Grondig 11 - 2013

76
vakblad voor specialisten in groen, grond en infra 30- VOORUITBLIK AGRITECHNICA 28 - VENT EN VISIE; BERNARD KRONE 30 - DOORBRAAK IN AFSPRAKEN ELEKTRISCH AANDRIJVEN 66 - NIEUWE 4 X 4 GRADER November 2013 11

description

 

Transcript of Grondig 11 - 2013

Page 1: Grondig 11 - 2013

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

30- VOORUITBLIK AGRITECHNICA 28 - VENT EN VISIE; BERNARD KRONE 30 - DOORBRAAK IN AFSPRAKEN ELEKTRISCH AANDRIJVEN 66 - NIEUWE 4 X 4 GRADER

Nov

embe

r 201

3 11

Page 2: Grondig 11 - 2013
Page 3: Grondig 11 - 2013
Page 4: Grondig 11 - 2013

inh

ou

dso

pgav

e

4 GRONDIG - November 2013

Agroottechnica

We moesten even aan een plaatje op Facebook denken tijdens het maken van de voorbeschouwingspagina’s van de Agritechnica. Een plaatje waarin Nederland als ‘Nederdiets’ in oostelijke rich-ting was vergroot tot in Polen. Als je net terugrijdt vanuit de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen van een proefrit op de nieuwe zware New Holland T8.420 besef je dat we dat nodig hebben om al het grote nieuws te benutten. Daar liggen nog fatsoenlijke perce-len. Percelen die passen bij de groeidrang van akkerbouw en vee-houderij. Groei die geënt is op de groei van de wereldbevolking. Om die te voeden, zullen we op termijn een kwart meer van een hectare moeten oogsten. Dat betekent grootschaliger en meer efficiënt boeren om dat voor elkaar te krijgen, zoals in voormalig Oost-Europa. Dat zie je overduidelijk in grootte en vernuft van de machines. Dat verklaart waarom de Agritechnica groter is dan ooit tevoren. Voor groot is nu eenmaal veel ruimte nodig.De realiteit is dat grootschalig werken in Nederland bijna niet mogelijk is, dat bijna elke boom heilig is verklaard en dat er wei-nig drang is tot schaalvergroting en efficiënter maken van gebie-den. Eerder is het tegengestelde het geval. Dus is het zaak door de grootte van al het moois heen te prikken. En dan kom je op efficiënter werken. Daarvoor zijn tal van interessante ontwikke-lingen. Die zitten hem vooral in automatisering en nieuwe aan-stuursystemen. Mooie voorbeelden daarvan zijn iPad-bediening bij Väderstad, de virtuele bediening thuis om het vak te leren bij Claas en Kverneland, sterk opkomende telematica-systemen en de krachtige voorbodes van de intrede van elektrische aandrijf-systemen. Dat zijn de zaken waarvoor u op de Agritechnica moet zijn. Daarvoor moet u wel de stands in om ze te ontdekken. Enig voorwerk is op deze enorme beurs een must, anders verdwaalt u tussen de giganten. Een efficiënte route uitstippelen die u bij de juiste fabrikanten brengt voor een goed gesprek.Al het moois dat vooral groot en onbereikbaar is, zie je dan van-zelf wel als je erlangs loopt. Daar mag je gerust van genieten. Ook daarvoor ga je naar de Agritechnica. We wensen u een goede beurs toe en een passend shopgedrag voor uw schuur en uw streek. Dat u dan toch even die enorme Challenger gaat bekijken met die V12 erin snappen we. Misschien treffen we elkaar daar wel. Even lekker wegdromen over een grootschalig Nederland is ook goed voor een mens.

Redactie GrondigMichiel, Toon en Gert

Cumelabedrijf in actieColofon

Grondig is het vakblad voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland, de branche organisatie voor ondernemers in cultuur- technische werken, grondverzet, meststoffen-distributie en agrarisch loonwerk. Leden van CUMELA Nederland ontvangen bij vakblad Grondig exclusief het katern Cumelactief.

Adres CUMELA NederlandPostbus 11563860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 00fax (033) 247 49 01

CUMELA-infolijn(033) 247 49 99 / [email protected] / www.cumela.nl

Adres Grondig / CUMELA CommunicatiePostbus 11563860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 50fax (033) 247 49 51www.grondig.com / [email protected]

BladmanagerMichiel Pouwels

RedactieToon van der Stok (hoofdredacteur)Gert Vreemann, Michiel PouwelsMarijke DorresteijnTon Herbrink (eindredacteur)

VormgevingDe 3 Poorten

VoorplaatCUMELA Communicatie

AdvertentiewervingLisette Kerkhof

DrukSMGB, Doetinchem

AbonnementenEen abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement: Nederland € 77,- per jaarBuitenland € 101,- per jaarCollectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting CUMELA Communicatie, NijkerkHet geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toe- stemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260

REDACTIONEEL

Page 5: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 5

November 2013

Vanwege de aanleg van de Sluiskiltunnel wordt de N62 omgelegd. Een mooie klus voor cumelabedrijven met veel grondverzetwerk. Na eerste nieuwe tochten te hebben gegraven, haalt machinist Leo Paauwe van Goud Grondverzet uit Waarde (Zld.) nu oude duikers uit de grond. De kleine duikers staan op een digitale kaart en met de GPS-apparatuur weet de machinist de duikers feilloos te vinden. Een leuke klus, volgens Leo, schatgraven met een rupskraan.Inhoudsopgave Grondig

Cumelabedrijf in actie

CUMELACTIEF (exclusief voor leden)

4 - Ik betaal niet, want… 7 - Samen uit, samen thuis 8 - Toolbox: Kantelen en wegglijden10 - Actualiteiten België14 - Cumelaria

ALGEMEEN

8 - Verkeerssymposium ‘Weg mét landbouwverkeer!’

12 - Wassen en tanken conform het Activiteitenbesluit

17 - Cursus zorgvuldig graven18 - Politiek ondernemend: Clasien

de Regt22 - Seminar mest(verwerking), compost en

groene biomassa

GROEN

33 - Traploze Cmatic-transmissie Claas36 - Gigant Vredo in aanbouw42 - Nieuwe New Holland T8.420

AutoCommand44 - GPS Kverneland-combinatie52 - Voorbeschouwing Agritechnica54 - Nederlands fabrikaat op

Agritechnica

INFRA

60 - Sterk Werk: durven in waterwerk

68 - Hooby LC 80 Megatronic 7

GROND

23 - In kort bestek64 - Grondverzetnieuws66 - Compacte HBM-grader

Page 6: Grondig 11 - 2013

6 GRONDIG - November 2013

rub

riek

Het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in openbaar groen staat ter discussie sinds de kamerbrief van staatssecretaris Mansveld van 3 september. Daarin spreekt zij het voornemen uit om vanaf 2018 het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in het openbaar groen geheel te verbieden. Tijdens de dag voor het Openbaar Groen in Houten boog een groot aantal deskundigen zich over de vraag wat de effecten hiervan zouden zijn. Op grond van eerdere studies zei Rob Schmidt van Alterra vooral problemen te verwachten op het gebied van emelten. “Daarvoor zijn bij het verdwijnen van chemische middelen nauwelijks alternatieven voorhanden. Er zijn wel wat bio-logische bestrijders, maar de effecten daarvan zijn wisselend en een succesvolle inzet vraagt speciale omstandigheden, zoals voldoende vocht en niet te fel zonlicht.”

Andere grote problemen worden verwacht bij de onkruidbestrijding. Met name op sportvelden en golfbanen kan dit een probleem gaan vormen. Succesverhalen over het onkruidvrij houden van sportvel-den waren er wel. Zo werd gewezen op de Schijndelse methode, maar ook daarbij werden kanttekeningen geplaatst. “Zo is het hierbij nodig om met professionele machines te werken en met deskundig personeel”, werd er gezegd. Dat staat haaks op de huidige tendens om onderhoud te privatiseren en uit te besteden aan de clubs. “Die weten de gifspuit altijd wel te vinden en lopen met de rugspuit wel een rondje”, werd snel geconcludeerd. Een ander stelde vast dat nog niet bekend is hoe deze methode werkt op andere grondsoorten, zo-als zware klei of veen. Een groot probleem is ook, zo constateerden

de aanwezigen, dat er geen enkel correctiemiddel meer achter de hand blijft. Mislukt het door het weer of verkeerd handelen, dan is het bij een compleet verbod niet meer mogelijk om iets te repareren.

De andere vraag die op tafel kwam, was of we dan wel elk sportveld zo moeten en kunnen onderhouden dat het net zo goed is als het hoofdveld. “Misschien moeten we er wel mee leren leven dat het zevende elftal van Bal op het Dak op een veld speelt met wat meer paardenbloemen of weegbree.” Datzelfde zal dan gelden voor het groen in parken en op de golfbanen. Ook daar zal er moeten worden geaccepteerd dat het er wat anders uitziet. Patrick Bemelmans van de KNVB waarschuwde dat dit gevaar voor sporters kan opleveren als er in de winter veel kale plekken ontstaan.Initiatiefnemer BSNC besloot naar aanleiding van de discussie een taskforce in te stellen die op korte termijn de gevolgen en effecten van het verbod in kaart moet brengen. De conclusie daarvan zal aan de staatssecretaris en de Tweede Kamer worden aangeboden.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft inmiddels onder-zoekers van Tauw Milieu de opdracht gegeven om voor het eind van het jaar de technische en financiële haalbaarheid in kaart te brengen van een verbod van middelen op sport- en recreatieterreinen per 2018. CUMELA heeft de onderzoekers in contact gebracht met een aantal cumelabedrijven die actief zijn in het beheer van sportvelden.

recreatiegroen met onkruidWe zullen moeten wennen aan sportvelden en recreatiegroen met paardenbloemen of weeg-

bree. Dat constateerden de aanwezige groenvoorzieners op een studieochtend over de gevol-

gen van het verbod op het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in openbaar groen.

Verbod sleepvoet uitgesteld

Het verbod op het gebruik van de sleepvoet wordt voorlopig uitge-steld in verband met het ontbreken van goede alternatieven. In de herfst van 2012 heeft toenmalig staatssecretaris Bleker een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aankondigde om het gebruik van de sleepvoetmachine op grasland op klei en veen met ingang van 2014 te verbieden. Deze aankondiging bracht nogal wat commotie teweeg.In de tussentijd is er achter de schermen verder onderhandeld over deze maatregel, die nodig is voor de Programmatische Aanpak Stikstof. Inmiddels is er ook een aanbesteding geweest voor innova-tieve nieuwe aanwendingsmethoden voor dierlijke mest op grasland op klei en veen, waarbij de emissie gelijk aan of lager moet zijn dan die van de zodenbemester. De resultaten van deze aanbesteding worden op z’n vroegst in 2016 verwacht. Het verbod op de sleepvoet wordt daarom op dit moment niet eerder verwacht dan per 2017.

Hoorzitting Gezondheidsraad over blootstelling omwonenden

Er komt geen certificering van aanwendapparatuur voor dierlijke mest. Dat heeft staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de Tweede Kamer laten weten. Zijn ministerie heeft de certificering wel onderzocht, maar vindt dat het niet voldoende effectief is.Een verzoek om certificering was onder andere door CUMELA Nederland gedaan om te komen tot goede en erkende mestaanwendingstechnie-ken. De staatssecretaris wijst dit af, omdat dit volgens hem geen garantie geeft dat de mest ook werkelijk emissiearm wordt toegediend. In alle situaties is dat afhankelijk van de wijze waarop de machines worden ge-bruikt, zo schrijft hij. Bleker kiest daarom voor de beschrijving van de resultaatsverplichting en laat ondernemers vrij om de manier te kiezen waarop ze daaraan voldoen. Wie zich aan die toedieningsregels houdt, hoeft volgens Bleker niet bang te zijn voor sancties.

alg

emeen

nieu

ws

Page 7: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 7

Nieuw lid

In de maand september heeft één bedrijf zich aangemeld als lid van CUMELA Nederland. Dit is grondwerken Gebroeders Van Ginneken in Steenbergen.

Dag vogels, dag boeren…

Een kleine variant op een kinderprogramma van lang vervlogen tijden. “Ga maar lekker slapen”, zo was de boodschap. En “het komt allemaal wel goed” mochten we er zelf bij bedenken. Dat lijkt ook het geval met het POP3-programma dat momenteel in de steigers staat, als onder-deel van het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid. Meer con-currentiekracht, innovatie en vitaliteit van het platteland. Zomaar een paar doelstellingen die ons geweldig motiveren. Maar als je even niet oppast, sta je met lege handen. Of erger, boer je achteruit!Dat geldt voor de cumelabedrijven (volgens het CBS in 2011 zo on-geveer de belangrijkste werkgever van en voor het platteland), maar zeker voor al die boeren die in de nog lopende POP2-regeling feitelijk worden uitgesloten van subsidies in het kader van innovatie, concur-rentiekracht en natuur en milieu. Deze boeren hebben al in een eerder stadium besloten om hun veldwerkzaamheden uit te besteden aan hun loonwerker, gewoon omdat het de doelmatigheid en vitaliteit van hun bedrijf ten goede komt. Maar wil je toch in aanmerking ko-men voor die enorme POP-subsidies van dertig procent of meer van de investeringswaarde, dan kan dat alleen wanneer je als boer zelf die machine gaat aanschaff en. Rendabel of niet, de afweging tussen zelf mechaniseren of uitbesteden wordt toch net even anders door zo’n subsidie. En overigens, wie beschouwt het subsidiëren van normaal beschikbare bedrijfsmiddelen nu als innovatie? Hoe blind kunnen we zijn om dit geen marktverstoring of concurrentievervalsing te vinden? Ik vind dat hier sprake is van een ordinaire benadeling van het grootste deel van de boeren in Nederland. En feitelijk wordt daar-mee afbreuk gedaan aan de doelstellingen van het Plattelands Ontwikkelingsprogramma: verhoging van de vitaliteit en concurrentiekracht! Ik ben er nog niet gerust op dat deze boeren in POP3 wel doelmatig gebruik kunnen maken van de beschikbare gelden. En zolang dat niet gebeurt, is er reden om te reageren. Er is overigens geen enkel be-zwaar dat deze subsidies volledig bestemd worden voor de boerenbe-drijven, maar laat die bestemming dan zo gedefi nieerd worden dat er geen marktverstoringen optreden. Er zijn vele mogelijkheden om de gelden optimaal te benutten voor investeringen in vaste installaties, gebouwen en kennisverspreiding op het boerenbedrijf. Best mogelijk dat we met POP3 lekker kunnen gaan slapen, maar dan moet het in de praktijk niet weer hetzelfde liedje worden.

Jan MarisAlgemeen directeur CUMELA Nederland

COMMENTAAR

Agenda algemeen

12-16 november ............Agritechnica Hannover23-24 november ............Verhoeven Grondig Dagen, Maarheeze26-29 november ............Landbouwvakbeurs Assen29-30 november ............Verhoeven Grondig Dagen, Zeewolde3-5 december .................Infra Relatiedagen, Venray3 -8 december ................Agribex Brussel

Kamervragen over beleidsbriefgewasbeschermingsbeleid

De Tweede Kamer heeft schriftelijk vragen gesteld over de vervroeging van het verbod tot gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op ver-hardingen. CUMELA is content dat VVD, CDA en SGP aandacht vragen voor de lengte van de afschrijvingstermijn. In de brief is uitgegaan van een afschrijvingstermijn van vier jaar, terwijl het ministerie een afschrij-vingstermijn van vijf jaar als normaal beschouwt. Het ministerie is er naar mening van CUMELA ten onrechte van uitgegaan dat er sinds 2011(mo-tie Grashoff ) geen investeringen meer zijn gedaan. Een aanzienlijk deel van de machines is vervangen omdat ondernemers ervan uitgingen dat ze met de machines andere middelen zouden kunnen toepassen na een eventueel verbod van glyfosaat. Dit blijkt sinds de brief niet meer moge-lijk, omdat het verbod geldt voor alle toegepaste middelen.

App voor sparen weidevogelnesten

In oktober is de gratis app ‘Signalering vogelnesten’ ge-lanceerd. Dit om het boeren en loonwerkers gemakkelijker te maken om tijdens hun werkzaam-heden op het land vogelnesten te sparen. Vanuit de trekker vallen middels stokken gemarkeerde nesten niet altijd op of gelden ze als een mooie indicatie voor kraaien en eksters. Met de app is vooraf precies te zien waar de ge-markeerde nesten liggen in een perceel. Tijdens het werk krijgt de machinebestuurder een signaal op zijn smartphone of tablet dat

er gemarkeerde nesten liggen. De app haalt de locatiegegevens uit de database van Landschapsbeheer Nederland. Boeren en vrijwilligers vullen deze database. Het is een initiatief van een praktijknetwerk op Texel, waarbij ANLV De Lieuw, Landschap Noord-Holland, Veelzijdig Boerenland, Loonbedrijf Smit, Arcate en Landschapbeheer Nederland betrokken zijn.

Page 8: Grondig 11 - 2013

8 GRONDIG - November 2013

Het Bouw- en Infracentrum in Harderwijk is het ontmoetings-punt van de verkeersbetrokkenen. Daar is de ruimte om de theorie én de praktijk namens u te belichten. Na het welkom van gastheren Jan Maris (directeur van CUMELA Nederland) start mr. Tjibbe Joustra, de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, zijn inleiding met als titel ‘Verkeersveiligheid, een kwestie van teamwork’, gevolgd door mevrouw Michèle Blom, directeur Wegen en Verkeersveiligheid van het minis-terie van Infrastructuur & Milieu. De derde inleider, gedepu-teerde Kees van Beveren van de provincie Zeeland, spreekt uit eigen ervaringen met landbouwverkeer en senior-ad-viseur Niels J. Bosch van Royal HaskoningDHV spreekt over nieuwe inzichten door onderzoek naar landbouwverkeer op provinciale wegen. Het interessante ochtendprogramma wordt afgesloten met een vraag-en-antwoordsessie.Tijdens en na de lunch is er alle gelegenheid voor aanschou-welijk onderwijs in de vorm van maar liefst drie nieuwe onderrijbeveiligingen voor trekkers. Peecon komt met een doorontwikkelde versie van een universele onderrijbevei-liging in de fronthef. Constructeur Fons Janssen (zie kader-stuk) geeft met zijn tractorbumper zijn visie op zichtbaarheid en wendbaarheid, terwijl Alasco Poppink een versie van een bumper voor trekkers zonder fronthef ontwikkelde. Ook ko-

men er veilige kippers naar Harderwijk en een extra gemar-keerde maaicombinatie. Speciaal voor de genodigden herha-len we de remproef met een trekker met beladen kipper op het demoterrein. Verder zijn er diverse opstellingen waar de dimensies van (land)bouwverkeer - dus ook oogstmachines en graafmachines - worden getoond aan de gasten. Dat alles om deze beleidsmakers, beïnvloeders, handhavers en des-kundigen meer inzicht te geven in de werkzaamheden van de cumelasector en welke machines daarbij worden ingezet. En om uit te leggen waarom die machines gebruik (moeten) maken van de openbare weg. Dat betekent dat we ook na de campagne Veilig (land)bouwverkeer (maart 2014) blijven inzetten op het vermijden dat groot landbouwverkeer door smalle straatjes in dorpen en steden moet rijden en dat deze machines worden verbannen naar de parallelweg, waarvan fietsers ook gebruik maken. Laat veilig landbouwverkeer toe op de provinciale weg en breng de legale maximumsnelheid van 25 naar 40 km/u. Maar bedenk ook: veiligheid is vooral ook een zaak van onszelf en onze medewerkers, want alles begint bij veilig denken en handelen.

Tekst: Michiel PouwelsFoto’s: CUMELA Communicatie, Youdidith

weg mét landbouwverkeer!Veilig (land)bouwverkeer verdient een passende plek op de openbare weg.

Verkeersdeskundigen, beleidsmakers verkeer en vervoer, wethouders, statenleden, des-

kundigen… allemaal hebben we hen op 6 november aanstaande uitgenodigd voor een

bijeenkomst in Harderwijk waar veilig (land)bouwverkeer centraal staat.

Page 9: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 9

Campagne Veilig (land)bouwverkeerSinds november 2011 voert CUMELA Nederland actief campagne op het onderwerp Veilig (land)bouwverkeer. In de afgelopen twee jaar stond dat thema centraal in onze activiteiten en hebben we op diverse manieren intensief contact gezocht met onze leden en werknemers, maar ook met beleidsmakers, politici, handhavers (politie), verkeersdeskundigen en lokale vertegenwoordigers die betrokken zijn bij de verkeersproblematiek. Veilig (land)bouwver-keer werd met behulp van onze bestuursleden en ondernemers van cumelabedrijven uitgedragen in de vorm van de praktijkproef met twaalf OBT’s (onderrijbeveiligingen voor trekkers) en door hun medewerking bij evaluaties. We namen deel aan de beurzen TKD en AgroTechniek Holland met veiliger kippers en trekkers met OBT’s en tijdens CUMELA-bijeenkomsten en dankzij onze communicatie naar de (vak)pers is er veel gepubliceerd en gediscussieerd. U her-innert zich waarschijnlijk de remtest met een trekker met kipper

tijdens de TKD, de start van het VOMOL-project (Veilig Omgaan Met Opvallend Landbouwverkeer door schoolgaande jeugd) en onze initiatieven bij het tot stand komen van regelgeving voor het kenteke-nen van trekkers en het ijveren voor een legale maximumsnelheid van 40 km/u. Ook publiceerden we de bro-chure ‘Ik rij veiliger’ (drie versies, oplage meer dan 5000 exemplaren) met alle regels, maten en gewichten overzichtelijk weergegeven en met toolboxvragen voor medewerkers. De bijeenkomst voor beleid-smakers, verkeersdeskundigen en (lokale) politici op 6 november is de eindmanifestatie voor externe relaties van CUMELA Nederland. Tijdens de algemene ledenvergadering - volgend jaar maart - is er voor onze leden alle gelegenheid om kennis te maken met de nieuw-ste onderrijbeveiligingen en de ontwikkeling van veiliger materieel.

“Zo breed ben ik, hou rekening met me…”Constructeur Fons Janssen combineert het ontwikkelen van land-bouwmachines voor een toonaangevende fabrikant met het werken in zijn eigen ontwerpbureau. Eerder dit jaar toonde Janssen - bij het jubileumfeest van Gebr. Van Eijk - zijn visie op een frontbumper voor trekkers en nu presenteert hij zijn tweede, verbeterde versie. “Ik ben zelf van boerenafkomst en woon in een omgeving waar veel landbouwvoertuigen rijden. Ik verbaas me als fietser en automobilist vaak over de zichtbaarheid ervan. Het is onverantwoord hoe slecht je kunt zien hoe breed een trekker of een machine is, voornamelijk in het donker. Dat inspireerde me om aan de slag te gaan. Mijn eerste ontwerp was primair bedoeld als een bumper die veiligheid biedt bij een aanrijding. Daar kwamen veel reacties op en die heb ik verwerkt in de tweede versie, waarbij zichtbaarheid en wendbaarheid belang-rijke aandachtspunten zijn.” Janssen refereert aan - naast de breed-teverlichting - de extra led-verlichting en reflecterende breedtemar-kering van zijn nieuwe ontwerp. Hij komt nu ook met een praktische oplossing voor de wendbaarheid. “De uiteinden van de bumper zijn verstelbaar. Hierdoor is de bumper voor elk type trekker optimaal af te stellen. De uiteinden verstel je namelijk dicht naar de band.

Hierdoor wordt de draaicirkel sterk verkleind en het biedt voorde-len bij het voor- en achteruit manoeuvreren. Daarnaast is de ruimte tussen voorwiel en bumper beter afgeschermd, wat ten goede komt aan de veiligheid. De nieuwe bumper is bovendien multifunctioneel. Zo is er een afsluitbare kist geïntegreerd waarin je gereedschap of kettingen kunt opbergen. De kist kun je ook gebruiken als drager voor een uitneembaar frontgewicht, tot 700 kilo. De bumper zelf weegt 160 kilogram en is voorzien van energie-absorptie. www.trac-torbumper.com

Veilig (land)bouw

verk

ee

r

Page 10: Grondig 11 - 2013
Page 11: Grondig 11 - 2013
Page 12: Grondig 11 - 2013

12 GRONDIG - November 2013

wassen en tanken conform het activiteitenbesluitEisen aan bovengrondse opslagtanks en tank- en wasplaatsen (deel 2)

Bij cumelabedrijven worden machines en trekkers dagelijks vol getankt en ook regelmatig gewassen.

Deze standaard werkzaamheden worden in het Activiteitenbesluit aangemerkt als bodembedreigende

activiteiten. Wat zijn dat en wat zijn hiervan de gevolgen voor de cumelaondernemer? Wat moet hij

regelen zodat alles bij milieucontroles netjes voor elkaar is?

Aan een wasplaats worden, in tegenstelling tot een tankplaats, geen eisen gesteld qua afmetingen. De vloer of wasplaats moet voldoende van omvang en grootte zijn in relatie tot het materieel. In elk geval moet bij het reinigen van de werktuigen en machines worden voorkomen dat vrijkomend afvalwater zich buiten de was-plaats kan verspreiden. De omvang van de wasplaats wordt met name bepaald door de omvang van de grootste machine of auto die in één keer wordt gereinigd. Hou daarbij rekening met de vrije werkruimte rond de machine. Voor de tankplaats geldt de eis dat de vloeistofdichte vloer (verplicht bij een jaardoorzet van meer dan 25.000 liter diesel) zich uitstrekt vanaf het hart van de afleverzuil over een afstand van ten minste de lengte van de afleverslang plus één meter, met een minimum van vijf meter. Aan de zijde waar geen tankende voertuigen kunnen worden opgesteld, strekt de vloeistofdichte vloer of verharding zich uit tot een afstand van ten minste één meter vanaf het hart van de afleverzuil.

Ondergrond wasplaats Het wassen van motorvoertuigen dient in principe plaats te

vinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding. In het Activiteitenbesluit (per 1 januari 2013 in werking getreden) is een vloeistofdichte vloer het uitgangspunt. In artikel 3.23b van het Activiteitenbesluit is namelijk geregeld dat er sprake moet zijn van een ‘verwaarloosbaar bodemrisico’ (lees: vloeistofdichte vloer). Ook bij het regelmatig reinigen van vrachtauto’s dient de vloer vloei-stofdicht te zijn. Dit geldt niet als per week ten hoogste één motor-voertuig of werktuig waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast uitwendig wordt gewassen (dit is een uitzonderings-bepaling). Er is nog sprake van een overgangstermijn voor oude vloeren tot 1 januari 2017. Bij de aanleg van een nieuwe vloer is ons advies wel om direct te kiezen voor een ‘vloeistofdichte’ aanleg; Dat wil zeggen qua dikte, bewapening en betonsoort.

Ondergrond tankplaatsAls uw jaardoorzet (aantoonbaar) minder dan 25.000 liter is, is een vloeistofdichte vloer (nog) niet verplicht. Gebruik voor de zeker-heid vloeistofdicht beton, zodat deze vloer eventueel later gereed is voor een keuring.

Page 13: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 13

Bij het reinigen van de werktuigen en machines moet voorkomen worden dat vrijkomend afvalwater zich buiten de wasplaats kan verspreiden.

