GEMEENTEN GEVEN THUIS BrUGGEN BoUwEN TUSSEN ...

64
GEMEENTEN GEVEN THUIS BRUGGEN BOUWEN TUSSEN ASIELOPVANG EN REGULIERE DIENSTEN VOOR ERKEND VLUCHTELINGEN

Transcript of GEMEENTEN GEVEN THUIS BrUGGEN BoUwEN TUSSEN ...

GEMEENTEN GEVEN THUISBrUGGEN BoUwEN TUSSEN aSIElopVaNG EN rEGUlIErE dIENSTEN Voor ErkENd VlUcHTElINGEN

Deze publicatie kwam tot stand dankzij de medewerking van een heleboel

mensen. Speciale dank gaat uit naar de medewerkers van de initiatieven die

beschreven worden in deze brochure, naar de cliënten van deze initiatieven en naar

de medewerkers van OCMW en andere diensten die bereid waren hun ervaringen

te delen. Verder danken we de leden van de werkgroep Toegankelijkheid van diensten

voor hun inhoudelijke opmerkingen en iedereen bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen

en CIRÉ die inhoudelijk of redactioneel meewerkte aan deze brochure.

VEraNTwoordElIjkE UITGEVEr

Els Keytsman Vluchtelingenwerk Vlaanderen Kruidtuinstraat 75 1210 Brussel

rEdacTIE

Christophe Janssens Valentine De Muylder

EINdrEdacTIE

Kris Soret

EEN oNTwErp VaN

Els Sallets

UITGaVEdaTUM

Mei 2012

Met de steun van het Europees Vluchtelingenfonds

INHoUdOver deze brochure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Een korte duiding van de problematiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

Het Tussenstation: OCMW Destelbergen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

SADA: OCMW en stad Luik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Actie 20 voor 20: OCMW Kortrijk en SVK De Poort . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Solidair Wonen: Vluchtelingenondersteuning Sint-Niklaas . . . . . . . . . 21

Geïntegreerde begeleiding: Convivial . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

Toeleiders in de diversiteit: PIN vzw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

Un toit pour toi: Form’anim . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

Fonds voor de gezinshereniging van de erkende vluchteling: Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

Sociale Makelaar: De8–Antwerps Minderhedencentrum . . . . . . . . . . 41

Begeleiding op maat: Caritas International . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

Solidaire woning: Habitat et Humanisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49

Blog: Tremplin Malin  ! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

Gemeentelijke taakstelling: Nederlands ministerie van Binnenlandse Zaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57

Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61

4

oVEr dEzE BrocHUrEElk jaar beslist de Belgische overheid om twee- tot vierduizend asielzoekers bescherming te bieden door hen de status van erkend vluchteling of subsi-diair beschermde (oorlogsvluchteling) toe te kennen. Die vluchtelingen ver-dienen ook alle kansen om zich volwaardig in de samenleving te integreren. Velen onder hen beschikken over een pak ervaring en competenties en willen deze graag inzetten in hun nieuwe thuisland. Het zou zonde zijn – zowel voor de vluchteling als voor de samenleving – om dit potentieel niet te benutten.

Het zwaartepunt van het integratiebeleid komt steeds meer bij de gemeen-ten te liggen. Want een nieuwkomer gaat in de eerste plaats in zijn buurt op zoek naar werk, een opleiding en sociale contacten. De eerste momen-ten na erkenning zijn cruciaal voor een geslaagde integratie van een vluchte-ling. In deze eerste momenten speelt het OCMW – dat het lokale welzijns-beleid bepaalt – een belangrijke rol. Een goede integratie helpt trouwens ook armoede voorkomen.

Ondersteunende maatregelen en financiële middelen van de hogere over-heden blijven vanzelfsprekend nodig. Toch bestaan er op lokaal vlak nu al instrumenten om een degelijk onthaalbeleid voor vluchtelingen en andere nieuwkomers uit te bouwen. Dit goedepraktijkenboek is een warme oproep aan mandatarissen uit de gemeenteraad of het OCMW om creatief om te springen met de mogelijkheden die er zijn. Zo kunnen nieuwe burgers goed geïntegreerde inwoners worden en een aanwinst betekenen voor hun gemeente.

5

Deze brochure stelt 12 goede praktijken voor van OCMW’s en ngo’s die ervoor zorgen dat een vluchteling een goede start kan nemen vanaf de erkenning. In veel, maar niet alle gevallen gaat het daarbij om hulp bij de eerste huisvesting.

Een gemeente of OCMW kan bijvoorbeeld transitwoningen ter beschikking stellen of het sociaal verhuurkantoor versterken en zo meer greep krijgen op de private huurmarkt. Gemeente en OCMW staan hierbij niet alleen. Ze kunnen ook initiatieven van lokale welzijnspartners ondersteunen die inte-grale woonbegeleiding of alternatieve woonvormen aanbieden. Dankzij goede praktijken zoals beschreven in deze brochure, wordt de brug gelegd tussen de asielopvang en de ‘reguliere diensten’: diensten die niet specifiek gericht zijn op vluchtelingen en asielzoekers en daarom minder vertrouwd zijn met de situatie van deze groep cliënten.

Niet alle beschreven projecten zijn enkel op vluchtelingen gericht. Veel pro-blemen waar vluchtelingen mee te maken krijgen, gelden immers ook voor andere groepen in de samenleving. Lokale overheden kunnen uit deze voor-beelden inspiratie putten om een beleid op te zetten waardoor vluchtelingen zich thuis voelen in de straat en de gemeente waar ze verblijven.

Deze lokale initiatieven ontslaan de hogere overheden niet van hun verant-woordelijkheid om een wettelijk kader te creëren voor het hele land. Zodat elke vluchteling – ongeacht de woonplaats – een beroep kan doen op onder-steuning en een gelijkwaardige behandeling krijgt. Het Nederlandse voor-beeld, dat achteraan in deze brochure beschreven wordt, toont aan dat dit kan.

6

EEN korTE dUIdING VaN dE proBlEMaTIEkAls een asielzoeker erkend wordt als vluchteling krijgt die naast een perma-nente verblijfsstatus ook dezelfde rechten als andere burgers in ons land. Deze kans op een nieuw leven zorgt bij veel vluchtelingen voor een grote opluchting. Maar al snel blijkt dat het nieuwe leven minder vlot verloopt dan gehoopt. Moeilijk toegankelijke diensten, ondoorzichtige regelge-ving en discriminatie in de samenleving zijn maar enkele drempels waar vluchtelingen mee geconfronteerd worden. Hierdoor riskeren ze gedesillusi-oneerd en onzeker te worden.

Een vluchteling heeft twee maanden de tijd om de asielopvang te ver-laten. Geschikte huisvesting vinden is al moeilijk voor Belgen, voor vluchtelingen komen daar nog extra drempels bovenop. Eigenaars willen dik-wijls geen woning verhuren aan vreemdelingen, zeker niet als die van OCMW-steun leven. Door hun specifieke situatie is het voor vluchtelingen nog moei-lijker: de meesten hebben geen spaargeld, een erg laag inkomen, een beperkte kennis van het Nederlands, een klein sociaal netwerk en geen idee hoe ze een woning kunnen vinden. Huisvesting is nochtans cruciaal en vormt een sleu-tel die deuren opent naar de andere aspecten van een succesvolle integratie in de samenleving, zoals opleiding en werk.

Vluchtelingen zijn vrij om zich te vestigen waar ze willen. Zij zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het zoeken van huisvesting. Door de lange wachtlijsten in de sociale huisvesting moet het gros van deze mensen zijn toe-vlucht zoeken tot de private huurmarkt. Vluchtelingen komen dus vanuit een erg zwakke startpositie terecht in een klein segment van de huisvestingsmarkt waar ze een harde concurrentiestrijd moeten aangaan met anderen die een veel marktvriendelijker profiel hebben. Het is van cruciaal belang dat wan-neer vluchtelingen een woning vinden, de gemeente in kwestie zorgt voor een vlotte inschrijving en het OCMW voor een snelle regeling van de huurwaar-borg, installatiepremie, ...

Sommige vluchtelingen slagen er wonderwel in deze moeilijke opdracht op eigen houtje tot een goed einde te brengen. Voor anderen is elke ondersteu-ning meer dan welkom. De initiatieven die beschreven worden in deze bro-chure, betekenen voor hen een wereld van verschil. Ze tonen aan dat het met enige creativiteit en inzet mogelijk is om op lokaal vlak iets te verwezenlijken voor een zeer kwetsbare groep in de samenleving.

7

HET TUSSENSTaTIoN

OCMW DESTELBERGEN

Niet elke vluchteling of subsidiair beschermde slaagt erin om na erkenning binnen de twee maanden het opvanginitiatief te verlaten. Het OCMW van Destelbergen biedt vluchtelingen die niet tijdig een woning vinden een onderdak in een transitwoning van het project Het Tus-senstation. De periode in de transitwoning kunnen ze gebruiken om hun administratie in orde te brengen en op zoek te gaan naar een geschikte woning en werk.

WAT?

Het Tussenstation beheert vijf kamers in twee woningen, waar in totaal zes alleenstaande personen terechtkunnen. De meeste kamers zijn privaat, bemeubeld en uitgerust met een koelkast en een tv. De keuken en de badka-mer worden gemeenschappelijk gebruikt. De maandelijkse bijdrage bedraagt maximaal 280 euro inclusief alle kosten.

MEERWAARDE

Tijdens hun verblijf in Het Tussenstation krijgen vluchtelingen de begelei-ding die ze nodig hebben om een goede start te nemen bij hun definitieve verblijf in België. Er wordt een individueel begeleidingsplan opgesteld. Van de bewoners wordt een actieve samenwerking verwacht. Omdat de bewoners

IDENTIKIT

— Initiatief van het OCMW Destelbergen met steun van het Europees Vluchtelingenfonds

— Sinds 1 augustus 2009 hebben 23 vluchtelingen een woning gevonden vanuit Het Tussenstation

INFO09 211 13 39 • [email protected]

8

hun uitkering als alleenstaande kunnen behouden, is de huurbijdrage die ze betalen haalbaar, ze bedraagt ongeveer een derde van hun inkomen.

HOE?

In eerste instantie worden de bewoners wegwijs gemaakt op de Vlaamse woningmarkt. Ze worden gericht doorverwezen naar aanbieders van sociale huisvesting en naar het sociaal verhuurkantoor. Maar door de lange wacht-lijsten moet het grootste gedeelte van de bewoners zijn heil zoeken op de pri-vate huurmarkt. De bewoners van Het Tussenstation wordt uitgelegd hoe ze een huurwoning kunnen vinden. Het Tussenstation bemiddelt ook bij potentiële verhuurders. Verder wordt de vluchteling ingelicht over de rechten en plichten van een huurder en krijgt hij infor-matie over huurcontract, huur-waarborg, installatiepremie en huursubsidie.

Daarnaast wordt ook budget-begeleiding aangeboden. Veel nieuwkomers beseffen niet hoe duur het leven is in België en hoe weinig er overblijft van de uitkering na aftrek van de vaste maandelijkse kosten (huur, ener-gie, water). Een alleenstaande met een leefloon houdt meestal slechts 200 euro per maand over voor voeding, kledij en eventuele andere uitgaven.

Om de praktische en adminis-tratieve ondersteuning vlot-ter te laten verlopen, heeft Het Tussenstation infopakketten ont-wikkeld die het met de bewoners overloopt. Deze infopakketten gaan onder meer over adminis-tratie, over wonen en over werken

SUCCESFACTOREN

— Projectsubsidies van het Europees Vluchtelingenfonds

— Duidelijke visie van het OCMW over de integratie van vluchtelingen

— Bewoners kunnen uitkering als alleenstaande behouden

— Concreet en individueel begeleidingsplan voor bewoners

— Ondersteunend schriftelijk materiaal

— Samen met bewoners stappen zetten, meegaan naar diensten en huiseigenaars voor bemiddeling

— Integrale, intensieve en individuele begeleiding met grote bereikbaarheid

— Vlotte toekenning huurwaarborg

9

in België. Een succesvolle integratie betekent immers ook: zo snel mogelijk een geschikte job vinden.

Andere pakketten zijn dan weer gericht tot de verhuurder want ook die heeft nood aan informatie. Door een gebrekkige kennis over de status van vluchte-lingen en de ondersteuning die het OCMW biedt, durven veel huiseigenaars deze huurders geen contract aan te bieden. Zij worden door Het Tussenstation onder andere geïnformeerd dat het OCMW garant staat voor de huurwaar-borg. Ervaring leert dat deze bemiddeling eigenaars over de streep kan trekken.

