Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... ·...

58
Geschiedenis voor de bovenbouw Antwoorden examenkatern vwo Auteurs Eelco Beukers Geertje Dekkers Eleonoor Geenen Judith Tadema Vakdidactisch advies en eindredactie Stephan Klein www.memo-malmberg.nl Malmberg ’s-Hertogenbosch Vierde druk

Transcript of Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... ·...

Page 1: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

Geschiedenis voor de bovenbouw Antwoorden examenkatern vwo Auteurs Eelco Beukers

Geertje Dekkers Eleonoor Geenen

Judith Tadema

Vakdidactisch advies en eindredactie Stephan Klein

www.memo-malmberg.nl Malmberg ’s-Hertogenbosch Vierde druk

Page 2: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

2

© Malmberg 's-Hertogenbosch, 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave (met uitzondering van de bijlagen) mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Page 3: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Intro 1 Aan het begin van de periode waren de Nederlanden een

verzameling losse gebieden. Aan het einde bestond er een bloeiende Republiek. Vanuit een onsamenhangend geheel ontstond de directe voorloper van het huidige Nederland.

2 In de vroege middeleeuwen hadden koningen gebieden in

leen gegeven aan leenmannen: graven, hertogen en andere heren. Graafschappen, hertogdommen en heerlijkheden hoorden bij het feodale stelsel. In de loop van de tijd gingen leenmannen hun gebied als eigen, erfelijk bezit beschouwen en stelden ze zich onafhankelijker op van hun leenheer.

3 In de late middeleeuwen was de handel opgeleefd, in

belangrijke mate dankzij verhoogde landbouwopbrengsten. Handelaren vormden handelsgemeenschappen, die weer ambachtslieden aantrokken. Dankzij onderhandelingen met de landsheer kregen zij privileges, die samen konden uitmonden in stadsrechten. Zo ontstonden nieuwe, vaak bloeiende steden.

Page 4: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

4

Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 1 Opstand in de Nederlanden (1515-1572) 1 a Luther wees de katholieke hiërarchie af. Volgens hem was

de Bijbel de basis van het geloof en moest iedere gelovige zelf op zoek naar God. De geestelijkheid kon niet bepalen wat goed of slecht was. De pauselijke ban was voor Luther dus niet geldig.

b In het Duitse Rijk had Luther veel aanhang, ook onder vorsten. Volgens Luther was de vorst het hoofd van de kerk en mochten gelovigen zich niet tegen hem verzetten. Vandaar dat de oplossing in het Duitse Rijk voor de hand lag. In de Nederlanden was de katholieke Filips de baas. Hier kreeg Calvijn meer volgelingen. Volgens hem mochten gelovigen zelf beslissen, onafhankelijk van hun vorst.

2 a Ambtenaren waren afhankelijk van hun salaris. Dat

betekende dat de landsheer trouw kon verwachten zolang hij betaalde. De adel was vaak financieel onafhankelijk en was daarom niet altijd volgzaam.

b Edellieden hadden land en posities en dat gaf hun macht. De feodale verhoudingen waren in deze tijd al zo dat de landsheer de adel niet zomaar kon passeren.

c Nee. Absolutisme is een regeringsvorm waarin de koning alle macht heeft en zelf boven de wet staat. Karel V en Filips II probeerden de Nederlanden weliswaar te centraliseren en zo macht naar zich toe te trekken, maar ze hadden zich ook verbonden aan allerlei privileges en wetten. Ze streefden naar meer macht, maar stonden nog niet zo sterk als latere absolute vorsten.

3 ‘Stadhouder’ betekent plaatsvervanger van de (niet-

aanwezige) heer van een gebied. In 1567 legt Willem van Oranje die functie neer en vlucht hij naar Duitsland (waarna Flips II een andere stadhouder benoemt). Na 1572 erkennen de statenvergaderingen Willem weer gewoon als stadhouder, alsof er niets is gebeurd. Inmiddels strijdt Willem van Oranje echter tegen de Spanjaarden.

4 a Sinds de 15e eeuw was in de steden in de Nederlanden

sprake van een oplevende handel en geldeconomie. Vandaar dat Antwerpen voor een handelaar een aantrekkelijke plaats kon zijn.

b In steden woonden mensen die van de handel leefden en voor dat soort werk was lezen en schrijven handig. Voor het werk van boeren leek het minder nodig. In de Nederlanden deden boeren echter vaak aan gespecialiseerde landbouw en veeteelt, waarvoor lezen en schrijven ook nodig was.

Page 5: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

5

c De Reformatie werd voor een belangrijk deel verspreid dankzij de nieuwe boekdrukkunst. In een gebied waar veel mensen konden lezen en schrijven, konden de ideeën van hervormers als Luther en Calvijn goed worden verspreid.

d Alfabetisering werkte de Reformatie in de hand en daarom is het beleid van de katholieke kerk om mensen te leren lezen opmerkelijk. Door zelf het onderwijs te geven, had de kerk echter meer invloed op wat mensen leerden dan wanneer ze gelovigen zelfstandig hun gang lieten gaan. Door zelf in te zetten op onderwijs probeerde de katholieke kerk de volgelingen op het juiste pad te houden.

5 a Leerlingen moeten de onderstaande punten noemen. Protestanten hadden kritiek op katholieke geestelijken die

voor gelovigen bepaalden wat zij moesten geloven en die gehoorzaamheid eisten. Dat blijkt in het gedicht uit de zinnen ‘En alles te doen wat hij u zegt’ en ‘Gods plaatsvervanger met volmacht’.

Protestanten hadden kritiek op de aanbidding van heiligen en vooral van heiligenbeelden. Dat blijkt uit het tweede couplet, waarin het gaat over kostbare beelden: ‘Bewijs die eer, en ga bedevaarten lopen.’

Protestanten hadden kritiek op het celibaat: van hen mochten geestelijken trouwen. Volgens dit gedicht is het celibaat bedoeld om rijk te worden, omdat je geen gezin hoeft te onderhouden: ‘En met veel gemak aan soldij te geraken / Niet beladen met vrouw en kind.’

Protestanten hadden kritiek op de verkoop van aflaten, waarmee een gelovige de straf voor zijn zonden kon afkopen. Dat blijkt uit het laatste couplet, en vooral uit de zin ‘Breng geld, ik zal u vergeven’.

b Zo konden ze gemakkelijk informatie en politieke meningen overdragen, zonder het op papier te zetten. Op ketterij stond de doodstraf, dus zeker in gebieden die in handen waren van Filips II was iets op papier zetten riskant.

6 Antwoord A is het goede antwoord. De aanwezigheid van

Amerika maakt duidelijk dat het schilderij in ieder geval van na 1450 is (eigenlijk na 1492/1497). Het feit dat de zeventien Nederlanden op één vlag staan maakt duidelijk dat de afgebeelde gebeurtenis na 1543 (alle zeventien landen onder Karel V) moet hebben plaatsgevonden.

[In werkelijkheid dateert het schilderij van ca. 1630-1640 en verwijst het naar de troonsafstand van Karel V in 1555.]

7 a Hooft heeft het over centralisatiepolitiek.

Page 6: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

6

b Karel V en Filips II zetten de politiek van de Bourgondische hertogen voort. Dat was een belangrijke oorzaak van de Opstand. Vandaar dat Hooft deze politiek noemt.

c Voorbeeld van een goed antwoord: Hooft geeft de ‘Nederlandse’ visie op de Opstand, want: - Hooft wil duidelijk maken dat de hertogen en hun opvolgers

inbreuk maakten op heel oude tradities. Vandaar dat hij zo ver teruggaat in de tijd als hier mogelijk is: tot de val van het Romeinse Rijk.

- Hooft zegt ‘Deze grootheid dacht het recht te zijn ontgroeid’, waarmee hij aangeeft dat de centralisatiepolitiek onrechtmatig was.

8 a Willem van Oranje wilde niet verantwoordelijk worden

gehouden voor de onrust in de gebieden waar hij stadhouder was. Hij had gepleit voor verzachting van de ketterplakkaten, dus het viel te verwachten dat Filips II hem (mede) schuldig zou achten aan de Beeldenstorm; zoals later ook zou blijken. Oranje schuift de schuld af en legt die bij de ‘de langdurige, onmenselijke vervolging’.

b In tegenstelling tot Willem van Oranje meent de auteur van bron 13 dat de Beeldenstorm bewust werd georganiseerd om een doorbraak in de Opstand te forceren. Na al dat geweld zou Filips wraak nemen en zou er geen gematigde weg terug meer zijn.

Dit standpunt valt te verklaren uit de katholieke achtergrond van deze auteur, die blijkt uit zijn woordgebruik: hij heeft het over calvinistische ‘menners’ en ‘bendes’ en ‘de gruwelijkste heiligschennis’. De auteur gelooft niet dat de protestantse volkswoede oprecht was, maar dat de beeldenstormers de marionetten waren van kwaadwillenden.

c De auteur van bron 12 (Groen van Prinsterer) keurt de Beeldenstorm vooral af omdat die politieke problemen veroorzaakte voor de hervormden (protestanten). Hij wijst op de komst van Alva en op diens wraakacties. Uit de bron blijkt dat de auteur zelf protestant is. Hij sympathiseert met de hervormden en beschrijft de Beeldenstorm als een uiting van oprechte woede over het katholieke ‘bijgeloof’.

De katholieke auteur van bron 13 (Nuyens) betreurt vooral de vernielingen en de heiligschennis, en dat is goed te begrijpen vanwege zijn religieuze achtergrond.

Page 7: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

7

Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de Republiek (1572-1588) 1 De Opstand kwam deels voort uit verzet tegen de

kettervervolgingen en deels uit verzet tegen de centralisatiepolitiek. Oranje vond dat Filips II de oude privileges aantastte, maar drong zelf aan op gezamenlijke uitgaven voor militaire doeleinden.

2 a Alva probeerde voor alle Nederlanden één belasting te

heffen, en niet voor elke stad of elk gewest afzonderlijk. Dat is een voorbeeld van centralisatie, en dus van kenmerkend aspect 17: het begin van staatsvorming en centralisatie.

b Steden en gewesten waren gewend in ruil voor belastingen privileges en dergelijke te krijgen. Als een heer geld wilde, moest hij daar iets tegenover stellen. Maar iedereen moest de tiende penning altijd betalen. De steden en gewesten zouden dus hun onderhandelingspositie kwijtraken en de mogelijkheid om voorrechten af te dwingen.

3 Feiten b en c waren goed nieuws voor Filips II. b: Filips II voerde meerdere oorlogen tegelijk, waaronder een

tegen het Osmaanse Rijk. Daardoor kon hij minder geld en tijd besteden aan de Nederlanden. De rust aan de oostkant van zijn rijk betekende dat hij zich meer kon concentreren op de Nederlanden.

c: Spanje was in 1575 failliet gegaan en Filips had te weinig geld om zijn troepen te betalen. Maar dankzij de zilvervloten had hij weer geld voor zijn soldaten en kon hij de opstandelingen in de Nederlanden weer in het nauw laten drijven.

4 a Het ontstaan van de Republiek was een revolutionaire

ontwikkeling omdat in vrijwel alle Europese landen in die tijd een koning of keizer aan het hoofd stond. Dat de Republiek zelfstandig doorging, was zeer opmerkelijk.

b Aan de basis van de Republiek lagen behoudende opvattingen. De Opstand was immers begonnen als reactie op de centralisatie. De grondleggers van de Republiek hielden vast aan de situatie zoals die in de middeleeuwen had bestaan, waarin steden en gewesten in hoge mate zelfstandig waren.

5 a Den Briel lag op een strategisch belangrijke positie. Wie het

stadje beheerste had toegang tot onder meer Rotterdam, Delft, Leiden, en andere belangrijke plaatsen.

b Holland was een erg waterrijk gebied. Grote legers konden er moeilijk manoeuvreren. De opstandelingen waren

Page 8: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

8

weliswaar slecht in veldslagen, maar ze waren sterk op het water. Met toestemming van Willem van Oranje voerden ze een soort guerrillaoorlog tegen de grotere legers van Filips.

c Op deze kaart staat Amsterdam grijs gemarkeerd: het staat aan de kant van Filips II. Dus deze situatie is van vóór de Alteratie van 1578 (en dus ook van vóór 1580.)

6 a Karel V had de Nederlanden niet als geheel geërfd, maar ze

in de loop van de tijd allemaal in handen gekregen. Voor tijdgenoten vormden de Nederlanden nog niet vanzelfsprekend een samenhangend geheel.

b Een indirect gevolg en/of een onbedoeld gevolg. Bron 10 is een voorbeeld van de centralisatiepolitiek van Karel V, die Filips II doorzette. Het besluit om de Nederlanden als één geheel te behandelen, stuitte op veel verzet. Dat verzet mondde uit in de Opstand en uiteindelijk in het afzweren van Filips II als soeverein. Dat laatste is dus indirect en zeker ook niet bedoeld door Karel V (bron 10).

c In de Akte van Verlatinghe namen de Nederlanden afstand van Filips II, maar ze beriepen zich daarbij op hun oude privileges en rechten.

Ten tijde van de Akte van Verlatinghe was het nog niet duidelijk, maar een paar jaar later, in 1588, zou een aantal Nederlanden zonder landsheer doorgaan als republiek. Dat was een grote verandering.

7 a Met deze brief probeert Willem van Oranje de

Amsterdammers over te halen zich aan te sluiten bij de Opstand. In oktober 1574 was het katholieke stadsbestuur namelijk nog trouw aan Filips II. Het gaat hier dus om een propagandabrief, en de bron vertoont een aantal typische elementen van de propaganda van Oranje. Leerlingen moeten drie van de onderstaande punten noemen:

- Oranje legde in deze brief de nadruk op Spaanse tirannie (‘het geweld, de willekeur en ongehoorde wreedheden’), zoals hij vaak deed in zijn propaganda.

- Filips II (‘de koning’) blijft in de brief buiten schot. In zijn propaganda benadrukte Oranje vaak zijn trouw aan Filips, en hij roept de Amsterdammers hier op hun ware trouw te tonen.

- Oranje benadrukt de eenheid van de opstandelingen en verdoezelt de verdeeldheid onder steden en gewesten: ‘...eendrachtig de koning in zijn machtspositie, en de gewesten, staten en steden in hun voorspoed, handel en goede oude wetten, beschermen tegen de willekeur en het geweld van zijn vijanden.’

Oranje schrijft: ‘We willen niemands geweten verstikken en niemand dwingen.’ Dat is typerend voor zijn verzoenende

Page 9: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

9

houding op religieus gebied, die hij benadrukte om zo veel mogelijk aanhang te krijgen.

b Deze teksten gaan over de Alteratie van Amsterdam in 1578, waarbij het Filipsgetrouwe stadsbestuur werd afgezet en vervangen door opstandelingen.

c Nee, de brief van Oranje heeft volgens de dagboekaantekeningen van Wouter Jacobsz niet het bedoelde effect gehad. Amsterdam heeft zich weliswaar aangesloten bij de Opstand maar de Alteratie was volgens Jacobsz het gevolg van het ingrijpen van ‘vreemdelingen’ en ‘geuzen’: van mensen van buiten de stad dus. Uit het dagboek blijkt niet dat de Amsterdammers zelf zich bij de Opstand hebben aangesloten, zoals Oranje hoopte.

d De auteur van bron 13 sympathiseert duidelijk meer met de katholieken dan met de opstandelingen. Hij heeft het over ‘goede katholieken’ en over ‘goede burgers en ingezetenen, en in het bijzonder de priesters en religieuzen.’ De machtswisseling is hier een eenzijdige overval. Volgens hem zijn de katholieken in de stad ook zeer slecht behandeld. De auteur is waarschijnlijk zelf katholiek.

