Grondig 2 - 2015

84
18 - STERK WERK; OLYMPISCH KILVEREN 10 - HUUR EN LEASE ZET BANK BUITENSPEL 34 - FLEETMANAGEMENT HUSQVARNA 44 - DE NIEUWE T7 78 - VERVOER MET TREKKER MAG ALTIJD Februari 2015 2 vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

description

 

Transcript of Grondig 2 - 2015

Page 1: Grondig 2 - 2015

18 - STERK WERK; OLYMPISCH KILVEREN 10 - HUUR EN LEASE ZET BANK BUITENSPEL 34 - FLEETMANAGEMENT HUSQVARNA 44 - DE NIEUWE T7 78 - VERVOER MET TREKKER MAG ALTIJD Febr

uari

2015 2

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

Page 2: Grondig 2 - 2015

Wij zijn klaar voor de toekomstBen en Wim van der Heijden, Bladel

GRATIS proefzak* van de nieuwe 211 of 218 bij je maïszaadbestelling!

Doe mee en kijk snel op:www.lganimalnutrition.nl

“Hogere melkopbrengsten en lagere voerkosten? Met LG 30.211 en LG 30.218, de meest voereffi ciënte maïs van Nederland, zijn we er klaar voor. De winst zit ‘m in de topverteerbaarheid van kolf én restplant. En dat zie je direct terug in de pens: extra VEM’s en energie voor aantoonbaar méér melk.”

GRATISGRATIS

ZEER VROEG VROEG

* 12.500 korrels (1/4 eenheid) van de nieuwe LG 31.211 of LG 31.218

20 ton drogestof in 2020 2015!

LG 30.248middenvroeg

22,2 ton ds/ha22.464 kVEM/ha

LG 30.224middenvroeg - vroeg

21,4 ton ds/ha21.736 kVEM/ha

NIEUW

bron: Rassenlijst / Rassenbulletin 2015 (CSAR) * t.o.v. gemiddelde

+ 800 kVEM/ha*

= 1.800 kg extra melk/ha

gratis oplader bij uw bestelling op www.massamais.nl

NOOIT MEER EENLEGE SMARTPHONE

UW WINST

Super verteerbare massamaïs die uw ruwvoerambities in 2015 al waar maakt!

LIMAGRAIN1430 Grondig 230x297 Combi.indd 1 13-02-15 10:00

Page 3: Grondig 2 - 2015

10 jaar 10 meter

10%extra korting

Voordeel voor het oprapen

HARVEST RESULTS.

AL 10 JAAR DE BESTE ZWADENDe luchtige en regelmatige zwaden van de Hibiscus 1015 CD Profi garanderen een flinke capaciteitswinst bij het oprapen en snijden. Dat bewijst deze hark al ruim 10 jaar! Profiteer nu zelf en maak gebruik van de aantrekkelijke jubileumaanbieding.

Interesse? Kijk voor een dealer in de buurt op www.lely.com of mail naar [email protected]

www.lely.com

www.lely.com of mail naar [email protected]

innovators in agriculture

Page 4: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 20154

Janurai 2015

Redactie GrondigToon, Gert en Marijke

Het bezit voorbij“Vroeger kochten we als student oudjes, wat toen nog kon dankzij de toen nog niet bestaande apk. Dat gold niet alleen voor auto’s, maar ook voor banken, koelkasten en dergelijke. Voor een prikkie, maar wel kopen. Bezit gaf immers status. En zo’n goedkoop ding was later wel weer te verpatsen aan ‘groentjes’. Tegenwoordig gaat dat anders. De huidige generatie least of huurt. Wasmachines, tv’s of deelauto’s. Geld wordt besteed aan een mooi avondje uit en het beperken van de studiekosten. In de maatschappij begint leasen een gewone zaak te worden. Leasen vanuit kracht en niet vanuit een kramp omdat je geen geld meer krijgt. Heldere woorden van Clemens van der Aa in het artikel over de toenemende trend in onze sector om machines te leasen of zelfs te huren. Het illustreert de tendens dat eigendom minder belangrijk is en dat er wordt gekozen voor flexibiliteit. In de particuliere markt zie je dat mensen leasen of zelfs kiezen voor een deelauto. Het is het nieuwe fenomeen van de deeleconomie, waar het niet meer gaat om het bezit, maar om zorgenvrij de beschikking hebben over goederen. In de cumelasector is hetzelfde gaande. Opvallend is de toename van de huur. Iets wat vijf jaar geleden ondenkbaar was, groeit als kool. Het is te danken aan ondernemers die noodgedwongen scherper calculeren. Zij beseffen dat het mooi is om een machine te bezitten, maar dat het nog mooier is om daar geld mee te verdienen. En dat valt niet mee als je na die ene mooie klus weer stil staat of te horen krijgt dat alleen machines met de laatste emissie-eisen worden toegelaten. Huren van een machine is dan in veel gevallen goedkoper dan een machine die (na verloop van tijd) te veel en steeds meer uren stil staat en meer diesel verbruikt. Om over het onderhoud nog maar te zwijgen.Naast het huren groeit ook de leasemarkt. Deels noodgedwongen, omdat banken on-danks hun mooie woorden over het midden- en kleinbedrijf de hand stevig op de knip houden. Een houding die veel bedrijven ook een kramp bezorgt, want te vaak horen ze dat ergens plotseling de kredietlimiet is verlaagd. Om zich daartegen te wapenen, is lease een krachtig alternatief, want de bank is niet nodig en de inruil kun je gebruiken om de rekening courant wat op te hogen. Dan sta je meteen sterker als door opdrachtgevers kredietwaardigheid wordt geëist.“Het bezit is het einde van het vermaak” is een bekende gevleugelde uitspraak. Welkom in de nieuwe deeleconomie, waar bedrijven flexibele oplossingen zoeken en samen de-len en uitwisselen als het past. Net als onze kinderen die slim de hand op de knip houden voor het grote festival, waar ze samen naar toe reizen in een allerhipste ‘huurtje’.

REDACTIONEELColofon

Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel.

Adres CUMELA NederlandPostbus 1156, 3860 BD Nijkerktel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01www.cumela.nl

CUMELA-infolijn(033) 247 49 99 / [email protected]

Grondig / CUMELA Communicatietel. (033) 247 49 50 / [email protected] / @Grondig

BladmanagerMichiel Pouwels

RedactieToon van der Stok (hoofdredacteur),Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn,Ton Herbrink (eindredacteur)

VormgevingDruk Concept & Design, Soest(onderdeel van Practicum Grafimedia Groep BV)

VoorplaatCUMELA Communicatie

AdvertentiewervingLisette Kerkhof, [email protected]

DrukSMGB, Doetinchem

AbonnementenEen abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

Kosten abonnementNederland € 85,- per jaar / Buitenland € 111,- per jaar.Collectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting CUMELA Communicatie, NijkerkHet geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260

Lidmaatschap CUMELA NederlandLid worden? Vraag het gratis infopakket op via [email protected]. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Page 5: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 5

INHOUD

Ondernemen metmensen

Ondernemen metvaktechniek

Ondernemen metcumela

6 Bedrijf in Actie: Verhart Groen BV9 Commentaar10 Huur en lease zetten bank buitenspel14 Ondernemerslessen: Jaap Hermans18 Sterk Werk: Loonbedrijf Veldman

22 Profi leren: De Waard BV en Mechielsen Oldehove BV28 Praktijkproef Airman en Cormidi-rupsladerdumper30 Nieuwe Bobcat-minigraafmachines34 Managementvolgsysteem Husqvarna 36 Doosan op Morooka-rupsen40 Grondig.com44 New-Holland T7-trekkers48 Graslandbewerking50 Stappenplan maϊsteelt deel 258 Compacttrekkers van Kubota60 ATB-banden voor mobiele kranen

62 Economie63 Recht(t)erzijde66 Cumelaria67 Gekruid68 Provinciaal bestuur: Overijssel70 Cumela.nl71 Voorzitter72 Sectorplan Agrarisch en Groen75 Afname schades door Klic App76 Toolbox: leren van ongevallen77 In kort bestek78 Grondtransport met landbouwtrekkers80 Nieuwe eisen zuivelindustrie82 Bedrijvig

Grondig 3 ontvangt u vrijdag 3 april!

Page 6: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 20156

ondernemen met mensen BEDRIJF IN ACTIE

Page 7: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 7

Werken aan oplossing muizenplaagKeihard werd vorige week nog gewerkt aan de oplossing die Peter Verhart uit Montfoort net na het afsluiten van dit nummer presenteerde voor de aanpak van de muizenplaag. Op de laatste dagen voor de presentatie van het systeem, waren nog vijf men-sen bezig om de hele constructie bedrijfsklaar te maken.Samen met de collega’s van zijn tweede bedrijf Ruvoma, dat zich bezig houdt met de bestrijding van ongedierte, bedacht Verhart een manier om de muizen te vergassen. Daarvoor wordt met een zeil van dertig bij vijftig meter een soort afgesloten ruimte ge-creëerd. Tijdens de behandeling wordt vanuit een giertank die het sleepdoek voorttrekt continu CO2 onder het zeil gepompt. Een tweede platte wagen die ernaast rijdt, zorgt voor de aanvoer van CO2. Het gas laat het zeil opbollen en creëert daardoor een hovercraft-effect, waardoor de constructie ondanks een gewicht van 1500 kilogram gemakkelijk voort te trekken is. Het geheel rijdt met een snelheid van ongeveer 1,5 kilometer per uur over het land, voldoende om alle muizen die zich hieronder bevinden te vergassen. Om van perceel naar perceel te gaan, kan het ge-heel worden opgevouwen of door een sloot worden getrokken.De ruim twee minuten die de muizen onder het doek verblijven, zijn voldoende lang om een zeer hoog percentage van de aanwe-zige muizen te doden. Daarbij worden niet alleen de muizen die aan de oppervlakte zijn aangepakt, ook de muizen die in de holen tot dertig centimeter diep in de grond zitten, worden bereikt. Dat is het grote voordeel ten opzichte van frezen, stelt Verhart. “Zo diep kom je met die methode nooit.”Speciaal voor deze toepassing vroeg Verhart ontheffing aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze verkreeg hij omdat de methode zeker in de openlucht verder niet gevaarlijk is. “Ook bij containers mogen we na behandeling de deuren gewoon opentrekken. Het enige is dat er wel altijd een vergassingsleider bij aanwezig moet zijn. ”Met de nieuwe techniek wil Verhart een oplossing bieden voor de enorme plaag die zich in Friesland en Overijssel heeft ontwik-keld, maar die ook in zijn omgeving toeneemt. “De eerste perce-len beginnen hier ook te verkleuren en als je het land in loopt, zie je op veel plaatsen al de ronde gaatjes van de muizenholen. “Een goedkope methode zal het vergassen niet zijn, waarschuwt Verhart. Hij verwacht dat de kostprijs ergens tussen de 400 en 600 euro per hectare zal zijn. “Natuurlijk, een fors bedrag, maar als je niets doet, is het probleem nog groter. Dan kun je wel opnieuw inzaaien, maar blijft het probleem. Deze methode lost het pro-bleem echt op.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Page 8: Grondig 2 - 2015

Advies zaaihoeveelheid:

• Herinzaaien 45 - 55 kg

• Doorzaaien 20 - 25 kg

Nijemirdum | Tel.: 0514 - 57 18 26 | www.buma.com | [email protected]

Groen, grond en infra producten

grasmengsel GraslandherstelKenmerken van Graslandherstel

• Kwaliteit voor een scherpe prijs

• Juiste verhouding tetraploïde en diploïde Engels raaigras

• Hoge opbrengst

• Hoge roestresistentie gem. score > 8

• Behandeld met kiemversneller headstart

Graslandherstel bestaat voor 70% uit tetraploïd Engels raaigras en 30% uit diploïd Engels raaigras. Tetraploïd gras kiemt

sneller en vestigt zich agressiever ook tussen bestaand gras. Dit verbetert het resultaat van herinzaai en doorzaaien.

In verband met schade in veel grasland percelen is dit betaalbare grasmengsel samengesteld. Graslandherstel is een speciaal mengsel voor het herinzaaien en doorzaaien van percelen.

en

KWALITEITvoor een scherpe prijs

Page 9: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 9

ondernemen met mensen

Volop kansen Afgelopen periode is er een tweetal rapporten verschenen waarin wordt ingezoomd op de positie van het midden- en kleinbedrijf. Beide

rapporten hebben gemeen dat het herstel van de economie en de rol van aanjager in de

banenmarkt in handen ligt van deze bedrijven. Waardering voor deze ondernemingen - vaak

familiebedrijven - voor hun overlevingsdrang spreekt uit deze rapportages. Toch worstelen ook deze bedrijven met knelpunten. Wat kunnen bedrijven zelf, de overheid en brancheorganisaties bijdragen aan een goed werkbaar midden- en kleinbedrijf? Ondernemerschap biedt vrijheid en vraagt verantwoordelijkheid. Deze mogelijkheden passen uitstekend bij een samenleving waarin het model van tweeverdieners de plaats heeft overgenomen van het kostwinnersmodel. We zien dat steeds meer mensen kiezen voor ondernemerschap. Een keuze soms uit noodzaak, maar meestal om de vrijheid te hebben te kiezen voor de klussen die je ambieert en deze uit te voeren op de tijdstippen dat het past. Uit deze rapporten blijkt dat de gevestigde ondernemer in het midden- en kleinbedrijf qua omvang redelijk vergelijkbaar is met de onderneming in de cumelasector, waar we gemiddeld ruim elf werkenden tellen. Overigens is er een grote herkenbaarheid met de uitkomsten uit het onderzoek. De groep koplopers en de middenmoot vormen samen bijna zestig procent van de totale ondernemingen. De resterende veertig procent vormt de achterhoede. Achterhoedebedrijven zijn bijvoorbeeld ondernemingen die niet of onvoldoende meegaan met de technologische ontwikkelingen, niet voldoende inspelen op de noodzakelijke fl exibiliteit en ook duurzaamheid niet hebben geïmplementeerd in de dagelijks bedrijfsvoering. Achterhoedebedrijven hebben moeite te anticiperen op deze ontwikkelingen. De ondernemer binnen deze bedrijven is een vijftigplusser die (nog) niet weet of er een bedrijfsopvolger beschikbaar is. Voor deze groep ondernemers is het belangrijk dat ze zich ervan bewust zijn dat er voor hen wel terdege kansen liggen. Zij doen er verstandig aan een strategisch plan op te stellen voor de toekomst van hun bedrijf. Dit kan zijn: geleidelijk afbouwen, samenwerking zoeken met een collega, verkopen of op zoek gaan naar jonge, enthousiaste mensen die het bedrijf nieuwe impulsen kan geven. Met al deze keuzes kan CUMELA u bijstaan.Voor de kopgroep en middenmoot worden diverse strategische aanbevelingen gedaan. Enkele daarvan lijken open deuren te zijn. Maar hoe frequent bevraagt u uw klanten over de ontwikkelingen die bij hen gaande zijn? Of heeft u er wel eens aan gedacht een tegenwicht te zoeken binnen uw bedrijf, zoals bijvoorbeeld een adviseur of commissaris waarmee u kunt sparren? En als de banken alleen u niet voldoende kunnen bijstaan, kan een combinatie van fi nancieringen met bijvoorbeeld leveranciers, afnemers en banken dan een optie zijn? Denk niet alleen vanuit bestaande structuren, maar benut het innovatieve talent dat cumelabedrijven eigen is. Er liggen voldoende perspectieven voor een kansrijke toekomst in de markt voor het midden- en kleinbedrijf.

COMMENTAAR

Hannie Zweverink,algemeen directeur CUMELA Nederland

Volop kansen Afgelopen periode is er een tweetal rapporten Afgelopen periode is er een tweetal rapporten Afgelopen periode is er een tweetal rapporten verschenen waarin wordt ingezoomd op de

Page 10: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 201510

ondernemen met mensen

Huren en leasen van bedrijfsmiddelen neemt toe

Noodgedwongen door kritische banken of aangetrokken door lage leasetarieven en flexibiliteit kiezen steeds met cumelaon-

dernemers voor het huren van machines. Om zo meer te kunnen inspelen op de grote variatie in werk waarmee ze te maken

hebben en om het dichtdraaien van de kredietkranen door voorzichtige banken op te vangen.

“De bank wil niets meer. Ik krijg geen geld en kan niet meer investeren, terwijl mijn resultaten niet minder zijn dan andere jaren.” Het is inmiddels een veel gehoorde klacht bij de bui-tendienst van CUMELA Nederland. Klagende ondernemers die plotseling minder ruimte krijgen op de rekening courant of die plotseling allerlei plannen moeten aanleveren om kre-diet te krijgen voor investeringen in nieuwe machines. Dieu-wer Heins, binnen CUMELA Nederland verantwoordelijk voor de bedrijfseconomische advisering, merkt dat er steeds meer vragen binnen komen. “Van verschillende ondernemers krij-gen we vragen over het maken van investeringsplannen, liquiditeitsbegrotingen en de hele financiële planning. Het heeft alles te maken met het aangescherpte risicobeheer bij de banken. Je merkt dat ze veel meer inzicht willen in de be-drijven en zeer terughoudend zijn in de investeringen.” Het is een beeld dat Teake de Boer, voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek en zelf ondernemer in Rijp-wetering, wel herkent. “Van verschillende ondernemers in de branche hoor ik dat de banken terughoudend zijn, dat ondernemers meer onderpand moeten bieden en dat het vooral gaat om zekerheid.” Als voormalig commissaris van Rabobank ergert het hem wel eens dat de bank zo star ge-worden is. “Het gaat alleen maar over zekerheid, zekerheid en zekerheid. Sinds een aantal jaren merk je dat het beleid is veranderd en dat de bank zichzelf aan het indekken is. De bank denkt alleen aan zichzelf en de ondernemer is de dupe.” Voor Henk Wetering van het gelijknamige loon- en transport-bedrijf uit het Overijsselse Den Ham is de terughoudendheid van banken reden om de investeringen anders te benaderen. “Ik krijg zelfs het gevoel dat ze je richting lease sturen. Dat

gaat namelijk niet ten koste van hun zekerheden”, zegt hij. De ondernemer ziet lease zelf momenteel als een aantrekke-lijk alternatief. “Met leasepercentages van ruim onder de drie procent is het zeker niet duur meer. Met als voordeel dat je veel gemakkelijker afspraken kunt maken over aflossingster-mijnen. Lease kun je heel gemakkelijk gelijk laten lopen met het seizoen. Dus voor een hakselaar kun je afspreken dat je pas in mei begint met betalen en dat dit doorloopt tot eind oktober. Op die manier volg je de geldstroom die bij de ma-chine hoort. Het voordeel is ook dat je ook sterk wordt gecon-fronteerd met de kosten die bij een machine horen.”

Meer hurenDe tendens naar meer lease en meer huren speelt misschien nog wel sterker in de bouw dan in de landbouw. Waar ma-chines voor de landbouw door het seizoensmatige karakter moeilijk te verhuren zijn, omdat ze nu alleen maar in het sei-zoen inzetbaar zijn, is in de bouw duidelijk sprake van een stijgende tendens, stellen Huib Kamps en Theo Voesenek van Pon Equipment Rental vast. “We merken de laatste jaren dat er duidelijk meer sprake is van het huren van machines. Dat is bijvoorbeeld te merken aan de groeiende omvang van onze huurvloot. Alleen al hier op de vestiging Valkenswaard is sprake van een forse uitbreiding van de huurvloot met meer dan 10 machines. Die groei hebben we nodig om aan de vraag te kunnen voldoen.”De keuze voor het meer inhuren van machines komt volgens Kamps en Voesenek niet alleen van banken die moeilijk doen. “We merken ook dat bedrijven heel anders met verhuur om-gaan. Zeker bij jongere ondernemers zie je dat die daar veel meer voor open staan. Vijf jaar geleden werd je bij wijze van spreken nog van het erf gejaagd als je over verhuur begon, nu is het voor veel bedrijven een serieuze optie. Natuurlijk kost het nog veel moeite om dat goed uit te leggen. Je merkt dat ondernemers het moeten ontdekken en beter nog ervaren.”De grotere bewustwording over de kostprijs van een machi-ne speelt daarin een flinke rol, merkt Kamps. “We merken dat mensen beseffen dat ze niet meer voor elke klus een speciale machine kunnen aanschaffen, maar je merkt ook dat men-sen meer calculeren. Waar ze vroeger als ze een dertigtons machine nodig hadden maar aan het werk gingen met de twintigtons machine die ze hadden, kiezen ze vaker voor een machine op maat. Gewoon omdat dat toch goedkoper is dan

HOOFDARTIKEL

Krediet of niet

Bij Pon merken Kamps en Voesenek dat ze steeds gemakkelijker bij bedrijven bin-nenkomen omdat huren steeds meer wordt geaccep-teerd.

Page 11: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 11

een machine die het niet aan kan of - omgekeerd - te groot is.”Een andere reden voor die stijgende belangstelling voor ver-huur is volgens hem ook het toenemend bewustzijn over de kostprijs. “We merken dat bedrijven zuiverder rekenen. Als een machine aan zijn uren is, wordt er toch meer nagedacht over het aantal uren dat die werkelijk maakt. Dan kun je ook gemakkelijker het rekensommetje maken. Natuurlijk, als je echt 1500 uur met een machine maakt, is kopen of leasen aantrekkelijker. Maar als je eerlijk bent: hoeveel uren maak je dan werkelijk? Ga je dan met bijvoorbeeld 1000 uur rekenen, dan is huur zeker als je over een periode van een maand of tot enkele maanden praat nauwelijks duurder. Terwijl je dan geen risico loopt en ook weet dat je financieel geen last meer van de machine hebt als de huur is afgelopen.”

Fabrikanten stimulerenDe andere manier waarop ondernemers de aanschaf van ma-chines benaderen, is iets wat ook Rabobank ziet. Sectorma-nager loonwerk Clemens van der Aa onderschrijft direct de tendens dat bedrijven steeds meer machines leasen en hu-ren. “Fabrikanten stimuleren dat ook door met heel aantrek-kelijke tarieven bedrijven over te halen om in nieuwe trekkers te investeren. Prima, maar als ondernemer moet je wel in de gaten houden dat ze vaak wel heel korte aflossingstermijnen hanteren. In twee of drie jaar moet een groot deel zijn afbe-taald. Dat kan een enorm beslag op de liquiditeit geven.”Juist die liquiditeit is iets wat bij Rabobank steeds meer aan-

dacht krijgt. “Voor een goed draaiende onderneming is het geen probleem. Dan is lease met een korte termijn een uiting van kracht. Maar als je voor lease kiest omdat de bank niet wil financieren, is het uit een kramp. Dat is iets wat we sterk ont-raden. Dat is ook de reden dat we bij een financiering kijken naar de hele onderneming. Voor ons is de cashflow het be-langrijkst, dus wat is er beschikbaar uit afschrijving en winst van de onderneming. Wie meer wil investeren, zal dat moe-ten onderbouwen of krijgt onherroepelijk extra vragen.”Van der Aa kan niet ontkennen dat de bank in de ogen van veel ondernemingen kritischer is geworden. “We kijken voor-al naar rentabiliteit op lange termijn, zeker nu nu in de markt sprake is van overcapaciteit. Zeker bij duurdere machines waarbij een ondernemer gemakkelijk weer groter wil en zijn capaciteit uitbreidt. Te gemakkelijk wordt nu geroepen dat ze er wat extra klanten bij nemen of proberen het aantal hec-tares per machine uit te breiden. In dat soort gevallen wordt nu veel vaker naar de onderbouwing gevraagd: hoe denkt de klant dat te doen, hoe wil hij de nieuwe machine rendabel maken? Pas als daar een goed verhaal onder ligt, willen we meegaan. Want onze insteek is wel dat er voor goede plan-nen altijd geld beschikbaar is.”Het meer vragen naar cijfers is een trend die De Boer direct herkent. “Je merkt dat de bank meer vragen stelt en dat je als ondernemer meer moet weten. Op zich is dat niet verkeerd, want in deze tijd is het belangrijk dat je bijna dagelijks op de hoogte bent van je cijfers. Ik vind ook dat je dat mag ver-

Of huren aantrek-kelijk is, hang af van een eerlijk ant-woord op de vraag; hoeveel uur maakt een machine werkelijk.

Page 12: Grondig 2 - 2015

ondernemen met mensen

GRONDIG - 2 201512

wachten van een ondernemer, dat hij weet hoe hij draait en dat hij kan vertellen waar hij heen wil.”Wat hem dan irriteert, is dat er zo strak met limieten wordt gewerkt. “Vroeger had je een rekening-courantkrediet, maar kon je daar af en toe wel wat overheen gaan. Nu is die limiet in beton gegoten. Terwijl we wel te maken hebben met bedrij-ven en overheden die steeds trager betalen. Dat moeten we wel financieren. Het is dan helemaal ergerlijk dat de bank de-biteuren die langer dan drie maanden open staan niet meer wil meetellen in je liquiditeitsbegroting. Dat zet je nog extra klem.”Van der Aa spreekt tegen dat het beleid op dit gebied is ge-wijzigd. “Debiteuren ouder dan drie maanden telden al nooit mee. Wat we wel meer aandacht krijgt, is dat we vinden dat voldoende liquiditeit binnen elk bedrijf cruciaal is. Een goede liquiditeitsplanning is daarom een must en geeft rust. Een goede kennis van je eigen kasstromen zorgt ervoor dat je kansen kunt benutten en risico’s beter kunt managen. Onze ervaring is dat het laten oplopen van debiteuren risico’s met zich meebrengt. Dat zou je als ondernemer ook niet moeten willen.”

MantelleaseRabobank speelt zelf in op de behoefte aan lease door samen met dochter De Lage Landen verschillende leaseconstructies aan te bieden. In opkomst is volgens Van der Aa de mantel-lease. In deze constructie krijgt de ondernemer de beschik-king over een vast budget per jaar om te investeren. “Een mooie constructie, die ondernemers veel duidelijkheid en flexibiliteit geeft. Ze weten precies hoeveel ze kunnen inves-teren, waarbij we in de aflossing kijken naar de economische levensduur. Op die manier kunnen we beter aansluiten bij de praktijk dan de lease door leveranciers, die vaak in twee of drie jaar klaar willen zijn.” Een ander alternatief dat hij vindt passen bij de cumelabedrijven is de seizoenslease, waarbij de

aflossingen samenvallen met de inzet van de machines.De Boer merkt dat vooral problemen met liquiditeit bedrijven aanzet tot het anders investeren. “De maand mei, als we het vakantiegeld moeten betalen, is wat dat betreft berucht. Om dat op te vangen, heb je gezien dat bedrijven de laatste jaren meerdere machines inruilen voor één nieuwe. Op die manier creëren ze wat extra geld. Nu zie je dat ze gaan leasen en de inruil laten uitbetalen. Een nieuwe kunstgreep om meer liqui-diteit te krijgen.” Het kiezen voor lease is een strategie die Wetering ook heeft gekozen. Niet om liquiditeitsproblemen op te vangen, maar vooral om de afhankelijkheid van de bank te verminderen. “Ik probeer een steeds groter deel van mijn machinepark in de lease te krijgen. Daardoor worden mijn financieringslasten lager en krijg ik ruimte om de rekening courant te ontlasten. Want als ik een machine inruil, laat ik de inruilwaarde contant uitbetalen. Dat geld gebruik ik om financieel meer ruimte te krijgen. Op die manier ben ik de banken voor en houd ik de hele financiering in eigen hand.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

advertentie

• Goedkoper dan nieuwe banden• Zelfde kwaliteit als nieuwe band• Profi elgarantie• Milieubesparend• Maatwerk profi elen mogelijk

Vernieuwen.. De groene optie!

T 0523 - 25 13 32 www.obo.nl

Henk Wetering gebruikt lease vooral om de liquiditeitspositie te verbeteren. Inruil wordt contant af-gerekend, nieuwe machines gaan volledig in de lease met de huidige aantrekkelijke ta-rieven.

Page 13: Grondig 2 - 2015

samen winnen

Als u zeker wilt zijn van een effectieve bestrijding van onkruid, kiest u voor

Roundup® Ultimate. Roundup® Ultimate is al regenvast na 1 uur, waar-

door u veel tijdwinst behaalt. Maak een ultieme start voor een goede oogst

van uitstekende kwaliteit met de laagste bestrijdingskosten per hectare.

Samen sterk tegen onkruid, samen winnen: GRATIS GALAXY Tab3Lite Wi-Fi tablet bij aankoop van 200 liter vat. Info: www.roundup.nl

www.roundup.nl • T. 0800 023 41 65

IMPROVEDPerformance

480

+2Ca

CLEAN

Improved Performancedankzij de unieke samenstelling

Zeer geconcentreerde, vloeibare formulering met 480 g werkzame stof

Zeer goede werking, ook in hard water

Zeer goede werking, zelfs bijongunstige omstandigheden

Clean label: gunstige gebruiks-voorschriften en -voorwaarden

GRATISGALAXY tablet

bij aankoop van 200 liter vat

stoppelbehandeling

Roundup® Ultimate is een gedeponeerd handelsmerk van Monsanto. Toelatingsnummer 13865N, 480 g/l glyfosaat. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

Monsanto_Campagne_2015_NL_GRONDIG Stoppel voorjaar 18-02-15 18:25 Pagina 1

Page 14: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 201514

ondernemen met mensen ONDERNEMERSLESSENONDERNEMERSLESSEN

LES 1

Mensen moeten elkaar corrigeren“Hier in het bedrijf hebben we, al werken we met twintig mensen, een heel platte organisatie. Het betekent dat ieder-een een grote eigen verantwoordelijkheid heeft. Dat past ook wel, want we hebben een grote groep trouwe werkne-mers, die hier al jaren actief zijn. De gemiddelde leeftijd van ons personeelsbestand is daarom met veertig jaar relatief hoog. Maar daar past dus ook veel zelfstandigheid bij. Met werknemers die gespecialiseerd zijn in bepaalde werkzaam-heden, bij ons noodzakelijk, omdat we als tuinbouwloon-bedrijf met heel veel bijzondere machines werken. Om die goed te bedienen, moet je veel kennis hebben. Het gevolg is wel dat veel mensen veel meer van de machines weten dan ik zelf. Met het uitvoeren van werkzaamheden hoef en kan ik me dus niet bemoeien. Maar juist daarom is het zo belangrijk dat ze veel van elkaar leren. Dat ze elkaar ook corrigeren als zaken niet gaan zoals het moet. In het begin was dat voor mij wel lastig. Na het zeer plotseling overlijden van mijn vader moesten we met zijn drieën - Joop, Arno en ik - plotseling het bedrijf overnemen. Als jonkie is dat best lastig tussen al die ervaren mensen, want ik kon best wel trekker rijden, maar hoe dat in de praktijk ging, wist ik ook niet.”

