GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de...

52
GEVANGEN IN ONAANGEPASTE METHODIEK 2015 | 1 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF De relatie tussen mijn Bibliotheek en andere ID’s De Bib Web Awards 2010 - 2012 - 2014 Meaning through form: ‘artist publications’ in het M HKA Zwerfbibliotheken in Turnhout DE ONTSLUITING VAN GERECHTELIJK SERIEEL ARCHIEF Periodiciteit: Maandelijks • februari 2015 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070

Transcript of GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de...

Page 1: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

GevanGen in onaanGepaste methodiek

2015 | 1

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

De relatie tussen mijn Bibliotheek en andere ID’sDe Bib Web Awards 2010 - 2012 - 2014Meaning through form: ‘artist publications’ in het M HKAZwerfbibliotheken in Turnhout

De onTsluITIng vAn gerecHTelIjK serIeel ArcHIef

Per

iod

icit

eit:

Maa

nd

elijk

s •

feb

ruar

i 20

15 •

Afg

ifte

kan

too

r: T

urn

ho

ut

• E

rken

nin

gsn

um

mer

: P8

020

70

Page 2: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 3: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

META 2015 | 1 | 1

ImagoVERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir,

Gerd De Coster, Ingrid De Pourcq,

Noël Geirnaert, An Labis,

Myriam Lemmens, Kris Michielsen,

Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,

Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon,

Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Tom Van Hoye • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

EVM

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Julie Hendrickx, hoofdredacteur

In de nasleep van de aanslag in Parijs werd er heel wat gezegd. Ook door informatieprofessionals. Zo liet een bibliothecaris weten dat we gefaald hebben. “In onze collectie staat nogal wat bij elkaar dat jihadisten wel eens meer tegen de borst zou

kunnen stoten dan een cartoon. Anderzijds bedenk ik ook meteen dat we gefaald hebben. Dit zijn Westerse jongeren. Hadden ze maar al die boeken gelezen. Ze zijn hier opgegroeid zonder te proeven van onze vrijheid. ”Dat statement vat de maatschappelijke opdracht van de bibliotheek- en archiefsector goed samen. Die opdracht realiseren, elke dag opnieuw, dat blijft onze grootste uitdaging.”

En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde, blijkt duidelijk dat de respondenten (925 personen en zes focusgroepen) bibliotheken en archieven zien als synoniemen voor ontdekking en inspiratie. Bibliotheken en archieven zijn schatkamers. Maar bij ‘ontdekken’ hoort ‘ontmoeten’, onvoorwaardelijk. Bibliotheken zijn dus niet louter gemeenschappelijke boekenkasten zoals archie-ven ook niet alleen oude papieren bewaren. Zij moeten aan communityvorming doen. En moeten dat duidelijk blijven doen.

De drempels moeten omlaag zodat iedereen zich welkom voelt. Bijvoorbeeld door het eigenlijke imago van de sector af te stemmen op het gewenste imago, zodat iedereen weet waar bib en archief voor staan.

Tot het zover is blijven we onze actiepunten herhalen. Om te beginnen bij de Commissie Cultuur waar we op 15 januari de belangrijkste uitdagingen van de sector verduidelijkten en op de agenda zetten:

• Het belang van kwaliteitsvolle opleidingen (en functieomschrijvingen) die mee de aantrekkingskracht van de sector bepalen. Maar in plaats van de opleidin-gen te krijgen waar de sector nood aan heeft, worden ze afgeschaft.

• De erkenning van de bibliotheek als basisvoorziening. Om dat te garanderen, is een decretale verankering absoluut noodzakelijk. Uitsluitsel waar de ver-antwoordelijkheden van het streekgericht bibliotheekbeleid zullen onderge-bracht worden: idem dito. En ook de uitbouw en structurele financiering van het Vlaams e-boekplatform (VEP) mag niet over het hoofd gezien worden.

• Erfgoedbibliotheken moeten uitgebouwd worden tot een volwaardige sector binnen het cultureel-erfgoedbeleid. Ook voor erfgoed is de inperking van de provinciale bevoegdheden een zorg: het depotbeleid, de culturele archiefin-stellingen en erfgoedbibliotheken van bovenlokaal belang, …

• Er moet werk gemaakt worden van digitaal archiveren. Het is essentieel dat er een structurele financiering komt voor het VIAA en dat deze zich niet alleen toelegt op de digitalisering en de bewaring van audiovisueel materiaal, maar ook van tekstmateriaal, zowel archiefbestanden als publicaties.

• Het belang van goede belangenbehartiging. Omdat een goed beleid nu een-maal geen eenrichtingsverkeer is.

editoriaal

Page 4: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

META 2015/1Jaargang 91 - februari 2015

VASTE RUBRIEKEN

1 EditoriaalTitel

4 Nieuws

24 Signalement40 jaar Maurits Sabbebibliotheek

26 EtalageExpertisehouders LevensbeschouwelijkeCollecties

27 InzetHilde Van Ongevalle

28 Over de grensDe Hernán Santa CruzLibrary in ChiliWouter Schallier

30 TrendZwerfbibliotheken naarTurnhouts modelLieve Quadflieg

31 Het cijfer

31 Het plan

36 De VraagHoe voorkom je wateroverlasten waterschade in je depot?Sylvie Maes, Veerle Meul en Anne-Cathérine Olbrechts

37 ColumnBlijft hun archief dan wel bestaan?Noël Geirnaert

37 Citaat

“STERREN KOMEN, STERREN GAAN.”

38 UitgepaktOpen bestandsformatenBert Lemmens

39 Kroniek• 84e Deutsche Archivtag• Digital and Traditional Manuscripts• Openbare bibliotheken in tijden van crisis• Brabantse Archivarissendag• Ronde Tafel Algemeen Rijksarchief

43 Recensies

44 Personalia

45 Zo gezienTom Cobbaert

47 Activiteiten

47 Toepassing

48 Uitzicht

2 | META 2015 | 1

inhoud

Page 5: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

32ESSAY

Meaning through form: ‘artist publications’ in het M HKA

Evi Bert

De relatie tussenMijn Bibliotheek en andere id’s

Johan Mijs

De Bib Web Awards:2010 - 2012 - 2014

Thaïs Minnebo en Annelies De Saeger

De ontsluiting vangerechtelijk serieel archief

Christophe Martens

ARTIKELS

.............. 8

............. 15

............ 19

19 Sinds augustus 2012 wordt er in het kader van de Interuniversitaire attractiepool P7/22 ‘Justice & Populations: The Belgian Experience in International Perspective, 1795-2015’ gewerkt aan de verdere ontsluiting van de gerechtelijke archieven in Brussel en Wallonië. Na twee jaar is het project halverwege en dringt een eerste reflectie zich op. In het artikel van Christophe Martens vindt u de eerste bedenkingen.

inhoud

15

Foto

: Jok

e V

an d

er m

aele

n.

Page 6: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Stopzetting IBW besproken in Commissie CultuurTijdens de vergadering van de commissie Cultuur in het Vlaams Parlement werd nog even stilgestaan bij de stopzetting van de postacademische vorming Informatie- en Bibliotheekwetenschap (IBW) aan de Universiteit Antwerpen.

Verschillende parlementsleden uitten hun ongenoegen bij deze beslissing en vroegen een reactie aan minister Gatz (Open VLD). Marius Meremans (N-VA) peilde of de minister zich achter een volwaardige masteropleiding bibliothecaris/infor-matiemanager kan zetten en of dat de hij de intentie heeft om met alle actoren samen te zitten. Ook Bart Van Malderen (sp.a) deelt de bezorgdheid van de sector en meldde dat “Vlaanderen nu de enige regio in West-Europa is die geen oplei-ding in dit vakgebied heeft.”

Ook Katia Segers (sp.a) heeft totaal geen begrip voor het feit dat de opleiding zou verdwijnen. Al maakt zij zich wel de bedenking dat de opleiding moeten worden herdacht in functie van de nieuwe rol die bibliotheken vandaag vervullen. Bart Caron (Groen) sloot zich tot slot aan bij de bekommernis van de vraagstellers. Hij vraagt zich ook af waarom een universiteit iets afbouwt waarvoor er eigenlijk toch een grote arbeidsmarkt bestaat.

De minister gaf in zijn antwoord aan dat hij de professionalisering van de bibliotheeksector zeer belangrijk vindt. Hij ver-wees ook naar het Planlastdecreet en dat het voortaan tot de bevoegdheid van de lokale besturen behoort om over de deskundigheid van het bibliotheekpersoneel te waken.

Hij stelt zich ook de vraag in welke mate de beroepsopleidingen van vandaag, specifiek voor het bibliotheekpersoneel, voldoende breed gaan om de wijzigende opdracht van bibliotheken te kunnen garanderen. “Je kan je de vraag stellen of deze opleiding toekomstgericht voldoende garantie biedt op tewerkstelling.”, aldus de minister.Tot slot benadrukte minister Gatz nog wel dat hij dit dossier wil aankaarten met de minister van Onderwijs en dat hij met de sector zelf wil overleggen. (TVH)

De literaire tijdschriften De leeswelp en De leeswolf worden stopgezet. Dat is het gevolg van de vereffening van vzw Vlabin-VBC, die de tijdschriften uitgaf en fungeerde als documentatiecentrum voor de bibliotheeksector. Acht mensen, onder wie zes redactieleden, zijn ontslagen. In de tweemaan-delijkse tijdschriften verschenen recensies, dossiers en essays over recent verschenen boeken. De leeswelp was het laatste Vlaamse tijdschrift dat sys-tematisch aandacht aan jeugdliteratuur schonk.

De vereffening van de vzw, die twintig jaar bestond, is een fall-out van besparingen bij Bibnet. Dat moet tien procent besparen, waardoor het con-tract met Vlabin-VBC niet werd verlengd. Dat vertegenwoordigde zowat vier vijfde van de inkomsten van Vlabin-VBC.

Geert Swaenepoel, voorzitter van de vzw, vindt de vereffening een treurig verhaal. “De laatste jaren stond het aantal abonnees onder druk. Overal in Vlaanderen moeten bibliotheken besparen. Het is erg jammer dat Bibnet niet langer in inhoud geïnteresseerd is en niet langer wil betalen voor recensies.” Jan Braeckman van Bibnet betreurt het einde van De leeswelp, maar wil in tijden van besparingen terugplooien op zijn kerntaken, en daar hoort het financieren van recensies niet bij.

> Bron: de Standaard, 2 december 2014

Doek valt voor De leeswelp en De leeswolf

4 | META 2015 | 1

nieuwS

Page 7: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Online platform verzamelt schrijftalent

Azertyfactor is een online platform waar Creatief Schrijven vzw op zoek gaat naar onbekend schrijftalent met een stevige portie x-factor. Iedereen kan een profiel aanmaken en teksten posten. Elke woens-dag selecteert een specialist uit het boe-kenvak zijn tip van de week. Al meer dan 60 kenners onder wie Christophe Vekeman, Guillaume Van der Stighelen, Marnix Peeters en Ivo Victoria, lieten weten welke tekst hen het meest char-meerde. Op Azertyfactor vind je niet alleen vers leesvoer, je kunt er als bibliotheek of organisatie ook heel gemakkelijk een schrijfwedstrijd organiseren. Heb je inte-resse? Stuur een mailtje naar [email protected]

Bibliotheek verspreidt nieuw verhaal via social media

Bibliotheek Pittem is al enkele jaren zeer actief op de sociale media, met o.m. een Facebook-pagina en een twitteraccount. Maar de bibliotheek is wel bezorgd om de impact die de sociale media heb-ben op het gebruik van klassieke media en de leesvaardigheid van burgers. Daarom start men in Pittem in het voor-jaar met een project dat beide media wil laten samenwerken. Speciaal voor Bib Pittem schreef auteur Luc Vandromme (o.m. bekend van De leerling-snijder en Patchoeli) een verhaal voor twitter en andere sociale media. In Onder de voor-schoot gaat een jongen op zoek naar zijn roots. Hij stoot daarbij op verzwegen en onbekende feiten.

Het verhaal zal verspreid worden via tweets, maar ook via posts op een spe-ciale Facebook-pagina en de Facebook-pagina van Luc Vandromme. Gedurende een maand zullen op vaste tijdstippen tweets en post het verhaal aanvullen, zodat het na een maand volledig versche-nen zal zijn. Het verhaal kan gevolgd wor-den via het Twitter-account @Voorschoot, #voorschoot of de FB-pagina ‘Onder de voorschoot’.

Bibliotheek Pittem

Gebruik audiovisueel materiaal in de bib: de eerste resultaten

Audiovisueel archiefmateriaal naar het grote publiek brengen via biblio-theken is een belangrijke doelstelling van VIAA (het Vlaams Instituut voor Archivering). Om dit te bereiken wil het een webplatform maken dat zijn plaats kan veroveren in de bibliotheek. Maar wat zijn de noden en verwach-tingen van de bibliotheekmedewerkers en -bezoekers op vlak van audiovisu-eel materiaal? Om dit te weten te komen startte VIAA een onderzoekstraject i.s.m. met de researchers van iMinds Living Labs.

Het eerste deel van dit parcours is afgewerkt en bestond uit een survey rond het gebruik van audiovisueel materiaal in bibliotheken en een omge-vingsanalyse.

INTERESSEiMinds Living Labs bevroeg de medewerkers van openbare bibliotheken. 30 procent van alle bibliotheken namen aan de survey deel. Een greep uit de belangrijkste bevindingen:

• 79 procent van de bibliotheekmedewerkers wil audiovisueel materiaal kunnen bekijken in de bibliotheek.

• De medewerkers zien VIAA als een aanvulling op het audiovisueel materi-aal uit de eigen collectie van de bib en als een interessante tool om expo’s aan te vullen.

• 92 procent van de medewerkers denkt dat vooral lokaal en nostalgisch materiaal de appetijt van de bezoekers zal opwekken.

• Momenteel is het gebruik van audiovisueel materiaal in bibliotheken ech-ter beperkt. De grootste hindernis is de technologische infrastructuur: 45 procent zegt dat hun technologie en internettoegang ontoereikend zijn.

VERANDERENDE CONTExT Bibliotheken ondergingen de afgelopen jaren een evolutie, waarin de ver-blijfsfunctie van de bib, de bibliotheek als ontmoetingsplaats en nieuwe technologieën aan belang wonnen. Op deze evoluties kan VIAA ongetwij-feld inspelen:

• Bibliotheken willen uniek audiovisueel materiaal tentoon stellen om men-sen naar de bib te halen.

• Boeiend audiovisueel materiaal kan ervoor zorgen dat mensen een gesprek aangaan.

• Nieuwe technologische middelen nodigen uit om audiovisueel materiaal te bekijken (bijv. een multitouchtafel of de eigen hardware van de bezoe-ker).

BASICS Verschillende experten — die meedachten over wat het VIAA-webplatform zou kunnen betekenen voor bibliotheken — benadrukten het belang van de basisvoorwaarden. “Get the basics right”, het lijkt misschien evident, maar het is noodzakelijk voor het slagen van elk platform. Eenvoud in gebruik, het wegnemen van potentiële drempels, het aanbieden van materiaal dat meteen inzetbaar is en het werken met juiste partners. Het zorgt er allemaal voor dat zowel de bibliotheekbezoeker als -medewerker het webplatform met plezier zal gebruiken.

VElDTESTENNu de bibliotheekmedewerkers en experten gehoord zijn, zullen de mede-werkers van VIAA en iMinds Living Labs het VIAA-webplatform in verschil-lende pilootbibliotheken testen met bibliotheekmedewerkers en -bezoekers. Van hen wil men te weten komen wat zij verwachten van het platform, de inhoud en de functionaliteiten. De resultaten van dit tweede deel zullen snel volgen op de website van VIAA.

> http://www.viaa.be

META 2015 | 1 | 5

nieuwS

Page 8: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Op het vijfde overlegplatform voor erf-goedbibliotheken is de Schadeatlas biblio-theken voorgesteld. Eva Wuyts, coördina-tor van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek, overhandigde het eerste exemplaar aan Martine Balcer, directeur van de Provinciale Bibliotheek Limburg en gast-vrouw van het evenement. Het tweede exemplaar was voor auteur Marijn de Valk.De Schadeatalas bibliotheken is een uit-gave van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek in samenwerking met het Nederlandse Bureau Metamorfoze, dat in 2007 al de Schadeatlas archieven publiceerde.

De bibliotheekversie werd in november voorgesteld aan onze noorderburen op het symposium van Metamorfoze in Den Haag.

GEBRUIKDe Schadeatlas bibliotheken is een belangrijk hulpmiddel als u aan de slag gaat met de Universal Procedure for Library Assessment (UPLA), een statis-tisch model dat in 2013 is ontwikkeld door de Vlaamse Erfgoedbibliotheek. De atlas geeft een beschrijving van alle schade-beelden die relevant zijn bij de ontwik-keling van een behouds- en beheerplan.

Schadeatlas bibliotheken voorgesteld in Provinciale Bibliotheek Limburg

Maar u kunt hem ook gewoon los gebrui-ken, om inzicht te krijgen in de schade-beelden in uw bibliotheekcollectie. UPLA en de atlas zijn zo gemaakt dat u ze kunt gebruiken zonder conserveringsexpertise. Met die brede inzetbaarheid willen we de kennis over schade aan bibliotheekmate-rialen verspreiden en bewustzijn creëren rond collectiezorg.

INHOUDIn de Schadeatlas bibliotheken vindt u tweeëntwintig veelvoorkomende scha-debeelden, verdeeld in vier groepen:

• Schade aan de boekband: de buiten-kant van een boek

• Schade aan de boekconstructie: het openen en sluiten van een boek

• Schade aan het boekblok: de feite-lijke informatiedrager op perkament of papier

• Biologische schadevormen: schimmel- en plaagdierschade

Bij elke schadevorm is vermeld hoe u hem kan herkennen, wat de mogelijke oorza-ken zijn en welke gevolgen de schade kan hebben voor het boek als geheel. Verwijzingen geven de relaties aan met

andere schadevormen. De atlas helpt u ook om te beoordelen of een boek nog raadpleegbaar is.

De schadevormen zijn geïllustreerd met meer dan honderdvijftig foto’s die speci-aal voor deze uitgave werden gemaakt. Een aantal Vlaamse en Nederlandse bibliothecarissen stelden hiervoor hun schatkamers open.

U kan de Schadeatlas bibliotheken bestel-len bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheek (vanuit Vlaanderen) of bij Metamorfoze (vanuit Nederland). Op de website van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek is de scha-deatlas ook beschikbaar in een (inter-actieve) digitale editie. De Schadeatlas archieven kunt u bestellen of downloaden via de website van Metamorfoze.

> http://www.vlaamse-erfgoedbibliotheek.be/publi-

caties

6 | META 2015 | 1

nieuwS

Page 9: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

EEN BRON VAN KENNISAxiell ALM is de leidende leverancier van collectie management systemen, online publicatie en mobiele oplossingen. Adlib bib-lio-theek is een professioneel softwarepakket voor informatie-management, kennismanagement en catalogusbeheer en wordt gebruikt in bibliotheken, mediatheken, documentatiecentra, (hoger)onderwijs, gezondheidszorg, juridische instellingen en bed-rijven. Adlib Bibliotheek voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden en thesauri behoren tot de standaardfunctio-naliteit. Adlib Bibliotheek kan naadloos geïntegreerd worden met onze Archief en Museum modules, tot één compleet ‘cross domain’ systeem. Uiteraard kunt u Adlib Bibliotheek ook uitbreiden met uit-leen-, tijdschrift-, bestel- & SDI modules en online services.

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van acade-mische collecties tot openbare bibliotheken

Gids digital storytelling voor archief én bibliotheek

Tijdens de conferentie Erfgoed & Storytelling lanceerde FARO de publicatie Samen inzetten op educatie. Digital storytelling voor archief én bibliotheek. Deze gids mikt op archief- en biblio-theekmedewerkers die samen een werking rond digital story-telling willen uitbouwen.

Uitgangspunt is het vertalen van archiefstukken naar een educa-tief pakket waarbij gebruik wordt gemaakt van digital storytel-ling als methodiek. Deze gids biedt daarom een introductie tot die methodiek, een basisstappenplan, enkele hulpdocumenten en praktijkvoorbeelden aan. Het is geen afgewerkt didactisch pakket dat u onmiddellijk kan gebruiken maar het biedt mate-riaal om, op maat van de doelgroep én de doelstellingen die u wil bereiken, een educatief aanbod uit te werken.

Om het potentieel van digital storytelling voor archieven en bibliotheken te promoten, organiseerden FARO en LOCUS op

22 mei 2014 in de Openbare Bibliotheek van Wetteren de work-shop ‘Digital storytelling in archief en bibliotheek: samen inzet-ten op educatie’. Tijdens die dag werden zeven duo’s, bestaande uit een archivaris en een bibliothecaris, ingewijd in alle aspecten van digital storytelling en werd hen getoond hoe ze stapsge-wijs een digitaal verhaal kunnen maken. In de namiddag kregen de duo’s de opdracht om een presentatie te maken over het project waarin ze digital storytelling zouden gaan gebruiken. Omdat succesvolle praktijkvoorbeelden dé pleitbezorgers zijn voor meer samenwerking tussen archief en bibliotheek vindt u in de gids een reeks fiches met informatie over de wijze waarop deze duo’s digital storytelling hebben ingezet.

U kan de gids hier gratis downloaden: http://www.faronet.be/ e-documenten

FARO

nieuwS

Page 10: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

De relatie tussen Mijn Bibliotheek en andere id’sJohan Mijs, Bibnet Foto’s: Bruno Vermeeren

Dankzij Mijn Bibliotheek beschikken Vlaamse openbare bibliotheken voor het eerst over een gemeenschappelijke authenticatie- en autorisatietoepassing. Die maakt het voor de gebruiker mogelijk om met één login verschillende lidmaatschappen van verschillende bibliotheken te beheren en digitale collecties te raadplegen.

8 | META 2015 | 1

artikel

Page 11: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Mijn Bibliotheek is voor de openbare bibliotheeksector een centraal platform dat verder kan evolueren en up-to-date blijven met de nieuwste trends. Het is de oplossing om op een standaard manier te integreren met aanbieders van digi-tale collecties. De Mijn Bibliotheek-‘servicelaag’ bovenop de bibliotheek-systemen is ook open genoeg om te koppelen met loginmogelijkheden van andere partijen.

In dit artikel beschrijven we kort hoe Mijn Bibliotheek werkt, schetsen we enkele toekomstige evoluties en gaan we die-per in op de mogelijke relaties tussen Mijn Bibliotheek en andere identificatie-mogelijkheden of id’s. Bibnet krijgt meer en meer vragen van gebruikers, biblio-theken, lokale besturen en leveranciers over integratiemogelijkheden met Mijn Bibliotheek. We hebben in het bijzon-der aandacht voor het aanmelden en het registreren, want dat zijn net de integra-tiepunten met die andere id’s.

WAT IS MIJN BIBlIOTHEEK?Mijn Bibliotheek is het centrale plat-form voor de toegang tot de geperso-naliseerde online dienstverlening van de openbare bibliotheken in Vlaanderen. Mijn Bibliotheek wordt ontwikkeld en beheerd door Bibnet, in samenwerking met de firma Lodgon. Het is een toepassing gebaseerd op opensourcesoftware en standaard componenten. Mijn Bibliotheek biedt volgende functies:

• een selfservice omgeving om biblio-theekgebruikers een Mijn Bibliotheek-profiel te laten aanmaken, aanpassen en verwijderen.

• een validatieservice om de geldigheid van een bibliotheeklidmaatschap te valideren ten opzichte van de biblio-theeksystemen van Vlaamse openbare bibliotheken. Op dit moment is een Mijn Bibliotheekprofiel steeds mini-maal gekoppeld met één geldig biblio-theeklidmaatschap.

• toegang en autorisatie verlenen tot andere websites en applicaties via Oauth 1 (bijv. Gopress Krantenarchief, E-boeken app, Fundels app, Gazet Van Antwerpen Historisch Archief).

• integreren en aanbieden van de leners-activiteiten in de user interface en de API van Mijn Bibliotheek (bijv. uitlenin-gen tonen, verlengen, reserveren, open-staande bedragen en leenhistoriek uit de bibliotheeksystemen van verschil-lende bibliotheken).

• een administratiemodule per biblio-theek aanbieden om profielen te beheren en het gebruik van de boven-staande functies te rapporteren.

REGISTREREN IN MIJN BIBlIOTHEEKMijn Bibliotheek beschikt over een eigen identity store waarin elke gebruiker ver-plicht een profiel dient aan te maken met een gebruikersnaam, paswoord, e-mail-adres, woonplaats, geboortedatum en geslacht. Al deze gegevens kunnen ach-teraf worden gewijzigd in Mijn Bibliotheek.

De keuze voor een eigen identity store is ingegeven door nood aan een overkoe-pelende account, troubleshooting, moni-toring, rapportering, betrouwbaarheid en duurzaamheid (logins blijven onafhanke-lijk ten opzichte van Facebook, Google, Twitter, enzovoort).

