Toekomstvisie Chemie - producten, toepassingen, grondstoffen en bedrijfsmiddelen
-
Upload
vnci -
Category
Technology
-
view
782 -
download
4
description
Transcript of Toekomstvisie Chemie - producten, toepassingen, grondstoffen en bedrijfsmiddelen
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Inhoudsopgave
1
1. Inleiding
2. Macrotrends
3. De chemische industrie
4. Innovatie en kennis• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
5. Producten en toepassingen • Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
6. Grondstoffen en bedrijfsmiddelen• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Door BBP-groei verschuiven de verschillende eindmarkten naar nieuwe economieën
2
Overzicht omgeving: producten en toepassingen
Hoofdpunten
Uiteindelijk stuurt het BBP de ontwikkeling van de eindmarkten
• BBP is de belangrijkste stimulus voor de eindmarkten in combinatie met:
• Verstedelijking: bouw en infrastructuur
• Huishoudinkomen: elektronica, huishouden, auto
• Vergrijzende bevolking: gezondheidszorg, persoonlijke verzorging en voeding
• De wereldwijde middenklasse zal naar verwachting groeien van 1,8 miljard naar 4,9 miljard in 2030, waarbij de meeste groei zal plaatsvinden in opkomende economieën
Nieuwe hulp-technologieën en grondstoffen kunnen mogelijkheden creëren voor nieuwe meerwaarde op de verschillende eindmarkten
• Eindmarkten zullen groeien in alle regio’s, waarbij de groei het sterkst is in opkomende landen; het gebruik van chemicaliën op eindmarkten zal naar verwachting 1,1 keer zo sterk toenemen als de ontwikkeling van het BBP
• Belangrijke eindmarkten zoals bouw en infrastructuur, landbouw, gezondheidszorg, persoonlijke verzorging en voeding blijven naar verwachting lokaal
• De industrie moet voortbouwen op verschillende opkomende materiaaltechnologieën om de meerwaarde voor eindmarkten te versterken
• Eindmarkten moeten omgaan met andere stimulus voor verandering:
• De vergrijzende bevolking zou gunstige omstandigheden kunnen creëren voor Europa op eindmarkten, zoals de gezondheidszorg, persoonlijke verzorging en voeding
• Toenemende druk op het milieu en klimaatverandering
• Energieschaarste
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De grootste industriële afnemers van chemicaliën zijn de metaal-, mechanische, elektronica-, kleding-, auto- en papier- en drukwerkindustrie
5%
5%
Metaalproducten
Kantoormachines
1%
Industriële machines
2%3%
Elektrische goederen4%
Papier- en drukwerkproducten5%
Autobranche
Bouw
Textiel en kleding
6%
Landbouw
6%Dienstverlening
16%
Consumentenproducten30%
6%
Rest van productie
Aandeel van binnenlands chemicaliënverbruik binnen de EU
Opmerking: hierbij zijn farmaceutische producten inbegrepen; bij de berekening van de percentages is rekening gehouden met de herverdeling van binnenlands verbruik aan afnemers van chemicaliën verderop in de logistieke keten voor eigen gebruik en gebruik door de rubber- en kunststofverwerkende industrieBron: Cefic & Eurostat; aangehaald door SusChem
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Bouw en infrastructuur vormen de grootste markten voor de chemische industrie; huishoudelijke artikelen, papier en verpakkingen zijn er het sterkst van afhankelijk
4
0
5
10
15
20
25
30
Ch
em
isch
e m
ark
t a
ls a
an
de
el v
an
ein
dm
ark
t (%
)
Omvang van eindmarkt ($miljard)
9.0008.0007.0006.0005.0004.0003.0002.0001.0000
Persoonlijke verzorging
Papier en verpakkingen
VoedingMijnbouw en metaal
Omvang chemische markt ~$100 miljard
Machines
Huishoudelijke artikelen
Gezondheidszorg
Energie
ElektronicaBouw en infrastructuur
BatterijAutobranche
Kleding en textiel
Landbouw
Transport
Omvang van chemische industrie vergeleken met omvang van eindmarkt
Sterk afhankelijk van de chemische
industrie
Redelijk afhankelijk van de chemische industrie
Beperkt afhankelijk van de chemische industrie
Bron: CMAI, Deloitte analysis
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De chemische industrie is volwassen geworden en heeft het aantal innovaties de afgelopen jaren zien afnemen met weinig nieuwe moleculen en nog minder kassuccessen
5
1
0
LCP
PEIPEEK
PPHDPE
PTFEPBT
LDPE
PMMA
PS
Aa
nta
l nie
uw
e m
ole
cule
n
PUR
PET
PVC
ABS
PI
PPE
PSU
LLDPE
PES
PPSU
PC
6
5
4
3
2
PA
Sinds de jaren 60 hebben we weinig nieuwe moleculen gezien en nog minder kassuccessen
1920-1930 1930-1940 1940-1950 1950-1960 1960-1970 1970-1980 1980-1990 1990-2000
Opmerking: voor PS, PTFE en PVC is de datum gebruikt waarop ze in de handel werden gebracht. Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS), polybutyleentereftalaat (PBT), polycarbonaat (PC), polyethyleen (PE), polyetherimide (PEI), polyethyleentereftalaat (PET), polypropeen (PP), polyfenyleensulfide (PPS), polyurethaan (PUR), polyvinylchloride (PVC)
Bron: Chemsystems, 2007 data, Booz analysis
= 60 KT
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Tegelijkertijd is het aantal kunststoffen sterk toegenomen en zijn de marges de afgelopen twintig jaar van hoog naar laag gegaan, wat de winstmarge beperkt
6
Opmerking: Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS), polybutyleentereftalaat (PBT), polycarbonaat (PC), polyethyleen (PE), polyetherimide (PEI), polyethyleentereftalaat (PET), polypropeen (PP), polyfenyleensulfide (PPS), polyurethaan (PUR), polyvinylchloride (PVC)
Bron: Booz
Meerwaarde (toenemende marge) Meerwaarde (toenemende marge)
PE/PP
PE/PP/ABS
PET
PP PBTPC
PVC/Acryl/ABS PC/Nylon
Laag LaagGemiddeld GemiddeldHoog Hoog
PE/PPPC/PUR
Biologische basis
PE/PP/ABS
PC
PUR
PPNylon
PC/PUR
Polyester
PBT PP PC
PVC/Acryl/ABS
PC/Nylon/PP
PEI/PPS
PVC Epoxy
PP
1980-1990 2000-2010
Consumentengoederen
Infrastructuur
Gezondheidszorg
Elektronica
Auto
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu7
Capaciteit voor kunststoffenop biologische basis
Technisch vervangingspotentieel
van kunststoffen op biologische basis
Kan niet wordenvervangen doorkunststoffen op
biologische basis
Vervangingspotentieel van kunststoffen op biologische basis
89%
Wereldwijde vraag naar
kunststoffen
2%
90%
10%
Potentieel van kunststoffen op biologische basis om kunststoffen op oliebasis te vervangen (2007)
~240Mt technisch vervangingspotentieel
Technisch gezien is het mogelijk om de huidige kunststoffen op olie basis te vervangen door kunststoffen op biologische basis
• Economische belemmeringen: biomaterialen kennen een lagere prijs-prestatieverhouding dan traditionele chemicaliën
• Technische problemen met schaalvergroting
• Beschikbaarheid van grondstoffen op biologische basis
• Aanvaarding door de industrie: bereidheid van bedrijven in de verwerkende sector om zich aan te passen aan de nieuwe kunststoffen
• Belemmeringen met betrekking tot beleid: in tegenstelling tot bio-energie en biobrandstoffen bestaat er momenteel geen EU-beleidskader ter ondersteuning van biomaterialen
- bio-energie en biobrandstoffen krijgen niet alleen veel steun met betrekking tot R&D, proefneming en demonstratiefabrieken, maar krijgen nog steeds steun tijdens de commerciële productie
- zonder vergelijkbare ondersteuning zullen biomaterialen lijden onder een gebrek aan investering
- hoge subsidies voor energiegewassen leiden tot hoge prijzen voor biomassa en grond, wat het gebruik voor industriële materialen onaantrekkelijk maakt.
Bron: Universiteit van Utrecht (2007), BiobasedChem Asia, C&News, beleidsstuk inzake de bio-economie in de EU
Er zijn verschillende belemmeringen voor het algemene gebruik van biomaterialen
• Chemicaliën op biologische basis kunnen in 2025 zijn toegenomen tot circa 15% van de wereldwijde omzet van chemicaliën
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Inhoudsopgave
8
1. Inleiding
2. Macrotrends
3. De chemische industrie
4. Innovatie en kennis• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
5. Producten en toepassingen • Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
6. Grondstoffen en bedrijfsmiddelen• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu9
Wat zijn de producten en
toepassingen in de toekomst?
Waar worden ze gebruikt?
Wat zijn de belangrijkste
technologieën in de toekomst?