De auteur van bron 14 heeft meer sympathie voor de opstandelingen. Hij spreekt over ‘stomme stof’ als hij heiligenbeelden bedoelt. Bij hem gaat het hier over een aanval uit verdediging, Verder geeft hij aan dat er weliswaar werd gescholden, maar dat niemand werd verwond. De auteur is waarschijnlijk protestant.

8 a De schilder was zelf protestant. Hij beeldt de vele doden af,

een smekende persoon op de voorgrond, zonder de daders heroïsch voor te stellen. De slachtoffers zijn weerloos afgebeeld, als echte slachtoffers.

b De centralisatie was in Frankrijk beter geslaagd dan in de Nederlanden. De koning had een veel sterkere positie dan de landsheer van de Nederlanden. In Frankrijk deden zowel katholieken als protestanten hun best zijn gunst te winnen.

c Leerlingen moeten deze punten noemen: - Filips vocht een slepende oorlog met het Osmaanse rijk: die

maakte dat hij zich niet volledig kon concentreren op de opstandelingen in de Nederlanden.

- Filips’ aanval op Engeland met de Armada: Filips vond zijn aanval op Elizabeth I zo belangrijk dat hij de herovering van de Nederlanden liet stilleggen.

- De regelmatige aanvoer van zilver voor Filips II uit Amerika, waardoor hij in de jaren na 1577 de herovering van de Nederlanden weer kon oppakken.

9 Uit bron 16 blijkt dat de makers de Unie van Utrecht zagen als

het begin van de Nederlands natie, en dat ze die

Page 10: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

10

verheerlijkten. Het ontwerp is een voorbeeld van het 19-eeuwse nationalisme, dat veel nadruk legde op het ‘eigen’ volk. De Opstand en de ‘glorierijke’ strijd tegen Spanje waren in die tijd belangrijke thema’s (leer/opdrachtenboek, p 213). Volgens de tekst ondertekenden zeven gewesten de Unie, terwijl het er in werkelijkheid meer waren: ook gewesten die later geen onderdeel werden van de Republiek sloten zich aan. Die laatste hebben de bedenkers van het monument weggelaten omdat het niet past binnen een nationalistisch verhaal waarin de Unie van Utrecht het begin is van de Nederlandse natie.

Page 11: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

11

Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 3 Het ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648) 1 a Drie oorzaken zijn: - het kunnen importeren van graan en hout uit het Oostzee

gebied (de moedernegotie); - de zwakke feodale structuren waardoor boeren meer ruimte

hadden om eigen producten te verbouwen of te telen; - de val van de stad Antwerpen in 1585. b Moedernegotie en zwakke feodale structuren zijn meer

indirecte oorzaken van de economische bloei: ze scheppen voorwaarden. De val van Antwerpen is een meer directe oorzaak: het betekende de uitschakeling van een concurrent en leidde tot een toevloed van menselijk kapitaal door immigratie.

c De moedernegotie en zwakke feodale structuren zijn sociaal-economische oorzaken van de economische bloei. De val van Antwerpen is zowel een sociaal-economische (de immigratie naar de Republiek), als een politiek-bestuurlijke oorzaak (de Spaanse inname is een gevolg van de Spaanse politiek om de Opstand te onderdrukken en de reactie vanuit de Republiek om de Schelde af te sluiten is ook een politieke beslissing).

2 a De Opstand was in belangrijke mate een strijd tegen

centralisatiepolitiek. Gewesten hechtten erg aan hun zelfstandigheid. Daarom lag het gevoelig om verplicht geld te moeten afdragen.

De gezamenlijke betaling was erg belangrijk omdat Filips II de onafhankelijkheid van de Republiek niet accepteerde en de Republiek dus in oorlog was.

b Holland betaalde verreweg het meest aan de oorlogskas. Als de kosten uit de hand liepen, merkte Holland dat het meest.

3 a Afbeeldingen van steden pasten bij het burgerlijk karakter

van veel kunst uit deze periode. De vele steden in de Republiek waren de thuisbases van trotse burgers, die ook graag zichzelf lieten portretteren.

b In de Republiek was de vrijheid van drukpers veel groter dan in omringende landen.

c Rond 1600 begonnen handelaren uit de Nederlanden intensief te handelen met Azië. In 1602 werd de VOC opgericht, die een belangrijke positie wist te veroveren. De aanvoer van goederen uit Azië nam daardoor sterk toe.

4 Argumenten zijn: - Voor: De VOC wist in Azië een belangrijke positie te

veroveren en er waren veel handelaren die profiteerden van de handel.

Page 12: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

12

- Tegen: Het belang van de VOC voor de economie van de Republiek werd nooit erg groot. De moedernegotie bleef veel belangrijker dan de handel met Azië.

5 a Amsterdam en Middelburg groeiden het hardst. Middelburg

lag het dichtst bij Antwerpen en Amsterdam profiteerde van de ligging aan het water.

b Uit de tabel blijkt dat al ruim voor 1602, het oprichtingsjaar van de VOC, mensen naar Amsterdam trokken. De groei van de stad was niet gebaseerd op de handel op Azië (maar kwam bijvoorbeeld door de val van Antwerpen).

c De republiek was een statenbond, een samenwerkingsverband van zeven zelfstandige gewesten (landen). Verhuizing naar een andere stad of gewest was dus vergelijkbaar met verhuizen naar een ander land nu.

d Kort na 1585 piekte het percentage immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden. Dat valt te verklaren uit de val van Antwerpen in 1585. Daarna trokken veel protestanten naar het noorden. Dat de stroom lang aanhield, is een gevolg van de groeiende economische verschillen: de groeiende rijkdom van Amsterdam bleef migranten trekken.

6 Aaron Abrahamsz wordt afgebeeld als een zwijn, een hond

die vlees steelt in een keuken, een muis in een val en (moeilijk te zien) een geldwolf. In combinatie met het ‘smous’ in de titel maakt dat duidelijk dat de maker van de prent negatief stond tegenover joden.

We weten echter niet wie de maker is en op basis van alleen deze bron kun je niet stellen dat er in de Republiek antisemitisme was. Je kunt wel een vermoeden hebben dat dit zo was, omdat de prent in Amsterdam is gedrukt voor een bepaald publiek. Maar om vast stellen of dat publiek er was en hoe groot dat publiek was, moet je over andere gegevens beschikken.

7 a De gebieden die na 1588 bij de Republiek kwamen, werden

generaliteitslanden genoemd. Zij hadden geen vertegenwoordiging in de Staten-Generaal, en werden rechtstreeks door de Staten-Generaal bestuurd.

b De Republiek was een sterk verstedelijkt gebied. Daardoor was het heel belangrijk om steden in handen te hebben om de Republiek te beheersen.

c Holland was voor de inkomsten voor een groot deel afhankelijk van de handel over zee, en dus van een vloot die de schepen kon beschermen.

d De stadhouder was aanvoerder van het Staatse Leger, en daaraan ontleende hij veel macht. Op het slagveld of als belegeraar kon hij roem vergaren, zoals Frederik Hendrik had

Page 13: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

13

gedaan. In vredestijd was die mogelijkheid er niet, dus Willem II zag zijn positie aangetast door de onderhandelingen. In oorlogstijd had hij meer gelegenheid macht en aanzien te verwerven.

8 a Bron 11 is staatsgezind. Uit de tekst bij de prent blijkt

sympathie voor Oldenbarnevelt. Bijvoorbeeld: - De woorden ‘eerlijk loon’ zijn ironisch bedoeld:

Oldenbarnevelt krijgt stank voor dank, maar legt nog een keer (in de tweede tekst) rustig uit dat hij niets verkeerd heeft gedaan.

- Maurits, verstopt in zijn toren, gebruikt grove taal want hij noemt Oldenbarnevelt een ‘hondsvot'.

- Onderaan op de prent staat dat Oldenbarnvelt sterft als een ‘helt’ (= held).

Als de tekenaar aan Oldenbarnevelts kant staat, dan is hij waarschijnlijk staatsgezind en tegen de stadhouder.

Bron 12 is staatsgezind. De auteur prijst Oldenbarnevelt en de gebroeders de Witt en treurt over het feit dat zij zijn vermoord.

Bron 13 is oranjegezind. Hij is een felle verdediger van Maurits. Hij legt de schuld van de dood van Oldenbarnevelt zelfs bij de landsadvocaat en zijn vrienden, door te schrijven dat ze onwillig waren om gratie te vragen, terwijl Maurits die volgens hem graag zou hebben gegeven.

b Tijdens de Reformatie hadden de hervormers zich fel afgezet tegen het katholieke geloof in heiligen. Dat de verlichte schrijfster Betje Wolff het in een ‘geloofsbelijdenis’ (een term die werd gebruikt door protestanten) heeft over de heilige Witten en Sint Jan, is dus bedoeld als satire tegen orthodoxe protestanten en aanhangers van het Oranjehuis. Wolff gebruikt uiterst katholieke bewoordingen in een tekst die ze vernoemd heeft naar een basistekst voor protestanten.

Bovendien zijn de ‘heiligen’ die ze beschrijft erg werelds. Niet alleen heeft ze het dus over heiligen in een ogenschijnlijk protestantse context, maar die zijn ook nog eens niet-bijbels of kerkelijk. Dat is de tweede plaagstoot.

c De plannen ontstonden in een tijd waarin standbeelden vaak werden gebruikt om uiting te geven aan nationalistische gevoelens (handboek blz. 212-213). In Nederland greep men vaak terug op de ‘glorierijke’ tijd van de Opstand. Daar paste een standbeeld van Oldenbarnevelt goed bij. Hij had immers de Republiek voor een belangrijk deel vormgegeven, toen die zich losmaakte van Filips II.

d Kuyper behoorde tot de antirevolutionaire stroming binnen het confessionalisme en zou enkele jaren later de Antirevolutionaire Partij oprichten. Hij was tegen het gedachtegoed achter de Franse Revolutie. Hij vond dat een

Page 14: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

14

koning door God boven het volk was gesteld (handboek blz. 239-240 en 356) en uit de bron blijkt dat hij vond dat de Oranjes ten tijde van de Republiek die door God gegeven taak hadden vervuld. Vandaar dat Kuyper standbeelden van de staatsgezinde regenten Oldenbarnevelt en Johan de Witt op prominente plaatsen afwees.

Page 15: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

15

Historische context Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 Intro 1 Tijdens de Verlichting verspreidden ideeën over vrijheid,

gelijkheid en burgerrechten zich. Mensen vroegen zich af met welk recht de koning over hen heerste en of de macht niet bij de burgers zelf lag. Dit is één van de oorzaken van de opstand in 1789 (de Franse Revolutie).

2 De maker van de prent is een Engelsman, afkomstig uit een koninkrijk. Tijdens de Napoleontische oorlogen zijn Frankrijk en Engeland aartsvijanden. Dat verklaart zijn negatieve visie op Napoleon. Hij maakt duidelijk dat de Franse koning (Lodewijk XVI) is vermoord (en dus niet rechtmatig is gestraft). Dat is te zien aan het schild, de speer en de bloederige handen van het Franse volk. Nu, in 1804, willen ze een nieuwe alleenheerser, die zelfs keizer wil worden.

3 In ieder geval: - de soevereiniteit ligt bij het volk; - de bevoegdheden van een regering en de rechten van

burgers worden vastgelegd in een grondwet; - alle burgers zijn gelijk voor de wet.

Page 16: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

16

Historische context Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 Deelcontext 1 De Verlichting (1650-1789) 1 De ontdekking van natuurwetten leidde tot een mechanistisch

wereldbeeld en zo tot een nieuwe visie op God. De wetenschappelijke revolutie haalde talloze oude inzichten (uit de klassieken en de Bijbel) onderuit en vergrootte het vertrouwen in het menselijk verstand (de ratio). Het rationele denken gingen filosofen ook toepassen op allerlei terreinen van de samenleving: de Verlichting.

2 a De Verlichting was een periode van discussie. Ook verlichte

denkers bekritiseerden elkaar. b Spinoza’s ideeën over religie ondermijnden het traditionele

geloof en het traditionele gezag van de staat (die nauw met elkaar verbonden waren). Volgens Spinoza leerde je God kennen door de natuur te bestuderen, en niet door de Bijbel te lezen.

3 a Als alle mensen van nature (dus onvervreemdbaar) dezelfde

rechten hebben, is iedereen gelijk. Dat idee botst met het idee van privileges, standen en door God gegeven gezag.

b Locke meende dat de vorst zijn gezag van de burgers kreeg en hun rechten kon beschermen.

4 a De voorstelling toont een triomferende koning, die het

katholieke geloof beschermt tegen ‘ketterij’. De prent is zeker bedoeld als propaganda voor het gezag van de absolute Lodewijk XIV, maar aan de prent zelf kun je niet zien dat dit gezag absoluut was. Ook niet-absolute monarchen of legeraanvoerders zouden zo afgebeeld kunnen worden.

b Op politiek gebied vergrootten ze hun macht ten koste van de adel en allerlei overlegorganen, zoals standenvergaderingen. Voortaan stelde de vorst ambtenaren aan om hem te helpen bij het bestuur. Dit proces heet centraliseren.

Op militair gebied bouwden veel vorsten een staand beroepsleger op zodat zij voor oorlog voeren niet langer afhankelijk waren van de adel. Om deze soldaten en ambtenaren te kunnen bekostigen, kwamen er ook hervormingen op economisch gebied.

Vorsten probeerden meer belastingen op te halen door de import te beperken en de export te vergroten.

5 Bewering I is deels juist. De adel en de koning proberen

Linguet de mond te snoeren door hem in de gevangenis te zetten. Linguet publiceert als burger een boek met kritiek om de publieke opinie op de hoogte brengen van wantoestanden.

Page 17: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

17

Op basis van alleen deze bron is de stelling echter te algemeen. Je moet weten of de behandeling die Linguet kreeg algemene praktijk was of een uitzondering, met andere woorden is zijn geval representatief voor de behandeling van critici door de koning/adel.

Bewering II is ook deels juist. De tekenaar toont wat een dankbaarheid Lodewijk XVI ten deel zou vallen als hij de Bastille zou slopen en als hij dus een rechtvaardige vorst zou zijn. Met het citaat van de koning zelf maakt de tekenaar duidelijk dat het willekeurig opsluiten van mensen niet bijdraagt aan orde en rechtvaardigheid. Een vorst moet de vrijheden en rechten beschermen, een tiran doet dat niet. Maar ook hier heb je meer vergelijkbare gevallen nodig om zo’n algemene stelling te kunnen verdedigen.

6 Twee fundamentele verschillen zijn: - De Nederlandse opstandelingen schrijven dat de macht van

de koning door God gegeven is, evenals zijn taken als vorst. Locke meent dat de machtsbasis van de koning de gemeenschap zelf is.