Op dit moment kan je enkel een profiel registreren als je een geldig lidmaatschap hebt van een bibliotheek. ‘Kies je biblio-theek’ is de eerste stap in de registratie-procedure.

In de tweede stap geef je eenmalig je bibliotheekkaartnummer en paswoord in. Na de realtime validatie in het biblio-theeksysteem wordt je bibliotheeklid-maatschap gekoppeld aan je Mijn

Bibliotheek-profiel. Mijn Bibliotheek slaat de in het bibliotheeksysteem persistente identificerend nummer van je lidmaat-schap op (dit is niet noodzakelijk het-zelfde als je bibliotheekkaartnummer).

In de derde stap maak je een profiel aan. Indien de registratie is gelukt kan je aan-melden met e-mail of gebruikersnaam en zelfgekozen paswoord. Er wordt ook een e-mail met een bevestigingslink gestuurd om het e-mailadres te valideren (zo kan Mijn Bibliotheek bijhouden of een e-mail al dan niet geldig is).

Na de aanmaak van een profiel, is het ook mogelijk om extra bibliotheeklidmaat-schappen te koppelen, bijv. die van je kinderen. Dit gebeurt op dezelfde manier als hierboven: eenmalig een bibliotheek-kaartnummer en paswoord koppelen aan je Mijn Bibliotheek-profiel.

Na de registratie kan je voor je gekop-pelde bibliothe(e)k(en) je uitleningen bekijken en verlengen, en je openstaande kosten, reserveringen en uitleenhistoriek bekijken. 2

Om digitale collecties beter te kunnen promoten, bijv. met gratis content waar-voor je enkel moet registreren en geen lid hoeft te zijn van een bibliotheek, werd in het kader van ‘E-boeken in de bib’ een proof of concept uitgewerkt met een tijdelijk profiel gekoppeld aan een ‘pro-beercampagne’. De registratieprocedure

Op 1 januari 2015 zijn 137 van de 314

openbare bibliotheken in Vlaanderen

gekoppeld aan Mijn Bibliotheek. In het

eerste kwartaal van 2015 worden meer

dan 100 bijkomende bibliotheken gekop-

peld. De identity store bevat op 1 januari

2015 226.481 profielen en 287.478 biblio-

theeklidmaatschappen. De mogelijkheid

om extra bibliotheeklidmaatschappen

(bijv. die van je kinderen) te koppelen is

een groot succes: in totaal zijn 27 pro-

cent van de lidmaatschappen als extra

lidmaatschappen gekoppeld.

META 2015 | 1 | 9

artikel

Page 12: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

hiervoor wordt aangeboden op een spe-cifieke campagne-URL. Deze registra-tieprocedure wordt gekenmerkt door het overslaan van de eerste stap uit de gewone registratieprocedure (het koppe-len van bibliotheekkaartnummer en pas-woord). De gebruiker krijgt in de plaats een lidmaatschap van een digitale collec-tie met een campagne, en hoeft enkel een profiel aan te maken.

Na het verlopen van de campagne van bijv. vier maanden wordt de gebruiker op de hoogte gebracht dat zijn tijdelijk pro-fiel is afgelopen. Bibnet kan dan een lead aanbieden aan de dichtstbijzijnde biblio-theek (op basis van de woonplaats van de gebruiker) die de gebruiker kan uit-nodigen om lid te worden van de biblio-theek.

Met de tijdelijke profielen kan ook een eerste stap worden gezet naar een soort ‘voorinschrijving’ in de bibliotheek. Er wordt ook verder bekeken wat de moge-lijkheden zijn om online lid te worden van de bibliotheek. De in gebruik zijnde bibliotheeksystemen laten echter nog niet toe dat via webservices een nieuw lenersrecord wordt gecreëerd.

Online inschrijven veronderstelt voor veel bibliotheken ook de integratie van online betalen in Mijn Bibliotheek. Voor het pro-ject ‘E-boeken in de bib’ heeft Bibnet een proof of concept gebouwd met Ingenico (www.ingenico.be), de marktleider voor online betalen in België en Nederland. De bedoeling is om het mogelijk te maken om bijv. leentegoed voor e-boeken online te kopen. Ook hier kan de mogelijkheid om online te betalen voor openstaande kosten in het bibliotheeksysteem (boetes, reserveerkosten, inschrijvingsgeld, ...) ver-der worden onderzocht. De hoge trans-actiekosten van het online betaalsysteem vormen alvast een drempel: die lopen al snel op tot 0,5 euro per transactie, wat veel is bovenop de kleine bedragen die de bibliotheek aanrekent.

AANMElDEN IN MIJN BIBlIOTHEEKEen gebruiker meldt aan met zijn e-mail-adres (of gebruikersnaam) en paswoord.

Met de functie ‘Paswoord vergeten’ krijgt de gebruiker een e-mail toegestuurd om zelf een nieuw paswoord in te stellen.

Net als bij vele sites waar je moet aan-melden, is er een hoog percentage mis-lukte logins (meestal een verkeerd of vergeten gebruikersnaam of paswoord). Bibnet werkt aan kleine verbeteringen op het aanmeldscherm om het percen-tage mislukte logins te verlagen en dat lukt geleidelijk aan. Bij de lancering in de provincie Vlaams-Brabant in mei 2013 werden 67,92% mislukte logins op een totaal van 32.926 logins geregistreerd. In de maand december van 2014 waren er maar 29,82% mislukte logins meer op een totaal van 271.752 logins.

Let wel: het percentage wordt vertekend door toevoegen van nieuwe bibliothe-ken of provinciale bibliotheeksysteem. Die zorgen voor een stijging van de mis-lukte logins, namelijk nieuwe gebruikers die zich niet eerst registreren maar aan-melden met de oude manier (met biblio-theekkaartnummer).

AANMElDEN MET AlTERNATIEVEN?SOCIALE MEDIAMijn Bibliotheek liet in een eerste fase toe om aan te melden met een Facebook-login. Die Facebook-login was een extra comfortdienst: nadat een gebruiker zijn Mijn Bibliotheek-profiel had aangemaakt, kon hij ook zijn Facebook-account kop-pelen zodat hij daarmee kon aanmelden. Tussen 1 januari en 1 september 2014 hebben 2849 gebruikers een Facebook-account gekoppeld – er zijn geen cijfers hoeveel van die gebruikers Facebook echt gebruikt hebben als login. Omdat de Facebook-knop verwarring veroorzaakte en weinig werd gebruikt, werd hij uitge-schakeld in september 2014. Heel wat webdiensten kiezen een eigen identity store en laten een integratie met sociale media achterwege. 3

MIJN GEMEENTE-LOGINEen aantal grotere gemeenten werkt aan een eigen identity store waar burgers een account kunnen aanmaken om een per-soonlijke online dienstverlening te krijgen.

Gezien Mijn Bibliotheek (in het bijzonder de functie ‘verlengen’) een van de topta-ken is van gemeentelijke websites, willen die gemeenten ook Mijn Bibliotheek kop-pelen aan hun eigen identity store. 4 Dit kan op twee manieren:

• zorgen dat de Mijn Bibliotheek-login gekoppeld kan worden aan een Mijn Gemeente-login zodat een single-sign-on effect ontstaat. Na aanmelden op de website van de gemeente, hoef je niet meer aan te melden in Mijn Bibliotheek.

• volledige integratie van Mijn Bibliotheek in de website van de gemeente. De API van Mijn Bibliotheek (https://mijn.bibliotheek.be/openbibid-api.html) laat toe Mijn Bibliotheek na te bouwen op een andere site. De registratieproce-dure zelf is echter zo complex dat die niet in de API wordt aangeboden.

Omdat de functionaliteit van Mijn Bibliotheek niet perfect te mappen valt op één bibliotheek (bijv. een profiel kan lid zijn van meerdere bibliotheken) of één omgeving (Mijn Bibliotheek is ook een login voor Gopress Krantenarchief en de E-boeken en Fundels apps) is de volle-dige integratie zeker geen eenvoudige opdracht op gebied van kosten, techno-logie en user experience. De functionali-teit op de andere website moet vlot mee evolueren met de nieuwe functionaliteit van Mijn Bibliotheek. Wijzigingen met impact op de front-end moeten ook snel in de andere website worden ingebouwd. Wijzigingen kunnen ook complex zijn of moeilijk aan te bieden als API bijv. online betalingen.

Er spelen ook marketing issues. Als een login gebruikt wordt in verschil-lende toepassingen, wordt die login automatisch een soort ‘brand’ (merk). Aanbieders rekenen op de herkenbaar-heid van de login om de andere toe-passingen te introduceren en aan te bieden. Als een andere login dan Mijn Bibliotheek leidend wordt (en gebruikers zijn gewoon om met die login aan te mel-den) dan verdwijnt voor die gebruikers de ‘brand’ van de Mijn Bibliotheek-login naar de achtergrond. De vraag kan dan rijzen of die andere login(s) ook moet worden aangeboden in de andere Mijn

10 | META 2015 | 1

artikel

Page 13: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Bibliotheek-applicaties. Dit zal leiden tot verwarring door de (op termijn vele) verschillende aanmeldmogelijkheden. En ook hier moeten alle toepassingen vlot mee evolueren met de aanmeldfunctio-naliteit van de andere login.

Ook al wordt Mijn Bibliotheek volle-dig geïntegreerd in de Mijn Gemeente-omgeving, toch zullen beide platformen naast elkaar blijven bestaan en vindbaar zijn voor de gebruiker. Beide platformen kunnen dus ‘vredig’ naast elkaar bestaan (de gebruiker kiest zelf welk platform hij gebruikt), maar voor de meest recht-streekse leads naar de toepassing moet evenwel een keuze worden gemaakt bijv. reserveerlink vanuit de catalogus en links op de website en de header van de cata-logus.

De enige mogelijkheid om bovenstaande problemen te verhelpen, is de introduc-tie van een ‘neutrale’ global single-sign-on die op de verschillende omgevingen wordt aangeboden (zie verder).

DE ELEKTRONISCHE IDENTITEITSKAARTIn heel wat bibliotheken wordt de elektro-nisch identiteitskaart gebruikt als lidkaart. De openbare bibliotheken hebben daar-voor als sector via Bibnet een machtiging gekregen. 5 Die machtiging houdt in dat:

• het Rijksregisternummer onder bepaalde voorwaarden mag worden gebruikt als een uniek lenersnummer in de bibliotheek.

• de eID-kaart onder bepaalde voor-waarden mag worden opgevraagd voor identificatie van de lener bij inschrijving en bij gebruik van onlinetoepassingen.

• bibliotheken onder bepaalde voorwaar-den bepaalde gegevens van de lener mogen consulteren in het Rijksregister.

De elektronische identiteitskaart zou een zeer grote meerwaarde zijn voor Mijn Bibliotheek in geval van een uitbreiding van Mijn Bibliotheek met functionaliteit om online in te schrijven. De elektronische identiteitskaart heeft ook de mogelijkhe-den om de basis te vormen voor een glo-bal single-sign-on, maar moet nog flink groeien in webvriendelijkheid.

Aanmelden met de huidige mogelijkhe-den van de elektronische identiteitskaart wordt beschouwd als zeer ongebruiks-vriendelijk. Binnen de wereld van de user experience-experts geldt op dit moment de regel: heb je de elektronische iden-titeitskaart niet nodig, integreer ze dan niet. 6

Over het algemeen wordt de noodzaak van aanmelden met de elektronische identiteitskaart enkel erkend als het gaat om de unieke authenticatiemethode voor overheidsdiensten die een hoge mate van beveiliging nodig hebben, zoals interne, financiële of gezond-heidsapplicaties.

Als de installatie van de middleware al lukt, dan loopt het moeilijk met de registratie en keuze van de certifica-ten in de internetbrowser enzovoort. Nog niet alle burgers beschikken over een kaartlezer en sommige vallen zelfs terug op de papieren token.

Op 8 augustus 2014 werd een Koninklijk Besluit gepubliceerd in het Staatsblad  7 ondertekend dat het mogelijk maakt om de elektronische identiteitskaart ‘niet-verbonden’ te gebruiken, vergelijkbaar met het Digipass-systeem bij de meeste Belgische banken. Deze nieuwe wetge-ving zal nieuwe integratiemogelijkheden introduceren en de elektronische identi-teitskaart webvriendelijker maken zodat er bijv. geen installatieproblemen meer zijn. Bovendien zal de nieuwe werkwijze mobiel gebruik toelaten.

Op dit moment is de meerwaarde van de elektronische identiteitskaart in Mijn Bibliotheek zeer beperkt: een optie om met de elektronische identiteitskaart aan te melden of je bibliotheekkaart te koppe-len (voor bibliotheken die werken met de elektronische identiteitskaart als lidkaart) zal overbodige investeringen vragen, ver-warring veroorzaken bij gebruikers, het aantal helpdeskvragen doen toenemen en onnodig de drempel verhogen om gebruik te maken van Mijn Bibliotheek. Bibnet zal dan ook een integratie uit te stellen tot er een duidelijke meerwaarde is (bijv. online inschrijven) en de nieuwe

werkwijzen met de elektronische identi-teitskaart voldoende matuur zijn.

Een bedenking waar over het algemeen niet zoveel aandacht voor is, is de online authenticatie van -12 jarigen. Zij hebben geen elektronische identiteitskaart (de kids-ID is nog niet heel wijd verspreid) en behoren ook tot het publiek van de biblio-theek. In Mijn Bibliotheek hebben op dit moment 19.120 -12 jarigen een profiel.

UIT-IDLos van bovenstaande id’s, zijn er in de onmiddellijke omgeving van bibliotheken nog een aantal andere logins, zoals de UiT-ID en logins in het onderwijs.

Cultuurnet heeft een eigen identity store voor de UiT-ID. Die is gestart vanuit het idee van een gepersonaliseerde recom-mendation engine. Het idee was het onderwerp van een IBBT (nu iMinds)-pro-ject ‘CUPID’, waar ook Bibnet aan deel-nam. Het project zou een verlengstuk krij-gen in het ICIS-project in een traject van Innovatief Aanbesteden van IWT, met een innovatieve focus op situationele recom-mendations, maar dit project werd door IWT uiteindelijk niet weerhouden.

Met de huidige UiT-ID worden je impli-ciete acties (bijv. klikgedrag) en je expliciete acties (bijv. liken) op UiT in Vlaanderen geregistreerd als je voorkeur. Op basis daarvan krijg je andere eve-nementen aanbevolen. UiT-ID is net als Mijn Bibliotheek gebouwd met Oauth-technologie en is ook te gebruiken als login voor andere diensten op andere platformen, bijv. Westtoer (https://shop.westtoer.be/). De identity store wordt, in tegenstelling tot Mijn Bibliotheek, quasi

META 2015 | 1 | 11

artikel

Page 14: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

volledig opgebouwd door connectoren met sociale media.

Daarnaast is Cultuurnet ook bezig met de uitrol van de vrijetijdspas ‘UiT-pas’ (https://www.uitpas.be/), een voordeel-kaart die moet aanzetten tot meer goes-ting in cultuur, in het bijzonder bij kan-sengroepen. Om je voordelen online te bekijken en te beheren, moet je een UiT-ID maken op basis van je UiT-pas. Je kop-pelt je UiT-pas met je UiT-pas-nummer en je geboortedatum. Bibnet en Cultuurnet proberen samen na te denken over de sin-gle-sign-on problematiek in het kader van e-cultuur en lokale context.

LOGINS IN HET ONDERWIJSUniversiteiten en hogescholen beschik-ken over eigen identity stores voor hun studenten en medewerkers. De meeste associaties zijn bezig met centralisatie of modernisering van hun authenticatie- en autorisatietoepassingen. Die toepassingen zijn gekoppeld met complexe back-end systemen als SAP of Peoplesoft en geven toegang tot e-mail-accounts, wifi, VPN, de elektronische leeromgeving en sommige

andere webtoepassingen. Academische uitgevers geven op zeer verschillende manieren toegang tot hun digitale col-lecties. Meestal is de toegang gewoon beperkt op IP-adres, dus enkel beschik-baar voor wie via de VPN op het netwerk van de universiteit of hogeschool zit.

De meeste secundaire en sommige lagere scholen bieden een elektronische leeromgeving aan met een weblogin, zoals marktleider Smartschool. Een Smartschool-login kan ook gekoppeld worden met een login voor Knooppunt, het portaal voor educatieve uitgevers. Bibnet heeft op dit moment nog geen use case voor integratie van Mijn Bibliotheek met een school, hogeschool of universi-teit.

GLOBAL SINGLE-SIGN-ONDe provincies en Bibnet voerden in 2013 een studie uit naar de systeemarchitec-tuur van de digitale bibliotheken uit. 8 De studie definieert een aantal werven: een van de werven is ‘Identiteits- en toe-gangsmanagement’. De management summary van de studie zegt hierover:

“Het is nodig dat de sector verder blijft werken aan de uitbouw van Open Bib ID (Mijn Bibliotheek) als een Single Sign On (SSO) Identity Access Management (IAM) systeem. Zoals andere systemen in de totale architectuur van de digi-tale bibliotheek is het van belang dat dit een open systeem is dat gekoppeld kan worden met andere IAM-systemen zodat de burger eenzelfde account voor verschillende diensten kan gebruiken. Om een systeem te koppelen aan IAM-systemen van partners kan er gepartici-peerd worden in een Federated Identity and Acces Management model zoals het Where Are You From (WAYF) systeem in Denemarken. Een gefedereerd systeem kan als een global Single Sign On (SSO) systeem fungeren door het koppelen met systemen van externe partners zoals de UitID van Cultuurnet en de e-overheid in het algemeen. Het initiatief van een fede-rated systeem kan niet door de biblio-theeksector alleen aangepakt worden. Bibliotheken kunnen wel een rol spelen om een gefedereerd IAM-systeem op de agenda van de betrokken overheden en organisaties te brengen. Het federatie-

principe kan voor de bibliotheeksector op termijn kostenbespa-rend zijn en naar de burger toe een betere totaalervaring van digi-tale overheidsdiensten creëren.”

De studie heeft het over een gefedereerd sys-teem dat in een aan-tal middelbare scholen in Denemarken wordt gebruikt (http://www.wayf.dk/). Het systeem laat je een loginmoge-lijkheid kiezen uit een lijst van identity provi-ders en zorgt dan dat de juiste login wordt gecheckt. Het voordeel is dat alle loginmoge-lijkheden gelijkwaardig worden aangeboden (er is geen enkele login lei-dend), maar het nadeel

artikel

12 | META 2015 | 1

Page 15: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

is wel dat de gebruiker moet kiezen uit een ellenlange lijst van identity providers. Maar de vraag die gesuggereerd wordt in de studie is wel terecht: welke onafhanke-lijke speler is geïnteresseerd in deze pro-blematiek zonder zelf een identity store op te bouwen (en dus zelf geen klantre-laties te ontwikkelen)?

In tegenstelling tot een gefedereerd cen-traal systeem, doen de evoluties van de elektronische identiteitskaart (zie hier-boven) de mogelijkheid vermoeden van een gecentraliseerd nationaal systeem. Spelers als VASCO, de leverancier van het Digipass-systeem bij de meeste Belgische banken, willen die identiteitskaart opne-men in een nog groter mondiaal sys-teem, hun http://www.mydigipass.com, een online authenticatieplatform waarbij de identiteitskaart de registratie van de gebruiker vergemakkelijkt. Het bevestigt initieel met zekerheid je identiteit en kan bij nood aan extra beveiligde logins ook de token zijn. Mydigipass maakt gebruik van Oauth-technologie, net zoals Mijn Bibliotheek.

Er zijn ook onderzoeksinstellingen bezig met deze problematiek. Zo heeft iMinds in 2014 twee projecten die gerelateerd zijn aan deze problematiek :

• SoLoMIDEM (http://www.iminds.be/nl/projecten/2014/03/18/solomi-dem): Het voornaamste innovatiedoel van SoLoMIDEM heeft betrekking tot het bouwen van een dergelijk meer-lagig open SoLoMo platform waar de gebruiker centraal staat. Om de eind-gebruiker het vertrouwen te geven dat zijn mobiele identiteit en privacy cor-rect beheerd worden, moeten nieuwe identiteitsbeheer (identity manage-ment) en locatie-privacy technie-ken geïntegreerd worden. Partners zijn onder andere Cultuurnet, iRail en MobileVikings.

• Media-ID (http://www.iminds.be/nl/projecten/2014/03/20/media-id, http://www.media-id.be): Het uitein-delijke doel van het Media ID-project is het opzetten, evalueren en uitbrei-den van een authenticatiesysteem voor eindgebruikers — over de verschil-lende Vlaamse media heen. Voor de

mediabedrijven zal Media ID mogelijk-heden bieden om nieuwe diensten te ontwikkelen.

Europees zijn er plannen voor een gefe-dereerd systeem, op basis van de eIDAS-wetgeving: elke overheid moet in staat zijn om de verschillende (soorten) elek-tronische identiteitsbewijzen van de andere lidstaten te lezen en te aanvaar-den . Zoals op de algemene website http://certifiedsignature.eu/ aangekon-digd, zullen Europese lidstaten de keuze hebben om aan te sluiten op een frame-work waarbij uitwisseling van ID’s tussen verschillende staten mogelijk is (kandida-turen tegen 2015, implementatie in 2018). Het is niet duidelijk of een toepassing op het web tot de scope behoort .

Openbare bibliotheken zijn met Mijn Bibliotheek klaar voor een volgende stap. Het is wachten op een centrale autoriteit met focus op authenticatie als een ser-vice zoals de overheid of bedrijven als VASCO of een onderzoeksinstelling (en niet op bedrijven met als core business op persoonsgegevens, sociale netwerken en advertenties zoals Facebook en Google) om een global sign-sign-on te realiseren. Die autoriteit moet voldoende gekend, vertrouwd en gebruiksvriendelijk zijn om zowel voor de aanbieder als voor de klant succesvol te zijn als loginsysteem.

1 Oauth is een open en gestandaardiseerd autori-

satieprotocol, meer informatie vind je op http://

oauth.net/

2 Wie meer details wil over de functionalitei-

ten van Mijn Bibliotheek en Mijn Bibliotheek-

administratie, kan terecht in een aantal uitgebreide

handleidingen: http://www.bibnet.be/portaal/

Bibnet/Bibliotheekportalen/Mijn-Bibliotheek/

Handleidingen/

3 Een aantal grote webspelers die gekozen heb-

ben voor een eigen identity store hebben eerder

al ‘social login buttons’ geschrapt (zie bijv. http://

blog.mailchimp.com/social-login-buttons-arent-

worth-it/).

4 Stad Antwerpen is sinds juni 2014 bezig met een

proof of concept van de volledige integratie van

Mijn Bibliotheek in het project A-stad. Andere

gemeenten die al contact opgenomen hebben met

Bibnet over een koppeling met de Mijn Gemeente-

login zijn Muntpunt, Brugge, Gent en Kortrijk (bij

uitbreiding regio Leiedal).

5 Zie http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Lokale_

Ondersteuning/RFID/eID-kaart/

6 Een tweet van AGConsult (http://www.agconsult.

be), een toonaangevend user experience-advies-

bureau in de sector van de lokale overheden:

‘Niet een mediacampagne maar een makkelijker

en gebruiksvriendelijker systeem zal gebruik eID

doen toenemen. Nu is het meestal echt bweurk.’

(21/2/2014)

7 Koninklijk Besluit tot vaststelling van de voor-

waarden, de procedure en de gevolgen van de

erkenning van aanmeldingsdiensten voor digitale

overheidstoepassingen die gebruik maken van

niet-verbonden aanmeldingsmiddelen (17 juli

2014)

8 Zie Werf 4 van de studie ‘Een systeemarchitectuur

voor de digitale bibliotheek’: http://www.bibnet.

be/portaal/Bibnet/Over_Bibnet/Onderzoek/

Systeemarchitectuur%20voor%20de%20digi-

tale%20bibliotheek (14/11/2013)

9 Zie http://certifiedsignature.eu/2014/03/01/eidas-

electronic-identification-and-signature-electronic-

trust-services-final-draft/

10 Estland wil zijn e-ID bijvoorbeeldook aanbieden

aan niet-inwoners (zie In een gedigitaliseerde

wereld is een e-ID de heilige graal van de econo-

mie / Jelle Henneman, Knack 6/08/2014 p. 23).

META 2015 | 1 | 13

artikel

Page 16: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,
Page 17: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

De Bib Web Awards: 2010 - 2012 - 2014

Thaïs Minnebo en Annelies De Saeger, cursisten Bibliotheekschool Gent

De Bib Web Awards, een tweejaarlijkse prijsuitreiking voor ver-dienstelijke websites en toepassingen uit de Vlaamse bibliotheek-,

documentatie- en informatiesector, werden al voor de derde keer georganiseerd door Eva Simon aan de Bibliotheekschool van Gent. Dit

telkens met medewerking van een aantal cursisten uit de HBO5-opleiding Graduaat in het bibliotheekwezen en de documentaire informatiekunde.

