files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat...

41
Overzicht lessen Gehandicaptenzorg 2 e leerjaar, 3 e leerperiode schooljaar 2013-2014 Periode 3 03-02-2014 t/m 18-04-2014 Boek Gehandicaptenzorg SAW 4 Thema 1 Opstellen van ondersteuningsplan Thema 2 Coördineren van begeleiding en ondersteuning Thema 16 Begeleidingsmethoden Lesgroep 2 e leerjaar 231A3OM32A (BOL) 231A3OM42A (BOL) 231A3BM42A (BBL) Code C 1.1/ 1.2 maatschappelijke zorg 3 Oefenopdrachten Opdracht 1 Hulpvraag actualiseren (1.1) Opdracht 2 Collega’s raadplegen (1.3) Toets resultaten en oefenopdrachten in Learning4u Proeve C Werken als ontwerper, werkproces 1.1 Docent Ben de Geus Lesuren Inhoud van de reader Studievragen thema 1, 2 en 16 Toets vragen thema 1, 2 en 16 Oefenopdrachten proeve C 1 Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3 e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Transcript of files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat...

Page 1: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Overzicht lessen Gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode schooljaar 2013-2014

Periode 3 03-02-2014 t/m 18-04-2014BoekGehandicaptenzorg SAW 4

Thema 1 Opstellen van ondersteuningsplanThema 2 Coördineren van begeleiding en ondersteuningThema 16 Begeleidingsmethoden

Lesgroep 2e leerjaar 231A3OM32A (BOL)231A3OM42A (BOL)231A3BM42A (BBL)

Code C 1.1/ 1.2 maatschappelijke zorg 3Oefenopdrachten Opdracht 1 Hulpvraag actualiseren (1.1)

Opdracht 2 Collega’s raadplegen (1.3)Toets resultaten en oefenopdrachten in Learning4u

Proeve C Werken als ontwerper, werkproces 1.1

Docent Ben de GeusLesuren

Inhoud van de reader

Studievragen thema 1, 2 en 16 Toets vragen thema 1, 2 en 16 Oefenopdrachten proeve C

1Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 2: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Beste student

Voor je ligt het overzicht van de lessen “Gehandicaptenzorg” en de inhoud van de lessen die worden gegeven in de 3e leerperiode van het schooljaar 2013-2014. Tevens staat er in dit overzicht vermeld aan welke eisen je moet voldoen om een voldoende waardering voor deze lessen te krijgen.

1. Eisen voor het krijgen van een voldoende waardering leerperiode

Je bent minimaal 80% van de lessen aanwezig. Zo niet, vervangende opdrachtJe hebt het huiswerk op de afgesproken datum aantoonbaar gemaakt.Je hebt de schriftelijke toets met een voldoende waardering (5,5) afgesloten. Je hebt één herkansing. Je hebt de oefenopdracht(-en) ter controle binnen de afgesproken datum bij de docent ingeleverd. Zijn 3 weken voor het einde van de leerperiode aanwezig in de matrix van learning4u.Altijd je boek meenemen naar de les.

Overzicht lessen, huiswerk en toetsen 1e leerjaar, 2e periode

Week/ vanaf maandag

Inhoud van de lessen BOL opleidingThema:

Huiswerk

03 februari 2014 1. Opstellen van een ondersteuningsplan10 februari 2014 1. Opstellen van een ondersteuningsplan17 februari 2014 Vakantie24 februari 2014 1. Opstellen van een ondersteuningsplan Studie- en toets vragen thema 1

af03 maart 2014 1. Opstellen van een ondersteuningsplan10 maart 2014 2. Coördineren van begeleiding en ondersteuning Studie- en toets vragen thema 2

af17 maart 2014 2. Coördineren van begeleiding en ondersteuning24 maart 2014 16. Begeleidingsmethoden Studie- en toets vragen thema 16

af31 maart 2014 16. Begeleidingsmethoden07 april 2014 16. Begeleidingsmethoden Toets thema 1, 2 en 1614 april 2014 Bufferweek Herkansing toets thema 1, 2 en

16

n.b. de toets vragen zijn eigen verantwoordelijkheid en worden niet klassikaal

ter voorbereiding op de toets nagekeken!!!!!

2Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 3: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Studievragen thema 1 Opstellen ondersteuningsplan

1. Schrijf op wat wordt verstaan onder een visie in het algemeen en een visie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

2. Ga naar het internet en schrijf de visie op zorg van onderstaande instellingen op - Philadelphia stichting- J.P. van den Bent- “s-Heerenloo”, locatie Groot Schuilenburg- Zozijn http://www.zozijn.nl/media/222589/visiedocument_kwaliteitskader_gehandicaptenzorg_2.0_1_.pdf )

3. Als goed zorgverlener streef je zoveel mogelijk naar goede kwaliteit van zorg. Schrijf op hoe Van Gennep het begrip kwaliteit in de zorg verwoord

4. Schrijf de uitgangspunten van zorg en ondersteuning op en noem hierbij de twee basale aspecten5. Schrijf op wat je verstaat onder “kwaliteit van bestaan” en “regie over eigen leven” . Schrijf van ieder

een voorbeeld op.6. Schrijf de 8 kwaliteitsdomeinen van Schalock en Verdugo op en schrijf bij ieder domein 3 prestatie

indicatoren op.7. Het is van belang dat een zorgorganisatie zijn zorg en ondersteuning borgt. Schrijf op hoe “Zozijn” dit

mogelijk doet ten aanzien van:- zorgafspraken en ondersteuningsplan- waarborging veiligheid kwaliteit- kwaliteit van medewerkers en organisatie- samenhang in zorg en ondersteuning

8. Schrijf 6 uitgangspunten op die horen bij een ondersteuningsplan9. Schrijf op uit welke 4 onderdelen de cirkel van Deming bestaat10. Schrijf de 8 bouwstenen op van het ondersteuningsplan en schrijf op wat er in elke bouwsteen staat

beschreven.- zorgvisie- informatiedeel.- Beeld- ondersteuningsbehoefte en perspectief- Doelen- Actieplan- Rapportage en evaluatie

