Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

10
Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt Muziekgeschiedenis Klas Willie Verdievel Filmmuziek en aspecten van de actuele ernstige muziek In dit essay bedoelen we met filmmuziek non-diegetische muziek (ook nog extra- diegetische of mimetische muziek genoemd). Dit is muziek die geen deel uitmaakt van wat op het beeld te zien is. Deze muziek begeleidt de film en kan de sfeer van de film ondersteunen of stemmingen of gevoelens opwekken. Een voorbeeld van een film met uitsluitend diegetische muziek is Blowup (1966) van Michelangelo Antionioni, waar alle muziek die je hoort afkomstig is van live muziekgroepen, van platendraaiers of autoradio’s op het scherm. Regisseur Luis Buñuel hield absoluut niet van non- diegetische muziek, en trachtte dit in zijn films te vermijden. De films uit zijn Franse periode bevatten daarom geen filmmuziek. De meeste films gebruiken populaire muziek als voornaamste non-diegetische muziek. Nochtans is orkestrale muziek dikwijls te verkiezen. Een orkestpartituur kan immers nauwer aansluiten bij de film terwijl populaire muziek meestal gebaseerd is op een sterk en repetitief ritme dat niet flexibel kan aangepast worden aan de scènes. Omdat de pop stijlen zo snel evolueren, klinkt populaire muziek ook sneller gedateerd. Goede orkestrale muziek is doorgaans beter tegen veroudering bestand. Filmmuziek wordt meestal gecomponeerd nádat de film al geschoten is. Het componeren gebeurt dan op basis van ruw gemonteerde shot’s. Soms wordt de film al gemonteerd met “temp music”, dit is bestaande muziek gelijkaardig aan wat de regisseur wil. De meeste filmcomponisten houden daar niet van omdat de regisseurs dikwijls zodanig aan de “temp” gaan hechten dat ze de gecomponeerde partituur verwerpen ten gunste van de “temp”. Eén van de bekendste gevallen is Stanley Kubrick’s 2001: A Space Odyssey (1968), waar Kubrick opteerde voor extracten uit bestaande opnames van Györgi Ligeti’s Requiem (het Kyrie), Atmospheres, Lux Aeterna en Aventures, in plaats van de partituur van Alex North. En dit zonder beide componisten daarvan te verwittigen! Ligeti was aanvankelijk misnoegd en dreigde met juridische stappen voor het gebruik van een elektronisch aangepaste versie van Aventures in de “interstellaire hotel”-scène aan het einde van de film. Later gebruikte Kubrick, nu met Ligeti’s goedkeuring, ook nog Lontano in The Shining (1980) en de 2 de beweging uit zijn piano cyclus Musica Ricercata in Eyes Wide Shut (1999). Een ietwat gelijkaardig verhaal voor de filmscore van Alfonso Cuaróns beklemmend donkere sciencefiction prent Children of Men (2006): Cuarón haalde er een niet- filmcomponist bij, de Engelse sir John Taverner. Het recente werk van deze geridderde en geprezen componist is te vergelijken met het minimalisme van Arvo Pärt. Taverner componeerde voor Children of Men een vijftien minuten durend adagio Fragments of a Prayer, dat doorheen de film geknipt en herhaald werd in verschillende scènes. Geschreven weg van de film, kan je zijn werk moeilijk “filmmuziek” noemen, alleen al omdat de muziek niet in een vooraf gepaald stuk op de film zou worden geplakt. De opdracht van de componist was hier dus om het drama en dat kleine beetje hoop samenvattend in een klassiek werk te stoppen. Taverner’s filmcompositie werd aangevuld met zes eerdere werken uit zijn carrière. Krzystof Penderecki’s Threnody for the Victimes of Hiroshima (1951-1961) vond ook zijn weg naar deze film. Dit atonale stuk laat gedurende tien minuten angstige en lang aanhoudende strijkers horen. Maar soms wordt de filmmontage ook aangepast aan de muziek, zoals meermaals gebeurde bij de films van Godfrey Reggio (Koyaanisqatsi, Powaqqatsi en Naqoyqatsi) en componist Philip Glass. Ook de samenwerking tussen Sergio Leone en Ennio Morricone voor de finale van The Good, the Bad and the Ugly is hiervoor beroemd: de montage paste zich volledig aan de muziek aan. Een ander bekend voorbeeld is de “vlieg-scène” uit Steven Spielberg’s E.T. the Extra-Terrestrial. De partituur van John Williams bleek zo moeilijk te synchroniseren met de specifieke scène, dat Spielberg Williams een vrijgeleide gaf om de muziek te componeren zónder de film. Spielberg hermonteerde later de scène om ze perfect met de muziek te doen passen. In films wordt dikwijls Wagner’s gebruik van een leitmotiv overgenomen om de diverse filmkarakters een verschillend thema te geven. Een bekend voorbeeld van deze techniek is de partituur van John Williams voor de Star Wars Saga, waar Darth Vader, Luke Skywalker en Princess Leia allen een eigen thema krijgen. De artistieke verdiensten van filmmuziek worden dikwijls in twijfel getrokken. De bulk van de filmmuziek is inderdaad waardeloos. Deze muziek is een derivaat, en schatplichtig aan vroeger creatief werk. Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 1

Transcript of Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Page 1: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

Filmmuziek en aspecten van de actuele ernstige muziekIn dit essay bedoelen we met filmmuziek non-diegetische muziek (ook nog extra-diegetische of mimetische muziek genoemd). Dit is muziek die geen deel uitmaakt van wat op het beeld te zien is. Deze muziek begeleidt de film en kan de sfeer van de film ondersteunen of stemmingen of gevoelens opwekken.Een voorbeeld van een film met uitsluitend diegetische muziek is Blowup (1966) van Michelangelo Antionioni, waar alle muziek die je hoort afkomstig is van live muziekgroepen, van platendraaiers of autoradio’s op het scherm. Regisseur Luis Buñuel hield absoluut niet van non-diegetische muziek, en trachtte dit in zijn films te vermijden. De films uit zijn Franse periode bevatten daarom geen filmmuziek.