META 2015 | 1 | 15

artikel

De prijzen kunnen worden uitgereikt aan alle professionals en instellingen die in Vlaanderen met documentaire informatie bezig zijn of hierbij een ondersteunende rol spelen: openbare bibliotheken, wetenschappelijke bibliotheken, schoolbibliothe-ken, archieven, erfgoed biblio theken, museum bibliotheken, pro-jectorganisaties, streekgericht bibliotheekbeleid, enz. INBRENG CURSISTEN Elke twee jaar wordt het vak Netwerk- en Systeembeheer aan de Bibliotheekschool van Gent omgevormd tot de Bib Web Awards. In 2014 volgden 21 cursisten dit vak, in 2012 waren dat er 11 en in 2010 15. De cursisten worden telkens onderverdeeld in groep-jes die elk verantwoordelijk zijn voor één categorie. Voor die categorie analyseren ze ingestuurde suggesties, aangevuld met eigen ontdekkingen, tot er een lijst van geschikte nominaties ontstaat. In een uitgebreid rapport beargumenteren en moti-veren de cursisten hun keuzes. Dit rapport wordt vervolgens doorgegeven aan een ander groepje, dat instaat voor een tegen-rapport. Daarin wordt bekeken of een nominatie daadwerkelijk geschikt is, waarom de nominatie eventueel niet weerhouden wordt, en ook in dit tegenrapport kunnen nog nieuwe voorstel-len worden voorgelegd. Tot slot komen alle nominaties aan bod tijdens een bespreking met de volledige groep. Moeilijke knopen worden dan doorgehakt.

Soms leidt dit proces van rapport-tegenrapport-bespreking nog tot een aanpassing van de initiële categorieën, bijvoorbeeld omdat een categorie over- of onderbevolkt blijkt. Zo werd in

2012 beslist om de bovenlokale digitale projecten op te split-sen in ‘Grote broer’ (beste beroeps ondersteuning) en ‘Groot gezien’ (beste bovenlokaal project gericht op eindge bruikers). In 2014 werden de mediawijze activiteiten, oorspronkelijk ver-spreid over de drie categorieën ‘Mediawijs’ (-18), ‘Mediawijzer’ (studenten) en ‘Mediawijst’ (volwassenen en senioren), uitein-delijk teruggebracht tot de twee categorieën ‘Mediawijs’ (-18) en ‘Mediawijzer’ (18+).

In 2010 kwamen 97 genomineerden uit de selectieronde, in 2012 waren dat er 102, en in 2014 hielden we het bij 50 genomineer-den. Dat was een bewuste keuze om de organisatie werkbaar te houden. Het systeem van longlists en shortlists werd opgeheven. In plaats van enkel de top 50 uit te nodigen voor de uitreiking, zoals in 2010 en 2012 gebeurde, werden alle 50 genomineerden van 2014 meteen uitgenodigd voor het slotfeest.

TEllING VAN DE STEMMENDe eindscore werd bij alle drie de edities op dezelfde manier bepaald. 25 procent wordt bijgedragen door een vakjury samengesteld uit mensen actief in de brede informatiesector. Ook de stemmen van de meewerkende cursisten en docent tellen voor 25 procent mee. Verder komt 50 procent van de score van publieksstemmen: iedereen kan online zijn stem uit-brengen. Per categorie wordt een gouden, zilveren en bron-zen award uitgereikt. Verder zijn er nog drie speciale prijzen: de Publieksprijs, de Prijs van de Vakjury en de Prijs van de Bibliotheekschool.

Page 18: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

16 | META 2015 | 1

• Categorie@yourservice Dienstverlening en activiteiten in de online kijker Winnaar: Kenniscentrum arhus roeselare

ARhus beschikt over een overzichtelijke, moderne web-site met duidelijk overzicht van hun volledige aanbod, aangevuld met kalender, foto’s en nieuws. Bovendien is de instelling heel actief op sociale media zoals Facebook.

• CategorieE-talage Collectie in de online kijker Winnaar: stadsarchief ieper

Op de website IeperVerbeeldt.be zijn in de rubriek ‘Blikvangers’ meer dan 40.000 archiefstukken online raadpleegbaar. Wanneer je verder klikt, vind je per archiefstuk uitleg over het onderwerp, datering, bewaar-plaats, … Je kan ook meer dan 135.000 beelden en kran-ten online raadplegen. De collectie is goed ontsloten, waardoor er bijvoorbeeld per gemeente naar beelden gezocht kan worden. Het Stadsarchief beschikt boven-dien over een heel actieve Facebook pagina, waarop dagelijks één of meerdere juweeltjes uit de collectie getoond worden.

• CategorieMediawijs Mediawijze activiteit voor kinderen en/of jongeren (-18) Winnaar: coderdojo – BiBliotheeK ieper CoderDojo’s zijn gratis workshops waarbij kinderen en

jongeren in groepsverband leren programmeren. Zo wordt hen aangeleerd hoe ze zelf games, websites en apps kunnen ontwerpen. Op deze manier wordt inge-speeld op de passie voor ICT bij jongeren. Creativiteit en fantasie worden door deze activiteit gestimuleerd.

• CategorieMediawijzer Mediawijze activiteit voor volwassenen en/of senioren

(+18) Winnaar: BaKen stadslaBo – BiBliotheeK oostende Deelnemers aan dit project kunnen foto’s, geluidsop-

names, animatiefilmpjes en/of digitale krantenartikels

maken om zo het Oostende van de toekomst vorm te geven. Daarbij krijgt iedereen een persoonlijke blog-ruimte om zijn of haar digitale activiteiten ook werkelijk online te zetten. De Facebookpagina toont regelmatig de evolutie van de projecten. Vooral de multimediale en creatieve aspecten van dit project werden gesmaakt.

• CategorieIedereendoetmee Digitaal project met nadruk op participatie Winnaar: BomB the BiB – BiBliotheeK Gent

Dit project bestaat uit verschillende events en work-shops waaraan 12- tot 18-jarigen kunnen deelnemen, om zo te onderzoeken waar de toekomstige jeugdbiblio-theek van Gent de grootste nood aan heeft. De website heeft een jeugdige lay-out en bevat een overzichtelijke kalender met alle activiteiten. Via een invulformulier kun-nen potentiële deelnemers suggesties ontvangen voor workshops of events. Het programma is heel divers, zoals een graphic novel, een magazine of een live radio-show maken in de bib.

• CategorieGrootgezien Bovenlokaal digitaal project Winnaar: ZadenBiBnetWerK – http://mijnZadenBiB.Be

Doel van dit project is het gratis uitlenen van groenten- en plantenzaden, met de openbare bibliotheken als ver-deelpunt. In ruil daarvoor probeert de lener zelf zaden te oogsten die hij terug aan de bib schenkt. Deelnemende bibliotheken kunnen hun kennis delen via de website van Zadenbibnetwerk. Via de Pinterestpagina kan het grote publiek een beroep doen op de kennis van een netwerk van tuiniers, of foto’s van het resultaat posten. Je kan de website MijnTuin.org raadplegen om te weten welke soorten zaden in welke bibliotheken aanwezig zijn.

• Publieksprijs Het project met de meeste stemmen van het publiek Winnaar: Kenniscentrum arhus roeselare

ARhus kreeg ook de hoofdprijs in de categorie @ your service.

• PrijsvandeVakjury Het project waar de vakjury het meeste achter staat Winnaar: tijd voor 80 – studio alijn Dit project verzamelt informatie over de jaren tachtig

door een beroep te doen op het collectieve geheugen. Geïnteresseerden kunnen deelnemen door verhalen, arti-kels en foto’s te uploaden, delen, taggen, pinnen, becom-mentariëren … Op deze manier wordt online een totaal-beeld geschetst van deze periode. Het project werd zeer

grondig aangepakt, via een waaier aan kanalen, waaron-der Facebook, Twitter, Pinterest, Flickr, Instagram, Vimeo, YouTube, Tumblr, Google+ en SoundCloud.

• PrijsvandeBibliotheekschool Het project verkozen door de cursisten en docent van

de Bibliotheekschool van Gent Winnaar: BoeKensteun – vlaamse erfGoedBiBliotheeK

Via dit crowdfundingproject kunnen geïnteresseerden hun steentje bijdragen aan de restauratie van bijzon-dere boeken. Je kiest welk bedrag je stort en kan op de website volgen hoeveel procent van het totaalbudget al verzameld is. Achteraf worden enkele updates gepost over de vooruitgang van de restauratie en het uiteinde-lijke resultaat.

DE WINNAARS VAN DE BIB WEB AWARDS 2014

DE VOLGENDE BIBLIOTHEKEN WISTEN EEN SPECIALE PRIJS IN DE WACHT TE SLEPEN:

artikel

16 | META 2015 | 1

Page 19: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

META 2015 | 1 | 17

artikel

EN DE WINNAARS VAN DE VORIGE EDITIES?Na twee edities van de Bib Web Awards wordt het stilaan tijd om eens achteruit te kijken. Hoe is het de winnaars uit 2010 en 2012 vergaan? Dit verschilt opmerkelijk van project tot project. Terwijl sommige winnende en genomineerde projecten jammer genoeg ter zielen zijn gegaan, zijn anderen nog steeds springlevend of zelfs verder uitgegroeid. Een mooi voorbeeld hiervan vinden we bijvoorbeeld bij het Zadenbibnetwerk. In 2012 plaatste dit pro-ject zich in de categorie ‘Small is Beautiful’, terwijl het dit jaar de gouden award in de categorie ‘Groot Gezien’ wegkaapt. Toch is van de 63 instellingen die bij de vorige Awards de top 3 van een categorie haalden, iets meer dan 1 op 7 projecten volledig uitgedoofd. Daar werden de eenmalige projecten niet bijgeteld.

Bij de verdwenen winnaars vallen twee aspecten op. Eerst en vooral ging het vaak om activiteiten die specifiek op jonge-ren gericht waren, zoals een aparte website of blog. Misschien was de keuze van het communicatiekanaal hierbij niet optimaal: sociale media zijn nu eenmaal meer ingeburgerd bij de jeugd. Bovendien is de drempel veel kleiner. De kans dat ze de link naar een specifieke website vinden, is veel kleiner dan de kans dat ze via vrienden, familie, school enz. de Facebookpagina van de bib ontdekken. Een andere mogelijke verklaring is de hoge snelheid waarmee jongerentrends elkaar opvolgen. Een activiteit die het ene jaar nog hip is, is het volgende jaar alweer passé. Maar ook technologische trends volgen elkaar steeds sneller op. Dat jeugdprojecten er sneller mee ophouden, toont nogmaals aan dat jongeren een moeilijk bereikbare doelgroep zijn, ondanks het feit dat zij op digitaal vlak net heel sterk staan. Ze zijn meestal sneller mee met nieuwe ontwikkelingen dan de bibliotheken zelf. Gelukkig zien we ook dit jaar veel nieuwe initi-atieven ontstaan. Zo konden Gentse jongeren via ‘Bomb the Bib’ hun mening geven over de inrichting van hun eigen jeugdafde-ling in De Krook. In Ieper werd dan weer een CoderDojo geor-ganiseerd, waar kinderen leren programmeren en games maken. Deze beide activiteiten werden druk bezocht, wat aantoont dat jongeren zeker enthousiast zijn over dit soort nieuwe projecten. Bovendien grijpen ze de kans om eigen inbreng te geven in hun bibliotheek met beide handen aan.

Naast de snel wisselende jeugdinitiatieven, valt ook op dat vooral projecten die via ‘oudere’ sociale media zoals YouTube en Flickr gepresenteerd werden, er sterk op achteruitgegaan zijn. Zij worden vervangen door andere sociale netwerksites zoals Pinterest en Instagram.

EVOlUTIE VAN DE GENOMINEERDE PROJECTEN Als we de resultaten van Bibwa2014 verge-lijken met die van de vorige edities zijn er bepaalde evoluties merkbaar in de digitale ontwikkelingen binnen de informatiesector. Waar catalogi in 2010 nog een aparte catego-rie toebedeeld kregen, ligt de nadruk dit jaar veel sterker op interactiviteit en nieuwe tech-nologieën. Ook Facebookpagina’s zijn bijna

vanzelfsprekend geworden, terwijl Twitter in bibliotheken aan populariteit wint. Deze verschuiving was ook zichtbaar in de aanloop naar de uitreiking van de Bib Web Awards 2014: ter-wijl onze Facebookpagina ongeveer 225 fans bij elkaar sprok-kelde, konden we met onze Twitterpagina meer dan 285 volgers overtuigen. Dat veel instellingen hun Twitter goed in de gaten houden, bleek ook uit de snelle respons op de bekendmaking van de genomineerden. Vooral voor nieuwsfeiten en aankondi-gingen van activiteiten biedt dit medium een meerwaarde aan bibliotheken, omdat het zo kort op de bal speelt.

Nadeel van een brede waaier aan sociale media is de grote keuze en het vele onderhoudswerk. Bij instellingen die gebruik-maken van veel verschillende netwerksites volgen de nieuwe updates elkaar duidelijk minder snel op. Logisch, omdat het onderhouden van zo’n blog, Pinterest- of Instagrampagina heel wat tijd en inspanning vergt. De meest diepgaande projecten vind je vaker in instellingen die zich op één medium focussen. Een voorbeeld hiervan is het Stadsarchief van Ieper. Zij zetten hun collectie voornamelijk via Facebook in de kijker. Dagelijks wordt er minstens één nieuwe, vaak humoristische post toege-voegd, waarmee de webpagina al heel wat likes verzameld heeft. Bovendien raakt de informatie op deze manier niet verdeeld over verschillende web sites.

Naast sociale media werd er in de genomineerde projecten van dit jaar ook meer gewerkt rond nieuwe digitale technolo-gieën, zoals tablets, smartphones en e-books. Een mooi voor-beeld hiervan was Vogels in Nesten, een bibliotheekintroductie voor jongeren in de bibliotheek van Leuven, in het kader van Gedichtendag. Met de ‘augmented reality’ app Junaio kunnen QR-codes, figuren, voorwerpen of gebouwen gescand worden. De deelnemers zochten via de app naar aanwijzingen in de bib. Aan de hand van deze nieuwe digitale tool puzzelden de jon-geren het Oudnederlands liefdesgedicht Hebban olla vo gala samen.

Een ontwikkeling die zich al sinds de editie van 2012 aftekent en steeds sterker wordt, is de stijging van het aantal participa-tieprojecten. De bib die op haar website leuke filmpjes en inte-ressante berichten toont, is geëvolueerd naar de bib die haar leners zelf filmpjes en berichten laat maken. Enkele voorbeelden hiervan zijn initiatieven zoals ‘Baken Stadslabo’ (zie Winnaars),

‘De bijzondere kinderen van mevrouw Peregrine’ (groepsblog

Kamagurka met twee van de laureaten.Foto: Joke Van der maelen.

Page 20: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

artikel

rond het gelijknamige boek), en de ‘Shockgazet’ (bezoekers van de tentoonstelling Shock! 1914… maken de voorpagina van een krant uit 1914). Dit jaar werd zelfs een aparte participatie-categorie toegevoegd, ‘Iedereen doet mee’.

Binnen deze groep vinden we heel verschillende vormen van participatie. Bij sommige projecten kan je volledig vrijblijvend en eenmalig deelnemen, zoals het project ‘Tijd voor 80’ van Studio Alijn. Op de website http://www.tijdvoor80.be kunnen geïnteres-seerden herinneringen aan de jaren tachtig ophalen door foto’s te delen en/of te uploaden, te becommentariëren, erover te twitteren, of tags toe te kennen. De gebruiker kiest zelf in welke mate hij zich wil engageren. Hij kan bijvoorbeeld zijn persoonlijk fotoarchief volledig online zetten, maar kan zich ook beperken tot het taggen van enkele foto’s. Andere initiatieven vragen om een regelmatig engagement, zoals het Itinera Nova-project van het Stadsarchief Leuven, dat als doel heeft om de 1128 registers van de Leuvense schepenbank te digitaliseren. Een team van vrijwilligers zet zich in om de handgeschreven registers folio per folio in te scannen en te transcriberen. Deze opdracht vraagt al een pak meer (voor)kennis en technische vaardigheden dan het toekennen van tags. Andere initiatieven zijn dan weer op zoek naar financiële onder steu ning. Bibliotheekgebruikers kun-nen dus kiezen uit een waaier aan participatie mogelijk heden, afhankelijk van hun beschikbare vrije tijd en middelen. Mensen blijven niet meer aan de zijlijn staan om informatie over de bibliotheek en haar werking te lezen: ze willen ook zelf hun steentje bijdragen aan ‘hun’ bib.

VERSCHUIVINGEN BIJ DE CATEGORIEëNNet als bij de vorige editie zagen we tijdens de voorbereiding van de Awards 2014 veranderingen binnen onze categorieën. Als beginnende informatie professionals probeer den we de pro-jecten zoveel mogelijk te bekijken vanuit het standpunt van het doelpubliek waarvoor ze bedoeld zijn. Bij de eerste editie van de Bib Web Awards werden de genomineerden nog gegroepeerd rond het medium waarmee ze gepresenteerd werden, met de categorieën ‘Sociale netwerken’, ‘Bibliotheekblogs’, ‘Catalogi’ en ‘Multimedia’. Bij de tweede editie werden categorieën al enigs-zins anders ingedeeld, maar was er nog steeds een aparte groep voor Facebookpagina’s (‘Iedereen bevriend’) en Twitterpagina’s (‘Follow me’). Dergelijke categorieën zijn dit jaar volledig ver-dwenen. Er wordt meer gefocust op de doelstellingen dan op de vorm. Uiteraard moet er wel een link zijn met digitale media en het web.

Het thema digitale vaardigheden werd dit jaar extra beklem-toond in de groepen ‘Mediawijs’ en ‘Mediawijzer’. Tijdens het bestuderen van de kandidaten merkten we een duidelijke kloof tussen projecten voor kinderen en jongeren (-18 jaar) enerzijds, en volwassenen (+18 jaar) anderzijds. In de eerste groep ligt een sterke nadruk op nieuwe en geavanceerde media. Jongeren lijken meer interesse te hebben voor sterk technische en diep-gaande vaardigheden. In de categorie ‘Mediawijzer’ vinden we o.m. meer introducties tot mediawijsheid en meer hulp- en onder-steuningsprojecten. Voorbeelden hiervan zijn het Digidokter-initiatief van bibliotheek Kortrijk, het Allemaal Digitaal-project van bibliotheek Puurs, het OLC-café van HaBoBIB en de Taallabs van de Antwerpse bibliotheken.

De categorie ‘E-talage’ van de Bib Web Awards 2012 bleef dit jaar behouden. Gebruiks vriendelijke websites worden steeds belangrijker. Door de groeiende hoeveelheden informatie die in het dagelijkse leven op ons afkomen, zijn gebruikers duidelijk meer gebaat bij overzichtelijke websites, waar ze de gezochte

informatie op een snelle en eenvoudige wijze terugvinden. Hoe beter de collectie geëtaleerd wordt, hoe meer gebruikers de bibliotheek verzamelt. Vorig jaar domineerden de openbare bibliotheken deze categorie, maar dit jaar werden ook enkele archieven genomineerd, inclusief de winnaar. ‘Iedereen bevriend’ werd dit jaar omgevormd tot ‘Iedereen doet mee’. Zoals hiervoor al werd vermeld, hangt deze evolutie samen met een groeiende interesse in participatie. ‘Liken’ en retweeten is niet meer vol-doende: gebruikers willen ook zelf de handen uit de mouwen steken.

MEER DIVERSITEIT BIJ DE KANDIDATENHoewel openbare bibliotheken nog altijd een meerderheid vor-men bij onze genomineerden, is er de laatste jaren toch een geleidelijke verschuiving merkbaar. Steeds meer andere instel-lingen, zoals archieven, hogeschoolbibliotheken en documen-tatiecentra stellen zichzelf kandidaat voor de Bib Web Awards. Dit jaar is het aandeel van de instellingen die geen openbare bibliotheek zijn zelfs opgelopen tot ongeveer 1 op de 2 geno-mineerden. De aandacht voor erfgoed is de laatste jaren sterk gestegen bij het publiek, o.m. naar aanleiding van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Veel archieven hebben hier handig gebruik van gemaakt om hun collecties meer in de schijnwer-pers te zetten. Door deze promotie kunnen ze ook rekenen op een groter stempubliek dan vroeger en maken ze dus meer kans om een award te winnen.

Bij onze genomineerden lag de nadruk dit jaar ook meer op instellingen dan op personen. Waar tijdens de vorige edities nog prijzen uitgereikt werden aan bibliothecarisblogs en enthousi-aste Twitteraars, werd dit jaar geen enkele individuele persoon genomineerd. Schaalvergroting lijkt de boodschap! Het aanbod aan overkoepelende projecten stijgt, zoals het Sm@rtbib-initia-tief in de Brusselse openbare bibliotheken en De Bib op School van Bibnet, die allebei jongeren mediawijzer willen maken. Deze samenwerkingen kunnen voor kleine OB’s een mogelijke oplos-sing vormen voor besparingen. Ook in de niet-openbare biblio-theken en instellingen vinden we hier voorbeelden van, zoals Boekensteun. Dit initiatief biedt kleine(re) instellingen zonder restauratiebudget de mogelijkheid om (top)stukken te laten restaureren. Kleine projecten die voor overheden niet prioritair zijn, kunnen zo via publieke steun toch gerealiseerd worden. Bovendien zit crowdfunding de laatste jaren in de lift. Misschien kan deze manier van fondsenwerving besparingen in de cultu-rele sector gedeeltelijk opvangen.

Naast overkoepelende initiatieven door o.a. vakorganisaties wordt er ook steeds vaker beroep gedaan op begeleidende en ondersteunende consulenten inzake digitale media, zoals Mediaraven, LINC vzw, iMinds …

CONClUSIENet als bij de vorige edities werd er tijdens de Bib Web Awards 2014 weer enthousiast voor de overwinning gestreden. En net als elk jaar probeerden cursisten en docent om streng maar rechtvaardig te oordelen over het grote aantal uiteenlopende projecten, geen vanzelfsprekende opdracht. Daarom wilden we u als lezer even een blik achter de schermen gunnen en onze werkwijze toelichten. We zijn alvast benieuwd of de evoluties die hier aan bod kwamen zich ook de volgende jaren verder zullen doorzetten. De Awards bieden namelijk niet alleen de mogelijkheid om digitaal actieve instellingen te belonen. Uit de resultaten kunnen ook trends afgeleid worden, kunnen er les-sen getrokken worden en kan er inspiratie opgedaan worden voor nieuwe projecten.

18 | META 2015 | 1

Page 21: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

META 2015 | 1 | 19

De ontsluiting van gerechtelijk serieel archiefEen speld in een hooiberg?

Christophe Martens, Rijksarchief in Brussel

In het kader van de Interuniversitaire attractiepool P7/22 ‘Justice & Populations: The Belgian Experience in International Perspective, 1795-2015’ wordt er sinds augustus 2012 gewerkt aan de verdere ontsluiting van de gerechtelijke archieven in Brussel en Wallonië. Na twee jaar zit het project ongeveer halverwege en is het tijd om te reflecteren over de problemen die met grote archiefbestanden gepaard gaan. Hoe is het zover gekomen? Welke methodes vallen aan te raden om een dergelijke massa archief te ontsluiten en welke valstrikken liggen verborgen?

Zowel de archieven van de rechterlijke macht als de archiefvormers aan de zijde van de strafuitvoering komen aan bod. Nogal wat van deze archiefbestan-den bevinden zich nog in situ bij de res-pectievelijke archiefvormers. Anderen zijn in het verleden ongeordend neergelegd. De gerechtelijke archieven in BrusselArchieven van parketten, hoven en recht-banken werden in het verleden vaak onverpakt en ongeordend neergelegd bij het Rijksarchief. Ettelijke honderden strekkende meters kwamen op die manier op rekken terecht. In een eerste fase wer-den enkel de strafdossiers overgedragen.

Aangezien deze bescheiden de bulk uit-maken van de archiefproductie, vormen ze nog steeds een logistiek probleem voor de betrokken instellingen. Een overdracht naar het Rijksarchief was een vanzelfspre-kende oplossing. Dergelijke overdrachten werden met de beste bedoelingen ont-vangen om zodoende archief veilig te stellen voor ongecontroleerde vernieti-gingen.

De ontsluiting van deze bestanden was allerminst een prioriteit wegens de open-baarheidstermijn van 100 jaar van de Archiefwet van 1955. Bovendien geldt er

voor de archieven uit de strafrechtelijke sfeer een extra restrictie: voor de raadple-ging van dossiers jonger dan 100 jaar is een voorafgaande toestemming van het parket-generaal nodig. 1

Soms werden schuchtere pogingen ondernomen om gedeeltes van bestan-den te ontsluiten. In het kader van een BTK-project 2 werd in de vroege jaren tachtig een poging ondernomen om dos-siers van het parket van de procureur des Konings van Brussel te inventariseren. Het betrof een bevattelijke hoeveelheid dos-siers van zonder gevolg geklasseerde

artikelartikel

Page 22: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

20 | META 2015 | 1

artikel

Zoekstrategieën en processen

Ikbenopzoeknaar… Duskijkiknaar:

een zaak betreffende een gevecht na een caféruzie waarbij mijn grootvader betrokken is

Tot en met 1950:• via de jaarlijks opgestelde alfabetische klappers kunt u het

corresponderende notitienummer vinden (in dit geval een klapper uit de B-reeks).