TOEKOMST

Het project loopt tot eind 2014. De begeleiding in Het Tussenstation zal zich nog meer toeleggen op een zinvolle tijdsbesteding voor de bewoners. Die kan bestaan uit het volgen van opleidingen of cursussen, het bijwonen van soci-aal-culturele activiteiten of het verrichten van vrijwilligerswerk, kortom acti-viteiten die hun maatschappelijke integratie ondersteunen. Vanaf 2012 krij-gen de bewoners behalve informatie op maat ook algemene workshops over het thema ‘wonen in België’. Voor 2014 is een tentoonstelling gepland over hoe nieuwkomers België ervaren.

EEN TRANSITWONING VAN HET PROJECT HET TUSSENSTATION.

10

ABU ADJI, BEWONER VAN HET TUSSENSTATION

‘zoNdEr dE HUlp VaN HET TUSSENSTaTIoN zoU allES NoG MoEIlIjkEr VErlopEN’

Ik kom uit Congo en heb in 2009 asiel aangevraagd in België. De eerste zes maanden bracht ik door in een groot opvangcentrum waar honder-den mensen verbleven. Daarna verbleef ik enkele maanden in een Lokaal Opvanginitiatief, LOI, en werd ik erkend als vluchteling.

Hoewel de maatschappelijk werker bijna dagelijks telefoneerde naar ver-huurders slaagde ik er niet in om binnen de twee maanden een woonst te vinden. Eigenaars zeggen altijd dat ze niet willen verhuren aan mensen die geen werk hebben. Gelukkig kon ik hier in Het Tussenstation terecht. Maar ook dit is tijdelijk.

Ik deel een woning met iemand. We hebben elk een eigen kamer maar de rest is gemeenschappelijk. Het is niet altijd gemakkelijk om samen te leven met een onbekende of om samenlevingsafspraken te maken.

Voorlopig blijft mijn zoektocht naar een woning zonder succes. Mijn situa-tie is bijzonder omdat mijn vrouw en vier kinderen binnenkort via gezins-hereniging naar België komen. Ik moet dus met mijn kleine inkomen een grote woning zoeken. Dat is bijna onmogelijk want voor woningen die in aanmerking komen, betaal je al snel 700 euro. In dat geval blijft er niets over om van te leven. Ik zit hier ondertussen al negen maanden en heb uitzonderlijk nog een verlenging voor twee maanden gekregen.

Ik zoek vooral in de buurt van Gent want ik wil in Vlaanderen blijven wonen. Ik had één keer een woning gevonden in Lokeren maar achteraf bleek die ongeschikt verklaard te zijn. Ik had geld geleend van een vriend en de waarborg cash betaald. Die krijg ik nu niet terug van de eigenaar.

Zonder de hulp van de maatschappelijk werkster in Het Tussenstation zou alles nog moeilijker verlopen. Nu kan ik in afwachting vrijwilligerswerk doen in het woonzorgcentrum. Hiermee verdien ik 20 euro per dag, wat me in staat stelt om mijn schulden langzaam af te betalen. In de namid-dag volg ik drie uur Nederlandse les. Ondertussen wacht ik op een ant-woord van de VDAB op mijn vraag om een opleiding te starten. Ik hoop binnenkort mijn leven opnieuw te kunnen opstarten met mijn gezin.

11

CARLOS SEySSENS, OCMW-SECRETARIS

‘HET ocMw wIl SolIdaIr zIjN’

Het OCMW zorgt voor accommodatie voor vluchtelingen omdat het solidair wil zijn en menswaardige oplossingen wil bieden. Als gemeente hebben we altijd geloofd in het spreidingsplan voor asielzoekers. Dat plan is een voor de hand liggende oplossing om niet enkel de grote steden met de instroom van nieuwkomers te confronteren. We zijn in de jaren ‘90 gestart met ons solidaire beleid en het is ondertussen een door de voltal-lige OCMW-raad ondersteund lokaal beleid geworden.

We focussen op twee aspecten bij de integratie van nieuwkomers in de gemeente: Nederlands leren en activering. Binnen de twee maanden worden nieuwkomers uitgenodigd om gemeenschapsdienst te verrichten. Nederlands leren kan in een praatgroep die samenkomt in het lokale dien-stencentrum. Via die praatgroep komt er trouwens ook aandacht voor kan-sengroepen in het dienstencentrum.

Het integratiebeleid vormt een onderdeel van het globale beleid van het OCMW. We hebben bijvoorbeeld ook een groot LOI. We zoeken voor dat LOI oude woningen die we huren van oudere mensen die een beroep doen op ons zorgcentrum. Deze woningen laten we renoveren door onze klus-jesploeg. Sommige van deze woningen krijgen we later in beheer via ons SVK, het sociaal verhuurkantoor. Met dit SVK houden we de woonpro-blematiek beheersbaar en verhogen we de waarde van ons patrimonium.

We behalen enorm goede resultaten die ons beleid bevestigen. Een goed georganiseerde integratie leidt tot harmonieuze contacten van vluchtelin-gen met onder meer de school en de buren. Wij zijn dan ook fier op de titel van Zorgzame Gemeente die gouverneur Denys ons toekende. Je moet ide-alen hebben. Als je investeert in mensen, rendeert je investering op lange termijn. Ik begrijp niet waarom andere gemeenten niet hetzelfde doen. Als je de integratie van nieuwkomers niet beheert, krijg je problemen. Als je het hart op de juiste plaats hebt, voor iedereen in de gemeente, lukt het wel.Wij gaan als gemeente niet afwachten tot we gedwongen worden om asielzoekers op te vangen; we worden daar trouwens goed voor betaald door de federale overheid. Je moet goede ideeën oppikken en stimuleren. Als je dan nog eens beschikt over medewerkers die de nodige inzet hebben om dit beleid waar te maken, zal de integratie van vluchtelingen eerder meevallen dan tegenvallen.

12

13

Sada

OCMW EN STAD LUIK

Sinds het begin van de jaren 1990 heeft de stad Luik een voorziening die enig is in zijn soort: de SADA (Service d’Accueil intégré pour les Demandeurs d’Asile), een gemeenschappelijke dienst van de dienst Bevolking en het OCMW voor onder meer asielzoekers en andere mensen met een precaire verblijfsstatus.

WAT?

Sada is een gespecialiseerde dienst voor dit specifieke doelpubliek. Tegelijkertijd biedt het een geïntegreerde dienstverlening: de dienst bevolking en het ocmw werken samen in hetzelfde gebouw.

MEERWAARDE

De gespecialiseerde medewerkers van SADA leveren een efficiënte en men-selijke dienstverlening. Toch blijft de onafhankelijkheid van beide diensten (OCMW en dienst Bevolking) gewaarborgd. De nabijheid van de twee part-ners leidt ertoe dat moeilijke dossiers vlot rechtgetrokken kunnen worden en dat mensen geheroriënteerd kunnen worden naargelang hun vraag.

IDENTIKIT

— Gemeenschappelijke dienst van stad en OCMW voor vreemdelingen met een precaire verblijfsstatus

— Tussen juli en december 2011 werden in het DALSADA-project 372 dossiers behandeld van vluchtelingen die een woning vonden in Luik

INFO04 221 35 24 • [email protected] • www.cpasdeliege.be

14

HOE?

Wie de deur van SADA binnengaat, komt op de benedenverdieping eerst langs de stadsdienst waar mensen documenten kunnen aanvragen of verlen-gen. Op de verdieping bevinden zich de kantoren van het OCMW: hier kan je terecht op de sociale dienst.

Wanneer mensen een verblijfsvergunning krijgen, wordt hun dossier door SADA doorgespeeld aan de algemene diensten van de stad en het OCMW. Dankzij Europese financiële steun wordt de reguliere werking van SADA aan-gevuld met enkele projecten om mensen tijdens deze overgangsperiode te ondersteunen. Het project Alpha Citoyen bijvoorbeeld organiseert lessen Frans en een informatie- en sensibilise-ringsprogramma over burger-schap (een soort inburgeringspro-gramma). DALSADA (Dispositif d’Accompagnement au Logement du SADA) biedt sinds juli 2010 begeleiding aan asielzoekers, vluchtelingen en subsidiair beschermden die in Luik een woning gevonden hebben.

Door de opvangcrisis is de werk-druk in het kleine team van DALSADA enorm gestegen. Met twee personen – een opvoedster en een administratief medewerk-ster – behandelden ze 372 dossiers in de periode van juli tot decem-ber 2011. Gelukkig kunnen ze een beroep doen op de hulp van ‘Monsieur Logement’ (‘meneer huisvesting’), een gespecialiseerde technicus die dagelijks vijf à zes huizen bezoekt.

TOEKOMST

Het team zou in de loop van 2012 versterkt worden met nieuwe medewerkers.

SUCCESFACTOREN

— Dienst Bevolking en OCMW in hetzelfde gebouw

— Samenwerking tussen stad en OCMW

— Samenwerking tussen SADA en de bredere sector (o.a. ngo’s)

— Niet aflatende steun van de stad en het OCMW

— Twee aanvullende projecten met Europese steun

— Huisbezoeken door een technicus (‘Monsieur Logement’)

— Individuele begeleiding en sensibilisering door DALSADA

15

FRANCIS SPRENGHETTI, COöRDINATOR SADAocMw’S zIjN opVaNGparTNErS

In 1989 was ik maatschappelijk werker bij het OCMW van Luik in de wijk Saint-Léonard. Ik lanceerde toen het idee om een gespecialiseerde dienst op te richten die de manier waarop asielzoekers onthaald worden, kon verbeteren.

In die tijd vreesde het Luikse verenigingsleven dat de oprichting van SADA een slinkse manier was om vreemdelingen via aparte dienstverlening te scheiden van de rest van de bevolking. Maar in de loop van de tijd hebben ze er vertrouwen in gekregen.

Minstens twee keer per jaar organiseren we opleidingen rond precair verblijf waar de betrokken diensten van zowel de stad als het OCMW worden op uitgenodigd, net als de universiteit en het verenigingsleven. Het is het moment voor de stad om te rapporteren over haar werk en voor alle aanwezigen om te overleggen en te discussiëren over de beste manier om mensen met een precaire verblijfsstatus op te vangen. De samenwer-king tussen alle betrokken spelers was vooral erg intens tijdens de laatste twee regularisatiecampagnes.

Een ander element dat SADA dichter bij het verenigingsleven bracht, was de oprichting van de medische dienst. Deze dienst biedt de mogelijkheid om een preventief medisch onderzoek te laten uitvoeren voor wie dat wil. Na de screening worden de resultaten meegedeeld en indien nodig wordt de betrokkene doorverwezen naar de relevante medische dienst in het Luikse.

Sinds haar oprichting kan SADA werken dankzij de niet-aflatende steun van de stad en het OCMW van Luik. De financiële middelen zijn echter erg beperkt. Nochtans spelen OCMW’s in de praktijk een erg belangrijke rol bij de opvang van asielzoekers en na hun erkenning als vluchteling. Dus zouden ze ook de nodige financiële middelen moeten krijgen om hun opdracht goed te kunnen uitvoeren.

16

NOÉMIE FELIx DA SILVA, DALSADAVoor EEN dUUrzaME INSTallaTIE IN EEN woNING VolGENS dE NorMEN

Wanneer een vreemdeling een woning gevonden heeft in Luik en een beroep doet op het OCMW, stuurt het OCMW een technicus ter plaatse. ‘Monsieur Logement’ (‘meneer huisvesting’) geeft vervolgens de lijst van zijn bezoeken door aan DALSADA dat binnen de twee maanden na hun verhuis contact opneemt met de nieuwkomers.

Het eerste contact is meestal een huisbezoek: hierbij legt iemand van DALSADA de nieuwkomer de werking van de dienst uit. We vragen hoe de eerste maanden zijn verlopen en bieden onze hulp aan. Negen van de tien nieuwkomers reageren positief maar het duurt meestal een tijd voor er een vertrouwensband ontstaat en ze over hun problemen beginnen te praten.

Tijdens de volgende contacten informeren we hen over de Luikse huisves-tingsmarkt, over de huurprijzen, over energieverbruik en over de relatie tussen eigenaar en huurder. Dat zijn allemaal zaken waar nieuwkomers erg weinig over weten wanneer ze een opvangcentrum verlaten.

Ons werk bestaat verder uit sensibiliseren, oriënteren en bemiddelen. We hebben bijvoorbeeld een dame begeleid die waterfacturen betaalde ter-wijl in haar huurcontract vermeld stond dat de waterkosten in de huur-prijs inbegrepen waren. Zodra ze op de hoogte was van haar rechten heeft ze de situatie kunnen rechtzetten in overleg met de watermaatschappij en de eigenaar.

Ons doel is te zorgen voor duurzame huisvesting in een woning die beant-woordt aan de normen. Onze begeleiding vormt een aanvulling op het werk van de maatschappelijk werkers van het OCMW, met wie we trou-wens nauw samenwerken.