De meeste films gebruiken populaire muziek als voornaamste non-diegetische muziek. Nochtans is orkestrale muziek dikwijls te verkiezen. Een orkestpartituur kan immers nauwer aansluiten bij de film terwijl populaire muziek meestal gebaseerd is op een sterk en repetitief ritme dat niet flexibel kan aangepast worden aan de scènes. Omdat de pop stijlen zo snel evolueren, klinkt populaire muziek ook sneller gedateerd. Goede orkestrale muziek is doorgaans beter tegen veroudering bestand.

Filmmuziek wordt meestal gecomponeerd nádat de film al geschoten is. Het componeren gebeurt dan op basis van ruw gemonteerde shot’s. Soms wordt de film al gemonteerd met “temp music”, dit is bestaande muziek gelijkaardig aan wat de regisseur wil. De meeste filmcomponisten houden daar niet van omdat de regisseurs dikwijls zodanig aan de “temp” gaan hechten dat ze de gecomponeerde partituur verwerpen ten gunste van de “temp”. Eén van de bekendste gevallen is Stanley Kubrick’s 2001: A Space Odyssey (1968), waar Kubrick opteerde voor extracten uit bestaande opnames van Györgi Ligeti’s Requiem (het Kyrie), Atmospheres, Lux Aeterna en Aventures, in plaats van de partituur van Alex North. En dit zonder beide componisten daarvan te verwittigen! Ligeti was aanvankelijk misnoegd en dreigde met juridische stappen voor het gebruik van een elektronisch aangepaste versie van Aventures in de “interstellaire hotel”-scène aan het einde van de film. Later gebruikte Kubrick, nu met Ligeti’s goedkeuring, ook nog Lontano in The Shining (1980) en de 2de beweging uit zijn piano cyclus Musica Ricercata in Eyes Wide Shut (1999).

Een ietwat gelijkaardig verhaal voor de filmscore van Alfonso Cuaróns beklemmend donkere sciencefiction prent Children of Men (2006): Cuarón haalde er een niet-filmcomponist bij, de Engelse sir John Taverner. Het recente werk van deze geridderde en geprezen componist is te vergelijken met het minimalisme van Arvo Pärt. Taverner componeerde voor Children of Men een vijftien minuten durend adagio Fragments of a Prayer, dat doorheen de film geknipt en herhaald werd in verschillende scènes. Geschreven weg van de film, kan je zijn werk moeilijk “filmmuziek” noemen, alleen al omdat de muziek niet in een vooraf gepaald stuk op de film zou worden geplakt. De opdracht van de componist was hier dus om het drama en dat kleine beetje hoop samenvattend in een klassiek werk te stoppen. Taverner’s filmcompositie werd aangevuld met zes eerdere

werken uit zijn carrière. Krzystof Penderecki’s Threnody for the Victimes of Hiroshima (1951-1961) vond ook zijn weg naar deze film. Dit atonale stuk laat gedurende tien minuten angstige en lang aanhoudende strijkers horen.

Maar soms wordt de filmmontage ook aangepast aan de muziek, zoals meermaals gebeurde bij de films van Godfrey Reggio (Koyaanisqatsi, Powaqqatsi en Naqoyqatsi) en componist Philip Glass. Ook de samenwerking tussen Sergio Leone en Ennio Morricone voor de finale van The Good, the Bad and the Ugly is hiervoor beroemd: de montage paste zich volledig aan de muziek aan. Een ander bekend voorbeeld is de “vlieg-scène” uit Steven Spielberg’s E.T. the Extra-Terrestrial. De partituur van John Williams bleek zo moeilijk te synchroniseren met de specifieke scène, dat Spielberg Williams een vrijgeleide gaf om de muziek te componeren zónder de film. Spielberg hermonteerde later de scène om ze perfect met de muziek te doen passen.

In films wordt dikwijls Wagner’s gebruik van een leitmotiv overgenomen om de diverse filmkarakters een verschillend thema te geven. Een bekend voorbeeld van deze techniek is de partituur van John Williams voor de Star Wars Saga, waar Darth Vader, Luke Skywalker en Princess Leia allen een eigen thema krijgen.

De artistieke verdiensten van filmmuziek worden dikwijls in twijfel getrokken. De bulk van de filmmuziek is inderdaad waardeloos. Deze muziek is een derivaat, en schatplichtig aan vroeger creatief werk. Tegenwoordige werken veel filmcomponisten met computer, waarmee ze MIDI mockups (demo's aan de hand van gesamplede orkestinstrumenten) maken die ze de regisseur kunnen laten horen vóór de eigenlijke orkest opname.

Vooral tijdens de koude oorlog waren er heel wat componisten zoals de Hongaar Iván Patachick, de Est Arvo Pärt, de Rus Alfred Schnittke of de Russische Sofia Gubaidulina, die louter om den brode filmmuziek schreven. Meestal namen ze nadien afstand van hun werk. Een Aram Khachaturian leek dan weer geen ideologische of artistieke gewetenswroeging te hebben om talrijke sovjet films van filmmuziek te voorzien en Dmitri Shotakovitch probeerde er zijn rehabilitatie door het sovjet regime mee te verdienen.