Aanleg, keuring en onderhoud vloerBij aanleg van een vloeistofdichte vloer dient deze te vol-doen aan de eisen van de CUR/PBV 65-aanbeveling (Aanleg, onderhoud en herstel van vloeistofdichte vloer). De vloer dient bijvoorbeeld zodanig te worden aangelegd dat vloei-stoffen niet over de rand van de vloer of verharding kunnen lopen. Na aanleg moet een onafhankelijke, geaccrediteerde inspecteur de vloeistofdichte vloer keuren conform de SIKB AS 6700. Bij goedkeuring krijgt u een certificaat, dat zes jaar geldig is. Daarna moet u zelf jaarlijks uw vloer inspecteren en controleren op gebreken en scheuren en dit dan ook vastleggen.Via de link hwww.rwsleefomgeving.nl (onder ‘Onderwerpen’ naar ‘Bodem en ondergrond’) komt u op de website voor ge-accrediteerde bedrijven die een vloeistofdichte vloer mogen inspecteren volgens de AS6700.Diverse bedrijven doen niet enkel de inspectie, maar beschik-ken ook over kennis of afdelingen inzake aanleg, plaatsing en realisatie van was- of tankplaatsen. Overleg vooraf met één of meerdere partijen wat zij kunnen bieden en op welke wijze - gezamenlijk - een wasplaats is te realiseren.

Slibvangput en olieafscheiderBij het lozen van oliehoudend afvalwater in het vuilwater-riool is de standaardlozingseis (BBT) 20 milligram per liter minerale olie in enig steekmonster. Deze hoeveelheid komt overeen met één druppel olie in een emmer water. Het is dus heel weinig. Wanneer u een tank- of wasplaats aanlegt, zult u deze altijd moeten voorzien van een slibvangput en olieafscheider.

Afvalwater van spuitmachinesAls u op de wasplaats ook machines reinigt waarmee gewas-beschermingsmiddelen worden toegepast, zult u het water naast het afvoeren via een slibvangput en olieafscheider moeten afvoeren via een extra zuiveringsvoorziening (zie

Als er per jaar meer dan 25.000 liter wordt getankt is een vloeistofdichte vloer bij de tank-plaats verplicht.

Opmerkingen naar aanleiding van deel 1 in Grondig 9

Er zijn in deel 1 van deze reeks enkele fouten ingeslopen:1. Onder het kopje ‘Keuringsplicht’ staat vermeld dat vloeibare

brandstof, lichte stookolie, afgewerkte olie en stoffen van ADR-klasse 8 zijn, maar dit is niet juist. Het zijn stoffen van ADR-klasse 3.

2. Onder het kopje ‘Nog geen installatiecertificaat?’ staat vermeld dat inwendige inspectie van een tank niet bij de intreekeuring hoeft plaats te vinden als kan worden aangetoond dat de tank minder dan vijftien jaar geleden fabrieksnieuw in gebruik is ge-nomen. Dit is niet juist. Het achteraf afgeven van een installatie-certificaat zonder inwendige inspectie is alleen mogelijk bij tanks die jonger zijn dan tien jaar.

3. Onder het kopje ‘Dubbelwandig of enkelwandig’ staat dat als er wordt gekozen voor een dubbelwandige tank het niet verplicht is een opvangbak te plaatsen, mits de tankinhoud kleiner is dan

tien kubieke meter. Dit is niet juist. Het is zo dat niet alle tanks groter dan tien kubieke meter boven een lekbak moeten worden geplaatst. Het is namelijk een uitzondering voor dubbelwandige opslagtanks met een lekdetectiesysteem in de wand.

4. Onder het kopje ‘Bodemonderzoek’ staat vermeld dat bij het instal-leren van een bovengrondse tank altijd de nulsituatie moet wor-den vastgesteld. Dit is echter niet geheel correct. Uitgangspunt is dat er een melding moet worden uitgevoerd voorafgaand aan het plaatsen of verplaatsen van een bovengrondse tank. Het be-voegd gezag (meestal de gemeente) kan vervolgens binnen vier weken na ontvangst van de melding besluiten dat er een rapport van onderzoek naar de nulsituatie van de bodem moet worden overlegd.

5. Er wordt gesproken over de BRL-K 903/07. Dit moet zijn de BRL-K 903/08.

Page 14: Grondig 11 - 2013

14 GRONDIG - November 2013

ZuiveringstechniekHet ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft de eisen voor de aan-leg en gebruik van zuiveringsvoorzieningen voor was- en spoelwater van gewasbeschermingsapparatuur vastgesteld. Deze technieken, waaronder fytobak, Phytobac, Heliosec en biofilter, vormen een keuze-mogelijkheid binnen het Activiteitenbesluit om afvalwater dat vrijkomt bij het in- en/of uitwendig reinigen te verwerken op het eigen bedrijf. Onderzoek heeft laten zien dat 95 tot 99 procent van de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in het was- en/of spoelwater wordt ver-wijderd of afgebroken. Er is gekozen voor een laagdrempelige instap, zodat het aantrekkelijk is voor ondernemers om te investeren in deze keuzemogelijkheid:• Er geldt geen keuringsverplichting voor het vaststellen van de vloei-stofdichtheid, maar de zorgplicht is van toepassing.• Ook wordt het ‘gewerkte’ substraat niet beschouwd als afval, maar kan het na een jaar composteren worden uitgebracht over landbouwgrond.• Zelfbouw is toegestaan.

Ook heeft het ministerie laten weten dat deze zuiveringstechnieken zijn opgenomen op de Vamil/MIA-lijst voor 2013.

kader). Een slibvangput en een olieafscheider zijn namelijk niet ge-schikt om gewasbeschermingsmiddelen uit water te verwijderen. Het lozen van afvalwater afkomstig van gewasbeschermingsappa-ratuur op of in de bodem (dus niet op een riolering of hemelwater-afvoer) is toegestaan:• als het uitwendig wassen plaatsvindt op een perceel waar de ge-wasbeschermingsmiddelen zijn toegepast;• als het lozen plaatsvindt als gevolg van het in een inrichting uit-wendig wassen van ten hoogste twee motorvoertuigen of werktui-gen per jaar.

Slibvangput en olieafscheiderEen combinatie van slibvangput en olieafscheider moet voldoen aan NEN-EN 858-1 (met wijzigingsblad A1) en 858-2. Voor aan-schaf dient u bijvoorbeeld een capaciteitsberekening, ofwel door-stroomcapaciteit in liters per seconde) van de afscheider te maken (zie kader). Houd bij de aanleg rekening met het feit dat zowel de aanvoerleiding naar de olieafscheider als de verbindingen in de leiding dienen te worden uitgevoerd in een materiaal dat besten-dig is tegen minerale oliën en vetten. Maak dus gebruik van HDPE/PE-buizen, PVC buizen zijn namelijk niet bestendig tegen minerale oliën en vetten. Met uitzondering van tankstations stellen de alge-

mene regels geen specifieke eisen aan het plaatsen van een olieaf-scheider. Houd echter altijd rekening met de eisen zoals gesteld in de handleiding van het product.

Onderhoud slibvangput en olieafscheiderAlle onderdelen van de olieafscheider die regulier moeten worden onderhouden, moeten altijd bereikbaar zijn. Onderhoud aan het systeem moet ten minste één keer per zes maanden worden uitge-voerd door vakkundig personeel. Het onderhoud moet worden uit-gevoerd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en bevat ten minste de volgende onderdelen: • Slibvanggedeelte: bepaling slibvolume. • Afscheider: meting dikte olielaag, controle functionering automa-

tische vlotter, controle van het waarschuwingsinstrument.• Bemonsteringsschacht: schoonmaken van het afvoerkanaal.

Olie en slib moeten zo nodig worden verwijderd. Als olie en slib zijn verwijderd, moet de afscheider worden gevuld met schoon water. Legen van de installatie wordt aanbevolen als de helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte is gevuld of tachtig procent van het opvangvolume van de afscheider is bereikt. Naar gelang de uitkomsten van het reguliere halfjaarlijkse onderhoud van de olie-afscheider, zoals dat in de NEN-EN 858-1 en 858-2 is omschreven, zal de afscheider moeten worden geleegd.Het onderhoud dient volgens NEN-EN 858-2 plaats te vinden door vakkundig personeel. Het enige criterium is dat de persoon in kwestie vakbekwaam is. Dat kan dus ook de ondernemer zelf zijn of een medewerker van het bedrijf. Uiteindelijk is het ter beoordeling van het bevoegd gezag of de persoon vakbekwaam is. De inhoud van een olieafscheider (en van de bijbehorende slib-vangput) is gevaarlijk afval en moet dan ook worden ingezameld door een erkende inzamelaar. De ondernemer mag de olieafschei-der wel zelf leeg halen, maar het verdient de voorkeur om ook dit door de inzamelaar te laten doen. De ondernemer moet namelijk altijd kunnen aantonen wat er met het gevaarlijk afval (en dus ook de olie) gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar. De NEN-EN stelt ook dat er van het onderhoud een registratie wordt bijgehouden, die beschikbaar is voor het bevoegd gezag. Het past ook binnen de zorgplicht die van de ondernemer wordt verwacht dat hij bijhoudt wanneer de afscheider is geleegd en gereinigd en wanneer onderhoud is gepleegd. Deze registratie kan worden ge-zien als een logboek en is dus via de NEN-EN wettelijk verplicht.In aanvulling op het halfjaarlijkse onderhoud staat een vijfjaarlijkse controle in de NEN-EN 858-2. In intervallen van maximaal één keer per vijf jaar moet de afscheider worden geleegd en aan een alge-mene controle worden onderworpen. Deze controle omvat de vol-gende aspecten:• Lekkage van het systeem.• Controle van de constructie. • Controle van eventueel aangebrachte coatings. • Het functioneren van de verschillende onderdelen.• Het functioneren van elektronische instrumenten en installaties. • Controle van de instelling van de automatische afsluiting, bijvoor-

beeld drijvende bestanddelen.

Richard WoltingAdviseur managementsystemen

Page 15: Grondig 11 - 2013

‘Hogere zaaisnelheid, excellentezaaikwaliteit en bewezen betere opkomst.’

Tempo zaaimachineOngeëvenaard zaairesultaat bij hoge snelheden; een garantie

voor hoge capaciteit. Tempo kan worden uitgevoerd met

een breed pakket aan opties, zoals kunstmest- en micro-

granulaattoediening. De absolute top in precisiezaai.

precies wat nodig is

Tel. +31 (0)58 257 15 55 www.homburg-holland.com

Page 16: Grondig 11 - 2013

TER OVERNAME AANGEBODEN

Grote en kleinere bedrijven in deGrond-, weg- en waterbouw

en loonwerksectorzowel op korte als langere termijn

Voor informatie kunt u contact opnemen met Jan Buma:

Wytlansdijkje 11 | 8566 JG Nijemirdum | Tel: 0514-571378 | www.bumabemiddeling.nl

Hal 11, Stand C04

Hanover / Germany

12 – 16 November 2013

Preview Days 10/11 November

tel: 0546 644 [email protected]

www.eversagro.nlVario-discs

Deelbare cultivatoren Bouwlandbemesters

Graslandverzorging Woelers

Grondbewerking voor de professional !

GEEN COMPROMIS

ALTIJD INZETBAARHOLDER is het gehele jaar inzetbaar:o.a. voor onkruid borstelen, maaien, snoeiwerkzaamheden, blad ruimen,

vegen, versnipperen en de winterdienst. Per saldo goedkoper:

één aandrijfmachine voor alle voorkomende werkzaamheden!

Gebr. De Vor Achterveld BVHessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELDTel. 0342 45 95 41 • [email protected] • www.devor.nl

Zoek en vind: Holder Nederland

Herder maaikorven,vaak geïmiteerd,nooit geëvenaard

Herder maaikorven,Herder maaikorven,vaak geïmiteerd,vaak geïmiteerd,nooit geëvenaardnooit geëvenaard

www.wimvanbreda.nl

Husmann snoeihoutversnipperaarsHusmann snoeihoutHusmann snoeihoutversnipperaarsversnipperaars

www.wimvanbreda.nl

Page 17: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 17

sch

oli

ng

praktische kennisCursus zorgvuldig graven voor grondwerkers en machinisten

Zorgvuldig graven nabij kabels en leidingen regel je niet alleen met een wet en een stapel tekeningen. Vakmensen

in het grondwerk moeten zelf oog hebben voor hun eigen veiligheid en weten hoe zij schade kunnen voorko-

men. Om dat te leren, hebben CUMELA Nederland en IPC Groene Ruimte een praktische tweedaagse cursus

ontwikkeld voor grondwerkers, machinisten en uitvoerders. Colland Arbeidsmarkt subsidieert deze cursus.

Jaarlijks worden 40.000 beschadigingen van kabels en leidingen gemeld. De kosten aan directe en indirecte schade zijn groot en maatschappelijk wordt uitval steeds minder getolereerd. Niet zelden ook gaat schade ge-paard met gevaarlijke situaties voor mede-werkers en omgeving. Uit de evaluatie van de Wet informatie-uitwisseling ondergrond-se netten (WION) is gebleken dat dit niet ligt aan het beschikbaar hebben van informatie over de ligging. Massaal vragen grondroer-ders die informatie op (ruim 500.000 keer per jaar). De vraag is dan ook: wat wordt er met die informatie gedaan en hoe zorg-vuldig wordt er gewerkt. Het management is, zo bleek, zich vaak onvoldoende bewust dat het voorkomen van graafschade iets is wat in alle bedrijfsprocessen zijn plaats moet hebben. Geconstateerd is ook dat op het punt van kennis met betrekking tot zorgvuldig graven nogal wat verbeteringen mogelijk zijn.

In de cumelasector werken we met vak-bekwame medewerkers. Het kan en mag niet zo zijn dat medewerkers onvoldoende kennis hebben om veilig en zorgvuldig te kunnen graven. Werkvoorbereiders en lei-dinggevenden kunnen hun kennis bijspij-keren bij CUMELA Nederland. De werkers buiten hebben echter belang bij praktische kennis; niet alleen vanuit de schoolbank, maar zichtbaar, tastbaar en vanuit en in de praktijk. Daarom heeft IPC Groene Ruimte samen met CUMELA Nederland een cursus ontwikkeld voor grondwerkers, machinis-ten en leidinggevenden buiten. De cursus, misschien kun je beter zeggen training, wordt in Arnhem gegeven. Deze locatie is erg geschikt om ook buiten het klaslokaal de lessen te geven; door te doen leer je het beste.

Tekst: Jan van der Leij

Cursus veilig en zorgvuldig gravenTijdens de tweedaagse cursus wordt natuurlijk onderwezen in het lezen en het gebruik van de liggingsinformatie. De buitenactiviteiten richten zich vooral op het ‘lezen’ van de grond en de omgeving en het traceren van kabels en leidin-gen met het graven van proefsleuven, voorsteken en door het gebruik van detectieapparatuur. Extra aandacht wordt gegeven aan het samenwerken en de communicatie op de bouwplaats; vaak blijkt dat daarmee al heel veel el-lende kan worden voorkomen.Programma-onderdelen zijn in elk geval:• Liggingsgegevens: tekening lezen, toegevoegde documenten,

contactgegevens.• Tekening lezen in het veld.• Proefsleuven graven: locatie en hoe.• Zorgvuldig graven, met voorsteken.• Wat te doen bij afwijkende ligging?• Wat te doen bij schade?• Veilig graven: grondstabiliteit, verontreinigingen.• Communicatie op de bouwplaats.

Kosten, bijdrage en opgaveDe kosten voor deze tweedaagse cursus bedragen € 600,00 exclusief btw. Daarin zijn inbegrepen de lesmate-rialen en elke dag een lunch. CUMELA Nederland wil zich extra inspannen om graafschade in de sector terug te dringen. Zij wil daarom dat deze winter in elk geval hon-derd werknemers worden opgeleid. Het fonds Colland Arbeidsmarkt subsidieert deze cursus voor vijftig procent voor honderd werknemers uit de cumelasector. Deze honderd deelnemers betalen in plaats van € 600,- per per-soon nu € 300,- per persoon. Deze regeling is dus exclusief voor bedrijven die de CAO LEO hanteren. Voor overige be-drijven gelden afwijkende voorwaarden. We starten in de-cember; de cursusdagen worden nog bekend gemaakt. U kunt, als u ingelogd bent, uw medewerkers opgeven voor deze cursus via de website. Zodra wij weten wanneer de eerste cursus plaats zal vinden, zullen de deelnemers in volgorde van aanmelding worden geplaatst.

Page 18: Grondig 11 - 2013

18 GRONDIG - November 2013

“ als je niks zegt, gebeurt er ook niets”Clasien de Regt, gemeenteraadslid in Etten-Leur

De aftrap in onze nieuwe serie over de rol van de cumelasector in de politiek is voor

Clasien de Regt van loon- en grondwerkbedrijf P.H. de Regt en Zn. BV uit Etten-Leur.

Zij zit voor de VVD in de gemeenteraad van Etten-Leur. Voor de deur merkt ze hoe

weinig aandacht er is voor bijvoorbeeld de brede werktuigen waarmee het cume-

labedrijf werkt. “Dat wil ik veranderen, ze moeten ons gewoon weer in het vizier

krijgen.”

In de regio is ze geen onbekende. Regelmatig staat ze met uitspraken in het regionale dagblad BN De Stem. Als het om agrarische onderwerpen gaat, weet de sector haar te vinden en ook op Twitter laat ze van zich horen. “Het gaat om aan-dacht vragen en zaken blijven aanhalen”, zegt Clasien de Regt. “Soms win je wat, soms niet. Maar als je niks zegt, gebeurt er ook niets.”Sinds 2002 is ze politiek betrokken. Eerst als burgerlid, sinds 2006 als raadslid van de plaatselijke oppositiepartij VVD, naar eigen zeggen dé partij voor ondernemers. Haar kinderen wa-ren de aanleiding. “De school van mijn kinderen zou vanuit het dorp worden verplaatst naar een nieuwbouwwijk. De directeur deed daar nogal gelaten over, maar ik wilde graag weten hoe dat zat, dus ik vroeg een gesprek aan met de betrokken wet-

houder. Van het één komt het ander. Als je eenmaal besmet bent met de politiek, kom je er moeilijk van af.”

Tussen soep en aardappels doorHaar man runt met zijn broers het loon- en grondwerkbedrijf P.H. de Regt en Zn. BV. Zijzelf noemt zich huismanager. Ze zorgt voor off ertes, maar ook dat de mannen op tijd te eten krijgen. Tussen de soep en de aardappels door doet ze haar politieke freelancewerk. Zo’n twintig uur in de week is ze ermee bezig, van het bijwonen van vergaderingen tot aan het contact hou-den met andere politieke connecties. “Ik vind het ontzettend leuk en afwisselend werk. De ene keer zit je met je neus in een miljoenenbegroting of een 900 pagina’s tellend bestemmings-plan buitengebied exclusief 64 bijlages, de andere keer zorg je ervoor dat er van omgevallen bomen recreatiebankjes worden gemaakt”, vertelt ze. Zelf vindt ze haar loonwerkachtergrond een groot voordeel. “Ik kom overal en hoor en zie van alles waarvan ik denk: dat moet op de politieke agenda.” Zo maakt ze zich momenteel sterk voor een parkeerverbod op wegen in het buitengebied. “Het gebeurt heel veel dat er auto’s of vrachtwagens half in de berm geparkeerd staan of dat voer-tuigen worden neergezet op passeerstroken. Behalve dat een hakselaar van drieënhalve meter breed er dan nauwelijks langs kan, levert het ook levensgevaarlijke situaties op, want wat als een hond, of kind, ineens van achter die geparkeerde auto’s de straat op rent? Een trekker of auto kan dat niet meer bijrem-men. Nu kan de politie de bestuurders van die voertuigen er niet op aanspreken, want er is geen parkeerverbod, maar met een verbod heeft ze handvatten om in te grijpen.”

Als loonwerkersvrouw actief zijn in de politiek heeft echter ook zijn nadelen. “Ik word door politieke collega’s wel eens beticht van belangenverstrengeling, al heeft niemand dat ooit nog kunnen bewijzen. Ze hebben geprobeerd om me van het dos-sier bestemmingsplan buitengebied af te halen, alleen maar

Naam: Clasien de RegtBedrijf: Loon- en Grondwerk P.H. de Regt en Zn. BV in Etten-LeurWerkzaamheden: huismanager, van offertes maken tot eten brengenGemeente: Etten-LeurPartij: VVD Functie: raadslidBeleidsterreinen: sociale en maatschappelijke zaken, ruimtelijke ordening en openbaar gebiedTijd: 20 uur in de weekPolitiek betrokken sinds: 2002Benodigde eigenschappen: veel geduld, op strepen dur-ven staan, lef tonen, voor jezelf op durven komenSlogan: het maakt niet uit welke kleur de kat heeft, als hij maar muizen vangt. Twitter: @Clasienderegt

Politiek ondernemendVolgend voorjaar zijn de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. In de aanloop daar naar toe belichten we een aantal ondernemers uit de sec-tor die actief zijn in de politiek. Wat is hun motivatie, wat hebben ze be-reikt en wat is hun ambitie? De po-litieke kleur verschilt , maar uitein-delijk hebben ze allemaal vooral het sectorbelang als aandachtsgebied. Want je kunt je ergeren aan belem-meringen voor landbouwverkeer, je kunt er ook zelf wat aan doen.

Page 19: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 19

omdat ze dachten dat ik er voordelen voor het loonbedrijf uit zou kunnen halen. Ten eerste ligt het bedrijf niet eens in het buitengebied, ten tweede stelt de wet dat belangenverstren-geling op dit vlak alleen mogelijk zou zijn bij een boerenbe-drijf en dat zijn we niet. Dus ik zie deze aantijgingen maar gewoon als compliment. Als ik onzin zou praten, zouden ze niet de moeite nemen me van het dossier af te halen.”

Agrarische aandachtMet 27 raadsleden, van wie twee met een agrarische achter-grond, ligt de politieke aandacht in de gemeente Etten-Leur niet in de agrarische hoek. “Onze gemeente heeft de agra-rische sector niet in het vizier”, zegt De Regt. Ze wijst naar weg die langs het bedrijf loopt. De Donkerstraat is strak en opnieuw geasfalteerd met duidelijke belijning. Probleem: hij is maar zes meter breed. Met veel vrachtverkeer, een busroute en landbouwmachines is de weg daarom krap te noemen. Een automobilist die de hakselaar van de fi rma De Regt tegemoet komt, zit niet meer prettig achter het stuur. “Denk niet dat de gemeente de agrarische sector wat vraagt als wegen worden aangepast. Datzelfde geldt voor de bor-den ‘Oogsttijd - pas op slipgevaar’. Hoewel omliggende ge-meenten deze borden overal hebben geplaatst, vindt onze gemeente het niet nodig.”Erg jammer, vindt het raadslid. “Daarom blijft het belangrijk dat die agrarische sector ook zelf in de politiek vertegen-woordigd is. Ik zit dan wel in een oppositiepartij, maar ook ik kan zaken op de agenda zetten. Het gaat om aandacht vra-gen en mensen met informatie blijven voeden.” Om een voorbeeld te geven van de invloed die ze kan uit-oefenen: “Laatst was ik op een regionale bijeenkomst over de nieuwe Maatlat Duurzame Veehouderij. Ik heb daar een verslag van gemaakt, doorgestuurd naar Helma Lodders, Tweede Kamerlid voor de VVD, en niet veel later heeft ze daar-over vragen gesteld aan de minister. Dat zijn leuke dingen.”

SamenwerkingNetwerken vindt ze ook erg belangrijk. “Zonder samenwer-king kom je er niet. Door te netwerken, of het nu op bijeen-komsten is of via sociale media, laat je weten wat er gebeurt in de sector. Dat is belangrijk”, zegt ze daarover. Het is ook een reden waarom de VVD haar zo aanspreekt. “Ik vind het een groot voordeel dat onze gemeentelijke afdeling van de VVD lijnen heeft naar de Tweede Kamer, de provincie en naar de waterschapsfractie. Zo wilden ze hier het nieuw natuurge-bied Noordrand Midden aanleggen, dat tegen agrarisch ge-bied aan zou komen te liggen. Je kunt je dus voorstellen dat er daardoor beperkingen voor de aangrenzende agrariërs zouden komen. Wij als lokale VVD waren tegen, maar de VVD in de waterschapsfractie was voor. We zijn met elkaar om de tafel gaan zitten. Wij hebben een voorstel gedaan voor een gescheiden watersysteem. We hebben studenten gevraagd het concept uit te rekenen en op die manier zijn we eruit ge-komen. We hadden daardoor op drie terreinen winst: natuur, economie en onderwijs.”

Hoewel gedreven en enthousiast is ze na de komende ver-kiezingen niet in voor de functie van wethouder. Wel staat ze als tweede op de lijst en hoopt ze weer als raadslid aan de slag te kunnen. “Ik wil het agrarisch geluid blijven laten horen. Het is belangrijk voor de sector. Ik hoop dat er ook in andere partijen meer agrariërs komen. Ten eerste moet ik nu alles drie keer uitleggen. Als ik het heb over ‘teeltondersteu-ning’ zit iedereen me in de raad vragend aan te kijken. Ten tweede, en eigenlijk belangrijker: de agrarische sector is de belangrijkste economische poot van Brabant, dus politieke vertegenwoordiging is noodzakelijk.”

Tekst en foto: Marjolein van Woerkom

Page 20: Grondig 11 - 2013

Ophaalbijdrage Deurne, Tilburg, Uden en Lichtenvoorde

De mestmarkt blijft momenteel rustig en er is zelfs sprake van stabilisatie op een prijs van € 20,-. Dat is enkele euro’s onder het prijsniveau van de laatste jaren. (Bron: DCA-markt)

Ophaalbijdrage Barneveld en Markelo

De ophaalbijdragen voor de mest lijken dit jaar iets meer naar elkaar toe te kruipen. In Midden-Nederland blijft die bijdrage nog stijgen en gaat die richting de € 18,-. (Bron: DCA-markt)

GRONDIG - November 201320

econ

om

ie

€ 12,00

€ 14,00

€ 16,00

€ 18,00

€ 20,00

€ 22,00

€ 24,00

€ 26,00

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52

In e

uro

per t

on

Gemiddelde ophaalbijdrage vleesvarkensdrijfmest vanaf 1 januari 2008 gebieden Barneveld en Markelo

bron: DCA Kenniscentrum

2008 2009 2010 2011 2012 2013

€ 14,00

€ 16,00

€ 18,00

€ 20,00

€ 22,00

€ 24,00

€ 26,00

€ 28,00

€ 30,00

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52

In e

uro

per t

on

Gemiddelde ophaalbijdrage vleesvarkensdrijfmest vanaf 1 januari 2008 gebieden Deurne, Tilburg, Uden en Lichtenvoorde

bron: DCA Kenniscentrum

2008 2009 2010 2011 2012 2013

De nieuwe onderneming neemt van Jans-Van Gemeren het dealerschap in Midden-Brabant over van de merken Claas, Amazone en Kaweco en zal gevestigd blijven op de huidige locatie. Volgens directeur Erwin Ros van Kamps de Wild is het de bedoeling om dit op termijn uit te breiden met andere merken uit de Reesink-groep. “Via Jean Heybroek gaan we ook de producten van Toro verkopen en voor Kemp zal het grondverzetmateri-eel worden vertegenwoordigd. Dat gaat om de Atlas-kranen en de IHI-machines. Vanaf volgend jaar kan daar ook Kobelco bij komen.”Ros benadrukt dat het besluit om de activiteiten over te nemen in goed overleg is genomen. “Het is ons beleid om samen met de dealers te wer-ken aan een sterkere organisatie, waarin we als Kamps de Wild participe-ren. Het is aan de lokale bedrijven om daar al dan niet op in te gaan. In dit geval wilde Johan Jans iets anders gaan doen en is het besluit genomen om de activiteiten aan ons over te doen. Wij bekijken nu samen met de buurbedrijven hoe we misschien bepaalde activiteiten kunnen combine-ren. Zo bespreken we de mogelijkheden om tot een soort expertcentrum voor de grote zelfrijdende machines te komen.”De overname betekent ook dat Van Gemeren zich als dealer weer geheel op het eigen werkgebied zal richten. Dat is Zuidwest-Nederland inclusief West-Brabant. In dat gebied zal Johan Jans ook voor Van Gemeren aan de slag gaan als vertegenwoordiger.De overname van Jans-Van Gemeren wordt door Reesink geheel uit eigen middelen gefinancierd. De gelden daarvoor komen beschikbaar uit de nieuwe financieringsfaciliteit die Reesink heeft verkregen voor de over-name van Pon Material Handling.

nieuw dealerbedrijf kamps de wildReesink blijft werk maken van het uitbreiden van zijn eigen dealernet. De afgelopen weken zijn de

Kamps de Wid merken van Jans-Van Gemeren Mechanisatie in Veghel overgenomen. Ze worden

ondergebracht in een nieuwe dochteronderneming van Kamps de Wild, genaamd Landtech Zuid.