• indien de zaak zonder gevolg is geëindigd kan u op basis van het notitienummer het desbetreffende dossier opvragen.

• indien er wel gevolg gegeven wordt aan de zaak kunt u het archief van de correctionele rechtbank van Brussel consul-teren. De datum van een buitenvervolgingstelling of van een vonnis kunt u opsporen door middel van het notitieregister.

informatie over een vonnis na een proces • afhankelijk van de aard van de feiten kunt u terecht in het archief van de burgerlijke of correctionele kamers van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel.

correspondentie van de procureur des Konings tijdens de Tweede Wereldoorlog

• in dit bestand is geen correspondentie bewaard.

informatie over inbraken in Brussel tussen 18 september 1948 en 25 september 1948

Tot en met 1950:• in de notitieregisters (in dit geval reeks A) worden ingeko-

men processen-verbaal chronologisch ingeschreven. Naast de datum van binnenkomst op het parket, vindt u in de noti-tieregisters ook de datum waarop de feiten gepleegd zijn. U vindt er ook informatie over de ordedienst die het proces-verbaal heeft opgesteld.

• indien de zaak zonder gevolg is geëindigd kunt u op basis van het notitienummer het desbetreffende dossiers opvragen.

• indien er wel gevolg gegeven wordt aan de zaak kunt u het archief van de correctionele rechtbank van Brussel consul-teren. De datum van een buitenvervolgingstelling of van een vonnis kunt u opsporen door middel van het notitieregister.

informatie over abortussen tussen 1968 en 1972 • in de reeks gecodeerde dossiers vindt u onder code 39 de abortuszaken die zonder gevolg geëindigd zijn.

Inspiratie voor zoekstrategieën in het archief van het parket van de procureur des Konings van Brussel.

zaken (2870 in totaal) voor de jaren 1944-1945. Per dossier werd een uitge-breide fiche opgesteld met gegevens over de verdachten en de benadeelden. Daarnaast werd een omstandige beschrij-ving gegeven van de feiten. Met de oude orde werd geen rekening gehouden. De werkverdeling onder de contractueel aan-gestelde medewerkers had er bovendien voor gezorgd dat de dossiers werden opgesplitst in 745 Nederlandstalige en 2125 Franstalige zaken.

Toen later grotere hoeveelheden dossiers (1946-1950) werden neergelegd stelden zich problemen met deze methodiek. De

reeks dossiers van zonder gevolg geklas-seerde zaken van het parket van Brussel strekt zich voor 1946 uit over maar liefst 52 strekkende meter. Dossiersgewijs beschrijven bleek niet haalbaar en het bestand werd onaangeroerd gelaten tot en met december 2012. De ontsluiting kwam gedurende vele tientallen jaren niet op gang door het gebruik van een onaan-gepaste methodologie.

De nadruk op een al te gedetailleerde ontsluiting had de aandacht van con-text naar inhoud verlegd. Doordat deze dossiers werden opgesteld op het einde van de Tweede Wereldoorlog sprongen

ze echter in het oog. Om onderzoekers zo goed mogelijk van dienst te zijn werd besloten om zeer gedetailleerd te werk te gaan. Op relatief korte termijn werkte dit contraproductief: slechts een heel klein volume dossiers van een grote archiefvor-mer werd ontsloten op fiches, die boven-dien niet ter beschikking konden worden gesteld aan de lezers.

MORE PRODUCT, lESS PROCESSIn 2005 publiceerden de Amerikaanse archivarissen Mark Greene en Dennis Meissner de resultaten van hun onderzoek naar de ontsluitingsgraad bij archiefinstel-lingen in de Verenigde Staten. 3 Enquêtes

Page 23: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Proces-verbaal

Parket

Inschrijving in het notitieregister

Seponering

Dossier zonder gevolg

Onderzoeksrechter

Vonnisgerecht

Rol of index, vonnis of arrest

Onderzoeksgerecht

Rol of index

Veroordeling

Dossier gevonniste zaak

internering

Dossier gevonniste zaak of interneringsdossier

Vrijspraak

Dossier gevonniste zaak

Strafuitvoering

Buitenvervolgingstelling / ontslagvanonderzoek

Dossier buitenvervolgingstelling of ontslag van onderzoek

internering

Interneringsdossier

Schema strafprocedure vanaf de vaststelling tot de strafuitvoering. 4

Bovenstaand schema illustreert niet enkel de strafprocedure maar wijst gebruikers ook op de archiefvorming die gepaard gaat met de verschillende stappen. Het proces vangt aan met het opstellen van een proces-verbaal door de bestuurlijke of gerechtelijke politie, waarna dit naar het parket van de procureur des Konings wordt verstuurd. Het parket bouwt uit deze processen-verbaal een dossier. Dit dossier krijgt een notitienummer toegewezen, een unieke (alfa)numerieke code. Wordt de zaak zonder gevolg geklasseerd dan wordt het dossier bewaard door het parket. Wordt een zaak doorverwezen naar een vonnis- of onderzoeksgerecht, dan zal de onderzoeker het dossier in het archief van de raadkamer of van de correctionele rechtbank aantreffen. Dossiers die in beroep behandeld zijn bevinden zich dan weer in de archieven van de kamers van inbeschuldigingstelling of tussen de bescheiden van het hof van beroep.

Het valt op dat een onderzoeksrechter geen ‘eigen’ archief heeft, ook al vervult hij een sleutelrol in het hele proces. De dossiers van de onderzoeksrechter worden als subdossiers toegevoegd aan het strafdossier dat ofwel bij een onderzoeksgerecht ofwel bij een vonnisgerecht terechtkomt. Een dergelijk inzicht lijkt banaal, maar helpt vorsers al een heel eind op weg in hun zoektocht naar het juiste dossier.

“HET VALT OP DAT EEN ONDERZOEKSRECHTER GEEN ‘EIGEN’ ARCHIEF HEEFT, OOK AL VERVULT HIJ EEN SLEUTELROL IN HET HELE PROCES. EEN DERGELIJK INZICHT LIJKT BANAAL, MAAR HELPT VORSERS AL EEN HEEL EIND OP WEG IN HUN ZOEKTOCHT NAAR HET JUISTE DOSSIER.”

META 2015 | 1 | 21

artikel

die tussen 2003 en 2004 werden afgeno-men toonden aan dat 34 procent van de bevraagde instellingen meer dan de helft van hun bestanden niet hadden ontsloten. 60 procent had minstens een derde van wat in hun bewaarplaatsen lag niet geïn-ventariseerd. Greene en Meissner identifi-ceerden een aantal pijnpunten die tot deze achterstanden hebben geleid. Uiteraard is de explosieve groei van archieven in de 20e eeuw een belangrijke schuldige. Maar ook archivarissen moeten de hand in eigen boezem durven steken. Onaangepaste methodes droegen bij tot de aangroei van onverwerkte bestanden. Grote volu-mes vereisen een andere aanpak.

Page 24: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Een methode die voor alle archiefvor-mers en voor alle soorten reeksen werkt bestaat niet. Voor massabestanden valt het dan ook aan te raden om in eerste instantie over te stappen op beschrijvin-gen op hoger niveau. Metadata op reeks-niveau kunnen volstaan als eigentijdse toegangen bewaard zijn. Voor het par-ket van Brussel zijn verschillende reek-sen klappers en registers bewaard die nauw verstrengeld zijn met de dossier-vorming. Meer zelfs, de notitieregisters bieden een overzicht van een bepaalde zaak van begin (proces-verbaal komt aan bij het parket) tot het einde (zon-der gevolg klassering, buitenvervolgin-stelling, vonnis of arrest). In het verleden stond het parket van Brussel weigerach-tig tegenover een overdracht van deze toegangen. In 2009 werden de registers

en klappers voor de periode 1939-1963 neergelegd. Archief dat al 30 jaar bij het Rijksarchief lag te slapen, kon zo op enkele maanden tijd worden ontsloten. Met een inventaris werd maar liefst 420 strekkende meter registers en dossiers ontsloten. Sinds september 2013 werd ook nog eens 800 strekkende meter aan dossiers van de correctionele rechtbank van Brussel geordend en beschreven. 5

In het Rijksarchief Beveren plukten Karel Velle, Paul Drossens en hun medewerkers al vroeg in dit millenium de vruchten van een dergelijke aanpak, getuige de vele inventarissen die in de jaren 2000 gepu-bliceerd werden.

In Brussel zat er ruwweg 30 jaar tussen de neerlegging van de eerste dossiers en de bijhorende toegangen. De eigentijdse

toegangen van het parket van Brussel werden pas veel later neergelegd omwille van de gebruikswaarde voor de archief-vormer. De vraag rest of we ons nog kun-nen permitteren om enkel inhoudelijk rijk materiaal te aanvaarden (de zo gegeerde content uit de dossiers) zonder daarbij ook de broodnodige hulpmiddelen (extra context in de vorm van toegangen) mee te krijgen. Nochtans is het in de eerste plaats in ons eigen belang dat bestaande toegangen samen met de dossiers wor-den neergelegd. Het lijkt dan ook een goede praktijk om neerleggingen zonder bijhorende toegangen niet te aanvaarden.

GEBRUIKSVRIENDElIJKHEIDOp een hoger niveau beschrijven bete-kent dat er vragen zullen gesteld wor-den vanuit het publiek. Een inventaris

22 | META 2015 | 1

artikel

Page 25: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

“EEN METHODE DIE VOOR ALLE ARCHIEFVORMERS EN VOOR ALLE SOORTEN REEKSEN WERKT BESTAAT NIET. VOOR MASSABESTANDEN VALT HET DAN OOK AAN TE RADEN OM IN EERSTE INSTANTIE OVER TE STAPPEN OP BESCHRIJVINGEN OP HOGER NIVEAU.”

vol dateringen en alfanumerieke codes is voor de eindgebruiker niet bepaald aantrekkelijk. Zo’n inventaris geeft wei-nig details over de inhoud van dossiers (in grote lijnen kan de stereotype inhoud van een reeks beschreven worden). Even snel een naam zoeken van thuis uit is niet mogelijk. In tijden van voortschrijdende digitalisering vormt dit zeker een nadeel naar het publiek toe. Nochtans is het hele-maal niet zo moeilijk om namen te zoe-ken in de bestaande klappers en registers.

Het is dan ook noodzakelijk om ervoor te zorgen dat gebruikers het nut inzien van ontsluiting op een hoog niveau. Een goede inleiding die veel aandacht besteed aan de archiefvorming is een eerste stap. Een goed overzicht van de verschillende informatiestromen over de grenzen van archiefvormers heen, kan al veel duidelijk maken. Frequently asked questions (FAQ) en eenvoudige procesmodellen zijn een stap in de goede richting.

Een eerste aanzet tot FAQ zal eerder beperkt zijn. Doorheen de tijd kan de lijst met voorbeelden worden uitgebreid aan de hand van concrete vragen van lezers en onderzoekers. Om deze initiële lacu-nes op te vullen moet de archivaris reso-luut kiezen om de dialoog aan te gaan met gebruikers. De tijd die vrijkomt door af te zien van hypergedetailleerde inven-tarissen kan geïnvesteerd worden in een betere persoonlijke begeleiding. Een oriënterend gesprek kan wonderen ver-richten voor nieuwe gebruikers of voor onderzoekers die kennis maken met spe-cifieke archiefbestanden.

Dergelijke interacties vormen uitgele-zen kansen om onze gebruikers ook enige archival intelligence (AI) mee te geven. Elizabeth Yakel en Deborah Torres omschrijven dit als “a researcher’s know-ledge of archival principles, practices, and institutions, such as the reasons under-lying archival rules and procedures, how

to develop search strategies to explore research questions, and an understanding of the relationship between primary sour-ces and their surrogates”. 6 Formele inven-tarissen bieden archivarissen de kans om gebruikers doorheen de immer uitbrei-dende wereld van informatie te gidsen. Al doende leren gebruikers strategieën en attitudes die later hun nut kunnen bewij-zen. Het is een didactische taak waarvoor we tijd moeten trachten vrij te maken.

In een bevraging onder reference archi-vists van Wendy Duff en Allyson Fox gaven de deelnemers aan dat ze een groot deel van hun tijd invullen met het aanleren van technieken om efficiënter te zoeken in archieven en in beschrijvings-systemen. Een respondent omschreef zijn functie als volgt: “Your role is as a guide rather than as an expert, if anything it’s a question of guiding people to a source and telling them how to use it, telling them were to find the answer to any ques-tions they may have, rather than neces-sarily answering their questions”. 7Dit vergt tijd en openheid van de zijde van de onderzoekers, maar ook archivarissen moeten bereid zijn om hier energie in te investeren.

CONClUSIEIn tijden van budgettaire schaarste moe-ten we nog meer dan anders letten op hoe middelen besteed worden. Een gedetailleerde database of een prestigi-eus maar beperkt digitaliseringsproject zijn makkelijker te verkopen aan een toe-zichthoudende overheid dan de ontslui-ting van bulkarchief. Maar daarmee is de klant niet a priori beter af.

Nochtans bewijzen we onze voornaam-ste stakeholders, onze lezers en onder-zoekers, een dienst door de inhoud van onze bewaarplaatsen te ontsluiten. Kost wat kost blijven zoeken naar de ultieme representatie van archiefbestanden zet weinig zoden aan de dijk.

Meer bestanden op een hoog niveau ontsluiten kan een valabel alternatief zijn voor wat momenteel als klantvriendelijk wordt beschouwd. Dit zal enkel zo geper-cipieerd worden als de vrijgekomen tijd gebruikt wordt om onderzoekers beter te begeleiden bij hun zoektocht. Dit vereist een mentaliteitswijziging. Archivarissen moeten zelf eerst overtuigd zijn dat het in ieders belang is om de ontsluitingsgraad van archieven als geheel te verhogen. Pas dan kunnen we diezelfde boodschap aan onze bezoekers meegeven.

Het digitaliseren van toegangen of van archiefbescheiden heeft zeker zijn plaats in de werking van een archiefinstelling. Het behoort immers tot onze kernta-ken om archieven toegankelijk te maken en te houden. Toegankelijkheid impli-ceert echter niet dat ieder dossier een eigen beschrijving verdient. Er bestaat geen gulden regel voor de beschrij-vingsdiepte van archiefbescheiden, maar indien eigentijdse toegangen (klappers, registers, steekkaarten) beschikbaar zijn verdienen deze voorrang te krijgen op nieuwe gedetailleerde beschrijvingen van een archivaris. Dit impliceert dat we bij archiefvormers moeten blijven aandrin-gen op de neerlegging van hun archief met bijhorende toegangen.

De tijd die vrij komt door formeler te beschrijven moet dan wel nuttig geïnves-teerd worden. De focus in de begeleiding van gebruikers kan deels verschuiven van primair oriënteren naar het aanleren van methodes en attitudes die breder inzet-baar zijn.

1 Koninklijk Besluit van 28 december 1950, art. 125,

Belgisch Staatsblad 30 december 1950.

2 Bijzonder Tijdelijk Kader.

3 GREENE, Mark en MEISSNER, Dennis, ‘More

Product, Less Process: Revamping Traditional

Archival Processing’, in: The American Archivist,

68 (2005), p. 208-263.

4 Voor dit schema ben ik schatplichtig aan Paul

Drossens.

5 MARTENS, Christophe, Inventaris van het archief

van het parket van de procureur des Konings te

Brussel (1918-1985, vln. 1944-1985), Brussel, ter

perse.

6 YAKEL, Elizabeth en TORRES, Deborah, ‘AI:

Archival Intelligence and User Expertise’, in: The

American Archivist, 66 (2003), p. 52.

7 DUFF, Wendy en FOX, Allyson, ‘ ‘You’re a guide

rather than an expert’: Archival reference from an

archivist’s point of view’, in: Journal of the Society

of Archivists, 27 (2006), p. 134.

META 2015 | 1 | 23

artikel

Page 26: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Op 16 oktober 2014 vierde de Maurits Sabbebibliotheek (KU leuven) haar veertigste verjaardag. In die veertig jaren verwierf de bibliotheek faam als internationale academische topbibliotheek voor theologie en religiewetenschappen.

40 jaar Maurits Sabbebibliotheek

De laatste jaren groeide ze ook uit tot een in Vlaanderen erkende erfgoedbibliotheek gespecialiseerd in oude drukken en het religieuze boek, waarbij ze haar bijzondere expertise inzet voor het bredere erfgoedveld in Vlaanderen, België en Europa.

24 | META 2015 | 1

sIGnalEMEnt

Page 27: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

40 jaar Maurits Sabbebibliotheekp. 24 boven: Oostelijke zijgevel van de Maurits Sabbebibliotheek, ontworpen door architect Paul Van Aerschot (© Vlaamse Erfgoedbibliotheek – Foto: Stefan Tavernier)

p. 24 links onder: De nieuwe algemene leeszaal en de nieuwe verlichting (© Esther Lamberigts)

p. 24 rechts onder: Bibliotheek Kardinaal d’Alsace in de preciosaruimte van de Maurits Sabbebibliotheek (© Erfgoedcel Leuven – Foto: Pieter Baert)

p. 25 boven: Zicht op magazijn Jozef-II (© Erfgoedcel Leuven – Foto: Pieter Baert)

p. 25 onder: Sfeerbeeld receptie naar aanleiding van 40 jaar Maurits Sabbebibliotheek (© KU Leuven – Foto: Rob Stevens)

sIGnalEMEnt

META 2015 | 1 | 25

Page 28: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Expertisehouders Levensbeschouwelijke CollectiesErik Meganck, VRB

In 2015 houdt de VRB, oorspronkelijk Vereniging van Religieus-wetenschappelijke Bibliothecarissen, nu Expertisehouders Levens-beschouwelijke Collecties, haar 100e vergadering en viert ze haar 50-jarig bestaan. Reden temeer om deze vrijwel onbekende Vlaamse bibliotheekvereniging in onze Etalage te plaatsen.

Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in? De VRB werd in 1965 opgericht om tussen abdij-, klooster-, seminariebibliotheken, biblio-theken van theologische faculteiten en weten-schappelijke instituten overleg, samenwerking en professionalisering te bevorderen. Reeds in het stichtingsjaar zocht zij contact met gelijk-aardige verenigingen uit andere Europese lan-den en sloot in 1967 aan bij de overkoepelende Europese organisatie, Conseil International des Associations de Bibliothèques de Théologie, in 1998 omgevormd tot Bibliothèques Européennes de Théologie (BETh) waarin zij meermaals een belangrijke rol speelde door voorzitter of ondervoorzitter te leveren.

De vereniging telt een 65-tal leden uit niet minder dan 40 bibliotheken. Samen beheren zij collecties die ruim 2 miljoen boeken verte-genwoordigen, waaronder niet alleen actuele theologische literatuur, maar ook historische collecties, manuscripten, incunabelen, oude drukken, curiosa en werken van algemeen belang die een belangrijke bijdrage leveren aan het Vlaamse culturele erfgoed. In die zin levert de vereniging een specifieke inbreng in het Vlaamse bibliotheeklandschap en de erf-goedsector.

In 2013 werd de naam van de vereniging gewij-zigd in Expertisehouders Levensbeschouwelijke Collecties, maar het acroniem VRB werd behouden om de continuïteit te bewaren. Deze naamswijziging vertaalt het historische gege-ven dat de leden momenteel een veel breder segment van de doorsnede tussen levensbe-schouwing en informatiedrager vertegenwoor-digen dan in het oorspronkelijk opzet was voor-zien.

Welke ambities willen jullie als team nog graag verwe-zenlijken?Gedurende die 50 jaar hebben we heel wat expertise verwor-ven die niet langer louter en alleen voor de eigen leden relevant blijkt te zijn. Daarom gingen we bijv. een samen-werkingsverband aan met de VVBAD, die openbare biblio-theken, schoolbibliotheken, wetenschappelijke en speciale bibliotheken vertegenwoor-digt. VRB wordt, naast de erfgoedcollecties en de kunstcollecties, het derde dwarsverband, met name de levensbeschouwelijke collecties in al deze bibliotheken. Op die manier halen we niet alleen een groter bereik, we zetten ook onze ‘niche’ duidelijker in de Vlaamse kijker.

De samenwerking zal er concreet in bestaan dat onze initiatieven op vlak van informatie, uit-wisseling, vorming een ruim afzetgebied krij-gen buiten de eigen leden. Deze initiatieven hebben telkens een hoog ‘speerpuntgehalte’ dankzij onze expertise om tijdig welomlijnde tendensen te detecteren, analyseren en com-municeren. Zo zal onze lentevergadering van 2015, samen met de VVBAD en Universiteit Antwerpen, het domein van de ‘e-toekomst’ reachten in kaart brengen.

Iedereen is welkom in ons team op basis van inhoudelijke criteria, met name bezig zijn op het raakvlak levensbeschouwing en informa-tiedrager.

> http://theo.kuleuven.be/gbib/VRB

V.l.n.r. Geert Van Reyn, Erik Meganck, Marina Teirlinck en Bart Janssens.

26 | META 2015 | 1

EtalaGE

Page 29: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Hilde van Ongevalle is coör-

dinator Archief en Biografie

van het Vlaams Parlement.

Bij de VVBAD was ze onder

meer voorzitter van de sec-

tie Archief en Hedendaags

Documentbeheer en voor-

zitter van de werkgroep

Wetgeving en Beleid. In

haar vrije tijd is Hilde

hobby kok, lid van een lees-

club en geniet ze heel erg

van werken in de tuin.

Hilde Van Ongevalle:

“Met mijn diploma alleen was ik er niet gekomen”Hoe ben je in de archiefsector beland? Via de bibliotheeksector. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was in 1994 op zoek naar een archivaris en deed hiervoor beroep op een wervingsreserve van – vreemd genoeg – een documentalist. Op basis van de rangschikking kwam ik als eerste in aanmerking en kreeg ik de functie aangeboden. Ik was inmiddels biblio-thecaris en actief als stafmedewerker op het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, maar heb toen geen seconde getwijfeld. Het was voor mij een terugkeer naar mijn eerste liefde: de geschiedenis. Althans, zo zag ik het toen. Als archivaris ben ik vandaag veeleer bezig met heden en toekomst dan wel met de studie van het verleden. Boeiend, dat wel. De romantiek die het vak bij aanvang bij mij opriep heeft nu plaatsgemaakt voor een ander soort passie.

Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? En wat was je motivatie om lid te worden?Nadat ik in 1996 mijn bijzondere licen-tie in de Archivistiek en het Hedendaags Documentbeheer had gehaald, vroeg profes-sorJuul Verhelst mij om voorzitter te worden van de werkgroep Wetgeving en Beleid van de sectie Archief. Dat was schrikken want in die werkgroep zaten archivarissen met jaren ervaring én met autoriteit. Maar uit dankbaar-heid voor Juul Verhelst die ik beschouw als mijn geestelijke vader in de archivistiek en met de hulp van Betty Hoornaert die toen archivaris van Vlaams-Brabant was en mijn secretaris wou worden, heb ik die taak aangevat. Het is mijn meest actieve en ook mooiste periode bin-nen de VVBAD geworden; van 1998 tot 2002. Nadien volgde nog het voorzitterschap van de archiefsectie maar ik had toen veel minder tijd en het was veel moeilijker te combineren met mijn nieuwe baan als archivaris van het Vlaams Parlement.

VVBAD-lid ben ik sinds mijn bibliotheekop-leiding eind jaren tachtig en op aanraden van Peter Van den Broeck. Hij was onze docent boekbeschrijving en een overtuigend ambas-sadeur van de VVBAD.

In hoeverre hebben jouw studies jouw voor-bereid op jouw huidige job?Mijn studie archivistiek heeft mij alle basisbe-ginselen van onze métier bijgebracht maar was niet voldoende voorbereid en wat het digi-tale werken als uitdaging met zich meebracht. Zo moest ik onmiddellijk na mijn studies zeer intensief het terrein verkennen naar oplossin-gen voor het automatiseren van de archiefbe-heerstaken. Ik heb veel geleerd van collega’s, veel vakliteratuur doorgenomen en voor het digitale archiveren ging ik in de leer bij Peter Horsman en Filip Boudrez. Met mijn diploma alleen was ik er niet gekomen.

Welk thema ligt jou na aan het hart?Dat is moeilijk want er is veel in ons vak dat mij heel erg bezighoudt en mateloos interes-seert. Voor mij zijn er meerdere thema’s, vaak tijdsgebonden en afhankelijk van de noodwen-digheden van de job. Een actueel voorbeeld is Digitaal Archief Vlaanderen (DAV). Dit project dat wordt gedragen door de Coördinerende Archiefdienst van de Vlaamse Overheid, het Stadsarchief Antwerpen, de KU Leuven en VIAA, moet een dienstenplatform worden voor het duurzaam bewaren en ontsluiten van onze overheidsinformatie. Het Vlaams Parlement werkte mee aan een proefopzet van DAV. We geven het alle kans op slagen.