11. Schrijf op wat met het begrip holistisch mensopvatting wordt bedoeld12. Het schrijven van een ondersteuningsplan heeft als doel om te komen tot een “perspectief” van de

cliënt. Schrijf op:- waarop kan het perspectief gericht zijn (4 punten)- noem de 5 criteria voor een perspectief- schrijf van de 9 thema’s van een perspectief er 5 op

13. Doelstellingen dien SMART geformuleerd te zijn.- schrijf op waarom dit zo belangrijk is- leg per “letter” uit wat de betekenis/ toepassing is

14. Schrijf op wat het doel is van een actieplan en wat hebben de 6x W hiermee te maken15. Schrijf de aandachtspunten bij de coördinatie van de uitvoering van het actieplan op16. In paragraaf 1.8 In de praktijk staan een drietal tips beschreven hoe je op eenvoudige wijze een

individueel ondersteuningsplan kunt schrijven. Stel dat je zelf de cliënt zou zijn, schrijf aan de hand van tip 3 (17 punten) je eigen ondersteuningsplan.

3Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 4: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Toets vragen thema 1 Het opstellen van een ondersteuningsplan

1. Welke uitspraak over Erwin Wieringa is juist?

Hij is ontwikkelaar van de methode 'Zelfstandigheid voor alles'

Bij zijn methode wordt gekeken naar het totale leven van de persoon.

Hij vindt het netwerk van familie van minder belang dan dat van vrienden.

Hij ontwikkelde een tactische en operationele methode.

2. Wat hoort bij een kwalitatief goed bestaan volgens Wieringa?

Zeggenschap hebben over je leven en gewaardeerd worden om wie je bent.

Recht hebben op hulp en gewaardeerd worden om wie je bent.

Recht op goede zorg en verbonden zijn met andere mensen.

Recht hebben op hulp en zorg en zeggenschap hebben over je leven

3. Welke volgorde van ondersteuning van een cliënt is juist?

Familie, cliënt, vrienden, formele contacten, algemene zorg- en dienstverlening, gespecialiseerde zorg en dienstverlening.

Cliënt zelf, vrienden, informele contacten, familie, algemene zorg- en dienstverlening, gespecialiseerde zorg en dienstverlening

Cliënt zelf, familie en vrienden, informele contacten, algemene zorg- en dienstverlening, gespecialiseerde zorg en dienstverlening

Familie en vrienden, cliënt, informele contacten, algemene zorg- en dienstverlening, gespecialiseerde zorg en dienstverlening.

4Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 5: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

4. Wat zijn twee aspecten van de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking?

Het gaat om de sociale contacten en het gaat om de beoogde kwaliteit van de sociale contacten.

Het gaat om de individuele persoon en het gaat om de kwaliteit van de sociale

contacten.

Het gaat om de individuele persoon en het gaat om de beoogde kwaliteit van het bestaan van deze persoon.

Het gaat om de individuele persoon en de kwaliteit van de omgeving.

5. Welke uitspraak over zorg en ondersteuning is juist?

Bij het maken van zorgafspraken staat de cliënt centraal.

De zorgaanbieder heeft in het vaststellen van de zorgbehoefte een leidende rol

Regie over eigen leven is geen afgeleid thema bij het nadenken over visie.

Zorg en ondersteuning van mensen met een beperking richten zich op deelaspecten van het leven.

6. Welke uitspraak over de kwaliteit van de gehandicaptenzorg is juist?

De kwaliteit van de gehandicaptenzorg wordt afgemeten aan de mate waarin deze bijdraagt aan de kwaliteit van bestaan van de cliënt

De kwaliteit van de gehandicaptenzorg wordt afgemeten aan de mate waarin deze bijdraagt aan de ontwikkeling van de cliënt.

De kwaliteit van de gehandicaptenzorg wordt afgemeten aan de mate waarin deze bijdraagt aan meetbare

kwaliteitsaspecten van cliënten.

De kwaliteit van de gehandicaptenzorg wordt afgemeten aan de mate waarin deze bijdraagt aan de kwaliteit van cliënten, beleid en instellingen.

5Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 6: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

7. Wat is een domein van kwaliteit van bestaan?

Emotioneel welbevinden.

Sociale aanpassing

Seksueel welbevinden.

Sociale exclusie.

8. Waarover gaat onder andere emotioneel of psychisch welbevinden?

Zelfbeeld.

Gezondheid.

Onderdak.

Vriendschappen.

9. Bij interpersoonlijke relaties gaat het onder andere om:

Het opbouwen en onderhouden van relaties met anderen.

Het opbouwen en onderhouden van materieel welbevinden.

Het opbouwen en uitbouwen van ADL.

Het opbouwen en uitbouwen van sociaal-economische perspectieven.

10. Wat is een juist voorbeeld van sociale inclusie?

Ondersteunen bij het aanleren van eten en drinken.

Ondersteunen bij zelfzorg, zelfregulatie en zelfcontrole

Ondersteunen bij het leggen van contacten met lokale voorzieningen.

Ondersteunen bij het zelfstandig ondernemen van activiteiten op het gebied van zelfzorg.

6Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 7: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

11. Welk antwoord is juist? Zelfbepaling bij mensen met een beperking betekent:

Het recht hebben tot verantwoordelijke zelfbepaling.

Het recht hebben eigen keuzes te maken en het invullen van het leven op persoonlijke wijze, binnen de grenzen van wat maatschappelijk aanvaardbaar is.

Het recht hebben eigen keuzes te maken en het invullen van het leven op persoonlijke wijze, binnen en buiten de grenzen van wat maatschappelijk aanvaardbaar is.

Het recht hebben tot het maken van eigen en andere keuzes en het invullen hiervan op eigen wijze die maatschappelijk aanvaardbaar is.

12. Welk antwoord is juist? De ondersteuning bij sociale inclusie betekent:

Het mogelijk maken van emotioneel functioneren.

Het mogelijk maken van sociaal, verstandelijk en emotioneel functioneren binnen de samenleving.