Argo is gezondArgo, het moederbedrijf van de trekkermerken McCormick en Landini, heeft de afgelopen jaren een positief resultaat gehaald. Dit bleek uit de jaarcijfers die werden gepresenteerd tijdens de introductie van een serie nieuwe trekkers. De Argo-groep is een familiebedrijf dat in handen is van de familie Morra. Die verklaarde zich de komende jaren volledig te con-centreren op het bouwen en verkopen van trekkers vanuit de fabriek in het Italiaanse Fabbricio. Tijdens de persbijeenkomst verklaarde eigenaar Morra dat dit een les is die is geleerd in het verleden. “Helaas is het produceren van McCormicks in het buitenland geen succes geworden. Daarom hebben we besloten tot een herstructurering en gaan we alleen nog in Italië trekkers bouwen.” Tegelijkertijd is ook de beslissing ge-nomen om zich als bedrijf te concentreren op trekkers. Dit heeft geresulteerd in het afstoten van belangen in andere bedrijven, zoals Laverda en Fella.Het afgelopen jaar heeft het bedrijf een omzet ge-haald van 529 miljoen euro, wat een winst voor belas-ting van 9,3 procent opleverde. Momenteel worden er in het bedrijf 17.000 trekkers per jaar gebouwd. Dat aantal zou kunnen groeien tot 25.000.

Page 21: Grondig 11 - 2013

De waarde van mest: vleesvarkensmest

De bemestende waarde van vleesvarkensmest is gedaald tot onder de € 16,-, gebaseerd op mest met 7 kg stikstof (65 procent werkzaam), 4 kg fosfaat, 7,2 kg kali en 1,8 kg mag-nesium. Waarde uitgedrukt in prijzen voor kunstmest, exclusief btw (Bron: LEI).

Sterkere seizoensmatige daling

Net als in voorgaande jaren daalt de dieselprijs dit najaar. De prijs ligt nu onge-veer acht cent beneden die van een jaar geleden. Ten opzichte van de prijs van vorig jaar zonder de accijnsverhoging is de kostprijs nog zeker tien cent hoger.

Gemiddeld Rentepercentage op vreemd vermogen

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

2,0%

2,5%

3,0%

3,5%

4,0%

4,5%

5,0%

Grondverzet Gemengd Agrarischloonwerk

Cumelasector

2011 2012

GRONDIG - November 2013 21

€ 95

€ 100

€ 105

€ 110

€ 115

€ 120

€ 125

€ 130

jan

febr mrt

april

mei

juni juli

aug

sept ok

t

nov

dec

Prijs

per

100

lite

r

2013 2012 2012 (EN590*)

0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

14,00

16,00

18,00

20,00

2010 2011 2012 2013

magnesium

kali

fosfaat

stikstof

Reesink rondt overname afAfgelopen maand heeft Reesink de overname van Pon Material Handling defi nitief afgerond. Daaronder val-len Motrac en Pelzer. Dit zijn bedrijven die actief zijn in Nederland, België en Duitsland. Voor de overname heeft Reesink onderhands nieuwe aandelen geplaatst Daarnaast komt er een publieke emissie.

Probotiq naar Louis NagelDe Dutch Power Company, eigenaar van onder meer importbedrijf Louis Nagel, neemt Probotiq over. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van voertuigen die geautomatiseerd herhaalwerkzaam-heden uitvoeren. Het gaat dan om robotvoertuigen die bijvoorbeeld boom- en wijngaarden spuiten of maaiap-paratuur voor golfterreinen. Ook in de akkerbouw ver-wacht het bedrijf werkzaamheden te kunnen automati-seren. De techniek van Probotiq is daarvoor al toegepast op bestaande trekkers met traploze transmissie. De ver-koop zal straks via Louis Nagel verlopen.

Nieuw revisiecentrum HitachiHitachi heeft naast de fabriek in Oosterhout een nieuw revisiecentrum geopend. In dit bedrijf is één miljoen euro geïnvesteerd om ruimte te krijgen om hoofdpom-pen, draai- en rijmotoren en cilinders te reviseren. In de nieuwe vestiging zullen alleen onderdelen worden ge-reviseerd die door Hitachi zijn gemaakt. Onderdelen die worden aangekocht worden bij de betreff ende fabrikant, zoals bijvoorbeeld ZF onder handen genomen. In eerste instantie richt het bedrijf zich op onderdelen van machi-nes die in Europa zijn gebruikt en worden verkocht.

KORT NIEUWSCUMELA-Kompas Analyse: rente vreemd vermogen

In 2012 was het rentepercentage op het vreemd vermogen bij cumelabedrijven ge-middeld 4,0 procent. Dit is een tiende procentpunt lager dan in 2011. Dat blijkt uit bijgaande grafi ek, die is opgesteld op basis van ruim 200 deelnemers aan de kenge-tallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse.Het rentepercentage vreemd vermogen is de verhouding tussen betaalde rente en gemiddeld aanwezig vreemd vermogen. Voor het vreemd vermogen wordt uitge-gaan van zowel de kort- als de langlopende schulden. Onder de kortlopende schul-den vallen ook de crediteuren en overige kortlopende schulden. Hierdoor ligt het be-rekende rentepercentage binnen CUMELA-Kompas Analyse lager dan het werkelijke rentepercentage dat bedrijven betalen voor leningen en de rekening courant.Wat opvalt in de grafi ek is dat zowel in 2011 als in 2012 de grondverzetbedrijven met een duidelijk lager rentepercentage te maken hebben dan de agrarische loonbedrij-ven. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat agrarische loonbedrijven kapitaalsin-tensiever zijn. Dit zien we terug in de verhouding tussen langlopende en kortlopende schulden. Deze is bij agrarische loonbedrijven fors hoger. Het aandeel rentevrije schulden, zoals crediteuren, is duidelijk lager. Bovendien wordt er in de agrarische sector sneller betaald, wat tevens zorgt voor lagere kortlopende schulden. Een ande-re verklaring hiervoor kan zijn dat het rendement en de eigen-vermogenspositie van grondverzetbedrijven gemiddeld beter zijn dan die van de agrarische loonbedrijven. Hiermee lopen fi nanciers minder risico en dus vragen ze een lager rente percentage.

Page 22: Grondig 11 - 2013

22 GRONDIG - November 2013

du

urza

am

heid

bio

ma

ssa

mest(verwerking), compost en groene biomassaGescheiden werelden of kansen voor slimme combinaties?

CUMELA Nederland en de BrancheVereniging Organische Reststoffen (BVOR) organiseren op 7 no-

vember in Nijkerk een seminar waarin de ontwikkelingen rond mest(verwerking), compost en (groe-

ne)biomassa worden toegelicht. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt geïllustreerd welke

kansen deze bieden voor ondernemers in de cumelasector en de BVOR-achterban.

De markten van de organische reststromen, groene biomas-sa en mest zijn enorm in ontwikkeling. Nieuwe wetgeving en technologie ontwikkeling maken bestaande ‘zekerheden’ minder vanzelfsprekend. Ze bieden tegelijkertijd kansen voor innovatieve ondernemers. Zo zal de mestverwerkings-plicht grote invloed krijgen op de markt voor mestbewerking en -afzet. Voor andere organische reststromen en groene biomassa wordt door de markt al gezocht naar steeds hoog-waardiger toepassingen. Dit wordt ondersteund door het ‘biobased economy’-beleid van de overheid. Wellicht zullen er ook meer dwarsverbanden ontstaan tussen de tot dusver grotendeels gescheiden werelden van mest en biomassa. De werelden van (groene) biomassa en mest zijn nog vrij gescheiden, maar er ontstaan steeds meer raakvlakken. Compost, meestal toegepast om zijn bodemverbeterende werking, kan worden verrijkt met mest teneinde de be-mestingswaarde te verhogen. Mestvergisters halen hogere rendementen met de toevoeging van (groene) biomassa. Compostering en vergisting kennen hun eigen technieken en regelgeving. De gezamenlijke inzet van biomassa en mest in één van deze technieken roept echter vragen op. Hans Verkerk zal de wet- en regelgeving rond mest(verwerking), organische restromen, biomassa en compost uiteenzetten. Ook zal hij aangeven waar de wetgeving combinaties mo-gelijk maakt en uitsluit. Aan de orde komen de regelgeving en de technische eisen die worden gesteld aan mengsels van deze stromen en het belang dat pathogene organismen worden geëlimineerd: kiemreductie met de juiste behande-ling. Aan groene biomassa worden eisen gesteld om deze te kunnen toepassen in een vergister; dus ook welke biomassa kan en mag ik in een co-vergister toepassen, aan welke tech-nische specificaties moet het voldoen? En tot slot wat kan en mag ik met het digestaat (vergiste mest)?Arjen Brinkmann (BVOR) gaat in op de bestaande situatie en ontwikkelingen rond de opwerking van organische reststro-men en biomassa. Het gaat dan om rendabele (alternatieve) toepassingen van bestaande producten uit biomassa, maar ook om alternatieve bewerkings- en verwerkingsmethoden. Hoe gaan we van monoverwerking naar het benutten van meer waardevolle componenten uit de biomassa. De verwer-king van biomassa stelt steeds hogere eisen aan de input en

Het seminar is van belang voor elke ondernemer die meer wil met mestver-werking en/of biomassa. Het wordt gehouden op 7 november in De Schakel, Oranjelaan 10, 3862 CX Nijkerk.

Het programma ziet er als volgt uit:15.45 uur Ontvangst met koffie.16.00 uur Opening.16.15 uur Inleiding Hans Verkerk: verwerken van (groene) biomassa en

mest: kan dat samen?17.00 uur Inleiding Arjen Brinkmann: ontwikkelingen rond de opwerking

van organische reststromen en biomassa.17.45 uur Pauze met broodjes en koffie.18.30 uur Drie inleidingen van uit de praktijk: • Sieta de Vries (provincie Utrecht): kansen bij samenwerking in de

biomassaketen van bermgras naar groengas. • Gjalt de Haan (ondernemer): noodzaak en kansen van hoog-

waardig bewerken van biomassa. • Rob Aartssen (Den Ouden Groep): praktijkervaringen uit de

markten van compost, biomassa en dierlijke mest.19.30 uur Afsluiting met een drankje.

Heeft u belangstelling? Deelname is alleen mogelijk als u zich opgeeft door middel van het invullen en opsturen van het deelnameformulier dat u vindt op de site van CUMELA Nederland. Voor vragen kunt u contact opnemen met Hans Verkerk ([email protected]), Jan van der Leij ([email protected]) of Arjen Brinkmann ([email protected]).

Page 23: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 23

het proces. In het bijzonder zal Brinkmann daarom stilstaan bij het belang van kwaliteitsborging, maar ook van dat van samenwerking in biomassaketens. Een drietal sprekers zal tot slot zijn praktische visie geven op het belang van samenwerken in de keten, het belang van hoogwaar-dige verwerking van (groene) biomassa en waarom ondernemers juist kansen zien in de verwerking van mest samen met groene biomassa.

Hans VerkerkSecretaris sectie Meststoff endistributie

Wat is wat?Organische reststromen Een verzamelnaam; het zijn eindproducten en reststromen van dierlijke of plantaardige herkomst die steeds meer een doelma-tige benutting krijgen. Reststromen uit de voedings- en genot-middelenindustrie (VGI) worden veelal nuttig als diervoeder gebruikt. Soms worden deze reststromen uit de VGI benut voor energieopwekking via onder andere vergisting.

Groene biomassa Komt op veel plaatsen in ons land vrij bij het onderhoud van stad en landschap; het bestaat voornamelijk uit maaisel en snoeiresten. Het wordt nu en zal ook in de toekomst voor een belangrijk deel worden verwerkt tot compost.

Biomassa Zijn houtsnippers en -pellets die vrijkomen bij bosonderhoud, het rooien van bomen en de verwerking van sloophout. Het wordt vooral gebruikt als brandstof in biomassacentrales.

Mest Bestaat uit uitwerpselen van dieren en de (gedeeltelijk) ver-teerde maag- en darminhoud van dieren. Mest die ontstaat op agrarische bedrijven wordt voor een deel weer benut op het eigen bedrijf. Een niet onbelangrijk deel wordt elders afgezet en zal gezien de nieuwe mestwetgeving moeten worden ver-werkt, waarvoor veelal eerst een bewerking moet plaatsvinden.

In deze rubriek behandelen we iedere maand een onderwerp op het gebied van aanbestedingen en het aannemen van werken. Heeft u ook een vraagstuk, laat het CUMELA Nederland weten.

IN KORT BESTEKHeraanbesteden, mag dat?

Beste Helmy,Ik had ingeschreven bij een openbare inschrijving. Na opening van de inschrijvingen berichtte de opdrachtgever dat hij het werk niet zou gunnen. Nu zet de opdrachtgever in mijn ogen hetzelfde werk weer in de markt. Mag dat? Ik was de enige rechtsgeldige inschrijver en heb het idee dat de aanbestedende dienst het werk graag wil opdragen aan een andere, goedkopere partij.

Beste aannemer,Onder het hoofdstuk gunningsbeslissing staat in artikel 2.26.5 van de ARW 2012: “De aanbesteder stelt de inschrijvers zo spoedig mo-gelijk gelijktijdig schriftelijk, in elk geval per fax of elektronisch be-richt, in kennis van de beslissingen die zijn genomen op grond van de artikelen 2.26.2 tot en met 2.26.4 en, in voorkomend geval, de beslissing om de opdracht niet te verlenen. enz. enz.” Een te hoge of te lage prijs kan een reden zijn de opdracht niet te verlenen.De ARW geeft geen duidelijkheid over wanneer een aanbestede dienst heraanbesteed mag worden. In de jurisprudentie komen de meeste uitspraken erop neer dat als een aanbesteding heeft plaatsgevonden en er geschikte inschrijvingen zijn ingediend, het de aanbestedende dienst niet is toegestaan het werk opnieuw aan te besteden. Een nieuwe aanbesteding kan alleen als de op-dracht wezenlijk is gewijzigd: in feite moet er dus sprake zijn van een nieuwe opdracht.Een kleinere omvang van het werk is discutabele wijziging. Dit moet substantieel zijn. Als gelijktijdig de selectie-eisen aan de nieuwe omvang van het werk worden aangepast, ontstaat een andere situatie. Op dat moment kan dit nieuwe werk leiden tot in-teresse van andere inschrijvers, bijvoorbeeld omdat zij nu kunnen voldoen aan de verlaagde criteria. Ook de selectie-eisen kunnen zijn gewijzigd, waardoor inschrijfmogelijkheden ontstaan voor nieuwe inschrijvers. Van een wezenlijke wijziging is ook sprake als er administratieve voorwaarden worden gewijzigd zodanig dat risico’s worden verlegd.Blijft staan dat als een heraanbesteding plaatsvindt en de op-dracht niet wezenlijk is gewijzigd, u dan tegen die heraanbeste-ding kunt opkomen, zoals het juridisch heet. De kernvraag blijft: bent u ervan overtuigd dat dit hetzelfde werk is?

Helmy Coenen Adviseur GWW

Page 24: Grondig 11 - 2013

fendt.com

Fendt ervaren. Bergen verzetten.Beleef het mee op de Agritechnica; grote innovaties, verweven technologieën en een toekomst, die elektriseert.Ontdek wat u concrete voordelen brengt - bijvoorbeeld, meer vermogen in de oogsttechniek, het zuinigste Vario programma aller tijden of de bijzondere en betere Fendt oplossingen tot in detail.Tijd om bergen te verzetten! Uw toekomst staat voor u klaar. Meer op www.fendt.com/agritechnica

Gedurende de Agritechnica zullen 2 Nederlandse rayonvertegenwoordigers aanwezig zijn op de stand.

Fendt wereldpremières Fendt 900 Vario Kan meer. Doet het beter.

Fendt 800 Vario Superieur. Tot in detail.

Fendt X Concept De toekomst elektriseert.

Fendt Variotronic Omdat integratie voorsprong verschaft.

Fendt Katana programma De kracht van precisie.

Fendt X- / P-Serie Efficiëntie is doorslaggevend.

Agritechnica 201312 t/m 16 novemberHal 9 · D 24

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr . De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nlImporteur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Fendt is een wereldwijd merk van AGCO.

Fendt_AGRI2013_230x297-nieuw.indd 1 22-10-13 14:43

Page 25: Grondig 11 - 2013

wet

ten

en

reg

els

GRONDIG - November 2013 25

De winst van opleiden

De wintermaanden staan weer voor de deur. Niet altijd is er in deze peri-ode voldoende werkaanbod en dus kunnen de wintermaanden de beste periode zijn om uw medewerkers een cursus te laten volgen. In een tijd waarin bedrijven extra op de kosten moeten letten, krijgt opleiden echter vaak een lagere prioriteit. Begrijpelijk, maar hoe moet u de titel van deze column dan interpreteren?We moeten allemaal langer werken. Er is een periode geweest dat mede-werkers na veertig dienstjaren soms al op hun 56e gebruik konden maken van de vervroegde uittreding. Nu weten we dat we allemaal minimaal tot ons 67e moeten werken voordat er een recht op pensioen ontstaat. Deze leeftijd zal de komende jaren naar verwachting nog hoger worden. Dit betekent dat we ten minste tien jaar langer actief zijn op de arbeidsmarkt dan in de jaren negentig. Het vraagt daarom een grotere inspanning van werkenden om aantrekkelijk te blijven op de arbeidsmarkt. Hoe kunnen we dat met elkaar bereiken? Soms lijkt ‘opleiden’ wel het toverwoord en dé oplossing voor alle problemen. Maar opleiden brengt kosten met zich mee en dat maakt dat bedrijven tegenwoordig wat voorzichtig zijn. CUMELA is zich daarvan zeker bewust en kiest daarom voor een andere benadering. Opleiden moet uw bedrijf rendement opleveren. De meer-waarde van de cursus moet zich vertalen in lagere (faal)kosten en/of ho-gere opbrengsten. Door vooraf met u als ondernemer af te stemmen wat uw verwachtingen zijn van de training en achteraf te toetsen of dit ook daadwerkelijk is gerealiseerd, controleren we de ambitie. Heeft u bijvoor-beeld de cursus voor het Nieuwe Rijden op het programma staan, dan spreken we graag met u af hoeveel brandstofbesparing u wilt realiseren. Door vervolgens de opgedane kennis te vertalen naar acties binnen uw onderneming en de uitkomsten periodiek te meten, kunt u direct zien welke winst u per saldo met de cursus heeft behaald. Binnen het nieuwe cursusprogramma krijgt het onderdeel communicatie meer aandacht. Het delen van kennis en informatie met anderen op de werkplek en het met elkaar afstemmen wie welke verantwoordelijkheid draagt, zijn belangrijke aandachtsgebieden in de cursus Veilig en zorgvul-dig graven. Als een tweedaagse training van € 300,- één graafschade kan voorkomen, heeft u de kosten van de training al dubbel en dwars terugver-diend. Uw winst is niet alleen een beperking van uw eigen risico, maar ook een verbetering van uw imago. De winst van het opleiden ontstaat door de combinatie van duidelijke ambities en een passende opleiding. Wij adviseren u graag.

Hannie ZweverinkDirecteur belangenbehartiging CUMELA Nederland

CAO & zO

Tijdelijke btw-verlaging verlengd

De regeling voor de tijdelijke btw-verlaging is verlengd tot 31 december 2014. Per 1 maart 2013 verlaagde staatssecretaris Weekers van Financiën tijdelijk het btw-tarief voor renovatie en herstel van woningen ouder dan twee jaar. Het aanleggen en onderhouden van tuinen valt eveneens onder de verlaging. Het verlaagde btw-tarief geldt alleen voor de component arbeid. Het tarief van een graafmachine of trekker die voor werkzaamheden wordt ingezet, hoeft niet te worden gesplitst in een arbeids- en machineaandeel. Materiaal dat u verwerkt in de tuin, zoals rio-leringsmateriaal of tegels, moet wel tegen 21 procent worden gefactureerd.

Registratie transporteurs dierlijke bijproducten

Al eerder meldde CUMELA Nederland dat transporteurs van dierlijke bijproducten (waaronder mest) zich moeten registreren bij de NVWA en dat zij u adviseert om dat nog niet te doen. Dit advies geldt nog steeds.Inmiddels heeft een onafhankelijk adviesorgaan van de over-heid op het gebied van administratieve lasten (Actal) een advies naar de staatssecretaris van Economische Zaken gestuurd. In het advies komt het orgaan tot de conclusie dat een dubbele regis-tratie niet noodzakelijk is en adviseert het de staatssecretaris om hierover zo spoedig mogelijk een besluit te nemen, omdat ondernemers op dit moment al verplicht zijn om zich dubbel te laten registreren.

Depotstelsel komt echt in 2014

In 2014 wordt de g-rekening vervangen door het depotstelsel. Dit blijkt uit het Belastingplan 2014. In 2009 was de besluitvor-ming al rond. Het duurde echter nog even voordat de compu-tersystemen bij de Belastingdienst deze wijziging mee konden nemen. Voor meer informatie over het depotstelstel kunt u te-recht op cumela.nl.

Agentschap NL en Dienst Regelingen fuseren

Agentschap NL en Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken gaan fuseren. De organisaties gaan naar verwachting per 1 januari 2014 samen. Het nieuwe agentschap wordt het aanspreekpunt op het gebied van innovatie, duur-zaamheid, landbouw en internationale samenwerking. De nieu-we naam van de organisatie is nog niet bekend.

Page 26: Grondig 11 - 2013

de volgende bedrijven heten u van harte welkom op de agritechnica...

Hal 1 - Stand C03 Hal 11 - Stand C04 Hal 9 - Stand B24 Hal 9 - Stand D24 Hal 15 - Stand D12

Hal 13 - Stand C31 Hal 4 - Stand A42 Hal 16 - Stand B18 Hal 27 - Stand E02 Hal 5 - Stand D38

Hal 27 - Stand E02 Hal 11 - Stand B43 Hal 4 - Stand B27

Hal 27 - Stand A15 Hal 16 - Stand C18a Hal 9 - Stand G10

Hal 16 - Stand B06 Hal 26 - Stand E11a Hal 17 - Stand F05

2122 23

24

25 26

27

17

16

15

1

P35

FF

WEST 3 NORD 1

WEST 2

P35 P34

2122 23

24

25 26

12 1113

27

17

16

15

14

6

7

8

9

3

4

5

2

1

18

P35P

35

P32

P34

12 - 16 november 2013Hannover, Duitsland

Page 27: Grondig 11 - 2013

RUIM MATENPAKKET, UITSTEKENDE PRESTATIES, HOOG RENDEMENT, KWALITEIT, TOP IMAGO.

BANDEN VOOR PROFESSIONALS

W W W . V R E D E S T E I N . N L

BANDEN VOOR PROFESSIONALS

Flotation Pro Traxion+ Flotation Trac Traxion 85 Flotation+

id7_VSTEIN_2573118_001.indd 1 23-8-2013 10:35:25

Page 28: Grondig 11 - 2013

28 GRONDIG - November 2013

ven

t en v

isie

Klanten, daar draait het om bij Krone. Het is onderdeel van de complete bedrijfsvoering. Misschien is dat nog wel het best te zien bij de parkeerplaats voor het hoofdkantoor. Daar zijn de mooiste plaatsen gereserveerd voor Kunden (klanten; red.), benadrukt di-recteur Bernard Krone. “Daar willen we geen auto’s van vertegen-woordigers, terwijl een klant een plekje moet zoeken, omdat de gastenparkeerplaats vol is.” Klanttevredenheid is een thema dat Krone in het gesprek herhaal-delijk benadrukt. Of het nu gaat om dealers, service of gebruiksge-mak, telkens komt hij terug op dat thema. Wie het doet of hoe het gebeurt, maakt volgens Krone niet uit. Als de klant aan het eind maar tevreden is.Dicht bij de klant staan, is volgens Krone het geheim van het aan-houdende succes van Krone in de afgelopen jaren. “Wij stellen geen bijzondere eisen aan onze dealers. Ze hoeven niet groot te zijn, als ze maar zorgen dat de problemen worden opgelost. Dat be-tekent een goede werkplaats of serviceauto, deskundige monteurs en bereikbaarheid. Klanten accepteren wel dat er iets misgaat, als je het maar oplost. Dat is dus iets wat wij vragen van onze serviceor-ganisatie. Dat kunnen grote bedrijven zijn, zoals Bromach in Noord-Nederland of Abemec in het zuiden, maar ook kleine, zoals Van der Kolk in Zetten”, vertelt Krone. Behalve het verlenen van service is het volgens hem ook belangrijk dat ze het complete probleem oplossen. Dus als het gaat om het afhandelen van garanties of bij-voorbeeld een discussie over een probleem contact leggen met de Nederlandse vertegenwoordiger en zorgen dat het probleem de wereld uit gaat.

Het is een werkwijze die Krone al jaren hanteert in de Benelux en thuisland Duitsland, maar die in andere landen soms nog moeilijk kon worden verwezenlijkt. Vooral als er geen directe fabrieksorga-nisatie is, zo merkt het bedrijf. Dat was de reden om de afgelopen jaren in Frankrijk en Engeland de importeursorganisatie te wijzigen. In Frankrijk heeft Krone nu binnen de Amazone-groep een eigen vertegenwoordigersteam. In Engeland is zelfs een eigen organi-satie opgebouwd. “Met succes”, stelt Krone met een glimlach vast. “In Engeland is de omzet inmiddels verdrievoudigd, in Frankrijk in enkele jaren verdubbeld. We merken ook dat we nu in de veehou-derijgebieden veel beter vertegenwoordigd zijn.”Die houding van dicht bij de klant staan, hoort volgens Krone bij

de markt waarin het bedrijf actief is. “We werken nu eenmaal voor meer dan negentig procent van de gevallen met familiebedrijven. Dat zijn geen ondernemingen die alleen maar naar de winst of share holders value kijken. Die willen continuïteit en binnen een eenvoudige bedrijfsvoering hun inkomen verdienen. Voor hen is partnerschap en vertrouwen het allerbelangrijkste.”Krone ziet daarom geen problemen in de komst van de Fendt-hakselaar naar Nederland en de overlap die bij de dealers zou ontstaan, zoals bijvoorbeeld bij Abemec. “We hebben daarin een simpele overtuiging. Aan het eind wint altijd de beste. Het is aan ons om te zorgen dat prijs en kwaliteit in de serviceorganisatie in orde zijn. Bij de persen maken we dat nu ook al mee, dus we zien dat helemaal niet als een probleem.”