17

acTIE 20 Voor 20

OCMW KORTRIJK EN SVK DE POORT

De actie 20 voor 20 ging in 1997 van start naar aanleiding van de 20ste verjaardag van de OCMW-wetgeving. Het OCMW van Kortrijk wil met deze actie het woningaanbod van het sociaal verhuurkantoor, SVK De Poort uitbouwen om zo vlugger aan de huisvestingsnoden van haar cliënten te kunnen beantwoorden.

WAT?

SVK De Poort engageert zich om elk jaar 20 bijkomende woningen voor OCMW-cliënten te huren op de private markt. Het OCMW verbindt zich ertoe de waarborg via een schriftelijke borgstelling op zich te nemen. Het SVK biedt de garantie aan de eigenaars van de woningen dat de huur wordt betaald. De OCMW-raad wordt elk jaar gevraagd om eventuele achterstallige huurgelden te betalen van bewoners die dat zelf niet kunnen.

MEERWAARDE

De actie 20 voor 20 leidt tot een win-winsituatie voor beide organisaties. SVK De Poort heeft een betalingsgarantie voor de woningen die beheerd worden binnen het project; het OCMW beschikt over een groter aantal huizen voor

IDENTIKIT

— Samenwerking tussen OCMW Kortrijk en SVK De Poort

— Eind 2010 waren er 261 woningen in beheer, een stijging van 27 ten opzichte van 2009

INFO056 24 41 24 • [email protected] • www.kortrijk.be/ocmw

18

zijn cliënten. Het OCMW kan bovendien zijn klusploeg inzetten om deze – meestal oudere – woningen te renoveren. Op deze manier vullen het huisves-tingsbeleid en het activeringsbeleid elkaar aan.

HOE?

Een SVK huurt woningen op de private huurmarkt en verhuurt deze voor een redelijke huurprijs verder aan zijn klanten. Als eerste huurder staat het SVK garant voor de uitvoering van alle verplichtingen, ook voor het betalen-van de huur aan de eigenaar.

De woningen worden aan kandidaat-huurders toegewezen op basis van een-puntensysteem. Erkende SVK’s geven de meeste punten aan een laag inko-men en aan huisvestingsnood. Dit puntensysteem maakt dat personen die een opvangcentrum verlaten bij hun inschrijving meteen hoog op de wacht-lijst terechtkomen.

Door deze manier van werken, vormt een SVK in theorie de ideale formule voor mensen die de asielopvang verlaten. Maar ook SVK’s kampen dikwijls met lange wachtlijsten. Daarom is het belangrijk om het patrimonium van de SVK’s te vergroten.

Een SVK biedt ook woonbegeleiding aan zijn huurders. Dankzij intensieve huurbegeleiding slaagt SVK De Poort erin om voor het grootste deel van de huurachterstand een afbetalingsplan op te stellen met de huurder.

TOEKOMST

OCMW Kortrijk gaat dit soort samenwerking promoten bij andere OCMW’s.Dit is een ideaal systeem voor een OCMW om meer greep te krijgen op de private markt, en het is veel goedkoper dan zelf woningen aan te kopen en te beheren. In een ideale situatie zouden mensen die een eigen stabiel inkomen-vinden vlotter de weg moeten vinden naar andere woningen, zodat er sneller-plaats komt voor nieuwe mensen in woningnood.

VOORTRAJECT ANDERSTALIGEN

Het project 20 voor 20 is niet de enige speerpunt in het integratiebeleid van het Kortrijkse OCMW. Integratie begint immers pas wanneer een vluchte-ling een woning gevonden heeft. Activering is een volgende essentiële stap.

19

Van alle OCMW-cliënten die in 2010 in aanmerking kwamen voor activering is 70% allochtoon. Ongeveer een derde van deze groep allochtonen bestaat uit erkend vluchtelingen.

De sociale dienst start voor nieuwkomers zo snel mogelijk een traject op met onder meer Nederlandse les. Er wordt ook heel snel na de opstart van een dossier gestart met een of ander activeringstraject.

Het OCMW stelde vast dat de slaagkansen van allochtone cliënten in de gewone activeringstrajecten lager lagen dan die van autochtone cliënten. Dat bleek vooral te wijten aan een gebrekkige kennis van het Nederlands. Daarom heeft het OCMW van Kortrijk beslist om pas rond activering te gaan werken zodra cliënten een basisniveau Nederlands hebben behaald.

Voor wie nog niet zover is, wordt twee keer per jaar een voortraject voor anderstaligen georganiseerd bovenop de lessen Nederlands. Zes maanden lang kunnen 12 deelnemers drie halve dagen per week terecht bij een vaste bege-leider voor individuele begeleiding.

Tijdens dit traject wordt gewerkt aan factoren die de participatie op de arbeids-markt belemmeren. Het project wil de problemen van deze groep integraal aan-pakken en de zelfredzaamheid van de deelnemers vergroten. Voor dit voortra-ject werkt OCMW Kortrijk samen met vzw De Poort, Mentor vzw en diverse aanbieders van Nederlandse lessen.

Samen met de cliënt besteedt een OCMW-medewerker veel tijd aan het maken van de beste loopbaankeuze. Zo wordt vermeden dat mensen gedes-illusioneerd raken door een mislukt traject. Deelnemers aan het voortraject kunnen bijvoorbeeld een werkstage volgen zodat ze weten wat een bepaalde job allemaal inhoudt.

Deze werkwijze loont: meer dan vijftig procent van de mensen die het acti-veringstraject hebben gevolgd, vonden daarna werk. Het OCMW Kortrijk haalt hiermee de hoogste cijfers van Vlaanderen op dit vlak.

20

21

SolIdaIr woNEN

VLUCHTELINGENONDERSTEUNING SINT-NIKLAAS

Net zoals in veel andere regio’s zijn er in het Waasland onvoldoende betaalbare woningen. Wie moet leven van een leefloon of een minimumuitkering besteedt vaak meer dan de helft van zijn inkomen aan huur en vaste kosten (zoals energie en water). Om voor dit probleem een oplossing te bieden, hebben de vluchtelingenorganisatie VLOS, het Centrum Algemeen Welzijnswerk Waasland en het Vlaams Overleg Straathoekwerk, VOS, de handen in elkaar geslagen en het project Solidair Wonen opgezet.

WAT?

Een solidaire woning is een groepswoning waarvan een of meer bewoners maatschappelijk kwetsbaar zijn of leven van een vervangingsinkomen. De woning heeft naast individuele kamers ook gemeenschappelijke delen. De bewoners krijgen individuele begeleiding en gezamenlijke woonbegeleiding.

MEERWAARDE

Solidaire woningen kunnen een antwoord bieden op de groeiende vraag naar huisvesting voor kwetsbare groepen. Ze vormen een middel om kansarmoede en eenzaamheid te bestrijden, bevorderen de integratie en geven een nieuwe bestemming aan grote panden.

IDENTIKIT

— Een samenwerking tussen VLOS, CAW Waasland en VOS met steun van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Loterij

— Sinds 1 augustus 2010 vonden 14 bewoners een onderkomen in een van de drie solidaire woningen.

INFO03 766 29 13 • [email protected] • www.vlos.be

22

HOE?

Een van de partnerorganisaties huurt een huis van een particulier en stelt dit ter beschikking aan kwetsbare personen met een specifiek ‘Contract van dienst-verlening inzake begeleiding en verblijf ’. VLOS bemeubelt het huis en voert de nodige klussen uit. De bewoners kunnen bij een straathoekwerker of bij het CAW Waasland terecht als het dagelijkse samenleven problemen stelt. Via bewonersvergaderingen wordt collectieve woonbegeleiding gegeven.

Momenteel fungeren drie grote herenhuizen als solidaire woningen. In elk huis wonen vier tot vijf alleenstaande mannen van verschillende leeftijden. Sommigen werken, anderen hebben een werkloosheidsuitkering of een leef-loon van het OCMW. Er is bewust gekozen om Vlamingen en nieuwkomers, waaronder vluchtelingen, samen te laten wonen. Geschikte huisvesting vinden is immers niet alleen voor vluchtelingen problematisch.

Zonder samenwerking met regu-liere diensten is dit pionierswerk niet mogelijk. De subsidies van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Loterij dienen voor aanpassingen aan de woningen en installatiekosten. De individu-ele begeleiding, de woonbegeleiding en het klussen nemen de partner-organisaties op zich zonder dat ze beschikken over bijkomende middelen.

Gezien de sociale context van het project gaan het OCMW en de RVA ermee akkoord dat de bewoners hun status van alleen-staande behouden. De stad Sint-Niklaas beslist na onderzoek of de status van meergezinswoning kan worden toegekend. Eventueel staat de stad een afwijking toe van de strenge normen voor onder

SUCCESFACTOREN

— Projectsubsidies voor opstart- en installatiekosten

— Goede samenwerking met welzijnsorganisaties

— Medewerking van stad en OCMW

— Inzet van vrijwilligers

— Goede screening van bewoners

— Duidelijke afspraken met en tussen bewoners

NOOD AAN

— Duidelijk wettelijk kader voor solidaire woningen

— Extra middelen voor woonbegeleiding

23

meer de minimale oppervlakte per kamer die de plaatselijke stedenbouw-kundige verordening voorschrijft.

TOEKOMST

Een wetgevend kader om alternatieve woonvormen te erkennen is dringend nodig. Er is veel meer onder de zon dan eengezinswoningen. Doen alsof alter-natieve woonvormen niet bestaan, is de ogen sluiten voor de realiteit.

MOJTABA EN VINCENT, BEWONERS VAN EEN SOLIDAIRE WONING

VINcENT IS alS EEN VadEr Voor MojTaBa

Vier bewoners van de solidaire woning in de Kokkelbeekstraat zijn nieuw-komers. Een van hen is Mojtaba. Hij komt uit Afghanistan en is geregu-lariseerd om medische redenen. Vincent is de enige Vlaamse bewoner in de woning. Hij is een voormalige zelfstandige die na een faillissement in de problemen raakte.

Vincent en Mojtaba spreken over elkaar als vader en zoon. Hoewel we dit niet al te ernstig moeten opvatten, geeft het aan dat ze veel voor elkaar betekenen. Vincent is op sommige vlakken de steun en toeverlaat van de vluchtelingen in het huis. Ze kunnen bij hem terecht als ze met bepaalde vragen zitten. Als geboren en getogen Vlaming kent hij beter de weg naar de verschillende diensten. Het feit dat Nederlands zijn moedertaal is, opent sneller deuren. Hij zorgt er ook voor dat de huisregels gerespecteerd worden. Tijdens de rondleiding blijkt dat het huis er kraaknet bijligt.

Elke bewoner beschikt over een eigen kamer maar ook de gemeenschap-pelijke ruimtes worden ten volle benut. Er wordt hier duidelijk samenge-leefd. De kerstboom in de woonkamer maakt het extra gezellig.

De bewoners noemen de lage huur als voornaamste pluspunt van de soli-daire woning. De huurprijs wordt bepaald op basis van het aantal private vierkante meters maar bedraagt nooit meer dan 350 euro inclusief elektri-citeits-, gas- en waterkosten. Een ander geciteerd voordeel is de centrale ligging, vlakbij het centrum en het station van Sint-Niklaas.

24

Voornaamste knelpunt is de communicatie tussen bewoners, onder meer omdat Vincent soms overschakelt naar het plaatselijke dialect. Ook het vele bezoek dat de nieuwkomers ontvangen kan voor spanning zorgen. De tweewekelijkse huisvergadering vindt iedereen dan ook noodzakelijk.

In tegenstelling tot Vincent beschouwen de meeste nieuwkomers hun ver-blijf in de solidaire woning als tijdelijk, een opstap naar een individuele woning. Het geeft hen de kans om Nederlands te leren, wat geld te sparen, van start te gaan met een opleiding of werk te zoeken.

SOLIDARITEIT NIET MEER BESTRAFFEN

Solidair Wonen is voor een deel een antwoord op de problematiek van de stijgende huurprijzen. Als mensen gaan samenwonen, kan dat economisch voordeliger zijn. Ze delen trouwens niet alleen hun middelen maar ook hun verantwoordelijkheden en een deel van hun leven met elkaar. Ze zijn solidair over de grenzen van generaties en sociale groepen heen.

Deze manier van wonen verliest echter een groot deel van haar doeltreffend-heid en financiële aantrekkelijkheid als de betrokkenen de status van samen-wonende krijgen. Samenwonenden verliezen immers een deel van hun vervan-gingsinkomen en kunnen door hun status als ‘samenwonende’ ook te kampen krijgen met allerlei administratieve moeilijkheden.

Het wettig maken van solidair wonen houdt meer in dan de loutere erkenning van het bestaan van die ‘nieuwigheden’. Het moet er ook voor zorgen dat der-gelijke projecten, of het nu om institutionele dan wel om privé-initiatieven gaat, zich harmonieuzer kunnen ontwikkelen en makkelijker toegankelijk zijn.

