Grondig 6 - 2015

68
6 vakblad voor specialisten in groen, grond en infra 2015 26 - AGROPRO MAAKT SECTOR SOFTWARE 10 - VOORZICHTIG MET DE GROND 36 - BERKERS BOUWT AGROTRUCK 42 - WEGEN OP DE AARDAPPEL- EN BIETENROOIER

description

 

Transcript of Grondig 6 - 2015

Page 1: Grondig 6 - 2015

6

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

2015

26 - AGROPRO MAAKT SECTOR SOFTWARE 10 - VOORZICHTIG MET DE GROND 36 - BERKERS BOUWT AGROTRUCK 42 - WEGEN OP DE AARDAPPEL- EN BIETENROOIER

Page 2: Grondig 6 - 2015

Op elke m2 grasland plussen in voederwaarde!

HAVERA 1 HOOGPRODUCTIEF MelkdrijvendHAVERA 2 ROTATIE KortdurendHAVERA 3 DOORZAAI DoorzaaienHAVERA 4 HOOGPRODUCTIEF MelkdrijvendHAVERA 5 EFFICIËNT GrasklaverHAVERA 6 MAAILAND MaaienHAVERA 7 STRUCTUUR Structuur

Gras mét inhoud, waarmee je direct plust in kVEM en kDVE. Dat is LG Havera. Het eerste gras van Nederland met Animal Nutrition-voederwaarde- garantie, geselecteerd op belangrijke melkdrijven-de parameters zoals eiwitten, suikers en verteer-bare celwanden.

LG Havera zie je terug in je productiecijfers; na weidevernieuwing kun je met dit smakelijke, malse gras tot wel 1,4 liter per koe per dag meer melken. Dat hebben voederspecialisten van Schothorst Feed Research aangetoond!

hoogproductief

Kies je Havera-graslandmengsel op www.graslandadvies.nl en vind de dealer bij jou in de buurt.

Voederwaardeanalyse op de vierkante meter.

Page 3: Grondig 6 - 2015

7250 TTV: € 7.380/JAARZUINIGER DAN HET

GEMIDDELDE.

Profi tractortest 09/2014: Te mooi om waar te zijn? Met 243 g/kWh bij nominaal toerental en slechts 229 g/kWh bij maximaal vermogen speelt de 7250 TTV in zijn klasse aan de top, en overtreft de concurrentie, zelfs wanneer men de 20 g/kWh AdBlue optelt bij deze cijfers. Nog beter vergaat het de testkandidaat bij de PowerMix: 264 g/kWh (+ 24,2 g/kWh AdBlue). Dit is een zeer goed resultaat, en meer dan 10% minder dan het gemiddelde test resultaat van alle eerder geteste tractoren. En tijdens transport? Ook hier presteert de 7250 TTV zeer goed. Bij 40 km/u is het brandstofverbruik 514 g/kWh, meer dan 12% zuiniger dan het gemiddelde van alle kandidaten. Zelfs met 50 km/u is het verschil nog 3% gunstiger dan het gemiddelde. De Profi DLG PowerMix test van 09/2014 laat zien dat met 264 g/kWh de 7250 TTV 30 g/kWh efficienter dan gemiddeld (294 g/kWh) is. U bespaart 6.2 l/u. Met een dieselprijs van bijvoorbeeld € 1,19 betekend dit € 7,38 per uur. Bij 1.000 uur per jaar bespaart u € 7.380 of € 73.800,- in 10 jaar!

DEUTZ-FAHR is een merk van

DEUTZ-FAHRLUBRICANTS

deutz-fahr.com Het gebruik van originele koel- en smeermiddelen wordt aanbevolen.

7250 TTVg/kWh

ten opzichte

van het gemiddelde

Ubespaart

of

264

6.200 l/JAAR

7.380”/PER JAAR

ADV_7250_TTV_PowerMix_230x297_NL.indd 1 07/07/15 10.12

Page 4: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 20154

Maand 2014

Redactie GrondigToon, Gert en Marijke

Digitaal knopenAls werknemer heb je het maar gemakkelijk. Maandelijks komt het geld op de rekening. Wat er uitgaat, is dankzij pinbetalingen ook lekker gemakkelijk. Precies zie je wat er bij de plaatselijke middenstand is uitgegeven en hoeveel er in dat leuke weekend aan muntjes is opgegaan. En dankzij de bank kun je het tegenwoordig per uitgavenpost ook nog op een rijtje zetten.Lekker gemakkelijk in vergelijking met u als cumelaondernemer. Elke dag is het weer zorgen dat voor al het mooie werk een factuur de deur uitgaat. En uitzoeken voor wie die jongens al-lemaal aan het werk waren en welke paardenboer er ook al weer tussendoor kwam. Natuurlijk, als het goed is, staat het allemaal op de urenbriefjes van de jongens, maar ook bij hen is het laat geworden en was het toch weer vroeg dag. Om al die uren en dan ook nog liters gewas-beschermingsmiddelen of zakken zaaizaad op de rekening te krijgen, is dan een hele kunst. Om dat probleem aan te pakken, zijn er al veel ideeën uitgewerkt, meestal met als resultaat veel papierwerk en vooral nog veel inspanningen om uit te vinden wat er nu precies wordt bedoeld met die krabbels op het briefje.

Van al die ellende wilden Coen van Kuijk en Gerwin Peters als jonge eigenaren van een loon-bedrijf af en dus wilden ze het digitaal. Ondanks alle ontwikkelingen was een passende oplos-sing niet te vinden. Ze besloten zelf te investeren in een goede, passende oplossing. Een keer geen uitgave voor een nieuwe machine, maar geld voor software om daarmee een betere boterham te verdienen. In dit nummer presenteren we het resultaat. Volgens ons is het een programma dat past bij het moderne cumelabedrijf. Met een mooie planningsmodule op de thuiscomputer en vooral een slim gebruik van de smartphone, met een app die de medewer-kers precies laat weten wat er van hen wordt verwacht. De volgende dag staat het allemaal klaar om te factureren, zodat ook op het bedrijf het geld een stuk gemakkelijker binnenkomt. Het signaal dat John Deere in dit nummer afgeeft, past daarbij. Het gaat erom alles digitaal goed aan elkaar te knopen. Alles! Niet alleen groen-geel. Het kost even wat inspanning, maar het oogstplezier zal groot zijn.

Wij wensen u alvast een onbezorgde oogsttijd toe, waarbij de rekeningen ‘als vanzelf’ de deur uitgaan en uw echtgenote met blijdschap tijdens het controleren van de boekhouding vast-stelt dat het geld correct en sneller binnenkomt. Terwijl wij door onze wederhelften worden aangesproken op niet afgesproken uitgaven die we alweer vergeten waren...

REDACTIONEELColofon

Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel.

Adres CUMELA NederlandPostbus 1156, 3860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01www.cumela.nl

CUMELA-infolijn(033) 247 49 99 / [email protected]

Grondig / CUMELA Communicatietel. (033) 247 49 50 / [email protected] / @Grondig

BladmanagerMichiel Pouwels

RedactieToon van der Stok (hoofdredacteur),Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn,Ton Herbrink (eindredacteur)

VormgevingPracticum Grafimedia Groep BV, Soest

VoorplaatCUMELA Communicatie

AdvertentiewervingLisette Kerkhof, [email protected]

DrukSMGB, Doetinchem

AbonnementenEen abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

Kosten abonnementNederland € 86,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar.Collectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting CUMELA Communicatie, NijkerkHet geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260

Lidmaatschap CUMELA NederlandLid worden? Vraag het gratis infopakket op via [email protected]. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Page 5: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 5

INHOUD

Ondernemen metmensen

Ondernemen metvaktechniek

Ondernemen metcumela

06 In Actie: Den Ouden Groep09 Commentaar10 Voorzichtig met de bodem14 Vent & Visie: Chris Voets, New Holland Nederland 18 Sterk werk: Aannemings- en verhuurbedrijf Spithorst

22 Profileren: C.A. Nobel & Zoon26 AgroPro-ICT-oplossing31 Grondig.com32 Case IH-drone 36 8x8-agritruck van Berkers Techniek38 John Deere FarmSight40 Nieuwe machines van Doppstadt42 Probotiq-weegtechniek op rooiers44 NIRS-sensor bij mesttransport45 CAO & Zo46 Deutz-Fahr-maaidorsers vernieuwd48 AMTeK: keuren met vertrouwen

50 Economie51 In kort bestek52 Cumelaria53 Gekruid54 Provinciaal bestuur: Gelderland56 Wat als een mestmonster is afgekeurd58 Cumela.nl59 Voorzitter60 Toolbox: Veilig werken met de heftruck62 Resultaten arbeidsmarktonderzoek Colland 2014 64 Payrolling66 Bedrijvig

Grondig 7 ontvangt u vrijdag 28 augustus!

Page 6: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 20156

ondernemen met mensen BEDRIJF IN ACTIE

Page 7: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 7

Tussendoor schuivenHoe kun je bij het infrawerk nog duurzamer aan de slag? Dat was het thema van een praktijknetwerkdag die de Den Ouden-groep afgelopen maand organiseerde. Ongeveer honderd vertegen-woordigers van aannemers, gemeenten en ingenieursbureaus kwamen naar Schijndel om daar kennis te maken met de oplos-singen die het bedrijf in petto heeft voor duurzamer werken.Imposant is vooral de Slipform Paver, waarmee betonverhar-dingen tot tien meter breed in één werkgang kunnen worden aangelegd. Duurzaam omdat beton lang meegaat en ook weer gemakkelijk kan worden gerecycled. En op een betonnen pad of weg groeit in elk geval geen onkruid meer en is er dus geen onkruidbestrijding meer nodig. Maar belangrijker is natuurlijk de mogelijkheid om granulaatbeton in te zetten, beton waarin in plaats van grind bijvoorbeeld gerecyled beton kan worden gebruikt zodat er wordt bespaard op grondstoffen. Den Ouden heeft ook de mogelijkheid om tijdens het storten lijnconstruc-ties aan te brengen voor een fraaier beeld.Een ander onderwerp waaraan volop aandacht werd geschon-ken, was de groeiplaatsverbetering van bomen door het gebruik van speciale granulaten en speciale constructies om bomen ook in verstedelijkt gebied een langer leven te geven. Daarvoor gebruikt Den Ouden de sandwich-constructie of boombunker om schade te voorkomen. Met speciale boomkratten zorgt het bedrijf voor een goede drukverdeling onder de bestrating en ruimte voor de wortels om zich te ontwikkelen zonder dat de be-strating omhoog wordt gedrukt. Tijdens de dag konden de be-zoekers zien hoe alle granulaten die Den Ouden levert worden geproduceerd.Natuurlijk was er ook aandacht voor het bijzondere deel van Den Ouden, de apparatuur om explosieven op te sporen. Het dochter-bedrijf Bodac heeft daarvoor een speciale stelling waarmee het zowel op een slappe veenbodem als in het water tot een diepte van achttien meter oude explosieven kan opsporen. Uiteraard kan op beter draagkrachtige gronden ook ondieper worden ge-werkt, omdat de explosieven daarin veel minder ver wegzakken. Het voordeel van deze techniek is dat de bodemstructuur intact blijft. Het is dus mogelijk de bodem te onderzoeken zonder dat er grond hoeft te worden verplaatst.Aan het eind van de dag begon het echte netwerken met een hapje en een drankje voor de bezoekers. Het leverde vele geani-meerde discussies op over duurzaamheid en de noodzaak van recyclen, maar vooral veel uitwisseling van kennis. Al met al wel een mooie reclame voor de mogelijkheden die Den Ouden en vooral de cumelasector heeft om duurzaam te werken.

TEKST: Toon van der StokFOTO’S: Den Ouden-groep

Page 8: Grondig 6 - 2015

Wij weten wat we verzekeren!

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: [email protected] | telefoon: (033) 247 49 60

De verzekeringsspecialist in de cumelasectorAls dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

Onze voordelenü Persoonlijk contact met onze specialistenü Gemak en uitgebreide serviceü Kennis van de cumelasectorü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhoudingü Soepele afwikkeling bij schade

“Geen onderneming is hetzelfde, dus is verzekeringsadvies altijd maatwerk.”Lars Flaton, verzekeringsadviseur

Page 9: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 9

ondernemen met mensen

Ochi

De Grieken hebben met grote meerderheid ‘nee’ gezegd tegen het Brusselse dictaat om

de economie te hervormen. Het werd door de nee-stemmers gevierd met een groot feest,

waarbij om de terugkeer van de drachme werd ge-roepen. Was het maar zo simpel dat door het verande-

ren van de munteenheid de problemen worden opgelost. He-laas, zolang de uitgaven de inkomsten structureel overtreff en, blijft het vroeg of laat fout gaan. Of het nu om landen of om ondernemingen gaat.

Feitelijk krijgen de Grieken te maken met hetzelfde beleid als waar onze sec-tor de afgelopen jaren bij fi nancieringsinstellingen mee te maken heeft. Waren vroeger zekerheden voldoende om leningen te verstrekken, sinds de fi nanciële crisis zijn de criteria aangescherpt. Terecht kreeg ook de Griekse overheid de op-dracht de economie te hervormen om binnen het toegestane begrotingstekort te blijven. Het zijn Europese en dus ook onze belastinggelden die worden opge-soupeerd door de Griekse overheid om hun te luxe uitgavenpatroon te kunnen handhaven, dus hebben wij recht van spreken.

Door het uitblijven van succesvolle maatregelen heeft Brussel de kaders voor de te nemen maatregelen scherp ingekleurd. Daartegen komt de Griekse bevol-king in opstand. Zij is van mening dat er andere zaken nodig zijn, zoals een be-tere belastingmoraal. Die weerstand is te begrijpen, want stel dat u al geruime tijd uw fi nanciële verplichtingen naar uw bank niet nakomt. Uw bank eist dat u fl ink in uw kosten snijdt en u kiest voor een verlaging van de salarissen van uw medewerkers. Uw medewerkers zien echter dat er bij uw investeringsbeleid ook wel vraagtekens zijn te plaatsen. Dan is het begrijpelijk dat uw medewerkers ‘ochi’ zeggen tegen salarisverlaging. Zij moeten hetzelfde blijven presteren voor minder loon, terwijl de werkelijke oorzaak - verkeerd geplande investeringen - niet wordt aangepakt.

Als u in het gesprek met uw bank over uw fi nanciële problemen dan ook nog een arrogante houding aanneemt en u beticht de bank van chantage, dan wordt het lastig onderhandelen. Wuift u vragen van de bank om een bedrijfsplan weg als onzin, dan weet u dat het geduld van die bank op raakt. Natuurlijk heeft u het recht om een eigen visie op het ondernemen te hebben en om uw eigen keuzes te maken. De fi nancier zal echter alleen akkoord gaan als het resultaat betekent dat u tijdig aan uw fi nanciële verplichtingen kunt voldoen.

Daarom is het bij fi nanciële problemen - of het nu om de Griekse economie gaat of om uw relatie met de bank - kansrijker om het Amerikaanse gezegde ‘let’s go to the balcony’ toe te passen en vervolgens constructief in overleg te gaan. Pro-vocerend nee blijven zeggen, heeft nog nooit tot een oplossing geleid.

COMMENTAAR

Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland

Page 10: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201510

ondernemen met mensen

Lage bemestingsnormen en hoge lasten geven druk op de bodem

Het gaat slecht met de Nederlandse bodem, stellen onderzoekers. Hoewel de opbrengsten nog toenemen, neemt de bodem-

vruchtbaarheid af en lijkt de ondergrond te verdichten. Het betekent dat extra zorg voor de ondergrond nodig is, door aandacht

voor de bemesting en kijken naar de bodem. Daarvoor is voorzichtigheid bij de bewerking noodzakelijk.

Met schop en al staat bodemkundige Everhard van Essen van Aequator Groen & Ruimte bij een kuil op een grasland-perceel in de Flevopolder. Om hem heen staan een tiental loonwerkers die op deze veldbodemkundebijeenkomst, georganiseerd door CUMELA Nederland, bij loonbedrijf Van Dun in Rutten zijn afgekomen. Van Essen wijst naar de bo-demlagen en de koperkleurige plekken die er tussen zitten: roest in de bovengrond. “Dat betekent dat de bouwvoor ver-zadigd is geweest met water. Gemiddeld genomen staat het grondwater vaak te hoog in de bodem, waardoor ijzer wordt aangevoerd. Dit oxideert als er weer lucht in de grond komt als het grondwater zakt.”De hoge grondwaterstand is ook te zien aan het feit dat er al kwelwater in de anderhalve meter diepe kuil staat. De bo-demkundige legt zijn meetlat erlangs. Het grondwater blijkt op 70 centimeter te staan. “Dat is hoog voor in een droge periode op dit soort grond. Voor een gebied als dit zou 1,20 meter beter zijn. Het zou kunnen dat de drainage niet goed werkt, maar ik merk ook dat er te snel en te vaak wordt ge-grepen naar beregening. We zouden vaker eerst in de bo-dem moeten kijken voordat we actie ondernemen.”

De bodem is dit jaar een veelbesproken onderwerp. De Ver-enigde Naties hebben 2015 uitgeroepen tot Jaar van de Bo-dem. Van Essen is daar blij mee: “Bewustwording is nodig. Het is volgens mij niet te ontkennen dat het slecht gaat met de Nederlandse bodem. De bodemstructuur verdicht, het bodemleven wordt minder, gewassen wortelen slecht door storende lagen en de fysieke bodemvruchtbaarheid neemt af.”Maurice Steinbusch van de sectie Agrarisch loonwerk van CUMELA Nederland merkt ook dat de belangstelling voor de bodem bij veel partijen in de keten aan het toenemen is, ook in de cumelasector. “Bodem is meer dan stikstof, fos-faat, kali en berijdbaarheid, een goede ontwikkeling dus”, aldus Steinbusch. Hij plaatst wel kanttekeningen bij de geluiden die de laatste tijd tegelmatig te horen zijn dat de bodem zo verdicht. “Dat uit zich nog niet in dalende hecta-reopbrengsten. Bijvoorbeeld bij de bieten haalden we afge-lopen jaar nog recordopbrengsten. De algehele trend is nog steeds naar boven. Alleen bij tarwe zien we een afvlakking, maar dat komt vooral doordat we niet meer stikstof mogen geven.”

HOOFDARTIKELVoorzichtig met de grond

Page 11: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 11

Van Essen ziet zware machines als één van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de bodemvrucht-baarheid.

Zo’n vijftig procent verdichtHet organische-stofgehalte speelt een grote rol in de discus-sie. Vanuit het veld klinken veelal verhalen dat dat gehalte daalt. Dat is ook de beleving van Henk Bousema uit Zeijer-veld (zie kader). Als eigenaar van loonbedrijf Zeijerveld en als akkerbouwer woelt hij regelmatig in de bodem. Hij ziet de bodemvruchtbaarheid op de Drentse zandgronden ach-teruit gaan. “De bodem verslechtert vooral door een gebrek aan organische stof en meststoffen. De mestwetgeving is aan banden gelegd, maar zandgronden kunnen echt niet zonder kunstmest. Er gaan nu meer nutriënten de grond uit dan er met de bemesting worden aangevoerd.”De oorzaken voor de achteruitgang van de bodemstructuur zijn niet eenduidig. Van Essen denkt dat de fysieke bodem-vruchtbaarheid (bodemstructuur) vooral achteruit gaat door intensief landgebruik en steeds zwaarder wordende machi-nes. “Zware machines verdichten de grond, waardoor deze slechter lucht- en waterdoorlatend wordt. Dat betekent dat wortels moeilijker bij dieper aanwezig vocht en meststof-fen komen. Dat kan leiden tot lagere opbrengsten en meer oogstrisico’s, bijvoorbeeld door droogte.Toch lijkt het te gemakkelijk om naar de steeds zwaarder wordende machines te wijzen, vindt Steinbusch. “Vaak wordt gewezen op de zware machines die we als sector inzetten, maar machines worden niet meer zwaarder. Daarnaast wor-den er veel investeringen gedaan om de bodemdruk juist te verminderen. Denk aan bredere banden, spreidassen en drukwisselsystemen. Belangrijk is dat veel bedrijven dat ook doen voor het transportmaterieel. Daarbij is het zeker niet onbelangrijk te beseffen dat onze sector voor een aantal ge-wassen deel uitmaakt van een keten waarin de aansturing van het veldwerk door de verwerker plaatsvindt.”Als machinefabrikant probeert Vervaet te doen wat moge-lijk is. “Zo zoeken we altijd naar de betere band. Voor ons is dat een band die onder lagere druk kan rijden”, vertelt di-recteur Robin Vervaet. “Als een band 5000 kilogram kan dra-gen bij een spanning van 1,2 in plaats van 1,8 bar is dat een flinke verbetering voor de bodem. Machines mogen dan wel zwaarder worden, maar dat betekent niet altijd meer belas-tend voor de bodem. Zo zijn we van een driewielige mest-injecteur naar een vijfwielige gegaan. Die heeft een grotere tank en meer capaciteit, maar omdat de last over vijf wielen in plaats van drie wordt verdeeld, gaat de bodemdruk niet omhoog.”

Bodem versus portemonneeToch is meer aandacht voor de bodem noodzakelijk, willen volgende generaties ook nog van die bodem kunnen pro-fiteren. “We plegen roofbouw op onze gronden”, stelt loon-werker Kees van Dun (zie kader). “We halen nog wel hoge opbrengsten, maar door het strenge mineralenbeleid stop-pen we er te weinig meer in. De bodemvruchtbaarheid holt achteruit. Binnen tien jaar moet er een andere oplossing ko-men. Gewassen groeien niet vanzelf.”

Het is niet voor niets dat CUMELA Nederland diverse veldbo-demkundebijeenkomsten organiseert (zie kader). “We mer-ken dat leden en hun klanten nog te weinig kennis van de bodem hebben”, zegt Jan van der Leij van CUMELA. “Als je aan het rooien bent en het gaat erg regenen, zou je eigenlijk moeten stoppen om de bodem te sparen, maar dat is niet altijd mogelijk. De klant wil zijn gewas van het land en de loonwerker heeft meer klanten die om zijn machines staan te springen”, zegt Van der Leij. Daarmee legt hij meteen de vinger op de zere plek, want in hoeverre kiezen we voor de bodem als het gaat om onze portemonnee? “Zolang de klant niet bereid is meer te betalen voor een hec-tare zal er niets veranderen”, stelt Robin Vervaet. “Wij maken wat de markt vraagt en die markt vraagt om steeds grotere machines met meer capaciteit. Dat is ook logisch, want de kosten van personeel, brandstof en onderhoud stijgen al maar. Dan kun je wel een machine inzetten die twintig tot dertig procent minder capaciteit heeft en dus lichter is, maar daarmee gaat je kostprijs ook twintig tot dertig procent om-hoog. Dus het klinkt idyllisch om met lichtere machines te gaan rijden, maar kostprijstechnisch kan dat gewoonweg niet uit. Onze klanten zijn zich dus wel bewust van die bo-dem, maar er is geen alternatief als het bijvoorbeeld om bun-kerrooiers gaat.”

Kom kennismaken met veldbodemkundeIn augustus vinden nog drie bijeenkomsten ‘Kennismaken met veldbodemkunde’ plaats:• Veenweidegebieden in Zuid-Holland en Utrecht op donderdag 6 augustus 2015• Het gebied Twente/Achterhoek op donderdag 13 augustus 2015• De ontginningsgebieden in Oost-Brabant en Limburg op woensdag 26 augustus

2015De bijeenkomsten starten om 17.00 uur met een broodje en een korte introductie en daarna gaan de deelnemers het veld in om in de bodem te kijken. U kunt kosteloos deelnemen in uw regio door u aan te melden via de agenda op www.cumela.nl.

Page 12: Grondig 6 - 2015

ondernemen met mensen

GRONDIG 6 201512

HOOFDARTIKELKees van Dun, Rutten:“We plegen roofbouw op onze gronden”

Elk jaar bewerkt loonbedrijf Van Dun uit Rutten in de Noordoostpolder zo’n 7500 tot 10.000 hectare akkerbouw-, bloembollen- en grasland. Ei-genaar Kees van Dun is al dertig jaar loonwerker in de Flevopolder, die bekend staat om zijn vruchtbare bodem. “In de jaren tachtig reikten de opbrengsten tot in de hemel. Er zaten genoeg mineralen in de bodem om elk soort gewas rendabel te telen. De bodemvoorraad leek onuit-puttelijk.”Hij constateert dat de bodem niet meer hetzelfde is als dertig jaar ge-leden. “We halen nog wel hoge opbrengsten, maar door het strenge mineralenbeleid stoppen we er te weinig meer in. De bodemvrucht-baarheid holt achteruit. Binnen tien jaar moet er een andere oplossing komen. Gewassen groeien niet vanzelf.”Gaan we voor de bodem of kiezen we voor onze portemonnee? Dat is ook de spagaat waar Van Dun in zit. “Graan brengt bijvoorbeeld in ver-houding weinig op, maar deze teelt verbetert wel de bodemstructuur. De grondprijzen hebben ook heel veel invloed. Momenteel liggen die tussen de € 80.000,- en € 100.000,- per hectare. Laag salderende gewas-sen, zoals conserven, leveren gewoonweg te weinig rendement op.”Als loonwerker probeert hij de bodem te ontzien. “Een goede banden-keus en bandenspanning zijn erg belangrijk. Zo rijden we al veel met rupsbanden om de druk op de bodem beter te verdelen en ons streven is met minder dan één bar - één kilogram per vierkante centimeter - het land op te gaan, maar we kunnen natuurlijk niet meer terug in capaci-teit. Die grote bunkerrooiers hebben we nu eenmaal nodig.” Hij merkt wel dat het bewustzijn onder collega’s en klanten toeneemt. “Er wordt meer stro ondergeploegd en er wordt meer graan geteeld. Dat is een eerste stap. Nu de politiek nog. Ook politici moeten beseffen dat gewassen niet vanzelf doorgroeien. Mineralen blijven noodzakelijk.”