- De Nederlandse opstandelingen zien hun rechten en vrijheden niet als natuurlijk of onvervreemdbaar, maar als historisch (privileges en gewoonterechten). Locke heeft het over de natuurrechten die een vorst moet beschermen.

7 a Het vervangen van de absolute monarchie voor een

republiek. Het vervangen van de standensamenleving voor gelijkheid.

b Positief. Deze veranderingen zouden leiden tot vrijheid (vrijheidsboom), ze verdrijven het donker en lichte tijden komen, en de hoorn van overvloed wijst erop dat er ook meer welvaart komt voor iedereen.

c Het voorbeeld van de Atheense democratie, omdat dit een directe democratie was. In de gegevens lees je dat dit het ideaal van Rousseau is (de algemene wil laat zich niet vertegenwoordigen).

8 Drie voorbeelden: - In de eerste zin staat dat alle mensen ‘gelijk geschapen zijn’

en ‘onvervreemdbare rechten’ hebben. Locke ging ook uit van het natuurrecht.

- Een regering komt tot stand met ‘instemming’ van de geregeerden, zoals ook Locke schrijft.

- Het volk mag in opstand komen indien hun rechten niet beschermd worden. Ook dit schrijft Locke.

9 Kant schreef dat een volk maar langzaam verlicht gaat

denken en dat revoluties vaak nieuwe tirannie opleveren.

Page 18: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

18

Door een aparte minister voor nationale opvoeding (onderwijs) te benoemen kon de Bataafse regering de burgers kennis en loyaliteit aan de nieuwe staat bijbrengen. Dat is een maatregel die direct met de boodschap van de Verlichting samenhangt (durf te weten), maar ook met het opkomende nationalisme.

10 Drie citaten uit de tekst die verwijzen naar de Verlichting: - Het onderwerp van de prijsvraag past bij de Verlichting: de

vraag is namelijk hoeverre mensen gelijk zijn. - Het uitschrijven van een prijsvraag past bij de Verlichting,

omdat dit een periode is waarin een publieke opinie ontstond en een grotere groep burgers deelnam aan het publieke debat.

- De auteur meent dat hij zijn betoog goed opgebouwd heeft met argumenten en vertrouwt erop dat deze redeneringen niet zomaar weerlegd kunnen worden of zich ondanks censuur toch zullen verspreiden. Dit vertrouwen in rationaliteit past ook bij de Verlichting.

11 Uitspraak I is onjuist. Voltaire meent weliswaar dat

ongelijkheid en de mens onvermijdelijk met elkaar verbonden zijn, maar zijn betoog steunt wel op een rationele redenering; tijdens de Verlichting bestonden verschillende meningen tegenover elkaar.

Uitspraak II is onjuist, want het gaat hier om twee verschillende soorten gelijkheid: (klassieke) gelijke (grond)rechten en materiële gelijkheid. De ene opvatting sluit de andere niet uit.

Page 19: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

19

Historische context Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 Deelcontext 2 De Franse Revolutie (1789-1815) 1 a De schuldencrisis en het mislukken van het overleg in de

Staten-Generaal van 1789. b Boeren en arme burgers wilden een beter bestaan, maar hun

verlangens waren niet ingegeven door verlichte denkbeelden. Aan de roep van rijke burgers om verandering lagen vooral economische belangen ten grondslag en een protest tegen de oneerlijke belastingverdeling. Toen de crisis in 1789 uitbrak gingen verlichte denkbeelden wel een zeer belangrijke rol spelen.

2 Twee voorbeelden zijn: - In de tweede fase van de revolutie werd Frankrijk een

republiek/doodde men de koning terwijl er in de eerste fase nog een rol voor de koning was weggelegd.

- In de tweede fase van de revolutie brak men op alle manieren met het ancien régime, terwijl men tijdens de eerste fase het oude deels in stand hield.

3 Cahiers des doléances: Daaruit blijkt niet dat de Franse

revolutie een verlichte revolutie was, want de klachten die genoemd worden zijn vooral ingegeven door misstanden die de burgers ervoeren. De standen eisten niet het einde van de standenmaatschappij.

Wet Le Chapelier: Deze was ingegeven door het idee dat alle mensen vrij moeten zijn om hun eigen beroep te kiezen en dat er zoveel mogelijk economische vrijheid moet zijn (economisch liberalisme). Dat past bij het verlichte denken.

Proces tegen ‘burger Capet’: Dit was een politiek proces, in strijd met het ideaal van onafhankelijke rechtspraak dat veel verlichte denkers koesterden. Het past niet bij het verlichte denken.

Code Napoleon: De basis van dit wetboek werd gelegd tijdens de Franse Revolutie. Het past bij het verlichte denken over de natuurrechten en de gelijkheid van mensen voor de wet.

4 Die term past wel bij Napoleon omdat hij net als verlichte

vorsten een alleenheerser was die het land grondig hervormde zonder rekening te houden met tradities en oude rechten. Daarbij stond voor hem echter niet alleen de welvaart van het volk of het algemeen belang voorop. Zijn hervormingen - zoals het efficiënte bestuursapparaat, de hervorming van de belastingdienst en de invoering van de burgerlijke stand (vastgelegd in de Code Napoleon) - dienden ook om zijn controle over het land te vergroten en om grote oorlogen te kunnen voeren.

Page 20: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

20

5 In 1788 verkeerde de koning in grote geldnood. Het

belastingvoorstel was uiterst belangrijk. 6 Volgens Lodewijk in bron 9 heeft de koning het recht om

wetten te maken zonder tussenkomst van anderen. Volgens bron 10 moet ´de natie´ toestemming verlenen aan belastingwetgeving en moet de koning de vrijheden en privileges van provincies respecteren.

7 Het lijkt meer op het ´plakkaat van Verlatinghe´. De leden van het parlement van Parijs gebruiken geen argumenten die gebaseerd zijn op verlichte ideeën als het natuurrecht, maar veel meer historische argumenten (oude privileges en vrijheden moeten bewaard blijven).

8 Het handelen van de koning werd bekritiseerd en in het hele

land besproken. De koning voelde zich genoodzaakt zich te verantwoorden in een brief. De ruzie tussen Lodewijk en het parlement maakte het nog moeilijker voor Lodewijk om iets te doen aan de nijpende financiële situatie. Hij ondervond zeer veel tegenstand bij zijn pogingen het bestaande systeem te hervormen. Ook werd het moeilijker om geld te lenen, omdat het vertrouwen van banken en geldschieters in het Franse bestuur afnam. Uiteindelijk gaf Lodewijk toe en riep hij in 1789 de Staten-Generaal bijeen. Dat was sinds 1614 niet meer gebeurd.

9 Twee elementen zijn: - De derde stand heeft volgens hem de macht in handen en de

eerste en tweede stand zijn aan hem ondergeschikt. Het zijn marionetten die dansen op zijn fluitmuziek.

- De monarch is ook ondergeschikt aan de derde stand. De leeuw is getemd en ligt aan de voeten van de derde stand.

10 Drie punten waarover zij van mening verschillen: - In bron 5 wordt de nieuwe gelijkheid vereerd (altaar van de

mensenrechten), in bron 4 wordt de ongelijkheid benadrukt (medaillon).

- In bron 5 wordt de vrijheid verheerlijkt (vrijheidsboom), volgens de maker van bron 4 is er geen vrijheid (gebroken vrijheidsboom, de veroordeling tot de guillotine).

- In bron 5 wordt de eenheid onder de mensen en het patriottisme verheerlijkt, in bron 4 wordt deze belachelijk gemaakt (de poepende man).

11 Uitspraak C past bij de tijd vóór de revolutie. Lodewijk houdt

vast aan de standensamenleving, maar komt de derde stand

Page 21: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

21

tegemoet door te zeggen dat zij over belastingwetgeving mogen stemmen.

Uitspraak B past bij de eerste fase van de revolutie, toen Lodewijk de grondwet ondertekende.

Uitspraak A past bij de tweede fase van de revolutie toen de koning was afgezet en werd aangesproken als burger.

12 a De lauwerkrans verwijst naar het Romeinse Keizerrijk

(evenals zijn titel). De hermelijnen mantel en de staffen zijn beide symbolen van de Franse koningen, en verwijzen naar de tijd voor 1789.

b De positie van Napoleon - als eerste consul - had te weinig symbolische kracht om zijn politieke macht blijvend te ondersteunen. Hij zocht in de geschiedenis naar legitimiteit en kwam dus uit bij andere machtige personen die Frankrijk hadden geregeerd. Het is een poging om na de bloedige en onrustige fases van de revolutie het volk weer te verenigen onder een nieuwe sterke leider.

13 Verlichte denkers betoogden dat mensen van nature allen

dezelfde rechten hadden (natuurrecht); een adellijk kind of een arbeiderskind zijn immers biologisch hetzelfde. Mannen en vrouwen zijn biologisch echter wel verschillend. Op grond daarvan meent Amar dat zij verschillende kwaliteiten hebben en dus ook verschillende taken in de maatschappij. In zijn visie doet dat aan de gelijkheid voor de wet niets af.

14 Er zijn verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: rond

1900 streden in Engeland suffragettes voor algemeen kiesrecht voor vrouwen. Begin 20e eeuw kregen vrouwen kiesrecht in Engeland.

Of: In Nederland kregen vrouwen in 1919 kiesrecht nadat vrouwen hadden gestreden voor dit recht.

15 a Zij wijzen deze structuren nauwelijks af. Zij menen dat een

beroep beschermd moet worden, zodat de uitoefenaar van het beroep zijn gezin ervan kan onderhouden. Bloemverkopers verdienen niet veel en het beroep is gemakkelijk te leren. Als het beroep vrij wordt zullen bloemverkopers dus veel concurrentie krijgen en minder verdienen. Tegelijkertijd vinden ze wel dat de armen niet volledig buitengesloten mogen worden van een bepaald beroep. Het moet voor mensen mogelijk zijn om tot de beroepsgroep toe te treden.

b De afgevaardigden hebben hun belangen niet goed behartigd, want met de wet Chapelier nemen zij alle belemmeringen weg en staan zij vrije beroepskeuze toe.

Page 22: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

22

16 Die gebeurtenissen hadden een negatieve invloed op het proces, omdat ze ertoe leidden dat in Frankrijk de angst voor een contrarevolutie toenam. Het verzwakken of vermijden van die contrarevolutie was een van de oorzaken voor de dood van Lodewijk XVI.

17 Napoleon maakte een uniform wetboek dat in het hele land

gold. Voorheen verschilden wetten per regio. Napoleon maakte de burgerlijke stand een zaak van de staat. Op die manier had de staat meer informatie over burgers tot zijn beschikking.

Page 23: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

23

Historische context Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 Deelcontext 3 Europa (1815-1848) 1 a Voorbeeld van een maatregel is het creëren van het

Koninkrijk der Nederlanden, omdat al in 1830 het Zuiden zich afscheidde van het Noorden.

b In 1815 wilde men koste wat kost nieuwe oorlogen voorkomen. Aangezien Frankrijk (met Napoleon) grote delen van Europa had veroverd, wilde men dit land in toom houden door sterke staten aan haar grenzen te creëren. Het Koninkrijk der Nederlanden moest zo een sterke staat zijn.

Achteraf zeggen we misschien dat het creëren van het grotere Koninkrijk der Nederlanden geen goed idee was en dat de Belgische Opstand een logisch gevolg was. Toch was die Opstand niet op voorhand onvermijdelijk. Hoewel er vanaf het begin grote tegenstellingen bestonden, was ook de weinig toegeeflijke politiek van de koning van invloed op het aanwakkeren van verzet, evenals de revolutionaire sfeer in bijvoorbeeld Frankrijk.

2 Belangrijke verschillen zijn: - Het liberalisme redeneert vanuit het individu dat natuurlijke

rechten heeft; het socialisme redeneert vanuit de klasse, gebaseerd op bezitsverhoudingen.

- Het liberalisme kan zich verenigen met een constitutionele monarchie (vorst gebonden aan een grondwet); socialisten accepteren alleen een republiek (een staat zonder iemand die boven andere burgers lijkt te staan = ongelijkheid).

- Het liberalisme wil een vrijemarkteconomie (individuele vrijheid); het socialisme wil juist veel overheidsingrijpen (bescherming van gelijkheid).

3 Nationalisten meenden dat mensen één volk vormden

wanneer ze dezelfde taal spraken, een gemeenschappelijke geschiedenis hadden en op het gebied van cultuur (b.v. godsdienst) overeenkwamen.

4 Het kenmerkend aspect spreekt over het voortbestaan van het

ancien régime, gekoppeld aan verlicht absolutisme. Die combinatie hoort bij de 18e eeuw. Hoewel de monarchieën na de napoleontische periode terugkeerden en behoorlijk veel macht hadden, waren zij nu wel aan een grondwet gebonden (constitutionele monarchieën).

5 De machtswisselingen zijn: - 1789: Na de Franse Revolutie in 1789 kwamen de burgers aan

de macht en werden de symbolen die herinnerden aan de

Page 24: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

24

monarchie verwijderd. Place Louis XV werd Place de la Révolution.

- 1795: Na 1795 regeerde het Directoire, een gematigd bestuur, dat de herinneringen aan de verschrikkingen van de terreur wilde uitwissen om voor een stabiel bestuur in Frankrijk te zorgen. Place de la Révolution werd Place de la Concorde.

- 1815: Na de restauratie van 1815 kwam er weer een koning aan de macht. Hij had veel macht en wilde bovendien de herinneringen aan de Franse Revolutie uitwissen. Place de la Concorde werd Place Louis XV en later Place Louis XVI.

- 1830: De liberale revolutie in 1830 was succesvol: de macht is uit de handen van de ‘gerestaureerde’ koning in ieder geval deels overgegaan op de liberale burgerij, die in de eerste helft van de 19e eeuw vaak macht en burgerrechten opeiste. Deze burgers wilden blijkbaar geen plein dat herinnerde aan de absolute vorsten. Place Louis XVI wordt Place de la Concorde.

6 De Tocqueville meent dat doordat burgers tijdens de Franse

Revolutie op allerlei gebieden gelijke rechten kregen en privileges werden afgeschaft, automatisch ook het eigendomsrecht (dat totale gelijkheid in de weg staat) onderwerp van discussie werd. Socialisten zien verschillen in bezit als bron voor alle ongelijkheid.

7 Er zijn verschillende antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: de

industrialisatie, waardoor de maatschappij sterk veranderde. Een grote groep armen verhuisde naar de steden en zij moesten voor laag loon en onder slechte werkomstandigheden eentonig werk doen.

8 De socialisten zijn er niet in geslaagd gelijkheid van bezit in te

voeren, maar door de druk die sociaal-democratische partijen uitoefenden in de 20e eeuw is er wel steeds meer sociale wetgeving ingevoerd die de kloof tussen arm en rijk dichtte. De overheid zorgde bijvoorbeeld voor uitkeringen, die betaald werden uit belastinggeld (geïnd uit het eigendom van andere burgers).