Bron: Studie over de mogelijkheden voor de erkenning van het groepswonen voor mensen in een kwetsbare sociale toestand. Uitgevoerd door de programmatorische federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI).

25

GEïNTEGrEErdE BEGElEIdING

CONVIVIAL

Convivial ontstond meer dan vijftien jaar geleden uit de vriendschapsband tussen een Rwan-dese vluchtelinge en een Belgische. De beweging helpt vluchtelingen om zich te vestigen en te integreren in de Belgische samenleving. Hiervoor biedt Convivial individuele begeleiding aan in verschillende vormen.

WAT?

Convivial heeft zijn thuisbasis in Brussel. Een team van een honderdtal mede-werkers en vrijwilligers biedt vluchtelingen een totaalpakket ondersteunende initiatieven tijdens hun zoektocht naar een woning en helpt hen om de eerste moeilijkheden te overwinnen bij hun installatie in de woning. Diegenen die het wensen kunnen achteraf ook begeleid worden in hun zoektocht naar werk en sociale integratie.

MEERWAARDE

Omdat vluchtelingen meedenken in de beweging, zijn de oplossin-gen tegelijkertijd creatief en efficiënt. Er wordt een kader gecreëerd om vluchtelingen hun zelfvertrouwen te laten herwinnen en om hun zelfredzaamheid

IDENTIKIT

— Samenwerkingsverband tussen de vzw’s Convivium en Convivialités

— In 2010 deden 3.697 personen een beroep op Convivial

INFO02 503 43 46 • [email protected] • www.convivial.be

26

te vergroten. Dankzij huisbezoeken worden problemen vroegtijdig gedetec-teerd en zelfs voorkomen.

HOE?

In eerste instantie informeert de dienst Individuele Begeleiding van Convivial vluchtelingen over de stappen die ze moeten ondernemen na het verlaten van de asielopvang en over de uitda-gingen die hen te wachten staan. De dienst Huisvesting onder-steunt hen vervolgens in hun zoektocht naar een woning. De maatschappelijk werkers van deze dienst nemen contact op met eigenaars en bezoeken woningen. Convivial verzekert de huiseige-naars dat de bewoners worden begeleid, zodat ze gerust kunnen zijn dat die hun verplichtingen als huurder zullen kennen en nakomen. Verder worden er opleidingen georganiseerd over de rechten en plichten van de huurder. Er is rond de werking van Convivial een netwerk ont-staan van ‘sympathiserende eige-naars’ die bereid zijn hun panden te verhuren aan vluchtelingen.

Deze individuele hulpverlening wordt aangevuld met ondersteu-nende initiatieven. De meest kwetsbare personen kunnen zes maanden lang gebruikma-ken van de transitwoningen die door Convivial beheerd worden. Het gaat hier bijvoorbeeld om alleenstaande moeders, mensen met gezondheidsproblemen, of

SUCCESFACTOREN

— Uitgebreid netwerk van competente vrijwilligers

— Medewerking van vluchtelingen in alle niveaus van de organisatie

— Globale aanpak met totaalpakket ondersteunende maatregelen

— Lijst met ‘sympathiserende eigenaars’

— Beschikbaarheid van transitwoningen

— Huurwaarborgfonds

— Materiële ondersteuning

— Bemiddeling bij reguliere dienstverlening

— Individuele begeleiding gecombineerd met interactieve groepswerking en vorming

— Langlopende begeleiding vanaf de vestiging tot de vluchteling zijn weg gevonden heeft

27

mensen die op straat leven. Daarnaast heeft Convivial een fonds opgericht om tegemoet te komen aan de netelige kwestie van de huurwaarborg en de eerste maand huur. Het uitgereikte bedrag is geplafonneerd naargelang de familiale situatie. De dienst Materiële Hulp verzamelt meubels, kleding, keukenspul-len en voedselpakketten om te verdelen onder vluchtelingen.

De dienst Wijkwerking van zijn kant biedt hulp aan vluchtelingen bij de admi-nistratieve stappen naar het OCMW en de gemeentelijke diensten. Omdat gemeenten de regelgeving soms verschillend interpreteren, is het nodig dat de medewerkers van Convivial een bemiddelende of faciliterende rol opnemen tussen de vluchteling en de betrokken dienst. De medewerkers kunnen ook huisbezoeken afleggen bij vluchtelingen of samen met hen de wijk verkennen.

Ten slotte biedt Convivial ook socioprofessionele begeleiding aan, met opleidingen en zelfhulpgroepen die hen helpen om verder te gaan met hun integratieproces.

LIONEL DEFRAIGNE, CONVIVIALdE wIjkwErkING IN dE prakTIjk

Meestal schiet de dienst Wijkwerking in actie nadat een persoon gespro-ken heeft met iemand van de dienst Individuele Begeleiding of de dienst Huisvesting van Convivial. Onze huisbezoeken tijdens de eerste maan-den nadat een vluchteling intrekt in zijn nieuwe woning leiden ertoe dat we een vertrouwensrelatie kunnen aanknopen. Daardoor kunnen we ook andere zaken aankaarten die belangrijk zijn voor zijn toekomst.

In de praktijk bellen we mensen die een woning gevonden hebben binnen de maand om een huisbezoek voor te stellen. Dit is geen evidente vraag: sommigen zijn verbaasd of veronderstellen dat we hen willen controle-ren. Onze eerste opdracht bestaat er dus in hen van onze goede bedoelin-gen te overtuigen en uit te leggen dat het om een informeel bezoek gaat om te zien of alles goed verloopt.

Zodra we bij de mensen thuis zijn, is er dikwijls een kwartier nodig om het ijs te breken maar vanaf dan verlopen de zaken doorgaans erg vlot en kunnen we een hoop elementen aankaarten in verband met de huisves-ting. Is de woning geschikt? Slagen ze erin om de huur te betalen? Hoe zijn de relaties met de eigenaar? We kunnen het ook hebben over gezins-hereniging, over de nodige administratieve stappen bij het OCMW of

28

ziekenfonds, over eventuele opleidingen of over andere praktische zaken, zoals het telefoonabonnement.

Om de mensen niet verloren te laten lopen in de administratieve doolhof stellen we mappen ter beschikking met infofiches rond belangrijke thema’s zoals ‘verblijfsvergunning’, ‘OCMW’ en ‘facturen’.

Ten slotte gaan we ook na of de bewoners hun nieuwe buurt al wat kennen en stellen we hen een rondleiding voor om de belangrijkste nuttige plaat-sen te leren kennen.

We hebben geen vast schema voor deze huisbezoeken. Meestal gaat er één medewerker van Convivial langs. Het bezoek duurt ongeveer twin-tig minuten als de mensen zich niet op hun gemak voelen. Als het contact vlot verloopt, kan het tot anderhalf uur duren. De bezoeker stelt vervol-gens voor om drie maanden later een tweede keer langs te komen om het te hebben over hun sociale en professionele integratie.

yAHIA ZAIDI‘zE HEBBEN ME NIET aaN MIjN loT oVErGElaTEN’

Toen ik in 2009 een eerste keer langskwam bij Convivial was ik net erkend als vluchteling.

Dankzij de goede samenwerking tussen een medewerkster in het opvang-centrum, de contactpersoon bij Convivial en het OCMW is mijn weg naar zelfstandigheid vlot verlopen. Convivial vond een woning voor mij en hielp mij met de huurwaarborg. Ze hebben me daarna ook materieel en sociaal bijgestaan.

De huisbezoeken van Convivial waren erg interessant en hebben me ster-ker gemaakt. Het is geruststellend om deze band te hebben en te weten dat ze tot bij je thuis komen om te zien of alles in orde is. Ze zeggen ook dat ik steeds kan langskomen als ik iets nodig heb. Dankzij deze onder-steuning heb ik me nooit aan mijn lot overgelaten gevoeld nadat ik uit het opvangcentrum vertrokken ben.

29

ToElEIdErS IN dE dIVErSITEIT

VZW PIN

Vzw PIN ontwikkelt in samenwerking met de gemeenten, OCMW’s, andere diensten en allochtone zelforganisaties initiatieven die het samenleven in diversiteit stimuleren. Hiervoor worden onder meer ervaringsdeskundigen met diverse culturele en sociale achtergronden ingezet, de ‘toeleiders in de diversiteit’.

WAT?

Toeleiders in de diversiteit worden met een contract volgens art. 60 § 7 van de OCMW-wet tewerkgesteld en opgeleid tot brugfiguren tussen nieuwkomers en diensten en organisaties uit verschillende sectoren. Ze maken openbare diensten en reguliere organisaties meer toegankelijk voor vluchte-lingen en andere nieuwkomers.

MEERWAARDE

Toeleiders in de diversiteit nemen de eerste drempels weg die het contact tussen nieuwkomers en reguliere diensten bemoeilijken; vergelijk het met tolkendien-sten die taalbarrières overwinnen. Nieuwkomers worden sneller geholpen en de diensten winnen kostbare tijd. Na de eerste contacten is het aan de dien-sten en organisaties zelf om de nieuwkomers verder te helpen.

IDENTIKIT

— Vzw ontstaan uit een initiatief van de provincie Vlaams-Brabant

— Sinds 2009 hebben 32 toeleiders het traject doorlopen, hebben 20 gemeenten een contract afgesloten en zijn er 4700 nieuwkomers geholpen

INFO02 304 48 45 • [email protected] • www.vzwpin.be

30

HOE?

Iedereen kan tijdens spreekuren bij de toeleiders terecht voor concrete vragen en informatie over allerlei thema’s. Hoe kan ik mijn kind inschrijven in school? Waar vind ik een huisarts? Wanneer starten de lessen Nederlands? Vzw PIN verwijst nieuwkomers die ondersteuning nodig hebben door naar de juiste diensten en organisaties.

Behalve via deze spreekuren, waar ingegaan wordt op individuele vragen, werken de toeleiders ook op een meer structurele manier. Gemeenten, OCMW’s of organisaties die hun werking beter bekend willen maken bij etnisch-culturele minderheden kunnen een beroep doen op de toeleiders. Toeleiders helpen diensten, organisaties en scholen om beter om te gaan met de diversiteit in de samenleving. Ze kunnen helpen om de eerste drempels in het contact tussen nieuwkomers en diensten weg te werken en zo diensten meer toegankelijk te maken. Drempels kunnen te maken hebben met taal, onwetendheid, of andere gewoonten.

Toeleiders in de diversiteit worden ten slotte ingezet om een integratiegesprek te houden met nieuwkomers in een gemeente. Ze worden hierbij wegwijs gemaakt in de gemeente, krijgen informatie over taalcurssussen, uitleg over wetten en regels maar ook over de heersende waarden en normen, gezondheidszorg, onderwijs en opvoeding, ener-gie- en milieubewustzijn.

SUCCESFACTOREN

— Goede samenwerking met OCMW, gemeente en reguliere diensten

— Nuttige toepassing van art. 60 §7 van de OCMW-wet (tewerkstelling)

— Inzet gemotiveerde ervaringsdeskundigen

— Professionele omkadering van toeleiders

NOOD AAN

— Vaste tewerkstelling voor toeleiders

— Structurele financiering

31

TOEKOMST

Het project wordt uitgebreid over de hele provincie Vlaams-Brabant, er komen ook toeleiders in Halle, Asse, Vilvoorde en Diest. In deze regio’s wordt het pro-ject uitgevoerd door het Provinciaal Integratiecentrum, PRIC Vlaams-Brabant. Er zal gestart worden met de hierboven beschreven integratiegesprekken. Er wordt gewerkt aan een erkende opleiding voor toeleiders, een professioneel registratiesysteem en een structurele financiering. Vzw PIN hoopt dat het in de toekomst een aantal toeleiders vast kan aanwerven.

CORNEILLE, TOELEIDER IN DE DIVERSITEIT

alS ToElEIdEr doE Ik wErkErVarING op

Tijdens het ‘Kiezen’-programma van het inburgeringstraject bij de VDAB werd het me duidelijk dat ik in de sociale sector wou gaan werken. Via mijn assistent bij het OCMW kwam ik in contact met vzw PIN en na het gesprek met de verantwoordelijke wist ik zeker dat ik als toeleider aan de slag wou. Het grote voordeel is dat het werk als toeleider gecombineerd wordt met een dag opleiding per week.

Elke maandag houd ik een spreekuur in het OCMW van Sint-Pieters-Leeuw. Ik leid er bijvoorbeeld mensen met woonproblemen toe naar de juiste dienst. In het buurthuis houd ik twee keer per week een spreekuur en help ik onder meer anderstaligen bij het invullen van documenten.

Wij toeleiders vormen niet alleen een meerwaarde bij de integratie van nieuwkomers, dankzij ons werk krijgen maatschappelijk werkers ook meer tijd om zich te focussen op hun andere taken.