Henk Bousema, Zeijerveld:“Loonwerker moet trendsetter zijn”Henk Bousema uit Zeijerveld ziet de bodemvruchtbaarheid op de Drent-se zandgronden achteruit gaan. De Drentse gronden kennen behalve veel natuurgebieden ook grote enclaves vee- en akkerbouwgronden, bestaande uit zand, leem en veen. Van oorsprong is het ontgonnen hei-de, waar nu onder andere fabrieksaardappelen, suikerbieten, maïs en lelies op worden geteeld. “Zware bouwplannen zijn hier gemeengoed. Zo werden fabrieksaardappelen één op twee verbouwd, nu één op drie of één op vier. Door de zandgronden hebben we minder opbrengst dan op kleigrond. Daardoor is de teelt van granen, die goed zou zijn voor de bodem, ook niet erg rendabel. Als we zeven ton gerst van een hectare halen, is dat goed”, aldus Bousema. De grondprijzen liggen gemiddeld op € 50.000,- per hectare.Omdat hij als akkerbouwer losse gronden huurt, kan hij daar niet veel aan bodemverbetering doen, maar als loonwerker des te meer. Zo heeft hij de woelpoot aangepast met een zwaardere aandrukrol, waardoor de poten niet dieper dan de verdichte laag trekken. Ook rijdt hij liever op hoge banden op bouwland, zodat ze langer doorrollen. Daarnaast zijn zijn machines uitgerust met een drukwisselsysteem, al laat die tech-niek nog wat te wensen over. “We zitten veel op de weg en om telkens de bandenspanning van 2,0 bar op de weg naar 0,8 bar op het land te brengen, is soms een probleem.”Naast maatregelen om de bodemdruk te verbeteren, werkt Bousema ook aan mogelijkheden om meer plaatsspecifiek te registreren en te bemesten. Helaas is de techniek nog niet klaar. “Wel doen we al veel in grondverbetering, zoals egaliseren en draineren.”In dat adviseren ligt ook de rol van de loonwerker, meent hij. “De loon-werker heeft een zeer belangrijke rol als het om die bodem gaat. Wij moeten geen trendvolgers zijn, maar trendsetters. We leven van de bo-dem. Daar moeten we zuinig op zijn.”

Meer kijken in de grondVan Essen stelt dat het roer om moet, maar ook hij ziet geen eenduidige oplossing. “Terug naar die eenrijige bietenrooier kunnen we niet, maar we moeten wel veel meer gaan kijken in die grond. De bodem is de ba-sis van ons bestaan. Er zijn al veel koplopers, maar het is nu de tijd dat het peloton ook gaat meebewegen om die bodem te ontzien.”Steinbusch pleit voor meer overleg en discussie. “Agrariërs proberen begrijpelijkerwijs zoveel mogelijk groeidagen mee te pakken. Dit leidt

er toe dat het oogstmoment niet altijd het meest gunstige is. Hier is zeker verbetering mogelijk door dit in de keten te bespreken of tussen opdrachtgever en loonwerker.”

TEKST: Marjolein van WoerkomFOTO’S: Marjolein van Woerkom, CUMELA Communicatie

Page 13: Grondig 6 - 2015

RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | [email protected]

WWW.ROADBARNEVELD.COM

Binnenkort nieuwe ISO-normen 9001 en 14001Bent u er al klaar voor?Eind september 2015 worden de nieuwe ISO-normen 9001 en 14001 gepubliceerd

De meest opvallende verschillen tussen de huidige (2008) en de nieuwe (2015) versie zijn:

Informatie?Wilt u meer weten over de inhoud van de nieuwe normen, de begeleidingsmogelijkheden of de overgangsregeling? Bel CUMELA Advies (033) 247 49 40 of stuur een e-mail: [email protected]

> Opzet volgens de HLS (High Level Structure), welke goed aansluit bij het huidige IMS-handboek die CUMELA Advies aanbiedt> Meer aandacht voor begrijpen van de eisen/verwachtingen van alle belanghebbenden (stakeholders)> Risicogericht denken als basis voor het managementsysteem> Bredere kijk op risicomanagement en omgaan met kansen> Meer nadruk op leiderschap en betrokkenheid van het topmanagement> Minder verplichte documenten en registraties

Page 14: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201514

ondernemen met mensen

“Sterke service dichtbij doorslaggevend”Chris Voets, CBU-manager New Holland Nederland

Sinds kort worden New Holland Construction-machines verkocht via de New Holland-dealers. Volgens Chris Voets, CBU-manager

van New Holland Nederland, draagt dat bij aan sterkere dealerbedrijven, die de klant van dichtbij goede machines, service en fi-

nancieringsmogelijkheden kunnen bieden. Dat pakket is volgens hem doorslaggevend voor de continuïteit van cumelabedrijven.

“Onze dealers hebben het geweten, die wat ongenuanceerde mededelin-gen in de pers dat CNH helemaal stopt met de New Holland Construction Equipment-lijn. Dat is namelijk niet zo”, zegt Chris Voets, CBU-manager bij New Holland Nederland. Hij reageert vrij fel, omdat diezelfde pers de pre-sentatie van de speciale agrarische lijn grondverzetmachines afgelopen winter onvoldoende heeft opgepikt. “Het aanbieden van een complete range grondverzetmachines voor onze klanten in het agrarische en groens-egment is een belangrijke stap voor ons”, zegt hij. Voets voegt daaraan toe dat New Holland Agricultural hierin bewuste keuzes heeft gemaakt. “New Holland heeft gekeken naar de behoefte van deze specifieke klantgroep Europa-wijd en dan moet je in eerste instantie denken aan boerenbedrijven. Daarvoor is er in heel Europa een inventarisatie gemaakt en daar zijn vijf pro-ductgroepen uit gekomen. Daar gaan we nu vol mee aan de slag via ons New Holland-dealernetwerk.” Het gaat daarbij om een serie minigraafmachines, compacte wielladers, schrankladers, laadgraafmachines en zwaardere wielladers tot zeventien ton. “Bijna elke boer heeft tegenwoordig een compacte wiellader of ver-reiker draaien. De zwaardere wielladers zijn voor internationaal grootscha-lige landbouwbedrijven en loonbedrijven op de kuil”, aldus Voets. Hij voegt eraan toe dat je de nieuwe verreikers van de vierde generatie wel bij deze groep mag rekenen. De constructiemachines blijven geel. Voets benadrukt dat ook de groensector met dit programma nadrukkelijk in beeld is. “Daar-om is de minigraafmachine ook opgenomen”, vertelt hij. Hij geeft toe dat hij voor Nederland liever een mobiele graafmachine had gehad dan een graaflaadcombi, maar relativeert dat omdat in de meeste andere landen de graaflaadcombi populairder is.

Voets benadrukt dat New Holland Agricultural dit avontuur samen met CNH heeft opgepakt omdat het via de bestaande Europese dealers extra kansen ziet. “Wij hebben in Nederland met vijf hoofddealers en 61 verkooppunten het verkoop- en servicenetwerk met de grootste dekking van heel Neder-land. Daar kan geen specifieke leverancier in de grondverzetsector tegenop. Onze dealers kennen de wensen van agrariërs en loonwerkers en snappen dat als er een shovel stilvalt op de kuil, ook in het weekeinde, er direct ac-tie moet worden ondernomen. Daar maken wij een belangrijk verschil met andere merken en daarom is deze uitbreiding kansrijk”, stelt Voets. Hij zegt dat daarbij ook speelt dat de meeste loonbedrijven de New Holland-dealers goed kennen en dat de stap om dan ook een minigraafmachine of wiella-der te kopen niet groot is. “Natuurlijk kunnen ze bij andere merken terecht, maar als onze producten goed zijn, ze kunnen rekenen op de service van

onze dealers in de buurt plus kunnen profiteren van onze financieringsmo-gelijkheden, hebben we voor de ondernemer echt sterke argumenten”, zegt Voets. Hij voegt daaraan toe dat de gemiddelde prijs van service lager is dan gangbaar is in de grondverzetsector. “Onze dealers zitten gemiddeld dichter bij de klant en de werkplaatstarieven liggen in de agrarische sector gemid-deld lager dan in de grondverzet-sector.” Dat New Holland de zware grondverzetmachines heeft laten vallen, ziet hij niet direct als een probleem. “Natuurlijk is het wel jammer voor ons, omdat dit segment in Nederland heel goed past bij onze loonwerkklanten, maar ook daarin onderscheidt Nederland zich van de ons omringende landen. Dan kom je op het pure grondverzet terecht. Een zware 40-tons graafma-chine, een zware drieassige gelede dumper of een zware overslagwiellader is een andere discipline dan de maximaal zeventientons wiellader die we nu voeren. Op dat heel zware materieel zijn de meeste dealers van ons ook niet ingericht. We moeten ons concentreren op wat bij ons past. Dat maakt het kansrijker.”Voets geeft aan dat er voor de implementatie wel degelijk keuzes zijn ge-maakt. “Ook hier hebben we in Nederland al jaren een gezonde dealersi-tuatie met hoofd- en subdealers en met gespecialiseerde dealers voor productgroepen. Die lijn trekken we nu door voor dit pakket constructiema-chines. Daarom hebben wij nu vijf gespecialiseerde CE-dealers aangesteld: Broekens in Gorredijk, Voets in Hazerswoude, Twentrac in Holten, ZHE in Maasdam en Slecoma in Boekel. Die gaan weer samenwerken met de regi-onale dealers. Deze gespecialiseerde dealers zijn ook voorraadhouders van materieel en onderdelen.”

Er zit volgens Voets nog een tweede belangrijke kant aan deze stap. “Be-denk wel dat gehele bedrijfstak onder druk staat, zeker nu de prijzen flink laag zijn, en dat voor loonbedrijven de omzet in het grondverzet ook flink is teruggelopen. We hebben elkaar nodig en de loonwerkers hebben baat bij sterke dealers, die goede service leveren en een tandje bijschakelen als het echt nodig is.” Voets vertelt dat de tendens in Europa een teruggang in omzet voor agra-rische dealers vanwege de schaalvergroting. Die omzetdaling kan dealers zwakker maken. “Kijk maar eens om je heen wat er op dit moment in dealer-

VENT EN VISIE

“Het toevoegen van New Holland Construction machines maakt onze dealers sterker.”

Page 15: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 15

land gebeurt. Veel bedrijven hebben het echt moeilijk vanwege opgeschaalde harde eisen van fabrikanten in combinatie met de terugloop van de omzet vanwege de markpositie en de schaal-vergroting. Dat wringt.” Deze CE-tak erbij ziet hij als een prima middel om de omzet op peil te houden en de bedrijven zo niet te verzwakken. Voets stelt vast dat New Holland Benelux nu de vruchten plukt van eerder genomen stappen. “Al in 1990, na de samenvoeging van Fiat en Ford, hebben we het dealernet aangepast. Daardoor staan onze dealers nu sterker”, concludeert hij. Hij voegt eraan toe dat de keuze om de dealers zelfstandig te laten ook in het voordeel van New Holland speelt. “Dat zijn zelfstandige familiebedrijven die hard werken voor hun boterham en die van oudsher een sterke band met de klanten hebben. Daar zit meer rek en wilskracht in dan in overgenomen bedrijven. Dat willen we graag zo houden.”

Voets geeft aan dat New Holland echter wel degelijk doorgaat. “Ook New Holland toetst kritisch grootte, service en daadkracht van de dealers. Daarom is er vorig jaar een kwaliteitsprogramma geïntroduceerd om het level van de dealer op te krikken via certi-ficering. De eerste dealers hebben in het eerste jaar al het eerste level gehaald en wij willen met de grote dealers zeker doorgroei-en naar het derde en hoogste level.” Volgens Voets zitten in het kwaliteitsprogramma zaken als effi-ciëntie, servicegraad, snelheid van afhandelen van klachten en dergelijke. “Wij denken dat onze gespecialiseerde dealers kun-nen concurreren met de beste bedrijven uit de pure grondver-zetsector. Doordat we een gering aantal hoofddealers hebben aangesteld, hebben ze voldoende omzet om de service goed op te zetten en er eventueel een aparte servicebus op te zetten. Met onze hoge dekkingsgraad, onze financieringsmogelijkheden en onze relatie met de klanten bieden we meerwaarde. Dat pak-ket is voor de continuïteit van cumelabedrijven belangrijker dan enkel het product zelf. Maar ook daar durven we de strijd best aan. Bekijk onze nieuwe compactlader maar eens, onze nieuwe mini’s en onze agri-wiellader met lock-up”, aldus Voets. Of het bij deze selectie blijft, weet hij niet. “Het is een dynamisch proces. New Holland Agricultural start met dit pakket en als er vanuit de dealerorganisaties Europa-wijd om uitbreiding wordt gevraagd met voldoende potentie, dan zal die er komen. Daar ga ik nu niet over speculeren. Ik nodig de loonwerkers liever uit om onze ge-specialiseerde dealers te bezoeken om de machines te bekijken en vooral om ook de voorwaarden en service ook goed door te nemen.”

TEKST & FOTO: Gert Vreemann

“Wij hebben een gezonde dealerstructuur, maar zullen moeten doorgroeien in de schaalvergroting.”

Page 16: Grondig 6 - 2015

GTH_Adv_230x297mm_Grondig.indd 1 14-05-15 18:31

Page 17: Grondig 6 - 2015

sleufsilo’s

keerwanden

betonplaten

Nijemirdum | Tel.: 0514 - 57 18 26 | www.buma.com | [email protected]

Groen, grond en infra producten

openwater

schoon water vuil water

tweewegkolko.a. geschikt voor het voorterrein

perssap duogootmodulair systeem voor gescheiden afvoer van hemelwater en perssapAfm.1995 x 500 x 350 mm

PVC buizenPVC buizen en hulpstukken

keerwand keerwandbetonplaat betonplaat

duogoot

Nij

enap

keerwand

Mekos Schagerbrug BVTel. 0224-571555 www.mekos.net

Mekos 3D leveler: 3-Dimensionaal profileren van zand en korrelbanen met een total station.

Mekos levelers: Volautomatisch werkende machine’ s, ook met traploos instelbare ronding. Voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Page 18: Grondig 6 - 2015

ondernemen met mensen

GRONDIG 6 201518

Oplossingen aandragenAannemings- en verhuurbedrijf Spithorst, Schildwolde

Meedenken met de opdrachtgever om passende oplossingen te bedenken voor lastige klussen is wat Spithorst in Schildwolde

in de genen zit. Dat zien we terug in de werken die het bedrijf mag uitvoeren. Nieuwe beschoeiing zetten aan het Slochterdiep

is daarvan een sprekend voorbeeld. We gingen op bezoek en zagen ook wat de impact van de gaswinning is voor het bedrijf.

Om maar met de deur in huis te vallen: door de gaswinning is de bodem in de omgeving van Slochteren, waar ook het be-drijf van Spithorst is gevestigd, behoorlijk gedaald. Willie Spi-thorst schat zeker dertig centimeter. Precies weet je dat niet, omdat het heel geleidelijk gaat, behalve als er te veel gas in een korte periode wordt gewonnen. “Vanaf 2012 zijn we hier getuige van geweest, bekijk alleen de gebouwen maar”, zegt Spithorst. Het heeft wel tot gevolg dat - samen met de ef-fecten van klimaatverandering - de waterhuishouding in dat gebied moet worden aangepast. Het project Slochterdiep, waar we voor komen, is daar een onderdeel van. Om de ko-mende decennia de waterhuishouding te kunnen waarbor-gen, moeten dijken worden opgehoogd en aangepast. Dat kan alleen als de beschoeiing word vernieuwd. De huidige beschoeiing kan de hogere dijken niet houden. Een lastige klus, waarbij Arcadis in het voortraject Spithorst heeft be-trokken om een kansrijk plan te kunnen indienen bij de op-drachtgever, Waterschap Hunze en Aa’s.

VerrassingenOver een lengte van vier kilometer aan één stuk, van de in totaal twaalf kilometer, moeten de beschoeiingsplanken mooi recht de grond in worden getrild. Keurig aanliggend, en langs de nog resterende oude beschoeiing van palen en planken die al ruim twintig jaar in de wal zit. Je weet niet hoe de palen van de oude beschoeiing onder de grond zitten; of ze scheefgezakt staan of niet. Tel daarbij nog de verschil-lende grondlagen, met harde, fijnzandige, lastig doordring-bare lagen met mogelijke boomwortels of andere ongerech-tigheden in het traject en je weet vrijwel zeker dat de oude beschoeiing niet eenvoudig in haar geheel te verwijderen is. Bovendien is er de wetenschap dat als je bij het aanbrengen van de nieuwe beschoeiing eenmaal uit koers raakt, dit bijna niet te herstellen is.

Deze klus vraagt vooraf om goede oplossingen, met uiter-aard een zo goedkoop mogelijke en efficiënte werkwijze.

STERK WERK

Page 19: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 19

ENVLP 262x371 CN ZV.indd 1 17-11-2008 15:36:57

Het gaat bij inschrijving tenslotte ook altijd om de bekende knikkers. Spithorst beet zich vast in de materie, bedacht een oplossing en een werkbaar plan, zodat Arcadis kon inschrij-ven met een duurzaam plan (veertig jaar garantie geëist) te-gen een scherpe prijs.

Mede vanwege het plan kreeg Arcadis de klus gegund en kon die het project vervolgens aanbesteden in onderaanneming. “Het lastige van het meedenken in het voortraject voor een goed plan is dat je er dan ook een beetje van uitgaat dat de klus je daarna ook wordt gegund. Dat is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend”, zegt Spithorst. “Door ons enthousi-asme zijn we in het verleden ook wel eens tegen de bekende muur gelopen. Dan ben je even terug bij af”, vertelt hij daar-over Hij geeft aan dat hij geen concessies doet aan prijs en kwaliteit. “Dan houden we de rug recht. Meedenken in goede oplossingen en deze ook compromisloos realiseren, is ons uithangbord. Daar hoort een passend tarief bij.”

Geoliede treinAls we ter plekke zijn, is de drie man sterke ploeg druk bezig beschoeiing te zetten. Een geoliede trein, waarbij je in één oogopslag ziet wat Willie Spithorst bedoelt met een ‘passen-de oplossing’. De oude beschoeiing blijft zitten. De nieuwe wordt minimaal dertig centimeter uit de huidige beschoeiing in het water tot vijftien centimeter onder het waterpeil gezet. Daarvoor heeft Spithorst een speciaal heiraam ontwikkeld om de beschoeiingsplanken zo diep en strak mogelijk aan te brengen. Verder zaagt hij de planken, die standaard zijn voorzien van een zoeker, nog wat bij. “Ja, dan heb je wel extra mankracht nodig voor het zagen, maar dan weten we zeker dat de planken stevig in elkaar en recht de grond in gaan.”Zoon Jack zit zelf op de kraan. Hij concentreert zich op de pre-

cisie, het op afstand bedienbare heiraam, en neemt de tijd als de planken worden gezaagd. “Het moet goed”, zegt hij. Daarna worden vijf planken, in dit geval met een lengte van vier meter, met behulp van een speciale klem ingespannen, vervolgens opgespannen in het heiraam en als een ‘brede deur’ de grond ingetrild. Er zitten ook gedeelten met vijf me-ter lange planken bij. “Als die hun eigen weg gaan zoeken, ben je de sigaar.”

Spithorst geeft aan dat hij ook strijd heeft moeten leveren om de vijf centimeter dikke planken te kunnen handhaven. “Rekenkundig zou een dikte van vier centimeter het ook kun-nen houden, maar onze opdrachtgever moet wel die veertig jaar garanderen, dus daar willen wij achter kunnen staan. Wij weten uit de praktijk dat je dan écht die ene extra centimeter nodig bent. Wij hebben hier dus geen concessies gedaan aan prijs en kwaliteit.”

Andere projectenSpithorst geeft aan dat hij met opdrachtgevers veel energie stopt in het voorbereiden van de klussen. “Als het nodig is, ga ik meerdere malen om tafel met de klant. Of ik neem ze mee naar de locatie waar het werk wordt uitgevoerd en leg uit waarom bepaalde oplossingen het beste zijn”, zegt de on-dernemer. Een mooi voorbeeld is het aanbrengen van enkele duikers in de verdubbeling van de N33, waar hij meerdere grote klussen heeft uitgevoerd. ”We zijn vooraf met de op-drachtgever om tafel gegaan om de fundering van de duikers door te spreken; hoe krijg je de meeste stabiliteit op langere termijn, wat moet je daarvoor gebruiken, en hoe krijg je de duikers naadloos aaneengesloten? Ook hebben we gespro-ken over alternatieven om de toepassing van dure bronbe-maling te minimaliseren.”

Aannemings- en verhuurbedrijf Spithorst, SchildwoldeWillie en Annita Spithorst runnen samen met zoon Jack en diens partner José het gespecia-liseerde aannemings- en verhuurbedrijf, dat is voortgekomen uit een landbouwloonbedrijf. Willie is in 1976 onder de vleugels van zijn va-der begonnen met sloten reinigen. In 1979 werd de eerste mobiele graafmachine aangeschaft, waarmee de grondverzetactiviteiten zijn opge-start. In 1984 is er afscheid genomen van een deel van het agrarisch werk.Het bedrijf telt nu twaalf vaste medewerkers en er worden regelmatig losse krachten bij inge-huurd. Spithorst verricht de meeste diensten in onderaanneming voor grote opdrachtgevers, maar neemt ook zelf werken aan. Vaak zijn dat gespecialiseerde werken, die vragen om bui-tengewone oplossingen. Het bedrijf is VCA*- en ISO 9001-gecertificeerd. Meer informatie www.spithorst.nl.

Page 20: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201520

Spithorst geeft aan dat dergelijke oplossingen in het voor-traject even iets meer kosten, maar uiteindelijk qua kosten gunstiger uitpakken en de duurzaamheid verzekeren. “Als bij het plaatsen de enorme betonnen duikers in een paar uur naadloos precies gesteld staan, geeft dat veel voldoe-ning. Ook bij de werknemers, want zij maken uiteindelijk het werk.”

Spithorst geeft ook nog een sprekend voorbeeld van een rioolaanpassing waarbij een pompgemaal naast een schuur stond en het riool onder de schuur liep. Hij wist een oplos-sing aan te dragen waarbij er niet vlakbij of onder de schuur hoefde te worden gegraven. Dat scheelde enorm in de kos-ten en de kans dat de schuur zou verzakken, was ook van de baan.

Teruggekomen is Spithorst alweer bezig om de zaken te re-gelen voor de volgende dag. Een nieuwe vracht beschoei-ingshout wordt geladen, een bak moet nog even worden opgelast. “Je moet er bovenop zitten. Hoe goed de oplos-singen ook zijn, het blijft hard werken voor een scherpe prijs. Dan moet ook nog het werk als een geoliede trein doorgaan. En dat kan alleen als je medewerkers er net zo over denken.”

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: Vreemann, Spithorst

Zestigjarig jubileumDit jaar viert het bedrijf zijn zestigjarig jubileum. Op 10 juli werd een open dag georganiseerd op het bedrijf, dat in een prachtig monumentaal pand is gevestigd. Het hele pand is enkele jaren geleden grondig gerenoveerd en opgeknapt. Je ziet dan ook de keerzijde van de huidige gaswinning. Overal in het huis en de schuren zitten scheuren. Spithorst: “Dat doet zeer, temeer omdat je weet dat bij een accepta-bele gaswinning de bodem geleidelijk aan daalt en daar-door aardbevingen minder vaak voorkomen. Maar zoals wij vaak zeggen op z’n Grunnings: ‘Kop d’r veur hol’n’.”

Bij goed werk hoort goed materiaal, zoals bijvoorbeeld deze nieuwe Liebherr 926, actief op een klus voor leidingwerk in Eext.

Speciale oplossingen en werkwijzen ontwikkelen, zoals hier het opspannen en inspannen van meerdere beschoeiingplanken tegelijk, is de troef van Schiphorst.

Dankzij een goede voorbereiding en extra aandacht voor de fundatie kon deze duiker met de hoogwerker extra nauwkeurig worden geplaatst.

Page 21: Grondig 6 - 2015

ZET JE SCHRAP VOOR DE LANCERING VAN DE CONSTRUCTION COMPACT LINE!

COMPACTE WIELLADER. WIELLADER. MINI GRAAFMACHINE. SCHRANKLADER. GRAAFLAADCOMBINATIE. VERREIKERS. VOORTAAN TE VINDEN BIJ UW VERTROUWDE NEW HOLLAND DEALER.

Adv_LightConstruction_200x134_NL.indd 1 8/07/15 14:03

Verhoogde stabiliteit en comfort

Molcon Interwheels Zwake 5 4451 HH Heinkenszand

T. +31 (0) 113 56 95 00F. +31 (0) 113 56 36 23 E. [email protected]

www.molconinterwheels.com

DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22DRAGON KING 22

22mm profieldiepte Verhoogde Tractie

Page 22: Grondig 6 - 2015

22 GRONDIG 6 2015

ondernemen met vaktechniek

Een Nobel gebaar

Er zijn ook klussen waarbij je veel mensen een plezier doet zonder dat je daar zelf op dat moment veel in-

spanningen voor hoeft te leveren. De familie Nobel stak haar nek uit door op verzoek de Nobel Arena aan te

leggen. Dit jaar werd daar alweer voor de tiende keer het tractor pulling-spektakel georganiseerd. Met dank

aan de familie Nobel voor het beschikbaar stellen van het terrein en... alle overige diensten.

C.A. Nobel & Zoon, Oudenhoorn

PROFILEREN

Page 23: Grondig 6 - 2015

23GRONDIG 6 2015

Als je aankomt voor de tractor pullingwedstrijd in Oudenhoorn, achter het erf van loonbedrijf Nobel, zie je al dat dit evenement speciaal is. Spe-ciaal omdat je over het erf van Nobel moet en vooral vanwege de ge-moedelijke, open sfeer die het uitstraalt. Geen gestress, geen te strakke draaiboeken, maar vooral open en hartelijk. Natuurlijk zijn er de bekende regels, veiligheidsmaatregelen en dergelijke, maar het geheel komt toch ‘losjes’ over. Dat komt mede omdat dat past bij Henk Nobel. Hij is samen met Farm Frites één van de hoofdsponsors van het evenement. “Ik kan er financieel gezien veel beter aardappelen verbouwen, maar dit is gewoon leuk”, zegt Henk. Hij grinnikt van oor tot oor als hij net zijn Grimme-rooier bij de ingang van de Arena op de juiste plek dirigeert. “Klap de losband maar zover mogelijk boven de Farm Frites-wagen. Dat vinden ze leuk.”

We leven dan een paar uur voor aanvang van de wedstrijd. De organi-sator van het evenement, Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn (STPO), is dan druk bezig. Voorzitter Jan Kamies doet net een ronde met politie en brandweer om de puntjes op de i te zetten. Henk niet. “Voor mij is dit een dagje genieten. Ik bemoei me niet met de organisatie”, zegt hij. Een eigen vip-tent heeft hij niet. “Wil ik ook niet. Ik wil gewoon tussen het volk, mijn klanten en kennissen lopen. De vip-tent is voor Farm Frites. Daar ga ik zeker ook even aan.”