Het mogelijk maken van een zo groot mogelijk deelname aan de samenleving

. Het mogelijk maken van een deelname aan activiteiten.

13. Wat zijn twee belangrijke aspecten van een kwalitatief goede samenhang in de zorg en ondersteuning van cliënten?

Goede overdracht van gegevens en kleine kring van bekende medewerkers die ondersteunen.

Goede communicatie met de cliënt en goede verzorging

. Goede overdracht van gegevens tussen cliënt en familie en voldoende ondersteuning.

Goede communicatie rondom de coördinatie van de ondersteuning en grote kring van familie en bekenden die ondersteunen.

14. Welke uitspraak over het ondersteuningsplan is juist?

Een ondersteuningsplan is een geheel van afspraken tussen de zorgaanbieder, de zorgverzekeraar en de cliënt

Het ondersteuningsplan is een geheel van afspraken tussen cliënt, belangenbehartiger en zorgaanbieder.

Een ondersteuningsplan is geen werkmethodiek

Het is niet nodig dat elke cliënt een ondersteuningsplan heeft.

7Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 8: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

15. Welke uitspraak over doelen bij een ondersteuningsplan is juist?

Criterium voor goede doelen binnen een ondersteuningsplan is dat de gegeven

informatie holistisch is. De doelen geven de voor de 1 tot 2 jaar na te streven invulling van het leven van de cliënt aan.

De doelen geven het perspectief en het resultaat aan voor de komende 2 tot 3 jaar

Doelen zijn gebaseerd op overkoepelende doelen van de zorgaanbieder.

16. Welke uitspraak over doelen is juist?

Zonder doelen geen plan.

Bij het schrijven van doelen kun je het beste passieve formuleringen gebruiken.

Binnen een actieplan worden doelen waaraan gewerkt wordt niet beschreven.

Een hulpmiddel bij het formuleren van acties is de SMART methode.

17. Het perspectief bij ondersteuningsbehoefte kan gericht zijn op:

Het terugblikken naar het verleden.

Het stellen van een diagnose en de behandeling.

Het bepalen van levensdoelen.

Het in stand houden van vaardigheden en competenties

18. Welke uitspraak over de SMART methode is juist?

De S van SMART staat voor Situatie.

De M van SMART staat voor Methode.

De A van SMART staat voor Acceptabel.

De T van SMART staat voor Thema gebonden.

8Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 9: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

19. Welke uitspraak over de vijf W's is juist?

'Waarvoor' is een van de vijf W's.

De vijf W's zijn afgeleid van de SMART methode.

'Waarom' is een van de vijf W's.

'Waartoe' is een van de vijf W's.

20. Welk antwoord is juist? De cirkel van Deming:

Start met het doen van een observatie

Start met het maken van een plan.

Kenmerkt zich door vijf bouwstenen.

Kenmerkt zich door veel visie maar weinig concrete informatie.

9Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 10: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Studievragen thema 2 Coördineren van begeleiding en ondersteuning

1. Schrijf de 4 standaarden voor kwaliteit van bestaan2. Schrijf aan de hand van een voorbeeld op wat het verschil is tussen care en cure3. Schrijf de 3 kenmerken van professionaliteit in de gehandicaptenzorg op4. De huidige zorg en ondersteuning gaan uit van partnerschap. Schrijf op wat hiermee wordt

bedoeld5. Een competentie bij professioneel werken is cliëntgericht handelen. Schrijf in eigen woorden

op wat je verstaat onder:- cliëntgerichte houding- cliënt gerichte kennis- cliëntgerichte vaardigheden

6. Schrijf bij onderstaande competentie handelen op wat hiermee wordt bedoeld- doelgericht handelen- ontwikkelingsgericht handelen- netwerkgericht handelen- samenwerkingsgericht handelen

7. Leg in eigen woorden uit wat de Roos van Leary kan betekenen voor een samenwerkingsrelatie

8. Chiel Egberts heeft een driehoek ontworpen waaraan is af te leiden hoe ondersteuners wel en niet moeten gedragen in een relatie met ouders. Schrijf minimaal 5 punten op wat je wel moet doen in een relatie met de ouders minimaal 5 punten wat niet moet doen in de relatie met ouders van een cliënt

9. De inspectie eist dat een ondersteuningsplan wordt getoetst. Schrijf de punten op waar de Inspectie op let. Zie ook paragraaf 2.8 Kwaliteit

10. Communiceren over het ondersteuningsplan is en blijft belangrijk. Dit is niet altijd eenvoudig. Als hulpmiddel kan de SOSO methodiek worden ingezet. Schrijf op waar de letters SOSO voor staan.

11. Een tip die in het boek wordt genoemd is: ”betrek het netwerk bij de ondersteuning van je cliënt”. Schrijf op wat hiermee wordt bedoeld en hoe je dit vorm geeft.

10Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 11: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Toets vragen thema 2 Coördineren van begeleiding en Ondersteuning

1. Wat is GEEN standaard voor de kwaliteit van het bestaan?

Zeggenschap.

Importantie

. Respect en veiligheid

Persoonlijke ondersteuning.

2. Welke uitspraak over complexiteit van de ondersteuning is juist?

Bij ondersteuning gaat het primair om genezing van de aandoening

Bij ondersteuning gaat het primair om opheffing van de functiestoornis.

De professionele ondersteuner combineert objectieve aspecten van kwaliteit van bestaan met subjectieve aspecten.

Bij ondersteuning speelt kwaliteit van bestaan een rol en deze is waardevrij.

3. Welk antwoord is juist? De kerncompetentie van een professional is:

Cliëntgericht handelen.

Ontwikkelingsgericht handelen.

Het ondersteunen van de cliënt in de kwaliteit van zijn bestaan.

Samenwerkingsgericht handelen in het belang van de cliënt.

4. Wat valt onder cliëntgericht handelen?

Cliëntgerichte houding, vakkennis en cliëntgerichte vaardigheden.

Professionele houding, cliëntgerichte kennis en sociale vaardigheden.

Professionele houding, vakkennis en cliëntgerichte vaardigheden.