LES 2

Na tien jaar is het tijd voor een frisse wind“Inmiddels doe ik alweer meer dan tien jaar het bedrijf sa-men met mijn broer en neef. We zijn dus al weer aardig vastgeroest in de manier waarop we werken. In het begin verander je veel omdat je nieuw bent en je nieuwe ideeën meebrengt. Maar nu we tien jaar verder zijn, merk je dat je vastgroeit in de manier waarop je werkt. Ik merk dat het heel moeilijk is om dat te doorbreken, terwijl iets wat je tien jaar geleden hebt bedacht als beste systeem dat nu helemaal niet meer hoeft te zijn. Maar als iedereen gewend is om op

een bepaalde manier te werken, is het heel lastig om dat te veranderen.” “Het is wel iets waar we nu veel over nadenken. Misschien dat het invoeren van een digitale werkbon een aanleiding kan zijn om het anders aan te pakken. Dan moet je toch op-nieuw de hele werkwijze bekijken en kun je zaken misschien aanpassen. Voor ons zou het wel goed zijn, want je merkt dat het anders moeilijk is om zo’n stap te zetten. Het is dan toch te gemakkelijk om gewoon op dezelfde manier door te gaan.”

LES 3

Overleggen doen we gewoon tussendoor“De werkorganisatie zoals we die nu hebben, is vanzelf zo gegroeid. Toen ik in het bedrijf kwam nadat mijn vader was overleden, had ik nog geen idee wat ik wilde gaan doen. Ik kwam net van school en ging in het bedrijf om mijn moeder te helpen. Die deed de administratie en daar kwam ze ge-woon een handje te kort. Zo ben ik op kantoor terecht geko-men, terwijl mijn broer Arno veel meer de technische man is en vooral de werkplaats doet en met de machines bezig is. Onze neef Joop, de derde vennoot in het bedrijf, zit vooral op de weg. Die gaat veel klanten langs en is belangrijk voor het binnenhalen van werk. Maar als het nodig is, zitten zij ook gewoon op de trekker. Het is namelijk wel ontzettend belangrijk dat we onze eigen mensen zoveel mogelijk aan het werk hebben. Zelf ben ik eigenlijk de enige die daar niet aan toe komt.” “Hoewel we dus een duidelijke scheiding hebben van het werk dat we doen, hebben we geen vaste overlegmomen-ten. Dat gaat allemaal een beetje tussendoor. En dan bespre-ken we best veel. Al merk je ook wel eens dat het ook niet altijd werkt. Dan moet je iets bespreken, maar dan komt het er niet van. Als het dan op tafel komt, denk je wel: dit had eerder moeten gebeuren. Een gezamenlijk overleg plannen we eigenlijk nooit. En toch weten we wel goed waar we naar

“Na tien jaar moet je de boel opnieuw organiseren”Jaap Hermans, Gebroeders Hermans, Maasbree

Hoe hou je jezelf scherp? Dat is een belangrijke vraag die Jaap Hermans, bedrijfsleider op het bedrijf dat hij

samen met zijn broer en neef runt, zichzelf regelmatig stelt. Nu ze gezamenlijk het bedrijf al ruim tien jaar run-

nen, is het volgens hem tijd om weer eens goed te kijken of de manier waarop wordt gewerkt nog logisch is.

Page 15: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 15

toe willen. Maar echt plannen maken, over waar we over een paar jaar willen staan, daar komen we niet aan toe. Daarvoor zou het misschien wel goed zijn om toch af en toe op een afgesproken moment bij elkaar te gaan zitten.”

LES 4

In tien jaar is het aantal klanten gehalveerd en dat gaat door“De komende jaren moet er niet alleen in het bedrijf veel ver-anderen, ook bij onze klanten verandert er veel. We zien dat de schaalvergroting heel hard gaat. Dat is tegenwoordig al geen rechte lijn meer, maar gewoon een curve die omhoog loopt. Voor ons is dat soms wel eens een probleem, want bedrijven komen op een omslagpunt dat ze zo groot wor-den dat ze werkzaamheden zelf gaan doen. Ze hebben dan het personeel en ook de kennis. Dan rekenen ze gemakkelijk naar zichzelf toe en schaffen toch die machine aan. We zien dat nu bij de aspergeteelt. Bedrijven die daar boven de vijf hectare komen, zijn zo groot dat ze zich heel anders moeten organiseren met personeel en uitvoering van het werk. Als ze die slag hebben gemaakt, gaan ze gauw een stap verder en groeien ze door. Als ze dan ook nog met veel subsidie ap-paratuur met GPS daarop kunnen aanschaffen, is de investe-ring gauw gedaan. Vooral als ze dan ook nog gemakkelijk de zzp’er die kennis heeft van de apparatuur gemakkelijk kun-nen inhuren. Voor ons is dat wel eens lastig, want vroeger was dat vakkun-dige personeel één van de dingen waarmee je je kon onder-scheiden. Nu profiteren we zelf ook regelmatig van zzp’ers die gaten kunnen vullen, maar tegelijk vormen ze ook een

concurrent voor je bedrijf. Wat we daaraan doen? Proberen om ze slim in te huren en te zorgen dat ze op de tijd dat ze anders concurreren bij jou aan de slag zijn. Op die manier kun je als bedrijf toch de toegevoegde waarde houden.”

LES 5

Wij moeten anderen werk uit handen nemen“De specialisatie van bedrijven is een bedreiging, maar geeft ons ook kansen. Daar zijn we ook echt mee bezig. Joop, die veel op de weg zit, is bij de bedrijven echt op zoek naar de werkzaamheden waarmee we het bedrijf kunnen helpen. Daar zijn ook mogelijkheden voor nu bedrijven groter wor-den en zich steeds meer concentreren op hun core business. Daar verliezen we dan misschien werk, maar er ontstaan ook mogelijkheden. Een mooi voorbeeld is de bietenteelt. Heel veel bedrijven hebben in hun vruchtwisseling nog bieten, maar hebben daar geen aandacht voor. Dat is iets wat we op verschillende bedrijven helemaal uit handen hebben genomen. Van de zaaibedbereiding tot het oogsten doen we het dan helemaal in eigen beheer. Voor ons een mooie manier om hen werk uit handen te nemen en werk naar ons toe te halen. Dat luistert best nauw, want zeker in de bieten moet je met de onkruidbestrijding rekening houden met de volgteelten. Daarom is dat iets wat we helemaal aan de werk-nemer over laten. Die regelt het allemaal zelf en heeft ook overleg met de vertegenwoordigers van de handel over de beste middelen. Dat is iets wat we wel hebben moeten leren. Dat als er vertegenwoordigers zijn, we ook de mannen van de spuitmachine erbij halen, zodat zij direct geïnformeerd worden.”

Een systeem dat tien jaar geleden het beste was, hoeft dat nu helemaal niet meer te zijn.

Page 16: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 201516

LES 6

Kennis van grond benutten“De komende jaren zal de relatie met de klant wel verande-ren. Niet alleen omdat ze groter worden, maar ook omdat we steeds meer informatie gaan verzamelen die we kunnen gebruiken. We onderzoeken nu al de mogelijkheden om op perceelsniveau allerlei gegevens vast te leggen. Dat kun je dan gebruiken om de klant te adviseren en werk nog beter op de grond af te stemmen. Voor ons zal de kunst zijn om die kennis van de grond en de teelt te benutten. Je ziet dat nu ontstaan bij de bemesting in combinatie met de bodemscan. Dat moeten we de komende jaren zeker kunnen uitbreiden.”

LES 7

Zo lang er overmechanisatie is, blijft de prijs onder druk“Naast het overnemen van de teelt proberen we ook door samenwerken een betere positie te krijgen om onze verdien-sten op peil te houden. Zo hebben we voor het rooien een samenwerking met loonbedrijf Reintjes uit Veulen. Dat huurt onze machine als er daar moet worden gerooid. Het mooie is dat dit bedrijf net in een andere regio zit en dus in een ande-re ophaalronde valt. We kunnen de machine daardoor veel efficiënter inzetten. Als sector zullen we de komende jaren veel meer moeten samenwerken of fusies aan moeten gaan, want als we blij-ven concurreren, redden we het niet. Vooral samenwerken is vaak lastig, want dat betekent geven en nemen. Vooral het geven blijkt vaak moeilijk. Daar zie je heel veel samenwerkin-gen op stranden. Toch zal het wel moeten, wil je overleven. Als we dat niet doen, blijft de overmechanisatie in stand en weet je dat je blijft concurreren en dat de prijs onder druk blijft. Gelukkig merk je nu wel dat de samenwerking tussen bedrijven al veel beter is dan vroeger.”

LES 8

Elders in de keten wordt het geld verdiend“Een probleem is natuurlijk dat klanten van loonwerkers verwend zijn. Er is zoveel concurrentie dat het serviceniveau

heel hoog is. Zeker bij machines waar een grote overcapaci-teit is, weet je dat de prijs laag is. Daarin gaan we soms ook wel te veel mee met de klanten. Wat dat aangaat, zitten we ook een beetje in hetzelfde schuitje. Je weet dat als je geld wilt verdienen je helemaal voor of helemaal achter in de ke-ten moet zitten. Bij ons betekent het dat de zaadbedrijven en de plantenkwekers en achteraan de grootwinkelbedrijven het geld verdienen. Alles daar tussenin zit klem en moet het scherp doen.” “Voor ons is het de kunst om het werk zo efficiënt mogelijk te doen. Dat houdt in zoveel mogelijk uren per machine ma-ken, ook al betekent dit dat een klant soms moet wachten. Het vervelende is natuurlijk dat dan altijd de meegaande klanten het slachtoffer zijn. Die willen meedenken, maar het betekent dat degenen die wat harder piepen beter af zijn. Daar moet je wel op letten en toch zorgen dat je soms die meegaande klant gewoon op een mooi punt in de planning houdt.”“Bij de planning is het ook zo als ik al eens iemand in Grondig heb zien zeggen: een goede planning moet moeizaam gaan, anders is er overcapaciteit. Dus als je moeite moet doen om met je machines en mensen al het werk gedaan te krijgen, gaat het goed. Ook al moeten klanten dan soms inschikken.”

LES 9

Een prijsdaling van twintig procent wordt zo geaccepteerd, maar wij moeten vechten voor een procent meer.“Wat ik wel eens moeilijk te verteren vind, is het gemak waar-mee telers zich schikken naar de afnemers, terwijl wij voor elke procent een gevecht moeten leveren. Nu zie je dat ook weer bij de aardappelen. Ik was pas bij een teler die klaagde dat de contractprijs voor zijn aardappelen van tien naar acht cent ging. Een prijsverlaging van twintig procent. Dat wordt zo geaccepteerd onder het motto ‘anders raak ik ze niet kwijt’, terwijl wij voor één of twee procent meer de strijd aan moeten. Gelukkig zijn er ook die het wel waarderen en die kwaliteit en zekerheid vooropstellen en het nooit over prijs hebben. Daar is het altijd prettig werken.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Jaap HermansNa het plotseling overlijden van zijn vader in 2001 kreeg Jaap Hermans die net klaar was met school en zich in het bedrijf aan het oriënteren was, de bedrijfsleiding vanzelf in handen. Al snel was hij degene die op kantoor zijn moeder assisteerde. In 2002 nam hij samen met zijn broer Arno en neef Joop het bedrijf echt over van zijn moeder en oom. Het bedrijf is gevestigd in Maasbree en gespecialiseerd in de vollegrondsgroenteteelt. De laatste jaren breidt het werkgebied zich uit door de bedrijven die zich specialise-ren en in een groter gebied land huren. Tot in Duitsland worden de klanten achterna gereisd.

Page 17: Grondig 2 - 2015

De vooruitgang ervaren. Meest efficiënte machines door innovatieve technologieën Betrouwbare machines met maximale productiviteit Hoogwaardige Liebherr componenten uit eigen productie Veel aandacht voor ergonomie en goed zicht op het werk

De mobiele graafmachines van Liebherr.

Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren, Nederland Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: [email protected]/LiebherrConstructionwww.wynmalenhausmann.nl Bedrijvengroep

2009-501_016_LHB_100_A916_grondig_NL_NL_03.indd 1 17.02.15 14:40

Page 18: Grondig 2 - 2015

ondernemen met mensen

GRONDIG 2 201518

Olympisch kilveren Loonbedrijf Veldman, Obdam

Tot op de millimeter nauwkeurig kilveren is het specialisme dat Arthur Veldman heeft ontwikkeld. Met zijn zelf ontworpen en

gebouwde kilvercombinaties weet hij aan de strengste keuringen van NOC-NSF te voldoen. Dankzij deze topsportaanpak werkt

hij nu mee aan de renovatie van de atletiekbaan van het Olympisch Stadion, vooruitlopend op het EK atletiek 2016.

Met de voet wrijft Arthur Veldman een pluk compost uit el-kaar. Compost van de klant zelf die hij met zijn zelf aange-paste compacte vierkuubs strooier net heeft uitgereden in de kas. Die klant belde tijdens deze klus op. Er kwam te veel ammoniaklucht vrij en dus is er vrees voor schade aan de ernaast staande bloemenplanten. Arthur schakelde direct, dus even geen tijd voor een journalist, in de auto, ter plekke polshoogte nemen en een plan doorspreken. Dat plan was snel getrokken: de compost zo snel mogelijk inwerken met een spitfrees. Bellen, bellen, bellen en direct een mannetje vrijgemaakt om met de spitcombinatie te komen. Snel scha-kelen hoort bij topsport, evenals nadenken om dergelijke situaties de volgende keer te voorkomen. Dus daarna pols-hoogte nemen bij een andere klant, waar een medewerker van Veldman een vergelijkbare composthoop aan het om-zetten is. “Toch te veel lang spul. Even over nadenken en

met de klanten bespreken hoe we dit in het vervolg kunnen voorkomen”, zegt Arthur. Daar kwamen we in eerste instan-tie niet voor. Het loonwerk in kassen is wel een belangrijke poot voor Veldman. Hij heeft een trouwe klantenkring, die hij met specialistische machines bedient. Deze manier van handelen kenmerkt ook de tak waarvoor wij komen, het ge-specialiseerde kilverwerk.

MillimeterwerkArthur heeft van jongs af aan het kilverwerk zelf gedaan. Hij ging maar wat graag voor de spreekwoordelijke tien op pad. In de loop der jaren ontwikkelden zich de inzichten en besloot Arthur zelf kilverbakken te bouwen. Hij heeft zich gespecialiseerd in het compacte materieel. Hij heeft nu kil-verbakken met breedtes van 1,80, 2,20 en 2,40 meter draaien met een vaste ploeg gespecialiseerde medewerkers met de-

STERK WERK

Page 19: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 19

zelfde genen. Hij heeft de kilverbakken volledig naar eigen inzichten in de eigen werkplaats gebouwd. Dus niet alleen de bak zelf, maar ook de bediening en alles wat er verder rondom de trekker is gebouwd, inclusief aanpassingen aan de trekker zelf. “Het gaat om het complete span”, vertelt Arthur. De 2,40 meter versie is zelfs uitgerust met Trimble 3D dat ook op de laser kan werken. “We hebben niet altijd 3D-klussen op Total Station. Je moet dan beide kunnen.” Dit is de combinatie waarmee Arthur het echte topsportwerk aflevert. De keurmeesters van NOC-NSF keuren heel streng, tot op de millimeter. Niet alleen bij de toplaag, maar ook bij de onderbaan, de zandbaan en eventuele tussenlagen waar bijvoorbeeld kunstgras op komt. Bij de toplaag heb je het dan vaak over mengsels van rubber-lavamengsel. Probeer dat maar eens op de millimeter nauwkeurig en strak te ega-liseren. “Om dergelijke eisen te halen, moet je honderd pro-cent kwaliteit afleveren. Kilverborden voor dit segment zijn niet standaard te koop”, vertelt Arthur.

Precisie kilvercombinatiesDat brengt ons bij de klus waar Veldmans 3D-combinatie dit jaar voor wordt ingeschakeld, het opknappen van de at-letiekbaan in het Olympisch Stadion in Amsterdam in aan-loop naar het EK atletiek 2016 Amsterdam. De nieuwe baan krijgt een volkunststof toplaag. Die nieuwe toplaag is stevi-ger, gaat daardoor langer mee en is hiermee beter geschikt voor multifunctioneel gebruik. Naast de vervanging van de baan wordt het Olympisch Stadion ook anders ingedeeld. Zo worden de spring- en werponderdelen verplaatst. De werk-zaamheden worden uitgevoerd door Antea Group Sport, dat op zijn beurt Veldman inschakelt voor het egalisatiewerk. Begin januari heeft Veldman al de onderbaan van een deel van het atletiekterrein heel precies getrokken. Op de foto is medewerker Vince bezig met het egaliseren van de toplaag. Goed is te zien hoe vernuftig hij de rondingen volgt en hoe

fijntjes hier wordt geëgaliseerd. Het gaat hier om precisie en met geduld de baan in meerdere bewerkingen op de milli-meter nauwkeurig afwerken met een constante dichtheid en hardheid. De kilver werkt niet alleen heel precies op hoogte vanwege de 3D-aansturing, maar is ook zo geconstrueerd dat bij wisselende belasting over de hele breedte geen millimeter afwijking is en dat de bak in alle omstandigheden razendsnel en direct reageert. Bij deze klus zijn de frontschuif en de woe-lers niet nodig, maar ook deze voorzieningen werken met dezelfde precisie via een uitgekiende bediening van ‘alles in één’ op een daarvoor op maat aangepaste trekker. Dit is in-derdaad topsportwerk, waarbij de medewerkers met plezier een olympische prestatie afleveren. Minder spannend, maar treffend was een klus onlangs bij een mestbassin. Op afschot leggen van rond bij het mestbassin naar vierkant recht aan de buitenkanten. “Dat red je niet met de laser en ook niet op de hand. Dat gaat alleen met 3D”, aldus Arthur. 3D zet hij ook vaak in bij rotondes en lastige op- en afrit-ten. “Daar loont deze specialiteit. Onze inzet is dat als we klaar zijn de bovenlaag direct strak kan worden gelegd”, zegt hij. Daarnaast trekken de medewerkers met evenveel toewijding en precisie banen in wegenbouw en infrawerken op de laser.

Loonbedrijf VeldmanArthur en Fiona Veldman runnen samen loonbedrijf Veldman. Zij zijn de derde generatie op een bedrijf dat al in 1922 in Heerhugowaard is begonnen. Fiona doet het kantoorwerk en Arthur zorgt voor het operationele werk. Het bedrijf is van oudsher sterk in het compacte werk in kassen en tuinbouw in de regio. Met de tweede grote tak, het gespecialiseerde kilverwerk, werkt het bedrijf in heel Nederland. Een derde tak is het berm- en slotenonderhoud en het onderhouden en verbeteren van sportvelden in de regio. Ten slotte zijn er nog wat overige werkzaamheden, zoals grondverzet. Veldman heeft tien vaste medewerkers en huurt in pieken extra krachten in. Het bedrijf is VCA*-gecertificeerd. Meer informatie: www.loonbedrijfveldman.nl.

Naast het kilveren voert Veldman ook ander grondverzetwerk uit. Soms gaan het grondverzet en het kilveren samen, zoals hier een klus die op de laser wordt afgewerkt.

Page 20: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201520

Met de kilverbak alleen is het verhaal niet rond. Het werk moet ook duurzaam zijn. “Als wij komen, zorgen we niet alleen dat het profiel aan de bovenkant klopt, maar ook dat de verdich-ting overal gelijkwaardig en goed is”, vertelt Arthur. Hij gaat hierin nog een stap verder. “Als er te veel aan mankeert, gaan we het gesprek met de opdrachtgever aan. Het is wel eens voorgekomen dat de onderbaan er opnieuw in ging.”

MensenwerkZeker zo belangrijk in dit spel zijn de mensen in zijn bedrijf, mensen met dezelfde werkmentaliteit. “We hebben jongens die het gevoel, het vakmanschap en de rust hebben derge-lijke werken goed uit te voeren. Dat is een stukje geschie-denis van dit bedrijf. Mijn vader heeft altijd zo gewerkt en mijn opa ook. Dat is onze bedrijfscultuur. Dat trekt automa-

tisch ook medewerkers aan met dezelfde genen”, vertelt de ondernemer. Veldman heeft daarom de medewerkers met foto en naam als specialisten op de site vermeld. “Dat schept verplichtingen en verantwoordelijkheden, ook bij de mede-werkers als onderdeel van een team dat kilveren als topsport bedrijft. Er zijn meer bedrijven die goed kilverwerk afleve-ren. Wij gaan voor het topsegment en hebben een klanten-kring opgebouwd in heel Nederland voor sportterreinen en weg- en infrawerken. Daar hoort een topsportmentaliteit van alle medewerkers bij”, aldus Arthur. Het meewerken aan de nieuwe atletiekbaan in het Olympisch Stadion is dan een passende referentie.

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: Klaas van Langen, Vreemann

Nieuwbouw loontIn 2013 is Veldman verhuisd naar deze nieuwe locatie in Obdam, omdat de oude plek geen uitbreidingsmogelijkheden kende. Het nieuwe pand en de inrichting hebben topsportkenmerken: een ruim kantoor met aparte vergaderruimte en een flinke kantine, alles ordelijk en netjes uitgevoerd, en een ruime werkplaats met een apart smeerhok, een onderdelenmagazijn en een apart verwarmde en geventileer-de ruimte voor de laserapparatuur. Natuurlijk is er een opslagloods met de machi-nes die met naam en toenaam (bordjes) goed bereikbaar op vaste plekken staan. Arthur en Fiona Veldman zijn goed te spreken over het effect van een nieuw pand. Het laat zich niet becijferen, maar het is volgens de ondernemers op termijn lonend in efficiëntie.

Het loonwerk in kassen is een belangrijke poot voor Veldman. Hier de rotorkopeg die compost inwerkt. Hier gaat het om goed overleg met de klant en meedenkende medewerkers.

Precisie vind je terug in de hele bedrijfsvoering. Mooi voorbeeld is de opslag van machines en materiaal in de loods, met bordjes gemerkt strak gerangschikt op een vaste plaats.

Page 21: Grondig 2 - 2015

WAAR IS KEES?

WAAR IS KEES?

WAAR IS KEES?

WAAR IS KEES?

WAAR IS KEES?

DAAR IS KEES!

LAAT ZIEN WAAR KEES IS EN WIN EEN IPAD!

LAAT ZIEN WAAR KEES IS EN WIN EEN IPAD!

Het basismiddel tegen onkruiden in maïs.

• Flexibel en gemakkelijk• Veilig• Snel en breedwerkend• Lange duurwerking

LAAT ZIEN WAAR KEES IS EN WIN EEN IPAD!

www.calariskees.nl

WAAR IS KEES?

Binnenkort krijgt u via de post een Calaris Kees sticker. Plak Calaris Kees op een leuke plek en maak er een foto van. De leukste foto wint een Ipad!Bekijk de foto’s op www.calariskees.nl

Ps: Heeft u over een paar weken de sticker nog niet gekregen? Vraag ’m dan aan via [email protected]

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl.Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code).

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

?

TM

W SYN 21501066 AD Calaris 14 Waar is Kees 230x297 BIJQR V3.indd 1 05-02-15 14:33

Page 22: Grondig 2 - 2015

22 GRONDIG 2 2015

ondernemen met vaktechniek

Bewust stroomopwaarts

In de aanbesteding van het beeksysteem Dwarsdiep in het natuurgebied Marumerlage stond het respecte-

ren van flora en fauna en het kwetsbare veengebied met hoofdletters geschreven. De combinatie De Waard

BV en Mechielsen Oldehove BV mocht het project uitvoeren, mede dankzij een uitgekiend plan van aanpak.

Inrichting ecologische zone Marumerlage

PROFILEREN

Page 23: Grondig 2 - 2015

23GRONDIG 2 2015

Marumerlage, zoals de naam al zegt, is een 75 hectare omvattend laag-gelegen veengebied waardoor vroeger het riviertje Dwarsdiep kronkelde. Tijdens de ontginning ten behoeve van de landbouw werd het riviertje ge-kanaliseerd met dwars erop allemaal slootjes om de percelen begaanbaar te maken. Desondanks bleek het gebied de afgelopen decennia te nat voor professionele veeteelt, met als gevolg dat het kleinschalige natte gebied met zijn vele veengaten en slootjes met de schaalvergroting in onbruik was geraakt. In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur is het gebied toe-gewezen als een interessant reservaat, onder andere bekend vanwege de vele (trek)vogels en vissoorten. Om de functie in het kader van de Ecologi-sche Hoofstructuur te versterken, besloot het waterschap Noorderzijlvest met Europees geld de oude beekloop te herstellen, de landbouwgronden af te graven en het gebied te omzomen voor waterberging. En - niet onbe-langrijk - het gebied te benutten voor het winnen van schoner water. In de aanbesteding op uitnodiging aan vijf regionale aannemers vroeg water-schap Noorderzijlvest via EMVI een uitgekiend plan om de flora en fauna te respecteren. Ook mocht er beslist niet op de laaggeleden veengebieden en weiden worden gereden, met uitzondering van de voertuigbewegin-gen langs te dempen sloten en watergangen.

In combinatieMechielsen Oldehove voerde in onderaanneming al diverse werken uit voor het waterschap Noorderzijlvest. Voor Marumerlage had het bedrijf niet voldoende referentieprojecten en bovendien legt Mechielsen zich toe op onderaanneming. Eén van de opdrachtgevers waarmee Mechiel-sen veel samenwerkt en voor werkt, is De Waard BV. Dat bedrijf had wel de gewenste referentiewerken in hoofdaanneming. In goed onderling overleg is het project gezamenlijk aangenomen, waarbij de regie en het grondwerk bij Mechielsen kwamen en De Waard de waterwerken uit-voerde. Projectleider Jan Rosema van Mechielsen Oldehove: “Goed sa-menwerken met opdrachtgevers maakt je sterker. Met deze samenwer-king konden we toch inschrijven op dit project en dat maakt het mogelijk om dit project als referentieproject te krijgen”, zegt hij. Via een uitgekiend plan lukte het voldoende scherp in te schrijven. Het binnenhalen ervan zat hem uiteindelijk in het plan dat de bedrijven presenteerden om de natuur zo weinig mogelijk te verstoren.De ingrediënten om het gebied gemakkelijker af te graven en de watergan-gen te dempen, waren aanwezig. Door het gebied komt een bypass in de vorm van de nieuw te graven beek, dus was de meest eenvoudige oplossing

Project: inrichting ecologische zone MarumerlageOpdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest in samenwerking met

de provincie Groningen, Staatsbosbeheer en de gemeente Marum

Looptijd augustus 2014 tot en met december 2014Aanneemsom € 539.000,-Directie: Royal HaskoningDHV. Uitvoerende partij aanneemcombinatie De Waard BV en Mechielsen

Oldehove BVWerkzaamheden. aanleggen 20 tot 25 hectare groot moerasgebied.

Opnieuw aanleggen oorspronkelijk vier kilometer lang beektraject Dwarsdiep. Dempen sloten, aanbrengen van natuurlijke ophogingen en waterwerken voor waterberging en waterbeheersing. Realiseren van een vispassage, een wandelroute en een uitkijkheuvel.

Uitvoerder Jan Rosema van Mechielsen Oldehove was verantwoordelijk voor het project. “Omdat wij begaan zijn met de natuur verliep de samenwer-king met opdrachtgevers en toezichthouders soepel. Dat had een positieve invloed op de kwaliteit en de voorgang van het project.”

Page 24: Grondig 2 - 2015

24 GRONDIG 2 2015

1 2

3 4

om eerst die bypass aan te leggen en daarna het traject van het gekanali-seerde Dwarsdiep bij de inlaat te dempen. Dan zou het gebied grotendeels droogvallen. De combinatie De Waard-Mechielsen koos juist voor de andere route. Jan Rosema: “Ons idee was om juist stroomopwaarts te gaan werken: een fase afdammen en vervolgens de te graven beek realiseren, hierna het water inclusief aanwezige vissen en amfibieën in het nieuw aangelegde leef-gebied te laten stromen en de werken verder uitvoeren. Daarmee verstoor je de visstand niet en breng je het gebied van onder af meteen op peil zonder verlaging van de waterstand”, aldus de projectleider. Dit trapsgewijs stroom-opwaarts uitvoeren betekent ook dat je continu net op het droge blijft.

Passend in de tijdIn dit plan speelde de factor tijd ook een belangrijke rol. “Het project startte half september en de waterwerken en afgravingen moesten eind 2014 worden afgeleverd”, zegt Jan Rosema. “Met de wetenschap dat het normaal gesproken in het najaar steeds natter wordt, werk je dan ook naar de hoger gelegen drogere zandkoppen toe, die vooral aan het in-laatkanaal van het project zitten.”

In de novembermaand waren ze al aangekomen bij de hoger gelegen ge-bieden. “Door deze aanpak en mede dankzij een prachtig najaar hebben we bijna het hele project kunnen afwerken met trekker-dumpercombina-ties. Pas op het laatst zijn er rupsdumpers ingezet. Jan geeft aan dat ze bij de hogere zandkoppen extra tijd hadden gere-kend voor archeologisch onderzoek. Ook de aanwezigheid van een vrij zeldzame pingo (een verveende gletsjerkrater met waardevolle informa-tie over vegetaties uit de oertijd) speelde hierin een rol. “Achteraf viel het archeologische werk erg mee”, zegt Jan. Wel vonden ze uiteraard enkele flinke zwerfkeien en de medewerkers diepten uit de waterpartijen een eikenstam op die na onderzoek ruim 4000 jaar oud bleek te zijn. “Daar hebben we in overleg met het waterschap een monument van gemaakt.”

