Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

13
Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020 INTERREG IVA People-to-People-project Deskundigenonderzoek Auteur: Bernward Tuchmann Mede mogelijk gemaakt door: www.deutschland-nederland.eu TUCHMANN Kulturberatung Kellermannstr. 8 · 48149 Münster Gustav-Müller-Str. 39 · 10829 Berlin [email protected] www.tuchmann-kulturberatung.de

Transcript of Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

Page 1: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur

2015-2020INTERREG IVA People-to-People-project

Deskundigenonderzoek

Auteur: Bernward Tuchmann

Mede mogelijk gemaakt door:

www.deutschland-nederland.eu

TUCHMANN Kulturberatung

Kellermannstr. 8 · 48149 Münster

Gustav-Müller-Str. 39 · 10829 Berlin

[email protected]

www.tuchmann-kulturberatung.de

Page 2: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

Inhoud1. Opdracht p. 042. Methode p. 053. Subsidiebeleid van de partners p. 074. Evaluatie van de interviews p. 115. Samenvatting p. 196. Informatie p. 217. Deskundigen p. 228. Projectpartners p. 23

3

Page 3: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

Het INTERREG IV A/People-to-People-project “Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020” is een samenwerkingsproject van de provincies Gelderland en Overijssel, de Emsländische Landschaft e.V. voor de Landkreise Emsland en Grafschaft Bentheim, de Bezirksregierung Münster en de Landkreis Osnabrück. De EUREGIO treedt binnen dit project niet als stakeholder op, maar fungeert primair als lead partner in een coördinerende en ondersteunende rol.

Het project “Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020” bestaat uit meerdere delen. De basis wordt gevormd door het nu voor u liggende externe onderzoeksrapport dat is opgesteld met het doel de wensen en “visies” van de culturele instellingen en organisaties voor wat betreft Nederlands-Duitse culturele samenwerking te documenteren.

Het project zal worden afgesloten met een symposium begin 2015. Tijdens dit symposium zullen de resultaten van dit onderzoek worden besproken en de verdere stappen om te komen tot een nieuw, nog uit te werken EUREGIO-project (INTERREG-programma) op het gebied van cultuur worden bediscussieerd.

In de opdrachtverlening voor dit onderzoek waren de volgende concrete doelstellingen geformuleerd:

- een euregionaal overzicht verschaffen waarin wordt weergegeven welke raakvlakken er zijn tussen de politieke beleidsplannen en strategieën, de feitelijke activiteiten van culturele instellingen en de wensen van cultuurliefhebbers. Aan de hand daarvan kunnen concrete, duurzame en grensoverschrijdende vormen van samenwerking worden geïnitieerd en projecten worden gerealiseerd.

- concrete aanbevelingen doen voor mogelijke grensoverschrijdende projecten binnen het Euregio-gebied. Doel is het identificeren van veelbelovende en specifieke thema’s, die mogelijkheden voor breed gedragen cultuurprojecten openen. Daarnaast is het doel de voorwaarden te benoemen, die voor het welslagen van grensoverschrijdende cultuur- projecten noodzakelijk zijn.

Voorafgaand aan de opdrachtverlening hebben de projectpartners een voorstel gedaan welke culturele organisaties en deskundigen bij het onderzoek betrokken c.q. voor het project geïnterviewd kunnen worden. De feitelijke selectie van de interviewpartners is door de opdracht-nemer gedaan. Onderzocht is welke mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking er naar de mening van de geïnterviewden zijn, welke daarvan door deze deskundigen en hun organisaties gedragen kunnen worden en of zij in grensoverschrijdende samenwerking een meerwaarde zien.

Het onderzoek ging in augustus 2014 van start met eerste afstemmingsgesprekken tussen de EUREGIO als opdrachtgever en TUCHMANN Kulturberatung als opdrachtnemer. Vervolgens heeft de opdrachtnemer individueel met de opdrachtgever EUREGIO en elk van de projectpart-ners gesproken. De communicatie met de opdrachtgever en de projectpartners verliep in de beleving van de auteur in een professionele, open en collegiale sfeer.

De onderzoeksresultaten worden hierbij, in overeenstemming met de opdracht, in de vorm van een bondige en resultaatgerichte tweetalige (Nederlands, Duits) rapportage voor het eind van 2014 overlegd.

Om tot een betrouwbaar overzicht te komen, zijn in het kader van de door de EUREGIO verleende opdracht diverse onderzoekmethodes toegepast:

Er is een flankerend onderzoek uitgevoerd om informatie te verzamelen over een aantal wezen-lijke vragen en thema’s. Centraal daarbij stond het huidige cultuurbeleid van de projectpartners. In dit flankerende onderzoek kwamen vragen aan de orde als “Aan welke culturele activiteiten hebben de partners in hun regio tot nu toe steun verleend?”, “Welke thema’s en ontwikkelingen binnen de cultuursector of culturele deelgebieden zijn van belang?”, “Zijn resultaten van eerder onderzoek naar de wensen van cultuurliefhebbers beschikbaar?”, “Welke grensoverschrijdende cultuurprojecten zijn al uitgevoerd en welke conclusies kunnen daaruit worden afgeleid?”

Het centrale element ofwel het “hart” van het voor u liggende onderzoeksrapport bestaat uit de resultaten van interviews, die zijn gehouden met beleidsambtenaren, culturele organisaties en deskundigen op cultureel gebied in alle regio’s van de projectpartners. De vragen, die aan de interviews ten grondslag lagen, zijn in nauw overleg met de EUREGIO geformuleerd. Tijdens de interviews is erop gelet dat het ging om een regionaal onderzoek naar de belangstelling voor en wensen tot mogelijke grensoverschrijdende samenwerking. Dat wil zeggen dat projectsubsidi-ering e.d. uitdrukkelijk geen onderwerp van dit onderzoek was.

Voor wat betreft de inhoud van het onderzoek is ervoor gekozen het begrip “cultuur” zeer breed te definiëren en het niet al bij voorbaat in te perken. Hetzelfde gold voor het begrip “grensover-schrijdend”. Mogelijke (toekomstige) samenwerkingsvormen kunnen daarmee zowel program-ma-inhoudelijk als logistiek worden geïnterpreteerd.

De communicatie tussen de onderzoeker en de interviewpartners verliep in drie fasen: de uitgekozen deskundigen kregen via een voor alle interviewpartners en deelregio’s gestan-daardiseerd verzoek (per e-mail in zowel het Nederlands als het Duits) met een korte toelich-ting op het project het verzoek door middel van een interview medewerking te verlenen aan het project. Vervolgens zijn met de gesprekspartners afspraken voor individuele gesprekken gemaakt. Ter voorbereiding op dit gesprek kregen zij vooraf een lijst met vijf voor het onderzoek relevante kernvragen toegestuurd.

Het feit dat alle projectpartners vooraf informatie over het onderzoek hebben verspreid en de regionale deskundigen om hun medewerking hebben verzocht, vormde een belangrijke steun voor de werkzaamheden van de onderzoeker. Degenen die op de eerste uitnodiging niet hadden gereageerd ontvingen na een redelijke tijd een “vriendelijke herinneringsmail” waarin zij opnieuw het verzoek kregen mee te werken aan een interview. Wanneer zij ook op tweede verzoek niet reageerden, ontvingen de personen, die niet tot een interview bereid of in staat waren, een verzoek om de vragen schriftelijk te beantwoorden. Daartoe kregen zij de vragen als tekstbestand, waarin de antwoorden recht-streeks konden worden ingevuld, toegestuurd.