“Klanten accepteren dat er wat misgaat, als je het maar oplost.”

De komende jaren zal vooral het gebruik van elektronica belangrijk worden bij de ontwikkeling van machines en werkmethoden, zo voorspelt Krone. “Het is nu aan de industrie om te zorgen voor een goede standaard voor de communicatie tussen machine en trek-ker. Binnen de AEF, de organisatie waarin verschillende fabrikanten en trekkerproducenten samenwerken, proberen we al jaren om dat probleemloos voor elkaar te krijgen. Dat laat al zien hoe moeilijk het ondanks de Isobus-standaard is om een goed werkend systeem te krijgen, terwijl dat voor de klant het allerbelangrijkste is. Die wil als hij een Krone-opraapwagen achter een trekker hangt dat het werkt en dat hij die vanaf het trekkerscherm kan bedienen zoals wij beloven. Die klant heeft geen boodschap aan problemen.”Krone hekelt daarom de overweging die hij bespeurt bij een grote Amerikaanse trekkerbouwer om te gaan werken met licenties. “Die wil de trekkersoftware alleen vrijgeven als je een akkoord sluit met de fabrikant en ook aan zijn eisen voldoet. Dat betekent dat die voor de klant gaat kiezen, want een trekkereigenaar kan dan niet vrij meer kiezen uit het werktuigenaanbod. Hij kan alleen nog die machines kiezen waarvan de fabrikant een overeenkomst heeft met de trekkerproducent. Een overeenkomst die kan betekenen dat je licentierechten betaalt en daarmee tot de groep exclusieve aanbieders gaat horen.”

“wij geloven in open systemen”Bernard Krone, directeur van Krone

In de landbouwwerktuigenindustrie is Krone één van de grootste fabrikanten. Het

bedrijf is niet gekoppeld aan een trekkermerk en wil nadrukkelijk zelfstandig blijven.

Zorgen zijn er wel. Krone constateert dat er tendensen zijn bij trekkeraanbieders om de

trekkersoftware niet open te stellen voor alle werktuigenfabrikanten. Iets waar Krone

niet in gelooft. Directeur Krone kiest nadrukkelijk voor open systemen, zodat de klant

altijd het beste kan kiezen.

Page 29: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 29

Het is een systeem dat te vergelijken is met de manier waarop Apple nu werkt. Wie een app wil aanbieden, moet toestemming hebben van Apple en wanneer deze wordt verkocht een bedrag aan Apple betalen. Maar het betekent ook dat sommige bedrij-ven die concurrerende producten aanbieden worden geweigerd.Deze manier van werken past volgens Krone bij de Amerikaanse manier van werken. “Ze zijn daar veel meer bezig met de total cost of ownership (totale kosten per uur of hectare; red.). Dan gaat het minder over kwaliteit, maar vooral over kosten. Dat past in die omgeving, maar in Europa werken we zo niet. Voor ons is het belangrijk dat mensen de beste keuze kunnen maken. Daarom zijn we ervan overtuigd dat deze markt vraagt om open standaarden. Dat wil zeggen dat elke machine probleemloos achter elke trekker kan worden gekoppeld en dat het werkt.”

“In een sterk concurrerende markt wint de beste altijd.”

Een andere belangrijke ontwikkeling waarmee vooral loon-bedrijven te maken krijgen, is de toenemende communicatie tussen machines onderling en kantoor, zo voorspelt Krone. Hij wijst op de ruim 150 bedrijven die in Duitsland al gebruik maken van het iGreen-systeem. Dit is een door een groot aantal fabri-kanten ontwikkeld platform waarbinnen uitwisseling van data probleemloos mogelijk is. Het gaat dan om het verzamelen van bijvoorbeeld opbrengstgegevens, maar het is ook geschikt voor bijvoorbeeld planning. Dit is mogelijk omdat dit systeem niet aan één merk is gekoppeld. Van welk merk ook, als de machine maar gebruik maakt van de standaard kunnen via een GPS-verbinding alle data direct worden ingelezen. Voor een loonbedrijf kan dit vooral in de planning grote winst opleveren, weet Krone. “We zien bij de bedrijven die er nu gebruik van maken een grote pro-ductiviteitsverbetering. Je weet zelf hoeveel hakselaars er tijdens de oogst regelmatig stil staan omdat er geen silagewagen is of omdat het vast loopt op de kuil. Nu kun je alleen reageren als ze in het veld klagen. Doen ze dat niet, dan gaat er productie-capaciteit verloren. Met iGreen kun je dat op kantoor of in het veld direct zien als de hakselaar stil staat of de silagewagens vast lopen bij de kuil. Daarop inspelen betekent dat je de capaciteit beter benut en dus meer verdient.”Natuurlijk zijn er loonwerkers die dat perfect in de vingers heb-ben, erkent Krone. “Maar dat is een minderheid. Bij de meesten loopt het gewoon af en toe fout. Dat moet je niet willen. Het is net als bij ons in de fabriek. Daar is ook alles perfect afgestemd, want stilstand kost geld. Dat is waar het de komende jaren om gaat. De concurrentie is hard, maar wie goed organiseert en kwa-liteit levert, kan altijd overleven. Want in een sterk concurrerende markt wint de beste altijd.”

Tekst & foto: Toon van der Stok

Page 30: Grondig 11 - 2013

30 GRONDIG - November 2013

elektrisch verbindenAfspraak gelijkstroom eerste doorbraak in elektrische aandrijving

Ooit was Fendt de trendsetter bij de traploze aandrijving. Nu presenteert het merk een eigen versie van

een trekker met een elektrische aansluiting. Niet als eerste, want dat was John Deere enkele jaren geleden.

Het verschil is dat er nu brede overeenstemming is over de standaard, want naast de wisselstroomaanslui-

ting van John Deere komen nu alle andere fabrikanten - inclusief John Deere - met gelijkstroom.

Vreemde beelden op de bedieningsterminal van de nieuwe Fendt X Elektro. Geen drukken en opbrengsten, maar ampè-res en voltages, temperatuur van de elektrische windingen van de motor, generatortemperatuur, relais open of gesloten, heel anders dan we gewend waren. Nog opvallender is de achterzijde. Daar bevindt zich tussen de hydraulische ven-tielen een zwaar stopcontact met dito stekker en inwendig Isobus-aansluitingen. De stekker hangt aan een dikke oranje kabel, die voor de combinatie met Amazone-strooier nog de enige bron van krachtoverbrenging is. Aan de rechter-zijde van de strooier hangt een nieuwe schakelkast. Daarin bevindt zich een drietal omvormers. Vanaf de kast gaan drie verschillende kabels naar de strooischijven, de uitstroom-opening en de schuif.

Elektrisch rijdenDit is de wereld van elektrisch rijden en vooral aansturen die langzaam maar zeker doorzet bij de constructeurs. Nagenoeg elke machineconstructeur bekijkt en test mo-menteel waar zijn machines elektrisch kunnen worden aan-gedreven. Samen met de trekkerbouwers proberen ze uit de kip-ei-discussie te komen. Het heeft immers geen zin om veel elektrisch vermogen op een trekker te genereren als er geen machines voor zijn. Andersom heeft het alleen zin om elek-trisch aangedreven machines te maken als er ook een trek-ker met voldoende stroom is. Om uit die discussie te komen, heeft een groot aantal fabrikanten nu gezamenlijk afspraken gemaakt. De belangrijkste daarvan is dat CNH, Agco en Claas samen met de werktuigbouwers hebben afgesproken om te gaan werken met gelijkstroom voor de overdracht tussen trekker en werktuig. Desgevraagd liet ook John Deere weten aan te haken bij deze afspraak.Dit is volgens directeur Herbert Reiter van Fendt een belang-rijke ontwikkeling, omdat hiermee een standaard is gezet die veel mogelijkheden geeft. “Wij hebben bewust gekozen voor gelijkstroom om de bediening van meerdere functies via één aansluiting mogelijk te maken. Nu kun je direct vanaf de trek-ker naar het werktuig zonder dat extra omvormers nodig zijn. Werk je met wisselstroom, dan moet je eerst op de trekker een omvormer hebben, daarna weer één op het werktuig om gelijkstroom te maken en die kun je dan pas verdelen naar meerdere omvormers voor verschillende aandrijvingen. Het alternatief is verschillende stekkers, waarbij voor elke aandrij-ving een aparte kabel naar de trekker gaat. Dan krijg je dus

Mogelijke toepassingenFendt werkt voor dit project samen met andere partners uit de landbouwme-chanisatie, zoals Fliegl, Krone, Grimme, Lemken, Pöttinger, Amazone, Fella, STW en enkele technische hogescholen en onderzoekscentra. Voor Krone werd een elektrische aandrijving van de pickup en de wikkelaar bij de Comprima-rondebalenpers uitgewerkt. Met Grimme is een elektrische aandrijving voor een aardappelrooier uitgetekend. In Jackson in de Verenigde Staten rijdt als testmachine een Rogator-spuit met elektrische wielmotoren.

techn

iek

Page 31: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 31

hetzelfde als bij hydrauliek.”Een ander nadeel van wisselstroom is dat rond de kabel een magnetisch veld ontstaat. Het gevaar daarvan is dat de aan-sturing via de aparte kabel van een Isobus-systeem mis loopt, omdat deze wordt beïnvloed door het magnetisch veld. Ook dat is volgens Reiter de reden om te kiezen voor gelijkstroom bij de overdracht naar het werktuig.

Gelijk- of wisselstroomDe keuze voor gelijkstroom betekent dat we in de toekomst waarschijnlijk te maken krijgen met een grote stekker en één kabel, waarbij op het werktuig een omvormer komt en waarbij het feitelijk mogelijk is om een oneindig aantal on-derdelen aan te drijven. Om allerlei verschillende typen stek-kers te voorkomen, hebben de deelnemende partijen ook een standaard voor de stekker afgesproken. Deze zal op de Agritechnica worden onthuld. In deze stekker met bijbeho-rende kabel is ook de Isobus-aansluiting opgenomen om de aansturing te verzorgen.De enige die nu nog een ander pad volgt, is John Deere. Dat merk presenteerde een aantal jaren geleden al een trekker met een wisselstroomaansluiting en ging deze 6210 RE zelfs in serie bouwen. Voorlopig wil JD doorgaan met dit concept, omdat hiermee in de markt de eerste ervaringen zijn opge-daan, stelt hoofd ontwikkeling Joachim Sobotzik. “We zien mogelijkheden om net als bij de hydrauliek meerdere stek-kers op een trekker te bouwen om zo verschillende onderde-len van een machine aan te sturen.”Tegelijkertijd haakt John Deere ook aan bij de ontwikkeling van de gelijkstroomoverdracht van vermogen. “Wij hebben een nieuwe elektrische aandrijving ontwikkeld waarbij het mogelijk is krachtstroom of gelijkstroom te leveren, met ver-mogens van respectievelijk 480 of 700 volt. Daarvoor werken we ook samen met de andere fabrikanten in de Agricultural Electronics Foundation, zodat we straks ook volledig mee kunnen draaien in de ontwikkelingen die op het gebied van gelijkstroom plaatsvinden.”

Meer mogeltijkhedenHet zoeken naar mogelijkheden om over te gaan op elektri-sche aandrijving heeft alles te maken met de grotere nauw-keurigheid die hiermee mogelijk is. Toerentallen zijn zeer pre-cies in te stellen en een groot voordeel is dat een elektrische aandrijving snel reageert dankzij een groot vermogen om op te starten. Van dat voordeel wordt nu al gebruik gemaakt op bijvoorbeeld zaaimachines en spuiten. Het grote probleem is dat er maar beperkt elektrisch vermogen beschikbaar is. Nu zowel trekkerfabrikanten als machinebouwers de voorde-len zien, is het zoeken naar mogelijkheden om die stroom op te wekken. Op de Fendt die tijdens de Agritechnica als stu-diemodel wordt gepresenteerd, is al een vermogen van 130 kW beschikbaar. Het betekent dat er ruim 175 pk kan worden overgedragen via een stroomkabel.Op het eerste zicht is die elektrische Fendt 722 Vario niet te onderscheiden van de standaardtrekker. Hoofdcomponent is de 130 kW-generator met 700-volt-gelijkstroom die een plaats kreeg tussen motor en transmissie. De elektrische windingen van deze generator (en de omvormer op de aan-

hangwagen) moeten tot 60 graden Celsius kunnen worden gekoeld om het maximale rendement te halen. Er kwam dus een koeler aan de voorkant van de traditionele radiator. Het koelen van de generator gebeurt met speciale transforma-torolie; met gewoon water als koelmiddel kan dit niet. De gewone dynamo werd weggelaten en via een stroomomvor-mer wordt er twaalf volt uit het systeem afgetakt.Een mooi voorbeeld van het effect van het inzetten van elek-triciteit blijkt bij het gebruik van een Fliegl-aanhangwagen. Deze heeft elektrische aandrijving op de wielen. Bij het rijden ben je gewend om pas als het veld in slechte staat ligt en de trekker slipt de aandrijving van de aanhanger in te schake-len. Bij een testrit blijkt dat zelfs als het veld er ogenschijnlijk perfect bij ligt je toch vermogen spaart door de aanhanger continu via het elektrisch circuit mee te laten aandrijven. Via de terminal kun je perfect volgen hoeveel vermogen er voor-aan door de trekker en achteraan door de aanhanger wordt gevraagd. Op deze testtrekker bestaat zelfs de mogelijkheid om het aandeel Vario (de trekker dus) automatisch te laten teruggaan en het aandeel elektrisch (de aanhangwagen) te verhogen.

Onbegrensde mogelijkhedenDe grote uitdaging voor de volgende jaren is dat construc-teurs van trekkers en machines over de merken heen hun sa-menwerking uitbouwen en gezamenlijk tot werkende com-binaties komen. Op de komende Agritechnica zullen er zeker voorbeelden te zien zijn. Wie aan de slag wil, zal echter nog wel even geduld moeten hebben. De huidige verwachting is dat er rond 2020 echt stappen zijn gezet. Als dat zo is, zullen we in 2019 de Agritechnica met als thema elektriciteit gaan meemaken. Een spannend vooruitzicht.

Tekst & foto’s: Peter Menten en Toon van der Stok

Op het scherm van de Fendt nieuwe gegevens over ampères en voltages van de aandrijving.

De dikke oranje kabel is voorlopig kenmerkend voor de nieuwe elektrische aandrijving.

Page 32: Grondig 11 - 2013

Zaaien is precisiewerk, maar moet toch in

een kort tijdsbestek gebeuren.

AMAZONE heeft hier als Europees marktleider een naam hoog te houden.

Één van de iconen van AMAZONE is de D9/AD mechanische zaaimachine.

De pneumatische zaaimachines leveren extra precisie op grotere werk-

breedtes. De precisiezaaimachines ED-K en ED-X staan bekend om de

perfecte langsverdeling van het zaad, ook bij werksnelheden van ver boven

de 10 km/H. Omdat AMAZONE ook de bijbehorende zaai-bedbereiding

levert, zijn de combinatiemogelijkheden vrijwel onbegrensd.

kampsdewild.nl

AMAZONE zaaien

581815 KdW adv Amazone zaaien Grondig.indd 1 22-04-13 13:19

EEN SCHOUTEN MACHINE DAT LOONT!

T 0577 40 80 80

E [email protected]

W www.schouten.ws

Page 33: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 33

wat een bak!Claas introduceert eigen traploze Cmatic-transmissie voor de Arion-serie

In de afgelopen zes jaar ontwikkelde Claas een eigen traploze transmissie voor de Arion-

serie-trekkers in de klasse van 103 tot 147 kW (140 tot 200 pk). Volgens de fabrikant omdat

er geen goed alternatief op de markt is met een goede efficiëntie voor de veelzijdige inzet

in deze klasse. Het resultaat is een verrassend doordacht stukje techniek. We reden met de

Cmatic en doken in de techniek.

Dat het bittere ernst is, zie je aan de getallen: zes jaar en in totaal 80.000 uur ontwikkelingswerk, 17.000 uur op de testbank en 15.000 uur in de praktijk. Goed voor een to-tale investering van 40 miljoen euro in ontwikkeling en het opzetten van een assemblagelijn in de Claas-fabriek in Paderborn. Het verklaart ook waarom Claas-rijders relatief lang hebben moeten wachten op die CVT voor de Arion 500- en 600-serie. De fabrikant heeft de tijd genomen die daarvoor nodig was, naar eigen zeggen om met een con-stant hoge efficiëntie in het gehele werkgebied het ver-schil te kunnen maken met andere fabrikanten.

VoordelenDie transmissie heeft Claas naar eigen zeggen nu gereali-seerd. De fabrikant rept over een heel constante efficiëntie van circa 85 tot boven de 90 procent, die geen ‘zaagtand-verloop’ kent. Zie daarvoor de grafiek. Claas verwacht dat het verschil in efficiëntie ten opzichte van een schakelbak (bij Claas Hexashift) klein is. Getallen noemt de fabrikant niet, omdat die dat eerst bevestigd wil zien in onafhanke-lijke tests.

De voordelen die Claas opgeeft voor zijn eigen bak zijn divers. De bak heeft geen aparte omkeerschakeling en geen aparte groepenschakeling. Het is in feite alleen een dubbel planetair dat is gekoppeld aan hydrauliekmotor-pompcombinatie, inclusief een geïntegreerde groepen-schakeling. Zie het kader over de techniek. De bak heeft een klein aantal tandwieloverbrengingen. Tandwielen en assen draaien niet in de olie. Volgens Claas is het de enige bak waar het schakelen tussen groepen echt niet merk-baar is, doordat er geen kracht- en tijdsonderbreking is. De bak is relatief eenvoudig. Voor de werking hoeft alleen de hydrauliekmotor-pompcombinatie mechanisch te worden aangestuurd en de schakeling hydraulisch te worden be-diend. Uniek is dat Claas de twee hydrauliekcomponenten als motor en als pomp gebruikt. In groep 1 werkt de ene als hydrauliekpomp en de andere als motor en in groep 2 is dat andersom. Er is geen sprake van sensoren en elek-tronica om de bak intern aan te sturen. Zie de uitleg in het kader over de techniek. De bak is ruim gedimensioneerd en zelfdragend uitgevoerd voor de Arion-trekkers.

De efficiëntie van de nieuwe transmissie door het werkgebied. Je rijdt op de hydrostaat weg en daarna volgt er een vrij constant hoge efficiëntie als som van het mechanische en hydrostatische aandeel.

Page 34: Grondig 11 - 2013

34 GRONDIG - November 2013

ag

ritechn

ica

Techniek Claas Cmatic

Kenmerkend voor de nieuwe traploze bak van Claas zijn twee planetaire stelsels. Hiermee creëert Claas vier uitgangen. Eén daarvan is de aandrijving van de achteras. De andere drie zijn de ingangen vanuit het hydrostatische gedeelte, met daarin een groepenschake-ling. Door de hydrostatische componenten als pomp en als motor te gebruiken, is een vernuftig geheel gecreëerd.

De transmissie is opgebouwd uit twee planetaire stelsels die via de satellietwielassen aan elkaar zijn gekoppeld. Het eerste planetaire stelsel heeft een ringtandwiel, het tweede niet. De aandrijving van-af de trekkermotor verloopt altijd via het zonnewiel van het tweede planetair. Dat drijft de satellietwielen(drager) aan. De satellietwiel-assen koppelen beide planetaire stelsels en zijn verbonden met de uitgaande as naar de achteras. Vanuit de satellietdrager wordt de kracht in feite verdeeld in een mechanisch en een hydraulisch deel.De hydrauliekpomp-motorunit kan dit stelsel op drie punten aan-drijven. Hydrauliekunit H1 is gekoppeld aan het ringtandwiel van het eerste planetair. Hydrauliekunit H2 kent twee koppelingen; in

groep 1 achteraan direct de uitgaande as (in feite de satellietdrager) en in groep 2 het zonnewiel van het eerste planetaire stelsel. Het zonnewiel van het eerste planetaire stelsel zit niet vast aan de in-gaande trekkermotoras en ook niet aan het tweede zonnewiel.

In stilstand (groep 1, veldgroep 0 tot 17 km/u) drijft de trekkermotor via zonnewiel 2 de gekoppelde satellietwielen en het ringtandwiel van het eerste planetair alleen de bovenste hydrauliekunit H1 aan, die dan als hydrauliekmotor functioneert. Omdat H1 geen olie le-vert, staat H2 stil en zo de hele trekker. Dit is een actieve stilstand. De hydrauliekunit H1 (in dit geval de pomp) staat dan in vrije stand.

Onder de schematische werking van de transmissie voor beide groepen. De blauwe lijn geeft de mechanische krachtenlijn weer, de bruine de hydraulische. De pijlen geven de oliestroom weer.

In groep 1 drijft hydromotor H2 via de satellietendrager direct de uitgaande as aan. De hydropomp wordt via het ringtandwiel van het eerste planetair aangedre-ven. Het mechanische deel loopt via het tweede zonnewiel en dan via de satellietendrager naar de achteras.

Groep 1

Even rijdenDe Arion’s stonden klaar voor een korte proefrit. De bedie-ning blijkt identiek aan de Axion 900 Cmatic. De lay-out is ook nagenoeg gelijk, dus met de uitgebreide armleuningbe-diening met Cmotion-bedieningshendel en Cebis-computer. Je activeert de rijmodus automotive en rijdt op het pedaal weg. Wel even letten in welk snelheidsbereik van de drie je zit. De drie rijmodi kun je rijdend en onder belasting wis-selen. Daarna switch je rijdend naar de rijmodus met het hoogste bereik, maar daar merk je niets van: een kwestie van elektronisch anders begrenzen. Mechanisch gebeurt er

dan niets. Rijpedaal verder wegtrappen en gaan. We hebben het een paar keer gedaan en goed opgelet, maar je merkt echt geen schakeltrap. Helemaal niets, je hoort ook niets. Wel even lekker 50 km/u bij 1500 motortoeren gehaald en geen gejank vanuit de bak gehoord. We hebben even geprobeerd om in het eerste bereik even aan te koppelen. De progres-siviteit past zich inderdaad zo aan dat je heel nauwkeurig kunt manoeuvreren op het rijpedaal. Ook hebben we even de hellingproef gedaan voor de actieve stilstandsregeling en nog de verschillende mogelijkheden doorgenomen, zoals de drie tempomat-snelheden, die zowel vooruit als achter-

Page 35: Grondig 11 - 2013

Groep 2

GRONDIG - November 2013 35

Als pomp H1 olie gaat leveren aan hydrauliekmotor H2 rij je in feite op deze hydrauliekmotor weg door rechtstreekse aandrijving van satellietdrager 2 en dus de uitgaande as. Het gevraagde vermogen van de pomp H1 geeft weerstand in het planetair. Die weerstand vertaalt zich in het mechanisch meedrukken van de aandrijving vanaf de trekkermotor via zonnewiel 2 (lees: het mechanische aan-deel stijgt). De trekker versnelt door op het sneller draaien van de hydrauliekmotor H2. Daarmee groeit tegelijk het aandeel mecha-nisch vanaf de trekkermotor via zonnewiel 2. Dit gaat door tot het moment dat de hydrauliekmotor H2 in rechte stand staat. De pomp H1 kan zijn olie niet meer kwijt en dus is het ringtandwiel van het eerste planetair geblokkeerd. Daarmee krijg je de situatie dat de trekkermotor rechtstreeks via het tweede zonnewiel volledig me-chanisch aandrijft. Einde groep 1.

Dan komt de naadloze groepenschakeling. De as van de hydrauliek-motor H2 draait dan vrij rond, evenals de koppeling van het eerste zonnewiel, dus zijn beide krachtenvrij. De overbrenging van de beide planetaire stelsels is zo gekozen dat beide koppelingen van groep 1 en groep 2 dan met hetzelfde toerental draaien. Op dat mo-

ment schakelt de bak over van groep 1 naar groep 2. Dat overscha-kelen stelt dan niets voor, omdat er geen kracht op de koppelingen staat en omdat de assen met hetzelfde toerental draaien. De andere tegelijktijdige overschakeling is het omkeren van de olie-stroom. Daardoor wordt hydrauliekpomp H1 dan hydrauliekmotor H1 en wordt hydrauliekmotor H2 dan hydrauliekpomp H2. Ook niet moeilijk. Beide staan dan al in de juiste stand en er is tijdens de over-schakeling even geen oliestroom.

In groep twee versnel je verder op hydrauliekmotor H1. Deze zal via het ringtandwiel van het eerste planetair via de satellieten de aan-drijving versnellen en geeft de kracht via de satellietendrager door aan de uitgaande as. Hydrauliekpomp H2 wordt aangedreven via het zonnewiel van het eerste planetair. De trekkermotor blijft zijn mechanische aandeel via het tweede zonnewiel net als in groep 1 direct doorgeven aan de satellietwielen. En dan is er nog de vooruit-achteruitschakeling. Heel simpel. Een kwestie van de hydropomp omzwenken naar de andere kant, zodat de trekker via hydromotor H2 achteruit rijdt. Hiervoor is dus geen aparte mechanische omkeerschakeling aanwezig.

In groep 2 is het andersom. H1 is nu de hydromotor, die via het ringtandwiel van het eerste planetair de uitgaande as aandrijft. H2 is nu de hydropomp, aangedre-ven via het zonnewiel van het eerste planetair. Het mechanische deel loopt hier ook via het tweede zonnewiel en dan via de satellietendrager naar de achteras.

uit programmeerbaar zijn, het rustiger of sneller bijregelen met de hendel afhankelijk van de uitslag van de Cmotion-bedieningshendel en de motordrukregeling (tot veertig procent). We konden niet alles uitproberen, maar dat hij echt honderd procent traploos aanvoelt, is wel duidelijk.

Hart van de trekkerTechnisch gezien zit het heel vernuftig in elkaar. Die efficiën-tie moet zich nog bewijzen. Als dat klopt, heeft de fabrikant een belangrijke slag geslagen. Claas benadrukt het belang van deze zet omdat het de transmissie als het hart van deze

trekker beschouwt. Voor ander pk-klassen heeft het merk zelf nog geen gelijksoortige techniek ontwikkeld. Daar willen ze bij Claas niets op zeggen. Maar je proeft wel een wens. De bak is inmiddels in productie genomen in de fabriek in Paderborn en dus volgend jaar leverbaar op de Cebis-modellen van de Arion 500- en 600-serie. De Hexashift mo-dellen blijven leverbaar. Benieuwd hoe groot, of liever hoe klein het verschil in efficiëntie zal zijn.

Tekst & foto’s: Gert VreemannTekeningen: Claas

Page 36: Grondig 11 - 2013

36 GRONDIG - November 2013

ag

ritechn

ica

gigant in aanbouwVredo innoveert in eigen VTT600-transmissie en VT5518-3

Eén van de publiekstrekkers op de Agritechnica wordt deze nieuwe Vredo Trac VT5518-3. Dat is niet al-

leen een grootse zeswieler, maar ook nog eens uitgerust met een eigen traploze transmissie, de Vredo

VTT600. Daarmee ondervangt Vredo niet alleen het wegvallen van de Mali-bak in de eerste VT5518,

maar laat het bedrijf zien verder te innoveren. We bekeken de gigant in aanbouw.

Als er op de Agritechnica medailles zouden worden uitgereikt voor doorzettingsvermogen, zou De Vree in Dodewaard zeker in aanmerking komen. Het is namelijk niet niks wat het bedrijf de laatste twee jaar is overkomen. Met de lancering van het op zich al prestigieuze project VT5518, twee jaar geleden op de Agritechnica, stak Vredo flink zijn nek uit. Het was een grootse machine, met (toen) nog een prototype Deutz-krachtbron en de nieuwe traploze transmissie van Mali. Vredo had geen angst voor die lancering, want het geheel had zich in het testjaar er-voor als goed bewezen. Kort daarna viel echter het doek voor Mali en bleef er lang onzekerheid over hoe het verder zou gaan met die transmissie.