Cliëntgerichte houding, cliëntgerichte kennis en cliëntgerichte vaardigheden.

11Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 12: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

5. Wat is een uitgangspunt van het ontwikkelingsprogramma van Vlaskamp?

Iedereen is in staat behoeften en wensen te uiten en een actieve rol te vervullen in zijn

leefomgeving.

Begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet uitgaan van een vaste methodiek.

Begeleiding van mensen met een ernstige verstandelijke beperking moet uitgaan van rust, reinheid en regelmaat.

Niet iedereen is in staat een actieve en passieve rol te vervullen in zijn leefomgeving.

6. Welke uitspraak is over een netwerkkaart is juist?

Het is een kaart waarop globaal de informatie over het netwerk van een cliënt staat.

Het is een kaart voor een cliënt aan de hand waarvan ook doelen en acties ten behoeve van het verbeteren van het netwerk vastgesteld kunnen worden.

Het is een kaart waarop alle persoonlijke gegevens van de cliënt staan vermeld ten behoeve van de netwerken die iemand heeft.

Het is een kaart die afgeleid is van 'De Roos van Leary'.

7. Welke uitspraak naar aanleiding van de Roos van Leary is juist?

Een cliënt stelt zich vaak afhankelijk op (onder-gedrag). Daarop kun je het beste reageren met boven- gedrag.

Door samen-gedrag stimuleer je het zelf nadenken.

Tegen-gedrag roept samen-gedrag op.

Boven-samen betekent volgend en meewerkend.

8. Chiel Egberts is gedragsdeskundige. Wat moet je volgens hem wel doen in relatie tot ouders?

Experimenteren met de cliënt.

Open en eerlijk zijn

. Te weinig weerwoord geven.

De ouderrol overnemen.

12Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 13: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

9. Welke omschrijving hoort bij inclusie?

Mensen hebben zeggenschap over hun eigen leven.

Mensen hebben behoeften. Deze behoeften moeten erkend worden door anderen.

Mensen zijn gewaardeerde burgers en verbonden met anderen.

Mensen geven hun leven zelf vorm en inhoud en krijgen daarbij passende ondersteuning.

10. Wat zijn kenmerken van professionaliteit met betrekking tot de ondersteuning?

Interdisciplinair, geïntegreerd en gericht op het netwerk.

Multidisciplinair, doorlopend en gericht op de cliënt.

Interdisciplinair, doorlopend en gericht op de cliënt en zijn familie.

Multidisciplinair, methodisch en gericht op de cliënt en zijn familie.

11. Welke uitspraak over het ondersteuningsplan is juist?

Een ondersteuningsplan kent 7 fasen van het uitvoeringsproces.

Een ondersteuningsplan is omstreeks vijf jaar geldig.

De coördinerend begeleider speelt een zijdelingse rol bij het ondersteuningsplan omdat het een multidisciplinair plan is.

Het is niet nodig dat een ZZP en een ondersteuningsplan volledig op elkaar aansluiten.

12. Binnen hoeveel weken na de start van zorg moet er een ondersteuningsplan aanwezig zijn?

Binnen 4 weken.

Binnen 6 weken.

Binnen 8 weken.

Binnen 12 weken.

13Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 14: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

13. Welke uitspraak over een ondersteuningsplan is NIET JUIST?

De inspectie eist dat een ondersteuningsplan wordt getoetst.

Om de drie jaar moet een ondersteuningsplan opnieuw worden uitgewerkt.

Een coördinerend begeleider heeft een belangrijke rol in de coördinatie van de ondersteuning.

Coördinerende begeleiders kun je het beste op instructieniveau aanspreken.

14. Welke uitspraak over de SOSO methodiek is juist?

S betekent samenwerken.

O betekent open kaart spelen.

S betekent systematisch.

O betekent observeren.

15. Welk antwoord is juist? Reflecteren op eigen handelen betekent onder andere:

Dat je vooruitblikt op hoe je de ondersteuning vorm gaat geven.

Dat je terugkijkt op hoe anderen de ondersteuning vorm hebben gegeven.

Dat je terugkijkt op hoe je de ondersteuning hebt vormgegeven.

Dat je vooruitblikt en terugkijkt op hoe je de ondersteuning hebt vormgegeven.

16. Wat betekent de afkorting HKZ?

Herinrichting Kwaliteitssysteem in de Zorgsector.

Herinrichting Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector.

Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector.

Harmonisatie Kwaliteitssystemen in de Zorgsector.

14Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 15: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

17. Welk antwoord is juist? ZZP betekent:

ZorgZwaarteProfiel..

ZorgZaamheidsPredikaat

ZorgZwaartePublicatie.

ZorgZwaartePositie.

18. Een ondersteuningsplan moet getoetst worden. Op welke twee belangrijke punten?

Op consistentie en haalbaarheid.

Op consequentheid en doelgerichtheid.

Op consistentie en doelmatigheid.

Op consequentheid en weergave van visie.

19. Welke uitspraak over een coördinerend begeleider is juist?

Als coördinerend begeleider heb je vooral te maken met verwanten.

Een ander woord voor coördinerend begeleider is persoonlijk begeleider.

Een coördinerend begeleider heeft zwijgplicht.

Een coördinerend begeleider is de slechts betaalde functie binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

20. Welke uitspraak over de SOSO-methodiek is juist?

Je herhaalt wat je gesprekspartner zegt in dezelfde woorden als hij gebruikt heeft.

Je geeft vooraan in het gesprek je eigen mening en bespreekt die dan.

Structuur aanbrengen betekent dat je de emoties bespreekbaar maakt.