Als toeleider doe ik werkervaring op, krijg ik een pak nieuwe informa-tie, leer ik welke problemen zich op het terrein voordoen, krijg ik zicht op de werking van een heleboel diensten en kan ik mijn Nederlands in de praktijk oefenen.

Ik doe met andere woorden een schat aan ervaring op voor een toekom-stige job in het sociaal werk. Ik wil na mijn werk in het kader van art. 60 § 7 beginnen aan een opleiding tot opvoeder. Want ik ben er nog niet. Ik ben nog maar twee maanden bezig en zal nadien nog verder moeten leren hoe ik bepaalde problemen concreet kan aanpakken.

32

KRI PARTOUS, DIENSTHOOFD OCMW HALLE

‘ToElEIdErS zIjN ErVarINGSdESkUNIdGEN, EEN MEErwaardE’

De samenwerking tussen het OCMW Halle en vzw PIN bestaat al sinds de start van het LOI in Halle in 2001, dus voor de eigenlijke start van het project met de toeleiders. We konden in die tijd een halftijdse mede-werker inzetten om de asielzoekers in het LOI wegwijs te maken in de gemeente. Deze medewerker begeleidde de mensen in hun eerste contac-ten met de school, de dokter of allerlei diensten. Wanneer een asielzoeker werd erkend als vluchteling, hielp onze medewerker ook met de adminis-tratieve procedures en de zoektocht naar huisvesting.

Dit werk wordt nu door een toeleider uitgevoerd. Momenteel is dat een geregulariseerde asielzoeker en voormalige bewoner van het LOI. De inzet van toeleiders heeft voordelen voor alle betrokken partijen. De nieuwko-mer krijgt een ruim pakket informatie en wordt vergezeld bij zijn eerste contacten met reguliere diensten. De toeleider doet relevante werkerva-ring op in de sociale sector en leert de werking van allerlei diensten en organisaties kennen. De maatschappelijk werkers van het OCMW krij-gen meer tijd om zich te focussen op andere taken.

Dat de toeleiders ervaringsdeskundigen zijn, is ook een meerwaarde. Asielzoekers en vluchtelingen begrijpen en vertrouwen informatie beter als ze overgebracht wordt door iemand die een vergelijkbare situatie heeft meegemaakt. Daarenboven spreken toeleiders soms dezelfde taal als de nieuwkomer, zodat de taalbarrière overbrugd wordt.

Als de samenwerking met de toeleiders om een of andere reden zou stoppen, zou dit problemen opleveren voor de reguliere werking van het OCMW. De nieuwkomers zouden een pak minder begeleiding krijgen omdat de vaste medewerkers de taken die momenteel door de toeleiders worden opge-nomen niet allemaal zelf kunnen uitvoeren.

33

UN ToIT poUr ToI

FORM’ANIM

Form’anim is een samenwerkingsverband dat in 1997 werd opgericht door een aantal organi-saties uit Seraing die strijden tegen sociale uitsluiting. Form’anim ontwikkelt allerlei projec-ten ten voordele van minderheden, gaande van individuele begeleiding tot groepsactiviteiten zoals taallessen en interculturele ontmoetingen. Een van deze projecten is Un toit pour toi.

WAT?

Un toit pour toi (‘een dak voor jou’) ondersteunt vluchtelingen die de asiel-opvang moeten verlaten in hun zoektocht naar een degelijke woning, tegen een redelijke prijs en aangepast aan de familiale omstandigheden. Sinds 2009 begeleiden twee maatschappelijk werksters stap voor stap de overgang van de asielopvang naar de reguliere dienstverlening.

MEERWAARDE

Un toit pour toi biedt vluchtelingen een luisterend oor en ondersteunt hen in moeilijke en ontmoedigende situaties. Cliënten krijgen individuele begelei-ding op maat. Door zijn intensieve en langdurige bemiddelende rol bouwde

IDENTIKIT

— Samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties uit Seraing

— Sinds 2009 worden tweemaal per week tijdens de spreekuren 8 mensen wegwijs gemaakt op de private huisvestingsmarkt

INFO04 338 16 35 • [email protected] • www.formanim.be

34

Form’anim in de loop der tijd een bevoorrechte relatie op met bepaalde eige-naars. Hierdoor vinden meer vluchtelingen sneller een woning op de pri-vate markt.

HOE?

Un toit pour toi houdt twee dagen per week een spreekuur maar werkt daarnaast ook op afspraak. Cliënten krijgen bege-leiding op maat tijdens de zoek-tocht naar een woning, de contac-ten met eigenaars en het bezoek van potentiële woningen. Maar ook bij de aanvraag om finan-ciële steun bij het OCMW, de inschrijving in de gemeente of het openen van een bankreke-ning biedt Form’anim ondersteu-ning. Ten slotte kunnen cliënten er ook terecht voor woonbegelei-ding, budgetbeheer, bemiddeling bij eigenaars en nutsbedrijven en administratieve ondersteuning.

Un toit pour toi is een erg dyna-misch project waarin Form’anim nauw samenwerkt met andere actoren op de lokale huisvestings-markt. Un toit pour toi heeft een aantal praktische en pedagogi-sche hulpmiddelen ontwikkeld voor zowel vluchtelingen als eige-naars: brochures, folders, work-shops, infosessies, korte filmpjes, enzovoort.

SUCCESFACTOREN

— Samenwerkingsverband van meerdere organisaties

— Nauwe samenwerking met andere actoren op de lokale huisvestingsmarkt

— Geprivilegieerde contacten met eigenaars

— Spreekuren en raadpleging op afspraak

— Individuele begeleiding op maat

— Cliënten worden vergezeld bij het bezichtigen van een woning

— Computers en tijdschriften staan ter beschikking van cliënten

— Ontwikkeling ondersteunend materiaal

— Ruim aanbod aan andere activiteiten

35

SANDRINE MONJOIE, FORM’ANIM‘wE MoEdIGEN MENSEN aaN oM acTIEf TE zoEkEN.’

Mensen worden naar onze spreekuren verwezen door het opvangcentrum of via mond-tot-mondreclame. Sommigen komen tijdig langs met hun hulp-vraag, anderen pas als de nood erg hoog is. Wanneer mensen bij Form’anim aankomen, worden ze ingeschreven en krijgen ze een volgnummer. We hebben dit systeem moeten opzetten om het groeiende aantal cliënten dat een beroep doet op onze dienstverlening het hoofd te kunnen bieden.

Onmiddellijk na het eerste contact, waarin we de precieze behoeften van de cliënt bekijken, beginnen we te zoeken naar een geschikte woning. Om gericht te kunnen zoeken, is het heel belangrijk dat we het meteen over het budget hebben. We proberen minstens één bezoek te plannen. Ofwel gaan we mee met de cliënt ofwel proberen we de eigenaar telefonisch te overtuigen of sturen we een aanbevelingsbrief of brochure.

Daarnaast moedigen we de cliënten aan om ook zelf hun zoektocht verder te zetten. Een tiental computers, gespecialiseerde kranten en andere prak-tische hulpmiddelen staan hiervoor ter beschikking bij Form’anim. We stellen de cliënten ook voor om ons op de hoogte te houden zodat we hun stappen van nabij kunnen volgen. Beetje bij beetje zijn we er door onze bemiddelende rol in geslaagd geprivilegieerde contacten op te bouwen met sommige eigenaars.

RELAAS VAN EEN UUR PERMANENTIE

Het is half twee en er is permanentie bij Un toit pour toi in Seraing. In het kleine geel geverfde lokaal werken Sandrine en Latifa zij aan zij. De afspraken volgen elkaar snel op.

Een meneer komt binnen en zet zich neer. Hij maakt de balans op van zijn tot op heden weinig succesvolle zoektocht en overhandigt Latifa een lijstje met advertenties die hij gevonden heeft. De meeste studio’s zijn al ver-huurd maar na enkele telefoontjes slaagt ze er toch in om een afspraak vast te leggen met een eigenaar. Ze is hoopvol over de goede afloop. Ondertussen bespreekt Sandrine met een dame haar elektriciteitsfactuur en de moge-lijkheden die gewestelijke premies en familiale toelagen bieden.

36

Daarna komt er iemand langs die zijn elektriciteitsfactuur niet tijdig heeft betaald. ‘Hoe sneller het betaald is, hoe beter,’ vertelt Sandrine hem, ‘want de herinneringen en aanmaningen kosten ook geld’. Tegelijkertijd komt een jonge Irakees voor het eerst langs bij Latifa. Ze bekijkt zijn papieren en bereidt zijn dossier voor. Er resten hem nog maar enkele dagen vooral-eer hij het opvangcentrum moet verlaten … Zijn vriendin heeft voor hem een lijst opgesteld met studio’s maar geen enkele is geschikt. Latifa geeft hem een lokale krant en stelt voor om de advertentierubriek uit te pluizen.

Aan Sandrines kant licht een vrouw haar situatie toe: ze heeft meerdere appartementen bezocht maar de eigenaars vrezen dat ze haar apparte-ment niet zal onderhouden omdat ze drie jonge kinderen heeft. Sandrine probeert een nieuw nummer en slaagt erin om de eigenaar te overtuigen om zijn vooroordelen opzij te zetten (‘Geef haar een afspraak, ze is te ver-trouwen.’) en haar dezelfde avond nog een afspraak te geven. Sandrine zal de dame vergezellen bij het bezoek.

Half drie, er is een uur voorbij, vijf personen werden ontvangen en weg-wijs gemaakt en het spreekuur is pas begonnen.

37

foNdS Voor dE GEzINSHErENIGING VaN dE ErkENdE VlUcHTElING

BELGISCH COMITÉ VOOR HULP AAN VLUCHTELINGEN

De dienst Gezinshereniging van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen, BCHV, de operationele partner van het UNHCR in België, treedt op als beleidsbeïnvloedend platform voor organisaties die vluchtelingen begeleiden tijdens hun gezinshereniging. Daarnaast biedt de dienst juridische en logistieke ondersteuning bij complexe individuele dossiers.

WAT?Voor pas erkende vluchtelingen is gezinshereniging een evidente stap na de erkenning. Dit kan echter een heel dure procedure worden als er DNA-testen nodig zijn of als er vliegtuigtickets gekocht moeten worden. In tegenstelling tot Brussel en Wallonië – waar een beroep kan gedaan worden op Credal – bestaat er in Vlaanderen geen ‘sociale bank’. Geconfronteerd met de beperkte financiële middelen van vluchtelingen richtte het BCHV in januari 2009 het Fonds voor Gezinshereniging van de Erkende Vluchteling op. Dit fonds had twee doelstellingen: het toekennen van sociale leningen voor de financiering van DNA-testen en vliegtuigtickets, en het analyseren van het integratiepar-cours van de aangekomen gezinsleden.

IDENTIKIT

— Fonds om erkende vluchtelingen financieel te ondersteunen tijdens de procedure gezinshereniging

— Tussen januari 2009 en juni 2011 konden 197 vluchtelingen dankzij het fonds herenigd worden met hun gezin

INFO02 537 82 20 • [email protected] • www.cbar-bchv.be

38

MEERWAARDE

Dankzij het sociaal krediet kunnen vluchtelingen hun gezin relatief snel naar België laten komen. Tegelijkertijd kan het gezin in het land van herkomst rekenen op logistieke en juridische begeleiding. Er wordt immers samenge-werkt met partners (International Organization for Migration, UNHCR) die optreden bij eventuele problemen rond het vertrek. De begunstigden van het fonds krijgen begeleiding tijdens de periode van afbetaling. De begeleiding van vluchtelingen gedurende een lange periode verschafte het BCHV inte-ressante informatie over de knelpunten in het integratieparcours van vluch-telingen en hun familie.

HOE?

Het BCHV krijgt de vraag om financiële ondersteuning via partnerorganisaties die vluchtelingen begeleiden tijdens hun gezinshereniging. Het BCHV bereidt het dossier voor en neemt con-tact op met de betrokken autori-teiten. De vluchteling wordt uit-genodigd op het kantoor van het BCHV; op basis van zijn finan-ciële mogelijkheden worden een afbetalingsplan en een contract opgesteld. Het BCHV is verant-woordelijk voor de financiële en administratieve opvolging van de lening. Op geregelde tijdstippen en wanneer de afbetaling moeilijk verloopt is er een direct contact met de betrokken vluchteling.

De begeleiding tijdens de periode van afbetaling wordt afwisselend waargenomen door de partneror-ganisatie en door het BCHV. Dit gebeurt in samenspraak met regu-liere diensten, zoals het OCMW, of belangenorganisaties, zoals de Huurdersbond. Deze samenwer-king leidt tot een beter beeld van

SUCCESFACTOREN

— Projectsubsidies van het Europees Vluchtelingenfonds

— Samenwerking met eerstelijnsorganisaties

— Intensieve opvolging van de dossiers

— Samenwerking met partners in de landen van herkomst

— Bemiddeling bij Belgische autoriteiten

NOOD AAN

— Permanent fonds voor gezinshereniging van vluchtelingen

— Vlotte inschrijving in de gemeente

39

de situatie van de vluchteling zodat de dienstverlening vanuit de reguliere diensten vlotter verloopt.

