.nl.Gebruik de opmerkingscode 61 alleen voor de vrachten waarmee de verwerkingsplicht wordt ingevuld. Voor overige vrachten is deze opmerkingscode niet nodig en ook niet wenselijk.

8. Hoe werkt een driepartijenovereenkomst?De driepartijenovereenkomst is een overeenkomst tus-sen een veehouderij, een andere onderneming en een

verwerker. Die andere onderneming is per definitie een intermediaire onderneming en kan bijvoorbeeld een behandelaar van de mest zijn (een bedrijf dat de mest exportwaardig maakt).Van de eerste naar de tweede partij geldt een leverings- en afnameplicht van de mest (voor het aantal kilogram-men fosfaat waarop de overeenkomst betrekking heeft).De driepartijenovereenkomst moet schriftelijk worden opgemaakt en duurzaam (op papier of digitaal) worden vastgelegd. Alle drie partijen melden de gegevens van de driepartijenovereenkomst via een webformulier bij de RVO.nl. Op de website van CUMELA Nederland is voor leden een invul-driepartijenovereenkomst beschikbaar.

9. Hoe werkt de afzet naar eigen grond in het buitenland?Een veehouder die zelf grond in het buitenland heeft, mag zijn verwerkingsplicht met de afvoer van mest naar deze grond invullen. Hierbij geldt een aantal voorwaar-den. De afstand tussen de grens en het perceel mag in Duitsland niet groter zijn dan 20 kilometer en in België niet groter dan 25 kilometer. De percelen moeten in de normale bedrijfsvoering van de veehouder betrokken zijn en moeten in eigendom zijn of er moet een gere-gistreerd pachtcontract voor zijn. In Vlaanderen moet er ook een registratie bij de Vlaamse mestbank hebben plaatsgevonden. De hoeveelheid fosfaat die mag mee-tellen, is zo groot als de gebruiksnorm fosfaat zou zijn als de grond in Nederland zou hebben gelegen.

10. Hoe werkt de afzet naar een champignonsubstraatproducent?Als mest van paarden, pony’s of pluimvee rechtstreeks van het veehouderijbedrijf wordt geleverd aan een pro-ducent van champignonsubstraat kan het VDM met de opmerkingscode 72 als mestverwerkingsovereenkomst gelden. Dit geldt ook als de mest van paarden of pony’s tussentijds kort wordt opgeslagen. Het VDM wordt op de normale wijze digitaal ingezonden naar RVO.nl.Het gevolg is wel dat is bepaald dat de export van champost niet meetelt voor de invulling van de verwerkingsplicht.

11. Hoe werkt het uitruilen van verschillende meststromen?De intermediair of de verwerker kunnen ervoor kiezen om in plaats van de gecontracteerde mest andere mest te gebruiken om de verplichtingen van een driepartij-enovereenkomst mee in te vullen. Zo kan een interme-diair relatief dunne rundveemest contracteren en dikke varkensmest behandelen of leveren aan de verwerker. Hierdoor kan mest worden geëxporteerd die veel ge-schikter is voor de export door de hogere gehaltes in de behandelde mest.

Tekst: Hans Verkerk Beeld: CUMELA Nederland en Dienst Landelijk Gebied

Nog vragen?Op de website van CUMELA Nederland staat uitgebreide informatie over de verplichte mestverwerking. Ook zijn daar voorbeeldovereenkomsten beschikbaar. Ook de laatste informatie over het oplossen van knelpunten en nieuwe mogelijkheden zal op de website worden weergegeven. Heeft u na het raadplegen van de website toch nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de CUMELA-infolijn, tel. (033) 247 49 99.

Page 15: Grondig 2 - 2014

VERZEKERINGEN BV

Correspondentieadres:Postbus 1156 3860 BD NijkerkTel. (033) 247 49 60Fax (033) 247 49 61

Word eigen risicodrager WGA

Bezoekadres:Nijverheidsstraat 13 te NijkerkE-mail [email protected] www.cumelaverzekeringen.nlAFM vergunningsnummer 12004236

Voor specialisten in

groen, grond en infra

CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agra-risch loonwerk, grondverzet, in-fra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitste-kend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.

Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar [email protected] www.cumelaverzekeringen.nl

CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!

Regel dit voor 1 april a.s.!

Scherpe premie

Beheersing van uw WGA lasten

Beperking van verzuim door intensieve begeleiding

Ondersteuning van de specialisten van CUMELA

Overstap per 1 juli 2014

Ook u kunt per 1 juli 2014 eigen risicodrager zijn voor de WGA.

Vraag dit dan aan vóór 1 april. Mail naar [email protected]

of bel met 033-2474965. Wij berekenen dan voor u hoeveel

u bespaart.

Met de verzekering voor de cumelasector bent u verzekerd van:

Door een lager verzuim een � inke kostenbesparing

14-02 Eigen risicodrager 1-1.indd 1 20-01-14 12:27

Page 16: Grondig 2 - 2014

www.lely.com innovators in agriculture

HARVEST RESULTS.

Het nieuwe maaien

BESPAAR 1 LITER PER HECTARE De unieke aandrijving door middel van een centrale as in de maaibalk zorgt voor een beduidend lagere vermogensbehoefte. Tests wijzen uit; 1 liter brandstofbesparing per ha!

Interesse? Kijk voor een dealer in de buurt op www.lely.com of mail naar [email protected]

FS-Splendimo-NL13053-Grondig-236x303-JDV.indd 1 4/22/2013 4:36:39 PM

Page 17: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 17

ver

zek

erin

genbeperk de financiële risico’s

De verzekeringstechnische aspecten van mestopslagen

Bij de opslag van mest kan veel mis gaan. Het is in dat geval zaak de gevolgen zoveel

mogelijk te beperken. Tegelijkertijd is het dan prettig als je erop kunt vertrouwen dat de

kosten zijn te verhalen op een verzekering, zoals een aansprakelijkheidsverzekering voor

bedrijven of een milieuschadeverzekering.

Er kan heel veel mis gaan met een mestopslag. Zo kan de silo openbarsten als gevolg van een eigen gebrek aan de silo, waardoor de mest in één keer wegloopt. Een andere mogelijkheid: koperdieven hebben het voorzien op de bronzen afsluiter van de silo en stelen die, waarna de silo leegloopt via het gat van de afsluiter die er niet meer zit. Een menselijke fout behoort ook tot de mogelijkheden. U of één van uw medewerkers kan bijvoorbeeld vergeten na afloop van de werkzaamheden de afsluiter dicht te doen.Welke verzekeringen zijn nodig om de gevolgen van dit soort gebeurte-nissen te dekken? Allereerst is er de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven. Die dekt de schade die mogelijk aan derden ontstaat, zoals wan-neer het gebouw van de buurman schade oploopt en die schade niet el-ders is verzekerd of niet tegen dit soort gebeurtenissen, of schade aan een toevallig op dat moment passerende auto of fietser. Let op dat in de ver-zekerde hoedanigheid vermeld staat dat er aan distributie en opslag van mest wordt gedaan, naast uw overige werkzaamheden als cumelabedrijf.

MilieuschadeverzekeringTen tweede is er de milieuschadeverzekering, inclusief een bij-derdendek-king. Op deze polis zijn de opruimingskosten voor de weggelopen mest gedekt. Zorg ervoor dat het verzekerde bedrag voldoende hoog is. Zeker als de mest in sloten en vaarten terecht komt en wordt verdund, zullen er veel vrachtwagens met verdunde mest moeten worden afgevoerd en tij-delijk elders worden opgeslagen. Het is van belang om op deze polis de adressen van alle door uw bedrijf gebruikte silo’s te vermelden. De bij-der-dendekking geeft dekking als u tijdelijk een tussentijdse opslag, zoals een mestcontainer, ergens neerzet en daar iets mee gebeurt wat schade aan het milieu veroorzaakt. Voor wat betreft de milieuschadeverzekering wordt als eis gesteld dat de opslag van dunne mest, anders dan in kelders, moet plaatsvinden conform de bepalingen van de Bouwtechnische richtlijnen mestbassins (BRM) 1990. Daarin is ook een keuringseis van toepassing. Als niet aan deze keuringseis is voldaan, is er geen dekking op de milieuscha-deverzekering. Mestopslagen moeten elke tien jaar worden gekeurd.Ook mobiele mestopslagen (zakken) dienen bij de milieuschadeverze-keraar te worden aangemeld. Een probleem hierbij kan zijn dat het voor deze vorm van opslag niet lukt om aan de BRM-eisen te voldoen. Informeer daarom naar de mogelijkheid om deze zakken tegen afwijkende voorwaar-den (zonder keuringseis) alsnog mee te verzekeren. Veelal zal een toeslag worden berekend. Verder verdient het aanbeveling beide verzekeringen bij dezelfde verzekeraar onder te brengen.Heeft u nog vragen of opmerkingen neem dan contact op met CUMELA Verzekeringen of met uw eigen verzekeringsadviseur.

Tekst: Ralph de HartFoto: Cumela Communicatie

Wat te doen bij incidenten? •��Neem�contact�op�met�het�calamiteitennummer�van�het�be-

voegde waterschap. Dat is dan mede betrokken bij en verant-woordelijk voor de eventueel te nemen vervolgacties en het vastleggen van de situatie. Het waterschap kan dan ook een proces-verbaal van bevindingen opmaken. Daarmee kunt u de verloren gegane hoeveelheid fosfaat en stikstof in de richting van de overheid verantwoorden voor uw mestboekhouding.

•��Neem� ook� contact� op� met� uw� verzekeringsadviseur,� zodat�deze de schade bij de verzekeraar kan melden.

•��U�als�ondernemer�heeft�er�zelf�meestal�goed�zicht�op�waar�u�het best sloten kunt afdammen en of u dat zelf of door een collega kunt laten doen. Als er nog functionerende aftappun-ten aan de silo zitten, zijn er verschillende opties, zoals leeg-rijden, overpompen naar een andere opslag of in het uiterste geval (na overleg met het waterschap) gecontroleerd in een afgedamde sloot leeg laten lopen.

Page 18: Grondig 2 - 2014

18 GRONDIG - Februari 2014

geen geld verspillenCUMELA Advies helpt bij terugdringen van faalkosten

“Opdrachten verwerven is niet meer vanzelfsprekend. Tarieven staan onder druk en de marktprijzen

zijn slecht. Rendementen zijn minimaal of ontbreken. En toch presteren bedrijven het nog steeds om

geld te verspillen”, zo betoogt Helmy Coenen van CUMELA Advies. “Nog erger komt ook voor: werk-

zaamheden worden eenvoudigweg niet afgerekend.”

De adviseurs van CUMELA Advies willen de individuele onder-nemer een spiegel voorhouden en met hen meedenken om die zogenaamde faalkosten terug te dringen. “Het gaat over kleine ingrepen, werkvoorbereiding en het motiveren van mensen”, zegt Helmy Coenen. Wist u overigens dat faalkosten terugdringen veel meer financieel effect heeft dan nieuw werk genereren? Bij faalkosten heeft u het werk al binnen, aldus Coenen.

VoorkomenFaalkosten zijn kosten die tijdens de uitvoering van een werk moeten worden voorkomen. Je kunt trouwens beter spreken van verspilling, want de meeste ‘fouten’ worden onbewust ge-maakt. We weten dat klanten aan wie wij slecht werk leveren ontevreden worden en naar de concurrent lopen. Slechte kwa-liteit�maken�is�ook�kostbaar;�je�moet�repareren�en�soms�krijg�je�te maken met boetes of schadeclaims. Faalkosten verbinden we vaak aan iets fout doen. Een niet onbelangrijk deel van de faalkosten ontstaat echter door een slechte voorbereiding en door de werkzaamheden niet in één keer goed te doen. De medewerkers van CUMELA Advies merken dagelijks dat faalkosten grotendeels pas worden opgemerkt tijdens de uitvoeringsfase, maar vaak ligt de eigenlijke oorzaak al eerder in het proces, in de werkvoorbereiding. Ook onvoldoende mentaliteit en betrokkenheid zorgen voor onnodige kosten. Waarom doen opdrachtnemers het niet gewoon in één keer goed?Faalkosten bepalen in grote mate het rendement van een werk. Zorgvuldig afrekenen maakt het opbrengstenplaatje compleet.

Actueel inzichtJuist in moeilijke tijden is het belangrijk om actueel inzicht te hebben in bijvoorbeeld uw financiële administratie. Met de juiste instrumenten kunt u tijdig bijsturen en houdt u meer grip op debiteuren en banksaldi. Managementinformatie noemen we dat. Ook de bank heeft meer vertrouwen in uw onderneming als de cijfers op orde zijn. Een juiste automatise-ring kan een bijdrage leveren in het terugdringen van kosten. Denk aan een goede calculatie en projectadministratie en wel-licht een betere tijdsregistratie, werkbonnen, weekstaten en facturatie.

Tekst: Jan van der Leij

BezinningHelmy Coenen: “Ik kom bij veel aannemers over de vloer. Veel bedrijven laten na te declareren waar ze recht op hebben door het ontbreken van bestekken-nis,� inzicht�en�accuratesse;�wie�zal�het�zeggen?�Uitvoerders� laten�procenten�liggen die ze simpel aan hun rendement hadden kunnen toevoegen.”De realiteit is dat u als ondernemer continu aan het rennen bent, heeft gesne-den in de kosten en alles heeft geprobeerd om de omzet op peil te houden. Zit u nog wel in de goede markt? Heeft u het juiste product? Doet u de goede dingen? Waar laat u wat liggen? Zijn er alternatieven en wat zijn de financiële consequenties? Moet u uw beleid en/of strategie bijstellen? “Allemaal vragen waar ik bedrijven mee wil en kan helpen. CUMELA Advies denkt graag met u mee over kansen en mogelijkheden. Huur een adviseur een middag of avond in om te brainstormen. Als lid van CUMELA heeft u recht op twee of vier uur gratis dienstverlening per jaar. Heeft u deze uren al ingezet? Voor € 200,- komt er al een adviseur bij u op bezoek. Zelfs met kleine verbeterstapjes zult u al merken dat de efficiëntie toeneemt en de faalkosten afnemen.”Een adviseur van CUMELA Advies helpt u graag verder. Neem voor een af-spraak contact op met Helmy Coenen via (033) 247 49 00 of stuur een e-mail naar [email protected].

Page 19: Grondig 2 - 2014

tel: 0546 644 [email protected]

www.eversagro.nlBouwlandbemesters

Deelbare cultivatoren Graslandwoelers

Graslandbeluchters Diepwoelers

Grondbewerking voor de professional !

advertentie

GRONDIG - Februari 2014 19

In deze rubriek behandelen we iedere maand een onderwerp op het gebied van aanbestedingen en het aannemen van werken. Heeft u ook een vraagstuk, laat het CUMELA Nederland weten.

IN KORT BESTEKWijzigingen en fouten in bestekken

Beste Jan,Ik heb voor mijn inschrijving de inschrijfstaat gebruikt die bij het bestek was gevoegd. Dit was een RSX-bestand, waarmee ik ook heb gecalculeerd. Nu blijkt dat mijn inschrijving onvolledig was. In de nota�van�inlichtingen�was�een�nieuwe�post�opgevoerd;�die�heb�ik�over het hoofd gezien. Is mijn inschrijving terecht terzijde gelegd?

Beste aannemer,Met de stelling van de aanbestedende dienst dat het RSX-bestand slechts een hulpmiddel is, ben ik het niet eens. RSX is een normaal middel om informatie uit te wisselen, dat u tevens in staat stelt met uw eigen programma te calculeren.Maar hoe nu om te gaan met de wijzigingen op basis van de nota van inlichtingen. Het is niet toegestaan om een inschrijfstaat zo-maar, zonder directe noodzaak, zelf aan te passen. In de Standaard 2010 staat echter expliciet vermeld dat bij de inschrijving een slui-tende ontleding van de inschrijfsom moet worden geleverd. Er ontstaat een confl ict als je het werk moet uitvoeren conform het bestek met daarin de aangebrachte wijzigingen (zo staat het in de UAV), maar wat als je deze wijzigingen niet kunt verwerken in de inschrijfstaat? Voor zowel de aanbesteder als de inschrijver weegt het hebben van een sluitende ontleding dus erg zwaar. Tegen deze achtergrond moet de inschrijver de inschrijfstaat dan ook wijzigen als dit door de nota van inlichtingen aantoonbaar noodzakelijk is. Dit betekent dat daar waar de nota van inlichtingen expliciet meldt dat besteksposten moeten worden toegevoegd of verwijderd, dit ook in de inschrijfstaat moet worden doorgevoerd. In uw geval had u een nieuw RSX-bestand moeten opvragen. Liever een nieuw be-stand dan het eigenhandig aanpassen van de inschrijfstaat, zeker als de�aanbestedende�dienst�geen�tekst�heeft�aangeleverd;�inschrijvers�staan dan namelijk weer met dezelfde tekst aan de streep. Nadeel is dat u alles opnieuw zult moeten inkloppen. Met regelmaat staan er in bestekken ook fouten, is de aankondiging onvolledig of is er een discrepantie tussen de aankondiging en het bestek of tussen het bestek en de tekeningen. Steeds vaker zien we dat de rechter van professionele inschrijvers een pro-actieve houding verwacht en dat fouten niet direct in het voordeel van de inschrijvers worden uitge-legd. Alle documenten lezen, controleren

Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW

Page 20: Grondig 2 - 2014

20

socia

le zak

en

GRONDIG - Februari 2014

Ferdi Verberk (49 jaar) is al ruim zes jaar werkzaam bij Elco in het Noord-Brabantse Elsendorp (Gemert). Aan het roer van de onderneming staan de broers Ben en Hans van den Elzen. Samen runnen ze een bedrijf met ruim 25 vakkundige werk-nemers dat gespecialiseerd is in de aanleg en onderhoud van sport- en recreatieterreinen, golfbanen, openbaar groen en natuurbouw.

Vanaf begin april tot eind november werkt Ferdi op een maai-machine en verzorgt hij het onderhoud aan sportvelden en recreatieterreinen. Dit werk mag gerust zijn passie worden genoemd. “Als je achterom kijkt en het sportveld ligt er weer strak bij, geeft dit veel voldoening.”Ferdi geniet een grote mate van zelfstandigheid en kan zijn werk zelf inplannen. “Als het plaatselijk regent of de kwaliteit van het veld is onvoldoende, bel ik zelf naar andere beheer-ders of ik daar terecht kan”, vertelt hij. Naast het leveren van

kwaliteit vindt Ferdi het belangrijk om een goed contact te onderhouden met de sportveldbeheerders.

AfrikaNaast zijn werk op de maaimachine heeft Ferdi nog een andere passie, namelijk Afrika. Deze passie is bij Ferdi in 2004 ontstaan na een vakantie in Namibië. Hier is bij hem en zijn vriendin Inge de drang ontstaan om meer voor de mensen in Afrika te willen betekenen. Ferdi kenmerkt zich als een praktisch inge-steld persoon en begreep al snel dat schoon drinkwater van groot belang is voor de plaatselijke bevolking. In 2005 is Ferdi begonnen met zijn eerste waterproject in Namelok in Kenia. In eerste instantie werden er touwpompen op de waterputten geplaatst, nu worden er professionele pompen ingezet. Door de opbrengst van de akkerbouw kunnen meerdere boeren zelf een nieuwe pomp aanschaff en. De ‘geleende’ pomp wordt dan weer bij een nieuw waterproject ingezet. Door de teelt

het combineren van twee passies ‘Gewoon’ doorwerken (deel 2)

In Grondig wordt in drie afl everingen aandacht besteed aan het onderwerp levensfasebewust personeels-

beleid onder de titel ‘gewoon’ doorwerken. In sommige situaties is ‘gewoon’ namelijk niet altijd gewoon en

vergt het van zowel werkgever en werknemer de nodige creativiteit en inspanning om te zoeken naar de

juiste samenwerking.

Page 21: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 21

Campagne Mooi Vak ManDe campagne Mooi Vak Man is een initiatief van de vier sociale partners in de cumelasector: CUMELA Nederland, Vakvereniging Het Zwarte Corps, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. De campagne is ontwikkeld om werknemers en werkgevers in de cumelasector zo lang mogelijk met ple-zier en gezond aan het werk te houden. Het bevorderen van een goede communicatie tussen werkgever en werknemer over thema’s als veilig werken, langer gezond en met plezier blijven werken, scholing en ontwik-keling en een goede balans tussen werk en privé is een voorwaarde om als sector succesvol te blijven. Zo gaan werknemers zichzelf verantwoordelijk voelen om gezond aan het werk te blijven en zullen werkgevers dit stimu-leren en hun personeelsbeleid daarop afstemmen.Kijk voor meer informatie op www.mooivakman.nl en blijf op de hoogte door Mooi Vak Man te ‘liken’ op Facebook.

Heeft u ook een bijzondere werknemer in dienst met hart voor de zaak, laat dit ons weten. [email protected]. Want goede voorbeelden in de cumelasector horen wij graag.