In crisissituaties gebruik je alleen SOS,

15Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 16: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Studie vragen thema 16 Begeleidingsmethoden

1. Schrijf van onderstaande methoden op hoe deze in de praktijk worden ingezet en welk resultaat de methoden beogen. (hoe werkt het en wat wil je bereiken)- zintuiglijke stimulering- snoezelen- gentle teaching- totale communicatie- vroeghulp- hometraining en PPG- gedragsmodificatie

2. Schrijf van onderstaande methoden op hoe deze in de praktijk worden ingezet en welk resultaat de methoden beogen:- active support- eigen-initiatief model- son-rise- TEACCH- methode Urlings- methode Vlaskamp- methode Geef me de Vijf- trible C

16Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 17: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Toets vragen Thema 16 – Begeleidingsmethoden-

1. Welk antwoord is juist? Zintuiglijke stimulering is gebaseerd op:

Een psychologische visie, een medische visie, een persoonlijke visie.

Een sociologische visie, een psychologische visie, een personale visie.

Een normatieve visie, een medische visie, een personale visie.

Een normatieve visie, een psychologische visie, een persoonlijke visie.

2. Wat is een kenmerk van zintuiglijke stimulering?

Het stimuleren van de sensomotorische ontwikkeling.

Het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Het inperken van gedrag.

Het aanleren van normen en waarden.

3. Wat betekent 'gentle teaching' letterlijk?

Stimulerend leren.

Vriendelijk aanleren.

Zachte onderwijsvormen.

Leren met stijl.

4. Wat is kenmerkend voor Gentle Teaching?

Uitgangspunt is 'afleren'.

Het gaat uit van respect, dialoog en saamhorigheid.

Uitgangspunt is dat mensen met een verstandelijke beperking zich vaak veilig voelen.

Dat het een methode is die nauw omschreven is.

17Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 18: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

5. Welke uitspraak over totale communicatie is juist?

Totale communicatie gaat alleen uit van non-verbale communicatie.

Totale communicatie is met name geschikt voor mensen met een matige tot lichte verstandelijke beperking

. Totale communicatie maakt ook gebruik van beeldmateriaal.

Totale

6. Welk antwoord is juist? Gedragsmodificatie:

Is gebaseerd op de leertheorie.

Gaat ervan uit dat positieve reacties leiden tot afname van gewenst gedrag.

Gaat ervan uit dat negatieve reacties leiden tot afname van het ongewenste gedrag.

Is nauw verwant met de theorieën van Freud.

7. Welk antwoord is juist? Active Support:

Komt oorspronkelijk uit Amerika.

Betekent onder andere dat je eerst de behoeften en de mogelijkheden van cliënten systematisch in beeld brengt.

Gaat ervan uit dat er geen lege momenten mogen zijn.

Is gericht op de groep waarbinnen een cliënt verblijft.

8. Welke onderdelen horen bij Active Support?

Handelingsplannen, activiteitenplannen, incidentele plannen en instructieplannen.

Ondersteuningsplannen, activiteitenplannen, gelegenheidplannen en instructieplannen.

Behandelingsplannen, activiteitenplannen, gelegenheidplannen en de methodische cyclus

Zorgplannen, activiteitenplannen, handelingsplannen en instructieplannen.

18Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 19: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

9. Welk antwoord is juist? PPG:

Is de voorloper van gedragsmodificatie.

Vereist een hulpverleningsrelatie met de ouders.

Is een vervolg op vroeghulp.

Betekent : Pedagogische Gezinsbegeleiding.

10. Wat is het doel van Vroeghulp?

Taalstimulering.

Ontwikkelinsachterstanden voorkomen.

Ouders ondersteunen bij de opvoeding.

Vroegtijdig signaleren van opvoedingsproblemen.

11. Welke uitspraak over Active Support is juist?

Active Support zegt dat lege momenten altijd gestructureerd zijn.

Active Support en 'begeleiden met de handen op je rug' zijn twee tegengestelde benaderingswijzen.

Positieve bekrachtiging kom je ook binnen Active Support tegen.

Bij Active Support neemt de begeleider als het ware de ondersteuning over.

12. Welke uitspraak over EIM is juist?

EIM is een afkorting van Eenvoudig Initiatief Meten.

Doel van EIM is leren na te denken.

Het EIM is ontwikkeld door Johan de Vries.

EIM gaat ervan uit dat een cliënt veel leermomenten tegen is gekomen in zijn of haar leven.

19Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 20: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

13. Wat zijn de drie oorzaken van het 'generalisatieprobleem'?

Gebrekkige beheersing van taal, aangeleerde onafhankelijkheid en het zorgverlenersyndroom.

Gebrekkige beheersing van algemene vaardigheden, aangeleerde afhankelijkheid en het hulpeloosheidsyndroom.

Gebrekkige beheersing van communicatieve vaardigheden, aangeleerde afhankelijkheid en het hulpeloosheidsyndroom.

Gebrekkige beheersing van algemene vaardigheden, aangeleerde afhankelijkheid en het zorgverlenersyndroom.

14. Welk antwoord is juist? Instructies bij EIM zijn:

Non- directief op denkniveau en non-directief op handelingsniveau.

Non- directief op denkniveau en directief op handelingsniveau.

Directief op denkniveau en directief op handelingsniveau.

Directief op denkniveau en non-directief op handelingsniveau.

15. Van welke drie algemene vaardigheden gaat EIM uit?

Voorbereiden, plan maken en uitvoeren.

Voorbereiden, initiatief nemen en uitvoeren.

Oriënteren, uitvoeren en evalueren.

Oriënteren, plannen en evalueren.

16. Wat is belangrijk bij EIM wat betreft de rol van de begeleider?

De begeleider heeft meer een sturende dan een coachende rol.

De begeleider moet de cliënt zelf laten nadenken of ondersteunen bij het nadenken.

De begeleider moet de cliënt wijzen op gemaakte fouten om vervolgens mogelijkheden te bieden voor ander gedrag.

De begeleider moet de cliënt zelf de grenzen laten bepalen. Dat is leerzaam.

20Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 21: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

17. Welke uitspraak over Son-rise is juist?

Son-rise wordt ook wel de methode Weber genoemd.

Bij Son-rise richt men zich met name op mensen met een ernstige verstandelijke beperking.

Bij Son-rise gaat men ervan uit dat het kind de wereld als bedreigend ervaart.

Son-rise is met name gericht op het kind en niet zozeer op de ouders.