Dan maar zelf Fabrikanten kunnen niet wachten en zeker niet als er een sterke roep is naar de sterkere Vredo Trac met traploze bak,

met name vanuit Scandinavië. Dan wil je verder. De ZF Eccom 5.0 paste Vredo (na het nodige testwerk) niet, omdat deze aansluitingen voor hydrauliekpompen miste en ook over de werking waren ze in Dodewaard niet tevreden. Als het niet rechtsom gaat, moet het maar linksom en dus besloot Vredo een jaar geleden resoluut zelf een bak te ontwikkelen, eigen-lijk omdat het vario-principe op zich niet moeilijk is. Het is een hydrostaat - daar weten ze bij Vredo alles van - in combinatie met een mechanische bak. Kan niet moeilijk zijn. Zelf ontwik-kelen gaf Vredo de mogelijkheid compromisloos de passende bak voor dergelijke zelfrijders te bouwen; niet alleen technisch aan de binnenzijde, maar ook in opbouw, plaatsingsruimte en aansluitingen voor assen en pompen. De onderdelen zijn in productie en Vredo hoopt de eerste eigen VTT600-bak op de Agritechnica te tonen.

Page 37: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 37

De bakHet vario-gedeelte van de bak is gebaseerd op het Fendt-principe: een enkel planetair stelsel dat je traploos maakt met een hydrostaat. In dit geval bestaat die laatste uit een verstelpomp in combinatie met twee hydromotoren van Sauer Danfoss. Vredo kiest hier voor eenvoud en standaar-disering, dus standaardtechniek die buiten aan de bak is ge-monteerd om er zo bij te kunnen. Vredo programmeerde de bak zelf. Nieuw hier is dat Vredo de motoren en de pomp los van elkaar (dus niet gelijktijdig synchroon, zoals bij andere transmissies) aanstuurt. De computer stuurt de stand van de spiegelplaat van motoren en pomp (opbrengst) zo aan dat het rendement zo hoog mogelijk is. Om voldoende snel-heidsbereik te creëren, zit er een groepenschakeling achter (in dit geval onder). Simpel prise direct voor transport of via een planetair vertragen in de veldgroep. In dat planetair zit ook de achteruitschakeling geïntegreerd. Die schakelingen worden via lamellenpakketten onder last geschakeld. Dit geeft toch even een overgang door het terugzwenken van de hydrauliekpomp en -motoren. Geen probleem, omdat die overgang bij 22 km/u ligt en je dus alleen voor transport schakelt. De transportsnelheid loopt op tot 50 km/u bij 1300 motortoeren. Dat is een mooi laag, dus zuinig motortoe-rental. De Vree wijst ook op de hoge trekkracht en het hoge rendement van deze bak. De transmissie heeft verder (bo-venaan) drie aansluitingen voor zware hydrauliekpompen (vol vermogen), voor en achter asaandrijvingaansluitingen en een geïntegreerde lengtesper. De bak wordt vrijgegeven voor vermogens tot 441 kW (600 pk). Komende winter gaat dit stukje techniek op de proefbank en volgend jaar volgen veldtests.

De VTT5518-3De nieuwe zeswieler is ook een compleet nieuwe ontwikke-ling. De 404 kW (550 pk) 16,0-liter-Deutz-V8 is van het type rechttoe rechtaan en extra heet. Hij heeft alleen AdBlue-uitlaatgasnabehandeling, dus geen EGR, roetfilter en extra koeling. Dat scheelt inbouwruimte en is gunstig voor het brandstofverbruik. Daarachter zit de nieuwe bak. De zelf-rijder heeft achter pendelend opgehangen stuurassen. De machine heeft twee stuurassen, omdat door het hydraulisch ontlasten (liften) van de achteras via het pendelstel desge-wenst extra scherp op de vooras kan worden gedraaid. Via twistlocks komt er een nieuwe 32-kuubs polyester mesttank op. De 12.000 liter pomp-filter-zuigarm-unit met tienduims zuigslang zit weer vooraan en is via een snelkoppelingsplaat en enkele schroeven in combinatie met afzet via de hydrau-lische voorasvering in een mum van tijd om te wisselen met een fronthef met aftakas voor inzet als Trac-trekker. Verder heeft de machine een Claas-cabine, Kverneland Tellus-computerwerk en Telematics. De zeswieler zal net als de eerste VT5518 op 1050/50R32- of 900/60R42-banden staan. Vredo verwacht deze zeswieler op tijd voor de Agritechnica af te hebben. Er komt ook een tweeassige VT5518-2-variant met voor en achter geveerde assen en een 21-kuubs opbouw.

Verder kijkenEn voor de vele Nederlandse gebruikers van de bekende

Vredo VT3936-zelfrijder? Deze blijft in productie, maar krijgt wel een 400 kilogram lichtere polyester tank van negentien kuub. Tevens krijgt de machine een grotere rijpomp, zodat met een lager motortoerental kan worden gereden. De mestpompaandrijving is veranderd van een planetaire tand-wielkast met snellopende hydromotor naar een langzaam lopende radiaal-plunjermotor. Ook hierdoor wordt er brand-stof bespaard en gewicht gereduceerd. Reden genoeg een bakkie te doen op de stand van Vredo. Hou er even rekening mee dat de stand op de zondag onbemand is. Vredo respec-teert de rustdag; die rust zal ook nodig zijn na al die overuren.

Tekst: Gert VreemannFoto’s en illustraties: Vredo, Vreemann

De nieuwe traploze transmissie van Vredo zoals hij op een bok in combinatie met de motor te zien zal zijn. Deze winter gaat deze bak op de testbank.

De pendelende achteras met twee aangedreven en gestuurde achteras-sen. Het geheel is zo gemonteerd dat door het optrekken van de achteras op de voorste as scher-per kan worden gestuurd.

De VT5518-3 zoals hij er uit gaat zien op de Agritechnica en deze winter al in productie gaat. Er komt ook een rondom geveerde tweeassige variant.

Page 38: Grondig 11 - 2013

Voordelen van de Exacta precisiebemester:• Efficiënter bemesten, Trimble GPS bepaalt de meest ideale rijroute• Besparen op brandstof• Preciezer werken, op de juiste plaats de juiste mestafgifte• Sectieafsluiting aangestuurd met DGPS+ signaal of RTK signaal

Benieuwd hoe dit in praktijk werkt?

Bezoek onze stand tijdens de Agritechnica in Hannover! Stand A-15 in Hal 27!

Met de Schuitemaker Exacta graslandbemester heeft men grip op de mestuitgifte...

NIEUW!...de Exacta met GPS precisie graslandbemester werkt nóg nauwkeuriger én denkt mee!

Hal 27, Standnr. A-15

Schuitemaker Machines B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - HollandTel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | www.sr-schuitemaker.nl

www.bmwt.nl

BMWT-KEUR

Om als grondverzetmachinist optimaal te kun-nen werken, moet je onder alle omstandighe-den volledig op je materieel kunnen vertrou-wen. Zo is bij graafwerk in vervuilde grond, het goed functioneren van het overdrukfi lter-

systeem van cruciaal belang. Net als voor de hijsfunctie en voor diefstalpreventie al

het geval is, heeft het BMWT-Keur nu ook een additionele keuring voor het overdrukfi lter-systeem ontwikkeld. Met deze toevoeging kan elk BMWT gecertifi ceerd keuringsbedrijf een integraal veiligheidspakket aanbieden.

Meer weten, kijk op www.bmwt.nl

Om als grondverzetmachinist optimaal te kun-nen werken, moet je onder alle omstandighe-den volledig op je materieel kunnen vertrou-wen. Zo is bij graafwerk in vervuilde grond, het goed functioneren van het overdrukfi lter-het goed functioneren van het overdrukfi lter-

systeem van cruciaal belang. Net als voor

Onder druk toch presteren... ...dankzij een perfect overdrukfi ltersysteem

Page 39: Grondig 11 - 2013

VERZEKERINGEN BV

Correspondentieadres:Postbus 1156 3860 BD NijkerkTel. (033) 247 49 60Fax (033) 247 49 61

Wat dekken we eigenlijk niet?

Bezoekadres:Nijverheidsstraat 13 te NijkerkE-mail [email protected] www.cumelaverzekeringen.nlAFM vergunningsnummer 12004236

Voor specialisten in

groen, grond en infra

CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agra-risch loonwerk, grondverzet, in-fra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitste-kend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.

Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar [email protected]. www.cumelaverzekeringen.nl

CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!

De CUMELA Compleet-machinepolis

Wij verzekeren al uw werkmateriaal goed en betaalbaar. Ook als schade ontstaat tijdens graafwerkzaamheden bieden wij een zeer complete dekking:

in heel West-Europa

ongeacht het gebruik

directe schade en gevolgschade is verzekerd

en zonder KLIC-clausule

U meldt en wij regelen de schade voor u. Snel, deskundig en zonder gezeur.

Vraag onze adviseurs naar de CUMELA Compleet-machinepolis. Want voor hetzelfde geld bent u gewoon beter verzekerd bij CUMELA Verzekeringen.

CUMELA Verzekeringen:de beste keuze!

13-03 Wat dekken we eigemlijk niet 1-1.indd 1 21-10-13 09:30

Page 40: Grondig 11 - 2013

40 GRONDIG - November 2013

kuhn slaat een dubbele slagKuhn LSB 1290 iD wint zilver op de Agritechnica

Meer stro in een pak met de nieuwe LSB 1290 iD-pers, zonder loodzware constructies en met dezelfde

trekker van circa 200 pk ervoor. Dat kan dankzij de innovatieve TwinPact-techniek van Kuhn. Kern van het

verhaal is een dubbele perswagen die met een dubbele klap tot 25 procent meer verdicht in droog mate-

riaal. Maar… zie het wel in de juiste context.

kunnen bereiken dan met een vergelijkbare 1290-pers (met enkele perswagen) en dezelfde trekker ervoor. Een 25 pro-cent hogere pakdichtheid vergt ongeveer een verdubbeling van de persdruk per vierkante centimeter. Deze TwinPact-techniek levert het bedrijf een zilveren Agritechnica-medaille op.

De dubbele klapDe clou van deze pers zit natuurlijk aan de voorkant. De geometrie van de drijfstang is van een stangconstructie ge-wijzigd in een driehoek. Deze geometrie is zo gekozen dat de onderste plunjer zijn maximale uitslag heeft net voordat de krukasarm horizontaal staat. De bovenste plunje heeft zijn maximale uitslag net nadat de krukasarm door zijn ho-

Het is zo simpel dat je denkt dat het niet waar kan zijn. Dat is de eerste gedachte tijdens de presentatie van de nieuwe Kuhn LSB 1290 iD-pers uit Geldrop. In feite gaat het extreem uitgelegd om het bekende naaldhakkenprincipe. Zet een dame op naaldhakken op een stropak en geheid dat ze er-door prikt. Doe haar een stel laarzen aan en ze blijft zelfs op één been nog op de strobaal staan.Dezelfde massa verdeeld over een kleiner oppervlak geeft een evenredige verhoging van de druk. Dat is wat Kuhn in Geldrop heeft gedaan door de perswagen in tweeën te delen en te zorgen dat bij dezelfde rotatie de beide plunjers na el-kaar met dezelfde uitgangskracht het stro met dubbele pers-druk vanuit de voorkamer in het perskanaal persen. Met dit principe claimt Kuhn een 25 procent hogere baaldichtheid te

ag

ritechn

ica

Page 41: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 41

Persprincipe TwinPactHier het persprincipe van de TwinPact in beeld. Goed is te zien dat er eerst ruimte onder de onderste persplunjer komt voor invoer van materiaal uit de voorkamer en daarna ruimte bij de bovenste. Tijdens de persslag zie je dat als de onderste plunjer achteraan is voor de persslag, de bovenste plunjer met het laatste deel van de persslag begint.

rizontale punt is. Omdat de echte persdruk alleen de laatste acht centimeter van de plunjerbeweging wordt gecreëerd, kom je hier bij de tweede slimmigheid van de pers. Op het moment dat de onderste plunjer (als eerste) zijn achterste stand bereikt, begint de bovenste plunjer net hogere druk op te bouwen. De energie die daarna nodig is voor de persslag van de bovenste plunjer wordt voor een deel gehaald uit het terugveren van de onderste plunjer. Dit effect is sterk afhan-kelijk van gewasomstandigheden. Dit kort na elkaar persen van beide plunjers heeft ook een gunstige invloed op het be-reiken van hogere persdichtheid. In vergelijking met de en-kele klap in droog materiaal is het uitveereffect van het pak minder, omdat je in feite twee keer aandrukt. In de praktijk kun je met deze pers daardoor sneller blijven rijden zonder dat de touwen breken. Die capaciteitswinst is in de interna-tionale praktijk van het persen van stro en energiegewassen een belangrijk argument. Omdat de beide slagen zo kort na elkaar plaatsvinden, zijn er geen veranderingen doorgevoerd voor de naalden. Voor de onderste was het al geen probleem en op het moment dat de naalden de bovenste plunjer berei-ken, is deze al ver genoeg om ‘als vanouds’ te binden. Wel zijn er dubbele knopers gemonteerd met een betere hydraulisch aangedreven reiniging.

Lichtere trekkerKuhn claimt dat je met een lichtere trekker toe kunt; in feite dezelfde trekker van 147 kW (200 pk) als nu wordt ingezet bij een normale LSB 1290-pers. Dat kan omdat het ingaande koppel gelijk is gebleven. Je vraagt dat koppel nu wel twee keer en hebt dus wel degelijk meer vermogen nodig. Het be-langrijke verschil hier is dat dit vermogen constanter wordt gevraagd, omdat de piek eraf is en je in feite een dubbele halve piek na elkaar hebt in plaats van één heel grote piek. Voeg daarbij nog het terugveereffect en het kan best zijn dat dit brandstof bespaart. Kuhn claimt dat niet, maar geeft aan dat dit redelijk marginaal het geval zou kunnen zijn. Kuhn merkt wel op dat deze pers afhankelijk van de uitvoering één tot anderhalve ton zwaarder is. Dat gewicht moet je meene-men, dus dat kost weer brandstof.Het perskanaal (120 bij 90 centimeter) is even lang gebleven, maar is wel wat zwaarder uitgevoerd (zwaardere constructies en dikkere cilinders) om meer tegendruk te kunnen geven; dit om ook in de meest kritische omstandigheden de aan-gegeven pakgewichten te kunnen persen. De machine is daarom ook voorzien van speciale uitwisselbare slijtdelen, wat de machine ook geschikt maakt voor het persen van energiegewassen en tropische grassoorten.

Ook bij ons?Mooi, dat gaan we dan meteen bij alle persen introduce-ren, is de eerste reactie. Minder piekbelasting en een lichte trekker-perscombinatie voor normaal perswerk bij ons. Dat moet besparingen opleveren. Kuhn wijst dat resoluut van de hand. Daar is deze pers primair niet voor gebouwd. Die is ontwikkeld voor het persen van droog stro (gegarandeerd 500 kilogram in een pak met een vochtgehalte tot tien pro-

cent, waar je met een normale LSB circa 400 kilogram in een pak slaat). Deze is daardoor ruim een ton zwaarder en kost ook nog eens circa twintig procent meer. Verder is deze pers vooral ontwikkeld om in te spelen op een groeiende vraag naar het persen van grondstoffen voor biobrandstoffen. Voor Nederlandse omstandigheden is de persdichtheid met de normale LSB al hoog genoeg. Het heeft geen zin deze hogere verdichtingsmogelijkheid te benutten. Maar toch, als deze plunjertechniek in de normale uitvoering voor Nederlandse stro- en silagepakken zou zitten, zou er een lichtere trekker voor kunnen en heb je het voordeel van die rustiger loop en die dubbele slag. Dat kon wel eens een effi-ciëntieslag kunnen opleveren. Als de theorie klopt, dan heeft Kuhn met TwinPact en sterke troef in handen om breder door te voeren. Tegenargumenten? Ik heb ze niet gehoord. Leuk onderwerp om bij Kuhn op de stand te bespreken.

Tekst: Gert VreemannFoto en afbeeldingen: Kuhn

Page 42: Grondig 11 - 2013

42 GRONDIG - November 2013

startklaar beschikbaarNieuwe New Holland T8.420 AutoCommand in productie

Op de komende Agritechnica zal de T8 AutoCommand-serie met traploze transmissie debuteren, al

heeft New Holland die onder commerciële druk feitelijk al eerder getoond. Toch het gaat nu echt ge-

beuren: de officiële lancering en tegelijk de start van de productie. Reden om even voor te proeven

met het nieuwe topmodel, de T8.420, die als demomachine nu al in de Benelux is.

Zeker twee jaar te laat, zeggen de critici. Mooi dat we hem heb-ben, zeggen de mensen die vooruit kijken. Feit is dat de markt al jaren vroeg om een CVT in het zware segment, die tot nu bij New Holland ontbrak. Dat verklaart ook waarom eerder op beurzen prototypen werden getoond, terwijl het aanvankelijk de bedoeling was om de T8 AutoCommand op de komende Agritechnica te introduceren. Dat laatste zal ook gebeuren. Feit is ook dat de eerste T8 AutoCommand-modellen nu net in productie zijn gegaan in de CNH-fabriek in het Amerikaanse Racine. Ze zijn dan nog niet bij ons, omdat ze per schip arri-veren en de wereld even groter is dan alleen ons land. New Holland Benelux wil daarom geen valse verwachtingen schep-pen. Het bedrijf verwacht de eerste modellen net niet voor het mestuitrijdseizoen te kunnen leveren.

VernieuwingenEerst het toetje dat er staat, namelijk het nieuwe toegevoegde topmodel, de T8.420 met maximaal 419 boost-pk’s, inclusief 38 kW (52 pk) boost. Die boost zit op aftakaswerk, hydrauliek en transport (boven de 20 km/u). Deze T 8.420 is enkel met de nieu-we traploze AutoCommand-transmissie leverbaar. De belang-rijkste vernieuwing is natuurlijk de nieuwe traploze transmissie voor deze serie. Die AutoCommand wordt weliswaar ontwik-keld en geproduceerd in de Verenigde Staten (Racine), maar in opbouw is de transmissie gelijkwaardig aan de AutoCommand in de T7-serie. Hij bestaat uit een traploos gedeelte met daar-achter een 4V/2R-bak met dubbele uitgang voor een hogere efficiëntie. Een verschil is dat deze lamellenkoppelingen heeft en zwaarder is gebouwd, maar wat betreft de werking is hij

ag

ritechn

ica

Page 43: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 43

gelijk. Dat betekent een zaagtandprincipe over vier gangen, geheel traploos in het hele traject, met onder last gescha-kelde groepen en een hoge efficiëntie in belangrijke snel-heidstrajecten. De trekker is elektronisch begrensd op 40 of 50 km/u en haalt de 50 km/u bij circa 1500 motortoeren. De bediening is identiek aan die van de T6 en T7, dus standaard in automodus (op pedaal of rijhendel rijden) in combinatie met drie agressiviteitsinstellingen, verder een aftakasmodus (constant aftakastoerental), cruisecontrol en manueel rijden. Andere vernieuwingen ten opzichte van de huidige T8-range zijn een nieuwe, zwaardere vooras van eigen fabrikaat (geen Dana meer), verkrijgbaar in één uitvoering (geveerd, 55 gra-den wieluitslag, geen Supersteer meer). De trekker heeft een iets grotere wielbasis dan de powershiftmodellen, vanwege de langere bak, en een zwaardere achteras. De langere bak geeft meer ruimte bij de wielen, met als belangrijk winstpunt dat er nu af fabriek 2,15 meter hoge banden onder kunnen, bijvoorbeeld in de maat 900/60R42. Ten slotte krijgt de com-puter een groter scherm van 10,4 inch.

Voor de spitmachineDe demo-T8.420 stond voor een zware Farmax-spitmachine van loonbedrijf Demijba uit Strijen Sas om een stuk net gedraineerd land tot zestig centimeter diep los te spitten. Normaal rij je met een T7.270 met circa 1,6 km/u in manuele stand, omdat de zware spitmachine de trekker nogal vooruit duwt. Je moet dan met regelmaat corrigeren, anders loop je de kans continu te variëren in rijsnelheid. Deze beul rij je ge-woon op cruisecontrol, waarbij je het aftakastoerental met de motortoerendraaiknop op de gewenste 1800 motortoeren zet voor 1000 toeren aan de aftakas. De ingestelde snelheid is 2,3 km/u. Dat kan deze trekker gemakkelijk aan. En dan kom je meteen bij het voordeel van zo’n zwaardere trekker: omdat die het gemakkelijker aan kan dan een T7.270 is het verbruik aanmerkelijk lager. De computer geeft een verbruik van rond de zeventien liter per uur aan bij die 2,3 km/u. Ervaringen met de T7.270 voor deze spitter op deze gronden geven een verbruik van z’n 22 tot 23 liter per uur bij een rijsnelheid van rond de 1,6 tot 1,7 km/u. De chauffeur moet nog een beetje sturen, omdat de Autopilot niet is aangesloten, maar anders zou hij bij het senore gebrom van de 8,7 liter metende FPT Cursor 9-motor (Stage IIIb, voor komend jaar!) in de stille, comfortabele cabine mogelijk in slaap vallen.

DenkwerkHier zit het denkwerk voor de New Holland-rijders. Velen rij-den met een T7 voor zware kippers en transportcombinaties en in de mest vanwege het tot dusver ontbreken van een CVT bij de T8-serie én omdat de T7.270 heel wat mans is. Dat is een relatief lichte trekker met een flink vermogen voor een aangenamere prijs. Voor wie krap bij kas zit, lijkt op korte ter-mijn de keuze niet zo moeilijk, maar met de T8 hebt u wel een zwaardere trekker (letterlijk ruim elf ton) met meer ver-mogen, die meer over heeft voor zwaar transport en voor het veldwerk. Dus is het ook mogelijk om brandstof te besparen. Minpunt in dit verhaal is wel enkel een 1000-toerige aftakas. Weliswaar bij een relatief lage 1800 motortoeren, maar een eco-stand zou een welkome aanvulling zijn. De T8-serie om-

vat nu vijf modellen met maximumvermogens van 221 tot 309 kW (300 tot 420 pk). Op de Agritechnica zal hij in presti-gieuze Blue Power-outfit worden gepresenteerd. Ook volgen dan de details en de prijzen. Wellicht de moeite waard om een demo-T8 eens naast uw andere zware (T7-)trekker te zet-ten en dan wat verder te rekenen dan vandaag.

Tekst & foto’s: Gert Vreemann

De T8 is leverbaar met alleen deze geveerde TerraGlide-vooras van eigen fabricaat met 55 graden wieluitslag (draaicirkel circa veertien meter). Supersteer is er niet meer. De fronthef met aftakas is af fabriek leverbaar.

De iets langere transmissie maakt bandenmaat 900/60R42 nu af fabriek mogelijk. De achteras is verzwaard. De prestaties van hefinrich-ting en hydrauliek zijn hoog. Enkel de 1000-toerige aftakas is gebleven.

Standaard wordt de T8 geleverd met luxe interieur. De armleuning-bediening is hetzelfde als in de T7-serie, evenals de bediening. Het computerscherm maakt plaats voor een groter (10,4 inch) scherm.

Page 44: Grondig 11 - 2013

44 GRONDIG - November 2013

techn

iek

niets verspillenKverneland-combinatie zaait en bemest met behulp van GPS

Niet alleen het zaaizaad, maar ook de vloeibare kunstmest precies op maat toedienen. Dat is mogelijk

met de nieuwe Kverneland-zaaicombinatie met een doseerunit voor vloeibare kunstmest. Afgelopen

voorjaar deed Loonbedrijf Pelle in Hengevelde hiermee de eerste ervaringen op.

In alles is het perceel waar de nieuwe combinatie in actie komt een ideale testomgeving. De zaaibedbereiding is bedroevend. Het is een perceel dat door de veehouder zelf is klaargemaakt en in alles bewijst hij het beeld dat dit vaak niet best gebeurt. Het ligt er schots en scheef bij en is een uitdaging voor de zaaimachine. Tegelijk is het een perceel met een paar flinke hoeken en een grote geer. Hier kan de Geocontrol van Kverneland direct zijn waarde bewijzen.Loonbedrijf Pelle werkt al enkele jaren met vloeibare kunstmest en werkte daarvoor met een Duitse bemestingsunit. Die werd gecom-bineerd met een Monosem-zaaimachine. Het probleem was dat voor beide aparte software nodig was en dat die slecht op elkaar

af te stemmen was. Pas laat in het afgelopen voorjaar werd toch besloten om deze te vervangen door een Kverneland-combinatie, vooral omdat deze als eerste een aangepaste doseerunit voor vloei-bare kunstmest heeft, die via GPS ook per element te bedienen is.Voor Kverneland was dat relatief eenvoudig, omdat hiervoor het systeem van de veldspuit is gebruikt waarbij ook elke dop afzonder-lijk kan worden afgesloten. Voor de vloeibare kunstmest is alleen een hydraulisch aangedreven centrifugaalpomp met een capaciteit van 400 liter per minuut opgebouwd. Deze kan de 1100-litertank in ruim twee minuten vullen en geeft ruim voldoende druk om het systeem goed te laten werken. Tijdens het zaaien gaat zelfs tachtig

Page 45: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 45

De machine werkt met onder-druk, waarbij de zaadjes tegen de zaaischijf worden gezogen.

procent van de pompcapaciteit retour naar de tank.De vloeibare kunstmest gaat via één aanvoerleiding naar de zaaimachine, waar een verdeelunit zit die de kunstmest in vier kleine stromen verdeelt. Bij de zaaielementen splitsen deze zich nog een keer. Vlak voor de uitstroomopening zit dan nog een elektrisch bediende klep. Hier zit ook het ge-heim van het zeer nauwkeurig doseren. Gelijk met de zaaiele-menten wordt deze klep afgesloten zodra de machine begint te overlappen.

Elektrisch aangedrevenDe kunstmest-doseerapparatuur wordt gecombineerd met de bekende Kverneland Optima HD e-drive met elektrisch aangedreven zaaischijven. Door de elektrische aandrijving is het instellen van de gewenste zaaidichtheid een fluitje van een cent: op het Tellus-scherm aangeven hoeveel zaden je per hectare kwijt wilt en de computer doet de rest. Vandaag wordt gekozen voor 97.000 zaden en op het gehele perceel weet de computer dat ondanks alle hobbels te realiseren. De controle geeft telkens aan dat er tussen de 95.000 en 97.000 korrels per hectare worden gezaaid.Door het droge voorjaar is het nodig om redelijk diep te zaaien, namelijk een zaaidiepte van vijf centimeter. Ondanks de zeer ongelijke ligging lukt dat goed. Bij het bekijken van de aansluiting moet je de grond diep wegstrijken om de ma-iszaden te vinden. De controle vier weken na het zaaien laat zien dat nagenoeg alle planten er zijn. Het is dan zoeken naar missers. Goed is dan ook te zien dat het aansluiten perfect heeft gewerkt. Nergens is zelfs maar sprake van overlap. Het diepe zaaien lukt goed door de onafhankelijk opgehangen zaaielementen. Deze hebben door het eigen gewicht van 128 kilogram standaard al een flinke bodemdruk. Vanwege de droge omstandigheden wordt de druk via de zwaarste instelling van de veer van het drukwiel nog met 200 kilo-gram verhoogd. Naast de onafhankelijke ophanging zorgen ook de twee pendelend opgehangen loopwielen naast het zaaikouter voor een goede bodemvolging. Zeker op dit on-gelijke perceel zorgen deze loopwielen ervoor dat altijd op voldoende diepte wordt gezaaid. Zelfs op de slechtste plek-ken is na het zaaien nergens bloot liggend zaad te vinden. Maar goed ook, want een klein koppeltje kippen loopt al snel nieuwsgierig rond.