De interviews met de deskundigen werden in alle vijf partnerregio’s gehouden in de periode 7 oktober t/m 20 november 2014. Vanwege het grote aantal gesprekken dat moest worden gevoerd en omwille van een efficiënte logistiek en tijdsplanning vonden de meeste gesprekken gebundeld plaats op een aantal achtereenvolgende dagen en op enkele centrale locaties (voornamelijk Osnabrück, Nordhorn, Münster, Deventer, Arnhem).

1. Opdracht

4 5

2. Methode

Page 4: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

Hieronder wordt in een bondig euregionaal overzicht weergegeven wat het cultuurbeleid van de projectpartners inhoudt en welke subsidiebeleid zij op cultuurgebied hanteren. Het overzicht is een samenvatting en alfabetisch gerangschikt (Emsländische Landschaft, Gelderland, Münster-land, Osnabrücker Land, Overijssel). De websites van de projectpartners (zie bijlage) bieden gedetailleerdere informatie.

Tijdens het onderzoek is bovendien geconstateerd dat gedegen en betrouwbare analyses over de concrete behoefte aan en gebruik van culturele voorzieningen onder cultuurliefhebbers ontbreken.

3.1 Emsländische LandschaftDe Emsländische Landschaft verleent met middelen van de deelstaat Niedersachsen steun aan regionale projecten op het gebied van onafhankelijk professioneel theater, theaterpeda-gogie, musea, muziek, literatuur, beeldende kunst, sociaal-culturele thema’s, kunstscholing voor jongeren, regionaal dialect en heemkunde. Zo is in 2013 subsidie verleend aan meer dan 60 regionale projecten. De grondslag voor de subsidieverlening is een tussen het Ministerium für Wissenschaft und Kultur (MWK) van de deelstaat Niedersachsen en de Emsländische Land-schaft gesloten prestatieovereenkomst.

De regionale cultuursubsidies zijn bedoeld voor kunstenaar en cultuurmakers, verenigingen, groepen, maar ook voor individuele personen, die een subsidieverzoek kunnen indienen. Besluitvormende organen van de Emsländische Landschaft, die zich door deskundigen laten bijstaan, bepalen hoe de middelen worden ingezet

De Emsländische Landschaft organiseert om het jaar een bijeenkomst met het doel de aandacht te vestigen op actuele onderwerpen, die in het landelijke gebied spelen. In voordrachten en workshops worden uiteenlopende facetten van de thema’s, die op dat moment centraal staan, belicht en wordt ingegaan op actuele maatschappelijke veranderingen. De thema’s, die tot nu toe aan de orde kwamen, waren: “Demografie”, “De toekomst van onze dorpen”, “Plattdeutsch” (regionaal dialect) en “Eerste Wereldoorlog”.

Daarnaast wordt regionale betrokkenheid gewaardeerd door middel van de uitreiking van diverse prijzen. Zo worden een “landschapsmedaille” verleend aan personen met bijzondere verdiensten en de “prijs van de Emsländische Landschaften” aan sterk betrokken verenigingen en personen. De “landschapsstimuleringsprijs” en de “scholierenprijs voor cultuur en geschie-denis” zijn speciaal bedoeld voor jongeren die bijzondere prestaties hebben geleverd. De Emsländische Landschaft ondersteunt uit eigen middelen de werkgroepen “volksdans en folklore” en “dialecttheater” en vervolgopleidingen voor muziekverenigingen in de regio.

3.2 Provincie GelderlandDe sleutelwoorden binnen het huidige cultuurbeleid van de provincie Gelderland zijn “talen-tontwikkeling” en “innovatie”. In het Gelderse cultuursubsidiebeleid is in de afgelopen jaren een verschuiving te zien geweest van de klassieke subsidieverlening naar een professionalisering van de cultuur, die in de concrete beleidsuitvoering als “professioneel partnerschap” wordt omschreven: de provincie investeert in cultuur op basis van heldere afspraken en definieert de tegenprestaties. Als belangrijk geldt daarbij vooral een duidelijke economische en maatschappe-lijke meerwaarde.

Vooraf was met 69 organisaties en potentiële interviewpartners contact gelegd. Daarvan namen er 46 (precies 2/3 deel) aan het onderzoek deel. Er zijn 32 interviews gehouden met in totaal 37 deskundigen; 14 organisaties reageerden door de vragen schriftelijk te beantwoorden.

De gesprekken duurden telkens 45-60 minuten en hadden steeds dezelfde structuur. Eerst werd gevraagd op welke terreinen en binnen welke speerpunten de organisatie actief is. Vervolgens werd gevraagd de vijf vragen te beantwoorden. De inhoud van de gesprekken werd geregis-treerd door middel van geluidsopnames, aangevuld met schriftelijke notities. Om te waarborgen dat de kwaliteit van de gesprekken taalkundig gezien aan beide zijden van de grens gelijk was, werd de onderzoeker tijdens de gesprekken met Nederlandse deskundigen bijgestaan door een vertaalster.

69 organisaties en potentiële interviewpartners 46 deelnemers 32 interviews 37 deskundigen14 organisaties reageerden schriftelijk

6 7

3. Subsidiebeleid van de projectpartners

Page 5: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

3.4 Landkreis OsnabrückHoofdtaken van het cultuurbureau zijn cultuurbevordering en vorming van culturele netwerken in de Landkreis Osnabrück. Subsidie wordt verleend aan culturele activiteiten met een regionale betekenis. Het cultuurbureau fungeert daarbij als contactbureau voor iedereen die op cultuurge-bied in een netwerk actief wil zijn.

Het cultuurbureau van de Landkreis Osnabrück richt zich met zijn cultuurbeleid op de doelstel-lingen en speerpunten zoals verwoord in de eerste cultuurnota van de deelstaat Niedersachsen (2010). Centrale thema’s zijn het aanspreken van de jongere generatie en deze tot maatschap-pelijke betrokkenheid stimuleren, inspelen op de demografische veranderingen en de integratie van migranten.

Daarnaast streeft men ernaar een groter deel van de bevolking bij cultuur te betrekken en meer dan tot nu toe in te zetten op regionaal gerichte en drempelverlagende cultuurpromotie. De deelstaat Niedersachsen heeft zich grondwettelijk ertoe verplicht zijn culturele erfgoed te beschermen, maar staat tegelijkertijd open voor nieuwe culturele impulsen.

Culturele vorming is niet alleen in het cultuurbeleid van de deelstaat, maar ook in de Land-kreis Osnabrück een hoofdthema. Het doel is mogelijkheden te bieden voor deelname aan het culturele landschap die ertoe bijdragen dat kunst en cultuur integraal deel van de samenleving worden.

Cultuur voor een breed publiek en sociaal-culturele activiteiten vragen om bijzondere samenwer-king tussen samenleving en politiek. Daarom ondersteunt de Landkreis Osnabrück, behalve de culturele activiteiten van regionale verenigingen en organisaties, ook musea in het gebied van de Kreis. Daarnaast is het voor cultuur in het landelijke gebied noodzakelijk speciale beleids-doelen vast te stellen. Culturele economie wordt in toenemende mate beschouwd als een economische (vestigings-)factor omdat de economische aantrekkelijkheid en betekenis van een regio erdoor worden beïnvloed en de betekenis van een regio als bestemming voor een dagtocht of een vakantie hiermee wordt versterkt.

3.5 Provincie OverijsselIn de provincie Overijssel gelden kunst, cultuur en cultureel erfgoed als kernelementen van de culturele identiteit. Doel van het regionale cultuurbeleid van de provincie Overijssel is het behoud en de verdere ontwikkeling van deze identiteit.

Cultuur wordt beschouwd als motor voor ontwikkeling en groei, die daarom in al haar facetten brede steun verdient. Kunst, cultuur en cultureel erfgoed versterken als identiteitskenmerk de lokale economie, dragen bij aan innovatie en werkgelegenheid, vergroten de aantrekkingskracht voor recreanten en toeristen en zorgen bovendien voor sociale cohesie.