Wat haal je er voor jezelf uit, zowel persoonlijk als professioneel?Geduld en uithoudingsvermogen. Zoals het verleden zich maar moeilijk ontsluiert laat het zich ook niet makkelijk vastleggen voor de toe-komst.

Hoe hoop je dat de vereniging zelf zal evolu-eren in de toekomst? Onze huidige structuur is opgebouwd vanuit het type informatie en is vrij log. Hij belemmert samenwerking en kruisbestuiving. Al die opde-lingen en uiteindelijk zijn we allemaal bezig met informatie en beheersing van informatie. Ik hoop dat de VVBAD in haar organisatie daar meer zal op inspelen.

“ZOALS HET VERLEDEN ZICH MAAR MOEILIJK ONTSLUIERT LAAT HET ZICH OOK NIET MAKKELIJK VASTLEGGEN VOOR DE TOEKOMST.”

META 2015 | 1 | 27

inzet

Page 30: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

28 | META 2015 | 1

over de grens

De Hernán Santa Cruz Library in ChiliWouter Schallier

De Hernán Santa Cruz Library werd opgericht in 1948 onder de vlag van de Verenigde Naties. Haar opdracht bestaat erin om onderzoe-kers en lidstaten te voorzien van gespecialiseerde informatiediensten. De bibliotheek wordt sedert midden 2012 geleid door de Belg Wouter Schallier.

Kan je ons wat meer vertellen over deze bij-zondere bibliotheek? De Hernán Santa Cruz Library (www.eclac.org/library) werd dus opgericht in 1948, in het-zelfde jaar als de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben (ECLAC, www.eclac.org/en). ECLAC is één van de vijf regio-nale commissies van de Verenigde Naties, en heeft haar hoofdzetel in Santiago, Chili. ECLAC heeft ook afdelingen in Mexico, Port of Spain, Buenos Aires, Montevideo, Brasilia, Bogotá en Washington.

Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in?ECLAC verricht socio-economisch onderzoek om de ontwikkeling van de regio te bevorde-ren. De opdracht van de Hernán Santa Cruz Library is om ECLAC en haar lidstaten te voor-zien van gespecialiseerde informatiediensten. Concreet betekent dat: acquisitie van, toegang tot, preservatie en verspreiding van de ECLAC-publicaties en van alle andere relevante infor-matiebronnen. De laatste twee jaar is de biblio-theek van een dienst in de marge uitgegroeid tot een actieve partner in de onderzoeksac-tiviteiten van de organisatie. Die verandering is er gekomen dank zij een aantal initiatieven.

Het Digital Repository (http://repositorio.cepal.org) werd gelanceerd in mei 2014 in Lima, Peru, tijdens het belangrijkste evenement van ECLAC, de tweejaarlijkse zgn. Período de Sesiones. Het Repository bevat alle ECLAC-publicaties vanaf 1948 tot op vandaag. Dat zijn er ondertussen meer dan 36.000. 100 procent van de publica-ties zijn full text beschikbaar in Open Access.

Ons Repository is daardoor een unieke en zeer volledige informatiebron voor alles wat met de socio-economische ontwikkeling van Latijns-Amerika en de Caraïben te maken heeft. Pas enkele maanden na de lancering is het Repository al een groot succes: op dit moment zitten we boven de 30.000 bezoeken (25.000 downloads) per maand, en we zien dat die cij-fers sterk blijven groeien.

De Bibliotheek heeft zich ook ingespannen om de impact van de ECLAC-publicaties in de academische wereld te vergroten. Belangrijke uitdaging hier is dat het gros van de ECLAC-publicaties institutioneel zijn, d.w.z. geen per-soonlijke auteur hebben en dus niet gepeer reviewed worden op een traditionele manier. Toch maken we ook op dit vlak snel vooruit-gang. Momenteel bereiden we de opname van het Repository in RePEc (http://repec.org/) voor. Tweederde van de bezoekers van het Repository komt nu al binnen via Google Scholar. Revista CEPAL/CEPAL Review (http://www.cepal.org/revista/), een van onze belang-rijkste academische publicaties, werd onlangs, dankzij de bemiddeling van de bibliotheek, opgenomen in de belangrijke Open Access database SciELO (http://www.scielo.org/).

Welke ambities willen jullie nog graag verwe-zenlijken?Naast een betere integratie van het Repository in de nieuwe ECLAC-website, werken we ook aan een volledig nieuwe website waarin de bibliotheken van Santiago, Mexico en Port of Spain als één bibliotheek worden geïnte-greerd. Verder willen we — hopelijk met steun van fondsen van de Europese Commissie— de publicaties van onze Repository linken met de data (statistieken) van CEPALSTAT (http://estadisticas.cepal.org/). Dat laatste project zou onze publicaties en onze onderzoeksdata op een unieke manier met elkaar verrijken. De bibliotheek wil zich ook inspannen om het beheer van onderzoeksdata en het opstellen van datamanagementplannen te promoten bij onderzoeksinstellingen in Latijns-Amerika en De Caraïben.

Voor 2015 staat ook een heel ander project op stapel: de renovatie van de fysieke ruimte van de Hernán Santa Cruz Library. Voor de eerste keer in de lange geschiedenis van de organisa-tie krijgt de bibliotheek de kans om haar her-inrichting grondig aan te pakken. Er ligt een ambitieus plan op tafel om de traditionele lees-zaal om te bouwen tot een flexibele ruimte

Page 31: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

META 2015 | 1 | 29

over de grens

waar plaats is voor individueel en groepswerk. Er zijn daarnaast ook een VIP salon, een expo-sitieruimte en een zaaltje voor trainingssessies voorzien, die de bibliotheek weer dynamischer moeten maken.

Wat maakt de bibliotheek en haar team zo uniek?Werken voor de VN betekent werken in een internationale omgeving. Ongeveer een derde van het personeel van de bibliotheek zijn inter-nationale posities. Die mensen roteren om de 2-6 jaar en komen van zowel binnen als bui-ten de organisatie. Tweederde zijn lokale posi-ties. Naar mijn aanvoelen zorgt dat voor een goede mix van continuïteit en verandering die zo noodzakelijk is voor moderne bibliotheken. Daarnaast leer je natuurlijk om met verschil-lende culturen en achtergronden te werken.

Welke verschillende achtergronden hebben de teamleden? De laatste twee jaar hebben we geïnvesteerd in diversificatie van de professionele achtergron-den van het personeel. Naast bibliothecarissen hebben we ook twee computeringenieurs aan-geworven. Binnenkort komt daar nog een infor-matiearchitect bij die ons moet helpen met het verbeteren van de gebruikerservaring van onze producten en diensten.

Verschilt de Chileense werkcultuur (in biblio-theken) sterk van de onze? Ik werk in een heel diverse werkomgeving die niet homogeen Chileens is. In mijn biblio-theekploeg zijn er niet minder dan vijf natio-naliteiten: Chileens, Amerikaans, Mexicaans, Venezolaans en Belgisch. Mijn taak als hoofd-bibliothecaris is om al die mensen te motiveren voor een gemeenschappelijk bibliotheekproject dat in lijn staat met de strategie van ECLAC. Gelukkig kan ik rekenen op steun van het ECLAC-management en op een professioneel en gemotiveerd team en uitstekende externe consultants met wie we op slechts twee jaar verschillende vernieuwende projecten gereali-seerd hebben. Die projecten hebben de biblio-theek terug gepositioneerd waar ze thuishoort: in het hart van de organisatie.

De zetel van CEPAL (Comisión Económica para América Latina y el Caribe - Economic Commission for Latin America and the Caribbean). Foto’s: ECLAC/CEPAL.> disclaimer:

Posities en meningen in dit interview zijn volledig voor

rekening van de auteur, en vertegenwoordigen niet nood-

zakelijk de positie van eCLAC/CePAL.

Page 32: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

“BOEKEN KEREN TERUG, WELISWAAR ZONDER ENIGE REGELMAAT OF LOGICA, EN BEWIJZEN DAT LEZERS HUN COLLEGA-LEZERS STELLIG EEN WARM HART TOEDRAGEN.”

30 | META 2015 | 1

trend

Zwerfbibliotheken naar Turnhouts modellieve Quadflieg, Bibliotheek Turnhout

Twee jaar geleden werden in Turnhout de Zwerf bibliotheken aan pers en publiek voorgesteld. De reacties varieerden van lovend over enthou-siast tot af en toe sceptisch. Vandaag floreert het project. Het ont-groeide de kinderschoenen, onderging een paar veranderingen en doorstond met glans een eerste evaluatieronde.

Op plaatsen waar verveling op de loer durft te liggen, heeft Bibliotheek Turnhout kastjes vol Zwerfboeken gezet. Daarin mag iedere pas-sant naar hartenlust snuisteren, en hij mag het boek dat zijn voorkeur wegdraagt nog mee-nemen ook.

Nadat hij dus die vervelende wachttijd op het perron aangenaam heeft verkort met een Zwerfboek, mag hij het uitlezen tijdens de trein-reis. En met de ‘halve lectuur’ van boekjes en tijdschriften in wachtkamers allerhande is het ook voorgoed gedaan: een Zwerfboek blijft zijn lezer trouw tot aan het slot.

Al is het wel de bedoeling dat het daarna weer wordt vrijgelaten voor een volgende lezer. Elk Zwerfboek bevat de warme oproep om weer te worden neergezet in een van de Zwerfbibliotheken. Terugbezorgen aan de bibliotheek mag ook. En dat werkt. Hoewel er geen enkele vorm van registratie is, is het niet moeilijk om circulatie waar te nemen. Boeken keren terug, weliswaar zonder enige regelmaat of logica, en bewijzen dat lezers hun collega-lezers stellig een warm hart toedragen.

BOOKCROSSING*Maar ook de bibliotheek zelf werd gaande-weg aangenaam verrast. Een onverwachte ontmoeting illustreerde de verhoopte solida-riteit tussen lezers. De Zwerfboeken kregen namelijk in hun kastjes het gezelschap van ‘in het wild vrijgelaten’ boeken. De Turnhoutse BookCrossers hadden hun weg gevonden naar de Zwerfbibliotheek.

Aanvankelijk bestonden de twee initiatieven naast elkaar, maar geleidelijk ontstond er een echte samenwerking. Beide organisaties leve-ren nog steeds hun eigen boeken, met een ver-schillende origine en een uniek label, maar ze streven er samen naar om puur leesplezier te verspreiden en dus dragen ze samen zorg voor de Zwerfbibliotheken en hun inhoud.

HERKOMST VAN DE ZWERFBOEKENIn de Zwerfbibliotheken staan geen stukge-lezen boeken die de bib niet meer voor uit-leen geschikt vindt, maar aanbevelenswaar-dige werken die een tweede leven verdienen. Hun herkomst kan verschillen: Zwerfboeken zijn ‘het beste van de afvoer’ aangevuld met goede giften.

Minder dan een jaar na de lancering van de Zwerfbibliotheken ontwikkelde de bib een mobiele variant. Daarvoor werd een naam bedacht die voor een stadsbib pal in het bin-nenland weliswaar heel ontoepasselijk lijkt, maar die het beoogde zomerse vrijetijdsge-voel uitstekend oproept.

De Strandbib reed voor het eerst uit voor een picknickevenement op de Grote Markt. Daarna werd ze ook al ingezet op cultuurmarkten en parkfeesten. De bib leerde al snel dat het aan-bod aan de vorm moest worden aangepast. De Strandbib heeft een veel vluchtiger aanbod dan de Zwerfbibliotheken: geen boeken, maar vooral tijdschriften en jeugdstrips.

TOEKOMST Tijdens de LOCUS-toer 2014 speelde de bib haar Zwerfbibliotheken als troefkaart uit aan een inspiratietafel. De collega’s die daar aan-schoven, toonden interesse om met vergelijk-bare initiatieven te starten. Er werd zelfs een regionale uitbreiding geopperd. Maar ook in eigen stad worden nog mogelijkheden verkend. Het verhaal van de Zwerfbibliotheken is nog lang niet helemaal verteld.

* BookCrossing is eenwereldwijd initiatief vanenvoor

lezers.BookCrosserslatenhunboeken‘inhetwild’ach-

terzodatanderenzekunnenlezen.Deboekenworden

digitaalgeregistreerdenkunnenzoookwordengevolgd.

Page 33: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

De Vlaamse openbare biblio-theeksector stelde in 2013 3461 personen te werk. Of 2501,32 voltijds equivalenten.

De BIOS-gegevens betreffende het bibliotheekpersoneel gaan terug tot 1998. Het aantal per-soneelsleden bleef al die tijd vrij stabiel. Enkel sinds 2008 is er een terugval te merken. Het gaat om 75 VTE.

De meeste openbare biblio-theken moeten het stellen met een klein personeelsbestand. Zo heeft meer dan de helft van alle bibliotheken minder dan 5 voltijds equivalenten in dienst. De bibliotheken die meer dan 20 VTE in dienst hebben, vertegenwoordigen 5 procent van alle Vlaamse openbare bibliotheken.

In de bibliotheeksector werken, zoals in wel meer zogenaamd ‘zachte sectoren’, voornamelijk vrouwen. Meer dan drie op vier personeelsleden is vrouwe-lijk, terwijl 23 procent van het bibliotheekpersoneel in 2013 mannen zijn. In absolute aan-tallen gaat het om 783 manne-lijke en 2678 vrouwelijke col-lega’s.

Naast vast personeel zijn er ook vaak vrijwilligers actief in de bibliotheken. In 2013 kwa-men er in vergelijking met 2006 meer dan 1000 vrijwilli-gers bij. Dat is goed voor een stijging van ruim 50.000 uren vrijwilligerswerk!

> Bron: BIOs2, thema in de Kijker:

Personeel in de bibliotheek, oktober

2014.

3461

HEtCIjfER/HEtPlan

De Coördinerende archiefdienst breidt werking uitTot midden 2014 ondersteunde de Coördinerende archiefdienst vooral de Vlaamse overheid. Door de goedkeuring van het Archiefdecreet in 2010 en van het daaraan gekoppelde besluit van de Vlaamse regering in 2014 werd de doelgroep van de Coördinerende archiefdienst uitgebreid met ongeveer 3000 extra zorgdragers. Het gaat, naast de Vlaamse overheid om de administratieve rechtscolleges, de gemeenten en districten, de provincies, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de OCMW’s en hun verenigingen, de kerkfabrieken en de instellin-gen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, de polders en wateringen en de andere gemeen-telijke en provinciale instellingen.

Al deze spelers kunnen bij de Coördinerende archiefdienst terecht voor advies over en begeleiding rond archief- en infor-matiebeheer (digitalisering, e-mailbeheer, gemeenschappelijk klassement, bewaartermijnen, …) . Andere acties die in 2015 op de agenda staan zijn het uitbreiden van het opleidingsaan-bod, het verder uitbouwen van de website met goede praktij-ken, praktische tips en handige sjablonen, het uitwerken van de verdere samenwerking met het Algemeen Rijksarchief, het ondersteunen van selectiecommissies en werkgroepen… Om de noden nog beter te leren kennen worden de komende maan-den contacten gelegd met bestaande werkgroepen, netwer-ken, koepelorganisaties enzovoort. Daarbij focussen we op voor de hand liggende netwerken zoals de werkgroep Lokale Overheidsarchieven en op verwante netwerken, zoals het Expertisecentrum van gemeentesecretarissen.

Als gevolg van de taakuitbreiding werden twee extra mede-werkers aangeworven. Quincy Oeyen startte op 1 oktober 2014. Quincy studeerde in 2013 af aan de Manama-opleiding Archivistiek met een eindwerk over records management in een OCMW. Als projectmedewerker bij het Agentschap Onroerend Erfgoed maakte hij een informatiebeheersplan op en gaf advies over ordening en dossiervorming. Sabrina Ospazi vervoegde de Coördinerende archiefdienst op 1 januari 2015. Ze werkte acht jaar lang als gemeentearchivaris in Londerzeel en was aange-sloten bij de werkgroep Lokale Overheidsarchieven, BRAK en de werkgroep Modellastenboek archiefbeheerssysteem.

In essentie worden de bestaande taken dus uitgebreid tot nieuwe doelgroepen. De thema’s en vragen waar medewerkers mee worstelen zijn vaak dezelfde, onafhankelijk van het bestuur. Ook de aanpak van de Coördinerende archiefdienst blijft gro-tendeels hetzelfde: praktijkgericht, klantgericht en rechtdoorzee.

> Meerinformatie:www.bestuurszaken.be/informatiemanagementeninformatie-

[email protected]

META 2015 | 1 | 31

Page 34: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Meaning through form: ‘artist publications’ in het M HKA

“… Ze laten zich niet reduceren. Ze zijn niet representeerbaar. De claim van de complexiteit van hun opzet is onreduceerbaar. Ze geven nooit de indruk in één oogopslag te kunnen worden bevat. Ze zijn ten volle not done: ze ontvouwen zich enkel in ervaring, als worden. “

(Bart De Baere over ‘artist publications’, in ‘Not done!’, M HKA, 2004)

Evi Bert Foto’s: Christine Clinckx

Wat in het verleden not done was, is vandaag bon ton. Toch ver-zamelt M HKA al sinds de jaren tachtig (let wel: gestart tijdens de jaren zeventig met het ICC – het Internationaal Cultureel Centrum en waarvan M HKA ook het archief beheert) niet enkel kunstwerken in de hoedanigheid van kunstobjecten, maar onderzoekt meer nog een praxis, oeuvres en ‘mogelijkheden’. Het M HKA verwijst hiervoor graag naar de Duitse socioloog Niklas Luhman en zegt dat kunst gaat over het ‘andersdenk-bare’. Kunst toont dat men de wereld anders kan benaderen dan door de band gebeurt, ze schept ‘mogelijkheidszin’. Dat is zichtbaar in de gehele collectievorming en in de manier waarop het museum vandaag verzamelt. Het gaat het museum “om een houding die openheid niet alleen tolereert, maar ze, in de vorm van polyfonie, ook opzoekt en stimuleert”.

TOEGANGSPOORTEen museum voor hedendaagse kunst tracht immers altijd voor-stellen te doen op de grens waar waarden mogelijk zijn maar nog niet door de tijd werden bevestigd zoals dat bij oude en moderne kunst wel het geval is. Het museum voor hedendaagse kunst is een toekomstmachine. M HKA wil kunst bieden als een bron van inzicht en een toegangspoort zijn tot de multipolaire wereld van vandaag. Hierbij gebruikt M HKA de naoorlogse avant-garde in deze regio als referentie, met de concepten beeld, actie en maatschappij als voortdurende richtlijnen. Meer nog denkt het museum na over wat kunst vandaag is door hierover te reflecteren, door tentoonstellingen te maken over minder bekende of zelfs ‘miskende’ genres in de hedendaagse kunst, en door deze te verzamelen en te onderzoeken.

Met boven vermeldde missie als vertrekpunt voor het verzamel- en aankoopbeleid en via kleine aankopen, schenkingen en ruil-overeenkomsten is sinds 25 jaar een rijke collectie met grote meerwaarde bijeengebracht.

Jaar na jaar ging er steeds grotere aandacht naar de meer efe-mere en vluchtige materialen ontstaan binnen het hedendaagse kunstenveld. Zo beschreef voormalig directeur Flor Bex al in het jaarverslag van 1988: “Alle uitnodigingen van tentoonstellingen, documenten en foto’s, dossiers opgestuurd door kunstenaars of galerijen en musea, worden alle nauwgezet in een archief geklas-seerd op naam van de kunstenaar of andere rubrieken. In 1988

werden aldus 6000 dossiers aangelegd die in de archiefkasten met hangklassement reeds 16 meter in beslag nemen.”

M HKA heeft hier steeds op verder gebouwd met een bijzondere aandacht voor al wat er naast het gestandaardiseerde beeld van het oeuvre en de kunstwerken gebeurt en in het bijzonder met een sterke focus op ‘artist books’, ‘artist catalogues’, ‘artist inserts’, ‘artist magazines’, ‘artist novels’; boeken als drager van beelden, het boek of tijdschrift als object — en met objecten of kunst als roman maar ook ‘ephemera’ of ‘tussenwerken’ zoals M HKA ze noemt.

Vandaag bevat deze collectie ‘artist publications’ 2500 geca-talogeerde items binnen een totale bibliotheekcollectie van 40.000 nummers (catalogi, tijdschriften, monografieën en theo-retische werken). Daarnaast verzamelde het M HKA 100 lopende meter documentatie — en archiefmaterialen met essays, artikels audiovisuele materialen en duizenden uitnodigingen.

INZICHTENTevens tracht M HKA alles wat onze kernkunstenaars creëren, en wat voor hen deel uitmaakt van hun artistieke kader, maar vaak in de schaduw blijft, te verzamelen. Kunstenaars brengen vaak kleinere ‘kunstuitingen’ in het museum die toch volwaar-dig artistiek zijn en die soms niet eenduidig formeel te catalo-geren zijn. Het betreft voornamelijk multiples, edities, kleine objecten, items die door kunstenaars bewerkt zijn, ingrepen van kunstenaars in tijdschriften of drukwerk dat de kunstenaar heeft bepaald zoals uitnodigingen, brieven of unieke werkstukken.

“What makes a book or magazine an artist publication rather than a standard work? Intent. As a painting communicates a unity of expression, so does the publication formulated by the artist. It is not simply a vehicle for the transmission of information, but a physical work of art that reverberates upon repeated reading. The intention of the artist is to use the format of the book or the magazine not as a vessel of information, but as an amulet which can conjure images leading the reader in some unsus-pected direction.” (John Held Jr.) Dergelijke items geven vaak verrassende invalshoeken, ze kunnen bijzondere, soms ludieke aanvullingen bij de kernreferenties of kunstwerken vormen, ze geven inzichten in een oeuvre en ze brengen het beeld ervan vaak dichter bij hoe een kunstenaar het zelf benadert.

32 | META 2015 | 1

eSSay

Page 35: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

De collectie ‘artist publications’ is zoals hier boven beschreven door de jaren heen organisch gegroeid en zo kon M HKA onder meer diverse bepalende titels verwerven zoals; 26 Gasoline Stations (1962) van Edward Ruscha, Walls Paper (1972) van Gordon Matta-Clark en Side by Side (1972) van Gilbert & George. Daarnaast zijn er verschillende ensembles ontstaan met de belangrijkste titels van Lawrence Weiner, Sol LeWitt, Joseph Kosuth en Peter Downsbrough voor wat betreft onder meer de conceptuele kunstenaars. Recent werden ook enkele lacu-nes in de sectie van de visuele poëzie opgevuld met aankopen van Paul De Vree, Alain Arias - Misson, Hans Clavin, Hans-Peter Feldmann en Luc Fierens. Daarnaast ontwikkelden we onder meer uitgebreide deelverzamelingen omtrent ‘artist publicaties’ van On Kawara, Ilya Kabakov, Antoni Muntadas, Jef Geys, Luc Deleu, Panamarenko, Robert Filliou (fluxus), Jimmie Durham en Luc Tuymans maar ook Ivan Kožarić en Mladen Stilinović. Wat Antwerpen of de lokale en hedendaagse verankering betreft heeft M HKA een grote aandacht voor de praktijk van Vaast Colson (°1977, Antwerpen). Sinds 1999 timmert deze kunstenaar ononderbroken aan zijn artistiek parcours, waarbij installaties en performances centraal staan. Ze zijn het resultaat van grondig nadenken en inspelen op de ruimte en het aanwezige publiek.

Persoonlijk en diepgaand contact zijn voor Vaast Colson zeer belangrijk en voor hem betekent kunst daadwerkelijk communi-catie. Hij stelt constant zijn positie als kunstenaar en de positie van het kunstwerk in vraag. Veel acties en ingrepen uit de voor-bije periode waren evenwel vluchtig. Hij zoemt in op deze acties met een reeks kunstenaarsboeken. De werken uit de voorbije periode beschouwt hij daarbij als grondstof, waarmee hij werkt en op een andere manier een standpunt inneemt. Daarnaast ont-staan er ook kunstenaarsboeken in samenwerking met andere kunstenaars of naar aanleiding van een tentoonstelling. Deze kunstenaarsboeken zijn vooral beeldend, en objectmatig van karakter. Zo werden recent o.a. volgende kunstenaarsboeken uitgebracht: Daily Sleepdrunken Lists, Whilst The Master Sleeps, in samenwerking met Nel Aerts; Between Top And Turning Back On Se Repose, een boek uitgebracht naar aanleiding van een verzoek van Whatspace om het openingsmoment te verzor-gen van het muziekfestival Incubate in Tilburg; en in samenwer-king met Dennis Tyfus (°1979, Antwerpen) To Retitle An Object Daily During The Course Of A Show en Hüzün. Ook van boven-vermelde Dennis Tyfus en diens audiolabel Ultra Eczema heeft M HKA alles van flyers tot LP’s verzameld. Overal in Antwerpen kan je werk van Dennis Tyfus tegenkomen. Soms rechtstreeks

eSSay

‘HERE’ van Peter Downsbrough, in Not done!, M HKA, 2004.