Er zijn drie grote onzekere factoren met betrekking tot producten en toepassingen
Toekomstige technologieën
Toekomstige producten
Toekomstige markten
Hoofdvragen voor producten en toepassingen
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Verbruikstoename gestimuleerd door de middenklasse komt naar verwachting uit de opkomende markten, waardoor een herverdeling van de eindmarkten plaatsvindt
10
36%
14%
18%
10%
Azië-Pacific +9%
Europa 0%
Afrika +4%
Noord-Am. 0%
Latijns-Am. +3%
2030
4,9
7%
7%
6%
2009
1,8
66%
28%
7%
Wereldwijde middenklasse (in miljard) Uitgaven wereldwijde middenklasse ($miljard)
38%
20%
Azië-Pacific +9%
Europa +2%
Noord-Am. 0%
Latijns-Am. +3%
Afrika +5%
2030
55,7
10%
6%5%
2009
21,3
59%
23%
26%
7%
5%
Opmerking: onder Latijns-Amerika wordt verstaan: Midden- en Zuid-AmerikaBron: Brookings Institute, Emerging Middle Class in Developing Countries
CAGR ’09-’30 CAGR ’09-’30
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu- 11 -
2,72,6
1,41,8
4,7
7,9
1,8
5,5
1,5
0,8
2,9
4,9
EuropaNoord-Amerika
Latijns-Amerika
AfrikaAzië Wereld
Ecologische voetafdruk van verbruik
Totale biocapaciteit
Bron: Global Footprint Network, Deloitte Green Shopper study, McKinsey
13%18%
BeïnvloedProactief
33%34%
Geëngageerd Onzeker Onwetend
2%
Ontwikkeling milieubewust inkopen (% van kopers)
53%
Niet bezorgd13%
13%
Bezorgd, maar niet bereid om iets te doen
Bereid om te betalen, maar doet het nietBereid om te betalen en doet dat ook
21%
Kwaliteit
Prijs
Gemak
Zowel prijs als gemak
15%
17%
17%
25%Gebrek aan kennis
25%
Redenen om niets te
doen
Bereidheid om te betalen voor producten met maatschappelijke en
milieuvoordelen
Ecologische voetafdruk (globale hectare per hoofd)
Consumenten maken zich steeds meer zorgen om het milieu, maar dat blijkt nog niet uit hun daadwerkelijke gedrag
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Ondanks verstedelijking en BBP-ontwikkeling zal de bouwmarkt van groot belang blijven in Europa
12
Wereldwijde bouwmarkt (US$ biljoen)
Bron: UN World Urbanization Prospects, European Construction Technology Platform, European Commission, Global construction 2020
• Bouw en infrastructuur zullen met meer dan 100% toenemen in opkomende markten, gestimuleerd door de toenemende verstedelijking;
- Groei komt naar verwachting uit Afrika en Azië
- Trend naar energiezuinige gebouwen
Opkomende markten
Ontwikkelde markten
2020
13
55%
45%
2010
8
40%
60%
23%
2%
Italië
2%
Spanje
2%
Duitsland
3%
Frankrijk
3%
Canada
3%
VS
Overig
15% Australië
3%Indonesië
3%Japan
6%
India7%
China
21%
Mexico 2%Brazilië 2%
Rusland2%
VKNL
1%
De grootste bouwmarkten ter wereld in 2020
Latijns-Amerika
Noord-Amerika
Europa
Azië-Pacific
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Nieuwe levensstijlen en energiezuinigheid zullen naar verwachting de behoefte aan nieuwe producten stimuleren in het huis van de toekomst
Huizen van de toekomstTrends in huizenbouw
• Nieuwe vormen van materialen en coatings
‒ Zelfreinigende en zelfherstellende coating, glas en isolatie
‒ Fotosynthetische coating voor zonne-energie
‒ Biomorfe coatings, die reageren op de hoeveelheid licht
• Ontwikkelingen voor efficiënt gebruik van hulpbronnen en energie
‒ Geraamtes van koolstofbuizen, waarvoor efficiënt gebruik wordt gemaakt van hulpbronnen
‒ Biologisch afbreekbare materialen voor wanneer het huis in onbruik raakt
‒ Waterbesparing: regenwater opvangen voor gebruik in de tuin en mogelijk als spoelwater voor huishoudelijk gebruik
• Structurele ontwikkelingen op het gebied van ontwerp
‒ Compacte indeling voor optimale energiezuinigheid
‒ Verticale woningen om mensen te kunnen onderbrengen in dichte bebouwing
• Nieuwe woonnormen
‒ Intelligente en interactieve IT-systemen die het dagelijks leven helpen organiseren
‒ Slimme verwarmingssystemen
‒ Slimme materialen ingebouwd in huizen
Bron: William McDonough + Partners, Cook + Fox, Rios Clementi Hale Studios, Mouzon Design, Philips, gesprekken met deskundigen
13
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De wereldwijde mobiliteit zal naar verwachting blijven toenemen; luchtvervoer kent het grootste groeipercentage
Biljoen passagierskilometers Biljoen passagierskilometers
73
Noord-Amerika 1,1%
Europa 0,8%
Afrika 3,4%
2050
Latijns-Amerika 2,3%
Azië-Pacific 2,3%
52
2010
37
2030
5
6
6
Bussen -0,1%
Passagierstreinen 2,2%
18
2- + 3-wielers 1,8%
35
74
Lichte bedrijfsvoertuigen 1,7%
Lucht 3,3%
2050
Minibussen 0,1%
33
3
2030
9
18
3
52
537
5
5
25
3
2010
6
7
• Vraag naar slimmere vervoerssystemen
‒ Ontwikkeling van slimme rijsystemen, zelfrijdende auto’s, enz.
• Vraag naar efficiënter energiegebruik door alle vormen van vervoer
‒ Efficiënt gebruik van materialen
‒ Alternatieve brandstoffen
Bron: World Business Council for Sustainable Development, gesprekken met deskundigen
14
CAGR’10-’50 CAGR’10-’50
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De verschuiving naar elektrische auto’s en toegenomen brandstofefficiëntie sturen de vereisten voor de chemische industrie aan; Europa zal naar verwachting een behoorlijk grote markt blijven
EV-accu-ontwikkelingen (schattingen)
15
-81%
0Du
ize
nd
$
30
20
10
2010 20202018201620142012
55
222333
-83%
202520152009
Bron: Oliver Wyman study “E-Mobility 2025”, U.S. DOE Vehicle Technologies Program, Deloitte analysis
14
4
2009 2015
Kosten accu (x1000 $)
Levensduur accu (jaar)
Gewicht accu (kg)
Verkoop van voertuigen in 2025 per technologie (miljoenen)
100%80%
60%
40%8
0
20%0%
Azië
22
Europa
26
NAFTA
18
Rest van de wereld
8
33
7 4
60%40%
100%
80%
14
4
20%
0%
40
Voertuigen met interne verbrandingsmotor
Elektrische en hybride voertuigen
• Verschuiving naar elektrische voertuigen
‒ Vereist accutechnologie
‒ Biobrandstoffen uitsluitend in regio’s met biogewassen
• Lichtere auto’s
‒ Vereist synthetische stoffen en kunststoffen
• Behoefte aan materialen die de intense hitte in traditionele verbrandingsmotoren aankunnen
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De vergrijzende bevolking in combinatie met overconsumptie zal leiden tot een explosieve stijging van uitgaven aan gezondheidszorg
16
28%
Azië-Pacific
West-Europa
Noord-Amerika
Latijns-Amerika
Afrika
2010
5,6
19%
45%
6%2%
IN
240
65
+195%
334
113
+111%
+269%
+71%
CH
+61%+33%
+34%
FR
1810
VK
1710
DE
22
VS
17
JP
3929
85
40
2050
2010
Wereldwijde uitgaven aan gezondheidszorg (US$ biljoen)Schatting aantal inwoners van 65+ (miljoen)
Bron: EIU, UN World population prospects, Espicom, Deloitte-analyse, OECD
• Toegenomen vraag naar gezondheidszorg, met name in regio’s met vergrijzing en regio’s met grote welvaart
‒ Ontwikkeling van eHealth om kosten van gezondheidszorg te beperken
‒ Gebruik van verbeterde diagnostiek en geneeskunde op maat
‒ Gebruik van lab-on-a-chip en slimme materialen in medische instrumenten
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De wereldwijde voedselconsumptie per hoofd van de bevolking zal blijven toenemen; dit vereist een aanhoudende verbetering van de opbrengst
7%
336 385
44%
370
7%
41% 43%44%
Plantaardige oliën
Vlees
Granen (voedsel)
198519751965
42% 40%
8% 11%9% 10%6%
1998 2030
16%
22% Wortel-/knolgewassen
18%
Melk/zuivel
2015
21%
395 Peulvruchten
Suiker
6%
20%
22%
6% 6%
17%
20%
411
6%
17%
20%
428
6%
17%
21%
Voedselconsumptie per hoofd (kg/persoon/jaar) Landbouwgrond in gebruik en opbrengst
Bron: Food & Agriculture Organization, Deloitte-analyse, USDA
1960
1.200
600
200
0
Industriële landen
Ontwikkelende landen
800
202020001980
Milj
oe
n h
a
400
1.000
Overgangslanden
5
Ton
/ha
2
4
0
2000
3
202019801960
Rijst
Tarwe
1
• Vraag naar grotere productiviteit
‒ Aanvaarding en gebruik van biotechnologieën, zoals genetische modificatie van gewassen
• Grotere nadruk op gezond leven in verband met toegenomen rijkdom, vergrijzende bevolking en welvaartsziekten
‒ Voedsel op maat
17
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu18
Japan
Azië*
15%
2015
11%
61%
Europa
2010
13%
57%
14% 13%
16%
Amerika**
Verbruik elektronische componenten tijdens productie
* Exclusief Japan** Onder Amerika wordt verstaan: Noord-Amerika en Latijns-Amerika*** Gebaseerd op 51 landen geselecteerd aan de hand van EIU-gegevensBron: TTI, EIU, Deloitte-analyse
Azië-Pacific
Europa
Amerika
2014
42%
33%
25%
2010
36%
37%
26%
Vraag naar elektrische apparaten en huishoudelijkegoederen***
In de toekomst zal de productie van elektronische goederen naar verwachting in Azië blijven
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu19
Het Institute for the Future heeft 6 hoofdtrends gesignaleerd die de komende 40 jaar kunnen leiden tot nieuwe producten en toepassingen...