Stichting NamelokStichting Namelok (www.namelok.nl) is in oktober 2005 opgericht en heeft als doel de leefsituatie van diverse gemeenschappen in Kenia te verbeteren door het realiseren van waterputten. De oprichting van deze stichting vond plaats naar aanleiding van een belangeloze uitzending naar het plaatsje Namelok (wat in het Masai ‘zoet’ betekent). Dit dorp ligt in Kenia, aan de grens met Tanzania. Het brengen van geld naar dit gebied zou geen meerwaarde bieden. Wat ter plaatse nodig is, zijn met name waterputten voor schoon drinkwater. Voor dit waterproject is onder meer samengewerkt met de Technische Universiteit Twente, alwaar speci-fieke kennis aanwezig is omtrent de aanleg van zogenaamde touwputten. Sinds de oprichting van de stichting zijn al meer dan 181 waterprojecten gerealiseerd.

van onder meer groente en fruit kunnen de boeren voorzien in de eigen levensbehoefte, maar de producten zijn ook bestemd voor de verkoop op lokale markten en ver daarbuiten. “De enorme waardering die je voor de hulp van de lokale bevol-king krijgt, is de belangrijkste drijfveer om door te gaan”, vertelt Ferdi. Het vergt de juiste samenwerking van de lokale bevol-king om putten te graven en waterleidingen te leggen”, legt hij uit. Ferdi en zijn vriendin Inge spelen een belangrijke rol bij het stroomlijnen van dit alles. Steeds meer lokale gemeenschappen in Kenia nemen contact op met stichting Namelok om een water-project op te starten.

FlexibiliteitMet drie maanden in Afrika en acht maanden per jaar bij Elco ziet ook Ferdi in dat hij niet een ‘standaard’ werknemer is. Hij is niet materialistisch ingesteld en hecht in die zin weinig waarde aan een groot huis of een mooie auto. Hij wil nu genieten van het leven door zijn werk in Afrika en niet wachten tot hij 67 jaar is en zijn gezondheid het mogelijk laat afweten. Ongemerkt werken werkgever en werknemer mee aan levensfasebewust personeelsbeleid.Dat zijn werkgever hem de mogelijkheid biedt om beide passies te combineren, kan Ferdi zeker waarderen. Met passen en meten hebben Ben van den Elzen en Ferdi een juiste samenwerking ge-vonden. Ferdi is in dienst op basis van een 32-urige werkweek. In het maaiseizoen werkt Ferdi tot zelfs 45 uur per week. Deze uren worden in de winter in tijd voor tijd ingezet samen met de atv-dagen en een aantal vakantiedagen om een periode van drie maanden te overbruggen. Aangezien dit niet altijd toereikend is, is er op dit moment gekozen om met tijdelijke contracten te wer-ken. Ferdi heeft elk jaar de zekerheid dat hij weer terug mag ko-men. Ben: “We kunnen hem in dit werk niet missen. Vanwege het seizoensgebonden werk is dit ook voor ons een uitkomst, omdat we Ferdi in de zomermaanden hard nodig hebben. Het maaien en onderhouden van sportvelden is specialistisch werk, waar we de juiste vaklieden voor nodig hebben.” Goed werkgeverschapBen volgt de ontwikkelingen van zijn werknemer in Afrika op de voet en zijn bedrijf Elco springt dan ook regelmatig bij door spon-soring van de stichting Namelok. Op de vraag of Ben een voor-beeldwerkgever is, reageert hij nuchter. “Als een werknemer met een verzoek of vraag komt over de aanpassing van werktijden en dergelijke bekijken we de mogelijkheden. Zo hebben we aan een werknemer ouderschapsverlof toegekend voor een bepaalde periode.” Verder merkt Ben dat door de contractvoorwaarde van ‘social re-turn’ bij aanbestedingen hij op een andere manier is gaan kijken naar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Onlangs zijn er twee Wajongers gestart en hebben we elk seizoen een werk-nemer die vanuit een langdurig werkloosheidstraject bij ons is komen werken.”Ook de samenwerking met Ferdi biedt voldoende mogelijkhe-den voor de toekomst. Ferdi: “Het zou mooi zijn als we dit op deze wijze kunnen voortzetten.”

Tekst: Marie-José LamersFoto’s: Marie-José Lamers en Ferdi Verberk

Page 22: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 201422

econ

om

ie

Het zijn van die kansen die je moet grijpen als ze op je pad komen, vindt Jaap-Jan Meilof van het gelijknamige loonbedrijf uit Smilde. Toen afgelopen winter bleek dat mechanisatiebedrijf Tigelaar te koop kwam, was de beslissing dus gauw genomen. “Het is een bedrijf waar we elke week wel een paar keer komen, zeker omdat we daar al onze trekkers vandaan halen. Duidelijk was dat Kort de dealeractiviteiten voor New Holland wilde overnemen, maar een goed magazijn en bijbehorende werkplaats is natuurlijk wel prettig. Zeker omdat de magazijnman graag wilde blijven en door wilde met het bedrijf. Tegelijk geeft het ons ruimte om onze eigen, vol bezette werkplaats wat te ontlasten, door wat onderhoud bij dit bedrijf onder te brengen. Het geeft ons straks ook mogelijkheden om de kosten van onderhoud veel beter in beeld te krijgen.”Het bedrijf dat Meilof heeft overgenomen, is Tigelaar in Smilde, een relatief kleine New Holland-dealer. Dat dealerschap is toen het bedrijf te koop kwam omgezet in een steunpunt van Kort uit Zwiggelte, die zich voor de hele regio aan het ontwikkelen is als grote New Holland-dealer. Om kort bij de klant te blijven, vindt New Holland het wel belangrijk om regionaal steunpunten te hebben voor kleine reparaties en garantiege-vallen, aldus Meilof. “Wij gaan ook geen aparte vertegenwoordiger de weg opsturen, dat gaat allemaal via Kort. Alleen Manitou, waarvan er ook een dealerschap was, ga ik zelf doen.”Omdat er feitelijk sprake was van een beëindiging van de activiteiten van Tigelaar heeft Meilof besloten om onder een nieuwe naam verder te gaan. Als Mechanisatie Centrum Smilde blijft het bedrijf wel op de oude plaats, maar krijgt het een nieuwe uitstraling. “Doordat we de administratie bij ons bedrijf kunnen onderbrengen, kun-nen we wat op de kosten besparen en dat moet met een nieuwe aanpak tot een goed functionerend mechanisatiebedrijf kunnen leiden en een mooie aanvulling vormen op onze eigen activiteiten.”

meilof in mechanisatieHet gebeurt niet elke dag dat een loonbedrijf een mechanisatiebedrijf overneemt. In Drenthe

waagde loonbedrijf Meilof de stap omdat het een kans was die waarschijnlijk maar één keer voor-

komt. Zeker omdat er in combinatie met het eigen bedrijf ook wel voordelen te behalen zijn nu de

eigen werkplaats volloopt.

Claas ziet omzet fors stijgen

Claas heeft de omzet in het boekjaar 2012-2013 met ruim elf procent weten te verhogen tot 3,8 miljard euro. Tegelijk namen de kosten flink toe, want de winst daalde voor belastingen tot 295 miljoen euro. Vooral het aantal personeelsleden steeg�fors;�met�ruim�600�mensen�tot�9697�medewerkers. Dankzij een positieve cash-flow kon Claas wel het eigen vermogen flink vergroten.De fabrikant heeft daarmee flink weten te profiteren van de gunstige situatie in de landbouw, met hoge prijzen. Ook voor komend jaar verwacht Claas de omzet op het hoge niveau te kunnen handhaven, omdat het bedrijf bij boeren en loonwer-kers nog steeds een hoge investeringsbe-reidheid in nieuwe techniek signaleert. Komend jaar verwacht Claas vooral op de trekkermarkt een sprong vooruit te maken als gevolg van de introductie van een fors aantal nieuwe modellen in het afgelopen jaar.

Ophaalbijdrage Deurne, Tilburg, Uden en Lichtenvoorde

In Zuidoost-Nederland is de prijs nagenoeg gelijk aan die van vorig jaar. Het illustreert dat er momenteel sprake is van een stabiele markt. Het is vooral afwach-ten wat het effect is van de komende verplichte mestverwerking. Bron (DCA-markt)

Ophaalbijdrage Barneveld en Markelo

Op de mestmarkt is het ondanks de wijzingen van de Mestwet opvallend rustig. De prijzen veranderen momenteel nauwelijks en liggen in dit gebied iets onder vorig jaar. Bron (DCA-markt)

Page 23: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 23

Samenwerking Iron Planet en MascusTwee online-platforms voor de verkoop van tweedehands machines gaan samenwerken. Daarvoor heeft Iron Planet een minderheidsbelang in Mascus genomen. Mascus is een marktplaats voor machines, met een sterke focus op bouwmaterieel. Iron Planet is vooral bekend als vei-lingsite, waar dagelijks machines worden geveild. Door de samenwerking kunnen klanten machines eenvoudig van de ene naar de andere site verplaatsen om de juiste koper te vinden. Verder zal er voor gebruikers nog weinig veranderen.

Vamil/MIA voor Phytobac blijftGoed nieuws voor de bedrijven die overwegen om over te gaan tot het aanleggen of aanschaffen van een installatie voor het verwerken van afvalwater dat verontreinigd is met gewasbeschermingsmiddelen. Ook dit jaar staan ver-schillende typen biofilters en bijvoorbeeld de Phytobac op de lijst van investeringen die in aanmerking komen voor de Vamil- en MIA-regeling. Je moet natuurlijk wel winst maken om hier wat aan te hebben.

Agrifac Premium ProvenVoor jong gebruikt materieel heeft Agrifac een nieuwe merknaam geïntroduceerd: Agrifac Premium Proven. Onder deze naam komen machines op de markt die niet ouder zijn dan vijf jaar, die een volledige servicehistorie hebben en die volledig zijn nagezien door eigen gecertifi-ceerde monteurs. Na aankoop krijgt de gebruiker één jaar garantie en de mogelijkheid om service en onderhoud weer volledig door Agrifac-monteurs te laten uitvoeren.

KORT NIEUWSCUMELA-Kompas Analyse: beschikbaar werkkapitaal voor investeringen

De afgelopen jaren is het beschikbaar gekomen werkkapitaal van cumelabedrijven bij-na volledig ingezet voor het doen van investeringen en aflossingen blijkt uit deze gra-fiek. In 2012 is er gemiddeld ruim € 305.000,- aan werkkapitaal beschikbaar gekomen. Hiervan werd ruim € 270.000,- besteed aan netto investeringen, ruim € 3000,- werd besteed aan extra onttrekkingen. Hierdoor bleef € 28.000,- over als extra werkkapitaal.Opvallend is het feit dat erin 2010 extra geld in de bedrijven is gestort dan wel dat be-drijven minder geld hebben gebruikt voor privé-bestedingen. In 2009 was de mutatie werkkapitaal negatief. De liquide positie van bedrijven in dat jaar is afgenomen. Het beschikbaar gekomen werkkapitaal wordt gevormd door de cashflow, be-staande uit de winst en afschrijvingen, opname van nieuwe leningen en eventuele desinvesteringen. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn of wilt u de (toekomstige) liquiditeitsstromen van uw bedrijf in beeld brengen, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn via (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar [email protected].

Besteding vrijkomend werkkapitaal

De waarde van mest: rundveedrijfmest

De bemestende waarde van vleesvarkensmest gaat stevig onderuit door de dalende kunstmestprijzen en ligt nu rond de 14,50 euro. Berekend op mest met 7 kg N (65% werkzaam); 4 kg fosfaat; 7,2 kg kali; 1,8 kg magnesium (Bron: LEI).

Prijsdaling compenseert accijnsstijging

Een geluk bij een ongeluk, zo zou je de daling van de dieselprijs op de wereld-markt kunnen noemen. Deze was afgelopen maand net voldoende om de accijnsstijging te compenseren. Bron: CUMELA Nederland.

Page 24: Grondig 2 - 2014

Advies inzake milieu en omgevingUw juridisch adviseur omgevingsrecht helpt u goed op weg

Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij handhavingskwesties, vergunningen, bestemmingsplannen etc.?

Uw juridisch adviseur omgevingsrecht

helpt en begeleidt o.a. bij:

> Vergroten bedrijfsoppervlakte en/of uitbreiding gebouwen

> Milieumeldingen en/of milieuvergunningen

> Het adviseren in geval van handhaving

> Ruimtelijke ontwikkelingen in uw omgeving

> Beoordelen bestemmingsplannen

Meer informatieNeem contact op met CUMELA Advies via telefoonnummer (033) 247 49 40 of [email protected]. Wij helpen u graag goed op weg.

The Power of Green

Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH

Voor Noord-NederlandMartijn van Middelkoop0651 346841

Voor Zuid-NederlandAd vd Hurk0653 241918

� Rondom gelaste maaibalk: robuust, dicht en voor levensduur gesmeerd

� SafeCut: de perfecte overlastbeveiliging van de maaischijven van Krone

� DuoGrip: ophanging in het zwaartepunt met dubbele geleiding voor alle achter-maaiers

KRONE EasyCut

Page 25: Grondig 2 - 2014

wet

ten

en

reg

els

GRONDIG - Februari 2014 25

Subsidie voor leerlingen

Het opleiden van leerlingen wordt ruim gepromoot, niet in de laatste plaats door ons huidige kabinet. Al jarenlang stelt de overheid daar-voor financiële middelen beschikbaar, die via de loonaangifte kunnen worden verrekend. Een eenvoudig toe te passen systeem, dat echter ook eenvoudig misbruik in de hand werkte. Reden voor een nieuwe regeling voor 2014.Deze nieuwe regeling is met ingang van 1 januari 2014 in wer-king getreden. De subsidieaanvraag moet worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl) tussen 2 juni en 15 september 2014. Deze eerste aanvraag omvat een half schooljaar en dus zal de subsidie ook maximaal € 1350,- bedragen. De komende tijd zult u verdere informatie ontvangen over alle ins en outs van de regeling. Maak nu vast een aantekening in uw agenda, zodat u niet vergeet deze aanvraag in te dienen. Begin op tijd, want u heeft informatie van de scholen nodig. In de aanvraagperiode valt de vakantieperiode en scholen zijn dan vaak niet of slecht bereikbaar.In de regeling is aangegeven dat de subsidie op jaarbasis maximaal € 2700,- bedraagt. Dat is het geval als er sprake is van een volledige opleiding en schooljaar. Dan nog blijft het echter de vraag of u in aanmerking komt voor het volledige bedrag. Als er ‘te’ veel aanvra-gen worden ingediend, kan de subsidie naar verhouding worden ver-laagd. Dit is wel een heel bijzondere spelregel. U wordt gestimuleerd om leerlingen in dienst te nemen. U krijgt een vergoeding voor de begeleiding in het vooruitzicht gesteld, maar als ‘te’ veel ondernemers doen wat er van hen wordt gevraagd, wordt maar een gedeelte van de subsidie verstrekt. De herkenning van de positieve prikkel die van deze maatregel moet uitgaan, vraagt wel erg veel creativiteit. Naast de hiervoor genoemde subsidie bestaat voor BBL-leerlingen ook nog steeds de subsidie van Colland Arbeidsmarkt. Deze bedraagt maximaal € 1200,- per schooljaar. Als de leerling nog extra praktijk-training volgt, bestaat de mogelijkheid hiervoor nog eens een extra subsidie van € 1200,- te ontvangen. Totaal kunt u op jaarbasis dus € 5100,- aan bijdragen ontvangen voor een leerling. Wij prijzen ons ge-lukkig dat de instroom van leerlingen voor de opleiding Groen, Grond & Infra op peil blijft en zelfs licht toeneemt. Uit de subsidiebedragen die bij Colland worden aangevraagd, zien we dat lang niet alle werk-gevers een aanvraag indienen. Dat is jammer. Het begeleiden van jonge mensen kost veel tijd, dus is een financiële bijdrage daarvoor gerechtvaardigd.

Hannie ZweverinkDirecteur belangenbehartiging CUMELA Nederland

CAO & zOPremieteruggave Belastingdienst

In het belastingplan 2014 is geregeld dat werkgevers een gedeel-telijke teruggaaf krijgen van de basispremie WAO/WIA (premie Arbeidsongeschiktheidsfonds). Die restitutie bedraagt 28,82 procent van de basispremie die op 30 september 2013 was aangegeven over de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2013. In de beschikking die u eind december van de Belastingdienst heeft ontvangen, staat het door u of uw loonadministrateur aangegeven premiebedrag. U kunt dit con-troleren via de aangiftes van januari tot en met juni 2013. De teruggave moet 28,82 procent zijn. Klopt de berekening van de Belastingdienst niet, dan kunt u bezwaar aantekenen. Dit moet voor 13 februari 2014. Het adres staat in uw beschikking.

Hovenierssubsidie BBL-leerlingen en scholing vakkrachten

Bedrijven die de CAO voor het Hoveniersbedrijf toepassen, kunnen sinds 1 januari gebruik maken van een aantal extra maatregelen die bedrijven moeten ondersteunen bij het behoud van werkgelegenheid en tegen het verlies van goede vakmensen.De maatregelen zijn:•�een�extra�wintervergoeding�van�€�2000,-�voor�het� in�dienst�houden�van�een�BBL’er;•�een�aanvullende�scholing�voor�250�BBL-leerlingen;•�toekomstgerichte�bijscholing�van�vakkrachten.

De regelingen zijn niet onbeperkt beschikbaar, dus als u interesse heeft en van één of meer regelingen gebruik wilt maken, ga dan naar www.cumela.nl voor meer informatie en aanmeldingsformulieren.

Bestemmingsplannen ter inzage

Onderstaande bestemmingsplannen liggen op dit moment ter inzage.

Gemeente Naam plan Planstatus Ter inzage tot en met

Opmeer Landelijk Gebied Opmeer Ontwerp 14 februari 2014

Coevorden Buitengebied Coevorden Ontwerp 25 februari 2014

Hof van Twente Buitengebied Hof van Twente Ontwerp 26 februari 2014

Oosterhout Buitengebied Oosterhout Ontwerp 26 februari 2014

Page 26: Grondig 2 - 2014

26 GRONDIG - Februari 2014

ven

t en v

isiev

ent &

visie

“Wij zijn met een omzet van circa 150 trekkers op jaarbasis één van de grootste zelf importerende dealerbedrijven van Nederland, maar internationaal gezien zijn we te klein om op de langere termijn te overleven.” Het is een prikkelend eerste state-ment in het gesprek dat we voeren met Hans Quint, directeur van Abemec, over de vergevorderde plannen samen te gaan met het Duitse BayWa via het op te richten bedrijf Agrimec BV. “Er is geen sprake van een overname. Agrimec is een aparte be-sloten vennootschap, waarin Agrifirm en BayWa beide participe-ren. In de voorgenomen plannen bezit Agrifirm 51 procent en BayWa 49 procent van de aandelen. Dat betekent dat we onze eigen koers kunnen blijven varen.”De plannen liggen nu ter goedkeuring bij de mededingingsau-toriteiten. Als dat rondkomt - en daar twijfelt Quint niet aan - is Agrimec binnen twee maanden een feit. “Wij hebben meerjarige afspraken met A-merken als Fendt, MF, Krone, Joskin, Lemken. Merlo en Agrifac. Daar wordt niet aan getornd”, zegt Quint stel-lig. Hij wijst bijvoorbeeld druk van Agco voor het exclusief kiezen voor de eigen merken van de hand. “BayWa voert naast Fendt ook Claas via een aparte BV. Zo moet je onze positie ook zien.”

“In de sterke nationale en internationale schaalvergroting moet je groeien om te overleven.”

BayWa is een grote Duitse onderneming met een jaaromzet van zestien miljard euro, waarvan circa 1,1 miljard euro in de mecha-nisatietak. Het bedrijf opereert internationaal en heeft concrete ambities door te groeien. Van oorsprong is het een Beierse co-operatie die is uitgegroeid tot een grote onderneming, deels op coöperatieve basis en deels op uitgegeven aandelen. BayWa heeft net als Abemec een sterk eigen dealernetwerk in Zuid- en Oost-Duitsland. Het bedrijf heeft dus vergelijkbare genen als Agrifirm en Abemec. “Natuurlijk is BayWa veel groter. Dat ver-koopt circa 3000 trekkers op jaarbasis. We voelen ons echter niet het kleine broertje. We zijn volledige partners, die vanuit dezelfde filosofie kansen zien en willen benutten om als onder-nemingen sterker te staan”, zegt Quint. Hij is sterk overtuigd van de noodzaak van deze schaalvergro-ting. “Internationaal gezien behoren we als dealerbedrijf ten opzichte van toonaangevende landen als Duitsland en Frankrijk tot de kleintjes. Wil je sterk staan naar je leveranciers toe en meerwaarde via service en ondersteuning naar de klanten waar blijven maken, dan zul je moeten doorgroeien”, aldus Quint. Hij

geeft aan dat niet groeien direct achteruitgang betekent. “Wij merken dat de laatste jaren al. Waren we een kleine tien jaar geleden met een aandeel - in aantallen - van vele procenten nog een belangrijke speler voor onze leveranciers, nu we door de schaalvergroting in de landbouw teruggaan in omzet is onze positie in een sterk groeiende internationale landbouwmecha-nisatiemarkt zwakker geworden”, vertelt Quint.

Hier liggen volgens hem de winstpunten van de samenwerking. “Nummer één is gezamenlijke inkoop. Als je bij Fendt binnen-komt om ruim 3000 trekkers is dat toch even anders dan dat je voor 150 exemplaren aanklopt. Het zet ons sterker op de kaart, met alle inkoop- en ondersteuningsvoordelen van dien.” De tweede meerwaarde ziet Quint in het bundelen van krach-ten in service en klantondersteuning. “In de elf jaar dat ik hier nu werk, hebben we Abemec omgeturnd van een verkoopgerichte organisatie naar een full-service-gerichte organisatie. Om dat te kunnen, moet je gespecialiseerde mensen en middelen vrij ma-ken. Dat kan alleen met een grote omzet. In Agrimec-verband kunnen we veel meer kennis en ondersteuning bundelen om de klanten die meerwaarde te leveren.”