Passie voor de natuurDe ogen van Jan Rosema twinkelen als hij dit vertelt. Dat is te begrijpen, want als natuurliefhebber en met de aanwezige kennis op het gebied van ecologie is Jan echt begaan met de natuur. Dat heeft ook zijn uitwerking op de medewerkers in het veld. “Wij proberen echt rekening te houden

1. Machinisten met oog voor de natuur weten wanneer ze het ontwerp moeten volgen of juist afwij-ken om de natuur-waarden optimaal de kans te bieden om zich te ontwikkelen.

2. Door in september onder droge omstan-digheden aan de natte kant te begin-nen, kon bijna al het grondverzet met kippers en dumpers worden gerealiseerd.

3 Het project is met de laser en GPS afge-werkt. Blind graven was er niet bij, maar juist extra aandacht in verband met mogelijke waarde-volle archeologische vondsten.

4 Het dempen van de oude sloten was één van de taken. Deze routes werden ook slim benut voor het afzetten van vrijko-mende gronden om de zijkanten op te hogen.

Page 25: Grondig 2 - 2015

25GRONDIG 2 2015

5

6 7 8

met natuur en natuurwaarden. Dat zien de toezichthouders en de ecolo-gen ook. Je merkt dat daardoor de gesprekken gemakkelijker gaan. Dat heeft een positief effect op de voortgang van het project en de onder-linge samenwerking.” Jan bedoelt daarmee dat rekening wordt gehouden met wensen en eisen van bijvoorbeeld ecologen door aangepast te werken ten opzichte van ‘zoveel kuub per dag willen verzetten’. In eerste instantie lijkt dat tijd te kosten, maar volgens hem levert het aan het eind van de streep juist een plus op in zowel de productiviteit als de onderlinge relatie met opdracht-gevers. “Het voorkomt discussies, stilleggen en onnodig oponthoud. Op-drachtgevers en toezichthouders weten dat wij rekening houden met hun wensen en dat geeft ons weer de ruimte binnen die grenzen op ei-gen inzicht het werk zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Zij zien echt wel of medewerkers zo snel mogelijk afgraven of juist heel precies de bodem en de voormalige rivierbodemcontouren proberen te volgen. Dat laatste vinden we juist leuk.” Door te werken met kranen die zijn uitgerust met GPS kon het ontwerp van het beekdal nauwkeurig worden uitgevoerd. Hierbij werd altijd

rekening gehouden met de grondslag en grondsoorten die je in het veld tegenkomt, waardoor je soms moet afwijken van het ontwerp om de na-tuurwaarden optimaal de kans te bieden om zich te kunnen ontwikkelen.

Slim afvoerenDat zie je ook terug aan de manier waarop de afgegraven teeltlaag aan de zijkanten van het project is afgezet. “We mochten niet over de weilanden rijden, maar we moesten wel de sloten dempen. We hebben een belangrij-ke efficiëntieslag geslagen door gelijktijdig met het dempen van de sloten de afgegraven teeltlaag aan de zijkanten af te zetten, deels in depot, om het daarna (deels later) aan de zijkanten te profileren zonder dat er vervoers-bewegingen nodig waren over de percelen of we om moesten rijden.” Dankzij de slimme samenwerking met De Waard BV, echt oog voor de natuur en de efficiënte werkwijzen hebben De Waard en Mechielsen Ol-dehove er deze prachtige referentie bij.

TEKST: Gert VreemannFOTO’S: Mechielsen, Vreemann

5 Hier het eindresul-taat van waterpeil-beheersing samen met deze vistrap. Het natuurgebied krijgt ook een functie als waterbuffer.

6 De waterbeheersing is ook zichtbaar bij de inlaat. Naast het gebied met de oude watergang is er parallel een sloot die omliggende water-gangen aansluit.

7 Ondanks het gun-stige najaar moest op het eind de rups-dumper toch nog worden ingezet. Dan wel deze met zijn 90 graden draaibare bak om sneller te werken en minder te draaien.

8 In het gebied is deze uitkijkpost gereali-seerd. Daarop is later het monument van veldkeien en de 4000 jaar oude eiken stam gerealiseerd. Een mooi visitekaartje.

Page 26: Grondig 2 - 2015

U vindt alle New Holland acties op www.newhollandaction.nl

E

MEER PRODUCTIVITEIT

De breedste messentrommel en gewaskneuzer met de grootste diameter op de markt staan garant voor maximale productiviteit en perfecte hakselkwaliteit.

HAKSELKWALITEIT NAAR WENS

Met het HydrolockTM-aandrijf-systeem van de invoerrollen kan de snijlengte traploos, tijdens het rijden direct worden aangepast aan uw wensen.

MEER HAKSELEN MET MINDER KOSTEN

Dankzij het Varifl owTM-systeem vermindert u het energieverbruik met ongeveer 30 kW bij het werken in grasgewassen. Met het Power CruiseTM-systeem bespaart u gemiddeld tot 10% brandstof.

NEW HOLLAND FR HAKSELKWALITEIT

VAN DE BOVENSTE PLANK

OVERTUIG UZELF &REGISTREER U OP

WWW.NEWHOLLANDDEMO.NL

ONGEËVENAARD RIJCOMFORT

Het 360° panoramisch zicht en de bediening vanuit de cabine bieden u het ultieme rijcomfort.

Speciale actieprijzen en fi nancieringsvoorwaarden. Ga snel langs bij uw New Holland dealer!

fr_advertentie_230x297_NL.indd 1 11/02/15 13:57

Page 27: Grondig 2 - 2015

Top Quality Maïs!De meeste melk van eigen voer!

MillesimFao 240

Silomaïs / CCM / Geplette maïs

Middenvroegrijp

Top korrelmaïsopbrengst (+10%)

Als silomaïs: - Top voederwaardeopbrengst (+10%)

- Top zetmeelopbrengst

Goede stay-green

Goede oogstzekerheid

Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte

Voor meer informatie:Tel. B +32-(0)3-449 02 20Tel. NL +31-(0)76 50 23 517www.kwsbenelux.com

Alle maïskennis binnen handbereik.

Download gratis de App

www.kws-maismanager.nlwww.kws-maismanager.be

Gebruiker van Agro IT so� ware…??

…maar nog geen lid van gebruikersvereniging OLGA? Overweeg dan nu een lidmaatschap!

> OLGA behartigt de belangen van gebruikers bij Agro IT

> OLGA zorgt voor deponering van broncodes, sources en listings van programmatuur bij een notaris

(escrow)

> OLGA organiseert gebruikersdagen voor en door haar leden waarbij telkens andere modules/thema's

worden behandeld

> OLGA leden krijgen korting op de so� ware onderhoudsfactuur van Agro IT.

De korting bedraagt 1% van uw listprijs

meer informatie? www.olga-nederland.nl

Stronger than the rest

Importeur: Samex Benelux Oranjekanaal zz 17 • 9415 PR • Hijken Vert. Gerry Wasse tel: 06-53428536 en/of

Vert. Wouter Truin tel: 06-50436447I www.wasse.nl • T 0593-524066

De Samson tanks kunnen geleverd worden van 15.000 ltr. tot en met 25.000 ltr. en zijn volledig computer gestuurd. De tanks kunnen met vele extra’s worden uitgerust. Samson levert ook zoden-bemesters en bouwland injecteurs in diverse werkbreedtes.

Samson meststrooiers zijn ideaal voor bedrijven die hoge eisen stellen aan bedrijfszekerheid en lage onderhoudskosten. Leverbaar zijn de types SP 9-11-12 en 15 met verticale walsen. En de types Flex en 16 enkelas en Flex 20 tandemas met horizontale walsen en breedstrooi unit.

Page 28: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201528

ondernemen met vaktechniek PRAKTIJKPROEF AIRMAN AX33U-6A EN CORMIDI 200-RUPSLADERDUMPER

120 kuub uitgraven voor een zwembad op zware grond met geringe

draagkracht. Voor deze opdracht hebben onze Belgische collega’s een

Cormidi 200-rupslader en een Airman Ax33u-6A-minigraver uitgepro-

beerd. Hun bevindingen in vogelvlucht.

De pas geïntroduceerde drietons Airman Ax33u-6A en de tweetons Cormidi-rupsdumper met laadschop hebben we als duo aan het werk gezet voor het uitgraven van een zwembad van tien bij zes meter en bij benadering twee meter diepte. We gebruikten de Cormidi met eigen laadbak als transportmiddel en laadden hem met de Airman-minigraver. 120 kubieke me-ter grond en 62 liter diesel verder was de klus geklaard.

De Airman De 18 kW (24 pk) sterke Airman Ax33u-6A binnendraaier had hiervan 37 liter diesel nodig. Omgerekend is dat 2,93 liter per uur bij een combinatie van volgas en een aandeel stationair. Het eerste gevoel dat we bij de Airman hadden, was de pit-tigheid waarmee hij reageerde op de commando’s van de joysticks: snelheid als de belasting miniem was, kracht als er

moest worden gegraven. Met de lange arm kon de machine ver genoeg om in één beweging vlot te kunnen werken met een minimum aan verplaatsing. Vooral bij nivelleerwerk be-tekent deze lange arm een grote plus. Een ander klein detail is de afgeronde vorm van het dozerblad. De plaatsing ervan is goed afgestemd op de graafbak, zodat mooi schoon kan worden afgewerkt.

Aan de ergonomie van deze mingraver is duidelijk gewerkt: een airco en een ontwasemingssysteem, gericht op de hoe-ken die voor het zicht op het werk belangrijk zijn, een logi-sche plaatsing van de bedieningsknoppen en een ruime ca-bine met een voorruit die hoog genoeg is om in de hoogte vrij zicht te houden. De spiegel achter aan de cabine liet dui-delijk zien tot hoe ver het kontje van de machine komt.

Zwembad uitgraven

Page 29: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 29

PRAKTIJKPROEF AIRMAN AX33U-6A EN CORMIDI 200-RUPSLADERDUMPERElektronische motorregelingDeze minigraver gaat dankzij de elektronische motorregeling na vier se-conden niet bedienen automatisch naar stationair toerental. Een auto-stop die instelbaar is van drie tot vijftien minuten onbelast draaien zit er ook op. Volgens Airman bespaart deze elektronica meer dan twintig procent brandstof. Een cijfer dat op zijn Vlaams gezegd ‘zeker niet met de haren getrokken is’. Een troef bij lichtere minigravers, die in de prak-tijk vaak nodeloos op hoog toerental draaien. De bestuurder kan bij het werk kiezen tussen Eco- of Power-mode: in het eerste geval gaat de pri-oriteit naar brandstofbesparing, in het tweede geval wordt aangestuurd op maximale graafprestaties. Met de potentiometer aan de rechterkant kan het maximum motortoerental worden ingesteld.

Krachtige hydrauliekHoge hydrauliekprestaties, dus snel kunnen nivelleren en afwerken én snel verplaatsen, dat is samengevat het resultaat van het hydraulisch systeem met één tandwielpomp en twee plunjerpompen. Samen zijn ze goed voor een opbrengst van 100 liter per minuut. Op de hoofdcilinder op de arm zit een hydraulisch terugwinsysteem, waarbij vrijkomende olie van de ene cilinder wordt gebruikt om een andere te vullen. Dat geeft een winst in snelheid en uiteindelijk brandstofbesparing.Op de schuifbladbediening zit een drukknop voor de hoog-laagschake-ling (0 tot 2,8 en 0 tot 4,3 km/u). Daardoor kan er met één hand worden geschakeld tijdens het bedienen van het schuifblad. Een uitbreiding hiervan is automatische snelheidsaanpassing: als de machine in de hoge stand een helling op moet of veel weerstand ondervindt, schakelt hij au-tomatisch terug naar de lagere snelheid tot de weerstand weg is.De Japanners zijn erin geslaagd de machine voor onderhoud goed toe-gankelijk te maken. De motorkap en de servicepanelen aan de zijkant kunnen ver open. Nadat we diep in de modder hadden gezeten, bleek er opvallend weinig modder achter hoeken en kanten van de onderwa-gen te zitten. Geen minpuntjes dan? We hebben toch wat gevonden. Bij het werken met de arm aan de rechterkant wordt het zicht bij de meeste graafmachines beperkt door de combinatie van cabinestijl en arm en dan is het te betreuren dat bij de Airman hier nog eens de hydraulische slangen bovenop liggen. Dat had de fabrikant bij zo’n verder goed afge-werkte machine beslist beter kunnen doen.

De Cormidi 200We zetten de Cormidi in als transportmiddel en vulden deze met de mi-nigraver. Om onze 120 kubieke meter grond weg te voeren en in een straal van vijftig meter te storten, hebben we 9,78 uur gewerkt en 25 liter diesel (2,44 liter per uur) verbruikt. Deze zelfladende rupsdumper van Italiaanse makelij maakt hierbij op het eerste zicht een robuuste in-druk. De tweetonner is 1,26 meter breed en dat is vrij handig. De rupsen zijn doordacht geconstrueerd; de zijkanten worden door vier oscilleren-de rolletjes naar buiten en beneden gedrukt. Dat geeft volgens de fabri-kant zo’n dertig procent meer draagvlak, vooral op oneffen ondergrond. De rupsen zijn vooraan iets taps oplopend, zodat de machine constant ‘uit’ de grond wil kruipen. Door het lage zwaartepunt is de Cormidi lek-ker stabiel. De bak is zodanig gevormd dat ook plakkerige grond goed lost. Voor ons belangrijk, omdat onder de teeltlaag natte leemgrond zat. Dat goed lossen vormde voor ons het sterkste punt van deze Cormidi. Omdat we onder erg natte omstandigheden werkten, hadden we vooraf twijfels over de beperkte bodemvrijheid. De rupsmotoren zitten namelijk vrij laag. Voor de rest functioneerde de Cormidi beter dan we hadden verwacht. De machine is goed te rijden en te bedienen. De in-sporing bij een overladen laadbak was gering, maar op gras was het wel zaak rustig te draaien. De maximumsnelheid is met 7,5 km/u toereikend om met een goedgevulde laadbak over een terrein te crossen. Het bakje kan over 180 graden kippen en dit duurt, ongeacht het gewicht van de lading, maar enkele seconden.

De laadschopDe Cormidi had ook een eigen laadschop. Voor het werken hiermee is enige gewenning vereist. Als je dat onder de knie hebt, kun je met de laadschop dankzij de zweefstand op de hefcilinders ook nivelleren. In dat geval moet je wel een effen ondergrond hebben. In de praktijk is de laadschop een handig hulpmiddel om te kunnen laden als er niets anders voorhanden is. In vaste, vers uitgegraven grond duurt het te lang eer de bak is gevuld. Wie in capaciteit denkt, zorgt dat er een minigraver aanwezig is. Met deze constatering hebben we de klus naar tevreden-heid uitgevoerd. En daar word je tenslotte op afgerekend.

TEKST EN FOTO’S: Peter Menten, GreenTechPower

De nieuwe Airman is goed toegankelijk voor onderhoud. De leidingen op de giek hadden van ons beter kunnen worden weggewerkt.

De Cormidi vervulde zijn rol als transporter goed, mede dankzij de fijne bak en het uitgekiende rupswerk. Het zelf laden raden we hier af.

Page 30: Grondig 2 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 2 201530

NIEUWE BOBCAT-MINIGRAAFMACHINES IN DE TWEETONS KLASSE

Bobcat lanceerde afgelopen najaar compleet nieuwe minigraafmachines in de tweetons klasse, waaronder de opvallende E20-

binnendraaier. We bekeken bij Inter-Techno in Apeldoorn de nieuwkomers en wisselden van gedachten over de keuze tussen

de E19 en de E20. Volgens ons kan dit een leuke discussie opleveren tussen ondernemer en machinist. Hier alvast een voorzetje.

Je hebt geen grote brillenglazen nodig om te zien dat Bobcat nieuwe graafmachines heeft ontwikkeld voor de tweetons klasse: een compleet nieuwe cabine met een geheel nieuw interieur en een nieuwe boven- en onderwagen. De giek lijkt nog het meest op die van de laatste serie Bobcat-minigravers. We hebben het over de E17-, E19- en E20-graafmachines, die volledig in Europa zijn ontwikkeld en worden gebouwd in de Bobcat-fabriek in het Tsjechische Dobris. Zoals de typeaandui-dingen al doen vermoeden, gaat het hier om respectievelijk 1,8-, 1,9- en 2,0-tons machines met cabine. De conventionele E19 en de E20-binnendraaier liggen dus vlak bij elkaar, zelfs nog meer dan je aan de hand van de typeaanduidingen zou denken. Ze hebben namelijk dezelfde motorprestaties, dezelfde hydraulie-kuitrusting, dezelfde giek en dezelfde graaf- en rijprestaties. Het verschil zit hem puur in wel of geen binnendraaier.

Echte binnendraaierDe E20 is een echte binnendraaier. De achterpartij en de giekverstellingscilinder blijven binnen de zwenkradius, goed voor 320 graden zero tail swing. Bobcat claimt hiermee (met cabine) uniek te zijn in de tweetons klasse. Opvallend is dat Bobcat bij deze machine exact dezelfde graafkracht opgeeft als bij de 19E met een conventionele, 22 centimeter overste-kende achterpartij. Bobcat bereikt dezelfde stabiliteit door wat zwaardere contragewichten in de achterpartij van de E20 in combinatie met veertien centimeter langere (naar voren) rupsen. Dat verklaart ook het onderlinge gewichtsverschil. Het dozerblad steekt even ver vooruit. Wie hierop afsteunt of zijwaarts werkt, zal met de E19 dus meer kunnen tillen. Met de E20 als echte binnendraaier kunt u als ondernemer op dus krappe plekken beter uit de voeten dan met een vergelijk-

Kiezen tussen E20 en E19

Page 31: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 31

NIEUWE BOBCAT-MINIGRAAFMACHINES IN DE TWEETONS KLASSEbaar presterende en net zo stabiele conventionele machine, zoals de E19. Dat is een argument dat de keuze theoretisch niet moeilijk maakt.

Nieuwe cabineAls je instapt en gaat zitten, merk je geen verschil tussen de beide modellen. Je hebt een ruimer portier en een prima zetel, er is voldoende beenruimte voor lange-re mensen, de voetpedalen zijn wegklapbaar, er is heel veel glas, je hebt fijne arm-steunen aan beide zijden en joysticks die in de hand liggen zoals je dat verwacht. In dat opzicht is er geen onderscheid tussen beide machines. Het verschil zit hem achter je. Bij de E20 zit het raam vlak achter de stoel, terwijl er bij de E19 nog circa 25 centimeter diepte resteert om een tas of vrij ondiepe koelbox mee te nemen of za-ken als handschoenen, helm, veiligheidshesje, wat schrijfspullen en dergelijke een plaatsje te geven. Eigenlijk een must voor de machinist. Vanuit dit oogpunt zal me-nig machinist dus liever de gewone E19 pakken. Dat het geen echte binnendraaier is, zal vaak geen belemmering zijn. Een beetje machinist redt zich daar wel mee.

Genoeg nieuwsDe cabine is compleet nieuw en van Europese makelij. Die is duidelijk ruimer, heeft dunne stijlen, is beter afgewerkt en ook nog stiller. De cabine heeft een fijne voorruitbediening met een gasveer. Rechts zie je nu een modern display en een infocenter. De machine heeft een automatische motorstop, een automati-sche uitschakeling van de verlichting en een automatische verwarmingsregeling. Starten doe je zonder sleutel. De machine heeft joystickbesturing van de giek-verstelling via de scrolknop en hulphydrauliek. Er zijn drie modi voor de hulp-hydrauliek, passend bij verschillende aanbouwdelen. De achterpartij heeft een botsbestendige ombouw met geïntegreerde stalen inspectiedeuren aan de ach-terzijde en zijkanten. Bij de E19 is de toegankelijkheid dankzij grotere deuren be-ter. Tanken doe je opzij. De machine is voorzien van een automatische signalering als de negentien-liter-brandstoftank vol is. Het hydrauliekoliepeil kun je via een peilglas aan de linker buitenkant controleren. Verder is er een massaschakelaar en kan de gebruiker desgewenst kiezen voor een bewegingsmelder als diefstal-preventie. De motor is de bekende 9,9 kW (14 pk) Kubota-driecilinder. De E19 en E20 hebben beide een loadsensing-hydrauliekpomp in combinatie met een tandempomp. De graafprestaties van beide zijn met een graafkracht van 10.371 newton, een graafbereik van 4,30 meter vanuit het hart van de machine en een uitstorthoogte van 3,50 meter gelijk aan die van de voorgaande Bobcats. De giek en de lepel met oversized cilinders en door de giek lopende hydrauliekslangen zijn ook vrijwel identiek gebleven. Het nieuwe onderstel heeft twee snelheden, die je via de drukknop op de pook schakelt. Bobcat claimt flink wat kracht aan de rupsen in de lage versnelling. De breedteverstelling van de rupsen is nu minder storingsgevoelig dankzij twee achter elkaar liggende kokers. Ingetrokken blijft de machine net binnen de meter.

ProevenAl met al zijn de Bobcats compleet nieuw. Voor de machinist is de cabine echt een flinke stap voorwaarts. De E20 is als echte binnendraaier een troef in dit segment. Als ondernemer kun je daar in deze krappe tijden in voorkomende gevallen net het verschil mee maken. Bobcat verwacht er veel van. De machinist zal de extra ruimte achter in de E19 waarderen. Het zal ons niet verrassen dat de E19 daarom minstens zo goed zal gaan lopen. Daarom die toch maar even op de voorgrond gezet, met de E20 als baas boven baas.

TEKST EN FOTO’S: Gert Vreemann

De compleet nieuwe cabine is van Europese makelij. Hij is stiller, ruimer, meer zicht, beter afgewerkt en voorzien van een nieuw display.

De toegankelijk-heid van achteren en van opzij voor inspectie en onder-houd is bij beide modellen in orde. Bij de E19 is er meer ruimte.

Uniek aan de E20 is dat het in de tweetons klasse een echte binnendraaier is, met gelijkwaardige prestaties aan de even zware E19 met achterpartij.

Page 32: Grondig 2 - 2015

VERZEKERINGEN BV

Correspondentieadres:Postbus 1156 3860 BD NijkerkTel. (033) 247 49 60Fax (033) 247 49 61

Wat dekken we eigenlijk niet?

Bezoekadres:Nijverheidsstraat 13 te NijkerkE-mail [email protected] www.cumelaverzekeringen.nlAFM vergunningsnummer 12004236

Voor specialisten in

groen, grond en infra

CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agra-risch loonwerk, grondverzet, in-fra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitste-kend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.

Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar [email protected]. www.cumelaverzekeringen.nl

CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!

De CUMELA Compleet-machinepolis

Wij verzekeren al uw werkmateriaal goed en betaalbaar. Ook als schade ontstaat tijdens graafwerkzaamheden bieden wij een zeer complete dekking:

in heel West-Europa

ongeacht het gebruik

directe schade en gevolgschade is verzekerd

en zonder KLIC-clausule

U meldt en wij regelen de schade voor u. Snel, deskundig en zonder gezeur.

Vraag onze adviseurs naar de CUMELA Compleet-machinepolis. Want voor hetzelfde geld bent u gewoon beter verzekerd bij CUMELA Verzekeringen.

CUMELA Verzekeringen:de beste keuze!

13-03 Wat dekken we eigemlijk niet 1-1.indd 1 21-10-13 09:30

Page 33: Grondig 2 - 2015

RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | [email protected]

WWW.ROADBARNEVELD.COM

meststoffen

Kiemvoeding voor een vlotte startQuickstart meststoffen zijn speciaal ontwikkeld voor de kiemvoedingvan fi jnzadige gewassen en mais. Fijnzadige gewassen hebben weinig voedsel bij zich en moeten relatief kort na de kieming al grote hoeveel-heden mineralen uit de grond halen om te kunnen groeien.Quickstart kiemmeststoffen zorgen ervoor dat fi jne zaden en mais direct beschikken over opneembare voeding. Quickstart kiemmeststof-fen zijn verkrijgbaar bij de CropSolutions aangesloten bedrijven.Inlichtingen en bestellingen: www.cropsolutions.eu

• Vloeibare meststof toegepast in breedbladige gewassen zoals zaaiuien, peen en cichorei (quickstart PK) en in mais (quickstart NP).• Dosering direct op het zaad bij het zaaien• Direct opneembare voedingsstoffen: vlotte start• Hoger opkomstpercentage resulterend in een homogeen, hoogproductief gewas• Bewezen in proeven in binnen- en buitenland

groei door kennis

CropSolutions is een kwaliteitskeurmerk voor de plantaardige sector waarbij onderstaande bedrijven kennis delen, inkoop bundelen en groeiproducten leveren:

Page 34: Grondig 2 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 2 201534

EFFECTIEF

Een flinke bosmaaier, bladblazer of motorkettingzaag uitrusten met een volgsysteem lijkt overdreven, omdat die machines in

vergelijking met onze zware machines weinig kosten. Toch zet Husqvarna een dergelijk systeem in de markt. De reden: uw men-

sen in het veld kosten wél veel geld. Een volgsysteem verhoogt de effectiviteit en zorgt voor minder uitval.

Jaloers op de jongens in het veld die met de bosmaaier de hele dag de overgebleven stukken moeten maaien, bent u vast niet. De hele dag zwaaien met een circa negen kilo-gram zware 545XT is flink werken, ook al heeft Husqvarna voor deze professionele machines een speciaal ergono-misch draagvest en zijn ze uitgerust met vibratiedempers. In termen van kosten hebben we het ten opzichte van zware maaicombinaties natuurlijk over peanuts. Een Kantonnier met opbouw levert een heel ander kostenplaatje op. Dus… een extra bosmaaier in de bus, voor het geval dat. Daar zit het grote geld niet en daar heb je niet direct een voertuigvolg-systeem voor nodig. Einde discussie? Daar denkt Husqvarna genuanceerder over. Het merk zag te veel inefficiënt gebruik en nalatigheid op het gebied van onderhoud. Dit aanpakken met een fleetmanagementsysteem geeft voor de onderne-mer een rendementsverhoging. Vier jaar geleden werden er succesvol pilots uitgezet in een aantal landen en afgelopen najaar werd het Fleet Services-voertuigvolgsysteem officieel gelanceerd.

Meten is wetenDe kern van het systeem is een pulsopnemer die het hoog-spanningscircuit van de ontsteking meet. Die opnemer meet alleen het toerental van de motor. Deze meting is gekoppeld aan een automatische tijdmodule. De waarden tijd en toe-rental worden doorgegeven aan een basisstation. In de prak-tijk is dat basisstation gesitueerd bij de werkplaats, de opslag of het kantoor. De gegevens worden dan bij thuiskomst ge-registreerd. Desgewenst is het systeem uit te breiden met een ID-kaart om de machine te koppelen aan een specifieke gebruiker. De meetgegevens kunnen worden uitgelezen met behulp van een inlogcode en worden gebruikt in het be-drijfsmanagementsysteem voor verdere analyse.Door deze registratie is precies te zien hoeveel een machine of een ploeg met verschillende maaiers heeft gemaaid. Vaak schrikt een ondernemer van de getallen. Vier uur op een dag effectief draaien met een bosmaaier is een goede score; pau-zes, tanken, draad vernieuwen, even niets voor de bek, loop-afstanden, wachten op, u kent het. Het systeem geeft een eerste inzicht in wat uw manschappen precies presteren. U ziet de verschillen tussen de ijverige en de ‘minder ijverige’ medewerkers en kunt ze daarmee confronteren. U kunt met

Omdat mensen meer kostenHusqvarna introduceert managementvolgsysteem Fleet Services voor handgedragen machines

Page 35: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 35

de medewerkers werken aan efficiëntere werkmethoden om meer effectieve maaiuren te scoren. Zeker op afstand met ingehuurde menskracht kan dat behoorlijke verschillen op-leveren. Husqvarna heeft op basis van eerdere pilots vastge-steld dat je zo tien procent verschil pakt en in gevallen van een aandeel minder gemotiveerde medewerkers meer. De verkregen productiviteitscijfers van uw handwerkers kunt u bij uw calculaties weer benutten.

MachinegebruikDe toerentallen worden weergegeven in stationair, koppelen, normaal en hoog. Het aandeel stationair valt bij bosmaaiers wel mee. De belangrijkste afwijkingen zijn een te laag of een te hoog toerental. Daaraan kun je zien of de machines pas-sen bij de klus en vakkundig worden bediend. Een te hoog aandeel hoog toerental kan duiden op een te zware machine voor de klus, iets wat volgens Husqvarna vaak het geval is. Ondernemers kiezen er vaak voor om de maaiploeg op pad te sturen met oversized modellen om alles aan te kunnen. Over de toeren jagen betekent dus ook meer trillingen en de hele dag ook nog zo’n anderhalf tot twee kilogram meer meetorsen dan bij een slag lichtere machine. De medewer-kers in voorkomende gevallen met een lichtere machine op

pad sturen, verhoogt vaak de productiviteit. Vijf tot tien pro-cent pak je zo. Een te laag of juist een te hoog toerental kan een indicatie zijn van onoordeelkundig gebruik. Je weet dan dat je de persoon in kwestie moet instrueren. Medewerkers de uitkomsten laten vergelijken, werkte in pilots behoorlijk stimulerend op de prestaties en op vakkundiger gebruik.Aan de hand van toerental en tijd berekent het fleetmanage-mentsysteem aan hoeveel trillingen de medewerker is bloot-gesteld. Als de machine over de grenswaarde gaat, wordt dat weergegeven. U weet dan dat u de desbetreffende mede-werker moet instrueren of hem een lichtere machine moet meegeven. Aan de andere kant kunt u hiermee aantonen dat uw mensen niet blootgesteld zijn aan te veel trillingen. Het systeem registreert het aantal draaiuren en geeft dus ook tijdig aan wanneer onderhoud nodig is. Dat voorkomt uitval. De machinekosten zijn te overzien, maar vaak zijn dan meer-dere personen niet productief. Dat tikt harder door dan de kosten van bijvoorbeeld een trekkoord of terugslagveer. Een actueel punt, omdat veel bedrijven pas onderhoud plegen wanneer er iets kapot gaat. Naast het beperken van uitval verlengt dat ook de levensduur. Niet de grootste klap.