Page 36: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

34 | META 2015 | 1

eSSay

… SOMEBODY WRITES A BOOK

AND SOMEBODY PAINTS A BOOK

AND SOMEBODY WRITES ABOUT BOOKS

AND SOMEBODY PAINTS ABOUT BOOKS

AND SOMEBODY WRITES INTO PAINTED BOOKS

AND SOMEBODY PAINTS INTO WRITTEN BOOKS

AND SOMEBODY WRITES ON WRITTEN PAINTER’S BOOKS

AND SOMEBODY PAINTS ON PAINTED WRITER’S BOOKS

… A PAINTER WHO PAINTS BOOKS IS A PAINTER

AND A WRITER WHO WRITES BOOKS IS A WRITER

AND A PAINTER WHO WRITES BOOKS IS A PAINTER

AND A WRITER WHO PAINTS BOOKS IS A WRITER

AND A PAINTER WHO WRITES ABOUT PAINTERS’ BOOKS’ IS A WRITER

AND A WRITER WHO PAINTS ABOUT WRITER’S BOOKS IS A PAINTER

AND A WRITER WHO WRITES ABOUT WRITER’S BOOKS IS A WRITER

… SOMEBODY’S BOOK CAN BE AN ARTIST’S BOOK

AND SOMEBODY’S ARTIST’S BOOK CAN BE HANDMADE

AND SOMEBODY’S HANDMADE BOOK CAN BE PRINTED

AND SOMEBODY’S PRINTED BOOK CAN BE OVERPAINTED

AND SOMEBODY’S OVERPAINTED BOOK CAN BE PERFORATED

AND SOMEBODY’S PERFORATED BOOK CAN BE A CONCEPT

AND SOMEBODY’S BOOK-CONCEPT CAN BE A CUTTED FRAGMENT

AND SOMEBODY’S CUTTED BOOK-FRAGMENT CAN BE A NETWORK-PROJECT

… A POLITICAL BOOK CAN’T BE AN ARTIST’S BOOK

BUT AN ARTIST BOOK CAN BE POLITICAL

AND A PSYCHOLOGICAL BOOK CAN’T BE AN ARTIST BOOK

BUT AN ARTIST’S BOOK CAN BE PSYCHOLOGICAL

AND A ECOLOGICAL BOOK CAN’T BE AN ARTIST’S BOOK

BUT AN ARTIST’S BOOK CAN BE ECOLOGICAL

AND A PHILOSOPHICAL BOOK CAN’T BE AN ARTIST’S BOOK

BUT AN ARTIST’S BOOK CAN BE PHILOSOPHICAL

… SOMEBODY IS THINKING ON MAKING ARTIST’S BOOKS

AND MAKING A DIARY

SOMEBODY IS THINKING ON MAKING DIARIES

AND IS MAKING A BRUSH-PROOF

SOMEBODY IS THINKING ON MAKING BRUSH-PROOFS

AND IS MAKING A FINGER-PRINT

SOMEBODY IS THINKING ON MAKING FINGER PRINTS

AND IS MAKING A FOOT-NOTE

(Günther Ruch, FOOT-NOTES, Switzerland)

Page 37: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

op een muur aangebracht, soms op een sticker of een affiche. Het werk van Dennis Tyfus neemt een bijzondere plaats in bin-nen zowel de internationale als de Antwerpse kunstscène. Tyfus vraagt zich nooit af hoe hij iets zou kunnen maken dat bij kunst aansluit of dat als kunst beschouwd zou kunnen worden door de toeschouwer. Hij is eerder voortdurend in de weer met talloze activiteiten die voor hem van vitaal belang zijn: muziek, tekenen, magazines, posters, lp-covers, radioprogramma’s, concerten en performances.

THE BOOK lOVERSSinds 2012 heeft M HKA ook stappen gezet naar meer verbre-ding met de opstart van een deelcollectie omtrent ‘art writing’. In samenwerking met de buitenlandse curatoren David Maroto en Joanna Zielińska is het traject ‘The Book Lovers’ gestart waarbij op een systematische manier het fenomeen van kun-stenaarsnovelles wordt onderzocht. Vandaag is er een collectie van 400 titels samengebracht. Met dit onderzoek trachten we enkele vragen te beantwoorden: Is literatuur uitgegroeid tot een nieuwe tool voor uitgebreide narratieven in de beeldende kunst? Wat zijn de gevolgen voor productieprocessen wanneer je een louter tekstuele vorm bovenop een verhaal plaatst? Is het mogelijk om een relatie met de conceptuele kunst, of relationele esthetiek te vinden, of is dit een geheel andere artistieke vorm? Collective writing, fictieve kunstenaars en schrijvers, ghostwri-ters ... wat is de positie of relatie tegenover auteurschap en de omscholing van de kunstpraktijk ?

Vorig jaar reisde de volledige collectie kunstenaarsromans naar New York voor een presentatie in The Elisabeth Foundation for the Arts in New York en de Appel arts centre in Amsterdam waar bezoekers voor de eerste keer de romans niet alleen kon-den inkijken, maar ook konden kopen. De novelles van onder meer Jill Magid (USA), Roee Rosen (Israel), Lindsay Seers (UK), Goldin+Senneby (Sweden), Alexandre Signh (France) en Julia Weist (USA) en installaties werden er samengebracht. Begin 2015 wordt de collectie kunstenaarsromans samen met enkele performances gepresenteerd in Cricoteka - The Centre for the Documentation of the Art of Tadeusz Kantor in Krakau.

M HKA zoekt dus de ‘hele kunstenaar’ in beeld te brengen, ook diens betrokkenheid met en visie op publiek en maatschappij, ook de inzichten die achter het werk liggen. Kunstenaarsboeken, affiches, uitspraken, wijzen van tentoonstellen, ze zijn voor kun-stenaars een integraal en belangrijk deel van hun kunstenaar-schap. Vaak maar niet altijd, in meerdere of mindere mate, en hoe dan ook in een eigenzinnige samenhang.

De dubbele verzamelfocus van het M HKA — op zowel de kunst-werken als ephemera, op de gehele praxis — is wat een publieke instelling dient te verzamelen, naar ‘inzicht’: een breed, gedeeld en toegankelijk inzicht in kunst, haar ontwikkelingen en moge-lijkheden. Zonder inzichten is een collectie cultureel en maat-schappelijk waardeloos.

Literatuurlijst/Bibliografie:

• Flor Bex, Jaarverslag 1988, 1988

• Collectiebeleidsplan Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen 2013, M HKA,

2013

• Vanbelleghem, Kurt, not done! (het kunstenaarsboek) (the artist’s book), Gent,

Imschoot Uitgevers, 2004

• Bleus, Guy, Art is Books, 1991

• Zutter, Jörg, Kunstenaarsboeken uit het Other Books & So Archive Amsterdam

(Artists’ Books from the Other Books & So Archive Amsterdam, Stedelijk

Museum Schiedam, Schiedam, 1981

• Bleus, Guy, Kunstenaarsboeken uit het archief van Guy Bleus – 42.292 – E/E/N/

F/E/E/S/T, Literair Museum, Hasselt, 1998

• Kunstenaarsboeken: twaalf benaderingen, Museum Waterland, Pumerend, 1982

• Moeglin-Delcroix, Anne, Esthétique du livre d’artiste – Une introduction à l’art

contemporain, Le mot et le reste / Bibliothèque Nationale de France, France,

2012

• Fusco, Maria, Hoe moeilijk het is te sterven – De Kunstenaarsroman, in:

Metropolis M, N°2 – 2010, p.54 - 63

The Book Lovers, in Persoonlijkheidstest, M HKA, 2012.

META 2015 | 1 | 35

eSSay

Page 38: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

36 | META 2015 | 1

DEVRaaG

Hoe voorkom je wateroverlast en waterschade in je depot?Sylvie Maes, Erfgoedcel Brussel/Vlaamse Gemeenschapscommissie, Veerle Meul, provincie Antwerpen en Anne-Cathérine Olbrechts, provincie Oost-Vlaanderen

Wateroverlast betekent een ramp voor ieder depot. De schade is meestal niet zo desastreus als bij een brand, maar de kans dat je ermee te maken krijgt is wel groter. Toch kan je door een goede preventie en voorbereiding kan je veel voorkomen, én kan je snel en efficiënt reageren wanneer het noodlot toeslaat.

Een goed depot maakt door zijn constructie en inrichting het risico op waterschade zo klein mogelijk. Besteed er daarom veel aandacht aan in het ontwerptraject. Stel samen met specialis-ten een risicoanalyse op inzake locatie, gebouw, installaties, depotruimte, opslagvolumes en het erfgoed zelf. Tracht in de eerste plaats steeds om deze risico’s weg te werken. Dit door bij-voorbeeld geen waterleidingen door de depo-truimtes te laten lopen.

Stel een veiligheidsbeleid en een calamitei-tenplan op (in samenwerking met eventuele andere organisaties in het gebouw) en zorg voor jaarlijks nazicht en training. Met een calamiteitenplan zet je alle te volgen stappen, maatregelen en herstelprocedures in geval van een noodlottige gebeurtenis (waterschade, brand, diefstal, ongedierte…) op papier. Zo ben je beter voorbereid op een correcte evacua-tie van personen en erfgoed en het verhelpen van schade. Maak afspraken voor het gebruik van een noodruimte en leg contacten met con-servator-restaurateurs die de eerste hulp kun-nen toedienen aan beschadigde collecties en beschikbaar zijn in geval van een calamiteit.

Je kan overwegen om water- en lekdetectie verbonden met een centraal signalisatiesys-teem te laten installeren. Deze zijn niet meer zo duur en worden veel gebruikt in magazijnen. De sensoren laten een alarm afgaan (voorzie ook een op je telefoon) als ze in contact komen met water of als ze binnen bestaande leidingen een abnormaal waterverbruik waarnemen.

WAAKZAAMHEIDZorg voor regelmatig onderhoud en nazicht (in samenwerking met eventuele andere orga-nisaties in het gebouw) van plaatsen in en aan het gebouw die in aanraking komen met water, zoals dak en afvoergoten (zeker bij val-lende bladeren, ijs en sneeuw), kranen, water- en afvoerleidingen, centrale verwarming,

klimatisatieapparatuur… Let ook op tekenen van sluipende waterschade: zoutuitbloei, mos-sen, algen en schimmel, afbladderende verf, druppels en vlekken op muren, vloeren en pla-fonds, een verhoogde relatieve vochtigheid enz. Door dagelijks je ronde in het depot te doen kan je zelf tijdig tekenen van waterinsij-peling herkennen. Laat de bouwschil minstens één keer per jaar inspecteren op bouwkundige gebreken en doe dit zeker na hevige regenval of storm en in de herfst (vallende bladeren). Leer ook collega’s alert te zijn voor anomalieën. Wees waakzaam als er werken gebeuren aan het dak, sanitair, waterleidingen e.d. en hou steeds toezicht op onderhouds- en schoon-maakploegen.

Archiefdozen, boeken en ander erfgoed plaats je op minstens 10 cm boven de grond, en zeker niet bij of onder water- en afvoerleidingen of tegen buitenmuren. Plaats ook je server en digi-tale back-ups hoog en droog. Gebruik waterbe-stendige opslagkisten in ruimtes met een groot risico op wateroverlast. Zorg dat gebruikers en personeel alle deuren en ramen gesloten hou-den, ook de deuren van kasten.

Voorzie een nooduitrusting (calamiteitenkit) om schade aan het erfgoed door wateroverlast zo veel mogelijk te beperken: dweilen, absorbe-rend vloeipapier, ontvochtiger, waterstofzuiger, pomp enz. Zorg dat bij alle telefoontoestellen alarmnummers aanwezig zijn.

`Bij aangekondigd noodweer kan je op gevoe-lige plaatsen preventief afdekzeilen, industriële polyethyleenfolie of zandzakken leggen. Kieren in ramen en deuren kan je ook voorlopig afta-pen. Wees voorbereid op het verhuizen van collecties naar een hogere verdieping of een tijdelijke veilige plek. Controleer alles grondig als het noodweer geweken is en verwijder de zeilen en tape opnieuw om een gebrek aan ven-tilatie te vermijden.

Deze tekst is gebaseerd op de webpagina’s over wateroverlast en -schade op DEPOTWIJZER.be. Raadpleeg ze voor meer informatie, documentatie en tips over bouwkundige maatregelen, toestellen en installaties, schadever-schijnselen, eerste hulp aan nat geworden archief en het opstellen van een calamiteitenplan.

DEPOTWIJZER.be vierde onlangs zijn eerste ver-jaardag en is ondertus-sen uitgegroeid tot een digitaal naslagwerk voor erfgoedbeheerders over depotbeheer, -praktijk en -beleid in Vlaanderen en Brussel. De website is een gezamenlijk initi-atief van de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie en maakt deel uit van het regionaal depotbeleid.

Achtergrond: Brenda Carke. http://inadesigncreations.blogspot.be

> Metdankaan:lienCeûppens,

anneliesDeMeyenjürgen

Vanhoutte

36 | META 2015 | 1

Page 39: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

META 2015 | 1 | 37

memory“…We have all these big compartments. And that is

essential for me, because my whole memory of titles comes

from having held each and every book in my hands. Lists of

titles or other systems don’t help me remember anything.

But if I have actually physically handled a book, then it sticks

permanently in my head.”

Walther König, gepassioneerd boekhandelaar in Keulen over zijn ‘bibliografisch geheugen’

COlUMn

Noël Geirnaert is hoofdarchivaris van het

Brugse Stadsarchief. Noël is al jarenlang

actief in de VVBAD, als bestuurslid van

de sectie AHD, als lid van de Raad van

Bestuur, en last but not least als lid van de

redactie van MEta, tijdschrift voor biblio-

theek & archief. Eerder bewees hij zijn kun-

nen al bij Bibliotheek- & archiefgids.

CItaat

Sterren komen, sterren gaan. Blijft hun archief dan wel bestaan?

In een lichtvoetige column als deze mag wellicht nog even verwezen worden naar de frontpagina van het cultuurkatern van De Standaard van het weekend van 22/23 november 2014. Een paginagrote kleurfoto van popartiest Daan met stof-zuiger (stof en archief, hoe belegen kan een cliché zijn…) samen met het citaat

“Ik hou alles bij, behalve mijn boekhou-ding”, moet de aandacht vestigen op de ‘archiefzorg’ van de Vlaamse muzikanten. Eerder die week had dEUS-frontman Tom Barman op Radio 1 verteld dat dEUS een deel van zijn archief was kwijtgeraakt aan een kerel die een fotoboek zou samen-stellen over de groep, maar die na enige tijd verdwenen bleek, samen met het hem toevertrouwde archief.

Volgens de schrijfster van het zestal artikelen met getuigenissen van even zoveel artiesten over de manier waarop zij omgaan met hun memorabilia, houden de meeste muzikanten zelf hun archief bij, “en als daar documentaires en bio’s

van komen, des te beter”. De archivaris die de stukjes in het cultuurkatern van De Standaard leest, kan niet anders dan vertederd zijn over de goedbedoelde ver-zameldrift van de Vlaamse popartiesten. Ze verzamelen foto’s, video-opnames, toestellen die niet meer werken, zoals cassette recorders en ziplezers (sic) en ze typen sms-berichtjes over (resic!). Bij Amatorski lijken ze de archiefzorg nog ernstig op te vatten: “We hebben niet één centraal, geordend archief, maar als we alles samenleggen, komen we toch aan een vrij volledig beeld”.

Een archivaris moet na lectuur van de stukjes dan ook besluiten dat wie in de toekomst informatie nodig zal hebben over de Vlaamse muziekgeschiedenis van de voorbije vijf decennia, uitslui-tend een beroep zal moeten doen op het archief van onze Vlaamse omroepen, dus net het tegenovergestelde van wat de sympathieke journaliste haar lezers wil laten geloven. Hopelijk is men zich bij

Noël Geirnaert

de Vlaamse omroepen bewust van hun verantwoordelijkheid op dit terrein. Voor de ‘archieven’ die bijeengeharkt zijn door de artiesten zelf, zal later allicht heel wat belangstelling zijn op veilingsites en rom-melmarkten.

Page 40: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

> Dit artikel werd bezorgd door

PaCKEDvzwdatalsexpertisecen-

trum digitaal erfgoed kennis, erva-

ring en deskundigheid omtrent

digitaal erfgoed centraliseert en

verspreidt. Vragen voor PaCKED

[email protected].

Open formaten maken de uitwisseling van digitale informatie eenvoudiger. Foto: Library of Congres.

1 http://www.projectcest.be/richtlij-

nen

2 Voorbeelden van standaarden-

organisaties die specificaties van

bestandsformaten beheren zijn ISO,

IETF, SMPTE en IASA.

3 Zie de definitie van een

‘open standard’ in European

Interoperability Framework v 1.0,

European Communities, 2004: 9

(http://ec.europa.eu/idabc/en/docu-

ment/3473/5585.html#finalEIF)

4 Non-profit verwijst hier naar een

onafhankelijke organisatie die niet

verbonden is aan een specifiek

industrieconsortium.

5 Zie de testsuite en validator voor

de MKV-mediacontainer (http://

www.matroska.org/downloads/

test_w1.html en http://www.

matroska.org/downloads/mkvali-

dator.html) en voor het JPEG2000-

beeldformaat (http://jpylyzer.open-

preservation.org/).

In de praktijk wordt het begrip ‘open’ op twee manieren gebruikt: een bestandsformaat kan ‘vrij beschikbaar’ zijn of het kan ‘vrij gebruikt’ worden.

In het eerste geval beschik je vrij over de spe-cificatie — het document met de technische eigenschappen van het bestandsformaat — waardoor je de software kan maken die het bestand produceert of bewerkt.

Voor ‘gesloten’ formaten als DWG (tekeningen gemaakt met Cad software) en RAW (de ruwe data van de sensor in de digitale camera)… is zo’n document niet beschikbaar. Andere forma-ten als DOC (tekst gemaakt Microsoft Word) en PDF (documenten gemaakt met Adobe Acrobat) waren vroeger gesloten, maar wer-den door de ontwikkelaar ‘open’ gemaakt: De specificatie werd op een website geplaatst of, vaker nog, gepubliceerd door een standaarden-organisatie 2 om zo een dominante marktposi-tie te bestendigen. Dat betekent overigens niet dat je voor die specificatie niet hoeft te beta-len of dat je zomaar software mag ontwikke-len. De standaardenorganisatie garandeert dat een specificatie stabiel en actueel blijft, maar vaak tegen een kostprijs en met een licentie die voorwaarden stelt aan het gebruik van de software.

VRIJ GEBRUIKDit brengt ons bij de tweede betekenis van ‘open’: Het bestandsformaat kan ‘vrij gebruikt’ worden. Dit vereist dat de eigenaar van de intellectuele eigendomsrechten op het bestandsformaat expliciet toestemming geeft voor gebruik van de specificatie zonder dat je hiervoor moet betalen (royalty free use) en dat je de vrij bent hoe en wanneer je ze gebruikt. Specificaties van open formaten als ODT, HTML, FLAC en WebM bevatten daartoe een clausule die het gebruik expliciet vrij maakt.

De Europese Unie gebruikt een defintie 3 van ‘open standraad’ waarin naar beide beteke-nissen wordt verwezen: De specificatie is ‘vrij

Open bestandsformatenBert lemmens, Packed vzw

Open bestandsformaten worden vaak genoemd als een middel om uitwisselbaarheid en toegan-kelijkheid van digitale informatie te verzekeren. Je vindt ze terug in de CEST-richtlijnen 1 en in de aanbevelingen van de Europese Unie voor het beschikbaar stellen van overheids documenten. Groot-Brittannië, Denemarken en Frankrijk verplichten zelfs het gebruik van PDF/A en ODT voor overheidsdocumenten. Maar wat wordt er precies bedoeld met ‘open’ bestandsformaten? En hoe dragen ze bij aan de uitwisselbaarheid en toegankelijkheid van digitale informatie?

beschikbaar’ en kan ‘vrij gebruikt worden. Ze voegt er nog een derde aan toe: ook het beheersproces van de specificatie moet vrij toegankelijk en democratisch zijn en beheerd worden door een non-profit organisatie. 4

Maar toegang en uitwisselbaarheid van digitale informatie verzeker je niet met de specifica-tie alleen. Ze staat of valt met de beschikbaar-heid en kwaliteit van software. Hier genieten gesloten formaten vaak van een marktvoordeel: RAW en DWG zijn zo algemeen verspreid via de bijhorende software dat ze ‘de facto’ stan-daarden geworden zijn. Soms kan een ontwik-kelaar overtuigd worden om, zoals bij DOC en PDF, een bestandsformaat open te maken, maar vaak wordt het gebruik van open bestandsfor-maten alleen ‘de jure’ afgedwongen.

Voor tekst-, beeld-, audio- en videoformaten in erfgoedcollecties zijn goede ‘open’ bestands-formaten beschikbaar waarvoor voldoende software beschikbaar is. Het grootste probleem situeert zich echter vaak in de kwaliteit van die software. Het gaat dikwijls om applicaties die slechts een deel van de specificatie onder-steunen of een eigen, licht gewijzigde variant van het bestand produceren. Daarom beschik-ken recente open bestandsformaten zoals JPEG2000 en MKV over een referentieset met ‘goede’ en ‘slechte’ bestanden en bijhorende software om de eigen bestanden te evalueren om zo de uitwisselbaarheid te bewaken. 5

38 | META 2015 | 1

UItGEPaKt

Page 41: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Archiefinstellingen verwerven, bewaren en ontsluiten archief-documenten met als uiteinde-lijke doel ze ter beschikking te stellen van onderzoekers, bur-gers en andere geïnteresseer-den. Qua terbeschikkingstel-ling en archiefgebruik leveren de technologische ontwikke-lingen heel wat nieuwe moge-lijkheden en vragen op. Voor de Duitse archivarissenver-eniging (Verein deutscher Archivarinnen und Archivare) voldoende redenen om haar jaarlijkse congres aan gebruik en gebruikers te wijden.

Het congres vond plaats in Magdeburg, tijdens het inter-bellum een belangrijk centrum van het Nieuwe Bouwen. De socialistische burgemees-ter Hermann Beims stimu-leerde er de ontwikkeling van diverse, vaak kleurrijke sociale (tuin)wijken. Sinds de val van de Muur zet men er opnieuw sterk in op stadsvernieuwing. Om die gestalte te geven, wordt in belangrijke mate een beroep gedaan op archivali-sche informatie. In de voor-malige DDR spelen archie-ven wel vaker een belangrijke maatschappelijke rol, onder meer bij juridische geschillen rond schadevergoeding voor onteigeningen in de Sovjettijd of voor kinderen die tijdens het DDR-regime in tehuizen opgroeiden.

In haar openingstoespraak stelde sabine Brünger-weilandt dat wetenschap-pelijke vooruitgang steeds ontstaat in een wisselwer-king tussen de nieuwste technologie en bronnenma-teriaal. Vandaag evolueert de technologie naar met elkaar gelinkte databanken, virtu-ele onderzoeksomgevingen. Kenmerken daarvan: samen-werking en communicatie, ook met leken. Voor archieven betekent deze evolutie een enorme kans op een grotere zichtbaarheid. Dat blijkt vol-gens aleksandra Pawliczekook uit het CENDARI-project.

84e Deutsche Archivtag: Neue Wege ins Archiv. Nutzer, Nutzung, Nutzen24-27september2014-Magdeburg

De technische mogelijkheden, onder meer op het vlak van ontologieën en het semantisch web, zijn enorm. Het is enkel zaak goed na te denken over waar men heen wil.

Peter Sandner wees in zijn lezing op de problemen waar-mee men als archivaris gecon-fronteerd wordt bij de uitbouw van een digitale leeszaal: extra werk ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, lees- en interpreteerbaarheid van de vele formaten, en authen-ticiteit van de stukken. Om de authenticiteit te garande-ren pleit hij ervoor om, naar analogie van de koelketen in de voedingsector, elke stap in het proces te registreren. Terwijl voor Sandner vertrou-welijkheid voorgaat op toe-gankelijkheid, kiest Bastian Gillner resoluut voor open-heid. Hij klaagt aan dat de aan-wezigheid van de archiefsec-tor op het web nog al te vaak beperkt blijft tot een soort van geëmuleerde leeszaal: statisch en allesbehalve inter-actief. Voorts pleit hij ervoor de gebruiker centraal te stel-len. De archivaris moet zijn rol opnemen als makelaar van bronnen op het net.

Het eerste contact tussen gebruiker en archiefdienst verloopt vandaag veelal via het net. Daarbij gaat het vaak om nieuwe gebruikers; die de archiefsector niet of nauwe-lijks kennen. Daarom besliste het Landesarchiv Baden-Württemberg zijn website aan te passen: bij een eer-ste bezoek aan de website verschijnt een pop-up met extra informatie over wat een archief is, lange teksten zijn vervangen door beknopte en gerichte informatie, archief-jargon wordt verklaard in een glossarium, en als antwoord op recurrente vragen wor-den online onderzoeksgidsjes geproduceerd.