Quint ziet dat niet alleen in een snelle service en een breder inkoop- en afzetnetwerk, maar vooral ook in kennis. “Belangrijk speerpunt bij ons is dat we samen met de klanten om tafel gaan om te kijken hoe de kostprijs per draaiuur zo ver mogelijk naar beneden kan worden gebracht. Dat is een gezamenlijk belang. Als wij daarin slagen, blijven wij aan de bal”, stelt Quint vast. Hij ziet dat als de moderne manier van zaken doen. “Daar gaat het niet om de laatste cent, maar om commitment en vertrouwen.” Abemec heeft nu al vier vaste vertegenwoordigers puur voor de loonwerkers. Quint noemt verder als voorbeelden de aange-schafte mobiele remmentester, cursussen brandstofbesparing voor loonwerkers en full-service-verzekeringscontracten op maat voor loonbedrijven. Is Agrimec voorlopig het eindpunt? “Nee, het is een nieuwe stap in onze drive om verder te groeien. Dat zal altijd moeten, om-dat de schaalvergroting doorgaat. We groeien nu versneld naar veel minder, maar sterker gespecialiseerde, grotere agrarische bedrijven, dus ook naar minder en sterker gespecialiseerdere loonwerkers toe. Dat betekent dat er in Nederland op termijn zeer beperkt plek is voor full-service-mechanisatiebedrijven. Het is daarom onze sterke ambitie om op termijn een landelijk dek-kend netwerk te hebben. Dat lijkt groot, maar dat is het niet als je naar de omvang van BayWa kijkt”, aldus Quint. Hij geeft aan dat

“ groeien is een must”Abemec-directeur Hans Quint over Agrimec BV

De voorgenomen samenwerking tussen Abemec en het Duitse BayWa is volgens Hans Quint van Abemec een must

voor de toekomst. “Anders worden we te klein”, stelt hij. Quint ziet markt voor sterkere specialisten die meerwaarde

leveren voor klanten. Hij ziet sterke parallellen met cumelaondernemingen en heeft voor ons dezelfde boodschap.

Page 27: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 27

een landelijk dekkend netwerk niet eenvoudig is. “Nederland is behoorlijk bezet met dealerbedrijven voor onze hoofdmerken. Als Agrimec staan we voor de toekomst sterker dit streven te realiseren.”

Zo op het eerste gezicht verandert er direct niets: dezelfde vestigingen, dezelfde vertegenwoordigers, dezelfde service-filosofie et cetera. Quint ziet dat anders. “Voor de loonwerker moet dit een teken zijn dat Abemec doorgaat. Dat we sterker komen te staan op korte en langere termijn. Ook loonwerkers hebben blijvend sterkere partners nodig, waarmee ze duur-zame relaties aangaan teneinde de kostprijs per draaiuur zo laag mogelijk te houden.”Quint heeft een heldere boodschap voor cumelabedrijven. “In feite geldt voor loonwerkers precies hetzelfde: hoe groter je bent, des te sterker je staat naar ons en naar de klant toe. Een grote loonwerker kan scherper inkopen, kan met meerdere hakselaars en opraapwagens gemakkelijker anticiperen naar klanten toe en kan een scherpere kostprijs realiseren.” Dat groeien voor veel cumelabedrijven niet gemakkelijk is, snapt Quint. “Dat is precies hetzelfde als in dealerland. Als het dan niet dichtbij gaat, moet je verder kijken”, stelt hij. Volgens Quint kunnen loonwerkers op vergelijkbare manier samen-werkingsverbanden aangaan met partners in andere streken van het land of zelfs in het buitenland. “Een veehouderij-geori-enteerd loonbedrijf heeft andere pieken dan een akkerbouw-georiënteerd bedrijf. Waarom dan niet mensen en materieel uitgewisseld of zelfs samen optrekken bij de aanschaf daarvan. Hier is een serieuze slag te maken.” Datzelfde geldt volgens hem internationaal. “In Amerika trek-ken gespecialiseerde bedrijven al vele jaren van zuid naar noord. Dergelijke efficiëntievergroting moet in Europa ook mogelijk zijn”, is Quint van mening.

“Alleen grote, sterke specialisten kunnen commitment en vertrouwen leveren .”

Hij meldt dat hij keuzes maken heel belangrijk vindt. “Je ziet nog te veel dat bedrijven alles willen doen. Als bedrijven krach-ten bundelen en elk zich in een deel van de taken specialiseert, ontstaan er sterkere ondernemingen voor de klanten en voor de leveranciers”, aldus de Abemec-directeur. Hij geeft aan dat zijn bedrijf vanuit die filosofie heeft gekozen voor pure land-bouwmechanisatie en takken als tuin en park, melkapparatuur en stallenbouw niet heeft opgepakt. “Onderschat de waarde van dergelijke groeimodellen ook niet voor kredietverstrek-kers, personeel en relaties. Die zien ook dat je doorgaat.” .

Tekst: Gert VreemannFoto: Abemec

Page 28: Grondig 2 - 2014

28 GRONDIG - Februari 2014

sterk w

erk

28

Calamiteitensupport heet de specialiteit die Van der Kolk Zwolle heeft opgebouwd vanuit zijn

veegservice. Het bedrijf klaart calamiteitenklussen en levert deze diensten vanuit een ‘in één

keer alles opgeruimd’-filosofie voor een steeds breder publiek. Het is een specialiteit vol verras-

singen en zonder compromissen, waarvoor Van der Kolk krachtig en flexibel personeel heeft.

in één keer goed opruimenVan der Kolk, Zwolle

sterk w

erk

Page 29: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 29

Weer is er een vrachtwagen van de snelweg geraakt, in dit geval redelijk onschuldig een combinatie met in folie gewikkelde zakjes ‘freeze chill frites’ op de A28. Als de mel-ding via de wegbeheerder op een speciaal 0800-nummer bij Van der Kolk binnenkomt, heeft het bedrijf een minimale aanrijdtijd om ter plekke te zijn. Die telefoontjes komen di-rect binnen bij bedrijfsleider en eigenaar Klaas Alberts. “Dit deel van onze diensten handel ik altijd persoonlijk af. Het moet goed en op het moment van het telefoontje begint tegelijk het anticiperen op de situatie.” Klaas schat in wat voor werk er aan de winkel is. Dat gaat verder dan de weg afzetten en de ‘rommel’ opruimen. “De wegbeheerder gaat het erom dat het verkeer zo snel mogelijk weer ongehinderd door kan rijden. Hoe wij dat regelen, is onze zaak, als het maar veilig, snel, verantwoord en volgens de spelregels gebeurt. Dit is in principe de opdracht. Dat klinkt simpel, maar is het niet als je in één keer volgens onze vaste bedrijfsfilosofie de klus vlot, goed en zo compleet mogelijk afgewerkt wilt klaren.”

Goede voorbereiding Uiteraard is de politie normaal gesproken als eerste aanwezig. Die seint desgewenst de brandweer, een ambulance of zelfs een berger in. Op dat moment is Van der Kolk bezig zijn manschappen op te roepen. Hij heeft daarvoor elke week vijf medewerkers die weten dat ze zeven dagen 24 uur per dag standby moeten zijn. Die manschappen hebben standaard de kleding voor het afzetten van wegen en een ingerichte calamiteitenbus of -vrachtwagen bij zich, zodat ze stante pede naar de plek des onheils kunnen rijden. Een aantal vaste men-sen staat altijd op scherp. Een medewerker die vlakbij de snelweg woonachtig is, heeft altijd een vrachtauto met botsabsorber mee naar huis. Ook kan een medewerker direct de leidinggevende taken van Klaas op het bedrijf overnemen en is schoonvader Rikus van der Kolk, woonachtig bij het bedrijf, altijd paraat om desgewenst direct met een specifiek voer-tuig naar de plek des onheils te rijden. Klaas Alberts rijdt zelf in de eigen pick-up - met uit-schuifbaar signaleringsbord en allerlei hulp-middelen - zo snel mogelijk naar de calamiteit. Op het moment dat Van der Kolk vertrekt naar de gestrande vrachtwagen met frites weet hij al dat de berm nauwelijks is beschadigd, de vrachtwagen redelijkerwijs kan worden vlot-

getrokken, maar dat de vangrail wel schade heeft en er heel veel troep op de weg ligt, mo-gelijk met het nodige vet. Dus worden met-een twee vrachtwagens met botsabsorber, de eigen brandweerwagen en natuurlijk een veegauto naar de plek des onheils gestuurd. In afzienbare tijd is de weg weer vrij en schoon. “Maar dat gaat wel eens anders. Voor een vrachtwagen op zijn kant staat zes tot tien uur, zeker als er politieonderzoek moet plaatsvin-den of als er waardevolle lading in het spel is. Vaak komt er nog het nodige herstelwerk aan wegdek, berm, beplanting, afrastering, vang-rail en dergelijke bij.”

OnaangenaamStel, er is een vrachtwagen tegen een boom gereden, de berm is flink beschadigd en er zijn ongewenste stoffen gelekt. Er kan (bij bijvoorbeeld bomen) een gevaarlijke situatie zijn. “Daarom hebben we een kettingzaag, een hoogwerker en dergelijke bij ons om direct maatregelen te kunnen nemen. Ook zorg ik dat er een graafmachine en vrachtwagens zijn om verontreinigde grond meteen te kunnen afvoeren en weer met schone grond aan te vul-len. We hebben zelf een brandweerwagen om de weg te kunnen reinigen en reparatiemortel om het asfalt te herstellen”, vertelt Alberts. Hij heeft daarom ook scharen en spreiders bij zich om ijzer te kunnen knippen en openbuigen of om eventueel voertuigen van hekken en afras-teringen los te knippen. Zelfs meetapparatuur voor het geval er (hoogspanning) stroom op voorwerpen staat bij bijvoorbeeld stormscha-de is bij de hand. “Dat is wat ik noem het begin van de zorg. Ik moet continu het draaiboek klaar hebben om de uiterste zorg te kunnen leveren. Zeggen ‘die jongen kan ik nu niet mis-sen’, ‘die machine is net even weg’ of ‘dit kun-nen we niet oplossen’ gaat niet.”Excuses zijn er volgens de ondernemer nooit. “We hebben ons geconformeerd aan de op-dracht en moeten er zijn. Intussen moeten onze andere diensten gewoon doorgaan. De volgende morgen is het gewoon weer vroeg dag. De jongens zijn in principe weer paraat en dan wordt er een oplossing gezocht voor de extra uren. Als het niet meer gaat, plannen we ze in overleg uit.” Vrij plannen van alle werkzaamheden om standby te zijn voor puur de calamiteiten is niet aan de orde. Deze calamiteiteninterven-ties vragen uiteraard veel van de planning en zorgen ook voor belemmeringen in de

Van der Kolk ZwolleVan der Kolk Zwolle is vanuit een agrarisch bedrijf met een loonwerktak doorgegroeid naar een cumelabedrijf met de specialisa-ties veeg- en reinigingswerk, calamiteiten-service, grondwerk en sloop/sanering. Deze omslag is in gang gezet bij de uitbreiding Zwolle Stadshagen. Van der Kolk heeft toen het grondverzet en het veegwerk opgepakt. Het heeft een uitgebreid park van diverse veeg- en reinigingswagens inclusief contai-nerdiensten. Van der Kolk en voert diensten uit voor gemeenten, bedrijven en particulie-ren. De calamiteitendienst is hieruit ontstaan. Klaas Alberts is na de pensionering van Rikus van der Kolk eigenaar en bedrijfsleider. Het bedrijf heeft 25 man in vaste dienst plus nog wat losse krachten. De calamiteiten medewerkers hebben IM plus BRL9101. Het bedrijf is ISO- en VCA-gecertificeerd. Meer informatie: www.vanderkolk-zwolle.nl.

Page 30: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 31

bedrijfsvoering. “De medewerkers weten dat. Ook onze vaste mensen op kantoor, planner Debbie en Wilfred op de administratie, weten hier goed mee om te gaan.”

Sterk personeelOnder het personeel is uiteraard vooraf geïnventa-riseerd wie er wil en kan meedoen aan de calami-teitendienst. Klaas Alberts heeft een ploeg van circa vijftien medewerkers bereid gevonden. Klaas: “Het thuisfront moet erachter staan, de jongens moeten ter plekke zelfstandig kunnen werken en probleem-oplossend kunnen denken en handelen. Ze moeten tegen de ergste situaties kunnen. Via een vast sche-ma weten ze dat ze ruwweg eens per drie weken een week aan de beurt zijn.”Klaas vertelt dat politie, ambulancepersoneel en brandweer uiteraard het eerste werk doen, maar dat de afhandeling daarna aan zijn mannen is. “Het bevrijden van gewonden is de taak van de andere hulpdiensten, maar wij assisteren als het moet ui-teraard wel. Daarna de plek des onheils opruimen doen wij ook. De wegbeheerder levert desgewenst nazorg, maar het begint met jongens die er tegen kunnen. Meedoen vergt veel van onze mensen.”Van der Kolk kijkt inmiddels verder. De calamiteiten-dienst beperkt zich niet alleen meer tot ongelukken op wegen. “Opdrachtgevers, waaronder ook parti-culieren, bedrijven en verzekeraars, schakelen ons steeds meer in bij calamiteiten door bijvoorbeeld storm- en waterschade en wateroverlast”, vertelt Alberts. Hij ziet van daaruit groeipotentie. “Ik zie mogelijkheden ons specialisme verder uit te rollen. Dat kan pas als ik daar meer tijd voor vrij kan ma-ken. Daarom hebben we net iemand aangenomen die taken kan overnemen. Een must om door te groeien.”

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Foto Marcel van Saltbommel, Noord-West Veluwe Foto, Van der Kolk en Vreemann

WoningsaneringKleine sloopwerkzaamheden en sanering van woningen vormen een vaste poot van het bedrijf. Het betreft vooral inpandige sloop- en saneringswerkzaamheden bij verbouwingen en renovaties van woningcomplexen. Naast het binnenwerk voert Van der Kolk ook grondwerken uit voor bijkomende werkzaamheden als leiding- en rioolwerk en bestrating. Het bedrijf werkt voor een aantal grote op-drachtgevers. Het zijn klussen waarbij de bewoners er dikwijls blij-ven wonen. De medewerkers gaan hier zorgvuldig mee om. Hier is het bedrijf actief bij de renovatie van een woningcomplex in het Overijsselse Hengelo voor de plaatselijke woningbouwvereniging.

Afzetten van de weg is de eerste prioriteit. Daarom heeft Van der Kolk vrachtwagens met botsabsorbers en aanhangers met signaleringsborden.

Van der Kolk heeft een brandweerwagen om ter plekke allerhande werk-zaamheden te kunnen uitvoeren, variërend van schoonspuiten tot het knippen van hekwerk en wrakken.

Compleet werk leveren is de troef van Van der Kolk, zoals hier grondwerk om de berm te herstellen na een calamiteit met een gekantelde vrachtwagen.

Page 31: Grondig 2 - 2014

Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig!

Zeer krachtig maïsherbicide

• breed werkingsspectrum • gewasveilig

• snelle werking • snel regenvast

Zeer krachtig maïsherbicide

Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.www.bayercropscience.nl

Page 32: Grondig 2 - 2014

PHYSIOSTART®

Microgranulaat starter

De perfecte start

Goede start? Vraag een muts en sjaal aan op www.physiostart.nl!

• Precisiebemesting met direct opneembaar startfosfaat

• Biostimulant Physio+ bevordert extra haarwortelontwikkeling

• Uniform en stofvrij microgranulaat voor gebruiksvriendelijke dosering

• Extra beworteling stimuleert bodemlevenactiviteit

grow, care and share

Timac Agro Nederland B.V. - www.physiostart.nl Tel. +31 (0)10 204 55 53 - [email protected]

Un membre du Groupe Roullier:

www.roullier.com

Timac_Physiostart_GRONDIG 11-12-13 17:02 Pagina 1

Page 33: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 33

gro

nd

verz

etn

ieiu

ws

Bomenrooier

Geen alledaagse toepassing voor deze Atlas 350MH-overslagmachine die door Reesink-dochter Kemp werd afgeleverd in België. Dit cultuurtechnische bedrijf zet de industriema-chine in bij het rooien van bomen, opschoon-werk, stobbenfrezen en klepelmaaien, maar ook bij het sorteren en overslaan van stammen en rooihout. Hans van Driel - ook een Reesink-dochter - bouwde op klantspecificatie deze 350MH op met een zeventien meter lange giek-armcombinatie met een extra sterke bak-cilinder. De ballast werd verzwaard naar 7,3 ton. De extra loadsensing maakt het mogelijk om tegelijkertijd meerdere hydraulisch aange-stuurde functies naar behoren uit te voeren. De Atlas 350MH draait met een bomenschaar (tot dertig centimeter), frezen, grijpers en een stobbenfrees. De hydraulisch in hoogte ver-stelbare cabine heeft extra led-verlichting, wapening en onbreekbare Lexan-beglazing. Voor extra veiligheid monteerde Hans van Driel twee camera’s: op de giek en op de knikarm. www.hansvandriel.nl

Van drie naar twee…Recentelijk leverde Van Bemmels Belgische moederbedrijf Marcom een dertientons Portafill 5000CT-driefractie-zeefmachine aan een groenvoorzieningsbedrijf. De ma-chine heeft een vierkuubs invoerbunker, een één meter brede invoerband met re-gelbare snelheid en een zeefoppervlak van 2,40 bij 1,20 meter. De zijtransportbanden zijn 75 centimeter breed en de overmaat-band meet één meter. Door zijn compacte afmetingen (10,60 meter lang, 2,27 meter

breed en 2,57 meter hoog) kan de zeef op een normale dieplader over de weg worden vervoerd. Uniek is dat de machine in enkele minuten van een drie- naar een tweefractie-zeefmachine kan worden gezet door via de overmaatband zowel overmaat als middenfractie af te voeren. Zo kun je rechtstreeks de breker voeden en de fijne fractie uit het materiaal halen.

Zeskuubs hoogtkipper

Wel bijzonder, de zeskuubs Hekamp-hoogkipbak die op specificatie is ge-bouwd voor het overslaan van granen en meststoffen met behulp van een wiellader. Deze Liebherr 544 kan grote volumes uit de opslag pakken en komt bij het kippen geheel vlak. De hoogkip-bak reikt over wanden van vier meter hoogte en is deels geconstrueerd uit slijtvast Hardox 500-staal. De cilinders hebben begin- en einddemping en door de uitsparing in de bak valt het tuimelstuk van de laadschop netjes in de bak, zodat de bak horizontaal komt bij het laden. www.hekamp.nl

Verhoeven en Takeuchi DuitslandMet de overname van Schäfer in Mannheim vergroot de Verhoeven Groep zijn werkge-bied voor Takeuchi-(mini)graafmachines met het importeurschap voor Duitsland. Schäfer is sinds 1985 importeur voor Takeuchi, Verhoeven is sinds 1997 succesvol actief voor het Japanse merk in de Benelux. In Duitsland werkt Verhoeven samen met tachtig dealer-bedrijven en de onderneming verwacht daar

in 2014 duizend Takeuchi’s te verkopen, een aantal machines dat Verhoeven in de hoog-tijjaren in de Benelux ook realiseerde. www.verhoevenbv.com

Werklust staakt productieDe eigenaren van de Apeldoornse wiella-derfabrikant Werklust hebben besloten - zo horen we uit betrouwbare bron - om de pro-ductie van de WG-wielladers te staken, mo-gelijk voorlopig, tot de markt weer aantrekt. Werklust gaat door als serviceorganisatie, ge-richt op het onderhouden van de eigen wiel-laders op de Nederlandse markt. Daarnaast maakte Werklust bekend dat het bedrijf co-importeur is geworden van de Zweedse

Ljungby-wielladers. Een move die om uitleg vraagt, omdat Ljungby in Almere een eigen Nederlandse vestiging heeft.

Liebherr BelgiëLiebherr heeft met de grote Franse dealer SomTP afspraken gemaakt voor het invullen van het importeurschap voor zijn grondver-zet- en mijnbouwmachines in België met in-gang van vorige maand. Door het opzeggen van het contract met Matermaco (Mechan Groep) kwam het merk vrij voor België en werd er gespeculeerd over Van der Spek (Liebherr-kranen in de Benelux) en Wynmalen & Hausmann (grondverzet in Nederland) als mogelijke importeurs. Het werd dus SomPT.

KORT NIEUWS

Page 34: Grondig 2 - 2014

groei door kennisVloeibare basismeststoffen: de basis voor een topopbrengst!

meststoffen

Growsol meststoffen is een range van vloeibare meststoffen voor de basisbemesting voorafgaand aan een teelt. Growsol meststoffen bevatten één of meerdere van de elementen stikstof (N), fosfaat (P2O5) of zwavel (S of SO3). Op verzoek kunnen ook sporenelementen worden toegevoegd.

Toepassing vind plaats op of in de grond. Growsol vloeibare basismest-stoffen zijn verkrijgbaar bij de CropSolutions aangesloten bedrijven.