Lichte infrastructuur
Nieuwe materialen zullen nieuwe infrastructuren mogelijk maken. Infrastructuurontwerpen
zullen bestaan uit kleinere, slimmere en zelfstandigere
componenten.
Verlengde zelf
Biotechnologie, cognitiewetenschap,
informatietechnologie en robotica zullen mentale en
fysieke aanpassingen mogelijk maken.
Zintuiglijke transformatie
Ontwikkeling van computerapparaten die hun omgeving kunnen voelen,
begrijpen en daarop reageren. Dit zal samenvallen met een
grote doorbraak op het gebied van inzicht in de hersenen.
Kleine wereld
Nanotechnologie zal innovaties en nieuwe capaciteiten mogelijk
maken in materialen en geneeskunde. Nanotechnologieën zullen verschillende fundamentele
onderzoeksgebieden samenvoegen en zullen leiden tot
de ontwikkeling van transdisciplinaire wetenschap.
Intentionele biologie
Vermogen om biologie aan te passen en te manipuleren. Biotechniek zal van grote
invloed zijn op toekomstige toepassingen.
Opkomende technologietrends
Wiskundige wereld
Het vermogen om patronen in gegevens te verwerken, te
manipuleren en te begrijpen zal toenemen. Door massaal
computergebruik wordt simulatie alom verspreid.
Bron: Institute for the Future
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
...in combinatie met de opkomende technologiegebieden en de behoeften van de eindmarkten...
20
Materialen en nanotechnologieënEnergie en koolstofarme
technologieënBiotechnologie en farmaceutica
3D-printen en persoonlijke fabricage Geavanceerde accutechnologieën Landbouwtechnologieën
Bouw- en constructiematerialen Bio-energie Medische beeldvorming
Koolstofnanobuizen en grafeen Koolstofafvang en -opslag Industriële biotechnologie
Metamaterialen Atoomsplitsing Lab-on-a-chip
Nanotechnologieën Brandstofcellen Nucleïnezuurtechnologieën
Nanomaterialen Kernfusie -omics
Intelligente polymeren Waterstof Prestatieverbeteraars
Actieve verpakking Micro-opwekking Stamcellen
Slimme en biomimetische materialen Recycling Synthetische biologie
Slim interactief textiel Slimme netwerken Geneeskunde op maat
Zonne-energie Weefselkweek
Intelligente koolstofarme voertuigen op de weg
Modellering van menselijk gedrag
Zee- en getijdenenergie Hersen/computer-interface
Windenergie eHealth
Opkomende technologiegebieden; voorbeelden
Bron: Horizon Scanning Centre
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
...leidt dit tot de ontwikkeling van nieuwe producten en toepassingen
21
Zelfherstellende materialen
Zelfherstellende materialen zijn een categorie slimme materialen die het ingebouwde vermogen hebben om schade die na verloop van tijd ontstaat door mechanisch gebruik, te herstellen. Dit kan de productiekosten beperken van verschillende industriële processen dankzij een langere levensduur van onderdelen en minder inefficiëntie als gevolg van verslechtering
Toekomstige producten: voorbeelden
Bron: Deloitte-analyse
Nano-biotechnologie
Het bio-nano-complex wordt gevormd door een kunstmatig nanomateriaal en een biologische eenheid zoals een antistof. De samenvoeging van antistoffen en nanodeeltjes met een grote affiniteit en specificiteit door middel van receptor-ligand-herkenningswijzen is van groot belang voor verschillende toepassingen
‒ Diagnostische nano-biosensoren
‒ Dragers voor diagnose en behandeling
Biochips
Biochips zijn minilaboratoria die honderden of duizenden gelijktijdige biochemische reacties kunnen uitvoeren. Biochips kunnen diverse doeleinden hebben, van diagnose van ziektes tot detectie van bioterroristische middelen. Het microarray, een tweedimensionaal netwerk van biosensoren, is het cruciale onderdeel van een biochipplatform.
Bio-kunststoffen
Kunststoffen die afkomstig zijn van hernieuwbare biomassabronnen. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn kunststoffen op basis van zetmeel, polymelkzuurkunststoffen, poly-3-hydroxybutyraat, polyamide 1, polyethyleen op biologische basis, genetische gemodificeerde biokunststoffen
‒ Verpakking
‒ Slim textiel
‒ Niet-giftige isolatoren
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Synthetische bacteriën
Geavanceerde batterijen
Nano-buizen
Kunst-ogen Geheugen-
verbetering bij mensen
3D-printers
Bijzonder-heden
Uitstootvrije auto’s voeren
boventoon
Zintuiglijk internet
Slimme netwerken
Actieve verpakkin
g Zelfrijdende auto’s
Bureaublad-productie
Robot-chirurgie
De komende veertig jaar zal naar verwachting een breed scala aan nieuwe producten hun invloed uitoefenen op de wereld en de chemische industrie
22
Opslag op nanoschaa
l
Afdrukbare elektronica
Hele-cel-
biologie
Doordringend slim stof Gevoelige
computers
Schoon water voor
iedereen
Kernfusie
Hersen-transplantatie
Kernenergie overtroeft fossiele energie
Robotica op microschaal
Slimme logistieke
keten
Snelle productie
Brandstof-cellen in auto’s
Synthetische
bacteriënNano-
dranken
Downloaden van menselijk
geheugen
Modellering van
menselijk gedrag
Genees-kunde op
maat
Kunststof botten
DNA Computer
2040203020202010 2050
Bron: Institute for the Future, Horizon Scanning Centre, Now and Next
Mogelijke toekomstige producten; voorbeelden
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Inhoudsopgave
23
1. Inleiding
2. Macrotrends
3. De chemische industrie
4. Innovatie en kennis• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
5. Producten en toepassingen • Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
6. Grondstoffen en bedrijfsmiddelen• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De concurrentiepositie van Europa voor traditionele grondstoffen zal verslechteren en er is behoefte aan grondstofdiversificatie
24
Overzicht omgeving: grondstoffen en bedrijfsmiddelen
Hoofdpunten
Grondstoffen worden diverser; Europa blijft afhankelijk van import
• Fossiele grondstoffen zijn sterk geconcentreerd in het Midden-Oosten, waardoor daar concurrentievoordeel ontstaat voor basischemicaliën
• Ethyleenproductie zal naar verwachting toenemen in het Midden-Oosten en Azië, terwijl ze stabiel blijft in Noord-Amerika en West-Europa
• Concurrentie om grondstoffen vanuit Azië zal gevolgen hebben voor het aanbod van traditionele grondstoffen aan de EU
• Er zullen, naast de traditionele grondstoffen, biologische grondstoffen nodig zijn om te voorzien in de toenemende vraag naar chemicaliën
• Biologische grondstoffen zijn geconcentreerd in LA, NA en Azië; Europa heeft toegang tot tarwe, suikerbieten en kokosolie
• Europa zou kunnen proberen als eerste over te stappen op chemicaliënproductie op basis van biologische grondstoffen, maar zou afhankelijk kunnen zijn van import
Productie in W-EU is sterk geïntegreerd en blijft concurrerend binnen EU
• Productie van basischemicaliën is stabiel in Europa en NA en neemt toe in het Midden-Oosten en Azië; West-Europa heeft het grootste aantal naftafabrieken en het Midden-Oosten werkt aan megafabrieken voor producten op gasbasis
• West-Europese fabrieken zijn niet rendabel vergeleken met grote fabrieken in het Midden-Oosten die profiteren van lage transportkosten voor basismaterialen, maar het WEU-cluster is het meest concurrerend binnen de EU
• Ook de benutting van fabrieken in Europa en Noord-Amerika staat onder druk door de vertraging van de markt
• Gezien de verslechterende concurrentiepositie van de Europese chemische industrie, de afhankelijkheid van export, de onderbenutting van fabrieken en de tragere groei van eindmarkten in de EU, wordt er geen uitbreiding van de productiecapaciteit verwacht
Regelgeving • Er is stabiliteit in de Europese regelgeving nodig om te zorgen voor een concurrerende Europese chemische industrie
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De vraag naar energie zal naar verwachting zijn verdubbeld in 2035...