18. Welk antwoord is juist? TEACCH:

Is specifiek afgestemd op verstandelijk gehandicapten met gedragsproblemen.

Vind je onder andere veel op dagverblijven en scholen voor speciaal onderwijs.

Is gericht op de kinderen en niet op de ouders.

Heeft als belangrijk doel: de leefsituatie aanpassen aan de persoon.

19. Wat hoort sterk bij TEACCH?

Levensverhalen.

ADL.

Warme zorg.

Visualiseren.

20. Bij welke methode hoort 'Het stoplicht'?

TEACCH.

Active Support

Son-rise

EIM.

21Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 22: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

21. Welk kenmerk hoort NIET bij TEACCH?

Week- en dagkaarten.

Emoties kanaliseren.

Visualiseren van activiteiten.

Afgeschermde werkplekken.

22. Welk antwoord is juist? De methode Urlings bestaat uit de volgende vier elementen:

Pictogrammen, structuur, vrijheid en ingaan op wensen van de cliënt.

Pictogrammen, visuele en auditieve prikkels, vrijheid en ingaan op wensen van de cliënt.

Accepteren van de eigenheid van de cliënt, een combinatie van verschillende wijzen van | benadering, het levensverhaal van de cliënt en de huidige wensen van de cliënt.

Accepteren van de eigenheid van de cliënt, structuur, het levensverhaal van de cliënt en de huidige wensen van de cliënt.

23. Wat past bij de methode Urlings?

Gedragtherapie en conditionering.

ROT en Validation.

Warme zorg en gedragstherapie.

ROT en systeembenadering.

24. Welk antwoord is juist? De methode Vlaskamp:

Is ontwikkeld op De Vlaskamp, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking.

Wordt met name gebruikt voor MCG cliënten.

Werkt niet met een stappenplan omdat dit de ontwikkelingsmogelijkheden van een cliënt teveel stroomlijnt.

Wordt met name veel gebruikt op dagverblijven en scholen.

22Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 23: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

25. Een werkdoel bij de methode Vlaskamp betekent:

De functioneringsgebieden in kaart brengen.

Een concreet geformuleerd doel en de stappen die men hiervoor moet zetten.

Het doel van het werk met de cliënten.

Het ondernemen van concrete activiteiten.

26. Welk begrip past bij de methode Vlaskamp?

Multidisciplinair team

. Supervisie.

Intervisie.

Methodische werkbegeleiding.

27. Welke uitspraak over de methode Vlaskamp is juist?

Een opvoedingsprogramma is erg belangrijk binnen deze methode.

Bij de methode Vlaskamp worden de ouders zijdelings betrokken.

Een werkdoel bij de methode Vlaskamp is het persoonsbeeld.

De methode Vlaskamp is bij uitstek geschikt voor ouderen.

28. Wat past bij oplossingsgericht werken?

Praten en nadenken over problemen

Oplossingen bedenken voor tekorten van cliënten.

Je richten op mogelijkheden en krachten.

Nadenken over hoe problemen zich verder kunnen ontwikkelen.

23Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 24: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

29. Wat is een goede vraag in het kader van oplossingsgericht werken?

Een waaromvraag.

Een waarderingsvraag.

Een suggestieve vraag.

Een gesloten vraag.

30. Wat doet een mentor?

Neemt de opvoeding tijdelijk van de ouders over.

Regisseert en organiseert de zorg.

Begeleidt de ouders en het kind.

Hij begeleidt en verzorgt de minderjarige.

24Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 25: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Beste student,

Voor je 3 oefenopdrachten die je op de stage gaat uitvoeren. Hoe gaat het ook al weer? Onderstaand de volgorde van de werkzaamheden/ onderdelen (geel) die je met een voldoende waardering moet afronden voordat je met de Proeve van Bekwaamheid (groen) aan de slag gaat.

Stap Opdracht Af te tekenen bij voldoende door waardering:

1 Maken van oefenopdrachten Werkbegeleider/ vakdocent Els Petersen

2 Plan van aanpak leertrajectbegeleider3 Begeleidingsinstrument werkbegeleider/

leertrajectbegeleider4 Go formulier leertrajectbegeleider5 Proeve van Bekwaamheid Werkbegeleider/

leertrajectbegeleider

Als je de voldoende waardering voor alle onderdelen hebt gekregen, zet je deze in de matrix van learning4u. En wel voor:

Opleiding niveau 3 : matrix proeve c werkproces 1.1Opleiding niveau 4 : matrix proeve c werkproces 1.1

Het is erg belangrijk hoe je de uitwerking van de oefenopdracht inlevert. Doe de oefenopdracht in een Leitzmapje en zet op het voorblad het volgende:

1. Proeve :2. Kerntaak3. Werkproces :4. Nummer en naam oefenopdracht :5. Naam student :6. Student nummer :7. Werkbegeleider :8. Stage instelling :9. Ingeleverd op :10. Docent :

Vergeet niet het afgetekende beoordelingsformulier in het Leitzmapje te doen. Dit wordt regelmatig vergeten !!!

Veel succes

25Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 26: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

1. Oefenopdracht fase C

Kerntaak : 1. Opstellen van een plan van aanpak

Werkproces : 1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt

Opdracht : 1. Hulpvragen actualiseren

Docent : Ben de Geus

Uitgegeven per : 11 februari 2014

Afronden en in learning4u per : 20 maart 2013. Fase C, werkproces 1.1

Niveau : 3 en 4

26Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 27: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Werkproces 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliëntOpdracht 1 Hulpvraag actualiserenWat is de opdracht? Observeer gedurende een bepaalde periode 1 cliënt middels de participerende

observatie methodiek.Formuleer in eigen woorden wat jou is opgevallen wat betreft wensen, hulpvragen van de cliënt.Beschrijf de informatie over de cliënt die te vinden is in jouw BPV-instelling.Vergelijk jouw informatie met de bestaande vastgelegde informatie.Formuleer indien hiervoor aanleiding is een nieuwe hulpvraag voor de cliënt.Bespreek dit in een teamvergadering.

