Gevaar verstoppen

17
November 2014 NIEUWS Nederland Dräger H 2 S reddings- containers Vluchten op volle zee Brandweer Haaglanden centraliseert onderhoud Dräger richt nieuwe werkplaats in Pagina 30 Pagina 12 Pagina 4 In den beginne was er het Lubeca-reduceerventiel De 125-jarige aanloop naar techniek voor het leven

Transcript of Gevaar verstoppen

Page 1: Gevaar verstoppen

5282

Bescherming tegen gevaren die je niet kunt waarnemen.De Dräger X-am® 2500 biedt de modernste sensortechnologie met 12 uur batterij-inzet en intuïtieve bediening in een gasmeetinstrument dat de veiligheid op de werkplek waarborgt. Bovendien is de X-am bestand tegen elektromagnetische straling, water en stof, dus inzetbaar in elke denkbare situatie.

VERDERE INFORMATIE: WWW.DRAEGER.COM/XAM2500

GevaarGevaar kan zich niet verstoppen

| 1

November 2014

NIEUWS Nederland

Dräger H2S reddings-containersVluchten op volle zee

Brandweer Haaglanden centraliseert onderhoudDräger richt nieuwe werkplaats in

Pagina 30Pagina 12Pagina 4

In den beginne was er het Lubeca-reduceerventielDe 125-jarige aanloop naar techniek voor het leven

Page 2: Gevaar verstoppen

| 32 |

Column

Patrick van VugtBusiness Unit Manager

125 jaar mijlpalenMensen hebben behoefte aan mijlpalen in hun geschiedenis.Onze eerste schooldag, ons diploma, de eerste werkdag of de eerste paal slaan voor ons schitterende nieuwe gebouw inZoetermeer in aanwezigheid van de burgemeester. Het zijnankerpunten in je leven. Was iets vóór of na een bepaaldegebeurtenis? Maakten we toen het PA 80 ademluchttoestel nog,de Multiwarn en deden we de alcoholtest nog met ‘blaaspijpjes’?Het kleurt de tijd en iedereen heeft zo zijn eigen wereldgebeur-tenissen. Privé, beroepsmatig, in het bedrijf waar je deel vanuitmaakt, of in onze collectieve omgeving. Je bewust zijn van jemijlpalen is een automatische en broodnodige oriëntatie in detijd. Het delen ervan schept een band. Omdat je samen bestaat,samen verder moet en meer gemeen hebt dan je misschiendenkt. Daarom is een museum zo leuk, vooral als je er samenheen gaat. Als u ooit in Lübeck komt, mag u eigenlijk het Dräger Forum (met ons museum) niet missen, want het staatvol met mijlpalen op uw eigen vakgebied. Mensen die het verleden veronachtzamen doen zichzelf tekort. Daarom raad iku aan om te beginnen met een klein stukje historie in deze uitgave van Dräger Nieuws Nederland, over onze mijlpaal van125 jaar geleden, het Dräger Lubeca-ventiel. Ja; het was ookvóór mijn tijd, maar wel de eerste mijlpaal van ons bedrijf.

De heren Den Brave en Aptroot slaan de eerste paal.

Eerste paal in de grond voor nieuw pand Dräger Nederland

dert de onderlinge communicatie op eennatuurlijke manier. Op het gebied van ener-gieprestaties krijgt het nieuwe gebouw een‘very good’ BREEAM-classificatie. BREEAM® NL is een van oorsprong Britsebeoordelingsmethode voor de duurzaam-heidsprestatie van een gebouw. Het is eenintegrale kwaliteitsbeoordeling die goedaansluit bij de duurzaamheidsfilosofie vanDräger. Het pand dat Dräger de komendedecennia ten dienste zal staan bevat strakstweehonderd vaste werkplekken, vijftig‘flexplekken’ en voldoende vergaderruimten,leslokalen, werkplaatsen en magazijnruim-ten.

Uitstekend bereikbare locatieGebruik van het openbaar vervoer is veelaleen economische en milieubewuste keuze.De nieuwe locatie is dan ook op velemanieren bereikbaar. De RandstadRail vanDen Haag naar Zoetermeer loopt als hetware langs het pand en zal in de nabijetoekomst worden doorgetrokken naar Rotterdam. Ook met de nieuwe ‘persoonlij-ke mobiliteit’ is rekening gehouden: op heteigen terrein komen elektrische laadpuntenvoor zowel de fiets, de scooter als de auto,naast voldoende conventionele parkeer-ruimte.

en het gebruiksgemak is uiteindelijk besloten om een geheel nieuw pand tebouwen. De standplaats blijft Zoetermeer;tenslotte wonen er veel van de medewerkersen natuurlijk wilde de gemeente de werk-gelegenheid graag binnen haar grenzenhouden. Het personele bestand kenmerktzich door een zeer groot aandeel ‘vaste’medewerkers met soms lange dienstver-banden. De algemene trend van onderaan-neming of uitbesteding, tijdelijke dienstver-banden en tele- of flexwerken is bij Drägerminder manifest dan elders. Maar het werktgoed, dus is er geen reden om dat te willenveranderen.

Het nieuwe gebouwEén van de voordelen van nieuwbouw isdat de nieuwe jas op maat wordt vervaar-digd en dat die aan alle eisen gaat voldoen.De indeling van het pand is zeer door-dacht, waardoor er een optimale afstem-ming van bewegingen tussen werkplaat-sen, magazijn en logistiek wordt bereikt.Elke klant die het pand betreedt, zal desfeer van ‘Techniek voor het leven’ ervaren:de entree, het restaurant en de leslokalenzijn ontworpen in de eigen Dräger-stijl. Dedoordachte indeling van binnenruimtenzoals kantoren en vergaderruimten bevor-

heeft hiertoe de aanzet gegeven maar ookde verminderde efficiency van de gespreideactiviteiten heeft Dräger doen besluiten omhaar activiteiten onder één dak te brengen.Na een gedegen zoektocht om eenbestaand pand aan te passen aan de eisenen wensen, de afweging van milieuaspecten

Nieuwe werkplek voor de medewerkersDe safety divisie en de medische divisievan Dräger zijn nu nog gehuisvest in separatepanden in Zoetermeer. Zij zullen zich geza-menlijk vestigen in een nieuw te bouwenpand in de Zoetermeerse wijk Ooster-heem. Niet alleen nijpend ruimtegebrek

Feestelijk heien op je tweede werkdagOp donderdag 11 september 2014 is ondergrote belangstelling van meer dan 200 Dräger-medewerkers, pers en genodigdende eerste paal geslagen door de burge-meester van Zoetermeer, de heer C.Aptroot. Bij die gelegenheid waren zowelde langst als de kortst werkende medewer-ker prominent aanwezig: 39 jaar in fulltimedienst, respectievelijk slechts één dag, ende oudste en jongste medewerkers inloopbaanduur. De kortst in dienst zijndemedewerker, Pawan Karagjitsing, netbegonnen bij de ICT helpdesk van Dräger,is er nog steeds van onder de indruk:“Zoiets maak je toch nooit mee? Ik zit netop mijn nieuwe plek en dan vragen ze meof ik als speciaal genodigde bij de officiëlegelegenheid wil zijn. Ik dacht eerst nog datik zelf met een grote moker op de paal zou moeten slaan, maar ik mocht naast deburgemeester staan toen die op de knopdrukte. Ik heb hem ook de hand mogenschudden en dat is op zich al een hele eer.Ik hoop straks, volgend jaar zomer al, meete mogen naar het nieuwe gebouw, want ik voel me nu al thuis bij Dräger.“

Dräger Nederland is sinds 1977 gevestigd in Zoetermeer. In augustus 1976 werd de eerstepaal geslagen in – letterlijk – een weiland aan de Edisonstraat en ongeveer een jaarlater verhuisde Dräger van Rijswijk naar Zoetermeer. Nu, 38 jaar later, herhaalt degeschiedenis zich en laten Dräger Nederland B.V. en Dräger Medical Netherlands B.V.,beide onderdeel van het Duitse, in Lübeck gevestigde familiebedrijf, gezamenlijk eennieuw pand bouwen.

VOLGEN VAN DE BOUWOp de bouwlocatie is een zoge-naamde timelapse-camera geïnstal-leerd zodat iedereen de vorderingenvan de nieuwbouw kan volgen: www.draeger.com/nieuwbouw

Page 3: Gevaar verstoppen

| 54 |

GebrekkigheidOp 1 januari 1889 richt Johann HeinrichDräger met zijn zakenpartner de firma‘Dräger & Gerling’ op. In navolging van zijnvroeg overleden vader, die het vak van hor-logemaker uitoefende, had Johann Heinrichzich bekwaamd in de fijnmechanica. Dejonge onderneming houdt zich bezig metde reparatie van en handel in verschillendesoorten machines, waaronder biertap-installaties. Biertapinstallaties worden opdruk gehouden met kooldioxide, dat zichonder een druk van circa 60 bar in stalendrukvaten bevindt. De druk die het biernaar de tap moet stuwen ligt echter in deorde van grootte van 1 bar, dient instelbaarte zijn en bovenal vrij constant gehoudente worden om bij geopende tapkraan vooreen gelijkmatige uitstroom te zorgen.Daartoe worden zware stalen reduceer-ventielen toegepast, die met gebrekkigeveren en relatief slecht sluitende kleppenmoeten zorgen voor een min of meer constante overdruk. Johann Heinrichheeft zijn handen vol aan de reparatie vandefecte reduceerventielen en ergert zichaan hun onvoorspelbare gedrag.

Het koolzuur-reduceerventiel LubecaReeds in het oprichtingsjaar is de zoonvan Johann Heinrich, Bernard, als ontwer-per toegetreden tot het bedrijf. Eén vande voornaamste eisen aan een reduceer-ventiel is dat de druk aan de uitstroomzijdeconstant blijft, ongeacht voorraaddruk endebiet (hoeveelheid afgenomen gas).Mede dankzij de inspanningen van Bern-hard is Dräger in staat een nauwkeurig enbetrouwbaar werkend reduceerventiel teontwikkelen, dat bovendien ‘slechts’ vier

kilogram weegt (bestaande instrumentenleggen circa 15 kilogram in de schaal).Het voortreffelijke reduceerventiel maakteen einde aan de stroom klachten en het wordt de basis voor de vele latere successen in de industrie en de medischewereld.

DrägerwerkNadat het patent op het Lubeca-ventiel isverleend, proberen vader en zoon Drägeraan de forse vraag te voldoen door in enrond Lübeck (de Noord-Duitse stad waarhet reduceerventiel zijn naam aan dankt)de fijnmechanische onderdelen te latenproduceren. De toeleveranciers blijkennoch te kunnen voldoen aan de kwaliteits-eisen, noch de gewenste hoeveelheid tekunnen leveren, dus wordt de productiezelf ter hand genomen. Daarmee wordtDräger al snel van handelsondernemingtot producent: ‘Drägerwerk’. In 1895 zijner al meer dan 10.000 reduceerventielen vervaardigd. Enkelvoudige reduceerven-tielen, tweetrapsuitvoeringen met een nog constantere uitgangsdruk, verbeterdeCO2-automaten, ‘Konkurrenz-Hochdruck-Ventilen’ (voor mineraalwater en zgn.‘bubbelwijn’) en zogenaamde ‘Original-Bier-Automaten’. Stuk voor stuk van onbe-rispelijke kwaliteit en toch zo eenvoudigdat reparatie en afstelling bij de klant aan huis kan geschieden. Bovendienmoet de veiligheid gewaarborgd zijn:model ‘Konkurrenz’ uit 1893 heeft reedseen vast ingebouwd afblaasventiel, dat bijeen druk die 1 bar hoger ligt dan de werk-druk, automatisch afblaast en zo voorkomtdat biervaten door toenemende druk uitelkaar spatten.

NormalisatieBiertapinstallaties op koolzuurdruk wordenpopulair en steeds meer ondernemingenrichten zich op deze markt. Reduceerven-tielen, afsluitkranen en voorraadcilindershebben daardoor allemaal verschillendeschroefdraden. In zijn ‘Lebenserinnerungen’noemt Johann Heinrich de situatie ‘einfürchterlicher Anarchismus’. Die ergernisleidt in 1895 tot een normvoorstel voor deaansluitschroefdraad voor CO2-cilindersen reduceerventielen, door Bernhard Dräger gepubliceerd in het tijdschrift vande gezamenlijke koolzuurindustrie. Bijnaalle fabrikanten conformeren zich aandeze ‘private standaard’. Tot op de dagvan vandaag is Dräger intensief betrokkenbij de totstandkoming van normen.