Wel en geen werk Dit klinkt alsof Nobel geen inspanningen hoeft te leveren en toch de omgeving en de sport al tien jaar een grote dienst bewijst. “De stichting regelt alles”, vertelt Henk. “Ik bemoei me er niet mee. Dat kan ook niet, omdat we ons bedrijf runnen. Ik kan niet zomaar een flink aantal mensen en materieel vrijmaken voor dit evenement.”

Maar ‘stiekem’ heeft hij er toch wel werk aan. Op de baan draait zijn ka-nariegele New Holland voor de wals, zijn waterwagen staat er ook, even-als een extra shovel standby om te kunnen slepen. In de grootpakpers zit nog het bewijs dat hij dit perceel net in de baal heeft geslagen. Een aantal van zijn medewerkers zitten bij de stichting en doen hun werk als vrijwilliger. “Als ze wat nodig hebben, dan weten ze waar het in de schuur staat. Ze redden zich wel.”

Jan Kamies geeft aan dat Nobel wel degelijk een grote bijdrage levert aan het evenement. “We zijn het jaar rond bezig met dit evenement. Daar

Project exploitatie Nobel Arena OudenhoornOpdrachtgever Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn Aanneemsom sponsoring en goodwillLooptijd zestien jaar en meerUitvoerende partij Fa. C.A. Nobel Oudenhoorn in samenwerking

met Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn en vele vrijwilligers

Werkzaamheden beschikbaar bestellen terrein, onderhoud baan, beschikbaar stellen materieel en verlenen van diensten voor, tijdens en na de wedstrijd, stalling en opslag materieel.

Henk Nobel ziet de tractor pull in Oudenhoorn in de eigen Nobel Arena als een dagje uit. Hij bemoeit zich niet met de organisatie. Daar zijn op die dag anderen voor.

ENVLP 262x371 CN ZV.indd 1 17-11-2008 15:36:57

Page 24: Grondig 6 - 2015

24 GRONDIG 6 2015

1 2

3 4

horen dan ook baanonderhoud en opslag bij. We hebben een flink deel van een schuur van Nobel permanent in gebruik voor opslag. Als er wat moet worden geregeld rondom de baan, dan doet Nobel dat voor ons. We kunnen zijn materieel gebruiken en als hij het niet heeft, regelt hij het voor ons. Onderschat niet hoeveel tijd daar toch in zit. Zijn expertise en inzet zijn onmisbaar voor zo’n evenement.”

LangetermijnplanStichting Tractor Pulling Oudenhoorn bestaat nu zestien jaar. Destijds is samen met de familie Nobel de Nobel Arena aangelegd. Toen was dat nog niet zo spannend, omdat er nog een veehouderijbedrijf bij was gevestigd. In het grasland was dat vrij eenvoudig te realiseren. “Een kwestie van de baan vrijhouden en de rest van het terrein als grasland gebruiken”, zegt Henk. Toen is de baan uitgegraven, voor-zien van een onderlaag plus speciale klei om te voldoen aan de hoge eisen van de Nederlandse Truck en Tractor pulling Organisatie (NTTO).

Daarna is de baan continu bijgehouden. “Nobel zorgt dat de baan on-kruidvrij en goed in profiel blijft. Indien nodig wordt hij aangevuld met geschikte klei”, aldus de voorzitter. Ook is het terrein vanwege de eisen van de NTTO gegroeid naar nu in totaal vijf hectare. Jan Kamies. “De crème de la crème van de Grand National komt hier, aangevuld met de beste farmstockklassen en trucks. Eén baan is voor de Grand National en de andere baan voor de andere klassen. Dat is een zeer professioneel gebeuren geworden, waar we als stichting het jaar rond mee bezig zijn.”

Op de website is te zien dat er meer dan honderd begunstigers en sponsors zijn. In totaal komen er ruim 4000 bezoekers op het evene-ment af. Naast het geweld op de baan is er ook aan de kinderen ge-dacht. “Daar komt het één en ander bij kijken om dit met vrijwilligers in goede banen te leiden. We zijn alleen al met een vrijwilligersploeg anderhalve week bezig met de opbouw en een week met afbouwen.”

1 Tractor pulling is een dagje uit voor jong en oud. Waarbij oud hier blijkbaar heel goed jong weet te besturen. Som-mige mensen zit het besturen blijkbaar in de genen.

2 De hele dag optre-den met de kanarie-gele New Holland voor eigen publiek. Zo rijdt Nobel zich zonder mee te doen de hele dag in the picture en noteert hij menig full pull.

3 Vertier voor iedereen, dus ook een traptrek-kertrekwedstrijd voor de kleintjes. Een be-langrijke investering in de toekomst. Ook dat levert de nodige blije gezichten op.

4 Het gaat natuurlijk vooral om gezellig een mooie avond beleven. De ruime plek met hoge tafels tussen de baan en de tribunes blijkt een prima vondst.

Page 25: Grondig 6 - 2015

25GRONDIG 6 2015

5

6 7 8

De Nobel Arena wordt daarnaast ook eens in de twee jaar gebruikt voor de boerentrekkertrek, georganiseerd door de plattelandsjeugd van Voorne-Putten. Dit is uiteraard kleinschaliger van aard en meer regiogebonden, maar daarom niet minder gezellig. Dit evenement staat geheel los van de NTTO-wedstrijd. Ook voor deze wedstrijd stelt Nobel de baan en diensten ter beschikking. “Strikt genomen is dat puur gescheiden, maar het gaat hier om dezelfde dienst als voor de NTTO-wedstrijd. Meewerken aan een stukje plezier en beleving voor de directe omgeving.”

Samen optrekkenNobel geeft aan dat hij op beide evenementen samen optrekt met collega-cumelabedrijven. “We doen het met z’n allen”, zegt hij. Op de baan zien we bijvoorbeeld trekkers van Dick Klok uit Heenvliet draai-en en er hangen prominent vlaggen van Minekus, die na afloop met de maaizuigcombinatie het terrein ontdeed van zwerfafval. De firma

Poldervaart stelt ook machines beschikbaar en helpt altijd mee bij de voorbereidingen van de baan. Henk Nobel wijst ons op de verschil-lende combinaties van hem en van de collega’s die prominent staan opgesteld. Hij besluit veelzeggend. “Op zo’n dag trek je als collega’s samen op en spreek je in een ontspannen setting met relaties en klan-ten. Mooi om daar een bijdrage aan te leveren.”

En dat merken we ’s avonds. Als tegen elf uur de laatste pullers over de baan denderen, is het nog altijd volle bak. De tribunes en de grote ruimte tussen tribunes en baan met de ‘bier’-tafels is veelzeggend ‘goed gevuld’. Volgend jaar zeker weer.

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: STPO, Vreemann

5 De echte sfeer is er natuurlijk ’s avonds als na negenen het grote geweld losbarst en in de avondschemering een bijzondere sfeer ontstaat.

6 Dagelijks concur-renten, maar op zo’n wedstrijd als cumela-collega’s broederlijk naast elkaar in het demopark en samen hand- en spandien-sten verrichten.

7 Als gastheer mocht Nobel zijn Grimme pontificaal bij de ingang plaatsen, samen met mede-sponsor Farm Frites. Mooi één-tweetje en natuurlijk graag gedaan.

8 Wat het publiek niet ziet, is dat Nobel maar liefst vijf hectare terrein beschikbaar stelt en dat er samen met vrijwilligers vele, vele uren worden gestopt in de organisatie en de op- en afbouw.

Page 26: Grondig 6 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 6 201526

AGROPRO MAAKT ICT OPLOSSING

Samen perfectioneren

Omdat de bestaande ICT-oplossingen voor planning en digitale werkbon niet aan hun eisen voldeden, sloegen Coen van Kuijk

en Gerwin Peters de handen ineen voor een nieuwe eigen oplossing. In Harry Schot, eigenaar van AgroPro, vonden ze een au-

tomatiseerder die wilde luisteren. Gezamenlijk ontwierpen ze een ICT-oplossing die past bij de planning en digitale werkbon

van een cumelabedrijf.

Elke week komen Coen van Kuijk en planner Joost Hoeve-naars van Transport- en Loonbedrijf Van Kuijk uit Helvoirt, Gerwin en Dianne Peters van het gelijknamige loonbedrijf uit Odiliapeel en Harry Schot en Arnout de Mooij van AgroPro al sinds het begin van het jaar samen om de voortgang van hun project te bespreken. Een enorme tijdsinvestering voor alle partijen, maar met resultaat, stellen de twee opdrachtgevers vast. “Wij hebben nu een systeem dat past bij een loonbe-drijf en alle werkzaamheden die erbij horen”, zeggen ze. Het programma is momenteel nog niet helemaal klaar, maar toch werken de bedrijven er al met alle plezier mee. Sterker nog: de medewerkers zijn nu al bijna boos als de opdracht niet

via de app binnenkomt, vertelt Gerwin Peters. “Soms, als het druk is, verval ik in de oude gewoonte om ze snel even toe te roepen wat ze moeten doen, maar dan zijn ze verontwaar-digd en vragen mij om het gewoon via de app te doen.”Die snelle acceptatie bewijst volgens Peters dat wat AgroPro heeft gebouwd helemaal past bij het moderne loonbedrijf.

Een gedachte die Coen van Kuijk helemaal deelt. Hij is degene die het initiatief nam om gezamenlijk een nieuw plannings-pakket met automatische urenregistratie te laten ontwikke-len. “Uit de werkzaamheden die de mensen van AgroPro voor ons mesttransportbedrijf hadden gedaan, wist ik dat ze niet alleen in staat zijn om iets te ontwikkelen, maar vooral dat ze kunnen luisteren en begrijpen wat je wilt.”

AgendaWerken met het programma begint bij het aannemen van opdrachten. Bij het contact met de klant kan de planner in één oogopslag zien of er nog voldoende capaciteit is. Zo ja, dan kan hij direct vastleggen welke werkzaamheden er moe-ten worden uitgevoerd, waar die plaatsvinden, welke extra eisen er zijn en bijvoorbeeld ook nog bijzonderheden als mi-nimaal één meter uit de kant beginnen met bemesten. Gaat het over gecombineerde werkzaamheden, zoals hakselen, dan kan aan één order een combinatie van machines zoals hakselaar, silagewagens en een shovel worden gekoppeld.

In de weekplanning hebben verschil-lende groepen werkzaamheden eigen kleuren.

Werknemers willen nu al hun opdrachten via de app

Page 27: Grondig 6 - 2015

AgroProAgroPro is een dochterbedrijf van Sprint ICT. Bij dit Eindhovense bedrijf werken mo-menteel acht mensen, Het bedrijf is ooit begonnen met het maken van een plan-ningsysteem voor touringcarondernemingen. “Qua planning zijn die sterk verge-lijkbaar met loonbedrijven”, aldus eigenaar Schot. Daarna volgden verschillende andere opdrachtgevers, tot Schot in contact kwam met Van Kuijk. “Daarmee zijn we in de mestdistributie beland en hebben we een compleet programma gemaakt waarmee alle mesttransporten nu helemaal vastliggen.”Het programma van AgroPro is gemaakt voor het plannen van de dagelijks werk-zaamheden op loon- en grondverzetbedrijven en is een zogenaamd cloudpro-gramma. Daarvoor heeft AgroPro eigen servers bij een datacentrum waarop be-drijven inloggen en hun gegevens vastleggen. Hierdoor hoeft de klant niet meer te investeren in eigen apparatuur en bijbehorend systeembeheer. Een ander voordeel hiervan is dat elke update telkens in het programma wordt verwerkt en iedereen altijd met de nieuwste versie werkt. Voor bedrijven is er daarnaast de zekerheid dat alle gegevens altijd vastliggen. Meer informatie: www.agropro.nl.

GRONDIG 6 2015 27

AGROPRO MAAKT ICT OPLOSSING

PlanbordIs deze opdracht ingevoerd, dan verschijnt deze als onge-pland op het planbord. Vervolgens kunnen de benodigde machines en werknemers aan de opdracht worden gekop-peld. De planner kan vervolgens de werkzaamheden een-voudig inplannen door opdrachten aan te klikken en te ver-slepen. Het mooie is dat dan direct alle daaraan gekoppelde werkzaamheden worden meegesleept. De hele hakseltrein kan zo worden ingepland. Naarmate de dag verstrijkt, past het planbord zich automa-tisch aan op basis van de terugkoppeling die de chauff eurs via de app geven. Zo kan de planner eenvoudig zien of er in de loop van de middag problemen ontstaan doordat bij-voorbeeld een chauff eur nog aan het maaien is. Wanneer dat het geval is, heeft de planner alle mogelijkheden om bijvoor-beeld een andere chauff eur toe te wijzen. Die fl exibiliteit is wat Peters het meest waardeert. “We kunnen op elk moment van de dag wat aanpassen of weer schuiven met de werk-zaamheden.”

Digitale werkbonNa het inplannen is de volgende stap het aanmaken en ver-sturen van de digitale werkbonnen. Door een druk op de knop wordt de werkbon naar de app op de smartphone van de werknemer gestuurd. Wanneer er een nieuwe opdracht is, krijgt de werknemer automatisch een melding. Normaal kan aan het eind van de dag de planning voor de volgende dag worden doorgestuurd, maar op de dag is op elk moment een update mogelijk, bijvoorbeeld als er bij een paardenboer tus-sendoor nog een paar pakkenhooi moeten worden geperst. Wat de werknemer op de telefoon te zien krijgt, is een com-plete beschrijving van het werk en de plaats waar dat moet plaatsvinden. Hij ziet: mest uitrijden bij veehouder Teunissen, 30 hectare, percelen achter de weg en één meter uit de sloot beginnen. Ook krijgt hij contactgegevens, zodat er op elk moment contact met de klant kan worden opgenomen. Als het werk maar een deel van de dag beslaat, ziet de werkne-mer ook direct wat er nog meer is gepland. Bewust is er daar-bij voor gekozen om geen aanvangstijd van het volgende werk mee te sturen, vertelt Schot. “De bedrijven wilden niet dat een werknemer wordt opgejaagd of juist de tijd neemt. Hun gedachte is dat ze vanaf kantoor de planning bewaken en eventueel klanten informeren.”

Digitale dagstaatVoor de werknemer is de telefoon gelijk zijn digitale uren-briefj e. Dat begint in de ochtend als hij het tijdstip van de aan-vang van zijn werkzaamheden invoert. Dat kan direct, maar ook altijd achteraf. “Een bewuste vrijheid,” stelt Schot, “want het moet niet zo zijn dat een werknemer hij iets vergeet een probleem heeft.” De planning begint altijd met voorberei-ding op de werkzaamheden om ook tijd voor bijvoorbeeld

aankoppelen of reistijd naar de klant te registreren. De vol-gende stap is dan de aanvang van de werkzaamheden, waar-bij tussendoor pauzes fl exibel kunnen worden ingevuld. Zo is er ook een afronding van de werkzaamheden voor terugreis of afkoppelen en aftanken. Op een dag kunnen zo alle zaken precies worden geboekt, waarbij er ruimte is om gebruikte producten zoals zaaizaad of gewasbeschermingsmiddelen direct vast te leggen. Aan het eind van de dag heeft de werknemer zo een com-plete uren- en werkzaamhedenverantwoording, die dan met één druk op de knop naar kantoor wordt verstuurd. Daar kan de planner aan het eind van de dag of het begin van de vol-gende dag alles langs lopen en accorderen. Is dat gebeurd, dan is het werk direct klaar voor facturatie.

Per werknemer komt er bij het afsluiten een overzicht van de verrichte werkzaamheden en vastgelegde bijzonderheden.

Page 28: Grondig 6 - 2015

ondernemen met vaktechniek

Coen van Kuijk, Helvoirt:“Rust is het allerbelangrijkste”De echte ervaringsdeskundige in het werken met AgroPro is Coen van Kuijk. De eerste klus waar het bedrijf vijf jaar geleden mee startte, was de automatisering van de administratie van de mestdistributie. “Een heel arbeidsintensieve klus, want we had-den enorm veel contact. Daar zagen we het verschil met andere bedrijven. De mensen van AgroPro luisteren naar het probleem en komen met een oplossing die past bij de praktijk van ons type bedrijven.”Inmiddels draait het programma ruim drie jaar en is het mede de basis van het succes van zijn bedrijf, stelt Van Kuijk. “We zijn in een paar jaar gegroeid van 600.000 ton naar het dubbele. Als we dit pakket niet hadden gehad, was dat nooit mogelijk geweest zonder uitbreiding van de planning en nog veel meer papierwerk.”

Het allerbelangrijkste van dit soort investeringen is volgens Van Kuijk dat het rust geeft. “Dat geldt niet alleen voor de mensen op de planning, die zeker weten dat alles goed is vastgelegd. Het werkt ook zo bij de mensen in het veld. Die weten op elk mo-ment precies wat er wordt verwacht en ze weten ook precies wat wij van hen verwachten. Dat geeft hen ook de verantwoorde-lijkheid om het goed te doen.”Maar ook als ondernemer geeft het hem rust, merkt Van Kuijk. “Ik weet nu gewoon dat de administratie op orde is en dat al-les vastligt. Ik kan nu per werknemer of per machine uitdraaien hoeveel uur ze maken, waar gaten zitten en misschien wel het allerbelangrijkste: ik kan precies zien wat ik verdien met mijn werkzaamheden. Niet op het eind van het jaar als ik zie wat er onder aan de streep staat, maar op elk moment van de dag. Daarmee heb ik de managementinformatie die ik nodig heb om mijn bedrijf te runnen.”

Overzicht per werknemer van de geplande werk-zaamheden.

GRONDIG 6 201528

FacturatieIn de snelle verwerking en goede registratie zien Van Kuijk en Peters een duidelijk voordeel van het systeem. “Aangezien alle gewerkte uren en gebruikte producten bekend zijn, kan de administratie veel eenvoudiger een duidelijk gespecifi -ceerde factuur opstellen. Dit voorkomt discussie met de klant en leidt veelal tot een snellere betaling van de factuur. Daar eindigt ook de plannings- en registratiemodule, legt Schot uit. “Alles wat daarna gebeurt, hoort bij een gewoon administratiepakket zoals duizenden bedrijven buiten de cumelasector dat hebben. Daar kunnen wij ook niet tegen-aan ontwikkelen, want zij hebben duizenden klanten die de kosten delen. Bij Van Kuijk en Peters werken we daarom nu met Twinfi eld, omdat dit een goede koppeling naar de ac-

countant geeft, maar je zou ook met Afas of AccountView of welk ander algemeen administratiepakket dan ook kunnen werken.”

ManagementinformatieHet ontbreken van mogelijkheden om de gegevens van deze planningsmodule te koppelen aan bestaande software voor de cumelasector betekent dat beide bedrijven afscheid ne-men of al hebben genomen van hun eerdere softwareleve-rancier. “Dat is jammer, want daarin zitten een heleboel ge-gevens, maar dat bedrijf kon niet aan onze wensen voldoen en had ook niet de mogelijkheid om dat op korte termijn te realiseren. Dan moet je op een gegeven moment een stap zetten en een andere weg inslaan”, stelt een nuchtere Van

Kuijk. “Dat is even wennen voor de mensen op kantoor, maar we hebben nu een administratiepakket dat beter aansluit bij onze accountant, want die kon niets met onze vorige soft-ware en ik heb nu veel meer managementinformatie.”

Samen sterkerWat de kosten van het pakket precies zullen worden, is nu nog niet duidelijk. Daarvoor moet er een afweging worden gemaakt tussen een bedrag dat bij aanschaf moet worden betaald en het bedrag dat daarna per maand of jaar nodig is voor het onderhoud. Dit laatste zal dan weer afhankelijk

We willen een goed programma dat rust brengt in het bedrijf

Page 29: Grondig 6 - 2015

Gerwin Peters, Odiliapeel:“Alles ligt nu vast”Hoewel het de bedoeling was dat bij Peters eerst maar enkele chauffeurs met het nieuwe systeem zouden gaan werken, gingen direct alle werkne-mers ermee aan de slag. Het enthousiasme was direct zo groot dat Gerwin Peters dat wel aandurf-de. “Sommigen hadden nog geen smartphone en moesten daar aan wennen, maar het werken met AgroPro is geen enkel probleem.”Na het invoeren van de planning is Peters nu be-zig met het verwerken van de urenregistratie. Hij merkt daarbij nu al dat het hem vele uren tijdwinst gaat opleveren. “Ik krijg alles veel completer aan-geleverd. Daardoor hoef ik veel minder terug te zoeken wat iemand precies heeft gedaan en welke

gewasbeschermingsmiddelen er bijvoorbeeld zijn gebruikt. Bij elkaar denk ik dat ik de helft minder tijd op kantoor zit.” Peters waardeert ook de mogelijkheid om op de achtergrond tarieven precies vast te leggen. Bij elke opdracht kan ik precies kiezen of ik het standaard-tarief gebruik of bijvoorbeeld een bepaald afwij-kend tarief. Zo kan ik ook een combinatietarief van uren en hectares zonder problemen verwerken.”Lachend stelt hij vast dat hij nu eindelijk een oplos-sing heeft voor zijn grote probleem. “Mijn hoofd is soms te klein. Dan heb je zoveel dingen aan je hoofd dat je zaken gaat vergeten. Door alles gelijk in te voeren, heb je daar geen last meer van en zie je later ook alles terug. Dat betekent inzicht in de cijfers en ruimte om te sturen.”

Dit ziet de chauffeur als hij met zijn werk is begon-nen.

GRONDIG 6 2015 29

zijn van het aantal werknemers dat werkt met de smartphone. Ook over die prijs-stelling vindt nu nog een open discussie tussen de bedrijven plaats. “Belangrijk,” volgens Van Kuijk, “maar geld is niet het belangrijkste. Wat we willen is een goed programma dat rust brengt in het bedrijf. Daarmee voorkomen we fouten en kun-nen we verder groeien. Dan hebben we echter ook een partner nodig die verder kan, dus ook daar moeten we samen uitkomen. Daar hebben wij en ook alle nieuwe klanten belang bij.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Regelmatig schuiven Gerwin Peters (l) en Harry Schot om de computer om te kijken hoe wijzigingen uitpakken.

Page 30: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201530

ondernemen met vaktechniek GRONDIG.COM

SCHUITEMAKER RAPIDE OP 30.5-INCH-BANDEN

Afgelopen donderdag is bij Loonbedrijf De Weer in Borner-broek de eerste Schuitemaker Rapide op 30.5-inch-banden afgeleverd. De wagen is uitgevoerd met rubber in de maat 800/45R30.5 en is voorzien van elektro-hydraulische bestu-ring in combinatie met hydraulisch geveerde assen. Ondanks de hoge banden is de bakafmeting nagenoeg gelijk geble-ven.

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

DEMOPARK EISENACH: ROBERINE IS BACKOnder de leus ‘Roberine is back’ toonde de Dutch Power Company de vorig jaar als Votex gepresen-teerde zelfrijdende M3-klepelmaaier voor groenonder-houd. De fabrikant heeft de naam Ro-berine teruggekocht van John Deere. De Roberine M3 heeft klepelmaaiers waarmee met 13 km/u in openbaar groen kan worden gewerkt en die langer gras prima aan kunnen.

NIEUWE AGRIBUMPERA.S. Pol in Bruntinge heeft een nieuwe Agribumper ontwor-pen. In feite is het een frontgewicht dat ook als trekkerbum-per fungeert. De bumper is via twee bouten aan de aan de fronthef gemonteerde houders gemonteerd. De unit zelf

bevat vele ver-stelgaten om zo compact moge-lijk en zonder beperkingen op de stuuruitslag aan verschillende trekkers te kun-nen worden ge-monteerd.

VOLVO TRUCKS: MAPEI TEST CHAUFFEURSLEVEN Volvo Trucks komt opnieuw met een originele marketingstunt, dit keer via reality-tv met zangeres Mapei. Tij-dens een negendaagse roadtrip door Europa neemt zij onder andere een nieuwe muziekvideo op. Een Volvo FH-truck vol met rekwisieten biedt hulp. Het resultaat wordt getoond in de tv-serie ‘Reality Road’, met onder meer een spectaculaire stunt in Ber-lijn op twee wielen.

ECO CENTRAAL OP WACKER NEUSON DEMODAGNieuwsgierig stapten verschillende bezoekers van de Wacker Neuson demodagen op het Bouw en Infrapark in Harderwijk op de elektrische shovel. En bijna allemaal maken ze dezelfde fout, de contactsleu-tel verder doordraaien om de motor te starten. Dat er grote belangstelling is voor deze machines blijkt wel uit de eerste verkoopaantallen. Terwijl de pro-ductie pas eind maart is opgestart zijn er nu al meer dan 100 van deze WL20e verkocht.

ZETOR CRYSTAL-ZESCILINDER OFFICIEEL GEPRESENTEERDZetor introduceerde deze geheel nieuwe Crystal met Deutz-zescilindermoto-ren. In eerste instantie gaat het om twee modellen met 106 en 120 kW (144 en

163 pk). Achter de motor zit een 30/30-schakelbak met een drie-traps powershift en een onder be-lasting schakelbare omkeer. Opval-lend is de extra lange wielbasis van 2,84 meter. Zetor monteert als op-tie een geveerde vooras met indi-viduele wielophanging. De eerste modellen worden uitgeleverd.

JACOBSEN: GPS-SPUITEN MET TRUCKSTER OP GOLFTERREINSelectief spuiten met tien sectieafsluiters, automatisch door GPS aangestuurd. Pols toonde het op de nieuwe 18,2 kW (24,8 pk) sterke Jacobsen Truckster XD, een 1,65

meter breed 1,6-tons vrachtwa-gentje voor load-en-carrywerk op golfterreinen. De Truckster XD met 5V/1A-schakelbak in combinatie met een hoog-laag heeft een grote oprijhoek, een extra zwaar uitge-voerd frame en een relatief grote kipbak.

Page 31: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 31

NIEUWE VOTEX DEXTRA-MAAIARMDe lijn compacte Votex-maaiarmen wordt naar boven uitgebreid met de Votex Dextra. Die is ontworpen voor gebruikers die een maaiarm in de trekkerhef willen. De maaiarm is hiervoor voorzien van een eigen hydraulisch circuit. Het benodigde aftakasvermogen is minimaal 44 kW (60 pk). De Dextra wordt leverbaar als M49 (bereik 4,90 meter), M54 (bereik 5,40 meter) en M54T (met telescooparm).