Gemakkelijk koppelenDankzij de elektrisch aangedreven zaaischijven is de machine eenvoudig te koppelen aan het Geocontrol-systeem, om zo overlap te voorkomen. Hoewel de machine achter een John Deere hangt, heeft Pelle toch gekozen voor een Kverneland-ontvanger, omdat dit de eerste machine is op GPS en er nog geen plannen zijn om er andere werktuigen achter te koppelen. Een John Deere- of andere ontvanger is volgens Kverneland ook geen probleem, als er maar een Isobus-signaal is. Dit binnen leiden in de Tellus-boordcomputer, de plek op de trekker vastleggen en de software doet de rest.Hoe die software werkt, is in de cabine goed te zien. Zodra op de kopeinden de dwarsgezaaide rij wordt geraakt, scha-kelen de elementen uit. Dit is op het scherm te volgen via een streepje dat aangeeft of een zaaielement is ingeschakeld

Het Tellus-scherm is op te delen in twee delen. Boven geven de streepjes onder het zaaielement aan dat dit is ingeschakeld. Op het overzicht is te zien wat nog moet worden gezaaid.

Op de droge grond wordt vrij diep gezaaid, op vijf centimeter. Er is goed te zien dat de zaden prima op afstand liggen en dat bij het kruisen overlap wordt voorkomen.

Op dit perceel was ingesteld dat precies tot de kruisende rij moest worden doorge-zaaid. Dat is goed gelukt.

Page 46: Grondig 11 - 2013

46 GRONDIG - November 2013

techn

iek

of niet. Gelijk met het zaaielement wordt ook de kunstmest-toevoer aan- en uitgezet. Dat is wel even wennen, blijkt tij-dens het zaaien. Je hebt in het begin de neiging om gas terug te nemen en de machine op te lichten als je er bijna bent, terwijl je gewoon over het gezaaide door kunt rijden om de perfecte aansluiting te halen.Omgekeerd geldt hetzelfde bij het opnieuw inzetten. Je kunt de machine op het kopeind laten zakken en zodra de laatste gezaaide rij is overschreden, ploppen de balkjes weer op om te laten zien dat er weer wordt gezaaid. Dat inschakelen ge-beurt iets na elkaar om de elektrische belasting te beperken. Tussen het inschakelen van twee elementen zit 0,1 seconde om te voorkomen dat acht elektromotoren tegelijk aangaan, waardoor een enorme piekbelasting zou ontstaan.Bij het afzaaien van de geer is de werking nog beter te zien. Op het veld zie je de zaaielementen over het gezaaide gaan, op het scherm zie je de zaaielementen uitschakelen. Zeker op dit perceel levert dit een flinke besparing op zaaizaad op, want anders had op een groot deel van de schuine hoek een dubbele rij maïs gestaan. Dat betekent niet alleen verspilling van zaaizaad, het kost ook opbrengst. Juist daar waar dub-bel is gezaaid, valt de kolfzetting vaak enorm tegen. Ook rijpt deze maïs veel minder goed af.

Doorzaaien instelbaarOp de machine kun je kiezen tot hoever je een rij wilt laten doorlopen. Dit eerste seizoen heeft Pelle gekozen om tot de volgende rij te zaaien. Op het scherm is dit in te stellen door de aansluiting op honderd procent te zetten. Voor deze stand is gekozen omdat de boeren dit gewend zijn. Uit erva-ring weet Pelle dat eerder ophouden leidt tot klachten dat er niet genoeg is gezaaid. Voor degenen die wel kiezen voor meer ruimte is het simpel verstellen van het percentage vol-doende. Nul procent betekent dat de machine op rijafstand stopt met zaaien en bemesten. In dit geval zou dat dus op 75 centimeter zijn. Kies je 50 procent, dan is het analoog hier-aan 37,5 cm. De verwachting en ervaring van Kverneland is dat vooral bij de korrelmaïsteelt juist dit belangrijk wordt gevonden, omdat je door een gelijke afstand en het ontbre-ken van overlap een betere en gelijkmatiger afrijping krijgt. Daar zit dan ook een voordeel voor de loonwerker als hij het perceel ook dorst. Doordat er geen overlap is, zijn er minder niet goed afgerijpte stukken waar het combinen langzamer moet of waar de machine zelfs volloopt door het taaiere, veel minder afgerijpte gewas.Voor Pelle is het voordeel lastiger te behalen. Voor het loon-bedrijf telt dat het bij veehouders in elk geval kan inspelen op de noodzaak om zo zuinig mogelijk om te gaan met de meststoffen. Door de exacte verdeling wordt er niets verspild en kan alles worden aangewend om productie te halen. Het is een dun voordeel, maar, zo beseffen ze bij Pelle, het bewijst aan de andere kant dat het bedrijf er alles aan doet om zo ef-ficiënt mogelijk met mest en zaad om te gaan. Dat is dan ook het grote voordeel dat deze combinatie heeft ten opzichte van andere. Al zal dat ongetwijfeld beperkt zijn, want onge-twijfeld zijn er binnenkort meer gelijksoortige oplossingen.

Tekst en foto’s: Toon van der Stok

Elk zaaielement heeft een eigen gewicht van 128 kilogram. Via gewichtsoverdracht kan daar nog eens 200 kilogram aan worden toegevoegd voor een goede bode-mindringing.

Vlak voor het zaai-kouter zit de elektri-sche afsluiter voor het kunstmestpijpje.

Op de tank voor de vloeibare meststoffen zit een hydraulisch aangedreven pomp, die een grote vulca-paciteit geeft.

De veldopkomst is goed, want er zijn slechts enkele missers te vinden. De afstand in de rij is voldoende nauwkeurig; de variatie is gemiddeld plus of min één centimeter.

Page 47: Grondig 11 - 2013

FELLA-Werke GmbH | Fellastraße 1–3 | D-90537 Feucht | www.hooibouw.nl

INFORMEER NAAR DE MESSCHERPE ACTIES EN VOOWAARDEN BIJ UW FELLA DEALER

Gerard Hilhorst 06-51228760 I Herman Holland 06-51213513 I Mark vd Heuvel 06-51173646

MEER DAN € 1.000 VOORDEEL BIJ FELLALAAT ER GEEN GRAS OVER GROEIEN!

FINANCIERING*

VANAF

0,0%

VOORKOOPACTIE +++ FINANCIERING VANAF 0,0%* +++ VOORKOOPACTIE +++FINANCIERING VANAF 0,0%* +++ VOORKOOPACTIE+++ FINANCIERING

VOORKOOPACTIE +++ FINANCIERING VANAF 0,0%* +++ VOORKOOPACTIE +++FINANCIERING VANAF 0,0%* +++ VOORKOOPACTIE+++ FINANCIERING

VOORKOOPACTIE +++ FINANCIERING VANAF 0,0%* +++ VOORKOOPACTIE +++FINANCIERING VANAF 0,0%* +++ VOORKOOPACTIE+++ FINANCIERING

Voor overige informatie zie ook www.hooibouw.nl

* Financieringsactie is geldig tot 30 november 2013

Vele banden maken licht werk, dat is het motto van de KAWECO DOUBLE TWIN Shift.De 4 wielen van het onderstel lopen naast elkaar en maken daarbij ruimte voor het spoor van de tractor. Zo ontstaat één aaneengesloten spoor, waarbij de bodem slechts één keer bereden wordt. De DOUBLE TWIN Shift combineert het draagvermogen van een tandemasser met de wendbaarheid van een enkelasser. De PRO-JECT graslandbemesten is dankzij de unieke rubberlagers nagenoeg onderhoudsvrij. De RADIUM silagewagen is niet meer weg te denken bij de hakselaar. Dankzij de conische bak lost hij altijd, ook na langere transportafstanden. De THORIUM dubbeldoelwagen, herbergt alle eigenschappen van de RADIUM en combineert die met een efficiënt invoeraggregaat. Wist u dat KAWECO ook een perfecte dumper bouwt?

KAWECO DOUBLE TWIN

kampsdewild.nl

581052 KdW adv KAWECO Double Twin.indd 1 22-04-13 13:44

Page 48: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 201348

vo

orstelro

nd

e

ander blauw en roodMcCormick en Landini proberen met nieuwe modellen aan te haken

Het inmiddels bekende pakket koelers dat bij de moderne trekkers hoort. Door het losmaken van een hendel kan het hele pakket worden uitgeklapt om te worden gereinigd.

De nieuwe bedieningsconsole is voorzien van een groot aantal knoppen om alle functies te bedie-nen. De meeste zitten op de joystick. Achterop zit de knop voor het omhoog en omlaag schakelen.

In de westerse markt hebben de merken McCormick en Landini uit de Argo-groep een bescheiden marktpositie. Het lijkt alles te maken te hebben met het gevecht dat de afgelopen jaren is gevoerd om McCormick een eigen gezicht te geven. Daar is Argo met de komst van de huidige nieuwe series helemaal van afgestapt. Zelfs in naam zijn de Landini en de McCormick bijna vergelijkbaar. McCormick heeft de X7-6 voor de zescilinders en de X7-4 voor de viercilinders, bij Landini is dit de 6C voor de viercilinders en de 7C voor de zescilinderversies. Uiterlijk blijven er wel kleine verschil-len, want ze hebben beide een andere motorkap en een iets andere cabine. Onderhuids hebben ze echter ook een paar unieke kenmerken. Zo zijn dit de enige trekkers die een FPT-motor combineren met een ZF-fullpowershift-transmissie. De keuze voor FPT betekent wel AdBlue, maar geen uitlaatgasregeneratie. Als voorlopig enige fabrikant heeft Argo de beschikking gekregen over de ZF-bak die automatisch schakelt tussen de groepen. Het levert een trekker op die prettig rijdt, blijkt bij de eerste kennismaking in het Italiaanse Fabbrico, waar de thuisbasis is. Rijdend met een mesttank schakelt de trekker soepel door de groepen en de verschillende powershiftposities. Voor die bediening is er een nieuwe console, met een prettig in de hand liggende bedieningsknop, die overigens niet als rijhendel kan worden gebruikt. Daarvoor is er het voetgaspedaal, dat elektrisch gestuurd is. Die elektrische sturing heeft een speciale voorziening om bij hobbelige omstandigheden het in- en uittrappen te neutraliseren, zodat schokkerig rijden wordt voorkomen. Een prettige voorziening. Wat ontbreekt bij de bediening is het Isobus-scherm. Daar is wel plaats voor, maar de ontwikkeling is nog gaande. Naar verwachting zal dit over een half jaar beschikbaar zijn. Tijdens de voorstelling werden meer vernieuwingen aangekondigd, zoals een CVT-uitvoering van de 6- en 7-serie. De 7 met CVT zal waarschijnlijk op de Agritechnica worden voorgesteld, de 6 zal ongetwijfeld volgend jaar op de Eima te zien zijn. Deze transmissies worden weer wel in eigen huis ontwikkeld in de moderne transmissiefabriek die het bedrijf nog heeft in de productievestiging in Fabbrico.De aangekondigde ontwikkelingen laten zien dat Argo nog nadrukkelijk mee wil blij-ven doen in de trekkermarkt. Met moderne, degelijke trekkers, die misschien niet de allernieuwste technische snufj es hebben, maar wel wat een gebruiker tegenwoordig minimaal mag verwachten. Hoewel Landini en McCormick zeker geen prijsvechter willen worden, zullen ze qua prijzen zeker aan de onderkant van de markt te vinden zijn. Als alternatief voor bijvoorbeeld het andere blauw en rood.

Tekst & foto’s: Toon van der Stok

Voorlopig is er alleen een scherm op het dashboard voor het afl ezen van verschillende gegevens. De bedieningsknop om tussen de verschillende op-ties te schakelen, zit op de bedieningsconsole.

Page 49: Grondig 11 - 2013

De voorasvering is niet veranderd. Niet nodig, want deze behoort volgens Argo tot de beste in de markt. In de proefrit is het voldoende om bij snelheden tot 30 km/u in het veld de schokken op te vangen.

De Landini en McCormick verschillen alleen in ui-terlijke details. Naast de kleur is de styling wat af-wijkend, maar de verschillen zijn minimaal. Het zal de markt zijn die het succes van de merken bepaalt.

De achterbrug is netjes afgewerkt, met een dui-delijke kleurcodering voor de hydrauliekaanslui-tingen. Er is een aftakas met vier toerentallen: 540 en 1000 toeren met een normale en ecostand.

49GRONDIG - November 2013

Page 50: Grondig 11 - 2013

Standnr.

16B06

Wij zijn op de AGRITECHNICA 2013

Uw VREDO Team nodigt u van harte uit om de volgende noviteiten te bezichtigen:• Agri Air doorzaaimachine + pneumatische zaadbak• VVT600 - 600 pk CVT zelfrijdende Trac transmissie• VT5518 zelfrijdende 6-wieler Trac + 32m3 mesttank• 12 meter zodenbemester• Elektrisch aangedreven snijfi lter

www.vredo.nl [email protected] +31 (0) 488 411 254

Page 51: Grondig 11 - 2013

www.lemken.com

Kent u het LEMKEN-gevoel? De zekerheid, precies die machine te vinden, die met zijn configuratie het beste voor uw specifieke grond biedt? Het vertrouwen, een uitgebreid productassortiment op het gebied van grondbewerking, zaaien en gewasbescherming van één fabrikant te kunnen krijgen? En de garantie, die een koploper in prestaties en technologie u geeft? Leer het kennen!

AGRITECHNICA

HAL 11, Stand B 43

Stay updated here

www.agritechnica.lemken.com

Blauw wErkt BEvrijDEnD

Page 52: Grondig 11 - 2013

52 GRONDIG - November 2013

Een bekende trend in beurzenland is dat een paar grote beurzen het internationaal voor het zeggen hebben. Zoals de Bauma de beurs is voor het grondverzet is de Agritechnica de beurs voor de agrarische sector, waar veel fabrikanten naar toe werken voor het presenteren van hun grote nieuws. En dus mogen we wat verwachten. Niet al-leen een voorstelling door diverse merken van trekkers van 295 kW (400 pk) en meer, maar vooral ook veel belangrijke ontwikkelingen op het gebied van elektronica: aansturingssystemen, vernuftige op-timalisatietechniek en telematica. Het zijn ontwikkelingen die je niet in het voorbijlopen even ziet, maar waarvoor je de stands in moet gaan. Daar zit de boodschap. Als je ziet hoe groot de beurs is en dat er richting een half miljoen bezoekers worden verwacht, moet u echt vooraf goed uw huiswerk doen, zodat u gericht in één keer uw route loopt. Wie denkt dat de eerste twee dagen (exclusief voor handelaren) een oase van rust opleveren, heeft het mis. Reken maar dat het dan ook al erg druk is. Op de site van de Agritechnica vindt u al de fabrikanten en een overzicht van de hallen om uw routing te plannen. Er is een handige app beschikbaar om online te zoeken. Op de site vindt u ook de belangrijkste medailles. Er is viermaal goud uitgedeeld en maar liefst 33 keer zilver. Alleen die aflopen, kost al een dag. En reken maar dat er dan nog menig fabrikant is die met onaangekondigde verrassingen komt.Wij doken in de gouden me-dailles en pikten nog wat voorbijkomend nieuws voor u mee, deels met zilver bekroond. Claas blijkt de grootste medailledelver, met eenmaal goud en vijfmaal zilver. Wij zien u in Hannover, al is de kans dat we elkaar tegen het lijf lopen klein...

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Agritechnica, fabrikanten

Grootste aandachttrekker: Challenger MT 875E met V12 Stand: Hal 9 A15

De strijd om de grootste aandachttrekker zal weer losbarsten. Van Fendt wordt de meer dan 295 kW (400 pk) sterke 1000-serie verwacht, evenals een soortgenoot bij Massey Ferguson. John Deere, Deutz-Fahr en CNH doorbre-ken die grens ook met glans. Toch schatten wij in dat de nieuwe Challenger MT 875 E één van de grootste publiekstrekkers wordt. Dit kanon op rupsen heeft de nieuwe 16,8-liter-twaalfcilindermotor van Agco Power (Sisu), die is afgesteld op 426 kW (590 pk) nominaal en een maximum vermogen van 470 kW (640 pk). Challenger belooft nog een verrassing. We gaan het zien.

te groot voor woordenVoorbeschouwing op de Agritechnica 2013 in Hannover

‘s Werelds grootste, zo presenteert de Agritechnica 2013 zich. In 24 hallen verzamelen zich maar liefst 2700 expo-

santen, waarvan de helft uit het buitenland komt. De organisatie verwacht tegen de half miljoen bezoekers. Wie

zich niet goed voorbereidt, verdwaalt of komt tijd te kort. Goed huiswerk vooraf is een must om van uw bezoek

een succes te maken.

ag

ritechn

ica

Beursinfo De Agritechnica 2013 in Hannover start op 10 november en duurt tot en met 16 november. De beurs is dagelijks geopend van 9.00 uur tot 18.00 uur. 10 en 11 november zijn de exclusiefdagen voor handelaren. Andere bezoekers mogen ook naar binnen, maar dat kost dan wel € 85,-. Daarvoor mag je dan ook op 12 november gratis naar binnen. Op de andere dagen bedraagt de toegangsprijs € 23,- en kost een kaart voor twee dagen € 34,-. Voor online bestellen van kaarten en voor meer informatie kunt u terecht op www.agritechnica.com.

Page 53: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 53

DLG: Rudolf Diesel herdacht Hal 32

Op de Agritechnica tref je ook vertier en aangename zaken. Hal 32 is voor liefhebbers van dieseltechniek een must. Deze hal staat in het teken van de herdenking van de honderdste sterfdag van Rudolf Diesel. Diesel bedacht aan het eind van de negentiende eeuw de dieselmotor. Deze speciale DLG-tentoonstelling bevat een overzicht van de ontwikkelingen die de dieselmotor heeft doorgemaakt. Daarnaast is er een unieke collectie oldtimers bij elkaar gehaald, waaronder heel zeldzame exemplaren, zoals een Hanomag motorploeg en deze Benz OE-dieseltrekker uit 1928.

De gouden medailles

De vier gouden medailles voor Grimme, Rauch, Merlo en Claas zijn niet te vergelijken. De Claas-medaille springt er voor onze sector bo-venuit. Bevestigd zijn we in de verwachting dat de meeste gouden medailles naar Duitse fabrikanten gaan. Dit is in feite een compliment voor Merlo. De gouden vier in het kort.

Grimme: AirSep Stand: Hal 25 F11Het schei-den van aan aardappelen redelijk ge-lijkwaardige kluiten, ste-nen, rotte moederknol-len en andere verontrei-nigingen is

mechanisch lastig. Grimme doorbreekt dit met zijn pneumatische AirSep-scheidingstechniek. Vlak voor de afvoerband blaast Grimme een krachtige luchtstroom onder de aardappels. Deze gaan zweven, terwijl de zwaardere stenen en kluiten op de band blijven en naar een speciale afvoerband gaan. De chauffeur kan de kracht van de lucht-stroom en de richting aanpassen aan het gewas.

Rauch: Axmat strooibeeldverstellingStand: Hal 15 D30

Kunstmest strooien is nog geen grote loon-werkers-bezigheid. Wat niet is, kan ech-ter komen met steeds duurdere,

geavanceerdere strooitechniek. Rauch zet een belangrijke stap met Axmat, de automatische strooibeeldinstelling bij een tweeschijven-kunstmeststrooier. Via microsensoren en een automatisch instelsys-teem wordt de gift automatisch aangepast aan de kunstmestsoort en de ingestelde werkbreedte.

Merlo: hybride verreiker Stand: Hal 6 C15Merlo krijgt goud voor een echte hybride ver-reiker, de Turbofarmer 40.7 Hybrid. Deze heeft een diesel-motor en een hybride-unit met batterij waarmee

met de 30 kWh lithium-ionbatterij volledig elektrisch kan worden gereden. De gedownsizede motor kan met een optimaal toerental draaien, waarbij de elektro-unit voor de passende rijsnelheid zorgt en bij pieken extra energie levert.

Claas: Online-bedieningssimulator Stand: Hal 13 B05

Machines en werk-tuigen worden steeds geavan-ceerder, maar ook steeds gemakke-lijker te bedienen zodra je de knop-jes en instellingen eenmaal onder de knie hebt. Hierop inspelend intro-duceert Claas de Online-simulator,

waarmee de bediening van trekkers en machines achter de computer is te leren. Daarmee wordt een belangrijke barrière doorbroken voor het leren van nieuwe technieken.

Page 54: Grondig 11 - 2013

54 GRONDIG - November 2013

ZF: elektrificatie Stand: Hal 3 E19

Geen medaille, maar dat de elektrische aandrijving en aandrijfcompo-nenten eraan komen, laat ZF zien met de ZF Terra+-transmissie. In de transmissie is een elektrische generator geïntegreerd waarmee perma-nent tot 70 kW elektrisch vermogen kan worden afgegeven voor aan-drijving of eventuele opslag in een batterij. Dit elektrische vermogen kan worden gebruikt om als ‘soft hybride’ vijf tot tien procent extra kop-pel af te geven aan de aandrijving. ZF geeft aan dat met elektrische aan-drijfcomponenten op trekker en werktuig vijf tot tien procent brandstof te besparen is.

Deutz-Fahr: onder last schakelbare aftakas Stand: Hal 4 B27

Naast de nieuwe series die worden onthuld, zijn er bij Deutz-Fahr ook een tweetal onderhuidse ontwikkelingen die met zilver zijn bekroond. Meest bijzonder is de eerste onder last schakelbare aftakas. Tijdens het werk kan worden geschakeld tussen de normale en de ecostand. De andere innovatie is de hydraulische motorrem, waarbij de oliestroom wordt gesmoord, terwijl de fan voluit gaat draaien.

Dammann: middelenverdeling in bochtenStand: Hal 15 C2

Binnen- of buitenbocht, met de nieuwe Dammann-toedieningstechniek komt er overal evenveel middel. Dit werkt alleen op de spuit met meer-dere spuitdoppen per halve meter. Op basis van een hoeksensor bere-kent de computer hoe snel de boom beweegt en past hij de dosering aan. Weer een stap in de toedieningstechniek die zilver verdiende.

Väderstad: eerste iPad voor bedieningStand: Hal 12 B24

De afgelopen maanden is al door veel fabrikanten gesproken over de mogelijkheid om de iPad te gaan gebruiken als bedieningsscherm. Het scheelt het ontwikkelen van een eigen touchscreen en geeft automa-tisch een universeel scherm. Väderstad is een van de eerste die deze ontwikkeling klaar heeft voor zijn Tempo-zaaimachine. De iPad wordt draadloos verbonden met de black box op de machine. Ideaal om na afloop van een werkdag weer mee te nemen en alles op kantoor uit te lezen.

vol zilveren prikkelingenDe 33 zilveren medailles bevatten tal van interessante ontwikkelingen, vooral in fijne meet- en regelsystemen.

Ook op andere gebieden stuitten we op een aantal interessante noviteiten. De belangrijkste aangereikte krenten

in twee pagina’s gevangen.

ag

ritechn

ica

Page 55: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 55

Claas: medailledelver Stand: Hal 13 B05

Vijf zilveren medailles voor fabrikant Claas: voor een automatisch aan-hangerstuursysteem waarbij de stuuruitslag en reactie afhankelijk zijn van de rijsnelheid, voor een automatisch systeem voor stroverdeling als het hard waait (gemeten via een tweetal flippers), voor het Implement Tractor Control waarbij op basis van het gevraagde vermogen op de grootpakpers de snelheid van de trekker wordt gestuurd en ten slotte nog voor de graankwaliteitsmeting en het automatische verwijderen van een verstopping in de aanvoer. Dan staan er ook nog nieuwe hak-selaars en Xerions.

Krone: Laser Load Stand: Hal 27 F15

Vanaf komend seizoen komt Krone met een kleinere hakselaar. Voor dit type is de invoer versmald van 80 naar 65 centimeter. Er zijn ook aan-gepaste maïsbekken ontwikkeld van zes tot tien rijen. De nieuwe serie bestaat uit de Big X 480 en de Big X 580. Nieuw op deze hakselaars is ook het optionele Laser Load. Dit is een automatisch herkenningssysteem van de silagewagen dat ook automatisch het vullen regelt. Goed voor zilver.

Pöttinger: lichtere NovacatsStand: Hal 27 C30

Bij de vernieuwde serie Novacat-maaiers heeft Pöttinger veel aandacht besteed aan het verlagen van het eigen gewicht. Het resulteert in een maaier die 175 kilogram per meter werkbreedte weegt. Een vermogen van 118 kW (160 pk) zou voldoende moeten zijn voor deze 11,20 meter brede combinatie, volgens Pöttinger goed voor een brandstofbespa-ring van 25 procent.Zilver scoorde Pöttinger voor het vooraf inzaaien van spuitsporen met het nieuwe Pöttinger Intelligent Distribution System. Een tweede me-daille was er voor een precisiezaaimachine die graan zaait als een nok-kenradmachine, maar ook maïs als precisiezaaier.

John Deere: handige knopjes Stand: Hal 13 C 31

Naast heel veel trekkernieuws, vooral in het lichtere segment, is er een detail waarvoor het merk een eer-volle zilveren medaille scoorde: twee drukknopjes op het achterspatbord om de trekker bij het aankoppe-len wat voor- en achteruit te laten rijden. Ontzettend handig. Aan de veiligheid is ook gedacht, want het systeem werkt met ingeschakelde handrem.

Lemken: diepteregeling voor berg en dalStand: Hal 11 B431

Een zilveren medaille is er voor het nieuwe diepteregelingssysteem van Lemken voor gronden in heuvelachtige gebieden. Op basis van de trekkracht laat het systeem automatisch het steunwiel heffen of zakken. Op die manier wordt op een top of een dal toch de juiste werkdiepte bereikt.Agco Fendt: wisselbare

hydrauliekaansluitingenStand: Hal 9 D24

Met de introductie van een nieuw type hydraulie-kaansluiting zal Agco ongetwijfeld het aanzicht van de achterbrug veranderen. Hierbij zijn alle ventielen weggewerkt achter een aansluitplaat met een automatische dopafsluiter. Daarachter zit een nieuw type ventiel dat met een apart hendel-tje eenvoudig onder druk is los te maken. Mooi is dat de ventielen eenvoudig te wisselen zijn, om ook oude typen nog te kunnen aansluiten.

Trelleborg: progressiefTraction-loopvlak Stand: Hal 9 E06

Trelleborg toont een 650/65R38-trekkerband met een nieuw concept loopvlak. Het nieuwe loopvlak van de ProgressiveTractionTM-band wordt geken-merkt door een dubbele nok die op verschillende momenten de bodem raakt en zo geleidelijk een grotere tractie biedt wanneer en waar dat no-dig is. De dubbele nok zorgt ook voor een betere drukverdeling.