In den beginne was er het Lubeca-reduceerventiel31 Maart 1889 is de datum waarop het Duitse patent op een 'Druck-minderungsventil mit Kniehebeln' aanvangt. Het 'Kaiserliches

Patentamt' erkent met Patentschrift No. 52238 Johann Heinrich Dräger en zijn onderneming, destijds nog Dräger & Gerling, als uitvinder van het tot dan toe enige betrouwbare reduceerventiel: het ‘Lubeca-Ventil’. Er zouden noghonderden patenten volgen, bijna allemaal op een of andere manier verbonden met het regelen of meten van gassen. Tot op de dag van vandaag wordt het Lubeca-werkingsprincipe toegepast.

De 125-jarige aanloop naar techniek voor het leven

En zo begon het allemaal.

Lubeca-ventiel

Page 4: Gevaar verstoppen

| 76 |

Reduceerventielen in andere apparatenIn 1899 produceert Dräger haar eersteregelautomaten voor zuurstof en water-stof, bedoeld voor het autogeen lassen enzuurstofreduceerventielen voor medischetoepassingen. Dräger bekommert zich omzelfontbrandingsrisico’s en bouwt deug-delijke veiligheidsvoorzieningen in, zoalsautomatische vlamdovers. Vet en olie zijnuit den boze, maar ook de automaten zelflopen gevaar. Met name rubberen onder-delen in het inwendige van reduceerven-tielen blijken erg gevoelig voor zelfont-

branding en worden via ingenieuze enlater gepatenteerde technieken beveiligd.Aan het begin van de twintigste eeuwworden Dräger reduceerventielen toege-past in (knalgas-)las- en soldeerappara-tuur, kalklichtlampen voor projectoren,duikapparatuur en de eerste adembe-schermingstoestellen voor mijn-reddings-werkers, die al snel ‘Drägermen’ genoemdworden. Dräger produceert zelf allegenoemde apparatuur en heeft intussenook een goede naam verworven in demedische wereld. De samenwerking met

Dr. Otto Roth, aangevangen in 1899, leidttot de uitvinding en productie van velenarcoseapparaten en beademingstoestel-len – allemaal voorzien van één of meeruiterst betrouwbare reduceerventielen –en vormen de kiem voor de medische takvan de onderneming.

Het heden; techniek voor het levenDräger is in haar honderdvijfentwintigjarigbestaan trouw gebleven aan het in goedebanen leiden van gassen. Zowel in demedische- als in de veiligheidstechniek ishet meten, analyseren, filteren, bewakenen behandelen van gassen de kern vanveel bedrijfsactiviteiten gebleven. Drägerfabriceert weliswaar geen biertapinstalla-ties of lasbranders meer en de manometerstaat niet meer als zelfstandig artikel in decatalogi, maar in plaats daarvan is de kennis van arbeidsrisico’s en ‘beheers-technieken’ gigantisch uitgebreid. Eencompleet gamma uiterst betrouwbare veiligheidstechnische en medische artikelenwordt ontwikkeld in de eigen laboratoria,o.a. in Lübeck. Drukgastechniek is tech-niek voor het leven geworden, niet alleenin Lübeck, maar wereldwijd in alle Drägervestigingen. Nog steeds worden jaarlijkstienduizenden ‘Drägermen’ voorzien vannieuwe ademluchttoestellen. En elk Dräger-apparaat moet zo perfect zijn als JohannHeinrich het ooit bedoeld heeft.

WERKINGSPRINCIPE VAN EEN REDUCEERVENTIELDe gasfles van de caravan, het gasdistributienet, duik- en ademluchttoestellen,autogene lasapparaten, anesthesieapparatuur en de lpg-verdamper in een auto.Zomaar enkele voorbeelden van producten die niet kunnen worden gebruiktzonder automatische drukreductie. Het werkingsprincipe van deze reduceer-toestellen is doorgaans volledig mechanisch en relatief eenvoudig: het berustop een evenwicht tussen de druk op een membraan en de kracht die een veerdaarop uitoefent. Bij lage gasdruk wint de veer en opent een hefboom een klepje,waardoor er meer gas in de ‘drukdoos’ wordt toegelaten. Als de gasdruk gelijkis aan de veerdruk dan sluit het toevoerklepje weer. Door de veer instelbaar te maken kan de gewenste gasdruk worden geregeld. Het lijkt zo eenvoudig.Reduceerventielen bestaan in soorten en maten, met metalen of rubberen mem-branen voor verschillende drukbereiken, voor agressieve stoffen of gassen en met verschillende debieten. Bovendien zijn er tweetrapsuitvoeringen voorgrotere reductie en/of grotere constantheid van de secundaire druk en zijn ze aldan niet voorzien van instelschroeven en drukmeters.

Fluitmechanisme

Middendruk naar waarschuwingseenheid met fluitsignaal

Voor-druk

Midden-druk

Voor-druk

Hoge-druk

Midden-druk

Middendruk naar ademautomaat

Hogedruk smoorschroef

Hogedruk manometer ofBodyguard

1 2

3 4 Opbergkasten: reddingsmiddelen altijd paraat

Zowel in de industrie als in de offshore zijnde klimatologische omstandigheden verrevan ideaal voor opslag van beschermings-,brandblus- en reddingsmiddelen. Maar diemiddelen moeten wel altijd binnen hand-bereik zijn; bijvoorbeeld nabij vluchtwegen,op strategische plaatsen in gangen en opbalustrades. Een helikopter-crashkit hoorttenslotte op- of nabij het heliplatform. Red-dingsvesten opbergen in een binnenruimtevan een productieplatform kan tijdverliesveroorzaken bij incidenten. Buiten wordenmaterialen blootgesteld aan weer en winden kunnen (zout) water en zonlicht zorgenvoor vervuiling, versnelde corrosie van

metalen of veroudering van kunststoffen.Dräger levert vele maten glasvezelversterktepolyester opbergkasten en -kisten met rvs hang- en sluitwerk, geschikt voor dezwaarste omstandigheden. De kasten zijn(spuit)waterdicht (IP-x6), standaard roodof groen en desgewenst met legplank-indeling of hangvoorzieningen. Optioneelzijn ze ook in andere kleuren leverbaar,eventueel te voorzien van belettering, isolatie en verwarming, klasse 2 brandver-tragende eigenschappen of rolluiken. De kasten zijn uiteraard ook zeer geschikt omblusmiddelen of PBM’s paraat te houdenin industriële omgevingen.

Amerikaanse Superman-strip uit 1938: "Drägermen are coming. We are saved."

Werking reduceerventiel van een ademluchttoestel.

Opbergkasten

geschikt voor de zwaarste

omstandigheden

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Marine &Offshore: 010 2952 740

Voordruk minder dan 60 bar – Fluitsignaal geactiveerd

Normaal gebruikReduceerventiel – Drukloos

Lucht stroomt weg

Open

Voor-druk

Midden-druk

OverdruklekMiddendruk-veiligheidsventiel open

Page 5: Gevaar verstoppen

| 98 |

Werkingsprincipes van sensorenVoor de sensoren in stationaire- en draag-bare gasmeters zijn er vier werkingsprinci-pes. De PID-meters (Photo IonisationDetectors) werken via foto-ionisatie van het doelgas met een kleine UV-lichtbron.Infraroodsensoren (IR) ‘kijken’ naar de unie-ke lichtabsorptie van het gas in de meetcel.Katalytische sensoren verbranden in hun inwendige minimale hoeveelheden van hette meten gas, hetgeen een meetbare tempe-ratuurverhoging veroorzaakt. Deze ‘KatEx’sensoren zijn uiteraard alleen geschikt voor

brandbare gassen en dampen. Ten slottezijn er de elektrochemische sensoren vooreen enorme variëteit aan gassen. Het risicoop blootstelling aan toxische gassen wordtvooral bewaakt door deze laatste groep. Hetzijn zeer gevoelige en kleine elektrochemi-sche fabriekjes waarbinnen in een kleinehoeveelheid elektrolyt vastgesteld wordt ofde omgevingslucht giftig is of niet.

Elektrochemische sensorenIn een elektrochemische sensor bevindenzich minstens twee elektroden, geleidende

staafjes die in contact staan met een door-gaans geleiachtige massa, het elektrolyt.Een elektrolyt is een vloeistof die elek-trische stroom geleidt doordat deze ionenbevat. In dit elektrolyt zal het doelgas, datvia een poreus membraan toetreedt, eenchemische reactie doen plaatsvinden diede geleidbaarheid verandert en daarmeeeen heel klein stroompje doet lopen. Eenelektrisch meetcircuit vertaalt dit stroompjein een uitlezing op een display en/of doetde alarmbellen rinkelen.

De ideale sensorIn de Dräger-laboratoria wordt voor iedergas gezocht naar het ideale reagens. Deeerste voorwaarde is dat een gas reactiefis, dat wil zeggen dat er – met welke anderestof dan ook – een reactie mogelijk is.Daarmee vallen alle edelgassen en inertestoffen af; deze zijn niet te detecteren metEC-sensoren. Gelukkig zijn veel toxischegassen en dampen juist hoogreactief(daardoor zijn ze ook giftig). Onder dejuiste condities, onder andere met het juistereagens, kunnen ze zodanig wordengetransformeerd dat het tot een ionen-stroompje tussen de elektroden leidt.Daartoe kan het nodig zijn dat er niet één maar twee of zelfs een hele serie verschillende reacties plaatsvindt, somsmet meerdere katalysatoren; stoffen die‘tijdelijk’ aan de reactie deelnemen. Desamenstelling van het elektrolyt, de kataly-satoren en het materiaal van de elektrodenzijn bepalend voor het slagen van de mis-sie. Ook de selectiviteit, het gebrek aankruisgevoeligheid voor andere gassen danhet doelgas, wordt hierdoor in hoge matebepaald. Naast eisen ten aanzien vangevoeligheid (steeds lagere detectielimie-ten), moet de ideale sensor snel reagerenen mag hij niet vergiftigen door het temeten gas of andere gassen. Bovendienmoeten sensoren liefst ook betrouwbaar

In de veiligheidstechniek worden gasrisico’s in drie hoofdgroepen verdeeld:explosiviteit, zuurstofconcentratie en toxiciteit (giftigheid). Men spreekt dan ook over Ex/Ox/Tox-metingen als al die risico’s moeten worden bewaakt. Wat explosiegevaar en zuurstofconcentratie betreft gaat het om relatief forseconcentraties: de onderste explosiegrenzen (LEL) van brandbare gassen bevindenzich tussen 0,5 en 15 volumeprocent, en zelfs bij een gebruikelijk ‘alarmeringsni-veau’ op 10% van de LEL, hoeft een sensor nog steeds niet zeer gevoelig te zijn.Bij metingen van de zuurstofconcentratie zal het meetbereik zich veelal rond denormale concentratie van 20,9% bevinden. De uitdaging schuilt hier dus niet inde gevoeligheid van een meetsensor, maar wel in de stabiliteit, de nauwkeurig-heid, de levensduur en de selectiviteit (de ongevoeligheid voor andere gassen)ervan. Daarnaast kunnen grootte, energieverbruik en ATEX-eigenschappen vanbelang zijn. Anders is dat voor de Tox-metingen. Bij giftige gassen gaat het nietom volumeprocenten, maar om ppm. Voor het detecteren van één molecuul permiljoen zijn uiterst gevoelige sensoren vereist.

Dräger EC-sensoren

Elektrochemische sensor is hypergevoelige microreactor

blijven werken bij afwijkende temperaturen.Dat is op zich al lastig, want nagenoegelke chemische reactie verloopt moeilijkerof trager bij lage temperatuur. Interne ver-warming vergt energie en is bij stationairegasmeetsystemen dus eerder een optiedan bij draagbare gasmeetinstrumenten.Verder moet zogenaamde ‘drift’ beperktblijven: het ‘verlopen’ van de gevoeligheidof de reactiecurves na verloop van tijd.

Eindige levensduur en bedreiging vande sensorIn principe zullen de reagentia in het elek-trolyt van een elektrochemische sensor opden duur opraken, afhankelijk van hetsoort reactie en de concentraties van degassen in de omgeving. Voor een sensorbetekent dat het einde van de levensduur,vergelijkbaar met een batterij, waarin hetelektrochemische proces immers ookophoudt als hij leeg/verbruikt is. Vooralvoor gassen die in hoge concentratiesaanwezig zullen zijn (Dräger HC-sensoren)wordt – in het elektrochemische segment– gezocht naar cyclische reacties, waarbijhet reactieve medium zichzelf in standhoudt. Voor zuurstof is dat gezien de forsepermanente concentratie pure noodzaak,maar Dräger is er ook voor heel veel anderedoelgassen in geslaagd de juiste reactieste vinden en zo uiterst duurzame sensorente ontwikkelen.