PFANZELT K- TRAC K-Trac heet deze nieuwe Pfanzelt-werktuigen-drager, die is uitgerust met een opvallende tweezitscabine met het stuur en de draai-bare bestuurderstoel aan de rechterkant en met zeer ruim zicht. De vierwielgestuurde K-Trac heeft een 133 of 174 kW (181 of 237 pk) Deutz-krachtbron in combinatie met een ZF S-matic-variobak en is geschikt voor opbouw van bijvoorbeeld bermmaaicombinaties en sneeuwcombi’s.

VEERTIG JAAR IVECO; FOTO’S GEVRAAGD

Iveco viert zijn veertigste verjaardag. Een groot deel van de feestelijkheden zal plaatsvinden op de speciale website www.iveco40.com. Deze website is de ontmoetingsplaats voor liefhebbers die hier hun verhalen in foto- of vi-deoformaat met iedereen kunnen delen. Elke week zal de beste foto worden toegevoegd aan een virtueel boek dat is gewijd aan deze bijzondere verjaardag. U kunt ook insturen.

The Power of Green

Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH

Voor Noord-NederlandMartijn van Middelkoop0651 346841

Voor Zuid-NederlandAd vd Hurk0653 241918

� Nieuw: Schuine bodem = vraagt minder vermogen en 15% meer laden

� Van 33 tot 53 Kub DIN inhoud, met zwaar 30 tons hydr. BPW onderstel = meer laden, comfortabel snel rijden en echt dubbeldoel

� Enorme snijrotor met gelaste, 17 mm brede meenemers en 46 messen = trekt licht zelfs bij 37 mm snijlengte (hakselkwaliteit)

� Extra brede EasyFlow pick-up zonder curvebaan = 58% minder slijtdelen en 30% hoger toerental

KRONE ZX

Voor Zuid-Nederland

vraagt minder vermogen en 15% meer laden

Van 33 tot 53 Kub DIN inhoud, met zwaar 30 tons hydr. BPW onderstel = meer laden, comfortabel snel rijden en echt dubbeldoel

Enorme snijrotor met gelaste, 17 mm brede meenemers en 46 messen = trekt licht zelfs

advertentie

Page 32: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201532

ondernemen met vaktechniek CASE DRONE

Waarom moeilijk doen als je data van percelen eenvoudig kunt vergaren door er overheen te vliegen en ze te scannen. CNH

heeft dit fenomeen opgepakt en gaat het als complete dienst wereldwijd vermarkten via de Case IH/Steyr- en New Holland-

dealernetwerken. De potentie: de complete veld- en gewasanalyse vanuit de lucht met de bijbehorende praktijkvertaalslag.

Eigenlijk is het heel gemakkelijk: via Google Maps selecteer je één of meerdere percelen en laadt dat in het onbemande luchtvaar-toestel, officieel UAV (Unmanned Aerial Vehicle) geheten. U hoeft u hiervoor niet apart te abonneren op een RTK- of GPS-netwerk. Activeren in het veld, vliegtuigje ‘de lucht in gooien’ en dat vlieg-tuigje stijgt zonder verdere aansturing op naar circa veertig meter hoogte. Daar cirkelt het een keer rond om de weersomstandig-heden te scannen, vooral de windrichting en de windsnelheid. Daarna kiest het zelfstandig zijn eigen vliegroute op een vooraf ingestelde hoogte om het hele perceel te scannen. In de regel ge-beurt dat exact met de wind mee of tegen de wind in om came-ra-afwijkingen te vermijden. Met circa 50 km/u vliegt het geheel zelfstandig zijn route en kan het in een uur tijd op een hoogte van 100 meter circa 400 hectare scannen en filmen. U hoeft niets aan te sturen of op te geven, want het vliegtuigje doet dat geheel autonoom. Het landt daarna automatisch op dezelfde plek of op

een vooraf door u aangegeven plek. De vergaarde data (lees: het fotomateriaal) laadt u in of seint het over naar uw thuiscomputer. Het vliegtuig is de Precision Hawk, zoals al bekend vanuit Cana-da en Amerika. Daar heeft CNH bewust voor gekozen. Precision Hawk heeft een UAV ontwikkeld om verschillende camera’s te dragen, ook camera’s die zijn ontwikkeld door derden, mits deze passen aan de ophangpunten en niet zwaarder zijn dan de maxi-male payload van één kilogram.

App-storeDaarna begint het echte werk pas, want u hebt dan ongeveer 30 GB aan pixels die vertaald moeten worden naar bruikbare data. Juist daar slaat CNH zijn slag. Precision Hawk heeft verschillende samenwerkingen met erkende agrarische universiteiten opgezet om de metingen om te zetten in bruikbare data. U hoeft de gege-vens dus niet zelf te vertalen in praktijkwaarden. Die universitei-

CNH lanceert onbemand luchtvaarttoestel

Grenzeloze mogelijkheden binnen grenzen

Page 33: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 33

Binnenkort demo Tijdens de Case IH/Steyr-dagen is dit vliegtuigje voor het eerst getoond. Het was kersvers binnen en vliegen ging niet, omdat de toestemming en Nederlandse goedkeuring nog niet binnen waren.CNH Industrial gaat in de derde week van juli in de omgeving van Kempen in Duitsland een demo organiseren voor echte geïnteresseerden. Het vliegtuigje is al voor Duitsland goedgekeurd, een goedkeuring voor Nederland zal snel volgen. U kunt u aanmelden via uw eigen New Holland- of Case/Steyr-dealer. Het eerstvol-gende evenement waar de Precision Hawk zal worden getoond, is Potato Europe.

ten zitten niet alleen aan de overkant van de plas. Ook in Europa zijn er samenwerkingsverbanden, zoals met de universiteit van Nijmegen. Precision Hawk heeft daarvoor een app-store ontwikkeld waar-naar je de verzamelde informatie kunt uploaden. Daarna geef je aan wat voor informatie je terug zou willen ontvangen en de computers van Precision Hawk zullen binnen 24 uur de gevraag-de informatie klaar zetten. Per e-mail wordt u geïnformeerd dat de informatie klaar staat, waarna u na te hebben ingelogd alles kunt downloaden. Concreet zul je als loonwerker wel iemand vrij moeten maken die dit proces kan en wil beheren. Adviezen voor de teelt en de gewassen geeft het systeem natuurlijk niet. Het gaat puur om het doorgeven van de verkregen metingen en data. Wat u of uw klant ermee doet, is niet aan Precision Hawk en ook niet aan Case IH en New Holland.

Breed scala gegevensDe camera’s fotograferen de percelen in 2D en 3D. Dat maakt het mogelijk zaken te herkennen en opbrengsten te bepalen. Aan kleuren zijn gewassen te herkennen, toestanden te herkennen, aantallen planten te tellen, onkruiden te herkennen, maar ook ziekten en plagen, afwijkingen in de groei, vochttoestand en de totale massa van het gewas. Zo kan samen met de 3D-hoogte-beelden de opbrengst worden bepaald. U zult begrijpen dat hier-voor de nodige research is gedaan en dat het nog nodig is om de juiste vertaalslag te maken. Daar zit de clou van de app-store van de Precision Hawk. Om een voorbeeld te geven: als de opbrengst van een gewas op een perceel aan de hand van kilogrammen graan van vorig jaar bekend is, kan er een directe vertaalslag worden gemaakt naar het nieuwe beeldbestand en kunnen er zo opbrengsten worden berekend. Voor een grasperceel kun je dan dus redelijkerwijs berekenen hoeveel vers product er van het perceel komt, dit koppelen aan een drogestofmeting en een NIR-scan en je weet exact wat er in de kuil of het pak gaat. Je kunt de boer een advies geven over plaatsspecifiek beregenen, veldbe-werking, spuiten et cetera of hem informeren over hoeveel ton maïs, gras, graan of bieten er op zijn veld staat, waar mindere plekken zijn, waar ziektehaarden zitten en hoeveel straatgras of kweek, paardenbloemen of wat dan ook er in een perceel staat. Inmiddels is er al een omvangrijke app-store beschikbaar. Zaken als drogestofbepaling en een NIR-scan zijn zelfs al ver in ontwik-keling en er wordt al gefluisterd over een bodemverdichtings-analyse.

Compleet pakket Je moet dan natuurlijk wel dat vliegtuigje kopen bij de geauto-riseerde New Holland- en Case/Steyr-dealer. De prijs zal richting de € 32.000,- gaan, afhankelijk van de dollarkoers. Het gaat ech-ter niet alleen om het vliegtuig. Je moet een vliegbrevet hebben, een vergunning om te mogen vliegen, een goedgekeurd toestel en de verzekering goed regelen. De aanschaf is inclusief een cur-sus voor het behalen van het benodigde vliegbrevet, een verze-kering tegen schade aan vliegtuig en meetapparatuur en een jaar onbeperkt gebruik van de app-store. Toestemming om te mogen vliegen moet u aanvragen via uw gemeente. U moet zich als bedrijf zelf verzekeren tegen risico’s aan derden, zoals landen op de SUV van de buurman of het aanvliegen van de buurvrouw.

Het jaar erop beslis je zelf of je het onbeperkte gebruik van de app-store verlengt (per jaar) of dat je je beperkt tot een selectief aantal te gebruiken apps. Ook is het mogelijk nieuwe parameters te verkrijgen via het ontwikkelingscentrum. Het is immers een on-the-go-project, met vele open einden. Met voor de precisie-landbouw en de KringloopWijzer volop kansen.

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: CNH

Hier een voorbeeld van een 3D-foto om zo de op-brengst te kunnen bepalen. Samen met gehaltemetin-gen vormt dat een prima basis voor exacte opbrengst-bepaling.

De camera’s fotograferen de percelen met hoge precisie in hoge resolutie. De ver-kregen data wordt omgezet in bruik-bare meetwaarden. Hiervoor is een om-vangrijke app-store beschikbaar.

Page 34: Grondig 6 - 2015

SIM Holland B.V.Trapezium 2503364 DL SLIEDRECHTT: 078-641 80 [email protected]

Sterk in beweging

Baggerpompen voor agrarisch baggerwerk en weg- en waterbouw

DODA Idra baggerpompen in hardox uitvoeringDrag�ow baggerpompen elektrisch en hydraulisch Veneroni groot volume pompen voor afwatering

Tel: +32 43 77 35 45

www.joskin.com

Tetrax2

4 WIELEN

OP 1 RIJ!

Nu ook leverbaar met verdringen pompenIn 10700 L, 13000 L, 14000 L en NIEUW: 16000L

Met 650/65R38, 650/65R42 banden

Page 35: Grondig 6 - 2015

Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europaen draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !

Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V.kunt u terecht voor een professionele taxatie

door een Beëdigd RegisterTaxateur.

Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaalpubliek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide

database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !

www.TroostwijkAuctions.com

Wilt u de waarde weten van uw machines ?

Wilt u uw machines online verkopen ?

Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze specialist Stef Hooijman

06 53 54 16 31 e-mail: [email protected]

De Stenenmaat 15, 7071 ED, Ulft (Gld), Tel. 0315-695470

Caesar 1500-serie (10 t.) Caesar, de multifunctionele krachtpatser!

140 en 175pk John Deere motoren,

hydraulische en mechanische aandrijving, grote trekkracht, tot 40% brandstofbesparing, grote banden, lage bodemdruk, compact, hoge

hydraulische capaciteit, hoge rijsnelheid.

Caesar 2500-serie (14 t.)

Berm- en slootonderhoud, landschapsonderhoud,

bosbouw en grondverzet

w w w . w e l l i n k c a e s a r . n l

www.bmwt.nl

veiligheid

kwaliteit

duurzaam

deskundig en

betrouwbaar

BMWT-Verenigingslogo

veilig werken in het grondverzet

Page 36: Grondig 6 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 6 201536

Berkers Techniek in Deurne is in gesprek gegaan met Tatra om op basis van de nieuwe Phoenix-8x8-bouwtruck een eigen vari-

ant te bouwen. Berkers koos voor Tatra omdat het onderstel in de basis al goed is en het merk de motoren en de cabine bij DAF

betrekt. Het eerste exemplaar wordt binnenkort opgebouwd en daarna gaat Berkers vol los met de 8x8-agritruck.

De verhalen gingen al enige tijd, maar er kwam maar niets uit de werkplaats van Berkers BLW in Deurne rollen. Frank Ber-kers en participant Johannes Ballast verontschuldigen zich. “Wij zijn twee jaar met Tatra in gesprek geweest en moesten eerst groen licht hebben vanuit de fabriek voor onze plan-nen. Dat kregen we pas nadat Tatra de Euro 6 klaar had. Dat was afgelopen winter. Daarna is het plan in een stroomver-snelling gekomen en hebben we met Tatra een overeen-komst dat we de truck op maat en volgens onze specifica-ties aangeleverd krijgen”, vertelt Berkers. Dat ‘truck’ moet je iets genuanceerder zien: motor, cabine en frame met een op maat geplaatste asconfiguratie, zodat Berkers daarna de truck zonder grote ingrepen en aanpassingen verder kan op-bouwen zoals hij dat wil.

Daar zit de clou van het verhaal. Berkers: “We hebben de markt goed verkend. Er is van alles te koop, maar je ziet tegelijk dat je voor landbouwinzet te veel moet aanpas-

sen en te veel concessies moet doen. Tatra heeft een speciaal onderstel dat is gebouwd voor grondverzet, agro,

mijnbouw, het leger en dergelijke. Dat heeft zich bewezen en is zo gebouwd dat we bijna

niets hoeven te veran-deren. In feite hoeven we

enkel de asopstelling naar eigen wens aan te passen”, aldus Berkers. Die aanpassing zat hem in de achterste as. Bij Tatra is deze standaard als dicht op elkaar niet gestuurde tandem geplaatst. Berkers wilde voor de gewichtsverdeling grotere banden, een grotere asafstand en de laatste as per se ge-stuurd hebben. “Daarvoor moest Tatra op maat bouwen en goedkeuring geven op ons ontwerp voor de besturing van die achterste as. Dat is nu allemaal rond.”

De voordelenDat brengt ons op de argumentatie waarom Berkers voor dit Tatra-onderstel kiest. De kern is een modulair opgebouwde centrale bus waaraan de asophangingen met daarin een haakse overbrenging zijn gemonteerd. Het differentieel zit (per as) voor die overbrenging. Het voordeel van deze keu-ze is dat je in feite een doorlopende starre middenas hebt waarin de aandrijving honderd procent gesloten in oliebad is aangebracht en waaraan alle wielen op dezelfde manier vrij scharnierend zijn opgehangen met individuele luchtvering. Je hebt geen starre assen, geen breed frame, geen vrijliggen-de aandrijfassen, geen beperkingen van framebreedte en echt honderd procent 8x8-aandrijving. “Daarbij heeft Tatra ook standaard de assen voorbereid op een luchtdrukwissel-systeem van binnenuit”, vertelt Berkers. “Zelfs dit hoeven we niet op te bouwen en we hoeven niet buitenlangs”, legt hij uit. Ook wijst hij op de standaard aanwezige directe motor-PTO. “Daar zetten we standaard een dikke 300 liter en 350 bar

Berkers Techniek in zee met Tatra voor eigen agritruck

Sterke basis

Page 37: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 37

leverende loadsensingpomp op om bijvoorbeeld een flinke mestopbouw te kunnen aandrijven”, vertelt Berkers. Ook kan Tatra het chassis lager houden omdat het geen rekening hoeft te houden met asuitslag. “Dat scheelt toch weer wat opbouwhoogte.”

Deel twee is net zo belangrijk. Tatra betrekt de cabine en de motor met transmissie bij DAF, zoals de Eindhovense fabri-kant deze ook inbouwt. “Je weet dat dit goed is en dat de on-derdelen en kennis ‘om de hoek’ liggen”, zegt Berkers. Je kunt de truck met handgeschakelde ZF-16/2-bak krijgen, maar hij verwacht dat de meesten zullen kiezen voor de bekende ZF 16/2-AS-Tronic-bak in de variant die in de bouwmachines wordt toegepast of de Allison-fullpowershiftbak voor wie echt onder last wil schakelen.

Eerste 8x8Berkers gaat in eerste instantie voor de 8x8 met aangepaste asopstelling, zoals in de computeranimatie is voorgesteld, dus met achterasbesturing, maar ook standaard met lucht-drukwisselsysteem en pneumatische wielophanging van le-verancier VSE (Veenendaal). Verder krijgt de truck standaard de bekende Michelin-24R20.5XS-banden. Berkers geeft ech-ter aan dat bijvoorbeeld de nieuwe 650/65R26.5-Mitas Agri-terra’s er ook op kunnen. “Een voordeel van deze echte 8x8 is dat alle naven identiek zijn en dat bij deze maten de velgen mooi in het midden afsteunen. Daar hoeven we niets voor aan te passen.”

Verder gaat Berkers de truck standaard begrenzen op 60 km/u. “Theoretisch hoeft dat voor T5-toelating niet, maar

sneller brengt weinig voor agrarisch transport, kost banden en brandstof en we willen de landbouwtruck niet in diskre-diet brengen ten opzichte van gekentekend wegtransport.” Berkers kiest voor de variant met 294 kW (400 pk). “338 kW ofwel 460 pk kunnen we ook aanbieden, maar volgens ons is dat niet echt nodig voor de meeste Nederlandse toepas-singen.”

Direct aan de slagDe eerste truck zal deze maand arriveren en is al verkocht. Berkers gaat deze truck in de zomer met oppikhaak klaarma-ken voor de klant. De machine zal daarna de oogstperiode in gaan. Frank en Johannes zijn helder over het vervolg. Ze gaan www.agritruck.com oprichten. Beide heren geven aan dat de opbouw puur een klantkwestie is. “Wij gaan zelf geen silageopbouw bouwen als er al genoeg goede varianten be-schikbaar zijn. Wij zorgen dan voor twistlocks, een afzetsys-teem, een oppikhaak of wat de klant maar wil”, zegt Berkers. De mestopbouw heeft Berkers natuurlijk wel klaar, inclusief bouwlandbemester. “Als de klant kiest voor een andere op-bouw zorgen wij dat de vrachtwagen op maat wordt aange-boden.”

En de prijs? “Die moeten we nog nacalculeren, maar zal rich-ting de € 225.000,- gaan. Dan heb je wel de compleet voor de landbouw klaargemaakte agritruck met alles erop en eraan en die in het veld langer doorgaat dan een trekker met sila-gewagen en veel zuiniger is. Tel uit je winst.”

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: Berkers Techniek

De Tatra’s hebben standaard DAF-componenten, zoals de cabine en de Paccar-motor. De transmissie is een ZF 16/2-schakelbak of een ZF AS-Tronic-offroad- of Allison-automaat.

De asophanging met de centrale middenbuis en de scharnierende individuele wielophan-ging met de dubbele haakse overbrenging en het differentieel voor de klok, zoals Tatra die al jarenlang succesvol toepast.

Page 38: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201538

ondernemen met vaktechniek

John Deere timmert met FarmSight Precision Farming allang aan de weg. Tijdens de persconferentie bleek dat de Europese

‘Amerikanen’ meer en meer de weg van samenwerking met anderen in de sector op gaan om letterlijk alle data aan elkaar te

kunnen knopen voor een totale digitale snelweg.

John Deere ziet de toekomst van de landbouwmechanisatie sterk doorontwikkelen naar een samenwerking tussen de verschil-lende spelers. De fabrikant is van oordeel dat we de informatie die we via de machines kunnen inzamelen, zoals opbrengst- en kwaliteitsmetingen, beter kunnen gaan gebruiken om machines aan te sturen. Deere wil echter nog verder gaan: als we al deze informatie van alle mogelijke bronnen hebben, kunnen we ze ook met elkaar linken tot één werkbaar geheel. Dat geheel werd onder de noemer FarmSight gebracht en bestaat uit drie modu-les: Connected Machines, Connected Operators en Connected Fields. Het wordt aangeboden in abonnementsvorm bij de aan-koop van een trekker, maaidorser of zelfrijdende spuit. In de heel nabije toekomst kunnen klanten het ook op oudere machines en voor toepassing op andere merken krijgen. De technologie voor al deze toepassingen is ondergebracht in het John Deere Euro-pean Technology Innovation Center in het Duitse Kaiserslautern.

Connected MachinesMet Connected Machines kunnen vanaf de trekker of machine gegevens voor verdere analyse en machine-optimalisatie wor-den verzameld en waarschuwingen worden verstuurd, maar ook heel gedetailleerde informatie zoals de spuitdruk bij een veldspuit, de toegepaste dosis, de totaal bewerkte oppervlakte en het actueel niveau van de tank realtime worden doorgege-

ven. De dealer en de klant van achter zijn thuiscomputer kunnen online alle gegevens van de machine opvragen en bekijken. Op deze manier kan de dealer een technische storing op afstand op-lossen, uiteraard met de goedkeuring van de bestuurder. Via een online-toepassing - of in de nabije toekomst een app voor tablets of smartphones - kunnen alle technische gegevens die nodig zijn voor facturatie tijdens het werk automatisch worden ingezameld. De loonwerker kan zijn klant dan voorzien van de nodige en cor-recte informatie en met dezelfde gegevens de factuur maken. Bijkomend zal aan dit systeem een soort navigatiesysteem wor-den gekoppeld dat de chauff eur aanwijst hoe hij het beste naar een perceel rijdt en langs welke kant hij het perceel oprijdt. Als hij deel uitmaakt van bijvoorbeeld een hakselploeg kan hij tevens zien waar de andere collega’s aan het werk zijn. Bovendien is het systeem uitgerust met een buienradar, zodat op deze wijze het werk nog beter kan worden gepland. Alles gebeurt online, zon-der dat de chauff eur er veel bij moet nadenken.

Connected FieldsHet hart van Connected Fields is een elektronische landkaart met de percelen erop. De gebruiker kan nieuwe perceelsgrenzen aangeven in het systeem en alle velden zijn zichtbaar en toegan-kelijk met enkele muisklikken. Alle gegevens, zoals gewijzigde perceelsgrenzen, kunnen online worden doorgestuurd naar een machine of via een usb-stick worden ingeladen. De historie van de gegevens van al de activiteiten op het veld wordt netjes bij-gehouden en kan te allen tijde worden geraadpleegd. ‘Hoeveel spuitmiddel is er drie jaar geleden op perceel A gebruikt?’ is een vraag waarop je via deze tool makkelijk een antwoord kunt krij-gen. Ook de gegevens van de NIRS-sensor van de hakselaar (Har-vestLab, waarbij de stikstof-, fosfaat- en kaliumwaardes en het drogestofgehalte zeventien keer per seconde worden gemeten, kunnen worden toegevoegd. Al deze gegevens kunnen dan ook in een perceelsmap worden gezet. In de praktijk kan het tussen-stuk met de NIRS-sensorunit nu op elke gangbare drijfmesttank worden gebouwd. John Deere geeft duidelijk gas met de elektro-nische datasnelweg. In het kort hiernaast de belangrijkste machi-nevernieuwingen samengevat.

TEKST EN FOTO’S: Peter Menten

John Deere presenteert Agritechnica-nieuws

Alles aan elkaar linken

Page 39: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 39

Bij de W- en T series combines zijn de diameters en snelheden van de verschil-lende trommels aangepast voor grotere prestaties, vooral in groener stro. Het afscheidingsoppervlak en het zeefoppervlak zijn vergroot. Er kan een speciale slaglijst of booster-bar in de gewasstroom worden gezet voor agressiever dorsen. De T-serie is leverbaar met rupsen op de vooras.

De highspeed-1725 NT-precisiezaaimachines hebben nu een ronddraaiende riem met borstel die het zaad uit de tank opneemt en het in het zaaikouter aflegt. De stroomvoorziening voor de elektrisch aangedreven zaaielementen is geregeld met een op de aftakas aangesloten generator.

In het Franse Arc-lès-Gray zit de Europese hooibouwafdeling van John Deere. Deze jongens deden goed huiswerk met deze nieuwe triplemaaier met kneuzer met een maximale werkbreedte van 9,90 meter. De maaieenheden kunnen hydraulisch van 30 tot 50 centimeter worden versteld.

John Deere heeft de 6R- en 6M-series vernieuwd. In grote lijnen zit de verande-ring in de nieuwe Stage IV-motoren die zijn uitgerust met een dieselpartikelfil-ter en AdBlue. De 6R heeft een nieuwe armleuning met daarin geïntegreerd de terminal en de bedieningsknoppen van de airco.

Voor de ronde-balenpersen met variabele kamer van de 800- en 900-serie is er het nieuwe B-Wrap-folie. Deze voorziet de balen van een extra bescherming. De folie bestaat uit een soort mem-braan dat in de ene richting lucht doorlaat en in de andere richting vocht afsluit.

De NIRS-sensor van John Deere,

die we kennen van HarvestLab

op de hakselaar, is nu als unit ook op te bouwen op

zelfrijdende en getrokken mest-

combinaties. Ver-vaet heeft al de

nodige ervaring opgedaan met deze techniek.

Page 40: Grondig 6 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 6 201540

Indrukwekkend informatief Doppstadt vierde in het Duitse Calbe onlangs zijn vijftigjarig jubileum met de Doppstadt Expo 2015. De gespecialiseerde recy-

clingmachinefabrikant pakte groots uit met veel noviteiten en lichtte een tipje van de sluier op van wat komen gaat. Doppstadt

benadrukte dat snelle flexibiliteit het sleutelwoord voor de toekomst is. Voor de toekomst werkt Doppstadt aan oplossingen

om reststromen te reinigen.