25
* British thermal unitBron: EIA, International Energy Outlook 2010
Energieverbruik op de wereldmarkt 1990 - 2035
639
2020
591
2015
+48%
Olie
Aardgas
Kool
Kernenergie
Hernieuwbare energie
2035
739
2030
687
2025
543
2010
500
2005
473
2000
406
1995
374
1990
355
1,0%
1,3%
1,9%
2,2%
2,6%
CAGR’10 – ‘35
Bil
jard
Btu
*
DaadwerkelijkPrognose
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
...olie- en gasproductie zullen naar verwachting langzaam verschuiven naar het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Azië
26
Wereldwijd olieverbruik Wereldwijd gasverbruik
250
200
150
50
0
+29%
Azië
NA
EUR*
197MEA
LA
2035
224
82
55
3937
2514
2020
186 3116
62
51
37
2314
2030
210
2015
179
56
50
38
76
53
2213
2010
173
51
38
28
50
41
1912
2005
15
2025
170
49
51
42
18
69
52
11
100
250
200
100
50
0
+38%
EUR*
Azië
2025
NA
MEA
LA
2035
162
52
3732
32
278
2020
36
28141
50
29
30
25
9
2030
7
2015
129
49
24
156
52
28226
2010
117
35
34
49
1831155
278
2005
106
46
1428
150
51
135
150
CAGR’10-’35
2,3%
1,5%
-0,3%
2,1%
0,3%
CAGR’10-’35
Bil
jard
Btu 2,5%
0,3%
3,7%
0,8%
2,9%
Totaal 1,3%Totaal 1,0%
Bil
jard
Btu
250
150
100
50
0
+29%
MEA
27
EUR*
NA
Afrika
LA
Azië
2035
224
72
2025
197
60
36
35
27
41
40
2217
2020
186
56
34
2725
34
262016
2015
17917
2030
54
34
33
251716
210
66
2010
173
52
36
3022
39
371517
2005
170
51
36
2417
31211517
200 200
150
100
50
0
+38%
29
EUR*
NA
MEA
Azië
Afrika
LA
2035
16210
2025
150
45
30
28
47
34
231410
2020
141
44
30
27
282522139
2015
1511
129
42
27212011
2030
156
7
2010
117
44
3014
46
32
1586
2005
106
41
2515
27131475
250
2,2%
1,3%
0,5%
0,0%
1,1%
1,1%
1,0%
2,9%
2,9%
0,4%
2,5%
0,6%
3,3%
1,3%TotaalTotaal
Wereldwijde olieproductie Wereldwijde gasproductie
* Inclusief Eurazië: EuraziëBron: US Energy Information Administration (EIA), International Energy Outlook 2010
Bil
jard
Btu
Bil
jard
Btu
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Traditionele grondstoffen zijn sterk geconcentreerd in het Midden-Oosten, waardoor daar concurrentievoordeel ontstaat voor de productie van basischemicaliën...
27
754756697663660
432362
2009
1.333
137
128
199
7342
2005
1.221
143
117
103
6141
2000
1.106
109
93
98
6940
1995
1.029
82
72
84
8939
1990
1.004
81
59
72
96
36
1985
772
79
5763
102
39
1980
667
99
53279234
Du
ize
nd
mil
joe
n v
ate
n
38
767359
452825
2009
187
63
16
15
98
2005
172
57
13
14
87
2000
154
56
12
12
87
1995
137
57
11
10
96
1990
126
55
10
9
105
1985
95
86103
1980
4033
46103
81
* Inclusief EuraziëBron: BP Statistics
Bil
joe
n k
ub
iek
e m
ete
r
Olievoorraden
Midden-OostenEuropa*Azië-PacificAfrikaNoord-AmerikaLatijns-AmerikaM
iljo
en
to
n
2010
826.001
272.246
259.253
246.097
33.39915.006
Gasvoorraden Koolvoorraden
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
...samen met de eindmarktontwikkelingen verklaart dit de toenemende ethyleenproductie in het Midden-Oosten en Azië
28
Midden-Oosten (x1000 ton) West-Europa (x1000 ton)
Noord-Amerika (x1000 ton) Azië (x1000 ton)
100
75
50
25
0
11
+11% 40
2012E
3937
2010E
3427
2008
2119
2006
1816
2004
1514
2002
1313
2000
0
25
50
75
100
30
0%
29
2012E
2929
2010E
3031
2008
3333
2006
3333
2004
3332
2002
3131
2000
100
75
50
25
0
36
+7%
90
2012E
8987
2010E
83
72
2008
6762
2006
5651
2004
4643
2002
4138
2000
4545
2002
4646
2000
45
2004
100
75
50
25
0
-1%
42
2012E
4243
2010E
4445
2008
4646
2006
4746
EtheenoxideEthyleenglycolStyreenLDPELLDPEHDPEPVCBron: Deloitte-analyse
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De extra capaciteit voor de ethyleenproductie heeft samen met de tijdelijke vertraging van de markt geleid tot afnemende benutting van fabrieken wereldwijd
29
Midden-Oosten (% benutting) West-Europa (% benutting)
Noord-Amerika (% benutting) Azië (% benutting)
50
60
70
80
90
100
110
2012E2010E20082006200420022000
Gewogen gemiddelde
Etheenoxide
Ethyleenglycol
Styreen
LDPE
LLDPE
HDPE
PVC
40
50
60
70
80
90
100
110
2012E2010E20082006200420022000
50
60
70
80
90
100
110
2012E2010E2008200620042002200050
60
70
80
90
100
110
2012E2010E20082006200420022000
Bron: CMAI, Deloitte
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
West-Europa heeft een aantal heel grote, onderling samenhangende fabrieken
30
500
0
Cap
acite
it, x
1000
ton
2.500
2.000
1.500
1.000
Alkanen (butaan/propaan/ethaan) Ontvlambare vloeistoffen (op naftabasis)
Liquevicaties (procesgestuurd in plaats van opslag) Gas, mengsels en overig
Cap
acite
it, x
1000
ton
2.500
2.000
1.500
500
0
1.000
0
Cap
acite
it, x
1000
ton
2.500
2.000
1.500
1.000
500
Cap
acite
it, x
1000
ton
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
Azië Latijns-A. MO NA W-EU
Azië Latijns-A. MO NA W-EU
Azië Latijns-A. MO NA W-EU
Azië Latijns-A. MO NA W-EU
Bron: CMAI Deloitte-analyse
NL
BENLDENL
DEDE
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu31
2.100
1.400
700
0
Cumulatieve ethyleencapaciteit (miljoen ton)
1009080706050403020100 110 120 130 140
Bron: APIC CMAI, gesprekken met deskundigen, Deloitte-analyse
Binnen Europa bevindt Nederland zich in een goede positie en kan het aandeel veroveren op andere Europese producenten
Zuidoost-Azië
Noordoost-Azië
Europa
Midden-Oosten
Noord- Amerika
Ethyleenproductiekosten (US$/ton)
Nederland
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Deze positie is te danken aan sterk onderling samenhangende grootschalige productiecapaciteit
Productiecapaciteit voor ethyleen in 2010
Nederland
DuitslandOostenrijk
Rest van Europa
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Roemenië
Italië
België
Tsjechische Republiek
SpanjeHongarije
Polen
Noorwegen
Zweden
Bron: CMAI, Deutsche Bank, Deloitte-analyse
32
Rotterdam
Pernis
MoerdijkMarl
Gelsenkirchen
Keulen
Wesseling
Frankfurt
Ludwigshafen
Rheinberg
Duinkerke
Feluy Jemeppe
Antwerpen
Meerhout Tessenderlo
Beringen
Terneuzen
Geleen
Vlissingen
StoomkrakerOlefineverbruiker(s)RaffinaderijRaffinaderij + olefineproducent
RAPL (ruwe olie)PALL (nafta)Pijpleiding voor industriële gassen
Pijpleiding voor ethyleenPijpleiding voor propyleen
NL-BE-DE vertegenwoordigt
44% van de capaciteit
3.000 MT
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Naast petrochemische producten wordt chemie op biologische basis belangrijker
Klassieke vormen van agrarische biomassa die concurreren met voedsel.
• Olierijke biomassa (gistingsproces)
‒ koolzaad
‒ zonnebloem
‒ sojaboon
‒ palm
• Suikerrijke biomassa (transesterificatieproces)
‒ bietsuiker
‒ suikerriet
‒ tarwe
‒ maïs
Benutting van landbouwresiduen en afval uit bosbouw, petrochemische industrie en steden. Biomassa van de derde generatie concurreert niet met voedsel en het eindproduct is vergelijkbaar met grondstoffen op oliebasis.
• Residuen van landbouw, voedsel en benzine
• Biomassa van lignocelllulose
• Vast stedelijk afval
• Algen
Biomassa van lignocellulose bestaat hoofdzakelijk uit 3 polymeren van celwanden van planten: cellulose, hemicellulose en lignine. Biomassa van de tweede generatie concurreert niet met voedsel.
• Stro
• Hele plant
• Hout en afval
• Restanten
Eerste generatie Tweede generatie Derde generatie
Biomassageneraties
Bron: Biorefinery.ws, REFUEL, EuropaBio
33
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Voor grondstoffen voor de 1e generatie biomassa heeft Europa een sterke positie met tarwe- en suikerbietproductie...