Kosten relaterenHusqvarna vraagt € 89,- per machine voor de opnemer (ma-chinespecifiek gecodeerd) en eenmalig € 500,- voor het ba-sisstation met het gekoppelde internetgebruik. Een ID-kaart per werknemer kost € 59,-. Een beetje maaier maait rond de 200 uur effectief op jaarbasis en gaat twee tot drie jaar mee. De opnemer is niet overdraagbaar. Los van het basisstation kost het systeem inclusief ID-kaart zo rond de € 30,- per jaar. De kosten van het basisstation hangen af van het aantal ma-chines. Op effectief vijftien handwerkers en drie jaar afschrij-ven kom je op circa € 15,- per jaar per machine. Stel dat het complete systeem u per handwerker rond de € 50,- per jaar kost, dan moet daar slechts ongeveer één procent rende-mentswinst tegenover staan. Anders gerekend: vijf procent rendementswinst in een 40-urige werkweek is twee uur in de plus à € 25,-. Dan is het al terugverdiend. Blijft staan dat het mooi zou zijn als Husqvarna hier nog een volgsysteem aan zou koppelen, zodat je online kunt zien of en waar uw medewerkers bezig zijn. De fabrikant liet doorschemeren dat dergelijke ontwikkelingen op termijn te verwachten zijn. TEKST: Gert VreemannFOTO’S: Husqvarna

De kern van het fleetmanagementsysteem is deze pulsopnemer, die door de dealer uniek wordt gecodeerd voor de desbetreffende machine.

Hier een uitdraai van wat u op uw computerscherm te zien krijgt. Husqvarna werkt met kleuren, zodat u en uw medewerkers in één oogopslag het aandeel goed en fout (rood) kunnen zien.

Page 36: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201536

ondernemen met vaktechniek SPECIALISMEN

Een bijzondere aanwinst voor Jelle Bijlsma BV in Giekerk, deze Doosan DX140LCR op Morooka 2200-rupsen. Machinehandel

Anema koos in overleg met Jelle Bijlsma voor deze smalle variant. Bijlsma gaat hem inzetten in stedelijke gebieden en voor ‘nat-

tere’ werkzaamheden. Anema heeft inmiddels al meer belangstelling ondervonden voor deze bijzondere vijftientons rupsmobiel.

Als het aan Siep Anema van de gelijknamige machinehandel in Arum ligt, blijft dit zeker niet de enige Doosan DX140LCR op rubberen rupsen. Er is al meer belangstelling voor ge-toond. Deze eerste gaat naar Jelle Bijlsma BV in Giekerk. Dat bedrijf is een erkend ‘natte omstandigheden’-specialist en bekend van onder andere de Challenger-rupsdumpers. Ane-ma heeft eerst met Bijlsma om tafel gezeten om te kijken of de combinatie op vier rupsen van zijn Challengers kon wor-den gezet. Daar is van afgestapt omdat het rubberoppervlak

niet groot genoeg was en de stabiliteit een probleem zou kunnen worden. Anema had zich al verdiept in deze materie omdat hij al meerdere aanvragen had gehad naar een slag zwaardere rupsmobiele graafmachines dan de bekende mi-digraafmachines in de klasse tot negen ton. Hij had al een aantal opties bestudeerd en doorgerekend. Zelf iets ontwik-kelen ziet hij niet zitten, omdat dat altijd een dure optie is en omdat dat voor de service en onderdelenlevering ook niet de gunstigste oplossing is.

‘Roadliner’-rupsmobiel

Anema zet vijftientons Doosan op Morooka-rupsen

Page 37: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 37

Anema heeft het spanwiel en het sprocketwiel naar beneden gebracht en de rupsstellen aan de onderwagen van de Doosan gelast.

Morooka’s Uiteindelijk koos hij voor Morooka-rupsonderstellen. Die hebben zich allang bewezen en Morooka geeft bij inzet als rupsdumper voor de rupsen een levensduur op van circa 5000 uur. Voor de inzet als mobiele graafmachine mag je vol-gens Anema gevoelsmatig rekenen op het dubbele. Daarbij zijn de rupsen los te verkrijgen en zijn er revisiesetjes be-schikbaar. Datzelfde geldt natuurlijk voor het rijwerk. Anema koos voor de rupsen van de 22-tons Morooka MST 2200. Voor meer stabiliteit in lengterichting bracht hij het sprocket- en het spanwiel naar beneden. Dit was een relatief eenvoudige ingreep aan het bestaande onderstel. Daarmee verkrijgt de machine een loopoppervlak van 4,08 meter in de lengterich-ting bij 80 centimeter brede rupsen. Sprocket en spanwiel staan daarbij net iets vrij van de bodem om wringingsarmer te kunnen manoeuvreren. Een tweede aanpassing betreft het vervangen van de Morooka-aandrijving door de hydro-motoren van de Doosan-rupsgraafmachine. Dat had als voor-deel dat Anema niets hoefde te wijzigen aan de Doosan-aan-drijving. De machine krijgt met de grotere sprockets een iets grotere rijsnelheid (circa 9 km/u) dan de standaarduitvoering van de Doosan DX140LCR. Anema kan een tweede set sproc-ketwielen leveren voor een lagere rijsnelheid en evenredig meer trekkracht. De driedelige sprocketwielen zijn relatief gemakkelijk te verwisselen. Met deze optie kan Jelle Bijlsma de machine op projecten met slecht draagkrachtige gronden desgewenst extra trekkracht geven.

Stabiel genoegDe Doosan-onderwagen is bij de rupsstellen doorgesle-pen. De Morooka-rupsstellen zijn aan de framedelen van de Doosan-onderwagen gelast, zodanig dat de combinatie op wens van Bijlsma zo smal mogelijk is. Binnen de drie meter, zo luidde de eis in verband met nauwe waterschapsdoorgan-gen. Dat is met buitenwerks 2,70 meter gelukt.

Anema wilde voor de zijwaartse stabiliteit de machine in eerste instantie breder op de rupsen zetten. Uit de uitge-voerde hijslastproeven is gebleken dat de machine op deze

breedte al gelijkwaardig scoort aan de originele Doosan DX140LCR. Dat komt doordat de Morooka-rupsen van zich-zelf behoorlijk stijf zijn en breed steu-nen op dubbele tussenloopwielen. De machine komt natuurlijk wel wat hoger te staan. De onderkant van de cabine komt met 1,15 meter nagenoeg uit op dezelfde hoogte als de mobiele DX140W. Stedelijke gebiedenBijlsma gaat de machine inzetten voor berm- en slootwerk in stedelijke gebie-den. Het voordeel van deze combinatie is dat ermee op verhardingen kan wor-den gereden en in voorkomende ge-vallen in niet al te diepe watergangen en vaarten. Dankzij de korte achterkant steekt het contragewicht maar tien centimeter buiten de rupsen. Ten op-zichte van midi’s verwacht Jelle Bijlsma met een vijf meter maaikorf flink meer capaciteit te halen en het scheelt hem ten opzichte van (ijzeren) rupsmachi-nes een transportcombinatie. En hij heeft natuurlijk een bijzonder mobiele rupscombinatie voor minder draag-krachtig terrein.Vanwege de keuze voor een stan-daard Morooka-rupsonderstel zijn de aanschafkosten van de rupsen en de ombouwkosten redelijk beperkt. Hij verwacht dat de aanschafprijs van een Doosan DX140LCR ‘Roadliner’ net iets boven de prijs van een mobiele Doosan DX140W zal uitkomen. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

Mooi tachtig centimeter brede rupsen en dan toch buitenwerks slechts 2,70 meter breed. De bovenwagen past zo bijzonder goed, getuige de zeer geringe oversteek.

Mobiel betekent ook verkeerswaardig. Ook dat heeft Anema geregeld, getuige deze verlichting en driehoek op de achterkant.

Page 38: Grondig 2 - 2015

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Mechan Groep, tel.: 0342-459 541, www.mechangroep.nl

Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Meer e� ciëntieMeer trekkrachtMeer FendtDe zware vermogenstractoren Fendt 800 en 900 Vario kunnen meer: – Hoog koppel en een laag brandstofverbruik door twee

turboladers, SCR en passief dieselpartikel� lter– Perfectie in het veld: Fendt Variotronic

elektronische oplossingen van spoorgeleiding tot gegevensverwerking.

Ervaar kracht en dynamiek met de Fendt 800 en 900 Vario. Informeer bij uw Fendt dealer.

De Fendt VarioGrip regelt de bandenspanning optimaal in elke situatie op het veld en bij het transport op de weg. Verhoog uw “Grip” en profiteer van: • tot 15% meer tractie 1)

• tot 10% brandstofbesparing 2)

VarioGrip is een exclusieve Fendt oplossing, waarbij het bandendrukregelsysteem als eerste

volledig is geïntegreerd in het voertuigconcept.

1) Lehrstuhl für Agrarsystemtechnik der TU München, Weihenstephan2) Fachhochschule Südwestfalen, Agrarwirtschaft Soest (D)

Fendt VarioGrip

VAMIL /

MIA /

EIA

fendt.com

Fendt is een wereldwijd merk van AGCO.

Page 39: Grondig 2 - 2015

Mekos Schagerbrug BVTel. 0224-571555 www.mekos.net

MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!

Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.

Partners:

Page 40: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 201540

ondernemen met vaktechniek GRONDIG.COM

STERKERE MITAS-FLOTATIONBANDEN

Mitas zet dit voorjaar een nieuwe serie Agriterra-flotationbanden op de markt. De nieuwe Agriterra’s hebben een stalen gordelconstructie voor een hoger draagvermogen, een betere stabiliteit bij snelheden boven 30 km/u, een grotere weerstand tegen inrijdingen en brede profielgroeven voor een beter zelfreinigend vermogen. Mitas claimt een contactoppervlak dat elf procent groter is en zelfs 22 procent groter vergeleken met tractieprofiel van de con-current. De fabrikant meldt op basis van onafhankelijke metingen in vergelijking met premiumconcurrenten een acht procent lager brandstofverbruik bij wegtransport (30 km/u) en een negen procent lager verbruik in het veld

bij 10 km/u. De 850/50R30.5 IMP Agriterra 02 is de grootste in een reeks van twaalf maten.

VOORRUITPROJECTIE

Geen kleine schermpjes rechts, maar gewoon midden in beeld de contourlijn die je moet volgen. Het is een nieuwe techniek die op de Sima is getoond. Een projector projecteert verschillende beelden op de voorruit. Onder het rijden zie je recht voor je niet alleen bij-voorbeeld de motortoerentallen of de snelheid, maar kun je ook beelden projecteren van een camera op het werktuig. Deze nieuwe technologie is afkomstig van Agrotronix, een Frans bedrijf dat is gespecialiseerd in GPS-systemen. Het is zelfs mogelijk om beelden van meerdere camera’s op bijvoorbeeld een aardappelrooier op de ruit te projecteren.

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

COMPACTE POWERSCREEN WARRIOR 600 GELANCEERD

Fabrikant Powerscreen breidt de bekende Warrior-serie naar onderen uit met de compacte twaalftons Powerscreen War-rior 600 op drie meter brede rupsen. Net als alle Powerscreen Warriors is de Warrior 600 uitgevoerd met een dubbeldeks zeefbox. Die zeefbox is 2,34 meter lang en 1,17 meter breed en heeft een vaste hoek van veertien graden. De machine kan worden uitgevoerd met een maximale zeefuitslag van elf millimeter, waarmee zeer agressief met een kracht tot 6G kan worden gezeefd. Verder heeft de 600 een 3,40 meter brede bunker met een inhoud van drie kuub en drie afvoerbanden. De fijne en middenfractie hebben een afvoerhoogte van bij-na drie meter. De overmaat wordt via een één meter brede band afgevoerd.

NIEUWE STAGE IV-CASE IH PUMA GELANCEERD

Afgelopen week onthulde Case IH de nieuwe Puma met Stage IV-motor. Case IH heeft de styling niet ingrijpend veranderd. In grote lijnen bestaan de verdere ver-nieuwingen uit de 6,7-liter NEF-motoren met Hi-eSCR-technologie, een nieuw ont-worpen cabinedak in Magnum-stijl met led-verlichting (2000 lumen), een nieuw HMC II-kopakkermanagement, meer aansturingsmogelijkheden voor hydraulische ventielen met de multicontroller en het AFS Pro 700-scherm, Isobus III, nieuwe bestuurderstoelen met als topmodel de laagfrequente semi-actieve Grammer Maximo Evolution met meedraaibare rugleuning, langer doorlopende voorspat-borden, lampenvrije handgrepen aan de cabinestijl en een voorruit uit één deel. ABS-beremming was al leverbaar op de Puma Stage IIIb-modellen. Case IH geeft voor de Puma in de typeaanduiding het motorvermogen in pk’s zonder power-boost (plus of min 45 pk) weer. De Puma-serie omvat zeven modellen: 150, 165, 175 (standaard wielbasis) en 185, 200, 220 en 240 (lange wielbasis).

Page 41: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 41

DIEGAFUEL-LPG-INJECTIESYSTEEM VOOR DIESELMOTOREN

Kern van het Diegafuel-systeem is de mogelijkheid om in een bestaande dieselmotor circa 25 procent lpg te injecteren bij de verbranding. Door beperkt lpg toe te voegen, verbrandt de dieselbrandstof beter, waardoor het rendement van de motor volgens Diegafuel toeneemt. Het bedrijf claimt brand-stofbesparingen van vijftien tot twintig procent (het lpg-verbruik meegerekend) en een koppeltoename bij vollast vanwege een betere verbranding en de extra lpg-injectie. Het systeem kan worden opgebouwd zonder aanpassingen aan de motor en zonder elektronische ingrepen aan het mo-tormanagement. Diegafuel wil graag proefdraaien bij één of enkele cumelabedrijven die serieus meten en registreren om harde cijfers te krijgen.

SLIM SCHERM BIJ MANITOU

Een scherm dat automatisch mee verandert met het werk is één van de slimme noviteiten op de nieuwe modellen van Manitou. De fabrikant lijkt hiermee een oplossing gevonden te hebben voor het probleem waarmee veel fabrikanten van trekkers en aanbouwmachines worstelen: wat laat je op het hoofdscherm zien en hoe verander je dat mee met de wijziging van functie? Bij de verreikers van Ma-nitou krijg je vier verschillende schermen in beeld. Rijdend zie je bijvoorbeeld een toerenteller, de snelheid en indien van belang de versnelling. Bij het aanraken van de joystick krijg je de lastbevei-liging in beeld. Als eerste zijn de nieuwe grote roterende verreikers en de gewone negentons verrei-kers hiermee uitgerust.

MAGNI MET RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING

Importeur Collé Rental & Sales presenteert de eer-ste roterende Magni-ver-reiker met radiografische afstandsbediening. Het rijden, de afstempeling en alle hydraulische functies worden met die afstands-bediening bediend. Op zijn vernieuwde website pre-senteert Collé in de nieuws-sectie een video waarin de

werking van de afstandsbediening wordt getoond. Uiteraard werkt die ook vol-ledig in combinatie met de werkbak, maar kan er dan vanuit veiligheidsoverwe-gingen alleen in transportstand worden gereden. De radiografische afstandsbe-diening is optioneel mogelijk bij alle Magni-modellen.

PALLETVORK VOOR RIJPLATEN

Gezien op Infra Relatiedagen Harden-berg, deze palletvork voor rijplaten van Van der Flier BV uit Winschoten. Je pakt er rijplaten vast mee op zonder dat ze wiebelen of verschuiven op de pallet-vork. Bij de palletvork van Van der Flier wordt de rijplaat via hydraulische klem-men met rubberen blokken stevig op de palletvorken vastgedrukt, zodat er geen beweging meer in zit. Je kunt er zelfs de platen verticaal mee optillen. Van der Flier heeft deze in eigen werk-plaats ontwikkelde vinding in de prak-tijk met goed gevolg getest.

PELLENC CITY CUT

Op de open dag van het nieuwe Stierman De Leeuw in Apel-doorn toonde de importeur de nieuwe Pellenc City Cut-maai-kop voor spatloos werken in stedelijke gebieden bij bomen, stoepen en straatranden. De nieuwe Pellenc City Cut-maai-kop is zo ontworpen dat je zonder bescherming spatvrij kunt maaien. Je kunt ermee tegen stoepranden en bomen maaien en in grond en grind.

Page 42: Grondig 2 - 2015

7250 TTV WARRIOR.LIMITED EDITION.

UNLIMITED PERFORMANCE.

Voel het vermogen. Neem de controle over!De 7250 TTV WARRIOR is een limited-edition speciaal ontwikkelt voor de agra-rische ondernemers, met de hoogste standaard op het gebied van technologie, design en kwaliteit. De legendarische DEUTZ-motoren met maximaal 263 pk (194 kW) geven de 7250 TTV WARRIOR superieure tractie. De continu variabele ZF transmissie maakt ongeëvenaard soepele controle van de rij- en bedienings-functies - en een optimaal brandstofverbruik mogelijk. De 7250 TTV WARRIOR is ontworpen voor de zwaarste toepassingen in het veld en op de weg. De exclusie-ve extra‘s van de WARRIOR uitvoeringen: briljant zwarte kleur (ook verkrijgbaar in klassiek DEUTZ-FAHR groen), roestvrij stalen cover om de uitlaat, WARRIOR lichtpakket, exclusieve lederen bestuurdersstoel, WARRIOR vloermat, hydrauli-sche topstang, SAUERMANN trekhaken en een garantie van drie jaar, zijn alleen beschikbaar voor de limited-edition van de DEUTZ-FAHR 7250 TTV WARRIOR. Beter licht meer zicht:

het WARRIOR licht pakket.

deutz-fahr.com DEUTZ-FAHR is een merk van

Een exclusief design: de controle post.

7250_TTV_Warrior_230x297_NL.indd 1 18/02/15 17.57

Page 43: Grondig 2 - 2015

RicardinioFao 220

Voor meer informatie:Tel. B +32-(0)3-449 02 20Tel. NL +31-(0)76 50 23 517www.kwsbenelux.com

Rangorde aan diggelen... ook in 2014 bevestigd!!!Superieur ten opzichte van alle rassen, op alle lijsten.

Vroeg rijp (Fao 220)

Gebruiksdoel: vroege silomaïs, CCM/geplette maïs, droge korrelmaïs

Nr. 1 in korrelopbrengst, voederwaardeopbrengst en zetmeelopbrengst/ha als vroegrijpe maïs (+10%)

Nr. 1 als vroegrijpe silomaïs (+10% voederwaardeopbrengst)

Top voederwaarde (Energie-index 56)

Goede stay-green

Goede stevigheid

Goede tolerantie bladvlekkenziekte

Alle maïskennis binnen handbereik.

Download gratis de App

www.kws-maismanager.nlwww.kws-maismanager.be

Voorkomonkruid

met Toki®Onkruidbestrij ding op onbeteelde terreinen

Kij k op www.agro.basf.nl

Page 44: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201544

ondernemen met vaktechniek NIEUWE STAGE IV-NEW HOLLAND T7 GELANCEERD OP DE SIMA

Afgelopen week onthulde New Holland de nieuwe T7-trekker met Stage IV-motor. Zoals verwacht is die laatste een emissie-

generatie verder in effi ciënte AdBlue-SCR-technologie van FPT. Wat meteen opvalt, is het agressieve nieuwe uiterlijk, met

kenmerken van de T8. Er is nog meer aangepast. De belangrijkste feiten op een rij.

Het was geen geheim dat New Holland op de Sima de nieuwe T7-serie zou onthullen. Op YouTube was al een mooi fi lmpje te vinden waarin de contouren van de vernieuwde styling wer-den vrijgegeven. New Holland wilde voor de Sima niets kwijt. Toch lukte het ons om voor deze uitgave de vingers achter de belangrijkste feiten en wat beeldmateriaal te krijgen. Daaruit blijkt dat New Holland bij de nieuwe T7 meer heeft gedaan dan een 6,7-liter-FPT-motor van een emissiegeneratie verder te monteren met een bijpassend nieuwe smoel.

Frissere smoel Met de rechtere motorkap en de voor deze trekker kenmerken-de doorlopende grille lijkt de T7 meer op de bestaande T8-serie dan op zijn voorganger in de T7-serie. De trekker straalt met zijn priemende ogen en nieuwe vormgeving meer agressie uit. Daar koopt u niets voor, maar het is wel leuk en verfrissend. De voor New Holland typerende kattenogen-lampen zijn gehandhaafd, maar dat is nu wel sterkere led-verlichting. Ook de slankere dak-lijn van de cabine heeft nu priemende led-werklampen gekre-gen, die individueel te bedienen en te verstellen zijn. Individueel omdat ze veel meer licht geven, zodat je er één kunt uitschake-len om de chauff eur van de maaidorser of maïshakselaar niet te verblinden. De motorkap loopt verder door en heeft nieuwe ventilatieopeningen aan de zijkant gekregen. Smoelt wel.De bekende 6,7-liter-FPT-zescilinders hebben opnieuw SCR-technologie met AdBlue zonder uitlaatgasregeneratie en zon-der roetfi lter om aan de Stage IV-eisen te voldoen. In dit geval het zogenaamde EcoBlue Hi-eSCR. Dankzij het doorontwikke-len van motor- en emissietechniek hebben de lichtere modellen acht procent meer vermogen en de zwaardere (lange wielbasis) modellen vijf procent. De bekende grote powerboost is geble-ven; New Holland geeft in de typeaanduiding het vermogen aan met powerboost. De T7.270 is dus 240 pk met 30 pk po-werboost. Andersom: ondanks de groeiende populariteit van de pittige viercilinder-T6-serie zijn er nog heel wat loonwerkers die maar wat graag de 140 pk (170 pk met powerboost) T7.170-zescilinder willen. Schokkende veranderingen ten opzichte van de bestaande T7-serie zijn er niet. Hooguit is er sprake van een iets hoger AdBlue-verbruik bij een gelijkwaardig dieselverbruik.

Meer automatiekDe transmissiekeuzes en achterbrug zijn gelijk gebleven. Enkel de trekhaakuitvoering is wat breder, voor een be-tere toegankelijkheid. Toch zijn er wel een aantal wijzigin-

De A van Agressie en Acht

Page 45: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 45

NIEUWE STAGE IV-NEW HOLLAND T7 GELANCEERD OP DE SIMAgen doorgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan nu standaard 710/70R38-banden vanaf de T7.190 en een sterkere fronthef en frontaftakas. De belangrijkste wijzigingen vinden we in de elektronica. De T7-serie heeft een nieuwe (tweede) gene-ratie kopakkermanagement gekregen. Met de zogenaamde Headland Turn Sequencer II vanaf het nu standaard aanwezi-ge IntelliView-touchscreen kunnen nu ingewikkelde kopak-kermanoeuvres worden opgenomen door een manoeuvre ‘live’ op te nemen of door acties en interventiepunten uit een menu te selecteren. Alles is programmeerbaar en bewerk-baar, van het kiezen van de snelheid van de Auto Command-transmissie tot bijvoorbeeld het overschakelen naar een ca-merabeeld vanaf het werktuig. Vervolgens kun je dat onder een knop onderbrengen. Verder is de T7 voorzien van Isobus klasse III, waarmee werktuigen zoals de Big Baler de trekker kunnen aansturen. Andere extra elektronische functies zijn de afstelling van het inschakelmoment van de Power Shut-tle-omkeerkoppeling en het beheer van de regelventielen. Bij de nieuwe T7 kunnen twee hydraulische regelventielen aan de vier-standenschakelaar op de CommandGrip-multi-hendel worden toegewezen.

Meer remmen New Holland speelt in op de vraag uit onze sector naar trek-kers die veiliger kunnen deelnemen aan het wegverkeer. Daarvoor heeft de T7-serie ABS-beremming gekregen vanaf de T 7.230. Daarbij is de beremming per wiel geregeld, zo-dat op gladde ondergrond de wielen gelijkwaardig remmen. Deze trekkers hebben achter ook een ABS-aansluiting voor aanhangers met ABS-remsystemen. In het veld (kopakker) remt het binnenste achterwiel met ABS SuperSteer automa-tisch bij het nemen van scherpe bochten. Een motorrem is een optie om de remmen te sparen. In hoofl ijnen heeft de T7 dezelfde cabine, maar in details is er toch het één en ander gebeurd, bijvoorbeeld desgewenst voor- en achterruitverwarming. Hij heeft ruitenwissers met sproeiers in combinatie met langer doorlopende voorspat-borden, de voorruit is nu uit één stuk en hij heeft een lam-penvrije handgreep aan de cabinestijl. New Holland biedt de T7 aan in drie comfortniveaus, waarvan de luxe versie is uit-gerust met Auto Comfort-stoel. Deze meest luxe Grammer die er is, heeft geïntegreerde temperatuurregeling, verlaagt het trillingsniveau met veertig procent ten opzichte van standaardmodellen, heeft lichaamsvochtafzuiging en een meedraaiende rugsteun. De nieuwe T7 omvat acht modellen: T7.175, T7.190, T7.210 T7.225 (standaard wielbasis) T7.230, T7.245, T7.260, T7.270 (lange wielbasis). Last but not least: de topmodellen zijn ook in Blue Power-uitvoering leverbaar. TEKST: Gert VreemannFOTO’S: New Holland

Page 46: Grondig 2 - 2015

Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig!

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

Zeer krachtig maïsherbicide

• breed werkingsspectrum • gewasveilig

• snelle werking • snel regenvast

Page 47: Grondig 2 - 2015

Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europaen draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !

Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V.kunt u terecht voor een professionele taxatie

door een Beëdigd RegisterTaxateur.

Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaalpubliek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide

database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !

www.TroostwijkAuctions.com

Wilt u de waarde weten van uw machines ?

Wilt u uw machines online verkopen ?

Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze specialist Stef Hooijman

06 53 54 16 31 e-mail: [email protected]

T: 073-503 25 27 F: 073-503 27 04E. [email protected]

www.steenbergen-bouw.nl

Kistenbewaring Bulkopslag Hout en beton

uw specialist in bewaringen - loodsen

adv 98 x 134.indd 1 16-12-13 13:07

Middelweg 16 a2841 LA MoordrechtTel: (0182) 37 28 99

Fax: (0182) 37 36 [email protected]

Geijkt weegsysteem op uwbestaande VMA/VOCOL mestoplegger?

Veel mest transport trailers zijn (nog) niet

voorzien van een geijkt weegsysteem.

Van den Broek Mechanisatie en Machinebouw kan

dit in samenwerking met Welvaarts Weegsystemen

voor u verzorgen voor een zeer voordelige prijs!

Neem contact op met Van den Broek voor informatie of een prijsopgave.

Page 48: Grondig 2 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 2 201548

AFSLUITING PRAKTIJKNETWERK

Grasland bewerken altijd goedHet bewerken van grasland in het voorjaar heeft bijna altijd een positief eff ect. Door dit te combineren met doorzaaien is in veel

situaties ook een extra positief resultaat te halen. Dit waren de belangrijkste eindconclusies bij de afsluiting van het Praktijknet-

werk Graslandverjonging. Bij loonwerkers is dat al te zien, want zij mogen steeds meer hectares doorzaaien.

Al enkele jaren groeit de populariteit van het doorzaaien van grasland als alternatief voor herinzaaien, zeker nu dat laatste in veel gebieden nog maar een beperkt deel van het jaar is toegestaan. Met doorzaaien willen de veehouders voorko-men dat open plekken vollopen met slechte grassen en on-kruid en tegelijkertijd bereiken dat er nieuwe genetica in de mat komt om zo de productie te verhogen. Of dat werkt, was de afgelopen twee jaar onderdeel van het Praktijknetwerk Graslandverjonging. Hieraan namen zestig veehouders deel, die op een deel van hun bedrijf het door-zaaien hebben uitgeprobeerd. Bijna allemaal zijn ze bij de afsluiting positief, vooral omdat ze in de wei het eff ect zien. Een veel gehoorde opmerking bij de afsluiting was dat door-gezaaide percelen of stroken veel groener waren, frisser oog-den en dat er voor het gevoel meer gras stond.

WeersinvloedHet aantonen dat er echt meeropbrengst wordt behaald, bleek in het praktijknetwerk niet gemakkelijk. Doordat dat slechts twee jaar liep, was de invloed van het weer groot, stelde Wim van de Geest van K&G Advies, één van de bege-leiders. Terwijl 2013 een koud en laat voorjaar had, was 2014 namelijk precies omgekeerd. Vorig jaar groeide het gras zo

snel dat wie te laat was met doorzaaien te maken kreeg met het overgroeien van het kiemplantje. Doordat er vaak ook een zware eerste snede werd geoogst, was er soms weinig van terug te zien. Toch bleek bij tellingen, afgelopen najaar uitgevoerd door me-dewerkers van proefboerderij De Marke, dat er vaak wel sprake is van een betere grassenbezetting, vertelde bedrijfsleider Ger-jan Hilhorst. “Vooral op percelen waar het aandeel Engels raai-gras laag is, zie je dat doorzaaien wel een positief eff ect geeft. Al moet je je dan altijd wel afvragen waardoor dat bestand zo laag is en of er geen andere maatregelen nodig zijn om de oorzaak van dat slechte grassenbestand weg te nemen. ” Een ander opvallende constatering van Hilhorst bij het onderzoe-ken van het grasland was dat het aandeel goede grassen vaak bijzonder tegenviel. “Daar schrokken veel veehouders wel van. In sommige gevallen liep het aandeel slechte grassen op tot wel vijftig procent. Vooral in percelen met veel ruwbeemd was het voordeel van doorzaaien goed te zien door de toename van de hoeveelheid Engels raaigras.” Hoewel het dus moeilijk is om snel een verbetering te zien van het grassenbestand concludeerde Van de Geest bij de afsluiting wel dat uit verschillende proeven bleek dat het be-werken van het grasland een duidelijk positief eff ect heeft op

Page 49: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 49

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

Zandgrond Zeeklei Rivierklei Veen/klei op veen Loss

0 5

10 15 20 25 30 35 40 45

0

5

10

15

20

25

30

35

40

0 - 50 ha 50 - 100 ha 100 - 250 ha 250 - 500 ha > 500 ha

2013

2014

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

Zandgrond Zeeklei Rivierklei Veen/klei op veen Loss

0 5

10 15 20 25 30 35 40 45

0

5

10

15

20

25

30

35

40

0 - 50 ha 50 - 100 ha 100 - 250 ha 250 - 500 ha > 500 ha

2013

2014

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

Zandgrond Zeeklei Rivierklei Veen/klei op veen Loss

0 5

10 15 20 25 30 35 40 45

0

5

10

15

20

25

30

35

40

0 - 50 ha 50 - 100 ha 100 - 250 ha 250 - 500 ha > 500 ha

2013

2014

AFSLUITING PRAKTIJKNETWERKDe meeste loon-werkers zien een toename in de vraag naar grasland door-zaaien.