Ook de provincie Overijssel heeft in haar beleidsprogramma cultuur 2013-2016 centrale doelstel-lingen op het gebied van het behoud en de ontwikkeling van de culturele identiteit geformuleerd. Genoemd worden de volgende hoofddoelstellingen:

- behoud en ontwikkeling van cultureel erfgoed

- bevordering van de culturele identiteit (bieden van een kansrijke en inspirerende omgeving aan creatieve talenten en hun cultureel ondernemerschap)

- voortzetting van de bevordering van cultuuronderwijs en cultuurparticipatie

Met het programma “Cultuur en Erfgoed 2013-2016” ontstond een nieuwe werkwijze. Doordat het cultuurbudget aanzienlijk is verlaagd, is de rol van de provincie veranderd. De “klassieke” wijze van subsidieverlening is verdwenen en in plaats daarvan investeert men nu, samen met de nationale overheid, gemeenten en bedrijven, in nieuw creatief talent, innovaties in de cultuur-sector en kwaliteitsverbetering.

De provincie stelt zich daarbij in gelijke mate als partner, regisseur, financier en makelaar op. Inhoudelijke speerpunten voor de subsidieverlening zijn de deelgebieden “cultuur”, “cultureel erfgoed” en “cultuur en erfgoed”:

- cultuur (ondersteuning van toptalent en de creatieve industrie binnen de sectoren podium-kunsten, beeldende kunst, mode en design, bibliotheken en media, festivals)

- cultureel erfgoed (sector erfgoed is innovatief en ondernemend, begeleiding van publiek van musea, voorstellingen en concerten, cultureel erfgoed zichtbaar maken)

- cultuur- en erfgoedpact (dynamiek door bestuurlijke partnerschappen met gemeenten, vraaggericht werken, meer middelen voor uitvoering in plaats van voor coördinatie, programmaprioriteiten: vrijetijdseconomie, cultuurparticipatie, regionale identiteit)

3.3 Bezirksregierung Münster Het regionale cultuurbeleid van de deelstaat Nordrhein-Westfalen is gericht op profilering en vergroting van de aantrekkingskracht van de historisch gegroeide culturele regio’s. In het bijzonder gaat het daarbij om het tot stand brengen en intensiveren van communicatie en samenwerking tussen cultuurmakers en cultuurverantwoordelijken in de regio. De deelstaat ondersteunt bundeling van het bestaande potentieel en van de beschikbare middelen met het oogmerk het culturele aanbod te verbeteren en culturele activiteiten in stand te houden

Volgens het regionale cultuurbeleid dient de cultuur gerelateerd te zijn aan andere beleidsvelden zoals stadsontwikkeling, toerisme, economie, sport, monumentenzorg e.d., onder andere om de interesse van nieuwe partners te verwerven.

Culturele regio’s zijn in de loop van de geschiedenis gegroeid en hebben zich landschappelijk verschillend ontwikkeld. De “Culturele regio Münsterland” is een van de in totaal tien culturele regio’s (vijf in Westfalen en vijf in het Rheinland) in NRW. Subsidies zijn mogelijk voor:

- projecten en activiteiten die bijdragen aan verbetering van de culturele structuren, van het regionale voorzieningenniveau (theater, orkest, museum, bibliotheek, muziekschool, volk-shogeschool, vrije kunstsector) en de uitwisseling van informatie

- projecten en activiteiten die de toegankelijkheid van culturele evenementen en instellingen verbeteren, bijdragen aan de ontwikkeling van cultuurmarketing en afstemming van het cultuuraanbod, bijv. gezamenlijke afspraken over programma’s en prioriteiten

- culturele scholingsactiviteiten, bijv. ondersteuning van initiatieven voor nieuwe cultuur-vormen, gespreksrondes, ontwikkeling van initiatieven met een voorbeeldfunctie

- projecten waarbinnen nieuwe vormen van samenwerking tussen cultuur en economie centraal staan

- initiatieven ter behoud van cultuurgoederen in de regio’s

Voor subsidieaanvragen kan in het Regierungsbezirk Münster contact worden opgenomen met het Kulturbüro van Münsterland e.V. in Greven.

8 9

Page 6: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

4.1 Geslaagde cultuurprojecten“ Kunt u voorbeelden noemen van huidige of eerdere grensoverschrijdende cultuurprojecten, die naar uw mening geslaagd zijn? Zo ja, waarom zouden deze projecten als richtpunt moeten dienen c.q. welke aspecten in deze projecten verdienen navolging?”

Hieronder volgen korte beschrijvingen van de projecten, die in de gesprekken meerdere keren zijn genoemd en daarom vanuit de de vraagstelling een voorbeeldfunctie hebben.

Opvallend vaak is op de beginvraag naar geslaagde Duits-Nederlandse samenwerkingspro-jecten het project “Kunstwegen” (link: zie bijlage) genoemd. Bij dit project gaat het om een sculpturenpark met ruim 80 internationale kunstwerken, dat zich over een traject met een lengte van 140 km in beide landen uitstrekt en daarmee een van de grootste open musea van Europa vormt:

“Over een periode van meer dan twintig jaar zijn langs de oever van de Vecht in en rond Nord-horn ruim 30 sculpturen geplaatst die nu, bijna als toonbeeld dienend, op internationaal niveau de recente geschiedenis van de kunst in de publieke ruimte zichtbaar maken. In dezelfde periode zijn vanaf 1987 aan Nederlandse zijde in het stedelijke gebied langs de Vecht kunst-werken geplaatst op de stations tussen Emmen en Zwolle. Vanaf 1998 zijn de tot dat moment ontbrekende schakels over de grens opgevuld met nieuwe werken van in totaal 15 kunstenaars uit binnen- en buitenland, die zich hebben verdiept in de lokale geschiedenis en het landschap.”

Het project was bedoeld om de kunstenaars met elkaar te laten samenwerken en om een zeer attractief kunstaanbod voor cultuurtoeristen, die in beide landen op ontdekkingstocht willen gaan, neer te zetten. Het project heeft de culturele samenwerking op het gebied van “kunst in de publieke ruimte” tussen beide zijden van de grens een solide basis gegeven, niet alleen door de uitvoering van dit voor Europa unieke project, maar ook door de oprichting van een grens-overschrijdend promotie- en beheersplatform (Kunstwegen EWIV - Europäische Wirtschaftliche Interessen Vereinigung).

Het project biedt een platform voor productieve samenwerking dat ertoe heeft geleid dat, naast de integratie van de deeltrajecten tot één kunstweg, gezamenlijke publicaties en manifestaties hebben plaatsgevonden. De concretisering van plannen en innovatieve ideeën binnen dit project kan dienen als voorbeeld voor nieuwe initiatieven en heeft het bovendien mogelijk gemaakt dat een ontbrekende schakel tussen twee sculpturenroutes door het werk van kunstenaars, onder hen enkele zeer toonaangevende, is ingevuld, waardoor het project ook in Nederland een hoog aanzien heeft verworven.

Daarbij werd wel aangetekend dat ook voor dit project eerst zendingswerk noodzakelijk was. Een wezenlijk deel van het succes is te danken aan het feit dat de burgers in een vroegtijdig stadium bij het project zijn betrokken, waardoor onder de bevolking het voor het welslagen van dit project noodzakelijke draagvlak kon worden gevormd.

Een ander geslaagd voorbeeld van samenwerking tussen Nederland en Duitsland, dat navolging verdient, is het tot en met 2014 uitgevoerde project “GrensWerte” (link: zie bijlage). In het kader van “GrensWerte” zijn kunstprojecten rond het thema “grens” tot uitvoering gebracht, die ook landelijke regio’s hebben bereikt en de communicatie tussen kunstenaars en bezoekers uit beide landen hebben bevorderd.