34
2010
760
2005
639
2000
541
1995
487
1990
458
1985
452
1980
387
1975
321
1970
252
Maïsproductie (1000000 MT)
2009
511
2005
487
2000
451
1995
451
1990
500
1985
416
1980
368
1975
302
1970
261
Tarweproductie (1000000 MT)
Suikerbietproductie (1000000 MT)
2009
17
2005
16
2000
18
1995
20
1990
24
1985
21
1980
19
1975
22
1970
22
2009
120
2005
107
2000
94
1995
86
1990
73
1985
62
1980
55
1975
50
1970
39
Noord-AmerikaAzië-PacificLatijns-AmerikaAfrikaEuropa
Suikerrietolieproductie (1000000 MT)
Bron: United States Department of AgricultureOpmerking: bij Afrika is het Midden-Oosten inbegrepen
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
...en productie van kokosolie
35
2010
17
2005
16
2000
18
1995
20
1990
24
1985
21
1980
19
1975
22
1970
22
Kokosolieproductie (1000 MT)
Palmolieproductie (1000 MT)
2010
47
2005
36
2000
24
1995
16
1990
11
1985
8
1980
5
1975
3
1970
2
Bron: United States Department of AgricultureOpmerking: bij Afrika is het Midden-Oosten inbegrepen
2010
14
2005
11
2000
9
1995
8
1990
9
1985
6
1980
4
1975
3
1970
2
Koolzaadolieproductie (1000 MT)
Azië-PacificNoord-AmerikaLatijns-AmerikaEuropaAfrika
2010
40
2005
32
2000
24
1995
18
1990
16
1985
11
1980
10
1975
8
1970
6
Sojaboonolieproductie (1000 MT)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Binnen Europa zouden de Oekraïne en tot op zekere hoogte Frankrijk een prominente rol kunnen spelen voor biomassa van de tweede generatie
Bron: REFUEL
Energieopbrengst eerste generatie biomassa Energieopbrengst tweede generatie biomassa
36
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu37
Fossiele en hernieuwbare hulpbronnen
Voedsel en diervoeder
Energie
Chemicaliën en materialen
2 x 1011
ton/jaar2,5 x 1010
ton/jaar
35 x 106
ton/jaar350 x 106
ton/jaar15 x 106
ton/jaar
Zowel fossiele als hernieuwbare hulpbronnen worden voornamelijk gebruikt voor voedsel en energie; slechts 0,01778% van de hulpbronnen wordt gebruikt voor chemicaliën
* Ramingen gebaseerd op biomassa voor energieBron: WTC Biobased Economy, European Biomass Association
Gebruik van hulpbronnen Europees biomassapotentieel 2020* (Mtoe)
Import +19%
Afval +9%
Bosbouw +3%
Landbouw +12%
2020
222
20
32
105
65
2007
98
210
72
14
CAGR
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Inhoudsopgave
38
1. Inleiding
2. Macrotrends
3. De chemische industrie
4. Innovatie en kennis• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
5. Producten en toepassingen • Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
6. Grondstoffen en bedrijfsmiddelen• Huidige situatie• Trends en toekomstscenario’s (van derden)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Voor de toekomst is een aantal trends zichtbaar voor grondstoffen en bedrijfsmiddelen
39
Hoofdtrends voor grondstoffen en bedrijfsmiddelen
Schaarste van energie en andere hulpbronnen
(water, zeldzame metalen en grond)
Grondstofdiversificatie (traditionele grondstoffen
(olie en gas) en op biologische basis)
Nieuwe hulptechnologieën (bijv.
kunstmatige fotosynthese)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Economische groei, beleid, technologische ontwikkeling en internationale samenwerking
ShellVraag en aanbod voor olie en energie worden beïnvloed door de mate van internationale samenwerking en protectionisme. In het scenario Blueprints leiden internationaal beleid en uitwisseling van technologie tot de ontwikkeling van alternatieven; in Scramble leidt protectionisme tot het zoeken naar alternatieven.
OPEC
Verwacht dat de vraag naar olie blijft stijgen tot 2010 in verband met wereldwijde economische groei. In de drie scenario’s wordt verwacht dat de vraag naar olie uiteenloopt tussen 100 en 112 miljoen vaten per dag. In het rapport wordt echter aangegeven dat door beleid en technologische ontwikkeling de vraag naar olie kan afnemen en dit kan leiden tot de ontwikkeling van alternatieve hulpbronnen voor energie en grondstoffen.
Internationaal Energie Agentschap
Groei in de wereldeconomie stimuleert een toename van de vraag naar energie in een basisscenario, wat leidt tot een stijging van 70% van de vraag naar olie tegen 2050 en een stijging van 130% van de CO2-uitstoot.
In de scenario’s ACT en BLUE moet voor 2050 respectievelijk 17 biljoen US$ en 45 biljoen US$ worden geïnvesteerd, ondersteund door bijpassend beleid, om de vraag naar olie en de CO2–uitstoot te beperken (+12%) en te laten afnemen (-27%).
World Energy Council
Het aanbod van energie moet verdubbelen om in 2050 in de vraag te kunnen voorzien. Voorspelt dat de internationale samenwerking en de snelheid van economische en technologische ontwikkeling het energieaanbod van de toekomst zullen bepalen. Gelooft dat hernieuwbare energie wel in belang zal toenemen, maar niet dominant zal worden.
US Energy Information Administration
Door sterke groei van de productie van schaliegas en toenemend gebruik van aardgas en hernieuwbare energie voor het opwekken van elektriciteit zal de rol van olie minder dominant worden. Gelooft echter dat vanwege de prijs kool dominant zal blijven vanwege de bestaande bedrijfsmiddelen. Merkt echter op dat veranderingen in beleid, technologie en economische groei kunnen leiden tot verschillen in de verwachtingen.
In alle langetermijnscenario’s wordt ervan uitgegaan dat door de wereldwijde vraag naar energie en de beschikbaarheid van alternatieven de wereldwijde afhankelijkheid van olie zal afnemen
Scenario’s voor hulpbronnen en grondstoffen
40
Bron: Shell, OPEC, EIA, IEA, World Energy Council
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Shell-scenario’s (2050)
41
Samenvatting van rapport
Visie
Shell verwacht dat er drie factoren van invloed zullen zijn op de energiewereld. Vraagdruk zal het aanbod van alternatieven en efficiënter energiegebruik stimuleren, maar dit alleen zal het probleem niet oplossen. De toename van de productie van eenvoudig winbare olie en gas houdt geen gelijke tred met de verwachte groei van de vraag en dus zal de samenstelling van het energieaanbod veranderen. Door historische, actuele en toekomstige productieniveaus neemt de CO2–uitstoot toe die het menselijk welzijn ernstig bedreigt.
Scenario Scramble Blueprints
Aanbod van energie
Het aanbod van olie en gas zal afnemen, terwijl daardoor het gebruik van kool weer zal toenemen. Biomassa en andere hernieuwbare energiebronnen zullen meer worden gebruikt na 2030.
Het aanbod van olie en gas zal afnemen, terwijl het gebruik van kool, kernenergie, waterkracht, zonne-, wind- en andere hernieuwbare energie aanzienlijk zal toenemen na 2030.
Vraag naar energie
De vraag naar energie in de huidige ontwikkelde regio’s van de wereld blijft stabiel en zal na 2040 afnemen. De ontwikkelende Aziatische landen zullen echter zorgen voor een forse toename.
De vraag naar energie in de huidige ontwikkelde regio’s van de wereld blijft stabiel en zal na 2040 afnemen. De ontwikkelende Aziatische landen zullen echter zorgen voor een forse toename.
Nieuwe technologieën
Biobrandstoffen als belangrijkste nieuwe technologie, wat leidt tot conflicten met voedselproductie. Na 2030 zal een tweede generatie van biomassabrandstoffen dit probleem oplossen.
Elektronen zullen moleculen vervangen voor energiebronnen. Verschillende technologieën voor hernieuwbare energie en aanverwante technologieën, zoals koolstofafvang en –opslag, zullen meer gebruikt worden.
Maatregelen m.b.t. klimaatverandering
De aanpak van klimaatverandering wordt beschouwd als extra belasting voor de economie en gezien de aard van de vereiste maatregelen is niemand bereid als eerste het risico te nemen.
De industrie wil graag duidelijke en consequente regelgeving. Een kritieke massa van landen en inwoners steunen nationale leiders die niet energiezekerheid beloven, maar ook een duurzame toekomst.
Bron: Shell
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
OPEC-scenario’s (2020)
42
Samenvatting van rapport
Visie
OPEC verwacht dat verschillende onzekere factoren de toekomstige vraag naar (OPEC)-olie zullen beïnvloeden. Toekomstige economische groei wordt beschouwd als een van de belangrijkste daarvan. Andere factoren zijn het beleid inzake energie en brandstoffen, technologische ontwikkelingen en nieuwe landen die olie gaan produceren.
Scenario'sDynamics-as-usual (DAU/ de gewone dynamiek)
Protracted-market-tightness (PMT/ langdurige krappe markt)
Prolonged-soft-market (PSM/ langdurige slappe markt)
Het DAU-scenario beschrijft een toekomst waarin veranderingsfactoren het scenarion blijven sturen volgens hun oude patronen
Het PMT-scenario beschrijft een toekomst waarin veranderingsfactoren zodanig zullen veranderen dat de vraag naar olie zal toenemen
Het PSM-scenario beschrijft een toekomst waarin veranderingsfactoren zodanig zullen veranderen dat de vraag naar olie zal afnemen
Wereldeconomie
In dit scenario is de wereldwijde economische groei gezond
Een combinatie van positieve economische en geopolitieke omstandigheden leiden tot aanhoudende en sterkere groei op de langere termijn
Toenemende internationale wanverhoudingen als gevolg van tekorten op de lopende rekening en begroting van sommige landen
Vraag naar olie
In het DAU-scenario neemt de vraag naar olie gemiddeld per jaar toe met 1,5 tot 107 duizend vaten per dag. Tot 2020 komt circa 75 procent van deze stijging uit ontwikkelende landen. De transportsector is de allerbelangrijkste oorzaak van de stijging en vertegenwoordigt bijna de helft van de verwachte stijging van de vraag naar olie.
Er wordt op de lange termijn een krappe markt verwacht, gekenmerkt door een grote, aanhoudende vraag naar olie, met name vanwege grotere economische groei. In dit scenario is de vraag in 2020 ruim 5 duizend vaten per dag meer dan in het DAU-scenario.
Er zou minder economische groei kunnen zijn, gekenmerkt door een sterker regionalisme en protectionisme, die goed zouden kunnen samengaan met beleidsmaatregelen om de vraag te beperken. Dit leidt tot een vraag in 2020 van 7 duizend vaten per dag minder dan in het DAU-scenario.
Bron: OPEC
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Scenario’s van het Internationaal Energie Agentschap (2050)
43
Samenvatting van rapport
Visie
Het IEA verwacht dat de wereldeconomie tussen nu en 2050 zal verviervoudigen en in ontwikkelende landen als China en India zou de groei zelfs kunnen vertienvoudigen. Dit belooft economische voordelen en enorme veranderingen in de levensstandaard van mensen, maar zorgt ook voor een veel groter energiegebruik.