9 Hij was teleurgesteld omdat de revolutie de burgerij en niet de

arbeiders aan de macht bracht. Dat had hij wel gehoopt zoals bijvoorbeeld blijkt uit het Communistisch Manifest uit 1848. Hij zag de revolutie wel als een stap in de goede richting omdat de burgerij ruim baan zou maken voor de kapitalistische economie die de klassentegenstellingen zou verscherpen en uiteindelijk zou leiden tot een proletarische revolutie. Daarin zouden de arbeiders wel de macht overnemen en een communistische staat stichten.

Page 25: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

25

10 Socialisten wilden samenwerken met arbeiders uit andere landen. Door het nationalisme, dat eind 19e eeuw sterk opkwam, identificeerden mensen zich vooral met hun eigen volk, en zagen ze zichzelf pas op de tweede plaats als arbeider. Ook vonden veel arbeiders hun geloof belangrijker dan hun status als arbeiders. Zo kregen socialistische partijen minder aanhang dan zij gehoopt hadden.

11 In het laatste couplet wordt gesproken over één taal, één volk

en één geest die in het nieuwe land aanwezig moeten zijn. Dit past bij de gedachte van de natiestaat (een staat waarin één volk woont), die door de 19e-eeuwse nationalisten werd nagestreefd.

12 a Het gedicht van Kinker beschrijft Noord en Zuid als

verenigd door een gezamenlijk ‘lot’, maar ruw gescheiden in de 16e eeuw. Hij gebruikt ook de term ‘zusterlijk’, wat minimaal duidt op een notie van behoren tot één ‘familie’. Hij suggereert een continuïteit (het Nederlandse volk) dat tijdelijk gescheiden is geweest in verschillende staten.

b Door de vereniging van Noord- en Zuid-Nederland in 1815 wilden nationalisten zoeken naar een gezamenlijke geschiedenis. Die werd gevonden in de Bourgondische periode vóór de Opstand in de 16e eeuw. De 17e en 18e eeuw worden nu als een tussenfase gezien. Er waren in de 19e eeuw grote verschillen in taal en cultuur in het nieuwe Koninkrijk, maar de herschreven geschiedenis moest die verschillen wegpoetsen en suggereren dat er zoiets als een Nederlands volk had bestaan van vroeg af aan (creëren van continuïteit).

13 Communisten menen dat er in de toekomst een revolutie van

arbeiders zal uitbreken waarin zij de macht overnemen en een communistische heilstaat vestigen / een staat vestigen waarin de macht gedeeld zal zijn en de productiemiddelen gemeenschappelijk bezit.

Dit zie je aan de volgende elementen uit de prent: - de boot met arbeiders erop die het ijs stuk vaart, wat de

revolutie symboliseert die de kapitalistische samenleving (monopolie, beurs etc) stuk maakt;

- de geestelijkheid, koning en militairen die ten onder gaan: in de revolutie zouden de arbeiders immers de macht grijpen en een vreedzame samenleving stichten waarin voor religie geen rol is;

- de leuzen verwijzen naar het feit dat de arbeiders zich moeten organiseren en zelf in opstand moeten komen.

Page 26: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

26

14 Deze spotprent laat afgevaardigden zien van het Frankfurter Parlement die aan de koning van Pruisen de keizerskroon over heel Duitsland aanbieden. De koning wijst deze af.

De twee afgebeelde tegenstanders van het liberale nationalisme zijn tsaar Alexander en de Duitse vorsten.

Tsaar Alexander was een autocratisch vorst die niets van het liberalisme moest hebben. Rusland grensde aan Duitsland en de tsaar wilde de revolutionaire ideeën buiten de deur houden. De Duitse vorsten zouden door een Duitse eenheid hun macht verliezen én waren meestal ook autocratische vorsten die geen voorstanders van het liberalisme waren.

15 Twee voorbeelden zijn: - Thorbecke wil de burgerrechten en individuele vrijheid

versterken. - Thorbecke wil de rijke burgers macht geven. Deze twee

ideeën passen bij het liberalisme in de 19e eeuw. 16 In de eerste regel wordt verwezen naar de revoluties in andere

staten in 1848. Vanaf de derde regel betoogt Thorbecke dat de enige manier waarop de koning opstanden in de toekomst kan voorkomen is door het aanzienlijkste deel van de burgers macht te geven. Dit zal koning Willem II ook ingezien hebben.

17 Een socialist zou het toejuichen dat burgers ook inspraak

krijgen en de burgerrechten vastgelegd worden, maar zou minstens algemeen kiesrecht willen in plaats van censuskiesrecht. Ook zou een socialist het behoud van de monarchie afkeuren.

18 Uitspraak I [van Friedrich Engels in 1880] past bij c:

communisme. In het citaat wordt duidelijk dat de Franse revolutie nog maar het begin is van de emancipatie van de burgers/arbeiders. De samenleving moet nog rationeler worden.

Uitspraak II [van Edmund Burke in 1790] past bij a: conservatisme. In het citaat wordt duidelijk dat de schrijver waarde hecht aan de oude instituten en dat het volgens hem tot problemen zal leiden als in één klap alle traditionele instellingen en rechten worden vernietigd.

Uitspraak III [van Giuseppe Mazzini 1805-1872] past bij d: nationalisme. In het citaat wordt duidelijk dat de schrijver vindt dat het toekennen van rechten aan burgers kan leiden tot gevaarlijk individualisme indien er geen gedachte of idee is dat de burgers samenbindt.

Page 27: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

27

Historische context Duitsland 1871-1945 vwo Intro 1 a Eigen antwoord van de leerling. Bijvoorbeeld: Duitse

eenwording 1871, nazisme, Jodenvervolging, Berlijnse Muur, Duitse eenwording 1990.

b Afhankelijk van het eigen antwoord van de leerling; in dit geval Duitse eenwording 1871, nazisme.

2 Dat is laat vergeleken met Frankrijk, dat al veel eerder (in de

late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd) een eenheidsstaat met een krachtig centraal bestuur was.

3 Het nationalisme. 4 De huidige Europese samenwerking op economisch en

politiek gebied (Europese Unie). Deze samenwerking is begonnen als een poging om Frankrijk en Duitsland wederzijds afhankelijk te maken en zo te voorkomen dat ze opnieuw in oorlog zouden geraken.

Page 28: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

28

Historische context Duitsland 1871-1945 vwo Deelcontext 1 Twee ideologische blokken (1945-1955) 1 a Het probleem was dat het keizerrijk weliswaar een Europese

grootmacht was, maar ook kwetsbaar, doordat het werd omringd door andere sterke landen. Bismarck loste dit probleem op door te streven naar handhaving van de bestaande situatie; de politici onder Wilhelm II probeerden de Duitse macht waar mogelijk wel te vergroten, zoals in Afrika en in Oost-Europa.

b Grotendeels wel. Er is een tweefrontenoorlog ontstaan, waarbij de Duitsers streden tegen de Fransen en de Britten in het westen en de Russen in het oosten. Aan die strijd is het keizerrijk ten onder gegaan.

2

Industriële Revolutie Het Duitse keizerrijk ontleende zijn kracht voor een groot deel aan de sterke industrialisatie in de 19e en begin 20e eeuw.

modern imperialisme Het Duitse keizerrijk, dat in 1871 nog geen koloniën had, probeerde net als Groot-Brittannië een koloniaal rijk te krijgen, waardoor de spanningen opliepen.

liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Het Duitse keizerrijk was voortgekomen uit nationalistische sentimenten.

twee wereldoorlogen Het Duitse keizerrijk was een belangrijke partij in de Eerste Wereldoorlog en ging daaraan uiteindelijk ten onder.

verwoestingen op ongekende schaal; betrokkenheid burgerbevolking

De verliezen aan mensen en middelen in deze ‘totale oorlog’ leidden tot opstand en revolutie en uiteindelijk tot de ondergang van het keizerrijk.

3 a De conferentie ging over de voorwaarden waaronder

westerse landen aanspraak konden maken op delen van Afrika. Westerse mogendheden probeerden de hand te leggen op delen van Afrika om hun grote koloniale rijken te voltooien of (als ze nog geen koloniën hadden) een eigen koloniaal rijk te verwerven. Het streven naar een (zo groot mogelijk) koloniaal rijk (voor de winning van grondstoffen en de afzet van industriële producten) noemen we modern imperialisme.

b Bismarck was geen voorstander van een groot koloniaal rijk. Zijn buitenlandse politiek was er na 1871 vooral op gericht het voortbestaan van het Duitse Rijk te garanderen en conflicten binnen Europa te voorkomen. Hij organiseerde de conferentie dan ook vooral om te voorkomen dat westerse landen

Page 29: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

29

vanwege koloniale conflicten met elkaar in oorlog zouden raken.

4 De Duitse Weltpolitik was het streven naar meer Duitse macht

in de wereld. Een van de middelen daarvoor was het opbouwen van een sterk militair apparaat, waaronder een grote marinevloot. Dat laatste werd mogelijk dankzij de Eerste Vlootwet.

5 a De prentbriefkaart bekijkt de Eerste Wereldoorlog vanuit

een Frans perspectief. Joffre, de bevelhebber, was onder meer verantwoordelijk voor de (eerste) Slag bij de Marne, waar het Franse leger (samen met de Britten) het Duitse offensief tot staan had gebracht. Joffre was dus, net als Napoleon ruim een eeuw eerder, een voorbeeld van een geslaagde Franse generaal, en dus een ‘leerling de Meester waardig’.

b Napoleon en Joffre zijn niet helemaal vergelijkbaar: Joffre had het Duitse leger alleen tot staan weten te brengen, binnen de Franse grenzen, terwijl Napoleon vrijwel heel Europa had veroverd (waaronder alle Duitstalige staten).

6 a Het gevolg van de nederlaag was dat Duitsland een

belangrijk deel van zijn macht kwijtraakte. Dit bleek vooral uit de officiële vredesovereenkomst na de Eerste Wereldoorlog, het Verdrag van Versailles. Duitsland moest gebieden afstaan, enorme bedragen betalen om de geallieerde oorlogsschade te vergoeden en ontwapenen.

b

1871-1888 Weinig gevolgen: Bismarck voerde een terughoudende buitenlandse politiek.

1888-1918 Het machtsevenwicht raakt verstoord: doordat het Duitse keizerrijk een grotere plaats voor zichzelf opeist, zowel in Afrika als in Oost-Europa, lopen de spanningen op. Uiteindelijk leiden die tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

1918-1933 De nieuwe Duitse republiek die voortkwam uit de puinhopen van het Duitse keizerrijk, was economisch, bestuurlijk en militair sterk verzwakt.

7 a De titel ‘keizer’ was sinds de Romeinse tijd in gebruik ter

aanduiding van iemand die over een groot deel van Europa heerste. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Karel de Grote, wiens rijk zich uitstrekte over het latere grondgebied van zowel Frankrijk als Duitsland. In de 19e eeuw waren met name Franse en Duitse leiders verwikkeld in een concurrentiestrijd om de hoogste heerschappij in Europa. Als symbool van hun succes namen mannen als Napoleon en Wilhelm I daarom graag de titel ‘keizer’ aan.

Page 30: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

30

b Het antwoord moet in elk geval de volgende elementen bevatten:

- De rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland in de 19e eeuw. - De symbolische functie van de paltskapel. Een voorbeeld van een aannemelijke hypothese is: De bouwactiviteiten in de paltskapel in Aken (1881-1913) zijn

het gevolg van de rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland: beide wilden zich presenteren als de hoogste macht op het Europese continent.

Toelichting: De aanwezigheid van het graf van Karel de Grote op Duits grondgebied bood de Duitsers daartoe een mooie gelegenheid. Karel had geheerst over het grondgebied van het latere Frankrijk én Duitsland. De keuze voor een begrafenis in het Duitse Aken kon echter worden uitgelegd als een keuze voor Duitsland als kern van het rijk. Zodoende kon Aken in de 19e eeuw uitgroeien tot het symbool voor de band tussen het middeleeuwse keizerrijk van Karel de Grote en het nieuwe Duitse keizerrijk. Door de kapel zorgvuldig te verfraaien trad de Duitse keizer op als beheerder van de nagedachtenis van Karel de Grote. Zo maakte hij duidelijk dat hij in Karels voetsporen trad, en profileerde hij zich als de nieuwe leider van het Europese vasteland.

Mogelijk is in het antwoord opgemerkt dat de bouwwerkzaamheden samenhingen met de naderende herdenking van de 1200ste sterfdag van Karel de Grote (1914). Dat is goed gezien, maar biedt op zichzelf nog onvoldoende verklaring. De vraag is dan immers waarom het voor de Duitsers zo belangrijk was die dag te vieren.

8 De juiste volgorde is D – A – C – B. Uitspraak D: De rijkskanselier is erop tegen dat de staat

koloniën verwerft; het moet dus gaan om Bismarck. Bismarck, rede voor de Rijksdag op 26 juni 1884, naar

aanleiding van de verwerving van Angra Pequena (Duits-Zuidwest-Afrika).

Uitspraak A: Deze uitspraak past bij de tijd van de eerste Vlootwet, toen de Duitsers zochten naar versterking van hun zeemacht.

Keizer Wilhelm II, 23 september 1898, in een toespraak ter gelegenheid van de opening van de vrijhaven van Stettin (thans Szczecin, Polen).

Uitspraak C: Deze uitspraak heeft betrekking op het begin van de Eerste Wereldoorlog, toen Duitse troepen België binnentrokken om vandaaruit Noord-Frankrijk te veroveren.

Open brief ‘An die Kulturwelt!’ van 93 Duitse geleerden, op 4 oktober 1914 afgedrukt in talloze Duitse dagbladen, als verweer tegen buitenlandse beschuldigingen aan het adres van het Duitse keizerrijk.

Page 31: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

31

Uitspraak B: Het woord ‘burgeroorlog’ verwijst naar de revolutionaire situatie aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, toen de Duitse keizer moest opstappen.

Keizer Wilhelm II in zijn memoires (1922) naar aanleiding van zijn aftreden als keizer van het Duitse Rijk.

9 a Als pragmatisch. Hij is geen principieel tegenstander van

kolonialisme, maar denkt dat het Duitsland zou verzwakken. b Bron 10. De Britse ambassadeur had er voor zover bekend

geen belang bij Bismarcks woorden te verdraaien; bovendien schreef hij ze vrijwel onmiddellijk op, min of meer woordelijk. Bron 11 is minder betrouwbaar. Het feit dat er tussen Bismarcks politieke activiteit en deze uitspraak vele jaren zijn verstreken is een argument, maar vooral het effect dat hij met zijn tekst beoogt. Bülow suggereert dat Bismarck principieel tegenstander was van kolonialisme: dat zou ‘zuiver’ zijn en de Duitsers een plaats in de hemel bezorgen. Hij probeert deze ‘oude’ terughoudendheid belachelijk te maken door te suggereren dat die uitsluitend een moreel belang diende. Op die manier kan hij zijn eigen opstelling als het enige serieuze alternatief voorstellen. Als het gaat om de denkbeelden van Bismarck is bron 10 daarom een betrouwbaarder bron dan bron 11.

c In 1873 had het Duitse Rijk geen behoefte aan een overzees rijk, in 1897 wilde het nadrukkelijk wel de eigen economische belangen in Oost-Azië en West-Indië verdedigen.