De Japanse componist Toru Takemitsu, die in 40 jaar tijd voor meer dan 100 films componeerde, startte hiermee aanvankelijk ook louter uit financiële overwegingen, maar evolueerde naarmate hij financieel onafhankelijker werd. Hij werd selectiever in de opdrachten die hij aannam, wilde het script vooraf volledig lezen, en ging later zelfs op de set de atmosfeer opsnuiven om muzikale ideeën op te doen. Net zoals in zijn orkestraal werk ging hij in zijn filmmuziek zeer zorgvuldig om met stiltes. Zo laat hij in de finale vechtscène van Akira Kurosawa’s film Ran (1986), de muziek stoppen bij het geluid van een geweerschot, om zo de toeschouwer volledig over te laten aan het pure geluid van het strijdtoneel: kreten en hinnikende paarden.

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 1

Page 2: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

De muziek van populaire componisten zoals John Williams wordt zeker niet algemeen geaccepteerd in de klassieke middens. Nochtans, aangezien zij voor het grote publiek de meest bekende moderne componisten zijn van ernstige (klassieke) muziek, voeren grote orkesten soms hun werken op tijdens hun concerttournees.Sommige critici loven filmmuziek door te verwijzen naar de muziek van gewaardeerde hedendaagse componisten als Aaron Copland, of Bernard Herr-

mann. Sommigen beschouwen filmmuziek als een bepalend genre van de laat 20ste-eeuwse muziek, alleen al omdat dit de soort hedendaagse muziek is die door het grootste publiek gehoord wordt. In alle geval zijn sommige werken ondertussen geaccepteerd binnen de muren van de “klassieke muziek”, hoewel het dan meestal gaat om werken van al bekende componisten zoals Sergei Prokofiev met zijn filmmuziek voor Alexander Nevsky (1938) [Sergei Eisenstein].

Onderstaand een bloemlezing van componisten van actuele ernstige muziek die tevens filmmuziek componeerden. Zij die uitsluitend filmmuziek componeerden (zoals bijvoorbeeld Elmer Bernstein, John Barry, Don Davis, Danny Elfman, Jerry Goldsmith, Alfred Newman of Hans Zimmer) werden geweerd.De componisten werden gegroepeerd per land en gesorteerd volgens hun geboortedatum. Dit laat toe enige verbanden tussen hen te ontdekken. De dominantie van de USA in dit genre is niet verwonderlijk, maar ook Japan blijkt een belangrijk land te zijn voor hoogwaardige filmmuziek! We voelden ons ook verplicht de belangrijkste Belgische vertegenwoordigers toe te lichten.

COPLAND, AARON (1900-1990), USAHij had een grote invloed op alle componisten na hem die met filmmuziek te maken hadden. Hij staat voor een typische “Amerikaanse” stijl waarin hij een balans zoekt tussen modernisme en Amerikaanse volksmuziek.Belangrijkste filmmuziek:

The Heiress (1949) [William Wyler] The Red Pony (1949) [Lewis Milestone]

Wordt door sommigen als een van zijn meesterwerken beschouwd.

Music for a Great City (1964 adaptatie van zijn score voor de film Something Wild (1961))

He Got Game (postuum 1998) [Spike Lee]

NORTH, ALEX (1910-1991), USANorth was verantwoordelijk voor de eerst jazz filmmuziek A Streetcar named Desire (1951) [Elia Kazan] en met Viva Zapata! (1952) [Elia Kazan] wordt hem de eerste werkelijk modernistische filmpartituur toegeschreven.In plaats van te componeren in de traditionele leitmotiv stijl schreef North korte stukjes muziek die de psychologische dynamiek van de karakters reflecteerden. Van hem is vooral de song “Unchained Melody” (1936) bekend. Hij werd 15 keer voor een Oscar genomineerd maar haalde het nooit.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

Death of a Salesman (1951) [Laslo Benedek]

Spartacus (1960) [Staley Kubrick] Cleopatra (1963) [Joseph Mankiewicz] Who’s afraid of Virginia Woolf? (1966)

[Mike Nichols] De afgewezen partituur voor 2001: A

Space Odyssey (1968) [Stanley Kubrick]

HERMANN, BERNARD (1911-1975), USAHoewel Hermann vooral bekend is voor zijn filmmuziek voor Alfred Hitchcock componeerde hij ook andere memorabele filmmuziek zoals voor Citizen Kane (1941) [Orson Welles], Cape Fear (1962) [Martin Scorsese], Fahrenheit 451 (1966) [François Truffaut] en Taxi Driver (1976) [Martin Scorsese]. Hij won in 1941 zijn enige Oscar voor The Devil and Daniel Webster [William Dieterle]. Hij maakt in zijn muziek veelvuldig gebruik van ostinati (korte herhaalde patronen).Op het einde van zijn leven besteedde hij veel inspanning om filmmuziek te laten accepteren als waardevolle muziek en pleitte hij voor

orkestuitvoeringen van filmmuziek. Hij stelde dat de beste filmmuziek het ook doet los van de film.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

The Day the Earth Stood Still (1951) [Robert Wise]

The Man Who Knew Too Much (1956) [Alfred Hitchcock]

Vertigo (1958) [Alfred Hitchcock] North by Northwest(1959) [Alfred

Hitchcock] Psycho (1960) [Alfred Hitchcock] Obsession (1976) [Alfred Hitchcock]