Technologie en beleid worden beschouwd als de belangrijkste factoren om de CO2-uitstoot te beperken en de vraag naar fossiele brandstoffen in evenwicht te brengen met de vraag naar alternatieve hulpbronnen.
Scenario's Baseline ACT BLUEHet basisscenario verwacht in 2050 een toename van 70% van de vraag naar olie en een toename van 130% van de CO2-uitstoot.
Zorgt ervoor dat de wereldwijde CO2-uitstoot in 2050 weer op het niveau van 2005 is. De vraag naar olie zal naar verwachting met 12% toenemen.
Ervoor zorgen dat de CO2–uitstoot in 2050 50% lager is dan in 2005 is een lastige taak. De vraag naar olie neemt met 27% af.
Beleid
Geen beleidswijzigingen tot 2050. Invoering van efficiëntienormen voor technologieën. Extra investering wordt geschat op USD 17 biljoen tussen nu en 2050. Dit is gemiddelde circa USD 400 miljard per jaar, wat ongeveer gelijk staat aan het BBP van Nederland.
In het BLUE-scenario moeten dringend ongekende en verstrekkende nieuwe beleidsmaatregelen worden ingevoerd in de energiesector. Er is een extra investering van USD 45 biljoen vereist.
Technologie
Aangezien het beleid niet tot nauwelijks verandert, is onderzoek naar nieuwe technologie niet gericht op alternatieve energiebronnen en schone energietechnologieën.
Verbeteringen van energiezuinigheid van gebouwen, apparaten, transport, industrie en stroomopwekking vertegenwoordigen de grootste en goedkoopste besparingen. Stroomopwekking decarboniseren.
Verbeteringen van energiezuinigheid van gebouwen, apparaten, transport, industrie en stroomopwekking vertegenwoordigen de grootste en goedkoopste besparingen. Stroomopwekking decarboniseren.
Bron: Internationaal Energie Agentschap
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Het EIA heeft zijn scenario’s omgezet in energieramingen per soort energie
44
240
180
120
60
0
2035203020252020201520102005200019951990
Ontwikkeling van olieprijzen (2007 $US)
722
669
621
573
533
739
687
639
590
543
495
755
703
654
606
554
203520302025202020152007
Lage olieprijs
Referentie
Hoge olieprijs
Olieverbruik (biljard Btu)
Bron: EIA, International Energy Outlook 2010
Vloeistoffen
Kool
Aardgas
Hernieuwbare energieKernenergie
Lage olieprijs
755
33%
27%
21%
13%6%
Referentie
739
30%
28%
22%
14%6%
Hoge olieprijs
722
27%
30%
23%
14%7%
Energieverbruik per brandstof (biljard Btu)
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Scenario’s van World Energy Council (2050)
45
Samenvatting van rapport
Verwachtingen
De World Energy Council verwacht dat het aanbod van energie moet verdubbelen om te kunnen voorzien in de vraag in 2050 en daarom moeten alle energieopties open blijven. Spanning op de oliemarkt moet zoveel mogelijk worden vermeden en de economie van regio’s met gas, zoals Rusland, wordt gebaseerd op gas. Dankzij mogelijkheden voor koolstofopslag wordt kool ook een aantrekkelijkere energiebron. Goede samenwerking tussen overheden en industrie op internationaal niveau is essentieel om een kernenergiesector te kunnen opzetten in de ontwikkelende wereld. Hernieuwbare energie zal in belang toenemen, maar niet dominant worden.
Scenario Leopard Giraffe Elephant Lion
Afrika
Beperkte verbeteringen door gebrek aan technische uitwisseling en directe buitenlandse investeringen
Beschikbaarheid wordt beter; weinig maatregelen voor schone energie
Beschikbaarheid wordt beter; koolstofarm krijgt weinig prioriteit
Toegankelijkheid van technologieën zorgt voor een divers energieaanbod
Azië
Energiezekerheid krijgt voorrang op de ontwikkeling van schone technologieën
Toenemend gebruik van fossiele brandstoffen
Afname van fossiele brandstoffen; uitstoot stijgt eerst en daalt dan
Schone energie is een prioriteit dankzij internationale samenwerking
Latijns-Amerika
Stijgende energieprijzen en toenemende CO2-uitstoot
Weinig investeringen in infrastructuur en schone energie
Diversificatie van het energieaanbod
Grotere toegankelijkheid van energie, druk om het milieu te beschermen
Europa
Waarborgen van het energieaanbod, vervolgens schone technologieën verbeteren
Status-quo, kleine vorderingen met koolstofarme technologieën
Bilaterale samenwerking belemmert schone technologieën
Lagere energieprijzen, aardgas wordt dominant
Noord-Amerika
Minder betrouwbaar energieaanbod, schone energie krijgt weinig prioriteit
Gedwongen om gebruik te gaan maken van schone technologieën
Verouderende infrastructuur voor energie
Verspreidt energietechnologie over de hele wereld, meer milieuvriendelijke initiatieven
Bron: World Energy Council
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Verwachtingen m.b.t. energie van de U.S. Energy Information Administration (2035)
46
Samenvatting van rapport
VerwachtingenDe EIA verschaft een basisscenario waarin de huidige wetten en regelgeving ongewijzigd blijven en daarnaast 57 detailscenario’s waarin onzekere factoren worden bestudeerd, zoals markten, technologieën en beleid in de Amerikaanse economie.
Scenario's Basisscenario 57 detailscenario’s
Economische groei van 2,7 procent van 2009 tot aan 2035. Stijgende olieprijzen van 2,8 procent (prijzen uit 2009), 4,8 procent (nominale prijzen).
Sterke groei van schaliegasproductie, toenemend gebruik van aardgas en hernieuwbare energie voor opwekking van elektriciteit.
Kool kan grootste bron van elektriciteit blijven, wanneer er geen aanvullende beperkingen worden opgelegd voor CO2-uitstoot.
Afnemende afhankelijkheid van vloeibare brandstoffen en langzame toename van de uitstoot van koolstofdioxide in verband met energie, zelfs bij uitblijven van nieuwe regelgeving.
• Detailscenario’s houden uiteen van economische groei, olieprijzen, beleid, technologie (commercieel en industrieel, transport en integratie van technologieën), elektriciteit, hernieuwbare technologie, olie- en gastechnologie, toegankelijkheid van olie en gas, schalie-olie en -gas, kool en uitstoot van broeikasgassen.
• Economische groei: 2,1% tot 3,2%
• Olieprijs: 50 US$ tot 200 US$ (125 US$ in basisscenario)
• De mate van uitbreiding van beleid varieert
• Beschikbaarheid van technologieën (groot tegenover klein)
• Technologiekosten (hoog tegenover laag)
• Groei van kool
• Detailscenario’s nuanceren het basisscenario en beschrijven verschillende toekomstscenario’s voor economische groei, beleid en technologieën.
Bron: U.S. Energy Information Administration
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De scenario’s die de World Business Council gebruikt m.b.t duurzame ontwikkeling
47
Verwachtingen
In de nabije toekomst zal waterbeheer ingewikkelder worden voor de mensheid als gevolg van veranderingen in zowel kunstmatige als natuurlijke systemen die invloed hebben op de beschikbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van water. De kans op watertekorten, schaarste en spanningen zal toenemen. Er zijn vijf onderling samenhangende veranderingsfactoren waarbij deze problemen het duidelijkst zichtbaar worden: mensen, planeet, oude systemen, politiek en beleid.
Scenario Hydro (waterkracht) Rivers (rivieren) Ocean (oceaan)
Water probleem
Efficiëntieprobleem: meer waarde verkrijgen per druppel
Zekerheidsprobleem: zorgen voor kwantiteit en kwaliteit voor iedereen
Aansluitingsprobleem: het hele systeem in aanmerking nemen
Zakelijke uitdaging
Uitdaging voor innovatieMaatschappelijke toestemming voor exploitatie
De zakelijke rol bij waterbestuur
De hoofdthema’s
• Moeilijke tijden in enorme steden
• Grote kansen voor gedurfde innovatie
• Mogelijkheden voor economie op basis van waterkracht
• De oude systemen weer bruikbaar maken
• Het zekerheidstekort
• Watergeschillen
• Toegankelijkheid en rechtvaardigheid
• Waterbestuursmodel
• Wanbeheer van watergebruik (landbouw)
• Wereldwijde standaard voor water (watervoetafdruk)
• Overstromingen
• Wereldwijd bestuur via netwerken
WBCSD (2025)
Bron: World Business Council on Sustainable Development
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Technologie die wordt gebruikt voor industriële biologische grondstoffen, wordt volwassen en de markt zal naar verwachting snel groeien
Biobrandstoffen
Chemicaliën en farmaceutische producten
116
Voedsel/voeding
20202008
450
Omzet van industriële biotechnologie (€ miljard)
Bron: McKinsey (aangehaald door Economist), World Economic Forum, Universiteit van Utrecht (aangehaald door BiobasedChem Asia), C&News, Bio based economy in the EU, Arthur D. Little
• McKinsey schat dat de opbrengst zal toenemen van €116 miljard in 2008 tot €450 miljard in 2020, waarbij het grootste aandeel afkomstig is van chemicaliën en farmaceutische producten.