Inlichtingen en bestellingen: www.growsol.eu

• Vloeibare basismeststof met N, P en S• Speciaal voor akkerbouw en vollegrond• Uitermate effectief dankzij betere stikstof-, fosfaat- en zwavelbenutting dan andere vloeibare meststoffen• Nauwkeurige dosering met veldspuit of pomp• Verkrijgbaar in multibox (1000 l) of bulk

CropSolutions is een kwaliteitskeurmerk voor de plantaardige sector waarbij deelnemende toeleveranciers kennis delen, inkoop bundelen en groeiproducten leveren.

CropSolutions_Advertentie_growsol_230x297_2014.indd 1 09-01-14 09:49

Page 35: Grondig 2 - 2014
Page 36: Grondig 2 - 2014

36 GRONDIG - Februari 2014

techn

iek

stille intochtDoosan introduceert nieuwe eigen motoren voor Bobcat

Zonder er al te veel ruchtbaarheid aan te geven, heeft Doosan in Korea een gloednieuwe

motorenfabriek opgestart voor de productie van kleinere Stage IV-drie- en -viercilinders

in de vermogensrange van 37 tot 74 kW (50 tot 100 pk). Deze zullen de bestaande Kubota-

motoren gaan vervangen. De overgang is vrij geruisloos ingezet in de Verenigde Staten

met deze D24 voor de Bobcat 500-serie. Europa volgt later.

Loop je op de Agritechnica op een stand aan tegen een klein notitieblokje met aangekondigde Doosan Infracore-motoren. Volgens de standhouder was dat achtergelaten door Doosan-verkopers om hun nieuwe producten aan ge-interesseerde fabrikanten te vermarkten. Het blokje verraadt al vrij nauwkeurig de details. Het betreft drie motoren, D18, D24 en D34, waarvan de typeaanduiding staat voor de mo-torinhoud (met een komma ertussen). Verder is vermeld dat het gaat om één driecilinder- en twee viercilinder-lijnmoto-ren met vermogens van respectievelijk 37, 54 en 74 kW (50, 74 en 100 pk). De koppels zijn ook opgegeven: 165, 280 en 430 Nm bij 1600 toeren voor de lichtere en 1800 toeren voor

het zwaarste model. En ten slotte het belangrijkste: een roet-filter ontbreekt. De twee kleinste halen de emissie-eisen met alleen een dieseloxidatiekatalysator, de zwaarste met een combinatie van een dieseloxidatiekatalysator en een SCR-unit (AdBlue).

Schone leiDus op internet aan het speuren. Dan wordt snel duidelijk dat Doosan grootse plannen heeft. Op de eigen global site is een persbericht te vinden over de nieuwe motorenfabriek, gevestigd op het Doosan-fabriekscomplex in Hwasu-dong Incheon. De fabriek bestaat uit een bewerkings- en produc-tielijn, een montagelijn, een eigen lakstraat, eigen testfacili-teiten en een opslag/parts-centrale. Het is een ultramoderne fabriek met een monitoringsysteem in realtime van alle data. Er wordt gebruik gemaakt van volledig geautomatiseerde elektronische controlesystemen. Ook is er een zogenaamde ’Vision Check’, waarbij robots de montagecondities in de eindfase continu bewaken. De productie van de eigen compacte motoren is in oktober van afgelopen jaar officieel opgestart met de 2,4-liter-vierci-lindermotor. De 1,8- en 3,4-litermotoren gaan komend jaar in productie. Doosan geeft aan dit jaar circa 10.000 eenheden te willen produceren. Via capaciteitsvergroting van de fabriek wil Doosan daarna snel doorgroeien naar 100.000 motoren per jaar (medio 2016) en op lagere termijn naar circa 200.000 motoren. U zult begrijpen dat de afzet daarvoor niet beperkt blijft tot de Doosan-groep, lees het merk Bobcat.

Hoog inzettenDoosan Infracore geeft aan dat het al in 2008 is begonnen met de ontwikkeling van deze eigen familie kleinere mo-toren voor de hoogste emissienorm, Stage IV. De motor is geheel nieuw ontwikkeld voor deze strenge milieu-eisen en daarom hoefden er dus ook geen concessies te worden gedaan in verband met bestaande motoren. Doosan geeft aan dat de ontwikkeling een samenwerkingsverband is van ingenieurs van Doosan, Bobcat en andere gespecialiseerde bedrijven, zoals Ricardo en FEV. Het Koreaanse merk claimt dat het daardoor in staat is geweest de emissie-eisen zoveel mogelijk in de motor op te lossen. Dat resulteert volgens Doosan niet alleen in het halen van de emissie-eisen zonder roetfilter, maar ook in een relatief laag brandstofverbruik, een

Page 37: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 37

Het notitieblokje met daarop de drie nieuwe Doosan-krachtbronnen afgebeeld, zette ons op het spoor. Doosan gaat ze in Bobcats inbouwen, maar ook vermarkten aan geïnteresseerde fabrikanten.

Doosan wil voor Europa niet aangeven wanneer en in welke uitvoering zijn nieuwe krachtbron in deze Bobcat 500 komt. In Amerika zijn de eerste eigen motoren al in die machinereeks ingebouwd.

goede vermogenskarakteristiek in het hele werkgebied, min-der beperkingen door emissiegrenzen en het niet vereisen van extra hoog gekwalificeerde oliën (in verband met roet). Geen roetfilter is een belangrijk pluspunt voor Bobcat in ver-band met kleine inbouwruimten. Doosan noemt de nieuw-komer daarom een ULPC-motor, wat staat voor Ultra Low Particulate Combustion, vrij vertaald ultralage roetproductie in de motor.

Vol motormanagementIntussen zijn de eerste motoren al ingebouwd in de Bobcat 500-serie schrankladers voor Amerika. Daar is de komst van de nieuwe ‘Bobcat’-motor aangekondigd en worden de eer-ste modellen met ingang van dit jaar afgeleverd. Maar wel weer zo dat het toch wat onopvallend is. Wie op de website van Bobcat USA zoekt, ziet dat in de folders de merknaam Kubota is weggelaten en dat daar geen andere naam voor in de plaats is gekomen. Het persbericht over de Stage IV-Bobcat 500-serie geeft aan dat de overstap op deze nieuwe eigen motor verder gaat dan alleen de Kubota vervangen. De nieuwe Bobcats hebben een uitgebreid regelsysteem om de motor optimaal te laten functioneren en binnen de grenzen van de strenge emissie-eisen goed te laten presteren. Bobcat meldt dat de motor in de bestaande inbouwruimte past en dat de krachtbron in vergelijking tot zijn voorganger vier tot twaalf procent meer koppel heeft. Daarbij is het werkgebied vergroot door een relatief hoog maximum toerental (respec-tievelijk 2800, 2600 en 2400 tpm) in combinatie met een vlak koppel van maximum vermogen tot maximum koppel (rond de 1500 toeren). Na wat diepgaander speurwerk blijken het langeslagmotoren te zijn met gekoelde EGR, wastegate-turbo’s en een met 1800 bar werkend commonrail-brand-stofsysteem. De onderhoudsintervallen voor olie en filters bedragen 500 uur. Het motormanagementsysteem zorgt ervoor dat de motor altijd binnen de emissiegrenzen blijft. Zo is er een auto-stop-start bij stationair draaien en zorgt het motormanagement ervoor dat de olie- en koelvloeistoftem-peratuur altijd binnen grenzen blijven. Bij een koude motor wordt het toerental verhoogd om de krachtbron zo snel mogelijk op temperatuur te laten komen. In koude omstan-digheden zal het motortoerental tijdelijk worden verhoogd om de temperaturen op peil te houden. Andersom, in te hete omstandigheden of bij het vollopen van de radiator, wordt het toerental - en dus het vermogen - automatisch terugge-regeld. Dit allemaal om binnen de emissiegrenzen te blijven en de motor zo schoon mogelijk en optimaal te laten werken voor betrouwbaarheid en een lange levensduur.

Even wachtenAmerika heeft de aftrap. Navraag bij Doosan Bobcat Europe over hoe het in Europa zit, leerde dat het merk officieel voor Europa nog niets loslaat over de motor, over de Europese uitvoering en over het moment van invoering. Importeur Inter-Techno gaf aan dat de terughoudendheid mogelijk te

verklaren is door een internationale weerstand tegen steeds complexere, op emissie-eisen gestuurde motoren. Voor de wereldwijde export van tweedehands materieel werkt dit remmend. De huidige Kubota’s in de Bobcats hebben een sterke reputatie en Bobcat heeft een goed intern internatio-naal netwerk voor de afzet van tweedehands materieel. Inter-Techno verwacht voorzichtig dat de motor begin volgend jaar in Europa zal komen.

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Vreemann, Doosan

Page 38: Grondig 2 - 2014

38 GRONDIG - Februari 2014

nieuwe elementenKorte terugblik op de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg

Symposia, workshops en wedstrijden vormden de nieuwe ingrediënten van de Groene

Sector Vakbeurs in Hardenberg. Dit om zo deels een mindere deelname van de mecha-

nisatie te compenseren. Een aantal leveranciers heeft namelijk Biddinghuizen gekozen

als tweejaarlijks platform. Daarmee lag de nadruk in Hardenberg nog meer op relaties en

netwerken.

Typerend voorbeeld: Stihl, toch altijd aanwezig met een flinke stand, had dit jaar geen eigen stand, maar was wel prominent aanwezig op de demostand van het Axetreme-team. Tijdens ons bezoek werd daar net uitgebreide uitleg gegeven over hoe je de ketting het best kunt scherpen. Mooi praktisch en toch best wel belangstelling trekkend. Zo ont-braken er meer merken of waren die alleen aanwezig via een regionale dealer. Als reden werd opgegeven dat een aantal merken bewust heeft gekozen voor Biddinghuizen als het grote platform van deze najaars/winterperiode en dat te wil-len afwisselen met Hardenberg. Dat betekent dat de Groene Sector Vakbeurs het dit jaar met minder ‘ijzer’ moest doen en volgend jaar meer kan verwachten. Dat compenseerde de organisatie handig met het Axetreme-demoterrein en het organiseren van drie Groene Sector-kennissymposia over onkruidbestrijding, ziekten en plagen, en bodem en bemesting. Wie ze allemaal wilde volgen, moest wel alle drie dagen bezoeken. Voor onze sector was de eerste een belangrijke, omdat heel wat cumelabedrijven ac-tief zijn in chemische en niet-chemische onkruidbestrijding. Hardenberg viel daarmee net iets vroeg, omdat een aantal

definitieve beslissingen is opgeschoven naar (waarschijnlijk) februari. Vooral de toelating van zuurmiddelen als onkruid-bestrijdingsmiddelen op verhardingen is daarin een belang-rijk item. Standhouders gaven aan dat de schoonmaakmid-delen de strijd hebben verloren, omdat ze geen toelating als onkruidbestrijdingsmiddel hebben. Verwachtingen zijn er genoeg uitgesproken, maar daar heeft u nu niets aan. Alleen harde feiten tellen. We houden u via de CUMELA-website op de hoogte.Opvallend was dat dit jaar weer meer cumelabedrijven met een eigen stand aanwezig waren om de eigen bedrijfsacti-viteiten te promoten en te netwerken met opdrachtgevers. Dat past prima in de opzet van Hardenberg als ontmoetings-plaats van industrie, uitvoerders en opdrachtgevers. Met in totaal circa 18.500 geregistreerde bezoekers geeft deze editie toch een stevig signaal af. Dat aantal is gezien de beperktere omvang namelijk toch heel behoorlijk als je dat afzet tegen de 21.500 op GroenTechniek Holland in Biddinghuizen. We pikten er voor u een paar zaken uit.

Tekst & foto’s: Gert Vreemann

techn

iek

Page 39: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 39

Een onverwachte primeur betrof deze nieuwe Ford Transit Connect. Opvallende zaken zijn de kleine 1,0-liter-driecilinder-Ecoboost-benzinemotor met 74 kW (100 pk) en de 1,6-liter-viercilinder-Duratorq-diesels met 55, 70 of 85 kW (75, 95 of 115 pk), drie zitplaatsen voorin, een onderhoudsinterval van 30.000 kilometer of één jaar en een laag opgegeven brandstofverbruik.

Een duurproef bij een spuitbe-drijf afgelopen jaar met het eer-ste prototype van deze Mankar Segway met opgebouwde che-mische onkruidbestrijdingsunit bespaarde 23 procent arbeid op de lastig te bereiken plekken die normaal lopend worden afgewerkt met de bekende handgedragen Mankar HQ.

Hissink in Oeken is met ingang van januari de nieuwe importeur van Antonio Carraro. Het Italiaanse merk denkt via Hissink als meer ‘Tractor people’ marktaan-deel te kunnen winnen. Hissink had als primeurtje deze Tigre 4000 met zijschake-ling. Daardoor zijn de in- en uitstap veel gemakkelijker geworden.

Een hardloper is de 5,4 kilogram zware Pellenc Excellion 2000-bosmaaier met een ver-mogen van 2000 watt. Pellenc werkt met gedraaid maaidraad voor minder geluid, een hogere slijtageweerstand en een lagere energiebehoefte. De maaier heeft een automatische hoek-stand, een zuinige modus en vier aanpasbare maaikoppen.

Roel Timmerman toonde samen met Biocontrole de biologische bestrijding van engerlingen met een daarvoor zelf succesvol aangepaste Vredo-doorzaaimachine. Daarmee worden de nematoden circa twee centimeter in de grond gebracht. Dat scheelt volvelds spuiten en nat houden en er is minder uitval door ultraviolet licht.

Shibaura toonde deze Major Synergy met dubbele maai/mulchmessen in eigen kleuren. Daarnaast toonde Shibaura voor de sport- en recreatievelden waar men graag het gras afvoert om inloop te voorkomen een Shibaura met middenafvoer naar de opgebouwde opvangbak.

Page 40: Grondig 2 - 2014

Precies zoals u wilt: Kverneland GEOcontrol!

GEOcontrol neemt in- en uitschakelen op de kopakker over Dankzij de beproefde elektrische aandrijving voor zaai- en precisiezaaimachines in combinatie met een RTK-GPS signaal plus GEOcontrol kun je rekenen op uitstekende prestaties; je bespaart op zaaigoed, brandstof en tijd.Kverneland Group Benelux BV - De Dommel 38-40 - 8250 AD Dronten - T +31 321 387 110 www.kverneland.nl

GEOcontrol neemt in- en uitschakelen op de kopakker over Dankzij de beproefde elektrische aandrijving voor zaai- en precisiezaaimachines in combinatie met een RTK-GPS signaal plus GEOcontrol kun je rekenen op uitstekende prestaties; je bespaart op zaaigoed, brandstof en tijd.Kverneland Group Benelux BV - De Dommel 38-40 - 8250 AD Dronten - T +31 321 387 110 www.kverneland.nl

Kverneland: de enige echte pneumaat! Kverneland FlexCart zaadtankwagenKverneland Miniair Nova

groenten zaaierKverneland Accord Monopill bieten zaaier Kverneland Optima HD voor

o.a. maïs en pompoenen

IsoMatch Tellus ISOBUS terminal met GEOcontrol

IsoMatch Tellus ISOBUS terminal

PLUS

Page 41: Grondig 2 - 2014

Precies zoals u wilt: Kverneland GEOcontrol!

GEOcontrol neemt in- en uitschakelen op de kopakker over Dankzij de beproefde elektrische aandrijving voor zaai- en precisiezaaimachines in combinatie met een RTK-GPS signaal plus GEOcontrol kun je rekenen op uitstekende prestaties; je bespaart op zaaigoed, brandstof en tijd.Kverneland Group Benelux BV - De Dommel 38-40 - 8250 AD Dronten - T +31 321 387 110 www.kverneland.nl

GEOcontrol neemt in- en uitschakelen op de kopakker over Dankzij de beproefde elektrische aandrijving voor zaai- en precisiezaaimachines in combinatie met een RTK-GPS signaal plus GEOcontrol kun je rekenen op uitstekende prestaties; je bespaart op zaaigoed, brandstof en tijd.Kverneland Group Benelux BV - De Dommel 38-40 - 8250 AD Dronten - T +31 321 387 110 www.kverneland.nl

Kverneland: de enige echte pneumaat! Kverneland FlexCart zaadtankwagenKverneland Miniair Nova

groenten zaaierKverneland Accord Monopill bieten zaaier Kverneland Optima HD voor

o.a. maïs en pompoenen

IsoMatch Tellus ISOBUS terminal met GEOcontrol

IsoMatch Tellus ISOBUS terminal

Bestevaer 50, 1271 ZA Huizen Tel. 035 - 525 23 19 Fax 035 - 524 09 82 Mercuriusweg 39, 3771 NC Barneveld Tel. 0342 - 425 678 Fax 0342 - 425 677 www.teeuwissen.com

Onderhoud aan olieafscheiders volgens het Activiteitenbesluit

Halfjaarlijkse laagdiktemeting olie-water-slib

Ledigen en reinigen van olieafscheiders en zandvangers

Vijfjaarlijks onderhoud volgens NEN-EN 858-2

Verzorgen van alle vereiste rapportages en begeleidingsbrieven

Verzorgen capaciteitsberekening van de olieafscheider

Reparatie, onderhoud en vervanging van olieafscheiders

Eigen verwerkingsinstallatie voor alle ingenomen afvalstoffen

Teeuwissen is KIWA gecertificeerd voor onderhoud aan olieafscheiders

Page 42: Grondig 2 - 2014

42 GRONDIG - Februari 2014

techn

iek

gevoelige materieDiesel Büchli over de kwetsbaarheid van moderne dieselmotoren

Moderne diesels zijn vanwege de emissie-eisen dermate gevoelig geworden dat een andere aanpak

wordt vereist om lang storingsarm te kunnen werken. Naast goed en preventief onderhoud is het juiste

gebruik van de motoren een belangrijke factor om niet vroegtijdig voor dure reparaties te komen staan.

We bespraken dit onderwerp met Hans de Kam van Diesel Büchli.

Deze openingsplaat van Bosch is treffend. Moderne dieseltechniek is zo fijngevoelig dat er alleen nog in laboratoriumomstandig-heden en met schone handschoenen aan wordt gewerkt. In het verlengde hiervan zet Hans de Kam, directeur van dieselspecialist Diesel Büchli in Harderwijk, de zaak meteen op scherp door met de levensduur van een brandstofsysteem op de proppen te komen. “Bosch geeft 2000 uur op”, vertelt hij. Dit aantal draaiuren moet dan ook goed haalbaar zijn, mits het onderhoud goed is, voegt hij er dan nog fijntjes aan toe. Die 2000 uur is kort in vergelijking met de oude generaties dieselmotoren van voor het ‘emissietijdperk’. Die motoren bleven gewoon draaien als brandstofsystemen minder nauwkeurig werkten en de carterdruk door slijtage flink steeg. Er is tegenwoordig een belangrijk verschil: de brandstofsystemen wer-ken emissiegestuurd. Kom je buiten de emissiegrenzen, dan grijpt de elektronica in, met alle gevolgen van dien.De Kam geeft aan dat een brandstofsysteem na die gestelde 2000 uur echt nog wel brandstof inspuit. Interne lekkages en een slechte verneveling zorgen er echter voor dat de emissiewaarden buiten

het regelbereik kunnen komen. “Vroeger liep de motor wat slech-ter. Bij moderne elektronische inspuitsystemen loop je het risico om buiten het regelbereik te komen, wat startklachten en ingrijpen in de brandstofhoeveelheid tot gevolg heeft. Kom je buiten het re-gelbereik, met of zonder foutcode, dan loopt de motor altijd in een aangepaste modus.”

FijngevoeligVuistregel voor de moderne commonrail-dieselmotoren met Stage IIIb nu en Stage IV straks is dat ze grofweg met maximale inspuit-drukken van rond de 2000 bar inspuiten, meestal getrapt en heel precies getimed. Verstuivers werken met toleranties van 2,0 tot 2,5 micron en je hebt het over een precisie van milliseconden. Allemaal zaken die zijn zoals ze zijn en waar je als gebruiker verder geen in-vloed op hebt. De Kam vertelt dat er bij de dieselbrandstofsystemen grofweg drie hoofdrolspelers zijn: Bosch, Denso en Delphi. “Vrijwel alle merken dieselmotoren met Stage IIIb en Stage IV werken nu met com-

Page 43: Grondig 2 - 2014

Uitlaatgassen: Nox-PM trade-off

GRONDIG - Februari 2014 43

Het regelbereik van moderne dieselmotoren wordt bepaald door de gren-zen van de emissiewaarden (horizontale en verticale lijn). Hoe moderner de motor, hoe verder de kromme richting nulpunt ligt en hoe groter de speelruimte bij wisselende belastingebm toerentallen en slijtage is voor-dat de elektronica ingrijpt om binnen de emissiegrenzen te blijven.

monrailsystemen met nagenoeg dezelfde inspuitdrukken en technieken. Daar zitten de verschillen niet”, stelt de directeur vast. De gevoeligheid van de brandstofsystemen loopt dus ook redelijk in de pas. Brandstof moet worden gefilterd met 1,0 tot 2,0 micron. Dat geldt eigenlijk voor alle merken. Verder zijn water, bacteriegroei en dergelijke uit den boze. Ook dat is volgens De Kam voor alle merken hetzelfde.