Het BCHV speelt in veel dossiers ook een rol als bemiddelaar bij de Belgische autoriteiten, zowel tijdens de gezinsherenigingsprocedure als na de aankomst van de gezinsleden. De moeilijke inschrijving van het gezin is een belang-rijk pijnpunt in het integratieparcours van vele vluchtelingen. De documen-ten die voorgelegd moeten worden voor registratie in de burgerlijke stand en bevolkingsregisters, verschillen van gemeente tot gemeente. Vluchtelingen beschikken dikwijls niet over de documenten die gevraagd worden. Dankzij de interventie van het BCHV konden deze problemen soms verholpen worden.

TOEKOMSTIn juni 2011 werden de laatste leningen toegekend. In juni 2012 wordt dit pro-ject afgesloten met een publicatie over de bevindingen tijdens de begeleiding van de families. Het BCHV hoopt dat er een duurzaam alternatief zal gevon-den worden voor het fonds, dat zowel door de vluchtelingen als door de part-ners als zeer positief werd ervaren.

40

S.T. , VLUCHTELING UIT KAMEROEN

‘BIj BcHV koN Ik rUSTIG MIjN ScHUld afBETalEN’

Door de enorme problemen in mijn land van herkomst ben ik in mei 2007 als asielzoeker in België aangekomen. In december van datzelfde jaar werd ik erkend als vluchteling en ben ik in Antwerpen gaan wonen. Daar werd ik met twee belangrijke problemen geconfronteerd. Ten eerste had ik moeite om volwaardig lid te worden van de samenleving, ten tweede was het moeilijk om de confrontatie aan te gaan met de problemen die mijn familie nog dagelijks meemaakte in Kameroen.

Daarom zette ik in september 2008, na bemiddeling door het Rode Kruis, de eerste stappen in de procedure gezinshereniging. De procedure volgde de normale weg bij de dienst Vreemdelingenzaken, waar een DNA-onderzoek werd gevraagd. Dit kostte 200 euro per persoon, zodat ik in totaal 600 euro moest ophoesten.

Dat bedrag kon ik op dat moment onmogelijk betalen want ik moest behalve voor mijn eigen uitgaven ook instaan voor het onderhoud van mijn familie in Kameroen én de reiskosten betalen voor drie personen. Mijn begeleider bij het Rode Kruis stelde voor om een beroep te doen op een organisatie waar ik voordien nooit van gehoord had, het BCHV. Bij hen kon ik het nodige geld lenen tegen een symbolische rentevoet.

Op 14 april 2009 werd ik hartelijk ontvangen door twee medewerkers van het BCHV. Eindelijk was ik verlost van die financiële kwestie. In mijn wanhoop had ik 600 euro geleend tegen een intrestvoet van 10% van een vrouw die me vroeg om binnen de drie maanden terug te betalen.

De voorwaarden van de lening van het BCHV zijn wel op maat van mensen met een laag inkomen waardoor ik op een rustige manier mijn schuld kon afbetalen op een jaar tijd. Het is dan ook met veel plezier dat ik deze getuigenis afleg over de goede diensten die ik van het BCHV heb gekregen.

41

SocIalE MakElaar

DE8 – ANTWERPS MINDERHEDENCENTRUM

Als vluchtelingen erin slagen om zelfstandig een woning vinden, is deze dikwijls van slechte kwaliteit. Ook onbillijke of zelfs onwettelijke contracten en overbevolking door gedwongen samenleven, komen regelmatig voor. Vluchtelingen zijn slecht gewapend om een woning conform de normen te vinden. De Sociale Makelaar is een van de zeldzame initiatieven die hun zoektocht begeleidt of klacht ondersteunt.

WAT?

De Sociale Makelaar wil de private huisvestingmarkt toegankelijker maken voor erkend vluchtelingen en andere nieuwkomers. Dit gebeurt door indi-viduele ondersteuning van cliënten en gesprekken met verhuurders. Verder biedt de Sociale Makelaar de cliënten woonbegeleiding aan indien dit nodig is. In de praktijk worden cliënten vaak doorverwezen vanuit opvangcentra in de buurt van Antwerpen.

MEERWAARDE

De overgang van materiële opvang naar financiële ondersteuning wordt individueel ondersteund. Nieuwkomers worden georiënteerd op de huisves-tingsmarkt en in hun nieuwe omgeving waardoor de integratie sneller kan starten. De sociale makelaar vult de werking van de sociale diensten in de

IDENTIKIT

— Initiatief van De8 – Antwerps Minderhedencentrum, met steun van het Europees Vluchtelingenfonds

CONTACT

De8 vzw Van Daelstraat 35 – 2410 [email protected] - T 03 270 33 33

42

opvangcentra aan. De doorstroom uit de opvangcentra verloopt vlotter voor de ondersteunde bewoners.

HOE?

Wekelijks houdt een medewerker van de Sociale Makelaar permanentie in het opvangcentrum van Kapellen. Bewoners die een beslissing hebben gekregen als erkend vluchteling, subsidiair beschermde of geregulariseerde kunnen zich melden voor een intake. In een eerste fase informeert de Sociale Makelaar de cliënt over zijn rechten en plichten op de huisvestingsmarkt, het aanbod op de huisvestingsmarkt, het afsluiten van een huurcontract en over de proce-dures bij het OCMW en de gemeente van inschrijving.

Indien nodig gaat de Sociale Makelaar samen met de cliënt intensief op zoek naar een woning via het internet, de Koopjeskrant en telefoonnummers van eigenaars die de cliënt zelf aanbrengt. Eventueel worden ook de woningen samen bezocht of onderhandeld met de huisbaas over de huurprijs en de kwa-liteit van de woning.

Als de cliënt een woning heeft gevonden,

kan de Sociale Makelaar ook alle procedures bij het OCMW begeleiden,

van de aanvraag leefloon tot een eventuele huurwaarborg en installatiepremie. Mensen die weinig zelfredzaam zijn, worden intensiever begeleid. Nadat de cliënt – ondertussen huurder – geïnstalleerd is, wordt hij georiënteerd naar nutsvoorzieningen, kringloopwinkels, scholen en openbaar vervoer. De huur-der kan blijven beroep doen op de Sociale Makelaar voor informatie en knel-punten in verband met huisvesting. Meestal wordt de huurder doorverwezen naar de gepaste diensten en organisaties.

Tenslotte worden alle actoren op de huisvestingsmarkt gesensibiliseerd over de moeilijke positie van deze groep op de huisvestingmarkt. De Sociale Makelaar participeert aan het Antwerps Platform Wonen dat werkt aan de toeganke-lijkheid van de woningmarkt voor kansengroepen. Een gamma aan infobro-chures staat ter beschikking via een website.

43

TOEKOMST

De projectmiddelen toegekend door het EVF lopen af op februari 2012. Het project Sociale Makelaar kan met steun van Stad Antwerpen tijdelijk verder lopen zodat we kunnen werken aan de veranke-ring van de methodiek en de struc-turele inbedding in de regio. Met het Antwerps Platform Wonen wordt er gezocht naar een for-mule, gelijkaardig aan de Sociale Makelaar, voor alle kansarme groe-pen op de woningmarkt. Er wordt gedacht aan een piste met vrijwilli-gers om het project verder te zetten op kleinschalig niveau in verschil-lende Antwerpse wijken.

Op de woningmarkt dringt een aangepast wetgevend kader zich op voor zowel de private als de soci-ale huisvestingsmarkt. Drempels die het deze doelgroep moeilijk maken om aan een woning te geraken, moeten zoveel mogelijk worden weggewerkt. Zeker voor mensen die het opvangcentrum moeten verlaten met een tijde-lijk statuut verloopt de zoektocht naar een woning erg moeizaam. Voor hen moeten alternatieven worden uitgetekend want huisba-zen en OCMW’s staan weigerach-tig om te verhuren of een huur-waarborg toe te kennen aan deze groep. Daarnaast kunnen alterna-tieve woonvormen gestimuleerd worden voor alle kwetsbare groe-pen op de huisvestingsmarkt.

SUCCESFACTOREN

— Individuele begeleiding op maat

— Project ingebed in een groter team dat werkt aan de grondrechten voor asielzoekers en vluchtelingen

— Samenwerking met open opvangcentra voor asielzoekers

— Geografisch werkgebied Antwerpen

— Ingebed in een stedelijk platform dat werkt aan de toegankelijkheid van de huisvestingsmarkt

— Projectsubsidies van het Europees Vluchtelingenfonds

NOOD AAN

— Structurele inbedding binnen steden en gemeenten

— Meer mogelijkheden tot individuele begeleiding

— Procedures voor financiële en materiële ondersteuning meer toegankelijk maken

— Tekorten en discriminatie op de huisvestingsmarkt aanpakken

— Diversiteitsdiscours bij eigenaarssyndicaten

— Aangepaste regelgeving voor mensen met een tijdelijk verblijfsstatuut

— Stimuleren alternatieve woonvormen voor kwetsbare doelgroepen

44

AN VLEUGELS, SOCIALE DIENST OPVANGCENTRUM KAPELLEN

INdIEN NodIG coNTacT opNEMEN MET EIGENaarS EN ocMw’S

Een bewoner die een positief antwoord ontvangt op de asielaanvraag moet binnen de twee maanden het opvangcentrum verlaten. Dat is erg snel, zeker omdat de zoektocht naar een geschikte woonst moeizaam verloopt door de beperkte financiële middelen waarover de meeste bewoners beschik-ken en door de OCMW-steun. Dit zijn aspecten die heel wat eigenaars ervan weerhouden onze bewoners een woonst aan te bieden. Minderjarigen en gezinnen met kinderen ondervinden de grootste moeite om een woonst te vinden die veilig en betaalbaar is.

De sociale dienst van het opvangcentrum informeert bewoners over de mechanismen van de woningmarkt en neemt indien nodig ook contact op met eigenaars of OCMW’s. Er wordt ook gepeild naar de regio waar de bewoner wenst te wonen en de financiële middelen waarover hij beschikt.

Onze sociale dienst krijgt voor het bovenstaande de hulp van De8. Iedere week komt een medewerkster van De8 een namiddag langs en helpt vier à vijf bewoners in hun zoektocht. Samen pluizen ze websites uit en scree-nen ze de advertentiebladen, er wordt getelefoneerd en onderhandeld. Deze hulp is heel erg welkom zowel voor de bewoner als voor de sociale dienst. Het zoeken naar een geschikte woonst is zeer arbeidsintensief en de sociale dienst beschikt helaas niet altijd over de nodige tijd. De bewo-ners worden tijdens het spreekuur intensief begeleid. In sommige situa-ties nodigt de medewerkster de bewoner uit voor een bijkomend gesprek op haar kantoor of gaat ze mee op huisbezoek of naar het OCMW. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij minderjarigen of personen met een handicap.

Zonder de Sociale Makelaar is het ongetwijfeld moeilijker voor onze bewo-ners om een geschikte woonst te vinden. Dankzij de expertise en het net-werk van de medewerkers van De8 vinden nieuwkomers die het asielcen-trum moeten verlaten in de meeste gevallen binnen de twee maanden een woning die voldoet aan prijs- en kwaliteitsvoorwaarden. Wij hopen dan ook dat de Sociale Makelaar nog een toekomst heeft.

45

BEGElEIdING op MaaT

CEL INTEGRATIE: CARITAS INTERNATIONAL

Caritas International begeleidt asielzoekers vanaf het begin van hun procedure. Naast opvang maken ook een doorgedreven sociale, juridische en medische bijstand deel uit van de begeleiding. Na afloop van de procedure kunnen mensen blijvend beroep doen op hun dienst-verlening. Ofwel voor ondersteuning bij terugkeer ofwel voor begeleiding naar een toekomst in België.

WAT?

De Cel Integratie helpt kwetsbare vluchtelingen bij hun zoektocht naar een eigen woonst. Hierbij biedt zij begeleiding op maat aan met een focus op een specifieke doelgroep, namelijk asielzoekers die binnen een korte tijds-spanne een erkenning als vluchteling hebben gekregen. In de praktijk gaat het vooral over asielzoekers die in de gesloten opvangstructuren aan de grens erkend worden. Zij worden meestal binnen de drie à vier weken erkend en hebben slechts vier uur de tijd om de gesloten opvangstructuur te verlaten. Zij komen met andere woorden op straat terecht, meestal zonder sociaal net-werk of kennis van de taal.