• World Economic Forum schat dat “bioraffinaderijen” nieuwe markten zullen creëren met een waarde van bijna $300 miljard in 2020
Specifieke productie van één verbinding
’in planta’
Afgeleid van biobrandstoffen
Stuck Green BoomElectrified2007
€150–175
€315–420
~3%
~7%
~17%
~10%
€50–75
€190–250
Biochemische markt 2025 (€ miljard en aandeel van industrie)
• Arthur D. Little schat de CAGR van de biochemische markt op 5% tot 10%, afhankelijk van verschillende scenario’s met betrekking tot grondstofprijzen en technologische veranderingen.
48
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De EU wordt naar verwachting een netto-importeur van biomassa en Rotterdam zou een belangrijke rol kunnen spelen in de wereldhandel in biomassaHandelsroutes voor biomassa 2020 (naar verwachting)
49
Bron: World Economic Forum
Plantaardige oliënBiomassaBioethanol
300
155
5
15
20
10
80
5
20
85
30
40
10
35
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu50
Farmaceutische producten Zuivere chemicaliën
VoedselDiervoeder
PrestatiematerialenGistingKunstmest
BrandstofVuur
Gezondheid en levensstijl
Voeding
Chemicaliën en materialen
EnergieV
olume
Mee
rwaa
rde
Waardepiramide van grondstoffen
Bron: WTC Biobased Economy
4.000
3.000
2.000
1.000
10% voor chemicaliën
Geen gebruik voor
chemicaliën
0
Waarde (€/ha)
Energieopbrengst(GJ/ha)
20% voorchemicaliën
Energetische en economische opbrengst van landbouwgrond
Biomassa wordt relevanter voor producten met een hogere meerwaarde waardoor de waarde per hectare landbouwgrond toeneemt
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu51
Th
erm
och
em
ische
pro
cesse
nB
ioch
em
isch
e
pro
cess
en
Biomassa kan worden gebruikt in verschillende raffinageprocessen, afhankelijk van de eigenschappen van de biomassa, wat verschillende resultaten oplevert
Oliezaden, afvalolieFermenteerbaar
biologisch afval (nat)Biomassa op suikerbasis
Biomassa op zetmeelbasis
Biomassa van lignocellulose (hout,
stro)
Verwerking van biomassa
Vergassing VerbrandingPyrolyseGisting/
hydrolyseWinning Vertering
Biodiesel Biogas Bio-ethanolSpecialiteitschemicaliën
Mineralen SyngasVerwarmin
g en stroom
Bio-olie
Bron: Deloitte analysis
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu52
Door het gebruik van concepten als cradle-to-cradle en urban mining kunnen de recyclingvolumes toenemen, waardoor kringlopen voor de chemische industrie gesloten kunnen worden
Cradle-to-cradle Recyclingvolumes EU (2008)
consumptie
afvoer
verzameling
scheiding
recyclen
(her)productie
recyclingTerugkeer
in aarde
80%
60%
40%
20%
0%
2.500500 1.000 1.500 2.000
Me
taa
l
Min
era
al
kun
ststoffe
nG
em
en
gd
e
Bio
ge
en
Ch
em
isch
0
100%
Gerecycled* (39%)
Energieterugwinning (3%)
Afvoer (58%)
* Inclusief re- en downcyclingBron: Eurostat
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Verschillende deskundigen verwachten, in de juiste omstandigheden, een groei van de markt voor biomaterialen
53
Wereldscenario’s
World Economic
Forum
In het rapport wordt voorspeld dat in de toekomst de volgende nieuwe deelnemers kunnen verschijnen in de chemische industrie: traditionele bedrijven (die fossiele brandstoffen vervangen door groene alternatieven), nieuwe bedrijven (die zich richten op geheel nieuwe producten) en technologiebedrijven (die technologieën leveren zoals celfabrieken in plaats van chemicaliën).
Het opbrengstpotentieel van het eigendomsrecht op de omzetting van biomassa en de bijbehorende verkoop van eindproducten in 2020 wordt geschat op US$ 10 à 15 miljard voor bulkchemicaliën op biologische basis en biokunststoffen.
Arthur D. Little
Drie scenario’s (Green Bloom, Stuck, Electrified) beschrijven de toekomst van industriële biotechnologie, afhankelijk van de prijs voor traditionele grondstoffen, concurrentie tussen grondstoffen en voedsel en technologische doorbraken die de financiële aantrekkelijkheid van de industriële biotechnologie beïnvloeden.
In de scenario’s wordt een groei verwacht van de markt voor biochemicaliën ten opzichte van 2007 (100% of €50 tot €75 miljard) in 2025 van 572% (€315 tot €420 miljard), 223% (€150 tot €175 miljard) of 309% (€190 tot €250 miljard).
Copernicus Instituut,
Universiteit Utrecht
Drie scenario’s (benign, moderate, advantageous) bevatten ramingen tot 2050, opgesteld voor Europa (EU-25), voor het toekomstig marktpotentieel van bulkchemicaliën op biologische basis die worden geproduceerd met behulp van witte biotechnologie.
In de scenario’s wordt het aandeel van chemicaliën op basis van witte biotechnologie ten opzichte van alle organische chemicaliën geschat op 7% (of 5 miljoen ton), 17,5% (of 26 miljoen ton) of 38% (of 113 miljoen ton) in 2050.
US Department of
Energy
Het U.S. Department of Energy heeft een visie opgesteld, maar verschaft geen potentiële toekomstscenario’s: een bio-economie bevat alle bulkchemicaliën op biologische basis tot 2050 en streefcijfers voor biochemicaliën zijn hoog met een marktaandeel van 10% in 2020 en 50% in 2050.
Platform Groene
Grondstoffen (2030)
In 2030 zal in Nederland 30% van het gebruik van fossiele grondstoffen vervangen moeten zijn door duurzame groene grondstoffen of biomassa. De scenario’s beschrijven de economische effecten van grootschalig gebruik van biomassa. De scenario’s verschillen afhankelijk van onzekere factoren, zoals de mate van internationale samenwerking en de mate van technologische ontwikkeling. Deze zullen de markt voor biochemicaliën beïnvloeden.
Bron: World Economic Forum, American Chemical Society, US Department of Energy, Platform Groene Grondstoffen
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Rapport van het World Economic Forum over bioraffinaderijen
54
Samenvatting van rapport
Verwachtingen
Beschouwt industriële bioraffinaderijen als een mogelijke oplossing om de dreiging van klimaatverandering en de vraag naar energie, brandstoffen, chemicaliën en materialen te beperken.
In de chemische industrie zullen innovatieve producten op biologische basis buiten de conventionele productbomen op aardoliebasis voordeel opleveren voor bedrijven die erin slagen om de juiste moleculen te ontdekken en deze in te voeren in bestaande of nieuwe waardeketens. Het opbrengstpotentieel van het eigendomsrecht op de omzetting van biomassa en de bijbehorende verkoop van eindproducten in 2020 wordt geschat op US$ 10 à 15 miljard voor bulkchemicaliën op biologische basis en biokunststoffen.
In het rapport wordt daarbij echter aangetekend dat deskundigen nog tal van technische, strategische en commerciële problemen zien die opgelost moeten worden voor dat een grootschalige vercommercialisering van de industrie kans van slagen heeft. Het rapport verwacht dat de volgende soorten bedrijven een rol zouden kunnen gaan spelen in de toekomst van de chemische industrie.
DeelnemersTraditionele chemische
bedrijvenNieuwe bedrijven Technologiebedrijven
Beschrijving
Bedrijven die fossiele chemicaliën vervangen door groene alternatieven, naast bestaande chemische productbomen, vaak binnen hun huidige productassortimenten.
Gericht op de productie van geheel nieuwe producten uit biomassa; de grootste moeilijkheid is echter het invoeren van deze nieuwe moleculen in de bestaande waardeketens en het bijbehorende lange proces voor het in de handel brengen.
Verschaft technologieën zoals celfabrieken ontworpen aan de hand van metabole pathways, die zowel bestaande als nieuwe chemische verbindingen kunnen opleveren voor de waardeketen zonder de chemicaliën zelf te produceren; veel van deze bedrijven geven de voorkeur aan een bedrijfsmodel op basis van royalty’s.
Bron: “The Future of Industrial Biorefineries - World Economic Forum”
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
De scenario’s over industriële biotechnologie van Arthur D. Little
55
Industriële biotechnologie
Industriële biotechnologie (IB) heeft betrekking op de toepassing van biotechnologie op industriële processen. Arthur D. Little onderscheidt drie verschillende technologieplatforms waarvan biochemicaliën kunnen worden afgeleid: 1) specifieke productie: biokatalyse wordt gebruikt voor enzymen en gisting voor hele cellen; 2) afgeleid van biobrandstoffen: biochemicaliën zijn een bijproduct van biobrandstoffen; 3) in planta: productie van chemicaliën door gewassen of algen. Er worden drie mogelijke toekomstscenario’s beschreven voor biotechnologie.
Op basis van deze drie scenario’s zijn er vijf gebieden die mogelijkheden bieden voor witte biotechnologie: effectieve en groenere eindproducten, nieuwe chemische bouwstenen, productief maken van nevenproducten van biobrandstoffen, de waardeketen plant-chemicaliën en grondstoffen.
Scenario Green Bloom (groene bloei) Stuck (blijven steken) Electrified (geëlektrificeerd)
Prijzen voor traditionele grondstoffen
Hoge kosten voor producten op oliebasis.
Sterke schommelingen van zowel olie- als voedselprijzen.
Stelselmatig lage prijzen in verband met elektrische auto’s.
Beschikbaarheid van grondstoffen voor IB
Agrarische grondstoffen concurreren niet met voedselgewassen.
Agrarische grondstoffen concurreren met voedselgewassen.