10 a De (eerste) Duits Vlootwet maakte een forse uitbreiding van

de Duitse oorlogsvloot mogelijk. Dit vormde een bedreiging voor de Britse heerschappij op zee. Als gevolg daarvan liepen de spanningen tussen Groot-Brittannië en Duitsland op en zocht Groot-Brittannië toenadering tot Frankrijk (een voormalige vijand). De Entente Cordiale was daarvan de uitkomst. Je zou de Duitse vlootwetten dus kunnen zien als een oorzaak van de Entente Cordiale.

b Nee. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, vochten de Britten aan de zijde van Frankrijk, niet aan Duitse zijde.

c Deze stelling is niet juist. Dat de Britten dit verdrag met de Fransen wilden sluiten, was mede het gevolg van de manier waarop zij hun eigen belang opvatten. Zoals bron 12 laat zien, was het zelfs in 1911 niet ondenkbaar dat de Britten alsnog tot de slotsom zouden komen dat een Brits-Duits verdrag meer in hun voordeel zou zijn dan een Brits-Frans verdrag.

11 a

16e eeuw (C) Portugezen bemachtigen het handelsmonopolie op de kuststeden; ze handelen onder meer in slaven.

Europese overzeese expansie

Page 32: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

32

1884 (D) Het land wordt een Duitse kolonie (Duits-Oost-Afrika).

modern imperialisme

1918 De Britten gaan het land onder de naam Tanganyika besturen.

1954 (B) Julius Nyerere, zoon van een stamhoofd, richt een onafhankelijkheidsbeweging op, de Tanganyika Afrikaanse Nationale Unie (TANU).

verzet tegen het West-Europese imperialisme

1961 (A) Tanganyika wordt onafhankelijk. dekolonisatie

1964 Tanganyika en het eiland Zanzibar versmelten tot de nieuwe staat Tanzania.

b In 1918 verloor het Duitse keizerrijk de Eerste Wereldoorlog.

Een van de tegenstanders van Duitsland was Groot-Brittannië. Kennelijk betekende de Duitse nederlaag dat zij het bestuur over deze kolonie aan de Britten moesten overdragen.

Page 33: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

33

Historische context Duitsland 1871-1945 vwo Deelcontext 2 De Republiek van Weimar (1919-1933) 1 a De politieke groepen zijn:

Politieke groep Voor of tegen

oude elite uit de keizertijd tegen

sociaaldemocraten voor

communisten tegen

extreemrechts tegen

NSDAP (onderdeel extreem rechts) tegen

b Nee. Niet-democratisch rechts wilde alle macht neerleggen

bij één leider (extreem rechts) of bij een monarch (conservatieve elite); de communisten daarentegen wilden de macht juist overdragen aan arbeiders en soldaten.

c Liberalen. 2 In de parlementaire democratie van de Weimarrepubliek lag

de hoogste macht bij de Rijksdag (het parlement). Als een meerderheid in de Rijksdag het vertrouwen in de regering opzegde, moest die aftreden. In de keizertijd was er weliswaar een parlement, maar de keizer bepaalde of de regering aanbleef of niet.

3 In het Verdrag van Versailles legden de geallieerden

Duitsland zeer zware eisen op, waaronder zware herstelbetalingen. Deze herstelbetalingen leidden tot grote economische ontbering. Veel kiezers verloren daardoor het vertrouwen in de democratische politici die indertijd het Verdrag van Versailles hadden getekend. Uiteindelijk zouden zij steun geven aan Hitler. Die beloofde het gehate Verdrag van Versailles ongedaan te maken. Kort nadat hij aan de macht was gekomen, maakte hij een eind aan de parlementaire democratie en dus aan de Weimarrepubliek.

4 De Spartakusopstand was het werk van communisten die

door middel van revolutie het ontstaan van een parlementaire democratie probeerden te verhinderen; in plaats daarvan wilden zij een totalitair ideologie (namelijk het communisme) in de praktijk brengen, waarbij de staat, via raden van arbeiders en soldaten, een grote greep zou krijgen op alle aspecten van de samenleving.

De Rijksdagbrand werd door nationaalsocialisten gebruikt om de linkse oppositie uit te schakelen en aldus een einde te maken aan de democratie. Ook de nationaalsocialisten probeerden een totalitaire ideologie in de praktijk te brengen, waarin de staat volledig greep zou krijgen over het leven van de burgers.

Page 34: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

34

5 De crisis van het wereldkapitalisme brak uit in 1929, toen de

beurs in New York instortte. Het Dawesplan (en in 1929 de opvolger daarvan, het Youngplan) voorzag in grote Amerikaanse leningen aan Duitsland, dat anders nauwelijks kon voldoen aan de opgelegde herstelbetalingen. Omdat de Amerikanen in de crisisjaren hun geld terugeisten en Duitsland zonder geld kwam te zitten, hadden de Duitsers het in de crisisjaren extra zwaar.

6 a 1933: De machtigingswet maakte een einde aan het feitelijk

functioneren van de parlementaire democratie in Duitsland; vanaf dit moment hadden de nationaalsocialisten het min of meer alleen voor het zeggen. Omdat dit zeer veel invloed had op de totale samenleving valt er veel voor te zeggen de invoering van de machtigingswet als een belangrijk moment van verandering te zien.

1929: In dit jaar deed zich in de Verenigde Staten een beurskrach voor, die zou leiden tot een wereldwijde economische crisis. Omdat de Amerikanen in verband met deze crisis leningen aan Duitsland terugeiste, kwam de crisis in Duitsland extra hard aan. Dit leidde tot ontregeling van de Duitse samenleving, een dalend vertrouwen in de democratische politiek en uiteindelijk de liquidatie van de democratie.

b De tijdsindeling die 1933 als een breuk ziet, heeft een politieke invalshoek: politieke veranderingen (hier: de opheffing van de democratie) worden gezien als het fundament van de geschiedenis.

De tijdsindeling die 1929 als breuk ziet, heeft een economische invalshoek: hierbij wordt een veel grotere rol toegekend aan economische verandering als ‘drager’ van de geschiedenis.

7 a Het antwoord bevat de volgende elementen: - De Duitse bevolking leed zwaar onder de Eerste

Wereldoorlog; er heerste veel onrust. - De Eerste Wereldoorlog was formeel nog gaande, maar in

feite had het Duitse keizerrijk al verloren. - Om die reden was de keizer afgetreden en deed de oude elite

afstand van de macht. Het was onduidelijk hoe Duitsland verder zou worden bestuurd.

b Liebknecht wil een veel grotere breuk met het verleden dan Scheidemann. Scheidemann constateert weliswaar dat de keizer is afgetreden, maar legt verder accent op de continuïteit:

- er is een rijkskanselier die als vanouds moet worden gehoorzaamd;

Page 35: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

35

- zelfs de hoogste militaire commandant en de minister van Oorlog blijven aan en moeten worden gehoorzaamd, ook al mogen zij niet langer zelfstandig besluiten nemen.

Liebknecht spreekt nadrukkelijk van de vorming van ‘een nieuw, proletarisch staatsbestel’. Daaronder verstaat hij een ‘regering van arbeiders en soldaten’. De breuk blijkt ook uit het feit dat Liebknecht nadrukkelijk spreekt van een socialistische republiek. Ook in sociaal opzicht is er een groter onderscheid: in de nieuwe republiek zal er geen ongelijkheid meer bestaan tussen kapitalist en arbeider.

c Uit het antwoord blijkt dat deze twee republieken staan voor een sociaaldemocratische invulling van de democratie (parlementaire democratie waaraan alle Duitsers participeren) en een communistische invulling daarvan (radendemocratie, de macht aan de arbeidersklasse). Een extra aanwijzing is dat Liebknecht een van de aanstichters was van de Spartakusopstand van 1919, een communistische opstand naar Russisch voorbeeld, die werd neergeslagen onder verantwoordelijkheid van de sociaaldemocratische rijkskanselier.

d De republiek die was uitgeroepen door Scheidemann (later aangeduid als de Republiek van Weimar). Hiervoor kunnen twee argumenten worden aanvoerd:

- De aanhangers van Karl Liebknecht deden tijdens de Spartakusopstand een poging hun radendemocratie alsnog door te voeren, maar dat mislukte, zoals ook andere communistische opstanden in Duitsland mislukten.

- In 1919 kreeg de Duitse republiek een nieuwe grondwet die gebaseerd was op de beginselen van de parlementaire democratie (en die dus in het verlengde lag van de idealen van Scheidemann en niet die van Liebknecht).

8 a De sociaaldemocraten verweerden zich tegen de

dolkstootlegende door de beschuldiging om te draaien: niet de sociaaldemocraten waren verraders van het Duitse volk, maar de extreemrechtse partijen die wilden terugkeren naar de oude verhoudingen van het keizerrijk (zoals de Duits-Nationale Volkspartij).

Dit kan worden afgeleid uit de afbeeldingen op de posters. Die vormen vrijwel letterlijk elkaars spiegelbeeld. Alleen zijn dader en slachtoffer verwisseld. In bron 9 is de sociaaldemocratie de dader en de soldaat (vaderlandslievend, want verdediger van de vlag) het slachtoffer; in bron 10 is de sociaaldemocratie (gezien de vlag ook vaderlandslievend en bovendien voorstander van vrede, arbeid en vorming) het slachtoffer en de soldaat de dader. Een verschil is dat de dader op bron 10 een schild heeft en de dader op bron 9 niet. Met dit schild heeft de tekenaar willen aangeven dat de soldaat staat

Page 36: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

36

voor een verdediger van de oude orde: het heeft namelijk de kleuren van het keizerrijk.

In zijn totaliteit is de boodschap van bron 9: de sociaaldemocraten zijn landverraders omdat ze het leger – en daarmee de gehele Duitse natie – een dolk in de rug hebben gestoten. De boodschap van bron 10 is: de tegenstanders van de sociaaldemocratie/extreemrechtse partijen/aanhangers van de dolkstootlegende zijn de ware verraders, want zij helpen de Weimarrepubliek, met zijn idealen van vrede, arbeid en onderwijs) om zeep.

b De dolkstootlegende was in 1924 een dankbaar verkiezingsonderwerp omdat de Duitsers toen net enkele zware jaren van hyperinflatie en de gedeeltelijke bezetting van hun land achter de rug hadden. Rechtse partijen suggereerden dat deze ellende het gevolg was van de ‘dolkstoot’ van links. Immers: als linkse politici niet voortijdig waren gecapituleerd, had het leger kunnen doorvechten en betere vredesvoorwaarden kunnen bedingen.

9 a Het antwoord bevat de volgende elementen: - De NSDAP is fel tegenstander van de bepalingen in de Vrede

van Versailles. Zij protesteert met name tegen de zware herstelbetalingen, die de Duitse economie in haar ogen te zwaar belasten.

- In 1923 is de eerste financiële crisis, die leidt tot hyperinflatie. Bij de eerste verkiezingen in 1924 geven kiezers door hun stem aan de NSDAP te kennen dat zij af willen van de herstelbetalingen.

- In 1924 leidt het Dawesplan tot verzachting van de herstelbetalingen en bloeit de economie enigszins op; het probleem van de herstelbetalingen is minder acuut en de aanhang van de NSDAP slinkt.

- In 1929 vindt de beurskrach in New York plaats en belandt de Duitse economie in een zeer zware recessie. In 1930 vertaalt zich dat in een enorme verkiezingswinst voor de NSDAP: de kiezers willen alsnog af van de herstelbetalingen.

- In latere jaren (tot 1933) slagen politici van andere partijen er niet in de crisis en massawerkeloosheid op te lossen en groeit het aantal NSDAP-stemmers verder.

b Nee, hij is het daar niet mee eens. Haffner erkent weliswaar dat de inflatie van de jaren 1919-1923 de burgerij rijp heeft gemaakt voor Hitler, maar wijst erop dat de Duitse regering die inflatie heeft laten ontstaan om onder de herstelbetalingen uit te komen. Dat is een politieke beslissing. In zijn ogen heeft de opkomst van de NSDAP dus (ook) politieke oorzaken.

c Het percentage zetels van de communistische partij KPD vertoont een patroon dat enigszins vergelijkbaar is met dat van de NSDAP: groei in de inflatiejaren (1919-1924), terugval

Page 37: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

37

(en stabilisatie) in de jaren van voorspoed en relatieve politieke stabiliteit (1924-1929) en (lichte) groei in de crisisjaren vanaf 1929.

d De overeenkomst tussen de verkiezingsuitslagen van communisten en nationaalsocialisten suggereert dat veel Duitsers in de Weimarrepubliek in tijden van tegenspoed hun toevlucht zochten bij niet-democratische partijen. Een hypothese voor een cultureel-mentale oorzaak kan zijn: de groei van de NSDAP is (mede) veroorzaakt door een gebrek aan vertrouwen in de parlementaire democratie onder Duitse kiezers.

10 a Hypothese: Afshin Ellian voelt zich aangesproken door

iemand die een daad stelt tegen een dictator. Dit is aannemelijk omdat hij zelf heeft moeten vluchten toen in zijn land fundamentalistische moslims aan de macht kwamen. In een fundamentalistische moslimstaat is de besluitvorming niet democratisch en is de vrijheid van denken (geloofsvrijheid) sterk ingeperkt (blz. 329 van het leer/opdrachtenboek). In dat opzicht is er verwantschap met de nationaalsocialistische dictatuur.

[Iran kent weliswaar een functionerend parlement en parlementsverkiezingen, maar de hoogste macht ligt niet bij de volksvertegenwoordiging, maar bij de niet democratisch gekozen ‘religieuze leider’ en de ‘raad van hoeders’ (een raad van hoge geestelijken); deze geestelijken bepalen onder meer wie zich kandidaat mag stellen voor de parlementsverkiezingen.]

Hypothese: de Duitse overheid wil de daad van Van der Lubbe niet erkennen als een ‘voorbeeldige verzetsdaad’, omdat het democratische karakter daarvan twijfelachtig is. De aannemelijkheid van deze hypothese kan uit twee elementen worden afgeleid:

- Van der Lubbe was een communist en als zodanig geen voorstander van de parlementaire democratie;

- Van der Lubbe richtte zijn aanval op het symbool van de Duitse parlementaire democratie van de Weimarrepubliek, het parlementsgebouw.

De symbolische lading van Van der Lubbes daad is des te groter omdat de Rijksdagbrand de directe aanleiding was voor het afschaffen van de parlementaire democratie in Duitsland en het begin van de nazidictatuur. Een prominente plaats van een monument ter ere van Van der Lubbe vóór het centrum van de huidige Duitse democratie was daarom voor de Duitse autoriteiten niet aanvaardbaar. De Duitse overheid zal immers geen twijfel willen laten over haar democratische gezindheid.