WILLIAMS, JOHN (1932- ), USAZijn vader was jazz-drummer en freelancer bij vele filmstudio orkesten. Vandaar wellicht de grote interesse die deze pianist van opleiding opnam voor filmmuziek. Hij was goed bevriend met Aaron Copland.Williams is vooral bekend voor zijn heroïsche muziek in films als Star Wars (1977), Superman (1978) en Raiders of the Lost Ark (1981). Ook voor Spielberg’s Schindlers List (1993) schreef hij het bekende thema (met de viool solo door Itshak Perlman).Williams won 5 keer de Oscar. Maar hoewel hij ook verschillende concerto’s, een symfonie, een musical en tientallen andere orkestwerken schreef, wordt hij door de ernstige critici veelal als een broodschrijver dan wel een echte componist beschouwd.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

Fiddler on the Roof (1971) [Norman Jewison]

The Poseidon Adventure (1972) [Ronald Neame]

Tom Sawyer (1973) [Don Taylor] The Towering Inferno (1974) [John

Guilermin, Irwin Allen] Jaws (1975) [Steven Spielberg] E.T. (1982) [Steven Spielberg] The River (1984) [Mark Rydell] The Witches of Eastwick (1987) [George

Miller] Born on the Fourth of July (1988) [Oliver

Stone] JFK (1991) [Oliver Stone] Jurassic Park (1993) [Steven Spielberg]

REICH, STEVE (1936- ), USAHij is een pionier van het minimalisme hoewel zijn stijl zich ondertussen verwijderd heeft van de het pure minimalisme. The Guardian heeft Reich omschreven als een van de weinige componisten

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 2

Page 3: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

die de richting van de muziekgeschiedenis veranderd hebben. Hij studeerde samen met Luciano Berio en Darius Milhaud. Hij experimenteerde aanvankelijk met het twaalf tonen systeem, maar vond de ritmische aspecten van het systeem interessanter dat de melodische.Belangrijkste filmmuziek:

The Plastic Haircut (1965) [Robert Nelson] Oh Dem Watermelons (1965) [Robert Nel-

son]

GLASS, PHILIP (1937- ), USAHoewel zijn muziek meestal als minimalistisch omschreven wordt, verkiest hij zelf de term “theater muziek”. Zijn verdienste is dat hij hedendaagse ernstige muziek naar het grote publiek gebracht heeft. Hij studeerde bij Darius Milhaud en Nadia Boulanger. Zijn eerste ervaringen met filmmuziek waren voor de cultfilm Chappaqua (1966) [Conrad Rooks] waarvoor hij samenwerkte met Ravi Shankar. De score van Glass haalde het uiteindelijk op de Chappaqua Suite van jazz artiest Ornette Coleman.Glass’ aparte stijl komt voort uit zijn werk met Ravi Shankar en zijn perceptie van ritme in de Indiase muziek. Na zijn reis naar India verloochende hij zijn vroeger werk dat beïnvloed was door Milhaud, Copland en Samuel Barber en begon hij stukken te schrijven gebaseerd op “additive rhythms”.Filmcomponisten zoals John Williams, James Horner, Howard Shore, Carter Burwell en Jon Brion zijn beïnvloed door de muziek van Glass.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

Koyaanisqatsi (1982) [Godfrey Reggio] Mishima: A Life in Four Chapters (1985)

[Paul Schrader]. Later distilleerde hij hieruit zijn 4de strijkkwartet.

The Thin Blue Line (1988) [Errol Morris] Powaqqatsi (1988) [Godfrey Reggio] Candyman (1992, 1995) [Bernard Rose,

Bill Condon] Kundun (1997) [Martin Scorsese] over de

Dalai Lama. Dracula (1931) [Tod Browning] Voor deze

klassieker werd in der tijd geen eigen soundtrack gecreëerd. Glass componeerde in 1998 een strijkkwartet dat uitgevoerd word door het Kronos Quartet onder leiding van Michael Riesman. De film met de nieuwe score, werd in 1999 in VHS uitgebracht.

The Hours (2000) [Stephen Daldry] over Virginia Woolf.

Naqoyqatsi (2002) [Godfrey Reggio] The Fog of War (2003) [Errol Morris] Taking Lives (2004) [D.J. Caruso] Secret Window (2004) [David Koepp] Notes on a Scandal (2006) [Richard Eyre] The Illusionist (2006) [Neil Burger] No Reservations (2007 moet nog

uitkomen) [Scott Hicks] Cassandra’s Dream (2007 moet nog

uitkomen) [Woody Allen]

CORIGLIANO, JOHN (1938- ), USAHij was student van Otto Luening, Vittorio Giannini en Paul Creston. Hij schreef symfonieën, concerto’s voor verschillende instrumenten, kamermuziek, een opera en ook filmmuziek. Hij gebruikt hiervoor een grote variëteit aan stijlen, wat zijn werk toegankelijk maakt voor het grote publiek.Belangrijkste filmmuziek:

Altered States (1980) [Ken Russell] Revolution (1985) [Hugh Hudson]. Delen

uit deze score gebruikte hij in zijn eerste symfonie (1991) die geïnspireerd is door de AIDS problematiek.

The Red Violin (1997) [François Girard]. Delen uit de score gebruikte hij in zijn viool concerto (2003).

ADAMS, JOHN (1947- ), USASchreef koorwerken, werken voor orkest en opera’s (de opera The Death of Klinghoffer ging in 1991 in De Munt in première) in minimalistische repetitieve stijl. Zijn koorwerk On the Transmigration of Souls ter herdenking van de slachtoffers van 11-09-2001 won de Pulitzer Prize voor muziek in 2003.Belangrijkste filmmuziek:

Matter of Heart (1982) [Mark Whitney], muziek bij de documentaire over de bekende Zwitserse psychoanalyst C.G. Jung.