Na de instorting poogt het Keulse stadsarchief zi jn

bestanden virtueel te recon-strueren en digitaal te presen-teren. Jochen Hermel stelde de webtool voor die men daartoe ontwikkelde. Bij de reconstructie wordt gebruik gemaakt van crowdsourcing. Gebruikers kunnen kopieën afleveren, gegevens toevoe-gen en online privénotities maken. Ook bij twee digita-liseringsprojecten rond kerk-registers wordt het publiek betrokken. Over de kwaliteit van user generated content waren de sprekers veeleer positief: hij verrijkt de ont-

sluiting en leidt tot klanten-binding, aldus ChristinaWolf. Bovendien maken dergelijke platforms het mogelijk dat gebruikers met elkaar in con-tact treden.

silke jagodzinski presen-teerde de resultaten van de APEx-enquête bij 22 archie-finstellingen en hun gebrui-kers naar het gebruik van web 2.0-toepassingen. Dat Facebook de populairste toe-passing is, is geen verrassing. Wel valt op dat er nauwelijks mogelijkheden zijn om feed-back te geven. Nochtans vin-den zowel gebruikers als archi-varissen feedback zinvol, net als tagging en Linked Open Data bijvoorbeeld.

Tijdens het slotdebat hield Gillner meermaals een ste-vig pleidooi voor een ver-regaand gebruik van soci-ale media, onder meer als

middel tot klantenbinding. VdA-voorzitster Becker wees echter op het gevaar dat de grens tussen werk en vrije tijd erdoor vervaagt. Een groot voordeel is alvast dat archie-ven voor hun communica-tie nu niet langer afhankelijk zijn van de traditionele media. Maar welke web 2.0-toepas-singen moet men dan gebrui-ken? Volgens sommigen kan men het best werken met een duidelijk plan, anderen opte-ren dan weer voor de methode van trial and error. Bij de zin van Twitter voor onze sector

werden door de meeste spre-kers de nodige vraagtekens geplaatst.

Vanuit de zaal kwam de vraag hoe investeren in digitale lees-zalen en sociale media te rij-men valt met besparingen en een krimpend personeelsbe-stand. Samenwerking en zo veel mogelijk automatiseren zijn mogelijke antwoorden, in bepaalde gevallen levert digi-talisering van archief op ter-mijn zelfs tijdsbesparing op. Maar, aan digitalisering zijn ook grenzen: er moet nauw op worden toegezien dat digita-lisering de kerntaken van een archiefinstelling niet in het gedrang brengt, en digitalise-ren kan pas na een voldoende diepgaande ontsluiting. De volgorde is dus: ontsluiten, toegangen op het net, digita-liseren — niet omgekeerd.

Gerd De Coster

META 2015 | 1 | 39

kroniek

Page 42: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Begin oktober vond voor de zesde keer het tweejaarlijkse congres voor hand-schriftenbibliothecarissen plaats. Ook archivarissen en onderzoekers waren van de partij.

De eerste uitdaging ging over het bewaren van digital born materiaal en begon met de keynotelezing van C. Prom (Illinois) over het verwerven en bewaren van digitale archieven. Daarna volgden een aantal concrete voorbeelden over het bewaren van e-mail (KB Denemarken), van Net Art (digitale, interactieve kunst) en van de berichtgeving op sociale media over het voorbije Eurovisiesongfestival.

Creating New Digital Contents with New Technology was de hoofdtitel van de tweede uitdaging, met als eerste project Biblissima (BnF). Biblissima of Bibliotheca bibliothecarum novissima wil vanaf eind 2016 een platform aanbieden over het geschreven cultureel erfgoed van de middeleeuwen en de renaissance. Het tweede project, Denmark seen from the air, is een succesvol crowdsourcing-project van de KB Denemarken met tienduizenden luchtfoto’s. Het derde luik ging over de (digitale) editie van de werken van Ludvig Holberg (1684-1754).

De derde uitdaging betrof het virtueel samenbrengen van documenten, archieven en collecties die momenteel verspreid zijn. Het eerste project, Fragmentarium, wil het internet gebruiken als een centrale werkplek voor het inventariseren, cata-logiseren en onderzoeken van fragmenten van middeleeuwse handschriften, al dan niet verspreid over verschillende bibliotheken. Het tweede project betreft de digitalisering en studie van de dagboeken van Alexander von Humboldt (1798-1804), en het catalogiseren en digitaliseren van alle Humboldt-documenten uit de Staatsbibliothek zu Berlin en de Biblioteka Jagiellonska in Krakau. Het derde project, Early Modern Letters Online (EMLO) van Cultures of Knowledge (Oxford), is openaccessplatform en digitale toolkit waarbinnen wetenschappers, archieven en bibliotheken hun epistolaire data voor de periode 1550-1750 kun-nen verzamelen, opslaan, publiceren, analyseren en visualiseren. De twee laat-ste projecten binnen deze uitdaging waren Europeana-projecten. De site www.europeana1914-1918.eu bevat een selectie van meer dan 400.000 documenten uit WO I uit tien nationale bibliotheken, aangevuld met materiaal uit privébezit verzameld op Collection Days. Daarna ging het over de opvolging van Europeana regia (2010-2012). Eén van de prangende vragen was wie de dure opslagkosten blijft betalen na het officiële einde van een dergelijk project.

Uitdaging 4 had als titel: Promoting Digital Discovery: Reports on Selected National and International Resources: Databases, Networks, Services, and Portals. Volgende digitale instrumenten werden voorgesteld: Discovery van de National Archives in Londen, Bibale (over de herkomst van handschriften) van het IRHT in Parijs, Kalliope, de union catalogue voor zowel collecties met persoonlijke papieren en autografen als voor de archieven van uitgeverijen in Duitsland, en het CERL-portaal voor handschriften en oude drukken.

De laatste uitdaging ging over het gebruik van geavanceerde technische moge-lijkheden. Hier werd de nieuwe databank van EROMM voorgesteld, maar de meeste aandacht ging naar Discarding images en andere voorbeelden van ver-spreiding van handschriften op het internet, zoals de animatiefilm De herinacio.

De conferentie werd afgesloten met een uitwisselingsmoment over de rol van de expertengroep onder de nieuwe koepel van CERL. Deze twee congresdagen leverden veel inspiratie op, en zin om deel te nemen aan enkele van de voorge-stelde initiatieven. Voor iedereen die werkt rond (middeleeuwse) handschriften is deelname aan dit congres een absolute aanrader!

Een uitgebreid verslag is terug te vinden op http://www.knvi.me/profiles/blogs/digital-and-congresverslag-traditional-manuscripts-challenges-of-.

An Smets

Digital and Traditional Manuscripts: Challenges of a Great Migration 9-11 oktober 2014 - kopenhagen

De culturele sector krijgt rake klappen. De besparingen die worden opgelegd zijn reëel en onafwendbaar. Nederland heeft dit een aantal jaar gele-den ook meegemaakt. Dit bracht Maarifa (België) en Cubiss (Nederland) samen om met de sector na te den-ken over hoe openbare biblio-theken ondanks het moei-lijke klimaat toch een nieuwe richting kunnen inslaan. Marjan Middelkoop en Sheila Schuijffel van Cubiss namen het woord.

MarjanMiddelkoop is senior adviseur beleidsontwikke-ling bij Cubiss en zag heel wat goede en minder goede initiatieven bij Nederlandse openbare bibliotheken tijdens hun besparingsjaren. Marjan werd in haar verhaal bijge-staan door sheilaschuijffel, teamleider Strategie en Ondernemerschap bij Cubiss. Marjan en Sheila zochten naar Nederlandse voorbeelden die inspirerend kunnen werken voor Vlaamse openbare biblio-theken. Wat ging goed? Maar vooral: welke minder goede keuzes heeft men gemaakt bij de besparingen?

BEZUINIGINGEN EN TIJDSPADTussen 2010 en 2013 werd 93 procent van de Nederlandse bibliotheken geconfronteerd met de aankondiging van bezuinigingen. Maar daar hield het niet mee op: 56 procent kreeg daarna een tweede aan-kondiging. Besparingen zijn dus geen eenmalig feit maar een soort systeemcrisis.

In Nederland ging het voor de grootste groep over bezui-nigingen van om en nabij de 5 procent. Sommige biblio-theken kregen echter ook te maken met uitschieters tot 50 procent. Eén bibliotheek moest zelfs tot 75 procent inleve-ren. Een opvallende vaststel-ling was evenwel dat niet elke

Inspiratie uit Nederland: openbare bibliotheken in tijden van crisis4 november 2014 - Berchem

40 | META 2015 | 1

kroniek

Page 43: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

aangekondigde bezuiniging effectief werd uitgevoerd.

In Nederland is een gemeente niet verplicht om een biblio-theek te hebben. Dit heeft tot gevolg dat er heel wat variatie is in de financiering van biblio-theken. Door de besparingen krijg je dan ook een toene-mende concurrentie op een beperkt aantal bijkomende subsidiekanalen. Het biblio-theekmanagement moet zich dan ook van langs om meer gaan specialiseren in de speci-fieke vaardigheid van fondsen-werving. Daarnaast zie je op het vlak van het personeels-beleid, dat in zijn algemeen-heid de vaste medewerkers-kern kleiner wordt, en wordt aangevuld met meer flexibele krachten en vrijwilligers. Ook het managen van een grote groep vrijwilligers wordt een nieuwe noodzakelijke compe-tentie van het management.

SOORTEN BEZUINIGINGENNaast gekende besparings-maatregelen — denk aan het bevriezen van de index, het sluiten van vestigingen, het evolueren naar openingstij-den zonder personeel maar met zelfuitleen, het snoeien in het collectiebudget of het bezuinigen op backoffice per-soneel — werd in Nederland ook geëxperimenteerd met het openbaar aanbesteden van subsidies. Dit houdt con-creet in dat bijvoorbeeld een gemeente een subsidiebe-drag voor bibliotheekwerking ter beschikking stelt en daar ook commerciële partijen op laat bieden.

De grootste besparingen kwa-men er op personeel, maar ook werd duidelijk gesnoeid in het collectiebudget. Vandaar dat in Nederland een groeiende aandacht is voor collectiebe-heer door middel van collec-tiebeleidsplannen, instrumen-ten voor collectiemanagement en groepsaankopen.

WElKE KEUZES De jeugd is een dankbare doelgroep voor bibliotheken.

Vandaar dat ook een aan-tal Nederlandse bibliotheken ervoor kozen om hier radicaal op in te zetten. Niet alleen de doelgroep is interessant, ook de strategische positie die de bibliotheek inneemt tus-sen gemeente en school. Dit brengt de bibliotheek in een kernpositie bij verschillende belangrijke actoren binnen de gemeente. Bij de focus op scholen wordt niet alleen ingezet op het ter beschik-king stellen van de collectie, maar ook samenwerking op het vlak van mediawijsheid. De vraag rijst dan natuurlijk wel in hoeverre bibliotheekpersoneel zelf instructies op het vlak van mediawijsheid kan en moet gaan geven. Eerder is toch de trend om zich te beperken tot het initiëren van projecten met externe partners.

Het radicaal inzetten op scho-len had echter ook een aan-tal nevenwerkingen. Zo werd in Nederland de zichtbaar-heid van de bibliotheek een belangrijk punt van discussie. Als de bibliotheek op school is, moet je dan nog een vol-ledige jeugdafdeling hebben? En indien niet, hoe zichtbaar en herkenbaar is de biblio-theek dan nog voor de jeugd? De kans is reëel dat er min-der gelezen wordt buiten de (bib op) school. Minder visibi-liteit betekent ook moeilijkere structurele financiering, dus is het heel erg belangrijk om een goed businessmodel op te stellen om de keuze voor de bib op school op lange termijn betaalbaar te houden.

Met kenniswerkplaatsen wil men formeel en informeel onderwijs samenbrengen en ondersteunen. Het idee werd geïnspireerd op de Londense Idea Stores. De bibliotheek verlegt hierbij haar accent van instituut naar een focus op de bibliotheekfuncties. De biblio-theek stelt haar ruimte en col-lectie ter beschikking aan iedereen om kennis te gaan delen. Ruimte en collectie is pas een begin. De klanten zelf gaan er mee aan de slag om kennis met andere klanten te

delen. Dit onder de begelei-ding van de bibliotheek.

Een variant op de kennis-werkplaatsen is de makers-bibliotheek. Hier legt de bibliotheek meer de nadruk op technologische innovatie. Zoals vroeger de bibliothe-ken de eerste waren met een kopieermachine of de open-bare internetcomputers intro-duceert de bibliotheek voor haar klanten nieuwe instru-menten zoals 3D-printers. In Nederland stelde de provincie Brabant middelen ter beschik-king voor een speciale bus waarin mensen concreet ken-nis kunnen maken met nieuwe technologische apparatuur: de Makersbuzz. Bij de makersbi-bliotheek ligt de focus op de lokale gemeenschap, de ont-wikkeling van het individu en het delen van technologische kennis en informatie.

Een ander antwoord van de bibliotheken op de besparin-gen is het zich richten op het sociale domein. Of de exten-ded library zoals dat dan heet. Ingegeven door decentralise-ring van domeinen als jeugd-zorg, zorg, toeleiding naar werk, etc… gaan bibliotheken op zoek naar een maatschap-pelijke meerwaarde door het ondersteunen van diverse gemeenschappen in het soci-ale domein. Belangrijke drijf-veer bij deze keuze is van strategische aard. Je kan immers doelstellingen van de gemeente realiseren en op die manier de zichtbaarheid en het belang van de bibliotheek verhogen.

De ochtend was te kort om alles te behandelen, waar-door in vogelvlucht nog naar een aantal andere initiatieven werd verwezen zoals retailbi-bliotheken, multifunctionele accommodaties, de digitale bibliotheek, bottom-up initi-atieven en commerciële alter-natieven. Zeker voer voor een vervolgsessie.

CONClUSIEDe besparingen in Neder-landse bibliotheken zijn een

systeemcrisis en geen een-malig feit. Het kan dan ook niet anders dan dat dit een vergaande verandering met zich heeft meegebracht in het landschap van openbare bibliotheken in Nederland. Bibliotheken gingen hun kern-taken herdefiniëren en legden andere accenten. Sommige op het onderwijs, andere op het faciliteren van kennisdeling, nog andere door hun werk-gebied te verleggen naar het sociale domein. Meer dan eens kwam de zichtbaarheid van de bibliotheek in de verdrukking en stelde men ook een tekort aan specifieke competenties vast voor specifieke taken.

De omschakel ing is in Nederland zeker nog niet voorbij. Er wordt nog volop gediscussieerd over bijvoor-beeld de zichtbaarheid van de bibliotheek, de rol van het lezen en het boek of wat zijn de kerntaken van de biblio-theek die niet door de vrije markt kunnen worden geor-ganiseerd.

Tot slot gaven Marjan en Sheila nog volgende adviezen mee:

• geef aandacht aan een con-tinue lobbying richting sub-sidient;

• zorg voor een cijfermatige onderbouwing van activitei-ten;

• toon je maatschappelijke meerwaarde aan;

• zorg voor een duidelijke positionering en een her-kenbaar beeldmerk;

• ga kijken bij buren en col-lega’s: benchmarking;

• verzorg de intercollegiale kennisuitwisseling.

Maarifa is een Belgisch adviesbureau voor biblio-theken (www.maarifa.be) en werkt nauw samen met de Nederlandse organisatie Cubiss (www.cubiss.nl) die bibliotheken in Nederland begeleidt en adviseert.

Alexander Stierman

META 2015 | 1 | 41

kroniek

Page 44: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

42 | META 2015 | 1

kroniek

De Brabantse Archivarissen-dag, hét jaarlijkse ontmoe-tingsmoment van archiva-rissen uit Vlaams-Brabant, Brussel, Antwerpen en Noord-Brabant, ging dit jaar door in Antwerpen. Organisatoren waren Caroline Van Camp en haar ploeg van de dienst Informatiebeheer van de Provincie Antwerpen. Het dag-thema sloot mooi aan bij de focus van deze jonge dienst:

“het nieuwe werken als oppor-tuniteit voor de archivaris/informatiebeheerder”. Voor een goed gevulde zaal spra-ken, naast Caroline zelf, filipBoudrez van het Felixarchief Antwerpen, soizikVanHuelevan de dienst Document- en Informatiebeheer van de provincie Vlaams-Brabant en Marco Klerk, informatie-specialist bij de gemeente ‘s Hertogenbosch. Moderator van dienst was ingmar koch, archiefinspecteur bij de pro-vincie Noord-Brabant.

Onder de titel ‘De digitale archivaris: van the A-team tot McGyver’ bracht filipBoudrez op een vlotte en ludieke manier een ode aan de helden uit zijn jeugd en aan de digitale archivaris als de superheld van het moderne informatiebeheer. Net als de inventieve tv-helden uit de jaren tachtig (“If you have a problem, if no one else can help...”) moet de archivaris zich onmisbaar maken binnen zijn of haar organisatie door de kern van het probleem aan te pakken. Waar ligt het bestuur wakker van? Van de versnippering van informatie, van de beperkte opslagcapa-citeit, van de afhankelijkheid van uiteenlopende informa-tiesystemen, van de integri-teit van digitale documenten.

De echte digitale archiva-ris neemt een voorbeeld aan McGyver en Face uit The A-team. Hij of zij legt de zaken op een goede en begrijpe-lijke manier uit. En gaat er niet zomaar van uit dat de

Brabantse Archivarissendag 7 november 2014 - antwerpen

medewerkers van zijn organi-satie dat uiteindelijk zelf wel zullen inzien. Digitaal werken kan ook zonder duur DMS, werken met mappen is effi-ciënt, regelmatige selectie en vernietiging betekent een belangrijke kosten- en tijds-besparing, applicaties archi-veer je door documenten en metadata als dossiers te exporteren, …

De digitale archivaris biedt oplossingen aan voor zaken die er toe doen binnen de organisatie. Die oplossingen hoeven niet mooi te zijn, denk aan de constructies die door het A-Team in elkaar worden gelast, als ze maar werken. Dat kan het zowel gaan over digitaliseren (wat zijn de pri-oriteiten, ...), digitaal werken (dossiers als basis, metada-tamodellen, wegwerken van handtekeningen, …) als digi-taal bewaren (regelmatige selecties, digitale overdrach-ten, …).

Dure technische snufjes zijn niets voor de digitale archi-varis. Hij of zij doet het met eenvoudige middelen: map-pen in verkenner, de naamge-ving van de bestanden. XML en de Windows kladblok zijn de ‘duct tape’ en het Zwitsers zakmes van het informatie-beheer. De digitale archiva-ris levert een toegevoegde waarde aan zijn organisatie. Zijn werk zorgt voor efficiën-tere processen en bespaart ICT geld. Bovendien maakt hij of zij een kwaliteitsvolle archi-vering mogelijk.

Ten slotte speelt de digitale archivaris, net als de leden van het A-Team, verschillende rol-len in het verhaal. Van archi-varis en adviseur tot klusjes-man en business analist. Maar bovenal is hij of zij een durver.Caroline Van Camp sprak geëngageerd over “De infor-matiebeheerder: de ambas-sadeurs van de dienst Informatiebeheer”. Sinds 2010 werkt de provincie

Antwerpen aan de omscha-keling van een papier-gedre-ven kantooromgeving naar een volledig digitaal dossier-beheer. De informatiebeheer-ders, contactpersonen bij de verschillende diensten, spe-len daarbij een centrale rol. In een eerste fase (2010-2011) werden bij alle diensten digi-tale klassementen ingevoerd. Een projectmatige aanpak en de steun van het manage-ment waren uiteraard belang-rijk, anderzijds was ook een persoonlijke aanpak vereist: het letterlijk op de diensten naast de medewerkers zitten bij het uitwerken en toepas-sen van de klassementen. De informatiebeheerder in elke dienst zorgde als contactper-soon en ‘trekker’ mee voor de kwaliteit van de klassementen en de ‘nazorg’. Na afloop van het project stonden zij in voor het verder beheer van ‘hun’ dienstklassementen en de contacten met ICT. Wat deze laatste dienst betreft: afstem-ming was niet altijd makkelijk. ICT hield aanvankelijk vast aan het idee dat met techno-logie alles op te lossen is. En er speelde ook een element van prestige: de dienst ICT zag informatiebeheer vooral als zijn werkterrein.

In 2011-2013 volgde dan de voorbereiding van de verhui-zing van de centrale admi-nistratie naar een tijdelijke huisvesting. In 2017 komt op de plaats van het huidige Provinciehuis immers een heel nieuw gebouw. Deze voorbe-reiding omvatte een belang-rijk traject rond informatiebe-heer: ‘papier in beweging’. In totaal bleek er zich zo’n 914 meter aan papieren documen-ten in de kantoren te bevinden. Tijdens opruimdagen werden in alle diensten selecties uit-gevoerd: dossiers werden op basis van de selectielijst ver-nietigd (in totaal 153 ton!) of gearchiveerd. Ook nu stond de centrale archiefdienst de diensten met raad en daad bij. Er werden zelfs koffiekoeken

voorzien om de opruimdagen goed te starten! Die actieve ondersteuning schiep heel wat goodwill. Vanaf deze fase fun-geerde de lokale informatiebe-heerder eveneens als lokale archiefverantwoordelijke. Hij of zij stond in voor aanpas-singen aan de selectielijst en was verantwoordelijk voor de archivering.

Ten slotte ging Caroline nog even in op het netwerk van interne informatiebeheerders dat sinds 2011 werd uitge-bouwd. In totaal zijn er zo’n 40 informatiebeheerders actief bij de centrale administratie (de buitendiensten zullen pas in een later stadium aan bod komen). Zij hebben een dui-delijk vastgelegd takenpakket. Elke nieuwe informatiebeheer-der krijgt een opleiding en er zijn regelmatige bijscholings-cursussen. De interne commu-nicatie gebeurt via een eigen pagina op het intranet, een Yammer-discussiegroep en een nieuwsbrief.

MarcoKlerks gaf tijdens zijn lezing ‘Informatievoorziening is meer dan ‘van informatie voorzien’’ een ontspannen en bij wijlen humoristische inkijk in de evolutie van de dienst Documentaire Zaken (DZ) van de gemeente ‘s Hertogenbosch. Het gemeen-tebestuur is sinds 2003 bezig met het uitrollen van het ‘nieuwe werken’, sinds 2010 binnen het project ‘Ruimte voor Werk’. Er werd een zaak-systeem in gebruik genomen en er werd nagedacht over nieuwe spannende dingen zoals werken in the cloud.

In het kader van ‘Ruimte voor Werk’ werd de dienst Documentaire Zaken in 2011-2012 volledig gereorganiseerd. De taken postverwerking en digitalisering werden naar andere diensten overgeheveld en de vroegere bibliotheek- en documentatiedienst ver-dween. De afgeslankte dienst, die in het organogram een

Page 45: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

> kroniek vervolgt op p. 46

META 2015 | 1 | 43

kroniek

plaats kreeg naast de dienst Facilitaire Zaken, kon zich nu volledig toeleggen op infor-matiebeheer. Er kwamen ook nieuwe functies: een record-manager, functioneel applica-tiebeheerders, medewerkers zaakgericht werken en, in 2014, een informatie-architect (de job van Marco).

De dienst houdt zich nu vooral bezig met de training van digitale vaardigheden op de werkvloer, analyse en advi-sering rond zaakgericht wer-ken, management van digi-taliseringsprojecten en risico assessment. Daar horen ook ludieke acties bij, zoals het uit-delen van ‘zure appels’ bij de diensten, onder het motto “we helpen je door de zure appel bijten”.

Maar de vraag is, hoe zit het nu met archiefbeheer? Marco stelt vast dat de beheerders van papieren dossiers aan hun lot werden overgelaten. En wat digitaal documentbe-heer betreft is de dienst nog steeds zoekende. De dienst DZ beweegt zich meer en meer richting ICT, terwijl er plan-nen zijn om het Stadsarchief als erfgoedorganisatie bij de afdeling Archeologie en Monumentenzorg onder te brengen.

Tot slot gaf Marco nog enkele tips mee. Ik onthoud vooral: hou voeling met je klanten en

onderhoud je contacten op de werkvloer, ga vooral praktisch om met de situatie zoals hij nu is, niet zoals hij zou moeten zijn.

Net als Caroline bracht soizikVanHuele met ‘De deur staat eindelijk open: hoe de dienst document- en informatie-beheer een prominente rol kreeg in de begeleiding van het ‘maximaal digitaal’ werken binnen de provincie Vlaams-Brabant’ het verhaal van haar dienst gedurende de afgelo-pen jaren. De activiteiten van de dienst met betrekking tot digitaal documentbeheer ble-ven lange tijd te vrijblijvend. Ook de ondersteuning door het management ontbrak. Daar kwam verandering in toen het bestuur ging inzet-ten op e-werken (flexplekken, thuiswerken, ...) en met aller-lei problemen werd gecon-fronteerd. Het bleek door de grote informatieversnippering niet mogelijk te zijn zomaar ineens overal digitaal te gaan werken.