Doppstadt viert vijftigjarig jubileum groots met veel nieuws

Toch mooi als je dan op het demoterrein vrij prominent de Buffel DW 3060 K van cumelabedrijf Fuhler in Emmen ziet draaien. Een bekend innoverend bedrijf, dat in de jaren-lange samenwerking met Doppstadt al diverse nuttige op-lossingen heeft ontwikkeld. Het is typerend voor de manier waarop Doppstadt wil opereren. Doppstadt, ooit als loon-bedrijf begonnen, heeft zich in vijftig jaar doorontwikkeld tot een gespecialiseerde recyclingmachinefabrikant met meerdere vestigingen en in totaal 700 medewerkers, actief in veertig landen. Intussen is de derde generatie (Ferdinand Doppstadt) toegetreden tot het management. Uit alle lan-den waren klanten en vertegenwoordigers aanwezig op de Doppstadt Expo. Die kende verschillende onderdelen, zoals een fabrieksbezichtiging, vakinhoudelijke voordrachten, ma-chinedemo’s op het demoterrein en natuurlijk ’s avonds in een sfeerrijke ambiance lekker eten en genieten van topacro-batiek. Dat paste bij wat Ferdinand Doppstadt benadrukte. “Wij willen tot de grootste full-liners in de recyclingbranche blijven behoren”, zei hij. Hij liet doorschemeren dat dit topa-crobatiek vergt van zijn ontwikkelaars, fabricage en verkoop-team. “Wij zijn als loonbedrijf dicht bij de praktijk begonnen en weten dat alleen compromisloze maatoplossingen tellen”, aldus Doppstadt. Hij gaf aan dat deze houding ondanks de grootte doorslaggevend blijft. “De markt vraagt om steeds

betere en compromisloze oplossingen op maat. Oplossingen die niet alleen van eersteklas fabricaat zijn, ecologisch ver-antwoord en rendabel te maken, maar die ook flexibel in te zetten zijn en gemakkelijk en snel aanpasbaar zijn voor ver-schillende klussen. En dan moeten de machines ook nog zo zijn uitgevoerd dat ze naadloos aansluiten in de totale ver-werkingsketen.” Doppstadt ziet in die snelle flexibiliteit van de machines een sleutelrol weggelegd. Hij gaf aan dat je ook als grote fabrikant daarvoor voortdurend dicht bij de klant moet blijven staan. In dergelijke maatoplossingen ziet Doppstadt de grootste uitdaging voor de toekomst. En dus was het niet verrassend dat de Duitse fabrikant tijdens de Expo veel noviteiten toon-de die pasten in die flexibiliteitsgedachte. Denk bijvoorbeeld aan Quick Change-rotorwisse en het Dopp Lock-tanden-snelwisselsysteem. Voor de toekomst kondigde Doppstadt aan dat het verwacht dat lastige reststromen in de toekomst via strengere regelgeving zullen moeten worden gereinigd. Daarop inspelend werkt het volop aan wasapparatuur die dit mogelijk maakt. Een belangrijke ontwikkeling om in de gaten te houden. Meer foto’s van het evenement op Grondig.com.

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: Doppstadt

Page 41: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 41

Net klaar voor de Expo was de nieuwe DW met een nieuw rotorsysteem. Deze doorontwikkeling van de Buffel-klasse is uit te rusten met vier rotors en met vier verschillende tanden, die via een snelwisselsysteem kunnen worden verwisseld. Daarbij heeft Doppstadt ook nog een nieuwe Limiter-naverkleiner ontwikkeld, zodat dezelfde fijne fractie kan worden gedraaid als met sneldraai-ers. De DW 2060 Powerflap heeft een automatisch aangestuurde extra grote invoer voor meer capaciteit.

Voor 2017 gepland is de nieuwe 30-tons sneldraaiende Grinder DG met Volvo Penta-motor. Deze machine is volgens het modulebouwsysteem gebouwd. Er zijn drie verschillende invoersystemen en vier verschillende rotorvarianten (hakrotor, slagtrommel, vaste trommel M- of S-grootte) die via het snelwissel-systeem Quick Change worden gewisseld. De machine wordt zo uitgevoerd dat de verschillende fracties op maat kunnen worden bereikt, van grof tot fijn.

De Rhino heeft een volledig nieuwe aandrijving met een 450 kW elektromotor en een 4,5 ton zware tandwielkast. Volgens Doppstadt een ongekend capaci-teitsmonster. De Rhino werkt met een enkele rotor en een hydraulisch instel-bare tegenkam. Lassen aan de enkele drie meter lange en 80 centimeter dikke rotor is dankzij het nieuwe Dopp Lock-snelwisselsysteem niet meer nodig. De snelwisseltanden kunnen in een dag van maat XL tot M worden gewisseld.

Inspelend op een goede stationaire unit op het verwerkende bedrijf zelf biedt Doppstadt de DH 910 nu ook als stationaire unit aan. Die is nu uitgerust met een 565 kW (770 pk) Volvo Penta-motor en is daarmee goed voor een chipca-paciteit van meer dan 400 kuub per uur. Als prototype toonde Doppstadt de vrachtwagenunit DH 812 LD met dwarsinvoer op een Mercedes-vrachtwagen met Paflinger-invoerkraan. Er is ook een 812-variant die geschikt is voor trek-kers van 221 kW (300 pk).

De fabrikant heef bij de SM zeven verbeteringen doorgevoerd, die worden aangeduid met Plus. De invoertrechter is bij SM 620 A vergroot van 5,0 naar 7,3 kuub. De afvoerbanden zijn verlengd om hoger en verder te lossen. De machine kan nu op transport met een opgebouwde steenvanger en schudzeef. Verder is er een nieuwe automatische proportionele materiaaltoevoerregeling en zijn er zwaardere Stage IV-motoren gemonteerd, die met een zuiniger lager motortoerental draaien.

Natuurlijk zijn er ook belangrijke doorontwikkelingen, zoals deze AK 560 Bio Power. Die is gebaseerd op bestaande AK-componenten met geïntegreerde nieuwe componenten, zoals meer massa buiten aan voor meer slagkracht bij gelijke trommelmassa, nieuwe Long Live-prallplaat, nieuwe multicontroller met een groter display. En, niet onbelangrijk, minder elektronische compo-nenten aan de machine en een nieuwe zuiniger MTU-Stage IV-motor zonder roetfilter.

Page 42: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201542

ondernemen met vaktechniek

Wegen tijdens het rooienDirect zicht op verschillen in opbrengst

De witte vlek in de opbrengstmetingen bij akkerbouwproducten waren de rooivruchten. Dankzij de nieuwe technologie van

Probotiq lijkt daar nu ook een oplossing voor te zijn. Het bedrijf heeft een eigen systeem op de markt gebracht om bij aardap-

pelen, bieten of uien de verschillen in opbrengst per vierkante meter te kunnen bepalen.

Het was de monitor die nog ontbrak in de cabine van de aard-appel-, bieten- of uienrooier: het scherm waarop de machinist kan zien hoeveel product er door zijn machine gaat. Binnen-kort kan het rijtje monitors echter worden uitgebreid met de ontbrekende schakel. Na een jaar proefdraaien presenteert Probotiq uit Andelst de oplossing voor deze machines. Het is het eindresultaat van een doorontwikkeling van een idee dat bij digitale pionier Jacob van den Borne ontstond. Deze teler, die alles over zijn grond en gewassen wil weten, ontwikkelde een systeem om op de rooier de opbrengst te meten, maar kwam niet tot een goed eindresultaat.

Dat werkende systeem kwam er wel nadat de mannen van Probotiq zich hierover hadden gebogen. Onder leiding van directeur Vincent Achten begon het bedrijf deels opnieuw en wist het uiteindelijk een werkend systeem te bedenken. De echte gewichtsbepaling vindt daarbij plaats in de afvoer-

band die het dichtst bij de bunker of de losband van een wa-genrooier zit. Voor deze plek is volgens productmanager Ralf Kroonen gekozen omdat de invloed van tarra hier het kleinst is. “Met zogenaamde weegcellen slagen we erin om daar een nauwkeurige meting van de hoeveelheid passerend product te doen. Dat combineren we met de snelheid van de verschil-lende rooibanden of rooizonnen in de machine en zo kunnen we de weging, die pas plaatsvindt op het einde van de reini-ging, terugrekenen naar de werkelijke plaats waar is gerooid.”

De plaats op de rooimachine waar wordt gemeten, is vooral belangrijk om zo min mogelijk tarra te meten. Dat is name-lijk een probleem dat een exacte opbrengstbepaling feitelijk altijd onmogelijk maakt. “De vraag is ook of dat wel het al-lerbelangrijkste is”, stelt Kroonen. “Veel belangrijker is het om verschillen binnen het perceel te bepalen. Dat is de informa-tie waarmee je als bedrijf wat kunt gaan doen. Dat wordt ook

De eerste systemen voor de opbrengst-meting zijn gebouwd op een AVR, maar voor elk merk is een set beschikbaar.

Page 43: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 43

niet beïnvloed door tarra, omdat je ervan uit kunt gaan dat dat overal ongeveer gelijk is.”

Natuurlijk zijn er ook bodemomstandigheden die de hoeveel-heid tarra bepalen, zoals organische stof, pH-waarde en kalk-voorziening, maar de verwachting is dat dit niet tot zodanig grote afwijkingen leidt dat dit verschillen in opbrengst zou ca-moufl eren. Waar het echt om gaat, benadrukt Kroonen, is dat je nu de mogelijkheid krijgt om van bijna alle gewassen die op een akkerbouwbedrijf worden geteeld de opbrengstkaarten over elkaar te leggen. “Dat geeft veel betere mogelijkheden om te analyseren waar verschillen vandaan komen. Vooral bij een herhalend patroon kun je ervan uitgaan dat het een bo-demprobleem is en niet bijvoorbeeld een gevolg is van andere teeltmaatregelen, zoals bemesting.”

Kroonen verwacht dat het nieuwe systeem een fl inke impuls kan zijn voor het werken met data in de akkerbouw. “We krijgen nu veel meer variabelen in beeld en dat betekent dat je veel meer afgewogen beslissingen kunt nemen, zeker als je dit ook combineert met gewassensoren. Dan kun je in het seizoen nog bijsturen. Ook voor de loonwerker die daarop inspeelt, geeft dit mogelijkheden. Met een sensor kun je bijvoorbeeld aan-bieden om de bemesting aan te passen aan de behoefte. Of bij het spuiten meer of minder bladmeststoff en toe te dienen. Ook zou je op basis van de bodem- en opbrengstgegevens veel meer plaatsspecifi eke bemesting kunnen aanbieden.”

Wat de mensen van Probotiq en zusterbedrijf Nagel in elk ge-val opvalt, is dat mensen die eenmaal investeren in GPS en het verwerken van gegevens steeds verder willen. “We merken dat bedrijven die hier eenmaal mee bezig zijn elk jaar een stap wil-len zetten. Daarmee blijven ze ook bij met hun klanten.”

TEKST: Toon van der StokFOTO’S: Toon van der Stok, Probotiq

Het weegsysteem werkt voorlo-pig met een eigen scherm. Het wordt dus nog voller in de cabine. Er wordt gewerkt aan een Isobus-koppeling.

Het belangrijkste in de hele weeg-set is de weegcel in de looprol, die in elke rooier is in te bouwen.

YieldmasterPro relatief goedkoopHet YieldmasterPro-systeem dat Probotiq heeft ontwikkeld, is toe te passen op alle rooimachines. Basis zijn twee weegcellen met rol die in plaats van bestaande rollen van een afvoerband worden geplaatst. Deze bepalen de hoeveelheid pro-duct die over de band gaat. Tweede onderdeel is een GPS-sensor die de plaats en de rijsnelheid bepaalt. Het derde is de software waarin op basis van de snelheid waarmee het product door de rooier gaat wordt bepaald op welke plaats het ge-meten product uit de grond is gekomen. Doordat het systeem relatief eenvoudig is, blijft het ook betaalbaar. Volgens Kroonen is het mogelijk voor € 8500,- een complete set in te bouwen bij de eindgebruiker. Dat is inclusief GPS-ontvanger. De verzamelde gegevens worden in een universeel csv-bestandsformaat opge-slagen en kunnen via een usb-stick naar een computer worden overgebracht.Probotiq heeft ervoor gekozen om het YieldMasterPro-systeem merkonafhan-kelijk te verkopen. Inmiddels zijn er ook af-fabriek kits leverbaar voor enkele mo-dellen van AVR en Grimme, maar in principe is het op elk merk leverbaar.

Agfiniti verwerkt allesVoor het verwerken van de gegevens van de opbrengstmeting heeft Probotiq met het pakket van Ag Leader een eigen software-oplossing in huis via zusterbedrijf Nagel. Het AgFiniti-pakket hiervoor is een systeem dat eenvoudig de gegevens van alle opbrengstmetingen kan verwerken. Daarvoor is het pakket voorzien van extra omleesprogramma’s die het mogelijk maken gegevens van alle aanbieders van opbrengstmetingen eenvoudig in te lezen. Daarom werkt het systeem ook in de cloud, zodat het bij wijzigingen van systemen snel kan worden aangepast. Ook is het

mogelijk om klanten bijvoorbeeld toegang te geven tot een deel van de verzamelde gegevens.Aan het AgFiniti-pakket is een groot aantal managementtoepassingen te koppelen, zoals machinebeheer en het automatisch registreren van gegevens. Zo kun je achteraf bekijken of werknemers zich hebben gehou-den aan werkafspraken, zoals het niet harder rijden dan 7 km/u tijdens het rooien. Opvallend is dat het systeem relatief goedkoop is door het ge-bruik van cloud-software met een kleine vergoeding per maand.

Page 44: Grondig 6 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 6 201544

ondernemen met vaktechniek

Mestmeting vooraf met NIRS sensorD-TEC klaar voor praktijktestHet moment dat bij het laden van mest of bij het uitrijden gebruik kan worden gemaakt van een NIRS-sensor om de gehalten

van de mest te meten, komt steeds dichterbij. Afgelopen maand toonde D-TEC twee werkende systemen die het mogelijk ma-

ken de inhoud van een vracht direct op de smartphone weer te geven.

Niet langer meer gokken hoeveel stikstof of fosfaat er in een vracht zit of bij het uitrijden het land op gaat, maar direct me-ten wat de gehalten zijn. Al enkele jaren tonen fabrikanten van NIRS-systemen dit als ideaalbeeld om ook met dierlijke mest veel preciezer te kunnen werken. Onder andere John Deere en Zunhammer scoorden daar twee jaar geleden al mee op de Agritechnica en kregen een medaille voor een belangrijke vernieuwing. Maar hoewel we al twee jaar verder zijn, zijn de systemen nog steeds de testfase niet gepasseerd.

Veel monstersDat de systemen nog steeds niet verder zijn, heeft alles te ma-ken met de techniek waarop een NIRS-sensor is gebaseerd. Die werkt met een systeem waarbij de mate van weerkaat-sing van licht van een bepaalde golflengte aangeeft hoeveel

van een bepaalde stof, zoals stikstof, fosfaat of kali, aanwezig is. Om tot een nauwkeurige meting te komen, is het nodig om veel monsters te nemen, waarbij deze zowel in het la-boratorium als met de sensor worden onderzocht. “Op die manier bouw je een bestand op met een groot aantal waar-den die later kunnen worden gebruikt om op basis van de meting met de NIRS-sensor tot een zo betrouwbaar moge-lijk resultaat te komen”, legt directeur Gerrit van Vlastuin van D-TEC uit. “Het is te vergelijken met persoonsherkenning op foto’s. De computer zoekt op basis van bepaalde kenmerken uit welk gezicht bij de gevonden waarden hoort. Zo werkt het ook met een ijklijn. Daarin sla je heel veel gegevens op, zodat je een database krijgt waaruit je telkens op basis van de waarde die je vindt kunt vaststellen hoeveel fosfaat, stik-stof of kali er in een monster zit. Een extra probleem is dan ook nog dat we automatisch moeten kunnen vaststellen om welke soort mest het gaat. Dus of het iemand met kroeshaar of juist steile haren is.”

Veel monstersHet probleem waarmee alle fabrikanten van de apparatuur nu worstelen, is het verkrijgen van voldoende monsters om te komen tot een goede ijklijn. Voor John Deere was dit de reden om een samenwerking aan te gaan met D-TEC, omdat dat bedrijf (vroeger als VMA) als leverancier van monsterap-paratuur meer mogelijkheden heeft om veel monsters te ne-men. Om dit te realiseren, is D-TEC vorig jaar begonnen met het ontwerp van eigen apparatuur om met NIRS-sensoren de gehalten te meten. Daarvoor zijn zeven verschillende syste-men op tanktrailers gebouwd, die sinds eind vorig jaar con-tinu op de weg zijn. De eerste systemen hebben daardoor al meer dan duizend monsters genomen en beginnen volgens Van Vlastuin de gewenste nauwkeurigheid te benaderen. “Wij schatten dat de afwijking bij stikstof nu op maximaal vijftien procent zit en bij fosfaat op twintig procent. Door de toename van het aantal monsters zal die maximum afwijking nog vijf procent kunnen dalen, maar verder kom je waar-schijnlijk niet.”

Hoewel dat op het oog onnauwkeurig lijkt, is dat toch een enorme verbetering, stelt Van Vlastuin. “Nu weten we hele-maal niets en moeten we maar afwachten of er bijvoorbeeld

Aan het eind van het laden van de vracht krijgt de chauffeur op de smartphone direct een overzicht van de gehalten in de vracht.

Page 45: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 45

CAO & ZO

drie of vijf kilogram fosfaat in een kuub varkensmest zit en weet je pas achteraf wat je hebt uitgereden. Met dit systeem weet je het direct en weet je dat als de meter 3,5 kilogram fosfaat aangeeft het of 0,7 meer of 0,7 kilogram minder kan zijn, maar dat je wel in de buurt zit. Doordat we continu meten, worden fouten ook afgevlakt.”

Eerste indicatieDe transporteurs die nu met het systeem proefdraaien, gebruiken de gegevens om bij het laden een indruk te hebben van de inhoud van de vracht. Ze kunnen de afnemer direct bij het lossen al een indicatie geven van de hoeveelheid fosfaat en stikstof die wordt aangevoerd. “Het geeft de mogelijkheid om de bestemming nog te wijzigen als bij het laden bijvoorbeeld blijkt dat er veel fosfaat in zit.”Op termijn hoopt Van Vlastuin met het systeem ook een alternatief te hebben voor het huidige systeem waarbij potjes en zakjes naar het laboratorium gaan. “Daarvoor moeten we echter eerst duidelijk maken dat dit minstens zo nauwkeurig is als de huidige methode. In plaats van vijf monsters neem je dan met de NIRS-sensor duizenden monsters per vracht. Volgens ons moet dit leiden tot een minimaal gelijkwaardig resultaat als nu met vijf deelmonsters uit een vracht.” Ook zal dan duidelijk moeten zijn of de afwijkingen waarmee VMA bij de NIRS-sensor te maken heeft kleiner zijn dan de verschillen die in de laboratoria voorkomen. Het bewijs voor die nauwkeurigheid ziet Van Vlastuin in monsters die worden genomen bij het laden en lossen. “In de praktijk zien we dan nauwelijks verschillen.”

Naast het bewijzen van de betrouwbaarheid van de techniek is er dan ook nog de wetgeving. Een proces dat vaak ook jaren in be-slag kan nemen. Het zal dus nog wel enkele jaren voor NIRS echt als alternatief voor de huidige monsterapparatuur kan dienen. Tot die tijd geeft het investeren van ongeveer 30.000 euro in een be-trouwbaardere mestgift de mogelijkheid om ruimte op akkerbouw-bedrijven veel beter te benutten. De besparing die dat oplevert, moet deze investering ook rendabel kunnen maken, veronderstelt Van Vlastuin.

TEKST: Toon van der StokFOTO’S:D-TEC

Gids voor alle leeftijdenEen ruime meerderheid in de Eerste Kamer stemde op 2 juni 2015 in met het voorstel van staatssecretaris Klijnsma om de AOW-leeftijd versneld te verhogen. Die gaat vanaf 2016 naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Als gevolg hiervan zullen nog meer werknemers de komende jaren pas vanaf 67 jaar een AOW-uitkering krijgen. De ver-wachting is dat werknemers dan ook niet eerder willen stoppen met werken dan vanaf de AOW-leeftijd. Maar is iedereen wel in staat om deze leeftijd werkend en productief te halen? Dat zal de komende jaren een uitdaging worden voor zowel werknemers als werkgevers.

Willen we voorkomen dat we in onze laatste werkjaren struikelend en met moeite de eindstreep halen of juist net niet halen, dan zullen we allemaal ons hele werkzame leven aandacht moeten besteden aan gezondheid, fitheid, scholing, balans tussen werk en privé en levens- en werkvreugde. Ook werkgevers gaat dit aan. Niet alleen om zelf een gezonde, fitte en gelukkige ondernemer te blijven, maar ook om werknemers hierbij te helpen, zodat ze zich optimaal voor uw bedrijf kunnen blijven inzetten. Dat kan bijvoorbeeld door aan-dacht te besteden aan zaken die samenhangen met de leeftijd van de werknemers. Jonge werknemers willen veel werken, maar beste-den ze ook wel aandacht aan verbreding van hun kennis en ontwik-keling van hun vakmanschap? Vakvolwassen werknemers hebben te maken met wisselende behoeften op het gebied van geld, ambitie, vrije tijd, gezin enzovoorts, vaak afhankelijk van hun thuissituatie op dat moment. Aandacht voor ontwikkeling, verantwoordelijkheid en mogelijkheden om werk en privé te combineren, zijn hier de sleutels tot succes. Oudere werknemers kunnen worden ondersteund door bijvoorbeeld een seniorenregeling of eerder geheel of gedeeltelijk met pensioen gaan.

U kunt eventuele problemen niet altijd oplossen, maar zie uzelf als een gids. Hoor de mensen aan, geef uw mening of advies en wijs op eventuele ondersteunende mogelijkheden (instanties, folders en websites, regelingen enzovoorts). En als u dan achteraf merkt dat het succes heeft gehad, geeft u dat weer extra werkvreugde en daar-door een steuntje in de rug om het zelf ook goed vol te houden tot uw 67e. Snijdt het mes toch aan twee kanten!

Riet ZweistraAdviseur personeelsmanagement CUMELA Nederland

Het opbouwen van de sensor is relatief eenvoudig, omdat het om een kleine unit gaat, die simpel op één van de pijpen is op te bouwen.

Page 46: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201546

ondernemen met vaktechniek DEUTZ COMBINES

Vernieuwing compleetDeutz-Fahr past maaidorser-serie aan

In drie jaar tijd heeft Deutz-Fahr zijn complete lijn van drie verschillende series maaidorsers vernieuwd. Daarmee moet stap voor

stap de positie in deze markt worden verbeterd. Niet met hightech-machines, maar met degelijke, betrouwbare combines met een

goede kwaliteit en een aantrekkelijke prijs. In de fabriek in het Kroatische Zapanja lopen er inmiddels 400 per jaar van de band.

In de schaduw van de grote fabrikanten is Same Deutz-Fahr al enkele jaren bezig zijn positie in de markt te verstevigen. In Lauingen, waar de productie van de grote trekkers plaats-vindt, wordt inmiddels hard gewerkt aan de bouw van een nieuwe fabriek en een eigen Deutz Arena, een plek waar klanten de historie kunnen ervaren, maar waar ze ook kun-nen testrijden. De fabriek wordt ook meer dan een nieuwe blokkendoos, want de familie Carozza, die nog altijd eigenaar van het bedrijf is, wil wel dat het mooi is. Daarmee onder-scheidt het bedrijf zich van de beursgenoteerde bedrijven, waarvoor een nieuwe fabriek vooral zo goedkoop en effici-ent mogelijk moet zijn.

Opvallende aankoopIn Kroatië heeft Deutz-Fahr al zijn eigen fabriek voor de bouw van combines sinds 2005, toen het Duro Dakovic overnam. Dat was destijds een opvallende aankoop, want eerder had het bedrijf een deel van de machines en productietekenin-gen van oude modellen aan de Kroatische onderneming ver-

kocht op het moment dat het zelf de bouw van combines bij Dronningborg onderbracht. Sinds de overname is er al 25 miljoen geïnvesteerd in de vernieuwing van de produc-tie. Dat begon met onder andere de bouw van een lakstraat waarin alle onderdelen voor de montage elektroforetisch een grondlaklaag krijgen. Door dit proces heeft elke onder-deel tot in de binnenkant een gelijkmatige en keiharde lak-laag. Het is een proces dat ook bij alle autofabrikanten wordt gebruikt om de kans op roesten te minimaliseren. Na de aanpassing van de productie is drie jaar geleden gestart met het vernieuwen van de drie series. Afgelopen maand werd deze afgerond met de presentatie van de C6000-serie, de kleinste uit de reeks. Kenmerkend is dat ze allemaal een eigen gezicht hebben gekregen, met een moderne belijning op de beplating en een eigen luxe cabine. Die cabine is op alle drie de series terug te vinden en is uiteraard voorzien van airconditioning en voldoende ventilatieopeningen. Dit soort voorzieningen is essentieel, vindt verkoop- en marke-tingmanager Andrea Ugatti van Deutz-Fahr. “Je merkt dat op

Page 47: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 47

elke nieuwe machine het comfort voor de bestuurder beter moet zijn. Daarom hebben we daar extra aandacht aan besteed. Zo is het bijvoor-beeld mogelijk om als optie een ingebouwde koelbox te bestellen, die ook buiten de cabine op 220 volt koel kan worden gehouden.

Dezelfde dorsunitOpvallend is ook dat in de hele lijn wordt gewerkt met dezelfde dors-unit. Van het grootste model tot en met de kleinste hebben ze allemaal dezelfde dorstrommel met afnemer of als extra een tweede dorsrotor. Alle modellen werken daarna met vijf of zes schudders. In de C6000-serie zijn dat er vijf die gesloten tegen elkaar aan liggen. Zaad dat uit het stro wordt geslagen, kan hier alleen via de schudder teruglopen. In de C7000 en C9000 liggen de schudders los van elkaar en kunnen de kor-rels ook onder de schudders terugvallen op de zeefplaten. Het verschil is vooral te zien in de capaciteit. De grotere machines kunnen meer graan verwerken en kunnen daardoor meer hectares per uur aan.Andere verschillen tussen de series zijn te vinden in de bediening van verschillende onderdelen. Daarin is de C6000 duidelijk de boerenma-chine voor bedrijven die hun eigen graan willen dorsen. Dat is bijvoor-beeld te zien aan de handbediening van de afstand van de korf tot de dorstrommel en de instelling van ventilatieopeningen. Bij de grotere machines gebeurt dit met een elektrisch aangedreven spindel, die ui-teraard vanuit de cabine is te bedienen. De C6000 onderscheidt zich wel weer met de nieuwe bedieningshendel waarin alle belangrijke functies zijn ondergebracht, zoals rijsnelheid, hoogte van het maaibord en in- en

uitklappen van de lospijp. Ook is er een stopknop om indien nodig een noodstop te kunnen maken, waarbij de invoer direct wordt uitgescha-keld. Deze hendel zal de komende jaren ook op de C7000- en C9000-serie komen. Dit is een update die gelijk met de aanpassing van de mo-toren zal worden gedaan, stelt Ugatti. “Dan brengen we alle machines weer op hetzelfde niveau.”