Het areaal per loonwerker neemt toe. De meerderheid zaait jaarlijks meer dan vijftig hectare grasland door. Het grootste door-gezaaide areaal ligt op zandgrond in Gelderland en Noord-Brabant.

Bijna veertig respon-denten gebruiken een Vredo-machine, waar-van er vijftien nog geen tien jaar oud zijn. De Evers Gras Profi is een goede tweede met vijftien machines.

de opbrengst. “Bij een vergelijking van de opbrengst bij het twee jaar doorzaaien bleek er telkens wel een extra meerop-brengst te ontstaan. Het moeilijke is alleen dat we niet kun-nen zien of dat van het doorzaaien komt of dat het alleen een eff ect is van het bewerken van het grasland.”

Lucht in de grondNadrukkelijk gaf Van de Geest aan dat er wel een duidelijk positief eff ect is van het stevig eggen. “Dat blijkt ook uit de proef op De Marke, waarbij alleen is geëgd. Gemiddeld gaf dat een vier pro-cent hogere opbrengst. Uit de machinevergelijking komt daarbij nog naar voren dat doorzaaien hier wat aan kan toevoegen, al-leen bleek dat niet elk jaar bij elke machine gelijk. Dat laat zien dat tijdstip en methode nog nauw luisteren”, aldus Van de Geest. Voor De Marke is de conclusie in elk geval helder, zei Hilhorst. “Wij gaan vanaf nu in elk geval alle percelen in het voorjaar eggen. Het is namelijk wel duidelijk dat het een positief eff ect heeft als je zorgt dat er lucht in de grond komt en slechte grassen lostrekt.”Van de Geest stelde vast dat het dan ook zin heeft om wat bij te zaaien. “Dat hoeft geen dertig kilogram te zijn, want met vijftien kilogram zaaizaad per hectare bereik je ook al een mooi resultaat. Het gaat erom dat er op een open plek die je creëert goed zaad ligt dat kan kiemen en ruimte heeft om zich te ontwikkelen. Met doorzaaien geef je de goede soor-ten de ruimte. Doe je niets, dan moet je maar afwachten wat er groeit. Dat kan dan ook onkruid zijn. Daarom adviseer ik loonwerkers ook om dit altijd te doen.”Uit de enquête die afgelopen najaar is gehouden onder de leden van CUMELA Nederland over het doorzaaien van gras-land blijkt duidelijk dat deze markt zich sterk ontwikkelt. Ge-schat wordt dat tussen de 25 en 30 procent van de bedrij-ven in Nederland die werkzaam zijn met doorzaaimachines hebben gereageerd. Een grote meerderheid (85 procent) van deze respondenten geeft aan vanaf 2011 een toename te zien in het doorgezaaide areaal. Bijna dertig loonwerkers ervaren een sterke toename. Als belangrijkste reden noemen zij dat melkveehouders meer het belang inzien van voldoen-de ruwvoer en goed grasland.

Vooral op zandgrondHoewel vruchtwisseling op zandgronden belangrijk is voor de vernieuwing van grasland blijken vooral loonwerkers op de zandgronden in Gelderland en Noord-Brabant actief te zijn met doorzaaien. Bijna vijftig procent van het doorgezaai-de areaal ligt op zandgrond. Waar in 2013 nog gemiddeld 72 hectare werd doorgezaaid, was dit in 2014 al gestegen naar gemiddeld 107 hectare. Het aantal doorgezaaide hectares loopt sterk uiteen per loonwerker. Sommigen bewerken op jaarbasis meer dan 300 hectare. Opvallend is het aantal bedrijven dat investeerde in een machine met een grotere capaciteit. Een zes meter brede machine is veruit het popu-lairst. Hierbij horen dan de machines van Vredo met de Agri Twin en van Evers Agro met de Grass Profi .

Tijdstip van doorzaaienDe melkveehouders die laten doorzaaien, blijken een redelijke vaste groep klanten te zijn. De meeste melkveebedrijven kiezen voor het voorjaar om door te zaaien. Loonwerkers zien ook dat

vooral wiedeggen in het voorjaar positief uitwerkt: je pakt de slechte grassen aan en goede grassen worden gestimuleerd. Als belangrijkste redenen voor doorzaaien in het voorjaar worden genoemd de open zode en opbrengstverhoging. In onderzoek van het Praktijknetwerk Graslandverjonging wordt het positie-ve bewerkingseff ect in het voorjaar bevestigd. Voor succesvol doorzaaien wordt door de ondervraagde loonwerkers vaak het najaar aangeprezen: de concurrentie van de bestaande grasmat is minder groot, de bodemtem-peratuur hoger en de kans op neerslag groter dan in het voorjaar. Door de geënquêteerde loonwerkers worden de periode en de weersomstandigheden tijdens het doorzaaien terecht als belangrijkste succesfactoren genoemd. Een ruime meerderheid geeft aan dat de klanten tevreden zijn over het resultaat. Slechts twee respondenten geven aan dat hun klanten niet altijd tevreden zijn over het doorzaaien. De loonwerkers zelf zijn ook overtuigd van een positief eff ect op de opbrengst. De helft van de respondenten verwacht dat een opbrengstverhoging tussen nul tot tien procent of zelfs meer dan tien procent mogelijk is. Met grasland doorzaaien verwacht een meerderheid van de respondenten het ver-nieuwen van grasland met minimaal enkele jaren te kunnen uitstellen.

TEKST: Toon van der Stok en André HulscherFOTO: Toon van der Stok

Page 50: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201550

ondernemen met cumela MEER GRAS, MINDER AMMONIAK

Water bij de mestVeehouders en overheid hebben beide belang bij reductie van de ammoniakemissie en verhoging van de stikstofefficiëntie op

melkveebedrijven. De sleepvoetmethode leidt al tot een forse reductie van ammoniakemissie op veen- en zware kleigrond ten

opzichte van bovengronds uitrijden, maar een verdere emissiereductie is in de toekomst vereist. Wageningen UR is samen met

VIC Zegveld en Dairy Campus afgelopen jaren nieuw onderzoek gestart naar verdergaande emissiearme bemestingstechnieken

en -methoden voor veen- en kleigrasland.

Het onderzoek wordt gefinancierd door het Productschap Zuivel, het ministerie van Economische Zaken en de pro-vincies Zuid-Holland en Friesland. Binnen het project wordt emissieonderzoek bij het uitrijden van verdunde mest met de sleepvoetenmachine op klei- en veengrond uitgevoerd. Daarnaast wordt verkennend onderzoek uitgevoerd waarin nieuwe innovatieve emissiearme aanwendingsmethoden worden ‘gescreend’ op basis van de stikstofbenutting door het gewas. Het project wordt begeleid door een commissie waarin CUMELA Nederland, LTO-Noord en twee melkvee-houders zijn vertegenwoordigd.Uit de resultaten blijkt dat verdunnen van mest een forse reductie geeft van de ammoniakemissie en bij aanwenden in de zomer de grasopbrengst en stikstofbenutting duide-lijk verbetert in de snede na aanwenden. Ook afdekken van de strookjes mest met een vloeibaar middel lijkt perspectief te bieden voor de stikstofbenutting. Deze methode moet echter nog verder worden ontwikkeld voor die in de praktijk toepasbaar is.

Ammoniakemissie verlagenHet verdunnen van de mest is al gangbaar bij mesttoedie-ning in het voorjaar waarbij de mest wordt aangevoerd met

een sleepslangsysteem. Het wordt dan gedaan om de mest goed te kunnen verpompen. Het verdunnen draagt bij aan de vermindering van de ammoniakemissie, omdat de mest zo beter kan infiltreren in de bodem en de ammoniumcon-centratie in de mest wordt verlaagd. Aan de andere kant leidt het verdunnen tot een hogere gift (kubieke meters van mest plus water per hectare) als een zelfde stikstofgift wordt nagestreefd. Dit kan ertoe leiden dat de mest meer uitvloeit en niet meer netjes op stroken wordt toegediend, waardoor de toediening een hogere emissie kan geven. De afgelopen twee jaar zijn emissieme-tingen uitgevoerd bij het uitrijden van de mest, waarbij de emissie bij verdunde mest die werd uitgereden met een sleepvoet werd vergeleken met niet-verdunde mest die werd uitgereden met een sleepvoet. De metingen werden uitgevoerd bij mesttoediening op klei- en veengrond en gespreid over de verschillende momenten van uitrijden in het voorjaar (voor en na de eerste snede). De mest werd bij aanwenden verdund met water in een verhouding van één deel mest op één deel water in 2013 of twee delen mest op één deel water in 2014. Door het verdunnen in beide jaren lijkt een gemiddelde emissiereductie van 40 procent bij een sleepvoetenmachine mogelijk.

Foto 1. Voor het afdekken van de strookjes mest werden er verschillende producten met behulp van ketsplaatjes op de strookjes mest gebracht.

Foto 2. Afdekken van strookjes mest met zetmeel.

1 2

Page 51: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 51

Stikstofbenutting verbeterenIn twee veldproeven op grasland met de sleepvoetenma-chine in de omgeving van Nieuwkoop en op Dairy Campus (Leeuwarden) werd onderzocht of de stikstofbenutting uit de mest toeneemt wanneer de mest wordt verdund met water in verschillende verdunningen. Daarnaast werden behandelingen meegenomen waarbij de strookjes mest werden afgedekt met water, vloeibaar tarwezetmeel, raap-olie of verdund citroenzuur. Op de sleepvoetenmachine van KTC Zegveld werden daarvoor kleine ketsplaatjes gemon-teerd om de verschillende middelen op de strookjes mest te kunnen aanbrengen (zie foto 1 en 2). Op Dairy Campus werd daarnaast nog de zogenaamde Triple Spray-methode (ontwikkeld door Slootsmid Laren) meegenomen. Met deze methode wordt water eerst verneveld aangebracht op het gewas. Vervolgens wordt de mest op het gewas gebracht. Ten slotte wordt de mest van het gewas afgespoten. Het wa-terverbruik bij deze methode was circa 1500 liter per hectare.Op Dairy Campus gaf het verdunnen van de mest een dui-delijk hogere grasopbrengst en stikstofbenutting van de mest ten opzichte van het niet verdunnen (figuur 1). Verdun-ning van de mest in een verhouding van twee delen mest op één deel water gaf een twaalf procent hogere opbrengst en verdunning in een verhouding van één deel mest op één deel water gaf zelfs een 25 procent hogere opbrengst. De stikstofbenutting ging omhoog van veertien procent bij onverdunde mest naar twintig respectievelijk vierentwintig procent. Ook het afdekken met water, zetmeel en verdund citroenzuur had een positief effect op de opbrengst en stik-stofbenutting. De grasopbrengst van deze behandelingen was circa tien procent hoger dan bij onbehandelde mest en de stikstofbenutting werd verhoogd van veertien naar on-geveer twintig procent. Het afdekken van de strookjes mest met raapolie had een negatief effect op de grasopbrengst, doordat de groei van het gras dat in aanraking kwam met de raapolie sterk werd geremd. Ook de opbrengst van de Triple Spray bleef achter ten opzichte van de sleepvoet met onbe-handelde mest, omdat de bovengronds verspreide mest on-voldoende van het gras werd afgespoeld.

Op de locatie Nieuwkoop was het opbrengstniveau van het gras als gevolg van de droge groeiperiode wat lager dan op Dairy Campus (figuur 2). Daarnaast was de stikstofbe-nutting duidelijk lager. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk het hogere organische-stofgehalte van de bodem. Dat was in Nieuwkoop ruim vier procent hoger dan op Dairy Cam-pus. Hierdoor komt er vanuit de mineralisatie meer stikstof beschikbaar voor de plant, waardoor de bemesting een kleiner effect heeft op de grasopbrengst. Desondanks had het verdunnen van mest een positief effect op de grasop-brengst. Verdunning van de mest in een verhouding van één deel mest op één deel water gaf een twintig procent hogere opbrengst en ook werd de stikstofbenutting verhoogd van drie naar dertien procent. Verdunning van de mest in een verhouding van twee delen mest op één deel water gaf een minder duidelijke verhoging van de grasopbrengst en stikstofbenutting. Het afdekken van de strookjes mest met water, zetmeel en verdund citroenzuur had op deze locatie geen positief effect op de opbrengst en stikstofbenutting. Het afdekken met raapolie had evenals op locatie Dairy Cam-pus een negatief effect op de grasopbrengst.

Meer onderzoek nodigUit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het verdunnen van de mest leidt tot meer opbrengst en een hogere stikstof-benutting. Ook de ammoniakemissie is duidelijk lager dan bij het gebruik van onverdunde mest bij de sleepvoettechniek. De emissiereductie was bij beide verdunningen wel gelijk, maar het effect op de gewasopbrengst en stikstofbenutting was al ongeveer de helft bij twee delen mest op één deel water ten opzichte van de situatie met één deel mest op één deel water. Er is dus meer onderzoek gewenst, ook naar het effect van minder vergaande verdunningen (die bij het ge-bruik van de slangaanvoer gebruikelijker zijn). Voor de prak-tijk volgt hieruit het advies om ook bij de bemesting voor de tweede en latere snedes te werken met verdunde mest.

TEKST: Herman van Schooten en Jan Huijsmans (Wageningen URl)

Figuur 1. Grasopbreng-sten en stikstofbenutting bij verschillende varianten van mesttoediening met de sleepvoetenmachine en bij de Triple Spray in de snede na aanwenden op Dairy Campus.

Figuur 2. Grasopbreng-sten en stikstofbenutting bij verschillende varian-ten van mesttoediening met de sleepvoetenma-chine in de snede na aan-wenden in Nieuwkoop.

1 2

Page 52: Grondig 2 - 2015

N A - O P K O M S T H E R B I C I D E I N M A Ï S

Nu nog krachtiger doorverbeterde formulering ! Snellere aanvangswerking Sneller regenvast Booster in de mix Beste grassenbestrijder

Samson® Extra 6% OD (12987 N - 60 g/l nicosulfuron)is een product van ISK Biosciences N.V.Lees aandachtig het etiket vóór gebruik.

www.belchim.nl

Samson_6%OD_NL_230x297_Grondig.indd 1 4/12/2014 8:54:50

Page 53: Grondig 2 - 2015

JAARGARANTIE3

Tel: 0032 43 77 35 45www.joskin.com

Beter omgewerkte grond (Terra� ex XXL)Werkbreedtes 6 - 6,80 - 7,60m (Terra� ex XXL)Kwaliteitsvolle stoppelbewerking (Terradisc)2 rijen gekartelde schijven - Ø 510mm (Terradisc)

SPECIFIEKE MODELLEN

VOOR DE LOONWERKERS!

TERRAFLEX XXL

TERRAFLEX XXL& TERRADISC

TERRADISC

LMC Gennep BVVoor oost NL.

0485 - 511 605www. lmcgennep.nl

Jamo BVVoor west NL.

0184 - 642 112www.jamo-lmb.nl

Nu ook silagevorken bij LMC Gennep BV

Gezamenlijke importeurs

w w w . w e l l i n k c a e s a r . n lDe Stenenmaat 15, 7071 ED, Ulft (Gld), Tel. 0315-695470

Multi-hydraulische functies & lage bodemdrukHydrostatische & mechanische aandrijving

DE ENIGE ECHTE MULTITOOLER

Page 54: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201554

ondernemen met vaktechniek STAPPENPLAN MAÏSTEELT DEEL 2

Nu voor de maïsteelt steeds minder mest en kunstmest beschikbaar zijn, is het noodzakelijk om zoveel mogelijk uit de natuur te

halen. Het is een manier om toch in de buurt van de maximalae opbrengst te komen. Een goede groenbemester speelt daarin

een essentiële rol. In deel 2 van het stappenplan maïsteelt alles over het telen van een goede groenbemester.

Maïs is in de landbouw een bijzonder gewas. Het groeit in relatief korte tijd en neemt ook maar in zeer beperkte tijd mi-neralen op uit de bodem. Grofweg kun je zeggen dat maïs vanaf begin juni tot begin augustus mineralen nodig heeft om te groeien en om korrels te produceren. Voor de groei tot begin juni gebruikt het plantje vooral de voedingsstoffen in de korrel en een klein beetje meststoffen uit de omgeving rond de eerste gevormde wortels. Pas daarna wordt er een beroep gedaan op de bodemvoorraad. Dat neemt alweer sterk af wanneer de plant gaat bloeien, in de tweede helft van juli. Op dat moment begint de plant de opgeslagen stof-fen in blad en stengel naar de korrel te transporteren. Een klein deel komt nog uit de bodem.

Die korte groeicyclus van maïs maakt het noodzakelijk om er-voor te zorgen dat voedingsstoffen ook op dat moment be-schikbaar zijn. Met de aangescherpte bemestingsnormen - er mag minder worden bemest dan de maïs nodig heeft - speelt een groenbemester daarin een belangrijke rol.Na de oogst van de maïs benut de groenbemester de stikstof, fosfaat en kali die de maïs heeft achtergelaten in de bodem en slaat deze op. Na het onderploegen in het voorjaar wor-den deze nutriënten in de bodem vastgelegd en komen ze vrij door mineralisatie. De kunst is nu om dat hele proces op een goede manier te sturen. In het tweede deel van ons stappen-plan voor de maïsteelt behandelen we de teelt van een goede groenbemester en dus ook goede maïs.

Groenbemester noodzakelijk voor topopbrengst

Een groenbemester kan het best worden ondergeploegd, zeker als er een grasgewas staat. Zonder ploegen groeien de overblijvende pollen snel weer uit tot een grasmat die met de maïs concurreert.

Met behulp van GPS kan de maïs eenvoudig boven de strook mest worden gezaaid om te komen tot een maximale benutting van de aanwezige mest.

Page 55: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 55

Stap 1: vernietigen en onderwerken In het voorjaar is het belangrijk om op tijd de juiste teelt-maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de nutri-enten die in de groenbemester zijn opgeslagen op tijd voor de maïs beschikbaar komen. De basisregel is heel simpel: de groenbemester moet vóór 1 april zijn ondergewerkt, zodat de vertering tijdig kan beginnen.

Onderploegen of oogsten?Soms wordt ervoor gekozen de groenbemester te laten door-groeien en te oogsten. Een nadeel is dat de groenbemester vocht en nutriënten onttrekt, die de maïs vervolgens te kort zal of kan komen. Zeker op droogtegevoelige grond moet u uw klant adviseren dit niet te doen. Ook voor de aanvoer van organische stof en het naleveren van nutriënten is het oog-sten van de groenbemester niet gewenst. De oogst van de groenbemester is vaak pas in mei of juni. Daardoor zal de stoppel te laat verteren, waardoor de nutri-enten te laat beschikbaar komen voor de maïs. Het laatste nadeel is dat de inzaai van de maïs wordt vertraagd en daar-mee de opbrengst lager is. Vervolgens komt in het najaar het zaaien van een geslaagde groenbemester in het gedrang. Het enige alternatief is dan het zaaien van een ultravroeg of zeer vroeg ras en zeker kiezen voor onderzaai van de groen-bemester. In dat geval is de totale drogestofopbrengst van groenbemester en maïs nog redelijk op niveau.

Mechanisch of chemisch kapot maken?Minder ontwikkelde groenbemesters kunnen in één keer worden ondergeploegd, maar de vraag is of dit wel een ge-slaagde groenbemester is. Een sterk ontwikkelde grasgroen-bemester kan het best rond half maart worden doodgespo-ten met glyfosaat of Milagro/Samson. Hergroei van gras zorgt voor een zeer sterke concurrentie met maïs, dus dit moet te allen tijde worden voorkomen. Bij rogge speelt dit minder. Bosjes rogge vormen geen zode, gras doet dat wel. Gras ont-trekt dan veel vocht en nutriënten en de maïs kan er zeker in een koud voorjaar gemakkelijk onder verstikken. Bij sterk ontwikkelde rogge kan ervoor worden gekozen deze al rond half maart mechanisch kapot te maken en iets in te werken. Wel ploegen met een voorschaar.

Stap 2: grondbewerking en zaaiklaar makenDe groenbemester moet eind maart worden ondergeploegd. Er kan hier worden gekozen voor het ploegen met een voren-

pakker, zodat het perceel in één bewerking zaaiklaar ligt. In principe hebben we hier een vals zaaibed, omdat het op z’n minst nog drie weken duurt voordat de maïs wordt gezaaid. Het eerste onkruid begint dan al te kiemen. Vlak voor of vlak na het zaaien kan dit onkruid door middel van eggen of bij nat weer met een lage dosering worden doodgespoten. Het is ook mogelijk te ploegen zonder vorenpakker. Dit moet u zeker doen bij strokenbemesting. Strokenbemesting moet twee weken voor aanvang van de maïszaai worden gedaan, waarna het perceel aansluitend oppervlakkig zaaiklaar kan worden gelegd. Ook hier kan met een vals zaaibed worden gewerkt. Houd er rekening mee dat een vals zaaibed mini-maal twee weken moet liggen voor een goed resultaat.Een voordeel van het tijdig ploegen en zaaiklaar leggen is dat de grond sneller opwarmt, waardoor er minder proble-men ontstaan bij de opkomst en de beginontwikkeling. Dat resulteert uiteindelijk in een hogere maïsopbrengst. Zeker in situaties met een kort groeiseizoen is een tijdige opwarming van de grond zeer belangrijk.De aanwending van de drijfmest speelt natuurlijk ook een rol bij de keuze voor grondbewerking en zaaiklaar maken, waar-over in deel 1 (Grondig 1/2015) het één en ander is vermeld.

Stap 3: keuze groenbemester3a. Welk gewas en wanneer inzaaien?De inzet van geslaagde groenbemesters is wellicht het be-langrijkste onderdeel van de maïsteelt anno 2015, zeker bij de continuteelt van maïs. Het levert organische stof en de benodigde nutriënten voor een hogere opbrengst. De keuze is gedurende de maïsteelt zaaien (onderzaai) of na de maïsoogst zaaien (nazaai). Onderzaai met gras geeft de grootste kans op een geslaagd vanggewas, maar dit vraagt wel de nodige aandacht voor de toepassing van bodem-herbiciden bij de onkruidbestrijding (zie stap 4). Bij onderzaai is de keuze: zaaien van een traag groeiend riet-zwenkgras (15 tot 20 kilogram per hectare) tegelijk met het zaaien van de maïs óf onderzaai van Italiaans raaigras (25 tot 30 kilogram per hectare) als de maïs kniehoog is. De laatste lijkt wat interessanter, omdat de groeipotentie en daarmee de toelevering van organische stof en nutriënten hoger is. Het zaaien van een groenbemester tegelijk met de maïs heeft als voordeel dat je in één keer klaar bent en gedurende het groeiseizoen niet meer afhankelijk bent van het weer of de ontwikkeling van de snijmaïs. Tevens kan rietzwenkgras (Proterra) tegen lage doseringen van bodemherbiciden.

Wanneer maïs en b.v. Proterra gelijk worden gezaaid, ontwikkelen deze zich gelijktijdig. Door onkruidbestrijding wordt de Proterra stil-gezet en groeit de maïs verder. De kleur van de maïs komt door de kou.

Bij onderzaai van een groenbemester in de loop van juni begint het gewas zich vaak al tijdens het afrijpen te ontwikkelen. Tijdens de oogst kan het zelfs nog wat extra stevigheid geven.

Page 56: Grondig 2 - 2015

ondernemen met vaktechniek

GRONDIG 2 201556

Bij het zaaien van een groenbemester na de oogst is de keuze vaak rogge of gras. Bij tijdige zaai heeft gras de voorkeur, bij een late oogst kun je beter rogge gebruiken. Rogge heeft het voordeel dat het in het voorjaar beter kapot te maken is. Er kan vanuit het oogpunt van risicospreiding ook worden ge-kozen voor een gras-roggemengsel. Bij nazaai met graszaad 35 kilogram per hectare gebruiken en bij rogge 100 kilogram per hectare. Bij nazaai moet de inzaai van de groenbemester een onderdeel zijn van de maïsoogst. Elke dag later zaaien gaat ten koste van de slagingskans van de groenbemester, dus de maïs oogsten en de volgende dag de groenbemester inzaaien. U zou het oogsten van de maïs en het zaaien van de groenbemester in één pakket moeten aanbieden.

3b. Groenbemester en rassenkeuze maïsAl bij de rassenkeuze van maïs in het voorjaar is het belangrijk om na te denken welke groenbemester zal worden gebruikt en of er wordt gekozen voor maïs in vruchtwisseling met gras.In de maïsteelt anno 2015 is het van zeer groot belang dat er een ras wordt gekozen met de juiste vroegheid. Dit is al be-sproken in het eerste artikel over dit onderwerp in Grondig 1. Om de slagingskans van een na de maïsoogst (nazaai) gezaai-de groenbemester te vergroten, moet bij de maïs in Noord-Nederland rond 10 tot 15 september en in Zuid-Nederland rond 15 tot 20 september worden geoogst. Dan heeft de groenbemester daarna nog de tijd om een mooi gewas te vormen als deze direct na de maïsoogst wordt ingezaaid. Voor een goede groenbemester is het dus absoluut noodza-kelijk om een voldoende vroeg ras te kiezen. Uit de rassen-lijst blijkt dat dit wel een gering negatief effect heeft op de opbrengst. Een goede groenbemester brengt echter extra mineralen en organische stof, waardoor de bodemkwaliteit en de nutriëntenbeschikbaarheid toenemen. Deze effecten zullen het negatieve effect op de opbrengst van een vroeger ras - zeker op termijn - ruim compenseren.Bij onderzaai kan de maïs ongeveer één tot anderhalve week later worden geoogst. Het gras heeft zich al gevormd en kan gelijk na de maïsoogst doorgroeien. Ju kunt dan een iets later maïsras met een hogere opbrengst kiezen. Bij grasonderzaai kan het best worden gekozen voor een maïsras met een snel-le grondbedekking, dat zich later niet te massaal ontwikkelt. Het gras kan zich daardoor onder de maïs handhaven en na de oogst meteen een goede start maken. Een voldoende vroeg ras is eveneens gewenst als je na de maïs nieuw grasland wilt inzaaien. Kun je rond 15 tot 20 sep-

tember nog gras zaaien, dan is het mogelijke om in het voor-jaar al een mooie eerste snede te oogsten.

Stap 4: onkruidbestrijdingMet een vals zaaibed is de eerste onkruiddruk na de maïszaai aanzienlijk te verlagen. Zoals aangegeven kan het onkruid op het valse zaaibed worden geëgd. Ook bestaat de mogelijkheid om vóór de opkomst van de maïs het onkruid te spuiten met een mix van contact- en bodemherbiciden in lage dosering. De bodemherbicide, zoals in Merlin, Dual Gold, Frontier Op-tima, Gardo Gold of Akris, zal het nieuw kiemende onkruid nog goed bestrijden. Zeker in situaties met lage onkruiddruk is het mogelijk dat de maïs niet meer hoeft te worden gespo-ten. Dat betekent dat de maïs geen herbiciden op de kop krijgt en daardoor ongestoord kan doorgroeien. Uit onderzoek is gebleken dat hiermee een opbrengstreductie van vijf tot tien procent kan worden voorkomen. In een situatie waarin var-kensgras, zwaluwtong en natuurlijk haagwinde op het perceel voorkomen, zal dit zeker geen afdoende resultaat opleveren. Er zal zeker nog een keer moeten worden gespoten, maar de mix van middelen kan mogelijk beperkt blijven.

Gewasbescherming en onderzaaiBij grasonderzaai dient de teler rekening te houden met de onkruidbestrijding. Italiaans raaigras is namelijk erg gevoelig voor bodemherbiciden. De beste werkwijze in dat geval is om voor het onderzaaien van gras met een contactmiddel de grasachtige onkruiden te bestrijden en daarna te schoffelen in combinatie met het zaaien van gras. Rietzwenkgras is min-der gevoelig voor bodemherbiciden. Er kan na opkomst van het gras een lage dosering van een bodemherbicide worden toegepast. Bij een goede groei is dit zelfs noodzakelijk om het rietzwenkgras niet te concurrerend te laten worden. Bij aanwe-zigheid van veel grasachtige onkruiden is het daarom wellicht verstandiger om rietzwenkgras onder te zaaien. Is de onkruid-druk op het perceel zwaar, dan doet de teler er wellicht beter aan om de groenbemester pas na de maïsoogst te zaaien. Bij aanwezigheid van haagwinde moet er sowieso twee à drie keer worden gespoten, met een laatste bespuiting als de maïs acht tot tien bladeren heeft. Dan wel spuiten met luch-tondersteuning of via onderbladbespuiting.

TEKST: Jos Groten, onderzoeker maïs en voedergewassen Wageningen UR.

FOTO: Wageningen UR en CUMELA Communicatie

Bij gebruik van een rietzwenkgras kunnen beide gewassen gelijktijdig worden gezaaid.

StappenplanDe twee artikelen over een goede en duurzame maïsteelt in Grondig 1 en in dit nummer zijn tot stand gekomen in samenwerking met het project ‘Grondig Boeren met Maïs’, waarin de provincie Drenthe als initiatiefnemer steun biedt via een subsidieregeling van de Europese Unie. De projectpartners Agrifirm en Wageningen UR werken samen met Nordic Maize breeding, telers en loonwerkers aan een goed bodembeheer in de maïsteelt.

Page 57: Grondig 2 - 2015

Werkelijk goed werk.Tractoren van CLAAS.

Grüezi uit Zwitserland.Met 20 melkkoeien zijn wij een groot bedrijf. Nieuwsgierig?

Bezoek ons: tractoren.claas.com

NaamGeo-data

Stefan Naef47°16.202 09°09.663

LandBedrijf

Zwitserland34 ha weide-grond met 20 melkkoeien

CL-K 19915_AZ_230x297mm_TRKampagne_CH_NL.indd 1 13.02.15 09:26

Page 58: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201558

ondernemen met vaktechniek KUBOTA MEER DAN EEN TREKKER

Compacte full-linerKubota maakt in de landbouw een stormachtige ontwikkeling door. Niet alleen is er nu in Nederland een eigen

fabrieksvestiging, ook komt het bedrijf met een grote range werktuigen voor de compacttrekkers. Tegelijk is er de

introductie van een viertal nieuwe series, nieuwe modellen en is het nog wachten op de landbouw. Kortom, Kubota gaat

vol zelfvertrouwen zelfstandig de markt op.