WaterdampBehalve door de beschreven ‘uitputting’wordt een elektrolyt bedreigd door wateruit de omgevingslucht. Het elektrolyt zal,dwars door het beschermende membraanheen, in meer of mindere mate water aan-trekken en opnemen. Zo kan het elektrolytverdund raken of kan er binnen het membraan door volumetoename bij eensterk hygroscopisch elektrolyt een drukopgebouwd worden. Dräger heeft dit verwoestende effect bij enkele sensoren viaeen gepatenteerde expansiemogelijkheiden drukvereffeningssysteem grotendeelsondervangen. Het omgekeerde kan ook:‘indampen’ van het elektrolyt in zeer drogeomgevingscondities. Ook deze uitdrogingis uiteindelijk funest. De genoemde effectenmaken de lijst nog lang niet compleet:bepaalde sensoren worden bijvoorbeeldook bedreigd door siliconen, corrosie enmechanische effecten.

Lineariteit en kalibratie, de Smart SensorEen compleet lineair gedrag van een sensor wil zeggen dat bij een verdubbelingvan de gasconcentratie ook het elektrischestroompje aan de meetelektrode twee keerzo hoog wordt, over het gehele meetbe-reik. Deze situatie is eerder uitzonderingdan regel, en de absolute gevoeligheid ende ‘response’ kunnen zelfs per individuelesensor verschillen. Dräger XS-sensorenbevatten daarom – net als de stationaireelektrochemische sensoren – een eigenEEPROM, een herprogrammeerbare ge-heugenchip die alle relevante data vande betreffende sensor bevat enervoor zorgt dat het ‘uitwendig gedrag’uniform en gestan-daardiseerd is. Eendergelijke ‘smart’sensor is daardoor uitwisselbaar zonder

kalibratie van het bijbehorende meetappa-raat (X-am 7000 en stationaire systemen).Bij de XXS-sensoren (miniatuursensorenvoor draagbare gasmeters) bevinden de sensorrelevante data zich in het instrument.Omgevingsinvloeden, gebruik en normaleveroudering maken dat elektrochemischesensoren met regelmatige intervallenopnieuw moeten worden gekalibreerd, bijvoorbeeld eens per halfjaar. Die termijnis overigens geen vast gegeven, maar inhoge mate afhankelijk van de toepassing.

DrägerSensor®Niet voor niets worden de sensoren vanDräger wereldwijd toegepast in stationaireen draagbare meetapparaten, soms zelfs inde procestechniek, ook al zijn ze primairontwikkeld voor veiligheidstechnische toe-passingen. Dräger ontwikkelt en fabriceertal decennialang de meest gevoelige, stabiele en betrouwbare sensoren enbeschikt over een reeks patenten op ditgebied. De Dräger drie-elektroden-techniekvoor elektrochemische sensoren zorgt viaeen extra referentie-elektrode voor veelhogere meetkwaliteit en langere levensduur.De Dräger-laboratoria ontwikkelen voort-durend nieuwe – soms revolutionaire – sensoren en verbeteren bestaande versies. Dräger biedt grip op de wereld van hetongrijpbare en zorgt onvermoeibaar vooreen steeds betere beheersing van alle risico’s die worden veroorzaakt door gassen.

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777 of met DrägerStationaire Gasdetectiesystemen: 079 3444 845

Ex/Ox/Tox -metingen

DrägerSensoren® voor vele doelgassen.

Page 6: Gevaar verstoppen

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777 of met DrägerStationaire Gasdetectiesystemen: 079 3444 845

| 1110 |

Wettelijke grenswaarden voor giftige gassen en dampen zijn soms zo laag datze slechts te meten zijn met gasdetectiebuisjes, het Dräger CMS (Chip MeetSysteem) of met uiterst gevoelige laboratoriumapparatuur. Bovendien wordengrenswaarden met regelmaat aangescherpt, wat gevolgen heeft voor de eisendie worden gesteld aan de gevoeligheid van de toe te passen sensoren. Ontwik-keling van steeds gevoeliger sensoren is dus een speerpunt in de Dräger-laboratoria, maar dat mag niet ten koste gaan van de stabiliteit, de levensduur of de betrouwbaarheid. De grenswaarde van 0,9 ppm voor waterstofcyanide isvoor de nieuwe Dräger HCN-LC-sensor (detectielimiet 0,1 ppm) geen probleem.De sensor is bedoeld voor de Polytron 7000/8000 serie transmitters en is uitwisselbaar met de bestaande HCN-sensor. Toepassingen: werkplaatsen in degalvanische industrie, laboratoria en andere (chemische) omgevingen. 'LC' staat voor Low Concentration, en die toevoeging is in dit geval eigenlijk eenunderstatement.

Hypergevoelige HCN-LC sensor (blauwzuur)

Ammoniak is een corrosief en giftig gas dat wordt gebruikt als koudemiddel ingrote koelinstallaties en als oplosmiddel. Bovendien komt het vrij bij de afbraakvan stikstofhoudende stoffen in mest. Het kan dus bijvoorbeeld worden aange-troffen in riolen, waterzuiveringsinstallaties, machinekamers van koelhuizen en(altijd) in veestallen. In de veehouderij en de landbouw wordt de milieubelastingdoor ammoniak teruggedrongen door injectie van mest in de bodem in plaatsvan verspreiding op de oppervlakte en (soms) door het zuiveren van de lucht uitstallen. Het betrouwbaar meten van ammoniakconcentraties met sensoren isechter bijna onmogelijk: althans, dat was het tot nu toe.

Nieuwe stationaire NH3-sensor

Uitstoot en toepassingen ammoniakAmmoniak is een kleurloos en giftig gasmet een kenmerkende scherpe geur dieeen mens al waarneemt ruim beneden degezondheidskundige grenswaarde van 20ppm. Het tast slijmvliezen en ademhalings-organen aan, irriteert de ogen en bij enkeleduizenden ppm is ammoniak dodelijk. Fataleongevallen zijn helaas niet uitgesloten. Ook is er een reëel sterfterisico voor vee inde intensieve veehouderij: onvoldoendeventilatie van bijvoorbeeld varkensstallenveroorzaakt zo dierenleed en is verant-woordelijk voor aanzienlijke economische

schade. De veehouderij levert de grootstebijdrage aan de uitstoot van ammoniak,daarna volgen de koeltechniek en de chemische industrie, waar ammoniakonder andere wordt gebruikt voor fabrica-ge van kunstmest, synthetische vezels,springstof en ureumformaldehydeharsen.

Feilbare detectieVoor het detecteren en meten van ammo-niakconcentraties in de omgevingsluchtworden elektrochemische sensorengebruikt. Nagenoeg al die sensoren hebbeneen uiterst hinderlijke tekortkoming: zekunnen niet tegen aanhoudende (hogere)concentraties NH3. Een constante concen-tratie leidt namelijk niet tot een constantmeetsignaal. In technische termen: de sensor reageert ‘integrerend’, wat leidt tot het ‘inzakken’ van het signaal met hetverloop van de tijd. Dit uiterst lastige ver-schijnsel valt niet te compenseren met dein sensorbehuizingen aangebrachte logica.‘Herstel’ van sensoren door intermitterende

ventilatie (‘spoelen’ met verse lucht) iscomplex en het beperkt de meetmogelijk-heden. Alleen een ingrijpende veranderingvan de in de sensor optredende reactiesbiedt soelaas. Daarin is Dräger Research & Development geslaagd: de nieuwe NH3-sensor raakt niet voortijdig uitgeput of‘hopeloos van slag’ door langdurige bloot-stelling.

Revolutionaire sensorchemieHet geheim van de smid schuilt dus in deinwendige chemie. In het organische elek-trolyt van de nieuwe DrägerSensor zorgen(unieke) cyclische reacties ervoor dat dereagentia niet worden ‘verbruikt’. Daardoorheeft de sensor onder vergelijkbareomstandigheden een beduidend langerelevensduur dan alle oudere typen, waar welsprake is van uitputting. De nieuwe DrägerNH3-sensor maakt korte metten met detechnische beperkingen van ammoniakde-tectie: behalve een toegenomen response-snelheid en gevoeligheid lijdt de sensornauwelijks aan drift of ‘inzakken’. De meet-waarde blijft stabiel, ook bij een dagenlangeblootstelling aan een concentratie van bijvoorbeeld 20 ppm. Plotseling stijgendeconcentraties – zoals die te verwachtenzijn bij lekdetectie – zijn met conventionelesensoren goed te meten, maar bij langduri-ger optredende ‘achtergrondconcentraties’is de nieuwe sensor heer en meester.

Veiligheid raakt aan meet- en regeltech-niekIn de veehouderij is meting van de ammo-niakconcentratie nog geen gemeengoed,hoewel de concentraties in stallen zorg-wekkende pieken vertonen. De nieuwegeneratie NH3-sensoren zal mogelijkhedengaan bieden om mens en dier te bescher-men, bijvoorbeeld door automatische sturing van ventilatiesystemen. Tot opheden wordt de ventilatie vooral thermosta-tisch geregeld, met risico’s voor te hogeammoniakconcentraties op koude of wind-stille dagen. Veiligheidshalve teveel ventile-ren is nattevingerwerk: het geeft kostbaarwarmteverlies en biedt nog steeds geenzekerheid.

AchtergrondconcentratiesNiet slechts in veestallen is sprake vanlangdurig hoge concentraties ammoniak.Oudere koelinstallaties krijgen de neigingtot ‘zweten’ en in rioolwaterzuiveringen zijnbesloten ruimten te vinden die alleen metonafhankelijke adembescherming te betre-den zijn. Dräger biedt met de nieuwe Dräger NH3-sensortechniek de mogelijk-heid om in dat soort situaties ook adequatestationaire metingen uit te voeren, uiteraardnaar behoefte aan te vullen met vrijgaveme-tingen en tijdelijke of persoonlijke detectiebij werkzaamheden of reguliere inspecties.

Dräger NH3 TLDe officiële naam van de revolutionairesensor luidt ‘Dräger NH3 TL’, waarin de Taanduidt dat het om een sensor met drie(three) electroden gaat en de ‘L’ laag (low)betekent, omdat de detectiedrempel 1 ppmbedraagt. De sensor is in hoge mate onge-voelig voor veranderingen in temperatuur (-40 tot +65 graden Celsius) en luchtvoch-tigheid (15 tot 95 %) en heeft geen last vankruisgevoeligheid voor bijvoorbeeld CO2.

*Deze app is in de Engelse taal en is niet aan-gepast aan eventuele specifieke Nederlandsewetten, normen en richtlijnen.

Productie van ammoniak.

Eindelijk een ammoniaksensor

die tegen ammoniak kan.

AMMONIAK

‘SENSORHULP’ VIA DE DRÄGERGAS DETECTION APPVoor elke omgeving of toepassing en voor ieder gas(mengsel) bestaat ereen ideale sensor of detectieprincipe,en elke sensor heeft zijn – soms zeerspecifieke – eigenschappen. Boven-dien zijn er gassen, (zeer lage) concentraties of combinaties vaneisen waarvoor geen enkele sensorbeschikbaar is. Buisjesmetingen en/oflaboratoriumanalyse zullen dan uit-komst moeten bieden. Dräger biedtechter een enorm scala aan sensoren:KatEx, IR, PID en EC in verschillendeuitvoeringen en bereiken. De selectievan de juiste sensor is niet alleenafhankelijk van het doelgas en de concentratie, maar ook van omge-vingscondities, andere gassen enwenselijke of onwenselijke kruisge-voeligheid. Naast de handboeken, decatalogi en de Dräger website is ersinds 2012 een app voor de iPhone en voor Android: de Dräger GasDetection App, gratis beschikbaar viadiverse ‘app stores’. Naast de techni-sche data van alle sensoren, portablesen randapparatuur bevat de app nuttige gas-(meet)technische tabellenbetreffende grenswaarden van toxi-sche gassen, LEL en vlampunt vanbrandbare gassen en dampen.*

Page 7: Gevaar verstoppen

| 1312 |

Was de oude situatie minder econo-misch?Van de Zande: “We hadden te kampenmet overcapaciteit en een matige bezet-tingsgraad. Bovendien voldeden veel werk-plekken niet meer aan de arbotechnischeeisen: de afzuiging was ontoereikend,werktafels waren niet verstelbaar en wehadden een veel te grote verscheidenheidin materialen en gereedschappen. Ookhadden we te maken met verschillendewerkwijzen en waren niet alle werkplaatsenuitgerust om op ‘niveau 4’ onderhoud te verrichten, met als gevolg dat groot ‘jaaronderhoud’ soms uitbesteed moest worden. Dat doen we nu dus allemaal zelf.”Rotteveel: “Bovendien werkten we ook metparttimers, die slechts af en toe in een

werkplaats werden ingezet. Dat is natuur-lijk wel afwisselend, maar niet goed voorde routine en voor het bijhouden van jevakkennis en vaardigheden. Nu doen we alhet werk met zes fulltimers op één locatiewaardoor het werk ook beter in te plannenis. Zelf heb ik een beter overzicht en draaiik ook gewoon mee in de werkplaats, watheel plezierig werkt.”