Niet beschreven
Technologische doorbrakenDe technologieplatforms voor biochemicaliën zijn vercommercialiseerd.
Beperkt succes in R&D voor biobrandstoffen beperkt het aantal doorbraken.
Concurrerende petrochemische producten beperken doorbraken.
Financiële aantrekkelijkheid van IBAlgemeen aantrekkelijke biochemicaliën.
Directe productie van zuivere en specialiteits-chemicaliën.
Specifieke productie en chemicaliën in planta.
Arthur D. Little (2025)
Bron: World Business Council on Sustainable Development.
StuckGreen Boom
Electrified2007
Afgeleid van biobrandstoffen’in planta’ Specifieke productie van één verbinding
Biochemische markt in 2025 t.o.v. 2007 (€ miljard, % omzet van industrie)
€50–75
€150–175
€315–420
€190–250
~3%
~7%
~17%
~10%
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Scenario’s voor het marktpotentieel van bulkchemicaliën op biologische basis van het Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht
56
Samenvatting van rapport
Verwachtingen
Er zijn drie scenario’s opgesteld voor Europa (EU-25) met ramingen tot 2050 voor het toekomstig marktpotentieel van bulkchemicaliën op biologische basis die worden geproduceerd met behulp van witte biotechnologie.
Analyseert potentiële besparingen op niet-hernieuwbare energie, beperking van de uitstoot van broeikasgassen en gevolgen van grondgebruik. Denkt dat witte biotechnologie cruciaal is voor de concurrentiepositie van de chemische sector in Europa en witte biotechnologie zorgt voor duidelijke beperking van het gebruik van (niet-hernieuwbare) energie en de uitstoot van broeikasgassen.De voornaamste redenen waarom bedrijven niet overstappen op productie op biologische basis, zijn:• hogere productiekosten;• Waardevermindering van kapitaalinvesteringen in conventionele technologie.
ScenarioBenign Conditions (gunstige
omstandigheden)Moderate Conditions
(gematigde omstandigheden)
Advantageous Conditions (voordelige
omstandigheden)
Resultaat
Aandeel van chemicaliën op basis van witte biotechnologie ten opzichte van alle organische chemicaliën circa 7% (of 5 miljoen ton) in 2050
Aandeel van chemicaliën op basis van witte biotechnologie ten opzichte van alle organische chemicaliën 17,5% (of 26 miljoen ton) in 2050
Aandeel van chemicaliën op basis van witte biotechnologie ten opzichte van alle organische chemicaliën circa 38% (of 113 miljoen ton) in 2050
Aannames
Prijzen fossiele brandstoffen: laagTech.: huidige stand van zakenKosten biologische grondstoffen: hoogChem. markt: geen groeiSubsidies: geen subsidies
Prijzen fossiele brandstoffen: middelmatigTech.: toekomsttech. vanaf 2040Kosten biologische grondstoffen: middelmatigChem. markt: middelmatige groeiSubsidies: geen subsidies
Prijzen fossiele brandstoffen: hoogTech.: toekomsttech vanaf 2020Kosten biologische grondstoffen: laagChem. markt: sterke groeiSubsidies: ja
Bron: Dornbrug, Herman & Patel gepubliceerd in de American Chemicals Society
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Rapport van het US Department of Energy over hernieuwbare grondstoffen op basis van planten/gewassen
57
Samenvatting van rapport
Visie
Aanhoudende economische groei is afhankelijk van een gewaarborgd aanbod van grondstoffen. Nu de wereldbevolking snel groeit en de consumentenvraag blijft veranderen, is het nodig om extra, en bij voorkeur hernieuwbare, bronnen te vinden voor industriële productie en energie. De visie voor het gebruik van grondstoffen op basis van planten/gewassen is optimistisch. Met het juiste onderzoek en ontwikkeling voor nieuwe methoden kunnen we financieel haalbare oplossingen ontdekken om te voorzien in de behoeften van een volle planeet. Het streven is dat in 2020 10% van de fundamentele chemische bouwstenen is afgeleid van hernieuwbare plantaardige grondstoffen en dat er tegen die tijd ontwikkelingsconcepten zijn ingevoerd waardoor dit in 2050 is toegenomen tot 50%.
Ontwikkelingen Invoer in fabriek Verwerkingssystemen
• Afval en bijproducten: een opportunistisch segment, maar zou belangrijker kunnen worden naarmate er meer nieuwe verwerkingstechnologieën worden ontwikkeld
• Huidige gewassen: biedt op de korte termijn de meeste mogelijkheden om het gebruik van plantaardige materialen uit te breiden
• Specifieke gewassen: mogelijkheid op de middellange termijn om het gebruik van plantaardige materialen uit te breiden door verbetering van de herkomst van grondstoffen
• Gemodificeerde genetische opbouw: mogelijkheid op middellange tot lange termijn om het gebruik van plantaardige materialen uit te breiden op specifieke manieren en voor specifieke toepassingen
• Nieuwe moleculen: er zijn tal van mogelijkheden voor nieuwe moleculen als grondslag voor nieuwe industriële platforms
• Bioprocessen: microben of enzymen of beide worden genetisch aangepast om betere verwerkingsmogelijkheden te bieden
• Aangepaste chemie: nieuwe methoden, zoals geïntegreerde verbranding of organometaalchemie, kunnen mogelijkheden bieden voor een betere benutting van grondstoffen
• Huidige chemie
Bron: U.S. Department of Energy
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Scenario's ontwikkeld door het Platform Groene Grondstoffen
58
Energieaanbod
Verwachtingen
In het rapport wordt aangegeven dat in 2030 30% van het gebruik van fossiele grondstoffen in Nederland vervangen zal moeten zijn door duurzame groene grondstoffen of biomassa. Bevat vier scenario’s die de economische effecten beschrijven van grootschalig gebruik van biomassa. De scenario’s verschillen afhankelijk van onzekere factoren, zoals de mate van internationale samenwerking en de mate van technologische ontwikkeling.
Scenario
NatLowTech (nationaal gericht, weinig technologische ontwikkeling)
NatHighTech (nationaal gericht, snelle
technologische ontwikkeling)
IntLowTech (internationaal gericht, weinig technologische
ontwikkeling)
IntHighTech (internationaal gericht, snelle technologische
ontwikkeling)
Technologische ontwikkeling
Lage ontwikkelingssnelheid van technologieën
Hoge ontwikkelingssnelheid van technologieën
Lage ontwikkelingssnelheid van technologieën
Hoge ontwikkelingssnelheid van technologieën
Internationale gerichtheid
Europese en nationale biomassamarkt
Europese en nationale biomassamarkt Mondiale biomassamarkt Mondiale biomassamarkt
Economische effecten
Zwakke handelsbalans Neutraal Neutraal Sterke handelsbalans
BiomassaEerste generatie biobrandstoffen
Tweede generatie biobrandstoffen en bioraffinaderijen
Eerste generatie biobrandstoffen
Tweede generatie biobrandstoffen en bioraffinaderijen
Vermeden gebruik van fossiele energie (2030)
Meer dan 100 PJ/jaar bespaard, voornamelijk door elektriciteit
Meer dan 800 PJ/jaar bespaard, voornamelijk door biodiesel en chemicaliën
Vermeden CO2–uitstoot (2030)
Minder dan 10 Mton CO2 – eq/jr
55 Mton CO2 – eq/jr
Vraag naar biomassa
Meer dan 200 PJ/jaar Meer dan1300 PJ/jaar
Bron: Platform groene grondstoffen
© 2011 Deloitte Touche Tohmatsu
Deloitte verwijst naar een of meer van Deloitte Touche Tohmatsu Limited, een Britse naamloze vennootschap, en haar netwerk van gelieerde ondernemingen, die elk een juridisch zelfstandige en onafhankelijke eenheid vormen. Raadpleeg www.deloitte.com/about voor een gedetailleerde beschrijving van de juridische structuur van Deloitte Touche Tohmatsu Limited en gelieerde ondernemingen.
Deloitte verzorgt audits, fiscale diensten, consultancy en financiële adviezen voor openbare en particuliere cliënten uit uiteenlopende sectoren. Met ons wereldwijde netwerk van gelieerde ondernemingen in meer dan 140 landen, beschikt Deloitte over capaciteiten van wereldklasse en grondige lokale expertise om cliënten te helpen succes te boeken, waar zij ook actief zijn. Deloitte heeft zo’n 169.000 vakmensen in dienst die allemaal streven naar uitmuntendheid.
Dit document bevat uitsluitend algemene informatie en mag niet worden opgevat als boekhoudkundige, zakelijke, financiële, beleggings-, juridische, fiscale of ander professionele raadgeving of dienstverlening door Deloitte Touche Tohmatsu Limited, Deloitte Global Services Limited, Deloitte Global Services Holdings Limited, de Deloitte Touche Tohmatsu Verein, een aan hen gelieerde onderneming of een filiaal van de hiervoor genoemde eenheden (hierna gezamenlijk te noemen het “Deloitte-netwerk”). Dit document vormt geen vervanging van dergelijke deskundige raadgeving of dienstverlening en mag niet worden gebruikt als grondslag voor het nemen van besluiten of maatregelen die gevolgen kunnen hebben voor uw financiën of uw bedrijf. Raadpleeg voor u besluiten of maatregelen neemt die gevolgen kunnen hebben voor uw financiën of uw bedrijf, een erkende professionele adviseur. Geen enkele eenheid van het Deloitte-netwerk kan aansprakelijk worden gesteld voor enigerlei verliezen die worden geleden, doordat iemand is afgegaan op dit document.
59