Housekeeping belangrijkDe Kam wijst er daarom met klem op dat u als gebruiker feitelijk alleen voor een goede ‘brandstof-housekeeping’ en goed onderhoud kunt zorgen. “Goede filters van originele, kwaliteit gebruiken, in de regel, 1,0 tot 2,0 micron fijn, in combinatie met waterafscheiding”, adviseert hij. Verder moet je filters van opslagsystemen en van de machine zelf met regelmaat controleren. “Je ziet dat een filter bij bijvoorbeeld een bacteriebesmetting wel wordt vervan-gen, maar er wordt vergeten dat je dan na vijftig uur weer moet kijken om te controleren of de bron van de vervuiling ook adequaat is aangepakt”, zegt hij. Uiteraard zul je met een bacteriedoder de oorzaak moeten aanpakken, zo nodig zelfs de moedertank.Diesel Büchli komt in de praktijk bij calamiteiten gescheurde filters tegen. “De brandstofsystemen werken vrijwel allemaal met een interne opvoerdruk van zes bar. De bijbehorende zuigkracht is groot genoeg om filters kapot te trekken als ze verstoppen. Als de brandstof dan nagenoeg ongefilterd binnenkomt, is het brandstofsysteem - en mogelijk ook de motor - in no time geruïneerd”, vertelt De Kam. Hij wijst met klem op de noodzaak van regelmatige controle van lucht- en brandstoffilters en die liefst wat eerder te vervangen dan de voorgeschreven termijn, zeker bij het werken in stoffige omstandigheden en (geregeld) vreemd tanken op locatie, omdat daar meestal met goedkopere brandstof wordt gewerkt en je dan niet weet hoe goed de housekeeping is geregeld. “Ga ervan uit dat verzekeraars bij grote schades meteen filters en dergelijke controleren om te kijken of het onderhoud goed is uitgevoerd. Als dat niet het geval is, krijg jij de kosten voor de kiezen.”Over de kwaliteit van gerenommeerde merkbrandstoffen heeft hij weinig twijfels. De Kam heeft het gevoel dat de brandstofleveranciers tegenwoordig aan de veilige kant zitten, zeker als het gaat om de toevoeging van biocompo-nenten. Met het verdwijnen van de rode gasolie is de aangeleverde kwaliteit normaal gesproken goed.

Indicatie hoger brandstofverbruik Maar hoe zit het dan met de verhalen over minder presterende motoren, fout-codes die voorheen niet voorkwamen en dergelijke? Ook daar is een heldere verklaring voor. De Kam laat een grafiek (zie afbeelding) zien met daarin de emissie-eisen en de prestatielijn van de motor. “Wat er in feite gebeurt, is dat bij een moderne motor de elektronica de grenzen van de emissie bewaakt. Zodra je daar overheen gaat, grijpt de elektronica in. Dat kan een aangepast inspuitmoment of een verandering van de hoeveelheid brandstof zijn, dus het bijstellen (naar beneden) van het vermogen om binnen de emissienor-men te blijven. Als hij daar niet meer binnen kan komen, grijpt de elektronica resoluter in. Dat wil zeggen van het weergeven van foutcodes tot het gedeel-telijk of geheel terugregelen van het vermogen”, legt hij uit. In alle gevallen is volgens De Kam het brandstofverbruik per kilowatt arbeidsprestatie de beste graadmeter. “Het verbruik loopt dan altijd op.”Een paar voorbeelden. Een deels verstopt brandstoffilter wil zeggen dat de brandstof bijvoorbeeld met een 0,5 bar lagere druk wordt opgevoerd. Daardoor wordt de opbrengst lager en zal de injector niet de door de com-puter gestelde hoeveelheid inspuiten en dat ook een fractie later doen. De motor zal de gestelde krukasversnelling na de verbrandingsslag (gemeten) niet helemaal halen. De elektronica maakt een aanpassing door iets meer brandstof in te spuiten. Dat resulteert in een wat hoger brandstofverbruik.

De medewerkers van Diesel Büchli testen en repareren brandstofsystemen onder laboratoriumschone omstandigheden. Diesel Büchli geeft aan dat bij onderhoudsbeurten met moderne uitleessystemen de conditie van moderne brandstofsystemen direct kan worden vastgesteld.

Moderne motoren blijven het schoonst als ze ‘Dakar achtig-hoog’ worden belast. De cumelapraktijk kent dergelijke omstandigheden lang niet altijd. Dat pleit voor start-stopsystemen. SCR-systemen, zoals bij Fiat Powertrain Technologies, hebben het voordeel dat ze het roetprobleem in de motor oplossen en dus heter zijn dan motoren die het roet na de motor oplossen.

Page 44: Grondig 2 - 2014

44 GRONDIG - Februari 2014

techn

iek

Als de motor langere tijd op een lage belasting draait, krijg je meer kool-afzetting op injectoren en verbrandingsruimte en als er EGR op zit, komt ook een deel van dit roet in het inlaatspruitstuk. Door deze vervuiling is de aanvoer van lucht (dus ook zuurstof ) slechter en komt er meer roet vrij. Door deze roetafzetting loopt het rendement van de verbranding terug. Het brandstofverbruik loopt op. Hetzelfde gebeurt bij onvolle-dige verbranding door (deels) versleten zuigerveren of zuigers.

Inzet bepalendDe levensduur van 2000 draaiuren is door Bosch theoretisch gesteld. De Kam geeft aan dat je voor onze sector bij goede housekeeping mag uitgaan van circa 4000 tot 5000 uur. Tegen die tijd moet je serieus rekening houden met het vervangen van delen van het brandstofsys-teem of een complete revisie. Je praat dan zo over bedragen tussen twee- en tienduizend euro, die je dient in te calculeren in de kostprijs. Die levensduur is volgens hem sterk afhankelijk van de inzet. “Omdat moderne dieselmotoren een lagere verbrandingstemperatuur hebben, is ook een ander gebruik nodig dan voorheen”, zegt De Kam. Hij vertelt dat alle moderne motoren bij onbelast stationair en op deellast draaien een relatief koele verbranding hebben, met roetvorming in de motor als gevolg. Roet is schuurpasta die niet alleen verstorend werkt op de injectoren, maar die ook de cilinders, zuigers en zuigerveren versneld ruïneert. Daarbij komt er een overmaat aan roet in de olie, wat sterk le-vensduurbeperkend op het smeermiddel werkt. “Een start-stopsysteem is een must, niet alleen voor het besparen op dieselolie en het beperken van het aantal draaiuren, maar ook om de levensduur van de motor niet onnodig te verkorten”, aldus De Kam. In het verlengde hiervan geeft hij aan dat motoren die zoveel mogelijk hoog tot vol worden belast de langste verwachte levensduur hebben. De Kam zegt dat in alle gevallen mankementen goed op te sporen zijn door het uitlezen van de inspuitsysteemparameters door deskundigen. Daarvoor hoeft de inspuitsysteem niet uit elkaar. Het ontbreekt in de offroadsector volgens hem echter nog aan goed geschoold personeel, omdat deze techniek nog relatief nieuw is.

Verschillen zijn er Zijn er dan onderlinge verschillen tussen motoren, los van de keuze voor EGR plus roetfilter versus SCR plus AdBlue? De Kam geeft aan dat de speelruimte om de emissie-eisen te halen per fabrikant verschilt. “Als een motorfabrikant een modernere motor ontwerpt met een grote emissietolerantie is er meer ruimte in zijn regelgebied. Daar hoeft de elektronica minder snel in te grijpen.” Zo’n ingreep kan resulteren in een hoger brandstofverbruik en vermin-derde prestaties. Als klant weet je dat niet. “De enige indicatie die je hebt, is dat hoe meer er aan roetfilters, dieseloxidatiekatalysatoren en dergelijke aan de motor wordt gehangen, hoe minder schoon de mo-tor van zichzelf is en dus hoe kleiner het speelveld is. Dat zijn gegevens waar je als klant niet veel aan kunt doen.”Een juiste inzet (een hoogbelast gebruik) en een goede housekeeping van brandstof, olie en filters plus een periodieke check van de presta-ties zijn de wegen om de levensduur van de motor zoveel mogelijk te verlengen en tijdig in te grijpen voordat er echt dure schades zijn. Voor geïnteresseerden wil Diesel Büchli in het najaar wel een cursus moderne motorinspuittechniek organiseren.

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Bosch, Diesel Büchli, Vreemann

Hoe moderner de motor zelf, hoe groter het regelbereik binnen de emissie-eisen. JCB heeft bijvoorbeeld zo’n compleet nieuwe motorenserie ontwikkeld. Oudere, voor de emissie-eisen telkens opgewaardeerde motoren herken je aan meer zaken ‘om de motor heen’ om de eisen te halen.

Wat u kunt doen is goede housekeeping: schone, goed gefilterde brandstof en regelmatig vervangen van filters (bij twijfel binnen de verversingstermijn). Bij filterblokkades door bijvoorbeeld bacteriegroei moeten de filters na vijftig uur worden gecontroleerd en moet eventueel de bron van de besmetting worden opgespoord.

Kenmerkend voor moderne dieselmotoren (hier met moderne piëzo-injector) is een relatief koele verbranding. De hele warmtehuishouding van inlaatlucht, koelvloeistof en brandstof is daarop aangepast. Dat vergt extra aandacht voor het schoonhouden van koelers.

Page 45: Grondig 2 - 2014

T: 073-503 25 27 F: 073-503 27 04E. [email protected]

www.steenbergen-bouw.nl

Kistenbewaring Bulkopslag Hout en beton

uw specialist in bewaringen - loodsen

adv 98 x 134.indd 1 16-12-13 13:07

DOMINONI MAISKOLVENPLUKKERS

Van 4 tot 12 rijen / uitvoering star en opklapbaarkorrelmaïs --- C C M --- M K S ---- ........ plukken dus!

• Werktuitstekendinliggendegewassen.

• Onderhoudsvrijeplukrollen!

• Voorallegangbaremerkenmaaidorsersenhakselaars.

Importeur voor de BeneluxCOMARO Agrotechnisch Bureau ZelhemT: 0314640367F:0314620363I: www.comaro.euE:[email protected] Google: new holland dominoni vooreenfilmpje

DOMINONI “De koning onder de plukkers.”

100 jaar

T +31 (0) 597 59 [email protected]

www.vandijkesemo.nl

Mokka Als melkveehouder wilt u optimaal profiteren van gunstige, pittige melkprijzen. Dit realiseertu door Mokka snijmais in uw voerrantsoen op te nemen. Mokka is goed voor veel zetmeel,droge stof én een hoge VEM opbrengst. Met Mokka produceren uw koeien maximaal melkmet goede gehalten. Als middenvroeg maisras is Mokka bij uitstek geschikt voor de teelt in Midden- en Zuid-Nederland. Vraag bij uw leverancier naar mais met pit voor maximaal melkin uw tank: vraag naar Mokka! Bestel op tijd en wees verzekerd van pittige melkgeldnota’s!

méér maisméér melk met Mokka!

het pittigste maisras van 2014

Page 46: Grondig 2 - 2014

vak

info

rmatie

46 GRONDIG - Februari 2014

meer en beter ruwvoer nodig74 Tips voor een betere maïsteelt

De komende jaren ontstaat er door een groeiende melkveehouderij behoefte aan meer

en beter ruwvoer. De loonwerker speelt daarin vaak een belangrijke rol. Wij vroegen een

groot aantal bedrijven en organisaties naar tips om de teelt en het rendement te verbe-

teren. Uit dit lijstje maakten we een top-elf voor maïs, maar omdat iedereen zijn eigen in-

valshoek heeft ook een overzicht van tips van individuele bedrijven en instellingen. Deze

maand de tips en adviezen voor mais. Volgende maand volgen deze voor gras.

De vraag naar lijstjes met tips en adviezen voor een betere ruwvoerteelt was bedoeld als uitdaging. Laat maar eens zien waar de cumelasector kan profiteren van de groeiende be-hoefte aan veel en voedingsstoffenrijk veevoer. Natuurlijk krijg je bekende zaken, waarvan je weet dat ze al jaren om aandacht vragen, zoals de noodzaak tot bekalking. Een on-derwerp waaraan we in Grondig vorig jaar al ruim aandacht gaven. Het kaartje dat we lieten zien op basis van bodem-onderzoek (zie afbeelding) maakte duidelijk dat er op veel plaatsen geld te verdienen is met een goed bekalkingsadvies. En alhoewel dit onderwerp alweer een paar jaar hoog op het aandachtslijstje van veel adviseurs staat, is dat nog niet veranderd. Het is één van de punten die relatief vaak wordt genoemd. Daar moet geld te verdienen zijn voor wie er ac-tief mee aan de gang gaat. Een kwestie van het grondonder-zoeksformulier opvragen en uitrekenen hoeveel kalk er nodig is.

Meer akkerbouwmatigNiet elk advies is natuurlijk zo eenvoudig, maar wat wel naar voren komt, is dat de teelt van gras en maïs veel meer akker-bouwmatig moet als je succes wilt halen. Dus nauwkeurig bemesten en niet alleen bepalen wat de behoefte is, maar ook eens een mestmonster laten nemen bij een veehouder. Want hoeveel mest gaat er niet uit de put direct het land op, zonder dat je een idee hebt wat er wordt uitgereden. Een monster kost 50 euro en zal waarschijnlijk tot tegenvallende uitslagen leiden wat betreft de inhoud. Uit de gegevens van Oosterbeek blijkt dat de gehalten aan stikstof, fosfaat en kali in runderdrijfmest al een tijd aan het dalen zijn. Waarschijnlijk wordt dus helemaal niet zoveel stikstof op het land gebracht als de veehouder denkt. Maar wie geen stikstof brengt, kan ook geen kilo’s halen, want bemesting en opbrengst zijn nauw gerelateerd.Omgekeerd biedt het nieuwe mestbeleid ook kansen, bij-

Page 47: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 47

voorbeeld door als loonwerker te investeren in een weegsys-teem. Wie als veehouder straks kan aantonen hoeveel hij gras en maïs hij van het land haalt, krijgt namelijk de mogelijkheid om daar de bemesting op aan te passen. In veel gevallen zal dat betekenen dat er meer mest op het eigen land mag. Er is dus minder geld nodig voor de afvoer van mest. De loon-werker die het goed doet, moet de service om nauwkeurig te kunnen wegen ook kunnen doorberekenen. Zo zijn er vele tips en mogelijkheden die kansen geven. Wat echter ook in veel adviezen , is dat je als loonwerker actiever moet zijn. Misschien moet je wel de hele teelt op je nemen

en daar afspraken over maken. Wie dat goed doet, zal er ook voor betaald kunnen krijgen, want ruwvoer zou de komende jaren wel eens flink duur kunnen worden. Dan is het altijd prettig als de loonwerker die duur is wel veel goed ruwvoer onder het plastic stopt, want uiteindelijk is dat de goedkoop-ste basis voor de gehele veehouderij.In de top elf hebben we de meest genoemde tips verzameld. Op de pagina’s daarna een overzicht van de andere tips van adviseurs die hebben meegedacht.

Tekst en foto’s: Toon van der Stok

T0P 11 Top-tien adviezen en tips voor snijmaïs

1. Na de oogst begint de volgende oogstDoe direct iets met de grond na de oogst. Bewerk deze met de culti-vator en zaai de (verplichte) groenbemester in. Een bewerkte grond komt beter uit de winter en een groenbemester legt stikstof, fosfaat en kali vast voor het volgende gewas. En die meststoffen zijn toch al kritisch.

2. Kalk, kalk en kalkDaar is hij al, de bekalking. Die moet of in het najaar of anders in het voorjaar plaatsvinden. Werk daaraan, want maïs kan slecht tegen een te zure bodem en dus kost een te lage pH opbrengst. Iedereen doet om de vijf jaar grondonderzoek. Vraag de uitslagen op en ge-bruik ze.

3. Een zaaibed moet vlak zijnSoms springen je de tranen in de ogen als je een perceel ziet liggen waarop maïs moet worden gezaaid. Overtuig de veehouder dat een optimale opbrengst begint bij een goed en vlak zaaibed. Bied aan om dat helemaal zelf te doen. Ploeg zandgronden eventueel met woelers om de ondergrond open te breken.

4. Weet wat u bemestZorg dat u weet wat er in de mest zit. Alleen als dat bekend is, kunt u de hele mestgift afstemmen op de behoefte (zie het kader op de volgende pagina). Door een rijenbemesting is de meststof nog meer op de plaats van de wortels te brengen. Besteed ook eens aandacht aan kali en fosfaat.

5. Verwijder de groenbemester goedEen goed vanggewas oftewel groenbemester moet ook goed wor-den verwijderd. Dat betekent begin maart onderploegen en zeker bij gras eerst doodspuiten. Gebeurt dit te laat of wordt er niet ge-spoten, dan is de kans op hergroei groot en heeft u later meer her-biciden nodig.

6. Eg voor opkomstTen onrechte staat de eg bij veel bedrijven onder het stof. Eggen is milieuvriendelijk, maar nog belangrijker is dat je hiermee een eerste

onkruidbestrijding kunt uitvoeren. Daardoor kan in de volgende ronde de dosering omlaag en dat geeft minder gewasremming en dus minder opbrengstschade.

7. Bestrijd onkruid op tijdNet als eggen zou ook een nieuw gebruik van bodemherbiciden passen. Als het gewas dan groeit, kunt u met een lagere dosering toe en is er dus minder kans op groeischade. Blijft u bij alleen spui-ten, dan op tijd (voor het vijf-bladstadium) en met een passende dosering en middelencombinatie.

8. Ga nog eens kijken en spuitenDoe nu niet net als die veehouder en ga niet pas terug als er moet worden gehakseld. Wellicht is het toch nodig om de haagwinde langs de perceelsranden aan te pakken of zijn er andere proble-men. Probeer ook eens een bespuiting tegen afrijpingsziekten. Meeropbrengsten tot zeven procent zijn mogelijk.

9. Vast, vast, vastNatuurlijk moet de maïs snel van het land en wachten er nog veel anderen, maar zorg dan wel voor voldoende capaciteit op de kuil. Gebruik minimaal een shovel met een gewicht dat gelijk is aan een kwart van de hoeveelheid aangevoerd materiaal per uur. Denk ook aan de randen. Kuil hol in in een sleufsilo.

10. Meet de opbrengstWie een uitdaging aangaat om betere maïs te telen, moet het ook bewijzen. Meet dus hoeveel maïs er van een perceel komt. Daarmee overtuigt u de klant dat u het beter kunt. Of u laat de teler zien dat hij veel kilo’s laat liggen. Wellicht een aanleiding om het in 2015 heel anders aan te pakken.

11. Zorg voor kennisNiet iedereen heeft verstand van veevoeding of alle details rond de teelt. Investeer daarom in kennis. Er zijn tegenwoordig mooie apps waar al veel te vinden is. Of zoek contact met bijvoorbeeld leveran-ciers van zaaizaad, gewasbeschermingsmiddelen of onafhankelijke veevoedingsdeskundigen. Samen kun je veel.

Page 48: Grondig 2 - 2014

vak

info

rmatie

48 GRONDIG - Februari 2014

Herman van Schooten, Wageningen UR Livestock Research

1. De meeste melkveehouders zijn geen akkerbouwers. Realiseer u dat u

als loonwerker daarom vaak teeltadviseur bent. Probeer op die manier

mee te denken.

2. Denk samen met de melkveehouder na over welke percelen geschikt zijn

voor maïsteelt voor wat betreft bodem, ligging en ontwatering. Adviseer

bij continuteelt van maïs om eens te onderbreken met twee tot vier jaar

gras voor een betere organische-stofbalans.

3. Geef met behulp van nauwkeurige volumemeting de juiste hoeveelheid

drijfmest en breng de mest op de juiste plaats in de bodem. Houd daarbij

rekening met de grondbewerking die na het aanwenden nog volgt.

4. Overweeg drijfmestrijenbemesting voor een maximale benutting.

5. Ploeg niet te diep, om zo organische stof boven in de bouwvoor te hou-

den. Los structuurproblemen daarom niet op met diep ploegen, maar

werk mogelijk preventief door goede ont- en afwatering, alle bewerkin-

gen en de oogst uit te voeren onder gunstige weersomstandigheden en

eventueel een tijdelijke onderbreking met gras of graan. Los storende

lagen op met gericht woelen.

6. Niet-kerende grondbewerking staat steeds meer in de belangstelling. De

methode en de diepte zijn maatwerk en afhankelijk van de grondsoort.

Doe er daarom eerst zelf wat ervaring mee op.

7. Uit onderzoek is gebleken dat de optimale haksellengte zes tot acht mil-

limeter is. Een grotere haksellengte draagt nauwelijks bij aan de struc-

tuurvoorziening van de koe, is nadelig voor de opname en geeft een

lagere dichtheid van de kuil. Voor een goede benutting van de snijmaïs

moet de korrelkneuzer zodanig nauw zijn afgesteld dat de korrelstukjes

niet groter zijn dan een kwart van de korrel.

Gerard Abbink, BLGG Agroxpertus1. Ken de drijfmest: zorg dat u weet hoeveel stikstof, fos-faat en kali u met de drijfmest geeft.2. Zet de mest efficiënt in. Bij wisselteelt is na het scheuren van gras geen drijfmest nodig. Er komt voldoende stik-stof uit de nitrificatie van de graszode. 3. Doe een aanvullende kalibemesting. Vaak blijkt dat bij een hoge maïsopbrengst de kaligift uit drijfmest niet voldoende is.4. Ken uw percelen: is de pH op orde? De bodem bepaalt de opbrengsten, onder meer de CEC (klei humus com-plex), P en K toestand-, fosfaat- en kalitoestand hebben positieve invloed op opbrengst. Staat de maïs wel op de juiste percelen?