Van de Zande: “Wat we sinds de ‘idealise-ring’ merken, is dat we veel meer materieelinzetbaar hebben dan voorheen met degescheiden batches. We werkten al welmet één centrale database (Drägerware,red.), dus het overzicht was er wel, maarnu zijn de werkzaamheden ook gecentrali-seerd. De vaste technici krijgen dus veel

meer maskers en toestellen onder handen.Centrale logistiek vond toch al plaats, ookvoor kleding en mensen, dus het centraleonderhoud heeft niet gezorgd voor eennoemenswaardige toename van transport-bewegingen. Elke kazerne heeft een eigenlokale voorraad om cilinders en maskers te kunnen wisselen. Grotere voorradenbevinden zich hier en in de twee specialeademluchtvoertuigen. Die kunnen snelextra ademluchtapparatuur leveren bij cala-miteiten. Het gaat hier om grote aantallen:als de afdeling Vakbekwaamheid oefenin-gen organiseert, dan zijn er zomaar hon-derd toestellen enkele dagen in gebruik.Soms lijkt de voorraad dus enorm, maarals je ook nog een paar calamiteiten hebt,ligt er weinig meer op voorraad.”

Brandweer Haaglanden heeft in augustus 2014 een nieuwe adembeschermingswerkplaats in gebruik genomen, ingericht door Dräger. De werkplaats vervangt de tien afzonderlijke werkplaatsen in de diverse brandweerkazernes in de Veiligheidsregio Haaglanden.Arwin van de Zande, Teamhoofd Materieel van Brandweer Haaglanden noemt de nieuwe werkplaats ‘het neusje van de zalm’. “Je moetzorgen voor goede faciliteiten en werkomgeving, want alleen dan kunnen de mensen kwalitatief goed werk leveren. Bovendien moethet op een economische manier, en dat is nu zeker het geval.” Ook Alex Rotteveel, voorman van de adembeschermingswerkplaats en aanwezig bij het interview, is zeer tevreden met de faciliteiten en met de manier waarop er nu gewerkt kan worden. De twee brandweerfunctionarissen staan Dräger Nieuws Nederland te woord in de hagelnieuwe, uitstekend geoutilleerde centrale werkplaats.

Brandweer Haaglanden centraliseert onderhoud

Dräger richt nieuwe werkplaats in

Alex Rotteveel, meewerkend voorman adembeschermings-werkplaats Haaglanden

Arwin van de Zande, Teamhoofd Materieel van Brandweer Haaglanden

1

Een nieuwe adembeschermingswerkplaats. Van 3D-ontwerp naar gebruiksvriendelijke realiteit.

2

3

4

5

6

7

Page 8: Gevaar verstoppen

| 1514 |

En het overgangsscenario tijdens deverbouwing?Van de Zande: “Dat was in juni en juli, volgens een strakke planning. Terwijl ernieuwe luchtbehandeling, plafonds,tegels, verlichting en werkplekken werdenaangebracht, zijn wij tijdelijk uitgewekennaar kazerne Delft. Die werkplaats is veelkleiner, maar we hadden wat uitwijkmoge-lijkheden naar de remise, waardoor er voldoende capaciteit te realiseren was omal het onderhoud te doen. Nu onze gere-noveerde werkplaats weer in gebruik iswordt de werkplaats in Delft gesloten.”

Hoe beviel de samenwerking met Dräger?Van de Zande: “Prima, Dräger heeft uitstekend samengewerkt met de bouw-kundige en installatietechnische aanne-mers, en de begeleiding van Roger Zonnenberg en Peter van Buuren vanDräger was perfect. Dat is heel belangrijk,omdat je de dingen nu eenmaal in eenbepaalde volgorde moet doen. Natuurlijkgeldt dat als compliment voor alle partijen.Als die samenwerking niet goed gaat dan krijg je dubbel werk, dan moet eenplafond te vaak open en kan men onder-ling met vingers gaan wijzen. Dat is alle-maal niet gebeurd: het was een soepelverlopend proces.”

Is het project nu afgerond?Van de Zande: “De oplevering was inaugustus en we zijn nu helemaal operatio-neel. Klaar zou je zeggen. Toch is er nogeen slag te slaan: we willen onze kwaliteitborgen door certificering van de bedrijfs-processen in de adembeschermingswerk-plaats. Dat gaat de kers op de taart worden.”

Wanneer zijn jullie begonnen metnadenken over de nieuwe werkplaats?"Al in 2010, toen we werden geregiona-liseerd, zijn we gaan bespreken hoe wehet onderhoud konden stroomlijnen. Onstwintig jaar oude gebouw in Loosduinenzou compleet worden gerenoveerd endaar beschikten we al over de grootsteadembeschermingswerkplaats in deregio. Voor het concretiseren van de eerste plannen hebben we een mood-board gemaakt, een plak- en prikbord met plaatjes van andere werkplaatsen enaantekeningen, dat vervolgens de eersteaanzet vormde voor het Programma vanEisen. Uiteindelijk werd het project sepa-raat aanbesteed en gegund aan Dräger.We gebruiken nu in de hele regio dezelfdetoestellen, dus een cilinder die vandaag inkazerne Loosduinen ligt, kan morgen in ‘s-Gravenzande of Wassenaar wordengebruikt. Alle materialen worden onder-houden in Loosduinen, met uitzonderingvan de chemicaliën- en gaspakken. Datspecifieke werk wordt door ons teamgevaarlijke stoffen in kazerne Laakgedaan. Dat zijn ook de gaspakdragers.”

Het ziet er buitengewoon schoon uit.Van de Zande: “Dat horen we vaker: ‘hetlijkt wel een laboratorium’ en ‘je zou vande vloer kunnen eten’. Ik ben van meningdat dat moet; een opgeruimde setting is belangrijk om zorgvuldig te kunnen werken. We hebben een goede scheidingtussen vuile ruimten en schone ruimten.Op de plaats van de oude bankwerkerij zit nu de nieuwe distributieruimte en delaad- en losingang. Het materiaal dat daarbinnenkomt gaat eerst naar de voorwas-plaats, links de toestellen en rechts demaskers. We hebben nu drie identiekegrote droogkasten die we naar behoeftekunnen indelen. Ook hebben we nu eennieuwe grote wasmachine. Materialenkomen dus alleen schoon in de schoneruimten terecht.”

Hebben jullie alles gelijktijdig vervan-gen?Van de Zande: “Ja, we hebben heelbewust bij de ademluchtaanbestedingook de testapparatuur van de werkplaat-sen zoals Testor, Prestor en Quaestor ver-vangen, zodat alles ‘matchte’. Dan heb jegeen ratjetoe van verschillende merken en typen en ben je met alles ongeveertegelijk aan vervanging toe. Budgettairwerd het één aanbesteding. Soms heb-ben we investeringen dus bewust iets uit-gesteld, waardoor we over 10 jaar weereen nieuwe keuze kunnen maken. Deapparatuur is in december 2013 geleverden begin 2014 hebben we met Dräger de opleidingen voor de technici georgani-seerd. Niet meer aan de veertig man dieverspreid het onderhoud deden, maarvoor de zes fulltimers. De ademluchtcom-pressoren, toestelwasmachines en tweegrote droogkasten zijn niet vervangen,want die zijn nog in uitstekende staat.”

BRANDWEER HAAGLANDENDe Veiligheidsregio Haaglanden bestaat uit negen gemeenten: ’Den Haag, Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg, Delft, West-land, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar en Midden-Delfland. In 2013 waren er bij brandweerzorg 840 mensen (fte)werkzaam in loondienst en daarnaast werden er een kleine 400 brandweervrijwilligers ingezet. In de gebouwen van de Veilig-heidsregio Haaglanden heerst een strakke en opgeruimde sfeer, kantoorruimten zijn licht en open en zijn nagenoeg uitsluitendvoorzien van flexwerkplekken. In het ‘hoofdgebouw’ aan de Haagse Dedemsvaartweg is de huisstijl strak, de hoofdkleuren wit,grijs, oranje en antraciet. De werkplaatsen zijn daarop geen uitzondering.

‘het neusje van de zalm’

2 3 4 5 6 7

Page 9: Gevaar verstoppen

niet worden aangetast. Ook de kledingvoor ambulancediensten kan in dezelfdemachine. De speciale impregnering tegenabsorptie van bloed en andere vloeistoffenzorgt ervoor dat specifieke vlekken gemak-kelijker ‘lossen’ van de textielvezels. Ookdaarbij geldt dat alleen speciale, voorge-schreven wasmiddelen die impregneringlangdurig in stand zullen houden en dezekerheid bieden dat biologische agentiabetrouwbaar worden verwijderd.

Verkeerd wassenDe ene wasmachine is de andere niet en voor elke te wassen soort bescher-mingsmiddel levert Dräger de geschikteproducten voor reiniging en desgewenstdesinfectie. Alleen die middelen bieden degarantie dat het materiaal niet wordt aange-tast en dat PBM’s hun beschermendeeigenschappen behouden. Zelf experimen-teren met huishoudmiddelen is riskant:sommige zijn zo agressief dat een impreg-neermiddel in één wasbeurt als sneeuwvoor de zon verdwijnt, dat materialen worden aangetast of dat er een residu opachterblijft. Zelfs het nog steeds her en der verkondigde advies ‘gelaatsstukkenreinigen met een zachte zeep’ is onjuist.Als voor die zachte zeep bijvoorbeeld vloeibare groene zeep wordt gebruikt, dan

| 1716 |

CentralisatieNatuurlijk, het kan pijnlijk zijn om kleinerewerkplaatsen te moeten samenvoegen,vooral voor de betrokken technici die hunpersoonlijke takenpakketten of stand-plaats zien veranderen. Economischeoverwegingen en strenge kwaliteitseisenzijn echter krachtige factoren. Logistiek,adequaat voorraadbeheer en de totale

procesoutput moeten de operatie optimaalblijven steunen en kennis wordt gebun-deld. Uiteindelijk gaat het erom dat elkbrandweerkorps effectief inzetbaar is ennooit misgrijpt naar middelen. Voor groterewerkplaatsen is de investering in eeneigen industriële wasmachine mogelijk enkunnen uitrustingsstukken in eigen beheerworden gereinigd.

Gelaatsstukken in de machinewasDe gelaatsstukken van de ademluchtappa-ratuur behoren tot de meest gereinigde uitrustingsstukken. In plaats van handmatig‘uitsoppen’ gaan ze na elke inzet in specia-le waszakken en verdwijnen ze achter dedeur van een grote industriële wasmachine.Volgens voorschrift moet de trommelgeheel worden gevuld omdat het ‘tuimelen’meer risico op schade geeft dan dat hetbijdraagt aan een goede reiniging. Tenslottezijn het geen spijkerbroeken, die juist wel baat hebben bij ‘rondplonzen’. In een’24 kg-machine’ gaan bijvoorbeeld 18 volgelaatsmaskers, en bij kleinere hoeveel-heden wordt de vrije ruimte opgevuld met speciale vulmaterialen. Aangepastewasprogramma’s en speciale wasmiddelenzorgen ervoor dat de inhoud schoon en uitgelekt kan worden uitgenomen. Centri-fugeren is voor maskers uiterst ongewenst,dus alleen rustig heen en weer draaien terwijl het spoelwater wordt afgepomptsluit het wasprogramma af. Daarna kan deinhoud in de droogkast.