Page 38: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

38

Historische context Duitsland 1871-1945 vwo Deelcontext 3 Nazi-Duitsland (1933-1945) 1

Gevolgen van het nationaalsocialistische bewind in Duitsland, 1933-1945, voor

Duitsland de rest van Europa

nazificatie van de samenleving voor 1939: teruggave van grondgebieden aan Duitsland

terreur en geweld jegens andersdenkenden (politieke tegenstanders)

1939-1945: oorlog en bezetting

uitsluiting en vervolging van groepen op basis van ras, handicap of seksuele geaardheid; genocide

tijdens bezetting: terreur en geweld jegens andersdenkenden (politieke tegenstanders)

publieke opinie beperkt door propaganda en censuur

tijdens bezetting: uitsluiting en vervolging van groepen op basis van ras, handicap of seksuele geaardheid; genocide

1939-1945: oorlog in 1945: totale overwinning op de Duitsers

1939-1943: verovering van vrijwel het hele Europese vasteland

in 1945: totale nederlaag voor de Duitsers; volledige afhankelijkheid van geallieerden

2 a De wereld werd verdeeld in twee invloedssferen: een

kapitalistische/democratische (onder invloed van de Verenigde Staten) en een communistische (onder invloed van de Sovjet-Unie). In Europa strekte de invloedssfeer van de Russen (Sovjets) zich verder naar het westen uit dan ooit.

b Een onbedoeld gevolg: de nationaalsocialisten hoopten juist een wereld te scheppen zónder (instabiele) democratie en zónder communisme.

3 a Twee argumenten zijn: - In het kamp zijn behalve politieke tegenstanders en

geestelijken ook Joden opgesloten. - Het was een model voor andere concentratiekampen,

waaronder de vernietigingskampen die bedoeld waren voor de uitroeiing van de Joden.

b Auschwitz was een vernietigingskamp, Dachau niet. c Het kamp was oorspronkelijk opgezet voor het opsluiten

van politieke tegenstanders; het gebrek aan politieke vrijheid is een van de kenmerken van een totalitaire ideologie.

4 a Eind jaren dertig was Hitler bezig met de geleidelijke

uitbreiding van het Duitse grondgebied in Midden-Europa. De inlijving van Oostenrijk is onderdeel van die politiek. Andere voorbeelden daarvan zijn de inname van Sudetenland

Page 39: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

39

(1938) en de verovering van Polen (1939). (Leerlingen zouden ook nog kunnen noemen: de annexatie van het Rijnland in 1936 en de volledige annexatie van Tsjecho-Slowakije, 1939.)

b Nee. Door het Verdrag van Versailles na de Eerste Wereldoorlog (1919) had Duitsland een deel van zijn grondgebied moeten afstaan aan andere landen. De nationaalsocialisten vonden dat onrechtvaardig en eisten die gebieden terug. Maar dat gold niet voor Oostenrijk: dat is altijd een zelfstandig land geweest en was nooit deel van het Duitse Rijk.

5 De nationaalsocialisten hechtten veel waarde aan de instelling

van de Rijkscultuurkamer omdat zij hiermee schrijvers en kunstenaars konden dwingen mee te werken aan de verwezenlijking van de nationaalsocialistische idealen (nazificatie).

De Duitse nationaalsocialisten streefden naar een sterke en eensgezinde Duitse samenleving. Dat vereiste biologische ‘zuiverheid’ en ‘gezondheid’, maar ook een ‘gezond’ en eensgezind cultureel leven: voor on-Duitse of ‘ontaarde’ (niet traditionele) kunst was geen plaats. Om dat ideaal af te dwingen, moesten de nationaalsocialisten greep krijgen op alle schrijvers, kunstenaars en journalisten in Duitsland. De Rijkscultuurkamer was het instrument dat zij daarvoor gebruikten. Wie in de cultuur werkzaam wilde zijn, moest lid zijn van deze kamer. Doordat de kamer werd geleid door nationaalsocialisten, konden zij mensen die afwijkende meningen lieten horen, eenvoudig het lidmaatschap ontnemen. Op die manier konden zij de Duitse cultuur naar hun hand zetten en hoopten zij hun ideale, eensgezinde en ‘zuiver Duitse’ samenleving te realiseren.

6 a Het nieuwe heeft een economische kant en een politieke. In

1877 was Duitsland nog niet zo lang een industriële natie. De (massale) aanwezigheid van industriearbeiders was dus een relatief nieuw verschijnsel. Ook relatief nieuw was dat arbeiders stemrecht hadden en dat er partijen waren (zoals de sociaaldemocratische) die speciaal voor de belangen van arbeiders opkwamen.

b De tekst ‘Toen net als nu’ staat in het gedeelte waar twee soldaten te zien zijn. De boodschap van deze affiche is dus dat hoogopgeleide hoofdarbeiders en handarbeiders in 1933 net zo’n hechte band hebben (‘kameraden’ zijn) als toen ze (tijdens de Eerste Wereldoorlog) samen aan het front stonden.

c In bron 10 is de arbeider afgebeeld als een burger die via de politiek voor zijn belangen kan opkomen. Uit zijn ontevredenheid blijkt dat hij vindt dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met zijn belangen. Deze man is dus

Page 40: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

40

afgebeeld als lid van een belangengroep binnen de samenleving die in strijd is met andere maatschappelijke geledingen. Dit past bij de politieke situatie van 1877. Duitsland was toen weliswaar geen volwaardige parlementaire democratie, maar er was wel een functionerend parlement waarin ook arbeiderspartijen waren vertegenwoordigd. De schilder gaat uit van deze realiteit (en wijst mogelijk op het gevaar daarvan).

In bron 11 is de arbeider afgebeeld als iemand die juist niet opkomt voor zijn eigen belang, maar zich verwant voelt met mensen uit andere sociale geledingen (hier de hoogopgeleide hoofdarbeider). De arbeider vormt hier onderdeel van een eensgezinde samenleving. In 1933 was de democratie afgeschaft, waren linkse politieke partijen en vakbonden verboden en was de NSDAP aan de macht, die het ideaal koesterde van de Volksgemeinschaft, de eensgezinde, klasseloze samenleving. Bron 11 weerspiegelt dit ideaal. (In feite is bron 11 een propaganda-uiting van een nationaalsocialistische organisatie die in de plaats was gekomen van de vakbonden.)

7 a In bron 12 is de Sovjet-Unie een gevaarlijke macht, die

samen met het nationaalsocialistische Duitsland de kleinere, op hun neutraliteit vertrouwende landen in Europa dreigt op te slokken. Dat de Sovjet-Unie op één lijn wordt geplaatst met de Duitsers is te zien aan de symbolen op de krokodil: die draagt zowel het symbool van de Sovjet-Unie (hamer en sikkel) als het symbool van nazi-Duitsland hakenkruis). In bron 13 wordt (het leger van) de Sovjet-Unie juist geprezen: het krijgt (van de geschiedenis) een lauwerkrans. Hier wordt de Sovjet-Unie dus juist uiterst positief voorgesteld.

Er zijn twee elementen die een rol kunnen spelen bij de verklaring:

1. Het verschil in politieke kleur: bron 12 is afkomstig uit een conservatieve krant, bron 13 uit een sociaaldemocratische.

2. Het verschil in tijd: bron 12 heeft betrekking op de beginperiode van de Tweede Wereldoorlog, toen de Britten al wel in oorlog waren met Duitsland, maar de Sovjet-Unie (vanwege een niet-aanvalsverdrag) niet. Bron 13 komt uit de periode dat de Sovjet-Unie inmiddels wel in oorlog was met Duitsland en de Duitsers juist bij Stalingrad een zware slag had toegebracht.

b De meest waarschijnlijke verklaring voor de negatieve beoordeling van de Sovjet-Unie in bron 12 en de positieve beoordeling in bron 13 is het verloop van tijd: de Sovjet-Unie was veranderd van een bondgenoot van de Duitsers in een bondgenoot van de Britten. Een verschil in politieke opvatting heeft minder verklarende kracht. Hoewel de sociaaldemocratie door zijn oorsprong dichter bij het

Page 41: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

41

communisme staat dan het conservatisme, zijn sociaaldemocraten net als conservatieven kritisch ten aanzien van het ondemocratische karakter van het communisme en zullen zij de Sovjet-Unie niet alleen om hun politieke opvattingen hebben gelauwerd.

8 a De film past in de fase van de Neurenburger wetten, omdat

daarin een scherp onderscheid werd gemaakt tussen Joden en niet-Joden. Dat gebeurt in deze film ook: de veronderstelde ‘arische’ houding ten opzichte van arbeid en de gemeenschap wordt scherp gecontrasteerd met de Joodse: de één zou werken om iets nuttigs voor de gemeenschap te doen, de ander zou alleen geïnteresseerd zijn in zelfverrijking: Joden zouden leven ten koste van anderen (parasiteren op anderen).

De film wijst vooruit naar de fase van de Wannseeconferentie, omdat daar afspraken werden gemaakt over de uitroeiing van alle Joden. De film probeert in de passage waarin Joden met ratten worden vergeleken, de kijker ervan te overtuigen dat Joden ongedierte zijn dat moet worden verdelgd.

b Propaganda is politieke reclame om mensen te overtuigen van en te laten gehoorzamen aan de ideeën van een staat of een politieke partij. Deze film, gemaakt in opdracht van de nationaalsocialistische minister van Volksvoorlichting en Propaganda, weerspiegelt de antisemitische ideeën van de NSDAP, en probeert mensen te overtuigen dat die ideeën overeenstemmen met de werkelijkheid. Om die reden is gekozen voor de vorm van een documentaire, die bedoeld is als feitelijk verslag van de werkelijkheid.

c Deze bronnen zijn om de volgende redenen niet geschikt: A Het aantal bezoekers zegt niets over de invloed die de film

heeft op het denken van de bezoekers. Wanneer uit de bron zou blijken dat maar weinig mensen de film hebben gezien, kan wel geconcludeerd worden dat de film weinig invloed moet hebben gehad. De bron is maar beperkt bruikbaar.

B Deze recensies zijn niet bruikbaar omdat ze niet betrouwbaar zijn. Ze werden geschreven in een tijd dat er in Duitsland een scherpe censuur was: recensenten waren niet vrij te schrijven wat ze er werkelijk van vonden. Bovendien zijn de bronnen mogelijk ook niet erg representatief voor de Duitse bevolking als geheel. Recensenten zijn beroepskijkers.

C Deze interviews zijn niet bruikbaar, omdat ze weinig betrouwbaar zijn. De geïnterviewden in 1960 wisten inmiddels wat de gevolgen waren van het nationaalsocialistische antisemitisme en wat de afloop van de oorlog was. In 1960 gaven Duitsers dus mogelijk sociaal wenselijke antwoorden, waarin hun eigen toenmalige reactie op de film kan zijn vertekend.

Page 42: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

42

D Dagboeken uit 1940 van katholieken zijn beperkt bruikbaar. Ze kunnen weliswaar een betrouwbaar beeld geven van toenmalige reacties op de film en de invloed die deze film had op de bevolking, maar als alleen katholieke dagboeken zijn gekozen, is de verzameling bronnen vermoedelijk niet representatief voor alle Duitsers. Het is goed mogelijk dat protestantse of niet-gelovige Duitsers overwegend anders tegen het antisemitisme aankeken.

Page 43: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

43

Historische context Koude oorlog 1945-1991 vwo Intro 1 In het Westen werd in die periode niet gevochten en was er

alleen sprake van spanningen. Daarom kan men spreken van een ‘Koude’ Oorlog. Dit was echter niet het geval in Azië (Korea/Vietnam), het Midden-Oosten en Afrika. Daar werd in die periode wel gevochten.

2 Rusland was al sinds de 15e eeuw een monarchie, waarin een

erfelijke troonopvolger de macht had. In de Verenigde Staten werd vanaf 1789 - op basis van de trias politica - de macht verdeeld tussen de (gekozen) president, het (gekozen) congres, en het (benoemde) hooggerechtshof.

3 a Twee argumenten: - In de Verenigde Staten is er op politiek gebied

hoofdzakelijke sprake van continuïteit aangezien ze uitgaan van de grondwet die in 1787 werd opgesteld.

- In Rusland heeft in 1917 een revolutie plaatsgevonden. De eeuwenoude monarchie werd omvergeworpen en er kwam een communistisch bewind voor in de plaats.

b Rusland veranderde weliswaar in een communistische staat, maar de macht kwam opnieuw in handen van een kleine elite. De Sovjet-Unie, waarvan Rusland het grootste land was, kende geen liberale democratie en vrije markteconomie.

Page 44: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

44

Historische context Koude oorlog 1945-1991 vwo Deelcontext 1 Twee ideologische blokken (1945-1955) 1 Gebeurtenissen/begrippen die bij vraag I passen: - Blokkade van Berlijn: doordat de Verenigde Staten hulp

bood aan West-Berlijn werd duidelijk dat Trumans doctrine geen loze belofte was en dat hij bereid was in te grijpen. Hierdoor werd de deling tussen Oost en West duidelijk.

- Conferentie van Potsdam: de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie kwamen er niet uit wat er moest gebeuren met Europa. De Verenigde Staten wilden vrije verkiezingen, de Sovjet-Unie niet. Ook over Duitsland werden ze het niet eens.

- Duitse deling: na de Blokkade van Berlijn werd Duitsland verdeeld in twee landen; de democratische BRD en de communistische DDR. Hiermee was de scheidslijn in Europa getrokken en waren er twee ideologische machtsblokken ontstaan.

- Marshallplan: in 1947 beloofde Truman steun aan alle landen die het communisme buiten de deur wilden houden. Met het Marshallplan wilde hij Europese landen aan zich binden en hiermee voorkomen dat het communisme voet aan de grond zou krijgen. Hierdoor werd de deling duidelijk voelbaar. De landen die voor Marshallhulp kozen waren ‘automatisch’ tegen Stalin.

- Tweede Wereldoorlog: de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bevrijdden beide grote delen van Europa. Aan deze gebieden wilden ze allebei hun eigen ideologie opleggen.

Gebeurtenissen/begrippen die bij vraag II passen: - Blokkade van Berlijn: dit was de eerste echte confrontatie

tussen Oost en West. Hier werd duidelijk hoe ver men wilde gaan om ‘eigen’ gebied te verdedigen.

- Invloedssferen: doordat de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie in gunstig gelegen gebieden hun macht lieten gelden en hun eigen ideologie veiligstelden, groeide de spanning.

- Marshallplan: de landen die voor het Marshallplan kozen, kozen voor de Amerikaanse ideologie, vond Stalin. De patstelling werd hiermee nog groter.

- militaire bondgenootschappen: doordat er op militair gebied afspraken werden gemaakt tegen elkaar, liepen de spanningen nog verder op.

- Trumandoctrine: hiermee lieten de Verenigde Staten duidelijk zien dat ze het communisme als een gevaar zagen en bereid waren ertegen op te treden.

- wapenwedloop: doordat zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie vanaf 1949 atoomwapens konden maken, ontstond er een gevaarlijke situatie die de spanningen tussen beide partijen snel op liet lopen.

Page 45: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

45

2 De antwoorden zijn: - De atoombom op Hiroshima is een voorbeeld van het

kenmerkende aspect: het voeren van twee wereldoorlogen/verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens (en toen de Sovjet-Unie vanaf 1949 ook een atoomwapen had: een voorbeeld van het kenmerkende aspect wapenwedloop en de dreiging van een atoomoorlog). De atoombommen hebben immers voor enorme verwoestingen gezorgd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Terugblikkend is de vraag gesteld of deze atoombommen wel gebruikt hadden mogen worden.