VerliesmeterUiteraard is in de machines ook de nodige elektronica te vinden, zoals een verliesmeter en een elektrische regeling van verschillende functies. Verwacht echter nog geen automatische snelheidsregeling of automa-tische maximalisatie van de capaciteit zoals Claas en John Deere aanbie-den. “De komende jaren zullen we daar nog zeker een stap in maken”, erkent Wilko Jilissen van de Nederlandse Deutz-Fahr-organisatie. “Maar voorlopig zijn we blij met deze nieuwe series, waar we ook weer klanten voor vinden. Voor ons is belangrijk dat we een degelijke machine heb-ben voor een aantrekkelijke prijs.” Dat vertaalt zich ook in de verkoopresultaten. Na vorig jaar tien machi-nes verwacht Jilissen ook dit jaar in de Benelux zeker tien machines te verkopen. In een markt van ongeveer 120 en dit jaar misschien nog heel wat minder een mooi resultaat. Het laat volgens Jilissen zien dat er zeker een markt is voor deze moderne en in elk geval degelijk gebouwde ma-chines. “Voldoende om onze positie verder te versterken.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

De nieuwe bedieningshendel op de C6000 combineert alle belangrijke functies. Ook zijn er twee vrije functies.

Een belangrijke vernieuwing is het zelfreinigende luchtfilter

Sinds dit jaar is het ook mogelijk om onder de C9000-serie een rupsonderstel te bestellen.

Bij het lossen is er een capaciteit van 75 liter per minuut.

Page 48: Grondig 6 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 6 201548

AMTeK

Keuren met vertrouwenBegeleiden in plaats van inspecteren bij AMTeK

Hoe zorg je dat ook eigen veiligheidskeuringen van materieel zo plaatsvinden dat dit meer is dan een wassen neus? Als be-

drijf wil je dat goed doen, maar hoe zorg je dat de desbetreff ende monteur het ook goed doet? Aboma gebruikt hiervoor het

AMTeK-systeem, waarbij begeleiders/inspecteurs van Aboma één keer per jaar meekijken met de keurmeester, zodat werkgever

en werknemers erop kunnen vertrouwen dat veilig ook echt veilig is.

Als we even meekijken bij het keuren van de hijsjib aan de nieu-we Volvo-shovel blijkt direct hoe goed de relatie is tussen Ger-ben van der Scheer, monteur bij Van Werven in Oldebroek, en Mario Rovers, programmamanager AMTeK bij Aboma. Al direct is er discussie over het ontbreken van het achteruitrijsignaal van een voorbijrijdende shovel. Wanneer moet dat nu wel en wan-neer niet? Precies weten beide heren het niet en dus wordt het gewoon opgezocht. Dan blijkt er ook geen eenduidige regel te zijn. Het is afhankelijk van bouwjaar en uitvoering of het wel of niet aanwezig moet zijn.

Open discussieDie open discussie is volgens Rovers precies het verschil tus-sen een systeem waarbij steekproefsgewijs keuringen worden gecontroleerd en het AMTeK-systeem, dat monteurs in relatief korte tijd opleidt als keurmeester, waarna vanuit Aboma jaarlijks begeleiding plaatsvindt en bedrijven altijd met vragen terecht

kunnen. “Wij geloven namelijk niet in een systeem waarbij je op grond van een onaangekondigd bezoek gaat controleren of iemand het goed doet. Dan krijg je het keuren om het keuren, waarbij je alleen tijdens de zogenaamde ‘steekproef’ je best doet om keurig volgens de regels te werken. Je geeft echter alle gele-genheid om de rest van het jaar aan te rommelen.”

In het rondetafelgesprek over de AMTeK-keurmethode (zie ka-der) bij Van Werven aan de vergadertafel geeft Aboma-directeur Harry Hertsenberg aan dat juist niet te willen. “Wij vinden het belangrijk dat een veiligheidskeuring ook inhoud heeft. Dat be-drijven erop kunnen vertrouwen dat het goed wordt gedaan”, aldus Hertsenberg. Voor Van Werven was dat een belangrijke reden om over te stappen, vertelt Cor van Werven. “Voorheen deden we ook keuringen in samenwerking met een mechani-satiebedrijf en werd er een mooi keuringsrapport opgemaakt, maar meer dan dat was het niet. We waren afhankelijk van de

Bij de inspectie van de AMTeK keuring gaat het vooral om het geven van feed back bij het keuren.

Page 49: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 49

monteur, die naar eigen inzicht keurde. Natuurlijk heb je er ver-trouwen in, maar na een opleiding gebeurt er niets meer mee. De bevestiging en de vraagbaak ontbreken.”

Het is een verschil dat monteur Gerben van der Scheer onmiddel-lijk beaamt. “Door de opleiding weet je veel beter waarom som-mige dingen juist belangrijk zijn. Je hebt meer inzicht waarom iets op een bepaalde manier wordt gekeurd en je bouwt kennis op waarop je kunt terugvallen. We hebben een naslagwerk en tijdens de keuringsbegeleiding kun je zaken waarover je twijfelt of waar je vragen over hebt nog een keer overleggen.”

Jaarlijks bezoek essentieel“Dat jaarlijkse bezoek is essentieel”, vult programmamanager Mario Rovers onmiddellijk aan. “Wij willen de monteurs echt begeleiden en helpen in hun werk. We lopen jaarlijks met een keuring mee en zien dat vooral als een begeleiding of nascholing on the job. Dat moet geen keuring van de keuring worden, want dan is de monteur alleen maar bezig om volgens de regels te werken om een goede beoordeling te krijgen. Wij gaan ervan uit dat de keurmeester zijn werk goed wil doen en willen hem daarin bijstaan. We praten dus liever over de keuring en willen juist een vraagbaak zijn. Het moet hem vertrouwen geven dat hij zijn werk goed doet en dat hij ook naar zijn werkgever kan blijven verdedi-gen waarom hij een reparatie of vervanging noodzakelijk acht.”

Het is een systeem dat past bij Van Werven, stelt Cor van Werven. “Wij hebben de laatste jaren een slag gemaakt waarbij kwaliteit belangrijk is. En, niet onbelangrijk”, lacht hij, “het is als je alles be-kijkt nog goedkoper ook, maar dat is bijkomend. Wat we belang-rijk vinden, is dat we zeker weten dat het keuren goed gebeurt en dat we dit bij onze opdrachtgevers kunnen aantonen. Die waarderen het AMTeK-systeem om de basis die er onder ligt. Wat voor ons belangrijk is, is dat we de monteurs die keuren een op-leiding kunnen geven en dat we een aanspreekpunt hebben om dit op niveau te houden”, aldus Van Werven. Volgens directeur Harry Hertsenberg ligt daar de meerwaarde van het systeem. ”Wij leveren vertrouwen achter de keuring. De monteur weet dat wat hij doet in orde is en heeft een basis om op terug te vallen. Krijgt een monteur discussie over een afkeurpunt, dan kan hij op onze deskundigheid terugvallen en zijn afkeurpunt onder-bouwd toelichten.”

Al is dat iets dat volgens Van Werven niet voor mag komen. “Hoe serieus neem je als bedrijf je werknemers als je ze gaat opdragen om machines of werktuigen die niet in orde zijn toch goed te keuren?” Het instemmende geknik van de monteur laat zien dat hij dit deelt. “Op die manier wil ik niet werken”, klinkt het. Hij is dan ook blij met de deelname aan het AMTeK-systeem. “Het is nu meer dan een handtekening, waarbij je afvraagt wat dat waard is. Nu heb ik meer kennis en weet ik dat het goed is, zodat ieder-een erop kan vertrouwen dat goed ook echt goed is.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Aan tafel bij Van Werven over het AMTeK-keurings-systeem. Van links naar rechts Mario Rovers, Gerben van der Scheer, Harry Hertsenberg en Cor van Werven.

AMTeK-keuringHet keuren binnen het AMTeK-systeem gaat uit van techni-sche basiskennis, opleiding en begeleiding. Een keurmees-ter die volgens AMTeK (Aboma Management Technische Keuringen) gaat keuren, krijgt eerst een tweedaagse oplei-ding. Deze bestaat uit één dag theorie en één dag praktijk over de keuring. Tijdens deze opleidingsdagen wordt voor de module die de monteur volgt precies uitgelegd hoe de keuring in elkaar zit en waarom zaken op een bepaalde manier worden gekeurd. Tijdens de praktijkdag gaat de AMTeK-docent samen met de monteur een aantal keurin-gen doen om vooral in de praktijk alle punten te bespreken. Na deze twee dagen mag een keurmeester onder AMTeK machines keuren en valt dit bijvoorbeeld binnen het ISO 9001-certificaat. Na de opleiding is er elk jaar een keurings-begeleiding, waarbij de begeleider/inspecteur van Aboma meeloopt tijdens een AMTeK-keuring. Deze is vooral be-doeld om onduidelijkheden of vragen die gedurende het jaar ontstaan weg te werken. Het helpt de keurmeester om zijn kennis op peil te houden of uit te breiden.

Het gehele AMTeK-programma is getoetst door het Scho-lingsfonds bouwnijverheid en is hierdoor subsidieerbaar.

Page 50: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201550

ondernemen met vaktechniek ECONOMIE

Kuiken in Belgische handen

D E N I E U W E H Y D R O T R I K E

Frans Vervaet B.V. | Biervliet | Nederland | www.vervaet.nl | Tel.: +31 (0) 115 481710 | [email protected]

Vervaet; De Standaard in Mestinjectietechniek Since 1974

De Belgische SMT Group neemt Kuiken over, zo is afgelopen maand bekend gemaakt. SMT is een privaat Belgisch bedrijf dat in

26 landen in Afrika opereert als dealer en importeur van Volvo-graafmachines, Volvo-trucks en Volvo Penta-motoren. Details en

bijzonderheden over de overname zijn niet bekend gemaakt.

Met de overname van Kuiken door SMT komt er voor het bedrijf een eind aan een lange periode van onzekerheid en fi nanciële problemen door verschillende buitenlandse avonturen. De afgelopen jaren heeft Kuiken al fors gesaneerd om het bedrijf weer voldoende winstgevend te maken. Noodzakelijk omdat door de teruglopende verkoopaantallen een aan-passing van de organisatie nodig was, stelt directeur Rob van Hove van Kuiken. “Maar ook de steeds grotere onderhoudsintervallen maken dat we in de serviceorganisatie naar een andere opzet moesten. Dat hebben we gedaan door een aantal vestigingen te sluiten en door monteurs direct ‘s nachts aan huis te beleveren. Dat scheelt enorm in de kosten”, aldus Van Hove. Volgens hem is de overname door SMT geen gedwongen overna-me. “Sterker, de eigenaar van SMT heeft fors met onze aandeelhouders, ABN-Amro en de familie Kuiken, moeten onderhandelen om dit voor el-kaar te krijgen.” SMT is gevestigd in België en is de exclusieve distributeur van Volvo Con-

struction Equipment, Volvo Trucks en Volvo Penta in 26 landen in Noord-, Centraal-, en West-Afrika. In deze landen heeft het bedrijf 22 Sales & Ser-vice-vestigingen. Kuiken, bestaande uit Kuiken Nederland en dochterbe-drijf VCM in België, heeft zijn hoofdkantoor in Nederland en is in de Bene-lux een toonaangevende full-service-distributeur van Volvo Construction Equipment, Sennebogen (kranen en overslag- en recyclingmachines), Sandvik (brekers en zeefi nstallaties) en Sany (havenmachines).Van Hove is blij dat met SMT weer een familiebedrijf met een sterke focus op zijn klanten en een strategie gericht op de lange termijn met een de-gelijke fi nanciële positie aan het roer van de onderneming komt. “Onze bedrijven vullen elkaar uitstekend aan, gezien het feit dat er geen sprake is van overlappende activiteiten. Wij zijn ervan overtuigd dat dit zal bijdra-gen aan groei in zowel Europa als Afrika. Voor ons is belangrijk dat SMT heeft aangegeven de organisatie niet te willen veranderen en vooral te willen profi teren van de kennis op het gebied van service en onderhoud.”

advertentie

Page 51: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 51

CUMELA-KOMPAS ANALYSE: LAGE MACHINEKOSTEN GEVEN BETER RESULTAAT

Bedrijven waar de machinekosten minder dan 45 procent van de bruto marge uitmaken, hebben waarschijnlijk een positief rendement. Dit blijkt uit het overzicht dat is gemaakt op basis van de gegevens van CUMELA-Kompas Analyse. Het eff ect van de machinekosten blijkt nog duidelijker als we kijken naar de groep van 33 procent van de bedrijven met de laagste machi-nekosten per bruto marge (gemiddeld 33,6 procent). Zij behalen een gemiddeld rendement van 3,6 procent per bruto marge. An-dersom: 33 procent van de bedrijven met de hoogste machine-kosten (56 procent van de bruto marge) hebben een rendement van minus 3,9 procent. Dit laat zien dat bedrijven met een relatief klein machinepark het beste presteren. Het is echter niet zo dat alleen verkleining van het machinepark helpt om het rendement te verbeteren. In de groep met hoge machinekosten zitten veel agrarische loonbedrijven. Hier zijn de machinekosten vaak hoog, omdat deze relatief maar een korte tijd inzetbaar zijn. Het be-wijst wel weer dat juist bij deze groep de tarieven of de omzetten per machine te laag zijn.

Verbetering is ook mogelijk door de machinekosten te verlagen. Die bestaan uit afschrijvingen, reparatie en onderhoud, brand-stof, verzekeringen, huur en overige machinekosten. Hierop is het investeringsbeleid duidelijk van invloed. Het betekent inves-teren voor er grote onderhoudskosten zijn, maar niet te snel na aanschaf, omdat dit hoge afschrijvingslasten geeft. In de praktijk blijkt dat een nieuw machinepark niet altijd zorgt voor lage on-derhouds- en reparatiekosten. Hier zullen op de werkvloer be-wuste keuzes moeten worden gemaakt. Wat doe ik aan onder-houd? Wie doet dit? Wie bepaalt de werkzaamheden en inkoop van onderdelen en werkzaamheden? Waar koop ik in? Wanneer vervang ik een machine? Strak bewaken van de kosten is ook hier een belangrijke factor.

Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de ken-getallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99) of stuur een e-mail naar [email protected].

Ren

dem

ent

-40

-30

-20

-10

0

10

20

30

40

10 20 30 40 50 60 70 80

Machinekosten en rendement per bruto marge

% machinekosten per bruto marge

Cumelabedrijf (deelnemer Kompas Analyse)

ZekerheidstellingBeste Jan,De aanbestedende dienst verlangt van mij dat ik bij de inschrijving een bereidheidverklaring van de bank voeg. Wat is het verschil met een bankgarantie? De dienst vraagt tien procent, maar is dat niet overdreven; weet ze wel wat dat voor mijn bedrijf betekent?

Beste aannemer,Met een zekerheidstelling - meestal een bankgarantie, maar dit kan ook een verklaring van een waarborgfonds zijn - wordt de opdracht-gever beschermd tegen de gevolgen van het niet voltooien van het aangenomen werk. Regel is dat na de aanbesteding, doch vooraf-gaand aan de gunning, de door u genoemde bereidheidverklaring van een borginstelling tot het verlenen van een zekerheidstelling moet worden afgegeven. Pas na de gunning dient op naam van de opdrachtgever een zekerheidstelling te worden afgegeven. Een zekerheidstelling, soms zelfs een bereidverklaring, legt een beslag op de liquiditeit van een onderneming. De bank zal namelijk een zeker-heid willen hebben en bevriest een tegoed ter grootte van de bank-garantie of verlaagt de kredietlimiet met het bedrag. Bovendien zitten er voor de inschrijvers hoge kosten aan het verkrijgen van een derge-lijke zekerheidstelling. Deze kosten lopen door zolang de garantie nog niet is beëindigd. Eén tot twee procent op jaarbasis als jaarprovisie is bij een fi nancieel gezond bedrijf normaal. Vanwege die kosten geeft de Gids Proportionaliteit aan dat slechts een zekerheidstelling kan worden bedongen als dat voor de uitvoering van de concrete opdracht strikt noodzakelijk is. Als proportioneel wordt maximaal vijf procent van de opdrachtwaarde aangemerkt. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan (mits deugdelijk gemotiveerd) van deze richtlijn worden afgewe-ken; een maaibestek is niet zo’n geval. Dubbele zekerheidstellingen (bijvoorbeeld een bankgarantie en een inhouding van betalingen) zijn vanzelfsprekend helemaal niet proportioneel. De hoogte van de zeker-heidstelling zou volgens ons moeten kunnen worden afgebouwd als een substantieel deel van de opdracht is afgerond. Laat een zekerheid-stelling ook niet langer lopen dan nodig; die belemmert immers uw fi nanciële armslag.Met de Aanbestedingswet is er een uniforme eigen verklaring inge-voerd die als doel heeft dat u bij de inschrijving juist geen documen-ten hoeft bij te voegen. In uw geval is het daarom verstandig dat u bezwaar maakt tegen het feit dat u al bij de inschrijving de bereidheidverklaring moet inleveren. Omdat tien procent in dit geval echt dis-proportioneel is, kunt u ook daartegen bezwaar maken.

IN KORT BESTEK

Jan van der LeijBeleidsmedewerker GWW

Page 52: Grondig 6 - 2015

CUMELARIAGRONDIG GEBROUWEN

Sommige medewerkers van CUMELA Nederland houden er leuke hob-by’s op na. Zo is onze eigen redacteur Gert Vreemann sinds enige tijd gegrepen door het bierbrouwvirus. En zoals alles doet hij dat dan gron-dig. Om nu eens niet zelf te testen, maar anderen zijn brouwsels te laten proeven, deed hij mee aan de brouwwedstrijd van het Twents bierbrou-wersgilde, die in samenwerking met Grolsch werd georganiseerd. Alle 45 deelnemers kregen vooraf dezelfde ingrediënten; drie soorten mout en twee soorten hop. Daarvan moesten ze een eigen bier brouwen, dat daarna door de brouwmeesters van Grolsch werd gekeurd. Met een prachtige tweede plaats troefde Gert vele hobby- en beroepsmatige brouwers af. Met grote waardering van de meesterbrouwers zelf, want zij vonden de prijswinnaars er met kop en schouders bovenuit steken. Jammer voor de liefhebbers is dat er maar een half kratje werd gepro-duceerd…

“PAPA EN MAMA GAAN ERVOOR”

Dit was de kreet op de trouwkaart van Frans Ploegmakers en Ans de Bie van de Ploegmakers Groep uit De Rips. Hun dochtertje Zoë kondigde vol trots aan dat haar papa en mama naar het gemeentehuis zouden gaan. Zij had de familienaam al gekregen en mama kreeg hem nu ook voor de rest van haar leven. Tezamen met hun dochtertje kwamen Frans en Ans op 20 juni naar het gemeentehuis in Gemert met deze mooie Ford FW-60. Het bruidspaar werd met een erehaag door familie en vrienden in en uit het gemeentehuis geleid. Na een receptie en een echte Brabantse feestavond in Natuurpoort Nederheide in Milheeze kunnen ze terugkijken op een heel mooie dag.

VERVAET SCOORT

Loonwerkers hebben massaal de presentatie van de nieuwe Vervaet Hydro Trike bezocht. Zo heeft studieclub Zuidoost-Brabant op eigen initiatief een bus naar de dag van Vervaet op 12 juni geregeld. Het was volgens de deelnemers erg gezellig in de volle hal, met daarin vele col-lega’s. Ze prezen de mooie, leerzame introductiefilm, de goede orga-nisatie en natuurlijk de barbecue met het bier. Ook werden natuurlijk de onderlinge contracten onderhouden. De studieclub was ’s morgens vroeg mooi op tijd terug (half vier), want uiteraard moest er op de te-rugweg nog even worden gegeten. Sommigen krijgen er ook nooit ge-noeg van.

BIJZONDERE INTERNATIONAL VOOR DE SLEEPWAGEN

Het trekkertrekseizoen is volop gaande. Soms kom je heel bijzondere exemplaren tegen die de strijd aanbinden met de sleepwagen, zoals deze International-bulldozer van loonbedrijf Van Vliet uit Waarder op de trekkertrekwedstrijd in Haastrecht. Van Vliet wilde als International-verzamelaar dit bijzondere exemplaar wel een keer voor de sleepwa-gen zetten. En u raadt het al: mede dankzij de enorme grip reed deze Inter zonder problemen naar de full pull. Dat is letterlijk genieten gebla-zen voor deelnemer en publiek.

GRONDIG 6 201552

ondernemen met cumela

Page 53: Grondig 6 - 2015

BAKS GROEP VIERT ZESTIGJARIG BESTAAN

Deze prachtige colonne was onderdeel van het zestigjarig jubileum van de Baks Groep in Borculo. In 1955 startte Antoon Baks in Borculo als melkrijder. Hij had echter al snel door dat hij van melkrijden al-leen niet kon leven. Hij besloot een knollenplukmachine te kopen en hiermee waren de eerste loonwerkactiviteiten een feit. In 1995 deed Antoon Baks een stapje terug en werd het bedrijf overgedragen aan zijn twee zoons André en Wim en aan zijn schoonzoon Tonny Winkel-horst. Tonny kreeg de algehele leiding en vanaf dat moment heeft het bedrijf een behoorlijke groei doorgemaakt. Nu, zestig jaar na oprich-ting, bestaat de Baks Groep uit zes bedrijven en werken er in totaal ruim honderd medewerkers.

LIMBURGS CUMELABEDRIJVEN-WEEKEINDE

Vier Limburgse cumelabedrijven organiseerden in maart 2015 een ei-gen CUMELA-weekend. Cor en Mariet Hendrix uit Castenray, Ton Kleus-kens en Gini Caris uit Nederweert, Jan en Ria Peters uit Swalmen plus Dré en Jeanne Hesen uit Kessel gingen samen naar Maastricht, waar ze op bezoek gingen bij bestuurslid John Hoedemakers in Ulestraten. En daar kun je prima zijn, want naast het loonbedrijf runt John een eigen café in Maastricht. Gezien de sfeer een aanrader voor andere studie-clubs. In Maastricht kun je blijkbaar prima stappen en daar tappen ze ook prima bieren.

De laatste keerAan alles komt een einde... Dit is mijn laatste column. Jammer, maar het is niet anders. Ik moet prioriteiten stellen. Ik heb een best pittige tijd achter de rug, waar ik nu ook gewoon nog middenin zit. Mijn gezondheid laat me in de steek en ben druk met opgroeiende kids die op allerlei clubjes zitten. Zakelijk gezien streven we onze ambities na, wat betekent dat ik meer uren in mijn werk steek. Dat geeft veel voldoening, maar gaat ook ten koste van andere dingen. En dat is wel eens jammer, want naast moeder, vrouw van en medewerker ben ik ook nog gewoon Marjan: dochter, zus en vriendin. Daar wil ik vanaf nu meer tijd aan besteden, dus ik heb mijn bezigheden doorgenomen en gekeken naar wat ik zal gaan skippen. Met een paar dingen ga ik stoppen. Stoppen ja, want minderen voelt niet goed. Het is all the way of helemaal niet. Dit is dus mijn laatste column. Ik heb het vijf jaar gedaan, met heel veel plezier, en de onderwerpen zijn eigenlijk nog niet op. Het was leuk jullie een kijkje te geven in ons leven. Het schrijven over bepaalde onderwerpen zette mij aan het denken en ik hoopte dat de boodschap bij een enkeling van jullie ook binnenkwam. De reacties die ik kreeg, gaven me energie. Het skippen van enkele bezigheden geeft me echter ook een gevoel van opluchting. Ik ga na de bouwvak wekelijks één of misschien wel twee grote kruisen in mijn agenda zetten. Deze avonden ga ik op mijn manier invullen: met tijd voor mezelf, maar ik ga ook een CO2-handboek maken en me verdiepen in het schrijven van EMVI-plannen. Ik blijf dus schrijven, al zal het niet meer in Grondig zijn. Ik heb er veel zin in en weet zeker dat mij dit voldoening zal geven!

Bedankt voor de afgelopen jaren, het was geweldig en spannend en het voelde soms alsof ik met ‘onze’ club getrouwd was. Tot ziens bij weer een leuke CUMELA-bijeenkomst (daar heb ik me de laatste tijd ook niet echt meer laten zien, dus is dat ook een puntje om op te pakken). Ik hoop dat uw dromen uitkomen en het ga u goed!

GEKRUID

Marjan Straver, Straver & Zn., IJsselstein

GRONDIG 6 2015 53

Page 54: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201554

ondernemen met cumela PROVINCIAAL BESTUUR: GELDERLAND

“Van waarnemende naar acterende rol”

Het aanleggen van een landbouwsluis bij Varsseveld en het opheffen van de geslotenverklaring op dat stuk weg is een verdienste van bestuurslid Ina Freriks. Zij heeft veel tijd en energie gestoken in overleg met provincie en gemeenten om ze te laten inzien dat een machine van vijftig ton die op dezelfde parallelweg rijdt als fietsers niet bijdraagt aan duurzaam veilig verkeer. “De provincie Gelderland is nogal star als het gaat om landbouwverkeer”, zegt voorzitter Wim van Mourik. “Maar omdat Ina met haar bedrijf in die regio zit, praat ze gemakkelijker met de bestuurders daar. Ik denk dat een beleidsmedewerker van CUMELA minder succes zou hebben gehad.”

Regionaliteit is bij een grote provincie als Gelderland van be-lang. “De loonwerksector is zo divers”, zegt Harry van Ginkel. “In het noorden zitten veel bedrijven die puur zijn gericht op de agrarische sector, bij mij in de Betuwe zit veel akkerbouw, maar er zijn ook veel gemengde bedrijven of juist heel ge-specialiseerde loonbedrijven. In de ene hoek gaat de samen-

werking heel goed, in de andere is er venijn”, legt hij uit. Juist daarom is het van belang dat er onder de bestuursleden een geografische spreiding is. “Het is goed om te weten wat er in elke hoek van de provincie speelt. Alleen dan kunnen we opkomen voor de belangen van onze leden”, zegt Van Mou-rik. “Al moet een bestuurslid kwalitatief gezien natuurlijk wel toegevoegde waarde hebben.”

PortefeuillesVan Mourik is sinds 2005 provinciaal voorzitter. “Ik heb vooral ‘ja’ gezegd omdat ik mijn horizon wilde verbreden. Als je al-leen maar op je eigen bedrijf zit, zit je toch in een klein we-reldje”, legt hij uit. Het heeft ook voordelen voor het eigen bedrijf. “Je hoort zaken eerder en daar kun je op inspelen. Ik vind het goed om in je leven, naast je eigen belang, ook iets voor het algemeen belang te doen.”

Freriks twijfelde in eerste instantie toen ze in 2007 werd ge-vraagd. “Wat kan ik toevoegen, dacht ik eerst. Ik kom niet

Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden, vandaar deze serie. De provinciale besturen per provincie uitgelicht.