Andere PBM’s wassenInvesteren in een wasmachine voorkomthet door menigeen minder gewaardeerdehandwerk en is al snel een haalbare kaart,zeker bij frequente reiniging van PBM’s.Dat is niet beperkt tot wassen van gelaats-stukken; de mogelijkheden zijn legio. Demachines zijn breed inzetbaar, en bevattenspeciale door Dräger in samenwerking metgebruikers en fabrikanten van machines enwasmiddelen ontwikkelde wasprogramma’svoor gas- en chemicaliënpakken, uitrukkle-ding en zelfs helmen. Daar horen specialewasmiddelen bij, die zorgen dat onderandere de brandvertragende eigenschap-pen behouden blijven en dat materialen

kan dat al schade veroorzaken: het bevat glycerine, en dat bestanddeel kan bepaal-de soorten rubber of coating aantasten.Bedenk dat ook te heet wassen kwaadkan. Krimp, aantasting van materialen, verlies van eventuele antistatische, wateraf-stotende of vuil werende eigenschappenen (bij adembescherming) vervorming vanthermoplastische materialen liggen op de loer. Dräger informeert gebruikersgraag welke middelen zijn toegelaten enop welke temperaturen en met welke programma’s de gewenste resultaten worden bereikt.

NachtstroomHet in eigen beheer wassen van PBM’sloont de moeite. Voor een wasmachine ishet niet bezwaarlijk om ook bij nacht enontij te draaien. Vaak zijn enige voorberei-ding, goede instructie en wat afsprakenmet de nachtdienst voldoende om ook de was van de uitrukkleding te kunnen uit-voeren. Het even wisselen van de inhouddoor een welwillende collega maakt eenveel efficiëntere inzet van de machinemogelijk. Het zelf uitvoeren van wasactivi-teiten voorkomt externe logistiek, verkleintde kans op zoekraken en het scheelt eenrekening van de wasserij. Bovendien isnachtstroom voordeliger.

Onderhoud van veelgebruikte uitrustingsstukken van brandweer-korpsen gebeurt steeds vaker in ruime, efficiënt ingerichte werkplaatsen. Dat komt de kwaliteit en de snelheid waarmee de

werkzaamheden plaatsvinden ten goede doordat het economischhaalbaar is om te investeren in goede machines en gereed-schappen.

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

‘Alles in de wasmachien’ Investeren in goede machines.

De wasmachine heeft uiteraard een Nederlandstalig wasprogramma.

Waszakken houden de maskers krasvrij.

Page 10: Gevaar verstoppen

| 1918 |

Robuuste hardwareTestapparatuur voor ademluchttoestellenen gelaatsstukken wordt doorgaansintensief gebruikt, moet vlot en ergono-misch werken en bovenal uiterst nauw-keurig en betrouwbaar zijn. Tenslottehangt de veiligheid van elk getestbeschermingsmiddel mede af van de uit-gevoerde tests. Zolang de functionaliteiten de voorgeschreven testproceduresniet ingrijpend veranderen, is de prakti-sche levensduur van testtoestellen in de regel erg lang. De oerdegelijke Dräger-modellen blijken te beschikkenover een technische levensduur die deafschrijvingstermijn vaak ruim overschrijdt.Toch zijn upgrades af en toe noodzakelijken moet een model worden aangepastaan de ‘eisen van de tijd’.

Prestor wordt Prestor 5000De Dräger Prestor is een snel en efficiënttesttoestel voor gelaatsstukken, ontworpenmet een pneumatische ‘opspaninrichting’en een volautomatische testprocedure.Grote hoeveelheden gelaatsstukken kunnenin recordtijd worden getest, zonder datslordigheid of verveling (enkele valkuilenbij routinewerk) de ruimte krijgen. Bij dePrestor is er zelfs een praktijksimulatie van

de bevochtiging van het uitademventiel.De computer houdt intussen grafisch hettestverloop bij en genereert testrappor-ten. Tot zover geen verschillen, want watprima werkt moet je zo laten. Toch is ernu de Prestor 5000.

InterfacingEen van de snelst veranderende ‘omge-vingsfactoren’ is de wereld van de auto-matisering en de ICT. Met name op ditgebied is de nieuwe Prestor 5000 aange-past: de interne logica (de communicatie-module) is gemoderniseerd en in lijngebracht met de Quaestor 7000, het universele testtoestel dat ‘alles kan’. Zobeschikt de Prestor 5000 nu over eenmoderne (usb) communicatiepoort vooreen pc en kan dezelfde universele software worden gebruikt, die de naam‘Protector’ draagt. In het keuzemenu voorhet te testen gelaatsstuk is het voldoendeom aan te geven dat het om een over-drukmasker gaat, zonder nadere selectievan het type of handmatig invoeren vandetailgegevens.

Aangepast hoofd en apparaatchassisHet ‘halve’ kunsthoofd waarop het ge-laatsstuk wordt aangelegd is nu vergelijk-

baar met het beproefde type van deQuaestor 7000. Dit nieuwe hoofd is voor-zien van een harder, apart wisselbaar ‘gelgezicht’, dat de eigenschappen vanmenselijke huid, inclusief de veerkracht,dicht benadert. De pneumatische snel-spaninrichting aan de achterzijde is nuinwendig voorzien van een reduceerventiel,dat de spandruk van de werkcilinder precies op 3,5 bar houdt. Deze voorzie-ning voorkomt te strak aantrekken van het masker op het kunsthoofd. Door dit reduceerventiel kan er standaard werk- of ademlucht voor pneumatischgereedschap respectievelijk ademlucht-toestellen worden aangesloten. Het aangepaste onderstel van de Prestor5000 is te plaatsen op dezelfde montage-plaat als de Quaestor 5000/7000.

Dräger Prestor 5000: nieuw ‘kunsthoofd’ in de werkplaats

Adembeschermingswerkplaatsen en servicecentra voor duik-apparatuur en gaspakken maken al jaren gebruik van de betrouw-bare Dräger testtoestellen Testor, Quaestor en/of Prestor. De

‘kunsthoofden’ staan in de regel als robuuste borstbeelden opstrategische plaatsen, immer paraat voor de volgende beproe-ving. Wat Dräger betreft gaat daar niets aan veranderen.

Gasmeters en kalibratie-apparaten maken gebruik van soft- en firmware. Het up-to-date houden daarvan is een goede gewoonte, want het verhelpt eventuelefouten (bugs) en/of voegt nieuwe functionaliteiten toe. Voor het upgraden van de firmware kunt u gebruik maken van het Dräger-programma CC-Vision (Configu-ration and Calibration), te downloaden op de website van Dräger. Dit programmabevat alle noodzakelijke firmware voor de gasmeters, uiteraard in de meest recente versie. Persoonlijke gasmeters maken via een zogenaamd ‘DIRA-blokje’ inde cradle (een infrarood verbindingsadapter) contact met de computer en latenzich op deze manier herkennen, uitlezen en zo nodig van software voorzien viaCC-Vision. De nieuwste firmwareversies van de kalibratiestations X-dock en E-calkunnen ook van de Dräger-website worden gedownload. Om de klant te informe-ren dat er nieuwe firmware is, zal Dräger dit kenbaar maken in de digitale nieuws-brieven. Aanmelden voor de gratis e-nieuwsbrieven is eenvoudig mogelijk via www.draeger.com/nieuwsbrief

E-NIEUWSBRIEF MELDT SOFTWARE-UPDATES GASMETERS

De Dräger X-dock, het verregaand geautomatiseerde bumptest- en kalibratie-station voor persoonlijke gasmeetinstrumenten heeft een extra functie: de ‘sensorvitaliteit’ van een instrument wordt getoond. Tijdens een eenvoudigebumptestcyclus verricht de X-dock onder andere een functionele beproevingvan de sensor(en) in het geteste instrument. ‘OK’ op het scherm van het meet-instrument betekent dat het veilig kan worden ingezet. Hoe lang een sensor naarverwachting nog binnen de specificaties zal presteren kan de X-dock echter ookvaststellen. Niet op de week nauwkeurig, want het wordt gecalculeerd uit de res-ponse tijdens de uitgevoerde bumptesten en kalibraties en de sensordata, diede X-dock immers opslaat. De sensorvitaliteit wordt getoond als een kleine ‘bargraph’: een staafdiagrammetje dat – net als een batterij-indicator – door een aantal blokjes aangeeft wat de conditie is. De nieuwe firmware met ‘sensor-vitaliteitsindicatie’ en de installatie-instructie zijn kosteloos beschikbaar via deDräger-website (aparte download; niet in CC-Vision).

DRÄGER X-DOCK: NIEUWE FIRMWARE TOONT SENSORVITALITEIT

Nieuws in hetkort

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777 Dräger CC-Vision

Dräger X-dock

Het masker wordt automatisch aangespannen.

Page 11: Gevaar verstoppen

| 2120 |

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie overdraagbare gasmeetinstrumenten kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

Bumptesten van draagbare gasmeters

Bumptest noodzaakRecentelijk is persoonlijke monitoring alsonderwerp toegevoegd aan de zeer bredeleerstof voor het persoonscertificaat VCA:vanaf 14 november 2014 kan het VCA-examen vragen bevatten over persoonlijkegasdetectie. De basisleerstof meldt dateen persoonlijke monitor op borsthoogtemoet worden gedragen, niet bedekt magworden door kleding, dat deze voorgebruik getest moet zijn en dat de werkne-mer moet weten welke actie hij moetondernemen bij alarm. Behalve bij hetonderwerp ‘gevaarlijke stoffen’, komen Ex-metingen aan de orde in het hoofdstuk‘branden en explosies’, in de vorm van(persoonlijke) Ex-meters. Kennis van dezone-indeling van explosiegevaarlijke ge-bieden (zones 0, 1, 2, 20, 21 en 22) is gereserveerd voor operationeel leidingge-venden. Het testen voor gebruik wordt weliswaar in VCA niet nader uitgewerkt,

maar de verplichting volgt uit normen zoalsde NEN-EN-IEC 60079-29-2 (Explosieveatmosferen - Deel 29-2: Gas detectoren –selectie, installatie, gebruik en onderhoudvan detectoren van brandbare gassen enzuurstof).

Wat er mis kan gaanHoe robuust een gasmeter ook is uitge-voerd, het blijft een gevoelig precisie-instrument. De praktijkomstandighedenzijn dikwijls zwaar, dus regelmatige controlevan de juiste werking is geboden. De elektronica en de sensor(en) moetenonberispelijk werken. Membraanfilters voorstof en water kunnen verstopt raken, sen-soren vergiftigd of uitgeput, of de kalibratiekan verlopen zijn. Bij een bumptest wordtdie werking snel en eenvoudig gecontro-leerd door de sensor bloot te stellen aaneen testgas en wordt de gehele functionelecyclus getest, tot en met de optische en

‘geschiedenis’ van elk individueel instru-ment, afhankelijk van de procedure en degebruikte apparatuur. Het uitvoeren vanbumptesten leidt bovendien tot bewustereomgang met de kostbare arbeidsmiddelenvan de werk- of opdrachtgever en herinnertwerknemers aan de gasrisico’s. Schadeaan- of zoekraken van meters wordt tegen-gegaan en mede daardoor hoeft het regu-lier bumptesten de kosten niet noodzakelij-kerwijs te verhogen. Voor de uitvoering isniet per se een gasmeetdeskundige ofandere specialist nodig: het eenvoudigsteDräger bumpteststation vergt slechts hetinleggen van de gasmeter in de daarvoorbedoelde sparing. Multigasmeters zoals deX-am 2000, -2500, -5000 of -5600 en decompacte singlegasdetectoren van dePac-serie bevatten zelf de benodigde testroutines en signaleren het inleggen inhet bumpteststation automatisch via eenmagneetgestuurd schakelaartje. Na debumptestroutine en de alarmsignaleringverschijnt de tekst ‘OK’ op het scherm vande meter en komt de meter vanzelf terug inde normale gebruiksmodus. Het spreek-woordelijke kind kan de was doen.