IDENTIKIT

— De Cel Integratie werd in 2009 opgericht en wordt geco-financierd door het Europees Vluchtelingenfonds

— Sinds september 2009 werden 258 dossiers (alleenstaanden en vluchtelingenfamilies) begeleid in hun integratietraject

INFO02 229 36 11 • [email protected][email protected] • www.caritas-int.be

46

MEERWAARDE

Individuele woonbegeleiding zorgt ervoor dat vluchtelingen sneller een woning vinden die voldoet aan de normen. De begeleiding van de Cel Inte-gratie zorgt ook voor een vlottere doorverwijzing naar reguliere diensten en vergroot de kans op een geslaagde integratie. Voor vluchtelingen die erkend worden in een gesloten opvangcentrum vormt de Cel Integratie een eerste belangrijke aanspreekpunt bij de start van hun nieuwe leven.

HOE?

De Cel Integratie ondersteunt de vluchteling intensief tijdens zijn zoektocht naar een woning. Hij krijgt advies over de te volgen strategie, de rechten en plichten van huurders en het afsluiten van een huurcontract. Eventueel wordt de nieuwe woning bezocht en wordt onderhandeld met de eigenaar over het huurbedrag.

Met de OCMW’s wordt een huurwaarborg en de eerste maand huur besproken. Om de zoek-tocht naar een geschikte woning te versnellen beschikt Caritas International over een beperkt budget dat in leen gegeven kan worden voor de uitbetaling van de huurwaarborg van de meest kwetsbare dossiers..

Een begeleider van de Cel Integratie informeert en advi-seert de vluchteling twee jaar lang bij de verschillende stappen naar een zelfstandig leven, waarbij de eerste zes maanden een inten-sieve begeleiding op het terrein

SUCCESFACTOREN

— Projectsubsidies van het Europees Vluchtelingenfonds

— Individuele begeleiding op maat

— Samenwerking met (gesloten) opvangstructuren

— Eén begeleider als tussenschakel naar verschillende diensten

— Overzicht over het gehele integratieparcours

— Werkgebied heel België

— Collectieve infosessies en vrijetijdsactiviteiten

NOOD AAN

— Structurele transitopvang voor snel erkende en kwetsbare vluchtelingen

— Meer mogelijkheden voor vrijetijdsactiviteiten

47

inhouden: bij de inschrijving in de gemeente, de aanmelding bij het OCMW, de toeleiding naar taallessen,... De persoon wordt ondersteund bij het opbou-wen en versterken van zijn sociaal netwerk zodat de integratie met een stevige basis kan verder gezet worden.

De begeleider heeft verschillende functies:

— Hij is een referentiepersoon op wie de vluchteling een beroep kan doen, die hem opvolgt en informeert over de nodige stappen bij de start van het integratieproces.

— Hij is een vertrouwenspersoon die tijdens een langere periode de per-soon opvolgt en die zicht heeft op de verschillende vlakken van de levenssituatie van de vluchteling.

— Hij is de schakel tussen verschillende sociale organisaties en de per-soon.

48

ESPÉRANCE, BEGELEID DOOR DE CEL INTEGRATIE

‘Ik NoEMdE MIjN docHTEr Naar aNToINETTE VaN carITaS

Ik ben uit Congo gevlucht omdat ik daar gruwelijke dingen heb meege-maakt. Ik was zes maanden zwanger en hoopte bij mijn zus in Parijs te kunnen wonen. Maar in Zaventem werd ik aangehouden en naar het gesloten centrum gebracht. Daar heb ik mijn asielaanvraag ingediend. Ik ben er maar twee weken gebleven maar ik had het erg moeilijk want ik werd verteerd door de angst om teruggestuurd te worden naar Congo.

Toen ik de vluchtelingenstatus kreeg, moest ik onmiddellijk het cen-trum verlaten. Ik kende niemand in België maar gelukkig heeft iemand me het nummer van Antoinette gegeven met de mededeling dat Caritas International vluchtelingen helpt. Ik werd eerst door de Dominicanen gehuisvest. Ze waren heel vriendelijk maar als enige vrouw tussen mannen voelde ik me toch niet zo op mijn gemak. Daarna heb ik enkele nach-ten doorgebracht in een daklozencentrum. Dat was pas moeilijk. Het is nachtopvang, dus moest ik overdag de straat op, maar ik kon nergens naartoe. Bovendien zag ik daar alleen maar mensen met problemen en dat deed pijn.

Uiteindelijk heeft de cel Integratie op korte tijd een flat voor me gevonden en Antoinette heeft alle administratie in orde gebracht. Ze is ook met mij naar de eerste prenatale consultatie in het ziekenhuis gegaan. Ik heb een erg goede band met haar en toen de weeën begonnen heb ik Antoinette op de hoogte gebracht. Ze is naar het ziekenhuis gekomen en is gebleven tot mijn dochtertje geboren is. Antoinette heeft ontzettend veel voor mij gedaan, ze is als een zus voor mij. Toen mijn dochtertje geboren was, heb ik besloten om haar Antoinette te noemen. Na al het voorbije leed kan ik met mijn pasgeboren dochtertje eindelijk een nieuw leven beginnen.

49

SolIdaIrE woNING

HABITAT ET HUMANISME

De stichting Habitat et Humanisme zag in 2004 het levenslicht op initiatief van een aantal professionelen uit de bouwsector. Die besloten hun ervaring in te zetten voor de realisatie van een stad met een menselijk gezicht waar bewoners met elkaar in contact staan en iedereen een woning vindt.

WAT?

Vanuit deze doelstelling wil Habitat et Humanisme niet alleen zorgen voor allerlei soorten woningen, zoals transitwoningen en solidaire woningen, maar ook een aangepaste begeleiding voorzien en een sociale mix promoten binnen eenzelfde locatie.

MEERWAARDE

Voor Habitat et Humanisme is het voorzien van een dak boven het hoofd niet alles. Een solidaire woning is ook een plek waar men leeft en samenleeft,

IDENTIKIT

— Habitat et Humanisme leidt of ondersteunt allerlei sociale projecten in samenwerking met organisaties en particulieren

— Stichting op initiatief van bouwprofessionals die onder andere solidaire woningen aanbiedt met het oog op sociale integratie

INFO02 427 26 87 • [email protected]

50

waar mensen met een verschillende afkomst en achtergrond elkaar kunnen ontmoeten.

HOE?

Een van de vele projecten waar Habitat et Humanisme aan werkt, is de reconversie van grote gebouwen tot gemengde groeps-woningen met gemeenschaps-voorzieningen zoals een crèche, een groenzone of een moestuin. Elke site wordt begeleid door een maatschappelijk werker. Een goede samenwerking met de lokale overheid en sociale part-ners is erg belangrijk.

Een voorbeeld is het voorma-lige klooster Hautrage vlakbij Bergen. De zusters wilden een nieuwe bestemming geven aan de gebouwen waarin ze verbleven en namen contact op met Habitat et Humanisme. Vandaag zijn er op de site groepswoningen voor een zeer divers publiek, onder andere voor voormalige daklozen die nog een intensieve individuele bege-leiding krijgen.

SUCCESFACTOREN

— Biedt transitwoningen en groepswoningen aan

— Flexibele aanpak en beschikbaarheid voor nieuwe projecten

— Sociale diversiteit en het in groep samenleven versterken de integratie

— Huisvesting wordt gekoppeld aan begeleiding door een maatschappelijk werker

— Samenwerking met lokale overheden en sociale partners

— Organisatie van bewonersvergaderingen en bevordering van gemeenschappelijke projecten

— Dit initiatief ontstond in de private sector

51

NAJAT MOHDAD, HABITAT ET HUMANISME

SolIdaIrE woNINGEN BEVordErEN dE INTEGraTIE EN dE zElfrEdzaaMHEId

Groepswoningen bevorderen de integratie van nieuwkomers in een bestaande sociale dynamiek. Iedereen heeft zijn eigen plek én de bewo-ners vinden elkaar rond een gemeenschappelijk project. Dankzij een goede sociale begeleiding kan er zich in de woning een solidariteit ontwikkelen die de zelfredzaamheid van de bewoners bevordert.

De mix van personen met verschillende sociale achtergronden zorgt er bovendien voor dat de bewoners hun horizon verruimen. Migranten, mensen die van een leefloon moeten rondkomen, eigenaars, jong en oud, … het feit dat deze mensen samenleven doet grenzen vervagen en voor-oordelen verdwijnen. Als iedereen hetzelfde profiel heeft, is de interactie minder verrijkend. We hopen trouwens dat iemand die nu opgevangen wordt later huurder of zelfs eigenaar kan worden.

Meestal leidt de sociale mix tot aangenaam samenleven; we waken erover dat er een evenwicht bestaat. We organiseren geregeld bewonersvergaderin-gen zodat bewoners elkaar kunnen leren kennen en kunnen wennen aan het samenleven. Het doel is natuurlijk dat de sociale dynamiek spontaan groeit zodat de bewoners zonder ons verder kunnen. De gemeenschappe-lijke projecten ontwikkelen zich naargelang van de wensen van de bewo-ners. We stellen soms zelf iets voor maar zullen het nooit opdringen.

Een mevrouw die alleen woonde, is onlangs gaan samenwonen en ver-huisd naar een grotere woning die we haar hadden aangeboden. Dankzij de buren is de verhuis op een dag afgerond. Zij heeft vervolgens een maal-tijd klaargemaakt om iedereen te bedanken. Zo helpt iedereen elkaar.

52

53

BloGTREMPLIN MALIN  !

Ngo’s spelen sinds de aankomst van de eerste asielzoekers een belangrijke rol bij hun onthaal. Vanuit deze vaststelling zijn Vluchtelingenwerk Vlaanderen en CIRÉ in 1999 gestart met de opvang van asielzoekers op een kleinschalige en kwaliteitsvolle manier. Vandaag vangen deze ngo’s samen meer dan 2000 asielzoekers op in samenwerking met hun partnerorganisaties en met Fedasil.

WAT?

CIRÉ, Vluchtelingenwerk Vlaanderen en hun partners vangen families op in individuele of gemeenschappelijke woningen aangepast aan hun specifieke behoeften. Asielzoekers krijgen er een kwaliteitsvolle begeleiding, gericht op zelfstandigheid en integratie in hun nieuwe omgeving. Maar wanneer deze mensen de opvang moeten verlaten, worden ook deze organisaties gecon-fronteerd met de uitdaging van de overgang van materiële naar financiële ondersteuning.

MEERWAARDE

Tremplin Malin ! (‘slimme springplank’), de nieuwe blog van CIRÉ, is een ant-woord op deze uitdaging. Ze probeert het werk van de begeleiders te verlichten

IDENTIKIT

— Blog voor begeleiders van asielzoekers en vluchtelingen met nuttige tips, links en mogelijkheden om ervaringen uit te wisselen

— Mogelijkheid om online te reageren en artikels voor te stellen

INFO02 629 77 10www.cire.be/les-blogs-du-cire/tremplin-malin

54

en te verrijken op een eenvoudige manier: door goede praktijken samen te brengen en uitwisseling van ideeën te bevorderen.

HOE? In 2010 en 2011 kwam een groep medewerkers uit het opvangnetwerk van Vluchtelingenwerk en CIRé geregeld samen om antwoorden te zoeken en aanbevelingen te formuleren aan de betrokken overheden. Tegelijkertijd zochten ze concrete oplossingen die geïntegreerd konden worden in de dagelijkse werking van de opvangpartners. Hier is het idee ontstaan om een interactieve internettoepassing te ontwikkelen om goede praktijken te delen tussen medewerkers op het terrein.

Begin 2012 werd de blog geïn-tegreerd in de nieuwe website van CIRÉ. De naam ‘Tremplin Malin  !’ verwijst naar de grote sprong naar zelfstandigheid na de opvang. Een uitdaging die deze blog positief benadert door con-crete oplossingen naar voor te schuiven en door goede ideeën van actoren op het terrein zicht-baar te maken.

GEBRUIKSAANWIJZING

Tremplin Malin ! is een toolbox en ideeënbus voor begeleiders van asielzoekers en vluchtelingen. De blog staat vol nuttige tips, goede praktijken, interessante links en mogelijkheden tot uitwisseling van ervaringen. Hij staat ter beschik-king van iedereen die vluchtelingen begeleidt tijdens hun overgang van mate-riële steun in de opvang naar een zelfstandig leven. Een periode vol uitdagin-gen: huisvesting zoeken, inschrijven bij gemeente en OCMW, werk zoeken, ...

U vindt op Tremplin Malin ! nuttige informatie, goedepraktijkvoorbeelden en interessante links onder de vorm van berichten. Aarzel niet om deze blog nog levendiger te maken en te verrijken met uw ervaring door te reageren op berichten of door er zelf nieuwe aan te maken.