Jaren had Kubota voor zijn landbouwafdeling een veilig on-derkomen bij De Vor in Achterveld. Naast Fendt was het een mooi tweede merk met een eigen positie. Door de sterkere fo-cus op de Agco-merken was daar geen plaats meer en in com-binatie met de ambities van Kubota greep het Japanse merk deze mogelijkheid aan om voor een heel andere structuur te kiezen. Niet langer is er een importeur, maar is er een fabrieks-vestiging die de dealers ondersteunt, waarbij de dealers veel meer zullen moeten optreden als servicecentrum en zelf zorg moeten dragen voor het afl everklaar maken van de machines.Die stap past volgens verkoopleider Mark Mocking, die mee is overgegaan, perfect in de strategie van Kubota. “Bij Kubota is het uitgangspunt dat er een sterk dealernetwerk moet zijn,

dat de mogelijkheid heeft om wat te verdienen. Daarom wil Kubota sterke zelfstandige dealers die in hun regio voor het product zorgen. Niet alleen voor de verkoop, maar ook voor het geven van service en technische ondersteuning.”Bij die structuur past een kleine landelijk organisatie, die nu een nieuwe vestiging heeft gekregen in Ede. In het voorma-lige pand van een Mercedes-dealer staan nu de oranje Ku-bota’s. Er is een kleine kantoorruimte, een trainingsruimte en een plek waar technische ondersteuning wordt gegeven. “Hier gaan we de monteurs van onze dealers trainen, want zij moeten straks zoveel mogelijk zelf doen. Van het assemble-ren van nieuwe machines tot al het technisch onderhoud. Al-leen voor moeilijke gevallen hebben wij twee medewerkers die ter plaatse technische ondersteuning geven. Maar machi-nes gaan we zeker niet meer heen en weer rijden.”

Kubota-werktuigenOpvallend in de showroom zijn een groot aantal oranje werk-tuigen van Kubota. Deze zijn vanaf dit jaar nieuw in het Ku-bota-assortiment. Het bedrijf maakt er geen geheim van dat deze bij een zevental fabrikanten worden ingekocht, want een grote sticker op de machine laat zien wie de fabrikant is. Het is volgens Mocking een strategie die is gekozen omdat Kubota er niet in slaagde om fabrikanten over te nemen die een compleet pakket konden leveren. “Terwijl dat wel uit-drukkelijk tot de strategie van Kubota behoort. De fi losofi e is daar dat ze een full-liner willen zijn. Bij de grotere machines is dat gelukt door Kverneland over te nemen. Bij het compacte

Landbouw: nog afwachtenHoe de dealerstructuur voor de landbouwmachines eruit moet gaan zien, moet de komende maanden bekend worden. Doordat Kubota relatief vaak als tweede merk naast Fendt en Valtra werd verkocht en deze dealers dat niet meer mogen, moeten er veel nieuwe dealers worden aangesteld. Daarvoor is ruim belangstelling, liet Mocking weten. “Al ruim meer dan tien dealers die nu nog andere merken verkopen, hebben zich gemeld”, vertelt hij. Niet zo verwonder-lijk, want Kubota heeft al aangekondigd vanaf volgend jaar ook in Nederland Kubota-werktuigen te gaan verkopen. Het betekent dat dealers de beschikking krijgen over bijna een compleet pakket van trekkers en werktuigen. Meer over de nieuwe trekkers en werktuigen op www.grondig.com.

Page 59: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 59

materieel is dus uiteindelijk een andere weg gekozen.” Kubota vond de oplossing in het sluiten van contracten met fabrikanten die aan de kwaliteitseisen voldoen voor de leve-ring van hun machines onder het Kubota-merk. Op de stic-kers prijken min of meer bekende namen als Sigma, Caroni, Peruzzo, R2 en Ferri, fabrikanten die vaak nu al een impor-teur in Nederland hebben. Toch verwacht Mocking weinig moeite om de werktuigen bij zijn dertig dealers van com-

pacte trekkers onder te brengen. “Voor een dealer is er niets mooier dan naast de trekkers ook een compleet pakket werktuigen van dezelfde fabrikant te kunnen aanbieden. Vaak is de trek-ker nu eenmaal maar een deel van de vraag voor een combinatie.”Ook financieel lijkt de lijn interessant voor de dealers en klanten, want door de nieuwe organisatievorm dalen de prijzen flink bij Kubota. Voor de trek-kers geldt dat deze op een tien tot vijf-tien procent lager prijsniveau komen dan vorig jaar met een importeur. Ook de werktuigen zullen volgens Mocking een lagere brutoprijs hebben dan nu via de importeur onder het huidige merk. “Dat geeft ons de mogelijkheid om nu volop te groeien en onze num-mer-één-positie terug te veroveren.”

TEKST & FOTO’S:: Toon van der Stok

Tegelijk met de werktuigen introduceerde Kubota ook vier nieuwe series. Belangrijk voor de Nederlandse markt is de nieuwe STW-serie, die de STV vervangt. Die heeft als belangrijkste nieuws een grotere en in het ontwerp geïntegreerde cabine.

advertentie

Importeur: AgroCentrum B.V. | Postbus 76 | 4650 AB Steenbergen, Nederland

T. +31 (0)167 - 563 150 | F. +31 (0)167 - 563 983 | [email protected] | www.agrocentrum.nlAgroCentrum crop nutrients & adjuvants

Yaravita omvat een complete lij n spoorelementenmeststoffen.

Voor elke spoorelement en secundair element is er een enkelvoudige

vloeibare meststof beschikbaar. Ideaal om op het juiste moment

exact de juiste dosering toe te passen. En makkelij k mengbaar met

gewasbeschermingsmiddelen.

Gratis app voor mengbaarheid

Compleet in spoorelementen

Een indrukwekkend rijtje compacte werktuigen in de nieuwe showroom in Ede.

Page 60: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201560

ondernemen met vaktechniek SPECIAAL VOOR MOBIELE KRANEN

De betere bandSpeciaal voor de zwaardere mobiele kranen tot 22 ton heeft het Belgische ATB een compleet nieuwe band voor dubbele

montage ontwikkeld. Tot nu toe staan de meeste machines op banden die vernieuwd zijn. De nieuwe Trexcavator is de eerste

nieuwe band die speciaal voor dit segment wordt opgebouwd.

Onbewust hebben sommige ontwikkelingen in de vrachtwa-genwereld soms een positieve invloed op de grondverzetsec-tor. Op zoek naar mogelijkhe-den om meer volume mee te nemen, zijn veel vrachtwagen-fabrikanten naar een iets klei-nere band gegaan: 315/70R22.5 in plaats van de vroeger veel gebruikte 315/80R22.5. Wat heeft dat dan met de banden voor mobiele kranen te maken, zult u denken. Wel, alles, vertelt Jan van der Heiden van ATB. “Die 315/80R22.5’s zijn altijd de basis geweest voor de ver-nieuwde banden - coverban-den - die voor de mobiele kra-nen werden gemaakt. Door de verandering komen er voor ons steeds minder goede karkas-sen beschikbaar. Meegaan met de verkleining is voor ons geen alternatief, omdat dit het draag-vermogen en de trekkracht be-perkt en door de kleinere om-vang ook de maximumsnelheid omlaag brengt.”

Banden zijn moeEen tweede reden voor ATB om een eigen band te ontwikke-len, waren de steeds zwaardere lasten die de banden moeten dragen. “Dat past niet bij banden die al 350.000 tot 500.000 kilometer achter de kiezen hebben”, stelt Van der Heiden. “Die banden zijn moe. Als gebruiker zie je dat terug. De kans dat een band spontaan kapot gaat in de eerste maanden is daar-door altijd aanwezig, hoe goed wij de karkassen ook contro-leren. Omdat er toch een zwakke plek in zit, bijvoorbeeld van een eerdere reparatie. Voor een klant heeft dat geen nega-tieve gevolgen, want die band vervangen we, maar je hebt er wel last van”, zegt hij. Daar komt bij dat je daarna ook relatief te vaak te maken hebt met problemen die vooraf niet te her-kennen zijn. Ook al lossen we dat op, het kost toch geld. De

kraan staat een tijdje stil en deze kosten zitten niet in de prijs van de band die moet worden vervangen.”Voor ATB waren de problemen met de beschikbaarheid en de kwaliteit reden om na te denken over de mogelijkheden om zelf een nieuwe band te maken. “In het verleden hadden we al de speciale uitvoering voor mobiele kranen bedacht met een eigen profiel en een speciale opgebouwde rubberen protectiering waar de banden tegen elkaar komen. Door de ring komen de kwetsbare wangen niet tegen elkaar. Steen-tjes en dergelijke kunnen geen schade aanrichten en ook niet tussen de band vast komen te zitten, omdat de protectiering een flink stuk onder het loopvlak is aangebracht. In de nieuwe Trexcavator hebben we dat nog verbeterd door de opge-bouwde ring van onderuit schuin te laten toelopen. Hierdoor is het mogelijk om de banden nog beter tegen elkaar te druk-ken en de ruimte tussen de banden nog beter af te sluiten.”

Overlopende nokkenAndere veranderingen die in het profiel zijn aangebracht, zijn nog verder overlopende nokken, die ook een meer conische vorm hebben gekregen. “De overlopende nokken zorgen er-voor dat een meer afgesleten band toch zijn grip blijft behou-den. In die hoeken blijft altijd profiel staan. Door de conische vorm lossen de banden beter. Tevens hebben wij in de praktijk al meegekregen dat de protectiering extra bescherming aan de wangen geeft. De ring zorgt er onder meer voor dat stoep-randen geen schade toebrengen aan de band en dat inrijdin-gen veel minder kans hebben om de zijkant te beschadigen.”Een belangrijk extra effect van het laten maken van een volle-dig nieuwe band is een aanzienlijk hoger draagvermogen. In vergelijking met de vernieuwde banden mogen deze per stuk minimaal 500 kilogram meer dragen. Op acht banden bete-kent dat een vier ton hoger draagvermogen. “En in de prak-tijk is het nog hoger”, vertelt Van der Heiden. “Alleen bestaan daarvoor bij deze banden geen tabellen. Op papier blijft het dus bij die vier ton.” Door de opbouw van de wangen is ook de stabiliteit van de kraan nog beter, blijkt in de praktijk, terwijl door de speciale opbouw van het profiel de band toch zijn souplesse behoudt.

Dubbele levensduurVoor de gebruiker heeft de nieuwe band ook als voordeel dat hij een veel langere levensduur heeft. “Wij denken dat deze dan ook een twee keer langere levensduur heeft ten opzichte

Page 61: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 61

van veel vernieuwde banden. In combinatie met minder pro-blemen als klapbanden geeft dat een lagere kostprijs per uur.”Voor die lagere kostprijs moet een afnemer per acht banden wel ongeveer duizend euro meer neerleggen dan voor ver-nieuwde banden. Dat verdien je volgens Van der Heiden ech-ter gemakkelijk terug. Ook bij de leveranciers van bandenkra-nen oogst het bedrijf al enthousiasme voor het nieuwe model. Tijdens de grote Europese dealermeeting van Doosan bij Staad was de mobiele kraan met de Trexcavator-banden één van de grote aandachtstrekkers. Intussen hebben al meerdere verdelers toegezegd deze banden te monteren onder een de-mokraan en zijn er bij alle belangrijke fabrikanten als Caterpil-lar, Volvo en JCB proeven voorzien door de fabrikanten. Nog maar acht banden van de eerste 200 stuks die er zijn gepro-duceerd, zijn nog op het terrein van ATB in Vrasene aanwezig. Die gaan nu naar Engeland voor een uitgebreide test door JCB. Hierna wordt er gekeken om deze direct af-fabriek te monteren. Wie nieuwe banden wil, hoeft niet te vrezen, want de komende twee maanden zullen er elke maand zeker 200 worden gemaakt.

TEKST: Toon van der StokFOTO’S: Toon van der Stok, ATB

De overlopende nokken en de sluitring maken de dubbele montage volgens ATB bijna onverslijtbaar.

Door de stootring schuin toe te laten lopen, klemmen de banden nog strakker en mooier tegen elkaar.

advertentie

The Power of Green

Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH

Voor Noord-NederlandMartijn van Middelkoop0651 346841

Voor Zuid-NederlandAd vd Hurk0653 241918

� Nieuwe ruimere comfortcabine

� Hoogste bedieningsgemak

� Nieuwe MAN motor met 420 pk

� Nieuwe koeling met actieve reiniging

KRONE BiG M

Page 62: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 201562

FARMAX SPITMACHINESvoor het betere spitwerk

FARMAX LRP PROFI FARMAX KRG DIEPSPITTER

De nieuwe generatie Farmax Spitmachines gemaakt in de fabriek uit Denekamp (nl) en zijn ontwikkeld voor de professionele akkerbouwer en loonwerker. De Farmax spitmachines zijn lever-baar in diverse werkbreedtes en uitvoeringen.

Farmax SRP vanaf 30 Pk. Farmax DRP-Perfect vanaf 80 Pk.Farmax LRP Profi vanaf 120 Pk.Farmax Rapide 2 vanaf 140 Pk.Farmax LRG Diepspitter 0.50 – 1.00 mtr. Farmax KRG Diepspitter 0.85 – 1.30 mtr.

Voor informatie en folders:Wasse B.V. • Oranjekanaal zz. 17

9514 PR Hijken • Tel: 0593-52406 www.wasse.nl Verkoop: Gerry Wasse 06-53428536

Eerste resultaten beterBijna twee op de drie ondernemers heeft afgelopen jaar duidelijk beter gepresteerd dan in 2013. Dit blijkt uit een analyse van

de eerste cijfers van bedrijven die hun jaarcijfers over 2014 gereed hebben. Voor deze bedrijven zijn de resultaten vergeleken

met die van een jaar eerder.

De eerste tendens naar iets betere resultaten komt overeen met de geluiden die we afgelopen maanden van ondernemers uit de praktijk vernamen. Met name de goede weersomstandigheden zonder veel ex-tremen werkten positief door. Bij de eerste achttien representatieve deelnemers valt op dat met name de bedrijven die actief zijn in het grondverzet allemaal een beter resul-taat hebben dan in het jaar ervoor. Bij de gemengde bedrijven en agrari-sche loonbedrijven zien we op dit moment een veel wisselender beeld.Bij de bedrijven zien we dat de omzet is gestegen van gemiddeld € 1.798.000,- in 2013 naar € 1.977.000,- in 2014. Het werk in het grond-

verzet kwam door de zachte winter 2013-2014 direct goed op gang. Ook het groeiseizoen kwam snel, wat we terugzien in het aantal gras-sneden. Het mooie najaar leidde tot een goed oogstseizoen, met rela-tief weinig kosten aan brandstof en reparaties. In het grondverzet was het werkaanbod tot in december goed. De hogere omzet leidde wel tot hogere kosten voor werk door derden en inkoop hulpstoffen. De bruto marge, de omzet met eigen personeel en machines, steeg met 4,7 pro-cent naar € 1.467.000,-.

VEEL GEÏNVESTEERDHet grotere aantal gemaakte uren leidde tot hogere kosten voor arbeid, reparatie en onderhoud en brandstof. De afschrijvingen en rentekosten zien we nog dalen. Desondanks is er afgelopen jaar weer flink geïnves-teerd. In 2014 was dit al 140 procent van de afschrijvingen. Een forse stijging, want in 2013 investeerden deze bedrijven maar 84 procent van de afschrijvingen. Dankzij de gestegen omzet haalden de bedrijven voor het eerst in ja-ren weer een positief bedrijfseconomisch resultaat van € 8000,- (dit is inclusief vergoeding arbeid ondernemer en geïnvesteerd vermogen). Nog steeds slechts een schamele 0,5 procent van de totale omzet. In 2013 was het bedrijfseconomisch rendement nog minus 0,8 procent van de omzet. De gemiddelde cashflow is met € 8575,- gestegen naar € 204.567,-.

KENGETALLEN CUMELA-KOMPAS ANALYSE 2014

2014 2013 Aantal bedrijven 18 18

euro % bruto euro % bruto marge margeOmzet 1.977.077 134,7% 1.798.533 128,3%Inkoop hulpstoffen 303.699 20,7% 251.859 18,0%Werk door derden 205.573 14,0% 144.800 10,3%Bruto marge 1.467.805 100,0% 1.401.874 100,0%Kosten 1.459.804 99,5% 1.413.758 100,8%Resultaat 8.002 0,5% -11.884 -0,8%

ondernemen met vaktechniek ECONOMIE

advertentie

Page 63: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 63

-20.000

-10.000

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

2010 2011 2012 2013

Fiscaal resultaat Ontwikkeling werkkapitaal

Fiscaal resultaat en ontwikkeling werkkapitaal 2010-2013 (euro’s)

Ondanks de behoorlijke fiscale winst van cumelabedrijven in 2013 is de ontwikkeling van het werkkapitaal met minus € 5000,- negatief. De belangrijkste oorzaak: de investeringen in 2013 trokken weer wat aan, terwijl de leningen juist afnamen. Ook groeide het vastgelegde eigen vermogen in het bedrijf met ge-middeld € 43.000,-.

Wanneer we kijken naar de periode 2010-2013, dan zien we dat het werkkapitaal over al deze jaren ongeveer gelijk blijft. Wel zien we duidelijke verschillen tussen de jaren. In 2012 nam het werkkapitaal met € 20.000,- toe, hoewel het fiscaal resultaat min-der was dan in 2011 en 2013. Dat illustreert duidelijk dat er dat jaar weinig is geïnvesteerd, waardoor uit de afschrijvingen werk-kapitaal vrijkomt. Ook zien we in de cijfers dat een groter deel van de investeringen met langlopende leningen is gefinancierd. De hoogte van langlopende leningen nam in de periode 2010-2013 met € 30.000,- een fractie af en bedroeg eind 2013 gemid-deld € 847.000,-. Zoals bekend waren de investeringen in deze jaren beperkt en lagen die met 99 procent zelfs een fractie onder de hoogte van afschrijvingen. De conclusie is dan ook dat het gemiddelde cumelabedrijf ondanks slechtere marktomstandig-heden door een terughoudend investeringsbeleid de financiële positie heeft kunnen consolideren.

De grafiek is opgesteld op basis van 206 bedrijven die voor de periode 2010 tot en met 2013 hebben deelgenomen aan de ken-getallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse.

Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de CU-MELA-Kompas Analyse. Of wilt u aan de slag met het opstellen van een financiële planning? Neem dan contact op met uw be-drijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar [email protected].

Eigen verklaring en bewijs-stukken uitsluitingsgrondenBeste Helmy,Onlangs had ik bij een aanbesteding een hele mooi werk toegewe-zen gekregen. Na een week werd ik toch afgewezen. Ik moest de bewijsstukken betreffende de ‘Eigen verklaring’ binnen zeven dagen overhandigen, maar de levertijd van de ‘gedragsverklaring aanbe-steden’ is vier tot zes weken. Ik werd afgewezen en de klus ging naar de opvolger.

Beste aannemer,Nog steeds en te vaak bereiken mij berichten dat een inschrijver is afgewezen omdat hij de bewijsstukken betreffende de Eigen verkla-ring niet op tijd of ‘over de datum’ heeft aangeleverd. Een inschrijver verklaart door ondertekening van de Uniforme Eigen verklaring dat geen van de genoemde situaties op hem van toepassing zijn. De for-mele bewijsstukken genoemd in de vragenlijst worden pas overlegd na een verzoek daartoe. Om welke bewijsstukken gaat het dan, wat is de houdbaarheid en hoe kom ik eraan?

- Non-faillissementsverklaring: een gegadigde of inschrijver kan door middel van een uittreksel uit het handelsregister dat op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan drie maanden aantonen dat de uit-sluitingsgrond van artikel 2.87, onderdeel a, op hem niet van toe-passing is. Op te vragen bij de Kamer van Koophandel, de levertijd bedraagt circa twee werkdagen.

- Gedragsverklaring aanbesteden: een gegadigde of inschrijver kan door middel van deze verklaring, die op het tijdstip van het indie-nen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder mag zijn dan twee jaar, aantonen dat de uitsluitingsgronden be-doeld in de artikelen 2.86 en 2.87, onderdelen b en c, op hem niet van toepassing zijn. Op te vragen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie (Justis), de levertijd is circa vier tot zes weken.

- Verklaring van de Belastingdienst: een gegadigde of inschrijver kan door middel van een ‘verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen’ die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan drie maanden aantonen dat de uitsluitingsgrond bedoeld in artikel 2.87, onder-deel d, niet op hem van toepassing is. Op te vragen bij de Belasting-dienst, de levertijd bedraagt circa één week.

Zorg ervoor dat uw bewijsstukken actueel zijn en houd rekening met de levertijden!

IN KORT BESTEK

Helmy Coenen,Adviseur GWW.

CUMELA-KOMPAS ANALYSE: VASTHOUDEN FINANCIËLE POSITIE

Page 64: Grondig 2 - 2015

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl.

Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code).

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

Lastige onkruiden vragen om de kracht vanPeak® of Casper®

Peak, tegen lastige breedbladige onkruiden• IJzersterk op o.a. kamille

en zwaluwtong• Goede werking op haagwinde• Zeer veilig voor de maïs• Flexibel en makkelijk in

het gebruik

Casper, de oplossing tegen haagwinde• Sterk op haagwinde en lastige

breedbladige onkruiden• Werkt tot diep in de onkruidwortels • Veilig voor de maïs• Draagt bij aan een snelle

onkruidbestrijding

Peak en Casper zijn ideaal te combineren met o.a. Calaris®, Callisto®, Milagro® en Gardo® Gold.

TM

SYN 21401036 AD Peak Casper 230x297 NW11 BIJQR.indd 1 05-02-14 17:05

Page 65: Grondig 2 - 2015

Advies inzake milieu en omgevingUw juridisch adviseur omgevingsrecht helpt u goed op weg

Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij handhavingskwesties, vergunningen, bestemmingsplannen etc.?

Uw juridisch adviseur omgevingsrecht

helpt en begeleidt o.a. bij:

> Vergroten bedrijfsoppervlakte en/of uitbreiding gebouwen

> Milieumeldingen en/of milieuvergunningen

> Het adviseren in geval van handhaving

> Ruimtelijke ontwikkelingen in uw omgeving

> Beoordelen bestemmingsplannen

Meer informatieNeem contact op met CUMELA Advies via telefoonnummer (033) 247 49 40 of [email protected]. Wij helpen u graag goed op weg.

ONTWIKKELD VOOR B-E RIJBEWIJS

IvecoDaily 35C17 Euro 5

- 3,0 liter TDI 166 Pk- 6 versnellingsbak - 8 T trekgewicht

VeldhuizenSemi-dieplader Oplegger

- 2 x 3350 kg as- bakmaat 9,5 x 2,33 mtr.

- 5,7 T netto laadvermogen

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.eu | [email protected] 1 10-2-2015 14:25:38

Page 66: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 201566

ondernemen met cumela

COLLEGIAAL UITZaterdag 10 januari was er weer het jaarlijkse bedrijfsuitje van de loonbedrijven De Weer in Bornerbroek, Ten Cate in Wierden en Broeze in Nijverdal. Gewoon ge-zellig uit met eerst een partijtje bowlen en daarna lekker eten, waarbij er lustig ‘kalkgereden’ is met poedersuiker. De outfit van één medewerker was ineens heel ‘winters’. Daarna werd er nog een hele tijd gezellig bijgepraat onder het genot van een glaasje bier. Mooi om zo collegiaal met elkaar om te gaan.

HAZ GROEN, GROND EN INFRA BV VERDER IN RADEWIJKHet zat er na de overname van Loon- en Aannemingsbedrijf H. Piel BV in Tweede Exloërmond in september 2013 natuurlijk al aan te komen: een eigen pand voor HAZ Groen, Grond en Infra BV. De vestiging op het gehuurde terrein in Tweede Exloërmond was te klein en dat gold ook voor de vertrouwde locatie in Hasselt. Met het beschikbaar komen van de vestiging van aannemingsbedrijf Eggengoor in Radewijk vonden Harmen en Ary Zielman een geschikte locatie voor hun ex-panderende bedrijfsactiviteiten. Tot dusver huurde HAZ het terrein in Tweede Ex-loërmond. Begin dit jaar werden mens en materieel onderge-bracht in dit pand en sindsdien worden de bedrijfsactiviteiten van HAZ vanuit deze locatie uitgevoerd. HAZ houdt een nevenvestiging in Hasselt aan. Onlangs is het nieuwe lichtbord aangebracht om de nieuwe lo-catie letterlijk meer eigen glans te geven.

CUMELARIADEN BAKKER BEDRIJVEN OPENT FEESTELIJK NIEUWE PANDVanwege de geschikte locatie en de expansiedrift kocht van Den Bakker Bedrijven een voormalige sanitairwinkel aan de Christiaan Huygensweg in Hellevoetsluis. Daarna is de locatie flink omgebouwd tot kantoor, werkplaats en een grote loods. Op 15 januari werd het pand spectaculair en feestelijk geopend. De moeder en de echtgenote van Jacob den Bakker brachten de schaar, Den Bakker zelf kwam door een waas van rook aanrijden in een oldtimervrachtwagen en de vier dochters knipten de ballonnen los. Jacob heeft het bedrijf uitgebouwd met onder andere het internationale specialisme stofbestrijding in de industrie. Na de officiële ope-ning was er natuurlijk even tijd voor een familieportret, waarbij de roots van het bedrijf ook prominent aanwezig waren.

ZEVEN DAGEN RACEN VOOR HET GOEDE DOEL

In zeven dagen werd een afstand van 7600 kilometer afge-legd door maar liefst negen verschillende landen! Navigate North is groot een avontuur naar mooie plekken. Team ‘Het Kan Anders’ met cumelaondernemer Frank Hoogendoorn (HKA-Nieuwkoop) en gepensioneerd John Deere-verkoper Aad Wijsman gingen deze uitdaging onlangs aan. Ze reden een mooi bedrag bij elkaar voor het goede doel ‘Make-A-Wish’, waarmee kinderwensen kunnen worden vervuld. Dit dankzij vele sponsors uit de landbouw- en grondverzetsector.

PUBLIEKSPRIJS VOOR POLAND “De stemmen waren al een aantal dagen geteld, de span-ning liep daarmee op, maar geloof het of niet, we hebben de overwinning te pakken. Heel trots zijn we op de stemmen van onze klanten en uiteraard de medewerkers die de goede indruk bij de stemmers/klanten achterlaten. De publieksprijs Ondernemers 2014. Geweldig.” Dat staat op de Facebook-pagina van Loonbedrijf Poland. Poland won de publieksprijs NHD Schager Courant Lezersprijs, Schager ondernemer van het jaar 2014. Een mooi resultaat en een passend visitekaart-je voor onze sector.

Page 67: Grondig 2 - 2015

GRONDIG - 2 2015 67

TIEN JAAR MULDER-EYKELKAMP BVHet was tien jaar geleden best spannend voor Frans Eykelkamp en Theo Mulder toen de bedrijven van het tweetal fuseerden tot Mulder-Eykelkamp. Niet alleen voor hen, maar ook voor mede-werkers en natuurlijk klanten. Nu, tien jaar verder, blijkt het een goede zet geweest te zijn. Het bedrijf is uitgegroeid tot een veel-zijdig loon- en verhuurbedrijf met sterke poten en 48 medewer-kers. Op de open dag op 9 januari kregen de twee compagnons de zilveren CUMELA-speld uitgereikt door bedrijvenconsulent Dieuwer Heins. Frans en Theo roemen vooral de kwaliteit van de medewerkers. “Zij bepalen de kwaliteit van het werk.” Dus samen met het personeel op de foto als bekroning van tien jaar hechte samenwerking.

OBO-PRIMEUR VOOR KRING OVERIJSSELTachtig cumelaondernemers die de jaarlijkse contactdag kring Overijssel bezochten kregen bij OBO Banden een leerzame dag over bandenvernieuwing. De gasten kregen een rondleiding in de fabriek en kregen een toelichting op de verschillende tech-nieken voor bandvernieuwing, reparatie en rubberkwaliteit. Frederik Zandman, technisch manager bij OBO, had tot slot een aangename verrassing. In maart introduceert OBO Banden zijn eerste echte nieuwe band, een op basis van een nieuw karkas ontwikkelde 24R20.5 Transport HD met een extra 24 millimeter diep open center-profiel, het hoogste geclaimde draagvermo-gen in zijn klasse (178D/7500 kilogram) en slijtvast rubber. Bingo.

Niet langer hofleverancier

Al jaren worden er op ons bedrijf praalwagens gebouwd. Het be-gon zo’n tien jaar geleden met de wagen van Peter. Samen met zijn vrienden bouwden ze er al maanden van tevoren op los. Iedereen bracht wat in, wij zorgden dan voor de kar en de trekker. Met elkaar werd er elke keer weer een prachtige praalwagen gebouwd. Met de jaren kwamen er meer karren bij en zo wil het dat er in onze loodsen de maanden voor carnaval diverse praalwagens staan. Al deze acti-viteiten zorgen ervoor dat het elk jaar zo rond december een gezel-lige boel is op ons erf. De mannen blijven vaak nog even hangen in de kantine, de mooiste verhalen van voorgaande jaren komen weer naar boven en dit jaar is er in onze kantine zelfs een heus carnavals-lied geschreven.

Het bouwen van zoveel praalwagens in onze loodsen heeft ook zo zijn nadelen. Het is altijd een rommel in de werkplaats, de machi-nes staan buiten en we moeten de boel nog wel eens midden in de nacht afsluiten, omdat de mannen van een andere carnavalsvereni-ging nog even in de kantine napraten terwijl wij eigenlijk wel willen gaan slapen. We hebben dan ook besloten dat 2015 het laatste jaar was dat er bij ons praalwagens worden gebouwd. Vanaf nu zijn we ‘hofleverancier’ af…

De verenigingen hebben een jaar de tijd iets anders te zoeken, maar Peter en zijn vrienden blijven de praalwagen gelukkig wel bij ons bouwen. Carnaval is voor mij niet zozeer die vier dagen echt car-naval vieren, maar de periode van gezelligheid en reuring op ons bedrijf voorafgaand aan het echte feest. Dat is voor mij ook carnaval en dat wil ik echt niet missen! Voor nu gaan we de boel weer oprui-men, nog weken napraten over de fantastische dagen die we heb-ben gehad, plannen maken voor volgend jaar en over tot de orde van de dag… Werken!