5. Zorg voor een goede bewerking van de bouwvoor: ploeg niet te diep, want de toplaag bevat de meeste nutriënten. Een niet egale bouwvoor zorgt voor een on-gelijkmatige opkomst en een slechtere benutting van de meststoffen. 6. Haksel niet te vroeg. Laat de maïs goed afrijpen voor de optimale zetmeel- en voederwaarde-opbrengst per hectare.

kenners geven tips

Davy te Bokkel, Kverneland Benelux

1. Zorg voor een goed zaaibed met herbevestigde

grond voor een optimale capillaire werking. Dit

kan heel efficiënt in één werkgang door gebruik te

maken van bijvoorbeeld een wentelploeg in com-

binatie met een Packomat.

2. Dankzij elektrisch aangedreven zaai-elementen is

het mogelijk om plaatsspecifiek te zaaien. Hiermee

wordt overlap op de kopakkers voorkomen, zodat

er genoeg licht en lucht bij de maïsplanten kan ko-

men. Dit bevordert de groei en voorkomt schimmel

tussen de planten.

3. Pak eventuele structuurschade door de oogst snel

aan, bijvoorbeeld door de inzet van een bodembe-

luchter (zoals de Kverneland CLI). Hiermee wordt de

grond belucht, zonder schade aan de bouwvoor. De

CLI kan eventueel worden gecombineerd met een

rotorkopeg/zaaicombinatie of een schijveneg met

opbouwzaaimachine om ook direct de toplaag te

bewerken en een groenbemester te zaaien.

Page 49: Grondig 2 - 2014

49GRONDIG - Februari 2014

Bereken de onttrekkingOm te bepalen hoeveel mest nodig is, kun je een eenvoudige vuist-regel aanhouden. Per ton geoogst product is ongeveer 4 kg N no-dig, 1.7 kg P2O5 en 6 kg Kali. Wie rekent met een opbrengst van 60 ton heeft dus 240 kg N, 100 kg fosfaat en 360 kg kali per ha nodig. Bij stikstof kun je daar nog de stikstof vanaf trekken die vrijkomt uit mineralisatie. Bij fosfaat en kali is het goed om de bodemvoorraad vooraf te bekijken.

Gehalte rundveedrijfmestIs er geen drijfmestonderzoek voor rundveemest beschikbaar, dan kun je met de volgende gehaltes rekenen. Gemiddeld bevat rund-veemeest 4,1 kg N, 1,6 kg P2O5 en 5,6 kg kali. Bij een gift van 30 m3 kom je op 120 kg N, 50 kg P2O5 en 180 kg kali. Bij een opbrengst van 60 ton mais en het vrijkomen van 25 kg N uit mineralisatie is dan nog 95 kg N, 50 kg P2O5 en 120 kg Kali no-dig om de onttrekking door het gewas te compenseren. De kans is groot dat op de meeste percelen deze hoeveelheid niet wordt gegeven. Mede daardoor vallen de opbrengsten vaak tegen.

Rob van de Lindeloof, Agrifirm

1. Doe waar u goed in bent en laat een ander doen waar

hij goed in is. Met andere woorden: specialiseer u in

een bepaald onderdeel.

2. Besteed aandacht aan de bodem. Dan gaat het om

de juiste pH-waarde en het organische-stofgehalte,

maar ook om de juiste bandenspanning. Maak de

grond onder droge omstandigheden voldoende diep

los, zodat de maïs diep kan wortelen.

3. Kies een bepaald concept, zoals het ontzorgen van de

veehouder.

4. Bied als loonwerker echte akkerbouwmatige ruw-

voerteelt aan.

5. Zorg voor een goede groenbemester: extra stikstof is

hard nodig om de te krappe gebruiksnorm te com-

penseren. Het geeft ook extra organische stof en leidt

tot een betere structuur van de grond.

6. Landbouw met meer precisie geeft een betere minera-

lenbenutting, met als gevolg meer ruwvoer met min-

der verliezen. Dat past goed in de wet- en regelgeving.

Sjors Leermakers, Maarten van Erp, Bayer 1. Zorg voorafgaand aan een maïsteelt dat de voorvrucht of het vanggewas en overwinterde onkruiden goed afgedood zijn, zeker als er wordt gespit of gecultivatord als hoofdgrondbewerking. Spitten is een toenemende trend, maar heeft als nadeel is dat plantenresten onvoldoende worden afgedood en ondergewerkt. 2. Als maïs wordt gezaaid op gescheurd grasland of op buurpercelen en er pro-blemen door ritnaalden voorkomen, overweeg dan sterk om ontsmet maïs-zaad aan te schaffen. Dit jaar is het mogelijk maïszaad te laten behandelen met Sonido. Dit middel geeft een gedeeltelijke bescherming tegen ritnaalden en kan daarmee een misoogst voorkomen. Het beschermt de maïs tevens te-gen fritvlieg en bladluisaantasting.

3. Maïs neemt moeilijk meststoffen op, zoals fosfaat. In de beginnende groeifase is het daarom belangrijk dat de meststoffen bij de wortel aanwezig zijn. Kies daarom dat bij het zaaien NPK-meststoffen in de rijenbemesting. De trend is om alleen voor stikstof te kiezen, maar door de strenge bemestingsnormen is vaak de bodemvoorraad van fosfaat en kali (!) beperkt en dus ook de opname.4. Een snelle onkruidbestrijding zorgt ervoor dat onkruiden minder kans heb-ben om mineralen die bedoeld zijn voor de maïsplant te consumeren. De maïsplant kan daar dus optimaal van profiteren, wat resulteert in een hogere opbrengst. Laudis in combinatie met een terbuthylazin bevattende bodem-herbicide zorgt dus voor de snelste afdoding van onkruiden!5. Kies voor herbiciden die ‘rust’ geven: middelen die een hoge regenvastheid hebben en betrouwbaar zijn qua formulering onder schrale en droge om-standigheden met afgeharde onkruiden en die uiteraard een brede werking hebben. 6. Bewezen is dat een bladvlekkenziektebestrijding een positief effect heeft op de totale opbrengst. Kort voor en/of tijdens de bloei kunt u een bespuiting uit-voeren. Voeg daaraan altijd een bladmeststof toe. Dit bevordert de kolfvulling en dus de kwaliteit van het geproduceerde ruwvoer.

Page 50: Grondig 2 - 2014

vak

info

rmatie

50 GRONDIG - Februari 2014

1 miljard kg melk = 2 miljard kg voerDe verwachting is dat de komende jaren de melkproduk-tie met 1 miljard kilogram gaat stijgen. Globaal kun je zeg-gen dat daar 2 miljard kg (of 2 miljoen ton) ruwvoer voor nodig is. Om dat te realiseren zijn er twee mogelijkhe-den. Bij de huidige opbrengst zou er 50.000 ha gevonden moeten worden om in te zetten voor ruwvoerproduktie. Bij de huidige prijzen van de akkerbouwprodukten een kostbare operatie. Het alternatief is het verhogen van de produktie per ha. Deskundige hebben berekend dat je daarvoor op grasland de produktie met ongeveer 2 ton ds per ha omhoog moet. Gezien de potientiele op-brengstmogelijkheden van gras en mais moet dat kun-nen. Want de afgelopen jaren toen er voer genoeg was, is er relatief weinig aandacht aan deze zaken besteed. Nu de prijzen stijgen, neemt ook de noodzaak om meer van eigen land te halen toe. Dat is het gat waar loonbedrijven van kunnen profiteren.

Paul Ferket, Reesink1. Als loonwerker bent u in toenemende mate leverancier van een (mechanisatie)

dienst. Hoewel deskundig en uitgerust met professioneel materiaal is de prijs

(te) vaak de bepalende factor in de samenwerking. Probeer uw werk meer

beoordeeld te krijgen op de kwaliteit van de uitvoering. De prijs is natuurlijk

belangrijk, maar probeer het ‘professionele’ zwaarder te laten meewegen.

2. Als de veehouder meer akkerbouwmatig moet werken, zal afhankelijk van re-

gio en aanbod naast de bekende veehouderijloonwerker een akkerbouwloon-

werker nodig zijn. Wacht dat niet passief af, maar volg deze ontwikkeling en

benader klanten over deze werkwijze. Voor 2014 geen kalenders rondbrengen,

maar klanten uw (loonwerkers)diensten aanbieden.

3. Een veeboer of akkerbouwer ziet in de samenwerking met ‘zijn’ loonwerker ook

graag een voorbeeldfunctie. Overleg bij investeringen ook wat de klant zou

doen en wat hij wil. Bedenk dat merken van de te gebruiken machines voor een

groot publiek redelijk belangrijk zijn.

4. Naast de directe werkzaamheden is het goed voor de band met de klant om

naast het werk ook persoonlijk contact te onderhouden. Word daarom rela-

tiemanager. Niet tegen de klant zeggen, maar gewoon doen, u bent tenslotte

niet van een bankinstelling!

5. Werk naar een meetbaar resultaat. Fine-tune de werkzaamheden. Akkerbouw

is meer op punten en komma’s, de rode draad is precisielandbouw. Deze ma-

nier van werken zal absoluut zijn positieve uitwerking hebben op de werk-

zaamheden en het bedrijfsresultaat. Investeer daarin.

6. Stimuleer en adviseer in een degelijke samenwerking tussen veehouder en ak-

kerbouwer. Kijk naar de mogelijkheden in landruil en de afzet van mest. Nat of

droog. Weeg de mogelijkheden af en wees mediator voor uw klanten. Adviseer

en experimenteer in overleg met de boer in de zoektocht naar veranderingen

die positief uitwerken.

7. Werk samen met partijen die ondersteunend kunnen werken, regionale studie-

bijeenkomsten bezoeken en ook daar weer partij zijn.

Marcel d’Hondt, Syngenta1. Spuit het vanggewas voor het ploegen dood met Roundup. Dit

voorkomt later problemen in de teelt. Ploeg zo vroeg mogelijk onder goede condities. Ploegen geeft

een schonere start en een betere structuur. Deze structuur is cruciaal voor een goede opbrengst. Op een slecht perceel geeft zelfs het allerbeste ras geen topresultaat.

3. Zaai tussen 20 april en 5 mei.4. Voer bij percelen met veel grassenproblemen een voor-

opkomstbespuiting uit met een bodemherbicide. Een split-toepassing geeft meer opbrengst, zeker ook omdat dan de na-opkomstbespuiting ‘lichter’ kan worden gemaakt.

5. Haagwinde wordt het best bestreden met een aparte late be-spuiting (vroeg is er nog te weinig bladmassa om voldoende middel op te nemen). Gebruik bij een late bespuiting (tot het negen-bladstadium van de maïs) bijvoorbeeld twintig gram Peak per hectare, want dit middel werkt goed en is zeer zacht voor de maïs.

6. Bezuinig niet op spuitkosten door de doseringen van de pro-ducten te verlagen. Een mislukte bespuiting is moeilijk of niet te repareren. Beter is het om - indien mogelijk - te kijken welke onkruiden er op een perceel staan en hier de mix en doserin-gen op af te stemmen (bijvoorbeeld bij raaigras en kweek altijd één liter Milagro).

Jan Bakker KWS1. Zorg dat u alle maïskennis in

huis krijgt en download de KWS Mais-Manager-app.

2. Kies voor maïs met de hoogste korrelopbrengst die ook tijdig rijp wordt. Voor de klant is dit de meest economische keuze.

3. Draag zorg voor de beste teelt- en oogstmethodes en bewaak het juiste oogsttijdstip.

4. Laat u niet misleiden door ‘neutrale’ kennis of door marketingverhaaltjes.

Page 51: Grondig 2 - 2014

51GRONDIG - Februari 2014

Guus Bergmans, BASF

1. Teel mais als een plantenteler of zorg dat er iemand meekijkt vanuit

die optiek

2. Schenk meer aandacht aan bemesting, op dit moment worden

de eerste effecten zichtbaar van de scherpere normen. Gebruik

eventueel bladbemesting om moeilijke periodes te overbruggen.

Bladbemesting is niet geschikt als hoofdbemesting.

3. De betrouwbaarste allroundmixen bevatten een combinatie van 2

triketones, bodemherbicide, straat/raaigras middel en een booster

(bijv Laudis/Calaris+Clio+Akris+Samson+Kart) In geval dat er een

kans op gladvingergras is minimaal 0.15 l/ha Clio toevoegen.

4. Bij weersomslag, vooral van nat/koel naar droog/warmer, minimaal

de onkruidbestrijdingsmix aanpassen. Beter is 1 dag te wachten

met de bespuiting om schade te voorkomen. Of beginnen met per-

celen waar de onkruiddruk laag is zodat er met een lagere dosering

begonnen kan worden.

5. Haagwindebestrijding, al jaren blijkt uit onderzoek dat de beste

bestrijding wordt verkregen met een gesplitste bespuiting. (onge-

acht de middelencombinatie) Helaas wordt vaak gekozen voor

een gecombineerde bespuiting die wel werking geeft maar zelden

voldoende.

6. Ziektenbestrijding in mais heeft ook in 2013 weer gezorgd voor ho-

gere opbrengsten. Voer de bespuiting tijdig uit, uiterlijk als de pluim

begint te vormen. Enkele dagen eerder is geen enkel probleem. Dit

is ook een moment dat er nog een aanvullende bladbemesting ge-

daan kan worden.

Jos Groot Koerkamp, Limagrain Nederland1. Kies niet alleen een passend ras wat in het rantsoen van de veehouder past, maar kijk ook naar het perceel. Wil je een goede groenbemester of blijvend grasland inzaaien, neem dan een vroeg ras. Kost relatief weinig en geeft zekerheid.2. Gebruik de maismanager app voor het bepalen van het optimale oogstmoment. Laat goed afrijpen voor de optimale zetmeel en voederwaarde opbrengst.3. Stimuleer herinzaai van gras na mais. Dat verbetert de organische stofbalans. Met Headstart gold (kiemver-sneller) kun je na vroege mais een prima weidemeng-sel inzaaien.

4. Gebruik de hulpmiddelen om de opbrengst te bepalen. Bijvoorbeeld opbrengstmeting en eventueel het har-vest lab van John Deere of het LG Animal nutrition lab om de voederwaarde te bepalen.5. Wees attent op de bemesting. Een goed gewas mais vraagt veel stikstof, maar ook Kali is tegenwoordig kritisch. Denk ook eens aan een tweede gift of een bladmeststof.

Jos Groten, PPO Lelystad1. Grasonderzaai heeft de voorkeur boven nazaai van een groenbe-

mester. Dit past beter in de tijdsplanning, geeft een grotere kans op een geslaagde groenbemester en er kan een iets later maïsras wor-den gekozen voor meer opbrengst.

2. Teel waar mogelijk maïs in vruchtwisseling met gras. Dit is de over-treffende trap als het gaat om de voordelen van een geslaagde groenbemester: veel organische stof en veel nalevering van stikstof, fosfaat en kali.

3. Probeer drijfmest begin april met GPS in de rij aan te wenden. Zaai kunstmest bij in de rij om de mest die nog aan de maïs mag worden maximaal te benutten.

4. Kies een ras van de Aanbevelende Rassenlijst. Deze lijst geeft voor Nederland de top van alle beschikbare maïsrassen op de wereld. Kies voor een ras met een zeer hoge in voederwaarde (VEM per kilogram droge stof), dé basis voor een hoge melkproductie per koe (zie de 100=-waarden onder de rassenlijsten)!

5. Stem de rassenkeuze af op de lengte van het groeiseizoen. Kies een ras dat rond 10 oktober een drogestofgehalte kan bereiken van 34 tot 36 procent. Na 10 oktober wordt maïs wel rijper, maar neemt de opbrengst af.

6. Oogst niet te laat. Door de focus op zetmeelgehalte wordt de maïs soms geoogst als de plant al helemaal dood is. Dit kost opbrengst en vergroot de kans op stengelrot en een laag suikergehalte, waardoor de kuil minder snel stabiel is en er grotere kans op broei ontstaat bij het uitkuilen.

Hans Hoogland, Lemken1. Na de oogst begint de volgende oogst. Probeer op

zandgrond al in het najaar een bekalking uit te voeren

als dat nodig is. Dan cultiveren en eventueel gelijktijdig

een groenbemester zaaien. Op klei is het belangrijk om

zo vroeg mogelijk en onder droge omstandigheden te

ploegen.

2. Let op zandgrond bij het bemesten op een lage banden-

druk voor minimaal structuurbederf. Gebruik een culti-

vator die vlak werk maakt, om daarna vlak te kunnen

ploegen! Op klei is het belangrijk om structuurschade

te voorkomen door met de sleepslang over geploegde

grond te bemesten.

3. Overweeg om zandgrond te ploegen met woelers om de

ploegzool open te breken, voor een goede waterdoorla-

ting en capillaire werking!

4. Ploeg zandgrond tijdig om de grond te laten bezakken.

Overweeg anders een vorenpakker om een goed zaai-

bed te verkrijgen en de groei te bevorderen (capillaire

werking). Werk op kleigrond met een zaaibedbereider

die vlak werkt.

5. Zet maïs op de juiste grond met een goede drainage.

Page 52: Grondig 2 - 2014

fendt.com

Fendt is een wereldwijd merk van AGCO.

Highlights –aanbouwmogelijkheden Fendt oplossingen die een Fendt 100% Fendt maken. Bekijk onderstaand naar twee van de vele Fendt highlights van de geniale 500 Vario:

Externe bediening

De Fendt Vario heeft voor de hefinrichting en de achterste aftakas tevens een externe

bedieningsmogelijkheid. Zo koppelt u werktuigen gemakkelijk achter de trekker. Bovendien kan m.b.v. TMS het motortoerental worden verhoogd en de aftakas met de gewenste snelheid beginnen te draaien. Zo voorkomt u overbodig werk, bijvoorbeeld elke keer bij het vullen van de mesttank.

DODK/ODK koppelingen

Zowel via de DODK- als de ODK-koppelingen kunnen hydrauliekventielen van werktuigen

onder druk worden aangekoppeld. Hierdoor kunnen werktuigen snel en eenvoudig worden aan- en afgekoppeld. De zelfsluitende ventielkleppen beschermen tegen vervuiling zoals door stof of water.

Een Fendt onderscheidt zich omdat hij door Fendt ingenieurs tot in het kleinste detail doordacht is. Het resultaat heeft geleid tot oplossingen die op het eerste gezicht misschien niet altijd opvallend zijn, maar er in de praktijk voor zorgen dat u meer werk verzet! Vergelijk en let op de details die het verschil maken. Investeer in de beste totaaloplossing!

Fendt highlightsBijzonder. Beter.

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr. De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Page 53: Grondig 2 - 2014

HÉ KEES, JE BENT WEER LEKKER OP

TIJD THUIS!

JA, ZOALS HET KLOKJE THUIS TIKT…

AH, EEN MAN VAN DE KLOK!

IETS DRINKEN?

LEKKER

KLOK KLOK KLOK

JA NATUURLIJK, DAT IS ZO SNEL, GEMAKKELIJK, VEILIG, BREED EN LANG WERKEND, DAAR KUN JE

JE KLOK OP GELIJK ZETTEN!

MET CALARIS ISHET ÉÉN EN AL SUCCES WAT

DE KLOK SLAAT.

HÉ KEES, WAT HEB JE TOCH MET KLOKKEN?!?

KOEKOEK!

JE BENT ZO VROEG, JE WERKT ZEKER MET CALARIS TEGEN ONKRUIDEN IN MAÏS?

??

HAHA, VOLGENS MIJ HEB JE VEEL TE VEEL TIJD VOOR JEZELF! Het basismiddel tegen

onkruiden in maïs.

• Flexibel en gemakkelijk• Veilig• Snel en breedwerkend• Lange duurwerking

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl.

Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code).

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

13

TM

*Zol

ang

de v

oorr

aad

stre

kt.