Welkom op www.cire.be/les-blogs-du-cire/tremplin-malin

SUCCESFACTOREN

— Bundeling en uitwisseling van goede praktijken

— Mogelijkheid om online te reageren en artikels voor te stellen

— Dynamisch en makkelijk te gebruiken

55

VALENTINE DE MUyLDER (CIRÉ)

EEN BloG MET GoEdE prakTIjkEN

Bij CIRÉ hopen we dat de blog Tremplin Malin ! – hij staat nog in de kinderschoenen – kan helpen om het werk van onze partnerorganisaties te verlichten.

Oorspronkelijk was de opzet van het project nog ambitieuzer. We wilden een website ontwikkelen die helemaal gewijd is aan de overgang van materiële naar financiële hulpverlening. Bij nader inzien leek een blog ons realistischer én meer aangepast aan de noden. Een blog is immers een dynamisch en interactief instrument dat kan evolueren dankzij de nieuwe berichten en de reacties die men er kan achterlaten. Op deze manier heeft de gebruiker ook de redactie mee in handen.

Het is waarschijnlijk nog wat te vroeg om Tremplin Malin ! als goede praktijk te beschrijven. Het is eerder een nuttig instrument om goede prak-tijken te ontdekken. Op de blog zijn alle goede praktijken verzameld op een speciaal daarvoor voorziene pagina. De lijst wordt elke week langer.

Bij het opstarten en beheren van deze blog ontdekte ik zelf motiverende lokale initiatieven en inventieve of ludieke instrumenten. Eén voorbeeld: een Monopoly-spel dat ontworpen is om samen met vluchtelingen alle ele-menten aan te kaarten die belangrijk zijn voor hun toekomstige leven: een woning zoeken, toegang tot de hulp van het OCMW, …

Om alles zelf te ontdekken, moeten jullie een kijkje gaan nemen op de blog.

56

57

GEMEENTElIjkE TaakSTEllING

NEDERLANDS MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Nederlandse gemeenten zijn wettelijk verplicht om elk jaar een door de overheid vastgelegd aantal vluchtelingen te huisvesten, men noemt die verplichting de ‘taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden’. Deze taakstelling vormt een onderdeel van een bewuste politiek van de Nederlandse overheid sinds de jaren negentig. Die vindt dat iemand die zijn land heeft moeten ontvluchten een eerlijke kans op integratie in zijn nieuwe thuisland moet krijgen en dat degelijke huisvesting hierbij cruciaal is. Zij vinden dat als iemand volgens de geldende regels in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning, het gastland hem ook welkom moet heten.

WAT?

In de praktijk komt de bewuste gemeentelijke taakstelling erop neer dat vluchtelingen voorrang krijgen in de sociale huisvesting. Het ministerie van Binnenlandse Zaken publiceert halfjaarlijks in de Staatscourant hoeveel vluch-telingen iedere gemeente het komende halfjaar moet huisvesten. Dit gebeurt volgens een verdeelsleutel gebaseerd op het aantal inwoners. Een gemeente van 100.000 inwoners kreeg in de tweede helft van 2011 een taakstelling van 31 personen.

MEERWAARDE

Zowel voor de samenleving als voor erkend vluchtelingen is het van belang dat deze laatsten zo snel mogelijk kunnen starten met hun integratie in een gemeente. Iemand die lang inactief blijft in een asielzoekerscentrum kost de samenleving handenvol geld. Interventie van de overheid zorgt ervoor

IDENTIKIT

— Overheidsbeleid sinds halfweg de jaren negentig

— In 2011 werden 10.538 vluchtelingen gehuisvest door de gemeenten

[email protected] • 0031 6 13 57 26 01

58

dat zowel gemeenten als huisvestingsmaatschappijen hun verantwoordelijk-heid opnemen om op lokaal vlak werk te maken van een goede start voor vluchtelingen.

HOE?

Van de circa 17.000 mensen die jaarlijks in Nederland asiel aanvragen worden er 7000 à 8000 erkend. In het huidige toewijzingssysteem duurt het gemid-deld zes maanden alvorens een erkend vluchteling kan intrekken in zijn nieuwe woning. Erkend vluchtelingen verblijven in de tussentijd in een asielzoekerscentrum.

Momenteel hebben sommige gemeenten een achterstand in hun taakstelling. Deze achterstand wordt veroorzaakt door moeilijkheden bij de matching van erkend vluchtelingen met beschikbare woningen en door de krapte op de huisvestingsmarkt. Wachttijden van 6 tot 9 jaar voor een sociale woning zijn niet ongebruikelijk in Nederland. Erkend vluchtelingen willen ook niet altijd naar kleine afgelegen gemeenten waardoor het voor die gemeenten soms moei-lijk is om de taakstelling te realiseren.

Op 1 juli 2010 werd de Taskforce Thuisgeven in het leven geroepen om de huidige procedure te evalueren en tot voorstellen te komen om de wacht-tijden te verkorten. Het nieuwe voorstel dat momenteel uitge-test wordt in enkele provincies streeft naar een termijn van drie maanden na het verkrijgen van de vluchtelingenstatus.

In de nieuwe procedure is er slechts één kanaal voor de mat-ching: het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, COA, vergelijkbaar met het Belgische Fedasil. Ook wordt het systeem omgedraaid. Vroeger konden vluchtelingen kiezen uit een aantal woningen, in de toekomst worden ze gekoppeld aan een gemeente die dan op zoek gaat

SUCCESFACTOREN

— Bewuste huisvestingspolitiek van de overheid

— Vluchtelingen weten duidelijk wat ze kunnen verwachten

— Eén functionaris van COA als enig kanaal voor matching

— Gemeente weet wie ze huisvest door middel van informatiedossier

— Goede regionale samenwerking tussen alle betrokken partners

59

naar een geschikte woning. Op deze manier weet de gemeente vooraf wie er in de gemeente zal komen wonen en kan er meer op maat gewerkt worden: heeft de vluchteling bepaalde behoeften (bv. handicap)? Verwacht hij dat zijn gezin op korte termijn bij hem zal komen wonen? Ten slotte wordt in de nieuwe procedure regionaal samengewerkt. Een vluchteling zal vanuit het asielzoe-kerscentrum in een bepaalde regio worden gekoppeld aan een gemeente, die dan voor hem op zoek gaat naar woonruimte.

Wanneer de vluchteling in de gemeente aankomt, wijzen vrijwilligers van Vluchtelingenwerk Nederland de weg en helpen ze hem bij het opbouwen van een nieuw bestaan. Zij gidsen de vluchteling doorheen de veelheid aan procedures die elke nieuwkomer ook in Nederland moet doorlopen. Die vrij-willigers zijn er in allerlei soorten en maten. Sommige vrijwilligers helpen bij het verbeteren van de Nederlandse taal in de praktijk, anderen helpen bij de voorbereiding op het inburgeringsexamen en weer anderen begeleiden bij het vinden van de weg in de samenleving.

PRAKTIJKVOORBEELD BERGEN OP ZOOM

Bergen op Zoom was tot enkele jaren geleden een gemeente waar weinig vluchtelingen wilden komen wonen. Voornaamste reden was de afwezig-heid van andere vluchtelingen, waardoor het opbouwen van een sociaal net-werk voor nieuwkomers moeilijker was. Daarom besliste de gemeente op een bepaald moment om twee contingenten Somaliërs in groep te laten komen. Deze mensen spraken op hun beurt hun eigen sociale netwerk aan. Dat zorgde ervoor dat de gemeente ook populair werd bij andere vluchtelingen. Resultaat is een vrij hechte Somalische gemeenschap, die inmiddels ook een zelforga-nisatie heeft opgericht die optreedt als belangenbehartiger en als bemidde-laar bij problemen.

Sindsdien slaagt de gemeente er jaarlijks in om de taakstelling te realiseren, ook omdat er duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de vluchtelingen, het asielzoekerscentrum, de gemeente, de woningcorporatie en de vrijwilli-gers van Vluchtelingenwerk Bergen op Zoom die instaan voor de woonbege-leiding. De gemeente vormt de spil in het netwerk. Er worden ook afspraken gemaakt met de naburige gemeenten Woensdrecht en Tholen om, als dat nodig is, samen de taakstelling te realiseren door een uitwisseling van vluchtelingen.

60

EERSTE EVALUATIE NIEUWE PROCEDURE

Uit de eerste evaluatie van de nieuwe toewijzingsprocedure blijkt dat de betrokkenen over het algemeen positief zijn over het omkeren van de mat-ching. Gemeenten weten nu beter voor wie ze precies huisvesting moeten zoeken en voor een groot aantal vluchtelingen wordt de streeftermijn van drie maanden gehaald.

Door de regionale samenwerking kunnen gemeenten ook onderling flexibeler schuiven met kandidaten. Daarnaast zijn er enkele bureaucratische knelpunten weggenomen. In de oude situatie begon de zoektocht naar een woning pas als de Immigratie- en Naturalisatiedienst de verblijfsdocumenten had verstrekt, wat enkele weken kon aanslepen. Nu begint het zoeken naar een woning al vanaf het moment dat er een beslissing genomen is.

Door deze en andere verbeteringen liep het aantal erkend vluchtelingen in opvangcentra op twee jaar tijd terug van 5200 naar 3200 maar de doelstel-ling om tegen eind 2011 de wachtlijst volledig weg te werken, bleek te ambi-tieus. Vooral alleenstaanden en jongeren verblijven gemiddeld nog altijd twee maanden langer in de opvangcentra dan voorzien.

Uit de evaluatie kwamen ook een aantal knelpunten naar voor. Er is bijvoor-beeld maar een week voorzien voor de feitelijke verhuizing. Hierdoor worden zowel de gemeente als de vluchteling geconfronteerd met praktische proble-men. De gemeente heeft niet de tijd gehad om de nieuwkomer in te schrijven en de vluchteling heeft meer tijd nodig om de woning in te richten.

Enkele organisaties maken zich ook zorgen over het gebrek aan begeleiding. Zeker in de eerste weken is het cruciaal dat nieuwkomers wegwijs worden gemaakt. Nieuwkomers moeten nog een heleboel administratieve zaken in orde maken en zijn dikwijls nog niet zelfredzaam. Ook sommige huisves-tingsmaatschappijen moeten voortdurend gesensibiliseerd worden over de verhoogde aandacht voor vluchtelingen.

De Nederlandse overheid is momenteel bezig met een rapport over waarom sommige gemeenten hun taakstelling niet realiseren. Als blijkt dat een gemeente te weinig inspanningen levert, kan een zogenaamde inplaatstreding worden toegepast, waarbij de provincie de regie overneemt.

61

62

woordENlIjSTAsielzoeker: Persoon die asiel

(= bescherming) vraagt aan de Belgische overheid. Hij krijgt opvang in een opvangcentrum of een kleinschalig opvanginitiatief en verblijft hier legaal tijdens de volle-dige duur van zijn asielprocedure.

Fedasil: Federaal agentschap verant-woordelijk voor de opvang van asielzoekers.

Vluchteling: Persoon die zijn thuis-land noodgedwongen heeft verla-ten omdat zijn leven of vrijheid in gevaar is. Een asielzoeker wordt na het doorlopen van de asielproce-dure erkend als vluchteling als hij beantwoordt aan een van de crite-ria uit de conventie van Genève. Deze conventie werd in 1951 in het leven geroepen om vluchtelingen te beschermen en werd door heel wat landen – waaronder België – ondertekend.

Subsidiaire bescherming: Status die toegekend wordt aan asielzoe-kers die niet beantwoorden aan een van de criteria uit de conventie van Genève maar die toch bescherming nodig hebben omdat ze afkomstig zijn uit een conflictgebied of een gebied waar bepaalde bevolkings-groepen gevaar lopen. Deze status is tijdelijk en op verschillende vlak-ken minder gunstig dan dat van een vluchteling.

Nieuwkomer: Persoon die zich onlangs in België heeft gevestigd maar die in het buitenland geboren is. Asielzoekers, vluchtelingen en personen met subsidiaire bescher-ming zijn nieuwkomers, net als bijvoorbeeld gezinsherenigers en arbeidsmigranten.

UNHCR: Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties

IOM: International Organization for Migration

LOI: Lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers beheerd door een OCMW

SVK: Een SVK of sociaal verhuur-kantoor hanteert een puntensys-teem om woningen op de private markt te verhuren aan diegenen met de grootste woonnood

Reguliere diensten: In deze brochure gebruiken we deze verzamelterm voor diensten die niet specifiek gericht zijn op vluchtelingen. Dit in tegenstelling tot opvanginstan-ties en vluchtelingenorganisaties, die erg vertrouwd zijn met de situ-atie van vluchtelingen. Eenmaal asielzoekers een erkenning als vluchteling op zak hebben, moeten ze hun plaats vinden in de samen-leving en bij de reguliere diensten gaan aankloppen.

NoTITIES

Met de steun van het Europees Vluchtelingenfonds