GEKRUID

Marjan Straver, Straver & Zn., IJsselstein

Page 68: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201568

ondernemen met cumela PROVINCIAAL BESTUUR: OVERIJSSEL

“Bestuur zorgt voor regionale verbondenheid”

De provincie Overijssel weet haar plaatselijke cumelasector sinds een paar jaar goed te vinden. Het provinciaal bestuur van CUMELA wordt steeds vaker van tevoren benaderd als er provinciale wijzigingen in het verschiet liggen. “Denk aan het aanpassen van een brug”, zegt voorzitter Jan Nico Reimink. “Wij worden dan gevraagd mee te denken over het tonnage en de breedte. Dat is prettig. Korte lijnen zijn belangrijk. Zo kunnen we een vinger aan de pols houden en opkomen voor onze leden.”Toch staan die leden niet in de rij als het gaat om advies. “Als bestuur willen we een luisterend oor bieden en we bekijken elk probleem dat wordt aangekaart. Ik snap dat je met financiële vraagstukken niet naar je collega stapt, maar liever met Nijkerk belt. Toch zou het goed zijn als onze leden ons meer benaderen. We proberen de samenstelling van het bestuur zo te organise-ren dat er in de regio altijd een aanspreekpunt is voor de leden. Samen kunnen we meer bereiken. Vaak gaat het namelijk om problematiek waar meer collega’s tegenaan lopen. Niet zeuren, maar doorgaan, klinkt sterk, maar het kan ook tegen je werken.”

EfficiëntVoor Reimink was het gezamenlijk kunnen optrekken één van de redenen om ‘ja’ te zeggen toen hij vier jaar geleden als voorzitter werd gevraagd. “Maar persoonlijk steek ik er ook veel van op en hoor ik snel wat er gaande is. Dat is ook in het voordeel van mijn eigen bedrijf.”

Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden. Vandaar deze serie. De provinciale besturen per provincie uitgelicht.

Bestuur• Jan Nico Reimink, Reimink Den Ham, Den Ham (voorzitter)• Guus Altena, Loon- en grondverzetbedrijf Altena VOF, Nijeveen• Laura Antuma, Loon- en grondverzetbedrijf K. Antuma, Dedemsvaart• Dinant Lammertink, Loonbedrijf Lammertink, Markelo• Robert Breukers, Breukers VOF, Haaksbergen

Niet zeuren, maar doorgaan, dat karakteriseert de Overijsselse

cumelasector, stelt voorzitter Jan Nico Reimink, maar daar zit ook een

schaduwzijde aan. “We worden als bestuur maar weinig ingeschakeld als

er problemen zijn.”

Page 69: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 69

De voorzitter vindt het jammer dat regionale vergaderingen een lage opkomst kennen. “Ik snap dat velen al druk genoeg zijn en als ze tijd hebben liever aandacht aan hun gezin besteden dan die avond naar een vergadering gaan. Toch doe je daar heel veel kennis op, die je weer kunt investeren in je bedrijf.”Zelf probeert het provinciaal bestuur zijn tijd efficiënt te plan-nen. “Vanaf dit jaar vergaderen we daarom niet drie keer, maar vier keer per jaar. Voorheen liepen onze vergaderingen altijd uit tot na elven. We redden het gewoonweg niet in twee uur, ook niet met een planning. Vandaar dat we hebben besloten vier keer per jaar te gaan vergaderen, waardoor we ons wel aan die twee uur kunnen houden. Ook zorgen we er nu voor dat we ons voor de vergadering al ingelezen hebben, zodat we dat niet tijdens de vergadering hoeven te bespreken. Dat scheelt enorm veel tijd.”Daarnaast kiest de voorzitter er ook specifiek voor de kerst-boom niet te veel op te tuigen. “We kiezen liever een paar onderwerpen waar we ons echt helemaal hard voor kunnen maken dan veel onderwerpen waaraan we maar oppervlakkig aandacht kunnen besteden.”

Lange ademOm die reden heeft elk bestuurslid ook een eigen taak en on-derwerp. De belangrijkste onderwerpen in de provincie zijn verkeer en scholing. Het bestuur maakt zich hard voor het rij-den met trekkers op 80 km/u-wegen om de verkeersveiligheid in dorpskernen te verhogen. Enkele voorbeelden zijn Flerin-gen en Hardenberg. “We hebben ons er sterk voor ingezet om hier verandering in gang te zetten. De provincie ziet nu beter in waarom landbouwverkeer op de rondweg zou moeten. We trekken hierin samen op met de lokale LTO-afdeling. Het is al-leen jammer dat verandering van wetgeving zo lang op zich laat wachten.”Scholing is ook een belangrijk aandachtspunt, al zijn ook hier nog niet heel concrete verbeterpunten te zien. “Het is iets van de lange adem. We zijn wel zo ver dat elk bestuurslid één of twee middelbare scholen onder zijn hoede heeft genomen en daar regelmatig contact mee heeft. We hopen hierdoor meer informatie te kunnen brengen, maar ook te kunnen halen.”Op deze manier probeert de sector invloed uit te oefenen op het lesmateriaal. Toch is het lastig dit tot in de praktijk door te voeren, merkt Reimink. “Zo vinden wij dat er in het onderwijs veel meer aandacht zou moeten zijn voor theoretische bodem-kennis, maar de school heeft daar gewoonweg geen uren voor. Ook had ik een tijd terug een oude trekker kapot. Ik heb aange-boden hem op school neer te zetten, het handje onderdelen dat ervoor nodig was te bezorgen, zodat de leerlingen eraan konden sleutelen. Ik had die trekker de komende vier maanden

toch niet nodig. Maar met een paar uur techniek in de week gingen die leerlingen dat niet eens in twee jaar redden.” Toch zet het bestuur door. “Een goede opleiding voor die jon-gelui is ontzettend belangrijk voor onze sector.”

Jonge ondernemers betrekkenNiet alleen via de school, maar ook in het veld zelf wil Reimink de aandacht focussen op de jonge ondernemer. Het bestuur probeert daarom de jaarlijkse contactdag ook interessant ge-noeg te maken voor de jongere generatie. Zo werd vorig jaar FC Twente bezocht en staat er dit jaar een bedrijfsbezoek aan een bedrijf buiten de sector op de planning. “Het is goed om verder te kijken dan je eigen bedrijf. Dat willen we de jonge ondernemers meegeven. Ik zie dat ook terug in mijn werk als voorzitter. Je vergroot je netwerk, doet nieuwe kennis op. Dat is alleen maar in je eigen voordeel. Zo stap ik nu ook gemak-kelijker naar een wethouder toe als het gaat om mijn eigen bedrijf. Ik ken hem nu eenmaal vanuit mijn functie binnen het bestuur van CUMELA Overijssel.”

TEKST & FOTO’S: Marjolein van Woerkom

Cumelabedrijven OverijsselDeze afdeling heeft 182 leden. 9,4 procent van de leden van CUMELA Nederland is gevestigd in Overijssel. De gemiddelde omzet per bedrijf in Overijssel is € 2.841.000,-. Dit is 43 procent meer dan het landelijke gemiddelde.

Tijdens de Contactdag Overijssel in 2014 nam het regionale bestuur plaats in de bestuurskamer van voetbalclub FC Twente!

Page 70: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201570

ondernemen met cumela

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoog-te blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

CUMELA.NL

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL

• In Duitsland wordt een Sachkundenachweis (spuitlicentie) ingevoerd. Wat betekent dat voor mijn spuitwerk in Duitsland?

• Mag ik buiten het uitrijseizoen mest transpor-teren op basis van de boer-boervoorwaarden?

• Mijn medewerker verzet zonder toestemming een auto of een machine van een opdracht-gever. Is een eventuele schade verzekerd?

• Tot wanneer kan ik nog een trekkercertificaat halen?

• Als er bij een werk van stoffelijke aard ook trans-portwerk wordt gedaan, geldt voor dat trans-portwerk dan ook de btw-verleggingsregeling?

REGISTRATIEPLICHT WERKZAAMHEDEN IN DUITSLAND

Werknemers die tijdelijk vanuit Nederland (de-tachering) worden uitgezonden naar Duitsland voor het verrichten van werkzaamheden moeten vanaf 1 januari 2015 in Duitsland worden geregis-treerd bij de Zoll. De verplichting is echter per 1 januari 2015 uitgebreid naar andere branches en werkzaamheden, waaronder ook agrarische en andere groene/cultuurtechnische (inclusief tui-nen) werken. Een dergelijke registratie is al langer bekend bij het werken op een bouwplaats. Deze verplichting hangt samen met het verder invoe-ren van wettelijke minimumlonen in Duitsland.

GOEDE SNIJMAÏS TELEN BIJ LAGERE BEMESTINGSNORMEN

Ondanks de lagere bemestingsnormen is het mo-gelijk om een goed gewas te telen. De meest effec-tieve maatregelen daarvoor zijn het bemesten met organische mest in de rij, het telen van een geslaagd vanggewas en zorgen dat naast stikstof en fosfaat ook de overige elementen en omstandigheden optimaal zijn. Pas de teelt van snijmaïs dus akker-bouwmatig aan. Tijdens een studiemiddag van de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen werd een overzicht gegeven van het onderzoek dat hiervoor is gedaan. Extra meerwaarde waren drie cu-melabedrijven die vanuit de praktijk aangaven hoe zijn bezig zijn met professionele maïsteelt. In een web-only artikel deze week in de nieuwsbrief van Grondig gaan we verder in op de mogelijkheden om deze maatregelen in te passen in de bedrijfsvoering.

VRIJSTELLING CODE 95 VOOR OUDERE CHAUFFEURS VERVALT

De vrijstelling van code 95 voor beroepschauffeurs met vrachtauto- (C) en/of busrijbewijs (D) die zijn ge-boren vóór 1 juli 1955 komt per 1 juni 2015 te verval-len. Tot op heden kregen deze chauffeurs de code 95 automatisch bijgeschreven op het rijbewijs. De Europese Commissie heeft Nederland opgedragen om uiterlijk per 1 juni 2015 de regelgeving aan te pas-sen, omdat de huidige regelgeving in strijd is met de Europese Richtlijn Vakbekwaamheid.

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN

Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gra-tis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen.• Gezonde werknemers op vervuilde grond. In-

spectie SZW is campagne gestart om de ge-zondheid van werknemers te waarborgen.

• CUMELA Nederland biedt meer dan u denkt• Kink in de kabel, deel 1. Wie is verantwoordelijk

voor graafschade?• Kink in de kabel, deel 2. Wie betaalt de rekening

bij graafschade?• Kies het juiste contract. Veranderingen in het

arbeidsrecht

OOK OP CUMELA.NL

• Kort verslag vergadering sectie Meststoffendis-tributie van 2 februari 2015

• Wijziging SVMS-013: eisen aan slooplocatie• Kenteken goedkoper• Laboratoria mogen mestmonsters weer in be-

handeling nemen• Noord-Holland past ruimtelijke verordening

aan

CONTACTDAGEN 2015

De afgelopen weken vonden er diverse contactdagen plaats. De al-gemene ledenvergaderingen werden gecombineerd met vele interessante presentaties, excursies en bedrijfsbe-zoeken. Hieronder ziet u een sfeer-impressie van de diverse contactdagen.

Deelnemers aan de Contactdag Gelderland gingen op excursie naar het Binnenhof

Voorafgaande aan de vergadering konden de bezoekers van de Contactdag Zeeland een rondleiding krijgen bij Jac. Rijk BV in Ritthem.

De CUMELA-leden uit Noord-Brabant gingen voorafgaand aan de Contactdag op excursie naar Kuhn Geldrop BV of de Staad Groep.

De deelnemers aan de Contactdag Overijssel hebben bedrijfsbezoeken gebracht aan Prima Equipment en OBO Banden.

Page 71: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 71

25 JAAR KRING ALBLASSERWAARD-VIJFHEERENLANDEN

Ter gelegenheid van het vijfde lustrum had het bestuur van Kring Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een prima verzorgde dagtrip georganiseerd. Meer dan veertig collega’s stapten donderdag 5 februari in de bus naar de Claas-Fabriek in Duitsland. Na een voorspoedige terugreis sloten nog eens vijftien collega’s aan voor het afsluitende diner. Later dit jaar wordt het jubileum nog een keer gevierd met een barbecue voor de leden van de kring.

ACTIEF IN GEWASBESCHERMING IN DUITSLAND? VRAAG UW SACHKUNDENACHWEIS AAN VOOR 26 MEI!

Zoals elke Europese lidstaat voert ook Duitsland dit jaar een ‘spuitli-centie’ in voor personen die werkzaamheden verrichten met gewas-beschermingsmiddelen: het zogeheten Sachkundenachweis (SKN). Na 26 november 2015 is het dus niet meer mogelijk om zonder SKN werk-zaamheden met gewasbeschermingsmiddelen te verrichten in Duits-land. Ook kunt u na deze datum niet meer voor professioneel gebruik in Duitsland toegelaten middelen ophalen zonder het SKN te tonen. Op cumela.nl leest u hoe u dit Sachkundenachweis kunt aanvragen.

VOORZITTER

Teake de Boer Voorzitter sectie Grondverzet en cultuurtechniek CUMELA Nederland

Wegens bewezen onbekwaamheidWie ondernemingen vergelijkt met de grote keizerrijken van vroeger merkt al gauw dat er sterke overeenkomsten zijn. Het Romeinse im-perium kende vier fasen: ontstaan, top, verval en einde. Geen enkel bedrijf haalt de eeuwigheid of zelfs een fractie daarvan. Het bedrijfsleven noemt het managementdecadentie. Wat zien we met een treurig voorspelbare regelmaat telkens en telkens weer ge-beuren? Een bedrijf ontstaat, beleeft een groei, stagneert daarna en vervolgens is het puinruimen.

Waarom die noodlottige parabool? Een groot deel van het antwoord ligt besloten in het management. Dat creëert in fasen zijn eigen on-dergang. Managers zijn ook maar mensen, dus behept met angsten, vooroordelen, begrensde kwaliteiten, ambities, paranoia, stress en vermoeidheid. Vaak zijn het de medewerkers die ambitieus, ijverig en gehoorzaam zijn.

Te vaak zijn managers te allen tijde bereid om de hielen van de mees-ter te likken en af te schermen van de werkvloer. Wie benoemt hem of haar? De directe superieur. Waarom? Niet omdat de beoogde kandi-daat zo geschikt is gebleken, maar juist vanwege het omgekeerde. De manager vertegenwoordigt geen enkel gevaar. Hij wordt bedrijfslang veroordeeld tot dankbaarheid en hondentrouw en zal nimmer het baasje overvleugelen. Vanwege bewezen onbekwaamheid wordt hij voortdurend gepromoveerd. Wanneer dit mechanisme in werking treedt, begint de ondergang van het bedrijf. Het gaat verder met mid-delmatigen.

Maar het kan ook anders. Werkelijk talent dat kritisch is, dat de nek durft uit te steken, dat visie vertoont, dat enige strategische notie heeft, heeft de toekomst. Laten we dus niet in de valkuil stappen van de ambitieloze manager. Geef, hoe moeilijk het ook is, medewerkers een kans om zich te bewijzen.

In elk nummer van Grondig op deze plaats een column van één van de sectie-voorzitters van CUMELA Nederland. Deze keer Teake de Boer, voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek.

NIEUWE LEDEN

De afgelopen periode hebben zich tien nieuwe leden ingeschre-ven bij CUMELA Nederland.• Johan Briels Grondverzetbedrijf Roggel• Schuurmans Helvoirt Verhuur BV Helvoirt• Fa. P. Muntjewerf en Co. Breezand• Frank Slots Kessel• P.W.P.M. van Beers BV Vessem• Mulder Groenvoorziening VOF Dalerveen• Reijm Nieuwerkerk BV Nieuwerkerk aan den IJssel• Bas Wilms Merselo• Kooyman BV De Kwakel• Raaijmakers Mestdistributie Schoondijke

Page 72: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201572

ondernemen met cumela SECTORPLAN AGRARISCH EN GROEN

“Leerlingen moeten weer volwaardig gekwalificeerd van school komen”Voortvloeiend uit het sectorplan Agrarisch en Groen gaat CUMELA Nederland nu ook met maatregel 4 en 5 aan de slag.

Die richten zich op het verhogen van de kwaliteit van leerlingen en jonge medewerkers.

Het sectorplan Agrarisch en Groen kent in totaal zes maatre-gelen, waarvan er drie betrekking hebben op de deelsector Loonwerk (zie kader). De eerste maatregel in deze deelsector, levensfasebewust personeelsbeleid, is gericht op werkge-vers en werknemers en vindt plaats op individuele bedrijven (zie Grondig 1). De andere twee maatregelen focussen zich vooral op de kwalificatiedriehoek school-leerling-leerbe-drijf, waarbij de leerling het uitgangspunt is. “In tegenstelling tot het verleden worden werkgevers regelmatig geconfron-teerd met een te grote afstand tussen hetgeen de leerling op school leert en de praktijk op het bedrijf en de cultuur van de sector. Dat zorgt ervoor dat het lastig is voor werkgevers en jonge medewerkers om succesvol samen te werken”, stelt

Jannie Takkebos, projectleider van het sectorplan loonwerk. “We zien dat leerlingen nu niet volwaardig gekwalificeerd van school komen, waardoor de aansluiting op de praktijk moeizaam gaat. Daarnaast is uitval van leerlingen tijdens de opleiding een groot risico. Dat is een gemiste kans, want jon-geren zijn hard nodig gezien de economische omstandighe-den en met het oog op de naderende vergrijzing.”

Meer praktijkbegeleidingCUMELA Nederland gaat zich daarom, in samenwerking met de sociale partners, inzetten om deze kloof te dichten. De eerste maatregel, maatregel 4 uit het sectorplan, betreft ex-tra praktijkbegeleiding van jonge medewerkers. Deze richt zich op de BBL-leerling van met name het eerste leerjaar die vier dagen in de week werkzaam is op een bedrijf en één dag in de week naar school gaat. “We merken dat deze leerling soms onvoldoende wordt begeleid en gestimuleerd, bij-voorbeeld om door te stromen naar een hoger niveau”, zegt Takkebos. “De scholen staan ook onder druk. Zo bezoekt de stagebegeleider in het gunstigste geval de leerling twee keer per jaar op het leerbedrijf, maar door de veranderde omstandigheden staat de kwaliteit van deze bezoeken soms onder druk. Daarnaast kijkt de stagebegeleider vaak alleen naar het functioneren van de leerling.”Ook het leerbedrijf zelf heeft echter vaak niet de tijd of de mogelijkheden om de leerling verder te ontwikkelen naar een hoger niveau of om hem te helpen bij zijn loopbaanont-wikkeling, weet Takkebos uit ervaring.

OndersteuningDe extra praktijkbegeleiding wordt in de vierde maatregel vormgegeven door de inzet van externe praktijkbegeleiders, die de kwalificatiedriehoek school-leerling-leerbedrijf moe-ten gaan ondersteunen. “Hierdoor kunnen we ervoor zorgen dat de leerling in plaats van twee keer vier keer per jaar wordt bezocht op het leerbedrijf. Daarnaast kijkt de externe prak-tijkbegeleider niet alleen naar de leerling, maar ook naar de kwaliteit van het leerbedrijf”, legt de projectcoördinator uit.

Page 73: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 73

SECTORPLAN AGRARISCH EN GROENHet inzetten van externe praktijkbegeleiders zorgt voor winst op meerdere vlakken. Behalve dat hij de leerling kan ondersteunen in de uit te voeren opdrachten kan hij ook zo nodig helpen de relatie tussen leerbedrijf en school te verbe-teren en knelpunten op te lossen die zich eventueel tussen leerling en leerbedrijf voordoen. Daarnaast kan de externe praktijkbegeleider, door zijn of haar ervaring, optreden als examinator bij de proeven van bekwaamheid bij andere leerlingen en medewerkers. Ook kan deze begeleider de leerling begeleiden bij zijn loopbaanontwikkeling. “Stel dat een leerbedrijf niet de tijd en machines heeft om de leerling bepaalde vaardigheden aan te leren”, geeft Takkebos als voorbeeld. “Wellicht dat het leerbedrijf de stagiair dan kan uitlenen aan een collega-leerbedrijf, zodat de leerling ook ervaring opdoet met een ander specialisme en zo eens in de keuken kijkt van een ander bedrijf.” Het is wel de bedoeling dat de externe praktijkbegeleider een aanvullende rol gaat spelen, benadrukt ze, en dus niet het werk overneemt van de stagebegeleider van de school.

ToetsingDe verwachting is dat deze vierde maatregel uiteindelijk zorgt voor een betere motivatie van de leerling, waardoor uitval vermindert en de leerling volwaardig gekwalificeerd van school komt. Daarnaast wordt de ondernemer gestimu-leerd om een optimaal leerbedrijf te zijn en de begeleider wordt ondersteund in het uitvoeren van zijn taken. Of deze resultaten ook daadwerkelijk worden behaald, is af-wachten. Tijdens de projectperiode, die tot september 2016 loopt, wordt getoetst of de inzet van externe praktijkbege-leiders toegevoegde waarde heeft. Het project wordt onder 350 BBL-leerlingen uitgevoerd.

Extra praktijkdagenMaatregel 5 uit het sectorplan betreft diezelfde kwalificatie-driehoek. Ook daar is het doel de leerling volwaardig gekwa-lificeerd van school te laten komen, hierbij met de inzet van extra praktijkdagen. “Scholen en leerbedrijven hebben vaak moeite met het aanbieden van voldoende beroepspraktijk-vorming”, zegt Takkebos. “Regelmatig hebben scholen niet de mogelijkheid om op eigen locatie leerlingen te leren werken met bijvoorbeeld oogstmachines of hen cultuur-technisch werk te laten verrichten, en dit lukt ook niet op het leerbedrijf. Soms kan dit worden opgelost door aanvul-lende trainingen op bijvoorbeeld een praktijkschool, maar gezien het feit dat de praktijkleergelden verdwijnen, blijven er voor de leerlingen steeds minder mogelijkheden over om ruime praktijkervaring op te doen. Daardoor ronden leerlin-gen hun opleiding af zonder de specifieke vaardigheden te bezitten die nodig zijn in de sector, zoals het bedienen van zware machines. De nieuwe werkgever moet daar dan weer in investeren en heeft daar niet altijd de tijd en de financiële middelen voor.”

Nieuwe praktijklocaties gezochtMet extra praktijkdagen, vijf per jaar, moet de kwaliteit van de leerlingen naar een hoger niveau worden getild. Om dit te kunnen realiseren, is Takkebos op zoek naar nieuwe prak-tijklocaties bij bedrijven in de sector. Ze doet daarvoor een oproep aan alle bedrijven die onder de CAO-LEO vallen. “We zoeken bedrijven die graag een bijdrage leveren om (groe-pen) jonge mensen het vak te leren. Het zou prachtig zijn als er bedrijven reageren die al een trainingsruimte, machines en een instructeur ter beschikking hebben, maar reageer ook als de omstandigheden het mogelijk maken om dit met enige ondersteuning op korte termijn te realiseren. We zoe-ken dus bedrijven die al snel een praktijklocatie zouden kun-nen zijn. Leerlingen zouden dan op deze bedrijven trainin-gen kunnen volgen.” Daarbij zijn er een aantal specifieke thema’s uitgelicht waar-op de trainingen zich kunnen focussen, zoals werken met grondverzetmachines, werken met GPS, grote oogstma-chines en veilig langs de weg werken. “Stel dat een bedrijf gespecialiseerd is in het aanleggen en onderhouden van sportvelden, een praktijkruimte heeft en een iemand be-schikbaar heeft die uitleg kan geven, dan kan dit bedrijf zich aanmelden. Ik kom dan langs, bekijk of het bedrijf inderdaad geschikt is en wat de mogelijkheden zijn”, legt Takkebos uit. Voor het desbetreffende bedrijf biedt dit ook kansen in de vorm van een nieuwe inkomstenbron. “Logischerwijs staat hier een financiële vergoeding tegenover. We komen alleen tot een duurzame oplossing als de inzet van mensen en ma-chines voldoende wordt betaald.” Voor zowel voor maatregel 4 als 5 kunnen geïnteres-seerde leerbedrijven die onder de CAO-LEO vallen zich aanmelden bij projectleider Jannie Takkebos via e-mail [email protected] of bellen naar 06-13546996.

TEKST: Marjolein van WoerkomFOTO: CUMELA Communicatie

Langer gezond en productief doorwerkenHet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in april 2013 met een plan-gekomen om per sector de Nederlandse arbeidsmarkt klaar te maken voor de toekomst. De sectoren Agrarisch en Groen werden hierbij samengevoegd en van de betrokken sociale partners werd verwacht met een sectorplan te komen. Omdat elke deelsector, zoals Loonwerk, zijn eigen specifieke knelpunten heeft en eigen oplossingsrichtingen behoeft, zijn er in het uiteindelijk sectorplan Agrarisch en Groen drie maatregelen opgenomen die van toepassing zijn op de loonwerksector. Deze maatregelen moe-ten ervoor zorgen dat medewerkers in de cumelasector langer gezond en productief kunnen doorwerken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Scholing en ontwikkeling moeten een basis leggen voor een goede toekomst voor de huidige werkenden in de sector en voor jonge, nieuwe werknemers die aan het begin van hun loopbaan staan. CUMELA Nederland werkt hierbij samen met CNV Vakmensen, Het Zwarte Corps en FNV Bondgenoten onder de paraplu van Colland.

Page 74: Grondig 2 - 2015

DoorzaaiMaxHet mengsel dat al bij lage bodemtemperaturen goed kiemt.

De beste grasmengsels van Nederland

Postbus 1 • 4420 AA Kapelle • Tel. +31 (0)113 347 911 • Fax +31 (0)113 330 110 • www.innoseeds.nl • [email protected]

Page 75: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 75

ondernemen met cumela GRAAFSCHADE

Afname schades door gebruik van Klic AppNa een periode van een minimale afname van het aantal graafschades kwam enige tijd geleden eindelijk het lang verwachte po-

sitieve bericht. Vier grote netbeheerders noteerden over de eerste acht maanden van 2014 veel lagere schadecijfers dan anders.

De cijfers zijn zeven tot drieëntwintig procent lager dan in voorgaande jaren. Gebr. Van Vijfeijken uit Someren heeft het aantal

schades kunnen beperken met het gebruik van de speciale Klic App.

Al jaren worden er campagnes gevoerd om het aantal schades aan ondergrondse netten te verminderen. De sleu-tel ligt volgens Twan Joosten van CUMELA-lid Gebr. Van Vijf eijken in Someren echter niet alleen bij bewustwording of het opleggen van een werkwijze. Je moet het de mensen aan de sleuf ook gemakkelijker maken met tools die ze uit eigen beweging gebruiken. En juist in dat laatste is, volgens Joosten, GOconnectIT met de Klic App geslaagd.

Echt gebruiktGOconnectIT is een bedrijf dat ICT-oplossingen biedt voor grondroerders. Omdat het bedrijf is opgestart door mensen die zelf aannemer zijn geweest, sluiten de oplossingen aan bij de praktijk. De onderneming heeft nu dus een oplossing ontwikkeld die zowel de mensen op kantoor als de mensen in het veld daadwerkelijk ondersteunt. Met de Klic App staat een Klic-melding binnen enkele minuten op je tablet of smart-phone. Vervolgens ziet de gebruiker in het veld met behulp van het GPS in zijn apparaat zijn actuele positie in de tekening. Vooral bij werkzaamheden zonder vaste referentiepunten is dit erg waardevol. Daarnaast is het mogelijk afstanden te meten met behulp van het digitale meetlint wanneer maatvoering ontbreekt. Zo kan worden gemeten uit bijvoorbeeld een sloot-kant, inrit, dam of andere op de tekening zichtbare punten. De gebruiker kan lagen aan- en uitzetten en op de tekeningen in-zoomen. Wanneer er contact moet worden opgenomen met

een netbeheerder zijn de gegevens daarvan direct in de Klic App te zien. Met deze functionaliteit zorgt de Klic App ervoor dat de Klic-gegevens door alle belanghebbenden in een pro-ject daadwerkelijk worden gebruikt. Dit in tegenstelling tot de papieren Klic-gegevens, die in veel gevallen voornamelijk aan-wezig zijn om geen boete van Agentschap Telecom te krijgen.

KostenNaast de functionaliteit past ook het commerciële model volledig bij de markt: betalen puur op basis van gebruik, dus geen investeringen in softwarelicenties. Het gebruik van de Klic App kost circa € 10,- per graafmelding. Maar, zegt Joos-ten, daar staan aanzienlijke besparingen tegenover. Zo hoef je de informatie niet meer te printen. Bij een iets grotere klus gaat het al om meerdere pakketjes, wat enorm veel tijd en papier kost. Maar, zegt hij ook, veel belangrijker is het dat de medewerkers de informatie altijd bij zich hebben; ze hoeven niet eerst naar de keet te lopen. En doordat je de informa-tie aan de sleuf hebt, je positie kunt bepalen, kunt meten en kunt inzoomen, dring je het aantal schades terug.

TEKST: Jan van der Leijsecretaris grondverzet en cultuurtechniek

Preventie Service Inmiddels heeft GOconnectIT een uitbreiding gelanceerd, de Preventie Service. Hiermee kunnen in het veld preventiemaatregelen worden geregistreerd, op basis waarvan vanuit kantoor actief kan worden gestuurd. Zo wordt de GPS-positie van de gebruiker om de paar seconden automatisch opgeslagen, is het mogelijk afwijkende situaties te registreren en kunnen proefsleuven direct met een foto en opmerkingen worden vastgelegd. Tevens biedt de Preventie Service als extra hulpmiddel een overzicht wat er in de proefsleuf zou moet worden aangetroffen. Zo wordt de gebruiker actief op de hoogte gebracht wanneer een kabel niet wordt gevonden.