- Het Marshallplan is een voorbeeld van de kenmerkende aspecten: de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en (het begin van) de eenwording van Europa. Het Marshallplan zette Oost en West nog scherper tegenover elkaar, omdat de communistische vazalstaten van Stalin de hulp niet mochten accepteren. Stalin was bang dat met de financiële steun ook het kapitalisme/de democratie de vazalstaten zou binnensijpelen. Doordat West-Europa wel Marshallhulp accepteerde en de Verenigde Staten aandrongen op betere samenwerking tussen de landen werd hier een begin gemaakt met de Europese eenwording.

- De redevoering van senator McCarthy is een voorbeeld van de kenmerkende aspecten: de rol van moderne propaganda en de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken. Dit blijkt uit de manier waarop hij in zijn redevoeringen duidelijk een zwart-witbeeld schilderde waarmee hij de publieke opinie probeerde te beïnvloeden. Dit deed hij door te benadrukken dat de normen en waarden van de democratische en kapitalistische landen goed waren en die van de communisten slecht. Hij maakte de verschillen tussen de ideologische blokken onoverbrugbaar groot.

3 De cartoonist waarschuwt de Amerikaanse regering (het Witte

Huis): als ze te lang doen over de goedkeuring van het Marshallplan, neemt de kans toe dat de Sovjet-Unie (de beer) West-Europa zal beïnvloeden/bedreigen. Met andere woorden: ze moeten opschieten met hun besluitvorming willen ze de Sovjet-Unie voorblijven.

4 Doordat de West-Europese landen nauwer samenwerkten

waren ze minder kwetsbaar voor het ‘rode gevaar’. Door de samenwerking op economisch gebied en met Marshallhulp zou West-Europa zich economisch kunnen herstellen, waardoor het communisme een onaantrekkelijk alternatief werd/de loyaliteit van deze landen bij de Verenigde Staten kwam te liggen.

Page 46: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

46

5 a Een reden om te twijfelen aan de bruikbaarheid van deze brief voor je onderzoek is dat de brief gericht is aan een groot publiek. Truman verdedigt zich en noemt daarom alleen die argumenten die zijn beeld als ‘goede president' versterken.

b De twijfel heeft te maken met de betrouwbaarheid van de bron, omdat de informatie eruit waarschijnlijk niet weergeeft wat de motieven waren van de president in 1945. Aangezien de brief door Truman geschreven is, is de bron wel representatief voor je onderzoek. Truman was destijds immers de president van de Verenigde Staten.

6 a De overgave van Japan waarmee de Tweede Wereldoorlog

ook in Azië tot een einde komt. b Verschillende mogendheden gaan atoomwapens

ontwikkelen, waardoor een wapenwedloop ontstond. 7 a Het doel van deze cartoon was om de Tsjecho-Slowaken

duidelijk te maken dat de keuze in 1947 voor Stalin en de Sovjets en niet voor de Marshallhulp de juiste keuze was.

b Generaal Marshall bood financiële steun, maar - suggereert de titel - de Marshallhulp is in de praktijk heel anders. Je krijgt het niet voor niets. In ruil voor de financiële steun moet je voortaan meevechten met de Verenigde Staten (word je gebruikt voor imperialistische doeleinden). Dit kun je zien aan de militaire spullen/wapens die Marshall uitdeelt.

c In 1947 was Tsjecho-Slowakije nog een democratisch land dat geïnteresseerd was in de Marshallhulp. Onder druk van Stalin sloegen ze de Marshallhulp uiteindelijk af. Op 25 februari 1948 vond er in Tsjecho-Slowakije een coup plaats, waardoor het een communistisch land werd net als de Sovjet-Unie. Dit maakte het voor de Sovjets gemakkelijker om propaganda te maken in Tsjecho-Slowakije zonder dat de Tsjecho-Slowaakse regering protesteerde.

8 a Deze cartoon is gericht tegen senator McCarthy/het

McCarthyisme. De man met de emmer met smeer stelt senator McCarthy voor. Die ontketende begin jaren vijftig een heksenjacht tegen (vermeende) communisten. Dit zorgde voor een sfeer in Amerika waarin iedereen verdacht was.

b In 1941 wilde Roosevelt ervoor zorgen dat men overal ter wereld vier vrijheden had. In deze cartoon uit 1951 stelt Herblock in de titel de vraag hoe de ‘vrijwaring van angst’ gegarandeerd wordt in de Verenigde Staten zelf, nu het McCartyisme voor zoveel onrust en angst zorgt. Daarbij verwijst Herblock ook naar de ‘vrijheid van meningsuiting’. Ook daar gaat het niet goed mee in de Verenigde Staten. Mensen lopen rond met pleisters op hun mond.

Page 47: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

47

Historische context Koude oorlog 1945-1991 vwo Deelcontext 2 De Koude Oorlog in Azië en Afrika (1949-1975) 1 a De betrokkenheid bij de Koude Oorlog werd sterk in de

hand gewerkt door de dekolonisatie van landen in Azië en Afrika. De tanende macht van de kolonisator schiep een machtsvacuüm, waardoor de grootmachten (de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en in mindere mate de Volksrepubliek China) mogelijkheden zagen om hun invloedssfeer uit te breiden met landen op deze continenten.

In Azië gebeurde dat bijvoorbeeld in Vietnam, waar kolonisator Frankrijk de strijd tegen de vrijheidsbeweging (in 1954) verloor en het land verdeeld raakte in een communistisch noorden en een kapitalistisch zuiden.

Een Afrikaans voorbeeld is Angola, waar de onafhankelijkheid (in 1975) onmiddellijk tot een slepende strijd leidde tussen ‘marxistische’ en ‘kapitalistische’ onafhankelijkheidsbewegingen (MPLA en FLNA/UNITA).

b Het ontstaan van een tweede grote communistische staat, de Volksrepubliek China in 1949.

2 a Het voornaamste gevolg was de opsplitsing van Vietnam in

twee staten: een communistische staat in het noorden en een kapitalistische in het zuiden.

b Allebei. De scheiding die in het akkoord werd overeengekomen, was bedoeld voor slechts twee jaar: daarna zou de Vietnamese bevolking een regering kiezen voor geheel Vietnam. Door een gebrek aan medewerking van Zuid-Vietnam en de Verenigde Staten kwam van deze bedoeling weinig terecht. De langdurige scheiding van Noord- en Zuid-Vietnam was dus een onbedoeld gevolg.

3 In de jaren zestig werd een generatie volwassen die zich

dankzij de sterk gegroeide welvaart onafhankelijk kon opstellen, zowel in cultureel als in politiek opzicht. Deze ‘protestgeneratie’ stond kritisch tegenover de manier waarop de Amerikanen de democratische vrijheid in de wereld meenden te moeten verdedigen, onder meer ten koste van veel burgerslachtoffers onder de Vietnamese bevolking. Deze affiche verbeeldt deze kritische opstelling: de bevolking leidt onder het geweld van Amerikaanse bommen en kan in de oorlogssituatie niet over haar eigen lot beschikken. Vergelijk vwo-leer/opdrachtenboek 308-313.

4 Nee. Dit bezoek in 1972 was weliswaar een diplomatieke

doorbraak die zorgde voor betere relaties tussen de Volksrepubliek en de Verenigde Staten, maar het maakte geen einde aan de strijd tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie om behoud en uitbreiding van hun invloedssferen. Een

Page 48: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

48

indicatie daarvoor is de burgeroorlog in Angola, die drie jaar na Nixons bezoek uitbrak en die nog lang in het teken zou staan van de Koude Oorlog (minstens tot 1988). Het einde van de Koude Oorlog kwam pas toen Michail Gorbatsjov in de Sovjet-Unie in de tweede helft van de jaren tachtig hervormingen doorvoerde en landen in het Oostblok en de Sovjet-Unie zich aan de invloed van Moskou konden onttrekken.

5 Amerikanen zullen deze uitspraak van Mao hebben gezien als

een bevestiging van hun angst dat communistische landen uit waren op de stapsgewijze uitbreiding van hun invloedssfeer (dominotheorie).

Bovendien bevestigde deze uitspraak de Amerikaanse angst dat China en de Sovjet-Unie in dit opzicht zouden samenwerken: Mao deed zijn toespraak op een officiële bijeenkomst voor communistische partijen in de Sovjet-Unie.

6 De voornaamste uitkomst van de Akkoorden van Genève was

de (als tijdelijk bedoelde) tweedeling van Vietnam in een communistisch noorden en een kapitalistisch zuiden. De verkiezingen zouden betrekking hebben op héél Vietnam. Er was dus een serieus risico dat de communisten de verkiezingen zouden winnen en dat de dominotheorie hier zou opgaan: na Noord-Vietnam zou ook Zuid-Vietnam communistisch worden. Het Amerikaanse beleid was daarom gericht op containment: voorkomen dat de invloedssfeer van het communisme zou groeien. Het verhinderen van nationale verkiezingen voor heel Vietnam past in deze containmentpolitiek.

7 Elementen in de beschrijving: Verschillen: - De Vietnamese vrouw: op de Chinese poster uit 1965: een

krachtige strijdster; op de Nederlandse poster uit 1972: slachtoffer.

- Het Amerikaanse leger: op de Chinese poster: zwakkelingen en verliezers; op de Nederlandse poster: oppermachtige agressor.

Verklaring: De bedoeling van de Chinese poster is op te roepen tot het

bestrijden van de Amerikanen, die juist een jaar eerder (Tonkinresolutie van 1964) de strijd in Zuidoost-Azië hadden geïntensiveerd. De poster laat daarom een wensbeeld zien: zelfs vrouwelijke strijders zijn krachtiger dan Amerikaanse soldaten.

De bedoeling van de Nederlandse poster is op te roepen tot beëindiging van de Vietnamoorlog. Nederland behoorde

Page 49: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

49

weliswaar tot het Westerse kamp, maar eind jaren zestig waren vooral jongeren in het Westen kritisch ten aanzien van de oorlog in Vietnam. Deze affiche is een uiting van deze kritische benadering. Om Nederlanders ervan te overtuigen dat de oorlog onrechtvaardig is, ligt hier het accent op het lijden van de Vietnamese bevolking (met name van vrouwen en kinderen) en het ongenaakbare geweld van de Amerikanen.

8 Bron 3 lijkt sterk op bron 1: de Vietnamese bevolking wordt

afgebeeld als weerloos slachtoffer van een Amerikaans bombardement. In die zin heeft deze foto een duidelijke boodschap die kritisch is ten aanzien van het Amerikaanse militaire optreden en geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. Tegelijkertijd zijn er geen indicaties dat de foto in scène is gezet of is gemanipuleerd. Als deze foto in dat opzicht inderdaad wel betrouwbaar is, laat hij in elk geval een aspect van het leven van burgers zien. De foto is bruikbaar voor het onderzoek, maar biedt wel een heel selectief beeld van het leven van Vietnamese burgers en zal dus met veel ander materiaal moeten worden aangevuld.

9 a Het affiche is gemaakt ter herdenking van de Slag bij Dien

Bien Phu in 1954. Het onafhankelijke Vietnam, waarvan de regering op dat moment werd geleid door Ho Chi Minh, won deze slag. De overwinning was van grote betekenis: hij leidde tot het definitieve vertrek van de Fransen uit Vietnam en de internationale erkenning van een communistische staat in Noord-Vietnam. Het Vietnam van 1999 is uit deze staat voortgekomen. Vanuit het standpunt van de Vietnamese regering in 1999 is de overwinning bij Dien Bien Phu dus een essentiële stap geweest op weg naar de vreedzame eenheidsstaat Vietnam en komt de eer van die overwinning toe aan toenmalig regeringsleider Ho Chi Minh.

b

politiek-maatschappelijke stroming

bron/passage

socialisme/ communisme/ leninisme

liberalisme bron 11: verwijst naar de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. Die is gebaseerd op idealen van de Verlichting. Enkele van deze idealen zijn hier geformuleerd.

nationalisme bron 12: Ho Chi Minh is in Parijs vooral op zoek naar

Page 50: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

50

een manier om zijn landgenoten te bevrijden van het koloniale juk. bron 13: Ho Chi Minh is fel tegenstander van een nieuwe overheersing door Chinezen. Kortom: Ho wil een nationale staat voor het Vietnamese volk.

c Voorbeeld van een aannemelijke hypothese: het leven van

Ho Chi Minh laat zich het best verklaren vanuit het nationalisme.

Argumenten: Als bron 12 een goed beeld geeft, gaat het nationalistische ideaal (een eigen staat voor de Vietnamezen) vooraf aan de keuze voor het communisme/leninisme. Dat zou ook kunnen gelden voor de inspiratie die Verlichtingsidealen hem kennelijk hebben geboden (bron 11): het recht op vrijheid en gelijke rechten voor iedereen wordt hier immers gebruikt als onderbouwing voor een eigen staat (waarin ook Vietnamezen zelfbeschikkingsrecht hebben, net als Amerikanen en Fransen). In bron 13 ten slotte maakt Ho duidelijk dat zijn bezwaren tegen de bezetting door de Kuomintang niet worden ingegeven door hun politieke kleur (vijanden van de Chinese communisten), maar puur door het feit dat het geen Vietnamezen zijn. Ook daar staat de onafhankelijkheid van het Vietnamese volk voorop.

10 a Argument vóór een interpretatie als Koude Oorlog: vanuit

Amerikaans standpunt gezien probeerde de Sovjet-Unie door de bezetting van Afghanistan haar invloedssfeer in Azië uit te breiden. De Amerikanen probeerden deze bezetting dus ongedaan te maken. Dit verklaart de Amerikaanse steun aan de islamitische verzetsstrijders, zowel met wapens als met woorden (bron 14).

Argument tegen een interpretatie als Koude Oorlog: vanuit het standpunt van de mudjahedien gezien ging het om een strijd voor een islamitische staat, en dus niet om een strijd tussen communisme en kapitalisme. Zij zullen de Amerikaanse steun om praktische redenen hebben aanvaard, niet om ideologische redenen. [Leerlingen kunnen nog aanvoeren dat deze interpretatie wordt ondersteund door de strijd tussen Westerse troepen en mudjahedien in Afghanistan sinds 2001.]

b De Verenigde Staten intervenieerden in Vietnam in een poging te voorkomen dat het land uit de westerse invloedssfeer zou verdwijnen. Ondanks grote inspanningen liep deze interventie uit op een mislukking. Op dezelfde manier probeerde de Sovjet-Unie te voorkomen dat Afghanistan uit háár invloedssfeer zou wegvallen (door de overgang naar een islamitische staat). Ook dat mislukte. In

Page 51: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

51

beide gevallen leed een supermacht in de strijd om een relatief klein land een gevoelige nederlaag.

Page 52: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

52

Historische context Koude oorlog 1945-1991 vwo Deelcontext 3 Kritieke momenten (1955-1963) 1 Voorbeeld van een schema: Jaartal Oorzaak Gebeurtenis Gevolg

1955 BRD wordt lid van de NAVO.

A Oprichting Warschaupact

Oost-Westverhoudingen in Europa in evenwicht: ieder heeft een eigen bondgenootschap.

1956 Na de toespraak van Chroesjtsjov klinkt er in Boedapest een roep om democratische hervormingen.

B Hongaarse Opstand

Sovjettroepen slaan de opstand neer. De Verenigde Staten doen niets. In de rest van Europa zijn er demonstraties – Amsterdam: bestorming Felix Meritis.