De culturele basisinfrastructuur van de provincie Overijssel bestaat uit vijf instellingen, waarvoor in beginsel jaarlijks middelen in de begroting worden gereserveerd. Andere culturele instellingen met een bijzonder aanbod kunnen voor hun activiteiten eveneens subsidiemiddelen aanvragen.

De ontwikkeling van de identiteit wordt rechtstreeks gekoppeld aan ondernemerschap en innovatie. Deze identiteit wordt bepaald door tradities, verbondenheid, (cultuur-)landschap en cultureel erfgoed. Men wil de identiteit behouden door het “reanimeren van cultureel erfgoed” en door duurzaam gebruik van de ruimte. Door concentratie op kerntaken en verhoging van de effectiviteit en de efficiëntie kunnen structurele besparingen worden gerealiseerd. Tegelijkertijd worden echter ook investeringen aangekondigd.

10 11

4. Evaluatie van de interviews

Page 7: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

inhoudelijk uitgewerkt. Zo is onlangs een Duits-Nederlands boek met kinderliedjes uitgebracht dat, gekoppeld aan het dialect van de grensstreek, zich richt op het liederenrepertoire dat aan beide zijden van de grens te vinden is.

De deskundigen zijn van mening dat vooral de historische aspecten, die met de grens samen-hangen, een veelbelovend thema voor de culturele samenwerking tussen beide landen vormen. Zo werd de mogelijkheid genoemd biografieën in de vorm van “grensverhalen” uit te werken, hetzij met een algemene inhoud, hetzij toegespitst op de grensoverschrijdende (arbeids-)migratie uit het verleden (bijv. de Duitse seizoenarbeiders ofwel “Hollandgänger”).

Andere thema’s, die uitgewerkt zouden kunnen worden, gaan over het cultuurgoed dat via Nederland in Europa is terechtgekomen, de handel vroeger en nu, godsdienst en de verande-rende opvattingen aan beide zijden van de grens over levensvragen en de samenleving, archi-tectonische invloeden en overdracht van technische kennis. Als mogelijke subthema’s denken de geïnterviewden aan grote historische onderwerpen als “Romeinen en Germanen”, “Vrede van Münster” en religieuze stromingen.

In relatie met het thema “grens”, maar ook onafhankelijk daarvan, werden het thema “identiteit” en het nauw daarmee verbonden thema “taal” genoemd. Vanuit de culturele invalshoek zouden de vraag wat taal kenmerkt en welke kansen een (bijv. speelse) vergelijking van talen oplevert interessante aanknopingspunten kunnen bieden.

Een ander thematisch complex is “demografische ontwikkeling” c.q. de “generatiewisseling”. In dit verband werden ook de onderwerpen “vrijwilligerswerk” en “omgaan met ouderen” genoemd.

Het thema “Tweede Wereldoorlog” en daarmee samenhangend “bezetting” en “dwangar-beid” werden genoemd omdat de oorlog in beide landen tot arbeidsmigratie heeft geleid. In dit verband noemden de geïnterviewden ook “vrede” als thema dat geschikt is om - vooral muzikaal - verder uit te werken.

Verder zijn genoemd “tuinarchitectuur”, “de geschiedenis van het bos”, “architectuur”, “erfgoed” (oral history”), “water” (bijv. de Dinkel), “mobiliteit” en “fysieke verbindingen” (rivieren, autosnel-wegen, spoorlijnen), “tradities”, “culturele eigenheden”, “monumentenzorg”, “cultuurprojecten met een ecologische achtergrond” (duurzaam gebruik van grondstoffen en energie), “toerisme”, “partnerschappen tussen gemeenten” en “inclusie”.

Als middel om thema’s te identificeren werd het vaakst de beeldende kunst genoemd omdat de hiervoor noodzakelijke openheid naar het oordeel van de geïnterviewden veel interpretatieruimte biedt.

4.3 Voorwaarden waaraan projecten moeten voldoen“ Aan welke voorwaarden moeten projecten voldoen om cultuur grensoverschrijdend te verbinden?”

De antwoorden op deze vraag waren omvangrijk en liepen sterk uiteen. Desondanks was in de antwoorden een rode draad herkenbaar, die in bijna elk interview terugkwam.

De geïnterviewden vinden het uitermate belangrijk dat de projecten vanuit een stabiele basis worden ontwikkeld. Vele geïnterviewden zijn van mening dat deze stabiele basis dient voort te komen uit nauwe onderlinge contacten van waaruit een gezamenlijk idee kan ontstaan, dat vervolgens wordt uitgewerkt. Van groot belang is een goede projectleider, die als trekker en aanjager fungeert, die in staat is te motiveren en er uiteindelijk voor zorgt dat alle ontwikkelings-fases van een project gerealiseerd worden.

Meerdere geënquêteerden lieten zich in positieve bewoordingen over dit project uit, onder andere omdat de bureaucratische eisen, die vanuit nationaal en Europees niveau aan de aanvragers werden gesteld, versoepeld en vereenvoudigd waren. Vooral kleinere deelnemende partijen hebben dit zeer op prijs gesteld. Daarnaast gaven enkele interviewpartners aan dat de structuur en een overkoepelend motto weliswaar vooraf waren bepaald, maar dat het project inhoudelijk een “open” karakter had. Dit project heeft geleid tot vervolgactiviteiten en nieuwe vormen van samenwerking.

Ook de musicalproductie “YVA”(link: zie bijlage) werd meerdere keren genoemd. “De première van de musical zet (…) in het bijzonder de toneelwereld als legende neer en geeft een vrijwel vergeten kunstenares, kundige zakenvrouw en sterke persoonlijkheid, 70 jaar nadat zij werd vermoord, een profiel, een gezicht en een stem.”

Weliswaar ontbrak het bij dit project aan een professionele leiding, maar desondanks kan het als groot succes worden aangemerkt. Dat is ook de reden waarom de wens werd uitgesproken het project te herhalen. De musical is geschreven door een Duitse auteur en werd door Neder-landse acteurs opgevoerd. Een van de uitvoeringen vond plaats op 4 mei 2013, de datum dat in Nederland jaarlijks de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. De media lieten hierover hun waardering blijken en concludeerden: “4 mei stopt niet aan de grens” (De Twentsche Courant Tubantia, 07-05-2013).

Juist het feit dat de opvoering op deze historische datum plaatsvond, droeg bij aan een succes-volle samenwerking en wederzijds begrip. Bovendien bleek voor dit project een sterk draagvlak in de politiek te bestaan, dat uitmondde in concrete ondersteuning, die naar het oordeel van de geënquêteerden onmisbaar is voor een goed verloop en het welslagen van kleine projecten.

Ook het project “Spoorwegen” werd meerdere keren genoemd. Dit project betrof een expositie in het midden van de jaren negentig, die door deskundigen “richtinggevend” werd genoemd. Deze expositie was aan beide zijden van de grens te zien.

Verder werd nog een groot aantal andere grensoverschrijdende samenwerkingsactiviteiten tussen Duitse en Nederlandse partners genoemd, waarvan men in enkele gevallen vond dat deze navolging verdienen, (bijv. de “Felix Nussbaum-tentoonstelling”, “Biennale Gelderland”, “Morgenlandfestival”, “Emsbürener Musiktage”, “Culture en Castles”).

4.2 Kansrijke thema’s “ Zijn er thema’s voor grensoverschrijdende cultuurprojecten in het EUREGIO-gebied te noemen, die met een goede kans op succes uitgevoerd kunnen worden? Zo ja, welke zijn dit en hoe kunnen al bestaande projecten hiermee eventueel inhoudelijk gekoppeld worden?”