Bumptest, kalibratie en administratieveverwerkingElk modern Dräger gasmeetinstrumentbevat zelf de ‘intelligentie’ voor de bumptest-cyclus. Via de Dräger CC-Vision-softwarekan worden ingesteld hoe het instrumentzal reageren op het inleggen in een bump-teststation. Automatische start van debumptestroutine is doorgaans de meestpraktische weg. Naast de regelmatige uit-voering van bumptesten dient een instru-ment periodiek te worden gekalibreerd,doorgaans eens per halfjaar. Het verschiltussen een bumptest en een (her-)kalibra-tie is dat voor kalibratie de curve en bijbe-horende uitlezing van het instrument exactgelijk worden gemaakt aan de concentratievan het testgas. Een bumptest beoordeeltslechts of het instrument binnen een zekeremarge adequaat alarmeert. Kalibratie vergtdus in plaats van alleen een bumpteststa-tion een Dräger-meetopstelling en eencomputer met CC-Vision of een X-dockkalibratie- en bumpteststation, en duurt

langer dan een bumptest (enkele minutenin plaats van circa 10 seconden). De X-dock kan tot tien instrumenten gelijktijdigafhandelen, werkt desgewenst stand-aloneen is behalve voor kalibratie ook geschiktvoor het zelfstandig laten uitvoeren vanbumptesten.

Verantwoorde omgang met gasmetersHet dagelijks of vóór aanvang van werk-zaamheden laten uitvoeren van adequatebumptesten blijft de verantwoordelijkheidvan de werkgever. Daarbij geldt dat alleeneen bumptest uitvoeren nog steeds geen100% garantie biedt: zaken als gebrokendisplays, een defect membraan of zelfs eengescheurde behuizing hoeven door het

bumpteststation niet opgemerkt te worden.Dergelijke gebreken zullen tijdens de uit-gifte of gedurende het gebruik moetenworden opgemerkt en gemeld. Een visueleinspectie blijft dus onontbeerlijk.

akoestische signalering toe. Het gebruikvan slecht of niet onderhouden-, niet gekalibreerde- of ongeteste instrumentenbiedt geen zekerheid en kan de oorzaakzijn van incidenten. Een werknemer meteen onbetrouwbare gasmeter waant zichten onrechte beschermd. Goed uitgevoerde(en geregistreerde) functionele beproevingneemt die onzekerheid weg. Het is méérdan het voldoen aan de Europese normen,het volgen van de voorschriften van OSHA(onderdeel U.S. Department of Labour) ofde aanbevelingen van fabrikanten. Geenenkel arbeidsongeval zou te wijten mogenzijn aan een haperend instrument. Hetrecht op een veilige werkplek en adequatebescherming en detectie geldt overigensook voor werknemers van contractors.

Ingebedde bumptestprocedureEen functionele (bump-)test vóór gebruik,maar minstens één maal per werkdag is de enige manier om verzekerd te zijn vaneen goedwerkend instrument. Vaak is deprocedure voorgeschreven en opgenomenin werkvergunningen en in specifieke(bedrijfseigen) veiligheidsvoorschriften oparbeidsplaatsen waar men te maken heeftmet gasrisico’s. Net als de dagelijkse uitgifte van de vergunningen voor veiligwerken en het geven van veiligheids-instructies, dient de verstrekking en de bij-behorende testprocedure van de persoon-lijke gasdetectoren onderdeel te zijn vande operationele routine. Ook Dräger Shut-down & Rental Management, gewend aangrootschalige uitgifte en beheer van veilig-heidsartikelen, hanteert procedures waarinde bumptest voor gasmeters is opgeno-men. Als de noodzaak tot het dragen vanpersoonlijke gasdetectie volgt uit (taak-)risicoanalyses, dan is de bumptest dus ookeen verplichting.

Dräger bumptestMet Dräger bumpteststations wordt defunctionaliteit van de persoonlijke gasme-ters razendsnel vastgesteld. Behalve dat zede goede werking van de instrumentenwaarborgen, kunnen bumptests ook bijdra-gen aan een zorgvuldig uitgiftebeheer ende registratie van de complete operationele

Niet testen is een onverantwoord risico.

Eerst een bumptest, dan veilig aan het werk.

Veilige en gezonde omgevingslucht is van levensbelang. Zodra de samenstellingvan de lucht af kan wijken, bijvoorbeeld door een afwijkend zuurstofgehalte ofdoor ongezonde of onveilige concentraties van toxische, bijtende, schadelijkeof explosieve gassen of dampen is meten vereist: met draagbare en/of stationairemeetapparatuur. Persoonlijke gasdetectie is de meest nabije ‘beschermer’,maar de waarschuwende engel op de borstzak moet natuurlijk wel betrouw-baar werken.

Page 12: Gevaar verstoppen

| 2322 |

Gebruik van passieve afhankelijke adembescherming bemoeilijkthet ademhalen. De ademweerstand van het gebruikte stof-, gasof combinatiefilter moet immers worden overwonnen. Vooral bij langdurig gebruik van filters kan dat behoorlijk vermoeiendworden. Het toepassen van een zogenaamde ‘aanblaasfilterunit’,uitgerust met een accugevoede ventilator, voorkomt voortijdige

vermoeidheid. De Dräger X-plore 8500 biedt verse ademlucht, alshet moet gedurende de hele werkdag op één volle accu. In alleopzichten zijn de binnenkort leverbare X-plore 8500 en zijn in2015 verwachte broeder, de X-plore 8700 (IP & ATEX), klaar voorde zwaarste strijd.

Slimme aanblaasfilterunit voor langdurige adembescherming

EnergieWie regelmatig moet werken met een disposable masker (snuitje) of zelfs meteen half- of volgelaatsmasker voorzien van een filterbus of een inlegstoffilter kan erover meepraten: een deel van de persoonlijke energie is niet beschikbaarvoor het werk, maar gaat louter in de adem-haling zitten. In dergelijke gevallen biedteen aanblaasfilterunit uitkomst. Een zacht-jes zoemende ingebouwde ventilator ‘trekt’de omgevingslucht door het juiste inlegfilteren voedt de schone lucht onder geringeoverdruk aan een gelaatsstuk. Ergonomi-scher en bovendien veiliger, want de kansop inwaartse lekkage is minder dan bij depassieve systemen. Een aanblaasfilterunitontlast de werker, maar zorgt dus ook voorschonere ademlucht. Bovendien houdt de geavanceerde aanblaasfilterunit zelf deverzadigingsgraad van stoffilters in de

gaten. Het is dus geen wonder dat in deindustrie, de bodemsanering en bijvoor-beeld in de agrarische sector breed ge-bruik wordt gemaakt van aanblaasfilterunits.

Productontwikkeling X-plore 8000-serieDräger heeft zich enkele jaren geledenten taak gesteld een volledig nieuwe,robuuste, veilige, comfortabele en onder-houdsarme aanblaasfilterunit te ontwikke-len. Uiteraard is eerst de gebruiker‘bevraagd’ en zijn de werkomstandighe-den bestudeerd om precies te weten tekomen welke eigenschappen belangrijkzijn, wat er beter kan en waar eventueleergernissen in schuilen bij het gebruikvan bestaande apparaten. Het resultaatmag er zijn: de Dräger X-plore 8500 is een modulair opgebouwde aanblaasfilter-unit die aan de hoogste veiligheidseisenvoldoet. Bovendien is de krachtige ventila-

tor, waarbij het geluid van de luchtstroomnog extra gedempt is door het materiaalvan de hoofdkap, zo stil dat de één van deeerste industriële (proef)-gebruikers zicheigenlijk afvroeg of het apparaat wel aanstond en, na zich daarvan te hebben over-tuigd, of hij voldoende lucht leverde. Datdoet hij zeker: de X-plore 8000-serie herkent zelfs de aangesloten luchtslangen past de minimale luchthoeveelheidautomatisch aan voor het gebruik van eenhoofdkap/vizier of een masker. Uiteraardis dat op het overzichtelijke bedienpaneelte zien aan een led-bar en is de luchtflowbinnen zekere toleranties afhankelijk vanhet gebruikte masker of hoofdkap, entevens met de hand aan te passen. Voorhalf- en volgelaatsmaskers is een lagerdebiet nodig dan voor de beschikbarehoofdkappen, helmen en vizieren, dieimmers relatief open ‘afblazen’.

DecontaminatieDe basisunit Dräger X-plore 8500 voldoetal aan beschermingsgraad IP65, hetgeenbetekent dat de unit stofdicht is en dermatebestand tegen waterstralen dat de gebrui-ker er mee kan douchen, wat in de sane-ring en bij blootstelling aan biologischeagentia noodzakelijk kan zijn. Ook eenstortbad onder een nooddouche in dechemische industrie schaadt de werkingvan de unit niet. In het brede assortimentaccessoires zijn ook gordelriemenbeschikbaar van porievrij, massief en soepel materiaal, waar vezels of ander stofeenvoudig van kunnen worden afgespoeld.De X-plore 8000-serie is in hoge mateonderhoudsvrij, maar kan wel eenvoudiguiteen worden genomen voor reinigings-doeleinden.

GebruiksduurNaarmate een ventilator te maken krijgtmet fijnere filters (en dus een hogereweerstand moet overwinnen) en met gro-tere luchtdebieten, wordt een accu snellerontladen. De twee verschillende accu’s,standaard en long-life, houden het in dehoogste stand en uitgerust met het meesteffectieve stoffilter (P3) respectievelijkminimaal 4- en 8 uur vol. Bovendien zijn ze

in slechts vier uur op te laden, en in tweeuur al op 80% van hun capaciteit. De lithium-ion-accu mag ook deels wordenontladen en opgeladen, zonder kans opvroegtijdige uitputting. Alle accu-unitshebben een ladingsindicator op de accuzelf, waardoor abusievelijk plaatsen vanlege accu’s (of het meenemen van de lege accu van een collega) wordt voor-komen. Verzadiging van het stoffilterwordt volautomatisch optisch, akoestischen via vibratie gesignaleerd. Per ongelukdoorwerken met een verstopt filter isdaarmee voorgoed verleden tijd.

De X-plore 8000 kan ook uw praktijk-omstandigheden aanNatuurlijk, Dräger beseft dat op heup-hoogte gedragen aanblaasfilterunits hetzwaar hebben. Daarom is de behuizingvan de X-plore 8000-serie ‘zo robuust alshet werk’. De uitgekiende luchtinlaat-opening voorkomt indringen van vonkenen water. Over alles is nagedacht, en elkeoplossing is uitgebreid beproefd. Klach-ten over kou en droge ogen bij gebruikvan bestaande systemen hebben gezorgdvoor geheel nieuw ontworpen hoofdkap-pen met een optimaal en comfortabelstromingspatroon. Gebruik zonder inge-

legd filter (helaas ook een praktijkver-schijnsel) kan niet, net als verwisselingvan slangen. Met een serie accessoires inprecies de juiste uitvoeringen en maten,het soepele comfortkussen voor extradraagcomfort en de opbergkoffer beschiktDräger over het aanblaasfiltersysteem dat de strijd aankan. Ook in uw bedrijf. Binnenkort leverbaar.

Dräger X-plore 8000

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

Page 13: Gevaar verstoppen

| 2524 |

Een te laag zuurstofgehalte en/of het risico van hoge concen-traties giftige gassen, dampen of schadelijk stof vereist onafhankelijke adembescherming. In besloten ruimten mag menzich niet tegen gassen en dampen beschermen met filters, en als

de zuurstofconcentratie te laag is zal een filter geen soelaas bieden. Een van de alternatieven: een ademluchttoestel op derug. Dat biedt weliswaar alle vrijheid maar op ‘bekend terrein’ inde industrie zijn airlinesystemen een veel praktischer oplossing.