De dienst DIB kreeg het voor-zitterschap van de werkgroep Maximaal digitaal. Doel van deze werkgroep is het organi-seren van acties om de digitale informatie beter te structure-ren. Hier zijn weinig midde-len voor, maar binnen de DIB is er wel inzet en durf om dit op poten te zetten. Zo werd er klein begonnen met het

begeleiden van de diensten bij het gebruik van de vaste Office-pakketten. Samen met deze tips and tricks werden ook procedures rond docu-mentbeheer ingevoerd. Ook zette de dienst een archief-server in eigen beheer op, los van de ICT-dienst, bestemd voor de bewaring van de afge-sloten digitale dossiers van de administratie.

Toch is de strijd nog niet gestreden. Naast ICT is ook de Communicatiedienst een concurrent op het vlak van informatiebeheer. En de keuze van een nieuw notuleringssys-teem gebeurde onlangs nog zonder dat de DIB vooraf op de hoogte was of om advies werd gevraagd. De bedoeling van de werkgroep Maximaal digitaal is dan ook om bij de diensten meer draagkracht te creëren voor projecten infor-matiebeheer.

Soizik gaf nog volgende raad mee: zoek als archiefdienst of dienst informatiebeheer het gat in de markt. Toon aan dat projecten rond digitaal wer-ken pas kans van slagen heb-ben als de digitale informatie geordend en toegankelijk is. Durf in het gat te springen!Tijdens het aansluitend vra-genhalfuurtje werd door het panel en de zaal verder inge-gaan op de rol en de kansen van de archivaris als informa-tiebeheerder. Het aanleren van zelfs gewone digitale vaar-digheden (klikken en slepen) is een belangrijke opdracht voor de archivaris, zo leer-den we. Dan kan je ineens de juiste handelingen met betrek-king tot goed documentbe-heer meegeven. En het geeft je een voet tussen de deur bij de diensten. Caroline gaf nog mee dat het makkelijkst pra-ten is met de dossierbeheer-ders op de werkvloer. Zij zien het nut van goed informatie-beheer direct in.

Interessant: de archiefdienst van de VUB ontwikkelde een

scoremodel (rood – oranje – groen), om aan de universi-taire medewerkers te tonen hoe goed of hoe slecht ze sco-ren op het vlak van informatie-beheer. Een goede manier om in dialoog te gaan over nieuwe werkmethodes.

Soms kan het ook nuttig zijn om te wachten tot een sys-teem faalt. Ga daarop met je plan van aanpak naar het management.

En de verhouding met ICT? Uiteindelijk kan je niet zonder hen om projecten op te zetten. Maar de archiefdienst/dienst informatiebeheer moet eige-naar blijven van zo’n projecten, ICT zorgt voor het technische luik. Zo kan je het technische beheer van een digitaal depot gerust overlaten aan de ICT-dienst, eens het systeem is opgezet.

En ten slotte is het belangrijk om de rollen en verantwoor-delijkheden binnen de organi-satie duidelijk vast te leggen. Anders eindigt het in ruzie.

Op het einde van de ochtend-sessie werd er tijd gemaakt om twee collega’s die bin-nenkort met pensioen gaan in de bloemetjes te zetten: Ria van den Heuvel-Habraken (Archiefinspecteur Provincie Noord-Brabant) en Marc Vanhauter (secretaris van de Kring van Archivarissen in de Provincie Antwerpen). Marc kon helaas wegens een lang-durige ziekte niet aanwezig zijn. We wensen hem heel veel beterschap.

Bart Sas

Page 46: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

In memoriam

Met het overlijden van Mariotondeleir verloren de bibliothecarissen van het samenwerkingsverband Meetjeslandse bibliotheken een heel fijne collega. Mario was in de groep niet altijd de meest luid-ruchtige, maar wanneer hij sprak, luis-terde men. Want Mario wist waarover hij sprak. Hij was ook een harde werker, nooit te beroerd om deel uit te maken van één of andere werkgroep. Met Mario

in de werkgroep zat je meteen goed, want je kon er van op aan dat wat hij beloofde, hij ook deed.

Denk niet dat Mario een ‘volger’ was, want vaak was hij de eerste om nieuwigheden te introduceren bij de collega’s: een speelo-theek, free little libraries, doelgroepenwerking in samenwerking met het Huis van het Nederlands, … Als geen ander hield hij de vinger aan de pols en verkende hij het bibliotheeklandschap. Er ging dan ook geen studiedag of een studiereis door of Mario was van de partij. Je mocht er zeker van zijn dat in de mate van de mogelijkheden die hij ter beschikking had, dit nooit zonder gevolgen bleef.

Niet alleen denken, maar ook doen dus. Daarom kon je Mario als piraat verkleed, ook vinden tussen een groep kinderen tijdens de Jeugdboekenweek of de Voorleesweek. Op zulke momenten was Mario op zijn best, als hij vol overtuiging en enthousiasme zijn bibliotheek kon promoten. Dan verdween alle terughou-dendheid en bedachtzaamheid als hij met volle overgave zijn publiek kon bespelen, alsof hijzelf nu pas besefte wat voor een schitterende instelling een openbare bibliotheek niet is.

Mario, wij zullen je missen!

Samenwerkingsverband Meetjeslandse bibliothekenSinds deze zomer is sylvie Maes aan de slag als depotconsulent bij de Erfgoedcel Brussel van de Vlaamse Ge meen- schaps commissie. Daarvoor werkte Sylvie aan de Universiteit Gent en als archeoloog in de privésector. Ze studeerde archeolo-gie aan de Universiteit Gent en volgde de postgraduaatsopleiding Cultuur- en Kunstmanagement aan de Hogeschool Gent.

Sylvie is het aanspreekpunt voor Brusselse erfgoedbeheerders die ondersteuning nodig hebben bij hun fysieke depot of depotwerking (collectiebeleid, behoud en beheer, registratie, uitleendienst voor erfgoedtechnisch materiaal,…). Samen met haar collega’s van de erfgoedcel en de kernpartners van de erfgoedcel, waar-onder het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel, zal ze het regi-onaal depotbeleid in Brussel verder uit-bouwen.

44 | META 2015 | 1

PerSonalia

Page 47: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Wat is je favoriete film?Een verscheurende keuze, maar omdat mijn persoonlijke top 3 bezet wordt door mijn favoriete regisseur (zie verder, kies ik hier voor de opvolgers: Star Wars IV-VI (1977-1983) en The Godfather (1972-1990). Twee epische verhalen die iconisch in beeld werden gebracht. Voor beide trilo-gieën geldt trouwens dat het eerste deel je zonder pardon bij je nekvel grijpt en het verhaal in sleurt, het tweede deel hét bewijs is waarom cinema ooit werd uitge-vonden en het derde deel net het tegen-deel aantoont, maar de cirkel toch mooi rond maakt.

Naar welk genre gaat je voorkeur uit?Er is geen genre dat me niet kan bekoren, maar ik heb een zwak voor sciencefiction. Van de gouden jaren vijftig, denk aan The Day The Earth Stood Still (1951), The War of The Worlds (1953) en Forbidden Planet (1956); over de renaissance van de jaren tachtig, die naast de dystopische actie van Blade Runner (1982), The Terminator (1984) en Robocop (1987), ook scifi voor de hele familie bracht met E.T. (1982) en Cocoon (1985); tot de hedendaagse scifi met een kritische blik op mens en maat-schappij in onder meer Code 46 (2003), Children of Men (2006), District 9 (2009) en het onvolprezen Moon (2009).

Welk boek zou je graag eens verfilmd zien?Hoewel we in de voorbije jaren al bedol-ven werden onder verfilmingen van de Marvel en DC Comics, zijn er eigenlijk

tOMCOBBaERt

Tom Cobbaert is archivaris bij het ADVN, archief en onderzoekscentrum voor nationalisme, adviseur archives & digital bij NISE, platform voor de studie van nationalisme in Europa, en freelance consultant onder de naam ArchivA. Behalve archivaris is hij een liefhebber van wielrennen, strips, film, geschiedenis en het Bourgondische leven.

Tom Cobbaert:

weinig strips die een waardige tegen-hanger op pellicule kregen. Integendeel, zo zijn van de verfilmingen van het werk van Alan Moore, mijn favoriete stripau-teur, enkel V for Vendetta (2005) en Watchmen (2009) te pruimen. Wat er van From Hell (2001) en The League of Extraordinary Gentlemen (2003) gemaakt werd is niet minder dan een abomina-tie. Ondanks die wetenschap hoop ik op een verfilming van De Eeuwige Oorlog. Getekend door Marvano naar The Forever War van Joe Haldeman is de strip een tijd-loze aanklacht tegen de zinloosheid van oorlog. Met Een Nieuw Begin is er trou-wens een steengoede sequel. Christopher Nolan, waar wacht je op?

Heb je een favoriete regisseur?Stanley Kubrick, wie anders. Met 2001: A Space Odyssey (1968), Barry Lyndon (1975) en Dr. Strangelove (1964) regis-seerde hij niet de drie beste films aller tijden, maar ook de beste film die nooit gemaakt werd: Napoleon. Woorden schie-ten tekort voor dit genie, dus beperk ik me tot drie letters: G O D.

Heb je een grote dvd-collectie?Groot is een relatief begrip, maar met circa 300 titels is mijn collectie nu ook niet bepaald klein.

Kijk je veel thuis of ga je vaak naar de cinema?In mijn studententijd ging ik makkelijk twee keer per week naar de cinema, nu geraak ik er amper één keer per twee

weken. Relatief gezien is dat natuurlijk nog altijd veel.

Welke film heb je het laatst gezien en wat vond je ervan? Naar aanleiding van de heisa rond Noord-Korea en The Interview viste ik Team America: World Police (2004) uit mijn collectie. In deze heerlijke parodie wor-den behalve Kim Jong-Il ook Hollywood en de Amerikaanse foreign policy op de korrel genomen. Een must voor de lief-hebbers van South Park (eveneens van makers Trey Parker en Matt Stone) en de Supermarionation van Gerry Anderson (Thunderbirds en Captain Scarlet). De laatste film die ik in de cinema zag Leviathan (2014) van Andrey Zvyagintsev, een diepmenselijk drama in de beste Russische traditie.

Welke film kan je aanraden aan de META-lezers?Als vaste klant van het Filmfestival van Gent ben ik blij dat er ieder jaar ruimte voorziet wordt voor het ondergewaar-deerde genre van de kortfilm. Dit jaar ontdekte ik er het afstudeerproject van de Brusselse student Raphaël Crombez (teaser op http://vimeo.com/91431921). Perdition County (2014) is intense bele-ving van 25’ die doet denken aan There Will Be Blood (2007) onder handen geno-men door Ken Loach in een productie van de Coen broers.

“Woorden schieten tekort voor dit genie, dus beperk ik me tot drie letters: G O D”

META 2015 | 1 | 45

zoGEzIEn

Page 48: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

De Europese Commissie bereidt al enkele jaren een Data Protection Regulation (DPR) voor die streeft naar een betere bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De verouderde Richtlijn van 1995 wordt herzien, verruimd en vooral aangepast aan de informatierevolutie die inter-net teweeg heeft gebracht. Het Europese Parlement amendeerde het voorliggende ontwerp op talrijke plaatsen en keurde de draft in eerste lezing goed op 12 maart 2014. De Europese Raad buigt er zich nog over. In 2015 zou de DPR van kracht moeten wor-den. Alle lidstaten streven naar een harmonisering van de regelgeving en zullen hun nationale wetgeving richten op het Europese juridische kader.

Het Europese Hof van Justitie bracht intussen de privacy problematiek volop in de belangstelling door het baan-brekende arrest dat het velde op 13 mei 2014 over de rol van Google met betrekking tot het privacy-recht (het zogenaamde Google Spain-arrest). Het Hof oordeelde dat Google, ook voor de in de zoe-kindex aanwezige gegevens, moet voldoen aan de strenge regels van het privacy-recht. Iedereen die opgenomen is in die index kan een verzoek tot inzage, correctie en verwijde-ring indienen.

Tijdens een Ronde Tafel, geor-ganiseerd door het Algemeen Rijksarchief, bogen een 25-tal Belgische archivarissen en specialisten zich over de con-sequenties die de nieuwe regelgeving kan/zal hebben voor de omgang met infor-matie door archivarissen. De Ronde Tafel verkende de pro-blematiek van de bescherming van de persoonlijke levens-sfeer en maakte een status questionis op. Voor definitieve en concrete antwoorden of aanbevelingen is het wachten

Ronde Tafel Algemeen Rijksarchief : Van data protection tot right to erasure2 december 2014 - Brussel

op de definitieve Europese regelgeving.

In zijn inleiding op de gespreksronde schetste alge-meen rijksarchivaris karel Velle de problematiek. Hij stelde zich de vraag hoe de nieuwe bepalingen inzake de bescherming van de persoon-lijke levenssfeer en het ‘right to be forgotten and to erasure’ (artikel 17 van de DPR) het ver-werven, waarderen en selecte-ren, ontsluiten en ter beschik-king stellen van archieven zullen beïnvloeden. Gelden die bepalingen ook voor papieren archieven en voor zoekinstru-menten van archiefdiensten? Kunnen ook (klein)kinderen zich in naam van hun (groot)ouders beroepen op het recht om vergeten te worden? Hoe rijmt die regelgeving met de deontologische code van de archivaris, met de principes van toegang en openbaar-heid, met het recht op vrije meningsuiting en met het recht op/de plicht tot her-innering? Zullen overheden geen misbruik maken van dit recht op vergeten en op wis-sen van persoonlijke informa-tie (bijvoorbeeld door te wei-geren archief over te dragen aan een archiefdienst) en zo een moderne vorm van cen-suur plegen?

O n d e rzo e ke r ed o u a rd Cruysmans (UCL/USL-B) relativeerde de rechten ter bescherming van de per-soonlijke levenssfeer en het recht ‘vergeten te worden’. Hij stelde dat de rechten waar-door de burger controle krijgt over zijn gegevens op het web, niet absoluut zijn, maar dat een rechtbank ze steeds in balans zal brengen met het recht op informatie van bur-ger en maatschappij of met de persvrijheid. Volgende ele-menten zouden daarbij door de rechtbanken in rekening kunnen worden gebracht: het historisch belang van de infor-matie, het tijdsverloop tussen

de feiten en hun openbaarma-king of het publiek karakter van een bepaald figuur.

theo thomassen, hoogleraar Archivistiek aan de Universiteit Amsterdam, stelde dat Europa via een aangepaste regelge-ving controle wil krijgen op de macht van internetbedrij-ven die informatie willekeu-rig kunnen selecteren, com-bineren of manipuleren. Hij relativeerde de invloed van de verwachte richtlijnen op de archiefpraktijk en voorzag ook afwijkingen op artikel 17 voor de dataverwerking met het oog op archivistische, his-torisch-wetenschappelijke en statistische doeleinden. Hij verwachtte dat — eenmaal de regelgeving een feit — jurispru-dentie uitsluitsel zou bieden inzake een aantal consequen-ties, leemten, onduidelijkhe-den en limieten van de wet-geving. Ten slotte brak hij een lans voor de aanwezigheid van archivarissen bij de aan-maak van papieren en digi-tale archieven. Archivarissen zouden documenten al bij hun creatie moeten kunnen aanduiden als privacygevoe-lig of openbaar. Zij zouden beide categorieën eenduidig moeten kunnen onderschei-den en afzonderen en zo mee uitmaken wat precies online geplaatst mag worden. Ook zouden ze moeten betrok-ken worden bij de ontwikke-ling van procedures in ver-band met de (automatische) vernietiging of bewaring van documenten. Archivarissen zouden ook hun diensten kun-nen aanbieden bij het anonimi-seren van databanken; zo blijft informatie bewaard en privacy gerespecteerd.

In de gedachtewisseling die volgde na de twee uiteenzet-tingen van de sprekers werd o.a. gewezen op de autono-mie van de nationale archief-wetgeving die overeind blijft als wettelijk kader, ook na de nieuwe Europese regels. Ook

het recht van de burger op inzage in wat over hem/haar wordt bewaard, ook in niet-openbare archieven, kwam ter sprake. Cruysmans benadrukte dat de huidige Belgische wet-geving het bewerken toestaat van gegevens voor statisti-sche, historische en weten-schappeli jke doeleinden, mits anonimisering. willem debeuckelaere, voorzitter van de Privacycommissie, wees er op dat de privacywetgeving niet geldt voor overledenen. Hij riep de aanwezige archiva-rissen op om concrete vragen en problemen in hun archief-praktijk inzake privacy te sig-naleren aan de commissie.

Het Rijksarchief wil over deze belangrijke thematiek een internationaal colloquium organiseren in het voorjaar van 2015. De Ronde Tafel bakende alvast een aantal invalshoe-ken af, tekende krijtlijnen uit en lanceerde een oproep tot onderwerpen en sprekers voor dit internationaal treffen. De thematiek verdient in elk geval de volle aandacht van alle archivarissen.

Godfried Kwanten

46 | META 2015 | 1

kroniek

Page 49: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

aCtIVItEItEnKalEnDER

13.03 Algemene Ledenvergadering

VVBAD 28.04 Vormingsdag

Van Tatertaal tot ABC

VVBAD30.04 Studienamiddag

Metadata-uitwisseling

VVBAD17-18.09 Informatie aan Zee 2015

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Studienamiddag metadata-uitwisseling

Open access, portals, open data, metadataverrijking, uitwisselingsstandaarden, API’s… begrippen waar de archivaris van vandaag steeds meer mee wordt geconfronteerd. Met de groeiende tendens om informatie aan de burger ter beschikking te stellen, groeit ook bij archiefinstellingen de nood om aan deze vraag te voldoen. En hoe langer hoe meer draait het niet enkel om informatie-uitwisseling tussen instellingen, maar tussen databanken en applicaties. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de archiefinstel-ling? Hoe kan/moet je als archiefinstelling inspelen op deze tendensen en de voort-durend evoluerende eisen van de archiefgebruiker? En hoe kan metadata-uitwisseling een voordeel betekenen voor het metadatabeheer van de archiefinstelling zelf?

PRAKTISCHDatum Donderdag 30 april 2015Plaats Congres- en Erfgoedcentrum Lamot Van Beethovenstraat 8, 2800 MechelenPrijs 45 euro (VVBAD-leden), 75 euro (niet-leden)Inschrijven http://www.vvbad.be/activiteiten

Van Tatertaal tot ABC vormingsdagvoormedewerkersjeugdbibliotheken

In de voormiddag brengen we een bezoek aan bibliotheek Vilvoorde die o.a. met Taalpunt Nederlands en het project Tatertaal een lans breekt voor actieve taalstimulering en -ondersteuning. Na de lunch sporen we samen naar kunstenhuis Art Basics for Children. Geïntegreerd in het huis bevindt zich een voortdurend groeiende bibliotheek met de meest interessante en inspire-rende boeken en ideeën rond kunst en educatie. Ervaren ABC-gidsen maken ons wegwijs in de vele activiteiten die zij van hieruit ontwikkeld hebben. Doelgroep: iedereen die interesse heeft voor taalstimulerende projecten, activiteiten en collecties en die zijn kijk op kunsteducatie wil verbreden.

Meer info op http://www.vvbad.be/activiteiten

META 2015 | 1 | 47

aCtIVItEItEn

tOEPassInG

Gamewijs

Ilse Depré, De Bib leuven

Apps zoals Farmville en Candy Crush hebben gaming bij heel nieuwe demografische groepen populair gemaakt. Het aanbod in de app stores is overweldigend. En er zitten ook heel wat pareltjes bij.

Tiny Wings (iOS) werd in 2011 verkozen tot app van het jaar en is prachtig in zijn eenvoud. Je speelt er een vogeltje met iets te kleine vleugels, waardoor je de hellingen in het landschap moet gebruiken om vaart te maken en af en toe te vliegen. Bedoeling is om zo snel mogelijk door het parcours te fladderen en de opkomende nacht voor te blijven.

Een andere aanrader, boordevol sfeer en span-ning, is Limbo (iOS). Het houdt het midden tus-sen een platform en puzzelspel, overgoten met

een ‘Tim Burtonachtig’ sausje. Doel is om een jongen te helpen zijn zus terug te vinden, door-heen een ietsje luguber zwart-wit decor.

Machinarium (pc, iOS en Android) ten slotte werd als indiegame gemaakt voor pc, en werd een heus succes. Een appversie lag dan ook voor de hand. Het is een puzzelspel waarin je

de kleine robot Josef bestuurt die een duister plot wil verijdelen. Door allerlei voorwerpen te combineren en te manipuleren loods je Josef van scène tot scène.

Van dezelfde makers is ook het avonturenspel Botanicula (pc, iOS en Android) een aanrader, in een review omschreven als ‘één van de mooi-ste dingen in de app store’.

> Meerinfoennuttigeapp:http://bibidee.blogspot.com

Machinarium

Page 50: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Rubricering in een handschrift van Thomas à Kempis, Vallis Liliorum, 15de eeuw, fol. 25r.

Foto: © KU Leuven – Fotografie: Ellen Vandenbroeck

> zie ook p. 24-25

UItzICHt

48 | META 2015 | 1

Page 51: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

OP NAAR DE BIBLIOTHEEK VAN DE TOEKOMSTMET WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRAIn deze digitale tijden staan bibliotheken en documentatiecentra voor grote uitdagingen: teruglopende bezoekers- en uitleenaantallen tegengaan, nieuwe inkomstenbronnen zoeken, een evenwicht zoeken tussen analoge en mobiele dragers, inspelen op de behoeften van de verschillende doelgroepen… Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra is een praktische gids die alle facetten van bibliotheek- en documentatiebeheer omvat. U krijgt een zo compleet mogelijk antwoord op onderstaande vragen en veel meer!

Abonnees kunnen het boek nu ook online lezen op www.wegwijzerbibliotheken.beDe website wordt na elke nieuwe aflevering bijgewerkt.

* Prijs inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Losbladige publicatie met abonnement. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen € 0,55 per pagina, website-updates tegen € 29 tot schriftelijke wederopzegging. Prijs geldig tot 30/06/2014. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Bestuur/Organisatie: .....................................................................................................................................................................................

Naam: ..........................................................................................................................................................................................................................

Functie: ......................................................................................................................................................................................................................

Adres: .........................................................................................................................................................................................................................

Tel: ................................................................................................................................................................................................................................

E-mail: ........................................................................................................................................................................................................................

BTW: ............................................................................................................................................................................................................................

DATUM & HANDTEKENING

Stuur of fax onderstaande bestelbon naar Politeia • Ravensteingalerij 28 • 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestel via www.politeia.be • e-mail: [email protected]

Ja, ik bestel . . . ex. van Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra tegen 69 euro* voor VVBAD-leden of 99 euro* voor niet-leden.

BESTELKAART

• Hoe de werkprocessen verbeteren in bibliotheken en documentatiecentra?• Wat zijn de voordelen van open access? En hoe werkt dit praktisch?• Hoe een digitaliseringstraject opstarten?• Welke online communicatiekanalen aanwenden?• Wat kan je als informatieprofessional met linked open data?• Hoe de retrieval-techniek toepassen?• Hoe kunnen (openbare) bibliotheken de eigen inkomsten verhogen?

SCIENCES DE L’INFORMATION ET DE LA DOCUMENTATION

• INFORMATIE BEHEREN EN

TER BESCHIKKING STELLEN •

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 1

WEG

WIJZER

VOO

R B

IBLIO

THEK

EN

& D

OC

UM

EN

TATIE

CE

NTR

A 1

• INFO

RM

ATIE B

EHER

EN EN

TER B

ESCH

IKK

ING

STELLEN •

Sciences_Documentation NL.indd 1 12/07/11 22:34

SCIENCES DE L’INFORMATION ET DE LA DOCUMENTATION

WEG

WIJZER

VOO

R B

IBLIO

THEK

EN

& D

OCU

MEN

TATIECEN

TRA

2

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 2

• INFORMATIE BEHEREN EN

TER BESCHIKKING STELLEN •

• INFO

RM

ATIE B

EHER

EN EN

TER B

ESCH

IKK

ING

STELLEN •

Sciences_Documentation NL.indd 2 12/07/11 22:34

SCIENCES DE L’INFORMATION ET DE LA DOCUMENTATION

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA3

WEG

WIJZER

VOO

R B

IBLIO

THEK

EN

& D

OC

UM

EN

TATIE

CE

NTR

A 3

• INFORMATIE BEHEREN EN

TER BESCHIKKING STELLEN •

• INFO

RM

ATIE B

EHER

EN EN

TER B

ESCH

IKK

ING

STELLEN •

Sciences_Documentation NL.indd 3 12/07/11 22:35

www.wegwijzerbibliotheken.be

Page 52: GevanGen in onaanGepaste methodiek · 2017. 9. 4. · En dat is ook wat mensen verwachten van de bibliotheek. Uit het imago-onder-zoek dat Memori, in opdracht van de VVBAD uitvoerde,

Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.

V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning.

Met V-eyeQ kunnen bibliothekenaanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiverenen op elk moment instant-inzicht krijgenin hoe de collectie presteert.

Contact:[email protected]