Deze vraag werd bewust in algemene termen gesteld waarmee aan de geïnterviewden ruimte werd gelaten de vraag individueel te interpreteren. In praktijk bleek inderdaad dat de intervie-wpartners vooral het begrip “thema” op verschillende manieren uitlegden, soms zeer concreet, soms ook sterk abstract.

Het vaakst noemden de geïnterviewden het thema “grens“. Velen vinden dat dit thema bepalend is voor het karakter van de regio. De grens is in hun ogen gelijktijdig zowel een verbindend als scheidend element. Bovendien passen, bijv. onder het motto “hier en daar”, inhoudelijk sterk uiteenlopende culturele projecten uit alle cultuursectoren bij uitstek onder dit thema

Doordat Nederlandse docenten werkzaam zijn aan Duitse muziekscholen zijn alleen al in de muzieksector samen met Nederlandse partners tal van thema’s en samenwerkingsinitiatieven

12 13

Page 8: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

Een goede projectplanning kenmerkt zich door voldoende flexibiliteit, in overeenstemming met de Nederlandse mentaliteit, en tegelijkertijd het bestaan van bindende afspraken volgens de Duitse mentaliteit. Dit betekent overigens niet dat kennis van en begrip voor onderlinge culturele verschillen en het verminderen van de taalbarrière de enige basisvoorwaarden voor een moge-lijke samenwerking zijn. Noodzakelijk is ook een degelijk inzicht in het culturele landschap aan de andere zijde van de grens en in de daar bestaande bestuurlijke verhoudingen.

Het ontdekken van duidelijke of nog verborgen cultuurverschillen biedt bovendien de kans om van elkaar te leren en elkaar te inspireren. Daarom is het belangrijk dat men in staat is van het eigen gezichtspunt af te stappen om dan te kunnen zien hoe anderen te werk gaan en zo van elkaar te leren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door sterker dan tot dusverre gebruik te maken van bestaande contacten tussen partnergemeenten. In dit kader legde men het accent echter ook steeds op het streven naar samenwerking van duurzame aard.

De geïnterviewden wezen verder op het belang van het imago van de regio als “samenhan-gende grensregio”. Gemeenschappelijke waarden, tradities en rituelen behoren centraal te staan waarbij de vraag gesteld zou moeten worden wat ons met de regio verbindt. De antwoorden op deze vraag (taal, partnerschappen, kwaliteitsbewustzijn) zouden vervolgens op een professio-nele manier moeten worden samengevat en vervolgens worden verspreid. Dit kan niet zonder een effectieve communicatie op operationeel niveau, want “slechts enkelen weten wat aan de andere kant van de grens leeft”.

Zowel aan Nederlandse als Duitse zijde is het culturele aanbod zeer omvangrijk, maar op het mentale vlak manifesteert de grens zich nog steeds zeer nadrukkelijk. Het gevolg daarvan is dat het bezoekerspotentieel aan de andere kant van de grens te weinig wordt aangesproken en aangeboord.

4.4 Samenwerking tussen Duitse en Nederlandse partners“ Hoe zou een goede samenwerking tussen Duitse en Nederlandse partners op het gebied van cultuur er naar uw oordeel in de toekomst uit kunnen zien?”

Aansluitend op de vraag welke voorwaarden voor grensoverschrijdende samenwerking zouden moeten gelden werd als logische vervolgstap gevraagd hoe een goede samenwerking tussen Duitse en Nederlandse partners er concreet uit zou kunnen zien. In veel gevallen moeten de antwoorden op deze vraag worden gezien in samenhang met de antwoorden op de eerdere vraag naar de noodzakelijke voorwaarden.

De antwoorden weerspiegelen de uitgangspunten van iedere succesvolle samenwerking. Goede samenwerking houdt in: gezamenlijk werken aan een opdracht, zich gezamenlijk voor een doel inzetten, communicatie en goede inhoudelijke samenwerking. Een wezenlijke voorwaarde om dit te bereikten is dat er sprake is van gezamenlijke belangen en onderwerpen waarmee beide zijden zich kunnen identificeren.

Vele geïnterviewden vinden het belangrijk dat zij profijt hebben van de kwaliteiten en capaci-teiten van de projectpartner. Dit betekent dat beide partners in staat moeten zijn elkaar op alle niveaus kwaliteit te bieden. Goede samenwerking hangt af en wordt bepaald door de personen die gemotiveerd zijn en achter de samenwerking staan. In dat geval maakt het niet uit of op regionaal of nationaal niveau of tussen landen wordt samengewerkt. Daardoor worden projecten vaak gekenschetst als “afhankelijk van personen” aan wie het succes, maar ook het eventuele mislukken wordt toegeschreven. Het project “slaapt in” zodra er geen enthousiaste trekkers (meer) zijn.

Vele geïnterviewden verbinden deze solide basis met een geïnstitutionaliseerde structuur c.q. met een geïnstitutionaliseerd kader. Deze structuur dient transparant te zijn en zowel coör-dinerende taken te vervullen als een zekere financiële speelruimte te bieden. Voorwaarde is “duidelijkheid over de vraag wie eindverantwoordelijk is en over het financieringsmodel”. Men heeft partners nodig zoals de EUREGIO, waarop men kan rekenen en die in staat zijn contacten voor een langdurige samenwerking, die aan Nederlandse en Duitse zijde zijn geworteld, aan te dragen.

In dit verband werd steeds weer het belang van een duidelijke en eenvoudige aanvraagproce-dure benadrukt. Op dit punt treden vaak obstakels op die ertoe kunnen leiden dat goede ideeën al in de aanloopfase stranden. Een van de geïnterviewden deed in dit verband het voorstel een gezamenlijk communicatieplatform op te richten waarop de aanvrager en de ontvanger van de aanvraag elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen communiceren en informatie uitwis-selen.

Een ander voorstel hield in een EUREGIO-netwerkexpert in te schakelen, die als verantwoorde-lijke de stabiliteit, duurzaamheid en continuïteit zou moeten waarborgen. Behalve het idee voor een aanvraagplatform werd het idee naar voren gebracht een gezamenlijk mediaplatform op te richten. Verder werd richting de EUREGIO de wens geuit dat zij in de toekomst nog sterker als platform voor culturele belangenorganisaties zou moeten optreden, haar communicatiestructuur zou moeten uitbreiden en waar mogelijk zich niet “te neutraal” zou moeten opstellen.

Naar de mening van een groot aantal geraadpleegde deskundigen geldt ook als voorwaarde dat de wens tot samenwerking aan beide zijden van de grens even sterk dient te zijn. Vastgesteld moet worden dat dit slechts het [het?] mogelijk is wanneer de samenwerking voor beide zijden van de grens voordelen biedt en individueel profijt oplevert. Zowel Nederlandse als Duitse interviewpartners hechten grote waarde aan samenwerking “op ooghoogte”, het vastleggen van gezamenlijke kwaliteitseisen en een solide ambtelijke en bestuurlijke ondersteuning aan beide zijden van de grens, die niet afhangt van individuele doelen en ambities.

Om elkaar te leren kennen is er behoefte aan een professioneel platform van culturele instel-lingen en cultuurmakers, dat potentiële partners de mogelijk biedt zich te oriënteren en geza-menlijke thema’s te vinden. Op dit moment weten slechts enkele actoren van het bestaan van de anderen en daardoor ontmoet men elkaar ook niet rechtstreeks. Conferenties, werkgroepen en symposia maken het mogelijk dat potentiële partners met elkaar in contact komen en na verloop van tijd zelfs een eerste samenwerking aangaan.