Beroepscontext De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voert in opdracht van het multidisciplinair team specifieke taken uit om informatie te achterhalen, bijvoorbeeld door het uitvoeren van observaties en het raadplegen van informatiebronnen. Ze geeft relevante informatie die ze verkrijgt aan het multidisciplinair team door.

Wat leer je door de opdracht?

Je leert open te staan voor nieuwe informatie en vanuit meerdere invalshoeken te kijken naar wensen en hulpvragen van cliënten.

Waar voer je de opdracht uit?

Tijdens de BPV.

Hoe voer je de opdracht uit (stappen)?

Voorbereiden: Kies samen met je begeleider een cliënt voor deze opdracht. Spreek met je BPV-begeleider een evaluatiemoment af waarop je deze

opdracht kunt nabespreken.

Uitvoeren: Observeer gedurende een bepaalde periode 1 cliënt. Maak een afspraak met je BPV-begeleider (of iemand anders uit de

instelling) voor inzage in informatiebronnen van deze cliënt. Vergelijk jouw informatie met de bestaande vastgelegde informatie. Formuleer op basis van de bestaande en jouw informatie (indien mogelijk

samen met de cliënt) een hulpvraag voor de cliënt. Bespreek jouw bevindingen in een teamvergadering.

Verwerken: Bespreek je bevindingen met je BPV-begeleider. Maak een

reflectieverslag, waarin je terugblikt op de voorbereiding en uitvoering en het gesprek met je BPV-begeleider.

Verwerk er ook de prestatie-indicatoren, de theorie en eventueel een aandachtspunt voor je POP in.

Bewaren: ontwikkelingsportfolio Het verslag Het reflectieverslag Het beoordelingsprotocol

Waar word je op beoordeeld?

Zie BEOORDELINGSPROTOCOL WP 1.1 - Opdracht 1

Waar kun je informatie vinden?

Boeken:Cliënt en omgeving; SAW 3 & 4Methodisch begeleiden; SAW 3 & 4Communicatie en organisatie; SAW 3 & 4Maatschappelijke zorg; SAW 3MZ Gehandicaptenzorg; SAW 4 thema 1

Wie kan je helpen bij de opdracht?

Je BPV-begeleider, een collega of iemand anders uit de instelling.

Gewenst resultaat Je weet actuele informatie van de cliënt te verzamelen en deze te gebruiken om de hulpvraag van de cliënt te actualiseren.

27Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 28: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

BEOORDELINGSPROTOCOL WP 1.1 - Opdracht 1 Hulpvraag actualiseren

Werkproces 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliëntCompetentie D Aandacht en begrip tonenComponenten Interesse tonen Luisteren

Prestatie-indicatoren O V G1 Je toont belangstelling voor en betrokkenheid bij de cliënt (en het cliëntsysteem).

2 Je luister actief en vraagt door zodat cliënt (en het cliëntsysteem) de benodigde informatie geven en zich begrepen voelen.

Werkproces 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliëntCompetentie N OnderzoekenComponenten Informatie achterhalen

Prestatie-indicatoren O V G

1 Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen, zodat je een volledig beeld vormt van de situatie en wensen van de cliënt.

Handtekening:

Functie Naam Handtekening

Werkbegeleider

Leertrajectbegeleider

Student

Datum

28Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 29: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

2. Oefenopdracht fase C

Kerntaak : 1. Opstellen van een plan van aanpak

Werkproces : 1.3 Specifieert het plan van aanpak tot een Activiteitenplan

Opdracht : 19. Collega’s raadplegen

Docent : Ben de Geus

Uitgegeven per : 11 februari 2014

Afronden en in learning4u per : 20 maart 2013. Fase C, werkproces 1.3

Niveau : 3 en 4

29Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 30: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplanOpdracht 2 Collega’s raadplegenWat is de opdracht? Ga in gesprek met collega’s over een cliënt(en) waarbij je twijfels hebt over de

vragen en wensen van de cliënt. Stroken de vragen en wensen van de cliënt wel met de groep en/of organisatie.

Beroepscontext Op basis van het begeleidingsplan stelt de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg samen met de cliënt een activiteitenplan op. De begeleider gaat met de cliënt na met welke activiteiten de cliënt gaat werken aan de doelstellingen uit het begeleidingsplan. Op basis van de wensen van de cliënt, zijn begeleidingsplan en de aandachtspunten van de collega’s werkt de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg het begeleidingsplan uit tot een activiteitenplan.

Wat leer je door de opdracht? Je leert doelgericht communiceren met collega’s over het dilemma individuele wensen en groep/organisatiewensen.Je leert je mening vormen ten aanzien van dit dilemma.

Waar voer je de opdracht uit? In de BPVHoe voer je de opdracht uit (stappen)?

Voorbereiden: Bespreek met je BPV-begeleider welke cliënten en collega’s in

aanmerking komen. Spreek met je BPV begeleider een evaluatiemoment af waarop je deze

opdracht kunt nabespreken.

Uitvoeren: Voer het gesprek met de collega’s.

Verwerken: Bespreek je bevindingen met je BPV-begeleider. Maak een reflectieverslag, waarin je terugblikt op de voorbereiding en

uitvoering en het gesprek met je BPV-begeleider. Verwerk er ook de prestatie-indicatoren, de theorie en eventueel een aandachtspunt voor je POP in.

Bewaren: ontwikkelingsportfolio Het verslag het reflectieverslag Het beoordelingsprotocol

Waar word je op beoordeeld? Zie BEOORDELINGSPROTOCOL WP 1.3 - Opdracht 19Waar kun je informatie vinden?

www.kennisportalgehandicaptenzorg.nlBoeken:Cliënt en omgeving; SAW 3 & 4Methodisch begeleiden; SAW 3 & 4Communicatie en organisatie; SAW 3 & 4Maatschappelijke zorg; SAW 3MZ Gehandicaptenzorg; SAW 4 thema 2,13 en 14

Wie kan je helpen bij de opdracht?

Je BPV-begeleider, je collega’s.

Gewenst resultaat Je kunt middels een gesprek met collega’s je een mening vormen over het dilemma individuele wensen tegenover groep/organisatiewensen.

30Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 31: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

BEOORDELINGSPROTOCOL WP 1.3 - Opdracht 2 collega’s raadplegen

Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplanCompetentie J Formuleren en rapporterenComponenten Structuur aanbrengen Vlot en bondig formuleren

Prestatie-indicatoren O V G1 Je bouwt het activiteitenplan op een logische en gestructureerde wijze op.

2Je formuleert kort en bondig en maakt duidelijk onderscheid tussen hoofd en bijzaken zodat het begeleidingsplan voor zowel de cliënt als de professionals begrijpelijk en richting gevend is voor de begeleiding van de cliënt.

Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplanCompetentie R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richtenComponenten Aansluiten bij behoeften en verwachtingen

Prestatie-indicatoren O V G

1 Je vertaalt – zo mogelijk samen met de cliënt – wensen en mogelijkheden van de cliënt in concrete activiteiten.

2Je waarborgt dat het activiteitenplan aansluit bij de leeftijd, achtergrond, ontwikkelingsfase van de cliënt zodat hij zich kan vinden in de ondersteuning die geboden gaat worden.

Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplanCompetentie Q Plannen en organiserenComponenten Doelen en prioriteiten stellen Activiteiten plannen

Prestatie-indicatoren O V G1 Je stelt duidelijke en realistische doelen.

2 Je plant en prioriteert doelstellingen in tijd, zodat het activiteitenplan uitvoerbaar is en aansluit bij mogelijkheden van de cliënt en de organisatie.

Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplanCompetentie K Vakdeskundigheid toepassenComponenten Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden

Prestatie-indicatoren O V G1 Je stelt duidelijke en realistische doelen.

2 Je maakt een keuze voor bepaalde activiteiten en begeleidingsvormen op basis van de verzamelde gegevens en je kennis met betrekking tot activiteitenbegeleiding.

3 Je draagt er zorg voor dat het activiteitenplan bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen uit het begeleidingsplan.

Handtekening:

Functie Naam Handtekening

Werkbegeleider

Leertrajectbegeleider

Student

Datum

31Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 32: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Korte omschrijving

Volgens Shalock omvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties als die belangrijk zijn voor elk mens. De kwaliteit van bestaan wordt vergroot door personen in staat te stellen zelf te participeren in beslissingen die hun eigen leven betreffen. De kwaliteit van bestaan wordt vergroot door personen in hun eigen plaatselijke samenleving deel te laten nemen, hen te accepteren en respecteren en volledig te integreren (inclusie).

Dimensies van kwaliteit van bestaan met de indicatoren:

Emotioneel welbevinden met als indicatoren: veiligheid, spiritualiteit, geluk, vrij zijn van stress, zelfbeeld en tevredenheid

Interpersoonlijke relaties met als indicatoren: intimiteit, genegenheid, gezin, interacties, vriendschappen en ondersteuning

Materieel welbevinden met als indicatoren: eigendom, financiële zekerheid, voeding, werk bezittingen, sociaal-economische status en onderdak

Persoonlijke ontplooiing met als indicatoren: onderwijs, vaardigheden, persoonlijke vervulling, competentie, zinvolle activiteiten en vooruitgang

Lichamelijk welbevinden met als indicatoren: gezondheid, voeding, ontspanning, mobiliteit, gezondheidszorg, vrije tijd en ADL-activiteiten

Zelfbepaling met als indicatoren: autonomie, keuzes, beslissingen, persoonlijke controle, zelf richting kunnen geven en persoonlijke doelen en waarden

Sociale inclusie (erbij horen) met als indicatoren: geaccepteerd worden, status, ondersteuning/support, werkomgeving, integratie en participatie in de samenleving, rollen, bijdragen aan de samenleving

Rechten met als indicatoren: privacy, stemrecht, toegang, gelijke behandeling, eigendom hebben en rechten en plichten als burger.

(bron: www.spagaat.web-log.nl)

32Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 33: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Vergelijking met gentle teaching

Bij Shalock staat inclusie in de samenleving centraal, terwijl gentle teaching daar geen uitspraak over wil doen. Vanuit gentle teaching gezien is de vraag of de persoon zich voldoende verankerd voelt in zichzelf en in veilige en liefdevolle relaties dat hij ook werkelijk van inclusie kan profiteren. Inclusie bevindt zich in de 4de dimensie van het proces bij gentle teaching.

Shalock gaat ervan uit dat de kwaliteit van het bestaan enerzijds bestaat uit innerlijke gevoelens en anderzijds als een product van de interactie tussen de persoon en zijn omgeving (H. Kröber, Gehandicaptenzorg, Inclusie en Organiseren. 2008 pag 37). Deze opvatting is terug te vinden in de acht dimensies van levenskwaliteit, die deels bestaan uit belevingsgerichte dimensies en deels uit omgevingsfactoren. Bij gentle teaching wordt er van uitgegaan dat ook de interactie met de omgeving leidt tot een ervaring op belevingsniveau en worden in het model voor levenskwaliteit alleen basiswaarden gehanteerd die direct duiden op innerlijke gevoelens. Hierdoor is dit model beter te gebruiken om gedrag te begrijpen als een uiting van gevoelens en verlangens en kan het beter gebruikt worden om op ondersteunende wijze de persoon te helpen bij het realiseren van levenskwaliteit.

33Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014

Page 34: files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000341-4607847015...  · Web viewomvat de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties

Opdracht:

1. Schrijf op wat wordt verstaan onder een visie in het algemeen en een visie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

2. Ga naar het internet en schrijf de visie op zorg van onderstaande instellingen op

- Philadelphia stichting

- J.P. van den Bent

- “s-Heerenloo”, locatie Groot Schuilenburg

- Zozijn

http://www.zozijn.nl/media/222589/visiedocument_kwaliteitskader_gehandicaptenzorg_2.0_1_.pdf )

3. Maak een doelgroep analyse van je eigen klas aan de hand van bijgaand schema

34Overzicht lessen gehandicaptenzorg 2e leerjaar, 3e leerperiode, schooljaar 2013-2014