De loonwerksector in de grootste provincie van Nederland, Gelderland, blinkt uit in zijn diversiteit: van veehouderij via

bloembollen tot grondverzet. Het zevenkoppige bestuur bestaat uit eenzelfde diversiteit, maar dat komt het algemeen belang

alleen maar ten goede.

Page 55: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 55

dagelijks in het land, heb geen verstand van techniek. Ik wist niet goed wat er van mij werd verwacht”, aldus Freriks. Sinds het bestuur met profielen en portefeuilles is gaan werken, voelt ze zich nuttiger. “We hebben nu allemaal een rol toe-bedeeld gekregen en je weet beter waar je je op moet focus-sen. Tijdens de jaarlijkse contactdag zitten we ook niet meer tussen het publiek, maar vooraan en elk bestuurslid houdt een praatje over zijn of haar portefeuille. Dat geeft een meer betrokken gevoel. Wij zijn nu eenmaal wel de ogen en oren van Nijkerk”, stelt Freriks vast. Maarten Dekkers voegt eraan toe: “Bestuurslid zijn met een portefeuille geeft meer betrok-ken gevoel, een clubgevoel. Je hoort bij de familie.”

Acterende rolLandelijke informatie delen met de leden en signalen van-uit de leden doorgeven aan Nijkerk is een belangrijke taak van het bestuur. Zo merkt Mark Eibergen dat agrariërs nu de melkprijzen laag zijn opeens andere loonwerkers inscha-kelen om te kunnen rekken met betalingen. Of dat het op relatie zaken doen steeds lastiger wordt nu gemeenten alles aanbesteden via digitale platforms. Bij het Gelderse bestuur wordt de rol als doorgeefluik langzamerhand echter actiever ingevuld. “Hier in de gemeente Apeldoorn werd er bijvoor-beeld een slootbestek van € 60.000,- uitgeschreven, waar-bij VCA én ISO 9001 werden gevraagd”, vertelt Van Mourik. “Door die laatste eis zet je als gemeente kleine, plaatselijke bedrijven buitenspel. Ik ben met een beleidsadviseur naar de gemeente gegaan en heb dat aangekaart. De reactie van de gemeenteambtenaren was verrassend. Ze waren blij met ons weerwoord, want zij volgden gewoon de regels en dach-ten dat ze het goed deden, maar hadden geen benul van de consequenties.”

Het bestuur kan dus bijdragen aan een oplossing, stelt hij. “Van een waarnemende rol gaan we langzaam naar een ac-terende rol. Daarbij is het van belang aan te sluiten bij over-leggen van onder andere overheden en waterschappen.” Zo zit het bestuur sinds kort bij VNO-NCW aan tafel en is Dek-kers onlangs nog bij een bijeenkomst geweest van de RDW. “Dat was superinteressant”, stelt hij. “Hierdoor laten we ons-zelf zien als sector en kunnen we beter opkomen voor onze belangen. Zeker wat landbouwverkeer betreft, is er nog een lange weg te gaan.”

De jaarlijkse ledenvergadering moet daarbij voor verbinte-nis zorgen. “Het is logisch dat we niet alle individuele pro-blemen kunnen oplossen, want sommige zaken wil je niet met collega’s delen”, stelt Van Ginkel. “Maar leden zouden ons vaker kunnen aanspreken. Daardoor zal onze functie als doorgeefluik alleen maar verbeteren.”

TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom

BestuursledenWim van Mourik Van Mourik Grondverzet BV, Lieren Kabels en leidingen (voorzitter)Jan Kamphorst Fa. Kamphorst, Ermelo Grondverzet/aannemerij en regio Veluwe Mark Eibergen EIJVA BV, Nijkerkerveen Agrarisch loonwerk en regio NijkerkHarry van Ginkel firma G.J. Bongers & Zn. VOF, Tiel Personeel/cao, commissie sociale zaken en regio BetuweWim van den Hurk W.M.A. van den Hurk, Horssen Mest en regio Betuwe Maarten Dekkers loonbedrijf Dekkers VOF, Maasbommel Verkeer en regio Betuwe Ina Freriks Gebr. Freriks VOF, Heelweg Scholing en regio Achterhoek

Cumelabedrijven in GelderlandDe afdeling Gelderland heeft 290 leden. Vijftien procent van de leden van CUMELA Nederland is gevestigd in Gelderland. De gemiddelde omzet per bedrijf in Gelderland is € 2.061.000,-. Dit is vier procent meer dan het landelijke gemiddelde.

Tijdens de Contact-dag 2015 gingen de leden van de afdeling Gelderland naar het politieke epicentrum van Ne-derland, namelijk het Binnenhof.

Page 56: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201556

ondernemen met cumela

De afgelopen maanden is er zeer veel onrust geweest rond het afkeuren van mestmonsters. Waarom zijn monsters zo belang-

rijk? Waarom moet een monster een bepaald gewicht hebben? En wat kunt u uw klanten meegeven als monsters zijn afgekeurd

en een forfaitaire waarde is toegekend?

Een veelgehoorde opmerking was de afgelopen tijd: waarom stop-pen we niet met bemonsteren en vervoeren we alle mest op basis van forfaitaire waarden? Zowel leverancier als afnemer weet dan vooraf waar hij aan toe is, einde van alle discussie. Maar zo simpel is de zaak natuurlijk niet. In de jaren negentig van de vorige eeuw hadden we een forfaitair systeem en ook toen waren er klachten, vooral van varkens- en pluimveehouders die meer mest moesten afvoeren dan ze produceerden. Daarnaast was de acceptatie van mest door de akkerbouwer veel lager dan nu, omdat onduidelijk was hoeveel mineralen de mest nu echt bevatte.

Ook met het zicht op de huidige krappe gebruiksnormen voor de bemesting van gewassen is het van groot belang voor een land-bouwer om precies te weten hoeveel mineralen de mest bevat. De huidige ontwikkeling naar precisiebemesting in de landbouw kan niet zonder nauwkeurig inzicht in de gehalten van de aangevoerde mest.

Geen goede maatSector en overheid hebben een gezamenlijk belang om het ge-bruik van forfaitaire waarden zoveel mogelijk uit te sluiten. Forfai-taire waarden zijn immers vrijwel nooit een goede maat voor de mineralengehalten in de af- of aangevoerde mest. Dit heeft voor de verschillende deelsectoren de volgende gevolgen en proble-men:• Veehouders voeren met forfaitaire gerekende mest meer of juist

minder mineralen af dan in werkelijkheid. Vooral als de forfaits la-ger zijn dan de echte waarden in de mest leidt dit tot problemen, omdat ze een gat in hun mineralenboekhouding krijgen. Alle mest is afgevoerd, maar op papier moet er nog meer worden af-gevoerd, of de benodigde mest is afgevoerd, maar er is te weinig mest over voor de eigen grond.

• Intermediairs krijgen vooral gaten in hun mineralenboekhouding als ze mest in opslag nemen. Er ontstaan dan verschillen tussen de H1-staat en de werkelijke inhoud van geregistreerde opslagen.

Wat te doen als monsters zijn afgekeurd

Mestmonsters gewogen en te licht bevonden

Page 57: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 57

Ook de voorspelbaarheid van de gehalten van de gemengde mest in de opslag wordt hierdoor slechter. De intermediair krijgt daardoor problemen met zijn verantwoordingsplicht en heeft ook te maken met boze veehouders en akkerbouwers.

• Akkerbouwers bestellen bij de intermediair mest met gewenste gehalten. Door afgekeurde monsters krijgen zij geen gemeten waarden, waardoor zij niet weten in hoeverre zij nog moeten bijbemesten om tot de gewenste kwaliteit van het gewas te ko-men. De acceptatie van dierlijke mest wordt hierdoor lager, met gevolgen voor de plaatsbaarheid van het mestoverschot. Als de forfaits hoger zijn dan de verwachte gehalten van de geleverde mest kan dit ook tot overschrijding van de gebruiksnormen en bijbehorende boetes leiden.

• Co-vergisters voeren digestaat af waarin ook mestcodes (bij-voorbeeld 116, overige meststoffen) voorkomen waar geen for-faits voor zijn. Onduidelijk is welke forfaitaire waarde dan door RVO wordt toegekend.

• Laboratoria moeten veel extra handwerk verrichten om de afgekeurde monsters op een andere manier door de adminis-tratie te leiden. Daarnaast krijgen zij klagende intermediairs en veehouders aan de lijn, terwijl zij gedwongen zijn het beleid van de overheid uit te voeren.

• De overheid mist steeds meer inzicht in mineralenstromen. In de handhaving vinden er vervelende gesprekken plaats met veehouders en landbouwers die worden beboet op basis van situaties waarop zij geen invloed hebben gehad. Tevens ver-mindert de kracht van de handhaving doordat bij forfaitaire waarden rekening moet worden gehouden met een veel gro-tere onnauwkeurigheid van de berekeningen.

Gewicht mestmonster Het laboratorium heeft maar een vingerhoedje met mest nodig voor de analyse. Waarom is het behalen van een gewicht van 650 of 500 gram bij een mestmonster dan zo belangrijk? Er is in het la-boratorium een redelijke hoeveelheid mest in het monster nodig om dit vlak voor het maken van het analysemonster zeer goed te mengen. Hiervoor wordt een soort staafmixer met een heel hoge draaisnelheid gebruikt. Alleen door zeer goede menging (en het versnijden van de vaste deeltjes) kan een goede analyse worden gemaakt.

In de aanloop naar Minas (Mineralen Aangiftesysteem; 1998-2005) is het bemonsteren en analyseren van mest ontwikkeld. Er heeft toen wetenschappelijk onderzoek plaatsgevonden naar de manier waarop je nauwkeurig de mineraleninhoud van een vracht mest kunt bepalen. In het kader van dit onderzoek is geautomatiseerde bemonsteringsapparatuur ontwikkeld die verdeeld over de vracht vijf maal een hapje mest uit de laad-stroom neemt. Hiervan is wetenschappelijk aangetoond dat het

monster dan een goede afspiegeling is van de gehalten van de hele vracht. Op dit systeem is ook een typegoedkeuring van de WUR verkregen. Overigens is zowel bij de ontwikkeling als bij de typegoedkeuring nooit een principieel punt gemaakt van de 650 gram per monster. Tijdens de testen kwamen ook lagere gewichten voor. Een intermediair heeft - afgezien van goed on-derhoud - geen invloed op het functioneren van het monster-apparaat. Dit moet ook zo blijven: onafhankelijke monstername is hiermee geborgd. Monsters die minder wegen dan 650 gram worden - uitgaande van goed onderhoud van het monsterapparaat - niet veroorzaakt door de apparatuur, maar door het product. Inmid-dels heeft het ministerie bepaald dat monsters drijfmest minimaal 500 gram moeten wegen, conform de NEN-norm die de laboratoria moeten hanteren bij het analyseren van de monsters.

TEKST: Hans VerkerkFOTO’S: CUMELA communicatie,

BLGG AgroXpertus

Hoe om te gaan met afgekeurde monstersVoor de leverancier en de afnemer van de mest kunnen de forfaitaire waarden grote gevolgen hebben. In veel gevallen zijn deze waarden namelijk helemaal geen goede afspiegeling van de werkelijke mineraleninhoud van de mest (die zou blijken bij analyse van het monster). Geadviseerd wordt om in plaats van de forfai-taire waarden dan ook een gemiddelde van eerdere wel geanalyseerde vrachten of de waarden van de analyse ‘voor eigen oriëntatie’ in de mineralenboekhouding op te nemen.

Bij de berekening van de naleving van de gebruiksnormen zal RVO uitgaan van de forfaitaire waarden. Als dit zou leiden tot het opleggen van een boete kunnen de partijen zich verweren met het gemiddelde van eerdere vrachten of de analyse-uitslagen die voor eigen oriëntatie toch zijn gemaakt.

Eventueel kan het nodig zijn om een boete tot bij de rechter aan te vechten. De ervaring leert dat een rechter rekening houdt met de onnauwkeurigheid die in de forfaitaire gehalten zit. Uit processen in het verleden blijkt dat de rechter hierbij rekent met een onnauwkeurigheid van meer dan vijftig procent van de forfaitaire waarden, in het voordeel van het beboete bedrijf.

De gevolgen van het forfaitair afhandelen van vrachten mest zijn voor leverancier en afnemer veel kleiner dan op het eerste gezicht lijkt. Zowel in de bezwaar- als in de beroepsfase tegen een eventuele boete zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat forfaits behoorlijk onnauwkeurig zijn. Het risico dat toepassing van de forfaits zal leiden tot een onherroepelijke boete is daarmee erg klein.

Page 58: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201558

ondernemen met cumela

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

CUMELA.NL

VAKDAG LANDBOUWVERKEER DRENTHE

Op 2 juni vond bij werktuigencoöperatie Weco de Hondsrug in Borger de vakdag landbouwverkeer plaats. Deze praktische vakdag werd georganiseerd door CU-MELA Nederland en het provinciaal Verkeer- en Vervoerberaad van de provincie Drenthe. Aanwezig waren ongeveer dertig ambtenaren verkeer en vervoer van alle Drentse gemeenten, van de provincie Drenthe en andere partijen die met land-bouwverkeer te maken hebben. Hero Dijkema, beleidsadviseur verkeer en vervoer CUMELA Nederland, gaf een presentatie over de nieuwe wetgeving rond (land)bouwverkeer, zoals het T-rijbewijs, de kentekening en de snelheidsverhoging naar 40 km/h. Klaas Zwaagstra van politie Noord-Nederland hield een presentatie over de ervaringen uit de praktijk en de handhaving. Aan het einde van de dag heb-ben alle deelnemers de diverse (land)bouwvoertuigen bekeken. Bert Roosjen van Weco verzorgde een interessante rondleiding langs de diverse machines. Dat een dergelijke bijeenkomst zinvol is, blijkt wel uit de diverse vervolgafspraken die zijn gepland met politieke bestuurders over het (land)bouwverkeer.

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL

• Een hoofdaannemer laat tijdelijk zijn mensen één uur per dag langer werken. Hoe regel ik dat met mijn medewerkers?

• Wanneer geldt de ketenaansprakelijkheidsregeling?• Wat is het verschil tussen een zzp’er en een eenmanszaak?• Ik heb een tuinrenovatieklus waarop we zes procent btw op de arbeidskosten

mogen hanteren. Het werk eindigt na 1 juli. Mogen we voor het hele werk zes procent hanteren?

• Wij laten de CUMELA-voorwaarden achter op ons briefpapier drukken. Moeten we die zelf deponeren bij de rechtbank?

VRAAG NU SUBSIDIE PRAKTIJKLEREN AAN

Voor het goed en zorgvuldig begeleiden van een BBL’er is er een tegemoetkoming voor de gemaakte kosten in de vorm van de subsidieregeling Praktijkleren. De subsidie wordt be-rekend over het aantal weken dat een BBL’er bij het bedrijf de beroepspraktijkvorming (BPV) heeft gevolgd. Bij een vol-ledig schooljaar (40 weken) is de maximale subsidie € 2700,-. Als er meer aanvragen zijn dan begroot, wordt de subsidie verdeeld over de aanvragen.

VLAMMEN ZONDER AFBRANDEN

Onze mentaliteit is: niet zeuren maar doorgaan. Totdat door-gaan echt niet meer gaat. En dan sta je weer met beide voe-ten op de grond. Stigas en CUMELA Nederland hebben spe-ciaal voor ondernemers in de cumelasector een toolkit stress ‘Vlammen zonder afbranden’ ontwikkeld met praktische tips en informatie.

STAPPENPLANNEN WERKEN IN BELGIË, DUITSLAND EN EUROPA

Hoewel de meeste landen net als Nederland lid zijn van de Europese Unie doet u er verstandig aan om niet ‘zomaar’ de grens over steken. Elk EU-land mag bepaalde regelgeving zelf invullen. Daarom heeft CUMELA Nederland voor haar leden drie praktische stappenplannen samengesteld; specifiek voor Duitsland en België en voor de overige landen in Europa is er het stappenplan ‘Werken in Europa’. In de stappenplannen wordt dit en meer stap voor stap uitgelegd. Alle stappen zijn voor-zien van praktische informatie en adressen. Het komt nogal eens voor dat u een klus aangeboden krijgt waarmee u op korte termijn moet beginnen. Houd rekening met aanvraagtermijnen bij de verschillende procedures. Bereid u goed voor!

BEKIJK CAO LEO DIGITAAL

Enige tijd geleden zijn de cao-onderhandelingen afgerond en zijn werkgevers en werknemers tot een akkoord gekomen. De volledige tekst van de CAO LEO vindt u online. Bekijk de nieuwe tekst van deze cao op www.caoloonwerk.nl.

Page 59: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 59

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN

Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen.• Het blijft opletten. Werken met gewasbeschermingsmiddelen

en meststoffen langs greppels en slotenEen foutje is ongemerkt zo maar gemaakt. Het kan leiden tot een opgelegde boete en een korting op de uitbetaalde toeslag-rechten van de klant.• Wat is de inlenersbeloning? Regelgeving rond beloning voor

uitzendkrachten aangepastUitzendbureaus zijn sinds kort verplicht om vanaf dag één de inlenersbeloning toe te passen.• Alle drijvende werktuigen certificaatplichtig. Huidige Binnen-

vaartwet verruimdAlle drijvende werktuigen die na 1 juli 2009 zijn gebouwd, moe-ten worden gecertificeerd en voldoen aan de nieuwe eisen en overgangsbepalingen.• Onderschat het belang van functioneringsgesprekken niet.

Incompany-bedrijfsscholing helpt bij het voeren van gesprek-ken.

Bij het werken met personeel wordt het belang van ‘praten en schrijven’ steeds groter. Oorzaak hiervan is de gewijzigde wet-geving, die bewijs van u als werkgever vraagt wanneer u af-scheid wilt nemen van een medewerker.• Arbeidsongeschikt en toch werken?Steeds vaker krijgen we bij CUMELA de vraag of van een werk-nemer mag worden gevraagd dat hij, ondanks zijn arbeidsonge-schiktheid, werkzaamheden binnen het bedrijf verricht.

OOK OP CUMELA.NL

• Rijbewijsplicht (land)bouwvoertuigen vanaf 1 juli 2015• Bekijk CAO LEO digitaal• Veranderingen in nieuwe ISO 9001:2015-norm• Veranderingen in ISO 14001:2015• Geen doorbetaalde schooldag meer voor een BBL’er

OVERZICHT OPLEIDERS T-RIJBEWIJS

Op Cumela.nl vindt u het actuele overzicht met alle opleiders voor het T-rijbewijs die een overeenkomst met het CBR hebben voor theorie- en praktijkexamens, een overeenkomst hebben voor praktijkexamens op locatie of een voertuig dat is geschouwd en goedgekeurd als examenvoertuig voor het T-rijbewijs. Momen-teel zijn er 31 opleiders. De verwachting is dat er de komende tijd nog meer opleiders bij komen.

VOORZITTER

De nieuwe werkelijkheidNa zeven magere crisisjaren gloort er weer een sprankje hoop. Niet dat dit zich nu al vertaalt in een dikke orderportefeuille, maar toch vertoont de economie duidelijke tekenen van herstel. Al krijgt die na-tuurlijk ook een duidelijke stimulans door stijgende woningverkopen, iets waar wij als sector niet veel aan hebben. Dan moeten er eerst weer nieuwe projecten in uitvoering worden genomen. Wel is het, nu de crisis naar een einde loopt, tijd om de balans van de afgelopen jaren op te maken.

Volgens mij wordt het nooit meer als voor de crisis. De grote aanne-mers moeten, aangezet door de overheid, naar een ander verdien-model, waarbij ze zelf het ontwerp en de planning van een opdracht voor hun rekening moeten nemen. Omvangrijke, moeilijk in te schat-ten projecten, zoals de verbreding van de A15 bij Rotterdam en de tunnel in de A2 in Maastricht, hebben een aantal van hen aan de rand van de afgrond gebracht. Dat moet ook voor de opdrachtgevers een signaal zijn dat dit geen betrouwbare basis is om werk aan te beste-den. De tijd van afwachten welke oplossing de aannemer aandraagt en dan de laagste het werk gunnen, past niet bij dit soort klussen. In mijn overtuiging horen het ontwerp en de vergunningen op het bordje van de opdrachtgever te liggen. Voor ons als civiele aanne-mers is het dan de uitdaging om met respect voor de omgeving en het milieu het werk voor een redelijke prijs te maken. Het is aan ons als aannemers om onze kennis en kracht te benutten en te komen tot een goede en misschien slimme manier van uitvoeren van het werk, omdat hier onze specialiteit ligt.

Mijn volle overtuiging is dat we sterker uit de crisis komen als we ons realiseren waar onze kracht en kunde liggen, maar dan moeten we snel uit onze comfortzone komen en weer betere prijzen voor ons werk afdwingen. We merken nu al dat leveranciers een paar procent omhoog zijn gegaan met hun prijzen en ik merk regelmatig dat de zzp’er nadrukkelijk om zich heen kijkt waar het meest te verdienen is. Daarom is het nu tijd om te zorgen dat onze tarieven in verhouding staan tot de kosten, zodat ook wij uit de crisis komen en aan het werk kunnen met een gezonde bedrijfsvoering.

Maandelijks op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze maand Teake de Boer, voorzitter van de sectie Cultuurtechnische werken en grondverzet.

Teake de BoerVoorzitter sectie Cultuurtechnische werken en grondverzet CUMELA Nederland

Page 60: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201560

ondernemen met cumela TOOLBOX

Veilig werken met de heftruck

De heftruck is op veel cumelabedrijven een zeer handig arbeidsmiddel, waar elke medewerker zo even op

springt. Even een vrachtauto lossen, even wat verplaatsen, hij is handig bij het wisselen van wielen et cetera.

Helaas blijkt de heftruck vaak ook het gevaarlijkste arbeidsmiddel op het bedrijf, want er gebeuren veel on-

gevallen mee.

ONGEVALLEN VOORKOMENVaak is bij deze ongevallen sprake van ernstig letsel of overlijden. Dit blijkt uit de vele ongevalsmeldingen die bij de Inspectie SZW binnenkomen. Het gaat om een paar honderd ongevallen per jaar, waarvan een deel met dodelijke afloop. Iets wat we moe-ten voorkomen, maar hoe? De meeste ongevallen met heftrucks ontstaan door het gebrek aan ervaring of door het niet goed kunnen inschatten van de gevaren. Na het lezen van deze tool-box is het de bedoeling dat je op de hoogte bent van de meest voorkomende oorzaken van ongevallen, zodat jij ongevallen kunt voorkomen.

MEEST VOORKOMENDE OORZAKEN De meest voorkomende oorzaken van ongevallen die gebeuren met de heftruck zijn:• Kantelen van de heftruck door: - het rijden met een niet stabiele, niet goed gepositioneerde

of te zware last op de vorken; - het rijden met een hooggeheven last. Houd de last altijd zo

dicht mogelijk bij de grond en ga pas (stilstaand) heffen op de plaats waar de last moet worden ‘afgelegd’ of afgeleverd.

• Aanrijden van personen door: - het vooruit (in plaats van achteruit) rijden met een last

die het zicht belemmert; - het niet geven van geluidssignalen bij het naderen van

onoverzichtelijke situaties; - het rijden met onverantwoord hoge snelheid (bijvoor-

beeld in situaties waar voetgangers gevaar lopen of in bochten).

• Letsel aan de voeten door: - het niet dragen van veiligheidsschoenen. Bijna de helft

van alle ongevallen met heftrucks heeft voetletsel tot gevolg. Het grootste deel daarvan is een gevolg van het overrijden van de voet en tenen. Het komt ook re-gelmatig voor dat de heftruckbestuurder zelf voetletsel oploopt door de eigen heftruck, bijvoorbeeld bij het verlaten van de bestuurdersplaats terwijl de heftruck nog niet tot stilstand is gekomen. Het dragen van veilig-heidsschoenen is dan ook van groot belang om voetlet-sel te voorkomen of te beperken.

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Page 61: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 61

• Ernstig letsel door: - het rijden met niet vergrendelde vorken; - het laten meerijden van een ander; - het met de vorken heffen van personen (zonder gebruik-

making van een daarvoor specifiek ingerichte en solide bevestigde werkbak);

- het rijden zonder gebruikmaking van een veiligheidsgor-del;

- het werken met dieselheftrucks in afgesloten ruimten, met daardoor de kans dat je koolstofmonoxidevergiftiging op-loopt en daaraan overlijdt. Koolstofmonoxide is een zeer gevaarlijk gas, vooral omdat het niet waar te nemen is zon-der koolstofmonoxidemelder. Gebruik in binnenruimten geen dieselheftruck. Wanneer dit niet anders kan, moet je ervoor zorgen dat je altijd werkt in een voldoende geven-tileerde ruimte. Daarnaast moeten alle dieselaangedreven machines in binnenruimtes zijn voorzien van een goedge-keurd roetfilter. Controleer dan ook regelmatig de werking;

- het laden en installeren van de accu van de elektrische heftruck. Bij het opladen van de accu’s kan het explosieve knalgas vrijkomen.

• Zorg dat de acculaadruimte goed geventileerd is en voorkom vonkvorming.

• Plaats de lader minimaal op 0,80 meter afstand van de batterij.

• Controleer voor het laden het vloeistofniveau. • Dek de accupolen af (ook bij het installeren), ter voorko-

ming van kortsluiting. • Schakel eerst het laadapparaat uit alvorens de laadlei-

dingen los te nemen • Maak de verbinding tussen minpool en acculader als

eerste los en als laatste vast.

Denk dus niet altijd dat het snel moet, maar neem de tijd voor veiligheid! Dat is immers het allerbelangrijkste.

TIPS EN VUISTREGELSJe zult als werknemer maatregelen moeten nemen om zo veilig mogelijk te werken met de heftruck. Hier volgen enkele tips.

• Controleer voor gebruik de heftruck en meld gebreken bij je leidinggevende. De heftruck moet minimaal zijn voorzien van een werkende claxon, een veiligheidskooi, een veilig-heidsgordel en informatie over de maximale werklast in ki-logrammen, de eigen massa in kilogrammen en de fabrikant, het type en het bouwjaar van de heftruck.

• Draag altijd veiligheidsschoeisel. • Leg geen losse spullen op de heftruck of in de cabine.• Rij rustig en pas het rijtempo aan naar de omstandigheden

op de werkplek. Bij een snelle, korte bocht kan een kleine on-effenheid in de bodem de heftruck al laten kantelen.

• Hef of vervoer beslist geen personen op de vorken of in een bijvoorbeeld een kist. Maak minimaal gebruik van een werk-bak voorzien van een hekwerk van minimaal 1,10 meter hoog dat over de vorken wordt geschoven en aan het vorkenbord wordt bevestigd, zodat deze er niet af kan schuiven.