An American Tapestry (1999) [Gregory Nava]

GOLDENTHAL, ELLIOT (1954- ), USAHij was student bij Aaron Copland en John Corigliano. Hij mixt verschillende stijlen en technieken op een originele manier voor zijn theater, ballet of filmcomposities. Zijn eerste opera Grendel kende zijn wereld première in 2006 te Los Angeles.Belangrijkste filmmuziek:

Alien (1992) [David Fincher] Michael Collins (1996) [Neil Jordan] Heat (1995) [Michael Mann] Frida (2002) [Julie Taymor]. Met deze

score won hij een Oscar.

ROTA, NINO (1911-1979), ItaliëRota componeerde 10 opera’s, 5 baletten (Amor di Poeta kende in 1978 zijn première in Brussel) en talrijke instrumentale werken, maar is vooral bekend voor zijn filmmuziek voor de Italiaanse regisseur Fellini. Hun samenwerking begon met Lo Sceicco Bianco (1952) en duurde tientallen jaren.Rota’s muziek voor Fellini was een belangrijke inspiratiebron voor Danny Elfman.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

Zazà (1944) [Renato Castellani] La Strada (1954) [Federico Fellini] Op

basis van deze score schreef hij in 1966 een ballet.

8 ½ (1963) [Federico Fellini] Juliet of the Spirits (1965) [Federico Fellini] The Taming of the Shrew (1967) [Franco

Zeffirelli] Romeo and Juliet (1968) [Franco Zeffirelli] Fellini Satyricon (1969) [Federico Fellini] The Godfahter (1972, 1974) [Francis Ford

Coppola] Prova d’Orchestra (1978) [Federico Fellini] Death on the Nile (1978) [John Guillermin]

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 3

Page 4: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

MORRICONE, ENNIO (1928- ), ItaliëHij schreef meer dan 400 film- en Tv-scores. Zijn bekendste soundtracks schreef hij voor Sergio Leone’s spaghetti westerns. Moricone maakt geen kwalitatief onderscheid tussen zijn filmmuziek (die hij “toegepaste muziek” noemt) en zijn meer dan 100 concert stukken (die hij “absolute muziek” noemt).Hoewel hij aanvankelijk van de inkomsten van zijn filmmuziek moest leven, bleef hij compromisloos componeren. Hij was beïnvloed door zijn leraar Goffredo Petrassi, maar ook door John Cage (vooral voor het gebruik van stiltes). Hij evolueerde naderhand naar de Italiaanse avant-garde zoals Luigi Nono en Luciano Berio.Meestal wordt hij slechts meewarig tot de “ernstige muziek” gerekend, hoewel de opvoering door de bekende dirigent Riccardo Muti van zijn werk Voci dal silenzio (zijn antwoord op de aanslagen van 11-09-2001) hierin enige verandering schijnt te brengen.Belangrijkste filmmuziek:

A Fistful of Dollars (1964) [Sergio Leone] The Good, the Bad and the Ugly (1966)

[Sergio Leone] Once Upon a Time in The West (1968)

[Sergio Leone] Metti una Sera a Cena (1969) [Giuseppe

Patroni Griffi] Sacco e Vanzetti (1970) [Guilliano Montal-

do] Il Decameron (1971) [Pier Paolo Pasolini] I racconti di Canterbury (1972) [Pier Paolo

Pasolini] The Flower of the One thousand and One

Nights (1974) [Pier Paolo Pasolini] Novecento (1976) [Bernardo Bertolucci] Exorcist II (1977) [John Boorman] Days of Heaven (1978) [Terrence Malick] La Luna (1979) [Bernardo Bertolucci] The Thing (1982) [John Carpenter] Once Upon a Time in America (1984) [Ser-

gio Leone] The Mission (1987) [Roland Joffé] The Untouchables (1987) [Brian De Palma] Frantic (1988) [Roman Polanski] Casualties of War (1989) [Brian De Palma] Bugsy (1991) [Barry Levinson] Malèna (2000) [Giuseppe Tornatore]

IFUKUBE, AKIRA (1914-2006), JapanIfukube was sterk beïnvloed door de Japanse muzikale tradities. Zelf citeert hij de invloed van Stravinsky en Manuel de Falla. Hij schreef in 50 jaar meer dan 250 filmscores met als hoogtepunt in 1954 de muziek voor Ishiro Honda’s Godzilla.Niettegenstaande zijn financieel succes als filmcomponist, bleef zijn eerste liefde het klassieke componeerwerk. Zijn Japanese Rhapsody (1935) en Piano Suite (1938) worden regelmatig in Europa uitgevoerd. Hij was de leermeester voor de jonge generatie Japanse componisten zoals Toshiro Mayuzumi, Yasushi Akutagawa en Kaoru Wada.

DAN, IKUMA (1924-2001), JapanHij studeerde bij Kanicki Shimofusa, een leerling van Hindemith. Hij heeft grote verdiensten in de uitwisseling tussen componisten uit Japan en de volksrepubliek China. Hij schreef 7 opera’s, 6 symfonieën, 16 orkestwerken, 7 kamermuziekwerken en meer dan 50 film scores.