Page 76: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201576

ondernemen met cumela TOOLBOX: LEREN VAN ONGEVALLEN

Voorkom ongevallen met maaibalkenLeren van ongevallen is een nieuwe loot in de serie toolboxen die af en toe voorbij zullen komen. Daarin

behandelen we een aantal ongevallen en wat de gevolgen waren voor werkgever en werknemer. Als eerste

een tragisch ongeval in 2013.

SituatieOp 19 juni 2013 vond er een afschuwelijk verkeersongeval plaats. Op een oversteekplaats, zonder zebrapad, werden twee vrouwen van 88 en 85 jaar aangereden door een trek-ker met maaibalk. Zij zijn beiden ter plaatse overleden. De trekker was aan de voorkant voorzien van een giek met een maaibalk (zoals op de foto). De trekker mocht maximaal 25 kilometer per uur rijden. De trekkerchauffeur reed met een snelheid van ongeveer 40 kilometer per uur (zonder af te remmen) op de oversteekplaats voor voetgangers af. De slachtoffers bevonden zich al op die oversteekplaat. Het zicht werd voor de trekkerchauffeur ernstig beperkt door de giek met maaibalk. De trekkerchauffeur heeft de slachtoffers niet gezien, totdat zij, enkele meters voor hij die oversteek-plaats bereikte, recht voor zijn trekker liepen. Door het be-perkte zicht door de giek kon hij ze ook niet zien.

FeitenDe rechtbank concludeert dat de trekkerchauffeur erg on-voorzichtig heeft gereden. Hij reed harder dan hij mocht en de chauffeur heeft niet gecontroleerd of er zich iemand

voor zijn trekker bevond. (door opzij te buigen en op die ma-nier langs de giek te kijken). De verdachte reed met een heel groot voertuig, had beperkt zicht en reed met een te hoge snelheid, terwijl hij moest begrijpen dat hij hiermee een gro-ter risico op een ongeval liep.

Beslissing rechtbankDe rechtbank heeft de trekkerchauffeur veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, een taakstraf voor de duur van 240 uur en een rijontzegging van één jaar.

Wat kun je leren van dit ongeval?Kijk eens eerlijk naar je eigen rijgedrag. Minder jij vaart als je een oversteekplaats nadert? Rijd je wel eens te hard? Ook op plaatsen waar dat eigenlijk niet kan? Of als je beperkt zicht hebt? Had dit ongeval jou ook kunnen overkomen? Wat kun je doen om te zorgen dat dit jou niet overkomt?

Wees jezelf ervan bewust dat andere weggebruikers niet door heb-ben wat jouw zicht vanuit de trekker is.

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Zicht vanuit trekker wanneer maaiarm in transportstand hangt.

Page 77: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 77

Cursus Veilig rijdenMenselijke fouten ver-oorzaken de meeste on-gelukken in het verkeer. Veilig deelnemen aan het verkeer met (land)bouwvoertuigen begint wat CUMELA Nederland betreft met veilig en goed herkenbaar materieel. De brancheorganisatie wil de verkeersveiligheid van (land)bouwvoertuigen in de sector verhogen. CUMELA Neder-land onderzoekt op welke manier een cursus Veilig rijden met (Land)bouwvoertuigen en grondverzetmachines moet worden ontwikkeld om inzicht te geven en bewustwording te creëren in het gedrag van de chauff eur. In een pilot, met een ervaren op-leider, is onlangs onderzocht welke onderwerpen, welke theorie en situaties hier het beste bij passen. De pilot is bij Harthoorn BV in Vlissingen in de praktijk uitgevoerd. CUMELA Nederland on-derzoekt momenteel welke mogelijkheden er zijn om een cursus veilig rijden te ondersteunen met e-learning.

Tips en adviezen• Rijd altijd voorzichtig. Dit geldt ze-

ker in situaties met beperkt zicht.• Houd je aan de snelheid en pas je rijsnelheid aan, aan de combi-

natie waarmee je op pad gaat, maar ook aan de verkeersituatie.• Blijf continu opletten, laat je niet afleiden door bijvoorbeeld je

telefoon of andere dingen. Veel handelingen doen we onbe-wust. Realiseer je dat wij maar aan één ding bewust tegelijker-tijd kunnen denken.

• Medeweggebruikers beseffen niet dat de giek jou het zicht (enigszins) belemmert. Ga er niet van uit dat zij daar rekening mee houden.

• Rem tijdig af, kijk om de giek heen en overtuig je zelf dat de weg vrij is als je een situatie zoals hierboven beschreven nadert.

• Kies de meest gunstige route naar een bestemming. Kies die route waar de minste verkeersdeelnemers worden verwacht, de wegen overzichtelijk zijn et cetera.

• Voorkom haast door een goede (ruime) planning. Neem con-tact op met je leidinggevende als het niet lukt om de planning te halen. Gejaagd rijden levert over het algemeen maar weinig tijdwinst op en helpt dus niet bij een planning die in de soep loopt.

• Verwisselbare uitrustingsstukken die meer dan één meter voor het voertuig uitsteken, moeten aan de voor-zijde zijn voorzien van een lengtemarkering.

TEKST: Peter BrediusStigas-preventieadviseur en hoger veiligheidskudige

Steekt een verwisselbaar uitrustings-stuk meer dan één meter uit, voorzie deze dan van lengtemarkering.

RECHT(T)ERZIJDE

Concurrentiebeding

Door de nieuwe arbeidswetgeving (Wet werk en zekerheid) worden de mogelijkheden voor het opnemen van een concurrentiebeding beperkt. In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (in de CAO-LEO een los dienstverband genoemd) die op 1 januari 2015 of een la-tere datum worden aangegaan, kan geen concurrentiebeding meer worden opgenomen, tenzij dat concurrentiebeding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Concurrentiebedingen in op 1 januari 2015 al lopende tijdelijke contracten blijven nog wel geldig.

Als een werkgever vanaf 1 januari 2015 in een tijdelijke arbeids-overeenkomst toch een concurrentiebeding wil opnemen, moet hij schriftelijk motiveren om welke belangen het gaat en waarom die belangen opname van het concurrentiebeding noodzakelijk maken. Volgens de toelichting op de Wet werk en zekerheid moet het daarbij gaan om tijdelijke specifieke werkzaamheden of om specifieke functies die maken dat het voordeel van de werkgever bij opname van het concurrentiebeding opweegt tegen het nadeel daarvan voor de werknemer. Concrete voorbeelden van dergelijke zwaarwegende belangen geeft de regering niet, maar ik kan mij voorstellen dat een bedrijf dat concurrentiegevoelige werkzaamhe-den uitvoert best een concurrentiebeding kan opnemen. Het con-currentiebeding zal aan bovenstaande voorwaarden moeten vol-doen zowel op het moment waarop het is overeengekomen als op het moment waarop de werkgever een beroep doet op het beding.Volgens de nieuwe regeling kan een concurrentiebeding in een tijdelijk contract in drie situaties ongeldig zijn: de motivering ont-breekt, het beding is volgens de rechter niet noodzakelijk met het oog op de door de werkgever vermelde belangen of de werknemer wordt volgens de rechter te zeer benadeeld door het concurrentie-beding.

Bij de behandeling van het wetsvoorstel is het relatiebeding niet ter sprake gekomen. Omdat de rechter het relatiebeding als een vorm van het concurrentiebeding beschouwt, lijkt het raadzaam om een relatiebeding op dezelfde wijze te motiveren als het concurrentie-beding.

Sander van MeerAdvocaat CUMELA Nederland

Page 78: Grondig 2 - 2015

ondernemen met mensen VERKEER EN VERVOER

GRONDIG 2 201578

Grondtransport met landbouwtrekkersRegelmatig wordt bij aanbestedingen voor grondverzetwerkzaamheden de inzet van landbouwtrekkers met kippers en knik-

dumpers uitgesloten. Reden is de misvatting dat grondtransporten met deze voertuigen niet zijn toegestaan. Een hardnekkig

misverstand is namelijk nog steeds dat trekkers alleen voor agrarische doeleinden mogen worden ingezet. Nog los van het feit

dat het misschien in strijd is met de Aanbestedingswet.

De aanleiding hiervoor komt door de oude wet- en regelge-ving, namelijk de Wegenverkeerswet 1935 en het Wegenver-keersreglement 1950 (WVR). In 1995 zijn deze vervangen door de Wegenverkeerswet 1994 en het Voertuigreglement. Er was onder de oude verkeerswetgeving geen vergaand onder-scheid gemaakt tussen categorieën voertuigen. Het WVR ken-de alleen de categorieën motorrijtuigen en aanhangwagens. Het soort gebruik dat er van de voertuigen werd gemaakt, was bepalend voor de technische eisen die aan de voertuigen werden gesteld. Afhankelijk van het soort gebruik kon een landbouwtrekker een landbouwvoertuig zijn, maar ook een vrachtauto. Door de statusverandering kon opeens een rijbe-wijs opeens wel verplicht zijn, een andere maximum snelheid gelden of witte diesel moeten worden getankt.

Gebruik buiten de wegArtikel 18 van het oude WVR heeft betrekking op motor-rijtuigen bestemd voor gebruik buiten de wegen. Hierin staan de minimale eisen waaraan deze motorrijtuigen moe-

ten voldoen. Daarbij moest de eigenaar of houder van het motorrijtuig aantonen dat het voertuig zich op de open-bare weg bevond om buiten de weg te worden gebruikt of wordt gebruikt ten behoeve van landbouwbedrijven. Van-zelfsprekend vielen voertuigen voor gebruik door land- en tuinbouwbedrijven eronder, maar ook motorvoertuigen van loonbedrijven en verveningsbedrijven worden gezien als ten behoeve van het landbouwbedrijf. Ook zelfrijdende werktuigen zoals maaidorsers en mobiele graafmachines vielen onder voertuigen voor gebruik buiten de wegen. Er was in het WVR geen onderscheid tussen landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid, zoals we die nu kennen. Bijzonder was dus dat in het WVR de status van het voertuig afhing van het soort gebruik.

Eisen aan landbouwtrekkers en hun aanhangwagens:LandbouwtrekkerLengte 12,00 mBreedte 3,00 mHoogte 4,00 mAslast (aangedreven) 11,5 tonAslast (niet-aangedreven) 10,0 tonMassa (tweeasser) 18,0 tonAanhangwagenLengte 12,00 mBreedte 3,00 m*Hoogte 4,00 mAslast 10,0 ton* Vanaf 2025 mag de opbouw maximaal 2,55 meter breed zijn en

de breedte over de banden maximaal 3,00 meterVoertuigcombinatie met ladingLengte 18,00 mMassa 50,0 tonAslast (aangedreven) 11,5 tonAslast (niet-aangedreven) 10,0 tonZwaailichtVerplicht wanneer het voertuig breder is dan 2,60 meter

AanbestedingswetEisen en/of bepalingen in een bestek mogen niet in strijd zijn met het gelijk-heidsbeginsel. Immers, één van de grondbeginselen van de Aanbestedingswet is ‘non-discriminatoir’.Dit betekent dat het uitsluiten van specifi eke vervoermiddelen, bijvoorbeeld een landbouwtrekker met kipper, niet is toegestaan en moet worden gezien als een inbreuk op de vrijheid van de aannemer om zijn werk zelf te organiseren. De keuze van het vervoermiddel wordt door een aannemer gedaan op basis van specifi eke extra kwaliteiten van het vervoermiddel; noodzakelijk voor en pas-send bij de uitvoering. Een bestek heeft tot doel een werk tot stand te brengen met een bepaalde kwa-liteit. De keuze van de in te zetten bedrijfsmiddelen is daarvoor meestal niet bepalend. Zou dat wel het geval zijn, dan dient dit functioneel in het bestek be-schreven te staan. Er kunnen omstandigheden zijn, bijvoorbeeld met het oog op het wegbeheer, dat bepaalde vervoermiddelen niet wenselijk zijn. We kunnen ons een situatie voorstellen dat in de bebouwde kom met smalle straten beper-kingen aan de afmetingen en aslasten worden gesteld. Dit kan, indien gemoti-veerd, ook zo in een bestek omschreven zijn.

Page 79: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 79

VERKEER EN VERVOER

Vaste status voertuigIn het Voertuigreglement dat in 1995 van kracht werd, zijn de voertuigeisen bewust losgekoppeld van het soort gebruik van voertuigen. Het is immers merkwaardig dat de toegesta-ne afmetingen en massa’s voor een voertuig afhangen van het soort gebruik. Met het Voertuigreglement kwamen er een groot aantal categorieën voertuigen. De categorie ‘mo-torvoertuigen voor gebruik buiten de wegen’ uit het WVR is vervallen en daarvoor zijn de categorieën ‘landbouwtrek-kers’ en ‘motorrijtuigen met beperkte snelheid’ gekomen. Voertuigen die voldoen aan de definitie van landbouwtrek-ker moeten voldoen aan de voor landbouwtrekkers gelden-de eisen. Die eisen gelden ongeacht het gebruik dat van het voertuig wordt gemaakt. De status van het voertuig staat derhalve vast.

LandbouwtrekkerInmiddels is het Voertuigreglement op 1 mei 2009 vervan-gen door de Regeling voertuigen. Daarin staat een uitgebrei-de definitie van een landbouw- of bosbouwtrekker, namelijk: “Voertuig van de voertuigcategorie T of motorvoertuig op rupsbanden, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of mo-torrijtuig met beperkte snelheid, met ten minste twee assen en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet minder dan 6 km/u, dat voornamelijk voor tractiedoel-einden is bestemd en in het bijzonder is ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van be-paalde verwisselbare uitrustingsstukken die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd, of voor het trekken van aanhangwagens voor de land- of bosbouw; het voertuig kan zijn ingericht om een lading te vervoeren voor landbouw- of bosbouwdoeleinden of kan worden uitgerust met zitplaat-sen voor meerijders.”In deze definitie staat enkelen malen ‘voor gebruik of doelein-den in de land- of bosbouw’, maar dat is alleen om vast te stel-len of het voertuig een landbouwtrekker is. Het zegt echter

niets over het toegestane gebruik van de landbouwtrekker.Vanaf 1995 is, met de invoering van de toenmalige Regeling voertuigen, het soort gebruik dat er van een landbouwtrek-ker wordt gemaakt dus niet meer bepalend voor de status van het voertuig. Landbouwtrekkers mogen dan ook ge-woon gebruik maken van de openbare weg, ook al worden ze niet voor agrarische doeleinden ingezet. Wordt er met een landbouwtrekker grond of zand vervoerd, voor grondverzet-werkzaamheden in de civiele sector, dan is dat toegestaan. De voertuigcombinatie moet dan voldoen aan de technische eisen voor landbouwtrekkers en voor aanhangwagens ach-ter landbouwtrekkers.

EisenVoor de trekkerbestuurder is de minimumleeftijd zestien jaar. Minderjarige trekkerchauffeurs van zestien of zeventien jaar moeten voor het werken en rijden op de openbare weg een trekkercertificaat hebben. Vanaf 1 juli 2015 moeten alle trekkerbestuurders een T-rijbewijs hebben. Tot 2025 geeft een B-rijbewijs behaald voor 1 juli 2015 ook het recht om een trekker, knikdumper of grondverzetmachine te besturen. Grondtransporten uitgevoerd in opdracht van derden vallen onder beroepstransport. Het loon- of grondverzetbedrijf dat hiervoor landbouwtrekkers of knikdumpers inzet, moet dan beschikken over een Eurovergunning of een binnenlandse vergunning beroepsvervoer. In elk voertuig moet er dan een zogenaamd Eurovergunningbewijs aanwezig zijn. Dat is een door de NIWO gewaarmerkte kopie van de Eurovergunning. De chauffeur moet bij beroepsvervoer in het bezit zijn van een verklaring van dienstbetrekking (werkgeversverklaring). Verder dient er een verzekeringsbewijs aanwezig te zijn, om aan te tonen dat het voertuig een WAM-verzekering heeft.

TEKST: Hero DijkemaBeleidsadviseur verkeer en vervoer

Page 80: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201580

ondernemen met cumela NIEUWE EISEN ZUIVELINDUSTRIE

Eisen aan leveren van voedermiddelenVoor bedrijven die handelen in voedermiddelen dreigt zeer waarschijnlijk een forse toename van de kosten per 2016 als gevolg

van aangescherpte eisen vanuit de zuivelindustrie. CUMELA Nederland is in gesprek met andere ketenpartijen over de conse-

quenties hiervan en adviseert haar leden het resultaat hiervan af te wachten en zich voorlopig niet aan te sluiten bij SecureFeed.

Cumelabedrijven die ruwvoeders en enkelvoudige voeders (snijmaïs, stro, et cetera ) leveren aan een veehouder moeten nu onder andere GMP+ B3-gecertificeerd zijn. Deze cume-labedrijven krijgen zeer waarschijnlijk te maken met aange-scherpte eisen vanuit de zuivelindustrie. Naar verwachting gaat die met ingang van 2016 in haar leveringsvoorwaar-den opnemen dat diervoederleveranciers moeten zijn aan-gesloten bij SecureFeed of moeten voorzien in een gelijk-waardige borging.

SecureFeedSecureFeed is een onafhankelijke organisatie voor de bor-ging van de veiligheid van diervoeders en is ontstaan vanuit de mengvoer- en fouragebranche. Ze is opgericht om een antwoord te bieden op en vertrouwen te genereren naar aanleiding van problemen met de veevoerkwaliteit (onder andere de recente aflatoxine-affaire). SecureFeed is de op-volger van TrustFeed, een stichting waarbinnen voorname-

lijk mengvoederbedrijven samenwerkten en die is gericht op alle voedermiddelen en grondstoffen die op het veehou-derijbedrijf worden aangekocht. Duidelijk is reeds dat teler-veehouderleveranties niet binnen de reikwijdte van Secure-Feed vallen. SecureFeed is wel gericht op de handel (inkoop en verkoop) in ruwvoeders. Met dit initiatief komen de veiligheid van alle aangekochte diervoeders op het veehouderijbedrijf onder de controle van één nieuwe organisatie. De bestaande programma’s - zoals TrustFeed in de mengvoerindustrie en het CBV-programma (collectief monitoringsprogramma) van de Hisfa - worden geïntegreerd in de nieuwe organisatie. De zuivelindustrie (NZO) ondersteunt de uitgangspunten.

Eisen van zuivelindustrieTot op dit moment eist de zuivelindustrie van voerleveran-ciers dat zij zijn vermeld op de zogenaamde ‘witte lijst’. Op deze lijst wordt een voerleverancier opgenomen wanneer

Page 81: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 2015 81

deze GMP+-gecertificeerd is en een productaansprakelijk-heidsverzekering heeft afgesloten conform de gestelde eisen vanuit de zuivelindustrie en deze heeft laten toetsen door een door de zuivelindustrie aangewezen partij. Wat in de praktijk soms wordt waargenomen, is dat een cumelabe-drijf wel GMP+-gecertificeerd is, maar niet heeft voorzien in een getoetste productaansprakelijkheidsverzekering. Dit heeft als gevolg dat de melkveehouder bij de jaarlijkse con-trole op het naleven van het kwaliteitssysteem van de zui-velindustrie een afwijking - oftewel korting - op de melkprijs kan krijgen wanneer blijkt dat zijn voerleverancier niet staat vermeld op de zogenaamde ‘witte lijst’.

Vanaf 1 januari 2016 eist de zuivelindustrie van voerleveran-ciers nog steeds dat zij opgenomen zijn op de zogenaamde ‘witte lijst’. Vanaf diezelfde datum zal een voerleverancier zeer waarschijnlijk echter pas op de ‘witte lijst’ worden op-genomen wanneer deze SecureFeed-gecertificeerd is. CU-MELA is in gesprek met SecureFeed onder welke condities cumelabedrijven kunnen deelnemen aan SecureFeed.

Controle-auditHet SecureFeed-certificaat kan worden gezien als een ver-zamelcertificaat waardoor de verschillende door de zui-velindustrie gestelde eisen worden geborgd. Bedrijven die SecureFeed-gecertificeerd zijn, worden dan ook elk jaar gecontroleerd c.q. ge-audit conform het SecureFeed-certifi-

catieschema. Bij een dergelijke controle-audit wordt onder meer gecontroleerd of:• het bedrijf GMP+-gecertificeerd is en of de scope van de

certificering overeenkomt met de werkelijke activiteiten;• het bedrijf is voorzien van een getoetste productaanspra-

kelijkheidsverzekering• het bedrijf is voorzien van de juiste wettelijke erkenning

(registratie bij NVWA);• het bedrijf voldoet aan de voorwaarden voor tracking en

tracing, oftewel herkomst en verspreiding van het verhan-delde product binnen twaalf uur na melding kan herleiden.

In de praktijk betekent dit dat u moet blijven voldoen aan de-zelfde eisen zoals die nu al aan de handel in voedermiddelen worden gesteld, maar dat SecureFeed een extra certificaat (en daarmee kosten) betekent. Uit een grove berekening die CUMELA Nederland heeft gemaakt, betekent deze huidige deelnemersbijdrage voor het merendeel van de cumelabe-drijven die handelen in voedermiddelen (dit betreft bedrij-ven die circa 2000 tot 5000 ton ruwvoer per jaar verhande-len) een verdubbeling van de kosten om handel te mogen verrichten. Deze kosten bedragen nu gemiddeld € 1,- per ton en zullen oplopen naar circa € 2,- per ton.Voor meer algemene informatie verwijzen we u naar de web-site www.securefeed.eu.

TEKST EN FOTO: Richard Wolting Adviseur managementsystemen

Overige eisenNaast de eisen die de zuivelindustrie stelt, zult u als diervoederleverancier onder andere ook moeten voldoen aan onderstaande wettelijke eisen:

Registratie bij NVWADe Europese hygiënewetgeving schrijft voor dat diervoederbedrijven en hun toeleveranciers geregistreerd moeten zijn. De overheid heeft op deze manier een volledig en actueel beeld van bedrijven die zich bezighouden met diervoeders. De informatieplicht is een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf. Elk bedrijf dat diervoeders produceert, verwerkt, opslaat, transporteert of verhandelt, moet de vestigingen die bij het bedrijf horen laten registreren. Registratie geschiedt bij de NVWA, zie www.nvwa.nl (ga via ‘Erkenningen’ onder ‘Registratie’ naar ‘Registratieformulier diervoederbedrijven’.

Aanleveren geleverde hoeveelheid diervoeders bij RVOVoor diervoederleveranciers geldt een wettelijke verplichting om jaarlijks aan RVO door te geven welke hoeveelheden diervoeder rechtstreeks zijn geleverd aan veehouders. Het gaat dus niet om leveranties aan andere diervoederleveranciers. Het betreft diervoeders die zijn geleverd aan landbouwbedrijven met staldieren (pluimvee, witvleeskalveren, varkens) en/of rundvee. Als diervoederleverancier zult u zich moeten registreren. Ga daarvoor naar: https://mijn.rvo.nl/voergegevens-diervoederleverancier. U geeft dan jaarlijks voor 1 februari de volgende gegevens door via mijn.rvo.nl:• Jaar van levering.• Naam, adres en relatienummer van de afnemer.• Hoeveelheden geleverd mengvoer per staldiersoort. • Hoeveelheden geleverd mengvoer per rundveesoort.• Hoeveelheden geleverd ruwvoer en enkelvoudig diervoeder, stikstof en fosfaat.

Insteek CUMELA NederlandCUMELA Nederland constateert dat er steeds meer eisen van kracht worden door aanpassingen in de diervoederwetge-ving en initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Het belang van diervoederkwaliteit dient in de keten voorop te staan. Toch kan CUMELA Nederland zich niet aan de indruk onttrekken dat er sprake is van overlap. Dit acht ze onwenselijk, omdat dit ook onnodige kosten met zich meebrengt. De cumela-sector is met name actief bij de productie en levering van lo-kaal en regionaal geteeld ruwvoeder, waarbij weinig scha-kels in de keten actief zijn, de leverancier en afnemer elkaar ook kennen én vertrouwen een grote rol speelt. Monitorings-eisen van diervoederkwaliteit zouden dan ook moeten zijn gebaseerd op daadwerkelijke risico’s met betrekking tot het geleverde diervoeder. CUMELA Nederland heeft contact met andere partijen (SecureFeed en FrieslandCampina) in de keten over bovenstaande onderwerpen, niet alleen om ze-kerheden te kunnen bieden aan afnemers in de keten, maar ook om overlap te voorkomen. We adviseren GMP+-gecerti-ficeerde cumelabedrijven de uitkomsten van de gesprekken af te wachten en nog niet over te gaan tot certificering via SecureFeed.

Page 82: Grondig 2 - 2015

GRONDIG 2 201582

ondernemen met cumela BEDRIJVIG

CUMELA Nederland

Feit of fabel?FEIT: Na Noord- en Zuid-Holland erkent ook Utrecht op 13 januari 2015 dankzij

CUMELA een aantal bijzondere positieve vestigingseisen voor cumelabedrijven in het buitengebied.

FEIT: CUMELA heeft samen met een aantal leden de knelpunten voor landbouwverkeer in de gemeente Moerdijk in kaart gebracht. Vanuit onze eigen praktijk dragen we bij aan een oplossing.

FEIT: Er zijn een nieuwe minimumloonwet en aangescherpte registratieplicht voor werken in Duitsland. CUMELA volgt in Duitsland de voor-lichtingsbijeenkomsten om u goed te kunnen informeren.

FEIT: Chauffeurs geboren vóór 1 juli 1955 zijn vrijgesteld voor code 95. Dit was inderdaad zo, maar is inmiddels van een feit in een fabel veranderd. Op verzoek van de Europese Unie moet Nederland deze vrijstelling opgeven.

FEIT: Mede door de inzet van CUMELA Nederland is het nieuwe sectorplan tot stand gekomen, dit is belangrijk voor de kwaliteit van het praktijkonderwijs en voor een juiste begeleiding van leerlingen en leerbedrijven.

FEIT: Met een goede structuur voor de juridische en fiscale aanpak van een bedrijfsoverdracht vorm je de piketpaaltjes voor de toekomst. Vooraf goed in kaart brengen van opties met één van onze bedrijfskundig adviseurs voorkomt dat je in het bos van bedrijfsopvolging verdwaalt.

BedrijvigBegin februari kwam er een gesprek binnen bij de infolijn. Het bedrijf had serieuze problemen met een werknemer en zat met de handen in het haar. De eerste hulp bij onderne-men werd via de infolijn door mijn collega verleend en de volgende dag zat ik aan tafel om samen een gesprek met de bewuste medewerker (John) te voeren.

Het volgende was aan de hand: het rijbewijs van John was ingenomen en binnenkort moest hij naar de rechtbank om uitleg te geven. Hij werd nu dagelijks door een collega op-gehaald en thuisgebracht, maar dat was verre van ideaal. De grootste zorg zat echter in het structureel worden van dit soort problemen bij John. Sinds de relatie met zijn vriendin was verbroken, was het niet de eerste keer dat hij met alcohol op achter het stuur zat en een ongeluk veroorzaakte. Geluk-kig zonder persoonlijk letsel, maar wel met materiële schade. Werkgever en collega’s hadden voorheen nooit iets gemerkt van zijn alcoholprobleem en rekenden zichzelf dit ook aan. Ze wilden hem niet laten vallen, maar vonden dit gedrag echt onacceptabel. Zijn werk leed eronder, collega’s lieten hem links liggen en naar de klanten toe was zijn gedrag ook

geen reclame. Mijn collega had een waarschuwingsbrief op-gesteld voor het bedrijf met daarin duidelijk het probleem en de mogelijke gevolgen. Deze brief werd tijdens ons gesprek aan John overhandigd. De inhoud was duidelijk: per direct volledig alcoholvrij op het werk verschijnen en niet meer bij dit soort situaties betrokken raken. Als de rijontzegging ge-handhaafd zou blijven en er daardoor geen werk meer voor hem was, werd hij onbetaald naar huis gestuurd. Daarnaast werd hem professionele hulp aangeboden.

De ondernemer had erg opgezien tegen het gesprek en dus ons gevraagd aanwezig te zijn. Hij wilde dat het John duide-lijk zou worden dat het echt ernst was. John begreep dat het zo niet verder kon en accepteerde bovendien de professio-nele hulp. Hij zal moeten vechten tegen zijn verslaving, maar heeft nog wel een laatste kans gekregen van zijn werkgever en zijn collega’s.

Ans de BieTeamleider bedrijvenadviseurs

Bedrijfsopvolging is een keuze, en om die keuze te kunnen maken moet je de kans krijgen. CUMELA wil u helpen om die kans te creëren.

Page 83: Grondig 2 - 2015

top korrelopbrengst

top zetmeelopbrengstvroegrijp

stay green

GENIALIS

FAO 230

vroegesilomaï

vroege korrelmaïs

Voor een geniaal maïssaldo!

Silomaïs / CCM / Geplette maïs / MKS

Vroegrijp

Top korrel (= zetmeel) opbrengst

Als silomaïs: - Top zetmeelopbrengst - Top voederwaardeopbrengst

Goede stay-green

Goede oogstzekerheid

Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte

Download gratis de App

www.kws-maismanager.nlwww.kws-maismanager.be

Voor meer informatie:Tel. B +32-(0)3-449 02 20Tel. NL +31-(0)76 50 23 517www.kwsbenelux.com

Voor een geniaal maïssaldo!

Page 84: Grondig 2 - 2015

JohnDeere.com AC90

045.

1DUT

_NL

De lente komt eraan!

John Deere 7230R

– 6 cilinder max. 269 pk – 40 km/h e23 transmissie – TLS geveerde vooras – 650/85R38 + 540/65R34 – Luchtgeveerde stoel – 7” touchscreen bediening – JDLink Ultimate telematica promotie – Hydraulische aanhangwagenrem – Pneumatische aanhangwagenrem – Basisneusgewicht

Baanbrekende effi cientie met de nieuwe e23 transmissie. Netto vanaf € 124.900,- * * Prijzen en aanbiedingen zijn exclusief BTW en zijn geldig t/m 30 april 2015.Getoonde afbeelding kan afwijken van de werkelijke uitvoering. Exclusief trekhaak en exclusief klaarmaak kosten.** De fi nancieringsactie is geldig t/m 30 april 2015 voor nieuwe tractoren. De fi nancieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modifi catie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van acceptatie door John Deere Financial, ‘s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van BNP Paribas Leasing Solutions N.V.

Financiering

vanaf 0,0%**

AC90045.1_DUT_NL_c1.0_from OE.indd 1 06/02/15 09:39