Nu gratis unieke Calaris Kees klok!Vraag ernaar bij uw handelaar!*uw hande

W SYN 21302042 AD Calaris 13 230x297 ACTIE PANEL BIJQR.indd 1 15-01-14 15:05

Page 54: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 201454

Vijftien tot twintig procent meer ruwvoer is er volgens Limagrain de komende jaren nodig. Dat betekent dat de eisen die aan de teelt worden gesteld omhoog gaan, stelt commercieel manager Jos Groot Koerkamp van Limagrain vast. “We zullen alles op alles moeten zetten om het maximale eruit te halen. De loonwerker speelt daarin een grote rol.”Voor Limagrain staat één ding vast: de komende jaren is het voorbij met de situatie dat het in de veehouderij allemaal niet zo nauw kwam. Een eerste signaal daarvan ziet Groot Koerkamp nu al. “Je merkt dat het voer op is nu de melkproductie ongeveer vijf procent hoger is. Dat zie je aan de prijzen. Er wordt nu al € 70,- per ton maïs en € 90,- per ton gras betaald.” Die behoefte aan voer betekent veel meer aandacht voor de teelt, voorspelt hij. Voor zowel gras als maïs betekent dit dat er moet worden gezocht naar optimale teeltomstandigheden. “Bij gras weten we dat vijftig procent van de weiden te kort schiet in kwaliteit en dus VEM-opbrengst. Daar moet dus wat gebeuren, maar ook in de maïs kan het veel beter. Daar moeten we feitelijk ook een twintig procent hogere VEM-opbrengst halen.”Limagrain is ervan overtuigd dat voor die extra productie de hele maïsteelt in orde moet zijn en dat overal het maximale uit-gehaald moet worden. “Daarom besteden we ook veel aandacht aan de verteerbaarheid van de restplant. We oogsten nu eenmaal de hele plant. Als je daar meer uit haalt, kun je de voederwaarde van de hele kuil verbeteren en kunnen de koeien beter preste-ren. Dat blijkt ook uit de voederproeven die we hebben gedaan bij Schothorst Feed Research. Rassen die dat waarmaken, krijgen daarom ook het Animal Nutrition-keurmerk.”Voor loonwerkers is het in de ogen van Groot Koerkamp vooral belangrijk om te profiteren van de kennis die zij hebben. “Als loonwerker ken je de percelen. Praat daarover met de veehou-der. Kies dan bewust voor rassen die passen. Als de ontwatering slecht is, moet je een zeer vroeg ras nemen. Of kijk naar het organische-stofgehalte en de mogelijkheid een goede groenbe-mester te telen. Nu de bemesting zo krap is, is het belangrijk om via die weg extra meststoffen vast te leggen. Dan moet je echter wel op tijd kunnen zaaien.”Het komend jaar gaat Limagrain in samenwerking met de NAJK ook weer op zoek naar de beste maïsteler in de MaïsChallenge 2014. Hierbij worden de deelnemende jongeren uitgedaagd om eventueel in samenwerking met de loonwerker echt goede maïs te telen. Het is een uitdaging die hij ook wel bij de loonwer-ker neer wil leggen. “Volgend jaar zouden we dat ook wel voor loonwerkers willen doen. Die moeten het toch minstens zo goed kunnen.”

Opmerking redactie: denkt u nu al in staat te zijn een ideaal maïsge-was te telen, meld u dan aan. Graag volgen we komend seizoen al een aantal loonwerkers in hun aanpak om te komen tot een ideale maïsteelt. Meld u aan via [email protected].

Limagrain: op zoek naar beste teler

Meer melk per hectareWaarom moet er meer voer per hectare worden geoogst, wat is de rol van de loonwerker daarin en hoe kun je daar ook geld aan verdienen? Zo maar een drietal vragen die aan de orde ko-men op het loonwerkcongres dat Agrifac en VisscherHolland op 7 februari in Steenwijk organiseren. Voor de organisatoren staat één boodschap voorop: de loonwerker moet af van de situatie dat hij wordt gezien als kostenpost. De uitdaging is om dadelijk weer extra toegevoegde waarde te bieden aan de vee-houder, zodat ook de betaling daarnaar is. Kijk voor meer informatie op www.meermelkperhectare.nl. Via deze site kunt u zich ook tot woensdag 5 februari aanmelden. De kosten bedragen € 25,- per persoon.

Page 55: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 55

Het is nu de tijd voor loonwerkers om te profiteren van de groeiende vraag naar ruwvoer, vindt directeur Jan Bakker van KWS Benelux. “De veehouderijbedrijven groeien en hebben behoefte aan iemand die de teelt voor ze organiseert. Wie dat goed doet, kan ook weer geld verdienen.”Voor loonwerkers is het feitelijk terug naar de begintijd van de maïs, stelt Bakker. “Toen waren de loonwerkers gewoon de trekker van de hele maïsteelt. De laatste jaren is dat langzaam uit hun handen geglipt doordat andere partijen zich ermee gingen bemoeien, zoals leveranciers van zaad en meststoffen. Nu de veehouderijbedrijven groter worden en meer willen uitbesteden om het hele bedrijf opti-maal te hebben en te houden, is het mogelijk dat de loonwerker ook weer meer organisator wordt van de hele maïsteelt. Die job begint met kennis verwerven. Daarvoor hebben we de KWS Maïsmanager-app, die gratis te downloaden is. Daarmee willen we iedereen een-voudig toegang geven tot alle maïsinformatie. Wie de kennis heeft, kan een goede job doen en krijgt meer werk in handen. De drang voor vele veehouders om uit te breiden zodra het melkquotum eraf is, zal nog meer druk op de voederproductie zetten.”Waar het om draait, is het verhaal dat KWS in de maïsteelt propageert, namelijk dat het gaat om de kolf (dus de korrel), doceert Bakker. “De kolf levert 95 procent van de voederwaarde, al het zetmeel, en daar-mee is het de hoogwaardige component voor de melkproductie. Het is dat we maïs hier niet met zekerheid korrelmaïs-rijp krijgen, daarom oogsten we de maïs hier als snijmaïs. Wereldwijd wordt de maïs die als diervoeder wordt gebruikt voor 90 procent geoogst als

korrelmaïs. Snijmaïs is een compromis om toch de zetmeelproduc-tiecapaciteit en de bestendigheid van het maïszetmeel te hebben en niet het probleem van onvoldoende oogstrijpheid voor kor-relmaïs te moeten tegenkomen”, stelt Bakker. “De restplant brengt nauwelijks voederwaarde en vormt alleen een stimulans voor de penswerking, maar is veel te volumineus voor oogst, transport en opslag en verdringt in de koe te veel de opname van hoogwaardig voer. Er zijn heel wat producten die per kilogram droge stof een veel groter effect als pensstimulator hebben dan maïsstro.”Bakker ziet voor de toekomst meer mogelijkheden voor loonwerkers in de maïsteelt. “Als loonwerker kun je de akkerbouw en veehouderij aan elkaar verbinden, door vraag en aanbod aan elkaar te koppelen en de teelt, oogst en opslag voor de veehouders te verzorgen. De oogst als korrelmaïs is het interessantst: geringe volumes te trans-porteren en de hoogste bestendigheid van het zetmeel. Een zeer hoog kwalitatief krachtvoeder tegen een democratische prijs. Daar kun je als loonwerker toegevoegde waarde creëren.”

Voor bedrijven die geïnteresseerd zijn in dit denken willen we een infor-matiebijeenkomst houden om eens verder te praten over de organisatie van de teelt, de oogst en de opslag en de mogelijkheden om de regie in handen te nemen. Wie belangstelling heeft, kan zich melden door een e-mail te sturen naar [email protected]. Bij voldoende belangstelling organiseert Grondig samen met KWS ergens centraal in het land een bijeenkomst.

Nieuwe rassenDit jaar zijn zeven nieuwe rassen op de Aanbevelende Rassenlijst geplaatst. We stellen ze kort voor.

Zeer vroege en vroege rassenLeovoxx van Ragt. In feite de opvolger van Chavoxx. Is net zo vroeg, maar heeft een drie procent hogere opbrengst en een wat hoger zetmeelgehalte.SY Mylkytop van Syngenta Seeds. Een opvallend nieuw ras, met veruit de hoogste zetmeelcijfers in deze groep. Behoort ook qua opbrengst tot de betere rassen.

Middenvroege en middenlate rassenLG 30.232 van Limagrain. De nieuwe topper in opbrengst met vijf procent meer dan gemiddeld. Goed voor bedrijven met veel maïs

in het rantsoen. Heeft relatief wat minder zetmeel.Sunstar van Innoseeds. Is iets later dan 30.232, maar behoort tot dezelfde kweeklijnen. Scoort één puntje lager in VEM per kilogram droge stof.

Korrelmaïs en corn cob mixES Darinha van Innoseeds. Heeft de lijst na vijf jaar onderzoek ge-haald als vroegste korrelmaïsras. Ligt in opbrengst één puntje on-der het gemiddelde.Sunshinos van Limagrain. Een kort ras met goede stevigheid en een opbrengst die iets bovengemiddeld is. Ook zeer geschikt als vroege snijmaïs en dus een ideaal dubbeldoelras.Vagant van KWS. Scoort na Millesim, ook van KWS, de hoogste op-brengst met een 105. Is iets vroeger en is duidelijk langer. De stevig-heid is mede daardoor minder.

KWS: loonwerker moet teelt organiseren

Page 56: Grondig 2 - 2014

56 GRONDIG - Februari 2014

voorzichtig met ontsmet zaaizaadAlternatieven voor neonicotoïden zorgvuldig toepassen

Als gevolg van de bijendiscussie zijn er dit jaar voor de bestrijding van ritnaalden en andere

insecten geen producten meer toegelaten voor de behandeling van zaaizaad. Op grond van

de Europese regelgeving is het echter nog wel mogelijk tegen ritnaalden behandelde zaden te

importeren en te zaaien. Om die te behouden, roept Syngenta op tot een zorgvuldig gebruik.

De discussie rond de vermeende bijensterfte als gevolg van het gebruik van neonicotoïden heeft het afgelopen jaar geleid tot een voorlopig verbod op het gebruik van verschillende zaad-behandelingsmiddelen. In Nederland betreft het de producten Cruiser en Poncho. Deze twee zaadbehandelingsmiddelen zijn systemisch, dat wil zeggen dat ze worden opgenomen door de plant en zo bescherming van binnenuit bieden. In Nederland werden ze vooral gebruikt in gebieden en op percelen waar veel problemen met ritnaalden waren. In het buitenland werden ze ook gebruikt tegen bijvoorbeeld de maïswortelboorder. Het belangrijkste insect waarmee we in Nederland in maïs te maken hebben, is de ritnaald. Vooral in Oost-Nederland, in het gebied tegen de Duitse grens, worden veel besmettingen gemeld, maar ook op percelen waar in het verleden altijd gras

heeft gestaan, kunnen problemen optreden. René Huijsmans, bij Syngenta verantwoordelijk voor de zaaizaadbehandeling, schat dat het areaal waar bestrijding nodig is de afgelopen vijf jaar is gestegen van twee naar meer dan zes procent. “Daarmee valt het probleem in Nederland nog mee, want in het buiten-land, zoals Frankrijk, Duitsland en delen van België, is het in be-paalde gebieden al niet meer mogelijk om maïs te telen zonder bestrijding. Doe je daar niets, dan verdwijnt zo zeventig procent van de planten.”

Europese toelatingIn Nederland zijn er door het wegvallen van Cruiser en Poncho geen middelen meer toegelaten die ritnaalden kunnen be-strijden. Dankzij de Europese wetgeving zijn er echter nog wel mogelijkheden om iets aan een ritnaaldenprobleem te doen. Het is namelijk toegestaan om zaaizaad uit het buitenland te importeren dat is behandeld met een insecticide. In het buiten-land zijn twee zaaizaadbehandelingsproducten ter bestrijding van ritnaalden toegelaten. Dit zijn Force 20 CS van Syngenta en Sonido van Bayer. Nu er nog maar twee middelen resteren, pleit Huijsmans voor een zeer verantwoord en gedegen gebruik van behandeld zaai-zaad. “We kunnen ons niet veroorloven dat we door slordig en onoordeelkundig gebruik nog meer middelen kwijtraken. Dat is ook de reden dat we een speciale campagne zijn gestart om gebruikers te doordringen van de noodzaak om alle veiligheids-maatregelen in acht te nemen. Met ons Syngenta Seedcare-programma willen we benadrukken dat de zaaizaadbehande-ling mede de basis geeft voor een gezonde teelt en een optimale groei in het begin van de teelt. We willen ook duidelijk maken dat de gebruiker van behandeld zaaizaad in contact kan komen met gewasbeschermingsmiddelen. Dan moet je dus weten hoe op de juiste manier met dit behandelde zaaizaad om te gaan om blootstelling van jezelf en van het milieu tot een minimum te beperken.”Syngenta benadrukt dat door bij elke vijf zakken met Force be-handeld zaaizaad niet alleen een informatiefolder te doen, maar ook een set persoonlijke beschermingsmiddelen met daarin handschoenen, een mondkapje en een veiligheidsbril. Het ge-bruik van persoonlijke bescherming is nodig omdat Force 20 CS

Bij elke vijf zakken met behandeld zaaizaad krijgen gebruikers een veiligheidspakket.

vak

info

rmatie

Page 57: Grondig 2 - 2014

Alle maïskennis nu binnen handbereik

De KWS-Maïsmanager App biedt u altijd de meest actuele informatie over alle aspecten in de maïsrassenkeuze, teelt, oogst en gebruik van silo- en korrelmaïs.

Eenvoudig en toegankelijk, thuis, in het veld en op de trekker. Daar waar u de informatie nodig heeft, is deze te raadplegen.

De informatie is gratis beschikbaar voor alle smartphones, tablets en personal computers.Bezoek de App Store of Google Play om de KWS-Maïsmanager App te downloaden of bezoek de site www.kws-maismanager.nl of www.kws-maismanager.be

KWS Benelux wenst u veel plezier bij het gebruik van deze App en succes met de teelt van uw maïs.

Voor meer informatie:Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76-50 23 517www.kwsbenelux.com

KWS MAÏS

MEER ZETMEEL van het land

MEER ENERGIE in de stal

MEER RENDEMENT

De KWS-Maïsmanager Appde maïskennis die wij delen

GRONDIG - Februari 2014 57

tefluthrin bevat, een actieve stof die behoort tot de groep van de py-rethroïden, net als Karate Zeon). Het product wordt al bijna dertig jaar gebruikt als zaaizaadbehandeling in Europa. Een vervelend neveneffect van pyrethroïden is dat wanneer door onzorgvuldig handelen een di-rect contact met de actieve stof plaatsvindt een tijdelijke sensatie van de huid kan optreden. Kortweg gezegd: het gaat jeuken. De jeuk kan echter soms wel 24 duren. Het is niet gevaarlijk, maar het kan wel on-aangenaam zijn. De ene persoon is er gevoeliger voor dan de andere. Deze eigenschap om jeuk te veroorzaken, heeft in elk geval een positief aspect, glimlacht Huijsmans. “Het toont in vijf minuten aan of je de per-soonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze gebruikt.”

DampwerkingIn de grond komt de actieve stof vrij en komt het middel als een soort damp rond de korrel te hangen. Dat is ook de reden dat je behandeld zaad op drie tot vijf centimeter diep moet zaaien. “Ga je dieper, dan komt de dampbel niet helemaal tot de oppervlakte en kunnen ritnaalden het kiempuntje nog net onder de oppervlakte opeten. Daarom heb je ook een mooi fijn zaaibed nodig, anders is de werking onvoldoende. Op probleempercelen is het daarom ook verstandig om niet al te vroeg te zaaien. In koude omstandigheden groeit de maïs traag en komen de rit-naalden pas laat op gang en dan kan de duurwerking onvoldoende zijn om de plant echt te beschermen.”Behalve het nemen van goede voorzorgsmaatregelen is het volgens Huijsmans altijd belangrijk om bij het gebruik zorgvuldig te werken. Dat betekent zakken legen met de rug in de wind, zakken waar het zaad in heeft gezeten verantwoord laten vernietigen, voorkomen dat zaad wordt gemorst en machines na gebruik goed reinigen. Hij adviseert ook om aangebroken zakken in elk geval goed op te ber-gen. “Waar het om gaat, is dat we beseffen dat zaaizaad is behandeld met chemie en dat je hiermee voor de persoonlijke bescherming en de bescherming van het milieu dus zorgvuldig moet omgaan. Wie dat doet, is gegarandeerd van een goede werking en een goede start van de teelt, maar ook dat de toepassingen behouden blijven voor de maïsteelt.”

Tekst: Toon van der StokFoto’s en illustratie: Syngenta

Door de dampwerking alleen rond de korrel moet er niet te diep worden gezaaid, anders krijgt de ritnaald net voor opkomst toch een kans.

Page 58: Grondig 2 - 2014

LOONWERKCONGRES MEER MELK PER HECTARELOONWERKCONGRES MEER MELK PER HECTARE

Programma en aanmelden op www.agrifac.nl of www.meermelkperhectare.nl

DATUM: 7 FEBRUARI 2014 THEATER DE MEENTHE, STEENWIJK

‘Perfect zaaibed zonder kopeggen bespaart honderdeneuro’s diesel per jaar.’

precies wat nodig is

Tel. +31 (0)58 257 15 55 www.homburg-holland.com

Rexius Twincultivator

Badweg 50 • 8401 BL Gorredijk • e-mail: [email protected] website: www.broekens.nl

U bent van harte welkom! Donderdag13 Februari

9.30 t/m 22.00 uur

Vrijdag14 Februari

9.30 t/m 22.00 uur

Zaterdag15 Februari

9.30 t/m 16.00 uurShowdagen Gorredijk

Al 160 jaar uw partner in landbouwmechanisatie

JAAR

13 Fe9.30 t

V4 Fe9.30 t

Za5 Fe9.30 t

13 9

14 9

15

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

Adverteren in Vakblad Grondig?Voor meer informatie: Lisette KerkhofT 033 - 247 49 50E [email protected]

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

Maa

rt 2

012

310 - START ACTIE VEILIG LANDBOUWVERKEER 16 - NIEUWE

SERIE: DE WINST VAN DUURZAAMHEID 52 - GEBRUIKERS-

ERVARING VALTRA TWIN TRAC 68 - PRIMEURS VAN JCB

Page 59: Grondig 2 - 2014

Boeren met ambitie

RUWVOER+RUWVOERMais door de ogen van de koe

Zeer vroege en vroege rassenP8057, LG 30.211, NK Baleric, SY Milkytop, LG 30.223 LG 30.218 en MessagoMiddenvroege en middenlate rassen Torres, SY Multitop en Millesim CCM/KorrelSY Milkytop, Ricardinio en Millesim

Ga voor meer informatie naar:www.forfarmershendrix.nl

Page 60: Grondig 2 - 2014

60 GRONDIG - Februari 2014

ag

rarisch

nieu

ws

Kverneland-zelfrijder

Veel ruchtbaarheid is er nog niet aan gegeven, maar komend jaar komt ook Kverneland met een zelfrijder op de markt. In een hoekje van de stand van Wout Hoogervorst stond deze nieuwe IX Drive. Op zich een logische plek, want Hoogervorst is de importeur van Mazzotti, dat tekent voor het onderstel. De nieuwe zelfrijder is een combinatie van de Mazzotti met Poclain-wielmotoren en Perkins-motor en spuitopbouw van Kverneland. Het eindproduct wordt in Nederland op de markt gebracht als zelfrijder voor Kverneland. In België houdt het be-drijf vast aan Agrifac als leverancier van de zelfrijder.

Automatisch touw verwijderen

Ook van Mechanisatie Haarlemmermeer komt een noviteit op de strodekker. Voor loonbedrijf Gebr. De Groot ontwierp het bedrijf een nieuwe variant met een bredere opvoer voor balen en een automatisch systeem om het touw te ver-wijderen. Daarvoor is een eigen touwwikkelaar gemaakt die de touwen overpakt van een paar tanden die de touwen omhoog trekken. Na het wikkelen worden de touwen automatisch in een voorraadbak gestort. Belangrijk voordeel: geheel automatisch, dus geen verloren vingers of handen meer.

Een echte primeur was er voor de nieuwe werktuigdrager van Mechanisatie Haarlemmermeer. Deze heeft standaard een doorrijhoogte van 1,20 meter en is ontwikkeld om met hoge

snelheid te kunnen schoffelen in de vasteplantenteelt. Zo te zien zou de machine echter ook heel goed passen in bijvoor-beeld de biologische teelt van diverse landbouwgewassen. Het meest ingenieuze is de ophanging van de voorwielen. Deze hangen geveerd in een parallellogram, waarbij de beide veerbollen gekoppeld zijn. Zodra één van de voorwielen over een kluit gaat, wordt dit opgevangen in de veerbol. Deze brengt de druk over naar de veerbol van het andere wiel, die het wiel omlaag drukt. Het effect is dat de machine niet schuin gaat hangen met een zijwaartse verplaatsing van de schoffel, maar als geheel omhoog gaat. Door het elimineren van deze bewegingen kan er heel kort naast de planten worden ge-schoffeld. De hoge snelheid die tegelijk mogelijk is, maakt ook het werken met roterende vingerwieders mogelijk. Bijzonder is de plaatsing van de bestuurdersstoel. Deze staat aan de rechterkant, recht boven een rij. Zo heb je goed zicht op het werk en kun je ook direct bijsturen. Naast een schof-felgarnituur kun je er een groot aantal andere werktuigen aan hangen, zoals een granulaatstrooier of een rijenspuit.

verrassingen op mechanisatietentoonstellingJaarlijks start het jaar voor de bollenteelt met de mechanisatietentoonstelling in Vijfhuizen. Dit jaar waren

er weer een paar aardige ontwikkelingen te vinden. Met in een hoekje ook nog de nieuwe zelfrijder van

Kverneland.

Page 61: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 61

Antonio Carraro ontwikkelt SRH door

Antonio Carraro introduceerde afgelopen week op de Fieragricola-beurs in het Italiaanse Verona de 64 kW (87 pk) SRH 9800 in Infinity-uitvoering met een opvallende doorontwikkeling op transmissiegebied. Deze SRH had vier mechanisch geschakelde groepen in combinatie met een hy-drostaat. De nieuwe Infinity-uitvoering heeft nu twee groepen - veld (0-15 km/u) en transport (0-40 km/u) - in combinatie met een drietraps po-wershift om binnen de groepen al rijdend het ideale snelheidsbereik te kunnen kiezen. Het voordeel is niet alleen een gemakkelijker overgang bij snelheidsveranderingen, maar ook dat voor specifieke werkzaamheden

het optimale krachts- en rendementsbereik voor de hydrostaat beter kan worden ge-kozen. De SRH 9800 heeft een cruisecon-trol-functie waarbij bij het veranderen van de powershift de snelheid constant blijft. Er is ook een ecostand met een verlaagd motor-toerental. De Infinity heeft ook een afta-kasmanagement om de aftakas constant te houden bij wisselende rijsnelheden.