TAKEMITSU, TORU (1930-1996), JapanDeze grotendeels autodidact verweefde talrijke invloeden zoals jazz, popmuziek en traditionele

Japanse muziek met avant-garde procedés. Zijn harmonieën zijn afgeleid van Debussy en Messiaen, en de stiltes in zijn muziek verwijzen naar Cage. Hij was sterk geïnteresseerd in multimediale avant-gardistische activiteiten en experimenteerde met “musique concrète”.Hij gebruikte de traditionele Japanse instrumenten voor het eerst in de film Seppuku (1962) [Masaki Kobayashi]. De combinatie van een luitachtige “biwa” en “shakuhachi” (bamboe fluit) kan gehoord worden in zijn meest bekende orkestraal werk November Steps (1967) en in de film Ran (1986).Zijn werk is soms bekritiseerd voor een gebrek aan structuur en thematische ontwikkeling.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

Rikyu (1990) [Hiroshi Teshigahara]

FUJISAWA, MAMORU (zijn artistieke naam is Hisaishi Joe, een Japans fonetisch grapje op de naam van de Amerikaanse jazz trompettist Quincy Jones) (1950- ), JapanJapanse populaire muziek, elektronische muziek en new-age muziek beïnvloedden zijn werk. Hij startte vanuit de idealen van het minimalisme en evolueerde naar orkestraal werk. Hij wordt als de belangrijkste actuele Japanse componist beschouwd. Hij vermengt traditionele Japanse instrumenten met het klassieke orkest. Een terugkerend instrument in al zijn werken is de piano.Belangrijkste filmmuziek:

My Neighbour Totoro (1988) [Hayao Miyazaki]

Sonatine (1993) [Takeshi Kitano] Kids Return (1996) [Takeshi Kitano] Princess Mononoke (1997) [Hayao

Miyazaki] Hana-Bi (1997) [Takeshi Kitano] Kikujiro (1999) [Takeshi Kitano] Le Petit Poucet (2001) [Olivier Dahan] Spirited Away (2002) [Hayao Miyazaki] Dolls (2002) [Takeshi Kitano] Howl’s Moving Castel (2004) [Hayao

Miyazaki] Le mécano de la General (1927) [Buster

Keaton]. Hij schreef in 2004 een filmscore voor deze stomme film die sterk doet denken aan Nino Rota.

DUN, TAN (1957- ), ChinaHij studeerde bij Toru Takemitsu en Chou Wen-Chung (leerling van Edgard Varèse). Hij vermengde de invloeden van zijn geboortestreek met de experimentele muziek van Philip Glass, John Cage, Meredith Monk en Steve Reich. Zo gebruikt hij traditionele en organische instrumenten (water flessen, manipulatie van papier) om muziek te maken. Hij schreef ondertussen enkele opera’s (Marco Polo (1995), Tea (2002), The First Emperor).Belangrijkste filmmuziek:

Crouching Tiger, Hidden Dragon (2000) [Ang Lee]. Hiervoor won hij een Oscar.

Hero (2002) [Zhang Yimou]

BENNETT, RICHARD RODNEY (1936- ) Verenigd Koninkrijk (woont sinds 1979 in New York)Studeerde in de jaren 50 bij Boulez. Hij dompelde zich onder in de technieken van de Europese avant-garde maar ontwikkelde een eigen aparte dramatisch abstracte stijl. Recente stapte hij meer en meer over naar het tonale idioom. De successen die hij had met zijn filmmuziek vond hij ondergeschikt aan zijn concert muziek (piano solo’s, koralen en opera’s), maar hij bleef toch voor film en TV schrijven.

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 4

Page 5: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

Belangrijkste filmmuziek: The Aztecs (Doctor Who) (1964) [John

Crockett] Far from the Madding Crowd (1967) [John

Schlesinger] Nicholas and Alexandra (1971) [Franklin J.

Schaffner]. Hiervoor kreeg hij een Oscar nominatie.

Murder on the Orient Express (1974) [Sid-ney Lumet]

Enchanted April (1992) [Mike Newell] Four Weddings and a Funeral (1994) [Mike

Newell]

NYMANN, MICHAEL (1944- ), Verenigd KoninkrijkNymann is een van de meest succesvolle Britse hedendaagse componisten, met talrijke opnames voor DECCA en EMI.Hij maakte deel uit van een groep Britse experimentele muzikanten. Hij is de eerste die de term “minimalisme” (afkomstig van de schilderkunst) binnenbracht in de muziek (1968). Zijn eerste werken vertonen beïnvloeding door Cage, Shostakowitch en post-serialistische werken van Birtwistle. Hij wilde ontsnappen aan het gestrenge van het serialisme en zocht een meer pluralistische, zelfs anarchistische aanpak. Dit eclectisme maakt hem controversieel bij de ernstige critici. In 25 jaar evolueerde hij van avant-garde filmcomponist naar een “mainstream”-componist.Zijn carrière als filmcomponist startte met verschillende samenwerkingen met regisseur Peter Greenaway.Belangrijkste filmmuziek:

The Draughtsman’s Contract (1982) [Peter Greenaway]

Drowing by Numbers “1-100” (1988) [Peter Greenaway]

The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover (1989) [Peter Greenaway]

Out of the Ruins (1989) [Agnieszka Piotrowska]. Het koraal bij deze BBC documentaire over de aardbeving in december 1988 in het Armeense Leninakhan, werkte hij later om tot zijn 3de

strijkkwartet waarin hij volksmelodieën rond het framework van het koraal weefde.

The Piano (1993) [Jane Campion]. Uit de filmscore heeft hij later een piano suite en een piano concerto gedistilleerd.

Gattaca (1997) [Andrew Niccol] met hierin o.a. een dodecafonisch herschreven Impromptu van Schubert!

Ravenous (1999) [Antonia Bird] The End of the Affair (1999) [Neil Jordan]

over de grote liefde van Graham Green. Een zeer lyrisch hoofdthema.

Wonderland (1999) [Michael Winterbottom]

KHACHATURIAN, ARAM (1903-1978), RuslandHij was beïnvloed door Armeense, Georgische en Azerbeidjaanse volksmuziek en studeerde samen met Prokofjev en Sjostakovitch.Deze populaire en succesvolle componist valt op door zijn melodische en kleurrijke orkestratie en ritmiek. Hij werd verweten dat hij zich als staatskunstenaar geheel in de ideologie van het sovjetrealisme voegde.Belangrijkste filmmuziek:

De slag om Stalingrad (1949) Othello (1956)

SHOSTAKOVICH, DMITRI (1906-1975), RuslandShostakovich had een complexe relatie met het Sovjet regime. Na een periode beïnvloed te zijn door Prokofiev en Stravinsky evolueerde hij naar een modernistische hybride stijl. Hij schreef een substantiële hoeveelheid filmmuziek om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Deze muziek wordt heden ten dage niet meer gespeeld.