• Laat niemand meerijden op de heftruck zonder dat deze daarvoor specifiek is ingericht.

• Hef geen last die zwaarder is dan de aangegeven draaglast. Wat de maximale draaglast is, staat vermeld op de capaci-teitsplaat (lastdiagram) die op de heftruck aanwezig moet zijn. Zorg er dan ook voor dat je deze kunt lezen en begrijpen. Begrijp je het niet? Vraag dan aan je leidinggevende wat er staat!

• Een big bag of andere last die aan de vork hangt, beïnvloedt de stabiliteit van de heftruck zeer negatief. Werk hier alleen mee op een vlakke, harde ondergrond.

• Houd te allen tijde de last zo laag mogelijk en hef, zak of neig de last niet tijdens het rijden.

• Beperkt een last het zicht bij het vooruitrijden? Rijd dan al-tijd achteruit. Pas in elk geval altijd je snelheid aan in ruimten waar anderen lopen of in overzichtelijke bochten. Geef ge-luidssignalen bij het naderen van onoverzichtelijke situaties.

• Gebruik de veiligheidsgordel om beknelling te voorkomen bij kantelen. Probeer in elk geval nooit van de heftruck te springen als deze dreigt te kantelen. Blijf zitten op je stoel, houd je benen binnenboord en houd het stuur stevig vast. Kom je onder de heftruck wanneer hij kantelt, dan zal dit veelal leiden tot de dood!

• Spring nooit van een rijdende heftruck. Wacht tot de heftruck stil staat, zet de heftruck op de handrem, parkeer de heftruck met de vorken in de laagste stand en iets voorover (zodat an-deren er niet over struikelen) en verwijder de contactsleutel als je geen toezicht op de heftruck kunt houden.

TEKST: Richard Wolting,Adviseur managementsystemen

Werk altijd op een verharde onder-grond..

Lees voor het gebruik altijd het lastdiagram van de heftruck.

Page 62: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201562

RESULTATEN ARBEIDSMARKTONDERZOEK COLLAND 2014

Veel vast werkRuim vier van de vijf werknemers in de cumelasector zijn in vaste dienst. Dit blijkt uit het arbeidsmarktonderzoek dat vorig jaar

is verricht door Colland. Opvallend is ook dat het aantal werknemers nog iets stijgt, terwijl dit in andere groene sectoren daalt.

Binnen Colland maakt de cumelasector met 2208 aangesloten be-drijven inmiddels veertien procent van het totaal uit. Dit maakt de cumelasector één van de grootste werkgevers binnen de groene en agrarische sectoren. In de tabel is te zien dat de economische crisis de sector maar beperkt heeft geraakt. De afgelopen acht jaar is het aantal bedrijven nauwelijks gedaald en datzelfde geldt voor het aantal werknemers. Wel is sinds 2008 sprake van een licht da-lende trend. Dit is vooral een gevolg van een lichte krimp bij de gemengde en grondverzetbedrijven. Uit verschillende onderzoe-ken van de laatste jaren is al gebleken dat agrarische loonbedrijven minder gevoelig zijn voor de effecten van de crisis. Opvallend is dat in 2013 alweer een kentering optrad en dat de in-stroom van nieuw personeel iets groter was dan de uitstroom. Het aantal werknemers nam weer met 0,1 procent toe. Een heel ver-schil met de andere sectoren binnen Colland, waar de uitstroom gemiddeld 1,8 procent bedroeg. Het laat zien dat er daadwerkelijk een verschil is tussen de cumelasector en de andere aangesloten sectoren. Dit blijkt ook als de totale uitstroom vanuit Colland wordt bekeken. Afgelopen jaar was de totale uitstroom 21.500 werkne-mers. Daar stonden 18.000 mensen tegenover die afgelopen jaar in één van de Colland-sectoren aan de slag gingen. Die uitstroom lijkt zeker in de cumelasector een probleem, want elf procent van de werkgevers gaf aan te maken te hebben met moeilijk vervul-bare vacatures. Ook daarin onderscheidt de sector zich, want daar-

mee is het aantal bedrijven dat hiermee te maken heeft maar liefst negentien procent groter dan in andere sectoren.

Vaste contractenUit het arbeidsmarktonderzoek blijkt dat binnen de cumelasector een opvallend hoog aandeel medewerkers in vaste dienst is. Bij maar liefst 84 procent van alle contracten is sprake van een vast dienstverband, zoals uit de grafiek blijkt. Dat is veel meer dan in andere sectoren. Onder extern personeel vallen in dit onderzoek uitzendkrachten, freelancers, collegiale inleen, payrollmedewer-kers en andere inleenkrachten. Stagiairs en meewerkende familie-leden tellen niet mee.De cijfers geven aan dat in de cumelasector minder dan in ander sectoren gebruik wordt gemaakt van uitzendkrachten en extern personeel. De nieuwe Wet werk en zekerheid, die gericht is op het bieden van zo veel mogelijk zekerheid op het gebied van arbeid, lijkt dus niet nodig voor de cumelasector. De meeste werknemers zijn in dienst bij bedrijven in Zuid-Holland en Noord-Brabant. Het kleinste aantal werknemers dat in de cumelasector werkzaam is, is te vinden in Flevoland en Groningen.

TEKST: Kim Gerritsen,stagiaire afdeling communicatie Actor

Jaap Bosma (CNV Vakmensen):

“Mensen zijn gewend flexibel te werken”Als afdelingsbestuurder is Jaap Bosma binnen CNV vak-mensen al bijna 25 jaar de vertegenwoordiger van wer-kenden in de cumelasector. Hij zit niet alleen aan tafel bij de cao-onderhandelingen, maar is bijvoorbeeld ook betrokken bij het overleg met scholen en AOC’s (waar-op je specifieke opleidingen kunt volgen in de groene sector). Belangrijk vindt hij het om goed te kijken hoe de behoeften onder de werkgevers te koppelen zijn aan de mogelijkheden van scholen. “Ons gezamenlijke doel is de cumelaAcademie toekomstige werknemers af te laten leveren die de vraag vanuit de werkgeversmarkt zo goed mogelijk bedienen.” Wat is de connectie tussen het CNV en CUMELA Nederland? “Wij zijn beide belangenbehartiger; we spreken ar-

beidsvoorwaarden voor werknemers af met CUMELA Nederland. Daarbinnen heeft zowel CNV als CUMELA Nederland een eigen visie op de arbeidsmarkt. Het gaat hier om vraagstukken rond scholing en arbeids-omstandigheden, maar ook om het behoud en ontwik-kelen van kennis en kunde.”

Wat valt u op in het arbeidsmarktonderzoek 2014? “Dat het aantal uitzendkrachten en extern personeel in de cumelasector lager is dan in andere groene en agra-rische sectoren. Het is ook te verklaren doordat in deze sector de combinatie mens en machine een grotere rol vervult dan in de andere sectoren. Hierdoor is er minder ruimte voor uitzendwerk, want je wilt wel personeel op je machine dat het klappen van de zweep kent, de ma-chine onder controle heeft en de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat kent. Maar ook de cultuur speelt een rol in het grote aantal vaste krachten.”

ondernemen met cumela

Page 63: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 63

Loonwerk Colland

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Aandeel extern personeel ten opzichte van intern personeel

Aandeel bedrijven met uitzendkrachten

Aandeel kosten uitzendwerk t.o.v. de totale loonsom

Aandeel werknemers met vast dienstverband

Het aandeel werknemers naar dienstverband binnen de cumelasector

Aantal bedrijven en werknemers in de sector

RESULTATEN ARBEIDSMARKTONDERZOEK COLLAND 2014

Wat bedoelt u precies met cultuur? “De cultuur binnen de cumelasector is doorgaans no-nonsense. Het is naast denken vooral een kwestie van doen. Mensen hebben een verbon-denheid met de agrarische sector, waardoor er geen sprake is van een zogenaamde negen-tot-vijfmentaliteit. Werknemers zijn bereid langer te werken wanneer dat nodig is. Ze zijn ook gewend aan flexibel werken, omdat je afhankelijk bent van weersomstandigheden. Hier moet je je op kunnen aanpassen.”

Ziet u de groei van de sector bij voorbaat als iets positiefs? “Natuurlijk is het een goed teken dat de cumelasector iets groeit, maar daar spelen verschillende factoren in mee. Andere sectoren zijn zoals ge-zegd afhankelijker van uitzendkrachten. Die uitzendkrachten staan niet geregistreerd, wat vertekenend kan zijn voor het onderzoeksresultaat.”

Wat betekenen de resultaten voor de cumelasector? “Er zijn enorme veranderingen op het gebied van technologie, wat in de cumelasector van belang is door het machinegebonden werk. Machines

worden bovendien steeds groter, slimmer en complexer. Nu al zie je trek-kers rond rijden zonder een bestuurder erin. Je ziet een verschuiving van handwerk naar machinewerk.”

Wat kan de werkgever precies met de onderzoeksresultaten? “Werknemers zouden zich bewuster moeten zijn van de gevolgen die de ontwikkelingen hebben op hun baan. Daar kan de werkgever een rol in vervullen. Zowel werkgever als werknemer zou zich voortdurend moeten afvragen: waar staan we over vijf jaar? Is mijn baan dan verdwenen of ben ik zodanig meegegroeid in de ontwikkelingen dat ik nog steeds werk-zaamheden kan uitvoeren? Werkgevers dienen hun koers uit te stippelen met de ontwikkelingen in het achterhoofd. Duidelijk moet zijn wat het doel is, hoeveel werknemers hij over een tijd nog nodig zal hebben en wat de ontwikkeling van deze werknemers is op het gebied van werkdruk, ma-chines en kennis. Werkgevers doen er goed aan om hun werknemers mee te nemen in de ontwikkelingen die zij als ondernemer en onderneming meemaken.”

Het onderzoekIn 2014 heeft Colland Arbeidsmarkt in samenwerking met Aequor een onderzoek uitgevoerd binnen de agrarische en groene sector. Met het onderzoek onder ruim 3000 bedrij-ven is inzicht verkregen in het ondernemingsklimaat en de arbeidsmarkt. In dit artikel zijn de resultaten van de cume-lasector er uitgelicht. De cijfers laten zien wat het huidige ondernemingsklimaat is en wat ondernemers verwachten voor de toekomst. De resultaten zijn voor zowel overheden en beroepsonderwijs als bedrijven en werknemers interessant. Meer resultaten zijn terug te vinden op de website van Col-land Arbeidsmarkt, www.collandarbeidsmarkt.nl. Hier vindt u naast het rapport een dashboard met een grafische weer-gave van de resultaten en overzichten per subsector. Wanneer u vragen heeft over het onderzoek kunt u contact opnemen met Christ Essens van het Colland-bestuursbureau op tele-foonnummer 06-22562996.

Aantal bedrijven en werknemers in de sector

Loonwerk ultimo jaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013Aantal bedrijven 2256 2275 2345 2353 2295 2251 2213 2208

Ontwikkeling in procenten 0,8% 3,1% 0,3% -2,5% -1,9% -1,7% -0,2%

Aantal dienstverbanden 20.326 21.082 22.430 22.298 22.222 21.979 21.626 21.572

Ontwikkeling in procenten 3,7% 6,4% -0,6% -0,3% -1,1% -1,6% -0,2%

Page 64: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201564

ondernemen met cumela 11 X VRAAG EN ANTWOORD

1. Wat is payrolling? Het woord ‘payroll’ wordt vaak verschillend geïnterpreteerd. Met payroll wordt bedoeld dat een payrollbedrijf het werkge-verschap overneemt van zijn klanten. Het gaat dus om het to-tale werkgeverschap en niet alleen om de loonadministratie. De werknemers komen in dienst van het payrollbedrijf en het in-leenbedrijf leent vervolgens het personeel in. Het payrollbedrijf betaalt de salarissen, de loonheffingen, stuurt de loonstroken en jaaropgaven en draagt meestal het ziekterisico.

2. Wat is het verschil tussen payrolling en uitzen-den?

Wettelijk gezien bestaat er geen verschil tussen payrolling en uit-zenden. In de praktijk wordt er echter wel onderscheid gemaakt. Het belangrijkste verschil met uitzenden is dat de werving en selectie van de werknemer bij payrolling plaatsvindt door het in-leenbedrijf. Het inleenbedrijf selecteert dus de werknemer waar-mee het wil werken en verzoekt het payrollbedrijf vervolgens om deze werknemer in dienst te nemen.

3. Vallen de payrollkrachten ook onder een cao?De meeste payrollbedrijven zijn aangesloten bij de NBBU-cao of de ABU-cao of hebben een eigen (payroll-)cao. De lonen en eventuele toeslagen zijn conform de cao van het inleenbedrijf (zie vraag 4).

4. Wat is een inlenersbeloning?Vanaf 30 maart 2015 is een payrollbedrijf - net als uitzend- en detacheringsbureaus - verplicht om vanaf de eerste dag de in-lenersbeloning toe te passen. Daaronder wordt verstaan de bij het inleenbedrijf geldende of wettelijk verplichte beloningsrege-ling of cao. Payrollkrachten die onder de inlenersbeloning vallen, hebben dus dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij het inleenbedrijf. De volgende aspecten vallen onder de inlenersbeloning:• Het bruto loon conform de schaal waarin de werknemer is in-

gedeeld.• Atv-dagen.• Pauzetijden.• Toeslagen voor overwerk en onregelmatige uren.• Initiële loonsverhogingen.• Onkostenvergoedingen.• Periodieken.

Let op: pensioenopbouw valt niet onder loon en overige ver-goedingen. Het is daarmee niet verplicht om de opbouw van het inleenbedrijf te volgen. Werkgevers in de uitzend-, payroll- en/of detacheringsbranche zijn in de meeste gevallen verplicht aan-gesloten bij de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Het kan echter wel zijn dat payrollkrachten onder de pen-sioenregeling van het inleenbedrijf vallen - en dus niet onder de StiPP - wanneer de inleners-cao dit bepaalt.

5. Bouwen payrollkrachten altijd pensioen op?Nee, in de eerste 26 weken bouwt een payrollkracht géén pen-sioen op. Werknemers (minimaal 21 jaar oud) vallen na 26 we-ken onder de basisregeling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Na 78 werkweken komt een deelne-mer in aanmerking voor de plusregeling. In sommige gevallen neemt een werknemer direct deel aan de plusregeling. Door de lage premies (2015: basisregeling premie 2,6 procent, plusrege-ling premie 12,0 procent) is de opbouw van het pensioen mager te noemen in vergelijking met de pensioenopbouw binnen be-drijfstakpensioenfondsen zoals BPL.

6. Wie houdt functionerings- en beoordelingsge-sprekken met de payrollkrachten?

Formeel gezien is het payrollbedrijf de werkgever, maar het inleenbedrijf is en blijft verantwoordelijk voor wat er op de werkvloer gebeurt. Het advies is dan ook dat het inleenbedrijf de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de payrol-lkrachten blijft voeren en de gesprekken inhoudelijk vastlegt. Het inleenbedrijf is namelijk ook de enige die kan bepalen hoe iemand functioneert binnen het bedrijf.

7. Kan ik voorkomen dat een werknemer voor onbepaalde tijd in dienst komt door hem zes maanden onder te brengen bij een payrollbe-drijf en daarna weer in dienst te nemen?

Nee, hiermee kunt u niet voorkomen dat de werknemer bij u in vaste dienst komt. Er is immers sprake van opvolgend werkge-verschap (zie vraag 8). Zo is het mogelijk dat door opvolgend werkgeverschap de werknemer bij het payrollbedrijf voor onbe-paalde tijd in dienst komt. Deze werkgeversrisico’s zullen door het payrollbedrijf worden afgedekt door middel van een hoger inleentarief.

PayrollingVanaf 30 maart 2015 is een payrollbedrijf verplicht om vanaf de eerste dag de inlenersbeloning toe te passen. Dit betekent onder

meer dat het cao-loon dat van toepassing is bij het inleenbedrijf moet worden gevolgd. Maar wat is payrolling eigenlijk en welke

voor- en nadelen heeft dit voor een werkgever en werknemer? Wij hebben voor u de belangrijkste vragen en antwoorden op het

gebied van payrolling op een rijtje gezet.

Page 65: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 2015 65

8. Wat is opvolgend werkgeverschap?Opvolgend werkgeverschap is een wettelijke term die van toepassing is als een werknemer die al langer bij een bepaald bedrijf werkt vervolgens via een andere werkgever in dezelfde functie bij hetzelfde bedrijf doorwerkt. De nieuwe ‘opvolgend’ werkgever is verplicht om rekening te houden met de eerder gewerkte periodes en contracten van de werknemer bij de keuze van het contract dat hij de werknemer aanbiedt. Voorbeeld: het kan voorkomen dat een werknemer eerst enige tijd via een payrollbedrijf ergens werkt en vervolgens in directe dienst komt van het in-leenbedrijf. Er dient hierbij rekening te worden gehouden met de duur en het aantal contracten van de inleenperiode. Dat betekent dat het inleenbe-drijf zich goed moet laten informeren door het payrollbedrijf.

9. Wat zijn de belangrijkste voordelen van payrolling?• Wegnemen administratieve lasten en kosten (salarisstroken en jaaropgave). • Verzorging van aangiftes aan UWV en Belastingdienst, pensioen- en aan-

verwante verzekeringen is uitbesteed aan het payrollbedrijf.• Géén verzuimverzekering en arbodienst nodig (beoordeel de onderlig-

gende voorwaarden bij het payrollbedrijf aandachtig).• Personeelskosten per uur transparant en inzichtelijk.• Arbeidsvoorwaarden en betaalfrequentie in overleg met payrollbedrijf.• Minimale leegloopuren.• Géén opzegtermijn, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. 10. Wat zijn de belangrijkste nadelen van payrolling?• U betaalt voor de diensten van het payrollbedrijf. De kosten worden dus

hoger. • De band met uw personeel kan veranderen door de overstap naar payrol-

ling. U loopt het risico dat werknemers door deze manier van betalen meer afstand tot uw bedrijf voelen en minder waardering ervaren.

• De secundaire arbeidsvoorwaarden voor werknemers zijn minder goed. Aandachtspunt is met name de lagere pensioenopbouw bij StiPP.

• De aansprakelijkheid voor de afdracht van loonbelasting en premies soci-ale verzekeringen blijft aanwezig in het kader van de Wet ketenaansprake-lijkheid.

11. Past payrolling binnen de cumelasector?De cumelasector wordt gekenmerkt door pieken en dalen in het werk. Het behouden van flexibiliteit is van wezenlijk belang om te kunnen inspelen op met name de seizoensinvloeden. Door de Wet werk en zekerheid wordt het voor ondernemers in de cumelasector lastiger om deze ‘flexibele schil’ aan werknemers te behouden zonder dat deze op termijn overgaan in dienstverbanden voor onbepaalde tijd. Mogelijkheden uit de cao, zoals ar-beidstijdverschuiving en tijd voor tijd, kunnen een oplossing zijn om deze flexibiliteit te behouden. Tevens onderzoekt CUMELA gezamenlijk met de werknemersbonden of een flexibeler inzet van medewerkers via een jaaru-renmodel tot de mogelijkheden behoort.

In bepaalde situaties kan payrolling voor u als ondernemer uitkomst bieden. U dient er echter rekening mee te houden dat payrollbedrijven ook gehou-den zijn aan de nieuwe wetgeving, zoals het betalen van een transitiever-goeding. Dit zal worden doorberekend door middel van een hoger inleen-tarief.Kijk in de digitale nieuwsbrief van Grondig.com voor meer vragen en ant-woorden over de transitievergoeding. Heeft u vragen of wilt u advies over dit onderwerp, dan kunt u altijd contact opnemen met de adviseurs van Arbeidsmarkt.

TEKST: Marie-José Lamers, adviseur personeelsmanagementFOTO: CUMELA Communicatie

Page 66: Grondig 6 - 2015

GRONDIG 6 201566

ondernemen met cumela BEDRIJVIG

Contactdag UtrechtOp donderdag 25 juni vond de Contactdag Utrecht plaats bij het grondverzetbedrijf van de familie Van Schaik in Harmelen. De dag vormde een mooie mix van passie voor het vak, een inhoudelijk verhaal over bedrijfsovername en een goed ingevulde ledenvergadering. Peter van Schaik vertelde over hoe de bedrijfsovername voor hem, zijn vrouw en zijn ouders is verlopen, maar ook over zijn liefde voor het merk Caterpillar en de drie Europese titels die hij tijdens de machinistenwedstrijden op het Caterpillar-demonstratie centrum in Malaga behaalde. De heer Robert Gall, fiscalist, vertelde over zijn kijk op het begeleidingstraject tijdens een bedrijfsovername. En natuurlijk vond de ledenvergadering plaats. De geslaagde dag, met dank aan familie Van Schaik, werd afgesloten met een goed verzorgde barbecue.

Geen ja en geen nee Eén van de taken van de bedrijvenadviseurs is het bemensen van de CUMELA-infolijn. Daar blijkt nog wel eens dat niet alle vragen eenduidig te beantwoorden zijn. Ik zal u twee voorbeelden geven.

Een vrouwelijke ondernemer belt. Een medewerker vraagt of hij gebruik kan maken van zorgverlof. Zijn kind is behoorlijk ziek en dat vergt thuis de nodige verzorging én spanning. We spreken de situatie goed door. In hoeverre is de medewerker degene die de zorg moet verlenen? Ik geef aan dat de medewerker er niet zonder meer van uit kan gaan dat u dit als werkgever ‘wel even regelt’. Het is uw verantwoordelijkheid om de verlofregeling te gebruiken waarvoor deze is bedoeld. De medewerker heeft zelf ook een verantwoordelijkheid. Wat hebben hij en zijn vrouw zelf al gedaan om zorg te regelen? We bespreken het dilemma dat kan ontstaan en hoe je als werkgever op zo’n moment onder het vergrootglas ligt. Enerzijds wilt u de medewerker natuurlijk helpen. Anderzijds moet u het verlof volgens de regels toepassen. Dat kan betekenen dat u hem moet meedelen dat hij geen recht op zorgverlof heeft. En dat is best een lastige taak.

Een andere kwestie: een ondernemer heeft het verzoek gekregen om op verschillende plaatsen in de stad kleine partijen zand op te ruimen. De opdracht spreekt hem om meerdere redenen wel aan, maar hij vindt de regels rond het transport en toepassen van grond nogal lastig. Hij belt daarom met de vraag onder welke voorwaarden hij dit werk kan doen. Na wat zoekwerk bel ik hem er later op de dag over terug. En eigenlijk blijkt dat de regels maken dat deze klus niet zo interessant meer is dan die eerst leek. Zo zeer zelfs dat ons lid gaat twijfelen of hij de klus nog wel moet aannemen.

Zo maar twee voorbeelden van vragen die niet simpel met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden zijn. Maar dat is wel onze rol: u van een antwoord voorzien, waardoor u weet waar u staat. Twijfelt u over een kwestie? Loopt u ergens tegen aan waarvan u denkt: wat moet ik hiermee? Bel met de CUMELA-infolijn. We hebben de wijsheid niet in pacht, maar we denken graag met u mee en helpen u graag verder.

Theo Feltenbedrijvenadviseur binnendienst

NIEUWE LEDENDe afgelopen periode hebben zich acht nieuwe

leden ingeschreven bij CUMELA Nederland.

• Zuidema Groenvoorzieningen BV Slootdorp• Sanders Meststoffen BV Hulsel• Guus Smit Grondwerken en Groenservice Vollenhove• Loon- en grondwerkbedrijf J. Elenbaas BV Poortvliet• Dunnink Grondverzet Staphorst• T.J. Vossebeld Elst• Prima Equipment BV Hardenberg• DaVi BV Midwoud

Page 67: Grondig 6 - 2015

Kraanverhuur, Grondverzet en RecyclingKraanverhuur, Grondverzet en RecyclingKraanverhuur, Grondverzet en RecyclingKraanverhuur, Grondverzet en Recycling

De verhuurspecialistVoor de recycling van al uw materialen

neemt u contact op met G.M. Damsteegt B.V. Wij hebben de complete lijn om uw afvalmateriaal

om te zetten in duurzame reststoffen.

www.gmdamsteegt.nl

G.M. Damsteegt B.V.Westeinde 46

2969 BM Oud-AlblasTel. 0184 69 27 67

[email protected]

Page 68: Grondig 6 - 2015

Han Veenink, akkerbouwer te Deventer

‘Verzekerd van een goede

boterham’

‘Vooral bij tarwe-op-tarwe teelt op lichte gronden vormt de gevreesde bodemschimmel ziekte Tarwehalmdoder een reëel risico. Hierbij kan de opbrengst tot tientallen procenten teruglopen. Dankzij een zaadbehandeling met Latitude ben ik verzekerd van een gezonde teelt. Op mijn perceel oogt de met Latitude behandelde tarwe vitaler: ik tel meer aren ten opzichte van niet behandeld zaaizaad. Het gewas staat er goed, als één homogeen blok, bij. Ook de beworteling is beter. De basis voor een goede opbrengst én boterham voor ons bedrijf.’

Latitude®: opbrengstverzekering tegen Tarwehalmdoder

Latitude® is een gedeponeerd handelsmerk van Monsanto. Toelatingsnummer 13379N, 125 g/l silthiofam. Volg bij toepassing de gebruiksaanwijzing op het etiket.

Tel. 0800 023 41 65 • [email protected]

‘Vooral bij tarwe-op-tarwe teelt op lichte gronden vormt de gevreesde bodemschimmel ziekte Tarwehalmdoder een reëel risico. Hierbij kan de opbrengst tot tientallen procenten teruglopen. Dankzij een zaadbehandeling met Latitude ben ik verzekerd van een gezonde teelt. Op mijn perceel oogt de met Latitude behandelde tarwe vitaler: ik tel meer aren ten opzichte van niet behandeld zaaizaad. Het gewas staat er goed, als één homogeen blok, bij. Ook de beworteling is beter. De basis voor een goede opbrengst én boterham voor ons bedrijf.’

Latitude®: opbrengstverzekering tegen Tarwehalmdoder

Latitude® is een gedeponeerd handelsmerk van Monsanto. Toelatingsnummer 13379N, 125 g/l silthiofam. Volg bij toepassing de gebruiksaanwijzing op het etiket.

Tel. 0800 023 41 65 • [email protected]

Han Veenink, akkerbouwer te Deventer

Monsanto_Latitude_Testimonial_2015_GROND.indd 1 17-06-15 09:07