Comfortabele airline-adembescherming biedt onuitputtelijk ademlucht

Dräger X-plore 9000

Normen prEN 17472 en prEN 17473 voor brandweerhelmen

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

Bosbrandhelm en hulpverleningshelmNaast de ‘volwaardige’ brandweerhelm,bestaan er speciale (brandweer-)helmenvoor bos- of terreinbrandbestrijding en helmen voor technische hulpverlening. Bij frequente bestrijding van bos-, duin- of

Brandweerhelmen worden sinds jaar en dag getoetst aan de EN 443. Dat is een ‘zware’ norm die alle eisen afdekt waaraaneen brandweerhelm minimaal moet voldoen. Volwaardige brand-weerhelmen zoals de Dräger HPS 7000 voldoen daar in alle

opzichten ruim aan en zijn dus bruikbaar voor alle mogelijke inzetten, ook bij (voor een helm minder belastende) activiteitenals bos- of terreinbrandbestrijding.

heidebranden is het aan te bevelen om daar speciale lichtere (en voordeligere)helmen voor aan te schaffen. Doorgaanszijn die uitgevoerd zonder vizier, sparingenvoor maskerhaken en helmverlichting, entevens minder bestand tegen vervorming,stralingswarmte, hete partikels, chemicaliënen elektriciteit. Bij helmen voor technischehulpverlening ligt de nadruk op bescher-ming tegen elektrische, mechanische enchemische gevaren.

prEN 16471:2014 / prEN 16473:2014De aanduiding ‘pr’ bij een norm betekentdat het een ‘preliminary’ norm betreft, een voorlopige versie van een norm in ontwikkeling. De ‘voornormen’ prEN 16471(voor bos- en terreinbrandhelmen) en prEN 16473 (technische hulpverlening)

worden in sommige publicaties ‘aanvul-lend’ genoemd op de EN 443, terwijl dateigenlijk 'deel uitmakend van' zou moetenheten. De in de voorlopige normengenoemde eisen maken namelijk allemaalonderdeel uit van de ‘443’ en sommige zijn beduidend lichter. Daarom hoeft een volwaardige brandweerhelm zoals de HPS 7000 niet apart beproefd of gecertifi-ceerd te worden (als dat al kan) voor dezeprEN’s. Er schuilt bovendien een risico inhet volgen van een prEN: de definitieve –nog te publiceren – Europese Norm kan (op details) afwijken. Dräger volgt de ontwikkelingen van de prEN norm nauwlettend en zal naar verwachting als de normen officieel gepubliceerd wordeneen nieuwe bosbrand- en hulpverlenings-helm hebben die aan beide normen voldoet.

9500-systeem zelfs de optie om ook een extra gas- of combinatiefilter aan tesluiten. Deze voorziening zorgt ervoor datde airlinegebruiker ook beschermd is alsde airline nog niet is aangekoppeld (bijvoorbeeld bij het binnentreden van een ruimte), bij een evacuatie of bij hetonbedoeld wegvallen van de druk.

Regelaar aan de gordelDe uiterst duurzame Dräger X-plore 9300regelunit kan met alle hoofdkappen(dezelfde welke ook op de X-plore 8000toegepast worden!) overweg met eeningangsdruk tussen 2,9 en 10 bar enbeschikt over ‘Safe flow’: een ingebouwdefluit die automatisch klinkt als er te weiniglucht wordt aangevoerd. Een veilige

gedachte, vooral als een leidingsysteem of compressor te maken heeft met zeerwisselende belasting elders. Bij constantflow naar maskers wordt de X-plore 9500toegepast, die ook voorzien is van Safeflow. Beide automatische regelaars zijnzowel voor links- als rechtshandige bedie-ning in hun houder te plaatsen. De X-plore9000-serie voldoet, afhankelijk van de configuratie, aan de NEN-EN 14594 (con-stant flow) en NEN-EN 14593 (voor slan-gentoestellen met ademhalingsautomaat).

X-plore 9000 accessoiresDe X-plore 9000 is compact, veelzijdig,robuust en eenvoudig te reinigen. Heup-gordels zijn er in de lichtgewicht stan-daardversie, de decontaminatieversie en

van leder voor heavy duty toepassingen.Verder bevat het leveringsprogrammaadapters voor gebruik van bestaande harnasgordels en speciale opties voor deuitvoering en aansluitingen van de regel-aar. Verschillende kap- en aanvoerslangen,haspels, maskers en hoofdkappen makende X-plore 9000 tot een compleet en inhoge mate ‘configureerbaar’ systeem, af testemmen op nagenoeg elk specifiek soortwerk en werkomgeving. Binnenkort lever-baar en klaar voor de toekomst.

Dräger X-plore 9300 met nieuw design hoofdkap

Ademlucht via een slangBij onderhoudswerk in slecht geventileerde(besloten) ruimten zoals tanks en vaartui-gen en in bijvoorbeeld spuitcabines is hetgebruik van geconditioneerde ademluchtvia een slang de meest gangbare en han-dige oplossing. De werkplek ligt tenslottevast, de ‘inzettijd’ is doorgaans lang enmeestal is er al een persluchtleiding aan-wezig of kan er eenvoudig een ademlucht-compressor of ademluchtwagen wordengeplaatst. Airlinesystemen zijn in de indus-trie dan ook niet weg te denken. Verse-luchtkappen zijn ook te gebruiken door

baard- en brildragenden, bieden ruim zichten zijn in vele uitvoeringen beschikbaar,ook als laskap of met slagvast vizier.Afhankelijk van de omgevingsrisico’s ende toepassing kan er gekozen wordenvoor hoofdkappen, veiligheidshelmen metvizier of volgelaatsmaskers die luchtdichtaansluiten, waardoor een hogere protectie-factor wordt bereikt.

Nieuwe Dräger X-plore 9000 serie, universeel en ongekend veiligAirlinesystemen worden gevoed metademlucht. ‘Standaard’ perslucht is onge-

schikt voor adembescherming, dus zal dieeerst moeten worden geconditioneerd, bijvoorbeeld door gebruik van een Dräger PAS Filter. Vervolgens stroomt degedroogde en gereinigde lucht naar eenregelaar aan een heupgordel, waarop dehoofdkap of het masker wordt aangesloten.Het X-plore 9300 ‘open’ systeem werktmet ‘constant flow’ naar de hoofdkap, terwijl PAS X-plore en de X-plore 9500met een volgelaatsmasker verbonden kan worden via een ademautomaat of eenconstant flowregelventiel. Bij het laatstge-noemde systeem biedt het Dräger X-plore

Dräger X-plore 9500 met volgelaatsmasker

Dräger PAS X-plore met volgelaatsmasker enademautomaat

Page 14: Gevaar verstoppen

| 2726 |

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

Duidelijk beeld onder alle omstandigheden.

UCF 8000 uitmuntende warmtebeeldcamera

Ontwikkeld voor brandweergebruikMet een warmtebeeldcamera zijn brand-haarden, slachtoffers, smeulende resten,broei en alle andere verschijnselen waartemperatuureffecten bij optreden op tesporen. Het is een ‘thermisch zintuig’ dat,eenmaal ontdekt, al snel als onmisbaarwordt gezien. Dräger camera’s beschik-ken onder andere over een ‘ThermalScan-functie’, speciaal ontwikkeld voor

het opsporen van personen. Thermischecamera’s zijn ook geliefd bij technici:slechte contacten in krachtstroominstalla-ties, onzichtbare gasemissies uit druk-leidingen of vaten, fouten in hydraulischesystemen en uiteraard gebreken in thermi-sche isolatie zijn er in een oogwenk meeopgespoord. Dat kan natuurlijk ook metde Dräger UCF-serie. Waar de Dräger-warmtebeeldcamera’s zich onderscheiden

van ‘gewone’ camera’s is hun robuust-heid, eenvoudige bediening en hun veilig-heid. Gewone warmtebeeldcamera’s zijndoorgaans niet ATEX-toegelaten, ze hebben soms een zeer uitgebreidemenustructuur en een val van een trapoverleven ze meestal niet. De Dräger UCF 6000, -7000, -8000 en -9000 over-leven dat wel.

De reeks infrarood warmtebeeldcamera’s van Dräger kent met dekomst van de UCF 8000 vier modellen, allemaal met dezelfderobuuste behuizing met kruipvoet, maar onderhuids verschillend:

‘basisversie’ UCF 6000 doet wat je mag verwachten van eenwarmtebeeldcamera en is net zo betrouwbaar als het topmodelUCF 9000. Verschillen schuilen in de resolutie en de ‘features’.

Normen en toelatingenVoor warmtebeeldcamera’s voor brand-weertoepassingen zijn in Nederland geenaparte normen. Het is dus aan de gebrui-ker om een adequaat programma vaneisen op te stellen. Daarbij kan wordengekeken naar Amerikaanse eisen(NFPA1801:2013), waar de gehele DrägerUCF-serie aan voldoet. Die eisen zijnstreng en worden uitvoerig gecontroleerd:elke fabrikant moet daartoe twintig (!)exemplaren ter beschikking stellen voordestructieve beproeving. Een kwartierrondtuimelen in een stalen trommel ismaar één van de tests die de Drägercamera’s hebben doorstaan. Uiteraardzijn er wel algemenere normen van toepassing: de IP-classificatie (IP67, dusvolledig stofdicht en dompelwaterdicht)en de ATEX-toelating voor gebruik inexplosieve atmosferen. ATEX is geen over-bodige luxe bij bijvoorbeeld instortingen(gaslekkage), afblazende gastanks (lpg-

en steeds vaker LNG-voertuigen) en in de(petro)chemische industrie. Net als voorgasmeters, helmlampen en andere acces-soires is ATEX dus een logische eis. Decamera heeft een ruime gebruiksduur van vier uur op één acculading, of langerals de automatische standby-functie isingeschakeld. Wisselen van accu’s is dusverleden tijd.

Dräger UCF 8000De UCF 8000 is het sub-topmodel warm-tebeeldcamera, tussen de -7000 en de -9000. Wél met ATEX, hoge resolutie(384 x 288), zoom, instelbaar kleurenpalet,foto- en video-opname en de intelligenteinterne beeldprocessing en heldere pre-sentatie die alle Dräger-camera’s kenmerktmaar zonder de extra kleurenpaletten,video-player en CMOS techniek, die zijngereserveerd voor de UCF 9000. Uiter-aard is de 8000 daardoor prijsgunstiger.Alle UCF-warmtebeeldcamera’s worden

geleverd met afneembare voet, losse lithium-ion-accu, lader, pc-software op cd,en usb-kabel. De (in NL standaard) 50 Hzversie maakt video-opnamen zodra decamera wordt aangezet. Deze opnamenhebben de gebruikelijke beeldfrequentie,zodat soepel afspelen op computers,maar ook op een modern televisietoestelof laptop is gewaarborgd en helderheids-fouten (hinderlijke ‘flikkering’ in beeld) bijkunstlicht worden voorkomen.

robuustheidveiligheid

eenvoudige bediening

Dräger UCF 8000

Page 15: Gevaar verstoppen

| 2928 |

met een eigen bedrijfsbrandweer. Diebedrijfsbrandweer werkt goed samenmet de overheidsbrandweer en gebruiktook adembescherming van Dräger.”

De langste tijd heb je doorgebracht opSint Maarten. Waarom?RM: “Omdat daar het grootste brand-weerkorps van de bovenwindse eilandenzetelt. Er is een goed uitgerust Fire Station,gebouwd in 2007, en ze hebben een flinke eigen adembeschermingswerk-plaats. Het korps op Sint Maarten is watkennis, uitrusting en faciliteiten betrefterg goed voorzien en fungeert ook alssteunpunt voor Sint Eustatius en Saba.”

Sint Maarten heeft toch een Frans eneen Nederlands deel?RM: “Dat klopt en op beide delen wordtDräger-materiaal gebruikt. Ik ben ookeven op het Franse deel geweest. Hetkorps heeft een samenwerkingsovereen-komst met de ‘Nederlandse kant’, vooralbedoeld voor wederzijdse assistentie bijgrote calamiteiten. Mijn werk heb ik echteruitgevoerd in de Nederlandse kazerne,en ik denk dat ik me daar nuttig heb kunnen maken.”

Silvànico PaulettaAldus wordt bevestigd door ing. SilvànicoPauletta, Sectiehoofd Preventie, Preparatie,Opleiden en Oefenen van de brandweerop Sint Maarten. Pauletta: “De brandweervan Sint Maarten gebruikt al tientallenjaren ademluchtmaterialen van Dräger.Regelmatig zijn personeelsleden naarNederland gegaan voor opleiding bij hetDräger OpleidingsCentrum, maar de laat-ste jaren worden onze mensen door hetDOC ‘aan huis’ opgeleid, wat beduidendefficiënter werkt. De laatste uitgebreidetrainingsronde werd gedaan door RobertMulder, en dat is ons goed bevallen.Robert is een allrounder die meteen het groot onderhoud van de ademlucht-compressoren heeft uitgevoerd.”

Maar onderhoud kan niet altijd wachtentot er een Dräger-technicus is.Pauletta: “Nee, daarom is een gedegenen brede opleiding voor ons ook zobelangrijk. De voertuigmonteurs die hetonderhoud doen aan onze AmerikaanseE-one crashtenders, tankautospuiten enalle andere voertuigen zijn daardoor ookin staat om de ademluchtcompressorente servicen. Wij kunnen ons niet vooralles de ‘luxe’ veroorloven van aparte specialisten. Maar als we lastige problementegenkomen dan kunnen we altijd evenbellen of skypen met Dräger Nederland.

Door mee te kijken via de camera is de zee tussen ons in nauwelijks eenbelemmering meer. Ik heb Dräger echter‘graag over de vloer’, dus mochten jullieeen uitvalsbasis op de eilanden nodighebben dan zijn jullie welkom op SintMaarten.”