GUBAIDULINA, SOFIA (1931- ), RuslandZij heeft een gemengde Tartaarse en Slavische achtergrond. Tijdens haar studies werd haar muziek als “onverantwoordelijk” bestempeld wegens haar exploratie van alternatieve stemmingen. Zij werd echter gesteund door Shostakovich, die haar bij haar laatste examen stimuleerde om verder te gaan op het “foutieve pad”. Zij is beïnvloed door oosterse filosofie en haar benadering van spiritualiteit, maar ook door traditionele sovjet muziek. Tijdens het grootste deel van haar leven heeft zij om aan de kost te komen geschreven voor film en theater. Dit liet haar toe te blijven experimenteren met een grote variëteit aan klanken en procedés. Veel van haar muziek is geworteld in een religieuze fantasie wereld. Zij gelooft gepassioneerd in de mogelijkheid van muziek om een soort brug te slaan met het transcendente.Belangrijkste filmmuziek:

On Submarine Scooters (1963) [Na Podvodnikh Skuterakh]. Een documentaire in het 70 mm breedscherm formaat Kinopanorama 70.

SCHNITTKE, ALFRED (1934-1998), RuslandIs de meest gevierde Russische hedendaagse componist en wordt aanzien als de opvolger van Shostakovitch. Wegens de generatiekloof is er toch een significant verschil. Beïnvloed door Luigi Nono bekeerde hij zich aanvankelijk tot het serialisme, maar evolueerde later naar een nieuwe polystylistiche stijl. Hij groeide op onder Kruschev en Brezknev. Om te overleven schreef hij 60 filmscores in 20 jaar tijd. Met een Duitse moeder en een Joods-Duitse vader voelde hij zich een vreemdeling in zijn eigen land. Terugkerende elementen in zijn muziek zijn ironie, parodie en wilde pastiche. Zijn muziek kan oncomfortabel dissonant en luid zijn. Zijn muziek productie is volgens critici niet over de ganse lijn even kwalitatief.Belangrijkste filmmuziek:

Adventures of a Dentist (1965) [Elem Klimov]. In hetzelfde jaar maakte hij een suite op basis van deze filmmuziek.

Sport, Sport, Sport (1971) [Elem Klimov] My Past and my Thoughts (1973) [Lev

Elagin]. In 2000 maakte hij een suite op basis van deze filmmuziek.

The Agony (1974) [Elem Klimov]. In 1997 maakte hij een suite van de filmmuziek.

How Tsar Peter got the Blach Man Married (1976) [Alexander Mitta]

Little Tragedies (1980) [Mikhail Schweizer] Dead Souls (1984) [Mikhail Schweizer]. In

het zelfde jaar maakte hij een suite van de filmmuziek.

The Last Days of St. Petersburg (stomme film van 1927) [Vsevolod I. Pudovkin] voorzag hij in 1992 voor ZDF TV Channel van een filmscore.

Master i Margarita (1993) [Yuri Kara]

PÄRT, ARVO (1935- ), Estland

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 5

Page 6: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

Hij behoort tot de school van het “mystieke of sacrale” minimalisme. Hij wordt samen met zijn tijdgenoten Henryck Górecki en John Tavener, als een pionier in deze stijl beschouwd. Pärt is het best bekend voor zijn koralen.Zelf omschrijft hij zijn muziek als “tintinnabuli” als het klingelen van klokken. De muziek wordt gekarakteriseerd door simpele harmonieën, dikwijls alleenstaande onversierde noten of triades. Tintinnabuli composities zijn ritmisch eenvoudig en veranderen niet van tempo.Om te overleven schreef hij meer dan 50 filmscores, doch tegenwoordig verwerpt hij dit werk. Recent werden wel vroegere composities zoals Cantus in Memory of Benjamin Britten (1977) gebruikt in de films Les Amants du Pont-Neuf (1991) [Léos Carax] en Fahrenheit 9/11 (2004) [Michael Moore]. Zijn compositie Spiegel im Spiegel (1978) was prominent aanwezig in Wit (2001) [Mike Nichols], Gerry (2002) [Gus van Sant] en de documentaire film Touching the Void (2003) [Kevin MacDonald].Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

Väike motoroller (1962) [Heino Pars] Promised Land (2004) [Amos Gitai]

PATACHICH, IVÁN (1922-1993), HongarijeSchreef muziek voor ongeveer 200 films, maar naast orkestwerken ook twee opera’s en drie balletten. Vanaf 1958 legde hij zich toe op elektronische muziek.Belangrijkste filmmuziek:

Gerolsteini kaland (1957) [Zoltán Farkas] Képek a magyar némafilm történetéből

(1964) [Bálint Magyar] Honfoglalás I-II (1963) [Imre Mihályfi] Büdösvíz (1966) [Frigyes Bán]

FIŠER, LUBOŠ (1935-1999), TsjechiëFišer was componist en regisseur van meer dan 300 films. Hij maakt voor zijn composities gebruik van grafische notaties en aleatoriek. Zijn originaliteit bestaat in de heel persoonlijke manier waarop hij de thema’s van zijn werken met speciale herhalingen en modificatie technieken verwerkt. Later kwam hij weer terug naar een precieze notatie.Belangrijkste filmmuziek:

Bludiste moci (1979) [Petr Weigl] Zlati uhori (1980) [Karel Kachyna] Golet v udoli (1995) [Zeno Dostál]

GODÁR, VLADIMÍR (1956- ), SlowakijeHij is relatief onbekend in de Engelssprekende wereld. Zijn eerste werken zijn dodecafonisch, later raakte hij geïnspireerd door het naoorlogse serialisme en de Poolse school. Hij schreef muziek voor talrijke films van Martin Šulík (Tenderness, All the things I Love, The Garden, Orbis pictus, Krajinka, The City of Sun or Working Class Heroes), en andere Slowaakse regisseurs.