Page 56: Grondig 11 - 2013

ag

ritechn

ica

Smal chassis (760 mm)

Hydraulische geveerde assen

In 10 - 12 - 14 -15,5 - 18,5 - 20,5 m3

2,90 m breed met banden 800 mmTel: 0032 43 77 35 45 – www.joskin.com

56 GRONDIG - November 2013

Nederland staat zijn mannetje op de Agritechnica. Op ruim 120 stands staan Nederlandse standhouders, varië-rend van groot (Lely), meeliftend met een internationaal concern (Kuhn Geldrop en Challenger Grubbenvorst), maar ook klein en gespecialiseerd (bijvoorbeeld

FreshFilter en Huizing Harvest). U kent onze fabrikan-ten zelf en weet ze vast te vinden. Op de site van de Agritechnica kunt u ze eenvoudig opzoeken. We selec-teerden enkele opvallende noviteiten van Nederlands fabrikaat voor u.

positieve verrassingenNederlands fabrikaat op de Agritechnica

Niet alleen buitenlandse bedrijven scoren op de Agritechnica. Ook van de Nederlandse fabrikanten komen

fraaie vindingen. Daaronder zitten interessante noviteiten. De nieuwe Kuhn-pers uit Geldrop is elders in

het nummer beschreven, evenals Vredo’s nieuwe gigant. Zuidberg kreeg zelfs een zilveren medaille voor

zijn tweetrapsaandrijving van een bosbouwlier. Een klein overzicht van Hollands glorie.

Kaweco: Pull Box Stand: Hal 16 B18

De nieuwe Kaweco PullBox heeft een rubberen losband met een meeschuivende voorwand. De band wordt met een hydraulische aandrijving opgerold op een cilinder. De lostijd is krap 50 secon-den bij een baklengte van 9,70 meter. De voorwand en losband worden met een lier naar voren getrokken, zodat retourvracht kan worden meegenomen. De Pull Box is graandicht en hygiënisch dankzij afschrapers aan de band. De zijwanden en de gelijmde aluminium zijwanden zijn geheel glad van binnen. De bak is co-nisch gebouwd en de bodem is voorzien van kogelgelagerde rol-len, zodat de wagen ook na lange ritten en bij vriezend weer kan worden gelost. De waterinhoud varieert van 31,5 tot 48,5 kubieke meter.

Page 57: Grondig 11 - 2013

LMC Gennep BVVoor oost NL.

0485 - 511 605www. lmcgennep.nl

Jamo BVVoor west NL.

0184 - 642 112www.jamo-lmb.nl

Nu ook silagevorken bij LMC Gennep BV

Gezamenlijke importeurs

GRONDIG - November 2013 57

Farmax: Farmax Super SixStand: Hal 11A 22A

Farmax zoekt capaciteitsver-groting niet in een hogere rij-snelheid, maar in een grotere werk breedte.

Daarop inspelend komt de fabrikant met de compleet nieuw gebouwde zes meter brede Super Six-spitmachine. Deze heeft volgens Farmax een capaciteit van ongeveer 3,6 hectare per uur bij een rijsnelheid van 6 km/u. De spitter vraagt een vermogen vanaf 221 kW (300 pk), afhankelijk van de omstandigheden. De machine is dankzij PLC-besturing via een knopdruk in werkstand te zetten. De transportbreedte bedraagt 2,60 meter.

Zuidberg: uitwisselbare geveerde tracks en Eco-twin Stand: Hal 3 B19

Zuidberg Tracks heeft met het E-Frame een universeel tracksysteem ontwikkeld, zodat je één trackset kunt gebruiken op bijvoorbeeld een trekker, combine, bie-tenrooier en aardappel-rooier. Het verwisselen is vergelijkbaar met een ban-dencombinatie. Zuidberg introduceert op de tracks ook een veersysteem, zodat die zich in lengte en breedte aanpassen aan ongelijke ondergrond. Zuidberg toont als eerste een frontaftakas met 1000/1000E-schakeling, zodat bij gecombineerde of alleen frontaanbouw in ecostand kan worden gewerkt met een lager motortoerental.

Bomech: werktuigdrager Stand: Hal 16 B04

Bomech in Albergen heeft een werktuig-drager ontwik-keld voor achter zelfrijders. Deze bestaat uit een scharnierbare

arm die als aanhanger wordt gebruikt. Tijdens het wisselen van transportstand naar werkstand wordt de scharnierbare aanhan-ger compact opgevouwen in de hefinrichting. Naast de sleep-voetbemester kunnen ook andere machines met deze werktuig-drager worden gecombineerd.

Apollo Vredestein: Traxion CereallStand: Hal 9 G10

Apollo Vredestein introduceert de IF 800/70R32 TL 182A8 CFO Traxion Cereall-oogstmachineband. Dankzij F+-technologie (Increased Flexion) is het draagvermogen twintig procent vergroot. Met CFO (Cyclic Field Operation) is het draagvermogen nog eens 55 procent ho-ger dan bij andere banden. Vredestein versterkt zijn positie in de landbouw met een flinke uitbreiding van het assortiment, zoals de 710/70R38 en 710/65R30 Traxion XXL voor zware trekkers en hakselaars.

Page 58: Grondig 11 - 2013

ag

ritechn

ica

58 GRONDIG - November 2013

Veldhuizen Wagenbouw: Grote Clixtar Stand: Hal 16 C18

Op basis van een vrachtwagen toont Veldhuizen een Clixtar-variant met vijfde as. In Duitsland en België is het maximale gewicht van een vracht-wagen 32 ton. Met oplegger is dat in Duitsland 40 en in België 42 ton. In het veld til je via luchtbalgen de oplegger voorover, zodat de achterste as van de oplegger vrij komt. In het veld heb je dan alle gewicht op de (8x8) aangedreven vrachtwagenassen. Uiteraard wordt er ook een film gedraaid met de Luctor met Rapide-opraapwagen in actie.

Evers: Hannoveraner Stand: Hal 11 C04

Hannoveraner, een naam die moet aanslaan bij onze oosterbu-ren. Het betreft hier de nieuwe extra zwaar uitgevoerde Evers-bouwlandbemester voor de zwaarste zelfrijders in de zwaarste steenrijke gronden. Deze bouwlandbemester met geveerde tanden heeft een doorlaat van ruim 70 centimeter, zodat meteen een diepe grondbewerking kan plaatsvinden. Evers toon ook de Grass Profi in 3,00 en 6,20 meter brede uitvoering voor het onder-houd van blijvend grasland. Die is in frontaanbouw te combineren met een doorzaaimachi-ne of cambridgerol achter de trekker.

D-Tec: sneller laden en lossen Stand: Hal 16 C18

Korte laad- en lostijden worden steeds belangrij-ker in het mesttanktrans-port. Daarom bedacht D-Tec samen met zijn klanten een innova-tief tankconcept met laad- en losarmen. Een 30-kuubs tanktrailer kan nu in drie minuten worden gelost. D-Tec toont de nieuwe modulaire lijn van laad- en lossystemen op de beurs.

Imants: nieuwe spitters Stand: Hal 12 A28

Imants BV presenteert op de Agritechnica de nieuwe 46- en de 48SX-serie spitmachines. De 46 is ontwikkeld voor lichte tot zware klei-grond, maar kan met andere spitarmen ook andere grondsoorten

bewerken. De Imants 48SX-serie is de opvolger van de populaire 47SX. Deze spitmachine is geschikt voor trekkers van 96 tot 184 kW (130 tot 250 pk). De tandwielaangedreven spitas heeft 36 beugels, zes per rondsel. De ideale rijsnelheid bedraagt 7 km/h! Beide machi-nes kennen diverse aan- en opbouwmogelijkheden om werkzaam-heden in één werkgang te kunnen combineren.

Homburg HeroW 2.0 Stand: Hal 15 D12

Na de intro-ductie van de compacte HeroW introdu-ceert Homburg samen met Widontec de HeroW 2.0, een veldspuit met een grotere capaciteit ten opzichte van de eerste versie. Hij heeft wel

dezelfde kenmerken als zijn voorganger, zoals een grote bodemvrijheid, een goed zicht op het gewas, een compacte bouw en een grote wend-baarheid. De HeroW 2.0 maakt gebruik van Hardi-spuittechniek en heeft een 3000-litertank plus een schoonwatertank van 500 liter en hydraulisch verstelbare assen (1,50-1,80 meter of 1,80-2,25 meter). Hij is er in een 45 km/u-versie en met een Hardi TwinForce-spuitboom.

Veenhuis Machines: Duitse opleggers Stand: Hal 5 C28

Veenhuis Machines komt met een nieuwe tankoplegger voor snelverkeer. Deze mestoplegger heeft een inhoud van 25, 28 of 30 kuub en is stan-daard voorzien van drie starre assen. Als optie is een meelopende as of gestuurd onderstel leverbaar. Veenhuis toont ook zijn nieuwe compacte mestscheider Sepramax

Page 59: Grondig 11 - 2013

TB295W9.500 kg

MAARHEEZE• Zaterdag 23 November

09.00 - 17.00 uur

• Zondag 24 November 09.00 - 16.00 uur

ZEEWOLDE• Vrijdag 29 November

17.00 - 21.00 uur

• Zaterdag 30 November 09.00 - 16.00 uur

WWW.VERHOEVENBV.COM

GRONDIG DAGENMAARHEEZE 2013 ZEEWOLDE

UITNODIGING

• Speciale acties• Productshow• Zelf testen• Demo’s• Hapje, drankje

RIJWERKEN

RUBBERTRACKS

VEMATEC

VERHUUR

001.053 116980 Adv Grondig Dagen.indd 1 24-10-13 14:57

Page 60: Grondig 11 - 2013

60 GRONDIG - November 2013

sterk w

erk

Met een nieuwe techniek en nieuw ontwikkelde materialen wist aannemingsbedrijf Hak BV

fors te besparen op de kosten voor een dijkverzwaring. De methode is succesvol getest en kan

voor heel Nederland een besparing van vier miljard euro op de dijkverzwaring opleveren. Het

resultaat van slim nadenken en vooral open staan voor nieuwe ideeën, iets wat het bedrijf uit

Alblasserdam kenmerkt.

durven in waterwerkAannemingsbedrijf Hak BV, Alblasserdam

Page 61: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 61

Het anders durven doen is één van de ken-merken van aannemingsbedrijf Hak uit Alblasserdam. Al eerder waren we bij het be-drijf voor de manier waarop het een oeverpro-ject in de buurt van Gorinchem onder handen nam. Nu is de nieuwe vinding die het toepast nog spectaculairder, stelt eigenaar Piet Hak als we rondlopen op het dijkverzwaringsproject langs de rivier de Noord. “Voor het eerst pas-sen we hier in een getijdenrivier een nieuw type dijkblok toe. Een blok dat veel minder zwaar is, lager is en toch beter de golfslag opvangt.”

Het blok dat Hak gebruikt, heeft een wonder-lijke ontstaansgeschiedenis. Hans Hill, ooit fo-tograaf, bedacht naar aanleiding van golfslag-problemen in het zwembad een methode om de kracht van het water op te vangen. Hij ont-wikkelde een golfabsorber, die echter nooit in het zwembad terecht kwam, omdat die te duur bleek. Maar al denkende vormde zich bij hem het idee om met een paddenstoelvormig blok de golfslag van de zee of de rivieren op te vangen. Zijn theorie is dat je de golf als het ware absorbeert door te werken met deze nieuwe blokken. Op een traditionele dijk, versterkt met traditionele blokken, blijft een golf omhoog lopen, omdat het water nergens heen kan. Tegelijk loopt het water tussen de kieren en verzadigt het de ondergrond omdat het niet weg kan. Die twee zaken samen brach-ten hem op het idee om te gaan werken met een heel ander type blok. Uitvinder Hans Hill noemde het naar zichzelf, zodat dit nu door het leven gaat als het Hillblock. Het lijkt op een bolder, een pion of wellicht paddenstoel.

De speciale werking krijgt het blok door de kanalen die onder de bovenzijde ontstaan. Via de gaten tussen de blokken zakt het wa-ter weg en dat kan dan via de kanalen naar de onderkant van de dijk stromen. Door die stroming blijft het kanaal ook schoon, vertelt Leo Kruidenier, bedrijfsleider bij Hak. “Het wa-ter stroomt zo krachtig naar beneden dat het modder en zand ook weer uitspoelt. Dat blijkt in proeven en zal nu hier in de praktijk ook moeten worden bewezen.”Met het blok zijn nu twee dijkvlakken be-kleed. In Zeeland eentje langs een zeewering en in Alblasserdam dus het traject langs de Noord. Dit is een getijdenrivier met flinke hoogteverschillen. De ochtend voor we het werk bekijken, stond het water door een forse noordwesterstorm, die het water de haven van Rotterdam en daarna het achterland in stuwde, nog halverwege de dijk. Dat had als

gevolg dat het werk even stil lag en er daarna weer opruimwerk was, want een rivier laat al-tijd rommel achter.

Vier miljard besparenDe impact van het nieuwe type blok is gigan-tisch. Doordat het blok de kracht van het wa-ter veel beter opvangt, kunnen veel kleinere blokken worden gebruikt. Hak: “Hier stonden in het oorspronkelijke ontwerp de bekende blokken van veertig centimeter hoog. Die zijn zo zwaar dat je er handmatig niets aan kunt en mag doen. Door voor de Hillblocks te kiezen, konden we volstaan met blokken van twintig centimeter. Dat lijkt zo onrealistisch dat nie-mand het aandurfde. Daarom werken we nu met blokken van dertig centimeter. Doordat ze feitelijk gehalveerd zijn, blijven ze onder de 22 kilogram en mogen we ze eventueel handmatig leggen. Een ander voordeel is dat er bijvoorbeeld minder transport nodig is. Dat telt weer voor je CO2-ladder.” Voor de opdrachtgever leverde dit een forse besparing op. “Er is namelijk minder materi-aal nodig en ook het plaatsen is eenvoudiger. Hier konden we verder niet besparen op de dijkhoogte, omdat die wel omhoog moest om hogere waterstanden op te vangen, maar op plaatsen waar de golfslag een grote rol speelt, kun je wel besparen op de verhoging van de dijken. Er is al uitgerekend dat door toepassing van deze methode de hele dijkverzwaring in Nederland vier miljard euro goedkoper kan. Dat is ongeveer het hele bezuinigingspakket waar dit najaar over is onderhandeld.”

Toepassen nieuwe techniekenHet toepassen van nieuwe technieken en ma-terialen is voor Hak bij elk werk een uitdaging. “We werken in een markt waarin de concurren-tie groot is. Dan moet je slim zijn om een werk toch te krijgen en er ook wat aan over te hou-den”, glimlacht bedrijfsleider Leo Kruidenier. Hij is afkomstig van een aannemersbedrijf dat gespecialiseerd was in waterbouw, waar hij veel ervaring heeft opgedaan in het werken met, op en langs het water. “Dat is kennis die je nu kunt gebruiken om het net wat anders aan te pakken.” Hak, gevestigd in Alblasserdam in een polder die de afgelopen jaren in gebruik is genomen, heeft daar veel mee te maken. In deze polder, die de afgelopen vijftien jaar is ontwikkeld, heeft Hak nagenoeg al het werk kunnen uit-voeren, van saneren tot ophogen, bouw- en woonrijp maken. De afgelopen jaren zijn er ook wegen en rioleringen aangelegd. De laatste klus die het bedrijf kreeg, was het ver-

Hak BVAannemingsbedrijf Hak BV is ontstaan in 1993 en gevestigd in Alblasserdam. In twintig jaar is het bedrijf gegroeid tot een volwaardig aannemingsbedrijf in grond-, weg- en waterbouw met ongeveer 35 per-soneelsleden. Enkele jaren geleden was het bedrijf nog groter, maar de crisis heeft ook hier effect gehad op de personeelsomvang. Hak heeft een eigen landmeetkundige dienst en is enkele jaren geleden al volledig overgeschakeld op het werken met GPS. Het bedrijf werkt met de systemen van Topcon en is daar zeer tevreden over.Sinds de komst van Leo Kruidenier als be-drijfsleider heeft Hak zijn kennis vergroot en heeft het bedrijf kans gezien een flink aan-tal projecten langs het water binnen te ha-len. Het project in Alblasserdam is daar een voorbeeld van, maar ook op andere plaatsen is met creatieve oplossingen veel werk bin-nengehaald. Meer informatie: www.hakbv.nl.

Page 62: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 63

hogen van de dijk. Dat was noodzakelijk toen de afgelopen jaren bleek dat het water in periodes van hoog water tot de rand van de dijk stond. In 2012 is daarom al een stalen damwand met betonnen deksloof geplaatst, die is aangevuld met klei om de dijk zo zeventig centimeter te verhogen. Dit najaar is daar de dijkverzwaring aangebracht om de ach-terliggende polder definitief veilig te maken.

Hak kon de nieuwe methode met de Hillblocks introduceren omdat hij met de opdrachtgever die het gebied ontwikkelt samen over het ontwerp kon nadenken om tot goedkopere oplossingen te ko-men. “Je weet dat projectontwikkelaars niet graag geld uitgeven, dus wordt het altijd gewaardeerd als je met een alternatief komt dat goedkoper uitpakt”, zegt Hak. Het kostte echter wel de nodige moeite om ook de betrokken gemeenten Alblasserdam en Papendrecht en het Hoogheemraadschap Rivierenland te overtuigen. “Het zijn instanties die gaan voor zekerheid, dus was er uitgebreid onder-zoek bij onderzoeksinstituut Deltares nodig om te bewijzen dat het systeem werkt.Hak en Kruidenier zijn overtuigd dat het systeem uiteindelijk een veel bredere toepassing zal krijgen. “De kostenbesparingen zijn zo enorm, dat je feite-lijk niet anders kunt. Zeker omdat alle onderzoeken laten zien dat het de golfslag met dertig tot vijftig procent reduceert. Het probleem is alleen om dat te accepteren, maar dat is bij elke nieuwe methode die je voorstelt. Het geeft onzekerheid bij de op-drachtgever. Daarom moet je elke keer je best doen om die te overtuigen. Gelukkig helpt het dan dat je al verschillende keren hebt laten zien dat je door anders te werken een goedkoper en beter resultaat bereikt. Dat is ook de kracht van ons bedrijf.”

Tekst: Toon van der StokFoto’s: Hak, Toon van der Stok

Droogdok OceancoEen bijzonder project dat Hak BV afgelopen zomer heeft uitge-voerd, is het graven van een nieuw droogdok voor scheepsbouwer Oceanco. Dit dok is 170 meter lang, 35 meter breed en 11 meter diep. Het leverde 80.000 kubieke meter grond op die moest wor-den verplaatst. Om de overlast te beperken, ging dat per schip, hoewel de afstand maar één kilometer was. Het betekende an-derhalve minuut rijden bij het laden en anderhalve minuut bij het lossen bij het natuurterrein, waar de grond weer werd aangewend om een ecologische zone in te richten. Voor het uitgraven bedacht Hak BV een eigen methode, waarbij de kraan in het dok kwam te staan op een kunststof podium. Met bulldozers, rupskranen en mi-nigravers werd de grond daar naar toe geschoven.

Het geheim van de nieuwe manier van dijkversterking is simpel. Een blok in de vorm van een padden-stoel. Dit absorbeert de golf. Toepassing op alle dijkverzwaringen kan een besparing van vier miljard euro opleveren.

De blokken worden met een speciale klem in één keer gelegd. Alleen bij bochten of bij het afwerken is handwerk nodig. Door de holle vorm is ook de bindstrip eenvou-dig te verwijderen.

Een aantal jaren geleden is Hak al hele-maal overgeschakeld op het werken met GPS. Machinisten die dit gewend zijn, willen niet anders meer, is de ervaring van het bedrijf.

Page 63: Grondig 11 - 2013

www.lely.com innovators in agriculture

HARVEST RESULTS.

Speciaal voor het zwaardere werk

Modulair Maaibalk concept De Lely Splendimo Classic-modellen 205 en 240 met de aanduiding HD (Heavy Duty) zijn speciaal uitgerust voor het maaien van wegbermen en cultuurgewassen. Hier is de kans op beschadigingen door afval in de wegbermen aanzienlijk. Dankzij het modulaire concept van de maaibalk is deze altijd gemakkelijk en snel te repareren, desnoods ter plekke in de berm.

Interesse? Kijk voor een dealer in de buurt opwww.lely.com of mail naar [email protected].

Page 64: Grondig 11 - 2013

64 GRONDIG - November 2013

gro

nd

verzetnieiu

ws

We vragen het ons vooral af omdat er in cul-tuurtechnisch werk wel behoefte is aan lich-tere machines met desondanks een behoorlijk motorvermogen. Navraag bij Hitachi levert wat verrassing op en uiteindelijk een antwoord. “Ja, er komt een serie van deze 19- tot 20-tonners maar het is nog even de vraag hoe dat past in het leveringsprogramma tussen de huidige 18- en 21-tons ZX-rupsgravers van de vijfde generatie.” De nieuweling is namelijk samengesteld uit de onderwagen van de 18-tonner en de bo-venbouw van de 21-tonner. Uit andere hoeken

horen we dat de huidige 18-tons ZX180LC-5 motorisch net te licht zou zijn met de 90,2 kW (121 pk) sterke Isuzu-3,0-liter-viercilinder, maar voor sommige mensen houdt het nooit op. Ook qua graafbereik is de ZX180LC-5 een maatje kleiner dan de ZX190LC-5, die desgewenst met mo-nogiek of tweedelige giek wordt geleverd. Er is keuze uit drie steellengtes: 2,00, 2,40 en 2,90 meter. In de nieuwe ZX190LC-5 ligt de motor uit de ZX210LC-5: een Isuzu-5,2-liter-viercilinder met 122 kW (164 pk). Een extra argument voor

de conceptie van de ZX190LC-5 vinden we bij het hoofdstuk hydrauliek: drie pompen, waar-van twee met een opbrengst van 212 liter en één die 189 liter per minuut levert. Zeer binnen-kort komt Hitachi met meer informatie over de nieuwe 19-tonner. Die is leverbaar vanaf febru-ari 2014. www.hcme.com

nog heel even over…In Grondig 10 belichtten we de Hitachi ZX190LC-5 die we ontdekten op de

beurs Matexpo in België. Is dat een nieuw model of is de machine gedacht

als een lokale specialiteit voor de Belgische markt?

Op rupsen…

Cat schakelt over van de B- en C- generaties naar een D-familie schrankladers op banden en rupsen en biedt nu in totaal acht nieuwe modellen met kiplasten van 2,8 tot bijna 4,7 ton. Het betreft drie Multi Terrain Loaders (MTL) op banden en vijf Compact Track Loaders (CTL) op rupsen. Cat biedt keuze uit verticale en radiale liftsystemen. Tot de eerste categorie behoren de 257D MTL (kiplast 2,8 ton), de 259D CTL (2,9 ton), 287D MTL (4,0 ton), 299D CTL (4,25 ton), 289D CTL (3,8 ton) en 299D XHP CTL (4,65 ton) en tot de tweede de 277D MTL (3,3 ton) en 279D CTL (2,9 ton). In het oog springend nieuws betreft de cabines die meer comfort en bedieningsgemak bieden, een nieuw ontworpen hefframe dat beter zicht biedt op het werk en meer motorvermogen. Die acht procent meer vermogen in de nieuwe D-modellen komt van een C3.3B-3,3-liter-viercilindermotor met 55 kW (74 pk), die volgens Caterpillar tot zes procent zuiniger is met dieselbrandstof. In de grotere D-modellen 299D en 299D XHP ligt een Stage IV-3,8-litermotor met respectievelijk 73 kW (98 pk) en 82 kW (110 pk) die de pompen aandrijft. In de 299D XHP - met een High-Flow-hydraulieksysteem - leveren die maar liefst 150 liter hydrauliekolie per minuut. Cat zou Cat niet zijn als de fabrikant

niet had geluisterd naar met name in-dustrieklanten. Dat betekent dat het hefframe voortaan is uitgerust met een intelligent level-lingsysteem (vlak stellen) met onder meer een ‘terug-naar-graaf ’-functie en einddemping. www.pon-cat.com

Binnen!

Nu ook in Nederland. De binnendraaiende Volvo ECR25D weegt inclusief drie bakken en de aanhanger voor transport minder dan 3,5 ton. Hij is uitgerust met monogiek en er is keuze uit twee lepelstelen, met een lengte van 1,05 of 1,35 meter. De machine weegt - met ca-bine - 2490 kilogram en gerelateerd aan de 25 centimeter brede rubber rupsen betekent dat een bodemdruk van 310 gram per vierkante centimeter. In de ECR25D ligt een 1,1-liter-drie-cilinder-dieselmotor met 15,5 kW (21 pk) en de pompen leveren ten behoeve van uitrustings-stukken 45 en 23 liter olie per minuut. De klei-ne binnendraaier is snel in het zwenken (bijna tien rondjes per minuut) en optioneel is extra ballast (100 kilo) leverbaar. www.kuiken.nl

Page 65: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 65

Transporteren én leggen

Met deze Probst Transmobil TM150D XL op rupsen kun je stenen, tegels, banden of ander groot bestratingsmate-riaal meenemen door ruw terrein en plaatsen of leggen. Probst ken-nen we in Nederland van de diverse model-len vacuümsystemen waarmee machinaal stenen en tegels kun-

nen worden gelegd. Deze zelfrijdende Transmobil is nieuw in het programma. Met een hefcapaciteit tot maximaal 250 kilo kun je een forse tegel of betonplaat leggen. Op maximaal bereik is de hefcapaciteit 200 kilo. De legarm staat op de onderwagen van een minigraver en met de twee bewegende giekdelen kun je nauwkeurig positioneren. De Transmobil TM150D XL wordt aangedreven door een geluidgedempte Hatz SilentPack-dieselmotor en wordt door één persoon bediend. www.probst.eu

TKD naar Almere

Het grootste dynamische grondverzetmaterieelcircus der lage landen, de Technische Kontakt Dagen, slaat van 22 tot en met 24 mei 2014 zijn ten-ten op bij de Nobelhorst in… Almere. Na ‘optredens’ in Wezep, Amsterdam, Barneveld en - nog een keer terug op het oude nest - Wezep verplaatst het circus zich wederom. In Almere lijken de omstandigheden ideaal: een goede grondslag, prima bereikbaar via de A6 en de A27, gelegenheid om letter-lijk en figuurlijk dieper te graven, voldoende expositie- en parkeerruimte en medewerking van een actieve gemeente. De inschrijving voor deelname is inmiddels geopend en de eerste standhouders hebben alweer ingeschreven. Ook het beursthema is bekend: ‘De beweging vooruit!’ www.tkd.nl

Steigeren

Voor inzet bij ongediertebestrijding, boomonderhoud en gevel-werk is er een nieuwe Ruthmann TB220 Steiger-truckhoogwerker die op een 3,5-tons bestelwagenchassis wordt opgebouwd. Een kort gebouwde en compacte combinatie met bijvoorbeeld een Mercedes-Benz Sprinter, die een doorrijhoogte van 2,90 meter houdt. De TB220 reikt tot een werkhoogte - inclusief een 1,80 meter lange man of vrouw in de korf - van 22 meter en heeft een horizontaal bereik van 16,40 meter. Dankzij de 2,20 meter lange ‘Rüssel’ (slurf ) die als aparte korfmast fungeert, kun je met een slag van 185 graden ook onder bruggen gemakkelijk met de korf manoeuvreren. De korf kan links- en rechtsom 85 graden zwen-ken en de maximale hefcapaciteit is 230 kilogram. Voor inzet bij spanningvoerende leidingen levert Ruthmann een kunststof werkbak. www.ruthmann.de

BMWT-directieNa ruim 22 jaar neemt importeursvereni-ging BMWT afscheid van directeur Antoon van Loon, die met pensioen gaat. Vanaf zijn aantreden heeft Van Loon de organisatie uitgebouwd en met de lidbedrijven goed ingespeeld op marktontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan BMWT-Keur, opleidingen en trainingen, verhuurvoorwaarden, anti-diefstalsystemen en de uitwerking van zaken rond de CE-markering en de Machinerichtlijn.