Het is vanzelfsprekend van belang vooraf rekening te houden met de cultuurverschillen die tussen beide zijden van de grens bestaan. Partners moeten daarom bereid zijn elkaar te leren begrijpen en voor de ander open te staan. In dit verband werd vaak het sleutelwoord “taal” genoemd. Belemmeringen, die het elkaar “verstaan” in de weg staan, moeten worden wegge-nomen, zodat begrip voor elkaars cultuur mogelijk wordt; ook op het gebied van taal mogen geen barrières bestaan (wat bereikt kan worden door bijv. tweetalige informatiepanelen en internetportalen).

Er zou gebruik gemaakt moeten worden van al bestaande vriendschappelijke betrekkingen. In de ideale situatie worden bij de voorbereiding en uitwerking van een project de al langer bestaande structuren, die hun waarde in praktijk hebben bewezen, benut. Alle geïnterviewden waren het erover eens dat voor een goede samenwerking niet alleen goede plannen en strate-gieën noodzakelijk zijn, maar ook regelmatig contact en persoonlijke communicatie.

14 15

Page 9: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

“consument”, dan is het vanzelfsprekend dat men ook belangstelling ontwikkelt voor het programma dat aan de andere kant van de grens wordt aangeboden en hiermee rekening houdt bij de individuele keuze uit het culturele aanbod.

- De beslisbevoegde personen in officiële bestuurlijke en ambtelijke organisaties op gemeen-telijk, regionaal of regionaal niveau zouden als “ambassadeurs” moeten optreden. Zij dienen daarbij over de grens te kijken zodat zij inzicht krijgen in wat op cultureel gebied aan de andere kant van de grens speelt en waar zich mogelijkheden voor samenwerking voordoen. Grensoverschrijdende samenwerking zou voortdurend en ook voor de lange termijn op de politieke agenda moeten staan.

- Op operationeel niveau kan worden gedacht aan het publiceren van cultuurkalenders waarin het gehele aanbod van een grensoverschrijdende regio wordt opgenomen. Uitgebreide informatie over dit regionale culturele programma kan daarbij worden aangeboden via digi-tale “cultuurnieuwsbrieven” met een bijbehorende website, inclusief agenda en links naar relevante instellingen en organisaties, en via social media. Daarin kan ook aandacht worden besteed aan bijzondere evenementen zoals exposities en concerten.

- Een geschikt middel om wederzijds begrip tussen Nederlandse en Duitse partners en andere betrokkenen te kweken is het organiseren van euregionale cultuurconferenties van hoge kwaliteit (programma, deelnemers). Om ervoor te zorgen dat grensoverschrijdende thema’s steeds onderwerp van discussie zijn, zou een dergelijke conferentie bijvoorbeeld ieder half jaar kunnen worden gehouden, afwisselend aan Nederlandse en Duitse zijde, in alle partnerregio’s.

4.5 “Toekomstvisie”“ Hebt u, ter afsluiting, een algemene toekomstvisie op de grensoverschrijdende samenwerking op cultuurgebied?”

Elk interview werden afgerond met een open vraag. De geïnterviewde kreeg hierbij de gelegen-heid, niet gehinderd door ervaringen of misschien zelfs opgelegde druk, zich geheel vrij uit te spreken over de vraag of bij hem of haar een visie op de toekomst van de grensoverschrijdende samenwerking leeft en welke wensen uit deze visie voortvloeien. Zoals bij een dergelijke open vraagstelling te verwachten was, werden zeer uiteenlopende antwoorden gegeven, die hieronder in sterk samengevatte vorm worden weergegeven:

Mijn visie is:

- dat de grens tussen Duitsland en Nederland uit het bewustzijn verdwijnt, terwijl tegelijkertijd het beste uit twee culturen behouden blijft, want het spannende element van “typisch Duits/typische Nederlands” zou niet verloren mogen gaan. De verschillen zorgen niet voor een scheiding, maar zijn interessant en werken verbindend.

- dat op cultureel gebied geen mentale grenzen meer bestaan. Integendeel, wij versterken, verrassen en verrijken elkaar met een geweldig cultuuraanbod, dat niet meer aan nationale of mentale grenzen is gebonden.

- dat grenzen in Europa slechts een tijdverschijnsel zijn, geen rol meer spelen en niet meer ervaren worden. Er zijn zo veel gezamenlijke wortels dat grenzen niet meer de kans krijgen deze van elkaar te scheiden.

- dat grensoverschrijdende cultuurprojecten een brug slaan tussen de regio’s in Duitsland en Nederland en er “grenspodia” bestaan, die open staan voor een brede culturele dialoog.

- dat een grensregio is ontstaan met voortdurende onderlinge contacten, die ertoe leiden dat men op een dag zoveel kennis van en begrip voor elkaar heeft gekregen dat samenwerking zonder problemen mogelijk is en relaties zijn ontstaan, net zoals die zich ook tussen (deel)staten hebben ontwikkeld. Daarvoor is nog een lange weg te gaan, maar aan beide zijden van de grens is de bereidheid daartoe aanwezig.

In dit verband viel regelmatig de term “duurzaamheid”, waarbij de deskundigen naar voren brachten vooral waarde te hechten aan een “duurzame” grondslag voor de samenwerking. Daarbij is het van belang structuren voor een effectieve onderlinge afstemming te vormen, kansen te benutten en zodanig te werk te gaan dat zoveel mogelijk mensen worden bereikt. Zinvol is bestaande partnerschappen, die in praktijk hebben bewezen goed te functioneren, structureel te ondersteunen in plaats van te veel moeite te doen om nieuwe partnerschappen te ontwikkelen en daaraan energie te verspillen. Omdat het Nederlands-Duitse samenwerkingsver-leden op dit moment betrekkelijk beperkt van omvang is, verdient het aanbeveling de samen-werking binnen de al bestaande partnerschappen te intensiveren.

Zoals ook al bij de vraag naar de noodzakelijke voorwaarden werd aangegeven, vonden de geïnterviewden het ook in dit geval belangrijk rekening te houden met c.q. zich eerst bewust te worden van de behoeftes en wensen van en de cultuurverschillen tussen beide landen. Essen-tieel is dat men zich bewust is van de verschillende invalshoeken en organisatiestructuren, die er in praktijk toe kunnen leiden dat een beoogd project in Duitsland zich ontwikkelt via “de organisatie naar de concrete uitvoering”, terwijl in Nederland de omgekeerde weg “van concrete uitvoering naar organisatie” wordt bewandeld.

Meerdere deskundigen spraken in dit verband de wens uit dat een professionele structuur op EUREGIO-schaal zou moeten worden opgezet. Alleen via een dergelijke structuur zou het mogelijk zijn culturele instellingen en betrokkenen uit het Nederlands-Duitse onderzoeksgebied systematisch in een geschikt communicatienetwerk samen te brengen. Ter vergelijking kunnen hier de activiteiten van de “Emsländische Landschaft” worden genoemd. Deze organisatie verricht met middelen van de deelstaat, die aan de regio zijn toegewezen, coördinerende taken voor de Landkreise Emsland en Grafschaft Bentheim.

Wat betreft concrete projecten kwam van meerdere kanten het advies zich niet te richten op een beperkt aantal grote evenementen, die doorgaans slechts een kortdurend effect hebben, maar op een permanente langdurige samenwerking. Daarnaast is het mogelijk dat samenwerkingsini-tiatieven wetenschappelijk begeleid, geëvalueerd en wellicht ook gesubsidieerd worden.

Ook bij deze vraag werd het belang van het elkaar eerst leren kennen benadrukt, juist omdat het vaak ontbreekt aan inzicht in het aanbod en de betrokken partijen, die dit aanbod zouden kunnen realiseren. Opnieuw werd hierbij de EUREGIO genoemd als mogelijke (en enige) partner, die in staat is de betrokkenen en mogelijke toekomstige partners actief en effectief bijeen te brengen. Daarbij werd gesteld dat het gewenst is regelmatig plaatsvindende bijeen-komsten te organiseren en projecten uit te werken waarvoor mensen met ideeën nodig zijn, die met zelfvertrouwen en overtuigingskracht kunnen optreden. Ook persoonlijke kwaliteiten en moed om anderen te benaderen zijn onmisbaar.