1961 Miljoenen inwoners uit de DDR vluchten via West-Berlijn naar het Westen – reputatieschade voor het communisme.

C Bouw Berlijnse Muur

Oost- en West-Berlijn zijn tot 1989 van elkaar gescheiden. Het Westen doet niets. Twee jaar later houdt Kennedy zijn bekende ‘Ich bin ein Berliner’ - toespraak.

1962 De Amerikaanse geheime dienst ontdekt een Sovjetraketbasis op Cuba en eist ontmanteling.

D Cubacrisis Aanleg hotline tussen Washington en Moskou

2 a Goede antwoorden zijn: - De bestorming van Felix Meritis past bij het kenmerkende

aspect ‘de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie’, omdat veel Nederlanders werden opgehitst door de media om de communisten in Nederland een lesje te leren en hier gehoor aan gaven. En omdat de reactie van de leden van de CPN op de Hongaarse Opstand in het communistische dagblad De Waarheid een vorm van propaganda was tegen de opstandelingen in Hongarije.

- De bestorming van het Felix Meritis past bij het kenmerkende aspect ‘de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog’, omdat de demonstranten zich richtten tegen de communisten. Hieruit blijkt dat er ideologieën tegenover elkaar stonden. De demonstranten namen het op voor de Hongaren die democratische hervormingen door wilden voeren, maar dit niet mochten van de communistische Sovjets.

b Goede antwoorden zijn:

Page 53: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

53

- De toespraak van Kennedy past bij het kenmerkende aspect ‘de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie’, omdat Kennedy met zijn speech zowel de West-Berlijnse bevolking steunt als de Sovjets/het communisme onderuit haalt. Hij maakt reclame voor de ‘vrije wereld’ en ‘democratie’.

- De toespraak van Kennedy past bij het kenmerkende aspect ‘de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog’, omdat hij met zijn toespraak de twee ideologieën communisme en democratie duidelijk tegenover elkaar zet en benadrukt dat er twee verschillende werelden zijn: een vrije (democratische) en een onvrije (communistische) wereld.

3 De angst voor de inzet van kernwapens en de mogelijkheid

dat daarop een atoomoorlog zou volgen zorgden ervoor dat, ondanks de oplopende spanningen, zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie een directe militaire confrontatie uit de weg gingen.

4 Chroesjtsjov volgt volgens Vashi de lijn van Marx, Lenin en

Stalin. Dit kun je zien aan hun afbeeldingen op de grond. De lijst is hetzelfde, alleen de persoon die is afgebeeld is anders. Daarnaast wijst Chroesjtsjov naar een kaart van de wereld, waarop de communistische hamer en sikkel prijken. Chroesjtsjov is uit op een wereldrevolutie.

5 Het probleem dat trainer Chroesjtsjov heeft is dat zijn

vazalstaten (de beren) niet langer willen doen wat hij zegt. Dit heeft hij echter zelf veroorzaakt. Doordat Chroejtsjov meer

vrijheid leek te beloven met zijn politiek van ontdooiing kwam er in deze landen een roep om democratische hervormingen en minder inmenging van Moskou.

6 a Polarisatie is de toename van politieke en maatschappelijke

tegenstellingen. Ook wel ‘wij-zij denken’ genoemd. Dit zie je terug in de bron, omdat de opstandelingen in Boedapest worden afgeschilderd als martelaren en de communisten – ook die in Nederland/Amsterdam – gezien worden als de daders.

b Voorbeeld van een juist antwoord: Op die manier konden de Nederlanders zich beter

vereenzelvigen met het lot van de Hongaren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Nederlanders zich immers ‘opgeofferd tegen de nazi-heerschappij’. Er wordt een vergelijking getrokken tussen de nazi’s en de Sovjets: beiden waren voorstanders van totalitaire regimes.

Page 54: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

54

c Voorbeeld van een juist antwoord: In Nederland waren de communisten tot 1956 buiten schot

gebleven. Ze waren niet altijd geliefd, maar er was respect voor ze (vanwege hun rol in het verzet in de Tweede Wereldoorlog). Dit sloeg volledig om toen de berichten uit Boedapest kwamen. Opeens werden de communisten gehaat vanwege hun steun aan de Russen. Dit past bij deze deelcontext, omdat dit een kritiek moment in Nederland was.

7 De houding van Kennedy tijdens de Berlijnse crisis was er

vooral een van woorden. Hij greep ook niet militair in toen in augustus 1961 de Berlijnse Muur verrees. Het is mogelijk dat Chroesjtsjov het idee kreeg dat hij de grenzen op kon rekken en daarom uitprobeerde of hij kernraketten op Cuba kon plaatsen. Deze psychologische factor kan een rol hebben gespeeld, maar is niet de enige oorzaak dat de Sovjet-Unie tot plaatsing van kernraketten op Cuba overging.

8 a Kennedy wilde met de tekst ‘Ich bin ein Berliner’ aangeven

dat de Verenigde Staten solidair waren met de inwoners van Berlijn. Dat zij aan hun kant stonden en ze niet in de steek zouden laten. En daarnaast was het een duidelijk signaal naar de Sovjet-Unie dat West-Berlijn bij het Westen hoorde.

Obama geeft aan dat de stad Berlijn inmiddels vrij en herenigd is, maar dat er andere plekken in de wereld zijn waar dit niet het geval is. En dat men moet streven naar vrijheid voor iedereen.

b Enerzijds past dit citaat bij het kenmerkende aspect, omdat er nog steeds onderhandelingen met Rusland nodig zijn om de erfenis van de Koude Oorlog terug te dringen. Anderzijds is er geen sprake meer van een wereld opgedeeld in twee blokken (al spreekt Obama wel over bondgenoten!) die behoren tot de invloedssfeer van ofwel de Verenigde Staten (kapitalisme) ofwel de Sovjet-Unie (communisme). Er zijn nu andere ideologische delingen aan te wijzen.

Page 55: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

55

Historische context Koude oorlog 1945-1991 vwo Deelcontext 4 Afnemende spanningen (1963-1991) 1 a 1963 is gekozen als markering omdat na de Cubacrisis van

1962 (oktober) de relaties tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie langzaam wat verbeterden (tot de jaren tachtig).

b De toespraak van Kennedy is nog wel een echt voorbeeld van Koude Oorlog-politiek, omdat hij de tegenstellingen benadrukte en aangaf West-Berlijn volledig te steunen als deel van de ‘vrije’ wereld. Het was echter geen conflict zoals de Cubacrisis, waarbij militaire escalatie dreigde.

2 Voorbeelden van juiste antwoorden: - Op het eerste gezicht zou je kunnen zeggen dat het SDI-

project van de Verenigde Staten de spanningen vergroot heeft. Maar dit was ook het moment waarop duidelijk werd dat de Sovjet-Unie niet meekon in deze nieuwe stap in de wapenwedloop. Het was evident voor de Sovjetleiders dat er een probleem was. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een verandering in de politiek, zowel op binnenlands als buitenlands gebied.

- Het aantreden van Sovjetleider Gorbatsjov zorgde ervoor dat de Sovjet-Unie toenadering zocht tot het Westen. Ook nam hij afstand van de Brezjnev-doctrine, waardoor de vazalstaten meer vrijheid kregen. Hierdoor namen de spanningen dusdanig af dat men kan spreken van een doorbraak.

3 a Het Warschaupact was opgericht met als doel het

gezamenlijk verdedigen en beschermen van het communisme in de lidstaten tegen het Westen.

b Nu kwam het gevaar niet uit het Westen, maar vanuit een land dat lid was van het Warschaupact zelf. Om ervoor te zorgen dat niet meer vazalstaten het voorbeeld van Tsjecho-Slowakije zouden volgen besloot Brezjnev deze doctrine uit te vaardigen. Zodat hij zonder veel problemen de situatie in Tsjecho-Slowakije zou kunnen herstellen. Militair ingrijpen was hiermee immers gerechtvaardigd.

4 a Naar Salt I. Dit zie je aan het jaartal 1973. Salt I vond plaats

in 1972. Daarnaast worden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie voorgesteld als een echtpaar dat samen een kinderwagen duwt met daarin hun ‘kindje’: een vredesduif. Tijdens Salt I werd er toenadering gezocht tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten en werden er voor het eerst afspraken gemaakt waarmee de wapenwedloop werd teruggedrongen.

b Bron 2 verwijst naar de Salt I-akkoorden, bron 3 naar het SDI-project van de Amerikanen, waarbij ze een raketschild wilden bouwen en bron 8 naar de demonstraties in Amsterdam naar aanleiding van het NAVO-dubbelbesluit.

Page 56: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

56

Alle drie de bronnen hebben te maken met de kernwapenkwestie/wapenwedloop.

c Mauldin is sceptisch over de samenwerking. Hij heeft de tekening de titel: ‘het vreemde koppel’ gegeven. Hieruit zou je kunnen afleiden dat hij de toenadering tussen de Verenigde Staten (de arend) en de Sovjet-Unie (de beer) niet helemaal vertrouwde. Dit is juist gebleken, aangezien de Amerikanen natuurlijk niet voor niets van start gingen met het SDI-project. Als zij ervan overtuigd waren geweest dat de onderhandelingen zouden leiden tot het beëindigen van de wapenwedloop hadden ze dat schild niet nodig gehad. Ook het feit dat de NAVO het plaatsen van wapens in Europa noodzakelijk achtte als stok achter de deur om de Sovjet-Unie tot onderhandelingen te dwingen liet zien dat het vertrouwen in elkaar niet erg groot was. (Onlangs (juni 2013) kondigde president Obama aan dat hij de onderhandelingen met Rusland over het terugdringen van kernwapens nieuw leven in wil blazen.)

5 De politieke doelstelling van de Europese samenwerking

vanaf de jaren zeventig was het bevorderen van democratie in Europa.

Het feit dat veel voormalige Oost-Europese landen lid wilden worden van de EU en dat de EU lidmaatschap toestond, was uiteraard om democratie te bevorderen en te monitoren.

De maker van deze cartoon, de Tsjech Matuska, vindt dat de Europese Unie te veel hooi op haar vork neemt. De nieuwe democratieën zijn nog maar jonge kinderen die veel aandacht nodig hebben. ‘Moeder’ Europa heeft niet de middelen om alle kinderen tegelijk goed op te voeden tot volwaardige lidstaten.

6 De boodschap van Behrendt is dat de Verenigde Staten en het

Westen helemaal niets hebben gedaan om het neerslaan van de Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije tegen te gaan/ze zijn medeverantwoordelijk voor de ‘dood’ van de Praagse Lente. Dit blijkt uit de volgende beeldelementen:

- Brezjnev en zijn bondgenoten uit het Warschaupact krijgen vrij spel om Dubček/Tsjecho-Slowakije vast te binden/het zwijgen op te leggen.

- Johnson en zijn bondgenoten staan erbij en kijken ernaar. - Behrendt heeft Johnson afgebeeld alsof hij een krans komt

leggen bij een begrafenis en ook de titel van de bron verwijst daarnaar.

b De Verenigde Staten hadden in 1968 hun handen vol aan de oorlog in Vietnam. In 1964 was de Tonkinresolutie aangenomen. Hierin was vastgelegd dat de Amerikaanse president in mocht grijpen in Zuidoost-Azië zonder

Page 57: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

57

parlementaire goedkeuring vooraf. Vanaf dat moment zetten de Verenigde Staten grote hoeveelheden manschappen in en begonnen zij de regio zwaar te bombarderen. Johnson had al zijn geld en militairen nodig om dat conflict te winnen. Hierdoor zag hij geen mogelijkheid om in te grijpen in Tsjecho-Slowakije.

7 a Tijdens de periode van détente was er nog steeds sprake van

een wapenwedloop, men was zich alleen meer bewust van de gevolgen van het gebruik ervan. Vandaar de besprekingen. De balance of power/terror moest in stand blijven. Hoeveel wapens de ander precies had wist men nooit. Om het effect van een eventuele vermindering op te kunnen vangen, maakten zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie totdat er een besluit genomen werd nog wapens bij.

b Wederzijdse vergelding (MAD = Mutual Assured Destruction) hield in dat beide partijen (Sovjet-Unie en Verenigde Staten) in staat waren elkaar uit te schakelen bij een aanval met nucleaire wapens. Omdat ze elkaar hierbij zeker zouden vernietigen zorgde dit voor een balans en was het een reden om niet aan te vallen. Als de Amerikanen een raketschild zouden ontwikkelen (= SDI-project/Star Wars) zouden ze hiermee een aanval van de Sovjets kunnen tegenhouden. Daarmee werd dus het principe van wederzijdse vergelding ondermijnd.

8 a Het affiche laat zien dat er protest is georganiseerd tegen

kernwapens in Nederland (daarvoor is het affiche gemaakt), wat gezien de datering wel verband moet houden met het NAVO-dubbelbesluit. Als gevolg van dat besluit zouden ook in Nederland 48 kruisraketten worden geplaatst. De bron is daarom bruikbaar voor dit onderzoek.

b De bron richt zich op de leeftijdsgroep van na 1945 (dus maximaal 36 jaar in 1981. Dat suggereert dat de organisatoren dat als de belangrijkste doelgroep zien. Je zou op basis daarvan als hypothese kunnen formuleren dat toen vooral jonge mensen tegen de plaatsing van kernraketten in Nederland waren.

9 In Amerika werd Gorbatsjov populair, omdat de

hervormingen glasnost (openheid) en perestrojka (economische hervormingen die een vrije markt toestonden) werden geassocieerd met democratisering. Doordat Gorbatsjov open stond voor onderhandelingen op het gebied van kernwapens en niet ingreep in Oostbloklanden waar ook een roep om democratisering opkwam, werd hij de held van het Westen en degene die misschien een einde zou maken aan de Koude Oorlog.

Page 58: Geschiedenis voor de bovenbouw - Thornthornmededelingenbord.nl/wp-content/uploads/2015/... · Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 vwo Deelcontext 2 Ontstaan van de

58

In radicale communistische kringen werd vooral met afgrijzen gekeken naar perestrojka, want de vrije markt druiste in tegen het communistische economische gedachtegoed. Daarnaast resulteerden de economische hervormingen in een hongersnood, waardoor het volk (proletariaat) ernstig in de problemen kwam.

In democratische kringen was men blij met de hervormingen, maar Gorbatsjov was in hun ogen nog steeds een communist die met behulp van deze hervormingen het Sovjetmodel in stand probeerde te houden. Openheid was leuk, maar de veranderingen gingen niet snel genoeg.

10 C –A –E – G – F – D - B 11 Er is sprake van een keten aan oorzaken. Een indirecte

oorzaak is de falende economie van de Sovjet-Unie en de Oostblokstaten. Daardoor besloot Gorbatsjov tot de nieuwe politiek van glasnost en perestrojka. Die politiek leidde ook tot liberalisering in andere Oostbloklanden en de roep om veranderingen. Een directe oorzaak was dat burgers in andere Oostbloklanden massaal gingen demonstreren en de machtige invloed/bescherming van de Sovjet-Unie er niet meer was. Daardoor gaf de DDR-leiding toe en besloot ook zij de grenzen te openen (val van de Muur).