KORT NIEUWS

Mechanische kuilverdeler van Kemp

Kemp Machines in Houten heeft het afgelopen jaar deze mechanische kuilverdeler ontwikkeld en in de praktijk getest. Deze komt nu in com-binatie met een verdichtingswals op de markt. De verdeler is een me-chanische aangedreven machine met twee rotors (dikwandige buis) die iets onder een hoek staan, zodat het gras beter naar de zijkanten worden gewerkt. De rubberflappen zijn hydraulisch uitschuifbaar en uitklapbaar. De grasvork is als optie leverbaar, desgewenst als afschuif-vork. De tweetons verdichtingswals is driedelig, heeft ringen met een diameter van 90 centimeter en is zestig centimeter uitschuifbaar. De wals kan desgewenst worden verzwaard met gewichten of door het bijvullen met 500 liter water.

Stihl-online-verkoopDe klant kan vanaf september bij Stihl het volledige assortiment van Stihl en Viking on-line reserveren en de bestelling vervolgens bij de handelaar afhalen of laten opsturen. Producten waarbij volgens de producent persoonlijk advies vereist is, kunnen alleen online worden gereserveerd en moeten bij de vakhandelaar worden opgehaald.

New Holland MarangonDe Italiaanse fabrikant Marangon gaat het 600 DFR direct cut-maaibord op maat leve-ren voor de New Holland FR-hakselaar. New Holland en Marangon zijn ook overeenge-komen samen te werken voor de (door)ont-wikkeling van maaiborden. Dit maaibord is ontwikkeld voor de oogst van biomassa, een belangrijke internationale groeimarkt.

OBO-bandenreparatie-appNa in 2012 een online-bandenanalyse te hebben geïntroduceerd, komt banden-vernieuwingsbedrijf OBO Banden nu met een app voor smartphones en tablets. Het doel is om professionele eindge-bruikers te informeren dat bandschades in veel gevallen nog te repareren zijn. De bandenvernieuwer richt zich daarbij in het bijzonder op de loonwerkers en landbouwmechanisatiebedrijven.

Mitas Super Flexion-banden De nieuwe Mitas Super Flexion Tyres (SFT) worden gemaakt voor trekkers met een hoog vermogen. De nieuwe maten van de SFT zijn 900/60R42, 710/60R34, 650/60R34, 710/65R46, 750/65R26 en 580/85R42. De Super Flexion-banden zijn gebaseerd op de Continental SVT-landbouwbandentechnologie. Mitas heeft met Continental een contract om tot 2019 de bandentechnologie van die fabrikant te benutten.

Claydon-cambridge-rolAfgelopen jaar lanceerde Claydon zijn eer-ste 12,30 meter brede cambridgerol. Door de groeiende vraag voegt Claydon nu dit 6,30 meter brede model toe aan zijn pro-gramma. Later dit jaar zal tevens een 8,30 meter breed model volgen. De nieuwe 6,30 meter brede machine weegt 4500 kilogram. Per sectie wordt een druk van 715 kilogram per meter uitgeoefend. Dit model klapt op tot een transportbreedte van 2,85 meter. Hydraulisch bediende remmen, spatborden, verlichting en waarschuwingsborden beho-ren tot de standaarduitrusting.

Page 62: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 201462

vo

orstelro

nd

e

vergroot en vernieuwd Zeswielige Holmer T4-40-bunkerrooier

Om het forse gewicht te kunnen dragen, is de rooier voorzien van voor Michelin Ultra Flex IF 800/70R38-banden en achter de bekende Michelin 1050/50R32-banden. Voor kunnen deze op 1,4 bar en achter op 1,9 bar.

De Mercedes-zescilindermotor heeft een inhoud van 15,6 liter, voldoet aan Stage IV met een maxi-maal vermogen van 460 kW (626 pk). Tijdens het rooien werkt deze op 1100 toeren. Bij de eerste test lag het verbruik op 38 liter per hectare.

Eind vorig jaar demonstreerde Holmer-importeur Van Gemeren op verschillende plaatsen met de nieuwe T4-bietenrooier. Naast de extra wielen en de grotere bunker zijn er op de rooier een groot aantal andere vernieuwingen doorgevoerd. Daarmee staat deze machine model voor de nieuwe generatie Holmer-rooiers. De machine is uitgerust met een Mercedes-zescilindermotor die maximaal 460 kW (626 pk) levert. Voor Mercedes is gekozen omdat MAN momenteel geen passende motor in het leveringspakket heeft. De hele machine is zo ingericht dat de motor de meeste tijd op 1100 toeren�per�minuut�kan�draaien;�niet�alleen�bij�het�rooien,�maar�ook�bij�het�transport�op�de�weg. Deze gigant dendert zelfs met 40 km/u op hoge snelheid van perceel naar perceel. Tijdens de eerste demo haalde de machine het zeer acceptabele brandstofverbruik van 38 liter per hectare. Dit is niet alleen te danken aan de nieuwe motor, maar ook aan het vol-ledig vernieuwde hydraulisch systeem, waarbij pompen die niet in gebruik zijn volledig worden uitgeschakeld. De machine is uitgerust met led-werklampen, waardoor nu nog één dynamo nodig is in plaats van twee. Naast een optimaal motormanagement is ook het hy-draulische deel vraaggestuurd geregeld. Op de weg profi teert de berijder ook van de vier bestuurbare achterwielen. Bij lage snelheid stuurt de machine op zowel de vooras, de knikbesturing als de vier achterwielen en kan dan op bijvoorbeeld rotondes heel kort draaien. Dat voorkomt met name het uitzwaaien van de kont, met alle kans op schade aan verkeersborden, lantaarnpalen of bomen. Boven de 12 km/u stuurt de machine automatisch als een gewone zelfrijder op alleen de vooras. De rooiunit is niet veranderd. Dat is nog steeds het HR-rooisysteem, waarbij elk rooielement in een eigen parallellogram hangt. Hierbij zijn alle rooielementen afzonderlijk aangedreven en eenvoudig op diepte instelbaar via de joystick in de cabine. Vernieuwd is wel de nakop-per. Het DynaCut-nakoppersysteem heeft een langer en omgekeerd parallellogram met een lager gewicht en daardoor minder massatraagheid. Tussen twee bieten zakt het mes hierdoor sneller, wat bij hogere snelheden beter kopwerk moet geven.Met de nieuwe T4 speelt Holmer in op de wens om te kunnen werken met een grote bun-kerinhoud, een markt die vooral het domein was van Ropa. Net als bij Ropa betekent groot ook een fl ink gewicht. De rooier weegt leeg al meer dan 31 ton. Met een bunkerinhoud van 30 ton kom je vol op tien ton per wiel. Toch claimt Holmer een lagere bodemdruk door een vergroting van het draagvlak en een optimale verdeling van het gewicht over de zes wielen. Binnen de Exxel-groep, waartoe Holmer net als Agrifac behoort, krijgt de rooier een plaats in het bovenste segment naast de Sixxtraxx van Agrifac.

Tekst & foto’s: Toon van der Stok

Helemaal nieuw is ook de cabine, die stiller is. Hij heeft een vernieuwd ergonomisch bedienings-paneel met touchscreen-kleurenscherm, een luxe verwarmbare stoel, klimaatregeling en een multifunctionele joystick waarop de belangrijkste functies direct voorhanden zijn.

Page 63: Grondig 2 - 2014

63GRONDIG - Februari 2014

De voorste achteras is star en hangt direct aan het frame. De achterste as is pendelend,waarbij druk-cilinders in combinatie met een weegsysteem zorgen voor een gelijke belasting van de achter-wielen tijdens het rooien. Gewichtsverdeling, sta-bilisatie en vering zijn hierbij volledig automatisch.

De losband is verlengd om met een lagere stor-thoogte te kunnen werken of bij de hoop juist bieten hoger weg te kunnen leggen. Tijdens het transport wordt de top van de band naar binnen gevouwen. De lostijd voor 30 ton bieten is dank-zij het automatische lossysteem vijftig seconden.

Bij veel mensen is groot nog steeds synoniem voor zwaar en insporing. De demonstratie in Steenbergen liet weer eens zien dat de banden veel verschil maken. De bietenrooier drukte de bodem breed aan, maar gaf geen insporing. De kipper daarentegen liet duidelijke sporen na.

Page 64: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Juli 201264 GRONDIG - Juli 20126464 GRONDIG - Februari 2014

“Veur Boer’nleu he’i j altied tied.” Een opmerking die loonwerker Gerrit Versteeg uit Ambt Delden dikwijls te horen kreeg. “Wij hebben als team Boer’nleu de afspraak dat wat we doen, we ook goed doen. Daar horen ook heldere afspraken bij en het nakomen ervan.” Gerrit zet daarmee meteen zijn actieve deelname aan Boer’nleu in het juiste perspectief. “Boer’nleu is voor ons serieuze business, waar-in wij hebben gekozen voor professioneel en goed. Goed is dan niet alleen de inhoud van de show, maar ook alles eromheen. Dus ook er altijd op tijd zijn als er een nieuwe - tweejaarlijkse - revue moest wor-den ingestudeerd. Zeven uur beginnen was ook zeven uur begin-nen. Anderhalf uur voor aanvang van de voorstelling aanwezig om de puntjes op de i te zetten, is anderhalf uur.” En dus is de opmerking “Veur Boer’nleu he’i j altijd tied’ voor Gerrit meer een compliment.

Goed of niet Boer’nleu is een revuegezelschap dat ruim veertig jaar geleden in Enschede is ontstaan uit een bonte middag voor oud-leden van de stichting STAWEL. Een aantal mensen schreef hier wat voor, maar geleidelijk aan werd Jan Roerink de enige schrijver. Het gezelschap speelde eerst rondom Enschede kleine voorstellingen. Door het succes groeiden de kring, het aantal bezoekers en het aantal voor-stellingen. Gerrit Versteeg kwam 36 jaar geleden via familie in aan-

raking met het gezelschap en met zijn ambities lukte het meteen zich een vaste plek te verwerven in het team. De laatste ruwweg twintig jaar draaide Boer’nleu professioneel het hele seizoen mee in alle (grote) theaters in het oosten van het land. Meestal voor vol-le zalen, per productie goed voor ruim 35.000 bezoekers. Volgens Gerrit is dat vooral te danken aan hoofdrolspeler, regisseur en tekst-schrijver Jan Roerink. “Hij heeft de kwaliteiten een stuk te schrijven en te regisseren dat staat. Dat is de basis van het succes. Daarna is het aan ons om het goed uit te voeren.” Jan Roerink heeft voor zijn werk diverse onderscheidingen gekregen.Roerink is al die jaren de centrale persoon gebleven en heeft alle voorstellingen geschreven en geregisseerd. Hij speelt als boer Gerrad de hoofdrol, samen met de vaste hoofrolspelers, die vrouw Hanna en buurman Jaan spelen. De andere spelers, onder wie Gerrit, fungeren als aangevers in diverse rollen. In de loop der jaren is het team aangevers telkens ververst met ‘jong bloed’ om de ba-lans tussen jong en oud in stand te houden. “We speelden altijd in de periode van november tot april”, zegt Gerrit. “Dat sloot mooi aan op de slappere periode in het loonwerk en je hebt dan een prima uitlaatklep om spirit uit te halen.” Jan Roerink heeft vanwege zijn leeftijd van 71 jaar aangegeven dat het nu welletjes is geweest. Zonder Jan ziet Gerrit geen toekomst

verdiend applaus Loonwerker Gerrit Versteeg speelt voor het laatst met Boer’nleu

Goed of niet, een middenweg bestond er niet bij revuegezelschap Boer’nleu. Dat levert ruim veertig

jaar volle zalen en een groots applaus op. Dit voorjaar speelt het gezelschap de laatste voorstellin-

gen van de revue “het leste bedrief”. Daarna zet Boer’nleu er een punt achter. We spraken met vaste

speler Gerrit Versteeg over de succesformule en de parallellen met het eigen loonbedrijf.

ziJweg

en

Page 65: Grondig 2 - 2014

GRONDIG - Februari 2014 65

voor Boer’nleu. “Jan is onvervangbaar. In het kader van ‘goed of niet’ is het zon-der hem dus over en uit.”

Focus op kwaliteitGerrit is heel helder over de succesformule. “Wij zijn altijd voor honderd procent kwaliteit gegaan, zonder concessies. Je werd geacht na drie avonden oefenen de teksten blindelings te kennen, zodat je je daarna volledig kon richten op het perfectioneren van de uitvoering ervan. Alle deelnemers hadden die instelling, concessies zijn nooit gedaan”, aldus Gerrit. Hij geeft aan dat ruimte voor eigen improvisaties er dus ook niet is. “Je brengt medespelers in verlegenheid en het doet altijd afbreuk aan het stuk, want dat is een uitgebalanceerd geheel, waarin grappen getimed zijn.” Gerrit heeft dit nooit als een rem gezien. “Je klaart de klus als team. De voldoe-ning zit hem in het volbrengen van de missie met elkaar en de positieve respons: al die jaren volle zalen met echte aandacht en warm applaus.”

Heldere parallel Daar ziet Gerrit ook parallellen met het runnen van een loonbedrijf. “Dat is ook teamwerk. Het begint ook met de juiste spelers, die weten wat hen te doen staat. Bij ons is dat de bewuste keuze voor personeel dat het boerenwerk kent en weet wat de boer verlangt. Ook bij ons moeten er beslissingen worden genomen en de lijntjes worden uitgezet. Daar ben ik de hoofdrolspeler en regisseur. Maar uit-eindelijk lever je als team het goede stuk werk bij de klant met een zelfde soort rolverdeling als bij Boer’nleu. Je gaat er volledig voor en doet het goed of doet het niet.” Of Gerrit op een andere manier nog verder gaat met revue weet hij niet. “Volgend jaar zeker niet. Wij staan de komende jaren voor grote beslissingen aangaande de bedrijfsvoering, eventuele nieuwbouw en op termijn de opvolging. Dat zal de volle aandacht opeisen. Al zal ik de uitlaatklep Boer’nleu zeker gaan missen. Ik sluit echter niet uit dat ik op een andere manier nog weer de bühne op zal gaan. Die passie blijft.” Op de website www.boernleu.nl vindt u de agenda.

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Boer’nleu, Vreemann

Gerrit Versteeg kwam 36 jaar geleden in contact met Boer’nleu. Sindsdien is hij een vaste waarde in het team. Voor hem is het spelen al die jaren een belangrijke uitlaat-klep geweest om in de wintermaanden spirit uit te halen.

Gerrit speelde als aangever diverse personages, waaronder hier het moderne stel dat tijdens een fietstocht even later bijpraat met de hoofdrolspelers Gradus en Hanna.

Regisseur en hoofdrolspeler Jan Roerink (vooraan met blauwe kiel) ontving de Prins Bernard Cultuurprijs 2013 en de Streektaalprijs 2007 en werd in 2006 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Het werk op de bühne is het meest tastbaar, maar de vele uren oefenen, voorbereiden, samenzijn en teamspirit plus natuurlijk de gezelligheid vormen een wezenlijk onderdeel.

Boer’nleu stopt, maar dat wil niet zeggen dat het spelen voor Gerrit defini-tief voorbij is. Het bloed kruipt... De komende tijd eist ‘de hoed van regisseur op het eigen bedrijf’ alle aandacht op.

Page 66: Grondig 2 - 2014

Als tijd geld is, hoe arm ben je dan als je geen tijd hebt

Enige tijd geleden belde mevrouw Graafsma van Loonbedrijf De Cu-

melaar. Werknemer Piet was aan het eind van het maïsseizoen met zijn

vingers in de hakselaar terecht gekomen. Hij werd daarop met spoed

naar het ziekenhuis gebracht. Gelukkig verloor hij bij het ongeval geen

vingers. Wel kon de middelvinger waarschijnlijk niet meer worden ge-

bruikt en van de overige vingers waren de pezen zwaar beschadigd. Me-

vrouw Graafsma meldde het ongeval bij de Inspectie SZW (voorheen de

Arbeidsinspectie).

Piet onderging meerdere operaties en moest enkele weken revalideren.

Aangezien terugkeer in zijn eigen werk niet meer haalbaar leek, werd

door de verzekeraar een arbeidsdeskundig onderzoek ingesteld. De uit-

komst daarvan was dat Piet ongeschikt werd geacht voor zijn eigen werk

als trekkerchauff eur en hakselaarmachinist. Er was mogelijk wel ander

passend werk voor hem binnen het bedrijf, maar daarvoor moest hij wel

de opleiding machinist hydraulische graafmachine volgen.

De verzuimverzekeraar van loonbedrijf De Cumelaar had er ook belang

bij dat Piet zo snel mogelijk weer aan het werk zou gaan en kende een

volledige vergoeding toe van het opleidingstraject. Deze opleiding

duurde acht maanden. Piet ging tijdens de opleiding steeds vaker met

zijn collega mee met de graafmachine om te oefenen en gevoel te krij-

gen bij de bediening. Omdat het nog niet helemaal naar wens verliep,

verplaatste een gespecialiseerd bedrijf de bediening van de machine

naar de andere kant, zodat Piet de graafmachine met zijn ‘goede’ hand

kon besturen. De opleiding werd met succes afgerond en Piet kon volle-

dig aan de slag als graafmachinemachinist bij loonbedrijf De Cumelaar.

Sergio Patrone

medewerker inkomensverzekeringen CUMELA Verzekeringen

Alweer een ongeluk

uitsmijter Knalgas In de wintermaanden wordt er in de werkplaats weer volop onderhoud gepleegd. Diverse gevaren komen daarbij om de hoek loeren. Eén daarvan is het ont-staan van een brand of een explosie. Een voorbeeld uit de praktijk: een medewerker was bezig met on-derhoud (slijpen) op de werkbank. Direct naast de werkbank stond de acculader, waarmee accu’s wor-den geladen. Bij het laden van accu’s komen water-stof en zuurstof vrij. Wanneer die twee gassen met elkaar in aanraking komen, kan het uiterst explosieve knalgas ontstaan. Slechts een kleine concentratie waterstof (vier volumeprocenten) kan, in combinatie met een ontstekingsenergie van slechts 0,019 joule (een lasvonk, een vonk van een elektrische installa-tie of een hete oppervlakte), al catastrofale gevolgen hebben. Door vonken die ontstonden bij het slijpen werd het aanwezige knalgas (waterstof) ontstoken en ontplofte de accu! Gelukkig leidde het niet tot persoonlijk letsel, maar hier moeten wij wel van leren. Het gevaar mag niet worden onderschat, want een volgende keer kan het wel noodlottig afl open.

Zorg voor voldoende natuurlijke ventilatie. De afvoer van de lucht moet op een zo hoog mogelijke plaats direct naar buiten zijn. Verplaats als het nodig is de acculaadplaats.Las, slijp en rook nooit in de nabijheid van de acculaad-plaats!

Ontplofte accu.

Page 67: Grondig 2 - 2014

JohnDeere.com

Nieuw voor 2014: 7310R

Nieuw 7310R-model met hoog vermogen conform fase IV: Meer vermogen en meer efficiëntie

Nieuwe e23-transmissie met Efficiency Manager: verlaagt uw bedrijfskosten

Nieuwe CommandView III-cabine met vernieuwde CommandArm: meer comfort en productiviteit

Wees als eerste op de hoogte!

Kom alles te weten over de nieuwe John Deere producten en bekijk nu alle video’s: www.JohnDeere.nl/2014 of ga vandaag nog naar uw John Deere dealer! * De financieringsvoorwaarden zijn geldig van 1.1.2014 t/m 31.3.2014. Het tarief van 0,00% is alleen geldig voor nieuwe 7R tractoren waarvan het koopovereenkomst in deze periode is getekend. De financieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, wijzigingen en herroepingen voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Behandeling en goedkeuring vinden plaats door de John Deere Financial, ’s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van Deere & Company verzorgd door BNP Paribas Leasing Solutions N.V.

Financieringmogelijk vanaf

0.00%*

Page 68: Grondig 2 - 2014

Vroeg rijp (Fao 220)

Gebruiksdoel: vroege silomaïs, CCM/geplette maïs, droge korrelmaïs

Nr. 1 in korrelopbrengst, voederwaarde opbrengst en zetmeel opbrengst/ha als vroegrijpe maïs (+10%) Nr. 1 in alle silomaïsproeven in alle vroegrijpheden, +10% Top voederwaarde (Energie-index 56)

Zeer goede stay-green

Zeer goede stevigheid

Goede tolerantie bladvlekkenziekte

RicardinioFao 220

Voor meer informatie:Tel. B +32-(0)3-449 02 20Tel. NL +31-(0)76 50 23 517www.kwsbenelux.com

KWS MAÏS

MEER ZETMEEL van het land

MEER ENERGIE in de stal

MEER RENDEMENT

Actuele maïskennis in zakformaat of op PC

Download de App,bezoek de websitewww.kws-maismanager.nl | www.kws-maismanager.be| www.kws-maismanager.be

KWS Maïsmanager app

Rangorde aan diggelen... ook in 2013 bevestigd!!!Superieur ten opzichte van alle rassen, op alle lijsten.