BRANDWEER SINT MAARTENHet beroepsbrandweerkorps op hetNederlandse deel van Sint Maartenbestaat uit circa 70 manschappen.Behalve technische hulpverlening,brandbestrijding en ongevallen-bestrijding gevaarlijke stoffen heeftde brandweer een voorname rol inhet vergunningenbeleid (adviserenvan de overheid en inspectie bij particulieren en bedrijven). Debrandweer volgt zoveel mogelijk deNederlandse wet- en regelgeving enhanteert onder andere NEN-normenen de Publicatiereeks GevaarlijkeStoffen. Specifieke lokale risico’sbetreffen de internationale lucht-haven, de zeehaven (scheepsbrand-bestrijding), de olieterminals en vanjuni tot en met november bestaat ereen orkaanrisico. Sint Maarten heeftbovendien een eigen luchthaven-brandweer, net als Curaçao. Ont-brekende risico’s: op de eilandenrijden bijvoorbeeld geen treinen enhet vriest er nooit. In samenwerkingmet het Instituut Fysieke Veiligheidis een Caribisch-Nederlands functie-huis tot stand gekomen, gelijkwaar-dig aan de Nederlandse variant,maar toegespitst op het specifiekerisicopalet. Voor het bestuur van devoormalige Antilliaanse eilanden ende organisatie van hulpdienstenzoals de brandweer gelden apartewettelijke regelingen, die momen-teel worden herzien. Daarbij wordtgestreefd naar gelijke opleidingenen standaarden voor brandweer-personeel.

Het DOC traint de Antilliaanse brandweer

Hoe was je reis naar de eilanden?RM: “Spannend, vooral omdat ik in mijneentje op stap was, maar ik ben uitste-kend opgevangen en heb me geenmoment verveeld. De omgeving is schit-terend. Tijdens mijn vliegreis had ik drieforse koffers mee te nemen, en dat wasniet vanwege alle schone overhemden,maar vooral vanwege het specialegereedschap, de ademluchtapparatuuren enkele reserveonderdelen. Mijn eigenduikuitrusting heb ik thuisgelaten, maarop de eilanden heb ik nog wel even gele-genheid gehad om te kunnen snorkelen.Ik ben eerst naar Aruba gevlogen, vervol-gens naar Bonaire, Sint Eustatius, Saba

en tenslotte Sint Maarten, en overal hadik een druk programma. Het was overi-gens niet mijn eerste reis naar de eilan-den: twee jaar geleden heb ik met eencollega samen ook onderhoud mogenverrichten, maar toen gaf ik nog geen opleidingen.”

Wat is je – met je professionele blik –opgevallen?RM: “Dat alles beter onder controle isdan ik eigenlijk had verwacht. Op Bonaireheb ik een herhalingscursus onderhoudademlucht gegeven en tevens het onder-houd van testapparatuur en de compressoruitgevoerd. Op de eilanden is men redelijk

zelfvoorzienend. Er is een doordachteonderdelenvoorraad en de brandweerkan heel veel zelf. Tussen de eilandenbespeurde ik wel algemene verschillen:op Sint Eustatius kun je denk ik eerdereen brand verwachten dan op Saba. Opdat (kleinste, red.) eiland worden veelhuizen zelf gebouwd, volgens voorschriftendie door de brandweer worden gecontro-leerd. Heel leuke witte huisjes met rodedaken waar mensen vaak jarenlang aanwerken. Dat brengt met zich mee datmensen voorzichtig zijn met hun bezit.Bovendien is er nauwelijks industrie, terwijl op Statia (Sint Eustatius) een flinke petrochemische plant zit, overigens

Docent Robert Mulder: ‘Hard werk maar ik wil zó weer terug.’

Op de eilanden moet je als brandweerman van alle markten thuis zijn.

Docent Robert Mulder (witte blouse) tussen zijn geslaagde deelnemers, Brandweer Sint Maarten.

In augustus 2014 reisde Robert Mulder af naar de ABC-eilan-den en Sint Maarten. Het was ‘eilandhoppen’ met een serieusdoel: onderhoud van de ademluchtcompressoren en opleidenvan technici voor het onderhoud van de ademluchttoestellen.Robert was daarvoor de aangewezen persoon, omdat hij naastzijn werk bij de afdeling Service en Onderhoud tevens docent

is bij het Dräger OpleidingsCentrum. Deze duizendpoot werktnu achttien jaar bij Dräger, en is daar binnengekomen via zijninmiddels gepensioneerde vader, die er een carrière van 25jaar achter de rug heeft. Robert begon zijn loopbaan bij ‘Medi-cal’, maar stapte al na een paar jaar over naar ‘Safety’, waar hijzich tot op de dag van vandaag helemaal op zijn plaats voelt.

Page 16: Gevaar verstoppen

| 31

Hoofdredactie:Marc Ettema

Eindredactie:Mascha Fiktorie

Redactiemedewerkers:Marcel Captijn, Robert den Brave, Patrick van Vugt, Mark Schilte, Wilco Kurpershoek,Peter van Buuren, Roger Zonnenberg, Sandra Fousert, Ronald den Hartog, Martinavan Oosten, Ton Sebel, Robert Mulder, Hans van Moolenbroek, Harm de Jong, Angela Diergaarde, Arwin van de Zande, Alex Rotteveel, Silvànico Pauletta, Pawan Karagjitsing.

Uitgever:Dräger Nederland B.V.Postbus 3102700 AH Zoetermeer

Dräger Nieuws Nederland is een uit gave van Dräger Nederland B.V.,verschijnt twee keer per jaar in eenoplage van 7500 exemplaren en wordt – verpakt in biologisch afbreekbarefolie – kostenloos toegezonden aan al haar relaties en klanten.

© Dräger Nederland B.V. 2014 Alle rechten voorbehouden. Dezepublicatie mag niet worden gereprodu-ceerd, opgeslagen in een datasysteemof openbaar gemaakt, in welke vorm of met welke methode dan ook, hetzijelektronisch, hetzij mechanisch, doormiddel van fotokopie, opname of welkeandere techniek dan ook, hetzij geheel,hetzij gedeeltelijk, zonder voorafgaandetoestemming van de uitgever.

Vormgeving: VONRauschenbach KommunikationLübeck, Duitsland

Fotografie: Dräger, Seaway Heavy Lifting, Pictogrammenwinkel.nl, Revicad

Drukwerk:Drukmotief B.V.

De artikelen in deze nieuwsbrief bevatten informatie over producten en hun mogelijke toepassingen in het algemeen. Ze houden geen enkele garantie in dat een product specifieke eigenschappen heeft ofgeschikt is voor enig specifiek doel. Gespecialiseerde medewerkers worden geacht exclusief gebruik te maken van de vaardigheden die ze hebben verworven door hun opleiding en training en door prak-tijkervaring. De zienswijzen, meningen en uitspraken zoals uitgedrukt door de personen die in de tekst voorkomen alsmede door de externe auteurs van de artikelen, komen niet noodzakelijkerwijs overeenmet die van de uitgever. Dergelijke zienswijzen, meningen en uitspraken komen volledig voor rekening van de betreffende personen. Niet alle producten die worden genoemd in deze nieuwsbrief, zijn wereld-wijd verkrijgbaar. Uitrustingspakketten kunnen van land tot land verschillen. Dräger behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen in producten. De actuele informatie is verkrijgbaar bij de uitgever.

30 |

Boring en exploitatie van gas- en oliebronnen brengt blootstellingsrisico’s met zich mee.Waterstofsulfide (H2S) kan als ongewenst bijproduct in soms hoge concentraties mee‘omhoog’ komen uit boorputten. De reukdrempel ligt zeer laag (0,5 ppb = 0,0005 ppm),maar het verlamt de reukzenuw bij circa 100 ppm, waarna bij verder toenemende concentratieslongembolie en aantasting van het centraal zenuwstelsel optreden. Boven circa 800 ppm ishet dodelijk. Vijf minuten blootstelling is fataal.

Dräger H2S reddingscontainers aan boord van de Stanislav Yudin

Reddingsmiddelen op zeeDe forse giftigheid van H2S maakt maat-regelen noodzakelijk. Bij winning van olieen gas is detectie vereist en wordt adem-bescherming binnen handbereik gehou-den. Ook op zee. Als een winningsplat-form eenmaal in productie is, zijn daarbijgeen grote aantallen werknemers meeraanwezig. Dat is heel anders gedurendede aanbouw en bij het boren: dan is hetdruk op het boorplatform en ondersteunen-de vaartuigen bewegen zich in de omge-

ving. Iedereen moet bij een ongewildeemissie snel kunnen worden voorzien vanadequate adembescherming, dus ook aanboord van de nabije schepen.

Stanislav YudinSeaway Heavy Lifting is een offshore con-tractor, gespecialiseerd in het wereldwijdtransporteren en installeren van offshoreconstructies voor de olie & gas en wind-industrie. Eén van hun unieke kraansche-pen, de Stanislav Yudin, beschikt over eenhoofdkraan met een hijscapaciteit van2.500 tonmeter. Het kraanschip beschiktover accommodatie voor 150 personen enheeft zelfs een hospitaal aan boord. Als erhijswerk wordt verricht bij platforms van‘open’ (proef-)boorputten, schrijven deveiligheidsregels voor dat er adembe-schermingsvoorzieningen aanwezig moeten

zijn voor alle opvarenden. De vaste voor-zieningen aan boord behoefden uitbrei-ding, en Dräger Marine & Offshore booddaar de mobiele oplossingen voor.

H2S reddingscontainersBij een project dat de Stanislav Yudinonlangs uitvoerde diende er naast H2S-detectie tevens ademlucht voorhanden te zijn om alle opvarenden gedurendetenminste één uur van schone lucht tekunnen voorzien bij een spontane emissie.Honderdvijftig man een uur lang van ademlucht uit cilinders voorzien isgeen sinecure. Dräger M&O heeft twee vijftien-voets reddingscontainers aan dekgeplaatst, voorzien van een zogenaamd‘cascade-systeem’ voor adembescher-ming. Eén container bevat daartoe eenbuffervoorraad van 32 vijftigliter-adem-

luchtcilinders en een cascade-verdeel-systeem met 150 snelkoppelingen op drie verdelers. Deze container herbergttevens een zware ademluchtcompressor,extra beveiligd met een gasdetectie-

systeem, voor het hervullen van de instal-latie. In de andere container bevindt zicheen parate voorraad van 150 ademlucht-toestellen: Dräger PAS Colt met eigen 3-litercilinders en Dräger PAS Lite met

6-litercilinders, allemaal uitgerust metzogenaamde ‘pig-tails’ om ze aan te kunnenkoppelen aan de verdelers. Bij een emis-siealarm kunnen de opvarenden daardoorsnel van ademlucht worden voorzienwaarbij de eigen voorraadcilinders van deademluchttoestellen voldoende mobiliteitgaranderen om cruciale werkplekkenkorte tijd bemand te kunnen houden.

Procedure en trainingDe installatie doet gedurende twee maan-den dienst aan boord van het enormekraanschip, aangevuld met een stationairH2S-detectiesysteem en vier Dräger X-zones voor tijdelijke omgevingsbe-waking. Alle opvarenden hebben tevoreneen basistraining gevolgd voor hetgebruik van de onafhankelijke (airline)adembescherming.

CONTACT

Interesse? Voor meer informatie kunt ucontact opnemen met Dräger Marine &Offshore: 010 2952 740

Kraanschip "Stanislav Yudin"

Page 17: Gevaar verstoppen

5282

Bescherming tegen gevaren die je niet kunt waarnemen.De Dräger X-am® 2500 biedt de modernste sensortechnologie met 12 uur batterij-inzet en intuïtieve bediening in een gasmeetinstrument dat de veiligheid op de werkplek waarborgt. Bovendien is de X-am bestand tegen elektromagnetische straling, water en stof, dus inzetbaar in elke denkbare situatie.

VERDERE INFORMATIE: WWW.DRAEGER.COM/XAM2500

GevaarGevaar kan zich niet verstoppen

| 1

November 2014

NIEUWS Nederland

Dräger H2S reddings-containersVluchten op volle zee

Brandweer Haaglanden centraliseert onderhoudDräger richt nieuwe werkplaats in

Pagina 30Pagina 12Pagina 4

In den beginne was er het Lubeca-reduceerventielDe 125-jarige aanloop naar techniek voor het leven