HATJIDAKIS, MANOS (1925-1994), GriekenlandDeze autodidact schreef na de 2de wereldoorlog muziek voor 76 Griekse en buitenlandse films. Hij won een Oscar voor Joe Dassin’s film Never on a Sunday (1961). Hij introduceerde de bouzouki in de populaire muziek.Hatjidakis was in 1962 stichter van de compositiewedstrijd voor avant-gardecomponisten van de Athens Technological Organisation (Doxiadis Group). De eerste prijswinnaar was Iannis Xenakis.Belangrijkste nog niet vermelde filmmuziek:

America-America (1963) [Elia Kazan]

DEVREESE, FREDERIC (1929- ), BelgiëKreeg zijn eerste opleiding van zijn vader Godfried Devreese (1893-1972). Studeerde bij Marcel Poot, Ildebrando Pizzetti en Hans Swarowsky. Hij schreef in 1984 het verplichte werk voor de koningin Elisabeth wedstrijd en in 1998 voor de Adolphe Sax wedstrijd.Belangrijkste filmmuziek:

De Man die zijn Haar kort liet knippen (1965) [André Delvaux]

De Grafbewaker (1965) [Harry Kümel] De Overkant (1966) [Herman Wuyts] Un Soir, un Train (1968) [André Delvaux] Rendez-vous te Bray (1971) [André Del-

vaux] Belle (1973) [André Delvaux] Du Bout des Lèvres (1976) [Jean-Marie De-

gèsves] Le Filet américain (1981) [Robbe De Hert,

Chris Verbiest] Benvenuta (1983) [André Delvaux] Les Noces Barbares (1987) [Marion

Hansël] L’œuvre au Noir (1988) [André Delvaux] Il Maestro (1989) [Marion Hänsel] Het Sacrament (1990) [Hugo Claus] La Partie d’Échecs (1994) [Yves Hanchar] Pauline & Paulette (2001) [Lieven De Brau-

wer] Mein Name ist Bach (2003) [Dominique de

Rivaz]

MERTENS, WIM (1953- ), BelgiëAls producer voor de BRT produceerde hij concerten van Philip Glass, Steve Reich, Terry Riley en Meredith Monk. Hij is het best bekend voor zijn Opus “Struggle for Pleasure” en zijn stuk voor Jan Fabre’s toneelstuk The Power of theatrical Madness, “Maximizing the Audience”. Zijn stijl, die voortdurend evolueert, heeft iets van minimalisme, avant-garde en ambient (mengeling met o.a. jazz). Hij is ook auteur van het boek “American Minimal Music” (1980).Belangrijkste filmmuziek:

The Belly of an Architect (1987) [Peter Greenaway]

Je pense à Vous (1992) [Luc en Jean-Pierre Dardenne]

La Femme de nulle Part (1922) [Louis Delluc] Bij deze stomme film schreef hij in 1993 een filmscore

Fiesta (1995) [Pierre Boutron] Between the Devil and the Deep Blue Sea

(1995) [Marion Hänsel] Molokai : The Story of Father Damien

(2000) [Paul Cox]

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 6

Page 7: Filmmuziek en Aspecten Van de Actuele Muziek

Stedelijke Academie voor Muziek en Woord – Tielt MuziekgeschiedenisKlas Willie Verdievel

BROSSÉ, DIRK (1966- ), BelgiëHij studeerde bij Georges Vanhoute, Anton Kersjes, Julius Kalmar, François Glorieux, Frederic Devreese en Leonard Bernstein. Brossé schreef liederen, kamermuziek, symfonische werken, een oratorium, theatermuziek en filmmuziek.Dankzij zijn filmmuziek is Brossé bij het grote publiek bekend. Naast het mooie Sanctus uit Boerenpsalm, durft hij zich echter ook aan platcommerciële bombastische filmmuziek over te geven die sentimenteel of kitscherig overkomt.Belangrijkste filmmuziek:

Springen (1985) [Jean-Pierre De Decker]

Visages d’Enfants (1925) [Jacques Feyder]. Hij voorzag deze stomme film in 1988 van een filmscore.

Boerenpsalm (1989) [Roland Verhavert] Koko Flanel (1989) [Stijn Coninx] Daens (1992) [Stijn Coninx]. In 1995

distilleerde hij hieruit de Daens Suite voor orkest. Hij kreeg in 1993 voor de filmmuziek een Oscar nominatie.

Marie (1994) [Marian Handwerker] When the Light Comes (1997) [Stijn

Coninx] De Kavijaks (2007) [Stijn Conincx]

Bronnen:Joe Staines, Duncan Clark, The Rough Guide to Classical Music, 4th edition.Willie Verdievel, Muziek van de 20° eeuw, cursus muziekgeschiedenis, december 2000.Wikipedia, the free encyclopedia, Engelse- Nederlandse-, Franse- en Duitstalige versies op 09 en 16-06-2007.www.imdb.com, Earth’s Biggest Movie Database op 09 en 16-06-2007.

Jan Maes Schooljaar 2006-2007 blz. 7