BMWT-directie (2)Jan Hommes (48) is vanaf deze maand de nieuwe directeur van de BMWT. Hommes is een allround verenigingsmanager en heeft ervaring bij brancheorganisaties, onder meer bij de BRBS.

Maarheeze of Zeewolde Verhoeven Grondverzetmachines (Komatsu, Takeuchi, Macks en Ausa en VTS-uitrustingsstukken) organiseert wederom de Grondig-dagen. U bent in de vestiging Maarheeze welkom op zaterdag 23 (9.00-17.00 uur) en zondag 24 november (9.00-16.00 uur). In Zeewolde bent u welkom op vrijdag 29 november (17.00-21.00 uur) en

zaterdag 30 november (9.00-16.00 uur). Eén van de primeurs is Takeuchi’s nieuwe TB295W, de tientons mobiele graafmachine uit de 200-generatie. www.verhoevenbv.com

In de agendaVoor wie zich tussen kerst en oud en nieuw dreigt te vervelen: noteer alvast dat er op vrijdag 27 en zaterdag 28 december op centrale plekken in Nederland in elk geval vier open huizen, (kerst)shows en andere activiteiten worden gehouden. Exacte ope-ningstijden ontbreken nog, maar u bent wel-kom bij Barend Kemp in De Meern, Van der Spek in Vianen, Beco in Vianen en De Vor in Achterveld.

KORT NIEUWS

Page 66: Grondig 11 - 2013

techn

iektech

niek

techn

iek

4x4 verlegt grenzenDe compacte HBM-grader is breder inzetbaar dan alleen in de wegenbouw

Kenners zagen de nieuwe tweeassige BG 70A-4-grader van HBM al tijdens de

Bauma in april. Sinds die tijd heeft de fabrikant er al achttien verkocht. Alle reden

voor de Duitsers om dit prille succes in buurland Nederland te willen herhalen.

Vandaar dat importeur Pieter Dassen van DGS in Oranjedorp gebruikers uitnodigde voor een demonstratie van de nieuwe machine op het Bouw- en Infrapark in Harderwijk. Daar kon naar hartenlust worden ‘geschuifeld’ en daar maakte een tiental bedrijven met graagte gebruik van. Pieter Dassen: “We richten ons met deze compacte 4x4 niet uitsluitend op graderverhuurders en wegenbouwers. We zijn nu ook interessant voor bedrijven die trekkergraders inzetten, vaak ondernemers die bospaden profi leren en egaliseren. Daar lopen er hier in de regio al wel zes van. Zo’n trekkergrader kost - na een ingrijpende verbouwing en de opbouw van een graderframe met bestuurbaar blad - zeker net zoveel als

HBM’s nieuwe achttonner en daarom gaan we nu ook graag met deze klanten in gesprek.”

Alternatief voor trekkerschuiverTijdens ons bezoek in Harderwijk draait net zo’n ondernemer die met trekkerschuivers werkt een uurtje ter kennismaking met de kleinste HBM-grader. Hij moet wennen aan de bestu-ring en aan de multifunctionele joysticks voor het bedienen van het graderblad, het knikken van het frame en de bestu-ring van de voorwielen. Heel anders dan op zijn huidige New Holland-trekker, waar de bladbediening door Bos Bolsward is ondergebracht op een aantal hendels naast het stuurwiel. Na

66 GRONDIG - November 2013

Page 67: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 67

wat uitleg en een paar rondjes ligt er echter toch een vlak cir-cuitje. De eerste vraag die de ondernemer na de testrit stelt, is hoeveel motorvermogen de compacte grader heeft. “Zo’n trekker heeft 170 pk en daarmee trek je overal doorheen…” Zoveel heeft de HBM niet nodig, meent Pieter Dassen. De power komt van een 3,3-liter Cummins-viercilinder met 55 kW (75 pk) die de pompen aandrijft voor de bediening van het blad, de hulphydrauliek en de rijaandrijving. HBM spreekt over drie rijsnelheden (4, 15 en 33 km/u), zowel vóór- als ach-teruit. De BG70A-4 weegt 7,2 ton en van dat gewicht rust 5,2 ton op de achteras. De grader is - zonder driepuntshefin-richting achter en zonder frontblad - 6,35 meter lang en 2,90 meter hoog. De machinebreedte is 2,06 meter en er is keuze uit graderbladen met breedtes van 2,50 en 3,05 meter en een bladhoogte van 50 centimeter. Laatstgenoemde breedte is standaard. Het blad is 1,00 meter verschuifbaar en - zoals bij grote graders - om en in alle hoeken verstelbaar en kantel-baar. Dus ook voor taluds of slootjes.

Echte graderDe demomachine staat op Dunlop-405/70R20-banden, maar volgens Dassen kunnen er ook 500-banden van Michelin onder. De kantelbare ROPS/FOPS-cabine komt waarschijnlijk van een (Komatsu-)wiellader gezien de relatie van fabrikant HBM met de Duitse Komatsu-dealer Papenburg. “Maar ver-der is het een échte HBM en een échte grader”, zegt Pieter Dassen. “Hoewel het geen 6x4- of 6x6-tandemas-uitvoering is, is de BG70A-4 behoorlijk stabiel, omdat het blad relatief dicht voor de achterwielen ligt.” Ook de schuifkracht van de kleine HBM valt mee met 52,0 kN en met de knikbesturing - tweemaal dertig graden - kun je in de hondengang werken. De fabrikant kiest voor Dana-assen en voor Rexroth-rijmotoren. De standaarduitvoering is compleet met werk- en verkeersverlichting en loadsensing-hydrauliek. Op de optielijst staan een hydraulisch kantelbare cabine, een klimaatgeregelde airco, de voorbereiding voor de opbouw van laserontvangers en machinebesturing, spat-borden, een frontblad en extra hydraulische en elektrische aansluitingen.

Gemakkelijk te vervoerenDassen: “Wij lopen eigenlijk al zes of zeven jaar bij HBM te zeuren om een kleinere 4x4-machine en nu hebben we hem. Het is een multifunctionele grader, want op de driepunts-hefinrichting achterop kan een walsrol of een frees worden

gemonteerd. Of rippertanden of een ploeg. Voorop kan een frontblad, maar je koppelt ook snel een veegmachine aan. “Voor wegbreedtes van minder dan twee meter is zo’n compacte grader ideaal”, vertelt Pieter Dassen ten slotte. “Gemakkelijk te vervoeren op een speciale BE-combinatie en daarom snel te verplaatsen van werk naar werk. Waar je normaal voor tweeduizend vierkante meter geen grader zou laten komen, kun je dat met deze kleine HBM zeker overwe-gen. En dat maakt hem meer inzetbaar. Met een grote ma-chine kun je geen klein werk maken, maar met een kleine kun je wel groot werk aan…”

Tekst en foto’s: Michiel Pouwels

Qua functionaliteit helemaal compleet en zoals een grote 6x6-grader, behalve het verticaal kunnen stellen van de voorwielen. Maar dat kan een trekkergrader al helemaal niet.

Rijden, sturen, het blad bedienen en voor de extra functies… Het is even wennen, maar de joysticks leveren over een hele werkdag veel bedieningscomfort voor de machinist.

Page 68: Grondig 11 - 2013

68 GRONDIG - November 2013

aan het Faunatronic’enBij de Hooby LC 80 Megatronic 7 neemt de elektronica taken over van de machinist

De machinist ontlasten en het werk vlotter en preciezer doen. Hobelman in Halle maakt dat met de

Hooby LC 80 Megatronic 7 helemaal waar. Tal van Automatic Control-functies nemen het werk van

de machinist over. Meest opvallend is de nieuwe werkfunctie Faunatronic, een sterke troef voor het

ecologisch schonen van sloten. Dit smaakt naar meer.

Het ziet er zo eenvoudig uit als machinist Hans van de Worp van waterschap Groot Salland de sloot schoont in de buurt van Wijhe. De vijf meter brede maaikorf beweegt strak langs de slootkant en maait met ogenschijnlijk grote precisie de bodem vlak af. Twee keer halen en dan in één soepele be-weging de lading recht op het schouwpad lossen en weer verder. Met diezelfde precisie beweegt de Hooby zich een ‘werkgang’ verder. Elke keer in één beweging precies de juis-te afstand, waarbij de bewegingen van arm, giek en maaik-orf elke keer identiek lijken. En dat terwijl machinist Hans er ogenschijnlijk ontspannen bij zit. Dat moet een echte vak-man zijn. Dat is hij ook, want hij heeft inmiddels vele jaren met Hooby’s gewerkt en kent ze als geen ander. Hij is één van de eerste machinisten die met de inwendig compleet vernieuwde Hooby aan de slag gaat en zich heel tevreden toont met de vernieuwingen.

De vernieuwingenHet principe van de Hooby is ongewijzigd. Het is nog steeds een unieke graafmachine voor het slotenwerk, waarvan de

motor tussen de rupsen zit en waarbij de machine binnen de 1,60 meter blijft. Verder zit het draaipunt wederom zo hoog dat de machinist tijdens het zwenken geen last heeft van normale afrasteringspalen. Zo op het oog weinig nieuws dus.

Toch is de machine inwendig compleet vernieuwd. De Hooby staat nu op rubberen tracks met voor het schranken op verharding sterkere wielmotoren. Er ligt nu een Yanmar-viercilinderdiesel in. De belangrijkste vernieuwing betreft een compleet ander hydraulieksysteem met een nieuwe, ge-programmeerde aansturing. Hobelman is overgestapt van Danfoss- naar Parker-hydrauliek. De pomp heeft een grotere opbrengst gekregen om de motor met een lager toerental te kunnen laten draaien: in Eco 1 1600 en in Eco 2 1800 motortoe-ren. Met een verbruik van circa 4,5 liter per uur scheelt dat toch een liter brandstof per uur ten opzichte van de vorige versie. De cilinders (fabricaat Kramp) voor de arm en de tweede en derde giek hebben positiesensoren gekregen. Die sensoren vormen de basis voor al het nieuwe elektronisch vernuft dat Hobelman in deze machine heeft gestopt.

techn

iek

Page 69: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 69

FaunatronicIn combinatie met een waterpasfunctie op de bovenwagen kan de nieuwe Hooby bewegingen met hoge precisie repe-teren. Dat vormt de basis voor de nieuwe optie Faunatronic. Je zet één keer de maaikorf op de slootbodem en gaat ver-volgens in Faunatronic-stand schonen. De maaikorf gaat dan automatisch op de ingestelde waarde hoger werken, in dit geval tien centimeter boven de bodem. Aangezien de hoog-teverhouding tussen slootbodem en wal of rijpad meestal constant is, kan zo vele slagen worden geschoond op die ge-wenste maaihoogte. Dankzij een waterpasfunctie corrigeert de elektronica automatisch scheefstand van de Hooby. Bij twijfel even een keer de bodem aantikken en resetten is alles. Faunatronic is één van de toepassingen van het nieuwe Automatic Control die Hobelman zelf heeft geprogram-meerd. Automatic Control staat voor het met een joystick-beweging bedienen van meerdere cilinders. De basis wordt gevormd door de sensoren in de cilinders. Omdat de compu-ter via die sensoren de postitie van de maaikorf exact kent, kan hij na een manuele beweging (plus dan automatisch op hoogte boven de sloot werken) de volgende gangen geheel automatisch aansturen. De machinist hoeft dus niet meer het mes in of uit te schakelen en de lepelsteel, de hef en de derde giek te bedienen. Met één enkele beweging van de rechter joystick (heffen) schoont de maaikorf automatisch de sloot exact op maat. Bij het lossen hetzelfde verhaal. Opzij bewe-gen van de linker joystick is genoeg om het mes uit te scha-kelen, de maaikorf te draaien en exact in lengterichting op het pad te lossen. Bij het terugzwenken komt de bak automa-tisch weer in de goede positie. Ten slotte stopt de Hooby au-tomatisch op de geprogrammeerde afstand bij het intrappen van de rijpedalen. Dit is de zogenaamde drive control. In dit geval net iets minder dan vijf meter om een beetje overlap te hebben. Deze drive control is te allen tijde te stoppen of te overrulen, dit is om veiligheidsredenen, zodat altijd volledig de controle over de machine wordt behouden. Je snapt nu dat de machinist zo easy sloten kan schonen.

Meer optiesDankzij de meetsensoren op de cilinders zijn de moge-lijkheden van Automatic Control theoretisch onbegrensd. Hobelman heeft diverse maaifuncties (Eco 1, Eco 2 en nor-maal), maar ook graaffuncties en egaliseerfuncties opgeno-men. Verder is de aansturing zo geprogrammeerd dat ook de hardheid van afremmen (actieve cilinderdemping) au-tomatisch is geregeld. Aan de hand van de aanbouwdelen, snelheid en positie wordt de cilinder automatisch afgeremd, zodat de harde ‘afslag’ met de bijbehorende piekdrukken verleden tijd is. Dat geeft meer souplesse, is gunstig voor de levensduur en houdt de olie koeler. Een mooi stukje techniek, dat ook op andere machines zou passen, bijvoorbeeld op grotere exemplaren voor bre-dere schouwpaden of op maaiboten. Wat ons betreft moet Hobelman wat breder gaan denken met deze techniek. Voor u is het zaak dit zelf te ervaren.

Tekst en foto’s: Gert Vreemann

In het kleine computertje zitten tal van Automatic Control-functies, die Hobelman zelf heeft geprogrammeerd en als cumelabedrijf ook zelf in de prak-tijk test. Faunatronic is de nieuwste optie.

De compacte, 1,60 meter brede onderwagen voor deze 7,8-tons ma-chine is gebleven. Deze heeft een 5,00 meter maaikorf. Hobelman gaat er ook één leveren van 6,25 meter met een bereik van 8,00 meter.

Positiemetingen op de cilinders vormen de basis voor de vele auto-matische functies en de grotere souplesse van de nieuwe Hooby.

De bediening is elektronisch aangestuurd. Je merkt dat niet, omdat vanwege de metingen op de cilinders even veel of meer souplesse is gerealiseerd en opzichte van servo-hydraulische aansturing.

Page 70: Grondig 11 - 2013
Page 71: Grondig 11 - 2013
Page 72: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - Juli 20127272 GRONDIG - November 2013

‘Jongensdroom’ stond er dit jaar op de uitnodiging voor het vaste jaarlijkse bedrijfsuitje van Loonbedrijf Roodenburg in Weteringbrug. Zoals altijd was dat het eerste weekeind in maart de volle zaterdag en zondag voor alle medewerkers plus aanhang. Dat uitje wordt georganiseerd door Wim en Fia Roodenburg zelf. Het is elk jaar verrassend samengesteld en altijd weer anders, dus gonsde het vooraf in de kantine en belde ‘het thuisfront’ al rond om uit te vinden wat Wim en Fia dit jaar bedoelden met de hint ‘jongensdroom’. In feite was het de bewuste eerste prikkeling voor het versterken van de teamgeest.

In de weerNieuwsgierig arriveerde de groep van 34 personen op zaterdagmor-gen op het bedrijf. Er stond een bus, dus dit keer geen alternatief vervoer. Met een 2CV-rit in de herinnering weet je het maar nooit. De bestemming was nog altijd onbekend. Het werd MeteoConsult in Wageningen, met een lesje weerkunde van weerman Reinier van den Berg, zien hoe een uitzending werkt en dat zelf doen. Het was het leermoment in de mix. Een vast element, dat door het bedrijf als ‘scholing’ kan worden geboekt. Na dit opwarmertje en een gezellige maaltijd ging het letterlijk op naar het tweede element op de menukaart: schapen drijven bij Van

der Zweep in Heteren. Na de kennismaking met de herder en de demonstratie schaapskudde drijven met bordercollies mocht de groep het doen. Luisteren en samenwerken waren nu de ingredi-enten. In groepen schapen drijven bleek lastiger dan gedacht en zorgde voor veel hilarische momenten. Nog moeilijker werd het toen de groep geblinddoekt en op aanwijzing van de aangestelde groepsherder de schapen moest drijven. Was dit de ultieme jon-gensdroom? Nog niet, maar wel een belevenis op zich. Aan het eind van de dag volgde een bezoek aan brouwerij Jopenkerk in het hartje van Haarlem, een nostalgische brouwerij waar nog steeds het Jopen-kwaliteitsbiertje wordt gebrouwen en waar je kunt eten. Dit keer met een optreden van een meidengroep die nummers van The Beatles speelden. Daar zaten al wel wat jon-gensdroomelementen in. De rest van de avond was iedereen vrij om te gaan en te staan waar hij of zij wilde. En ja, dan blijft vrijwel de hele club tot in de kleine uurtjes gezellig bij elkaar.

JongensdroomHet jaarlijkse bedrijfsuitje van Loonbedrijf Roodenburg is een hoogtepunt

Onder de inzendingen met leuke bedrijfsuitjes viel Loonbedrijf Roodenburg in Weteringbrug op:

een weekeind weg met de hele club plus aanhang, met een zelf met zorg samengesteld, uitgeba-

lanceerd programma, passend in de bedrijfscultuur. Dit jaar was het centrale thema ‘Jongensdroom’.

Dat resulteerde in twee sterke teambuildingdagen. We genoten even mee.

ziJweg

en

Page 73: Grondig 11 - 2013

GRONDIG - November 2013 73

Samenzijn centraal Het is precies dat wat Wim en Fia Roodenburg belangrijk vinden. Het jaar-lijkse bedrijfsuitje is 24 jaar geleden ge-start met de filosofie dat het goed is de achterban te betrekken bij het bedrijf. Dat geeft meer saamhorigheid en meer begrip bij de achterban in piektijden in het agrarische werk. Het bedrijf is nu vooral actief buiten de landbouw en dus zijn de werktijden meer ‘bouwwerk-tijden’ geworden. De kinderen Mirjam en Martijn hebben het stokje inmiddels overgenomen, maar Wim en Fia draaien nog volop mee en organiseren nog steeds de uitjes. Saamhorigheid, familiair omgaan met en omzien naar elkaar staan onveranderd hoog in het vaandel bij de familie Roodenburg. Wie dat past, voelt zich er thuis. Wim en Fia hebben in de loop der jaren een vaste strategie ontwikkeld voor het uitje. Ze regelen bewust zelf het pro-gramma om het goed af te stemmen op de soort groep. Ze kiezen bewust voor activiteiten en locaties waar ze als groep echt bij elkaar zijn en geen onderdeel vormen in een groter geheel. In de mix zitten altijd een leermoment, een stukje entertainment, een activiteit en een ver-rassing. En er is altijd ruim tijd ingeruimd om rustig bij te praten met elkaar om de onderlinge band te versterken.

HoofdmaaltijdZondagmorgen uitslapen in het hotel en

op naar de jongensdroomverrassing in het programma. De groep werd opge-haald door ‘een stel militairen’ met bij-behorend oud legermaterieel. Nabij het recreatiegebied Spaarnwoude kon ieder-een onder begeleiding van ‘Jan Soldaat’ een dagje lekker als militair aan de slag. Er werden spelletjes gedaan, zoals schie-ten, met een oude kraanwagen schroe-vendraaiers in flessen laten zakken, een katapult bouwen, een radiografisch spel-letje doen en dergelijke. ’s Middag was er met de voertuigen (zelf rijden) een echte speurtocht met militaire elementen erin. En natuurlijk ‘ouderwets’ in het gelid. Bingo.

Ten slotte was er nog een afsluitend eten-tje vlak bij huis, waar altijd ook de losse medewerkers aanschuiven. Gezien de reacties en de vele ingezonden foto’s was ‘Jongensdroom’ - een dagje soldaat spe-len - inderdaad de aangename verras-sing. Deze opzet kost wat, maar de meer-waarde in saamhorigheid en teamgeest voor het bedrijf weegt daar volgens de familie Roodenburg ruimschoots te-genop. Nog even op de foto? “Nee, het gaat om de groep”, is het veelzeggende antwoord. Benieuwd wat Wim en Fia vol-gend jaar voor de jubileumeditie in petto hebben.

Tekst: Gert VreemannFoto’s: Roodenburg

Het jaarlijkse weekeindje uit is een vast onderdeel waaraan alle medewerkers met partners graag deelnemen, los van de enkele afzegging die je altijd hebt. Ze gaan zelfs gewillig in het gelid bij Jan Soldaat, om vervolgens een kwartslag te draaien voor de groepsindeling.

Het leermoment in het programma was een bezoek aan MeteoConsult met weerman Reinier van den Berg.

Schapen drijven is echt teamwerk en zorgde voor veel hilarische momenten. Toch even anders dan een machine bedienen.

De geblinddoekte groepen, door elkaar commanderend tijdens het schapendrijven. Ga er maar aan staan.

Overdag en ‘s avonds was bewust veel ruimte ingepland om met elkaar bij te praten onder het genot van...

Page 74: Grondig 11 - 2013

Tijd vliegt, maar jij bent de piloot

Als hoger veiligheidskundige kom ik het in mijn werk steeds vaker tegen: loonbedrijven die zich bezig houden met bodemsanering en zich laten certifi ceren. Een BRL-certifi caat halen is één, maar ook echt veilig werken is een tweede. Dat laatste gebeurt niet altijd. De strenge regels die zijn opgesteld over het werken met vervuilde grond vragen aandacht en tijd, terwijl gezondheidsschade niet direct is te zien. Niet zo gek dus dat er in drukke tijden soms niet zo nauw wordt gekeken. Zo was ik pas bij een bodemsanering waarvan bekend was dat er lood in de grond zat. Een schoonvuilunit was aanwezig, maar de loonwerker stapte zonder deze te gebruiken de auto in om daar een boterham te eten. Het gevolg was dat er vuile grond van onder zijn schoenen van-daan in zijn auto terecht kwam.Bij een baggersanering viel een medewerker in de sloot. Hij haastte zich naar huis om droge kleren te gaan aantrekken. De schoonvuilunit werd overgeslagen om zo snel mogelijk droge kleren aan te gaan trekken. Met niet alleen een vervuilde auto, maar ook een vervuilde wasmand thuis tot gevolg.

Mijn tips voor werken bij bodemverontreiniging:• Gebruik de schoonvuilunit altijd.• Bent u hoofdaannemer? Neem de tijd om onderaannemers goed voor te lichten.• Bent u onderaannemer? Wees u ervan bewust dat u voorlichting moet krijgen! Vraag ernaar bij de hoofdaannemer.• Voor de grondwerker geldt dat hij medisch gekeurd moet zijn en afhan-kelijk van de verontreiniging een PBM-pakket moet dragen.• Raadpleeg een middelbaar of hoger veiligheidskundige. Deze moet u inschakelen bij bodemsanering. Hij kan u precies vertellen wat u bij welke werkzaamheden en welke mate van verontreiniging moet weten en moet doen. Stigas heeft verschillende middelbaar en hoger veilig-heidskundigen die u graag adviseren.

Dit onderwerp kunt u terugvinden in de arbocatalogus op www.agroar-bo.nl. Ga bij ‘Mechanisch loonwerk’ onder het kopje ‘Gevaarlijke stoff en’ naar ‘Verontreinigde grond en (grond)water’.

Veilig werken met verontreinigde grond Peter Bredius, preventieadviseur en hoger veiligheidskundige Stigas

uitsmijter

Voet bekneld in aardappelrooier

Onlangs vond een ongeval plaats tijdens de oogst van uien. Er moesten uien worden geraapt die al op het zwad gerooid waren. Dat gebeurde met een aardappelrooier. Bij aanvang van de werkzaamheden ging het al mis. Loof, onkruid en uien zaten vast tussen de rollen.

De aardappelrooier was kettingaangedreven en beschikte niet over een te-rugdraai-inrichting. Om de verstopping te verhelpen, klom een medewerker op de aardappelrooier. De andere medewerker ging op de trekker zitten. Van daaruit werd de aardappelrooier stilgezet (niet uitgezet!). De medewerker op de rooier probeerde met zijn voeten de verstopping weg te halen, maar dat lukte niet en daarom werd de rooimachine weer aangezet. De medewerker die

op de machine was geklommen, bleef op de rand zitten. Hij wachtte tot de aardappelrooier weer werd uitgezet om vervolgens met zijn voeten de resten weg te halen.Toen ging het mis! De machine werd aangezet terwijl de medewerker op de aardappelrooier met zijn voeten bij de rollen zat. Zijn linkervoet werd tussen de rollen vastgetrokken. Gelukkig kon de rooier snel worden uitgezet, maar helaas zat het slachtoffer al behoorlijk bekneld met zijn voet en onderbeen. Ziekenhuisopname, (slechts) enkele weken arbeidsongeschiktheid en een boete van de Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie) voor de werkge-ver waren het resultaat.

Wat ging er mis?De aardappelrooier was niet ingesteld als uienraper. De rollen hadden in de transportstand moeten worden gezet. Dat wil zeggen dat de rollen dezelfde richting op draaien om de uien te transporteren. Bij het rooien van aardappelen draaien de rollen tegen elkaar in om het loof van de aardappelen te trekken. Bovendien waren de hendels waarmee de rollen bij een verstopping kunnen worden losgezet niet gebruiksvriendelijk en werden die daarom niet gebruikt.

Page 75: Grondig 11 - 2013

SIT BACK AND RELAX5 JAAR ZEKERHEID

Blue Care verzekert in alle omstandigheden de goede werking en optimale prestaties van uw New Holland trekker. De actie vijf jaar gratis Blue Care is geldig tussen 1 november en 31 december 2013 op de T6, T7 en T8 AutoCommandTM. Vraag naar de voorwaarden bij uw New Holland dealer.

NU GRATIS 5 JAAR BLUE CAREbij aankoop van een AutoCommandTM-trekker

DE SPECIALIST VOOR UW SUCCES

ad blue care 230x297.indd 1 22/10/13 13:23

Page 76: Grondig 11 - 2013

JohnDeere.com

Als u van plan bent om te investeren in een nieuwe maaidorser of balenpers, is het een goed idee om na te denken over een John Deere. Daarmee kunt u op allerlei manieren besparen:

Grotere uitvoer. John Deere maaidorsers zijn per dag langer actief in het veld en oogsten graan tegen minimale kosten.

Graan en stro van betere kwaliteit. De zorgvuldige en toch krachtige werking van onze maaidorsers en balenpersen zorgen voor hoge opbrengsten met minimale schade.

Meer bedrijfszekerheid. Onze robuuste machines hebben ingebouwde betrouwbaarheid, zodat u elke dag minder tijd kwijt bent aan onderhoud.

Grotere efficiëntie. Dankzij onze geavanceerde FarmSight technologie kunt u nauwkeuriger werken, om de opbrengst te maximaliseren en de klus nog sneller te klaren.

Het uiteindelijke resultaat is een enorm verhoogde productiviteit. En om het aanbod nog aantrekkelijker te maken, profiteert u van onze tijdelijke actievoorwaarden als u meteen een bestelling plaatst. Hoe eerder u bestelt, des te meer u bespaart. Aarzel niet en vraag ons vandaag nog om een aanbod. Laat het besparen beginnen!

Kijk voor meer informatie over onze actie en de financiering op www.JohnDeere.nl

Onderneem nu actie om te besparen – en te blijven besparen!

BESLISNU!

Vroeg bestellen - later betalen

Condities voor de S-serie, T-serie en W-serie – Eerste betaling pas in 2015* – AutoTrack voor € 2.500 * – Financiering vanaf 0,29 %

* De condities voor maaidorsers zijn geldig t/m 30/09/2013. De financieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modificatie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten.

Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van acceptatie door John Deere Financial, ‘s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van BNP Paribas Leasing Solutions N.V. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor details.