Op het moment dat een gezamenlijk thema is gedefinieerd, is het noodzakelijk het partnerschap uit te breiden en te stabiliseren. Daarbij moet rekening worden gehouden met de hierboven beschreven verschillen in aanpak tussen Duitsland en Nederland. Hierbij is het de taak van de ambtelijke organisaties in beide landen om een solide basis te verschaffen, ook al hangt goede samenwerking uiteindelijk altijd af van het enthousiasme en de betrokkenheid van individuen. Voorwaarde daarbij is dat sprake is van “chemie” tussen de partners.

Voor grensoverschrijdende samenwerking geldt dat op de diverse niveaus met uiteenlopende aspecten rekening moet worden gehouden:

- Als verantwoordelijke organisator van culturele evenementen dient men uiteraard ook de doelgroep aan de andere kant van de grens te benaderen. Is men echter bezoeker ofwel

16 17

Page 10: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

Het INTERREG IVA People-to-People-project “Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020”, een samenwerkingsinitiatief van de provincies Gelderland en Overijssel, de Emsländische Landschaft e.V. voor de Landkreise Emsland en Grafschaft Bentheim, de Bezirksregierung Münster en de Landkreis Osnabrück onder coördinatie en begeleiding van de EUREGIO, is succesvol verlopen. Duitse en Nederlandse deskundigen uit verschillende cultuur-sectoren hebben door hun actieve inbreng in het project bijgedragen aan het succes van het onderzoek, dat in het kader van dit project is uitgevoerd.

5.1 ResultatenInterviews met en schriftelijke reacties van 46 verantwoordelijke deskundigen van culturele instellingen en uit ambtelijke en bestuurlijke organen vormden een wezenlijk onderdeel van het onderzoek. De reacties van de geïnterviewden op elementaire vragen over de toekomstige samenwerking waren essentieel om noodzakelijke informatie te verzamelen en kennisleemtes op te vullen. Weliswaar vormden de gesprekken slechts een eerste aanzet om te komen tot intensivering van de communicatie, maar zij hebben er wel toe bijgedragen dat een beeld kon worden geschetst van de ontwikkelingsmogelijkheden van de samenwerking tussen Duitse en Nederlandse actoren in de culturele sector.

Uit een euregionale beschouwing van de strategieën en uitgangspunten, die aan het cultuurbe-leid aan beide zijden van de grens ten grondslag liggen, is gebleken dat als gevolg van veran-derde denkbeelden een fundamentele koerswijziging in het Nederlandse cultuursubsidiebeleid heeft plaatsgevonden, terwijl aan Duitse zijde de cultuursteun nog steeds volgens het beproefde, traditionele model plaatsvindt.

De provincies Gelderland en Overijssel hebben in hun cultuurbeleid voor de komende jaren nieuwe speerpunten geformuleerd (in steekwoorden: behoud en ontwikkeling van het culturele erfgoed, bevordering van de culturele identiteit, bevordering van cultureel ondernemerschap, effectiviteit en efficiëntie, culturele vorming en cultuurparticipatie). Ook spelen zijn als “partners”, “financiers” en “investeerders” voortaan andere rollen dan vroeger. De cultuursubsidiëring door de provincies, die zich richt op kunst, cultuur en cultureel erfgoed, is gebaseerd op afspraken, concreet beschreven tegenprestaties en meetbaar profijt.

Bij de Duitse partners is de regionale cultuursteun gericht op projecten binnen een groot aantal cultuursectoren (theater, musea, literatuur, beeldende kunst, kunstopleidingen, taal, heemkunde) en op uiteenlopende actoren (kunstenaars, cultuurmakers, verenigingen, koepelorganisaties, groepen, individuele personen). De subsidieverlening is breed georiënteerd (in steekwoorden o.a. culturele vorming en participatie, “breedtecultuur” en sociaal-culturele activiteiten). Subsidies zijn bedoeld voor projecten en activiteiten ter waarborging van een regionaal voorzieningen-niveau en ter verbetering van de culturele structuur en van de toegankelijkheid van culturele evenementen en organisaties.

Samenvattend kan worden vastgesteld dat het cultuurbeleid aan Duitse en Nederlandse zijde programmatisch overeenstemt op het punt van de zorg voor het culturele erfgoed. Als het gaat om concrete subsidieverlening, dan staan aan beide zijden projecten met een regionale bete-kenis en activiteiten ter behoud van cultuurgoed centraal.

Het was niet mogelijk diepgaande analyses uit te voeren van de bij het cultuurpubliek bestaande vraag naar en de feitelijke benutting van cultureel aanbod in het gehele euregionale gebied.

- dat cultuurmakers uit alle sectoren kunnen deelnemen aan fora waarin zij grensoverschrij-dend gedachten en ideeën kunnen uitwisselen, kunnen samenwerken en waardoor het mogelijk wordt dat via een gezamenlijk “cultuurplatform” eenzelfde inzicht ontstaat in het culturele aanbod aan Nederlandse en Duitse zijde.

- dat “tafelrondes” gevormd worden met deelname door actoren uit de cultuursector en ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers van beide zijden van de grens en waarin ruimte wordt gecreëerd voor discussies, netwerkvorming en creatieve uitingen.

- dat grote en kleine partners, maar ook de “basis” in gelijke mate worden betrokken bij en invloed kunnen uitoefenen op planontwikkeling.

- dat culturele instellingen zich minder door concurrentiedenken laten leiden en sterker dan tot nu toe grensoverschrijdend, internationaal en vraaggericht denken en handelen.

- dat tweetaligheid in grensregio’s meer en meer vanzelfsprekend wordt en dat de politiek het belang van tweetaligheid onderkent en benadrukt.

- dat cultuur, toerisme en het bedrijfsleven in de Europese cultuurregio onderling harmoniëren en grensoverschrijdend samenwerken.

- dat de aanvraagprocedure voor cultuurprojecten eenvoudiger en transparanter dan tot nu toe wordt, zodat het aanvragen van subsidiemiddelen op een voor iedereen begrijpelijke manier mogelijk wordt.

en verder:

- dat de visie al begonnen is werkelijkheid te worden omdat de grens al lang is verdwenen.

18 19

5. Samenvatting

Page 11: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

PartnersEmsländische Landschaft e.V. voor de Landkreise Emsland en Grafschaft BentheimSchloss Clemenswerth, 49751 Sögelwww.emslaendische-landschaft.de

Provincie GelderlandMarkt 11, 6811 CG Arnhemwww.gelderland.nl

Bezirksregierung Münster Domplatz 1 – 3, 48143 Münster www.bezreg-muenster.de

Landkreis OsnabrückAm Schölerberg 1, 49082 Osnabrück www.landkreis-osnabrueck.de

Provincie OverijsselLuttenbergstraat 2, 8012 EE Zwollewww.overijssel.nl

EUREGIO e.V.Enscheder Str. 362, 48599 Gronauwww.euregio.eu

ProjectenProject “Kunstwegen”www.kunstwegen.org

Project “GrensWerte”www.grenswerte.eu

Musical “YVA”www.musical-yva.com

Daarnaast moet worden vastgesteld dat de heterogeniteit van de resultaten van dit onderzoek in de huidige fase van het project geen concrete aanbeveling over “het” uit te voeren grensover-schrijdende cultuurproject toelaat.

Het aantal voorbeelden van huidige en vroegere geslaagde grensoverschrijdende projecten, die de deskundigen meerdere keren hebben genoemd, is slechts klein (bijv. “Kunstwegen”, “Grens-Werte”). Deze worden als geslaagd aangemerkt omdat zij direct of indirect op het thema “grens” betrekking hebben, ook landelijke gebieden bereiken en de communicatie tussen kunstenaars en bezoekers aan beide zijden van de grens stimuleren. Verder zijn vele andere samenwer-kingsinitiatieven genoemd, doorgaans met een voornamelijk lokaal karakter.

Het spectrum aan gedefinieerde projectthema’s voor toekomstige samenwerking is voortge-komen uit een zeer brede definitie van het begrip “cultuur”. Dit spectrum omvat de thema’s “grens”, “identiteit”, “taal”, “tradities”, “culturele eigenheden”, “toerisme”, “gemeentelijke part-nerschappen” en verder “inclusie”, “demografische ontwikkelingen” en een aantal historische onderwerpen van uiteenlopende aard. Deze thema’s betreffen alle cultuursectoren.

5.2 AanbevelingenVoor de verdere voortgang zijn vooral de uitspraken over de voorwaarden, die aan projecten gesteld moeten worden, van grote betekenis. Duidelijk is geworden dat, naast creatieve ideeën en personen, voor een duurzame en geslaagde samenwerking nog een factor c.q. “pijler” onontbeerlijk is en wel een passend en vooral professioneel communicatiekader. Vanuit het onderzoek is vastgesteld dat dit kader een onmisbare basis vormt voor het functioneren van de samenwerking op middellange en lange termijn.

In dit verband is bij herhaling de suggestie gedaan de organisatie EUREGIO een wezenlijke rol bij de vorming van het bovengenoemde kader toe te kennen. Uit een afrondende reflectie kwam bovendien naar voren welke rollen de EUREGIO in het grensgebied, ook op cultureel gebied, zou moeten of kunnen spelen (subsidiegever, facilitator, organisator, moderator). Eerst moet echter duidelijk worden hoe de EUREGIO zichzelf in de toekomst als “verbindend element” waar het cultuur betreft strategisch zal positioneren en of zij, onafhankelijk van de wensen van derden, uiteindelijk een andere rolopvatting zal aannemen.

Op grond van het onderzoek krijgt de EUREGIO op basis van de verzamelde voorstellen en suggesties het advies een actieve rol op dit punt te spelen en, bijv. via deskundigen in hun hoedanigheid als contactpersonen of projectleiders voor cultuur in het Nederlands-Duitse grens-gebied, ondersteuning te bieden en zo voor continuïteit en een solide basis voor communicatie zorg te dragen. Voor een goede samenwerking is, naast strategieën, regelmatige uitwisseling van gedachtes en ideeën noodzakelijk, die potentiële partners de mogelijkheid biedt zich te oriënteren en thema’s voor grensoverschrijdende samenwerking te kiezen. Dit voorstel en de precieze beschrijving van de daarmee samenhangende taken dienen vooraf met de projectpart-ners te worden besproken.

Binnen dit onderzoek is de vraag naar mogelijkheden van grens-overschrijdende samenwerking tussen Nederlandse en Duitse partners diepgaand aan de orde geweest. Daarbij is gebleken dat de wederzijdse belangstelling groot is en er zeker draagvlak voor samenwerking bestaat. Voor zover het kader hiervoor wordt ver- beterd, zoals voorgesteld, lijkt het mogelijk dat op lange termijn de door één van de geraadpleegde deskundigen als ideaal aangeduide “professionele vriendschap” realiteit wordt. De communicatie, zoals die tot nu toe tijdens de projectuitvoering plaatsvond, vormt naar het oordeel van de auteur hiervoor een collegiaal en goed fundament.

Münster, 30-12-2014 Bernward Tuchmann

20 21

6. Informatie

Page 12: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

TUC

HM

AN

N K

ultu

rber

atun

g

Emsländische Landschaft e.V., Maleen KnorrProvincie Gelderland, Bianca RoelinkBezirksregierung Münster, Georg VeitLandkreis Osnabrück, Burkhard FrommeProvincie Overijssel, Bertil SchulteEUREGIO e.V., Dr. Elisabeth Schwenzow, Dick Smits

Rob Ansink (Gemeente Winterswijk)Dirk Baalman (Het Oversticht, Zwolle)Heinz-Josef Bausen (Musikschule der Niedergrafschaft Uelsen)Winfried Bettmer (Filmwerkstatt Münster e.V.)Hans-Peter Boer (Kreisheimatverein Coesfeld e.V.)Josef Brüggemann (Heimatverein Grafschaft Bentheim e.V., Nordhorn)Franz Buitman (Kreisheimatbund Bersenbrück e.V.)Marion Carey-Yard (lichtsicht gGmbH Bad Rothenfelde)Paul Cornelisse, Nicolas Mansfield (Nederlandse Reisopera, Enschede)Han Derckx (Gemeente Nijmegen)Kristina Dröge (Kreis Steinfurt)Dr. Michael Gander (Gedenkstätte Augustaschacht, Hasbergen)Johan Godschalk (Cultuurmij Oost, Arnhem)Ulrich Gottschalk (Schillergymnasium Münster)Heike Herold (Landschaftsverband Westfalen-Lippe, Münster)Bernhard Jansen (Landkreis Grafschaft Bentheim, Nordhorn)Hans Jungerius (Stichting Verborgen Landschap, Arnhem)Michiel van der Kaaij (Kunstvereniging Diepenheim)Gerda van de Kamp (Kwatta Jeugdtheater, Nijmegen)Ralph Keuning (Museum de Fundatie, Zwolle)Thomas Kolmes (Feuerwehrmuseum Salzbergen)Alex Kühne (Stichting 4 Oost, Deventer)Dr. Britta Kusch-Arnhold (Stadtmuseum Borken)Uta Meier (Stichting Gebroeders van Limburg, Nijmegen)Prof. Dr. Markus Müller (Picasso-Museum Münster)Dr. Thomas Niemeyer (Städtische Galerie Nordhorn)Eberhard Niewedde (Heimatbund Osnabrücker Land e.V., Georgsmarienhütte)Christoph Otten (Meyerhaus Museum Berge, Fürstenau)Reinhard Prüllage, Gisela Büsching-Stark (Kulturausschuss Stadt Nordhorn)Annemarie Reitsma (Kameroperahuis Zwolle)Petra Rosenbach (Tourismusverband Osnabrücker Land e.V., Osnabrück)Dr. Joseph Rottmann (Varusschlacht im Osnabrücker Land gGmbH, Bramsche)Gerlinde Schmidt-Hood (AG Plattdeutsches Theater Nordhorn)Heike Schoo (Stadt Bocholt)Linda Schopmann (Gemeente Hardenberg)Saskia Schwis (Samtgemeinde Spelle)Andre Sebastian, Lars Krolik (Münsterland e.V., Greven)Dr. Susanne Tauss (Landschaftsverband Osnabrücker Land e.V., Bad Iburg)Edith Uhlenberg (Kulturkreis Kirchspiel Emsbüren)Stans van der Veen (Natura Docet Wonderryck Twente, Denekamp)Diana Visser (Kasteel Huis Bergh, ´s-Heerenberg)Bert de Vries (Historisch Centrum Overijssel, Zwolle)Prof. Dr. Friso Wielenga (Zentrum für Niederlande-Studien, Münster)Ton Wiggers (Introdans, Arnhem)Marc Wingens (Gelders Erfgoed, Arnhem)Bodo Zehm, Angela Hauf (Stadt- und Kreisarchäologie Osnabrück)

22 23

8. Projectpartners 7. Deskundigen

Page 13: Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

Grensoverschrijdende Toekomstvisie Cultuur 2015-2020

Mede mogelijk gemaakt door:

www.deutschland-nederland.eu